DGP4-2015

Page 1

Editie december 2015

IndustriĂŤle aanpak moet bouwsector uit negentiende eeuw halen Saneral Ecotender Social Enlightenment of the Year

DGP4 A_voorplaat.indd 1

Paperwise Product Enlightenment of the Year

Avebe Solanic Process Enlightenment of the Year

15-12-15 15:46


MC2016-016

Stop energieverlies Verbeter uw concurrentievermogen op lange termijn door uw energieverbruik te monitoren en daar waar mogelijk besparingen te realiseren. Endress+Hauser helpt met alles betreffende energieverbruik. Als een toonaangevende, wereldwijde full-range leverancier, bieden wij alles wat u nodig heeft om volledig voordeel te halen uit uw potentiĂŤle energiebesparing: van nauwkeurige meetinstrumenten met datatransmissie tot softwarepakketten voor het analyseren en evalueren van de energiestromen. www.nl.endress.com/ems

Endress+Hauser BV Postbus 5102 1410 AC Naarden

DGP4 advertenties.indd 2

Tel. (035) 695 86 11 info@nl.endress.com www.nl.endress.com

15-12-15 15:51


Twintro

@DGeproduceerd: Forse energie- en waterbesparing dankzij nieuwe glaslijn Coca-Cola #energiebesparing www.duurzaamgeproduceerd.nl/nieuws/20151124-forse-energie-en-waterbesparing-dankzij-nieuwe-glaslijn-coca-cola

Sterke reductie water- en energiegebruik door nieuwe glaslijn Warmterugwinning en minder waterverbruik bij het spoelen van flesjes: met deze maatregelen bespaart Coca-Cola in haar fabriek in Dongen fors op water en en energie. Dit is mogelijk dankzij de nieuwe, volledig geautomatiseerde glaslijn die eind november in gebruik is genomen. Deze zeer geavanceerde glaslijn kan ruim 55.000 glazen flessen per uur wassen en vullen: ruim 20.000 flessen meer dan voorheen. Dit gebeurt met veel minder water en energie dan in het verleden. Zo is de flessenspoelmachine ontworpen om met vijftig procent minder water flessen te reinigen. Doordat deze machine ook is uitgerust met een systeem voor warmteterugwinning wordt zo’n dertig procent minder energie in de vorm van stoom gebruikt.

DECEMBER 2015

DGP4 B_twintro.indd 3

De nieuwe glaslijn wordt daarnaast volledig aangestuurd door een computersysteem en integreert voor het eerst een sorteerlijn volledig met een productielijn. Coca-Cola Enterprises investeerde tien miljoen euro in de nieuwe glaslijn en de daarbij horende verbouwingen en aanpassingen. ‘Deze nieuwe glaslijn sluit aan op onze ambitie om de laatste technologische inzichten toe te passen in onze productieprocessen en om zo duurzaam mogelijk te produceren. Bovendien zijn we in staat veel sneller productwissels uit te voeren, waardoor het nieuwe systeem ook veel efficiënter is dan de vorige glaslijn’, vertelt Rein de Jong, Director Supply Chain Operations van Coca-Cola Enterprises. Bron: Coca-Cola 3

15-12-15 15:45


Column

Colofon nummer 4 - 2015 ISSN: 2214-7608

Uitgave van Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7, 1019 HD AMSTERDAM Uitgever Wim Raaijen 020 3122 081 Mark Oosterveer 020 3122 293 Hoofdredactie Wim Raaijen 020 3122 081 Eindredactie Miriam Rook 020 3122 796 Liesbeth Schipper 020 3122 283 Medewerkers Dagmar Aarts, Harmen Weijer Lay-out Bureau OMA bv, Wehl

Hemelfietserij

Cover Wim Raaijen

In Parijs is een historisch akkoord gesloten. We waren wel een beetje toe aan de hosannastemming die daarna ontstond. Het jaar 2015 kon nog wel wat positiefs gebruiken, na alle mondiale ontwikkelingen. Ik wil geen ‘party pooper’ zijn, want het akkoord biedt veel mogelijkheden voor een gelijker internationaal speelveld, zodat de industrie wereldwijd echt in beweging kan komen. Ik wil wel waarschuwen voor hemelfietserij. Voor verduurzaming is namelijk een lange adem nodig. En realisme. Het is geen ontspannen fietstochtje in het zondagochtendlicht. Velen haasten zich om het einde van het fossiele tijdperk in te luiden. Dat zal niet van de ene op de andere dag gaan. Misschien zijn steenkolen op de korte en middellange termijn eenvoudig uit te faseren. Aardolie zal meer tijd kosten en aardgas zullen we in de transitieperiode mogelijk hard nodig hebben. Voor de leveringszekerheid van onze elektriciteit kunnen we voorlopig niet volledig vertrouwen op duurzaam opgewekte energie. Daar moet nog veel meer vermogen voor worden opgesteld en, nog veel belangrijker, er moet hard worden gewerkt aan de opslag ervan. Ook ligt begripsverwarring op de loer. Er is een groot verschil tussen aardolie als brandstof en als grondstof. Direct tot CO2 verbranden, is het eerste dat we moeten aanpakken, maar ik pleit er voor om aardolie voorlopig in te blijven zetten om er bijvoorbeeld energiebesparende bouwmaterialen van te maken of composieten voor energiezuinigere auto’s met een verbeterde actieradius. Meer bioroutes ontwikkelen voor de chemie is heel goed, maar een volledig ‘biobased economy’ is niet realistisch en misschien niet wenselijk. Het begrip is te totalitair. Gewoonweg omdat niet elke bioroute duurzamer of energie-efficiënter is. Te meer omdat we niet voldoende landbouwgrond hebben voor zowel food als chemie. Als we naar termen moeten zoeken, dan mogen twee de toon zetten: circulair en energie-efficiëntie. Met energiebesparing kunnen we de grootste stappen maken in de bouw, zoals Jan Willem van de Groep in het hoofdinterview laat zien, maar ook in het transport en de industriële productie. Als we significant minder energie gaan gebruiken, zal het eenvoudiger zijn om de resterende vraag te verduurzamen. Laten we biobased vaker vervangen door circulair. Recycling maakt van afval weer grondstof, tot het meest elementaire niveau. Want ook van CO2 in de combinatie met elektrolyse van water is weer met overschotten van duurzame energie brandstof of grondstof te maken. De meest duurzame en korte cyclus die je maar kunt vinden. De ontwikkeling van meer en efficiëntere processen zal veel inspanning en tijd kosten. Volharding dus. Geen tijd voor hemelfietserij.

Traffic Breg Schoen

@reporter_wimraaijen

4

DGP4 C_commentaar_colofon.indd 4

Advertentieverkoop Bart de Wilde, Cross Media, 010 742 0549

Website www.duurzaamgeproduceerd.nl Twitter @DGeproduceerd Linkedin www.linkedin.com/groups/Duurzaam-Geproduceerd-4468707 Facebook www.facebook.com/DuurzaamGeproduceerd Missie Kennisplatform Duurzaam Geproduceerd Duurzaam Geproduceerd is hét onafhankelijke kennisplatform over duurzaamheid in de industrie. Het informeert en inspireert de professional door nieuws, visies van experts, interessante projecten, innovatieve producten en door het aanbieden van inspirerende evenementen. Tegelijkertijd is Duurzaam Geproduceerd een complementair en interessant netwerk van personen en bedrijven. Het kennisplatform heeft als missie de verduurzaming van de industrie te stimuleren door kennis en visie te delen. Tussen overheid en bedrijfsleven, tussen professionals en experts, tussen startups en multinationals. Met als doel: hoe verlagen deze bedrijven de footprint van hun producten, zowel in het eigen proces als in de keten? Duurzaam Geproduceerd is bedoeld voor mensen die werkzaam zijn bij bedrijven in voornamelijk de maakindustrie, die ook energie-intensief zijn. Partner of lid worden Professionals uit industrie met een duurzaamheidambitie of -traditie voelen zich thuis bij het platform Duurzaam Geproduceerd. Partners en leden van Duurzaam Geproduceerd horen bij een selectief, en snel groeiend netwerk van duurzame bedrijven in de industrie, technologie en overheid. Partners van Duurzaam geproduceerd adviseren de redactie over de koers en de actuele thema’s van het magazine en de internetsite, werken mee aan de opzet en uitrol van het Duurzaam Geproduceerd Congres, en zijn altijd welkom op de evenementen die bij ‘hun’ platform horen. Partners zijn met hun logo zichtbaar op alle uitingen van het Platform, zijn eventpartner van het jaarcongres en hebben toegang voor twee personen bij evenementen die horen bij Duurzaam Geproduceerd en het vakblad Utilities, waaronder Watervisie. Daarnaast krijgen zij een advertorial, een BIZZ56”film en meer. Als lid van Duurzaam Geproduceerd krijgt u voor twee personen toegang tot het Duurzaam Geproduceerd Congres én het Watervisie-congres. Bovendien ontvangt u een papieren en digitaal abonnement op het magazine Duurzaam Geproduceerd. Meer informatie vindt u op www.duurzaamgeproduceerd.nl bij ‘partner worden’ of kunt u contact opnemen met Anouk Bouwmeester, anouk@industrielinqs.nl of 020 3122 797.

DECEMBER 2015

15-12-15 15:46


Inhoud

NTERVIEW – Industriële aanpak moet bouwsector uit 10 Inegentiende eeuw halen estaande en nieuwe woningen kunnen prima energieneutraal worden B gemaakt. Wel moet de bouwsector dan af van eeuwenoude patronen, stelt Jan Willem van de Groep. Nieuwe technologie en software maken het mogelijk om huizen en complete renovaties te produceren op een site in plaats van een bouwplaats. Hij wil zelf het voorbeeld geven met een nog te bouwen fabriek die over vijf jaar marktleider moet zijn in de renovatie van woningen. Geschatte investering: 25 miljoen euro.

03

14 ENLIGHTENMENTZ – Winnaars Enlightenmentz of the Year Avebe, Paperwise en Saneral Ecotender zijn de winnaars van de Enlightenmentz of the Year 2015. Zij zijn lichtende voorbeelden voor een duurzame toekomst. Dat is eind november bekend gemaakt tijdens het Duurzaam Geproduceerd congres.

19

DEBAT – Subsidie onder vuur Verduurzaming van de zware industrie moet een essentieel onderdeel zijn van elk scenario dat een energietransitie of sterke broeikasgasreductie beoogt, stelt Ton van Dril van ECN. Hij opende het debat van het Duurzaam Geproduceerd congres en pleitte daarbij voor het gericht inzetten van subsidie om nieuwe, duurzame technologie in de industrie op weg te helpen. Maar is subsidie wel nodig?

En verder

3 Twintro 4 Column 6 Offline 20 Productnieuws 21 Partnernieuws 22 Expertpanel

06

10

14

19 DECEMBER 2015

DGP4 D_inhoud.indd 5

5

15-12-15 15:53


Offline

Green Business Club Twente start met regionaal autolaadnetwerk Twentse ondernemers verenigen zich in de Green Business Club Twente om verduurzaming in de regio en op specifieke bedrijventerreinen te versnellen. Het eerste project is het stimuleren van elektrisch vervoer door het realiseren van een slim laadnetwerk in de regio, onder de naam STEK. De ambitie is om vijfhonderd laadpalen te plaatsen in Twente. Al deze laadpalen samen vormen het STEK-netwerk. Het laadnetwerk levert door middel van smart charging technologie een bijdrage aan het optimaliseren van de hele energieketen. Daarnaast is er een aantal Twentse bedrijventerreinen aangewezen waar de kansen voor concrete verduurzamingsprojecten worden geïnventariseerd. Hier gaat GBC Twente de hulp van een denktank bij inroepen, die onder andere bestaat uit studenten van de Universiteit Twente en Saxion. In het land zijn al meerdere Green Business Clubs te vinden (Amsterdam, Utrecht, Duiven, Den Haag), waarmee GBC Twente aansluit op een breed, landelijk netwerk. Pepijn van Wijmen, directeur APPM en partner van GBC Nederland: ‘Bedrijven willen wel verduurzamen, maar dan moet we het ook wel doen. De technieken zijn voorhanden, maar het ontbreekt steeds weer aan organiserend vermogen. GBC geeft daar invulling aan.’

Het belangrijkste doel van Duurzaam Geproduceerd is dat het indus­triële bedrijven verbindt

Subsidie voor onderzoek naar nieuwe grondstoffen uit suikers De provincie Noord-Brabant stimuleert innovatie om zoveel mogelijk toegevoegde waarde te halen uit suikers en andere agro-reststromen. Naast voeding gaat het bijvoorbeeld om de productie van chemische producten. Het agro-industriële concern Royal Cosun krijgt 1 miljoen euro subsidie voor dit fundamentele onderzoek. Bert Pauli, gedeputeerde Economie: ‘Meer kennis over biobased grondstoffen en hun toepassing draagt bij aan de innovatiekracht van West-Brabant.’ Royal Cosun startte in mei 2015 met de bouw van het Cosun Innovatiecentrum op het Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland in Dinteloord naast de fabriek van SuikerUnie. In dit innovatiecentrum wordt onderzoek gedaan naar nieuwe toepassingen voor agrarische (rest)stromen, van bijvoorbeeld aardappels en suikerbieten. Dan gaat het bijvoorbeeld om hoogwaardige materialen of plantaardige grondstoffen voor de chemie. Met de ontwikkeling van het innovatiecentrum wordt ingezet op de ontwikkeling van het kennisintensieve cluster voor de agro- en foodsector en de biobased economy. Dit versterkt de Brabantse economie en geeft ook de werkgelegenheid in de regio een impuls. In totaal biedt het centrum straks honderd fte werkgelegenheid. 6

DGP4 E_offline.indd 6

Avantium levert duurzame chemische grondstoffen aan Japans Mitsui Avantium gaat met het Japanse Mitsui werken aan concrete toepassingen van dunne PEF-folies in Azië en PEF-flessen in Japan. Het gaat om de productie van de honderd procent duurzame chemische grondstoffen FDCA en PEF. Als onderdeel van deze overeenkomst kan Mitsui een forse hoeveelheid FDCA kopen uit de eerste commerciële fabriek van Avantium. FDCA (2,5-furaandicarbonzuur) wordt in de chemie steeds vaker geproduceerd. Als het uit hernieuwbare biomassa wordt verkregen, kan het als groene bouwsteen voor polyesters en andere polymeren worden gebruikt. Momenteel bevindt Avantium zich in de eindfase voor de bouw van de eerste FDCA-fabriek. In het eerste kwartaal van 2016 verwacht Avantium meer informatie te kunnen delen over de capaciteit, de locatie en de verdere tijdsplanning voor de fabriek.

DECEMBER 2015

15-12-15 15:54


Offline

Rotterdams afval omgezet in opnieuw te gebruiken grondstoffen Bruikbare grondstoffen uit lokaal afvalwater halen en opnieuw inzetten: om dat voor elkaar te krijgen is in Rotterdam een installatie opgezet. Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam heeft de onderzoeksinstallatie RINEW 14 december officieel geopend. In dit project werken de gemeente Rotterdam, Evides Waterbedrijf, waterschap Hollandse Delta, de hoogheemraadschappen van Schieland en de Krimpenerwaard en van Delfland samen. RINEW staat voor Rotterdam Innovative Nutrients Energy and Watermanagement. In 2013 startte RINEW als onderzoeksproject op de afvalwaterzuiveringslocatie Harnaschpolder in Den Hoorn. Hier is onderzocht hoe op een innovatieve wijze nutriënten, energie en water – afkomstig uit afvalwater – terug te winnen zijn en te hergebruiken. Om een water-, energie- en grondstoffenfabriek te kunnen realiseren, moet het water een aantal zuiveringstappen doorlopen. Het rioolwater passeert harkroosters die vaste materialen zoals blikjes, hout en plastic zakken uit het water halen. Vervolgens gaat het water door twee zeven die ervoor zorgen dat we bijvoorbeeld papiervezels afkomstig van wc-papier kunnen terugwinnen. Het gezeefde water dient tot slot als voedingswater voor de volgende stap: de keramische nanofiltratie. Deze membraantechnologie maakt het mogelijk nog meer bruikbare stoffen aan het afvalwater te onttrekken. Het onderzoek wordt in Rotterdam opgeschaald naar een praktijktoepassing. Op het terrein van ‘Uit Je Eigen Stad’ worden bruikbare stoffen, zoals schoon water, cellulose en fosfaat, gefilterd uit lokaal afvalwater. De stadsboerderij zet het teruggewonnen water in voor de eigen landbouw. Naast het terugwinnen van grondstoffen onderzoekt men ook de toepasbaarheid van deze stoffen. Zo bekijkt RINEW of humuszuren uit stedelijk afvalwater zijn terug te winnen, om ze vervolgens in te zetten als bodemverbeteraar.

Geciteerd

‘Bedrijven in de voedingsindustrie lopen continu tegen veranderende eisen aan; de kwaliteit van voeding en het werkklimaat zijn aan steeds strengere regels gebonden. Op zich: prima maatregelen. Maar dergelijke veranderingen nemen wel flinke kosten met zich mee. Want: moet er weer een nieuwe installatie komen, nu de regels (opnieuw) veranderen? Gelukkig biedt de cradle-to-cradle-gedachte uitkomst; het hergebruiken van bestaande installaties. Een milieuvriendelijk en economisch verantwoord alternatief!’ Kor Foekens, commercieel directeur Colt International

‘Serious gamen’ als opmaat voor onderhandelingen in bio-economie Het winnen van grondstoffen uit biomassa is meer dan een technisch vraagstuk. Er zijn ook politieke, economische en logistieke kwesties. BioConSepT Serious Game laat belanghebbenden spelenderwijs kennismaken met de complexiteit van de bio-economie. Door het aannemen van verschillende rollen krijgen de spelers ook meer begrip voor de problematiek van de ander. Suikerrijke producten zoals hout, stro of suikerriet kunnen in geraffineerde vorm als vervanger dienen van olie. Met andere woorden: plastic uit planten’. Dit is de ondertitel van het door TNO gecoördineerde EU-project BioConSepT waarin dertig Europese partijen zich buigen over de technische en economische haalbaarheid van bioplastics. Dat is nodig. Europa heeft een prima kennispositie, maar loopt enigszins achter op de rest van de wereld qua beschikbaarheid van biomassa, omdat het gebied redelijk dichtbevolkt is. Om te helpen met de strategievorming rondom de complexiteit van een bio-economie, ontwikkelde Tygron met TNO in BioConSepT de serious game BioEconomy. Het Nederlandse Tygron is een relatief jong bedrijf dat gespecialiseerd is in serious games voor complexe thema’s met meerdere belanghebbenden waarin individuele en gezamenlijke belangen spelen. In een virtuele realiteit moeten spelers een economie gebaseerd op fossiele brandstoffen een impuls geven richting een bio-economie. Spelers kunnen bijvoorbeeld kiezen voor een rol als overheid of industrie. Spelenderwijs leren zij de consequenties van hun keuzes. TNO en Tygron gaan de serious game exploiteren en doorontwikkelen. Het plan is een versie te maken die werkt met actuele geografische data. Zo wordt het een ideale tool voor besluitvorming in een specifieke regio. Volgens projectcoördinator Verdoes is het aan een vergadertafel lastig om uit de serieuze sfeer van politiek en techniek te komen. ‘Met een Serious Game raken mensen in een andere gemoedstoestand. Ze vinden het leuk om te spelen, maar ze willen ook winnen. Het blijft een spel, maar de onderliggende boodschap is natuurlijk echt bloedserieus. Wij zien het spel als een geweldige stimulans voor het gesprek aan de vergadertafel.’

DECEMBER 2015

DGP4 E_offline.indd 7

‘Regeringsleiders hoeven de nationale industrie of het nationale bedrijfsleven echt niet langer te ‘beschermen’ door maatregelen af te zwakken, termijn te verlengen of rookgordijnen op te trekken. Het bedrijfsleven dat op de toekomst is gericht wenst zelf uitstootreductie. Deels omdat ze inzien dat opwarming van de aarde een enorme bedreiging is voor de eigen business, maar ook en vooral omdat broeikasreductie enorme kansen biedt. Het draait kortom in Parijs dus eigenlijk niet eens zozeer om een energietransitie, maar vooral om een economische transitie. Ook voor het COP21 geldt: it’s the new economy, stupid!’ Marga Hoek, directeur De Groene Zaak

7

15-12-15 15:54


Offline

Drenthe ondersteunt Green Goods Farm bij Avebe

materiaal voor voedingsmiddelen, zoals eierendozen. Deze Gelderse bedrijven krijgen een bijdrage vanuit de tender Biobest Products, een subsidieregeling die de provincie van eind augustus tot oktober heeft opengesteld. Met deze tender wil Gelderland bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf ondersteunen, die bijdragen aan werkgelegenheid en innovatie in de energie- en milieutechnologie in Gelderland. In totaal investeert de provincie een bedrag van bijna twee ton.

Vraag biokunststoffen verviervoudigt in komende vijf jaar Naast Groningen ondersteunt ook de provincie Drenthe de Green Goods Farm, die bij Avebe in Ter Apelkanaal wordt gebouwd. De provincie heeft daarvoor een kleine ton euro subsidie toegekend aan het bedrijf HarvestaGG. Op deze farm wordt door akkerbouwers geteeld gras omgezet tot groene grondstoffen voor veevoer, meststoffen, bouwstenen voor bioplastics en de transportbrandstof bio-LNG. Begin dit jaar heeft HarvestaGG een Green deal gesloten met onder andere de ministeries van EZ en I&M, Gasunie, en de Agenda van de Veenkoloniën om de bouw van een Green Goods Farm mogelijk te maken. De eerste farm wordt gevestigd naast Avebe in Ter Apelkanaal. De ontwikkeling is zo belangrijk voor Noord-Nederland dat ook Drenthe hiervoor een subsidie heeft toegekend. Gedeputeerde Tjisse Stelpstra: ‘De plannen van HarvestaGG sluiten aan bij de wens van het college om te toe werken naar een energieneutraal Drenthe. De integrale steun draagt bij aan het ontwikkelen van nieuwe duurzame innovaties om deze ambitie te realiseren.’ HarvestaGG verwerkt grassen en andere plantaardige biomassa tot groene brandstof voor de transportsector en duurzame producten voor de agrarische sector. Het is de ambitie van HarvestaGG om in 2025 in Nederland leidend te zijn in het verwerken van plantaardige biomassa tot groene brandstof en duurzame producten voor de feed, food en farma. De Green Foods Farm biedt ruimte aan twintig voltijdsbanen en indirect nog eens circa vijftien. Ook biedt het mogelijkheden aan circa veertig akkerbouwers in de Drentse veenkoloniën om een hoogwaardige grassoort toe te voegen als rustgewas aan hun teeltplan.

Gelderland ondersteunt biobased producten De verschillende producten bestaan uit bio-verpakkingsmateriaal, een laptoptas van gerecycled materiaal en een plantensteker die meststoffen afgeeft. Het gaat om de bedrijven Rebedex, Hulshof Business Cases en PaperFoam. Rebedex uit Ede gaat van restafval afbreekbare producten voor land- en tuinbouw ontwikkelen, zoals een plantensteker die tegelijkertijd meststoffen afgeeft. Hulshof Business Cases uit Lichtenvoorde maakt de Eco Case, een sterke, lichtgewicht koffer/ tas, gemaakt van gerecycled materiaal, voor laptops en pc’s. PaperFoam uit Barneveld ontwikkelt biobased verpakkings8

DGP4 E_offline.indd 8

De behoefte aan biokunststoffen groeit explosief. Naar verwachting zal de wereldwijde productiecapaciteit in de komende vijf jaar verviervoudigen. Al in 2019 zal tachtig procent van deze biokunststoffenproductie bestaan uit biobased grondstoffen (uit bijvoorbeeld maïs, zetmeel of suikers). Dankzij haar industriële expertise, uitgebreide bietensector, centrale ligging en sterke infrastructuur heeft Nederland een uitstekende concurrentiepositie in deze veelbelovende groeimarkt. Dit concludeert ABN AMRO in het rapport ‘Nederland kan de basis leggen voor een biobased economy’. Sinds de afgelopen vijf jaar veroveren biokunststoffen de markt in hoog tempo. ABN AMRO is van mening dat de groei voortkomt uit de veranderende visie op duurzaamheid van consument, overheden en bedrijven. Zo zijn bioplastics lange tijd aan de consument verkocht als ‘composteerbaar’, maar dan alleen industrieel afbreekbaar of als ‘biobased en dus groen’, maar niet afbreekbaar. Dat imago verandert nu in een razendsnel tempo. Een van de belangrijkste drijfveren achter het toenemende gebruik van biobased grondstoffen is de opkomst van de circulaire economie. Hierdoor veranderen de eigenschappen waaraan grondstoffen moeten voldoen. In plaats van zo goed mogelijk afbreekbaar, moeten grondstoffen zo goed mogelijk herbruikbaar zijn. Bedrijven als Coca-Cola en IKEA lopen hierbij voorop. Zo moeten alle kunststoffen in IKEA-producten in 2020 voor honderd procent vervaardigd worden uit gerecyclede grondstoffen of biomassa. Coca-Cola lanceerde in 2015 de eerste fles die volledig uit biokunststoffen bestaat. Deze nieuwe visie op duurzaamheid heeft volgens ABN AMRO geleid tot een snelle acceptatie van de zogeheten ‘drop-ins’: kunststoffen die worden gemaakt op basis van biomassa, maar chemisch identiek zijn aan populaire kunststoffen op basis van fossiele grondstoffen. De huidige generatie drop-in biokunststoffen past moeiteloos in bestaande productie- en recycle-processen. ABN AMRO denkt dat de markt drop-in biokunststoffen door deze eigenschappen enthousiast heeft omarmd. Nederland heeft goede troeven in handen om een voortrekkersrol te vervullen in de totstandkoming van een biobased economy. David Kemps, Sector Banker Industrie van ABN AMRO: ‘Onze infrastructuur leent zich uitstekend voor de suikerbietenteelt, die na de afschaffing van het suikerquotum in 2017 kan worden opgeschroefd. Hierdoor beschikt ons land straks over ruim voldoende grondstoffen voor de productie van biogebaseerde kunststoffen. Dat is goed nieuws voor de Nederlandse akkerbouw die haar positie kan versterken door de extra toepassing van suikerbieten in bioplastics.’

DECEMBER 2015

15-12-15 15:54


Offline

Nieuwe techniek CO2-afvang bespaart staalbedrijven energie Een nieuwe door Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) ontwikkelde technologie maakt het mogelijk om de CO2-uitstoot van grote bedrijven in de staalindustrie tegen geringe kosten met miljarden tonnen te verminderen. Het gaat om de zogeheten SEWGS-technologie, waarmee CO2 bij staalproductie kan worden afgevangen die de helft minder energie vergt dan nu het geval is. De SEWGS-technologie wordt voor het eerst gedemonstreerd bij een hoogoven van SSAB in het Zweedse Luleå, de grootste staalproducent van Scandinavië. Hiermee wordt een essentiële bijdrage geleverd aan de verduurzaming van de industriële energiehuishouding. ECN werkt binnen dit pilotproject samen met negen internationale partners, waaronder Tata Steel Consulting. De EU heeft de benodigde subsidie van dertien miljoen euro verstrekt, de bouwplannen zijn gereed en de funderingen voor de CO2-afvangreactor en de pijpleiding vanuit de hoogoven zijn gelegd. In de zomer van 2017 gaat de installatie draaien en voor het eerst CO2 afvangen. Nu mag de staalindustrie in Europa vrijwel onbeperkt CO2 uitstoten. In 2050 moet die emissie van de EU met ongeveer negentig procent gereduceerd zijn, maar de verwachting is dat CO2-uitstoot de staalindustrie in Europa al eerder veel geld gaat kosten. Bij de productie van staal komt veel CO2 vrij, dat vaak alleen tegen hoge kosten en met veel energie uit de uitgestoten gassen van de hoogovens is te halen. Met de Sorption Enhanced Water Gas Shift (SEWGS)-technologie van ECN is het mogelijk CO2 af te vangen met vijftig procent minder energiegebruik en veertig procent lagere kosten. De installatie bestaat uit reactorvaten gevuld met kleiachtig ma-

teriaal dat de CO2 afvangt. Voor de installatie wordt het gas uit de hoogoven aangevoerd met een vijfhonderd meter lange pijpleiding. Tijdens de pilot gaat de installatie veertien ton CO2 per dag afvangen. Op dit moment bestaat er geen andere manier om ijzer en staal te produceren dan door gebruik te maken van fossiele brandstoffen, met name cokes. Een omschakeling naar duurzaam geproduceerde energie is in de nabije toekomst onontkoombaar en daarom het noodzakelijk om CO2 af te vangen en op te slaan. Onder druk van de EU zoekt de sector naar goedkopere methoden om CO2 af te vangen. Zo kan met de SEWGS-techniek waterstof uit het hoogovengas worden gewonnen, dat gebruikt kan worden voor de energievoorziening van het bedrijf. Tegelijkertijd wordt in een aparte stroom zuivere CO2 geproduceerd. Deze CO2 kan op verschillende manieren gebruikt worden. Een optie is om dit samen met de bodemas uit de ovens toe te passen in de wegenbouw. Een andere toepassing is om het te gebruiken als grondstof in de chemische industrie. Maar het grootste deel van de CO2 zal ondergronds worden opgeslagen. De hoogoven van SSAB in Luleå produceert zesduizend ton staal per dag. De pilotinstallatie vangt slecht een klein deel van de emissies af. De SEWGS-technologie heeft zich tijdens laboratoriumtesten bewezen en wordt in Zweden voor het eerst in de praktijk toegepast.

Covestro helpt vliegtuig op zonne-energie Covestro, een leverancier van innovatieve hoogtechnologische polymeermaterialen, heeft aangekondigd zijn sponsorovereenkomst te verlengen met Solar Impulse, het vliegtuig dat zich opmaakt om in 2016 zijn reis rond de wereld te voltooien. Solar Impulse, is het eerste vliegtuig dat dag en nacht in de lucht kan blijven zonder een druppel brandstof, dankzij de energie van de zon. Er wordt geprobeerd rond de wereld te vliegen om zo geschiedenis te schrijven en aan te tonen dat met schone technologieën het onmogelijke kan worden verwezenlijkt. Covestro, het vroegere Bayer MaterialScience, is een Solar Impulse-projectpartner sinds 2010 en de officiële technische partner. Het bedrijf is verantwoordelijk voor het design en de ontwikkeling van de cockpit. Deze is gebouwd met de meest geavanceerde polyurethaan- en polycarbonaatsystemen, die niet alleen het gewicht van het vliegtuig drastisch verlagen, maar ook garant staan voor een ultieme bescherming van de piloot. ‘Het Solar Impulse-project is voor onze medewerkers en klanten uitgegroeid tot het symbool van Covestro’s innovatieca-

DECEMBER 2015

DGP4 E_offline.indd 9

paciteit en ons vermogen om een breed assortiment vernieuwende oplossingen aan te reiken’, zegt Patrick Thomas, CEO van Covestro. De technologie die ontwikkeld is voor de Solar Impulse, wordt nu al toegepast in allerlei producten in de automobiel- en de koelsector. Bovendien stelt Covestro vast dat de coatings op het vliegtuig vandaag hun weg vinden naar tal van andere industriële sectoren.

9

15-12-15 15:54


Interview

Bestaande en nieuwe woningen kunnen prima energieneutraal worden gemaakt.

FOTO'S: WIM RAAIJEN

IndustriĂŤle aanpak moet bouwsector uit negentiende eeuw halen

10

DGP4 I_interview.indd 10

DECEMBER 2015

15-12-15 15:54


Interview

Bestaande en nieuwe woningen kunnen prima energieneutraal worden gemaakt. Wel moet de bouwsector dan af van eeuwenoude patronen, stelt Jan Willem van de Groep. Nieuwe technologie en software maken het mogelijk om huizen en complete renovaties te produceren op een site in plaats van een bouwplaats. Hij wil zelf het voorbeeld geven met een nog te bouwen fabriek die over vijf jaar marktleider moet zijn in de renovatie van woningen. Geschatte investering: 25 miljoen euro. Wim Raaijen Tijdens de vele presentaties die hij geeft, kan Jan Willem van de Groep weleens met een kwinkslag verwijzen naar zijn vader die emeritus dominee is. Misschien dat daar zijn bevlogenheid in zijn voordrachten ook wel vandaan komt. Alleen predikt hij niet het christelijk-gereformeerde geloof zoals zijn vader, maar innovatie in de bouw. En hij wijst de heilzame weg naar energieneutrale woningen. Een substituut? ‘Vrienden hebben een dergelijk verband met mijn opvoeding ook wel eens gelegd. En misschien heeft het een ook wel met het ander te maken’, glimlacht Jan Willem, die binnen de bouw bekend staat als inspirator van vernieuwing. Zijn groene preken en overtuigende optredens lijken aan te slaan. Van de Groep blijft althans niet onopgemerkt, gezien ook zijn tiende plaats in de Duurzame Top 100 van het dagblad Trouw. In 2015, vanuit het niets. Verder kreeg hij dit jaar van HIER Klimaatbureau de Klimaatpenning voor personen die de aanpak van klimaatproblemen helpen te versnellen en is hij de nummer 1 van de duurzame Top 50 in Bouw en Vastgoed.

Hij ziet Nul-op-de-Meter-renovaties als een belangrijke stap in het verduurzamen van de woningvoorraad. Het idee is simpel. Make-overs van woningen kunnen worden gefinancierd door het verdwijnen van de energierekening. Nadat een woning met verschillende maatregelen energieneutraal is gemaakt, betaalt de huurder de energierekening niet meer aan het energiebedrijf maar door een ‘verhoging van de huur’ in de vorm van een Energieprestatievergoeding (EPV). Of een huiseigenaar betaalt dat aan de bank of een andere financier in de vorm van een hypotheek of slimme lening. Van de Groep: ‘De gemiddelde energierekening in Nederland is ongeveer 45.000 euro waard. Daarmee bedoel ik dat je met een energierekening van pakweg 150 euro per maand De bouw is ongeveer 45.000 euro beschikbaar een zeer behouhebt om je Nul-op-de-Meter-renodende sector. vatie te financieren.’

Stroomversnelling

Van de Groep slaagt er ook vaak in om de steun te verwerven van de juiste bedrijven. Zo kreeg hij zes woningcorporaties en vier grote bouwbedrijven voor Stroomversnelling van huurwoningen bij elkaar. Ook verschillende industriële bedrijven hebben zich er bij aangesloten, zoals VDL. En bijvoorbeeld chemiereus BASF, dat nieuwe materialen en technologieën voor gevels ontwikkelt. Bij de renovaties krijgen huizen een nieuwe schil om de oude muren heen. Wil een eigenaar wel het aanzicht houden van bakstenen muren, dan kan dat bijvoorbeeld met steenstrips van composietmateriaal. Maar het gaat natuurlijk veel sneller als op voorhand steenpatronen op de nieuwe gevel worden geprint. Of iets anders naar wens. Van de Groep: ‘Industriële bedrijven hebben vaak innoverende producten en technologieën die lang niet altijd de catalogi van de groothandels halen.’ Nieuwe materialen bijvoorbeeld die een verbetering kunnen zijn in comfort, functionaliteit en energiezuinigheid. Zij zoeken ook wegen om hier wel aandacht voor te krijgen.

Eigenlijk heeft Jan Willem van de Groep zelf niet zo veel met het woord duurzaam. ‘Er bestaat toch ook niet zo iets als onduurzaam?’ En hij vindt dat in Nederland maar al te gauw alleen de focus ligt op vergroening van de energievoorziening. ‘Energiebesparing wordt meer dan eens vergeten en juist daar kunnen we de komende jaren het meeste mee bereiken. Dertig procent van de energie gaat in Nederland naar de gebouwde omgeving. Daarvan gaat de grootste energievraag uit naar warmte en die is niet zomaar met een duurzame bron als bijvoorbeeld windenergie op te lossen. In de gebouwde omgeving zouden we daar zo’n honderdvijftig windmolens per gemiddelde gemeente voor nodig hebben. Dat gaat echt niet lukken. Radicale besparing van warmte is de enige manier om snel meters te maken in de gebouwde omgeving, om zodoende in 2050 een duurzame woningvoorraad te hebben. Natuurlijk hoor ik ook de visie dat over een paar decennia energie helemaal geen probleem meer hoeft te zijn. Omdat dan alles duurzaam opgewekt kan worden. Heel goed natuurlijk, maar zo ver zijn we nu nog niet.’ Van de Groep heeft zijn ideeën voor de bouwsector omgezet in inmiddels lopende programma’s en projecten. Zo was hij als regisseur van het innovatieprogramma Energiesprong bedenker en aanjager van de Stroomversnelling, een ambitieus project om onder meer in de komende vijf jaar 111.000 oudere huurwoningen te renoveren tot energieneutrale huizen. En ook moeten 100.000 koopwoningen energieneutraal worden gemaakt. Ofwel Nul op de Meter, het mantra van het programma.

DECEMBER 2015

DGP4 I_interview.indd 11

Nieuwe materialen

Conservatiever dan bijvoorbeeld de maakindustrie.’

Playmobil Jan Willem van de Groep is een aanjager, ‘een beginnetjesmaker’, zoals hij zichzelf noemt. En dat gaat hem ook goed af. Hij was voorheen manager vastgoedontwikkeling van een woningcorporatie in Doetinchem en Ulft, waar hij alle ruimte kreeg voor verduurzaming en innovatie in de bouw. Die ervaring komt hem nu van pas bij zijn missie om de gebouwde omgeving voor 2050 11

15-12-15 15:54


Interview

energieneutraal te maken. Dat zoiets niet vanzelf gebeurt - en helemaal niet in de bouwsector - is voor hem allang duidelijk. ‘De bouw is een zeer behoudende sector. Conservatiever dan bijvoorbeeld de maakindustrie. De bouw heeft de hele industriële revolutie overgeslagen. Natuurlijk zijn er wel ontwikkelingen geweest, maar veel gebeurt nog op dezelfde manier als het einde van de negentiende eeuw. Er is niet veel verschil in het proces en ook niet in de uitvoering.’ Volgens Van de Groep kan de bouw daarom heel veel leren van de industrie en met name van hoe OEM’s, Original Equipment Manufacturers, te werk gaan. ‘De bouw benadert een huis of gebouw nog steeds niet als een systeem, maar stapelt een aantal bestaande losse producten op elkaar, die bij groothandels op de lijst staan. Het is net Lego. Als je een aannemer een iPhone zou laten ontwerpen, dan past die niet eens op een keukentafel. Het moet niet Lego blijven, maar juist Playmobil worden.’

Modules In sectoren zoals de auto-industrie en ICT gebeurt het heel anders en vooral ook veel efficiënter, stelt Van de Groep. In de fabriek wordt gewerkt met computers en robots die op grond van goed doordachte ontwerpen hun producten fabriceren. Daar zijn operators, procesengineers en softwareontwikkelaars voor

12

DGP4 I_interview.indd 12

nodig. Van de Groep gebruikt al eerder in publicaties het voorbeeld van de keukenindustrie. ‘Vroeger werd de keuken in een huis door een timmerman gemaakt en in elkaar gezet. Nu wordt de keuken modulair in de fabriek geproduceerd en in een dag geassembleerd in de woning.’ Dat kan ook bij de renovatie of nieuwbouw van huizen en andere gebouwen. Door een industriële aanpak kunnen bestaande huizen nu al in één dag een volledige make-over krijgen. Nieuwe onderdelen, zoals complete gevels, daken, een kleine aanbouw of modules voor een nieuw energiesysteem worden van tevoren in een industriële omgeving gefabriceerd. Ook volledige nieuwe huizen kunnen in een fabriek in modules worden gemaakt en in korte tijd worden op hun uiteindelijke plaats worden geïntegreerd. ‘Huizen kunnen op die manier veel goedkoper, sneller en energiezuiniger worden gebouwd.’

3D-printen Van de Groep stelt dat zulke OEM’s er sowieso komen. Alleen gaat het hem nog niet snel genoeg. Zelfs niet binnen de Stroomversnelling. ‘Ik snap dat ook wel. Er zijn bouwbedrijven bij betrokken die weliswaar de meest innovatieve zijn van wat we in Nederland hebben, maar nog niet innovatief genoeg. Ook deze bedrijven hebben moeite met de transformatie. Ze lopen tegen hun eigen grenzen aan. Nieuwe technologie, zoals 3D-printen,

DECEMBER 2015

15-12-15 15:54


Interview

op maat produceren van bouwproducten en vooral ook nieuwe software maken veel meer mogelijk, maar je moet er wel op een hele andere manier mee om kunnen gaan.’ Er zijn maar weinig bedrijven die snel kunnen transformeren. ‘Sommige bouwbedrijven gaan dan bijvoorbeeld experimenteren met 3D-printen met beton. De technologie maakt het juist mogelijk om met nieuwe, hoogwaardige materialen te werken. Het gaat er sowieso allemaal aankomen, maar ik wil me er voor inzetten om het proces versnellen.’

Robots Om de versnelling nog extra impuls te geven, heeft hij een half jaar geleden besloten om zelf het ondernemerspad te kiezen. Inmiddels is hij betrokken bij de oprichting van drie nieuwe bedrijven. Eén daarvan is Factory Zero. Samen met drie andere initiatiefnemers, die tot voor kort werkzaam waren bij de verschillende bouwbedrijven van de Stroomversnelling, wil hij zelf zo’n OEM oprichten voor Nul-op-de-Meter-renovaties. En ambitie genoeg. Binnen vijf jaar moet het bedrijf marktleider zijn in de energiebesparende renovatie van woningen. ‘Vooralsnog gaan we er van uit dat we voldoende schaalgrootte nodig hebben om de prijs en kwaliteit te borgen. We denken dat de fabriek daarom minimaal zevenduizend woningen per jaar moet renoveren. Koelkastdeur Overigens kan schaalgrootte gaandeweg minder nodig zijn. Met de oprichting van en deelname aan twee andere bedrijven, Ik volg ook de ontwikkelingen van ‘micro factories’, kleine fa- ARXlabs en Challenge the Future, wil Van de Groep vooral meer innovaties en innovatief denken in de bouw briekjes die ‘economy of scale’ niet meer nodig stimuleren. Binnen ARXlabs, dat hij samen met hebben. Met de huidige stand van de software een bevriende architect oprichtte, wil hij met wordt het bijvoorbeeld steeds meer mogelijk verschillende bedrijven en andere partijen op om onderdelen per stuk te laten maken zonder zoek gaan naar nieuwe technologieën, nieumeerkosten. Ik ken een producent waar je 24 Het is miswe concepten en nieuwe procesbenaderingen uur per dag op maat staalplaatjes kunt bestelschien het beste voor de bouw van woningen. ARXlabs zoekt len waarbij het in de prijs niet uitmaakt of je er om volledig los daarbij de samenwerking met andere partijen, één of duizend tegelijkertijd bestelt.’ te komen van de zowel binnen als buiten het speelveld van de Voorlopig gaan Van de Groep en zijn partners er traditionele bouwbouw. Partijen die gemotiveerd zijn om kenechter van uit dat ze een complete indusnis te halen, kennis te brengen, waardecreatie triële site met voldoende schaalgrootte moewereld.’ over en weer. Een belangrijke rol daarbij ziet hij ten optuigen om de traditionele bouwplaats te voor cocreatie met de toeleverende industrie. vervangen. ‘Dat is ook meteen het verschil met ‘Samen kunnen we werken aan integrale proprefab, dat we nu kennen. Bij prefabricatie verplaats je alleen de bouwplaats. Er lopen bijvoorbeeld nog steeds ductontwikkeling.’ timmerlieden rond. Op de bouwsite is geen plaats voor de tim- Het derde initiatief, Challenge the Future, heeft als doelstelling merman of andere ambachtslieden, maar wordt alles met robots innovaties en vernieuwende concepten nog meer een kans te geven. ‘Waarom gebruiken we de technologie van een koelkastgedaan.’ deur niet ook voor bijvoorbeeld de voordeur van een huis? Een 25 miljoen koelkastdeur gaat veel vaker open en dicht dan een voordeur Al voordat de voorbereidingen echt zijn begonnen, hebben Van en sluit naadloos af. Hij is bovendien ook nog eens goedkoper.’ de Groep en de zijnen al een bod op hun bedrijf gehad, vertelt Binnen Challenge the Future krijgen groepen van 25 studenten hij met een grote glimlach op zijn gezicht. Het sterkt zijn overtui- uit verschillende disciplines opdrachten die ze stimuleren om ging en er zijn dus meer partijen die rotsvast in het idee van de alles uit de kast te halen. ‘Bijvoorbeeld: ‘ontwerp een woonplek bouwfabriek geloven. ‘Ook zijn twee traditionele bouwbedrij- met alles er op en er aan voor 25.000 euro.’ En ze kunnen hun ven geïnteresseerd om te participeren. We zijn er nog niet uit of informatie overal vandaan halen, bijvoorbeeld bij Bosch of bij de we dat wel willen. Het is misschien het beste om volledig los te laboratoria van BASF in Ludwigshafen.’ komen van de traditionele bouwwereld.’ Het moge duidelijk zijn dat het ondernemerschap geen doel op Tegelijkertijd moeten de initiatiefnemers wel praktisch zijn. ‘We zich is voor Jan Willem van de Groep. Om de vraag of hij op terhebben naar onze inschatting 25 miljoen euro nodig hebben mijn een groot industrieel zal zijn, moet hij lachen. ‘Wie weet, om de fabriek neer te zetten.’ Hoe sneller dat rond is, hoe eerder wie weet! Tot nu toe ben ik vooral goed geweest om iets te beer forse stappen mogelijk zijn. ginnen. En ik wil vooral ontwikkelingen versnellen.’ b

DECEMBER 2015

DGP4 I_interview.indd 13

13

15-12-15 15:55


Enlightenmentz

Winnaars Enlightenmentz of the Year Avebe, Paperwise en Saneral Ecotender zijn de winnaars van de Enlightenmentz of the Year 2015. Zij zijn lichtende voorbeelden voor een duurzame toekomst. Dat is in november bekend gemaakt tijdens het Duurzaam Geproduceerd congres. Dagmar Aarts

Process Enlightenment of the Year Een Process Enlightenment zorgt ervoor dat hele productieprocessen en zelfs hele ketens duurzamer worden gemaakt met een grote positieve impact op de mens en het milieu. Avebe is daar met het voedselingrediënt Solanic een mooi voorbeeld van. Solanic heeft dezelfde samenstelling als het wit van het kippenei. Door het met een koud proces te winnen slaat het bedrijf twee vliegen in een klap. Het proces kost minder energie en in vloeibare vorm is het product veel meer waard. De jury vindt Solanic een aansprekende biobased oplossing en is enthousiast dat er meer waarde wordt gehaald uit processen die al gangbaar zijn. Naast dat er meer waarde uit de aardappel wordt gehaald, wordt er ook verduurzaamd doordat er minder energie nodig is en het eiwit uit aardappel een goed alternatief is voor een dierlijk product. De jury: ‘Dit is een manier om vanuit bestaande business tot verduurzaming te komen. Solanic laat zien dat het mes aan veel kanten snijdt als je inzet op innovatie. Avebe toont dat verduurzaming niet duurder hoeft te zijn en zelfs meer waarde kan opleveren.’

Product Enlightenment of the Year Bij de Product Enlightenmentz gaat het om productontwerpen die duurzaam, mooi en heel bruikbaar zijn. Duurzame producten met de x-factor dus. Het papier en karton van Paperwise is gemaakt van landbouwafval, dat normaal wordt verbrand. Daardoor is de impact op het milieu 47 procent lager dan van ander papier. De jury vindt Paperwise een mooie innovatie, omdat er van resten die anders zouden worden verbrand een bruikbaar product wordt gemaakt. Belangrijk pluspunt is dat de footprint van het papier van Paperwise aantoonbaar lager is dan van maagdelijk papier uit hout of gerecycled papier.

Social Enlightenment of the Year De Saneral Ecotender is de Social Enlightenment van 2015. Een Social Enlightenment laat mensen en bedrijven door middel van een innovatie, idee of concept op een andere manier naar de wereld kijken. En inspireert henzelf en anderen om te verduurzamen. Met de Saneral Ecotender kan iedere ondernemer die een oplossing heeft voor een afvalstroom in de industrie gemakkelijk zijn idee aandragen. De Saneral Ecotender is een database waar industriële en bedrijfsmatige afvalstromen in een overzichtelijk systeem staan en waar bedrijven een innovatieve oplossing voor kunnen aandragen zonder tussenkomst van een afvalmakelaar. De jury vindt de Saneral Ecotender een interessante vernieuwing, omdat het bedrijf probeert inzichtelijk te maken wat bedrijven aan afvalstromen hebben. De Saneral Ecotender zorgt ervoor dat allerlei bedrijven en particulieren de reststromen kunnen valoriseren. Het biedt de optie om te shoppen voor een interessante grondstof waar je als bedrijf misschien nog nooit aan had gedacht en waar je wat mee kan doen. Daarnaast ziet de jury ook dat het nu soms lastig is om genoeg van een afvalstroom bij bijvoorbeeld een recycler te krijgen. Met de Saneral Ecotender kan er worden gekeken of er ergens anders ook nog zo’n afvalstroom is.

14

DGP4 K_enlightenmentz.indd 14

DECEMBER 2015

15-12-15 15:47


Enlightenmentz

Plantaardig eiwit op alle fronten duurzamer Na het wegvallen van subsidies uit Brussel voor aardappelboeren is zetmeelproducent Avebe er in geslaagd om meer te bieden per ton aardappelen. Door verschillende innovaties haalt het bedrijf meer uit elke aardappel. Een mooi voorbeeld is het voedselingrediënt Solanic, dat dezelfde samenstelling heeft als het wit van het kippenei. Door het met een koud proces te winnen, slaat het bedrijf twee vliegen in een klap. Het proces kost minder energie en in vloeibare vorm is het product veel meer waard. Wie zit er achter? Zetmeelfabrikant Avebe ziet aardappelen als kleine chemische reactoren die waardevolle stoffen uit de grond halen en er bruikbare moleculen van maken. Naast de twintig procent zetmeel en anderhalf procent eiwit, zitten er zoveel bruikbare stoffen in aardappelen, waarvan de mogelijkheden nog lang niet ten volle worden benutten. Innovatie met een grondstof van honderden jaren oud in een bedrijf dat in 2019 honderd jaar bestaat. Wat is het? Solanic is aardappeleiwitproduct met dezelfde eigenschappen als het wit van het kippenei. Productiedirecteur Eward Hofstede: ‘In het vruchtwater dat overblijft nadat het zetmeel uit de aardappelen is gehaald, zitten nog verschillende waardevolle stoffen, waaronder eiwitfracties met dezelfde eigenschappen als het wit in eieren. Het stolt ook onomkeerbaar bij verhitting. Voorheen haalden we het eiwit uit het vruchtwater onder relatief hoge temperaturen. Gestold dus. We hebben nu echter een proces ontwikkeld waarmee het eiwit op relatief lage temperaturen wordt gewonnen, nog steeds in vloeibare vorm. Daardoor is het eiwit minimaal het tienvoudige waard, omdat het in veel meer producten kan worden verwerkt.’ De eiwitfracties uit aardappelen hebben nieuwe en unieke eigenschappen voor toepassingen in voeding en cosmeticaproducten. In zuivelvrij ijs zorgt het bijvoorbeeld voor een stabiele emulsie. In glutenvrij brood geeft het volume en een goede kruimstructuur. Ook in plantaardige burgers fungeert het aardappeleiwit als vervanger van kippeneiwit. In ‘vegan cheese’ wordt het eiwit uit de aardappel inmiddels gebruikt. Ook is het goed snijdbaar en heeft het goede smelteigenschappen, handig voor bijvoorbeeld veganistische pizza’s. Hoe is het nieuwe product ontstaan? Eigenlijk was het Avebe in eerste instantie vooral te doen om

energie te besparen. De zetmeelfabrikant is een van de grootste gebruikers van energie in Nederland en heeft zichzelf tot doel gesteld om op alle fronten het gebruik terug te dringen. Incrementeel, maar ook met innovatieve procestechnologie. Voorheen werd het eiwit gewonnen via een proces met een hoge temperatuur. Het idee ontstond om een proces te ontwikkelen dat onder lagere temperaturen het eiwit uit de aardappel haalt. En dat lukte. Het effect bleek echter veel groter dan de energiebesparing zelf. Doordat het proces een veel hoogwaardiger product oplevert, is de eindbalans op het gebied van duurzaamheid nog veel positiever. Wat zijn de marktkansen voor Solanic? Volgens Avebe zijn de marktperspectieven voor plantaardige eiwitten uitstekend. Consumenten gaan bewuster met voeding om. Ze krijgen steeds meer een voorkeur voor plantaardige eiwitten boven dierlijke eiwitten, vanwege milieuoverwegingen, dierenwelzijn en dierziekten. Plantaardige eiwitten hebben volgens het bedrijf een ecologische footprint die vijf maal zo laag is als dierlijke eiwitten. Bovendien is aardappeleiwit niet genetisch gemodificeerd, in tegenstelling tot veel eiwit uit sojabonen. In welke fase verkeert de productie van Solanic? Om de vraag bij te houden, investeert Avebe enkele tientallen miljoenen euro’s in de opschaling van de Solanic-fabriek in het Drentse Gasselternijveen. De productie wordt momenteel maar liefst vervijfvoudigd. Van pilot naar volwassen fabriek. De nieuwe installatie is afgelopen augustus opgestart, net voordat de aardappelcampagne begon.

DECEMBER 2015

DGP4 L_enlightenmentz.indd 15

15

15-12-15 15:48


Enlightenmentz

Landbouwafval wordt papier Het papier en karton van Paperwise is gemaakt van landbouwafval. Daardoor is de impact op het milieu maar liefst 47 procent lager dan van ander papier. Hoe bent u op dit idee gekomen? ‘Ik reisde veel en zag overal heel veel landbouwafval liggen dat werd verbrand’, zegt Peter van Rosmalen, de oprichter van Paperwise. ‘Soms zomaar om er van af te zijn en soms om er nog energie uit te winnen. In landbouwafval zit cellulose en als je dat er uit haalt, heb je een hele mooie grondstof om papier van te maken. Nu wordt dat uit bomen gehaald. Een boom groeit dertig tot veertig jaar voordat er iets van wordt gemaakt dat wij tien minuten of minder gebruiken. Dat is niet meer van deze tijd.’ Hoe wordt het papier en karton van Paperwise gemaakt? Op dit moment wordt Paperwise geproduceerd in India en Colombia. Het bedrijf heeft een aantal fabrieken geselecteerd die hun producten kunnen en mogen produceren. Zij betrekken er vervolgens de boeren met hun landbouwafval bij. De fabrieken moeten van Paperwise met landbouwafval werken, de kwaliteit van het product moet goed zijn en ze moeten zelf sterk de focus hebben op MVO. Paperwise wil op deze manier ook investeren in derde wereldlanden, scholing, zorg en infrastructuur. En zorgen dat de productie op een veilige manier gebeurt. De lokale bedrijven waren al wel bezig met het maken van papier van landbouwafval, maar de kwaliteit moest geschikt worden gemaakt voor Europa. ‘De kwaliteitsnormen liggen daar lager. Papier hoeft bijvoorbeeld niet zo wit en stevig te zijn als hier.’ Van Rosmalen is daarvoor zelf bij de fabrieken geweest en heeft IVAM Universiteit van Amsterdam ingeschakeld om ter plaatse kwaliteit- en milieu-trainingen te verzorgen. ‘Toen ik hiermee begon, had ik een paar eisen waarvan ik dacht dat het nodig was om ook echt een duurzaam bedrijf te worden. De kwaliteit en de prijs moeten goed zijn, anders red je het niet. Dan heb je alleen een mooi idee.’ Sinds april levert het bedrijf duurzaam papier voor schrijfblokken, drukwerk, etiketten, printen en verpakkingsmateriaal. Zo zijn in een aantal grote supermarkten al groenten en fruit verpakt in bakjes van landbouwafval. Recent is het assortiment uitgebreid met papieren broodzakken. Het papier en karton dient minimaal voor vijftig procent uit landbouwafval te bestaan. Maar binnen het huidige assortiment is het minimale aandeel nu al 65 procent en worden de meeste soorten al gemaakt op basis van honderd procent landbouwafval. Van Rosmalen: ‘Het ligt aan de toepassing of we het papier voor honderd procent uit landbouwafval kunnen maken. Bij kopieerpapier lukt dat bijvoorbeeld nog niet. De machines waarmee we hier in het westen werken, worden steeds sneller en gebruiken hoge temperaturen. Dan krijg je teveel storingen. Daarom voegen we aan kopieerpapier een klein beetje cellulose uit houtvezels toe.’

en karton. De milieu-impact van PaperWise ligt 47 procent lager dan FSC papier van houtvezel en 29 procent lager dan gerecycled papier. Daarnaast komt het landbouwafval ruim veertig keer zo snel beschikbaar als bomen en de opbrengst per hectare is bijna anderhalf keer zo hoog. Om al het jaarlijkse papier en karton van Europa te maken, is slechts 1,8 procent van het jaarlijkse landbouwafval nodig, zoveel komt er na het oogsten beschikbaar. Bovendien is het productieproces van PaperWise CO2-neutraal.

Wat is de impact? De markt waarop Paperwise zich begeeft, is heel erg groot. In heel Europa gebruiken we jaarlijks 76 miljard kilogram papier 16

DGP4 L_enlightenmentz.indd 16

DECEMBER 2015

15-12-15 15:48


Enlightenmentz

Database maakt van afvalstromen circulaire waarde Met de Saneral Ecotender kan iedere ondernemer die een oplossing heeft voor een afvalstroom in de industrie gemakkelijk zijn idee aandragen. Wat is het? De Saneral Ecotender is een database waar industriële en bedrijfsmatige afvalstromen in een overzichtelijk systeem staan en waar bedrijven een innovatieve oplossing voor kunnen aandragen, zonder tussenkomst van een afvalmakelaar. Hoe is de Saneral Ecotender ontstaan? Richard ten Hagen is als grondlegger ooit geïnspireerd geraakt door zijn werkzaamheden in de cement- en betonindustrie. Hij had in Duitsland de leiding over een aantal betonfabrieken. Daarna kwam hij in de grondstoffen terecht en zo ook in specifieke afvalstromen. Zijn taak was het onderzoeken van afvalstromen die in de betonindustrie zouden kunnen worden gebruikt. ‘Het is een vast gegeven dat bedrijven heel graag van hun afval een grondstof willen maken, maar om dit kostenverlagend en circulair toe te passen is lastig. Door de afval- en reststromen transparant te maken en door middel van een Ecotender zullen innovatieve bedrijven de industrie eerder en sneller bereiken, wat weer leidt tot een versnelde transitie.’ Hoe werkt het? De Ecotender is een database waarop bedrijven alle informatie over hun afvalstromen tenderen. Een afvalstroom wordt als Ecotender in de database gezet. Andere bedrijven die gespecialiseerd zijn in nichemarkten kunnen deze tenders bekijken en er een groene of betere oplossing voor aandragen. De verantwoordelijke van de industrie krijgt bericht als iemand denkt een oplossing voor een van hun stromen te hebben. Daarnaast heeft degene met de oplossing direct contact met de juiste persoon binnen het bedrijf. Ten Hagen: ‘Om zo'n oplossing aan te kunnen dragen, moet een bedrijf of persoon wel ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel. Al heb je een kantoor in je garagebox, dan nog kan je de ultieme oplossing voor Shell bedenken. Normaal word je niet serieus genomen, je komt niet eens voorbij de receptie. Door de Saneral Ecotender heb je direct contact met de juiste persoon op de juiste plek. Hij bepaalt vervolgens met wie hij aan tafel gaat en met wie niet. Maar je hebt interactie.’ Er is volgens Ten Hagen nog een probleem waardoor het lastig

DECEMBER 2015

DGP4 L_enlightenmentz.indd 17

is om als bedrijf of persoon met een oplossing te komen voor een afvalstroom. De industrie zit vaak vast aan contracten met recyclers die de afvalstromen afhandelen. Ten Hagen: ‘We laten de contractant zijn werk gewoon verder doen, maar ondertussen tenderen wij wel hun afvalstromen. Wat die contractant precies doet met het afval, weet de industrie vaak niet. Wij gaan dat veranderen. Wij gaan de diverse afvalstromen omzetten in monostromen en deze apart tenderen op de Ecotender. Op het moment dat ze online komen, sturen we een alert naar degenen die zich bezighoudt met oplossingen voor bepaalde nichemarkten zoals plastic of hout. Daarmee maak je iedereen wakker en wordt er verbonden. We gaan mensen triggeren om actie te ondernemen.’ Op de website staan onder andere Ecotenders van verschillende industriëlen. In die tenders staat alles wat nodig is om tot een oplossing te kunnen komen, zoals een labanalyse, de hoeveelheid vocht in het afval, de hoeveelheid chemicaliën en eigenschappen, de vergunningen die nodig zijn, het vervoer, contractvoorwaarden en de doelstellingen van het bedrijf. Ten Hagen: ‘We willen de interactie uiteindelijk wereldwijd uitrollen. Iemand in Madrid kan bijvoorbeeld een oplossing bieden voor Shell Pernis.’ Saneral verwacht de eerste oplossingen voor diverse Ecotenders nog dit jaar te hebben. De bedrijven die een betere oplossing zoeken voor hun afvalstromen betalen maandelijks een bijdrage voor de totale service. Als bedrijf is het mogelijk om een tender anoniem op de website te zetten en alleen mensen die toegang hebben gekregen, kunnen in de database. Iedere onderneming heeft een eigen accountmanager die persoonlijk contact houdt met de cliënt. 17

15-12-15 15:48


2016

Het jaarcongres van de NVDO en het iMaintain platform Datum: 17 maart 2016 | Locatie: AHOY Rotterdam

[SAV

E TH

E DA TE]

THEMA: IN THE LEAD De Nederlandse industrie heeft alles in zich om koploper te zijn en te blijven. Maar dat komt niet vanzelf. Tijdens iMaintain 2016, het jaarcongres van de NVDO en het iMaintain platform, kijken we hoe de Nederlandse maintenancesector bijdraagt om ‘in the lead’ te blijven.

www.nvdo.nl

Welke factoren maken het verschil in food en farma, infra, fleet, procesindustrie en de gebouwde omgeving? De juiste mix van gedrag, innovatie, techniek, operational excellence en samenwerking kan zorgen dat de Nederlandse maintenancesector ook de komende decennia onze industrie ‘in the lead’ houdt.

DOELGROEP

Beslissers en verschilmakers van: • Onderhoudsintensieve bedrijven en organisaties • Aanbieders van onderhoudsdiensten • Leveranciers van technologie en onderdelen op het gebied van onderhoud • Overheden en kennisinstituten

www.imaintain.info/congres DGP4 advertenties.indd 18 151201_iLinqsIMA2016_Congres.indd 1

15-12-15 10:01 15:51 02-12-15


Beleid

Ton van Dril (ECN) pleit voor het gericht inzetten van subsidie in de industrie.

Subsidie onder vuur Verduurzaming van de zware industrie moet een essentieel onderdeel zijn van elk scenario dat een energietransitie of sterke broeikasgasreductie beoogt, stelt Ton van Dril van ECN. Hij opende het debat van het Duurzaam Geproduceerd congres en pleitte daarbij voor het gericht inzetten van subsidie om nieuwe, duurzame technologie in de industrie op weg te helpen. Maar is subsidie wel nodig? Liesbeth Schipper

Als het over CO2 gaat, is het antwoord van de zware industrie vaak dat er een mondiale prijs voor CO2 moet komen, stelt Van Dril: ‘Ik denk niet dat de industrie daar eindeloos op moet gaan wachten. En ik denk ook niet dat het slim is om te wachten, want er liggen kansen. Bedrijven kunnen de wereld veranderen, en de overheid kan dat faciliteren.’ Van Dril pleit daarbij voor subsidies om nieuwe technologie over de onrendabele top te helpen. Eward Hofstede, managing director operations Avebe, geeft daarvan een mooi voorbeeld: ‘Wij zijn op dit moment bezig met een investering die eigenlijk niet uit kan. Dankzij subsidie van de overheid hebben we dit doorgezet, maar zonder zouden we het later of misschien zelfs helemaal niet hebben opgepakt.’ Ook Hans Wiltink, directeur van het ISPT innovatie-cluster Sustainable Business Models, doet een duit in het zakje: ‘Bedrijven willen de risico’s beperken, willen zeker weten dat een nieuwe technologie werkt. Wij werken samen met de industrie aan verschillende bedrijfscases. Zo hebben we De zware met Dow gekeken naar de mogelijkheden van industrie doet z’n stoomrecompressie, het opwaarderen van restbest om energie te warmte naar proceswarmte met elektriciteit. besparen en te verWe kunnen een pilot doen, maar zijn nu aan duurzamen, maar het kijken of daar een regeling voor is.’ Hofstede reageert daar verbaasd op: ‘Wij werken al jahet lukt nog niet zo ren met mechanische damprecompressie. DSM goed.’ gaat er ook mee aan de slag. Het lijkt erop dat Dow gewoon probeert te onderhandelen.’

Onlogische situaties

FOTO: GIJS HOEKSTRA

‘De zware industrie doet wel z’n best om energie te besparen en te verduurzamen, maar het lukt nog niet zo goed.’ Ton van Dril, beleidsonderzoeker bij Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) schopt met zijn opmerking bij de opening van het debat van het Duurzaam Geproduceerd congres meteen tegen het zere been van sommige aanwezigen. Eén daarvan is het volstrekt niet met Van Driel eens en wijst hem op de resultaten die de zware industrie al heeft bereikt. Van Driel erkent deze, maar vergelijkt ze met resultaten die zijn bereikt in de bouw met passief bouwen, in elektrisch vervoer en in de elektriciteitsproductie. ‘Daar zijn flinke sprongen gemaakt.’

Kansen

DECEMBER 2015

DGP4 O_debat.indd 19

De meningen over het geven van subsidies zijn duidelijk verdeeld. Aaldrik Haijer, oprichter en directeur van Water & Energy Solutions, haalt daarbij de voormalige subsidie op warmtekrachtkoppeling aan. ‘Wkk wordt soms heel efficiënt ingezet, maar door de eerdere subsidie op wkk heeft het soms ook tot bijzonder onlogische situaties geleid. Laat de overheid daarom vooral nooit meer komen met exploitatiesubsidie. Deze vorm van subsidie zorgt er overigens ook voor dat je eigenlijk stil blijft staan.’ Haijer staat wel positief tegenover initiatiesubsidie, om de ontwikkeling van nieuwe technologieën te stimuleren en deze een zetje te geven. ‘Maar als iets echt goed is, en met goed bedoel ik zowel economisch als ecologisch en sociaal, dan gebeurt het toch wel en is subsidie niet nodig.’ b

19

15-12-15 15:52


Productnieuws In deze rubriek staan producten die een bijdrage leveren aan duurzaam produceren. Heeft u zelf een product dat in deze rubriek past? Stuur een mail naar de redactie: redactie@duurzaamgeproduceerd.nl

Biobased koffiecapsule wint Food Valley Award 2015

De biobased koffiecapsule gevuld met fairtrade Arabica-koffie, die ontwikkeld is door Koffiebranderij Peeze, heeft eind oktober de Food Valley Award 2015 gewonnen. De innovatieve koffiecapsule is

het resultaat van een bijzondere samenwerking tussen een aantal partijen en heeft een grote marktpotentie. Wereldwijd worden er in totaal tien tot twaalf miljard capsules gebruikt. Peeze Koffiebranderij ontwikkelde samen met Advanced Technology Innovations (ATI) een duurzaam alternatief voor de bestaande koffiecapsules. De nieuwe capsules en de afdichtfolie zijn van polymelkzuur (polylactic acid, PLA) gemaakt, een biobased composteerbaar materiaal. De capsules zijn gevuld met klimaatneutrale, biologische fairtrade koffie van hoge kwaliteit Arabica-koffiebonen. Voor deze toepassing was het nodig om het PLA-materiaal door te ontwikkelen, zodat de capsules in de machine met heet water blijven functioneren en de folie onder waterdruk in de machine op de juiste manier perforeert. Een andere uitdaging was het garanderen van de zuurstofdichtheid van de capsule zodat de koffie zijn bijzondere smaak behoudt.

‘Groenste kinderwagen ter wereld’ komt uit Nederland Het Nederlandse bedrijf Greentom brengt een volledig duurzaam geproduceerde kinderwagen op de markt. Niet alleen zijn alle materialen gemaakt van duurzame materialen, ook de productie wordt zo lokaal mogelijk gedaan. Het frame van de Greentom Upp is volledig gemaakt van ge-

recycled plastic en bio-plastic en volgens Greentom de groenste wandelwagen ter wereld. De stof van de collectie is gemaakt van gerecyclede PET-flessen. Zowel stof en het frame zijn gemakkelijk te demonteren en kunnen worden hergebruikt of gerecycled. De matras in de wieg is gemaakt van bio-katoen, linnen en wol. Eigenaar en oprichter Bart Bost van Greentom: ‘We gaan we nu voor honderd procent groen.’ Dat doet het bedrijf door voor het frame petflessen te gebruiken als grondstof. ‘Dankzij het innovatieve ontwerp en de keuze van materialen, zijn we nu in staat om lokaal te produceren. Dit betekent minder transport en vermeerdert het gebruik van lokale grondstoffen. Al met al stimuleert deze manier van produceren de lokale economie. Zo dragen we bij aan een groenere planeet’, aldus het bedrijf.

Plastic uit Amsterdamse grachten verwerkt tot afwasmiddelflesje Ronddrijvend plastic uit de Amsterdamse grachten zijn door het Belgische bedrijf Ecover verwerkt tot grondstof voor een speciale fles voor afwasmiddel. Deze actie met een gelimiteerd aantal flesjes heeft als doel mensen bewust te maken van de wereldwijde plasticsoep-problematiek. De fles is gemaakt van volledig gerecycled plastic, waarvan tien procent afkomstig is uit de Amsterdamse grachten, en maakt deel uit van Ecovers benadering van duurzame verpakkingen. Om de fles te kunnen maken, heeft Ecover samengewerkt met Plastic Whale om plastic te winnen uit de Amsterdamse grachten. Plastic Whale is de eerste professionele plastic fishing company ter wereld. De missie van het bedrijf is om wateren over de hele wereld plasticvrij te maken door waarde te creëren met plastic afval.

20

DGP4 G_productnieuws.indd 20

De fles is niet alleen milieuvriendelijk, maar heeft ook een opvallend ontwerp. Ecover heeft gebruik gemaakt van biomimicry door eencellige organismen na te bootsen die in de oceaan leven en lichte maar toch stevige skeletstructuren kunnen maken. Aan de hand van dit natuurlijke voorbeeld heeft Ecover een aantrekkelijk flesontwerp gemaakt waarvoor vijftien procent minder plastic nodig is, zonder dat dit ten koste gaat van de sterkte van de fles. Vorig jaar heeft dit flesontwerp een aantal prijzen gewonnen.

DECEMBER 2015

15-12-15 15:49


Partnernieuws

Onderzoekscentrum voor chemische bouwstenen AkzoNobel, BASF, Shell, het Ministerie van Economische Zaken, de Topsector Chemie, NWO en de universiteiten van Utrecht, Eindhoven en Groningen hebben begin december hun plannen gepresenteerd voor de oprichting van het nieuwe Advanced Research Center Chemical Building Blocks Consortium (ARC CBBC). Dit nationale onderzoekscentrum zal belangrijke energie- en chemievraagstukken aanpakken die gepaard gaan met het groeiende beroep op de eindige voorraad grondstoffen. De VN verwachten dat de wereldbevolking tegen 2050 toeneemt tot ongeveer negen miljard mensen. Deze groei doet een zwaar beroep op de voorraad grondstoffen, zoals olie en metalen, en vormt een uitdaging voor de duurzaamheid, en voor de leefbaarheid in stedelijke gebieden. Het ARC CBBC brengt industriële en academische sterktes die Nederland te bieden heeft op het vlak van katalyse, synthese, macromoleculaire chemie en procestechnologie bij elkaar, en verbindt daarmee landelijk verschillende interdisciplinaire expertises aan Nederlandse kennis-

instellingen met elkaar en met het bedrijfsleven. Academische toponderzoekers uit verschillende expertisegebieden gaan in dit centrum nauw samenwerken met het bedrijfsleven aan duurzame oplossingen op de middellange en lange termijn, zoals nieuwe chemische processen en bouwstenen voor functionele materialen, coatings en energiedragers. Het verbeteren van bestaande producten en productieprocessen en het ontwikkelen van innovatieve alternatieven kan bijdragen aan de transitie naar een circulaire economie, waarin producten en materialen hergebruikt worden en grondstoffen hun waarde behouden.

Zonnedijk voor entree Eemshaven Het bedrijf PLY Energy uit Groningen heeft medio december namens Zonoord B.V. de vergunningaanvraag ingediend voor de aanleg van circa 19.000 zonnepanelen op de dijk aan de zuidzijde van de Eemshaven. Het totale zonnepark zal naar verwachting 4,3 miljoen KWh per jaar aan elektriciteit gaan produceren, hetgeen gelijk is aan het energieverbruik van 1.300 Nederlandse huishoudens. Deze investering van enkele miljoenen euro’s in groene energie past geheel in de ambitie van de Eemshaven als Energy Port. Aan de zuidzijde van de Eemshaven ligt op de grens tussen de Eemshaven en het agrarisch gebied een dijk. De dijk is eigendom van Groningen Seaports en is gelegen direct naast de Kwel-

derweg en ligt besloten tussen de rotondes van de N46 en de N33. Deze dijk maakt onderdeel uit van de Oostpolder. Bij de aanleg van de Eemshaven is de zeedijk verlegd en daarmee is de functie van de dijk als waterkering komen te vervallen. Op de dijk zijn inmiddels windmolens gerealiseerd en het voornemen bestaat nu om een zonnepark aan te leggen op deze dijk. De verwachting is dat de vergunningaanvraag medio 2016 zal zijn afgerond waarna subsidie zal worden aangevraagd. Na een positieve beschikking op de subsidieaanvraag, kan worden begonnen met de aanleg van het zonnepark. Het is de verwachting dat het zonnepark in het eerste kwartaal van 2017 in bedrijf wordt genomen. Zonneparken zijn een aantrekkelijk alternatief ten opzichte van andere vormen van duurzame energie daar ze landschappelijk eenvoudiger zijn in te passen en ze met een relatief korte doorlooptijd gerealiseerd kunnen worden. Zonneparken kunnen daarom op korte termijn een bijdrage leveren aan de duurzaamheidsdoelstellingen die Nederland nastreeft.

Eerste innovatielab op Utrecht Science Park Vrijdag 13 november is het eerste innovatielaboratorium (iLab) bij Hogeschool Utrecht op het Utrecht Science Park geopend. Het iLab is een volledig uitgerust laboratorium dat startups en gevestigde bedrijven toegang biedt tot onderzoeksfaciliteiten, studenten en wetenschappers. Het belangrijkste doel van iLab Utrecht Science Park is het versnellen van innovatie bij bedrijven. Het iLab versterkt op die manier de verbinding tussen onderwijs en bedrijfsleven. Het eerste iLab Utrecht Science Park biedt faciliteiten op het gebied van chemische analyse en technologie, moleculaire en celbiologie, microbiologie en alternatie-

DECEMBER 2015

DGP4 H_partnernieuws.indd 21

ven voor dierproeven. Voor bedrijven levert het iLab veel voordelen op. Er hoeft minder te worden geïnvesteerd in een eigen onderzoekslab. Bovendien zitten bedrijven dicht op actuele kennis en hebben ze de mogelijkheid om talentvolle studenten aan te nemen voor een stage of baan. Het iLab Utrecht Science Park maakt deel uit van een nationaal netwerk van labs dat is ontwikkeld door de Topsector Chemie. Het Utrecht Science Park heeft de ambitie om ook iLabs voor andere disciplines te ontwikkelen. 21

15-12-15 15:49


Expertpanel Het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd heeft als missie de verduurzaming van de industrie te stimuleren door kennis en visie te delen. Tussen overheid en bedrijfsleven, tussen professionals en experts, tussen startups en multinationals. Met als doel: bedrijven helpen de footprint van hun producten te verkleinen, zowel in het eigen proces als in de keten. Het Expertpanel is in het leven geroepen om experts uit bedrijfsleven, kennisinstituten en overheden hun visie op en ervaring met verduurzaming bij bedrijven te laten delen met lezers.

22

Platform.indd 22

Geanne van Arkel head of sustainable development Interface

Rob van Hattum inhoudelijk directeur NEMO

Sible Schöne programma-directeur SKAO/HIER Klimaatbureau

Henk Akse directeur Traxxys / PIN NL

Alexandra van Huffelen algemeen directeur GVB Amsterdam

Michel Schuurman senior programmamanager Planet MVO Nederland

Jeoffrey van den Berg managing director Flowid

Marga Hoek directeur De Groene Zaak

Jan Willem Slijkoord senior business development manager chemicals TNO

Rob Boerée directeur Nationale Programma’s RVO

Robert Kirschbaum vice-president Open Innovation DSM

Hannie Stappers director public affairs Rockwool

Mariska van Dalen senior adviseur sustainability Tebodin Nederland

Lenneke Kok adviseur cursussen Life Sciences, Chemie en Materialen Hogeschool Utrecht

Erik Timmermans directeur Informatiecentrum Papier en Karton

Annemarie van Doorn directeur Dutch Green Building Council

Gijsbert Korevaar programma-directeur Industrial Ecology TU Delft

Hein van Tuijl operational manager EPEA

Erik van Engelen directeur UNETO-VNI

Xander van Mechelen directeur Groen Gas Nederland

Peter Remco Vellinga manager sustainability AkzoNobel

Kor Foekens commercieel directeur Colt International

Peter van der Pluijm directeur Platform Duurzaam Rijnmond

Richard ten Hagen directeur Saneral Europe

Marc Reijnders projectleider Energietransitie in papierindustrie

DECEMBER 2015

15-12-15 15:50


Het kennisplatform

Het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd biedt naast dit magazine een jaarcongres, website en ronde-tafelgesprekken. De hierbij betrokken partners ondersteunen en faciliteren het platform. Zij leveren kwaliteitsnieuws, visie, sprekers en project-, proces- en productinformatie. Het kennisplatform bevat zowel contentpartners (voor ondersteuning via expertise) als partners (ondersteuning en facilitering). Bedrijven kunnen naast partner ook lid worden.

Partners

Contentpartners

Bedrijfsleden

flowid

Meer weten over de mogelijkheden voor u? Kijk op www.duurzaamgeproduceerd.nl of neem contact op met Anouk Bouwmeester via Anouk@industrielinqs.nl of 020 3122 797

Platform.indd 23

15-12-15 15:50


[Schr

ijf u n

u in]

Datum: 18|02|2016 Locatie: iTanks Xperience Dock, Rotterdam

THEMA: INDUSTRIEWATER IN DE CIRCULAIRE ECONOMIE Industriewater in de circulaire economie Tijdens de vierde editie van Watervisie laten we zien dat ketenintegratie en publiek/privatesamenwerking niet alleen goed is voor het milieu, maar ook voor de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie. Delf het goud in uw waterketen. DOELGROEP

• Beslissers en geïnteresseerden uit de (proces-) waterintensieve industrie • Managers uit de Chemie & Raffinage • Food & Beverage • Pulp & Paper • Olie & Gas-industrie

PROGRAMMA 12.00 Ontvangst met lunch 13.00 Opening, gevolgd door Keynote Chemie 13.30 Water Innovator of the Year pitches 14.45 Pauze 15.15 Keynote Food 15.45 Voorbeeldcases Dutch Biorefinery Cluster 16.30 Verrassende gastspreker 17.00 Uitreiking Water Innovator of the Year 17.15 Borrel en hapjes 18.30 Einde Watervisie 2016 Initiatiefnemers:

Houd uw agenda vrij op 18 februari 2016 Partners:

Contentpartners:

Leden:

www.watervisie.com 151201advertenties.indd iLinqs Watervisie.indd 1 DGP4 24

15-12-15 15:52 12:35


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.