Editie april 2015
Meer opbrengst uit de aardappel
Professor Ronald de Vries: ‘Schimmels voor een duurzame industrie.’
A Voorplaat.indd 1
Platform BEE: ‘Natuurlijk kapitaal wint aan terrein.’
Energiebesparing staat hoog op de agenda binnen de rubber- en kunststofindustrie
07-04-15 16:38
productie
Hét onafhankelijke kennisplatform over duurzaamheid in de industrie Via het kwartaalmagazine en de website informeert en inspireert Duurzaam GeproDuceerD de professional door nieuws, visies van experts, interessante projecten, innovatieve producten en door het aanbieden van inspirerende evenementen.
footprint
processen
Lees het magazine en bezoek www.duurzaamgeproduceerd.nl voor nieuws, visies, projecten en producten. Wilt u adverteren in Duurzaam GeproDuceerD? Neem Media Nederland Neem contact contact op opmet metCross Jetvertising b.v. bart.dewilde@crossadvertising.nl arthur middendorp: arthur@jetvertising.nl Telefoon: (010) 742 05 49
Telefoon: (070) 399 00 00
Partners van Duurzaam Geproduceerd ondersteunen en faciliteren het platform. Elke partner levert continu kwaliteitsnieuws, visie, sprekers, project-, procesen productinformatie. We maken daarbij onderscheid tussen contentpartners (voor ondersteuning via expertise) en partners (ondersteuning en facilitering). Bedrijven kunnen naast partner ook lid worden.
EemsDeltavisie 2015 • Donderdag 18 september Nijlicht Eemshaven
Het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd
veer Reser in uw a agend
THEMA: Nieuwe Chemie in de Eemsdelta Met inspirerende presentaties over nieuwe chemische routes, Partners maar ook nieuwe vormen van samenwerken. Bovendien de tweede editie van de Northern Enlightenmentz-verkiezing. Doelgroep EemsDeltavisie congres in de procesindustrie • Management van de toeleverende industrie • Consultants en onderzoekers • Beleidsmakers bij overheden Bedrijfsleden flowid
Contentpartners • Management
®
Op de hoogte blijven? www.eemsdeltavisie.nl Wilt u meer weten over de mogelijkheden voor partners? Kijk dan op www.duurzaamgeproduceerd.nl of neem contact op met Anouk Bouwmeester via Anouk@industrielinqs.nl of 020 3122 797
_DGP_A5_partnerpagina.indd 2 A Voorplaat.indd 21_platform_dgp.indd 1 Naamloos-5 1 2
03-06-14 13:12 07-04-15 16:58 16:38 03-06-14 15:57 30-03-15
Twintro
@DGeproduceerd: DGeproduceerd Koning opent BioWarmteCentrale in Purmerend http://www.duurzaamgeproduceerd.nl/nieuws/ 20150225-koning-opent-biowarmtecentrale-in-purmerend
BioWarmteCentrale de Purmer geopend Koning Willem-Alexander heeft op vrijdag 13 maart de BioWarmteCentrale de Purmer van Stadsverwarming Purmerend geopend. De BioWarmteCentrale wordt gestookt op houtsnippers. Staatsbosbeheer levert deze biomassa via het reguliere beheer van bos, natuur en landschap. De snippers vormen een bijproduct en zijn afkomstig uit de Nederlandse bossen. Met de centrale voorziet het bedrijf haar 25.000 klanten voor tachtig procent van groene warmte.
tecentrales. Door het gebruik van 100.000 ton houtsnippers spaart SVP op jaarbasis ruim 50.000 ton CO2 uit, een hoeveelheid die gelijk staat aan de jaarlijkse uitstoot van circa 16.000 auto’s.
Stadsverwarming Purmerend produceert haar warmte met behulp van de BioWarmteCentrale (44 MWth) en twee hulpwarm-
Foto's: Rijksvoorlichtingsdienst en RTV Noord-Holland.
APRIL 2015
B Twintro.indd 3
Het bedrijf maakt deel uit van een Green Deal. Onder andere dankzij de prestaties van SVP produceerde Purmerend in 2014 per inwoner de meeste duurzame energie en won de gemeente Purmerend de Award Duurzame Energie Noord-Holland 2014.
3
07-04-15 16:53
Column
Colofon nummer 1 - 2015 ISSN: 2214-7608
Uitgave van Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7, 1019 HD AMSTERDAM Uitgever Wim Raaijen (Industrielinqs pers en platform, 020 3122 081) Hoofdredactie Harmen Weijer 06 460 97 122 Eindredactie Liesbeth Schipper 020 3122 283 Medewerkers Dagmar Aarts, Miriam Rook Lay-out De Opmaakredactie
Zuinige aardappelen Energiebesparing loont. Hoe vaak hoor ik industriële belangenorganisaties zeggen dat energiebesparende maatregelen vaak duur zijn. En dat de industrie al haar stinkende best doet om zo energie-efficiënt mogelijk te werken. Loze woorden? Het is me allemaal in ieder geval te politiek ingestoken. Als je mensen uit de industriële praktijk spreekt die ondernemend denken en de ambitie hebben om processen te verbeteren, hoor je vaak andere verhalen. Door energie te besparen kunnen fabrikanten juist - en vaak al op korte termijn - kosten verlagen. Bedrijven als Interface, ESD-SIC, Kisuma, AkzoNobel en meer laten zien dat energiebesparende maatregelen zich vaak verrassend snel terug verdienen. Ook Eward Hofstede, productiedirecteur bij zetmeelfabrikant Avebe, bevestigt dat in dit nummer van Duurzaam Geproduceerd. ‘Veel maatregelen verdienen zich gemakkelijk terug. Dat helpt enorm bij beslissingen. We gebruiken bij Avebe heel veel energie en met elke reductie pak je dus ook een van onze belangrijkste kostenposten aan.’ De zetmeelproducent wil voor 2018 het energieverbruik met 25 procent hebben teruggebracht ten opzichte van 2012. De verlichting in de kantoren, het transport, alles neemt Avebe mee. Misschien wel de grootste uitdaging ligt nog wat verder in de toekomst. Hofstede: ‘Wat zou het mooi zijn als we onze productielocaties op den duur geheel energie-, water- en CO2-neutraal kunnen maken. Dat bijvoorbeeld de benodigde energie en water geheel uit de eigen processen zelf voortkomt.’ Misschien moeten we Nederland als totaal ook maar eens beschouwen als een bedrijf dat tegelijkertijd energie en kosten wil besparen. Alleen al met eenvoudige maatregelen als betere isolatie van gebouwen en industriële installaties kan het veel gemakkelijker worden om de doelstellingen voor 2020 te halen en tegelijkertijd geld te verdienen. En duurzamer krijg je het echt niet. Zelfs niet met windmolens. Wim Raaijen @reporter_wimraaijen
Cover Wim Raaijen Advertentieverkoop Bart de Wilde, Cross Media Nederland, 010 742 0549 Traffic Breg Schoen Website www.duurzaamgeproduceerd.nl Twitter @DGeproduceerd Linkedin www.linkedin.com/groups/Duurzaam-Geproduceerd-4468707 Facebook www.facebook.com/DuurzaamGeproduceerd Missie Kennisplatform Duurzaam Geproduceerd Duurzaam Geproduceerd is hét onafhankelijke kennisplatform over duurzaamheid in de industrie. Het informeert en inspireert de professional door nieuws, visies van experts, interessante projecten, innovatieve producten en door het aanbieden van inspirerende evenementen. Tegelijkertijd is Duurzaam Geproduceerd een complementair en interessant netwerk van personen en bedrijven. Het kennisplatform heeft als missie de verduurzaming van de industrie te stimuleren door kennis en visie te delen. Tussen overheid en bedrijfsleven, tussen professionals en experts, tussen startups en multinationals. Met als doel: hoe verlagen deze bedrijven de footprint van hun producten, zowel in het eigen proces als in de keten? Duurzaam Geproduceerd is bedoeld voor mensen die werkzaam zijn bij bedrijven in voornamelijk de maakindustrie, die ook energie-intensief zijn. Partner of lid worden Professionals uit industrie met een duurzaamheidambitie of -traditie voelen zich thuis bij het platform Duurzaam Geproduceerd. Partners en leden van Duurzaam Geproduceerd horen bij een selectief, en snel groeiend netwerk van duurzame bedrijven in de industrie, technologie en overheid. Partners van Duurzaam geproduceerd adviseren de redactie over de koers en de actuele thema’s van het magazine en de internetsite, werken mee aan de opzet en uitrol van het Duurzaam Geproduceerd Congres, en zijn altijd welkom op de evenementen die bij ‘hun’ platform horen. Partners zijn met hun logo zichtbaar op alle uitingen van het Platform, zijn eventpartner van het jaarcongres en hebben toegang voor twee personen bij evenementen die horen bij Duurzaam Geproduceerd en het vakblad Utilities, waaronder Watervisie. Daarnaast krijgen zij een advertorial, een BIZZ56”film en meer. Als lid van Duurzaam Geproduceerd krijgt u voor twee personen toegang tot het Duurzaam Geproduceerd Congres én het Watervisie-congres. Bovendien ontvangt u een papieren en digitaal abonnement op het magazine Duurzaam Geproduceerd. Meer informatie vindt u op www.duurzaamgeproduceerd.nl bij ‘partner worden’ of kunt u contact opnemen met Anouk Bouwmeester, anouk@industrielinqs.nl of 020 3122 797.
4
C Commentaar.indd 4
APRIL 2015
07-04-15 16:53
Inhoud
12 INTERVIEW - Meer opbrengst uit de aardappel
et nieuwe processen en verbeterde rassen wil Avebe meer uit de M aardappel halen. De zetmeelfabrikant verduurzaamt met waardevolle nieuwe producten en efficiëntere processen en transport. En er is nog veel mogelijk. Productiedirecteur Eward Hofstede: ‘Er zitten zoveel bruikbare stoffen in aardappelen, waarvan we de mogelijkheden nog lang niet ten volle benutten.’
20
BEST PRACTICE - ‘Energiezorg is mensenwerk’
12
De rubber- en kunststofindustrie wil in 2030 twee keer zoveel energie besparen als de sector zelf gebruikt. Hoe dat kan? Door niet alleen zelf, maar ook bij klanten energie te besparen met duurzame producten. Om de eigen efficiëntie te vergroten, werkt de sector met de overheid aan een lijst energiebesparingsmaatregelen die bedrijven binnen vijf jaar terugverdienen.
24 INTERVIEW - Schimmels voor een duurzame industrie
Schimmels zijn de sleutel tot een biobased economie. Ronald de Vries, bijzonder hoogleraar Fungal Molecular Physiology aan de Universiteit van Utrecht, onderzoekt hoe schimmels ingezet kunnen worden voor het omzetten van plantenbiomassa in grondstoffen en brandstoffen. Wat kan de industrie met schimmels en wat zijn de stappen die nog moeten worden gezet om die biobased economie waar te kunnen maken?
20
27 BIODIVERSITEIT - Natuur als kapitaalgoed
Steeds meer ondernemingen zetten biodiversiteit op hun duurzaamheidsagenda. De uitdaging is om tot rekenmodellen te komen, zodat de impact van bedrijfsvoering op natuur meetbaar wordt. Hieraan werkt Platform BEE, samen met koplopers als DSM. De Helpdesk Bedrijfsleven & Biodiversiteit biedt ondersteuning.
24
PRACTICE - Verduurzaming chemische industrie door 30 BEST power-to-gas Met een toenemend aandeel duurzame energie, neemt de behoefte aan opslag en flexibel vermogen ook toe. Wout de Groot van Gasunie ziet in die transitie een grote rol weggelegd voor gas en dan het liefst de duurzaam opgewekte variant, zoals power-to-gas. ‘Als power-to-gas een integraal onderdeel wordt van een brede energie- en waardeketen, kan de technologie ineens heel interessant worden.’
27
En verder
3 Twintro 4 Commentaar 6 Offline 16 Opinie 19 Partnernieuws 32 Productnieuws
30 APRIL 2015
D Inhoud.indd 5
5
07-04-15 16:52
Offline
Steeds meer fabrieken van Nestlé zijn ‘zero-waste’ Voedingsconcern Nestlé heeft afgelopen jaar in 72 van de 443 productiefaciliteiten de status van ‘zero waste’ bereikt. Daarmee is het doel van Nestlé om dit jaar in tien procent van al haar fabrieken geen afval meer te produceren ruim gehaald. Dat schrijft Nestlé in haar duurzaamheidsrapport over 2014. Daaruit blijkt tevens dat het voedingsconcern in 2014 veertig procent minder directe CO2-uitstoot heeft ten opzichte van 2005. Nestlé wil in 2020 zero waste bereiken in honderdvijftig Europese fabrieken en in 2015 in tien procent van de fabrieken. Het voedingsconcern loopt voor op schema en had in 2013 al 56 fabrieken met een zero waste status, ofwel elf procent. Om zoveel mogelijk fabrieken zero-waste te behalen heeft het concern een toolkit voor hun fabrieken ontwikkeld om over te schakelen. Als voorbeeld noemt Nestlé haar Rolo-fabriek in het Britse Newcastle-upon-Tyne. Hier is in 2014 een nieuw vergistingssysteem in gebruik genomen dat cacao-afval van de productieprocessen omzet in hernieuwbare energie en schoon water. Hierdoor blijft er geen restafval achter.
Zwolle bouwt straks huizen van olifantsgras Op een gebied van tien hectare ten noorden van Zwolle gaat NNRGY Crops olifantsgras telen voor de productie van biogebaseerde materialen. Daarvoor is het bedrijf een samenwerking aangegaan met BPD (voorheen Bouwfonds) en Rabobank IJsseldelta. Olifantsgras bevat veel bruikbare stoffen en daarvan maakt NNRGY Crops papier, bouwmaterialen en bioplastics. Zo ontstaan er lokaal geteelde grondstoffen waar alledaagse gebruiksvoorwerpen van kunnen worden gemaakt zoals kantoorpapier, koffiebekers, maar ook bouwmaterialen en op termijn zelfs 3D-geprinte huizen. Biomassa wordt nu in grote hoeveelheden opgekocht, verhandeld en gebruikt door grote fabrieken. En er is veel CO2-uitstoot door het transport. NNRGY Crops wil dat veranderen door de groene grondstof om de hoek te laten groeien. ‘Tijdens de groei legt olifantsgras wel vier keer zoveel CO2 vast dan een bomenbos. We zijn bijzonder blij met deze samenwerking die kansen biedt voor het uitrollen van ons concept over meerdere regio’s in Nederland’, aldus Jan-Govert van Gilst, directeur van het bedrijf. Op korte termijn zal een eerste gebied van tien hectare worden beplant. Rabobank IJsseldelta is ingestapt om samen met lokale ondernemers en bewoners het product verder te ontwikkelen en lokaal te vermarkten. ‘Op de grond die we hebben aangekocht voor nieuwbouw, groeit straks een gewas dat in de toekomst bijdraagt aan een duurzame realisatie hiervan’, aldus Frans Holleman, directeur van BPD. Doel is om het gebied de komende jaren uit te breiden in lijn met de groei van het lokaal gebruik van de producten. 6
E Offline.indd 6
Het belangrijkste doel van Duurzaam Geproduceerd is dat het industriële bedrijven verbindt
Opschalen biobased productie nu mogelijk in nieuwe fabriek Delft Delft is een opschalingsfabriek voor biobased productieprocessen rijker. Gisteren werd de Bioproces Pilot Facility (BPF) in gebruik genomen. De nieuwe fabriek bevindt zich op de Biotech Campus Delft, waar ook DSM is gevestigd. De stap van laboratoriumschaal naar industriële schaal is cruciaal bij het omzetten van biobased reststromen, zoals landbouwafval, naar grondstoffen voor bouwmaterialen, chemische en farmaceutische producten en biobrandstoffen. In de BPF kunnen bedrijven en kennisinstellingen testen of hun innovaties ook op grotere schaal haalbaar zijn. De nieuwe fabriek bestaat uit losse modules, zoals biomassa-voorbewerking, fermentatie, biotechnologische omzettingen en scheidingstechnologie op verschillende schaalgroottes (van lab tot pilotfabriek). De gebruiker stelt uit de beschikbare modules zelf het proces samen dat getest zal worden. Hierdoor is de proeffaciliteit flexibel en afgestemd op de meest uiteenlopende bedrijfstakken, van klein naar groot, van chemische industrie tot apparatenbouw. De BPF zal ook dienen als een expertisecentrum, waar studenten van mbo tot universitair, onderzoekers en technologen de mogelijkheid hebben om een opleiding of training te volgen. De proeffabriek in Delft is wereldwijd de eerste in zijn soort. Zowel de schaalgrootte als het open karakter maakt hem uniek. De BPF is tot stand gekomen in een samenwerking van provincie Zuid-Holland, gemeente Delft, TU Delft, CSM/Purac, DSM en overige BE-Basic-partners. De provincie heeft anderhalf miljoen euro bijgedragen aan de BPF en nog eens anderhalf miljoen euro is afkomstig uit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling.
APRIL 2015
07-04-15 16:51
Offline
Bermgras van afval tot nieuwe grondstof Bermgras biedt kansen voor Nederlandse co-vergisters die biogas opwekken. Het is een geschikt en goedkoper alternatief voor co-producten zoals maïs en ui, die de laatste jaren flink in prijs stegen. Wat nu ‘afval’ is voor gemeenten, provincies, waterschappen en Staatbosbeheer, kan dienen als duurzame grondstof. ‘Normaal brengen overheden bermgras naar een composteerder tegen tien tot twintig euro per ton’, vertelt Wouter Siemers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). ‘Ze kunnen het ook aan een vergister laten leveren, die er een kleine vergoeding voor betaalt. Daarop moet je wel de hele keten aanpassen – van graseigenaar, maaier, vervoerder tot vergister, die hiervoor ook extra kosten maken. Het komt heel nauw hoe gras wordt aangeleverd en opgeslagen. Hierover moeten leverancier en vergister goede afspraken maken.’ Vanwege de potentiële verontreiniging is het vergisten van bermgras niet zonder meer toegestaan. Provincie Groningen en RVO voeren momenteel een pilot uit met certificering voor bermgras. Gedeputeerde Boumans: ‘De keuze van de berm, het tijdstip van maaien en de gebruikte machine zijn essentieel voor de kwaliteit van het gras. Als de pilot slaagt, kunnen we vergisters gecertificeerd bermgras leveren.’ Siemers ziet volop potentie voor bermgrasvergisting in Nederland. ‘Belangrijk voor het succes zijn graseigenaars met duurzame ambities – zoals provincie Groningen. Die kunnen de drijvende kracht achter een nieuwe ketensamenwerking vormen.’ Om partijen op weg te helpen met bermgrasvergisting hebben RVO en Stichting Groen Gas een factsheet ontwikkeld.
Twintig samenwerkingsprojecten in Zeeuwse industrie Een platform voor de versterking van de concurrentiekracht in de Zeeuwse industrie heeft ruim twintig projecten voor samenwerking en synergie bij grondstoffen en energiegebruik opgeleverd. Het is de oogst van het eerste jaar Smart Delta Resources Platform (SDR). De SDR-bedrijven hebben vooral gekeken hoe ze samen efficiënter om kunnen gaan met grondstoffen en energieverbruik. Door processtromen op elkaar aan te laten sluiten en door energie en reststromen uit te wisselen, kunnen ze elkaar helpen. Het SDR-platform is een samenwerking van elf bedrijven: Arcelor Mittal Gent, Cargill, Delta, Dow Benelux, ICL-IP Terneuzen, Lamb Weston-Meijer, Sabic Bergen op Zoom, Trinseo (voorheen Styron), Suiker Unie, Yara Sluiskil en Zeeland Refinery, in de Zuidwestelijke Delta-regio (inclusief West-Brabant en Noord-Vlaanderen). Zeeland Seaports, Provincie Zeeland en NV Economisch Impuls Zeeland ondersteunen en faciliteren dit initiatief actief. Het platform is opgericht om het hoofd te kunnen bieden aan een ongunstige energie- en grondstoffenpositie, vooral veroorzaakt door de schaliegasrevolutie in de Verenigde Staten. Sinds de oprichting in februari 2014, zoekt het platform naar concrete projecten om de concurrentie-achterstand snel in te lopen. Om concrete projecten te vinden, stond het eerste jaar vooral in het teken van diepgravende studie en analyse uitgevoerd door ISPT en ECN. Deze studie bracht een lijst van 180 mogelijke projecten voort. Uiteindelijk zijn daar twintig kansrijke projecten uit gekozen.
APRIL 2015
E Offline.indd 7
Geciteerd
‘Naast (voorkoming van) schade en vervuiling, zouden het (niet) opraken (of de toename) van grondstoffen, doel en werkelijk (her)gebruik van producten en CO2-opslag door producten moeten worden meegewogen in een ecoprijs.’ Eric Timmermans, directeur Informatiecentrum Papier en Karton
‘Het is van belang om weer naar een natuurlijke balans toe te werken en in de keuze van de materialen rekening te houden met de gebruiksduur en de manier waarop een product afgedankt wordt.’ Mariska van Dalen, senior adviseur sustainability bij Tebodin Nederland
‘Onze ambitie is om systemen dichterbij de eindgebruikers van het product te bouwen. Daarmee beperk je het vervoer van gevaarlijke chemicaliën; veiliger én beter voor het milieu.’ Jeoffrey van den Berg, directeur FlowidNL
7
07-04-15 16:52
Offline
Proeffabriek in Limburg voor wondermateriaal nanocellulose Papierproducent Sappi bouwt een proeffabriek voor nanocellulose op Brightlands Chemelot Campus in Geleen. Via een goedkoop, nieuw proces wordt daar hout omgezet in het ‘wondermateriaal’ Cellulose NanoFibrils (CNF). Dit biogebaseerde materiaal heeft een breed scala aan toepassingen, zoals verpakkingen, touchscreens, auto’s, verf, voedingsmiddelen, beton en zelfs wondverzorging. Het nieuwe, energiebesparende proces voor de productie van hoogwaardige nanocellulose is door het bedrijf en Edinburgh Napier University ontwikkeld en wordt in Limburg opgeschaald. De wereldmarkt ervoor zal het komende decennium naar verwachting groeien tot 35 miljoen ton per jaar. De proeffabriek op de campus is de eerste stap op weg naar de productie van CNF op commerciële schaal – zonder dat daar grote hoeveelheden chemisch afvalwater bij vrijkomen zoals in de bestaande technieken. Math Jennekens, R&D Director bij Sappi Europe: ‘Anders dan andere op fossiele brandstoffen gebaseerde materialen met een licht gewicht en hoge sterkte is nanocellulose volledig duurzaam, waardoor het zeer gewild is als nieuw materiaal voor diverse toepassingen in de industrie en de transportsector.’ Het bedrijf verwacht dat de nauwe samenwerking met andere ondernemingen en academische instellingen op de campus wederzijdse voordelen zal bieden omdat de kennis erdoor zal toenemen en er nieuwe mogelijkheden zullen ontstaan. De proeffabriek komt te staan op het gedeelte van de campus dat voor proeffabrieken is gereserveerd. Speciaal voor dit gebied worden nieuwe state-of-the-art faciliteiten en voorzieningen aangelegd die nodig zijn, inclusief de toevoer van grondstoffen.
Spoorwegbedrijven werken samen aan duurzame inkoop Vijf grote internationale spoorwegbedrijven en leveranciers hebben de handen ineen geslagen om samen te werken aan een duurzamere spoorsector. Onder de naam Railsponsible gaan de spoorbedrijven hun leveranciers volgens dezelfde methode vergelijken om zo samen te komen tot een steeds duurzamer inkoop waarbij op zoveel mogelijk manieren rekening wordt gehouden met mens en milieu. De vijf bedrijven (Alstom, Bombardier, Deutsche Bahn, Nederlandse Spoorwegen en SNCF) tekenden een samenwerkingsovereenkomst op het hoofdkantoor van NS in Utrecht als officiële aftrap van het initiatief. De bedoeling is dat het een volledig sectorbreed initiatief wordt zoals eerder met succes is gedaan in de chemiesector onder de naam TFS (together for sustainablility). Michiel van Roozendaal, binnen NS verantwoordelijk voor duurzamer ondernemen: ‘Met de gezamenlijke inkoop van groene stroom hebben we al laten zien dat je als sector een groot verschil kan maken. We willen dit ook sectorbreed en internationaal gaan doen en nu hebben we daartoe de eerste stap gezet.’ 8
E Offline.indd 8
Van huishoudelijk afval naar biobased aromaten voor de chemie
Biorizon-partner TNO gaat samen met Attero, AEB Amsterdam, Orgaworld en de Nederlandse Vereniging van Afvalbedrijven (VVA) onderzoeken hoe koolhydraten (suikers) in gemeentelijke afvalstromen kunnen worden gebruikt als een bron voor de productie van biobased aromaten. Momenteel zijn vrijwel alle aromatische bouwstenen gemaakt van fossiele olie. Shared Research Center Biorizon, een initiatief van TNO, VITO en de Green Chemistry Campus, ontwikkelt technologieën om aromaten te produceren uit plantaardige afvalstromen. Dit vermindert de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, het verlaagt de CO2-uitstoot en het biedt de chemische industrie en haar toeleveranciers een winstgevend en duurzaam perspectief. ‘Dit project, Waste2Aromatics genaamd, is een belangrijke stap om de continue aanvoer van voldoende middelen te garanderen’, zegt Joop Groen, business development manager van Biorizon. ‘Met dit project maken we gebruik van gemeentelijke afvalstromen als grondstof en we onderzoeken hoe we bio-aromaten uit afvalstromen kunnen produceren.’ Om bio-aromaten uit gemeentelijke afvalstromen te produceren wordt cellulose uit de organische fracties omgezet in zogeheten furanen. Op hun beurt dienen deze furanen als tussenproduct voor de uiteindelijke productie van aromaten. Biorizon-partner TNO heeft twee technologieën beschikbaar voor de omzetting van cellulose in furanen. Allereerst is TNO druk doende met de zogeheten Superheated steam (SHS) technologie. Die is vooral geschikt om relatief stevig materiaal ‘los te weken’ en maakt gebruik van stoom om furanen uit de afvalstroom te halen. De tweede techniek is geschikt voor het verwerken van natte fracties en gebruikt een systeem met twee vloeibare fasen, waarin furanen naar een organisch oplosmiddel worden getrokken. Er is wereldwijd niet veel ervaring met de verwerking van niet-gescheiden afvalstromen via deze technieken. Daarom is een van de doelstellingen van dit project is om kennis te ontwikkelen over de geschiktheid van heterogene afvalstromen voor deze omzetting. In de loop van de komende maanden zal het Waste2Aromatics project experimenteren met drie veelbelovende afvalstromen. De eerste resultaten worden nog deze zomer verwacht.
APRIL 2015
07-04-15 16:52
Offline
Eerste liter bio-chemicaliën geproduceerd door ECN Het is ECN onlangs gelukt om biomassa en afval om te zetten in waardevolle bouwstenen voor de plasticsindustrie. Het proces werkt op allerlei brandstoffen zoals houtachtige biomassa dat niet concurreert met voedsel, landbouwresiduen, gemengd afval. ECN heeft de eerste liter geproduceerd van het mengsel van de aromatische moleculen Benzeen, Tolueen en Xyleen (BTX). BTX is de grondstof voor de productie van isolatiemateriaal, flesjes, verpakkingen, vloerbedekking, materialen voor elektronica. ECN’s uitvinding om BTX te maken uit biomassa (bioBTX) maakt het mogelijk voor de chemische industrie om groene plastic te maken voor hun klanten om zo de CO2-footprint en de afhankelijkheid van olie te reduceren. Het proces is gebaseerd op thermische vergassing, waar vaste biomassa of afval wordt omgezet in gasvormige componenten. ECN is niet het enige instituut dat
bezig is met bioBTX. In Groningen werken KNN Groep en Syncom in een joint venture, BioBTX BV geheten, samen met de Rijksuniversiteit Groningen aan een vergelijkbare ontwikkeling. Ook hier wordt BTX uit houtachtige biomassa geproduceerd. In 2013 was de uitvinding van BioBTX BV nog genomineerd voor de Enlightenmentz of the Year, en in 2014 ook voor de Northern Enlightenmentz. ECN gaat verder met de ontwikkeling van methoden om biobased chemicaliën te maken. Het onderzoek is gefinancierd door een subsidie van het Energy Delta Gas Research (EDGaR) programma. EDGaR is medegefinancierd door het Samenwerkingsverband Noord Nederland, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het ministerie van Economische Zaken en de provincie Groningen. Ook is financiële steun van RVO ontvangen.
Zeewier als duurzame grondstof voor producten Een samenwerkingsverband van kennisinstellingen uit de topsector water gaat met een budget van 850 duizend euro van het ministerie van Economische Zaken, een ruwe schets maken van de nieuwe vorm van ‘landbouw op zee’. Want de zoutwaterplant zit bomvol eiwitten, koolhydraten, vetzuren en vitamines. Wieren kunnen daarom meer markten bedienen dan alleen de food-sector. ‘Ook veevoer, chemicaliën en halffabricaten voor de chemische industrie en energie behoren technisch tot de mogelijkheden’, zegt projectleider Floris Groenendijk van IMARES Wageningen UR. ‘Maar er moet een markt voor zijn.’ Die markt kan de chemie zijn. Alginaat uit bruine wieren en carrageen uit rode wieren zijn bekende polysachariden die worden toegepast in onder meer wondverband en als verdikkingsmiddel en stabilisator in voedingsmiddelen zoals vla, vertelt Paulien Harmsen van Wageningen UR Food & Biobased Research. ‘We willen onderzoeken of er ook andere toepassingen zijn voor deze hydrocolloïden. Hun vochtvasthoudende vermogen is bijvoorbeeld te gebruiken in incontinentiemateriaal en in andere bioplastics’, zegt Harmsen. ‘Zeewier kan ook bouwstenen leveren voor chemie en farmacie, zoals mannitol dat als bouwsteen voor polyesters kan fungeren.’
APRIL 2015
E Offline.indd 9
Naast de teelt van zeewier op bijvoorbeeld de Noordzee, denkt Harmsen dat ook de reststromen van de zeewierproductie in bijvoorbeeld Frankrijk of Noorwegen een interessante bron zijn. ‘Voor de huidige voedseltoepassing wordt slechts een kwart van de biomassa gebruikt. Driekwart is ‘afval’ dat echter nog vol boordevol waardevolle componenten zit’, aldus Harmsen. Er moet nog aardig wat gebeuren voordat grootschalige zeewierboerderijen realiteit zijn. Kennisinstellingen Marin en Deltares gaan berekenen welke constructies nodig zijn om de zeewierteelt weerbaar te maken tegen het ruwe zeemilieu met zijn soms twintig meter hoge golven in een winterstorm. Op de huidige kleine proefschaal oogsten onderzoekers het zeewier handmatig op hun knieën, maar voor commerciële teelt op honderden hectaren zijn oogstmachines onontbeerlijk. De verbinding tussen offshore-technologie en landbouwtechniek is evident maar moet nog handen en voeten krijgen. Het consortium gaat dat onderzoeken. Transport van de ‘akkers’ met wieren op zee naar het land moet op een slimme manier gebeuren. De combinatie met trawlers, maar ook boorplatforms en windmolenparken is een mooi onderwerp van uitdagend onderzoek. De ruimtelijke ordening op zee inclusief de governance van alle gebruikers op de toch al drukke Noordzee is ook een onderzoeksthema. Want bovenal moet de zeewierketen duurzaam zijn, benadrukken de onderzoekers. ‘Dat is niet alleen een kwestie van milieuvriendelijke teelt, maar het gaat ook om de acceptatie van de maatschappij en de winstgevendheid’, zegt Willem Brandenburg van Wageningen UR en al vier jaar actief met zeewierteelt in de Wierderij in de Oosterschelde. Het moet in het zeelandschap passen en liefst ook natuur nieuwe kansen bieden. Het begin is er, aldus Brandenburg. ‘Bij onze ‘wierderij’ in de Oosterschelde zijn wij een goede buur van een kolonie Grote Sterns in een Natura 2000-gebied, rusten de vissen uit onder onze vlonders met zeewier en hebben we regelmatig bezoek van onze (huis)zeehond.’
9
07-04-15 16:52
Offline
Tabaksplant in Zuid-Afrika levert duurzame vliegtuigbrandstof In Zuid-Afrika weten ze als geen ander hoe ze tabaksplanten moeten verbouwen. Maar door grote concurrentie uit omliggende landen en de verminderde populariteit van tabak is er steeds meer werkloosheid, blijft veel grond ongebruikt en kennis onbenut. SkyNRG grijpt deze kans aan en verbouwt in Zuid-Afrika een tabaksplant waarvan duurzame vliegtuigbrandstof wordt gemaakt: Solaris. ‘SkyNRG wil de luchtvaartindustrie verduurzamen door het gebruik van groene vliegtuigbrandstof’, legt Hayo de Feijter van SkyNRG op de website van RVO uit. ‘Op dit moment is het bedrijf wereldwijd marktleider en hebben al meer dan twintig luchtvaartmaatschappijen op de duurzame brandstof gevlogen. Een Italiaans bedrijf heeft de tabaksplant Solaris ontwikkeld en bezit het patent. Van de olie uit de plantenzaden wordt duurzame kerosine gemaakt. In Zuid-Afrika groeiden de tabaksplanten meteen erg goed en zo vielen alle puzzelstukjes op hun plek.’ De Solaris-plant biedt meer dan alleen olie om brandstof te maken. De Feijter: ‘Wanneer de olie uit de zaden wordt geperst, blijft er een zogenaamde perskoek over: een goede basis voor veevoermix. Gunstig, want Zuid-Afrika importeert deze grondstof nu nog. De overgebleven biomassa wordt gebruikt om biogas te maken. De hele plant is dus nuttig voor de Zuid-Afrikaanse economie. We hebben een aantal grote commerciële boeren onder contract, maar willen ook kleinere boeren met minder kennis en middelen bij het project betrekken. Zij krijgen ondersteuning vanuit ons trainingscentrum’, aldus De Feijter. Het project verloopt vlot. De Feijter: ‘Boeing en South African Airways gaan bijvoorbeeld vliegen op ons product. Ik vind het prachtig dat we een project hebben kunnen neerzetten dat straks echt economisch bestaansrecht heeft. Er is in de investering een goede balans tussen ontwikkelingswerk en commercie.’
10
E Offline.indd 10
Huis van bioplastics stoot zestig procent minder CO2 uit Een huis, dat voor een groot deel bestaat uit 3D-geprinte bioplastics, heeft een CO2-uitstoot die zestig procent minder is dan huizen die grotendeels van beton worden gemaakt. Dat hebben Ad van Wijk en Iris van Wijk in hun boek 3D Printing with biomaterials berekend. In het boek hebben de beide de auteurs de productie van een woonhuis van beton, zoals veel in Nederland worden gebouwd, vergeleken met een woonhuis met veel bioplastics-elementen. Het gaat om een woonhuis met een totale woonoppervlakte van honderd vierkante meter en een plat dak. Daarvoor zou in de traditionele bouw vijftig kub beton nodig zijn. Aan bioplastic is 5400 kg nodig. Daarbij is hiervoor gekozen voor PLA (polylactic acid, melkzuur) gemaakt uit suikerbietenafval. In het bioplastic-huis worden gevels, dak, tussenwanden, vloeren en interne sterkte-materiaal van PLA gemaakt, via de 3D-printer. Om dit gehele huis te 3D-printen is 920 kWh nodig, gelijk aan een zonnepaneelsysteem van acht vierkante meter, bijna vier panelen. De auteurs hebben ook gekeken naar hoeveel landgebruik de grondstof (suikerbieten) er voor het bioplastic nodig is. Er is ongeveer een halve hectare land per jaar nodig om voldoende suikerbieten voor de benodigde suiker te verbouwen. In een 3D-geprint huis van bioplastic is nog wel een beetje beton en zand nodig, maar al met al is de CO2-emissie van dit huis een flink stuk lager dan een huis van beton. ‘Dat komt door het productieproces van beton, dat veel meer CO2-uitstoot kent. Voor de grondstof van ons bioplastic huis, PLA, geldt alleen de CO2-uitstoot van het printen en niet van het verbouwen van de gewassen’, aldus de twee onderzoekers in hun boek. Daardoor is de CO2-uitstoot ruim zestig procent lager: 19,2 ton CO2 bij een betonnen huis en 7,3 ton bij een bioplastic-huis. Dat het al interessant is om werkelijk te doen bewijst overigens het 3D Canal House dat in Amsterdam wordt gemaakt. Daarbij wordt tachtig procent biomateriaal gebruikt, gemaakt van plantaardige olie.
APRIL 2015
07-04-15 16:52
Offline
Aangepast plantje ‘produceert’ industriële oliën Een plantje dat alleen oliezuren en erucazuren produceert. Het klinkt misschien als toekomstmuziek, maar Wageningse onderzoekers hebben nu het aan koolzaad verwante plantje crambe zo weten om te bouwen dat het deze zuren weet te produceren. Met die vetzuren komen smeermiddelen en coatings, maar ook waardevolle polymeren als nylon, binnen handbereik. Onderzoekers van Wageningen UR deden dit door gebruik te maken van een relatief nieuwe methode van mutatieveredeling. ‘We hebben varianten van crambe gevonden waarin het gen is gemuteerd dat verantwoordelijk is voor een enzym dat crambe aanzet tot de vorming van meervoudig onverzadigde vetzuren’, zegt onderzoeker Robert van Loo. ‘Het gemuteerde gen zorgt er nu voor dat de vorming van het enzym niet helemaal wordt voltooid. En dat levert direct een hoger gehalte aan de waardevolle enkelvoudig onverzadigde vetzuren erucazuur en oliezuur op.’ De onderzoekers werken nu aan stabiel zaadgoed van deze crambevarianten door ze te kruisen en zuivere lijnen te maken. Daarmee wordt commerciële teelt van de gemuteerde crambe mogelijk. Mutatietechniek is een bekende techniek uit de klassieke veredeling. Producten van deze mutatietechniek mogen zonder restricties op de markt worden gebracht. Dat is volgens Van Loo de reden waarom de industrie er positief tegenover staat. Crambe geldt al langer als een talent om een diversificatie in de landbouw te bewerkstelligen. De mediterrane plant heeft een kort groeiseizoen en kan met de verhoogde opbrengst aan belangrijke vetzuren concurrerend worden ten opzichte van tropische oliën. Erucazuur geldt onder meer als een grondstof voor ‘slip agent’, ‘zeg maar het glijmiddel waardoor plastic boterhamzakjes niet aan elkaar plakken’, aldus Van Loo. Ook doet het opgang als smeermiddel en coating. Er kunnen eveneens groene polyamides (‘nylon’) van worden gemaakt. Het vervangt daarmee koolzaadolie en castorolie, maar ook de nog altijd omstreden tropische oliën als palmpitolie en kokosolie. Bovendien geldt het als een alternatief voor fossiele olie. ‘Ook zeep en schoonmaakmiddelen van minder omstreden plantaardige oorsprong komen binnen handbereik’, zegt Rolf Blaauw, projectleider van het COSMOS-consortium van Wageningen UR Food & Biobased Research. Dat samenwerkingsverband bestaat uit een achttiental kennisinstellingen, mkb-bedrijven en de Franse chemiemultinational Arkema. COSMOS is recent door de EU met elf miljoen euro gesubsidieerd.
APRIL 2015
E Offline.indd 11
Afval van grote NS-stations krijgt tweede leven Het afval van een flink deel van de Nederlandse Spoorwegen wordt door afvalverwerker Van Gansewinkel duurzaam verwerkt. Het gaat om afval uit de regio Randstad Noord, waaronder de grote NS-stations Amsterdam Centraal, Utrecht Centraal en Haarlem. Van Gansewinkel streeft er tevens naar om het restafval van de NS terug te brengen van negentig naar 37 procent. In de praktijk komt dit neer op een besparing van bijna drie miljoen kilo bedrijfsafval per jaar, waarvan ruim 2,5 miljoen kilo een tweede leven krijgt als grondstof voor nieuwe producten. Het gaat om afval van perrons en stationshallen, onderhoud- en servicelocaties van NedTrain en van winkels en restaurants van het bedrijfsonderdeel NS Retail.
Antwerps Havenbedrijf gaat verder verduurzamen Het Antwerpse Havenbedrijf wil uitbouwen tot een duurzaam platform. Het Havenbedrijf heeft de ISO 50001-norm behaald, die de procedure voor duurzaam energiemanagement in bedrijven en grote organisaties vastlegt. Het is het eerste bedrijf in zijn soort dat de norm achter zijn naam kan schrijven. Aan de hand van een energiebeleidsverklaring heeft het Havenbedrijf de domeinen in kaart gebracht waarop het actie onderneemt of zal ondernemen om de energie-efficiëntie van afdelingen en diensten te verbeteren en zo minder energie te verbruiken. Zo is onder meer in het sleepbedrijf in 2013 het eco-varen ingevoerd, met als doel per vaartuig vijf procent te besparen op het brandstofverbruik. In het ondernemingsplan 2014-2018 een aantal strategische prioriteiten bepaald waarmee het bedrijf de haven wil uitbouwen tot een duurzaam platform. In het kader van zijn voortrekkersrol heeft het Havenbedrijf in 2014 zelf een energiemanagementsysteem ingevoerd waarmee het eigen energieverbruik op een duurzame wijze wordt beheerd. Een energieteam ziet erop toe dat de energiebesparingsprocessen per afdeling worden opgevolgd en dat alle medewerkers van het Havenbedrijf worden gestimuleerd om op een kwaliteitsvolle en energiebewuste manier hun taken uit te voeren. Bij nieuwe investeringen zal het criterium energie-efficiëntie een meer bepalende rol spelen.
11
07-04-15 16:52
Interview
Innovatie met een grondstof van honderden jaren oud
FOTO’S: WIM RAAIJEN
Meer opbrengst uit de aardappel
12
O Interview.indd 12
APRIL 2015
08-04-15 09:57
Interview
Onder andere met nieuwe processen en verbeterde rassen wil Avebe meer uit de aardappel halen. Met waardevolle nieuwe producten en efficiëntere processen en transport verduurzaamt de zetmeelfabrikant. En er is nog veel mogelijk. Productiedirecteur Eward Hofstede: ‘Er zitten zoveel bruikbare stoffen in aardappelen, waarvan we de mogelijkheden nog lang niet ten volle benutten.’ Wim Raaijen
Daar waar de suikerbietenindustrie volop bezig is om de scope flink uit te breiden naar de productie van chemisch grondstoffen en brandstoffen, zoekt de aardappelsector het dichter bij huis. Zo is zetmeelfabrikant Avebe al jaren geleden teruggekomen van exotische uitstapjes naar tapioca en kunststofproductie uit zetmeel. Gewoonweg omdat deze nieuwe activiteiten het bedrijf toen in de rode cijfers drukten. Door in het vorige decennium meer focus aan te brengen in de activiteiten en zich volledig op de aardappel te concentreren, wist het bedrijf weer een financieel gezonde weg in te slaan.
‘
Subsidies
En er zit ook een inhoudelijkere visie achter de keuze om dichter bij de aardappel zelf te blijven. Eward Hofstede, productiedirecteur bij Avebe: ‘Het heeft weinig zin om mooie chemische stoffen die in aardappelen zitten met heel veel energie uit elkaar te halen om er vervolgens met heel veel energie weer bijvoorbeeld kunststoffen van te maken. Dat is niet bepaald duurzaam. Zie aardappelen als kleine chemische reactoren die uit de grond waardevolle stoffen halen en er bruikbare moleculen van maken. Dan is het veel mooier om dichter bij de aardappel en de waardevolle samenstelling zelf te blijven. Er zitten zoveel bruikbare stoffen in aardappelen, waarvan we de mogelijkheden nog lang niet ten volle benutten. Naast de twintig procent zetmeel en anderhalf procent eiwit, zitten er nog verschillende andere componenten in de aardappel, die we stap voor stap tot waarde brengen. Innovatie met een grondstof van honderden jaren oud in een bedrijf dat in 2019 honderd jaar bestaat.’ Vanuit die gedachte zijn de afgelopen jaren al verschillende stappen gezet om de toegevoegde waarde van zetmeelaardappelen te vergroten. En dat heeft nu al enorme impact. Hofstede: ‘Na de ontkoppeling van de subsidies uit Brussel heeft Avebe goede prijzen aan haar leden uit kunnen keren, terwijl het bedrijf tegelijkertijd tientallen miljoenen per jaar kon investeren in innovaties en technologie.’
Bij energiebesparing kijken we verder dan onze productieprocessen. Kantoren, transport, alles nemen we mee.
Veganistische pizza’s Een mooi voorbeeld is de ontwikkeling van Solanic, een aardappeleiwitproduct met dezelfde eigenschappen als kippeneiwit. Hofstede: ‘In het vruchtwater dat overblijft nadat het zetmeel uit
APRIL 2015
O Interview.indd 13
de aardappelen is gehaald, zitten nog verschillende waardevolle stoffen, waaronder eiwitfracties met dezelfde eigenschappen als het wit in eieren. Het stolt ook onomkeerbaar bij verhitting. Voorheen haalden we het eiwit uit het vruchtwater onder relatief hoge temperaturen. Gestold dus. We hebben nu echter een proces ontwikkeld waarmee het eiwit op relatief lage temperaturen wordt gewonnen, nog steeds in vloeibare vorm. Daardoor is het eiwit minimaal het tienvoudige waard, omdat het in veel meer producten kan worden verwerkt.’ De eiwitfracties uit aardappelen hebben nieuwe en unieke eigenschappen voor toepassingen in voeding en cosmeticaproducten. In zuivelvrij ijs zorgt het bijvoorbeeld voor een stabiele emulsie. In glutenvrijbrood geeft het volume en een goede kruimstructuur. Schuimpjes kunnen zonder ei en gelatine worden gemaakt, net als dressings. Ook in plantaardige burgers fungeert het aardappeleiwit als vervanger van kippeneiwit. In ‘vegan cheese’ wordt het eiwit uit de aardappel inmiddels gebruikt. In combinatie met aardappelzetmeel werkt het als een goede emulgator. Ook is het goed snijdbaar en heeft het goede smelteigenschappen, handig voor bijvoorbeeld veganistische pizza’s.
Modulaire bouw Volgens Avebe zijn de marktperspectieven voor plantaardige eiwitten momenteel uitstekend. Consumenten gaan bewuster met voeding om. Ze krijgen steeds meer een voorkeur voor plantaardige eiwitten boven dierlijke eiwitten, vanwege milieuoverwegingen, dierenwelzijn en dierziekten. Plantaardige eiwitten hebben volgens het bedrijf een ecologische footprint die vijf maal zo laag is als dierlijke eiwitten. Bovendien is aardappeleiwit niet genetisch gemodificeerd, in tegenstelling tot veel eiwit uit sojabonen. Het eiwit uit aardappelen heeft als extra voordeel boven andere plantaardige eiwitten dat het goede voedingseigenschappen bezit. Aardappeleiwit heeft een unieke structuur en veroorzaakt geen allergieën. Om de vraag bij te houden, investeert Avebe momenteel enkele tientallen miljoenen euro’s in de opschaling van de Solanic- fabriek in het Drentse Gasselternijveen. De productie wordt de komende tijd maar liefst vervijfvoudigd. Van pilot naar volwassen fabriek. De nieuwe installatie moet in augustus worden opgestart, net voordat de aardappelcampagne dit jaar begint, stelt Hofstede. ‘Altijd spannend om een nieuwe installatie op tijd in productie te hebben.’ Door zijn tijd bij chemieconcern DSM had hij al de nodige ervaring met nieuwbouwprojecten. En hij weet dat het op tijd opleveren van een nieuwe fabriek geen koud kunstje is. In de 13
08-04-15 09:57
Prestatiemanagement Prestatiemanagement
prestatiemanagement, meten, weten, skills, dashboard, samenwerking, best value, doen, targets, capaciteit, potentie, prestatiemanagement, meten, weten, skills, dashboard, samenwerking, best value, doen, targets, capaciteit, potentie, Congres van NVDO Sectie SUTO en iMaintain
Woensdag 7 oktober • De Glazen Ruimte • Maarssen
DOMINO: het versterkend effect van Prestatiemanagement Trends, Ontwikkelingen, Innovatie, Methoden en Benchmark Prestatiemanagement vertaalt de visie, missie en strategie van een project, asset, team of organisatie naar succesfactoren en acties. Sturen op die succesfactoren en constant monitoren van de effecten ervan, kan met behulp van uiteenlopende methoden. En net als bij het Domino-effect is het resultaat het best als alle factoren en acties goed op elkaar aansluiten. Te dicht op elkaar verstoort het proces, en te ver uiteen zorgt voor een dood spoor. Hoe krijg je de maximale versterking van je inspanningen?
Op 7 oktober gaan sprekers en publiek op zoek naar het maximale effect van hun inspanningen rond prestatiemanagement in asset management. Reserveer de datum en kijk regelmatig op www.imaintain.info/prestatie Initiatiefnemers:
Voor meer informatie: Lotte Sigterman 020 3122 792 Lotte@industrielinqs.nl
BIZZ56'' De nieuwe standaard in webvertising Presenteer uw bedrijf, innovatie of project volgens de nieuwe standaard in webvertising: BIZZ56”. Vertel uw verhaal in uw eigen creatieve film van 56 seconden en de boodschap komt aan! Het doordachte stramien van BIZZ56” zorgt ervoor dat u en de filmers zich kunnen concentreren op het communicatieve en creatieve deel van uw boodschap. Bovenal zorgt BIZZ56” voor een snelle, complete en eigentijdse boodschap die de aandacht van uw doelgroep tot het einde vasthoudt. BIZZ56”-video’s zijn multi-inzetbaar: op uw website, via smartphones en tablets en op social media.
Verrijk uw teksten, advertenties en commerciële boodschappen met een BIZZ56” video en integreer tekst, beeld en online voor een crossmediale boodschap.
Meer weten? halve adv Congres O Interview.indd 14NVDO.indd 2 _A5_liggend_bizz56.indd 43
Als dit icoon bij een afbeelding staat, bekijk dan het bijbehorende filmpje door met uw smartphone of tablet de foto te scannen met de iLinqs app. U vindt de gratis iLinqs app in de appstore voor andriod en apple.
BIZZ56”is een product van Movielinqs video & virals. iLinqs is een app van Industrielinqs pers en platform
Neem contact op met Gijs Hoekstra (06 42 24 53 85) of movielinqs@industrielinqs.nl 27-03-15 09:57 07:45 08-04-15 22-10-14 09:25
Interview
, rd, n, e, eten, rd, n, e,
eten
03-15 07:45 0-14 09:25
a ardappelindustrie komt er nog een dimensie bij: de grondstof is gewoonweg niet door het hele jaar beschikbaar. In het najaar moet alles gebeuren. ‘Als een fabriek te laat wordt opgestart, loop je al gauw een jaar vertraging op. Dat wil je natuurlijk voorkomen.’ De komende maanden worden dus spannend. Hofstede: ‘De fabriek wordt in modules elders gebouwd, en in elkaar gezet in Gasselternijveen.’ Modulaire bouw en prefabricatie van installaties is normaal in de offshore, maar bij fabrieken op land De komende loopt Avebe voorop met bedrijven als Huntstien jaar gaat onze man en BTG die respectievelijk een chemische massa-, energie- en fabriek en een pyrolyse-installatie offsite lieten waterbalans flink bouwen. De ervaring is inmiddels dat deze maop de schop. nier van bouwen beter is te plannen.
‘
Green Deal Doordat het nieuwe proces minder warmte gebruikt, past het ook in het streven van Avebe om voor 2018 een kwart minder energie te gebruiken ten opzichte van 2012. Ook wil het bedrijf de CO2-uitstoot met 25 procent verminderen. Hoewel de realisatie van deze besparingen breder gaat dan het verbeteren van productieprocessen, is Avebe in de productie op verschillende fronten bezig. Bijvoorbeeld door processen te integreren en op één plaats onder te brengen. Zoals bij het hoogwaardige eiwit Protastar, bestemd voor de diervoedingsindustrie. De productie ervan heeft nu nog plaats in het Groningse Foxhol. Het standaardeiwit wordt echter eerst ingedroogd in Gasselternijveen en vervolgens naar Foxhol getransporteerd voor verdere bewerking tot hoogwaardige eiwitten voor diervoeding. Onlangs is de bouw begonnen van een nieuwe installatie in Gasselternijveen waardoor het gehele proces straks op één locatie plaatsvindt. Een investering van enkele miljoenen euro’s. Het energiebesparende project wordt door de provincie Drenthe ondersteund met een Green Deal van anderhalf miljoen euro. Het elimineren van de indroogstap levert een reductie op van tienduizend ton CO2 per jaar. De totale CO2-uitstoot van de locatie Foxhol wordt daarmee met twintig procent teruggebracht. Daarnaast wordt het aantal transportkilometers per jaar met veertigduizend verminderd.
Elektrische bestelbusjes Deze concentratie van processen betekent dus al een forse stap in de reductie van CO2. Hofstede: ‘Toch is het gemakkelijker om energie te besparen dan de CO2-uitstoot te reduceren. Met energiebesparing breng je meteen kosten terug. Maatregelen verdienen zich gemakkelijk terug. Dat helpt enorm bij beslissingen. We gebruiken heel veel energie en met elke reductie pak je dus ook een van onze belangrijkste kostenposten aan.’ En dat stopt niet bij de fabrieken. ‘Bij energiebesparing kijken we verder dan onze productieprocessen. Kantoren, transport, alles nemen we mee. Een deel van het besparingspotentieel zit in gedragsverandering. Heel eenvoudig bijvoorbeeld: zoveel mogelijk het licht uit als het niet nodig is.’ Ook kijkt Avebe naar vervanging van minder energie-efficiënte apparaten of vervoersmiddelen. ‘De verlichting van ons kantoor
APRIL 2015
O Interview.indd 15
in Veendam is vervangen door led. Dat zie je echt terug in het energieverbruik.’ Een ander mooi voorbeeld is dat Avebe eind 2014 negen elektrische bestelbusjes in gebruik heeft genomen. ‘Dat is wel een mooi verhaal’, lacht Hofstede. ‘De chauffeurs moesten namelijk nog wel even wennen aan het idee. Ze maakten zich vooral zorgen over de actieradius. Ik heb toen tegen ze gezegd dat wanneer ze stil komen te staan, ze mijn auto mogen komen halen. Dat is tot op heden nog niet gebeurd. Het is mooi om te zien dat de chauffeurs nu anders en bewuster naar de routes kijken. Ritjes die op dezelfde route liggen worden nu vaker gecombineerd.’
Neutraal Transport heeft sowieso de aandacht van Avebe. Zo maakt het bedrijf sinds januari gebruik van de treinshuttle tussen Coevorden en Malmö voor het transport van aardappelzetmeel naar de Zweedse productielocatie. Hiermee wordt ruim 500.000 kilometer wegtransport bespaard. De zetmeelfabrikant wil in de hele transportketen zoveel mogelijk gebruikmaken van modaliteiten met een lage CO2-emissie. Volgend jaar zal er nog eens 500.000 kilometer op wegtransport worden bespaard als ook Duitse productielocaties voor vervoer per spoor worden ontsloten. Misschien wel de grootste uitdaging ligt nog wat verder in de toekomst. Hofstede: ‘Wat zou het mooi zijn als we onze productielocaties op den duur geheel energie-, water- en CO2-neutraal kunnen maken. Dat bijvoorbeeld de benodigde energie en water geheel uit de eigen processen zelf voortkomt. We onderzoeken dat volop, maar zoiets kost veel tijd. Maar het zou wat zijn als het gaat lukken. We beschikken inmiddels over een flinke toolkit aan nieuwe technologieën. Het is nu de uitdaging die in de juiste volgorde in te zetten zodat er met een zo laag mogelijk verbruik van water en energie zoveel mogelijk toegevoegde waarde voor de markt kan worden gecreëerd. De komende tien jaar gaat onze massa-, energie- en waterbalans flink op de schop.’ b 15
08-04-15 09:57
Opinie van Experts
Stelling:
Hoe lossen producenten onduidelijkheid over biobased producten bij consumenten op? Hoe maken producenten duidelijk aan consumenten wat biobased precies inhoudt? Is een keurmerk nodig, of juist niet? Welke tips en trucs zijn er? Dreigt het gevaar dat – net als bij duurzaam – men ‘biobased-moe’ worden? Is daar een rol voor overheid weggelegd, of juist niet? Consumenten hebben nauwelijks een beeld bij het begrip biobased. En eenmaal Wilt u reageren? geconfronteerd met Stuur een e-mail naar biobased producten, redactie@duurzaamgeproduceerd.nl roepen die nogal wat vragen op. Maar ook producenten willen graag weten of biobased materialen niet ten koste gaan van de kwaliteit van producten. Dat zegt de Wageningen UR, mede naar aanleiding van een Europees onderzoek van de WUR naar de consumentenperceptie van biobased producten. De respondenten kregen heel verschillende biobased producten voorgelegd. Daaruit kwam duidelijk naar voren dat zij biobased producten ieder op hun eigen voor- en nadelen beoordelen. Biobased tasjes worden heel anders beoordeeld dan biobased producten zoals kleding, verf of een dashboard. Hoe dan ook: om consumenten enthousiast te maken voor biobased producten, moet het voor consumenten duidelijk zijn wat ‘biobased’ inhoudt.
Eens of oneens?
16
F Opinie.indd 16
MICHEL SCHUURMAN De vraag die bij mij na het lezen van de stelling direct bovenkomt, is waarom er in het geheel een wens is om naar consumenten nadrukkelijk te communiceren over de samenstelling van een product? Dat gebeurde immers tot op heden ook nauwelijks en het is maar zeer de vraag of de consument daarop zit te wachten. De exacte samenstelling van een dashboard, verf of kleding interesseert de meeste consumenten nauwelijks. Wat is de meerwaarde van deze communicatie-inspanning? Is er een meerprijs die moet worden verklaard? Of verwachten producenten/retailers een beter verkoopargument te hebben? Zoals ook in het MVO Nederland Trendrapport 2015 uitgelicht, is duurzaamheid op zichzelf geen verkoopargument. Sterker nog: het roept veelal vragen op en zelfs de twijfel of het product niet duurder dan wel van lagere kwaliteit is door de biobased focus. De vaak onderliggende aspecten van biobased producten, zoals betere kwaliteit, minder afhankelijkheid van beperkte bronnen et cetera, zijn wel aansprekend voor consumenten. Het lijkt dan ook veel raadzamer te communiceren over de voordelen die de gebruiker heeft van de biobased aspecten, dan over het biobased aspect zelf. Zo kan een gezonder binnenklimaat van een biobased verf (immers meer ademend dan een oliegebaseerd product) wel een verkoopargument zijn. Het predicaat biobased blijft dan op de achtergrond. Hetzelfde geldt voor kleding; minder kunststoffen en meer natuurlijke producten leidt tot een comfortabeler kledingstuk van hogere kwaliteit. Dat is het verkoopargument! Mochten er toch redenen zijn om over de biobased aspecten te communiceren, verpak het dan in een verhaal en niet in feiten. Storytelling als manier om de belangrijkste vraag (waarom?) voor een consument te beantwoorden, is het meest krachtig. Zo heeft Ford een samenwerking met
APRIL 2015
07-04-15 16:46
Opinie van Experts
Heinz gestart om van tomatenafval auto-onderdelen te maken. Hierbij is met name het voorkomen van verspilling en het afbouwen van beperkte fossiele grondstoffen de drijfveer. In plaats van dit in cijfers en feiten uit te leggen, is gekozen voor krachtige beeldtaal.
Mochten er toch redenen zijn om over de biobased aspecten te communiceren, verpak het dan in een verhaal en niet in feiten.
Michel Schuurman is senior programmamanager Planet MVO Nederland.
MARISKA VAN DALEN Heel begrijpelijk dat consumenten geen goed beeld hebben bij biobased producten. In het algemeen geldt dat wij als consument niet goed op de hoogte zijn van de herkomst en samenstelling van de producten die we kopen. Dit is mede veroorzaakt doordat onze productieketens mondialer en complexer zijn geworden. Voor producenten is het vooral van belang om aan te geven wat de voordelen van biobased producten zijn voor de consument en de maatschappelijke noodzaak om het gebruik van schaarse fossiele grondstoffen te beperken en de uitstoot van CO2 terug te dringen. Zo heeft DSM bindmiddelen voor watergedragen acrylaatverf ontwikkeld die voor vijftig procent op biogrondstoffen is gebaseerd en geheel vrij is van oplosmiddelen. De levenscyclusanalyse van de verfhars is 45 procent procent verbeterd in vergelijking tot een standaard fossiel gebaseerde acrylaathars. De meerwaarde voor de consument is dat dat deze verf geurloos is. Op dit moment beschikken we over grote hoeveelheden onderbenutte biomassa. Denk aan residuen van de landbouw (met inbegrip van bosbouw, plantaardige en dierlijke stoffen), aquacultuur en de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval. Deze biogebaseerde reststromen zijn goede vervangers voor aardolie die wordt toegepast in chemicaliën en materialen. Door deze onbenutte biomassa slim in te zetten, kunnen we innovatie en onze lokale economie concurrerend maken door sectoren die van oudsher weinig met elkaar te maken hebben, zoals chemie, farmacie, landbouw en energie, met elkaar te verbinden. Om de lokale economie te stimuleren heeft de provincie Zeeland biobased inkoopcriteria ontwikkeld. Hierbij
APRIL 2015
F Opinie.indd 17
worden leveranciers uitgedaagd om met biobased producten en innovaties te komen. Een voorbeeld hiervan is een proefvlak voor biobased asfalt, waarin het biobased plakmiddel lignine de fossiele stof bitumen vervangt en de betrokken partijen de eigenschappen kunnen testen en optimaliseren.
Transparantie over samenstelling, functionaliteit, levensduur, recyclebaarheid en voordelen voor de gebruiker zijn een eerste praktische stap voor producenten. Voor producenten die op zoek zijn naar een label om de gezondheid en traceerbaarheid van ingrediënten te benadrukken, is het Cradle-to-Cradle-trademark heel geschikt volgens de NPR-CEN/TR 16208:2011. Mariska van Dalen is senior adviseur sustainability bij Tebodin Nederland.
JAN WILLEM SLIJKOORD Allereerst: de term biobased is behoorlijk in zwang geraakt, ook bij de consument. Ik denk dat de meeste consumenten een positief gevoel krijgen van een product dat de term biobased met zich meedraagt, omdat men verwacht hiermee positief bij te dragen aan een beter milieu. In veel gevallen is dat ook zo. Zo is de milieu-impact van biokatoen inderdaad lager dan dat van traditioneel verbouwd katoen. Dus door het kopen van kleding die vervaardigd is van bio-katoen dragen consumenten bij aan een beter milieu. Echter, bij veel andere producten ligt het veel genuanceerder. Biobased en biodegradeerbare plastics, zoals PLA, zijn milieuvriendelijk, mits deze kunststoffen ook daadwerkelijk worden afgebroken in een industriële composteerinstallatie. Dat gebeurt volgens een artikel in Der Spiegel Wirtschaft van oktober 2014 in veel gevallen niet. En indien biodegradeerbare kunststoffen niet op de juiste wijze worden afgedankt, valt een groot voordeel weg van dit type kunststoffen. Het is dus van belang consumenten te tonen hoe het biobased product moet worden afgedankt of behandeld, opdat de milieu-impact daadwerkelijk kan worden geminimaliseerd.
17
07-04-15 16:46
Opinie van Experts
Het is de hoogste tijd dat de overheid op Europees niveau normen gaat stellen voor de classificatie en communicatie van de milieu-impact voor biobased producten.
TNO heeft onderzoek gedaan naar de milieu-impacts van veel verschillende biobased chemische bouwstenen, coatings en kunststoffen. Zo is de milieu-impact van biobased ethanol uit rietsuiker vergeleken met biobased ethanol uit bietensuiker en fossiele ethanol die vanuit oliederivaten zijn vervaardigd. Wat bleek? De milieu-impact van biobased ethanol uit rietsuiker heeft de grootste impact, gevolgd door ethanol uit olie. De biobased ethanol uit suikerbieten heeft de laagste milieu-impact. Wat kunnen we hier uit concluderen? 1. Niet alle biobased producten hebben altijd een betere milieu-impact dan hun fossiele tegenhanger! 2. De oorsprong van de biobased grondstof heeft gevolgen voor de milieu-impact en moet worden gerankt. Een relatieve ranking op een consumenten product, net zoals het energielabel op een wasmachine of droger nu, zou hier duidelijkheid kunnen bieden. Er zijn vele soorten hernieuwbare grondstoffen. De eerste
18
F Opinie.indd 18
generatie biogrondstoffen betreffen landbouwproducten. Als hieruit brandstoffen, chemische bouwstenen of kunststoffen worden vervaardigd dan concurreren deze biobased grondstoffen direct met de voedselketen, hetgeen ongewenst is. Daarom worden nu de tweede-generatie biobased grondstoffen of algen (zoet- en zoutwater) toegepast, bijvoorbeeld houtafval of afval van landbouwplantenresten. Deze concurreren niet met de voedselketen, en de impact op land- en watergebruik is daarom veel positiever dan voor de eerste-generatie grondstoffen. Met andere woorden: het is belangrijk te weten wat de oorsprong van de biobased grondstoffen precies is. Het is de hoogste tijd dat de overheid op Europees niveau normen gaat stellen voor de classificatie en communicatie van de milieu-impact voor biobased producten. Er dient ook een eenduidig systeem te komen op producten waaruit de consument een werkelijk bewuste keuze kan maken, rekening houdend met het type biobased grondstof en vervaardigingswijze. Ook moet aan consumenten worden getoond hoe ze het product het meest duurzaam kunnen afdanken (wenselijk gedrag in feite). Bijvoorbeeld met een pictogram met een eenduidige kleur waarop wordt getoond dat een biodegradeerbaar zakje op een composteerhoop kan worden gegooid. Jan Willem Slijkoord is senior business development manager chemicals bij TNO.
APRIL 2015
07-04-15 16:46
Partnernieuws
Offshore-windpark boven Groningen volop in voorbereiding Van het windpark Gemini op zee is nog niets te zien, maar sommige onderdelen van de bouw zijn in volle gang. Zo wordt er in Eemshaven gewerkt aan een belangrijk onderdeel, namelijk het transformatorstation op land. Dit zet de spanning van 220 kilovolt om naar 380 kilovolt, zodat deze aan het elektriciteitsnet kan worden geleverd. Naast het transformatorstation is er in februari een andere kritieke mijlpaal in de Gemini-planning behaald. De zogenaamde HDD-boringen voor exportkabels die de offshore-stations met
het onshore-transformatorstation moeten gaan verbinden, zijn gereed. Hiermee kunnen de kabels van Gemini onder de al in de Waddenzee liggende kabels van andere projecten worden doorgetrokken. De komende periode wordt begonnen met het installeren van de kabels. Een volgende belangrijke mijlpaal is 1 juli 2015 wanneer het installeren van de fundaties van de windturbines begint. Het Gemini offshore-windpark wordt een van de grootste windparken ter wereld. Het wordt gebouwd in het Nederlandse deel van de Noordzee, 85 kilometer boven de kust van Groningen. De locatie kent een harde, constante wind en is onzichtbaar vanaf land. Met een totale capaciteit van zeshonderd megawatt zal Gemini naar verwachting ongeveer 2.6 terawattuur hernieuwbare elektriciteit genereren voor zo’n anderhalf miljoen mensen in Nederland.
AkzoNobel en partners onderzoeken productie van grondstoffen uit suikerbieten AkzoNobelwerkt samen met Suiker Unie, Rabobank, Deloitte, de Investerings en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland (NOM), Groningen Seaports en de provincie Groningen om de mogelijkheid te onderzoeken voor de productie van chemicaliën op basis van uit bieten gewonnen suiker. De partijen hebben Deloitte gevraagd om een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren. Het doel is een onafhankelijke kritische evaluatie en een economische beoordeling van de levensvatbaarheid van meerdere business cases voor commerciële productie in de chemiecluster in Delfzijl. De samenwerking is onderdeel van een continu proces binnen
de industrie om vervanging te zoeken voor steeds schaarser wordende niet-hernieuwbare grondstoffen en kan mogelijk resulteren in rendabele en duurzame synthese van een reeks chemicaliën. Aanleiding was een rapport van Deloitte waarin Nederland specifiek wordt genoemd als een cost leader in de productie van suiker. Ook wordt verwacht dat de productie van suikerbieten aanzienlijk zal stijgen als gevolg van de aanstaande deregulering. ‘Wij zoeken altijd naar mogelijkheden om innovatie te gebruiken voor het stimuleren van duurzame groei’, aldus Marco Waas, director of RD&I & Technology bij AkzoNobel Industrial Chemicals. ‘Het mooie aan dit project is dat het ook volledig aansluit bij ons Planet Possible-beleid voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën die minder afhankelijk zijn van fossiele materialen en die onze ecologische footprint binnen de waardeketen verminderen.’
ClimaTower wint eerste prijs productinnovatie Colt heeft erkenning gekregen voor zijn ClimaTower systeem door de eerste prijs voor productinnovatie te winnen van de BAKA Award 2015. Het bedrijf kreeg de award in München uit handen van Barbara Hendricks, federaal minister van Milieu, Natuurbescherming en Nucleaire Veiligheid. Zij sprak over ‘de sleutelrol voor klimaatbeheersing en het energiebeleid’ in de bouwsector. De ClimaTower won omdat het een innovatief energieconcept is dat individuele hotelkamers decentraal kan verwarmen en koelen en tegelijkertijd zorgt voor een legionellavrije warm tapwatervoorziening.
APRIL 2015
H Partnernieuws.indd 19
Jaarlijks verbruiken hotels in Duitsland gemiddeld 145 kilowattuur per vierkante meter voor verwarming en ongeveer tachtig kilowattuur per vierkante meter voor elektriciteit. In het Derag Livinghotel kon de efficiency van het ClimaTower systeem worden gedemonstreerd. Het gemiddelde energieverbruik voor verwarming, koeling en warm tapwater ligt in dit hotel op ongeveer 55 kilowattuur per vierkante meter per jaar. Dat houdt in dat het systeem een energiebesparing van ongeveer zeventig procent oplevert.
19
07-04-15 16:45
Best practice
Belang van energiebesparing breed gedragen bij spuitgieterij Omefa
‘Energiezorg is mensenwerk’ De rubber- en kunststofindustrie wil in 2030 twee keer zoveel energie besparen als de sector zelf gebruikt. Hoe dat kan? Door niet alleen zelf, maar ook bij klanten energie te besparen met duurzame producten. Om de eigen efficiëntie te vergroten, werkt de sector met de overheid aan een lijst energiebesparingsmaatregelen die bedrijven binnen vijf jaar terugverdienen. Imke Hamacher, in opdracht van RVO.nl
Dagelijks worden miljoenen producten van rubber en kunststof gemaakt, van autobanden en isolatiematerialen tot verpakkingen en medische apparatuur. Rubber- en kunststofproducten leveren een belangrijke bijdrage aan een duurzame toekomst. Isolerende eigenschappen of het lichte gewicht van producten kunnen in gebruik immers substantiële energiebesparingen opleveren. De productie van rubber- en kunststofmaterialen is daarentegen een energie-intensief proces, door gebruik van technieken als (blaas)extrusie, spuitgieten en wikkelen, waarvoor zowel verwarming als koeling nodig is. Energiebesparing staat daarom hoog op de agenda binnen de sector, stelt innovatiecoach Martin van Dord van de koepelbranchevereniging Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststof Industrie (NRK). ‘Energie is een belangrijke kostenpost voor bedrijven, die kan oplopen tot enkele tientallen procenten van de kostprijs. Energiebesparing levert dus zowel economisch als concurrentievoordeel op.’
Initiatief
Duurzaam ondernemen Duurzaamheid biedt ondernemend Nederland kansen om te innoveren en nieuwe markten aan te boren. Met als resultaat economische groei, winst voor het milieu én een groen imago. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) stimuleert innovatie en duurzaam ondernemen in opdracht van diverse ministeries. De Rijksdienst spreekt en ondersteunt dagelijks honderden ondernemers, biedt financiering, kennis en partners, en attendeert beleidsmakers op belemmerende wetten en regels. Zodat ondernemers kunnen ondernemen. www.rvo.nl/duurzaamondernemen.
20
P Omefa.indd 20
Dankzij de meerjarenafspraak energie-efficiëntie (MJA3) die de rubber- en kunststofindustrie met de overheid heeft ondertekend, zijn in de sector al veel energiebesparingsmaatregelen doorgevoerd. De energieconvenanten MJA (sinds 1992) en MEE (sinds 2009) zijn een initiatief van het ministerie van Economische Zaken en krijgen steun van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Infrastructuur en Milieu. Inmiddels doen 1.111 bedrijven uit veertig sectoren mee, goed voor tachtig procent van het industriële energiegebruik en een kwart van het totale energiegebruik in Nederland. Sinds de ondertekening van de MJA3 en de MEE hebben de deelnemende bedrijven evenveel energie bespaard als de jaarlijkse behoefte van ongeveer één miljoen huishoudens, blijkt uit de rapportage van de resultaten door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Daarmee leveren de convenanten een belangrijke bijdrage aan het behalen van twintig procent CO2-reductie in 2020 en het realiseren van de energiebesparingsdoelen in het Energieakkoord voor duurzame groei.
Logische stap Van de vijfhonderd leden van de NRK hebben 101 hun handtekening gezet onder het energieconvenant. De rubber- en kunststofindustrie heeft hiermee de grootste groep deelnemers binnen de MJA. Een van de nieuwste toetreders is spuitgieterij Omefa, die in het eerste deelnamejaar meteen een energiebesparing van ruim veertien procent realiseerde. In november vorig jaar werd het bedrijf hiervoor beloond met de NRK MJA3
APRIL 2015
08-04-15 09:52
Best practice
Pluim, een motivatieprijs van de NRK en RVO.nl voor goede prestaties op het gebied van energie-efficiëntie. Meedoen aan de MJA was een logische stap, vindt algemeen directeur Michael Soederhuizen van Omefa. ‘Maar het commitment om energie te besparen, was er al. In een monitoringproject hebben we eerst ons energiegebruik in kaart gebracht. Dat leverde veel inzicht in de energievraag van verschillende processen op. Daarna kun je pas gaan nadenken over mogelijke maatregelen.’ In de productiehallen van Omefa hangt nu permanent een groot scherm waarop werknemers kunnen zien hoeveel energie de machines gebruiken. ‘Goed voor de bewustwording, plus het triggert om ermee aan de slag te gaan’, stelt Soederhuizen.
Mensenwerk Energiebesparing is voor een groot deel afhankelijk van de mensen op de vloer, vindt ook Van Dord. ‘Energiezorg is mensenwerk. Om een persluchtinstallatie te optimaliseren, moet je
APRIL 2015
P Omefa.indd 21
bij de medewerkers zijn die aan de knoppen zitten. Die moet je trainen, voorlichten en bewustmaken van het effect op de energierekening en het milieu. Daarom besteden we in MJA-projecten naast technische aspecten ook aandacht aan organisatorische en individuele aspecten. We helpen om de vertaalslag te maken van energiebesparing naar voordelen voor organisatie, werknemers en management. Iedereen moet overtuigd zijn van het belang van energiebesparing. Daarmee borg je ook de uitvoering van de maatregelen. Omefa doet dat heel goed.’ De spuitgieterij realiseerde veertien procent besparing door gebruik van gerecycled materiaal, het verminderen van het aantal draaiuren van de drogers en aanpassingen in de persluchtinstallatie. En in de productiehallen en kantoren van Omefa hangt led-verlichting. Soederhuizen: ‘Led scheelt de helft in energiegebruik én geeft meer licht. Indirect verdien je het ook terug in besparing op onderhoud, want je hoeft niet meer zeven meter de lucht in om een lampje te vervangen.’ 21
08-04-15 09:52
Best practice
Erkende energiemaatregelen
‘
Natuurlijk zijn de eerste stappen die een bedrijf Led staat dan ook terecht op de lijst met erkenneemt om energie te besparen altijd het de energiebesparingsmaatregelen voor de secgrootst, erkent Soederhuizen. ‘Maar we hebben Om een tor, met een terugverdientijd van vijf jaar. De nog genoeg plannen. In 2015 willen we de isopersluchtinstallaNRK- en MJA-deelnemers leveren input voor latie van onze spuitgietmachines aanpakken tie te optimalisedeze lijst aan het ministerie van Infrastructuur om het warmteverlies verder terug te brengen. ren, moet je bij de en Milieu. De introductie van erkende maatreEn we breiden het gebruik van gerecycled mamedewerkers zijn gellijsten voor diverse sectoren is een actiepunt teriaal uit.’ Samen met Histor onderzoekt Omeuit het Energieakkoord om ook buiten de MJA fa bijvoorbeeld of verfblikken van gerecycled die aan de knoppen invulling te geven aan besparingsverplichtinmateriaal kunnen worden gemaakt. Onder de zitten. gen. Op de lijst voor de rubber- en kunststofinnaam WARP Systems maakt het bedrijf al vloerdustrie staan 22 maatregelen, waaronder heren wandverwarmingssystemen van gerecycled gebruik van restwarmte, elektrische aandrijving materiaal voor bestaande bouw. Zo vergroot voor motoren en efficiëntiemaatregelen voor persluchtcom- het niet alleen de eigen efficiëntie, maar ook die van klanten. pressoren zoals toerenregeling, warmteterugwinning en koude- Dergelijke ketenmaatregelen voor de rubber- en kunststofinluchttoevoer. dustrie krijgen binnen de MJA bijzondere aandacht, zegt Van Dord. ‘Met lichte kunststofproducten bespaar je brandstof in Plannen vliegtuigen en auto’s. Daarom is het belangrijk om de hele lifecyOok staan er generieke maatregelen op de lijst zoals led en cle van een product in overweging te nemen. Als je aan het einspouwmuurisolatie. Van Dord: ‘Het zijn bewezen en effectieve de van de keten veel energie bespaart, mag de ontwikkeling maatregelen met een korte terugverdientijd. Veel grote MJA-be- misschien wel een beetje meer kosten.’ drijven hebben ze al geïmplementeerd, maar ook voor kleine NRK brengt in ketenprojecten grondstoffenleveranciers, verwerbedrijven zijn de maatregelen economisch interessant. Zo ont- kers en eindgebruikers bij elkaar om na te denken over slimme staat er een level playing field en transparante handhaving van innovaties. ‘Want de grootste klappen met energiebesparing de milieuwetgeving.’ maak je niet als bedrijf alleen, maar samen met anderen.’ b
22
P Omefa.indd 22
APRIL 2015
08-04-15 09:52
Actueel
Industrie kan nog veel energie halen uit restwarmte De Nederlandse industrie kan veel energie besparen door restwarmte met warmtepompen op te waarderen tot proceswarmte. Dit is effectiever dan het grootschalig inzetten van industriële restwarmte voor het verwarmen van huizen, stelt Tjeerd Jongsma, directeur van het Institute for Sustainable Process Technology, waarin bedrijven en kennisinstellingen samenwerken aan innovaties in de procestechnologie. Het opwaarderen van restwarmte tot proceswarmte is geen belofte meer maar realiteit in de papierfabriek van Smurfit Kappa in Roermond. Een warmtepomp onttrekt warmte aan vochtige lucht van 64 graden Celsius, die vrijkomt bij het drogen van papier, en wekt hiermee verzadigde stoom van circa 115 graden Celsius op. Met die stoom maakt het bedrijf warm water om op diverse plaatsen in het proces te gebruiken. Op deze manier kan het bedrijf met iedere kilowattuur aan elektriciteit vier kilowat- voor de hand om de restwarmte eerst in de industrie zelf te tuur aan proceswarmte uit restwarmte opwekken. Dat scheelt in benutten en pas daarna te gebruiken voor het verwarmen van huizen. ‘Als de industrie op grote schaal warmtepompen gaat het aardgasverbruik en dus ook in de uitstoot van CO2. De lage stroomprijs van de laatste jaren maakt gebruiken, leidt dit sneller tot het bereiken het voor bedrijven aantrekkelijk om de kovan ons doel, namelijk het terugdringen van mende tijd in dergelijke systemen met warmhet aardgasgebruik en verminderen van de tepompen te investeren. De nieuwe bespaCO2-uitstoot, zonder dat we in fijnmazige en Voor de dure warmtenetten hoeven te investeren’, stelt ringstechniek komt voort uit een gezamenlijke Europese industrie Jongsma. ontwikkeling van Smurfit Kappa, Energieonligt er een grote derzoek Centrum Nederland (ECN), Bronswerk uitdaging om dit Samenwerking Heat Transfer en IBK Koudetechniek binnen het soort besparende Het CATCH-IT-project laat zien dat het mogelijk CATCH-IT-project van het Institute for Sustainais warmte op een economische manier terug te ble Process Technology (ISPT). technieken breed in winnen uit restwarmtestromen. Het bewijst bote zetten. Warmtenetten vendien dat mkb-bedrijven met hun innovaties De overheid ziet het beter benutten van indusvoet aan de grond in de procesindustrie kuntriële restwarmte graag. Zij wil de komende janen krijgen door met meerdere partijen samen ren stimuleren dat huishoudens en bedrijven in te werken in een groot project. Nederland minder gas en meer duurzame warmte en restwarm- De samenwerking tussen enerzijds Bronswerk Heat Transfer te gebruiken voor verwarming en verhitting. In zijn brief aan de (warmtewisselaars) en IBK Koudetechniek (warmtepompen) Tweede Kamer van 2 april gaf minister Henk Kamp van Econo- en anderzijds Smurfit Kappa en ECN heeft tot daadwerkelijke mische Zaken als voorbeeld het aanleggen van warmtenetten invoering van de nieuwe techniek geleid. ‘Dit is een prachtig om de restwarmte van de industrie te kunnen inzetten voor het voorbeeld van samenwerking en verdient navolging. Voor de verwarmen van huizen en gebouwen. Dit bespaart veel energie Europese industrie ligt er een grote uitdaging om dit soort been verlaagt de CO2-uitstoot. sparende technieken breed in te zetten. Nederland kan hierbij Volgens Tjeerd Jongsma, directeur van het ISPT, ligt het echter de voortrekker zijn’, vindt Jongsma. b
‘
APRIL 2015
T Actueel.indd 23
23
08-04-15 09:54
Interview
Aromatische verbindingen als bouwstenen voor de chemische industrie
Schimmels voor een duurzame industrie Schimmels zijn de sleutel tot een biobased economie. Ronald de Vries, bijzonder hoogleraar Fungal Molecular Physiology aan de Universiteit van Utrecht, onderzoekt hoe schimmels ingezet kunnen worden voor het omzetten van plantenbiomassa in grondstoffen en brandstoffen. Wat kan de industrie met schimmels en wat zijn de stappen die nog moeten worden gezet om die biobased economie waar te kunnen maken? Dagmar Aarts
Wie via een biologische route plantenbiomassa wil omzetten, komt volgens Ronald de Vries al snel bij schimmels uit. In de natuur leeft het merendeel van schimmels op plantenmateriaal, dus hebben ze een heel scala aan enzymen om biomassa om te zetten. De enzymen zijn een natuurlijke katalysator die zorgen dat een bepaalde stof makkelijk wordt omgezet in een andere stof. Deze enzymen kunnen worden gebruikt voor industriële processen. De kunst is om voor elk proces het juiste enzym te vinden. Schimmels worden nu al voor veel processen ingezet. De Vries: ‘Elk gezin gebruikt per dag wel 25 producten waar iets van een schimmel in zit. Denk aan wasmiddelen, broodverbeteraars en kaas. En citroenzuur in frisdranken en voedingsmiddelen wordt door ze geproduceerd.’ Zo kan de hoogleraar nog wel even doorgaan, want ook in de papierindustrie, farmacologie en diervoederindustrie worden producten vaak voorbehandeld met schimmelenzymen om de energieoverdracht te verhogen. Er is dus eigenlijk al een hele brede industrie. Maar op dit moment worden er minder dan vijftig schimmels gebruikt terwijl er naar schatting anderhalf tot vijftien miljoen soorten bestaan.
Toepassingen Schimmels zouden in de industrie onder andere gebruikt kunnen worden voor het maken van monomere aromatische verbindingen die als bouwstenen kunnen dienen voor de chemische industrie. De Vries: ‘In plaats van dat je die uit olie en dergelijke haalt, win je die dan uit plantmateriaal. Daardoor zijn ze duurzaam, hebben ze een lagere koolstof footprint en zijn Je moet opze specifieker van aard. Dat laatste is het grootmerkzaam worden ste verschil tussen een chemische omzetting voor de kansen en een enzymatische omzetting. Met enzymen die er voor jouw krijg je een uniformer product dat ook nog ontdekking in de chirale eigenschappen heeft. Een chemische omzetting is vaak minder specifiek waardoor er industrie zijn. ongewenste zijproducten ontstaan.’ Volgens De Vries kunnen schimmels ook een uitkomst bieden voor de biobrandstofproductie. ‘Daar worden tegenwoordig heel vaak restproducten voor gebruikt, zoals tarwe, stro en houtsnippers’, zegt hij. ‘Die producten bevatten relatief veel lignine en die stof heeft een aantal nadelen. Het is heel lastig af te breken en gaat een verbinding aan met de polysacharide die je eigenlijk voor de biobrandstof wil gebruiken. Doordat de polysachariden vastzitten aan het lignine zijn ze moeilijk afbreekbaar.’ Witrotschimmels, een paddenstoelvormende schimmel, zijn als
‘
24
U Oratie.indd 24
APRIL 2015
08-04-15 09:53
Interview
enige in staat om zowel polysachariden als lignine af te breken en enzymen van deze schimmels zouden dus voor de biobrandstofproductie kunnen worden gebruikt. Maar De Vries denkt verder dan dat. Op dit moment wordt vooral gekeken naar lignine-afbraak als het verwijderen van een storende invloed. De hoogleraar wil daar creatiever mee omgaan. ‘Het is een aromatisch polymeer en aromaten worden in de industrie heel veel gebruikt voor het maken van verf en andere chemicaliën. Het zou heel mooi zijn als wij dat lignine niet alleen maar als een lastige afvalstof zouden kunnen verwijderen, maar er ook iets mee zouden kunnen doen.’
Tientallen jaren Volgens de hoogleraar kan het nog tientallen jaren duren voordat schimmels en enzymen op de bovenstaande manieren efficiënt kunnen worden gebruikt. ‘Er wordt te makkelijk over gepraat. Mensen denken dat we het in vijf jaar wel voor elkaar krijgen, omdat we nu ook al gebruik van ze maken. Maar de oude toepassingen liggen in de voedsel-, papier- en textielsector. Die kenmerken zich doordat er in geen geval volledige afbraak nodig is. Terwijl wij volledige afbraak nodig hebben als we producten als monomere bouwstenen willen gebruiken. Het is te kort door de bocht om te denken dat het met kleine aanpassingen ook voor andere processen inzetbaar is. Echte doorbraken kosten tientallen jaren.’
APRIL 2015
U Oratie.indd 25
Ronald de Vries Professor Ronald de Vries (1967) is op 1 mei 2014 benoemd tot bijzonder hoogleraar ‘Fungal Molecular Physiology’ aan de Universiteit Utrecht. Op 27 februari van dit jaar sprak hij zijn oratie uit. De Vries studeerde en promoveerde aan Wageningen Universiteit. Ook in de jaren dat hij voor zijn werk met andere onderwerpen dan biomassa omzetting door schimmels bezig was, bleef hij in de avonden en weekenden ‘doorhobbyen’ in dat veld. Daardoor heeft hij er altijd over kunnen publiceren. Sinds 2009 is De Vries groepsleider Fungal Physiology bij het CBS-KNAW Fungal Biodiversity Centre in Utrecht. Hier heeft hij een groep van 24 postdocs, promovendi en analisten opgebouwd.
Nadelen Sommige schimmels hebben namelijk nog wat nadelen waar eerst een oplossing voor gevonden moet worden, voordat ze kunnen worden gebruikt in de industrie. Veel schimmels groeien bijvoorbeeld niet makkelijk in een industriële omgeving. Daarom wordt geprobeerd om hun enzymen in andere schimmels te produceren die hier wel op aangepast zijn. ‘Dat is een behoorlijke uitdaging en met onderzoek daarnaar staan we nog in de kinderschoenen’, zegt De Vries. 25
08-04-15 09:53
Interview
In de natuur wordt biomassa volledig afgebroken, maar dat gebeurt zelden door één schimmel. Verschillende organismen zijn bij de afbraak betrokken. De Vries: ‘De meeste van onze enzymmengsels voor de industrie komen van één schimmel. Dat betekent dat je een groot deel van de diversiteit mist die in de natuur bij afbraak komt kijken. Daarnaast kan een schimmel in de natuur zijn set enzymen veranderen als een deel van de biomassa is afgebroken. Een commercieel enzym heeft die eigenschap niet. Door beter te kijken wat er in de natuur eigenlijk precies gebeurt, is er op dat gebied winst te halen. We moeten ons afvragen welke enzymen welke rollen spelen, welke schimmels waarvoor belangrijk zijn en wat de volgorde van afbraak in een natuurlijk proces is. Als dat in kaart is gebracht, kan je veel gerichter nieuwe strategieën bedenken voor het omzetten van biomassa.’ Een probleem bij het gebruik van biomassa is dat de delen van de plant die het makkelijkst kunnen worden omgezet in grondstoffen en brandstoffen, worden gebruikt als voedsel. Het omzetten van de restproducten zoals stro of aardappelschillen is een behoorlijke uitdaging en daar zijn nog een aantal stappen te maken voordat het economisch rendabel wordt. De Utrechtse professor is er van overtuigd dat het wel kan. Maar dan moet er volgens hem een ‘serieuze investering’ in fundamenteel onderzoek worden gedaan.
Fundamenteel onderzoek Geld krijgen voor fundamenteel onderzoek is niet altijd makkelijk, want bij de financiering van academische instellingen wordt in toenemende mate gekeken naar de relevantie en toepasbaarheid van onderzoeken. ‘Je wordt steeds verder naar de toepassing geduwd en verder weg van de hele fundamentele voor een toenemend aantal toepassingen, waardoor mogelijk vraagstelling. Ik snap dat men wil zien wat er met het geld ge- hun catalogus aan enzympreparaten breder wordt. De uitdabeurt, maar ik vind dat pioniersonderzoek niet weg moet vallen. ging ligt meer bij bedrijven als AkzoNobel, de chemische tak van We moeten ons niet alleen laten leiden door toepassingen, want DSM, Total en BP die hun van oorsprong chemische processen, dan lopen we het risico dat we iets wat we ons nu nog niet voor die toch vaak op fossiele grondstoffen zijn gebaseerd, mogelijk kunnen stellen ooit gaan vinden.’ om gaan zetten naar op vegetatie gebaseerde Vanuit de industrie is er veel belangstelling voor biologische processen.’ Dat hoeven ze niet per het onderzoek aan de Universiteit Utrecht en se binnen hun eigen bedrijf op te lossen. Zo de partijen werken ook samen. De Vries kreeg kocht Total het bedrijf Ameris Bancorp op in De kunst is ongeveer twee jaar geleden een Vici-beurs waar de VS. Ameris Bancorp is een echt biobedrijf, om voor elk proces vijf bedrijven aan deelnemen. Zij testen het onwaarmee Total expertise binnenhaalt. Vervolhet juiste enzym te derzoek van de wetenschappers in hun indusgens kunnen ze kijken hoe ze die expertise in vinden. trie. De één test bijvoorbeeld de sacharificatie hun processen kunnen integreren. (suikervorming) van schimmelenzymen, een Footprint ander kijkt naar genexpressietoepassingen. Met de huidige stand van de techniek is de ‘Het is goed om vanuit een ander perspectief naar je eigen resultaten te kijken. Je moet ook opmerkzaam wor- schimmel nog geen rendabele oplossing om rest-biomassa zoden voor de kansen die er voor jouw ontdekking in de industrie als stro om te zetten in grondstoffen en brandstoffen. Maar De zijn en dat kan alleen door veel met mensen uit die sector te Vries verwacht dat, als in kaart is gebracht hoe schimmels in de natuur biomassa opruimen, de kosten van een biologisch proces praten.’ concurrerend zullen zijn met een chemisch proces. ‘Als bedrijven Veranderen dan moeten kiezen denk ik dat de keus heel makkelijk is. Het Het hangt volgens De Vries van de industrie af of ze erg moeten milieuoogpunt weegt daarbij heel zwaar. Bedrijven willen graag veranderen als een bedrijf gebruik wil gaan maken van schim- laten zien dat hun koolstof footprint omlaag gaat. Schimmels mels. ‘Je hebt nu al de grote enzymproducenten zoals DSM en die plantenbiomassa omzetten zijn minder vervuilend. DaarDupont. Zij zullen voornamelijk met dezelfde productiestam- naast raakt onze fossiele brandstof ooit een keer op. Plantenbiomen blijven werken. Alleen zullen zij enzymmengsel maken massa zal altijd blijven bestaan.’ b
‘
26
U Oratie.indd 26
APRIL 2015
08-04-15 09:53
Biodiversiteit
Platform wil biodiversiteit meetbaar maken
Natuur als kapitaalgoed Steeds meer ondernemingen zetten biodiversiteit op hun duurzaamheidsagenda. De uitdaging is om tot rekenmodellen te komen, zodat de impact van bedrijfsvoering op natuur meetbaar wordt. Hieraan werkt Platform BEE, samen met koplopers als DSM. De Helpdesk Bedrijfsleven & Biodiversiteit biedt ondersteuning. Marieke van Doggenaar
‘
‘Biodiversiteit en natuurlijk kapitaal zijn relatief nieuwe mvo-onderwerpen’, zegt Patrick van Bael, senior advisor Sustainability bij DSM. ‘Hiervoor hebben bedrijven minder concrete aangrijpingspunten dan voor bijvoorbeeld energiebesparing of luchtvervuiling, zogeheten klassieke duurzaamheidsthema’s.’ Biodiversiteit is de verscheidenheid aan planten, dieren en ecosystemen. Deze zorgen voor bijvoorbeeld schone lucht, vruchtbare grond, een stabiel klimaat en grondstoffen. Kortom, het natuurlijk kapitaal van de economie. In de lineaire economie winnen we grondstoffen, produceren er iets mee, consumeren en gooien de rest weg. ‘Onhoudbaar’, vindt Van Bael. ‘Gelukkig zien steeds meer bedrijven natuurlijk kapitaal als het volgende onderwerp op de duurzaamheidsagenda.’ Deze ontwikkeling past in de enorme vlucht die duurzaam ondernemen de afgelopen vijftien jaar heeft genomen. Doel is ‘no net loss’, waarbij bedrijfsactiviteiten niet ten koste gaan van biodiversiteit en ecosystemen, en er idealiter zelfs aan bijdragen.
No net loss is een mooie kreet, maar om het reëel te maken, moet je meten.
Duurzaam ondernemen Duurzaamheid biedt ondernemend Nederland kansen om te innoveren en nieuwe markten aan te boren, met als resultaat economische groei, winst voor het milieu én een groen imago. Heeft u ook duurzame ambities? De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland stimuleert innovatie en duurzaam ondernemen in opdracht van diverse ministeries en biedt financiering, kennis en partners. www.rvo.nl/duurzaamondernemen.
APRIL 2015
Q Biodiversiteit 2.indd 27
Baathebber
Dat natuurlijk kapitaal nu pas aan terrein wint, is verklaarbaar, aldus Marnix Koopmans, van VNO-NCW. ‘Het is lastiger hiervoor een businesscase te berekenen dan voor bijvoorbeeld energiebesparing. Zo is bij biodiversiteit de kosthebber niet per se baathebber. Neem akkerranden ingezaaid met bloemen. Hiervoor maakt de boer kosten, maar is het de horeca die profiteert van recreanten. Ook is het moeilijk te bepalen hoe je daadwerkelijk iets verbetert: neem een schoenmaker die wil verduurzamen. Die concludeert dat zijn gebruik van leer de voornaamste impact op de natuur geeft. De koe wordt echter niet gehouden voor het leer, maar voor het vlees: leer is een bijproduct. Dus als vleesconsumptie de veehouderij in stand houdt, kun je als schoenmaker je product verduurzamen, maar ben je per saldo niets opgeschoten.’ Van Bael vult aan: ‘Het is tijd om de overstap te maken van praten over natuurlijk kapitaal naar concrete strategieën. No net loss is een mooie kreet, maar om het reëel te maken, moet je meten. Zo kun je bepalen waar je het als bedrijf beter kunt doen én waar je al goed bezig bent. De perceptie is vaak dat de chemische industrie hoe dan ook slecht is voor de biodiversiteit, terwijl dat lang niet altijd opgaat. Ook dat moeten we kunnen aantonen.’
Afhankelijkheid Bedrijven kunnen via grondstofwinning en bedrijfslocaties een (negatieve) impact hebben op natuurlijk kapitaal. Ze kunnen 27
08-04-15 11:10
Biodiversiteit
Het is lastig voor natuurlijk kapitaal een businesscase te berekenen. Zo maakt de boer kosten bij het inzaaien van akkerranden met bloemen, maar is het de horeca die profiteert van recreanten
ervan afhankelijk zijn, zoals in de biobased economy of landbouw. Of ze kunnen het versterken van ecosystemen als corebusiness hebben. De afhankelijkheid van en impact op natuurlijk kapitaal vormen een risico voor het voortbestaan van bedrijven, zeker nu natuurlijke grondstoffen schaarser worden. Toch hebben ze vaak slecht inzicht in hun afhankelijkheid van en impact op natuurlijk kapitaal. Om samen met natuur- en milieuorganisaties te werken aan bewustzijn en inzicht rond dit thema, is het Platform Biodiversiteit, Ecosystemen & Economie (Platform BEE) opgericht. Dit is een initiatief van VNO-NCW en de Nederlandse tak van de International Union for the Conservation of Nature (IUCN NL). Aangehaakt zijn bedrijven als Unilever, Shell, DSM, Heijmans en Arcadis. 28
Q Biodiversiteit 2.indd 28
Op initiatief van Platform BEE is de Helpdesk Bedrijfsleven & Biodiversiteit opgezet. Deze helpt bedrijven op weg door tot maximaal twee dagen kosteloos advies te geven. Het platform faciliteert daarnaast koplopers, Natural Captains genoemd, om natuurlijk kapitaal te vertalen in zichtbare acties die ze kunnen verantwoorden in hun bedrijfsbalans. Een van die Natural Captains is DSM, dat studies uitvoert om de impact van producten op biodiversiteit en ecosystemen te meten, om dit te kunnen meenemen in besluitvorming en risicomanagement. Van Bael legt uit: ‘Denk hierbij aan Life Cycle Analysis-achtige berekeningen. Maar dan voor biodiversiteitelementen, zoals de impact van landbouw op bodemvruchtbaarheid of van stikstofuitstoot op planten en dieren. Dit vereist samenwerking tus-
APRIL 2015
08-04-15 11:10
Biodiversiteit
sen bedrijven en ecologen.’ Van Bael benadrukt dat er algemene standaarden moeten komen voor de hele industrie: ‘Dan wordt het objectiever en heeft niet elk bedrijf zijn eigen manier van meten.’
‘
verbinden we ons eraan om biodiversiteit te behouden voor natuur en mens.’ Tijdens de looptijd van de Green Deal heeft De perceptie Platform BEE verschillende instrumenten om is vaak dat de cheondernemers te ondersteunen die met natuurmische industrie lijk kapitaal aan de slag willen. Naast de eerder hoe dan ook slecht Green Deal genoemde Helpdesk zijn er twee tenders gePlatform BEE sloot een Green Deal met het miis voor de biodiweest in de subsidieregeling Biodiversiteit en nisterie van Economische Zaken: in vijf jaar Bedrijfsleven, waarmee pilotprojecten worden versiteit, terwijl moeten de partijen in het platform de noodgesteund die zijn gericht op reductie van negadat lang niet altijd zaak van natuurlijk kapitaal breed bekendmatieve impact op biodiversiteit en ecosystemen. opgaat. Ook dat ken in het bedrijfsleven. Tweede doel is dat het Daarnaast ontwikkelt het platform een moeten we kunnen bedrijfsleven innoveert met natuurlijk kapitaal. quickscan waarmee bedrijven snel kunnen zien aantonen. Hierbij krijgt het platform ondersteuning van waar hun impact en afhankelijkheden liggen. de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ‘Je ziet dat grote multinationals biodiversiteit (RVO). vaak op hun duurzame langetermijnstrategie ‘Het is belangrijk dat de overheid meewerkt’, vindt Van Bael. ‘Het hebben staan’, vervolgt Snel. ‘Zij zien het belang op de grondtransparant maken van de impact op biodiversiteit is onmisbaar stofzekerheid. Daarnaast zijn er mkb-bedrijven die biodiversiteit om de natuur te beschermen en uiteindelijk ook onze economie. zien als kans voor nieuwe businesscases, zoals de teelt van zeeMaar de markt zal dit niet afdwingen. Consumenten willen er wier of aanleg van groene daken. De Green Deal loopt door tot immers niet meer voor betalen, daarom zien bedrijven vaak niet eind 2016 en dan willen we minimaal 42 koplopers te hebben. direct wat het ze oplevert. De overheid kan R&D en kennisdeling Zo hopen we dat natuurlijk kapitaal steeds meer aandacht en faciliteren, zodat we toch stappen zetten. En er zal ook regelge- vooral concrete aanknopingspunten krijgt.’ b ving moeten komen rond de omgang met natuurlijk kapitaal.’
Quickscan De overheid vindt natuurlijk kapitaal een belangrijk thema, stelt Maaike Snel, adviseur bij RVO. ‘In 1992 ondertekende Nederland het internationale Verdrag voor Biologische Diversiteit. Daarmee
APRIL 2015
Q Biodiversiteit 2.indd 29
Meer informatie over dit onderwerp vindt u op www.bedrijfslevenenbiodiversiteit.nl en www.platformbee.nl/naturalcaptains 29
08-04-15 11:10
Best Practice
Power-to-gas als voorbeeld van een integrale energievisie
Verduurzaming chemische industrie door power-to-gas Met een toenemend aandeel duurzame energie, neemt de behoefte aan opslag en flexibel vermogen ook toe. Wout de Groot van Gasunie ziet in die transitie een grote rol weggelegd voor gas en dan het liefst de duurzaam opgewekte variant, zoals power-to-gas. ‘Als powerto-gas een integraal onderdeel wordt van een brede energie- en waardeketen, kan de technologie ineens heel interessant worden.’ David van Baarle
Het langetermijndoel is duidelijk: in de toekomst wil de samenleving over een duurzame energievoorziening beschikken en moet het gebruik van fossiele brandstoffen zo goed als volledig zijn teruggebracht naar nul. Een van de uitdagingen waarvoor we ons gesteld zien als het duurzame aandeel in de mix verder toeneemt, is de stabiliteit van de energievoorziening. Als het niet waait en de zon niet schijnt, produceren windturbines en zonnecellen nagenoeg niets. Met welk systeem zorgen we dan voor aanvulling? En hoe zorgen we ervoor dat alle energie die uit de beschikbare zon- en winduren kan worden geproduceerd ook daadwerkelijk wordt benut? En als we eenmaal het overgrote deel van onze energiebehoefte duurzaam opwekken met de duizend uur zon en de drieduizend uur wind die we in Nederland per jaar hebben, hoe zorgen we er dan voor dat we daar het hele jaar door – 8.760 uur – energie op afroep tot onze beschikking hebben? ‘Daar hebben we krachtige buffer- en opslagmechanismen voor nodig, en slimme energiecombinaties. Dat is een inspirerende uitdaging waar we nu al aan willen werken’, zegt Wout de Groot, manager van het recent opgerichte bedrijfsonderdeel Gasunie New Energy.
Opslag De energiemarkt zal straks steeds meer behoefte hebben aan mogelijkheden om energie tijdens productiepieken op te slaan om deze vervolgens te gebruiken als de vraag de productie overschrijdt. ‘De tijd die we hebben om uit te zoeken met welke systemen en combinaties dat het beste kan, moeten we goed
30
S Best Practice.indd 30
APRIL 2015
07-04-15 16:40
Best Practice
benutten, want het aandeel hernieuwbare energie in de mix neemt jaar op jaar toe, ook in Nederland, ook al is het aandeel nu nog beperkt. Wij willen bijdragen aan goede oplossingen voor straks’, aldus De Groot. Een van de richtingen die Gasunie New Energy nu samen met anderen verkent is ‘power-to-gas’. Power-to-gas is een manier om (duurzaam opgewekte) stroom om te zetten in gas en in die vorm te transporteren of te bewaren. De stroom splitst water in zijn basiselementen waterstof en zuurstof. Waterstof is zeer reactief en kan in een brandstofcel worden gebruikt om elektriciteit te produceren, of kan rechtstreeks een industriële bestemming krijgen. Maar waterstof kan ook worden gebonden aan kooldioxide, waardoor uiteindelijk een synthetische vorm van CH4 ofwel methaan ontstaat. Met power-to-gas zou het robuuste Nederlandse gasnet kunnen gaan fungeren als een batterij van ongekende omvang. ‘Het gasnet heeft een enorme opslagcapaciteit. Alleen al in Nederland is de capaciteit een slordige vijftigduizend gigawattuur’, becijfert De Groot. Er zijn natuurlijk tal van andere technologieën voor energieopslag: in lithium-ion-batterijen bijvoorbeeld of in vloeibare opslagmedia zoals redox-flow-batterijen. Of wat te denken van het valmeer van het Plan Lievense, waarbij de energie wordt opgeslagen door water van bijvoorMet power-to-gas beeld het Markermeer omhoog te zou het Nederlandpompen. Als de energievraag se gasnet kunnen hoog was, kon het water via een gaan fungeren als turbine weer worden geloosd. Ieeen batterij van onder opslagmedium heeft zijn voordelen, maar tot nog toe ook gekende omvang. veel beperkingen. Lithium-ionbatterijen zijn relatief duur, redox-flow-batterijen hebben een erg groot volume en het Plan Lievense bleek niet haalbaar en levert lang niet genoeg capaciteit. Ook power-to-gas heeft nog een weg te gaan: het splitsen van water in waterstof en zuurstof kost energie, en als je die gassen verder wilt omzetten naar methaan of terug naar stroom kost dat ook weer energie. ‘Power-to-gas wordt breed beschouwd als de technologie die elektriciteit grootschalig kan opslaan. Daarom moet de technologie worden doorontwikkeld, onder andere om de kosten ervan lager te krijgen’, aldus De Groot.
Waardeketens In april 2014 kondigde stichting Energy Valley een power-to-gas project bij Delfzijl aan. Een consortium bestaande uit Energy Valley, Torrgas, Siemens, Stedin, Gasunie, A.Hak en Hanzehogeschool/EnTranCe onderzoeken de mogelijkheden van waterstofgas, synthesegas en biomassavergassing in hun onderlinge samenhang. ‘We merken dat er al veel gebeurt op het gebied van duurzame energie en groen gas, maar ook dat er nog maar een beperkt aantal business cases is’, vertelt De Groot. ‘Vaak blijven nieuwe, veelbelovende technologieën steken in de pilotschaal. Het is volgens mij de kunst om de verbinding te maken met energiedragers, maar ook met verschillende waardeketens, zodat je daarmee technologieën over de streep kunt trekken.
APRIL 2015
S Best Practice.indd 31
Wat daarvoor nodig is, is dat je naar het energiesysteem als geheel kijkt, en daarbinnen de rol van verschillende dragers optimaliseert.’ Hij neemt als voorbeeld power-to-gas: ‘Alleen op de opbrengsten van waterstofgas krijg je een project nu niet renderend. Conversie kost energie dus dat pas je in principe alleen toe als kostbare energie anders ongebruikt zou blijven. Als power-to-gas een integraal onderdeel wordt van een veel bredere energie- en waardeketen, kan de technologie ineens heel interessant worden. Bijvoorbeeld als de energie moet worden opgeslagen of over grotere afstanden moet worden getransporteerd. Maar ook op kleinere schaal kun je kijken naar ketenoptimalisatie en integratie van energievormen.’
Zuurstof Power-to-gas bij Delfzijl zou een mooi voorbeeld kunnen zijn van een integrale energievisie, denkt De Groot. ‘Uniek in dit project is dat je de zuurstof die je uit het elektrolyseproces hebt verkregen, gebruikt in het vergassingsproces van Torrgas. In de meeste andere power-to-gas-projecten wordt de duurzame zuurstof niet verder gebruikt. Omdat dat hier wel gebeurt, scheelt het investeringen.’ De installatie die Torrgas bouwt, is gericht op het vergassen van biomassa, oftewel hout(afval). De biomassa wordt eerst voorbewerkt middels de techniek torrefactie, waarbij het op hoge temperatuur wordt geroosterd tot biocoal. Omdat de gebruikte biomassa door de torrefactie een constante kwaliteit krijgt, ontstaat een stabiel vergassingsproces en een synthesegas van constante kwaliteit. De te realiseren Torrgas-installatie speelt een grote rol bij het verduurzamen van de chemische industrie in Delfzijl. ‘Het door Torrgas geproduceerde syngas is namelijk een grondstof voor een groot aantal chemische processen die nu nog afhankelijk zijn van fossiel aardgas. En in de nabije toekomst zou de installatie ook bio-LNG kunnen produceren. LNG is een schoon en duurzaam alternatief voor minder schone transportbrandstoffen als diesel.’
Technische doorbraken Om power-to-gas rendabel te maken, zijn significante technische doorbraken nodig, bijvoorbeeld in de elektrolysers die stroom via brandstofcellen omzetten in gas. De Groot: ‘Zo zijn PEM-cellen al relatief efficiënt met een elektrisch vermogen tussen de zestig en zeventig procent, maar toch nog duur als je kijkt naar de benodigde investering per megawatt. Een aantal partijen is al bezig met de ontwikkeling van grotere membranen waardoor de kosten op den duur omlaag gaan.’ Het project in Delfzijl is voor De Groot geslaagd als het consortium kan laten zien dat power-to-gas de kracht van energiesystemen met elkaar verbindt en dat de technologie een belangrijke rol kan spelen als het aanbod van duurzame energie verder toeneemt. ‘Dat we hiermee de industrie de mogelijkheid bieden te verduurzamen met groene grondstoffen. En dat we kunnen laten zien welke rol onze bestaande energie-infrastructuur kan spelen voor grootschalige en efficiënte opslag en transport van hernieuwbare energie.’ b
31
07-04-15 16:40
Productnieuws In deze rubriek staan producten die een bijdrage leveren aan duurzaam produceren. Heeft u zelf een product dat in deze rubriek past? Stuur een mail naar de redactie: redactie@duurzaamgeproduceerd.nl
Papier en karton uit landbouwafval
Met papier en karton, gemaakt van landbouwafval, probeert Paperwise een doorbraak in duurzaamheid te bereiken. Volgens het bedrijf, dat stengels en bladeren uit de landbouw wil hergebruiken, scoort de impact op het milieu goed. Om dagelijks zeven miljard mensen te voeden, worden gewassen verbouwd zoals rijst, graan en suikerriet. Bij de verwerking van deze gewassen komen stengels en bladeren vrij. Wereldwijd gaat het om miljarden tonnen. PaperWise gebruikt dit landbouwafval als grondstof voor hoogwaardig papier en karton. Volgens eigen zeggen als eerste in Europa biedt PaperWise producten voor kantoor, verpakkingen, etiketten, zakken en tassen. In Europa wordt 77,5 miljard kilo papier en karton gebruikt. Wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar de impact van papier op het milieu. Zo heeft IVAM Universiteit van Amsterdam, onafhankelijk bureau voor milieuonderzoek, het verschil in im-
pact berekend tussen papier van honderd procent houtvezels, gerecycled papier en papier op basis van agrarisch restmateriaal (PaperWise). Het onderzoek toont aan dat PaperWise 47 procent beter scoort dan FSC-gecertificeerd papier van houtvezel en 29 procent beter dan gerecycled papier. PaperWise wordt ondersteund door het ministerie van Buitenlandse Zaken en MVO Nederland. In de vorm van een IMVO-voucher is er een subsidie toegekend van tienduizend euro. Willem Lageweg, directeur MVO Nederland, juicht de ontwikkelingen toe: ‘Het is een nieuwe mijlpaal voor de papierindustrie. Het afval uit de landbouw wordt in een andere branche verwerkt tot milieuvriendelijk papier en karton. Een mooi voorbeeld van circulaire economie.’ Ook klanten ondersteunen de innovatie. Zoals Eosta, internationale distributeur van verse biologische groente en fruit, verpakkingsbedrijf Moonen Packaging en Pacovis, een groothandel van duurzame producten.
Koffieproducent komt met biobased koffiecapsule Koffieproducent Peeze komt met een biobased koffiecapsule voor gebruik in Nespresso-koffieautomaten. De gepatenteerde capsules van Peeze zijn gemaakt van hernieuwbare grondstoffen (suikerrietresidu) en gecertificeerd composteerbaar waardoor ze ge-
woon bij het GFT-afval kunnen. Ze zijn gevuld met honderd procent Arabica en gecertificeerde koffie. De kwaliteit is gegarandeerd door de zuurstofbarrière van de capsule. De capsule hoeft dan ook niet apart te worden verpakt in een folie. Door deze innovatie wil Peeze een alternatief bieden voor bestaande plastic en aluminium capsules. De capsules zijn binnenkort verkrijgbaar in drie smaken: Espresso, Lungo en een Specialty koffie uit Ethiopië Sidamo.
Eerste LED-lichtsysteem met Cradle-to-Cradle certificaat BB-Lightconcepts heeft een cradle to cradle CertifiedTM Bronze certificaat behaald op de BB LEDlightpipe, een modulaire LED-verlichtingsarmatuur. Met deze prestatie is het bedrijf wereldwijd de eerste producent van LED-verlichting die een cradle to cradle-certificaat mag voeren op haar producten. De BB LEDlightpipe is een optische continu doorlopende, modulaire LED-buisverlichtingsarmatuur voorzien van één tot vier buizen met één of twee LED-modules per buis, met ieder achttien hoogwaardige LED’s. Dankzij het hightech ontwerp van de armatuur geeft het een comfortabel helder en verblindingsvrij licht. Het is specifiek ontworpen voor toepassing in parkeergarages, tunnels, trein- en metrostations, luchthavens et cetera. Het bedrijf biedt klanten een leaseconcept voor de armaturen. Dit concept is gebaseerd op een inschatting van de energiebesparing door de toepassing van sensoren en actieve dimming. Hierdoor kan een deel van de waarde van de materialen in de armatuur aan het einde van de gebruiksfase worden teruggege32
G Productnieuws.indd 32
ven aan de klant. Dit is mogelijk doordat deze is ontworpen om te worden gedemonteerd en hoogwaardig gerecycled, waardoor de materialen hun waarde behouden. Al enkele jaren werken BB-Lightconcepts en EPEA Nederland samen aan de optimalisaties van de BB LEDlightpipe. Belangrijke innovaties die het bedrijf in de afgelopen jaren heeft doorgevoerd zijn onder andere het assembleren van de lichtbuis zonder gebruik van lijm, het vervangen van halogeenhoudende kunststoffen, het herontwerpen van niet-scheidbare productonderdelen tot componenten uit monomaterialen en het elimineren van toxische vlamvertragers uit het product.
APRIL 2015
07-04-15 16:45
Productnieuws
Bierproducent Carlsberg komt met ‘houten’ bierfles De Deense bierproducent Carlsberg wil van Carlsberg op de site Quartz. ‘Maar The Green Fiber Bottle Project binnen drie jaar met een biologisch afhet gaat niet ten koste van de kwaliteit Better World in the Making breekbaar en biogebaseerd bierflesje op van bier’, zo verzekert Langen. Hij verde markt komen. Daarvoor heeft het bewacht verder dat het bier in de flesjes drijf een driejarig contract gesloten met langer koud blijft dan in de bekende blikverpakkingsbedrijf ecoXpac, dat samen jes of glasflesjes. En na gebruik kan het AS GOOD AS GREEN KNOCK ON WOOD Strong, durable material, 100% A biobased bottle made from compliant with the strictest sustainably sourced met Innovation Denemarken Fonds en flesje dus bij het oud-papier. food and beverage wood-fiber. regulations. de Technische Universiteit van DenemarHet is de volgende stap van Carlsberg ken aan een duurzaam geproduceerd om als bierproducent een belangrijke rol IN THE NAME OF BEER LOVE hout-vezelverpakking gaat werken. in de circulaire economie te spelen. DaarZERO WASTE Will contribute to spreading sustainable Will be 100% biodegradable beer love everywhere in partnership Alle materialen die worden gebruikt in voor heeft het bedrijf de Carlsberg Circuand generate 0% waste. with ecoXpac. deze zogeheten Green Fiber fles, inclulaire Gemeenschap (CCC) opgericht, een sief de dop, dienen biobased en biologisch afbreekbaar te zijn. samenwerking tussen Carlsberg en geselecteerde partners om Daarbij denken de partners aan duurzaam geproduceerde hout- een circulaire, afvalvrije economie na te streven. Daarbij kijkt vezels, waardoor de fles niet alleen op verantwoorde wijze kan Carlsberg naar duurzaam geproduceerde onderdelen van verworden afgebroken, maar het typische transparante bierflesje pakkingen, zoals bij aluminium blikjes, glasflesjes, coatings op tot het verleden gaat behoren. glas, kartonnen verpakkingen en PET-vaten voor tapbier. De CCC ‘Het wordt een nieuwe look-and-feel. Het flesje wordt niet-trans- bestaat momenteel uit zes stichtende partners; het doel is om parant, onbreekbaar en met een duidelijk zichtbare vezelstruc- vijftien partners hebben in 2016. tuur’, zegt senior Packaging Innovation manager Håkon Langen 0%
Hulp voor klanten bij aankoop duurzaam geproduceerde producten Na grote Europese retailketens als Ahold biedt nu ook ’s werelds grootste retailketen Walmart zijn klanten tools aan om voor producten te kiezen van leveranciers die toonaangevend zijn op het gebied van duurzaamheid. Hiertoe maakt het bedrijf gebruik van tools die zijn ontwikkeld door The Sustainability Consortium (TSC). Drieduizend producten van meer dan honderd verschillende bedrijven in de webshop zijn gelabeld, zodat klanten duidelijk kunnen zien welke merken en leveranciers de beste prestaties leveren op het gebied van duurzaamheid. TSC is een onafhankelijke, non-profit organisatie met de missie bedrijven te helpen met het ontwikkelen, produceren en verkopen van meer duurzame consumentenproducten. Het consortium heeft wereldwijd geharmoniseerde methodes ontwikkeld voor het meten van de duurzaamheid van alle consumenten-
producten gedurende de gehele levenscyclus. Met deze tools kunnen bedrijven de duurzaamheid van al hun producten op een consistente manier meten. TSC is uitgegroeid tot een samenwerkingsverband van meer dan honderd grote retailketens, bedrijven in consumentenproducten, ngo’s en academische partners van over de hele wereld. Onder de leden bevinden zich bedrijven als Coca-Cola, BASF, P&G, Mars, Ahold, Kellogg’s, L’Oréal en Unilever. Wageningen UR leidt de Europese vestiging van TSC en is wereldwijd verantwoordelijk voor alle activiteiten met betrekking tot voedsel en landbouw.
Nieuw proces voor produceren van baksteen TNO heeft een nieuw proces ontwikkeld voor het produceren van een baksteen, waarbij geen extreem hoge temperaturen nodig zijn. Het productieproces van bakstenen bestaat normaliter uit het verhitten van klei tot 1000 à 1200 graden Celsius. Het nieuwe proces maakt gebruik van een (alkali) activator, waarbij de nabehandelingstemperatuur ligt tussen de 20 en 50 graden Celsius. Dit levert een grote energiebesparing op voor de producent. Door TNO zijn inmiddels de eerste monsters geproduceerd. Al bij
APRIL 2015
G Productnieuws.indd 33
deze eerste experimenten is duidelijk geworden dat deze nieuwe productiemethode hele nieuwe mogelijkheden biedt om, door te sleutelen aan de receptuur voor de stenen, de producteigenschappen te sturen. Daarnaast zijn er nieuwe mogelijkheden op het gebied van textuur, sterkte, kleur en maatvastheid. Ook behoren dankzij dit proces extra strakke stenen of dunne gevelpanelen tot de mogelijkheden. In ieder geval gaan de productiekosten omlaag als gevolg van het verlagen van de energiekosten bij het bakken. Daarnaast verbruikt dit proces minder primaire grondstoffen, wat zorgt voor een lagere CO2-uitstoot. 33
07-04-15 16:45
Expertpanel Het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd heeft als missie de verduurzaming van de industrie te stimuleren door kennis en visie te delen. Tussen overheid en bedrijfsleven, tussen professionals en experts, tussen startups en multinationals. Met als doel: bedrijven helpen de footprint van hun producten te verkleinen, zowel in het eigen proces als in de keten. Het Expertpanel is in het leven geroepen om experts uit bedrijfsleven, kennisinstituten en overheden hun visie op en ervaring met verduurzaming bij bedrijven te laten delen met lezers.
Alexandra
Henk Akse
Peter Remco Vellinga
van Huffelen
directeur Traxxys /
manager sustainability
algemeen directeur
PIN NL
AkzoNobel
Annemarie van Doorn
Jan Willem Slijkoord
Rob BoerĂŠe
directeur Dutch Green
senior business
directeur Nationale
Building Council
development manager
Programma's RVO
GVB Amsterdam
chemicals TNO
Ben Beckmann
Jeoffrey van Berg
Rob van Hattum
directeur Prokonpack/
managing director
inhoudelijk directeur
Optiledge
Flowid
NEMO
Erik Timmermans
Lenneke Kok
Robert Kirschbaum
directeur Informa-
adviseur cursussen
vice-president
tiecentrum Papier en
Life Sciences, Chemie
Open Innovation DSM
Karton
en Materialen Hogeschool Utrecht
Erik van Engelen
Marc Reijnders
Sible SchĂśne
directeur UNETO-VNI
projectleider Energie-
programma-directeur
transitie in papier-
SKAO / HIER
industrie
Klimaatbureau
Gijsbert Korevaar
Marga Hoek
Xander van Mechelen
programma-directeur
directeur De Groene
directeur Groen Gas
Industrial Ecology TU
Zaak
Nederland
Delft
Hannie Stappers
Mariska van Dalen
director public affairs
senior adviseur
Rockwool
sustainability Tebodin Nederland
Hein van Tuijl
Michel Schuurman
operational manager
senior programmama-
EPEA
nager Planet MVO Nederland
34
Platform.indd 34
APRIL 2015
08-04-15 10:02
Het kennisplatform
Het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd biedt naast dit magazine een jaarcongres, website en ronde-tafelgesprekken. De hierbij betrokken partners ondersteunen en faciliteren het platform. Zij leveren kwaliteitsnieuws, visie, sprekers en project-, proces- en productinformatie. Het kennisplatform bevat zowel contentpartners (voor ondersteuning via expertise) als partners (ondersteuning en facilitering). Bedrijven kunnen naast partner ook lid worden.
Partners
Contentpartners
Bedrijfsleden
速
flowid
Meer weten over de mogelijkheden voor u? Kijk op www.duurzaamgeproduceerd.nl of neem contact op met Anouk Bouwmeester via Anouk@industrielinqs.nl of 020 3122 797
Platform.indd 35
08-04-15 09:56
DATUM: 4 JUNI 2015 LOCATIE: TCC/RDM CAMPUS ROTTERDAM
THEMA:
ZERO PROGRAMMA 10.30 Business cases partners 12.00 Ontvangst/lunch 13.00 Welkom door dagvoorzitters Cees Jan Asselbergs (Deltalinqs) en Wim Raaijen (Petrochem) 13.05 Keynote, Marieke Schoningh, DSM Sinochem 13.30 Plant Manager of the Year 2015 - de columns 14.00 Korte pauze 14.10 Eerste ronde Masterclasses ZERO Footprint/Process Enlightenmentz/VOMI Safety Award 14.50 Tweede ronde Masterclasses ZERO Accidents, ZERO Loss / Process Enlightenmentz 15.30 Pauze 16.00 PMY 2014 Frans Scheeren, OCI Nitrogen 16.20 Safety Buddy 16.40 Debat met Blogs van onder anderen Henk Leegwater over ZERO accidents, ZERO emissions en ZERO loss. 17.15 Borrel 18.30 Diner met bekendmaking PMY 2015 en VOMI Safety Award 2015
ZERO “Nul” is in de industrie op heel veel vlakken het meest gewenste getal: zero accidents, zero emissions, zero impact. Als we de stip op de horizon zouden kunnen naderen, dan is die in veel gevallen geen stip, maar een nul. Tijdens Deltavisie gaan we onderzoeken hoe we die 0 op de horizon kunnen bereiken.
w w w. d e l t av i s i e 2 015 . n l DE VOLGENDE BEDRIJVEN ZIJN PARTNER VAN HET PETROCHEM PLATFORM
Adv Deltavisie.indd 36
07-04-15 16:55
AGENDA
Energie&SmartTechnology April 2015 & 2016 | Amsterdam
Beyond Data Event
Official Host City Of Eindhoven
ALL THE LEADING EUROPEAN OPEN DATA PROJECTS ON STAGE!
On the 14th and 15th of April, KSF-Eurocities workmeeting in Eindhoven
EUROPEAN EVENT
PARKTHEATER EINDHOVEN
APRIL 16, 2015
BEST PRACTICES FROM: Manchester, Eindhoven, Vienna, Cologne, Rotterdam, Dordrecht, Amsterdam, Gent, Oostende, Helsinki
> www.beyonddataevent.com Mary-Ann Schreurs
Rik van der Linden
Mark Vermeer
Alderman City of Eindhoven
Alderman City of Dordrecht
CIO City of Rotterdam
Tony Lockett
Arjen El Fassed
Norman Jacknis
Holly Lubbock
Karl Filip Coenegrachts
Deputy Head Regional & Urban Policy Communication Unit, European Commission
Director Open State Foundation
Senior Fellow Intelligent Community Forum
Designer The Times and the Sunday Times
Chief Strategy Officer, City Of Gent
www.beyonddataevent.com
April 2015 & 2016
21 E N 22 A PR I L 2015 | VA N D E R VA LK H OTE L V E E N E N DA A L
Nationaal
Windenergie
Nationaal Windenergie Congres
Congres
Vorig jaar bezocht door meer dan 200 vakgenoten!
Hét nationale platform waar alle stakeholders in de windenergie sector elkaar ontmoeten en ervaringen uitwisselen
21 april 2015
Ed Nijpels Borgingscommissie Energieakkoord
> www.euroforum.nl/windenergie
22 april 2015
Wind op Land
Frank Coenen Belwind Bligh Bank Off shore Wind Farm
Wind op Zee
Maarten Bouwhuis
Rense van Dijk
André Jurjus
Windunie
Netbeheer Nederland
TKI Wind op Zee
BNR Nieuwsradio
Prof. dr. ir. Gijs van Kuik
Rob van der Hage
Matthias Haag
Reinier van den Berg
TenneT TSO
Ernst van Zuijlen
Gemini Windpark
Weerpresentator
DUWIND
Aantrekkelijk aanbod
Mediapartners:
voor overheden en windcorporaties!
i.s.m.
www.euroforum.nl/windenergie
Start 21 mei 2015
3-DAAGSE OPLEIDING | DONDERDAG 21 MEI, 28 MEI EN 11 JUNI 2015 | MEETING PLAZA UTRECHT
3 of 4 juni gratis toegang tot het Smart City congres Amsterdam Arena
TOEPASSINGEN VAN OPEN DATA
Opleiding Toepassingen Open Data
bij het slimmer inrichten van uw regio
> www.smart-circle.org/opendata 2-5 June 2015 – Amsterdam ArenA
Sneak preview program
The European annual event where all stakeholders meet, inspire and create!
Smart City Event > www.smart-cityevent.com
Official host
WWW.SMARTCITYEVENT.COM
2-5 juni 2015 | Amsterdam
Binnen 3 dagen weet u: Hoe u kosten bespaart door het beter inrichten van de open data omgeving, zodat mensen en manuren anders en efficiënt ingezet kunnen worden Hoe u bewust met data en gegevens in uw organisatie kunt omgaan Hoe u met veranderingen aan de slag kunt gaan? Waar moet u rekening mee houden? Hoe richt u uw organisatie zo in dat u toekomstige data aanvragen makkelijk, snel en efficiënt kunt verwerken Hoor van experts van gemeenten en provinciën hoe u projecten succesvol aanpakt Hoe u per 18 juli 2015 de Wet Richtlijn Hergebruik data het beste kunt toepassen
Last year over & 30 countries s ipant 500 partic
Keynote speakers:
Your chairmen:
Learn all about the successful projects from: Amsterdam • Dublin • Florence • The Hague • Copenhagen • Genoa • Vienna • Hamburg • Lyon • Sant Cugat del Vallès • Groningen • Rotterdam • Utrecht • Talinn • Antwerp • Berlin • São Paulo
Miguel Arias Cañete Euro Commissioner for Climate Action and Energy, European Commission
Anna Lisa Boni Secretary General, Eurocities
Peter White
COO, World Business Council for Sustainable Development
Carlo Ratti
Director, MIT Senseable City Lab
Thomas Rau
Ger Baron
Director, RAU Architects and Turntoo
Chief Technology Officer, City of Amsterdam
Maarten Bouwhuis Journalist, BNR Radio
(with reservation)
Start 16 juni 2015
NIEUW! > 6-DAAGSE OPLEIDING 16, 25 juni en 8, 15, 22 en 29 september 2015 >> BCN Utrecht (Daltonlaan) Locatie module 3 >> Accenture Locatie module 5 >> Schneider Electric
SMART & SUSTAINABLE CITY >>
Opleiding Smart & Sustainable City
Word voorloper binnen uw regio of organisatie op het gebied van Smart & Sustainable City
Nu al geïnspireerd worden door de docenten van deze opleiding? Lees de interviews en blogs op www.euroforum.nl/smartcity
Beleidsgericht: van ontwikkeling tot beheer!
> www.euroforum.nl/smartcity
MODULE 1 & 2 > Kennis en inzichten in Smart & Sustainable Cities MODULE 3 > Data (smart, open, big) als fundament van Smart & Sustainable City MODULE 4 > Smart Mobility MODULE 5 > Smart Energy & Buildings MODULE 6 > Smart & Sustainable Environment & Public Space
www.euroforum.nl/smartcity
Official host City of Eindhoven
SNEAK PREVIEW PROGRAM!
24 & 25 juni 2015
24th and 25th of June, City of Eindhoven
EUROPEAN CITIES ON STAGE:
Smart City Lighting Event
The future of light, it’s up to you!
Keynote Speakers
> www.smartcitylightingevent.com
Bekijk het totaalaanbod op
www.smart-circle.org/events
Toulouse, Eindhoven, Heerenveen, Gent, Mechelen, Copenhagen, Malaga
SMART city LIGHTING EVENT 2015
www.smartcitylightingevent.com
Kees van der Klauw
Jöran Linder
Flemming Madsen
Norman Bardsley
Gustavo Avilés
Senior Vice President Philips Research
Founder Social Light Movement
Director Project Danish Outdoor Lab (DOLL)
President Bardsley Consulting
Leading Mexican Lighting Designer, General Director
Lighteam
Hear all leading examples with Smart City Lighting Projects from around the world!
AGENDA
Energie&SmartTechnology Start najaar 2015
3-daagse
5, 12 en 18 maart 2015
opleiding
Meeting Plaza Utrecht
INZICHT IN NANOTECHNOLOGIE
Opleiding Nanotechnologie
BINNEN 3 DAGEN INZICHT IN DE KANSEN EN TOEPASBAARHEID VOOR UW ORGANISATIE!
Inclusief
concrete praktijkcases en online leeromgeving!
Speciaal bestemd voor een ieder die op zoek is naar de kansen die nanotechnologie kunnen bieden
> www.euroforum.nl/nanotechnologie
het bewerken van materialen op zeer kleine schaal
Doelstelling van de opleiding
Nederland investeert veel op het gebied van nanotechnologie. Op wetenschappelijk gebied is het kennisniveau al erg hoog. De internationale positie die Nederland inneemt, biedt kansen voor het bedrijfsleven. Mogelijk ook kansen voor uw organisatie? Krijg een beter inzicht in de wereld van nanotechnologie en de diverse toepassingsgebieden
De opleiding geeft u inzicht in de mogelijkheden om met nanotechnologie aan de gang te gaan. Hierbij is aandacht voor alle aspecten waar u mee te maken kunt hebben: wet- en regelgeving, risicoanalyse, maatschappelijke aspecten, toepassings-mogelijkheden en technische mogelijkheden.
van nanotechnologie, door u nu aan te melden voor de 3-daagse opleiding Inzicht in Nanotechnologie.
Aan het einde van de cursus heeft u een goed beeld wat nanotechnologie inhoudt en welke kansen het biedt voor uw organisatie. De toepassingsmogelijkheden voor nanotechnologie zijn divers. De belangrijkste daarvan worden specifiek uitgelicht tijdens deze cursus.
impact op zeer grote schaal De impact die nanotechnologie al heeft op de samenleving zal in de komende jaren alleen maar toenemen. Dit in verschillende toepassingsgebieden. Denk bijvoorbeeld aan toepassingen in energie, zonnecellen, materialen, medische toepassingen, voedsel, sensors en electronica.
i.s.m.
WWW.EUROFORUM.NL/NANOTECHNOLOGIE
29
29 september 2015
SEPTEMBER
2015 AMSTERDAM
Internet of Things > www.smart-circle.org/internetofthings Start 8 september 2015
5-daagse opleiding 8, 15, 22, 29 september en 6 oktober 2015 > BCN Utrecht
Energiemanagement
Doorgrond de complexe energiemarkt en vertaal deze kennis naar uw eigen toekomstbestendige energiestrategie
Energie management Doorgrond de
complexe energiemarkt en vertaal deze kennis naar uw eigen toekomstbestendige
energiestrategie
> www.euroforum.nl/energiemanagement
Uniek:
i.s.m. partners:
Dé topexperts uit Nederland in 1 opleiding Binnen 5 dagen een compleet overzicht De gevolgen van de laatste trends en ontwikkelingen
www.euroforum.nl/energiemanagement
3-DAAGSE BASISOPLEIDING + 4 KEUZEMODULES
Start 17 september 2015
17 & 24 september, 1, 8 & 15 oktober en 5 & 12 november 2015
Docenten gemiddeld beoordeeld met een 8!
BCN Utrecht
Opleiding Duurzame Energieprojecten
VERKORTE OPLEIDING
Duurzame Energieprojecten Krijg volledig inzicht in het succesvol opzetten van duurzame energieprojecten BASISOPLEIDING MODULE 1:
Duurzame Energie: de markt, de technologie en het beleid Van marktontwikkelingen tot technische mogelijkheden en het raamwerk van beleid en subsidies
MODULE 6:
Business Case & Projectfinanciering De zakelijke rechtvaardiging van uw project: het creëren van waarde in uw duurzame energieproject en genereren van financieel rendement 3-daagse basisopleiding (Module 1, 6 & 7)
> www.euroforum.nl/duurzameprojecten
2.499,-*
Losse keuzemodule (Module 2, 3, 4, 5)
799,-
Voordelig totaalpakket
4.499,-*
MODULE 7:
Gedragsbeïnvloeding, overview en de toekomst Hoe krijgt u uw stakeholders mee en hoe gaat u om met weerstand? Prognose: 100% duurzaam? Is een volledige energietransitie mogelijk?
KEUZEMODULES MODULE 2: MODULE 3: MODULE 4: MODULE 5:
Inclusief gratis entreebewijs voor het Smart City Event 2015 t.w.v. € 599,-*
Warmte & energiebesparing Zonne-energie Windenergie Bio-energie
www.euroforum.nl/duurzameprojecten
i.s.m.
5 november 2015
8E JAARCONGRES | 5 NOVEMBER 2015
Nationaal Warmte Congres
HET NATIONALE
WARMTE CONGRES
> www.euroforum.nl/warmtecongres Congres
21 januari 2016
Circulaire Economie event
IRCULAIRE ECONOMIE Innovatie in duurzaamheid Innovatie in business
> www.euroforum.nl/www.circulareconomyevent.org WWW.CIRCULARECONOMYEVENT.ORG
Bekijk het totaalaanbod op
www.smart-circle.org/events