Editie mei 2016
De noodzaak van verduurzaming
DoorbraaktechnologieĂŤn maken glasfabrieken duurzamer
Balanceren tussen duurzaamheid en kostenefficiency
Hele keten zorgt voor groen bier
[Sch
rijf
u nu
in]
STC | ROTTERDAM | 16-06-2016
THEMA: CLUSTER 2.0 Wat is het geheim van de stevige concurrentiepositie van de procesindustrie in de Rijn/Schelde-delta? Is dat gelegen in goedkope grondstoffen of een sterk groeiende afzetmarkt in het achterland? Nee, de sterke concurrentiepositie is te danken aan efficiëntie en synergie. De voorsprong die de bedrijven in de NederlandsVlaamse Delta daarmee hebben opgebouwd is echter niet vanzelfsprekend. Juist op het vlak van efficiëntie en synergie moeten er continu stappen worden gemaakt en nieuwe samenwerkingen aangegaan om de rest voor te blijven. Tijdens Deltavisie 2016 onderzoeken we met het thema Cluster 2.0 wat nodig is om als Nederlandse of Vlaamse industriële haven voorop te blijven lopen en nieuwe investeringen mogelijk te maken. Initiatiefnemer:
Contentpartners:
Deltavisie 2016: 11.00 uur
Aanvang ochtendprogramma Welkom door dagvoorzitters Cees Jan Asselbergs (Deltalinqs) en Wim Raaijen (Petrochem) Keynote Jan van der Eijk (co-schrijver Actieplan Chemiecluster Rotterdam/Moerdijk, voormalig CTO Shell)
12.15 uur
Lunch
13.30 uur
Aanvang middagprogramma Keynote Wouter de Geest (CEO BASF Antwerpen)
14.45 uur
Pauze
15.15 uur
Parallel: master classes, business cases en VOMI SXA
16.00 uur
Korte pauze
16.15 uur
- Bijdrage PMY 2015 Ronald Hoenen (DSM Dyneema) - Columns finalisten 2016: Koos Donkers (Vopak Rotterdam Botlek), Jeroen van Woerden (Kemira Rotterdam) en Robert van den Kieboom (Euroliquids Europoort)
17.15 uur
Afsluiting dagprogramma en netwerkborrel
18.30 uur
Diner met bekendmaking Plant Manager of the Year 2016 en VOMI Safety eXperience Award 2016
Partners:
www.deltavisie2016.nl
Twintro
@DGeproduceerd: Lantaarnpaal met fijnstofontvanger reduceert fijnstofgehalte www.duurzaamgeproduceerd.nl/nieuws/ 20160304-lantaarnpaal-met-fijnstofontvanger-reduceert-fijnstofgehalte
Lantaarnpaal met fijnstofontvanger reduceert fijnstofgehalte Op 3 maart is in Arnhem de eerste lantaarnpaal met fijnstofvanger in Nederland geplaatst. De zogeheten PAMARES zorgt op windstille dagen voor een reductie van dertig procent van het fijnstof in de lucht. De combinatie van lantaarnpaal en fijnstofvanger is ontwikkeld door patenthouder StatiqAir en Ziut. StatiqAir ontwikkelt en produceert fijnstofreductiesystemen, Ziut is specialist op het gebied van openbare verlichting. De fijnstofvanger werkt door positieve ionen uit te zenden die zich hechten aan fijnstofdeeltjes in de lucht, waarna geaarde panelen in het systeem deze geladen fijnstofdeeltjes naar zich toe trekken. Op die manier vangt het apparaat fijnstof, ultrafijn stof en roet af. De ontvanger is vooral effectief op windstille dagen,
MEI 2016
wanneer het smoggehalte het hoogst is en de hoogste concentraties fijnstof ontstaan. Op zulke dagen reduceert het systeem dertig procent van het aanwezige fijnstof in de lucht, op andere dagen tien procent. Een bijkomend voordeel is dat de PAMARES werkt op een laag energieverbruik van maximaal achttien watt. Het concept kan in heel Nederland worden toegepast. Inmiddels wordt er gewerkt aan een lantaarnpaal met een ge誰ntegreerde fijnstofvanger.
Foto's: StatiqAir en Ziut|Fokke Eenhoorn 3
Column
Colofon nummer 1 - 2016 ISSN: 2214-7608
Uitgave van Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7, 1019 HD AMSTERDAM Uitgever Wim Raaijen 020 3122 081 Mark Oosterveer 020 3122 293 Hoofdredactie Wim Raaijen 020 3122 081 Eindredactie Miriam Rook 020 3122 796 Liesbeth Schipper 020 3122 283 Medewerkers Dagmar Aarts, Elias de Bruijne, Harmen Weijer Lay-out Bureau OMA bv, Wehl
Power-to-vanalles Wetenschappers en onderzoeksinstituten struikelen over elkaar heen als het gaat om power-to-watdanook. Want met overschotten aan elektriciteit, het liefst duurzaam opgewekt, kun je brandstoffen en ook waardevolle bouwstenen voor de chemie maken. Waterstof, methaan, methanol, ethanol, maar ook ammoniak en bijvoorbeeld chloor. En misschien is zelfs synthetisch gemaakte benzine straks mogelijk, zodat het bestaande wagenpark circulair kan gaan rijden. Dus mooi plan van de PvdA om straks alleen elektrische auto’s toe te staan. Er komen echter mogelijk meer wegen die naar Rome leiden. De grondstoffen haal je voor deze elektrochemische routes gewoon uit lucht, water of zout en je kunt zelfs van CO2 iets heel nuttigs maken. Het idee is overigens niet nieuw. Chemici filosofeerden al veel eerder over deze kortste cyclus voor de chemie. Want laten we eerlijk zijn, na een omweg van honderden miljoenen jaren met fossiel, is biomassa ook gauw een omweg van een seizoen. Wat zou het geweldig zijn als je grondstoffen direct uit de nabije omgeving kunt halen en met energie kun produceren, het liefst linea recta van de zon. Er zijn verschillende initiatieven en onderzoeken. Professor Catrinus Jepma kwam onlangs tot de conclusie dat waterstofproductie op uitgeproduceerde platforms in de Noordzee interessante business cases kan opleveren. Bedrijven als AkzoNobel en Dow kijken hoe elektrificatie van hun processen een binnendoor weggetje naar verduurzaming kan zijn. Onlangs maakte Nuon bekend dat ze van plan is om overschotten elektriciteit in ammoniak om te zetten, wat op momenten dat er een grote elektriciteitsvraag is een prima brandstof is voor elektriciteitsopwekking. Uiteraard moeten zulke processen nog efficiënter worden gemaakt en er zijn er belangrijke hobbels te nemen. Er zijn heel veel elektrolyzers nodig om onder andere waterstof uit water te halen. En die zijn nog relatief duur. Volgens Jepma moeten ze een derde goedkoper worden om van de Noordzee een efficiënte locatie te maken voor groene chemie. Het lijkt een kwestie van tijd. De claims dat onderzoekers goedkopere elektrolyzers aan het ontwikkelen zijn, stapelen zich op. En als de Chinezen er lucht van krijgen dat dit een groeimarkt wordt, dan is zo het zo gepiept. Misschien wel het allerleukste aan power-to-vanalles is dat veel bestaande systemen en infrastructuur kunnen worden ingezet voor de verduurzaming van de chemische industrie en de energiesector. Platforms en gasinfrastructuur in de Noordzee, gas- en kolengestookte energiecentrales, of chemische fabrieken in onze havens, kunnen mogelijk met enige modificaties ingezet worden om de beloftes van Parijs te verwezenlijken. En zelfs Volkswagens met sjoemelsoftware krijgen dan een tweede kans.
@reporter_wimraaijen
4
Cover Wim Raaijen Advertentieverkoop Frank Oudman, Bureau van Vliet, 023 571 47 45 Traffic Breg Schoen, breg@industrielinqs.nl, 020 3122 088 Website www.duurzaamgeproduceerd.nl Twitter @DGeproduceerd LinkedIn www.linkedin.com/groups/Duurzaam-Geproduceerd-4468707 Facebook www.facebook.com/DuurzaamGeproduceerd Missie Kennisplatform Duurzaam Geproduceerd Duurzaam Geproduceerd is hét onafhankelijke kennisplatform over duurzaamheid in de industrie. Het informeert en inspireert de professional door nieuws, visies van experts, interessante projecten, innovatieve producten en door het aanbieden van inspirerende evenementen. Tegelijkertijd is Duurzaam Geproduceerd een complementair en interessant netwerk van personen en bedrijven. Het kennisplatform heeft als missie de verduurzaming van de industrie te stimuleren door kennis en visie te delen. Tussen overheid en bedrijfsleven, tussen professionals en experts, tussen startups en multinationals. Met als doel: hoe verlagen deze bedrijven de footprint van hun producten, zowel in het eigen proces als in de keten? Duurzaam Geproduceerd is bedoeld voor mensen die werkzaam zijn bij bedrijven in voornamelijk de maakindustrie, die ook energie-intensief zijn. Partner of lid worden van het Kennisplatform Duurzaam Geproduceerd Professionals uit de industrie met een duurzaamheidsambitie of -traditie voelen zich thuis bij het platform Duurzaam Geproduceerd. Partners en leden van Duurzaam Geproduceerd horen bij een selectief, en snel groeiend netwerk van duurzame bedrijven in de industrie, technologie en overheid. Partners van Duurzaam Geproduceerd adviseren de redactie over de koers en de actuele thema’s van het magazine en de internetsite, werken mee aan de opzet en uitrol van het Duurzaam Geproduceerd Congres, en zijn altijd welkom op de evenementen die bij ‘hun’ platform horen. Partners zijn met hun logo zichtbaar op alle uitingen van het platform, zijn eventpartner van het jaarcongres en hebben toegang voor twee personen bij evenementen die horen bij Duurzaam Geproduceerd en het vakblad Utilities, waaronder Watervisie. Daarnaast krijgen zij een advertorial, een BIZZ56”film en meer. Als lid van Duurzaam Geproduceerd krijgt u voor twee personen toegang tot het Duurzaam Geproduceerd Congres én het Watervisie-congres. Bovendien ontvangt u een papieren en digitaal abonnement op het magazine Duurzaam Geproduceerd. Meer informatie vindt u op www.duurzaamgeproduceerd.nl bij ‘partner worden’ of u kunt contact opnemen met Anouk Bouwmeester, anouk@industrielinqs.nl
MEI 2016
Inhoud
12 INTERVIEW – De noodzaak van verduurzaming
oor Parenco in Renkum zijn verduurzaming, energiebesparing en circulaire V economie eerder noodzaak dan overtuiging. Dat de papierproducent al ver is met cradle-to-cradle heeft grotendeels te maken gehad met kosten en praktische keuzes. Oud papier als grondstof is in Nederland goedkoper dan ‘virgin’ houtvezels. Directeur Geert Wassens: ‘En waar moeten wij in Nederland het hout vandaan halen? Dat is er gewoon niet.’ Volgende stappen zijn de inzet van biogas uit restwater en aardwarmte uit de diepe ondergrond.
12
16
BEST PRACTICE – Doorbraaktechnologieën maken glas fabrieken duurzamer De glasindustrie in Nederland behoort tot de wereldtop als het gaat om energie-efficiënt produceren. In twee decennia is het verbruik van de 24 glasovens in negen glasproductielocaties met 25 procent teruggebracht. Om de rest van de wereld echter voor te blijven zijn doorbraaktechnologieën nodig, zoals robuuste sensoren en thermochemische regeneratoren en recuperatoren.
16
20
ACHTERGROND - Balanceren tussen duurzaamheid en kostenefficiency De tijd die hij neemt voor het interview en de hoeveelheid kennis die hij paraat heeft, verraden de passie die Martin Wilschut heeft voor zijn werk. De manager technologie en ontwikkeling houdt zich bij slibverwerker GMB BioEnergie bezig met vrijwel alles rondom het directe productieproces. Langzaam maar zeker breidt het bedrijf haar activiteiten uit. Daarbij staat duurzaamheid hoog in het vaandel.
24
INDUSTRIEWATER - Watervisie 2016 in teken van circulaire economie ichael Braungart, bedenker van de term cradle-to-cradle, vatte de opdracht M
20
voor de Nederlandse industriewaterbranche tijdens het congres Watervisie 2016 goed samen: ‘We moeten producten niet minder slecht maken voor het milieu, maar een positieve bijdrage laten leveren.’ De Nederlandse industrie neemt de opdracht serieus en sluit steeds vaker de cirkel.
28 ACHTERGROND - Hele keten zorgt voor groen bier
De brouwerij in Zoeterwoude is de grootste van Heineken en is tevens de grootste bierbrouwerij in Europa. In 2020 wil ze klimaatneutraal zijn. De bierbrouwer plaatst windmolens en gebruikt biogas uit de eigen afvalwaterzuivering. Maar ook onderhoud en de keten spelen een belangrijke rol in de missie voor 2020.
24
En verder
MEI 2016
3 Twintro 6 Offline 26 Partnernieuws 32 Opinie 34 Expertpanel
28 5
Offline
Geciteerd Het belangrijkste doel van Duurzaam Geproduceerd is dat het industriële bedrijven verbindt ‘Vliegen is zeker op kortere afstanden prima te voorkomen. Wie met de trein naar Berlijn reist, is mogelijk een uur later op dezelfde plek in het centrum van de stad, maar heeft wel zestig maal duurzamer dezelfde afstand afgelegd. Dat ik voor 29 euro naar Berlijn kan vliegen, terwijl een treinreis een veelvoud daarvan kost is een gotspe.’ Erik Timmermans, Informatiecentrum Papier en Karton
‘Een cruciale stap in het organiseren van duurzaamheid is het borgen van de retourlogistiek, zodat het product daar terechtkomt waar de waarde behouden of geoptimaliseerd kan worden. Dit is veelal bij de producent, maar kan ook een derde partij zijn, zoals een onderhoud- en reparatiepartij.’ Michel Schuurman, MVO Nederland
Duurzaam Geproduceerd vanaf nu elk nummer op papier van landbouwafval Duurzaam Geproduceerd wordt vanaf nu gedrukt op papier van landbouwafval. Net als de andere bladen die uitgeverij Industrielinqs maakt. De uitgeverij maakt gebruik van het papier van Paperwise. Deze starter laat zien dat kwaliteitspapier en -karton uit landbouwafval zeer goed mogelijk is. Het bedrijf produceert papier dat volgens onderzoek van de Universiteit van Amsterdam 47 procent minder milieu-impact heeft dan FSC-gecertificeerd papier uit houtvezel. Industrielinqs bracht de footprint van haar magazines Duurzaam Geproduceerd, Petrochem en iMaintain al eerder naar beneden binnen een traject dat de uitgeverij aflegde met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Papierenkarton.nl en de Koninklijke VNP. Uit onderzoek bleek toen dat de uitgeverij onbewust al redelijk op het goede spoor zat met haar bladen door de keuze voor een drukkerij die gebruikmaakt van duurzame energie. De grootste milieu-impact blijkt echter van het papier te komen. Door de dikte van het papier aan te passen is die impact met 25 procent verminderd, daarnaast is afscheid genomen van de UV-lak. Voordeel was bovendien dat de veranderingen ook een kostenbesparing opleverden. Momenteel laat Paperwise het papier in India fabriceren, deels vanwege de kosten, maar ook omdat het kansen biedt voor ontwikkelingslanden met veel landbouwafval. Maar het bedrijf is er van overtuigd dat er ook sluitende business cases mogelijk zijn voor Nederland. Met name in gebieden waar traditioneel veel landbouw wordt bedreven, bijvoorbeeld in het noordoosten van Nederland. In heel Europa gebruiken we jaarlijks 76 miljard kilogram papier en karton. Om al het jaarlijkse papier en karton van Europa te maken, is slechts 1,8 procent van het jaarlijkse landbouwafval nodig. Bovendien is het productieproces van PaperWise CO2-neutraal. Nr. 9 - 2015
www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 21,00
Al 25 jaar het managementblad voor de olie- en chemische industrie
AkzoNobel maakt werk van innovatie procestechnologie • Deze Petrochem is gedrukt op papier van landbouwafval • Verlieslatende raffinaderij krijgt tweede leven in bio
Asfalt, autobanden, verpakkingen en scheepsbrandstof uit biomassa ‘Een circulaire economie begint bij het slimme ontwerp van producten en diepgravende kennis over materialen die toegepast worden in producten. We moeten absoluut voorkomen dat we in onze recyclingdrift voorbij gaan aan het feit dat veel materialen niet zo maar geschikt zijn voor elke nieuwe toepassing.’ Hein van Tuijl, EPEA Nederland 6
Met een nieuwe techniek wil Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) asfalt, autobanden, verpakkingen en scheepsbrandstof uit biomassa maken. Het onderzoekscentrum ontwikkelt daarvoor een proces waarmee biomassa kan worden gescheiden in lignine, cellulosevezels en hemicellulosesuikers. Uit testen blijkt dat met deze grondstoffen producten van hoge kwaliteit kunnen worden gemaakt. Het project is een samenwerking tussen ECN, de R&D-afdeling van Dura Vermeer, bandenproducent Apollo Tyres, Progression-Industry en verpakkingsproducent PaperFoam. Om over voldoende grondstoffen te beschikken voor de ontwikkeling van deze toepassingen wordt in het project ook het proces verder opgeschaald. In 2017 worden de eerste producten verwacht om te testen.
MEI 2016
Offline
Biorizon breidt aromatenonderzoek uit Shared Research Center Biorizon schaalt haar aromatenonderzoek flink op. In het BIO-HArT-project werkt Biorizon de komende drie jaar aan de opschaling van technologie voor de productie van aromaten uit biomassa. Daarnaast doet de organisatie samen met het Centre of Expertise Biobased Economy van Avans Hogeschool onderzoek naar het verhogen van de opbrengst van aromatische bouwstenen uit biomassa. Aromaten zijn belangrijke bouwstenen voor de chemische industrie en worden onder meer gebruikt in medicijnen, plastics, kleuren smaakstoffen. Op dit moment worden vrijwel alle aromatische verbindingen gewonnen uit aardolie, maar ze kunnen ook uit biomassa worden gehaald. Dit vermindert de afhankelijkheid van aardolie, leidt tot minder CO2-uitstoot en biedt een duurzaam perspectief voor de chemische industrie. Het project moet eind 2018 resulteren in werkende procesopstellingen om kilo’s proefmonsters te kunnen produceren voor de industrie. Daarnaast is het de bedoeling processen voor de vervaardiging van bio-aromaten te optimaliseren. Met het project zet Biorizon een volgende stap in de richting van het uiteindelijke doel: het mogelijk maken van commerciële productie van bio-aromaten
voor 2025. De projectresultaten van BIO-HArT zullen samen met de industrie verder worden doorontwikkeld om uiteindelijk te worden geïmplementeerd in nieuwe waardeketens. Daarbij worden grondstofleveranciers en chemische bedrijven betrokken en wordt gebruik gemaakt van bestaande en nieuwe productielocaties.
SUEZ en KRN halen energie uit koffiedik SUEZ en Koffie Recycling Nederland (KRN) gaan bio-energie halen uit koffiedik. Het restproduct wordt omgezet in biopellets die geschikt zijn als brandstof voor pelletkachels. Jaarlijks verbruiken Nederlanders zo’n 120 miljoen kilo koffiebonen. De resten worden normaal gesproken verbrand of vergist en gecomposteerd, wat bijdraagt aan de uitstoot van broeikasgassen. Door het koffiedik om te zetten in biopellets zijn flinke besparin-
gen op de CO2-uitstoot mogelijk. De verwerking van het koffiedik zal plaatsvinden in een oude zetmeelfabriek in Veenoord. In de fabriekshal wordt momenteel een droog- en pelletteerinstallatie gebouwd die in juni van dit jaar operationeel zal zijn. De installatie kan zowel koffiedik als koffievlies, wat vrijkomt bij het brandingsproces van koffie bij koffiebranderijen, verwerken. Eerst wordt het vocht uit het koffiedik gehaald en vervolgens wordt het samengeperst met houtvezels, met energierijke biopellets als resultaat. Verbranding van deze koffiedik-pellets in een pelletkachel levert een zeer hoog warmterendement op en is bovendien schoner dan van de verbranding van pellets die voor 100 procent zijn gemaakt van hout. Dat hout is vaak afkomstig uit het buitenland en brengt vanwege het transport dus de nodige CO2-uitstoot met zich mee. Verschillende grote bedrijven hebben al toegezegd om te starten met de recycling van hun koffiedik. SUEZ en KRN onderzoeken nog andere toepassingen voor de verwerking van het koffiedik, zoals de productie van bioplastics en het creëren van een voedingsbodem voor champignons
‘Menselijk membraan’ haalt voedingsstoffen uit rioolwater Promovenda Anna Casadellà heeft een membraan ontwikkeld kalium en ammonium kan terugwinnen uit rioolwater. Dit zijn belangrijke voedingsstoffen in de landbouw, maar slechts beperkt beschikbaar. Volgens Casadellà kan rioolwater een interessante bron voor zijn voor deze nutriënten, die daar via menselijke urine in terechtkomen. Omdat mestingrediënten als kalium en ammonium beperkt beschikbaar zijn, zou het ideaal zijn om deze stoffen via een waterzuiveringsinstallatie selectief terug te winnen. Daarvoor is echter een membraan nodig dat selectief is voor kalium en ammonium. Het menselijk lichaam zit vol cellen met dergelijke selectieve membranen, maar Casadellà moest een synthetische variant maken. Daarin slaagde de Spaanse scheikundige en watertechnologe door een zeoliet met de naam clinoptiloliet te mengen met een polymeer. Het resultaat is een membraan dat zestig procent van al het kalium en tachtig procent van het ammonium uit verdunde urine kan halen. Omdat zeoliet erg goedkoop is, is gebruik van het nieuwe membraan een haalbare optie voor gebruik in een waterzuiveringsinstallatie, meent Casadellà. Casadellà volgde haar promotietraject bij de Rijksuniversiteit Groningen en bij Wetsus, het Europese instituut voor duurzame watertechnologie. Ze verdedigde haar proefschrift begin april als eerste promotie op de nieuwe RUG/Campus Fryslân.
MEI 2016
7
Offline
Grootschalige productie biobased benzeen komt stapje dichterbij
sector in Zuid-Nederland, biedt pyrolyse kansen voor het creĂŤren van nieuwe waardeketens tussen of binnen deze sectoren. Doel van de proeftuin is om door middel van vier verschillende pyrolysetechnologieĂŤn en een open innovatiestrategie dertig unieke waardeketens te demonstreren op de locatie in Moerdijk, waarbij aangeboden reststromen worden omgezet naar zo hoogwaardig mogelijke producten.
Bavaria zet nieuwe stap in hergebruik proceswater
Energieonderzoek Centrum Nederland, Avantium, Catalok en Kodok werken aan een demo-proces waarmee uit groen gas benzeen wordt gewonnen. Het proces, dat wordt gefinancierd door TKI-BBE, maakt het voor het eerst mogelijk benzeen te winnen uit niet-fossiele bron. ECN berekende dat door de techniek op grote schaal toe te passen de volledige benzeenbehoefte in Nederland kan worden afgedekt met biobased benzeen. Benzeen staat in de top drie van belangrijke grondstoffen voor de chemische industrie en wordt gebruikt voor de productie van tal van chemische verbindingen. Tot op heden kon benzeen echter niet biobased worden geproduceerd. Met de nieuwe techniek is dat wel mogelijk, door lignine te vergassen en daaruit benzeen te winnen en op te slaan. Lignine is een stof die vaak overblijft bij de verwerking van vezelrijke biomassastromen en een half tot een procent benzeen bevat. Eerder toonden ECN, Avantium en Kodok al aan dat het proces op kleine schaal werkt. In het nieuwe project wordt het proces opgeschaald tot demonstratieniveau, wat eind 2017 moet resulteren in een proces waarbij per uur vijf kilo lignine wordt vergast en benzeen gewonnen wordt. Dit zou bewijzen dat het proces in de praktijk bruikbaar is.
Bavaria heeft een nieuwe vijzel in gebruik genomen waarmee gezuiverd proceswater van de brouwerij wordt teruggebracht naar de omgeving. Boeren die daar zijn gevestigd kunnen gebruik maken van het water. Jaarlijks heeft Bavaria een grote hoeveelheid aan gezuiverd proceswater die overblijft na het brouwen van bier. Door middel van de vijzel wordt dit water omhoog gebracht, waarna het door het hoogteverschil kan worden verplaatst naar de directe omgeving. Enerzijds wordt het water ondergronds via een leidingstelsel teruggebracht in de grond van de boeren, ook wel omgekeerde drainage genoemd. Anderzijds wordt het water overgebracht naar het kanaal zodat anderen er gebruik van kunnen maken. Het uiteindelijke doel is om het water vast te houden in de directe omgeving. De vijzel kan een miljoen kuub water per jaar verwerken. De eerste gebruiker van de omgekeerde drainage, een nabijgelegen boerderij, zal jaarlijks vijftig miljoen liter water tot zijn beschikking krijgen. De ontwikkeling van de vijzel is onderdeel van het Project Boer Bier Water, waarbij Bavaria samen met andere partijen werkt aan het behoud van de kwantiteit en kwaliteit van het grondwater.
Pyrolyse proeftuin start in ZuidNederland In Zuid-Nederland wordt een pyrolyse proeftuin gestart met een projectvolume van zes miljoen euro. Pyrolyse is een technologie waarbij een breed scala aan reststoffen en hernieuwbare grondstoffen wordt omgezet naar diverse waardevolle bouwstenen voor de chemische industrie. De methode zou aantrekkelijk kunnen zijn om de 2,5 miljoen ton aan reststromen die jaarlijks in Nederland ontstaat te verwerken. Op dit moment worden deze reststromen verbrand of laagwaardig gerecycled. Omdat door pyrolyse reststromen uit allerlei sectoren kunnen worden verwaard tot vloeibare (transport)brandstoffen of grondstof voor de chemische industrie, is het een technologie die verschillende sectoren met elkaar verbindt. Door de sterke vertegenwoordiging van zowel de chemische- als agrofood 8
Magische magneten zorgen voor energiebesparing bij Forbo Toepassing van zogenaamde magic magnets in het ketelhuis van Forbo Flooring heeft volgens de tapijtfabrikant geleid tot een daling van het gasverbruik met vier tot zes procent. In het ketelhuis wordt met behulp van gas stoom opgewekt voor het droogproces van marmoleum. De magneten zorgen voor een werveling in het gas die op magische wijze een deel van de altijd aanwezige vervuiling uit het leidinggas haalt. Daardoor rendeert het gas en dus ook het ketelhuis beter.
MEI 2016
Offline
Mogelijkheden voor bioraffinaderij in Rotterdam
Duurzaam polyurethaanhars gecertificeerd
Corbion, Uniper, RWE en Havenbedrijf Rotterdam onderzoeken de mogelijkheden om samen een bioraffinaderij in de haven van Rotterdam te ontwikkelen. Corbion produceert biobased food ingredients en biochemicaliën uit melkzuur en wil aan de slag met de productie van bioplastics. RWE en Uniper zoeken naar mogelijkheden om elektriciteit duurzamer op te wekken, terwijl Havenbedrijf Rotterdam biobased industrie wil stimuleren. De oplossing is volgens hen een bioraffinaderij die biomassa, zoals hout, omzet in grondstoffen voor de productie van chemicaliën en plastics en in brandstoffen voor het genereren van energie. De bedrijven hebben een businesscase ontwikkeld die er gunstig uit ziet. In de Rotterdamse haven is de toestroom van biomassa aanwezig, waarvan met de ontwikkeling van een bioraffinaderij slimmer gebruik kan worden gemaakt. Biomassa wordt gebruikt om biochemicaliën en plastics te maken en om elektriciteit en warmte te genereren. Door hout te splitsen (raffineren) in plaats van direct te verbranden komen stoffen vrij als lignine en suikers. Van de vrijgekomen suikers kunnen bioplastics worden gemaakt. De lignine kan worden gebruikt voor het genereren van warmte en energie en op termijn ook chemicaliën en brandstoffen, waardoor meer waarde wordt gecreëerd.
Polymeerproducent Covestro heeft een innovatieve techniek ontwikkeld om rotorbladen voor windmolens te fabriceren. De bladen worden met behulp van een speciale techniek gemaakt uit polyurethaanhars en glasvezel. Het hars werd door DNV GL, een van ‘s werelds grootste certificatie-instellingen, gecertificeerd. Het bedrijf is onder meer toonaangevend op het gebied van veiligheid, betrouwbaarheid en prestaties van windmolens. Het is voor het eerst dat DNV GL een polyurethaanhars certificeert. Het hars heeft een grote invloed op de prestaties van de rotorbladen van windmolens, vooral op het gebied van stabiliteit en duurzaamheid. Daarmee brengt het ook financiële voordelen met zich mee. Volgens Kim Klausen, hoofd van het windenergieprogramma van Covestro, betekent de toepassing van de nieuwe techniek een stap vooruit als het gaat om het vergroten van de efficiëntie van het opwekken van windenergie. Voor de ontwikkeling van het hars vond nauwe samenwerking plaats tussen het Covestro Wind Competence Center in het Deense Otterup en het Polyurethane Research Center in Leverkusen. Het hars werd op industriële schaal getest in samenwerking met glasvezel- en carbonproducent Saertex en procesengineer Hübers.
Universiteit Twente ontwikkelt efficiënte elektrode Wetenschappers van MESA+, het onderzoeksinstituut van de Universiteit Twente, hebben een elektrode ontwikkeld die koolstofdioxide (CO2) zeer efficiënt omzet naar koolstofmonoxide (CO). Met de elektrode kunnen allerlei industriële processen worden verduurzaamd. De elektrode heeft de vorm van een holle poreuze koperen vezel die is voorzien van minuscule poriën. Door de vezel in een waterbad te plaatsen, spanning op de vezel te zetten en CO2 door de poriën te laten borrelen, wordt het CO2 aan de buitenzijde omgezet naar CO. De belangrijkste innovatie is het geoptimaliseerde grensvlak tussen gas, vloeistof en de koperdeeltjes. Hierdoor is de toevoer van CO2 en afvoer van het product CO zeer efficiënt. Vergeleken met de meest geavanceerde bestaande koperen elektrodes is de omzetting ongeveer tien keer zo hoog. Ook de selectiviteit (het percentage van de elektronen dat gebruikt wordt om CO2 om te zetten) is met 85 procent zeer hoog in vergelijking met de 35 procent bij bestaande koperen elektrodes. De manier waarop de elektrode werkt, is toepasbaar voor allerlei chemische processen waarbij gas
MEI 2016
moet worden omgezet. De betrokken onderzoekers zien een belangrijk toepassingsgebied van de koperelektrodes in de staalindustrie, waar veel CO2 wordt uitgestoten en er juist behoefte is aan CO om ijzererts om te zetten naar ijzer. De werking van de vezel is aangetoond in het lab. Momenteel werken de onderzoekers aan optimalisatie van de techniek en proberen ze de methode geschikt te maken voor toepassing in de industrie. De verwachting is dat het relatief eenvoudig zal zijn om de nieuwe elektrode op commerciële schaal te produceren.
9
Offline
Nuon en TU Delft onderzoeken opslag windenergie in ammoniak Nuon slaat met haar Magnum-centrale in Eemshaven een nieuwe weg in. Het energiebedrijf onderzoekt hoe zij haar gascentrale in de toekomst zonder CO2-uitstoot kan inzetten. Samen met de TU Delft kijkt het bedrijf of het mogelijk is overtollige windenergie om te zetten in ammoniak. Gascentrales bieden de meest efficiënte en flexibele back-up capaciteit wanneer de wind niet waait of de zon niet schijnt, maar draaien momenteel weinig. Toch ziet Nuon toekomst voor deze centrales. Wind- en zonne-energie kunnen nu nog niet grootschalig worden opgeslagen. Dat betekent dat deze duurzame energie niet kan worden gebruikt als er sprake is van veel wind of zon. Samen met de TU Delft onderzoekt Nuon daarom de mogelijkheden om deze zogeheten seizoensoverschotten bij Magnum op te slaan in de vorm van ammoniak. Die kan weer als brandstof zonder CO2-uitstoot worden gebruikt in de gascentrale. Hoewel TU Delft en Nuon nog aan de tekentafel zitten en er nog veel onderzoek nodig is, zijn beide partijen van mening dat het opslaan van energie in ammoniak een veelbelovende techniek is die met het nodige onderzoek en aanvullende financiering binnen een jaar of tien op grote schaal kan worden toegepast. Het onderzoek van Nuon en TU Delft is onderdeel van het project ‘Power to Ammonia’, waarvoor het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) meerdere partijen samen heeft gebracht om kennis te delen en onderzoek te doen.
natter en warmer de omstandigheden zijn, hoe hoger de energieproductie. De veldproef wordt daarom uitgevoerd in een nat natuurgebied dat grenst aan het bedrijf Nyrstar in Budel. Nyrstar is een Belgisch bedrijf dat zich richt op de productie en verwerking van zink. De opwekking van duurzame energie sluit goed aan bij de energiestrategie van Nyrstar om duurzame energie te gebruiken voor een deel van de zinkproductie, die veel energie vraagt. Het innovatieve Plant-e werd in 2009 opgericht als spin-off van het sub-departement Milieutechnologie aan Wageningen Universiteit, waar de techniek voor het vrijmaken en opslaan van de energie ook werd ontwikkeld.
Corbion bouwt bioplasticfabriek in Thailand
Plant-e ontvangt subsidie voor energie uit plantenwortels Plant-e, een bedrijf dat energie wil opwekken uit de wortels van levende planten, krijgt van de provincie Noord-Brabant een subsidie om een veldproef uit voeren. De proef moet aantonen of de techniek geschikt is voor productie van elektriciteit uit levende planten op grotere schaal. Plant-e ontvangt van de provincie Noord-Brabant 273.900 euro. Daarmee financiert de provincie zestig procent van de totale kosten van de veldproef, die begroot is op 452.000 euro. De veldmetingen zullen ruim een jaar in beslag nemen. De energieproductie hangt af van de groeiactiviteit van de planten: hoe 10
Het Nederlandse Corbion, gespecialiseerd in voedingsmiddelen en biochemie, gaat in Thailand een PLA-fabriek bouwen. PLA is een unieke bioplastic die niet alleen biobased maar ook biologisch afbreekbaar is. De fabriek heeft een capaciteit van 75.000 ton per jaar en moet in 2018 in gebruik worden genomen. De nieuwe PLA-fabriek zal in staat zijn een compleet portfolio aan PLA-polymeren te produceren, variërend van standaard-PLA tot innovatief hittebestendig PLA. ‘We beschikken nu over de noodzakelijke technische en financiële validering voor een dergelijke fabriek’, aldus Tjerk de Ruiter, CEO van Corbion. De fabriek wordt gebouwd in de provincie Rayong, op de bestaande locatie van Corbion waar het bedrijf al een lactidefabriek heeft staan. Bovendien wordt deze bestaande faciliteit uitgebreid met 25.000 ton op jaarbasis. Hierdoor kan de onderneming zowel de eigen PLA-fabriek bedienen als huidige en toekomstige afnemers van lactide. De uitbreiding maakt ook de productie mogelijk van een breder scala aan lactiden dan nu mogelijk is. Met de bouwprojecten zijn investeringen gemoeid van naar verwachting circa 65 miljoen euro voor de PLA-fabriek en 20 miljoen euro voor uitbreiding van de lactidefabriek.
MEI 2016
Offline
Green Deal voor waterstofrotonde Zeeland getekend
Nederland onderaan op EU-ranglijst hernieuwbare energie
Dow Benelux, Yara en ICL-IP werken samen aan een regionale waterstofrotonde, waarbij chemiebedrijven onderling waterstof uitwisselen via het landelijk gastransportnetwerk van Gasunie Transport Services. Minister Henk Kamp ondertekende daarvoor een Green Deal. De provincie Zeeland draagt maximaal 200.000 euro bij aan een studie naar de tweede fase van de waterstofsymbiose. Met de deal boeken betrokken Zeeuws-Vlaamse bedrijven energiewinst en een CO2 besparing van tussen de 20.000 en 40.000 ton CO2, vergelijkbaar met de warmtevraag van 10.000 tot 20.000 inwoners. Het project is een eerste succes voor de industriële samenwerking in het Smart Delta Resources platform (SDR). De Green Deal tussen de Rijksoverheid en zeven betrokken partijen opent de weg naar realisatie van een eerste business case van het SDR waarin de voordelen van deze samenwerking naar voren komen. De waterstof die vrijkomt uit de kraakinstallaties van Dow krijgt een hoogwaardigere toepassing doordat hij wordt ingezet als grondstof voor hoogwaardige producten van Yara en ICL-IP. Daarnaast zal het energieverbruik dalen. Dat zal in eerste instantie met 0,15 petajoule per jaar zijn, wat overeen komt met het gasverbruik van circa 3.000 huishoudens. In een volgende fase nemen de besparingen verder toe. Ook zorgt het ondergrondse transport via het gasnetwerk voor een duurzaam, efficiënt en veilig vervoer van waterstof. Het transport van waterstof over de weg naar ICL-IP wordt met 70 tot 80 procent teruggedrongen, waarmee de externe veiligheid verbetert. Het platform Smart Delta Resources (SDR) is een initiatief van elf energie- en grondstof intensieve industriële bedrijven in de Delta-regio.
Nederland is ver verwijderd van de doelstelling die is afgesproken in de EU-richtlijn Hernieuwbare Energie voor 2020. Van alle Europese landen doet alleen Frankrijk het slechter. Dit meldt het CBS op basis van Eurostatcijfers, het bureau voor statistiek van de Europese Unie. De Europese landen hebben in de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie uit 2009 bindende doelstellingen voor het aandeel hernieuwbare energie voor het jaar 2020 afgesproken. De doelstellingen verschillen per land en zijn bepaald op basis van het aandeel hernieuwbare energie in het basisjaar 2005. Voor Nederland geldt als doel dat 14 procent van het verbruik van energie uit hernieuwbare bronnen moet komen. In 2014 was dat nog maar 5,5 procent waarmee ons land 8,5 procentpunt was verwijderd van de EU-doelstelling. Van de Europese landen heeft een derde de afgesproken doelstellingen nu al gehaald. Een aantal landen zoals Denemarken en Oostenrijk zijn met 1 procentpunt een fractie van het einddoel verwijderd. Gemiddeld genomen zitten de Europese landen 4 procentpunt van het doel in de richtlijn af. Bijna 5,5 procent van de Nederlandse energie kwam in 2014 uit hernieuwbare bronnen. Dat is veel minder dan de koplopers Zweden (53 procent), Letland (39 procent) en Finland (39 procent). Ook het Europese gemiddelde ligt met 16 procent hoger. Alleen Malta (4,7 procent) en Luxemburg (4,5 procent) verbruiken nog minder hernieuwbare energie dan Nederland.
Nederlandse innovatie maakt zonnecellen rendabeler Energieonderzoek Centrum Nederland heeft samen met hightechbedrijf Tempress Systems een zonneceltechniek ontwikkeld die het vermogensverlies bij zonnecellen beperkt tot een minimum. De innovatieve technologie verhoogt het zonnecelrendement en leidt naar verwachting tot lagere kWh-kosten. Volgens ECN maakt de innovatie een einde aan de grootste verliespost van de huidige zonneceltechniek, die voor een groot deel wordt gelimiteerd door vermogensverlies dat ontstaat door het ‘terugvallen’ van de door licht gegenereerde elektronen in de zonnecel. Bij de nieuwe techniek wordt een polysilicium laagje aangebracht tussen de silicium wafer en de metalen contacten. Dit dunne laagje zorgt ervoor dat de stroom goed wordt geleid en spanningsverlies wordt voorkomen. Met de technologie worden de rendementsbeperkingen van de bestaande zonneceltechnologie aanzienlijk opgerekt. Er is in korte tijd al een rendement bereikt van 20,7 procent en ECN verwacht snel voortgang te boeken in de richting van de 25 procent. Eerder werd de techniek al succesvol toegepast in de mi-
MEI 2016
cro-elektronica en op zonnecellen in het laboratorium. Het is voor het eerst dat de techniek op industriële schaal wordt gebruikt bij de productie van zonnecellen. Een bijkomstig voordeel is dat het concept naadloos kan worden geïntegreerd met bestaande productieprocessen, een primeur in de wereldwijde PV-industrie.
11
Interview
Door nieuwe investeringen begint de papierproducent na jaren weer te groeien
FOTO'S: WIM RAAIJEN
De noodzaak van verduurzaming
12
MEI 2016
Interview
Voor Parenco in Renkum zijn verduurzaming, energiebesparing en circulaire economie eerder noodzaak dan overtuiging. Dat de papierproducent al ver is met cradle-to-cradle heeft grotendeels te maken gehad met kosten en praktische keuzes. Oud papier als grondstof is in Nederland goedkoper dan ‘virgin’ houtvezels. Directeur Geert Wassens: ‘En waar moeten wij in Nederland het hout vandaan halen? Dat is er gewoon niet.’ Volgende stappen zijn de inzet van biogas uit restwater en aardwarmte uit de diepe ondergrond. Wim Raaijen Een van de onderhoudsmedewerkers bij papierproducent Parenco in Renkum verdient haast een standbeeld. Uit eigen beweging heeft hij sinds 2009, toen de tweede productielijn door de vorige eigenaar uit gebruik werd genomen, elke twee weken de walsen een kwartslag gedraaid om eenzijdige lagerbelasting en doorhanging van walsen te voorkomen. Mogelijk heeft hij het bedrijf daarmee tonnen en misschien wel een paar miljoen bespaard, nu de PM2 komende zomer weer in gebruik kan worden genomen door de nieuwe eigenaar. ‘Het weer aan de praat krijgen van de productielijn op zich kost relatief weinig’, vertelt Raymond Jolink, directeur supply chain & site development. De robuuste machines zijn sinds 2009 goed op temperatuur gehouden en door het draaien van de walsen is mogelijk corrosie van bewegende onderdelen, pompen en motoren voorkomen. Blijkbaar is het vertrouwen in de herstart van de machine er al die tijd geweest. Ook bij een deel van het personeel.
Geothermie De ongeveer honderd miljoen euro die momenteel in de tweede productielijn wordt gestoken, zit vooral in modificaties. De machine gaat niet zoals eerder kranten- of magazinepapier produceren, maar verpakkingspapier waar andere bedrijven weer golfkarton van maken. Algemeen directeur Geert Wassens: ‘De markt voor magazinepapier laat een krimp zien en die van verpakkingsmaterialen groeit juist. Dat is natuurlijk geen moeilijke puzzel.’ Het vergt natuurlijk wel een ombouw van de productielijn. Ook in de ondersteunende processen wordt fors geïnvesteerd. Op het gebied van de energie- en waterhuishouding wil Parenco ook stappen maken. De eerste papiermachine, PM1, die magazinepapier blijft produceren, draait volledig op duurzaam opgewekte stoom uit de eigen biomassacentrale van de papierproducent. Wassens: ‘We hebben hier de grootste biomassacentrale in Nederland staan die niet in handen van een energiebedrijf is.’ Deze centrale kan echter niet de extra vraag aan die in de zomer ontstaat als de tweede lijn weer in gebruik wordt genomen. Een lijn die bovendien een grotere capaciteit heeft. PM2 kan straks 380 duizend ton papier per jaar produceren. PM1 haalt 260 tot 270 duizend ton. Voor de energievoorziening moet dus een andere oplossing komen. Jolink: ‘Er staat nog wel een gasgestookte ketel. Die zal de komende tijd weer worden ingezet.’ Maar om dan weer grotendeels het fossiele aardgas in te zetten, is Parenco eigenlijk de eer te na. Ook de tweede lijn moet uiteindelijk zo efficiënt en duurzaam mogelijk produceren. Jolink: ‘Om dat te bereiken, ondernemen we momenteel op drie terreinen stappen. Zo willen we het rendement van de ketel verhogen. Dat werkt sowieso
MEI 2016
energiebesparend. Daarnaast willen we biogas produceren door anaerobe vergisting van het restwater. En uiteindelijk willen we het restant uit de grond halen, geothermie dus.’
Concrete stappen Bewust wil de directie van Parenco stapsgewijs steeds verder komen. ‘Voor ons is dat de beste weg om te verduurzamen’, stelt Wassens. ‘Energiebesparing en verduurzaming is voor ons een geleidelijke weg om vooral ook tot kostenbesparing te komen. Een volgende stap kunnen we alleen maken als die voldoende schaal biedt om ook kosten te besparen.’ Duurzaamheid en energiebesparing zijn noodzakelijk, daarvan zijn de mannen van Parenco De laatste overtuigd. tien jaar is er in de Dat Parenco al ver is in de cradlehele sector niet zo’n to-cradle-filosofie, al voor het begrip grote investering bestond, heeft ook grotendeels te gedaan.’ maken gehad met kosten en praktische keuzes. Momenteel bestaan de grondstoffen voor honderd procent uit oud papier. Wassens: ‘Ons papier is daardoor goedkoper dan ‘virgin’ papier dat direct van houtvezels wordt gemaakt. Het is ook een heel praktische keuze. Waar moeten wij in Nederland het hout vandaan halen? Dat is er gewoon niet. Ik moet wel eens glimlachen als andere bedrijven triomfantelijk verkondigen dat ze vijf of tien procent van de grondstoffen via recycling verkrijgen. Goed natuurlijk, maar hier zitten we al een tijdje op honderd procent recycling.’ Het bedrijf kent ook de kuren van de recyclingmarkt. Zo ziet het een dalend aanbod in oud papier. Wassens: ‘We hebben maatschappelijk steeds meer de mond vol over recycling, maar we zien dat meer en meer normaal huisvuil bij het oud papier terechtkomt en meer papier bij het normale huisvuil. Het aanbod neemt af.’ Daarom onderzoekt Parenco ook alternatieven. Jolink: ‘Het bijvoegen van bermgras bijvoorbeeld. We willen proeven doen met papier waar tien procent gras is bijgevoegd. Er is ook voldoende bermgras in Nederland hiervoor beschikbaar.’ Het blijft volgens hem belangrijk om in concrete stappen te blijven denken en realistisch te blijven.
‘
Perspectieven Oud papier wordt in Renkum eerst ontinkt en vervolgens gebleekt. Papiervezels kunnen ongeveer zes tot acht keer uit oud papier worden gehaald en weer worden hergebruikt. Wassens: 13
Interview
‘Daarna is de vezel te klein geworden en niet meer te gebrui- niet op de verkoop van energie of in dit geval warmte. Wassens: ken voor papier. Deze kleine vezels worden samen met het inkt ‘Doordat er meer potentiële klanten zijn, wordt de business case afgedreven.’ De onbruikbare vezels worden nu verbrand in de een stuk interessanter. Het gaat in eerste instantie om vijftienbiomassacentrale, maar straks kunnen ze ook worden vergist tot duizend woningequivalenten in Wageningen, Ede en Renkum, biomassa. Jolink: ‘We onderzoeken ook of we van de organische die tevens warmte via de bron krijgen geleverd.’ reststromen op den duur bioplastics kunnen maken, maar voor nu is dat een te grote stap. We volgen de cascade naar steeds Klant hoger toegevoegde waarde. Een stap overslaan lijkt ons niet zo Jolink: ‘Eigenlijk is er nog maar één grote uitdaging. De warmte moet van heel diep komen en daar is nog maar weinig ervaring verstandig.’ mee. Tot nu toe wordt er geboord naar drie à De productie van biogas wordt ook gezien als vier kilometer diepte. In dit geval moeten we een tussenstap om nu al te verduurzamen en dieper gaan. We weten nog niet precies wat we straks de inzet van geothermie mogelijk te madaar aantreffen. Parenco moet wel een garanken. Op dat vlak kan Parenco zelfs een van de Sinds 2014 lijkt tie hebben dat er voldoende warmtedebiet is. wegbereiders in Nederland worden. Wassens: het vertrouwen bij Zonder proefboring durft niemand zijn hand in ‘In 2011 en 2012 hebben we een onderzoek gede mensen weer het vuur te steken dat de capaciteit de nodige daan naar de mogelijkheden om aardwarmte beetje bij beetje zestig megawatt zal zijn.’ in te zetten. Een interessante optie om warmte teruggekomen.’ Daarom zijn de partijen met het ministerie van van verschillende kilometers diepte op te pomEconomische Zaken in gesprek om een boring pen en als proceswarmte te gebruiken. Helaas mogelijk te maken. EZ lijkt coöperatief. Met open bleek geothermie voor alleen ons bedrijf zich armen worden ze ontvangen. Wassens: ‘Wat niet rond te rekenen. Later kwamen we echter in gesprek met netbeheerder Alliander over onder andere plan- dacht je! Het ministerie vindt het initiatief bijzonder interessant. nen om Wageningen in 2030 volledig duurzaam te krijgen. Dat Het gaat om een potentieel van 1,2 petajoule per jaar. Initiatieven als deze kunnen helpen bij het nakomen van de verplichtingen opende perspectieven.’ Een van de opties was de aanleg van een duurzaam warmte- die de overheid in het Energieakkoord is aangegaan voor 2020.’ netwerk voor stadsverwarming in Wageningen. En ook de ge- De investering in een installatie voor het oppompen van aardmeenten Ede en Renkum bleken geïnteresseerd. Er is zelfs een warmte en het distributiesysteem worden geschat op ongeveer bedrijf die als leverancier wil optreden. Dat is nodig aangezien honderd miljoen euro. Die komen niet op het bordje van de paAlliander een netwerkbedrijf is, puur gericht op het transport en pierproducent. Wassens: ‘Wij zijn straks klant. We zullen uiteraard
‘
14
MEI 2016
Interview
Algemeen directeur Geert Wassens (l) en Raymond Jolink, directeur supply chain & site development (r) zijn trots op de nieuwe ontwikkelingen
wat aanpassingen moeten doen hier op het terrein, maar het netwerk en de installaties voor geothermie zijn straks van derden.’
Valencia Parenco heeft zelf de handen vol aan het weer in gebruik nemen van de tweede productielijn, waar dus ook ongeveer honderd miljoen euro mee is gemoeid. Voor het bedrijf was het een zegen dat de huidige eigenaar H2 Equity Partners de aandelen in oktober 2012 overnam
van Norske Skog. De nieuwe eigenaar lijkt nu al vrij snel nieuw elan te brengen, waar de oude niet meer toe in staat was. Jolink, die ook de situatie van voor de overname kent: ‘Je moet je voorstellen dat
MEI 2016
in 2001 hier bij de overname door Norske Skog nog 690 mensen werkten. Dat ging in stappen terug, naar bijvoorbeeld 425 in 2009 toen de tweede productielijn werd gesloten. Er volgde reorganisatie op reorganisatie. Door deze nieuwe investeringen groeien we voor het eerst weer, naar 260 mensen. Dat is natuurlijk positief. En dat merk je bij de mensen. Sinds 2014 lijkt het vertrouwen bij de mensen weer beetje bij beetje teruggekomen.’ Wassens vult hem aan: ‘Eerst konden ze niet geloven toen ze de jaarcijfers zagen, dat we weer geld aan het verdienen zijn. En nu deze investering. Dat is nogal wat, als je weet dat de Nederlandse papierindustrie nog steeds behoorlijk onder druk staat en dan gaan wij honderd miljoen investeren. De laatste tien jaar is er in de hele sector niet zo’n grote investering gedaan. Toch wel iets om trots op te zijn.’ Vervolgend met een grote glimlach: ‘Wist je trouwens dat we hier dagelijks gemiddeld 1800 kilometer papier van 8,5 meter breed produceren? Dat is van hier naar Valencia en op een topdag halen we zelfs Noord-Afrika.’ b 15
Best Practice
Glasindustrie test nog meer mogelijkheden voor duurzame productie
Doorbraaktechnologieën maken glasfabrieken duurzamer De glasindustrie in Nederland behoort tot de wereldtop als het gaat om energie-efficiënt produceren. In twee decennia is het verbruik van de 24 glasovens in negen glasproductielocaties met 25 procent teruggebracht. Om de rest van de wereld echter voor te blijven zijn doorbraaktechnologieën nodig, zoals robuuste sensoren en thermochemische regeneratoren en recuperatoren. Harmen Weijer
Glas produceren kost veel energie, maar het product zorgt in zijn gebruiksfase vervolgens voor een flinke energie- en CO2-besparing. Denk aan de isolerende werking van glaswol, isolerend glas in woningen en aan vermindering van gewicht dankzij glasvezelversterkte kunststoffen. Om qua energie-efficiency ook in de productie state-of-the-art te zijn, wordt in de Nederlandse glasindustrie al jaren gepionierd, vertelt Marijke van den Bosch van de Vereniging Nederlandse Glasfabrikanten (VNG). ‘Belangrijke doorbraken vinden plaats in nieuwe technieken voor het hergebruik van restwarmte uit rookgassen. Bij de productie van glas komt veel restwarmte vrij, zo’n 25 tot 35 procent van de totale energie. Als deze opnieuw kan worden gebruikt, waarbij grondstoffen in het glasproces Bij de promet deze restwarmte worden verwarmd, levert ductie van glas dat een energiebesparing op van tussen de tien komt veel resten vijftien procent.’ warmte vrij, zo’n 25 Bij verpakkingsglasproducent Ardagh Europe is tot 35 procent van het gebruik van voorverwarmers als eerste getest, vertelt Sven-Roger Kahl, hoofdtechnoloog de totale energie.’ van Ardagh en voorzitter van NCNG, het wetenschappelijk comité van de VNG. ‘Deze voorverwarmers zijn echter niet voor alle glasbedrijven te gebruiken. Om dat wel te realiseren, is de komende jaren verdere ontwikkeling nodig. Een van de grootste problemen is vervuiling van apparatuur door herinzet van rookgassen die corrosieve componenten bevatten.’
‘
Doorbraaktechnologie hard nodig Nederland heeft een roemrijk verleden op het gebied van glasproductie. Al eeuwenlang is de glasindustrie gevestigd in Nederland. De afgelopen decennia zijn deze Nederlandse glasfabrikanten onderdeel geworden van internationale bedrijven, zoals Royal Leerdam dat nu onderdeel is van het Amerikaanse Libbey. Die globalisering heeft directe gevolgen voor investeringen in de Nederlandse fabrieken en daarmee in energie-efficiency en duurzaamheid in deze sector, vertelt Marco van Valburg van Libbey EMEA. ‘Als onderdeel van een globaal opererend bedrijf worden de keuzes wereldwijd gemaakt. Als in Mexico met dezelfde investering een miljoen euro winst kan worden geboekt, terwijl dat in Nederland veel minder is, dan is de keuze voor ons wereldwijd actieve
16
moederbedrijf gemakkelijk gemaakt.’ Nederlandse glasbedrijven zijn al sinds het begin van de meerjarenafspraken energie-efficiency in 1989 heel bewust en doelmatig aan de slag met energiebesparing. Dat terwijl glasfabrieken in andere landen, vooral buiten Europa, daar in de afgelopen jaren pas mee zijn begonnen. Daardoor worden investeringen voor energiezuinigere en duurzamere glasfabrieken eerder buiten Nederland gedaan. Sven-Roger Kahl, Ardagh: ‘Hier komen we steeds dichter bij de theoretische grenzen van ons proces. We kunnen nog wel investeren, maar het duurt langer voordat dit geld is terugverdiend. In andere landen kan men met hetzelfde geld een groter effect bereiken. Daarom zijn doorbraaktechnologieën juist in Nederland nodig.’
MEI 2016
FOTO’S: RIESJARD SCHROPP/RVO
Best Practice
Pre-competitief niveau De inzet van voorverwarmers is Circa 70-80% van niet de enige manier om restnieuw glas bestaat warmte op innovatieve wijze te uit oud glas. hergebruiken. De Nederlandse glasindustrie wil ook aan de slag met thermochemische recuperators (TCR), in navolging van de chemische industrie. Kahl. ‘Met een TCR wordt warmte uit rookgassen omgezet in heet synthesegas. Het resultaat is een kwalitatief goede brandstof met een hogere energetische waarde dan aardgas.’ Daarmee hoopt de glasindustrie 15 tot 25 procent brandstof te kunnen besparen. Deze verwachting is echter alleen nog gebaseerd op literatuuronderzoek, want in de praktijk is TCR in de glasindustrie nog niet getest. ‘We hebben dit als sector gezamenlijk uitgezocht, op pre-competitief niveau. Het is nu aan de bedrijven om de technologie te testen.’ Dat de methode in de chemische industrie al wordt toegepast, komt doordat de omstandigheden daar beter te controleren zijn. De ervaringen uit de chemie zijn echter niet één-op-één te kopiëren, aldus Kahl. ‘In de chemie is het maken van het product synthesegas een doel op zich en wordt het gemaakt uit schone grondstoffen. Bij ons is synthesegas het resultaat van een rest-
MEI 2016
product, waarna we het gas weer opnieuw inbrengen als efficiëntere brandstof.’
Risico’s Bij Libbey, dat in Leerdam tafelglas produceert, gaan ze niet deze methode, maar een afgeleide daarvan uitvoeren: thermochemische regenerator, vertelt Marco van Valburg, technical director van Libbey EMEA en secretaris van de VNG. ‘In de regeneratorkamers wordt een groot deel van de warmte van de rookgassen afgestaan aan een stapeling van vuurvaste stenen. Met deze warmte en aardgas wordt het synthesegas gevormd. Daarmee weten we de huidige calorische waarde van aardgas te verhogen, waardoor we dus kunnen besparen op aardgas.’ Het Leerdamse bedrijf gaat deze variant gebruiken in het huidige proces. ‘We nemen wel een aantal risico’s. Want werkt de technologie na vijf jaar nog betrouwbaar? En blijft de glaskwaliteit voldoende op orde?’ Libbey is de eerste glasproducent ter wereld die thermochemische regenerators gaat inzetten. Van Valburg: ‘Wij willen graag voorop lopen in duurzame technologie, want daarmee wordt ons bedrijf ook aantrekkelijk voor technisch personeel. Nieuwe technologie boeit techneuten. Daarnaast willen we klimaatbestendig zijn door zo min mogelijk aardgas te gebruiken, ook in het licht van aanscherpingen in energierichtlijnen 17
Best Practice
Het gesmolten glas wordt geknipt op de hoeveelheid van één flesje of pot.
en het CO2-emissiehandelssysteem.’ De hoge investering, waarvoor een jarenlange lobby nodig was binnen het van oorsprong Amerikaanse bedrijf, is echter niet voor niets. ‘We verwachten een forse CO2-reductie te realiseren van meer dan dertig procent.’
Robuuste sensoren Daarnaast onderzoekt en test de glasindustrie nog meer mogelijkheden voor een duurzame productie. Zo willen glasfabrieken het glassmeltproces, dat onder extreme omstandigheden en bij zeer hoge temperaturen in de ovens plaatsvindt, beter controleren. Daarom is er veel behoefte
aan nieuwe sensoren en controlesystemen die robuust genoeg zijn om in een glasoven te kunnen meten. ‘Deze sensoren moeten namelijk niet alleen bestand zijn tegen de hoge temperaturen, maar ook tegen de agressieve rookgassen’, zegt Kahl. Deze nieuw te ontwikkelen, robuuste sensoren moeten continu kunnen meten wat bijvoorbeeld de glaskwaliteit, temperatuur, chemische samenstelling, emissies, energieverbruik en status en daarmee de levensduur van de oven is. Op basis daarvan kan het proces worden geoptimaliseerd naar energieverbruik, kwaliteit en productperformance. ‘De sector is op dit moment bezig met een meetapparaat dat de CO en zuurstofovermaat in de verbranding kan meten. Dat zorgt ervoor dat er niet te veel, maar ook niet te weinig energie in het proces wordt verbruikt. En omdat met hoge temperaturen wordt gewerkt tussen 1550 en 1600 graden Celsius,
Duurzaam ondernemen Kansen om te innoveren en nieuwe markten aan te boren; dat biedt duurzaamheid aan ondernemend Nederland. Het resultaat is: economische groei, winst voor het milieu en een duurzame bedrijfsvoering. De overheid ondersteunt dagelijks honderden organisaties met financiering, kennis en partners. Voor al deze organisaties is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland het eerste aanspreekpunt. Ook voor het signaleren en attenderen van beleidsmakers op verbetering van wet- en regelgeving. Meer informatie: www.rvo.nl/duurzaamondernemen.
18
MEI 2016
Best Practice
is het belangrijk het proces goed te meten. Deze sensoren worden momenteel getest in twee ovens in Nederland.’ Ook hier is doorontwikkeling nodig om meer praktijktesten te kunnen doen. Dat komt niet alleen de glasindustrie ten goede, maar ook andere sectoren. ‘Want ook in andere sectoren met hoge-temperatuurprocessen is behoefte aan robuuste sensoren. Denk bijvoorbeeld aan de staalindustrie of de keramische industrie.’ Slim meten levert in dit geval tot drie procent energiebesparing per jaar op, weet Kahl. ‘Dat lijkt misschien niet veel, maar omdat onze sector al jarenlang veel energie-efficiënte maatregelen heeft genomen, is dit toch wel een forse besparing.’
Peltier-element, legt Kahl uit. ‘Bij een Peltier-element Er is veel bestop je er elektriciteit in hoefte aan nieuwe en je haalt er warmte uit. sensoren en conWe willen dit proces omdraaien, dus warmte erin trolesystemen die stoppen en stroom eruit robuust genoeg zijn halen. RVO.nl bracht ons om in een glasoven in contact met de staalte kunnen meten. industrie, waar een dergelijk onderzoek Stralingswarmte loopt. We zijn aangesloten bij dit onderzoek In Nederland Een andere mogelijkheid voor een duurzaen willen nu kijken of die thermo-elektrische komen we steeds me productie zoekt de glasindustrie in het elementen zodanig kunnen worden gemaakt dichter bij de stroomgebruik. Want naast veel aardgas gedat ze onze omstandigheden kunnen overtheoretische bruiken glasfabrieken ook veel stroom, 25 tot leven. In ons proces komt nogal wat condengrenzen van ons 30 procent van de totale energievraag is eleksaatvorming van stoffen voor en dat kan deze triciteit. Van Valburg: ‘Stroom is nodig voor elementen aantasten.’ proces.’ onder andere perslucht, motoren, blaasvenOp dit moment wordt een proefelement van tilatoren, koeling, maar ook voor elektrische tien bij tien centimeter gerealiseerd, waarmee boosting in de glasovens. Om die stroomkan worden getest. ‘Maar we willen toe naar vraag te drukken, onderzoeken wij of het moelementen die zo groot zijn als zonnepanelen, gelijk is uit stralingswarmte stroom op te wekken.’ dus bijna één bij twee meter. Daarmee kunnen we fors besparen Daarbij denkt de sector aan een zogeheten omgekeerd op onze stroomrekening’, aldus Kahl. b
‘
MEI 2016
19
Achtergrond
Duurzame technieken voor slibverwerking
Balanceren tussen duurzaamheid en kostenefficiency De tijd die hij neemt voor het interview en de hoeveelheid kennis die hij paraat heeft, verra den de passie die Martin Wilschut heeft voor zijn werk. De manager technologie en ontwik keling houdt zich bij slibverwerker GMB BioEnergie bezig met vrijwel alles rondom het directe productieproces. Dat doet hij hoofd zakelijk vanuit de verwerkingslocatie in Zut phen, die recent is uitgebreid met drie nieuwe composteringstunnels. Langzaam maar zeker breidt het bedrijf haar activiteiten uit. Daar bij staat duurzaamheid hoog in het vaandel, maar kostenefficiency is net zo belangrijk. ‘Een duurzame oplossing die geld kost, blijkt in de praktijk vaak niet te werken.’
Tot twintig jaar geleden ging veel van het zuiveringsslib dat afkomstig is van de ruim driehonderd Nederlandse rioolwaterzuiveringen (RWZI’s) direct de landbouw in. Dit is sinds 1995 verboden, onder meer vanwege de ziekteverwekkers in het slib. Sindsdien wordt het grootste gedeelte van het slib verbrand. Bij GMB BioEnergie doen ze het echter anders: op de verwerkingslocaties in Zutphen en Tiel wordt het slib biologisch gedroogd. Daarbij wordt de meststof ammoniumsulfaat herwonnen en wordt het slib verwerkt tot biogranulaat, dat in energiecentrales mee kan worden gestookt met kolen en als meststof kan worden gebruikt. De innovatieve methode trekt de aandacht. ‘Soms wordt composteren als ouderwets gezien, maar er wordt wereldwijd gekeken naar de manier waarop wij het doen. Het is gewoon hartstikke biobased wat we doen’, aldus Wilschut.
In een notendop
Dat ‘wat we doen’ is een verhaal apart. In het afvalwater dat in de RWZI’s terechtkomt, zitten nutriënten, vooral stikstoffen en fosfaten, die eruit moeten worden gehaald. De waterschapDoor deze pen doen dat door er bacteriemassa op te latoptimalisatie Elias de Bruijne en groeien, waardoor de nutriënten worden behandelen we vastgelegd in zuiveringsslib. Per jaar wordt op uiteindelijk met die manier 1,4 miljoen ton zuiveringsslib geminder luchtproduceerd en dat moet worden verwerkt en ontdaan van de nutriënten. GMB neemt jaaruitstoot meer slib.’ lijks 283.000 ton voor haar rekening. In Tiel en in Zutphen staan veertig meter diepe, betonnen tunnels met onderin een beluchtingssysteem. Die tunnels worden gevuld met een mengsel van vers en eerder gecomposteerd slib en vervolgens wordt er zuurstofrijke lucht doorheen geblazen. Daardoor groeien de bacteriën in het slib en stijgt de temperatuur tot zeventig graden, waarbij de massa composteert en In het kort de stikstoffen vrijkomen in de vorm van ammoniak. GMB BioEnergie is onderdeel van GMB, een aanbieder van De warmte zorgt ervoor dat het water verdampt, waarna de duurzame oplossingen op het gebied van energie, gronddamp wordt getransporteerd door de lucht. Die wordt meerstoffen en water. Het bedrijf verwerkt zuiveringsslib met als maals gebruikt binnen clusters van drie tunnels, waarbij de lucht doel er energie en grondstoffen uit te winnen. Het bedrijf van de tunnel die moet afkoelen wordt gebruikt om degene die is actief op vier locaties in Nederland, waarvan de composmoet opstarten te verwarmen. Wanneer de lucht de tunnels teringslocaties in Zutphen en Tiel het grootst zijn. In Lichverlaat, is deze honderd procent verzadigd en vol van geur en tenvoorde wordt uit organische reststromen biogas geproammoniak. De lucht wordt vervolgens in grote reactoren, zogeduceerd, waar vervolgens elektriciteit en warmte uit wordt heten zure wassers, gewassen met zwavelzuur. Dat bindt zich gewonnen. In Venlo is GMB BioEnergie verantwoordelijk met de ammoniak zodat ammoniumsulfaat ontstaat, een mestvoor de complete sliblijn van Waterschapsbedrijf Limburg. stof die in de Nederlandse landbouw mag worden toegepast. De van ammoniak ontdane lucht wordt daarna gekoeld om
‘
20
MEI 2016
FOTO'S: GMB BIOENERGIE
Achtergrond
vervolgens in een biologisch compostfilter van geur te kunnen worden ontdaan.
minder luchtuitstoot meer slib en kunnen we per jaar 18.000 ton ammoniumsulfaat produceren, 3.000 ton meer dan voorheen.’
Optimalisatie
Bodemverbeteraar
De techniek wordt steeds uitgebreid en geoptimaliseerd. Begin dit jaar opende GMB in Zutphen drie nieuwe composteringstunnels. De nieuwe tunnels, die volledig zijn geïntegreerd in het bestaande systeem, kunnen twintig procent meer slib bevatten dan de overige tunnels en maken het mogelijk per jaar 23.000 ton meer slib te verwerken. Bovendien reduceren ze de benodigde elektrische energie met vijftien procent per ton slib, door middel van een innovatief luchtbehandelingssysteem. Wilschut licht de aanwinst toe. ‘Wij zien ruimte in de markt om meer slib te verwerken, omdat in de toekomst de aardgasgestookte slibdrogers uit bedrijf gaan. We hebben daarom meer verwerkingscapaciteit aangeworven. Daarbij hebben we de luchtbehandeling geüpgraded. We hebben een tweede zure wasser neergezet en onze luchtkoeler uitgebreid. Even belangrijk is dat wij nog meer lucht gaan hergebruiken. De lucht die tot nog toe uit de schoorsteen kwam, bevatte nog voldoende zuurstof voor het composteringsproces. Door deze lucht op te warmen met restwarmte uit de zure wasser kunnen we die hergebruiken en zo de helft nogmaals over de tunnels leiden. Door deze optimalisatie behandelen we uiteindelijk met
De technieken die GMB gebruikt, zijn zonder meer duurzaam. De biologische productie van ammoniumsulfaat vermindert de uitstoot van CO2, terwijl stikstofkunstmest normaal gesproken wordt geproduceerd uit fossiele energie en stikstof uit de lucht. Daarnaast is elke ton slib die GMB verwerkt CO2-reducerend, want het biogranulaat vervangt steenkool. Wilschut vindt echter dat duurzaamheid niet alleen in CO2 en energieproductie of -reductie moet worden uitgedrukt. ‘Ik mis daar een paar dimensies in, zoals het terugbrengen van organische stof in de bodem. Dat zorgt voor een gezond bodemleven, voor het vasthouden van water en nutriënten. Wat is er nu mooier dan het terugbrengen van al die bouwsteentjes en nutriënten naar gebieden waar weer voedselproductie kan plaatsvinden? Ik denk dat deze vorm van duurzaamheid de toekomst heeft. Wij proberen daar een voorlopersrol in te hebben.’ Daarmee hangt samen dat wat duurzaam is in het ene land, dat in het andere land niet hoeft te zijn. Zo wordt zink, een van de nutriënten in zuiveringsslib, in Nederland bij een te hoog gehalte als verontreinigend gezien, terwijl er elders schaarste is. ‘Wereldwijd gaan er aan zinkschaarste net zoveel mensen dood als aan
MEI 2016
21
Nieuwe werkcolleges! THEMA RESTWARMTE VOOR DE INDUSTRIE Om te voorkomen dat nieuwe mogelijkheden te gemakkelijk worden gehypet, is verdieping nodig. Asset management en lifecycle management zijn actuele begrippen, maar is daarin de business case belangrijk of de license to operate? En wat wordt bijvoorbeeld bedoeld in de Power-to-product verhalen? Wat is er allemaal mogelijk? Tijdens Masters of Industry wordt telkens een actueel onderwerp onder de loep gehouden, om meer diepgang te geven aan veelbelovende industriële ontwikkelingen. Om hypes te voorkomen en toch op een doordachte manier te verbeteren. Doelgroep Masters of Industry werkcolleges zijn onder andere bedoeld voor: Directie, productiemanagers, plantmanagers, maintenance managers, ontwikkelaars, technische (project) managers, engineers, beleidsmakers, investeerders en onderzoekers in en rondom de proces- en maakindustrie.
19 MEI 2016 | NIEUWEGEIN Thema: Watervalorisatie
Programma: 15.15 uur Ontvangst
Het is mogelijk om proteïnen terug te winnen uit reststromen van de voedingsmiddelenindustrie. Willy Verstraete23 bedacht manier| om die 15.30CENTER uur Aanvang en aftrap door David van JUNIeen2015 WORLD PORT ROTTERDAM proteïnen efficiënt te kunnen winnen. Baarle (Watervisie platform)
Sprekers Ferry van Kann, Rijksuniversiteit Groningen Beschikbaarheid van voldoende voedsel, 15.40 uurRotterdam Introductielezing: Power-to-protein, Wilco vanenergie der Lans, Havenbedrijf
en water vormen wereldwijd reusachtige Willy Verstraete (Emeritus professor uitdagingen. Power-to-protein kan een oplossing LabMET Universiteit Gent) studie toelichten en spreken over het Doelgroep Nieuwe werkcolleges! gebruik van thermische energie en Masters of Industry werkcolleges Ombieden te voorkomen datzogenaamde nieuwe voor deze water - energie het concept exergie. Wilco van der mogelijkheden gemakkelijk zijn onder andere bedoeld voor: Vragen en discussie power-to-protein food nexus. te Emeritus Professor Willy Verstraete 16.15 uur Lans van het Havenbedrijf Rotterdam worden gehypet, is verdieping directieleden, productiemanagers, van de KU Leuven onderzoekt de productie zal tijdens zijn college ingaan op de nodig. Miniaturisering en modulaire plantmanagers, maintenance 16.30 uur Korte pauze van hoogwaardige eiwitten via biosynthese uit geïntegreerde aanpak om de energiebouw zijn mooie voorbeeldkreten, managers, utilities managers, en ammoniumstikstof. Op deze waterstof, CO 2 infrastructuur in Zuid-Holland te maar waar liggen de reële kansen ontwikkelaars, technisch (project) wijze wordt eiwit, een steeds schaarser goed, 16.45 uur Watervalorisatie realiseren. in de chemie: om industriële installaties kleiner, managers, engineers, beleidsmakers veiliger en efficiënter te maken en in en investeerders uit de proces- enGrondstoffen en energie uit gevormd uit reststoffen en overtollige energie. Programma maakindustrie. modules op te bouwen? En wat is er reststromen chemie mogelijk, haalbaar en betaalbaar als 14:30-15:00 Ontvangst Wie denkt dat de chemische industrie haar Thema: Restwarmte voor de restwarmte van de ene site ingezet 15:00-15:10 Inleiding reststromen niet kan hergebruiken, heeft het 17.15 uur Vragen en discussie watervalorisatie industrie moet worden op andere plaatsen? 15:10-15:50 College Ferry van mis. Inmiddels zijn diverse projecten‘Restwarmtebenutting opgestart kan een Kann, Rijksuniversiteit om selectief componenten en zouten 17.30 uur Einde met borrel en versnapering nuttige bijdrage leveren aan Tijdens Masters organische of Industry wordt Groningen dezouden verduurzaming telkens actueel onderwerp uit deeen reststromen te halen. Hiermee niet van onze 15:50-16:00 Pauze energievoorziening en aan de onder de loep genomen. Om alleen waardevolle grondstoffen kunnen worden 16:00-16:45 College Wilco van der vermindering van afhankelijkheid van meer diepgang te geven aan Locatie: teruggewonnen, maar ook 25 procent energie Lans, Havenbedrijf aardgas.’ Daarmee begint Minister veelbelovende industriële KWR, Groningenhaven 7, Nieuwegein kunnen worden bespaard. Rotterdam ontwikkelingen. Om hypes te voorkomen en toch op een doordachte manier te verbeteren.
Kamp een van zijn antwoorden op Kamervragen over het proefschrift van planoloog Ferry van Kann. Tijdens zijnInitiatiefnemers: college zal Van Kann zijn
MELD U NU AAN OP
16:45-16:55 16:55-17:30 17:30-18:00
Pauze Debat Afsluiting met borrel
www.mastersofindustry.nl
Toegangsprijs: € 195,00 Voor leden en partners van Industrielinqs geldt een gereduceerde prijs van € 95,00 MELD U NU AAN OP www.mastersofindustry.nl
Achtergrond
malaria. Het gaat er maar net om welk stofje je waar hebt. Wij importeren allerlei zaken om hier te kunnen produceren, zoals soja en kunstmest. Vervolgens ontstaan daaruit reststromen, waardevolle grondstoffen, die we hier mestoverschot en fosfaatoverschot noemen. Die willen wij weer een bestemming geven elders in de wereld. Zo kijken we of wij een bodemverbeteraar uit biogranulaat kunnen maken voor landbouwkundige toepassing in gebieden waar behoefte is aan nutriënten en sporenelementen, zoals Frankrijk, Polen en Hongarije. Graag geven we nutriënten en organische stoffen daar een tweede leven.’
Durven vernieuwen Duurzaamheid is bij GMB een belangrijk thema, maar het is zeker niet allesoverheersend. ‘Duurzaamheid is mooi, maar wat we doen moet ook kostenefficiënt zijn. Een duurzame oplossing die Kostenplaatje geld kost, blijkt in de praktijk niet te werken. Het is constant zo- Al met al klinkt het ideaal: GMB verwerkt zuiveringsslib op een eken naar een evenwicht tussen kostenefficiency en duurzaam- duurzame manier en is nog kostenefficiënt bezig ook. Je zou heid. Zo investeren we ook in nieuwe technieken die niet direct verwachten dat deze techniek meer navolging zou krijgen, maar zo simpel ligt het niet. Geld speelt een rol. ‘Het heeft deels te wat opleveren, maar ons op termijn wel veel brengen. We hebben bijvoorbeeld een installatie ontwikkeld waarmee we maken met regelgeving. Tot 1 januari afgelopen jaar ging derstikstof en fosfaat uit urine halen. Die heeft ons veel geld gekost, tig procent van het zuiveringsslib dat in Polen werd geprodumaar ons ook op scherp gesteld in de behandeling van hoog ceerd gewoon op de vuilstort. Hoe je het wendt of keert, ook ons verwerkingsproces kost geld en tegen een geconcentreerde nutriëntenstromen en kennis vuilstort kunnen wij niet op. Het is wel zo dat gebracht die we ergens anders weer kunnen deze techniek interessant begint te worden in gebruiken. Soms moet je op de muziek vooruit de landen waar wet- en regelgeving ontstaat. lopen en durven te vernieuwen. Maar we houHet is geen Voor Nederland ligt het weer anders. De grote den altijd de kosten in het oog en nemen geen ‘rocket science’ wat verbrandingsinstallaties van Slibverwerking onverantwoorde risico’s.’ we hier doen, maar Noord-Brabant en de Huisvuil Centrale, waarwel technologie Zoeken en peuteren van de waterschappen aandeelhouder zijn en Het gebeurt ook meer dan eens dat GMB een waarin heel veel die vijftig à zestig procent van het zuiveringsbepaalde richting wordt opgestuurd door slib in Nederland verwerken, zijn nog niet afleergeld en ontwikkelingen in de markt. Zo is het bedrijf geschreven. De waterschappen hebben tienervaring zit.’ momenteel bezig met pelletiseren (het vertallen miljoenen geïnvesteerd in deze instaldichten van materiaal tot korrels door middel laties, dus die zullen niet zo snel stoppen. We van een pers, red.) vanwege de op handen hebben met een marktsituatie en met capazijnde sluiting van diverse kolencentrales citeit te maken.’ waaraan biogranulaat wordt geleverd. Maar even vaak zoekt het bedrijf zelf nieuwe richtingen door het doen van onder- Leergeld zoek naar innovatieve technologieën. Dat is iets wat voor een GMB zelf heeft in ieder geval geen haast als het gaat om uitgroot deel op het bordje ligt van Wilschut, die zich bezig houdt breiding. ‘We verwachten niet dat we zomaar fabrieken in het met alles wat te maken heeft met technologieontwikkeling, lo- buitenland gaan neerzetten, maar we zijn wel aan het kijken of catieontwikkeling, veiligheid, milieu, optimalisatie en het zoek- we de technologie die we hier ontwikkeld hebben ter beschikking willen stellen aan bedrijven die ambities op het vlak heben van nieuwe markten. Een aanzienlijk gedeelte van dat werk bestaat uit onderzoek. ben. Dat gebeurt nu bijvoorbeeld in Canada. Vervolgens moeten Daarbij zoeken Wilschut en zijn kleine team het vooral in de we een verdienmodel hebben. Het is geen ‘rocket science’ wat samenwerking met kennispartijen, waaronder universiteiten in we hier doen, maar wel technologie waarin heel veel leergeld binnen- en buitenland. Wilschut probeert daarbij out-of-the- en ervaring zit. Het is nu zaak op te schalen zonder ons in grote box te denken. ‘We werken samen met Wageningen Universiteit avonturen te storten. We hebben in Nederland onze handen al en de afdeling mijnbouw van de TU Delft. We hebben samen vol met de ministeries, wet- en regelgeving, klanten, de watermet een voedingsproductiebedrijf dat actief is met het schei- schappen, de afzetkant en de locatie. Uiteindelijk zijn we met den van stoffen onderzocht of we organische en anorganische afvalstromen bezig en dat moet op een heel verantwoorde, stoffen kunnen scheiden. Het is heel veel samenwerken, zoeken weloverwogen manier gebeuren. De waterschappen zijn onze en peuteren, bedenken hoe kun je dingen slimmer, beter en an- klanten en als wij een fout maken wordt het direct teruggelegd ders kunt doen. Veel onderzoek leidt tot niks, maar uiteindelijk naar onze opdrachtgevers, de overheden dus. Bij twijfel steken we niet over.’ b komen we zo ook op innovaties uit.’
‘
MEI 2016
23
Industriewater
Industrie moet watervraagstuk zeer serieus oppakken
Watervisie 2016 in teken van circulaire economie Michael Braungart, bedenker van de term cradle-to-cradle, vatte de opdracht voor de Nederlandse industriewaterbranche tijdens het congres Watervisie 2016 goed samen: ‘We moeten producten niet minder slecht maken voor het milieu, maar een positieve bijdrage laten leveren.’ De Nederlandse industrie neemt de opdracht serieus en sluit steeds vaker de cirkel. David van Baarle
De mondiale situatie in 2030 die Henk Pool tijdens het congres schetste, was vrij confronterend. Momenteel staat de teller op ruim zeven miljard, maar over veertien jaar is de wereldbevolking gegroeid naar zo’n 8,3 miljard personen. Tegelijkertijd neemt de welvaart in veel voormalige ontwikkelingslanden gestaag toe, waardoor er tegen die tijd 45 procent meer energie en ook nog eens vijftig procent meer voedsel nodig is dan we momenteel verbruiken. Om dat voedsel te verbouwen en de dorst te lessen, zullen we dertig procent meer zoet en schoon water nodig hebben. De directeur R&D van Dow Benelux vraagt zich af welke bedrijven voldoende maatregelen hebben genomen om hun waterverbruik in 2030 zodanig terug te dringen dat er genoeg overblijft voor consumptie. Want dat de industrie concurreert met landbouw en de burger, moge duidelijk zijn. En omdat diezelfde burger de klant is van de industrie, zal deze het watervraagstuk zeer serieus moeten oppakken. De uitdagingen die gepaard gaan met een groeiende wereldbevolking en dreigende klimaatverandering blijven niet beperkt tot water. Ook andere grondstoffen komen onder druk te Duurzame staan. Om die uitdaging het hoofd te kunnen waterproductie bieden bedacht Michael Braungart veertien levert meer op dan jaar geleden de term cradle-to-cradle. Net als alleen waterin de biosfeer niets verloren gaat, zo zou ook besparing.’ de kunstmatige habitat die de mens heeft geschapen circulair kunnen omgaan met grondstoffen. Afgedankte gebruiksgoederen kunnen als basis dienen voor nieuwe goederen. Water krijgt in deze filosofie een dubbele rol omdat het niet alleen een schaarse grondstof is, maar ook drager van energie en tal van grondstoffen. Industriewater heeft daarbij als voordeel dat het vaak een geconcentreerde stroom bevat van grondstoffen die elders in de keten kunnen worden benut.
‘
Watersysteem In het geval van Dow Benelux is waterbesparing en hergebruik de grootste drijfveer om de voetafdruk zodanig te beperken dat de bewoners van Terneuzen ook in 2030 nog voldoende zoetwater kunnen gebruiken. Het chemiebedrijf is al meer dan vijftig jaar gevestigd in een gebied met voornamelijk zout- en brakwater. Voor verwarming en koeling van de chemische processen is schoon zoetwater nodig. Opvallend is dat het bedrijf sinds zijn oprichting in de jaren zeventig enorm is gegroeid, terwijl de inname van zoetwater navenant gelijk is gebleven. Dat kan alleen maar door zeer goed over het gebruik van zoetwater na te denken en zoveel mogelijk de eigen keten te sluiten of ande24
MEI 2016
FOTO: BILFINGER
Industriewater
re ketens te betrekken bij de watervraag. Het bedrijf gebruikt bijvoorbeeld effluent uit de waterzuivering van Terneuzen als basis voor zijn industriewater. Bovendien wordt dat water ook nog eens twee keer gebruikt op het industrieterrein van Dow. Pool: ‘Uiteindelijk moet het mogelijk zijn om de onttrekking van zoetwater zelfs tot nul terug te brengen. Daarvoor is nog wel wat innovatie nodig. Het zou helpen als er een efficiënte manier wordt bedacht om brak oppervlaktewat er te ontzilten of om de omgeving te kunnen gebruiken om op natuurlijke wijze te ontzilten. Als laatste hebben we ook extra buffercapaciteit nodig om het watersysteem in Zeeland robuuster te maken.’ Eenzelfde uitdaging zag IOI Loders Croklaan Wormerveer, dat palmolie raffineert en fractioneert voor de voedings- en genotmiddelenindustrie. Voor die processen is schoon water nodig en tot voor kort gebruikte het bedrijf alleen leidingwater. Process engineer Joost van der Heijden vertelde welke maatregelen het bedrijf nam om zijn waterverbruik te temperen en te verduurzamen. ‘De eerste stap, het reduceren van ons gebruik, hebben we al vijf jaar geleden ingezet. Destijds loosden we nog zo’n 25 kuub ongezuiverd water per uur op het riool. We zijn toen een reductieprogramma gestart en spraken daarnaast ook de ambitie uit om het water dat we nog nodig hadden, zo veel mogelijk te recyclen. In eerste instantie resulteerde dit programma al in een reductie van 25 naar 15 kuub per uur. Maar het water bevatte aan het einde van de productieketen nog vetzuren en vetdelen.’ Om het water weer op te werken tot een kwaliteit die beter is dan drinkwater, installeerde IOI Loders Croklaan een membraanbioreactor gevolgd door ultrafiltratie en reverse osmose. Daardoor is het mogelijk het afvalwater weer in de stoomproductie te gebruiken. Het bedrijf loost nu dagelijks 240 kuub minder water, betaalt minder lozingsheffing en koopt minder drinkwater in. Hoewel de operationele kosten iets zijn toegenomen, is
MEI 2016
de investering in minder dan vijf jaar terugverdiend. ‘Duurzame waterproductie levert dus meer op dan alleen waterbesparing.’
Watervalorisatie De agro- en voedingsmiddelenbedrijven die bij Dutch Biorefinery Cluster (DBC) zijn aangesloten, zijn al ver in het valoriseren van hun reststromen. Voorzitter Annita Westendorp liet zien waar voor DBC nog de uitdagingen liggen. ‘Procesoptimalisatie is de beste stap die je kunt nemen, die stap hebben we ook goed onder controle. Hetzelfde geldt voor het optimaliseren van de waterstromen in de eigen keten. Maar waar nog echt grote slagen kunnen worden gemaakt, is in de slimme combinaties. De papiersector kan bijvoorbeeld de nutriënten uit de reststromen van de voedingsmiddelensector goed gebruiken om hun afvalwaterverwerking te optimaliseren en biogas te produceren.’ En zo kan DBC nog tal van andere voorbeelden noemen van waterhergebruik of -valorisatie. Zoals FrieslandCampina, dat proceswater opwerkt tot drinkwaterkwaliteit, of de aardappelverwerkende industrie die behandeld effluent gebruikt als proceswater. En weer diezelfde papierindustrie die vezels uit het afvalwater terugwint om die vervolgens weer in het eigen proces of bij collega-bedrijven in te zetten. Ook de samenwerking tussen de industrie en de publiek bestuurde waterschappen levert steeds meer duurzame grondstoffen, biogas en water op. Hetzelfde geldt voor industriële bedrijven onderling. De kunst is volgens DBC om de eigen waterstromen in kaart te brengen en die te matchen aan de stromen van andere bedrijven of overheden. Die kaart staat inmiddels online en Westendorp daagt de industrie uit om die aan te vullen met best practices. ‘Hoewel er nog genoeg beren op de weg zijn die innovatie in de weg staan, zijn er ook veel synergievoordelen te halen. Proceswatervalorisatie is de grootste valorisatie-uitdaging voor de komende tien jaar. Wacht dus niet te lang.’ b 25
Partnernieuws
Green Deal biomassa getekend Medio april hebben minister Kamp van Economische Zaken en koplopers van het duurzame bedrijfsleven de Green Deal business voor biomassa en biobased gas getekend tijdens de Innovation Expo in Amsterdam. Ook staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Sharon Dijksma was aanwezig. In deze Green Deal gaan de hernieuwbare gassector, duurzame koplopers in de industrie, kennisinstituten en de overheid de komende twee jaar samenwerken aan verdere totstandkoming van een biobased economie. Naast AkzoNobel ondertekenden DSM, FrieslandCampina, Suiker Unie, Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam, Groen Gas Nederland, ECN en Energy Academy Europe.
De verwachting is dat deze Green Deal biomassa een belangrijke pijler wordt onder de circulaire economie en duurzaam beleid op de langere termijn. De overheid beschouwt deze ontwikkeling als een belangrijke sleutel voor de verduurzaming van de chemiesector en de energievoorziening. Directievoorzitter Knut Schwalenberg van AkzoNobel Nederland: ‘We werken met partners aan veelbelovende projecten om onder meer biomassa uit hout en suikerbieten om te zetten in chemische bouwstoffen.’ De Green Deal richt zich op omzettingstechnologieën van biomassa volgens het principe van cascadering. Waardevolle grondstoffen worden uit de biomassa onttrokken, zoals mineralen, eiwitten en vezels voor de industrie. Van het restproduct wordt via vergisting, vergassing en raffinage hernieuwbaar gas gemaakt. Zo kunnen bestaande biomassastromen als mest beter worden benut en ontstaan er mogelijkheden om nieuwe biomassastromen te ontwikkelen zoals aquatische biomassa.
Avantium kiest voor Antwerpen en BASF Het Nederlandse chemisch technologiebedrijf Avantium gaat samen met BASF een furaandicarbonzuur-fabriek voor de productie van biologisch plastics bouwen. De fabriek komt op de Verbund-site van BASF in Antwerpen en krijgt een capaciteit van 50.000 ton per jaar. Al een tijdje dingen verschillende industrieclusters naar de hand van Avantium. Het bedrijf dat de biogebaseerde kunststof PEF wil produceren sloot al interessante overeenkomsten met onder andere Coca-Cola en Danone. Maar waar de eerste fabriek terecht zou komen bleef lang onduidelijk. De geruchten dat Antwerpen met de investering aan de haal zou gaan werden steeds sterker. Medio maart is dat bevestigd. Avantium en BASF ondertekenden een intentieverklaring en zijn gestart met exclusieve onderhandelingen met het oog op de oprichting van een joint venture voor de productie en marketing van furaandicarbonzuur (FDCA) en het op de markt brengen van polyethyleenfuranoaat (PEF). Met de nieuwe chemische
component FDCA kan polyethyleenfuranoaat (PEF) worden geproduceerd, een biogebaseerde kunststof met kwaliteiten die PET overstijgen. De kunststofsoort kenmerkt zich door verbeterde isolerende eigenschappen voor gassen zoals kooldioxide en zuurstof, wat de houdbaarheid van verpakte producten kan verlengen. De joint venture gaat gebruikmaken van YXY, het proces dat door Avantium in zijn laboratoria in Amsterdam en zijn kleinschalige testfabriek in Geleen is ontwikkeld voor de productie van FDCA. De technologie zal in licentie worden gegeven voor toepassing op industriële schaal.
Start bouw zonnepanelenpark in Delfzijl In april is de bouw van SunPort Delfzijl gestart, het tot nu toe grootste zonne-energie park van Nederland. De aandelen van het project zijn door Sunport Energy volledig overgedragen aan WIRSOL die het project zal financieren, bouwen en exploiteren. De verwachting is dat het zonnepark in het najaar van 2016 ge-
26
reed zal zijn. Ongeveer 123.000 zonnepanelen worden geplaatst op dertig hectare (zestig voetbalvelden) grond in de zuidwestelijke hoek van het industriegebied Oosterhorn in Delfzijl. Dit dertig MW zonnepark zal stroom leveren aan de industrie in de regio Eemsdelta en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de beschikbaarheid van duurzame energie voor lokale bedrijven. Met het project is een totale investering van ruim dertig miljoen euro gemoeid. In januari jl. ondertekenden vertegenwoordigers van Sunport, WIRSOL en Groningen Seaports gezamenlijk de grondovereenkomst. WIRSOL heeft als doel voor het einde van het jaar het project te hebben aangesloten op het elektriciteitsnet en de eerste zonne-energie te kunnen leveren. WIRSOL is een internationaal gespecialiseerd bedrijf op het gebied van zonneparken.
MEI 2016
Watervisie
Braungart doorspekte zijn betoog met onorthodoxe voorbeelden
Schade beperken is niet genoeg Producten minder slecht maken voor het milieu, is nog steeds niet goed voor het milieu. We staan voor de uitdaging om producten te maken die een positieve bijdrage leveren aan de maatschappij, de economie en het milieu. Michael Braungart, de bedenker van de term cradle-to-cradle, pleitte tijdens het congres Watervisie voor een paradigmaverschuiving waarin we de waarde van producten zodanig verhogen dat we ze niet meer af hoeven te danken.
gebruikt, worden telkens weer hergebruikt. Dit is cradle-tocradle en zo zouden producten ook moeten worden ontworpen. Liesbeth Schipper Zodat ze aan het eind van hun levensduur terug kunnen worden gebracht in biologische of technische kringlopen. Hij waarschuwt voor duurzaam denken. ‘DuurWe zijn met z’n allen goed bezig, lijkt het. Glas zaamheid en innovatie zijn tegengestelden. Ingaat in de glasbak, plastic gaat naar de plasticnovatie kan immers niet duurzaam zijn, omdat container en ook papier wordt apart ingezahet anders geen innovatie is. Duurzaamheid We make the meld. En toch zijn we daarmee niet op de goekomt neer op het optimaliseren van het verwrong things perde weg, vindt Michael Braungart, de bedenker keerde. Een product dat afval wordt, is gewoonfect, but that’s just van de term cradle-to-cradle. Want hoewel neweg geen goed product. Het begint allemaal perfectly wrong.’ gen van de tien kranten zijn gemaakt van geremet bedenken wat het goede is om te doen. En cycled papier, gaan toch nog steeds heel veel het gaat daarbij niet om ethiek of verantwoorgrondstoffen bij de productie van papier verdelijkheid, want dat vergeten we meteen weer loren. Alleen de pulp, ongeveer zestig procent als we onder druk staan. Laten we ons richten van het totale volume, kan worden gerecycled. Veertig procent, op innovatie, kwaliteit en schoonheid.’ vooral inkt en vulmaterialen, is nog steeds afval. Als maar zestig procent van een product kan worden gerecycled, kun je dit dan Neem de lift Braungart doorspekte zijn betoog met onorthodoxe voorbeeleigenlijk wel milieuvriendelijk noemen? Braungart probeerde de bezoekers van het congres Watervisie den. ‘Als je echt iets wilt doen voor het milieu, neem dan de lift wakker te schudden. ‘We proberen het milieu te beschermen in plaats van de trap. We hebben namelijk zo’n perverse vorm door onze olieconsumptie te verminderen of energie te be- van landbouw dat we tien calorieën aan energie nodig hebben sparen, maar dat is niet de goeie weg. We kunnen daarmee al- om één calorie aan voedsel te maken. Dus neem de lift, want dat leen de schade beperken. Bescherm je je kind als je het slechts kost maar twee calorieën aan energie. Daar kun je je footprint vijf keer slaat in plaats van tien keer? Nee, je beperkt alleen de zomaar flink mee verlagen.’ Hij wil met zijn voorbeelden geen mensen beschuldigen, maar schade.’ vooral laten zien wat er gebeurt. ‘We hebben een ‘mindshift’ Nuttig nodig om over de beperkingen uit het verleden heen stappen. Wat Braungart wil, is dat we producten maken die nuttig zijn en We vallen terug in een circulaire economie, maar dat helpt ons niet slechts minder schadelijk voor het milieu. Voorbeelden van niet. Het zorgt er alleen voor dat we dertig jaar tijd verliezen. hoe het wel moet, haalt hij uit de natuur. Een kersenboom bloeit Als we proberen om een beetje minder slecht te zijn door onze met eindeloos veel bloemen. Als het kersenseizoen voorbij is, footprint te minimaliseren, doen we het milieu daar uiteindelijk vallen de bladeren op de grond. Niet als afval, maar als voe- geen goed mee. ‘We make the wrong things perfect, but that’s dingsstof voor het volgende jaar. De grondstoffen die de boom just perfectly wrong.’’ b
‘
MEI 2016
27
Achtergrond
Onderhoud en duurzaamheid gaan hand in hand
Hele keten zorgt voor groen bier De brouwerij in Zoeterwoude is de grootste van Heineken en is tevens de grootste bierbrouwerij in Europa. In 2020 wil ze klimaatneutraal zijn. De bierbrouwer plaatst windmolens en gebruikt biogas uit de eigen afvalwaterzuivering. Maar ook onderhoud en de keten spelen een belangrijke rol in de missie voor 2020.
Onderhoud
Ook onderhoud kan volgens Bakker een flinke bijdrage leveren aan de duurzaamheidsdoelen van Heineken. ‘Je kan een mooie synergie bereiken tussen revisies, vervangingen, onderhoud en duurzaamheid. Vaak is die combinatie tussen duurzaamheid en onderhoud ook nodig, want we zijn nog steeds een commercieel bedrijf dat commercieel concurrerende producten maakt. We proberen daarom ook om duurzame investeringen financieel rendabel te maken en te houden. Dat lukt vaak goed door bij onderhoud, revisies en vervangingen meteen een stuk energiebesparing in te bouwen.’ Dagmar Aarts Een concreet voorbeeld daarvan zijn de ledlampen die inmiddels al bijna de helft van de brouwerij verlichten. Die lampen worden niet alleen maar terugverdiend doordat ze minder aan Middenin de brouwerij en in de geur van bier heeft Sybren elektriciteit verbruiken, maar ook doordat ze veel minder onBakker zijn kantoor. ‘Maar eigenlijk ben ik niet direct betrokken derhoud nodig hebben dan de oude lichtbronnen. Ze zijn tien bij het brouwen van bier’, zegt de rayonmanager energie en jaar onderhoudsvrij, terwijl de oude lampen om de drie à vier utilities manager. Bakker heeft meerdere functies bij Heineken. jaar moesten worden vervangen. Bakker: ‘Hier is een geweldiZo beheert hij het onderhoudsbudget voor ge combinatie gemaakt tussen onderhoud, de brouwerij en zorgt hij voor de noodzakelijelektriciteitsbesparing en verbeterde arbeidske utilities zoals water, elektriciteit en stoom. omstandigheden, want ledlicht is fijner om in Die laatste twee worden ook op het terrein in te werken.’ Onze keten Zoeterwoude opgewekt. ‘Ik produceer elekEen ander voorbeeld van hoe onderhoud en gaat mee in onze triciteit en stoom, maar ben tegelijkertijd beduurzaamheid hand in hand gaan, zijn de duurzaamheidszig om elk jaar minder te produceren. Eigennieuwe ketels. In verband met de windturwensen, omdat ze lijk probeer ik mijn ene functie overbodig te bines en de nieuwe emissie-eisen die er aan snappen waarom maken door mij met duurzaamheid bezig te komen voor stookinstallaties moesten de houden. Daarvoor kijk ik naar water- en enerstoomketelcombinaties worden vervangen. we het doen.’ giebesparing. Het doel is om in 2020 klimaatEr is gekozen voor de nieuwste en modernste neutraal te zijn en we willen dat onze keten ketels die er zijn. ‘De oude ketels waren aan dat dan ook is.’ het einde van hun levensduur en we wilden De brouwerij maakt voor haar stoom en elekniet kiezen voor tweedehands installaties, triciteit nu nog veel gebruik van aardgas, maar zet in op duur- die nog net aan die nieuwe emissie-eisen zouden voldoen’, zegt zamere bronnen. Zo worden er vier enorme windturbines op Bakker. ‘Onze nieuwe stoomketels zijn vijf procent efficiënter en het terrein geplaatst die straks 35 procent van de benodigde kunnen honderd procent biogas stoken. Daardoor bouwen we elektriciteit gaan leveren. En met biogas uit de eigen afval- meteen een stuk efficiëntie en flexibiliteit in richting een duurwaterzuivering wordt al zeven procent van de gasbehoef- zame brouwerij. Eerst hadden we nog restricties aan de hoete ingevuld. ‘Komend jaar maken we minder elektriciteit met veelheid biogas die we in konden zetten, dat is met deze ketels aardgas vanwege de windturbines en daarom stoppen we ook verleden tijd.’ twee van de drie gasturbines. We willen steeds meer met bio- Maar ook als zaken nog niet aan het einde van hun levensduur gas gaan doen. We willen niet alleen ons eigen afvalwater zui- zijn, kan je volgens Bakker prima in duurzaamheid investeren. veren, maar ook water uit de omgeving zodat we meer biogas Zo is het isoleren van installaties altijd rond te rekenen. kunnen produceren. Daarnaast werken we aan verdere verduurzaming van de warmtevoorziening door de mogelijkhe- Samenwerken den voor inzet van duurzame warmtebronnen op de brouwerij Om steeds beter en efficiënter te worden, trekken de verschillende vestigingen van Heineken samen op. Wereldwijd heeft te onderzoeken.’
‘
28
MEI 2016
FOTO: EELKJE COLMJON
Achtergrond
de bierbrouwer honderdtachtig brouwerijen. Bakker: ‘Het principe van bierbrouwen is bijna overal hetzelfde, dus als je iets hebt verzonnen dat beter of efficiënter is dan kan je dat op veel brouwerijen toepassen. We hebben allerlei samenwerkingsverbanden en delen ontzettend veel kennis. We hebben zelfs een wereldwijde afdeling opgezet om het energie- en watergebruik terug te dringen. In dat kader doe ik zelf regelmatig energieaudits bij andere brouwerijen en dan kom ik van alles tegen. Je hebt goed en minder goed presterende brouwerijen, maar er is geen enkele brouwerij die alle best practices heeft. Er is altijd wat op te merken, ook hier in Zoeterwoude is het niet perfect. Dus als ik ergens anders rondloop, pik ik altijd weer dingen op die ze daar heel goed doen en waar ik van kan leren.’
Keten Om de Zoeterwoudse brouwerij nog duurzamer te maken, wordt ook goed gekeken naar de keten. Bakker: ‘Bij ons komt slechts een klein deel van de CO2-footprint van de brouwerij, het overgrote deel ligt in de keten. Dat komt van de grondstoffen, maar met name ook van het verpakkingsmateriaal.’ Vanuit Groene Cirkels, een samenwerkingsverband met de provincie Zuid-Holland en universiteit Wageningen, is het doel om een klimaatneutrale brouwerij te creëren, een duurzame economie en een aangename leefomgeving in de regio Zoeterwoude. Het initiatief draait om vijf thema’s: energie, water, logistiek, leefomgeving en grondstoffen. Er wordt onder andere geprobeerd om aan te sluiten bij de regionale wateragenda.
MEI 2016
Binnenvaart Heineken kijkt ook naar duurzame opties voor het transport van de grondstoffen en het bier. De afgelopen jaren is het transport van het bier naar de Rotterdamse haven al aangepakt. In plaats van met vrachtwagens wordt de lading nu per binnenvaartschip weggebracht vanuit de containerterminal in Alphen aan den Rijn. Datzelfde gebeurt met de mout die nu over de Oude Rijn naar de brouwerij toe komt. Er wordt nog gekeken of het transport naar de containerhaven ook kan worden verduurzaamd met elektrische vrachtwagens. Daarnaast probeert de bierbrouwer anderen in de keten tot meer duurzaamheid te bewegen. Bakker: ‘We zijn druk in gesprek met onze glasfabrikanten, want die hebben percentueel gezien bij ons een grote CO2-footprint. Verder bespreken wij op dit moment met de provincie Brabant, gemeente Moerdijk en Havenschap Moerdijk of het mogelijk zou zijn om ook in Moerdijk een ‘Groene Cirkels’-initiatief op te richten. Onze keten gaat mee in onze duurzaamheidswensen, omdat ze snappen waarom we het doen. Ze zien er de meerwaarde van in en ontplooien er initiatieven op. Naast een intrinsieke motivatie tot verduurzaming, denken wij ook dat duurzaamheid een hele belangrijke factor gaat spelen in de aanschaf van ons product. Als ze in de Verenigde Staten ons bier niet meer willen drinken, omdat het niet duurzaam genoeg is, dan hebben wij in Zoeterwoude een hele grote uitdaging. Maar ook de gevolgen voor de glasfabrikant zijn dan groot. Wij willen graag doorgaan met wat we doen, maar dan op een steeds duurzamere manier.’ b 29
Watervisie
Eenvoudige ingreep met grote impact
Pentair is Waterinnovator of the Year 2016 ‘De X-Flow helix-technologie blinkt uit in eenvoud, terwijl de impact ervan op de energieconsumptie en productiviteit heel groot is.’ Zo omschreef de jury de inzending van Pentair, winnaar van de Waterinnovator of the Year-verkiezing. De Enschedese vestiging van het Amerikaanse bedrijf wist een helixvorm aan de binnenkant van een membraan aan te brengen die een wervelstroom creëert, waardoor deze veel minder snel vervuilt.
‘
X-Flow R&D manager Jens Potreck van Pentair lichtte in zijn pitch tijdens het Watervisie Congres toe hoe De methode hij tot zijn prijswinnende innovatie bleek niet alleen te kwam. ‘Het feit dat membranen snel werken, maar ook aankoeken, is algemeen bekend. op commerciële Normaal gesproken hecht vuil zich schaal reproduaan de wanden van een membraan waardoor de productiviteit afneemt. ceerbaar.’ Tot nog toe loste men dit probleem op door de langsstroomsnelheid te verhogen. Eenvoudig gezegd wordt de druk opgevoerd. Dit kost echter zeer veel energie. We hadden al snel het idee opgevat dat een wervelstroom in het membraan ervoor zou kunnen zorgen dat die deeltjes überhaupt niet zouden hechten. Enige uitdaging was hoe je zo’n stroom kunt opwekken in een rietje met enkele millimeters doorsnede. We experimenteerden onder meer met veren die we in de membranen plaatsten. Op zich werkte deze manier van aanpak wel
Watervisie Platform De Waterinnovator of the Year-verkiezing is onderdeel van het Watervisie platform. Dit platform voor de industriewatersector brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond industriewater. Het platform belicht op een journalistieke en onafhankelijke manier innovaties, behandelt actuele onderwerpen en inspireert. Het platform bereikt haar doelgroep via de vakbladen Utilities, Petrochem en Duurzaam Geproduceerd.
30
een wervelstroom op, maar de methode was wel zeer arbeidsintensief. Uiteindelijk kwamen we op het idee om de helix in het X-Flow membraan zelf te ‘frezen’. Die methode bleek niet alleen te werken, maar ook op commerciële schaal reproduceerbaar.’ In het laboratorium werkte de methode beter dan verwacht en inmiddels zijn ook de eerste praktijkresultaten bekend. Pentair installeerde twee units met zes X-Flow compact 27G membraanmodules voor afvalwaterbehandeling bij een stortplaats. De membranen worden ingezet om percolaatwater te zuiveren. Zowel de flux als de doorstroming verbeterden significant, waardoor de installatie energiezuiniger kan worden bedreven.
Innovatief De jury, bestaande uit Roy Tummers (VEMW), Johan Raap (Cosun/Avans Hogeschool), Jan Post (Wetsus) en Chris Roubos (Evides Industriewater), beoordeelde de technologie als een eenvoudige ingreep met grote impact. ‘Membraantechnologie is al redelijk volwassen en beproefd’, zei juryvoorzitter Tummers. ‘Om daar nog zulke efficiencyverbeteringen in door te voeren, is met recht innovatief te noemen.’ b
MEI 2016
Actueel
Voor het Delwaidedok zijn nieuwe inschrijvingen geopend
Onzekerheid over Saoedisch miljardenproject in Antwerpen Het Havenbedrijf Antwerpen gaat opnieuw kijken hoe het Delwaidedok en de voormalige Opel-site kunnen worden ingevuld. Bedrijven kunnen zich inschrijven voor de verschillende locaties. Daardoor is het onzeker of het miljardenproject van het Saoedische Energy Recovery Systems (ERS) doorgaat.
voor overslagactiviteiten. De aanwezigheid van water heeft ERS niet per se nodig. Tijdens gesprekken met hen is ook gebleken dat het Delwaidedok misschien niet de meest ideale locatie is voor ERS. Toen ze zich inschreven voor een project bij de haven van Antwerpen vond ERS de Churchill Industrial Zone (de voormalige Opel-site, red.) minder aantrekkelijk, omdat die kleiner is. Ze hebben zich door ons laten overtuigen dat deze locatie ook geschikt kan zijn. We achten de kans dat ze zich alsnog op het Delwaidedok vestigen zeer klein.’
Dagmar Aarts
Circulaire economie
Sinds april kunnen ook andere bedrijven zich inschrijven voor de Churchill Industrial Zone. Het Havenbedrijf wil daarvoor graag een project aantrekken uit de sector van de circulaire economie. Begin 2015 zijn ook al bevragingen gestart voor deze site, ERS maakt maar er zijn toen geen projecten ingediend nog altijd kans. We die een belangrijke toegevoegde waarde en weten de randtewerkstelling zouden hebben. Ook voor het voorwaarden, maar Delwaidedok, waar ERS eerst zou komen, zijn we zouden ze nog nieuwe inschrijvingen geopend. Of dit betekent dat ERS helemaal niet meer in steeds graag zien.’ Antwerpen komt, kan Dirkx niet zeggen. ‘We moeten niet te veel op de zaken vooruit lopen. ‘ERS maakt nog altijd kans. We weten de randKleine kans voorwaarden, maar we zouden ze nog steeds graag zien.’ Tijdens de onderhandelingen met ERS is volgens Annik Dirkx, woordvoerder van Havenbedrijf Antwerpen, ook gesproken Waste-to-chemicals over een andere locatie voor de productie-eenheid. ‘Het Delwai- ERS is in 2012 in Saoedi-Arabië opgericht en is onder meer acdedok leent zich door de aanwezigheid van water uitstekend tief in afvalverwerking en -recuperatie en in de ontwikkeling van zogenaamde waste-to-chemicals-projecten. De fabriek die ERS in Antwerpen wil bouwen, behoort tot deze laatste soort. Hierbij wordt niet-recycleerbaar industrieel afval aangevoerd per schip en door vergassing omgevormd tot synthetisch gas en uiteindelijk tot twee belangrijke chemische producten: ammoniak en ureum. Ammoniak is een grondstof voor de chemische industrie en is veel gevraagd in de Antwerpse chemische cluster. Ureum is een duurzame meststof, waarvan de vraag wereldwijd toeneemt. b Een jaar geleden begon het havenbedrijf exclusieve onderhandelingen met ERS over een terrein van 150 hectare aan het Delwaidedok. Na een jaar van onderhandelen is er echter nog steeds geen akkoord bereikt. Het bedrijf wil in Antwerpen een productie-eenheid van 3,7 miljard euro bouwen voor groene ammoniak en groen ureum . Pas geleden maakte het Havenbedrijf nog bekend extra onderzoek te doen naar de plannen van ERS omdat er veel vragen zijn over de milieu-impact van de fabriek en de economische realiseerbaarheid.
MEI 2016
‘
31
Opinie van Experts
Als bij verduurzaming vooral wordt toegespitst op doorbraken, worden kleine stappen gemist Papierproducent Parenco in Renkum is al ver met cradle-to-cradle en de directie wil stapsgewijs steeds verder komen. ‘Voor ons is dat de beste weg om te verduurzamen’, stelt algemeen directeur Geert Wassens in het interview in dit nummer van Duurzaam Geproduceerd. Zo worden onbruikbare vezels in het productieproces van Parenco nu verbrand in de biomassacentrale, maar over een poosje kunnen ze worden vergist tot biomassa. Wilt u reageren?
Eens of oneens?
We onderzoeken ook of we van de organiredactie@duurzaamgeproduceerd.nl sche reststromen op den duur bioplastics kunnen maken, maar voor nu is dat een te grote stap’, vindt Raymond Jolink, directeur supply chain & site development. ‘We volgen de cascade naar steeds hoger toegevoegde waarde. Een stap overslaan lijkt ons niet zo verstandig.’ Parenco is niet het enige bedrijf dat zo te werk gaat met verduurzaming. Toch zijn er ook veel bedrijven die de stap naar verduurzaming wel willen zetten, maar dit nog niet voor elkaar krijgen. Willen zij misschien te grote stappen zetten? Staren zij zich blind op doorbraken en lopen ze daarop stuk of wachten ze daar te lang op, terwijl kleine, wel bereikbare verbeteringen niet worden opgepakt?
Stuur een e-mail naar
PETER REMCO VELLINGA Ik ben het eens met de stelling. Je moet het één doen, maar het ander niet laten. Waar we als AkzoNobel aan de ene kant kijken naar ‘step changes’, zoals methanol op basis van huishoudelijk afval, zero-gap technologie of de spinning disc voor onze elektrolyseprocessen en stoomvoorziening op basis van biomassa, zien we dat we ook in onze bestaande processen nog kleinere of grotere stappen kunnen maken op kortere termijn. Door vanuit een duurzaamheidsperspectief naar je fabrieken te kijken, zie je toch steeds weer nieuwe mogelijkheden. We doen dat onder de vlag van het ‘operational eco efficiency’-programma. 32
Vervanging van pompen, toepassing van frequentiegestuurde motoren en steeds verdere integratie van restwarmte met onze buren, draagt nog steeds bij aan de verhoging van onze energie-efficiëntie. Ook door benutting van reststromen dragen we ons steentje bij. Zo proberen we bijvoorbeeld nuttige toepassingen te vinden voor restromen uit onze zoutfabrieken. Bezinksel uit onze pekelzuivering wordt nu al toegepast als grondverbeteraar in de agrarische sector. En hoogwaardig water dat uit onze zoutfabrieken komt, zouden we graag aan geïnteresseerde partijen leveren. Als basis heb je natuurlijk de continue optimalisatie van je processen. Zo komt klein en groot, korte termijn en lange termijn bij elkaar en kan iedereen zijn bijdrage leveren, of je nu in R&D werkt, op de fabriek of bij logistiek. Peter Remco Vellinga is manager Sustainability bij AkzoNobel Industrial Chemicals.
ERIK TIMMERMANS Ik ben het eens met de stelling. Doorbraken zijn noodzakelijk en kunnen grote stappen teweegbrengen. Maar kleine stappen zijn eveneens belangrijk. Zij zijn vaak realistisch, begrijpelijk en activeren om te verduurzamen. Echter, zonder kennis en bewustzijn bestaat het gevaar dat we blijven steken in mini-stappen. Die maken niet het verschil. Een voorbeeld: vanuit duurzaamheid de tv ’s nachts uitzetten in plaats van in
MEI 2016
Opinie van Experts
De toekomst-
de stand-by stand laten staan. Ja, dat anderhalve dag inzicht geeft. bestendigheid van levert wat op. Maar als er vervolgens bedrijven zal niet een weekendje weg naar Berlijn wordt Mariska van Dalen is senior adviseur geboekt met het vliegtuig.. Zo gaan we Sustainability bij Tebodin Nederland. worden bepaald door de wereld niet redden. Hoe klein is de het optimaliseren van stap om de trein te pakken? Als we (net bestaande processen, LENNEKE KOK als met roken) eens wat vaker horen en maar door procesBedrijven in de chemische zien hoe desastreus de klimaatimpact intensificatie. sector hebben te maken van vliegen is, zien we wellicht ook zelf met MJA's (meerjarenhoe we met luxeproblemen om kunnen afspraken). Hierin staan gaan en grote stappen kunnen zetten. concrete afspraken ten aanzien van In het geval Parenco zijn de kleine stapenergie. De verwachting is dat dergepen logisch, maar mogen we vooral lijke afspraken ook voor grondstoffen en afvalstoffen gaan niet vergeten dat het bedrijf al zeer grote stappen heeft gegelden. Bij bedrijfsuitbreiding bepaalt de Hinderwet (verzet. Het werkt met een hernieuwbare bron die CO2 opslaat (hout en oud papier) en maakt een product dat vervolgens gunning) de maximale impact voor de omgeving. Door het weer volledig recyclebaar is en wordt hergebruikt. optimaliseren van processen valt rendementsverbetering te behalen, maar veelal teErik Timmermans is directeur van Informatiecentrum Papier gen een hoge prijs. en Karton. Daarnaast zal de toekomstbestendigheid van bedrijven niet worden MARISKA VAN DALEN bepaald door het optiHet stapsgewijs werken naar de hoogste vorm maliseren van bestaanvan hergebruik kan prima werken zoals door de processen, maar door Geert Waassens wordt geïllustreerd. Het is niet procesintensificatie. Innoaltijd nodig om alle stappen van de cascade vatie door technieken die chronologisch te doorlopen. Wat als de vergistingsinstallagebruikmaken van minitie duurder is dan de installatie om de organische reststroaturisering, zero waste en men te raffineren. Ga je dan eerst vergisten? Innovatie kost schone processen. Een tijd, maar kan wel essentieel zijn voor de toekomst van je voorbeeld daarvan is de bedrijf. Zo werkt Sappi op dit moment aan een goedkoop spinPro reactor (spinning disc). Een spinning disc reactor nieuw proces waarbij hout wordt omgezet in Cellulose bestaat uit één of meer snel ronddraaiende schijven in een NanoFibrils (CNF). Sappi schat de vraag hiervoor op 35 milmetalen behuizing. Tussen de schijf en de reactorwand is joen ton per jaar in 2020. maar een heel kleine ruimte, één millimeter. Het reactorWat ik wil aangeven, is dat volume is daarmee beperkt. Maar de afschuifkrachten en er geen standaard volgoverdrachtscoëfficiënten voor massa en warmte die in orde is. Ik durf de stelling deze ruimte kunnen ontstaan, zijn ongekend hoog. De veraan dat er in elk bedrijf blijftijd in de reactor kan dan ook heel kort zijn, en daar ontnog steeds grondstoffen staat de mooie relatie tussen klein volume en hoge output. worden verspild. Om dit Het vraagt een nieuwe manier van denken over het bete voorkomen is er inzicht drijfsproces om een reactor op het formaat van een koeknodig van de huidige hottrommel het proces te laten vervangen van vaten van vele spots in je bedrijf. Door kubieke meters. Het zijn niet zozeer ‘quick wins’ op dit iedereen in je bedrijf de gebied, maar een omslag in denken over produceren. De hotspots te laten zien en grote bedrijven hebben dit gedachtegoed soms al geadopde cascademodellen uit te teerd, maar er zijn vele bedrijven die nog niet zover zijn. leggen, krijg je als bedrijf Hier kunnen we als HU een bijdrage leveren, door via stainzicht in de mogelijkhegiaires, afstudeerders en externe projecten dit bewustzijn den om van afval grondstof te maken met een economite introduceren. Momenteel lopen er externe projecten die sche waarde. Hierdoor kun je eenvoudig bereikbare verwe op deze manier hebben aangezwengeld. beterprojecten definiëren waarmee je direct aan de slag kan en waarmee je inzichtelijk krijgt waar grotere kansen Lenneke Kok is adviseur cursussen Life Sciences, Chemie en liggen om de komende jaren verder aan te werken. Wij hebMaterialen bij het Centrum voor Natuur & Techniek aan de ben hiervoor een scan ontwikkeld die een bedrijf binnen Hogeschool Utrecht.
MEI 2016
33
Expertpanel Het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd heeft als missie de verduurzaming van de industrie te stimuleren door kennis en visie te delen. Tussen overheid en bedrijfsleven, tussen professionals en experts, tussen startups en multinationals. Met als doel: bedrijven helpen de footprint van hun producten te verkleinen, zowel in het eigen proces als in de keten. Het expertpanel is in het leven geroepen om experts uit bedrijfsleven, kennisinstituten en overheden hun visie op en ervaring met verduurzaming bij bedrijven te laten delen met lezers.
34
Henk Akse directeur Traxxys / PIN NL
Rob van Hattum inhoudelijk directeur NEMO
Michel Schuurman senior programmamanager Planet MVO Nederland
Geanne van Arkel head of sustainable development Interface
Marga Hoek directeur De Groene Zaak
Jan Willem Slijkoord senior business development manager chemicals TNO
Jeoffrey van den Berg managing director Flowid
Lenneke Kok adviseur cursussen Life Sciences, Chemie en Materialen Hogeschool Utrecht
Hannie Stappers director public affairs Rockwool
Mariska van Dalen senior adviseur sustainability Tebodin Nederland
Gijsbert Korevaar programma-directeur Industrial Ecology TU Delft
Erik Timmermans directeur Informatiecentrum Papier en Karton
Annemarie van Doorn directeur Dutch Green Building Council
Xander van Mechelen directeur Groen Gas Nederland
Hein van Tuijl managing director EPEA
Kor Foekens commercieel directeur Colt International
Peter van der Pluijm directeur Platform Duurzaam Rijnmond
Peter Remco Vellinga manager sustainability AkzoNobel
Jan Willem van de Groep programmaregisseur EnergieSprong
Marc Reijnders projectleider Energietransitie Kennisinstituut Duurzaam Verpakken
Richard ten Hagen directeur Saneral Europe
Sible Schรถne programma-directeur SKAO/HIER Klimaatbureau
MEI 2016
Het kennisplatform
Het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd biedt naast dit magazine een jaarcongres, website en ronde-tafelgesprekken. De hierbij betrokken partners ondersteunen en faciliteren het platform. Zij leveren kwaliteitsnieuws, visie, sprekers en project-, proces- en productinformatie. Het kennisplatform bevat zowel contentpartners (voor ondersteuning via expertise) als partners (ondersteuning en facilitering). Bedrijven kunnen naast partner ook lid worden.
Partners
Contentpartners
Bedrijfsleden
速
flowid
Meer weten over de mogelijkheden voor u? Kijk op www.duurzaamgeproduceerd.nl of neem contact op met Anouk Bouwmeester via Anouk@industrielinqs.nl of 020 3122 797
KARTON VOOR VERPAKKINGEN
PAPIER VOOR DRUKWERK
KOPIEER & PRINTPAPIER
PAPIER VOOR KANTOOR
LANDBOUWAFVAL ALS GRONDSTOF VOOR PAPIER VERLAAGT MILIEU IMPACT MET 47%!
PaperWise is een nieuwe generatie papier en karton. De stengels en bladeren die overblijven na de oogst vormen de grondstof voor het papier en karton dat geproduceerd wordt met 100% groene energie. PaperWise geeft landbouwafval een 2e leven. A-kwaliteit papier en karton met 47% lagere milieu impact dan FSC papier van houtvezels en 29% lagere milieu impact dan recycled papier. Paperwise gelooft in bewustwording en wil mensen en organisaties met elkaar verbinden voor een duurzamere samenleving. Duurzaam Geproduceerd gelooft in een circulaire economie en heeft al gekozen voor alle voordelen van PaperWise. Word ook Wise With Waste en neem contact met ons op voor meer informatie. www.paperwise.eu
printed on
...
paperwise.eu | info@paperwise.eu | +31 (0)492 849 575