IM januari 2012

Page 1

v.u. Tom De Craene I Abrikoosstraat 50 I 9000 Gent I P706146

Stafwerker voorgesteld John Stott

1921-2011

Agnus Dei

Geel maar niet heel

Reizen door de tijd Bruce Kuhn

ichtus magazine 3-maandelijks I jan - feb - mrt 2011

www.ichtus.be


Inhoud Colofon Ichtus Magazine is een uitgave van Ichtus Vlaanderen vzw en heeft als doel om afgestudeerden, Ichtianen en geĂŻnteresseerden op de hoogte te brengen van de werking in Ichtus.Ichtusmagazine verschijnt driemaandelijks.

4

Reizen door de tijd met Bruce Kuhn

6

John Stott

8

Geel maar niet heel

11

Stafwerker voorgesteld

12

Op de Frigo

het Marcusdrama

Beschouwing over Agnus Dei van Willem Zijlstra

Ulika GeladĂŠ

Website: www.ichtus.be Redactie: Wouter Van Hoof, Rudina Coraj, Elke Couchez, Karel Strobbe. Fotografie: Rudina Coraj en Job Thomas. Layout: Gersom Brussaard. Contact: magazine@ichtus.be Giften steeds welkom op rekeningnummer 230 - 0088770 - 35 Ichtus Vlaanderen Ter Kale 14 9850 Nevele. Ichtus Vlaanderen is aangesloten bij IFES

Van de redactie: Onze excuses voor het lang uitblijven van dit nummer. Als redactie zijn we actief op zoek naar werkvormen om een herhaling hiervan te voorkomen.

(International Fellowship of Evangelical Students) - www.ifes.org

2

magazine@ichtus.be


Contactadressen Ben je student of ken je een student? Ga je volgend jaar studeren? Hier vind je alle informatie die je nodig hebt.

Antwerpen

dinsdagavond www.ichtus.be/antwerpen

Brussel

info@ichtus.be

Brugge

dinsdagavond brugge@ichtus.be

Gent

Beste lezers,

woensdagavond www.ichtus.be/gent

Onlangs namen we afscheid van onze collega die verantwoordelijk

Hasselt

van de groepen die hiermee bezig waren. Tijdens een uitgebreide

hasselt@ichtus.be

Kortrijk

was voor het bekendmaken van Open Kring en het ondersteunen maaltijd, haalden we als team herinneringen en spraken we wensen uit voor de toekomst. Op ons aandringen vertelde hij nog één

woensdagavond www.ichtus.be/kortrijk

keer zijn twee bekendste verhalen. Het eerste verhaal ging over

Leuven

boswuivende Hector’ de speelplaats van een Antwerpse school

een tijd dat hij nog meer haar had dan nu en als een ‘helm-

woensdagavond www.ichtus.be/leuven

onveilig maakte. Het tweede verhaal ging over hoe hij christen

Studentenwerkers:

Bovenop de stapel oud papier die klaar lag op de volgende dag

Tom De Craene - tom@ichtus.be

op de stoep gezet te worden, vond hij een versleten en oud

Sem Thomas - sem@ichtus.be Rudina Coraj - rudina@ichtus.be Wouter Van Hoof - wouter@ichtus.be Ulika Geladé - ulika@ichtus.be

Het Bijbeltje heeft hij nog steeds en het is nog meer versleten dan toen, maar op zijn liefde voor Gods woord zit geen sleet. Er volgden jaren van trouw als student bij Ichtus waar zijn geloof verrijkt en gescherpt werd, theologiestudies waar hetzelfde gebeurde, godsdienstlessen aan kinderen en jongeren en nu de laatste twee jaren inspanningen om studenten enthousiast te maken om Gods woord, de verhalen van Jezus, te lezen met anders-gelovigen.

werd. Met zijn toestemming deel ik hier dit verhaal.

Wanneer u dit leest, heeft Ichtus Gent D.V. net een Open Kringreeks afgerond. Ichtus Vlaanderen en de afzonderlijke groepen zetten de traditie dus verder en we hopen dat we doorheen de jaren meer verhalen mogen horen van mensen die ‘verdwaalde’ Bijbeltjes vonden, maar die bovenal Jezus vonden wanneer ze erin begonnen te lezen.

Bijbeltje. Hij begon te lezen en hij kwam algauw Jezus tegen (het was namelijk een Nieuw Testament dat hij vond) en met de

Tom De Craene

eerste vraag, bij de eerste verwondering, begon de relatie, een

Algemeen Secretaris

relatie die doorheen de jaren groeide en nog steeds bestaat.

3


Reizen door de tijd met Bruce Kuhn: het Marcusdrama Heb je wel eens in de tijd gereisd? Ik wel, toen ik jonger was. We moesten de ogen dicht doen, zei mijn oudste zus. En we moesten goed luisteren. Zo vlog en we met haar woorden mee, naar Isra el. We zagen Jezus en zijn discipelen. We hoorden ze praten en handelen. Het was allemaal zo echt. Vandaag, 15 jaar late r, herbeleef ik die momenten. Het verhaal van Jezus wordt levend, opnieuw. Bru ce Kuhn, een Amerikaanse Broadway acte ur, speelt het evangelie van Marcus. De zaal van het cultureel centrum zit al bijn a vol. Een tachtigtal studenten wacht vol spanning af. Wie had dat ooit gedacht. Een boek uit de Bijbel zien als theaters tuk en dit door en voor studenten georgan iseerd. Chapeau, Ichtus Gent!

tekst en foto’s door: Rudina Coraj


Natuurlijk ken ik het Marcusevangelie, maar vanavond was het echt. Fijn om het zo anders te zien. De tijd vloog… Lotte (Ichtus Gent)

Ik ken niet alle evangeliën, maar wel het Marcusevangelie. Bruce Kuhn heeft dit stuk op een totaal andere manier gebracht… erg fijn! Christophe (Ichtus Gent)

studenten aan het woord Ik ken de evangeliën nie t, maar dit leek me erg boeiend. De acteur had de aandacht van iedereen. Wat het meeste indruk heeft gemaakt was hem bezig zien. Het leeft in hem en hij uit dat via theater. Prachtig!

Mattias (bezoeker)


John Stott John Stott, een trouwe vriend en pleitbezorger van de wereldwijde evangelicale studentenbeweging, heeft deze wereld verlaten. Op 27 juli 2011 overleed hij in Londen, de stad waar hij heel zijn leven thuis was, op 90-jarige leeftijd. Zelf zei hij dat hij na zijn dood herinnerd wilde worden als “een doodgewone christen die heel zijn leven heeft geworsteld om het Woord van God te begrijpen, uiteen te zetten en toe te passen.” World Assembly Nederigheid en bescheidenheid sierden John Stott. Maar de authenticiteit waarmee hij zijn christenleven vorm gaf en zijn diepe liefde voor Christus, die tot uiting kwam in al zijn engagementen, lezingen en boeken, maakten hem tot een wereldwijd gewaardeerde en invloedrijke kerkleider. Time Magazine nam hem in 2005 op in zijn lijstje van 100 meest invloedrijke personen ter wereld. Door sommigen werd hij lachend ‘de paus van het evangelicalisme’ genoemd. John Stott laat inderdaad een grote geestelijke erfenis na. Maar voor de mensen die hem goed kenden was hij gewoon een goede vriend, een wijze oom, een lieve ‘uncle John’.

6

Voor IFES viel het heengaan van John Stott op een speciaal moment. De vierjaarlijkse World Assembly, die dit jaar plaatsvond in het Poolse Krakau, was nog maar een dag bezig toen internationaal IFES-directeur Daniel Bourdanné op het grote podium moest aankondigen dat ‘uncle John’ er niet meer was. Voor vele aanwezigen leek het alsof Stotts overlijden, net door die ‘timing’, door God zelf van extra betekenis werd voorzien. John Stott had immers een groot hart voor de universitaire zendingsbeweging. Op de IFES-World Assembly had hij meermaals het woord gevoerd. Als onderlegd Cambridge-theoloog was hij van mening dat geloof een intellectuele basis nodig had, en dat dat fundament moest worden uitgedragen op de campussen. Zijn vroegste zendingswerk bestond vooral uit ‘university missions’. Tussen 1995 en 2003 was hij vice-voorzitter van IFES. Ook op de driejaarlijkse Urbana Student Mission Convention was hij een zestal keer de hoofdspreker.

1921-2011

Een evangelicale Anglicaan John Stott werd in 1921 geboren in Londen, als zoon van een hartspecialist. Hoewel hij deel uitmaakte van de Anglicaanse Kerk en deelnam aan het religieuze leven van die geloofsgemeenschap, voelde hij zich als adolescent geestelijk onrustig. Later zou hij die conditie als volgt typeren: “Als er al een God was, dan kende ik hem niet. Ik was van Hem vervreemd. Ik voelde me ook verslagen. Er gaapte een grote kloof tussen mijn morele idealen en de realiteit van mijn dagelijks leven.” In 1938, na een toespraak van een predikant op de middelbare school, “opende hij de deur voor Christus”. Een jaar na die bekeringservaring ging hij studeren in Cambridge: eerst moderne talen, daarna theologie. Hij studeerde verder voor het kerkelijke ambt en werd in 1945 gewijd. Hij kreeg een functie als predikant in de kerkgemeenschap waar hij als kind was opgegroeid: All Souls in de Londense wijk West End. Hij zou er zijn hele leven actief blijven, aanvankelijk als ‘assistant curate’, vanaf 1950 als ‘rector’ en na 1975 zelfs als ‘rector emeritus’. Nationaal en internationaal belang Veel van John Stotts initiatieven als plaatselijk kerkleider waren in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw best innovatief. Hij organiseerde regelmatig ‘guest services’ en lokale evangelisatieactiviteiten. Hij lag aan de basis van discipelschapscursussen voor nieuwe christenen en zette kinder- en gezinsdiensten op poten. In zijn verkondiging legde John Stott sterk de nadruk op Bijbelvastheid en de integratie van geloof (‘de heerschappij van Christus’) en leven (zakenleven, werk, ontspanning, politiek). Zijn activiteiten in en buiten Londen – we noemden al zijn werk op de universiteiten – bleven niet onopgemerkt. John Stott werd het gezicht van de evangelicale vleugel van de Anglicaanse Kerk en kon rekenen op de waardering van de Britse kroon. Hoewel het hem dikwijls is aangeboden, heeft hij iedere promotie in de Anglicaanse kerkelijke hiërarchie steeds geweigerd. In plaats daarvan kreeg John Stott vanaf de jaren 1970 meer kansen om zich te richten op internationale zendingsactiviteiten. Voortaan bracht hij gemid-


deld drie maanden per jaar door in het buitenland. Naast het genoemde missiewerk voor universiteiten was John Stott in 1974 bijvoorbeeld ook voorzitter van het redactiecomité van de Lausanne Covenant op de Internationale Conferentie over Wereldevangelisatie in Lausanne (Zwitserland). Ook op Lausanne II in Manila was hij spreker. Hij promootte ook christelijke initiatieven rond milieubehoud, zoals A Rocha. Zelf was John Stott trouwens een fervente amateurornitholoog. In 1999 schreef hij een boek over vogels: The Birds, our teachers. Biblical lessons from a lifelong bird-watcher. Doorheen al zijn internationale activiteiten trachtte John Stott de evangelicale stem in de Angelsaksische theologische wereld te vergroten en christenen te wijzen op hun roeping in de wereld. Hij benadrukte het belang van ‘double listening’: “You have to listen to the Word, and to the World”. De Kerk in de Derde Wereld John Stotts meest geliefde engagement was bijdragen aan de opleiding, vorming en ontwikkeling van kerkleiders in de Derde Wereld. Hij lag aan de basis van een drietal organisaties die de verspreiding van christelijke en theologische literatuur stimuleren en jonge predikanten de kans geven om een graad te behalen in de theologie. Doorheen dat alles wilde John Stott “the standards of biblical preaching” wereldwijd doen stijgen, niet het minst in regio’s met weinig materiële mogelijkheden. Dat hij deze bediening grotendeels financierde met de opbrengst van de verkoop van zijn eigen boeken, zegt iets over zijn onbaatzuchtigheid, maar ook over het belang dat hij eraan hechtte. Volgens Billy Graham was het werk van John Stott een belangrijke factor in de explosieve groei van de Kerk in het zuiden. Maar ook hier stond bescheidenheid voorop. John Stott wilde geen ‘Westere’ theologie verspreiden in de niet-Westerse wereld. Veelzeggend in dat verband is een uitspraak over John Stott van Vinoth Ramachandra, op de afgelopen World Assembly: “Stotts theologie breidde zich uit en ontwikkelde zich door zijn blootstelling aan leiders en theologieën uit de Derde Wereld. Toen hij me in 1998 vroeg om de London Lectures te verzorgen – lezingen die de basis vormden voor het boek Faiths in Conflict? – zei hij mij het volgende: “Vinoth, breng ons, evangelische christenen, maar eens goed in de war. Wijs ons maar op onze blinde vlekken.” Een 77-jarige man wilde uitgedaagd worden door iemand die ongeveer de helft zou oud was als hij. John Stott wilde dat ik controversieel was, niet omwille van de controverse, maar omwille van de waarheid.”

Op 27 juli 2011, om 15.15u, stierf John Stott vredevol in Home St Barnabas, het verzorgingstehuis waar hij de laatste jaren van zijn leven doorbracht. In de voormiddag waren zijn dierbare familieleden en vrienden nog bij hem geweest. Samen hadden ze naar stukken uit Händel’s Messiah geluisterd en in de Bijbel gelezen. Op 8 augustus dromden honderden mensen samen voor de kerkdeuren van All Souls voor de begrafenisplechtigheid. Christopher J.H. Wright verzorgde de prediking, aan de hand van twee Bijbelverzen die van bijzondere betekenis waren in het leven van John Stott: “Maar ik – ik wil me op niets anders laten voorstaan dan het kruis van Jezus Christus, onze Heer, waardoor de wereld voor mij is gekruisigd en ik voor de wereld.” (Gal. 6:14); “Wie mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft mij lief.” (Joh. 14:21) John Stott schreef meer dan vijftig boeken. Zijn bekendste en meest invloedrijke boeken zijn wellicht Basic Christianity en The Cross of Christ. Uit dat laatste boek volgend citaat: “I could never myself believe in God, if it were not for the cross. [...] God laid aside His immunity to pain. He entered into our world of flesh and blood, tears and death. He suffered for us. Our sufferings become more manageable in the light of his. There is still a question mark against human suffering, but over it we boldly stamp another mark, the cross which symbolizes divine suffering.”

Het dagelijkse gebed van John Stott:

Heavenly Father, I pray that this day I may live in your presence and please you more and more. Lord Jesus, I pray that this day I may take up my cross and follow you. Holy Spirit, I pray that this day You will fill me with Yourself and cause your fruit to ripen in my life: love, joy, peace, patience, kindness, goodness, faithfulness, gentleness, and self control.

Bron: www.johnstottmemorial.org


Geel maar niet heel Beschouwing over Agnus Dei van Willem Zijlstra

Tijdens de World Assembly in Krakau organiseerde onze Algemeen Secretaris, Tom De Craene, een tentoonstelling rond hedendaagse kunst. EĂŠn van de kunstwerken op die tentoonstelling verdient onze aandacht: een interpretatie van het Agnus-Dei-motief door de Nederlandse kunstenaar Willem Zijlstra. Tracht u zich in te beelden hoe dit monumentale werk (zie foto) in de ruimte stond, tegelijkertijd aantrekkelijk en unheimisch.


De basis van de sculpturale installatie Agnus Dei (de Latijnse verwoording voor ‘Lam Gods’) is een aantal kranten. Wat ooit helwitte pagina’s waren, is nu verworden tot een vergeelde, bijna minimale kubus. Wat ooit actueel en pijnlijk dichtbij was, is nu gearchiveerd en onttrokken aan het oog. Eén zin is nog net leesbaar: “De mens is tot alles in staat”. Zijlstra verwijst hiermee naar de Holocaust. Onder de zin staat een foto van een met prikkeldraad afgespannen omheining. Dergelijke beelden staan in ons netvlies gebrand, ook al maakten we de kampen niet mee. Die foto’s bepalen ons beeld van de geschiedenis. Dit is het archief van ons collectief geheugen. Hoewel deze zwarte pagina’s uit de geschiedenis door Zijlstra zijn geklasseerd, gaapt het geheugen als een lelijke wond. De tijd vergeelt, maar heelt niet. Willem Zijlstra waagt zich door de verwijzing naar de Holocaust op een delicaat terrein. De Israëlische historicus Saul Friedlander – en velen met hem – beweerde namelijk ooit dat de Holocaust buiten de limieten van het representeerbare valt. Maar net daar is het naar mijn mening om te doen bij Zijlstra. Net dat wat monddood maakt, wat verstomt, wat buiten ons bereik ligt, is het onderwerp van deze installatie. Zijlstra beweert nergens dergelijke trauma’s te kunnen vatten en toch

is deze installatie een monument voor het irrationele, de wreedheid én het lijden van de mensheid. Het woord ‘monument’ is hier veelzeggend: het is een gedenkteken dat de mens herinnert aan de zwaarte van zijn daden. Het monument van samengedrukte kranten zet steeds opnieuw de vraag naar schuld en medeplichtigheid centraal. Wat opvallend is, is dat de kranten-kubus niet enkel het verleden draagt, maar ook een wit lam. De symbolische zwarte pagina’s contrasteren met het witte lam. Zijlstra speelt hier zeer bewust schuld uit tegen onschuld. De referentie aan de christelijke symboliek roept ook een andere betekenis in het leven: niet enkel is de installatie een monument, het vormt ook een altaar. De oorspronkelijke betekenis van altaar is ‘offerplaats’. Doorheen verschillende periodes en in verschillende religies moest het offer een omkering bewerkstelligen. Meestal werd met het offer – dat werd beschouwd als een geschenk aan de goden – voorspoed en vruchtbaarheid afgesmeekt. Offeren was het aanbieden van het meest dierbare bezit aan de meest hoge aanwezigheid. Dat offer staat centraal in het christendom. Hier is geen sprake van een offer van de mens aan de goden, maar van God aan de mens. Door middel van een eenvoudige opstelling – een pak kranten en een opgezet lam – vat Zijlstra de complexiteit van het offer als geschenk. Hij transformeert het monument van onze eigen wandaden tot een

altaar, een drager van een offer. Enkel het lijden van het lam kan leiden tot reiniging en vergiffenis. Slechts dit lam kan een omkering bewerkstelligen. Merkt u ook op hoe weinig triomfantelijk dit lam is weergegeven? Terwijl Agnus Dei vaak als glorieus en een vlag vasthoudend werd afgebeeld, is het hier verslagen. Zijlstra kiest niet het moment van de triomf, maar van absolute machteloosheid. Hij baseert zich hier duidelijk op de weergave van Francisco de Zurbarán. Niet zomaar werd het Agnus Dei afgebeeld in kerken gewijd aan Johannes de Doper. Het doopsel is eveneens een sterven ten voordele van een reiniging. Op de vlag die het Agnus Dei vasthoudt – niet te zien bij Zijlstra – stond meestal een kruis afgebeeld. Dat kruis stond symbool voor het doopsel en was een voorafbeelding van het offer van Christus. Dat offer zou de zonde van de mensheid wegnemen. Zijlstra maakt met Agnus Dei een zeer heldere installatie. Door de universele beeldtaal is dit werk thuis in een tentoonstellingsruimte als die van World Assembly. Nergens beweert de kunstenaar meester te zijn over het lijden, nergens doet hij uitspraken over slachtoffers en daders. Met dit werk spreekt hij enkel een hoopvolle gedachte uit: dit vergeelde verleden kan worden geheeld.

9


Agnus Dei, Francisco de Zurbarรกn, 1635.

11

Agnus Dei, Glas-in-lood, St John the Baptist, Suffolk.

10


Dit jaar mocht de staf een nieuwe studentenwerker verwelkomen. Ulika GeladĂŠ ondersteunt de groep in Hasselt. Een klein portret.

Leeftijd:

23

Possitieve eigenschap: ik ben een optimist vaak

Persoonlijk werkpunt: mijn scherpe tong, ik zeg wat ik denk zonder na te denken over hoe ik het ga zeggen waardoor ik dingen vaak bruter zeg dan ik ze bedoel.

Waarom ichtus: Omdat Ichtus voor mij een plaats is om na te denken over geloven, over wie ik ben en waar ik sta in mijn geloof. Om uit te zoeken hoe ik kan groeien. Om samen God’s woord te bestuderen en manieren te zoeken om meer te halen uit wat ik lees. Ichtus is voor mij gezellig samen zijn met Christenen, om te praten te studeren en plezier te maken.

11


lkom

n we

Gifte

0-35

08877

230-0 EBABEBB BIC G 887 7035 2300 0 BE57 iBAN vzw eren Vlaand le 14 Ichtus Ter Ka (M.Z.) evele. N 9850


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.