Ichtusmagazine n3 2012 e

Page 1

v.u. Tom De Craene I Abrikoosstraat 50 I 9000 Gent I P706146

Gods economen Ichtus Vlaanderen zoekt voorzitter Bedauerlicherweise nicht auf Deutsch verf端gbar

Tranen laten spreken

als woorden niets meer zeggen

Evaluatie Marcusproject

ichtus magazine 3-maandelijks I nr. 3 2012

www.ichtus.be


4

Ichtus Magazine is een uitgave van Ichtus Vlaanderen vzw en heeft als doel om afgestudeerden, Ichtianen en geïnteresseerden op de hoogte te brengen van de werking in Ichtus.Ichtusmagazine verschijnt driemaandelijks.

Bedauerlicherweise nicht auf Deutsch verfügbar

6

Ichtus Vlaanderen zoekt voorzitter

7

Evaluatie Marcusproject

10

Tranen laten spreken

12

Gods economen

15

‘t Keuzevak

als woorden niets meer zeggen

Website: www.ichtus.be Redactie: Wouter Van Hoof, Rudina Coraj, Michael Rubens, Esther de Fijter. Fotografie: Job Thomas Layout: Gersom Brussaard. Contact: magazine@ichtus.be Giften steeds welkom op rekeningnummer 230 - 0088770 - 35 Ichtus Vlaanderen Ter Kale 14 9850 Nevele. Ichtus Vlaanderen is aangesloten bij IFES (International Fellowship of Evangelical Students) - www.ifes.org

2

stuur je mooiste kotfoto’s door


Contactadressen Ben je student of ken je een student? Ga je volgend jaar studeren? Hier vind je alle informatie die je nodig hebt.

Antwerpen

dinsdagavond www.ichtus.be/antwerpen

Brussel

info@ichtus.be

Brugge

dinsdagavond brugge@ichtus.be

Beste lezers,

Gent

woensdagavond www.ichtus.be/gent

Vorige keer vertelde ik hoe we komend jaar de Bijbel centraal wil-

terrorisme, mensenrechten, het opwarmen van de aarde, het

Hasselt

len stellen; dat we willen stilstaan bij de Bijbel als boek van God en

wereldwijde financiële systeem en bedrijfsethiek. De universiteit

boek van mensen, als Gods verhaal waar we deel aan mogen heb-

bestaat uit deze conversaties. Nu is het onze roeping… om be-

ben, als Gods verhaal waardoor we onze verhalen en de verhalen

trokken te geraken bij deze conversaties, waarvan we veelal niet

‘daarbuiten’ mogen lezen. Dit zal één grote focus zijn. Daarnaast

de initiators zijn, en om ze van richting te veranderen. Ik geloof

woensdagavond www.ichtus.be/kortrijk

beginnen we komend jaar met wat we ‘Engaging the University’

dat het mogelijk is om elk gesprek – of het nu een schuine grap

noemen. Dit houdt in dat we niet slechts de studenten binnen de

is of een conversatie over kosmologie – op te pakken en dat we

Leuven

instituten van hoger onderwijs als ons zendingsveld zien, maar

door indringende vragen kunnen komen tot de kernvraagstuk-

ook de instellingen zelf. Het onderstaande citaat uit een ongepub-

ken waar het evangelie zich over uitspreekt. Wat betekent

liceerde paper van Vinoth Ramachandra (IFES Senior Leadership

het om mens te zijn? Hoe bepalen we wat goed en kwaad is?

en Secretary for Dialogue and Social Engagement) toont voor mij

Waarom vertrouwen we onze rede? Waarom zetten we ons in

perfect aan hoe deze twee thema’s hand in hand kunnen gaan.

voor gerechtigheid? Waarom zijn we aangetrokken tot schoon-

hasselt@ichtus.be

Kortrijk

woensdagavond www.ichtus.be/leuven Studentenwerkers:

Tom De Craene - tom@ichtus.be Sem Thomas - sem@ichtus.be Rudina Coraj - rudina@ichtus.be Wouter Van Hoof - wouter@ichtus.be Ulika Geladé - ulika@ichtus.be

heid? We zijn geroepen om mee te doen aan deze conversa“De universiteit bestaat uit vele verschillende conversaties,

ties, nederig en moedig… Net zoals we de christelijke boodschap

die plaatsvinden in de klaslokalen, in de labo’s, tijdens semi-

de universiteit binnenbrengen, dwingen de conversaties die

naries en in de studentenverenigingen op de campus – aller-

bezig zijn aan de universiteit ons terug te gaan naar de Bijbel…”

lei conversaties over voetbal, seks, schuine grappen, Facebook; ook heel serieuze conversaties over stamcelonderzoek,

Tom De Craene Algemeen Secretaris

3


Bedauerlicherweise nicht auf Deutsch verfügbar *

door Esther de Fijter

Van België wordt gezegd dat het een meertalig land is. Er worden drie talen gesproken en die hebben ook allemaal een officiële status. Drie talen? Ja, drie talen. Ook al worden ze vaak vergeten, naast Vlamingen en Franstaligen zijn er ook nog de Duitstalige Belgen. Amper 80 000 mensen hebben in België de taal van Goethe als moedertaal. Volgens de taalwetten beschikken zij over dezelfde taalrechten als de Vlamingen en de Franstaligen. Ten minste, dat zegt de theorie. In mijn masterscriptie heb ik onderzocht in hoeverre de taalwetgeving voor het Duits in de praktijk wordt nageleefd. Uit eerdere studies was al gebleken dat er een grote vertaalachterstand bij de vertaling van federale wetten naar het Duits bestond. Bovendien bleek een groot aantal administratieve diensten en federale websites niet in het Duits toegankelijk te zijn. Ik heb mijn thesis op de vraag toegespitst in hoeverre de Duitstalige bevolking in het dagdagelijkse leven met niet-naleving van de taalwetten in aanraking komt en in hoeverre dit een probleem vormt. Uitgaande van de veronderstelling dat de pers in een democratisch systeem blijk geeft over wat er binnen de bevolking leeft, werd de Belgische pers als indicator van de situatie genomen. In de Vlaamse en de Franstalige pers werden over

4

de afgelopen tien jaar in totaal 25 artikels over de toepassing van de Duitse taal in België gepubliceerd. Het grootste deel van die artikels ging niet dieper op de problematiek in, maar gaf op ironische toon bericht van de vertaalachterstand naar het Duits. Een voorbeeld hiervan is het artikel « Eupen weet nu pas dat ‘Prinz Laurent’ mag trouwen » uit Het Laatste Nieuws van 20 juni 2006. In tweede instantie werd de Duitstalige pers onder de loep genomen, bestaande uit twee bronnen: het enige Duitstalige dagblad in België Grenz-Echo en de webpagina van de Belgischer Rundfunk, de publieke omroep van de Duitstalige Gemeenschap. Het aantal relevante artikels was hier verbazend groot en wees erop dat de Duitstalige bevolking bijna dagelijks in aanraking komt met schending van haar taalrechten. Voorbeelden zijn verkeersborden in het Frans of niet vertaalde administratieve documenten. Bij de vertaling van federale wetten werd de afgelopen drie jaar enige verbetering geboekt, maar de vertaalachterstand is desondanks nog altijd zeer groot. Belangrijke informatie voor slachtoffers van een arbeidsongeval of richtlijnen voor o.a. de horecasector zijn niet in het Duits beschikbaar. De websites van verschillende federale overheidsdiensten, die van het Waalse gewest en van de provincie Luik zijn niet in het Duits raadpleegbaar.

*

Helaas niet in het Duits beschikbaar, titel van de drietalige case study over het vertaalbeleid voor Duitstalig België

Deze thesis kan op www.scriptiebank.be worden ingezien.


Men zou zich kunnen afvragen of dit omslachtige en prijzige taalbeleid voor een bevolkingsgroep kleiner dan die van de gemeente Aalst überhaupt wel nodig is. De Duitstalige Gemeenschap heeft wellicht recht op het gebruik van haar eigen taal, maar promoot de Duitstalige Gemeenschap zichzelf niet vaak als meertalige gemeenschap? Inderdaad wordt de meertaligheid in de DG intensief en op verschillende manieren bevorderd. Toch mag niet worden vergeten dat meertaligheid vaak samen gaat met een hoger opleidingsniveau. Zo hebben degenen die aan een Franstalige universiteit hebben gestudeerd wellicht een betere kennis van het Frans dan degenen die een beroepsopleiding in een Duitstalig bedrijf achter de rug hebben. Niet-vertaling naar het Duits raakt dan vooral de sociaal zwakkeren en kan in die zin als asociaal worden bestempeld. In een democratie wordt de burger geacht de wet te kennen en na te leven. Niet-vertaling van de wettelijke bepalingen weerhoudt de Duitstalige burger echter van de rechtstreekse toegang tot de wetgeving. Bovendien wordt hij door taalbarrières van de participatie in het democratische systeem weerhouden. De vertaalachterstand voor Duitstalig België kan dan ook niet alleen als asociaal, maar ook als niet-democratisch worden beschouwd. Toch biedt vertaling alleen geen oplossing. Het huidige taalbeleid is financieel (bijna) niet draagbaar en versterkt bovendien de kloof tussen de taalgemeenschappen. In de praktijk is België geen drietalige staat, maar een drie keer eentalige staat. Om dit aan te kaarten, heb ik mijn thesis in de drie landstalen geschreven. Daardoor riskeer ik natuurlijk dat een aantal mensen

mijn werk maar gedeeltelijk zal kunnen lezen, maar de voornaamste boodschap zullen juist zij begrijpen: Mannen, leer uw landstalen! « Elke taal is als een open raam dat een nieuwe kijk op de wereld opent en de levensopvatting verruimt », schreef de Amerikaanse auteur Frank Harris. In plaats van de drie talen in België als probleem te zien, zouden we ze als een waardevolle bron voor onze persoonlijke, culturele en economische ontwikkeling kunnen waarderen. Als je enkel binnen de landsgrenzen denkt, kan het compleet overbodig lijken om Duits te leren, maar buiten ons landje is het nog altijd de taal met de meeste moedertaalsprekers van de Europese Unie. Volgens mij is de voornaamste oorzaak van de taalproblemen in België dat de taalgemeenschappen te sterk op zichzelf en hun eigen belangen gefocust zijn. Ja, de emancipatie van het Vlaams was een goede zaak en ja, men mag ervoor vechten dat een Duitstalige in zijn taal te weten komt wat zijn rechten en plichten zijn. Maar als het taalbeleid ertoe dient om de taalgroepen van elkaar af te grenzen, gaat er volgens mij iets grondig mis. Juist als christen hebben we reden genoeg om ons open te stellen voor het contact met de ander. Christus heeft ons van ons egocentrisme vrijgemaakt en maakt eenheid mogelijk over taal- en cultuurgrenzen heen. Afgelopen maart hebben we daar iets van gemerkt op het gezamenlijke weekend van Ichtus en de GBU. Het is dan alleen handig als je binnen die eenheid ook met elkaar kunt communiceren.

5


?

voor°zit°ter <de~(m.,v.); ~-s> hoofd van het bestuu r van een vereniging

Micheline, Stefan, Liesb eth, Rijn en Marian zijn in hun vrije tijd bestuurslid van Ichtu s Vlaanderen vzw. Mich eline heeft al 6 jaar de functie van voorzitter op zich genom en. Op dit moment zijn ze op zoek naar een nieuwe voorzitt er om Micheline af te lossen. Wil jij je engageren vo or Ich tus Vlaanderen? En ben je een geknipte voorzitte r? Doe hier de

test!

ja/nee * s! oo tel ma j mi ja/nee ) Ichtus Vlaanderen interesseert * ? gen dra te n lijkhede ) Ik ben bereid om verantwoorde (Tom) te begeleiden.* ja/nee s ari ret Sec n ee em Alg de ers urd andere bestu ja/nee ) Ik ben bereid om samen met de are oplossingen * ikb bru e, ttig nu van n de vin en ar ja/nee ) Ik ben goed in het zoeken na der dient te evolueren. * ver rk we t he n ari wa ng hti ric de r ove ja/nee ) Ik ben bereid om na te denken ja/nee ) Ik kan goed communiceren. * * . ren ne leden coördi ) Ik wil graag een team bestuurs ering, raad van bestuur,…), gad ver e en gem (al en zitt te r voo n ja/nee ) Ik ben bereid om vergaderinge * . ers urd stu al dan niet samen met andere be ja/nee erdagvoormiddag. * zat op al est me n, ere gad ver te ken de 6 we ja/nee ) Ik ben bereid om ongeveer om .* ers urd stu de andere be ja/nee ) Ik wil graag samenwerken met * . ken ma te s bestuursverslag ) Ik ben bereid een (half)jaarlijk *Minimum 7 keer ja geantwoord? Dan kom jij in aanmerking voor de vacature van voorzitter. Meer weten over deze vacature of wil jij je kandidaat stellen? Mail naar de huidige voorzitter van het Ichtus bestuur: micheline.vandermosen@telenet.be

Ichtus Vlaanderen vzw zkt voorzitter

Vacature


Ichtus den we vanuit er se ni ga or g ar is de Twee jaar teru oject. Vorig ja pr us rc Ma t he Job, die Vlaanderen n gesprek met Ee . nd ro ge af n . evaluatie erva dringt zich op s, wa or at in rd de projectcoö

Vat nog eens kort de opzet van het Marcusproject samen.

We zagen in Ichtus in de jaren ervoor een grote nadruk op discipelschap, maar de groepen bleven uiteindelijk erg intern gericht. Tom vroeg me daarom om binnen Ichtus na te denken over evangelisatie. Gelijktijdig daaraan begon IFES Nederland met het Marcusproject, waarvan de opzet ons goed leek, dus vonden we het een goed plan ons daarbij aan te sluiten. Het goede was dat het project niet gericht was op een moment, op een event organiseren, maar een integrale aanpak nastreefde. We hebben toen contact opgenomen met IFES Nederland, ideeën en materiaal uitgewisseld en samengewerkt om nog materiaal te ontwikkelen. Wat waren dan de concrete doelen van het Marcusproject?

7

Dat waren er vijf: ten eerste dat alle

Evaluatie Marcusproject

groepen, alle kringen daarin aan de slag gingen met het Marcusevangelie en er de relevantie voor hun eigen leven van ontdekten. Ten tweede dat er duizend Marcusevangelieën zouden worden verspreid onder studenten in Vlaanderen. Ten derde dat elke groep een evangeliserende activiteit zou organiseren. Ten vierde dat ze zouden zorgen voor een gepaste follow up voor geïnteresseerden en ten vijfde dat ze relevante netwerken zouden uitbouwen, dat kon met bijvoorbeeld kerken, maar ook met universiteiten. Dat waren de doelen. Ze zijn niet helemaal gehaald... Welke doelen acht je bereikt?

De eerste doelstelling acht ik bereikt. De tweede mits wat vertraging. We hadden daarbij voornamelijk op de grote groepen gerekend, omdat er op dat moment veel van de kleinere groepen nog in een opstartfase waren.

De derde is wel gelukt, de vierde bij een aantal: Ichtus Leuven had een Student Alpha, Ichtus Antwerpen had de mogelijkheid voor Open Kringen. De vijfde is ook gelukt voor de grote groepen, maar ik denk dat dat er mee te maken heeft dat die er sowieso al mee bezig waren om erkenning aan te vragen bij de universiteit of de stad, ik denk dat ze er nog alle drie mee bezig zijn. Ichtus Kortrijk heeft zich ook door de jeugddienst van de stad laten erkennen. Waar zag je nog verbetering?

ruimte

voor

Eén van de dingen die we duidelijk merkten is dat evangelisatie nog steeds te veel gezien wordt als een activiteit. Zelfs binnen de staf waar we er allemaal van overtuigd zijn dat het een levensstijl is merkten we dat het moeilijk was om die overtuiging over te brengen en ernaar te handelen.


Een tweede punt dat nog werk verdient is communicatie. Ichtus Vlaanderen was net gegroeid binnen de stafwerking, dus het was niet altijd evident om te weten wiens taak het was om met de groepen te communiceren, de studentenwerkers dan wel de coördinator. Het was ook moeilijk binnen de groepen studenten te vinden die hun groep konden enthousiasmeren. Hoe hebben de groepen het project opgepakt?

Wat betreft het thema zeer goed, ze waren erg tevreden dat we materiaal hadden voorzien voor de kringen, in die mate zelfs dat we nu al voor het derde jaar op rij voor materiaal gaan zorgen voor de kringen. Ook het vormen van netwerken, aangezien dat al een lopend proces was, pikten ze goed op. Qua evangelisatie... Ik blijf de indruk hebben dat het een vies woord is in België, iets wat je moet doen als christen, maar wat de meeste studenten liefst achterwege laten. Ik denk niet dat dat is omdat ze niet willen delen wat ze geloven, maar door

8

de manier hoe het gebeurd is in het verleden. Zijn er concrete bewegingen geweest voor evangelisatie dat jaar?

Gent had dat jaar al – Antwerpen later ook – Bruce Kuhn uitgenodigd, een acteur die het Marcusevangelie uit zijn hoofd heeft geleerd en het voordraagt. Door het zo actief gebracht te beluisteren wordt je meegenomen in het verhaal. Iets op zich erg vergelijkbaars dat Ichtus Leuven heeft gedaan is het Marcusdrama, waar onervaren acteurs – de studenten zelf – het verhaal spelen. Bijkomend voordeel is dat het daarvoor makkelijk is mensen uit te nodigen: “Ik speel mee in een toneel. Wil je eens komen?” Er zijn daarop mensen naar Student Alpha beginnen komen. Er was in Leuven ook een tijdje een filmkring rond thema’s uit Marcus. Het Marcusdrama is ook door verschillende kerken opgepikt, het is al gespeeld in een viertal kerken. Wat was juist jouw taak als projectcöordinator?

Het eerste jaar was vooral de theoretische fase, van bedenken en plannen. Dat behelsde ook het netwerken, het inlezen over evangelisatie, staf en studenten enthousiasmeren en kerken contacteren. Het meest concrete van dat jaar was het opstellen van de vijf doelen en een lijst met tips voor de groepen over hoe ze die doelen konden realiseren. Ik ben dan ook bij vergaderingen van de groepen geweest. Het tweede jaar, het praktische jaar kwam ik nog bij de groepen, bracht ze met elkaar in contact, bemoedigde en begeleidde hen. Ik mocht in veel groepen een lezing gaan houden. Ik hield er een oog op dat op de activiteiten van Ichtus Vlaanderen ook voldoende aandacht was voor het project. En uiteindelijk het evalueren ook. Hoe evalueer je een dergelijk project?

Op basis van de doelstellingen heb ik vragenlijsten opgesteld voor verschillende betrokkenen, zowel staf als studenten. Dat ging over de verschillende dimensies van het project, ook een aantal vragen over communicatie.


Een van de opvallend positief ervaren punten was de grote studentenparticipatie in heel de opzet van het project, dus dat nemen we zeker mee. De evaluatie eindigde uiteraard met een aantal aanbevel ingen naar een mogel ijk volge nd proje ct. Stel dat je opnieuw zo een project zou leiden. Wat is iets dat je zou behouden en wat is iets dat je radicaal anders zou aanpakken?

Studentenparticipatie, al mag dat zeker ook nog uitgebouwd en verbeterd. Het aspect van een sterk gemeenschappelijk project, dat alle groepen aan hetzelfde waren aan het werken, was ook een sterk punt. Ik weet niet precies hoe het aangepast moet, maar de groepen zouden beter moeten worden begeleid in evangelisatie als breed gegeven. Je zou al bijna een bepaalde traditie of een bepaalde geschiedenis moeten ontwikkelen vanuit ervaring om er goed mee aan de slag te kunnen gaan. Ik hoop dat groepen bezig blijven met evangelisatie en dat we bij een volgende gelegenheid een

globaal plan per groep zouden kunnen ontwerpen, in plaats van enkel voor heel Vlaanderen.

Er wordt sinds het Marcusproject elk jaar kringenmateriaal aangeboden aan de groepen vanuit Ichtus Vlaanderen. Zijn er zo nog aspecten aan het Marcusproject die los van projecten aanwezig zouden mogen zijn?

Weerom, en dat gebeurt al in grote mate, studentenparticipatie: bij nagenoeg alles wat door Ichtus Vlaanderen wordt georganiseerd zitten ook studenten in de organisatie. En dan ook een sterke connectie tussen discipelschap en evangelisatie. Ik vrees dat er snel wordt teruggevallen op enkel discipelschap, dus ik denk dat we de idee moeten bewaren dat discipelschap in een context van evangelisatie plaatsvind t en niet omgek eerd. Disci pelsc hap is een van de aspecten die thuishoort binnen evangelisatie – of noem het zending – in de brede zin. Nu alle eindjes van het Marcusproject zijn vastgeknoopt: wat ga jij nu doen?

Ik heb twee nieuwe hoofdtaken. De eerste is curriculum ontwikkelen: een planning van dingen die we elke student over een periode van drie jaar zeker willen hebben aangeboden. Nu gebeurt dat nog iets te veel ad hoc. Voor de tweede hebben we nog steeds geen goede Nederlandse term. “Engaging the University”: als studentenvereniging hebben we ons niet tot bachelor- en masterstudenten te beperken. Er zijn ook doctoraatsstudenten en docenten blijven in zekere zin ook altijd studenten. Het project heeft tot doel christelijke academici en administratief personeel van het tertiair onderwijs met elkaar en met de groepen in contact te brengen. Het zou jammer zijn dat studenten in hun tijd bij Ichtus alleen maar theologen zouden hebben gehoord, terwijl er zoveel beroepsvelden zijn van waaruit mensen iets over hun christen zijn zouden kunnen vertellen. Dat zijn weer twee verkennend werk dus.

taken

vol

9


door: Mrjam Kool

Tranen laten spreken als woorden niets meer zeggen

Als donkere wolken die plots een zonnige dag verdrijven, zo voel ik de

paniek steeds dichterbij komen. Nog even probeer ik mijn gezicht in plooi te houden, mijn glimlach vast te houden, maar tevergeefs. De paniek is losgebarsten en ik kan het niet meer tegenhouden. Net zomin kan ik de beelden en geluiden tegenhouden die onvermijdelijk en eindeloos in mijn hoofd afgespeeld worden. ‘Gillende vrouwen, kinderen die beginnen te huilen. Ik kon geen van beide. Ik kon alleen maar versteend toekijken hoe mensen als lappenpoppen door de lucht vliegen. De feestkleding is gescheurd en de levendige dansende lichamen van daarstraks liggen nu roerloos op het asfalt, slechts een paar meter voor mij. Onschuldig bloed doordrenkt het asfalt en is net zo diep in mijn gedachten getrokken.’ Ik wil niet meer voelen. Ik wil niet meer denken. ‘God, waarom? Waarom leef ik nog?’ Maar alleen een stilte volgt, een oorverdovende stilte. Terwijl ik de beelden terug probeer te schuiven naar een vergeethoek, dringen eindelijk de stemmen om me heen door. Een rustige stem die me terug haalt van afschuwelijke herinneringen. Het trillen wordt minder, mijn ademhaling regelmatiger. Tranen kunnen gedroogd worden, maar van binnen voel ik me zo dood, zo moe. Koninginnedag 2009, een mislukte aanslag op het koninklijk huis in Apeldoorn. 8 doden, 12 gewonden. Maar het litteken dat ik zelf meedraag is niet zichtbaar. Paniekaanvallen, nachtmerries en angst zijn alledaagse begrippen geworden. Vragen richting God blijven mijn hoofd overspoelen in de maanden na Koninginnedag. ‘Waarom leef ik nog en wat doe ik met het leven dat mij gegeven is?’ Waar angst en pijn mij aanvallen, houdt dat me ook heel dicht bij God. Meer dan ooit besef ik hoe afhankelijk ik ben van God, hoe hard ik Hem nodig heb. Want hoe goed mensen om me heen ook willen zijn, ze kunnen dit niet voor mij oplossen of wegnemen.


Een jaar later, zomer 2010, zit ik voor het eerst bij een psychologe. Op dat moment heb ik een jaar in een achtbaan achter de rug, voor mijn gevoel: een van wekelijkse paniekaanvallen die voor een dagelijkse strijd zorgen. In medische termen blijkt het om PTSS te gaan. (Posttraumatische Stress Stoornis) Ik herinner me dat ik vroeger op een kinderkamp eens een splinter in mijn vinger kreeg. Het was een redelijk kleine splinter, dus vond ik dat het niet erg belangrijk was, toch niet belangrijk genoeg om mee naar de leiding te gaan. Na een aantal dagen probeerde de huid zich te herstellen en groeide dicht over de splinter heen. Hoewel de huid hersteld leek kon ik de vinger niet gebruiken, het deed veel pijn en zag knalrood. Toen ik daar uiteindelijk mee naar de leiding ging sneed ze eerst de huid open om daarna de splinter er toch uit te kunnen halen. Zo voelde het voor mij om naar een psycholoog te gaan. Ik had er lang zelf mee rond gelopen en waar het uiterlijk steeds minder zichtbaar werd, werd de pijn niet minder. Ik durfde er niet over te praten omdat ik vond dat ik normaal moest doen en gewoon verder met mijn leven moest gaan. En na een paar maanden wordt er vaak niet meer naar gevraagd. Toch zijn er wel een paar vrienden en familieleden geweest die me bemoedigd en geholpen hebben op vele manieren. Door te luisteren, te bidden en er gewoon te zijn, maar ook om die stap naar hulpverlening te zetten. Tegen mijn verwachting in voel ik me snel op mijn gemak bij de psychologe. De schelp waarin ik mijn gevoelens al vele jaren had geborgen ligt nu gebroken op de grond. Ik bekijk de scherven en ga in gedachten terug naar de plaatsen waar de lagen gevormd werden die de schelp hard en onkwetsbaar maakten. Ik voel me opengebroken, kwetsbaar en naakt als ik opnieuw woorden probeer te vinden. Maar aan de andere kant is het een plek waar ik mag praten, ruimte en tijd krijg om me te verwoorden en gebeurtenissen te benoemen en een plek te geven, ook al snijden ze soms nog diep. ‘Waar was U, God? Laat me zien waar U was..’ En plots zie ik het heel helder voor me. Hij was daar in Apeldoorn, naast mij. Hij hield mij stevig vast en huilde met me mee.

11


n n e e m m o o n n o o c c e e s s d d o o G G

door Michael Rubens

De invloed van de culturele, sociale, economische en ook levensbeschouwelijke achtergrond op wetenschappers, en zelfs gehele denkstromingen, doorheen de wereldgeschiedenis wordt heden ten dage als een niet te negeren gegeven beschouwd. Desondanks is het gestructureerd bestuderen van grote denkers vanuit deze optiek een slechts relatief recent verschijnsel. In de economische wetenschap is dit niet anders. Ook de ontwikkeling van het protestantisme heeft onlosmakelijk haar stempel gedrukt op zowel de ontwikkeling van het economisch denken als op individuele economen. Bijzonder is echter ook de invloed ervan op de economie, waarmee niet de wetenschap maar de maatschappelijke omgangsvorm zelf bedoeld wordt. Het bekendste onderzoek omtrent dit laatste verband is verricht door socioloog en econoom Max Weber (18641920). Oorspronkelijk waren de onderzoeksinteresses

van Weber voornamelijk economische geschiedenis en economisch recht, waarin hij reeds de invloed van culturele factoren hierop beschreef. De geschiedenisboeken zou hij echter ingaan met zijn magnum opus Die protestantische Ethik und die Geist des Kapitalismus (1905). In dit werk, dat gezien kan worden als een reactie op zowel het marxisme als het materialisme, wordt vertrokken vanuit de paradox dat vele ondernemers – bijna zonder uitzondering devote protestanten in het Duitsland van weleer – zowel strikt ascetisch als winstbelust waren. Weber beschouwt aldus de protestantse werkethiek en het puritanisme als funderingen van en katalysatoren voor het kapitalisme. In het algemeen heeft het protestantisme op moreel vlak een basis gelegd voor het cultureel patroon van de opkomende kapitalistische burgerij. Allereerst was er de verdeugdzaming van soberheid, spaarzaamheid,

werklust en initiatiefzin. De door Calvijn aangebrachte predestinatieleer gaf aanleiding tot het denkbeeld van succes in de zaken als een manier om uitverkoren te worden door God. Maar ook op de economische wetenschap zelf is de beschreven invloed merkbaar1, hoewel het aantal wetenschappelijke publicaties hieromtrent niet groot is2. Overigens speelde deze invloed niet enkel in Engeland of Duitsland. Zo was een van de belangrijkste Franse economen, Jean-Baptiste Say (1767-1832), vooral bekend geworden door de naar hem vernoemde wet, een door het edict van Nantes naar Genève geëmigreerde Hugenoot. Ter illustratie hiervan vindt u hieronder drie portretten van bekende economen die naast hun academische bezigheden ook dominee waren, en hun wetenschappelijke verwezenlijkingen.

1* Bemerk dat dit echter ook een invloed op de economie zelf kan impliceren, met name wanneer het organiseren hiervan beïnvloed wordt door de bevindingen van denkers, zoals het zich in de geschiedenis vaak voordeed. 2* Voor de liefhebbers kan bijvoorbeeld volgend werk aanbevolen worden: Religion in Economics, ‘A Study of John Bates Clark, Richard T. Ely and Simon N. Patten’, John Rutherford Everett, King’s Crown Press, 1946.

12


.

.

Robert Malthus (1766-1834) studeerde theologie aan de universiteit van Cambridge. Naast zijn academische bezigheden was hij werkzaam als dominee voor de Church of England. Malthus stelde onder meer vast dat in de landbouw afnemende meeropbrengsten spelen, zowel bij het uitbreiden van het landbouwareaal met minder vruchtbare grond als door het intensiever bewerken van de grond. De eigenschap van afnemende meeropbrengsten, die stelt dat het voordeel van elke extra hoeveelheid input afneemt naarmate je meer input aanbrengt, is later veralgemeend naar alle vormen van fysiek en menselijk kapitaal en is een belangrijk concept in de economische wetenschap geworden. Maar vooral bekend is Malthus geworden door de concrete invulling van voorgaande theorie die hij gaf voor de bevolkingsleer. Zo stelde hij dat de bevolkingsgroei ingeperkt moest worden gezien de voedselproductie niet even sterk groeide, zoniet zou de later naar hem vernoemde Malthusiaanse catastrofe plaatsvinden. Tot op vandaag is de theorie van Malthus, en de vele evoluties die deze sindsdien heeft ondergaan door latere denkers, een onderwerp van debat binnen de economische wetenschap.

Philip Henry Wicksteed (1844-1927) was de zoon van een dominee en oefende later in diens navolging hetzelfde beroep uit. Hij bewees dat, ondanks de bovenvermelde theorie van afnemende meeropbrengsten, er constante schaalopbrengsten bestaan. Deze wordt nog steeds gebruikt bij het verklaren van economische groei. Ter verduidelijking: stel, je verdubbelt de natuurlijke hulpbronnen (vb. olie), het aantal arbeidskrachten, het menselijk kapitaal (vb. scholing) en het fysiek kapitaal (vb. machines) in een land, dan zal volgens deze theorie het bbp, d.w.z. de totale marktwaarde van alle finale goederen en diensten geproduceerd gedurende een bepaalde periode in dat land, eveneens verdubbelen. Wicksteed is trouwens niet enkel een belangrijk figuur geweest door zijn eigen onderzoek maar ook door de invloed die hij uitoefende op latere denkers zoals Jevons en, in mindere mate, Schumpeter.

.

Er waren echter ook economen die hun protestantse achtergrond na verloop van tijd ten stelligste verwierpen. Als voorbeeld geldt William Godwin (1756-1836). Godwin was de zoon van een predikant en genoot een opleiding tot dominee. Hij verloor echter zijn geloof en werd journalist. Godwin ging deel uitmaken van wat later bekend zou worden als het ‘utopisch socialisme’, een economische en sociale school die, geschokt door de sociale wantoestanden tijdens de industriële revolutie, vooral de nadruk legden op het individuele geweten (De term ‘utopisch socialisme’ werd overigens uitgevonden door Karl Marx, waarmee hij de volgens hem ‘kleinburgerlijke’ socialisten uit deze school hekelde). Godwin was ook een criticus betreffende het privébezit. Hij pleitte voor de afschaffing van het erfrecht en de oprichting van privécommunes en coöperatieven. Overigens betwistte Godwin Malthus’ bevolkingsleer door te stellen dat mensen hun bevolkingsgewoonten aanpassen naargelang hun levensstandaard verhoogt.

13


14


In deze ru briek wille n we de ru Daarvoor imte geve doen we g n voor een raag een b ergens ee inkijk in h eroep op j n foto van et studen ullie. Elk m te nemen tenleven. agazine w en die in t i l l e Voor e sturen. n we jullie volge vragen nd nu mmer zoude n we graag een f oto zi en va n jull ie kot (of st udier uimte

).

gersom@ichtus.be r aa n n re u st op je Foto’s mag

15


Gif

iBAN

ten

we lk

om

230-

0

0 BE5 BIC G 887707 23 3 E Ichtu 00 0 BABEB 5 s B 887 (M.Z Vlaan 7035 dere .) P 2100 lan n Deu kenberg vzw rne straa t 16 1 -

de Schrijf je in op ri gebedsb ef blijf van Ichtus en betrokken

s.be Surf naar ichtu


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.