DGP1-2013

Page 1

Editie april 2013

‘We willen producten maken die een positieve bijdrage leveren aan welzijn en gezondheid.’

Footprint producten verkleinen met hulp van de keten. Hoe duurzaam is jouw product?

Energie uit afvalgassen opnieuw benutten in het productieproces


www.coltinfo.nl 2

april 2013


Twintro

Energiezuinige oled’s komen er snel aan @DGeproduceerd Energiezuinige organische led’s eind 2014 marktrijp http://dlvr.it/33vK5Z #duurzaam Smartphones kunnen vanaf eind 2014 worden uitgerust met energiezuinige organische led’s (oled’s). Dat verwachten experts van chemiebedrijf BASF. Huidige oled’s, zoals het Amoled-scherm van Samsung Galaxy Note-toestellen, zijn gebaseerd op fluorescerende polymeren.

april 2013

Om energiezuinige beeldschermen te maken zijn echter fosforescerende kunststoffen beter geschikt. Lange tijd was het verkrijgen van de kleur blauw bij fosforescerende displays een probleem. Nu dat echter opgelost lijkt, is vooral de levensduur van de schermen nog een zorg. De onderzoekers van BASF verwachten dat komende tijd op te lossen. Verschillende grote elektronicagiganten zijn geïnteresseerd in fosforescerende oled’s, niet in de laatste plaats omdat zij het energieverbruik van smartphones en tablets beduidend omlaag kunnen brengen. Daardoor hoeft er minder vaak te worden geladen, waarmee veel frustraties bij gebruikers kunnen worden weggenomen. 3


6

OFFLINE De verbindende kracht van een platform

7

OFFLINE Duurzame chemie in Rotterdamse haven

Footprint Energie wordt duurder, grondstoffen steeds schaarser, terwijl de klanten van industriële bedrijven steeds vaker vragen om duurzaam geproduceerde producten. Immers, voor veel bedrijven wordt een duurzame keten steeds belangrijker. Bij Kennisplatform Duurzaam Geproduceerd houden we sinds vorig jaar juni online al de meest actuele ontwikkelingen bij op het gebied van verduurzaming in de industrie. Met als centrale doel bedrijven in de industrie te informeren hoe zij de footprint van hun producten kunnen verkleinen. Dat doen we in nauwe samenwerking met deskundigen uit de markt: ons Expertpanel. Deze Experts vertellen over hun eigen, dagelijkse activiteiten in het verduurzamen van de industrie. Duurzaam Geproduceerd gaat met dit magazine een nieuwe fase in. Vier keer per jaar willen we met dit blad informeren, inspireren, prikkelen, zorgen voor verstrooiing en lezers op onverwachte ideeën brengen. Om daarmee uiteindelijk partijen met elkaar te verbinden. Want wij geloven dat de industrie in Nederland door samenwerking de meest duurzame en innovatieve industrie van Europa kan worden. In deze editie pakken we onder meer de basis van verduurzaming in de keten aan: het meten van de footprint van producten in de keten. Het blad is allereerst online te lezen, maar het is ook mogelijk het blad op aanvraag gedrukt te ontvangen. Uiteraard op duurzaam geproduceerd papier, want het is wel: practice what you preach! Veel leesplezier. Harmen Weijer Hoofdredacteur Duurzaam Geproduceerd @hweijer @DGeproduceerd

4

10

14

Bij het nieuwe Kennisplatform Duurzaam Geproduceerd staat kennisdeling en het verbinden van industriële partijen voorop. De missie: het versterken van de verduurzaming van de industrie door kennis hierover te delen en verder te ontsluiten.

De Rotterdamse haven wil graag in stappen naar honderd procent duurzaam toe. Een van de belangrijkste stappen die wordt gezet, is meer biogebaseerde chemie. Dit jaar start in de haven een consortium met technologie-providers en marktpartijen met als doel een biobased route voor isobutanol uit suikerbieten, reststromen en/of zeewieren te realiseren.

HOOFDINTERVIEW ‘Produceren met zuivere stoffen’ Al op jonge leeftijd maakte Stef Kranendijk, chairman bij Desso, zich zorgen over de toekomst van onze planeet. Als we niets ondernemen, stevenen we met z’n allen af op een catastrofe, een wereld waarin je geen kinderen neerzet. Kranendonk koos echter voor ondernemerschap en een loopbaan in het bedrijfsleven. Daar kwam hij erachter dat ondernemerschap juist kansen biedt om een betere, duurzamere wereld te creëren.

BEST PRACTICE Fujifilm benut energie uit afvalgassen Fujifilm in Tilburg maakt onder meer offsetplaten voor de grafische industrie. De nieuwste productielijn heet op de werkvloer the green factory. Met recht, want hier wordt zelfs de energie uit afvalgassen opnieuw benut in het productieproces. Energietechnoloog Jef Verboven van Fujifilm ontwikkelde het concept voor de cogenerative thermal oxidizer.

Colofon Colofon

nummer 1 - april 2013 Uitgave van CEO Media BV jaar) Utilities (8x per Willem Stuutlaan 8 Technologie en economie in de ener3769waterAC SOESTERBERG gie-, en gassenmarkt en Industrielinqs pers en platform Uitgever Veembroederhof 7 3122 793 Mark Oosterveer 020 1019 HD AMSTERDAM Industrielinqs pers en platform BV, Postbus 12936, 1100 AX Amsterdam Uitgever T: 020 3122 088, F: 020 3122 080, redacWietse Walinga tie@utilities.nl (CEO Media BV, 06 218 46 906) Wim Raaijen Hoofdredactie (Industrielinqs pers platform, David van Baarle 020en3122 082, Wim 020 3122 081) Raaijen 020 3122 081 Hoofdredactie Eindredactie Harmen Weijer 063122 460 97 Elise Quaden 020 084122

Redactie Eindredactie Evi Husson 020 3122 796, Liesbeth Evi Husson020 0203122 3122088 796 Schipper

Drukkerij Website MediaCenter Rotterdam, Rotterdam www.duurzaamgeproduceerd.nl Advertentie-acquisitie Medewerkers Twitter Vaste medewerkers Jetvertising BV David vanJong, Baarle, ElisePulleman, Quaden, Teus @DGeproduceerd Klaas de Pieter Postbus 1890, 2280 DW Rijswijk Liesbeth Schipper Molenaar, Gerard van Nifterik, T: 070 399 0000 - F: 070 390 2488 Francis Voermans, Cyril Widdershoven, Linkedin www.jetvertising.nl Lay-out www.linkedin.com/groups/DuurzaamTseard Zoethout, Jeroen Akkermans Arthur Middendorp: Gabriele Köbbeman Geproduceerd-4468707 arthur@jetvertising.nl Lay-out Cover Facebook Gabriele Köbbemann Abonnementen (excl. BTW) Desso www.facebook.com/ Nederland/België € 128,– DuurzaamGeproduceerd Traffic Introductie NL/B 25% € 96,– per jaar Advertentieverkoop Breg Schoen 020 3122 088 Overig buitenland € 152,– Richard Klein 06 218 46 878 Proefabonnement 3 mnd € 26,50 Cover Studenten € 37,75 Traffic Wintershall Losse verkoopprijs € 18,– Breg Schoen

april 2013


Inhoud

16

20

24

ACHTERGROND Footprint van producten verkleinen Hoe duurzaam is jouw product? Deze vraag wordt steeds vaker gesteld aan producerende bedrijven. Klanten en ketenpartners willen op productniveau weten wat de milieu-impact is van het product dat zij afnemen. Een levenscyclusanalyse is de meest geëigende methodiek om een antwoord te formuleren. Maar hoe pak je dat aan als je niet tien maar tienduizenden producten hebt?

10

BEST PRACTICE Energie besparen bij pompen serieuze optie In de procesindustrie is elektriciteit een flinke kostenpost en is elke vorm van energiebesparing dus welkom. Een mogelijkheid is het gebruik van frequentieregelaars. Deze zorgen voor een variabele stroomtoevoer, waardoor het elektriciteitsgebruik aanzienlijk kan dalen. De terugverdientijd in de lichte industrie is betrekkelijk kort. In de procesindustrie zijn ze echter lastiger in te passen, vooral vanwege de extra voorzieningen die nodig zijn in een ATEX-omgeving. Toch liggen er zeker kansen.

ENLIGHTENMENTZ Zuinigere reactoren: de Spinning Disc

14

Chemische reacties vinden al eeuwen op dezelfde wijze plaats in een groot reactorvat waar verschillende stoffen met elkaar worden gemengd. Dat kan echter veel efficiënter, vaak ook in veel kleinere installaties.

en verder 3 26 30 31

Twintro Opinie Partnernieuws Partners en Experts

Missie Kennisplatform Duurzaam Geproduceerd

Duurzaam Geproduceerd is hét onafhankelijke kennisplatform over duurzaamheid in de industrie. Het informeert en inspireert de professional door nieuws, visies van experts, interessante projecten, innovatieve producten en door het aanbieden van inspirerende evenementen. Tegelijkertijd is Duurzaam Geproduceerd een complementair en interessant netwerk van personen en bedrijven. Het kennisplatform heeft als missie de verduurzaming van de industrie te stimuleren door kennis en visie te delen. Tussen overheid en bedrijfsleven, tussen professionals en experts, tussen

april 2013

Ledenvoordeel - Een GRATIS jaarabonnement op het magazine Duurzaam Geproduceerd (4x/jaar vanaf 2013), t.w.v. € 79,-/jaar - GRATIS toegang tot het jaarlijks Duurzaam Geproduceerd Congres t.w.v. € 395,- Uitgebreid profiel online in ledenregister Lid worden - Gebruik van het logo ‘Lid van Professionals uit industrie met een Duurzaam Geproduceerd’ voor uw duurzaamheidambitie of -traditie eigen digitale uitingen voelen zich thuis bij het platform - Uitnodigingen, voorrang en korting Duurzaam Geproduceerd. Als lid van tot 30% voor inspirerende bijeenDuurzaam Geproduceerd hoort u bij komsten, cursussen en studiereizen een selectief, en snel groeiend netwerk van Duurzaam Geproduceerd en haar van duurzame bedrijven in de indupartners strie, technologie en overheid. - Een exclusief welkomstcadeau - Kosten voor het lidmaatschap bedragen € 495,- per jaar (excl. BTW) startups en multinationals. Met als doel: hoe verlagen deze bedrijven de footprint van hun producten, zowel in het eigen proces als in de keten? Duurzaam Geproduceerd is bedoeld voor mensen die werkzaam zijn bij bedrijven in voornamelijk de maakindustrie, die ook energie-intensief zijn.

16

20

26 5


Geciteerd Het belangrijkste doel van Duurzaam Geproduceerd moet zijn dat het industriële bedrijven verbindt

‘Het aandachtsveld verschuift van Profit naar Persistance (continuïteit) en Performance (kwaliteit). De uitdaging is om te zorgen voor gezonde, veilige en duurzame omstandigheden om het werk te doen. Want alleen onder die omstandigheden worden mensen minder vaak ziek of arbeidsongeschikt, gebeuren er minder ongevallen en presteert men over het algemeen beter.’ Kor Foekens, Colt International

‘Het is duidelijk dat de Europese industrie in het nauw zit, maar dat moeten we niet oplossen met een korting op de aardgasprijs. (…) Vooralsnog lijkt het erop dat er niet zo heel erg veel schaliegas winbaar is in Nederland. Slechts een klein percentage van wat er nu nog aan conventioneel aardgas in de Nederlandse bodem zit.’ Minister Henk Kamp van Economische Zaken

De verbindende kracht van een kennisplatform Bij het nieuwe kennisplatform Duurzaam Geproduceerd staat kennisdeling en het verbinden van industriële partijen voorop. De missie: het versterken van de verduurzaming van de industrie door kennis hierover te delen en verder te ontsluiten.. De initiatiefnemers geven het goede voorbeeld door zich te verbinden. Uitgeverij CEO Media heeft de afgelopen jaren het kennisplatform Duurzaam Gebouwd ontwikkeld tot het snelst groeiende platform in de bouw en vastgoed. Om dit ook met Duurzaam Geproduceerd te doen zocht het samenwerking met Industrielinqs pers en platform, een uitgeverij dat inhoudelijk al sterk is geworteld in de industrie. Een honderd procent match. In de chemie, de maakindustrie en energiesector is verduurzaming al jarenlang een van de belangrijkste thema’s. In haar bladen Petrochem en Utilities en andere periodieken publiceert Industrielinqs regelmatig over groene grondstoffen, energiebesparing, alternatieve energiebronnen en innovatie die tot een duurzamere toekomst moeten leiden. ‘Het staat zelfs expliciet in de missie van onze uitgeverij om een bijdrage te leveren aan de verduurzaming van de industrie,’ stelt Wim Raaijen van Industrielinqs. ‘Met de organisatie van het congres Energy for Next Generations en onze zoektocht naar Enlightenmentz, begaven we ons ook met concrete producten op de duurzame weg. Toen Wietse Walinga van CEO Media mijn pad kruiste, wist ik al snel dat we samen moesten optrekken. Onze eerste gesprekken waren zeer inspirerend. Vooral omdat we zo aanvullend zijn op elkaar.’

Footprint

‘Als grondstoffen in gesloten kringlopen worden gehouden, natuurlijke of technische, hoeven we geen beroep te doen op de lastig winbare olie en verminder je de kans op incidenten en boetes. Het verhogen van de inkomsten kan door het toetreden tot nieuwe markten, groene marketing en met nieuwe producten. Bedrijven die hoog staan in de duurzaamheid indices, hebben toegang tot een groeiend aandeel van aandeelhouders die duurzaamheid meewegen in hun keuzes.’ Mariska van Dalen, Tebodin 6

Walinga die het succes van Duurzaam Gebouwd graag wil herhalen in de industrie, voelde ook bijna meteen dat Industrielinqs de gedroomde inhoudelijke partner voor zijn plannen kon zijn. “Met Harmen Weijer hadden we al een ervaren hoofdredacteur die al een tijd de internetsite inhoud geeft, maar met haar redactionele kwaliteit en het uitgebreide netwerk in de industrie kunnen we met Industrielinqs het platform nog steviger neerzetten. Dat is van groot belang. Een platform moet inhoudelijk gezag hebben. En moet bovenal van toegevoegde waarde zijn voor aangesloten partners, experts, contentpartners en leden.’ ‘Centraal staat de footprint van producten’ stelt Wim Raaijen. ‘We moeten ons continu de vraag stellen hoe die kan worden verbeterd. Dat kan door industriële processen te innoveren, van een kleine productiestap tot volledige ketens. Maar daar blijft het niet bij. Ook interessant is hoe producten zelf een positieve invloed kunnen hebben in hun gebruik. Kunststoffen kunnen auto’s bijvoorbeeld lichter maken. Led’s en oled’s kunnen onze tv’s, verlichting en meer apparaten zuiniger maken. Daarmee verbeter je dus ook de footprint van die producten. Dat is de opdracht die het platform zichzelf en haar partners oplegt.’ Het kennisplatform bestaat uit verschillende producten zoals een periodiek magazine, de website duurzaamgeproduceerd.nl en een jaarlijks congres.

april 2013


Offline

Banengroei door duurzame energie Het doel van het kabinet Rutte II om in 2020 het aandeel hernieuwbare energie te laten toenementotzestienprocentgeefteenforseboostaanbanenindecleantechsectorvan Nederland. Volgens onderzoeksbureau Ecorys kan dat oplopen tot ongeveer 60.000 banen in 2020. Deze groei staat gelijk aan een toegevoegde waarde van vijf miljard euro. Het bureau concludeert dat in het eindrapport Banen en economische waarde van zestien procent duurzame energie in 2020 in Nederland dat Ecorys opstelde in opdracht van het Wereld Natuur Fonds. De meeste winst wordt geboekt in de markt van zonnepanelen en wind op zee. In de zonnemarkt is de verwachting dat het aantal banen stijgt van 1.400 naar 10.700 en bij wind op zee is het nog forser: van de huidige 700 naar 13.100. In de gepresenteerde ramingen is nog geen rekening gehouden met de effecten vanwege een verhoogde inzet op energiebesparing. In dat geval daalt de omzet van de energiesector, maar profiteren die bedrijven die zich richten op de uitvoering van energiebesparende maatregelen. Denk in dit geval bijvoorbeeld aan extra werkgelegenheid en omzet voor de bouwnijverheid door de uitvoering van energiebesparende maatregelen zoals woningisolatie. In het zestien procent scenario kan het werkgelegenheidseffect fors oplopen, namelijk bijna een verdubbeling: van 29.900 banen naar 56.100 banen. In beide scenario’s komt het merendeel van de banen terecht in de bouwnijverheid, daaraan verwante sectoren alsook de elektro-technische industrie en allerlei toeleverende bedrijven.

Rotterdamse haven wil duurzame chemie De Rotterdamse haven wil graag in stappen naar honderd procent duurzaam toe. Een van de belangrijkste stappen die worden gezet, is meer biogebaseerde chemie. Dit jaar start in de haven dan ook een consortium met technologie-providers en marktpartijen met als doel een biobased route voor isobutanol uit suikerbieten, reststromen en/of zeewieren te realiseren. Voor deze route wordt het Isobutanolplatform opgericht. In eerste instantie wordt gekeken naar het gebruik van duurzaam geproduceerde suiker als eerstegeneratie grondstof voor fermentatie. Daarnaast wordt onderzocht in hoeverre tweedegeneratie reststromen van de suikerbiet, zoals bietenpulp, en raapzaadschroot kunnen dienen als grondstof. Parallel wordt gekeken naar het gebruik van hernieuwbare grondstoffen uit andere gewassen, zoals derdegeneratie biomassa: zeewieren en algen. Onderzoek in samenwerking met Rotterdamse bedrijven, Suikerunie Nederland en internationale leveranciers van innovatieve technologieën voor omzetting van biomassa naar bouwstenen voor de chemie, heeft geleid tot het inzicht dat uit (rest)stromen suiker het veelzijdige molecuul isobutanol te produceren is. Dit is met name geschikt voor de productie van groene grondstoffen en brandstoffen. Andere deelnemers in het consortium zijn Procede, Indorama en SkyEnergy. Het Isobutanolplatform biedt vanaf 2015 zicht op biobrandstoffen voor tien procent bijmenging, afkomstig uit tweedegeneratie biomassa zoals suikerbietenpulp en andere in de haven beschikbare reststromen. Tegelijk richt de werkgroep zich intensief op nieuwe biobased toepassingen zoals recyclebare kunststoffen en jetfuels. Daarvoor zijn nieuwe en bestaande partijen nodig die in biobased materialen en productie gaan investeren. Het platform heeft in het kader van de topsectorenaanpak van het ministerie van Economische Zaken subsidie ontvangen, onder andere vanuit de TKI BioBased Economy. Voor grote investeringen in nieuwe veelbelovende technologieën is piloting nodig.

april 2013

Geciteerd

‘Als we weten we wat er in producten zit, kunnen we grondstoffen effectiever terugwinnen en in een volgende stap beter sturen op wat er wel of niet in moet zitten. Kortom: met het ontwikkelen van een dergelijk paspoort zetten we een eerste stap op weg naar circulair ondernemen.’ Marga Hoek, De Groene Zaak

‘Jonge, slimme en creatieve mensen kiezen steeds meer voor kleine bedrijven die ze zelf opzetten. Of ze verzamelen zich in clubjes en werken samen ideeën uit. Dat vinden ze veel uitdagender. Zo ontstaan ook veel gemakkelijker nieuwe interdisciplinaire concepten, omdat ze steeds weer nieuwe vrienden maken, kennis delen en combinaties maken. Die grenzeloosheid biedt veel kansen voor echte innovatie. Ik denk dat de echte doorbraken de komende jaren gaan komen door de ongebreidelde creativiteit en combinatiedrift van Generatie Y.’ Annemieke Roobeek, transitieprofessor

‘Is het vervangen van papieren door digitale media altijd en per definitie duurzamer? Elektronisch communiceren heeft een reële impact op het milieu. De ICTsector haalt dit jaar de mondiale luchtvaart in op gebied van CO2-uitstoot. Om klanten naar websites te krijgen kan de brugfunctie en hoge attentiewaarde van print worden ingezet. Verleiding, bereik, verbinding, actie en daarmee effect, gekoppeld aan actualiteit, interactiviteit en de mogelijkheid om direct zaken te doen met de klant. Duurzaamheid en effect gaan hand in hand. Dat geldt ook voor reclamedrukwerk.’ Erik Timmerman, Infocentrum Papier en Karton 7


Datum: 06|06|13 • Locatie: RDM Campus Rotterdam

Hét evenement voor de industrie in de Rijn/Schelde-delta

n schrijf nu i

/

/

INNOVEREN, COMBINEREN en COMMUNICEREN

Innoveren, combineren en communiceren

Door het combineren van ideeën en technologieën ontstaan vaak nieuwe en waardevolle oplossingen. Deltavisie 2013 inspireert beslissers uit de industrie, politiek en wetenschap om die combinaties te zoeken. Innovaties in energie-efficiëntie, ketendenken en milieueffecten liggen binnen bereik. En ook innovaties in veiligheid en continuïteit zijn bijna voelbaar. Een onmisbare schakel in het zoeken naar die combinaties is open communicatie. Communicatie met elkaar en met de samenleving, want innoveren doe je samen. Tijdens Deltavisie 2013 onderzoeken we daarom met sprekers én congresdeelnemers hoe de industrie in de Rijn/Schelde-delta stappen voorwaarts kan maken door te combineren, te communiceren en daardoor proactief te innoveren.

Congresinformatie: Kiki Nelson kiki@industrielinqs.nl • 020 - 31 22 791 Media advies: Anouk Bouwmeester anouk@industrielinqs.nl • 020 - 31 22 797

Programma 11.00 11.45 12.30 13.15

u u u u

Partner cases Registratie & lunch Plenaire opening Plenair onderdeel: Safety Buddy

Met Michel Meertens, DSM en Paul van Herrewegen, Rubis Terminal 14.15 u Pauze 14.45 u Masterclasses 1. Communiceren: door Noud Bex, Bex* Communicatie 2. Combineren: door Paul Smits, Havenbedrijf Rotterdam 3. Innoveren: met pitches Process Enlightenment 15.45 u Pauze 16.15 u Columns kandidaten Plant Manager of the Year 2013 - verkiezing Cas König (ESD-SIC); Peter Kilburn (Lubrizol Advanced Materials Resins) Gerwin Meulenbeld (Purac Biochem) 17.00 u Plenair debat met een column van Jan Vos (PvdA-kamerlid) en debatdeelnemers: Bart Leenders, Neste Oil; Michel Meertens, DSM; Paul Smits, Havenbedrijf Rotterdam 17.45 u Afsluiting 18.00 u Borrel 18.45 u Diner en verkiezing Plant Manager of the Year 2013

Deltavisie 2013 is een samenwerkingsverband van:

Partners Petrochem Platform:

Leden Petrochem Platform:

Eventpartner:

www.deltavisie2013.nl 8

april 2013


Offline

Windturbine communiceert via internet Technologiebedrijf GE heeft een prototype van de meest efficiënte windturbine ter wereld onthuld. Het prototype 2.5-120 is onlangs in gebruik genomen op een testlocatie in de Wieringermeer. De windturbine levert tot vijftien procent meer stroom en is 25 procent efficiënter dan de huidige modellen van het technologiebedrijf. Dit maakt het mogelijk de kosten voor het opwekken van windenergie te verlagen, terwijl het rendement omhoog gaat. GE heeft de afgelopen tien jaar samengewerkt met ECN om de nieuwste technologieën te valideren. Het prototype wordt tot in de herfst van 2013 getest en gevalideerd. De nieuwe windturbine maakt het mogelijk de kosten voor het opwekken van windenergie te verlagen, terwijl het rendement omhoog gaat. Om de wieken zo efficiënt mogelijk te laten draaien, maakt de turbine gebruik van Industrial Internet. Het apparaat kan daardoor communiceren met andere windmolens, het elektriciteitsnetwerk en het controlecentrum. De turbine beschikt over sensoren, die continu data verzamelen. Dit maakt het mogelijk om voorspelbare stroomopbrengst te genereren. De opgewekte energie kan bovendien worden opgeslagen op een batterij, wat constante stroomtoevoer mogelijk maakt. Het prototype is zo ontworpen dat deze ook bij lage windsnelheden energie kan opwekken. De hogere toren, met een maximale hoogte van 139 meter, en rotorbladen met een diameter van 120 meter maken dat de turbine ideaal is voor dicht beboste gebieden in bijvoorbeeld Europa en Canada.

Grote bedrijven aan de slag met verbetering milieueffecten van producten Zuivelproducten, vlees en koffie zijn de meest milieubelastende producten in de schappen van supermarkten. Dat blijkt uit onderzoek van het Britse Product Sustainability Forum. Als gevolg daarvan starten grote Britse voedings- en retailconcerns - The Co-operative Group, Nestlé en Sainsbury’s - proefprojecten naar manieren om de milieuprestaties van een aantal van hun producten te verbeteren. De bevindingen van het onderzoeksrapport An initial assessment of the environmental impact of Grocery Products zijn gepubliceerd. Het onderzoek brengt de levenscyclyus van producten in beeld op basis van meer dan 150 gepubliceerde studies en van gegevens van PSF-leden en de industrie. Het onderzoek van PSF keek naar de uitstoot van broeikasgassen, productafval en water, energieverbruik van traditionele kruidenierswaren gedurende hun levenscyclus. De Co-operative, Nestlé en Sainsbury’s gaan als eerste bedrijven uit de voedings- en retailsectoren proefprojecten starten, Pathfinders geheten. De bedrijven zullen kijken naar afvalpreventie en efficiënt gebruik van hulpbronnen voor de productie van aardappelen, melk en chocolade in de gehele keten, terwijl Sainsbury’s is gericht op de vlees, vis en gevogelte producten, alsmede de produc-

april 2013

tieprocessen hiervan. Deze Pathfinders projecten moeten helpen om de veerkracht van toeleverende ketens te verbeteren en potentiële zakelijke risico’s te beheersen. Daarnaast wil de Co-operative Group met stakeholders om tafel om de gehele verse aardappel waardeketen - van boer tot bord - te identificeren. Ze wil verder maatregelen invoeren om afval te reduceren en een meer efficiënt gebruik van hulpbronnen (energieverbruik, waterverbruik en de uitstoot van broeikasgassen) te realiseren. Nestlé werkt aan een samenwerkingsproject met de voornaamste melkleverancier in het Verenigd Koninkrijk: First Milk. Naast het opzetten van een geïntegreerde aanpak van efficiënt gebruik van hulpbronnen, gaat het team samen met een groep van zuivelproducenten aan de slag om nieuwe werkmethoden te ontdekken.

9


Innovatie-ondernemer is fulltime verkondiger duurzaamheidsfilosofie

‘Produceren met zuivere stoffen geeft Stef Kranendijk studeerde economie en bedrijfskunde. Later in managementfuncties bij Koninklijke Bijenkorf en Procter & Gamble was hij betrokken bij de ontwikkelingen rondom milieuvriendelijkere producten. Na vervolgens enkele jaren te hebben gewerkt als President EMEA bij Stanley Works richtte hij zich op vermogensbeheer. Met enkele anderen nam hij in 2007 Desso over van een Amerikaanse eigenaar en bekleedde hij vijfenhalf jaar de functie van CEO (2007–2012). Sinds 2012 is Kranendijk Chairman bij Desso en geeft hij zijn visie op Cradle to Cradle. Naast zijn functie bij Desso bekleedt hij ook een aantal bestuursfuncties.

10

april 2013


Interview

een positieve footprint’ Al op jonge leeftijd maakte Stef Kranendijk, chairman bij Desso, zich zorgen over de toekomst van onze planeet. Als we niets ondernemen, stevenen we met z’n allen af op een catastrofe, een wereld waarin je geen kinderen wil neerzetten. Kranendonk koos toch voor ondernemerschap en een loopbaan in het bedrijfsleven. Daar kwam hij erachter dat ondernemerschap juist kansen biedt om een betere, duurzamere wereld te creëren. Tom de Hoog en Jan van den Broek

FOTO’S: ERIK VAN DEN BROEK – ERRON FOTOGRAFIE

Duurzaamheid is meer dan een beetje CO2 reduceren en op energie besparen.’

april 2013

Stef Kranendijk, chairman bij Desso, is een innovatie-ondernemer in hart en nieren. Hij voelde zich aangetrokken tot ondernemerschap en studeerde economie en bedrijfskunde. Na zijn studie en een periode bij Koninklijke Bijenkorf kwam Kranendijk bij Procter & Gamble (P&G) in aanraking met duurzaamheid. ‘Bij P&G waren we al vroeg bezig met wasmiddelen die op lage temperatuur en met minder fosfaten schoon wassen. Ook maakten we poederwasmiddelen compacter zodat er minder verpakkingsmateriaal nodig was. Dit alles met het doel om het milieu te sparen. We hebben zelfs een pilot gedaan met het composteren van wegwerpluiers. De compost was goed, maar het plastic bleef een probleem.’ Na zijn jaren in managementfuncties bij P&G en later bij Stanley Works werd Kranendijk investeerder. Het was in die periode dat hij de kans kreeg Desso te kopen van de Amerikaanse eigenaar. Hij werd er CEO. ‘Ik kocht samen met NPM Capital en drie andere managers het bedrijf van het Amerikaanse Armstrong World Industries, de grootste fabrikant van plafonds en harde vloeren in de wereld. Desso leverde in 2007 uitstekende kwaliteit in termen van producten en service, maar was saai als het om design ging. We hebben toen circles of architects opgezet in voor Desso belangrijke landen om onze creativiteit richting te geven. Onze 11


o

EEN NVKL INSTALLATEUR GAAT TOT HET GRAADJE

De productiviteit in een kantoor wordt sterk bepaald door het klimaat en de temperatuur. Om die constant te houden heb je installateurs nodig die technisch goed geschoold zijn en een servicegerichte mentaliteit hebben. Die installateurs hebben zich verenigd in de NVKL. De Nederlandse Vereniging van ondernemingen op het gebied van de Koudetechniek en Luchtbehandeling. Da’s een hele mond vol voor professionaliteit, zekerheid en kwaliteit. Ze zorgen ervoor dat de ideale temperatuur overal en altijd precies hetzelfde blijft. Let er dus op of uw installateur er een is waar de NVKL achter staat. www.nvkl.nl

12

Precies de goede temperatuur. Overal. Altijd. Gegarandeerd.

april 2013


R&D-mensen leggen deze circles proefstalen voor met kleuren en materialen om zo reacties en suggesties te krijgen. Dit jaagt de creativiteit aan, één van de drie drivers van onze business. De andere drivers van innovatie zijn functionaliteit en Cradle to Cradle (C2C, red.).’

Of het nu geluid, licht of luchtkwaliteit betreft, we willen producten leveren die een positieve bijdrage leveren aan welzijn en menselijke gezondheid.’

Sterke business case Kranendijk kwam in aanraking met C2C door een consultant die hem wees op het begrip C2C. ‘Hij gaf mij een dvd met een VPRO Tegenlicht-documentaire uit 2006 van documentairemaker Rob van Hattum. Niet alleen de documentaire, maar ook het boek Cradle to Cradle, remaking the way we make things heeft veel in mij losgemaakt. Ik vond het fantastisch en kwam vervolgens in contact met Michael Braungart, één van de ontwikkelaars van het C2C-concept. Mijn doel was om het hele bedrijf C2C te hebben, maar alleen als hij mij daarbij zou helpen. Duurzaamheid is meer dan een beetje CO2 reduceren en op energie besparen. Bovendien zag ik het zakelijk gezien als competitief voordeel om dit concept te omarmen.’ Michael Braungarts verhaal werd bij Desso enthousiast ontvangen. Toch waren er ook bedenkingen. ‘Bij C2C gaat het erom dat je zuivere producten maakt die eindeloos zijn te hergebruiken. Braungart wilde dan ook alle materialen gaan analyseren die wij als grondstof voor fabricage gebruiken. Onze R&D- en Operations-managers betoogden echter dat Desso al compliant was met Europese REACH en CE-labeling, waarbij je een bepaalde hoeveelheid toxische elementen mag gebruiken in het productieproces. Toch gingen onze mensen overstag en zochten we vanaf dat moment leveranciers van grondstoffen en ruwe materialen die ons konden helpen om onze doelstellingen te behalen. Inmiddels zijn we een soort innovatieplatform voor mensen die nieuwe materialen willen toepassen die binnen de C2C-filosofie passen. Door Braungart zijn we ook uitgekomen op onze strategy in order to improve life voor tapijtfabricage. Of het nu geluid, licht of luchtkwaliteit betreft, we willen producten leveren die een positieve bijdrage leveren aan welzijn en menselijke gezondheid. Sinds we C2C als gedachtegoed hebben omarmd en daar ook over communiceren, is ons marktaan-

Duurzaam tapijt Desso heeft onlangs voor KLM een speciaal tapijt ontwikkeld voor de compleet vernieuwde World Business Class. Het tapijt is speciaal ontwikkeld Wilton geweven tapijt van Noorse wol. Het project maakt onderdeel uit van het speciale Take Back-programma van Desso. Hierbij wordt het teruggenomen tapijt gebruikt als secundaire brandstof en grondstof in de cementindustrie. Opvallend detail: de blauwe accenten, in het bruin gekleurde tapijt dat ook grijze accenten heeft, zijn afkomstig van garen uit gerecyclede stewardessen uniformen. Vanaf juli is het tapijt aan boord, te beginnen met de 22 Boeing 747’s.

april 2013

deel in tapijttegels in Europa gestegen en dat in een krimpende markt. Ook is onze winstgevendheid toegenomen. Zo tonen we aan dat je vanuit duurzaamheid een sterke business case kunt ontwikkelen.’

Functionaliteit

‘De World Health Organization, meldt dat jaarlijks wereldwijd twee miljoen mensen overlijden aan het inademen van te veel fijnstof. Een Duitse studie toonde daarbij aan dat in een ruimte met een harde vloer de hoeveelheid fijnstof die ronddwarrelt twee tot drie keer zo hoog is als in een ruimte met tapijt. We hebben daarom een tapijt ontwikkeld dat in staat is om fijnstof uit de lucht te halen. Dat tapijt heeft een hoge pool van fijn garen en een lage pool van grof garen, een combinatie die ervoor zorgt dat je bij het meten van beweging in de testruimte acht keer minder fijnstof in de binnenlucht registreert dan bij een harde vloer. Ook is een tapijttegel ontwikkeld die circa vijftien decibel geluidsreductie geeft en zo geschikt is voor de moderne werkplekken die open en luidruchtig zijn. Daarnaast produceren we tapijt van lichtreflecterende garens die helpen besparen op verlichtingskosten. Het zijn allemaal voorbeelden van de tweede driver: functionaliteit.’

Hergebruikproblematiek Toch zijn er nog slagen te maken bij de fabricage van tapijten, zegt Kranendijk. ‘We nemen tapijttegels, ook van andere producenten, terug. Dan scheiden we het garen en andere vezels van de bitumen-backing. Die bitumenlaag verkopen we aan de wegenbouwsector. Na een extra zuiveringsfase gaat het garen naar onze garenfabrikanten. Die beseffen ook dat je van oud garen weer nieuw garen kunt maken door bijvoorbeeld in een de-polymerisatiefabriek van gebruikte garens (nylon) het basisproduct monomeer te maken. Dat is uiteindelijk voordeliger dan nieuw monomeer kopen bij oliemaatschappijen.’ Door hergebruik bij garenfabrikanten krijg je een circulaire economie. ‘Onze bitumen-backing voldoet niet aan de C2C-principes en daarom heeft Desso samen met Dow Chemical een nieuw backingproduct ontwikkeld. De polyolefinelaag van deze backing is volledig herbruikbaar in ons eigen productieproces. Tegels met deze backing krijgen we echter over tien jaar terug.’

Impact ‘Ik zie mezelf als een ‘preacher’, aldus Kranendijk. ‘Nu ik chairman van Desso ben, vertel ik overheden, internationale fora en architecten over de keuze voor C2C. Het gaat er mij niet om dat bedrijven een kleinere negatieve footprint hebben, het gaat om eco-effectief produceren. Als je producten maakt met zuivere stoffen, heb je het over een positieve footprint. Met producten die je eindeloos en op een veilige manier kan recyclen. Ook als ik straks weg ben bij Desso, zal ik me daarvoor blijven inzetten. Ik heb ervaren dat als je een bedrijf leidt, je in een positie bent waarin je veel meer impact kunt hebben dan als ‘activistische’ roepende in de woestijn. b 13


Fujifilm wil honderd procent energieneutraal worden

Energie uit afvalgassen Fujifilm in Tilburg maakt onder meer offsetplaten voor de grafische industrie. De nieuwste productielijn heet op de werkvloer the green factory. Met recht, want hier wordt zelfs de energie uit afvalgassen opnieuw benut in het productieproces. Energietechnoloog Jef Verboven van Fujifilm ontwikkelde het concept voor de cogenerative thermal oxidizer. Richard Schippers/Tebodin De hoeveelheid hout van een eik verandert niet als je de hele boom tot tandenstokers verwerkt, maar je kunt er dan geen meubels meer van maken. Hetzelfde geldt voor energie. Energie gaat niet verloren, maar bij de omzetting ervan gaat wel iets verloren, namelijk de kwaliteit van de energie. Het nuttige deel van een energiestroom wordt exergie genoemd. Bij warmtestromen neemt de exergiewaarde toe naarmate de temperatuur hoger is. Dat zette Jef Verboven, energietechnoloog bij Fujifilm in Tilburg, vijf jaar geleden aan het denken. ‘Het procesafzuigsysteem van een van onze nieuwe productielijnen produceert elk uur 32.000 kubieke meter lucht van maximaal tachtig graden Celsius, met daarin vluchtige organische stoffen uit oplosmiddelen, bekend als VOC’s. De emissie van deze afvalgassen wordt gewoonlijk voorkomen met een regenerative thermal oxidizer (RTO). Om in zo’n RTO ook de meest complexe ketens volledig te verbranden, zijn temperaturen van zo’n negenhonderd graden Celsius nodig. Er moet dus veel energie bij, die je vervolgens kwijt bent. Met een RTO gebruik je veel brandstof om brandstof te vernietigen. Het rendement is nul. Dus dacht ik: dat moet beter kunnen.’

Sigarendoosje Zo ontstond het idee om de energie die hoe dan ook nodig is om de VOC’s te verbranden, daarna nog zo nuttig mogelijk in te zetten met behulp van een nieuw soort installatie. De eerste ingevingen kregen vorm op de achterkant van het spreekwoordelijke sigarendoosje, herinnert Verboven zich terwijl hij een schema van de installatie ontvouwt. ‘Het was vanaf het begin duidelijk dat we moesten kijken naar het geheel. Het uitgangspunt was een systeemaanpak voor een installatie die levert wat de nieuwe productielijn nodig heeft: elektriciteit, stoom van dertig en tien bar, heet water van negentig graden Celsius en gekoeld water van tussen de zeven en dertien graden Celsius. We wilden dus de verbranding van afgassen en vloeibare oplos14

middelen integreren in een systeem dat energie-efficiënt elektriciteit, stoom, heet en gekoeld water produceert.’

Naverbrander ‘Verschillende opties kwamen op tafel, evenals honderd redenen om het niet te doen’, vertelt Verboven. Toch kwam een veelbelovend plan tot stand. Een gasturbine wekt via een 10 kV generator elektriciteit op, en de rookgassen uit de turbine verwarmen de afgasstroom van tachtig tot 375 graden Celsius. Die voorverwarming is cruciaal in de combustor, het hart van de nieuwe installatie. Het is een soort naverbrander, die werkt op aardgas, VOC’s en eventueel ook vloeibare oplosmiddelen als brandstof. De warmte van de hete afvalgassen wordt direct gebruikt in een afgassenketel voor de productie van stoom met een druk van dertig bar. Een klein deel van die stoom wordt direct gebruikt in het dertig bar stoomnet. Het grootste deel wordt via een drukverlaging in een stoommotor geleverd aan het tien

Honderd procent energieneutraal Fujifilm in Tilburg is één van de grootste productielocaties van het bedrijf buiten Japan. De site werd in 1982 gekozen vanwege de beschikbaarheid van grondwater, dat zo veel mogelijk opnieuw wordt gebruikt. Energietechnoloog Jef Verboven: ‘Fujifilm wil uiteindelijk een honderd procent energieneutraal bedrijf worden.’ Vijf grote windturbines op de site in Tilburg zijn al goed voor vijftien tot twintig procent van de benodigde elektriciteit. Eneco heeft de turbines gebouwd en Fuji heeft de grond ter beschikking gesteld en de aansluiting op het eigen private netwerk mogelijk gemaakt. In de toekomst wordt het windpark mogelijk uitgebreid met meer windturbines. Ook wordt er gedacht aan het plaatsen van zonnepanelen op het dak van de productielocatie. Daarnaast gaat Fujifilm met drie nabijgelegen bedrijven (Agristo, Coca Cola en International Flavors and Fragrances) een waterzuiveringsinstallatie bouwen. De installatie komt op de site van Fuji Film te staan en zal in de loop van volgend jaar operationeel moeten zijn. De waterzuivering zal zo’n 3.755 miljoen kuub afvalwater per jaar verwerken. Het afvalwater wordt na zuivering als schoon water in het nabijgelegen Wilhelminakanaal geloosd.

april 2013


Best Practice

bar stoomnet. De stoommotor levert ook nog testen is de fabriek in januari 2012 echt gaan eens tweehonderd kilowatt extra elektriciteit. draaien.’ Toen de bouw ‘We wilden dit het liefst met bestaande techVerboven is goed te spreken over de inbreng van van de nieuwe nieken doen, en niet zelf een nieuwe turbine Tebodin, die heeft geleid tot de toevoeging van productielijn werd ontwikkelen. Dat is niet onze business en zou te componenten die het rendement van de CTO uitgesteld, leek het ver gaan’, vervolgt Verboven. ‘De grootste uitdahebben opgeschroefd tot 91,9 procent. Naast mij onwaarschijnging lag in de koppeling met andere elementen de stoommotor zijn dat onder meer warmtewisen het oplossen van de praktische problemen selaars en een absorptiekoelmachine die uit een lijk dat de plannen die een geïntegreerde installatie met zich meedeel van de stoom op efficiënte wijze gekoeld nog zouden worden brengt. Tebodin heeft de expertise geleverd die water produceert. Zelf is Verboven inmiddels uitgevoerd.’ nodig was voor het ontwerp en de bouw van afgestudeerd op het onderwerp CTO, dat al veel een uitgebalanceerd systeem, de beveiliging belangstellende ingenieurs, adviseurs en stuen besturing. Ze hebben ook naar de juiste denten naar Tilburg heeft gebracht. componenten gezocht. Wij hadden al wel de gasturbine en de combustor besteld. Aan de inspecteurs van Lloyd’s die het ge- Positieve instelling heel uiteindelijk moesten goedkeuren, hebben we wel het no- Met het totale project was een investering van honderd miljoen dige moeten uitleggen, want een cogenerative thermal oxidizer euro gemoeid. De nieuwe productielijn is bijzonder flexibel en zal ongeacht de marktontwikkelingen kunnen blijven draaien. (CTO) was natuurlijk ook voor hen iets nieuws.’ De nieuwe lijn maakt low-chemical platen, waarvoor in drukkeOnderlinge koppelingen rijen minder chemicaliën nodig zijn. Daarnaast kan de lijn ook Projectmanager Frans Wolters van Tebodin coördineerde de alle andere offsetplaten produceren. technische detailuitwerking. ‘Het is moeilijk om een dergelijke ‘De CTO betekende een behoorlijke meerinvestering’, zegt Verinstallatie te bouwen als je de componenten niet zomaar van de boven. ‘Toen de bouw van de nieuwe productielijn werd uitgeplank kunt halen. Vooral de onderlinge koppelingen zijn lastig, steld, leek het mij onwaarschijnlijk dat de plannen nog zouden want het systeem is onlosmakelijk verbonden met de nieuwe worden uitgevoerd. Gelukkig besliste de directie dat niet alleen productielijn en moest dus parallel worden gebouwd. Wij zijn onze producten duurzaam moeten zijn, maar ook de manier van eind 2008 voor het eerst bij de plannen betrokken. Het schema produceren. Het is een logische volgende stap, die goed past in en het procesdiagram bestonden toen al.’ de filosofie van Fujifilm. De recessie gaat ook weer voorbij, zo Een paar maanden later werd het hele project stopgezet, om- was de positieve instelling.’ dat door de recessie onzeker was geworden of de bouw van de Toch zou de beslissing vandaag anders zijn uitgevallen. Verbonieuwe fabriek nog door zou gaan. ‘Pas eind 2010 konden we de ven: ‘Vergeleken met 2008 is de prijs van elektriciteit gehalveerd. draad weer oppakken, en de oplevering volgde begin oktober Niemand bouwt nog een gascentrale, maar wij hebben hoe dan 2011. We hebben naast het detailontwerp ook het construc- ook gas nodig om stoom te produceren. De hele installatie kan tiemanagement, de procurement en uitvoeringsbegeleiding trouwens ook op ongezuiverd biogas draaien, dus we zijn goed verzorgd, en de utilities tot aan de rand van de fabriek. Na het voorbereid op een duurzame toekomst.’ b

april 2013

15


Transparantie footprint biedt handvat bedrijfsvoering

Footprint van producten verkleinen met hulp van de keten

16

april 2013


Achtergrond

Hoe duurzaam is jouw product? Deze vraag wordt steeds vaker gesteld aan producerende bedrijven. Klanten en ketenpartners willen op productniveau weten wat de milieu-impact is van het product dat zij afnemen. Een levenscyclusanalyse is de meest geëigende methodiek om een antwoord te formuleren. Maar hoe pak je dat aan als je niet tien maar tienduizenden producten hebt?

verbruik en de emissies. Zo worden de punten geïdentificeerd waar wel en geen verbetering op milieugebied haalbaar zijn. In de afgelopen dertig jaar is veel ervaring opgedaan en zijn allerlei kinderziekten verdreven. Inmiddels zijn er internationale standaarden voor de LCA-methodiek opgesteld: EN 15804, ISO 14040 en ISO 14044. Verder bestaan er verschillende databases met daarin de milieugegevens van diverse materialen, producten en processen. Gespecialiseerde LCA-adviseurs kennen deze Harmen Weijer databases en hebben hier toegang tot. Toon van Harmelen van TNO is al jaren expert op het gebied van LCA’s. ‘Vooral in de eerste jaren lieten bedrijven LCA’s maken van Bij veel bedrijven is duurzaamheid van de bedrijfsvoering een hun producten en processen uit defensief oogpunt, namelijk om hot item. De belangrijkste reden is dat de klant erom vraagt. gegevens in de hand te hebben als de milieubelasting van het Die klant kan de consument zijn, maar in de maakindustrie bedrijf en zijn producten ter sprake zou komen. De laatste jaren is dat vaak een collega-industriële klant, die met de gele- is de strategie meer offensief: om te laten zien hoe duurzaam verde deelproducten zijn product maakt. Bij men bezig, is wil men weten wat de milieude vraag in hoeverre men duurzaam bezig is, impact is van hun producten en processen.’ gebeurt het regelmatig dat men verwijst naar Die impact is op verschillende manieren uit te het groene wagenpark of de energieconvedrukken. Meestal wordt dit in CO₂-equivalenten Om te laten nanten waar men bij is aangesloten. Maar de uitgedrukt. ‘Maar duurzaamheid betreft ook zien hoe duurzaam gevraagde houvast per product wordt daarandere aspecten, zoals verzuring en toxiciteit’, men bezig is, wil mee niet gegeven. aldus Van Harmelen. men weten wat de Een eerste grote stap die bedrijven al jaren milieu-impact is Winst nemen, is het laten uitvoeren van een levensEen van de bedrijven die gebruikmaakt van de cyclusanalyse (LCA). LCA’s zijn niet nieuw; ze van hun producten LCA-methodiek is Solvay. Van Harmelen: ‘Solvay kwamen al in de jaren 80 van de vorige eeuw en processen.’ is een groot chemiebedrijf dat vooral actief is in in opkomst. Met een LCA worden kennis en de bulkchemie. De processen hebben een grote inzicht verzameld over de onttrekkingen van milieubelasting en vragen in deze tijd steeds grondstoffen en de emissies door menselijke activiteiten in het milieu. En dan met name de activiteiten die vaker om duurzamere brand- en grondstoffen. Solvay ziet dan verbonden zijn aan het produceren van goederen en diensten ook in dat het niet onbeperkt kan doorgaan op de huidige weg.’ en het gebruik en de afdanking van de grondstoffen en de ge- Daarnaast krijgt het chemiebedrijf van klanten in de keten de volgen ervan. Bij een LCA wordt in elk stadium van het produc- opdracht te verduurzamen. Onlangs nog sloten Solvay en Akzotieproces een inventaris gemaakt van het energie- en materiaal- Nobel een overeenkomst waarin Solvay als leverancier van op-

Duurzaam beton In een branche met veel concurrenten is het onderscheidend vermogen van je producten van levensbelang, vindt MBI Beton. De betonsteenproducent is al bijna zeventig jaar actief, maar ondervindt in Nederland hevige concurrentie met de baksteen. In de jaren 80 van de vorige eeuw heeft het bedrijf dan ook een peperdure LCA laten uitvoeren voor één van zijn producten. ‘Daar kwam een prima rapport uit, maar dat belandde uiteindelijk in de la’, vertelt Harm van der Ploeg van MBI Beton. ‘De laatste jaren willen we ons verdergaand onderscheiden van bijvoorbeeld bakstenen, zowel esthetisch als functioneel. Architecten vinden betonstenen gelukkig heel mooi. En als je daarnaast kunt aantonen een duurzaam product te hebben, dan is ook dat een onderscheidend gegeven.’ Maar kom maar eens tot juiste gegevens met al die keurmerken en ladders, zoals de CO₂-prestatieladder, MVO, C2C

april 2013

en BREEAM. MBI Beton ging op zoek en vond met EcoChain een kostenefficiënte methode. ‘Deze methode stelt ons in staat om in de keten te verduurzamen. Als bijvoorbeeld leverancier 43 overstapt op groene stroom heeft dat meteen effect op onze producten en processen.’ Ook heeft MBI Beton inzicht gekregen in waar nog duurzame winst te halen valt. ‘Wij gebruiken bijvoorbeeld al jaren zand uit de Noordzee. Door de geringe transportafstand blijkt dit een zeer duurzame grondstof te zijn in de LCA. De uitdaging is nu om dit in nog meer recepturen te gaan toepassen. Ondanks onze zeer positieve score in de LCA, willen wij onze afstand met de concurrentie vergroten en willen wij ons focussen op het verduurzamen van onze recepturen. De methode LCA 2.0 biedt ons hierbij concrete aanknopingspunten’, aldus Van der Ploeg.

17


losmiddelen voor Akzo’s coatings en verven door AkzoNobel is gevraagd meer biobased materialen voor deze oplosmiddelen te gebruiken. Daardoor wordt het eindproduct van AkzoNobel duurzamer. De trend is niet te stuiten: in de keten sporen ketenpartners elkaar aan om vanuit de keten gezamenlijk tot meer duurzame producten te komen. In dat geval is het ook belangrijk om te kijken wat de milieukosten zijn, zowel in het eigen proces als bij de ketenpartner. TNO heeft die prijsmethodiek ook verwerkt in de LCA’s die het uitvoert, of waarvoor het gegevens verzamelt. Van Harmelen: ‘Beprijzing gaat volgens twee routes: bestrijding en vermijding enerzijds, en milieu- en gezondheidsschade anderzijds. Die eerste route helpt om aan te geven hoeveel euro’s wij als samenleving over hebben om bepaalde milieu-impacts te vermijden. De tweede route laat zien wat het oplevert aan milieu- en gezondheidswinst als een bedrijf zijn proces verduurzaamt.’

Footprint De laatste jaren doet het fenomeen ‘footprint’ zijn intrede: met een footprintanalyse kun je aangeven hoe groot de voetafdruk is die een bepaalde actie of product achterlaat op de aarde. De voetafdruk heeft vaak betrekking op bepaalde milieuthema’s, zoals water of CO₂. Een LCA is meestal de basis voor een ‘footprint’. De Britsish Standards Institution (BSI) heeft een richtlijn gepubliceerd voor het bepalen van een CO₂footprint, de zogenaamde PAS2050. De richtlijn vormt de basis van de in ontwikkeling zijnde internationale richtlijn ISO 14067. Het onderzoeken van de footprint van producten wordt steeds belangrijker omdat het ook rechtstreeks geld kan opleveren. De CO₂-prestatieladder is zo’n voorbeeld daarvan. De door ProRail ingevoerde ladder van vijf niveaus geeft klanten van ProRail een fictief voordeel bij de inschrijfprijs bij aanbestedingen van grote projecten. Naarmate men hoger op de ladder staat, krijgt men

meer voordeel ten opzichte van concurrenten bij de gunning. Daar moet een leverancier wel wat voor doen, vooral op het gebied van CO₂uitstoot. Om te beginnen moeten bedrijven de eigen CO₂-uitstoot in kaart brengen. Bij niveau 2 hebben bedrijven ook doelen vastgesteld. Bij niveau 3 doen bedrijven mee in een sector- of keteninitiatief om CO₂ te reduceren. De meeste bedrijven komen met redelijk gemak tot dat niveau, mede dankzij deelname aan energieconvenanten. Vanaf niveau 4 wordt het lastiger, want hier moeten bedrijven zelf initiatiefnemer zijn van CO₂-reductie initiatieven. Dan is het van belang dat het bedrijf een volledige inventarisatie heeft gemaakt van de footprint van het productgamma.

Duur Inmiddels is de ladder twee jaar geleden overgedragen door ProRail aan de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO). In de bouwsector is de CO₂prestatieladder al gemeengoed. Als het aan SKAO ligt, volgen nu meerdere sectoren. Zo is men druk bezig binnen de ICT-sector om de CO₂-prestatieladder door te voeren. Met deze voordelen – naast de marketingvoordelen die een duurzaam product met zich mee kan brengen – zou het heel logisch zijn als inmiddels veel bedrijven precies weten hoe duurzaam hun producten zijn. Niets is minder waar, weet Boudewijn Mos van EcoChain, dat actief is op het gebied van LCA- en footprintberekeningen. ‘LCA’s zijn heel effectief, maar erg duur, mede omdat ze stuk voor stuk worden gemodelleerd. Bedrijven zijn tussen de 20.000 en 50.000 euro per product kwijt om de levenscyclus in kaart te brengen. Als je dan ook nog enkele tienduizenden producten in de leveranciersketen hebt, dan is het niet meer te betalen.’

Fasen van de LCA Om een levenscyclusanalyse uit te voeren, is een internationaal erkend raamwerk opgesteld. Hierin wordt de LCA-procedure gestructureerd in vier verschillende fasen: In de eerste fase worden het doel en de omvang van het onderzoek in relatie tot de beoogde toepassing bepaald. De tweede fase is de inventarisatiefase, waarin het product wordt gedefinieerd. Hiervoor worden vervuilingen naar de leefomgeving gekwantificeerd. In de derde fase worden de resultaten van de inventarisatie vertaald naar termen van

18

milieu- en maatschappelijke effecten. Daarbij is het belangrijk de verkregen resultaten uit fase twee zo te presenteren dat de impacts duidelijk worden. In Nederland worden maatschappelijke effecten in kosten uitgedrukt; de kosten die wij dragen om met vervuiling om te gaan. In de vierde en laatste fase worden de resultaten en aannames van de eerdere fasen geëvalueerd en worden conclusies getrokken. Een veelgestelde conclusie is dat het veel goedkoper is om vervuiling te voorkomen dan om hier onder te lijden.

april 2013


Achtergrond

Bovendien is het ook niet eenvoudig om alle gegevens uit de productniveau worden dan real time met de ketenpartners geketen te krijgen, iets wat wel nodig is voor een volledige LCA- koppeld.’ berekening. ‘Een producent heeft data nodig van zijn leveran- Daardoor kunnen bedrijven verder kijken dan alleen die ‘mociers voor een dergelijke LCA; het gaat daarbij onder andere mentopname’ van het bedrijf op het gebied van processen en om kerndata, proceskennis en lijsten van alle toeleveranciers. producten. Managers kunnen hierdoor actief sturen op minder Klanten zijn niet bereid die te geven.’ Het gevolg daarvan is dat duurzame producten, want de gegevens zijn actueel en direct producenten moeten uitgaan van gestandaardiseerde waarden op productniveau te bekijken. ‘Men kan precies zien welke proof branchegemiddelden, die meestal minder precies zijn. Mos cessen en producten de grootste invloed op de footprint hebnoemt als voorbeeld een bierbrouwer. ‘Deze maakt bijvoorbeeld ben. Met die gegevens in de hand kan een bedrijf zich focussen gebruik van vier glasleveranciers, vooral om risico’s te spreiden. op deze ‘hoge impact’-producten, zodat de investeringen op de Maar de één doet het qua duurzaamheid beter dan de ander. juiste plek worden ingezet.’ Omdat ze echter niet allemaal hun data hebben willen prijsge- Maar waarom zouden leveranciers in deze applicatie nu wel bereid ven, gaat deze bierbrouwer uit van de standaard LCA-gegevens. zijn om gegevens prijs te geven? Mos: ‘De brondata van leveranDe innoverende leverancier wordt hiermee benadeeld omdat ciers die worden uitgenodigd blijven anoniem. De gegevens zijn zijn duurzame voorsprong gelijk wordt getrokalleen terug te leiden op productniveau, niet naar ken met de achterblijver, terwijl de ‘rotzooide oorspronkelijke data.’ Het valt of staat natuurlijk ende’ leverancier dubbel wordt beloond: geen wel met de juistheid van de te delen informatie, geld aan innovatie uitgeven en ook nog een erkent Mos. ‘Want als jouw leverancier – per oncontract behouden bij de bierbrouwer.’ geluk of expres – verkeerde data invoert, klopt de Men kan berekening van de footprint niet meer. Om dat te precies zien welke Incentives voorkomen, wordt hierbij een derde, verifiërende processen en proDit legt de grootste frustratie in de maakpartij ingeschakeld, net zoals bij traditionele LCAducten de grootste industrie bloot: waar is de incentive om te verberekeningen gebeurt. Het verschil is dat met invloed op de footduurzamen? Om dat te tackelen, is het volgens EcoChain het complete portfolio kan worden Mos tijd voor LCA 2.0. ‘Wij hebben een applicageverifieerd, in plaats van slechts één productprint hebben.’ tie gebouwd waarbij bedrijven hun footprint in calculatie. Daarnaast heeft het doorgeven van kaart kunnen brengen, zowel op bedrijfsniveau informatie ook nog een zuiverend effect voor elke als op proces- en productniveau.’ En om ook de toeleverancier die meedoet. Men doet het uiteinleveranciers en afnemers in de keten erbij te betrekken, is er een delijk voor zichzelf: verkeerd invullen voor een ander heeft onmidzogeheten vierde dimensie in de applicatie ingebouwd. Mos: dellijk een negatief effect op je eigen footprint-berekening.’ ‘Daarbij vraagt het bedrijf dat de footprint van zijn producten Op deze manier wordt de wetenschappelijk verkregen LCA in kaart wil brengen niet eenzijdig aan zijn leverancier ‘geef mij gecombineerd met een soort van ‘Facebook’ voor producten. jouw data even’. Nee, in deze applicatie nodigt men deze keten Daarmee wordt een nieuw hoofdstuk geschreven in het bepauit om ook EcoChain te gebruiken. Aan de hand van de eigen len van de footprint van producten. Met als belangrijkste doel: administraties in energie en chemische stoffen wordt automa- het steeds verder verduurzamen van producten, zodat we ook tisch op 24 parameters in kaart gebracht wat de footprint van nog over vijftig jaar en verder gebruik kunnen maken van deze de betreffende producten en processen is. De uitkomsten op aarde. b

april 2013

19


Frequentieregelaars kunnen flinke energiebesparing opleveren

Energie besparen bij pompen serieuze optie In de procesindustrie is elektriciteit een flinke kostenpost en is elke vorm van energiebesparing dus welkom. Een mogelijkheid is het gebruik van frequentieregelaars. Deze zorgen voor een variabele stroomtoevoer, waardoor het elektriciteitsgebruik aanzienlijk kan dalen. De terugverdientijd in de lichte industrie is betrekkelijk kort. In de procesindustrie zijn ze echter lastiger in te passen, vooral vanwege de extra voorzieningen die nodig zijn in een ATEX-omgeving. Toch liggen er zeker kansen. Sal Stam/Agentschap NL

20

Het terrein van chemiebedrijf Shin-Etsu in de Botlek biedt een imposante aanblik: leidingen, kabels, trappen, loopbruggen en pompen bepalen het beeld. Hier wordt vinylchoride gemaakt, de grondstof voor pvc. Op het terrein staan ook compressoren. Dit zijn zware apparaten die het bedrijf onder meer gebruikt om propeen vloeibaar te maken. In deze vorm dient het als koelvloeistof bij de productie van vinylchoride. De pompen en compressoren nemen bij Shin-Etsu een aanzienlijk deel van het energiegebruik voor hun rekening; zo’n vijftig procent van het totaal. De pompen hebben veelal een vaste stroomtoevoer en dat zorgt ervoor dat vloeistoffen met

april 2013


FOTO’S: SHIN-ETSU/BERT DE JONG

Best Practice

constante kracht door het systeem worden gepompt. Om de volumestroom in het productieproces te regelen, wordt gebruikgemaakt van kleppen die de doorstroming tegenhouden. Het hele productiesysteem kan dan worden bestuurd, maar aan de hoeveelheid gebruikte energie in de pompen veranderen de kleppen niets. Er wordt dus energie gebruikt, waarvan het effect vaak direct na de pomp teniet wordt gedaan.

uit naar een van de Crude units en de benzinefabriek, bij Shin-Etsu waren het de meest geAls een pomp bruikte pompen en compressoren. De studies aan vervanging toe en de inventarisatie laten weliswaar zien dat er is, zijn de terugverflink op energie valt te besparen, maar dat de dientijden korter procesindustrie wel heel goed moet nadenken en kan het ook voor of een investering lonend is. ‘Het grote punt is dat er met vluchtige stoffen wordt gewerkt, die Shin-Etsu interesin een bepaald concentratiegebied een explosant worden.’ sief mengsel met lucht kunnen vormen. In die situaties moet je allerlei extra voorzieningen Variabele spanning treffen als je een frequentieregelaar in huis De terechte vraag dringt zich op of dat niet anders kan. Een mo- haalt, omdat er aan de eisen van ATEX-zonering moet worden gelijkheid is om de stroomtoevoer af te remmen door gebruik voldaan. En juist daarvan kunnen de kosten enorm oplopen’, van een frequentieregelaar. Zo’n apparaat zorgt met een vari- zegt Willem de Vries van Agentschap NL, die bij de inventarisatie abele spanning voor een variabel vermogen, in plaats van vol betrokken was en daarbij samenwerkte met adviseurs van DNVvermogen. Dat betekent dat de toevoer van vloeistoffen in een KEMA, DWA en Jacobs Nederland. pomp of compressor naar behoefte door de motor wordt geregeld. In plaats van dat een klep in de leiding de zaak afremt, Perspectieven wordt de stroomtoevoer beperkt, wat direct minder energie Op het eerste gezicht zien de studieresultaten er veelbelovend kost. Je grijpt dus in aan het begin van het proces in plaats van uit. Want behalve energiebesparing heeft een frequentieregelaar in de procesindustrie nog andere voordelen. ‘Je kunt het verderop de volumestroom af te remmen met kleppen. Frequentieregelaars kunnen op die manier een flinke energiebe- hele productieproces beter regelen’, zegt René Waggeveld van sparing opleveren, van wel dertig tot zeventig procent. In met DWA. Daardoor kun je iets meer produceren, zonder dat je daarname de lichte industrie en in nutsvoorzieningen, zoals zwem- voor veel extra moet investeren. Verder verminder je bijvoorbaden, komen ze daarom veel voor. Uit gegevens van Agent- beeld de stroompieken die optreden als een apparaat wordt schap NL blijkt dat ze de investering meer dan waard zijn en dat opgestart. Een apparaat gaat daardoor aanzienlijk langer mee, terwijl de onderhoudskosten kunnen afnemen.’ de terugverdientijd vrij kort is: zo’n een à twee jaar. In de procesindustrie gelden echter andere wetten, zo blijkt uit Een frequentieregelaar biedt dus goede perspectieven, zeker als een inventarisatie van studies die bij Shin-Etsu en Kuwait Petro- je bedenkt dat er alleen al bij Shin-Etsu in de Botlek zo’n zeventig leum Europoort (KPE) zijn uitgevoerd. Bij KPE ging de aandacht pompen staan opgesteld. Het probleem is dat je er met alleen het

april 2013

21


BIZZ56'' De nieuwe standaard in webvertising Presenteer uw bedrijf, innovatie of project volgens de nieuwe standaard in webvertising: BIZZ56”. Vertel uw verhaal in uw eigen creatieve film van 56 seconden en de boodschap komt aan! Het doordachte stramien van BIZZ56” zorgt ervoor dat u en de filmers zich kunnen concentreren op het communicatieve en creatieve deel van uw boodschap. Bovenal zorgt BIZZ56” voor een snelle, complete en eigentijdse boodschap die de aandacht van uw doelgroep tot het einde vasthoudt. BIZZ56”-video’s zijn multi-inzetbaar: op uw website, via smartphones en tablets en op social media. Verrijk uw teksten, advertenties en commerciële boodschappen met een BIZZ56” video en integreer tekst, beeld en online voor een crossmediale boodschap.

Als dit icoon bij een afbeelding staat, bekijk dan het bijbehorende filmpje door met uw smartphone of tablet de foto te scannen met de iLinqs app. U vindt de gratis iLinqs app in de appstore voor andriod en apple.

BIZZ56”is een product van Movielinqs video & virals. iLinqs is een app van Industrielinqs pers en platform

22

Meer weten?

Bekijk het voorbeeld en mail naar movielinqs@industrielinqs.nl

april 2013


Best Practice

kopen van een frequentieregelaar niet bent. Zo ter en kan het ook voor Shin-Etsu interessant moeten de motoren explosieveilig blijven en om worden.’ Frequentiedat te garanderen is certificering nodig. ‘De comregelaars kunnen Terugverdientijd plete pomp met frequentieregelaar moet naar een flinke energiebeDe Vries van Agentschap NL wijst erop dat de een expert, die hem controleert en een certificaat sparing opleveren, kabels ook in nieuwbouwsituaties of bij het afgeeft. Daarna moet de motor terug en opnieuw van wel dertig tot vervangen van pompen een flinke kostenpost worden geïnstalleerd’, zegt projectleider Rob de zijn. ‘Die kosten heb je dus sowieso. Toch maakt Bruin van Shin-Etsu. Zo’n operatie kost per pomp zeventig procent.’ het nogal wat uit of je een frequentieregelaar al snel vijfduizend euro, bijna net zoveel als een plaatst bij een bestaande of een nieuwe motor. nieuwe motor. Certificering van een bestaand apparaat kan Een andere kostenpost vormt de behuizing van de frequentieregelaar. Die moet veilig zijn afgeschermd en dan achterwege blijven. Ook scheelt het als je de installatie tijhij moet ook nog worden gekoeld. De kosten lopen nog ver- dens een periodieke onderhoudsbeurt uitvoert of niet.’ der op doordat veel apparaten in de procesindustrie dubbel Als het puur om energiebesparing gaat, heeft een frequentiezijn uitgevoerd: er staan twee motoren, waardoor er ook twee regelaar in een ATEX-zone alleen zin bij vervanging van een mofrequentieregelaars en bijbehorende veiligheidsmaatregelen tor of bijvoorbeeld bij nieuwbouw, stelt De Vries. ‘Als je dit bij een bestaande motor doet, heb je met extra kosten te maken nodig zijn. Ook een grote kostenpost vormt de bekabeling tussen frequen- en kan de terugverdientijd oplopen tot wel dertig jaar. Een fretieregelaar en het apparaat dat hij aandrijft. De kabels moeten quentieregelaar plaatsen, is in dat geval veel te duur.’ een speciale mantel hebben die de omgeving afschermt van Hoe hoog de kosten uiteindelijk zijn, hangt dus maar ten dele af elektromagnetische velden. Zonder zo’n mantel kunnen ze in- van de prijs van de frequentieregelaar zelf. De installatiekosten vloed hebben op andere kabels en ook de werking van andere zijn minstens zo belangrijk. Kortom, de vraag of een frequentieapparaten verstoren. Omdat de frequentieregelaar op veilige regelaar rendabel is in de procesindustrie, hangt volledig van afstand moet staan van een pomp of compressor, is al snel hon- de situatie af. Bij bestaande apparaten in een ATEX-omgeving derd tot tweehonderd meter kabel nodig, aan 150 euro per me- is plaatsing van een frequentieregelaar geen serieuze optie, geter. ‘Voor energiebesparingsprojecten hanteren wij een terug- zien de lange terugverdientijd. Bij nieuwbouw of vervanging, en verdientijd van vijf in plaats van drie jaar. In ons geval is er op dit buiten de ATEX-zone, is de terugverdientijd een stuk korter en moment jammer genoeg geen enkele pomp gevonden, waarbij dan is een frequentieregelaar wel een serieuze optie. Zeker gede terugverdientijd lager was dan tien jaar’, stelt De Bruin. ‘Als zien de andere voordelen die een frequentieregelaar biedt, zoals een pomp aan vervanging toe is, zijn de terugverdientijden kor- het beter kunnen regelen van het productieproces. b

april 2013

23


Enlightenmentz zijn lichtende voorbeelden voor een duurzame toekomst. Niet alleen duurzaam maar ook mooi, comfortabel en intuïtief! Samen kunnen ze de groene industriele revolutie veroorzaken.

Bespaarde energie is het goedkoopst Momenteel roepen veel Europese bedrijven om goedkopere energie. De schaliegasrevolutie in de Verenigde Staten en de onstuitbare opkomst van Aziatische economieën en investeringen in het Midden-Oosten zouden het investeringsklimaat in Europa ondermijnen. Maar goedkopere energie staat vaak haaks op ver-

duurzaming. Moeten we weer meer kolen gaan inzetten? Of ook aan de schaliegas gaan? Er is nog een andere oplossing: gewoon minder energie gebruiken. Niet door fabrieken te sluiten, maar door industriële processen energiezuiniger in te richten. Immers, de goedkoopste energie is energie die je bespaart. Samen met het Deltavisie-congres (6 juni, RDM Campus in Rotterdam) zoekt Duurzaam Geproduceerd zogenoemde Process Enlightenmentz: concepten en technieken die de industrie in Nederland en Vlaanderen beduidend zuiniger kunnen maken. We zetten er alvast vijf voor u op een rij.

Chemische reacties vinden al eeuwen op dezelfde wijze plaats, namelijk in een groot reactorvat waar verschillende stoffen met elkaar worden gemengd. Dat kan echter veel efficiënter, vaak ook in veel kleinere installaties. Een voorbeeld daarvan is de onlangs commercieel gelanceerde Spinning Disc van het bedrijf Spinid, een spin-off van de TU Eindhoven. De technologie leent zich vooral voor zeer snelle reacties. Het idee is dat de grondstoffen worden gespoten op een schijf ter grootte van een dvd, die zeer snel ronddraait in een nauw aansluitende behuizing. Door de centrifugale kracht worden ze er na pakweg een seconde aan de buitenkant weer afgeslingerd. In de tussentijd worden ze zeer intensief gemengd, en hebben ze precies genoeg tijd om met elkaar te reageren tot het gewenste product. Het voordeel is dat de Spinning Disc op een veel efficiëntere manier kan produceren. Dat betekent een kostenbesparing in zowel grondstoffen als de hoeveelheid energie die nodig is om het

FOTO: SPINID

1. Zuinigere reactoren: de Spinning Disc

product te maken. De TU Eindhoven doet al zo’n tien jaar onderzoek naar deze technologie. Spinid is een spin-off van deze vakgroep. Een pilotplant, met een geplande capaciteit van tien ton per dag, wordt momenteel opgebouwd door ingenieursbureau SPIE Controlec. Het project wordt deels betaald door Technologiestichting STW.

2. Terugwinnen van energie: warmetwisselaar voor rookgassen

Veel energie gaat in de industriële omgeving nog verloren in de vorm van afvalwarmte. Wat zou het mooi zijn als die warmte weer kan worden hergebruikt. Dat kan op verschillende manieren. Zo ontwikkelde het Rotterdamse bedrijf HeatMatrix een kunststoffen warmtewisselaar die eenvoudig warmte uit rookgassen terugwint. Na drie jaar van ontwikkeling en testen van de nieuwe technologie en enkele succesvolle eerste projecten bij onder andere energiebedrijf E.on en technologiebedrijf Stork, was Heatmatrix vorig jaar klaar voor brede implementatie van deze innovatie. Daarbij denkt het bedrijf aan verschillende industriële sectoren, van voe24

dingsmiddelen tot agro, chemie en de papierindustrie. Robert Sakko van HeatMatrix heeft daar veel vertrouwen in: ‘Doordat de warmtewisselaar is gemaakt van kunststof, is deze ongeveer tien keer zo licht als een metalen versie. Een ander belangrijk voordeel is dat kunststof niet gevoelig is voor corrosie. Dit is een revolutionaire ontwikkeling voor onder andere de voedingsindustrie, omdat hier regelmatig biogas wordt bijgestookt. Door het zure rookgas uit deze installaties, corroderen metalen rookgaswarmtewisselaars al na enkele maanden. Dat hoort met de nieuwe warmtewisselaar tot het verleden, waardoor ook daar energiebesparing gerealiseerd kan worden.’ Sakko ziet kansen voor zowel grote als kleine bedrijven: ‘Bedrijven besparen met de rookgaswisselaars al snel tienduizenden euro’s per jaar. Hierdoor is de investering over het algemeen al binnen drie jaar terugverdiend. Onze ambitie is verduurzaming van het warmtegebruik in zowel fossiele als bio-energie gestookte systemen.’

april 2013


Enlightenmentz

3. Oplossingen voor de keten: hergebruik dierlijke vetten en eiwitten Dat je partners in de keten kunt helpen om energie en water te besparen en ook nog meer omzet te genereren, laat chemieconcern AkzoNobel zien. Huiden van geslachte dieren worden hergebruikt voor leer en voeding voor mens en dier. Om dat te doen, worden water en vet van de huiden vaak op milieuonvriendelijke wijze verwijderd. AkzoNobel Industrial Chemicals ontwikkelde daarom een veel schonere methode op basis van dimethylether. Door het toepassen van deze technologie wegen de huiden na de behandeling minder. Ook zorgt de methode ervoor dat minder energie, water en chemicaliën nodig zijn dan bij de traditi-

onele ontvettingsmethoden. Bovendien ontstaat er aanzienlijk minder afvalwater en is het vet dat via de DME-methode wordt verkregen meer waard. Dus een extra inkomstenbron! Leerlooierij de Koninklijke Hulshof in Lichtervoorde gaat het nieuwe procedé van AkzoNobel toepassen, waarbij vetten en eiwitten op een efficiëntere en schonere manier kunnen worden teruggewonnen bij de leerproductie. Die kunnen worden verwerkt in bijvoorbeeld hamburgers. Volgens directeur Herman Hulshof kan door toepassing van deze methode de veestapel mogelijk met meer dan tien procent worden gereduceerd.

4. Vergroening grondstoffen: lignine 5. CO2 als grondstof: Solar fuels

Rotterdam moet de groenste energiehaven van de wereld worden, althans als het aan het Havenbedrijf Rotterdam ligt. Het zet bijvoorbeeld zwaar in op biomassa als grondstof voor brandstoffen en chemie. Momenteel lijkt bijvoorbeeld de inzet van lignine veelbelovend. Denk bijvoorbeeld aan het Cyclox-proces, een recente ontwikkeling aan de Technische Universiteit Eindhoven. Tijdens zijn onderzoek deed promovendus Michael Boot daar een interessante ontdekking. Hij wilde weten welk molecuul de roetuitstoot van een dieselmotor minimaal houdt. Daar kwam een stof uit die heel sterk lijkt op lignine, een stof die in alle planten zit. Door van lignine een brandstof te maken worden twee vliegen in één klap geslagen: de motor draait schoner en ook nog eens op duurzame diesel. Lignine is in onvoorstelbare hoeveelheden voorhanden, doordat het in elke plant zit. Het geldt als restproduct bij de papier- en de bio-ethanolproductie. Boot ontwikkelde op basis van het plantaardige materiaal een nieuwe brandstof, die hij Cyclox doopte. Het is niet meteen een vervanger voor de diesel die we in onze auto gooien, maar een alternatief voor de brandstof waar schepen op varen. Het gigantische Maersk heeft zich inmiddels als eerste klant voor deze nieuwe brandstof gemeld. Behalve voor duurzame diesel leent lignine zich ook nog als grondstof voor de chemische industrie. Naast de scheepvaart wil Boot daarom ook de chemische industrie interesseren voor zijn Cyclox. Volgens de promovendus is de haven van Rotterdam een prima uitvalsbasis voor de rest van de wereld.

april 2013

De tuinbouw in het Westland gebruikt inmiddels al CO2 uit de Rotterdamse haven als hulpstof voor de tuinbouw. Er is echter veel meer mogelijk met het alom verguiste CO2. Zo experimenteren verschillende bedrijfjes in de Rotterdamse haven met CO2 als grondstof voor bijvoorbeeld de chemie. En ze zijn niet de enige. Wereldwijd is CO2 steeds meer een onderwerp van onderzoek. Zo experimenteert Bayer in Duitsland met de inzet van CO2 als grondstof voor de chemie en wordt op verschillende universiteiten, waaronder de Universiteit Twente, onderzoek gedaan naar zogenoemde solar fuels. Om van CO2 koolwaterstoffen te maken is veel energie nodig. Dat kan bijvoorbeeld met overschotten aan zonne- en windenergie gebeuren. Op die manier kan ook energie worden opgeslagen, die niet direct wordt afgenomen.

Process Enlightenmentz gezocht Tijdens het industriecongres Deltavisie wordt op 6 juni een podium geboden voor Process Enlightenmentz. De organisatie is samen met Plant One, de RDM Campus en duurzaamgeproduceerd. nl op zoek naar technologieën en concepten die de Nederlandse en Vlaamse procesindustrie efficiënter kunnen maken. Heeft uw bedrijf nog interessante concepten op de plank liggen, meldt ze aan bij de redactie van Petrochem (redactie@industrielinqs.nl). Samen met deskundigen selecteren de redacties van Petrochem en Duurzaam Geproduceerd potentiële innovaties die binnen nu en vijf jaar verschil kunnen maken. Tijdens Deltavisie de geselecteerde aanmeldingen ieder tien minuten het podium, om vijf minuten te pitchen en vijf minuten vragen te beantwoorden.

25


´Europees schaliegas staat haaks op wens circulaire economie´ Grote bedrijven roepen al jaren op tot meer duurzaamheid en minder CO2-uitstoot. Tegelijkertijd vinden bedrijven ook dat in Europa serieus moet worden overwogen om schaliegas te winnen. Aanleiding hiervoor is de schaliegasrevolutie in Amerika die ervoor heeft gezorgd dat de prijs van aardgas in de Verenigde Staten enorm is gedaald. De top van het Nederlandse bedrijfsleven slaat dan ook alarm over de oplopende kosten voor Europese energie. Wat vindt u? Hoe verhouden beide meningen zich tot elkaar? Past schaliegas in een circulaire economie? En hoe kan Europa zich wapenen tegen de schaliegasrevolutie in de Verenigde Staten?

Eens of oneens? Wilt u reageren?

Stuur een e-mail naar redactie@ duurzaamgeproduceerd.nl

26

ERIK TIMMERMANS ‘Zeven miljard mensen in 2013, negen miljard in 2050. Sinds 1988 worden meer grondstoffen gebruikt dan de aarde oplevert. De bevolkingsgroei vindt plaats in gebieden waar minder welvaart is. Ook de mensen daar willen een auto, iPad en een maaltijd met rundvlees. Geef ze eens ongelijk! Maar het wringt en schaarste ligt op de loer. We zullen naar een andere verdeling van bronnen moeten uitkijken. Daarbij werken de milieueffecten van onze op groei gebaseerde economie als een tijdbom. De roep om acties tegen de economische gevolgen van het gebruik van schaliegas in de Verenigde Staten en tegen de uitstoot

april 2013


Opinie van Experts

van CO2 gaan voorbij aan de vraag waarom we überhaupt zoveel fossiele grondstoffen moeten gebruiken. Willen we wel veranderen? We kunnen op onze vingers natellen dat een vliegticket naar Berlijn niet 99 maar 400 euro zou moeten kosten. Als je de werkelijke kosten meerekent. Of het nu olie of (schalie)gas is, het raakt op en vervuilt. Daar worden we liever niet aan herinnerd en betalen we niet voor. Los van de milieugevolgen van de winning van schaliegas wordt de rekening (weer) vooruitgeschoven en bij een volgende generatie gelegd. Kortetermijn gewin versus het langetermijn idee achter de circulaire economie. Duurzame energiebronnen en minder gebruik van fossiele brand- en grondstoffen zijn de oplossing, maar vragen om een verandering in ons denken. Hoe Europa zich moet wapenen tegen de schaliegasrevolutie in de Verenigde Staten? Vol inzetten op een circulaire biobased economy. De papierindustrie neemt het voortouw en kan als voorbeeld dienen.’ Erik Timmermans, Informatiecentrum Papier en Karton (IPK)

ROB BOEREE ‘Bij een circulaire economie hoort een energievoorziening die is gebaseerd op hernieuwbare bronnen. Zo bekeken helpt de vondst en grootschalige inzet van schaliegas niet echt. Maar dat geldt ook voor alle andere fossiele brandstoffen die tegen een lagere kost- en marktprijs dan hernieuwbaar worden aangeboden. En die prijsvorming is cruciaal voor de energieintensieve bedrijven. Hun roep om schaliegas ook in Europa serieus te nemen, begrijp ik dan ook vooral als noodkreet om de concurrentieverhoudingen met Amerika gezond te houden. Want het is moeilijk voorstelbaar dat schaliegas hier en in Europa net zo goedkoop als in de Verenigde Staten kan worden geproduceerd; daarvoor is het hier te dicht bevolkt. Volgens Ton Büchner van AkzoNobel ligt het antwoord in Europa. Net als hij ga ik daar niet over, maar laat dat antwoord in ieder geval verhoging van de energie-efficiency en omschakeling naar circulaire bronnen omvatten.’ Rob Boerée, Agentschap NL

april 2013

BOuKE BRuINSMA ‘Allereerst heeft deze kwestie te maken met duurzame energie. De vraag ontstaat: waarom kiezen we om geld te steken in een techniek die gepaard gaat met zulke risico’s op het gebied van veiligheid en milieu terwijl er alternatieven als duurzame energie zijn die deze risico’s niet met zich mee brengen? Een land als Nederland leent zich beter voor windenergie, daarom geld liever hier uitgeven. Transitie naar duurzame energie is nu in gang gezet, inzetten op schaliegas vertraagt dit noodzakelijke proces alleen maar. Daarnaast behoeft schaliegaswinning veel boorgrond, ondergrond die anders zou kunnen worden gebruikt voor bijvoorbeeld geothermie. Bovendien is er maar weinig kennis over de hoeveelheid aanwezige schaliegas in Nederland. Inventarisatie duidt aan dat dit niet veel lijkt te zijn. De tweede kwestie betreft veiligheid, milieubelasting en de onvoldoende aanwezige kennis over schaliegas(winning). De veiligheid rond schaliegas moet verder worden onderzocht en er moet worden gekeken of dit op een verantwoorde manier kan worden ingezet. Op dit moment is de milieubelasting groot: hoog waterverbruik en toepassing van chemicaliën etcetera. Dit brengt nodige risico’s met zich mee: vervuild grond- en drinkwater, milieuvervuiling, grondverzakking, aardbeving. Recente boringen in de Verenigde Staten tonen aan dat de gevolgen van tevoren niet goed waren voorzien. Wel is het zo dat er reeds strengere milieuwetten in Nederland aanwezig zijn. Verder zijn technieken rondom schaliegaswinning in beweging, mogelijk nieuwe technieken die alternatieven bieden voor chemicaliën. Ten slotte is het rendement van schaliegaswinning in Nederland te laag. Nu kan er maar tien procent van de totale hoeveelheid aanwezige schaliegas worden gewonnen in Nederland, de rest lijkt niet economisch haalbaar. Zonde om Nederland open te boren om maar een tiende van de gasbel in Groningen in schaliegas te kunnen winnen. Daarnaast zou niet de toezichthouder (gemeente) verantwoordelijk moeten worden gehouden wanneer winning milieuschade toebrengt. Zo wordt de belastingbetaler uiteindelijk de dupe. De uitvoerder zal het volle risico moeten dragen en ook voor kosten op moeten draaien bij schade. Alleen zo krijgt energie een eerlijke prijs. Op dit moment wordt de energieprijs op de wereldmarkt gedrukt door goedkoop schaliegas. De wereldprijs moet hoog blijven 27


The Floor is Yours

‘Kies voor DESSO AirMaster® tapijt en adem schonere lucht in. Surprising, isn’t it?’ Alonzo Mourning zevenvoudig NBA All Star en astma-patiënt

Vanuit de Cradle to Cradle® gedachte wil Desso met haar producten bijdragen aan betere werk- en leefomstandigheden in kontoren, scholen, zorgcentra en andere omgevingen. DESSO AirMaster® sluit perfect aan bij deze ambitie. Dit tapijt reduceert de fijnstofconcentratie in de lucht aanzienlijk*. Het helpt mensen vrijer te ademen en beter te presteren. * Gebaseerd op testen van GUI, waarbij DESSO AirMaster® werd vergeleken met een standaard harde PVC-vloer.

28

Desso BV | T 0416 68 41 30 | www.desso.com april 2013


Opinie van experts voor het level playing field. Dus: Liever inzetten op duurzame energie. Om transitie naar duurzame energie te overbruggen, kan schaliegas worden ingezet, mits nog steeds economisch rendabel bij een eerlijke prijs, technieken voor schaliegaswinning verbeteren en milieubelasting van het proces wordt verlaagd.’ Bouke Bruinsma, KWA Bedrijfsadviseurs

MARC REIjNDERS ‘Past schaliegas in een circulaire economie? Over vijftig jaar niet meer maar wat mij betreft is het nu een kwestie van en/en. Het inrichten van een circulaire economie is onlosmakelijk verbonden met de overgang van VERBRUIKEN van producten naar GEBRUIKEN. Oftewel, van bezit (en weggooien) naar gebruik van diensten en producten zonder eigenaarschap. Je least een wasmachine in plaats van hem te kopen. De transitie naar deze manier van leven zal ontspringen bij de consument. Deze krijgt er een groenere aarde en betere producten door. Dit is een meerjarenovergang waarbij het bedrijfsleven haar business-modellen langzaamaan zal moeten veranderen. Daar zijn we nu nog lang niet. In de overgang van een lineair naar een circulair model zit het bedrijfsleven voorlopig nog in een overlevingsfase. Plotselinge grote verschillen in grondstof- en energieprijzen tussen de Verenigde Staten en Europa zal sluiting van vele industrieën betekenen met de nodige sociaal economische problematiek daaromheen. Indien we in Europa alleen maar inzetten op duurzaam, en daarbij niet op korte termijn toegang krijgen tot goedkope energiebronnen zoals schaliegas, wordt het erg moeilijk de noodzakelijke economische duurzaamheid zeker te stellen. Alleen door op korte termijn economische duurzaamheid zeker te stellen, kunnen we de langetermijn ecologische duurzaamheid voldoende gewicht toekennen. Wat mij betreft gaan we wel voor schaliegas in Europa en stoppen we direct met de ondersteuning van de kolencentrales. Waarom slaat schaliegas wel aan in de Verenigde Staten en hier veel minder? Het business-model. In de Verenigde Staten laat men omwonenden en lokale ondernemers volop meedenken en rijkelijk mee profiteren van de schaliegasopbrengsten in plaats van ze er ‘ineens’ mee te confronteren als een soort buitenstaander.’ Marc Reijnders, Energietransitie in de papierindustrie

april 2013

MICHEL SCHuuRMAN ‘De wens voor een circulaire economie wint snel aan momentum, zowel binnen bedrijfsleven als overheid. Het is interessant om te zien hoe iedereen een eigen kijk heeft op het begrip. Veel afvalverwerkers bezien het als een slimmere manier om afval op te waarderen, agrariërs als manier om biologische (rest)stromen in te brengen als alternatieve grondstof en mensen uit de commercie als een nieuwe manier om producten en diensten te vermarkten. Allemaal terechte aanduidingen van een deel van de circulaire economie. In de basis is de circulaire economie een economisch systeem, ontworpen om de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. Dit houdt in dat de gebruikte energie voor productie en gebruik van een product niet leidt tot de uitstoot van broeikasgassen. Inzetten van fossiele grondstoffen zoals olie en schaliegas als brandstoffen is niet circulair – tenzij je over miljoenen jaren rekent – en het leidt tot waardevernietiging door de kosten van opwarming. Deze zomer is voorgerekend dat er nog ongeveer 565 gigaton aan CO2 mag worden uitgestoten om onder de twee graden Celsius te blijven. De grens die internationaal afgesproken is als maximaal toelaatbaar, om te voorkomen dat natuurlijke versnellingsmechanismen leiden tot vier tot zes graden Celsius opwarming in de tweede helft van deze eeuw. Want dan hebben we het niet meer over een milieuprobleem, maar over een samenlevingsprobleem. De 565 gigaton verstoken we bij business as usual binnen zestien tot twintig jaar, zo is de verwachting; ruim binnen de marges van de conventionele olie- en gasvoorraden. De tien grootste olie- en gasmaatschappijen hebben samen bijna 2.800 gigaton aan winbare voorraden in de boeken staan. Grondstoffen die zij als brandstoffen willen inzetten. Zelfs conventionele organisaties als de IEA en de Wereldbank waarschuwen nu dat we dit moeten vermijden. Zoeken naar alternatieve brandstoffen als schaliegas – en afgelopen week zelfs methaanhydraten (een veel sterker broeikasgas dan CO2) – is dus vanuit circulair perspectief zinloos. En zelfs een belemmering hiervoor, aangezien zij de financiële en intellectuele middelen onthouden aan waar de investering echt moet zitten: in het realiseren van een circulaire economie.´ Michel Schuurman, MVO Nederland

29


Partnernieuws

Adiabatische koeling verovert de markt Een klein decennium geleden werden in Nederland adiabati- neutraal opereren, terugdringen van verspilling, welzijn voor mens sche koelsystemen (opnieuw) geïntroduceerd. Een eeuwenoud en dieren en transparantie. Iedere investering wordt dan hieraan natuurlijk principe in een modern jasje dat de markt verovert. De getoetst, vertelt Renger de Vries, Manager Maintenance bij Arla belangrijkste reden voor deze populariteit is de energiezuinige Foods. ‘We verwerken hier dagverse zuivelproducten. Vanuit de werking en ook het feit dat directe adiabatische systemen op de processing komt het bereide product hier om verpakt te worden. EIA-lijst (Energie Investeringsaftrek) staan. Het afvullen gebeurt op ongeveer vier graden Celsius en wij willen Ieder bedrijf met de ambitie duurzaam te produceren, zoekt er voor zorgen dat het product beneden de zes graden Celsius bij naar manieren om de eigen carbon footprint te verkleinen. Tra- de koelcel arriveert. Hogere temperaturen zijn namelijk schadelijk ditioneel zijn klimaatinstallaties en vooral mechanische koeling voor de houdbaarheid van het product. Dit is echter een hele uitgrote energieverslindende systemen. Hier valt daging als de temperatuur ín de verpakkingshal veel energiewinst te behalen. Grote industriein de zomer net zo hoog is als de buitentemperahallen koelen met behulp van mechanische tuur. Dan staat een product al snel te lang in de koeling kost echter veel energie. Het toepashal. Bovendien zijn dergelijke hoge zomertempeAdiabatische sen van adiabatische koeling, het koelen van raturen ook niet aangenaam voor de mensen om koeling is energielucht door het laten verdampen van water, is in te werken.’ zuinig en gebruikt de meest efficiënte energetische oplossing. Een geen koudemiddel Visie dergelijk systeem gebruikt slechts weinig elekDe Vries: ‘Colt International adviseerde adiabaen past dus heel triciteit om de ventilatoren te laten werken die tische koeling. Eerlijk gezegd hadden we in het de lucht laten circuleren. Als vuistregel geldt: mooi in de thema’s begin veel vraagtekens. Welk effect heeft zo’n voor 10.000 kubieke meter gekoelde lucht is waar wij bij Arla ‘klamme omgeving’ op het product en op de één kilowatt elektrisch vermogen nodig. Hoe mee bezig zijn.’ mensen? Daarom hebben we testen laten uithoger de buitentemperatuur, hoe efficiënter de voeren en het bleek reuze mee te vallen. Daarwerking van adiabatische koeling en hoe efnaast hebben we bedrijven bezocht. De menfectiever de warmtelast wordt aangepakt. In de winter kan warmteterugwinning worden toegepast en kan het sen aan de machines waren stuk voor stuk positief. Adiabatische systeem worden ingezet om de hal te verwarmen. In de praktijk koeling is energiezuinig en gebruikt geen koudemiddel en past blijkt dit een haalbaar alternatief, ook voor grote(re) productie- dus heel mooi in de thema’s waar wij bij Arla mee bezig zijn.’ Uit onderzoek bleek dat een korte tijd in het jaar extra koeling hallen. nodig is. Hiervoor ontwierp Colt een hybride oplossing, die gePraktijkvoorbeeld bruikmaakt van Arla’s bronwater in een gesloten circuit. ‘Geen Arla Foods is een organisatie waarin duurzaamheid stevig is ver- waterverspilling in combinatie met geen energieverspilling en ankerd. Dat is niet verwonderlijk wanneer “Dichter bij de natuur” je toch voldoen aan de temperatuureisen. Op deze manier doen motto is en je duidelijke ambities hebt met betrekking tot klimaat- we onze visie “Dichter bij de natuur” recht aan.’

30

april 2013


Expertpanel Het Kennisplatform Duurzaam Geproduceerd heeft als missie de verduurzaming van de industrie te stimuleren door kennis en visie te delen. Tussen overheid en bedrijfsleven, tussen professionals en Experts, tussen startups en multinationals. Met als doel: hoe verkleinen deze bedrijven de footprint van hun producten, zowel in het eigen proces als in de keten. Het Expert Panel is in het leven geroepen om experts uit het bedrijfsleven, kennisinstituten en overheden hun visie en ervaring op het gebied van verduurzaming bij bedrijven te delen met lezers.

Alexandra

Henk Akse

Michel Schuurman

van Huffelen

Traxxys / PIN NL

MVO Nederland

Annemarie van Doorn

Jan Willem Slijkoord

Rob BoerĂŠe

Green Business Club

TNO

Agentschap NL

Bouke Bruinsma

Kor Foekens

Sible SchĂśne

KWA Bedrijfsadviseurs

Colt International

SKAO / HIER

Gemeente Rotterdam

Klimaatbureau

april 2013

Erik Timmermans

Marc Reijnders

Xander van Mechelen

Infocentrum Papier

Energietransitie

Directeur Groen Gas

en Karton

in papierindustrie

Nederland

Erik van Engelen

Marga Hoek

UNETO-VNI

De Groene Zaak

Gijsbert Korevaar

Mariska van Dalen

TU Delft

Tebodin Nederland

31


Tebodin always close Duurzaamheid concreet maken? Tebodin is uw partner voor het definiëren van uw duurzaamheidsdoelstellingen en het vertalen daarvan op projectniveau. Door duurzaamheid integraal deel uit te laten maken van onze dagelijkse projectvoering worden “smart solutions” geïmplementeerd, die bijdragen aan het reduceren van de carbon footprint, waterverbruik en afval in productielocaties. Daarnaast kunnen wij u helpen bij het verkrijgen van duurzaamheidscertificaten zoals LEED, Breeam, Cradle to Cradle, LCA, CO 2 prestatieladder en het opstellen van uw duurzaamheidsrapportages.

tebodin.nl > duurzame oplossingen 32

april 2013


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.