www.imaintain.info
06 14 ELFDE JAARGANG – LOSSE VERKOOPPRIJS € 16,50
iMaintain Nr. 06 - 2014
Informatisering verhoogt rendement maintenance
Achter elk vat Total smeermiddelen schuilt een team van experts!
Met een landelijk opererend en ervaren team van Sales Engineers, een kundige technische dienst en een servicegerichte binnendienst zijn wij snel en gemakkelijk te bereiken. Dit in combinatie met een compleet assortiment smeermiddelen ĂŠn een zeer goede logistieke ondersteuning zorgt er voor dat u altijd op ons kunt rekenen. Voor uitgebreide informatie over onze mogelijkheden kunt u contact opnemen met: Total Nederland N.V. / IndustriĂŤle smeermiddelen Telefoon: 070 - 3 18 0 40 8 E-mail: smeermiddelen.industrie@total.com www.total.nl
The right choice in lubricants
inhoud 3
10 Interview Royal HaskoningDHV gaat de komende vijf jaar het assetmanagement uitvoeren voor chemiebedrijf Yara in Sluiskil. Het ingenieursbureau zal conform de ISO 55000-norm te werk gaan. Yara hoopt hiermee tegen lagere kosten te kunnen produceren.
14 Maintenance en informatisering De partners van het World Class Windturbine Maintenance-project presenteerden onlangs de resultaten en follow-up van het project onder de naam DAISY. Vooral sensoren gaan ervoor zorgen dat windturbineonderhoud efficiënter en goedkoper wordt.
5
COMMENTAAR
7
ACTUEEL
21 PRODUCTEN 22 GEPLAND ONDERHOUD WKK SCHUDT BASF WAKKER 25 UNDER CONSTRUCTION 26 WHAT’S NEXT 66 VOLGEND NUMMER
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
31
Met de maintenance manager van Tata Steel in IJmuiden over hoe de fabriek aan de top blijft, ondanks de assets op leeftijd. Daarnaast ook: staatssecretaris Mansveld op bezoek bij werkzaamheden aan het spoor en we blikken vooruit op de Landelijke Dag van het Onderhoud op 19 september.
Standaardisering onderhoud verbetert prestaties oude assets Derde Landelijke Dag van het Onderhoud gaat voor ervaring Onderhoudsbrancheorganisaties: ‘ISO 55000 haalt maximale waarde uit kapitaalgoederen’ Succesvolle doorstart voor anode-fabriek DBFMO is samenwerken op hoog abstractieniveau Chemie NL: uiterst zorgwekkende situatie door uitblijven investeringen Corporaties denken na over nut en noodzaak van onderhoud De Stelling Staatssecretaris neemt kijkje bij onderhoud aan spoor Mensen maken de prestatie ‘Industrie moet terug naar meesters en gezellen’
34 38 41 42 45 49 50 56 58 63 64
06
iMaintain 14
03_C_inhoud.indd 3
17-06-14 10:48
VED BY RO
PR
NA
LS
AP P
Havep moe.t. TEL MAAR OP! je hebben. OFESS
IO
Patrick Senior engineer
Bescherming Duurzaam Draagcomfort Visitekaartje voor bedrijf Voor ons is er geen twijfel mogelijk als het om werkkleding gaat. Wij werken er elke dag in, dus wij weten waar we het
Frank
Service monteur
over hebben. Als je alle kwaliteiten van HaVeP bij elkaar optelt en je kijkt ook naar prijs, service en levering, kom je tot maar één conclusie: HaVeP moet je hebben.
MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ? KIJK OP WWW.HAVEP.COM/MAINTENANCE
T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E verkoop@havep.com
04_havep.indd 1
17-06-14 09:17
COMMENTAAR 5
Een mooi hok Bij Deltavisie 2014, het jaarcongres van ons Petrochem Platform, stonden begin juni de verhalen en masterclasses over winnende ketens centraal. In de ochtend schoof ik aan bij de businesscase die onze partners Huntsman en Cofely samen hadden opgezet over de invloed van verdienmodellen op een succesvolle samenwerking. Zo open en eerlijk als het maar enigszins kon, spraken de twintig aanwezige gasten over manieren om contracten goed uit te laten voeren, zodanig dat iedereen naar verhouding goed verdient als het goed gaat en beter verdient als het beter gaat. Het viel op dat de wil om samen te werken groot is. Een belangrijk vraagstuk dat voorafgaand aan zo’n samenwerking beantwoord moet worden is toch ‘What’s in it for me?’ Aan de andere kant van de onderhandelingstafel wordt die vraag ook gesteld. En het blijkt dat die tafel steeds verder van het uitvoerende proces komt te staan. De toch al niet zo populaire inkoper wordt ingehaald door de centraal gepositioneerde procurement officer. En laat die nu naar andere zaken kijken dan de opdrachtgevende plant of maintenance manager belangrijk vindt. Een jarenlange samenwerking met goed ingewerkte mensen kan soms wijken voor een aanbieder die zegt dat iets goedkoper kan. Communicatie lijkt de oplossing. Uitleggen wat de waarde is van de samenwerking en samen zoeken naar verdere besparing in de scope. Dat helpt ook om zaken goedkoper te krijgen. Zo ook bij de masterclass die professor Henk Akkermans ’s middags verzorgde. Bij nagenoeg alle voorbeelden die Akkermans aanhaalde van processen die hij de afgelopen decennia had helpen verbeteren, was communiceren over de weg naar een gezamenlijk doel de kruipolie die het proces weer los kreeg. Of zoals Akkermans het zei: ‘Dan stopten we die mannen in een hok en gingen we net zo lang door tot het opgelost was.’ Aangeven wat je wilt en wat het je waard is, is cruciaal voor winnende ketens. Hoe het hok ook er ook uitziet. Mark Oosterveer @M_Oosterveer
HOOfdREdACTiE
Mark Oosterveer 020 3122 793 mark.oosterveer@industrielinqs.nl NUMMER 06 - 2014
David van Baarle 020 3122 082 david.vanbaarle@industrielinqs.nl
UiTgAvE vAN
EiNdREdACTiE
Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7 1019 HD Amsterdam Postbus 12936 1100 AX Amsterdam
PARTNER
Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) Postbus 138, 3990 DC Houten
Elise Quaden 020 3122 084 elise.quaden@industrielinqs.nl
MEdEwERkERs
Inge Janse, Liesbeth Schipper, Erik te Roller, Renske van den Berg, Ingrid Rompa, Pieter Pulleman, Teus Molenaar, Francis Voermans
LAy-OUT
Gabriele Köbbemann
COvER
Metso en Bilfinger
AdvERTENTiEvERkOOP Ahoy Rotterdam NV Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Organisator van
UiTgEvER
Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl
Jetvertising BV Arthur Middendorp T: 070 399 00 00 F: 070 390 24 88 arthur@jetvertising.nl
TRAffiC
Breg Schoen 020 3122 088
dRUkwERk
AbONNEMENTEN (EXCL. bTw)
Nederland/België € 93,– Introductie NL/B 25% € 69,50 Overig buitenland € 116,50 Losse verkoopprijs € 16,50 Studenten € 38,50 Proefabonnement 3 mnd € 27,00
OPzEggEN
Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www. aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.
AbONNEMENTENLANd
Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. ISSN: 2211-6826 © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.
PreVision Graphic Solutions
06
iMaintain 14
05_B_commentaar.indd 5
18-06-14 10:53
Ultimo2014 Gebruikerscongres on tour Drie Ultimo-klanten verwelkomen u graag voor ĂŠĂŠn van de bijeenkomsten bij u in de regio. Ontdek de nieuwste EAM-features en trends, leer van andere Ultimo-gebruikers, laat u inspireren door best practices tijdens de Ultimo Award-verkiezing en geniet van de unieke gastspreker.
7 oktober Walibi, Biddinghuizen 8 oktober Philips Stadion, Eindhoven 9 oktober Grandhotel Huis ter Duin, Noordwijk
Kosteloos inschrijven: www.ultimo.net/congres2014 adv_07052014_297x210.indd 1 06_ultimo.indd 1
16-05-14 14:30 17-06-14 09:17
actueel 7
Samenwerkingsverband ontwerpt infrastructuur van de toekomst Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) juicht het toe dat infrabeheerders op zoek gaan naar innovatieve oplossingen voor infrastructurele vraagstukken. Dat zei de minister tijdens InfraTrends, het evenement van het tienjarig BSIK-onderzoeksprogramma Next Generation Infrastructures (NGInfra). In aanwezigheid van de minister tekenden de Rijkswaterstaat, netbeheerder Alliander, TU Delft, ProRail, Havenbedrijf Rotterdam en drinkwaterbedrijf Vitens het samenwerkingsverband NGInfra om samen tot een integrale visie te komen van de infrastructuur van de toekomst. Vooral in de samenwerking met internationale wetenschappelijke onderzoekers zien de organisaties een meerwaarde. Daarnaast gaan de organisaties vooral ook concrete samenwerkingsmogelijkheden ontdekken en oppakken. De Nederlandse infrastructuur, zoals het drinkwaterleidingnet, het spoor, het energienet en het weggennetwerk is een halve eeuw of langer geleden in ontwerp aangelegd. Alle organisaties kampen dan ook met dezelfde vraagstukken als het gaat om het onderhoud en up-to-date houden van hun infrastructuur. Door kennis uit te wisselen hopen de organisaties tot nieuwe en innovatieve inzichten te komen om deze problematiek aan te pakken. Onder de vlag van NGInfra gaan de organisaties gezamenlijk onderzoek uitvoeren en wordt er een kennisplatform opgericht.
MeeSt GeleZeN ONlINe 1. Frans Scheeren (OcI Nitrogen) uitgeroepen tot Plant Manager of the Year Frans Scheeren, plantmanager bij OCI Nitrogen in Geleen, is uitgeroepen tot de beste plantmanager van 2014. Dat is donderdagavond 5 juni bekendgemaakt tijdens het Deltavisiecongres in Rotterdam, georganiseerd door het Petrochem Platform. Lees verder op pagina 8
2. Onderzoek: lage inzet social media in chemische industrie Chemiebedrijven die op dagelijkse basis social media inzetten zijn eerder uitzondering dan regel. Dat zegt Lisette van der Pijl, adviseur social media van het Rotterdamse bureau Port-able. Van der Pijl concludeert dit na een analyse van de bezoekers van het Deltavisie-congres, waar zij een masterclass social media gaf. Lees verder op www.iMaintain.info
BASF Antwerpen neemt crisiscentrum en brandweerwagens in gebruik
3. explosie en brand Shell Moerdijk
De dienst Site Security van BASF Antwerpen beleefde onlangs een hoogtepunt. De dienst nam niet alleen vijf bedrijfsbrandweervoertuigen in gebruik, maar meteen ook een gloednieuw crisiscentrum dat werkt met een state-of-the-art systeem voor alarmmanagement. Het crisismanagement van BASF heeft al een goede reputatie - het intervenieerde bijvoorbeeld tijdens de treinramp in Wetteren - maar wordt steeds uitgebreider. Zo zal het nieuwe crisiscentrum via een groepsnetwerk in verbinding staan met gelijkaardige centra verspreid over Europa. Dat is al het geval met BASF Schwarzheide, maar ook het moederhuis Ludwigshafen en de site in Münster zullen naar verluidt volgen. Jörg Pfrang, hoofd van de BASF-bedrijfsbrandweer in Antwerpen: ‘Het grote voordeel is dat we nu op één technisch platform werken, dat volgens een zelfde filosofie is opgebouwd, waarin we tal van mogelijke scenario’s kunnen voorbereiden, zodat de kennis aanwezig in de hele groep rechtstreeks via het platform gedeeld kan worden. Het platform maakt ook gebruik van de meest moderne toepassingen als het versturen van diverse data, zoals tekst-, beeld- en audiomateriaal, zodat dit toegankelijk wordt voor de centralisten.’ De BASF-bedrijfsbrandweer kon meteen ook nieuw interventiemateriaal in gebruik nemen: een nieuwe commandowagen, een materiaalwagen met bluspomp, een materiaalwagen voor het bestrijden van chemische incidenten die ook ondersteuning kan bieden bij externe interventies, een schuimblusvoertuig en een mobiele fakkelinstallatie om op de meest veilige wijze restgassen te kunnen verbranden.
Omwonenden van Shell Moerdijk zijn onlangs geschrokken van een explosie in een installatie op de chemie-site Shell Moerdijk. De explosie vond plaats tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de MSPO-2 installatie. De brand ontstond rond 22.30 uur na een aantal explosies in een lege benzeenreactor die vervolgens instortte. Lees verder op pagina 9
Kijk voor meer nieuwsberichten op www.imaintain.info
07_8_9_D_actueel.indd 7
4. Kijk terug naar Deltavisie 2014: winnende ketens Op 5 juni 2014 vond Deltavisie plaats, het congres voor de industrie in Nederland en Vlaanderen. Het doel van de dag: van elkaar leren over winnende ketens. Wat werd er gezegd? Lees verder op www.iMaintain.info
5. Industrie weer op oude niveau Met een groei van 2,5 procent in 2014, hoofdzakelijk gedreven door een herstellende Europese economie, bereikt de industrie weer het productieniveau van vóór de crisis (topjaar 2007). Dat stelt ING in het Kwartaalbericht Industrie. Lees verder op pagina 8
06
iMaintain 14
17-06-14 09:44
8 actueel
BeDRIJVeNNIeuWS
‘Opdrachtgevers vragen zelden om een veiligheidscertificaat’
In de week dat het bedrijf haar 100jarig bestaan in Nederland viert, opende SKF een nieuwe Solution Factory in Nieuwegein. Over de hele wereld heeft het bedrijf Solution Factories. Nieuwegein is nummer 28. De Solution Factory ontwikkelt oplossingen op maat voor klanten die met specifieke uitdagingen te maken hebben. De klanten van SKF zoeken voortdurend naar duurzame oplossingen die hun productiviteit verbeteren en kosten reduceren. Dat kan gaan om hulp bij een specifieke machine of om de ontwikkeling van een lifecyclemanagementprogramma voor operationele toepassingen.
Bijna twee op de vijf bouw- en installatiebedrijven heeft geen veiligheidscertificaat op zak. Een mogelijke reden hiervoor is dat de vraag hiernaar vanuit opdrachtgeverskant beperkt is. Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy dat in het eerste kwartaal van 2014 is uitgevoerd onder vijfhonderd bedrijven in de bouw- (B&U en GWW) en installatiesector. Veiligheid zal de komende jaren hoog in het vaandel staan in de bouw- en installatiesector. Volgens onderzoek van BouwHRM, een initiatief van USP Marketing Consultancy, heeft veiligheid van alle HRM-gerelateerde zaken onder de grote bouw- en installatiebedrijven zelfs de hoogste prioriteit de komende jaren. Het hebben van een veiligheidscertificaat is daarbij al een eerste stap in de goede richting. Desondanks is een behoorlijk deel van de uitvoerende bedrijven in de bouw- en installatiesector (39 procent) niet in het bezit van een veiligheidscertificaat. Het zijn vooral de kleinere bedrijven die minder in het bezit zijn van een veiligheidscertificaat. In de GWW-sector daarentegen, blijken de meeste bedrijven wel een veiligheidscertificaat te bezitten (88 procent).
Vernieuwing rijkskantoor door consortium BaM, ISS en OMa
Frans Scheeren (OCI Nitrogen) uitgeroepen tot Plant Manager of the Year
SKF opent Solution Factory in Nederland
Het Rijk heeft de opdracht voor de vernieuwing en exploitatie van de Rijnstraat 8 in Den Haag gegund aan PoortCentraal, een consortium van BAM, ISS en OMA. In dit pand waar voorheen het ministerie van VROM was gevestigd, worden na de vernieuwing het ministerie van Buitenlandse Zaken, het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de Immigratie- en Naturalisatiedienst en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers gehuisvest. Nieuw is dat het een flexibel rijkskantoor wordt: niet specifiek verbouwd voor één rijksdienst en geschikt voor meerdere organisaties. Rijnstraat 8 Den Haag is onderdeel van het Masterplan kantoorhuisvesting Den Haag. Het huidige kabinet heeft grote veranderingen doorgevoerd in de organisatie van de Rijksoverheid. Er wordt verdergaande nadruk gelegd op een efficiënte en effectieve Rijksoverheid en deze veranderingen hebben ook consequenties voor de rijkshuisvesting.
Frans Scheeren, plantmanager bij OCI Nitrogen in Geleen, is uitgeroepen tot de beste plantmanager van 2014. Dat is donderdagavond 5 juni bekendgemaakt tijdens het Deltavisie-congres in Rotterdam, georganiseerd door het Petrochem Platform. De jury, onder leiding van voormalig LyondellBasell-topman Jos Benders, roemde Scheeren voor het verkrijgen van betrokkenheid bij zijn collega’s. De Limburger reageerde euforisch op zijn verkiezing: ‘Super!’ Als Plant Manager of the Year fungeert Scheeren een jaar als boegbeeld van de procesindustrie. Scheeren gaat zich inzetten voor het verbeteren van de bedrijfsvoering. Hij laat zich daarbij inspireren door het oude systeem van meesters en gezellen. Op die manier wil hij Weltmeister worden in veiligheid, onderhoud en uitvoering. De andere twee finalisten waren Arjen Fieret (Air Products, Rotterdam Botlek) en Ronny van de Lavoir (Dow Chemical, Terneuzen). Ook zij ontvingen een oorkonde voor hun inzet, aangezien deze twee plantmanagers het afgelopen jaar uitzonderlijke prestaties hebben neergezet. Alle plantmanagers waren inclusief tientallen fans aanwezig bij het diner tijdens het door tweehonderd mensen bezochte congres op de RDM Campus in Rotterdam.
Industrie weer op oude niveau Met een groei van 2,5 procent in 2014, hoofdzakelijk gedreven door een herstellende Europese economie, bereikt de industrie weer het productieniveau van vóór de crisis (topjaar 2007). Dat stelt ING in het Kwartaalbericht Industrie. Vooral het vierde kwartaal van 2013 vormde een inhaalslag voor de industrie. De productie groeit daarna slechts beperkt. De voedingsindustrie stabiliseert dit jaar na een sterke groei in 2013, terwijl de chemie en maakindustrie juist groeien na een zwak afgelopen jaar. Qua winstgevendheid is er wel een verschil, die ontwikkelt zich in de maakindustrie aanmerkelijk positiever dan in de chemie. De industrie ontwikkelt zich doorgaans redelijk volatiel. Omdat de groei de laatste jaren bijna alleen vanuit export wordt gerealiseerd, zit er snel weer een krimpjaar tussen. De moeizame binnenlandse markt - en in sommige gevallen structurele factoren - zorgen er dan ook voor dat veel branches nog niet op het productieniveau van vóór de crisis zitten.
06 14 iMaintain
07_8_9_D_actueel.indd 8
18-06-14 14:41
actueel 9
Explosie en brand Shell Moerdijk Omwonenden van Shell Moerdijk zijn onlangs geschrokken van een explosie in een installatie op de chemie-site Shell Moerdijk. De explosie vond plaats tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de MSPO-2 installatie. De brand ontstond rond 22.30 uur na een aantal explosies in een lege benzeenreactor die vervolgens instortte. Buurtbewoners spraken van een enorme knal en een gigantische vuurbal. Uit voorzorg moesten ramen en deuren in de omgeving worden gesloten. De brand werd rond middernacht opgeschaald naar Grip 3, wat betekent dat een groter gebied de gevolgen van het incident ondervindt. Er zijn metingen verricht op het terrein waaruit blijkt dat er geen schadelijke concentraties in de lucht zitten. De burgemeester van de gemeente Moerdijk heeft bevestigd dat er ook buiten het hek geen schadelijke concentraties in de lucht zijn aangetroffen. Wel zijn er in grondmonsters zware metalen gevonden. Twee medewerkers zijn met lichte verwondingen in het ziekenhuis behandeld. Shell kan nog niets over de oorzaak zeggen. Vanzelfsprekend is het een onderzoek naar de oorzaak gestart. Het incident vond plaats in de reactor van de MSPO-2-installatie. Deze installatie was op het moment van het incident wegens onderhoudswerkzaamheden buiten bedrijf. In de fabriek worden grondstoffen voor kunststoffen geproduceerd: styreen-monomeer en propeenoxiden.
BeDRIJVeNNIeuWS atos wint aanbesteding SaP-dienstverlening Gasunie
Atos wordt verantwoordelijk voor de SAP-dienstverlening aan het Europese gasinfrastructuurbedrijf Gasunie. Atos tekent voor alle ontwikkelingen op het gebied van SAP: van Abap, UI5, Webdynpro en SAP PI tot de interactieve formulieren van Adobe en BSP. De overeenkomst kwam tot stand na een Europese aanbesteding en is het derde achtereenvolgende IT-contract dat de partijen hebben gesloten. Voor de aanbesteding heeft Gasunie de ‘Best Value Procurement’ (BVP)methode gehanteerd. Een vorm van prestatiegericht inkopen die uitgaat van de beste prijs-kwaliteitverhouding. De overeenkomst heeft een looptijd van zes jaar.
Shell Pernis fakkelt om scheur in leiding fornuis Meer informatie tijdens werkzaamheden Schiphol, Amsterdam en Almere Rijkswaterstaat heeft in het kader van de weguitbreiding tussen Schiphol, Amsterdam en Almere met vier marktpartijen een samenwerkingsovereenkomst op het gebied van actuele verkeersinformatie getekend. Naast een verlenging van de samenwerking met de VID, die vorig jaar rond deze tijd als eerste marktpartij tekende, gaat Rijkswaterstaat samenwerken met Innovactory, Go About en Spits Piek Community. Rijkswaterstaat verbreedt de komende jaren de (drukke) snelwegen tussen Schiphol, Amsterdam en Almere. Tijdens de werkzaamheden krijgen weggebruikers onvermijdelijk te maken met verkeershinder. Rijkswaterstaat wil de gebruiker zo goed mogelijk en tijdig informeren over de (mogelijke) verkeershinder tijdens de werkzaamheden, zodat de weggebruiker zelf kan bepalen of hij de weg opgaat en wanneer. Door de samenwerking aan te gaan met verschillende marktpartijen, brengt Rijkswaterstaat een breed pallet aan reisinformatiediensten onder de aandacht die voor verschillende doelgroepen interessant zijn. Zo richt de ene informatiedienst zich puur op de zakelijke (auto)reiziger en een andere tool weer meer op de keuzereiziger met actuele reistijden op de weg en in het openbaar vervoer.
Recent heeft Shell Pernis flink gefakkeld omdat een fabriek uit bedrijf moest worden genomen vanwege een interne lekkage. De lekkage is in de loop van de dag gestopt. Het ging volgens de CIN-melding de avond ervoor om een scheur in de leiding van een fornuis waarin asfalt en propaan zaten. Door de scheur lekte propaan en daardoor was er korte tijd explosiegevaar. Er was een grote rookpluim te zien. De DCMR heeft het voorval onderzocht.
uw mailbox? Al het nineuvoworsoninze nieuwsbrief op
iMaintain.info!
Meld u aa
06
iMaintain 14
07_8_9_D_actueel.indd 9
17-06-14 09:44
10 interview
Yara besteedt deel asset management uit
Luc Cattoir, Yara: ‘we hebben een contract afgesloten, maar als we daar constant mee moeten zwaaien is er sowieso iets mis. we kiezen echt voor een partnership op gelijkwaardig niveau.’
06 14 iMaintain
10_11_12_13_H_interview.indd 10
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
18-06-14 09:48
interview 11
Chemiebedrijf Yara in Sluiskil besteedt het asset management aan alle niet-primaire assets op de site uit. De gebouwen en infrastructuur op de site zullen de komende vijf jaar worden beheerd door het ingenieursbureau Royal HaskoningDHV. Maintenance manager Luc Cattoir denkt hiermee niet alleen kosten te besparen, maar ook de kwaliteit van de secundaire assets te verbeteren.
David van Baarle
Sluiskil bij Terneuzen is Yara’s grootste Europese productielocatie. De plant is in bedrijf sinds 1929 en er werken ongeveer een zeshonderd eigen medewerkers. Op het 130 hectare grote terrein worden aardgas en lucht verwerkt tot kunstmeststoffen en technische chemicaliën. Maintenance manager Luc Cattoir somt de assets even snel op: ‘Op het ammoniak-deel van het terrein staan drie ammoniakfabrieken, vier CO2-plants, drie ammoniakopslagbollen en twee ammoniakopslagtanks. Dan hebben we een nitraat-site waar vier nitraatfabrieken en twee ureumfabrieken staan. Verder zijn er nog twee salpeterzuurfabrieken en een eigen elektriciteitsopwekking. Daarnaast beheren we nog diverse utilities-installaties die de fabrieken van stoom en deminwater voorzien en die het afvalwater zuiveren. De deminwaterproductie hebben we overigens uitbesteed aan Evides Industriewater, dat zijn eigen assets beheert. Een apart onderdeel is de Air One-installatie waar Adblue wordt gemaakt, een additief dat wordt toegevoegd aan de diesel van vrachtwagens om de NOx-uitstoot via de uitlaatgassen teniet te doen. En om het beeld compleet te maken, hebben we ook nog een deel logistieke handeling en verlading. Daar vind je onder meer silo’s en transportbanden naar de kade, het spoor en de weg. Het totale productievolume van Yara Sluiskil lag in 2013 op zo’n 4,5 miljoen ton eindproduct. We voeren het onderhoud aan de site uit met 150 man eigen personeel, aangevuld met zo’n tweehon-
FOTO’S: YARA
“
derd man ingeleend personeel van verschillende contractors.’
Kennis behouden Het contract dat Cattoir afsloot met Royal HaskoningDHV beperkt zich tot de nietprimaire assets van het bedrijf en omvat onder meer beheer en onderhoud, of beter gezegd het asset management, aan meer dan tweehonderd gebouwen, bouwkundige constructies en bijbehorende installaties, zestig kilometer riolering, twaalf kilometer drinkwaterinfrastructuur, acht kilometer spoorlijn en rollend materieel en tweehonderdduizend vierkante meter bestrating. Cattoir: ‘Tot voor kort gaf onze eigen onderhoudsafdeling de opdrachten voor reparaties en preventief onderhoud aan gebouwen en facilitaire systemen zoals airco’s en liften. Modificaties aan elektrische installaties, instrumentatie en civiele projecten vielen dan weer onder de hoede van de projectafdeling. Ondanks dat de gebouwen en civiele werken niet bijdragen aan het primaire proces, drukte het onderhoud eraan wel zijn stempel op de onderhoudsorganisatie, zowel wat betreft kosten als personele bezetting. Zo’n twee jaar geleden ontspon zich dan ook het idee om dit deel van het onderhoudsmanagement uit te besteden aan een partij die gebouw- en civiel onderhoud wel tot zijn core business rekende. Met name het vinden van gekwalificeerd personeel werd een steeds grotere uitdaging, vooral omdat zowel wij als de dienstverleners in dezelfde vijver vissen. Het voordeel van externe dienstverleners is dat ze hun
Ondanks dat de gebouwen en civiele werken niet bijdragen aan het primaire proces, drukte het onderhoud eraan wel zijn stempel op de onderhoudsorganisatie. 06
iMaintain 14
10_11_12_13_H_interview.indd 11
18-06-14 14:41
12 interview
personeel breder kunnen inzetten bij hun opdrachtgevers en dus ook specialisten in huis kunnen halen waarvoor wij te weinig werk zouden hebben. Onze enige mogelijkheid was om meerdere specialismen in één persoon te proppen en dat werkt in de praktijk niet altijd even efficiënt. Het outsourcen van het asset management zou ons niet alleen ontlasten aan de operationele kant, maar bijvoorbeeld ook in het backoffice-deel wat betreft vergunningen, administratie enzovoorts. Overigens: Royal HaskoningDHV heeft alleen de regie en voert het werk niet zelf uit. Ze zitten dan ook min of meer op hetzelfde niveau met ons aan tafel als onze eigen onderhoudsafdeling. Vanuit Yara zijn een vaste civiele/werktuigbouwkundige man en E&I-man de vaste counterpartners voor Royal HaskoningDHV. We willen immers niet in de valkuil stappen dat we bij het outsourcen onze eigen kennis verliezen. Zij zullen zich niet bezighouden met de praktische kant van het contract, maar kijken wel mee met de asset manager. Royal HaskoningDHV brengt zijn kennis in het systeem en moet gedurende het proces daar zelf ook inzicht in krijgen, net als wij. Uiteindelijk is het best een complex contract waar zo’n 150 à 160 verschillende typen werkzaamheden onder vallen: van ongediertebestrijding tot het onderhoud aan airco’s. Bovendien zullen we gezamenlijk de toezichthoudende instanties moeten laten zien dat we compliant zijn aan wet- en regelgeving.’
Chemelot Voor Royal HaskoningDHV is de manier van samenwerken niet geheel nieuw. Het bedrijf voert op dezelfde manier de regie over de openbare infrastructuur op het fabrieksterrein van Chemelot in Geleen. Cattoir: ‘Deze ervaring en het feit dat het bedrijf volgens de ISO55000-norm werkt, heeft ons het vertrouwen gegeven om met Royal HaskoningDHV in zee te gaan. Ik denk dat de norm veel perspectief biedt om risico’s te managen en assets optimaal te kunnen beheren. Dat hebben we op de site overigens ook goed voor elkaar, maar toch kunnen we ongetwijfeld ook weer leren van de organisatie van Royal HaskoningDHV. Je ziet toch dat de wetgever steeds veeleisender wordt op het gebied van compliancy. Dus wie weet kan zo’n standaard ons ook op den duur helpen om de toezichthouder ervan
te overtuigen dat we ons werk goed en veilig uitvoeren.’ Geert Fuchs, leading professional asset management, is vanuit Royal HaskoningDHV verantwoordelijk voor de uitvoering van het contract. ‘We hadden al een relatie met Yara vanuit het reguliere werk dat wij uitvoeren op de site in Sluiskil. Omdat Yara het gevoel had dat de secundaire assets te weinig aandacht kregen en ze wisten wat wij bij Chemelot deden, hebben we ze uitgenodigd om daar eens te kijken. DSM heeft destijds een strategische keuze gemaakt om alle non-core, waaronder het beheer van de openbare infra, op het bedrijventerrein af te stoten. Die keuze heeft zijn waarde wel bewezen, aangezien we sinds het contract in 2006 is ingegaan de jaarlijks terugkerende kosten met meer dan twintig procent hebben teruggebracht. Door consequent te sturen op output met inachtneming van de risico’s zijn dit soort besparingen ook bij Yara in potentie mogelijk. Al was het maar omdat er meer aandacht komt voor assets die tot voor kort een beetje naar de achtergrond waren verdrongen.’
Samenwerking Cattoir: ‘Toch denk ik dat de situatie in Sluiskil op sommige punten behoorlijk afwijkt van die in Limburg. De scheiding bij Chemelot tussen civiele assets en procesapparatuur is iets duidelijker dan bij ons. Een airco in een kantoor kan op zich
“
We hebben natuurlijk al aan elkaar kunnen wennen in de afgelopen twee jaar in aanloop naar de ondertekening van het contract. We hebben de tijd genomen om Royal HaskoningDHV inzicht te laten krijgen in de conditie van de assets en ze een idee te geven over de onderhoudskosten. De laatste anderhalf jaar is de functionele baseline neergezet en de dag nadat het contract was getekend, kon Royal HaskoningDHV al beginnen met zijn activiteiten.’ Volgens Fuchs is het grootste verschil tussen het contract met Chemelot en de recent afgesloten overeenkomst met Yara, dat de eerste een multi user site is, terwijl in Sluiskil Yara de enige user is. ‘En inderdaad: in Limburg is er minder een directe relatie tussen de assets die wij beheren en die van de verschillende bedrijven zelf. Er is in Sluiskil een grotere wederzijdse afhankelijkheid en daar hebben we ons dan ook op voorbereid. Dat betekent dat we ongeveer zijn begonnen bij Adam en Eva: wat zijn de kernwaarden, wat is de missie van het bedrijf en welke positie neemt het bedrijf momenteel in tegenover zijn concurrenten? Door te vragen kom je uiteindelijk tot de essentie van een bedrijf en kun je de onderhoudsactiviteiten daarop aanpassen. Het bedrijf heeft bijvoorbeeld duurzaamheid hoog in het vaandel, maar hoe vertaalt dit zich naar de dagelijkse bedrijfsvoering? Welke beslissingen neem je en welke risico’s accepteer je nog? Dat zijn
Door te vragen kom je uiteindelijk tot de essentie van een bedrijf en kun je de onderhoudsactiviteiten daarop aanpassen.
wel uitvallen zonder significante schade, maar dezelfde soort installaties staan ook in de onderstations, controlekamers en termination rooms. Als de temperaturen daar te hoog oplopen, kunnen controlesystemen uitvallen met alle gevolgen van dien. Hetzelfde geldt voor de alarmsystemen. Als die niet goed werken, hebben we ook operationeel een probleem. De invloed van de werkzaamheden van de asset manager grijpt dus iets dieper in in het systeem. We gaan zo’n samenwerking dan ook niet luchthartig aan.
allemaal vragen die je moet beantwoorden voordat je als partner het asset management voor een bedrijf kunt uitvoeren.’
Contract Beide partijen hebben vanzelfsprekend afspraken gemaakt over de conditie en prestaties van de assets, toch is het contract niet geheel in beton gegoten. ‘We hebben een contract afgesloten’, zegt Cattoir, ‘maar als we daar constant mee moeten zwaaien is er sowieso iets mis. We kiezen echt voor een partnership op
06 14 iMaintain
10_11_12_13_H_interview.indd 12
18-06-14 14:41
interview 13
gelijkwaardig niveau. Dat betekent dat we van elkaar moeten weten hoe we werken en hoe we onze assets opereren, maar ook wat onze toekomstvisie is. We blijven elkaar scherp houden en waar we synergievoordelen kunnen halen, moeten we blijven samenwerken. Als we een project uitvoeren en bijvoorbeeld een nieuwe airco willen installeren, is Royal HaskoningDHV straks verantwoordelijk voor het onderhoud. Zij worden dan ook in het beslissingstraject meegenomen, of voeren het project zelf uit, om de total cost of ownership naar beneden te krijgen. Hetzelfde geldt voor het afstemmen van maintenance-activiteiten. Als we op de site een hoogwerker nodig hebben en Royal HaskoningDHV kan hem ook gebruiken, dan moet je dat met elkaar afstemmen.’
Contractors Fuchs: ‘We vertalen onze missie weer naar de activiteiten van de diverse (sub)contractors. Voor een deel nemen we de bestaande raamovereenkomsten van Yara over. Daarbij hebben we gezegd dat we fris willen beginnen. De kunst is om de juiste dingen te laten doen en het werk dat ze uitvoeren ook goed te laten uitvoeren. Dat klinkt heel basaal, maar daarmee is wel de meeste efficiencywinst te halen. Tot nog toe waren veel contracten inspanningsgericht en werkte men minder met vast omschreven prestaties. Wij hebben een service level agreement met bijbehorende key performance indicators afgesloten met Yara en we hebben de contractors nodig om die afspraken waar te kunnen maken. Het is dus zinvol om de keten daarin op te lijnen. We zullen dus met de serviceproviders de juiste doelen moeten stellen en het toetsingsregime hierop afstemmen, waarbij de ruimte wordt gegeven om te verbeteren. Het vergt wel een cultuurverandering van ‘u vraagt, wij draaien’ naar een meer proactieve houding waarbij men stuurt op de output. Men zal dus meer vragen moeten stellen: is onderhoud direct nodig of kan ik het uitstellen en bundelen? Om die vragen goed te kunnen beantwoorden, moet je op de hoogte zijn van de risico’s. Dus de kans op falen van assets en de effecten daarvan op de bedrijfsvoering, de veiligheid enzovoorts. We beseffen ons heel goed dat zo’n cultuurverandering tijd kost, maar dat het gaat veranderen staat vast.’ De prikkels om te verbeteren zitten met
“
Luc Cattoir, maintenance manager: Uiteindelijk is het best een complex contract waar zo’n 150 à 160 verschillende typen werkzaamheden onder vallen: van ongediertebestrijding tot het onderhoud aan airco’s.
name in het prijsniveau. Cattoir: ‘We hebben gekozen voor een fixed fee op basis van het historisch uitgavepatroon. Als het Royal HaskoningDHV lukt om het kostenniveau omlaag te brengen, zit daar hun winst. Ik ben ervan overtuigd dat het ze moet lukken om efficiënter en effectiever te werken met behoud van de kwaliteit. We verwachten zelfs een betere dienstverlening dan we tot nog toe gewend zijn.’
Trend Of met de uitbesteding van de niet-kernactiviteiten een trend is gezet, weet Cattoir niet, ‘maar we blijven onze ogen open houden om efficiencywinst te halen. Zoals gezegd verzorgt Evides Industriewater al ons deminwater en de stikstofplants worden volledig beheerd door Air Products. Wij kunnen nooit het kennisniveau opbouwen van een specialist. Als zij dat voor ons kunnen uit-
voeren, kunnen wij ons meer bezighouden met onze kernactiviteiten: de productie van kunstmeststoffen en chemicaliën.’ Royal HaskoningDHV hoopt uiteraard dat de trend zich zal voortzetten om het asset management aan secundaire assets uit te besteden aan een derde partij. ‘Ik denk dat een ingenieursbureau een onafhankelijke rol kan spelen in het krachtenspel tussen opdrachtgever en opdrachtnemer’, zegt Fuchs. ‘In de rolverdeling die de ISO55000-norm voorschrijft, is een duidelijk onderscheid tussen eigenaar, beheerder en dienstverlener van de kapitaalgoederen. Met name beheer en eigendom is lang niet altijd goed gescheiden en valt nog wel eens onder dezelfde afdeling. Een functionele scheiding is essentieel om belangenverstrengeling te voorkomen en het meeste uit de assets te halen tegen de laagste kosten.’ n
06
iMaintain 14
10_11_12_13_H_interview.indd 13
18-06-14 09:48
14 Maintenance en inforMatisering
goedkoper windturbineonderhoud dankzij datamanagement toen het ser energieakkoord werd getekend, kwamen de samenstellers van het akkoord direct ook met een kanttekening: windenergie kan alleen rendabel worden bij een kostenreductie van veertig procent. Het nieuwe monitoring- en onderhoudbeheersysteem DaisY belooft in ieder geval een reductie van tien tot twintig procent van de kosten tijdens de levenscyclus van een windturbine. David van Baarle
Sensoren worden goedkoper en betrouwbaarder, analysesoftware nauwkeuriger en rekenkracht en communicatietechnologie is ook voldoende aanwezig. Zou het dan niet mogelijk zijn een windturbine langer in bedrijf te houden dan tot nog toe mogelijk is? Het antwoord is ja. En de kosten vallen nog best mee. Zoals vaak met innovatietrajecten werd het onderzoek naar windturbinemonitoring en -onderhoud ingegeven door frustratie. De Zeeuwse multi utility-leverancier Delta was op zijn zachts gezegd niet tevreden over de prestaties van zijn windturbines. ‘Als je een windturbine koopt, koop je daar een onderhoudscontract bij van tien jaar of meer’, zegt projectmanager Jan Louws van Delta. ‘En vervolgens mag je zelf niks aan die turbine uitvoeren. Sterker nog: we mochten niet eens meekijken met de monteur van leverancier Vestas.’ Dat zo’n houding tot frustraties leidt, mag duidelijk zijn en Delta kon dan ook niet wachten tot de contracten afgelopen waren. In 2012 zocht men dan ook naar partners om een onderzoekstraject op te starten met als centrale vraag: hoe kan informatietechnologie worden ingezet om de uptime van een windturbine te verhogen en de onderhoudskosten omlaag te brengen? Al snel bleek dat Delta niet
over World class Windturbine Maintenance Sinds 2011 werkt een groot Nederlands consortium aan het verbeteren van het onderhoud aan windturbines. Het consortium, geïnitieerd door de Zeeuwse Delta, Economische Impuls Zeeland en het Dutch Institute World Class Maintenance, kent vele specialisten, kennisinstellingen en naast Delta ook Eneco en de Zeeuwse windturbine exploitanten Deltawind en Zeeuwind. Het Nederlandse consortium is een onafhankelijk partij die eigenaren op het gebied van onderhoud van windturbines volledig kan ontzorgen. Dit gebeurt dankzij een eigen ontwikkeld conditiemonitoringsysteem en onderhoudsmanagementsysteem met handhelds, die beiden aangesloten zijn op de control room bij Delta. Het systeem draait momenteel voor het OLAZ-windpark van Delta en wordt ook geïmplementeerd binnen andere parken van Delta, waarvoor ook data zal worden verzameld en vertaald richting (automatische) intelligentie binnen de control room.
06 14 iMaintain
14_15_I_artikel.indd 14
alleen stond met zijn uitdaging en sloten ook Eneco, Zeeuwind en Deltawind zich aan. Vervolgens ging het balletje rollen en kreeg men hulp van Bosch Rexroth en onderzoeksinstituten TNO en ECN. Misschien nog wel de belangrijkste partners waren Oliviera en IMS International die niet alleen hun kennis inzetten, maar ook hielpen met de ontwikkeling van een echt product, dat DAISY is gedoopt. De naam is een acroniem van Dynamic Asset Information System. Oliveira ontwikkelde de software en IMS International digitaliseerde het onderhoud via een geavanceerd maintenancemanagementsysteem.
Variabelen Hoewel windturbines wel degelijk worden uitgerust met sensoren, biedt DAISY een belangrijke aanvulling op de mogelijkheden voor preventief onderhoud en proactief beheer. ‘De belangrijkste variabelen die van invloed zijn op een windturbine zijn misschien nog wel de windsnelheid en de windrichting’, zegt Twan Kohlen van Oliveira. ‘Die worden al gemeten, maar de invloed die ze hebben op de assets is niet altijd even duidelijk. Om echt inzicht te krijgen in het gedrag van turbines met als doel de levensduur ervan te kunnen voorspellen of nog liever verlengen, heb je meer data nodig. Nu is er al veel voorhanden: er komt data vanuit de procesbesturing (Scada), vanuit vastgelegde maintenance-activiteiten, proces- en assetdata, historische data, foutmeldingen, financiële en risicodata, data en klachten van de operator en inspectieverslagen. Daar komt nog klimaatdata bij. Vaak heeft de leverancier van de turbine een schat aan informatie voorhanden, zoals tekeningen, onderhoudsadviezen, een overzicht van de logistieke voorraad, gebruiksadviezen en modificatiestandaarden. Ook de procesdata kunnen al heel wat vertellen over de conditie van de turbine. De temperatuur, druk, het vermogen, de snelheid,
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
18-06-14 13:58
MAINTENANCE EN INFORMATISERING 15
Datapooling De uitdaging was dus om de juiste data te verzamelen en deze te structureren om er vervolgens informatie uit te halen
Hoewel windturbines wel degelijk worden uitgerust met sensoren, biedt onderhoudsbeheersysteem DAISY een belangrijke aanvulling
FOTO: EYEWIND
belasting en de bladhoekverstelling zijn indicatoren die de conditie bepalen en afwijkingen kunnen duiden op een aanstaande verstoring. Maar gebruik ook de data die worden geregistreerd door het onderhoudbeheersysteem: hoeveel storingen zijn er geweest en wat is de gemiddelde stilstandtijd? Hoe vaak wordt gepland onderhoud aan de turbine gedaan, zijn er modificaties uitgevoerd en wat is de meantime between failure? Allemaal zaken die de uptime van de machine beïnvloeden. En vergeet ook niet de oren, ogen en neus van de monteur die de inspecties uitvoert. Hoort hij vreemde geluiden? Lekt er iets? Of ziet hij scheuren of een abnormale verkleuring? En natuurlijk kun je sensoren plaatsen op de echt kritische componenten van de turbine. De kunst daarbij is om datgene te meten wat informatie geeft over de conditie. Er is namelijk nogal wat te meten: trillingen, ultrageluid, infrarood, resonanties, corrosie, maar ook de oliekwaliteit is online te meten. En zo kun je nog wel even doorgaan.’ Het is redelijk complex om de data uit twaalf verschillende systemen en meer dan tweehonderd data-ingangen te combineren in één systeem en daar vervolgens bruikbare informatie te halen over de conditie van de windturbine. Kohlen: ‘De eerste stap was dan ook om te inventariseren met welke problemen de windturbines kampten en welke informatie men nodig had om de problemen te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken. IJsafzetting op de turbinebladen was bijvoorbeeld een fenomeen dat veel schade kon aanrichten. Een veel voorkomend en vervelend probleem is tandwielkastschade. Het herstel is vaak lastig, tijdrovend en bovendien duur. Scheurvorming in de turbinebladen leverde ook problemen op, maar was vaak lastig te detecteren. Ook towerbending geeft problemen en in samenhang met de trillingen van de turbinebladen en de turbine zelf ontstaan soms resonanties die de tandwielkast beschadigen. Men wilde de onderhoudsbehoefte beter voorspellen, maar ook de logistieke gevolgen daarvan. Bijvoorbeeld voor spares of beschikbaarheid van monteurs. Daarbij wilde men ook beslissingen kunnen nemen over de inzet van de turbines.’
op de mogelijkheden voor preventief onderhoud en proactief beheer.
die genoemde problemen zou kunnen voorkomen door op tijd onderhoud te plegen of windturbines anders te opereren. Datapooling biedt hier een oplossing voor. De statistische analysemethode heeft drie fundamentele doelen. De eerste is het vergaren en samenvoegen van zoveel mogelijk data om nauwkeurigere voorspellingen te kunnen doen. Daarmee is het mogelijk om trends waar te nemen en verschillen te ontdekken tussen verschillende populaties en tijden. Als laatste geeft de methode de mogelijkheid om op objectieve wijze de statistische informatie te interpreteren van verschillende bronnen. Stella Kapodistria is als post doc van de Technische Universiteit Eindhoven betrokken bij het CAMPI-project, wat staat voor Coordinated Advanced Maintenance & Logistics Planning for the Process Industry en geeft kort inzicht in de wereld van data pooling. ‘De basis van data pooling is het indelen van data in groepen. Daarbij heb je grofweg de keuze uit intrapooling, wat wil zeggen dat een asset met verschillende sensoren wordt uitgerust waarna de informatie wordt vergeleken. Bij interpooling wordt met dezelfde sensor naar verschillende, maar vergelijkbare assets gekeken. Om de verschillen tussen de gemeten waarden goed te kunnen
interpreteren kunnen diverse wiskundige methoden worden ingezet zoals fuzzy logic, bayesian analyse of bijvoorbeeld meta-analyse. Om die data te vergaren, groeperen en analyseren zijn diverse softwaretools beschikbaar om de operator en maintenance managers te ondersteunen in hun strategische en operationele beslissingen.’ Kapodistria analyseerde onder meer de faaldata van kritische systemen, maar keek ook naar daadwerkelijke storingen en wat daaraan vooraf ging. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het dynamische gedrag van individuele windturbines met elkaar kan worden vergeleken op het niveau van individuele componenten, maar ook op systeemniveau. Inmiddels is het onderzoek afgerond en kan men dus een kant-en-klaar-product aan de operators van grote on- en offshore windparken leveren. Het uiteindelijke product is een set van sensoren voor conditiemonitoring gekoppeld aan een digitaal maintenancemanagementsysteem dat operators in staat stelt strategische beslissingen te nemen op het gebied van turbineonderhoud. Inmiddels is er zowel nationaal als internationaal veel belangstelling voor DAISY. Een bedrijf uit ZuidAfrika past de technologie inmiddels toe op een van zijn windparken. ■
06
iMaintain 14
14_15_I_artikel.indd 15
18-06-14 14:42
VAKBEURS VOOR PROCESAPPARATUUR, -ENGINEERING EN -AUTOMATISERING
BESTEL NU UW GRATIS TOEGANGSKAART VIA www.industrialprocessing.nl/toegang • De grootste vakbeurs voor de totale natte en droge proces-
30 SEPTEMBER - 3 OKTOBER 2014 JAARBEURS UTRECHT WWW.INDUSTRIALPROCES SING.NL
industrie in de Benelux • Ruim 200 exposanten presenteren hun nieuwste producten en diensten • Gelijktijdig met Macropak, Industrial European Dairy Show en de vier werelden van World of Technology & Science • 4 dagen lang alle industriële trends en ontwikkelingen voor u samengebracht
IP2014_adv_185x132_registratie.indd 1
16-05-14 14:34
TDO levert praktische en betaalbare software voor TD’s, SHEQmanagement, Veiligheidsbeheer, Productiviteitsverbetering (OEE), Incidentenbeheer, Inspecties, Turnarounds en MOC (Management Of Change)
Postbus 936, 9400 AX Assen • Telefoon +31 (0)592 40 99 11 Website: www.tdo.nl, E-mail: info@tdo.nl
ADVErTENTIE INDEx BIM Media
20
iMaintain platform
24
Dimensys
52
iMaintain Prestatiemanagement congres
32
Eco Ketelservice Verhuur
30
Jaarbeurs
16
Eems DeltaVisie congres
48
Sky Access
18
Harsco Infrastructure
67
Stork Technical Services Holding
68
TDO
16
Havep Workwear Hydrauvision
16_index_TDO_jaarbeurs.indd 1
4 30
Total Nederland
2
17-06-14 12:07
Maintenance en inforMatisering 17
Projectenupdate maintenance en informatisering onderhoud met augmented reality-bril
EasyJet, de grootste luchtvaartmaatschappij van het Verenigd Koninkrijk, test de smart glasses van Epson om technische procedures te stroomlijnen en doelmatigheid van onderhoud te verhogen. Als onderdeel van een breed programma om innovatieve technologie te implementeren ter verbetering van zijn luchtvloot, beoordeelt easyJet het gebruik van AR-devices (augmented reality) om piloten en technici te helpen bij het vereenvoudigen van technische en onderhoudsprocedures. Het uiteindelijke doel is de vertragingen voor passagiers tot een minimum te beperken en de in de branche toonaangevende veiligheidsstatus te verbeteren. easyJet gaat aan de slag met een test van de Epson Moverio BT-200-bril, waarmee de technische teams exact kunnen zien wat een piloot of technicus ziet met behulp van de AR-technologie. Momenteel moeten technici en piloten foto’s e-mailen naar het OCC (Operations Control Centre) van easyJet en er vervolgens achteraan bellen om het probleem handmatig op te lossen. Met de Moverio BT-200 kan het OCC piloten en technici in real time live-informatie bieden, evenals technische hulp via de geïntegreerde handsfree koptelefoon. ‘De technologie voor 3D augmented reality is voor easyJet een van de belangrijkste factoren bij het terugdringen van vertragingen wanneer een vliegtuig zich niet op de thuishaven bevindt’, zegt Ian Davies, hoofd Engineering and Maintenance bij easyJet. ‘Hiermee kunnen we veel meer duidelijkheid verkrijgen over technische problemen die honderden kilometers verderop plaatsvinden. Door de bril te dragen kunnen piloten en technici die op een andere locatie zijn, live beelden en gegevens verzenden tussen het OCC in Luton en een van onze 138 bestemmingen in Europa en elders. We krijgen dan directe toegang tot gedeelde visuele informatie en zo wordt het eenvoudiger om technische problemen op te lossen.’
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
17_19_J_artikel.indd 17
BP in geel detecteert lekken wireless BP maakt gebruik van de Smart Wireless-technologie van Emerson Process Management als onderdeel van een lekdetectiesysteem dat helpt de veiligheid te verbeteren in haar productiecentrum van chemicaliën in het Belgische Geel. De wireless-technologie biedt een betrouwbare en betaalbare manier om informatie te verzamelen van koolwaterstofdetectiekabels die continu de opslagtanks, afsluiters en pijpleidingen op de gehele plant monitoren. Deze informatie wordt vervolgens geleverd aan het controlesysteem zodat operators op de hoogte worden gesteld van eventuele lekkages. Dit geautomatiseerde monitoringsysteem stelt BP in staat om te voldoen aan de meest recente overheidsvoorschriften met betrekking tot de opslag en overslag van brandbare vloeistoffen tegen veel lagere kosten dan met de traditionele bekabelde technologie. De detectie van lekkages kan op grote locaties moeilijk en duur zijn. BP-operators maakten in het verleden tweemaal daags inspectierondes waarbij ze draagbare lekdetectoren gebruikten, maar de nieuwe en strengere regelgeving van de overheid vereist continue monitoring. Voor een traditionele online monitoringoplossing zou uitgebreide bekabeling nodig zijn, plus de bijbehorende kosten van I/O, signaalconverters en installatie. Het in Geel geïnstalleerde wireless-systeem lost deze problemen op door de vloeibaarkoolwaterstofdetectiekabels te integreren met wireless-technologie, waardoor op de locatie een kostenbesparende lekdetectie van vloeibare koolwaterstof mogelijk werd gemaakt, zelfs voor afgelegen locaties.
06
iMaintain 14
18-06-14 14:42
NDT G6 Welders Bolt Tensioning
iMaintain.info
geeft nog meer waarde voor uw geld
Industrial Rope Techniques
Special Lifting
Meer nieuws dan ooit
Painting Rescue Teams Paint Inspection
• Actuele berichtgeving over de gehele onderhoudssector • Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar • Volledig evenementenoverzicht • Online catalogi met producten en diensten • Multimediale bedrijfspresentaties • Tweewekelijkse Nieuwsbrief • Live twitter updates • LinkedIn interacted
Heat Treatment iMaintain-abonnees krijgen meer • De nieuwste iMaintain staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase • Ga naar www.imaintain.nl en kies abonneren
Rope Access? SKY-ACCESS! T. +31 (0)88 - 12 33 600 WWW.SKY-ACCESS.COM
Ga direct naar imaintain.info en blijf iedereen voor
_adv_www_iMaintain-staand-A5.indd 43 18_abo_sky.indd 1
12-06-14 17-06-14 09:2214:39
Maintenance en inforMatisering 19
Waterschap aa & Maas brengt onderhoudstijd back-upsysteem terug Het Waterschap Aa & Maas is een Nederlandse overheidsorganisatie die zich bezighoudt met de waterstand en de waterkwaliteit in Oost-Brabant. Om goed te kunnen werken worden er bij het Waterschap Aa & Maas grote hoeveelheden data in de gaten gehouden en opgeslagen, zoals intranetdata, informatie over de diverse waterlichamen in de regio en geografische gegevens van de geografische informatiesystemen (GIS). Om deze data goed te kunnen beheren en in de gaten te kunnen houden was er bij het waterschap behoefte aan een goed werkend back-upsysteem. Met het bestaande systeem was men ongeveer vier uur per dag bezig om het te beheren. Dit betekende dat men de helft van de dag bezig was met het oplossen van back-upproblemen. Bovendien moesten er elke dag diverse acties worden uitgevoerd die vrij onnodig zouden moeten zijn, zoals het opnieuw opstarten van de scripts. Als gevolg hiervan ging het Waterschap Aa & Maas op zoek naar een nieuw back-upsysteem dat eenvoudiger te beheren
was. Het implementeerde Symantec NetBackup. Dit systeem stelt het waterschap in staat om de beveiliging en de back-ups van data eenvoudiger te maken en te automatiseren. Jeroen Kwakkel, systeem- en netwerkspecialist bij het Waterschap Aa & Maas: ‘Onze werknemers merken het backupsysteem nooit op, en dat is een goed teken. Zij verwachten dat alle verzoeken om bestanden te herstellen altijd worden ingewilligd en met Symantec NetBackup is dat tot nu toe altijd gebeurd. We konden e-mails van een paar jaar geleden terughalen en zien welke afspraken we destijds met de diverse partijen hebben gemaakt. Dit is erg handig om onduidelijkheden te voorkomen bij de communicatie van onze medewerkers.’ Het Waterschap Aa & Maas heeft sinds de implementatie op diverse terreinen vooruitgang geboekt, bijvoorbeeld bij de hoeveelheid tijd die nodig is voor het monitoren van het backupsysteem en bij het succespercentage bij het terugzetten van bestanden.
suiker Unie verhoogt performance met betere human-machine-interface
In de fabriek van Suiker Unie in het Groningse Vierverlaten ervoer men problemen bij het aantrekken van personeel met de juiste kennis. Het duurt jaren om een operator op het gewenste niveau te krijgen. Huidige operators worden te weinig betrokken bij het productieproces en herkennen daardoor hun impact erop niet. Dit had zijn weerslag op de prestaties. Suiker Unie besloot de performance te gaan verhogen en ging met Invensys een traject in voor verbetering van de situational awareness & operator effectiveness. De suikerproducent voerde een migratie uit van het Distributed Control System, met als doelen het verhogen van de OPE (Overall Production Efficiency), een verbeterde HMI (human-machine-interface), minder en geprioriteerde alarmen, een volledige up-to-date procesbeschrijving en reductie van de werkdruk. Productie kent grenzen, bijvoorbeeld door veiligheid en milieu. Om hiermee om te gaan, wilde de suikerproducent aan de slag met realtime business. Meten in realtime betekent invloed uitoefenen. De volgende stap is het realtime informeren van procesoperators, zodat zij het proces beter kunnen gaan maken. Het oude dashboard hiervoor voldeed niet. Daarom werd er een nieuwe HMI gebouwd.
De plant geeft informatie, onder meer over vervuiling, energiegebruik en variabele kosten, die vervolgens op een dashboard te zien is, met daarbij aangegeven wat prioriteit heeft. Ook zijn er speciale bedienschermen om complete units opnieuw op te kunnen starten, de operator kan helpprocedures en tips oproepen en alle informatie wordt gelogd voor analyse. Suiker Unie wil met deze nieuwe technologie medewerkers meer betrekken bij het productieproces. Operators kunnen op het dashboard bijvoorbeeld zien welke acties de kosten beïnvloeden en om hoeveel euro’s het gaat. Dit creëert operational awareness. Waar Suiker Unie in 1970 nog werkte met lokale paneelregelaars, zijn de mogelijkheden om de processen te monitoren tegenwoordig eindeloos. Maar te veel data werkt averechts. Data wordt pas informatie als het in context geplaatst wordt. HMI-displays moeten die context geven. Het voorkomt ‘verblinding’ door overbodige informatie, geeft betere invulling van procedures en ondersteunt bij het inwerken van nieuw personeel. Situational awareness geeft focus aan de operator en leidt tot betere prestaties.
06
iMaintain 14
17_19_J_artikel.indd 19
17-06-14 11:07
NEVI en Deal! Magazine organiseren:
Masterclass Businessgedreven Inkoop Met Gerco Rietveld, strategist en auteur van Inkoop, een nieuw paradigma
Het nieuwe concept van de businessgedreven inkoop is gelanceerd met de publicatie van het boek Inkoop, een nieuw paradigma. Al snel ontving auteur Gerco Rietveld hiervoor de prestigieuze prijs Managementboek van he het Jaar. Inkoopdirecteuren, cpo’s en andere iinkoopprofessionals n zijn zich direct gaan vverdiepen in het onderwerp, met vele bijeenkomsten, studies en discussies als gevolg. Het nieuwe inkoopparadigma heeft aardig wat stof doen opwaaien. Maar inmiddels zijn de eerste zaadjes geplant. Tijd voor een masterclass. Doel van deze masterclass is deelnemers vertrouwd te maken met het concept van de businessgedreven inkoop en handvatten te bieden bij de daadwerkelijke implementatie van de theorie in de praktijk. De Masterclass omvat 4 trainingsdagen, waarin telkens dieper wordt ingegaan op alle aspecten van het concept businessgedreven inkoop, zowel de strategische elementen als de tactische aspecten.
Locatie: Kasteel Maurick, Vught. Data:
donderdag 18 sep 2014, donderdag 9 okt 2014, donderdag 6 nov 2014 en donderdag 4 dec 2014.
Kosten: 2.170 euro voor leden NEVI en abonnees Deal!, PT Industrieel Management, Automatiseringgids, Cobouw en Energiegids. Voor niet-leden en niet-abonnees: 2.495 euro. Kosten zijn inclusief lunch, koffie, thee, syllabi en parkeergelden. Kijk voor meer informatie en uw inschrijving op: www.sduevents.nl of www.nevi.nl.
Mediapartners
2421_118 NEV adv_Masterclass BI_185x259.indd 1
20_BIM.indd 1
07-04-14 14:41
17-06-14 09:21
PRODUCTEN 21
Producttrends op www.imaintain.info
1
‘Alleenwerkers’ beter beveiligd
2
Industriële robot
3
Betrouwbare controle van vloeistoffen
SoloProtect helpt werknemers en werkgevers vanaf nu ook in Nederland op momenten waarbij elke seconde telt. Werknemers zonder directe collega’s of supervisie lopen grotere risico’s omdat niemand hen kan assisteren in geval van nood. Onderdeel van de SoloProtect-dienst is de Identicom. De medewerker kan er in bedreigende situaties op een discrete wijze alarm mee slaan. De Identicom geeft ook een signaal door wanneer een medewerker struikelt, valt of onderuit gaat. www.soloprotect.nl
Koning & Hartman biedt nu de mogelijkheid om kennis te maken met de RH-3FH industriële robot van Mitsubishi Electric door middel van een introductiepakket. Het onlangs gelanceerde pakket bevat naast de robot ook alle software en besturing die nodig is om de robot in werking te stellen. De RH-3FH robot van Mitsubishi Electric is een 4-assige industriële robot met een reikwijdte van 550/150 millimeter en een draagkracht van drie kilo. www.koningenhartman.com
In veel industriële processen en installaties is het noodzakelijk om vloeistofstromen te meten, controleren en bewaken met behulp van eenvoudige, betrouwbare debietmetingen. De Proline t-mass T 150 van Endress+Hauser werkt volgens het thermische meetprincipe en meet alle waterige vloeistoffen onafhankelijk van de elektrische geleidbaarheid. Door het compacte en ruimtebesparende ontwerp kan de t-mass T150 flowmeter in alle leidingen worden geïnstalleerd tussen DN 40 (1 ½ “) en DN 1000 (40”). www.nl.endress.com
4
Connect-systeem
Onderhoudsmonteurs nemen sneller betere beslissingen wanneer zij op locatie toegang hebben tot onderhoudsdossiers en wanneer zij metingen in realtime kunnen bespreken met teamleden en leidinggevenden. Met het Fluke Connect-systeem kunnen onderhoudsmonteurs wireless meetgegevens van hun meetinstrumenten naar hun smartphones sturen, voor een veilige opslag in de cloud en voor universele toegang door het team op locatie. www.flukeconnect.nl
5
BIM-bibliotheek voor warmtepompen
6
Extractor
7
Flexibele snijbestendige handschoen
8
Bevestigingslijmen
Voor alle warmtepompen die Techneco haar klanten aanbiedt, is sinds begin dit jaar een volwaardige BIM-bibliotheek beschikbaar. Via deze BIMbibliotheek kunnen alle ontwerpers en installateurs die een warmtepomp willen aanbieden de producten integreren in hun universele Bouw Informatie Modellen. Het doel van BIM is dat alle partijen in een bouwproces het totale ontwerp, met al zijn producten en componenten, in één bestand plaatsen en dat voor alle partners universeel beschikbaar maken. www.techneco.nl
Er is de laatste jaren veel te doen geweest op het gebied van lasrook en regelgeving. In 2010 concludeerde het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat bij een blootstelling van minder dan 1 mg/m3 er geen onaanvaardbare gezondheidsrisico’s optreden voor de lasser en zijn naaste collega’s. De verwachting is dan ook dat de huidige grenswaarde van 3,5 mg/ m3 zal worden verlaagd. Door de lasrook direct af te zuigen levert de Extractor een significante bijdrage aan gezonde en veilige arbeidsomstandigheden voor 75.000 lassers in Nederland. www.translas.com
Showa Best heeft de meest flexibele snijbestendige handschoen ooit ontwikkeld: de S-TEX 541. Uniek is dat deze handschoen is gemaakt van Haganistaal, dat gebruikt wordt in Samouraizwaarden en de beste keukenmessen. Deze roestvrijstalen kern biedt optimale bescherming tegen scherpe randen, schuren, snijden en scheuren. De lichtgewicht palmcoating garandeert maximale vingergevoeligheid, grip en flexibiliteit. www.prestopbv.nl
Henkel heeft onder het merk Loctite twee anaerobe lijmen voor cilindrisch bevestigen ontwikkeld die bestand zijn tegen temperaturen tot 180 graden Celsius en die heel betrouwbaar uitharden, ongeacht de aanwezigheid van oliecontaminanten en zelfs op passieve metalen oppervlakken. Deze recent ontwikkelde Henkel-lijmen garanderen adhesie, zelfs op licht verontreinigde onderdelen en bieden zo een oplossing voor een typisch probleem in vele productieprocessen. www.henkel.nl
Kijk voor meer productinnovaties op www.imaintain.info
21_G_producten.indd 21
06
iMaintain 14
17-06-14 09:44
22 EnErgiE-EfficiëntiE
gepland onderhoud wkk schudt BASf wakker Onverwacht, maar daarom niet minder welkom, blijkt BASf in Heerenveen veel energie te kunnen besparen. Om precies te zijn: 33 procent. Dat was de uitkomst van een onderzoek naar alle energiestromen op de site. Aanleiding voor het onderzoek was de investering die het bedrijf moest doen in de al wat oudere wkk-installatie. Liesbeth Schipper
06 14 iMaintain
22_23__L_artikel.indd 22
Toen BASF in Heerenveen twee jaar geleden voor groot onderhoud van zijn wkkinstallatie stond, was het tijd om eens goed na te denken over het energieverbruik op de site. De wkk (warmte-krachtkoppeling, het gelijktijdig opwekken van warmte en kracht) moest niet alleen worden gereviseerd, maar had ook een nieuw besturingssysteem nodig. Dat zou een flinke investering betekenen. Bovendien bleek uit een benchmark dat de energiekosten op de Heerenveen-site relatief hoog waren. Het bedrijf besloot daarom een externe partij aan de trekken om alle energiestromen goed in kaart te brengen. Water & Energy Solutions, een technische consultant die nauw samenwerkt met de Universiteit van Groningen, verdiepte zich ruim een half jaar in de processen. Het bedrijf werkte eerst volgens de blackbox-benadering: welke energie gaat er de fabrieken in
en welke energie komt eruit? Het bedrijf bracht alle energiestromen terug naar gigawatturen, onderzocht verschillende opties en kwam in augustus vorig jaar met een rapport. Conclusie daarin: de site kan 33 procent besparen op de energiekosten. ‘We hadden wel verwacht het energiegebruik te kunnen terugdringen, maar we hadden niet gedacht zo’n klapper te kunnen maken’, vertelt sitemanager Paul Evers. Het grote besparingspotentieel liet geen ruimte voor twijfel over het implementeren van de verbetervoorstellen in het rapport. ‘De totale kosten om de energiestromen opnieuw in te richten komen op 2,5 miljoen euro. In twee of drie jaar kunnen we dat weer terugverdienen.’
Minder rendabel BASF produceert op de site in Heerenveen grondstoffen voor de drukinkt- en coatings-
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
17-06-14 15:41
FOTO’S: BASF
EnErgiE-EfficiëntiE 23
toen BASf in Heerenveen twee jaar geleden voor groot onderhoud van zijn wkk-installatie stond, was het tijd om eens goed na te denken over het energieverbruik op de site.
industrie. Het gaat met name om harsen en dispersies voor watergedragen inkten, en additieven voor coatings. Deze stoffen worden gemaakt via polymerisatieprocessen. ‘Dit betekent dat er eerst veel energie in het proces moet worden gestopt om een reactie op gang te krijgen en dat er daarna juist weer moet worden gekoeld om het exotherme proces te beheersen’, vertelt Evers. Voor het koelen van de processen gebruikt BASF absorbtiekoelers die gevoed worden
Bovendien is elektriciteit uit het net goedkoper geworden en gas voor de wkkinstallatie juist duurder.’ Wat dat betreft werkt de huidige gasprijs in het nadeel van de wkk-installatie. ‘We hebben de wkk midden jaren negentig gebouwd. Toen later de subsidies voor wkk vervielen, was de installatie al minder rendabel. Bovendien is de wkk niet flexibel en daarom moeten we warmte vernietigen omdat we die over hebben.’ Kortom, de verhouding tussen het gebruik
‘Nieuwe modellen gaan veel zuiniger met energie om. Die installaties vervangen we dus geleidelijk tijdens shutdowns in drie, vier of vijf jaar.’ met heet water uit de wkk-installatie. De absorptie-chiller zet de warmte om in koud water. Op die manier gaat in de fabriek een groot deel van het totale energieverbruik naar de productie van koel water. ‘Uit het rapport bleek dat het veel minder energie kost als we elektrische chillers gaan gebruiken. Deze maken rechtstreeks koud water en zijn veel efficiënter in hun energieverbruik dan absorptiekoelers.
van warm water en elektriciteit is eigenlijk niet gunstig genoeg om de wkk langer aan te houden. Het leek erop dat de wkk zou moeten worden gesloten. BASF heeft nog wel overwogen biogas te gebruiken als brandstof voor de installatie. ‘Achter ons terrein is een gemeentelijke afvalverwerker waar biogas wordt gemaakt. Daarop zouden we de wkk kunnen laten draaien, maar
voor hen bleek het gunstiger te zijn om het gas te upgraden en het aan het net te leveren. De wkk-installatie wordt daarom nog dit jaar stilgelegd.’
Goedkeuring Uit het rapport kwam ook naar voren dat compressoren en elektromotoren die ouder dan tien jaar zijn, beter kunnen worden vervangen. ‘Nieuwe modellen gaan veel zuiniger met energie om. Die installaties vervangen we dus geleidelijk tijdens shutdowns in drie, vier of vijf jaar.’ Het moederbedrijf van BASF Heerenveen gaf zonder meer goedkeuring aan het project om de wkk te sluiten, de energiestromen anders in te richten en apparatuur te vervangen. ‘We hebben meteen de spullen besteld en gaan in oktober aan de slag.’ Er komen twee elektrische chillers die het koude water zullen leveren om de processen te koelen. Bovendien zijn er door het wegvallen van de wkk-installatie nieuwe noodstroomvoorzieningen nodig. De uitvoering van het project doet BASF in eigen regie en men verwacht nog voor het einde van dit jaar alles af te kunnen ronden. ■
06
iMaintain 14
22_23__L_artikel.indd 23
17-06-14 15:41
Het iMaintain Platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Het platform belicht op een journalistieke en onafhankelijke manier innovaties, behandelt actuele onderwerpen en inspireert. Via het vakblad iMaintain, met de website www.imaintain.info, met vier rondetafelmeetings per jaar, diverse bijeenkomsten en met een jaarcongres bereikt het iMaintain Platform haar doelgroep.
De volgende bedrijven zijn partner van het iMaintain Platform:
Scan de foto en bekijk het filmpje Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het iMaintain Platform, kijk dan op www.imaintain.info of neem contact op met Anouk Bouwmeester: Anouk@industrielinqs.nl – 020 3122 797
1) 2) 3) 4)
Installeer op uw smartphone of tablet de app ‘iLinqs’ Start de app op uw smartphone of tablet Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst Het bijbehorende filmpje verschijnt op smartphone of tablet
Het expertpanel van het iMaintain Platform bestaat uit de volgende specialisten: Henk Akkermans Hoogleraar dynamiek van toeleveringsnetwerken, Universiteit Tilburg Wetenschappelijk directeur DI-WCM Leo van Dongen Professor Maintenance Engineering, Universiteit Twente Directeur Fleet Services, NedTrain Mark Haarman Managing Director, Mainnovation
02_advertentie_IMAplatform.indd 1
Cor van de Linde Directeur innovatieplatform iTanks Maintenance Manager of the Year 2012
Roelf Venhuizen Voorzitter Profion, Bestuurlid Veiligheid Voorop, Voormalig CEO NAM
Ton Huibers Maintenance Manager, Vlisco Maintenance Manager of the Year 2013
Geert-Jan van Houtum Professor Reliability, Quality en Maintenance, TU Eindhoven
Johan Wolt Maintenance Manager, AkzoNobel lndustrial Chemicals MCA Delfzijl Maintenance Manager of the Year 2014
De partnerstructuur van het iMaintain Platform bestaat uit complementaire marktpartijen. De samenstelling waarborgt de objectiviteit van het platform en zorgt voor een verregaande integratie in de doelgroep.
17-06-14 09:43
UNDER CONSTRUCTION 25
Toeristen zien glazen platform onder zich ‘barsten’
In de Willis Tower in Chicago is het glazen platform dat zich op bijna vierhonderd meter hoogte bevindt, net niet gebroken. Een familie uit de staat Californië zag dat er zich barsten vertoonden in de bovenste laag van het glas. Gelukkig kwam iedereen er met de schrik van af. Alejandro Garibay was samen met zijn familie een van de laatste bezoekers van het uitkijkplatform van de Willis Tower in Chicago. Terwijl ze op het glazen platform een foto namen, zag (en hoorde) hij samen met zijn broer en twee neven het glas ‘breken’. Ironisch genoeg hadden de toeristen net daarvoor nog te horen gekregen dat het platform meer dan vijf ton kan dragen en zo goed als onbreekbaar is. Een woordvoerder verklaarde later dat het de bovenste beschermlaag was die barstte en dat de vier glazen platformen tijdelijk gesloten werden voor een routine-inspectie. De bezoekers waren op geen enkel moment in gevaar.
Huisje 2,5 meter breed kost 550.000 euro Het smalste huis van Londen staat te koop. Maar niet voor de kleinste prijs. Meer dan een half miljoen euro vragen de eigenaren van het huisje, dat niet breder is dan 2,5 meter. De woning in de wijk Denmark Hill is gebouwd op het terrein waar ooit het tuintje van het naastgelegen huis lag. Het totale woonoppervlak is 43 vierkante meter. Voor die 550.000 euro zou je wat meer ruimte verwachten, maar volgens de makelaar is het voor Londense begrippen een normaal bedrag. Nieuwe bewoners kunnen in de woonkamer net een eettafel kwijt, terwijl de bank onder de trap geperst zal moeten worden. Toch heeft de makelaar goede hoop het pandje snel te verkopen. ‘De ruimte is er wel, alleen niet in de standaard opzet. De locatie is ook erg goed’, zo zegt hij.
Frankrijk bestelt te brede treinen Het Franse spoorbedrijf SNCF heeft 2.000 treinen besteld die te breed blijken voor de perrons. Dat heeft de RFF, verantwoordelijk voor de exploitatie van het spoornet, toegegeven nadat Franse media over de vergissing hadden gepubliceerd. De nieuwe treinen passen niet tussen de perrons in treinstations die meer dan vijftig jaar oud zijn. En dat geldt voor het merendeel van de 1.200 stations in Frankrijk. In Frankrijk wordt al gesproken over ‘de flop van de eeuw’, aldus correspondent Frank Renout in Radio 1 De Ochtend. De RFF heeft aan de SNCF de maten doorgegeven van de treinperrons die meer recent zijn gebouwd. De SNCF heeft de bestelling geplaatst. De problemen zijn het grootst bij Lyon en in de Pyreneeën. Tot dusver zijn honderd perrons aangepast, een operatie die al tachtig miljoen euro heeft gekost. De nieuwe treinen worden geleidelijk ingezet op het Franse spoornet. Op andere trajecten blijven voorlopig nog oude treinen rijden. Zijn u curieuze berichten opgevallen in het nieuws voor onze under construction-rubriek? Stuur deze dan naar redactie@industrielinqs.nl 06
iMaintain 14
25_F_under_construction.indd 25
17-06-14 10:02
26 WHAT’S NEXT
De menselijke factor moet veel nadrukkelijker worden meegenomen om veilige constructies te kunnen maken. Dat stelt Karel Terwel, die op dit onderwerp promoveerde aan de TU Delft.
Menselijke fouten sterk bepalend bij constructieve veiligheid in bouw Maastricht, 24 april 2003: vijf balkons van het appartementengebouw Patio Sevilla in Maastricht storten in, waarbij twee mensen omkomen. Inwoners zijn geschokt bij het idee dat hun woning onveilig kon zijn. Er is onbegrip in de algemene opinie: ‘Hoe is het mogelijk dat dit kan gebeuren in een land als het onze?’ In ontwikkelde landen zoals Nederland, is er immers een overvloed aan kennis aanwezig over hoe een bouwwerk moet worden berekend, getekend en gebouwd. Na de gebeurtenissen in Maastricht werden diverse initiatieven gestart en maatregelen ingevoerd om de constructieve veiligheid te verbeteren. ‘De huidige maatregelen op het gebied van bouwmanagement zijn in de normen echter weinig concreet gedefinieerd en organisatorische factoren krijgen vrijwel geen aandacht’, zegt wetenschapper Karel Terwel. Zijn promotie-onderzoek naar constructieve veiligheid toont onder meer aan dat negentig procent van de schadegevallen wordt veroorzaakt door menselijke fouten in ontwerp, uitvoering en gebruik. ‘Toch wordt de factor ‘menselijke fouten’ nu niet meegenomen in de constructie-berekeningen’, zegt Terwel.
ANTi-AuToriTAir Terwel richtte zich daarom in zijn onderzoek op het identificeren van menselijke en organisatorische fouten en de achterliggende factoren daarin. Hij constateerde op landelijk niveau een groot aantal zaken die de constructieve veiligheid in de bouw negatief beïnvloeden: de focus op laagste prijs en krappe tijdsplanning, fragmentatie van de bouw, een reactieve cultuur, anti-autoritair gedrag, twijfelachtig niveau van hoger technisch onderwijs, beperkt gebruik van aanwezige kennis en een laag niveau van aansprakelijkheid van adviseurs. Op project- en individueel niveau voerde Terwel bovendien een uitgebreide enquête uit met deelname van 226 respondenten uit de bouwwereld. De kritieke veiligheidsfactoren bleken volgens de deelnemers allemaal op projectniveau te liggen, in de interactie
Negentig procent van de schadegevallen in bouwconstructies wordt veroorzaakt door menselijke fouten in ontwerp, uitvoering en gebruik.
tussen verschillende partijen: communicatie en samenwerking, risicomanagement, controle, allocatie van verantwoordelijkheden, veiligheidscultuur en kennisinfrastructuur.
NiET opgEvolgd Terwel adviseert een aantal maatregelen te treffen. ‘Deze zijn al wel vaker genoemd, alleen werden ze tot nu toe niet breed opgevolgd. Voor constructief risicomanagement dienen bijvoorbeeld duidelijker richtlijnen beschikbaar te komen. Daarnaast zal een verhoging van de aansprakelijkheid van adviseurs mogelijk leiden tot verbetering. Communicatie en samenwerking kunnen onder meer worden verbeterd door adequate toepassing van BIM (Bouwwerk Informatie Model, red.) en Best Practices van kennismanagement moeten worden gedeeld om de kennisinfrastructuur binnen projecten te verbeteren.’
06 14 iMaintain
26_27_28_29_P_whatsNEXT.indd 26
17-06-14 10:01
WHAT’S NEXT 27
gEvoEligSTE THErMoMETEr TEr WErEld iS gEMAAkT vAN licHT Een onderzoeksteam heeft de bij kamertemperatuur gevoeligste thermometer ter wereld gemaakt. Hij is driemaal zo nauwkeurig als alle voorgangers en is gemaakt van licht. De researchers claimen dat hun nieuwe thermometer temperaturen kan meten tot op de 30 miljardste graad nauwkeurig. Hoewel het mogelijk is om nog nauwkeuriger te meten bij extreem lage temperaturen, bij het absolute nulpunt, is dit voor het eerst dat zo’n nauwkeurigheid is behaald bij kamertemperatuur. De thermometer injecteert rood en groen licht in een fijn gepolijste kristallijne schijf. Dat licht plant zich daarin voort met enigszins verschillende snelheden, afhankelijk van de temperatuur. Als het warmer is, vertraagt het rode licht een klein beetje ten opzichte van het groene. Door het licht geforceerd duizend keer langs de rand van de schijf rond te laten gaan, kunnen de verschillen worden gemeten en daaruit is de temperatuur met extreme nauwkeurigheid af te leiden. Professor André Luiten, een van de onderzoekers, legt uit wat de ontdekking betekent: ‘Het is ons gelukt om temperatuurverschillen
Een onderzoeksteam heeft de bij kamertemperatuur gevoeligste thermometer ter wereld gemaakt. Hij is driemaal zo nauwkeurig als alle voorgangers en is gemaakt van licht.
tot op een 30 miljardste graad nauwkeurig binnen een seconde te meten. Om te benadrukken hoe nauwkeurig dat is: als we de temperatuur van een voorwerp onderzoeken zien we dat die altijd fluctueert. We weten allemaal dat als we dichtbij genoeg kijken, we zien dat de atomen in een materiaal altijd in beweging zijn. Nu nemen we die fluctuaties waar met onze thermometer en dat toont aan dat de microscopische wereld altijd in beweging is.’ Het nieuwe instrument beperkt zich niet tot het meten van temperatuur: in theorie zou het ook kunnen worden gebruikt voor druk, vochtigheid, kracht of zelfs de aanwezigheid van bepaalde chemicaliën. Daar gaan de onderzoekers zich nu de komende tijd mee bezighouden.
NiEuW EuropEES iNiTiATiEf voor roboToNdErzoEk Er komt 2,8 miljard euro vrij voor de ontwikkeling en productie van robots om zo 240.000 banen in Europa te creëren. De Europese Commissie en 180 bedrijven en onderzoeksinstellingen zijn een samenwerking gestart, Sparc genaamd, voor het stimuleren van robotonderzoek in Europa. Uit de Europese begroting is 700 miljoen euro beschikbaar en euRobotics investeert 2,1 miljard euro in het initiatief. Het gaat daarbij niet alleen om de ontwikkeling van robots, maar ook drones en zelfsturende auto’s. Doel is om het wereldwijde marktaandeel van Europese robotbedrijven te verhogen van 35 naar 42 procent in 2020. Deze markt bedraagt in dat jaar naar schatting zo’n 60 biljoen euro. Deze robots zijn in te zetten in tal van sectoren, zoals productie, landbouw, gezondheid, transport, veiligheid en het huishouden.
TEAM SMArT iNduSTry SAMENgESTEld Tijdens de Hannover Messe presenteerden TNO, de Kamer van Koophandel, VNO-NCW, het ministerie van EZ en FME het rapport ‘Smart Industry, Dutch Industry fit for the future’. In dit rapport wordt gesteld dat Smart Industry veel kansen biedt voor Nederland – door de unieke combinatie van hightech
Het Team Smart Industry is bekend en komt dit jaar nog met een actie-agenda.
industrie, ICT, logistiek, dienstverlening en de creatieve sector. Afgesproken is dat industrie, kennisinstellingen en overheid gezamenlijk de handschoen oppakken, zodat die kansen ook kunnen worden verzilverd. Dat gaat gebeuren door het Team Smart Industry, onder leiding van FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming. Het team komt dit jaar nog met een concrete actie-agenda, waarin nadrukkelijk aandacht is voor nieuwe businessmodellen, R&D en scholing. Ook buigt het team zich over de randvoorwaarden die nodig zijn om de transitie naar een Smart Industry mogelijk te maken en te versnellen. Het was minister Henk Kamp van Economische Zaken die de FME-voorzitter heeft gevraagd om het team te gaan leiden. Dezentjé: ‘Met deze opdracht toont de minister hoeveel belang hij hecht aan deze ontwikkeling, aan het kansrijke Smart Industry. Dit is niet alleen belangrijk voor de hele Nederlandse industrie, maar ook goed voor de verdienkracht van ons land.’ In de huidige samenstelling van het team Smart Industry zijn zowel de diverse industriële sectoren als overheid en kennisinstellingen vertegenwoordigd.
06
iMaintain 14
26_27_28_29_P_whatsNEXT.indd 27
17-06-14 10:01
28 WHAT’S NEXT
‘bESpAriNg vAN vijf procENT op oNdErHoudSkoSTEN op zEE MogElijk’ De kosten voor het onderhoud van offshore windmolenparken kunnen fors omlaag, zegt het instituut ECN. Het geheim schuilt in een strategische inzet van menskracht, schepen en materialen. ‘Het gaat om grote bedragen’, legt Peter Eecen van ECN uit. ‘Ongeveer een kwart van de totale energiekosten van een offshore windmolenpark heeft betrekking op onderhoud. Daarom is het zo belangrijk dat je goede keuzes maakt in de planning van werkzaamheden.’ Tien jaar geleden was er vooral focus op de efficiënte bouw van windparken. ‘We zien nu dat er geen strategie was voor het onderhoud.’
bepalen. ‘Door dit model hoeven we niet alle turbines te instrumenteren en maken we een nauwkeurige schatting van de belastingen voor het hele windpark.’
Bewezen techniek Met een duidelijke analyse van gegevens helpt ECN beheerders om een strategieplan voor het onderhoud te maken. Hiermee kan tot vijf procent worden bespaard op de onderhoudskosten. De Fleet Leader wordt onder meer al toegepast in het testveld van ECN in de Wieringermeer. Het O&M-systeem is getest en geoptimaliseerd in samenwerking met RWE.
Inzicht in het rendement Beheerders van een windmolenpark hebben één doel: de molens moeten in bedrijf zijn. Turbines die storingen vertonen, leveren nu eenmaal minder op. Onderzoeker René van de Pieterman: ‘Daarom heb je als beheerder inzicht nodig in het park. Welke turbines hebben storing gehad, welke schepen zijn er naartoe geweest, wat was er nodig om de boel weer aan de praat te krijgen? Die informatie is er meestal wel, maar ongestructureerd en vaak niet digitaal. Data moet je kunnen kwantificeren.’ Met het ECN O&M-systeem worden data gecombineerd en gestructureerd. ‘Zo kun je zien wat er in het park is gebeurd en een betere schatting maken van de verwachte onderhoudskosten.’
Plan voor onderhoud ‘Interessant is natuurlijk de vraag hoe je de onderhoudsstrategie optimaliseert’, aldus René van de Pieterman. ‘Je kunt bijvoorbeeld meer schepen inzetten of de logistiek verbeteren. En als je weet welke turbines zwaar belast worden en welke minder, kun je het onderhoud hierop aanpassen.’ ECN gebruikt het Fleet Leadermodel om op efficiënte wijze de krachten op windturbines te
Met een strategische inzet van menskracht, schepen en materialen kunnen de kosten van offshore windparken omlaag, zegt ECN.
iNScHrijviNg vErkiEziNg iNfrA projEcTTEAM vAN HET jAAr gEopENd De verkiezing van het Infra Projectteam van het Jaar is een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO). Het gaat op zoek naar hét team achter de resultaten van een succesvol infraproject.
De inschrijving voor de Verkiezing van het Infra Projectteam van het Jaar is geopend. Het doel van de wedstrijd is het versterken van de synergie tussen Design, Build, Finance, Maintenance en Operate.
Doel van de wedstrijd is het versterken van de synergie tussen Design, Build, Finance, Maintenance en Operate. Daarbij onderstreept het de impact op het exploitatieresultaat, de veiligheid, de economische waarde, de internationale potentie en de maatschappelijke waarde. Het projectteam is bezig met onderhoud, renovatie, vervanging of bouwt iets nieuws in een infra-omgeving. Hieronder verstaan we bijvoorbeeld een brug, een tunnel of een weg, maar ook vaarwegen, groenvoorzieningen, (riolerings)leidingen en energienetten. Daaraan heeft het projectteam bijgedragen in de vorm van een innovatie, slim ontwerp of een (innovatief) onderhoudsconcept waarmee de ‘maintain’-component verbeterd is. Infrateams kunnen zichzelf voordragen, maar men kan ook voorgedragen worden door een ander, bijvoorbeeld door de leidinggevende, de organisatie of collega’s. Na de voordracht wordt contact opgenomen met de betreffende organisatie om na te gaan of het bedrijf of de instelling een dergelijke deelname ondersteunt. Wilt u meedoen? Kijk op www.nvdo.nl
06 14 iMaintain
26_27_28_29_P_whatsNEXT.indd 28
17-06-14 10:01
WHAT’S NEXT 29
fME: vErkENNiNg coMpENSATiE bèTASTudENTEN iN SociAAl lEENSTElSEl goEdE zAAk Het kabinet heeft met oppositiefracties D66 en GroenLinks een akkoord gesloten over de invoering van het sociaal leenstelsel. Met dit plan zet het kabinet de huidige studiebeurs om in een lening. Conform de afspraken in het Techniekpact is afgesproken dat er een verkenning komt naar aanvullende maatregelen voor meerjarige Masters bètatechniek. FME is tevreden dat deze afspraak in het akkoord is overgenomen. De ondernemersvereniging voor de technologische industrie heeft dit punt de afgelopen jaren veelvuldig onder de aandacht van de politiek gebracht. FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming: ‘De technologische industrie staat aan de basis van de verdienkracht in Nederland. Eén van de grootste knelpunten voor de technologische industrie is het tekort aan hoogopgeleide technici. Juist nu jongeren in toenemende mate kiezen voor bètatechnische studies is het zaak deze studies aantrekkelijk te houden. Dat geldt zeker voor de doorstroom naar meerjarige Masteropleidingen. Het is goed dat de coalitiepartijen D66 en GroenLinks het belang van dit issue onderschrijven en de minister de opdracht hebben geven onderzoek te doen naar passende maatregelen. Het is wel van groot belang dat deze verkenning met spoed wordt uitgevoerd. Zeker nu de conjunctuur aantrekt en de industriële bedrijvigheid toeneemt zijn hoogopgeleide technici keihard nodig.’ FME onderschrijft de insteek van het sociaal leenstelsel om jongeren te stimuleren te kiezen voor een studie met een goed perspectief op werk. Maar het is daarbij verstandig dat het kabinet oog heeft voor de Masterfase van bètatechnische studies. Onderzoek van ASML onder achthonderd Bachelorstudenten in technisch relevante studierichtingen wees uit dat een derde van
hen, bij invoering van het sociaal leenstelsel zonder compensatie, zou overwegen na het behalen van het Bachelordiploma te stoppen. Dus zonder compensatie laten we talent lopen waarin al veel is geïnvesteerd.
Er komt een verkenning naar aanvullende maatregelen voor meerjarige Masters bètatechniek, nu er een sociaal leenstelsel voor studenten ingevoerd wordt.
dAgproducTiE NEdErlANdSE iNduSTriE STijgT MET 2,1 procENT De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in april 2,1 procent hoger dan in april 2013. Dit heeft het CBS bekendgemaakt. Vanaf oktober 2013 lag de productie onafgebroken hoger. Van de vier grootste branches in de industrie pro-
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in april 2,1 procent hoger dan in april 2013.
duceerde alleen de voedings- en genotmiddelenindustrie minder dan een jaar eerder (1,4 procent). De productiestijging in de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofverwerkende industrie, de elektrotechnische en machineindustrie en de basismetaal- en metaalproductenindustrie bedroeg respectievelijk 5,8, 2,1 en 3,1 procent. Samen maken deze vier branches bijna driekwart van de industrie uit. Dat de gemiddelde dagproductie in april 2,1 procent hoger was dan in april 2013, is in lijn met het gestaag toegenomen vertrouwen van de producenten in de industrie sinds eind 2012, waarover het CBS onlangs publiceerde. Het toegenomen vertrouwen is terug te zien in de bezettingsgraad van de industrie, die al een jaar toeneemt. Verder namen in de eerste maanden van dit jaar ook de investeringen in productiecapaciteit toe (machines, installaties, computers). Voor het bepalen van de kortetermijnontwikkeling van de productie kan het beste gekeken worden naar voor seizoen- en werkdageffecten gecorrigeerde cijfers. Deze fluctueren echter sterk. In december 2013 bereikte de productie van de industrie het hoogste niveau in zes jaar. Daarna wisselen productiedalingen en -stijgingen elkaar af. In april steeg de productie van de industrie met 2,3 procent ten opzichte van maart. De kortetermijntrend in de productie is positief.
06
iMaintain 14
26_27_28_29_P_whatsNEXT.indd 29
17-06-14 10:01
Kris Geboers, Service Engineer bij Hydrauvision Gent, is pas echt in zijn element als hij bij de klant op locatie is. Met het busje naar Letland, met het vliegtuig naar Isle of Man. Kris: „Enfin, eigenlijk is mijn werkgebied heel West-Europa. In Gent kom ik bijna nooit.”
Leer ons kennen tijdens de
Open Dag op
6 september
Hydraulic solutions „Hydrauvision doet niet aan symptoombestrijding. Als de temperatuur van een systeem opeens omhoog gaat, is het geen oplossing om een grotere koeling te installeren. Wij willen weten waaróm de temperatuur omhoog gaat”, legt Kris uit. „Het grote voordeel is dat wij ter plekke een diagnose kunnen stellen. We halen er geen motor uit, om er in de werkplaats achter te komen dat het daar niet aan ligt. Hydrauvision stelt de diagnose zonder te demonteren.” Kris sluit af: „Daardoor is een probleem sneller én effectiever opgelost.”
Eén naam zegt voldoende:
Hydrauvision.com
30_hydra_eco.indd 1
17-06-14 09:22
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
Succesvolle doorstart voor anode-fabriek | Landelijke Dag van het Onderhoud komt eraan | Langetermijnonderhoud bij woningcorporaties
31_MA_NVDO_cover.indd 31
17-06-14 09:46
Prestatiemanagement
statiemanagement, meten, wete killsKIJK, dashboard, samenwerkin op Prestatiemanagement best value, doen, targets, capaciteit, tentie, prestatiemanagement en, weten, skills, dashboard samenwerking, best value, doen, targets, capaciteit, potentie, statiemanagement, meten, wete Congres van NVDO Sectie SUTO en iMaintain
Woensdag 1 oktober • De Glazen Ruimte • Maarssen
/Schrijf
nu in
/
Programma
Goed Prestatiemanagement heeft positieve effecten op de totale keten van asset manager tot toeleverancier. Maar wat is de invloed van prestatiemanagement op innovatie? Hoe zijn de zachte factoren van prestatiemanagement het beste geborgd en wat kun je het beste meten voor een optimale prestatie?
Prestatiemanagement vertaalt de visie, missie en strategie van een project, team of organisatie naar succesfactoren en acties. Sturen op die succesfactoren en constant monitoren van de effecten ervan, zorgt voor optimaal beheer van activiteiten en, nog belangrijker, van de prestaties van organisaties.
Op 1 oktober 2014 staat in de Glazen Ruimte in Maarssen de KIJK op Prestatiemanagement centraal. Een afwisselend en inhoudelijk programma belicht verschillende aspecten van goed prestatiemanagement: Van wetenschappelijke onderbouwing tot ervaring uit de praktijk; van klantervaring tot contractduur. Uit de NVDO Suto Benchmark blijkt dat veel potentieel nog onbenut wordt. Wat is er nodig om deze verborgen schatten te vinden? Is dat innovatie? Gaat dat om de juiste KPI’s of komt het gewoon neer op mensenwerk? Op 1 oktober delen experts op alle gebieden hun visie met het aanwezige publiek.
Initiatiefnemers:
INFORMATIE: Marjolein Veeninga
Tel.: +31 (0)20–31 22 791
Mail: marjolein@industrielinqs.nl
01_A4.indd 2
Partners iMaintain Platform:
10:00 Ontvangst en registratie 10:30 Opening door de dagvoorzitters 10:40 Kijk naar de benchmark Binnen de NVDO Suto Benchmark wordt wetenschappelijk gekeken naar diverse topics. Hoe staat de Nederlandse industrie ervoor, wat zijn de kengetallen en trends en welk visie is daar bij nodig? Met medewerking van: Prof. Arjan van Weele (TU/e), Prof. Leo van Dongen (TU Twente), Prof. Frank Verbeeten (UvA) 12.00 Pauze 12.45 KIJK op de prestatiegedreven organisatie! Als visie, missie en strategie zijn vertaald naar alle processen, hoe vind je dat terug in de organisatie? Met medewerking van: Wilbert Wijns (NedTrain), Bram Alkema (Enexis), Arjan Oostdijck (Suikerunie) 13.45 Stelling in de Kijker; Prestatiemeting verhindert innovaties! Het meten van prestaties en de druk op presteren kunnen averechts werken op vernieuwing. Wat is de praktijk? Met medewerking van: Han Roebers (Rijkswaterstaat), Jan Braber (SIR), Patrick Essers (Dutch Institute World Class Maintenance) 14.45 Pauze 15.05 WORKSHOP Interactieve sessies waarbij bezoekers zelf ook een prestatie gaan leveren. 16.00 KIJK op de zachte factoren van Prestatiemanagement Presteren is mensenwerk. Hoe werk je samen met je team naar topprestaties? Met medewerking van: Dick Koopman (directeur Yacht), Hans Hermans (Interim manager voor professionalisering van bedrijven), Erik de Bruine (directeur Nevi) 17:00 KIJK op technologie Een inspirerende lezing door de hoofdredacteur van het magazine KIJK. Vivianne Bendermacher, KIJK 17:45 Afsluiting 18.00 Netwerkborrel 18.30 Netwerkdiner Leden iMaintain Platform:
www.imaintain.info/prestatie 18-06-14 12:03
Van de voorzitter Wicked problems Best Value Procurement (BVP) is een methode die haar sporen inmiddels heeft verdiend. Het is populair omdat het een nieuwe kijk geeft op de rollen van opdrachtgever en opdrachtnemer binnen het inkoopproces. In veruit de meeste projecten waar het is toegepast, zijn successen gerapporteerd. Het betreft echter vooral kleine tot middelgrote bouwprojecten en facilitaire zaken in één-op-één inkooprelaties, situaties die worden gekenmerkt door oplosbaarheid. Tegenstrijdige normenkaders zijn afwezig en de juiste inhoudelijke kennis vind je vooral bij leveranciers. Juist in die situaties is BVP een methode die werkt. Leent BVP zich voor Asset Management? En zijn de beslissers in de onderhoudsindustrie er überhaupt klaar voor? Het valt niet mee om functioneel te beschrijven wat een asset moet kunnen, onder welke condities en vooral tegen welk budget. Hierbij moet de opdrachtgever er volgens BVP van uit kunnen gaan dat de toekomstige leverancier alles snapt en alles weet van jouw assets. Maar wat moet je vragen? Bij mijn weten is BVP nog weinig toegepast in complexe situaties met zogenoemde wicked problems: problemen waarover we weinig weten qua oorzaken en gevolgen, qua interventie en effect en waarover we het niet makkelijk eens worden. In complexe situaties met dergelijke problemen bestaan verschillende conflicterende normenkaders en is inhoudelijke kennis niet alleen verspreid, maar ook relatief. Wat voor de één werkt, hoeft voor de ander niet te werken. Ik denk dat er een parallel
is met EMVI, maar dat EMVI een kleine voorsprong heeft doordat er wettelijke kaders zijn vastgeld en dat is bij BVP nog niet het geval. Dat maakt het meteen ook lastig om successen toonbaar te krijgen. Mijn verwachting is dat BVP in zijn huidige vorm in complexe situaties bij wicked problems niet tot dezelfde successen leidt als in situaties waarin inhoudelijke kennis voldoende is om problemen op te lossen. De traditionele inkoopmethodieken waartegen BVP ageert, hebben zelf al laten zien suboptimaal te presteren in complexe situaties en bij lastige inkoopproblemen. Maar BVP gaat jammer genoeg nog niet zover dat het de traditionele leerstukken overboord gooit die aan vrijwel alle inkoopliteratuur en -onderzoeken ten grondslag liggen. Net als in de oude literatuur gaat BVP uit van de oplosbaarheid van problemen door inhoudelijke kennis alleen. Daarmee is BVP minder revolutionair dan het zich voordoet. Zou het niettemin geweldig zijn erachter te komen hoe elementen van BVP vereenzelvigd zouden kunnen worden met de complexiteitstheorie? Om vervolgens de methodiek door te ontwikkelen, zodat deze ook werkelijk bruikbaar is in complexe situaties bij wicked problems. Daarom kijk ik uit naar de NVDO Studiedag in september waar we deze en andere vragen centraal stellen.
Zou het niettemin geweldig zijn erachter te komen hoe elementen van BVP vereenzelvigd zouden kunnen worden met de complexiteitstheorie?
Bas P. Kimpel Voorzitter
MaintNL 06 – 2014 33
33_MB_NVDO_Voorzitter.indd 33
17-06-14 09:46
Maintenance manager
Tata Steel standaardiseert asset management In de stad die Tata Steel in IJmuiden is, staan sommige assets er al sinds de jaren zestig. Door ze constant te modificeren en te optimaliseren presteren ze nog steeds als de beste van heel Europa. Hans Sintemaartensdijk is asset manager in IJmuiden en verantwoordelijk voor het standaardiseren van het asset management in de technisch beheerorganisaties van veertig hoofdproductie-installaties. Standaardisering zorgt er niet alleen voor dat fabrieken onderling kunnen worden vergeleken, maar ook dat best practices kunnen worden uitgewisseld. David van Baarle De productie en handel van staal is een wereldmarkt, waarbij de staalproducent nauwelijks invloed heeft op de prijs van de grondstoffen en het eindproduct. De winst zit voor een deel dan ook in het zo efficiënt mogelijk inrichten van de productielijnen en het optimaliseren van de productiemiddelen. Dat de assets het zwaar te verduren hebben in een productieomgeving waar staal uit ijzererts wordt gemaakt, dat vervolgens wordt gewalst en bewerkt, mag duidelijk zijn. De hoge temperaturen in
combinatie met stof, vuil en zware halffabricaten zorgen voor een corrosieve en abrasieve omgeving. Men doet er dan ook alles aan om de overall equipment effectiveness (OEE) te verbeteren.
Centralisatie Hans Sintemaartensdijk heeft ook in de Europese organisatie van het wereldwijd opererende bedrijf een rol in het afstemmen en standaardiseren van het onderhoud en asset management. ‘In de historie
van de hoogovens in IJmuiden hebben we vele fases doorlopen’, zegt Sintemaartensdijk. ‘We hebben een grote centrale organisatie. De voordelen daarvan zijn legio, maar een van de belangrijkste is misschien nog wel dat je kunt standaardiseren. Het risico van zelfstandig opererende organisatieonderdelen is dat ze allemaal hun eigen systemen gaan inrichten. Daarmee mis je de kans om onderlinge scores bij te houden en best practices uit te wisselen. Inmiddels zijn we begonnen met het uitrollen van het zogenaamde company asset management framework (CAMF, red.) waarin de maintenance-filosofie en methodieken, maar ook alle daarbij horende key performance indicators zijn gestandaardiseerd en centraal worden uitgerold.
De kapitaalgoederen zijn door de jaren heen zo vaak gemodificeerd en gemoderniseerd dat
34 MaintNL 06 – 2014
34_35_36_37_ME_NVDO-artikel.indd 34
18-06-14 14:43
FOTO’S: TATA STEEl
IJmuiden nog steeds een van de best presterende locaties is van Tata Steel. Uiteraard gebruiken we alle bekende methodieken om de prestaties van de assets te verhogen en dus kijken we naar cost drivers en performance killers en proberen we de oorzaak van repeterende fouten te achterhalen. Maar om echt sprongen vooruit te maken, zullen we meer moeten samenwerken en over elkaars muurtjes moeten kijken. Daarvoor is standaardisatie essentieel omdat je alleen maar van elkaar kunt leren als je over hetzelfde praat. We hebben dus heel secuur de werkwijzen vastgelegd: de manier waarop de operationele werkstroom wordt ingericht, maar ook de manier waarop wordt omgegaan met storingen en hoe het geplande onderhoud wordt ingericht. Zelfs
het inspectiemanagement is onderdeel van het systeem. Dus hoe vaak voer je een inspectie uit, waar kijk je naar, hoe ga je met de resultaten om en hoe vertaal je een resultaat in een activiteit? En, last but not least, ook de shutdowns verlopen grotendeels al volgens vaste gestandaardiseerde procedures. Alles ligt vast om uiteindelijk appels met appels te kunnen vergelijken. En het werpt nu al zijn vruchten af. Je ziet nu al dat fabrieken best practices delen en leren van elkaars fouten. De beschikbaarheid neemt toe en regelmatig worden productierecords verbroken. Uiteindelijk kun je dan ook buiten de eigen grenzen benchmarks houden en de prestaties op wereldschaal vergelijken.’
Moedermatrix Een van de onderdelen van CAMF is de implementatie van risicogestuurd onderhoud. Momenteel zijn de projectleiders van
de verschillende fabrieken bezig om samen met adviesbureau Maxgrip het onderhoudsbeheersysteem Optimizer+ in te richten. Sintemaartensdijk: ‘Door de kans op storingen en de gevolgen daarvan voor de bedrijfsvoering in een risicomatrix te zetten, kunnen we gewogen beslissingen nemen om onderhoud naar voren te halen, systemen redundant in te richten of juist te wachten. Dat zijn heel leerzame processen waar je soms tot verrassende resultaten komt. Zo werd in veel gevallen veel te licht gedacht over secundaire installaties. Het storingsgedrag van de tandwielkast van een groot lager was bijvoorbeeld minder interessant dan het gedrag van het lager zelf. Totdat blijkt wat de gevolgen kunnen zijn van een breakdown en het effect verder doorijlt dan je in eerste instantie vermoedde. Door gewogen risico’s te nemen, kun je heel snel kosten besparen, bijvoorbeeld
MaintNL 06 – 2014
34_35_36_37_ME_NVDO-artikel.indd 35
35
17-06-14 16:41
Maintenance manager
doordat je minder spares op de plank hoeft te bewaren of minder preventief onderhoud hoeft uit te voeren. De meest kritische systemen worden uiteraard zeer goed gemonitord en zo nodig preventief onderhouden of vervangen, maar de kunst is te weten wat de gevolgen voor mens, milieu en bedrijfsvoering zijn van een storing en dat af te zetten tegen de onderhoudskosten. We hebben recentelijk één moedermatrix gemaakt die onder andere wordt gebruikt bij het maken van onderhoudsconcepten. De fabrieken hebben we een A-, B-, of C-status gegeven met bijbehorende matrix. De A heeft de hoogste status en die fabrie-
ken mogen eigenlijk nooit een storing hebben en zo dalen we af naar een niveau waarbij stilstand in sommige situaties wordt geaccepteerd.’
Brons, zilver en goud Nu is risicogebaseerd onderhoud maar een onderdeel van het CAMF-model. ‘We kijken heel breed naar asset management en hebben een duidelijke stip op de horizon gezet waar het gaat om de prestaties van de assets over vijf jaar’, aldus Sintemaartensdijk. ‘We hebben de stappen naar wereldklasseonderhoud vertaald naar brons, zilver en goud. Ik denk dat de meeste productie-eenheden
op dit moment op of nabij brons-status presteren. Dat wil zeggen dat het onderhoud grotendeels gepland plaatsvindt en volgens het gestandaardiseerde werkstroomproces wordt uitgevoerd. De volgende stap is om naar meer preventief of zelfs predictief onderhoud te gaan en dus alleen dat onderhoud uit te voeren dat daadwerkelijk nodig is op het moment dat het nodig is. Zover zijn we nog niet, maar we hebben wel de tools om die status te bereiken. De introductie van Optimizer+ is wat dat betreft best een sprong vooruit. We hadden alle programma’s rondom process safety en product integrity al goed ingericht. Je hebt tenslotte te maken met wet- en regelgeving rondom veiligheid, milieueisen en -vergunningen. Maar met Optimizer+ hebben we al die regimes in één systeem en kun je dus zeer snel zien of je compliant bent.’
‘Van een grote centrale organisatie zijn we langzaamaan uitgegroeid tot zelfstandige businessunits en nu sturen we weer aan op centralisatie.’ Spanningsveld Zo’n omwenteling in de bedrijfsvoering is op papier nog redelijk eenvoudig in te richten, maar om het personeel daarop voor te
36 MaintNL 06 – 2014
34_35_36_37_ME_NVDO-artikel.indd 36
17-06-14 16:41
bereiden en de contractors mee te krijgen, is al een stuk complexer. ‘We hebben individuele werknemers met name op het operationele vlak behoorlijk voorbereid door ze opleidingen aan te bieden om hun kennis voor de nieuwe manier van werken op te schalen. Vóór de matrix-organisatie bestond Tata Steel uit een groot aantal losse eenheden. Nu moeten ze gaan samenwerken en bovendien vergen de nieuwe onderhoudsmethoden andere manieren van aansturen. We richten de organisatie in via de asset management-modellen en dat betekent dat je niveaus in je organisatie nodig hebt om de verschillende rollen - asset manager, asset owner en service provider - te kunnen invullen. Om de nieuwe manier van werken vlot te introduceren, hebben we eerst een aantal kennisdragers benoemd die in de verschillende productielocaties als ambassadeur optraden. Je ziet dat die manier van aanpakken wel werkt. Zeker op het niveau van werkeenheden kun je snel veranderen. Zo zijn we ook voorzichtig bezig met de invoering van Total Productive Maintenance waarbij operations nauw samenwerkt met maintenance. Die werelden moeten dichter bij elkaar komen, want daarin zit wel de oplossing om de productiviteit en de betrouwbaarheid van de assets te vergroten.’ Ook de rol van de contractors zal in het nieuwe model anders worden: ‘De kernprocessen moeten we zoveel mogelijk in eigen beheer houden omdat die de concurrentiepositie bepalen, maar met name in de randgebieden zullen we een groter beroep doen op de contractors. We hebben ongeveer alle grote partijen wel op het terrein rondlopen en met de meeste delen we een hele lange geschiedenis. In sommige gevallen is het zelfs mogelijk om werk volledig uit te besteden. Dat doen we al voor het onderhoud aan transportrollen, die door IJssel Technologie worden onderhouden en gereviseerd. Op dat vlak is wel meer mogelijk. Als je de fabrieken als één complex beschouwt, is er best veel herhaling. Zo zijn er veel transportbanden bij verschillende productie-eenheden en dat onderhoud zou je ook aan één daarin gespecialiseerde partij kunnen uitbesteden.’
Juiste keuzes Het verzamelen en analyseren van data zal een grote rol spelen in de nieuwe koers die Tata Steel is gaan varen. ‘Met het traject dat we zijn ingegaan, kom je er gaandeweg achter dat je veel data hebt, maar niet altijd de
juiste informatie. Operators kiezen uiteindelijk zelf welke signalen ze belangrijk vinden en wanneer ze echt moeten ingrijpen, maar na analyse blijkt dat ze niet altijd de juiste keuzes hebben gemaakt. Bovendien wordt op de verschillende units met verschillende systemen gewerkt die niet altijd voor iedereen toegankelijk zijn. Ook daar zien we dat we systemen aan elkaar moeten gaan knopen. We kunnen veel meer met de beschikbare data doen dan we op dit moment doen, maar dan moeten de systemen wel dezelfde taal spreken.
‘De A heeft de hoogste status en die fabrieken mogen eigenlijk nooit falen en zo dalen we af naar een niveau waarbij stilstand in sommige situaties wordt geaccepteerd.’ Daar komt bij dat sensoren steeds goedkoper en nauwkeuriger worden, dus kunnen we meer monitoren en condition based maintenance uitvoeren. Bovendien krijgen de monteurs tegenwoordig een tablet mee waar ze hun werkinstructies kunnen opvragen, maar waar ze ook meetwaarden mee kunnen invoeren en rapporten kunnen opmaken. Ook die informatie is van onschatbare waarde. We koppelen die data direct aan het
SAP-systeem zodat ook daar weer trends in kunnen worden ontdekt of relaties worden gelegd met storingsmechanismen. De kunst is daarbij om observaties en inspecties zo objectief mogelijk te rapporteren. We hebben een proefproject gehad voor de inspectie van trapleuningen en bordessen. Het is best lastig om de staat ervan op een objectieve manier te beoordelen, laat staan om aan die beoordeling een activiteit te hangen. Maar dit zijn wel assets waar veel repetitie in zit en waar dus efficiencywinst is te halen. Met mobiele oplossingen kun je een hoop bereiken om uniformiteit te krijgen in de beoordeling, maar dan moet je ze wel goed inrichten.’
Andere rol Door de toenemende informatisering krijgt de operator volgens Sintemaartensdijk een andere rol: ‘Idealiter beschikken de operators straks over een centraal dashboard waar ze de conditie van de assets in een oogopslag kunnen zien. Ze moeten vervolgens wel in staat zijn om zo’n dashboard juist te interpreteren en er de juiste acties aan te verbinden. Een operator zal dus moeten worden getraind in asset management. Ik zie het een beetje als een boordwerktuigbouwkundige die verantwoordelijk is voor het technisch functioneren van een schip. Ze houden de techniek in de gaten en grijpen in op het moment dat het nodig is. De operator zal ook het beoordelende vermogen moeten hebben om de technische dienst aan te sturen, ongeacht of dat intern of extern is. n MaintNL 06 – 2014
34_35_36_37_ME_NVDO-artikel.indd 37
37
17-06-14 16:41
Dag van het Onderhoud
Dag van het Onderhoud gaat voor ervaring De derde editie van de Landelijke dag van het Onderhoud op 19 september 2014 staat in het teken van zien, leren en doen. Als onderhoud goed wordt uitgevoerd, is het nagenoeg onzichtbaar. Daar komt op 19 september verandering in. Op vier plaatsen in Nederland wordt regionaal de Landelijke Dag van het Onderhoud geopend, er is een minicongres en er worden bustours georganiseerd. Mark Oosterveer De aandacht voor techniek en technische opleidingen neemt de laatste jaren toe. Wellicht omdat techniek en vakmanschap weer in aanzien groeien, wellicht omdat het inmiddels echt duidelijk wordt dat de komende jaren een gat ontstaat tussen de instroom van nieuwe technici en de vraag vanuit de markt. En ondanks dat het aantal nieuwe techniekleerlingen groeit, blijft de noodzaak om techniek en onderhoud in het bijzonder zichtbaar te houden. Om jongeren warm te maken voor techniek wordt dit jaar voor de derde keer de Landelijke Dag van het Onderhoud georganiseerd.
Onzichtbaar De gedachte is eenvoudig. Laat met trots zien waar je aan werkt. Dan inspireer je mensen om je heen. Nu zijn sommige vakken en industrieën daar automatisch goed in, de gaming-industrie mag zich bijvoorbeeld verheugen op veel aandacht en instroom. Andere vaardigheden sneeuwen nog wel eens onder in anonimiteit. Onderhoud heeft daar ook last
van. De tijd van de helden die koste wat het kost een storing op komen lossen is geweest. Het zijn nu juist de helden die voorkomen dat storingen optreden. Daarmee is onderhoud onderdeel geworden van de ‘blackbox’ die de productiefaciliteit is. Ook andere kapitaalgoederen worden vrij onzichtbaar in topconditie gehouden. De keerzijde daarvan is dat er een discussie op gang is gekomen over kosten. ‘Hij doet het toch? Dan kan het onderhoud ook wel minder!’ De golfbeweging die daarbij hoort, lijkt nu uitgekomen in een periode waar gezocht wordt naar meer waarde creëren door het juiste onderhoud op de belangrijke assets uit te voeren. Net als in effectieve onderhoudsstrategieën is hier sprake van continue verbetering. Maar hoe presenteer je dat aan potentiële nieuwe collega’s?
Deuren open De derde editie van de Landelijke dag van het Onderhoud is bedoeld om iedereen met affiniteit of nieuwsgierigheid voor techniek te helpen. Bedrijven waar techniek en onder-
Op DE HOOGTE BLIjVEN De komende weken zal de NVDO samen met meewerkende verenigingen en brancheorganisaties verder bouwen aan de Landelijke dag van het Onderhoud. Er is contact met scholen, gemeentes en alle andere belanghebbenden. Voor deelnemende bedrijven zijn mediakits gemaakt en de website www.landelijkedagvanhetonderhoud.nl wordt steeds actueel gehouden met nieuwe deelnemers en informatie over techniek en onderhoud.
houd een belangrijke rol spelen, zetten de deur open voor bezoekers van alle leeftijden. Voor scholieren die op het punt staan om een keuze te maken voor de toekomst, voor ouders die daarbij moeten helpen en voor alle geïnteresseerden die willen zien wat er achter de deuren van deze bedrijven plaatsvindt. In de regio’s noord, midden, oost en west wordt vanuit een centrale plaats aandacht gegenereerd voor onderhoud en techniek. Voorafgaand aan de activiteiten voor de verschillende doelgroepen zal de Landelijke Dag van het Onderhoud op elk van de locaties worden afgetrapt door een lokale hoogwaardigheidsbekleder. De burgemeester of Commissaris van de Koning zal ceremonieel zorgen voor de start van de activiteiten.
Minicongres In Groningen, Eindhoven, Zwolle en Rotterdam wordt tijdens het minicongres ‘Trends in maintenance’ op vier plaatsen een vergelijkbaar programma verzorgd. In Groningen is de Gasunie gastlocatie voor het congres en de opening van de dag. In Rotterdam is dat bij het Havenbedrijf Rotterdam op de RDM Campus. Ook in de regio’s oost en zuid worden vergelijkbare programma’s verzorgd. Specialisten en topprofessionals uit de verschillende industrieën delen hun visie en ervaring over recente en verwachte ontwikkelingen in de wereld van beheer en onderhoud. Dit gratis congres is bedoeld voor het professionele netwerk.
Bustour Voor de toekomstige collega’s is meer interactie bedacht. Daarvoor maken zien, leren en doen een belangrijk deel uit van het programma. Vanaf elk van de vier locaties start een bustour langs deelnemende bedrijven per regio. Daar zullen de bezoekers, voornamelijk kinderen die op het punt staan om een belangrijke keuze in scholing te maken, bedrijven bezoeken en onderhoud zien, leren en doen. De deelnemende bedrijven zijn uit-
38 MaintNL 06 – 2014
38_39_MQ_NVDO-artikel.indd 38
17-06-14 15:42
FOTO: COATING KENNIS TRANSFER
Als onderhoud goed wordt uitgevoerd, is het nagenoeg onzichtbaar. Tijdens de Landelijke Dag van het Onderhoud krijgt het vak de kans om zich te laten zien.
eenlopend van aard. Van infra tot procesindustrie. In het noorden van Nederland zal de tour onder meer langs AkzoNobel en Lubrizol komen op het chemiepark Delfzijl. jongeren leren hier meer over de bedrijven die ze bezoeken. Een grote naam als AkzoNobel kent in Nederland verschillende productiefaciliteiten en productlijnen. Maar wat is nu een monochloorazijnzuurfabriek? Lubrizol is wellicht onbekender. Toch is de kans groot dat de ‘specialty chemicals’, de producten van dit chemiebedrijf ergens verwerkt zijn in een oppervlakte, vloeistof of kunststof uit de dagelijkse praktijk van de bezoekers. Alleen daarom al is een bezoek waardevol. In de regio Rotterdam concentreert de bustour zich deels op de RDM Campus en de tour zal zich uitbreiden langs de metroremise van de RET.
MEEDOEN! Geïnteresseerden die meer willen weten over de Landelijke Dag van het Onderhoud, kunnen informatie vinden op www.landelijkedagvanhetonderhoud.nl Deelname aan de dag kan. • Als onderdeel van de bustour • Met een stand op de informatiemarkt • Door het bedrijf open te stellen voor publiek Aanmelden kan bij het secretariaat van de NVDO, zie www.nvdo.nl
Hier kunnen de bezoekers bijvoorbeeld ervaren hoe het onderhoud aan de metro’s wordt gepleegd. In het zuiden van Nederland staat onder meer een bezoek aan een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) van Waterschap de Dommel op het programma. Daar wordt snel duidelijk dat gebruikt water niet onbehandeld geloosd kan worden. Een RWZI zorgt ervoor dat het water schoon wordt gemaakt. En ook bij dit soort processen zijn de veiligheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid belangrijke producten van goed onderhoud. Op elk van de openingslocaties wordt een informatiemarkt ingericht waar bedrijven kunnen laten zien wat techniek en onderhoud betekenen. Naast de bedrijven die deelnemen aan de bustour kan de industrie zich ook hier van zijn beste kant laten zien. n MaintNL 06 – 2014
38_39_MQ_NVDO-artikel.indd 39
39
17-06-14 15:42
Agenda
september 11 september Waternet, Amsterdam www.nvdo.nl Studiedag Best Value Procurement De NVDO organiseert de studiedag Best Value Procurement (BVP). Best Value Procurement, oftewel prestatie-inkoop, is een selectie- en inkooptechniek die de laatste jaren sterk aan populariteit wint. Idealiter wordt bij deze manier van inkopen alle kennis en deskundigheid van de aanbieder verwacht en stelt de opdrachtgever functionele specificaties en vragen. Leent deze manier zich voor Asset Management? En zijn de beslissers in de onderhoudsindustrie er überhaupt klaar voor? Tijdens de studiedag wordt gezocht naar de raakvlakken tussen Asset Management en BVP. En we onderzoeken welke raakvlakken de meeste wrijving opleveren.
19 september Nijlicht, Eemshaven www.petrochem.nl
30 september t/m 3 oktober Jaarbeurs, Utrecht www.wots.nl World of Technology & Science Van 30 september t/m 3 oktober staan zowel de vier werelden, Automation, Laboratory, Motion & Drives en Electronics als de drie industriebeurzen van VNU in Jaarbeurs Utrecht. Dit biedt de bezoeker uit de industrie, zorg en wetenschap nog meer contactmogelijkheden. De kracht voor de klant zit in het complete overzicht en de samenhang van technologieën.
30 september t/m 3 oktober Jaarbeurs, Utrecht www.industrialprocessing.nl/nl Industrial Processing/Macropak Industrial Processing is de grootste vakbeurs voor de totale natte en droge procesindustrie in de Benelux. Kom langs en zie met eigen ogen de laatste ontwikkelingen. Van 30 september t/m 3 oktober presenteren ruim tweehonderd exposanten u hier de laatste trends, producten en ontwikkelingen op het gebied van procesapparatuur, -engineering en -automatisering.
EemsDeltavisie De Groningse Eemsdelta staat volop in de actualiteit. Het economische laagtij en de verschillende ontwikkelingen in de energiemarkt hebben stevig hun stempel gedrukt op de aanwezige industrie in dit gebied. Tegelijkertijd ontstaat er onder de huidige druk weer veel nieuw elan en veel ruimte voor innovatie. Tijdens het eerste EemsDeltavisie-congres, georganiseerd door Groningen Seaports, het Petrochem Platform en Kennisplatform Duurzaam Geproduceerd, gaan we op zoek naar de nieuwe mogelijkheden voor en initiatieven van de industrie in de Eemsdelta.
24 september Havenbedrijf, Rotterdam www.nvdo.nl Kringbijeenkomst West NVDO Kring West deelt kennis over trends in ‘contractenland’ op woensdag 24 september bij het Havenbedrijf Rotterdam. Thema van deze bijzondere middag is: ‘Prachtig Contract!’. Vanaf 1 januari houdt Ballast Nedam alle droge infrastructuur in het Rotterdamse havengebied in stand. In totaal omvat het contract ongeveer 250 kilometer weginfrastructuur, de bovengrondse leidinginfrastructuur, de buitenruimte, de uitgeefbare terreinen, circa 6.700 lichtmasten en zo’n 8.000 bomen. Daarnaast voorziet het contract in een grootschalige aanpassing van de verlichting. Over 54 kilometer weg wordt ledverlichting aangelegd. Deze middag leggen beide partijen uit hoe dit contract tot stand is gekomen en wat daar allemaal voor nodig is geweest.
1 oktober Glazen Ruimte, Maarssen www.imaintain.info/prestatie iMaintain, het Grote NVDO Prestatiemanagement congres Op 1 oktober staat prestatiemanagement in de kijker. Prestatiemanagement vertaalt de visie, missie en strategie van een project, team of organisatie naar succesfactoren en acties. Sturen op die succesfactoren en constant monitoren van de effecten ervan, zorgt voor optimaal beheer van activiteiten en, nog belangrijker, van de prestaties van organisaties. Goed prestatiemanagement heeft positieve effecten op de totale keten van assetmanager tot toeleverancier. Een afwisselend en inhoudelijk programma belicht verschillende aspecten van goed prestatiemanagement: van wetenschappelijke onderbouwing tot ervaring uit de praktijk; van klantervaring tot contractduur.
7 t/m 9 oktober Brabanthallen, Den Bosch www.energievakbeurs.nl Energie 2014 Energie is de enige nationale B2B-beurs gericht op energiebesparing en duurzame energie in de bouw en de industrie. Energie besparen is noodzakelijk en loont. Op Energie kunt u advies inwinnen, condities vergelijken en kennismaken met nieuwe oplossingen. Alles om te komen tot een betrouwbare, voordelige energielevering en een optimale verbruiksbesparing. Naast een breed exposantenaanbod, biedt Energie een uitgebreid inhoudelijk programma vol workshops, congressen en lezingen.
40 MaintNL 06 – 2014
40_MH_NVDO_agenda.indd 40
17-06-14 09:50
Actueel
‘ISO55000 haalt maximale waarde uit assets’ Eerder dit jaar werd onder grote en brede belangstelling de nieuwe internationale norm voor het beheer van kapitaalgoederen gelanceerd. De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO), het Dutch Institute World Class Maintenance (DI-WCM) en branchevereniging voor Professioneel Industrieel Onderhoud (Profion) hebben het Nederlandse Normalisatie Instituut (NEN) geholpen bij het opstellen van de Nederlandse bijdrage aan de ISO 55000-norm.
De ISO 55000-normen geven eigenaren van allerhande kapitaalgoederen een instrument om hun assets gedurende de hele levenscyclus op een doelmatige, duurzame en kosteneffectieve wijze te beheren.
Met de norm kunnen betrokken partijen maximale waarde halen uit hun kapitaalgoederen gedurende hun hele levensloop, van ontwerp tot afvoer/sloop en recycling. De gezamenlijke brancheorganisaties menen dat het werken volgens de ISO 55000-normenserie bijdraagt aan het optimaal inzetten van schaarse middelen (materialen, mensen en geld) en het beheersen van bedrijfsrisico’s. Eigenaren van kapitaalgoederen, zowel privaat als publiek, doen er goed aan hun
Eigenaren van kapitaalgoederen, zowel privaat als publiek, doen er goed aan hun bestaande beheerspraktijk te toetsen aan de norm.
bestaande beheerspraktijk te toetsen aan de norm en zo nodig maatregelen te nemen om tekortkomingen te verhelpen. Het gebruik van een gestandaardiseerde terminologie zal de communicatie tussen partijen in de beheersketen zeker ten goede komen.
Intentie NVDO, DI-WCM en Profion zijn geen voorstander van verplichte certificering, opgelegd door vergunningverleners, inspecties en/of handhavers omdat dit de toch al overvloedige wet- en regelgeving alleen maar verder compliceert en reeds goed presterende bedrijven onnodig op kosten jaagt. Het gaat namelijk niet om het verkrijgen van een certificaat, maar om de intentie zoals die is verwoord in de ISO 55000. De verantwoordelijkheid voor veilig en duurzaam beheer van kapitaalgoederen ligt primair bij de eigenaar van het kapitaal-
DE NOrM De wereldwijde normen voor asset management ofwel de ISO 55000-serie zijn in februari 2014 gelanceerd. De nieuwe norm voor asset management geeft eigenaren van kapitaalgoederen een instrument in handen om hun assets gedurende de hele levenscyclus op een doelmatige, duurzame en kosteneffectieve wijze te beheren afgestemd op de behoeften van de stakeholders. Dienstverlenende instanties kunnen met behulp van de normen hun servicelevels verbeteren. Ook faciliteren de nieuwe normen de ontwikkeling van de benodigde competenties en vaardigheden van werknemers die betrokken zijn bij asset management. Ten slotte kan het (overheids)toezicht effectiever worden ingericht en de toezichtlasten worden verminderd. De ISO 55000-serie is van belang voor de sectoren waar toepassing van asset management al gemeengoed is, zoals (rijks)vastgoed, industrie, energiesector/ netbeheerders, infrasector, watersector en provincie/gemeenten. Voor asset owners, asset managers, service providers en toezichthouders is deze nieuwe norm, die nu ook in het Nederlands vertaald is, een praktisch instrument voor het beheer van hun assets.
goed. Hoe zij deze eigen verantwoordelijkheid wil waarmaken, hangt af van de risico’s die beheerst moeten worden. Dit neemt niet weg dat voor sommige eigenaren van kapitaalgoederen een certificering volgens ISO 55000 toegevoegde waarde kan hebben. n MaintNL 06 – 2014
41_MS_NVDO-artikel.indd 41
41
17-06-14 09:55
Modernisering
Succesvolle doorstart voor anode-fabriek Een nieuwe fabriek bouwen voor de productie van anodes? Nee, daar wilde Century Aluminium niet aan. Maar een failliet bedrijf overnemen en zo voor relatief lage kosten aan de slag gaan, daar had de aluminiumfabrikant wel oren naar. Laat er daar nou net één van staan in Vlissingen. Plantmanager Robert Quak: ‘Als Zalco niet failliet was gegaan, dan had dit niet gekund.’ Inge Janse
Eigenlijk was het ook gek, die aluminiumindustrie in Nederland. Met Zalco in Zeeland en Aldel in Groningen speelden we leuk mee, terwijl de situatie in Nederland niet optimaal is. Dé grote kostenpost is energie, en dat is duur in Nederland. Inmiddels zijn beide bedrijven dan ook failliet, maar uit de as van deze verliezen is de eerste phoenix herrezen. Het Amerikaanse Century Aluminium heeft namelijk de anodefabriek van Zalco overgenomen, stevig gemoderniseerd, en deze draait sinds de lente zeer succesvol. Zijn doel hiermee: voor zijn aluminiumfabriek anodes van zeer hoge kwaliteit maken.
De fabriek zelf kon voor tien miljoen overgenomen worden, maar daarna moest er nog vijftig miljoen geïnvesteerd worden. Robert Quak is de man bij uitstek die kan uitleggen hoe Century deze transformatie heeft geflikt. De voormalige plantmanager van Dow is namelijk sinds kort de baas bij de fabriek in Vlissingen. Hij lacht veel, en weet elke moeilijke situatie uit te leggen via een aansprekend voorbeeld. Zoals waar het bedrijf eigenlijk zijn geld mee verdient: anodes. ‘Een batterij heeft twee polen: een kathode en een anode. Wij maken de positieve pool, want die heb je nodig bij het
elektrolyseproces. Dit is een simpel proces met een gelijkstroom. Als je dit door een bad laat lopen met aluinaarde, een product van bauxiet, dan splitst dat in aluminium en zuurstof. Bovendien bindt de zuurstof zich aan de anode. Hij heeft dus een dubbele functie: geleiden van stroom en binden van zuurstof.’
Licht verteerbaar Een anode dus. Klinkt simpel om te maken, en volgens Quak is dat het ook. Lachend zegt hij: ‘Ik vergelijk het altijd met het bakken van broodjes, alleen dan op iets grotere schaal en met andere materialen. Bij brood heb je meel en boter nodig, eventueel aangevuld met krenten en rozijnen. Zoiets doen wij ook. Het meel noemen we cokes, de boter is pek, en als rozijnen en krenten gebruiken we oude anoderesten. Bij het elektrolyseproces gebruik je namelijk niet heel de anode, maar er blijft een gedeelte over, en dat wordt hergebruikt.’ Vervolgens gaat dat mengsel, net als een brood, in een vorm, waarna een enorme machine het perst en trilt om zoveel mogelijk lucht eruit te halen. Want hoe hoger de zuiverheid, des te beter werkt de anode. Vervolgens gaat het anodebrood twee weken lang in een oven van meer dan 1.100 graden Celcius om de structuur goed te krijgen en de laatste onzuiverheden eruit te halen, en dan is de anode voor de bakker. Echt licht verteerbaar zijn de broden niet, weet Quak. ‘Die blokken hebben de afme-
ting van een vierpersoonstafel en wegen 1.200 kilo zwaar.’ Ook de interactie met de leveranciers van Century Aluminium is relatief eenvoudig, aangezien er maar drie grondstoffen nodig zijn. ‘Cokes kun je bij diverse raffinaderijen kopen, en de pek krijgen we uit Uithoorn, waar het uit de afvalstroom van hoogovens wordt gemaakt. De anoderesten krijgen we gewoon terug van onze klant in IJsland.’ Die klant in IJsland, dat is de aluminiumfabriek van Century Aluminium die daar staat en waar Quak exclusief aan levert. Maar als het aan hem ligt, dan gaat de fabriek in Vlissingen in de nabije toekomst ook aan andere geïnteresseerden anodes verkopen.
Niet gratis Dat Century Aluminium geïnteresseerd is geraakt in de voormalige anodefabriek van Zalco, heeft het failliet gegane bedrijf aan zichzelf te danken. Quak: ‘De fabriek in IJsland kreeg eerst anodes vanuit China, maar dat zorgde voor een lange aanvoerroute. Ook was de kwaliteit minder en was het lastiger om de anodes te laten recyclen. In zijn laatste jaar heeft Zalco een order geleverd aan de aluminiumfabriek van Century in IJsland. De jongens daar waren zéér tevreden over de kwaliteit van de anode.’ Dus toen Century hoorde dat de anodefabriek in Vlissingen stof stond te verzamelen, was de beslissing snel gemaakt. Het alternatief, nieuwbouw, zou een brug te ver zijn. ‘Je komt dan al snel op bedragen boven de honderd miljoen euro uit.’ Maar waarom bouwt Century dan niet gewoon een eigen anodefabriek in IJsland, pal naast de fabriek? ‘Om anodes te maken heb je veel gas nodig, en dat heeft het eiland niet. Import is bovendien heel duur.’ Dus ja, anodes importeren is niet gratis, maar altijd nog goedkoper dan het daarvoor benodigde gas via schepen laten aanmeren.
42 MaintNL 06 – 2014
42_43_44_MU_NVDO-artikel.indd 42
18-06-14 09:28
FOTO’s: CENTURy ALUMINIUM VLIssINGEN
Modernisering
De eerste anode afkomstig uit de vernieuwde fabriek van Zalco.
Volledig open De fabriek zelf kon voor tien miljoen overgenomen worden, maar daarna moest er nog vijftig miljoen geïnvesteerd worden. Quak legt uit dat dit voor drie zaken bedoeld was. ‘Ten eerste hebben we alles gesloopt wat we niet meer nodig hadden. Grote schoonmaak dus.’ De tweede investering was bedoeld om de inboedel die Century wilde houden helemaal uit elkaar te halen en weer in elkaar te zetten. ‘Neem bijvoorbeeld de lift. Deze zit er nog steeds, alleen is alle elektronica vervangen. Dat zie je niet, maar kost wel al snel vijftigduizend euro. Hetzelfde hebben we voor alle andere draaiende equipment gedaan.’ Dat leverde soms verrassende resultaten op, zegt Quak. ‘Bij de twintig meter hoge bruggen boven de ovens dacht ik dat deze zwart waren en blauw waren geverfd. Ik zei dat dit mooi geworden was, maar toen bleek dat het gewoon de oorspronkelijke kleur was.’
Ten derde heeft Century veel nieuwe apparatuur gekocht, zoals de behandelingsinstallatie voor vrijkomend gas. ‘Bij het branden van anodes in de ovens komen gassen vrij, zoals CO2, en onzuiverheden. Deze worden nu behandeld in een zeer moderne installatie.’ Ook nieuw is de compleet geautomatiseerde methode voor het verhitten van de anodes, het fire control-systeem. En dat is goed nieuws voor de fabriek én zijn energierekening. ‘We weten nu per ovenkamer precies wat de temperatuur is, hoeveel CO2 er aanwezig is, et cetera. Dit regelen we continu, terwijl ze in Amerikaanse fabrieken gewoon de gaskraan volledig opengooien. Door dit systeem gebruiken we dus minder gas.’
Meer werk, minder mensen Een andere noviteit is het volledig geautomatiseerde transportsysteem voor anodes. ‘Vroeger transporteerden we deze met vork-
heftrucks, maar nu gaat dit automatisch via lopende banden en een automatische kraan. Deze weet via zijn programmatuur precies welk onderdeel van de fabriek wat nodig heeft, en brengt het daar. Ik denk niet dat er andere anodefabrieken zijn die zoiets hebben.’ Bovendien is die kraan niet voor een kleintje vervaard, want deze kan in één keer tien anodes (met het gewicht van tien auto’s) oppakken en wegzetten. Een echt uniek stuk nieuwbouw is de schoonmaaken zaagmachine voor de anodeblokken. ‘We kunnen nu zelfs grotere anodes maken dan in China.’ Bijkomend voordeel van deze nieuwe apparaten is dat hetzelfde werk gedaan kan worden door ongeveer de helft minder mensen. Dat lukt onder meer omdat de vijftig werknemers een hogere opleiding moeten hebben dan voorheen het geval was. ‘We nemen geen mensen meer aan voor alleen kraanwerk. Iedereen moet van a tot z het hele proces kunMaintNL 06 – 2014
42_43_44_MU_NVDO-artikel.indd 43
43
17-06-14 09:56
Modernisering
nen doen.’ Dat is hard nodig, want Century draait nog maar op de helft van de capaciteit. ‘Als we de fabriek bijvoorbeeld bemannen op de plek waar we het deeg kneden, dan is er maar voor vijftig procent werk. Mensen moeten dus ook andere taken kunnen uitvoeren.’ Veel van die mensen zijn afkomstig van Zalco, maar ook een paar van de teloorgegane kunstmestfabrikant Thermphos en een aantal zijn externe krachten. Een geluk bij een ongeluk was daarbij dat de werkloosheid in Zeeland relatief hoog ligt, waardoor het vinden van personeel makkelijk ging. Het gaat dus al goed bij Century, maar Quak heeft nog grotere plannen. ‘We willen graag uitbreiden met een tweede oven. Of dat gebeurt, besluit het hoofdkantoor. Het baseert zich daarvoor op de vraag naar aluminium. Bovendien wil ik eerst zeker weten hoe goed onze anodes zijn. Gelukkig ziet het er allemaal goed uit.’ Voor Quak is het dus geen kwestie van of, maar van wan-
neer, en dus hoopt hij snel de extra oven in gebruik te nemen. Gelukkig kost zo’n uitbouw relatief weinig, omdat de rest van de fabriek hierop al voorbereid is. ‘Je kunt daardoor voor minder dan de helft van de oorspronkelijke investering de capaciteit
‘In een bestaande fabriek moet je bij modernisering rekening houden met bestaande processen en culturen.’ van de fabriek verdubbelen.’ Wat ook in zijn voordeel werkt, is dat de - in 2009 en 2010 dramatisch ingestorte - aluminiummarkt met ups en downs weer opkrabbelt.
Triviaal probleem Als je Quak hoort praten, ga je bijna geloven dat een bestaande fabriek moderniseren en vervolgens succesvol laten draaien heel makkelijk is. ‘Vergis je niet: als Zalco niet failliet was gegaan, had dit niet gekund. Dat klinkt tegenstrijdig, maar in een bestaande fabriek moet je bij modernisering rekening houden met bestaande processen en culturen. Heeft een werknemer twintig jaar op een kraan gezeten? Dan is het moeilijk om zo iemand ander werk te laten doen.’ Nee, wat écht lastig was, dat was eigenlijk iets heel triviaals: het krijgen van voldoende gas. De site van Zalco wordt tegenwoordig namelijk gedeeld door meerdere bedrijven, en dan maakt de Nederlandse regelgeving het onduidelijk van wie de centrale gasleiding is. ‘Normaal lees ik daar alleen over, maar nu maakte ik het ook zelf mee. Dit probleem zag ik echt niet aankomen.’ n
44 MaintNL 06 – 2014
42_43_44_MU_NVDO-artikel.indd 44
17-06-14 09:56
Maintenance Academy
DBFMO is samenwerken op hoog abstractieniveau Als eerste is er de klassieke DBFMO, deze vorm komt in de praktijk weinig voor. DBM, DBFM of DBMO worden echter breder toegepast. In de volksmond wordt ook gesproken van integrale projecten. Projecten waarbij verder wordt gekeken dan alleen naar de bouw- of renovatiefase, maar ook de exploitatie en het gebruik worden meegenomen in het ontwerpproces. Zo ontstaan gebouwen met een langere levensduur, die beter aansluiten op de wensen van de gebruiker en die op de lange termijn goedkoper zijn in zowel exploitatie als onderhoud.
De nieuwe DBFMO’er voert niet alleen overleg met medewerkers uit andere disciplines, maar moet er ook mee kunnen samenwerken. Met die integrale gedachte is het van belang dat alle belanghebbenden in deze cyclus weten hoe het proces werkt en waar zij vanuit hun specialisme kunnen bijdragen. Zo moet een ontwerper inzicht hebben in hoe een facilitaire organisatie werkt en hoe het pand in de toekomst onderhouden moet worden. Hij moet kunnen voorspellen wat er over twintig jaar in de operations gebeurt en daar rekening mee kunnen houden. Tevens moet hij kunnen schatten wat bijvoorbeeld onderhoud per vierkante meter kost. Daar tegenover staat dat een facilitair manager moet weten hoe een ontwerper kijkt naar een gebouw en hoe hij kan samenwerken
in een (bouw)team. De ontwerper hoeft niet alleen te kunnen bepalen wat het onderhoud gaat kosten, maar kan daarvoor de expertise van specialisten uit het team inroepen. Zo wordt door input van alle specialisaties een optimaal project ontworpen.
Hoger abstractieniveau De opleiding Leergang DBFMO is gericht op iedereen die in zijn of haar werk te maken heeft met integrale projecten in zowel in de vastgoed- als infrasector. De opleiding gaat uit van het volgende principe: ieder is specialist in zijn eigen vakgebied, maar om synergie te creëren in een integraal team
moet er samengewerkt kunnen worden op een hoger abstractieniveau. Dit vereist niet alleen globale kennis op de verschillende vakgebieden van DBFMO, maar zeker ook vaardigheden op sociaal en communicatief gebied en het hebben van inzicht op de bedrijfsprocessen.
Nieuwe DBFMO’er In een notendop: De nieuwe DBFMO’er voert niet alleen overleg met medewerkers uit andere disciplines, maar moet er ook mee kunnen samenwerken. Dit vraagt naast technische kennis ook om vaardigheden op sociaal en communicatief gebied en zicht op de bedrijfsprocessen.
Ieder is specialist in zijn eigen vakgebied, maar om synergie te creëren in een integraal team moet er samengewerkt kunnen worden op een hoger abstractieniveau. Hij kan methodisch denken en handelen in termen van toekomstig gebruik, inclusief de exploitatie en heeft oog voor de samenhang van verschillende fases van de levenscyclus van een gebouw en installaties over de levenscyclus. De NVDO is trots op de samenwerking binnen de nieuwe zeer unieke Leergang DBFMO. De opleiding kent vijf modules: Design, Build, Finance, Maintain en Operatie. Deze modules kennen elk zes lessen. Onderwerpen: tendermanagement, integraal ontwerpen, installatie- en bouwtechniek, verificatie en validatie, duurzaam inkopen, wet- en regelgeving, real estate management, exploitatiemanagement en facility management. n MaintNL 06 – 2014
45_MT_NVDO-artikel.indd 45
45
17-06-14 09:56
Nieuws
Extra aandacht nodig voor kwaliteit drinkwater De drinkwaterkwaliteit in Nederland is zeer goed, het consumentenvertrouwen is hoog en de kostprijs van drinkwater is laag. De productie gebeurt efficiënt en milieubewust en drinkwaterbedrijven fungeren als actieve natuurbeheerders. De kwaliteit van drinkwaterbronnen staat echter onder druk, onder meer door gewasbeschermingsmiddelen, nitraat, nieuwe stoffen in geneesmiddelen en cosmetica, klimaatverandering en concurrerende activiteiten in de ondergrond. Dit vraagt om extra aandacht voor de bescherming van drinkwaterbronnen en zuiniger omgang met water. Dat staat in de Beleidsnota Drinkwater, die de ministerraad op voorstel van minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu heeft goedgekeurd. Voor de bescherming van drinkwaterbronnen moeten alle betrokken overheden en de drinkwaterbedrijven aan de slag. Niet alleen is meer kennis nodig over de effecten van combinaties van stoffen en nieuwe bedreigingen, zoals antibioticaresistentie. Ook zijn meer investeringen nodig in het leidingnet, in zuivering en winning. Daarnaast wil het kabinet nader uitwerken wat de zorgplicht voor de drinkwatervoorziening inhoudt die bestuursorganen volgens de Drinkwaterwet hebben, strategische voorraden en nationale reserveringen aanwijzen, samenwerking in de waterketen bevorderen, de kwaliteitseisen en monitoring aanscherpen en een preventieladder vormen - een afwegingskader voor het voorkomen of aanpakken van verontreinigingen.
In 2014 en 2015 neemt het kabinet hierover belangrijke beslissingen in onder meer de Structuurvisie Ondergrond, het Deltaprogramma en uitwerking van de Kaderrichtlijn Water. Uiterlijk in 2016 zal het kabinet evalueren of nieuwe maatregelen nodig zijn om legionella en lood in drinkwater te voorkomen. De duurzame veiligstelling van de levering van drinkwater is een zaak van nationale veiligheid. Hoewel lagere overheden en drinkwaterbedrijven voor de levering instaan, is het Rijk systeemverantwoordelijk. Vanwege het hoge consumentenvertrouwen is
Nederlandse machine-industrie staat er beter voor De Nederlandse industriële sector profiteert van de aantrekkende economie. Vooral bedrijven die veel exporteren, zoals de metaalproductenindustrie en de machinebouw, hebben hier profijt van. Dit blijkt uit het door ABN Amro gepubliceerde rapport ‘Visie op Machine industrie’. De industrie heeft een aandeel van bijna dertien procent in het bruto binnenlands product. Inmiddels omvat al 25 procent van de totale exportwaarde van Nederlandse goederen de export van machines en vervoermaterieel. De totale toegevoegde waarde van de machine-industrie kwam in 2013 uit op 7,5 miljard euro. Er zijn bijna 3.000 bedrijven actief in deze branche.
het van belang om – meer dan nu – transparant te communiceren over onzekerheden, over wat er gebeurt om die te verkleinen en over milieubewust omgaan met drinkwater. Het kabinet verwacht dat water in de toekomst van steeds groter geopolitiek belang wordt. Nederlandse drinkwaterbedrijven zullen ook in de komende jaren een bijdrage leveren aan het realiseren van nieuwe VN-doelstellingen op het gebied van duurzame ontwikkeling (Sustainable Development Goals). Die omvatten naar verwachting ook een universele toegang tot drinkwater en sanitatie. Internationale samenwerking kan de werkgelegenheid en economische kracht van de Nederlandse drinkwatersector versterken. De nota ‘Schoon drinkwater voor nu en later’ is de eerste in een reeks en is opgesteld in nauw overleg met provincies, gemeenten, waterschappen, drinkwaterbedrijven en maatschappelijke organisaties. Een aantal zaken wordt in 2015 in een Uitvoeringsprogramma verder uitgewerkt. Volgens de Drinkwaterwet (2011) moet het kabinet elke zes jaar een Beleidsnota Drinkwater vaststellen.
46 MaintNL 06 – 2014
46_47_MJ_NVDO_neuws.indd 46
17-06-14 09:51
Nieuws
Intentieverklaring overdracht Noordervaart ondertekend Een mijlpaal is bereikt voor wateraanvoer naar het Peelgebied. Op donderdag 17 april 2014 ondertekenden vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat en de waterschappen Peel en Maasvallei en Aa en Maas een belangrijke intentieverklaring. Hierin is hun gezamenlijke voornemen vastgelegd om te werken aan de overdracht van de Noordervaart van Rijkswaterstaat naar Waterschap Peel en Maasvallei. Deze overdracht vindt plaats omdat dijken en kanalen die geen nationaal belang meer hebben voor de scheepvaart, de komende jaren worden overgedragen aan de regionale waterbeheerders; de waterschappen. Met de ondertekening spreken de partijen af om het beheer van de Noordervaart eind 2017 van Rijkswaterstaat over te dragen aan Waterschap Peel en Maasvallei. Tot eind 2017 gaat Rijkswaterstaat groot onderhoud uitvoeren aan het kanaal. Het concrete maatregelenpakket wordt in gezamenlijkheid met de drie partijen vastgesteld, maar hoofddoel is het op orde brengen van het profiel van het kanaal en de oevers. Waterschap Peel en Maasvallei neemt het kanaal daarna over voor beheer en onderhoud. Met dit onderhoud verbetert Rijkswaterstaat de aan- en doorvoercapaciteit van water naar de Peelregio. Wateraanvoer is nodig om achterliggende beken te voorzien van voldoende water voor zowel natuur als landbouw. Het is belangrijk om voldoende water in de beken te houden en daarmee het grondwater op een
optimaal peil te houden. Wateraanvoer is namelijk een belangrijke aanvulling op alle waterconserveringsmaatregelen waarmee het water kan worden vastgehouden in de streek. Denk hierbij aan boerenstuwen, peilgestuurde drainage en maatregelen in natuurgebieden. Zeker gezien de verwachte klimaatsveranderingen, die nog meer droogte kunnen veroorzaken, worden al deze maatregelen nog belangrijker. Aandacht voor de wateraanvoer vanuit Noordervaart past in het Deltaplan Hoge Zandgronden. Alle waterpartners in Brabant en Limburg werken samen met ketenpartners zoals landbouw- en natuurorganisaties aan een nieuwe zoetwateraanpak. De Noordervaart is een kanaal in Midden-Limburg en staat in verbinding met de Zuid-Willemsvaart bij Nederweert. Omdat de Noordervaart een doodlopend kanaal is, is het kanaal nooit druk bevaren geweest. Er leven veel algen in het kanaal, waardoor het varen voor zowel de beroepsvaart als de recreatievaart niet prettig is. De Noordervaart dient daarom alleen voor de doorvoer van water dat vanuit de Maas via Lozen wordt aangevoerd. Rijkswaterstaat wil de komende jaren dijken en kanalen, die geen nationaal belang meer hebben voor de scheepvaart, overdragen aan regionale waterbeheerders: de waterschappen. RWS heeft daarom de intentie om de Noordervaart eind 2017 over te dragen aan het waterschap Peel en Maasvallei.
Teruglopende subsidiegelden vragen creativiteit in windsectorbranche
Nederlande bedrijven in de windsector deden het de afgelopen jaren goed, met een omzet van 1 miljard in offshore wind in 2010. Dit is 25 procent van de omzet in de nieuwe tak in de Europese industrie. Maar nu vlakt de groei af en stijgt de concurrentie. In 2012 werd nog een innovatiecontract gesloten tussen wetenschap, bedrijfsleven en overheid, en werd op zes miljard euro omzet en 12.500 voltijdbanen in 2020 ingezet. Subsidiekranen worden nu echter dichtgedraaid wegens bezuinigingen. Om bij te blijven bij ontwikkelingen in het buitenland moet er een scherpe focus komen. Het ECN, het Nederlandse kennisinstituut op het gebied van duurzame energie, richt zich op kostenreductie in offshore wind en het ondersteunen van de Nederlandse windindustrie. Bedrijven moeten creatiever worden nu subsidiegelden teruglopen. Zo ontstaan nieuwe initiatieven, zoals apk-keuringen voor windmolens, en een interesse in groeimarkten in Amerika en Azië. ‘In China praten ze over het plaatsen van tienduizenden windmolens op zee’, aldus Joop de Leeuw van Corro Sion. Ook richten steeds meer bedrijven zich op compleet andere markten, zoals kabellegger VSMC, dat zich sinds kort ook op de offshore olie- en gassector richt.
MaintNL 06 – 2014
46_47_MJ_NVDO_neuws.indd 47
47
17-06-14 09:51
Datum: 19|09|14 • Locatie: Nijlicht, Eemshaven
HĂŠt congres voor de industrie in Noord Nederland alvast Reserveer da in uw agen
Nieuwe Energie voor de Eemsdelta Het zijn zware tijden in de Groningse Eemsdelta.
2014
Onder invloed van de crisis en de hoge prijzen voor energie en grondstoffen hebben veel
september
bedrijven het zwaar. Tegelijkertijd zorgt die druk voor een nieuw elan en ruimte voor innovatie. Welke nieuwe initiatieven springen eruit? En welke mogelijkheden biedt dat voor u?
Dat onderzoeken we tijdens de eerste editie van het EemsDeltavisie-congres, georganiseerd door Groningen Seaports, het Petrochem Platform en Kennisplatform Duurzaam Geproduceerd. Reserveer 19 september vast in uw agenda. Informatie over de sprekers en het programma vindt u binnenkort op www.eemsdeltavisie.nl
WWW.EEMSDELTAVISIE.NL Initiatiefnemers:
In samenwerking met:
Meer informatie?
Anouk Bouwmeester anouk@industrielinqs.nl 020-3122797
02_datumclaimer 2.indd 1
17-06-14 14:09
Actueel
Chemie NL: uitblijven investeringen wekt zorg ‘Uiterst zorgwekkende situatie’, ‘structurele crisis’, ‘investeringen blijven sterk achter’: de VNCI slaat groot alarm. De spreekbuis van de Nederlandse chemische industrie ziet namelijk dat ondanks economisch herstel er sprake is van een chronisch tekort aan investeringen. Dat meldt zij bij de bekendmaking van de eerste kwartaalcijfers van 2014. Maar is er wel écht sprake van een probleem? Inge Janse Die kwartaalcijfers zelf, afkomstig van het CBS, geven in ieder geval weinig reden tot pessimisme. In de eerste drie maanden lagen de omzet drie procent en de productie zeven procent hoger dan in dezelfde periode in 2013. Bovendien heeft de sector voor het eerst sinds het uitbreken van de crisis het voormalige productierecord van eind 2008 verbroken. Ook de bezettingsgraad van de fabrieken lag met bijna 82 procent op het pre-crisisniveau. Wel vormden de marges een pijnpunt, want door teleurstellende marktvraag zijn de prijzen van de chemicaliën nog niet alles.
Doornen Maar waar het pijn doet bij de VNCI-achterban, dat is bij het uitblijven van grote investerin-
gen. Ja, er wordt onderhoud gepleegd, ja, er wordt gewerkt aan onderzoek en innovatie, maar de grote nieuwbouw- en uitbreidingsprojecten blijven uit. Want hoewel de investeringsverwachting acht procent hoger ligt dan vorig jaar, is dat altijd nog veel te weinig om de sector radicaal te hervormen richting een duurzame industrie. Hoe dat komt weet VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann: ‘De lage energieprijzen buiten Europa veroorzaken een ware aardverschuiving. Grote investeringen worden uitgesteld of verplaatst naar buiten Europa.’ En dus is er actie nodig om de doornen uit zijn oog te halen. ‘Europa kent relatief hoge prijzen voor energie en grondstoffen. Innovatie wordt vaak in de kiem gesmoord door te veel aan wet- en regelgeving.’
Werner Fuhrmann pleit voor één Europees energiebeleid en versnelling van innovatie op Europees niveau. Gebeurt dat niet, dan vertrekt de chemische industrie uit Europa.
Fuhrmann pleit daarom voor één Europees energiebeleid en versnelling van innovatie op Europees niveau. Gebeurt dat niet, dan vertrekt de chemische industrie uit Europa en gaat de verduurzaming van de industrie verloren.
Grote groeiers Rest de vraag: maakt de sector het probleem niet groter dan het is? Eind april maakte hetzelfde CBS namelijk bekend dat de investeringen in de chemie en raffinage dit jaar met twaalf procent zouden stijgen en zouden uitkomen op 2,5 miljard euro.
Ja, er wordt onderhoud gepleegd, ja, er wordt gewerkt aan onderzoek en innovatie, maar de grote nieuwbouw- en uitbreidingsprojecten blijven uit. Navraag bij de VNCI leert dat de chemie (dus zonder de raffinage) sinds 2009 op een investeringsniveau van gemiddeld 1,5 miljard euro per jaar zit, terwijl dit volgens de vereniging 500 miljoen meer zou moeten zijn om alles op orde te houden én de stap richting meer duurzame processen te maken. Bovendien is het investeringsniveau in andere continenten structureel beter. Tussen 2006 en 2012 gebruikte de Europese chemie zo’n 3,5 procent van haar omzet voor investeringen, terwijl dit niveau enkel in Brazilië lager lag. De grote groeiers waren in de periode vooral China (dat van 11,5 naar 14,1 procent ging) en de VS, waar de verhouding omzet-investeringen tussen 2006 en 2012 steeg van 3,5 naar 5,4 procent. n MaintNL 06 – 2014
49_MK__NVDO-artikel.indd 49
49
17-06-14 09:52
Onderhoud en gebouwde omgeving
Corporaties verlagen onderhoudskosten NVDO Sectie Onroerend Goed organiseerde op 27 juni een bijeenkomst bij woningcorporatie Portaal in Utrecht, met als thema ‘Lange Termijn Onderhoud bij Corporaties’. Patrick Zeilemaker, commercieel manager en senior adviseur onderhoudsmanagement bij Helix Advies/HabiTask, en Corné van Eijk, manager onderhoud bij woningcorporatie Staedion, vertellen over de toekomst van vastgoedonderhoud bij corporaties. Ingrid Rompa Zeilemaker geeft als senior adviseur onderhoudsmanagement advies op het snijvlak van de strategische en de operationele kant van de organisatie bij woningcorporaties. ‘Ik leer organisaties de onderhoudswerkzaamheden af te stemmen op de bedrijfsdoelstellingen en de operationele processen te optimaliseren’, licht hij toe. ‘Dat houdt onder meer in dat we samen met medewerkers van woningcorporaties vastgoed inspecteren en meerjarenonderhoudsplanningen maken. Wij doen een deel van het werk, maar we leren de mensen ook om het zelf te doen.’
Zelf doen of uitbesteden Op dit moment vinden veel onderzoeken plaats naar de toekomstige structuur, inrichting en kerntaken van woningcorporaties. Zeilemaker: ‘Eén ding valt hierbij op: aan verandering van de werkwijze met betrekking tot het beheer en onderhoud van vastgoed valt niet meer te ontkomen. De grootste uitdaging is ervoor te zorgen dat medewerkers die bezig zijn met vastgoedbeheer de bedoeling van de corporatie of de sociale huisvesting als uitgangspunt nemen in plaats van het vastgoed, de organisatie of het zelf gemaakte beleid. Ik kan iedereen aanraden het boek ‘De verdraaide organisatie’ eens te lezen. Corporaties willen nu nog veel zelf blijven doen, maar dat komt vaak voort uit angst of lijfbehoud van de technische medewerker. Het is natuurlijk zijn baan. Ik snap dat wel.’
Zeilemaker: ‘Ik vind dat een organisatie bewust moet nadenken over wat het zelf wil doen en wat wordt uitbesteed. Bij heel veel corporaties is de tijd wel voorbij dat ze zo’n grote technische organisatie nodig hebben en alles zelf moeten doen. Veel leveranciers en aannemers kunnen bijvoorbeeld inspectiewerkzaamheden of een deel van de werkvoorbereiding prima overnemen.’ Het gaat tenslotte primair om het realiseren van fatsoenlijk en betaalbaar wonen. ‘De technische afdelingen moeten gaan nadenken over hoe ze daaraan een bijdrage kunnen leveren. Nu wordt er bij de technische afdelingen nog te veel gedacht in de trant van: efficiënt en goedkoop. Maar men vraagt zich niet af voor wie dat goed is en of die strategie op lange termijn houdbaar is.
‘Bij heel veel corporaties is de tijd wel voorbij dat ze zo’n grote technische organisatie nodig hebben en alles zelf moeten doen.’ Daarnaast kunnen corporaties in mijn ogen nog veel beter nadenken over de nut en noodzaak van veel onderhoudswerkzaamheden. Veel onderhoud kan nog makkelijk worden uitgesteld. Er wordt heel veel over-
bodig onderhoud uitgevoerd. En dat draagt niet bij aan het beheersbaar houden van de kosten en de betaalbaarheid. Als je kijkt naar risicodenken bij onderhoud - bijvoorbeeld schilderwerk van houten kozijnen dan is verlies van uitstraling het grootste risico. Op het moment dat je je dat realiseert, kun je een keuze maken als corporatie. Je kunt het best nog een paar jaar uitstellen als iedereen de consequenties accepteert. Op die manier kun je de huren wat lager houden. Je kunt daar best met huurders over praten.’
Juiste mensen verzamelen Besparen op onderhoudskosten door het zonder nadenken schrappen van geplande onderhoudswerkzaamheden is geen goed idee. Deze ‘besparingen’ worden op termijn weer ongedaan gemaakt door stijging van het reparatie- en klachtenonderhoud, meent Zeilemaker. ‘Het zonder nadenken schrappen van onderhoud kan zelfs leiden tot achterstallig onderhoud, langere leegstand bij huurderswisseling en lagere verkoopopbrengsten. Structurele besparingen op bedrijfslasten en onderhoudskosten kunnen slechts worden gerealiseerd door het beheersen van het volledige onderhoudsproces van inspectie tot facturatie.’ Volgens Zeilemaker worden door het management van oudsher geen vragen gesteld over nut en noodzaak van het geplande onderhoud. ‘Dat komt doordat een corporatie vroeger altijd geld genoeg had. Het gaat dus echt om bewustwording; om verantwoordelijkheid nemen. Wat levert het onderhoud me op? En wat is het risico als ik werkzaamheden niet doe? Dat vraagt dus andere competenties van de medewerkers. Iemand die de juiste leverancier kan zoeken en een goede gesprekspartner kan zijn. Dus gelijkwaardig met elkaar praten in plaats van als opdrachtgever en opdrachtnemer. De medewerker hoeft niet alles zelf te weten. Hij verzamelt de juiste mensen om zich heen.’
50 MaintNL 06 – 2014
50_51_53_ML_NVDO-artikel.indd 50
17-06-14 09:52
FOTO’S: STAEDION
Woningcorporatie Staedion over het verandertraject dat het doorgaat: ‘Afwegingen en keuzes op het gebied van vastgoed worden op een meer samenhangende en gestructureerde manier gemaakt. Vroeger werd er meer gewerkt op basis van de techniek.’
Verandertraject Corné van Eijk, manager onderhoud bij woningcorporatie Staedion, kijkt naar de gevolgen van resultaatgericht samenwerken in de praktijk bij zijn woningcorporatie. Hij begrijpt de argumentatie van Zeilemaker. ‘Als het goed is, levert het efficiency op voor de woningcorporatie en hun leveranciers. Uit analyse is gebleken dat de kosten van de herhalingsprojecten gemiddeld ruim elf procent, en gecorrigeerd op de onderhoudskostenstijging zelf 31 procent, goedkoper uitvallen. Conclusie is dan ook dat prestatiegericht werken in financiële zin voor Staedion goedkoper uitpakt.’
Het vastgoed moet optimaal renderen en de gelden moeten we zo goed mogelijk besteden, zegt Van Eijk. ‘Dit betekent dat er binnen de maatschappelijke kaders en doelstellingen gestuurd dient te worden op zo maximaal mogelijke opbrengsten en minimale kosten. Vastgoedsturing wordt de ruggengraat van de organisatie.’ Staedion is een gezonde organisatie. ‘We zitten in een verandertraject. Dat moet zijn beslag krijgen op 1 september 2014. We zetten structureel in op digitalisering van interne werkprocessen. We zijn dus echt toekomstgericht bezig. Er lopen nu bijvoorbeeld 52 ICT-projecten: een woningopname-app, een
inspectie-app, een verhuur-app et cetera. We willen onder meer vanuit de woningen opdrachten gaan verstrekken, zodat we niet meer terug hoeven naar kantoor. Aan die tools moet je dus denken.’
Prestatiegericht samenwerken Staedion heeft er in 1998 voor gekozen het schilderwerk (casco) en ondergronden conform de principes van prestatiegericht samenwerken op de markt te zetten. ‘Vanaf 2005 doen we zaken met een zevental vastgoedonderhoudsbedrijven. Voor de samenwerking zijn spelregels ontwikkeld. Die spelregels zijn vastgelegd in een handboek MaintNL 06 – 2014
50_51_53_ML_NVDO-artikel.indd 51
51
17-06-14 09:52
ADVERTORIAL
ONDERNEMINGEN ONTDEKKEN HET BELANG VAN ASSET DATA MANAGEMENT Professioneel asset management stelt ondernemingen beter in staat hun bedrijfsprocessen te optimaliseren en gedegen (onderhouds)planningen te ontwikkelen. Het doel is de performance gericht op prijs, risico en prestatie te verbeteren en de effectiviteit van de assets te vergroten. Cruciaal voor het verbeteren van de performance zijn de kwaliteit van de asset data en het onderhoudsmanagementsysteem. Professionalisering van strategisch asset management loopt veelal stuk op de datakwaliteit. Zo wordt vaak aangenomen dat met de leeftijd van assets de kans op storingen toeneemt. Dat je op basis van leeftijd kunt sturen in onderhoud, het reserveren van middelen voor vervanging, etc. Maar leeftijd alleen is geen goede voorspeller voor de conditie van assets. Bovendien, het principe dat dezelfde assets op hetzelfde moment dezelfde gebreken vertonen, blijkt in de praktijk niet geldig. Er zijn veel meer factoren die assets en de kans op calamiteiten beïnvloeden. Bijvoorbeeld gebruiksintensiteit, toegepaste materialen en omgevingsfactoren. Zelfs de gebruikers kunnen assets verschillend beïnvloeden.
“DE KWALITEIT VAN DE OPGESLAGEN DATA STIJGT, ZODAT WE MEER GRIP KRIJGEN OP HET ONDERHOUD.” Dimensys Europalaan 8 5232 BC ’s-Hertogenbosch
DIMEN0076_Advertorial Imaintain_v2.indd 1 52_dimensys.indd 1
Meer grip op processen Voor elke asset en elk proces moet een onderneming precies weten welke informatie nodig is en tot op welk detailniveau. Om data van die kwaliteit te verzamelen zijn specieke, verjnde methodes vereist. De kwaliteit van de data en het onderhoudsmanagementsysteem zijn essentieel. Het stelt de onderneming in staat gericht processen te verbeteren, knelpunten en onderhoud te voorspellen en gedegen planningen te ontwikkelen. Dimensys hanteert een specieke aanpak om ondernemingen te helpen antwoord te krijgen op de volgende vragen. Welke data zijn nodig, tot welk niveau en hoe garanderen we de kwaliteit? Met deze aanpak is het mogelijk snel de datakwaliteit te verbeteren, gedegen verschilanalyses uit te voeren en meer grip te krijgen op de performance van assets.
DIMENSYS Dimensys is een allround IT & business consulting bedrijf dat assisteert bij het verbeteren van bedrijfsprocessen en implementeren van IT-oplossingen. Het bedrijf werkt voor projectmatig werkende en service- en dienstverlenende organisaties. Dimensys maakt gebruik van standaard IT-oplossingen op basis van onder andere Microsoft, GE, SAP software en het NetWeaver platform. Grootschalige, complexe en innovatieve veranderings- of IT-projecten leidt zij in goede banen. Brede expertise en ervaring met Enterprise Asset Management, Manufacturing en Project & Portfolio Management vormen de basis van ieder advies aan haar klanten.
IT & BUSINESS CONSULTING
+31(0)73 - 68 68 750 www.dimensys.nl
17-06-14 17:08 18-06-14 09:02
‘Prestatiegericht Onderhoud’. Het gaat daarbij om standaardisering van de organisatie en werkwijze, de beheersing van processen, instructies en de inzet van ontwikkelde instrumenten.’ Op dit moment heeft Staedion circa 24.000 woningen conform de principes van prestatiegericht samenwerken in beheer. Nieuwbouw, overname en afstoten van bezit hebben hier invloed op. Een resultaatgerichte werkwijze biedt meer garanties dan de traditionele werkwijze om onderhoudswerkzaamheden ‘just-in-time’ uit te voeren, omdat de opdrachtnemer de prestatiemetingen uitvoert en de risico’s draagt voor het op tijd uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. De voorspelbaarheid van de degradatie van een project is beter en daarmee is ook de beheersbaarheid van de kosten groter, dit betekent dus minder risico’s. Vroeger kwamen leveranciers redelijk snel binnen, weet Van Eijk. ‘Nu zoeken we partners die passen bij onze wensen. Er is veel meer afstemming. We zoeken nu meer naar gelijkwaardige partners in de keten. En ook dat je die partner vroeg genoeg laat participeren in je proces, zodat hij zijn expertise
kan ventileren. We werken nu dus met zeven leveranciers en elk jaar maken we een top 7 aan de hand van de geleverde prestaties. Iedereen is heel nieuwsgierig waar hij staat. Die score wordt elk jaar gepubliceerd. Het is dus heel transparant. Als ze minder goed presteren, staan ze onderaan de lijst. Dan kan het zijn dat ze minder werk krijgen en uiteindelijk helemaal niet meer worden ingezet. En dat weten ze ook. De intentie is wel om met dezelfde club te blijven werken. Op deze manier verbetert de kwaliteit en dat is niet alleen prettig voor ons, maar ook voor de huurder. We willen in de toekomst voor de hele schil resultaatgericht gaan werken. Nu geldt dat alleen voor onderhoud van houten gevelelementen.’
Bewuste keuzes Van Eijk geeft een voorbeeld uit de praktijk dat laat zien wat de strategie aan besparing oplevert: ‘We zijn begonnen met een schildercyclus van zes jaar. Vervolgens zijn we naar zeven jaar gegaan en bij sommige clusters zijn we al in het achtste jaar gekomen. Daar zie je dus dat je prestaties met elkaar afspreekt. Dit bespaart uiteraard
veel geld, en dat kun je weer ergens anders in investeren. In materialen en oplossingen bijvoorbeeld. Op die manier wordt de kwaliteit van je bezit dus beter. Je hebt per jaar maar een bepaald budget en daar moet je het mee doen. Je gaat dus bewustere keuzes maken op basis van heldere uitgangspunten.’
‘We willen in de toekomst voor de hele schil resultaatgericht gaan werken.’ Bij Staedion wordt die vastgoedsturing prominent in de organisatie gezet. ‘Afwegingen en keuzes op het gebied van vastgoed worden op een meer samenhangende en gestructureerde manier gemaakt. Vroeger werd er meer gewerkt op basis van de techniek. Een techneut zegt: alles moet er goed bijstaan. Dat is ook zo, maar je kunt wel kiezen qua kwaliteitsniveau. Vroeger werd veel meer de uniformiteit gezocht. Nu wordt differentiatie aangebracht. Het onderhoud wordt per cluster afgestemd.’ n MaintNL 06 – 2014
50_51_53_ML_NVDO-artikel.indd 53
53
17-06-14 09:52
Cursussen
Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de Maintenance Academy op www.nvdo.nl Komende NVDO Cursussen Locatie: NVDO Verenigingsgebouw, tenzij anders vermeld
9 en 10 september Montage en Demontage van Lagers Uit onderzoek is gebleken dat veel lagers vroegtijdig uitvallen door direct beïnvloedbare factoren. Denk hierbij aan onjuiste montage, exclusie (vervuiling van buitenaf), onjuiste lagerkeuze, onjuiste passingen, geen optimale smering, et cetera. Kennis hebben van deze direct beïnvloedbare factoren kan onmiddellijk resulteren in standtijd verlenging van (vaak de meest kritisch onderdelen van uw installatie) de lagers en een hogere betrouwbaarheid van uw installatie. Begrippen als belasting, rollichamen, draagvermogen, toerental en speling worden uitvoerig behandeld. Dit is de basis van de wentellagertechniek. Wat is de functie van de kooi en welke soorten kunnen we onderscheiden? U maakt kennis met het ISO-passingstelsel. Uiteraard gaan we uitgebreid in op de verschillende typen wentellagers. U ziet hoe lagers zijn opgebouwd en hoe specifieke kenmerken hen geschikt maken voor verschillende applicaties. Deze opleiding bevat naast een theoretisch deel ook een, op deze kennis gebaseerd, praktisch deel. De deelnemers worden in deze tweedaagse training in staat gesteld de problemen, verbonden aan het gebruik van lagers, te begrijpen en de verschillende lagertypen en –aanduidingen te herkennen. Daarnaast raken de deelnemers vertrouwd met de juiste en veilige gereedschappen voor de verschillende montage- en demontagemethoden en het smeren van lagers. Ze zullen ook beter in staat zijn lagerschades te analyseren en te voorkomen. Na de praktische oefeningen zullen de deelnemers de materie echt beheersen! Onderwerpen • L agertechnologie, de verschillende materialen, welke loopbaancontacten, draaggetallen en toerentallen • Wentellageraanduidingen, wat betekenen alle cijfers en letters • Lagerkarakteristieken, welk type lager voor welke toepassing en waarom • Passingen en toleranties, aan welke afmetingen dient het lager te voldoen • Monteren en demonteren van lagers op een juiste en veilige methode • Lagersmering en methodes, welk vet, nasmeerinterval en nasmeerhoeveelheid • Lagerschadeanalyse en hoe te voorkomen
17 september Storingsanalyse, maar dan Anders! (In Company mogelijk) De NVDO cursus ‘Storingsanalyse, maar dan Anders!’ biedt deelnemers een complete aanpak voor het effectief en efficiënt oplossen van storingen. In één dag wordt geleerd: • Hoe een samenloop van omstandigheden of vaag probleem kan worden verduidelijkt tot een kernachtige omschrijving van storingsmelding(en) • Hoe alle informatie over een storing nauwkeurig beschreven kan worden, zodanig dat onderscheid wordt gemaakt tussen geruchten en feiten • Hoe op een zo efficiënt mogelijke wijze de oorzaak van de storing kan worden bepaald • Hoe de juiste maatregelen kunnen worden gekozen • Hoe de samenwerking en de communicatie tussen de (interne) klant en de ‘storingsoplosser’ kan worden verbeterd. Denk bijvoorbeeld aan de relatie tussen TD en Productie Resultaat: storingen worden sneller en definitief opgelost. Door betere samenwerking ontstaat een hogere beschikbaarheid van productie-installaties met lagere onderhoudskosten tot gevolg. Deelnemers worden getraind in een stap voor stap aanpak, een systematische manier van denken voor het analyseren en oplossen van storingen. De deelnemer krijgt daarbij antwoord op de volgende vragen: • Hoe meld ik storingen duidelijk en welke vragen moet ik (mezelf) stellen om ervoor te zorgen dat ik alle relevante informatie verzamel die nodig is voor het oplossen van de storing? • Op welke wijze kan ik alle gegevens met betrekking tot een storing het beste (visueel) vastleggen, zodat de feiten door iedereen eenvoudig begrepen worden? • Hoe kan ik een nog niet opgeloste storing zorgvuldig overdragen aan een collega, zodanig dat hij direct met de analyse kan beginnen? • Hoe pak ik de analyse van de storing efficiënt en effectief aan, zonder voorbarige conclusies te trekken? • Hoe bepaal ik op basis van de beschikbare informatie de juiste storingsoorzaak, zonder te vervallen in een aanpak van ‘trial and error’? • Hoe bepaal ik de beste maatregelen om de storingsoorzaak weg te nemen. Onderwerpen Tijdens deze eendaagse cursus worden eigen ervaringen uitgewisseld. De deelnemers krijgen een beeld van hun huidige werkwijze bij het analyseren van storingen. Vervolgens wordt stap voor stap een systematische aanpak voor storingsanalyse getraind. Daarbij worden korte stukken theorie steeds afgewisseld met vele praktische voorbeelden en oefeningen om vaardigheid te ontwikkelen in een kritische aanpak.
54 MaintNL 06 – 2014
54_55_MI_NVDO_cursussen.indd 54
17-06-14 09:51
Cursussen
Deelnemers ontvangen tijdens de cursus een syllabus. Voor toepassing van de methoden in het eigen bedrijf worden tevens digitale werkbladen beschikbaar gesteld.
18 en 19 september Risk Based Maintenance (RBM), onderhoudsconcepten op basis van risico’s (In company mogelijk) De deelnemer wordt in deze cursus meegenomen in een proces dat start bij het vaststellen van onderhoudsdoelstellingen en leidt tot een geoptimaliseerd onderhoudsconcept op basis van risico. Daarnaast zal duidelijk worden dat een onderhoudsconcept niet statisch is en continu onderhevig is aan veranderende factoren zoals onder andere het gebruik van de installatie, de economische situatie en wet- en regelgeving. Centraal in dit proces staat het risicodenken: wat zijn risico’s ten aanzien van uw bedrijf, hoe worden potentiële risico’s in kaart gebracht en op welke manier kunnen deze vermeden worden? De behandelde methodiek is algemeen toepasbaar en niet afhankelijk van bepaalde typen installaties. Het proces om tot een onderhoudsconcept op basis van risico te komen is generiek en toepasbaar in alle markten waarin technisch onderhoud gepleegd wordt. Een belangrijke methodiek is de FMECA (Failure Mode, Effects and Criticality Analysis). De FMECA ondersteunt het denken in termen van risico’s en helpt u het onderhoud in uw organisatie naar een hoger plan te tillen. In de cursus Risk Based Maintenance, onderhoud op basis van risico’s leert u hoe u grip krijgt op het onderhoud en hoe u een optimum kunt creëren tussen bedrijfsdoelstellingen en onderhoudskosten. U leert een risicomatrix op te stellen op basis van bedrijfsdoelstellingen. U leert (van grof naar fijn) de kritische onderdelen van de installaties op te sporen en de faaloorzaken in kaart te brengen. Risk Based Maintenance (RBM) helpt prioriteiten te stellen in preventief onderhoud. Het maakt inzichtelijk waar de grootste risico’s liggen, zodat u daar op kunt anticiperen en weet welke delen van je installatie wel en welke niet mogen falen. Tot slot faciliteert RBM uw gesprek in de boardroom. Een objectieve onderbouwing, waarbij ook gevolgkosten in beeld zijn van ‘wat als scenario’s’, is daarbij zeer behulpzaam. Onderwerpen • Het herkennen en formuleren van bedrijfsdoelstellingen • Het definiëren van risico’s • Verschillende methodieken van risicoanalyses (een voorbeeld: FMECA) • Opstellen van een onderhoudsconcept naar aanleiding van de risicoanalyse • Optimaliseren van onderhoudsconcepten
23 en 24 september Cursus Verkenning Asset Management (In Company mogelijk) Een integrale kijk op het beheer van assets, van ontwerp, gebruik, onderhoud tot ontmanteling, en het zorgdragen dat beslissingen en acties steeds ‘in line of sight’ zijn met het corporate beleid en strategie zijn voorwaardelijkheden voor goed asset management. Hiervoor is het noodzakelijk om een passend en doelmatig assetmanagementsysteem op te zetten en te implementeren. Asset management wordt dan ook meer en meer gezien als een competentie met een breed en integraal perspectief. De verdieping van de strategie in concepten en in plannen resulteert in opdrachtstellingen met bijbehorend budget voor de processen: asset-creatie/verwerving, asset-gebruik, asset-onderhoud, asset-verbetering en asset-ontmanteling. De prestaties en condities van de assets en asset management moeten worden gemeten, geanalyseerd en continu verbeterd. Voor de realisatie van deze processen moet een heldere en gestructureerde organisatie worden ingericht en moeten de nodige competenties bij de medewerkers aanwezig zijn. En ten slotte moet het gehele proces ondersteund worden met IT en infrastructurele middelen. Na het volgen van deze cursus: • Heeft de deelnemer kennis van assetmanagementdefinities en de vereisten genoemd in PAS 55 en ISO 55000 • De cursist is zich bewust van de toegevoegde waarde van asset management voor zijn organisatie en kent de verschillende assetmanagementdomeinen en hun samenhang • Beschikt de deelnemer over ‘field proven’ frameworks, modellen en best practices die concreet in de eigen situatie kunnen worden toegepast Opmerking: Deze cursus is geaccrediteerd door het Institute of Asset Management (IAM) en behandelt alle IAM-modules (A1-A2 en B1 t.e.m. B6). De deelnemer zal na het succesvol afronden van de bijbehorende toets een certificaat ontvangen met een uniek nummer uitgereikt door het Institute of Asset Management. Programma Dag 1 • Algemene Introductie en Introductie in asset management (AM) • PAS55-introductie en kennismaking met ISO 55000 • AM-model • AM-elementen, -richtlijnen, risk management, beleid en strategie en concepten Dag 2 • Plan en service providing • Performance en metingen • Analyses, organisatie, medewerkers en middelen • Implementatie MaintNL 06 – 2014
54_55_MI_NVDO_cursussen.indd 55
55
17-06-14 09:51
De Stelling
WiM davidse, arbeidsMarktadviseur bij dzjeng
eens of oneens?
‘De komende jaren zal er een (licht) tekort zijn vanwege vergrijzing en vervangingsvraag, vooral op hbo- en wo-niveau, in alle tech-sectoren. Volgens mij waren/zijn er voldoende ‘tech-studiewilligen’ maar gaat een flink deel na het behalen van diploma/bul tóch liever een niet-tech-functie vervullen. Tech-opleidingen en werkgevers moeten nog meer hun best doen om techfuncties een helder en sterk imago te geven én om gezien te worden als aanstekelijke werkgevers! Dat betekent zeker ook: serieus kennis hebben van de psychologie/drijfveren/verlangens van technici (in spé), diversiteit een plek geven en verschillende werkproposities voor verschillende arbeidsmarktsegmenten creëren en aanbieden.’
Bezoekers van www.nvdo.nl konden reageren op de stelling. 17% van de deelnemers is het eens met de stelling, 83% oneens. Wilt u ook uw mening geven? Houd de LinkedIn-groepen en websites van iMaintain en de NVDO in de gaten. De redactie plaatst regelmatig een nieuwe stelling. Misschien komt uw reactie wel in het blad!
“Er is geen tekort aan technici, er is juist overcapaciteit die verkeerd wordt ingezet” 17% eens – 83% oneens Walter MesteroM, directeur van PdM ‘Wellicht. Indien we wat meer bewustzijn tonen en meer in processen denken kunnen we efficiënter werken: more for less. Of dat ons probleem van vergrijzing geheel oplost, durf ik niet te beweren - invloed heeft het zeker!’
ilse visser, Hr-adviseur/recruiter ‘In reactie op Wim Davidse zou ik aan willen vullen dat opleiding niet altijd aansluiting heeft op de praktijk en dat opleiding niet altijd bijgehouden wordt. Daarnaast denk ik dat salarissen in de niet-tech-rollen met een tech-achtergrond veelal hoger zijn waardoor de vaak jongere techs al vroeg overstappen naar niet-tech-functies. Deze toevoeging geheel uit eigen ervaring.’
56 MaintNL 06 – 2014
56_57_MF_stelling.indd 56
17-06-14 15:42
bart coenradi, Managing consultant bij adc PerforMance iMProveMent ‘Ik ben geneigd te zeggen dat we een tekort hebben aan (goede) technici. Maar de stelling is een uitdaging. Ben namelijk ook van mening dat we medewerkers, niet sec technici, te vaak op een onjuiste wijze inzetten. We maken te weinig gebruik van skill management; mensen in hun
kracht, et cetera. Er is veel verspilling. In antwoord op jouw stelling, mijn mening en ervaring: ja, er is/komt een tekort aan technici en door een betere inzet van mensen is er nog heel veel rek en is er nog veel mogelijk om te voorkomen dat dit daadwerkelijk een probleem wordt.’
nick Piscaer, ProcureMent Manager bij tata steel PerforMance iMProveMent ‘Ik beperk me tot de branches waar technisch onderhoud wordt verricht en ik maak onderscheid in ‘white collar’ en ‘blue collar’ onderhoudspersoneel. Mijn ervaring: 1. Er is thans een tekort aan skilled ‘white collar’ technisch onderhoudspersoneel. Met ‘white collar’ personeel bedoel ik de technische beheerfuncties op mbo/hbo-niveau zoals: technisch installatiebeheerder, werkvoorbereider, inspecteur, supervisor/toezichthouder, maintenance engineer, (materiaal) planner et cetera. Omdat de meeste technici generiek zijn opgeleid is er een tekort aan skilled technisch personeel voor bovenstaande specialistische functies. Onze opleidingsstategie moet volgens mij veel meer gedifferentieerd worden om op te leiden voor deze specialistische functies. Door het tekort aan deze specialisten worden onderstaande activiteiten onvoldoende gerealiseerd: • Onderhoudsinbreng in capex/nieuwe installaties ten behoeve van onderhoudsvrij of onderhoudsbewust ontwerpen, inclusief oplevering van as built tekeningen en onderhoudsconcepten. Door het ontbreken van deze voorwaarden wordt er te veel onderhoud gecreëerd en door het ontbreken van as built tekeningen wordt er heel veel geïmproviseerd. • Vaststelling van de te kiezen langetermijnonderhoudsstrategie per installatie op basis van total cost/added value. Door geen keuzes te maken gebeurt het huidige onderhoud ongestructureerd, inefficiënt. • ‘Beoordelend vermogen’ en ‘contractmanagement’ zijn thans onvoldoende ontwikkeld door het ontbreken van ‘white collar’ technici met de juiste competenties.
2. Er is thans nog geen tekort aan skilled ‘blue collar’ technisch onderhoudspersoneel, echter voor de toekomst dienen wel maatregelen genomen te worden om tekorten te voorkomen. Met ‘blue collar’ personeel bedoel ik de uitvoerende onderhoudsfuncties zoals: generieke uitvoerende technici en specialistische uitvoerende technici op vakgebieden zoals rotating, hydrauliek, meet- & regeltechniek, lastechniek et cetera. Ook hier dienen we onze opleidingsinspanning veel meer te focussen op de specialisten voor de toekomst en mogelijk veel meer deze specialisten gezamenlijk inzetten door en voor meerdere bedrijven, dus ‘sharing human assets’. Om het tekort van ‘blue collars’ voor de toekomst te voorkomen dienen we de vakdiscipline shutdown/stilstandsmanagement zo snel mogelijk te professionaliseren waardoor ook de huidige HoTT van thans 40 tot 50 procent opgevoerd kan worden tot 65 à 70 procent.
tHeo scHols, senior consultant bij cosearcH Professionals Er is geen overcapaciteit aan goede technici maar ik kan het er wel voor een gedeelte mee eens zijn dat technici onjuist worden ingezet. Technici maken carrière en groeien naar betere posities waardoor er een probleem gaat ontstaan aan de onderkant. Het klinkt wellicht heel ouderwets maar door het wegvallen van bedrijfsscholen/opleidingen is ook de aanwas van technici weggevallen. Het ontbreekt aan goede opleidingsmogelijkheden voor mensen die ooit een verkeerde keuze hebben gemaakt voor een opleiding en geen vangnet hebben van een bedrijfsopleiding. Sinds een paar jaar wordt er wat aandacht besteed aan technische opleidingen op vmbo-scholen waar ze proberen techniek hip te maken. Echter is dit gedoemd om te mislukken want het ontbreekt aan technische vakdocenten. Ook de opleiding voor technische vakdocenten is ondermaats, ze houden nog steeds vast aan wat er veertig jaar geleden ook werd gedaan. Hier ligt een grote taak voor de overheid om serieus aandacht te besteden aan opleidingen. Uiteindelijk zal het weer op het bedrijfsleven aan komen dat moet inzien dat de ouderwetse bedrijfsscholen zo slecht nog niet waren, waardoor mensen weer een kans krijgen tot scholing en omscholing. Bedrijfsscholen in de tijd van nu kunnen wel eens een nieuw businessmodel gaan worden waarbij ook opgeleid kan gaan worden voor andere bedrijven. Het nieuwe delen heeft namelijk de toekomst.
MaintNL 06 – 2014
56_57_MF_stelling.indd 57
57
17-06-14 15:42
Onderhoud en infra
Staatssecretaris Mansveld checkt spooronderhoud Onlangs concludeerde de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) na een grootschalige inspectie van 2.500 spoorobjecten dat er geen situaties zijn van acuut gevaar, maar dat er wel zaken zijn die beter kunnen aan het spooronderhoud. Op basis van het onderzoek wilde staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur en Milieu een definitief beeld vormen van het prestatiegericht onderhoud (PGO) door ProRail, waarbij de focus ligt op preventief onderhoud. David van Baarle Staatssecretaris Mansveld belde met ProRail en stelde voor om de situatie tijdens het onderhoud aan het spoor eens met eigen ogen te bekijken. ProRail vroeg op zijn beurt aan Asset Rail of zij bereid waren Mansveld een kijkje in de keuken van spooronderhoud te geven. Asset Rail was de partij die vorig jaar nog een contract binnenhaalde voor een vergoeding waarvan een van de andere bieders zei dat het contract nooit goed zou kunnen worden uitgevoerd. Directeur Pieter Ahsman van Asset Rail greep dan ook zijn kans om de staatssecretaris te laten zien dat met prestatiegericht onderhoud wel degelijk dezelfde kwaliteit kan worden gehaald tegen
minder kosten. ‘We zijn nu net een jaar bezig met de uitvoering van het contract en we hebben het aantal storingen weten terug te brengen’, zegt Ahsman. ‘Wat dat aangaat kunnen we tevreden zijn. Dat wil niet zeggen dat de aanloop helemaal zonder hobbels is verlopen. De vergoeding die we krijgen is zoals gezegd scherp aan de prijs en dus moeten we er alles aan doen om binnen budget te blijven. Daar komt bij dat de staat van het tracé minder goed was dan we dachten en we hebben dus behoorlijk wat moeten investeren. Nu voeren we alleen het kleine onderhoud uit, dus neemt ProRail de grote vervangingsinvesteringen voor zijn rekening, maar in het contract zijn
ook voldoende vervangingen die op ons conto worden gerealiseerd. De samenwerking met ProRail is gelukkig goed en we zien het als leergeld voor de komende jaren waarin we hopen meer contracten te kunnen winnen. Zo hebben we recent ook het contract voor het Eemlandgebied gewonnen zodat we de opgedane kennis en ervaring verder kunnen uitbouwen. We hebben het afgelopen jaar niet alleen in het spoor zelf geïnvesteerd, maar ook in onze eigen mensen. Zo begon ik een jaar geleden met
‘We hebben het afgelopen jaar niet alleen in het spoor zelf geïnvesteerd, maar ook in onze eigen mensen.’ een man of tachtig en zit ik nu op een personeelsbestand van 125. Omdat goed technisch personeel niet voor het oprapen ligt en het invullen van een prestatiecontract om andere competenties vraagt, leiden we ook zelf mensen op tot hoofdmonteur.’
58 MaintNL 06 – 2014
58_59_60_61_MR_NVDO-artikel.indd 58
18-06-14 13:58
FOTO’S: STEFAN VERkERk EN ASSET RAil
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Wilma Mansveld wilde wel eens met eigen ogen zien hoe onderhoud aan het spoor wordt uitgevoerd. Ze ging in de nachtelijke uren op pad met de spoorwerkers van Asset Rail.
Bezoek Uiteindelijk leidde het verzoek van Mansveld ertoe dat ze begin mei verschillende werkzaamheden op en rond het spoor bij Amersfoort kon aanschouwen. Tijdens het bezoek, dat plaatsvond tussen 23:00 en 02:30 ‘s nachts, heeft zij zich
laten informeren over de manier waarop ‘s nachts onderhoud wordt gepleegd aan het spoor, de bovenleidingen en wissels. Zij liep onder meer mee met een inspectie van de bovenleidingen en was aanwezig bij werkzaamheden om relais langs de baan te vervangen. Tijdens haar bezoek is ook
BEDRiJFSPROFiEl Asset Rail startte in 2008 toen het onderhoud voor het contractgebied Gelre werd aanbesteed. Het is een jong bedrijf dat is opgericht door Dura Vermeer (veertig procent aandeel), Imtech Infra (veertig procent aandeel) en Arcadis (twintig procent). De twee grootste aandeelhouders verzorgen de capaciteit bij het uitvoerende werk, terwijl Arcadis de kennis over onderhoud verzorgt. Het Gelre-contractgebied waarmee de opmars van Asset Rail begon, is een samenvoeging van de twee voormalige contractgebieden Achterhoek en Maas en Waal. Het was een van de eerste experimenten van ProRail met prestatiegericht onderhoud. In plaats van het klein dagelijks onderhoud weg te geven aan de traditionele procescontractaannemers BAM, Volker Stevin en Strukton besloot ProRail dat werk openbaar aan te besteden op basis van prestatiecontracten. Nieuwkomer Asset Rail won het contract en ging, nauwkeurig in de gaten gehouden door ProRail, voortvarend aan de slag.
onderhoud gepleegd aan acht wissels en is een zogeheten lijmlas geplaatst, die van belang is voor de treindetectie. Uiteraard was Mansveld vooral geïnteresseerd in de veiligheid van de mensen die het werk doen. Mansveld: ‘Je staat er niet vaak bij stil, maar ‘s nachts wordt er hard
‘Het is bijzonder om te zien hoe er op deze manier wordt gewerkt aan de veiligheid en begaanbaarheid van het spoor.’ gewerkt op en rond het spoor. De omstandigheden waaronder dat gebeurt, zijn niet eenvoudig: het is donker en je moet bij de planning goed rekening houden met het spoorboekje. Bij spooronderhoud denk je al snel aan technische ingrepen aan wisMaintNL 06 – 2014
58_59_60_61_MR_NVDO-artikel.indd 59
59
18-06-14 13:59
Onderhoud en infra
ExTRA iNVESTERiNgEN SPOOR Mansveld maakte onlangs nog bekend dat rijk en regio 1,1 miljard euro uittrekken om het vervoer per trein te verbeteren. Zij hebben onder meer besloten op Amsterdam Centraal Station de perrons te verbreden zodat reizigers makkelijker kunnen in- en uitstappen. Verder zijn afspraken gemaakt over een verdiept spoor in Vught, de aanleg van een goederenboog bij Meteren en de goederenroute in Oost-Nederland. ‘Met deze investering maken we het spoor klaar voor de toekomst’, aldus Mansveld. De maatregelen in Amsterdam moeten de kwaliteit en capaciteit van het station en spoor vergroten. Niet alleen worden de perrons verbreed, ook wordt de oosttunnel onder het station verbreed, komen er roltrappen in en wordt de spaghetti van sporen ontward. Daarnaast wordt de spoorbrug aan de oostkant van het station vervangen. Hierdoor is het mogelijk om meer treinen te laten rijden naar Utrecht, Eindhoven en tussen Schiphol en Lelystad. Tegelijk moet goederenvervoer mogelijk blijven naar het Amsterdamse havengebied en IJmuiden. Ook wordt voor reizigers een overstap op het station en naar bus, tram en metro, sneller
sels en bovenleidingen. Maar ook zaken als groenonderhoud vinden ‘s nachts plaats. Op die manier ondervindt de reiziger er zo min mogelijk hinder van. Het is bijzonder om te zien hoe er op deze manier wordt gewerkt aan de veiligheid en begaanbaarheid van het spoor.’
en comfortabeler. In totaal wordt hier door het ministerie 431 miljoen voor uitgetrokken. Langs het spoor tussen Utrecht en Eindhoven worden maatregelen genomen om meer treinverkeer mogelijk te maken zonder dat dit ten koste gaat van het woongenot van omwonenden. Zo wordt het spoor in Vught verdiept, wordt de overweg aan de Wolfskamerweg in Vught ongelijkvloers gemaakt en worden de beide overwegen aan de Tongersestraat in Boxtel vervangen door een tunnel voor voetgangers en fietsers. Verder draagt het Rijk vijftig procent bij aan de aanpak van de spooroverweg in Haaren. Om het goederenvervoer van de Brabantroute (via Dordrecht, Breda en Tilburg) naar de Betuweroute te verplaatsen, komt er een spoorverbinding via een boog bij Meteren. Hierdoor rijden goederentreinen meer over de Betuweroute en vermindert de overlast voor omwonenden van de Brabantroute. De extra ruimte op de Brabantroute wordt gebruikt om meer reizigerstreinen vanuit Brabant naar de Randstad te laten rijden. Rijk en regio hebben 703 miljoen euro gereserveerd voor de maatregelen in NoordBrabant en Gelderland.
PGO Het idee van prestatiegericht onderhoud is dat aannemers hun eigen expertise en innoverend vermogen kunnen inzetten bij het onderhoud aan het spoor, met als doel meer veiligheid en minder verstoringen. Een aannemer luidde vorig jaar echter de noodklok
omdat hij voor de toenmalige marktprijzen de veiligheid van het spoor niet meer kon garanderen. Pieter Ahsman verklaarde toen ook al dat het uitvoeren van een prestatiecontract van klein preventief en correctief onderhoud sowieso niet te vergelijken was met de oude contracten. Bovendien is Asset
gROOTSTE DEEl VAN HET SPOOR iS VAN VOlDOENDE kWAliTEiT De ILT heeft in een grootschalig onderzoek ruim 2.500 spoorobjecten geïnspecteerd en getoetst aan de onderhoudsnormen van ProRail. In totaal voldoet 85 procent van de objecten aan de onderhoudsnormen van ProRail en daarmee is het grootste deel van de railinfrastructuur van voldoende kwaliteit. De resultaten zijn representatief voor het gehele Nederlandse spoorwegnet en zijn opgenomen in de eerste rapportage over de fysieke staat van de Nederlandse spoorinfrastructuur die naar de Tweede Kamer is gestuurd. De ILT heeft ruim 2.500 inspecties uitgevoerd aan spooren wisselconstructies, overwegen, de beveiliging, de energievoorziening, spoorbruggen en -tunnels. Dit is gebeurd in de onderhoudsgebieden Zeeland, Eemland, Gelre, Rotterdam en Betuweroute. Bij bogen en wissels overschrijdt ProRail het vaakst normen (gemiddeld 31 procent bij bogen en 23 procent bij wissels). Bij bovenleidingen zijn geen normoverschrijdingen geconstateerd. In Zeeland voldoet het grootste aantal objecten (24 procent) niet aan de normen. Dit werd reeds geconstateerd in het ILT-
onderzoeksrapport over het prestatiegericht onderhoud aan het spoor van 21 februari 2014, waarbij ProRail heeft toegezegd maatregelen te treffen. In totaal voldoet 85 procent van de spoorobjecten aan de onderhoudsnormen van ProRail. Het grootste deel van de spoorinfrastructuur is daarmee van voldoende kwaliteit. Dit betekent niet dat bij de overige vijftien procent de veiligheid in het geding is. Door goed zicht op de normoverschrijding te houden en tijdig maatregelen te nemen, kunnen ProRail en Keyrail de veiligheid blijven waarborgen. De rapportage geeft een basis waartegen de ontwikkeling van de kwaliteit van de infrastructuur in de toekomst kan worden afgezet. De rapportage geeft gevolg aan de aanbeveling van de parlementaire onderzoekscommissie Kuiken uit 2012 om één keer in de vijf jaar de fysieke kwaliteit van het spoor te laten controleren door een onafhankelijke partij, aanvullend op de kwaliteitsborging door ProRail. In 2019 volgt een tweede rapportage.
60 MaintNL 06 – 2014
58_59_60_61_MR_NVDO-artikel.indd 60
18-06-14 13:59
Veiligheid bij werkzaamheden aan het spoor hebben prioriteit. Pieter Ahsman: ‘De ILT-vertegenwoordiger gaf ook tijdens het bezoek van Mansveld aan dat we alles keurig volgens de voorschriften hadden uitgevoerd.’
Rail speciaal opgericht om prestatiegericht onderhoud te kunnen uitvoeren, wat volgens Ahsman een heel andere organisatie vraagt. ‘Door de werkstromen te optimaliseren, risico’s goed af te wegen en werknemers uit te
Het ILT doet ieder jaar inspecties om te zien of bedrijven de veiligheidsprocedures goed uitvoeren. Dit jaar zijn ze ook al langs geweest. rusten met de juiste tools kunnen we kosten besparen zonder op kwaliteit in te leveren. En dat de veiligheid daarmee in het geding komt, is dus ook niet waar. De procedures die ProRail voorschrijft voor veilig werken aan het spoor liegen er niet om en wij voeren
die net zo goed uit als de andere partijen. Zo blijkt uit eerdere audits.’
Veilig werken Het ilT doet ieder jaar inspecties om te zien of bedrijven de veiligheidsprocedures goed uitvoeren. Dit jaar zijn ze ook al langs geweest. ‘De ilT-vertegenwoordiger gaf ook tijdens het bezoek van Mansveld aan dat we alles keurig volgens de voorschriften hadden uitgevoerd.’ De voorschriften van ProRail voor de beveiliging van de werkplek zijn dan ook niet mals. Ahsman: ‘De leider Werkplek Beveiliging (lWB, red.) is onze eerste verantwoordelijke voor de veiligheid buiten. Hij communiceert met de treindienstleider die het baanvak uit bedrijf moet nemen en vrij moet geven. Vervolgens worden onze veiligheidsmaatregelen genomen zoals een kortsluitlans die een baanbezetting suggereert. Een tussen de rails geplaatste kortsluitlans beïnvloedt namelijk het spoorstroomloopsysteem
zoals een trein dat doet, waardoor de seinen op en voor dit baanvak op rood komen te staan. De lWB coördineert alle veiligheidsmaatregelen voor de buitendienststelling. Uiteraard wordt ook de bovenleiding spanningsloos gemaakt. We geven daarvoor een schakelopdracht en controleren voordat we echt gaan werken of hij daadwerkelijk spanningsloos is. Voordat we aan het werk gaan, heeft iedereen zijn veiligheidsinstructie gekregen van onze lWB en bovendien zijn de veiligheidspassen gescand. Een goede voorbereiding zorgt er bovendien voor dat het werk niet alleen sneller, maar ook veiliger kan worden uitgevoerd. We nemen van tevoren al uitgebreid de werktekeningen door en bespreken met onze Werkplekbeveiliger uitvoerend mogelijke veiligheidsrisico’s. Nadat het werk is uitgevoerd, volgt een finale check of alles goed is uitgevoerd en er niets is achtergebleven en wordt het spoor weer vrijgegeven aan de treindienstleider.’ n MaintNL 06 – 2014
58_59_60_61_MR_NVDO-artikel.indd 61
61
18-06-14 13:59
Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?
aan! e j d l Me .nl o d v n . www schap at
> lidma
Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband
De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud
houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard
(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het
netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-
gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het
che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De
realiseren en in stand houden van het grootste onder-
vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-
houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke
derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies
doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-
binnen de branche in kaart.
Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • • • • • • • • • •
Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s Cursussen over onderhoudsmanagement Studiedagen met actuele thema’s Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten Vacaturebank Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn (wetenschappelijke) Onderzoeken NVDO Corrosie Helpdesk Jongerenboard
• • • •
NVDO Onderhoudskompas Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl
62_MG_.indd 1
17-06-14 09:21
Prestatiemanagement
Mensen maken de prestatie Goed prestatiemanagement heeft positieve effecten op de totale keten van assetmanager tot toeleverancier. Prestatiemanagement is mensenwerk waarbij doelen en indicatoren maatgevend zijn voor het resultaat. En uit recente studies blijkt dat bedrijven met vier procent hogere betrokkenheid minimaal vier procent betere prestaties halen. In de toekomst wordt het steeds belangrijker dat bedrijven en mensen zich verder specialiseren en zich voor hetzelfde belang inzetten. Mark Oosterveer Bij het iMaintain-congres dat de NVDO Sectie Suto en het iMaintain platform in 2013 organiseerden, werden verschillende facetten van prestatiemanagement bekeken door de caleidoscoop. Uit de reacties en feedback van het publiek bleek dat er voor één facet meer aandacht nodig was: de menselijke kant van prestatiemanagement. Niet de harde productiecijfers en doelen maar juist de kennis, cultuur en vaardigheden die een goede prestatie mogelijk maken. Voor optimale prestaties zijn goede condities nodig. Bij de komende
editie van iMaintain Prestatiemanagement, is daarom de KIJK op prestatiemanagement ook op de menselijke kant gefocust.
Menselijke factor In het blok ‘KIJK op de zachte factoren van prestatiemanagement’ delen Dick Koopman, Hans Hermans en Erik de Bruine hun visie en ervaring over hoe je samen met je team tot topprestaties komt. Koopmans is directeur bij Yacht en zet daar zijn ruime ervaring met verschillende managementfuncties in de industrie voor in. Hermans put uit zijn
IMAINTAIN PRESTATIEMANAGEMENT, HET CONGRES VAN NVDO SUTO EN HET IMAINTAIN PlATfORM 10:30 uur 11:00 uur 11:10 uur 12:00 uur 12.45 uur 13.45 uur 14.45 uur 15.05 uur 16.00 uur 17.00 uur 17.45 uur 18.00 uur 18.30 uur
Ontvangst Opening KIJK naar de Benchmark! Lunch KIJK op de prestatiegedreven organisatie Stelling in de Kijker Pauze Publieksprestatie KIJK op de Zachte factoren van Prestatiemanagement KIJK op Technologie! Afsluiting Netwerkborrel Netwerkdiner
Meer informatie en registratie: www.imaintain.info/prestatie
ervaring als interim-manager voor professionalisering van bedrijven. Erik de Bruine is algemeen directeur van NEVI, het kennisnetwerk voor supply chain management en inkoop. Na een introductie van elke spreker zal de interactie met de zaal worden gezocht. De discussie zal aansluiten op ervaring van de sprekers en marktontwikkelingen.
Trends Een goede aanjager voor de discussie zijn veranderingen in de markt zoals deze te vinden zijn in het nieuwe NVDO Onderhoudskompas. In dit onderzoek wordt een lakmoestest gedaan van de professionele onderhoudsindustrie en kijken onderzoekers naar verschillen over de jaren. Het valt in de nieuwste editie op dat de drie belangrijkste trends anders zijn dan in de vorige editie. In het Onderhoudskompas 2012 waren schaarste aan technisch geschoold personeel, behoefte aan uitbesteding en afhankelijkheid van technologie en kennis de belangrijkste topics. Deze hebben in de nieuwste editie plaatsgemaakt voor een nieuwe top drie. De invloed van aandeelhouders en financiers, de aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance en de behoefte aan ICT zijn nu als meest belangrijk uit het onderzoek gekomen. Wat zijn hiervan de effecten op prestatiemanagement en de menselijke maat? De druk op de prestatie neemt toe. Dat is ook voor een deel terug te zien in de nieuwe top drie trends. Is daarmee de human factor ook op een lager plan komen te staan? Dat zou haaks staan op de filosofie dat voor een goede prestatie ook een goed prestatieklimaat nodig is. Als de druk op de overall prestaties van een organisatie wordt opgevoerd, moeten de omgevingscondities ook worden verbeterd. Gebeurt dat? Soms lijken hogere kosten verrekend te worden met verlaging van het budget voor HR en persoonlijke ontwikkeling. Bij het congres delen sprekers hun visie hierop en discussiëren met het publiek. Met een wetenschappelijke, bedrijfsmatige, innovatieve, zachte en redactionele blik op het thema, is op 1 oktober de KIJK op prestatiemanagement compleet. n MaintNL 06 – 2014
63_MP_NVDO-artikel.indd 63
63
17-06-14 15:42
Actueel
‘Industrie moet terug naar meesters en gezellen’ Onlangs is Frans Scheeren van OCI Nitrogen in Geleen uitgeroepen tot Plant Manager of the Year 2014. Scheeren pleit voor het aloude meester-gezelsysteem om kennis in de industrie te behouden, ook in het onderhoud. Hij gaat zijn verworven titel dan ook inzetten om die meesters in de praktijk te vinden. Elise Quaden Scheeren droomt ervan om wereldkampi oen manufacturing te worden met mest stoffenproducent OCI Nitrogen: geen onge vallen, geen loss of containment, honderd procent on stream en maximale output. ‘Maar helaas is dit niet het geval!’, zegt hij. ‘En dit ondanks de functionele inrichting van onze bedrijven, met specialistische afdelingen, strakke organisaties, met hel dere taken, bevoegdheden en verantwoor delijkheden, met visies, policies, requirements, managementsystemen, procedures, instructies …’
der, uitvoerder of directe chef, maar zelden of nooit toezichthouder of controleur, laat staan ‘meester’. Onze meesters hebben meestal niet één, maar soms zelfs tien of meer gezellen die vaak letterlijk niet dezelf de taal spreken, vindt Scheeren. Daarom zouden in elke tak van sport in de industrie meesters moeten komen: een meester bij engineering, inkoop en construction, die ervoor zorgt dat de tekeningen kloppen, de juiste materialen worden geleverd en de draadjes goed worden aangesloten, zodat de machine start met één druk op de knop. Een meester bij productie die controleert of de fabriek naar behoren is veiliggesteld, zodat de gezel van de contractor geen vin gerkootje kwijtraakt of vloeistof over zich heen krijgt. Een meester bij de onder houdsdienst of bij de contractor die contro leert of de juiste pakking op de juiste wijze is gemonteerd, zodat de compressor niet weer uitgebouwd hoeft te worden of de gezel van productie straks in een gaswolk staat. En een meester die voorkomt dat er lasdraden, een spie of een 25 kilogram zware bout van grote hoogte naar beneden suist.
gezel had gemaakt. Het moest in één keer goed, en hopelijk ook veilig.’
Overal meesters Gezellen heten tegenwoordig engineer, constructeur, inkoper, planner, monteur, operator, logistiek medewerker, enzovoort. De meesters heten senior, chef, teamlei
Meister und Geselle
To the point
FOtO: GIjS HOEkStrA
Daarom wil hij, gechargeerd gezegd, weer terug naar de middeleeuwen: ‘In de oude ambachten had je de meester en de gezel. In het Duits heette dat: der Meister und der Geselle. De gezel werd lid van een gilde, kreeg een basisopleiding en zocht dan aan sluiting bij een meester om het beroep tot in de finesses te leren. De meester was verplicht om hem alles te leren wat hij zelf beheerste. De meester was een specialist, bijvoorbeeld een meubelmaker, die precies wist wat de klant vroeg, de kneepjes van het vak kende en die heel veel ervaring had. In de Duitse taal bestaat dan ook een veelzeggend spreekwoord: Übung macht den Meister. De meester was meestal de eigenaar van de zaak en moest alles zelf doen: ontwerpen, materiaal inkopen, plan nen, produceren, bezorgen en uiteraard afrekenen. Maar als hij bezig was met pro duceren, dan had hij alle aandacht voor zijn gezel. Hij instrueerde hem, deed hem de dingen voor en controleerde wat de
Frans Scheeren van OCI Nitrogen, Plant Manager of the Year 2014.
Als we dit bereiken, dan kunnen we wereld kampioen worden, zegt Scheeren. ‘Wereld kampioen in design en construction, in purchasing, in safety, in output en quality en in costs.’ Dat is waar Scheeren zich sterk voor wil maken als Plant Manager of the Year: ‘Ik ga samen met onze partners uitvinden wáár in onze organisatieonderdelen de meesters zitten, of deze meesters hun rol herkennen, en of deze meesters deze rol kunnen waar maken. Zo niet, dan is het aan ons om belem meringen weg te nemen. Hierbij wil ik niet focussen op werkprocessen of procedures, maar wel op de praktijk van alledag, dus heel concreet en met meer daadkracht. Oftewel: iets meer ‘to the point’, iets meer ‘power’, en iets minder ‘powerpoint’!’ n
64 MaintNL 06 – 2014
64_MN_NVDO-artikel.indd 64
17-06-14 09:53
Column Goed nieuws Hoewel het niet mijn meest favoriete uitspraak van Johan Cruijff is, is het wel waar: Elluk nadeel hep zun voordeel! Het geldt zeker voor de aardbevingen in het hoge noorden van ons land. Minister Kamp stelde inmiddels zo’n slordige 1,2 miljard beschikbaar ter compensatie voor de geleden schade door de aardbevingen. Kamp van Economische Zaken is het overigens niet eens met kritiek dat het kabinet te weinig geld beschikbaar stelt voor het gaswinningsgebied in Groningen. ‘Er werd al gezegd dat het te weinig was voor ik had gezegd hoeveel het zou worden’, zei Kamp in het tv-programma Buitenhof. Hij vindt het bedrag van 1,2 miljard voor vijf jaar ‘heel veel geld’. De minister vindt het niet zinvol om te discussiëren over de vraag of er in het verleden een gasfonds ingesteld had moeten worden om de getroffenen van de gaswinning te compenseren. ‘In het verleden zijn democratische besluiten genomen. Ik heb te maken met de situatie nu.’ Da’s dus het nadeel niet, want met het beschikbaar gestelde geld moet toch heel veel schade hersteld kunnen worden? Een tweede voordeel is ook interessant. Het herstellen van de aardbevingsschade in Noord-Groningen levert
namelijk een forse economische impuls op voor de regio. Het herstel van schade, het nemen van preventieve maatregelen en het verduurzamen van woningen levert in totaal voor 7.000 manjaren werk op. Dat zou dan zomaar kunnen leiden tot een nieuwe betaalde baan waarin je de schade aan je eigen huis en dat van je buurman herstelt. Dat is toch geweldig? Maar het nadeel heeft nog een voordeel, want op langere termijn kan de Groningse economie profijt hebben van de werkzaamheden, omdat er veel ervaring en expertise opgebouwd kan worden over duurzaam en aardschokbestendig bouwen. En omdat ze bij Bouwend Nederland het voor elkaar hebben gekregen dat de zes procent BTWregeling nog wordt voortgezet, is hier alweer een voordeel geldend. Het wordt tijd dat alle positieve berichten een positie krijgen in de media. De regio Noord-Groningen kan ons altijd bellen hoor, de NVDO verspreidt graag goed nieuws. En als het moet, bellen we gewoon Johan Cruijff met zijn allernieuwste uitspraak: ‘Van bevingen kun je leven’.
Het herstellen van de aardbevingsschade in NoordGroningen levert een forse economische impuls op voor de regio.
colofon
Ellen den Broeder-Ooijevaar
MaintNL is het verenigingsmagazine van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. De naam MaintNL is eigendom van de NVDO.
Postbus 138 3990 DC Houten t +31(0)30 634 60 40 f +31(0)30 634 60 41
e info@nvdo.nl • www.nvdo.nl • www.nvdovac.nl
MaintNL 06 – 2014
65_MC_NVDO_Vmanager.indd 65
65
17-06-14 09:57
66 volgend nummer
In HeT volgende nummer Thema: Maintenance in de gebouwde omgeving De gebouwde omgeving moet groener worden. Energie-efficiënte is een van de belangrijkste doelstellingen geworden in het gebouwbeheer. Dit heeft ook gevolgen voor het onderhoud aan vastgoed. Welke veranderingen maakt het door? En hoe ver zijn we al in deze verduurzaming?
Explosie Shell Moerdijk Op dinsdag 3 juni vond er een explosie plaats in een installatie op de chemie-site Shell Moerdijk. Dit incident gebeurde tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de MSPO-2 installatie. Naar de oorzaken wordt nog onderzoek gedaan en er kunnen nog geen beschuldigende vingers naar onderhoud. Maar de vraag ‘Hoe hadden we dit kunnen voorkomen?’ wordt alom gesteld.
Werken aan een gezamenlijk doel Hoe is de verhouding tussen werkgevers en werknemers in de Nederlandse industrie? In sommige branches lijkt de groei er weer in te zitten, andere disciplines lopen nog wat achter. Is de groei al te verzilveren door de vakmensen of is dat nog te vroeg? Werken we wel naar een gezamenlijk doel toe? Tijdens Profion Maintenance Linqs werd hierover gediscussieerd. iMaintain doet verslag.
Thema: maintenance in de gebouwde omgeving EN VERDER MaintNL De Landelijke Dag van het Onderhoud komt met rasse schreden dichterbij. Waar kunt u gaan kijken? En wat kunt u zelf betekenen? Ook interviewen we weer een maintenance manager die iets bijzonders voor elkaar heeft gekregen op de werkvloer.
iMaintain Nummer 7 verschijnt 30 augustus 2014
Thema’s 2014 iMaintain 08-2014
maintenance en industriële reiniging
iMaintain 09-2014
maintenance en risicomanagement
iMaintain 10-2014 maintenance in de infra
06 14 imaintain
66_E_volgend nummer.indd 66
17-06-14 10:48
ASSET INTEGRITY PARTNER STORK IS EEN WERELDWIJD OPERERENDE KENNISORGANISATIE OP HET GEBIED VAN ASSET-OPTIMALISATIE EN INTEGRITY MANAGEMENT VOOR DE OLIE & GAS-, CHEMIE- EN ENERGIESECTOR. Stork is al 185 jaar een betrouwbare en toonaangevende leverancier van asset integrity managementdiensten. Wij helpen onze klanten bij het optimaliseren van de productie door het onderhouden, repareren en verbeteren van hun industriële assets. Als één team opereren wij vanuit verschillende technische disciplines waarbij we voortdurend streven naar continuïteit, kwaliteit, innovatie en kostenbesparing. Hiermee leveren we toegevoegde waarde gedurende de gehele levenscyclus van de assets van onze klanten. Veiligheid heeft daarbij altijd onze hoogste prioriteit.
WWW.STORK.COM
â–˛
digitale bijlagen
Waardecreatie door goed onderhoud
en zijn Deze opleiding gen in ook in te bren ltijd de nieuwe dee ding bachelor-oplei wkunde. Werktuigbou r de moInformeer naa gelijkheden.
POST-MBO ONDERHOUDSTECHNIEK POST-HBO ONDERHOUDSTECHNOLOGIE POST-HBO ONDERHOUD EN MANAGEMENT MASTER OF ENGINEERING IN MAINTENANCE AND ASSET MANAGEMENT
JE KAN VERDER! Onderhoud is als vakgebied steeds in beweging. Het werk groeit in waarde en aanzien. Van het oplossen van problemen tot een sterke schakel in de waardeketen. Veiligheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van installaties zijn het resultaat van goed onderhoud. Parallel daaraan groeit voor de onderhoudsprofessional de complexiteit van de vraagstukken en ook de uitdaging om steeds waarde toe te voegen aan het proces. Het cursusaanbod van Centrum voor Natuur & Techniek (CvNT) biedt voor werkende onderhoudsprofessionals steeds de juiste tools om de volgende stap te kunnen zetten. Van de post-mbo opleiding Onderhoudstechniek tot en met de Master of Engineering in Maintenance and Asset Management sluit de cascade van opleidingen van CvNT op elkaar aan. Op je werk en op je kennisbehoefte. Je kan verder. Opleiden op basis van No-Cure, No-Pay Al jaren leiden wij professionals kosteloos op met verschillende deeltijd maintenance opleidingen. Permanente besparingen als gevolg van een verbeterd inzicht in onderhoud maken dat de opleidingen alleen maar geld opleveren. Om te laten zien dat dit geen sprookje is en dat je echt gratis een opleiding kan volgen, is in 2010 een uniek project gestart. Op basis van No-Cure, NoPay is een cursist uitgedaagd om gesponsord door CvNT zijn opleiding ècht gratis te volgen. Zo laat CvNT zien dat het geen praatjes verkoopt maar wel opleidingen waarmee je geld kan verdienen! Informeer naar de mogelijkheden.
POST-MBO
Onderhoudstechniek Onderhoud is je werk. Na je technische mbo-opleiding is onderhoud jouw vakgebied geworden. Je merkt dat je een talent hebt om problemen op te lossen en misschien zelfs te voorkomen. En je wilt verder. De post-mbo opleiding Onderhoudstechniek brengt je verder. Je leert om anders naar onderhoud te gaan kijken. Het is niet alleen je dagelijkse werk, het is een belangrijke schakel in de waardeketen van het bedrijf. Die schakel moet sterk zijn en sterk blijven. En daar zijn uiteenlopende manieren voor. Bij de opleiding onderhoudstechniek leer je daarom wat onderhoudsmethodieken inhouden en wat jouw bijdrage kan zijn aan verbetertrajecten. Als ervaringsspecialist weet je uit de praktijk wat er beter kan, nu leer je hoe je dat kunt doorvoeren. Een verbetering is meer dan techniek. Dat gaat verder. Je leert de waarde van onderhoudsinformatie voor een probleemanalyse. En met die analyse kun je een verbetervoorstel uitwerken, presenteren en uitvoeren. Dat
kunnen verbeteringen zijn aan installaties en materialen maar ook aan werk en werkwijzen. Jouw onderzoek zal het uitwijzen. Als technisch specialist krijg je meer handvatten om de techniek aan te pakken en om er beter over te communiceren. Je bent praktijkgericht en dat komt goed uit. Al tijdens de opleiding ga je aan de slag om in je eigen werkomgeving verbetervoorstellen uit te werken voor onderhoudsplannen en technische systemen. Je kan verder.
ALS ERVARINGSSPECIALIST WEET JE UIT DE PRAKTIJK WAT ER BETER KAN, NU LEER JE HOE JE DAT KUNT DOORVOEREN
POST-HBO
Onderhoudstechnologie Onderhoud en Management Met een hbo-diploma op zak en enkele jaren ervaring in het werkterrein van onderhoud begint het; het idee dat je met je vergaarde kennis en ervaring verder wilt. De post-hbo opleidingen Onderhoudstechnologie en Onderhoud en Management bieden daar de juiste tools voor.
Onderhoudstechnologie is het in kaart brengen van de juiste onderhoudsbehoefte, het goede onderhoudsconcept en het sturen van het onderhoudsproces. Hierbij is het creëren van waarde steeds de drijfveer. Je leert de onderhoudsconcepten zo in te zetten dat door jouw werk geld wordt verdiend met onderhoud! Onderhoudstechnologie is een opleiding die je helpt met de volgende stappen in je werk. De stap naar effectiever onderhoud, een hoger kennisniveau en wellicht de volgende stap in je carrière. Om verder te komen in je werk, leer je meer over de verschillende fases van de levensduur van je installaties. Van onderhoudsbewust ontwerpen tot lean en continue verbeteringen van onderhoudsconcepten. De verworven kennis is zowel op technisch- als managementniveau. Materiaalkennis, schadeanalyse en reparatietechnieken gaan hand in hand met bijvoorbeeld conditiebewaking, inspectiemethoden en onderhoudsmanagementtechnieken. En het gaat verder. Tijdens de opleiding maak je gebruik van specialistische kennis van de docenten en pas je de nieuwe kennis meteen toe in je eigen werkomgeving. Daarbij steek je ook veel op van de kennis èn de vragen van je medecursisten.
Aan het eind van de opleiding werk je een eigen businesscase uit. Na de opleiding beschik je over een stevige basiskennis van industrieel onderhoud. Je kunt de juiste onderhoudsbehoefte in kaart brengen en een bijbehorend onderhoudsplan opstellen. Je weet wat er te koop is aan onderhoudstechnieken en je kunt het in de praktijk toepassen. Je hebt het totale onderhoudsproces in kaart en in je vingers. Bovenal heb je geleerd hoe onderhoud bijdraagt aan verhoging van de bedrijfsomzet en verbetering van de kwaliteit.
JE LEERT DE ONDERHOUDSCONCEPTEN ZO IN TE ZETTEN DAT DOOR JOUW WERK GELD WORDT VERDIEND MET ONDERHOUD Onderhoud en Management biedt als opleiding een unieke combinatie van techniek, bedrijfseconomie en organisatiekennis. Merk je als leidinggevende technicus dat je verder moet met onderhoud en je onderhoudsorganisatie, dan ligt deze opleiding op je route. Bij de opleiding Onderhoud en Management leer je wat er allemaal komt kijken bij efficiënt en effectief onderhoudsmanagement. Daarbij worden ook veel raakvlakken met algemeen management uitvoerig behandeld. Zo breng je de onderhoudsorganisatie verder en kom je verder in je eigen loopbaan. Je kan verder! De opleiding Onderhoud en Management heeft aandacht voor onderhoud en beheer en voor de processen rond het onderhoud zoals verandermanagement,
het managen van innovatieprocessen, integrale kwaliteitszorg en niet in de laatste plaats projectplanning en -bewaking. De gevolgen van jouw werk beperken zich niet tot de installaties. Dat gaat verder. Binnen en buiten de organisatie hebben onderhoud, projecten en de installaties uiteenlopende stakeholders. De opleiding heeft daarom ook aandacht voor certificering, veiligheid en milieuwetgeving en voor besluitvorming en bedrijfskundige processen binnen organisaties.
Met docenten en medecursisten uit de industrie vertegenwoordig je een geweldig praktijkinzicht. Samen werk je in een perfecte mix tussen theorie en praktijk om dat inzicht verder te verbeteren. De opleiding bied je bovendien de kans een sterk netwerk in de onderhoudsindustrie op te bouwen en uit te breiden. Docenten uit de industrie behandelen de lesstof aan de hand van voorbeelden uit hun professionele praktijk. Aanvullend op de lesstof worden lezingen door toonaangevende professionals uit het werkveld gegeven. De kracht van al deze kennis en ervaring ondervind je in deze opleiding door de inbreng van je eigen vraagstukken en projecten. Je maakt de theorie direct tot jouw praktijk en je komt verder.
MERK JE DAT JE VERDER MOET MET ONDERHOUD EN MET JE ONDERHOUDSORGANISATIE, DAN LIGT DEZE OPLEIDING OP JE ROUTE
Master of Engineering in Maintenance and Asset Management Je werkgebied groeit en de zwaarte van je functie ook. Projecten worden complexer, belangen wegen zwaarder en de samenwerking met nationale en internationale partners is minstens zo belangrijk als de technische eindresultaten van je projecten. Je wilt je vaktechnische kennis op het volgende plan brengen en je wilt verder bouwen aan je persoonlijke vaardigheden. De Master of Engineering in Maintenance and Asset Management is je volgende stap, bijvoorbeeld naar een seniorfunctie als onderhoudsmanager, maintenance engineer, system engineer, project manager of een meer leidinggevende functie als plant manager of hoofd technische dienst. Met deze masteropleiding verdiep en verbreed je jouw vaktechnische competenties en je interpersoonlijke vaardigheden.
JE ONTWIKKELT JE TOT EEN SPECIALIST DIE EEN MULTIDISCIPLINAIRE SAMENWERKING ZIET ALS EEN DOORSLAGGEVENDE SUCCESFACTOR VOOR INNOVATIE
Je ontwikkelt je tot een specialist die een multidisciplinaire samenwerking ziet als doorslaggevende succesfactor voor innovatie. En als het nodig is, kan je dit samenwerkingsproces ook regisseren. Je kijk op bedrijfsvoering wordt breder. Je ziet de organisatie niet meer als een reeks opeenvolgende processen maar juist als een parallel en geïntegreerd geheel van product- en procesontwikkeling. Door toegepast onderzoek stel je bedrijven in staat om sneller en efficiënter productvernieuwingen te realiseren. En een dergelijke vergroting van de innovatiekracht is essentieel in de concurrentiestrijd die draait om lage productiekosten en snelle ontwikkeling van complexe producten. Met de Master of Engineering in Maintenance and Asset Management kom je verder.
Opleidingen Integraal Inspecteur en Integraal Adviseur Vastgoed Het gescheiden uitvoeren van inspecties op diverse deelgebieden leidt tot inefficiëntie. Om te zorgen voor optimaal vastgoedmanagement is het belangrijk inspecties integraal uit te voeren. De Integraal Inspecteur Vastgoed is in staat inspecties multidisciplinair (Brand, Onderhoud, Energie en Installatieveiligheid) uit te voeren en het geïnspecteerde per discipline eenduidig te rapporteren. De Integraal Adviseur Vastgoed leert om met behulp van een integrale analyse van de beschikbare informatie een optimale bijdrage te leveren aan professioneel vastgoedmanagement.
Materiaaltechnologie Voor goed onderhoud is materiaalkennis van groot belang. Door een juiste materiaalkeuze en kennis van (toekomstige) materiaalgedragingen, kunnen risico’s beter worden ingeschat en kunnen aanzienlijke besparingen worden gerealiseerd. In onze onderhoudsopleidingen zit altijd een materiaalkundige component. Specialisatie op het gebied van bijvoorbeeld Metaalkunde of Corrosiebeheersing behoort ook tot de mogelijkheden.
Inspectie- en Keuringstechnieken Goed onderhoud kan niet zonder een gedegen conditiemeting. Dit is het rijk van de inspectie- en keuringsdeskundige. Centrum voor Natuur en Techniek biedt zowel de Level 2 als Level 3 opleiding Inspectie- en Keuringstechnieken, beiden voorbereidend op het SKO-examen en SKO-certificering.
Permanent competent Hogeschool Utrecht, Centrum voor Natuur & Techniek (CvNT) heeft een breed scala aan onderhoudsgerichte opleidingen voor professionals. Het aanbod van opleidingen biedt zowel verdieping als verbreding van kennis. Van materiaalkunde tot inspectie en van post-mbo niveau tot en met masteropleidingen. Met een sterke verankering in de industrie geven de opleidingen steeds de ondersteuning voor permanente competentie-ontwikkeling van de onderhoudsprofessional. Veel praktische kennis en kunde uit de industrie is in de opleidingen verzameld en gebundeld. Specialisten uit de industrie dragen de kennis over aan de deelnemers. Deelnemers die op hun beurt steeds met eigen situaties, projecten en vragen komen. Daarmee is het geen eenrichtingsverkeer van feitjes, maar een gezamenlijke beweging naar een hoger niveau. Onderhoud evolueert. Kijk bijvoorbeeld naar de verregaande integratie van IT of de beschikbare technieken voor conditiebewaking. De onderhoudsinformatie van installaties kan tot jaren terug worden uitgediept om een terugkerende situatie te ondervangen. Tenminste, als je weet wat
je doet. En daar zijn de opleidingen van CvNT de ideale tool voor. In de breedte en in de diepte. Met opleidingen van materialenkennis tot gecertificeerd inspecteur en van post-mbo Onderhoudtechniek tot en met de Master of Engineering in Asset and Maintenance Management. Het unieke aanbod van opleidingen voor werkende professionals op het gebied van materialen, inspectie en onderhoud van CvNT is door de hele onderhoudsorganisatie in te zetten. Deze cascade van kennisaanbod houdt de onderhoudsprofessional permanent competent.
Industrie
Materiaalkunde/Engineering
JE KAN VERDER!
Vastgoed
Master of Engineering in Maintenance and Asset Management
Master niveau: innovator en onderzoeker
Metaalkunde Onderhoud en Management (OM)
Laspraktijkingenieur
HBO+ niveau: asset manager
IKT3
Corrosiebeheersing Onderhoudstechnologie (OT)
Onderhoudstechniek (OTK) Uitvoering Onderhoud
Adviseur Vastgoed
IKT2
Inspectie
Inspecteur Vastgoed
Uitvoering Onderhoud
Inspectie
HBO/HBO+ niveau: adviseur of manager
MBO+ niveau: uitvoerend
Actief inspelen op opleidingsvragen Centrum voor Natuur & Techniek, het naen bijscholingsinstituut van Hogeschool Utrecht - Faculteit Natuur & Techniek, verzorgt beroepskwalificerende kennisoverdracht voor professionals. Primaire aandachtsgebieden zijn de technische en daaraan verwante bedrijfskundige vakgebieden. • Bedrijfskunde • Engineering • Gebouwde Omgeving • ICT & Installatietechniek • Life Sciences & Chemistry • Materialen • Onderhoud & Inspectie CvNT levert een breed pakket aan opleidingsactiviteiten op zowel post-mbo-, post-hbo als masterniveau en voert kennisscans en onderwijsinnovatieprojecten uit. Wij werken samen met relevante brancheorganisaties en andere instellingen uit de onderscheiden vakgebieden. Deze samenwerking, en het nauwe contact met opdrachtgevers en individuele professionals, staat garant voor innovatief onderwijs en up-to-date kennis.
Opleidingen op maat Op uw specifieke kennisvraag zoeken wij graag een antwoord. Zo kunnen wij opleidingen op maat voor u ontwikkelen die qua inhoud, niveau en duur worden afgestemd op uw behoeften.
Cedeo-erkenning Centrum voor Natuur & Techniek is erkend door Cedeo. Het Cedeo-keurmerk waarborgt de klanttevredenheid. Deze wordt in een klanttevredenheidsonderzoek gepeild. Het laatste onderzoek heeft geresulteerd in een eindbeoordeling van 8,7.
Deze in-company opleidingen verzorgen wij bij u in huis, in uw regio of op onze eigen locaties binnen Hogeschool Utrecht. Meer weten? Je bent enthousiast geworden en wilt graag verder? Informeer dan naar de uitgebreide informatie van de afzonderlijke opleidingen. Bestaat de behoefte aan persoonlijk contact, bijvoorbeeld over opleidingen op maat, vraag dan naar Michel Grijpink, teamleider Engineering. Ook als de opleidingsvraag nog niet helder is, kan het nuttig zijn bedrijfsvraagstukken te spiegelen aan onze kijk op opleiden. Gezamenlijk zoeken wij graag naar de beste oplossing voor uw bedrijf.
Hogeschool Utrecht Centrum voor Natuur & Techniek Tel. 088 481 88 88 info@cvnt.nl
www.cvnt.nl
“Met Onderhoud en Management heb ik mijn kennis verdiept, maar vooral een ontwikkeling doorgemaakt in het effectief toepassen daarvan.” Danny Hartman Maintenance Manager, DSM Special Products Rotterdam