de wereldfietser
losse verkoop 7 3,40
no.2, zomer 2004
tijdschrift voor fietsreizigers
n
Thema: Hé, wat gebruik jij nou? n Tsjechië n LF 4 n Egypte n Paul Vreuls n Louisiana n VanBelTotBand n
agenda
meer informatie en ook verhalen over de afgelopen activiteiten, kun je vinden op www.wereldfietser.nl
april
juni
24 fietsherstelcursus van De Vakantiefietser
5-6 Themaweekend: Vakantiefietsen met Kinderen,
De Fietsdokter, Verschansingsstraat 48, 2000 Antwerpen
op Camping Breehees, Breehees 6, Goirle. Info/aanmelden: wagenaar@kessels-smit.nl, 06-25025906
24-25 Themaweekend: (Wereld)ligfiets-weekend. Waar? BEL, Koestraat 107 te Tilburg. Info/aanmelden: martin@wereldfietser.nl , 013-5457320.
mei 8-9
voorjaarsweekend Camping De Roskamp, Roskampweg 2, Gramsbergen. Van vrijdagavond tot zondagmiddag. Info/aanmelden: a.h.martin@zonnet.nl, 0317-450220.
15 fietsherstelcursus van 'De Vakantiefietser' in Antwerpen 15-16 Fietsreparatiecursus in Kiel-Windeweer (15 km ten zuiden van Groningen)Info: john@wereldfietser.nl, 075-6846694
15-16 Themaweekend: Fietsen en Gezondheid op Camping “Op de Heuvelrug”, Bovenhaarweg 4, Leersum. Info/aanmelden: freek@wereldfietser.nl, 070-3457380
20-23 Hemelvaarttrektocht door Zuid-Holland. Info/aanmelden: g.poorthuis@quicknet.nl, 0226-413654
2 tijdschrift voor fietsreizigers
5-6 Fietsreparatiecursus in Kiel-Windeweer (15 km ten zuiden van Groningen) info: john@wereldfietser.nl, 075-6846694
20-21 Ontmoetingsweekend voor vakantiefietsers. Wereldfietslid Jan Vaanholt organiseert op persoonlijke titel een informatieweekend waar fietsers van harte welkom zijn. Natuurcamping Olde Kottink, Kampbrugweg 3, Beuningen. Info/aanmelden: twenteopdefiets@hotmail.com
augustus 21-22 Nazomerweekend en Feest. De Wereldfietser bestaat dit jaar 10 jaar en dat wordt dit weekend groots gevierd. Waar? Camping Harskamperdennen, Houtvester Van ‘t Hoffweg 25, Kootwijk. Info/aanmelden: a.h.martin@zonnet.nl, telefoon: 0317 450220
inhoud
19 THEMA: HÉ, WAT GEBRUIK JIJ NOU? 6 Tsjechië
FOTO’S COVER MARIANNE VINCKEN EN FRANK VAN DEN BERG, FOTO’S AGENDA EN INHOUD MARIANNE VINCKEN
OP DE LIGFIETS RIJDT GUIDO VAN OSS DOOR HET NATUURPARK SUMAVA IN TSJECHIË. DE HELLINGEN VALLEN NIET MEE OP DE LIGFIETS, TOCH DÉ FIETS VOOR LUIE FIETSERS ZOALS GUIDO ZELF ZEGT. REGEN, WIND EN BLAKENDE ZON WISSELEN ELKAAR AF, MAAR HET LANDSCHAP BLIJFT ONDER ALLE OMSTANDIGHEDEN AANTREKKELIJK.
9 Egypte OP HUN JARENLANGE FIETSREIS DEDEN KARIN VAN TOOR EN PETER MAK VORIG JAAR EGYPTE AAN. DE TOCHT DOOR DE WOESTIJN VAN CAÏRO NAAR LUXOR DOOR ONWEZENLIJK LANDSCHAP DAT ZELFS AAN MARS DOET DENKEN, VOERT DOOR EEN AANTAL ZEER VERSCHILLENDE OASES.
HARSKAMPERDENNEN. OVERAL STAAN BORDJES. LATER BLIJKT DE ROUTE ONLANGS VERLEGD TE ZIJN.
16 Interview met Paul Vreuls IN NEDERLAND IS NOG GENOEG AVONTUUR TE VINDEN, DAARVOOR HOEF JE HELEMAAL NIET NAAR HET BUITENLAND. DE VERHALEN UIT OP PAD DIE PAUL VREULS SCHREEF OVER ZIJN RONDE VAN NEDERLAND ZIJN NU GEBUNDELD IN EEN BOEK.
38 Louisiana GERLACH SIEDERS KOMT IN HET ZUIDEN VAN DE VERENIGDE STATEN INTERESSANTE MENSEN TEGEN. TUSSEN DE BEDRIJVEN DOOR VERTELT HIJ WAAROM DIT ZO’N APART STUKJE VAN HET LAND IS.
14 LF4
34 Van Bel Tot Band
HOE LOOPT DIE NU EIGENLIJK, DIE LF4, VRAAGT FREEK VERBAKEL ZICH AF ALS HIJ EEN POGING DOET DEZE LANGEAFSTANDSFIETSROUTE TE VOLGEN NAAR HET AFGELOPEN NAJAARSWEEKEND IN DE
IN DE ‘VAN .. TOT …-SERIE’ IS NU DE FIETS AAN DE BEURT. IN DEZE EERSTE AFLEVERING OVERPEINZINGEN OVER HET STUUR.
EN VERDER 2 AGENDA 4 COLOFON EN REDACTIONEEL 5 OP KLEINE SCHAAL 8 COLUMN 13 GECRANKT EN GESHIFT
33 TIPS EN KOOKPUNT
37 HET MOMENT 38 UITGELEZEN 40 FIETSERS ONDERWEG 42 VERENIGINGSNIEUWS 43 ACTIVITEITENOVERZICHT 47 INTERNET FORUM 48 VERSLAG WINTERFIETSWEEKEND EN SCHAKELTJES 51 INGEZONDEN BRIEVEN OVER OEVERPROBLEEM
tijdschrift voor fietsreizigers
3
r n ni ng ees te m
Martin van Doorne
act i e be
REDACTIE
ho
re d
ofdr
e -vo
Annemiek Leijdekkers
ed a ct i e
John Telleman
m a st e r
o r z i t te r
Perry Senders
web
vo
or zi
tter
BESTUUR VAKANTIEFIETSER
Marco Meijerink
vic
Dennis de Vries
pe
v i ce
vo
or zi
tter
BESTUUR WERELDFIETSER
- v o o rz it
te r
d
Frans Heylen
Marc Knapen
Bruno Loockx
Judith Witte
Fons Lamboo
Jos Morren
Guido van Oss
Eric Schuijt
André Ramault
Gerlach Sven Sieders
Marijke Vermond
e in
d r e da t ie c
Helmut Riemenschneider
Marianne Vincken
UITGEVER
VORMGEVING
Joke Smeets
Maarten Smit
Floris Hollander
Maaike Pfann
Theo Jorna
van de redactie De eerste keer Ga je dit jaar voor het eerst op fietsvakantie? Probeer dan zoveel mogelijk thuis te laten, vooral spullen die je ter plekke kunt kopen. Dirk is net terug van zijn eerste fietsvakantie met zijn nieuwe ligfiets en aanhangkar. ‘Hoe ging ie Dirk?’ ‘Ik vond er geen reet aan’, zegt Dirk met een gezicht dat weinig te raden overlaat. ‘Hoe dat zo?’ vraag ik nieuwsgierig. ‘Nou, ik was in mijn eentje in Noord-Frankrijk en het miezerde nogal. Dan ga je niet even lekker een uurtje op een bankje zitten. Bovendien waren de dorpjes erg leeg. Er liep geen hond op straat, terwijl het toch hondenweer was.’ Dirk kijkt bedroefd uit zijn ogen en ik zie nog een zweem van eenzaamheid. ‘Ik verging van de honger maar nergens een boulangerie, patisserie, laat staan een supermarché. In mijn tassen zaten havermout en zilvervliesrijst, maar om nou in de motregen te gaan koken! Mmpfff, die ligfiets was ook niet zo’n succes, want als je bergop gaat, trekt die je naar achteren en schiet dat niet op.’ ‘Maar Dirk, een ligfiets heeft toch een hoog rendement, zodat je met minder energie verder komt?’ ‘Jawel’, zegt Dirk boos, ‘zolang je vlak rijdt wel, maar als je tegen een steile helling opfietst moet alle kracht uit je bovenbenen komen.’ ‘Maar is Noord-Frankrijk dan zo steil?’ ‘Ach man, ik moest zelfs lopen! Heb je wel eens een ligfiets naar boven gedouwd?’
Ik kijk naar Dirk, meer dan twee meter lang, en zie hem in gedachten kromgebogen zijn ligfiets vooruit duwen. ‘Kwam ik op een verlaten camping aan, moest ik na 120 km fietsen tollend van vermoeidheid mijn tentje opzetten en mijn brandertje aansteken om zilvervliesrijst te koken. Ik was kapot! En dan dat matje. Ik heb de hele nacht geen oog dicht gedaan. En ritste ik ’s ochtens m’n tent open, Jezus, wat koud!’ Dirk ziet mij glimlachen. ‘Ja, en dit geloof je niet. Ik ben naar het dichtstbijzijnde station gefietst en heb de eerste trein naar huis genomen. Nou voor mij hoeft het nooit meer. Het was zo allejezus zwaar. Ik heb mijn kar eens gewogen. Nou?’ ‘Vijftien?’ ‘Nee man, NE-GEN-EN-TWIN-TIGKILO!’ ‘Maar wat had je dan allemaal meegenomen?’ ‘Nou, mijn fietsenmaker had mij twee reserve binnen- en buitenbanden meegeven en ik had een extra fietsketting bij mij, want ik had gelezen op het forum van de Wereldfietser dat je met twee fietskettingen veel langer doet met je bladen. En twee kilo havermout en een kilo zilvervliesrijst want dat schijnt in Frankrijk niet te koop te zijn’. ‘Enneh.., dit jaar?’ ‘Weer met de fiets natuurlijk! Maar dan een gewone fiets. En van hotel naar hotel en alleen daar waar het vlak is. En natuurlijk minder reserveonderdelen, havermout en zilvervliestrijst!’ Eric Schuijt
n Dit tijdschrift is het gezamenlijke verenigingsblad van De Wereldfietser in Nederland en De Vakantiefietser in Vlaanderen n Leden krijgen dit blad vier keer per jaar toegestuurd n Losse nummers kosten
5 3,40
n REACTIES, TIPS, VERSLAGEN (liefst met foto’s en routekaartjes) en andere bijdragen sturen naar: Redactie Wereldfietser, Postbus 94005, 1090 GA Amsterdam, redactie@wereldfietser.nl en Redactie Vakantie-
fietser, Kroonstraat 28/6, 8000 Brugge, redactie@vakantiefietser.be n SCHRIJFINSTRUCTIES zijn te vinden op www.wereldfietser.nl n ADVERTENTIES Theo Jorna, tel: 020 690 21 25, fax: 020 695 80 85 tijdschrift@wereldfietser.nl n LITHOGRAFIE Eddy Beems, Amsterdam n DRUKKERIJ Ton Mittelmeijer, Amsterdam n AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Sonja Edelaar, Karin van Toor, Peter Mak, Bert Sitters, Johan Stuijt, Freek Verbakel, Jolanda Denekamp, Mark van Asch n HET VOLGENDE NUMMER verschijnt op 28 juni n SLUITINGSDATUM kopij 17 mei, voor schakeltjes en advertenties 31 mei.
4 tijdschrift voor fietsreizigers
d
Next best thing II
Sexy zadel Volgens Dr. Sommer van de Universität zu Köln moeten mannelijke fietsers die meer dan 400 kilometer afleggen rekening houden met een toename van erectieproblemen. Bij vrouwen kan de beknelling van zenuwen en aderen leiden tot ongevoeligheid van de schaamstreek. Mede daarom heeft Selle Royal het Lookin 3D zadel ontworpen. Dit zadel van 50 euro verkleint de gebieden met een kritieke druk met 80%. Er is een dames- en een herenmodel. Het zijn middelzachte zadels die comfortabel zitten, maar voor de doorgewinterde langeafstandsfietsers misschien iets te zacht zijn.
Er was eens een Hypercracker, die werd opgevolgd door de Next Best Thing, NBT genaamd. En nu komt M-Gineering met de Next Best Thing II. En wat is dat dan wel? Een afnemer voor Shimano-cassettes. Handig, want als er een spaak breekt is dat bijna altijd in het achterwiel en meestal aan de rechterkant. Om die spaak eruit te kunnen halen, is dit lichte en compacte gereedschapje heel handig. Next Best Thing II kost rond de 20 euro. Kijk voor meer informatie op www.m-gineering.nl
Tien kamelen voor 'n fiets? Op zaterdag 24 april viert De Vakantiefietser in Amsterdam haar 1 jarig bestaan. Een mooie gelegenheid om alvast wat vakantie-sfeer te proeven. Voor de inwendige vakantiefietser: taco's, tapa's, tagine en tortilla. Drink een kopje chai, of proef koeie tio soep. Verder kun je, net als op de markt in Marokko, bij Mohammed afdingen. Heb je twee vrouwen te onderhouden, dan krijg je korting. Ben je een arme student die net gerold is, dan iets meer. Hoe beter je pingelt, des te lager de prijs. Er is een derde-wereld fietsreparatiecursus. Leer hoe je een kapotte buitenband naait en een gebroken frame spalkt. En maak eens een Hindi-praatje met een Indiase vrouw of zeg: 'Salam aleikum' tegen die Arabische volbloed schone. En tja, en die Fransman met zijn alpinopet die spreekt alleen maar Frans. Op deze vakantiefietserdag klinkt er Spaanse flamenco, Turkse Sazmuziek en het Jordanese levenslied. Zaterdag 24 april vanaf 10.00 uur in de Westerstraat 216, Amsterdam.
Van Tas tot Ramble
Jodelajoehoe! In nummer 4 van 2004 staan de Alpen centraal. Wij zijn op zoek naar lezers die willen schrijven over hun ervaringen met fietsen in de Alpen. Als je een bijdrage aan dit thema wilt leveren, stuur je verhaal dan vóór 15 augustus 2004, maar liever (veel) eerder, naar redactie@wereldfietser.nl of redactie@vakantiefietser.be onder vermelding van Thema Alpen. Een verhaal mag niet langer zijn dan 1100 woorden en graag hebben we er ook een paar mooie foto’s bij. Alle ideeën, tips en suggesties voor een pakkend Alpengebeuren of alleen maar die fantastische foto zijn van harte welkom. De foto’s kun je sturen naar Redactie Wereldfietser, postbus 94005, 1090 GA Amsterdam of naar de redactie de Vakantiefietser, Kroonstraat 28/6, 8000 Brugge. Vergeet niet je naam op de achterzijde van de foto's te vermelden, dan sturen we ze na gebruik terug.
tijdschrift voor fietsreizigers
OP KLEINE SCHAAL
FOTO RUTGER VAN DEN HOOFDAKKER
In tegenstelling tot wat in het vorige nummer in VanTasTotTent stond, heeft Rutger van den Hoofdakker juist zeer goede ervaringen met zijn Ramble-tentje. Rutger: ‘De tent is licht, circa 3 kilo en is snel op te zetten. Over de details is nagedacht, hij is stormvast en bovendien goedkoop ook, nog geen 200 euro. Ik wil deze tent juist iedereen aanraden!’
Oproep thema
5
d
TEKST GUIDO VAN OSS FOTO COK OOSTVEEN
De weg van Passau naar Linz is ‘ganz flach’
Tsjechische Sumava
De tsjechische Sumava
Vanuit Passau bereik ik na twee dagen zwoegen op mijn ligfiets eindelijk het Tsjechische Horni Plana. In kilometers stelt het traject weinig voor, maar het klimmen is afzien. In de plaatselijke supermarkt wordt uitstekend Nederlands gesproken, naar schatting door de helft van de cliënteel. Tja, je landgenoten kom je in sommige vakantieoorden irritant vaak tegen… 6 tijdschrift voor fietsreizigers
d
Twee dagen daarvoor ben ik met de Duitse spoorwegen in overvolle stoptreinen met een zogenoemd ‘Schönes Wochenende-ticket’ ’s avonds laat in het Duitse grensstadje Passau aangekomen en op zondagochtend start ik mijn ligfietstocht met uitstekend weer. Aanvankelijk heb ik het idee via het Oostenrijkse Linz naar Tsjechië te fietsen. Een Oostenrijker, die vertelde ooit zelf een ligfiets te hebben gebouwd, garandeerde mij dat de weg van Passau naar Linz ‘ganz flach’ is. Een Oostenrijker denkt daar waarschijnlijk toch anders over dan een Nederlander. Maar toegegeven: in vergelijking met menig sportieve fietser ben ik maar een ‘watje’. Halfweg Linz, op een terrasje in Wesenufer onder de blakende zon, ontstaat reeds het idee om de route naar Tsjechië flink te bekorten. Na een uitvoerige maaltijd fiets ik midden in siëstatijd nog een moeizaam halfuurtje door om op een rustig, schaduwrijk plekje mijn siësta verder af te ronden. Die siësta mondt letterlijk uit in een koude douche: ik dompel me nagenoeg onder in het frisse bergstroompje vlak in de buurt van mijn rustplaats; heerlijk koel! Weer op de fiets ontdek ik al snel dat de routeverkorting toch ook een forse klimpartij oplevert. Ik leg diverse malen ‘het loodje’. Stap af om uit te puffen; stap af om mijn ligfiets met die enorme hoeveelheid bagage omhoog te duwen; stap af omdat ik eenvoudigweg niet meer verder kom.
Luie fietser Dat leidt tot een paar mogelijke conclusies: òf het speciaal voor deze vakantie op mijn fiets gemonteerde verzet is voor deze bergen nog steeds te zwaar, òf de enorme hoeveelheid bagage die ik meezeul en die bij een ligfiets allemaal achterop moet, is eenvoudigweg te veel, òf door al het ligfietsen van de afgelopen paar jaar is mijn toch al matige conditie verder achteruitgehold. Beweer ik niet altijd vol trots een ligfietser en dus een luie fietser te zijn! Zo’n bewering is voor menig ligfietser overigens als vloeken in de kerk. De mogelijkheid dat ik op een ligfiets ooit zou zweten had ik ook bijna naar het rijk der fabelen verwezen. Maar goed, nadat het luie zweet er zo ongeveer uit is, kom ik na anderhalve dag fietsen bij het Tsjechische natuurreservaat Sumava aan. Daar kan ik op een rustige manier afdalen. Langzaam afdalen vind ik het leukst: je geniet extra lang van de inspanningen die je voordien hebt geleverd. Je hebt bovendien een goed uitzicht en hoeft niet zo gauw in de remmen. Toegegeven: met een volle vaart naar beneden gaan kan ook heel sensationeel zijn.
spanning even niet oplet, glijd ik uit en maak een lichte val. Zoiets gebeurt me met een ligfiets wel vaker. Het heeft feitelijk niets om het lijf: de val voel ik verder niet meer en ook het schaafwondje is zowel pijn- als bloedloos. Na zo’n vijftien kilometer laveren laat ik de bospaden voor wat ze zijn.
Met een veerpontje voor voetgangers en fietsers bereik ik aan het einde van de middag Horni Plana. Daar breng ik een bezoek aan een van de supermarkten waarin, zoals hierboven beschreven, het Nederlands helaas tot voertaal lijkt te zijn verheven. Net voordat de regen met bakken uit de lucht valt, vind ik een goed en voordelig onderkomen. Zowel van buiten als van binnen oogt het gebouw als een ietwat verouderd, matig verzorgd, voormalig staatshotel. Na twee dagen wild kam-peren, geniet ik echter met volle teugen van een écht dak boven mijn hoofd. Zeker wanneer gedurende de avond de ene na de andere bui naar beneden plenst. Al in de eerste passages over deze streek wijst mijn reisgids erop dat de kans op regen hier veel groter is dan elders in Tsjechië. Waarom lees ik zoiets pas als ik al op vakantie ben?! Ook gisteren in het grensgebied met Oostenrijk was het al raak met slagregens en flinke rukwinden. Die strijd met de wind wist ik in mijn voordeel te beslechten door mijn tent na een half uur klungelen onder een kapel te plaatsen, waarbij ik de scheerlijnen vastbond aan een gietijzeren poort. Nood(weer) breekt wet!
Stuurmanskunst Een nacht met hoosbuien doorstaan in een hotel gaat heel wat beter. Een minpuntje is dat wanneer rond twee uur bezoekers de in ‘mijn’ hotel gevestigde discotheek verlaten, er een enorm bekgevecht ontstaat. Een vrouw schreeuwt luidkeels dat ze er ‘schijtziek’ van wordt. Weer zo’n woord dat ik liever in het Tsjechisch had gehoord Maar verder geniet ik een alleszins bevredigende nachtrust. ‘s Morgens biedt de route van Horni Plana naar Nova Pec fraaie uitzichten op het natuurreservaat. De druilerige regen met mist doet het landschap goed. Vanaf Nova Pec lukt het me via een fietsroute het natuurreservaat te doorkruisen. En met mijn zwaar beladen ligfiets trotseer ik op steenslag en aangereden kiezels diverse klimmetjes en afdalingen. Het eist wel de nodige laveer- en stuurmanskunst, maar het lukt dan toch maar. Wanneer ik in een moment van ont-
De tocht over betere, verharde wegen is minder succesvol. ‘Doorlopende’ schakel-problemen doen me stoppen bij een fietsenzaak die zich onverwacht snel aandient. De beide fietsenmakers lijken overigens meer affiniteit met motoren dan met fietsen te hebben. Na veel uittesten komt er een nieuw schakelsysteem op de fiets, dat verder redelijk werkt. En dat tegen een arbeidsloon van zo’n vier euro per uur, waarbij ze maar een half uur in rekening brengen, terwijl ze er in totaal anderhalf manuur aan hebben gewerkt. De verdiensten zitten vermoedelijk in de onderdelen die naar Tsjechische begrippen vrij duur zijn.
In de hitte Een dag later noopt een alles verzengende hitte mij tot een uitvoerige siësta. In het plaatselijke café zitten ook heel wat bouwvakkers de hitte uit te zitten. Een wat oudere man waarvan ik vermoed dat hij de kroegeigenaar is, toont interesse in mijn ligfiets. Bovendien geeft hij me uitleg over een route door het noordelijke deel van het natuurreservaat Sumava. Het blijkt een fraaie route te zijn en mij passeren een groot aantal Tsjechen met mountainbikes, waarop ze fietsen of die ze boven op hun auto vervoeren. Ook bij Tsjechen is fietsen een populaire vrijetijdsbesteding aan het worden. En zo te zien gaat dat vaak met het hele gezin. Als manlief eenmaal een hobby heeft… Sumava schijnt bij de Tsjechen extra in trek te zijn omdat het eertijds verboden terrein was. Tijdens de communistische periode fungeerde het als een buffergebied tussen Tsjechië enerzijds en Oostenrijk en Duitsland anderzijds. Een bosrijke route brengt me in Kvilda. Een dorpje met een oud kerkje en kabelbanen voor de wintersport. Het is er bovendien kermis. De klandizie voor de kermisattracties is bijzonder gering; die voor de plaatselijke horeca des te groter. Waar herken ik dit van? Ik rijd nog zo’n vijf kilometer richting Modrava en eet en overnacht daar in een uitstekend pension midden in het natuurreservaat. Terug langs Kvilda zoek ik de grensovergang naar Duitsland op. Zowat de hele ochtend regent het pijpenstelen, zodat ik geheel doorweekt in Duitsland aankom. Maar daar slaat de hitte al gauw genoeg weer toe. b tijdschrift voor fietsreizigers
7
d
COLUMN
NS zet bussen in Sitters Spreekt Fiets en trein: een ideale combinatie. Samen met je vervoermiddel in dezelfde trein. Je overbrugt snel een hoeveelheid kilometers en kunt vervolgens fietsen in een ander decor dan je eigen omgeving. Ik zit in de trein naar Nijmegen, om vanaf de stad van keizer Karel een deel van de Bedevaartenroute te controleren. In mijn gedachten zit ik al langs de Maas. Het landschap vliegt voorbij, maar de file op de snelweg staat stil. Eigen schuld, denk ik. Ik ben nog niet uitgedacht of de trein is net zo bewegingloos als de auto’s in de rij. Dit is te vroeg voor Ede-Wageningen. Veenendaal-de Klomp, hier hoort een intercity toch niet te stoppen? Veenendaal-de Klomp, wie bedenkt er nu zo’n kneuterige stationsnaam? Kneuterige stationsnamen, daar zijn we goed in Nederland. Eindhoven-Beukenlaan: mag natuurlijk géén Eindhoven-Phillips heten. Maastricht-Randwijck: zo’n naam lijkt randgroepjongeren uit te lokken. Waarom geen Maastricht-MECC? In Amsterdam is een compromis bedacht: Amsterdam-Zuid/WTC. Prachtig zoals dat omgeroepen wordt in de trein: ‘….weeteecee’, terwijl WTC toch voor ‘dubbeljoetiecie’ staat. Over omroepen gesproken; op dat moment kraakt uit de luidsprekers: ’Wegens seinstoring heeft deze trein een nog onbekende vertraging!’ Mijn gedachten gaan verder: Amsterdam-Lelylaan, met een dergelijke naam lok je de problemen wel uit. Nee, dan: Bangkok Hua Lamphong, Praha-Holesvice, Bratislava-Petrzlaka, Zagreb-Klara, dat klinkt toch veel beter dan Den Haag HS. Weet iemand nog waar HS voor staat? Eetsch-es klinkt het altijd bij het omroepen in het Engels. Even later in diezelfde trein: ‘Skiphol erport’. Vaste reactie van buitenlandse passagiers: ‘Is this Emsterdem-Airport?’
8 tijdschrift voor fietsreizigers
TEKST BERT SITTERS FOTO ROBERT VAN WETEREN
Liège-Guillemins, Lisboa Santa Apalonia, Brive-la-Gaillarde, Sevilla Santa Justa, dat zijn toch stationsnamen waar je met plezier een kaartje naar toe koopt. Hoewel Liverpool Street Station natuurlijk ook niet erg fraai klinkt. Berlin Zoologischer Garten wordt afgekort naar Berlin-Zoo: Am Bahnhof Zoo in Damenklo! En wie wil er nu naar Alacant-Terminal? Amsterdam-Amstel is eigenlijk een schitterende naam, nog beter dan de Heineken Music Hall of Helmond-Brouwhuis, maar Amsterdam-Sloterdijk is weer de kneuterigheid ten top. Wat dacht je van De Vink? Ik heb de tijd, dus mijmer verder. Wat is de mooiste stationsnaam? Waterloo Station: een dijk van een Nederlandse naam met historie. Limoges-Benedicties: een gewijde sfeer. Het gebouw heeft ook iets van een kathedraal. Zaragoza-Delicias: lijkt op een prachtig verpakte bonbon. Victoria Station: de preutse Queen of extravagante spicegirl? Mijn keuze is … Murcia del Carmen*: het warmbloedige zigeunermeisje dat haar vriend in de steek liet voor een stierenvechter. Het eindigde in een drama. Opnieuw de eentonige stem: ’Deze trein zal helaas niet verder rijden. NS zet bussen in!’ ‘Bussen? En mijn fiets dan?’ ‘Helaas!’ Ik gooi mijn plan om. Vanaf Rhenen kan ik een ander deel van de Bedevaartenroute doen. Even later geniet ik op het Cuneraheuveltje van het uitzicht: beneden mij stroomt niet de Maas, maar de Rijn. Wat is een bepakte fietser toch onafhankelijk en flexibel. Tijdens het fietsen laat de ouverture van Carmen mij niet los. * Voor wie naar Murcia del Carmen wil, zie mijn spoorboekje De fiets in spaanse treinen (www.fietswegen.nl). b
d
TEKST EN FOTO’S KARIN VAN TOOR EN PETER MAK
Fietsen van Caïro naar Luxor door de woestijn
Horizon van zand en stenen Windsluiers van zand dwingen ons de ogen tot kleine spleetjes te knijpen. Maar we fietsen in extase tussen de spierwitte kalkformaties die na eeuwenlang zandstralen de vormen van paddestoelen, slakken, kamelen en sfinxen hebben aangenomen. Zijn we op Mars beland?
Tussen honderden woestijnrozen en onder een verbazingwekkend heldere sterrenhemel hebben we droomloze nachten
Op 25 februari 2003 vertrekken we uit Caïro op weg naar Luxor, na acht maanden fietsen door Europa en het fantastische Midden-Oosten. De door ons gekozen route loopt door de westelijke woestijn over bijna 1500 kilometer golvend asfalt en langs vier oases. Vijf etappes variëren in lengte tussen de 190 en 380 kilometer. De eerste is gelijk de langste. We hebben onvoldoende zekerheid over water en voedsel en slepen om die reden zestien liter water mee, dertig Arabische broden en een tas volgestouwd met macaroni, beleg, groente en fruit. Na 30 km Caïrese bebouwing komen we in de woestenij. De smog en het langsrazend toeterend verkeer maken plaats voor stilte en schone lucht. Een tegenvaller is de wind die er alles aan doet om ons terug te blazen naar de hoofdstad. Na slechts 55 km vinden we een beschut plekje voor de ijskoude nacht. De tweede dag is identiek aan de eerste: met storm tegen en een gemiddelde snelheid van nog geen 10 km/uur duiken we na 50 km achter een zandheuvel voor een worsteling met de wild flapperende tent. Uitgeput en somber bespreken we het enige lichtpuntje van deze dag: de ambulanceposten waar we hartelijk en gastvrij onthaald worden met water, een maaltijd en een uitgebreid gesprek. Deze posten blijken
zo'n 50 km uit elkaar te liggen, volgens de medewerkers op de gehele route tot Luxor. De volgende twee dagen maken alles goed: zon, weinig wind, een landschap waarvan de uitgestrektheid niet in woorden is uit te drukken en dat slechts wordt onderbroken door dorpen en meertjes die bij nader inzien fata morgana’s blijken te zijn. Met een dagrecord van 160 km fietsen we onze eerste oase in: Bahariya. De oase blijkt een gebied van 30 km te beslaan. Het dorp bestaat uit stoffige straatjes vol winkeltjes, mensen, ezels en kamelen; daaromheen liggen graanvelden en palmboomplantages, gevoed door diverse waterbronnen. We rusten een paar dagen uit, nemen een bad in een heetwaterbron, fietsen tussen de palmbomen en bezoeken eeuwenoude tombes en tempels.
Bergen van kristal en levende rotsen De tweede etappe voert ons in twee dagen naar de oase Farafra. De goden lijken zich te hebben verzoend met de door ons gekozen route: in een heerlijk zonnetje en zonder wind fietsen we tussen de miljoenen zwarte steentjes van de Black Desert. Na 100 km vinden we een doodstil n tijdschrift voor fietsreizigers
9
d
‘De woestijn is een fantastische plek waar de kracht van rust en stilte voelbaar is’ plekje voor de tent tussen de glinsterende rotsen van de Crystal Mountains. In het licht van de bijna volle maan en de flonkerende sterrenhemel ervaren we voor het eerst in ons leven volledige stilte. Geen verkeer, geen dieren, geen mensen, radio of televisie, slechts het ruisen van het bloed in onze oren. Een gedenkwaardige belevenis en we kunnen er geen genoeg van krijgen. De volgende dag, na het doorkruisen van een grote zandvlakte, steekt de wind weer op, natuurlijk uit de verkeerde richting. Het landschap verandert langzaam: vulkaanvormige heuvels van zwarte en grijze steentjes rijzen op uit het zand. Het prachtige asfaltlint slingert er doorheen. Verkeer is er niet. Na 40 km fietsen we de White Desert in: witte, geërodeerde kalksteenformaties staan verspreid in het gele zand dat zich tot de horizon uitstrekt. Ons zicht wordt steeds meer belemmerd door de toenemende wind die het fijne zand meeneemt in een reis zonder bestemming. Windsluiers van zand dwingen ons de ogen tot kleine spleetjes te knijpen. Maar we fietsen we in een extase tussen de spierwitte kalkformaties door, die na eeuwenlang zandstralen de vormen van pad-destoelen, slakken, kamelen en sfinxen hebben aangenomen. Zijn we op Mars geland? In Farafra komen we tot rust. Het is de kleinste oase van de vier. De oorspronkelijke bedoeïenenbevolking van 5000 zielen woont in oude lemen huizen. Sinds de ontdekking van grote ondergrondse waterreservoirs enkele jaren geleden, is het aantal inwoners verdriedubbeld. Ahmed, de eigenaar van een restaurantje, neemt ons mee naar zijn huis, waar we op bedoeïenenwijze dadelpasta in zelfgeperste olijfolie dopen. Heerlijk,
maar wel een beetje vet. Lopende over kleine paadjes tussen duizenden palmbomen wanen we ons in een andere wereld. De Magic Spring dateert uit de Romeinse tijd: zomers geeft hij koel water, in de winter is het water warm. De lokale bevolking kent er geen verklaring voor en heeft hem de magische bron gedoopt.
Zandduinen, El Qasr en skeletten De derde etappe beslaat 325 kilometer. Met een licht windje in de rug fietsen we langs dorpen en kleine groene oases. Daarna volgt een wat saaier stuk van zand- en steenvlaktes. Af en toe fietsen we dwars door een van de vele wervelwindjes; ‘zanddraaikolkwolkjes’ zoals we ze liefkozend noemen. Ongevaarlijk, maar je zit wel van onder tot boven onder het zand. 's Avonds zitten we uren op het graatje van een 40 meter hoge zandduin, onze gezichten roodgekleurd door de ondergaande zon. Na drie dagen zingend op de fiets, rijden we de prachtige oase Dakhla binnen, ongetwijfeld de mooiste: veel groen, kleine dorpjes met spelende kinderen, ezelskarren, graanveldjes met koeien en witte nijlreigers. Tijdens onze rustdagen brengen we een bezoek aan het oude El Qasr, een lemen, grotendeels onbewoond stadje en een monumentaal doolhof van straatjes, huizen, scholen en moskeeën. De tombes van Mozawaqa zijn uitgehakt in kleine vulkaanvormige heuvels die als bruidstaarten in het kale landschap liggen. In een aantal ervan kunnen we de mummies van mensen en dieren en skeletten zelfs aanraken. Tussen de slecht onderhouden tombes liggen mummiewindsels en menselijke schedels verspreid op de grond.
Geen verkeer, geen dieren, geen mensen, radio of televisie, slechts het ruisen van het bloed in onze oren.
10 tijdschrift voor fietsreizigers
d
Ook in de vierde etappe, naar de oase Kharga, zijn we meestal alleen in een bizar en gevarieerd landschap. Kale vlaktes in de kleuren wit, roze, goudgeel, bruin, paars en zwart worden afgewisseld door grimmige vulkanen en een roodgele ‘Ayers Rock’. Tussen honderden woestijnrozen en onder een verbazingwekkend heldere sterrenhemel hebben we droomloze nachten. De vierde oase, Kharga, is de minst aantrekkelijke; vuilnishopen, lelijke gebouwen en een industrieterrein doen ons vergeten dat we in een oase zijn. Positieve hoogtepunten zijn de Hibistempel en de necropolis El Bagawat. De laatste is een geheel lemen Koptische begraafplaats uit de eerste eeuw na Christus, waarvan tempels en basiliek nog de originele Bijbelse schilderingen bevatten. De kleinere straatjes achteraf zijn het leukst door de enthousiaste kinderen en de met boten en vliegtuigen beschilderde huizen van degenen die naar Mekka zijn geweest.
Ontsnapt aan de dood Tijdens de laatste etappe naar Luxor is de wind ons aanvankelijk gunstig gezind en de kilometers glijden moeiteloos onder onze fietsen door. ’s Avonds, voor de tent, hebben we een gast. We voeren een hongerige vos stukjes brood en vis uit blik; we hebben er een vriend bij. De volgende dag worden we vergast op een heerlijke warme maaltijd in een van de ambulanceposten. Na een rondleiding door het stoffige miniziekenhuis, nemen we dankbaar afscheid. Dankzij de rugwind zetten we pas na 120 km de tent op in een kurkdroge wadi. De laatste dag wordt de meest gedenkwaardige van de reis. Na 40 km is de rechterweghelft ineens spiegelglad door plassen verse teer. We gaan links rijden, zoals alle (spaarzame) verkeersdeelnemers. Een pick-up die ons in volle vaart achterop komt schuift over de zachte teer de weg af en belandt in de berm. Als in een trance zien we de zware auto vijfmaal over de kop gaan en in een stofwolk tot stilstand komen. Vol afgrijzen zetten we de fietsen aan de kant en rennen naar de auto. Als een wonder klimmen twee jonge mannen ongeschonden door het verbrijzelde raam. Pas drie uur later, met als toetje enkele uren stormachtige tegenwind, beseffen we dat we aan de dood zijn ontsnapt. We zitten in Luxor, genieten van een welverdiende kop thee en kijken met gemengde gevoelens naar de ‘beschaving’ om ons heen.
Praktische informatie De route in dit artikel is onderdeel van een tocht van Nederland naar Tanzania. De reis is nog gaande en te volgen op een eigen website: http://dewereldbv.fol.nl/, zie ook Fietsers onderweg bladzijde 40. De auteurs bieden de volgende praktische informatie: Na bijna 1500 km woestijn met daarin vier oases, durven we te stellen dat deze route uitermate geschikt is voor fietsers die van ruimte houden. Het leven in de oases wordt de laatste jaren gemoderniseerd, maar grote delen zijn nog als honderden jaren terug. En de mensen zijn nog als vroeger: gastvrij, vriendelijk en behulpzaam. De temperatuur in februari en maart is heerlijk: zo'n 25 graden, hoewel het in het noorden van de woestijn 's nachts erg koud kan zijn. Om de 50 km zijn ambulanceposten en er zijn voldoende dorpjes onderweg. Met voldoende voorbereiding, water en voedsel, raden we alle fietsliefhebbers aan deze tocht te ondernemen. Bovendien: ook het begin- en eindpunt van deze route zijn niet te versmaden...
In Oase Kharga: de necropolis El Bagawat
tijdschrift voor fietsreizigers
11
d
12 tijdschrift voor fietsreizigers
d
TEKST EN BEELD JOHAN STUIJT
Een avond in Kathmandu. We lopen door de smalle straatjes van Thamel onder de talloze rug- en slaapzakken door die de smalle voorgevels van de winkeltjes aan het zicht onttrekken. Regelmatig houden we onze pas in om langs een paar andere mensen te schuiven. Dromerig worden we van het overal klinkende ‘O mani padme hum’ en de geur van brandend wierook en kruidig eten in de warme avondlucht. Wat een heerlijke sfeer. De schroevendraaier in mijn rugzak prikt in mijn rug en ik ontwaak uit deze dromerige toestand. We zijn op zoek naar een riksja. Niet om een stukje te rijden, maar voor iets anders! ‘Ding ding ding’, de riksja komt eraan! Ik denk terug aan een paar maanden geleden toen we
Ding-dong-reuze-bel in Konya, Turkije waren. In dat kleine supermarktje tussen de feta-blikken en pakken wasmiddel hingen ze gezellig met zijn allen aan een kartonnetje. Ik was meteen verkocht. Een heuse Turkse fiets had ik nu met een echte Turkse digitale toeter met negen verschillende geluiden! ‘Wiiiiiieeeeooooeeeeewwww Wiiiiiiieeeeooooeeeeww!!’ Jammer dat er een batterij nodig is, maar dit is weer eens wat anders dan de standaard fietsbel. Bij de grens tussen Turkije en Iran was de sirene minder leuk. In het grensgebouw met de stalen deur waarachter de sluier direct omgeknoopt moest worden, was een horde jonge kinderen druk bezig om het drukknopje van mijn toeter te lokaliseren. Ik had hem heel goed verstopt, maar uiteindelijk hadden ze hem gevonden. Met al die douanebeambten in de buurt leek het me geen goed idee om een hels kabaal te maken, dus had ik de batterij eruit gehaald. “You go to Durban Square?”, een vriendelijk stel ogen is op mij gericht. Alle gezichten hier lijken op elkaar. Gitzwart haar, bruine ogen en
zo'n verweerd gezicht waarvan je af kan lezen dat het leven hier niet gemakkelijk is. Op zijn karakteristieke manier voorover hangend boven het stuur, wacht hij mijn antwoord af. “No, but I have a question”, is mijn antwoord. Ik graai in mijn rugzak, pak het digitale lawaaiapparaat en demonstreer het direct. Omstanders kijken eerst geschrokken, maar daarna nieuwsgierig en lacherig om. De riksjarijder kijkt verbaasd als ik naar zijn originele Indiase ‘ding dong’-reuze-fietsbel wijs: “You want to change?” Hij begrijpt het en met een klein lachje om zijn mond knikt hij, “Ok”. Ahum, toevallig heb ik een schroevendraaier in mijn rugzak en binnen een paar minuten is de ruil een feit. Na een kleine demonstratie snapt hij de werking en rijdt hij luid toeterend weg. De enige riksjarijder in Kathmandu met een digitale claxon! Vanuit een donkere zijstraat horen we later die avond een bekend geluid: ‘Wiiiiiieeeeeoooooeeeewwwwww wwwiiiiiiiieeeeeooooooeeeeewwwww!’ Hopelijk wordt het geen rage…
gecrankt en geshift
tijdschrift voor fietsreizigers
13
TEKST EN FOTO’S FREEK VERBAKEL
LF4 naar het nazomerweekend van De Wereldfietser
De lange weg Leuk, het kampeerweekend van De Wereldfietser staat voor de deur! Op het forum staat een oproep van Henk: ‘Wie heeft er zin om vrijdag mee naar de Harskamperdennen te fietsen?’ Dat lijkt me wel wat, dus vertrek ik vrijdagochtend met Henk. We besluiten de LF 4 te volgen tot Veenendaal om daar ‘linksaf’ te slaan naar Harskamp. Dat blijkt echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. Zesmaal de tassen erop en eraf; wat een handige uitvinding, die sluisjes!
De eerste kilometers gaan voorspoedig. We hebben de wind in de rug en volgen vaker de bordjes naar Utrecht dan de LF4-bordjes. Ach, dat maakt niet uit want we gaan immers de goede kant op. Het is tijd voor koffie en even verderop is een McDonalds en een McDrive. Dus wat doen we? We rijden met de fiets door de McDrive en vragen aan het bestelloket twee koffie. Als we de koffie bij het afhaalloket willen meenemen, zegt een schoolverlater in Mc-uniform: ‘Fietsers mogen niet door de McDrive. U kunt binnen koffie krijgen. Niet hier!’ Verbaasd kijken Henk en ik elkaar aan en vervolgens de schooljongen: ‘Waarom kunnen we hier geen koffie krijgen?’ De puber heeft de McDonalds-academy goed doorlopen, maar zijn antwoord is niet bevredigend: ‘Het mag niet. Fietsers moeten binnen de bestelling doen.’
Koffie met appelgebak Omdat de geur van koffie ons dorstig maakt, gaan we maar naar binnen. We bestellen er meteen warm appelgebak bij. ‘Dat duurt nog zeven minuten’, zeg het Mc-academy-meisje. ‘OK, we wachten wel.’ Na zeven minuten is de koffie op, maar het appelgebak is in geen velden of wegen te beken-
14 tijdschrift voor fietsreizigers
nen. Gelukkig is de tweede kop koffie hier gratis, zodat we na twintig minuten alsnog het warme appelgebak kunnen wegspoelen. Elk nadeel heeft zijn voordeel, dus maar goed dat we binnen de koffie moesten bestellen, want nu hebben we er tenminste appelgebak bij en twee bekers koffie voor de prijs van één. Na Bodegraven rijden we heerlijk langs het water naar Utrecht. We komen onderweg veel fietsers met bagage tegen. De meeste komen ons tegemoet. ‘Het nazomerweekend van De Wereldfietser is die kant op’ wijzen wij naar de richting die wij rijden. Het mag echter niet baten, want ze gaan toch de kant op waar wij vandaan kwamen. Daar is het ook mooi, maar niet zo gezellig zonder al die Wereldfietsers. In Bunnik aangekomen, volgen we nog steeds de bordjes LF4. Tot onze verbazing komen we door Odijk. Dat spoort niet met de kaart, maar misschien loopt de route hier wel anders dan de kaart aangeeft. Gezellig keuvelend over McDonalds, de weersvoorspelling die niet klopt en over symfonische rockmuziek volgen we de LF 4, tot we het bord ‘Wijk bij Duurstede’ tegenkomen. ‘Dit klopt helemaal niet’, zeg ik tegen Henk. Beteuterd kijkt hij naar mij en vervolgens naar de kaart.
Kasteel Haarzuilens onderweg op de LF 4
We hadden door de bossen naar Maarn moeten fietsen in plaats van door de vlakke polder naar Wijk bij Duurstede. Gauw zetten we koers naar het noorden en rijden naar Maarn om daar de LF 4 weer op te pikken. Vanaf Maarn gaat het verder prima tot de camping Harskamperdennen. Hier genieten we het hele weekend van de gezellige sfeer die er heerst onder de Wereldfietsers. We rijden zaterdagochtend een prachtige fietstocht over de Veluwe. ’s Avonds eten we een overheerlijke pastamaaltijd, gemaakt door onze enige echte kok Cok Oostveen. Daarna kijken we de mooie dia’s van onder andere Marokko. Door alle gezelligheid wordt het gauw laat, zonder dat je er erg in hebt. Zondagmiddag besluiten we om na de ledenvergadering nóg een rondje over de Veluwe te fietsen om dan morgen naar huis te gaan. De Veluwe is een prachtig fietsgebied. Eerst volgen we de druk bereden Eneco-route. Onze fietsbel maakt overuren en raakt zowat oververhit; wij attenderen oudere medefietsers erop dat wij iets sneller rijden dan zij en dat wij ze dus graag voorbij willen op het smalle fietspad. Na verloop van tijd zetten we koers naar Dieren. Tot onze grote verbazing komen we LF4bordjes tegen, die alweer in de verste verte niet sporen met de route op de kaart. Omdat we toch dezelfde richting op moeten als de bordjes aangeven, volgen we maar weer de LF4.
Primaire levensbehoefte Onderweg stoppen we bij de Carolinahoeve waar op een bord staat; ‘koffie met appelgebak.’ Eenmaal binnen blijk het appelgebak op te zijn. Daar sta je dan. De primaire levensbehoefte van een wereldfietser is op. En we hadden nog wel zo’n enorme trek in warm appelgebak met een flinke dot slagroom erop. Gaat dat feest niet door. Om de caloriebehoefte toch te bevredigen nemen we warme chocolademelk met slagroom. We krijgen er een piepklein speculaasje bij. ’s Avonds staan we op een rustige camping in Dieren. Daar kaarten we, onder het genot van een fles wijn, nog wat na over het gezellige kampeerweekend van de Wereldfietser.
Smalle fietssluizen Maandagochtend besluiten we bij Dieren het water over te steken en aan de andere kant van de IJssel de LF3 te volgen. Maar onverwacht moeten we een stuk van de LF4 volgen! Uiteindelijk komen we toch weer op de LF3 uit. Het eerste stuk gaat goed. Maar voorbij Doesburg passeren we een aantal ‘fietssluizen’ die te smal zijn. Zeker voor een fiets die volhangt met fietstassen. Dat betekent dus dat we de tassen van de dragers af moeten halen, de fiets door de sluis wurmen en de tassen weer op de fiets moeten hangen.
‘Na het pontje stoppen we voor de inmiddels traditionele koffie met appelgebak’ Na een paar honderd meter komen we bij de volgende sluis en begint het weer opnieuw. Dit ritueel volbrengen we een keer of zes. Daarna kunnen we ongehinderd doorfietsen. Na het pontje naar Huissen stoppen we voor de inmiddels traditionele koffie met appelgebak. Vervolgens rijden we naar Arnhem, waar Henk op de trein stapt. Hij moet morgen weer werken. Ik fiets nog een dag door. Bij Nederrijn ga ik voor de derde keer vandaag het water over met de pont. In het bos kom ik trouwens weer de LF4 tegen, terwijl ook dat niet klopt met de bijbehorende LF-kaarten. Blijkbaar hebben ze teveel bordjes met LF 4 erop gehad, want je komt ze werkelijk overal tegen. De volgende dag volg ik zonder problemen de LF4 weer naar huis. Op donderdagavond 21 augustus, de avond voor het nazomerweekend begon, was er een fiets-item op het NOS-journaal. Er wordt veel gefietst in Nederland, maar steeds meer mensen gaan naar het buitenland. Hoe zou dat nou komen? Naschrift: na een e-mail-wisseling met het Landelijk FietsroutePlatform, die zorgdraagt voor de LF-routes, blijkt dat de LF 4 voor een groot deel verlegd is. Hij loopt nu inderdaad via Wijk bij Duurstede en niet meer door de bossen naar Maarn. b tijdschrift voor fietsreizigers
15
d
interview
TEKST JOLANDA DENEKAMP FOTO’S JURJEN DRENTH, NIELS KOOYMAN EN MARTIN VAN LOKVEN
Voor een beetje avontuur hoef je de grens niet over
Vreuls’ ronde van Nederland Paul Vreuls verkent zijn grenzen en fietst in elf etappes Nederland rond. De serie die eerder in het buitensporttijdschrift Op Pad werd gepubliceerd, is recent verschenen in boekvorm met als titel ‘De Ronde van Nederland. Langs de grens met Paul Vreuls. 2004 km Fietsavontuur in elf etappes’. De 52-jarige Vreuls is geen kilometervreter, wel een ambassadeur voor fietsen in eigen land. Ben je een fietser pur sang? “Nee, niet echt. Mijn eerste fietstocht maakte ik als 16-jarige van Limburg naar Friesland waar we met een stel jongens zouden zeilen. Ik reed op een oude damesfiets zonder kaarten in twee dagen naar het noorden. Ik volgde gewoon de borden. De eerste dag kwam ik tot Beekbergen waar ik bij een huis aanbelde om te vragen of ik er mocht overnachten. Ik weet het nog goed: de bewoners hadden een transportbedrijf en ‘s morgens kreeg ik van die hele witte fabrieksboterhammen: King Corn.” “De tweede fietstocht was nadat ik mijn studie medicijnen in Amsterdam had afgebroken en me bezon op wat ik wilde gaan doen. Eerst naar Zuid-Frankrijk fietsen en daar druiven plukken. Maar in België, ergens bij de Ourthe, moest ik al afstappen en lopen omdat de versnelling van mijn fiets kapot ging. Ik heb vervolgens de trein gepakt en alsnog druiven geplukt, dat wel. Mijn
16 tijdschrift voor fietsreizigers
derde tocht was Luik-Bastenaken-Luik. De voorbereiding was diepbedroevend: een rondje IJsselmeer. Dat ik voor mijn eerste Luik-Bastenaken-Luik nog nooit in de Ardennen had gefietst, geldt in brede kring als een belediging van het wielergeweten. Ik heb de Belgische trip uitgereden, zij het deels lopend. Ik moest op de superzware cols afstappen: te steil. Dertien uur heb ik erover gedaan; ik geloof dat de snelsten in acht uur binnen zijn. Ik kan niet goed opgeven”, klinkt het verontschuldigend. Een glimlach. “Ik ben geen hardfietser die maar doorkachelt. Evenmin heb ik maanden op mijn fiets rondgetrokken.”
Je ervaringen van die wielerklassieker heb je beschreven in een artikel voor het tijdschrift Fiets. “Bergen hebben ieder hun eigen psychologie, leerde mij die eerste Luik-Bastenaken-Luik, met
net die ene bocht extra, dat hobbeltje in het midden, het gemene vals plat op het einde, en tegen al dat soort lagen en listen moet je bestand zijn. Voor de Redoute (‘redouter’ (Fr.) betekent ‘vrezen, duchten’) maak ik een uitzondering; dat ding is wel zo onbeschoft steil dat zelfs een Ted Troost je deze berg niet krijgt opgepraat; hier zijn sterke benen een absolute vereiste.”
Geen fietsvakanties dus. Heeft het ijzeren ros wel een plekje in het dagelijks leven? “Ik fiets binnen Amsterdam van huis naar mijn kantoor. Daar kan ik mee leven, hoewel ik het landelijke wel een beetje mis. Misschien zou ik in de toekomst vaker via een omweg naar mijn werk moeten rijden...”
Hoe is de idee voor de serie verhalen Vreuls’ Ronde van Nederland ontstaan?
d
‘Ik ben geen hardfietser die maar doorkachelt. Evenmin heb ik maanden op mijn fiets rondgetrokken.’
“Eigenlijk samen met de redactie van Op Pad. Ik stelde voor aandacht te besteden aan kleine natuurgebieden in Nederland en daarnaast aan wat zich verder nog aan bijzonders onderweg zou voordoen, bijvoorbeeld op het gebied van architectuur of musea, noem maar op. Anders zouden het weer van die obligate verhalen worden, met alleen maar aandacht voor het fietsen en een beetje natuur. Dat de buitengrenzen van Nederland de leidraad zijn geworden is toeval. Maar achteraf gezien wel zo natuurlijk. Het leverde onderweg een zoektocht op naar grenspaden, waarbij ik regelmatig op Duits of Belgisch grensgebied terecht kwam. Ik raad mensen trouwens wel aan om een fiets te nemen met dikkere banden en geen racebanden zoals mijn fiets had. Dat was op die zandpaden niet zo handig.”
Je maakte dat rondje Nederland van dik tweeduizend kilometer op een supersonisch rijwiel? “Nee, op een hybride die bij me in de schuur stond. Een Gazelle uit 1985 geloof ik.”
Welk gebied langs de grenzen van Nederland sprak je het meest aan? “Ik ben geneigd om te zeggen de Friese- en Groningse Waddenkust, het fietspad door de duinen tussen Den Haag en Amsterdam –fantastisch–, de Eperbaan in Zuid-Limburg –afzien–, maar het bezwaar daarvan is dat mensen dan gaan focussen op deze gebieden. Eigenlijk is het overal interessant, als je je er maar in verdiept. En de omstandigheden spelen ook een rol. Het meest indringend vind ik de ontmoetingen met mensen.”
Fietsen is van ondergeschikt belang? “Ja, fietsen is de buitenkant. Het gaat om het verhaal achter de dingen die je al fietsend ziet en dat verhaal krijg je alleen te horen bij ontmoetingen met mensen. Je hoort de prachtigste verhalen, als je er maar open voor staat. Zoals het verhaal van boer Jan van den Broek in Hilvarenbeek die begon met een klein bedrijf, dat vervolgens uitgroeide tot een grote intensieve veehouderij. Het ging hem voor de wind totdat de dokter constateerde dat de gaten in zijn botten vielen. Boer Jan vertelde over het veranderende landschap, het steeds minder wordende contact tussen de boeren onderling. Of het verhaal van Bert de Vlaming uit Stellendam die de februari-ramp in 1953 meemaakte. Ander belangrijk punt: neem als fietser de tijd, om een omweg te maken, om af te stappen, om iets te bezoeken. Dát maakt het leuk. Tenzij je natuurlijk puur voor je conditie fietst. Maar ja, dat levert niet veel op voor een artikel.”
Heb je de tochten voor een ‘rondje Nederland’ voorbereid? “Ja, ik lees me altijd in. Die voorbereiding is voor mij belangrijk, want als ik ergens iets over gelezen heb, blijft dat hangen. En dat maakt het rondreizen ook leuker.”
Voor een beetje avontuur hoef je dus de grens niet over? “Nee. Nederland staat niet echt op de lijst van spectaculaire vakantiebestemmingen, maar het is maar net hoe je het woord ‘avontuur’ definieert. Als je wilde dieren, bergen wilt zien, ja dan moet je niet in Nederland zijn. Ik bedoel ‘avontuur’ meer in geestelijke zin. Loop eens een kerk binnen als je dat anders nooit doet. Ga ‘s door de Bijlmer fietsen waar je anders nooit komt. Rijd eens door Lelystad of Almere en kijk er naar de bijzondere architectuur. Of bezoek eens de Hoogovens in IJmuiden, de Rotterdamse haven, fantastisch wat je dan te zien krijgt.”
Uit je publicaties blijkt dat je vooral overnacht bij ‘Vrienden van de Fiets’ en in kleine pensionnetjes. Houd je niet van kamperen? “Jawel. Maar dat heeft enerzijds te maken met het seizoen: ik heb ook in de winter, het najaar en vroege voorjaar gefietst. Door-de-week en in de weekeinden. Mijn voorkeur voor andere overnachtingsmogelijkheden heeft vooral te maken met het ontmoeten van mensen uit de streek waar ik op dat moment doorheen fiets. Die mensen zie je niet op een camping. En die ontmoetingen zijn voor mij juist het belangrijkst.”
Fietsen in het buitenland hoeft van jou niet? “Nee, niet per se. Mensen zijn overal in het buitenland geweest en krijgen daar een kick van, maar van hun eigen land weten ze niets. Ik heb me voorgenomen om met mijn dochter van acht en mijn vrouw deze zomer een week door Nederland te fietsen: Amsterdam, Durgerdam, Marken, Hoorn, de Bruine Vloot. Het is wel zo leuk als je je eigen provincie kent, je eigen land.”
‘De Ronde van Nederland. Langs de grens met Paul Vreuls. 2004 km Fietsavontuur in elf etappes’. Met fotografie van Jurjen Drenth, Niels Kooyman en Martin van Lokven. ISBN 90-9017660-8, e17,95. Het boek is te bestellen via www.DeRondeVanNederland.nl en te koop bij de gespecialiseerde boekhandel. b tijdschrift voor fietsreizigers
17
SAMENGESTELD DOOR ERIC SCHUIJT EN MARIANNE VINCKEN FOTO ERNST BLASE
‘Hé, wat gebruik jij nou!’ Hoe lang en waar je ook fietst, altijd kom je zaken tegen die je verrassen. Waarvan je denkt: ‘Hé, wat handig!’ of ‘Oh, wat leuk!’ Een concentratie van dat soort zaken vind je tijdens een kampeerweekeinde van De Wereldfietser. Dan zie je een vreemde fiets voorbijkomen en dan weer denk je ‘Wat doet hij of zij dáár nu mee?’ Ook in winkels kom je soms leuke handigheidjes tegen. Wat gebruiken wereld- en vakantiefietsers op reis? De reserve materialen en reparatie-spullen van Ernst en Margje voor hun lange fietstocht naar Kathmandu
thema tijdschrift voor fietsreizigers
19
thema
TEKST ERIC SCHUIJT FOTO’S MARIANNE VINCKEN
Rondvraag op een kampeerweekend van de Wereldfietser
Oude en nieuwe snufjes Fietsers met de nieuwste snufjes, maar ook fietsers met antieke spullen. Soms kom je ze tegen als je de LF4 volgt, maar vooral zie je ze op een kampeerweekend van de Wereldfietser. Bij beginnende vakantiefietsers zie je soms de losse pannetjes achterop aan een touwtje bungelen, bij geroutineerde wereldfietsers is alles vaak goed verpakt.
Het lederen tasje van Theo
20 tijdschrift voor fietsreizigers
d
Theo Jorna valt op door zijn uitrusting uit lang vervlogen tijden. Maar daarom is het nog niet minder. ‘Hoi Theo, goh, hoe oud zijn die tassen?’ Theo schuift zijn bril even op zijn neus en zegt na even nadenken: ‘Eh…, die tassen zijn 18 jaar oud. De ritsen zijn al een tijd geleden stukgegaan, maar die heb ik gerepareerd met een stuk trekband van een vrachtwagen. Ik heb op de gaten nieuwe stukken gezet en dat werkt uitstekend.’ ‘Hebben deze tassen een merk?’ ‘Al sla je me dood, ik zou het niet weten.’ ‘Waar heb je ze gekocht?’ ‘Ergens in Amsterdam.’ ‘Bij Loe Lap?’ ‘Nee, bij Neef Sport. En kijk, deze suikerpot die heb ik al jaren bij me. Het is een Algerijns honingpotje. Ik had er twee, maar één heb ik onderweg verloren. Het sluit uitstekend, maar het is wel een beetje volumineus.’ ‘Hoe oud is ie.’ ‘Hij komt uit 1988, dus hij is vijftien jaar oud. En kijk, deze buidel gaat al meer dan twintig jaar mee. Ik heb hem gemaakt van de mouw van een oude leren jas. Nog steeds doet hij het goed. Ach weet je, mijn spullen lijken net een verzameling van Malle Pietje.’ Theo grijnst als hij een fietser met een nieuwe set Ortlieb-tassen voorbij ziet fietsen. ‘Kijk dat zijn waterdichte tassen. Nou, ik stop alles al jaren in plastic zakjes en dat gaat ook goed. Als er iets stuk gaat, of ik heb iets nodig, dan maak ik dat zelf. En kijk eens naar die fiets, daarachter hangen heuse koffers!’
Plasfles Het is de fiets van Tommy. Ik loop naar hem toe. ‘Ik zie dat je koffers gebruikt. Waarom?’ ‘Nou kijk, ik heb deze voor het eten en die is voor het gereedschap. Het voordeel is dat je spullen niet door de war raken en nu heb ik alles overzichtelijk bij elkaar. Ik neem de koffers gewoon mee de tent in. Ik klap ze open en dan zie ik meteen hetgeen ik nodig heb. Ik heb een ontzettende hekel –dat zie je vaak bij andere fietsers- aan het eindeloos in- en uitpakken van je fietstassen. Ik ben meteen klaar, want ik neem ze mee naar
De handige plasfles van Tommy
binnen en ik hoef niets meer te zoeken.’ Tommy zegt het alsof dit het ei van Columbus is. ‘Heb je nog meer handige dingen?’ ‘Ik heb iets dat alleen voor mannen handig is. Ik heb namelijk een plasfles. Dat is een fles met een grote opening. Omdat ik veel transpireer, moet ik veel drinken, heel veel! In Spanje dronk ik in de zomer wel dertien liter op een dag. Ik zweet wel veel uit, maar er blijft altijd wel wat achter. En ik lust ook wel een paar biertjes voor het slapen gaan. Daarnaast ben ik bang voor spinnen en ongedierte, dus ik blijf ik ’s nachts liever binnen. Wat is er dan makkelijker dan even een fles te pakken? Nu hoef ik in het donker mijn tent niet uit. In de tent plas ik dan gewoon in de fles en gooi dat ’s ochtends weg. Ik gebruik in principe een fles met een grote opening, maar met een petfles gaat het ook wel.’ ‘Maar die heeft toch een kleine opening?’ ‘Ach, dat valt wel mee. Dat is een kwestie van handigheid, maar het gaat makkelijker als het erg koud is. En kijk! Ik heb altijd een laptop bij mij. Dan kan ik in mijn tent foto’s bewerken, e-mailen en verhalen schrijven. Ik kan ook cd’s en dvd’s afspelen en op mijn reis muziek beluisteren of films bekijken.’
Zeventig jaar oud Een groepje mensen kijkt verbaasd naar de fietstassen van Ilse. ‘Ilse, kun je iets over de tassen vertellen? Ik heb die nog nooit gezien.’ ‘Ze zijn van het merk Lorana Sport en ik heb ze van mijn oma en opa gekregen toen ze met pensioen gingen.’ ‘Hoe oud zijn ze?’ ‘Zeventig jaar.’ ‘Zo oud! En ze zijn nog steeds goed?’ ‘Nou, ze zitten sinds een paar maanden in het verzorgingstehuis.’ En Ilse kijkt mij met een stoïcijnse blik aan. ‘Nee suffie, ik bedoel de fietstassen.’ ‘Oh die, die zijn dertig jaar oud’ ‘En waar komen ze vandaan?’ vraag ik nieuwsgierig. ‘Uit Friesland’ ‘Je oma en opa? ‘ ‘Nee, die komen uit Groningen’ ‘Heb je er al veel mee gefietst?‘ ‘Nee hoor, een paar weekendjes.
De bejaarde tassen van Ilse
tijdschrift voor fietsreizigers
21
thema
Bike Guard fietsalarm van Luc en Machteld
Mijn opa en oma hebben er dertig jaar geleden vijf weken mee gefietst.’ ‘En je vader en moeder?’ ‘Die zijn niet zo sportief.’ ‘Ze hebben dus al die tijd in de kast gelegen?’ ‘Wie? Mijn vader en moeder?’
Fietsalarm Luc en Machteld kijken wat ongelukkig. Ze laten een piepklein fietsalarm zien met een verhaal. Bij hun fietsenmaker in Strombeek-Bever hadden ze die gekocht. Luc vertelt: ‘Drie jaar lang heeft dat ding onze fietsen plichtsgetrouw bewaakt en zeker één keer van diefstal gered. Afgeschrikt door het oorverdovend geloei is de dief op zoek gegaan naar een ander slachtoffer. Dat werd de splinternieuwe fiets van een vriend. Mogen we een oproep plaatsen?’ ‘Maar natuurlijk’ ‘Nou, geachte lezers: wij zijn op zoek naar een gelijkwaardig fietsalarm waarmee we onze vriend kunnen troosten. Via het internet hebben we wereldwijd foto’s rondgestuurd, maar hebben hem nog nooit gevonden. Het merk is Bike Guard uit de VS en het is een bewegingsalarm met een kwikschakelaar. Mag ik mijn e-mail adres geven?’ ‘Maar natuurlijk ook dat mag.’ Luc schraapt zijn keel: ‘Ahum.., wie weet waar ik die kan vinden kan ons mailen op: machteld.luyten@pandora.be.’
De bidonwarmhouder van Judith
Zadeltas- of stuurtasbeugel? Leon is een doe-het-zelver die net als Theo iets zelf heeft gefabriekt: ‘Omdat ik nogal veel fotografeer, kreeg mijn fototoestel het zwaar te verduren door de schokken tijdens het fietsen. Ik was bang dat het stuk zou gaan. Na enig denkwerk ontdekte ik dat het mogelijk was om een stuurtasbeugel onder mijn zadel te bevestigen zodat het verend hangt. Ik heb namelijk een Brooks-zadel met veren en boven de vering was nog schroefdraad over. Ik heb twee stukjes hoekijzer gepakt en een strip aluminium en met wat boor-, zaag- en schroefwerk heb ik dit in elkaar gezet.’
Bidonwarmhouder Op het zwarte frame van Judith trekt een gekleurd stuk wol de aandacht. Judith legt uit: ‘Toen ik mijn grote fietstocht ging maken, maakte mijn goede vriendin Berthie een bidonwarmhouder van wat restjes wol. Ik heb er goed gebruik van kunnen maken tijdens mijn tocht die hoofdzakelijk door koude landen voerde. En dan die bosbessen in de zomer, je kon er hele bidons mee vullen. Dat heb ik geweten op de boottocht naar Denemarken. De zee was erg onstuimig en ik was de eerste op het schip die zeeziek werd. Ik heb elke bosbes weer voorbij zien komen. Maar toen ik, na een zomer vol wonderen, weer thuiskwam wachtte mij slecht nieuws. Net voor mijn thuiskomst was Berthie overleden aan een hartstilstand. De bidonwarmhouder koester ik, en elke reis gaat ’ie weer mee.’
Zeven maanden oud Boven de tentjes steekt het hoofd van Ruud Korteling uit die naast zijn gemodificeerde tent staat. ‘Ik heb voor onze zeven maanden oude dochter Jasmijn een aparte binnentent in onze tent gemaakt. Ik heb de losse
De verende zadeltas van Leon
22 tijdschrift voor fietsreizigers
Korte Jasmijn van lange Ruud
d
Huisvlijt van Bert
Heuptas Het zoldertje van Marcel
binnentent genomen van een eenpersoonstent en die in de bagagepunt opgehangen. Zodoende hebben wij meer ruimte in de binnentent en kan Jasmijn lekker doorslapen als wij nog wakker zijn. We hebben ook nog de tent verlengd met 1,60 meter met een tussenluifel. Dat hebben we zelf gedaan met klittenband. De stof heb ik cadeau gekregen van mijn schoonmoeder.’ ‘Kan je goed opschieten met je schoonmoeder?’ ‘Ja hoor, het gaat wel.’
Zoldertje Ruuds buurman Marcel heeft een zoldertje in de tent. Onder het dakje hangt een soort van hangmatje waarin hij spullen kan doen. ‘Goh, Marcel dat is reuze handig! Hoe heb je dat bedacht en gemaakt? ‘Ik heb het gewoon gekocht in de winkel. Het is gewoon een item dat past bij mijn North Face-tent.’
Wim, die een kopje heet water komt halen bij Bert, schaterlacht als hij dit hoort. Zijn heuptas schudt mee. ‘Wim, fiets je ook met die heuptas? ‘Ja man, dat is reuze makkelijk. Als je je drank en je eten in de zijtassen hebt, dan moet je daar altijd in. De heuptas hoef je alleen maar even naar voren te schuiven en je kan zo bij je hapje en je drankje. Je eet wat, drinkt wat, schuift hem naar achteren en je kunt zo weer verder. De portemonnee en mijn paspoort heb ik nu ook altijd bij de hand. Verder heb ik hierin mijn reservesleutels, instantkoffie voor onderweg. Er is altijd wel iemand met heet water.’ ‘Waarom gebruik je geen stuurtas?’ ‘Een stuurtas hebben we wel overwogen, maar wij vinden dit een duidelijke verbetering. In zoverre, kijk, de een wil dit en de ander wil dat. Wij vinden dat als wij een stuurtas hebben, wij geen ruimte meer over hebben voor de kilometerteller en de slaapzak. De slaapzak hangt namelijk met riemen aan mijn stuur.’ ‘Ik zie dat je twee flessen hebt aan je heuptas. Een met Cola en de ander met whisky?’ ‘Nee hoor. Twee met whisky.’
Huisvlijt Bert komt er bij en laat trots een stukje huisvlijt zien. ‘Kijk, hier heb ik een opbergzak van plastic dat gebruikt wordt voor de ramen van een bungalowtent. Je kunt het halen bij een kampeerwinkel. Neem vooral nieuw plastic, want dat is nog niet vet. Je probeert hetgeen je wilt maken zo voordelig mogelijk te knippen, zodat je zo min mogelijk lijm nodig hebt om naden te lijmen. Met PVC-lijm breng je een streepje lijm aan, je drukt het tegen elkaar aan en je hebt je zak. Je kunt hem gewoon wassen met warm water en afwasmiddel. Het schiet niet open!’ ‘Wat kost dat plastic nou?’ ‘Voor een stuk van één bij één meter betaal je twee euro. Een koopje, want deze zak heb ik al tien jaar.’ ‘Als je ’s nachts je bed niet uitdurft, kun je er dan ook in plassen?’ ‘Mmm, ik had dat zelf nog niet bedacht. Misschien wel een goed idee voor in de Canadese wildernis voor als er een beer rond de tent sluipt. Dan grijp ik gewoon deze zak!’ De wisky van Wim
tijdschrift voor fietsreizigers
23
thema
TEKST EN FOTO’S MARIANNE VINCKEN
Onderweg op de fiets bedenken, thuis zelf maken
Spullen voor ver weg Op 1 april 2004 stapten Ernst Blase en Margje Heintze in Utrecht voor hun deur op de fiets en reden zuidwaarts. Een hele poos later hopen ze in Kathmandu aan te komen. De voorbereidingen zijn eind 2003 al volop aan de gang. ‘We hebben eigenlijk alles wel zo’n beetje,’ zegt Ernst, ‘inclusief een begrotingstekort.’ De mogelijke routes via de Zwarte Zee en ook die boven Afghanistan langs vielen af. Na Frankrijk, Italië, Griekenland en Turkije voert de reis dus verder via de klassieke route door Iran, Pakistan, India, Nepal, terug naar de Pakistaanse Karakoram, Kashgar, China en dan liefst via Goldmud en Lhasa weer terug naar Kathmandu in Nepal. Naast het plannen van de route, krijgt ook de uitrusting de nodige aandacht. Over die uitrusting wil ik het hebben, want die is allesbehalve standaard. Maar Ernst heeft zich op dit gesprek voorbereid. Voor we aan zijn spullen toe komen, moet ik eerst fietstassen van zijn vader bewonderen. ‘Mijn vader bouwde na de oorlog deze twee munitietasjes om tot balhoofdtas.
De uitvindershoek van Ernst, waar de ideeën uitgevoerd worden
24 tijdschrift voor fietsreizigers
Op tafel verschijnen twee mosgroene stijve koffertjes die met een strook canvas aan elkaar zijn gemaakt. Om te demonstreren hoe de tassen gebruikt worden gaan we even naar buiten op zoek naar een fiets waar ze op passen. De strook canvas hangt over de stang en de koffertjes steken links en rechts van de balhoofdbuis naar voren, afgeschuind vlak boven de voorvork. Het spreekt mij wel aan, want ik heb een bloedhekel aan een stuurtas die je stuurgedrag beïnvloedt. Dat is ook het idee achter de modernere tas van Ernst. Vijfentwintig jaar geleden ging hij met het door hem bedachte systeem naar het uitvinderscentrum, maar helaas zag niemand er brood in octrooi aan te vragen op
Groene munitietasjes uit de oorlog, omgebouwd tot balhoofdtas
De haken waarmee de tas aan de dragers bevstigd worden
Het kruispootstoeltje
zijn idee. Te specifiek en dus te weinig afzet, oordeelde men. En toch is het een heel handig systeem. Het is geen stuurtas, het stuur blijft helemaal vrij. Ernst demonstreert eerst het ophangsysteem: ‘Kijk met deze twee kunststof stukjes gordijnrails die in een beugeltje op het balhoofd schuiven, zit de tas muurvast op het balhoofd.’ Gedeeltelijk herken ik er de vorm van zijn vaders tasjes in. De achterkant van de tas bevat twee uitpuilvakken die om het balhoofd vallen. Een kaartenhoes die met klittenband op alle mogelijke manieren op de tas vastgemaakt kan worden, completeert de zaak. ‘Die zakjes,’ vertelt Ernst, ‘zaten ook op de eerste rode Karrimorstuurtas. Mijn eerste zelfgemaakte fietstas was een getrouwe kopie van die tas, maar die achterzakjes deden me aan de oude balhoofdtassen denken. De tas moest niet aan het stuur vast (indertijd nog met bandjes), maar omlaag en niet met die zakjes om de stuurbuis, maar om de balhoofdbuis: zo is de balhoofdtas ontstaan en groeide de filosofie dat spullen zo laag mogelijk en zo dicht mogelijk bij het middelpunt (voor zowel lengte als breedte) van de fiets geplaatst moeten worden. Op deze eerste eis kun je elke fietstas beoordelen (of kijken of je hem daarop kunt aanpassen). De dragers van Vittorio sluiten bij dit idee aan. Van een lagere orde zijn dan ‘in fietskundig opzicht’ respectievelijk: vorm, bevestiging (weer een filosofie op zich), formaat, sluiting, afwerking en kleur. Net als handigheidjes, wel leuk, maar in feite een sluitpost.’
Handige vakjes De tas op zich is ook de moeite van het bestuderen waard. Voor mij is hij iets aan de grote kant, maar dit is dan ook een formaat voor de grote reis, in Europa fietsen ze met een maatje kleiner. ‘Ik bedenk onderweg op de fiets wat handig is en dan probeer ik dat thuis te maken. Ik heb deze tas zo laag mogelijk opgehangen. Ik moest aan Frank Groot wat extra dopjes vragen om de voordrager in te korten en dichter boven het voorwiel van mijn Vittorio te positioneren. Zo is de ruimte tussen het wiel en de onderkant van het stuur bijna helemaal opgevuld met tas. Niet dat ik hem dan helemaal vol doe, meestal doe ik een jas of trui bovenop, zodat niets gaat rammelen. Ik let er wel op dat hij niet te zwaar beladen wordt.’ Er zit een speciale rits in met twee lopers die alle kanten op kunnen. Je kunt al fietsend overal bij. En binnenin zitten drie handige vakjes voor kleine dingetjes die dan niet door je tas gaan zwerven. Omdat alles van zwart materiaal gemaakt is, zie je daar helemaal niets van. Hij is op maat van mijn fiets en past alleen als je een centerpull rem hebt. In het beugeltje is het stoppertje van de rem geïntegreerd.’
Logo’s Inmiddels maakt Ernst al zo’n 25 jaar zelf zijn fietstassen, geheel naar eigen wensen en ideeën. Hij is altijd op zoek naar bruikbaar materiaal: stevige en lichte kunststof platen, canvasachtige kunststoffen in soorten en diktes, nog dunner ripstop nylon dan hij al heeft, netstof om lichtgewicht zakjes en vakjes te maken (Tip: dat is te vinden bij duiksportzaken), speciaal garen om de boel aan elkaar te naaien. Naast de balhoofdtas zijn uiteraard ook de voor- en achtertassen zelf gemaakt en alles wordt voorzien van het eigen logo, of nee, eigenlijk twee logo’s, een voor hem en een voor haar: respectievelijk een in elkaar gevlochten E en B, en een M en H.
Kruispootstoeltje Niet alleen zelfgemaakte tassen, maar ook een kruispootstoeltje volgens eigen ontwerp gaat al jaren mee op de fietsvakantie. Ernst: ’Lichter dan dit kun je ze niet krijgen en deze heeft het voordeel dat hij niet in de grond zakt.’ Drie PVC-pijpjes zorgen voor de stevigheid. Het geheel verdwijnt op de weegschaal en blijkt 255 gram te wegen. ‘Ik weet niet of ik hem meneem’ zegt Ernst. ‘Normaal hebben we tussen de 18 en 20 kg elk. Dat is nog zonder extra water en voedsel. Ik hoop dat we nu onder de 25 kg kunnen blijven. Als dat lukt, gaat ie mee’. Wat er verder meegaat? Ach, de gebruikelijke dingen zo’n beetje: een brander die op alle mogelijke brandstof brandt, twee brandstofflessen, een grote en een kleinere, twee 5-literwaterzakken, (dat klotst minder dan een grote!) een waterfilter, een thermoskan. Het nodige gereedschap natuurlijk, maar niet te veel en dat is ook niet nodig. We hebben nu al 15.000 km op deze fietsen gefietst, waarvan 10.000 met bagage. Nog steeds zit de eerste set banden erop en we hebben nog geen lekke band gehad. Voor we weggaan doen we er wel nieuwe banden op, natuurlijk. We nemen twee kettingen mee, die we om de 1000 kilometer wisselen, een verdwijnt dan in een petfles met een beetje diesel, dan wordt die vanzelf schoon.’ Ernst: ’Ik stop nu ook met handige dingen maken want de tassen worden zo vol. Een paar stukjes stof, een paar stevige naalden die je voor cordura kunt gebruiken en garen in een paar diktes gaan wel mee.’ Je weet natuurlijk nooit wat je onderweg, op een stuk vals plat, weer bedenkt of wilt aanpassen. Wie Ernst en Margje op hun reis naar Kathmandu wil volgen, kan terecht op www.kathmandu.nl/default.asp?filter=id=30&showall=true b tijdschrift voor fietsreizigers
25
thema
TEKST MARIANNE VINCKEN EN ERIC SCHUIJT FOTO’S MARIANNE VINCKEN EN MAAIKE PFANN
Van die handige dingetjes... ...blij dat je ze bij je hebt Bekers Jarenlang hebben we gedronken uit bekers zonder oren gemaakt van hard plastic, of van melamine, of van zacht plastic, maar er was altijd iets mee. Ze barstten, lekten of braken. Of hadden een te dikke rand, wat we niet lekker vonden drinken. Of je proefde nog altijd iets van de smaak van de koffie van ‘s ochtends als je er ‘s middags bier uit wilde drinken. Maar sinds twee jaar hebben we dé oplossing gevonden: metalen bekers. Ze gaan niet kapot en drinken vanwege het dunne randje erg lekker. Ze zijn ook makkelijk schoon te houden, desnoods met zand, en alles (bier, wijn, koffie, thee desnoods water) smaakt zoals het hoort te smaken. Wat wel enige oefening vereist is het drinken van warme dranken; je moet een koud randje metaal overhouden om vast te pakken. We kochten ze in Argentinië, bij een drogist, voor nog geen halve euro het stuk, maar ik heb ze ook gezien in Costa Rica en Zuid-Afrika, en waarschijnlijk zijn ze op heel veel plekken op de wereld te koop. Het dichtst in de buurt komen de stalen bekers die je in kampeerzaken koopt, maar die zijn zwaarder en die oren zijn weer onhandiger bij het inpakken. Bovendien vind ik wijn drinken uit een beker zonder oor net iets aangenamer dan met oor. Voor bier maakt dat natuurlijk niet echt verschil. (MV)
Bruistabletten Stel je fietst door de woestijn, of een woestijnachtig gebied, het waait en het is warm. Je bidons en je waterzakken zitten goed vol. Dat moet te overleven zijn. Maar het is zo heet dat je de warmte die je produceer niet meer kwijt kunt aan de omgeving. Zweten is het enige, dat doe je dus, in ruime mate. En dus drinken, water drinken en nog eens water drinken. Voor eten is het te heet, dat sla je over vandaag, dat smaakt niet. Maar na een poos voel je je slap worden.
26 tijdschrift voor fietsreizigers
Je hebt zelfs geen zin meer in nog zo’n plens water. Dan zijn vitaminebruistabletten een uitkomst. Ineens is het niet meer lastig om een plens water weg te werken. Ineens voel je je niet meer slap. En... als je niet houdt van fietsen in de woestijn, zijn ze toch ook handig, want met weinig gewicht heb je drankjes met verschillende smaken als afwisseling met gewoon water, voor maar een paar euro. (MV)
Bidonhoes In het eerste verhaal van dit thema staat al iets over een bidonhoes en de waarde ervan voor de gebruiker. Daar was het een kleurige wollen, bedoelt om het bidon en inhoud warm te houden. Nu wil ik meestal het tegenovergestelde: bidon en inhoud koud houden, of soms zelfs koud maken. Dat kan als volgt. Maak die bidonhoes niet van wol maar van badstof, dat heeft het voordeel dat het veel water kan opnemen. Het kan het ook weer afgeven en als je een dubbele laag badstof gebruikt, gaat dat redelijk langzaam. Volgens de natuurkundige wetten is voor verdamping warmte nodig en laat het water in de badstof bidonhoes die nu voornamelijk aan het bidon en zijn inhoud onttrekken. Komt dat even goed uit. Het werkt het best met een metalen bidon, maar plastic kan ook. En elk koelwater is goed, het hoeft geen drinkwater te zijn waar je de hoes in nat maakt. Probeer het eens, eventueel met een oude sok, je zult versteld staan de frisheid van je drinkwater op een warme dag. (MV)
Skymountie Ben je moe of is het vals plat? Is het misschien tijd voor een banaantje? Als je
twijfelt, monteer dan een hellingshoekmeter op je fiets. Hiermee kun je precies zien wat het stijgings- of dalingspercentage is. Tot minus of plus 20 procent. En als de heling steiler is dan 20 procent, monteer er dan twee, dan kun je tot 40 procent gaan. En is de helling nog steiler, dan wordt het tijd voor een cursus parapenten. Dat kost allicht meer dan de skymountie, die je al voor rond de 10 euro hebt.(ES)
Universele badstop Ben je wel eens in een hotel geweest waar je na een dag fietsen je ligbad vol wilde laten lopen? Helaas had de vorige gast de badstop meegenomen. Daar sta je dan met je verzuurde benen die een warm badje nodig hebben. Of heb je wel eens op een camping municipal gestaan met je wasgoed voor een gootsteenbak zonder stop? Moest je toen ook je vuile sok in de afvoer stoppen omdat anders je sopje wegspoelde? Daarom is er een universele rubberstop die altijd past. Kost rond de vijf euro. Je legt hem op de afvoer, er wordt daaronder een vacuum getrokken en klaar is je warme badje of je sopje. En zo’n universele badstop was voor mij ook wel handig geweest toen mijn contactlenzen bij het schoonmaken wegspoelden. (ES)
Netje Waterdichte tassen zijn reuze handig. Alleen je natte handdoek wil er maar niet in drogen. Doe op je bagagedrager een
bagagenetje en stop je handdoek daaronder. Al fietsende wordt je handoek drooggeföhnd. Ook handig als je even je jas ergens kwijt wilt, of als je wilt voorkomen dat je fles wijn in je bagagetas lekt of breekt. Voor rond de 10 euro heb je er een.(ES)
SqueezeTubes Jam en pindakaas zijn bij mij favoriet om mee te nemen op vakantie. Een pot Calvé met 600 gram pindakaas weegt al snel zo’n 850 gram. En dan hebben we het wel over de goede pindakaas met stukjes noot. De pot zelf weegt dus 250 gram. Met een lepel kun je inhoud van de pot overbrengen in een zogenaamde squeeze tube, vrij vertaald een knijptube. Via de achterkant stop je hem vol met pindakaas met of zonder nootjes, of aardbeienjam. Is hij eenmaal vol, dan schuif je een plastiekje over de achterkant en kun je de glazen pot wegmieteren, maar dan wel in de glasbak. Een paar euro per stuk. (ES)
Superrrrabsorberende handdoekjes Laat je katoenen handdoek thuis en neem een superabsorberende handdoekje mee. Bijvoorbeeld van Packtowel of Vaude. Ze zijn gemaakt van een zijdezachte microvezel die vocht snel en goed absorbeert en na uitwringen in een mum van tijd weer droog is. Het droogt wel vreemd af, want je legt het handdoekje op je huid en weg is het vocht zonder te wrijven. Dus lekker schrobben met een handdoek is er helaas niet bij. Wel zijn ze kleiner en lichter dan de katoenen versie en veeeeeel sneller droog. Kost rond de 15 euro, afhankelijk van het formaat.(ES) b
tijdschrift voor fietsreizigers
27
3
CYCLING-TOURING-EQUIPMENT
< WWW.VLERICKFIETSEN.BE > >
Handgemaakte en op maat gebouwde trekkingfietsen en tandems, afgemonteerd naar wens van de klant
> >
Vouwfietsen Brompton specialist VLERICK DARWIN: ‘OP PAD WERELDFIETS’ Nieuwstraat 16, B-9840 De Pinte tel. 0032(0)9.282.47.09 e-mail: info@vlerickfietsen.be
28 tijdschrift voor fietsreizigers
3
TEKST EN FOTO’S GERLACH SIEDERS
Op zoek naar moerasgespuis in Louisiana
Way down South Even over de staatsgrens met Mississippi zoeken Henk en ik in Louisiana een restaurant voor een stevig ontbijt. Na wat rondvragen vinden we een wegrestaurant leunend tegen een pompstation. Door de ramen zien we een dozijn hillbillies in tuinbroeken ontbijten en opgetogen kwebbelen. Verbaasd kijken ze op en bespieden ons vanachter het glas. Hun ogen vullen zich met nieuwsgierigheid: “Wat brengt hen naar Louisiana?” We stappen het restaurant binnen, bestellen onze pannenkoeken, gaan naast de mannen zitten en begroeten hen vrolijk: “Môge heren.” Het hoge woord floept er snel uit: “Waarvandaan fietsen jullie?” “Minnesota.” “My gawd o mighty, Minnesota?” “Yessuh.” “En waar fietsen jullie naartoe vanuit hier?” Ik pijnig m’n geheugen: “Naar een klein dorpje aan het einde van route 15.” “Naar Simmesport? Dan nemen jullie vast de route via de dijk.” Een vloedgolf aan aanwijzingen volgt. Henk en ik glimlachen naar elkaar, nemen hun advies voor wat het waard is maar vertrouwen op onze kaarten. “Waar fietsen jullie naartoe na Simmesport?”, vraagt een van de hillbillies. “Zuidelijk naar Opelousas en Lafayette”, schets ik uit m’n hoofd. “Hey boys, moet je horen” waarschuwt de man zijn kameraden: “Deze knakkers komen voor de coon-asses”, waarmee hij de van oorsprong Franse Cajuns waardeert als de achterkant van een wasbeer.
Uit het land van overvloed Route 15 blijkt inderdaad op de dijk langs de Mississippi te liggen. Het fietsen valt zwaar, er staat een straffe zuidelijke wind die recht in onze gezichten blaast. Tachtig kilometer stoempen tegen de wind in, langs eindeloze vlakke n Een warm welkom op de grens van Mississippi en Louisiana
tijdschrift voor fietsreizigers
Lake Martin: moerassige uiterwaarden met cipressen en mangroven, alligators en watervogels.
29
d
uiterwaarden met voornamelijk katoenvelden. Na vijftig kilometer staat er een bord langs de kant van de weg: ‘Black Hawk Plantation’, met daarachter katoenvelden zover als ik langs de meanderende dijk kan kijken. Yep, King Cotton regeert nog steeds in het Zuiden. In de motregen stoemp ik verder, totdat ik bij een waterkrachtcentrale een overdekt paviljoentje tref. Ik plof neer, steek een shag op en overweeg de geschiedenis van de Cajuns. Hun verhaal bestaat uit leed en ontheemding. Om religieus geweld in de Oude Wereld te ontvluchten, stichtten met name Fransen in de zeventiende eeuw aan de Canadese oostkust de kolonie Acadie, ‘het land van overvloed’. Britten namen het gebied echter over en deporteerden de Acadiens. De helft van hen overleed aan geweld, ziekte en honger. Op uitnodiging van de Spanjaarden stroomden de Acadiens Louisiana binnen, en nestelden zich in de uitgestrekte meren en moerassen ten westen van New Orleans. Langzaam vervaagde hun naam Acadiens via Cadiens naar uiteindelijk Cajuns. Wat behouden bleef was hun uitgesproken cultuur: het leven in de bayou’s en de moerassen, hun opzwepende harmonicamuziek en hun gekruide keuken.
De waarheid over moerasgespuis Onderweg naar Opelousas stoppen we rond het middaguur in het dorpje Labeau om te tanken. Het vet en de ketchup van een dikke hamburger druipt van m’n kin als de jongste van twee luid kakelende dames bij Henk in de bank aanschuift. “We zien hier niet vaak vreemdelingen, dus we zijn zeer nieuwsgierig vanuit waar jullie komen fietsen.” “Minnesota.” “Wauw, that’s a long way down.” De dame kwebbelt en vraagt er levendig op los, schroom en vrees voor vreemdelingen kent ze gelukkig niet. “Hoe lang zijn jullie al in Louisiana? Hoe bevalt het hier tot zover? Gaan jullie onze kreeft proeven?” Op de laatste vraag kijken Henk en ik elkaar bedenkelijk aan. “Dat is niet echt aan ons besteedt, geloof ik.” “Jeez, je moet toch onze heerlijke keuken proeven!”, stelt ze met overtuiging. De Cajun-keuken staat bekend om z’n gekruide rijstmaaltijden met bonen, kreeft, alligator en de typische boudin-worstjes. Ik neem me voor later in Lafayette alligator en schilpad te proeven. De dames vertrekken. “Leuk met jullie te babbelen en welkom in Louisiana.” “En je moet niet geloven wat mensen over Cajuns zeggen”, sluit
30 tijdschrift voor fietsreizigers
We naderen Lafayette
de andere dame het gesprek af: “We hebben geen zwemvliezen tussen onze vingers en tenen” en ze spreidt haar vingers om een mogelijk restant twijfel bij ons weg te nemen.
Mekka in het Zuiden We zakken verder af naar het zuiden en naderen de stad Lafayette. Een bord langs de weg heet ons welkom in de gemeente van St. Landry, ‘het hart van Cajunland’. Langzaam vervangen velden met suikerriet de katoenplantages en steeds vaker onderbreekt een moeras of een kleine bayou de monotone teelt. Eiken strekken hun oude ledematen over de wegen, behangen met trossen Spaans mos. Lafayette is een klein maar bruisend stadje aan de bayou Vermilion. Hier huist de Universiteit van Louisiana, wat de stad een energieke uit-
straling geeft. Maar een metropool is Lafayette zeker niet. Voor bezoekers is het echter een Cajun-Mekka, met festivals, restaurantjes, het Vermilionville-openluchtmuseum en het Acadian cultuurcentrum. Op de camping municipal Acadiana vinden we een idyllisch plekje onder een reusachtige eik met Spaans mos. Op onze rustdag verdiepen we ons in het Acadian cultuurcentrum in het moerasleven van de oorspronkelijke Cajuns. Met hulp van indianen bouwden ze paalwoningen, maakten ze kano’s en joegen hiermee op kreeften, knaagdieren en alligators in de moerassen en de bayou’s. Later legden de Cajuns in het Noorden steeds meer regio’s droog en stapten ze over op landbouw en veeteelt. Maar het leven in de moerassen zijn de Cajuns verre van vergeten en houden ze alom in ere.
d
De foto’s van Papa Aan het einde van de dag fietsen we terug naar de camping en wippen een obscuur winkeltje binnen voor ons avondeten. Achter de kassa bladert een jongeman in een luie stoel verveeld in een magazine. Zijn donkere haar en ogen verraden duidelijk zijn mediterrane afkomst. Bij de kassa aangekomen springt hij op. “En, wat brengt de heren in deze uithoek van het land?” “Toen we besloten naar het Zuiden te reizen, wilden we zeker wat van de Cajuncultuur mepikken.” Zijn ogen beginnen te stralen. “Jullie hebben net het Zydecco-festival van afgelopen weekend gemist, zonde!” Het blijkt een sfeervol festival geweest te zijn volgens Cajuntraditie, met eten, dans en opzwepende Rowenhezeachtige muziek met viool en harmonica. “Inderdaad, een gemiste kans. Als troost zijn we naar het Acadian cultuurcentrum geweest. Als we nog tijd hebben, gaan Henk en ik zeker nog een boottocht maken in de moerassen hier.” De jongen stroomt nu over van enthousiasme. “Dan weet ik dé plek. Papa”, roept hij in een Frans dialect over z’n schouder het woonhuis in, “breng je foto’s van Lake Martin eens.” Het meer blijkt zo’n tien kilometer ten oosten van Lafayette te liggen, nabij Breaux Bridge. Hij en z’n Papa tonen ons prachtige foto’s van een rimpelloos meer dat een oranje zon opslokt, van moerassige uiterwaarden met cipressen en mangroven, alligators en watervogels. Vol geestdrift vertellen ze over dit meer, een juweeltje in de regio. “En weet je wat het allermooist is van Lake Martin?”, sluit de jongen het gesprek af,
“er zijn géén muggen!” Henk en ik hadden ons echter al voorgenomen de moerassfeer te proeven dieper in het zuiden waar de uitgestrekte moerassen grenzen aan de Golf van Mexico. We zakken verder af naar Morgan City, maar komen niet verder dan halverwege: de tropische storm Isidore komt ons frontaal tegemoet en drijft ons terug naar Lafayette. We zitten de storm uit in een motel. Langzaam daagt ons het meest voor de hand liggende plan: we gaan na de storm toch naar Lake Martin, dat op ons pad naar Mississippi ligt. In de hal van het motel pluk ik een folder voor een moerastocht uit de informatierekken. Met leider Bryan Champagne maak ik een afspraak voor overmorgen.
Op stap met Elmer Fud We vertrekken vroeg naar Lake Martin. Traag lost de mist op en laat een strakblauwe lucht achter, een windstille zonovergoten dag ligt in het verschiet. We rijden een landweggetje in en stuiteren tussen suikerrietvelden naar het meer dat in de verte verscholen ligt tussen cipressen. Bryan, een sterke grove man gekleed als Elmer Fud in een jageroutfit, is op al de landingsplek. We verliezen geen tijd en varen het open water op. Zalig; de wind door m’n weinige haar, de zon op m’n bol en het geruststellende gepruttel van de boordmotor in m’n oren. Bryan vertraagt, stuurt behendig de moerasachtige uiterwaarden in vol met cipressen en mangroven en tuft langzaam verder. Op gedempte toon vertelt Bryan wat we om ons heen zien. “Zie je die twee glazige bultjes links in het kroos?” Ik pijnig m’n
ogen en zie de bultjes nog net wegschieten. “Dat was een kleine alligator met z’n ogen boven het water.” Het zijn ook Bryan’s ogen die wat later weer een alligator spotten. “Moet je goed kijken.” Bryan beweegt het bootje in de juiste richting. “Daar op het kreupelhout ligt een alligator van zo’n twee meter te zonnen.” We schuiven langszij. Het monster is zenuwachtig en glijdt al snel het water in. “Het zit mee vandaag, meestal tref ik niet zoveel alligators.” Deze tocht is een gouden keuze, een prachtige afsluiting van Louisiana. We tuffen verder. In z’n element vertelt Bryan terloops enthousiast over de flora en fauna die we zien. Stilletjes benijd ik zijn geluk in eenvoud. Vanuit zijn tevredenheid ontvangt hij ons vreemdelingen als vrienden en toont ons de rijkdom van zijn wereldje. Wie is deze man met het moeras als grootste passie? Wie zijn deze Cajuns, deze gepassioneerde mensen die met zoveel overgave vertellen over hun voorouders, het leven in de bayou’s en deze moerassen? Werpen zij bewust een anker uit in het verleden om hun identiteit in een onzekere toekomst houvast te geven? Hun succesverhaal is hetzelfde als dat van vele immigranten naar de Verenigde Staten. Zij ontvingen hulp en steun in hun nieuwe ruige bestaan, moesten zich aanpassen en openstaan voor nieuwe ideeën en mogelijkheden. Misschien vormde dat de basis van de Amerikaanse ontvankelijkheid en gastvrijheid, een eigenschap die tot op de dag van vandaag is behouden en het reizen hier zo aangenaam maakt.
Praktische informatie Beste reistijd Het klimaat in de VS is fietsvriendelijk in de periode van april tot en met september. Tref je in het Westen een ‘indian summer’, dan kun je daar zelfs tot en met november fietsen. De zomer en het najaar zijn in het diepe Zuiden en Zuidoosten zeker tot november zeer warm en verstikkend. Fiets daar bij voorkeur in het voorjaar vanaf maart tot juli.
Kaarten Wij fietsten de route Great Rivers South, ontwikkeld door dé fietsreisorganisatie in de VS, de Adventure Cycling Association (advcycling.org). Zij ontwikkelen vele lange afstandtochten en verkopen hiervan zeer goede en handzame kaarten. Voor veel informatie, vele kaarten en gidsen kun je verder terecht bij (fiets)reisbureau’s, maar kijk voor informatie
ook eens op onze eigen site: dewereldfietser.nl en vervolgens ‘landeninformatie’.
Formaliteiten Reis je minder dan 90 dagen en heb je een retourticket, dan heb je geen visum nodig.
Overnachten Elke stad en groot dorp in de VS heeft een motel waar je voor veertig tot zeventig euro een meerpersoonskamer kunt huren. Leuker is het overnachten in de ‘stadsparken’ die je in veel plaatsen aantreft. Deze zijn vrij en openbaar toegankelijk, zijn goed onderhouden en hebben faciliteiten. Campings tref je minder aan, maar bijna alle staats- en natuurparken hebben kampeerfaciliteiten.
Eten en drinken Elk gehucht heeft wel een ‘family diner’ waar je
in een gezellige sfeer voor zo’n vijf euro stevig kunt ontbijten en voor zo’n acht euro zeer gezond en gevarieerd kunt dineren. Winkels zijn bijna overal aanwezig en hebben meestal een ruim assortiment. b tijdschrift voor fietsreizigers
31
3
32 tijdschrift voor fietsreizigers
d
TEKST EN FOTO LEON POULS
tips
Het licht gezien...
Omdat ik alle onderhoud van mijn fietsen zelf doe en onderdelen soms van fiets naar fiets verhuizen, worden er regelmatig onderdelen gekocht die niet direct bruikbaar blijken en lang in voorraad blijven liggen. Het gevolg is dozen vol soms gedateerde, maar nog prima onderdelen die op een bestemming wachten.
noodverlichting en op reis heb ik mijn zaklamp altijd bij me. Ook voor wat verlate dagtochten vind ik het een prima oplossing die ik verkies boven het gezoem van de dynamo.
Zo was ik eens op zoek naar de mogelijkheid om het stuur te verlengen voor een diepere zit. Een ossekop-opzetstuk leek me wel wat, maar er zaten al zoveel accessoires op het stuur dat er geen plek meer over was. In de voorraad vond ik echter twee bar-ends. Daarom maar getest of je twee sets bar-ends op elkaar kon monteren. Na wat gepuzzel bleek dat te kunnen, maar de klemming bleek niet sterk genoeg. Bij het demonteren viel het me op dat de opening van het deel dat ik had gemonteerd precies naar voren wees. Ik moet toen ergens het licht gezien hebben, want even later was mijn zaklamp gemonteerd. De mazzel dat het precies past is natuurlijk groot. Het resultaat is dat mijn zaklamp nu als koplamp kan dienen. De hoeveelheid licht is niet geweldig, maar het is een prima
TEKST SONJA EDELAAR, NATUURVOEDINGSCONSULENTE
Tomaat met kaas Ingrediënten (per fietser)
• 2 tomaten • 2 tenen knoflook • een halve theelepel provencaalse kruiden • een snufje kruidenzout of bouillonpoeder • een plakje kaas
kookpunt
Veel vakantielanden hebben minder variatie in groenten dan Nederland en België. Tomaten zijn er echter bijna overal. En in zonnige landen smaken ze veel beter dan bij ons. Over tomaten is het laatste woord nog niet gezegd. Er zijn voedingsdeskundigen die zeggen dat tomaten tot de familie van de nachtschade behoren en daarom niet gezond zijn. Een andere groep claimt dat de tomaten goed zijn bij het voorkomen van kanker. Hoe het ook zij, voor mij horen tomaten bij een fietsvakantie.
Was de tomaat en snijd het topje van de tomaat af, pel de knoflook en snijd deze fijn. Leg de knoflook samen met de kruiden en het zout op het snijvlak van de tomaat en leg het ‘dekseltje’ weer op de tomaat Zet de tomaten in een pannetje met een klein laagje water, kook de tomaat in tien tot vijftien minuten gaar. Leg de laatste minuten een plakje kaas op de tomaat en laat de kaas smelten. Eet smakelijk!
tijdschrift voor fietsreizigers
33
3
TEKST EN FOTO’S JOS MORREN
deel 1:
het stuur
VanBelTotBand De weg is recht, kaarsrecht. We hebben wind tegen, harde wind tegen, op de R27 naar het zuidoosten. Diepgebogen over het stuur heb ik tijd genoeg om erover na te denken. Over het stuur in dit geval, want dat is het deel van de fiets dat de redactie mij toebedeeld heeft in deze nieuwe serie. Alles welbeschouwd is het stuur het onderdeel van de fiets dat je meest in zicht hebt, zeker als je zoals ik nu voorovergebogen tegen de wind in moet. Wat zie je dan? Ik zie nu even alleen het schermpje van de computer waar de getallen die de snelheid aangeven, te laag naar mijn zin zijn.
Krom stuur Ik ben nogal eigenwijs en toen ik deze fiets wilde kopen, nu dertien jaar geleden, zat er een ander stuur op. Een recht mountainbikestuur was dat. Tot dan toe had ik alleen fietsen gehad met ‘kromme sturen’ zoals wij ze noemden, racesturen dus. Het grote voordeel daarvan vond ik, en dat vind ik nog steeds, dat je het stuur op verschillende manier kunt vastpakken. Onder in de beugel als je tegen de wind in moet of bergaf gaat, losjes de handen boven op het stuur als je een lekker windje mee hebt of relaxt om je heen wilt kijken, handen op de remmen als je weer een andere houding wilt omdat je al te lang in één houding zat. Enfin, mogelijkheden te over en vooral dat afwisselen van de fietshouding spreekt mij aan. Vandaar dat ik er toen een
34 tijdschrift voor fietsreizigers
ander stuur op liet zetten, een krom stuur. Zo heel veel keus had je in die tijd trouwens niet. Nu is dat stuur een aantal jaren geleden in het vliegtuig, gelukkig op de terugreis vanuit Alaska, gesneuveld. Ik moest dus een nieuw stuur hebben en dat was nog niet zo gemakkelijk. Inmiddels waren er de zogenaamde vlindersturen en lichtgebogen sturen met allerlei uitstekende pootjes, bar-ends in het jargon, bijgekomen. Ook die hebben het voordeel dat je ze op verschillende manier kunt vastpakken. Maar je blijft relatief rechtop zitten. Zoals ik nu bijna plat lig tegen die rotwind in, kun je niet liggen met een vlinderstuur, dacht ik. Dus koos ik weer voor een racestuur, wat in mijn geval nog niet zo gemakkelijk was. Ik heb een nogal kleine maat fiets –alles naar verhouding– en de maat van het stuur dat erop zat, bestond niet meer, zei de fietsenmaker. Dan maar een maatje groter, als het stuur maar 90 graden gedraaid kan worden. Dat is nodig om van je fiets een zo plat mogelijk pakket te maken, zodat dat mee mag in het vliegtuig. Een breder stuur heeft wel als voordeel dat je
gemakkelijker kunt sturen, het kost minder kracht omdat het draaimoment groter is bij een breder stuur.
Schakelen Wat zie ik nog meer? Rechts mijn fietscomputer zoals ik al zei. Op de een of andere manier ben ik daar zo aan gewend dat ik hem mis als hij het niet doet, omdat de batterij op is of iets dergelijks. Ik verstel mijn versnelling afhankelijk van de snelheid en voorkom zo dat ik in gedachten verzonken te lang in een te hoge versnelling blijf doorrijden en steeds langzamer ga. (Waarschijnlijk krijg ik dan wel een waarschuwing van Frank, die dat ook wel in de gaten houdt. Hij is me ten slotte vorig jaar op IJsland ook gaan zoeken toen ik door een passerende auto de afgrond ingezwiept werd. Nee, niks ernstigs, wat blauwe plekken en ook de fiets overleefde het.) Aan de andere kant van het stuur zit een hellingmeter, zo’n gifgroen gekleurd buisje gevuld met een vloeistof en een luchtbel die, als je hem precies horizontaal afstelt, aangeeft hoeveel procent de helling is waar je nu tegenop gaat.
Vooral bij vals plat is het handig om te weten dat het niet aan je verminderde capaciteiten ligt, maar dat het echt de helling is die verantwoordelijk is voor die lage snelheid. Bovendien kun je zo met jezelf afspreken wanneer je mag gaan lopen als het echt steil wordt. Ook dit instrument gebruik ik weer om te beslissen wanneer ik overschakel naar een andere versnelling.
Gammele bel Uiteraard zit er ook nog een bel op de fiets. In mijn geval een beetje een gammele bel, maar dat heeft ook voordelen. Het kapje waartegen de klepel moet slaan, zit namelijk wat los en op onverharde wegen rammelt het tegen de klepel zodat ik eigenlijk altijd bel als ik fiets. Dat heeft bijvoorbeeld in Canada voordelen: zo horen de beren meteen dat je eraan komt en hoef je niet te blijven roepen. Ook Frank blijft zo zonder om te kijken op de hoogte of ik er nog ben. Verder zitten er op het stuur natuurlijk remmen. Ik heb remmen met dubbele grepen, nog van die ouderwetse met een beugel, stadsremmen heetten ze vroeger.
3
Welk stuur is geschikt?
Mijn stuur met alles erop en eraan
Vooral als je door steden rijdt, vaak rechtop omdat je het verkeer in de gaten moet houden of de weg zoekt, zijn die handig. Ik gebruik ze in ieder geval regelmatig. En ten slotte een spiegeltje, voor deze reis zit dat rechts, want hier op de R27 hoor je links te rijden. Dat zou ik niet meer willen missen. Het ziet er wat ‘bejaard’ uit, zo’n spiegel, en hoe groter hoe ‘bejaarder’, maar dit formaat kan nog wel. Op drukke wegen zonder vluchtstrook heb je er veel voordeel van en ook nu rijd ik af en toe de berm in als er zowel van voren als van achteren een grote vrachtwagen aankomt. Dat spiegeltje zit erop sinds we in Chili op de PanAmericana een heel systeem van schreeuwen en bellen moesten afspreken om elkaar te waarschuwen als we van de
weg af moesten: daar gunden de vrachtauto’s je echt geen plek.
Breedte Als vuistregel wordt meestal de schouderbreedte aangehouden. Heb je een fiets met een erg breed ATB-stuur, zaag er dan een stukje af.
Leuk en soms handig De zaken die tot nu toe de revue passeerden hebben allemaal een functie. Er zijn ook nog een paar dingen die niet direct een functie hebben. Voor op het stuur zit een klein stuurtasje (zie ook ‘VanTasTotTent’ nr. 2-2003). Aan de ritsen daarvan zitten een thermometer en een klein lampje. Die dingen zijn niet direct nodig onderweg, maar leuk en soms handig. En vroeger zat er nog een kompasje aan: ‘met Vermond en Schuijt de goede richting uit’, stond daarop. Dat is helaas verdwenen, vorige winter in Costa Rica, en, toeval of niet, ongeveer op dat moment gingen Vermond en Schuijt elk een eigen richting uit.
Soort stuur Een stuur waarop je met je handen verschillende posities kunt kiezen is belangrijk. Als je je handen maar op één manier kunt plaatsen, gaan ze na verloop van tijd tintelen. Een vlinderstuur is comfortabel en brengt bovendien de handvatten dichter naar je toe. Hierdoor zit je meer rechtop, hetgeen met name voor vrouwen comfortabeler fietst. Als je een recht stuur hebt, monteer dan aan de uiteinden bar-ends. Schuif hierover heen een zogenaamd foam omhulsel, dan voel je de koude van het metaal niet. Kijk wel of je een goede grip hebt op de bar-ends, ze mogen niet te dik maar ook niet te dun zijn.
Pijnklachten Sommige mensen hebben snel last van hun polsen. Je kunt fietshandschoentjes nemen met kussentjes, maar meer rechtop gaan zitten kan ook helpen. Dit kun je bereiken door een kortere stuurpen of een ander stuur te monteren. Kies in ieder geval een stuur waarop je je handen van positie kunt wisselen: een vlinderstuur of een (al dan niet gebogen) ATB-stuur met bar-ends. b
tijdschrift voor fietsreizigers
35
â&#x20AC;˘
36 tijdschrift voor fietsreizigers
d
TEKST JOKE SMEE TS FOTO MARIANNE VINCKEN
Zeikerd? “Daar ga ik mijn fiets echt niet op zetten”, liet ik I., mijn vriendin, luid en duidelijk weten. Toen ik het zei, wist ik al dat ik deze discussie zou gaan verliezen. En zo was het ook. Een half uur later hees ik, nog nagrommend, samen met I. mijn fiets op de fietsdrager bovenop haar auto. Volgens I. moest ik ook niet zo zeuren. Zij ging al jaren met de fiets óp haar auto, door Europa. En altijd zonder problemen. “Maar als jij een andere oplossing hebt, vind ik dat ook best”, zei ze voor de tigste keer. En omdat ik die niet had, vertrokken wij met de fiets op de auto voor een fietsvakantie in Denemarken. Tunnels, bruggen en voorbijstormende vrachtwagens - mijn grootste angsten – namen wij zonder problemen. Na twee uur rijden en een kwartier rust, begon ik mezelf inmiddels ook een zeikerd te vinden. I. had gelijk. Onze fietsen stonden als huizen op het dak, had ik tijdens de rust vastgesteld. Toen we de parkeerplaats verlieten dacht ik nog nauwelijks aan mijn fiets. Ook niet toen de zoveelste meneer in bolide langszij kwam schuiven en naar ons begon te zwaaien. Zet twee vrouwen in een auto en mannen denken dat je naar ze wil zwaaien. Daar leek deze meneer geen uitzondering op. Net doen alsof je hem niet zag, schrok deze meneer echter niet af. Verveeld kijken ook niet. Hij begon zelfs te wijzen. Ik ook. Met mijn middelvinger. Hem maakte dat niets uit, hij bleef wijzen. “Onze fietstassen hangen zeker scheef”, zuchtte ik, “laten we maar even kijken dan zijn we gelijk van hem af.” Ik stopte. I. keek. Het duurde even. En toen: “Joke je fiets is weg”. Ik probeerde Het Moment nog even uit te stellen “Kijk even goed, ja” , zei ik dus volkomen overbodig. Want zelfs ik wist dat je op het dak van een
het moment auto een fiets niet zo gauw over het hoofd ziet. En géén fiets, dus ook niet. Maar hoe kon dit? Zoiets hoor je toch?! Zie je toch?! Maar we hadden helemaal niks gehoord, niks gezien. Of toch? Ineens begreep ik wat ik had gezien toen wij de parkeerplaats net hadden verlaten. “Daar komen wij netjes weg”, had ik nog gezegd toen ik zo’n vijfhonderd meter achter ons een opstopping zag ontstaan. Een enorme vrachtauto met naast zich een zwarte schicht en auto’s die daar links en rechts omheen slingerden. En allemaal seinden ze met hun lichten. Naar elkaar, dacht ik. Geen moment aan onszelf gedacht. En al helemaal niet aan mijn fiets. Die zwarte schicht leek ook helemaal niet op mijn fiets. Mijn fiets was groen!?! Toen ik het begreep, bleef ik even dood, maar kwam ook weer tot leven. “Instappen”, krijste ik, “we moeten terug”. Kreeg visioenen van verkreukelde auto’s, verkreukelde mensen. En dat allemaal door mijn fiets. Die paar kilometers terug duurde lang, heel lang. We spraken geen woord. We speurden de weg af. Alles reed. Geen file te zien. Ook geen verkreukelde auto’s. Geen verkreukelde mensen. Zelfs geen verkreukelde fiets. Maar dat vonden we pas een probleem in Denemarken. Het Moment is iets dat blijvend op de harde schijf van je geest is gebrand, ook al is het al jaren geleden gebeurd op een van je fietsreizen. Een toevallige, bijzondere ontmoeting, een bizarre reiservaring, een duizelingwekkende cultuurschok: Het Moment kan werkelijk van alles zijn. De redactie nodigt fietsreizigers uit hun Moment te sturen naar: redactie@wereldfietser.nl of De Wereldfietser, postbus 94005, 1090 GA Amsterdam. Maximaal 425 woorden, met een bijpassende foto.
tijdschrift voor fietsreizigers
37
• •
uitgelezen
‘Fietsen Bij de Buren’, Bert Sitters, uitgeverij Elmar 2004, ISBN 90389 14792, 206 blz, _ 13,95 Het nieuwe boek van Bert Sitters zoekt het dit keer wat dichter bij huis. De drie fietsroutes van een week die hij beschrijft zijn alle net over de grens in Duitsland. Fietsen bij de buren beschrijft uitputtend routes rond Münster, het Teutoburger Wald en de Eifel. Alle routes zijn ook voor de ongeoefende fietser goed te doen en dat maakt het laagdrempelig voor elke leeftijdsgroep. Daarnaast zijn de beschrijvingen van de routes uiterst zorgvuldig en compleet. Alle routes kunnen vanuit Nederland makke-
38 tijdschrift voor fietsreizigers
lijk bereikt worden. Naast de routebeschrijvingen geeft Sitters veel praktische informatie over Duitse fietsclubs, soorten landkaarten, het treinverkeer naar en in Duitsland, accommodatie van kamperen, bett & bike, jeugdherbergen tot hotels, restaurants, bezienswaardigheden onderweg, historische achtergronden, telefoon, feestdagen en benodigde papieren. Dat bedoel ik met uitputtend. Er is geen onderwerp overgeslagen en dat getuigt van grondig onderzoek. Een pluim voor de schrijver! Wat dan weer jammer is, is de rol van de uitgever. Niet alleen staan er soms storende typefouten in het boek, maar ook is, door de uitputtende informatie, soms essentiële informatie verstopt. Het is dan even puzzelen. Een voorbeeld. Bij de Eifelroute krijgen we eerst een algemene impressie van de route. Dan een overzicht hoe er te komen. Vervolgens een overzicht van de aansluitende bewegwijzerde fietsroutes, dit zijn andere routes die je onderweg tegenkomt. En dan pas de routebeschrijving zelf. En ook dan pas lees je dat het mooiste stuk alleen in het weekend te fietsen is. Daar lees je snel overheen. Een goede eindredactie of opmaker zou de informatie overzichtelijker hebben gepresenteerd. Dit neemt niet weg dat het een waardevol boek is dat bij de lezer beslist het enthousiasme zal opwekken om af te reizen naar onze oosterburen. FONS LAMBOO
Dominicus reisgids Auvergne, Ardéche, Lyon, Beaujolais’, Eric Strijbos, Uitgeverij Gottmer 2004, ISBN 90 257 3293 3, 222 blz, _ 18,95. Kinderen zijn ook in de reiswereld commercieel interessant geworden. Deze gids wordt speciaal aangeprezen ‘Met tips over reizen met kinderen!’. Het is een bruikbare reisgids voor wie zich wil oriënteren in deze mooie en terecht bij veel vakantiefietsers populaire fietsgebieden. Jammer alleen dat ze in de gids het woord ‘fiets’ nog niet hebben uitgevonden. Twee bladzijden over de kwaliteit van de wegen, de fietsvoorzieningen en de mate van klimwerk (bescheiden tot redelijk, niet echt zwaar) en veel aspirantfietsers zouden zijn overtuigd. Kaders met anekdotes en achtergrondinformatie maken van de gids ook een aardig leesboek. Eén citaat is wel leuk: ‘Een andouille of andouillette is een worstje van ingewandsvlees. Zelfs als u het lekker vindt, zal de geur ieder normaal mens binnen een straal van vijf meter onder tafel doen kijken of de kat iets naar binnen heeft gebracht.’ THEO JORNA
‘Vrienden op de Fiets 2004’, uitgegeven door Stichting Vrienden op de Fiets, Esp 234, 5633 AC Eindhoven, www.latorsa.nl Dit is geen leesboek en ook geen gids. Het is een handzaam boekje met bijna 2500 adressen van particulieren die ruimte beschikbaar stellen voor logies (bed, beddengoed, handdoek en sanitair) en ontbijt. Donateurs van de stichting kunnen van deze gastadressen gebruikmaken tijdens tochten die zij fietsend, wandelend, schaatsend, skeelerend of per snorfiets afleggen. De prijzen voor logies met ontbijt variëren, maar bedragen maximaal 15 euro per nacht per persoon. De stichting viert dit jaar haar 20-jarige jubileum. In deze uitgave worden ook ruim 110 adressen in België vermeld, bijna 30 in Duitsland en drie in Frankrijk. THEO JORNA
‘De Loire-kastelen fietsroute’, Clemens Sweerman / Fietskaart Informatie Stichting, uitgeverij Pirola 2004, ISBN 90 6455 416 1, 135 blz, _ 19,50. Clemens Sweerman is geen onbekende in het fietswereldje. Al in
•
Tijdschriften
1994 verscheen er in dit tijdschrift een interview met hem. De Fietskaart Informatie Stichting (kortweg de FIS, al moet ik daarbij altijd aan Algerije denken) is evenmin een onbekende en timmert al vele jaren met een flink aantal enthousiaste vrijwilligers aan de weg. In een 14-tal handzame gidsen heeft zij fietsroutes uitgezet over een groot deel van het Europese continent. Daarmee heeft ze flink wat ervaring en expertise opgebouwd die duidelijk zichtbaar is in deze 15e uitgave. De gids begint met algemene informatie over de streek waardoorheen de route leidt en elf bladzijden met specifieke fietsinformatie. Daarin worden ook negen organisaties genoemd waar verdere informatie is te vinden. Helaas ontbreken daarbij De Wereldfietser in Nederland en De Vakantiefietser in België, waar toch zeer veel informatie over en ervaring met fietsen in Frankrijk is te vinden. Er worden überhaupt geen Vlaamse organisaties genoemd, terwijl de beschreven fietsroutes daar nog meer in trek zijn dan in Nederland, zo is mijn ervaring. Op dit terrein is dus nog wat ontwikkelingswerk te verrichten bij de FIS. Maar verder niets dan lof. De 800km-lange route wordt gedetailleerd beschreven en aangegeven in talrijke gedetailleerde kaarten. Aan de hand van de kaartjes kun je ook leuke afsnijroutes uitstippelen als je denkt dat je wel een aantal kastelen kunt missen. Op dat moment wordt een ernstig tekort zichtbaar: er is geen legenda. Op bladzijde 25 (waarom
deze onlogische plek) is wel een lijst met verklaringen van gebruikte afkortingen en symbolen, maar wat is bijvoorbeeld een wit weggetje met paarse stippellijn? Kun je daar fietsen? Het zou prettig geweest zijn als de legenda voor Michelinkaarten (want die zijn gebruikt) ergens was afgedrukt. Met enig eigen initiatief van de gebruiker is blijkbaar geen rekening mee gehouden. Een praktische ringband vervolmaakt deze gids verder voor gebruik onderweg. THEO JORNA
‘Naar de bronnen van de Maas’, Evert van Veldhuizen (eigen beheer) 2001/2003, 48 blz plus 16 zwart/wit kopieën van detailkaarten, ISBN 90 9015038 2, _ 10,20. Bestellen NL: prijs + 1,56 porto overmaken naar giro 853692. Bestellen B: prijs plus + 2,05 porto overmaken naar 0013713586-17. Beide t.n.v E.D. van Veldhuizen o.v.v. “Boekje”. In nr 2 van 2002 is al aandacht aan deze fietsroute besteed. Dit is een geactualiseerde en iets uitgebreide heruitgave. De totale lengte van de beschreven route is 810 km, waarvan 300 km in Nederland, 135 km in België en 365 km in Frankrijk. THEO JORNA
Op Pad nummer 1 van dit jaar biedt een artikel van maar liefst zeven pagina’s over fietsen in Kroatië. Ook houdt Peter Delpeut, auteur van ‘De grote bocht, kleine filosofie van het fietsen’ dat inmiddels de klassiekerstatus lijkt te hebben bereikt, een pleidooi voor het treuzelen op de fiets. In nummer 2 een stuk van Frank van Rijn over ‘Frank van Rijn in de Provence. De Vogelvrije Fietser nummer 1 bespreekt het belang van de fiets voor de emancipatie van de vrouw aan het eind van de 19e eeuw. Op Weg nummer 1 beschrijft een fietstocht van Leuven naar Parijs. Verder wat kort fietsnieuws. Nummer 2 heeft een omvang van 60 bladzijden maar biedt niet meer dan een dossier ‘fiets + trein in Europa’ en enkele pagina’s fietsnieuws. Al met al stelt de opvolger van Fietsen Recreatief toch regelmatig teleur wat het aanbod op fietsgebied betreft. Ligfiets nummer 1 komt met een verslag van de prestatie van Theo Homan die op een roeifiets de monstertocht Parijs-Brest-Parijs volbracht. Van Wilan Tiggelaar is het tweede deel van zijn verhaal over een rondje Frankrijk op een Flevotrike. In nummer 6 van 2003 staat een artikel over een fietstocht door Finland, de ECO-trip, waarbij in exact vier weken 2400 kilometer wordt gereden. Ruud Korteling vertelt over de voorbereidingen en het verloop van een wereldreis op de (lig)fiets. In het laatste nummer van 2003 van Velo Vision weer veel nieuws over bijzondere fietsen en accessoires; en vier bladzijden over het vervoer van honden op de fiets of erachter in een fietskar. Fiets nummer 1 levert een koopgids racefietsen en nummer 2 een koopgids voor mountainbikes. In nummer 1 ook een artikel over mountainbiken in de Okanagan Valley in British Columbia, Canada. Tot slot Toeractief, een nieuw tijdschrift van de ANWB, met stukjes over fietsen bij Oisterwijk, Leusden en Den Ham. Het lijkt vooral een concurrent van Fietsactief, het tijdschrift van uitgeverij Veldhuis, inmiddels onderdeel van de moloch Sanoma Uitgevers BV. THEO JORNA
tijdschrift voor fietsreizigers
39
5
de pont naar Chiloe, waar het eerst nat en later mooi weer is. Dat blijft ook zo als op het vasteland tussen de meren en vulkanen verder fietsen. Je kunt hun reis, die nog tot 2005 gaat duren, volgen op: http://members.lycos.nl/wereldreisje
fietsers onderweg SAMENGESTELD DOOR ANDRÉ RAMAULT EN MARIANNE VINCKEN
Karin van Toor en Peter Mak zijn in Tanzania als Karin ziek wordt. Als de koorts te hoog wordt, raadplegen ze een dokter en na de nodige strubbelingen –een vies, kapot, lekkend regionaal hospitaal waar ze alle informatie uit de dokter en laborant moeten trekken– luidt de diagnose: malaria. Na het toedienen van de medicijnen gaat het niet veel beter. Peter en Karin laten zich naar Mtwara vervoeren, een grotere stad dichtbij Mozambique met meer en betere faciliteiten. In de Lutherse missiepost knapt Karin langzaam op, maar dan speelt Peters wond aan zijn teen op. ‘Met de pillen op zak lopen we terug naar de missiepost. Nu ben ik degene die strompelt en heeft Karin de rol van begeleider overgenomen. Geinig hoor, zo'n wereldreis....’ Ze zijn inmiddels Tanzania uit, en hebben even in Mozambique gefietst, maar dat beviel zo slecht dat ze het vliegtuig naar Maputo hebben genomen. Dat ligt op een dag fietsen van Zuid-Afrika. Daar zullen ze dus snel zijn! Zie ook http://dewereldbv.fol.nl.
Arie de Bruijn en Mónica Mota do Amaral worden door de Cycling Union in de Verenigde Arabische Emiraten in de watten gelegd en verlaten met 120 euro extra het land. Ze spelen het klaar door wat gemanipuleer met aanbevelingsbrieven visa voor Iran en Afghanistan te krijgen. In Iran komen ze andere fietsers tegen uit Nieuw Zeeland, België, Duitsland en overnachten ze in een Moskeeën. Quetta in Pakistan vinden ze geweldig, het bruist en leeft en het eten is er weer lekker pittig. In Kabul is veel in puin geschoten en is zelfs de meest eenvoudige kamer nog duur. Na een busreis terug naar Pakistan gaan ze de grens over naar India en stappen weer op de fiets. Al snel blijkt weer dat er geen moment rust is, op straat worden ze
40 tijdschrift voor fietsreizigers
elke vijf meter aangesproken om de meest uiteenlopende redenen, vaak pure nieuwsgierigheid maar meestal wil men iets, als toerist blijf je toch een wandelende portemonnee. Zie ook www.backtokathmandu.com
De redactie ontving een kaart van Fons en Riëtte, niet uit Japan deze keer, maar uit NieuwZeeland.
Dennis en Marijcke zijn via Lima (Peru) naar Punta Arenas (Chili) gevlogen. De wind in Patagonië doet hen afzien van een tripje op en neer naar Ushuaia. Ze fietsen en bussen naar Puerto Natales, bezoeken de Perito Morenogletsjer per bus en wandelen vier dagen in het nationaal park Torres del Paine. De boot brengt hen naar Puerto Montt en vandaar gaan ze met
Lars de Wit is in Peru waar hij de lijnen van Nasca bekijkt en met twee meisjes die geiten en koeien hoeden een dag op pad gaat. Een fantastische beleving is dat. Een fikse verkoudheid reduceert zijn etappes daarna tot 20 kilometer en uiteindelijke gaat hij, voorzien van pillen van een dokter, per bus naar Cusco.
Loek, Jacki en Jip (1,5 jaar) Munnichs zijn sinds 3 maart op wereldreis. Nog maar net onderweg dus, maar op www.jip-op-wereldreis.tk kun je volgen hoe het hen vergaat.
Muriel
en Raymond zijn in Indonesië aanbeland. Het verkeer is er druk, maar dat zijn ze na Pnom Penh, Bangkok en Kuala Lumpur inmiddels wel gewend. Het is regentijd en eenmaal op het platteland vinden ze op hun weg heel wat rivieren om te doorwaden of per bamboevlot over te steken. Zie ook hun Engelstalige site www.murray-online.info
Martien den Haan is in Afrika onderweg, onderweg naar Kaapstad om precies te zijn. In Marokko legt hij 1500 km door de woestijn af, waarvan slechts 40 km met een
5
Jan Van Dijck en Lil Cambré
vrachtwagen meerijdend vanwege een zandstorm. Hij vliegt van Togo naar Ethiopië en fietst vervolgens door naar Kenia, waar hij uitgehongerd en bijna uitgedroogd de plaatselijke bevolking versteld doet staan over de hoeveelheid eten en drinken die hij weet te verstouwen. Hij is nu Tanzania, waar de modder hem bijna parten speelt.
onderbraken voor een maand hun ‘Wereldreis 2003-2006’ in NoordAmerika. In januari 2004 maken ze het Belgisch kampioenschap veldrijden in hun woonplaats Lille mee. Niettegenstaande hun aanmoedigingen brengt dorpsgenoot Erwin Vervecken er weinig van terecht. Sedert februari zitten ze weer op de fiets richting Mexico.
Wendie Claeys en Filip Sanders beëindigden eind 2003 hun maandenlange fietsreis in Zuid-Amerika. Op hun website vind je de reisverslagen met veel spectaculaire foto’s, te vinden via www.vakantiefietser.be.
Wim Hendriksen is weer eens op de fiets gestapt en rijdt nu rond in Nieuw Zeeland. Hij is zeer te spreken over de voorzieningen op de campings aldaar. Hij bezoekt de plek waar opnames voor de film ‘Lord of the rings’ gemaakt zijn en komt bekenden tegen, fietsers die hij vier jaar geleden voor het laatst zag. Ook komt hij Japanse jongelui op de fiets tegen, die verbaasd opmerken dat hun opa net zo oud als hij is, maar dat die al bijna niet meer kan lopen! Maar het bevalt hem nog steeds goed, hij heeft weinig pech en is goed gezond.
Na een jaartje fietsreizen –o.m. in China en Kirgizië– keren Hilde Smets en Ludwig De Loose vanuit Nieuw-Zeeland voor een maand terug naar België. Ze vieren er Kerst en Nieuw, en vliegen half januari 2004 naar Ushuaia. Daar begint deel twee van hun fietstocht, nu door Argentinië en Chili, en misschien nog een eind verder. Op 20 juni 2004 is de definitieve terugkeer gepland.
Benja Triest en Annemie Vervoort van Maleisië naar In Zuidoost-Azië fietsen Na een tocht van 16 maanden op de fiets, vierde Frank Decambray opnieuw Kerst en Nieuw in België. Van Tanzania vliegt hij naar Warschau en fietst vandaar via Praag en Berlijn naar zijn woonplaats Gent. Na de Afrikaanse warmte is het in december wennen aan winters Europa en zijn meer koele mentaliteit. Berlijn noemt hij fietsvriendelijk, maar in Duitsland is de auto koning en de meeste wegen hebben snelwegtrekjes. In zijn laatste nieuwsbrief van 24 december blikt Frank terecht heel tevreden terug op zijn fietsavontuur. Over zijn tocht verscheen een mooie reportage onder de titel: ”De Vakantiefietser helpt fietsende reizigers” in de krant ‘De Standaard’.
Frank Van Wiele en Sabine Gillis fietsen van mei 2003 tot mei 2004 in ZuidoostAzië, Australië, en Noord- en Midden-Amerika. De laatste nieuwsbrief op hun website komt uit Honduras, via www.vakantiefietser.be
Thailand. Ze verkiezen de natuur op grind- en bergwegen. ‘Steil, steiler, steilst’, is het thema van een mail. ‘De bergstammen bij de Birmaanse grens zijn heel gastvrij. De meeste Thai zijn vriendelijk, nieuwsgierig en enthousiast, maar milieubewust zijn ze niet. Overal ligt afval in de berm. Met het afbranden van de rijstvelden na de oogst helpen ze de luchtkwaliteit om zeep’. Inmiddels fietsen ze in Laos. ‘Langzaam, lamlendig en luilekker Laos’ is de titel van hun laatste mail. Hun reisverslagen zijn zeer lezenswaardig.
area’– krijgen ze op hun spectaculaire kajaktocht radiofonische assistentie en de verplichting zich dagelijks te lokaliseren. Na hun terugkeer in februari 2004 vertellen ze in het radioprogramma ‘Koffers & Co’ (VRT2) over hun ontmoetingen en belevenissen.
In Ushuaia vieren Jos Verwaest en Paul De Smet Kerst en Nieuw. Het doet hun conditie geen goed. Het fietsen op de ‘Carretera Austral’ in Argentinië en Chili gaat moeizaam, ook omwille van de Patagonië-wind en gezondheidsproblemen bij Paul. Hun laatste mail van 6 maart meldt: aanhoudende regen, steile en gevaarlijk fietsende grintwegen, materiaalpech, weinig passende accommodatie en campings. Met hun ‘zeiknat’ gerief nemen ze uiteindelijk de bus naar Cochrane. Hier wachten ze op droog weer om via Chile Chico naar Cohaique te fietsen, een tocht van 380 km.
Ook Herman Geirnaert viert Kerst en Nieuw in Ushuaia en volgt ongeveer hetzelfde traject als Jos en Paul. Hij kampt met dezelfde problemen en ook met gebroken bagagedragers, maar blijft optimistisch: ‘Ik zie ongelooflijk boeiende taferelen in de Chileense natuur, zoals lagunes, besneeuwde bergen, kabbelende riviertjes en vogels. De rust die je hier overvalt is gewoon zalig. Ik bevind me nu in Cohaique, op ongeveer 1600 km van Santiago. Morgen vertrek ik richting Chaiten. Hiermee ben ik zo'n 10 dagen zoet, en daarna neem ik de boot naar het eiland Chiloe.’
Natasja Kleijwegt
en Michel fietsen vanaf januari 2004 in Australië en NieuwZeeland. De uitgebreide reisverslagen van januari en februari kun je lezen op hun website, te vinden via www.vakantiefietser.be.
Yvonne Stokman Na bijna twee jaar beëindigen Gunther Vercammen en Diane Brems wegens ziekte van Diane’s moeder, in NieuwZeeland hun fietstocht. Na de grondige verkenning van het Amerikaanse continent, voelen deze natuurfreaks zich op het zuidereiland in hun schik. In de ‘Wilderness’ van het mooie ‘Fjordlands National Park’ –nu ‘world heritage
en Erwin Elst fietsen in Afrika van Noord (Caïro) naar Zuid (Kaapstad). Ze doen dit ‘rustig, op het gemakje, zonder sportieve doelstellingen’. Dit wordt in de reisverslagen op hun website verduidelijkt. Hun eerste reisverslag uit Caïro dateert van 6 januari 2004, hun laatste na 54 reisdagen komt uit Dongola in Noord-Soedan.
tijdschrift voor fietsreizigers
41
d
‘De vrijheid om in alle eenvoud onderweg te zijn, in stilte en natuur, met onverwachte ontmoetingen en andere culturen’.
verenigingsnieuws
Najaarsweekend Wereldfietser, start van de tocht
Veel fietsers willen hun grenzen verleggen. Ze willen nieuwe gebieden verkennen, genieten van rust en ruimte en in contact komen met de plaatselijke bevolking. En of je nu een lange of korte tijd gaat, ver of dichtbij, reizen op de fiets is een prettige manier om dit te doen. Van België tot China en van Vuurland tot Alaska, bijna alle landen lijken tegenwoordig toegankelijk voor fietsers. De verenigingen de Wereldfietser in Nederland en de Vakantiefietser in België ondersteunen hun leden bij hun fietsreizen met allerlei activiteiten. De belangrijkste doelstelling van beide verenigingen is om fietsers met elkaar in contact te brengen en informatie uit te wisselen. Naast dit gezamenlijk uitgegeven tijdschrift met voor elke vereniging een eigen naam en logo maar verder dezelfde inhoud, organiseren de verenigingen kampeerweekends, trektochten, informatiebijeenkomsten over speciale onderwerpen en fietsreparatiecursussen voor hun leden. Op de websites van beide verenigingen vind je databanken en forums waar levendige discussies plaatsvinden.
de wereldfietser Postbus 94005, 1090 GA Amsterdam, telefoon 013 54 57 320, internetsite www.wereldfietser.nl, e-mail post@wereldfietser.nl, girorekening 6991722 te Amsterdam. De contributie is 15 euro per jaar. Het lidmaatschap loopt van 1 januari tot 31 december. Word je in de loop van het jaar lid, dan worden de eerder dat jaar verschenen nummers van het tijdschrift nagezonden. Lid worden kan door het invullen van het aanmeldingsformulier op de website of schriftelijk.
42 tijdschrift voor fietsreizigers
Broekstraat 66, 2480 Dessel. Informatie tel./fax 014-37.77.34. Internetsite: www.vakantiefietser.be, e-mail: secretariaat@vakantiefietser.be. Het lidmaatschap loopt van 1 januari tot 31 december en bedraagt e 13,-. Te storten op rek. nr. 230-0175902-61 van De Vakantiefietser vzw, Dessel, met vermelding “lidgeld”.
d
de wereldfietser
Activiteitenprogramma 2004 24,25 april – Themaweekend: Ligfietsweekend. locatie: BEL, Koestraat 107 te Tilburg tijden: zaterdag en zondag, gehele dag aanmelden / informatie: martin@wereldfietser.nl , 013-5457320
dag het tweede deel van de cursus dat preventief van aard is: ‘Hoe houd ik een goede gezondheid op de fiets?’ met daarbij speciaal aandacht voor verre landen. Het weekend wordt gehouden op een camping, dus neem je tentje mee.
Een weekend waarin alle informatie wordt gegeven over het gebruik van een ligfiets op vakantie. Op zaterdag heb je de kans om verschillende modellen te testen. Die dag staat ook de informatie over het gebruik van de ligfiets tijdens fietsvakanties centraal. Op zondag fiets je gezamenlijk een tocht op de ligfiets van jouw keuze.
20,21,22,23 mei – Hemelvaarttrektocht locatie: Zuid-Holland tijden: gehele dag(en) aanmelden / informatie: g.poorthuis@quicknet.nl , 0226-413654
15,16 mei en 5,6 juni – Fietsreparatiecursus locatie: Kiel-Windeweer 15 km ten zuiden van Groningen tijden: het gehele weekend aanmelden / informatie: john@wereldfietser.nl, 075-6846694
Henk Burgler heeft een tocht van vier dagen uitgezet in de provincie ZuidHolland. Zoals bij alle trektochten van de Wereldfietser wordt gekeken wat de groep aankan. Over het algemeen ontstaan er twee groepen, een snelle groep en een iets minder snelle groep. Uitgangspunt is dat de twee groepen elke avond bij dezelfde camping arriveren.
Een praktische cursus speciaal gericht op fietsreparaties onderweg. Onder leiding van Marten Gerritsen neem je elk detail van de fiets onder de loep. Na een gedegen uitleg krijg je de kans om zelfstandig te sleutelen aan verschillende fietsen.
8,9 mei – Voorjaarsweekend locatie: Camping De Roskamp, Roskampweg 2, Loozen/Gramsbergen tijden: van vrijdagavond tot zondagmiddag informatie: a.h.martin@zonnet.nl, 0317-450220 Vrijdagavond of zaterdagmorgen arriveer je op de camping De Roskamp. Je hebt de mogelijkheid om mee te fietsen met een tocht door de omgeving. Zaterdagavond kun je meedoen met het gezamenlijk diner om daarna weg te dromen bij de dialezingen. Zondagochtend vindt de ledenvergadering plaats. Hét moment om je zegje te doen en mee te beslissen over het beleid van de vereniging.
15,16 mei – Themaweekend: Fietsen en Gezondheid locatie: Camping “Op de Heuvelrug”, Bovenhaarweg 4, Leersum tijden: het gehele weekend aanmelden / informatie: freek@wereldfietser.nl, 070-3457380 De cursus Fiets en Gezondheid biedt twee onderdelen. Op zaterdag een praktische spoedcursus ‘Eerste Hulp bij Ongelukken op de Fiets’. Op zon-
5,6 juni – Themaweekend: Vakantiefietsen met Kinderen locatie: Camping Breehees, Breehees 6, Goirle tijden: het gehele weekend contactpersoon/aanmelden: wagenaar@kessels-smit.nl, telefoon: 06-25025906 Op fietsvakantie met kinderen, kan dat? In dit weekend kunnen ouders met kinderen elkaar ontmoeten en ervaringen uitwisselen. Welke vervoersmiddelen zijn er, welke landen zijn geschikt, wat neem je mee en hoe? Ook is het mogelijk om diverse vervoermiddelen uit te proberen, zoals een fietskarretje of aanhangfiets.
21,22 augustus – Nazomerweekend / Feest Locatie: Camping Harskamperdennen, Houtvester Van ‘t Hoffweg 25, Kootwijk Tijden: het gehele weekend contactpersoon/aanmelden: a.h.martin@zonnet.nl, telefoon: 0317-450220 Tien jaar De Wereldfietser ….dit weekend zullen we dat groots gaan vieren. Alle leden van onze vereniging krijgen de gelegenheid om tijdens dit weekend elkaar weer te ontmoeten. Er zullen verschillende activiteiten georganiseerd worden. Houdt de website in de gaten.
tijdschrift voor fietsreizigers
43
d
TEKST DENNIS DE VRIES FOTO MARCO MEIJERINK
verenigingsnieuws
de wereldfietser Ledenvergadering 9 mei 2004 Tijdens het kampeerweekend op 8 en 9 mei 2004 zal op zondagochtend de ledenvergadering van de Wereldfietser worden gehouden. De belangrijkste onderwerpen op de agenda zullen zijn: de bestuurssamenstelling, het financieel verslag 2003 en de stand van zaken in de activiteitencommissie, de redactie en de werkgroep internet. De exacte agenda voor de ledenvergadering kan twee weken voor de vergadering opgevraagd worden via post@wereldfietser.nl.
Bestuurssamenstelling Tijdens de ledenvergadering zal Annemiek Leijdekkers formeel terugtreden als bestuurslid. Annemiek is slechts korte tijd als bestuurslid actief geweest en is sinds de zomer van 2003 aan het werk als reisleidster. Ze ziet helaas niet langer kans dit te combineren met het bestuurswerk. Sinds september 2003 draaien Freek Verbakel en Marco de Wit in het bestuur mee als kandidaat bestuursleden. Freek houdt zich bezig met de activiteiten en PR. Marco heeft zich op het internet gestort. Het bestuur is van plan Freek en Marco voor te dragen als bestuurslid. Mochten er andere leden zijn die belangstelling hebben voor een bestuursfunctie, laat dat weten tijdens het weekend of via een mailtje aan dennis@wereldfietser.nl.
10-jarig bestaan In september 2004 bestaat vereniging De Wereldfietser 10 jaar! Aan dit jubileum zal op verschillende manieren aandacht worden besteed. In het volgende nummer van het tijdschrift zal het thema gewijd zijn aan de vereniging, het heden en de toekomst. Het jubi-
44 tijdschrift voor fietsreizigers
leum wordt officieel gevierd tijdens het nazomerweekend op 21 en 22 augustus in de Harskamperdennen. We hopen op een extra hoge opkomst van leden tijdens dit weekend. Daarnaast bestaan er plannen om het jubileum te koppelen aan een goed doel. Meer details hierover in het volgende nummer.
Jubileumboek Ter gelegenheid van het 10-jarig jubileum zal ook een boek uitgegeven worden met de beste verhalen uit 10 jaar tijdschrift De Wereldfietser/De Vakantiefietser. Onze uitgever Theo Jorna heeft via een oproep op onze website gepolst wat de favoriete verhalen van de leden zijn. De selectie van verhalen is inmiddels afgerond en momenteel werkt Theo aan het benaderen van de auteurs en de daadwerkelijke realisatie van het boek. Naar verwachting zal het resultaat rond juni te bewonderen zijn. Ook hierover meer in het volgende tijdschrift.
Activiteitencommissie De afgelopen maanden stonden voor de activiteitencommissie grotendeels in het teken van het beursseizoen. Op de Fietsvakantiebeurs was de Wereldfietser voor het eerst grootschalig met themastands aanwezig. Deze opzet bleek zeer in trek bij de beursbezoekers en leverde een record aantal nieuwe leden op. Ook op de Op Pad-beurs had de activiteitencommissie de hulp van vele vrijwilligers ingeroepen die fietsinformatie uitwisselden met de beursbezoekers. Bij dezen nogmaals hartelijk dank voor de geweldige inzet! Daarnaast vond in januari de inmiddels traditionele wintertrek-
De stand van de Wereldfietster op de Op Pad Beurs 2004
tocht voor de echte bikkels plaats en stond de Europese fietsroutemarkt op het programma. Meer over deze en andere activiteiten lees je elders in dit tijdschrift natuurlijk op het activiteitendeel van de website. Mocht je interesse hebben om mee te helpen bij de organisatie van activiteiten, stuur dan even een mailtje naar marco@wereldfietser.nl.
Internet De belangrijkste ontwikkelingen op internet vonden de laatste maanden vooral achter de schermen plaats. Marco de Wit als kandidaat bestuurslid en webmasters Arjen en Jarno hebben volop gewerkt aan de invoering van een systeem dat het beheer van de website moet gaan vergemakkelijken. Daarnaast is vooral Harry Wagenaar druk bezig geweest met het scannen van oude nummers van het tijdschrift. Het is de bedoeling alle oude verhalen uit
het tijdschrift in de loop van dit jaar op de website te publiceren. Houdt de website in de gaten voor de laatste ontwikkelingen.
Ledenadministratie In de loop van december heeft Willie Draaijers de ledenadministratie van Natasja Kleijwegt overgenomen. Een drukke periode, want in deze tijd van het jaar komen nog veel contributiebetalingen binnen. Gelukkig is de verzending van tijdschrift nummer 1 zonder problemen verlopen. Helaas heeft Willie aangegeven dat ze de hoeveelheid werk te veel vind en dat ze binnenkort weer wil stoppen met de ledenadministratie. Op dit moment is nog niet bekend hoe in haar opvolging zal worden voorzien. Eventuele kandidaten die de ledenadministratie tegen vergoeding op zich willen nemen kunnen contact opnemen via dennis@wereldfietser.nl.
d
TEKST ANDRÉ RAMAULT FOTO MARC KNAPEN
tie’, is weinig zinvol. Informeer je vooraf op de website van de toeristische diensten. Je vindt alle gegevens over de vele toeristische diensten op: www.vakantiefietser.be (rubriek ‘Enkel leden’)
verenigingsnieuws
Fietsherstelcursussen Voorjaar 2004 gaan de eendaagse zaterdagcursussen voor leden (ook nieuwe) nog door op 24 april en 15 mei. Verdere data in de bijlage van het tijdschrift en op de agenda van de website. Locatie: De Fietsdokter, Verschansingsstraat 48, 2000 ANTWERPEN, van 9.30 tot 17 uur. Deelname: e16,-, eventueel te verhogen met e13,lidmaatschap. Contacteert het secretariaat voor vrije data, vooraleer over te schrijven op 2300175902-61 van De Vakantiefietser, Dessel. Cursusleider Mario Devilles besteedt veel aandacht aan de meest voorkomende problemen onderweg. Bij Mario kunnen cursisten achteraf nog terecht voor fietsproblemen. Opmerkingen voor en na een fietscursus (evaluatie) zijn welkom op het secretariaat. Meer gegevens in bijlage en op de website (on-line inschrijven, via ‘home’)
Fietsreisbeurs Retie (20/21 maart 2004) De deadline voor inleveren van kopij voor dit nummer (14 maart) liet geen evaluatie toe van de Fietsreisbeurs. Dit gebeurt in bijlage en later. Voor de Fotowedstrijd op de Fietsreisbeurs kwamen veel prachtige reisfoto’s binnen. Onze gulle exposanten belonen de winnende foto’s met waardevolle prijzen, zoals: reizen, overnachtingen, waterdichte fietstassen, reisgidsen, enz. Zie de website www.vakantiefietser.be (rubriek: ‘beurs Retie’) met de uitslag, de winnende foto's, prijzen en sponsors.
Beursstand ‘De Vakantiefietser’ De Vakantiefietser was aanwezig op het Antwerpse Vakantiesalon
(24 januari tot 1 februari) en op Adventure Affair in Gent (13-15 februari) In Antwerpen presenteerde het Franse departement Pas-de-Calais zijn acht opvallende brochures ‘Iténéraire Cyclotouristiques’ met 58 bewegwijzerde en beschreven (in het Nederlands!) fietsroutes in lusvorm (lengte 30 à 40 km). Hiervoor werd twee jaar samengewerkt met de ‘Fédération du Cyclisme’. De acht brochures per regio (Boulonnais, Calaisis, Canche-Authie, Audomarois, 7 Vallées, Ternois, Artois en Haut-Artois) bevatten een overzichtskaartje en een kaartje van elke themaroute. Al halverwege de beurs was de voorraad uitgeput. Je kunt ze nog aanvragen bij CDT Pas-de-Calais, tel.: 0033 3.21.10.34.60, cdt.doc@pas-de-calais.com of www.pas-de-calais.com. Ook de Franse Landes (www.tourismelandes.com) heeft een mooi fietsaanbod, evenals sommige Duitse deelstaten. De schitterende gratis brochure (92 bladzijden) ‘Deutschland per Rad entdecken’ geeft info over alle Duitse fietsroutes. Je kunt ze ook downloaden: www.deutschland-tourismus.de
Fietsfolders Op Fietsreisbeurs Retie bood ‘De Vakantiefietser’ de bezoekers fietsfolders aan van Vlaamse provincies en regio’s, van buurlanden en andere fietslanden: Oostenrijk, Groot-Brittannië, Ierland, Denemarken, Finland, Zweden, Polen, Kroatië, Hongarije,... Na onze telefonische oproep stuurden de toeristische diensten honderden fietsfolders, anderen slechts enkele tientallen. Vraag zelf folders aan, maar een aanvraag zoals ‘Stuur mij documenta-
Digitale Nieuwsbrief De eerste digitale nieuwsbrief van ‘De Vakantiefietser’ is in maart doorgemaild naar de aanmelders (ook niet-leden). Je kan je nog steeds aanmelden op de hoofdpagina van onze website. Wij nodigen iedereen uit om een ontdekte merkwaardigheid (b.v. die fantastische website), nieuwe fietsreisgidsen, reisanekdotes, een onmogelijk verhaal, fietsevenementen, kortom alles wat fietsreizigers kan boeien, te mailen naar redactie@vakantiefietser.be of op te sturen naar het secretariaat. Elk leuk reisverhaal belonen we voortaan met een mooie prijs.
Website ‘De Vakantiefietser’ pakt zijn website weer grondig aan. Webmaster Marc krijgt daarbij de medewerking van informaticus Steven, en van onze ‘huis-styliste’ Edith. Zij ontwierp ons logo, beursfolders en affiches. Dit ‘webmasterteam’ streeft naar gebruiksvriendelijkheid, en de mogelijkheid voor leden om makkelijk zelf informatie op de website te plaatsen. Zo wordt de website bijna dagelijks geüpdatet, o.m. met ‘Fietsers Onderweg’, reisverslagen, vraagen-antwoordinformatie, en nog veel meer.
Herfstweekend in 2004 Het succes van het herfstweekend 2003 in Geraardsbergen, zette Stefan en zijn medewerkers ertoe aan om ook het herfstweekend 2004 in Vlaanderen te organiseren. Vermoedelijk in oktober, in de heuvelachtige westhoek bij de Franse grens. Concrete gegevens volgen.
Krantenreportage Onder de titel ‘Vakantiefietser helpt fietsende reizigers – Van Alaska tot Nieuw-Zeeland’, verscheen op 27-12-2003 in de ‘Wijde Wereld’ van ‘De Standaard’, een reportage over fietsreiziger Frank Decambray en ‘De Vakantiefietser’. Wil je deze reportage lezen (pdf en/of word), mail naar redactie@vakantiefietser.be
Bestuur Trui Vereniging Op de Fietsreisbeurs Retie stelden we onze nieuwe outfit voor: een stijlvolle marineblauwe polotrui met logo ‘De Vakantiefietser’. Dit kleinnood is te koop aan kostprijs: e16,- geen verzendkosten. Te bestellen door overschrijving op 230-0175902-61 van De Vakantiefietser, Dessel. Vermeldt: ‘polotrui’ en gewenste maat (Heren: S,M,L; Dames: S,M)
De bestuursploeg van De Vakantiefietser is uitgebreid met twee ambitieuze medewerkers: Bruno en Steven. Wil jij ook op een verrijkende manier met gelijkgezinden samenwerken rond je hobby ‘fietsreizen’, geef ons een seintje. Na de oprichting van ‘De Vakantiefietser’ in 1995, blijft het ledenaantal elk jaar stijgen. Het bereikt nu een cijfer waarvan wij aanvankelijk niet durfden dromen. tijdschrift voor fietsreizigers
45
d
46 tijdschrift voor fietsreizigers
d
TEKST THEO JORNA
Wat gebeurt er op het forum van de vereniging?
Fietsen op het web Het forum is een van de drukst bezochte onderdelen op de website van de Wereldfietser. Vragen om informatie en advies worden binnen de kortste keren beantwoord. Maar vragenstellers die op een simpel eenduidig antwoord hopen, moeten hun verwachtingen nogal eens bijstellen. Want wereldfietsers zijn het lang niet altijd met elkaar eens. Dat blijkt wel uit de levendige discussies die regelmatig opbloeien. Kun je bijvoorbeeld met 28inch-banden op slechte wegen fietsen? Een echte leek weet niet eens dat er verschillende fietsbandmaten zijn, uitgezonderd kinderfietsen dan. Een beetje leek weet dat wel, maar dan nog; wat maakt het uit of je met 26 of 28 inch rijdt? Nicole stelde de vraag. Zij wil in maart in Argentinië fietsen en vraagt of iemand ervaring heeft met 28inch-banden op slechte wegen. John antwoordt dat dat best gaat, als je maar de breedste banden neemt die in de vorken en om de velgen passen. En de bandenspanning moet iets lager zijn dan normaal. Op slechtere wegen dan gravel ben je volgens hem beter uit met een ATB. Het zal de ‘beetje-leek’ opvallen dat John met geen woord rept over 26 inch en 28 inch, maar over gewoon brede banden en ATB-banden. Uit het vervolg van de discussie blijkt dat dit synoniemengebruik geen enkele verwarring veroorzaakt. Inmiddels is er een nieuw element in de discussie geslopen: de bandenspanning. Leon reageert hier uitvoerig op. Op slappe banden worden de wangen te veel belast. En bovendien rijd je dan snel lek op steentjes. Leon heeft het wel weer over 28 en 26 inch: “Met 28" kun je overigens goed over hobbelwegen rijden, maar dat is afhankelijk van het totaalgewicht en de mate van beroerdheid van de weg. 26" is wel iets geschikter. Voordeel van 26" is ook de verkrijgbaarheid van banden en eventueel velgen
als het echt fout gaat.” En vervolgens wordt er moeiteloos een derde element in de discussie gegooid: “Wel heel belangrijk - ook bij 26" - is dat je achterwiel goed strak gespaakt is; bij fabrieksfietsen mankeert het hier wel eens aan.” Dan mengt Dick zich in de discussie en wordt het pas echt ingewikkeld: “Wat er mogelijk is met 28" hangt sterk af van de kwaliteit van de velg en naaf en de kwaliteit en het aantal spaken. Evenzeer belangrijk is hoe met deze materialen een wiel gemaakt is. Het is mogelijk met uitstekende materialen matige (understatement) wielen te bouwen terwijl er ook zeer acceptabele wielen gemaakt worden met minder hoogstaand (nog een understatement) materiaal. Ik fiets ook met 28", handgemaakt, Mavic T520 velgen, XT tandemnaven, voor 40 en achter 48 spaken en daar durf ik wel een tochtje over onverhard mee aan.” Inmiddels gaat het dus over de bandenmaat, hard of wat zachter opgepompt, al of niet goed gespaakt, de kwaliteit van velg en naaf, het aantal spaken en hoe dit alles aan elkaar is geplakt tot een wiel. John vindt het onderhand een flink “gezwam over die banden.” Hij raadt Nicole aan het gewoon eens te proberen op een ruig klinkerweggetje. Avanher uit Brussel heeft de ultieme test uitgevoerd door met zijn 28inch-
banden op de kasseienwegen rond Brussel te fietsen. Dat was geen probleem, meldt hij, met zijn goede banden (Schwalbe Marathon XR). Theo meldt zich nu ook op het forum en houdt een pleidooi voor oude tweedehands rommel, mits uitgerust met goede wielen en goede crankas. Hij vindt al die verhalen over noodzakelijk fietsmateriaal voor een fors deel maar kletskoek. “Gewoon gaan fietsen”, is zijn advies. Marcel valt hem bij en vindt het jammer dat men ook in dit forum weer vervalt in materiaalkletskoek. Hij vervolgt met: “Dit gaat toch volkomen voorbij aan de essentie van het vakantie houden op de fiets, namelijk plezier hebben van het niet op kantoor zitten, lekker buiten zijn en met andere mensen en culturen in contact komen ? Dat je wielen en banden in orde moeten zijn, daar zal ieder het over eens zijn, maar de rest is hoofdzakelijk irrelevant. Gezondheid is het enige wat echt telt, de rest los je onderweg wel op, veel plezier!” Jpost0760 en frankkremer doen nog een duit in het zakje over de materialen, maar dan neemt oXo het woord: “Okay, mijn visit to Argentina is wel enkele jaren geleden, maar toch dit: In de streek rond Jujuy kan je prachtige fietstochten doen, maar de wegen zijn vaak zeer afwisselend. Eveneens is er niet in elke stad een goede fietsenwinkel, hou daar rekening mee! Maar: een prachtig land, met prachtige mensen!” En daar was iedereen het mee eens.
5 tijdschrift voor fietsreizigers
47
d
TEKST MARK VAN ASCH FOTO’S EN FOTOBIJSCHRIFTEN GERARD POORTHUIS
Een trektocht door sneeuwwit geschilderd landschap
Noorderlicht in Nederland Aangetrokken door het mooie sneeuwverhaal op de site van de Wereldfietser besloten we mee te gaan met een trektocht. De groep kwam bij elkaar op een natuurcamping in het bos bij Ootmarsum, waar we bij een lekker warm houtvuur kennis maakten. Er was een prachtige sterrenhemel waar Gerard het ‘noorderlicht’ in meende te zien. Volgens de rest van de groep was het gewoon een lichtkanon op het dak van de plaatselijke disco.
Vlak voor het donker wordt arriveren we op de verlaten camping. Ieder zoekt een plek terwijl Joost met een gevonden zwabber het terrein sneeuw-vrij probeert te maken. Na het gekletter van de tentstokken en het gehamer op de haringen gaat een deel van de groep koteletten verorberen bij een restaurant verderop. Mark en Frank bakken pannekoeken in de tent terwijl ik buiten wat met mijn wok klungel. 's-Avonds gaat de camping-bar speciaal voor ons open en is het gezellig tot in de kleine uurtjes.
48 tijdschrift voor fietsreizigers
d
schakeltjes Ben je op zoek naar reisgezelschap, zoek je dat ene speciale onderdeel voor jouw heel bijzondere fiets, zoek je bepaalde informatie, of een landkaart die niet in
Leen is de ervaren campeerder van de groep. Zijn brander weigert nooit dienst en 's-morgens biedt hij iedereen een hete kop thee aan. Weg is mijn ochtendhumeur! De kou van de afgelopen nacht (voor zover je van kou kan spreken gezien het alcohol promillage) is ook snel vergeten. We staan gezellig in een kring ons brood op te eten terwijl Gerard de opvouwbare stoel van Leen even test.
De tocht vertrok vanuit café de la Poste, waar we met een aantal andere leden aan onze barre wintertocht begonnen. Het sneeuwde flink waardoor de hele groep in opperbeste stemming was. We reden eerst naar Duitsland en bogen toen langzaam af naar het oosten waar we een stukje van een prachtige route reden. In de middag leenden wij voor even het portiek van een duf uitziend kantoor om droog onze meegetorste etenswaren te verorberen. Hierna reden wij nog een tijdje door prachtig wit besneeuwde landschappen. Onderweg kwamen we groepjes Duitsers tegen die karretjes met alcohol door de sneeuw leken te trekken. We dachten direct aan een ‘zuipvierdaagse’ maar later legde een café eigenaar te Denekamp ons uit dat de Duitsers aan het ‘klootschieten’ waren. En dat is niet ‘met een buks tussen de benen schieten’, maar met een soort schijf (de ‘kloot’) onderhands zover mogelijk gooien en die dan uit de lucht schieten.
Na een uurtje baggeren door het bos komen we weer zo'n paddestoel tegen van de ANWB. "Volgens mij is't linksaf", zegt Gerard. "Weet je dat zeker?", antwoord Joost. "Natuurlijk weet ik dat niet zeker, maar we moeten toch iets proberen?" Hier kan Joost niet tegenop en gedwee baggert de groep weer verder achter Gerard aan door het grote bos.
De tweede dag ligt er hier en daar nog wat sneeuw, maar de wegen zijn weer zwart als vanouds. Er is zo goed als geen wind en het rijdt heerlijk. Je zou bijna denken dat het al lente wordt! Tussen de bomen door zie je wit besneeuwde glooiende weilanden, het lijken wel binnenmeren. Er wordt lustig gebabbeld tijdens het rijden en regelmatig husseld het peloton weer even door elkaar. Ik heb nog nooit zoveel keer de kreet "Auto!" horen roepen.
Nederland en België is te krijgen. Voor elke niet-commerciële mededeling of oproep kun je in deze rubriek terecht. Voor leden van de Vakantiefietser en de Wereldfietser is het gratis, niet-leden moeten we helaas teleurstellen. Stuur de tekst (maximaal 50 woorden) per post, fax (NL020-6958085) of e-mail (schakeltjes@wereldfietser.nl) en wij zorgen voor plaatsing. Je kunt ook het formulier invullen op de website www.wereldfietser.nl. Vlaamse leden worden verzocht hun tekst te mailen
Onbeperkt spareribs
naar redactie@vakantiefietser.be of te sturen naar
Nadat de warme chocomel onze lichamen weer op temperatuur had gebracht, begonnen wij aan onze laatste kilometers richting Lattrop; onze overnachtingsplek. Onderweg vielen we bijna van onze fiets door een groot uithangbord met daarop: ‘Onbeperkt spareribs eten’. Gelukkig was niet lang hierna de camping. Na het opzetten van de tentjes ging een groepje terug naar het zeer aantrekkelijke uithangbord, zodat later die avond iedereen met goed gevulde maag rond het knappend haardvuur zat, waar de mooiste en stoerste fietsverhalen door de lucht vlogen.
de Vakantiefietser.
Racefietsen te koop aangeboden: Koga Miyata RT 56 cm, Shimano 500, mooi, weinig gereden, € 220,-; en Nishiki Champion, 53 cm, Shimano DuraAce + extra wielset, ook weinig gereden, € 250,-. Tel NL 020 - 631 6296
Pierre (62 jaar) zoekt fietsmaat uit OostVlaanderen voor trainingstochten. Ik fiets zoveel mogelijk langs rustige wegen en heb ervaring met fietsreizen in West-Europa.
Collectieve bak
Pierre Van Goethem, Meerskant 43,
Zondag was het helaas alweer de laatste dag. Na een collectieve bak koffie, chocomel en thee fietsten wij in zuidelijke richting. We volgden een groot stuk van de LF14, wat zeker de moeite waard was. De route liep door grote stukken bos en akker en was voor een groot deel onverhard … Fietsplezier voor tien dus. Tegen de middag warmden wij ons op bij een lekkere bak koffie in een paviljoen, want koud was het nog steeds! Daarna vervolgden wij onze route richting het westen. Wij doorkruisten Rossum en Weerselo om vervolgens ergens in een klein stukje bos ons laatste brood op te peuzelen. Na de lunch reden wij nog langs ‘Het stift’, een oude kloostergemeenschap en kwamen zo uit bij het Almelo-Nordhorn-kanaal. Hier splitste de groep. Een deel koos de richting Almelo CS en een deel maakte het rondje af naar Ootmarsum. Het mooie sneeuwverhaal op de site van de Wereldfietser was niet overdreven geweest. Overal om ons heen was het landschap in sfeervol wit gehuld. Een tocht om niet snel te vergeten en om een volgende keer zeker weer aan mee te doen.
9280 Lebbeke. E-mail pierre.vangoethem@belgacom.net
Te koop: kinderfiets (6-10 jaar): z/g staat, kinderfietsstoeltje (tot 4 jaar), nieuwe fietsgidsen, -routes, -kaarten, wandelboeken, trekhaak voor fietsrek, Tombolapakket aan halve prijs: nieuwe rieten picknickmand (met bestek, borden, enz), Engels Basket model. Info: Milo Elie, tel. B 09-3600487, email: eliemilo01@tiscali.be
Wie kan mij informeren over fietsen in (het oostelijk deel van) Zuid-Afrika? Routes, wegkwaliteit, overnachtingsfaciliteiten, klimaat, veiligheid etc. Alles is welkom: reisverslagen, tips, verwijzingen etc. En wie wil er eventueel met mij mee? In augustus van dit jaar. Marc Peeters (45j.) 024-3786076 (Nijmegen) e-mail: m.peeters@nsm.kun.nl
tijdschrift voor fietsreizigers
49
d
Hotel De Zwaan Weekendje weg; 2 nachten vanaf e 72,- p.p. half pension
Gemoedelijk hotel met ongedwongen sfeer. Uitstekende Hollandse keuken. Alle kamers met eigen douche of bad en toilet, KTV en telefoon. Startpunt voor prachtige fiets- of wandeltochten door de uitgestrekte bossen. Attracties op fietsafstand Paleis Het Loo, Nationaal Park met KrĂśller MĂźller Museum, Park Berg en Bos, Apenheul, Recreatieplas Bussloo. Vraag vrijblijvend naar onze folder met prijslijst.
Hotel De Zwaan Arnhemseweg 520 7361 CN Beekbergen tel. 055 5061393 email: hotel.dezwaan@worldonline.nl
50 tijdschrift voor fietsreizigers
d
Ingezonden brieven
Meer oeverproblemen Er zijn een drietal reacties binnengekomen naar aanleiding van het artikel ‘Oeverproblemen’ van W.H. de Vries in het vorige nummer. Hieronder een samenvatting. Mario de Straatjutter, alias Mario Devilles uit Antwerpen: ‘De aangehaalde problemen met Vlaamse veerdiensten lijken mij ver gezocht. Er is geen tekort aan Scheldeveren, er is eerder overaanbod! Wie bij een Franse wijnboer informatie zoekt over Vlaamse streekbieren, die krijgt gegarandeerd een hoop misverstanden. Dit geldt ook voor een Nederlander die bij een boekhandel in Turnhout informatie zoekt over Antwerpse veren. Daar ligt een halve wereld tussen! Je kunt toch niet verwachten dat Antwerpen alles op zijn Hollands organiseert. Antwerpenaren zijn een beetje eigenzinnig, en dat maakt juist de charme uit van deze stad. W.H. de Vries had voor veerdienstinformatie naar de website van de Administratie Waterwegen en Zeewezen kunnen surfen: www.awz.be /recreatie/veerdiensten of: www.scheldenet.be of: www.fietsvlaanderen.be/veren Uitgerekend op een weekdag komt hij bij het weekendveer in Lillo. Deze flinke fietser had in plaats van zich verongelijkt te voelen, in een mum van tijd het volgende veer kunnen bereiken. En Lillo ligt op precies 22 minuutjes fietsen van de mooiste voetgangers/fietstunnel van de wereld. Deze St-Annatunnel met lift is dag en nacht open. Is de lift buiten gebruik, dan zijn er nog de onverslijtbare nostalgische houten roltrappen. Voor dit industrieel erfgoed uit 1931 staan Japanners in de rij om kiekjes te schieten! En vier kilometer verder ligt de Kennedytunnel, met een pijp voor fietsers. Indien onze Hollandse vriend zich ondergronds onveilig voelt, geen nood! Op minder dan tien minuutjes fietsen is er de veerdienst HobokenKruibeke, met om het half uur van 5 uur tot 23.45 uur (weekdagen) of tot 22 uur (weekend) een overzet naar de linkeroever. Indien hij ook nog Antwerpse fietsers aanspreekt, dan krijgt hij van ons een lang verhaal over pittoreske veerboten. Vraag inlichtingen ter plaatse, en ga daarover niet kletsen in Turnhout!’
Bruno Loockx ‘Ik ben erg positief over de Antwerpse Scheldeveren. Ik heb zelf ervaren dat de toeristische veerdienst Lillo-Doel op weekdagen gesloten is. Bij een vriendelijke navraag in Lillo haven, vond ik een bootsman die me spontaan en GRATIS heeft overgezet.’
Jaap Bouman, Goes ‘Voordat W.H. de Vries zijn verkenningstocht door Zeeuws en Belgisch Vlaanderen voortzet langs de Westerschelde, volgen hier enkele tips en waarschuwingen want ‘een zeldzaam stukje tegenwerking’ komt ook in Nederland voor. Zeeuwen en toeristen plannen hun fietstochten met de Almanak van de Zeeuwse pontjes: ‘Fiets een rondje met een pontje’. Gebruik wel de laatste uitgave van 2004, want de veerboot Kruiningen-Perkpolder is ‘aufgehoben’ zoals automobilisten langs de snelweg in goed Duits kunnen lezen. De Westerscheldetunnel van Ellewoutsdijk (Zuid Beveland) naar Terneuzen is voor fietsers een verhaal apart. Je kan en mag alleen met de bus door de tunnel vanaf het Tolplein tussen Heinkenszand en Borssele (of het busstation Terneuzen), mits je je minimaal 1 uur van tevoren aanmeldt bij Connexxion (0113-233333).
Neem dus wel je mobieltje mee want telefooncellen vind je niet langs de zeedijk. En als je bij stevige tegenwind te laat aankomt, kun je je opnieuw aanmelden met opnieuw 1 uur wachttijd. Maar ook met wind mee loop je dat risico want de toegang tot het Tolplein is bijna onvindbaar en op geen enkele manier met verkeersborden voor fietsers aangegeven. Tip: volg de weg van 's-Heerenhoek naar Borssele (kruist LF 13) en ga vóór het viaduct van de tolweg links af. Op het tolplein via de te kleine lift (ligfiets moet recht overeind gezet worden!) de traverse over naar de bushalte aan de rechterzijde richting Terneuzen. De fiets in de bus gaat meestal gemakkelijk via de achterdeur. Soms is er een oude bus met middenleuning en kun je de bocht naar het gangpad niet maken; maar wie daar op let is een kniesoor! Neem een strippenkaart mee. Nog een tip: westwaarts fietsend kun je na Dow Chemical prachtig buitendijks naar Breskens fietsen. De veerboot naar Vlissingen is autoloos en wordt medio 2004 een catamaran voor voetgangers en fietsers. Fiets een rondje met een pontje is verkrijgbaar bij de gelijknamige stichting, Postbus 123, 4330 AC Middelburg, tel. 0118-659984. tijdschrift voor fietsreizigers
51