06 16 DERTIENDE JAARGANG – LOSSE VERKOOPPRIJS € 17,25
iMaintain Nr. 06 - 2016
5 16:33
www.imaintain.info
Maint
Het mag
IMA06 MA
azine va n de
NL
NVDO
‘Bedrijve n moete n jonger brug A1 en een kan loopt op s geven’ rolletjes | Project flexwerk | Verande Spoorers | Nie rende reg uwe norm elgeving en inspe voor ctie verlag en brand risico’s
cover MaintN
L.indd
27
21-06-1
6 09:53
EFFICIËNTERE STOPS DOOR BUNDELEN INFORMATIESTROMEN
IMA6 omslag los.indd 1
22-06-16 22-06-16 14:00 14:20
THEMA THEMARESTWARMTE RESTWARMTEVOOR VOORDE DEINDUSTRIE INDUSTRIE
Backcasting Backcastingvanuit vanuiteen eenduurzame duurzametoekomst toekomst
Tijdens Tijdens Masters Masters ofof Industry Industry wordt wordt telkens telkens een een actueel actueel onderwerp onderwerp onder onder dede loep loep genomen, genomen, om om meer meer diepgang diepgang tete geven geven aan aan veelbelovende veelbelovende industriële industriële ontwikkelingen. ontwikkelingen. Dit Dit om om hypes hypes tete voorkomen voorkomen enen toch toch opop een een doordachte doordachte manier manier tete verbeteren. verbeteren. Doelgroep Doelgroep Masters Masters ofof Industry Industry werkcolleges werkcolleges zijn zijn onder onder andere andere bedoeld bedoeld voor: voor: Directie, Directie, productiemanagers, productiemanagers, plantmanagers, plantmanagers, maintenance maintenance managers, managers, ontwikkelaars, ontwikkelaars, technische technische (project) (project) managers, managers, engineers, engineers, beleidsmakers, beleidsmakers, investeerders investeerders enen onderzoekers onderzoekers inin enen rondom rondom dede procesprocesenen maakindustrie. maakindustrie.
Deelnameprijzen Deelnameprijzen UU kunt kunt voor voor €€ 195,195,excl. excl. BTW BTW deelnemen deelnemen aan aan deze deze bijeenkomst. bijeenkomst. Masters Masters ofof Industry Industry is is kosteloos kosteloos voor voor partners partners enen experts experts van van onze onze platforms platforms enen genodigden. genodigden. UU kunt kunt alsals bedrijfslid bedrijfslid van van onze onze platforms platforms deze deze bijeenkomst bijeenkomst met met korting korting bijwonen bijwonen voor voor €€ 95,95,excl. excl. btw. btw. Uw Uw VIP-code VIP-code geldt geldt hier hier alsals kortingscode. kortingscode.
1111JULI JULI2016 2016| SCHERPENZEEL | SCHERPENZEEL| Backcasting | Backcastingvanuit vanuiteen eenduurzame duurzametoekomst toekomst Veel Veel bedrijven bedrijven willen willen hun hun processen processen 14.30 14.30 uur uur Ontvangst Ontvangst | WORLDPORT 2323JUNI JUNI 2015 2015| WORLD PORT CENTER CENTER ROTTERDAM ROTTERDAM verduurzamen, verduurzamen, maar maar weten weten vaak vaak niet niet waar waar teteSprekers Sprekers beginnen. beginnen. 15.00 15.00 uur uur Aanvang Aanvang enen aftrap aftrap door door Wim Wim Raaijen Raaijen Ferry Ferry van van Kann, Kann, Rijksuniversiteit Rijksuniversiteit Groningen Groningen Wilco Wilco van van derder Lans, Lans, Havenbedrijf Havenbedrijf Rotterdam Rotterdam (Duurzaam (Duurzaam Geproduceerd Geproduceerd platform) platform) DeDe wereldwijde wereldwijde non-profitorganisatie non-profitorganisatie The The 15.10 15.10 uur uur Werkcollege Werkcollege door door Berend Berend Aanraad Aanraad studie studie toelichten toelichten enen spreken spreken over over het het Doelgroep Doelgroep Nieuwe Nieuwe werkcolleges! werkcolleges! Natural Natural Step Step heeft heeft een een opop wetenschappelijk wetenschappelijk (The (The Natural Natural Step Step Nederland) Nederland) gebruik gebruik van van thermische thermische energie energie enen Masters Masters of of Industry Industry werkcolleges werkcolleges Om Om te te voorkomen voorkomen dat dat nieuwe nieuwe onderzoek onderzoek gefundeerd gefundeerd proces proces ontwikkeld ontwikkeld 15.40 15.40 uur uur Vragen Vragen en en discussie discussie het het concept concept exergie. exergie. Wilco Wilco van van der der mogelijkheden mogelijkheden te te gemakkelijk gemakkelijk zijn zijn onder onder andere andere bedoeld bedoeld voor: voor: Lans Lans van van het het Havenbedrijf Havenbedrijf Rotterdam Rotterdam worden worden gehypet, gehypet, is verdieping is verdieping directieleden, directieleden, productiemanagers, productiemanagers, waarmee waarmee het het samen samen met met organisaties organisaties bekijkt bekijkt wat wat zal zal tijdens tijdens zijn zijn college college ingaan ingaan opop dede plantmanagers, maintenance nodig. nodig. Miniaturisering Miniaturisering enop en modulaire modulaire er er nodig nodig is is om om doelen doelen op ditdit vlak vlak teplantmanagers, te realiseren. realiseren. maintenance 16.10 16.10 uur uur Korte Korte pauze pauze
geïntegreerde geïntegreerde aanpak aanpak omom dede energieenergiemanagers, utilities utilities managers, managers, bouw bouw zijn zijn mooie mooie voorbeeldkreten, voorbeeldkreten, managers, infrastructuur infrastructuur in in Zuid-Holland Zuid-Holland te te maar maar waar waar liggen liggen dede reële reële kansen kansen ontwikkelaars, ontwikkelaars, technisch technisch (project) (project) Dat Dat gebeurt gebeurt met met backcasting backcasting vanuit vanuit 16.20 16.20 uur uur Lezing Lezing door door Geanne Geanne van van Arkel Arkel realiseren. realiseren. om om industriële industriële installaties installaties kleiner, kleiner, managers, managers, engineers, engineers, beleidsmakers beleidsmakers en investeerders investeerders uituit dede procesprocesenen veiliger veiliger enen efficiënter efficiënter te te maken maken endeze en indeze in en duurzaamheidsprincipes. duurzaamheidsprincipes. Met Met aanpak aanpak (Interface) (Interface) Programma Programma maakindustrie. maakindustrie. modules modules op op te bedrijf te bouwen? bouwen? En En wat wat is er is neemt neemt een een bedrijf het het heldere heldere ener en ambitieus ambitieus 16.50 16.50 uur uur Vragen Vragen enen discussie discussie mogelijk, mogelijk, haalbaar haalbaar enen betaalbaar betaalbaar alsals 14:30-15:00 14:30-15:00 Ontvangst Ontvangst geformuleerde geformuleerde einddoel einddoel op op de de lange lange termijn termijn als als restwarmte restwarmte van van dede ene ene site site ingezet ingezet Thema: Thema: Restwarmte Restwarmte voor voor dede 15:00-15:10 15:00-15:10 Inleiding Inleiding 17.20 17.20 uur uur Samenvatting Samenvatting enen afsluiting afsluiting uitgangspunt uitgangspunt voor voor al al zijn zijn besluiten besluiten enindustrie en acties. acties. industrie moet moet worden worden op op andere andere plaatsen? plaatsen? 15:10-15:50 15:10-15:50 College College Ferry Ferry van van ‘Restwarmtebenutting ‘Restwarmtebenutting kan kan een een Netwerkborrel 17.30 17.30 uur uur Netwerkborrel Kann, Kann, Rijksuniversiteit Rijksuniversiteit nuttige nuttige bijdrage bijdrage leveren leveren aan aan Tijdens Tijdens Masters Masters of of Industry Industry wordt wordt Groningen Groningen Bij Bij tapijtenfabrikant tapijtenfabrikant Interface Interface wordt wordt al al langer langer opop telkens telkens een een actueel actueel onderwerp onderwerp dede verduurzaming verduurzaming van van onze onze 15:50-16:00 15:50-16:00 Pauze Pauze 18.00 18.00 uur Einde deze deze manier manier gewerkt. gewerkt. En En met met succes. succes. Het Het bedrijf bedrijf en energievoorziening energievoorziening en aan aan deuur de Einde onder onder de de loep loep genomen. genomen. Om Om 16:00-16:45 16:00-16:45 College College Wilco Wilco van van derder vermindering vermindering van afhankelijkheid afhankelijkheid van van meer diepgang diepgang teom te geven geven aan aanzijn ismeer is hard hard op op weg weg om inin 2020 2020 zijn footprint footprint tot tot van Lans, Lans, Havenbedrijf Havenbedrijf aardgas.’ aardgas.’ Daarmee Daarmee begint begint Minister Minister veelbelovende veelbelovende industriële industriële Locatie: Locatie: nul nul gereduceerd gereduceerd tete hebben, hebben, met met dede bedoeling bedoeling Rotterdam Rotterdam ontwikkelingen. ontwikkelingen. Om Om hypes hypes te te Kamp Kamp een een van van zijn zijn antwoorden antwoorden opop Interface, Interface, Industrielaan Industrielaan 15, 15, Scherpenzeel Scherpenzeel daarna daarna zelfs zelfs herstellend herstellend te te zijn. zijn. 16:45-16:55 16:45-16:55 Pauze Pauze voorkomen voorkomen enen toch toch opop een een Kamervragen Kamervragen over over het het proefschrift proefschrift 16:55-17:30 16:55-17:30 Debat Debat van van planoloog planoloog Ferry Ferry van van Kann. Kann. doordachte doordachte manier manier te te verbeteren. verbeteren. 17:30-18:00 Afsluiting Afsluiting met met borrel borrel Tijdens Tijdens zijn zijn college college zalzal Van Van Kann Kann zijn zijn 17:30-18:00
MELD MELDUUNU NUAAN AANOP OPwww.mastersofindustry.nl www.mastersofindustry.nl Initiatiefnemers: Initiatiefnemers:
Toegangsprijs: Toegangsprijs: € 195,00 € 195,00 Voor Voor leden leden enen partners partners van van Industrielinqs Industrielinqs geldt geldt een een gereduceerde gereduceerde prijs prijs van van € 95,00 € 95,00
MELD MELDUUNU NUAAN AANOP OPwww.mastersofindustry.nl www.mastersofindustry.nl 2234100 2234100 Advertentie Advertentie Technisch Technisch Weekblad.indd Weekblad.indd 1 1
21-05-15 21-05-15 13:41 13:41
a
Adv Adv MoIAMoI 11 11 20160613.indd julilos.indd 20160613.indd IMA06 IMA06 cover.indd Ajuli cover.indd 2 2 2 1 1 IMA6 omslag
22-06-16 22-06-16 12:17 12:17 22-06-16 14:20
INHOUD 3
10 Zelfroosteren en powernap om personeel langer te binden Operators op de Noryl-fabriek van Sabic op de site in Bergen op Zoom mogen sinds 2015 zelf hun diensten inroosteren. Plantmanager Henk Berends mocht voor dit project begin juni de Responsible Care-prijs in ontvangst nemen.
14 Slim systeem koppelt informatiestromen BP Raffinaderij Rotterdam bereidt zich voor op de grootste stop in dertig jaar. Op het hoogtepunt is er zo’n drieduizend man met de installaties bezig. Teamleader Events Henk van der Meer koos voor het stroomlijnen van alle informatiestromen in één informatiesysteem.
5 COMMENTAAR 6 ACTUEEL 18 GEGEVENSANALYSE MOET LEIDEN TOT VOORSPELBAAR ONDERHOUD 20 WHAT’S NEXT
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
27
De droom van Binne Visser, manager Production Engineering & Maintenance bij Philips Drachten, is dat zijn machines zelf aangeven wanneer ze onderhoud nodig hebben, zodat de productielijn nooit stil hoeft te staan. In verband met de verbreding van de A1 moest er bij Muiderberg een nieuwe, langere spoorbrug komen, die nu pal naast de oude ligt en daar wordt afgebouwd. Een bouwkundig hoogstandje. Continu verbeteren voor maximale productie Subsea-robotslang maakt onderhoud goedkoper Project Spoorbrug A1 loopt op rolletjes Nieuw zuiveringsconcept met modulaire installaties 75-jarige vliegboot draait op vrijwilligers ‘Bedrijven moeten jongeren een kans geven’ ProBo, LCC en SLA zijn radertjes in zelfde keten Nieuwe norm en inspectie verlagen brandrisico’s Veranderende regelgeving voor flexwerkers Casus: Zet de kostenbril af!
30 33 34 38 40 43 44 47 50 53
6
iMaintain 16
IMA06 B inhoud.indd 3
22-06-16 14:02
PRECISION MEETS CONNECTIVITY PRUFTECHNIK INTRODUCEERT Het enige cloud-enabled laseroptisch uitlijnsysteem met een reeks indrukwekkende connectiviteitsfuncties. De toonaangevende precisie die u van PRUFTECHNIK verwacht wordt geïntegreerd met uw workflows voor een beter mobiel en online assetbeheer.
Ontdek ROTALIGN® touch op pruftechnik.com
ADVERTENTIE-INDEX Abonnees ..........................................................................8 Ardee .................................................................................4 Multidisciplinair Ingenieursbureau
DEMO Consultants .............................................................8
• Technische installaties - Werktuigbouw - Elektrotechniek - Klimaattechniek - Meet- en regel en besturingstechniek
Masters of Industry ............................................................2 iMaintain platform .................................................... 24, 25
• Maintenance - Assetmanagement - In stand houden equipment/installaties - ATEX, Asbest, machineveiligheid etc. • • • •
iMaintain Prestatiemanagement ....................................... 26
Haalbaarheidsonderzoek en begrotingen (Detail-) engineering en tekenwerk Procesoptimalisatie/organisatie Portfoliomanagement
ARDEE Engineering & Consultancy ARDEE Maintenance
imt-ardee 20160519.indd 1 IMA06 Advertenties.indd 4
Jaarbeurs .........................................................................59 Pruftechnik .......................................................................4
ARDEE B.V. Boutershemstraat 46 4611 KD Bergen op Zoom Postbus 431 4600 AK Bergen op Zoom Tel. 0164 – 242305 Fax 0164 – 265450 Website: www.ardee.nl Email : info@ardee.nl
Stratt+ .............................................................................16 Sensor ............................................................................. 16 Ultimo..............................................................................60
23-05-16 17:06 22-06-16 14:11
COMMENTAAR 5
Ruimte maken ‘Als iemand hier een goed idee heeft voor het verbeteren van processen of producten, dan juichen we dat van harte toe.’ Zo’n soort uitspraak hoor ik nog al eens als ik bij bedrijven binnen mag kijken. Het toont de betrokkenheid die bij veel bedrijven aanwezig is bij de ideeën van de mensen die het dichtst op de processen zitten. Maar als ik wat verder praat, komt ook de frustratie boven die op veel plekken hetzelfde is. Te veel aandacht. Want het risico van zo’n goed idee is dat het wordt opgepikt in de hiërarchie. Daarna wordt het idee ‘ingekapseld’ in rapportages, in regeltjes, in ‘hou me op de hoogte’, in ‘let je op je uren?’ en ‘neem dit idee ook gelijk even mee.’ Het gevolg is dat er een juk van interesse en regels op een idee leunt dat zichzelf nog moet bewijzen. Laat ik het verstikkende betrokkenheid noemen, maar het komt de uitvoer van dat idee niet ten goede. Aan de andere kant, als je de enige bent die je idee een goed idee vindt, dan is dat ook sip. Misschien is ruimte, zowel met een beetje geld als met een beetje uren, het beste om goede plannen te laten groeien. Eerst bij een select gezelschap toetsen of het écht een goed plan is en daarna met een klein budget en wat ruimte gaan bouwen aan het idee. Met een leidinggevende die groot genoeg is om jou te laten groeien en in een omgeving waar het leuk is om je nek uit te steken. Bij de succesverhalen die wij op de redactie voorbij zien komen, is het de slimmerik in kwestie vaak gelukt om het idee naar opbrengsten te vertalen. Of het vraagstuk is buiten de deur geplaatst als begin van een gedeeld probleem met een gezamenlijke oplossing. Ook daar ontstaat de laatste jaren meer ruimte voor.
Mark Oosterveer @M_Oosterveer mark@industrielinqs.nl
HOOFDREDACTIE
Mark Oosterveer 020 3122 082 mark.oosterveer@industrielinqs.nl NUMMER 06 - 2016
Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl
UITGAVE VAN
EINDREDACTIE
Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7 1019 HD Amsterdam
PARTNERS
Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) Postbus 138, 3990 DC Houten
Miriam Rook 020 3122 086 miriam.rook@industrielinqs.nl Liesbeth Schipper 020 31 22 083 liesbeth.schipper@industrielinqs.nl
MEDEWERKERS
Dagmar Aarts, Elias de Bruijne, Ingrid Rompa, Evi Husson, David van Baarle, Broer de Boer
LAY-OUT
BureauOMA BV, Wehl
COVERS Rotterdam Ahoy Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Organisator van
UITGEVER
Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl
RWE en RWS|Henk Roolvink
ADVERTENTIEVERKOOP
Bureau Van Vliet Frank Oudman T: 023 571 47 45 f.oudman@bureauvanvliet.com www.bureauvanvliet.com
TRAFFIC
Breg Schoen 020 3122 088
DRUKKERIJ
PreVision Graphic Solutions
ABONNEMENTEN (EXCL. BTW) Nederland/België € 96,50 Introductie NL/B 25% € 72,Overig buitenland € 120,50 Losse verkoopprijs € 17,25 Studenten € 39,50 Proefabonnement 3 mnd € 28,00
OPZEGGEN
Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon.
Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.
ABONNEMENTENLAND
Postbus 20 1910 AA Uitgeest 0900-226 52 63 (€ 0,10 p.m.) Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Prijswijzigingen voorbehouden. ISSN: 2211-6826 © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Papier binnenwerk: PAPER & BOARD MADE OF
AGRI-WASTE WWW.PAPERWISE.EU
Papier omslag:
6
iMaintain 16
IMA06 C commentaar.indd 5
22-06-16 14:01
6 ACTUEEL
Het kabinet gaat maatregelen nemen waardoor zogenaamde startups en scale-ups sneller en makkelijker kunnen groeien. In totaal maakt de overheid hiervoor vijftig miljoen euro vrij. Lees verder op pagina 7
2. Nederlandse bedrijven bouwen ‘s werelds langste spoortunnel BAM, Boskalis en Van Oord gaan deelnemen aan de bouw van de langste weg- en spoortunnel ter wereld, de Fehmarnbelt-verbinding tussen Denemarken en Duitsland. Lees verder op pagina 7
3. ‘ Virtual Reality-ontwikkelaars laten internationaal kansen liggen’ Virtual en augmented reality ontwikkelaars werken vooral in opdracht van bedrijven en richten zich te weinig op de bouw van softwareplatforms. Daardoor missen ze internationale groeikansen, zo concludeert de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM). Lees verder op pagina 9
4. ‘ IJssel Technologie boekt succes dankzij investeringen in Smart Industry IJssel Technologie draaide in 2015 met ruim 45 miljoen euro de hoogste omzet in haar bestaansgeschiedenis. De omzet was 17 procent groter dan in 2014. Lees verder op pagina 9
5. Van Oord en Highland Group Holdings werken samen aan het offshore-windpark Deutsche Bucht De partijen hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend voor de ontwikkeling, financiering en bouw. Het windpark bevindt zich ongeveer 90 kilometer uit de kust. De totale capaciteit van het park zal uiteindelijk 252 megawatt bedragen. Lees verder op pagina 7
6 16 iMaintain
IMA06 D actueel.indd 6
De financiering van een nieuwe faciliteit voor het onderhoud van F-35-motoren op het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) is rond. Defensie, het ministerie van Economische Zaken en de provincie Noord-Brabant hebben een overeenkomst gesloten met daarin de details over de verdeling van de kosten. De overeenkomst laat volgens minister Hennis van Defensie zien dat het nieuwe gevechtstoestel, de F-35 (JSF), Nederland meer brengt dan bescherming en veiligheid, namelijk hoogwaardige kennis en werkgelegenheid. Het bedrag van 88 miljoen euro voor de nieuw te bouwen faciliteit wordt als volgt verdeeld: 50 procent door Defensie, 25 procent door Economische Zaken en 25 procent door de provincie Noord-Brabant. De faciliteit wordt eigendom van de Staat. Het is de bedoeling dat de investering in de loop van de jaren wordt terugverdiend. De exploitatie gebeurt door Defensie en een private partner. De partijen zetten vaart achter de bouw van de faciliteit. Het is de bedoeling dat de F-135-motor, een type F-35-motor, vanaf 2019 in de nieuwe faciliteit wordt onderhouden. In dat jaar komen ook de eerste F-35-gevechtsvliegtuigen naar Nederland. Vorig jaar kwam Defensie overeen dat het LCW ook de motoren van de Italiaanse F-35’s gaat onderhouden.
FOTO: DEFENSIE|FRANK CREBAS
1. Overheid investeert vijftig miljoen in ontwikkeling startups
Financiering rond voor faciliteit motoronderhoud F-35
Schultz: Nederlandse infrastructuur in 2030 energieneutraal Het Nederlandse hoofdwegennet en waternetwerk draait over veertien jaar volledig energieneutraal. Dit betekent dat nieuwe bruggen en sluizen van Rijkswaterstaat energie opwekken die weer wordt ingezet voor het eigen netwerk. De weg en de directe omgeving krijgen een rol bij de energieopwekking. Zonnepanelen en windmolens langs snelwegen, op dijken en sluiscomplexen en bij vaarwegen gaan elektriciteit leveren voor verkeerscentrales en gemaaid bermgras wordt omgezet in groen gas. Daarnaast wordt ingezet op de ontwikkeling van asfalt dat zorgt voor minder brandstofverbruik en op innovaties zoals een weg die de energie levert aan het verkeer dat er over heen rijdt. In een brief aan de Tweede Kamer heeft minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) haar ambitie bekend gemaakt voor de toepassing van duurzame innovaties in de infrastructuur. Zo wil de minister dat de infrastructuur in beheer bij Rijkswaterstaat -wegen, vaarwegen en waterkeringen, sluizen en bruggen - in 2030 volledig energieneutraal draaien. Rijkswaterstaat gaat met inzet van zijn netwerken en areaal bijdragen aan de winning van duurzame energie en het gebruik van duurzame brandstof stimuleren. Ook gaat de beheerder van de Nederlandse infrastructuur innovaties aanjagen via de contracten met marktpartijen. Onderdeel van de plannen is het energieneutraal functioneren van nieuw aan te leggen bruggen of sluizen. Bij de sluizen wordt de energie opgewekt bij het bewegen van de sluisdeuren. Ook het traject van de A6 bij Almere dat tussen 2017 en 2020 wordt verbreed, wordt energieneutraal. In de buurt van het wegtraject worden zonnepalen geplaatst die net zo veel energie leveren als nodig is voor de verlichting en het verkeersmanagementsysteem op de weg. Rijkswaterstaat gaat daarnaast samen met de markt nieuwe contracten ontwikkelen om met aannemers de toepassing van innovaties voor duurzaam materiaalgebruik en energieneutrale infrastructuur te stimuleren. Ook werkt de wegbeheerder aan ontwikkeling van asfalt met minder rolweerstand, dat zorgt voor een lager brandstofverbruik. Verder kijkt Rijkswaterstaat naar de mogelijkheden om in Nederland energieopwekkende wegen aan te leggen. Het gaat daarbij om het opladen van elektrische voertuigen via inductie, terwijl ze stilstaan of over de weg rijden.
FOTO: RIWS|HENK ROOLVINK
MEEST GELEZEN ONLINE
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-06-16 14:03
ACTUEEL 7
Van Oord en Highland Group Holdings werken samen aan het offshore-windpark Deutsche Bucht
BEDRIJVENNIEUWS Subsidie voor onderwijs in mobiliteitstechniek
Van Oord en Highland Group Holdings hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend voor de ontwikkeling, financiering en bouw van het offshore-windpark Deutsche Bucht in Duitsland. Het windpark bevindt zich in de Duitse Bocht, ongeveer 90 kilometer uit de kust. De totale capaciteit van het park zal uiteindelijk 252 megawatt bedragen. Van Oord zal het contract uitvoeren dat bestaat uit: het ontwerp, het leveren en installeren van de funderingen en de levering en installatie van de elektrische infrastructuur inclusief het offshore-substation. Van Oord en Highland Group Holdings zijn voornemens om aandeelhouder te worden in het windpark. De financial close van het project zal plaatsvinden in de eerste helft van 2017, waarna in de tweede helft van 2018 wordt begonnen met de bouw. Het offshore-windpark Deutsche Bucht zal in 2019 in gebruik worden genomen.
BAM, Boskalis en Van Oord gaan deelnemen aan de bouw van de langste weg- en spoortunnel ter wereld, de Fehmarnbelt-verbinding tussen Denemarken en Duitsland. Eind mei ondertekenden de bedrijven in Kopenhagen de contracten. De zogeheten Fehmarnbelt Fixed Link komt te liggen tussen de Duitse regio SleeswijkHolstein en de Deense regio Lolland Falster. De tunnel, met daarin een dubbele spoorlijn en een vierbaansweg, wordt met een totale lengte van achttien kilometer de langste spoortunnel ter wereld. De nieuwe verbinding verkort de reistijd tussen Duitsland en Denemarken van een uur per veerboot tot tien minuten met de auto of zeven minuten met de trein. BAM neemt deel via de joint venture Femern Link Contractors. De joint venture heeft drie contracten verworven: twee voor de bouw van de afzinktunnel en productiefaciliteit voor de prefabricage van de tunnelelementen en een contract voor de bouw van de tunneltoeritten, tolgebouwen en bruggen. De drie contracten hebben een gezamenlijke waarde van 3,4 miljard euro, waarvan een kwart voor BAM. Boskalis en Van Oord nemen deel aan het project via de joint venture Fehmarn Belt Contractors. De baggeraars gaan een zestien kilometer lange geul graven waarin de tunnel wordt afgezonken. Daarnaast bouwen ze een haven waar de tunnelcontractors vervolgens een bouwplaats voor de onderdelen van de tunnel zullen maken. Voor zowel Boskalis als Van Oord is hiermee een bedrag van driehonderd miljoen euro gemoeid. De start van de bouw is gepland in januari 2018 en is afhankelijk van vergunningen van de Duitse overheid. De realisatie van de Fehmarnbelt-verbinding zal naar verwachting 8,5 jaar in beslag nemen.
Overheid investeert vijftig miljoen in ontwikkeling startups Het kabinet gaat maatregelen nemen waardoor zogenaamde startups en scale-ups sneller en makkelijker kunnen groeien. In totaal maakt de overheid hiervoor vijftig miljoen euro vrij. Daarvan wordt 27 miljoen euro beschikbaar gesteld voor een versoepeling van de gebruikelijk-loonregeling voor innovatieve bedrijven. Door de versoepeling van die regeling wordt het belastbare loon van directeur-grootaandeelhouders in de eerste drie jaar na de start van de onderneming op het minimumloon gesteld. Zonder deze maatregel zou dit in veel gevallen 44.000 euro moeten zijn, terwijl het zeer ongebruikelijk is dat oprichters zichzelf in de eerste jaren zo’n salaris uitkeren. De aanpassing moet ervoor zorgen dat startups meer geld beschikbaar houden om te ondernemen en sneller te groeien. De resterende 23 miljoen euro komt beschikbaar voor private investeerders die willen investeren in startups en het midden- en kleinbedrijf. De overheid kan hierdoor tot vijftig procent mee investeren. Deze investering sluit aan bij andere maatregelen die het kabinet heeft genomen om de toegang tot groeifinanciering voor startups en het mkb te verbeteren.
FOTO:KONINKLIJKE BAM GROEP NV
Nederlandse bedrijven bouwen ‘s werelds langste spoortunnel
Het onderwijs in mobiliteitstechniek in Amsterdam krijgt subsidie van onderwijsminister Bussemaker. Zij heeft een aanvraag toegekend van het Coöperatief NexTechnician Mobiliteitstechniek Amsterdam. In NexTechnician werken verschillende partijen samen: het ROC van Amsterdam - MBO College Westpoort, Vereniging NexTechnician Amsterdam Zuidoost, gemeente Amsterdam, de landelijke branche- en kennisorganisaties en de mobiliteitsbedrijven in de Metropool Amsterdam. Deze samenwerking komt voort uit het Masterplan Techniek Amsterdam. De subsidie wordt straks ingezet om techniekdocenten bij te scholen in de nieuwste technologieën en leermeesters te trainen en coachen voor de begeleiding van studenten. Verder worden er onderwijsprojecten gerealiseerd waarbij vmbo-leerlingen op de werkvloer vroegtijdig kennis maken met techniek.
Nieuw onderzoekscentrum voor 3D-geprinte proceskleppen Emerson Process Management en de Nanyang Technological University in Singapore gaan samenwerken om methoden te ontwikkelen om 3D-printtechniek toe te passen bij de productie van industriële regelkleppen. Speciaal voor dit doel wordt in Singapore een R&D-centrum opgezet. De samenwerking bestaat uit diverse onderzoeksprojecten die worden uitgevoerd in het centrum. De projecten richten zich op het ontwikkelen van methoden om regelkleppen voor de procesindustrie veel sneller en goedkoper te ontwerpen en te produceren. Een groot deel van de ontwikkelde methoden zal ook toepasbaar zijn in andere productiegebieden in verschillende industrieën. Het programma gaat op 1 oktober 2016 van start voor een periode van vijf jaar. Het laboratorium komt in het hoofdkantoor van Emerson in Singapore en wordt uitgerust met de modernste productietechnologieën.
6
iMaintain 16
IMA06 D actueel.indd 7
22-06-16 14:03
_A5_liggend_bizz56.indd 43
22-10-14 09:25
iMaintain.info
geeft nog meer waarde voor uw geld Meer nieuws dan ooit • • • • • • • •
Actuele berichtgeving over de gehele onderhoudssector Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten en diensten Multimediale bedrijfspresentaties Tweewekelijkse Nieuwsbrief Live twitter updates LinkedIn interacted
iMaintain-abonnees krijgen meer • De nieuwste iMaintain staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase • Ga naar www.imaintain.info en kies abonneren
Ga direct naar imaintain.info en blijf iedereen voor 56-59_MO_NVDO_ Roosterinterventie.indd 58 _adv_www_iMaintain-A5.indd 43 IMA5 advertenties.indd 18
IMA06 Advertenties.indd 8 Naamloos-1 1
26-11-14 20-10-14 10:44 14:33 19-05-15 16:39
22-06-16 19-04-16 14:12 14:21
ACTUEEL 9
IJssel Technologie boekt succes dankzij investeringen in Smart Industry
BEDRIJVENNIEUWS
IJssel Technologie draaide in 2015 met ruim 45 miljoen euro de hoogste omzet in haar bestaansgeschiedenis. De omzet was zeventien procent groter dan in 2014. Volgens de specialist in productieverbetering zijn de goede cijfers mogelijk gemaakt door aanhoudend te investeren in kennis en innovatie. De basis voor het succes ligt volgens het bedrijf in het benutten van de kansen van Smart Industry, zoals augmented reality, 3D-printen en big data. Met de overname van Technaut Automations Solutions - gespecialiseerd in automatisering en robotisering - haalde IJssel Technologie nog meer innovatieve expertise hiervoor in huis. Onlangs werd ook onderhoudsbedrijf Oliveira overgenomen, waarmee veel kennis op het gebied van predictive maintenance in huis is gehaald.
DSM gaat flow reactors printen
TNO en het High Tech Systems Center van de TU Eindhoven gaan samenwerken op het gebied van additive manufacturing, ofwel technieken waarmee producten in laagjes worden gemaakt zoals 3D-printen. De partijen, die begin juni een overeenkomst tekenden, starten een kenniscentrum dat op Europees niveau toonaangevend moet worden in onderzoek en ontwikkeling. Het centrum komt te liggen op de TU/e-campus. Het doel van het centrum is onder meer het stimuleren van de concurrentiekracht en groei van de Nederlandse industrie. Om dat te bereiken zal er fundamenteel en toegepast onderzoek worden gedaan, dat moet leiden tot innovaties die de markt bereiken via de aangesloten bedrijven of via nieuwe spin-offs. Verder gaat het centrum experts en wetenschappers opleiden die nodig zijn in de opkomende 3D-print-industrie. Onderdeel van het plan is de oprichting van een nieuwe leerstoel en vakgroep ‘Systems Mechatronics for Advanced Manufacturing’. Het centrum gaat voor de R&D intensief samenwerken met het bedrijfsleven. Het is de bedoeling dat er de komende jaren enkele tientallen industriële partners in onderzoeksprogramma’s participeren. TNO en TU/e hebben al jarenlange ervaring op het gebied van additive manufacturing
‘Virtual Reality-ontwikkelaars laten internationaal kansen liggen’ Virtual en augmented reality (VR/AR) ontwikkelaars werken vooral in opdracht van bedrijven en richten zich te weinig op de bouw van softwareplatforms. Daardoor missen ze internationale groeikansen, zo concludeert de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) in een onderzoeksrapport dat begin juni verscheen. Het rapport ‘VR/AR: Hype of serieuze business?’ is het eerste Nederlandse onderzoek dat cijfers presenteert over de VR/AR-industrie in ons land en haar groeipotentie. Uit het onderzoek blijkt dat Brabantse ontwikkelaars zich vooral richten op bedrijfsspecifieke VR/AR-content voor de Nederlandse markt. Gemiddeld verwachten ze dat hun binnenlandse omzet met 49 procent zal toenemen, terwijl hun omzetgroei vanuit Europa en de rest van de wereld blijft steken op respectievelijk 21 en 18 procent. Hun buitenlandse omzet zou aanzienlijk hoger kunnen liggen als ontwikkelaars zich meer richten op de bouw van softwareplatforms, aldus Coen Sanderink, die het onderzoek namens de BOM leidde. Wereldwijd voorspellen analisten dat virtual en augmented reality dit jaar massaal gaan doorbreken, zowel bij consumenten als bedrijven. Bij virtual reality kunnen gebruikers met een VR-bril in een volledig gesimuleerde 3D-omgeving stappen. Bij augmented reality worden de werkelijke en virtuele wereld gecombineerd. Gaming vormt internationaal de grootste markt. Voor Brabant ligt dat anders, zo blijkt uit het rapport: hier liggen met name kansen voor VR/AR-toepassingen in de engineering sector. De BOM legde voor het onderzoek een groot aantal internationale studies over de mogelijke doorbraak van VR naast elkaar. Daarnaast zijn in eigen land en met name in Brabant twintig diepte-interviews gehouden en is kwantitatief marktonderzoek gedaan onder meer dan driehonderd ontwikkelaars, bedrijven en onderwijsinstellingen.
FOTO:TU/E
TNO en TU/e richten Europees topcentrum voor 3D-printen op
De chemiebedrijven Chemtrix en DSM hebben een distributieovereenkomst getekend voor 3D-geprinte continuous flow reactors. Beide partijen brengen hun expertise op het gebied van flow chemistry samen om deze innovatie mogelijk te maken. DSM gaat de reactors produceren, Chemtrix zal de reactors verspreiden onder derde partijen. In feite zijn flow reactors, ook wel microreactors genoemd, kleine chemische fabriekjes. In tegenstelling tot batch productie verloopt het productieproces in één moeite door. Nadat de reactanten in de reactor zijn gepompt, worden deze verhit en gemengd, waarna de chemische reactie plaatsvindt. Er zijn reactoren van verschillende afmetingen op de markt. DSM gaat voor de productie van dergelijke reactors nu 3D-printtechniek inzetten. Dat biedt veel flexibiliteit in de ontwerpfase, wat maatwerk mogelijk maakt en de efficiëntie van het ontwerp- en productieproces drastisch moet verbeteren. Ook moet de techniek de kosten flink omlaag brengen.
Haven Rotterdam krijgt cybersecurity officer Weerbaarheid tegen cyberaanvallen is voor de Rotterdamse haven essentieel. Om die reden is (Rijks-)Havenmeester René de Vries, namens de politie, Deltalinqs, Gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf, aangesteld als Port Cyber Resilience Officer (Port CRO). Het doel van het Port CRO programma is om de cyber resilience ite verhogen, de cyber security awareness te vergroten en risk management op dit vlak op te bouwen. Door de krachten te bundelen, de cyber resilience centraal en gestructureerd aan te pakken en kennis en ervaring met elkaar te delen, wil de haven zijn weerbaarheid tegen cyberaanvallen significant vergroten.
uw mailbox? Al het nineuvoworsoninze nieuwsbrief op
iMaintain.info!
Meld u aa
6
iMaintain 16
IMA06 D actueel.indd 9
22-06-16 14:03
10 INTERVIEW
Zelfroosteren en powernap om personeel langer te binden
Henk Berends: ‘We hebben de eerste implementatie in een compounding-fabriek inmiddels afgerond en voeren het zelfroosteren nu in de tweede fabriek in.’
6 16 iMaintain
IMA06 H hoofdinterview.indd 10
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-06-16 14:04
INTERVIEW 11
Chemiebedrijf Sabic doet er veel aan om werknemers te motiveren en gezond te houden om ze op die manier langer aan zich te binden. Zo mogen operators op de Noryl-fabriek op de site in Bergen op Zoom zelf hun diensten inroosteren. Met ‘een mooie bijvangst’: bij de eerste fabriek zijn afgelopen jaar vijftig procent minder overuren gemaakt en er was twintig procent minder verzuim. Plantmanager Henk Berends mocht voor dit project begin juni de Responsible Careprijs in ontvangst nemen.
Het chemiebedrijf Sabic valt de laatste jaren regelmatig in de prijzen. Zo is het bedrijf in Nederland al tien jaar – op Europees niveau drie jaar - achter elkaar onderscheiden als topwerkgever. Maar ook voor haar contractors zorgt het Saudische bedrijf goed. Zo won de site van Sabic in Geleen vorig jaar de eerste VOMI Safety Xperience Award. Een prijs die door aannemers zelf in het leven is geroepen. Ze willen daarmee opdrachtgevers waarderen die veel doen aan veiligheid voor hun toeleveranciers. En onlangs sleepte de Sabic-vestiging in Bergen op Zoom een andere belangrijke prijs in de wacht. De Responsible Care-prijs van de VNCI, voor het zelfroosteren van werkdagen door personeel. Henk Berends, plantmanager van drie compounding-fabrieken in Bergen op Zoom, is erg blij met deze award. Het is volgens hem wederom een erkenning voor het streven van Sabic om in 2025 mondiaal de leidende positie te hebben als chemiebedrijf. ‘Daarom werkt ons bedrijf op alle fronten aan de verbetering van de prestaties. Zeker ook op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu.’ Het past volgens Berends heel goed bij het bedrijf met de wortels in Saudi-Arabië. ‘Vergeet niet dat de Saudische cultuur
FOTO: WIM RAAIJEN
“
IMA06 H hoofdinterview.indd 11
Wim Raaijen
gericht is op familiebanden. Dat zie je ook terug binnen Sabic. Het bedrijf is heel trots op de eigen mensen. Zo kregen we daags na de bekendmaking van de award de felicitaties van de hoogste HRdirecteur vanuit het hoofdkantoor in SaudiArabië. Ze zijn echt trots op wat we hier hebben gepresteerd.’ Terwijl zelfroosteren toch typisch een Noord-Europees initiatief is. Het bewijst volgens Berends dat Sabic, ondanks dat het een wereldwijde bedrijfscultuur wil neerzetten, open staat voor lokale initiatieven. ‘De best practices worden zeker ook gedeeld. Zo gaan we het zelfroosteren eerst in Bergen op Zoom uitrollen naar meerdere fabrieken, maar ook is Geleen hier al met een hele delegatie komen kijken, met de ondernemingsraad. Uitrollen naar andere Europese vestigingen is ook denkbaar.’
Binden Overigens hebben Berends en zijn collega’s zich laten inspireren door initiatieven in Scandinavië, waar ze op het gebied van werk en motivatie sowieso heel innovatief en vooruitstrevend zijn. ‘We hebben het allemaal niet verzonnen in Nederland.’ Wel biedt Sabic Bergen op Zoom als eerste werkgever in
Berends: ‘Het allerbelangrijkste is dat we mensen langer met plezier hun werk willen laten doen.’ 6
iMaintain 16
22-06-16 14:04
12 INTERVIEW
Innovatieve projecten
de chemische industrie medewerkers de mogelijkheid om hun eigen rooster samen te stellen. Berends: ‘We hebben de eerste implementatie in een compounding-fabriek inmiddels afgerond en voeren het zelfroosteren nu in de tweede fabriek in. De resultaten in de eerste fabriek, met zeventig operators, zijn zeer hoopgevend. Natuurlijk gaat het tot nu toe nog maar om een project op bescheiden schaal en kunnen we er nog niet hele harde conclusies aan verbinden, maar de eerste resultaten zijn echt positief.’ Zo daalde het aantal overuren in de eerste fabriek afgelopen jaar met bijna vijftig procent en verminderde het ziekteverzuim met twintig procent. Berends: ‘Het is een mooie nevenvangst, want het allerbelangrijkste is dat we mensen langer met plezier hun werk willen laten doen. Alles bij Sabic staat in het teken van
betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de fabrieken. Gezonde en gemotiveerde mensen zijn daarbij heel belangrijk. Als je zelf grotendeels kunt bepalen wanneer je werkt, helpt dat enorm. Op die manier kunnen we goede mensen ook langer aan ons binden.’ Berends heeft ook wel een karakteristiek voorbeeld. ‘Een van onze operators heeft diabetes. Voorheen kwam hij regelmatig in een vaste cyclus van drie nachtdiensten terecht. Minimaal twee keer per jaar viel hij na zo’n cyclus een paar dagen uit, omdat drie nachtdiensten achter elkaar te zwaar werden. Nu kan hij er zelf voor zorgen dat hij nooit drie nachten achter elkaar hoeft te werken. Hij is afgelopen jaar geen enkele keer uitgevallen. Hij kwam laatst naar me toe om te vertellen dat hij de nieuwe manier van werken echt geweldig vindt. Hij is er heel gelukkig mee.’
Hoe werkt zelfroosteren? Om maandelijks tot een kloppend rooster te komen, doorlopen ze binnen Sabic drie fases. In de eerste fase, zo’n twee maanden van tevoren, vullen operators zelf thuis via het programma Time Care hun gewenste werkdagen in. Een paar weken later gaan ze met hun collega's in de tweede fase het rooster passend proberen te maken. Omdat in de eerste fase iedereen simultaan zijn of haar wensen invult, zullen sommige diensten overbezet en weer andere onderbezet zijn. Medewerkers kunnen zichzelf dan van een overbezette naar een onderbezette dienst schuiven. In de derde en laatste fase finaliseert de planner het rooster. Dat gebeurt een maand van tevoren. Indien nodig past hij of zij het rooster aan om de maand kloppend te maken en publiceert het definitieve rooster. Op die manier is een rooster uiterlijk een maand vooraf bekend. Iedere operator moet jaarlijks 219 diensten draaien. Uitgaande van drie diensten per dag kan hij of zij kiezen uit 1095 mogelijkheden. Uiteindelijk biedt dit veel flexibiliteit en kunnen mensen grotendeels de balans tussen werk en privé zelf bepalen.
Met het zelfroosteren wil Sabic Bergen op Zoom tijdig het hoofd bieden aan maatschappelijke issues als de vergrijzing en het optrekken van de pensioengerechtigde leeftijd tot 67 jaar. Daarnaast toont onderzoek aan dat medewerkers die zeggenschap hebben over hun eigen werktijden gemotiveerder naar hun werk gaan, creatiever en productiever zijn en dus minder vaak ziek. Aanleiding voor het chemiebedrijf om een uitgebreide pilot te starten, waarin medewerkers in Bergen op Zoom en de organisatie veel leerden over zelfroosteren. In 2015 werden de afspraken vastgelegd in de cao en konden de medewerkers hun eigen rooster samenstellen. Het resultaat: zeventig procent van de werknemers wil niet meer terug naar de oude situatie. De positieve effecten op het aantal overuren en het ziekteverzuim zijn dus aanzienlijk. Allemaal mooie resultaten. Toch was Berends blij verrast dat juist dit project tot winnaar werd uitgeroepen. ‘Meestal gaat het bij de Responsible Care-prijs om technisch innovatieve projecten. Hier pakken we een sociaal aspect aan. Bovendien waren de andere twee finalisten ook bijzonder goed. Als een van die bedrijven had gewonnen, had ik er ook vrede mee gehad.’ De twee andere finalisten waren DSM Sinochem Pharmaceuticals (DSP) in Rijswijk en ICL in Terneuzen. DSP speelt met het ‘Sustainable Antibiotics’-programma in op een van de grootste uitdagingen van de mensheid – antibioticaresistentie – en richt zich vooral op de noodzaak om antibiotica duurzaam te produceren. ICL biedt met ‘Energy storage’ producenten van Zinc Bromide-batterijen volledige chemische ondersteuning. ICL produceert chemicaliën, maakt de noodzakelijke blends en hulpstoffen op maat en verwerkt het afval. Dit maakt de batterijen duurzaam en veilig.
Bottom-up Over alle drie de projecten was de jury lovend, maar toch wel in het bijzonder over het zelfroosteren van Sabic. Volgens de jury wordt de traditionele aanpak van
6 16 iMaintain
IMA06 H hoofdinterview.indd 12
22-06-16 14:04
INTERVIEW 13
de ploegendienst hiermee doorbroken en beweegt het project tegelijkertijd mee met de veranderingen in de samenleving, zoals individualisering en eigen verantwoordelijkheid. ‘Het management heeft een visie en kijkt niet alleen naar de standaard performance-indicatoren van de business, zoals return-on-investment’, zo meldt het juryrapport. ‘Het project is ontstaan uit de samenwerking tussen vakbonden, ondernemingsraad en Sabic, die gezamenlijk de noodzaak zien voor sociale innovatie. De maatschappelijke oriëntatie en implicatie van dit project is groot.’
Eigenaarschap Natuurlijk zaten er ook wel risico’s aan het project. Op het gebied van veiligheid bijvoorbeeld. Berends: ‘Voorheen werkten we met vaste ploegen, maar door het zelfroosteren is de samenstelling van teams elke keer weer anders. In onveilige situaties hebben vaste teams vaste patronen. Dan gaan veel zaken bijna vanzelf. Dat is nu minder vanzelfsprekend. Daarom hebben we vaker geoefend. En met een goed resultaat.’ Ook was het best spannend hoe nieuwe combinaties van mensen gingen werken. ‘Als je alles centraal inplant, kun je rekening houden met de karakters van de
“
De maatschappelijke oriëntatie en implicatie van dit project is groot.’
mensen. Je probeert dan in te schatten wie bij elkaar passen en wie niet. Maar ook of teams wel evenwichtig in elkaar zitten. Met zelfroosteren is dat minder mogelijk. Uiteindelijk zijn verschillende combinaties verrassend goed uitgepakt en natuurlijk klikt het soms ook wat minder.’ Door de bank genomen heeft het door elkaar husselen vooral positief gewerkt. ‘Mensen leerden ook andere collega’s beter kennen. Daarvoor kenden ze verschillende collega’s wel van gezicht en was het beeld vooral van horen spreken. Ze komen er nu achter dat ze heel veel leuke collega’s hebben, die ze voorheen niet zo goed kenden.’ Goed voor de onderlinge cohesie. Ook heeft het zelfroosteren het gevoel van eigenaarschap onder de operators goed gedaan. Berends: ‘Dat is veel meer op fabrieksniveau komen te liggen. Voorheen was de ploeg die operationeel was op dat moment altijd ‘de beste’. Maar nu is het een groot team met de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de hele plant.’
Powernap De volgende stap voor Henk Berends is het uitrollen van zelfroosteren naar de andere compounding-fabrieken die onder zijn verantwoordelijkheid vallen. Uiteraard zal hij ook ondersteuning bieden als de meer hardcore chemische installaties op de site van Bergen op Zoom over gaan naar dit nieuwe werken. Voor zijn eigen fabrieken denkt hij al weer verder. ‘Wat nu? Mmmm’, twijfelt hij nog even. ‘Ach, loop maar even mee.’ Een eindje verderop in de gang opent hij een deur van een kamer waar pontificaal een moderne fauteuil staat. ‘Dit is mijn nieuwe project. De powernap. Vooral tijdens de nachtdiensten kan een korte slaap veel goed doen. Er is best veel onderzoek gedaan naar prettig werken en geconcentreerd blijven tijdens nachtdiensten. Bijvoorbeeld naar de invloed van licht. Echt duidelijke conclusies zijn vooralsnog alleen te trekken uit onderzoek naar de invloed van de powernap en het zelfroosteren. Die twee helpen echt.’ ■
6
iMaintain 16
IMA06 H hoofdinterview.indd 13
22-06-16 14:04
14 MAINTENANCE EN INFORMATISERING
Slim systeem koppelt informatiestromen De site van BP in het Rotterdamse Europoort-gebied oogt nu nog rustig, maar volgend jaar zal dat beeld er heel anders uitzien. De raffinaderij bereidt zich nu al voor op de grootste stop in dertig jaar, die in 2017 is gepland. Op het hoogtepunt is er zo’n drieduizend man bezig de installaties schoon te maken, te inspecteren, te reviseren, te vernieuwen en te conserveren. Om alles in goede banen te leiden, koos teamleader Events Henk van der Meer van BP voor het stroomlijnen van alle informatiestromen in één informatiesysteem.
David van Baarle
BP Raffinaderij Rotterdam is met een dagelijkse productie van vierhonderdduizend vaten een van de grootste raffinaderijen van Europa. De raffinaderij is in 1967 in bedrijf genomen en sindsdien gestaag uitgebreid. De laatste turnaround was in 2013. Van der Meer: ‘Na die laatste stop kwamen we tot twee conclusies: we wilden de informatiestromen kanaliseren en de tijd die we nodig hadden voor de voorbereiding verkorten.’ Die wens uitspreken is één ding, maar in de wereld van de raffinage zijn de informatiestromen zeer divers. ‘BP concurreert wat betreft formaat en efficiency met de top van de raffinagebedrijven en ook onze turnarounds moeten world class zijn. Veel contractors hanteren hun eigen systemen en werken soms nog met Excelsheets. Maar ook binnen onze eigen organisatie werken we met diverse informatiesystemen. Als iedereen in zijn eigen systeem werkt, is het echter lastig om de werkzaamheden te stroomlijnen en overzicht te houden over de vorderingen. We stelden ons dan ook ten doel de tijd van de voorbereiding te verkorten, de kwaliteit te verbeteren en de werkzaamheden ‘as scheduled’ uit te voeren. Om dat te bereiken, wilden we nog maar met één informatiesysteem werken. We denken daarmee uiteindelijk de voorbereidingstijd terug te kunnen brengen. We leggen namelijk alle activiteiten al vast, registreren de wijzigingen in de scope gedurende het proces en kunnen zo alle repeterende activiteiten een volgende keer hergebruiken.’
Efficiënter en effectiever Eerste stap in het proces naar een centraal informatiesysteem was een inventarisatie van het huidige ICT-landschap. ‘Dat bleek in de praktijk heel complex. We gebruiken acht tot negen verschillende systemen met verschillende input en verschillende stadia van volwassenheid. Nadat we de systemen in kaart hadden gebracht, begon de
6 16 iMaintain
IMA06 I thema.indd 14
zoektocht naar een oplossing om de informatiestromen van al die systemen te bundelen. Er waren meerdere pakketten op de markt die dit konden, maar één sprong er voor ons bovenuit: Roser Consys.’ Het pakket is ontwikkeld door Martin Veen, een voormalig planner die zelf veel ervaring had met turnarounds. Die ervaring zie je in het pakket terug, zegt Andre Romijn die binnen het projectteam verantwoordelijk is voor de implementatie van de werkvoorbereidingsmodule van Roser. ‘Door efficiënter en effectiever te werken, zijn forse kostenbesparingen mogelijk, met name in de fases van scoping, werkvoorbereiding en oplevering. Afgezet tegen de bedragen die er in een stop omgaan, gaat het dan om veel geld. Bijkomend voordeel is dat je niet alleen de stop efficiënter uitvoert, maar dat je ook alles meepakt dat er om heen zweeft. Je reduceert de papierstromen, administratielasten en rapportages. Het is uiteindelijk lastig om alle kostenbesparingen te relateren aan een softwarepakket, maar dat het zijn geld oplevert, heeft het verleden wel bewezen.’ De software laveert de operators, engineers en maintenance-experts eenvoudig en uniform door de verschillende fases van een stop. Iedereen krijgt daarbij zijn eigen rol en afhankelijk daarvan toegang tot de voor zijn werkzaamheden relevante informatie. ‘Je moet er voor waken dat contractors niet zomaar bij elkaar in de data kunnen duiken’, zegt Van der Meer. ‘Aan de andere kant moet je ze ook weer niet beperken in de informatievoorziening.’ Van der Meer geeft een voorbeeld van een van de voordelen van het systeem: ‘Het is bijvoorbeeld mogelijk om assets te isoleren, vrij te maken en te blinden, ofwel veilig te stellen. Via een progresssysteem, met daar waar nodig een zogenaamd ‘HOLD point’, weet iemand die bijvoorbeeld aan een oven werkt of deze
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-06-16 14:10
FOTO’S: BP
MAINTENANCE EN INFORMATISERING 15
is vrijgegeven voor de activiteiten die hij komt uitvoeren. Als hij zijn werk heeft uitgevoerd, kan hij dat aangeven, zodat het systeem de volgende medewerker kan inlichten dat hij kan beginnen. Nog mooier is dat het systeem met barcodes werkt zodat het een kwestie is van het inscannen van een tag op een asset via een mobile device. Er zijn ATEX-gecertificeerde PDA’s verkrijgbaar, dus kunnen we het systeem in principe voor de gehele site gebruiken. Daarmee wordt opnieuw een hoop papierwerk vermeden.’
Up-to-date Hoewel nog niet alle contractors bekend zijn, wil Van der Meer wel rekening houden met de selectie van contractors die aan boord worden gehaald en met de ervaring die zij hebben met Roser. ‘Uiteindelijk kunnen we ook een zeer uitgebreide kostencalculatie maken doordat er templates kunnen worden gemaakt voor het berekenen van het aantal benodigde units, materialen en werkprocessen. We kunnen dus van tevoren de scope bepalen en daarop de budgetten per discipline bepalen. De contractor kan daarmee ook veel eerder beginnen met zijn eigen voor-
bereiding en voldoende materiaal, materieel en personeel inkopen of vrijmaken om de klus op tijd te klaren.’
Van der Meer: ‘Als iedereen in zijn eigen systeem werkt, is het lastig om werkzaamheden te stroomlijnen en overzicht te houden over de vorderingen.’ Het scoping-proces is op het moment van publicatie van deze editie zo goed als afgerond. Dat betekent dat de verdeling van de werkpakketten hoogstwaarschijnlijk in volle gang is. ‘In totaal verdelen we zo’n vier- à vijfduizend werkpakketten, variërend van inspecties van leidingdelen, werkzaamheden aan equipment of bijvoorbeeld reparaties’, zegt Van der Meer. Er staat ook een aantal aanpassingen gepland. ‘Na deze turnaround hebben we weer een up-to-date plant die voldoet aan de betrouwbaarheids- en veiligheidseisen die de wetgever stelt. Het mooie is dat iedere contractor de volledige documentatie krijgt van zijn eigen scope. Wie een
wanddiktemeting aan een drum moet uitvoeren, krijgt de integrale specs van de drum, maar ook informatie over de te gebruiken inspectietechniek. Bovendien kunnen de werkzaamheden worden opgesplitst in de diverse disciplines zoals E&I, WTB enzovoorts. In principe kan een contractor zo goed als standalone werken, alhoewel we twintig procent van de werkpakketten als zeer kritisch hebben aangeduid. Daar zullen we zelf de lead nemen.’ Door de constante en open informatievoorziening, groeit de waarde van het systeem naar mate de voorbereidingen vorderen. ‘We maken een begroting, voeren aanpassingen door, kunnen foto’s toevoegen evenals de QC-documenten. Alles wat in SAP beschikbaar is, is ook in dit systeem beschikbaar. Andersom kunnen we de data in Roser ook weer in SAP terugvoeren. Op die manier weet je niet alleen of een job technisch goed is beschreven, maar controleer je ook op consistentie in de scope. Ook commercieel. Als je bijvoorbeeld vier stekers hebt begroot en uit de data blijkt dat er vijf nodig zijn, dan weet je dat je financieel uit de pas loopt. Nu beoordeelt zowel de eventmanager
6
iMaintain 16
IMA06 I thema.indd 15
22-06-16 14:11
09FOT
STRATT+ INDUSTRIAL MANAGEMENT
Divisies:
n Industry n Safety n Technical Documentation n Aerospace Stratt+ voor technische adviezen, projecten en processen in de industrie. Extra kennis en capaciteit met persoonlijke aandacht en kwaliteit.
MAATWERK IN INDUSTRIE! Vestiging Zeeland Amundsenweg 29 4462 GP Goes
Hoofdkantoor Stationsweg 45 3331 LR Zwijndrecht
T. 078 - 6120 320 I. www.stratt.nl E. welkom@stratt.nl
GF SERIE Warmtebeeldcamera voor zowel gaslekdetectie als industriële inspecties
www.sensorbv.nl
IMA06 Advertenties.indd 16
info@sensorbv.nl
0416 - 369473
warmtebeeldcamera.nl
22-06-16 14:13
MAINTENANCE EN INFORMATISERING 17
als de planner en de costcontroller een werkpakket en als ze allemaal hun vinkje hebben gezet, kunnen we hem bevriezen. Vervolgens zorgt een API tussen het systeem voor de doorzet naar planning en scheduling, die vervolgens weer terugkoppelt naar Roser.’
‘We kunnen alleen maar excelleren als we zo snel, efficiënt en veilig mogelijk werken.
Grip houden Als alles volgens planning verloopt, is de definitieve planning drie maanden voor de daadwerkelijke turnaround klaar. ‘Zo’n turnaround verloopt in drie fases. In de eerste fase wordt alles uit bedrijf genomen, vervolgens begint het onderhoudsen revisiewerk om daarna alles op te leveren en op te starten. Zodra de contractors beginnen met hun werkzaamheden, bouwen we verder aan de verrijking van de informatie. Misschien nog wel belangrijker is dat we grip blijven houden op de processen en de vorderingen kunnen monitoren. Doordat men al het uitgevoerde werk moet terugkoppelen naar het systeem, zie je direct waar vertraging optreedt en wat dat betekent voor de vervolgprocessen. Wat ook een voordeel is, is dat alle QC-punten direct worden geregistreerd. Daardoor heb je een veel fijnere controle. Waar de kwaliteitscontrole voorheen op gebiedsniveau bleef hangen, kan je nu op procesniveau kijken naar de vorderingen.’ Uiteindelijk zit de meeste kostenbesparing in het versnellen van de doorlooptijd. ‘De investering die we nu doen, verdienen we over vijf jaar terug bij de volgende stop’, zegt Van der Meer. ‘We hebben in Nederland nu eenmaal hoge kosten en hoge
lonen. Dan kunnen we alleen maar excelleren als we zo snel, efficiënt en veilig mogelijk werken. Om maar een voorbeeld te noemen: In het verleden waren vergunningen nog wel eens een bottleneck voor de doorlooptijd van een project. Nu kan men vergunningen van tevoren aanmelden en wordt het ook mogelijk vergunningen te clusteren. Daarnaast heeft iedereen die zich op de site bevindt, een badge met een tag. Als ze deze scannen, kunnen we direct zien of iemand voldoende competent en gekwalificeerd is om een bepaalde klus uit te voeren.’ Maar ook de logistieke planning zal de hands-on-tooltime (HoTT) een stuk kunnen vergroten. ‘Als een inspecteur groen licht krijgt, weet hij dat hij een vat in kan, dat hij vrij van medium is en men heeft er ook voor gezorgd dat er een ladder klaarstaat. De koppeling van informatiestromen zorgt ervoor dat de keten in één keer door kan, zonder onnodig oponthoud omdat voorzieningen of vergunningen ontbreken.’
Cultuurverandering Van der Meer en Romijn hebben uiteraard ook tijd en geld uitgetrokken voor de nodige opleidingen en trainingen. ‘BP heeft een eigen training ontwikkeld, maar Roser heeft ook een e-learning tool die de betrokken medwewerkers helpt bij het werken met de diverse modules. Inmiddels zijn de namen bekend van degenen die de jobs gaan leiden. We bouwen nu teams op die niet alleen wat technische competenties betreft in balans zijn, maar ook wat betreft ervaring.’ De grootste uitdaging is misschien nog wel de cultuurverandering die een dergelijk transparant systeem met zich meebrengt. ‘Je gaat toch morrelen aan koninkrijkjes’, besluit Van der Meer. ‘Teams die heel goed of juist iets minder presteren, houden sommige informatie liever voor zichzelf. Wij willen juist graag weten waar de verschillen in zitten en wat we daarvan kunnen leren.’ ■
6
iMaintain 16
IMA06 I thema.indd 17
22-06-16 14:11
18 FIELDLABS
Gegevensanalyse moet leiden tot voorspelbaar onderhoud Bedrijven werken steeds vaker samen aan het ontwikkelen van smart industry oplossingen voor onderhoud. In zogenaamde fieldlabs digitaliseren ze processen en genereren ze data om slimmer onderhoud mogelijk te maken. Dat is nodig, want onderhoud gebeurt vaak nog niet erg slim, zo klonk het tijdens een bijeenkomst van Profion Maintenance Linqs in Tilburg. Deelnemers werden meegenomen op een tour d’horizon van Nederlandse fieldlabs en hoorden het verhaal achter Campione, Smash en Camino. ‘Vaak gaat het om oplossingen die allang mogelijk zijn, maar we doen het niet.’ Elias de Bruijne
De opkomst van fieldlabs is geen overbodige luxe, stelt Henk Akkermans, directeur van World Class Maintenance. ‘Slechts vijf à tien procent van het onderhoud dat in de industrie wordt uitgevoerd, gebeurt op basis van data, terwijl veel gegevens gewoon beschikbaar zijn, bijvoorbeeld over temperatuur en energieverbruik. In de meeste gevallen wordt onderhoud te vroeg gepleegd of te laat. Dat is vreemd voor een sector waarin jaarlijks tussen de twintig en dertig miljard euro wordt omgezet. Fieldlabs, centra voor open innovatie waarin tussen de 25 en 40 partijen samenwerken, zoeken naar manieren om dat slimmer te doen en een duur en ingewikkeld project haalbaar te maken voor meerdere partijen.’ Kort door de bocht komt het steeds vooral neer op het genereren van een grote hoeveelheid data, die vervolgens door experts wordt geïnterpreteerd. Zij zoeken correlaties die uiteindelijk honderd procent voorspelbaar condition-based onderhoud mogelijk moeten maken.
Laag risico Van de fieldlabs die aan de orde komen, staat Campione het verst in zijn ontwikkeling. Het project, dat werd gestart in het najaar van 2015 met de oprichting van een eerste living lab – een locatie waar een bepaalde techniek die in een labomgeving getest is, in een reële situatie wordt getest – richt zich op innovatie in de procesindustrie. Onlangs werd op de Chemelot site in Geleen een nieuw living lab geopend: het Sitech Asset Health Center (SAHC), waar 38 mensen werken aan de monitoring van de fabrieksinstallaties van 23 plants en plantdelen op de site. Het centrum kan in totaal tweehonderdduizend assets monitoren. Het project heeft een looptijd van vijf jaar en draait op een investering van 2,5 miljoen euro, waarvan 0,9 miljoen subsidiegeld. Doordat er achttien partners
6 16 iMaintain
IMA06 J PML.indd 18
aan het project zijn verbonden en de pilot klein wordt gehouden, is het investeringsrisico vrij laag. Tegelijkertijd kan de techniek gemakkelijk worden opgeschaald doordat er veel soortgelijke apparatuur wordt gebruikt.
Connecting the dots Het grote doel van het SAHC is voorspelbaar onderhoud met ‘zero surprises’. Dat gebeurt door assets constant te monitoren. Op basis van de data proberen experts vervolgens een verband te leggen tussen bepaalde datawaardes en faalgedrag. Om de data binnen te halen, wordt er vooral gebruik gemaakt van sensoren. Maurice Jilderda, projectleider Predictive Analytics, noemt het voorbeeld van een fabriek waar 330 sensoren zijn geplaatst op allerlei assets. ‘Die sensoren geven een alarm bij afwijkende waarden. Op een gegeven moment was er sprake van afwijkende waarden bij de ventilatoren. De afdeling engineering kreeg de melding binnen, zag dat het om fouling ging, schakelde de controlekamer in en de ventilatoren werden direct schoongemaakt. Zo kun je adequaat handelen.’
‘Er liggen heel veel kansen, soms veel dichterbij dan je denkt.’ Jilderda denkt overigens niet dat het echt innovatief is wat er in zijn centrum gebeurt. ‘Er is eerder sprake van ‘connecting the dots’. In feite doen we niets anders dan monitoren. Veel technieken waren al mogelijk, maar wij combineren alles op één plek.’
Baggerschip Ook de maritieme industrie investeert in smart maintenance. Zo meten verschillende bedrijven binnen fieldlab Smash
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-06-16 13:54
FIELDLABS 19
(Smart Maintenance of Ships pilot project) de conditie van schepen met behulp van sensoriek en gegevensanalyse. Sander Steenbrink is als general manager Corporate Research and Development bij Boskalis, één van de initiatiefnemers, betrokken bij het project. ‘Schepen zijn in feite drijvende fabrieken, die gevoelig zijn voor onderhoud. Bij Boskalis begonnen we ongeveer een jaar geleden na te denken over hoe we slimmer onderhoud aan onze schepen zouden kunnen doen. We verzamelen binnen Smash nu vooral heel veel data. De vraag is wat je daar vervolgens mee kunt. Kun je die data bijvoorbeeld zonder veel kennis van zaken in een grote bak stoppen, waarna een logaritme je iets vertelt over de toestand van het schip?’ Ze begonnen klein, met het monitoren van één onderdeel. Er werden procesgegevens van de baggerpomp van een baggerschip verzameld, waarna werd geanalyseerd hoe de data voor en na onderhoud van elkaar verschilden. Die gegevens moesten vervolgens in kaart worden gebracht. Steenbrink: ‘In feite zit je op dat moment met een classificatieprobleem. Je moet dan met zoekmachineachtige logaritmes door al die data heen om er lijn in aan te brengen. We hebben tachtig procent van de data gebruikt om een voorspellend model te trainen, waarbij we keken naar hoe vaak het model de situatie juist inschatte en hoe vaak onjuist. De overige twintig procent van de data gebruikten we voor evaluatie.’
Duiden Steenbrink denkt dat het nog wel even duurt voor de techniek zover is ontwikkeld dat men precies kan voorspellen wanneer onderhoud nodig is. De zoektocht is ook nog maar net begonnen. ‘Nu is er alleen gefocust op de waterpompen, maar dat is slechts een fractie van wat er kan worden gemeten. In ieder geval is dit een goede ontwikkeling, want tot nu toe moesten we ook correctief onderhoud plegen, wat soms heel ongelegen komt. Het is goed dat in het fieldlab verschillende partijen kunnen werken aan verbetering. Dat is ook nodig, want als scheepseigenaar kun je dit niet alleen. Voor het duiden van de meetgegevens moeten we samenwerken.’
Weg Het derde en laatste fieldlab dat de revue passeert, is Camino, ‘weg’ in het Spaans. Het project werd eind 2015 afgetrapt met meer dan vijftig deelnemers uit de infra sector. Het lab richt zich op voorspelbaar onderhoud voor infrastructurele werken, waarbij net als bij de andere fieldlabs gebruik wordt gemaakt van sensoren, data-voorspellingsmodellen, big data en internet of things. In het werkveld valt nog een boel te winnen. Akkermans: ‘In de infrastructuur wordt niet veel gemeten, uitzonderingen daargelaten. We zouden veel meer informatie kunnen verzamelen over wegen, spoorwegen, telecom- en elektriciteitsinfrastructuur en riolering’. Tot nog toe richtte het fieldlab zich in haar
samenwerking op de vierhonderd kilometer aan persleidingen van Waterschap Vechtstromen, de 875 kilometer riolering van de gemeente Enschede, het asfalt van de zes landingsbanen en 131 vliegtuigopstelplaatsen van Schiphol, de 140.000 kilometer aan laagspanning elektriciteitskabels van Enexis en Liander en de 2.800 kilometer spoor die Strukton Rail in Nederland onderhoudt.
Pigging Vaak is een slimme oplossing dichtbij. Akkermans noemt als voorbeeld het potentieel bij de waterschappen. Gemiddeld hebben deze bedrijven voor zo’n half miljard aan infrastructuur onder en boven de grond liggen. Vaak is het materiaal, dat meestal stamt uit de jaren zeventig, verouderd. Akkermans: ‘Een gemiddeld waterschap heeft vierhonderd kilometer aan drukleidingen. Per jaar gaan er een à twee kapot, maar vaak is onduidelijk waar ze precies liggen. En de grap is: de waterschappen hebben alles in huis om daar op een simpele manier achter te komen, maar ze doen er niets mee. Ze hebben een pigging-installatie waarmee een bal door de leidingen kan worden gestuurd, maar er nog niet over nagedacht om daar een sensor op te bevestigen zodat de locatie van de leiding in kaart kan worden gebracht en de wanddikte kan worden gemeten. Er liggen heel veel kansen, soms veel dichterbij dan je denkt.’ ■
6
iMaintain 16
IMA06 J PML.indd 19
22-06-16 13:54
09FOT
20 WHAT’S NEXT
Voor de kust van Northumberland, Noord-Engeland, installeren BAM en Van Oord vijf afzinkbare fundaties voor windturbines in de Noordzee.
Windturbines staan op zeebodem Het gaat om een demonstratieproject. De opdracht komt van een dochteronderneming van EDF Energy Renewables. De windturbines staan straks op de zeebodem, er gaan geen palen de grond in. Net als bij de afzinkbare elementen voor tunnels onder water, bouwt de aannemer het fundatie-element aan land op. Op de betonnen cilinder met een diameter van dertig meter komt een kegel van prefab-segmenten en in het midden een stalen buispaal met een hoogte van zestig meter. Met een schip wordt de fundatie naar dieper water gebracht
waar de stalen buispaal vol wordt gestort met zand, waardoor zij naar de bodem zinkt. Rond de voet worden stenen aangebracht. Zwaartekracht en diameter moeten voldoende zijn voor de stabiliteit.
6 16 iMaintain
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
Goedkoper
FOTO: BAM
Volgens BAM is deze manier van funderen op grotere diepte, tot veertig meter, goedkoper dan palen de zeebodem in heien. Windparken aan onze kant van de Noordzee staan doorgaans waar de diepte zo’n 20 tot 25 meter is.
IMA06 G whats next.indd 20
22-06-16 14:09
WHAT’S NEXT 21
Windturbine-ontwerper en -producent Lagerwey heeft een zelfklimmende kraan ontwikkeld voor een snellere en goedkopere bouw van windturbines. De kraan heeft geen grote kraanopstelplaats nodig, waardoor het mogelijk wordt op voorheen onmogelijke locaties windturbines te bouwen, zoals bij dijken, bergruggen, bossen en op drassig terrein. Daarnaast kan de kraan hijsen met windsnelheden tot vijftien meter per seconde. Het idee van de klimmende kraan komt uit de koker van de ontwerper van windmolens Henk Lagerweij: ‘Windturbines worden steeds groter, zwaarder en hoger. Dat betekent enerzijds dat we met minder windmolens meer energie produceren. Anderzijds wordt het bouwen van zulke hoge masten steeds duurder. De kranen die hoge windturbines kunnen bouwen, zijn schaars en duur. Ook nemen ze veel ruimte op de bouwplaats in beslag of moet begroeiing worden gekapt. Dat bracht mij op het idee een kraan te ontwerpen die met de mast mee klimt terwijl hij deze opbouwt.’ Lagerwey vervoert deze kraan op drie reguliere trailers en bouwt hem binnen een halve dag op. Ook heeft de kraan maar een kleine kraanopstelplaats nodig. Dezelfde kraan kan ook worden gebruikt voor eventueel onderhoud. Het ontwerp van de kraan is afgerond. Lagerwey wil een eerste prototype van de kraan begin 2017 testen. De kraan past op dit moment alleen op de modulaire stalen masten die Lagerwey gebruikt voor
FOTO: LAGERWEY
ZELFKLIMMENDE KRAAN BOUWT WINDTURBINES
het bouwen van de torens van een windturbine. De modulaire mast bestaat uit stalen platen die op de bouwlocatie aan elkaar
worden gemonteerd door middel van bouten in voorgefabriceerde uitsparingen. Langs dezelfde uitsparingen klimt de kraan omhoog.
VERPLAATSBARE WONINGEN IN DAG GEPLAATST
ONE is een verplaatsbare woning bedoeld als tijdelijk onderkomen voor eenpersoonshuishoudens.
Heijmans heeft voor woningcorporatie Wonen Limburg in Weert de eerste tien van in totaal dertig ONE-woningen geplaatst. ONE is een verplaatsbare woning bedoeld als tijdelijk onderkomen voor eenpersoonshuishoudens. In de volgens Heijmans in één dag te plaatsen woning bevinden zich alle benodigde faciliteiten: woonkamer, keuken, slaapkamer en badkamer. Het bouwbedrijf ontwikkelde de prefabwoningen voor hoogopgeleide jongeren tussen de 25 en 35 jaar, die net de woningmarkt instappen en te veel verdienen om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning, maar te weinig voor de vrije sector.
6
iMaintain 16
IMA06 G whats next.indd 21
22-06-16 14:09
22 WHAT’S NEXT
VOORBEREIDINGEN DRONEPROJECT IN ANTWERPSE HAVEN Orange, iMinds en Rombit beginnen met een uniek drone-project in de Antwerpse haven, namelijk het zogenoemde AGILE-project (Adoptive Gateways for Diverse Multiple Environments). Het project heeft als doel een open, flexibel en breed toepasbaar Internet-of-Things platform te ontwikkelen voor bedrijven en ondernemers, waarop zij dan hun diensten kunnen aanbieden en testen. Met drones die allerhande metingen en scans zullen uitvoeren, is het de bedoeling de haven van Antwerpen helemaal klaar te maken voor de toekomst. Zo zullen er casestudies worden uitgewerkt op het gebied van camerabewaking en de inspectie van infrastructuur. Drones kunnen inbreuken op de milieuwetgeving snel en accuraat detecteren, de water- en luchtkwaliteit te allen tijde meten en onverwachte obstakels op de waterwegen meteen doorgeven aan de centrale.
KETTINGLOZE ELEKTRISCHE FIETS Binnenkort gaat de elektrische fiets van de in het Deense Sønderborg gevestigde fietsenfabrikant Bike2 in productie. Bijzonder is dat deze fiets geen ketting heeft. Het voordeel daarvan is dat er minder mechanische slijtage is en een grote ont-
werpvrijheid. De oplaadbare accu levert een actieradius van vijftig kilometer. Wie de accu wil sparen of met een uitgeputte accu verder moet fietsen, kan door te trappen met de generator de benodigde elektriciteit opwekken.
PELTIEREFFECT WAARGENOMEN IN GRAFEEN
GARDENGARTEN EN T.E.S.T. WINNEN TU/E CONTEST
6 16 iMaintain
IMA06 G whats next.indd 22
Biomedical Engineering, en zijn team ontwikkelden T.e.s.t.: een mobiele applicatie waarmee nierpatiënten thuis de werking van hun nieren kunnen monitoren.
FOTO: BART VAN OVERBEEKE
De jaarlijkse TU/e Contest, de innovatiewedstrijd voor studenten van de Technische Universiteit Eindhoven, is gewonnen door de ‘GardenGarten’ van Michael Verhage en ‘T.e.s.t.’ van het team van Boris Arts. De jaarlijkse wedstrijd is een samenwerking tussen de Technische Universiteit Eindhoven en meer dan twintig bedrijven en organisaties uit de Brainport regio. De winnaars ontvingen een cheque voor de kickstart van hun innovaties. Met de TU/e Contest willen betrokken partijen studenten uitdagen hun innovatieve idee of prototype door te ontwikkelen tot een verkoopbaar product. Van de in totaal 183 ingediende ideeën streden de twintig beste ideeën tijdens de finale om de titel. Hierbij werd onderscheid gemaakt tussen de categorieën ‘idee’ en ‘prototype’. Michael Verhage, student Applied Physics, bedacht de GardenGarten: een afgesloten en volledig gecontroleerde omgeving waarmee ieder huishouden zelf groenten en fruit kan verbouwen. Boris Arts, student
De winnaars zijn gekozen door een jury die bestond uit mensen van de TU/e en afgevaardigden van verschillende bedrijven en overheden. Naast het geldbedrag kunnen de studenten rekenen op ondersteuning van het TU/e Innovation Lab en een werkplek op de High Tech Campus voor de doorontwikkeling van hun innovaties.
Onderzoekers van Rijksuniversiteit Groningen en de University of Manchester hebben voor het eerst het Peltiereffect rechtstreeks waargenomen in grafeen van één of twee atomen dik. Het Peltiereffect is een temperatuurverschil dat ontstaat wanneer spanning wordt gezet op twee elektroden die verbonden zijn met een halfgeleidermateriaal. Door het Peltiereffect kan opwarmen en koelen elektronisch worden geregeld. De onderzoekers hebben aangetoond dat het effect kan worden omgeschakeld van opwarmen naar koelen door het soort en de dichtheid van de ladingdragers binnenin het materiaal te variëren. Thermo-elektronica kan een rol spelen in het beheersen van warmte en in het genereren van elektrische energie uit afvalwarmte. De groep zeer dunne materialen die aan het ontstaan is met een dikte van één atoom, zoals grafeen, biedt veel mogelijkheden, omdat het relatief makkelijk is de thermo-elektrische eigenschappen van deze materialen te regelen.
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-06-16 14:09
WHAT’S NEXT 23
Shell, Warmtebedrijf Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam gaan restwarmte, die vrijkomt bij de raffinaderij van Shell Pernis, leveren aan de regio Rotterdam. Het project moet voldoende energie leveren om in de warmtebehoefte van 16.000 huishoudens te kunnen voorzien. Op jaarbasis kan dit de CO2-uitstoot door huishoudens tot met zo’n 35.000 ton reduceren. Verbetering van de energie-efficiëntie is belangrijk voor Pernis en Shell Moerdijk, de productielocaties van Shell in Nederland. Het besluit om samen met andere partijen restwarmte te gaan leveren, vormt een volgende stap in het verbeteren van de efficiëntie. Samenwerking is essentieel voor een succesvolle energietransitie. ‘Shell Pernis behoort nu al tot de meest energie-efficiënte raffinaderijen ter wereld’, zegt Jos van Winsen, general manager Shell Pernis. ‘Dit project moet ertoe leiden dat de netto uitstoot van CO2 van de regio Rotterdam verder zal afnemen.’ Allard Castelein, CEO Havenbedrijf Rotterdam: ‘Na AVR is Shell het tweede bedrijf dat warmte gaat leveren aan afnemers buiten de haven. Dit is een belangrijke stap in het realiseren van een groot warmtenetwerk met diverse bronnen in de haven en met afnemers in heel Zuid-Holland. Bij de industrie in de Rotterdamse haven komt veel warmte vrij die binnen de haven niet kan worden benut. Ons streven is zo veel mogelijk van die warmte via een netwerk nuttig te gebruiken. Zowel fossiele als hernieuwbare warmte. Daarmee houdt zo’n netwerk ook op lange termijn zijn waarde.’ Het project is de eerste bedrijfsspecifieke
FOTO: SHELL
SHELL GAAT RESTWARMTE AAN REGIO ROTTERDAM LEVEREN
afspraak tussen het bedrijfsleven en het Rijk, die een bijdrage moet leveren aan het realiseren van de energiebesparingsdoelstellingen uit het Energieakkoord. In het Energieakkoord zijn afspraken gemaakt over energiebesparing, schone technologie en klimaatbeleid. Zo is er onder andere afgesproken dat de energieintensieve industrie in 2020 voor negen petajoule aan energiebesparing nastreeft. Met het project is een totale investering van ongeveer zestien miljoen euro gemoeid, waarvan het Havenbedrijf Rot-
terdam ongeveer acht miljoen euro voor rekening neemt. Shell investeert in de installaties die het mogelijk maken de restwarmte uit de raffinaderij gecontroleerd af te voeren. Havenbedrijf Rotterdam investeert in de warmteleiding die zorgt voor het transport van Shell Pernis naar het bestaande warmtenet. Het Warmtebedrijf Rotterdam investeert in de aansluiting op het bestaande warmtenet, het beheer, operatie en onderhoud van het warmtenet en zorgt voor de distributie van de warmte aan haar klanten.
3D BUILDER PRINT GEBOUWEN IN ELKE GEWENSTE VORM De eerste 3D Builder ter wereld is begin juni in gebruik genomen op FabCity. Deze robot print steen en beton in elke gewenste vorm. De 3D Builder gaat op FabCity, de tijdelijke duurzame campus op de Kop van het Java-eiland in Amsterdam, een begin maken met de bouw van het Landscape House op schaal 1:4. De methode van de 3D Builder is te vergelijken met een inkjet printer, maar in plaats van inkt op papier te druppelen, wordt een bindvloeistof laag voor laag op zand gedruppeld die zo verhard tot steen in elke gewenste vorm. De nu in Amsterdam gebruikte materialen komen veel voor in de natuur en werden door de Romeinen en Chinezen al eeu-
wen geleden gebruikt voor het versterken van bijvoorbeeld de Chinese muur. Nieuwe print-technieken voor bijvoorbeeld staal en isolatie kunnen in de toekomst worden gekoppeld. Ook kunnen in samenwerking met robotica-partner AcoTech uit Eindhoven rupsbanden onder de robot worden gezet, zodat deze straks autonoom over een bouwplaats kan rijden. In 2013 maakte architect Janjaap Ruijssenaars (Universe Architecture) bekend een gebouw zonder begin of einde (Landscape House) met een 3D-printer te gaan maken. Eind 2015 werd in opdracht van BAM, de eerste stap gezet; een 3D-geprint stadsbankje van steen voor de stad Amsterdam.
6
iMaintain 16
IMA06 G whats next.indd 23
22-06-16 14:09
Het iMaintain platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Het platform belicht op een journalistieke en onafhankelijke manier innovaties, behandelt actuele onderwerpen en inspireert. Via het vakblad iMaintain, met de website www.imaintain.info, met drie rondetafelmeetings per jaar, diverse bijeenkomsten en met een jaarcongres bereikt het iMaintain platform haar doelgroep.
Partnernieuws Tata Steel bespaart energie met groot isolatieproject Tata Steel heeft een twee jaar durend isolatieproject voltooid, waarmee op jaarbasis 42 miljoen KWh aan energie wordt bespaard. Dat komt overeen met het jaarlijks verbruik van zo’n 10.500 huishoudens. De energiebesparing is gerealiseerd door het extra isoleren van alle ruwijzermengers, de 400 ton zware torpedovormige wagons waarmee vloeibaar ruwijzer van de Hoogovens naar de Staalfabriek wordt vervoerd. Het ruwijzer heeft een temperatuur van zo’n 1500 graden Celsius. Dit koelt onderweg af. Dit temperatuurverlies is ongewenst voor de staalproductie: met heter ruwijzer kan efficiënter staal worden geproduceerd. Door een extra vuurvaste isolatielaag in de 25 mengers aan te brengen, wordt een forse energiebesparing gerealiseerd. NedTrain stopt voorlopig bouwplan Technisch Centrum De afgelopen twee jaar heeft NedTrain gewerkt aan het voorbereidingsproces voor de bestemmingsplanwijziging voor een nieuw te bouwen Technisch Centrum. Door actuele ontwikkelingen wil de directie zich richten op andere investeringen dan de bouw van het Technisch Centrum. Om reizigers voldoende zit- en staplaatsen te kunnen bieden, bestelt NS nieuwe treinen en moderniseert bestaande treinseries. De komst van de grote hoeveelheid nieuwe treinen vraagt om een andere verdeling van de onderhoudswerkzaamheden. De directie heeft besloten dat de prioriteit nu ligt bij het investeren in de huidige onderhoudsbedrijven om die gereed te maken voor de komst van de nieuwe treinen. De investeringen in de onderhoudsbedrijven van NedTrain krijgen voorrang boven de investering in Technisch Centrum Nijmegen.
Taco Mets bestuurslid VSN Op 2 juni is Taco Mets (Technical Director bij Van Meeuwen Industries) gekozen als bestuurslid van de Vereniging Smeerolieondernemingen Nederland (VSN) waar Van Meeuwen Industries met Van Meeuwen Lubrication B.V. lid van is. Hij volgt daarmee Frank van Meeuwen op die is teruggetreden en zich niet herkiesbaar heeft gesteld. Met de benoeming van Taco blijft Van Meeuwen een belangrijke bijdrage leveren aan de continuïteit en kennis van de VSN.
Partners van het iMaintain platform
Bekijk alle partnerfilmpjes op www.imaintain.info/platform
Contentpartner Kennis- en innovatiecentrum Maintenance Procesindustrie
Leden van het iMaintain platform
Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het iMaintain platform, kijk dan op www.imaintain.info of neem contact op met Mark Oosterveer: Mark@industrielinqs.nl – 020 3122 082
IMA06 Platform.indd 24
22-06-16 13:55
‘Expertquotes’ ‘Mooi nieuws. Onderhoud Mil. vliegtuigen levert veel geld op maar vraagt lange vóórfinanciering, dus overheid dank!’ Henk Akkermans (hoogleraar Universiteit Tilburg en wetenschappelijk directeur WCM) reageert op Twitter op het nieuws dat de financiering voor F35 onderhoud in Woensdrecht rond is.
‘Nieuwe technologische ontwikkelingen binnen het areaal brengen nieuwe monitoringsmogelijkheden, zo zien we in Amsterdam dat we voor de Noord/ Zuidlijn overgaan naar remote control en remote monitoring.’ Erik Bijlsma, asset owner gemeente Amsterdam, over trends die hij ziet in asset management op de website van Nederlands Instituut voor de Bouw.
‘De investering die we nu doen, verdienen we over vijf jaar terug bij de volgende stop. We hebben in Nederland nu eenmaal hoge kosten en hoge lonen. Dan kunnen we alleen maar excelleren als we zo snel, efficiënt en veilig mogelijk werken.’ Henk van der Meer, teamleider Events bij BP Raffinaderij Rotterdam, in een interview over een slim systeem dat verschillende informatiestromen voor een stop stroomlijnt, in deze iMaintain.
In de meeste gevallen wordt onderhoud te vroeg gepleegd of te laat. Dat is vreemd voor een sector waarin jaarlijks tussen de twintig en dertig miljard euro wordt omgezet. Henk Akkermans, hoogleraar Universiteit Tilburg en wetenschappelijk directeur WCM, tijdens een bijeenkomst van Profion Maintenance Linqs over Fieldlabs.
Het expertpanel van het iMaintain platform bestaat uit:
IMA06 Platform.indd 25
Henk Akkermans
Mark Haarman
Nico van Kessel
Ruud Schenk
Hoogleraar dynamiek van toeleveringsnetwerken, Universiteit Tilburg Wetenschappelijk directeur WCM
Managing Director, Mainnovation
Principal Consultant Asset Management, Tata Steel
Algemeen Directeur, ENGIE West Industrie
Erik Bijlsma Asset Owner, Gemeente Amsterdam
Hans Hennekam
Theo Knijff
Roelf Venhuizen
Manager IA Service Europe, Yokogawa
Operational Manager, Ki<|MPi
Voorzitter Profion, Bestuurslid Veiligheid Voorop, Voormalig CEO NAM
Jac de Boer
Rob de Heus
Cor van de Linde
Johan Wolt
Senior Consultant Asset Management & Maintenance, Tebodin
Champion World Class Maintenance, Sitech Services
Directeur innovatieplatform iTanks Maintenance Manager of the Year 2012
Maintenance Manager, AkzoNobel lndustrial Chemicals MCA Delfzijl Maintenance Manager of the Year 2014
Annemarie Burgemeester
Geert-Jan van Houtum
Henk van der Meer
Principal Consultant Asset Management, Dimensys
Professor Reliability, Quality en Maintenance, TU Eindhoven
Leo van Dongen
Ton Huibers
Taco Mets
Professor Maintenance Engineering, Universiteit Twente Directeur Fleet Services, NedTrain
Maintenance Manager, Vlisco Maintenance Manager of the Year 2013
Technical Director, Van Meeuwen Industries
Michel Grijpink
Giel Jurgens
Hans Peters
Learning & Development consultant, Hogeschool Utrecht
Asset Owner, Havenbedrijf Rotterdam
Teammanager, Drinkwaterbedrijf Dunea Maintenance Manager of the Year 2015
Teamleider Events, BP raffinaderij Rotterdam
22-06-16 13:55
[Sch
rijf
u nu
in]
ON TARGET In de samenwerking tussen partijen zorgt de juiste verhouding tussen strategie, KPI’ s en gedrag voor de beste prestaties. Maar wat is de juiste verhouding?
Blijf On Target met bijdragen van onder anderen:
Tussen sectoren en zelfs tussen bedrijven is daar een ander antwoord op. Het hangt vooral af van het gezamenlijke doel dat wordt nagestreefd. Wat is het doel en hoe blijf je On Target?
• Frank Verbeeten (Universiteit Utrecht) Strategische trends en de impact van strategie en KPI’s op prestatiemanagement.
Tijdens iMaintain PrestatieManagement, het congres van NVDO Sectie Suto en het iMaintain platform, wordt onderzocht wat nodig is om verder te komen. Met best practices uit de praktijk, resultaten van de NVDO Suto Benchmark en onderzoek van de Universiteit Utrecht en de Universiteit Tilburg ontdekt u wat u kunt doen aan uw strategie, KPI’ s en gedrag om On Target te komen en te blijven. Met ruim 100 vakgenoten, stevige inhoud, sterke discussies en een duidelijke koers brengt iMaintain PrestatieManagement u On Target.
• Wendy van der Valk (Universiteit van Tilburg) Welke factoren krijgen de relatie on target?
• Tom Meijerink (Schiphol), Geert Fuchs (RHDHV) Jouw contract, mijn contract. Videoverslag en discussie over verschillende onderhoudscontracten. • Henk Roedelmans (MOT), Olaf Rienks (Verwater) Op weg naar gezamenlijke doelen met MOVE • Monique Touw (School at Sea) Samenwerken en anderen inspireren vanuit creativiteit en verantwoordelijkheid. Bezoek www.imaintain.info/prestatie voor het hele programma of om direct te registreren.
Initiatiefnemers:
www.imaintain.info/prestatie Adv IMA PRES 20160620.indd 1 IMA06 Advertenties.indd 26
22-06-16 14:13 12:20 22-06-16
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
‘Bedrijven moeten jongeren een kans geven’ | Project Spoorbrug A1 loopt op rolletjes | Veranderende regelgeving voor flexwerkers | Nieuwe norm en inspectie verlagen brandrisico’s
IMA06 MA cover MaintNL.indd 27
22-06-16 13:53
Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?
aan! e j d l Me .nl o d v n . www schap at
> lidma
Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband
De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud
houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard
(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het
netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-
gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het
che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De
realiseren en in stand houden van het grootste onder-
vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-
houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke
derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies
doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-
binnen de branche in kaart.
Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • • • • • • • • • •
Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s Cursussen over onderhoudsmanagement Studiedagen met actuele thema’s Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten Vacaturebank Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn (wetenschappelijke) Onderzoeken NVDO Corrosie Helpdesk Jongerenboard
• • • •
NVDO Onderhoudskompas Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl
IMA06 MA cover MaintNL.indd 28
22-06-16 13:53
Van de voorzitter
Vmbo verdient kapitaalinjectie De grootste technische vmbo-school van ons land staat in Gorinchem. Het Vakcollege Techniek is een beroepsopleiding die jongeren zo goed mogelijk voorbereidt op een baan in de techniek. De opleiding duurt, afhankelijk van de gekozen route, vier tot zeven jaar. De leerling begint met vier jaar vmbo, met aansluitend een twee-/ driejarige mbo-opleiding. De leerlingen van deze opleidingen willen graag sleutelen, hun handen gebruiken. Dat is nou precies de reden waarom ze hiervoor hebben gekozen. Maar, als het aan de overheid ligt, moeten ze het straks doen met een simulatie in plaats van een echte windmolen. Veel te duur om aan te schaffen, want geld vanuit de overheid komt er niet. Ik ben er duidelijk in hoor, subsidies zouden inderdaad niet nodig hoeven zijn, behalve als het gaat om eerste levensbehoeften van strategisch belang voor de concurrentiekracht van de Nederlandse economie. En daar is goed (technisch) onderwijs er één van.
We zoomen even in op installatietechniek. Er zijn op dit moment negentien scholen in ons land die dit aanbieden, waarvan een groot deel minder dan tien leerlingen heeft. Dat gaat financieel natuurlijk niet goed. Een volledig ingericht leslokaal kost al gauw 600.000 euro aan inventaris. Om als school zo’n werkplaats rendabel te laten draaien, zijn er minsten honderd leerlingen nodig! Natuurlijk, er liggen plannen in de politieke kast, de vernieuwing van het vmbo is uitgewerkt, maar geld vrijmaken is er niet bij. Heel merkwaardig, want zoals ook ons Onderhoudskompas aangeeft, heeft het bedrijfsleven grote vraag naar leerlingen die van vmbo naar het mbo zijn doorgestroomd. Voor onze sector geldt de behoefte aan technisch geschoolde nieuwe collega’s. Als staatssecretaris Dekker zijn plannen echt wil laten slagen, zal hij zijn portemonnee moeten trekken, waarmee het vmbo-onderwijs ook werkelijk echt technisch onderwijs kan realiseren. En als hij het niet voor het bedrijfsleven doet, laat het hem dan voor de leerlingen zelf doen. Want alleen dan kunnen we de praktische talenten van kinderen op vmbo-niveau ontwikkelen, talenten waar heel veel (technische) bedrijven om staan te springen. Vanzelfsprekend kan ook hier het bedrijfsleven zich niet van haar verantwoordelijkheid onttrekken.
Veel scholen kunnen goed technisch onderwijs financieel niet zelf inrichten.
Nog niet zo lang geleden presenteerde staatssecretaris Dekker nieuwe vmbo-profielen die aan de eisen van onze tijd zijn aangepast. Eindelijk modern onderwijs voor vijftig procent van alle leerlingen die onderwijs volgen. Best veel en voor NVDO-lidbedrijven goed nieuws, want met deze plannen lijkt de instroom op de technische arbeidsmarkt ook op vmbo- en mbo-niveau gegarandeerd. Het probleem is alleen dat er geen geld is om technische onderwijsprofielen in te richten. Veel scholen kunnen goed technisch onderwijs financieel niet zelf inrichten en omdat er geen financiële injectie vanuit de overheid komt, hebben vmbo-scholen in Deventer, Enkhuizen, Hoogeveen en andere steden al laten weten dat ze geen technisch onderwijs zullen aanbieden.
Bas P. Kimpel Voorzitter
MaintNL 6 - 2016 29
IMA06 MB voorzitter.indd 29
22-06-16 13:45
Maintenance Manager
Continu verbeteren voor maximale productie Alle medewerkers van de Philips-fabriek in Drachten waar scheerapparaten worden gemaakt, zijn continu bezig met verbeteren. Een storing oplossen is goed, maar zorgen dat de storing nooit meer voorkomt, is beter. De droom van Binne Visser, manager Production Engineering & Maintenance, is dat zijn machines zelf aangeven wanneer ze onderhoud nodig hebben, zodat de productielijn nooit stil hoeft te staan. Dagmar Aarts
Al 65 jaar worden er in Drachten scheerapparaten gemaakt in de fabriek van Philips. Toen was het nog mensenwerk, tegenwoordig maken honderden robots in verschillende hallen onderdelen voor de apparaten. Razendsnel worden elementen voor scheerhoofden uit een lange reep materiaal gestampt. Verderop zet een robot met behulp van camera’s de elementen in de scheerunit. Een andere machine klikt de onderdelen van het scheerapparaat in elkaar en test of hij waterdicht is. Sommige delen van de fabriek draaien 24 uur per dag zeven dagen per week, andere productielijnen zijn vijf dagen in de week aan het werk. Binne Visser: ‘Die productietijd is heilig, want elke stilstand is verlies. Twee keer per jaar doen we groot onderhoud. Verder moet het onderhoud in de
productietijd worden ingepland. Dat wordt vaak in blokken van twee uur gedaan. Wij zijn lean en schakelen mee met de vraag uit de markt en daarom willen we niet te veel voorraden aanleggen. De druk komt op onderhoud te liggen, want de machines moeten het gewoon doen. Als je afspreekt dat je twee uur met een installatie bezig bent, dan moet je hem ook echt na twee uur weer vrijgeven, want de productielijn moet verder.’ Het plannen van het onderhoud laat Visser over aan de operationele groepen die allen verantwoordelijk zijn voor een bepaald gebied in de fabriek. In die groepen zit onder andere een productiemanager, maintenance engineer, kwaliteitsengineer en logistiek engineer. ‘Het onderhoud wordt vlak bij de vloer geregeld, zij weten het
MAINTENANCE MANAGER OF THE YEAR 2017 Wie wordt Maintenance Manager van het Jaar 2017? Wie volgt Peter Schokker van Koninklijke Vezet op in 2017? Wie verdient het om mee te doen aan deze eervolle strijd om de titel Maintenance Manager van het Jaar? Schrijf nu in of draag uw kandidaat voor via de website van de NVDO: www.nvdo.nl.
30 MaintNL
beste wat er nodig is. Ik zet samen met de groepsleiders een richting uit en zorg dat we samen onze doelen kunnen bereiken.’
TPM Een van die doelen is om de productielijnen niet meer onverwacht stil te laten staan. Om continu te verbeteren, is er gestart met een lean-programma waar TPM (Total Productive Maintenance) een hoofdrol in speelt. Visser: ‘Over alleen TPM kan je al een heel verhaal schrijven. Mensen van andere bedrijven vragen wel eens hoe ik het voor elkaar heb gekregen dat bij ons iedereen met verbeteren bezig is. Daarvoor moet je medewerkers zo zelfstandig mogelijk laten werken en niet te veel van bovenaf opleggen. De operationele groepen met die verschillende disciplines kijken in hun eigen gebied in de fabriek wat de verliezen zijn en hoe ze die kunnen verbeteren. Ze hebben samen een doel. De ene keer zit de oplossing in onderhoud, de andere keer draait het om logistiek. Er wordt niet alleen vanuit de eigen silo naar een oplossing gekeken. Vanuit TPM krijg je projecten waarmee je de verliezen gaat elimineren.’
Visser: ‘Als je data kan combineren, kan je voorspellen dat als je niks doet de machine morgen stopt.’ Om de productie van scheerapparaten zo soepel mogelijk te laten gaan, wordt in Drachten gestuurd op robuuste processen en robuuste machines. Als de processen goed zijn, dan is de kwaliteit van je product ook goed is de gedachte. Die processen
6 - 2016
IMA06 MI maintenance manager.indd 30
22-06-16 13:58
FOTO’S: PHILIPS
De beste verbetering en de droom van Visser is honderd procent voorspelbaar onderhoud.
worden ook continu verbeterd. Visser: ‘Als er een storing is, dan lossen onze monteurs die op, maar daarnaast moeten ze er ook voor zorgen dat die storing daarna nooit meer voorkomt. De jongens kijken waarom een machine stil staat, wat afwijkingen zijn en doen daar analyses op zodat het probleem de volgende keer kan worden voorkomen. Zij zorgen er ook voor dat de hele keten weet van de oplossing zodat het werk kan worden aangepast.’
Honderd procent voorspelbaar Iedereen uit de fabriek kan een idee voor een verbetering indienen via een Kaizenformulier (methode voor continu verbeteren oftewel operational excellence, red.) en dat werkt volgens Visser. ‘Er is een continuproces bezig op het gebied van optimalisaties. Soms kost een idee bijna niks, bijvoorbeeld een kleine aanpassing of als het om een nieuwe manier van werken gaat. Een andere keer gaat het om een investering die zich
PROFIEL Naam: Binne Visser Leeftijd: 48 Bedrijf: Philips Drachten Functie: Manager Production Engineering & Maintenance Achtergrond: Verschillende functies bij Philips Opleiding: HTS elektro- en informatietechniek Soort werkzaamheden: Verantwoordelijk voor alle assets van de fabriek in Drachten.
weer terug verdient. De laatste jaren maken we leuke stappen. De machines en processen worden steeds beter.’ In de hallen van de fabriek hangen ook borden waarop deze verbeteringen te zien zijn en waarbij staat hoeveel een team heeft weten te besparen. Een extra mooie motivatie. De beste verbetering en de droom van Visser is honderd procent voorspelbaar onderhoud. Hij wil dat zijn machines zelf aan gaan geven dat er bijvoorbeeld een onderdeel moet worden vervangen, omdat het apparaat er anders over een week mee stopt. ‘Er is heel veel data, maar dat halen we nu niet allemaal uit de installaties. We hebben een data-analyse-systeem nodig dat interacties kan vinden tussen verschillende data, die je als mens niet kan zien. Denk bijvoorbeeld aan het combineren van procesparameters en machine-instellingen. Als je die data kan combineren, kan je voorspellen dat als je niks doet de machine morgen stopt. We zijn nu binnen een Europees project met universiteiten bezig om te MaintNL 6 - 2016 31
IMA06 MI maintenance manager.indd 31
22-06-16 13:58
onderzoeken hoe we van big data hapklare brokken kunnen maken. Er is al veel mogelijk en als dit begint te lopen, kan het snel gaan. Het is ook belangrijk om de toeleveranciers hier bij te betrekken.’
Kracht van Drachten Sowieso doet de site veel aan vernieuwing. ‘De kracht van deze fabriek is dat innovatie en productie bij elkaar zitten’, zegt Visser. ‘Daardoor verloopt het proces van ontwikkeling tot en met realisatie in de productie zeer effectief. Anders heb je straks een machine waar het voor de productie engineers of onderhoudsmonteurs vanwege de constructie lastig is om overal bij te komen en staat hij langer stil als er iets mis is. Ook proberen we om samen zoveel mogelijk te standaardiseren om zo weinig mogelijk spare parts te hoeven hebben. Daarvoor werken we als engineers ook samen met de medewerkers die nieuwe producten en machines binnen halen.’
‘Het is belangrijk dat mensen open en eerlijk durven te zijn en dat ik weet wat er leeft.’
Open Hoewel de mannen en vrouwen op de vloer het onderhoud regelen, is Visser nog wel vaak tussen de robots te vinden. Hij doet een aardige conditie op als hij een ronde door de enorme fabriek loopt. ‘Ik vind het leuk om rond te lopen en te horen hoe het gaat. Ik zit niet in een ivoren toren, het is belangrijk dat mensen open en eerlijk durven te zijn en dat ik weet wat er leeft. We moeten elkaar helpen. Ze kunnen ook makkelijk mijn kantoor inlopen, want de deur staat altijd open. Ik vind het belangrijk dat als er een probleem is dat zo snel mogelijk op tafel wordt gelegd, zodat er geen lijken in de kast blijven zitten. Het is belangrijk dat mensen hun mening kunnen zeggen. Het moet alleen niet een negatieve houding hebben, maar tot een goede discussie kunnen leiden. Ik kijk naar oplossingen en daarvoor hebben we verschil-
32 MaintNL
lende soorten mensen in ons team nodig. Het is net voetbal zeg ik wel eens: je hebt verdedigers, aanvallers en middenvelders nodig, want zo krijg je verschillende inzichten. Als je die kan combineren, krijg je het beste resultaat.’ Om samen met een groep mensen een doel te halen, is het leukste aan zijn werk bij Philips vindt Visser. ‘Natuurlijk is er wel eens discussie en moet je wel eens wat overwinnen, maar als je dat kan beperken tot een minimum en je energie kunt omzetten in verbeteringen, dan kan ik daar echt van genieten. Eerst was er bij TPM ook een lichte weerstand, maar die is nu helemaal weg. Als ik weg zou gaan, gaat het ook door zonder mij en dat is belangrijk. Werkprocessen moeten niet afhankelijk zijn van één persoon.’
Roots In zijn huidige functie is hij eigenlijk weer terug bij zijn ‘roots’. Na zijn studie elektroen informatietechnologie begon hij bij Philips Drachten bij de bedrijfsmechanisatie. Vervolgens werkte hij in de productie-engineering, werd groepsleider van engineering en projectmanager bij innovatie. Die verschillende functies helpen hem nu. ‘Doordat ik ook heb samengewerkt met mensen die niets met onderhoud te maken hebben en met marketeers binnen ons bedrijf, weet ik wat anderen willen. Ik kan aan ze uitleggen wat de kracht van onderhoud is en ik ken mijn stakeholders. Vaak wordt degene die een storing oplost gezien als held. In mijn ogen is degene die ervoor zorgt dat die storing niet nog eens voorkomt een echte held.’ ■
6 - 2016
IMA06 MI maintenance manager.indd 32
22-06-16 13:58
Innovatie
Subsea-robotslang maakt onderhoud goedkoper
Zowel de spin-off van de Norwegian University of Science and Technology (NTNU) als de door de spin-off ontwikkelde onderzeerobot draagt de naam Eelume. Het is een combinatie van twee eigenschappen van het apparaat. Mills: ‘Eelume is een samenvoeging van de woorden ‘eel’ en ‘illumination’. De robot beweegt zich voort als een aal of een slang en zorgt door inspectie van de installaties voor verheldering van de toestand daarvan.’ Want dat is wat de robot doet: gebreken aan bijvoorbeeld pijpleidingen op de zeebodem aan het licht brengen en kleine aanpassingen doen. Tot de mogelijkheden behoren onder meer visuele inspectie, het bedienen van kleppen en chokes en het schoonmaken van onderdelen van de installaties.
Snake robotics Begin april tekenden Kongsberg Maritime en Statoil een overeenkomst met Eelume om de ontwikkeling van de technologie te versnellen. Kongsberg, dat technologie oplossingen biedt voor onder andere offshore en onderwaterinstallaties, is actief in subsea-monitoring en werkt al met AUV’s, autonomous underwater vehicles. Olie- en gasbedrijf Statoil heeft vele assets voor olie- en gasvelden op de zeebodem liggen, zowel in de buurt van Noorwegen als internationaal. Gezien de activiteiten van de bedrijven was een samenwerking niet onlogisch en sloegen zij de handen ineen om Eelume verder uit te bouwen.
Elias de Bruijne Mills: ‘Kongsberg heeft een lange relatie met zowel de NTNU als Statoil. Een voorbeeld daarvan is de HUGIN AUV, een onderwatervoertuig dat werd ontwikkeld in samenwerking met Statoil en FFI, een onderzoeksinstituut voor defensiegerelateerd onderzoek. Daarnaast is een groot gedeelte van het personeel dat bij onze afdeling Marine Robotics werkt, opgeleid aan de NTNU.’ Eelume zelf doet overigens al meer dan tien jaar onderzoek naar snake robotics.
Zeebodembewoner De partijen willen met het doorontwikkelen van de nieuwe technologie onderwaterinspectie en -onderhoud goedkoper maken. Volgens Eelume zijn de kosten voor subsea-maintenance verdriedubbeld sinds 2005. Eelume moet daarvoor een oplossing bieden. Dat is mogelijk doordat er voor het functioneren van de robotsnake geen grote, dure schepen nodig zijn, in tegenstelling tot bij ROV’s, remotely controlled vehicles,
die vanaf schepen worden bestuurd en met kabels daaraan zijn verbonden. Schepen vormen daardoor de grootste kostenpost bij onderwaterinspectie. De robotslang functioneert min of meer autonoom. Mills: ‘Het is de bedoeling dat de robot opereert vanuit een template op de zeebodem. Hij wordt op afstand bestuurd, bijvoorbeeld vanaf een platform, schip of zelfs een locatie op het vasteland via hoge bandbreedte of satellietcommunicatie, maar kan ook autonoom geplande inspecties uitvoeren. Als het concept naar behoren werkt, kan hij gedurende langdurige periodes zonder onderhoud. Daardoor kunnen we hem voor langere periodes onder water houden, als een soort permanente zeebodembewoner.’
Kleine ruimtes Ten opzichte van de reguliere ROV’s heeft de robot, behalve de kostenbesparing en het weinige onderhoud, nog een voordeel. De dunne slang, die een skelet heeft dat bestaat uit gewrichten, is wendbaar en kan werken in kleine ruimtes die voor bestaande apparaten moeilijk toegankelijk zijn. De robot verplaatst zich met thrusters en kan stil hangen in het water wanneer de situatie daarom vraagt. Details over het bereik, welke materialen er worden gebruikt, wat de snelheid is en welke energiebron wordt gebruikt, worden later dit jaar vrijgegeven. ■
FOTO: KONGSBERG MARITIME
Goed in een kleine ruimte, goedkoper en onderhoudsarm: de robotslang heeft het allemaal. Het project van de Noorse bedrijven Kongsberg Maritime, Statoil en spin-off Eelume moet inspectie van en onderhoud aan gas- en olie-installaties op de zeebodem gemakkelijker maken. Richard Mills, sales director Marine Robotics bij Kongsberg, licht een tipje van de sluier.
MaintNL 6 - 2016 33
IMA06 MN robotslang.indd 33
22-06-16 14:09
Infrastructuur
Project Spoorbrug A1 loopt op rolletjes Momenteel liggen er over de A1 bij Muiderberg niet één, maar twee spoorbruggen. In verband met de aanstaande verbreding van de snelweg moest er een nieuwe, langere brug komen, die nu pal naast de oude ligt en daar wordt afgebouwd. Projectmanager Paul Derks van aannemersconsortium SAAone vertelt wat er allemaal komt kijken bij de realisatie van het bouwkundige hoogstandje.
Elias de Bruijne
Het traject Schiphol-Amsterdam-Almere wordt over een afstand van 63 kilometer uitgebreid. Onderdeel hiervan is de uitbreiding van de A1 en de A6 tussen Diemen en Almere Havendreef van tweemaal drie naar tweemaal vijf rijstroken, en vanaf knooppunt Muiderberg naar tweemaal vier rijstroken. De wegverbreding maakt het noodzakelijk dat er bij Muiden een langere spoorbrug komt en met de uitvoering van dat project is Paul Derks belast. Normaal gesproken is Derks als projectmanager werkzaam bij Boskalis, maar momenteel werkt hij onder de vlag van SAAone, het consortium dat Project A1-A6 in opdracht van Rijkswaterstaat uitvoert. Daarbij is sprake van een DBFM-contract (design, build, finance, maintain) met een looptijd van ongeveer dertig jaar voor wat betreft het onderhoud. Gedurende die periode zal SAAone, dat naast Boskalis bestaat uit VolkerWessels, Hochtief en DIF, dus op zijn minst actief blijven voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Binnen het project vormt de brug een uitzondering. Derks: ‘De brug is een speciale, omdat hij niet onder het DBFM-contract valt, maar onder een D&C-contract (design and construct). Na de oplevering in augustus gaat de brug over in handen van ProRail, dat daarbij het onderhoud overneemt.’
Hinder vermijden Derks werd begin 2015 op het project gezet, toen de ontwerpfase was afgerond en er net
34 MaintNL
een begin werd gemaakt met de bouw van de brug op het assemblageterrein. Die locatie lag pal naast de snelweg, een kleine vierhonderd meter van de definitieve bestemming van de brug. Praktisch, want op die manier ondervond het verkeer zo weinig mogelijk hinder van de werkzaamheden. Derks: ‘De afwegingen hoe en waar er wordt gebouwd, worden gewoonlijk in de tenderfase gemaakt. Boven de weg bouwen is altijd lastig, want dat brengt veel wegafzettingen met zich mee. Uiteindelijk beïnvloeden vooral het kostenplaatje en de te verwachten verkeershinder de beslissing over waar er wordt gebouwd. De mate waarin een projectplan hinder voor de weggebruiker met zich meebrengt, bepaalt overigens
ook deels of een aannemer een klus wel of niet krijgt.’
Belgisch tintje De onderdelen van de brug werden gefabriceerd in een staalfabriek in de buurt van Gent. Derks: ‘Dat bedrijf heeft veel ervaring met dergelijke opdrachten en er zijn niet veel bedrijven die dit kunnen. Het is een optelsom: de kunde, kwaliteit en capaciteit moeten aanwezig zijn en dan blijft er niet zo heel veel keus over.’ Het kostte de nodige tijd om de onderdelen te fabriceren. Het slijpen, lassen en behandelen tegen corrosie van de booggeboortes – de stalen constructies aan het uiteinde van de brug waarop de bogen van de brug steunen – nam bijvoorbeeld zes maanden in beslag. Vervolgens gingen de onderdelen op transport naar Nederland. Het vervoer van België naar het assemblageterrein had nog de nodige voeten in de aarde. De onderdelen werden ’s nachts met speciaal vervoer naar Muiden vervoerd, om zo verkeershinder te voorkomen. De booggeboortes, de zwaarste en grootste onderdelen, moesten zelfs over water worden vervoerd. Vanaf een losplaats bij de Hollandse Brug
SPOORBRUG MUIDERBERG IN CIJFERS Afmetingen Lengte: 255 meter Breedte: 17 meter Hoogte: 55 meter (60 meter vanaf de weg) Gewicht: 14.500 ton (7.300 ton staal, 7.200 ton beton en ballast) Onderdelen 2 bogen, elk bestaande uit 17 boogdelen 2 hoofdliggers, elk bestaande uit 12 delen 4 booggeboortes (hoekstukken van de hoofdligger en boog) à 200 t per stuk 24 hangers tussen de bogen en de hoofdliggers 147 dwarsliggers tussen de hoofdliggers
6 - 2016
IMA06 MR spoorbrug.indd 34
22-06-16 13:46
FOTO’S: SAAONE
Voor het verrijden van de brug werden speciale voertuigen voor extreem zwaar vervoer ingeschakeld.
in Almere werden ze vervolgens naar de bouwplaats verreden.
Boogconstructie Daar werden de onderdelen met behulp van steunconstructies samengevoegd tot grotere delen, waaruit vervolgens de stalen boogconstructie is opgebouwd. Die boogconstructie is nodig om de grote overspanning van de brug, die maar liefst 255 meter lang is, mogelijk te maken. Derks: ‘Het gaat om de langste spoorbrug over een weg in Nederland. Dat komt door de breedte van de snelweg en door het feit dat de brug er ook nog eens schuin overheen loopt. Het maken van deze overspanning is alleen mogelijk met een boogbrug van staal en beton.’
Derks: ‘Het gaat om de langste spoorbrug over een weg in Nederland.’ Het beton moest echter nog even wachten. Na het opbouwen van de stalen constructie uit hoofdliggers (de horizontale onderdelen aan de onderkant van de brug), dwarsliggers (de verbindingen tussen de hoofdlig-
gers), boogdelen, hangers (diagonalen om de boog te versterken) en bekisting met wapening tussen de dwarsliggers, werd de brug eerst ingereden naar de nieuwe locatie pal naast de oude spoorbrug. Pas daarna werd het beton over de wapening gestort. Derks: ‘Hij was 8.400 ton toen we hem inreden. We hebben pas daarna het betonnen dek gestort, om het gewicht bij het inrijden zo laag mogelijk te houden. Bij dat gewicht gaat het alleen om de stalen brug en de bewapening van de vloer. Voordat we de brug inschoven, plaatsten we nog ballastmatten, ballast, spoor, bovenleidingsportalen met bovenleiding, kabels en spoorgebonden kabelleidingen. We schoven hem pas in op het moment dat hij compleet was afgebouwd. Dat was om de hoeveelheid aan werkzaamheden in het weekend dat de brug werd ingeschoven te minimaliseren, want er was beperkte tijd.’
Wieltjes Het zogenaamde verrijden van de brug, dat op 6 en 7 mei plaatsvond, was een project op zich. Het wegdek van het traject waarover de brug werd verreden, moest speciaal worden versterkt om het enorme gewicht te kunnen dragen. Voor het verrijden van de brug werden speciale voertuigen voor
extreem zwaar vervoer ingeschakeld. Derks: ‘Dat hebben we gedaan met SPMT’s (Self Propelled Modular Trailers, red.). Die hebben hele zware wieltjes en armen met een zware hydrauliek.’ In totaal ging het om twee groepen SPMT’s met elk 244 assen en in totaal 976 wieltjes. De brug werd gebouwd op tijdelijke steunpunten, waarvan er twee bleven staan aan de uiteinden nadat de brug was afgebouwd. Vervolgens werden de SPMT’s onder de brug binnen de steunpunten gereden en omhoog gebracht, om zo het gewicht van de brug over te pakken. Derks: ‘Per oppakpunt zijn die karren gekoppeld, en de beide oppakpunten zijn met een draadloze verbinding verbonden zodat er kon worden gewerkt met één operator die de SPMT’s met een afstandsbesturing bestuurde. Op het asfalt hebben we lijnen gezet die hij moest volgen en op de brug is een as geplaatst waaruit hij de positie kon afleiden. Ten slotte hebben we de brug eerst op ongeveer vijftig procent van het gewicht afgeladen. Toen bleek dat hij goed stond, hebben we hem definitief afgeladen.’
Definitieve plek Tijdens het rijden werd de brug continu gemonitord. Derks: ‘Van tevoren hebben MaintNL 6 - 2016 35
IMA06 MR spoorbrug.indd 35
22-06-16 13:46
we berekend wat de eventuele doorbuiging van de brug is en getoetst of het spanningstechnisch allemaal mogelijk was. Tijdens het inrijden hebben we de brug met diverse meetpunten en meetsystemen gemonitord om ervoor te zorgen dat hij binnen bepaalde toleranties bleef. Bij teveel doorbuiging zou je te hoge staalspanning krijgen.’ Alles was echter goed berekend en de brug kwam netjes op zijn plek terecht, op twee tijdelijke landhoofden pal naast de oude brug. Op vrijdag 19 augustus zal de oude brug worden uitgereden en de nieuwe worden ingeschoven in het spoor. Derks: ‘Dan hebben wij een buitendienststelling van het spoor en het weekend zelf hebben we een gedeeltelijke afsluiting en een gehele afsluiting van de A1, gefaseerd over het weekend, om de oude brugdelen uit te rijden en de nieuwe in te schuiven.’ Wanneer de definitieve locatie eenmaal is bereikt, wordt de laatste hand gelegd aan de brug. ‘We zijn dan nog een paar maanden bezig met het afbouwen aan de onderkant van de brug en de taluds moeten nog worden afgewerkt. Daarnaast moeten de tijdelijke landhoofden, waarop de brug nu is geplaatst, worden gesloopt en het defi-
36 MaintNL
nitieve landhoofd moet worden aangestort. Vervolgens komt er taludbestrating overheen als afwerking.’
Uitdaging Gevraagd naar de grootste uitdaging van het project, noemt Derks de maatvoering en de logistiek die bij het verrijden en inschuiven van de brug om de hoek komt kijken. ‘Alles moet precies passen, ook straks op de locatie waar de brug terecht moet komen. Daarnaast was het vervoer naar de tijdelijke locatie over de A1 een grote uitdaging en dan krijgen we straks nog een weekend waarbij we de oude brug gaan verwijderen en de nieuwe brug op zijn nieuwe locatie moet komen, met de spooraanpassingen die daarbij horen. Daar komen heel veel onderaannemers bij kijken die op een kleine locatie moeten werken. Dat is planningstechnisch en ruimtetechnisch een hele puzzel.’
Onderhoud Na het opleveren van de brug in augustus zal het voorlopig gedaan zijn met het bruggenbouwen bij Muiderberg. Wat rest zijn de onderhoudswerkzaamheden die in de
daaropvolgende jaren zullen plaatsvinden. In principe moet de brug echter relatief weinig onderhoud vergen in de komende tijd.
‘Het vervoer naar de tijdelijke locatie over de A1 was een grote uitdaging.’ Derks: ‘Wij hebben qua conservering een aantal dingen voorgeschreven gekregen, zoals metallisatie van het staal ter verhoging van de levensduur. Daarbij wordt een zink/aluminium-legering aangebracht ter voorkoming van corrosie. Vervolgens wordt over die laag een natlaklaag gespoten. Dat zorgt in theorie voor een ontwerplevensduur van vijftig jaar. De opleggingen van de brug hebben dezelfde levensduur, terwijl de stalen constructie en het betonnen dek een levensduur hebben van honderd jaar. Voor al die onderdelen geldt dat er op vastgestelde termijnen inspecties zullen moeten gebeuren, afhankelijk van eventuele mechanische beschadigingen door gebruik die moeten worden bijgewerkt.’ ■
6 - 2016
IMA06 MR spoorbrug.indd 36
22-06-16 13:46
September 9 september 2016 Baggermuseum, Sliedrecht www.nvdo.nl Inloopmiddag Leergang R&ME De inloopmiddag van de NVDO en Cothink van de Leergang R&ME (Reliability & Maintenance Engineering) heeft als doel u een kijkje te geven in de wereld van Veilig Werken. De middag heeft als thema 'Safety First; Reliability Engineering centraal'. Tijdens deze middag leert u van de sprekers, van elkaar en is er gelegenheid tot discussie.
22 september 2016 Postillion Hotel, Dordrecht www.emersonprocess.nl Next Gen Condition Monitoring - Roadmap to Reliability 2020 Emerson, de NVDO en I-Care organiseren de derde editie van het event Next Gen Condition Monitoring met ditmaal als thema Roadmap to Reliability 2020. Tijdens dit event komen sprekers van SemioticLabs, Mead Johnson Nutrition, SuikerUnie, Schiphol, EcoLab en D-Square. RH/DHV gaat tijdens een workshop in op het inspecteren van civiele constructies met drones. En er staan een aantal interactieve business games op het programma. Het belooft een interessante netwerkdag te worden om kennis te delen en ervaringen uit te wisselen om zo te komen tot de Roadmap to Reliability 2020. Kijk op emersonprocess. nl voor meer informatie of het volledige programma.
Oktober
4-7 oktober 2016 Jaarbeurs, Utrecht www.wots.nl World of Technology & Science 2016 Tijdens de technologiebeurs presenteren exposanten uit de industriële automatisering, laboratoriumtechnologie, aandrijftechniek en industriële elektronica hun innovaties, kennis en productontwikkelingen. Door middel van seminars en beursvloerprojecten worden bezoekers geïnformeerd over nieuwe ontwikkelingen en innovaties.
5 oktober 2016 De Glazen Ruimte, Maarssen www.imaintain.info/prestatie iMaintain Prestatiemanagement: On Target In de samenwerking tussen partijen zorgt de juiste verhouding tussen strategie, KPI’s en gedrag voor de beste prestaties. Maar wat is die juiste verhouding? Tussen sectoren en zelfs tussen bedrijven is daar een ander antwoord voor. Het hangt vooral af van het gezamenlijke doel wat nagestreefd wordt. Wat is het doel en hoe blijf je On Target? Tijdens iMaintain prestatiemanagement, het congres van NVDO Sectie Suto en het iMaintain platform, wordt onderzocht wat nodig is om verder te komen. Met best practices uit de praktijk en met resultaten van de NVDO Suto Benchmark en onderzoek van de Universiteit Utrecht en de Universiteit Tilburg ontdekt u wat u kunt doen aan uw strategie, KPI’s en gedrag om On Target te komen en te blijven.
4-6 oktober 2016 Brabanthallen, Den Bosch www.energievakbeurs.nl Vakbeurs Energie
11-12 oktober 2016 Congrescentrum 1931 in Den Bosch www.technologyforhealth.nl Technology for Health
Vakbeurs Energie is gericht op duurzame energieopwekking en energiebesparing in de gebouwde omgeving. Binnen de beurs is een specifiek platform ingericht: Energie & Industrie. Dit platform krijgt een eigen inhoudelijk programma en aparte presentaties.
Deze vakbeurs met congres is het jaarlijkse trefpunt voor professionals die betrokken zijn bij de ontwikkelfase van medical devices. Tijdens Technology for Health gaat het om het beginstadium van producten. Bezoekers kunnen er terecht voor sensoren en elektronica, maar ook voor bedrijven die spuitgieten en 3D-printen.
4-6 oktober 2016 Brabanthallen, Den Bosch www.surfacevakbeurs.nl Surface 2016 Oppervlaktetechniek zorgt ervoor dat een product doet waarvoor het bedoeld is. De ontwikkelingen in het vakgebied gaan snel; 3D (metal)printing, biobased grondstoffen, nanotechnologie, fotokatalyse, lasertechnologie, slimme lagen en robotisering. Op Surface vormt de combinatie oppervlaktetechniek, keuze materialen en hechtingstechniek het totaalaanbod. De beurs richt zich op producenten in tal van branches, op specialisten actief met R&D/ontwerp en uiteraard op vakmensen uit de eigen branche.
November 25 november 2016 Archeon, Alphen aan den Rijn www.nvdo.nl NVDO Jaarbijeenkomst - Save the date! De NVDO Jaarbijeenkomst vindt ook dit jaar op een bijzondere locatie plaats, het Archeon in Alphen aan den Rijn. Met de jaarvergadering, verschillende topsprekers en het jaarlijkse netwerkdiner wordt het jaarthema ‘Operational Excellence in Perspectief’ grandioos afgesloten. Reserveer de datum alvast in uw agenda
MaintNL 6 - 2016 37
IMA06 ME agenda.indd 37
22-06-16 13:52
Operational excellence
Nieuw zuiveringsconcept met modulaire installaties De NVDO-achterban hecht grote waarde aan operational excellence. Het staat zelfs op nummer 1 in de actuele Top Trends van het NVDO Onderhoudskompas. Met een bijeenkomst bij Waterschapsbedrijf Limburg plaatste de vereniging het onderwerp in perspectief. Operational excellence staat bij deze gastheer hoog in het vaandel. Senior adviseur asset management Frank Verkuijlen: ‘Operational excellence wil niet direct zeggen dat je de beste van de klas bent. Wel dat je je bewust bent van je eigen positie en van daaruit wilt verbeteren.’
Elias de Bruijne
Tijdens de bijeenkomst in Roermond, waar verschillende bedrijven vertellen wat operational excellence voor hen inhoudt, blijkt dat het per bedrijf verschilt. Kragten, een adviesbureau voor de openbare ruimte, wil vooral aansluiten bij de beleving van de gebruiker en ontwerp en onderhoud in dienst stellen van de gebruiksfunctie. Voor HDM Pipelines, dat oplossingen voor leidingsystemen biedt, weegt risicobeperking zwaar. Fresh Park Venlo, dat huisvestiging biedt aan versbedrijven, hebben planning en logistiek prioriteit, omdat het belangrijk is dat alle bedrijven op een beperkte ruimte kunnen opereren.
38 MaintNL
Frank Verkuijlen onderschrijft de stelling dat operational excellence een containerbegrip is. ‘Het ligt sterk aan de context waarin je er over praat. In een productiebedrijf kan het betekenen dat je zo weinig mogelijk uitval en afkeur hebt en dat de omsteltijden heel kort zijn. Voor mij als asset manager in een omgeving met kapitaalintensieve assets betekent het dat het maximale uit de bestaande installaties wordt gehaald. Ik versta er ook onder dat je je bewust bent van de risico’s die zich in de levenscyclus van de installatie voordoen en dat je van daaruit bewust met risicomanagement bezig bent. Je hoeft dat overigens niet tot
nul te reduceren, want dan ben je veel te veel geld aan het uitgeven voor iets wat misschien een keer in duizend jaar gebeurt.’ Verkuijlen vindt wel dat mensen soms te hard van stapel lopen. Hij komt mensen tegen die het al over operational excellence hebben, terwijl ze nog maar nauwelijks de basis op orde hebben. Verkuijlen: ‘Dat heeft te maken met een stukje bewustwording en weten waar je staat. Ook dat is operational excellence. Het wil niet direct zeggen dat je de beste van de klas bent, maar wel dat je je bewust bent van je eigen positie en van daaruit op een adequate manier gaat werken om een hoger niveau te bereiken.’
Blauwdruk Waterschapsbedrijf Limburg is daar bewust mee bezig. In 2012 is een traject in gang gezet om verbeteringen door te voeren. Het begon toen Verkuijlen en zijn collega’s van hun directeur de vraag kregen wat ze zouden doen als ze alle assets – dus alle zuiveringsinstallaties, rioolgemalen en transportleidingen – opnieuw zouden mogen bouwen. Verkuijlen: ‘We kozen voor een integraal ontwerp als uitgangspunt en hebben toen een blauwdruk gemaakt voor een modulaire installatie. Dat ging verder dan alleen ontwerpen, bouwen, opereren en uiteindelijk uitfaseren vanuit een bepaalde behoefte. We hebben rekening gehouden met allerlei aspecten, zowel voor de korte als de lange termijn. Daarbij kun je denken aan de functie en de levenscyclus van de assets, de bedienbaarheid en onderhoudbaarheid, IT-systemen en bedrijfskundige aspecten. In dit proces hebben we de technische partij, de onderhoudspartij en de bedieningspartij samengebracht voordat er ook maar een streep op papier stond. Samen hebben we vanuit de wens om op een efficiënte manier afvalwater te transporteren en zuiveren, nagedacht over wat het meest efficiënte ontwerp is en hebben
6 - 2016
IMA06 MN waterschap.indd 38
22-06-16 13:57
FOTO: WATERSCHAPSBEDRIJF LIMBURG
Een impressie van de nieuwe installaties bij Simpelveld. Op de foto links de vorige situatie.
we de hele levenscyclus van een installatie en de balans tussen kosten, prestatie en risico doordacht. Daarbij hielden we ook rekening met de kennis die er vandaag de dag is op het vlak van zuiveringstechnisch werken en met factoren zoals kosten, demografische ontwikkelingen en de eventuele doeleinden van het gezuiverde afvalwater. Op die manier zijn wij de afgelopen jaren bezig geweest.’
Modulaire bouw Het resulteerde in de ontwikkeling van twee installaties volgens het nieuwe zuiveringsconcept Verdygo, een modulaire duurzame rioolwaterzuiveringsinstallatie. Op 18 april ging de bouw van de installaties in Roermond en Simpelveld van start. Bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Roermond wordt de complete aanvoerinstallatie, bestaande uit een opvoergemaal en vuilroosters, vervangen. Bij de installatie in Simpelveld wordt de biologische zuivering vervangen. Het bijzondere van de installaties is dat ze bovengronds, modulair en gestandaardiseerd gebouwd zijn, wat een besparing op bouw- en onderhoudskosten met zich meebrengt. De modulaire bouw maakt het mogelijk met de installatie in te spelen op technologische, demografische of klimatologische ontwikkelingen. Verkuijlen: ‘De installatie is gebouwd volgens het plug-and-play concept. Ze is verplaatsbaar en makkelijk uit te breiden of te downgraden wanneer dat nodig is. Het mooie is dat
als je dit concept op meerdere plekken kunt toepassen, je ook centrale werkplaatsen en magazijnen kunt gaan inrichten. Zo maak je uitwisselbaarheid en verregaande standaardisatie mogelijk en kun je de installaties efficiënter onderhouden en bedienen.’
Verkuijlen: ‘Door modulaire installaties maak je uitwisselbaarheid en standaardisatie mogelijk.’ Momenteel is daarvan nog geen sprake, maar op termijn is het wel de bedoeling. Of dat in Nederland of buiten de landsgrenzen gebeurt, is nog niet duidelijk, maar vanuit het Waterschapsbedrijf Limburg is een Verdygo BV opgericht die momenteel buitenlandse contacten onderhoudt met het oog op uitbreiding van het concept.
Uitfaseren De verwachting is dat de bouw van de nieuwe installaties, waarmee 10,7 miljoen euro is gemoeid, medio 2016 wordt afgerond. Daarna is het even wachten op nieuwe innovaties. Het doorvoeren van de duurzame vernieuwing gaat niet van de ene op de andere dag. Ook dat is operational excellence, gaf Verkuijlen al aan: weten waar je
staat en op een verantwoorde manier stappen zetten om te verbeteren. Het bedrijf heeft momenteel natuurlijk gewoon nog te maken met bestaande installaties, die niet op stel en sprong door Verdygo-installaties zullen worden vervangen. Dat is logisch, want de bestaande installaties van het bedrijf functioneren nog goed. Verkuijlen: ‘Wij gaan de bestaande arealen niet zomaar van het ene op het andere moment uitfaseren. De totale vervangingswaarde is groot, die ligt ergens tussen de één en twee miljard euro. Je moet je ook afvragen wat de staat van de activa is, wat de technische staat is, hoe het staat met de levensduur van de installaties. We moeten slim investeren, de levenscyslus van de installaties in kaart brengen en bepalen hoe wij met levensduurverlengend onderhoud alles nog langer op een verantwoorde, kostenbewuste en veilige manier kunnen laten draaien. De robuustheid van de huidige installaties staat in feite snelle innovatieve ontwikkelingen in de weg. Als wij een nieuwe modulaire installatie maken, betekent dat dat wij een bestaande installatie moeten uitfaseren. Als zo’n installatie in de boeken al helemaal is afgeschreven maar nog goed functioneert, dan is dat zonde. In het bedrijfsleven zouden ze zeggen: dat is pure winst, daar moet je zoveel mogelijk proberen uit te halen en pas dan ga je met wat nieuws beginnen. We gaan dus langzaam uitfaseren.’ ■
MaintNL 6 - 2016 39
IMA06 MN waterschap.indd 39
22-06-16 13:57
De Vloer Op
75-jarige vliegboot draait op vrijwilligers ‘Dit vliegtuig is een echte held’, vertelt onderhoudsmonteur John Redeker niet zonder trots. ‘Ik voel me ontzettend vereerd dat ik hier mag werken.’ De Catalina bestaat op 15 november 75 jaar. ‘Het is een militair vliegtuig met een ‘levensverwachting’ van negen maanden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft dit toestel op IJsland namens de Amerikanen drie onderzeeërs getorpedeerd en een bevoorradingonderzeeër ernstig beschadigd.’
Ingrid Rompa
De Catalina wordt onderhouden door een team van vrijwilligers. Ze staat te pronken in een hangar op vliegveld Lelystad. ‘De onderhoudswerkzaamheden beginnen elk jaar op 1 oktober’, legt John Redeker uit, terwijl we om het vliegtuig heen lopen. ‘We streven ernaar half april klaar te zijn en dan beginnen de vluchten weer. Omdat het zo’n oud vliegtuig is, moet je behoorlijk wat zaken inspecteren die ouderdomsgebreken kunnen vertonen. Daarnaast is er het standaardpakket dat ook voor moderne vliegtuigen geldt. Het onderhoud moet eens in de zoveel vlieguren gebeuren.’ Voordat het onderhoud kan beginnen, moet het vliegtuig worden gewassen. ‘Dat doen we buiten. Als je onderdelen wilt inspecteren en ze zijn vuil, lukt dat niet. Je kunt dan bijvoorbeeld geen scheurtjes in de beplating ontdekken. Ze komt dus schoon in deze hal te staan. Vervolgens worden alle inspectieluikjes en beplatingen eraf geschroefd, zodat we alles inwendig kunnen bekijken. Het vliegtuig wordt daarna op krikken gezet, zodat de wielen eraf kunnen. Op die manier staat ze stevig verankerd op de grond. We kunnen daarna ook het landingsgestel demonteren voor controle.’
Omgekeerde volgorde Op een tafel liggen de originele onderhoudsboeken. John pakt er een op. ‘Hier staat onder andere in beschreven welke luikjes open kunnen’, vertelt hij. ‘En hier
40 MaintNL
staan alle punten die je moet doorsmeren. Er staat ook beschreven hoe je iets moet demonteren en weer in elkaar moet zetten: dat is de omgekeerde volgorde van hoe je het uit elkaar hebt gehaald’, zegt hij lachend. ‘Er liggen ook speciale onderhoudsboeken voor de motoren, deze zitten namelijk niet alleen op de Catalina, maar bijvoorbeeld ook op een DC3 Dakota.’ De vliegboot heeft een flinke afmeting. Met haar 32 meter breedte en 16 meter lengte neemt het een groot deel van de hangar in beslag. ‘Er zijn tussen de drie- en vierduizend exemplaren van dit type vliegtuig gemaakt’, weet John. ‘Er vliegen er nu nog drie rond en er staan er nog een paar in musea. In Nederland zijn er maar twee en een daarvan is deze. Er zijn in totaal maar 25 complete Catalina’s, waarvan twee mogen vliegen mét passagiers. Eentje daarvan vliegt rond in Nieuw-Zeeland en de andere staat hier.’
John Redeker De Catalina is in de jaren negentig vanuit Canada naar Nederland gehaald. ‘Daar is het toestel het laatst actief geweest. Ze is ingezet voor brandblusactiviteiten en ook is er camerawerk mee verricht. Ze is daar ook omgebouwd van militair naar civiel vliegtuig. Toen zijn de zestien stoelen er in gebouwd.’ De Catalina is gekocht door Cat Air en via de Neptune Association bij stichting ‘Exploitatie van de Catalina’ ondergebracht. ‘Het vliegtuig is van 2000 tot 2004
PROFIEL Naam: John Redeker Leeftijd: 50 Opleiding: MEAO In dienst sinds: 2006 Functie: Onderhoudsmonteur Soort werkzaamheden: Onderhoud tijdens winterstop en voorbereiden van het vliegtuig tijdens vliegseizoen.
6 - 2016
IMA06 MH De vloer op.indd 40
22-06-16 13:47
FOTO’S: INGRID ROMPA EN JOHN REDEKER
Redeker: ‘Op het IJsselmeer of Markermeer doen we een ‘splash and go’ en dan weer de lucht in. Dat is zo geweldig! Ik krijg er elke keer kippenvel van.’
gerestaureerd op het Marinevliegkamp Valkenburg. De stichting exploiteert het vliegtuig onder meer om het luchtwaardig te houden door middel van donaties. Dat is ons streven. De Catalina wordt nu nog steeds gebruikt voor rondvluchten. We gaan voornamelijk naar het IJsselmeer of Markermeer en daar doen we een ‘splash and go’ – als een speedboot over het water – en dan weer de lucht in. Dat is zo geweldig! Ik krijg er elke keer weer kippenvel van.’ De volgende fase van het jaarlijks onderhoud is de inspectiefase. ‘Dan bekijken we of er onderdelen kapot zijn of preventief moeten worden vervangen. Het inventariseren wordt gedaan door vrijwilligers die een vakopleiding hebben gehad of intern zijn opgeleid. De belangrijkste taak is het controleren van de motoren; of de compressie van de cilinders nog goed is en dat soort zaken. Deze motor heeft veertien luchtgekoelde cilinders; zeven voor en zeven achter. We halen elk jaar de klepdeksels eraf, waardoor we de speling van de inlaat- en de uitlaatklep kunnen controleren. Dat is standaardwerk. Van de propeller wordt de olie schoongemaakt. De startmotor en de ontsteking worden ook gecontroleerd, zodat we zo min mogelijk storing hebben
tijdens het vliegseizoen. Dat is preventief. Een ander belangrijk onderdeel is de flightcontrollers; de roeren. Er wordt onder meer gekeken naar de ophanging.’
Redeker: ‘Je doet het onderhoud, maar je helpt ook de kist voor te bereiden op een vlucht.’ Preventief onderhoud Preventief onderhoud is een belangrijk issue in de luchtvaart. ‘We controleren eens in de zoveel tijd bepaalde onderdelen. Nu zijn de slangen bijvoorbeeld aan de beurt waar de hydraulische olie, de brandstof en de motorolie doorheen gaan. Deze slangen moeten eens in de tien jaar worden vernieuwd. Dat is nu de grootste klus. In de luchtvaart moeten bepaalde onderdelen – ook al zijn ze niet kapot – na een aantal jaar verplicht worden vervangen.’ Tegenwoordig wordt gewerkt met een elektronisch systeem. ‘Daar staat in wanneer iets gedaan is en wanneer het de volgende
keer weer moet gebeuren. Dit werkpakket wordt één voor één afgevinkt en de supervisor tekent daar nog een keer overheen.’ Terwijl hij langzaam verder om het vliegtuig heen loopt, vertelt John dat de romp van het vliegtuig net op een boot lijkt. ‘Hier kun je goed aan zien dat het een vliegboot is. De buitenkant wordt regelmatig gecontroleerd op corrosie. Met rode stipjes geven we verfschade aan.’ Aan de onderkant van de romp wordt gekeken of er lekkage is. ‘Omdat je elke keer het water op gaat, kunnen klinknagels wat ruimte krijgen waardoor er waterlekkage kan ontstaan.’ De neuswieldeuren worden een keer in de vijf jaar nagekeken met röntgen. ‘En ook de bouten van de vleugelophanging worden met röntgen gecontroleerd.’ De vleugels van de Catalina zijn reusachtig in vergelijking met de romp. ‘Een gedeelte van de vleugel is van aluminium; het andere deel is gemaakt van doek vanwege gewichtsbesparing. Hier hebben we vorig jaar een stuk van vervangen. Nu zijn we gedeeltelijk in de afrondende fase. Dat betekent dat je alles weer op z’n plaats zet, dichtschroeft en dat de kist naar buiten wordt gereden. Daarna gaan we proefdraaien om te kijken of alles naar behoren functioneert. We zijn MaintNL 6 - 2016 41
IMA06 MH De vloer op.indd 41
22-06-16 13:47
op dit moment alles weer aan het opbouwen. De slangen worden bijvoorbeeld weer teruggeplaatst. De staart is al helemaal af, de beplating zit er weer allemaal op.’ Binnen in het vliegtuig laat John de staartruimte zien. ‘Daar zat vroeger de boordschutter. Er kan een luik open en daar kon een geschut worden uitgezet.’ Iets verderop in het vliegtuig ligt de blisterruimte (de koepels in het gedeelte vlak achter de vleugel, red.). ‘Daar mogen de donateurs tijdens de rondvlucht met maximaal vier personen in staan. Je hebt hiervandaan een prachtig uitzicht. Je kunt zelfs recht naar beneden en naar voren kijken.’ Een stuk verderop staan normaal gesproken de stoelen, vertelt John. ‘Die moeten nog worden teruggeplaatst. Je ziet de gaten in de vloer waar ze op worden bevestigd. De vloerplaten liggen er al wel weer in. Van oorsprong was de vloer alleen maar met loopplankjes bekleed.’
Uitdaging Aan de wanden is te zien dat de Catalina van origine geen passagiersvliegtuig is. ‘Ze zijn allemaal onbedekt, behalve waar de stuurkabels zitten. We willen haar zo origineel mogelijk houden, zodat je echt kunt zien dat het een militair vliegtuig was. Ik ben nu met de kabels van de roeren bezig. Die zijn vernieuwd, want ze waren wat ingesleten. Ik heb al een heleboel kabels los gehad gedurende deze onderhoudsbeurt. Soms zit je tot aan je oksels blind te schroeven en af en toe ben je met één boutje een uur bezig, maar ik vind dat leuk om te doen. Ik ben erg
42 MaintNL
geduldig en zie het als een uitdaging.’ Het team rondom de Catalina bestaat uit circa veertig vrijwilligers. ‘Dat is niet alleen technische dienst, maar ook mensen van de planning en de piloten. Een aantal van hen doet het naast het werk, maar de meeste zijn gepensioneerd. Veel van hen komen uit de Marineluchtvaartdienst. Er zijn er ook een paar bij die vroeger bij Fokker hebben gewerkt.’ De technische dienst is tweeledig, zegt John. ‘Je doet het onderhoud, maar je helpt ook de kist voor te bereiden op een vlucht: aftanken, oliepeil controleren, het vliegtuig naar het platform brengen, de motoren opstarten et cetera. Er gaat wel heel veel tijd in zitten, maar het is een gezellige club mensen en ontzettend leuk werk.’ De vrijwilligers hebben geen speciale vooropleiding nodig. ‘We leren in de praktijk. Ik loop zelf zo’n tien jaar mee en ik heb dus een interne opleiding gehad. In het begin krijg je eenvoudige klusjes te doen, maar na verloop van tijd krijg je meer verantwoordelijkheden. Doordat er altijd een gecertificeerd persoon meekijkt en controleert, mag dat ook. De eindverantwoordelijke hier is Mark Uleman. Hij werkt bij de KLM en doet het onderhoud van Boeings 737. Hij controleert ons werk en tekent af. In de luchtvaart is dat heel streng, er moeten altijd twee handtekeningen op een pakket.’ Voor John is dit werk een jongensdroom die uitkomt. ‘Ik ben eigenlijk software-engineer, programmeur, maar ik ben afgekeurd vanwege taaislijmziekte. Tien jaar geleden
Het interieur zonder de passagiersstoelen.
heb ik een dubbele longtransplantatie gehad. Daarom heb ik nu de energie om dit werk te kunnen doen. Ik kom oorspronkelijk uit een technisch nest. Vanwege mijn gezondheid heb ik altijd een kantoorbaan gehad, anders was ik zeker iets in de luchtvaart gaan doen. Ik ben ontzettend dankbaar dat ik dit werk nu wel kan doen. Ik kom hier twee keer per week en ik kom altijd met een grijns thuis.’ ■
6 - 2016
IMA06 MH De vloer op.indd 42
22-06-16 13:47
Landelijke Dag van het Onderhoud
‘Bedrijven moeten jongeren een kans geven’ Duizenden leerlingen gaan tijdens de Landelijke Dag van het Onderhoud langs bij bedrijven, scholen en overheidsinstanties om kennis te maken met techniek en onderhoud in het bijzonder. Organisaties die trots zijn op hun werk, hun product en hun mensen kunnen op 16 september meedoen en de leerlingen iets laten zien, leren of doen. In de hoop zo misschien toekomstige medewerkers te ontmoeten. Ook Herman den Boeft van technisch adviesbureau Ardee doet mee en vindt dat bedrijven meer verantwoordelijkheid moeten nemen om jongeren ervaring en educatie mee te geven.
Dagmar Aarts
Praktijk Den Boeft heeft opleidingsplekken gegeven aan schoolverlaters die een mbo- of hbodiploma op zak hebben. ‘Twee van hen zijn al redelijk zelfstandig en beginnen inmid-
dels geld op te brengen. Voor anderen hebben we projecten verzonnen. Geen flauwekul, maar iets waarin alle facetten aan bod komen die bij een project horen. Een van hen hebben we bijvoorbeeld de opdracht gegeven om van zetmeel iets spuitgietbaars te maken. Hij doet het werktuigbouwkundige deel, het procestechnische deel, zoekt er leveranciers bij en zorgt dat het straks helemaal kan worden gemaakt en dat het werkt. Er zijn genoeg mensen in ons bedrijf die hem kunnen helpen. Een van de oudere medewerkers is zijn coach, in een meester-gezel-werkrelatie.’ Den Boeft hecht aan opleiden in de praktijk. Zijn bedrijf is vooral bezig voor de bestaande industrie. ‘We doen het grootste deel van ons werk op locatie. Daarvoor moet je praktisch zijn onderlegd en daarom proberen we de jongeren ook een dosis praktijk mee te geven. Gaandeweg gaan we ze loslaten in de industrie. Dan komen er veiligheidsaspecten bij en lopen ze met een ervaren medewerker mee die hen kan wijzen op de veiligheid en de do’s en don’ts van een productielocatie.’
Kwijt FOTO: NVDO
Er is dringend behoefte aan nieuwe mensen die in de technieksector willen werken. En toch krijgen de jongeren die wel de techniek in willen, niet altijd de kans merkt Herman den Boeft. Volgens hem ben je als mbo’er of hbo’er al snel veroordeeld tot een uitzendbureau. ‘Behalve als je steengoed bent, dan willen bedrijven je wel in dienst nemen. De anderen zitten vaak jaren vast bij een uitzendbureau, omdat niemand ze een baan aan wil bieden omdat ze te weinig ervaring hebben. Wij geven jongeren een kans door ze een opleidingsplek te geven. Ze krijgen een contract voor een jaar en als het wederzijds bevalt, een vast contract.’ Het begon toen Ardee een project deed samen met Rewin en de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij. ‘We werden met de neus op de feiten gedrukt toen uit onderzoek bleek dat we 2,5 tot 3 procent technici per jaar te kort komen. Op het gebied van engineering, ons segment, is dat waarschijnlijk nog iets meer. Dat telt flink door als je vijf jaar verder bent. Alle ervaring en kennis zit straks grijs thuis.’
geren te kunnen bijscholen. Het gaat om een multidisciplinaire opleiding met operators, technici uit de maintenance en engineers uit de verschillende disciplines electrotechniek, werktuigbouw en procestechniek, samen in een klas zodat ze elkaar goed gaan begrijpen. De communicatie op locatie is erg belangrijk. Den Boeft zou graag zien dat andere bedrijven schoolverlaters ook een kans geven om in hun bedrijf te leren, maar vreest dat ze dat niet zullen doen. ‘Ik hoor nogal eens: "Als je ze hebt opgeleid, dan ben je ze daarna toch kwijt?" Zelf ben ik ooit ook begonnen bij een opleiding van Shell. We zaten met 22 mensen in een klas, maar geen van allen heeft zijn pensioen bij Shell gehaald, sterker nog, na een jaar of vijf zat men al elders. Bij ons bedrijf hebben we sommige medewerkers al voor de derde keer in dienst. Het is een kleine wereld, de wereld van de technici, en hij wordt nog steeds kleiner. We moeten dus blijven opleiden!’ ■
Daarnaast is Ardee met het Belgische ACTA (opleidingscentrum voor techniek en automatisering) een pilotproject gestart om jonMaintNL 6 - 2016 43
IMA06 MK landelijke dag.indd 43
22-06-16 13:52
Risicogestuurd onderhoud
ProBo, LCC en SLA zijn radertjes in zelfde keten In een ideale situatie stuurt een asset manager op zowel risico’s, prestaties als kosten over de levenscyclus van een object of installatie. Risicogestuurd beheer en onderhoud helpt hier bij. Toch ziet Jaap Bakker van Rijkswaterstaat nog verbeterpunten door ook life cycle cost-management mee te nemen, aangestuurd door een service level agreement.
David van Baarle
Rijkswaterstaat introduceerde een aantal jaar geleden de ProBo-methode. ProBo is een risicogestuurde wijze van beheren en onderhouden van objecten waarmee continu kan worden aangetoond dat aan de gestelde RAMS-prestatie-eisen wordt voldaan. Deze zogenaamde probabilistische beheer- en onderhoudsmethodiek was in eerste instantie ontworpen om de integriteit van de Nederlandse stormvloedkeringen te kunnen garanderen. Maar ook de andere complexe assets van Rijkswaterstaat lenen zich voor een soortgelijke manier van risicogestuurd onderhoud. Jaap Bakker, RWS-er en tevens programmamanager van InfraQuest, waarin Rijkswaterstaat samenwerkt met TNO en de TU-Delft, wijst er op dat risicogestuurd onderhoud niet op zichzelf staat. ‘In het dagelijkse beheer en onderhoud is er een duidelijke samenhang tussen de ontwikkeling in risicogestuurd beheer en onderhoud, life cycle cost management (LCC) en prestatiesturing in service level agreements (SLA’s).
RABO Inmiddels heeft ProBo bij Rijkswaterstaat plaatsgemaakt voor RABO, wat staat voor risicogestuurd aanleg, beheer en onderhoud. ‘Onze traditionele ProBo-methodiek is een onderdeel van RABO, waarbij we alleen voor de meest complexe kunstwerken een volledige ProBo-analyse maken. Voor minder complexe objecten stellen we een prestatiegestuurd instandhoudings-
44 MaintNL
IMA06 MP PROBO.indd 44
plan op en voor eenvoudige objecten een kwalitatief onderbouwd instandhoudingsplan, gebaseerd op vastgestelde onderhoudsstrategieën. De laatste categorie is ongeveer negentig procent van het totale netwerk. Hoe eenvoudiger het object, hoe kwalitatiever en minder diepgaand de risicoanalyses. Maar allemaal wel op eenzelfde filosofie gestoeld.’ Omdat Bakker zich er bewust van is dat nog niet iedereen buiten Rijkswaterstaat bekend is met RABO, hanteert hij voor het gemak ProBo, maar dit kan dus ook worden vervangen voor RABO.
Wat hebben ProBo, LCC en SLA-sturing met elkaar te maken? ‘Belangrijk is om te begrijpen hoe radertjes in de keten met elkaar samenwerken. ProBo en LCC helpen bij het opstellen van risicogestuurde instandhoudingsplannen. Deze dienen weer als input voor SLA-afspraken.’
Is LCC automatisch een onderdeel van ProBo? ‘ProBo was bedoeld voor RAMS-prestaties, maar je kunt er ook een LCC-prognose mee uitrekenen. Je kunt daar echter wel makkelijk vergissingen in maken. We kennen allemaal het figuurtje met kosten van preventief onderhoud versus kosten van correctief onderhoud, meestal met een kostenoptimum ergens ertussen. Maar eigenlijk is dat niet voldoende. Soms doe je ook onderhoud puur op basis van een economische
afweging, zonder dat er sprake is van risico op falen. Kijk maar naar de kozijnen van je huis. Die laat je toch ook niet rotten totdat er een bepaald risico is dat ze bij de eerstvolgende storm eruit vliegen? Hetzelfde geldt voor het conserveren of bijplekken van een sluisdeur. Daar wacht je ook niet mee tot het risico bestaat dat deze bij het eerstvolgende hoogwater wegspoelen. Bijplekken doe je dus om economische overwegingen: het in stand houden tegen de laagste integrale kosten. Het gaat om het managen van risico’s, prestaties en kosten over de levenscyclus. Hierbij vullen LCCtechnieken en PROBO elkaar prima aan. Als ik een beetje mag generaliseren, zie je vaak dat het optimaliseren tussen preventief en correctief onderhoud op LCC-basis vooral speelt bij dingen die fysiek storen, zoals installaties. Bij meer statische dingen, zoals constructies, speelt economische optimalisatie vaak een leidende rol en wordt de beschikbaarheid in sterke mate bepaald door de manier van clusteren van maatregelen en minder door de afweging tussen preventief en correctief ingrijpen. In alle gevallen blijft overigens het kwantificeren van de gevolgen van geplande en ongeplande niet-beschikbaarheid van belang.’
Hoe vertaal je dit weer naar prestatiesturing via een SLA? ‘Met ProBo en de eenvoudigere varianten die Rijkswaterstaat gebruikt, kun je iets zeggen over welke langjarig gemiddelde beschikbaarheid haalbaar is bij een beschikbaar langjarig gemiddeld budget. Rekenkundig kun je uitrekenen wat het optimum is tussen prestaties en kosten, door gebruik te maken van onder meer een combinatie van faalkansenbomen en optimalisaties tussen preventief, correctief en levensduurverlengend onderhoud op basis van LCC. De uitkomst zijn dus prestaties, ofwel de langjarig gemiddelde beschik-
6 - 2016
22-06-16 13:48
FOTO: RIJKSWATERSTAAT | HENK ROOLVINK
ProBo en LCC helpen bij het opstellen van risicogestuurde instandhoudingsplannen. Deze dienen weer als input voor SLA-afspraken.
baarheid, en jaarlijks gemiddelde kosten. Heb je een aantal objecten in serie of parallel aan elkaar staan, dan kun je de langjarig gemiddelde beschikbaarheid berekenen en de kosten die daarbij horen optellen. Dit is input voor de SLA. Heb je onvoldoende budget, dan boet je in aan prestaties. Heb je voldoende budget maar wil je juist een hogere prestatie, dan kun je bijvoorbeeld meer preventief onderhoud uitvoeren of storingstijden verkorten tegen hogere kosten. Dit geldt in mindere mate voor het LCCoptimale onderhoud. Als je daarbij afwijkt van het optimale scenario, dan wordt het onderhoud per definitie duurder. Dit kan desondanks zinvol zijn als de prestatie hiermee kan worden verhoogd. Het gaat dus om het met verstand combineren van de knoppen die je ter beschikking hebt.’
jaar twintig dagen buiten gebruik moet stellen voor een grote vervanging, dan heeft de sluis een geplande niet-beschikbaarheid van gemiddeld één dag per jaar. In werkelijkheid is een sluis in een willekeurig jaar óf honderd procent beschikbaar (behoudens de ongeplande niet-beschikbaarheid), negentien jaar achtereen, óf twintig dagen niet beschikbaar, ééns per twintig jaar. Vervolgens kun je kiezen of je in die twintig dagen ook al het andere onderhoud voor de komende jaren meeneemt, ofwel een complete renovatie, of steeds voor elke maatregel terugkomt. Dat is weer een afweging tussen kosten en beschikbaarheid, maar het is geen reguliere ProBo-analyse.
Kun je met een ProBo-som met LCCoptimalisatie voor een willekeurig jaar je SLA-prestatie bepalen?
Bakker: ‘Het gaat om het met verstand combineren van de knoppen die je ter beschikking hebt.’
‘Daar moet je voorzichtig mee zijn. Uiteindelijk wordt je werkelijke beschikbaarheid in een specifiek jaar bepaald door wat er in dat jaar moet worden gedaan en hoe dit in het werk wordt geclusterd. Dat kan flink afwijken van een langjarig gemiddelde. Als je bijvoorbeeld een sluis eens in de twintig
In een willekeurig jaar moet men dealen met budgetstromen. Je kunt bij de overheid geen negentien jaar sparen voor de uitgave in jaar twintig. Je zult in je programmering dus moeten schipperen tussen budget en prestaties. Door middel van een goede pro-
grammering realiseer je een vereiste prestatie. De ProBo-analyse is daarbij een leidende referentie, maar dat is niet hetzelfde als een programmering.’
Welke rol speelt inspectie dan? ‘Op basis van een ProBo-analyse kun je een instandhoudingsplan maken. Daarin zet je uit welke maatregelen je met welk interval denkt te gaan doen. Een groot deel van het onderhoud doe je echter niet tijdsafhankelijk, maar toestand- of storingsafhankelijk. Met inspectie kun je het optimale moment van ingrijpen beter inschatten voor toestandafhankelijk onderhoud. Een object gedraagt zich in de praktijk nooit gemiddeld. Zonder inspectie ben je dus vaak te vroeg of te laat met ingrijpen. Dat is niet optimaal. Een tweede doel van inspectie is dat je betrouwbare informatie hebt om te programmeren. Dat is nodig, wil je in een willekeurig jaar je SLA kunnen halen.’
Betekent prestatiesturing dat je alleen onderhoud doet om de beschikbaarheid te garanderen? ‘Dat is een veelvoorkomende vergissing. We leven in een maatschappij waarin we alleen maar een beschikbare weg mogen bieden als we aan alle voorwaarden die de MaintNL 6 - 2016 45
IMA06 MP PROBO.indd 45
22-06-16 13:48
‘De focus op instandhouding van infrastructuur vraagt om een ander soort ingenieur.’ Binnen de DBFM-contracten wordt nietbeschikbaarheid trouwens vaak gedefinieerd als de tijd dat een object niet aan een van de eisen voldoet. Dat past weer moeilijk in een ProBo-som, omdat het niet voldoen aan een eis niet automatisch leidt tot werkelijke niet-beschikbaarheid.’
Hoe ga je om met korte termijn versus lange termijn denken? ‘In principe ondersteunt het ProBo-gedachtegoed, en nu dus RABO, het lange termijn denken heel goed, mits juist toegepast in combinatie met LCC-optimalisatie. Maar dan ben je er nog niet helemaal. Er zit nog steeds een risico in de operationele programmering. Binnen een SLA-periode moet een beheerder de vereiste prestaties behalen. Het niet doen van LCC-optimaal onderhoud, zoals het conserveren van een brug, levert op korte termijn een betere beschikbaarheid dan het wel conserveren. Risico is dat je een financiële boeggolf opbouwt. Als dat gebeurt, kun je geen langjarig optimale strategie meer uitvoeren, want het geld gaat op aan het wegwerken van de achter-
46 MaintNL
IMA06 MP PROBO.indd 46
FOTO: RIJKSWATERSTAAT | ENTE BREED
maatschappij stelt voldoen: we mogen het milieu niet onnodig vervuilen, geen overmatig geluid produceren, we moeten voldoen aan arbo et cetera. Ook hebben steeds meer objecten monumentale waarde. Die mag je niet zomaar laten verslonzen omdat je zelf voorrang geeft aan beschikbaarheid. Als je denkt dat je alleen op beschikbaarheid van bijvoorbeeld de weg hoeft te sturen, dan maak je een vergissing. Je moet éérst al het onderhoud plegen om aan alle harde eisen te voldoen en dan komt het optimaliseren op beschikbaarheid. Maar dat is niet het enige. Onderhoud uitstellen tot de prestatie in het geding komt, is lang niet altijd LCC-optimaal. Het gaat om de beheersing van het volledige pakket aan prestaties, kosten en risico’s over de levenscyclus. Maar dat is niet strijdig met de ProBo-gedachte. Het gaat over een juist gebruik van de gereedschappen die je hebt.
stand in plaats van het economisch optimale onderhoud. Het is lastig om hier grip op te houden. Je zou dit kunnen doen door de contante waarde van de onderhoudsvoorraad in de tijd te monitoren.’
En sturing op risico’s, prestaties en kosten over de levenscyclus, is dat al haalbaar? ‘Sturingsmiddelen zoals risicogestuurd beheer en onderhoud zijn al goede stappen om hier te komen. Maar aan het omgaan met dingen als tijdelijke schommelingen in de budgetbehoefte en de effecten van een eventuele financiële boeggolf zul je nog extra aandacht moeten besteden. Een SLA met een LCC-criterium zou mooi zijn. Hiermee kun je de instabiliteit in budgetbehoefte of de opbouw van een financiële boeggolf meten op basis waarvan je tijdelijk extra financiële dekking zou kunnen afspreken, of andersom. Dit zou dus, naast risico’s en prestaties, een SLA-sturingsknop kunnen zijn. Binnen Rijkswaterstaat is hier onderzoek naar gedaan. Vooralsnog is dit nog niet goed mogelijk. Hiervoor is een hogere informatie-organisatiegraad nodig. Dat is overigens geen rode kaart voor ons. TNO en de TU Delft hebben gezocht naar goede voorbeelden binnen en buiten de infrasector waar LCC in SLA-sturing werd meegenomen, en heeft geen goede voorbeelden kunnen vinden. Maar wie van mening is dat TNO en TU Delft iets vergeten zijn, mag zich bij mij komen melden.’
Hoe zie je deze ontwikkeling in relatie tot het bredere maatschappelijk perspectief? ‘De wereld van overheidsorganisaties als Rijkswaterstaat gaat veranderen. Het Nederlandse infrastructuurnetwerk, als
adersysteem van onze nationale economie, ligt min of meer vast. Veel ruimte voor nog meer wegen, spoorwegen of waterwegen is er niet. Dat wil niet zeggen dat de beheerders van de assets klaar zijn. En zeker ook niet dat de uitgaven lager worden. Sterker nog, de kosten voor het uitbreiden van bestaande infrastructuur in een dichtbevolkt en -gebouwd gebied kunnen nog wel eens hoger zijn dan de aanleg van nieuwe wegen, spoorwegen en waterwegen. Beheerders van die assets doen er goed aan om nu al na te denken over de eisen die hun assets stellen op het gebied van beheer en onderhoud in de verre toekomst en hoe ze de kosten gaan beheersen. Anders zouden ze nog wel eens voor nare verrassingen kunnen komen te staan.’
Wat verlangen al deze ontwikkelingen eigenlijk van de ingenieurs van de toekomst? ‘De verschuiving van de focus op nieuwbouwprojecten naar instandhouding en inpassing van infrastructuur vraagt wel om een ander soort ingenieur. Voorheen leverden de technische universiteiten met name ingenieurs af die nieuwe infrastructuren konden bouwen. Nu zullen ze meer moeten nadenken over de levenscyclus van infrastructuur. Bovendien vergt het meer creativiteit, samenwerking en innovatiekracht om in een bestaand complex van wegen, waterwegen en spoorwegen te bouwen. Het ‘Ruimte voor de Rivier’-project van Rijkswaterstaat heeft nationaal en internationaal minder prestige dan de Deltawerken, maar goed beschouwd is het net zo’n grote opgave geweest. We hebben ingenieurs nodig die dit soort opgaven in bestaande en zwaar belastte systemen kunnen inpassen zonder het systeem al te veel te storen.’ ■
6 - 2016
22-06-16 13:48
Certificering
Nieuwe norm en inspectie verlagen brandrisico’s De manier waarop inspecteurs brandrisico’s bij elektrische installaties nu nog beoordelen, zorgt regelmatig voor verwarring. Een norm met specifieke focus op brandrisico’s bestaat namelijk niet. Nog niet althans. Naar verwachting is in november de nieuwe Nederlandse Technische Afspraak (NTA) 8220 gereed en al begin 2017 kunnen inspectiebedrijven die volgens NTA 8220 gaan werken, gebruikmaken van een certificatieregeling. De installatiebranche, verzekeraars en inspecteurs van elektrische installaties lopen regelmatig tegen problemen aan bij brandinspecties. ‘De polisvoorwaarden van brandverzekeringen wijzen vaak naar de noodzaak om periodiek een inspectie te laten plaatsvinden om brand te voorkomen. De criteria waarnaar daarbij wordt verwezen zijn doorgaans de NEN 1010, de NEN 3140 of eigen inspectiemethodieken, afhankelijk van verzekeraar en polis. Echter, deze normen zijn eigenlijk niet bedoeld om doelgericht het brandrisico van een elektrische installatie naar boven te halen. De NEN 3140 is gericht op het arbotechnische aspect of de bedrijfsvoering van de elektrische installatie – denk aan het voorkomen van elektrocutie, elektromagnetische compatibiliteit en dergelijke. De NEN 1010 heeft betrekking op de minimale elektrotechnische veiligheid, bijvoorbeeld wanneer het gaat om recent opgeleverde installaties. De focus ligt op de aanwezigheid van alle nodige elementen en het installeren volgens wettelijke bouwvoorschriften. In beiden normen is brandrisico dus maar in beperkte mate aan de orde, wat leidt tot verwarring’, licht Michel Wijbrands, projectleider Techniek en Markt van UNETO-VNI toe. De eigenaar van de installatie krijgt van de verzekeraar de opdracht om periodiek een inspectie te laten uitvoeren om brandveiligheid te garanderen, terwijl naar de NEN 3140 of NEN 1010 wordt verwezen. Die speelt de
Evi Husson informatie door naar de inspecteur zonder van de hoed en de rand te weten, waardoor de inspecteur eveneens in een lastig parket komt. Wijbrands: ‘De opdrachtgever wil het brandrisico beheersen, maar vraagt tegelijkertijd om arbotechnische zaken te controleren. Wie is verantwoordelijk als er wat mis gaat? De verzekeraar? De opdrachtgever? De inspecteur? Het was hoog tijd om een definitieve sluitende oplossing te vinden’.
Geen vervanging Het Verbond van Verzekeraars, iKeur (een platform voor onafhankelijke inspecteurs),
SCIOS en UNETO-VNI gingen in gesprek. Er is besloten een methodiek vast te leggen in een nieuwe norm, de NTA (Nederlands Technische Afspraak) 8220 die zowel de brandrisico’s als het risiconiveau beschrijft. Constateert de inspecteur een mankement, dan geeft NTA 8220 aan welke maatregelen hij of zij moet adviseren. Wijbrands: ‘De inspecteur en de verzekeraar hanteren zo voortaan dezelfde, heldere criteria als het gaat om brandveiligheid. Dat levert uiteindelijk vooral duidelijkheid op voor de verzekerde. De NTA is geen vervanging van de andere normen, maar heeft een specifieke, eigen focus: brandrisicobeheersing.’ De conceptversie van de NTA is in juni klaar. Deze wordt gepresenteerd aan de betrokkenen die hierop nog kunnen reageren. Streefdatum voor de definitieve versie is 1 november. Wijbrands: ‘De NTA is nog in ontwikkeling waardoor de inhoud in detail nog kan wijzigen. In de norm zal onder andere worden omschreven wat de bronnen van brand zijn, het natuurkundige verschijnsel in combinatie met elektrotech-
INSPECTIE EXPLOSIEVEILIGE INSTALLATIES Naast de NTA 8220 werkt SCIOS aan certificatie van inspecties van explosieveilige installaties. Krijgsman: ‘Zonering is een van de belangrijke aspecten van explosieveiligheid. Afhankelijk van de aanwezige lekbronnen, het soort ruimte, ventilatie en aanwezigheid van elektrische installaties krijgt een ruimte een andere zone. In de praktijk wordt nog te vaak een te hoge zonering afgegeven of worden verkeerde adviezen verstrekt. Opdrachtgevers doen hierdoor investeringen die eigenlijk niet nodig zijn. In de grote petrochemische industrie die zelf specialisten op veiligheidsgebied in dienst heeft, doet dit probleem zich niet voor. In kleinere bedrijven die met hogedruk gas of met brandbare stoffen te maken hebben, speelt dit probleem vaker. Een certificatie van dit soort inspecties is daarom geen overbodige luxe. Momenteel zijn we bezig met de validatie van de scope. Na terugkoppeling van CI en het verwerken van hun opmerkingen wordt de scope bij de RvA aangemeld voor erkenning. Naar verwachting zal SCIOS deze scope eind dit jaar introduceren.’
MaintNL 6 - 2016 47
IMA06 MS SCIOS.indd 47
22-06-16 13:51
FOTO: POWERCONSULTING
De Nederlandse Technische Afspraak (NTA) 8220 is geen vervanging van andere normen, maar heeft een specifieke focus: brandrisicobeheersing.
niek, in welke soorten ruimtes installaties zich bevinden en welke risico’s daaraan kunnen worden gekoppeld. Een opslagplaats van brandbare stoffen waar ook een elektrische installatie aanwezig is, heeft bijvoorbeeld een hoger risico dan een ruimte zonder elektrische installatie waardoor bij een inspectie extra handelingen moeten worden uitgevoerd om te controleren of alles in orde is. De situatie wordt met andere woorden vanuit de risico’s geïnspecteerd, terwijl aan ruimtes een risicoclassificatie wordt toegekend. Maar zoals gezegd, de definitieve versie en inhoud is in november gereed.’
Krijgsman: ‘Erkende certificatie biedt opdrachtgevers zekerheid.’ Kwaliteitsborging Parallel aan het opstellen van de NTA wordt door de Stichting SCIOS een certificatieregeling op basis van de nieuwe NTA ontwikkeld. De stichting is beheerder en ontwikkelaar van kwaliteits- en certificatiesystemen voor het uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden aan technische installaties. Arie Krijgsman, voorzitter
48 MaintNL
IMA06 MS SCIOS.indd 48
van de stichting, licht toe: ‘Het is essentieel dat de NTA er komt, maar tegelijkertijd is het eveneens van belang dat inspecteurs de inspecties ook op een goede manier uitvoeren. Het gaat nog te vaak mis.’ Hij geeft een aantal voorbeelden. ‘Enige tijd geleden zag ik bij niet-gecertificeerde bedrijven onvolledige rapportages of door gebrek aan kennis gaven inspecteurs adviezen, die leidden tot onnodige extra investeringen voor de opdrachtgevers. Ook verschillende erkenningsregelingen die in Nederland van toepassing zijn, borgen niet altijd voldoende de kwaliteit. Neem de inspectie van cv-installaties. Uit onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid blijkt dat periodiek onderhoud aan installaties geen afdoende bescherming vormt tegen koolmonoxideongevallen. De verschillende kwaliteitslabels, zoals keurmerken en erkenningen – een bedrijf kan een kwaliteitslabel krijgen als het ten minste één vakbekwame medewerker in dienst heeft of lid is van een branchevereniging – bieden te weinig garantie voor daadwerkelijk professionele aanleg en veilig onderhoud. Daarom is een erkende certificatie met bewaakte kwaliteit van het bedrijf, de processen en de medewerkers juist zo belangrijk. Het biedt opdrachtgevers zekerheid dat inspecties op de juiste manier zijn uitgevoerd.’
Stappen De SCIOS-certificatieregeling is erkend door de Raad voor Accreditatie waardoor de kwaliteit van gecertificeerde bedrijven is gewaarborgd. Inspectiebedrijven moeten aan een aantal voorwaarden voldoen om zich te kunnen certificeren. Een eerste aspect waar een bedrijf naar moet kijken, is de scope om de juiste focus te kunnen leggen. Denk aan atmosferische verwarmingsketels en luchtverhitters, warmwaterketels, stoomketels, heetwaterketels, verbrandingsmotoren en -turbines, bijzondere industriële installaties, emissiemetingen, brandstofleidingen, elektrische installaties en arbeidsmiddelen. Daarna moet worden gekeken naar het werkgebied. Gaat het om periodiek onderhoud (PO), een periodieke inspectie van een stook- of een elektrische installaties of betreft het een eerste of bijzondere inspectie? Afhankelijk daarvan wordt een ander type inspectie met de daarbij behorende rapportage uitgevoerd. Afhankelijk van de scope en het werkgebied volgt een andere certificatieroute. Na het bepalen van de scope en het werkgebied wordt het kwaliteitsmanagementsysteem onder de loep worden. Welke methodiek hanteert een inspectiebedrijf en wat is de kwaliteit ervan? Voor certificatie moet het kwaliteitsmanagementsysteem van het bedrijf zijn gebaseerd op de ISO
6 - 2016
22-06-16 13:51
FOTO: PRIMORGRUP
9001 en moet aan een aantal aanvullende eisen van SCIOS worden voldaan, die garantie bieden voor een goede kwaliteit van de inspectie. Er wordt gekeken naar systeemstrategie en beleid, asset management, personeelsmanagement, procesbeheersing, enzovoorts.
Juiste middelen Een volgend bijzonder aspect waar SCIOS veel waarde aan hecht bij de certificering is de kennis en kunde van de werknemers. Medewerkers moeten met succes een door SCIOS erkend examen hebben afgelegd en een minimum aantal inspecties uitvoeren. Krijgsman: ‘Van iemand die één keer per jaar een inspectie uitvoert, kun je geen al te hoge kwaliteit verwachten. Wij geven daarom aan dat de inspecteurs minimaal twaalf inspecties per jaar moeten doen om hun erkenning van gecertificeerde instelling te behouden. Dit wordt iedere achttien maanden gecontroleerd door de CertificatieInstelling.’
‘Inspecteurs krijgen praktijkaudits waarbij hun kennis en vaardigheden worden getoetst.’ Maar ook al gebruik je een goede methodiek en zijn de inspecteurs kundig, dit biedt nog geen garantie voor een goede inspectie. ‘Ook het gebruik van de juiste meetinstrumenten is niet te onderschatten.
Wanneer een instrument niet is gekalibreerd of de inspecteur neemt het verkeerde mee, ontstaat een probleem. Daarom mag een gecertificeerde inspecteur alleen meetmiddelen gebruiken die voldoen aan nationale of internationale normen terwijl ze eveneens moeten voldoen aan de eisen voor kalibratie, nauwkeurigheid en reproduceerbaarheid, zoals in de SCIOScertificatieregeling staat beschreven.’ Een goed kwaliteitsmanagementsysteem, goed opgeleide en ervaren inspecteurs en goed meetmiddelenbeheer zijn drie belangrijke aspecten van een goede inspectie. Krijgsman: ‘Daarop volgt een goede rapportage. Deze moet transparant zijn voor de opdrachtgever, die eenvoudig moet kunnen achterhalen of alle noodzakelijke punten zijn geïnspecteerd.’
Voordelen De hele inspectie, vanaf de overeenkomst van wat er moet worden geïnspecteerd tot de rapportage, moet goed zijn. ‘Om dat te garanderen, controleert een onafhankelijke
Certificatie-Instelling (CI) de inspectiebedrijven of ze aan alle nodige voorwaarden voldoen. Het kwaliteitsmanagementsysteem wordt jaarlijks gecontroleerd door de CI en de inspecteurs krijgen eens in de achttien maanden een praktijkaudit waarbij hun kennis en vaardigheden worden getoetst. Deze maatregelen moeten zorgen voor een degelijke inspectie.’ Krijgsman vervolgt: ‘Certificatie heeft voor zowel opdrachtgever als inspectiebedrijf toegevoegde waarde. Je kunt als installatieeigenaar aantonen dat je met deze inspectie voldoet aan wet- en regelgeving. Je hebt er alles aan gedaan om je installatie veilig, zuinig en milieutechnisch goed te laten controleren. Mocht er onverhoopt toch wat fout gaan, dan kan een opdrachtgever zonder problemen aantonen dat hij voldoet aan de voorwaarden die verzekeraars in hun polissen stellen. Voor een inspectiebedrijf is certificatie een onderscheidend kenmerk naar de omgeving toe en levert het door een goede kwaliteitsborging een hoogwaardig product.’ ■
NVDO INSPECTIEPLATFORM Stichting SCIOS is met Arie Krijgsman vertegenwoordigd in het NVDO InspectiePlatform, een initiatief van opdrachtgevers en opdrachtnemers, gericht op de communicatie over kwaliteit en uniformiteit van inspecties. Om de inspecties binnen beheer en onderhoud op een hoger niveau te brengen, dient het kennisniveau meer op een lijn te komen. Niet alleen zijn er verschillen tussen opdrachtnemer en -gever, ook zijn deze verschillen merkbaar bij opdrachtgevers of opdrachtnemers onderling. Er is dus nog geen uniforme aanpak, waardoor inspecties soms enorm kunnen afwijken. Middels een task force wordt naar dit soort uniformiteit gestreefd. Daarnaast geeft het platform invulling aan hoe de doelstellingen kunnen worden bereikt. Denk daarbij aan het uitwisselen
van ervaringen, het verfijnen van ideeën, het stellen van doelen en het krijgen commitment. Andere speerpunten zijn: • Certificering van bedrijf en/of individuele personen • Vaststellen minimale kwaliteit van en eisen aan inspecties • Regulering van inspectiemethodieken • Minimaal 3 niveaus voor inspecteurs aanbieden • Zorg dragen dat bedrijven de vraag uit de markt voldoende kunnen bedienen • Bevordering bewustwording bij opdrachtgevers en opdrachtnemers over nut en noodzaak van goed onderbouwd B&O
MaintNL 6 - 2016 49
IMA06 MS SCIOS.indd 49
22-06-16 13:51
Wet- en regelgeving
Veranderende regelgeving voor flexwerkers Mobiliteit en flexibiliteit waren ooit de toverwoorden voor HRafdelingen. Echter, de Wet werk en zekerheid (Wwz) en Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) zorgen voor nogal wat veranderingen als een werkgever wel een duurzame arbeidsrelatie, maar geen langdurig arbeidscontract voor ogen heeft.
Broer de Boer
Een belangrijk doel van de Wet werk en zekerheid is om een bijdrage te leveren aan een fatsoenlijke arbeidsmarkt. Daartoe zijn op drie terreinen veranderingen doorgevoerd: het flexrecht, het ontslagrecht en de
Werkloosheidswet (WW). De Wwz verbetert de rechtspositie van flexwerkers, maar het ontslag wordt sneller, goedkoper en eerlijker, terwijl de WW zich er voortaan meer op richt om mensen weer snel aan het werk te
krijgen. Om de ontwikkelingen in ons land qua arbeid en economie te stimuleren, blijft de overheid inzetten op meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt.
Verminderen verschillen De reden van invoering van de wetten was dat de verschillen in de behandeling van werknemers met vaste en flexibele contracten te groot was. Sinds 1 juli 2015 krijgen flexwerkers meer gelijkwaardigheid. Een belangrijk gevolg is de verandering van de ketenbepaling voor tijdelijke contracten. Een tijdelijk arbeidscontract wordt auto-
CRUCIALE PUNTEN IN MODELOVEREENKOMSTEN Kijken we naar zo’n branchespecifieke modelovereenkomst, bijvoorbeeld een onderaannemingsovereenkomst eigen werkplaats, dan geeft de Belastingdienst hierin aan welke issues cruciaal zijn voor dat er al dan niet sprake is van een dienstverband. We sommen enkele daarvan op: 1. Onderaannemer richt in onafhankelijkheid de uitvoering van zijn werk in en bepaalt zelf op welke manier hij zijn werk organiseert en uitvoert, passend binnen het te bereiken resultaat conform deze overeenkomst en het werk van aannemer en andere partijen. 2. Onderaannemer voert het werk in of vanuit zijn eigen werkplaats uit. 3. Aannemer kan onderaannemer richtlijnen geven over de afstemming van het overeengekomen werk in relatie tot andere werkzaamheden die hiermee in relatie staan, zonder in te grijpen in de wijze van uitvoering van de overeenkomst, aangezien onderaannemer daarover bij uitsluiting beslist. 4. Onderaannemer is volledig vrij in het aannemen van opdrachten van derden, tenzij aannemer een redelijk belang heeft bij een beperking hiervan. 5. Onderaannemer is aansprakelijk voor nakoming van het overeengekomen resultaat. 6. Onderaannemer draagt als zelfstandig ondernemer de verantwoordelijkheid voor:
50 MaintNL
IMA06 MQ werknet.indd 50
-h et op peil houden van zijn kennis en vaardigheden benodigd voor het uitvoeren van dit soort werken; - het afdekken van risico’s van aansprakelijkheid in verband met het uitvoeren van het werk; - het verwerven van andere opdrachten voor het uitvoeren van werk; - het treffen van voorzieningen tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid; -h et opbouwen van een oudedagsvoorziening(en). In een andere modelovereenkomst, onderaanneming op locatie, zijn bijvoorbeeld de volgende zaken cruciaal: het gebruik van eigen, geleasde of gehuurde vervoermiddelen voor transport van en naar de locatie waar het werk plaatsvindt, het gebruik van eigen dagelijks gereedschap en hulpmiddelen bij de uitvoering van het werk. Bij dat laatste is het zo geregeld dat hier in incidentele gevallen van af geweken kan worden voor zover het gereedschappen en hulpmiddelen zijn die op de locatie aanwezig zijn. Vindt u geen passende modelovereenkomst op de belastingsite, neem dan eerst contact op met uw brancheorganisatie. Mogelijk zijn er namelijk al stappen gezet om tot specifieke modelovereenkomsten te komen. Bron: www.belastingdienst.nl
6 - 2016
22-06-16 13:49
FOTO'S: PEXELS EN FERMILAB|REIDAR HAHN
Om de ontwikkelingen in ons land qua arbeid en economie te stimuleren, blijft de overheid inzetten op meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt.
matisch vast als meerdere tijdelijke contracten bij een werkgever een periode van twee jaar overschrijden. Tijdelijke contracten die elkaar opvolgen, worden een keten genoemd. Tot 1 juli 2015 was de maximale periode van de keten waarbinnen met tijdelijke contracten kon worden gewerkt drie jaar. Ook de zogenoemde tussenpoos is veranderd van drie naar zes maanden. Voor uitzendbureaus is de flexibele periode 5,5 jaar.
Arbeidsmarkt Piet van der Linden, bestuurder van het NVDO Platform Zelfstandigen in Maintenance (ZimA) en eigenaar van LT People, zegt over de impact het volgende: ‘Wij denken dat de opdrachtgevers zich nog steeds onvoldoende bewust zijn van de inhoud van beide wetten. De informatie over beide wetten is vrij helder. Maar, of we hiermee het bedoelde effect bereiken in onze branche, daarover heb ik zo mijn twijfels. Wij signaleren de trend dat opdrachtgevers de flexibele schil van werknemers vergroten. We zien dus minder vaste contracten, maar juist contracten met kortere looptijden. Als het afsluiten van contracten niet meer mogelijk is, keert een dergelijke medewerker terug op de arbeidsmarkt. Toch voert de
politiek hierover al discussies in hoeverre dit gewenst is voor de economie, want voor flexwerkers is het bijvoorbeeld erg lastig een hypotheek af te sluiten.’
Van der Linden: ‘Brancheorganisaties pleiten voor een grotere rol van jongeren en ouderen in het arbeidsproces.’ Op de vraag wat de impact op lange termijn zal zijn, antwoordt Van der Linden: ‘Percentueel daalt de werkloosheid, maar gelijktijdig zien we het aantal uitkeringen stijgen. Meer specifiek, de werkloosheid bij de 25- tot 45-jarigen daalt. Daaronder en daarboven stijgt deze. Volgens het UWV is dit het gevolg van de Wwz. Verder signaleren we een krimp van de markt voor uitzendbureaus, die toch een belangrijke rol spelen op de arbeidsmarkt. Om genoemde redenen pleiten brancheorganisaties voor een grotere rol van jongeren en ouderen in het arbeidsproces. Met deze nieuwe wet kunnen wij langere contracten aanbieden. Maar omdat het veelal aan tijd ontbreekt, is er voor uitzendbureaus ook een grotere
rol weggelegd bij werving, selectie en opleiding van vaste medewerkers.’
Gezamenlijk risico Het leger van circa 1,2 miljoen zzp’ers speelt ook een belangrijke rol op de Nederlandse arbeidsmarkt. Op 1 mei 2016 is de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) ingegaan. Deze wet kan zowel voor de zzp’ers als voor de opdrachtgevers die ze inhuren grote consequenties hebben. Wim Heldens, adviseur ondernemersondersteuning van de Kamer van Koophandel: ‘Highlight hierin is de modelovereenkomst, die in de plaats is gekomen van de eerdere Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Deze door de zzp’er aangevraagde verklaring bij de Belastingdienst vrijwaarde de opdrachtnemer voor de gevolgen als de fiscus achteraf een schijnzelfstandigheid, dus een verkapte arbeidsrelatie van de zzp’er constateerde en er feitelijk sprake was van een gewoon dienstverband. De nieuwe wet legt de risico’s van een schijnzelfstandigheid zowel bij de zzp’er als bij de opdrachtgever neer, als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Modelovereenkomsten nemen voortaan de plaats in van de VAR. Dat lijkt simpel, maar omdat dit van beide kanten helderheid en structuur vereist, kan dit best complex zijn.’ MaintNL 6 - 2016 51
IMA06 MQ werknet.indd 51
22-06-16 13:49
Heldens adviseert dan ook via Youtube het ‘Webinar: DBA/Modelovereenkomst voor opdrachtgevers’ van de KvK te bekijken.
Modelovereenkomst Enkele belangrijke zaken die Belastingdienstmedewerkers René Blaak en René van Iersel in het Webinar bespreken, zijn de volgende: ‘Voor opdrachtgevers die eerder niet met een VAR werkten, verandert er in principe niets. In gevallen waar een modelovereenkomst de plaats moet innemen van de VAR is dat wel het geval. Als blijkt dat er niet conform een door de Belastingdienst beoordeelde modelovereenkomst is gewerkt en de Belastingdienst is van oordeel dat er toch sprake is van een dienstbetrekking, kunnen we ook de werkgever aanspreken. Dat is nieuw.’
Overigens hoeft niet met elke zzp’er een individuele modelovereenkomst te worden afgesloten. Er zijn vier stappen die opdrachtgevers moeten nemen: • Bedenk of een modelovereenkomst nodig is. • Zoek op belastingdienst.nl/dba een modelovereenkomst die past bij de manier waarop je met een zzp’er wilt gaan werken. • L eg vervolgens samen vast volgens welke modelovereenkomst je gaat werken. • Werk volgens de afspraken in de modelovereenkomst. Op de belastingsite staat een behoorlijk aantal beoordeelde modelovereenkomsten. Ze zijn onderverdeeld in algemene modellen, branche- of sectorspecifieke modelovereenkomsten en individuele overeenkomsten. Ze zijn meteen te gebruiken. De cruciale punten, waarop de Belastingdienst beoordeelt of er sprake kan zijn van een dienstbetrekking, zijn geel gearceerd. Zo kan bijvoorbeeld het beschikbaar stellen van gereedschap, bedrijfskleding of een kilometervergoeding de schijn wekken van een dienstbetrekking. Is er geen passende modelovereenkomst, treed dan in vooroverleg met de Belastingdienst en kom tot een door de Belasting-
52 MaintNL
IMA06 MQ werknet.indd 52
dienst beoordeeld model. Overigens hoeft niet met elke zzp’er een individuele modelovereenkomst te worden afgesloten. Als meerdere zzp’ers onder dezelfde omstandigheden werken, kun je dezelfde modeloverkomst gebruiken waarnaar je steeds verwijst. Dat kan zelfs per e-mail worden vastgelegd. Ook de situatie die optreedt bij gebruikmaking van een intermediair (uitzendbureau, tussenkomst of bemiddeling) wordt duidelijk uit de doeken gedaan. Verder wordt er nog een aantal cases geoefend om te bepalen of er sprake kan zijn van een dienstbetrekking. Ook maakt dit webinar duidelijk welke criteria bij de loonbelasting en de inkomstenbelasting gelden in de materie van de zzp’er en het ondernemerschap. Een opdrachtgever kan er niet voetstoots van uitgaan dat wanneer een zzp’er aan de ondernemerschapscriteria voldoet er nooit sprake kan zijn van een dienstverband. De vrijwaring voor werkgeversrisico’s om alsnog loonheffing te betalen in situaties van contacten met zzp’ers is met de VAR verdwenen. Opdrachtgevers moeten dus heel goed nadenken hoe het moet.
Claim bij opdrachtgever Deze veranderingen raken dus vooral de onderhoudssector, waar het dan om de extra handjes gaat. Goede lassers bijvoorbeeld, zijn bijna allemaal zzp’ers. Vaak vergroeien ze met het bedrijf en halen uit die relatie het grootste deel van hun inkomen. Piet van der Linden heeft zo zijn zorgen over de DBA. ‘Als die 1,2 miljoen zzp’ers in Nederland hun belasting niet afdragen, ontstaat er echt een probleem. Als opdrachtgever wil je zaken doen met een valide bedrijf. Een zzp’er met een VAR gaf je min of meer die garantie. De modelovereenkomsten zoals we die nu kennen, zorgen voor een nieuwe situatie. Wanneer een zzp’er de loonheffing niet afdraagt, komt de claim van de fiscus alsnog bij de opdrachtgever te lig-
gen. Bedrijven willen dit risico niet nemen en zetten daarom geen zzp’ers meer in. Een G-(geblokkeerde,red.)rekening vormt hierin een oplossing. Op zo’n rekening maakt de opdrachtgever de loonheffing over dat voor de fiscus is bestemd. Alleen de fiscus kan dit afschrijven. Maar, alleen bv’s kunnen zo’n G-rekening openen. We zien dan ook dat zzp’ers overgaan tot het oprichten van een bv. Overigens, en dat is een belangrijk weetje, ook zzp’ers kunnen tegenwoordig aanspraak maken op een ontslagvergoeding.’
Voorziene wetswijziging Wwz Minister Asscher heeft onlangs aangekondigd de Wwz op een aantal punten aan te willen passen. Dit betreft de ketenregeling bij seizoensarbeid; de regeling om in de cao af te wijken van de transitievergoeding en om compensatie van de transitievergoeding bij ontslag na langdurige arbeidsongeschiktheid. Daarmee reageert het kabinet op de knelpunten die werkgevers ervaren van de effecten van de Wwz. De laatste twee wijzigingen zullen naar verwachting pas per 1 januari 2018 in werking treden. Het wetsvoorstel hiertoe zal begin 2017 worden ingediend. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, hoeft voortaan de bij cao-geregelde voorziening niet meer gelijkwaardig te zijn aan de transitievergoeding voor een individuele werknemer. De cao-partijen kunnen dan zelf bepalen wat de inhoud en omvang van deze voorziening zal zijn en wie een dergelijke voorziening verschuldigd is. Dit hoeft niet per se de individuele werkgever te zijn. In het wetsvoorstel worden ook de lasten voor werkgevers die een transitievergoeding moeten betalen voor langdurig arbeidsongeschikte werknemers verlicht. Ze zullen worden gecompenseerd vanuit het Algemeen werkloosheidsfonds. Hier zal wel een verhoging van de (uniforme) premie tegenover komen te staan. ■
6 - 2016
22-06-16 13:49
Casus
Zet de kostenbril af! De tijd dat onderhoud uitsluitend werd gezien als een kostenpost ligt gelukkig achter ons. Directies en managers erkennen dat onderhoud wel degelijk een bijdrage levert aan de winst en de continuïteit van de organisatie. Maar het is nog geen gelopen race. Want binnen een onderhoudsdienst treffen we nog steeds onderwerpen waarnaar vrijwel uitsluitend met een kostenbril wordt gekeken. Hoe zou het anders komen dat veel bedrijven niet (meer) beschikken over een complete, actuele en eenvoudig toegankelijke technische documentatie? Veel bedrijven weten daar blijkbaar geen bevredigend antwoord op te geven en beschouwen het in stand houden van onderhoudsdocumentatie als een kostenpost waarop sterk kan worden bezuinigd. Naar aanleiding van de cursus ‘Organisatie van Onderhoud’ berekende een cursist wat de gebrekkige documentatie zijn bedrijf jaarlijks kostte aan verminderde productiviteit bij monteurs, werkvoorbereiders en maintenance engineers. Hij gebruikte daarvoor een tijdens de cursus behandelde methodiek. Deze kosten bleken de kosten van de enkele jaren daarvoor wegbezuinigde medewerker (die verantwoordelijk was voor de documentatie) verre te overtreffen. En laten we nog maar niet spreken van de bijdrage die een kwalitatief hoogwaardige documentatie levert aan borging van veiligheid, milieu en het reduceren van risico’s.
Organisatie van Onderhoud De NVDO organiseert op 22 en 23 september de cursus ‘Organisatie van Onderhoud’. Optimaal beheer en onderhoud van installaties is cruciaal voor veel bedrijven. In economisch mindere tijden is de aandacht natuurlijk gericht op minimale kosten. Maar daarmee mag geen hypotheek gelegd worden op het maximaal kunnen benutten van de assets als de vraag weer aantrekt. In de cursus gaat het om het vinden van de juiste balans tussen anticiperen/voorkomen en het adequaat kunnen omgaan met incidenten die niet voorzien zijn. En vooral: over de eisen waaraan een betrouwbare onderhoudsorganisatie moet voldoen. Met als resultaat een organisatie die weinig overkomt en steeds beter presteert, ook in moeilijke omstandigheden. We leren dan ook preventief te denken! Tijdens deze intensieve tweedaagse cursus leert u een goed inzicht te krijgen in de belangrijkste aspecten van en de methoden en technieken voor het betrouwbaar organiseren van onderhoud. Gezamenlijk wordt een visie ontwikkeld en u kunt vervolgens in uw bedrijf op een systematische manier aan de slag met uw eigen organisatie en de tijdens de cursus geïdentificeerde verbetermogelijkheden.
Effectief en efficiënt Er zijn nog wel onderwerpen te noemen waarvan vooral naar de (loon)kosten wordt gekeken en niet naar de toegevoegde waarde, laat staan naar de gevolgkosten. Denk aan de Bill of Materials, aan het opstellen en bewaken van standaarden, en aan het kwalitatief hoogwaardig voorbereiden en plannen van onderhoudswerkzaamheden. In de cursus ‘Organisatie van Onderhoud’ wordt veel aandacht besteed aan het nemen van verantwoorde beslissingen over de zogenoemde infrastructuur van onderhoud: wat is er nodig om effectief en efficiënt onderhoud te realiseren, en welke methodieken en systematieken zijn daarvoor noodzakelijk? En uiteraard: hoe organiseren we dat het beste? MaintNL 6 - 2016 53
IMA06 MJ casus.indd 53
22-06-16 14:10
Cursussen Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de Maintenance Academy op www.nvdo.nl Komende NVDO Cursussen Locatie: NVDO Verenigingsgebouw, tenzij anders vermeld 8 september Storingsanalyse, maar dan Anders! In Company mogelijk De NVDO-cursus ‘Storingsanalyse, maar dan Anders!’ biedt deelnemers een complete aanpak voor het effectief en efficiënt oplossen van storingen. In één dag wordt geleerd: • Hoe een samenloop van omstandigheden of vaag probleem kan worden verduidelijkt tot een kernachtige omschrijving van storingsmelding(en). • Hoe alle informatie over een storing nauwkeurig kan worden beschreven, zodanig dat onderscheid wordt gemaakt tussen geruchten en feiten. • Hoe op een zo efficiënt mogelijke wijze de oorzaak van de storing kan worden bepaald. • Hoe de juiste maatregelen kunnen worden gekozen. • Hoe de samenwerking en de communicatie tussen de (interne) klant en de ‘storingsoplosser’ kan worden verbeterd. Denk bijvoorbeeld aan de relatie tussen TD-Productie. Resultaat: storingen worden sneller en definitief opgelost. Door betere samenwerking ontstaat een hogere beschikbaarheid van productie-installaties met lagere onderhoudskosten tot gevolg.
Doel Deelnemers worden getraind in een stap-voor-stap-aanpak, een systematische manier van denken voor het analyseren en oplossen van storingen. De deelnemer krijgt daarbij antwoord op de volgende vragen: • Hoe meld ik storingen duidelijk en welke vragen moet ik (mezelf) stellen om ervoor te zorgen dat ik alle relevante informatie verzamel die nodig is voor het oplossen van de storing? • Op welke wijze kan ik alle gegevens met betrekking tot een storing het beste (visueel) vastleggen, zodat de feiten door iedereen eenvoudig worden begrepen? • Hoe kan ik een nog niet opgeloste storing zorgvuldig overdragen aan een collega, zodanig dat hij direct met de analyse kan beginnen? • Hoe pak ik de analyse van de storing efficiënt en effectief wijze aan, zonder voorbarige conclusies te trekken? • Hoe bepaal ik op basis van de beschikbare informatie de juiste storingsoorzaak, zonder te vervallen in een aanpak van ‘trial and error’? • Hoe bepaal ik de beste maatregelen om de storingsoorzaak weg te nemen?
wordt stap voor stap een systematische aanpak voor storingsanalyse getraind. Daarbij worden korte stukken theorie steeds afgewisseld met vele praktische voorbeelden en oefeningen om vaardigheid te ontwikkelen in een kritische aanpak. Deelnemers ontvangen tijdens de cursus een syllabus. Voor toepassing van de methoden in het eigen bedrijf worden tevens digitale werkbladen beschikbaar gesteld.
12 en 13 september Montage en Demontage van Lagers De deelnemers worden in deze tweedaagse training in staat gesteld de problemen, verbonden aan het gebruik van lagers, te begrijpen en de verschillende lagertypen en -aanduidingen te herkennen. Daarnaast raken de deelnemers vertrouwd met de juiste en veilige gereedschappen voor de verschillende montage- en demontagemethoden en het smeren van lagers. Ze zullen ook beter in staat zijn lagerschades te analyseren en te voorkomen. Na de praktische oefeningen zullen de deelnemers de materie echt beheersen!
Onderwerpen
Onderwerpen
• Lagertechnologie, de verschillende materialen, welke loopbaancontacten, draaggetallen en toerentallen. • Wentellager-aanduidingen, wat betekenen alle cijfers en letters? • Lagerkarakteristieken, welk type lager voor welke toepassing en waarom? • Passingen en toleranties, aan welke afmetingen dient het lager te voldoen? • Monteren en demonteren van lagers op een juiste en veilige methode. • Lagersmering en methodes, welk vet, nasmeer-interval en nasmeerhoeveelheid? • Lagerschade-analyse en belangrijk: hoe te voorkomen?
Tijdens deze eendaagse cursus worden eigen ervaringen uitgewisseld. De deelnemers krijgen een beeld van hun huidige werkwijze bij het analyseren van storingen. Vervolgens
1e dag (12 sept) NVDO Verenigingsgebouw, Houten 2e dag (13 sept) SKF Business & Technology Park, Nieuwegein
54 MaintNL
6 - 2016
IMA06 MF cursussen.indd 54
22-06-16 13:49
Start 14 september Leergang Asset Management Na het volgen van de leergang is de cursist in staat om antwoord te geven op de volgende vragen: • Wat is asset management: gedachtengoed, de methodiek en principes? • Welke plaats en positie neemt asset management in binnen de organisatie? • Hoe wordt risicomanagement toegepast binnen de methodiek van asset management? • Hoe kunnen ontwerpbeslissingen worden onderbouwd op basis van een Life Cycle Cost-benadering? • Hoe wordt wet- en regelgeving in het bedrijfsbeleid geborgd? • Hoe kunnen bedrijfsprocessen worden gestroomlijnd, systeemeffectiviteit worden verhoogd en totale kosten over de levensduur worden geoptimaliseerd? • Hoe bereik ik de optimale kosteneffectiviteit van de assets over de levensduur? • Hoe ontwikkel ik de meest doelmatige uitbestedingsstrategie, hoe voer ik regie over de markt? • Hoe worden mijn directie en ik zich bewust van de meerwaarde van asset management? • Hoe kan ik de methodiek en principes van asset management effectief binnen de keten van mijn organisatie uitdragen en communiceren? • Hoe kan ik bijdragen in het realiseren van een optimale samenwerking tussen alle partijen in de keten? • Hoe kan ik de normstandaard ISO 55000 als hulpmiddel toepassen in het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen?
Onderwerpen Het zevendaagse programma bestaat uit drie modules van elk twee aaneengesloten dagen en een roundup-dag. Technisch bedrijfskundige onderwerpen worden afgewisseld met onderwerpen ter versterking van de sociale aspecten, die een belangrijke rol spelen bij de implementatie en borging van asset management binnen de organisatie. De leergang is vanuit het ‘action learning’-principe opgezet, de onderwezen theorie wordt met oefeningen en praktijkcases ondersteund. Resultaat van deze opdracht vormt aan het eind van de leergang een leidraad die kan fungeren voor invoering en borging van asset management binnen uw eigen bedrijf.
15 september ISO 55000 in één dag! In Company mogelijk Onderwerpen • Wat is ISO 55000 en hoe draagt het bij aan goed asset management? • De relatie tussen ISO 55000 en andere management systemen (bijvoorbeeld ISO 9001). • Basisvereisten van een asset management systeem. • Toepassen van de norm. • Asset management in combinatie met verantwoord ondernemen. • Uitgelicht: Risicoanalyse, het belang van data management en het Strategic Asset Management Plan (SAMP).
Nota bene: Bij deelname aan deze eendaagse ISO 55000-cursus is uiteraard de norm, deel I, inbegrepen!
Doel Deelnemers hebben na deze eendaagse training inzicht in de toepassingsmogelijkheden van de ISO 55000 en kennen de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft.
22 en 23 september Organisatie van Onderhoud In Company mogelijk Tijdens deze intensieve tweedaagse cursus leert u een goed inzicht te krijgen in de belangrijkste aspecten van en de methoden en technieken voor het betrouwbaar organiseren van onderhoud. Gezamenlijk wordt een visie ontwikkeld en u kunt vervolgens in uw bedrijf op een systematische manier aan de slag met uw eigen organisatie en de tijdens de cursus geïdentificeerde verbetermogelijkheden.
Onderwerpen • Visie op onderhoud en High Reliability organisaties. • Overzicht van belangrijke concepten (bijvoorbeeld: RCM, TPM, 6Sigma, ISO 5500x, PAS 55) en hun toepasbaarheid. • Installatiestructuur als ruggengraat voor onderhoudsbeheersing. • Relatie tussen onderhoud en bedrijfsresultaten (ROI, RONA, EBIT, cashflow). • Samenwerking Onderhoud, Productie en Engineering. • Soorten onderhoud en relatie met budget en registratie. • Hoe kunnen kritieke installaties en delen daarvan worden geïdentificeerd? • Onderzoeken van storingen en oorzaken. • Systematieken om betrouwbaar onderhoud te faciliteren. • Opstellen van een onderhoudsplan. • De verschillende functies en functionarissen in onderhoud. • Functietyperingen en functieomschrijvingen. • Onderhoud door Productie. • Ontwerpen van een betrouwbare organisatiestructuur. • Kenmerken van een betrouwbare organisatie en de weg daar naar toe. MaintNL 6 - 2016 55
IMA06 MF cursussen.indd 55
22-06-16 13:49
Nieuws Conditiemeting voor gebouwen en infrastructuur De eerste druk van de norm voor conditiemeting, een initiatief van de Rijksgebouwendienst en de NEN, waar de NVDO intensief aan mee heeft gewerkt, verscheen in 2006. In 2008 hebben RWS en het Ministerie van Defensie het initiatief genomen om conditiemeting beter toepasbaar te maken voor infrastructuur. Provincies, waterschappen, gemeenten en marktpartijen sloten snel aan. De normsubcommissie ‘Conditiemeting van infrastructuur’ heeft NEN2767-4 Conditiemeting Infrastructuur, opgesteld als aanvulling op NEN2767-1. De commissie ontwikkelde daarnaast nieuwe producten zoals de standaard-decompositie, de verzorgingsscore, een database voor ontsluiting van gegevens en een NPR met referentiebeelden. Door deze ontwikkelingen is de methode van conditiemeten toepasbaar gemaakt voor vrijwel de gehele gebouwde omgeving.
Uniforme methode In 2016 zijn de normen verwerkt tot één
integrale norm Conditiemeting gebouwde omgeving. De behoefte om te komen tot één uniforme methode voor het bepalen van de technische staat van beheerobjecten in de gebouwde omgeving komt voort uit deze overwegingen: • Het kunnen beschikken over één methodiek, die multidisciplinair toepasbaar is binnen de sectoren. • Eén geïntegreerde norm is voor zowel de gebruiker als de normbeheerder efficiënter voor toepassing binnen afzonderlijke bedrijfsprocessen en het totale beheertraject. • Ter voorkoming van fouten en verbetering van de consistentie. • Nieuwe resultaatgerichte contracten vereisen een integrale benadering. Verschillende toetsmethoden met een eigen afwegingskader werken contraproductief. • De toenemende mogelijkheden van informatietechnologie vereisen een eenduidige ordening zonder multiinterpreteerbare aspecten.
• Levensduurberekeningen kunnen integraal worden gemaakt bij toepassing van één methodiek. Dit geeft een betere invulling van life cycle management (LCM). • Integrale uitwerking van specifieke beheerobjecten geeft meer mogelijkheden voor toepassing door kleine asset owners. Het uitgangspunt van NEN2767 is de behoefte aan een transparante, herleidbare en daarmee een persoonsonafhankelijke vaststelling en registratie van gebreken. Dit leidt tot een eenduidige conditie waarmee de technische toestand op het moment van inspectie wordt vastgelegd. Deze registratie kan als input dienen voor vervolgprocessen, zoals de verdeling van beschikbare onderhoudsbudgetten, risicoanalyses, instandhoudingsplannen, meerjarenonderhoudsplannen, onderhoudscontracten enz.
Nederlandse industrie haakt te weinig in op Duitse groeiregio’s De Nederlandse industrie blijft in haar handelsrelatie met Duitsland sterk afhankelijk van NoordrijnWestfalen. Bijna 40 procent (38,5 miljard euro) van de export gaat naar deze regio. Naar de economisch snelst groeiende deelstaten Baden-Württemberg en Beieren gaat 22 procent, terwijl dit 33 procent van de Duitse economie is. Pijler onder deze ZuidDuitse deelstaten is de technologische industrie, die een omzet realiseert van ruim 400 miljard euro. Deze industrie biedt niet alleen voor industriële toeleveranciers veel potentie, ook voor de logistiek. Vooral de Zuid-Duitse machinebouw biedt kansen om meer containers van Duitsland naar Nederland, en van daaruit de wereld in, te krijgen.
Gezamenlijke uitdagingen Hoewel de groeikansen meer richting het zuiden van Duitsland liggen, blijft investeren in de relatie met Noordrijn-Westfalen nodig. Daarvoor is de regio voor Nederland simpelweg te belangrijk. Het gebied ligt dichtbij, zowel geografisch als qua cultuur, en er is een sterke logistieke verbinding. Met Duisburg, de grootste binnenhaven van Europa, is er een cruciale schakelfunctie voor groei van containervervoer. Daarnaast kunnen Nederland en Noordrijn-Westfalen elkaar versterken in de transitie naar een duurzamere economie. Beide gebieden zijn nog altijd relatief sterk afhankelijk van (fossiele) grondstoffen.
Investeren Deelstaat Baden-Württemberg is de meest kansrijke opstap voor verbreding naar het zuiden en heeft een bloeiende machine-industrie, waar steeds meer wordt uitbesteed aan toeleveranciers. De ligging langs de Rijn is gunstig voor binnenvaartroutes en die worden nog onvoldoende benut. Ook Beieren is een groeiende pijler onder de Duitse economie. De elektrotechnische en transportmiddelenindustrie zijn hier groot en succesvol. Voor Nederlandse bedrijven is het winnen van marktaandeel lastiger. Beierse industriebedrijven zijn meer op Oostenrijk en Tsjechië gericht en daarnaast is de deelstaat over water minder goed bereikbaar. Dit vraagt om investeren in spoor en relaties.
De omzet van de Duitse technologische industrie in miljarden euro’s (bron: Statistisches Bundesamt).
56 MaintNL
IMA06 MG nieuws.indd 56
6 - 2016
22-06-16 13:50
Nieuws ATEX-richtlijnen: voorkom stofexplosies Sinds kort moeten alle explosieveilige machines voldoen aan de nieuwe richtlijn 2014/34/EU, beter bekend als ATEX 114. De bestaande ATEX 137 wordt tegelijkertijd ongewijzigd omgedoopt in ATEX 153. Werklocaties waar kans is op stofexplosies, moeten al langere tijd voldoen aan de wettelijke ATEX-richtlijnen. Deze veiligheidseisen gelden ook voor feeders wanneer deze explosieve poeders doseren. Hoe fijner de poeder, des te makkelijker het brandt. Samen met voldoende zuurstof en een ontstekingsbron vormt dat hét recept voor een explosie. Denk aan een vonkje van twee metalen delen die tegen elkaar komen. Of in een valpijp waar hele fijne poederdeeltjes langs elkaar dwarrelen en elkaar statisch laden. Dit risico bestaat onder meer bij pvc- of suikerpoeder.
moeten voldoen aan productrichtlijn 94/9/EG, ofwel ATEX 95 (m.i.v. 20 april 2016: 2014/34/EU en ATEX 114). De wet onderscheidt drie zone-indelingen. Zone 20 kent het grootste risico op stofexplosie. Dit geldt wanneer er meer dan duizend uur per jaar een wolk van brandbaar stof aanwezig is. Zone 21 is gemiddeld, hierbij kan een wolk van brandbaar stof tussen de tien en duizend uur per jaar aanwezig zijn. Is dat minder dan tien uur per jaar, dan geldt het lichtste risico: zone 22. De werkgever bepaalt welke zone van toepassing is. Tussen de inwendige en uitwendige zonering mag maximaal één stap worden overgeslagen.
Feeders op maat De uitvoering van de meeste feeders zijn aan te passen op de zones 20, 21 en 22. Een specialist weet wat daarvoor
nodig is en zal vragen stellen, zoals: • Wat is de inwendige en uitwendige zone? • Wat is de minimale ontstekingsenergie van het te doseren product? • Wat is de temperatuur binnen de feeder? • Op welke temperatuur begint het product te smeulen? Aan de hand van die informatie wordt duidelijk wat nodig is om feeders aan te passen aan ATEX 114, zodat u kunt voldoen aan de wettelijke richtlijnen. Op basis van die antwoorden wordt de feeder aangepast op zaken als: de aandrijving, motorsturing, PTC-thermistorevaluatie-unit en motorbeveiligingsschakelaar, loadcell, klemmenkasten, en diverse mechanische onderdelen. Alles ter eliminatie van mogelijke ontstekingsbronnen.
Veilige werkomgeving met ATEX Om de veiligheid en de gezondheid van werknemers te waarborgen op locaties met explosiegevaar, is de bedrijfsrichtlijn 1999/92/EG in het leven geroepen. Deze is beter bekend als ATEX 137 (m.i.v. 20 april 2016 : ATEX 153). De richtlijn verplicht werkgevers onder meer een risico-inventarisatie te maken en een zoneringsplan op te stellen, die beide inzicht geven in het explosiegevaar per zone. Dat geldt zowel voor de omgeving (uitwendig) waarin de machines staan, als voor de totale proceslijn (inwendig). Dat houdt in dat doseerunits en feeders
Prestatiemanagement: waar leidt het toe? Er is massaal gestemd op de NVDO-stelling ‘Prestatiemanagement leidt tot een focus op het halen van targets en niet tot grote innovaties binnen het contract’. De uitslag van deze poll wordt meegenomen in het (wetenschappelijk) onderzoek dat de NVDO Sectie Suto uitvoert in samenwerking met
de Universiteit Utrecht. 63 procent is het met de stelling eens, 37 procenten van de respondenten vindt van niet. Het onderzoeksteam van de Universiteit Utrecht, onder leiding van professor Frank Verbeeten (gespecialiseerd in strategische vraagstukken en focus areas), onderzoekt twee vraagstukken, namelijk: 1. Strategische trends? Wat is onze visie op de belangrijkste trends en ontwikkeling met betrekking tot het prestatie en ontwikkelvermogen van de Nederlandse industrie (herhaling Survey 2012 en 2014)? 2. Impact van strategie en prestatiemaatstaven (kpi’s) op prestatiemanagement.
MaintNL 6 - 2016 57
IMA06 MG nieuws.indd 57
22-06-16 13:50
Column
Gezonde werkplek Eind mei was ik in Athene in verband met EuroMaintenance. Een van de EFNMS-commissies is die van Veilig Werken, de EHSEC (European Health, Safety and Environment Committee). In deze commissie zijn verschillende landen en sectoren vertegenwoordigd, waaronder de NVDO namens Nederland. EHSEC heeft zich verbonden aan de internationale safety-campagnes van OSHA. Ook de NVDO heeft daar haar handtekening onder gezet, want sinds jaren zijn we met plezier onderdeel van deze campagnes. Veilige en gezonde arbeidsomstandigheden gedurende het gehele beroepsleven zijn goed voor het personeel, het bedrijf en de samenleving. Dat is de belangrijkste boodschap van de campagne voor gezonde werkplekken van 2016-2017. Wanneer werknemers actief worden betrokken bij het gezondheids- en veiligheidsbeleid, ontstaat op alle niveaus een verantwoordelijkheidsgevoel met betrekking tot veiligheid en kan er effectief gebruik worden gemaakt van de unieke kennis die mensen van hun eigen werk hebben. Vaak weten ze al hoe risico’s eenvoudig kunnen worden geëlimineerd of verkleind. De veiligheidsfactoren tijdens onderhoudswerk moeten voortdurend worden geëvalueerd en verbeterd, op basis van audits en inspecties, risicobeoordelingen, onderzoeken naar incidenten, ongevallen en bijna-ongevallen, en feedback van werknemers, aannemers en veiligheidsmedewerkers.
De campagne voor een gezonde werkplek heeft vier doelstellingen, waarvan bevordering van duurzaam werk en gezond ouder worden vanaf het begin van het beroepsleven er één van is. Een andere doelstelling is de preventie van gezondheidsproblemen tijdens het gehele beroepsleven. Ook het aanbieden van manieren waarop werkgevers en werknemers veiligheid en gezondheid op het werk kunnen beheren in het licht van een verouderende beroepsbevolking, is een doel. Ten slotte staat bevordering van de uitwisseling van informatie en goede praktijken ook centraal. Waarom is deze campagne nu eigenlijk zo belangrijk? De Europese beroepsbevolking veroudert. De pensioenleeftijd gaat omhoog en de loopbanen zullen langer worden. Werken is goed voor de fysieke en geestelijke gezondheid en goed beheer van veiligheid en gezondheid op het werk verhoogt de productiviteit en de efficiëntie. Demografische veranderingen kunnen tot problemen leiden, maar door te zorgen voor een duurzaam beroepsleven kunnen deze uitdagingen worden opgepakt. Indien u suggesties heeft om deze campagne inhoudelijk vorm te geven, nationaal en/of internationaal, dan wacht ik met belangstelling op uw bericht.
Veilige en gezonde arbeidsomstandigheden zijn goed voor het personeel, het bedrijf en de samenleving.
Ellen den Broeder-Ooijevaar Verenigings Manager
colofon MaintNL is het verenigingsmagazine van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. De naam MaintNL is eigendom van de NVDO. Eindredactie: Ellen den Broeder-Ooijevaar 58 MaintNL
Postbus 138 • www.nvdo.nl 3990 DC Houten • www.nvdovac.nl t +31(0)30 634 60 40 e info@nvdo.nl
6 - 2016
IMA06 MC verenigingsmanager.indd 58
22-06-16 13:51
UNLOCKING UNLOCKING FUTURE FUTUREFACTORIES FACTORIES
4-7 4-7 OKTOBER OKTOBER Noteer Noteer Industrial Industrial Processing Processing vast vast inin uw uw agenda. agenda.
INDUSTRIALPROCESSING.NL INDUSTRIALPROCESSING.NL
2016 2016 JAARBEURS JAARBEURS UTRECHT UTRECHT HAL HAL 1212
PARTNER PARTNER
41
6-16 12:17 12:17
adv_IP-2016_185x267.indd adv_IP-2016_185x267.indd 1 1
IMA6 omslag los.indd 59
19-05-16 19-05-16 13:18 13:18
22-06-16 22-06-16 14:00 14:00 22-06-16 14:21
Uitgebreide HSE-suite
Mobiel werken met app Ultimo GO
Lite-versie voor kleine TD
Abonnement (SaaS) mogelijk
IMA06 A cover.indd 07052015_210x297_01.indd 1 IMA6 omslag los.indd1 60
iMaintain Nr. 06 - 2016
Flexibele & gebruiksvriendelijke maintenance management software
+ Meer structuur in onderhoud, efficiĂŤnter werken en meer besparingsmogelijkheden + Betere mogelijkheden voor heldere rapportering richting stakeholders + Eenvoudiger compliant zijn aan de geldende wet- en regelgeving www.ultimo.com
21-05-15 22-06-16 16:33 14:21
en Deze opleiding gen in zijn in te bren elorde deeltijd bach ktuigopleiding Wer bouwkunde. r de Informeer naa . mogelijkheden
Waardecreatie door goed onderhoud POST-MBO ONDERHOUDSTECHNIEK POST-HBO ONDERHOUDSTECHNOLOGIE POST-HBO ONDERHOUD EN MANAGEMENT MASTER OF ENGINEERING IN MAINTENANCE AND ASSET MANAGEMENT
JE KAN VERDER! Asset Management is als vakgebied steeds in beweging. Het werk groeit in waarde en aanzien. Van het oplossen van problemen tot een sterke schakel in de waardeketen. Veiligheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van installaties zijn het resultaat van goed onderhoud. Parallel daaraan groeit voor de onderhoudsprofessional de complexiteit van de vraagstukken en ook de uitdaging om steeds waarde toe te voegen aan het proces. Het cursusaanbod van Centrum voor Natuur & Techniek (CvNT) biedt voor werkende onderhoudsprofessionals steeds de juiste tools om de volgende stap te kunnen zetten: Asset Management als aanjager van verbeteringen. Van de post-mbo opleiding Onderhoudstechniek tot en met de Master of Engineering in Maintenance and Asset Management sluit de cascade van opleidingen van CvNT op elkaar aan. Op je werk en op je kennisbehoefte. Je kan verder.
Deeltijd Werktuigbouwkunde De deeltijdopleiding Werktuigbouwkunde is een praktijkgerichte bacheloropleiding. U wordt opgeleid tot werktuigbouwkundig ingenieur in de sectoren Bouw, Transport en Logistiek of Industrie en Energie. De opleiding is in nauw contact met bedrijven uit deze sectoren ontwikkeld. Daardoor bent u verzekerd van concrete, bruikbare en actuele vakkennis. Tijdens de opleiding is â&#x20AC;&#x2DC;leren door te doenâ&#x20AC;&#x2122; het uitgangspunt; u ontwikkelt de competenties die een werktuigbouwkundig ingenieur nodig heeft door de kennis, vaardigheden en werkervaring die u opdoet. Wat u in theorie leert past u direct toe in uw dagelijkse praktijk. Opleidingen als Onderhoudstechnologie, Onderhoud en Management en Inspectie- en Keuringstechnieken Level 3 kunnen deel uitmaken van deze opleiding. Informeer naar uw mogelijkheden.
POST-MBO
Onderhoudstechniek Onderhoud is je werk. Je merkt dat je een talent hebt om problemen op te lossen en misschien zelfs te voorkomen. En je wilt verder. De post-mbo opleiding Onderhoudstechniek brengt je verder. Je leert om anders naar onderhoud te gaan kijken. Het is niet alleen je dagelijkse werk, het is een belangrijke schakel in de waardeketen van het bedrijf. Die schakel moet sterk zijn en sterk blijven. En daar zijn uiteenlopende manieren voor.
wijzen. Jouw onderzoek zal het uitwijzen. Als technisch specialist krijg je meer handvatten om de techniek aan te pakken en om er beter over te communiceren. Je bent praktijkgericht en dat komt goed uit. Al tijdens de opleiding ga je aan de slag om in je eigen werkomgeving verbetervoorstellen uit te werken voor onderhoudsplannen en technische systemen. Je kan verder.
Bij de opleiding onderhoudstechniek leer je daarom wat onderhoudsmethodieken inhouden en wat jouw bijdrage kan zijn aan verbetertrajecten. Als ervaringsspecialist weet je uit de praktijk wat er beter kan, nu leer je hoe je dat kunt doorvoeren. Een verbetering is meer dan techniek. Dat gaat verder. Je leert de waarde van onderhoudsinformatie voor een probleemanalyse. En met die analyse kun je een verbetervoorstel uitwerken, presenteren en uitvoeren. Dat kunnen verbeteringen zijn aan installaties en materialen maar ook aan werk en werk-
ALS ERVARINGSSPECIALIST WEET JE UIT DE PRAKTIJK WAT ER BETER KAN, NU LEER JE HOE JE DAT KUNT DOORVOEREN
POST-HBO
Onderhoudstechnologie Onderhoud en Management U acteert op mbo/hbo-niveau en wilt verder. De post-hbo opleidingen Onderhoudstechnologie en Onderhoud en Management bieden daar de juiste tools voor.
Onderhoudstechnologie is het,
op basis van uitgangspunten van Asset Management, in kaart brengen van de juiste onderhoudsbehoefte, het goede onderhoudsconcept en het sturen van het onderhoudsproces. Hierbij is het creëren van waarde steeds de drijfveer. Je leert de onderhoudsconcepten zo in te zetten dat door jouw werk geld wordt verdiend met onderhoud! Onderhoudstechnologie is een opleiding die je helpt met de volgende stappen in je werk. De stap naar effectiever onderhoud, een hoger kennisniveau en wellicht de volgende stap in je carrière. Om verder te komen in je werk, leer je meer over de verschillende fases van de levensduur van je installaties. Van onderhoudsbewust ontwerpen tot lean en continue verbeteringen van onderhoudsconcepten. De verworven kennis is zowel op technisch- als managementniveau. Materiaalkennis, schadeanalyse en reparatietechnieken gaan hand in hand met bijvoorbeeld conditiebewaking, inspectiemethoden en onderhoudsmanagementtechnieken. En het gaat verder. Tijdens de opleiding maak je gebruik van specialistische kennis van de docenten en pas je de nieuwe kennis meteen toe in je eigen werkomgeving. Daarbij steek je ook veel op van de kennis èn de vragen van je medecursisten. Aan het eind van de opleiding werk je een eigen businesscase uit.
Na de opleiding beschik je over een stevige basiskennis van industrieel onderhoud. Je kunt de juiste onderhoudsbehoefte in kaart brengen en een bijbehorend onderhoudsplan opstellen. Je weet wat er te koop is aan onderhoudstechnieken en je kunt het in de praktijk toepassen. Je hebt het totale onderhoudsproces in kaart en in je vingers. Bovenal heb je geleerd hoe onderhoud bijdraagt aan verhoging van de bedrijfsomzet en verbetering van de kwaliteit.
De gevolgen van jouw werk beperken zich niet tot de installaties. Dat gaat verder. Binnen en buiten de organisatie hebben onderhoud, projecten en de installaties uiteenlopende stakeholders. De opleiding heeft daarom ook aandacht voor certificering, veiligheid en milieuwetgeving en voor besluitvorming en bedrijfskundige processen binnen organisaties. Met docenten en medecursisten uit de industrie vertegenwoordig je een geweldig praktijkinzicht. Samen werk je in een perfecte mix tussen theorie en praktijk om dat inzicht verder te verbeteren.
JE LEERT DE ONDERHOUDSCONCEPTEN ZO IN TE ZETTEN DAT DOOR JOUW WERK GELD WORDT VERDIEND MET ONDERHOUD Onderhoud en Management
biedt een unieke combinatie van techniek, bedrijfseconomie en organisatiekennis, op basis van uitgangspunten van Asset Management. Merk je als leidinggevende technicus dat je verder moet met onderhoud en je onderhoudsorganisatie, dan ligt deze opleiding op je route. Bij de opleiding Onderhoud en Management leer je wat er allemaal komt kijken bij efficiënt en effectief onderhoudsmanagement. Zo breng je de onderhoudsorganisatie verder en kom je verder in je eigen loopbaan. Je kan verder! De opleiding Onderhoud en Management heeft aandacht voor onderhoud en beheer en voor de processen rond het onderhoud zoals Asset Management en verandermanagement, het managen van innovatieprocessen, integrale kwaliteitszorg en niet in de laatste plaats projectplanning en -bewaking.
De opleiding biedt je bovendien de kans een sterk netwerk in de onderhoudsindustrie op te bouwen en uit te breiden. Docenten uit de industrie behandelen de lesstof aan de hand van voorbeelden uit hun professionele praktijk. Aanvullend op de lesstof worden lezingen door toonaangevende professionals uit het werkveld gegeven. De kracht van al deze kennis en ervaring ondervind je in deze opleiding door de inbreng van je eigen vraagstukken en projecten. Je maakt de theorie direct tot jouw praktijk en je komt verder.
MERK JE DAT JE VERDER MOET MET ONDERHOUD EN MET JE ONDERHOUDSORGANISATIE, DAN LIGT DEZE OPLEIDING OP JE ROUTE
Master of Engineering in Maintenance and Asset Management Je werkgebied groeit en de zwaarte van je functie ook. Projecten worden complexer, belangen wegen zwaarder en de samenwerking met nationale en internationale partners is minstens zo belangrijk als de technische eindresultaten van je projecten. Je wilt je vaktechnische kennis op het volgende plan brengen en je wilt verder bouwen aan je persoonlijke vaardigheden. De Master of Engineering in Maintenance and Asset Management is je volgende stap, bijvoorbeeld naar een seniorfunctie als onderhoudsmanager, maintenance engineer, system engineer, project manager of een meer leidinggevende functie als plant manager of hoofd technische dienst. Met deze masteropleiding verdiep en verbreed je jouw vaktechnische competenties en je interpersoonlijke vaardigheden.
JE ONTWIKKELT JE TOT EEN SPECIALIST DIE EEN MULTIDISCIPLINAIRE SAMENWERKING ZIET ALS EEN DOORSLAGGEVENDE SUCCESFACTOR VOOR INNOVATIE
Je ontwikkelt je tot een specialist die een multidisciplinaire samenwerking ziet als doorslaggevende succesfactor voor innovatie. En als het nodig is, kan je dit samenwerkingsproces ook regisseren. Je kijk op bedrijfsvoering wordt breder. Je ziet de organisatie niet meer als een reeks opeenvolgende processen maar juist als een parallel en geïntegreerd geheel van product- en procesontwikkeling. Door toegepast onderzoek stel je bedrijven in staat om sneller en efficiënter productvernieuwingen te realiseren. En een dergelijke vergroting van de innovatiekracht is essentieel in de concurrentiestrijd die draait om lage productiekosten en snelle ontwikkeling van complexe producten. Met de Master of Engineering in Maintenance and Asset Management kom je verder.
Materiaaltechnologie
Voor goed onderhoud is materiaalkennis van groot belang. Door een juiste materiaalkeuze en kennis van (toekomstige) materiaalgedragingen, kunnen risico’s beter worden ingeschat en aanzienlijke besparingen worden gerealiseerd. In onze onderhoudsopleidingen zit altijd een materiaalkundige component. Specialisatie op het gebied van bijvoorbeeld Metaalkunde of Corrosiebeheersing behoort tot de mogelijkheden.
Lassen en Inspecteren
Om complexe inspectieproblemen op te kunnen lossen en de integriteit van installaties te kunnen waarborgen, is er een steeds grotere behoefte aan gespecialiseerde scholing en hoger gekwalificeerd personeel. Naast International Welding Engineer (IWE) en International Welding Technologist (IWT) bieden wij ook de opleidingen Inspectie- en Keuringstechnieken Level 2 en 3 (IKT2 en IKT3). Door integratie van delen van de opleidingen ontstaan interessante vrijstellingsmogelijkheden. Informeer naar de mogelijkheden.
Projectmanagement voor Engineers
Eisen die gesteld worden aan de uitvoering van projecten binnen het technisch domein nemen toe. Projectbeheersing speelt hierin een belangrijke rol. Onnodige budget-overschrijdingen worden minder geaccepteerd. Als projectleider bent u verantwoordelijk te komen tot stabiele projecten met een gezond rendement. Maar hoe komt u in control van uw projecten? Hoe weet u risico’s en kansen optimaal te benutten en vermindert u faalkosten en onnodige bijstellingen?
Permanent competent Hogeschool Utrecht, Centrum voor Natuur & Techniek (CvNT) heeft een breed scala aan onderhoudsgerichte opleidingen voor professionals. Het aanbod van opleidingen biedt zowel verdieping als verbreding van kennis. Van materiaalkunde tot inspectie en van post-mbo niveau tot en met masteropleidingen. Met een sterke verankering in de beroepspraktijk geven de opleidingen steeds de ondersteuning voor permanente competentie-ontwikkeling van de onderhoudsprofessional. Veel praktische kennis en kunde uit de beroepspraktijk is in de opleidingen verzameld en gebundeld. Specialisten uit de industrie dragen de kennis over aan de deelnemers. Deelnemers die op hun beurt steeds met eigen situaties, projecten en vragen komen. Daarmee is het geen eenrichtingsverkeer van feitjes, maar een gezamenlijke beweging naar een hoger niveau. Onderhoud evolueert. Kijk bijvoorbeeld naar de verregaande integratie van IT of de beschikbare technieken voor conditiebewaking. De onderhoudsinformatie van installaties kan tot jaren terug worden uitgediept om een terugkerende situatie te
Materiaalkunde/Engineering
ondervangen. Tenminste, als je weet wat je doet. En daar zijn de opleidingen van CvNT de ideale tool voor. In de breedte en in de diepte. Met opleidingen van materialenkennis tot gecertificeerd inspecteur en van post-mbo Onderhoudtechniek tot en met de Master of Engineering in Asset and Maintenance Management. Het unieke aanbod van opleidingen voor werkende professionals op het gebied van materialen, inspectie en onderhoud van CvNT is door de hele onderhoudsorganisatie in te zetten. Deze cascade van kennisaanbod houdt de onderhoudsprofessional permanent competent.
JE KAN VERDER!
Master of Engineering in Maintenance and Asset Management
Metaalkunde
Onderhoud en Management (OM)
Laspraktijkingenieur
HBO+ niveau: asset manager
IKT3
Corrosiebeheersing Onderhoudstechnologie (OT)
Adviseur Vastgoed
Deeltijd Werktuigbouwkunde
Middelbare Lastechniek
Master niveau: innovator en onderzoeker
Onderhoudstechniek (OTK)
IKT2
HBO/HBO+ niveau: adviseur of manager
HBO niveau
Inspecteur Vastgoed
MBO+ niveau: uitvoerend
Actief inspelen op opleidingsvragen Centrum voor Natuur & Techniek, het naen bijscholingsinstituut van Hogeschool Utrecht - Faculteit Natuur & Techniek, verzorgt beroepskwalificerende kennisoverdracht voor professionals. Primaire aandachtsgebieden zijn de technische en daaraan verwante bedrijfskundige vakgebieden. • Bedrijfskunde • Engineering • Gebouwde Omgeving • ICT & Installatietechniek • Life Sciences & Chemistry • Materialen • Onderhoud & Inspectie
Bestaat de behoefte aan persoonlijk contact, bijvoorbeeld over opleidingen op maat, vraag dan naar Michel Grijpink, teamleider Engineering. Ook als de opleidingsvraag nog niet helder is, kan het nuttig zijn bedrijfsvraagstukken te spiegelen aan onze kijk op opleiden. Gezamenlijk zoeken wij graag naar de beste oplossing voor uw bedrijf.
Maakindustrie
Advies Bouw
Deze in-company opleidingen verzorgen wij bij u in huis, in uw regio of op onze eigen locaties binnen Hogeschool Utrecht.
Cedeo-erkenning Centrum voor Natuur & Techniek is erkend door Cedeo. Het Cedeo-keurmerk waarborgt de klanttevredenheid. Deze wordt in een klanttevredenheidsonderzoek gepeild. Het laatste onderzoek heeft geresulteerd in een eindbeoordeling van 8,7.
Meer weten? Je bent enthousiast geworden en wilt graag verder? Informeer dan naar de uitgebreide informatie van de afzonderlijke opleidingen.
CvNT levert een breed pakket aan opleidingsactiviteiten op zowel post-mbo-, post-hbo als masterniveau en voert kennisscans en onderwijsinnovatieprojecten uit. Wij werken samen met relevante brancheorganisaties en andere instellingen uit de onderscheiden vakgebieden. Deze samenwerking, en het nauwe contact met opdrachtgevers en individuele professionals, staat garant voor innovatief onderwijs en up-to-date kennis.
Chemie
Opleidingen op maat Op uw specifieke kennisvraag zoeken wij graag een antwoord. Zo kunnen wij opleidingen op maat voor u ontwikkelen die qua inhoud, niveau en duur worden afgestemd op uw behoeften.
Vastgoed
Infra
Hogeschool Utrecht Centrum voor Natuur & Techniek Tel. 088 481 88 88 info@cvnt.nl
www.cvnt.nl
Food Contracting
Energie
“Met Onderhoud en Management heb ik mijn kennis verdiept, maar vooral een ontwikkeling doorgemaakt in het effectief toepassen daarvan.” Danny Hartman Maintenance Manager, DSM Special Products Rotterdam