01 14 ELFDE JAARGANG – LOSSE VERKOOPPRIJS € 16,50
imaintain Nr. 01 - 2014
4 08:45
www.imaintain.info
Maint
Het mag azine va n
_MA_N
VDO_c
NL
de NVDO
Genomine erden MM Y 2014 zijn Grootscha bekend lige Top | Basisre ografie OCI Nitrog gistratie gaat dat a-eilanden en: Kwalit eit turnar samenb ound mo rengen | et beter
over.indd
31
1/17/14
1:35 PM
HigHtecH industrie werkt ondernemend samen 001_2_67_68_omslag_HU_easy_dimensys.indd 4
22-01-14 13:15
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN. • Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie geld verdienen? • Hoeveel kan onderhoud bijdragen aan het bedrijfsresultaat? • Wat is Excellent Onderhoud en hoe geef ik dit vorm?
INFORMEER NAAR E
XTRA S ONDERHOUDS TARTS TECHNOL DIT VOORJAA OGIE R IN HOOGEVEE N EN REGIO ZUID
WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • Post-MBO Onderhoudstechniek (OTK) • Post-HBO Onderhoudstechnologie (OT) • Post-HBO Onderhoud en Management (OM) • Master of Engineering in Maintenance & Asset Management
Start 1 oktober 2014 Start 2 oktober 2014 Start 2 oktober 2014 Start febr./sept. 2014
Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of kijk op www.cvnt.nl.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
FC_A4(jan-2014)NEW.indd 1 001_2_67_68_omslag_HU_easy_dimensys.indd 5
16-01-14 22-01-1416:40 10:16
inhoud 3
10 Interview Minder zelf doen en je richten op je kerncompetenties. Voor veel OEM’s in de hightech industrie een streven. Toeleveranciers spelen hierin een sleutelrol en krijgen steeds meer verantwoordelijkheid. Brainport Industries brengt de keten samen en helpt toeleveranciers hun grenzen te verleggen.
16 Automatisering helpt besluitvorming Met de toegenomen rekenkracht kan uit data meer worden gedestilleerd. Dat betekent dat goede datacollectie belangrijker wordt. Uit de rondetafeldiscussie van het iMaintain Platform blijkt dat veel bedrijven investeren in datamanagementsystemen, maar nog worstelen met de invulling.
5
COMMENTAAR
7
ACTUEEL
14 PRODUCTEN 15 LEVENSDUUR RUIMTESTATION WORDT VERLENGD 19 UNDER CONSTRUCTION 20 NEDERLANDS ONDERHOUD IN EUROPEES PERSPECTIEF 22 ASSETMANAGEMENTSTRATEGIE MOET MEEBEWEGEN MET MARKT 24 WHAT’S NEXT 28 OLEFINS 4 DRAAIT WEER NA COMPLEXE TURNAROUND
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
31
In deze editie leest u alles over de genomineerden voor de verkiezing van Maintenance Manager of the Year 2014. Ook stellen we u voor aan een beroepsduiker die onderhoud uitvoert diep in de zee. En wat komt er kijken bij onderhoud in de farma? MSD geeft een kijkje in de keuken.
66 VOLGEND NUMMER
Genomineerden MMY 2014 bekend Computerprogramma brengt kosten windpark omlaag Basisregistratie Grootschalige Topografie gaat data-eilanden samenbrengen Ieder zijn vak: Hard werken onder water Column Frans Stokbrood Continue aandacht vermindert handletsels op petrochemische site Meer veterinaire vaccins door assetmanagement Veiligheid Voorop rapporteert meer veiligheidsbewustzijn Multidisciplinair werken is winstgevend Machineveiligheid als paard achter de wagen Kwaliteit turnaround moet beter
34 37 38 42 45 46 50 54 56 59 62
01
iMaintain 14
003_C_inhoud.indd 3
22-01-14 10:26
Het iMaintain Platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Het platform belicht op een journalistieke en onafhankelijke manier innovaties, behandelt actuele onderwerpen en inspireert. Via het vakblad iMaintain, met de website www.imaintain.info, met vier rondetafelmeetings per jaar, diverse bijeenkomsten en met een jaarcongres bereikt het iMaintain Platform haar doelgroep.
De volgende bedrijven zijn partner van het iMaintain Platform:
Scan de foto en bekijk het filmpje Wanneer u dit icoon bij een afbeelding ziet staan, dan kunt u het bijbehorende filmpje bekijken door met uw smartphone de foto te scannen. Hoe werkt het? 1) Installeer op uw smartphone of tablet de app‘iLinqs’ 2) Start de app op uw smartphone of tablet 3) Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst 4) Het bijbehorende filmpje verschijnt op smartphone of tablet
Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het iMaintain Platform, kijk dan op www.imaintain.info of neem contact op met Anouk Bouwmeester: Anouk@industrielinqs.nl – 020 3122 797
Het expertpanel van het iMaintain Platform bestaat uit de volgende specialisten:
02_advertentie_IMAplatform.indd 1
Henk Akkermans Hoogleraar dynamiek van toeleveringsnetwerken, Universiteit Tilburg Wetenschappelijk directeur DI-WCM
Geert-Jan van Houtum Professor Reliability, Quality en Maintenance, TU Eindhoven
Leo van Dongen Professor Maintenance Engineering, Universiteit Twente Directeur Fleet Services, NedTrain
Cor van de Linde Directeur innovatieplatform iTanks Maintenance Manager of the Year 2012
Roelf Venhuizen Voorzitter Profion, Bestuurlid Veiligheid Voorop, Voormalig CEO NAM
De partnerstructuur van het iMaintain Platform bestaat uit complementaire marktpartijen. De samenstelling waarborgt de objectiviteit van het platform en zorgt voor een verregaande integratie in de doelgroep.
22-01-14 10:35
COMMENTAAR 5
Eerlijk delen Op 20 maart gaan we bij iMaintain, het jaarcongres van het iMaintain Platform en de NVDO, op zoek naar winst door multidisciplinaire samenwerking. Specialisten van professor tot professionals delen daar hun visie en ervaring. Ervaring die ze hebben opgedaan in projecten en producties waarbij specialisten van verschillende afdelingen of bedrijven gezamenlijk een mooie prestatie hebben neergezet. En daar is het toverwoord ‘delen’. Volgens mij durven steeds meer marktpartijen dat te doen. Delen welke vragen er spelen, wat de budgetten zijn, welke disciplines ze nog missen; de boel gaat steeds meer open. En dat moet ook wel, want als gevolg van outsourcing en krimp is veel kennis niet meer beschikbaar binnen de bedrijfspoorten. Was vroeger not invented here een grote rem op kennis en ideeën van buiten, tegenwoordig wordt eerst gekeken of het benodigde wiel al eens is uitgevonden en kan worden ingekocht. Ieder doet waar hij goed in is en samen wordt in gelegenheidsformaties gewerkt aan een gezamenlijk doel. Dienstverleners die in principe concurrenten zijn, werken samen aan de ontwikkeling van nieuwe sensoren of technieken. John Blankendaal van Brainport Industries, een van de sprekers op het congres, vertelt over het bundelen van bedrijven voor specifieke vragen. Open innovatie zoals het hoort. Nu hoor ik de dienstverleners al wat jaren vertellen dat ze graag vroeg in een project worden betrokken door hun (toekomstige) opdrachtgevers. En ik ben benieuwd of die stap ook al op grotere schaal gezet wordt. Dat houdt nog al wat in voor de betrokken partijen. Inkoop verandert, advies moet niet direct de hoofdprijs kosten en de ROI moet zich nog bewijzen. Bij het congres op 20 maart verwacht ik dan ook dat vanuit het publiek een gezonde stroom aan vragen en feedback op de lezingen komt. Want door ook een mening te delen die juist niet aansluit bij het thema van de dag, halen we winst uit de discussie. Mark Oosterveer @M_Oosterveer
HOOfdREdACTiE
Mark Oosterveer 020 3122 793 mark.oosterveer@industrielinqs.nl NUMMER 01 - 2014
David van Baarle 020 3122 082 david.vanbaarle@industrielinqs.nl
UiTgAvE vAN
EiNdREdACTiE
Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7 1019 HD Amsterdam Postbus 12936 1100 AX Amsterdam
PARTNER
Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) Postbus 138, 3990 DC Houten
Elise Quaden 020 3122 084 elise.quaden@industrielinqs.nl
MEdEwERkERs
Inge Janse, Liesbeth Schipper, Erik te Roller, Renske van den Berg, Ingrid Rompa, Pieter Pulleman, Teus Molenaar, Francis Voermans
LAy-OUT
Gabriele Köbbemann
COvER NASA
AdvERTENTiEvERkOOP Ahoy Rotterdam NV Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Organisator van
UiTgEvER
Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl
Jetvertising BV Arthur Middendorp T: 070 399 00 00 F: 070 390 24 88 arthur@jetvertising.nl
TRAffiC
Breg Schoen 020 3122 088
dRUkkERij
DeltaHage, Den Haag
AbONNEMENTEN (EXCL. bTw)
Nederland/België € 93,– Introductie NL/B 25% € 69,50 Overig buitenland € 116,50 Losse verkoopprijs € 16,50 Studenten € 38,50 Proefabonnement 3 mnd € 27,00 Digitaal jaarabonnement (tablet) € 55,– Digitaal 1 editie (tablet) € 5,99
OPzEggEN
Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www. aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.
AbONNEMENTENLANd
Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. ISSN: 2211-6826 © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.
01
iMaintain 14
005_commentaar.indd 5
22-01-14 14:22
CONDITIE BEWAKING Trilingsanalyse
Bezoek onze stand tijdens Maintenance 2014 in Antwerp Expo van 26-27/03 (standnr. 2.168)
OMNISCAN SX FLAW DETECTOR
Infrarood thermografie
Olieanalyse
Kleiner en lichter, maar nog steeds een echte Omniscan
45 MG ULTRASONE DIKTEMETER Ideaal voor het eenvoudige meten van één zijde van alle materialen
Motordiagnose IPLEX RX VIDEOSCOOP Gebruiksvriendelijke videoscoop met een excellente beeldkwaliteit
Ultrasoon analyse
www.coservices.eu
OLYMPUS INDUSTRIAL BENELUX • Boomsesteenweg 77 • B-2630 Aartselaar• info@olympus.be • tel NL 0031/71 54 50 884 Tel BE 0032/3870 58 03 • www.olympus-ims.com/en/
info@coser vices.nl
NL: +31 46 702 23 61 BE: +32 16 400 136
Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieën en diensten voor Niet Destructief Onderzoek, inspecties en certificatie. Toegewijd, proactief en vakbekwaam personeel is overal ter wereld beschikbaar om samen te werken met onze klanten om operationele effiency te behouden, terwijl de risico’s voor mens en omgeving geminimaliseerd worden. Wij bieden u een duidelijk inzicht in de integriteit van uw installaties.
www.ApplusRTD.com
006_coser_olymp.indd 1
T + 31 10 716 60 00 E info.netherlands@applusrtd.com
21-01-14 09:21
actueel 7
Hogeschool Utrecht verbindt technisch onderwijs met beroepspraktijk ‘De Faculteit Natuur en Techniek van Hogeschool Utrecht is koploper met de aanpassing van technische opleidingen aan de nieuwe marktontwikkelingen.’ Dat was de conclusie van Michaël van Straalen (voorzitter MKB Nederland, lid van Landelijke Regiegroep Techniekpact 2020, lid van de commissie-Van Pernis en voorzitter van de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) tijdens het Onderwijscongres van de Faculteit Natuur en Techniek van Hogeschool Utrecht op 9 januari. Van Straalen riep techniekdocenten op om hun relaties met het werkveld nog verder te intensiveren: ‘De verbinding tussen het technisch onderwijs en het bedrijfsleven moet maximaal worden vormgegeven. Om de nieuwe ontwikkelingen in het werkveld goed bij te kunnen houden is het een voorwaarde dat docenten zelf met één been in het bedrijfsleven staan.’ Hij pleitte voor de ‘mkb-route’ (duaal leren zowel op school als in bedrijven) in het hbo, onder meer via de associate degree. Dat het goed gaat met de technische faculteit van Hogeschool Utrecht bewijst ook de snelle groei van het aantal studenten. ‘De Faculteit Natuur en Techniek is momenteel de snelst groeiende technische faculteit van Nederland. Dit schooljaar is het aantal nieuwe studenten met 25 procent gegroeid. Het beroepenveld zit te springen om onze afgestudeerden,’ aldus André Henken, faculteitsdirecteur. De faculteit heeft vier instituten: Engineering, Built Environment, ICT en Life Sciences & Chemistry.
Project A1/A6 wint internationale prijs voor beste publiek-private samenwerking Het project A1/A6 Diemen - Almere Havendreef is door Project Finance International als ‘Best road deal 2013 Europe’ uitgeroepen. Met de toekenning van deze prijs is het project betiteld als de publiek-private samenwerking (PPS) van het jaar 2013 in de categorie Wegen Europa. De toekenning van deze prijs door Project Finance International is tot stand gekomen op basis van de expertise van projectfinancieringsexperts. Uitreiking van de prijs vindt plaats op 5 februari in Londen. Project Finance International, een organisatie voor de internationale projectfinancieringsgemeenschap, heeft in haar keuze voor het project A1/A6 onder andere laten meewegen dat bij deze PPS Rijkswaterstaat ‘tempo heeft gehouden in de aanbesteding en de afronding daarvan perfect is verlopen. Het proces tussen de aanwijzing van de geselecteerde inschrijver en de financial close is als zeer snel en professioneel ervaren.’ Daarnaast laat deze overeenkomst zien ‘dat er weer banken actief betrokken zijn in de langetermijnfinanciering van infrastructuur. De financiële ratio’s zijn zeer attractief hetgeen leidde tot value for money.’ Rijkswaterstaat selecteerde eind 2012 bouwcombinatie SAAone voor de realisatie van de weguitbreiding A1/A6 Diemen - Almere Havendreef. Het betreft hier een DBFM-contract met een looptijd van circa dertig jaar.
Kandidaten Maintenance Manager of the Year 2014 bekend De selectie van maintenance managers die meedingen naar de titel Maintenance Manager of the Year 2014 is bekend. Ton Merkx van Walibi Holland, Henk van Zuijlen van Heinz Nederland en Johan Wolt van AkzoNobel strijden om de eer. De jury zal de komende weken de managers bezoeken om zijn oordeel te vormen. De uiteindelijke winnaar wordt bekendgemaakt tijdens het iMaintain-congres op 20 maart in De Rotterdamse Kuip. Alle drie de maintenanceprofessionals strijden dan om de prestigieuze titel. Met deze wedstrijd beloont de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO), samen met iMaintain de manager die een duidelijke visie op onderhoud heeft omgezet in een resultaatgericht beleid.
Kijk voor meer nieuwsberichten op www.imaintain.info
007_8_9_D_actueel.indd 7
BeDRIJVeNNIeuWS 1. Kandidaten Maintenance Manager of the Year bekend De selectie van maintenance managers die meedingen naar de titel Maintenance Manager of the Year 2014 is bekend. Ton Merkx van Walibi Holland, Henk van Zuijlen van Heinz Nederland en Johan Wolt van AkzoNobel strijden om de eer. Lees verder op pagina 7
2. akzoNobel overweegt fabriek te sluiten De AkzoNobel-fabriek in Deventer maakt organische peroxides en zal over drie jaar sluiten. Het personeel, zo’n 225 man, is het daar echter niet mee eens en staakt vanaf 1 januari. In plaats van de volcontinudienst die men normaal draait, wordt er ’s nachts gestaakt. Lees verder op pagina 9
3. Project a1/a6 wint prijs voor beste PPS Het project A1/A6 Diemen - Almere Havendreef is door Project Finance International als ‘Best road deal 2013 Europe’ uitgeroepen. Met de toekenning van deze prijs is het project betiteld als de publiek-private samenwerking (PPS) van het jaar 2013 in de categorie Wegen Europa. Lees verder op pagina 7
4. eerste module voor polyolen fabriek Huntsman gereed Project Capstone, de grondige uitbreiding van de polyolenfabriek van Huntsman Rotterdam, maakt flink vaart. Huntsman laat weten dat bij zijn aannemer in Noord-Brabant de verschillende reactoren en vaten hiervoor inmiddels zijn opgebouwd. Lees verder op pagina 8
5. NaM breidt vermogen gasopslag Norg uit De NAM breidt het vermogen om gas op te slaan en weer te produceren uit de ondergrondse gasopslag in Langelo de komende jaren flink uit. Dat is nodig omdat de druk in het Groningen-gasveld langzamerhand afneemt. Lees verder op www.imaintain.info
01
iMaintain 14
22-01-14 10:29
8 actueel
BeDRIJVeNNIeuWS Fokker Services heeft te weinig werk
De NOS meldt dat Fokker Services in zwaar weer zit. Het onderhoudsbedrijf dat MRO-diensten levert aan een scala aan vliegtuigtypes, maar vooral voor Fokkervliegtuigen, krijgt te weinig opdrachten binnen. Het bedrijf wil reorganiseren en afslanken, maar sluit ook niet uit dat er gedwongen ontslagen vallen. Na de ondergang van Fokker in 1996 worden er geen nieuwe Fokkertoestellen gebouwd. Fokker Services breidde dan ook noodgedwongen zijn serviceactiviteiten uit. Toch compenseert het nieuwe werk onvoldoende de terugval in onderhoudswerk aan Fokkertoestellen. Fokker Services verwacht medio februari een plan van aanpak te hebben.
cofely krijgt Digital Safety Passports voor werk Huntsman Dit najaar heeft technisch dienstverlener Cofely Industrie West een aantal medewerkers uitgerust met een zogeheten Digital Safety Passport. Hierdoor weet de opdrachtgever zeker wie er op het terrein is, en of iedereen de juiste veiligheidstrainingen gevolgd heeft. Het gaat om de medewerkers die voornamelijk werkzaam zijn op het terrein van chemiebedrijf Huntsman in Botlek-Rotterdam. Dit bedrijf is één van de eerste die het Digital Safety Passport toepast op zijn terrein.
ProRail vernieuwt ruim 100 jaar oude brug De oude brug uit 1865 over het spoor tussen Enschede en Gronau wordt in het voorjaar van 2014 vernieuwd. Het huidige monumentale exemplaar in de NoordEsmarkerrondweg wordt aan de gemeente overgedragen. De oude brug wordt een op een vervangen.
Eerste module voor polyolenfabriek Huntsman gereed Project Capstone, de grondige uitbreiding van de polyolenfabriek van Huntsman Rotterdam, maakt flink vaart. Huntsman laat weten dat bij zijn aannemer in NoordBrabant de verschillende reactoren en vaten hiervoor inmiddels zijn opgebouwd. Aankomende zomer moet de nieuwe productiecapaciteit in bedrijf genomen worden. Om de modules in Rotterdam te krijgen, splitsen specialisten van Huntsman en ingenieursbureau Tebodin de installatie, die zo’n vierhonderd ton weegt, op in vier delen. Eind februari worden deze bouwstenen verscheept naar het fabrieksterrein in Rotterdam, alwaar de installatie wordt geïntegreerd in de huidige polyolenfabriek. De gemoderniseerde fabriek moet via de nieuwe technieken en snellere doorlooptijd de productiecapaciteit voor polyolen verhogen naar dertig kiloton per jaar. Tegelijkertijd laat Huntsman ook twee opslagtanks bouwen en plaatsen voor de opslag van het product. Deze tanks worden deze maand al op de site in Rotterdam gezet. In 2013 breidde Huntsman zijn site in Rotterdam al grondig uit met een zogeheten MDIsplitter, die het mogelijk maakt dat MDI die uit de fabriek komt kan worden verdeeld naar verschillende vervolgprocessen in verschillende productketens.
Industriële productie iets gestegen De Nederlandse industrie produceerde in november 0,4 procent meer dan in november 2012. Ook in september en oktober was de gemiddelde dagproductie van de industrie hoger dan een jaar eerder. Toen lag de productie respectievelijk 0,4 en 2,4 procent hoger. Dat meldt het CBS. In vrijwel alle branches was de productie in november hoger dan een jaar eerder. Met 9,0 procent was de toename het grootst bij de transportmiddelenindustrie. De voedings- en genotmiddelenindustrie produceerde 2,7 procent meer. Bij de basismetaal- en metaalproductenindustrie en de elektrotechnische en machine-industrie bedroeg de toename respectievelijk 2,6 en 2,4 procent. De aardolie-, chemische en rubber- en kunststofverwerkende industrie leverde daarentegen 0,3 procent minder productie. De productie van de overige industrie, waaronder de hout- en bouwmaterialenindustrie, de meubelindustrie en de papier- en grafische industrie, kromp ook.
Ontwerp, realisatie en onderhoud Amsterdamse metronetwerk door Thales Nederland De gemeente Amsterdam heeft het Hengelose bedrijf Thales Nederland de opdracht gegeven om het ICT-netwerk voor de Noord/Zuidlijn en het Amsterdamse metronetwerk te ontwerpen, te realiseren en te onderhouden. Met de aanbesteding is een bedrag van twaalf miljoen euro gemoeid. De contracten zijn inmiddels getekend. Thales zal de komende drie jaar het nieuwe telecommunicatie- en datanetwerk voor het gehele Amsterdamse metronet gaan realiseren. Het bedrijf wordt in de tien jaar na realisatie daarnaast verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het netwerk. ‘Wij zijn blij met deze aanbesteding, die een kwalitatief hoog bod door een professionele partij heeft opgeleverd’, aldus Peter Dijk, directeur Dienst Metro van de gemeente Amsterdam. Volgens Thales Managing Director Jean-Philippe de Rek zijn de belangrijkste succesfactoren voor de realisatie van dit netwerk de risicobeheersing, samenwerking, het technisch ontwerp en de integratie. Zijn bedrijf heeft wereldwijd verschillende netwerken in rail-omgevingen gerealiseerd.
01 14 iMaintain
007_8_9_D_actueel.indd 8
22-01-14 10:29
actueel 9
Tot 1000 extra leerplaatsen door sectorplan Onderhoud en Afbouw Sociale partners Schilderen & Onderhoud en sociale partners Afbouw zijn een sectorplan overeengekomen en hebben dit ingediend bij het ministerie van SZW. Het plan met als titel ‘Aan het werk in de sectoren Schilderen & Onderhoud en Afbouw’ beschrijft zeven maatregelen voor 2014 en 2015. Met de uitvoering daarvan verwachten sociale partners vijfhonderd oplopend tot duizend extra leerplaatsen per jaar te realiseren. In de sectoren Schilderen & Onderhoud en Afbouw zijn grote veranderingen gaande als gevolg van onder andere de economische crisis, flexibilisering op de arbeidsmarkt en de open grenzen binnen de Europese Unie. De dagelijkse agenda van ondernemers en sociale partners wordt beheerst door problematieken als omzetdaling, faillissementen, werkloosheid, prijsdruk, toename van flexarbeid, Europese concurrentie, jeugdwerkloosheid, daling van het aantal beschikbare opleidingsplaatsen en afname van het aantal werknemers waarop de collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is. Sociale partners willen over de alledaagse problemen heenkijken en perspectief bieden voor de toekomst. Het plan beschrijft eerst de huidige en toekomstige knelpunten waarmee de sectoren Schilderen & Onderhoud en Afbouw te maken hebben. Vervolgens beschrijft het zeven maatregelen voor 2014 en 2015 om deze knelpunten aan te pakken. Sociale partners beogen dat te doen in samenspraak met en door medefinanciering van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Staatssecretaris Mansveld wil alle seinen beter beveiligen Alle seinen op het spoor krijgen een verbeterd veiligheidssysteem, waardoor machinisten ze niet meer kunnen missen. Dat schrijft staatssecretaris Mansveld in een brief aan de Kamer. Nu zit op de 2.800 seinen nog de standaard ATB-beveiliging. Dat is niet voldoende, want die beveiliging houdt treinen die langzamer rijden dan veertig kilometer per uur niet tegen. 2.500 seinen zijn al voorzien van een verbeterde versie, ATB-vv. Die zorgt ervoor dat ook treinen die met een lagere snelheid door een rood sein rijden, automatisch worden stilgezet. ProRail heeft de staatssecretaris geadviseerd om alle seinen met ATB-vv uit te rusten, totdat het nieuwe Europese systeem, ERTMS, overal is ingevoerd. De spoorbeheerder schat in dat dit 112 miljoen euro gaat kosten. Mansveld neemt het advies nu over. Met het nieuwe veiligheidssysteem moeten treinongelukken, zoals in april vorig jaar in Amsterdam, worden voorkomen. Bij dat ongeluk, waarbij een trein door een rood sein reed, viel een dode.
BeDRIJVeNNIeuWS akzoNobel overweegt fabriek te sluiten
De AkzoNobel-fabriek in Deventer maakt organische peroxides en zal over drie jaar sluiten. Het personeel, zo’n 225 man, is het daar echter niet mee eens en staakt vanaf 1 januari. In plaats van de volcontinudienst die men normaal draait, wordt er ’s nachts gestaakt. Dat betekent dat de procesapparatuur iedere nacht wordt afgesloten om ‘s morgens weer te worden opgestart. Dit heeft zijn weerslag op de kapitaalgoederen en het is volgens de directie dan ook onverantwoordelijk om hier lang mee door te gaan. De fabriek in Deventer zou moeten sluiten omdat de productie in andere landen goedkoper kan. De ondernemingsraad had een alternatief voorstel ingediend waarbij ze een reactie van dertig procent in het personeelsbestand voorstelde. Dat voorstel is echter niet opgevolgd.
Maastricht gunt Heijmans onderhoud markt-maastunnel
Centraal gebouw Chemelot Campus geopend Gedeputeerde Twan Beurskens van Economische Zaken heeft op Chemelot Campus te Sittard-Geleen het zogeheten Gebouw 24 officieel geopend. Dit gebouw vormt een centrale faciliteit voor de ruim duizend onderzoekers, ondernemers en studenten op de campus. Gebouw 24 is een voormalige fabriekshal uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het stond op de nominatie om gesloopt te worden, maar Zuyd Hogeschool, Leeuwenborgh Opleidingen en de Universiteit Maastricht zien het karakteristieke gebouw graag als locatie voor ontmoetingsruimtes, laboratoria, kantine en ruimtes om sportief te bewegen. ‘Het Gebouw 24 is als centrale faciliteit van groot belang voor de infrastructuur van de Chemelot Campus. Je kan er al de sfeer proeven van het Center Court, dat binnenkort wordt gebouwd’, zegt Gedeputeerde Beurskens. Het Center Court wordt straks het echte hart van de campus en biedt onderdak aan de Chemelot Innovation and Learning Labs (CHILL), het Maastricht Science Programma en het DSM Innovation Center. De Chemelot Campus (46 bedrijven/1350 medewerkers) is een consortium van drie partijen: Provincie Limburg, DSM en Universiteit Maastricht.
De Gemeente Maastricht heeft de definitieve gunning bekend gemaakt van het tienjarig onderhoud aan de tunneltechnische installaties (TTI) van de markt-maastunnel in Maastricht. Heijmans heeft deze opdracht gegund gekregen. Het gaat om een prestatiecontract op de functionaliteit van de TTI. De markt-maastunnel is geopend in 2003 en inmiddels tien jaar oud.
01
iMaintain 14
007_8_9_D_actueel.indd 9
22-01-14 10:29
10 IntervIew
Hightech industrie staat samen sterker Minder zelf doen en je richten op je kerncompetenties. voor veel OeM’s in de hightech industrie een streven. Ze willen sneller innoveren en sneller de markt op met hun product. toeleveranciers spelen hierin een sleutelrol en krijgen steeds meer verantwoordelijkheid. van de r&D tot en met serviceverlening. Maar hoe doe je dat als je niet alle competenties zelf in huis hebt? Dan moet je de handen ineen slaan. De coöperatie Brainport Industries brengt de keten samen en helpt toeleveranciers hun grenzen te verleggen. Elise Quaden
Brainport Industries is een coöperatie met verenigingsstructuur waarin 84 bedrijven uit het hele land participeren. Deze bedrijven zitten allemaal in de toeleverketen aan hightech OEM’s als ASML, Philips Healthcare en Océ Technologies en werken samen om te innoveren en hun concurrentiekracht in de maakindustrie te vergroten.
Ondernemend samenwerken John Blankendaal is managing director en vertelt over de thema’s waar Brainport Industries zich mee bezig houdt: ‘Brainport Industries werkt met drie programma’s: markt & keten, technologie & proces en mens & samenwerking. In markt & keten worden ketens geoptimaliseerd om ideeën tot wasdom te laten komen. Dit kan leiden tot nieuwe OEM’s. Het verwerven van nieuwe internationale klanten hoort ook bij dit programma. In technologie & proces staat innovatie voorop. Bedrijven innoveren samen door informatie te delen en bedrijfsprocessen slimmer te organiseren. In het programma mens & samenwerking draait het om boeien, binden en behouden. Brainport Industries werkt aan het afstemmen van opleidingen die te maken hebben met de hightech industrie zodat het personeel van de toekomst de juiste kennis en
John Blankendaal vertelt verder Tijdens het congres iMaintain 2014 vertelt John Blankendaal meer over de samenwerking binnen Brainport Industries. Hij sluit daarmee aan op het thema ‘Winst door multidisciplinaire samenwerking’. Andere sprekers komen onder meer van BP, BAM en ECT. Meer weten of inschrijven? Kijk op www.imaintain.info/winst
20 MAART 2014 • DE KUIP • ROTTERDAM
HÉT JAARCONGRES VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VOOR DOELMATIG ONDERHOUD EN HET VAKBLAD IMAINTAIN
01 14 iMaintain
010_11_13_H_artikel.indd 10
vaardigheden heeft. Ook de tekorten aan technisch personeel worden aangepakt.’ De eerste initiatieven werden in 2003 door een aantal toeleveranciers uit de kennisintensieve maakindustrie in de regio Eindhoven genomen. Blankendaal: ‘Tijdens het hoogtepunt van de economische crisis voor de maakindustrie was er veel scepsis: de maakindustrie in Nederland zou geen toekomst hebben
Winst door multidisciplinaire samenwerking
‘Een van de trends die we zien bij OEM’s is ‘blackbox engineering’, waarbij de OEM’er specificaties en targets geeft voor een product en vervolgens de engineering overlaat aan de toeleverancier.’ omdat alle productie naar lagelonenlanden zou gaan. In Nederland zouden toeleveranciers zich moeten gaan richten op dienstverlening. Wij vonden dat flauwekul en zagen wel degelijk kansen voor productie in Nederland. Maar de industrie moest wel veranderen. Meer ondernemend samenwerken was volgens ons de sleutel. Voorheen was het vaak ‘u vraagt, wij draaien’. Terwijl zelf initiatieven nemen op basis van je eigen competenties veel meer oplevert.’
Samen sterker OEM’s willen steeds meer uitbesteden. Om daarin mee te kunnen, moet je als toeleverancier een kop-staartbedrijf worden, zegt Blankendaal. Maar omdat één bedrijf nooit in z’n eentje alle kennis in huis heeft, is samenwerking noodzakelijk. ‘Je kunt nu eenmaal niet alles zelf. Toeleveranciers hebben allemaal hun eigen specialisatie. Samen vormen ze een compleet plaatje in de dienstverlening.
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-01-14 10:22
IntervIew 11
Samen sta je sterker. Om dat te faciliteren is in 2011 Brainport Industries Coöperatie opgericht.’ Maar welke behoefte jaagt deze ontwikkeling aan? Blankendaal: ‘Zowel bij de leveranciers zelf als bij hun klanten is er behoefte aan samenwerking in de keten. OEM’s willen internationaal concurreren en een zo snel mogelijke time to market realiseren. En dat tegen zo laag mogelijke kosten. Dit zijn doelstellingen waar de toeleveranciers bij kunnen helpen. Door slim samen te werken met de gehele keten, is het allemaal mogelijk. Innovatie kan veel sneller gaan dan voorheen het geval was. OEM’s richten zich steeds meer op hun kernactiviteiten. En ze zetten daarom veel werk weg in de markt. Bedrijven krijgen de verantwoordelijkheid over een machine gedurende de hele levensduur in plaats van dat ze slechts een onderdeel leveren. Of ze zijn verantwoordelijk voor een module, vanaf het ontwerp tot de bouw en de instandhouding. Daar hoort ook het onderzoek bij dat voorafgaat aan de productie. Ook hierin is samenwerking de basis. Voor complexe modules is veel kennis nodig en die haal je bij verschillende toeleveranciers met elk hun eigen specialisatie. Dit betekent soms dat je zij aan zij met concurrenten aan een project werkt. Maar in de praktijk levert dit nooit problemen op. De deelnemers aan Brainport Industries staan allemaal voor open innovatie. Overigens noem ik het liever ‘collaborative innovation’. Speelt onderhoud een rol in de verschuiving van de taakverdeling tussen toeleverancier en OEM’er? ‘Een van de trends die we zien bij OEM’s is ‘blackbox engineering’, waarbij de OEM’er specificaties
John Blankendaal, managing director Brainport Industries: ‘voorheen was het vaak ‘u vraagt, wij draaien’. terwijl zelf initiatieven nemen op basis van je eigen competenties veel meer oplevert.’
en targets geeft voor een product en vervolgens de engineering overlaat aan de toeleverancier. De totale verantwoordelijkheid ligt dan bij hen, dus dit geldt ook voor de gebruiksfase van een machine. Hier wordt service verwacht en daar hoort
onderhoud zeker bij. Waar een OEM’er dat voorheen zelf regelde, nemen we die taak ook uit handen. Bedrijven gaan toe naar servitization.’
Opleiden Brainport Industries signaleert ook de problemen die in de industrie ontstaan door de tekorten aan technisch personeel. Om jongeren te boeien, binden en behouden is het daarom een samenwerking aangegaan met het Summa College in Eindhoven (voorheen het ROC). In het Teclab worden gespecialiseerde mbo4opleidingen aangeboden met het oog op de hightech industrie. Brainport heeft mede het curriculum invulling gegeven en gezorgd voor de beschikbaarheid van de juiste equipment. En via het Brainport Industries College stellen bedrijven leerwerkplekken en stage- en afstudeerplekken ter beschikking zodat de vaklui van de toekomst voldoende in aanraking kunnen
01
iMaintain 14
010_11_13_H_artikel.indd 11
22-01-14 10:22
Ad Ex-series_185x132_IND_NL.indd 1
16/01/14 14:59
Towards sustainable & profitable business De organisatie en besturing van waarden voor (interne) klanten lijkt een lastige opgave. Leer hoe ‘Best-in-Class’ bedrijven succesvol inspelen op steeds snellere verandering.
• Hoogwaardig programma met - Best Practices uit diverse sectoren - Interactieve workshops • Expo rond State-of-the-Art applicaties, devices en services • Interactie met vakgenoten en specialisten rond strategie-optimalisatie-IT
• Voor strategisch en technisch beslissers
www.smc-congres.nl
Met ondersteuning van:
012_flir_mmikro.indd 1
8e editie / gratis deelname
Strategic & Operational Excellence voor service en onderhoudsmanagement Donderdag 6 februari 2014, Amrâth Hotel Brabant, Breda
Hoofdsponsoren:
21-01-14 09:19
IntervIew 13
komen met de praktijk. De doorstroom van personeel wordt hiermee zeker gesteld. ‘Door afspraken te maken met het onderwijs wordt de kwaliteit ervan gewaarborgd en hebben de toekomstige werknemers alle kennis in huis die nodig is om aan de slag te gaan in de industrie. Het zijn de bedrijven zelf die het best weten waar zij behoefte aan hebben dus laat hen ook invloed uitoefenen op wat de scholen hun leerlingen leren.’ Het duurt even voordat de instroom van jonge mensen op gang komt. Om de gaten op te vullen, worden er ook vaklieden uit het buitenland gehaald. Uit Spanje bijvoorbeeld. En het leerproces wordt zoveel mogelijk versneld door veel leerwerktrajecten aan te bieden. Blankendaal: ‘Daarbij geven we een werkzekerheidsgarantie af. Dat is overigens iets anders dan een baangarantie. Dat laatste impliceert dat iemand één baan vindt bij één werkgever. Dat is eigenlijk niet meer van deze tijd.’
Samen lachen, samen huilen Blankendaal benadrukt dat Brainport Industries staat voor doen en alle goede ideeën daadwerkelijk in de praktijk brengt. ‘Binnen de coöperatie streven wij naar concrete acties. Het gaat ons om resultaten en we willen er niet enkel over praten. We hebben dus ook al het een en ander bereikt. Het Brainport Industries
College is een mooi voorbeeld. Een ander is het AddLab, een printfabriek voor 3D-printen. Met een groep toeleveranciers doen we hier aan additive manufacturing en delen we de apparaten en kennis die
Brainport 2020 De leidende eerste-, tweede- en derdelijns hightech toeleveranciers in Nederland vormen samen het ecosysteem Brainport Industries. Samen werken de bedrijven aan continuïteit en verdere groei van de hightech industrie, aansluitend op de ambities vastgelegd in Brainport 2020. Zuidoost-Nederland is verantwoordelijk voor 35 procent van de Nederlandse export, 45 procent van de private investeringen in R&D en 55 procent van alle patentaanvragen. Deze regio, met als kern Brainport, is een broedplaats voor innovatie en de thuisbasis voor bedrijven, kennis- en researchinstellingen van wereldklasse. Samen bedenken en maken zij de technologie van morgen die bijdraagt aan een veilige, groene en zorgzame samenleving en aan de duurzame economische ontwikkeling van Nederland. Brainport vormt samen met Airport en Seaport de drie steunpilaren van de Nederlandse economie. Brainport is de spil van een netwerk dat zich over Zuidoost-Nederland en de landsgrenzen uitstrekt. Het kabinet zet in op de Topsectoren. Brainport 2020 speelt hier op in met topspelers in High Tech Systems & Materials, Chemie, inclusief Lifetec, Food en de creatieve industrie. Juist de innovatie in deze sectoren zorgt voor veel economische groei. In Zuidoost-Nederland worden oplossingen bedacht voor vraagstukken die in de hele wereld van toepassing zijn. Meer lezen? www.brainportindustries.nl en www.brainport2020.nl
hiervoor nodig zijn. Met titaniumprinters produceren we onder meer prototypes en onderdelen voor OEM’s. Ook worden mensen hier opgeleid in het vakgebied.’ Transparantie en vertrouwen staan aan de basis van het Brainport Industries-concept. Om de communicatie tussen alle bedrijven op gang te brengen en te houden, heeft
Als je de kansen goed identificeert, dan komen bedrijven vanzelf in beweging. Brainport een aantal instrumenten. Het verzorgt ontmoetingen tussen ondernemers zodat zij elkaar kunnen leren kennen. Maar uiteindelijk is het de intrinsieke motivatie van bedrijven die het onderlinge contact bewerkstelligt. ‘Wij zorgen altijd voor ‘hooi in de ruif’. Als je de kansen goed identificeert, dan komen bedrijven vanzelf in beweging. En heel belangrijk in de strategie: als het goed gaat, profiteert iedereen daarvan. En verliezen delen we ook samen. Zoals wij het zeggen: samen lachen, samen huilen.’ n
01
iMaintain 14
010_11_13_H_artikel.indd 13
22-01-14 10:22
14 PRODUCTEN
Producttrends op www.imaintain.info
1
Uitbreiding HSE-Suite
2
Eenvoudig te onderhouden vortexflowmeter
Met de ontwikkeling van vier nieuwe modules tilt Ultimo Software Solutions enterprise assetmanagement naar een hoger niveau. Naast het beheer van objecten, werkorders, preventief onderhoud, langetermijnassetplanning en FMECA-integratie, is het nu ook mogelijk om in Ultimo te profiteren van de integratie van assetmanagement met HSE-functionaliteiten. De nieuwe modules zijn ontwikkeld op aanvraag en in samenwerking met klantenpanels, zodat de software naadloos aansluit op de praktijk. www.ultimo.net/nl
Emerson Process Management breidt het assortiment vortexflowmeters uit met de Rosemount 8600 Utility Vortex flowmeter. Deze nieuwe flowmeter is leverbaar in een standaard en een multivariabele versie. Het applicatiegerichte design vereenvoudigt onderhoud, verlaagt de installatiekosten en verhoogt de beschikbaarheid. De uit één stuk gegoten constructie van de vortexflowmeter minimaliseert het aantal mogelijke lekkagepunten en het is niet nodig om impulsleidingen aan te leggen zoals bij DP-metingen. www.rosemount.com/flow
3
Compacte switch
4
Motorstarter met snelaansluittechniek
Siemens Industry Automation breidt zijn portfolio industriële ethernetswitches uit met de Scalance XM-400. De switch wordt gebruikt voor het structureren van industriële ethernet-netwerken en voor het aansluiten van automatiseringscomponenten via netwerken in installaties in de productie- en procesindustrie. De nieuwe productlijn bestaat uit twee basismodules voor de aansluiting van maximaal zestien of acht netwerkstations. Beide apparaten zijn voorzien van elektrische RJ45-aansluitingen en optische SFP-slots. www.siemens.com/x-400
De hybride motorstarter uit de productfamilie Contactron van Phoenix Contact voor het betrouwbaar schakelen en omkeren van motoren is nu ook leverbaar met push-inaansluittechniek. Bij de push-in-technologie kunnen aders direct en zonder gereedschap worden aangesloten. Door het invoeren van de ader wordt de contactveer automatisch geopend. Daarbij zorgen hoge contactkrachten, die de eisen van de relevante normen overtreffen, voor een betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige aderaansluiting. www.phoenixcontact.nl
01 14 iMaintain
014_G_producten.indd 14
5
Snel compact vision-systeem
6
Nieuwe versie assetmanagementsoftware
7
Flexibele koelmachines
8
Industriële box-PC’s
Met een high-speed beeld, een vieraderig verwerkingssysteem, een nieuw en efficiënt vision-algoritme en snelle EtherCAT-communicatie, is het compacte FH vision-systeem van Omron snel en veelzijdig. Het betekent dat gebruikers kortere machinecyclustijden kunnen bereiken in combinatie met een nauwkeurige en betrouwbare werking, zelfs in moeilijke omstandigheden. De daaruit voortvloeiende efficiëntietoename van de machine vertaalt zich direct in lagere kosten en een verbeterd concurrentievoordeel. industrial.omron.nl
Infor introduceert Infor Enterprise Asset Management (EAM) Enterprise Edition versie 11.0. De nieuwste versie is speciaal ontworpen om het gebruikersgemak te verhogen en om samenwerking en innovatie te bevorderen. Gebruikers kunnen nog beter en in realtime beslissingen nemen en met versie 11 is het bovendien makkelijker om mensen, assets en processen te organiseren. Onder de belangrijkste vernieuwingen behoren onder andere: een moderne gebruikersinterface, betere mobiliteit en analytics. nl.infor.com
De eisen die aan het gebruik van vloeistofsystemen (chillers) worden gesteld, zijn gevarieerd. Om nog beter in te spelen op de wensen van de diverse industriële branches, met name de wensen op het gebied van engineering en een hogere mate van beschikbaarheid, ontwikkelde Rittal een nieuwe generatie van zijn TopTherm chillers in het vermogensgebied tussen acht en veertig kilowatt. Met geoptimaliseerde thermodynamica en uitgebreide toebehorenpakketten kan nu nog flexibeler aan wensen van klanten worden voldaan. www.rittal.nl
De nieuwe Kontron KBox IPC is een robuuste industriële pc voor de meest uiteenlopende taken, van entry-level tot high-end. Deze nieuwe serie bestaat uit vier KBox IPC-systemen die veelal in schakelkasten geplaatst gaan worden. Door de langdurige verkrijgbaarheid, de modulaire opbouw met standaardcomponenten en de mogelijkheid voor industriële I/O’s, veldbussen en/of industriële Ethernet-interfaces, voldoen ze aan alle eisen van producenten van automatiseringsapparatuur en OEM’ers in machinebouw en fabrieksontwikkeling. www.telerex-europe.com
Kijk voor meer productinnovaties op www.imaintain.info
22-01-14 10:17
HIGHTECH MAINTENANCE 15
Levensduur ruimtestation wordt verlengd Het Internationaal Ruimtestation ISS gaat nog zeker door tot 2024. Dat heeft de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA aangekondigd. Dat betekent dat de levensduur van het ruimtestation nog met minstens vier jaar verlengd wordt. De fondsen voor het operationeel houden van het ISS lopen nu tot 2020. Dit wordt dus minimaal 2024. Elise Quaden
Het Witte Huis heeft groen licht gegeven voor de verlenging van de levensduur. De eerste module van het ISS, waarvan de bouw 100 miljard dollar, zo’n 73,4 miljard euro, kostte, werd in een baan om de aarde gebracht in 1998. De levensduur werd al eens verlengd met vier jaar, van 2016 tot 2020. De verlenging kost NASA zo’n 3 miljard dollar per jaar, lopende van 2012 tot 2014. NASA spreekt van een ‘geweldig bericht’ en is blij met de zekerheid die er nu is voor iedereen die met het ruimtestation van doen heeft, van wetenschappers tot toeleveranciers. Volgens NASA-officials is het ISS een kritisch onderdeel voor de toekomst van ruimteonderzoek. De levensduurverlenging helpt de NASA om aan alle internationale partners te tonen dat de VS bereid is te investeren in de toekomst van het ruimtestation. Op dit moment zitten er drie Russen, twee Amerikanen en een Japanner in het station.
Koelsysteem Het ISS maakt zijn rondjes om de aarde niet altijd zonder problemen. In december nog werden er storingen aan een van de twee koelsystemen geconstateerd. Een defect dat in 2010 ook al geconstateerd werd, waarna een ruimtewandeling nodig was om het systeem te repareren. De helft van het koelsysteem was uitgevallen vanwege een kapotte klep in een pomp. Een van de kabels waar koelvloeistof (ammo-
Volgens NASA-officials is het ISS een kritisch onderdeel voor de toekomst van ruimteonderzoek. Dat er extra geld komt om het ruimtestation in de lucht te houden, is dus goed nieuws.
niak) doorheen loopt, werd hierdoor te koud. De koelsystemen moeten de uitrusting van het ruimtestation koelen. De pomp, die een van de twee koelsystemen aandrijft, werd automatisch stilgezet nadat hij te heet was geworden. In eerste instantie leek het voldoende om de pomp uit en weer aan te zetten. Maar een week later werd toch overgegaan tot ruimtewandelingen door de bemanning van het ISS om het koelsysteem te repareren. De eerste operatie duurde ruim vijf uur en gebeurde in de open ruimte. Uiteindelijk is in twee sessies de pomp met behulp van een robotarm vervangen door astronauten Rick Mastracchio en Michael Hopkins. Op Eerste Kerstdag is een derde ruimtewandeling ondernomen om de uitgevoerde werkzaamheden te controleren.
Robots Het was voor het eerst sinds juli dat de Amerikanen zich weer aan een ruimtewandeling waagden. Tijdens de laatste wandeling verdronk een Italiaanse astronaut bijna vanwege een lek in zijn helm. Het onderzoek naar dat incident loopt nog, maar vermoed wordt dat het koelsysteem
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
015_I_artikel.indd 15
in het pak niet functioneerde. Als astronauten zich buiten het ruimtestation begeven, staan zij bloot aan extreme en in potentie dodelijke omstandigheden. Om de gevaren in te perken, wordt waar mogelijk de mens vervangen voor een robot. Robots die astronauten werk uit handen kunnen nemen, worden steeds geavanceerder en belangrijker aan boord van het ISS. Al in 1997 kwam Robonaut, ook wel R2 genoemd, aan boord om werkzaamheden uit te voeren die te gevaarlijk of te saai zijn voor mensen. R2 kreeg van de NASAingenieurs armen en handen en kan achttien kilo tillen. Hij heeft 350 sensoren die 38 processoren aansturen. Het enige probleem met R2 was altijd dat hij niet kon bewegen. Hij zat of vast aan een paal of een voertuig. Maar nu heeft NASA een paar benen ontworpen waarmee de robot kan lopen. Een team van acht ingenieurs heeft jaren over deze ontwikkeling gedaan. De volgende stap is om R2’s chassis te upgraden met een extra schild zodat hij beter bestand is tegen elektromagnetische straling en het vacuüm in de ruimte. De robot wordt daardoor nog geschikter om buiten het ISS aan de slag te gaan, waar de risico’s het grootst zijn. ■
01
iMaintain 14
22-01-14 10:16
16 ICT
Automatisering staat altijd ten dienste van de besluitvorming Met de toegenomen rekenkracht kan uit data meer informatie worden gedestilleerd. Dat betekent wel dat goede en valide datacollectie steeds belangrijker wordt. Uit de rondetafeldiscussie van het iMaintain Platform blijkt dat veel bedrijven investeren in datamanagementsystemen, maar nog worstelen met de invulling daarvan. Data-experts geven inzicht in hoe goed datamanagement de efficiency kan verbeteren. David van Baarle
Voor Paula Verbeet is het duidelijk dat de informatiebeheersystemen van haar opdrachtgevers nog beter op elkaar afgestemd kunnen worden. Sitech verleent haar technische diensten onder meer aan DSM, OCI Nitrogen, Lanxess, Borealis en enkele andere plantowners op de Chemelot-site in Geleen. ‘Sommige installaties stammen uit de jaren zestig’, zegt Verbeet. ‘Daarnaast is er in de tussentijd heel veel bijgebouwd, waardoor met uiteenlopende documentatie moet worden gewerkt. Dit gaat van ingescande calques tot intelligente systemen waarin allerlei informatie is opgeslagen. Tel daarbij alle systemen op voor het beheren van projecten, engineering en zowel fysieke als procedurele veiligheidssystemen, dan begrijp je hoe moeilijk het is om de samenhang daarin te krijgen. Bovendien wil de aanwezigheid van beheersystemen niet zeggen dat alle informatie even betrouwbaar is. Om aan de wens te kunnen voldoen om grotere volumes te produceren door een grotere installatiebeschikbaarheid, is de druk om beter te presteren hoger geworden. Daar zijn we dan ook hard mee bezig.’ Een complicatie, en dus een uitdaging, is dat Sitech wil inspelen op de behoeften van de verschillende opdrachtgevers, die afhankelijk zijn van hun specifieke marktomstandigheden. Dit heeft zijn weerslag op de inrichting
01 14 iMaintain
016_17_N_artikel.indd 16
én het gebruik van de onderhoudsbeheersystemen. Doordat Sitech bij meerdere opdrachtgevers actief is, kan er wel van elkaars ervaringen worden geleerd.
Herhaling Henk Akkermans, wetenschappelijk directeur van DI-WCM, ziet de stap naar integratie van datasystemen als een logische vervolgstap op ontwikkelingen die sinds de jaren zeventig zijn ingezet. ‘In die jaren begon de industrie serieuze vormen aan te nemen en procesbesturing was er dan ook voornamelijk op gericht om de productie te verbeteren. Toen men dat op orde had, verschoof de interesse naar productielogistiek. Nu ook op dit vlak niet heel veel winst meer te halen is, vindt opnieuw een verschuiving van aandacht plaats en kijkt men hoe ze de engineering op orde kunnen krijgen. Dat betekent dat dezelfde data die men al jarenlang verzamelt nu naar de beheeromgeving moet worden gebracht om er voor de engineeringsafdeling interessante informatie uit te destilleren.’ Kees Tol, manager best practices bij Tata Steel, wil nog een kanttekening plaatsen bij de woorden van Akkermans. ‘Er is een misconceptie dat je die data naar boven kunt halen met de gangbare ERP-systemen. Maar de typische SAP-systemen zijn ingericht om werkstromen te stroomlijnen, niet om reliability centered of risk based maintenance te kunnen uitvoeren. Je hebt dus een onderhoudsbeheersysteem of een assetmanagementsysteem nodig dat je kunt verbinden aan je ERP-systeem.’ Akkermans vervolgt: ‘Ik denk ook dat er een duidelijk verschil is tussen machines of installaties. Neem het voorbeeld van een vliegtuig. Die worden in grote series gebouwd, dus is er veel herhaling. Bij de oplevering is er zeer veel technische documentatie beschikbaar omdat de OEM geld kan verdienen aan het leveren van beschikbaarheid. Dit kan de leverancier
doen omdat er veel historie is opgebouwd in de afgelopen jaren en ieder nieuw type voortbouwt op de ervaringen met voorgaande types. In complexe installaties zoals die van Tata Steel zit echter weinig herhaling en veel installaties zijn speciaal gebouwd voor het proces in IJmuiden. Vaak zie je dat bedrijven moeite hebben met het kiezen van één standaard.’ Tol herkent de analyse van Akkermans en ziet dan ook nog veel ruimte voor verbetering. ‘In het begin werkten we nog met een informatiebeheersysteem dat we zelf hadden ontwikkeld. Het voordeel daarvan was dat het systeem de processen ondersteunden zoals we die hadden ingericht. Nu dicteert SAP de werkstroom. Het voordeel daarvan zou moeten zijn dat je een uniforme manier van werken krijgt, toch blijkt in de praktijk dat iedereen het systeem op zijn eigen manier gebruikt. Dat is jammer omdat je op die manier allemaal eilanden krijgt binnen één bedrijf.’
Heldere werkprocessen Jos Verhulst, reliability engineer bij waterbedrijf Evides, herkent de situatie bij Tata Steel, maar zorgde er desondanks binnen zijn bedrijf er wel voor dat de werkwijzen werden gestandaardiseerd. ‘We hebben
iMaintain Platform Het iMaintain Platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en asset management.Partners en een expertpanel bieden de redactie ondersteuning door te vertellen over wat er speelt in de sector. Onderdeel van het platform zijn vier rondetafeldiscussies waarin telkens een ander actueel onderwerp wordt besproken.
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-01-14 14:21
ICT 17
Veel bedrijven investeren in datamanagementsystemen, maar worstelen met de invulling daarvan. Dat concluderen de experts van het iMaintain Platform.
Deelnemers aan de discussie Henk Akkermans, DI-WCM Michel Grijpink, Hogeschool Utrecht Dirk Meijer, Asset Rail Maarten van Bree, Accenture Paula Verbeet, Sitech Jos Verhulst, Evides Kees Tol, Tata Steel
onder meer om die reden PAS55 geïmplementeerd’, zegt Verhulst. ‘Door een heldere rolverdeling en een uniforme inrichting van werkprocessen voorkom je discussies achteraf. Dat betekent dat je met ICT om de tafel moet zitten en aangeeft wat je uit het systeem wilt krijgen en hoe je dit gepresenteerd wilt hebben in je systeem. Ondanks dat loop je op een gegeven moment tegen beperkingen van een systeem op en dan kun je niet vast blijven houden aan oude werkmethoden. Wil je de juiste informatie uit je systeem krijgen, dan ontkom je er niet aan je werkwijzen binnen het systeem te laten passen.’ Dirk Meijer, informatiemanager bij Asset Rail, vindt het vreemd dat bedrijven hun werkwijze gaan aanpassen aan een informatiesysteem. ‘In de spoorwereld hebben we veel te maken met herhaling en dus kunnen wij ook toegevoegde waarde brengen door een hogere beschikbaar-
heid te bieden tegen lagere kosten. Maar we weten zelf het beste hoe we onze werkprocessen moeten inrichten om tot die hoge beschikbaarheidcijfers te komen. Het zou toch raar zijn als je de ICT-afdeling je werkwijzen laat voorschrijven. Je moet dus zoeken naar een beheersysteem dat aansluit op jouw behoeften en niet je werkwijzen aanpassen aan het systeem.’ Volgens Michel Grijpink, teammanager bij de Hogeschool Utrecht, beginnen veel bedrijven verkeerd aan de implementatie van een informatiebeheersysteem. ‘Je moet beginnen met de vraag: welke data heb ik nodig om mijn proces te kunnen sturen? Als je die informatie goed in beeld hebt, kun je pas een systeem gaan inrichten. Nu gebeurt het vaak nog andersom.’ Maarten van Bree, senior manager bij Accenture, ziet nog veel meer zaken
Verder lezen Tijdens de rondetafeldiscussie kwamen nog meer stellingen ter tafel: • Goed databeheer kan 25 procent efficiency-verbetering in het onderhoudsproces opleveren. • Voor effectief informatiebeheer zijn techneuten 2.0 nodig. Wilt u weten wat de experts hierover zeiden? Lees dan verder op www.imaintain.info/ict
waar bedrijven goed over moeten nadenken alvorens een ICT-traject in te gaan. ‘Je moet weten welke stuurparameters belangrijk zijn om je bedrijfsdoelstellingen te realiseren. Daarbij moet je duidelijke definities afspreken, anders verzand je in discussies. Ook dient iedereen dezelfde taal te spreken en te begrijpen welke informatie gevraagd wordt. Misschien nog wel het belangrijkste voor succesvolle implementatie is dat vanuit het hele bedrijf de noodzaak voor verbetering erkend wordt. Je kunt beter eerst die zaken oplossen voordat je een duur ICT-traject ingaat.’
Informatie Verbeet ziet nog een aardige discrepantie tussen de theoretische modellen en de praktijksituatie. ‘Het zou heel mooi zijn als je de historie van al je equipment kunt verzamelen en daar analyses op kunt doen, maar voor met name elektrotechnische installaties is die informatie vaak helemaal niet aanwezig. Maar zelfs als de historie aanwezig is, zul je monteurs nog moeten aansporen hun werkbonnen goed in te vullen.’ Verhulst : ‘Het helpt wel als technici weten waarom ze iets moeten invullen. Laat ze zien dat er daadwerkelijk wat wordt gedaan met de informatie die ze verschaffen.’ ‘En laat technici vooral niet invullen wat niet relevant is voor het informatiebeheersysteem’, vult Van Bree aan. ‘Ze moeten wel weten op welke informatie je stuurt. Anders demotiveer je mensen alleen maar.’ ■
01
iMaintain 14
016_17_N_artikel.indd 17
22-01-14 14:21
PRÜFTECHNIK CONDITION MONITORING • PRÜFTECHNIK CONDITION MONITORING • PRÜFTECHNIK CONDITION
Schakel een versnelling hoger! VIBXPERT® II: innovatie met standaard PRUFTECHNIK ondersteuning • Razendsnelle datacollectie • Hoge resolutie display in kleur • Uiterst makkelijk in gebruik De nieuwe VIBXPERT® II combineert gebruiksgemak met geavanceerde analyse en snelle datacollectie. Schakel een versnelling hoger en win de race naar een storingsvrij machinepark. PRUFTECHNIK NV, Lichtenauerlaan 102–120, 3062 ME Rotterdam, Tel: 010-204 59 37, Email: info@pruftechnik.nl
www.pruftechnik.com
ADVERTENTIE INDEX IMAINTAIN
Ahoy Rotterdam .................................................................... 30
FLIR Commercial SystemsMikrocentrum Activiteiten.................... 10
Applus RTD ............................................................................ 6
Hogeschool Utrecht Centrum voor N&T ..................................... 2
Coservices International ........................................................... 6
iMaintain congres 2014 ..................................................40, 41
Delta Heat Services ............................................................... 32
iMaintain Platform ................................................................... 4
Deltavisie congres 2014 ........................................................ 44
Mikrocentrum Activiteiten ....................................................... 10
Dimensys Nederland ............................................................. 68
Olympus Belgium .................................................................... 6
easyFairs nv/sa .................................................................... 67
Pruftechnik ........................................................................... 18
easyFairs UK Ltd ................................................................... 32
018_pruef_index.indd 1
21-01-14 09:16
UNDER CONSTRUCTION 19
Vliegtuig maakt noodlanding op snelweg in New York Een vliegtuigje vloog boven New York toen het een noodlanding moest maken. Een vliegveld was er niet, dus was de enige mogelijkheid een snelweg. De piloot zette het vliegtuig aan de grond op de Major Deegan Expressway in de wijk de Bronx. Er zaten drie mensen in het toestel. De piloot heeft lichte verwondingen aan zijn hoofd en zijn twee vrouwelijke passagiers kwamen ongedeerd het vliegtuigje uit. Het was een geluk dat er weinig auto’s waren op de snelweg op het moment van de landing. Burgemeester van New York Bill de Blasio noemde het ‘een klein wonder’ dat niemand ernstig gewond is geraakt of is omgekomen.
Musea krijgen meer zeggenschap over gebouwen Zeventien musea die hun gebouwen huren van de Rijksgebouwendienst worden de komende vijf jaar zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van de panden. Dat is besloten in de ministerraad. Minister van Cultuur Jet Bussemaker (PvdA) komt daarmee tegemoet aan de wens van de musea. In de nieuwe situatie blijft het rijk eigenaar van de gebouwen, maar zijn de musea vrij om zelf een keuze te maken over het onderhoud, eventuele aanpassingen en het inhuren van aannemers. De afstemming tussen de Rijksgebouwendienst en de musea over de werkzaamheden aan het gebouw wordt nu als te ingewikkeld beschouwd. Na vijf jaar volgt een evaluatie en wordt besloten of de nieuwe regeling wordt voortgezet. Het gaat om onder meer het Rijksmuseum, Scheepvaartmuseum en Van Gogh Museum in Amsterdam, het Mauritshuis in Den Haag en het Kröller Müller Museum op de Veluwe. Directeur van de Nederlandse Museumvereniging Toine Berbers laat in een reactie weten verheugd te zijn met het vertrouwen van de minister. Volgens hem hebben de musea de afgelopen jaren laten zien dat zij onderhoud en verbouwing heel goed zelf aan kunnen. Meer invloed van de musea drukt volgens hem de kosten en komt de efficiëntie ten goede.
‘België levensgevaarlijk’ Wilde dieren op de weg, overstromingen, terroristische dreiging en agressieve wegpiraten ... Als je de reisadviezen van andere landen mag geloven, is België levensgevaarlijk voor toeristen. De VS hebben zelfs een lijst met maar liefst vijftig veiligheidswaarschuwingen voor ons buurland, meldt Het Laatste Nieuws. Reizigers naar België krijgen onder andere de volgende tips: ‘Plaats je bagage nooit in de rekken boven je hoofd in een trein in België, want dan wordt het geheid gestolen. Ga in een restaurant nooit bij de deur zitten, want dan kunnen dieven met je spullen aan de haal gaan en meteen naar buiten stormen. Boek in dit land géén hotelkamer op de begane grond. Inbrekers liggen hier speciaal op de loer. En parkeer je auto niet op straat. Ook hier is het risico op diefstal immers groot’ Ook het autorijden zelf wordt als zeer gevaarlijk beschouwd. ‘Belgen hebben overal snelheidslimieten, maar weinigen houden zich hieraan. Dit maakt het verkeer enorm snel en moeilijk. Het land staat ook bekend om zijn vele putten in de weg, zelfs op snelwegen. Pas hier goed voor op!’ Ook andere landen vinden België maar gevaarlijk. Zo zegt Japan dat Belgen snel en agressief rijden en waarschuwt Zwitserland voor wilde dieren op de weg. Bij het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken reageren ze verrast, schrijft Het Laatste Nieuws. ‘We zullen die ambassades zo snel mogelijk contacteren om deze misverstanden de wereld uit te helpen’, aldus woordvoerder Hendrik Van de Velde. Zijn u curieuze berichten opgevallen in het nieuws voor onze under construction-rubriek? Stuur deze dan naar redactie@industrielinqs.nl 01
iMaintain 14
019_G_under_construction.indd 19
22-01-14 10:14
20 BenchMark
nederlands onderhoud in europees perspectief Om een beeld te krijgen van de macroeconomische waarde en impact van onderhoud, wordt voor MOre4cOre (M4c) een onderhouds-benchmarkstudie uitgevoerd bij vierhonderd asset owners in België, nederland, Frankrijk en Duitsland. Bij dit onderzoek wordt op europese schaal gemeten hoe bedrijven presteren op beschikbaarheid, onderhoudsbudgetten, veiligheid en milieu, en personeel. Mark Oosterveer
MORE4CORE is een Europees Interreg IVB-project dat als doel heeft om marktintegratie, werknemersmobiliteit en innovatie in de sector van Maintenance, Repair & Overhaul (MRO) in Noordwest-Europa te verbeteren. De Brabantse Ontwikkel Maatschappij riep het MORE4COREproject in leven om met steun van de Europese Unie en de verschillende partners het onderzoek uit te voeren. Naast de European Federation of National Maintenance Societies (EFNMS) zijn DI-WCM (Nederland), MEC (Nederland), BEMAS (België), VOKA (België), AFIM (Frankrijk) en WVIS (Duitsland) bij het onderzoek betrokken.
Structurele maatregelen Onderhoud heeft een sleutelrol in de industrie. Met goed onderhoud wordt bestaande productiviteit op peil gehouden tegen concurrerende tarieven in veilige werk-
MOre4cOre
situaties. Daarnaast kan onderhoud een aanjager zijn voor de snelle en grootschalige introductie van slimmere, schonere, meer duurzame of energiezuinige technologieën. Deze ‘upgrades’ van bestaande systemen zijn belangrijk, want de huidige productiemiddelen verouderen, terwijl de economische omstandigheden een langere
‘We zien Europabreed verschillende trends en die gaan we toetsen aan de gemeten gegevens.’ levensduur op competitief niveau eisen. Een extra uitdaging vormt de vergrijzing van de arbeidsmarkt. De M4C-partners willen aan beleidsmakers op EU-niveau duidelijk maken dat er structurele maatregelen nodig zijn om deze uitdagingen aan te gaan. Het is dan ook van groot belang om een duidelijk beeld te schetsen van het economische belang van onderhoud. De benchmark speelt hierin een grote rol.
Deelnemers
Deelnemers ontvangen een gratis individueel benchmarkrapport waarin de prestaties worden vergeleken met andere bedrijven in de sector. Zo verkrijgen bedrijven inzicht in de volgende KPI’s: • Onderhoudskosten/herinvesteringswaarde • Technische beschikbaarheid • Preventie onderhoudskosten/totale onderhoudskosten • Werkorders op tijd gereed • Monteursproductiviteit • Voorraadwaarde technische reservedelen/herinvesteringswaarde • Kosten uitbesteed onderhoud/totale onderhoudskosten • Kosten training/totale personeelskosten • Betrouwbaarheid technische documentatie • Calculatie van de potentiële waarde van de onderhoudsorganisatie
01 14 iMaintain
020_21_O_artikel.indd 20
De benchmarkstudie wordt in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk uitgevoerd met dezelfde set vragen. Het onderzoek in alle deelnemende landen is gebaseerd op de Value Driven Maintenance-methodiek van Mainnovation. In elk deelnemend land kunnen in ieder geval honderd bedrijven kosteloos meewerken aan de benchmark. In vijf sectoren worden grote en kleine bedrijven aangespoord om mee te werken aan dit onderzoek. De samenstelling van de groep deelnemende partijen moet daarmee overeenkomen met de verdeling in de markt. De bedrijven die aan de benchmark mee willen werken, doen dat anoniem. Er wordt niet gecommuniceerd welke bedrijven aan dit onderzoek hebben deelgenomen. Het onderzoek richt zich primair op asset owners van kapitaalintensieve installaties.
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-01-14 10:18
BenchMark 21
In het europabrede benchmarkonderzoek MOre4cOre krijgen bedrijven in nederland, België, Duitsland en Frankrijk dezelfde set vragen voorgeschoteld. De resultaten worden verwerkt tot macro-economische rapporten.
Ook service providers die het volledige beheer en onderhoud aan dit soort assets uitvoeren, komen in aanmerking voor deelname. De gegevens van deelnemende bedrijven worden vertrouwelijk behandeld en in Nederland en België door Mainnovation gevalideerd. De partijen die aan het onderzoek meewerken, krijgen zo gratis een inventarisatie en vergelijking van hun onderhoudsprocessen. Zij ontvangen een rapportage met daarin hun eigen gegevens ten opzichte van de andere bedrijven in de benchmark, aangevuld met een managementsamenvatting. Daarbij zijn de overige deelnemers geanonimiseerd.
Rapporten Alle resultaten van de benchmark worden gebruikt en verwerkt tot macroeconomische rapporten die tijdens Euromaintenance in Helsinki in mei 2014 worden gepresenteerd. Kees van der Hoop van DI-WCM en Rob van Dongen van Mainnovation zijn nauw bij het onderzoek betrokken. Er komt veel informatie vrij als de gevalideerde onderzoeksgegevens beschikbaar zijn. Van Dongen: ‘We interpreteren de gegevens op basis van hypotheses. We zien Europabreed verschillende trends en die gaan we toetsen aan de gemeten
gegevens. Zo kunnen we de hypotheses bevestigen of ontkrachten. En mochten we bij het onderzoek nieuwe verbanden zien, dan kunnen we daar een vervolgonderzoek naar starten.’ Het eerste onderzoeksrapport dat in mei op Euromaintenance wordt gepresenteerd, geeft de macro-economische ontwikkelingen in Noordwest-Europa aan en koppelt deze aan micro-analyses uit het onderzoek. Een verdere extrapolatie kan op landelijk en Europees niveau laten zien waar de toegevoegde waarde van onderhoud zit of kan komen en wat daarvoor moet worden gedaan. Uiteraard komen verbeteringen niet vanzelf! De verschillen in de manier van assetmanagement geven ook verschillen in te behalen resultaat. De Europese benchmark brengt in beeld hoe groot het resultaat kan zijn. Van der Hoop: ‘Als we bijvoorbeeld naar vergrijzing kijken, dan is het al interessant om te zien of dat in alle deelnemende landen een probleem is. Hoe is daar de leeftijdsopbouw en instroom in technische beroepen? In Duitsland bijvoorbeeld? En belangrijker; wat kunnen we van elkaar leren?’
Inzicht in prestaties Deelnemende partijen krijgen een pakket aan vragen te beantwoorden over uiteenlopende onderwerpen. Met zorg is
gewerkt aan de definitie van de gebruikte begrippen, evenals aan de eenduidige interpretatie van de antwoorden. Hierbij is zo veel als mogelijk gebruikgemaakt van (Europese) normen. De deelnemende bedrijven hebben direct het voordeel dat ze serieus werk maken van het beantwoorden van de vragen. En ook de partijen die niet alle gegevens boven water kunnen halen, worden uitgenodigd om mee te doen. Van Dongen: ‘Stel dat partijen de vragen over de vervangingswaarde van de assets ten opzichte van het onderhoudsbudget niet kunnen beantwoorden maar verder wel een goed beeld hebben, dan geven dit onderzoek en de benchmarkresultaten een ideale nulmeting en doel voor de toekomst van het bedrijf.’ De benchmarkstudie biedt zo op bedrijfs-, landelijk en Europees niveau handvatten voor vervolgacties en kennisuitwisseling. Interessant voor de deelnemende bedrijven is dat men direct inzicht krijgt in de eigen prestaties ten opzichte van relevante marktpartijen. Daarnaast wordt er ook een goede indicatie gegeven van de extra toegevoegde waarde die kan worden gecreëerd voor het bedrijf door het onderhoud verder te professionaliseren. Meer informatie over het onderzoek is te vinden op worldclassmaintenance.com/competence/lopende-projecten/more4core ■
01
iMaintain 14
020_21_O_artikel.indd 21
22-01-14 10:18
22 ASSETMANAGEMENT
Assetmanagementstrategie moet meebewegen met de markt Als de marktomstandigheden veranderen, moet ook de assetmanagementstrategie meebewegen. Zowel uit de voorbeelden van Femke de Jager van Stork Consultancy Group als van directeur Shell Moerdijk Joke Driessen blijkt dat bedrijven alleen maar concurrerend kunnen blijven als ze hun onderhoudsorganisatie blijven bijsturen. Tijdens Profion Maintenance Linqs gaven ze hun visie op hoe onderhoud bijdraagt aan de concurrentiepositie. David van Baarle
Femke de Jager heeft zowel een bedrijfskundige als een procestechnologie-achtergrond en begrijpt daardoor naar eigen zeggen zowel de money als de molecules. Die combinatie van economie en technologie is met name bij haar huidige functie als directeur assetmanagement bij Stork Consultancy Group een grote toegevoegde waarde. Assetmanagement is namelijk een afweging tussen beschikbaarheid van technische assets en de kosten daarvan. De Jager gaf tijdens Profion Maintenance Linqs dan ook haar visie op de bijdrage van onderhoud aan een gezonde concurrentiepositie. ‘Veel bedrijven staan voor de taak te blijven concurreren in deze tijden van crisis. Als het alleen een crisis was, viel het nog wel mee. Er speelt echter meer. We hebben in Nederland te maken met verouderende assets, dure arbeid, hoge energiekosten en veroudering van de technische populatie. Dus zelfs als de crisis voorbij is zal assetmanagement een grote rol blijven spelen in de bedrijfsvoering.’
Femke de Jager: ‘De positieve stimulans om assetmanagement in te voeren is de mogelijkheid om te groeien.’
01 14 iMaintain
022_23_Q_artikel.indd 22
‘Ik wil u graag meenemen op een reis door assetmanagement’, vervolgt De Jager. ‘Rampen hebben vaak geleid tot verscherpte regelgeving rondom het beheer van assets. De kernramp bij Tsjernobyl, de treinramp bij Ladbroke Grove, de explosie op de Texas Refinery van BP. Grote rampen ontstaan doorgaans doordat risico’s worden onderschat en bedrijven hun zaken niet op orde hebben. Het is vaak de integriteit van de organisatie die ervoor zorgt dat de assetintegriteit daalt. Het trieste gevolg hiervan zijn dikke rapporten, standbeelden en bloemen voor de slachtoffers. Hoewel rampen dus dikwijls aanleiding zijn geweest om intensiever aan de slag te gaan met assetmanagement, is dit wel een negatieve benadering. De positieve stimulans om assetmanagement in te voeren is de mogelijkheid om te groeien, een technologische voorloper te worden, concurrentievoordeel te bieden en duurzaam winstgevend te zijn.’
Waardeketen De British Standard Institution, die de PAS55-standaard beheert, definieert assetmanagement als volgt: Simply the optimum way of managing assets to achieve a desirable and sustainable outcome. ‘Het doel van bedrijven is simpel gezegd winstgevend te zijn, nu en in de toekomst. Assetmanagement biedt daar houvast aan vanuit twee perspectieven: financieel en in de waardeketen. Vanuit financieel perspectief zijn twee kengetallen interessant: de economic value added en return on capital employed. De winstgevendheid van een bedrijf hangt nauw samen met assetmanagement en is de uitkomst van hoe goed je in staat bent om uit de assets te halen wat je erin stopt terwijl je de kosten in balans houdt. Een andere manier om naar assetmanagement te kijken is vanuit de waardeketen. Daarbij is het de kunst om de waardeketen vanuit bedrijfsvoering in balans te brengen met de levenscyclus van de assets zelf.’
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-01-14 14:24
ASSETMANAGEMENT 23
Hoe past assetmanagement dan in de bedrijfsstrategie? ‘Bedrijven kiezen voor goedkopere producten, een snelle levering, eersteklasservice of hoge kwaliteit. Om te slagen moet een bedrijf focus en discipline aanbrengen. Volgens Treacy en Wiersma kunnen bedrijven kiezen uit drie strategieën: beste product, laagst mogelijke kosten of de beste oplossing voor de klant bieden. Moet je perse voor één strategie kiezen? Nee, die keuze is niet zwart-wit, maar het brengt wel focus aan. Assetmanagement komt met name terug bij operational excellence. Het adresseert doelstellingen als tijdig leveren van producten, kosten en lasten minimaliseren, zoveel mogelijk standaardiseren, simplificeren en bijvoorbeeld het terugbrengen van uitval of afval.’
Shell De concurrentiepositie van Shell is ook mede afhankelijk van de staat van de assets. Joke Driessen, directeur Shell Nederland Chemie Moerdijk, geeft inzicht in het assetmanagement op de chemische site. ‘In de chemiefabriek werkt zo’n achthonderd man. Behalve onze eigen mensen, lopen er dagelijks heel wat contractors op de site. De fabriek is begin zeventiger jaren opgestart en het is dan ook precies veertig jaar geleden dat het eerste schip met product is weggestuurd. We maken vloeibare koolwaterstoffen zoals etheen, propeen en styreen. Bijna al het transport verloopt via pijpleidingen en de rest verlaat het terrein via schepen of de trein. De strategie van Moerdijk is eenvoudig geformuleerd: we willen de Chemicals Site of Choice zijn. Om dat te bereiken moeten we rekening houden met drie soorten stakeholders. Klanten moeten ons als betrouwbaar en competitief zien, maar ook de mensen die bij Shell werken moeten zich trots voelen om bij of voor je te werken. Dat geldt overigens ook voor aannemers. Als die zeggen: ‘Stuur me alsjeblieft niet naar Moerdijk’, doen we het niet goed. De derde stakeholders zijn de buren en autoriteiten. Shell Moerdijk wil graag een gerespecteerde en gewaardeerde buur zijn.’ Reliability centered maintenance speelt een belangrijke rol in de strategie van Shell Moerdijk. ‘Dat betekent dat we op equipementniveau kijken naar betrouwbaarheid. Ik kan je vertellen: dat is nog niet zo eenvoudig. Daar moet je veel tijd en geld in steken. We hebben dan ook een groep mensen die daar fulltime mee bezig is bestaande uit een reliability engineer, een ervaren operator,
Joke Driessen: ‘Als de waarde van de productielijn verandert, moet je ook je strategie of in ieder geval je focus aanpassen.’
iemand verantwoordelijk voor productie en een voor maintenance. En zo nu en dan worden daar nog parttime specialisten aan toegevoegd. Zij bieden de input voor strategische beslissingen wat betreft het assetmanagement en de onderhoudsstrategie. Dat gaat verder dan onderhoud, maar heeft ook invloed op investeringsbeslissingen in monitoringsystemen of bijvoorbeeld op het sparebeleid. Vervolgens doe je onderhoud op breakdown of stel je een preventief onderhoudsprogramma in. De uitdaging is om niet alleen een storing te verhelpen of het preventief onderhoud uit te voeren maar om vervolgens de loop ook te sluiten. Het ontbreekt vaak aan tijd om te gaan zitten en te evalueren wat er is gedaan en wat er nu daadwerkelijk aan de hand was. Shell is daarom gestart met het living program. Het helpt mensen te evalueren wat ze hebben gevonden en zich af te vragen of ze adequaat hebben gereageerd.’
Verder lezen online Femke de Jager en Joke Driessen spraken op Profion Maintenance Linqs ook over het eigen assetmanagementmodel van Stork en de gevolgen van de incidenten bij Odfjell voor de industrie. Verder lezen kan op www.imaintain.info/am
Waarde Driessen benadrukt dat assetmanagement niet statisch is. ‘Als de waarde van de productielijn verandert, moet je ook je strategie of in ieder geval je focus aanpassen. Vroeger werd bijvoorbeeld anders aangekeken tegen milieuaspecten. Nu vinden we het niet meer acceptabel dat bepaalde pompen falen omdat dat kan leiden tot milieu-incidenten. Bijkomend voordeel van die veranderende focus is dat het aantal breakdowns afneemt en daarmee ook de faalkosten afnemen. Uiteindelijk streven we naar een saaie, betrouwbare fabriek waar goed preventief onderhoud wordt gedaan. Maar dat doe je niet even in een paar maanden, dat is een traject van jaren. Sinds 2005 wordt gewerkt aan het Global Asset Management Excellence (Game)-programma en eerlijk gezegd zien we soms nu pas de waarde van dat traject terug.’ Ook breder gezien zijn er nog genoeg uitdagingen voor de industrie. Driessen: ‘De concurrentiepositie van Europa tegenover de VS is niet sterk, tegenover het Midden-Oosten hebben we nooit sterk gestaan. Bovendien kampen we met oude assets. Daar liggen genoeg uitdagingen op het gebied van integriteit. Je merkt dat de toezichthouders door publieke druk in een ander krachtenveld opereren. Maar ook werknemers kijken anders naar veiligheid. Ze willen niet bij een onveilig bedrijf werken.’ ■
01
iMaintain 14
022_23_Q_artikel.indd 23
22-01-14 14:24
24 WHAT’S NEXT
Corrosie veroorzaakt door micro-organismes, bijvoorbeeld bacteriën, kan snelle, onvoorspelbare en zware schade aanrichten aan schepen en offshore constructies. Het kan zelfs tot zinkende schepen en olierampen leiden. Met risicoanalyse, diagnose, detectie en monitoring helpt TNO de industrie om rampen te voorkomen en onderhoudskosten te besparen.
Hongerige micro-organismes maken industrie onveilig Vijfduizend vaten olie lekten in maart 2006 uit een pijpleiding in de Prudhoe Bay in Alaska – de grootste olieramp ooit aan de Noordkust van Alaska. Onderzoekers ontdekten dat een sediment op de bodem van de pijpleiding een ideale broedplaats bood aan zure bacteriën, die geleidelijk de pijp opaten. Micro-organismen kunnen het elektrochemische proces dat corrosie veroorzaakt flink versnellen. Volgens TNO-onderzoeker Felipe Leon Morales is dit een zeer onvoorspelbaar proces. ‘Corrosieprocessen die zijn beïnvloed door micro-organismes kunnen zich in enkele maanden voltrekken, terwijl het bij abiotische corrosie normaliter jaren duurt voordat de infrastructuur in gevaar komt. Vanwege deze onvoorspelbaarheid is het lastig om Microorganism Induced Corrosion (MIC, red.) mee te nemen in risicoanalyses en wordt het zelden in de ontwerpfase meegenomen.’
er gerichte oplossingen komen. Toch heeft de industrie dit fenomeen lange tijd genegeerd of verkeerd begrepen, vanwege een gebrek aan bewustzijn. Leon Morales: ‘Het was altijd een black box. Maar onderzoek naar dit onderwerp komt nu op gang en de testen worden steeds meer gestandaardiseerd. Nu is er veel interesse van bedrijven die naar oplossingen zoeken.’
Risicoanalyse TNO werkt aan meerdere oplossingen om dit probleem aan te pakken. Bijvoorbeeld met diagnostische tools. In een volledig ingericht laboratorium worden samples van aangetast metaal geanalyseerd en wordt bekeken of micro-organismen de boosdoeners zijn. Een risicoanalyse voorspelt of een bepaalde infrastructuur zal worden aangetast. Voor een nieuw offshore windmolenpark in de Baltische Zee onderzoeken TNO’ers de fysicochemische samenstelling van het water en de concentratie van vervuilende stoffen. Daarmee kunnen ze inschatten hoe groot de kans is dat MIC hier toeslaat. TNO geeft ook advies over alternatieve manieren om MIC tegen te gaan.
Black box Deze kennis kan in vele gebieden toegepast worden, zoals in de maritieme-, offshore-, waterzuiverings-, chemische en procesindustrie. Een langere levensduur van producten, minder onderhoudstijd en minder ongelukken zijn mogelijk als er meer kennis is en
Corrosie veroorzaakt door micro-organismes kan snelle, onvoorspelbare en zware schade aanrichten aan schepen en offshore constructies. TNO werkt aan diagnosetools om deze aantasting tegen te gaan.
01 14 iMaintain
024_25_26_27_whatsNEXT.indd 24
22-01-14 11:19
WHAT’S NEXT 25
opblAASbArE rEuzENpluG SluiT lEkkENdE TuNNEl Af Het klinkt als een ramp: een lek in een tunnel en water dat naar binnen gulpt. Om slachtoffers en grote schade te voorkomen, zou er op zo’n moment direct een enorme plug in het lekkende deel van de tunnel moeten kunnen worden geplaatst. In de VS hebben ze nu zo’n opblaasbare, reuzenplug ontwikkeld.
Tunnel blank Jaren geleden ontstond in een tunnel in Chicago, die op dat moment niet gebruikt werd, een lek. Het water stroomde de tunnel binnen en binnen no-time stond het hele tunnelsysteem blank. Er vielen gelukkig geen slachtoffers, maar het duurde zes weken om de tunnel leeg te pompen en de schade bedroeg zo’n twee miljard dollar. Het incident drukte de overheid met de neus op de feiten: een lek in een tunnel behoort tot de mogelijkheden en als zoiets in een drukke tunnel gebeurt, is het leed niet te overzien.
doctor John Fortune. ‘We gebruikten dezelfde ontwerp- en productietechnieken als voor de ruimtepakken en opblaasbare ruimtehabitats van de NASA’, voegt onderzoeker Dave Cadogan toe.
Onregelmatigheid Het ontwikkelen van de plug was nog niet zo gemakkelijk. De wanden van een tunnel zijn zelden helemaal glad. Vaak bevinden zich op de wanden of het plafond buizen en wanden en als er een trein of metro door de tunnel beweegt, zijn er rails om rekening mee te houden. De plug moet zich ook daar luchtdicht omheen duwen om het water tegen te houden. Daarom maakten de onderzoekers een plug met een omtrek die ietsje groter is dan de tunnel zelf. Het extra materiaal stelt de plug in staat om zich om onregelmatigheden heen te slaan. Inmiddels is de reuzenplug getest in een speciaal voor de gelegenheid gebouwde tunnel. Ondanks de enorme druk die het water op de plug uitoefende, hield deze stand.
Superplug En dus werd er nagedacht over een oplossing. Waterdichte deuren die een deel van de tunnel afsluiten zodra er water binnenkomt, lijken een mooie oplossing. Maar om alle tunnels van zulke deuren te voorzien? Dat is duur en tijdrovend. En zo ontstond het idee voor een reuzenplug. Een klein pakketje dat als de nood aan de man is vanaf een afstandje opdracht kan krijgen om zich op te blazen en een sectie van de tunnel af te sluiten, waardoor het water niet meer naar binnen kan komen.
Het resultaat Met behulp van onder meer West Virginia University en ILC Dover – een bedrijf dat ruimtepakken voor NASA maakt – kreeg dat idee vervolgens handen en voeten. Het resultaat is een opblaasbare plug van bijna tien meter lang en ongeveer vijf meter breed. ‘Het is een compleet nieuwe technologie’, aldus projectmanager
EpSoN TooNT GooGlE GlASS-AlTErNATiEf Epson heeft tijdens de gadgetbeurs CES nieuwe smartglasses getoond die informatie over het hele gezichtsveld van de gebruiker kan projecteren tijdens werk, sport en games. Anders dan bijvoorbeeld Google Glass projecteert de Epson Moverio BT-200 voor beide ogen. Hij beslaat het gehele gezichtsveld van de gebruiker. De bril toont een scherm met een resolutie van 960 bij 540 pixels dat voor de drager maximaal 812 centimeter groot lijkt. Het beeld wordt met twee lcd-projectors op transparante glazen geprojecteerd, zodat augmented reality ontstaat. Zo kan de bril bijvoorbeeld door fabriekswerkers worden gebruikt om automatisch onderdelen te scannen en lokaliseren. Gebruikers kunnen ook (3D)-films kijken op de bril, die geleverd wordt met verschillende contrastverhogende lenzen. Het is bovendien mogelijk om glazen op sterkte in het montuur van de bril te bevestigen. De Moverio draait op een aangepaste versie van Android 4.0. Het bedrijf APX, dat software voor de Epson smartglasses heeft ontwikkeld, denkt dat de technologie nog niet ver genoeg is voor de doorsnee consument. ‘Er is voor de gemiddelde con-
In de VS is een opblaasbare reuzenplug ontwikkeld om lekkages in tunnels te stoppen. Een goedkope en snelle oplossing.
sument nog geen goede reden om altijd en overal smartglasses te dragen’, zegt ceo van APX Brian Ballard tegen Techchrunch. De Epson Moverio weegt 88 gram en gebruikt een dualcore 1,2 GHz processor en heeft intern geheugen van 8 gigabite, uitbreidbaar met micro SD-kaart. De Moverio BT-200 is vanaf mei voor 699 euro verkrijgbaar.
Epson gaat smartglasses op de markt brengen die de strijd met Google Glass aan moeten gaan. Een groot verschil is dat Epsons Moverio BT-200 voor beide ogen projecteert. Hij beslaat het gehele gezichtsveld van de gebruiker.
01
iMaintain 14
024_25_26_27_whatsNEXT.indd 25
22-01-14 11:19
26 WHAT’S NEXT
EErSTE vlucHT vAN STrAAljAGEr MET 3d-GEpriNTE METAlEN oNdErdEEl De Britse defensiecontractor BAE Systems heeft voor het eerst toestemming gekregen om een straaljager met 3D-geprinte metalen onderdelen de lucht in de sturen. Het voerde een testvlucht uit met een Tornado-straaljager, waarin voor de eerste maal een 3D-geprint metalen onderdeel gemonteerd was. ‘We hadden al toestemming gekregen voor verschillende vluchten met 3D-geprinte plastic onderdelen aan boord’, zegt Matt Stevens van BAE Systems, één van de vier hoofdingenieurs van het project. ‘Zoals stukken uit Ultem en Polyamide12.’ Maar een testvlucht met een metalen 3D-geprint onderdeel is een première. Het gaat weliswaar niet om een kritisch onderdeel: de metalen steun voor de boordcamera. Maar de tendens is gezet en de BAE-ingenieurs zijn enthousiast over de mogelijkheden én de snelheid waarmee ze onderdelen te voorschijn kunnen toveren. Zij zien bij de Britse RAF over een periode van vier jaar de potentiele kostenbesparingen oplopen tot 1,45 miljoen euro. ‘Via additieve fabricage kunnen we bijvoorbeeld een plastic afdekplaat voor minder dan 120 euro per stuk maken’, aldus Stevens. Door 3D-geprinte plastic onderdelen te gebruiken, bespaarde de RAF volgens hem al meer dan 360.000 euro op de kosten voor reparatie, onderhoud en service van zijn Tornado gevechtsvliegtuigen door BAE. Bovendien: ‘Het 3D-printen van een replica voor vervanging achteraf duurt één dag, met klassieke fabricage zijn we al snel een maand zoet.’ Mike Murray, hoofdingenieur Casco Integration: ‘Je hoeft plots niet meer na te denken over waar je een onderdeel kunt laten fabriceren. Zolang je er een 3D-printmachine naartoe kunt verhuizen, kun je dat op elke plek doen. Ook bijvoorbeeld op schepen, vliegdekschepen of zelfs aan de frontlijn.’
EcN brEidT MATEriAAloNdErzoEk uiT NAAr HiGH TEcH cAMpuS ECN breidt zijn materiaalkundig onderzoek uit naar de locatie op de High Tech Campus in Eindhoven. In die regio is veel innovatieve maakindustrie gevestigd en vindt veel ontwikkeling van nieuwe hightech producten en processen plaats. Bedrijven stellen daarbij zware eisen aan de materialen die gebruikt worden. Met de uitbreiding van materiaalonderzoek naar Eindhoven kan ECN deze bedrijven beter van dienst zijn. In de laatste maanden is geïnvesteerd in faciliteiten en personeel om de industrie in de regio Eindhoven van materiaalkundig advies te voorzien. In Eindhoven biedt ECN zijn klanten nu dezelfde mogelijkheden als in Petten, maar dan ‘om de hoek’. ECN geeft advies op het gebied van schade, corrosie, materiaalkunde, verbindingstechniek en procesoptimalisatie. Met materiaalonderzoek achterhalen specialisten probleemoorzaken en adviseren daarnaast over mogelijke oplossingen. ECN helpt bedrijven zo om schade aan installaties te voorkomen, maar ook om uitdagingen bij het ontwikkelen van nieuwe producten en processen te tackelen. Met de faciliteiten in Eindhoven is uitgebreide materiaalkarakterisering mogelijk. Daarnaast kan ECN snel (binnen enkele dagen) vaststellen of in een (nieuw) product of proces corrosie zal optreden. Dit helpt bij materiaalkeuze en bij het bepalen van het meest effectieve productieproces voor een nieuw product.
EErSTE EuropESE oNdErHoudSbENcHMArkSTudiE vAN STArT Europabreed wordt de industrie in meerdere landen geconfronteerd met dezelfde personele problemen. Waarom dan niet samen zoeken naar oplossingen? De fysieke grenzen mogen dan wel weg zijn, de markten zijn niet altijd direct verenigbaar. Het project MORE4CORE wil de Europese innovatieactiviteiten bundelen en samenwerking stimuleren. Onderhoudsadviesbureau
Voor het eerst wordt er een onderhoudsbenchmarkstudie uitgevoerd op Europees niveau. Het project MORE4CORE wil alle Europese innovatieactiviteiten bundelen en samenwerking stimuleren.
Mainnovation gaat het onderzoek uitvoeren en roept bedrijven op om deel te nemen. De Brabantse OntwikkelingsMaatschappij (BOM) riep het MORE4CORE-project in het leven. Met ondersteuning van de Europese Unie werken DI-WCM (Nederland), MEC (Nederland), BEMAS (België), VOKA (België), AFIM (Frankrijk) en WVIS (Duitsland) samen om onderhoud in Europa steviger op de kaart te zetten. Ook de European Federation of National Maintenance Societies (EFNMS) kon hierbij uiteraard niet ontbreken. Onderhoudsadviesbureau Mainnovation heeft de opdracht gekregen om honderd Nederlandse bedrijven een kosteloze benchmark aan te bieden. Dus de deelname is voor de eerste honderd bedrijven gratis. De basis vormt een standaard vragenlijst die met elk deelnemend bedrijf door Mainnovation wordt gevalideerd. Dit levert elke deelnemer een bedrijfsspecifiek benchmarkrapport op over het eigen MRO-verbeterpotentieel. Omdat de benchmark in vier Europese landen wordt afgenomen, in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland, zijn de resultaten ook nog te vergelijken met collega-productiebedrijven over de grens. Geïnteresseerde bedrijven die willen deelnemen aan dit onderzoek naar hun onderhoudsprestaties, kunnen voor meer informatie en om aan te melden terecht op: www.worldclassmaintenance.com/more4core
01 14 iMaintain
024_25_26_27_whatsNEXT.indd 26
22-01-14 11:19
WHAT’S NEXT 27
Tu/E lANcEErT dATA SciENcE cENTEr EiNdHovEN Data wordt wel de olie van de 21e eeuw genoemd. Veel bedrijven en wetenschappers worstelen echter met de vraag hoe je de grote hoeveelheid beschikbare gegevens – ook wel Big Data genoemd – omzet in informatie waar je iets mee kunt. De behoefte aan kennis en ingenieurs op dit gebied is groot; de ‘data scientist’ lijkt het beroep van de toekomst. Het nieuwe Data Science Center Eindhoven (DSC/e) van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) speelt in op deze behoefte. De hoeveelheid data groeit enorm. Negentig procent van alle beschikbare data wereldwijd is in de afgelopen twee jaar geproduceerd. Vrijwel alles is meetbaar geworden. Data zijn tegenwoordig een grondstof die met de juiste instrumenten en methodes om te zetten is naar economische waarde. Niet voor niets behoren bedrijven die hier bedreven in zijn, zoals Facebook en Google, tot de internationale top. ‘De meeste bedrijven worstelen met het probleem dat ze veel data genereren, maar geen idee hebben hoe ze die informatie kunnen gebruiken’, zegt hoogleraar informatica Wil van der Aalst van de TU Eindhoven. ‘Bedrijven die zich onvoldoende aanpassen aan deze ontwikkeling zullen niet overleven’, voorspelt hij. De beschikbare data kunnen onder meer inzicht geven in het efficiënter maken van bedrijfsprocessen en apparaten. Van der Aalst: ‘In de gezondheidszorg kan data science bijvoorbeeld hel-
pen om in bepaalde gevallen tot tientallen procenten op de kosten te besparen.’ Het nieuwe DSC/e zal in de dringende behoefte aan kennis en ingenieurs op het gebied van data science voorzien. De expertise van twintig onderzoeksgebieden wordt in dit onderzoeksinstituut gebundeld om met bedrijven samen te werken en ingenieurs aan de benodigde kennis te helpen. Volgens Van der Aalst behoort de TU/e op het gebied van data science tot de wereldtop. De oprichting van het DSC/e moet leiden tot de eerste zelfstandige bachelor- en masteropleiding op het gebied van data science.
Veel bedrijven en wetenschappers worstelen met de vraag hoe je de grote hoeveelheid Big Data omzet in informatie. Het Data Science Center Eindhoven gaat hen daarbij helpen.
ruiM vEErTiEN MiljoEN Euro voor oNdErzoEk NAAr HiGH TEcH SySTEMEN EN MATEriAlEN
TEcHNiEkbuS ENTHouSiASMEErT vMbo’ErS voor rijNMoNdSE iNduSTriE
Begin 2014 starten 26 onderzoeksprojecten die nieuwe software en materialen gaan opleveren. Technologiestichting STW heeft daartoe voor negen miljoen euro aan projecten gehonoreerd. Deelnemende bedrijven dragen nog eens met 3,1 miljoen euro contant bij en 2,3 miljoen euro in natura. De resultaten zullen de machine- en auto-industrie, de luchten ruimtevaart en de staalindustrie verder helpen. Van de 34 ingediende projectvoorstellen binnen het programma High Tech Systemen en Materialen (HTSM) zijn er 26 gehonoreerd, een honoreringspercentage van 76 procent. Dat is een verheugend hoog honoreringspercentage voor de Topsector HTSM, een aanjager voor een sterke Nederlandse economie. De projecten zijn beoordeeld op wetenschappelijke kwaliteit en mogelijkheid tot toepassing en moesten voldoen aan een kwaliteitseis voor beide aspecten. Na toetsen op kwaliteit en rekening houdend met het beschikbare budget zijn uiteindelijk 26 projecten gehonoreerd. Het budget van negen miljoen euro is door STW (5,85 miljoen euro) en de TKI-HTSM (3,1 miljoen euro TKI-toeslag) ter beschikking gesteld. Topsector HTSM levert producten en diensten met toepassingen in alle andere Topsectoren. De Topsector ontwikkelt en produceert eindproducten, halffabricaten, componenten, materialen en diensten voor gezondheidszorg, verlichting, chips, laboratorium- en kantoorapparatuur, auto’s, logistieke systemen, vliegtuigen, satellieten tot energieopwekking/transport/-opslag, voedselverwerking en veiligheid. Meer informatie: www.stw.nl/nl/HTSM2013
Om jongeren kennis te laten maken met de kansen die de sector Techniek te bieden heeft, rijdt er een speciale VIP Bus Techniek langs diverse vmbo-scholen in de regio Rijnmond om leerlingen een goed beeld te geven van de sector Techniek, de verschillende mbo-opleidingen en de kansen op de arbeidsmarkt. Het programma in de bus wordt verzorgd door mbo-studenten en docenten van Albeda en Zadkine. Aan de hand van dynamische wervingsfilmpjes, een interactieve quiz en gerichte vragen geven zij de leerlingen een goed beeld van alle mogelijkheden die de sector Techniek biedt. Technische bedrijven staan te springen om personeel. Werknemers met een technische opleiding zijn schaars, terwijl ze in de regio Rijnmond hard nodig zijn. Samen met het bedrijfsleven zetten Zadkine en het Albeda College zich in om vmbo-leerlingen te laten ervaren welke kansen er in de sector liggen. Met als doel om het tekort op de arbeidsmarkt in de technieksector in de regio te verkleinen. Naast de inzet van de VIP Bus Techniek worden vmboleerlingen, docenten en decanen geïnformeerd over de technische opleidingen binnen het Zadkine en het Albeda College. Dit jaar wordt er voor het eerst een campagne voor ingezet, genaamd ‘De Helden van Techniek’. Hierin krijgen de verschillende technische beroepen een gezicht. De mbo-studenten in de bus delen daarnaast ook hun kennis over hun opleiding. Via de website www.heldenvantechniek. nl geven beide organisaties gezamenlijk informatie over technische mbo-opleidingen in de regio Rijnmond. Meer informatie staat op www.deheldenvantechniek.nl
01
iMaintain 14
024_25_26_27_whatsNEXT.indd 27
22-01-14 11:19
28 ShutdownS & turnaroundS
olefins 4 draait weer na complexe turnaround half september legde Sabic zijn kraker olefins 4 stil voor een omvangrijke turn around. naast de gebruikelijke onder houdswerkzaamheden is de fabriek op vele plaatsen vernieuwd en verbeterd. de gemoderniseerde kraker zou nu één van de efficiëntste in Europa moeten zijn. Francis Voermans
Sabic opereert in Geleen twee naftakrakers: Olefins 3 en 4. Eens in de zes jaar worden ze stilgelegd voor onderhoud. Deze herfst was het de beurt aan Olefins 4. Omdat tegelijk een omvangrijke upgrade werd uitgevoerd, was het een bijzondere turn around, vertelt Jacques Slabbers, Director Manufacturing Services Europe bij Sabic: ‘Tijdens een stop voeren we altijd projecten uit, maar nu waren deze veel complexer en groter dan normaal.’ Sabic investeerde inclusief de onder houdsstop 135 miljoen euro in de bijna veertig jaar oude kraker. Er werden 24 projecten uitgevoerd. ‘We hebben een aantal compressoren vernieuwd, zodat ze minder energie verbruiken. Onder meer de grootste compressor, die het kraakgas comprimeert, heeft nieuwe schroeven gekregen. Ook hebben we de coldbox helemaal vervangen en een aantal warm tewisselaars en kolommen vernieuwd en aangepast’, vertelt Slabbers.
Upgradeproject Zoveel mogelijk werk aan de upgrade – ongeveer de helft – is uitgevoerd vóór de stop. De voorbereiding van de upgrade was dan ook al in de tweede helft van 2009 begonnen. Slabbers: ‘We hebben het werk aan de projecten in tweeën gesplitst: het deel dat vóór de stop is uit gevoerd is als een project gemanaged, het werk tijdens de stop als een turn around. De beperkte tijd en complexiteit tijdens een stop vragen een andere aan pak.’ Op 11 april 2012 ging de eerste schop voor het upgradeproject de grond in. Het eerste deel van het projectenwerk moest voor de stop klaar zijn. ‘Dat heb ben we net gehaald, een paar dagen voor de shutdown was het klaar.’ Tijdens de stop werden meer dan 1.300 klussen uitgevoerd. Naast het projec tenwerk, waren dat vele inspectie en onderhoudswerkzaamheden die in elke stop terugkomen. Roterende machines
01 14 iMaintain
028_29_K_artikel.indd 28
zijn gereviseerd, kleine reparaties zijn uitgevoerd, fornuizen en kolommen zijn schoongemaakt. Elk van die klussen is nauwkeurig voorbereid. Slabbers: ‘Om al het werk veilig en efficiënt te laten verlo pen is een goede coördinatie onontbeer lijk. Als mensen van verschillende bedrij ven dicht bij elkaar aan verschillende klussen werken, moeten ze weten waar de ander mee bezig is. Mensen die ergens aan het werk zijn, moeten weten wanneer daar een vrachtwagen langs moet. Er zijn meer dan tweeduizend mensen aan het werk en het is niet de bedoeling dat dit onveilige situaties oproept of dat een paar honderd daarvan aan het wachten zijn.’
Ervaring behouden Maar niet al het werk is van te voren te plannen. Hoewel het onderhoudswerk voor een groot deel vergelijkbaar is met vorige stops, verloopt elke stop toch weer heel anders, zegt Slabbers: ‘Een groot
‘Je komt altijd verrassingen tegen als je apparaten na zes jaar openmaakt. Er is bijvoorbeeld vervuiling of corrosie op een plaats waar je het niet verwacht.’ deel van het werk gaat zoals gepland. We weten welke dingen gerepareerd moeten worden. We kunnen op basis van ervaring inschatten hoeveel vervuiling we zullen aantreffen. Maar je komt altijd ver rassingen tegen als je apparaten na zes jaar openmaakt. Er is bijvoorbeeld vervui ling of corrosie op een plaats waar je het niet verwacht. Als je dat aan het begin van de stop constateert, is het weg te werken binnen de planning, maar op het einde van de stop wordt dat moeilijker.’ In totaal werkten 98 contractors aan de
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-01-14 10:34
ShutdownS & turnaroundS 29
turnaround. Veel personeel was afkomstig uit het buitenland. ‘Een deel van de con tractors zijn buitenlandse bedrijven, maar ook grote Nederlandse bedrijven hebben steeds meer buitenlands personeel, bij voorbeeld via zusterondernemingen’, zegt Slabbers. Tijdens de stop werden vele verschillende talen gesproken. Het vraagt veel aandacht om dat goed te managen: ‘We weten van te voren waar iedereen vandaan komt, welke taal ze spreken en in welke discipline ze werkzaam zijn. Op basis daarvan maken we de ploeginde ling. We zorgen dat iedereen in één ploeg dezelfde taal spreekt, en dat er iemand boven staat die zowel Engels als die taal spreekt.’ Ondanks dat steeds meer personeel van ver komt, probeert Sabic toch maximaal
wordt ervaring goed vastgehouden.’ Sabic werkt ook vaak met dezelfde hoofdcontrac tors, Stork en Cofely/Fabricom. Zij werken weer zoveel mogelijk met dezelfde subcon tractors. Daarnaast zet Sabic veel eigen mensen in. ‘De operators bijvoorbeeld spelen tijdens de turnaround een begelei dende rol, met name in het waken over de veiligheid. Zo hebben we zoveel mogelijk mensen die bekend zijn met de fabriek en onze procedures’, zegt Slabbers.
Tevreden De stop is binnen de geplande tijd afge rond. Op 4 november begon Sabic met de heropstart van de kraker. Dat was wel iswaar een paar dagen later dan beoogd, maar viel binnen de berekende marge. Ook qua veiligheid is de stop goed ver
‘We hebben nu een andere kraker dan voor de stop. Hij is op veel plekken veranderd, heeft een andere dynamiek. De operators moeten zich de nieuwe kraker eigen maken.’ gebruik te maken van de ervaring van vorige stops. De turnarounds van beide krakers in Geleen worden daarom zo veel mogelijk door hetzelfde team gemanaged. ‘Op die manier leert het team sneller en
lopen. ‘Hoewel elk incident er één te veel is, mogen we niet klagen over de veilig heidsperformance.’ De opstart en operatie in het begin gebeurde onder intensieve begeleiding
FOTO: SABIC
Sabic opereert in Geleen twee naftakrakers: olefins 3 en 4. Eens in de zes jaar worden ze stilgelegd voor onderhoud. deze herfst was het de beurt aan olefins 4. ditmaal was het een bijzondere turnaround.
van operations managers en process engi neers. ‘We hebben nu een andere kraker dan voor de stop. Hij is op veel plekken veranderd, heeft een andere dynamiek. De operators moeten zich de nieuwe kra ker eigen maken.’ Sinds 8 november produceert de kraker volgens specificaties. De komende tijd zal uitwijzen wat alle aanpassingen in de praktijk zullen opleveren. Het doel was om de productie met twee procent te verhogen en het energieverbruik met acht procent terug te brengen. Een verbe tering die Olefins 4 tot één van de meest kostenefficiënte en minst milieubelastende krakers in Europa zou maken. ‘We zijn nog niet zover dat we al met zekerheid kunnen zeggen dat we dit realiseren, maar tot nu toe wijst niets erop dat het niet zal lukken.’ Slabbers kan tevreden terugkijken op het verloop van de turnaround. ‘Het was een lastige stop vanwege het grote projectaan deel. Er waren een hoop onverwachte din gen, maar we hebben de consequenties daarvan tot het minimum weten te beper ken. Het is goed te zien dat we ondanks de aangekondigde organisatorische her structurering toch met goed gemotiveerde mensen de stop tot een succes hebben kunnen maken.’ ■
01
iMaintain 14
028_29_K_artikel.indd 29
22-01-14 10:34
Adv_EmergencyExpo-185x267-drukklaar.indd 1
030_emergency.indd 1
1/16/2014 2:30:57 PM
21-01-14 09:12
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
Genomineerden MMY 2014 zijn bekend | Basisregistratie Grootschalige Topografie gaat data-eilanden samenbrengen | OCI Nitrogen: Kwaliteit turnaround moet beter
_MA_NVDO_cover.indd 31
1/17/14 1:35 PM
Specialist in Heat Treatment Preheating and stress relief Induction and resistance Stationary furnaces Dry out and curing Rental and sales Mobile furnaces
StocExpo
2014
www. delta-heat-services.com info@delta-heat-services.com +31 (0) 187 - 49 69 40
AHOY, Rotterdam 18 – 20 March 2014 The storage terminal operators’ conference and exhibition
Official Media Partner
10 TH
Event Supporters Kringen
Sponsored by
INDUSTRIAL
Maintenance
FIRE JOURNAL
Maintenance
ST RAGE TERMINALS MAGAZINE
World ils
Follow us @StocExpo #StocExpo14 Join our StocExpo & Tank Storage Events group Organised by
VISITOR REGISTRATION IS NOW OPEN!
Don’t miss out - register today at: www.stocexpo.com SE14 HP 185 x 132 iMaintain Ad.indd 1
032_delta_easy.indd 1
14/01/2014 12:22
21-01-14 09:22
Van de voorzitter We willen gewoon ‘De Besten’ Vanaf 1 januari gelden er weer nieuwe wetten in ons land. Zo geldt vanaf Nieuwjaarsdag voor jongeren die nog geen achttien jaar zijn Nix. Otewel: geen alcohol en geen tabak. Oudere automobilisten hoeven zich vanaf 1 januari pas vanaf hun 75e te laten keuren en let op: het terugdraaien van de kilometerstand, of het adverteren daarvoor, wordt strafbaar. Bij een van de nieuwe wetten wil ik graag wat langer met u stilstaan. Vanaf 1 januari mogen Roemenen en Bulgaren namelijk zonder tewerkstellingsvergunning werken in Nederland. Minister van Sociale Zaken, Lodewijk Asscher, had de komst van onze voormalige Oostblok-collega’s nog een tijdje willen beperken, als dat mogelijk was geweest. Maar dat kan nu eenmaal niet, omdat Nederland een afspraak heeft met andere landen. De kranten staan er vol van, maar met onze krapte op de technische arbeidsmarkt zet ik toch een groot vraagteken bij alle berichtgevingen. Wij mensen hebben de neiging om de zaken negatief te bekijken. Hoe positief je ook in het leven staat, er zijn altijd zaken die negatief bekeken worden. Deze keer is het de komst van Roemenen en Bulgaren. Vooral de media hebben een neusje voor negatief nieuws en zetten de arbeidsmarkt al jaren achtereen negatief neer. Als het op feiten is berust, zoals het tekort aan technisch geschoold personeel, ga ik erin mee. Dat zegt het NVDO Onderhoudskompas tenslotte ook! Maar als we de technische arbeidsmarkt in één adem noemen met Roemenen en Bulgaren, dan haak ik af. Arbeidsmigratie binnen de Europese Unie biedt
bedrijven kansen om personeel te vinden. De recente uitbreiding en de mogelijkheden van het vrije verkeer van werknemers voorzien in een behoefte op de Nederlandse arbeidsmarkt. Bedrijven kunnen (vak)mensen vinden voor moeilijk vervulbare vacatures in het onder- en middensegment. Als er geen arbeidsaanbod vanuit de EU beschikbaar is voor dergelijke vacatures, zullen ook migranten van buiten in aanmerking moeten komen. Zonder onnodige barrières en met een meerwaarde voor de Nederlandse samenleving. We moeten open staan voor migranten met een meerwaarde voor onze economie. Als ik naar de arbeidsmarkt kijk, zijn er natuurlijk echt wel ongewenste toestanden. Toestanden met buitenlandse arbeiders bij werkzaamheden aan de A4, toestanden in de Eemshaven en in de tunnel van de A2 in Maastricht, uurtarieven van vijf euro, onmenseijke arbeidsomstandigheden, Portugezen mishandeld door Venezolanen. Het gaat echt niet alleen om Bulgaren en Roemenen. Maar u en ik zijn professionals. En we werken graag samen met uitsluitend professionals. Is het daarbij voor u belangrijk of die collega mannelijk of vrouwelijk is, een handicap heeft of misschien wel uit Bulgarije komt? Nee toch, we willen gewoon ‘De Besten’ en wat mij betreft is het een nieuwe collega uit Roemenië!
Als we de technische arbeidsmarkt in één adem noemen met Roemenen en Bulgaren, dan haak ik af.
Bas P. Kimpel Voorzitter
MaintNL 01 – 2014 33
_MB_NVDO_Voorzitter.indd 33
20-01-14 14:14
MMY2014
Top maintenance managers combineren De selectie van top maintenance managers die meedingen naar de titel Maintenance Manager of the Year 2014 is bekend. Ton Merkx van Walibi Holland, Henk van Zuijlen van HJ Heinz en Johan Wolt van AkzoNobel strijden om de prestigieuze titel, uitgeloofd door de NVDO. Met Ton Merkx heeft u al in een vorige editie van MaintNL kennis kunnen maken. We stellen nu ook Johan Wolt en Henk van Zuijlen aan u voor. David van Baarle De chlooractiviteiten van AkzoNobel vinden al een tijd lang plaats in Delfzijl, waar men in ruime mate kan beschikken over de grondstof zout. De twee fabrieken die chloor en monochloorazijnzuur (MCA) produceren, waren echter tot 2006 in Hengelo gevestigd. MCA wordt onder andere gebruikt in zepen en shampoos maar ook als pvc-stabilisator. Omdat de overheid geen chloortransporten per trein meer wenste, verplaatste men de productie naar Delfzijl. Johan Wolt werkte destijds al als maintenance manager bij de chloorchemiefabrieken van AkzoNobel in Delfzijl en Hengelo. De MCA-fabriek was dan ook wat het proces betreft geen heel grote overstap. Dat wil niet zeggen dat de fabriek vrij van uitdagingen was. ‘Toen ik in 2010 deze functie kreeg, kampte de productie-installatie met twee problemen. Ten eerste stond de prijs van MCA onder druk en mede daardoor besloot AkzoNobel tot sluiting van een MCAfabriek in Zweden. Het gevolg daarvan was dat de capaciteit die men door die sluiting miste naar Delfzijl kwam. Daarmee kreeg Delfzijl er een uitdaging bij. Bovendien kampte de MCA-fabriek al vanaf het begin met een lage technische beschikbaarheid, maar dat was nog terwijl de fabriek op rustig tempo kon produceren. Nu werd ineens het uiterste van de assets gevraagd, wat de nodige druk op de maintenanceorganisatie legde.’
Compacte installatie Om de technische uitdagingen van de fabriek te kunnen begrijpen, is enig inzicht
in het proces nodig. Basis voor MCA is zout dat in Zuidwending uit ondergrondse zoutlagen wordt gewonnen. De ruwe pekel wordt gezuiverd en vanuit de zoutfabriek direct in water opgelost. Via een elektrolysereactie ontstaan chloor en waterstof. Dat chloor komt de fabriek binnen waar het reageert met azijnzuur, dat per zeeschip wordt aangevoerd. In de reactie ontstaat behalve MCA ook zoutzuur. De lay-out van de fabriek is zo gemaakt dat het proces logisch is te volgen, maar het is ook een zeer compacte installatie. Dit maakt dat het uitvoeren van onderhoud soms erg lastig is. De fabriek maakt een aantal vormen van MCA. De vloeibare vorm moet boven de 62 graden Celsius worden gehouden of met water of alcohol gemengd. Daarnaast maakt men een vaste stof door MCA te laten reageren met soda (SMCA) die als poeder of granulaat in big bags of zakken van 25 kilogram wordt verpakt. In de vastestoffenfabriek worden ook flakes geproduceerd. Hiertoe wordt vloeibaar MCA op een band gesproeid die aan de onderkant wordt gekoeld. Het MCA stolt tot een vaste koek die vervolgens in kleine flakes wordt gebroken. Alle producten worden voornamelijk geëxporteerd binnen Europa en Noord- en Zuid-Amerika maar ook naar de rest van de wereld. ‘MCA is zeer corrosief en ook toxisch’, zegt Wolt. ‘Inademen, inslikken of contact met de huid of ogen leidt tot brandwonden en vergiftiging en dus loopt iedereen in de fabriek in beschermende kleding en op de
site zijn zeer veel veiligheidsmaatregelen genomen om incidenten ‘koste wat het kost’ te vermijden. Mocht er echter toch een incident plaatsvinden, dan is men goed voorbereid. Zo zijn er onder andere noodbaden aanwezig waarin bicarbonaat zit opgelost, dat MCA neutraliseert. Ook de assets zijn zo aangepast dat ze het corrosieve milieu overleven. Materialen als staal-emaille, grafiet, titaan, tantaal en diverse soorten hoogwaardige kunststoffen zijn bestand tegen MCA.’
Lekken detecteren Nu waren het juist die corrosiebestendige materialen die de grootste problemen opleverden. ‘De problemen ontstonden met name door het falen van grafiet warmtewisselaars’, verduidelijkt Wolt. ‘De tot wel acht meter hoge grafietwarmtewisselaars bestaan uit grafietblokken, variërend van vier tot twaalf stuks, waarin gaten geboord zitten. Als het grafiet scheurt, moet de complete koeler worden uitgewisseld.’ Om dit te voorkomen voerden Wolt en zijn collega’s diverse verbeteringen door in het ontwerp, de lay-out, in revisies en de bedrijfsvoering. ‘De pijpleidingen zijn van staal-emaille. Hoe langer de pijp is, hoe groter de kans op breuk in het emaille, vandaar dat de pijpleidingen beperkt in lengte zijn. Door die fysieke beperking gebruiken we dan ook veel meer flensverbindingen: zo’n tienduizend. En juist daar ontstonden de problemen. De pakking van zo’n flensverbinding is gemaakt van PTFE dat ook weer zeer corrosiebestendig is. Doordat er na verloop van tijd spanningsrelaxatie optrad, kon MCA door de pakking heen diffunderen, waarna het condenseerde op de pijp en een corrosief milieu ontstond. Hierdoor werd het emaille aangetast waardoor er lekkages ontstonden. Nu gebeurde dat niet altijd, maar als één procent van de flensverbindingen genoemd probleem vertoonde, had je al te maken met honderd lekkages. We moesten dus de procedures en inspectiemethoden aanpassen
34 MaintNL 01 – 2014
034_35_36_ME__NVDO-artikel.indd 34
22-01-14 10:22
om die problemen voor te zijn. De simpelste oplossing was het nahalen van de flensverbindingen na montage. Maar ook helium lektesten bleken een oplossing om, diffuse, lekken vooraf, na montage, direct te detecteren.’ De maintenance engineers hebben ook root cause-analyses uitgevoerd die de oorzaak van veel pijpstress naar boven brachten. Zo bleken met name de grafiet warmtewisselaars veel last van mechanische stress te hebben en ook de temperatuurverschillen leidden nog wel eens tot pijpstress. Wolt: ‘Samen met de leverancier hebben we modificaties doorgevoerd in de grafietblokken en we ontwikkelden ook een betrouwbaardere testmethode voor eventuele lekken. Net als je een lek in een fietsband detecteert door hem onder water te houden, doen we dat nu ook met de grafietblokken.’
Recordproductie Tegelijkertijd nam Wolt ook de maintenanceorganisatie onder handen. ‘Om de problemen voor te zijn, hebben we geïnvesteerd in werkvoorbereiding en maintenance engineering’, zegt Wolt. ‘Daarnaast hebben we duidelijke taakverdelingen gemaakt en verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie gelegd. De monteurs hebben extra trainingen gekregen om met staal-emaille om te kunnen gaan. En om de controle te blijven houden, is de shutdown-frequentie van eens in de twee jaar opgevoerd naar eens per jaar. Misschien nog wel belangrijker is dat we van een reactieve organisatie zijn omgevormd naar een proactieve. We hebben de risico’s in kaart gebracht en hebben de onderhoudsorganisatie daarop afgestemd. We gaan bijvoorbeeld actief op zoek naar pakkingen die zweten en kunnen daarmee de echte problemen voor zijn.’ De resultaten mogen er dan ook zijn. Was de MCA-fabriek in 2010 nog verlieslijdend, inmiddels is het een goed renderende fabriek. De integriteit en de betrouwbaarheid van de installatie zijn sterk verbeterd
TON MERkx Eerder sprak MaintNL al uitgebreid met de derde genomineerde Ton Merkx, maintenance manager bij Walibi Holland. U kunt het interview teruglezen in iMaintain 9 van 2013, ook online beschikbaar op www.imaintain.info
Johan Wolt, maintenance manager bij AkzoNobel in Delfzijl
waardoor men in 2013 opnieuw een recordproductie behaalde. ‘De toegenomen integriteit van de warmtewisselaars heeft daar een groot aandeel in’, besluit Wolt. ‘Om maar een voorbeeld te noemen: in de 1200-sectie hadden we in 2010 nog 25 flenslekkages, in 2011 waren er dat nog 22 en in 2012 nog maar 12. Ondanks dat er een enorme stap voorwaarts is gemaakt, is er een duidelijk streven naar nul lekkages. Door een combinatie van maintenance engineering, training, excellente uitvoering en goed management scoort de maintenanceorganisatie nu bovengemiddeld.’
Brug naar de mens Henk van Zuijlen werkt sinds 2008 bij HJ Heinz. Wereldwijd verkoopt Heinz maar liefst 650 miljoen flessen ketchup per jaar in 140 landen. Dat zijn drie flessen per seconde. Heinz Elst heeft in de wereld van ketchup een hele bijzondere positie. Het is de grootste productielocatie van tomatenketchup buiten het Amerikaanse continent. In Elst wordt tomatenketchup gemaakt en verpakt voor heel Europa, Rusland, het MiddenOosten en Japan. Meer dan een miljoen flessen rollen per dag van de band en vinden via
retailer of foodservicekanaal hun weg naar de mond van de consument. Vandaag de dag werken er zo’n 350 mensen bij HJ Heinz in Elst. Behalve tomatenketchup maakt de fabriek in Elst ook HP Sauce, zeer populair in Groot-Brittannië, en Sandwich Spread. Van Zuijlen: ‘Als maintenance manager ben ik verantwoordelijk voor al het onderhoud van de site Elst. Dat gaat over gebouwen, tuinen, wegen, infra, alle technische installaties en de productieapparatuur. De focus ligt voornamelijk op het in goede staat houden van de productiegebonden apparatuur zodat binnen de randvoorwaarden van kwaliteit, veiligheid, betrouwbaarheid en kosten, ketchup en sauzen kunnen worden geproduceerd. Ik doe dat samen met een technisch team van veertig collega’s; werkvoorbereiders, planners, materiaalcoördinatoren, magazijnmedewerkers, vakspecialisten en technici op werktuigbouwkundig, elektrotechnisch en automatiseringsvlak.’ Naast onderhoud is Van Zuijlen ook verantwoordelijk voor de bediening, het beheer en de opwekking van utiliteiten. Hierbij ligt de focus op beschikbaarheid, betrouwbaarheid, kwaliteit en duurzaamheid. ‘Cruciaal in deze rol is dat ik als maintenance manager MaintNL 01 – 2014
034_35_36_ME__NVDO-artikel.indd 35
35
22-01-14 10:22
MMY2014
Henk van Zuijlen, maintenance manager bij Heinz in Elst (links op de foto)
de brug sla tussen maintenance management en de mens. De mensen op de afdeling maken het verschil, het succes van de techneut zit heel vaak in de details. Dus moet je ervoor zorgen dat de juiste man of vrouw op de juiste plaats terechtkomt. Maar je moet er ook voor zorgen dat er teams staan die optimaal met elkaar samenwerken, zowel binnen de afdeling als met je interne klanten. Dit maakt het verschil tussen winnen of verliezen, stilstaan of produceren.’ In de tijd dat Van Zuijlen bij HJ Heinz werkt, heeft de technische dienst een cultuurverandering doorgemaakt op het gebied van veiligheid. De vorige werkgever van Van Zuijlen, AkzoNobel-dochter Organon, heeft de Maintenance Manager of the Yearkandidaat een extra zintuig voor veilig werken meegegeven. ‘De cultuur binnen de farmaceutische industrie wordt gestuurd door een zeer hoog veiligheidsbewustzijn. Ondanks dat voedselveiligheid al zeer hoog in het vaandel staat in de levensmiddelensector, kunnen we daar nog van leren. Die ervaring heb ik meegenomen en pas ik nu toe bij HJ Heinz.’ Van Zuijlen zag het dan ook als zijn persoonlijke missie om de veiligheidscultuur naar een hoger niveau te tillen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat veiligheid en kwaliteit hand in hand gaan. Als je de veiligheidscultuur verbetert, heeft dat ook een positieve uitwerking op de productkwaliteit. Maar er is niets lastiger dan een cultuur veranderen. Dat is een kwestie van investeren en een lange adem. Het duurt dan ook wel twee of drie jaar voor je de resultaten van je inspanningen ziet. Die
cultuurverandering begint nu zijn vruchten af te werpen waarvoor we wereldwijde erkenning hebben gekregen.’
Lean Ook in de productie kunnen details het verschil maken. Heinz Elst is een grote complexe fabriek met elf productielijnen met verschillende technieken, stammend uit de jaren zestig tot 2014. ‘We produceren hier in Elst ruim een miljoen flessen ketchup per dag, als er iets misgaat in de keten, kunnen we de markt niet tijdig beleveren. Het afbreukrisico is vrij groot, ook omdat we een steeds kleinere buffervoorraad hanteren. Die risico’s nemen we dan ook mee in onze onderhoudsstrategie en de als zeer risicovol bestempelde assets worden dan ook gemonitord of krijgen risk based inspections.’ HJ Heinz hanteert zijn eigen continue verbeterprogramma, dat het bedrijf ‘Heinz Global Performance System’ (HGPS) noemt. ‘De gekozen maintenancestrategie is in lijn met HGPS en gebaseerd op Lean maintenance en wordt ‘Asset Care’ genoemd. Ik ben binnen
WETEN WIE ER GAAT WINNEN? Benieuwd naar de winnaar van de verkiezing? Kom dan naar iMaintain, het congres van de NVDO en iMaintain, en maak het mee tijdens het diner. Inschrijven kan op www.imaintain.info/winst
de organisatie hiervoor verantwoordelijk en heb wekelijks overleg erover. Productie werkt hierbij nauw samen met de technische dienst. Dat gaat verder dan alleen technische schoonmaakactiviteiten. We hebben onze werkprocessen op elkaar afgestemd en via control loops bewaken we continu de effectiviteit van onze processen.’
Preventief Om daar te komen heeft Van Zuijlen ook de maintenanceorganisatie aangepakt. ‘We hadden de techniek verdeeld over de organisatie liggen waardoor techniek geen echt eigenaarschap kende. Intussen zijn alle onderhoudsgerelateerde functies ondergebracht bij de maintenanceorganisatie, tevens het technisch expertisecentrum van de site in Elst. De afgelopen vijf jaar is gezocht naar een balans in de maintenancestrategie. We hebben een verandering doorgemaakt van veertig procent gepland onderhoud naar nu bijna tachtig procent. Dit geeft rust en stabiliteit in de organisatie. Dit zie je uiteindelijk ook terug in de totale performance. We zijn van een ‘brandweerorganisatie’ getransformeerd naar een organisatie waar preventie de boventoon voert. De uitdaging voor de komende vijf jaar is goede invullingen te blijven geven aan de kwaliteit van het technisch personeel. Dit om het hoofd te kunnen bieden aan de vergrijzing. Productieapparatuur en technische installaties worden steeds complexer. Daar waar onderhoud werd gezien als kostenpost gaat het steeds meer een strategische rol vervullen binnen HJ Heinz. Dat zal de concurrentiekracht van verder vergroten.’ n
36 MaintNL 01 – 2014
034_35_36_ME__NVDO-artikel.indd 36
22-01-14 10:23
Actueel
Computerprogramma verlaagt kosten windpark Het opwekken van energie met windturbines is nog altijd duur. Momenteel zijn de ontwerpen niet efficiënt, waardoor zowel de constructie als het beheer niet altijd makkelijk is en dus veel geld kost. Een nieuw computerprogramma ontwikkeld aan de TU Delft kan helpen om de kosten van stroomopwekking door windparken te drukken. Elise Quaden Hoewel windenergie noodzakelijk is om de klimaatdoelstellingen te behalen, blijkt uit talloze onderzoeken dat het financieel niet uit kan zonder stevige stimuleringsmaatregelen. Het produceren van een kilowattuur offshore wind kost tussen de vijftien en twintig cent, driemaal zoveel als stroomproductie met een kolencentrale. Een rapport van het Centraal Planbureau bevestigde dit al in 2005. ‘Windenergie op zee is pas bedrijfseconomisch rendabel na 2025 bij een stringent internationaal klimaatbeleid’, schreven de onderzoekers.
Rendabele exploitatie De kosten voor een windpark bestaan uit de kosten voor de bouw en de exploitatiekosten zodra het windpark draait. De wind is gratis, een belangrijk verschil met energievoorzieningen waarbij brandstof gekocht moet worden. De opbrengst van een windpark komt van wat er aan elektriciteit wordt gewonnen en aanvullende stimuleringsregelingen. Bij de huidige energieprijzen zijn deze subsidies onmisbaar om een windpark rendabel te exploiteren. De sector verwacht dat de overheidsbijdragen op termijn zullen verdwijnen. Optimale beschikbaarheid, een langere levensduur en lage(re) onderhoudskosten worden belangrijker voor een rendabele exploitatie. Het bouwen en onderhouden van een windpark vergt veel inspanningen. ‘Inderdaad is het technisch een opgave’, beaamt Remco Boersma, werkzaam als manager offshore wind bij Vattenfall. Hij noemt wat voorbeelden die de enorme opgaven illustreren. Boersma: ‘Het begint natuurlijk al voor de bouw. Voor het heien van iedere paal wil je bijvoorbeeld de bodemstructuur exact kennen. Je kunt je geen onzekerheden veroorloven. Dus moet je al voor het heien borin-
gen doen op de exacte locaties waar die palen de grond in gaan. Maar denk ook aan ogenschijnlijk eenvoudige zaken als de coating van de turbines. Die moet lange tijd bestand zijn tegen het zilte water. Je moet dus over heel andere zaken nadenken dan bij de bouw van een windpark op land.’
Optimaliseren De TU Delft-promovendus Michiel Zaayer houdt zich bezig met een computerprogramma om vanaf het ontwerp van windturbines de kosten van elektriciteitsopwekking zo laag mogelijk te houden. Zaayer ziet hiervoor veel mogelijkheden. De turbinetechnologie is nog jong en kan op veel vlakken worden geoptimaliseerd. De techniek werkt in principe, maar is duur. Volgens de onderzoeker zijn er twee factoren die dit bepalen. Deze twee komen aan bod in zijn promotieonderzoek: ‘De eerste uitdaging is de moeilijkheid om het geheel te optimaliseren, omdat windparken op zee van nature multidisciplinair zijn en uit vele componenten bestaan. De tweede uitdaging is dat het ontwerp van de windturbine niet op hetzelfde moment plaatsvindt als het ontwerp van de windparken waarin ze worden toegepast.’ Het ontwerp van de windturbine kan dus veel beter. Daarmee kunnen de kosten van de constructie waarop de turbine wordt gebouwd, de elektrische bekabeling, de installatie en het onderhoud worden gereduceerd. En de elektriciteitsopbrengst gaat daarmee omhoog. ‘Wat die invloed precies zal zijn, is moeilijk in te schatten tijdens het ontwerpen van de windturbine’, zegt Zaayer. ‘We hebben daarom een methode ontwikkeld om in te schatten welke effecten een windturbine zal hebben op de kosten en prestaties van een windpark op zee. De basis hiervoor is een computerprogram-
TU Delft-onderzoeker Michiel Zaayer heeft een computerprogramma ontwikkeld om vanaf het ontwerp van windturbines de kosten van elektriciteitsopwekking zo laag mogelijk te houden.
ma dat automatisch een park ontwerpt voor een windturbine die door de gebruiker wordt ingevoerd. Door de invoergegevens te variëren kan de gebruiker vinden welk windturbineontwerp de laagste energiekosten zal opleveren.’ n
TEST Het computerprogramma is getest met een case en bij een aantal industriële gebruikers. Uit de casestudy blijkt dat deze methode daadwerkelijk leidt tot een beter windturbineontwerp. De gebruikers die het programma mochten uitproberen, zagen ook de voordelen. ‘Gebruik van het programma stimuleert bovendien verdergaande samenwerking tussen de marketingafdeling en de ingenieursafdeling, wat voor sommige bedrijven een aanpassing zal vragen in de manier van werken.’ Meer lezen kan op www.tudelft.nl
MaintNL 01 – 2014
_ME__NVDO-Actueel.indd 65
37
1/22/14 1:51 PM
Onderhoud en wet- en regelgeving
ARCADIS/DELOITTE
Basisregistratie Grootschalige Topografie brengt data samen
Vanaf 1 januari 2017 zijn overheden verplicht om de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) te gebruiken in hun werkprocessen. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de overheid maar ook voor de hele keten van bedrijven die daarbij betrokken zijn. Bijvoorbeeld voor het verlenen van vergunningen maar ook bij calamiteiten of voor het plannen van beheer en onderhoud van de openbare ruimte. De NVDO Sectie Infra organiseert op 5 maart een bijeenkomst waarbij meer wordt uitgelegd over de BGT en waar wordt besproken welke effecten het voor bedrijven heeft. Mark Oosterveer
Alle topografische gegevens van zichtbare voorwerpen zoals gebouwen, wegen, bomen, waterpartijen en infrastructuur staan vastgelegd in een basisregistratie. In de nieuwe Basisregistratie Grootschalige Topografie worden deze gegevens eenduidiger geregistreerd en voor iedereen beschikbaar gemaakt.
De Nederlandse overheid hanteert zogeheten Basisregistraties voor het vastleggen van gegevens van hoogwaardige kwaliteit. De informatie moet verplicht en zonder
verschillende Basisregistraties, uiteenlopend van de Gemeentelijke Basisregistratie Persoonsgegevens tot de Basisregistratie Voertuigen. Ook de topografische gegevens
nader onderzoek worden gebruikt bij de uitvoering van publiekrechtelijke taken. Daarom is duidelijk omschreven waar de informatie aan moet voldoen. Er zijn dertien
38 MaintNL 01 – 2014
_ME__NVDO-artikel.indd 64
20-01-14 14:55
van alle zichtbare voorwerpen zoals gebouwen, wegen, bomen, waterpartijen en infrastructuur worden vastgelegd in een basisregistratie.
Gratis beschikbaar Het huidige systeem waarin deze topografische gegevens worden vastgelegd, is de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN). Dit systeem heeft beperkingen en is aan een verbeterslag toe. In de komende jaren wordt daarom gewerkt aan de opvolger, de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Ook dit is een Basisregistratie van de Nederlandse overheid. Hierin wordt de topografie van heel Nederland op een eenduidige wijze vastgelegd en beschikbaar gesteld voor alle gebruikers. De BGT vervangt hiermee, naast de GBKN, ook bestanden van Rijkswaterstaat, ProRail, provincies en waterschappen. Het plan is dat alle data gratis aan iedereen beschikbaar gesteld worden. De inhoud van de BGT is vastgelegd in een Informatiemodel, een datamodel dat aangeeft hoe objecten moeten worden aangeduid en weergegeven. De BGT zal objectgericht zijn, in tegenstelling tot de huidige werkwijze met losse lijnen. Dit betekent bijvoorbeeld dat een stuk gras niet meer begrensd wordt door een aantal losse lijnen, maar dat hetzelfde stuk gras weergegeven wordt door een gesloten vlak.
Eilanden van informatie Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is de eigenaar van het systeem. De informatie wordt aangeleverd door zogeheten bronhouders. Dat zijn gemeenten, provincies, waterschappen, Rijkswaterstaat, ProRail, het Ministerie van Defensie en het Ministerie van Economische Zaken. Het nieuwe systeem biedt veel voordeel voor zowel de overheid als voor publieke gebruikers. De eenduidigheid in informatie zorgt ervoor dat er weinig ruimte is voor discussie. Maar voor het zover is, moeten veel eilanden van informatie worden samengevoegd tot de basisregistratie. Hans van Eekelen is adviseur geo-informatie bij Geonovum. Over de BGT vertelt hij: ‘De Basisregistratie Grootschalige Topografie heeft straks als groot voordeel dat er met een landelijk uniforme dataset
gewerkt wordt. Nu zijn er nog veel eilanden aan gegevens die niet altijd op elkaar passen. Het systeem werkt met IMGEO als basis en er is een 1-op-1 koppeling tussen BGT en IMGEO. Die laatste is een datasetuitbreiding op de BGT. Naast de BGT blijven ook andere systemen bestaan. Voor ondergrondse leidingen blijft Klic bijvoorbeeld het aangewezen systeem en voor overige ondergrondse informatie wordt door TNO de BRO, Basisregistratie Ondergrond, opgebouwd.’ Van Eekelen vertelt op de bijeenkomst van de Sectie Infra meer over het doel en de regels van de BGT.
‘De Basisregistratie Grootschalige Topografie heeft straks als groot voordeel dat er met een landelijk uniforme dataset gewerkt wordt.’ Opbouwen en onderhouden Bart van der Lely van Grontmij weet van de hoed en de rand. Op 5 maart legt hij samen met zijn collega Henri Veldhuis meer uit over de implementatie en het gebruik van BGT voor overheden en met name gemeenten. Hij spitst zich daarbij toe op het beheer en het onderhoudsaspect van de BGT maar zeker ook de relatie met BOR (Beheer Openbare Ruimte). Van der Lely: ‘Er is veel te vertellen hierover. Bij de GBKN die vandaag de dag wordt gebruikt, worden de kaarten als referentie gebruikt en gaan partijen daar vaak zelf informatie overheen zetten. In de BGT zit die informatie al, op een eenduidige manier. En iedereen die iets met de gegevens wil doen, kan die ook gebruiken. Een beheerder werkt met dezelf-
ALLES OVER DE BGT De NVDO-bijeenkomst over de BGT vindt plaats in de middag van 5 maart bij ProRail in Utrecht. Op www.nvdo.nl vindt u meer informatie.
de actuele, volledige en nauwkeurige topografie waar zijn opdrachtgever en aannemer ook mee werken. De manier waarop BOR en BGT elkaar helpen bij het opbouwen en onderhouden van de topografie is hèt winstpunt van de BGT.’
Bronhouders De informatie voor de BGT wordt aangeleverd door de zogeheten bronhouders. Ruud Koop van ProRail vertelt vanuit de praktijk van een bronhouder wat de BGT gaat betekenen. ‘ProRail is geen overheid en het levert ons geen winst op om bronhouder te zijn, maar we geloven sterk in het eenmalig inwinnen van informatie en het veelvuldig gebruiken ervan. En omdat we veel landelijke objecten hebben die raken aan gegevens van andere bronhouders, is het voor ons van belang.’ ProRail heeft al een eigen topografische kaart, die overgezet moet gaan worden naar de BGT. Koop: ‘De grootste uitdagingen daarbij zijn voor ons de randgebieden. In de overgang van onze objecten naar bijvoorbeeld de gemeente wordt de onduidelijkheid over bronhouderschap zichtbaar. Het helpt ook om met de andere bronhouders af te stemmen wat wijs is. Als metrosporen bijvoorbeeld tussen de infrastructuur van ProRail lopen, dan is het goed om daar bij aanvang over af te spreken wie wat doet.’
Kaart en tekst bij elkaar Rob Peters van Veiligheidsregio Kennemerland vertelt over de voordelen van de BGT voor zijn werk bij de veiligheidsregio. ‘Bij de meldkamers van hulpdiensten zijn er veel bronhouders. De BGT gaat daar een sterke optimalisatieslag voor bieden. We kunnen straks met die bronhouders toegevoegde actuele informatie delen met de BGT en de BAG als zoeksleutel. In ieder geval hebben we het bij een incident of voor de voorbereiding van een festival over exact dezelde topografische gegevens. Dat geeft ons een betere referentie om bijvoorbeeld te kijken of een rookwolk effect gaat hebben op een woonwijk. De BGT en de BAG worden voor ons de basis voor alles wat stilstaat, en het systeem helpt om de wereld van kaart en tekst dichter bij elkaar te krijgen. Daar hebben we ons ook sterk voor gemaakt.’ n MaintNL 01 – 2014
_ME__NVDO-artikel.indd 65
39
20-01-14 14:55
ne
keling
trou ope age
HÉT JAARCONGRES VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VOOR DOELMATIG ONDERHOUD EN HET IMAINTAIN PLATFORM
retur
del
ass sha win ken en,
Winst door multidisciplinaire samenwerking
presta
20 MAART 2014 • DE KUIP • ROTTERDAM netwerkeconomie , logistiek, kennis, winst, asset man-
mi
ontwikkeling , waardeketen, winst, samenwerken agement,Steeds meer bedrijven gaan terug naar hun ‘core competenties’. In de meest primitieve vorm ,is pain&gain het afstoten winst, van niet-primaire bedrijfsprocessen daar een verschijnsel van. In een meer geëvolueerde vorm ontstaan er return, vertrouwen, kennisdeling, prsharing, social samenwerkingsverbanden waarbij de disciplinesconsortium van verschillende partijen elkaar,aanvullen. Ieder doet waar tiu hij goed in is, gezamenlijk wordt het best haalbare gerealiseerd. Deze relatief nieuwe manier van samenwerking vereist, openheid en vertrouwen en biedt kans voor frisse ,inzichten, kennisdeling en winst! Welke winst is estatiemanagement winst, ervaring, delen open innovatie. netwerkene haalbaar? En belangrijker nog; wat moet daar nog voor gebeuren? kennis, winst, asset management, ontwikkeling, keling conomie, logistiek, Tijdens iMaintain 2014, het jaarcongres van de NVDO en iMaintain, gaan specialisten en het publiek dieper in op de,kansen die multidisciplinaire samenwerkingsocial biedt. Het return, verpain&gain sharing, waardeketen, winst, samenwerken trou avondprogramma is gereserveerd voor de verkiezing van de Maintenance Manager of the Year 2014. , kennisdeling, prestatiemanagement, winst, ervaring, trouwen, consortium ope Ton Merkx van Walibi Holland, Henk van Zuijlen van Heinz Nederland en Johan Wolt van AkzoNobel delen, open innovatie. netwerkeconomie , logistiek, kennis, age Voor wiemanagement, is er winst te halen ontwikkeling op iMaintain, 2014? winst, asset waardeketen, winst, samenretur Onderhoudsintensieve bedrijven en organisaties, aanbieders van onderhoudsdiensten, leveranciers werken, pain&gain sharing, social return, envertrouwen, consortium, del van technologie en onderdelen op het gebied van onderhoud overheden en kennisinstituten. kennisdeling, prestatiemanagement, winst, ervaring, delen, open innovatie. set Initiatiefnemers:
03_spread_iMaintain.indd 2
Partners iMaintain Platform:
21-01-14 14:19
netwerkeconomie, logistiek, kennis, winst, asset management, o
waardeketen, winst, samenwerken, pain&gain sharing, social return, ve in trouwen, consortium, kennisdeling,Sprestatiemanagement chrijf u nu, winst, ervaring, de open innovatie. netwerkeconomie, logistiek, kennis, winst, asse agement, ontwikkeling, waardeketen, winst, samenwerken, pain&gain sharing return, vertrouwen, consortium , kennisdeling, prestatiemanagement, winst, erv Programma iMaintain 2014 delen09.00 , open innovatie. netwerkeconomie , logistiek, kennis, win 14.30 Winst van een gezamenlijke ambitie Masterclass door Platform Partners Hoe ver kom je als verschillende partijen een o.a. Mainnovation & SKF asset management, ontwikkeling, waardeketen, samenwerken, pain&g gezamenlijkwinst doel,nastreven? Kijk op www.imaintain.info/winst Pier-Jan Hettema en Dick van Ekelenburg voor meer informatie sharing, social return, vertrouwen, consortium kennisdeling, prestatiemanage namens NAP SIG ,2x2 OPEX 10.30 Ontvangst en registratie 15.00 Pauze winst, 11.15 ervaring, delen , open innovatie. netwerkeconomie, logisti Opening door de dagvoorzitters 15.30 Columns en discussie Ton Huibers, Maintenance Manager bij Vlisco, kennis, winst , asset management, ontwikkeling , waardeketen, winst, samenw De kandidaten voor de Maintenance Manager Maintenance Manager of the Year 2013 of the Year verkiezing geven hun visie op het Mark Oosterveer, hoofdredacteur iMaintain en, pain&gain sharing, social return, vertrouwen, consortium , kennisde thema van iMaintain 2014. 11.20 Winst door multidisciplinaire samenwerking Ton Merkx van Walibi Holland, Een academische opening van het congres over Henk van Zuijlen van Heinz Nederland en prestatiemanagement , winst, ervaring, delen , open innovatie. netwerkecono ketenintegratie, informatiestromen, winst en Johan Wolt van AkzoNobel risico’s van de bundeling van (technisch) talent. mie, logistiek, kennis, winst, asset management, ontwikkeling, waardekete 16.00 Winst in de servicelogistieke keten Prof. Dr. Dirk Pieter van Donk, Met gebruikers, leveranciers en beheerders Rijksuniversiteit Groningen winst, samenwerken, pain&gain sharing, social return, vertrouwen, consor van binnen en buiten ECT zijn de processen 12.15 Pauze: lunch en rondleiding duurzaam verbeterd. Dat is niet vanzelf gegaan tium13.30 , kennisdeling, prestatiemanagement, winst, ervaring, delen, open innova maar heeft wel tot winst geleid. Jouw discipline/Mijn discipline Roel Okhuijsen, Manager TOD Delta Terminal Twee experts bezoeken elkaar op het werk en - netwerkeconomie , logistiek, kennis, van ECT winst, asset management, o delen kennis en ervaring. Een videoverslag, gevolgd door een multidisciplinaire discussie. ng, keling, waardeketen, 16.30 ,Samenwerking brengt je sharing, verder winst, samenwerken pain&gain social return, ve Rogier de Mulder van BP en Robert Fletcher van Een inspirerende bijdrage aan het inhoudelijke BAM Het dagprogramma wordt belichtervaring, de ver- trouwen, consortium , kennisdeling,programma. prestatiemanagement , winst, vanuit een ander perspectief. 14.00 Winst van toegespitste ketens ing, open innovatie. Brainport Industries zorgt als high-tech netwerkeconomie , logistiek, 17.30 Afsluiting dagprogramma kennis, en netwerkborrelwinst, asse ecosysteem voor samenwerking op maat s, agement, ontwikkeling 18.15 Diner met verkiezing van de , pain&gain sharing met strategische,toeleveranciers. waardeketen, winst , samenwerken Maintenance Manager of the Year 2014 Waar zit het voordeel? John Blankendaal van Brainport Industries return, vertrouwen, consortium, kennisdeling, prestatiemanagement, winst, erv m, delen, open innovatie. netwerkeconomie, logistiek, kennis, win e. set management, ontwikkeling, waardeketen, winst, samenwerken, pain&gain keling,
www.imaintain.info/winst Leden iMaintain Platform:
03_spread_iMaintain.indd 3
21-01-14 14:19
Ieder zijn vak
Hard werken onder water Niels van Norde (33) heeft een zeer interessant beroep. Hij is een van de zeshonderd geregistreerde beroepsduikers die Nederland rijk is. Onlangs nog werkte hij op 25 meter diepte aan de reparatie van een waterleiding tussen Texel en Den Helder. ‘Het duiken bevalt me prima’, knikt hij enthousiast. ‘Het is lekker avontuurlijk; iedere dag is weer anders en spannend.’ Ingrid Rompa
Van Norde is via een schoolvriend in het vak terecht gekomen. ‘We kwamen elkaar na een paar jaar weer tegen en toen vertelde hij me dat hij beroepsduiker was geworden. Ik was toen timmerman en moest meteen terugdenken aan mijn jeugd. Mijn vader zat bij de Marine. Daarom hebben we drie jaar lang op Curaçao gewoond. Toen ik twaalf was, behaalde ik mijn eerste onderwaterbrevet en toen was ik meteen verkocht. Dat is
altijd blijven hangen. Ik heb in totaal elf jaar in de bouw gezeten, de laatste paar jaar als meewerkend uitvoerder. Op mijn 27e ben ik geswitcht. Dat was in 2007. Ik dacht: als ik nu niet verander, komt het er nooit meer van. Ik heb toen alle zeilen bijgezet.’
Buitenland Van Norde heeft een duikopleiding gevolgd bij het NDC via Defensie. ‘En daarna heb ik
een opleiding lassen gedaan. Ik luister bovendien altijd goed naar de ervaringen van de oudere duikers.’ Momenteel werkt hij bij DCN Diving in Bergen op Zoom. ‘Dat is het grootste duikbedrijf van Nederland’, zegt hij niet zonder trots. ‘We hebben momenteel veertig duikers in vaste dienst en we zitten wereldwijd. Dit jaar ben ik in totaal bijna een half jaar weggeweest naar het buitenland. Nu werk ik in Nederland, maar volgende maand ga ik waarschijnlijk naar de Perzische Golf, naar een saturatieschip.’ Tot eind december was hij bezig in Den Bosch. ‘Ze zijn daar een ondergrondse parkeergarage aan het bouwen. Er zat een gat in de grond van twaalf meter diepte en we werkten in het grondwater voordat het beton werd gestort. We deden alles op de tast. Je kon geen hand voor ogen zien. Op zee duiken is daarom veel leuker. Dan zie je van
42 MaintNL 01 – 2014
042_43_44_MD_NVDO-artikel.indd 42
22-01-14 13:24
Beroepsduiker Niels van Norde werkte in de bouw maar besloot van carrière te switchen. Nu duikt hij in binnen- en buitenland om onder meer reparaties uit te voeren aan leidingen in zee of te ondersteunen bij aanlegwerkzaamheden.
alles. We moesten in Den Bosch onder andere slib weghalen en de wanden schoonmaken. Dit deden we met in totaal vijftien man.’ Een andere interessante klus was de reparatie van een waterleiding tussen Texel en Den Helder. ‘Normaal gesproken is zo’n leiding drie centimeter dik. Toen wij er aankwamen was de onderkant nog maar vijf millimeter. De leiding heeft waarschijnlijk de hele tijd liggen schuren in het grind en op een gegeven moment is hij geknapt.’
Saturatieschip In de zomer heeft Van Norde in Taiwan gewerkt aan een grote olieleiding van 48 inch. ‘We moesten 150 meter olieleiding vernieuwen. Dat was een heel interessant project. Daarna hebben we nog wat in ZuidKorea gedaan.’ De duikers zijn in zo’n geval meestal een week of acht van huis. ‘Op die grote buitenlandse klussen slapen we op
een boot, een saturatieschip. Als het weer goed blijft, komen we daar niet van af. Dan blijven we op zee. Alle voorzieningen zijn daar te vinden, we hebben ook wifi. Het is een wereldje op zich. Je leert je collega’s heel goed kennen.’ Op zo’n saturatieschip leven de duikers meestal 28 dagen in drie decompressiekamers. ‘Ja, daar eet je en daar slaap je. Je zit op elkaars lip, dus je moet wel heel flexibel zijn. Ik kan daar wel mijn vrouw en mijn jongens bellen. Je bent niet helemaal afgezonderd van de buitenwereld, maar het is wel een beetje raar voor hen, want ik heb dan zo’n hoog heliumstemmetje; net Donald Duck.’
Hard werken Er wordt ook regelmatig vanuit een kooi gedoken. ‘In Nederland gebruikt men lucht of nitrox, een verrijkt luchtmengsel’, legt
Van Norde uit. ‘De duiker stapt in een kooi en wordt over de rand van het schip gehesen. Dan zakt de kooi naar de werkdiepte. De kooi staat daar circa anderhalve meter van de bodem af. De duiker trekt vervolgens zijn slang uit en loopt naar zijn werkplek. Als hij klaar is, stapt hij weer in de kooi en wordt hij omhoog gehesen. Om de zoveel meter maakt hij zijn stops.’
‘We deden alles op de tast. Je kon geen hand voor ogen zien.’ Er is een groot verschil tussen recreatieduiken en beroepsduiken. ‘Beroepsduikers dragen altijd één fles op hun rug. Dat is je back-up. Voor de rest zit je vast aan een umbilical, een leiding met een luchtslang.
MaintNL 01 – 2014
042_43_44_MD_NVDO-artikel.indd 43
43
22-01-14 13:25
Ieder zijn vak
Die is gekoppeld aan een compressor of een hogedrukpakket. Verder hebben we op onze helm altijd communicatie, een camera en verlichting. De supervisor kijkt meestal met de duiker mee.’
‘Een duiker die klaar is met zijn duik is te allen tijde uitgedroogd. Je verbruikt heel veel vocht. Het is hard werken. Zelfs het ademen is zwaar.’ In Nederland wordt voor commercieel duiken een droogpak gebruikt. ‘Dat heeft te maken met de temperatuur. Je gaat natuurlijk niet voor een uurtje onder water, maar afhankelijk van de diepte blijf je er vaak wel een paar uur. Het is een pak met schoenen, mouwen en handschoenen. Op deze manier blijft je altijd droog en door een onderwolletje blijf je warm. Daar heb je verschillende diktes in.’ In warme landen wordt vaak wel een wetsuit gebruikt. ‘In Abu Dhabi hebben we zelfs een gewone overall gedragen. Het water is daar zó warm.’ Onder water transpireer je sowieso heel erg, vertelt Van Norde. ‘Een duiker die klaar is met zijn duik is te allen tijde uitgedroogd. Je
verbruikt heel veel vocht. Het is hard werken. Zelfs het ademen is zwaar. Hoe dieper je gaat, hoe zwaarder het wordt. Een duiker die ontspannen is, ademt zo’n 25 liter per minuut. Een duiker die zich inspant, verbruikt 70 liter. En wanneer je dieper gaat, dan moet je dat vermenigvuldigen met de omgevingsdruk. Als je bijvoorbeeld op 50 meter diep aan het werk bent, is het zes keer 70 liter.’
Decompressie Tot zes meter diepte kun je acht uur lang onder druk blijven, legt Van Norde uit. Bij twaalf meter diepte heb je na 114 minuten je eerste decompressie. Dan moet je rustig omhoog en tussendoor een aantal minuten stoppen. Er zit een dieptemeter op de slang. Hoe langer je beneden blijft, hoe langer de decompressie duurt. En je hebt daarna verschillende intervallen. Van Norde: ‘Daar zijn speciale tabellen voor. We gebruiken de tabellen van het Nederlands duikcentrum. Die zijn gemaakt voor beroepsduikers die hard werken in koud water. Het is echt geen nattevingerwerk. Je moet voor dit werk ook in goede conditie zijn. En je wordt geacht niet te roken. We worden ieder jaar gekeurd.’ Tijdens de duikwerkzaamheden wordt veel gereedschap gebruikt. ‘Ja, en als je het laat vallen ben je het kwijt’, lacht Van Norde.
‘Daarom hebben we vaak een gereedschapstasje of er zit een touwtje aan met een cabinehaakje. Daar wordt wel aan gedacht, want anders kun je gereedschap blijven kopen.’ Een commercieel duiker werkt meestal alleen. ‘Dat is juist om ongelukken te voorkomen, want als je aan het werk bent, weet je vaak niet waar die ander is. En dat is gevaarlijk. Meestal kijkt de supervisor mee, maar in het grondwater kan ook hij niets zien. Daarom is er altijd iemand die boven water klaar zit om te komen helpen. Als er geen communicatie meer is, wordt de duik afgebroken.’
Overlevende Collega’s hebben in mei vorig jaar iets bijzonders meegemaakt, vertelt Van Norde. ‘Ze zaten op een olieleiding in saturatie in Nigeria. Daar vlakbij was een sleepboot van dezelfde rederij waar wij de boot van huren omgeslagen bij het slepen van een tanker. Er werden twaalf mensen vermist. De duikers die daar aanwezig waren, zijn erheen gegaan voor om de slachtoffers te bergen. Daarbij kwamen ze een overlevende tegen. Dat was de kok. Hij had ruim twee dagen in een luchtbel gezeten. Als ze een halve dag later waren gekomen was hij overleden. Gelukkig waren ze op tijd en kon hij gered worden. Dat is een van de mooie kanten van ons vak.’ n
44 MaintNL 01 – 2014
042_43_44_MD_NVDO-artikel.indd 44
22-01-14 13:25
Column
Waar heb dat nou voor nodig De gemiddelde lezer van deze column heeft waarschijnlijk een gemiddelde leeftijd van ergens rond de vijftig, net als de gemiddelde werknemer in de onderhoudssector. Dan kent u misschien de kreet ‘waar heb dat nou voor nodig’ uit het begin van de jaren 70 ook nog wel. Ik vraag het me regelmatig af. Al die normen, NEN, ISO, regels en noem maar op. Ik moet eerlijk toegeven, het is lastig om bij te houden. Maar ik weet wel dat ik het moet doen. Mijn opdrachtgevers vragen het van me, leveranciers bieden hun producten en diensten ermee aan en mijn mensen willen er cursussen in volgen. Dan moet ik op zijn minst snappen waar het over gaat. De details mogen zij me vertellen. Zo blijf ik gesprekspartner voor alle partijen, zonder dat ik op bepaalde momenten de details in hoef te duiken. Een vriend van me is pas 55 geworden. Hij zit ook in het onderhoud. Het is een vakman pur sang. Hij ruikt bij wijze van spreken de toestand van een installatie maar hij wil niet vernieuwen, hij houdt stug vast aan wat hij kent en weet. Met een flauwe grijns op zijn gezicht zegt hij dan: ‘Er is toch zo’n tekort aan technische mensen? Dan nemen ze me wel aan voor mijn vakmanschap. Dat lukt
prima tot mijn pensioen.’ Ik weet niet of dat zo is. Regelmatig kan ik hem nog imponeren met mijn kretologie en omdat hij niet doorvraagt, ben ik dan de specialist. Maar wat nu als een klant hem vraagt of hij volgens de NEN2767 kan kijken hoe een object erbij staat? Dan heeft hij werkelijk geen idee. En het is ook niet zo’n netwerker. Dus naast mij staan er weinig vakbroeders in zijn telefoon die hij zou kunnen bellen. En daar is toch steeds meer te halen, bij die vakbroeders. Ik zorg dat ik in de gaten heb welke normen en waarden er voor mijn klantengroep belangrijk zijn. En daarbij zorg ik ook dat ik op de verschillende bitterballensessies de juiste mensen leer kennen. Ik heb inmiddels een aardig netwerk opgebouwd op LinkedIn en weet nu wie mijn medewerkers kunnen bellen als een bepaalde situatie zich voordoet. Die netwerkeconomie waar je regelmatig over hoort, die werkt wel voor me. Maar verder ga ik niet hoor. Dat heb nergens voor nodig.
Maar wat nu als een klant hem vraagt of hij volgens de NEN2767 kan kijken hoe een object erbij staat? Dan heeft hij werkelijk geen idee.En het is ook niet zo’n netwerker. Dus naast mij staan er weinig vakbroeders in zijn telefoon die hij zou kunnen bellen.
Ing. Frans Stokbrood Directeur FS Virtual Enterprise
MaintNL 01 – 2014
045_MF_NVDO-Column.indd 45
45
20-01-14 16:55
Onderhoud en onderzoek
Risicoherkenning onder het topje van de ijsberg Jaarlijks vinden er in Nederland ongeveer 260.000 ernstige handletsels plaats, zowel thuis als op het werk. Dit getal gaat over grote incidenten die bijvoorbeeld polswonden, maar ook amputaties, tot gevolg hadden. Oppervlakkige wonden, waarbij een pleister plakken voldoende is, zijn niet meegenomen hierin. Toch mag deze categorie niet vergeten worden. Inclusief de relatief kleine, onschuldige letsels, die ook vervelende gevolgen kunnen hebben, kost ons dit zo’n vijfhonderd miljoen euro op jaarbasis. Elise Quaden Koos van Wanum is veiligheidsfunctionaris bij Imtech Industrial Services en deed onderzoek naar handletsel bij een groot petrochemisch bedrijf, een opdrachtgever van Imtech. Het doel van zijn onderzoek was om te kijken of het aantal gevallen van hand- en/of vingerletsel verminderd kan worden.
Topje van de ijsberg In 2012 hebben er 49 arbeidsgerelateerde handletsels, van ernstig letsel tot en met pleisterplakken, plaatsgevonden op de onderzochte locatie van het petrochemische bedrijf. Dit aantal betreft zowel eigen medewerkers als medewerkers van de contractors. Ondanks dat dit aantal niet significant is ten aanzien van de 260.000 handletsels die jaarlijks plaatsvinden in Nederland is een onderzoek gerechtvaardigd, aldus Van Wanum. We gaan tenslotte voor nul ongevallen. En om die nul te bereiken moet er ook aandacht zijn voor kleinere aantallen letselongevallen. Bij hand- en/of vingerongevallen zijn de ernstige en zeer ernstige incidenten overal bekend. Maar dit is slechts het topje van de ijsberg. De aandacht voor kleine of bijna-ongevallen is veel minder. Terwijl die anders hadden kunnen aflopen. Zowel de opdrachtgever (‘Goal Zero’) als Imtech (‘Zero Accidents’) streven naar nul incidenten. Van Wanum heeft geprobeerd
te achterhalen of deze doelstelling te behalen is op het vlak van hand- en vingerletsel. Tijdens een contractor safety-overleg is dit initiatief genomen en is een werkgroep samengesteld van veiligheidsdeskundigen van zowel de opdrachtgever als de contractors op de site. Koos van Wanum heeft dit eerste initiatief uitgewerkt tot een onderzoek en doet ervan verslag in zijn scriptie. Een van de eerste onderzoeksactiviteiten was het analyseren van de 49 voorgevallen hand en/of vingerletselincidenten op risicoblootstelling en achterliggende oorzaken. Daarnaast zijn ook data verzameld door middel van literatuurstudie, interviews met medici en vragenlijsten ingevuld door veiligheidsexperts en leidinggevenden.
Voorlichting Van Wanum trekt een aantal conclusies die iets zeggen over de aard van incidenten. Tegelijk aanknopingspunten om ze te kunnen voorkomen. Als eerste heeft het onderzoek inzicht gegeven in alle risico’s waaraan medewerkers op de site hun handen blootstellen: impact (door snelle reactiekrachten), snijden (aan scherpe voorwerpen en/of uitstekende delen), knellen (langzame reactiekracht), reflex (bij vallen en struikelen) en verbranden (hete delen en/of chemicaliën). Handbescherming zal in veel gevallen bijdragen aan het verminderen en/of voorko-
men van hand- en/of vingerletsels. Mits goed gekozen en juist gebruikt. Het ter beschikking stellen van de juiste handbescherming, met name handschoenen, aan de medewerkers is in veel gevallen geen probleem. Maar medewerkers moeten ze dan wel dragen. Gedrag bepaalt dus het succes van een dergelijke maatregel. Hierbij is het regelmatig geven van voorlichting en het onderrichten van de werknemers van groot belang. En dat gaat verder dan de instructie ‘draag handbescherming’. Een draagplicht voor werkhandschoenen zal mogelijk (klein) letsel (door impact) kunnen voorkomen, maar een risicovolle situatie of handeling niet. Het gaat om risico-herkenning en risico-erkenning. Want improviseren is uit den boze, aldus Van Wanum.
Zowel de opdrachtgever als contractor streven naar nul incidenten. Van Wanum heeft geprobeerd te achterhalen of deze doelstelling te behalen is op het vlak van hand- en vingerletsel. Van Wanum wil ook kijken naar de wijze van registratie van soorten letsel. Om goed inzicht te verkrijgen in de ernst van het letsel is hij uitgegaan van de verzuimduur. Van de hand- en vingerletsels die hebben plaatsgevonden in 2012 is er één geval waarin het slachtoffer lange tijd niet kon werken. In de overige gevallen hebben de slachtoffers hun werkzaamheden kunnen hervatten. We zouden ons dus kunnen focussen op dat ene handletsel en de overige letsels accepteren om de ijsberg te reduceren.
46 MaintNL 01 – 2014
046_47_MS__NVDO-artikel.indd 46
21-01-14 16:49
Koos van Wanum deed onderzoek naar handletsel bij een groot petrochemisch bedrijf met als doel het verminderen van het aantal gevallen ervan. Vooralsnog lijkt continue aandacht voor het onderwerp op de site vruchten af te werpen.
Maatregelen Van Wanum doet in zijn onderzoek een paar aanbevelingen die het aantal gevallen van hand- en vingerletsel kunnen reduceren. Bij het petrochemische bedrijf waar Van Wanum werkt, zijn de aanbevelingen al in de praktijk gebracht. Als eerste kan de selectie aan standaard persoonlijke beschermingsmiddelen uitgebreid worden met handbescherming. Inmiddels is dit op de locatie van het petrochemische bedrijf een feit. Het dragen van handbescherming in de fabrieken is een verplichting, ook als men geen werkzaamheden uitvoert. Het dragen van handschoenen is net zo standaard geworden als het dragen van een overall, veiligheidsbril, helm en veiligheidsschoenen. Ook raadt Van Wanum aan om de handletselfrequentie op de site (gedefinieerd aan
de hand van metingen in het veld en de gewerkte uren, de berekening hiervan vindt plaats op een zelfde wijze als de Injury Frequentie vanuit de VCA: (hand en/of vingerletselincident(en) x 1 miljoen)/ gewerkte uren) regelmatig, bijvoorbeeld maandelijks, te communiceren aan de werknemers. Dit zou kunnen worden gedaan middels een lesbrief (toolbox). Hiermee wordt benadrukt wat de risico’s zijn verbonden aan de werkzaamheden die iedereen uitvoert. Daarnaast dienen werknemers op de hoogte te worden gebracht van het doel, de werking en de wijze van gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen en andere beveiligingen. In het verlengde daarvan is een training “risicoherkenning en -erkenning” aan te bevelen. Om continu aandacht te vragen voor hand-
letsel is er een postercampagne gestart op de site. Inmiddels hangen deze posters ook op vele andere locaties. Ook circuleert er een voorlichtingsfilm waarin duidelijk wordt gemaakt wat de gevolgen van handen/of vingerletsels kunnen zijn.
Resultaten Naar aanleiding van genomen maatregelen is er gekeken of deze ook baat hebben gehad. Gemeten tot en met september 2013 hebben er twintig hand- en/of vingerletselincidenten plaatsgevonden. In 2012 waren dit er 32 in dezelfde periode. Hieruit zouden we kunnen concluderen dat als er dagelijks aandacht aan hand- en/of vingerletsels wordt geschonken dit een bijdrage levert aan het voorkomen of verminderen hiervan. n MaintNL 01 – 2014
046_47_MS__NVDO-artikel.indd 47
47
21-01-14 16:49
Nieuws
Sectorplan Bouw & Infra van start
De bouw- en infrasector staat voor grote uitdagingen. Ze moet nu overleven, maar op de middellange termijn dreigt een tekort aan vakkrachten. Werknemers die de sector straks keihard nodig heeft, worden nu ontslagen. Er worden nu nauwelijks leerlingen opgeleid, terwijl die straks hard nodig zijn om te voldoen aan de vraag naar vakkrachten Daarnaast staat de sector voor de uitdaging om de duurzame inzetbaarheid van de werknemers te vergroten, zodat de werknemers op termijn ook behouden kunnen blijven. Daarvoor is scholing nodig, maar ook maatregelen om de kans op uitval door arbeidsongeschiktheid te verkleinen. Het sectorplan Bouw & Infra zorgt daarom voor maatregelen die zijn gericht op het behoud van vakkrachten, het vergroten van de instroom en het vergroten van duurzame inzetbaarheid. De maatregelen betekenen een investering van 120 miljoen euro. Deze worden voor de helft gefinancierd door de sector zelf, het ministerie van SZW betaalt de andere helft. Het gaat in de plannen concreet om:
•
•
•
•
•
•
•
•
Begeleiding van werk (of werkloosheid) naar werk, binnen of buiten de sector, door bemiddeling en scholing van 6.400 werknemers Het stimuleren van mobiliteit en het voorkomen van werkloosheid van 250 werknemers ouder dan 55 jaar door 20 procent loonkostensubsidie voor werkgevers Het inzetten van 2.500 leermeesters ouder dan 55 jaar die bbl-2/ bbl-3 leerlingen begeleiden en vakkennis overdragen, met loonkostensubsidie Het realiseren van 2.500 leerwerkplekken (bbl-2 en bbl-3) voor jongeren tot 27 jaar door 20 procent loonkostensubsidie voor werkgevers Het realiseren van 500 banen voor (langdurig) werklozen tot 55 jaar door 20 procent loonkostensubsidie voor werkgevers Het realiseren van 250 banen voor langdurig werklozen tot 27 jaar ter vervanging van een vrijwillig vervroegd uitgetreden werknemer, door een loonkostensubsidie voor werkgevers Het stimuleren van scholing gericht op het behalen van een startkwalificatie voor 750 werknemers Het stimuleren van erkenning van •
verworven competenties van 420 werknemers Het stimuleren van toekomstgerichte scholing in duurzame technologieën en toekomstgerichte competenties voor 14.000 werknemers Preventieve interventie en begeleiding van 19.600 met uitval bedreigde werknemers. •
Maar tegelijkertijd pleiten partijen voor een investeringsimpuls. Het op gang brengen van de bouwproductie is de enige structurele oplossing voor het huidige overschot van personeel en het tekort aan vakbekwaam personeel op de middellange termijn. Zo vinden sociale partners het cruciaal dat de 1 miljard euro geoormerkt ‘bouwgeld’ bij overheden per direct daadwerkelijk wordt uitgegeven. Bijvoorbeeld aan kwaliteitsverbetering van woningen, door renovatie of door nieuwbouw, waar bovendien ook de samenleving van profiteert. Ook blijven partijen voorstander van het investeren van de verhuurdersheffing in de bouw. De uitstroom van werkgelegenheid uit de sector kan daarmee een halt worden toegeroepen, en er kan substantiële werkgelegenheid worden gecreëerd.
Kennismaken met ISO 31000 De NVDO nodigt u van harte uit op 11 april in het Koninklijk Marechaussee Museum, Buren voor het onderwerp: Integraal Risicomanagement en ISO 31000. ISO 31000 is het raamwerk voor risicomanagement. Risicomanagement is in veel organisaties en managementsystemen een belangrijk begrip. Echter blijkt het vaak een op zichzelf staand begrip en wordt het niet integraal toegepast. Daarom is er de ISO 31000. Tijdens deze lunchbijeenkomst neemt de NVDO u mee in de wereld van ISO 31000. Wat houdt dit raamwerk eigenlijk in? En hoe kan dit risicoraamwerk de risico’s verkleinen en de prestaties bevorderen? Kom naar de Honderd Euro Maintenance Lunch en laat u inspireren door de sprekers en hun expertise. Al netwerkend verkent u het museum. Om 12.00 uur start de inlooplunch en indien u gebruikmaakt van de museumtour, gaat u om 15.00 uur weer huiswaarts. U heeft dan geleerd van Ed Mallens die u alles vertelt over integraal risicomanagement. Hij u introduceert u in de wereld van ISO 31000. Francois van Ekkendonk legt de koppeling naar de praktijk.
48 MaintNL 01 – 2014
_MJ_NVDO_neuws.indd 60
20-01-14 14:31
Nieuws
Seminar ISO 55000 asset management De wereldwijde normen voor asset management, ofwel de ISO 55000-serie, wordt in februari 2014 gelanceerd. Op 12 maart 2014 organiseert NEN een seminar over de ISO 55000-serie in de Jaarbeurs te Utrecht. Met het seminar wordt de Nederlandse vertaling de ISO 55000-serie voor asset management in Nederland gelanceerd en daarmee de bewustwording en effectieve toepassing van deze normen gestimuleerd. De NVDO heeft de afgelopen jaren in samenwerking met diverse partners van harte meegewerkt aan de totstandkoming van deze mondiale waardevolle normering. Met de nieuwe norm voor asset management krijgen eigenaren van kapitaalgoederen (asset owners) een instrument in handen om hun assets gedurende de hele levenscyclus op een doelmatige, duurzame en kosteneffectieve wijze te beheren, afgestemd op de behoeften van de stakeholders. Het programma tijdens deze dag start met een toelichting op de ISO 55000-serie, hét raamwerk voor asset management. Diverse vraagstukken, zoals ‘hoe wordt asset management gebaseerd op de algehele bedrijfsdoelstellingen en ondernemingsstrategie?’ en ‘hoe wordt asset management geïntegreerd in de algemene bedrijfsvoering?’, komen aan de orde. Verder worden ook risicomanagement en de rolverdeling als praktijkthema’s van asset
Regionale groei geen garantie voor meer werkgelegenheid
Als een regio in economisch opzicht groeit, betekent dat niet per definitie dat ook de werkgelegenheid er toeneemt. In 2014 zal de economie in sommige regio’s groeien en in andere krimpen, maar de werkgelegenheid zal in alle Nederlandse regio’s afnemen. Dat de verwachte groeicijfers van regio tot regio verschillen, heeft onder meer te maken met de regionale verschillen in de economische structuur. Dat concluderen economen van Rabobank in hun regionale prognoses 2014. In deze studie schetsen zij hun vooruitzichten voor de productie, werkgelegenheid en werkloosheid in de veertig COROP-regio’s tegen de achtergrond van de onlangs gepubliceerde macro-economische visie op 2014. Daarin voorzien de Rabo-economen dat de Nederlandse economie volgend jaar niet of nauwelijks groeit, vooral omdat de binnenlandse bestedingen fors achterblijven. Wel zal de groei van het exportvolume van goederen
management toegelicht. Via een interactief plenair forum delen forumleden hun ervaringen op de genoemde thema’s en krijgen deelnemers handvatten aangereikt en de mogelijkheid tot het spiegelen van de eigen ervaring met asset management met die in andere sectoren. Het seminar richt zich op de sectoren waar toepassing van asset management al gemeengoed is, zoals (rijks)vastgoed, energiesector/netbeheerders, infrasector, watersector en industrie. Leidinggevenden en professionals in deze sectoren vanuit de rollen asset owner, asset manager, service provider en toezichthouder vormen de doelgroep van het seminar. Op de NVDO-website treft u het volledige programma aan, alsmede de inschrijfmogelijkheid.
en diensten toenemen, gezien de sterkere economische groei bij onze belangrijke handelspartners. Vooral de industrie, de groothandel en het transport zullen baat hebben bij deze hogere uitvoergroei. Als gevolg van verschillende groeivooruitzichten voor de sectoren en verschillen in de regionale sectorstructuur kennen de regionale prognoses een grote variatie. Regio’s met een oververtegenwoordiging van sectoren die het van de binnenlandse bestedingen moeten hebben (detailhandel, horeca, bouw) zullen naar verwachting krimp ervaren. Omdat de buitenlandse handel wel toeneemt, zijn het doorgaans de regio’s met een oververtegenwoordiging van op export gerichte sectoren (industrie, groothandel en transport) waar de productie volgend jaar het hardst groeit. Maar economische groei leidt niet per definitie tot meer werkgelegenheid. Rabo-econoom Rogier Aalders: ‘Omdat de groei van de industriële productie vanwege de verregaande automatisering gepaard gaat met
krimp van het aantal beschikbare arbeidsplaatsen zien de typische industriegebieden de werkgelegenheid sterk afnemen. En omdat de productiegroei in de sectoren groothandel en transport voor een stijging van de werkgelegenheid zorgt, zullen de regio’s waar deze sectoren zijn oververtegenwoordigd ook een relatief milde krimp van de totale werkgelegenheid noteren. ’Verder zorgt een sterke daling van de werkgelegenheid niet altijd voor een sterke stijging van de werkloosheid. Illustratief is het verschil tussen de regio’s ZeeuwsVlaanderen en Gooi en Vechtstreek. ‘In Zeeuws-Vlaanderen verwachten wij weliswaar een sterke daling van de werkgelegenheid, maar omdat de beroepsbevolking er door de relatief forse vergrijzing ook afneemt, valt de stijging van de werkloosheid mee. In Gooi en Vechtstreek neemt de werkgelegenheid veel minder sterk af. Maar het aantal mensen dat op zoek is naar een baan groeit hier juist hard en daarmee neemt ook de werkloosheid toe.’
MaintNL 01 – 2014
_MJ_NVDO_neuws.indd 61
49
20-01-14 14:31
Onderhoud en Farma
Meer veterinaire vaccins door asset management MSD Animal Health in Boxmeer stelt zich ten doel om de productiecapaciteit van veterinaire vaccins te verhogen en gelijktijdig te blijven voldoen aan de strengste kwaliteits- en milieueisen. Om dat doel te halen, startte het bedrijf onlangs met asset management. Joep Moors: ‘De kunst is om de techniek te vertalen naar euro’s, zodat we het hoger management kunnen laten inzien wat de toegevoegde waarde is van een goed ingerichte onderhoudsorganisatie.’ David van Baarle
MSD Animal Health Boxmeer onderzoekt en ontwikkelt nieuwe geneesmiddelen voor dieren. Daarnaast produceert men in Boxmeer vaccins en geneesmiddelen voor zowel gezelschapsdieren als landbouwhuisdieren. Met alle wereldwijde productielocaties van Animal Health produceert het bedrijf ongeveer een achthonderdtal verschillende producten. Het mag duidelijk zijn dat de productie van vaccins en geneesmiddelen onder streng toezicht staat van de overheid. De productie in
Boxmeer vindt plaats in geconditioneerde ruimten, waar vaccins en geneesmiddelen batchgewijs worden geproduceerd. De productiesite in Boxmeer is onderverdeeld in vier integrated production teams met ieder haar eigen maintenance-organisatie. Iedere afdeling heeft de beschikking over een maintenance manager, één of meerdere maintenance engineers en een aantal monteurs. Verder dragen de operators voor een groot gedeelte zelf zorg voor het eerstelijns onderhoud, voeren diverse checks uit en geven statusmeldingen door aan maintenance. De processen verlopen normaal gesproken in dagdienst en het onderhoudswerk wordt zoveel mogelijk tussendoor gepland. Een waardeketen start bij de inname van grondstoffen en eindigt bij de verpakkingslijnen waarnaar het product direct wordt verscheept naar de klant of als gereed product in vrieshuizen en koelcellen wordt opgeslagen. Ieder team is verantwoordelijk voor de kwaliteit en beschikbaarheid binnen deze gehele keten. Het onderhoud aan de installaties van MSD gebeurde al op hoog niveau, maar onderhoud was destijds altijd als separate afdeling aan de productieorganisatie gekoppeld. Na de reorganisatie eind 2012 koos het hoger management ervoor om de onderhoudsorganisaties anders in te richten, met name door een afdeling asset management op te zetten.
Asset management Joep Moors startte in april van 2013 als team leader Asset Management bij MSD en kreeg de taak om onderhoud integraal onderdeel te maken van de bedrijfsfilosofie. ‘Onderhoud is gedurende de gehele waardeketen, van zand tot klant, een belangrijke onderscheidende factor’, zegt Moors. ‘Daarom is ervoor gekozen om het onderhoud te integreren in de operationele organisatie. Naast deze integratie is gekozen voor een drietal Centers of Excellence Operational Services die zich richten op specialistische en kritische processen die over de gehele plant zijn toegepast, zoals bijvoorbeeld utilities. We gebruiken hier purified water dat zeer belangrijk is voor het slagen van de batches. Hetzelfde geldt voor kalibratie en validatie van de meetinstrumenten. We staan onder scherp toezicht van diverse overheden van de landen waar wij onze producten aan uitleveren. Daardoor moeten onze instrumenten, die een essentiële
Het onderhoud aan de installaties van MSD gebeurde al op hoog niveau, maar onderhoud was destijds altijd als separate afdeling aan de productieorganisatie gekoppeld. rol vervullen gedurende het productieproces, zeer regelmatig worden gekalibreerd en gekwalificeerd om er zeker van te zijn dat de gemeten waarden juist zijn en dat daarmee kan worden aangetoond dat wij ons aan de Good Manufactoring Practices (GMP, red.) richtlijnen houden.’
50 MaintNL 01 – 2014
_ME__NVDO-artikel.indd 64
20-01-14 15:42
De kwaliteit kan alleen worden gewaarborgd indien ook het gehele productieproces op een nauwkeurig voorgeschreven en gecontroleerde wijze wordt uitgevoerd. Hetzelfde geldt voor de onderhoudsorganisatie, die moet zo zijn ingericht dat fouten zo veel mogelijk worden uitgesloten. Dat betekent dat we met zogenaamde Standard Operating Procedures en Work Instructions (WI’s, red.) werken en iedereen getraind en gecertificeerd is voor het uitvoeren van zijn of haar taak.’ 2014 MSD ANIMAL HEALTH, EEN DOCHTERONDERMING VAN MERCK & CO., INC., WHITEHOUSE STATION, NJ, USA.
PAS55
MSD Animal Health Boxmeer produceert vaccins en geneesmiddelen voor vee, kleinvee en huisdieren. De productie staat onder streng toezicht. Het bedrijf voert nu asset management in om aan de hoogste eisen te blijven voldoen.
Cleanroom Eén van de doelstellingen van MSD is om productiecapaciteit te verhogen van veterinaire vaccins en gelijktijdig te blijven voldoen aan de strengste kwaliteits- en milieueisen. En dat tegen zo laag mogelijke kosten. Om dat te doen heeft moederbedrijf Merck haar eigen systeem ontwikkeld, het Merck Production System, wat min of meer een vertaling van de Toyota TPMfilosofie is naar de farmaceutische omgeving. Moors: ‘Het grootste verschil zit met name in de strakke kwaliteitseisen die in onze branche nog belangrijker zijn. Als in een cleanroom een vaccin tegen bijvoor-
beeld rabiës word gemaakt, moet je zeker geen lekkages krijgen. We werken met levende organismes en de kans op contaminatie – besmetting van het ene organisme met het andere – moet te allen tijde vermeden worden. Dus wordt een cleanroom na iedere batch door specialisten volledig gereinigd. Maar ook de technici die aan de installaties werken, krijgen speciale trainingen om de juiste handelingen uit te voeren en veilig te kunnen werken. Ook de producten zelf moeten aan hoge kwaliteitsstandaarden voldoen, je hebt tenslotte te maken met geneesmiddelen.’
Toch denkt Moors nog meer winst te kunnen halen uit de stroomlijning van de onderhoudsorganisatie in de breedste zin van het woord. ‘We zijn afgelopen voorjaar gestart met het uitrollen van asset management en volgen daarbij de richtlijnen van PAS55. We zijn begonnen met het uitvoeren van een PAS55-scan en naar aanleiding van de resultaten van deze scan zijn we ons gaan concentreren op de inrichting van onze huidige processen. Om asset management goed in te voeren, moet je wel rekening houden met diverse aspecten, zoals de inrichting van onderhoudsorganisaties, datamanagement (CMMS, red.), baseline management (FMEA, Spare Part Management, LCC, red.) en asset management control (KPI’s, kostenrapportages, red.). Aangezien een belangrijk deel van onze onderhoudspocessen is geborgd in ons CMMS zijn we gestart om ons te focussen op datamanagement. Nadat de processen zijn geoptimaliseerd kunnen we de juiste organisatie daar omheen gaan bouwen. Uiteraard staat een groot gedeelte van deze organisatie reeds op poten, maar de uitkomst kan zijn dat we onze onderhouds- en productiemensen moeten trainen om ze op een nieuwe rol of taak voor te bereiden.’ Doordat MSD een separate afdeling asset management oprichtte, ontstond een duidelijke knip tussen de traditionele onderhoudsafdelingen en Asset Management. Het idee hierachter is dat de onderhoudsafdelingen focussen op het tactisch en operationeel niveau, waarbij Asset Management los is geweekt van de operationele perikelen en zich juist richt op het tactisch en strategisch niveau. Moors: ‘De afdeling asset management heeft een faciliterende rol en moet samen met de maintenance-afdelingen de vertaling maken van het tactische naar het strategische en MaintNL 01 – 2014
_ME__NVDO-artikel.indd 65
51
20-01-14 15:42
Onderhoud en Farma
Processen inrichten in een systeem is één, maar een grotere uitdaging zal zijn om mensen zover te krijgen dat ze gaan inzien dat ze op een andere manier moeten gaan werken.’
Hogere uptime
andersom. De samenwerking tussen de verschillende maintenance-afdelingen en Asset Management is daarin cruciaal.’
Risicogestuurd ‘Misschien nog wel de belangrijkste toevoeging van asset management is dat je de risico’s goed in kaart brengt en die afweegt tegen de kosten om dat risico te beperken. Ofwel de techniek vertalen naar euro’s, zodat we het hoger management kunnen laten inzien wat de toegevoegde waarde is van een goed ingerichte onderhoudsorganisatie. Met een FMECA-studie en goed spare part management zie je niet alleen de risico’s maar weet je ook gelijk waar de eerste blinde vlekken zitten. Daarnaast zijn we in samenwerking met onze engineeringsafdeling pilots gestart om dergelijke risicostudies een vast onderdeel te laten zijn tijdens de nieuwbouw- en vervangingsprojecten. Door het op die manier in te richten, kunnen we de eerste stappen gaan zetten om ons te focussen op de total cost of ownership. Doordat je dit soort risico’s hebt onderbouwd, kun je bijvoorbeeld veel gemakkelijker de economische gevolgen van een breakdown benoemen, waardoor je beter kunt onderbouwen waarom hoger management geld vrij zou moeten maken voor een bepaalde investering of modificatie. Op dit moment heb je toch nog vaak discussies of iets nu op het reguliere onderhoudsbudget
zou moeten worden geboekt of dat het een separate investering betreft. Overigens is onlangs de knoop doorgehakt door voorlopig af te spreken dat wanneer een ingreep
Op dit moment heb je toch nog vaak discussies of iets nu op het reguliere onderhoudsbudget zou moeten worden geboekt of dat het een separate investering betreft. aan een installatie de levensduur met zo’n tien jaar verlengt, dat dit dan als een investering kan worden bestempeld. Dat voorkomt een hoop discussie achteraf, maar data voor de gewenste onderbouwing voor die aanname hebben we helaas nog niet. Het doel is om dat de komende jaren wel te kunnen opbouwen. Daarom zijn we gestart met het goed inrichten van onze processen in ons CMMS om vervolgens te zorgen dat de data, zoals de uren op een werkorder of gebruikte materialen, ook goed worden weggezet in dat CMMS. Alleen dan zeggen onze KPI’s werkelijk wat er speelt en waar ons verbeterpotentieel zich bevindt.
Momenteel neemt Moors samen met de betreffende onderhoudsmanagers het werkorderproces opnieuw onder de loep. ‘Registratie is essentieel om grip te krijgen op onze total cost of ownership en daarmee asset management. De overgang van puur onderhoud naar asset management vraagt om een andere cultuur en er is niets moeilijker dan dat voor elkaar te krijgen. Een goede registratie begint bij de mensen op de werkvloer. Monteurs en operators zullen in sommige gevallen minder impulsief moeten handelen en meer registreren en rapporteren. Ze zullen meer moeten nadenken over de functie van de productiemiddelen in de waardeketen. Het proces is tenslotte altijd leidend. Dat betekent dat ook de onderhoudsactiviteiten ten dienste staan van het proces en niet andersom.’ Een ander speerpunt van Moors is om het sparebeleid onder de loep te nemen. ‘Ik kom zelf uit de wereld van energie en olie & gas waarbij heel wat grotere rotating equipment aanwezig is dan bijvoorbeeld de pompen en motoren die wij hier op de site hebben staan. Maar het equipment bij MSD is vaak van zeer hoogwaardig materiaal gemaakt, dus ongewild ligt er toch een aardig kapitaal aan spare parts. Door de reserveonderdelen af te stemmen op de kriticaliteitsstudie kun je financieel onderbouwen waarom we bepaalde spare parts op de plank willen hebben liggen.’ De invoering van PAS55 of wellicht zijn opvolger ISO55000 gaat niet van de één op de andere dag. MSD hanteert dan ook een reële doelstelling. Moors: ‘In december 2018 willen we voldoen aan tachtig procent van de voorwaarden die PAS55 of ISO55000 stelt. Zo’n traject ga je uiteraard niet zomaar in. We denken daar echt voordelen uit te halen. Al was het maar omdat we jaarlijks behoorlijk wat externe audits voor onze kiezen krijgen. Als we met een ISO55000certificering kunnen aantonen dat we onze onderhoudsprocessen op orde hebben, kan dat wellicht een enorme administratieve ontlasting opleveren. Maar ik weet ook zeker dat we met een gestroomlijnde en getrainde organisatie verspilling kunnen terugdringen en de uptime verhogen.’ n
52 MaintNL 01 – 2014
_ME__NVDO-artikel.indd 66
1/22/14 1:30 PM
NVDO Cursuskalender
Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de Maintenance Academy op www.nvdo.nl Locatie: NVDO Verenigingsgebouw, tenzij anders vermeld 13 februari Bouwbesluit; brandveilig gebruik Het Bouwbesluit bevat bouwtechnische voorschriften op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Dit zijn voorschriften die de minimaal noodzakelijke kwaliteit van bouwwerken waarborgen. Het Bouwbesluit is, samen met de daarbij behorende ministeriële regeling, het Gebruiksbesluit, enkele voorschriften uit de gemeentelijke bouwverordeningen en het Besluit aanvullende regels veiligheid wegtunnels, vervangen door één Bouwbesluit. Na het volgen van de cursus Bouwbesluit is de cursist in staat de actuele regelgeving in het Bouwbesluit direct toe te passen.
steld van technische componenten binnen de installaties. Veelal resulteert dit in keuzes ten aanzien van onderhoudsstrategieën. Door het toepassen van risicomanagement op praktijkgerichte vraagstukken wordt niet alleen de kennis overgebracht, maar leert men ook wat de impact is van de methodiek voor uw organisatie. Ook wordt duidelijk wat de verhouding is tussen de kosten en de opbrengsten bij het implementeren van de risicomanagement. Deze cursus stelt u in staat om risicomanagement voor beheer en onderhoud toe te passen gedurende de gehele levenscyclus van een technische installatie.
Kader van risicomanagement Gebruik van risicomatrices Gebruik van risicogetallen Toepassen van kosteneffectiviteit Werken met scenario’s en tools Uitvoeren van risicoanalyse Interpreteren en communiceren van resultaten Realiseren van risicobewust denken, organisatiebreed •
•
•
•
Onderwerpen:
•
11, 12 en 13 maart Werkvoorbereiding van Onderhoudswerkzaamheden •
Het doel van de cursus is te leren om op een verantwoorde en efficiente manier om te gaan met het werkvoorbereidings- en planningsproces en daarnaast inzicht te krijgen in de complexiteit en toegevoegde waarde van de werkvoorbereidingsfunctie. •
•
25, 26, 27 maart Leergang Reliability-centred Maintenance (RCM2) U leert de zeven RCM-vragen te beantwoorden en zo te beslissen welke periodieke taken de beste strategie vormen in de strijd tegen bepaalde storingen. U leert bovendien hoe te beslissen welke storingen beter op een andere manier kunnen worden bestreden, namelijk door een eenmalige wijziging van het ontwerp, de wijze van bediening, procedures en voorschriften of van kennis en vaardigheden. De bijeenkomst wordt gehouden bij Aristo Accommodaties in Eindhoven.
Onderwerpen: Dag 1 •
Visie op onderhoud en op de rol van de werkvoorbereiding Belangrijke begrippen met betrekking tot voorbereiding en planning Het onderhoudsproces en de bijdragen van de werkvoorbereider Optimalisatie en prioriteiten stellen Functieprofiel van de werkvoorbereider
• • • •
Dag 2 •
Coördinatiemethoden en standaardisatie Case 1: standaardisatie van werkmethoden Invloed van de installatieconditie op werkvoorbereiding Het archief van de werkvoorbereider: opzet van mini-files Case 2: werkvoorbereiding en calculatie • • • •
Inleiding in Reliability-centred Maintenance Definiëren van functies en normen voor de gewenste prestaties en definiëren van (functionele) storingen
Dag 3
•
•
Onderwerpen: Dag 1
• • • • • • •
Dag 2
Plantijden, soorten tijdsbesteding en reduceren van vermijdbare verliestijden Hands on Tool Time (HoTT) Zin en onzin van gangbare calculatiemethodieken Soorten planning en relatie met uitbesteding Case 3: opbouw weekplanning Relevante prestatie-indicatoren Stappenplan voor duurzame verbetering van de werkvoorbereiding
Vaststellen van storingsoorzaken (storingsvormen) en bepalen wat er bij een storing gebeurt (storingseffecten) Beoordelen van storingsgevolgen: storingen die veiligheid of milieu bedreigen, storingen die productie c.q. bedrijfsvoering beïnvloeden, storingen die uitsluitend reparatie met zich meebrengen, storingen die het wegvallen van een beveiliging inhouden •
•
Dag 3 •
18, 19 maart Praktijkgericht Risicomanagement voor Beheer en Onderhoud Assets Onderhoudsmedewerkers worden vaak betrokken bij risicoanalyses binnen analysemethodieken zoals RCM en FMECA. Hierin wordt gebruikgemaakt van risicomatrices en worden risicoprofielen opge•
•
Bepalen van strategieën in de strijd tegen storingen: periodieke vervanging/revisie, toestandsbeoordeling, storingsdetectie, eenmalige wijziging, bewust afwachten Bundelen van taken tot onderhoudsschema’s Toepassen van de RCM-methode: werkgroepen, facilitators, implementatiemethoden en opstarten
MaintNL 01 – 2014
_MI_NVDO_cursussen.indd 47
53
20-01-14 14:26
Veiligheid Voorop
Veiligheid Voorop ziet veiligheidsbewustzijn Op 4 december 2013 hebben de initiatiefnemers van het veiligheidsprogramma Veiligheid Voorop hun tweede voortgangsrapportage gepubliceerd. De rapportage, die de ontwikkelingen in 2012 en 2013 bespreekt, kan nog geen harde cijfers bieden om te bewijzen dat de veiligheidscultuur is verbeterd. Wel spreken de initiatiefnemers van een toegenomen bewustzijn. Inge Janse
Het programma Veiligheid Voorop is ontstaan vanuit de petrochemie in reactie op het ongeval bij Chemie-Pack in 2011 en wil ervoor zorgen dat de veiligheidscultuur in de (petro)chemische industrie beter wordt. In de tweede voortgangsrapportage schrijven belangenverenigingen VNCI, VNPI, Votob, VHCP en VNO-NCW dat het nog te vroeg is om trends af te leiden. Het rapport beperkt zich daarom tot de conclusie dat ‘het actief bezig zijn om de veiligheidscultuur te verbeteren bij bedrijven is toegenomen en dat het doel van Veiligheid Voorop aan draagvlak heeft gewonnen’.
‘Het actief bezig zijn om de veiligheidscultuur te verbeteren bij bedrijven is toegenomen en het doel van Veiligheid Voorop heeft aan draagvlak gewonnen.’ Volgens het rapport zijn er dan ook ‘ontwikkelingen te noemen die het toegenomen bewustzijn bij bedrijven voor veiligheid aantonen’. Zij refereren hiervoor aan de tools die de afgelopen tijd zijn ontwikkeld om veiligheidsprestaties te verbeteren en een toename van de deelnemers aan de veiligheidsnetwerken (van 72 procent in 2011 naar 83 procent in 2012). Ook is het
aantal betrokken branches uitgebreid met de verf- en laksector (via de VVVF) en de beroepsvereniging van veiligheidsdeskundigen (NVVK). Andere branches zijn bovendien ‘geïnteresseerd’.
Achilleshiel Het rapport biedt niettemin ook de nodige cijfers. Zo registreerde Veiligheid Voorop in 2012 de gegevens van 117 bedrijven, goed voor 42.483 fte (wat er nog 40.306 waren in 2011). Niettemin vormen die bedrijven nog geen dertig procent van de 413 Brzobedrijven in de chemie, en dat is meteen de achilleshiel van het programma. Het zijn namelijk juist de cowboys die zich aan het zicht onttrekken en voor de grootste pro-
meeR leZeN? In het plan Veiligheid Voorop zeggen de aangesloten branches toe om aan de hand van tien actiepunten de veiligheid in bedrijven verder te verbeteren. Uitgangspunt is dat een betere veiligheidscultuur zich niet alleen door wetgeving laat afdwingen, maar dat het gaat om betrokken leiderschap en de houding en het gedrag van iedereen die bij of voor het bedrijf werkt. Meer informatie over Veiligheid Voorop is te vinden op www.nvdo.nl.
blemen kunnen zorgen. Hoe de situatie er dus voor staat qua veiligheidscultuur bij die andere zeventig procent blijft daarom koffiedik kijken. Richten de rapporteurs zich op de 117 aangesloten Brzo-bedrijven, dan blijkt dat het betrokken leiderschap (uitgedrukt in het aantal inspecties door de hoogste leidinggevende op een plant) is toegenomen: in 2012 waren er zeventig inspecties per bedrijf per jaar, in 2011 slechts 52. Ook het aantal bedrijven met een gecertificeerd veiligheidsbeheersysteem is gestegen, van 16 naar 36 procent.
‘Een van de pijlers van Veiligheid Voorop is ketenverantwoorde lijkheid, dus alleen zaken doen met veilige bedrijven. Dat biedt een goede incentive om lid te worden.’ De hamvraag is natuurlijk of deze maatregelen ook zin hebben, en het antwoord daarop is dubbel. De procesveiligheid nam iets af (1,46 lekkages per honderd fte in 2012, 1,30 in 2011), en de ongevalveiligheid nam juist iets toe (0,29 ongevallen met verzuim per honderd fte in 2012, 0,31 in 2011). Wat significant verslechterde, is het aantal bedrijven dat een klant- of leveranciersbeoordeling hanteert (van 75 procent in 2011 naar 64 procent in 2012).
Ambities In reactie op de cijfers meldt Peter Bareman, speerpuntmanager Veiligheid, gezondheid & milieu bij de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie, dat er alles aan wordt gedaan om zoveel mogelijk
54 MaintNL 01 – 2014
054_55_MK__NVDO-artikel.indd 54
21-01-14 16:49
FOTO: CONDOR
De tweede voortgangsrapportage van het programma Veiligheid Voorop is gepubliceerd. De belangenverenigingen melden tot nu toe vooral een groter bewustzijn bij bedrijven.
bedrijven bij Veiligheid Voorop te betrekken. ‘We zijn op de goede weg en er liggen ambities om deze ingeslagen weg te continueren. Zo willen we begin 2014 alle nog niet aangesloten Brzo-bedrijven individueel aanschrijven om hen te informeren over de regionale veiligheidsnetwerken. Wij willen hen zo verleiden om mee te doen aan de verbeteracties en instrumenten die door deze kennisnetwerken worden aangereikt. Daarnaast doen we ook een beroep op de overheid en de regionale inspectiediensten om de Brzo-bedrijven die zij bezoeken te wijzen op de mogelijkheden van het regionale veiligheidsnetwerk. Bovendien zijn dit jaar alle Brzo-bedrijven aangeschreven om deel te nemen aan de landelijke Veiligheid Voorop-dag.’ een ander actiepunt biedt volgens Bareman ook mogelijkheden om meer bedrijven bij
het programma te betrekken. ‘een van de pijlers van Veiligheid Voorop is ketenverantwoordelijkheid, dus alleen zaken doen met veilige bedrijven. Dat biedt een goede incentive om lid te worden.’ De VNCI wil daarnaast graag een nuancering plaatsen bij de veiligheidscijfers van het rapport. Uit cijfers van de lost Time Incidents (lTI) en het major Accident Reporting System (mARS) blijkt namelijk dat het aantal ongevallen de afgelopen twee jaar wél afnam.
ChemiePacks Op 10 december 2013 bespraken de betrokken branches de resultaten met de verantwoordelijke beleidsmaker, staatssecretaris Wilma mansveld van het ministerie van Infrastructuur & milieu. Zij gaf toen aan dat de overheid afspraken over samenwerking
wil maken met het bedrijfsleven en andere partijen. Deze zogeheten safety deals gaan over de verbetering van de veiligheid, waarbij mansveld benadrukte dat dit niet de indruk moet wekken dat er over veiligheid kan worden onderhandeld. De Veiligheid Voorop-partners kijken positief tegen dit instrument aan. Veiligheid Voorop gaat uit van vier gedachten: leiders moeten meer betrokkenheid tonen, waardoor veiligheid belangrijker wordt in bedrijven. managementsystemen moeten goed werken, want meten is weten. Bedrijven moeten zich aansluiten bij veiligheidsnetwerken, waarin bedrijven ervaringen uitwisselen. en de verantwoordelijkheid in de keten moet toenemen, waardoor bedrijven geen zaken meer doen met de Chemie-Packs van deze wereld. n MaintNL 01 – 2014
054_55_MK__NVDO-artikel.indd 55
55
21-01-14 16:49
iMaintain Congres
Multidisciplinair werken is winstgevend Steeds meer bedrijven gaan terug naar hun ‘core competenties’ en benaderen aanvullende partijen voor het overige werk. Daardoor ontstaan er samenwerkingsverbanden waarbij de disciplines van verschillende partijen elkaar aanvullen. Ieder doet waar hij goed in is, gezamenlijk wordt het best haalbare gerealiseerd. Waar zit bij asset management de winst door multidisciplinaire samenwerking? Op 20 maart staat de vraag centraal tijdens iMaintain 2014, het jaarcongres van de NVDO en het iMaintain Platform. Mark Oosterveer
Installaties worden veelal betrouwbaarder maar ook complexer. Veel kennis en ervaring is uitbesteed of stroomt uit. Daarnaast worden netwerken door social media sterker en lijkt de wereld kleiner. Deze ontwikkelingen vertalen zich op veel plaatsen in nieuwe, soms kortstondige samenwerkingsverbanden. Dat zijn afdelingen of specialisten binnen een bedrijf die elkaar opzoeken voor een specifiek project of juist toegespitste samenwerking met partijen ‘van buiten’. Door niet meer alles zelf te doen maar juist te kijken wie je het beste kan bijstaan, is er winst te halen door multidisciplinaire samenwerking.
Wie je kent De trend is op verschillende manieren zichtbaar. Zoals op een productiesite waar door goed gebruik en onderhoud de pompen minder vaak kapot gaan. Daar begint de kennis en ervaring te missen om snel en goed pompen te repareren. Maar het pompenrevisiebedrijf van ‘om
de hoek’ doet niets anders. In DBFMOconstructies is de multidisciplinaire samenwerking de basis voor een langdurig traject van bouwen en behouden. Ook op het gebied van kennis en innovatie zoeken partijen elkaar meer en meer op. In consortia of in een netwerk; open innovatie zorgt dat er één wiel wordt uitgevonden waar elke partij zijn eigen waarde mee kan creëren. Het delen van vraagstukken en kennis wordt in veel industrieën meer en meer gewoon. Het gaat er niet om wat je weet, maar wie je kent.
Voorbeelden van samenwerking Bij iMaintain 2014 wordt vanuit verschillende invalshoeken naar multidisciplinaire samenwerking gekeken. Dirk-Pieter van Donk, hoogleraar operations management bij de Rijksuniversiteit Groningen, start het congres met zijn lezing over de kracht van ketenintegratie. Uit onderzoek en ervaring naar supply chain management en integratie kan hij vertellen wat de voorwaarden en grensgebieden zijn
voor effectieve samenwerking. Met het videoverslag van de kennisuitwisseling tussen BAM en BP wordt duidelijk welke kennis gedeeld kan worden en waar leerzame verschillen zitten tussen de bedrijven. Rogier de Mulder van BP en Robert Fletcher van BAM lichten het videoverslag toe en discussiëren mee over de bevindingen. John Blankendaal van Brainport Industries kan uit de praktijk vertellen waar de winst van krachtenbundeling zit. In alle bescheidenheid meldt Brainport Industries dat de leidende eerste-, tweede- en derdelijns hightech toeleveranciers in Nederland tezamen het unieke hightech ecosysteem Brainport Industries vormen. Met als doel om de toeleveranciers in deze hightech ketens ‘te verbinden’, gezamenlijk de professionaliteit van de keten verder te verhogen en de concurrentiekracht te vergroten. Met inspirerende voorbeelden en ervaring deelt Blankendaal zijn kennis met de bezoekers van iMaintain 2014. Voor een goede samenwerking is een gezamenlijk doel nodig. Zo heeft de Special Interest Group 2x2 OPEX van NAP zich als doel gesteld om assets tegen de helft van de kosten honderd procent meer te laten produceren. Hoeveel van deze ambitie waar gemaakt kan worden en welke disciplines daar voor nodig zijn, wordt verteld tijdens iMaintain 2014. NAP is een multidisciplinair netwerk van bedrijven in de procesindustrie en stelt zich tot doel de waardeketen, bestaande uit plant owners, ingenieursbureaus en toeleveranciers, te versterken.
56 MaintNL 01 – 2014
_ME__NVDO-artikel.indd 56
1/21/14 9:31 AM
PROGRAMMA 11.15 11.20
13.30
14.00
14.30
15.30
16.00
16.30 17.30 18.15
Opening door de dagvoorzitters Ton Huibers (MMY2013) en Mark Oosterveer (hoofdredacteur iMaintain) Winst door multidisciplinaire samenwerking Een academische opening van het congres over ketenintegratie, informatiestromen, winst en risico’s van de bundeling van (technisch) talent. Prof. dr. Dirk Pieter van Donk, Rijksuniversiteit Groningen. Jouw discipline/Mijn discipline Twee experts bezoeken elkaar op het werk en delen kennis en ervaring. Met Rogier de Mulder van BP en Robert Fletcher van BAM Winst van toegespitste ketens Brainport Industries zorgt als hightech ecosysteem voor samenwerking op maat met strategische toeleveranciers. Door John Blankendaal van Brainport Industries Winst van een gezamenlijke ambitie Hoe ver kom je als verschillende partijen een gezamenlijk doel nastreven? NAP SIG 2x2 OPEX Columns en discussie De kandidaten voor de Maintenance Manager of the Year verkiezing geven hun visie op het thema van iMaintain 2014. Door Ton Merkx van Walibi Holland, Henk van Zuijlen van Heinz Nederland en Johan Wolt van AkzoNobel Winst in de servicelogistieke keten Met gebruikers, leveranciers en beheerders van binnen en buiten ECT zijn de processen duurzaam verbeterd. Roel Okhuijsen, Manager TOD Delta Terminal van ECT Samenwerking brengt je verder Een inspirerende bijdrage aan het inhoudelijke programma. Afsluiting dagprogramma en netwerkborrel Diner met de verkiezing van de MMY 2014
MMY Een belangrijk onderdeel van het jaarcongres van de NVDO en het iMaintain Platform is de verkiezing van de Maintenance Manager of the Year tijdens het avondprogramma. Drie kandidaten strijden dan om deze prestigieuze titel. Ook overdag zijn de kandidaten van de partij. Met een column die gevolgd word door een korte discussie met het publiek, geven zij elk hun kijk op de winst door multidisciplinaire samenwerking. Met een integrale en multidisciplinaire aanpak van vraagstukken van de onderhoudsprocessen, is bij spare parts management ook veel winst te behalen. Roel Okhuijsen, Manager TOD Delta Terminal van ECT, heeft goede ervaringen met en tastbare resultaten door multidisciplinaire samenwerking. Met gebruikers, leveranciers en beheerders van binnen en buiten ECT heeft hij de processen duurzaam verbeterd. Dat is niet vanzelf gegaan maar heeft wel tot winst geleid. Het iMaintain-congres brengt op 20 maart een keur aan specialisten bijeen in De Kuip in Rotterdam. Niet alleen de sprekers maar ook de bezoekers brengen expertise, kennis, vragen en contacten mee. Het aanwezige netwerk heeft alles in zich om winst door multidisciplinaire samenwerking te halen. n
MEER WETEN? Wilt u meer weten over de inhoud van iMaintain 2014? Of wilt u zich aanmelden voor het congres? Voor alle details kunt u terecht op www.imaintain.info/winst
MaintNL 01 – 2014
_ME__NVDO-artikel.indd 57
57
1/21/14 9:31 AM
Agenda
februari 6 februari Amrath Hotel Brabant, Breda www.smc-congres.nl Service & maintenance Congres De organisatie en besturing van waarden voor (interne) klanten lijkt een lastige opgave. Leer hoe ‘Best-in-Class’ bedrijven succesvol inspelen op veranderende mogelijkheden, behoeften en verwachtingen. Wat zijn de mogelijkheden en welke strategie is de beste voor uw service- en/of onderhoudsproces? Op dit event leert u van Best Practices uit diverse sectoren, toegespitste technology pitches, interactieve workshops in een sfeer van open kennisuitwisseling en een expo rond state-of-the-art applicaties, devices en services. Ook is er veel mogelijkheid tot interactie met vakgenoten en specialisten rond strategie, optimalisatie en IT.
maart 5 maart ProRail, Utrecht www.nvdo.nl Bijeenkomst Basisregistratie Grootschalige Topografie De NVDO Sectie Infra nodigt u uit om deel te nemen aan de bijeenkomst Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Verschillende overheidsorganisaties zijn nu al bezig met de realisatie van deze basisregistratie waar een landelijke kaart uit voortvloeit. Vanaf 2017 is deze kaart een feit en kan iedereen hiermee aan de slag. Zowel de opdrachtgevers als de aannemers en andere toeleveranciers halen hieruit veel profijt. De opbouw van de kaart bestaat uit objecten als wegen, water, groen en spoor. Hierdoor wordt uiteindelijk zichtbaar wie eigenaar is van welk object. Dit zorgt voor een efficiënter beheerproces en een kwalitatief betere kaart.
18 t/m 20 maart Evenementenhal, Gorinchem www.evenementenhal.nl Aqua Nederland Vakbeurs en Rioleringsvakdagen Evenementenhal Gorinchem staat tijdens deze editie compleet in het teken van de water- en rioleringssector. Bent u als organisatie actief op het gebied van riolering, afvalwaterbehandeling, leidingsystemen, pompen, desinfectie, legionellapreventie, meet- en regeltechniek, filters, membrane bioreactoren of waterbouw? Dan is dit de kans om uw doelgroep te ontmoeten.
20 maart De Kuip, Rotterdam www.imaintain.info/winst Maintain 2014 Steeds meer bedrijven gaan terug naar hun ‘core competenties’. In de meest primitieve vorm is het afstoten van nietprimaire bedrijfsprocessen daar een verschijnsel van. In een meer geëvolueerde vorm ontstaan er samenwerkingsver-
banden waarbij de disciplines van verschillende partijen elkaar aanvullen. Deze relatief nieuwe manier van samenwerking vereist openheid en vertrouwen en biedt kans voor frisse inzichten, kennisdeling en winst! Welke winst is haalbaar? En belangrijker nog; wat moet daar nog voor gebeuren? Tijdens iMaintain 2014, het jaarcongres van de NVDO en iMaintain, gaan specialisten en het publiek dieper in op de kansen die multidisciplinaire samenwerking biedt.
26 en 27 maart Antwerp Expo, Antwerpen (België) www.easyfairs.com Pumps & Valves 2014 Deze vakbeurs geeft een compleet overzicht van alle technologieën en innovaties op het gebied van: industriële pompen, (regel)kleppen, dichtingen, filters en filtratie, processing apparatuur, leidingen & pijpleidingen.
april 11 april Marechausseemuseum, Buren www.nvdo.nl Honderd Euro Maintenance Lunch: Integraal Risicomanagement en ISO 31000 Honderd Euro Maintenance Lunch is een terugkerende lunchbijeenkomst met afwisselende thema’s. Het is uitermate leerzaam en heeft een hoge netwerkfunctie door de inhoud met het aangename te combineren. Bij deze bijeenkomst wordt ISO 31000 besproken, het raamwerk voor Risicomanagement. Risicomanagement is in veel organisaties en managementsystemen een belangrijk begrip. Echter blijkt het vaak een op zichzelf staand begrip en wordt het niet integraal toegepast. Daarom is er de ISO 31000. Tijdens deze lunchbijeenkomst nemen we u mee in de wereld van ISO 31000. Wat houdt dit raamwerk eigenlijk in? En hoe kan dit risicoraamwerk de risico’s verkleinen en de prestaties bevorderen?
juni 5 juni Rotterdam www.deltavisie2014.nl Deltavisie 2014 Ketenefficiëntie is de sterke troef van de Europese industrie. Hoe kan zij deze kaart optimaal uitspelen als antwoord op de schaliegasrevolutie in Amerika en de investeringen die daar naartoe gaan? Petrochem Platform brengt tijdens Deltavisie 2014 in kaart wat de winnende productieketens zijn in de Rijnmond en andere havengebieden. Hoe blijven zij overeind in het internationale geweld, en wat kunnen anderen daarvan leren? En hoe kunnen industriële ketens duurzame alternatieven aanbieden en zo nieuwe markten creëren? Deltavisie is het jaarlijkse evenement van het Petrochem Platform voor de industrie in Nederland en België.
58 MaintNL 01 – 2014
058_MH_NVDO_agenda.indd 58
21-01-14 09:38
Machineveiligheid als paard achter de wagen Machines worden zo veilig mogelijk ontworpen zodat er nauwelijks interactie nodig is tussen mens en machine. Maar soms zitten veiligheidsmaatregelen de productie in de weg. ‘Vaak kan veiligheid worden geïntegreerd in het productieproces waardoor er efficiënter kan worden gewerkt. Veiligheid is geen obstakel meer, maar wordt een meerwaarde.’ Evi Husson
Zowat ieder productiebedrijf heeft te maken met machineveiligheid. Een goede integratie van machineveiligheid in het productieproces zorgt voor zo min mogelijk overlast voor de werknemer. Maar de praktijk wijst vaak anders uit, vertelt Henk van Ekelenburg van ProSafety Consult. Hij is consultant voor veiligheid van machines en technische installaties. ‘Veel bedrijven kiezen voor generieke machineveiligheidsoplossingen die regelmatig irritatie teweegbrengen. Ik vind dit een vorm van luiheid. Je nodigt iemand uit om onveilig te gaan werken omdat je niet hebt nagedacht over de hinder die die persoon ondervindt door op die zogenaamd veilige manier te werken. Ze passen normen toe in plaats van na te denken.’ Van Ekelenburg geeft een voorbeeld. ‘Een hek rondom een machine werd tijdens een inspectie als onvoldoende beschouwd. Men vond dat het hek zeven centimeter te ruim was aan de onderkant aangezien er nu iemand onderdoor zou kunnen kruipen. De norm voor veiligheidsafstanden EN 13857 zou niet strikt genoeg zijn gevolgd en men adviseerde om maatregelen te nemen om dit te wijzigen.’ Onterecht, legt Van Ekelenburg uit. De machine verwerkte glas waardoor glasscherven op de grond rond de machine lagen. Niemand zou onder het hek door willen kruipen, ook al zou het mogelijk zijn. De grotere ruimte tussen de vloer en het hek bood echter wel de mogelijkheid eenvoudig te kunnen schoonmaken zonder de gevaarlijke zone te hoeven betreden. Het
hek verlagen zoals voorgeschreven volgens de richtlijnen, zou dit onmogelijk maken en voor irritatie zorgen. ‘De norm is voor honderd situaties bedacht en houdt rekening met de beperkingen van de mens. Het is wettelijk niet verplicht om de hekken op een bepaalde hoogte van de grond te laten beginnen. Maak de situatie veilig met verstand. Kijk niet alleen naar de veiligheid, maar ook naar de gehele context waarin de maatregelen moeten functioneren. De norm is niet heilig. Normen in plaats van nadenken is niet goed.’
Schuldig Bedrijven moeten maatregelen baseren op risico’s en niet op een algemeen recept, vindt Van Ekelenburg. Werknemers hebben een aantal taken te verrichten. Maatregelen moeten hierop worden afgestemd. Zodra iemand er last van heeft, is er een probleem. ‘Hinder heeft altijd twee drijfveren. De ene drijfveer is de mens zelf die zo weinig mogelijk extra moeite wil doen. Zo ontmoette ik een tijdje geleden een werknemer die een allesbehalve veilige oplossing had gevonden om tijd en moeite te besparen. Hij kon een deur die normaal naar buiten opengaat en daarbij een machine tot stilstand brengt, een beetje optillen zodat deze naar de andere kant kon worden geopend. Op die manier kon hij nét een bepaald punt bereiken bij een draaiende machine. Hij deed dit om tijd te besparen. Als hij voldoende oplet, zal het wel goed gaan, maar de schakelaar die de
machine tot stilstand brengt bij het openen van de deur, zit er niet voor niets. Mensen overschatten zichzelf en onderschatten de omstandigheden. Daardoor gebeuren er ongelukken of gaan er zaken mis. Als een werknemer iets overbrugt, is dat een indicatie dat het systeem niet optimaal is. Nu wordt de persoon bijna altijd als schuldige bestempeld en zie je dat de veiligheidsmaatregelen worden uitgebreid. Gevolg is nog meer hinder en nog meer reden voor een persoon om de veiligheid te omzeilen. Een typisch geval van het paard achter de wagen spannen.’
‘Nu wordt de persoon bijna altijd als schuldige bestempeld en zie je dat de veiligheidsmaatregelen worden uitgebreid. Gevolg is nog meer hinder en nog meer reden voor een persoon om de veiligheid te omzeilen.’ Noodzaak Een tweede vorm van hinder die werknemers kunnen ondervinden, is wellicht veel belangrijker, meent Van Ekelenburg. Mensen grijpen in als de kwaliteit van het product in het gedrang komt – een scheur in een doos, een label dat ontbreekt – of wanneer de output lager is dan verwacht. De machine is ontworpen om kwalitatief en kwantitatief goede prestaties te leveren. Is dit niet het geval, dan is interactie tussen mens en machine noodzakelijk. ‘Om hier tot veilige oplossingen te komen, is een aantal vragen cruciaal’, stelt de consultant. ‘De eerste vraag luidt: zijn de handelingen die mogelijk risicovol zijn, echt MaintNL 01 – 2014
059_60_61_MT__NVDO-artikel.indd 59
59
21-01-14 16:48
Veiligheid
Generieke machineveiligheidsoplossingen zorgen vaak voor irritatie. Dit komt omdat normen klakkeloos worden toegepast zonder na te denken of een norm wel echt toepasbaar is.
nodig? Stel, je moet een meting doen tussen draaiende delen. Vraag je dan eerst af waarom je moet meten. Het is wellicht voorgeschreven, maar is deze meting ook echt noodzakelijk? Vaak heeft een meting te maken met de kwaliteit van het product of de beheersing van het proces. Misschien is dit op andere manieren vast te stellen. Of werd het meten vijf jaar geleden ingevoerd toen het bedrijf nog onzeker was over de kwaliteit. Nu is er meer ervaring en wordt nooit een afwijking gevonden waardoor de meting redundant is. Of is de meting wellicht op een andere manier uit te voeren zodat de interactie mens-machine en het daarbijbehorende risico kan worden uitgesloten? De noodzaak van interactie lijkt een heel basale vraag, maar je moet eerst kijken of je probleem wel echt een probleem is.
Veel problemen worden als een ‘fact of life’ gezien. Streef er altijd naar de bron van de interactie weg te nemen. Dat komt zowel de veiligheid als de efficiëntie ten goede. Zo simpel is het.’
Manier van denken Als tweede punt moet je je afvragen waar en op welk moment de interactie plaatsvindt. ‘Maak een analyse van je proces. Als een activiteit in een gevaarlijke zone – een gebied waar de mogelijkheid tot een letsel – plaatsvindt, moet je nagaan of je op een andere plaats hetzelfde kunt bereiken. Het lijkt een open deur, maar ook deze vraag moet worden gesteld.’ Van Ekelenburg geeft een voorbeeld waar de situatie niet alleen veiliger, maar ook efficiënter werd. Een onderhoudsmedewer-
CONtrOlEEr MACHINEVEIlIGHEID IN VIJf StAPPEN 1) Moet ik de risicovolle handelingen wel uitvoeren? 2) Waar en wanneer vindt de interactie plaats? Is er een mogelijkheid om de handeling in een gevaarlijke zone te verplaatsen naar een veilige zone? 3) Zijn de plekken in de gevaarlijke zone gemakkelijk te bereiken? 4) Wat in theorie veilig is, werkt niet altijd in de praktijk. Is de hinder of weerstand tegen veiligheidsmaatregelen zoveel mogelijk weggenomen? 5) Zijn de juiste gereedschappen aanwezig om de werkzaamheden zo gemakkelijk, snel en veilig mogelijk te doen?
ker moest metingen uitvoeren aan de installaties bij een utiliteitssysteem met een grote ventilator die voor luchtverversing zorgt. Om de benodigde oscilloscoop in te pluggen moest het systeem eerst tot stilstand worden gebracht. Dit duurt een half uur. Na plaatsing van het meetinstrument was de werknemer verplicht wederom een half uur te wachten voor hij de meting kon uitvoeren aangezien de machine weer op volle snelheid moest draaien om een betrouwbare meting uit te voeren. Het meetinstrument laten staan was geen optie. Het betrof een stoffige omgeving. Uiteindelijk is gekozen om een extra aansluitpunt te plaatsen met een verlengkabel die permanent het aansluitpunt buiten de gevaarlijke zone bracht. De machine hoefde hierdoor niet meer te worden uitgezet, de man kon veilig en sneller werken, en daarbovenop steeg de betrouwbaarheid van de metingen omdat deze een stabiele situatie representeerden. ‘Het gaat hier vooral om de manier van denken. Iets wat al jaren op eenzelfde manier gebeurt, is niet vanzelfsprekend nog steeds de beste oplossing. Meetpunten kun je door de huidige technologie van meetinstrumenten vaak eenvoudig buiten de gevaarlijke zone brengen. Het biedt daarnaast efficiëntievoordelen en verhoogt de betrouwbaarheid.’ Een ander bekend voorbeeld is het vervangen van hele
60 MaintNL 01 – 2014
059_60_61_MT__NVDO-artikel.indd 60
21-01-14 16:48
modules om achteraf in een veilige zone het echte euvel in een module te onderzoeken en te repareren. Op die manier worden langdurige onderhoudswerkzaamheden buiten de gevaarlijke zone gebracht.
Hek Soms is het echter onmogelijk om handelingen buiten de gevaarlijke zone te plaatsen. In deze situatie is het van belang dat je gemakkelijk op de plek kunt komen waar de handeling moet worden uitgevoerd. Van Ekelenburg: ‘Als ik een hek zie, zeg ik wel eens gekscherend: “Door een hek te plaatsen, heeft u de situatie onveiliger gemaakt.” Ze vinden dit een vreemde reactie, maar mijn doel is om hiermee duidelijk te maken dat er bij storingen sprake is van een andere situatie. Bij storingen blijft de machine vaak op spanning. Een gevolg is dat er een handeling moet worden gedaan binnen het hek, en de werknemer die de handelingen moet uitvoeren kan niet eenvoudig weg. Vaak zijn werknemers zich hier niet van bewust. Of men zoekt oplossingen met de minste weerstand, zoals het laten openstaan van een deur. In deze situatie moet je een goede analyse maken van je proces en voor de beste oplossing kiezen. Het hek laten openstaan, kan betekenen dat iemand ongezien naar binnen glipt. Of een werknemer sluit het hek achter zich en komt niet snel genoeg weg wanneer dit nodig blijkt. Het klinkt erg onrealistisch, maar in de dagelijkse praktijk kom ik dit
veel tegen. Een hek om een machine moet een bewuste keuze zijn.’
‘Als ik een hek zie, zeg ik wel eens gekscherend: door een hek te plaatsen, heeft u de situatie onveiliger gemaakt.’ Bewustzijn Bewustzijn is eveneens van belang bij het voorkomen van storingen. Van Ekelenburg geeft een voorbeeld: ‘Je ziet vaak in ploegendiensten dat niemand zich verantwoordelijk voelt voor de installatie. De schuld dat iets niet functioneert zoals het hoort, kan altijd aan een ander worden gegeven. Maar het gebrek aan verantwoordelijkheid kan juist tot storingen leiden. Stel dat een ploeg een schoonmaakklus van vijf minuten achterwege laat omdat ze veronderstelt dat de volgende ploeg dit wel zal doen. Als de volgende ploeg hetzelfde denkt, komt er
WIlt U rEAGErEN? De redactie verwelkomt al uw reacties op de artikelen in ons blad. U kunt ons bereiken op: redactie@i-maintain.nl
geleidelijk aan een ophoping van vuil waardoor uiteindelijk storingen ontstaan die veel meer moeite vergen om te corrigeren. Vooral in ploegen moet je het schoonmaken zo gemakkelijk mogelijk maken door ze de juiste gereedschappen te geven en zoveel mogelijk drempels weg te nemen. Zorg er ook voor dat deze gereedschappen dáár liggen waar ze nodig zijn. Het sleutelwoord is hinder minimaliseren. Als iemand moet zoeken naar gereedschap of schoonmaakmiddelen, gaat hij improviseren. Een vrijkaartje voor problemen.’
Geïntegreerd Inzicht in het gehele productieproces, inclusief storingen en onderhoudswerkzaamheden, is noodzakelijk om te komen tot een geïntegreerde veiligheid. Kwaliteit en veiligheid gaan daarbij hand in hand. De basis van een veilige werksituatie is de juiste analyse van het volledige productieproces. Als je weet waar interacties met de machine plaatshebben, en waarom deze gebeuren, dan kun je hierop anticiperen om het zo efficiënt en veilig mogelijk te maken. Van Ekelenburg: ‘Deze taak ligt bij de productiemanager, want die heeft het totaaloverzicht. Mogelijk kan hij op veiligheidsgebied nog wat extra hulp gebruiken, maar alleen door je kwaliteit en veiligheid geïntegreerd te bekijken kun je komen tot de meest optimale oplossing. Die aanpak stelt het proces voorop, integreert veiligheid, en neemt weerstand weg.’ n MaintNL 01 – 2014
059_60_61_MT__NVDO-artikel.indd 61
61
21-01-14 16:48
Shutdowns en turnarounds
Kwaliteit turnaround moet beter In april 2013 voerde OCI Nitrogen een onderhoudsstop uit bij haar fabrieken voor melamine en ureum in Geleen. Bij de heropstart kwamen problemen aan het licht, waardoor de stop uiteindelijk tweemaal zolang duurde als gepland. ‘We zullen alle inventiviteit nodig hebben om de volgende stop beter te laten verlopen.’ Francis Voermans
OCI Nitrogen opereert in Geleen één van de grootste productiefaciliteiten ter wereld voor melamine, een grondstof voor lijmen en harsen in bijvoorbeeld laminaat. De twee melaminefabrieken krijgen hun voeding van de ureumfabriek. Elke twee jaar worden alle drie de fabrieken stilgelegd voor onderhoud. Langer doordraaien is niet mogelijk vanwege vervuiling in de grootste melaminefabriek, vertelt plantmanager Diederik van Heugten. ‘Er zit na twee jaar zo’n honderd ton melamine aangekoekt in het hele systeem. Het verwijderen daarvan is een grote klus. We hebben wel slimme methodes verzonnen, maar er zijn toch
twee weken voor nodig.’ Naast het schoonmaken is de stop de gelegenheid voor preventief onderhoud en keuringen. Dit is uitgevoerd in de grootste melaminefabriek en de ureumfabriek, in de kleinste melaminefabriek is deze stop niets gebeurd. De elke twee jaar - of met een langer interval - terugkerende klussen maken zo’n vijftig tot zeventig procent van het werk uit. De rest van de werkzaamheden zijn projecten voor verbetering of uitbreiding van de installaties. Zo is in april de capaciteit van de ureumfabriek uitgebreid, een project van tien miljoen euro. ‘Er is een kolom bij-
geplaatst en de reactor is aangepast. Daarnaast is een aantal kleine aanpassingen uitgevoerd, zoals het vervangen van te kleine kleppen en leidingwerk en het maken van extra tie-ins’, vertelt Van Heugten. De extra ureum gebruikt OCI Nitrogen om meer Urean te produceren, een vloeibare meststof. Tijdens de stop is ook nieuwe technologie in de na-trein geïmplementeerd, waardoor de emissies via de schoorsteen zijn afgenomen.
Misverstanden voorkomen De voorbereidingen begonnen, zoals gebruikelijk, anderhalf jaar voor de stop. De voorbereiding bestaat uit drie fases, legt Van Heugten uit: ‘Eerst bepalen we waaraan we willen gaan werken. Dan volgt de scoping, waarbij we vastleggen wat we precies gaan doen. In de derde fase bekijken we hoe we dat gaan doen en vindt de werkvoorbereiding plaats.’
‘We zijn door onze hoeven gezakt op het gebied van kwaliteit. Bij de opstart bleken er veel lekkages te zijn. De kwaliteit was bij lange na niet zo goed als we verwacht hadden.’ Aan de voorbereiding werkte een team van zo’n tien tot vijftien mensen. Het management was in handen van Sitech. Sitech is een dienstverlenend bedrijf dat in 2009 is ontstaan uit een aantal afdelingen van DSM. Het bedrijf verzorgt onder meer de organisatie en uitvoering van turnarounds voor zijn drie aandeelhouders: OCI Nitrogen, DSM en Lanxess. Daarnaast waren mensen van OCI Nitrogen zelf en mensen van de belangrijkste contractors
62 MaintNL 01 – 2014
062_63_MR__NVDO-artikel.indd 62
21-01-14 16:45
betrokken bij de voorbereiding. Dat laatste is belangrijk, zegt Van Heugten: ‘Op die manier zijn de voorbereiding en uitvoering in dezelfde hand. Dat voorkomt misverstanden en discussies achteraf.’
Ondanks de uitgebreide voorbereiding verliep de turnaround niet zoals voorzien. De geplande duur was drie weken, inclusief een week stilzetten en weer opstarten van de fabriek. Uiteindelijk duurde het tweemaal zolang. ‘Tot en met de op één na laatste dag van de uitvoeringsfase leek alles goed op schema te lopen. Op de laatste dag hebben we een extra dag moeten toevoegen, maar dat was niet zo erg. We zijn door onze hoeven gezakt op het gebied van kwaliteit. Bij de opstart bleken er veel lekkages te zijn. De kwaliteit was bij lange na niet zo goed als we verwacht hadden.’ De oorzaak ligt volgens Van Heugten in een aantal factoren. ‘De focus heeft te veel op efficiëntie gelegen. Daardoor zijn controleloops om de kwaliteit van het werk zeker te stellen weggelaten.’ Ook de vakkennis van het personeel bleek niet altijd voldoende. ‘Twintig jaar geleden werden stops gedaan met uitsluitend bedrijven uit de regio. Nu zijn er weinig techneuten en monteurs in Nederland en komt het personeel van heinde en verre. Dat zijn niet allemaal mensen met hetzelfde vakniveau. Daarbij komt dat er meer gevraagd wordt van de mensen. Vroeger hoefde iemand alleen maar te sleutelen, nu is er veel meer bijgekomen. Het werk is ook afstandelijker geworden, omdat we efficiënter willen werken en steeds meer met computers doen.’ Het gevolg is dat de turnaround penny wise, pound foolish is verlopen, zoals Van
FOTO’S: OCI NITrOGEN
Penny wise, pound foolish
Bij de heropstart van OCI Nitrogens fabrieken voor melamine en ureum in Geleen kwamen problemen aan het licht, waardoor de stop uiteindelijk tweemaal zolang duurde als gepland.
Heugten het noemt. ‘We hebben veel dingen dubbel moeten doen. Hoewel de turnaround zelf uiteindelijk niet duurder is geworden dan gepland, heeft de extra productiestilstand veel geld gekost.’ Het probleem speelt al langer. Ook bij de
OCI De twee melaminefabrieken en de ureumfabriek in Geleen waren oorspronkelijk van DSM. Sinds 2010 zijn ze eigendom van het Egyptische bedrijf OCI (Orascom Construction Industries), dat naast de melamine-activiteiten ook de ammoniak- en meststoffenfabrieken van DSM overnam. Sinds januari 2013 is OCI N.V. genoteerd aan de Amsterdamse beurs en daarmee in principe een Nederlands bedrijf geworden. De overname door OCI heeft voor de fabriek weinig gevolgen gehad, vertelt plant manager Diederik van Heugten: ‘Vooral op het gebied van marketing en sales zijn er veel veranderingen geweest. Wij worden behoorlijk vrij gelaten. De grootste verandering is dat er onder OCI-vlag weer ruimte is om te groeien in kunstmest en melamine. Er is weer geld voor investeringen, zoals in de debottlenecking van de ureumfabriek. Dat voelt goed aan.’
vorige stop was de kwaliteit niet goed, zegt Van Heugten: ‘We hebben er veel aan gedaan, maar het resultaat is deze keer nog slechter. We zullen uit een ander vaatje moeten tappen. We moeten iets vinden waarbij geld én kwaliteit optimaal zijn, waarbij alles in één keer goed gaat.’ Of dat lukt, zal blijken bij de volgende stop. De voorbereidingen daarvoor zijn al weer begonnen. ‘De kwaliteit is het belangrijkste discussiepunt nu. We zullen alle inventiviteit nodig hebben.’ Het lastige is dat bij een stop nu eenmaal niet alles voorzien kan worden. ‘Een turnaround is als een finale van Wimbledon, waarvoor geen voorrondes zijn gespeeld. Je hebt alleen theoretisch kunnen oefenen, maar dan kun je nog niet tennissen. Bij een turnaround klopt alles op papier, maar in de praktijk is het heel anders. We moeten af van een papieren kwaliteit en in plaats daarvan een reële kwaliteit zien te krijgen. Daar moeten we echt een goede oplossing voor verzinnen.’ n MaintNL 01 – 2014
062_63_MR__NVDO-artikel.indd 63
63
21-01-14 16:45
Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?
n! a a e j Meld vdo.nl www.n ap atsch
> lidma
Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband
De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud
houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard
(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het
netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-
gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het
che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De
realiseren en in stand houden van het grootste onder-
vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-
houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke
derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies
doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-
binnen de branche in kaart.
Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • • • • • • • • • •
Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s Cursussen over onderhoudsmanagement Studiedagen met actuele thema’s Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten Vacaturebank Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn (wetenschappelijke) Onderzoeken NVDO Corrosie Helpdesk Jongerenboard
• • • •
NVDO Onderhoudskompas Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl
064_wervingsadvertentie.indd 64
21-01-14 09:56
Column As(niet)best Mijn moeder woont alleen in een leuke woning in Utrecht. Het huis is in 1964 gebouwd en in de decennia erna verbouwd en omgebouwd, maar vooral erg vertrouwd geworden. Ook voor mij, want het is mijn ouderlijk huis. Het huis waar ik ook nu nog precies weet hoe je op de traptreden moet lopen, hoe de brievenbus klappert bij storm en waar ik de krakende geluiden van de houten vloeren uit duizenden zou herkennen. En toch is het een beetje minder nostalgisch geworden. Mijn moeder (die bijna 80 wordt …) vond het namelijk heel erg nodig dat de gevels van het huis vernieuwd moesten worden en als dat toch zou gebeuren, dan ook maar meteen nieuwe kozijnen, ramen, voor- en achterdeur. En toen was het zover … Mijn broertje en ik hebben d’r echt veel werk aan gehad, want in de gevels zat asbest! Witte pakken gehaald bij de gemeente, ons daarin gehesen, handschoenen aan, bril op, muts op en alle bouwafval in speciaal verpakkingsmateriaal netjes bij het afvalscheidingsstation afgeleverd nadat eerst de nodige handtekeningen waren gezet. En daar woont mijn arme moeder dus al vijftig jaar, meer dan je halve leven in de asbest! Ik wil dit even met u delen, want onlangs heeft een meneer met asbestkanker voor het eerst in onze geschiedenis de Nederlandse staat aansprakelijk gesteld voor zijn dodelijke ziekte. De 58-jarige vindt dat de overheid
nalatig is geweest in de bescherming tegen de risico’s van asbest. Hij werkte ruim dertig jaar in de aluminiumindustrie. Tussen 1977 en 1984 werkte hij vrijwel dagelijks met asbest. In 2009 bleek hij asbestkanker te hebben. Van zijn werkgever kreeg hij volgens eigen zeggen geen beschermingsmiddelen of extra voorlichting. De ex-werkgever erkende aansprakelijkheid, maar ging failliet. Door het faillissement liep de aansprakelijkstellende ex-werknemer de doorbetaling van zijn salaris mis en kreeg hij een aanzienlijk lagere uitkering. Met zijn advocaat heeft hij nu dan maar de staat aansprakelijk gesteld. Zijn schadeclaim luidt ‘onvoldoende wetgeving, toezicht en handhaving in het asbestdossier’. De overheid zou hebben verzuimd maatregelen te nemen om werknemers te beschermen: pas in 1993 werd het gebruik van asbest verboden, terwijl de risico’s van asbest al veertig jaar bekend waren. Onder druk van de lobby van de asbestindustrie zou de overheid zich te afwachtend hebben opgesteld. Ik ben eigenlijk best benieuwd hoe dit afloopt en zal het voor u blijven volgen. Wellicht dat het aanleiding geeft tot een waardevolle NVDO-bijeenkomst.
Onlangs heeft een meneer met asbestkanker voor het eerst in onze geschiedenis de Nederlandse staat aansprakelijk gesteld voor zijn dodelijke ziekte.
colofon
Ellen den Broeder-Ooijevaar Verenigings Manager
MaintNL is het verenigingsmagazine van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. De naam MaintNL is eigendom van de NVDO.
Postbus 138 3990 DC Houten t +31(0)30 634 60 40 f +31(0)30 634 60 41
e info@nvdo.nl • www.nvdo.nl • www.nvdovac.nl
MaintNL 01 – 2014
_MC_NVDO_Vmanager.indd 73
65
20-01-14 14:19
66 volgend nummer
In HeT volgende nummer Maintenance in de procesindustrie In mei, juni en juli van dit jaar ontmantelt Wintershall platform K10-B op de Noordzee, nadat het bedrijf hier meer dan tien jaar geleden met de productie van gas is gestopt. De kosten: tientallen miljoenen euro’s. En experts praten over de stelling: ‘Staat onderhoud in de procesindustrie in economisch mindere tijden onder druk?’
Sleutel voor veiligheid ligt bij CEO’s Al 38 jaar doet Victor Roggeveen onderzoek naar veiligheidsincidenten, en daarbij kunnen de olie- en chemische industrie op zijn warme aandacht rekenen. Kijkt hij terug, dan ziet hij als rode draad dat iedereen structureel risico’s onderschat, en eigen kunnen overschat. De sleutel voor een veiliger werkklimaat ligt volgens hem daarom bij de CEO’s van deze wereld.
Winst Op 20 maart vindt het congres iMaintain plaats in de Rotterdamse Kuip. Met sprekers en publiek zoeken we naar de winst van multidisciplinaire samenwerking. Onder meer BP, Rijksuniversiteit Groningen en ECT komen aan het woord. We blikken alvast vooruit.
Thema: maintenance in de procesindustrie Thema’s 2014 EN VERDER MaintNL De NVDO organiseert een studiedag Nieuw Gas en Onderhoud. Wat zijn de waarde, kansen en de verwachte (technische) gevolgen van LNG, biogas en niet te vergeten schaliegas? MaintNL bracht Rogier de Mulder van BP en Robert Fletcher van BAM bijeen om elkaars onderhoud te bekijken. Op het congres iMaintain het filmverslag, in komend nummer alvast een voorproefje.
iMaintain 03-2014
maintenance in de maakindustrie
iMaintain 04-2014
imaintain congresspecial
iMaintain 05-2014
maintenance, opleiding en werk
iMaintain 06-2014
maintenance en informatisering
iMaintain 07-2014
maintenance en de gebouwde omgeving
iMaintain nummer 2 verschijnt 29 februari
iMaintain 08-2014
maintenance en industriële reiniging
iMaintain 09-2014
maintenance en risicomanagement
iMaintain 10-2014 maintenance in de infra
01 14 imaintain
066_F_volgend nummer.indd 66
22-01-14 11:15
No PUMPS & VALVES without MAINTENANCE
PUMPS & VALVES De vakbeurs voor pompinstallaties en uitrusting voor industriële processing
Vakbeurs voor industrieel onderhoud, shutdown technologie, asset management en productiebetrouwbaarheid
Registreer u op easyFairs.com/pumps-maintenance en ontvang uw gratis badge om beide vakbeurzen te bezoeken!
Gebruik : code 5 02
Oplossingen uit de processing- en onderhoudssector, opnieuw samen op één locatie. 26 & 27 maart 2014 • Antwerp expo
185_268_BE_CORP_2014_NL_01.indd 2
16:40
001_2_67_68_omslag_HU_easy_dimensys.indd 6
10/01/14 12:14
22-01-14 10:16
iMaintain Nr. 01 - 2014
KENT U DE STATUS VAN UW ASSET DATA MANAGEMENT?
DO DOWNLOAD DE GRATIS APP VAN DIMENSYS EN DOE DE QUICKSCAN VOOR UW ORGANISATIE
QUICKSCAN.DIMENSYS.NL Q UIC CKSCA IT & BUSINESS CONSULTING
Committed to performance.
Naamloos-5 1 001_2_67_68_omslag_HU_easy_dimensys.indd 3
17-01-14 08:45 22-01-14 10:16