www.imaintain.info
08 14 ELFDE JAARGANG – LOSSE VERKOOPPRIJS € 16,50
iMaintain Nr. 08 - 2014
industriële reiniging vindt zichzelf opnieuw uit
Achter elk vat Total smeermiddelen schuilt een team van experts!
Met een landelijk opererend en ervaren team van Sales Engineers, een kundige technische dienst en een servicegerichte binnendienst zijn wij snel en gemakkelijk te bereiken. Dit in combinatie met een compleet assortiment smeermiddelen én een zeer goede logistieke ondersteuning zorgt er voor dat u altijd op ons kunt rekenen. Voor uitgebreide informatie over onze mogelijkheden kunt u contact opnemen met: Total Nederland N.V. / Industriële smeermiddelen Telefoon: 070 - 3 18 0 40 8 E-mail: smeermiddelen.industrie@total.com www.total.nl
The right choice in lubricants
inhoud 3
10 Industriële reiniging Als er een branche zichzelf steeds opnieuw uitvindt, dan is het wel de reinigingsbranche. Het verbeteren van de veiligheid is vaak een grote drijfveer. Het lukt bedrijven steeds beter om automatische reinigingsmethoden te ontwikkelen die ook nog eens efficiënter en sneller werken.
18 Zomers onderhoud aan de weg Als wij op het strand liggen, zetten de medewerkers van Rijkswaterstaat juist een tandje bij. Een uitgelezen mogelijkheid om onderhoud uit te voeren aan de wegen, zonder al te veel overlast te veroorzaken voor de weggebruikers. We doen een kleine greep uit de werkzaamheden.
5
COMMENTAAR
7
ACTUEEL
20 WHAT’S NEXT 24 PRODUCTEN 65 VOLGEND NUMMER
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
25
Hoe scoren bruggen van vier verschillende materialen - staal, beton, glasvezelcomposiet en hout - op duurzaamheid? Een onderzoek doet uitspraak. Maersk heeft als test 3D-printers geïnstalleerd op een van hun schepen. En strategisch onderhoud aan bewegwijzering maakt de weg veiliger.
Mens bepalend in veilig industrieel reinigen Upgrade booreiland sneller door innovaties Uniek onderhoud bij drinkwaterbedrijf Hoe excellent is operational excellence? Spare parts opnieuw bekeken Beheer bewegwijzering maakt weg veiliger Vijf miljoen voor ‘fitter’ personeel Cruciale rol ontwerper in aanpak machineveiligheid De Stelling Hygiënenormen bepalen bouw melkpoederfabriek Levenscyclusanalyse brug geeft genuanceerd beeld Schip wordt varende fabriek door 3D-printen
28 31 32 37 39 42 45 46 51 52 54 60
08
iMaintain 14
03_C_inhoud.indd 3
17-09-14 14:21
bronswerk_Whizz-Wheel-01-210x286.pdf
1
10-10-13
16:03
High Efficiency Cooling More Power, less Energy
With the Whizz-Wheel®: • Reduced energy consumption (up to 50%) • Reduced plot space (up to 30%) • 4-6 dB(A) reduced noise • ROI time: 2 to 3 years • Smaller installations; less material, weight and costs.
bronswerk.com
04_bronswerk.indd 1
For us to be able to continue living on our planet “Earth”, considerate use of our resources is essential. Bronswerk therefore strives for sustainable energy-efficient solutions. These solutions involve the most sustainable use of energy and material possible. Because every kilogram of material saved, means less harm to the planet, less energy in its production and therefore reduced CO2 emission. We achieve this by actively innovating and through intensive research programs. The Whizz-Wheel® fan is the break-through development and ultimate connection between costs, materials, noise and energy.
16-09-14 11:34
COMMENTAAR 5
Tijd om op te schieten Nederland stijgt op de universiteitenlijst. We staan dit jaar met zes universiteiten in de top 100 van de QS World University Rankings. Zowel in onderzoek als onderwijs is in de breedte de kwaliteit van de universiteiten hoog. En dat is goed want ook op dit niveau zal de concurrentie met andere werelddelen de komende jaren toenemen. Hoogwaardige kennis wordt een steeds belangrijkere succesfactor voor Nederland. Bij de afgelopen rondetafelbijeenkomst van het iMaintain Platform over ‘onderhoud als exportproduct’ zorgden de aanwezige experts en partners voor een duidelijke schets van de markt. Een beeld dat op zich hoopgevend is maar wel veel urgentiebesef vraagt. Vakbekwaam uitvoerend technisch personeel is schaars en wordt eerder geïmporteerd dan geëxporteerd. Maar er is wel hoogwaardige kennis, vaardigheid en een bepaalde ondernemerszin. Die eigenschappen moeten gevat worden in concepten en producten waarmee het (onderhouds)werk bijvoorbeeld beter, effectiever of veiliger uitgevoerd kan worden. En dat kan vervolgens verwaard worden als (export)product. Dat gaat nog niet vanzelf. Om in het buitenland een innovatief product te verkopen in een doorgaans behoudende industrie, is het wel zo handig om goede binnenlandse referenties te hebben. Idealiter heeft een nieuwe tool of techniek zich al bewezen op een Nederlandse plant. Maar daar is men vaak net zo behoudend. Toch, als we de Nederlandse knowhow op het gebied van asset management willen verkopen, moeten we het wel hebben en houden. Productiebedrijven in Nederland kunnen zichzelf verbeteren met innovatieve technieken en maken zo de verwaarding van deze technieken weer mogelijk. En zoals gezegd, daar is haast bij. Zoals een van de experts het verwoordde: ‘Misschien werkt 1 op de 1000 bedrijven nu met een nieuwe techniek, dat worden er vanzelf 1 op 100 en zelfs 1 op 10. Maar tegen die tijd is het gemeengoed en allang niet meer als waardevolle innovatie in te zetten of te verkopen.’ We hebben alles in huis. Nu moet het snel op de juiste manier bijeengebracht worden. Mark Oosterveer @M_Oosterveer
HOOfdREdACTiE
Mark Oosterveer 020 3122 793 mark.oosterveer@industrielinqs.nl NUMMER 08 - 2014
David van Baarle 020 3122 082 david.vanbaarle@industrielinqs.nl
UiTgAvE vAN
EiNdREdACTiE
Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7 1019 HD Amsterdam Postbus 12936 1100 AX Amsterdam
PARTNER
Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) Postbus 138, 3990 DC Houten
Elise Quaden 020 3122 084 elise.quaden@industrielinqs.nl
MEdEwERkERs
Inge Janse, Liesbeth Schipper, Erik te Roller, Renske van den Berg, Ingrid Rompa, Pieter Pulleman, Teus Molenaar, Francis Voermans
LAy-OUT
Gabriele Köbbemann
COvER
Siemens en Tata Steel
AdvERTENTiEvERkOOP Ahoy Rotterdam NV Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Organisator van
UiTgEvER
Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl
Jetvertising BV Arthur Middendorp T: 070 399 00 00 F: 070 390 24 88 arthur@jetvertising.nl
TRAffiC
Breg Schoen 020 3122 088
dRUkkERij
AbONNEMENTEN (EXCL. bTw)
Nederland/België € 93,– Introductie NL/B 25% € 69,50 Overig buitenland € 116,50 Losse verkoopprijs € 16,50 Studenten € 38,50 Proefabonnement 3 mnd € 27,00
OPzEggEN
Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www. aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.
AbONNEMENTENLANd
Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. ISSN: 2211-6826 © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.
PreVision Graphic Solutions
08
iMaintain 14
05_B_commentaar.indd 5
17-09-14 10:22
6 actueel
MeeSt GeleZeN ONlINe 1. crisis voorbij voor toeleveranciers procesindustrie Voor de Nederlandse toeleveranciers aan de procesindustrie gaat de markt al enkele jaren crescendo. De omzetten hebben zich veel beter ontwikkeld dan aanvankelijk verwacht. Lees verder op pagina 7
2. Meer dan de helft managers industrie overweegt carrièrestap Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht in samenwerking met Van de Groep & Olsthoorn Executive Search & Interim Management onder 1.660 managers en directeuren in de Nederlandse industrie, blijkt dat meer dan de helft van deze managers een nieuwe baan overweegt. Lees verder op pagina 7
3. Neste Oil investeert zestig miljoen in extra productie Maasvlakte Neste Oil gaat op haar site op de Maasvlakte investeren in een installatie voor de productie van biopropaan. Het gaat om een investering van zestig miljoen euro. Lees verder op pagina 9
4. Damen Shiprepair voltooit upgrade booreiland snel Damen Shiprepair Vlissingen heeft een belangrijke upgrade opdracht aan een Keppel Fels ‘N’ Class booreiland succesvol uitgevoerd. Eigenaar van het booreiland Rowan Companies had ingeschat dat er voor de werkzaamheden ongeveer 130 dagen nodig zouden zijn, maar Damen wist het project met 30 dagen minder bijna 25 procent sneller uit te voeren. Lees verder op www.iMaintain.info
5. De wetenschappelijk kijk op prestatiemanagement Wat is de beste drijfveer voor een goede prestatie? Is dat de contractvorm, de relatie of innovatie? Waarschijnlijk is er geen eenduidig antwoord op de vraag maar geeft het onderzoek naar het antwoord wel heel veel nieuwe inzichten. Lees verder op www.iMaintain.info
08 14 iMaintain
06_7_9_D_actueel.indd 6
Groot onderhoud treinspoor Zeeland Binnenkort gaat ProRail zich bezighouden met het vervangen van ruim zeven kilometer spoor in Zeeland. Daarnaast worden tien wissels vernieuwd en worden er bij Goes raildempers geplaatst. De werkzaamheden zijn onderdeel van de grootste vernieuwing en aanpassing van het Nederlandse spoor sinds het bestaan van de spoorwegen. Het onderhoud is noodzakelijk voor de verbetering en verdere groei van het treinverkeer. Door het spoor tijdig te vernieuwen hoopt ProRail het in goede conditie te houden en kunnen de treinen er veilig overheen blijven rijden. Zo kunnen reizigers er in de toekomst meer op vertrouwen dat hun reis zonder vertraging verloopt. De werkzaamheden zijn in overleg met de vervoerders gepland om de overlast zo veel mogelijk te beperken. Van de zeven kilometer spoor gaat het om bijna vijf kilometer spoor en twee wissels in Goes en twee kilometer spoor en acht wissels in Vlissingen. De raildempers in Goes zijn onderdeel van het geluidsaneringsprogramma ‘Zeeuwse Lijn’ dat ProRail uitvoert in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De dempers worden op de spoorstaaf gemonteerd en gaan het geluid van passerende treinen verminderen met gemiddeld drie decibel.
Crisis voorbij voor toeleveranciers procesindustrie Voor de Nederlandse toeleveranciers aan de procesindustrie gaat de markt al enkele jaren crescendo. De omzetten hebben zich veel beter ontwikkeld dan aanvankelijk verwacht en ook voor de komende jaren blijven de vooruitzichten goed. De innovatiekracht, kwaliteit en flexibiliteit van veel bedrijven uit deze sector staan zo goed aangeschreven, dat multinationals hun Nederlandse toeleveranciers meenemen naar grote internationale projecten. Want in het buitenland liggen de groeikansen. De toeleveranciers aan de procesindustrie nemen het woord crisis al enkele jaren niet meer in de mond. Met name de zuivelindustrie heeft fors geïnvesteerd in Nederland. Daarnaast bouwen multinationals nieuwe capaciteit op in opkomende markten. Een andere belangrijke sector, de chemie en petrochemie, heeft zich veel minder uitbundig ontwikkeld. Onder andere de matige gang van zaken in de automotive-industrie en de daaraan gekoppelde investeringen in de kunststoffenproductie drukt hier de investeringen.
Meer dan de helft managers industrie overweegt carrièrestap Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht in samenwerking met Van de Groep & Olsthoorn Executive Search & Interim Management onder 1.660 managers en directeuren in de Nederlandse industrie, blijkt dat meer dan de helft van deze managers een nieuwe baan overweegt. Promotiekansen en baaninhoud blijken de belangrijkste redenen voor het overwegen van een andere baan. Salaris blijkt minder van belang. In de aantrekkende economische situatie in de industrie worden organisaties veelvuldig geconfronteerd met personeelsverloop. Dertig procent van de respondenten zou graag een andere functie willen binnen de huidige organisatie, 31 procent van de managers denkt aan het nemen van ontslag bij zijn huidige werkgever. Op de vraag of managers weggaan bij hun huidige werkgever, zodra er een goed alternatief geboden wordt, gaf ruim 52 procent aan het hiermee eens te zijn. Tot slot staat 82 procent van de respondenten open voor benadering voor een andere functie.
Kijk voor meer nieuwsberichten op www.imaintain.info
17-09-14 10:32
actueel 7
Groot onderhoud bij Shell Pernis Shell Pernis is gestart met het najaarsevenement: een groot aantal installaties en fabrieken gaat uit bedrijf voor gepland groot onderhoud. De gedegen voorbereiding loopt nu al anderhalf jaar en alle ingrediënten voor een succesvolle en veilige uitvoering zijn aanwezig. Bedrijven zoals Shell Pernis zijn wettelijk verplicht om volgens een vast tijdsschema de installaties stil te leggen voor onderhoud. Als de fabrieken uit bedrijf zijn genomen worden ze geopend, schoongemaakt, geïnspecteerd, gerepareerd en zo nodig gemoderniseerd. Na de werkzaamheden worden de fabrieken weer gestart en kunnen deze weer een aantal jaren produceren. De onderhoudswerkzaamheden zullen mogelijk buiten het hek merkbaar zijn. Het bedrijf doet er alles aan om overlast zo veel mogelijk te voorkomen. Een verhoogd fakkelaanbod zal het meest opvallen gedurende de werkzaamheden. Ook kan het als gevolg van de werkzaamheden drukker zijn in het verkeer op de wegen die naar het Shell-terrein leiden. Er zal in totaal zo’n 1 miljoen manuren worden gewerkt. Dit gebeurt door Shellwerknemers en aannemers die dagelijks op het terrein werken. Dagelijks wordt er zo’n tweeduizend man extra ingehuurd. Shell Pernis werkt hiervoor met zo’n honderd verschillende aannemingsbedrijven waarvan ongeveer de helft afkomstig is uit de regio. De onderhoudswerkzaamheden zullen naar verwachting eind november 2014 worden afgerond.
Nieuwe polyolenfabriek Huntsman op schema De nieuwe polyolenfabriek van Huntsman komt naar verwachting aan het einde van het jaar op volle toeren. Mooi volgens planning, ondanks de innovatieve projectaanpak. De fabriek werd namelijk in Noord-Brabant gebouwd en niet op de site van Huntsman in de Botlek. De nieuwe polyolenfabriek had begin augustus al drie testbatches gedraaid en het ziet ernaar uit dat de installatie aan het einde van 2014 op volledige capaciteit van dertig kiloton per jaar draait. ‘Maar ik ben gewoon blij dat we tijdens het project weinig tegenslag hebben gehad’, stelt commission manager Sjaak Legerstee. De realiteit is vaak weerbarstig waardoor te optimistisch opgestelde planningen niet haalbaar blijken te zijn. ‘Er hoeft maar iets te gebeuren en je loopt vertraging op.’ Dat had ook zo maar met het Capstone-project kunnen gebeuren, stelt hij realistisch. Zo bleef het project met enig geluk binnen de planning dankzij de extreem zachte winter. Uniek aan de bouw van de polyolenfabriek was dat het elders, in Noord-Brabant door de FB Group is gebouwd en in vier modules naar Rotterdam is getransporteerd. Legerstee: ‘De bouw is eigenlijk te laat op gang gekomen, maar door de zachte winter kon de FB Group er continu met volle kracht aan blijven werken. Daardoor kon de installatie op tijd naar Rotterdam worden verplaatst. Op een paar tests na was op dat moment alles volgens planning gedaan. Maar het had niet een langere periode moeten vriezen. Dat geluk moet je dus hebben.’
BeDRIJVeNNIeuWS BaM en Van den Herik onderhouden twentekanalen en IJsseldelta De komende vijf jaar gaan de bedrijven BAM Infratechniek en Van den Herik Waterbouw zich bezighouden met het onderhoud van de Twentekanalen en de IJseldelta. Ze hebben van Rijkswaterstaat de opdracht gekregen zich bezig te houden met de preventieve en het correctieve onderhoud van het waterdistrict. Het onderhoud omvat werkzaamheden aan de bruggen, sluizen, vaargeul, groen, kribben, oevers en dammen. Zaken die aan bod komen zijn preventief onderhoud aan installaties, het op diepte houden van de vaargeul en het maaien van het gras. Ook de sluizencomplexen van Eefde, Delden, Hengelo, Meppelerdiep en Spoolder en het gemaal Zedemuden zijn in het onderhoudscontract opgenomen.
Bilfinger werkt zes miljoen uur zonder verzuimongeval Op donderdag 7 augustus 2014 heeft Bilfinger Industrial Services België/Nederland het eigen record verbroken wat betreft het werken zonder verzuimongeval (LTI). Op deze dag realiseerde de industrieel dienstverlener het aantal van zes miljoen uur. Op 16 mei behaalde het al het aantal van vijf miljoen uur werken zonder verzuimongeval. Dit record is op 7 augustus verbroken en vormt daarmee volgens het bedrijf ‘de volgende mijlpaal in de geschiedenis van ons bedrijf en in de industrie’.
Vinçotte gaat installaties Wheatstone-lNG controleren Vinçotte heeft een contract binnengehaald voor de integriteitscontrole van de Wheatstone LNG-installatie in West-Australië. Dit project omvat het opslaan en omzetten van natuurlijk gas naar LNG (Liquefied Natural Gas) om het vervolgens te transporteren naar de rest van de wereld. Het Belgische bedrijf gaat alle lasverbindingen en staalconstructies ter plaatse in West-Australië controleren.
08
iMaintain 14
06_7_9_D_actueel.indd 7
17-09-14 10:32
verhuur verkoop service
Verzekerd van continuïteit met perslucht!
Compressoren Conditionering Gereedschappen Ademlucht PERSLUCHTTECHNIEK
Zeevenhooven Air Moezelweg 128 Havennr: 5604 3198 LS Rotterdam Europoort
Andere vestigingen in: Beverwijk Eindhoven
Tel. 0900-400 9000 info@zair.nl www.zair.nl
PRACTICE WHAT YOU PREACH
Reserveer 18 november
vast in uw agenda
Initiatiefnemers
Veel bedrijven prediken openlijk duurzaamheid. Maar hoe brengen ze hun intenties daadwerkelijk in praktijk? Bedrijven als Coca Cola, Ikea en BMW die met hun producten direct op de consumenten markt komen, voelen vaak nog de urgentie en de druk vanuit de maatschappij. Met duurzamere alternatieven kunnen ze namelijk marktaandeel behouden of zelfs vergroten. Doen ze niks, dan is het afbreukrisico groot. Maar wat zet de bedrijven verder terug in de keten aan om hun processen en tussenproducten te verduurzamen? Het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd wil tijdens het congres op zoek naar inspirerende voorbeelden uit de praktijk. Om beter te kunnen begrijpen hoe woorden ook daden kunnen worden. Informatie over de sprekers en het actuele programma vindt u op www.duurzaamgeproduceerd.nl Partners
Wilt u partner worden van het platform? Neem contact op met Anouk Bouwmeester: T | 020 - 3122797 E | anouk@industrielinqs.nl
Wilt u congresinformatie? Mediapartners
Contentpartners
Neem contact op met Marjolein Veeninga: T | 020 - 3122791 E | marjolein@industrielinqs.nl
www.duurzaamgeproduceerd.nl/congres 03_advertentie_duurzaam_geproduceerd_A5 liggend.indd 30 08_zair_DG.indd 1
11-09-14 12:11 16:52 17-09-14
actueel 9
Neste Oil investeert zestig miljoen in extra productie Maasvlakte Neste Oil gaat op haar site op de Maasvlakte investeren in een installatie voor de productie van biopropaan. Het project is per direct in gang gezet en moet eind 2016 produceren. Het gaat om een investering van zestig miljoen euro. Naast de installatie wordt er ook geïnvesteerd in nieuwe opslagtanks en pijpleidingen op de raffinaderij. In de installatie wordt het biopropaan gepurifeerd en afgescheiden van de andere gassen die door de raffinaderij geproduceerd worden. Een andere methode om biopropaan te produceren is door middel van het gebruik van producten zoals suikerbieten, maïs of andere plantaardige afvalproducten. Door het afscheidingsproces stijgt de waarde van de gassen, die gebruikt worden als brandstof voor energiecentrales, aanzienlijk. Het restproduct biopropaan, ook wel ‘groen gas’ genoemd, heeft dezelfde eigenschappen als fossiele propaan en kan gebruikt worden in bestaande LPG-toepassingen. De totale verwachte productie van de installatie zal rond de 30.000 à 40.000 t/a uitkomen.
Vertrouwen ondernemers in de industrie neemt af Het vertrouwen van de ondernemers in de industrie is in augustus verslechterd. De indicator van het producentenvertrouwen daalde 1,2 punten en kwam uit op 0. Optimisten en pessimisten houden elkaar in evenwicht. Dit heeft het CBS bekend gemaakt. De daling van het producentenvertrouwen is vooral toe te schrijven aan een verslechterd oordeel over de orderportefeuille. Het producentenvertrouwen industrie ligt in augustus iets onder het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar (0,5). Het vertrouwen van de ondernemers bereikte in januari 2008 de hoogste waarde (9,4) en ruim een jaar later de laagste waarde (-23,5). In augustus waren de producenten in de industrie een stuk somberder over hun orderportefeuille. Vorige maand waren ze daarover voor het eerst weer positief sinds juli 2011. De producenten in de industrie zijn in augustus ook negatiever over de productie in de komende drie maanden. Het oordeel over de voorraden gereed product verbeterde daarentegen wel. De Nederlandse industrie exporteert vooral naar de ons omringende landen. In die landen hapert de economie. De Duitse en Italiaanse economie krompen in het tweede kwartaal ten opzichte van het voorgaande kwartaal, terwijl de Franse economie een nulgroei noteerde. België had slechts een marginale groei. Alleen de economie van het Verenigd Koninkrijk groeide aanzienlijk. Duitsland is de belangrijkste buitenlandse afzetmarkt voor Nederland. Het vertrouwen van de Duitse industriële producenten piekte in april en is daarna drie maanden achter elkaar afgenomen. Dat is ook terug te zien in de Duitse industriële productie. De groei daarvan is na januari elke maand kleiner geworden.
BeDRIJVeNNIeuWS Nieuwe contracten baggeronderhoud zeevaart Rijkswaterstaat heeft vierjarige contracten gegund voor het baggeronderhoud aan de vaargeulen voor de zeevaart. Deze contracten zijn voor het eerst gezamenlijk aanbesteed door Rijkswaterstaat en het Havenbedrijf Rotterdam. Vanaf 1 september 2014 gaan de nieuwe onderhoudscontracten in. Hierdoor worden ook de komende jaren de vaargeulen voor de zeevaart op diepte gehouden en blijft Nederland bereikbaar voor zeeschepen. Naast de contracten voor het baggeronderhoud, zijn er twee contracten gegund voor zandsuppleties bij Bloemendaal/Zandvoort en Scheveningen. Deze contracten zijn in dezelfde aanbesteding meegenomen omdat dit efficiënter is.
Odfjell terminals versterkt managementteam Odfjell Terminals heeft het managementteam versterkt met Abel Noordanus (Commercial Manager), Gerard van Gerven (Manager QHSSE), Ron Bal (Manager Operations) en Bas Kimpel (Manager Technical Services). Johan Brekelmans is benoemd tot Manager Finance a.i. De versterking van het managementteam past in de strategie van Odfjell om uit te groeien tot koploper in haar industrie. Het bedrijf investeert daartoe de komende jaren in veiligheid, herstel van bestaande voorzieningen en de bouw van nieuwe tanks.
Electrabel blijft problemen houden met Doel 4-centrale De kerncentrale van Doel kampte al met scheurtjes in de reactor en nu geven ook de niet-nucleaire delen van de centrale problemen. Eigenaar Electrabel zette Doel 4 stil nadat een turbine smeerolie lekte. Electrabel heeft direct uitgebreid onderzoek gedaan naar het voorval. Men opende het hogedrukgedeelte van de turbogenerator en is tot de conclusie gekomen dat de schade aan de hogedrukturbine dermate zwaar is dat deze dit jaar niet meer in gebruik zal worden genomen. Men onderzoekt momenteel nog het lagedrukgedeelte van de turbine en kan dan een schatting maken van de benodigde reparatietijd.
uw mailbox? Al het nineuvoworsoninze nieuwsbrief op
iMaintain.info!
Meld u aa
08
iMaintain 14
06_7_9_D_actueel.indd 9
17-09-14 10:32
10 Maintenance en industriële reiniging
innovaties maken industriële reiniging veiliger en efficiënter als er een branche zichzelf steeds opnieuw uitvindt, dan is het wel de reinigingsbranche. Het verbeteren van de veiligheid is vaak een grote drijfveer om alternatieven te bedenken voor handmatig werk. Maar bovendien lukt het bedrijven steeds meer om automatische reinigingsmethoden te ontwikkelen die ook nog eens efficiënter en sneller werken. David van Baarle
Er zijn talrijke technieken die kunnen worden ingezet om vuil te verwijderen uit chemische installaties. Reiniging met water onder hoge druk is nog steeds zeer gangbaar evenals reiniging met (droog)ijs, maar zo nu en dan worden ook chemische middelen ingezet, al wil men dat steeds meer voorkomen. Met pyrolysetechnieken wordt vuil op hoge temperatuur weggebrand en dan wordt detonatief reinigen weer toegepast op heel hardnekkig vuil. Het overzicht is lang niet volledig en ook de voorbeelden zijn maar een greep uit de innovaties die de branche de afgelopen jaren heeft voorgebracht. Het laat wel goed zien dat de reinigingsbranche constant op zoek is naar nieuwe manieren om zijn werk veiliger, beter en goedkoper uit te voeren. En daar profiteren de opdrachtgevers ook van.
Automatisch schoon Neem Mourik, dat veel schoonmaakwerkzaamheden uitvoert voor grote bedrijven in de chemie en de olie- en gassector.
08 14 iMaintain
10_11_13_H.indd 10
Demian De Wit, manager new product development bij het bedrijf, vertelt over de innovaties die Mourik vaak samen met zijn opdrachtgevers ontwikkelt. ‘Schoonmaakwerk kan soms behoorlijk gevaarlijk zijn’, zegt De Wit. ‘Neem bijvoorbeeld het intern reinigen van warmtewisselaars. Traditioneel werden die handmatig uitgespoten met de hulp van een spuitlans. Een beetje warmtewisselaar heeft al snel duizenden pijpjes, we hebben in het verleden nog een systeem ontwikkeld voor een exemplaar met 17.631 pijpen. Die moet je normaal gesproken om de beurt uitspuiten en dat kost niet alleen veel tijd, maar is ook nog eens behoorlijk gevaarlijk. Er zit een flinke druk op zo’n spuitlans en als een pijp verstopt zit, ontstaat de kans dat een lans terugschiet en alles meeneemt in zijn vlucht, inclusief degene die hem bedient. Zoiets wilden we voorkomen en dus ontwikkelden we een apparaat dat met zes lansen tegelijkertijd zonder tussenkomst van een mens de pijpen kon uitspuiten. Bijkomende uitdaging was nog dat de warmtewis-
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
17-09-14 14:59
FOTO: MOURIK
Maintenance en industriële reiniging 11
Mourik ontwikkelde een apparaat dat met zes lansen tegelijkertijd zonder tussenkomst van een mens de pijpen van warmtewisselaars kan uitspuiten.
selaar vrij groot was en binnenin de installatie zat. We maakten een modulair ontwerp dat we langs een mangat konden binnenbrengen en binnenin weer opbouwen. Iedereen was zeer tevreden over het resultaat. Niet alleen omdat hij veiliger en sneller werkt, maar ook omdat we een veel beter eindresultaat bereikten. Omdat de machine het werk doet, kunnen we met hogere drukken werken en worden de bundels schoner dan ooit. Sterker nog: de eerste keer dat we deze pijpenbundel reinigden, kwamen er stukken slang van collega’s uit de bundel die bij eerdere werkzaamheden waren achtergebleven. De methode was kostbaarder dan de traditionele manier van schoonmaken, maar de warmtewisselaars konden veel sneller weer in bedrijf worden genomen en bovendien was het rendement veel hoger geworden. Zo maken we ook de buitenkant van air-fin banken automatisch schoon. We installeren sporen bovenop de installatie zodat een robot er automatisch overheen kan lopen zonder schade aan te richten. De robot spuit de vinnen in zeer korte tijd schoon met hogedrukwater. De techniek
heeft zich inmiddels bewezen. Vaak tekenen we samen met de opdrachtgever de rails nu al in bij nieuwbouw.’
Ultrasoon En zo zijn er wel meer innovaties die reiniging een stuk eenvoudiger en efficiënter maken. ‘Een daarvan is ultrasoonreiniging. Door de te reinigen delen in een speciale vloeistof onder te dompelen en er geluidsgolven op los te laten, ontstaat cavitatie. Het vuil wordt losgetrild en kan
ter. In het verleden werden die dan ook eerder vervangen dan gereinigd. Alleen al het voorkomen van die kosten, maakt een investering in ultrasoontechnologie lonend. Bij de laatste turnaround van een grote raffinaderij hebben we alle assets die we moesten schoonmaken op deze manier gereinigd. Door ultrasoon in te zetten als aanvulling op de traditionele reinigingstechnieken, bespaarden we toch zo’n zesduizend kuub water op het volledige
‘Door ultrasoon in te zetten als aanvulling op de traditionele reinigingstechnieken, bespaarden we toch zo’n zesduizend kuub water op het volledige project.’ daarna eenvoudig worden verwijderd. De voordelen zijn legio: geluid kan overal bij waardoor het vuil tot in de kleinste hoekjes kan worden losgemaakt. Bovendien is de impact van geluidsgolven op materialen kleiner dan die van water met hoge druk. Sommige kwetsbare onderdelen zoals demisters en structured packings kun je moeilijk schoonmaken met hogedrukwa-
project. Dat is zes miljoen liter minder dat door de zuiveringsinstallatie moet, een aanzienlijke kostenbesparing.’
Non entry En zo kan De Wit wel even doorgaan. ‘Onze klanten vragen ons vaak om een alternatieve oplossing en we kunnen terugvallen op de verschillende werkmaat-
08
iMaintain 14
10_11_13_H.indd 11
17-09-14 14:59
DECONTAMINEREN? Altena Industrial Services B.V. is gespecialiseerd in het chemisch technisch reinigen en decontamineren van industriële installaties. De aanpak is dat wij ter ondersteuning van het operationeel personeel de volledige zorg voor de te reinigen installatie voor onze rekening nemen. Decontamineren van plantequipement voorafgaande aan de Turn Around met als doel de installatie veilig en schoon aan de mechanische contractor te kunnen overdragen. Neem voor meer informatie contact met ons op.
Bel: +31(0)416-670700 WWW.ALTENA.COM www.hi-force.com
12_hiforce_altena.indd 1
ALS KWALITEIT VOOROP STAAT
16-09-14 11:34
schappijen om daar gehoor aan te geven. Er ontstaat altijd een spanningsveld als je gaat innoveren omdat je nu eenmaal technieken inzet die nog niet beproefd zijn. Gelukkig kunnen we al veel simuleren met 3D-modellen om de onzekerheden eruit te halen. En vervolgens testen we vaak in samenspraak met de klant een nieuw apparaat in een veilige omgeving voordat we hem op de kritische assets loslaten.’ Of wat te denken van non entry tank cleaning waarbij er geen mensen meer in een mangat hoeven te klimmen om een tank schoon te maken. In plaats daarvan plaatst men op afstand bestuurde reinigingskanonnen op een tank, voorzien van verlichting en camera’s. Daarna kan een operator op veilige afstand de kanonnen bedienen, die tientallen meters ver kunnen spuiten.’
Robot De Rotterdamse innovatiemotor iTanks helpt bedrijven op een andere manier na te denken over tankbouw, onderhoud en reiniging. Ron Vaz Dias vertelt over de innovaties die men heeft gedaan op het gebied van industrieel reinigen. ‘Eén van de innovaties die iTanks samen met Boskalis Offshore ontwikkelde is de multipurpose cleaning tool: een robot die steigerpalen bij onder andere aanlegsteigers en boorplatformen automatisch reinigt.
FOTO: ITANKS
Maintenance en industriële reiniging 13
de multi-purpose cleaning tool ‘Jopie’.
Waar voorheen duikers onder water met een hogedrukspuitlans een steigerpaal schoonspoten, gaat dit nu volledig automatisch.’ Behalve dat de Jopie, zoals de robot is genoemd, een volledige boven- en onderwaterreiniging kan uitvoeren, is hij ook geschikt voor ultrasone wanddiktemetingen. ‘De robot werk niet alleen economisch voordeliger, maar ook sneller, veiliger en milieuvriendelijker dan de traditionele manier van reinigen.’
Veiligheid voorop De industriële reinigingsbranche is zeer goed georganiseerd en werkt gezamenlijk aan het in stand houden van het veiligheidsniveau dat de branche de afgelopen jaren heeft bereikt. De Stichting Industriële Reiniging (SIR) staat aan de basis van deze veiligheidscultuur. De SIR verenigt alle partijen die met industriële reiniging te maken hebben, zowel de opdrachtgevers als de beheerders van de installaties, industriële reinigingsbedrijven, reinigingsbedrijven van het reinigingswerk, fabrikanten en leveranciers van apparatuur, materialen, beschermingsmiddelen. Zelfs uitzendbureaus die gecertificeerd tijdelijk personeel kunnen leveren, zijn bij de SIR aangesloten net als opleiding-, advies- en certificeringinstituten. Vertegenwoordigers van deze partijen stellen richtlijnen samen en houden ze actueel. Deze richtlijnen gelden voor de gehele branche in de BeNeLux. Zo zijn de risico’s van industriële reiniging door alle partijen onderkend en door toepassing van eenduidige SIR richtlijnen kunnen onveilige werksituaties tot een minimum worden beperkt. In de driehoek opdrachtgever - reinigingsbedrijf - overheid is de SIR de voortrekker. Daarnaast neemt de SIR examens af van uitvoerend en toezichthoudend personeel. Geslaagde kandidaten ontvangen als bewijs van vakbekwaamheid een persoonlijk SIR certificaat met bepaalde geldigheidsduur. Tevens verleent de SIR aan bedrijven die zich daarvoor kwalificeren de erkenning om industriële reinigingsapparatuur volgens de SIR richtlijnen te inspecteren en testen, waarna deze bedrijven certificaten kunnen afgeven die door de gehele branche worden erkend.
Voordat de robot zijn werk doet, wordt eerst een cofferdam rondom de steigerpaal geïnstalleerd. Daardoor kunnen coating en herstelwerkzaamheden aan de paal droog worden uitgevoerd. Bijkomend voordeel is dat het materiaal dat vrijkomt bij de reiniging niet in het water terechtkomt. Intussen staat men niet stil. Een van de nieuwe projecten is de ontwikkeling van een schoonmaakrobot. Vaz Dias: ‘Het doel van het zogenoemde iClean-project is het automatisch reinigen van een ruwe olietank zodat deze niet meer of minimaal hoeft te worden betreden en het afval kan worden hergebruikt. Momenteel neemt het schoonmaken van tanks namelijk gemiddeld een periode van zes weken tot drie maanden in beslag. Iedere dag dat een tank niet kan worden gebruikt, kost de eigenaar veel geld. Daarnaast willen we zoveel mogelijk voorkomen dat mensen risicovolle omgevingen moeten betreden.’ De noodzaak voor reinigen wordt steeds groter in de raffinagebranche. ‘Vervuiling in de ruwe olie kan verder in de keten problemen opleveren in warmtewisselaars en fornuizen. Daarom zijn er momenteel partijen die, gedreven door de hoge reinigingskosten op raffinaderijen, de vervuiling in een zo vroeg mogelijk stadium zouden willen verwijderen.’ Inmiddels is een eerste robot getest in een opslagtank. Het betreft een ‘lopend’ onderstel waarop verschillende units geplaatst kunnen worden. Bijvoorbeeld, een spuitinstallatie, een zuiginstallatie of bijvoorbeeld meetinstrumenten. Het innovatietraject leidde bovendien tot samenwerking tussen
08
iMaintain 14
10_11_13_H.indd 13
17-09-14 14:59
Veilig werken in de industriële reiniging SIR gecertificeerde opleidingen
Al meer dan 25 jaar streeft het kennis centrum voor industriële reiniging naar het bevorderen van de kwaliteit en veiligheid binnen het vakgebied industriële reiniging. DERC Advies biedt u het complete pakket SIR-opleidingen.
Semi automatische reiniging de toekomst
Meer en meer bedrijven reinigen (semi-) automatisch, een logische keuze want automatisch reinigen is voor de operator veel veiliger en ergonomischer. De mogelijkheden voor automatisch reinigen zijn inmiddels meer en meer standaard verkrijgbaar en met de combinatie van bestaande technieken zijn er voor veel problemen vaak eenvoudige oplossingen te bedenken. Ook de PLC, wat veelal als “ingewikkeld’’ wordt gezien, kan inmiddels binnen de industriële hogedrukreiniging eenvoudig worden toegepast.
Veiligheid centraal Het kennen van de regels is volgens ons niet voldoende. Veilig werken begint bij het kennen en herkennen van de risico’s en dan de regels toepassen. Het weten waarom is dan ook belangrijker dan het kennen van de regels. Als men niet geleerd heeft waarom die regels opgesteld zijn, zal men ook niet gemotiveerd zijn om ze toe te passen.
Opleidingen DERC Advies biedt u een breed scala aan SIR gecertificeerde opleidingen die u middels open inschrijving kunt volgen: hoge druk, chemisch technisch reinigingen, druk vacuüm, adembescherming. Ook bieden wij u opleidingen op maat, ´in company´ of in een andere taal. DERC Advies Jan van der Heijdenstraat 44 3261 LE Oud-Beijerland T: + (0) 186 6214 84 E: opleidingen@derc.nl www.derc.nl
14_derk.indd 1
Standaard (semi-)automatische reinigingsystemen DERC Salotech biedt u een brede range standaard (semi-)automatische reinigingsoplossingen zoals: • Automatisch slanginvoersysteem: de DERC Hose Feeder is het automatische invoersysteem voor rubberen hogedrukslangen. Een hogedrukspuiter kan op veilige afstand leidingen reinigen, niet meer dicht bij het gevaar. • Automatische reiniging van complexe leidingsystemen: de Rotocar is het automatische systeem voor het reinigen van complexe leidingsystemen met bochten. Het systeem is veilig voor de hogedrukspuiter en geeft een effectieve reiniging. • Automatische reiniging van oppervlaktes en bundels: de DERC Powered Tractor is het multifunctionele en modulaire systeem toepasbaar voor het reinigen van oppervlakken en bundelreiniging.
• (LUVO)-reiniger: het modulaire systeem toepasbaar voor het reinigen van LUVO’s en Air Fin Coolers, eventueel met PLC besturing voor het instellen van een compleet reinigingsprogramma. Voor elke reinigingsuitdaging een oplossing Voor elke reinigingsuitdaging is er mogelijk een (semi-)automatische reinigingsoplossing. Bieden wij het nog niet in ons standaardpakket dan ontwerpen wij het in huis op onze engineerings afdeling en produceren wij de oplossingen in onze eigen werkplaats. Totaal assortiment hogedrukreinigingsapparatuur Bij DERC Salotech kunt u naast (semi)automatische oplossingen terecht voor al uw benodigde nozzles, lansen, stingers, hoses, nipples, adapters, pistolen, voetpedalen, footvalves, lansmachines & accessoires etc.
Officieël SIR certificeringsinstantie Bij DERC kunt u terecht voor het keuren en certificeren van uw hogedrukunits en alle andere hogedrukapparatuur zoals voetpedalen, pistolen, lansen, twk’s, slangen met koppelingen. Ook test en certificeert DERC complete druk vacuümwagens en zuiggraafmachines inclusief besturing, veiligheden, noodstop en slangen met koppelingen. DERC Salotech Jan van der Heijdenstraat 44 3261 LE Oud-Beijerland T: + (0) 186 6214 84 E: info@salotech.nl www.salotech.nl
16-09-14 11:34
Maintenance en industriële reiniging 15
twee concurrenten, Enigma en HCI. Stijn Vermoet van HCI licht de samenwerking toe: ‘HCI ontwikkelde een technologie om koolwaterstoffen in opslagtanks snel en eenvoudig te verwijderen. We spuiten een laag water van zo’n tachtig centimeter in een tank en verwarmen dat tot een temperatuur van rond de veertig graden Celsius. In die omstandigheden komen de koolwaterstoffen bovendrijven en we skimmen die laag eraf zodat je een nette scheiding krijgt van water en olie. Met name in dat skimmen zit onze innovatie. Het water pompen we vervolgens weer weg, maar daarna blijven er nog wel anorganische resten over. Op dat moment neemt Enigma het over en komt de robot in beeld. Enigma kan dat vuil namelijk weer weghalen met behulp van die robot zodat er nooit een mens in de tank hoeft te komen. Dat is niet alleen veiliger, maar gaat ook nog eens veel sneller.’
Coating Het voorkomen van verontreinigingen aan industriële installaties is nog beter dan het achteraf verwijderen ervan. De Van Gansewinkel Groep heeft een dochterbedrijf dat met name gespecialiseerd
is in het schoonmaken van fornuizen van ovens. Het vliegas dat ontstaat na verbranding van fossiele brandstoffen koekt aan op de wanden en dan is er grof geweld nodig om dat er van af te krijgen. Het bedrijf gebruikt daarvoor een gepatenteerde technologie waarbij gas in een
water strooit, zie je het gewoon drijven. Op nanoschaal is silicium dus hydrofoob en die eigenschap zorgt ervoor dat vuil zich nauwelijks hecht als je het in een coating op een oppervlak van staal, maar ook bijvoorbeeld beton of hout aanbrengt. En als er toch vuil aan blijft hangen, krijg je het er
‘Eén van de innovaties die iTanks samen met Boskalis Offshore ontwikkelde is de multi-purpose cleaning tool: een robot die steigerpalen bij onder andere aanlegsteigers en boorplatformen automatisch reinigt.’ zak wordt gepompt die gecontroleerd tot ontploffing wordt gebracht. De daardoor ontstane drukgolf breekt het vliegas van de wanden zonder dat de wanden zelf beschadigd raken. Maar zoals gezegd, onderzoekt men momenteel ook de mogelijkheden van een coating die voorkomt dat vuil zich hecht aan bijvoorbeeld wanden van olieopslagtanks. Patrick Hartman is bij het onderzoek betrokken: ‘We werken samen met een Duits bedrijf dat een coating maakt op basis van heel fijn silicium. Dus eigenlijk zand, maar dan op nanoschaal. Als je dat zand op
met een droge doek van af. We testen de werking ervan momenteel in een opslagtank en de resultaten zijn veelbelovend. Overigens testen we twee verschillende versies van de coating: beide weren water, vuil en stof, maar de Ultra-versie is ook nog eens zuurbestendig tot een ph van veertien.’ De transparante coating is eenvoudig aan te brengen en spray je gewoon op het oppervlak. Overigens moet dat oppervlak wel eerst grondig worden gereinigd, maar vervolgens beschermt de spray naar verwachting het oppervlak voor zo’n zeven tot vijftien jaar.’ n
08
iMaintain 14
10_11_13_H.indd 15
17-09-14 14:59
Het iMaintain Platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Het platform belicht op een journalistieke en onafhankelijke manier innovaties, behandelt actuele onderwerpen en inspireert. Via het vakblad iMaintain, met de website www.imaintain.info, met vier rondetafelmeetings per jaar, diverse bijeenkomsten en met een jaarcongres bereikt het iMaintain Platform haar doelgroep.
De partnerstructuur van het iMaintain Platform bestaat uit complementaire marktpartijen. De samenstelling waarborgt de objectiviteit van het platform en zorgt voor een verregaande integratie in de doelgroep.
De volgende bedrijven zijn partner van het iMaintain Platform:
Scan de foto en bekijk het filmpje 1) Installeer op uw smartphone of tablet de app ‘iLinqs’ 2) Start de app op uw smartphone of tablet 3) Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst 4) Het bijbehorende filmpje verschijnt op smartphone of tablet
03spread_advertentie_IMAplatform.indd 2
17-09-14 10:34
Het expertpanel van het iMaintain Platform bestaat uit de volgende specialisten:
Leden van het iMaintain Platform
asset management
Henk Akkermans Hoogleraar dynamiek van toeleveringsnetwerken, Universiteit Tilburg Wetenschappelijk directeur DI-WCM Leo van Dongen Professor Maintenance Engineering, Universiteit Twente Directeur Fleet Services, NedTrain
Mark Haarman Managing Director, Mainnovation
Rob de Heus Champion World Class Maintenance, Sitech Services
Geert-Jan van Houtum Professor Reliability, Quality en Maintenance, TU Eindhoven
Nico van Kessel Principal Consultant Asset Management, Tata Steel
Cor van de Linde Directeur innovatieplatform iTanks Maintenance Manager of the Year 2012
Henk van der Meer Teamleider Events, BP raffinaderij Rotterdam
Roelf Venhuizen Voorzitter Profion, Bestuurlid Veiligheid Voorop, Voormalig CEO NAM
Johan Wolt Maintenance Manager, AkzoNobel lndustrial Chemicals MCA Delfzijl Maintenance Manager of the Year 2014
Ton Huibers Maintenance Manager, Vlisco Maintenance Manager of the Year 2013
Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het iMaintain Platform, kijk dan op www.imaintain.info of neem contact op met Anouk Bouwmeester: Anouk@industrielinqs.nl – 020 3122 797
03spread_advertentie_IMAplatform.indd 3
17-09-14 10:34
18 ACTUEEL
Zomers onderhoud aan de weg Als wij op het strand liggen, zetten de medewerkers van Rijkswaterstaat juist een tandje bij. Want met Nederland op vakantie, is het rustiger op de weg. Een uitgelezen mogelijkheid om onderhoud uit te voeren aan de wegen, zonder al te veel overlast te veroorzaken voor de weggebruikers. We doen een kleine greep uit de werkzaamheden. Elise Quaden
A50 tussen Eindhoven en Veghel In juli heeft Rijkswaterstaat grootschalige onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd aan de A50 tussen Eindhoven en Veghel. De rijbanen hebben nieuw asfalt en nieuwe voegovergangen gekregen. Onderdeel van de werkzaamheden was de ophoging van de J.J. Ewellbrug in de A50 bij Veghel, in het kader van de opwaardering van de Zuid-Willemsvaart. De brug wordt met ongeveer één meter verhoogd. Zo kunnen grotere schepen (met drie lagen containers) straks over de Zuid-Willemsvaart varen. Bedrijven en havens langs het kanaal worden beter bereikbaar. Ook betekent het minder files en CO2-uitstoot: een schip met drie lagen containers haalt ongeveer honderd vrachtwagens van de weg. De ophoging van de J.J. Ewellbrug wordt in opdracht van Rijkswaterstaat uitgevoerd door aannemer Rasenberg. De onderhoudswerkzaamheden vallen onder het Variabel OnderhoudsContract 2014, dat wordt uitgevoerd door aannemers Heijmans, MNO Vervat en BAM. Het betreft regulier onderhoud dat wegennet, viaducten, bruggen en tunnels periodiek nodig hebben, zoals asfaltering, vervangen van voegovergangen en onderhoud aan de vangrail. Dit alles heeft als doel een vlotte en veilige doorstroming voor de weggebruiker.
Knooppunt Velperbroek Gepland in augustus zijn de asfalteringswerkzaamheden aan het verkeersplein Velperbroek nabij Arnhem. De werkzaamheden omvatten het onderhoud aan het gehele verkeersplein, inclusief enkele verbindingswegen van en naar het verkeersplein. Tijdens de werkzaamheden is het asfalt en de lagen daaronder vervangen.
08 14 iMaintain
18_19_L_artikel.indd 18
A16 tussen Dordrecht en Ridderkerk Gedurende twee weekenden heeft RWS gewerkt aan de A16 tussen Dordrecht en Ridderkerk, in de richting van Rotterdam. Ook rond de Drechttunnel zijn werkzaamheden uitgevoerd. In deze periode zijn detectielussen aangelegd en is gedeeltelijk nieuw asfalt aangebracht.
Elf bruggen over het Wilhelminakanaal In de zomer zijn veel onderhoudsen moderniseringswerkzaamheden gepland aan de bediensystemen van elf bruggen over het Wilhelminakanaal in NoordBrabant. RWS is gestart met de Trappistenbrug in Tilburg. Een groot aantal bruggen en sluizen op de Brabantse en Midden-Limburgse kanalen worden op afstand bediend vanuit de Bediencentrale Tilburg. Met het vernieuwen en moderniseren van de bediensystemen van de elf bruggen, worden ze geschikt gemaakt voor de nieuwe besturingssystemen en technieken die tegenwoordig worden toegepast.
Scan de foto en bekijk het filmpje 1) Installeer op uw smartphone of tablet de app ‘iLinqs’ 2) Start de app op uw smartphone of tablet 3) Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst 4) Het bijbehorende filmpje verschijnt op smartphone of tablet
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
17-09-14 10:21
ACTUEEL 19
Jutphasebrug hele zomer ingepakt
Knooppunt Hattemerbroek
Het groot onderhoud aan de Jutphasebrug over het AmsterdamRijnkanaal verloopt voorspoedig. De stalen constructie wordt versterkt, reparaties worden uitgevoerd aan brugdek en pijlers, de brug wordt geverfd en hij wordt verhoogd met 45 centimeter. Afgelopen zomer is de boog geheel in folie ingepakt geweest. In mei is de Jutphasebrug, die Utrecht en Nieuwegein met elkaar verbindt, ruim vijftien meter opzij geschoven en is de tijdelijke hulpbrug geplaatst. Na het uitschuiven, is de brug 1,20 meter opgevijzeld (verhoogd). In juni en juli zijn staalversterkingswerkzaamheden aan de boog uitgevoerd. Vanaf begin juli is een steiger op de brug gebouwd, daarna is de hele brug van folie voorzien. De brug krijgt in acht tot tien weken een nieuwe verflaag. De aannemer verwijdert eerst door middel van stralen de oude verf en brengt daarna de nieuwe verf met een spuittechniek aan. Het volledig inpakken in folie voorkomt stofvorming in de omgeving en eventuele verontreiniging van het oppervlaktewater. Als de verf is aangebracht, worden in oktober de folie en de steiger weer verwijderd. Vanaf november wordt het bestaande (niet gebruikte) fietspad aan de noordzijde van de Jutphasebrug verwijderd en wordt de onderzijde van de brug gerenoveerd. Dit gebeurt vanaf werkwagens onder de hoofdoverspanning (de boog) en vanaf steigers onder de aanbruggen. Ook hier gaat het om het conserveren (schilderen), maar ook om het aanbrengen van een nieuwe rail voor de inspectiewagens en het verwijderen van niet meer functionerende kabels en leidingen. Tot slot komt nieuw asfalt op de brug. Najaar 2015 wordt de hulpbrug verwijderd, worden de opleggingen vervangen en wordt de opgeknapte Jutphasebrug teruggeschoven en op zijn definitieve hoogte gebracht. De brug kan dan weer dertig jaar mee. De renovatie van de Jutphasebrug is onderdeel van het project KARGO (Kunstwerken Amsterdam-Rijnkanaal Groot Onderhoud). Binnen dit project renoveert Rijkswaterstaat acht stalen boogbruggen.
In augustus zijn werkzaamheden uitgevoerd op en nabij het knooppunt Hattemerbroek (aansluiting A28 en A50). De werkzaamheden aan het knooppunt Hattemerbroek zijn onderdeel van het integraal groot onderhoud aan de A28 tussen Nunspeet en Zwolle. In de tweede helft van dit jaar wordt op nog een aantal delen van het traject A28 groot onderhoud uitgevoerd.
Galecopperbrug bij Utrecht RWS renoveert de Galecopperbrug. De werkzaamheden duren tot het eind van dit jaar. Rijstroken worden versmald en verschoven. En door de brug op te vijzelen komt de doorvaarthoogte enkele tientallen centimeters hoger te liggen. Zo kunnen schepen met hogere lading onder de brug door varen. Dit jaar wordt de zuidkant van de brug vernieuwd. In 2015 volgt de noordkant. Weggebruikers kunnen via een webcam zien hoe druk het is op de brug en in de omgeving. Om de filedruk te verminderen, is op 18 augustus gestart met Spitsmijden Galecopperbrug. Wie aan dit project deelneemt, kan geld verdienen door het traject van de Galecopperbrug en de omgeving tijdens de spits te mijden. Meer dan 10.000 automobilisten die regelmatig over de Galecopperbrug rijden, hebben zich hiervoor aangemeld.
Winterklaar Er is veel werk verzet in de zomer, maar de winter komt nu snel dichterbij, met alle uitdagingen van dien. Om al het wintermaterieel van Rijkswaterstaat te testen en winterklaar te maken, vindt van september tot en met oktober de zogenoemde vlootschouw plaats. Ook krijgen de chauffeurs van de strooiwagens en sneeuwschuivers een opfriscursus en worden er nieuwe strooiroutes verkend. Door elk jaar vroegtijdig het wintermaterieel te testen, wordt ook in de winter een goede bereikbaarheid in het land nagestreefd. Tijdens de winter zijn 350 sneeuwploegen en 500 strooiwagens in de weer om gladheid en sneeuwval te bestrijden. Met dit materieel kan binnen twee uur 3.260 kilometer (het hele landelijke wegennet) preventief worden gestrooid. Als al dit materieel wordt ingezet zijn er ongeveer 1.200 man bezig om Nederland bereikbaar te houden. Door het wintermaterieel op tijd te testen, zorgt Rijkswaterstaat straks ook tijdens winterse omstandigheden voor een goede bereikbaarheid.
08
iMaintain 14
18_19_L_artikel.indd 19
17-09-14 10:21
20 WHAT’S NEXT
Wat doe je als je het onderhoud aan je fabriek op orde hebt, maar van goed naar beter en uiteindelijk excellent wilt gaan? Veel bedrijven in de industrie zijn bezig met asset management, maar enkele koplopers gaan verder en willen ‘master’ over hun assets zijn. Vaak is een laatste zetje nodig om een fabriek van de toekomst te worden. Frenk-Jurgen Pistorius, maintenance consultant bij SPIE, kan hen dat zetje bieden.
Mastering assets is een cultuurkwestie Veel Nederlandse asset owners hebben hun zaakjes prima op orde. Maar er valt altijd meer te halen uit wat je al hebt. Daar komt Pistorius om de hoek kijken. ‘Het eerste dat ik doe als ik bij een klant binnenkom, is peilen wat de huidige situatie is. Hoe staat een bedrijf ervoor wat betreft hun asset management? Dan komen er vanzelf punten bovendrijven waarop een fabriek zich nog zou kunnen verbeteren.’
Potentie Verbeteringen zijn altijd mogelijk, al bevinden veel klanten zich al op een hoog niveau. Pistorius: ‘Ik kom veel ambitieuze bedrijven tegen die al goed bezig zijn en een volgende stap willen maken. Zij willen nog meer uit hun assets halen. Je ziet dan dat er één of twee mensen op de werkvloer zijn die zich daar hard voor maken en vooruit willen. Meestal bieden de bestaande systemen veel mogelijkheden, maar worden niet ten volle benut.’ De reden zit in een gebrek aan tijd en capaciteit. Als de projectorganisatie klaar is, is de beheersorganisatie op zichzelf aangewezen. Maar die heeft alle capaciteit nodig voor de reguliere dagelijkse werkzaamheden. ‘De waan van de dag regeert. De fabriek moet draaien. Meer doen met je assets wordt belangrijk gevonden, maar men komt er niet aan toe.’
je werkelijke verbeteringen realiseren.’ Dat verbeteren zit voor een groot deel in de cultuur bij de werknemers. ‘Uiteindelijk is cultuur in een bedrijf allesbepalend. Op de vloer betekent onderhoud vaak problemen oplossen als die zich voordoen. Die denkwijze verander je niet van de ene op de andere dag.’
Systemen inrichten Als het aankomt op techniek, ziet Pistorius voornamelijk kansen in het beter benutten en inrichten van de reeds aanwezige systemen. ‘Systemen moeten ondersteunend zijn en zo ingericht dat je maintenance efficiënt kunt uitvoeren. Bevindingen die je hebt opgedaan tijdens het onderhoudswerk worden vervolgens teruggemeld aan systeem. En daarmee kun je gedegen analyses uitvoeren, betrouwbare data verzamelen en continu verbeteren. De systemen van veel bedrijven bieden al deze mogelijkheden, maar worden onvoldoende benut. Dat is het belangrijkste eerste verbeterpunt voor veel klanten. Dan ga je van goed naar beter. In de volgende fase, die van excellentie, zijn de tools en technieken aan de beurt, zoals 3D-scanning en pda’s. Daarmee kom je volledig in control en word je ‘master’ van je maintenanceproces.’
Cultuur Als Pistorius eenmaal ergens rondloopt, probeert hij het ‘hogerop’ te zoeken. ‘Ik ga bij voorkeur praten met de maintenance manager. Maar het eerste contact heb ik meestal met de maintenance engineers. Zij zien dat het beter kan en willen optimaliseren, maar hebben daar zelf geen tijd voor. Of het krijgt geen prioriteit, want dat is het ware probleem. Wij voeren vervolgens een gedegen analyse uit, maken een businesscase en komen met sterke argumenten waarmee ook de maintenance manager overtuigd kan worden. Want daar ligt de sleutel. Pas als directie overtuigd is van de nut en het noodzaak van professioneel asset management en dat ook uitdraagt, kun
Veel Nederlandse asset owners hebben hun zaakjes prima op orde. Maar er valt altijd meer te halen uit wat je al hebt.
08 14 iMaintain
20_21_22_23_P_whatsNEXT.indd 20
17-09-14 10:20
WHAT’S NEXT 21
NEdErlANd krijgT MiljoENEN SubSidiE voor iNfrASTrucTuur Nederland krijgt 95 miljoen euro subsidie van de Europese Unie voor achttien verschillende infrastructuurprojecten die Nederlandse betrokkenheid hebben of in Nederland worden gerealiseerd. Zo komt er bijna 1 miljoen euro beschikbaar om de opknapbeurt van de Twentekanalen voor te bereiden. Daarnaast is 5,5 miljoen euro beschikbaar voor een studie naar het verhelpen van het knelpunt voor de scheepvaart bij de Calandspoorbrug. Daarnaast worden er miljoenen vrijgemaakt zodat Nederland samen met andere landen kan investeren in intelligente transportsystemen om vervoer binnen Europa efficiënter te maken. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld navigatiesystemen ontwikkeld worden zodat vrachtwagenchauffeurs sneller weten op welke routes vertraging op kan treden en waar de beveiligde parkeerplekken het makkelijkst te bereiken zijn. Ook krijgt Nederland subsidie om samen met andere landen een netwerk van tankstations
voor waterstof aan te leggen langs belangrijke doorvoerwegen. Hierdoor kan de introductie van waterstofvoertuigen in Europa versneld worden. Er gaat ook geld naar projecten met schonere schepen die op LNG varen. Behalve voor deze schepen is er ook geld beschikbaar gesteld voor een netwerk van LNG-vulpunten voor binnenvaart en zeevaart. Het gaat om een toewijzing door de Europese Commissie uit het subsidieprogramma voor het Trans-Europese Vervoersnetwerk TEN-T. Dit programma heeft als doel om binnen de Europese Unie tot één grensoverschrijdend netwerk voor vervoer over land, water en door de lucht te komen. De projecten zijn door het ministerie van Infrastructuur en Milieu aangedragen. In totaal krijgen 106 projecten binnen de Europese Unie zo’n 320 miljoen euro toegewezen. Gemiddeld bedraagt de subsidie voor projecten met een Nederlands belang 31 procent.
roboT rEiNigT bEkiSTiNgpANElEN voor bAM
Door een Europese subsidie komt er onder meer 1 miljoen euro beschikbaar om de opknapbeurt van de Twentekanalen voor te bereiden.
BAM Materieel heeft een robot in gebruik genomen voor het schoonspuiten van bekistingpanelen. Hierdoor verbeteren de arbeidsomstandigheden in de bekistinghal. In een afgesloten cabine spuit de robot met een waterdruk van 2.500 bar de bekistingpanelen brandschoon. De robot is geprogrammeerd voor de drie meest voorkomende typen bekistingpanelen. Het reinigen van een bekistingpaneel vergt slechts twintig minuten. Voorheen waren een of twee medewerkers een dag met schuurmachines in de weer om betonresten van de panelen te verwijderen. Dit schuurwerk is nu aanzienlijk teruggedrongen, alsook de daarmee gepaard gaande stofoverlast. Ook wordt slijtage van de panelen beperkt.
SyNTHETiScH rubbEr rEpArEErT zicHzElf
Hoe langer een rubberen afdichting meegaat, hoe beter, maar nog beter is het als het rubber zichzelf herstelt. Daar werkt het EU-project
Rubberen afdichtingen gaan niet eeuwig mee, integendeel. Ze moeten regelmatig worden vervangen en zorgen daarmee voor onderhoudskosten. Hoe langer een rubberen afdichting meegaat, hoe beter, maar nog beter is het als het rubber zichzelf herstelt. Daar werkt het EU-project SHINE nu een jaar aan, en met succes. SHINE-onderzoekers hebben op labschaal een elastomeer ontwikkeld dat zichzelf – zonder hulp van mensen – herstelt bij kamertemperatuur. In een paar seconden helen microscheurtjes weer aaneen zodat een micro-scheurtje zich niet verder kan ontwikkelen tot een serieuze scheur. Inmiddels is er ook een pilot op industriële schaal. Het is nog onbekend hoe lang de herstelde scheurtjes goed blijven, maar het materiaal behoudt in ieder geval minimaal 97 procent van zijn oorspronkelijke sterkte. De onderzoekers werken nu aan een oplossing voor de stijfheid die ontstaat op plaatsen waar het materiaal zichzelf heeft hersteld.
SHINE nu een jaar aan.
08
iMaintain 14
20_21_22_23_P_whatsNEXT.indd 21
17-09-14 10:20
22 WHAT’S NEXT
NASA gAAT 3d-priNTEN MET MulTi-METAlEN Het 3D-printen met meerdere materialen tegelijk was tot nu toe voornamelijk voorbehouden aan kunststoffen. Het Jet Propulsion Laboratory (JPL) van Nasa en Caltech heeft nu ontdekt hoe je met meerdere metalen een component kunt printen. Het combineren van verschillende metaallegeringen is voorheen wel gelukt onder laboratoriumomstandigheden, maar het integreren met bestaande productieprocessen bleek een uitdaging. Bijvoorbeeld bij het lassen van twee subcomponenten gemaakt uit verschillende metalen bleek de las niet sterk genoeg om veel kracht aan te kunnen. Het 3D-printen van een onderdeel bestaande uit verschillende metalen kent enorm veel voordelen voor engineers die onderdelen van een ruimtevaartuig ontwerpen. Volgens de onderzoekers van JPL is hun techniek voor het maken van vloeiende overgangen tussen verschillende metaallegeringen nu al vier jaar volop in ontwikkeling. Volgens een artikel in Scientific Reports combineerde het onderzoeksteam een proces waarbij metaalpoeder wordt geprint met een laser met een roteerproces, zodat tijdens het printen live gewisseld kan worden tussen verschillende metaalsoorten in poedervorm. In plaats van het opbouwen in lagen van onder naar boven, bouwt deze techniek het model op van binnen naar buiten. Hierbij worden laagjes metaal op een roterende staaf geprint. Een soort metalen suikerspin dus. Het team beschrijft ook een methode die lagen op een meer traditionele lineaire wijze print. Het resultaat is een component met een cirkelvormige gradatie van legeringen vanaf het midden van het object naar de buitenzijde. Zo kan het team componenten maken met zeer precieze samenstellingen. Ook beschrijft het team een methode voor het combineren van metalen met koolstofvezels. Behalve ruimtevaartuigen zien de onderzoekers ook toepassingen in de luchtvaart en automotive industrie.
zElfHErSTEllENdE poEdErcoATiNg
TNO ontwikkelde een hars die lak een bijzondere eigenschap geeft. De lak wordt na verhitting opnieuw vloeibaar.
TNO heeft een hars ontwikkeld die zelfherstellend is door hem opnieuw te verwarmen. Met deze grondstof kan een lak worden gemaakt die zelf krassen repareert. ‘Het principe van lak is dat je deze vloeibaar aanbrengt, waarna deze uithardt en zijn beschermende functie krijgt’, vertelt Eric Craenmehr, chemisch ingenieur bij TNO. ‘Dit uitharden is echter een onomkeerbaar proces, de moleculen vormen een soort visnet, wat betekent dat je deze thermohardende lak normaal gesproken niet opnieuw vloeibaar kunt maken.’ TNO ontwikkelde echter een hars die lak een bijzondere eigenschap geeft. De lak kan na verhitting opnieuw vloeibaar worden. ‘De warmte trekt het visnet weer uit elkaar. Door de beschadigde lak te verwarmen in een oven of met een föhn loopt de kras weer dicht met lak. Het voordeel is dus dat de schade wordt hersteld met exact dezelfde lak als waarmee de rest van het voorwerp is behandeld. Het kan een auto zijn, maar alle beschadigde voorwerpen die zijn geverfd met de speciale lak kun je op deze manier behandelen.’ Het ontwikkelen van de hars heeft twee jaar geduurd. Een van de moeilijkheden was het zoeken naar het juiste uitgangsmateriaal, vertelt Craenmehr. ‘Uiteindelijk hebben we patent aangevraagd voor poedercoatings. Dat is de meest interessante markt voor TNO, omdat onze technologie bij uitstek geschikt is voor toepassing in poedercoatings.’
uvA STArT oNdErzoEk NAAr big dATA
Het 3D-printen met meerdere materialen tegelijk was tot nu toe voornamelijk voorbehouden aan kunststoffen. Het Jet Propulsion Laboratory (JPL) van Nasa en Caltech heeft nu ontdekt hoe je met meerdere metalen een component kunt printen.
De Universiteit van Amsterdam start een onderzoek naar het gebruik van big data door bedrijven en (overheids)instellingen. In samenwerking met ORTEC Consulting Group is een uitgebreide survey opgezet om informatie te verzamelen over de acceptatie en implementatie van big data door bedrijven. Het onderzoek richt zich onder andere op de factoren die het succes bepalen van een big data-strategie, de rol van wetenschappelijke instellingen hierbij en de manier waarop het gebruik van big data gestimuleerd kan worden. Daarnaast wordt specifiek gekeken naar het aantrekken en behouden van talent: de programmeurs en analisten die big data-toepassingen in de bedrijfsvoering kunnen implementeren. Eind oktober zullen de eerste resultaten bekend worden gemaakt. Meedoen? Ga naar www.uva.nl
08 14 iMaintain
20_21_22_23_P_whatsNEXT.indd 22
17-09-14 10:20
WHAT’S NEXT 23
producTiE iNduSTriE iN juli WEEr HogEr De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in juli 0,7 procent hoger dan in juli 2013. In juni kromp de productie met 1,3 procent, waarmee een reeks van acht maanden met productiestijgingen werd onderbroken. Dit heeft het CBS bekendgemaakt. De elektrotechnische- en machine-industrie (6,8 procent) en de basismetaal- en metaalproductenindustrie (6,4 procent) produceerden in juli aanzienlijk meer dan een jaar eerder. De productie van de voedings- en genotmiddelenindustrie lag op hetzelfde niveau als een jaar eerder, terwijl de productie van aardolie-, chemische, rubber- en kunststofindustrie (1,6 procent) kromp. De vier genoemde branches zijn samen goed voor bijna driekwart van de industriële productie. Voor het bepalen van de kortetermijnontwikkeling van de productie kan het beste worden gekeken naar voor seizoen- en werkdageffecten gecorrigeerde cijfers. Van juni op juli 2014 steeg de productie met 1,9 procent. Tot nog toe fluctueert de voor seizoeneffecten gecorrigeerde productie in 2014 sterk. In februari werd het hoogste niveau in meer dan zes jaar bereikt. Daarop volgden zowel forse dalingen als flinke stijgingen. In juli dit jaar lag de productie 3,3 procent onder het niveau van februari, maar wel iets hoger dan gemiddeld in 2013.
De groei van de productie in juli is in lijn met het verbeterde producentenvertrouwen in die maand.
De groei van de productie in juli is in lijn met het verbeterde producentenvertrouwen in die maand. In augustus is die stemming echter weer verslechterd, zoals het CBS een paar weken geleden meldde. Daarin spelen de kwakkelende economieën in de ons omringende landen een rol. Deze landen, vooral Duitsland, zijn een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie.
WEgprojEcT kWArT MiljArd bEgiN 2015 AANbESTEEd Wegenbouwers en toeleveranciers kunnen zich warmlopen voor een wegenbouwproject van ruim een kwart miljard euro. Rijkswaterstaat besteedt de verbreding van de A1 en de A27 begin 2015 aan. Al langer is er kritiek op dbfm vanwege onvoorspelbare toekomstscenario’s en risico’s. Minister Schultz (infrastructuur) twijfelt bij dit project echter niet aan deze contractvorm. Dat is ook geheel in lijn met een onderzoek uit 2010 waaruit blijkt dat dfbm dit wegenbouwplan meerwaarde biedt. Aannemers zullen in de rij staan om op dit project in te schrijven. Bijzonder aan het plan is volgens Rijkswaterstaat dat de hele verbreding wordt uitgevoerd in dubbellaags zoab. Daarnaast behelst het plan twaalf geluidsschermen en meerdere viaducten die moeten worden aangepast. De afslag naar de A27 bij het kruispunt van Hilversum gaat volledig op de schop. Dit geldt ook voor de aansluiting bij Bilthoven. Minister Schultz heeft 260 miljoen euro over voor de verbreding van de A1 en de A27 tussen Utrecht via Hilversum naar Amersfoort. Door bezuinigingen van dit kabinet liet het project een jaar langer op zich wachten. De planning is nu dat de bouw in 2016 van start gaat en twee jaar later is afgerond. Om precies te zijn gaat het om één extra rijstrook in beide richting tussen Utrecht-Noord en knooppunt Eemnes (A27). De A1 tussen Eemnes en de aansluiting Bunschoten-Spakenburg wordt opgewaardeerd van twee naar vier rijstroken. Met de verbreding slaat minister Schultz meerdere vliegen in één klap. Niet minder dan zes knelpunten die in de file top 50 staan worden hiermee aangepakt. ‘Dit is goed voor de economie’, licht de minister toe in een schriftelijke verklaring. ‘We geven
Wegenbouwers kunnen zich warmlopen voor een wegenbouwproject van ruim een kwart miljard euro.
een forse impuls aan de bereikbaarheid van de regio’s Utrecht en Amersfoort. We zorgen er ook voor dat het verkeer op een belangrijke hoofdverbinding tussen de Randstad, Twente en Duitsland beter doorstroomt.’ Per dag rijden er ongeveer 90.000 voertuigen over de A27 en bijna 110.000 over de A1. De minister verwacht dat er in 2030 zo’n 140.000 voertuigen op de A27 rijden en ongeveer 170.000 op de A1. Op meerdere locaties wordt het wegennetwerk in en rond Utrecht de komende jaren aangepakt. De opknapbeurt van knooppunt Hoevelaken bij Amersfoort tussen 2019 en 2022 is een van de projecten die in de Utrechtse pijplijn zit. Het is de bedoeling dat de A27 en de A12 rond de Domstad tussen 2018 en 2026 worden uitgebreid.
08
iMaintain 14
20_21_22_23_P_whatsNEXT.indd 23
17-09-14 10:20
24 PRODUCTEN
Producttrends op www.imaintain.info
5
Bandrastpanelen
Het programma gereedschapwagens van Gedore is uitgebreid met een tweetal geheel nieuwe modellen – de verbeterde 2004 en 2005 - die zich zowel in het ontwerp als in de uiteindelijke uitvoering weten te onderscheiden. Opmerkelijk daarbij is allereerst dat men de basisafmetingen van deze professionele gereedschapwagens nog verder heeft vergroot. Zo bedragen de breedte en diepte bij beide nu resp. 775 millimeter en 435 millimeter. In de praktijk betekent dit dat de gebruiker over een aanzienlijk royaler werkblad beschikt. www.technag.nl
Zakelijke huurders stellen steeds hogere eisen aan kantoren op het gebied van akoestiek en design. Daarom moeten steeds meer vastgoedeigenaren hun gebouwen renoveren en aanpassen aan eigentijdse wensen. Ecophon ontwikkelde specifiek voor deze trend een nieuwe serie akoestische plafondpanelen. Die vervangen de panelen in bestaande bandrasterplafonds zonder dat de bijbehorende bandrasters en metalen profielen vervangen hoeven te worden. www.ecophon.com/nl
2
Explosieveilige smartphone
6
Voedingen DIN-rails
3
Overbelastingsbeveiliging
7
Aansprakelijkheidsrisico veiligheidsschoenen
8
‘Anti-collision’ systeem voor mens en voertuig
1
Gereedschapwagens
Bartec Nederland introduceert de Impact X, een volwaardige IECEx en ATEX gecertificeerde high-end smartphone, geschikt voor toepassing in zone 1. Het op Android gebaseerde explosieveilige toestel is ’s werelds meest intelligente en robuuste mobiele apparaat dat u momenteel op de markt zult vinden. Bij het ontwerp van de Impact X is speciale aandacht besteed aan de audio- en videokwaliteit waarmee de gebruikers over 3G en Wi-Fi kunnen communiceren. www.bartec.nl/impact-x
De accumachines van AEG Powertools zijn voorzien van Pro Lithium-Ion accutechnologie. Deze techniek is speciaal ontwikkeld voor de professionele gebruiker en zorgt voor optimale duurzaamheid en maximaal werkplezier. Deze drievoudige beveiliging voorkomt oververhitting, overbelasting en over- en onderladen van accu’s. www.wiltec.nl
4
Overall
Om gevaren en risico’s in de offshore te voorkomen, is het van belang dat werknemers gecertificeerde werkkleding dragen. HaVeP Workwear / Protective wear ontwikkelde speciaal voor werknemers in de offshore de HaVeP Explorer overall. Deze overalls beschermen de drager tegen elektrostatische oplading (EN 1149) wat vonken kan veroorzaken die brand of explosies als gevolg hebben. Daarnaast is de overall gecertificeerd met de ISO 11612-norm zodat de drager beschermt is tegen hitte en vlammen. www.vptex.com
08 14 iMaintain
24_G_producten.indd 24
Ook voor kastenbouwers, OEM’s en bouwers van machines en apparaten met DIN-rails heeft Mean Well een aantal uitbreidingen van het productgamma in petto. Voorbeeld daarvan zijn de EDR-75 en NDR-75 series, zeer voordelige toevoegingen op de succesvolle SDR-75 serie en goed voor 75W uit slechts 32 millimeter breedte op de TS-35/7.5 of TS-35/15 DIN-rail. Daarnaast presenteert Mean Well de nieuwe DRA-40/60 en DRC-40/60 series. Beide hebben een 40W en 60W variant en zijn ontwikkeld om meer economie en flexibiliteit op de DIN-rail te bieden. www.telerex.nl
Als een medewerker inlegzolen in zijn veiligheidsschoen draagt, vervalt de aansprakelijkheid van de schoenleverancier. Toppodotherapie Nederland en schoenleverancier Steel Blue introduceren een ISO-genormeerd productiesysteem. Hierdoor blijven de veiligheidsschoenen van Steel Blue met podotherapeutische of aangepaste zolen gecertificeerd en is het aansprakelijkheidsrisico afgedekt. www.steelblue.nl
HedraTech Int is gestart met de verkoop van EGOpro Safety Move, een veiligheidssysteem om incidenten met voertuigen te voorkomen. De meeste ongevallen tussen medewerkers en vorkheftrucks, voorladers en kranen, worden veroorzaakt door beperkt zicht, lawaai/ gehoorbescherming en lastige manoeuvres. EGOpro detecteert via sensoren op het voertuig en een RFID-tag op de werknemer de aanwezigheid en positie van grondpersoneel en/of andere voertuigen. www.hedratech.nl
Kijk voor meer productinnovaties op www.imaintain.info
17-09-14 10:20
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
Schip wordt varende fabriek door 3D-printen | Hygiënenormen bepalen bouw melkpoederfabriek | Prestatiemanagement: Hoe excellent is operational excellence? 25_MA_NVDO_cover.indd 25
17-09-14 14:21
Industrial Services
Tank reiniging
Druk-Vacuüm DrukDruk Vacuüm techniek
Industriele reiniging
Droge stoffen techniek
Hogedruk reiniging
Transport
Riool reiniging
Milieuvriendelijk ontgassen
Austria
-
Netherlands
-
Germany
ST-Cleaning BV
www.st-cleaning.com
‘t Woud 59
office@st-cleaning.com
3232 LN Brielle
26_specialtank.indd 1
16-09-14 11:34
Van de voorzitter Circulaire Economie Circulaire economie draait om hergebruik, meer reparatie en meer recycling. De opzet van circulaire economie is erop gericht om binnen het economische systeem spullen en grondstoffen maximaal te hergebruiken en zodoende zo min mogelijk waarde te laten verliezen. In de meest optimale vorm betekent dit dat de prullenbak tot verleden tijd behoort. Het verschil met het huidige lineaire systeem is, dat grondstoffen na omzetting tot producten na verbruik niet worden vernietigd. Een groot deel van de huidige producten verdwijnt op een afvalhoop om uiteindelijk te worden opgestookt. Vaak zijn daar zeldzaam wordende grondstoffen bij die we in het huidige systeem, nog niet of nog niet goed kunnen scheiden, maar wel zouden willen hergebruiken!
verwerking van (biotische) reststromen. Dat lijkt mooi, maar er schuilt wel degelijk een gevaar, want zit de consument wel zo op de circulaire economie te wachten? Want bij hogere circulariteit, komen er minder nieuwe producten en juist die nieuwe producten doen het goed op de consumentenmarkt. Een ander verschijnsel dat ook binnen een circulaire economie valt, is gebruik in plaats van bezit. We zien het nu al bij muziek en beeldmateriaal. Je hoeft films en cd’s niet meer te kopen en in de kast te zetten; je kunt ook op het moment dat je er zin in hebt, een film of cd streamen via interactieve televisie of diensten als Netflix, Deezer of Spotify. Daarbij worden er geen grondstoffen gebruikt, behalve wat ener-
De circulaire economie maakt gie en je krijgt precies wat je wilt hebben op het juiste ons minder afhankelijk van groot moment. kapitaal en stimuleert onafhankelijk- De circulaire economie maakt ons minder afhanEr zijn twee type kringloheid van de eigen regio. kelijk van groot kapitaal en pen binnen de circulaire economie: van grondstoffen en van producten. Het meest optimale bereik je als deze kringlopen zo kort mogelijk zijn en zo min mogelijk schakels bevatten. Het sorteren op de vuilnishoop lijkt dan eigenlijk te laat. Knap dat men daar nog veel kan scheiden, maar eigenlijk begint het al met het ontwerp. Als we producten maken waarvan de onderdelen vervangbaar blijven, kunnen we veel langer doen met een product. Pas als het product niet meer aan de gestelde eisen voldoet is vervanging nodig. Een oplossing hiervoor is nu al de 3Dprinter.
stimuleert
onafhankelijk-
heid van de eigen regio. Het idee is dan wel dat er een reeks van innovaties zullen moeten komen om ook werkelijk grondstoffen en producten kostenefficiënt te kunnen hergebruiken. Uiteraard kan dit niet met alles, maar als we industriële producten op de markt brengen die op een zodanige manier zijn ontworpen dat aan het einde van de levenscyclus de restanten weer volledig kunnen hergebruiken, zijn we ook al een heel eind op weg. Ik verwacht dat industrieën zich daardoor meer gaan richten op het maken van halffabricaten. Met dit initiatief zijn we op weg naar een duurzame, gevarieerde we-
TNO schat dat in de komende jaren in ons land 7,3 miljard
reld.
euro aan reële duurzame groei kan worden gerealiseerd op basis van innovatie, wat ook nog eens zo’n slordige 54.000 banen oplevert. Deze schattingen komen voort uit casestudies binnen de metaalindustrie, elektronische industrie en
Bas P. Kimpel Voorzitter
MaintNL 08 – 2014 27
27_MB_NVDO_Voorzitter.indd 27
17-09-14 10:19
Onderhoud en veiligheid
Mens is bepalende factor in veilig industrieel reinigen Wie bij industriële reiniging denkt aan mannen met hogedrukspuitlansen in hun hand die met gevaar voor eigen leven een installatie schoonmaken, stapt eigenlijk 25 jaar terug in de tijd. De industrie accepteerde niet meer dat er nog wel eens wat fout ging bij deze werkzaamheden en vroeg de branche om maatregelen. De vereniging Botlek Belangen, wat nu bekend staat als Deltalinqs, stond dan ook aan de wieg van de Stichting Industriële Reiniging (SIR) die de opdracht kreeg de veiligheid te vergroten en de branche te professionaliseren. David van Baarle In de stichting zijn zowel de asset owners als de reinigingsbedrijven en toeleveranciers vertegenwoordigd en de SIRrichtlijnen zijn inmiddels dé standaard geworden voor industriële reiniging. Jan Braber is bureaumanager van de SIR dat inmiddels de toevoeging Safe heeft gekre-
gen. Want de noodzaak om veilig te werken is de afgelopen jaren nog prominenter naar voren gekomen. ‘Als je niet goed bent getraind, de procedures niet kent en niet over de juiste middelen beschikt, is industrieel reinigen gevaarlijk’, zegt Braber. ‘In sommige gevallen kruipen er mensen in
industriële installaties zoals krakers van raffinaderijen via een mangat van zestig centimeter diameter. Om dit werk goed uit te kunnen voeren, moet je niet alleen voorzien zijn van de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen, maar ook de juiste mentaliteit hebben. Je hebt tenslotte te maken met installaties waar normaal gesproken toxische of bijtende stoffen of verstikkende gassen doorheen gaan. Voordat je daar ingaat, moet je er zeker van zijn dat de installatie op de juiste wijze uit bedrijf is genomen. Op het moment dat je een mangat opent, moet je al opletten omdat sommige stoffen ontbranden zodra ze in contact komen met zuurstof. Kortom: iemand die in deze branche werkt, moet heel goed weten wat hij doet. En gelukkig doen ze dat ook. Het aantal ongevallen is sinds de oprichting van de SIR enorm afgenomen.’
OVER DE SIR
Richtlijnen
Doelstelling van de Stichting Industriële Reiniging - SIR - is veilig werken in industriële reiniging. De heersende inzichten van de petrochemische industrie zijn het uitgangspunt. De SIR bestaat uit alle partijen die met industriele reiniging te maken hebben: opdrachtgevende industrieën uit diverse branches, de beheerders van de installaties, industriële reinigingsbedrijven, het reinigingsbedrijf van het reinigingswerk, fabrikanten en leveranciers van apparatuur, materialen, beschermingsmiddelen, uitzendbureaus die gecertificeerd tijdelijk personeel kunnen leveren en opleiding-, advies- en certificeringinstituten. De drie elementen die een rol spelen en de kans op ongevallen kunnen bepalen, zijn in de SIR-richtlijnen beschreven: ● De mensen, die door opleiding, training, examinering en certificering op basis van de richtlijnen uit de SIR-handboeken vakbekwaam blijven. ● De middelen, die bij ingebruikname aan de SIR-eisen moeten voldoen en die tijdens gebruik ook aan deze eisen moeten blijven voldoen. Dit kan worden vastgesteld door periodieke inspecties en tests. Bij goedkeuring worden testcertificaten afgegeven die een bepaalde periode geldig zijn. ● De veilige werkmethoden, die van toepassing zijn voor de opdrachtgevende industrieën, de uitvoerende reinigingsbedrijven, de keuringsinstanties en die bedrijven waar de SIR-richtlijnen opgenomen zijn in het veiligheidsbeleid en de bedrijfsactiviteiten.
Het besef dat een industriële installatie zo nu en dan moet worden gereinigd, ontstond in Nederland pas laat na de Tweede Wereldoorlog. ‘Na de oorlog werden veel industriële installaties neergezet met het idee dat ze enkele tientallen jaren zouden moeten functioneren. Toen men na vijftien jaar de installaties uit elkaar haalde voor onderhoud of omdat ze een uitbreiding hadden gepland, kwamen ze erachter dat de installaties van binnen waren vervuild. Voordat die weer in elkaar konden worden gezet, moest de vervuiling wel weg worden gehaald. Het waren de begindagen van de industriële reiniging en men keek nog anders aan tegen risico dan tegenwoordig. De pioniers uit die tijd namen risico’s en daar vielen ongevallen bij, zelfs dodelijke. De opdrachtgevers wilden dit indammen en in 1989 werd de SIR opgericht. Behalve de opdrachtgevers en aannemers zitten ook de fabrikanten van schoonmaakapparatuur en persoonlijke beschermings-
28 MaintNL 08 – 2014
28_29_30_MN_NVDO-nieuw_artikel.indd 28
17-09-14 14:39
FOTO: MOuRIK
middelen in de SIR, evenals leveranciers van diverse producten die nodig zijn in de industriële reiniging, adviesbureaus, opleidingsinstituten en uitzendbureaus. Om echt veilig te kunnen werken, moet alles in evenwicht zijn. Veiligheid hangt namelijk nauw samen met mensen, middelen en methoden. Je kunt nog zulke goede persoonlijke beschermingsmiddelen hebben, als je ze niet regelmatig laat keuren, zijn ze waardeloos. Dus zijn er duidelijke richtlijnen over welke middelen je hoe vaak en door wie moet laten keuren. Maar daar blijft het niet bij. Wie een goedgekeurd en gecertificeerd ademmasker voordoet terwijl hij baardgroei heeft, heeft hier nog niets aan. Dus moet zo’n man de
regels en procedures kennen en regelmatig worden getraind. In goed gezamenlijk overleg zijn richtlijnen opgesteld die je een beetje moet vergelijken met de verkeersregels. We spreken af dat we rechts rijden en niet harder dan 120 kilometer per uur op de snelweg. Door duidelijke regels af te spreken hou je een competitieve markt, maar hoef je niet te onderhandelen over de veiligheid. We hebben als branche gezamenlijk de risico’s gedefinieerd en vervolgens aangegeven hoe we die risico’s kunnen beheersen. De SIRrichtlijnen zijn dan ook een standaard geworden in de branche en ook de toezichthouders eisen dat partijen volgens de SIR-
richtlijnen werken. De richtlijnen zijn inmiddels onderdeel van de arbocatalogus industriële reiniging geworden. Maar ook in het buitenland is steeds meer belangstelling voor onze aanpak en richtlijnen. De Belgische toezichthouders schrijven inmiddels voor dat bedrijven conform de SIRrichtlijnen moeten werken en veel bedrijven met vestigingen in het buitenland eisen ook bij die vestigingen dat onze veiligheidsrichtlijnen worden gevolgd. En om even terug te komen op die man met zijn spuitlans: de branche ziet dat nu als meest onveilige manier van industrieel reinigen. Het uitgangspunt in de beslisboom is nu om zoveel mogelijk reinigingswerk MaintNL 08 – 2014 29
28_29_30_MN_NVDO-nieuw_artikel.indd 29
17-09-14 14:39
Onderhoud en veiligheid
met een automaat uit te voeren. Lukt dat niet, dan kan men nog kiezen voor een halfautomaat en als er echt niets anders werkt, kan altijd nog worden teruggevallen op de handmatige spuitlans.’
Innovatiedrang Net als de onderhoudsbranche maakt ook de reinigingsbranche zich zorgen om de toekomst waar het gaat om goed opgeleid operationeel personeel. ‘We beginnen in deze branche eigenlijk al met een achterstand’, zegt Braber. ‘Als je het over industriele reiniging hebt, doemt bij veel mensen gelijk het vooroordeel op van vies en gevaarlijk werk. En dat terwijl het nog maar zelden voorkomt dat mensen in zo’n installatie kruipen. Zeker niet als er gevaarlijke stoffen in worden geproduceerd. De branche heeft een enorme innovatiegolf doorgemaakt en zit daardoor meer op het niveau van hightech. Je moet toch minstens hbo hebben om een spuitlans op afstand te kunnen bedienen. Daar zit dan ook voornamelijk de crux: door innovatie kunnen we hetzelfde werk uitvoeren met minder mensen, maar de kwaliteit en het opleidingsniveau moeten hoger zijn.’ Die innovatiedrang is een wisselwerking tussen opdrachtgevers, aannemers en leveranciers van industriële schoonmaakapparatuur. ‘Een aantal bedrijven zegt terecht dat ze bij sommige gevaarlijke klussen geen mensen meer in de buurt willen hebben. Bedrijven nemen in hun risicocalculaties mee dat als er een ongeval gebeurt, het bedrijf een paar dagen stilstaat. Buiten de emotionele schade, zit er dus ook een financiële component aan en dus maken ze geld vrij voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van veiligheid. Chemiebedrijf DOW heeft om deze reden een aantal jaren geleden gezegd dat ze geen mensen meer wilden zien die pijpenbundels uitspuiten met hogedruklansen. Mourik investeerde samen met DOW in een innovatietraject en ontwikkelde een robot die het werk uitvoert. De operator kijkt alleen nog op afstand mee. Ook daar moeten natuurlijk goede afspraken worden gemaakt. Want Mourik wil natuurlijk best innoveren, maar niet voor één karwei. Inmiddels gebruikt het bedrijf de robot ook op andere sites en profiteren alle klanten nu van de innovatie. En Mourik staat daar niet alleen in: zowel de dienstverleners als toeleveranciers hebben veel geld en tijd gestoken in het verbeteren van de apparatuur en het automatiseren van
het werk. Er ontstaat bij zo’n innovatietraject altijd een spanningsveld. Want innovatie gaat vaak met risico gepaard en aannemers kunnen niet altijd garanderen dat een traject tot een succes leidt. Maar zeker de grotere reinigingsbedrijven steken hun nek uit en laten zien dat er veel innovatiekracht in de branche zit. Inmiddels wordt nog maar een kwart van de schoonmaakwerkzaamheden handmatig uitgevoerd. Behalve dat dit veiliger is voor de mensen zelf, heeft deze trend nog een positieve spin-off: het werk wordt ook veiliger en nauwkeuriger uitgevoerd. De mens is toch de meest onbetrouwbare factor in veel processen. Het is maar net afhankelijk van zijn fysieke of mentale gesteldheid of hij risico’s neemt of niet. Een apparaat doet zijn werk altijd op dezelfde manier, terwijl een mens heel wispelturig kan zijn. Bovendien zijn apparaten vaak veel sneller dan mensen.’
Vertrouwen De Nederlandse industrie staat momenteel voor grote uitdagingen. Door hoge loon- en energiekosten kunnen we de concurrentie met landen waar die kosten aanzienlijk lager liggen, nauwelijks aan. Aan die hoge kosten is niet zoveel te doen, maar door te blijven innoveren, neemt wel de toegevoegde waarde toe. Bijkomende uitdaging is dat veel industriële bedrijven teruggaan naar hun
MEER HOREN? Jan Braber spreekt op iMaintain Prestatiemanagement, 1 oktober in de Glazen Ruimte te Maarssen. Inschrijven kan op: www.imaintain.info/prestatie
kernactiviteiten en de ondersteunende activiteiten uitbesteden. Daarmee ontstaat een wederzijdse afhankelijkheid. Innovatie kan pas goed gedijen wanneer er een wederzijds vertrouwen is en respect voor elkaars expertise. We streven er dan ook naar dat ook de opdrachtgevers zich conformeren aan de SIR-richtlijnen. Het is niet voldoende om een SIR-gecertificeerd bedrijf in te huren, want ook veiligheid is een wisselwerking tussen opdrachtgever en aannemer. Een opdrachtgever kent zijn site en weet welke voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om zo veilig mogelijk te werken. Gelukkig zien steeds meer bedrijven de voordelen van zo’n certificering en de meeste BRZO-bedrijven zijn dan ook lid.’ In de 25 jaar dat de SIR actief is, is de veiligheid binnen de industriële reinigingsbranche verbeterd. Dat doel is gehaald, maar dat wil niet zeggen dat de branche nu op zijn lauweren gaat rusten. n
30 MaintNL 08 – 2014
28_29_30_MN_NVDO-nieuw_artikel.indd 30
17-09-14 15:02
Actueel
Upgrade booreiland sneller door innovaties Damen Shiprepair & Conversion uit Vlissingen heeft een belangrijke upgrade-opdracht aan een Keppel Fels ‘N’ Class booreiland succesvol uitgevoerd. Eigenaar van het booreiland Rowan Companies had ingeschat dat er voor de werkzaamheden ongeveer 130 dagen nodig zouden zijn, maar door de toepassing van innovatieve technieken, projectplanning en gespecialiseerde apparatuur wist het bedrijf het project, met dertig dagen minder, bijna 25 procent sneller uit te voeren. Fiona van Kessel Het project aan de Rowan Viking, een van de grootste booreilanden in de Noordzee, betrof de verlenging van drie poten met 10 meter tot een hoogte van 180 meter, een vijfjaarlijks speciaal periodiek onderzoek en het op niveau brengen van de rig (de boorinstallatie) aan de norm voor de AoC (Acknowledgement of Compliance). De AoCcertificering is een vereiste door de Noorse autoriteiten. De Vlissingen-werf werd gekozen vanwege zijn grote omvang, gunstige ligging aan de Noordzee en de geschikte kade. Daarnaast heeft Damen ook ervaring in het omzetten van jack-up rigs (booreilanden waarvan de benen zijn verlaagd tot de zeebodem van het dienstenplatform).
externe voedingsbron van de rig nodig. De PTC Mammoetkraan werd opgetrokken tot een hoogte van tweehonderd meter en geïnstalleerd op een speciale permanente fundering. Zo kon de kraan de immense ladingen dragen. Ook kon hierdoor de installatie op zeeniveau blijven, terwijl de beenverlengstukken direct van de wal werden opgeheven en op de benen van de installatie werden geplaatst. Palfinger was verantwoordelijk voor de veilige werkplatforms, waardoor ingenieurs op en neer konden bewegen bij de benen voor het monteren en lassen. Het contract is door het Damen Shiprepair &
Veilig en efficiënt
‘Op deze schaal en manier is er nooit eerder een pootverlenging uitgevoerd.’
Om het project te verwezenlijken, werd gekozen voor een nieuwe aanpak. Er werd een executieprojectplan opgesteld dat het mogelijk maakte drie aspecten van de opdracht gelijktijdig uit te voeren. Hiervoor werden de werkmethoden en de organisatie van de werf zelf veranderd. Ook werd er gebruikgemaakt van een Mammoetkraan en het JUMP-system van Palfinger. Dit systeem biedt op een veilige en efficiënte manier toegang tot de benen van een booreiland. Het is ontworpen om alle onderhoudswerkzaamheden, zoals schilderen, lassen, staalwerk en repareren, uit te voeren. Doordat het systeem wordt aangedreven door een on-board dieselmotor heeft het geen
Conversion task force team ‘Offshore & Conversion’ begeleid. Commercieel Manager Bas Loohuis: ‘Dit is een uniek project. Op deze schaal en manier is er nooit eerder een pootverlenging uitgevoerd. Door gebruik te maken van de Palfinger-systemen en de Mammoetkraan kunnen we de overige werkzaamheden parallel aan de pootverlenging uitvoeren. Dit levert een significante verbetering van de doorlooptijd op.’
Leerervaring Het is een van de eerste projecten die het bedrijf op deze manier aanpakt. Het was een leerervaring voor alle betrokkenen, meldt het bedrijf. Met de ervaring die nu is opgedaan is het team ervan overtuigd dat het in de toekomst, bij soortgelijke ondernemingen, in staat is de tijd van een upgrade aan booreilanden nog verder te verlagen. Voor scheepsreparateur betekent dit project daarom een grote stap in de ontwikkeling. Naast de kraanfundatie, die nog voor vele projecten in de toekomst gebruikt zal kunnen worden, moet ook de projectorganisatie van de werf een ontwikkeling doorgaan. Ron Brusket, projectmanager van het Rowan Viking-project: ‘Dit project is de Champions League binnen onze industrie. De eisen die de olie- en gaswereld stellen op gebied van HSEQ (Health, Safety, Environment and Quality, red.) zijn zeer hoog. Dit betekent een behoorlijke aanpassing van onze projectorganisatie. Vanwege de grondige voorbereidingen zijn we ervan overtuigd dat die aanpassing zal slagen; de nieuwe projectorganisatie zal de basis vormen voor toekomstige grote offshore conversies.’ n MaintNL 08 – 2014 31
31_MV_NVDO-artikel.indd 31
17-09-14 10:17
Maintenance manager
Uniek onderhoud bij drinkwaterbedrijf Drinkwater is in de grondwet vastgelegd als eerste levensbehoefte. Dit alleen al is een reden voor drinkwaterbedrijf Dunea om zorgvuldig met zijn assets om te gaan. Beschikbaarheid en kwaliteit zijn van het grootste belang, maar toch kijkt het ook naar manieren om kosten te besparen. Daarom willen maintenance manager Hans Peters en zijn collega’s in de toekomst onderhoud uitvoeren volgens een langetermijn assetplanning. David van Baarle Als er een mooiste werkplek-verkiezing zou zijn onder de Nederlandse maintenance managers dan zou de productielocatie van drinkwaterbedrijf Dunea in de Scheveningse duinen hoge ogen gooien. De duinen trekken toeristen die er willen fietsen, wandelen of vogels spotten. Dat er ook drinkwater wordt gewonnen, is eigenlijk alleen maar te merken aan de bordjes die daarop wijzen en de uiteinden van de putten die hier en daar uit de grond komen. Op een zonnige vrijdagmiddag in augustus zijn er meer toeristen te bespeuren dan werknemers van het waterbedrijf en ook de assets zijn vanaf de bewaakte poort nauwelijks te zien. Maar schijn bedriegt, zo verzekert teammanager Werktuigbouw & Infra Hans Peters. ‘Hoewel het nu inderdaad relatief rustig is, werkt er in totaal zo’n honderd man bij de afdeling Installaties van Dunea’, zegt hij. ‘Maar die zitten wel verspreid over drie productielocaties: een in Katwijk, een kleine in Monster en dan deze locatie, dat Meijendel wordt genoemd. En dan werken er uiteraard ook nog veel ondersteunende diensten en afdelingen vanuit het hoofdkantoor in Zoetermeer. In totaal werken er ruim vijfhonderd mensen bij Dunea. Die assets zijn ook wel degelijk aanwezig, al vallen ze niet heel erg op omdat ze mooi zijn weggewerkt in het duinlandschap. Wat misschien nog het meest in het oog springt,
zijn de historische gebouwen: een watertoren en een oude machinekamer.
Vogelaars De drinkwaterwereld heeft een aantal unieke elementen die het onderhoud en asset management aan de infrastructuur en installaties een extra dimensies geven. ‘Misschien wel de meest unieke factor waarmee wij rekening moeten houden, is het feit dat drinkwater in de grondwet als eerste levensbehoefte is vastgelegd en dus feitelijk altijd beschikbaar moet zijn. Waar afvalwater en industriewater ook door commerciële partijen mogen worden geleverd, is vastgelegd dat de drinkwatervoorziening altijd in publieke handen blijft. De inkomsten liggen dan ook min of meer vast en komen uit de vaste waterprijs per kubieke meter die bedrijven en particulieren betalen voor hun drinkwater. Ander punt van aandacht is dat we onze installaties ook nog eens extra moeten beveiligen omdat de drinkwatervoorzienig sinds de aanval op de Twin Towers in New York is aangeduid als vitale sector. En dan combineren we onze taak van het produceren en leveren van zuiver drinkwater met natuurbeheer. We maken immers gebruik van de filterende eigenschappen van de Hollandse duinen. Dan kom je er niet omheen om ervoor te zorgen dat waterwinning en natuurbeheer in evenwicht blijven. Dat betekent bijvoorbeeld ook dat we in het broedseizoen, van april tot september, geen onderhouds-
activiteiten uitvoeren in gebieden waar vogels nestelen. Alleen in het geval van een breakdown, zullen we toch wat moeten doen, maar het liefste zo weinig mogelijk. Onder andere de vogelaars houden ons nauwkeurig in de gaten.’ En daarmee staan de werkzaamheden van Dunea, wel heel erg letterlijk, in de kijker. ‘Dat kun je als last ervaren, maar we zien het eerder als extra monitoringtool. Als er ergens wat mis is, hebben we extra ogen en oren die ons kunnen waarschuwen. We hebben inmiddels de steun van milieupartijen omdat blijkt dat we met onze manier van waterwinning de natuur helpen en er zeldzame flora en fauna op dit unieke gebied van duinen en vennen afkomt. De vennen zijn namelijk niet geheel natuurlijk. Het water dat van nature in het zoete grondwaterpakket onder de duinen terechtkomt, is niet voldoende om het gebied dat wij beleveren, ten noorden van Rotterdam tot en met de Bollenstreek, te voorzien van voldoende drinkwater. Om het natuurlijke proces te helpen, tappen we water af van de Afgedamde Maas om dat vervolgens via twee transportleidingen in de diverse infiltratieplassen te pompen. Dat water (gemiddeld 10.000 kubieke meter per uur) wordt overigens al van tevoren gezeefd en halverwege in Berg Ambacht voorgezuiverd. Door het grondwaterpakket kunstmatig aan te vullen met rivierwater, voorkomen we tevens dat het zoute water vanuit zee oprukt met alle nadelige gevolgen van dien.’
Automatisering Ondanks dat de beschikbaarheid en kwaliteit onder geen beding in gevaar mogen komen, kijkt ook Dunea naar manieren om kosten te besparen. Automatisering van de processen van zowel wateronttrekking als behandeling, betekende een grote stap naar een efficiëntere organisatie, maar ook de stap naar asset management
32 MaintNL 08 – 2014
32_33_34_ME_NVDO-artikel.indd 32
17-09-14 10:17
FOTO’S: DUNEA
Drinkwaterbedrijf Dunea heeft enkele historische gebouwen in beheer. Hans Peters: ‘Als de nood echt hoog is, zouden we zelfs kunnen terugvallen op de oude watertoren.’
volgens de richtlijn PAS55 helpt Peters en zijn collega’s om nog efficiënter te opereren. ‘De waarde van onze individuele assets is nog redelijk bescheiden vergeleken met grote industriële installaties, maar we hebben er best veel’, schetst Peters de situatie. ‘Het oppompen van het rivierwater is een van de meest essentiële onderdelen van het proces en daar vind je dan ook de grootste pompen en de zwaardere installatiedelen. Nadat het water twee maanden de tijd krijgt om via het zand naar het grondwaterpakket te dalen, wordt het vervolgens weer opgepompt om daarna naar de waterzuivering te worden getransporteerd. Voor die stap zijn veel kleinere pompen nodig, maar wel heel veel en verspreid over een zeer groot gebied. We leunen dan ook zwaar op onze tekeningen om onderhoud en storingen te kunnen lokaliseren. Het water dat we oppompen is al vrij van bacteriën en virussen, maar moet nog wel worden behandeld
voordat het de pijpleiding in kan richting consument. Het water gaat door vrij verval door de waterbehandelingsinstallatie waar het eerst wordt onthard door kalk te laten hechten aan zandkorreltjes. Daarna krijgt het een actieve kooldosering om de kleur te verbeteren en eventuele bestrijdingsmiddelen eruit te halen. Het water wordt ook nog belucht omdat het zuurstofloos uit de bodem wordt gehaald en dat niet bevorderlijk is voor de smaak. Om dat te doen gaat het water via cascades naar de snelfilters om vervolgens naar de langzame zandfilters te worden geleid. We hebben buffercapaciteit in de vorm van reinwaterkelders en als de nood echt hoog is, zouden we zelfs kunnen terugvallen op de oude watertoren. Die capaciteit is met een levertijd van vijftien minuten weliswaar niet heel erg groot, maar het geeft ons precies de tijd om bij spanningsuitval de noodstroomdiesels te starten zonder dat de druk van het transportnet afgaat.’
Vervanging De afdeling Installaties is bij Dunea ingericht met verschillende disciplines. Zo zorgt het team procesautomatisering voor het functioneren van onder meer het DCSsysteem van ABB dat Dunea de controle geeft over de drie productielocaties, de buitenbergingen in steden als Leiden en Den Haag en de rivierwatertak. Dan is er het team elektrotechniek en instrumentatie, en het team werktuigbouw en infra, waar Peters de scepter over zwaait. Tot slot bewaakt het team procesvoering het gehele zuiveringsproces. ‘Boven deze teams kijkt de afdeling asset management mee om te beoordelen waar de processen kunnen worden gestroomlijnd en beheert ze de risico’s. Uiteraard is er veel interactie tussen mijn team en de andere teams. Samen met procesvoering plannen we in goed overleg het preventieve, periodieke onderhoud. We hebben een zeer diverse asset base die in de lange historie van het waterMaintNL 08 – 2014 33
32_33_34_ME_NVDO-artikel.indd 33
17-09-14 10:17
Maintenance manager
bedrijf is opgebouwd. Zo hebben we nog installaties staan van 120 jaar oud, maar ook tientallen verschillende pompen en leidingen die van ongeveer elk materiaal zijn gemaakt als maar mogelijk is. Uiteraard kijken we bij vervangingsinvesteringen naar meer uniforme procesonderdelen zodat we ook de onderlinge prestaties kunnen vergelijken. Dat is uiteindelijk ook noodzakelijk om het het DCS-systeem zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Onze grootste zorg is echter dat we enorme vervangingspieken krijgen. Sinds 2012 zijn we dan ook begonnen aan een vervangingsplan waarin we inzage geven in de conditie van installaties of procesonderdelen en de bij-
‘We merken nu dat we best veel vangnetten hebben en het is dan ook de vraag of we met iets minder redundantie dezelfde kwaliteit kunnen bieden.’
drage van onderhoud aan het verbeteren van die conditie. Op die manier worden onderhoud of inspecties niet meer als kosten gezien, maar als bijdrage aan de levensduurverlenging van de assets of risicobeheersing. We weten dat er vervangingsinvesteringen voor de deur staan, maar alles in één keer
vervangen zou veel te kostbaar zijn. Nu hebben we een inventarisatie gemaakt van de assets en zijn begonnen met het opbouwen van een storingshistorie. Dat is overigens nog best een uitdaging, met name de opvolging ervan. We weten van de kritische procesonderdelen steeds beter in welke conditie ze verkeren en hoeveel onderhoud eraan is gepleegd, maar we hebben nog geen ideale degradatiekrommes. De afdeling asset management bestudeert de ervaringen en de ontwikkelingen op het gebied van de NEN 2767 en vertaalt ze naar ons inspectie- en vervangbeleid. We leggen wel steeds meer vast in het onderhoudbeheersysteem Ultimo. Op deze manier kunnen we gefundeerde beslissingen nemen om bijvoorbeeld pompen of andere procesonderdelen te reviseren dan wel preventief te vervangen als de operationele kosten de investeringskosten overschrijden. De volgende stap die we nu nemen is om alles vast te leggen in een langetermijn assetplanningmodule zodat niet alleen de werkzaamheden kunnen worden ingepland maar we ook strategische beslissingen kunnen nemen op basis van kosten of bijvoorbeeld energieverbruik of rendement. Voor het verzamelen van die gegevens en het inrichten van een risicomatrix zijn multidisciplinaire teams samengesteld die ook een top tien samenstellen van performance killers.’
Certificering Asset management heeft het risicodenken binnen Dunea wel geprikkeld: ‘We merken nu dat we best veel vangnetten hebben en het is dan ook de vraag of we met iets min-
der redundantie dezelfde kwaliteit kunnen bieden. In die zin geeft de PAS55-standaard ons genoeg handvatten om de organisatie te stroomlijnen en de rollen en verantwoordelijkheden te verdelen. Dat wil echter niet zeggen dat we een certificeringstraject ingaan. We werken al conform de kwaliteitsrichtlijnen van ISO9000 en ISO14000 en ik denk niet dat een extra certificering daar iets aan toevoegt.’ Ondanks de mooie omgeving waarin de technici werken, kampt ook Dunea met zorgen over personeelstekorten op termijn. ‘We hebben diverse trajecten voor beroepsbegeleid leren lopen en bieden stageplekken aan, maar het resultaat daarvan is nog maar minimaal. Ook bij ons slaat de vergrijzing toe en met name het werktuigbouwdeel is binnen nu en vijf jaar het kind van de rekening. Het werk is uitdagend en afwisselend, maar we moeten het beter verkopen aan de jeugd om ze ervoor te interesseren.’ Als Peters zijn verhaal afsluit, praat hij nog met een collega die onder de modder zit. Hij blijkt vissen te hebben gevangen in een infiltratieplas die Dunea aan het leegpompen is. ‘Op een gegeven moment raakt de bodem van zo’n plas verstopt en moeten we het achtergebleven organisch verrijkt zand wegscheppen’, zegt Peters. ‘We pompen hem dan leeg, maar dan blijven er honderden vissen achter die we uiteraard niet aan hun lot over kunnen laten. Dus moet er iemand met een schepnet en een ton water de laatste vissen verplaatsen naar een andere plas. Alle overige vissen zijn met behulp van een professioneel visserijbedrijf gevangen en geconditioneerd overgezet.’ n
34 MaintNL 08 – 2014
32_33_34_ME_NVDO-artikel.indd 34
17-09-14 10:37
Agenda
oktober 1 oktober Glazen Ruimte, Maarssen www.imaintain.info/prestatie iMaintain, het Grote NVDO Prestatiemanagementcongres Op 1 oktober staat prestatiemanagement in de kijker. Prestatiemanagement vertaalt de visie, missie en strategie van een project, team of organisatie naar succesfactoren en acties. Goed prestatiemanagement heeft positieve effecten op de totale keten van assetmanager tot toeleverancier. Een afwisselend en inhoudelijk programma belicht verschillende aspecten van goed prestatiemanagement: van wetenschappelijke onderbouwing tot ervaring uit de praktijk; van klantervaring tot contractduur.
3 oktober SPARK, Rosmalen www.nvdo.nl Lessen en ervaringen van de nieuwe aanbestedingswet De NVDO Sectie Infra organiseert een bijeenkomst met als thema ‘Lessen en ervaringen van de nieuwe aanbestedingswet in beheer en onderhoud’. De aanbestedingswet had als doel het eenduidig maken van overheidsopdrachten, evenals het ontlasten van ondernemers en aanbesteders. Het is alweer tijd voor de nieuwe aanbestedingswet. Een mooie periode om eens stil te staan bij de nieuwe wet en kijken wat we de afgelopen periode hebben geleerd.
7 oktober Van der Valk Hotel, Eindhoven www.business-software-event.nl Business Software Event Dit ERP-PLM evenement is het moment om u te laten informeren over het automatiseren van business processen. Wat mag u verwachten? Alles over: ERP, PDM/PLM, BI, CRM, PCF, SCF, planningssoftware, voorraadbeheer, MES, CAD, CAM. Een congres met twintig lezingen, vier workshops en rondetafelsessies met tien pakkende stellingen, uitgebreide table-top expositie van zestig specialistische bedrijven, kennis over optimalisatie en integratie van nieuwe en/of aanvullende software en ervaringen over het implementatieproces.
7 t/m 9 oktober Brabanthallen, Den Bosch www.energievakbeurs.nl Energie 2014 Energie is de enige nationale B2B-beurs gericht op energiebesparing en duurzame energie in de bouw en de industrie. Op Energie kunt u advies inwinnen, condities vergelijken en
kennismaken met nieuwe oplossingen. Alles om te komen tot een betrouwbare, voordelige energielevering en een optimale verbruiksbesparing. Het aanbod loopt uiteen van duurzaam bouwen tot biomassa en van windenergie tot decentrale energie. Naast een breed exposantenaanbod, biedt Energie een uitgebreid inhoudelijk programma vol workshops, congressen en lezingen. Bovendien kunt u naar het gelijktijdige Solar Event en het PassiefBouwen Event.
9 oktober Koninklijke Burger’s Zoo, Arnhem www.nvdo.nl Studiedag: Uitbesteden van uw energiemanagement met een ESCo Nederland geeft per jaar alleen al vijf miljard euro uit aan het technisch beheer en onderhoud van gebouwen. Installatiebedrijven leveren vaak diensten op basis van inspanningscontracten. Al enige tijd is er een nieuwe ontwikkeling gaande, het uit handen nemen van het energiebeheer door een Energy Service Company (ESCo). Het doel van een ESCo is uiteindelijk om energie te besparen op basis van een prestatiecontract. Tijdens deze dag leert u alles over ESCo’s en Onderhouds-Energieprestatiecontracten (EPC’s). Hoe zien deze contracten eruit? En hoe kunt u als opdrachtgever of -nemer rendement halen uit deze constructies? De afspraken en opbouw van dergelijke samenwerkingen zijn het belangrijkst.
28 t/m 29 oktober SS, Rotterdam www.zhimble.com/training Champions for Culture Change In twee dagen tot de essentie: hoe verander je cultuur? Een nieuw veranderingstraject wordt aangekondigd. De eerste weken staat men er overwegend positief tegenover en probeert men de nieuwe manier van werken te volgen. Maar enkele maanden later is de oude manier van doen weer terug. Een half jaar na de aankondiging is de energie er uit en is de aandacht verslapt. Een nieuw verbeterinitiatief wordt aangekondigd.
november 4 t/m 6 november Evenementenhal, Gorinchem www.evenementenhal.nl Metavak Metavak is een ontmoetingsplatform voor bedrijven uit de verspanende en niet-verspanende industrie. De metaalbranche heeft met deze vakbeurs een platform waar u leveranciers van metaalbewerkingsmachines, gereedschappen en aanverwante bedrijven gespecialiseerd in verschillende verspanende en niet-verspanende technieken aantreft. De contacten tussen exposanten en bezoekers worden gestimuleerd door het full service concept. MaintNL 08 – 2014 35
35_MH_NVDO_agenda.indd 35
17-09-14 10:16
Energie2014_Advertentie_NE_210x297HR.pdf 9 21-7-2014 16:19:05
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
36_jaarbeurs01.indd 1
16-09-14 11:36
Prestatiemanagement
Hoe excellent is operational excellence? Het aantal respondenten dat aan de Suto-survey meewerkt in aanloop naar het congres iMaintain Prestatiemanagement op 1 oktober, is de afgelopen weken significant gestegen. Zodanig zelfs dat het mogelijk wordt om op zoek te gaan naar verschillen in contractvormen tussen branches. Stuurt de keten in de procesindustrie anders dan bijvoorbeeld infra of de gebouwde omgeving? Op 1 oktober staan zowel de analyses als de praktijk geprogrammeerd. Mark Oosterveer
In aanloop naar het congres iMaintain Prestatiemanagement van de NVDO Sectie Suto en het iMaintain Platform loopt een aantal onderzoeken naar innovatie, samenwerking en prestatiemanagement. De NVDO Sectie Suto werkt hiervoor nauw samen met de universiteiten van Utrecht, Eindhoven en Twente. Het onderzoek dat met de Universiteit van Utrecht wordt uitgevoerd, geeft een wetenschappelijk onderbouwd beeld van de koers en bepalende factoren van (onderhouds)contracten tussen dienstverleners en opdrachtgevers. Daarbij wordt onder meer gekeken wat de invloed is van de verschillende strategieën op klanttevredenheid, prestatie en innovatie. Grofweg kunnen partijen kiezen voor ‘cost leadership’, ‘customer intimacy’ of voor ‘operational excellence’. Waar vroeger via outsouring gestuurd werd op ‘hogere betrouwbaarheid en hogere winst’ zien we nu in de eerste scans dat het accent blijvend lijkt te liggen op ‘lagere kosten’ en ‘lagere prijzen’.
Excellent Als de peilstok voor innovatie in de dataset wordt gestoken, valt nadrukkelijk op dat ‘innovatie’ ongeveer gelijk scoort bij zowel cost leadership als customer intimacy. In beide gevallen zijn de drivers om te vernieuwen en te verbeteren groot. We zien
SCHRIjf NU IN! Op 1 oktober 2014 staat in de Glazen Ruimte in Maarssen de KIJK op Prestatiemanagement centraal. Een afwisselend en inhoudelijk programma belicht verschillende aspecten van goed prestatiemanagement: van weten schappelijke onderbouwing tot ervaring uit de praktijk; van klan tervaring tot contractduur. Schrijf nu in via www.imaintain.info/prestatie
echter dat bij operational excellence aanzienlijk minder innovatie plaatsvindt. Waarschijnlijk omdat de processen zo gestandaardiseerd zijn dat er geen ruimte is voor verandering, laat staan vernieuwing. Het roept de vraag op of operational excellence wel zo excellent is, als alles bij het oude blijft. In de uitvoering van de samenwerking lijkt soms zand in raderen te zitten. Door misverstanden en een mismatch tussen doelstellingen van bedrijven in de keten, wordt inefficiënt gewerkt. Stel dat de opdrachtnemer in een rol van cost leadership stuurt op kosten, kosten en nog eens kosten. Dan heeft hij alle redenen om te zoeken naar vernieuwing en innovatie om die lagere kosten mogelijk te maken. En stel dat een opdrachtgever veel liever vasthoudt aan proven technology en daarmee inzet op operational excellence, dan heeft innovatie daar veel lagere prioriteit. Dat zorgt in de uitvoering voor frictie. Uit de surveys blijkt dat de afstemming van bedrijfsdoelen vanuit de board tot op de vloer, een groot verbeterpotentieel biedt.
Vergelijken De resultaten van de onderzoeken zetten op 1 oktober de lijnen uit waartussen de ervaringsdeskundigen de rest van de dag kunnen laveren. iMaintain Prestatiemanagement draait om meer dan alleen wetenschap. Gedurende dag zullen verschillende sprekers vertellen over hun ervaringen in de praktijk. Met onder meer NedTrain, Enexis en Suiker Unie over de prestatiegedreven organisatie en Rijkswaterstaat, SIR en DI-WCM over hoe prestatiedruk innovatie kan belemmeren. Ook is er aandacht voor de zachte factoren van prestatiemanagement. Wilt u weten wat binnen uw branche gangbaar is en welke factoren daar invloed op hebben? Kom dan op 1 oktober naar iMaintain Prestatiemanagement. n MaintNL 08 – 2014 37
37_MM_NVDO-artikel.indd 37
17-09-14 10:16
THE POWER OF
KNOWLEDGE ENGINEERING Everybody loves a solution. We believe every great solution is born from a really good problem. And at SKF there’s nothing we love more. Solving problems and inventing solutions together with our customers is what we do. Our story began with a problem. The need for machines to work better, run smoother, live longer. We’ve been at the heart of industry, the brains of machinery for more than a century. Whether it’s in the comfort of your kitchen or in the harsh conditions at the steel mill, you’ll find our products and solutions at work. And our services, like application engineering and condition monitoring, are helping to increase reliability in all types of industries. Visit www.skf.com and let us take you on a journey inside the world of SKF. Meet our inventors, experts and knowledge engineers – our global team of close to 50,000 working in 40 different industries, with customers in 130 countries. Hear who we are, what we do and why. It all comes down to what we call The Power of Knowledge Engineering.
THE POWER OF KNOWLEDGE ENGINEERING
38_SKF.indd 1
17-09-14 12:11
Casus
Spare parts opnieuw bekeken Een bedrijf met een uitpuilend onderhoudsmagazijn wilde bekijken welke artikelen op voorraad moesten worden gehouden. De voorraad bleek niet op orde; telkens was net dat ene onderdeel niet voorradig. Op basis van intensieve FMECA-studies waren reeds kritieke installaties benoemd, en onderhoudsplannen daarvoor opgesteld. Maar nu was nog steeds de vraag: welke componenten van die kritieke installaties moeten we op voorraad houden? En bovendien: zijn er misschien niet-kritieke installaties die tóch kritiek worden als de levertijd van componenten heel lang is. Dat was namelijk geen onderwerp van de FMECA-studies geweest.
Aanpak Alle magazijnartikelen werden eerst ingedeeld naar vijf categorieën, waaronder de
categorie ‘specifieke reservedelen’. Vervolgens is een ABC-analyse uitgevoerd over de gehele aanwezige voorraad op basis van verbruik/jaar en op basis van voorraadwaarde. Daaruit bleek dat er een groot aantal winkeldochters of slow-movers was. De meesten (meer dan 70 procent) konden zonder meer uit de voorraad verwijderd worden. Dat had wel wat voeten in de aarde, omdat dit bedrijf had gekozen om op de voorraad af te schrijven. Dat zou niet nodig moeten zijn, omdat een onderhoudsvoorraad een gemiddelde rotatie moet hebben van minder dan één jaar. Dan is afschrijven niet aan de orde. De uitzonde-
Om toekomstige problemen te voorkomen is een procedure opgesteld voor het op voorraad nemen en benoemen van nieuwe artikelen en het verwijderen van niet meer benodigde artikelen.
ring wordt gevormd door de categorieën “Risicodelen” en “Repairables”. Daarop kan wel afgeschreven worden, maar dan moet je die categorieën wel benoemd hebben. En dat was in dit bedrijf niet het geval. Dat betekende dat er een eenmalige afwaardering op de voorraad moest plaatsvinden van bijna 250.000 euro. Geen enkel bedrijf doet dat graag. Op basis van een in de cursus behandelde keuzetabel met elf criteria werd van elk resterend artikel(nummer) in het magazijn besloten of het op voorraad moest worden gehouden of niet. Een laatste controle werd uitgevoerd aan de hand van de Bill of Materials van de kritieke installaties (met dezelfde keuzetabel). Daaruit kwamen ca. 120 ‘nieuwe’ componenten die alsnog op voorraad moesten worden gehouden.
Resultaten De voorraadwaarde kon uiteindelijk worden verminderd met 40 procent. Het percentage neen-verkoop voor specifieke reservedelen daalde van ca. vijf procent naar minder dan twee procent. Het effect op verminderde productiestilstanden is niet gemeten, maar is zeker substantieel. De gemiddelde rotatiesnelheid voor specifieke reservedelen is uitgekomen op acht maanden. Ook omdat de voorraadmodellen preciezer zijn gemaakt. Er zijn geen discussies meer over slow movers, want die bestaan niet meer. Er wordt niet meer afgeschreven op de voorraad, met uitzondering van de categorieën Risicodelen en Repairables. Om toekomstige problemen te voorkomen is een procedure opgesteld voor het op voorraad nemen en benoemen van nieuwe artikelen en het verwijderen van niet meer benodigde artikelen. Daarmee werden ook de verantwoordelijkheden en bevoegdheden scherper vastgelegd en toegewezen. n MaintNL 08 – 2014 39
39_MU_NVDO-artikel.indd 39
17-09-14 10:16
Nieuws
High Tech NL presenteert concept voor ‘Make it in The Netherlands’
Te weinig buitenlandse studenten starten hun loopbaan in Nederland. Om dat percentage te verhogen, liet Bussemaker van OC&W door de SER het plan ‘Make it in The Netherlands’ opstellen. High Tech NL haakt in op een van de actielijnen uit dit plan en presenteert het concept iHRD. Een methode voor scholen en bedrijven om studenten en startende medewerkers aan Nederland te binden. Op Nederlandse hogescholen en universiteiten studeren jaarlijks zo’n 38.000 buitenlandse studenten. 70 procent van hen geeft aan graag hun loopbaan in Nederland te starten, maar slechts 27 procent doet dit ook daadwerkelijk. Het belang van buitenlandse studenten voor de econo-
mie van Nederland is dermate groot dat dit percentage omhoog moet. Minister Jet Bussemaker van OC&W heeft hiertoe in november 2013 het plan ‘Make it in The Netherlands’ laten opstellen. Dit plan kent een aantal actielijnen. Eén daarvan is een concept om buitenlandse studenten reeds voor het afronden van hun studie vertrouwd te maken met de Nederlandse cultuur én met werkgevers in de regio. RVO – de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland - gaf in april de opdracht aan High Tech NL om dit concept te ontwikkelen.
guide. Het is een reeks intervisiemomenten die idealiter twee jaar voor het behalen van het diploma begint. De intervisiegroepen bestaan uit “peers” die met elkaar gemeenschappelijk hebben dat ze buitenlandse studenten zijn. Er zijn drie intervisiemomenten per jaar, elk met een eigen thema dat past in de studiefase waarin men zich bevindt. Tijdens de studie sluiten relevante werkgevers uit de regio zich hierbij aan. Zij pakken de intervisie op met startende, hoogopgeleide medewerkers van zowel buitenlandse als Nederlandse afkomst.
Intervisie iHRD staat voor international (individual) Human Resource Development
Academische basis High Tech NL heeft voor de totstandkoming nauw samengewerkt met
NVDO Onderhoudskompas: Performance Verdeling onderhoudsbudget
Het grootste deel van het budget van bedrijven gaat naar preventief onderhoud. Dit en andere interessante informatie staat vermeld in het recent verschenen NVDO Onderhoudskompas. Uit de cijfers blijkt dat predictief onderhoud nog een klein deel vormt van het totale onderhoud (vier procent), maar een groter deel in van het aantal FTE inneemt (twaalf procent). Predictief onderhoud vraagt ook meer van de medewerkers doordat er op basis van de conditie van een asset vastgesteld kan worden wat het risico is. Op de lange termijn kan predictief onderhoud wel tot verbetering van de kwaliteit en verlaging van de kosten leiden Overigens wordt in de sector Procesindustrie en Manufacturing al veel meer op basis van conditiegedreven onderhoud gewerkt. Deze sectoren hebben zeventien procent, respectievelijk achtien procent van het aantal FTE dat zich met predictief onderhoud bezighoudt In de sector Fleet wordt relatief gezien het meeste geld besteed aan predictief onderhoud, circa tien procent van het onderhoudsbudget.
40 MaintNL 08 – 2014
Nieuws
Interlect, onder meer gespecialiseerd in het geven van taaltrainingen aan internationale kenniswerkers in een nieuwe culturele setting. Diverse hogescholen en universiteiten zijn intensief betrokken bij het proces, evenals het Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onder-
wijs. Het voorwoord is geschreven door Prof. Dr. Andries de Grip van het ROA (Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt) en Dr. Simon Beausaert van de Maastricht University (Vakgroep Management of Learning). ‘De innovatieve manier waarop ze (de makers red.) scholen en bedrijven dichter bij elkaar bren-
gen is bewonderenswaardig. Het (iHRD) stelt iedereen in staat om samen te blijven werken aan het versterken van de Human Capital agenda’s van de topsectoren, waardoor de doelstellingen gerelateerd aan het ‘Make it in The Netherlandsprogramma’ kunnen worden gerealiseerd.’
Bouwsector ervaart voorzichtig herstel In het afgelopen half jaar lijkt de conjunctuur in de bouwketen zich te hebben gestabiliseerd. Onder architecten, ingenieurs, bouwbedrijven en installateurs wijzen enkele indicatoren in de richting van een voorzichtig herstel. Dat blijkt uit de Monitor Bouwketen, die het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) elk halfjaar publiceert. De bouwproductie is voor het vierde opeenvolgende kwartaal toegenomen en het aantal faillissementen is gedaald. De vooruitzichten voor de omzet en de werkgelegenheid zijn ten opzichte van het afgelopen half jaar verbeterd. Per saldo lijkt, volgens de verwachtingen van de bedrijven, sprake van een stabilisatie van de omzet en nog een lichte daling van het personeelsbestand. Het merendeel van de ondernemingen (vooral bouwbedrijven) verwacht dat de omzet niet verder zal dalen. Opvallend is dat ingenieursbureaus alweer een
omzettoename verwachten. Wel verwachten de bedrijven in de bouwketen per saldo een krimp van het personeelsbestand, maar het aandeel dat krimp verwacht is afgenomen. Toename orderportefeuille De orderportefeuille is gemiddeld met 0,3 maand toegenomen naar 5,3 maanden, waarmee de ontwikkeling van de werkvoorraad gestabiliseerd lijkt te zijn. In alle sectoren van de bouwketen is de orderportefeuille toegenomen. Ondanks deze positieve ontwikkelingen kan dit beeld voor individuele bedrijven afwijken. Voor architectenbureaus is de orderportefeuille met drie tiende maand gestegen. De bouwsom van nieuwe opdrachten aan architecten is in het eerste kwartaal van dit jaar gelijk aan die van een half jaar geleden. De opdrachten voor nieuwe utiliteitsgebouwen zijn met twintig procent afgenomen, terwijl de opdrachten
voor woningen en bestaande utiliteitsgebouwen met ruim vijftien procent zijn toegenomen. De architectenbureaus zijn dan ook positiever over de ontwikkeling van de omzet en de omvang van het personeelsbestand dan een half jaar geleden. Per saldo lijkt hier sprake van een stabilisatie van de omzet en een beperkte daling van het personeelsbestand. De orderportefeuille van ingenieursbureaus is met twee tiende maand toegenomen. De verwachtingen van de ingenieursbedrijven zijn in een half jaar tijd omgeslagen. De verwachtingen voor de omzet zijn nu per saldo positief en ook de verwachtingen voor de omvang van het personeelbestand wijzen op een stabilisatie. Onder bouwbedrijven is de orderportefeuille met vier tiende maand gestegen. De verwachting van de omzet wijst op een stabilisatie. Het aandeel bedrijven dat geen verandering in de omzet verwacht is met twee derde gelijk gebleven, en van het overige deel gaat per saldo minder dan vijf procent uit van een omzetdaling. De werkgelegenheidsverwachting wijst op een beperkte daling van het personeelsbestand. In de sector van installatiebedrijven is de orderportefeuille met drie tiende maand toegenomen. Hoewel nog steeds bijna de helft van de bedrijven een omzetdaling verwacht is het aandeel bedrijven dat een stabilisatie of een omzetgroei verwacht sterk toegenomen en vormt nu de meerderheid. De werkgelegenheidsverwachting is vergelijkbaar met een half jaar geleden. Het beeld in deze sector is hiermee nog niet gunstig, maar is wel positiever dan een halfjaar geleden. MaintNL 08 – 2014 41
40_41_MJ_NVDO_neuws.indd 41
17-09-14 10:16
Onderhoud en infra
Beheer bewegwijzering maakt weg veiliger Wie is het niet eens opgevallen, in de auto op weg naar huis, hoeveel bewegwijzering er eigenlijk langs de weg staat. Het Nederlandse wegennet staat vol met bewegwijzering om de vele weggebruikers gemakkelijk naar hun bestemming te kunnen leiden. Deze borden staan op lastig bereikbare locaties, blootgesteld aan de elementen, om maar niet te spreken van externe beschadigingen als gevolg van vandalisme of aanrijdingen. Hoe kan een wegbeheerder ervoor zorgen dat bewegwijzering de juiste informatie toont, goed zichtbaar en veilig is? Frits Ullmann, Leendert Dekker en Puck van Liere
kend. Op basis hiervan is een inspectiemethodiek ontwikkeld waarin verschillende inspectiepunten staan beschreven, inclusief keuringswijze en afkeurcriteria om de staat van bewegwijzering te kunnen toetsen. Bij het opstellen van de inspectiemethodiek is rekening gehouden met het feit dat de inspecteurs vaak langs de weg hun werkzaamheden verrichten en dat daarom de inspecties snel en veilig moeten kunnen worden uitgevoerd. Vervolgens is de methodiek toegepast in een pilot inspectie.
Sinds 2004 ontwerpt Tebodin bewegwijzering voor Rijkswaterstaat en sinds 2009 ook voor de provincies Overijssel en ZuidHolland. Tevens geeft het bedrijf ook vervangingsadviezen op basis van plaatsingsjaren. Op basis van gesprekken met Rijkswaterstaat en de Provincies is de vraag gerezen of het vervangen van de bewegwijzering op basis van de vervangingstermijnen de optimale strategie is. Er zijn verschillende ervaringen die tot een heroverweging hebben geleid. Een van de redenen voor het kijken naar de vervangingstermijnen is de technische levensduur van bewegwijzering die per type constructie, leverancier en productiecyclus verschilt. Maar ook in de praktijk wordt de bewegwijzering regelmatig vervangen, voordat het einde van de technische levensduur bereikt is of als er veranderingen zijn aan de infrastructuur. Daarnaast hebben verschillende omgevingsfactoren invloed op de toestand van bewegwijzering (denk aan bomen en planten, maar ook luchtcondities). Ook kan de bewegwijzering beschadigd raken als gevolg van maaiwerkzaamheden of aanrijdingen en andere incidenten.
Pilotfase
daging aangegaan om tot een optimale beheer- en onderhoudsstrategie te komen. Hierbij is gekozen voor een ‘risicogestuurde benadering’. Dit houdt in dat het benodigde type onderhoud om bewegwijzering op het gebied van functionaliteit (het de-weg-wijzen), veiligheid, esthetica en technische integriteit op het gewenste niveau te houden, wordt bepaald op basis van een risicoanalyse. Een ander doel is om tot optimale kosteneffectiviteit op het gebied van beheer en onderhoud te komen.
De beheermethodiek verschaft inzicht in de conditie van de bewegwijzering langs de wegen, waardoor het aantal (potentieel) gevaarlijke situaties van bewegwijzering langs de weg wordt gereduceerd.
Beheer- en onderhoudsstrategie Het streven van Rijkswaterstaat en Provincie Overijssel is om samen met Tebodin een systeem te bedenken dat beter toegerust is op de dagelijkse praktijk in onderhoud van bewegwijzering. De drie partijen zijn de uit-
Allereerst is een uitgebreide Failure Modes Effects and Criticality Analysis (FMECA) opgesteld waarin alle faalmechanismen zijn geïdentificeerd en naar aanleiding hiervan zijn ‘risk priority numbers’ toege-
In de bewegwijzeringswereld heersen veel veronderstellingen. Zo zouden faalmechanismen zoals roestvorming en retroreflectie van het folie (de mate waarin licht wordt teruggekaatst naar de lichtbron) sterk samenhangen met de gebruiksduur (en leeftijd), waardoor borden ouder dan 12 jaar niet goed zouden functioneren en vervangen zouden moeten worden. Echter, in de steekproef van vijftig borden op verschillende locaties en met een leeftijd van twaalf tot achttien jaar (de huidige adviesleeftijd voor vervanging is twaalf jaar) bleek geen significante correlatie tussen retroreflectie en leeftijd. Retroreflectie was het belangrijkste argument om borden na twaalf jaar te vervangen. Aangezien borden van twaalf jaar veelal voldoen op dit onderdeel zouden oudere borden dat dus ook moeten doen. Vervolgens is onderzocht of het meten van retroreflectiewaarden een meerwaarde heeft voor het beheren van bewegwijzering. In de tweede pilot zijn vierhonderd borden geïnspecteerd op basis van de Tebodin Risicogestuurde Infra Beheer (TRIB)methodologie. Op basis van de uitkomsten zijn bewegwijzeringsborden gerangschikt op basis van reflectiewaarden en hiervoor is een route uitgezet. Deze route is in het donker met een panel afgelegd in verschillende voertuigen met een aantal onder-
42 MaintNL 08 – 2014
42_43_MR_NVDO-artikel.indd 42
17-09-14 10:16
FOTO: BEElDBAnk.RwS.nl, RIjkSwATERSTAAT / HARRy VAn REEkEn
zoeksvragen over hoe borden werden waargenomen. De resultaten bevestigen dat de retroreflectiewaarde een sterke correlatie heeft met de manier waarop bewegwijzering wordt waargenomen. Opvallend was dat zelfs borden die sterk onder de eerder gehanteerde norm zaten nog op alle onderdelen een voldoende scoorden. De hypothese dat de retroreflectie ook van borden ouder dan twaalf jaar voldoet, wordt hiermee bevestigd. Bij volgende inspecties kunnen de retroreflectiemetingen achterwege blijven, waardoor de beheerkosten kunnen worden gereduceerd. Slechts bij ernstig vervuilde borden, of borden met veel aanslag, kan een bord onvoldoende licht reflecteren. Dit leidt echter tot afkeur op het inspectiepunt vervuiling, waardoor een keuring op retroreflectie niet hoeft te worden uitgevoerd. Op een dergelijke wijze zijn ook voor beschadigingen aan een bord of constructie en de verkleuring van bewegwijzeringsfolie de eerder opgestelde afkeurnormen bijgesteld.
Beheersystematiek De TRIB-methodiek werkt met vijf verschillende fasen. Allereerst wordt op basis van de gegevens in de centrale database en planningen van de wegbeheerder met betrekking tot werkzaamheden aan wegen een gedeelte van het areaal geselecteerd. Dit hangt samen met de inspectiefrequentie. De optimale inspectiefrequentie is bepaald aan de hand van een Markovmodel. In het Markov-model zijn de overgangskansen over de levensduur voor vervanging van een bord vastgelegd voor twee
typen kansen: de kans op verwijdering van bewegwijzering ten gevolge van infrastructurele wijziging en de kans op verwijdering ten gevolge van inspectie. Deze overgangskansen zijn bepaald op basis van de opgedane ervaring uit de inspecties en de ervaring met het vernieuwen van bewegwijzering. Met behulp van het Markov-model is vervolgens met input van de bekende inspectie- en vervangingskosten berekend wat de meest efficiënte inspectiefrequentie is vanuit het oogpunt van kosten. De tweede fase omvat het inspecteren van de bewegwijzering. De inspectiemethodiek bevat een gedetailleerde beschrijving van de inspectiewijze, de afkeurcriteria (SMART) en rapportage van de resultaten. Hierdoor kunnen de resultaten van inspecties gebundeld worden, ook wanneer de inspecties door andere partijen zijn uitgevoerd. Zo komt er veel meer data beschikbaar voor analyse en kunnen toestanden van arealen van wegbeheerders worden vergeleken. In de derde fase worden de inspectieresultaten opgenomen in de database. Hierdoor worden zowel de gesteldheid van bewegwijzering, als de historie vastgelegd. De vierde fase bestaat uit onderhoudsacties die naar aanleiding van de inspectieresultaten worden uitgevoerd. Met het analyseren van de data wordt de methodiek afgesloten. Aan de hand van de data die wordt bijgehouden in de database kan worden gezocht naar verbanden tussen afwijkingen, leeftijden, typen en fabrikanten om meer inzicht te krijgen in het verouderingsproces. Het doel hiervan is om het beheerproces verder te optimali-
seren en advies te kunnen geven over het verbeteren van bewegwijzeringsconstructies.
Reductie kosten Risicogestuurd beheren van bewegwijzering heeft vele voordelen ten opzichte van het vervangen op basis van leeftijd. De methodiek verschaft inzicht in de conditie van de bewegwijzering langs de wegen, waardoor het aantal (potentieel) gevaarlijke situaties van bewegwijzering langs de weg wordt gereduceerd. Bovendien kunnen door analyse van de inspectiegegevens aanbevelingen worden gedaan voor het verbeteren van bewegwijzeringsconstructies. Uit de berekeningen blijkt dat door het toepassen van de TRIB-methodiek 10 tot 35 procent van de totale beheer- en onderhoudskosten kan worden bespaard. Dit wordt gerealiseerd doordat bewegwijzering op gecontroleerde wijze minder vaak hoeft te worden vervangen. De totale besparing hangt af van de huidige gehanteerde vervangingsleeftijd en de gemiddelde vervangingskosten per bord (inclusief ontwerp, productie, plaatsing en verkeersmaatregelen). De TRIB-methodiek inclusief het inspectieprotocol en de opgestelde afkeurcriteria functioneren in de praktijk goed. n
Frits Ullmann is consultant infrastructuur bij Tebodin, Leendert Dekker is Sr. Consultant Asset Management, Puck van Liere is adviseur verkeerskunde van de Provincie Overijssel. MaintNL 08 – 2014 43
42_43_MR_NVDO-artikel.indd 43
17-09-14 10:16
Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?
aan! e j d l Me o.nl d v n . w ww schap at
> lidma
Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband
De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud
houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard
(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het
netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-
gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het
che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De
realiseren en in stand houden van het grootste onder-
vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-
houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke
derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies
doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-
binnen de branche in kaart.
Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud • Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s • Cursussen over onderhoudsmanagement • Studiedagen met actuele thema’s • Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten • Vacaturebank • Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn • (wetenschappelijke) Onderzoeken • NVDO Corrosie Helpdesk • Jongerenboard
• NVDO Onderhoudskompas • Platform Materiaalkunde • (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten • Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl
44_wevingsadvertentie.indd 1
16-09-14 11:35
Actueel
Vijf miljoen voor ‘fitter’ personeel Minister Lodewijk Asscher en voorzitter Michaël van Straalen van MKB-Nederland hebben in Rotterdam een intentieverklaring getekend om de duurzame inzetbaarheid van werknemers in het midden- en kleinbedrijf te stimuleren. Hiervoor stelt de minister voor de komende vier jaar een bedrag van vijf miljoen euro beschikbaar aan MKB-Nederland. Elise Quaden De MKB-aanpak voor duurzame inzetbaarheid beoogt mensen tot hun pensioen fit te houden voor de arbeidsmarkt. MKBNederland gaat daartoe onder meer samenwerken met brancheverenigingen en kenniscentra, met lokale en regionale
ondernemersverenigingen en met adviesbureaus.
Inzetbaar blijven De verhoging van de AOW-leeftijd en de vergrijzing van de beroepsbevolking
maken het nodig dat werkgevers serieus in werknemers investeren en dat de werknemers op hun beurt bereid zijn te leren, zich aan te passen en te ontwikkelen. Ook de steeds dynamischer wordende arbeidsmarkt en de snel veranderende economie spelen een rol. Over een paar jaar hebben werknemers immers alweer heel andere kennis en vaardigheden nodig dan nu. Beleid gericht op duurzame inzetbaarheid vraagt om ruimte voor scholing, ontwikkeling van nieuwe kennis en vaardigheden, een gezonde werksfeer en het terugdringen van ziekteverzuim. Het gaat er ook om dat werknemers op hun verantwoordelijkheid worden gewezen om duurzaam inzetbaar te blijven. De tijd dat zij tot aan hun pensioen genoeg hadden aan hun schooldiploma is definitief voorbij.
Praktijk Het ministerie van SZW en MKB-Nederland zijn met elkaar overeengekomen dat MKB-
De verhoging van de AOWleeftijd en de vergrijzing van de beroepsbevolking maken het nodig dat werkgevers serieus in werknemers investeren, en dat de werknemers op hun beurt bereid zijn te leren.
De tijd dat mensen tot aan hun pensioen genoeg hadden aan hun schooldiploma is definitief voorbij. Daarom investeert de overheid vijf miljoen euro om duurzame inzetbaarheid van werknemers te stimuleren.
Nederland de komende vier jaar een trekkersrol zal vervullen bij de ondersteuning van mkb-bedrijven op het terrein van duurzame inzetbaarheid. In die vier jaar is het de bedoeling dat tenminste duizend bedrijven actief zijn geholpen bij het invoeren van de nodige maatregelen in de praktijk. n MaintNL 08 – 2014 45
45_MW_NVDO-artikel.indd 45
17-09-14 10:39
Veiligheid
Cruciale rol ontwerper in aanpak machineveiligheid Dankzij technologische innovaties is steeds meer mogelijk in de industrie. De complexiteit van systemen en machines neemt toe en grenzen worden voortdurend verlegd. Maar hier schuilt ook een gevaar. Als de aanpak van machineveiligheid niet mee evolueert, kan dit enorme problemen veroorzaken. Bijvoorbeeld in het geval van storingen. Hoogleraar ontwerptechniek Fred van Houten van de TU Twente pleit daarom voor een integrale aanpak van machineveiligheid. De ontwerper speelt hierin een cruciale rol. Evi Husson De tijd dat fabrieksongevallen schering en inslag waren – denk aan de eerste en tweede industriële revolutie – ligt gelukkig al ver achter ons. Machines worden tegenwoordig zo ontworpen dat er nog nauwelijks interactie nodig is tussen mens en machine. Toch kan en moet het nog beter, vindt Fred van Houten, hoogleraar ontwerp-
techniek aan de TU Twente. ‘We moeten ons realiseren dat de technologie voortdurend verandert en daarop moeten we inspelen om ook in de toekomst veilige machines te kunnen ontwerpen. Die machine moeten zodanig intelligent reageren dat er geen risico’s zijn voor mensen in de omgeving. Aandachtspunten zijn onder andere
VERTROUW NIET Op bEsTAANDE REgELgEVINg Voor een ontwerper is het belangrijk een balans te zoeken tussen de primaire functies van de machine en de machineveiligheid. Van Houten: ‘Neem een Formule 1-racewagen. Het belangrijkste is dat hij harder moet gaan dan de andere wagens. Al het andere is ondergeschikt. In het verleden gebeurden hierdoor veel ongelukken in wedstrijden. Vanwege die ongelukken werden steeds meer maatregelen genomen en normen opgelegd om de racebolides veiliger te maken. De veiligheid van de Formule 1 wagens komt vooruit vanuit de norm die wordt gesteld en niet vanuit de ontwerper. De ontwerper moet bedenken hoe hij met de normen omgaat en toch kan winnen.’ Regelgeving ontstaat vaak pas op basis van incidenten die zich in het verleden voordeden. Maar in veel situaties is er geen regulerend orgaan die oplegt hoe het moet gebeuren. Tegelijkertijd vinden veel werknemers veiligheidsvoorzieningen lastig en proberen ze deze te omzeilen om tijd te besparen. Nog uitdagender wordt het bij de productie van nieuwe machines die nog nooit eerder zijn geproduceerd. ‘Er zijn in Nederland legio bedrijven die nieuwe machines produceren en dit zal in de toekomst nog toenemen. Daarom is het juist zo belangrijk dat de machines zo worden ontworpen dat ze in alle situaties – zowel in het reguliere gebruik als bij nevenfuncties – veilig zijn, terwijl veiligheidsmaatregelen niet kunnen worden omzeild. Niet omdat regelgeving het oplegt, maar omdat het altijd veilig moet zijn.’
de veiligheidsaspecten die niet direct gekoppeld zijn aan de hoofdfuncties van machines, overkoepelend veiligheidsdenken en -handelen in de communicatie binnen multidisciplinaire teams, gedeelde verantwoordelijkheid en een integrale aanpak van machineveiligheid in opleidingen.
Machinefuncties Een ontwerper kijkt in eerste instantie naar de primaire functies die een machine moet vervullen. Machineveiligheid is daarbij meestal maar een bijproduct, stelt Van Houten: ‘Wat we onze studenten daarom leren, is alle machinefuncties op een intrinsiek veilige manier op te lossen. Doe je dat niet, dan kan er mogelijk een onveilige situatie ontstaan, bijvoorbeeld voor monteurs in het geval van een storing. Daarmee moet de ontwerper rekening houden. We gebruiken hiervoor diverse ontwerpmethodes, zoals de TRIZ-methode (theorie van het inventief oplossen van problemen, red.) Weten wat er gebeurt wanneer een machine niet goed functioneert en wat er moet gebeuren om hem weer veilig te laten functioneren, is erg belangrijk om te komen tot een in alle gevallen veilige situatie.’ Om de aandacht voor de intrinsieke veiligheid van machines, met name in het onderhoudstraject, aan te scherpen, heeft de Universiteit Twente sinds enige jaren een deeltijdhoogleraar op het gebied van onderhoud aangesteld: Leo van Dongen. Hij is als directeur fleet management werkzaam bij NedTrain en besteedt onder meer veel aandacht aan de veiligheidsaspecten bij onderhoudswerkzaamheden. Van Houten licht toe: ‘Hoe je veilige machines ontwerpt en produceert is niet voldoende. Je moet ervoor zorgen dat de onderhoudsmonteurs hun werkzaamheden eveneens veilig kunnen uitvoeren. Vaak zie je dat veiligheidsincidenten enerzijds leiden tot onderzoek naar de oorzaak van – en schuldige aan – het incident en anderzijds naar
46 MaintNL 08 – 2014
46_47_49_MS_NVDO-artikel.indd 46
17-09-14 10:15
Als alle machinefuncties niet op een intrinsiek veilige manier op worden gelost, kan er mogelijk een onveilige situatie ontstaan, bijvoorbeeld voor monteurs in het geval van een storing. Daarmee moet de ontwerper rekening houden.
het voorkomen van een incident in de toekomst, bijvoorbeeld door het plegen van preventief onderhoud. Maar de terugkoppeling zou idealiter verder moeten reiken, terugkoppeling naar het ontwerp. Het overgrote deel van de problemen die zich voordoen, komen namelijk voort uit het ontwerp.’ Van Houten geeft een voorbeeld. bij een niet nader te noemen bedrijf ontstond een poosje geleden een aantal incidenten bij de montage en het onderhoud van machines. bij normaal functionerende machines zijn de risicovolle elementen netjes afgeschermd door een deur. Echter, bij montage staat de deur open en menig monteur stootte meermaals zijn hoofd. ‘Dit was bij het ontwerp over het hoofd gezien omdat het in het normale gebruik geen issue is. Door incidenten of bijna-incidenten komt een aantal zaken boven water. Op een bepaald moment merk je dat dit veeleer structureel voorkomt dan incidenteel. Er zat met andere woorden een aantal hiaten in het ont-
werp aangezien de ontwerpers niet over andere fasen in de life-cycle nadachten dan over de hoofdfuncties van de machine. Deze life-cycle-fasen mogen niet uit het oog worden verloren bij het ontwerp.’
Scenario’s Niet alle incidenten zijn automatisch terug te koppelen naar het ontwerp. Als een ontwerper de verkeerde bouten heeft gekozen en ze breken af, dan is het duidelijk een ontwerpfout. Maar tegelijkertijd kan de ontwerper niet zien hoe gebruikers met die bouten omgaan. Wanneer een gebruiker de bouten bijvoorbeeld veel te vast aandraait waardoor ze afbreken, wie is er dan verantwoordelijk? Van Houten: ‘Vaak is het een grijs gebied hoe ver de verantwoordelijkheid van de ontwerper reikt wat betreft het verkeerd interpreteren van de gebruikerssituatie. Daar kun je naar mijn idee ook geen sluitende richtlijn voor opstellen.’ Toch kan de ontwerper hierop inspelen, stelt Van
Houten. ‘Als ontwerper heb je een groot voorstellingsvermogen nodig. Vraag je af hoe mensen in de toekomst met je ontworpen instrumenten of machines omgaan. Kun je dat niet bedenken, dan kan het niet anders dan mislopen. probeer daarom als
‘Vaak is het een grijs gebied hoe ver de verantwoordelijkheid van de ontwerper reikt.’
ontwerper altijd een beeld te vormen hoe de wereld er over twee of drie jaar uit zal zien. Vervolgens moet je daarin bedenken hoe mensen dan met elkaar en met machines of instrumenten omgaan. Als je leert om voortdurend vooruit te denken en te MaintNL 08 – 2014 47
46_47_49_MS_NVDO-artikel.indd 47
17-09-14 10:15
Helder inzicht in uw installaties Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieën en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie. Toegewijd, proactief en vakbekwaam personeel is overal ter wereld beschikbaar om met u samen te werken om operationele effiency te behouden, terwijl de risico’s voor mens en omgeving geminimaliseerd worden. Wij bieden u een duidelijk inzicht in de integriteit van uw installaties. T + 31 10 716 60 00 E info.netherlands@applusrtd.com
www.ApplusRTD.com
Tijdelijk of semi permanent behoefte aan extra warmte en/of energie? Uw bron van informatie bij het kopen of huren van ketelinstallaties voor stoom, warm en heet water. Verhuur
• warmwaterketels tot 8 MW • heetwaterketels tot 12 MW • automatische expansie-inrichtingen • stoomketelunits tot 28 barg van 400 kg/hr tot 16.000 kg/st • ontgassers, voedingswatertanks, ontharders • olietanks 3, 5, 10 en 20m3 • in container, buitenopstelling of romneyloodsen
Services
• 24 uurs storingsdienst • leidingwerkmontage • onderhoud • engineering
Milieuzorg
• Low-NOx installaties • geluidsbesparende omhuizingen • CE normering
www.ecotilburg.com Postbus 899, 5000 AW Tilburg - Hectorstraat 23, 5047 RE Tilburg - Tel: 013 5839440 - Fax: 013 5358315 - E-mail: info@ecotilburg.com
48_applus_eco.indd 1
16-09-14 11:35
denken in meerdere scenario’s, zal je op een bepaald moment kunnen onderscheiden welke ontwerpoplossing het beste en het veiligst is. Er zijn altijd meerdere manieren om een doel te bereiken, maar je moet steeds trachten de beste keus te maken. Niet alleen op het gebied van veiligheid, maar ook qua kosten, levertijden, life-cycle, milieu enzovoort. Een goede ontwerper weet dat iedere ontwerpbeslissing die hij neemt, bepaalde gevolgen heeft voor het eindresultaat.’
Communicatie Een derde aspect dat Van Houten aanhaalt om machineveiligheid te garanderen, is een goede wisselwerking tussen de gebruiker en ontwerper maar vooral ook tussen ontwerpers onderling. bij grote bedrijven zijn er institutioneel veel zaken goed geregeld, weet Van Houten. ‘Meestal is er iemand verantwoordelijk voor veiligheidszaken, die machines en situaties controleert. Maar dit biedt nog geen garantie voor een veilige situatie.’ Hij geeft een voorbeeld: ‘bij een groot bedrijf worden allerlei apparaten ontworpen, geproduceerd en geassembleerd met de nodige veiligheidsvoorschriften. Deze voorschriften moeten ervoor zorgen dat niemand gewond raakt tijdens het productie- en assemblageproces, maar toch loopt het nog vaak mis. In dit soort grote bedrijven zijn ontwerpers niet
altijd op de hoogte van wat een ander heeft ontworpen. De ene is verantwoordelijk voor software, de ander bedenkt alleen mechanische of elektronische componenten. Hoe kun je als individuele ontwerper van zo’n klein onderdeel zicht hebben op de veiligheidsaspecten van een eindproduct? Daar zit een dilemma.’ Ontwerpers hebben vaak geen benul wat de consequenties kunnen zijn wat betreft veiligheid als hun component wordt geïntegreerd in het grotere geheel, stelt Van Houten. ‘Een oplossing voor dergelijke grote bedrijven is om steeds meer met multidisciplinaire ontwerpteams te werken die goed met elkaar communiceren, ook over wat er allemaal mis kan gaan in de verschillende product life-cycle-fasen. De bedrijfswereld herkent het probleem en veel bedrijven ondernemen gelukkig actie. Maar uiteindelijk moet het ook in het hoofd en in het hart van iedere ontwerper zitten.’
een professioneel product, dan is het heel lastig om een goed ontwerp te maken. Continu herhalen, vuistregels aanleren, voorbeelden aandragen waar het mis ging of bijna misging en er voortdurend aandacht aan geven is belangrijk.’ Een apart vak machineveiligheid in opleidingen invoeren, is volgens Van Houten niet de juiste oplossing aangezien het over alle vakken heen moet vloeien.
‘Hoe je veilige machines ontwerpt en produceert is niet voldoende. Je moet ervoor zorgen dat de onderhoudsmonteurs hun werkzaamheden eveneens veilig kunnen uitvoeren.’
Opleiding Machineveiligheid in het hoofd en het hart van een ontwerper krijgen, is allesbehalve eenvoudig, gaat Van Houten verder. ‘We proberen dit nu via de opleiding er al vanaf het begin in te hameren. Het moet in de cultuur zitten. Als je niet kunt bedenken hoe een klant kan omgaan met een product, of het nu gaat om een consumentenproduct of
‘Machineveiligheid moet geïntegreerd zijn in diverse opleidingsonderdelen zodat het vanzelfsprekend wordt om het als hoge prioriteit te zien en niet als lastig bijproduct. Als we dat de ontwerpers in opleiding kunnen bijbrengen, zijn we op de goede weg.’ n MaintNL 08 – 2014 49
46_47_49_MS_NVDO-artikel.indd 49
17-09-14 10:15
safesite.nl
NDT safesitebv
G6 Welders Bolt Tensioning Industrial Rope Techniques
Special Lifting
UW SPECIALIST IN VEILIG WERKEN OP HOOGTE TE HOOG, TE DIEP, TEC OMPLEX? MET SAFE SITE IS NIETS ONBEREIKBAAR.
Painting Rescue Teams Paint Inspection
Heat Treatment
Advies
Training
Verkoop
Rope Access? SKY-ACCESS! Installatie
Inspectie
Rope Access
T. +31 (0)88 - 12 33 600 WWW.SKY-ACCESS.COM
Safe Site B.V., Staalindustrieweg 19, 2952 AT Alblasserdam
Onderhoud Valbeveiliging
SafeSite0019_Advertentie_RopeAccess_90x267.indd 1
50_safe_sky.indd 1
V GM C HECKLIST A ANNEMERS
3-9-2014 10:17:12
16-09-14 11:35
“Stakeholdervalue verdringt technologische ontwikkeling” in de nieuwste versie van het Nvdo onderhoudskompas blijkt dat de groeiende invloed van aandeelhouders en financiers de belangrijkste trend is binnen de Nederlandse onderhoudssector. Hoe ver zet die trend door? Nemen de economen de winkel over of blijven vakmanschap en vernieuwing de beste drijfveren voor doelmatig onderhoud?
Nico vaN kessel, asset MaNageMeNt develoPMeNt MaNager, tata steel Het zal ongetwijfeld per bedrijfstak kunnen verschillen, maar ik denk dat in de industrie in het algemeen de technologie weer meer de overhand heeft. Na een periode waarbij je bij veel bedrijven zag dat techniek en onderhoud min der hoog op de agenda stonden, zie je nu dat stakeholders ook beseffen dat echte waarde voor langere termijn alleen te realiseren is door betrouwbare, efficiënte technologie. Door o.a. de crisis is weinig financiële waarde nog te realiseren door korte termijn (snij)acties. Wellicht dat de lancering van de ISO55000standaard daar ook een bijdrage aan heeft. Deze standaard defi nieert asset management als: ‘Coordinated activity of an organization te realize value from your assets’. Oftewel: stakeholdervalue is in de kapitaalin tensieve bedrijven alleen te realiseren door technologische ontwikkeling.
gertjaN edelijN, busiNess develoPMeNt MaNager reliability solutioNs, eMersoN Process MaNageMeNt De economische ontwikkelingen zijn wel degelijk bepalend voor het onder houd. Nick Piscaer (zie kader rechts) heeft gelijk voor wat betreft het ‘snel’ doorvoeren van verbeteringen. Wij zien deze veranderingen veelvuldig terug in de vorm van gerichte applicaties op essentiële assets (pompen, exchangers, blowers, koeltorens, compressoren, finfans). Correleren van data met betrekking tot asset health & snelle ROI’s. Let wel: vaak in com binatie met een duurzaam, longterm veranderplan, waarin de mens centraal staat. Wat de economen ook roepen. De winst wordt pas behaald als er een goede balans is tussen de mensen en werkprocessen. Als de technologie daaraan bijdraagt, komt de performance vanzelf.
toN Huibers, MaiNteNaNce MaNager, vlisco Met deze stelling worden we als onderhoudsspecialist uitge daagd. Onze kennis en ervaring moeten vertaald worden naar slagkracht. Welke risico’s zijn er en herkennen we dit (techneuten en de stakeholders)? Spreken we dezelfde taal? Zitten we aan dezelfde tafel en doen we mee? Dat zijn vragen die we onszelf moeten stellen. We moeten die tent uit, geen incest, of alleen maar lullen met mensen die het met elkaar eens zijn of dezelfde zienswijze hebben. Het is een revolutie. We moeten ons bewust worden van hoe tegenwoordig de hazen lopen en ervoor zorg dra gen dat je wat te bieden hebt, dezelfde taal gaat spreken en men ons om advies gaat vragen.
Nick Piscaer, bestuurder Nvdo sectie suto Het tegenovergestelde gebeurt in de praktijk! De stakeholderdruk om de EBITDA (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization) drastisch te verbe teren om als bedrijf concurrerend te blijven/worden, dwingt op drachtgevers en opdrachtnemers in het onderhoud om inventief te worden en radicale verbeteringen snel te realiseren. Wat een paar jaar geleden voor onmogelijk werd gehouden, wordt thans gerealiseerd. Zowel op het gebied van procesverbeteringen als total cost verbeteringen.
MaintNL 08 – 2014 51
51_MF_stelling.indd 51
17-09-14 10:15
Food
Hygiënenormen bepalen bouw melkpoederfabriek In Gorinchem verrijst de nieuwe melkpoederfabriek van Vreugdenhil Dairy Foods, naast de huidige fabriek. Hier wordt melk van Nederlandse melkveehouders gepasteuriseerd, gecondenseerd, in een droogtoren gesproeid en gedroogd, en daarna als poeder gefilterd en verpakt. Vervolgens vinden de melkpoederproducten hun weg naar industrie en consumenten in meer dan honderd landen. Renske van den Berg Het engineeren, installeren en opleveren van het bouwproces ligt in handen van GEA Process Engineering. Deze partij doet momenteel meerdere projecten voor verschillende zuivelfabrikanten in Nederland, die hun productiecapaciteit veelal vergroten met het oog op het loslaten van het melkquotum in 2015. Voor de detailengineering, installatie en levering van de diverse procesonderdelen werkt GEA Process Engineering weer samen met gespecialiseerde leveranciers. ‘Voorafgaand aan het ontwerpproces hebben we intensief met de klant afgewogen welk gewicht drijvers als veiligheid, productkwaliteit, hygiëne, onderhoudbaarheid en overall equipment effectiveness (oee) moeten krijgen in het ontwerp’, vertelt Rens Bakker van GEA Process Engineering. ‘De uitkomsten daarvan bepalen mede welke prestaties alle componenten minimaal moeten leveren om uiteindelijk te voldoen aan de afgegeven garanties. Bij het ontwerpen en (laten) maken van de componenten tonen we met kwaliteitscontrolesystemen aan dat ze aan de eisen voldoen. Vooral hygiënenormen van EHEDG, de European Hygienic Engineering & Design Group, spelen daarin voor een melkpoederfabriek een grote rol. Bij het 3D-ontwerp kijken we kritisch of we later overal goed bij kunnen.’ GEA Process Engineering volgt bij projecten de werkwijze volgens de “project life cycle”, vertelt Bakker. ‘Hierin staat, dat we
al in het vroege ontwerpproces met onze Service mensen aan tafel komen bij de klant. De gehele fabriek onderwerpen we vóór ingebruikname samen met de klant aan een kritikaliteit-analyse. Op basis daarvan dragen we de opdrachtgever een voorstel aan voor een onderhoudsplan en “spare parts beleid”.’ De serviceaanpak van GEA is gebaseerd op het Total Productive Maintenance-model (TPM). ‘We proberen zo veel mogelijk dat het eerstelijns onderhoud (smeren, inspecteren en schoonmaken) door de operators kan worden uitgevoerd. Met deze onderhoudsvorm wordt ongeplande stilstand voorkomen en gepland onderhoud geoptimaliseerd. De basisconditie van de assets is essentieel. Samen met de gebruikerservaring van de klant en de operators, wordt het onderhoudsplan verder vastgesteld en geoptimaliseerd. Zo kom je tot een onderhoudsregime dat de klant het beste past.’
Uitbreiding assets De bouw van de fabriek vordert nu gestaag met de sproeidroogtoren, waar een hogedrukpomp het kritieke hart van het productieproces vormt. De droogtoren wordt gevoed vanuit een ander wezenlijk onderdeel, dat al is opgeleverd en waarvan de leverancier GPI uit Lopik ons graag een kijkje in het ontwerp- en productieproces gunt: het tankpark. Het tankpark biedt straks de vereiste opslagruimte voor onder meer de nog vloei-
bare producten, voordat ze naar de droogtoren gaan. Wat moeten ze kunnen en hoe lever je als onderaannemer de vereiste duurzaamheid, veiligheid en onderhoudbaarheid?
Hygiënenormen bepalend ‘Wij kregen van GEA Process Engineering opdracht voor 27 grote tanks met daaraan garanties voor de levensduur, hygiënisch ontwerp en veiligheid’, vertelt directeur operations Arno Rodenburg. ‘GPI kreeg van GEA Process Engineering de specificaties en deed met een team van eigen mensen en mensen van GEA de detailengineering. Vooral de hygiënische constructie speelde daarin een hoofdrol. ‘Alle tanks moeten voldoen aan de richtlijnen van EHEDG. Dat houdt onder meer een volledige reinigbaarheid in van alle tanks, dus zonder zogenoemde ‘dode hoeken’ waar de reinigingsvloeistof niet bij kan komen.’ De roestvaststalen plaat waar de tank van gemaakt wordt, moet een Ruwheidsaanduiding (Ra) hebben van minder dan 0,8, zodat bacteriën zich nergens tussen kunnen ophopen. Alles dat gelast is, moet glad geslepen worden en vervolgens wordt de las met een zuur gebeitst tegen corrosie. Bij het ontwerp van de tank wordt ook gelet op de hygiënische aspecten van de toe te passen instrumenten en onderdelen zoals sensoren, kleppen en bijvoorbeeld de afdichtende pakking. ‘Dat engineerproces gaat in nauw overleg met de opdrachtgever, waarbij we graag over oplossingen meedenken voor de specifieke situatie. Bijvoorbeeld omdat de melkpoederfabriek voorkeur voor een specifiek onderdeel heeft dat ook beter aansluit op de overige procesinrichting of waardoor het onderhoud van de tanks en overige procesonderdelen meer universeel wordt. We gebruiken daarvoor 3D-modellering zodat onze tekeningen zo in die van de opdrachtgever en
52 MaintNL 08 – 2014
52_53_ML_NVDO-artikel.indd 52
17-09-14 10:15
de andere onderaannemers overgenomen kunnen worden.’
Materialen met langere levensduur Ook wat onderhoud, levensduur en veiligheid betreft voldoen de tanks aan hoge eisen en standaarden. ‘GEA kiest voor een procesontwerp met een lange levensduur. Daar horen ook tanks bij van het beste materiaal. Zo hebben we Europees RVS 1.4404 toegepast waarmee de garanties op levensduur worden gehaald. Dit staal heeft bepaalde verhoudingen chroom, koolstaal en nikkel bijvoorbeeld, en is van hogere kwaliteit dan sommige andere RVS-
heet lassen, omdat dat de legering in het staal aantast.’ Alle strenge eisen die gelden voor de levensduur van de tank zelf, gelden ook voor de isolatie en de vacuümringen die ervoor zorgen dat de tank bij het legen niet naar binnen vervormt. ‘De tanks zijn bijvoorbeeld geïsoleerd om het product op temperatuur te kunnen houden, maar ook om de omstanders te beschermen tegen hitte. Bij reinigen kan de temperatuur in een tank zomaar tot 90 graden Celsius oplopen. Je wilt niet dat een onderhoudsmonteur zich dan brandt.’ Uiteraard is in het ontwerp meegenomen
‘We proberen zo veel mogelijk dat het eerstelijns onderhoud (smeren, inspecteren en schoonmaken) door de operators kan worden uitgevoerd. Met deze onderhoudsvorm wordt ongeplande stilstand voorkomen en gepland onderhoud geoptimaliseerd.’
types. De samenstelling van het staal wordt ook gecontroleerd met PMIonderzoek (röntgen).’ Om de kwaliteit van het staal ook ter plaatse van lassen zo hoog mogelijk te laten, volgt GPI ook de normen voor het lassen en beitsen van lasnaden. ‘We willen bijvoorbeeld niet te
dat alle onderdelen en instrumenten aan een tank goed bereikbaar zijn voor uitlezen, bedienen en onderhouden. ‘Lokale sensoren, kleppen, roerwerken en hun motoren of andere onderdelen moeten goed vervangen en schoongemaakt kunnen worden. Ontluchtingskleppen bovenop waar blaad-
jes tussen kunnen komen bijvoorbeeld, maar ook de aansluitingen onderaan. De tanks zijn daarom beloopbaar en voorzien van kooiladders en veiligheidshekken bovenop en op de rustplatforms. Ook kan je er onderdoor lopen en beschikken de tanks over mangaten die aan hygiëne-eisen voldoen.’
Veilig vervoer Zijn de tanks eenmaal hygiënisch, veilig, duurzaam en onderhoudsvriendelijk ontworpen, dan is het ook nog zaak om ze veilig en degelijk te vervoeren en te plaatsen. ‘Bouwplanningen worden steeds krapper, maar de bouw moet wel goed gebeuren. We moeten bijvoorbeeld ook borgen en aantonen dat de tanks, met hoogtes tot twintig meter en diameters tot zes meter, overeind blijven staan bij extreem weer. Dat betekent dat we goed hebben nagedacht over de verankering. We wilden de montage van de tanks vervolgens zo efficiënt mogelijk laten verlopen. Ook daar is al bij het ontwerpen veel aandacht aan besteed.’ Begin augustus arriveerden de tanks per nachtelijk wegtransport en over water, waarna GPI het hele tankpark in drie dagen monteerde. De tanks hebben uiteindelijk een geschatte levensduur van misschien wel vijftig of zestig jaar. ‘Meestal langer dan de klant ze gebruikt: vaak wordt na zo’n lange tijd het product niet meer gemaakt of zijn de eisen alweer veranderd.’ n MaintNL 08 – 2014 53
52_53_ML_NVDO-artikel.indd 53
17-09-14 10:15
Onderzoek
Levenscyclusanalyse brug geeft genuanceerd beeld Hoe scoren bruggen van vier verschillende materialen - staal, beton, glasvezelcomposiet en hout - op duurzaamheid? En: welke factoren zijn verantwoordelijk voor de milieu- en energiebelasting per materiaal? Deze onderzoeksvragen stonden centraal in de studie ‘Vergelijkende Levenscyclusanalyse Bruggen’ die werd uitgevoerd door onderzoeksbureau Beco in opdracht van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). De conclusie is complexer dan je van tevoren zou verwachten. De studie die in het najaar van 2013 werd afgerond, vond plaats in het kader van de meerjarenafspraken energie. Voor twee typen bruggen - een fietsbrug en een verkeersbrug - werden de verschillende materialen vergeleken. Aanleiding voor de studie was een eerder onderzoek van Beco uit 2009 naar de duurzaamheid van bruggen van kunststof (glasvezel)composiet. In dit eerdere onderzoek - medegefinancierd door RVO.nl - is een doorgerekend brugontwerp in composiet vergeleken met in beton en staal uitgevoerde bruggen op basis van algemene brondata en ontwerpen. Composiet kwam destijds uit die studie als het meest gunstig naar voren. Dit onderzoek was echter uitgevoerd zonder betrokkenheid van de overige sectoren en op basis van generieke ontwerpen en data. Hierop verzochten de beton- en staalsector RVO.nl om een nieuwe studie uit te voeren waarbij zij zelf hun eigen data en ontwerp konden aanleveren. Om het geheel compleet te maken is voor de fietsbrug ook de sector hout in het onderzoek betrokken.
Partijen Henk Schuur van de Bond van Fabrikanten van Betonproducten Nederland: ‘Als je uitspraken wilt doen over de duurzaamheid van een betonnen brug, dan moet je die brug ook door de betonsector laten ontwerpen en niet door een andere mate-
riaalsector.’ Bauke Bonnema (Tata Steel) was vanuit de staalindustrie bij het onderzoek betrokken: ‘We hebben daarom aangegeven dat wanneer je echt een goede vergelijkende levenscyclusanalyse (LCA, red.) wilt uitvoeren, je daar alle relevante partijen bij moet betrekken.’ Daarmee schoven composiet, beton, hout en staal gezamenlijk aan de onderzoekstafel.
Specificaties Als een van de eerste stappen in het proces gingen de betrokken partijen rond de tafel om de niet-materiaalgebonden specificaties van twee veel voorkomende brugtypen te bepalen: een fietsbrug met een overspanning van 14 meter en een verkeersbrug met een overspanning van 24 meter. Het vaststellen van de specificaties van deze brugtypen vroeg overigens wel de nodige afstemming. ‘Dat komt vooral omdat je over alle uitgangspunten overeenstemming moet zien te bereiken’, licht Eric de Munck
‘Wat voor het ene materiaal een zware eis is, is dat voor een ander materiaal misschien helemaal niet.’
Proces Om het onderzoek zo neutraal en objectief mogelijk te kunnen uitvoeren, is een begeleidingscommissie samengesteld met daarin (inhoudelijke) experts op het gebied van bouw en duurzaamheid. Nadat overeenstemming was bereikt over de niet-materiaalgebonden specificaties van de te ontwerpen bruggen en de te volgen methodieken, schetste deze begeleidingscommissie een referentiesituatie. Vervolgens gingen de sectoren aan de slag met hun brugontwerpen. ‘Het idee was om vooral een realistisch en gangbaar brugontwerp in te dienen’, vertelt Diana de Graaf van Beco. ‘De ontwerpen zijn getoetst door de commissie en door ons doorgerekend waarna de resultaten zijn voorgelegd aan de sectoren. Die konden feedback geven. Uiteindelijk is het gehele proces ‘gereviewed’ en akkoord bevonden door een externe deskundige.’
van Centrum Hout toe. ‘Wat voor het ene materiaal een zware eis is, is dat voor een ander materiaal misschien helemaal niet. En elke sector probeert natuurlijk tot zo gunstig mogelijke specificaties te komen.’
Veranderlijk Ane de Boer was vanuit Rijkswaterstaat als expert op het gebied van brugontwerp bij het onderzoek betrokken, als lid van de begeleidingscommissie. Over het bepalen van de milieu-impact zegt hij: ‘De methodiek maakt gebruik van kentallen waaraan een wegingsfactor is gekoppeld. In het geval van een houten brug heeft een kental bijvoorbeeld betrekking op de CO₂-uitstoot die is gerelateerd aan de totstandkoming van die brug. Die uitstoot is dan weer een optelsom van de emissies die gemoeid zijn met onder meer het transport van hout uit Afrika, of de CO₂-uitstoot als gevolg van het omza-
54 MaintNL 08 – 2014
54_55_57_MP_NVDO-artikel.indd 54
17-09-14 10:14
FOTO: RIJKSWATERSTAAT
Bruggen van verschillende materialen kunnen niet zomaar vergeleken worden. Omstandigheden en specificaties hebben grote invloed.
gen van een boom. De wegingsfactor heeft vervolgens betrekking op het gewicht dat aan de uitstoot van CO₂ wordt toegekend. Je kunt je voorstellen dat kentallen kunnen veranderen. Bijvoorbeeld wanneer het hout van dichterbij afkomstig is. Dan is er minder transport nodig en daarmee ook minder uitstoot van CO₂. Maar ook een wegingsfactor kan veranderen. Dat is afhankelijk van wat we vanuit maatschappelijk perspectief belangrijk vinden of juist minder belangrijk.’
Gevoeligheidsanalyse Niet alleen zijn kentallen en wegingsfactoren aan verandering onderhevig. Het onderzoeksrapport maakt ook duidelijk dat de conclusies gevoelig zijn voor zaken als ontwerpspecificaties, materiaalgebruik (het type cement dat bijvoorbeeld wordt toegepast), onderhoudsfrequentie, levensduur en de mogelijkheid materiaal al dan niet te hergebruiken. Tezamen kunnen deze aspecten een behoorlijke invloed hebben op de
onderlinge verhouding in MKI-score. Dat vormt deels ook een verklaring voor de afwijking van de uitkomsten uit het onderzoek ten opzichte van de studie uit 2009. Diana de Graaf van Beco: ‘In de studie van 2009 is uitgegaan van een tweede leven op een andere locatie voor de composietbrug. Dat scheelt wel bijna de helft in milieuimpact. Wat betreft de fase van afdanking is in 2009 bijvoorbeeld gerekend met verbranding van het composietafval in een cementoven en in de nieuwe studie van gewone verbranding. De gevoeligheidsanalyse in het huidige onderzoek laat zien dat dit nog eens bijna twintig procent scheelt in de MKIscore.’ De Jong vult aan: ‘Bovendien moeten we met elkaar durven toegeven dat we niet meer op de traditionele manier kunnen omgaan met infra en levensduur. Composiet gaat nu eenmaal meer dan honderd jaar mee. De herbruikbaarheid van deze bruggen is een feit. Resultaten kunnen hierdoor tot veertig procent uiteen lopen. Als je dat niet
in een analyse durft mee te nemen, heeft zo’n onderzoek totaal geen zin.’
Einde levensduur Hoewel hout ook herbruikbaar is, levert juist de verbranding ervan aan het eind van de levensduur de houten fietsbrug in het onderzoek een erg goede score op: er komt bij die verbranding een grote hoeveelheid energie vrij. De Munck: ‘Meer dan er nodig is voor het realiseren van de brug in kwestie. De score onder de streep na einde levensduur levert dus klimaatwinst. En vervolgens is er nauwelijks sprake van afval.’ En over de afdankingsfase van staal zegt Bonnema: ‘Een stalen brug is goed recyclebaar. En wanneer onderdelen niet kunnen worden hergebruikt, kan het materiaal worden omgesmolten naar nieuw staal.’ Ook beton wordt tegenwoordig na einde levensduur hergebruikt, als funderingsmateriaal in de wegenbouw of als betongranulaat in nieuw beton. MaintNL 08 – 2014 55
54_55_57_MP_NVDO-artikel.indd 55
17-09-14 10:14
PRUFTECHNIK houdt uw machines in topconditie Predictieve maintenance technologie en on-site dienstverlening
•
Laseroptische uitlijning: vertrouw op de wereldmarktleider
•
Conditiebewaking en trillingsanalyse: online en offline machinediagnose
•
56_prueft_hateha.indd 1
On-site systemen voor statisch en dynamisch balanceren van rotoren
•
Lokale dienstverlening, software support, service en kalibratiecontrole
•
ISO conforme opleidingen en VCA gecertifi ceerde assistentie on-site
PRUFTECHNIK AG Brain Park II Lichtenauerlaan 102-120 NL-3062 ME Rotterdam PROVEN QUALITY
Made in Germany Global Presence Qualified Support Quality Service
Tel: +31 10 204 59 37 Fax: +31 10 204 55 55 info@pruftechnik.nl www.pruftechnik.be
A member of the PRUFTECHNIK group
17-09-14 12:11
Veelheid aan aspecten Gevraagd naar de waarde van een dergelijke vergelijkende LCA geeft De Boer aan dat die vooral zit in de mogelijkheid voor de verschillende sectoren om - en daar is een LCA eigenlijk ook voor bedoeld - waar nodig en mogelijk de interne processen te verbeteren. ‘Overigens’, maakt hij duidelijk, ‘kun je als opdrachtgever op basis van zo’n LCA niet simpelweg een keuze maken voor een brug. Er spelen heel veel andere aspecten mee. Een belangrijke vraag is daarbij op welke milieuaspecten je de brug wilt beoordelen. Focus je bijvoorbeeld op een zo klein mogelijke uitstoot van CO₂, of vind je het belangrijker dat er geen giftige stoffen in het milieu terechtkomen?’
ben grote invloed. De resultaten van deze studie kunnen niet zomaar naar elke andere situatie worden vertaald. Het is voor partijen die de duurzaamheid van producten willen vergelijken vooral van groot belang vooraf te bepalen welke duurzaamheidsas-
‘We moeten met elkaar durven toegeven dat we niet meer op de traditionele manier kunnen omgaan met infra en levensduur.’
Lastig vergelijken Kanttekeningen bij het gebruik van de onderzoeksresultaten plaatsen de onderzoekers zelf ook. De Graaf: ‘De belangrijkste is dat bruggen van verschillende materialen niet zomaar vergeleken kunnen worden. Omstandigheden en specificaties heb-
pecten relevant zijn. Gaat het om levensduur, mogelijkheden voor hergebruik, landgebruik, energie, of misschien zelfs om sociale criteria. Deze studie is daarom zeker niet voor alle situaties zaligmakend.’ De Jong besluit: ‘De afgelopen vijf jaar zijn
er meer dan vijf milieustudies gepubliceerd waar bruggen van beton, staal en composiet met elkaar worden vergeleken. In de meeste gevallen in het voordeel van composiet. Het is op dit moment dan ook niet relevant om in gunningen consequenties te verbinden aan de resultaten uit milieustudies. Milieuanalyses zijn belangrijk voor onze samenleving omdat we moeten leren hoe en wat relevant is, en hoe je een goede milieueffectvergelijking kunt maken. Maar zowel de milieudata zelf als de gehanteerde methodieken en wegingen staan nog volstrekt in de kinderschoenen. We hebben nog een lange weg te gaan.’ De kanttekeningen zijn ook opgenomen in het rapport waardoor de begeleidingscommissie het volgende concludeert: ‘Het is van grote waarde geweest dat deze studie is uitgevoerd met meerdere sectoren. De resultaten zijn voldoende genuanceerd opgeleverd, het proces is met zorg uitgevoerd volgens breed geaccepteerde normen en heeft veel inspraak vanuit alle partijen gekend.’ n MaintNL 08 – 2014 57
54_55_57_MP_NVDO-artikel.indd 57
17-09-14 10:14
Cursussen
Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de Maintenance Academy op www.nvdo.nl Komende NVDO Cursussen Locatie: NVDO Verenigingsgebouw, tenzij anders vermeld 7, 8 oktober Maintenance Engineering in de Praktijk In company mogelijk De maintenance engineer moet snel kunnen schakelen tussen de details van de dagelijkse problemen en beschikt over een helikopterview om snel een overzicht van die gesignaleerde problemen te krijgen. Tenslotte moet hij zijn voorstellen voor eventuele oplossingen duidelijk en overtuigend kunnen presenteren. De taak van de maintenance engineer is om verstoringen in het productieproces en het onderhoudsproces te herkennen, te elimineren en vooral te voorkomen. Daartoe is er veel samenwerking nodig met andere bedrijfsfuncties.
Doel Het doel van deze cursus is om de maintenance engineer in zijn dagelijkse werk een goede ondersteuning te bieden.
Onderwerpen Dag 1
• • • • • • • •
De plaats en functie maintenance engineering in de organisatie; Het takenpakket van de maintenance engineer; De relatie tussen de onderhouds- en productiefunctie; Het afstemmen van productie- en onderhoudsdoelstellingen; De kern van maintenance engineering: borgen en verbeteren van de prestatie van productiemiddelen; De gereedschapskist van de maintenance engineer; Het analyseren en reduceren van storingen; Het opstellen van verbeterplannen.
Dag 2
• • • • • • •
Het doel en het ontwerpen van onderhoudsconcepten; Van onderhoudsconcept naar onderhoudsbeheersing; Praktijkvoorbeelden onderhoudsconcept; Het invoeren van onderhoudsconcepten in de eigen organisatie; Het borgen en bijsturen van onderhoudsconcepten in de praktijk; De invloed van onderhoudsconcepten op het bedrijfsresultaat; De effectiviteit en de efficiëntie van de maintenance engineer.
Bestemd voor De cursus Maintenance Engineering in de Praktijk is bestemd voor leidinggevenden, staffunctionarissen of dienstverleners die direct of indirect betrokken zijn bij het beheer en onderhoud van bedrijfsmiddelen: (adjunct) hoofden technische dienst of productie, planners, werkvoorbereiders en uiteraard (maintenance) engineers.
Start 7 oktober VDM (Value Driven Maintenance) Masterclass Met VDM kan de onderhoudsafdeling snel veranderen in een professionele organisatie die bijdraagt aan het totale bedrijfsresultaat. Daarnaast helpt VDM bij het inrichten van de Meest Waardevolle Onderhoudsorganisatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bewezen best practices van toonaangevende bedrijven, branchespecifieke benchmarks en de mogelijkheden van geautomatiseerde EAMsystemen. Honderden bedrijven over de gehele wereld hebben de kracht van VDM ontdekt, in uiteenlopende industrieën zoals de olie- en gasindustrie, chemie, voeding en farmacie, automotive, consumentenelektronica,
58 MaintNL 08 – 2014
58_59_MI_NVDO_cursussen.indd 58
17-09-14 10:14
Cursussen
• • • • •
De toekomst van reliability engineering; Werkstroombeheer; Effectief uitbesteden van onderhoudswerkzaamheden; Optimaliseren reservedelen logistiek; Succesvol implementeren van EAM-systeem.
Maintenance Business Experience
De Maintenance Business Experience is een interactieve management game voor maintenance en reliability professionals waarbij alle geleerde facetten van de VDM methodiek toegepast kunnen worden. Tijdens de MBE strijden verschillende onderhoudsteams tegen elkaar met als doel het ontwikkelen van een onderhoudsstrategie voor het fictieve bedrijf ‘Evolve’ die de meeste waarde creëert. Het team dat na vier fictieve begrotingsjaren de grootste economische waarde heeft gecreëerd, wint de Most Valuable Maintenance Award.
maritiem en openbaar vervoer, havens, wegen, luchtvaart, defensie, energie en utiliteit. Allen met indrukwekkende resultaten.
Doel De VDM Masterclass leert u hoe u met onderhoud toegevoegde waarde kunt creëren. Daartoe zult u de VDM methodologie leren toepassen op uw eigen situatie en de door u ontworpen Meest Waardevolle Onderhoudsorganisatie implementeren binnen uw organisatie. De VDM methodiek bevat een kwantitatief besturingsmodel waarmee inzichtelijk wordt gemaakt hoe onderhoud een positieve bijdrage kan leveren aan de waardecreatie binnen het bedrijf.
9, 10 oktober Duurzaam Spare Parts Management; Voorraadbeheersing 2.0 In company mogelijk Met duurzaam spare parts management streven we naar het vermijden van onnodige voorraden op korte én lange termijn. En het tegengaan van verspillingen heeft niet alleen betrekking op direct meetbare kosten, maar ook op financiële en economische neveneffecten zoals onnodig verbruik van grondstoffen en energie, en het vernietigen van in reservedelen opgesloten toegevoegde waarde.
Doel Deze tweedaagse cursus leert u een goed inzicht te krijgen in de technieken en methoden van duurzaam spare parts management; Voorraadbeheersing 2.0!
Onderwerpen
Onderwerpen
VDM Introductiedag
•
Algemene trends in onderhoud en de belangrijke positie van VDM hierin. Economisch toegevoegde waarde en aandeelhouderswaarde en hoe onderhoud hieraan een bijdrage kan leveren. Inzicht in het waardedrijvermodel, KPI’s, benchmarking, het competentiemodel, het VDM Control Panel en verschillende maintenance best practices. Met behulp van een aansprekende bedrijfscase zal uitgelegd worden hoe VDM de motor kan zijn voor continue innovatie. Webinars
U volgt acht VDM verdiepings-webinars. Dit zijn educatieve ‘web based seminars’ waaraan u vanaf uw werkplek kunt deelnemen. De webinars behandelen de kern competenties van onderhoud en nemen maximaal 1 uur in beslag. De webinars kunnen worden opgenomen en op elk gewenst tijdstip worden bekeken. De webinars staan in het teken van verschillende onderwerpen: • Benchmark uw maintenance performance; • Beheersing van onderhoudskosten; • Verhogen van technische beschikbaarheid;
• • • • • • • • • • •
Een visie op duurzaam spare parts management en onderhoud; Het organiseren van duurzaam spare parts management; De afhankelijkheden van andere bedrijfsfuncties; Risicomanagement en materiaalcategorieën; Voorraadstrategieën en bestelformules; Inkopen van artikelen t.b.v. onderhoud; Het beheren van artikelen in het magazijn; Administratie van de voorraad- en artikelgegevens; Voorraadbeheer en informatiesystemen; Optimalisatie en kostenreductie; Het meten van het effect van duurzaam spare parts management; Stappenplan voor verbeteringen.
De aangeboden theorie wordt verduidelijkt met praktijkvoorbeelden en wordt bovendien afgewisseld met oefeningen en cases, waarbij deelnemers ook hun eigen kennis en ervaring kunnen delen. Er is bovendien ruimte om problemen, waarmee de deelnemers in de eigen praktijk te maken hebben, te bespreken. MaintNL 08 – 2014 59
58_59_MI_NVDO_cursussen.indd 59
17-09-14 10:14
Innovatie
Schip wordt varende fabriek door 3D-printen De hype rond 3D-printen is voorbij. Dat meldde het technologieonderzoeks- en adviesbureau Gartner onlangs. 3D-printen is nu hard op weg naar het zogenoemde ‘productiviteitsplateau’ voor professionele toepassingen. De scheepvaartindustrie loopt voorop en is de 3D-printer aan het testen voor het printen van onderdelen op zee. Elise Quaden
Eerder al nam de Amerikaanse marine het voortouw, en installeerde het een 3D-printer aan boord van de USS Essex. Niet heel verrassend, aangezien de Amerikaanse Defensie al langere tijd interesse heeft in de mogelijkheden van 3D-printen. De printer aan boord van de USS Essex diende als een test en om mariniers te trainen in het gebruik ervan. Vooralsnog is de 3D-printer nog niet mee geweest op zee, of gebruikt tijdens militaire operaties. Maar ook die fase zit eraan te komen.
Maersk Inmiddels is ook de civiele scheepvaart aan het kijken naar 3D-printing als toevoeging aan boord van schepen. Het Deense Maersk, met ruim vijfhonderd containerschepen in de vloot een van de grootste rederijen voor containervervoer ter wereld, gebruikt sinds kort 3D-printers om reserve-
onderdelen te printen aan boord van hun schepen. Het bedrijf maakte hier voor het eerst melding van in hun bedrijfsblad, de Maersk Post. Het is het eerste commerciële maritieme bedrijf dat 3D-printen aan boord test. Het gaat gebruikmaken van de printers van Stratasys en het type uPrints. Het grote voordeel van 3D-printen aan boord van een schip, is dat er heel snel reserveonderdelen beschikbaar komen als dat nodig is. Dit was voorheen niet altijd makkelijk, als een schip zich op de oceaan bevindt. Het regelen van ontbrekende maar noodzakelijke onderdelen duurt dan lang en is duur. Nu nog is 3D-printen aan boord duurder dan reserveonderdelen meenemen. Maar dat zal in de toekomst gaan veranderen. ‘Het idee is dat we een blueprint naar de bemanning aan boord van een tanker sturen. Vervolgens kunnen zij in enkele uren
WIE gEbRUIKEN AL 3D-PRINTERS? • General Electric print brandstofmondstukken voor straalmotoren. Deze bestonden uit achttien verschillende onderdelen, maar worden nu uit een stuk gemaakt, wat ze 25 procent lichter maakt. • De Amerikaanse marine gebruikt 3D-printers aan boord van hun vaartuigen om oliedoppen en aflaatdoppen te printen. • NASA gebruikt 3D-printers aan boord van hun ruimteschepen, zodat astronauten essentiële instrumenten kunnen printen in de ruimte. • Bij DAF Trucks in Eindhoven staat een 3D-printer in de manufacturing workshop. Hier worden kunststof prototype-onderdelen gemaakt voor tests en vormgeving.
een onderdeel printen’, zegt Märtha Josefine Rehnberg, category manager bij Maersk Procurement. Een schip kan vanaf de andere kant van de wereld een verzoek indienen bij de ingenieurs in Kopenhagen. Zij sturen een .STL-bestand terug en het printen kan beginnen. Het soort onderdelen dat men kan printen aan boord wordt nog beperkt doordat Maersk voorlopig alleen met thermoplastics print. Maar men verwacht binnen enkele jaren met meer materialen te kunnen printen, doordat de laserprinters snel geavanceerder worden en er ook met metaal gewerkt kan worden. Negentig procent van de onderdelen van de motoren is gemaakt van metaal, maar metaalprinters kunnen voorlopig nog niet mee met de schepen. De techniek is er, maar de kosten zijn nog erg hoog. Een metaalprinter kost een miljoen dollar. Een kunststofprinter ‘slechts’ 25.000 dollar.
‘Het idee is dat we een blueprint naar de bemanning aan boord van een tanker sturen. Vervolgens kunnen zij in enkele uren een onderdeel printen.’ Kosten uitsparen Rederijen hebben het altijd al lastig gehad met het leveren van materialen aan schepen op zee. Tankers varen meestal niet volgens een vaststaand schema en vaak is niet bekend bij een klant waar zijn vracht aan land wordt gebracht. Een benodigd reserveonderdeel aan boord krijgen is daarom een dure en tijdrovende operatie, terwijl er vaak juist haast geboden is. Een onderdeel moet eerst gelokaliseerd wor-
60 MaintNL 08 – 2014
60_61_MO_NVDO-artikel.indd 60
17-09-14 10:14
FOTO: MAERSK
Het Deense Maersk gebruikt sinds kort 3D-printers om reserveonderdelen te printen aan boord van hun schepen.
SCAN DE FOTO EN bEKIJK HET FILMPJE 1) Installeer op uw smartphone of tablet de app ‘iLinqs’ 2) Start de app op uw smartphone of tablet 3) Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst 4) Het bijbehorende filmpje verschijnt op smartphone of tablet
den, dan naar de eerstvolgende haven gebracht waar het ‘schip in nood’ naartoe gaat en vervolgens moet er een boot geregeld worden die het onderdeel aan boord kan brengen. Want tankers met gevaarlijke lading mogen vaak de haven niet in. Met 3D-printen zouden deze uitdagingen ondervangen kunnen worden. Maar de mogelijkheden aan boord van een schip zijn nog niet volledig uitgekristalliseerd. Verwacht wordt dat de kosten die bedrijven nu kwijt zijn aan logistiek in ieder geval omlaag kunnen. Het aan boord krijgen van een enkel onderdeel kan al zo’n 5.000 dollar kosten. Kostenposten als opslag en verpakking, vervoer naar een
haven en de douane worden allemaal uitgespaard. Ook is 3D-printen een duurzame oplossing omdat het scheelt in de hoeveelheid CO₂-uitstoot.
Partnerschap 3D-printers gebruiken laser om een ruw materiaal te smelten. Zo ontstaat laagje voor laagje een product. De snelle ontwikkeling van de techniek heeft de laatste jaren de aandacht getrokken van allerlei grote bedrijven die hun productieprocessen willen versnellen en op een goedkope manier complexe onderdelen willen verkrijgen. Maar omdat de techniek zich in een experimentele fase bevindt, is er nog veel
onbekend. bijvoorbeeld: hoe krijgen producten een licentie van de toeleverancier als je ze op locatie print? Dit kan ondervangen worden door de techniek in partnerschappen met de producenten verder te ontwikkelen. Hans Oxholm Mortensen, Senior Manager bij MAN Diesel & Turbo dat motoronderdelen levert aan Maersk, is enthousiast over het idee: ‘Wij zien dit als een mogelijkheid om samen te werken met Maersk aan 3D-printen. Of je stapt op de trein en begint met leren, of je blijft achter en ziet de trein vertrekken.’ Als de experimenten succesvol zijn, verwacht Maersk 3D-printers op meer plekken in te kunnen zetten, zoals op booreilanden. Uiteindelijk zouden de computers op een schip in de toekomst een database vol met 3D CAD-beelden kunnen bevatten van elk onderdeel van het vaartuig. Variërend van boutjes en moertjes tot complexe motoronderdelen. Schepen worden hiermee varende fabrieken. ■ MaintNL 08 – 2014 61
60_61_MO_NVDO-artikel.indd 61
17-09-14 10:14
VAKBEURS VOOR PROCESAPPARATUUR, -ENGINEERING EN -AUTOMATISERING
30 SEPTEMBER - 3 OKTOBER 2014 | JAARBEURS, UTRECHT WWW.INDUSTRIALPROCES SING.NL
DE GROOTSTE VAKBEURS VOOR DE TOTALE NATTE EN DROGE PROCESINDUSTRIE IN DE BENELUX • De nieuwste producten en technieken van ruim 200 exposanten • Hoogwaardig lezingenprogramma i.s.m. ISPT, NVDO en FedEC • Representatief aanbod met 50% Solids en 50% Fluids • Ook gratis toegang tot Macropak, Industrial European Dairy Show en World of Technology & Science
IP2014_adv_210x297-2.indd 1
62_jaarbeurs02.indd 1
30-07-14 11:45
17-09-14 10:52
Column Informatie is ook wat waard! De allereerste kennisoverdrachten gebeurden eerst via steen en later vooral via papier. Door de vondst van de steen van Rosette in Egypte in 1799 werd de sleutel gevonden om hiërogliefen te ontcijferen. Op deze steen stond driemaal dezelfde tekst: in het demotisch schrift, in het oude Grieks en in hiërogliefen. De vertaling duurde ruim twintig jaar. Wat nou als men deze verhalen van mens tot mens had doorverteld en nooit zou hebben opgetekend? Misschien hadden we dan nooit de Flintstones gekend; het fictieve gezin uit de prehistorie dat elke dag stenen gebruikt om brieven te schrijven, boodschappenlijstjes te maken en dagboeken bij te houden. Als Fred, Wilma en dochter Pebbels echt geleefd zouden hebben, hadden die geschriften misschien nu nog bestaan! Maar wat gaat er gebeuren met deze column, of het mailtje dat ik gisteren nog heb gestuurd? Over tweeduizend jaar zal de inhoud van deze documenten ongetwijfeld niet meer gelezen worden en hoop ik dat ze ook niet meer bestaan. Over het laatste ben ik nog niet zo zeker. Met het gebeitel in de steen, waar men soms maandenlang mee bezig was, maakte men geschriften voor de eeuwigheid. Met de komst van handschriften op perkament en papier, was dat moeilijker. Het zijn vergankelijke documenten die op den duur vernietigd kunnen worden door inwerking van vocht en licht.
Door de komst van de computer kregen we een informatierevolutie. Aanvankelijk stonden computers op zichzelf, maar toen ook netwerken zich ontwikkelden kon men gegevens uitwisselen of opzoeken. Nu is de overload aan informatie zo groot dat men niets meer kan vinden. Zoek maar eens naar dat ene oranje petje in een vak vol Oranjesupporters. Weliswaar barst het van informatie op het net, maar wat wil ik nu eigenlijk écht weten? Nu constateren we dat we misschien niet zo goed nagedacht hebben hoe we met al deze data in de toekomst zullen omgaan. Dat geldt ook voor onderhoudsbeheersystemen. Passen de systemen nog bij de vele ontwikkelingen in ons vakgebied? We zitten middenin de vierde industriële revolutie. Technologie ontwikkelt zich razendsnel. Slimme robots, zelfsturende fabrieken, remote big data, 4D en daaraan gekoppeld nieuwe business modellen en nieuwe maintenanceprofessionals, zullen de komende tien jaar meer veranderen dan in de afgelopen eeuwen bij elkaar. De NVDO wil graag dat haar achterban hierin voorop loopt en daar doen we momenteel onderzoek naar. Wij houden u over de voortgang uiteraard op de hoogte, want informatie is ook wat waard!
Passen de onderhoudsbeheersystemen nog bij de vele ontwikkelingen in ons vakgebied?
colofon
Ellen den Broeder-Ooijevaar Verenigings Manager
MaintNL is het verenigingsmagazine van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. De naam MaintNL is eigendom van de NVDO.
Postbus 138 3990 DC Houten t +31(0)30 634 60 40 f +31(0)30 634 60 41
e info@nvdo.nl • www.nvdo.nl • www.nvdovac.nl
MaintNL 08 – 2014 63
63_MC_NVDO_Vmanager.indd 63
17-09-14 10:13
Neem nu een abonnement op PT Industrieel Management en ontvang gratis het Polytechnisch Zakboek
PT Industrieel Management is het magazine voor de maakindustrie. Engineering, manufacturing en supply chain management zijn de pijlers onder dit gezaghebbende tijdschrift. Als productiviteit en flexibiliteit uw uitdagingen zijn, dan leest u PT Industrieel Management. Neem nu een abonnement en profiteer van onze unieke aanbieding! • Het eerste jaar 50% korting of • Gratis Polytechnisch Zakboek ter waarde van € 175,–
Ga naar www.bimmedia.nl/ptim
64_BIM.indd 1
16-09-14 11:35
volgend nummer 65
In HeT volgende nummer Tussen risico en ramp Het economisch klimaat verloopt steeds grilliger en het publiek en de media worden steeds kritischer waar het gaat om veiligheidsincidenten. Risico’s zijn nooit uit te sluiten, maar wel te managen. Inzicht in de kans op falen en de gevolgen van dat falen helpt asset managers met het nemen van strategische beslissingen in het onderhoudsmanagement. Doordat de parameters bekend zijn, kunnen ze ook sneller reageren op veranderingen in de markt, zonder dat de risico’s op rampen uitlopen.
Onderhoud en export De Nederlandse en Vlaamse knowhow op het gebied van onderhoud en asset management staat wereldwijd hoog aangeschreven. Is dat ook te merken in kennisuitwisseling tussen verschillende vestigingen of zelfs tussen bedrijven? De experts van het iMaintain Platform discussiëren met elkaar over dit thema.
Integrated Asset Management Bij Tata Steel In IJmuiden wordt gewerkt met de Integrale Project Aanpak. Essentie hiervan is dat bij nieuwbouw of renovatie van een installatie ook meteen in het project de voorbereiding van de gebruiksfase wordt meegenomen en vastgelegd in een Asset Information Package. Dit levert de fabriek betere performance en continue verbetering op.
Thema: maintenance en risicomanagement
EN VERDER MaintNL Op 19 september vond de Landelijke Dag van het Onderhoud plaats. De redactie van MaintNL was erbij en doet uitgebreid verslag van de bustours langs verschillende bedrijven en de minicongressen op vier plekken in het land. Ook kijken we terug op het congres iMaintain Prestatiemanagement.
Thema’s 2014 iMaintain 10-2014 maintenance in de infra
iMaintain Nummer 9 verschijnt 4 november 2014 08
imaintain 14
65_E_volgend nummer.indd 65
17-09-14 13:18
[Schrijf u
nu in]
6 november • FME gebouw • Zoetermeer Kennisvalorisatie voor de industrie
Aanmelden
Kennisvalorisatie is het benutten van wetenschappelijke
Aanmelden kan via www.industrielinqs.nl/pml
kennis in de praktijk. Deze overdracht en toepassing van
Deelname is gratis voor Profion- en Vomi-leden.
kennis wordt over de jaren steeds belangrijker voor het
Vraag de vipcode aan via het secretariaat van Profion.
innovatiebeleid van overheden. Universiteiten zetten in op
Niet-leden betalen €150,-
ondernemerschap, ondersteuning en samenwerking met het bedrijfsleven. Waar zet het bedrijfsleven op in?
Programma Zijn er al inspirerende voorbeelden van effectieve
15.45 uur
Ontvangst
samenwerking? En minstens zo belangrijk, wat is er nodig bij
16.00 uur
Opening
de bedrijven om er aan mee te werken? Profion Maintenance
16.15 uur
Lezingen en discussie
Linqs gaat op 6 november op zoek naar de juiste link tussen
17.30 uur
Borrel en netwerk
wetenschap en verwaarding.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: marjolein@industrielinqs.nl • Tel: 020 - 31 22 791 Initiatiefnemers:
Partners iMaintain Platform:
01_adv_A5_PML.indd 1
16-09-14 15:45
ADVERTENTIE INDEX Abonnees ....................................................................................... 66
iMaintain.info
geeft nog meer waarde voor uw geld
Altena Cleaning .............................................................................. 12 Applus RTD ..................................................................................... 48 BIM Media ...................................................................................... 64 Bronswerk Heat Transfer .................................................................... 4
Meer nieuws dan ooit
DERC Salotech ............................................................................... 14
• • • • • • • •
Duurzaam Geproduceerd congres 2014 ............................................ 8
Actuele berichtgeving over de gehele onderhoudssector Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten en diensten Multimediale bedrijfspresentaties Tweewekelijkse Nieuwsbrief Live twitter updates LinkedIn interacted
Eco Ketelservice Verhuur ................................................................. 48 Hateha............................................................................................ 56 Hi-Force Nederland ......................................................................... 12 Hogeschool Utrecht Centrum voor Natuur & Techniek ...................... 68 iMaintain Platform ....................................................................16, 17 Jaarbeurs ..................................................................................36, 62
iMaintain-abonnees krijgen meer
MAINTENANCE NEXT 2015 ........................................................ bijlage
• De nieuwste iMaintain staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase • Ga naar www.imaintain.nl en kies abonneren
Profion Maintenance Linqs .............................................................. 66
Ga direct naar imaintain.info en blijf iedereen voor
Special Tank Cleaning ..................................................................... 26
Pruftechnik ..................................................................................... 56 Safe Site......................................................................................... 50 SKF................................................................................................. 38 Sky Access...................................................................................... 50 Total Nederland................................................................................. 2 Ultimo Software Solutions ............................................................... 67 Z-Air.................................................................................................. 8
_adv_www_iMaintain-staand-1_4.indd 43
66_index_PML_ABO.indd 1
11-09-14 16:08
17-09-14 12:20
Integraal asset management Om integraal asset management te laten slagen binnen uw organisatie, is een algehele benadering vanuit het perspectief van onderhoud, productie, veiligheid en financiën van doorslaggevend belang. De Ultimo EAM-software ondersteunt u hierbij op gebruiksvriendelijke en flexibele wijze, al dan niet conform PAS 55, NEN of andere standaarden in de markt.
Uitgebreide HSE-suite beschikbaar
Met de Ultimo software managet u correctief, preventief, conditiegebaseerd en risicogestuurd onderhoud. Daarnaast is het mogelijk om een langetermijnvisie voor het beheer van assets op te stellen, waarbij u rekening houdt met financiële implicaties. Door eveneens gebruik te maken van de HSE-suite creëert u een veiligere werkomgeving en borgt u de voor u relevante regelgeving.
www.ultimo.com Uw processen optimaal ondersteund met de meest gebruikte asset management software van Nederland.
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN.
INFORMEER NAAR
EXTRA ONDERHOUDS START TECHNOLOGIE
• Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie geld verdienen? • Hoeveel kan onderhoud bijdragen aan het bedrijfsresultaat? • Wat is Excellent Onderhoud en hoe geef ik dit vorm?
DIT NAJAAR IN REGIO ZUID
WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • Post-MBO Onderhoudstechniek (OTK) • Post-HBO Onderhoudstechnologie (OT) • Post-HBO Onderhoud en Management (OM) • Master of Engineering in Integrated Service Engineering
Start 1 oktober 2014 Start 2 oktober 2014 Start 2 oktober 2014 Start februari/september
Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of kijk op www.cvnt.nl.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
▲
digitale bijlagen
DEEL UW KENNIS EN ERVARING
MAINTENANCE NEXT 2015 slaat de brug tussen de vraag van morgen en het aanbod van vandaag. Zowel exposanten als bezoekers zijn zich bewust van de noodzaak om onderhoud naar een hoger plan te brengen: Mastering Assets. Dit vertaalt zich op diverse manieren op de beursvloer:
VERRIJKING d Producten, diensten en innovaties van exposanten verrijken het beeld van bezoekers. d Vertoning van innovatieve onderhoudsoplossingen op de Innovatieroute
BELEVING d Imposante installaties op MegaTech Plaza’s d Demonstraties van inspirerende techniek door exposanten
Maintenance NEXT is dé plek voor uitwisseling van innovatie, best practice en new business. Deze onderlinge kennisuitwisseling wordt aangewakkerd door MegaTech Plaza’s, de Innovatieroute, themalezingen en commerciële presentaties in het Maintenance NEXT Theater. Neem contact op met het projectteam om de mogelijkheden te bespreken.
VERDIEPING d Lezingen over drie kernthema’s in het NEXT Theater: Who’s NEXT, What’s NEXT en Value NEXT d Casepresentaties van exposanten in het NEXT Theater
ZET UW BEDRIJF IN DE SCHIJNWERPERS
ADVIESCOMITÉ
Haal meer rendement uit uw beursdeelname en maak gebruik van de doeltreffende promotiemogelijkheden voorafgaand aan en tijdens Maintenance NEXT.
Het projectteam van Maintenance NEXT wordt bij de conceptontwikkeling en de totstandkoming van het kennisprogramma ondersteund door toonaangevende organisaties en brancheverenigingen uit de industrie. Zij staan Ahoy met raad en daad bij in de vorm van een adviescomité. De volgende leden hebben zitting in het comité:
Denk hierbij aan vlaggen, lanyards, promo points, logovermelding op alle badges of advertorials in digitale nieuwsbrieven. Adverteren in de catalogus of op plattegronden zorgt voor uitstekende additionele zichtbaarheid. Neem contact op met onze accountmanager om de mogelijkheden te bespreken.
BREED AANBOD VAN EXPOSANTEN Op Maintenance NEXT 2015 presenteren dienstverleners, fabrikanten en toeleveranciers hun onderhoudsproducten en –diensten. Dit varieert van installaties, gereedschappen, reservedelen, technische componenten, ICT en elektrotechniek tot engineering, onderhoudsdiensten, personeel, advies en onderwijs. Hieronder een overzicht van bedrijven die zich reeds hebben ingeschreven (d.d. 1 september 2014):
3P Quality Services B.V. AIB-Vinçotte Nederland B.V. Allied Reliability Group EMEA NV Almeco NV Altena Industrial Services BV Amerplastics BV Applus RTD Arcus Nederland B.V. Arentis BV Bahco Baumüller Benelux BV Blok Gouda B.V. Blomsma Safety Components Blomsma Signs & Safety BV Bluestream Offshore BV BP Raffinaderij Rotterdam B.V. Bredenoord b.v. Busch BV Calderys The Netherlands B.V. CMS Asset Management Cofely West Industrie B.V. Coservices Delta Heat Services B.V. Deltalinqs Dräger ELA Container Nederland B.V. ERC B.V. EST Group B.V. EURAD Fabory Nederland Ferris BV Fiberstruct s.r.o. Fixturlaser Benelux
Fuchs Lubricants Benelux Funke Benelux B.V.Furmanite b.v. Geveke Energy Services Glynwed BV Hans de Baat Olieprodukten BV Height Specialists Hogeschool Utrecht HTT Industrial Systems BV Hytorc Nederland B.V. Insituform Insulcon B.V. IPCO B.V. J. de Jonge Flowsystems B.V. Kapp Nederland b.v. KDS Lekkagemanagement KIM Plus Delta BV KWx B.V. Lechler SA Leering Hengelo BV Mekano Industrial BV MGH nv Mulder Tower Equipment (MTE) B.V. Nedelko B.V. Oirschot Olie BV Olympus Industrial Benelux Opticon Benelux Naarden B.V. PandID B.V. Paul Meijering Stainless Steel PCS Prodex B.V. Profiltra B.V. ProPlug B.V. PRÜFTECHNIK N.V.
RAD Torque Systems Ralteco B.V. RBC NederlandRentallaser International BV Roossien Hoogwerktechniek Rope Access Group BV Safe Tensioning System Samson Regeltechniek BV Secure Logistics Sensor B.V. Sogelub SPIE Nederland B.V. SPM Instrument BV Stanley Black & Decker Netherlands B.V. Stell Sign-Projects B.V. Stork Syndus Group BV TDO b.v. Team Industrial Services Netherlands Technical Component Company B.V. Technom Tools bv TECSIGN Industrial Identification Thermo-Clean N.V. Thermoheat B.V. Topfinish UE Systems Uitzendbureau Zuidgeest Ultimo Software Solutions bv van der Ende Valve Services Versteden Leidingsystemen BV Wiko Isolatietechniek en Steigerbouw Witzenmann Benelux N.V. WLT Liquid & Gas Loading Technology BV
John Barends
Mourik Services
Ton van der Meijs
VIFIA /Technische Dienst Europoort.nl B.V
Ellen Den Broeder - Ooijevaar
NVDO
Cees-Jan Asselbergs
Deltalinqs
Lex Besselink
Dutch Institute World Class Maintenance
Mark Oosterveer
Industrielinqs
Mark Ammerdorffer
Profion/VOMI
Coen Sanderink
BOM
Ruud Schenk
Cofely GDF Suez
Okko Ebens
Koninklijke Metaalunie
Leendert Schouten
Oiltanking Terneuzen B.V.
Inspireer uw doelgroep om met de inzet van uw producten en diensten ‘Master van Assets’ te worden. Schrijf vandaag nog in voor deelname aan Maintenance NEXT 2015! LOCATIE
Ahoy Rotterdam OPENINGSTIJDEN
Dinsdag 21 april 2015 Woensdag 22 april 2015 Donderdag 23 april 2015
l l l
10:00 – 18:00 uur 10:00 – 18:00 uur 10:00 – 22:00 uur
Ahoy Rotterdam nv Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Neem contact op met onze accountmanager om deelnamemogelijkheden te bespreken! TEL l 010 – 293 32 72 E-MAIL l info@maintenancenext.nl
@MaintenanceNEXT
www.maintenancenext.nl
Strategische partners
Surf voor een actuele stand van zaken naar www.maintenancenext.nl/plattegrond
AHO-051-MaintenanceNEXT-Update2014-DEF.indd 1
12-09-14 15:14
UPDATE
Mastering Assets
2 2 3 PAGINA
Who’s NEXT
Met nog een half jaar te gaan, kijkt Exhibition Manager Erik Takes met vertrouwen naar de aanstaande editie van Maintenance NEXT. Van 21 tot en met 23 april 2015 staat Ahoy Rotterdam weer in het teken van de toekomst van onderhoud. De technologie- en onderhoudsexpo is al jaren de plaats waar contacten worden gelegd en kennis en ervaring worden uitgewisseld.
PAGINA
What’s NEXT
PAGINA
Erik Takes, Exhibition Manager Maintenance NEXT
Mastering als overtreffende trap van beheren De Nederlandse onderhoudsindustrie heeft een goede naam. Al jaren wordt succesvol gewerkt aan de instandhouding van de machines en installaties in Nederland. Maar dat gaat niet vanzelf. Veranderende invloeden van buitenaf zorgen bijvoorbeeld voor nieuwe koersen in de onderhoudsstrategieën, andere contractvormen en een verschuivende kennisvraag.
De hele waardeketen van leverancier tot hoofd productie is erop ingericht optimaal rendement uit de installaties te halen tegen acceptabele kosten. Alle schakels uit die waardeketen ontmoeten elkaar op 21 tot en met 23 april 2015 bij Maintenance NEXT in Ahoy. Het afgelopen decennium heeft de onderhoudsindustrie alle kanten van het spectrum gezien. Werd er eerst gezocht naar de beste manier om onderhoud uit
te stellen en maximaal te produceren, daarna kwam een periode waarin een manier werd gezocht om onderhoud uit te stellen met lagere kosten als resultaat. En alles steeds met optimale veiligheid en beschikbaarheid van de assets. Vandaag de dag draaien veel installaties weer op 100% maar met andere eisen en budgetten voor onderhoud. Hoe de toekomst eruit gaat zien, is onbekend. Maar de variabelen en eisen rond onderhoud zullen er niet minder op worden.
Takes: ‘Ook bij deze editie is er een integrale aanpak voor kennisdeling en netwerken. De exposanten tonen hun producten en diensten op de beursvloer van Ahoy. Aanvullend daarop is een kennisprogramma rond de dagthema’s ingericht en staan techniek en innovatie centraal op verschillende plaatsen in
Ahoy. De dagthema’s zijn Who’s NEXT voor de arbeidsmarkt, What’s NEXT voor innovatie en Value NEXT voor waardecreatie met integraal onderhoud.’ Takes en zijn team werken daarvoor nauw samen met de strategische partners: NVDO, Dutch Institute World Class Maintenance, Profion, VOMI en iMaintain. Een adviescomité en programmacommissie waken over de kwaliteit, onafhankelijkheid en diversiteit van het programma. Maintenance NEXT 2015 slaat met haar exposanten en het inhoudelijke randprogramma de brug tussen de toekomstige vraag en het hedendaagse aanbod van oplossingen, kennis en kunde.
Erik Takes, Exhibition Manager van Maintenance NEXT: ‘Om aan alle eisen te kunnen voldoen, moeten de onderhoudsprofessionals volledige controle over de installaties hebben: Mastering Assets. Daar is veel voor nodig, zowel op menselijk als op technisch vlak. Mastering Assets betekent een stap verder gaan dan het ‘managen’ van
www.maintenancenext.nl AHO-051-MaintenanceNEXT-Update2014-DEF.indd 2
assets. Op elk niveau binnen een organisatie zijn het juist de medewerkers die, ondersteund door techniek en inzicht, excelleren op hun vakgebied. Zij maken het verschil. Om die reden verwelkomt Maintenance NEXT professionals vanuit alle disciplines en betrokken afdelingen in Ahoy Rotterdam om hun kennis over onderhoudstechniek te verrijken.’
Value NEXT
D SEPTEMBER 2014
12-09-14 15:14
NEXT!
MASTERING ASSETS FRENK-JURGEN PISTORIUS MAINTENANCE CONSULTANT SPIE
Maintenance NEXT 2015 bouwt van 21 tot en met 23 april aan de onderhoudsindustrie van vandaag én morgen met de thema’s arbeid, innovatie en waardecreatie. De drie kernthema’s zijn leidend in de indeling van de aanvullende programma’s. Installaties worden complexer en de ervaren collega’s stromen door naar een nieuwe baan of een pensioen. Het kernthema Who’s NEXT zoomt in op nieuw talent, loopbaanperspectief en investering in het ‘human & intellectual capital’ van de bedrijven, door middel van training en opleiding. What’s NEXT maakt ruimte voor vernieuwing. De groeiende complexiteit van systemen loopt parallel met de golf aan innovatie op het gebied van digitale producten en diensten. Installaties worden ‘smart’ en sensoren, robotica, 3D, camera’s, apps, integratie van systemen en (big) data maken inzicht in de staat van assets mogelijk. De planning van onderhoud wordt steeds effectiever en zorgt dat de juiste dingen op het juiste moment worden gedaan. Door innovaties zichtbaar en tastbaar te maken, zorgt Maintenance NEXT voor inspiratie om de industrie verder te brengen. Effectief onderhoud op het juiste moment, met de juiste
WHO’S NEXT
Mastering assets is een cultuurkwestie Wat doe je als je het onderhoud aan je fabriek op orde hebt, maar van goed naar beter en excellent wilt gaan? Veel bedrijven in de industrie zijn bezig met asset management, maar enkele koplopers gaan verder en willen ‘master’ over hun assets zijn. Vaak is een laatste zetje nodig om een fabriek van de toekomst te worden. Frenk-Jurgen Pistorius, maintenance consultant bij SPIE, kan hen dat zetje bieden. mensen en op de juiste manier creëert waarde door de hele keten. Daardoor blijven kapitaalgoederen langer in bedrijf en zijn lagere beheerskosten mogelijk. Als onderhoud en een continu verbeterproces bovendien bijdragen aan energiebesparing en procesoptimalisatie, dan is de businesscase nog gunstiger. Met het kernthema Value NEXT wordt dieper ingegaan op nieuwe verdienmodellen, verduurzaming en procesoptimalisatie. In deze editie van de Maintenance NEXT Update worden drie experts aan het woord gelaten in relatie tot de kernthema’s.
Frans Scheeren, Plantmanager OCI Nitrogen Scheeren: ‘Dat is toch het belangrijkste! Ik wil mezelf en anderen stimuleren om weer meer aan het vakmanschap en beoordelend vermogen van mensen te gaan werken. Dat begint door er met de juiste mensen over te praten en te kijken welke acties we kunnen ondernemen.’
Foto: Wim Raaijen
Vakmanschap is Meesterschap Frans Scheeren, plantmanager bij OCI Nitrogen in Geleen, is onlangs verkozen tot Plant Manager of the Year 2014. Hij wil eerherstel voor technische kennis en ervaring. Wil de Nederlandse industrie wereldkampioen manufacturing worden, dan ligt de sleutel bij vakmensen, die weten waarover ze het hebben. ‘Ik wil world class meesters’, stelde Frans Scheeren van OCI Nitrogen tijdens Deltavisie 2014. Scheeren was een van drie finalisten voor de verkiezing van de Plant Manager of the Year, een verkiezing die het Petrochem Platform in samenwerking met de VNCI dit jaar voor de achtste maal organiseerde. Hij schreef hiervoor een column over een onderwerp waar hij zich sterk voor wil maken. MEESTERS ZOEKEN
En Frans’ column heeft al veel in beweging gezet. Een tweet van de redactie van Petrochem zorgde meteen voor enig rumoer: “Frans Scheeren wil @OCINitrogen wereldkampioen maken in optimaal presteren. Onderhoud is daarbij een zwakke schakel #deltavisie”. Natuurlijk heeft hij het niet zo hard gezegd en een dergelijke uitspraak staat ook niet letterlijk zo in zijn column. Maar de tweet heeft ervoor gezorgd dat Scheeren na het interview een gesprek had met een onderhoudsmanager over wat hij wel bedoelde. En over wat hij teweeg wil brengen.
Scheeren droeg zijn column ook voor bij het platform “Partners in Safety”. ‘We komen als leadershipteam van de site, waarin naast OCI Nitrogen ook het management van onder andere Sitech, DSM, Lanxess en Borealis is vertegenwoordigd, periodiek samen met de directies van de contractors die werkzaam zijn op de Chemelot-site. Het was natuurlijk geweldig toen bleek dat mijn spontaan opgeschreven column als zeer herkenbaar voelde bij mijn collega’s en de contractors.’ In zijn betoog stelt Scheeren namelijk dat hij samen met partners wil uitvinden waar in de organisaties de meesters zitten, doelend op de directe toezichthouders. Om vervolgens uit te zoeken of deze meesters hun rol herkennen en of ze deze kunnen waarmaken. TURNAROUND
Dat de controle op vakmanschap en kwaliteit van geleverde diensten en materialen min of meer is verwaterd, heeft volgens Scheeren deels te maken met de historie en ook met huidige ontwikkelingen. Focussen op kerncompetenties was de afgelopen jaren het credo en zoveel mogelijk uitbesteden van zaken die daar niet toe konden worden gerekend. ‘Vooral tijdens een turnaround wordt het probleem zichtbaar: alle tekortkomingen van geleverde materialen en diensten stapelen zich dan op en leiden vaak tot improvisatie, risico’s en vertraging. Het corrigeren leidt uiteindelijk tot extra kosten en langere doorlooptijd en dus productiederving.’ Scheeren is van mening dat het vakmanschap, het domein van de gezel in het vroegere gilde-systeem, maar ook de controle op geleverde diensten en materialen, de rol van de meester, thuishoren bij de service-verlener en toeleverancier. ‘Deze toezichthoudende meesterrol dient explicieter te worden ingevuld om incidenten, fouten, dubbel werk en vertraging te voorkomen. Met andere woorden: first time right.’ Bij Maintenance NEXT staat Mastering Assets centraal. Meesterschap begint bij mensen en tijdens het dagthema Who’s NEXT staan de arbeidsmarkt, carrièreperspectief en een optimale samenwerking in de hele keten centraal.
Veel Nederlandse asset owners hebben hun zaakjes prima op orde. Maar er valt altijd meer te halen uit wat je al hebt. Daar komt Pistorius om de hoek kijken. ‘Ik kom veel ambitieuze bedrijven tegen die al goed bezig zijn en een volgende stap willen maken. Meestal bieden de bestaande systemen veel mogelijkheden, maar worden niet ten volle benut.’ CULTUUR
Als Pistorius eenmaal ergens rondloopt, probeert hij het ‘hogerop’ te zoeken. ‘Ik ga bij voorkeur praten met de maintenance manager. Maar het eerste contact heb ik meestal met de maintenance engineers. Zij zien dat het beter kan en willen optimaliseren, maar hebben daar zelf geen tijd voor. Of het krijgt geen prioriteit. Wij komen met sterke argumenten waarmee ook de maintenance manager overtuigd kan worden. Want daar ligt de sleutel. Pas als directie overtuigd is van de nut en het noodzaak van professioneel asset management en dat ook uitdraagt, kun je verbeteringen realiseren. Uiteindelijk is cultuur in een bedrijf allesbepalend. Op de vloer betekent onderhoud vaak problemen oplossen als die zich voordoen. Die denkwijze verander je niet van de ene op de andere dag.’ SYSTEMEN INRICHTEN
Als het aankomt op techniek, ziet Pistorius voornamelijk kansen in het beter benutten en inrichten van de reeds aanwezige systemen. ‘Systemen moeten ondersteunend zijn en zo ingericht dat je maintenance efficiënt kunt uitvoeren. Bevindingen die je hebt opgedaan tijdens het onderhoudswerk worden vervolgens teruggemeld aan systeem. En daarmee kun je gedegen analyses uitvoeren, betrouwbare data verzamelen en continu verbeteren. De systemen van veel bedrijven bieden al deze mogelijkheden, maar worden onvoldoende benut. Dat is het belangrijkste eerste verbeterpunt voor veel klanten. In de volgende fase, die van excellentie, zijn de tools en technieken aan de beurt, zoals 3D-scanning en pda’s. Daarmee kom je volledig in control en word je ‘master’ van je maintenanceproces.’ Bekijk de video van Frenk-Jurgen op www.maintenancenext.nl
2
AHO-051-MaintenanceNEXT-Update2014-DEF.indd 3
12-09-14 15:14
WHAT’S NEXT
Henk Akkermans, Wetenschappelijk directeur DI-WCM NEURO-FEEDBACK
Maintenance NEXT is er al Innovatie in onderhoud is actueel. Er wordt veel gedacht over nieuwe materialen en technieken en ook in andere disciplines wordt aan vernieuwing gewerkt. Maar de industrie is nog lang niet klaar. Henk Akkermans, wetenschappelijk directeur van DI-WCM, geeft aan dat het vakgebied van neuropsychische inzichten nog in het embryonale stadium is voor de industrie, terwijl er veel te winnen valt. En zo ziet Akkermans nog meer kansen. Akkermans is hoogleraar dynamiek van toeleveringsnetwerken aan de Universiteit van Tilburg en wetenschappelijk directeur van het Dutch Institute World Class Maintenance. Hij is hoopvol en kritisch tegelijk over innovaties in onderhoud. Akkermans: ‘Er is met de huidige technieken, dus de innovaties van gisteren, al heel veel verbetering te bereiken op het gebied van onderhoud. Wat te denken van Condition Based Maintenance. Iedereen heeft het erover maar het wordt misschien in 5% van de mogelijke gevallen toegepast. Of minder. Daar valt al veel te halen, maar daarvoor moeten de processen en organisaties innoveren.
VALUE NEXT
Maar er zijn meer vlakken waar nog veel innovatie mogelijk is. Akkermans: ‘In de procesindustrie vindt ieder jaar ongepland onderhoud plaats ter waarde van enkele miljarden euro’s. Veel daarvan heeft te maken met menselijk gedrag. Daar wordt nog niets voor ontwikkeld.’ De Human Factor wordt wel vaak genoemd, waar hoe die factor beïnvloed kan worden is voor de industrie nog braakliggend terrein. Op dit gebied van neuropsychologische inzichten zijn al wel voorbeelden van innovaties te noemen. Akkermans: ‘Er zijn testen gedaan over welke gebieden in de hersenen actief zijn als mensen zich goed concentreren. Die kennis is gebruikt om hoofdtelefoons te maken waarvan het geluid vals wordt als de drager zich niet concentreert. Het klinkt futuristisch, maar waarom zou je een manager of operator niet bij de les kunnen houden door met neuro-feedback zijn concentratie hoog te houden?’ BIG MODEL
Naast innovaties rond de menselijke factor verwacht Akkermans ook ontwikkelingen op het gebied van modellen rond fysische verschijnselen en faalgedrag. ‘Big Data is here to stay, maar het is ‘slechts’ een methode om met meetgegevens een verband te zoeken tussen dingen die plaatsvinden.’ De next step volgens Akkermans is dan ook om echt te kunnen voorspellen wat er gaat gebeuren, op basis van goede modellen, kennis van het gedrag van materialen als functie van hun gebruik en anderevariabelen. Daar zijn al systemen voor, maar op zeer beperkte schaal. ‘Er zal meer integraal gewerkt gaan worden waarbij informatie-uitwisseling tussen verschillende disciplines gaat zorgen voor hogere productiviteit.’ Door de uitrol van bestaande technieken en nieuwe contractvormen kan de industrie een radicale verbeterslag maken. Daar zijn culturele veranderingen voor nodig die beginnen bij kennisuitwisseling en het open staan voor samenwerking.
Guido Wink, General Manager Emerson Process Management wordt steeds beter toegankelijk. Nu is het ook aan de markt om door te pakken. GEÏNTEGREERDE OPLOSSINGEN
Lef, Visie en gevoel voor de business De procesindustrie in West-Europa maakt roerige tijden mee. Naast het economische klimaat spelen ook andere factoren een belangrijke rol in de toekomst van veel bedrijven. Guido Wink, General Manager van Emerson Process Management, herkent deze uitdagingen en gelooft dat technologie kan helpen om de situaties het hoofd te bieden. Zowel op het gebied van uit- en instroom van werknemers, striktere regelgeving en een niet aflatende druk op de kostprijs staat de industrie zowel in het eigen land als in lagelonenlanden voor een uitdaging. Op andere plaatsen in de wereld zijn grondstoffen en arbeid goedkoper en is de druk van wet- en regelgeving lager. Waar in deze regio het verschil is te maken, is op hoge betrouwbaarheid en efficiency van de productieprocessen. Daarmee zijn betere en relatief goedkopere producten te maken. Guido Wink gelooft dat optimale inzet van procesautomatisering kan helpen om dat verschil te maken. Hierbij zorgt een totale integratie van procesautomatisering met onder meer logistiek, onderhoud en analyse voor een optimale inzet van de beschikbare assets. Deze technologie is niet nieuw maar
Guido Wink: ‘Het is al tijden de filosofie van Emerson Process Management om de automatisering geïntegreerd en centraal aan te pakken. We bieden al jaren PlantWeb™ als oplossing om informatie uit het veld op een centrale plaats te verwerken en in te zetten voor overzichten en voorspellingen. Met bewezen succes overigens. Zo wordt voor de Noorse offshore industrie op afstand gewerkt met de geïntegreerde oplossingen als antwoord op het gebrek aan arbeidskrachten. Maar eigenlijk gebeurt het nog op beperkte schaal, en dat is jammer.’
KOERSBEPALING MET HET NVDO ONDERHOUDSKOMPAS De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud zorgt de laatste jaren voor een ‘inside view’ van de Nederlandse onderhoudsindustrie met het NVDO Onderhoudskompas. In opdracht van de NVDO wordt een uitvoerig marktonderzoek gedaan naar trends en ontwikkelingen en worden de bijbehorende cijfers in beeld gebracht. Een top tien van belangrijkste trends laat zien hoe de markt beweegt over de jaren en waar de focus van Nederlandse onderhoudsprofessionals op is gericht. Voor deze Maintenance NEXT Update worden enkele verschuivingen in de top 10 belicht. MENSEN
In de meest recente versie van het Kompas blijkt dat het tekort aan technisch geschoold personeel daalt van nummer één naar nummer vijf. Dat betekent niet dat het tekort is opgelost. Vooral onder invloed van de economie, de druk van aandeelhouderswaarde en de aanscherping van wet- en regelgeving moet het tekort aan technisch personeel knokken voor aandacht. TECHNIEK
Door het slimmer worden van installaties is een interessante ontwikkeling in de top tien van het Kompas waar te nemen. Afhankelijkheid van technologie en kennis hoort bij onderhoud, toch zakt deze trend één positie in de top tien van de derde naar de vierde positie. Het lijkt erop dat de technologie en kennis tot nu toe hebben gezorgd voor slimmere systemen, betere ontginning van (big) data en eenvoudiger koppeling van systemen. En daarom is de behoefte aan ICT nieuw op de derde positie in de top tien van belangrijkste trends. WAARDE
De nieuwe nummer één in de top tien van belangrijkste trends in de Nederlandse onderhoudssector is de invloed van aandeelhouders en financiers. Door de crisis in de afgelopen jaren is de druk op onderhoudsbudgetten zwaarder geworden en is er meer en meer aandacht voor rendement van deinvesteringen in installaties en onderhoud. Meer dan voorheen moet de business case voor investeringen doordacht en aantoonbaar zijn. Het NVDO Onderhoudskompas is een uitgave van de NVDO. Ieder jaar geeft de uitgave een helder beeld van trends en ontwikkelingen en de bijbehorende feiten en cijfers. Een vast onderdeel van het NVDO Onderhoudskompas is een Visiedocument waar een specifiek onderwerp diepgaand wordt onderzocht. In de laatste editie is het Visiedocument ‘International Vision on Asset Management’ opgenomen. Ga voor meer informatie naar www.nvdo.nl of bel 030 634 6040
Wellicht dat er een andere rolverdeling in de markt voor nodig is. Waar vroeger producten en systemen werden verkocht tussen sales en inkoop, wordt nu met de plantmanagers gesproken over oplossingen voor vraagstukken. Wink: ‘Dat is een wezenlijk verschil. Veel van de gesprekken worden ook gebruikt bij de ontwikkeling van nieuwe producten. De inzet van nieuwe systemen moet sneller en eenvoudiger, ook al is de complexiteit ervan hoger. Een half jaar terug bijvoorbeeld, ging ik bij een klant praten over de 1-op-1 vervanging van zijn systeem. Na een paar gesprekken zijn we op een geheel nieuwe oplossing uitgekomen die inmiddels draait en de verbetering heeft laten zien waar de klant op zat te wachten.’ WAT IS ER TE KOOP
Het vraagt zowel van de leverancier als de opdrachtgever een andere aanpak. ‘Conservatisme kan een rem zijn op verbetering. Dat kan komen doordat de klant niet weet wat er te koop is. En daar kunnen wij bij helpen in de rol van adviseur. We helpen onze klant om met lef, visie en een gevoel voor de business, te kiezen voor de beste oplossing.’ En dat is volgens Wink nodig. ‘Als we hier alles uit de assets halen, kunnen we de concurrentie met andere landen goed aan. Daar ben ik van overtuigd.’ 3
AHO-051-MaintenanceNEXT-Update2014-DEF.indd 4
12-09-14 15:14