Ima09 lr

Page 1

www.imaintain.info

09 13 tiende JAARGANG – LOSSE VERKOOPPRIJS € 16,-

iMaintain Nr. 09 - 2013

Maintenance komt tot leven


Discover the hidden treasure in Maintenance

In iedere onderhoudsorganisatie zit waarde verborgen. Ieder bedrijf heeft de potentie om verder te verbeteren, dit kan door op bepaalde kosten te bezuinigen of door slim onderhoud te plegen zodat de beschikbaarheid omhoog gaat. De vraag is alleen waar je als onderhoudsmanager deze verborgen waardes vindt en waar je moet starten. Het antwoord op deze vraag vindt u bij Mainnovation. Met Value Driven Maintenance速 en de bijbehorende tools zoals het VDM Control Panel, helpen wij u om de verborgen schat in uw organisatie te vinden. Wilt u de schat in uw onderhoudsorganisatie ontdekken? Ga naar www.mainnovation.com

CONTROLLING MAINTENANCE, CREATING VALUE.


inhoud 3

10 Interview De Sapfabriek laat studenten kennis maken met de praktijk in een volledig ingerichte productielijn voor vruchtensappen. Volgens grondlegger Henk Maas profiteren zowel de studenten als het bedrijfsleven van deze praktijkruimte: ‘Een praktijkopleider leert net zoveel van zijn studenten als andersom.’

26 Toekomst gaswinning in handen infrastructuur Er zit nog genoeg gas in de kleine Nederlandse velden om de komende twintig jaar te blijven produceren. Maar dit is alleen economisch en technologisch rendabel als de infrastructuur en winningsinstallaties behouden blijven.

5

COMMENTAAR

6

ACTUEEL

15 PRODUCTEN 16 METINGEN OPENBAAR VERVOER KUNNEN GESTROOMLIJNDER 18 MKB INNOVEERT PROCESINDUSTRIE 21 UNDER CONSTRUCTION 22 WHAT’S NEXT 74 VOLGEND NUMMER

Maint

NL

Het magazine van de NVDO

31

Na de hevige regenval van oktober actueler dan ooit: onze kades en dijken kunnen veel hebben, maar soms wordt het weer iets té onstuimig. Een dijkinspecteur vertelt hoe hij kan ingrijpen voordat het te laat is. Ook vertelt de maintenance manager van een pretpark hoe hij zijn ‘plant’ onderhoudt en leest u de highlights van het congres iMaintain Prestatiemanagement.

Een attractiepark is een bijzondere ‘plant’ Voor innovatie is visie nodig Meer openheid in onderhoud bruggen en sluizen IJsselmeer Onderhoud houdt manufacturing in Europa Dijkinspecteur altijd in gevecht met de elementen MMY 2010 maakt van blinde vlek zijn passie Column Frans Stokbrood Onderhoud aan de Rijkswegen wordt volwassen Robotica worden betaalbaar voor kleinere bedrijven Prestatiecontracten stimuleren innovatie Kwaliteit wordt speerpunt in aanbesteding Vertrouwen fundeert prestatiecontracten

34 39 42 46 50 54 57 58 60 62 66 70

09

iMaintain 13

003_C_inhoud.indd 3

23-10-13 09:32


High Efficiency Cooling More Power, less Energy

With the Whizz-Wheel®: • • • • •

Reduced energy consumption (up to 50%) Reduced plot space (up to 30%) 4-6 dB(A) reduced noise ROI time: 2 to 3 years Smaller installations; less material, weight and costs.

bronswerk.com

004_brons.indd 1

For us to be able to continue living on our planet “Earth”, considerate use of our resources is essential. Bronswerk therefore strives for sustainable energy-efficient solutions. These solutions involve the most sustainable use of energy and material possible. Because every kilogram of material saved, means less harm to the planet, less energy in its production and therefore reduced CO2 emission. We achieve this by actively innovating and through intensive research programs. The Whizz-Wheel® fan is the break-through development and ultimate connection between costs, materials, noise and energy.

21-10-13 15:55


COMMENTAAR 5

Let’s make things bèta Bij het congres over prestatiemanagement dat we samen met de NVDO in september hebben gehouden, was veel discussie over ‘de zachte kant’. Het meetbaar maken van prestaties en het verbeteren ervan hangt dus niet alleen op keiharde KPI’s. Het is een proces dat door mensen wordt uitgevoerd en waar blijkbaar vertrouwen, communicatie en verwachtingen ook gemanaged moeten worden. En dat is nu net waar veel technisch georiënteerde mensen van huis uit niet in uitblinken. Hoewel, vanuit mijn functie mag ik mensen vragen naar al het leuks dat ze doen en dan praten ze wel. Vol trots en emotie, in detail en van directiekamer tot werkvloer. Over de zaken die goed gaan en over de punten die beter moeten. De kennis voor prestatiemanagement is ruimschoots aanwezig, maar het gebied moet ontgonnen worden. Dan zal het wellicht de cultuur zijn die in de weg staat om inhoudelijk discussie te voeren over zakelijke vraagstukken. Om in samenwerking tussen een opdrachtgever en aannemer de verantwoordelijkheden te delen, écht openheid van zaken te geven en eerlijk te zeggen wat je zoekt, dat is nogal wat. Welke opdrachtgever geeft zijn budget af als hij diensten in gaat kopen? Dat zijn er weinig. De rol van opdrachtgever verschuift naar het stellen van functionele vragen en het afnemen van diensten en daarbij gaat hij voor het inkopen van de best value. Maar wat is dat? Hoe maak je dat als bèta, als ouderwetse techneut of inkoper, of moet ik zeggen engineer en procurement officer, nu meetbaar? Dat is niet eenvoudig. Ik hoor bovendien geluiden dat in het huidige economische klimaat toch weer de waarde van de euro wordt gewogen. Geen best value maar ouderwets best price. Dat is jammer, zeg ik vanaf de zijlijn. Volgens mij is het delen van verantwoordelijkheid en succes een belangrijk ingrediënt voor succesvolle samenwerking. En geduld, om het goed te laten gaan. Mark Oosterveer @M_Oosterveer

HOOfdREdACTiE

Mark Oosterveer 020 3122 793 mark.oosterveer@industrielinqs.nl NUMMER 09 - 2013

David van Baarle 020 3122 082 david.vanbaarle@industrielinqs.nl

UiTgAvE vAN

EiNdREdACTiE

Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7 1019 HD Amsterdam Postbus 12936 1100 AX Amsterdam

PARTNER

Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) Postbus 138, 3990 DC Houten

Elise Quaden 020 3122 084 elise.quaden@industrielinqs.nl

MEdEwERkERs

Liesbeth Schipper, Inge Janse, Erik te Roller, Renske van den Berg, Ingrid Rompa, Pieter Pulleman, Teus Molenaar, Francis Voermans

LAy-OUT

Gabriele Köbbemann

COvER

De Sapfabriek

AdvERTENTiEvERkOOP Ahoy Rotterdam NV Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Organisator van

UiTgEvER

Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl

Jetvertising BV Arthur Middendorp T: 070 399 00 00 F: 070 390 24 88 arthur@jetvertising.nl

TRAffiC

Breg Schoen 020 3122 088

dRUkkERij

DeltaHage, Den Haag

AbONNEMENTEN (EXCL. bTw)

Nederland/België € 91,Introductie NL/België 25% € 68,25 Overig buitenland € 114,Losse verkoopprijs €16,Studenten € 37,75,Proefabonnement (3x) € 26,50

OPzEggEN

Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www. aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland. nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.

AbONNEMENTENLANd

Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. ISSN: 2211-6826

© Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.

09

iMaintain 13

005_commentaar.indd 5

22-10-13 15:39


6 actueel

MeeSt GeleZeN ONlINe 1.Oliehandelaar Kolmar Group legt beslag op Odfjell 1,41 miljoen euro. Op zoveel geld heeft de Zwitserse oliehandelaar Kolmar Group recht bij Odfjell. Dat blijkt uit een vonnis van de rechtbank in Rotterdam. Lees verder op pagina 7

2. crisis technisch bedrijfsleven houdt aan door personeelstekorten Door de aanhoudende tekorten aan personeel op de technische arbeidsmarkt, komen de arbeidsproductiviteit en de winstgevendheid van het technisch bedrijfsleven onder druk te staan. Dat blijkt uit de Monitor Technische Arbeidsmarkt 2013 die SEO Economisch Onderzoek heeft opgesteld in opdracht van het landelijke samenwerkingsverband TechniekTalent.nu. Lees verder op pagina 6

Industriële productie eurozone stijgt opnieuw Na een daling van 1 procent in juli stijgt de industriële productie in de eurozone in augustus met 1 procent. De stijging in augustus is beter dan marktanalisten hadden verwacht en goed nieuws. De daling in juli had de vrees gevoed dat de prille revival van de industrie in Europa niet structureel en duurzaam zou zijn. Volgens Eurostat, het Europese bureau voor de statistiek, nam de industriële productie (exclusief de bouw) in de eurozone van zeventien landen in augustus toe met +1 procent en met +0,5 procent in de hele Europese Unie van 28 naties. Die - al herziene - cijfers zijn nog steeds voorlopig en houden enkel rekening met de landen waarvoor statistieken beschikbaar waren. Voor België was dat niet het geval, net als voor Cyprus, Luxemburg, Hongarije en Oostenrijk. Nederland tekende een groei van +2,4 procent op. Vergeleken met juli 2013 steeg de productie binnen de eurozone het sterkst in Portugal (+8,2 procent) en Malta (+7,2 procent) en de Tsjechische Republiek (+4,7 procent), en daalde ze het sterkst in Estland (-3,5 procent), Zweden (-2,8 procent) en Letland (-2 procent).

3. Rijkswaterstaat negeerde alarmerende metingen Terwijl de halfjaarlijkse metingen steeds diepere kuilen bij de bodembescherming van de Oosterscheldekering lieten zien, was er niemand die iets deed. Signalen van verontruste onderhoudsmedewerkers werden compleet genegeerd door de top van Rijkswaterstaat. Lees verder op pagina 9

4. Stedin laat Imtech elektriciteitsnet onderhouden Netbeheerder Stedin heeft zich voorgenomen om alle werkzaamheden in het oostelijk deel van de provincie Utrecht aan technisch dienstverlener Imtech te gunnen. Diverse service providers voeren samen met de netbeheerder onderhoud en inspecties uit, lossen uitval op of leggen nieuwe netten aan. Lees verder op pagina 7

5. turnaround naftakraker Sabic op chemelot Sabics naftakraker Olefins 4 staat stil vanwege een grote turnaround waarbij bijna alle onderdelen van de fabriek worden onderhouden. De turnaround duurt zes weken en moet de plant veiliger, energiezuiniger en betrouwbaarder maken. Lees verder op pagina 9

09 13 iMaintain

006_7_9_D_actueel.indd 6

‘Energiebesparing industrie valt tegen’ De Nederlandse industrie heeft vorig jaar minder gepresteerd op het gebied van energiebesparing, zegt Agentschap NL van het ministerie van Economische Zaken. De totale besparing ten opzichte van het voorgaande jaar kwam uit op 12,4 petajoule (PJ), wat overeenkomt met het jaarlijkse energieverbruik van 190.000 huishoudens. In 2011 realiseerde de industrie nog een besparing gelijk aan het energieverbruik van 250.000 huishoudens. De bedrijven noemen als belangrijke oorzaak voor de tegenvallende resultaten de terughoudendheid bij bedrijven om grote investeringen te doen wegens de onzekere toekomstverwachtingen in verband met de economische crisis. De overheid heeft met circa duizend ondernemingen meerjarige afspraken gemaakt over energiebesparing. Samen zijn deze bedrijven goed voor ruim tachtig procent van het industriële energieverbruik.

Crisis technisch bedrijfsleven houdt aan door personeelstekorten Door de aanhoudende tekorten aan personeel op de technische arbeidsmarkt, komen de arbeidsproductiviteit en de winstgevendheid van het technisch bedrijfsleven onder druk te staan. Dat blijkt uit de Monitor Technische Arbeidsmarkt 2013 die SEO Economisch Onderzoek heeft opgesteld in opdracht van het landelijke samenwerkingsverband TechniekTalent.nu. De verwachte instroom in technische beroepen ligt volgens dit onderzoek de komende vijf jaar minstens 33.000 arbeidskrachten lager dan de vraag naar nieuw technisch personeel. Het technisch bedrijfsleven is van vitaal belang voor Nederland, zo blijkt uit de Monitor. De sector staat met bijna 20 procent van de beroepsbevolking garant voor maar liefst 76 procent van alle nationale R&D-uitgaven en voor 70 procent van de export uit eigen productie van het afgelopen jaar. Technische bedrijven leveren bovendien 40 procent van de Nederlandse productie. De instroom op de technische arbeidsmarkt is, ondanks de moeilijke economische situatie, nog steeds ruim onvoldoende om de uitstroom (met name door de vergrijzing) op te vangen. Een deel van de technische bedrijven vangt de tekorten nu al op door het aannemen van buitenlandse werknemers, het uitbreiden van arbeidsuren van zittend personeel en het langer in dienst houden van oudere werknemers.

Kijk voor meer nieuwsberichten op www.imaintain.info

22-10-13 14:55


actueel 7

Rijkswaterstaat test innovatieve vulmiddelen voor asfaltnaden

BeDRIJVeNNIeuWS Stedin laat Imtech elektriciteitsnet onderhouden

Rijkswaterstaat heeft vijf proefvakken met innovatieve vulmiddelen voor asfaltnaden aangelegd op de A59 bij Waalwijk. Via een prijsvraag heeft Rijkswaterstaat vijf aannemers geselecteerd die stroeve, niet glimmende en duurzame vulmiddelen voor asfaltnaden hebben ontwikkeld. Ieder prijswinnend product wordt getest op een proefvak van tweehonderd meter. De verwachting is dat deze vernieuwende producten veiliger zijn en bovendien ook goedkoper dan de huidige toepassingen. Bij aanleg- en onderhoudswerkzaamheden van zoab-wegen passen aannemers steeds vaker producten toe om naden tussen stroken asfalt te beschermen en schade te voorkomen. Deze vulmiddelen werken als een ‘lijm’ tussen twee stroken asfalt. De huidige vullingen kunnen na verloop van tijd glad worden en/of gaan glimmen. Dit levert soms gevaarlijke situaties op voor motorrijders, omdat deze kwetsbaarder zijn. Tijdens regen wordt de naadvulling soms aangezien voor spookmarkering, omdat ze eerder zichtbaar zijn dan de markering. De vernieuwde naadvullingen zijn beoordeeld op stroefheid, niet glimmen, kosten, milieuaspecten en beperking van de verkeershinder. De proefvakken worden in principe tot het einde van de levensduur gemonitord. Tot de zomer van 2014 worden proefstukken uit de naadvullingen onderzocht. Aan de hand van de proefresultaten en monitoring van de proefvakken bekijkt Rijkswaterstaat welke producten het beste voldoen. Bij goed resultaat kunnen de innovatieve naadvullingen vanaf die tijd worden toegepast.

Netbeheerder Stedin heeft zich voorgenomen om alle werkzaamheden in het oostelijk deel van de provincie Utrecht aan technisch dienstverlener Imtech te gunnen. Stedin werkt dagelijks aan een continue en veilige energievoorziening. Diverse service providers voeren samen met de netbeheerder onderhoud en inspecties uit, lossen uitval op of leggen nieuwe netten aan. Op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee werkt Delta Infra aan de Stedinnetten. In andere delen van Zuid-Holland, Utrecht, Kennemerland, Noordoost Friesland en in Weert is Joulz de service provider.

Kerncentrale Borssele stilgelegd door kapotte koelers

Hartelbrug Spijkenisse toch in onderhoud De provincie Zuid-Holland voert groot onderhoud uit aan de Hartelbrug in Spijkenisse. Eerder was sprake van een mogelijke opschorting van de werkzaamheden omdat de hinder te groot zou worden. De provincie laat de onderhoudsbeurt nu alsnog doorgaan omdat de schade en hinder anders alleen maar groter worden. De provincie waarschuwt weggebruikers voor ernstige verkeershinder en extra reistijd vanwege stremming en afsluitingen, met name in de spots. Gedurende de werkzaamheden blijft altijd één brugdeel beschikbaar. Gedeputeerde Staten realiseren zich dat de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden voor overlast in de omgeving zorgen. Om die reden is er in overleg met betrokken partijen gekeken naar mogelijke opschorting van de werkzaamheden. De conclusie is echter dat uitstel zou leiden tot zeer ongewenste effecten en daarom gaat het werk toch door. De werkzaamheden betreffen het versterken van de beweegbare delen, met daaraan gekoppeld onder meer renovatie van het asfalt, de rij-ijzers, de brugleuningen, de middenberm en de bekabeling. Verder worden de betonnen hoofdoverspanning de betonconstructie gerepareerd en versterkt.

De kerncentrale in het Zeeuwse Borssele is onlangs uit bedrijf genomen, omdat schade aan de generatorkoelers is ontstaan. Exploitant EPZ liet weten dat de storing geen gevolgen heeft voor de nucleaire veiligheid. De generator is het onderdeel van de centrale dat elektriciteit voor het openbare net produceert. De generator is geen nucleair onderdeel van de kerncentrale. Een woordvoerder van energieleverancier Delta zei dat de elektriciteitsvoorziening door de storing niet in gevaar komt, omdat er een overcapaciteit op de markt is. EPZ kon niet zeggen wanneer de kerncentrale weer in gebruik kan worden genomen.

09

iMaintain 13

006_7_9_D_actueel.indd 7

22-10-13 14:55


dimensys.nl

DIMENSYS SNAPT HET MAXIMAAL RENDEMENT VAN UW ASSETS

Dimensys beantwoordt uw onderhoudsvraagstukken op het snijvlak van business en IT. Zij adviseren u bij het inspelen op de uitdagingen van de onderhoudsmarkt en bieden ondersteuning binnen uw onderhoudsorganisatie. Vanuit het concept “Collaborative Asset Management” benaderen we uw processen, waarin de samenwerking binnen de keten steeds belangrijker wordt. Meer weten over hoe u meer rendement uit uw assets haalt? Ontdek de kansen voor uw organisatie: vraag nu gratis een QuickScan aan!

Dimensys Europalaan 8 5232 BC ’s-Hertogenbosch 073-6868750 info@dimensys.nl IT & BUSINESS CONSULTING

Committed to performance.

008_dym.indd 1

21-10-13 15:55


actueel 9

Turnaround naftakraker Sabic op Chemelot Sabics naftakraker Olefins 4 staat stil vanwege een grote turnaround waarbij bijna alle onderdelen van de fabriek worden onderhouden. De turnaround duurt zes weken en moet de plant veiliger, energiezuiniger en betrouwbaarder maken. Naast de reguliere onderhoudsbeurt, die elke zes jaar plaatsvindt, worden 26 investeringsprojecten uitgevoerd. In en om de fabriek werken op piekdagen meer dan 2.200 contractor- en eigen medewerkers aan de 1.384 verschillende klussen. Denk bijvoorbeeld aan industrieel reinigen, reviseren, repareren en het vervangen van onderdelen. Aan elk stoppunt gaat een immense voorbereiding vooraf. Planning, afstemming, bestelling van materialen, distributie, opslag et cetera. Sabic werkt samen met zo’n honderd externe regionale, nationale en buitenlandse firma’s, maar ook met andere bedrijven op Chemelot voor bijvoorbeeld voorzieningen als water-, stoom- en elektriciteitsleveringen. De bedrijfsbrandweer van Chemelot en andere beveiligingsdiensten zijn ingeschakeld om het werk veilig en voorspoedig te laten verlopen. Overheidsdiensten houden toezicht. Veiligheid heeft hierbij topprioriteit.

AnsaldoBreda: Belgen voeren moddercampagne De fabrikant van de Belgisch-Nederlandse hogesnelheidtrein Fyra, AnsaldoBreda, beschuldigt de Belgische spoorwegmaatschappij NMBS van een moddercampagne. De NMBS zou de conclusies van een deskundigenrapport over de toestand van de Fyra verkeerd hebben voorgesteld. De moddercampagne heeft AnsaldoBreda ernstige reputatieschade toegebracht, aldus het Italiaanse bedrijf in een persbericht. AnsaldoBreda verzekert dat het alle noodzakelijke acties zal ondernemen om schadevergoeding te krijgen. De Italianen liggen zowel met de Belgen als de Nederlandse Spoorwegen (NS) in de clinch over de Fyra, die in januari na ruim een maand buiten gebruik werd gesteld wegens allerlei gebreken. AnsaldoBreda heeft het over het rapport van het Britse technische bureau Mott MacDonald, een van de rapporten waarop de NMBS en de NS zich baseerden om hun Fyra-contracten te verbreken. Volgens de Fyra-bouwer heeft de NMBS een ‘grondig gewijzigde versie’ van het rapport vrijgegeven, die zo ‘een bron was van enorme schade aan de reputatie en het prestige’ van AnsaldoBreda. De NMBS benadrukt dat de beslissing om het Fyra-contract te annuleren niet alleen werd genomen op basis van het aangehaalde rapport.

Rijkswaterstaat negeerde alarmerende metingen bij Oosterscheldekering Terwijl de halfjaarlijkse metingen steeds diepere kuilen bij de bodembescherming van de Oosterscheldekering lieten zien, was er niemand die iets deed. Signalen van verontruste onderhoudsmedewerkers werden compleet genegeerd door de top van Rijkswaterstaat. Dat stelt Frank Spaargaren, oud-hoofdontwerper van de kering. Er is volgens hem binnen Rijkswaterstaat nauwelijks nog benul van waterbouw. Van hoog tot laag bestaat het management bij Rijkswaterstaat Zeeland uit een econoom, een neerlandica, een automatiseerder en een oud-belastingambtenaar. In andere regio’s is de situatie nauwelijks beter. Spaargaren spreekt namens zes verontruste ingenieurs, die vinden dat Rijkswaterstaat veel te ver is doorgeschoten in het afstoten van waterbouwkundige kennis aan ingenieursbureaus en onderzoeksinstellingen. ‘Bij de Oosterscheldekering en Noord-Beveland zijn we vorig jaar aan een ramp ontsnapt en is de situatie nog steeds niet veilig, maar in andere regio’s kan zomaar hetzelfde gebeuren.’

BeDRIJVeNNIeuWS Fusie van drie maritieme dienstverleners in antwerpse haven BOS, Marpobel en MAC, drie maritieme dienstverleners in de haven van Antwerpen, gaan samen verder onder de naam MAC². Hun werkterrein wordt voornamelijk industriële cleaning van schepen, maar ook van vrachtwagens en spoorvoertuigen. Door de fusie ontstaat een bedrijf met 63 man personeel en twaalf schepen in de vaart. Een belangrijke focus van de nieuwe firma zal naar verluidt liggen op maritieme cleaning voor zowel de zee- als binnenvaart, maar ook van vrachtwagens, treinstellen, tanks, reservoirs en motoren.

Oliehandelaar Kolmar Group legt beslag op Odfjell

1,41 miljoen euro. Op zoveel geld heeft de Zwitserse oliehandelaar Kolmar Group recht bij Odfjell. Dat blijkt uit een vonnis van de rechtbank in Rotterdam van halverwege september. Het Noorse tankopslagbedrijf zou namelijk niet aan de contractuele verplichtingen voldaan hebben. Om dat geld boven tafel te krijgen, leggen de Zwitsers beslag op de olieterminal.

cofely onderhoudt nog minimaal vier jaar NaM-velden Het onderhoudscontract tussen Cofely en de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) wordt voor minimaal vier jaar verlengd. De duurzame samenwerking tussen Cofely en de NAM betreft een geïntegreerd onderhoudscontract en heeft betrekking op alle technische onderhoudswerkzaamheden die op 160 kleinere aardolie- en aardgasvelden in Westen Noord-Nederland verricht worden. Het meerjaarlijks groot onderhoud en modificaties behoren ook tot de werkzaamheden.

09

iMaintain 13

006_7_9_D_actueel.indd 9

22-10-13 14:55


10 interview

theoretische kennis komt tot leven in Sapfabriek

Henk Maas: ‘vroeger was het heel normaal dat bedrijven leerlingen op veertienjarige leeftijd in dienst namen om ze al doende het vak te leren. ik ben nog steeds een groot voorstander van de leerling-gezel-meestermethode om kennis over te dragen. Met de complexiteit van de huidige techniek is dat echter niet meer te doen.’

09 13 iMaintain

010_11_13_H_interview.indd 10

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

22-10-13 14:55


interview 11

De Nederlandse voedings- en genotmiddelenindustrie produceert op het hoogste niveau. Tijd om nieuwe medewerkers op te leiden, heeft ze echter nauwelijks. De Sapfabriek in Ede vangt deze leemte op met een volledig ingerichte productielijn voor vruchtensappen. Volgens grondlegger en directeur van de fabriek Henk Maas profiteren zowel de studenten als het bedrijfsleven van deze unieke praktijkruimte: ‘Een praktijkopleider leert net zoveel van zijn studenten als andersom.’

In 2009 zag Henk Maas zijn droom verwezenlijkt: de Sapfabriek werd opgeleverd. De leerfabriek waar vmbo-, mbo-, hbo- en wo’ers de geleerde theorie in de praktijk konden brengen was mede dankzij het bedrijfsleven een succes geworden en de eerste sapflesjes rolden van de band. Maar toen kwam de crisis en de voedingsindustrie had even andere prioriteiten dan het opleiden van het technisch personeel van de toekomst. Maas is er de man niet naar om bij de pakken neer te gaan zitten. In 2011 opent hij de Scooterfabriek op de Rotterdamse RDM Campus en een jaar later de Fietsfabriek in Utrecht. Allemaal concepten met hetzelfde grondbeginsel: technische studenten zo veel mogelijk in aanraking laten komen met de praktijk en bedrijven meer betrekken bij het onderwijs. Ook in Ede krijgt Maas weer wat beweging in de triple helix van overheid, onderwijs en ondernemers. Omdat de industriële partners van de Sapfabriek gezamenlijk één miljoen inbrengen in de onderneming, gaat ook de Provincie overstag met eenzelfde bedrag. Nu, eind 2013, staat de fabriek erbij alsof hij nooit is weggeweest. Op de ‘fabrieksvloer’ van het terrein van PTC+ in Ede staat een volledige productielijn waar vruchtensappen kunnen worden gepasteuriseerd, gehomogeniseerd, gemengd, gebotteld, geëtiketteerd en gepalleteerd. De studenten zijn begonnen en het bedrijfsleven staat te popelen om praktijkdocenten te leveren. De crisis lijkt ineens heel ver weg.

Kunt u nog een keer uitleggen waarom zo’n Sapfabriek nodig is? ‘De Nederlandse voedingsindustrie staat wereldwijd hoog aangeschreven. Het is niet voor niets dat onze overheid de foodsector als een van de topsectoren heeft

David van Baarle

genoemd. Op het gebied van onderzoek en ontwikkeling heeft de Wageningen Universiteit een sterke reputatie, maar ook de Nederlandse conglomeraten zoals Unilever of bijvoorbeeld FrieslandCampina hebben een sterke marktpositie. Tegelijkertijd staat de markt erg onder druk. Het is een mondiale business en de concurrenten staan in de rij om de koppositie over te nemen. Bedrijven in de voedingsen genotmiddelenindustrie moeten 24 uur per dag, zeven dagen in de week op hoog niveau produceren, constant innoveren en producten op tijd en met de juiste specificaties leveren. Om dat niveau te kunnen bijbenen, zul je de hele keten moeten optimaliseren. Technisch hooggekwalificeerd personeel draagt bij aan het succes van deze sector. Het probleem is alleen dat bedrijven niet zoveel tijd meer hebben om mensen op te leiden. Ook de mensen die van school komen, missen doorgaans de praktijkervaring die ze nodig hebben om direct aan de slag te gaan. De Sapfabriek biedt een uitstekend platform om dat dilemma het hoofd te bieden.’

Maar bij die bedrijven hebben ze toch ook machines staan? ‘Je vergist je in het tempo waarin bedrijven moeten produceren. We hebben hier een vulkop met twaalf nippels, FrieslandCampina heeft zo’n zelfde systeem met tweehonderd nippels. Die machine draait zo snel dat je niet eens kunt

zien wat er gebeurt. Hier ligt niet alleen het tempo lager, je kunt ook letterlijk zien wat er in het proces gebeurt. En als het nog te snel gaat, zetten we de machine stil. Zo’n internationaal concern kan zich dat niet veroorloven, die moet alleen maar doorgaan in een hoog tempo. De procesindustrie is de afgelopen jaren in rap tempo geautomatiseerd, uitgerust met sensoren en operators worden ondersteund door beslissingssystemen. Dertig jaar geleden stond een operator nog letterlijk naast de machine en kon hij zien, horen of ruiken hoe het ervoor stond. Tegenwoordig ziet een doorsnee operator niet eens meer wat een machine werkelijk doet, maar kijkt hij naar een schematische weergave van een productielijn. Als er wat mis gaat, moet hij wel degelijk technische kennis hebben om op terug te vallen. We proberen dan ook leerlingen op te leiden die bij een storing kunnen terugredeneren wat de oorzaak van de fout is. Daarvoor moet je weten wat er in de lijn gebeurt.’

En blijkbaar hebben bedrijven ook geen tijd om leerlingen op te leiden. ‘Vroeger was het heel normaal dat bedrijven leerlingen op veertienjarige leeftijd in dienst namen om ze al doende het vak te leren. Ik ben nog steeds een groot voorstander van de leerling-gezel-meestermethode om kennis over te dragen. Met de complexiteit van de huidige techniek is dat echter niet meer te doen. Als zo’n operator

Studenten smullen van de verhalen uit de praktijk en zien gelijk dat iemand zijn vak verstaat

09

iMaintain 13

010_11_13_H_interview.indd 11

22-10-13 14:55


YOUR CONTINUITY PARTNER STORK TECHNICAL SERVICES IS AL 185 JAAR EEN BETROUWBARE EN WERELDWIJD OPERERENDE KENNISORGANISATIE OP HET GEBIED VAN ASSETOPTIMALISATIE EN INTEGRITY MANAGEMENT VOOR DE CHEMISCHE INDUSTRIE.

Wij bieden totaaloplossingen op het gebied van asset integrity management voor de chemische en petrochemische industrie. Wij helpen onze klanten bij het optimaliseren van de productie door het onderhouden, repareren en verbeteren van hun industriële assets. Vanuit verschillende technische disciplines opereren we als één team, waarbij we voortdurend streven naar continuïteit, kwaliteit, innovatie en kostenbesparing. Hiermee leveren wij toegevoegde waarde gedurende de gehele levenscyclus van de assets van onze klanten. Veiligheid heeft daarbij altijd onze hoogste prioriteit.

ASSET LIFECYCLE INTEGRITY PARTNER

012_stork.indd 1

22-10-13 09:33


interview 13

of onderhoudsmonteur al tijd heeft om een leerling op te leiden, dan nog is bijna alles afgeschermd vanwege de veiligheid of hygiënevoorschriften. Bovendien is door de economische druk de focus weer komen te liggen op de kernprocessen. Zaken als maintenance zijn doorgaans uitbesteed aan technische dienstverleners. Maar die hebben weer geen praktijkruimte waar ze mensen kunnen opleiden. Ook die kunnen gebruik maken van onze faciliteiten. Een andere barrière is dat de theoretische kennis op de vloer vaak verzandt. Als je ze vraagt om de Wetten van Newton uit te leggen, kunnen ze dat vaak niet oplepelen. Basiskennis of het doorzien van techniek is net zo belangrijk als praktische vaardigheden en praktijkervaring. In de Sapfabriek combineren we de ervaring van de procesoperator met de theoretische en didactische vaardigheden van de leraar.’

Eerste probleem is dat jongeren niet meer voor een technische studie kiezen. ‘Ik denk dat de uitval van leerlingen gedurende hun technische studie net zo’n groot probleem is. Het klopt dat kinderen steeds minder vaak voor technische studies kiezen, terwijl ze wel interesse hebben in techniek. Kijk maar naar het succes van techniekmuseum NEMO. Maar ergens gedurende hun schoolcarrière raken jongeren ontmoedigd. Hetzelfde geldt voor veel techniekopleidingen. Met name in het vmbo is het uitvalpercentage vrij hoog. Dit waren vroeger de typische leerlingen die op jonge leeftijd als gezel meedraaiden in een fabriek. Nu moeten ze veel te lang in de boeken zitten en theoretische informatie verwerken terwijl deze leerlingen vaak liever met hun handen werken. Voor mbo niveau 3 en 4 geldt dat deze leerlingen de theorie gemakkelijker kunnen bijbenen. Maar ook voor hen geldt dat het meer gaat leven als ze de praktijk kunnen zien. Studenten mechatronica van het ROC A12 voeren het onderhoud aan de fabriek uit, maken aanpassingen of verbeteringen en zien direct het resultaat van hun beslissingen. Hetzelfde geldt voor studenten van de Wageningen Universiteit die ook twee keer in de maand hun theoretische bevindingen toetsen aan de praktijk. Als hij een nieuw product of nieuwe formule heeft bedacht, moet hij wel weten dat er een hele technische keten moet worden ingericht of omgesteld om dat product te produceren.’

Wordt wel druk op de werkvloer. ‘Daar streven we wel naar. Straks moeten al die verschillende niveaus en disciplines ook met elkaar samenwerken. Communicatie wordt steeds belangrijker, ook voor technisch geschoolden. Een manager die op hoog abstract niveau beslissingen neemt, moet de consequenties kunnen inzien van zijn beslissingen, die moet weten hoe de dagelijkse praktijk van een monteur of een operator eruit ziet. Maar andersom moet een monteur ook duidelijk kunnen maken waar processen niet goed zijn ingericht of wat kan worden verbeterd. Inzicht in elkaars drijfveren en motieven neemt een hoop ruis weg in de communicatie. En dat kan door naast elkaar te werken met respect voor elkaars expertise.’

Is maintenance ook een onderdeel van de opleiding? ‘In de opleiding wordt wel degelijk rekening gehouden met onderhoud. Al was het maar dat het eerstelijns onderhoud steeds meer bij de operators komt te liggen. Zij moeten kleine storingen kunnen verhelpen, maar ook een machine uit elkaar kunnen halen om hem te reinigen. Misschien nog wel belangrijker is dat ze de ogen en oren van de technische dienst zijn. Ze moeten dus wel kunnen vertellen wat er fout is gegaan en het liefste ook de oorzaak kennen. Onze eigen technische dienst wordt verzorgd door de leerlingen van het ROC. Mbo’ers van niveau 3 en 4 voeren een

groot deel van hun curriculum uit in de Sapfabriek. Ook zij worden begeleid door een ervaren man die jarenlang bij een foodbedrijf uit de regio heeft gewerkt. Zoals gezegd zijn we een volledig opererend bedrijf. De leerlingen lopen dan ook met stofjassen, haarnetjes en leren alles over HACCP. Dus ook de technische dienst leert om te gaan met food grade onderhoud, wat toch een andere discipline is dan gewoon onderhoud.’

Het is voor bedrijven vast interessant om betrokken te zijn bij zo’n opleiding. ‘Dat is het ook. We hebben nu een praktijkopleider van FrieslandCampina die operator is bij een fabriek van Riedel. Ook Heinz levert straks een praktijkdocent. Ik kan je vertellen: de studenten hangen aan hun lippen. Die smullen van de verhalen uit de praktijk en zien gelijk dat iemand zijn vak verstaat. Tegelijkertijd leert zo’n meester ook weer veel van de vragen van zijn leerlingen. Bovendien is het voor hen een ideale manier om jong talent te scouten. Ook de voedingsmiddelenindustrie verwacht binnen niet al te lange termijn personeelstekorten en op deze manier hebben ze direct toegang tot een keur aan technisch talent. Om dezelfde reden doen er ook veel bedrijven mee die in de toelevering zitten. Machinebouwers, automatiseringsbedrijven, leveranciers als Festo en systeemintegrators als Van Lente. Ze helpen ons met geld, manuren, machines of instrumentaria, maar er valt ook veel te halen.’ n

09

iMaintain 13

010_11_13_H_interview.indd 13

22-10-13 14:55


iMaintain.info

geeft nog meer waarde voor uw geld

Meer nieuws dan ooit • • • • • • • •

Actuele berichtgeving over de gehele onderhoudssector Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten en diensten Multimediale bedrijfspresentaties Tweewekelijkse Nieuwsbrief Live twitter updates LinkedIn interacted

iMaintain-abonnees krijgen meer • De nieuwste iMaintain staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase imaintain.info

Abonneer u nu op iMaintain en blijf iedereen voor

_adv_www_iMaintain.indd 43

17-10-13 15:08


PRODUCTEN 15

Producttrends op www.imaintain.info

1

High-thrust zuigeraandrijvingen

Emerson Process Management heeft de Fisher 685 dubbelwerkende zuigeraandrijving geïntroduceerd. Deze aandrijving kan hoge krachten leveren, met een maximum van 348 kN (78.000 lbf), voor korte en lange slaglengtes. De nauwkeurige en betrouwbare werking van de aandrijving verbetert de regelbaarheid en vergroot de beschikbaarheid. Zodoende draagt de aandrijving bij aan een hogere productiviteit en efficiency. www.emersonprocess.nl

2

Hoge temperatuur kettingvloeistof

Lopendebandoperators kunnen nu het probleem van kleverige zwarte afzetting die zich opbouwt in toepassingen met hoge temperaturen minimaliseren. Dit dankzij een nieuwe kettingvloeistof van de producent van voedselveilige smeermiddelen ROCOL. De NSF-H1 geregistreerde FOODLUBE XT Chain Fluid combineert de gemakkelijke toepassing en maximale doordringing in bewegende delen met een samenstelling die effectief wrijving en slijtage vermindert, terwijl het bijdraagt aan een hygiënische industriële omgeving. www.rocol.com

3

Mobiele terminals

4

Vrouwelijke veiligheidsschoenen

Duranmatic introduceert de OPH-3000 en de OPH-1005 van Opticon. De OPH-3000 is een opvallende embedded batchterminal met ergonomische vormgeving. Door de gebogen scankop, speelt Opticon in op de vraag vanuit de markt naar devices met een optimaal gebruikersgemak. De Opticon OPH-1005 is een betrouwbare, duurzame en betaalbare embedded terminal met een elegant design. Deze terminal scant door middel van een geïntegreerde laserscanner snel en nauwkeurig op hoge snelheid. www.duranmatic.nl

Steel Blue breidt het assortiment veiligheidsschoenen uit met de Ladies Argyle. Deze damesschoen combineert de veiligheidskenmerken van een werkschoen met een vrouwelijke leest en een stijlvolle uitstraling. In vergelijking met een herenmodel heeft de schoen een hogere boog, een kortere enkelhoogte en een kleinere instap. Hierdoor ondersteunt de schoen de gehele damesvoet waardoor het draagcomfort en de voetgezondheid toenemen. www.steelblue.nl

5

PV-bewakingssysteem

6

Veilige rolsteiger

7

Dieselmotorolie

8

Elektrische Energie Logger

Het modulaire bewakingssysteem Solarcheck van Phoenix Contact geeft betrouwbare informatie over de bedrijfscondities aan de DC-kant van fotovoltaïsche installaties (PV). Het systeem spoort storingen in individuele strengen op, zodat het mogelijk is om direct te reageren en de beschikbaarheid van de installatie te verhogen. www.phoenixcontact.nl/signaalaanpassing

De SafeTower-rolsteiger met de speciaal ontwikkelde QuiXSafe, staat garant voor supersnelle en veilige montage. Om te voldoen aan de toenemende vraag naar veilig werken op hoogte, heeft XSPlatforms een opbouwmethode ontwikkeld. De QuiXSafe is een inklapbare en ergonomische schoor die het mogelijk maakt de rolsteiger van binnenuit te assembleren. Bij de ontwikkeling van de QuiXSafe is ervoor gezorgd dat de steiger vanaf een lagerplatform en van binnenuit wordt opgebouwd. Hiermee waarborgt XSPlatforms een veiligere opbouw dan wat bij de conventionele steiger standaard is. www.safescaffold.com

ExxonMobil heeft een nieuwe samenstelling ontwikkeld van haar synthetische, heavy-duty dieselmotorolie Mobil Delvac 1 LE 5W-30. Deze vernieuwde dieselmotorolie optimaliseert motorprestaties van zware bedrijfsvoertuigen en verlaagt het brandstofverbruik van meerdere typen vrachtwagens. De Mobil Delvac 1 LE 5W-30 olie heeft meer goedkeuringen gekregen dan haar voorganger en voldoet aan de vereisten van de meeste Euro VI-motoren die ontwikkeld zijn door leidende OEM’ers. www.mobildelvac.co.uk

Fluke introduceert de Fluke 1730 driefase elektrische Energie Logger, een intuïtief en gebruiksvriendelijk meetinstrument om energiegegevens te verzamelen. De Fluke 1730 stelt onderhoudsprofessionals uit diverse disciplines in staat energiegegevens te verzamelen. Met de bijbehorende software wordt niet alleen voorzien in de analyse- en rapportagebehoeften van installatiebeheerders, maar ook in de analyse-eisen van elektrotechnici. www.have-digitap.nl

Kijk voor meer productinnovaties op www.imaintain.info

015_E_producten.indd 15

09

iMaintain 13

22-10-13 14:55


16 Infra

Metingen openbaar vervoer kunnen gestroomlijnder De vier randsteden Den Haag, rotterdam, amsterdam en Utrecht hebben een vergelijkbaar openbaar vervoersysteem. De vier ov-bedrijven voeren stuk voor stuk areaalmetingen uit. Volgens Sander de rijke kan samenwerking op dit gebied leiden tot kostenbesparingen, maar ook de kwaliteit van spoor en voorzieningen aanzienlijk vergroten.

Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht hebben wat betreft metro- en tramvervoer een vergelijkbaar profiel. De vier tram- en metrobedrijven zijn van oorsprong allen overheidsbedrijven die enkele jaren geleden zijn geprivatiseerd. Om de conditie en veiligheid van de infrastructuur te kunnen blijven garanderen en het onderhoud te structureren, maken de vervoerders gebruik van zogenaamde areaalmetingen. Daarin worden niet alleen metingen aan de rails verricht, maar kijkt men ook naar de staat van alles daar omheen (beveiliging, energievoorziening). Op dit moment besteden zowel het GVB (Amsterdam), de HTM (Den Haag), de RET (Rotterdam) als BRU (Utrecht) alle metingen zelfstandig aan. Omdat het areaal van de ov-bedrijven zelf klein tot middelgroot is, zijn de kosten voor een meetcampagne relatief hoog. Sander de Rijke, assetmanager bij adviesbureau IES, opteert voor meer samenwerking tussen de ov-bedrijven. Hij onderzocht op welke manier de afzonderlijke bedrijven hun metingen verrichten en ziet kansen voor de bedrijven, die elkaar niet beconcurreren, voor samenwerking. De Rijke: ‘Samenwerking kan voor de vervoersbedrijven veel voordeel opleveren. Wanneer de vier bedrijven als één partij een uitvraag doen, drukt dit de kosten. Met samenwerking kan ook kennis worden gedeeld en is men in staat om een set parameters met normering op

09 13 iMaintain

016_17_O_artikel.indd 16

te stellen waar best practices uit kunnen worden gedestilleerd. Uiteindelijk kan men hiermee de onderhoudsplannen optimaliseren en kennis uitwisselen.’ De organisatie van de vier ov-bedrijven verschilt behoorlijk. Ook de visie op assetmanagement loopt uiteen. Niet in de eerste plaats omdat de afmetingen van het te onderhouden areaal verschillen. Maar ook het eigenaarschap (asset owner) en de beheerfunctie (assetmanager) zijn niet overal hetzelfde ingericht. Daar komt nog bij dat alleen Amsterdam en Rotterdam ook een metrosysteem hebben terwijl het beheer in Den Haag en Utrecht is beperkt tot de tram.

BRU Bestuur Regio Utrecht (BRU) heeft ten opzichte van de drie andere trambedrijven het kleinste areaal en bijbehorende organisatie. Het bedrijf heeft alle onderhoudswerkzaamheden aan het spoor uitbesteed waarbij inspecteurs van een externe organisatie verantwoordelijk zijn voor de kwaliteitcontrole. BRU gebruikt areaalmetingen voor systeemverbetering, risicomanagement en het meerjaren onderhoudsplan.

werken en hiermee de infrastructuur weer op orde te brengen. In Utrecht meet men met een handmeetkar. Voordeel van dit systeem is dat het handzaam en licht is en daardoor gemakkelijk te verplaatsen. Dat voordeel is tegelijk een nadeel: omdat dit systeem zo licht is kan de blinde vering, het zakken van de spoorstaaf in het onderbed, niet worden gemeten. Dit zal dus moeten worden gecompenseerd.

GVB In Amsterdam zijn strategisch beheer en operationeel beheer ondergebracht bij verschillende bedrijven. Dienst Metro is verantwoordelijk voor het strategisch en tactisch beheer. Het Gemeentelijk Vervoerbedrijf (GVB) is verantwoordelijk voor het operationeel beheer. GVB heeft areaalmetingen altijd gebruikt als bewijs naar haar opdrachtgever dat zij goed onderhoud verricht. Sinds kort is bij GVB het besef doorgedrongen van het nut en de waarde van areaalmetingen. Men heeft de uitkomsten van de metingen kunnen verifiëren als betrouwbaar. Bovendien rondde men onlangs een pilot af waarbij gebruik werd gemaakt van gespeciali-

‘Samenwerking kan voor de vervoersbedrijven veel voordeel opleveren. Wanneer de vier bedrijven als één partij een uitvraag doen, drukt dit de kosten.’ Toen BRU in 2010 de infrastructuur van ProRail overnam, voerde men een nulmeting uit om de onderhoudsbehoefte van het areaal inzichtelijk te maken voor de komende jaren. Uit de meting kwam naar voren dat er flink moest worden geïnvesteerd in onderhoud en vervanging van de infrastructuur. Met de resultaten uit de meting heeft BRU kunnen onderbouwen welke financiële middelen nodig zijn om de achterstand in het onderhoud weg te

seerde analysesoftware. De resultaten van deze pilot leidden ertoe dat GVB jaarlijks areaalmetingen laat uitvoeren om een historie op te bouwen, die als input voor het verbeteren van de onderhoudsplannen wordt gebruikt. Dienst Metro wil dezelfde metingen gebruiken voor het inrichten van het meerjaren vervangingsplan. Het GVB maakt gebruik van een trolley, waar naar gelang meetinstrumenten kunnen worden aangebracht. In tegenstelling

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

23-10-13 09:32


Infra 17

De HTM voert metingen op het spoor uit met een zelf ontwikkelde meettram. Hierdoor kan de HTM van alle randstedelijke vervoerders het snelst meten.

tot de handmeetkar wordt deze trolley gesleept door een tram of metro. De snelheid van het meten wordt op deze manier aanzienlijk hoger. Er kunnen tevens meetinstrumenten op het slepende voertuig worden aangebracht. Dit geeft de mogelijkheid om onder andere belast te meten en een comfortmeting uit te voeren.

HTM De Haagse Tram Maatschappij (HTM) ziet areaalmetingen als een middel ter verantwoording van ingeplande of uitgevoerde werkzaamheden. De onderhoudsstrategie van HTM is voornamelijk toestandsafhankelijk. Door areaalmetingen te toetsen aan de instandhoudingspecificaties weet men waar onderhoud moet worden verricht. De metingen geven ook voldoende input om onderhoudsconcepten aan te scherpen en meerjarige vervangingsplannen op te stellen op basis van trendanalyses. Zodoende krijgt men ook meer inzicht in de te verwachten onderhouds- en vervangingskosten. Om dit te kunnen doen, heeft HTM een eigen meettram ontwikkeld. De meettram is de meest snelle methodiek om areaalmetingen te verrichten. De tram

kan in principe elke parameter meten die een gebruiker wenst. Daarnaast is de tram zwaar genoeg om belaste spoormetingen uit te voeren. Omdat de meetinstrumenten vast op de tram zijn bevestigd, zal men altijd op dezelfde manier meten. Ook kan men tijdens de normale dienstregeling op exploitatiesnelheid, mits de gebruikte meetapparatuur met deze snelheid om kan gaan, metingen uitvoeren. Dit levert minder belasting op voor zowel de operationele beschikbaarheid van het areaal als het personeel.

RET De Rotterdamse Elektrische Tram (RET) heeft zich als doel gesteld om in één keer het beeld te vormen van de onderhoudsbehoefte voor de korte en lange termijn. Voor de korte termijn komt dit neer op directe analyse van de meetdata met daaraan gekoppelde herstel- of vervangingsacties. Voor de lange termijn maakt men gebruik van trendanalyses om het meerjarig vervangingsplan te kunnen opstellen om zodoende inzicht te krijgen in de te verwachten kosten. De metingen laat de RET elke twee jaar uitvoeren, de voorkeur is om jaarlijks te meten,

maar budgettair is dit niet mogelijk. Ook de RET maakt hiervoor gebruik van een meettrolley. Naast alle eerder genoemde methodieken om areaalmetingen uit te voeren is het ook mogelijk om meetapparatuur tijdelijk dan wel permanent aan te brengen op eigen voertuigen. Dit geeft een vergelijkbaar resultaat als dat van een meettram of –trein. Permanent meten leidt tot een grote hoeveelheid aan data en historie waardoor de conditie van het areaal altijd bekend is. De hoeveelheid verzamelde data is wel enorm. Om te voorkomen dat men in de meetdata verdwaalt, moet hier eerst een goede methodiek worden ingericht. De Rijke: ‘Ondanks dat de tram- en metrobedrijven de organisatie van de railinfra anders benaderen, zijn de meningen over areaalmetingen helemaal niet zo verschillend. Alle bedrijven gebruiken de metingen als input voor de meerjarige onderhoudsplannen. Het grootste verschil zit in de frequentie van de metingen. Ik denk dan ook dat de bedrijven zeer goed kunnen samenwerken en kunnen leren van elkaars bevindingen.’ ■

09

iMaintain 13

016_17_O_artikel.indd 17

23-10-13 09:32


18 InnovatIe

Mkb innoveert procesindustrie Het Maintenance value Park terneuzen (MvP) richt zich op het ontwikkelen, ontsluiten en verspreiden van kennis over en services voor de onderhoudsfunctie in de procesindustrie. Het value Park is nog in wording maar het bijbehorende Kennis- en Innovatie Centrum is al in volle gang. Begin oktober kwamen bedrijven uit de industrie en het mkb bijeen om vragen en ideeën te combineren. Mark Oosterveer

Het Maintenance Value Park Terneuzen gaat bestaan uit het Kennis- en Innovatie Centrum (KI<), de Leer- Werk Omgeving (LWO) en een bedrijventerrein. De plannen voor het MVP komen dit jaar waarschijnlijk in de volgende fase als het vergunningstraject voor het bedrijventerrein wordt afgesloten. Maar nog voordat de eerste schop in de grond gaat, wordt al gewerkt aan het Kennis- en Innovatie Centrum. Dit centrum stimuleert steeds de samenwerking tussen de industrie, bedrijven die zich op het Value Park willen

vestigen, het onderwijs en andere externe kennisinstellingen. Het doel is om samen te werken aan innovatieve ideeën om een sterke positie te verwerven in de procesindustrie. De KI<-bijeenkomst van begin oktober in het Bio Base Europe Training Centrum had als doel om in samenwerking tussen de procesindustrie en het mkb te kijken hoe zaken beter kunnen. De bijeenkomst en vooral de spinoff moeten bijdragen aan samenwerking en innovatie voor een sterkere concurrentiepositie van de Nederlandse industrie.

Brainstormthema’s Negen probleemeigenaren gingen met hulp van een KI<-medewerker het gesprek aan over hun vraagstuk. De ingebrachte vraagstukken waren divers: ● Dow zocht naar een oplossing om Thermal Spray Aluminum (TSA) op grote schaal toe te passen als duurzame coating voor installaties. Een belemmering bij TSA is dat er veel energie en hitte bij vrijkomt, terwijl het in bedrijf moet worden toegepast. De brainstorms leverden zowel suggesties op voor schaalvergroting als voor alternatieven voor TSA. ● Het tweede door DOW ingebrachte probleem betrof dat bij veldlassen aan piping er vaak corrosie onder de coating of isolatie optreedt. Het is bewerkelijk om de resten van de isolatie of coating te verwijderen voor inspectie dus een oplossing waarbij geen corrosie optreedt is beter. De aangedragen ideeën waren divers en liepen van krimpkous tot vulkaniserende tape en andere technieken. ● Bij Cargill wordt gewerkt met kunststof vaten die preventief na een vastgestelde periode worden vervangen. Het bedrijf zoekt een manier om de conditie van FRP-tanks van buitenaf te kunnen bepalen. Een Canadees bedrijf schoof specifiek voor deze brainstorm aan om een eigen techniek aan te bieden voor evaluatie. Verder bleken het ontwerp en de inbedrijfstelling van de tanks een belangrijke invloed te hebben op de levensduur. ● ICL zoekt naar methodes om corrosie onder isolatie op te sporen, liefst zonder die isolatie te moeten verwijderen. Om twee redenen; het is arbeidsintensief en bovendien zorgt het werken aan isolatie voor nieuwe risico’s op inwatering. De brainstorms leverden een paar verfrissende ideeën op om bij nieuwe installaties het ontwerp aan te passen en indicatief meetinstrumenten onder de isolatie op te nemen. ● Bij Yara werd gezocht naar een slimme combinatie van een plateau en verticaal transport. Het bedrijf zoekt naar mogelijk-

09 13 iMaintain

018_19_P_artikel.indd 18

heden om onder de huidige wet- en regelgeving en met wat aanpassingen de functies te combineren. Bij ‘out of the box’denken kwamen bruikbare ideeën naar boven voor bijvoorbeeld een modulaire oplossing. AkzoNobel gebruikt in sommige processen glasvezelversterkte flenzen. Wanneer deze verkeerd belast worden, treedt er scheurvorming op. Het bedrijf zoekt een manier om snel en goed te bepalen hoe diep en dus hoe ernstig de scheurvorming is. De brainstorm leverde vele tips op om verder te zoeken. Van octrooibureau tot composieten uit de aerospace. Innovatieplatform iTanks zocht nieuwe inzichten en suggesties voor een coatingrobot. Het coaten van opslagtanks is tijdrovend en arbeidsintensief. Een robot zou daar verlichting in moeten brengen. Een verhelderend inzicht was om te kijken naar de technieken rond het stralen van materiaal. Sitech zocht bij de brainstorms naar ideeën en ervaring voor het toepassen van tablets op de plants van haar klanten. Daarbij leek zowel de techniek als de cultuur bij de klant een hindernis. De brainstorm leverde input en een nieuw spoor om zonder tablets toch op een gedistribueerde manier kennis in het veld te krijgen. Bij Zeeland Refinery wordt gezocht naar een vooruitstrevende manier om de conditie van de bemetseling van de fornuizen te bepalen. Als voorafgaand aan een onderhoudsstop bekend is hoe het met de binnenwand van een fornuis is, kan de stop effectiever worden uitgevoerd. Het vraagstuk bleek niet eenvoudig en bracht ook geen concrete oplossing. Wel zijn in de brainstorm enkele bekende technieken benoemd die voor andere toepassingen worden gebruikt zoals watergekoelde camera’s.

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

22-10-13 14:54


InnovatIe 19

Onderhoud in de topsectoren Gerard van Harten, boegbeeld van de topsector Chemie, opende de dag met een uiteenzetting waarom de topsector Chemie en de maintenance-industrie nauw met elkaar verbonden zijn. Affiniteit met onderhoud heeft Van Harten zeker. In zijn carrière bij Dow heeft hij onder meer leiding gegeven aan de afdeling E&I Onderhoud. Daar heeft hij naar eigen zeggen veel geleerd over de processen en de waarde van onderhoud voor de bedrijfsdoelen. Hij erkende ook dat de sector vaak aan het eind van de keten wordt geplaatst. Onder hoge werkdruk, met zware eisen en veel inspanning leveren de mensen vaak topprestaties om in

korte tijd te zorgen voor betrouwbare en veilige installaties. Nu maakt Van Harten zich sterk voor de topsector Chemie, en daarmee dus ook voor onderhoud. Het vakgebied onderhoud was onterecht een ondergeschoven onderwerp in het topsectorenbeleid. En daarom heeft deze sector zich ingespannen om onderhoud onder de topsector te vangen. Zo staat onderhoud als vakgebied volgens Van Harten op de actie-agenda en wordt het meegenomen in het nationale beleid.

Probleem zoekt idee Bij de bijeenkomst hebben negen bedrijven uit de procesindustrie een vraagstuk aangedragen voor nieuwe inzichten. Voor

Innovatie zoekt markt Het tweede deel van de bijeenkomst bestond uit korte presentaties van nieuwe producten en diensten. Deze pitches waren meer commercieel van karakter. De aangeboden diensten waren: ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

Optimalisatie van het reinigen van luchtkoelers Teflon coating op oppervlaktes om reinigen te voorkomen Ultrasoon reinigen op industriële schaal Ultrasoon techniek om defecte lassen in 3D weer te geven Software voor automatische bundelreiniging Track&trace met RFID voor equipment dat over een (value)park kan bewegen Performance management op het gebied van IT en energie Compliance voor opslagtanks Lean Maintenance Condition Management voor FRP-tanks

FOTO: KI<

onlangs deelden enkele bedrijven onder de vlag van het Kennis- en Innovatie Centrum in terneuzen hun problemen en oplossingen met elkaar. Dit leverde in ieder geval nieuwe inspiratie op en op den duur spinoff.

elk vraagstuk werd in drie brainstormsessies geïnventariseerd wat nieuwe ideeën kunnen zijn om het op te lossen. De kracht van die brainstorms kwam door de frisse blikken van buitenaf. Geïnteresseerden konden aanschuiven bij een sessie en daar een bijdrage leveren door vragen te stellen die het probleem verder verduidelijkten of door suggesties aan te dragen voor een oplossing. En omdat er nieuwe inzichten van buiten het vakgebied van de probleemeigenaren aangedragen werden, gaf het veel nieuwe ideeën. Vaak wordt binnen de bedrijfsmuren gezocht naar een bekende oplossing voor een nieuw probleem. Het getuigde van durf en openheid dat de bedrijven hun vraagstukken aanboden voor de brainstorms. Daarbij was de spreiding in complexiteit en detaillering groot. Zo liepen de vragen uiteen van tips voor het toepassen van Thermal Spray Aluminium tijdens draaiende processen tot een vraag over een hoogwerker die ook voor verticaal transport ingezet moest kunnen worden. Niet alles sessies resulteerden in uitgewerkte oplossingen. Wel werden veel suggesties en contactgegevens uitgewisseld om verder te kijken naar mogelijke oplossingen. De kracht van nieuwe inzichten zorgde voor de meeste deelnemers aan de bijeenkomst voor nieuwe inspiratie, nieuwe visitekaartjes en wellicht op den duur wat spinoff. ■

09

iMaintain 13

018_19_P_artikel.indd 19

22-10-13 14:54


Ik zorg ervoor dat onze papiermachine vlot blijft draaien aan 1.900 meter per minuut.

U maakt er een succes van – met Loctite®. De onderhoudsexpert voor verlijming, afdichting, reiniging en smering. Ontdek hier meer: www.loctite-maintenance.be www.loctite-maintenance.nl

PROTECTIVE COATINGS

SIGMADUR™

DURABLE FINISH SOLUTIONS WITH EXCELLENT AESTHETICS

The innovative SIGMADUR durable finish range protects onshore and offshore structures throughout their lifetime offering excellent protection to the splash and spillage of mineral and vegetable oils, paraffins, aliphatic petroleum products and mild chemicals. • Innovative durable finish coatings cure down to –5°C • Excellent colour and gloss retention • Resistant to aggressive atmospheres, abrasive and corrosive conditions

www.sigmacoatings.com/protective

020_henkel_PPG.indd 1

21-10-13 15:55


UNDER CONSTRUCTION 21

Eten koud, wc stuk: Boeing terug Een Boeing 787 die van Moskou op weg was naar Tokio heeft rechtsomkeert moeten maken vanwege een kapotte wc. Aan boord waren 151 passagiers en bemannings­ leden. Het toestel was al ruim tweeduizend kilometer onderweg. Volgens de luchtvaart­ maatschappij, Japan Airlines, was er eveneens een probleem met het warm houden van maaltijden. Een deel van het elektriciteitssysteem zou zijn uitgevallen. De problemen zouden niets te maken hebben met de accu van de Boeing 787 Dreamliner. Begin dit jaar werden de toestellen van de Amerikaanse vliegtuigbouwer wereldwijd maanden aan de grond gehouden vanwege problemen met de accu’s.

Crystal Palace Londen herbouwd Een Chinese investeerder is van plan het Crystal Palace te herbouwen in Londen. Het gebouw uit de 19de eeuw was ooit het paradepaardje van Britse bouwkunst, maar ging verloren bij een brand in 1936. Het Crystal Palace werd in 1851 gebouwd voor de Great Exhibition, een tentoonstelling waarin de grote technische vorderingen van het Britse Rijk werden getoond. Het enorme bouwwerk van staal en glas was vijfhonderd meter lang en vijftig meter hoog. Het was daarmee het grootste glazen gebouw van die tijd. Investeerder ZhongRong trekt nu vijfhonderd miljoen pond uit om het Crystal Palace te herbouwen. Behalve dat het gebouw zelf herrijst, wil de investeerder ook de omliggende wijk renoveren, met een hotel, stadion en parkeerplaatsen. Hoewel de investeerder belooft dat het project tweeduizend banen zal opleveren, is niet iedereen blij met het plan. Tegenstanders betreuren dat er veel stadsgroen voor moet wijken en vrezen dat de enorme toeloop overlast zal veroorzaken. Het komende jaar zal er daarom een inspraakprocedure worden gehouden. ZhongRong hoopt in 2015 te kunnen beginnen met bouwen.

Gewonden na explosie wc In een flatgebouw in New York zijn vier mensen gewond geraakt toen hun wc­potten explodeerden. De beheerder van het gebouw denkt dat de luchtdruk in de wc­potten met spoelsysteem te groot is geworden, nadat het water in de flat was afgesloten voor onder­ houd. Toen de bewoners doorspoelden, explodeerde hun wc. De gewonden werden geraakt door rondvliegend porselein. Zeker één slachtoffer klaagt de eigenaar van het flatgebouw aan. Hij wil een compensa­ tie voor het geleden leed en psychische schade. Hij gebruikt nu een touw om de wc op een veilige afstand door te spoelen. Zijn u curieuze berichten opgevallen in het nieuws voor onze under construction-rubriek? Stuur deze dan naar redactie@industrielinqs.nl 09

iMaintain 13

021_G_under_construction.indd 21

22-10-13 14:54


22 WHAT’S NEXT

FME maakt zich zorgen over de aangekondigde bezuinigingen op innovatie. De organisatie van ondernemingen in de technologische industrie is wel tevreden met het vasthoudende bedrijvenbeleid van de minister van Economische Zaken Henk Kamp, maar dat is niet voldoende om de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie te kunnen vasthouden.

FME: zorgen over bezuiniging op innovatie FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming: ‘De technologische industrie is cruciaal voor de verdienkracht van Nederland. Het is goed dat het kabinet consistent vasthoudt aan het ingezette beleid rond innovatie en topsectoren. Maar daar hoort geld bij. Het is daarom onbegrijpelijk dat in de begroting voor 2014 wordt bezuinigd op het innovatiebudget.’ De producten die de technologische industrie maakt, worden wereldwijd verkocht en ook de concurrenten bevinden zich overal ter wereld. Het bedenken, ontwikkelen en maken van nieuwe of verbeterde producten en betere manieren van werken is nodig om in die markt te kunnen overleven. Dezentjé: ‘In de beleidsplannen van minister Kamp lijkt het innovatiepakket te worden vergroot. Maar als je beter kijkt, zie je dat er per saldo wordt bezuinigd. Onze buurlanden vergroten hun budget voor wetenschap en innovatie. In Duitsland investeert de overheid elk jaar méér in innovatie en R&D. In Nederland gebeurt het tegenovergestelde.’

De RDA (Research en Development Aftrek) is in 2012 geïntroduceerd als aanvulling op de WBSO. De WBSO is er voor de loonkosten die met R&D zijn gemoeid. De RDA is bedoeld voor de overige kosten van R&D-projecten. Het kabinet is van plan in 2014 het RDA-budget niet, zoals eerder was bepaald, te verhogen naar 500 miljoen euro, maar op 300 miljoen euro te bevriezen. Een simpel rekensommetje leert dat er in totaal zo’n 160 miljoen euro wordt bezuinigd op de fiscale innovatieregelingen. Met de beëindiging van de voor het mkb succesvolle IPC-regeling wordt nog eens 7 miljoen euro extra weggesneden. En dat terwijl de belangstelling voor de laatste IPC-tender heel groot was. Maar er is ook goed nieuws. Het budget voor de mkb-regeling voor innovatiestimulering in de topsectoren (MIT) wordt volgend jaar met 8 miljoen euro verhoogd naar 30 miljoen euro. FME verklaart zich bereid om gezamenlijk te kijken naar hoe de landelijke en regionale instrumenten op elkaar kunnen worden afgestemd en daarmee het budget verder te verhogen.

FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming: ‘De technologische industrie is cruciaal voor de verdienkracht van Nederland. Het is goed dat het kabinet consistent vasthoudt aan het ingezette beleid rond innovatie en topsectoren. Maar daar hoort geld bij. Het is daarom onbegrijpelijk dat in de begroting voor 2014 wordt bezuinigd op het innovatiebudget.’

09 13 iMaintain

022_23_24_25_L_whatsNEXT.indd 22

22-10-13 14:53


WHAT’S NEXT 23

LET’S viSiT AirbuS Tijdens Maintenance NEXT 2013 konden bezoekers deelnemen aan de game Focus on the NEXT. Winnaar is geworden Luc Willekens van Willekens Engineering. Hij mocht een kijkje nemen bij Airbus in Toulouse. Luc doet verslag van zijn bezoek. ‘Bij onze aankomst in Toulouse zagen we een bizar vliegtuig in de lucht. Het bleek een transporttoestel ‘Beluga’ van Airbus te zijn. We waren direct al onder de indruk van de grote machines. De faciliteiten van Airbus zijn rond het vliegveld van Toulouse gelegen. Een apart bezoekerscentrum ontvangt de bezoekers (wel vooraf te reserveren via het web). Bij aankomst kregen we een bezoekersbadge. Telefoon en camera’s waren spijtig genoeg niet toegelaten tijdens de rondleiding. Het eerste gedeelte was een bezoek aan de ‘telemetriekamer’. Deze moest een indruk geven van de echte telemetry room. Hier konden we aan de hand van monitors enkele van de tests meemaken die een passagiersvliegtuig moet doorstaan om gecertificeerd te kunnen worden. Het waren echter opgenomen beelden van testen die enkele jaren geleden waren uitgevoerd. Live beelden van de piloten, landingsgestel, het totale vliegtuig, et cetera waren te volgen op een monitor. Op een andere monitor konden dan de hoogte, snelheid en inclinatie afgelezen worden. Vervolgens werden we met een bus naar de montagehal van de A380 met een oppervlakte van 10 hectaren (250 meter lang, 46 meter hoog) gebracht. Buiten zagen we enkele A380’s staan waarvan de mototen getest werden. Binnen kregen we meer uitleg over de activiteiten van Airbus rond het vliegveld van Toulouse. Voor de A380 worden de voorgeassembleerde rompen

De winnaar van de game Focus on the NEXT in Toulouse bij de Airbusfabriek.

per schip en speciaal wegtransport naar Toulouse gebracht. Van twintig meter hoogte konden we de drie toestellen bekijken tijdens hun finale assemblagestadium. Rond de vliegtuigen staan vaste en verplaatsbare werkplatformen. Per maand worden er drie toestellen afgewerkt. Nadien worden deze naar Hamburg gevlogen waar de zetels en sanitaire installaties worden ingebouwd en vervolgens worden overgedragen aan de eindklant.’ Enkele cijfers van de A380: ● Diameter horizontaal: 7,14 meter ● Aantal passagiers: 525 ● Bereik met maximum aan passagiers: 15.200 kilometer hoogte ● Hoogte: 24 meter ● Totale lengte: 72,73 meter ● Vleugel spanwijdte: 79,75 meter ● Maximum take-off gewicht: 560 ton ● Tankinhoud: 310.000 liters

EErSTE TiM ZAAL THESiS AWArd uiTgErEikT Jasper Vallentgoed, Master of Engineering in Intregated Building Processes aan de Hogeschool Utrecht, heeft als eerste de Tim Zaal Thesis Award in ontvangst mogen nemen. Zijn thesis over de stappen die een bedrijf moet zetten om te werken met BIM (Bouwwerk Informatie Model) werd beoordeeld als het meest innovatief en waardecreërend. Als verjaardagscadeau voor de zeventigjarige Zaal, emeritus lector Integraal Ontwerpen en vorm- en inhoudgever van de Master of Engineering, riep Hogeschool Utrecht op het twaalfde Bovenhoud Symposium in mei de Tim Zaal Master Thesis Award in het leven, die jaarlijks zal worden uitgereikt aan de afgestudeerde aan de Master of Engineering met het beste en voor het werkveld meest vernieuwende en waardecreërende onderzoek. De eerste uitreiking van deze nieuwe thesisaward heeft op 27 september plaatsgevonden te Utrecht tijdens een feestelijke diploma-uitreiking en werd verricht door Michaël van Straalen, Voorzitter Koninklijke Metaalunie en waarnemend voorzitter van MKB Nederland. Van de groep geslaagden van het studiejaar 2012-2013 zijn vier kandidaten genomineerd. De winnaar van de eerste Tim Zaal Thesis Award is geworden Jasper Vallentgoed, Master of Engineering in Intregated Building Processes en werkzaam bij BAM Civiele Techniek, met zijn thesis “BIM @ BAM = Booming”. Jasper is er in zijn onderzoek in geslaagd alle belangrijke facetten en aspecten die bij de omslag van een organisa-

tie naar de BIM-aanpak langskomen in kaart te brengen en de gevolgen hiervan voor de organisatie te inventariseren. Voorstellen zijn geformuleerd in een roadmap om deze aanpak in de komende jaren te implementeren. De belangrijkste klanten en ook nieuwe contractvormen als DBFMO vragen om deze integrale BIM-aanpak. De voorgestelde systematiek maakt BAM tot een van de koplopers op het terrein van BIM. Mede dankzij dit afstudeerwerk, de inzet van Jasper en degenen die hem hierbij ondersteunden, is de betekenis voor BAM als BIM’er groot.

Jasper Vallentgoed heeft de eerste Tim Zaal Thesis Award in ontvangst mogen nemen uit handen van Tim Zaal.

09

iMaintain 13

022_23_24_25_L_whatsNEXT.indd 23

22-10-13 14:53


24 WHAT’S NEXT

SupErSTErkE coMpoSiET MET grAFEEN Het Korean Advanced Institute of Science and Technology (KAIST) is er als eerste in geslaagd de grote treksterkte van grafeen – gemeten op 130 GPa – te benutten in supersterke composieten die gecombineerd zijn met grafeen. De composieten worden gemaakt door met chemisch opdampen meerdere malen een enkele laag grafeen (één atoom dik) aan te brengen over een dunne laag nikkel of koper. ‘Het is wonderbaarlijk dat de toevoeging van slechts 0,0004 gewichtsprocent grafeen de materialen honderden keren sterker maakt’, zegt professor Seung Min Han in een persbericht van KAIST. Het nikkel-grafeen is 180 keer sterker dan nikkel en kopergrafeen is 500 maal sterker dan koper. Seung wil deze composieten op industriële schaal produceren en ziet vooral toepassingsmogelijkheden in de auto-industrie.

Het materiaal grafeen kan nu ook worden ingezet in composieten. Dit maakt hen honderden malen sterker.

MEEr gEur METEN iN HET rijNMoNdgEbiEd Het Havenbedrijf Rotterdam gaat eind 2013 dertig nieuwe elektronische neuzen of e-noses plaatsen in het Rijnmondgebied. De DCMR Milieudienst Rijnmond is op dit moment beheerder van het netwerk en juicht uitbreiding toe. Overlast van geur kan zo verder worden verminderd. Het geurnetwerk van e-noses is een initiatief van de DCMR. Inmiddels werkt de milieudienst samen met de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond, provincie Zuid-Holland, Havenbedrijf Rotterdam-Dienst Havenmeester en Deltalinqs aan de realisatie. De bedoeling is dat meer organisaties de technologie omarmen. Op termijn moet in het Rijnmondgebied een regiodekkend systeem komen van zo’n 350 e-noses. De e-nose is een compact meetinstrument met daarin sensoren die veranderingen in de buitenlucht registreren. Geur wordt zo nog sneller geïdentificeerd. De DCMR deed samen met Comon Invent, het bedrijf dat de e-nosetechnologie ontwikkelde, drie

jaar lang onderzoek naar de registratie die de apparaatjes geven van geur, luchtsamenstelling en mogelijke gevaarlijke stoffen. Voor alle drie de aspecten is de e-nose in te zetten; het is een relatief goedkoop systeem. Een e-nose kan op den duur bepaalde geuren herkennen en identificeren, daar wordt nu verder mee geëxperimenteerd. E-noses worden in meer landen gebruikt, onder andere in Duitsland, Oman, Oostenrijk en Zwitserland. De meldkamer van de DCMR volgt online de registraties van de neuzen. Daaraan worden geurklachten van bewoners gekoppeld, metingen van het luchtmeetnet en weersomstandigheden. Zo kan de oorzaak van stankoverlast beter worden achterhaald en zo snel als mogelijk worden weggenomen. Wilt u een e-nose zien? Rozenburg heeft er sinds juli 2012 twee bevestigd aan lantaarnpalen op de Droespolderweg en op de Noordzeeweg.

AdviES: HEF dorp MoErdijk op De economische ontwikkeling van de haven Moerdijk wordt geremd door het dorp Moerdijk. Het dorp moet plaatsmaken voor de groei van de haven en de industrie. Dat adviseert oud-minister Ed Nijpels aan de gemeente Moerdijk, provincie Noord-Brabant en Havenschap Moerdijk. Nijpels vindt dat de economische groei van het gebied voor moet gaan. De ontwikkeling van zowel haven als dorp is volgens hem niet realistisch. ‘Wij realiseren ons dat het om een maatschappelijk zeer gevoelige discussie gaat’, schrijft Nijpels als voorzitter van een externe adviescommissie. Hij waarschuwt dat als er nu geen fundamentele discussie plaatsvindt over de leefbaarheid, dat die in de toekomst steeds terug zal komen. De gemeente en de provincie zijn het hier niet mee eens. ‘Zowel uit oogpunt van leefbaarheid als uit economisch perspectief is er geen noodzaak om afscheid te nemen van Moerdijk als volwaardige woonkern’, meent burgemeester Klijs. Bovendien betekent een dergelijke discussie nogal wat, vindt Klijs. ‘Het raakt de basis van het dagelijks leven van mensen. Dat doe je niet zo maar.’ De regionale overheden vinden dat ze inwoners van Moerdijk

wel degelijk perspectief kunnen bieden als woonkern, onder meer door de huidige milieubelasting als plafond vast te leggen. De plannen liggen de komende tijd ter inzage in het gemeentehuis. Ook is er nog een informatieavond.

Het dorp Moerdijk moet verdwijnen om plaats te maken voor de industrie. Dit zegt althans een adviescommissie.

09 13 iMaintain

022_23_24_25_L_whatsNEXT.indd 24

22-10-13 14:53


WHAT’S NEXT 25

coNSorTiuM gAAT NiEuWE ELEkTriScHE AANdrijviNgEN oNTWikkELEN Een grote groep Europese universiteiten en bedrijven is begonnen aan het project Adept, dat door de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) wordt gecoördineerd. De deelnemers gaan nieuwe concepten ontwikkelen voor elektrische aandrijving voor allerlei soorten voertuigen, en tegelijk worden jonge onderzoekers opgeleid die op dit gebied op systeemniveau kunnen denken. Aan Adept nemen 25 partijen deel, uit acht landen. Deelnemers zijn onder meer de TU/e, University of Oxford, Politecnico di Milano, Technical University of Munich, Katholieke Universiteit Leuven, Jaguar/Landrover en IHC Merwede. De coördinatie is in handen van hoogleraar prof. dr. Elena Lomonova en dr. Johan Paulides, beiden van de groep Electromechanics and Power Electronics van de TU/e.

De achtergrond is dat er naar verwachting in de nabije toekomst veel meer elektrisch aangedreven voertuigen komen en dat de rol van de traditionele verbrandingsmotor in onder meer auto’s, boten, motoren en vrachtwagens steeds kleiner wordt. Veertien jonge onderzoekers gaan de belangrijkste bottlenecks tackelen op het terrein van zogenoemde ‘E-propulsion systems’. Ze gaan kijken naar concepten, methoden en ontwerptools, om te komen tot elektrische aandrijvingssystemen met optimale prestaties, lage kosten en hoge milieuvriendelijkheid. Volgens hoogleraar Lomonova is er een tekort in de EU aan specialisten die elektrische aandrijvingssystemen integraal overzien en ook ondernemersvaardigheden hebben. Het project moet een virtueel ontwikkelingslab opleveren waarin universiteiten en de industrie in Europa samenwerken.

goFLEX EN LEEuWENborgH coLLEgE STArTEN MET EEN NiEuWE MAiNTENANcEopLEidiNg In nauwe samenwerking zijn het Leeuwenborgh College, Proces Techniek Limburg en Goflex Young Professionals een BBL (leren en werken)-opleiding gestart op het gebied van maintenance. Nadat Proces Techniek Limburg (PTL) en Leeuwenborgh in 2011 gestart zijn met een BOL4 maintenanceopleiding, werd duidelijk dat dit onvoldoende instroom zou genereren. De bij PTL aangesloten bedrijven voorzien ernstige tekorten aan goed opgeleid onderhoudspersoneel voor de aankomende jaren en dus moeten er meer jongeren worden opgeleid. In Goflex, met ervaring in BBL-opleidingen in de maintenance, is een partner gevonden die dit traject kan invullen en faciliteren. Na een gezamenlijke werving en zorgvuldige selectie zijn vijftien leerlingen gestart met de niveau 3-opleiding Service Monteur Maintenance Elektrotechniek of Werktuigbouw op het Leeuwenborgh College. Tijdens het opleidingstraject, tot en met niveau 4 (Maintenance Technician), gaan de leerlingen één dag per week voor theorie naar het Leeuwenborgh en werken ze vier dagen per week bij de PTL-bedrijven zoals Sabic, Cofely, Sitech, Océ, Thomas Regout, Trespa en TATA. Ze worden ingezet als onderhoudsmonteur, servicemonteur of maintenance-technician en daarbij begeleid door

een coach van Goflex. Daarnaast verzorgen het Leeuwenborgh College en Goflex extra praktijktrainingen en veiligheidgerelateerde cursussen als VCA, Flensmonteur, NEN 3140 en Atex Awareness. Na afloop van het opleidingstraject maken ze de overstap naar de PTL-bedrijven en vormen zo de jonge, goed opgeleide instroom aan technici.

Leeuwenborgh College, Proces Techniek Limburg en Goflex zijn een BBLmaintenanceopleiding gestart. Het initiatief moet meer leerlingen trekken voor de richtingen Service Monteur Maintenance Elektrotechniek of Werktuigbouw.

HypE doorgEprikT: 76 procENT bEdrijvEN oNTEvrEdEN ovEr rEkruTErEN viA SociALE MEdiA Sociale media vormen een schijnbaar dankbaar kanaal voor rekruteerders. Maar schijn bedriegt: 76 procent van de bedrijven in Europa die sociale media inschakelen voor hun werving, is ronduit teleurgesteld over het aantal kandidaten dat zich aanmeldt. Dat blijkt uit een onderzoek van Stepstone. Nochtans is het aantal bedrijven dat sociale media gebruikt voor werving de afgelopen drie jaar verdubbeld. Stepstone stelt zich de vraag: ‘Is rekruteren via sociale media een feit of een hype?’ Ter vergelijking: via sociale media wordt slechts 2 procent van de jobs ingevuld, terwijl interne bronnen voor 24 procent van de ingevulde functies zorgen en banensites zelfs voor 35 procent. De respons via sociale media is zonder meer laag: slechts 25 procent van de rekruteerders krijgt een antwoord op zijn contact-

verzoeken. Hoe schakelen bedrijven sociale media in? Dat blijkt te gaan van het publiceren van een baan en het actief zoeken van kandidaten, tot employer branding. LinkedIn is het meest gebruikte sociale medium in veel landen, uitgezonderd in Duitsland en Oostenrijk waar Xing het grootste is. Michel Tubbax van StepStone: ‘Veel van onze klanten gebruiken sociale media als een complementair medium, naast banensites en hun eigen carrièrepagina’s. Via dat kanaal kunnen ze wél meer informatie inwinnen over kandidaten, om sollicitatiegesprekken voor te bereiden bijvoorbeeld. Sociale netwerken zijn ook vooral een netwerktool. Niet iedereen is op zoek naar een job. Bedrijven die kandidaten zoeken, zullen daarom meer succes hebben via banensites, dat bewijst deze enquête.’

09

iMaintain 13

022_23_24_25_L_whatsNEXT.indd 25

22-10-13 14:53


26 OffshOre infra

Toekomst gaswinning in handen infrastructuur er zit nog genoeg gas in de kleine nederlandse velden om de komende twintig jaar te blijven produceren. Maar dit is alleen economisch en technologisch rendabel als de infrastructuur en winningsinstallaties behouden blijven. Blijven investeren dus, zegt eBn, want de staat van de infrastructuur is zodanig goed dat de levensduur zonder problemen kan worden verlengd. Met verschillende projecten probeert het operators nu te stimuleren om hun infrastructuur in stand te houden. Evi Husson

‘Nederland heeft voor de komende decennia voldoende voorraden voor een stabiele gasproductie uit kleine velden.’ Dat stelt het rapport Focus on Dutch Oil & Gas 2013, het jaarlijkse rapport van EBN waarin de status van de Nederlandse gasen oliesector wordt geïnventariseerd. In de Nederlandse kleine velden zit ruw geschat nog zo’n tweehonderd miljard kubieke meter aan winbare reserves. Daarnaast is er eenzelfde hoeveelheid aan voorwaardelijke bronnen, waarvan het bestaan is aangetoond maar waarbij het om technologische of economische redenen nog onzeker is of ze daadwerkelijk worden gewonnen. En tot slot is er nogmaals tweehonderd miljard kubieke meter aan mogelijke, toekomstige voorraden. Een totaal dus van naar schatting zeshonderd miljard kubieke meter potentieel winbaar gas in kleine velden, goed voor nog eens twintig jaar gasproductie bij eenzelfde productieniveau als nu. Nederland produceert op dit moment ongeveer dertig miljard kubieke meter gas per jaar uit kleine velden, dat is dus alle gasproductie exclusief het Groningen-gasveld.

ruim tweehonderd actieve installaties In het Nederlandse offshore-gebied zijn op dit moment ruim tweehonderd installaties aanwezig, beheerd door elf verschillende operators. Het gaat hierbij om productie- en behandelingsplatforms, satellieten en subsea-installaties (dit zijn onderwaterconstructies met een grote hoeveelheid aan vormen, zoals afsluiters op pijpleidingen, T-stukken, productiemanifolds, templates, actieve en stilgelegde putten, jackets, risers en accommodatie) die allemaal in gebruik zijn. De operators voeren de dagelijkse werkzaamheden uit, maar in de meeste gevallen zijn er meerdere vergunninghouders. Als een installatie niet meer in gebruik is, wordt deze verwijderd. Zo zijn vorig jaar op het continentaal plat geen nieuwe platforms of subsea-installaties geplaatst, maar zijn er wel drie installaties ontmanteld: een subsea, een wellhead en een satellietplatform, allemaal van operator Wintershall. In totaal zijn in het verleden zo’n dertig installaties ontmanteld. Zes daarvan waren subsea-installaties. Andere installaties zijn dan weer hergebruikt voor een nieuwe ontwikkeling.

09 13 iMaintain

026_27_29_M_artikel.indd 26

Behoud Als we willen dat deze nieuwe voorraden ooit worden gewonnen, is het volgens EBN van groot belang dat de infrastructuur op zee aanwezig blijft. De meeste voorraden bevinden zich in de nabijheid van bestaande productieplatforms en pijpleidingen. Mocht de bestaande infrastructuur worden ontmanteld, dan wordt het veel duurder om nieuwe productie te realiseren. Er zal immers opnieuw moeten worden geïnvesteerd in infrastructuur. ‘Daarom is het behoud van de infrastructuur zo cruciaal’, stelt Sander van Rootselaar, communicatieadviseur van EBN. Het ontmantelen van één installatie loopt overigens al gauw op tot een bedrag met zes nullen. Installaties zijn ontworpen voor een levensduur van 25 tot 30 jaar, geeft Van Rootselaar aan. ‘Maar de staat van de infrastructuur is zodanig goed dat de levensduur na inspectie, berekeningen en controles zonder problemen kan worden verlengd. Zo zijn er al 35 installaties actief die ouder zijn dan dertig jaar. De oudste productie/ compressie-installatie die momenteel in gebruik is, werd in 1974 geplaatst. Deze installatie heeft inmiddels wel een nieuwe functie gekregen en voert nu gas door van het platform naar de WGT-pijpleiding. Ook deze oude installatie voldoet aan de voorgeschreven wetten en regulering. Er vinden regelmatig inspecties plaats.’

Stimuleren Onderhoud en inspecties zijn dus erg belangrijk. ‘Wanneer er geen onderhoud zou plaatsvinden, kunnen de installaties niet worden behouden, wat funest zou zijn voor de offshore winning.’ EBN probeert er daarom op twee manieren voor te zorgen dat de offshore infrastructuur behouden blijft. ‘We willen ten eerste zorgen voor extra gas door operators te stimuleren om te investeren in opsporing en winning.’

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

22-10-13 14:53


FOTO: GAZPROM

OffshOre infra 27

er zit nog genoeg gas in de kleine nederlandse velden om twintig jaar door te produceren. Maar dan moet er wel geïnvesteerd worden in de infrastructuur.

Wat de winning betreft; gasvelden worden nooit volledig leeggepompt. Een deel van het gas blijft in de grond achter omdat het op een bepaald moment niet meer rendabel is om het eruit te halen. Door nieuwe technologieën stijgt de winbaarheidsfactor echter steeds verder. Een voorbeeld daarvan is hydraulic fracturing; een techniek waarbij onder druk vloeistof wordt ingebracht in het gasreservoir, waardoor het gesteente breekt en de doorlaatbaarheid toeneemt. Maar ook het boren van extra putten kan de levensduur van een veld verlengen. Dankzij nieuwe technologieën en boortechnieken én dankzij stijgende gasprijzen kan de levensduur van velden met drie tot vier jaar worden verlengd. En daarmee de bijbehorende infrastructuur. ‘EBN heeft dertig kleine velden in Nederland geïdentificeerd die de grootste potentie bieden voor een verlenging van de levensduur’, vertelt Van Rootselaar. ‘Samen zouden deze velden ongeveer 130 miljard kubieke meter aan extra gas kunnen voortbrengen door het aanleggen van extra putten.’

Potentieel Daarnaast moet de opsporing van nieuwe velden blijvend worden gestimuleerd, vindt van Rootselaar: ‘De grootste en gemakkelijkst vindbare velden zijn wellicht al ontdekt, maar het is zeker mogelijk om nog aanzienlijke, nieuwe gasvoorraden te

vinden dankzij nieuwe opsporingstechnieken. Seismische gegevens kunnen met de nieuwste stand der techniek opnieuw worden geïnterpreteerd en de long-streamer seismiek, waarbij langere kabels worden gebruikt, schijnen wellicht een nieuw licht op mogelijke velden. Deze twee technieken leiden tot hogere slagingspercentages.’ EBN voert op dit moment zelf twee exploratie-onderzoeken uit om nieuwe voorraden in kaart te brengen. De eerste, de DEFAB-studie, heeft betrekking op de blokken A, B, D, E en F op zee en werd gestart in 2012. De eerste schattingen van deze studie gaan uit van enkele honderden miljarden kubieke meter aardgas in de ondergrond. De tweede studie, over de aardlaag die het Dinantien carbonaat wordt genoemd, laat potentieel zien maar is ook nog niet afgerond.

Opex De tweede manier waarop EBN de infrastructuur wil behouden, is door het begeleiden van projecten en benchmarks om operationele kosten te monitoren en te verlagen. Zo ondersteunt EBN het onderzoek dat inzicht geeft in de ontwikkeling van operationele kosten op de Noordzee (Benchmarking Opex Offshore Nederland; BOON). ‘Er wordt hierbij zo goed mogelijk in kaart gebracht welke kosten offshore productie met zich mee brengt. De grootste kostenpost betreft de contractuele dienstverlening, inclusief materieel. Maar

ook het off- en onshore personeel, offshore catering en andere voorzieningen, noodzakelijke chemicaliën, brandstof, boorputvoorzieningen en helikoptertransport doen een behoorlijke duit in het zakje.’

Als we willen dat deze nieuwe voorraden ooit worden gewonnen, is het volgens EBN van groot belang dat de infrastructuur op zee aanwezig blijft. Naast het inzichtelijk maken van de operationele kosten ontwikkelt EBN een infrastructuursimulator om scenario-analyses uit te voeren. Van Rootselaar: ‘Met deze tool kunnen we voorspellen wanneer het niet meer rendabel is om te produceren vanaf de verschillende platforms en wanneer deze installaties dus einde productie bereiken. Met de simulator kunnen we ook het effect van maatregelen in kaart brengen. Zo krijgen we in beeld wat het effect is van bijvoorbeeld operationele kosten- of tariefverlaging, of van belastingmaatregelen op de levensduur van infrastructuur.’ In 2010 werd bijvoorbeeld de investeringsaftrek voor kleine velden ingevoerd, waardoor het voor operators interessanter is geworden om marginale velden tot ontwikkeling te brengen. Gasproducenten van

09

iMaintain 13

026_27_29_M_artikel.indd 27

22-10-13 14:53


19 december • Hogeschool Utrecht • Centrum voor Natuur en Techniek • Utrecht

Hoe draagt onderhoud bij aan een gezonde concurrentiepositie? Nederlandse producenten en dienstverleners delen een aantal belangen. Zij zijn altijd op zoek naar een goede en gezonde omzet met reële winstmarges, werken zo aan het behoud van de industrie en van banen en scheppen een toekomst waar het onderscheidend vermogen van de Nederlandse ‘manier van doen’ staat voor kwaliteit en stabiliteit. Wat is de rol van onderhoud in die formule? Wordt het vakgebied gezien als noodzakelijk kwaad of groeit de erkenning dat effectief onderhoud ook winst genereert? Op 19 december staan deze vragen centraal bij Profion Maintenance Linqs.

Aanmelden

Programma

Aanmelden kan via www.industrielinqs.nl/pml

15.45 uur

Ontvangst

Deelname is gratis voor Profion- en Vomi-leden.

16.00 uur

Opening

Vraag de vipcode aan via het secretariaat van Profion.

16.15 uur

Lezingen en discussie

Niet-leden betalen €150,-

17.30 uur

Borrel en netwerk

WWW.INDUSTRIELINQS.NL/PML Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: hilde.westerink@industrielinqs.nl • Tel: 020 - 31 22 791 Initiatiefnemers:

01_adv_A4_PML.indd 1

Partners iMaintain Platform:

Leden iMaintain Platform:

22-10-13 14:58


FOTO: WINTERSHAll

OffshOre infra 29

marginale (onvoldoende rendabele) gasvelden op zee mogen sindsdien 25 procent van hun investeringskosten aftrekken. ‘Als je dit inzichtelijk kunt maken, is de stap om te investeren wellicht eenvoudiger te maken.’

EBN onderzoekt tot slot ook het hergebruik van infrastructuur. ‘Zo is onlangs het P6-S multi purpose platform van Wintershall verplaatst naar de nieuwe ontwikkeling Q1-D, ook van

Wintershall.’ EBN heeft de abandonneringsinvestering en de investering voor Q1-D goedgekeurd en het project beoordeeld.

Geld

Leidingen in de noordzee Het gas dat wordt gewonnen, moet uiteindelijk naar het vasteland worden gebracht. Dit gebeurt via private transportleidingen. Er zijn drie hoofdtransportleidingen op de bodem van de Noordzee: de WestGasTransportleiding (WGT), de NoordGasTransportleiding (NGT) en de Noordelijke Offshore Gastransportleiding (NOGAT). Deze leidingen sluiten aan op het landelijke gastransportnet van Gasunie en hebben een B.V.- of joint venture-structuur. De partners in de samenwerkingsverbanden voor deze leidingen zijn verantwoordelijk voor het onderhoud en de inspectie. Het zijn meestal de operators, al dan niet via een aparte B.V. Soms neemt ook een pensioenuitvoerder of vermogensbeheerder een aandeel in een leiding. Zo heeft vermogensbeheerder PGGM onlangs een aandeel overgenomen in NOGAT. Tussen de platforms bevinden zich daarnaast diverse subleidingen en kabels om al het transport onder zee in goede banen te leiden. Het gaat dan om leidingbundels, afzonderlijk gelegde kabels, besturingskabels of pijpleidingen die gas, olie, condensaat, glycol of methanol transporteren. Deze worden eveneens beheerd door de operators. In 2012 zijn vier pijpleidingen verlaten of verwijderd. Ze worden daarbij eerst schoongemaakt om ze vervolgens veilig te kunnen achterlaten. Na abandonnering is onderhoud niet meer noodzakelijk, maar de operator is wel verplicht de ligging en de dekking van de leidingen voor een aantal jaren te monitoren. Ook werden in 2012 nieuwe pijpleidingen gelegd. Eén daarvan loopt van Q4C naar Q8A met een lengte van ongeveer twintig kilometer om gas van Wintershall te transporteren en één met een lengte van 13,5 kilometer is gelegd van K5-B naar K5A voor gastransport voor Total als operator. Daarnaast werd één leiding van ongeveer driehonderd meter van K5A naar het intakpunt op de WGTextensie vervangen door Wintershall als operator van de WGT-extensie.

EBN heeft uitgerekend wat er gebeurt als booractiviteiten op het huidige niveau en volgens de huidige trend worden voortgezet en de bekende voorraden worden ontwikkeld. De productie uit nieuwe velden zal dan dalen van dertig miljard kubieke meter in 2012 naar slechts tien miljard kubieke meter in 2030.

‘De staat van de infrastructuur is zodanig goed dat de levensduur na inspectie, berekeningen en controles zonder problemen kan worden verlengd.’ Het is daarom van belang om te blijven investeren in exploratie en productie en daarmee in het behoud van infrastructuur en cruciale knooppunten. Maar hiervoor is geld nodig. Veel geld, zo blijkt uit het rapport. Het jaarlijkse investeringsniveau in de industrie zou moeten worden verhoogd van 1,1 miljard euro nu tot rond 1,4 miljard euro in 2020, stelt het rapport. Of dit haalbaar is, zal de toekomst uitwijzen. n

09

iMaintain 13

026_27_29_M_artikel.indd 29

22-10-13 14:53


Het iMaintain Platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Het platform belicht op een journalistieke en onafhankelijke manier innovaties, behandelt actuele onderwerpen en inspireert. Via het vakblad iMaintain, met de website www.imaintain.info, met vier rondetafelmeetings per jaar, diverse bijeenkomsten en met een jaarcongres bereikt het iMaintain Platform haar doelgroep.

De volgende bedrijven zijn partner van het iMaintain Platform:

Scan de foto en bekijk het filmpje Wanneer u dit icoon bij een afbeelding ziet staan, dan kunt u het bijbehorende filmpje bekijken door met uw smartphone de foto te scannen. Hoe werkt het? 1) Installeer op uw smartphone of tablet de app‘iLinqs’ 2) Start de app op uw smartphone of tablet 3) Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst 4) Het bijbehorende filmpje verschijnt op smartphone of tablet

Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het iMaintain Platform, kijk dan op www.imaintain.info of neem contact op met Anouk Bouwmeester: Anouk@industrielinqs.nl – 020 3122 797

Het expertpanel van het iMaintain Platform bestaat uit de volgende specialisten en groeit gestaag:

02_advertentie_IMAplatform.indd 1

Henk Akkermans Hoogleraar dynamiek van toeleveringsnetwerken, Universiteit Tilburg Wetenschappelijk directeur DI-WCM

Geert-Jan van Houtum Professor Reliability, Quality en Maintenance, TU Eindhoven

Leo van Dongen Professor Maintenance Engineering, Universiteit Twente Directeur Fleet Services, NedTrain

Cor van de Linde Directeur innovatieplatform iTanks Maintenance Manager of the Year 2012

Roelf Venhuizen Voorzitter Profion, Bestuurlid Veiligheid Voorop, Voormalig CEO NAM

De partnerstructuur van het iMaintain Platform bestaat uit complementaire marktpartijen. De samenstelling waarborgt de objectiviteit van het platform en zorgt voor een verregaande integratie in de doelgroep.

21-10-13 15:30


Maint

NL

Het magazine van de NVDO

Een attractiepark is een bijzondere ‘plant’ | Prestatiemanagement: Prestatiecontracten stimuleren innovatie | Meer openheid in onderhoud kunstwerken IJsselmeer 031_MA_NVDO_cover.indd 31

22-10-13 14:53


Wij feliciteren de NVDO met haar 50-jarig jubileum About-Blank, Accenture, Ahoy Rotterdam, Ardee, Baker Tilly Berk, Balance, BAM, Bemas, BP, BraintainEr, Bureau Veritas, CMS Asset Management, Cofely-Noord, CoThink, D.O.N. Bureau, D&F Consulting b.v., Royal Haskoning DHV, Dijkoraad, EasyFairs, Ernst & Young, Europoort Kringen, Focal Point, Nederlandse Gasunie, Gekas & Boot Groep b.v., Hogeschool Utrecht, IJsseltechnologie, Kepner Tregoe, Kennis en Informatie Management (KIM), Lloyd’s Register EMEA, LT-People, Mainnovation, MaxGrip, Mikrocentrum, NedTrain, NEM Energy Services bv, Nexct, NoMondai, Operational Excellence Transfer, PDM, Quercus, Qurius, ROC van Amsterdam, SKF, SmartWare Solutions Facilitair en Asset Management Software, Traduco, Urenco, Van Soest Zuid, Vesta, Westfalen Gassen, WivÉ

Deel kennis en ervaring >> word lid! Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Voorveste 2 - Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl

032_ML.indd 32

22-10-13 14:52


Van de voorzitter

BIM voor elkaar! Sneller en goedkoper bouwen. Alles wat daaraan meewerkt, is in 2013 welkom. Dat heeft aan de toepassing van het Building Information Model (BIM) een hoge vlucht gegeven. In de bedrijfspraktijk dienen zich blokkades aan, waardoor het veel geprezen en beoogde succes van BIM mogelijk wordt geremd. BIM is geen uitvinding van Merlijn de Tovenaar, net zo min als lean en andere managementmethodieken dat zijn. Succesvol kan het alleen zijn indien het voortkomt uit projectoverstijgende strategieën. En daar gaat natuurlijk ook weer het een en ander aan vooraf. In elk geval dienen er keuzes gemaakt te worden. Mijn advies is daarbij niet top-down te acteren, maar ook uitvoerenden bij het proces te betrekken. Als eenmaal een keuze voor toepassing van een BIM-oplossing is gemaakt, volgt automatisch de implementatie ervan. Dat traject mag niet aan het toeval worden overgelaten, maar vraagt een gedegen voorbereiding met betrokkenheid van alle relevante bouwpartners. Het traditionele ‘productdenken’ is dan vervangen door ‘procesdenken’. Als die knop niet is omgezet, komt de BIM-oplossing niet van de grond. Een andere voorwaarde voor succes met BIM is een samenwerkingsgerichte attitude.

BIM moet natuurlijk geen BOM worden. Daarom vraagt het een multidisciplinaire aanpak met oog voor elkaar en de eindklant. Neem niet direct stelling, maar informeer elkaar proactief en communiceer daarover. Een laatste succescriterium voor een bloeiende BIM-praktijk ligt in de aanwezigheid van een sterke, maar vooral ook flexibele regie. Elk proces vraagt om een plaats waar de lijntjes samenkomen. Het beste kan de regie in handen zijn van de partij die de beste oplossing heeft voor de eindgebruiker. Of dat nu de architect, de bouwer, de installateur of de toeleverancier is, de kwaliteit van de communicatie en de kracht van de regie bepalen uiteindelijk of alle betrokken partijen na afloop van het bouwproces met de nodige voldoening terug kunnen kijken op de toepassing van de gekozen BIM-oplossing. BIM is geen hype, maar een trend! Daarom ben ik trots op het feit dat de NVDO ook nu weer de actualiteit van vandaag weet om te zetten in succesvolle activiteiten, want op 15 november informeren wij u graag verder en dat is BIM voor elkaar!

Elk proces vraagt om een plaats waar de lijntjes samenkomen. Het beste kan de regie in handen zijn van de partij die de beste oplossing heeft voor de eindgebruiker.

Bas P. Kimpel Voorzitter

MaintNL 09 – 2013 33

033_MB_NVDO_Voorzitter.indd 33

22-10-13 14:52


Maintenance manager

Een attractiepark is een bijzondere ‘plant’ Onderhoud op attractieparken is een vak apart. Anders dan in een industriële omgeving, is de belevenis - de ‘kick’ of de ‘thrill’ - die de afnemer ervaart in de machine zelf het product. Dat betekent dat de consument op de ‘plant’ en in de machines rondloopt en onderdeel van de productie uitmaakt. Renske van den Berg Ton Merkx is Manager Technische Zaken bij Walibi Holland in Biddinghuizen en zorgt met zijn team van veertig vaste medewerkers voor het technische beheer in het park. Merkx geeft een gastvrij kijkje in hoe hij sinds 2000 de technische zaken bij Walibi Holland gaandeweg heeft ingericht en hoe zo’n andersoortige ‘plant’ ook andere eisen stelt aan onderhoud. ‘Attractiepark Walibi Holland telt nu 35 attracties, van klein tot groot, die een keur aan onderhoudswerk vereisen’, vertelt Merkx. ‘Daarnaast zorgen we ook voor het onderhoud aan de gebouwen met hun installaties en van het landschap: de wegen en paden, straatmeubilair, verlichting, beveiligingsinstallaties, het groenonderhoud en de schoonmaak van het park.’ Het attractiepark was niet altijd al zo groot als het nu is. Merkx kwam in 2000 in dienst, toen het vroegere Walibi Flevo met slechts tien attracties gekocht was door het Amerikaanse SixFlags. ‘SixFlags plaatste met een investering van 63 miljoen euro in één klap 25 extra attracties op het park, wat betekende dat het technische beheer ook een schaalsprong moest maken.’ Merkx mocht - als oudgediende in attractieonderhoud - deze ontwikkeling in goede banen leiden. Hij leidde het technische beheerteam naar de huidige samenstelling en inrichting. Ook introduceerde hij het gebruik van een onderhoudsbeheersysteem.

Personeelssamenstelling ‘Technische Zaken bestaat uit een Werktuigbouwkundige Onderhoudsdienst (WOD), een Elektrotechnische Onderhouds-

dienst (EOD), een Facilitaire Onderhoudsdienst (FOD) en de groen- en schoonmaakdienst (G&S)’, vertelt Merkx. ‘Op het Technische Bureau werken we daarnaast met twee werkvoorbereiders, een technisch inkoper, een magazijnbeheerder en ikzelf.’ De WOD bestaat uit vijftien monteurs en een teammanager en de EOD uit vijf monteurs en een teammanager. De FOD telt drie timmermannen, twee schilders en een supervisor en bij G&S werken vijf hoveniers, twee schoonmakers en hun teammanager.

‘Omdat de attracties - met onze gasten erin - onze productiemachines zijn, sturen we ons onderhoud vanzelfsprekend in de eerste plaats op de veiligheid van gasten en personeel.’ ‘Walibi Holland is van april tot en met oktober geopend. In de zomer krijgt G&S versterking van seizoensmedewerkers. In de winter doen we groot onderhoud waarvoor we ook seizoensmedewerkers inschakelen’, aldus Merkx.

De plant Walibi Merkx: ‘Het onderhoud aan de attracties vergt verschillende disciplines, waarbij de grootte van de attractie lang niet altijd de omvang van het onderhoud bepaalt.’ De 35

attracties zitten boordevol wielen, assen en lagers, dus dit betekent veel mechanisch onderhoud voor de WOD. Daarnaast zijn er voor de EOD bijvoorbeeld de besturingen (PLC’s) en andere regelaars die beheerd moeten worden. ‘Ook hebben we attracties met de ouderwetse hardwarebesturing van relais met timers, zoals bijvoorbeeld de boomstamattractie Crazy River. Sommige attracties vereisen ook onderhoud aan pompen, compressoren en hydrauliek en we hebben de houten achtbaan Robin Hood.’ Behalve voor de attracties zorgt het team van Merkx ook voor bijvoorbeeld schuifdeuren, park- en showverlichting, de parkeigen geluidsinstallaties, de camerabewaking en andere installaties op het park. De FOD bewaakt de staat van de gebouwen, het parkmeubilair zoals hekken, banken en decoraties en de prullenbakken. Ook regelt het team van Merkx het groot onderhoud van de vakantiehuisjes in het vlak bij gelegen Walibi Village. Team G&S verzorgt de hoofdinfrastructuur voor drinkwater en afvalwater, alle onderhoud aan groenvoorzieningen, bomen, planten, gras, bloemen en het schoonhouden van alle faciliteiten.

Sturen op veiligheid ‘Omdat de attracties - met onze gasten erin - onze productiemachines zijn, sturen we ons onderhoud vanzelfsprekend in de eerste plaats op de veiligheid van gasten en personeel. Beschikbaarheid en capaciteit komen op twee en drie, hoewel we natuurlijk óók proberen elke attractie optimaal open te houden, met de grootst mogelijke capaciteit. Het gaat hier bijvoorbeeld over het aantal beschikbare wagons of treinen tegen lange wachttijden.’ De attracties moeten voldoen aan wettelijke vereisten voor de Wet Attracties en Speeltoestellen uit 1997, waarvoor de Voedsel en Waren Autoriteit de toezicht-

34 MaintNL 09 – 2013

034_35_37_ME_NVDO-artikel.indd 34

22-10-13 14:52


FOTO’S: ROnALD BOnESTROO

Maintenance manager van attractiepark Walibi Holland Ton Merkx mocht - als oudgediende in attractieonderhoud - de schaalvergroting die het park meemaakte begeleiden. Hierbij introduceerde hij een onderhoudsbeheersysteem.

houder is. ‘Dat betekent dat onze attracties jaarlijks gekeurd worden door aangewezen erkende instituten, vaak TÜV. We moeten bij nieuw ontwerp de tekeningen en berekeningen voorleggen en een inbedrijfsstellingskeuring doorstaan. Ook de wachtrijafhandeling en de afscherming wordt daarin meegenomen. Van elke attractie hebben wij een constructiedossier, de vereiste keuringen, een risicoanalyse en een logboek waarin wij al het gepleegde onderhoud opnemen. Daarnaast stelt ook onze eigenaar Compagnie des Alpes eisen voor veiligheid, beschikbaarheid en een steeds verbeterende onderhoudsorganisatie.’

Onderhoud inrichten De schaalsprong van Walibi in 1999 en 2000 betekende dat er in één winter 25 nieuwe attracties in gebruik gesteld werden. ‘Dat was een schaalgrootte die ik gewend was, maar de onderhoudsmensen van het ‘oude’ Walibi toen nog niet. Samen moesten we daarin groeien, in een tijd die vanzelfsprekend gepaard ging met veel troubleshooting, kinderziektes en het opschalen naar een passende technische dienst. Maar je kan niet op een zorgvuldige

manier van zes naar twintig monteurs in één jaar, dus hebben we in die periode veel monteurs ingehuurd’, vertelt Merkx. ‘Daarna zijn we ons huidige team gaan vormgeven. De WOD en EOD vormen daarbij samen drie technische ploegen: twee van zeven en een van zes monteurs. Zij werken vier dagen in een vroege dienst van 6:00 uur tot 14:30 uur en na twee vrije dagen vier dagen late dienst van 14:30 uur tot 11:30 uur gevolgd door twee vrije dagen.’ Elke ochtend controleert de vroege ploeg tussen 6:00 en 10:00 uur alle attracties om ze vervolgens al of niet vrij te geven voor gebruik door de operator die om 09:45 uur verschijnt. Om 10:00 uur gaat het park open. De houten achtbaan wordt gecontroleerd door een timmerman. Alle monteurs hebben de papieren voor veilig werken op hoogte. Bijna alle monteurs hebben ook een BHV-certificaat. In de winter werken dezelfde drie ploegenteams aangevuld met extra ingehuurde monteurs aan het groot onderhoud. De monteurs van Walibi Holland doen veel zelf, maar halen voor specialistische technieken zoals compressoren of hydrauliek deskundigheid erbij. Afhankelijk van de

ervaring met een bepaalde taak haalt het team waar nodig ook de leverancier erbij.

Onderhoudssysteem ‘In 2005 hebben we een onderhoudsbeheersysteem ingevoerd. Het eerste jaar ben je druk met het vastleggen van alle assets, waarna je vanaf het tweede jaar alle storingen per asset kan gaan vastleggen zodat je analyses kan uitvoeren.’ Het systeem geeft al groeiende steeds nauwkeurigere informatie af en biedt ook een periodieke onderhoudsagenda. Met het systeem is de overall of individuele beschikbaarheid van assets over gewenste periodes gemakkelijk te bekijken. Het geeft een overzicht waar storingen zitten en van welke aard. Je tovert makkelijk tevoorschijn wat er dagelijks aan taken openstaat die je kan prioriteren, legt Merkx uit. Ook is Merkx’ team begonnen met ‘failure mode effect critical analysis’ (FMECA): onderzoeken welke faaleffecten op de loer kunnen liggen. En welke je je daarvan eerder kunt veroorloven ten opzichte van andere. Zo kan je optimaal bepalen welk onderhoud noodzakelijk en wenselijk is om je eigen specifieke doelen te halen. MaintNL 09 – 2013

034_35_37_ME_NVDO-artikel.indd 35

35

22-10-13 14:52


Vragen storingen teveel van u? Sitech Services verzorgt het complete onderhoud van fabrieksinstallaties, van management en uitvoering tot verbeterprojecten. Door onderhoud goed voorbereid en gepland uit te voeren vergroten we de betrouwbaarheid van uw installaties. Ondersteuning bij het beheer van uw installaties leidt tot een hogere productiviteit en lagere kosten.

SITECH SERVICES VERBETERT UW PRESTATIES

www.sitech.nl

BIZZ56'' De nieuwe standaard in webvertising Presenteer uw bedrijf, innovatie of project volgens de nieuwe standaard in webvertising: BIZZ56”. Vertel uw verhaal in uw eigen creatieve film van 56 seconden en de boodschap komt aan! Het doordachte stramien van BIZZ56” zorgt ervoor dat u en de filmers zich kunnen concentreren op het communicatieve en creatieve deel van uw boodschap. Bovenal zorgt BIZZ56” voor een snelle, complete en eigentijdse boodschap die de aandacht van uw doelgroep tot het einde vasthoudt. BIZZ56”-video’s zijn multi-inzetbaar: op uw website, via smartphones en tablets en op social media.

Verrijk uw teksten, advertenties en commerciële boodschappen met een BIZZ56” video en integreer tekst, beeld en online voor een crossmediale boodschap.

Meer weten? 036_sirech_bizz.indd 1

Als dit icoon bij een afbeelding staat, bekijk dan het bijbehorende filmpje door met uw smartphone of tablet de foto te scannen met de iLinqs app. U vindt de gratis iLinqs app in de appstore voor andriod en apple.

BIZZ56”is een product van Movielinqs video & virals. iLinqs is een app van Industrielinqs pers en platform

Neem contact op met Ellen van den Burg (020-3122088) of movielinqs@industrielinqs.nl 21-10-13 15:55


‘Als het om veiligheid gaat, gaan we voor de hoogste doelen: we willen geen incidenten. Maar ten aanzien van beschikbaarheid heb je bijvoorbeeld nog wel keuze uit ‘elke maand vier uur stilstaan’ of ‘nooit langer dan een uur stilstaan’. Wij kunnen daaruit kiezen, wat voor onze bedrijfsvoering goed is.’

Ontwikkelingen in attractieparken Ton Merkx mag zich deskundige noemen na een doorlopende loopbaan van dertig jaar in attractieparken. Die begon na de HTS en militaire dienst in 1983 met het technisch tekenen van de mechanieken voor bewegende figuren in de Fata Morgana in de Efteling, in opdracht van een machine-

‘Sommige parken vinden zichzelf te klein voor een beheerssysteem en zien niet wat het voor ze doet als ze zo’n systeem goed invullen.’ bouwbedrijf. Al snel werkte hij zelf bij de Efteling, tot 1995, als onder meer chef werktuigbouwkunde en elektrotechniek. Van daar ging hij naar Warner Bros. Movie World dat in 1996 in Duitsland opende. Merkx was daar kort operations manager en vervolgens vijf jaar maintenance manager tot hij in 2000 naar SixFlags Holland - nu Walibi Holland - kwam. ‘In die dertig jaar is de techniek verbeterd, van de oude hardware naar een combinatie van hardware met de plc’s tot dubbele plc’s van nu. Ook hebben sommige nieuwere attracties magnetische remmen gekregen, wat natuurlijk veel scheelt voor het onderhoud. Sowieso denken leveranciers bij het innoveren nu veel nadrukkelijker ook aan het onderhouds- en controlegemak.’ Onderhoud mag echter ook nog best meer belang toegedicht krijgen in veel attractieparken, vindt de manager Technische Zaken. ‘Sommige parken vinden zichzelf te klein voor een beheerssysteem en zien niet wat het voor ze doet als ze zo’n systeem goed invullen. Ook waren er tot vijftien jaar geleden nog nergens maintenance engineers, terwijl het nadenken over onderhoud op hoger niveau een organisatie - ook een attractiepark - verder helpt.’ Een punt van zorg in attractieparken vindt Merkx de factor guest behaviour, die slechter wordt. Merkx denkt na over of en hoe een afdeling Technisch Beheer daarin een

rol zou kunnen en moeten spelen. ‘Je monitort met je camerasystemen al steeds de slagbomen, schuifpoorten, of alle mensen hun gordel om hebben, waar de bootjes en treintjes zich bevinden en of iedereen er nog in zit. Je kunt met een intercom aanwijzingen geven maar je hebt niet in de hand of mensen zich toch niet aan de voorschriften houden en bijvoorbeeld eerder uitstappen.’ Dit gebeurde recent in Walibi Holland, waarschuwingsborden in meerdere talen ten spijt, met als gevolg dat een meisje ernstig gewond raakte. Merkx’ team onderhoudt de huidige monitoring van guest behaviour natuurlijk goed. ‘Het is een heel actuele vraag hoe ver je door moet - en wilt - modificeren om te voorkomen dat mensen uit wagons of bootjes gaan hangen of bijvoorbeeld zelf te vroeg uitstappen. In de VS tekent zich inmiddels een voorkeur af om afwijkend guest behaviour ook te gaan meenemen in de risicoanalyses voor attracties. En om met de veiligheidscamera’s bijvoorbeeld ook video-

opnames van elke rit te maken om het gastgedrag vast te leggen.’

Toekomst Voor de nabije toekomst heeft Merkx een aantal concrete taken die het team Technisch Beheer gaat doorvoeren. ‘Het implementeren van voorraadbeheer in het onderhoudbeheersysteem en het herinrichten van het periodiek preventief onderhoud in het onderhoudbeheersysteem zijn er twee. Ook zullen onze monteurs straks vanaf elke plek in het park via wifi in het webbased onderhoudbeheersysteem kunnen komen. En we beginnen met het gefaseerd invoeren van procedures om tot een ISO 9001-certificering te komen.’ Onderhoud anno 2013 is wat Merkx betreft een doorlopend verbeterproces, waarbij naast bijvoorbeeld nieuwe ingebruikstellingen of eventuele modificaties - ook analyses over het lopende onderhoud steeds weer nieuwe input vormen voor verbetering en procesbeheersing. n MaintNL 09 – 2013

034_35_37_ME_NVDO-artikel.indd 37

37

22-10-13 14:52


Nieuwe services onderhoud

Preventief onderhoud op uw machines PotentiĂŤle stilstand van uw machines of productielijn tot een minimum beperken? Wij inspecteren en/of onderhouden uw machine en doen voorstellen voor het verbeteren van de diagnose en beschikbaarheid van het systeem.

www.pilz.nl T. 0347 320 477

Met zekerheid succesvol.

038_hi-force_pilz.indd 1

21-10-13 15:54


Voor innovatie is visie nodig FOTO: NEDTRAIN

IMAINTAIN INFRA

Regelmatig is er nieuws over slimmer asfalt, effectieve samenwerking en onderzoeksinstituten voor innovaties in infraonderhoud. Maar dat zijn vaak aankondigingen van dingen die gaan gebeuren. Op iMaintain INFRA wordt rond het thema ‘Innovaties in infraonderhoud’ gekeken naar vernieuwingen die vandaag de dag al ingezet worden. Met visie en actuele voorbeelden dragen het congres van de NVDO Sectie Infra en het blad iMaintain bij aan vernieuwing van infrabeheer. Mark Oosterveer De Nederlandse infrastructuur is onderhevig aan verandering. Het gebruik van de assets verandert in de loop van de tijd, net als de budgetten voor bouwen en behouden. Zulke veranderingen bieden een ideale basis voor innovaties in infraonderhoud. De vraag is of bedrijven en de infra-markt daar klaar voor zijn.

Onderhoud als innovatiedrager Dr. Telli van der Lei, TU Delft verzorgt tijdens het congres de lezing ‘Systeeminnovatie en de rol van onderhoud’. Zij vindt dat onderhoud een ideale drager is om vernieuwingen en verbeteringen door te voeren in bestaande systemen. Een onderhoudsstrategie met een intrinsieke drang om continu te verbeteren brengt dat met zich mee maar is niet in alle organisaties aanwezig. Tellie van der Lei beheert het Next Generation Infrastructures Assetmanagement Platform, een plek waar de internationale wetenschap en het bedrijfsleven de uitdaging aangaan om infrastructuren klaar te maken voor de toe-

komst. Daarvoor werken bij het onderzoeksinstituut dat verbonden is aan de TU Delft, kennisinstellingen, marktpartijen en overheidsorganisaties met elkaar aan vraagstukken van vandaag en morgen.

Innovatie als aanjager Er zijn marktpartijen die onderhoud en innovatie scheiden. Er zijn ook partijen die innovaties gebruiken om onderhoud te verbeteren. Bij NedTrain is het gebruik van het nieuwe onderhoudsbeheersysteem verder geprofessionaliseerd door de ruim duizend monteurs van een iPad te voorzien. Deze geeft de monteur toegang tot alle benodigde informatie voor het uitvoeren van het onderhoud aan treinen. Daarnaast worden de bevindingen, verbruiken en orderstatus door de monteur real-time teruggekoppeld. De combinatie van bestaande technieken en nieuwe producten zorgt voor een optimalisatieslag in infraonderhoud. Ben Cretier vertelt op het congres over de case, de implementatie en de verandering die teweeg is gebracht.

De NVDO Sectie INFRA en het vakblad iMaintain organiseren jaarlijks het congres iMaintain INFRA. Dit jaar staat innovatie in infraonderhoud in de schijnwerpers. Actuele ontwikkelingen worden behandeld door experts en ervaringsdeskundigen uit de wereld van bouwen, gebruiken en behouden van infrastructurele werken. Een belangrijke waarde van het congres is de verkiezing van het Infra Projectteam van het Jaar in het avondprogramma. De voorzitter van een vakkundige jury maakt de uitkomst van een traject bekend waarbij wordt gekeken welk projectteam het beste scoort op resultaat, budget, communicatie en impact. Kijk voor actuele informatie over sprekers en projectteams ook op www.imaintain.info/infra

Innovatie als ketenprestatie Het GVB zorgt voor de mobiliteit van vele Amsterdammers. Daarbij zijn betrouwbaarheid en beschikbaarheid van het materieel en de infrastructuur van groot belang. Zeker als dat voor een aanvaardbare prijs gebeurt. Ton Beckers is projectleider Asset Management bij GVB Rail Services. Hij vertelt hoe permanente verbetering in de processen, technieken en werkwijzen een belangrijke rol speelt bij het beheer en onderhoud van de assets. Net als bij andere disciplines herkent het GVB de kracht van een integrale aanpak. Zo wordt innovatie in infraonderhoud een gezamenlijk doel.

Innovatie van Noord naar Zuid Vandaag de dag zijn twee grote Noord-Zuidprojecten regelmatig in het nieuws. Gasunie heeft op 1 oktober de laatste fase van de Noord-Zuidroute in gebruik genomen. Bij dit project is sinds 2008 ruim vijfhonderd kilometer gasleiding aan het Nederlandse netwerk toegevoegd. Meer informatie over dit project en de innovaties in het beheer wordt door Ad Pijnacker Hordijk, hoofd van de afdeling projectmanagement, verteld op het congres. Ook de bekende Noord-Zuidlijn in Amsterdam wordt tijdens het congres besproken. n MaintNL 09 – 2013

039_MQ_NVDO-artikel.indd 39

39

22-10-13 14:52


28 november 2013 ● Van Nelle Ontwerpfabriek ● Rotterdam

Innovaties in infra-onderhoud De Nederlandse infrastructuur is onderhevig aan veranderingen. Het gebruik verandert in de loop van de tijd, net als de budgetten voor bouwen en behouden. Een ideale basis voor innovaties in infra-onderhoud. Daarvoor zijn niet alleen nieuwe producten nodig, ook het anders inzetten van bestaande technieken is als innovatie te bestempelen. Innovatie is namelijk meer dan alleen een technische verbetering. Innovatie kan ook in bijvoorbeeld management plaatsvinden. De nieuwe toepassing van een bestaand product kan net zo veel effect hebben als de introductie van het product zelf. Wat zijn de drijfveren per sector om te vernieuwen en waar is de grootste winst te halen? Het congresprogramma combineert ervaring, visie en voorbeelden van innovaties in infraonderhoud. Het congresprogramma is samengesteld in samenwerking met de NVDO Sectie Infra en iMaintain.

Programma

Schrijf nu in

13.00 Ontvangst 13.45 Opening door de dagvoorzitters 13.55 Hoe werkt de Gasunie aan innovaties in de hoge druk-gasnetten Gasunie 14:20 1000 ipads voor onderhoud bij Nedtrain Ben Cretier, Nedtrain 14:45 Vooruitkijken naar onderhoud aan de Noord-Zuidlijn Gemeente Amsterdam 15:10 Zeepkistpresentaties – innovatiecases 15.30 Pauze 16:00 Infra-onderhoud: van goed naar beter Ton Beckers, GVB 16.25 Systeeminnovatie en de rol van onderhoud Telli van der Lei, TU Delft 17.00 Afsluiting 17.15 Netwerkborrel 18.00 Diner en Infra-projectteam van het Jaar 2013

Kijk op www.imaintain.info/infra voor meer informatie. MEER INFORMATIE OVER LOGISTIEK, INHOUD EN/OF SPONSORING Congresinformatie: Hilde Westerink • 020-3122791 • hilde@industrielinqs.nl Sponsorinformatie: Anouk Bouwmeester • 020-3122797 • anouk@industrielinqs.nl INITIATIEFNEMERS

01_INFRA_A4.indd 2

PARTNERS IMAINTAIN PLATFORM

LEDEN IMAINTAIN PLATFORM

21-10-13 15:50


Agenda

november 12 november BASF, Nijehaske www.nvdo.nl Corrosie Centraal NVDO Kring Friesland organiseert, in samenwerking met het NVDO Platform Materiaalkunde, een bijeenkomst bij BASF Nederland Resins & Additives in Nijehaske. Het thema van de dag is ‘Corrosie Centraal’. Onder meer Bernhard Rijpkema, Materials Engineering Consultant bij AkzoNobel Engineering & Operational Solutions, zal spreken over corrosiepreventie door toepassing van de juiste kunststoffen. René Baron, maintenance & engineering manager bij BASF Nederland Resins & Additive, houdt een lezing met als thema breekplaatcorrosie en materiaalkeuze.

21 november MSD, Boxmeer www.nvdo.nl Bijeenkomst Sectie Food De NVDO Sectie Food, Beverage & Farma organiseert een bijeenkomst met het thema ‘Bedrijfsrisico’s in de keten integraal onder controle’. Bedrijven en overheden worden geconfronteerd met risico’s en situaties die een grote impact kunnen hebben op de veiligheid van patiënt en/of consument, product, werknemers of het bedrijfsproces. Risicogebaseerd beheer en onderhoud kan een bijdrage leveren in het reduceren van de risico’s tot een minimum. Met sprekers van onder meer MSD, NAMCO en Tebodin.

25 november

NEMO, Amsterdam www.duurzaamgeproduceerd.nl/congres Congres Duurzaam Geproduceerd Niets mooier dan een biertje of een Magnum na een lange dag werken. Maar hoe duurzaam worden deze en andere producten geproduceerd? Hoor er alles over tijdens de eerste editie van het congres Duurzaam Geproduceerd, waar topsprekers van industriële bedrijven vertellen hoe zij hun processen op een ‘low calorie diet’ zetten.

20 november Lijmacademie, Gilze Rijen www.nvdo.nl Het Rendement op Onderhoud Het ruime begrip ‘Rendement op Onderhoud’ wordt tijdens deze studiedag verder uitgediept. MMY 2013 Ton Huibers vertelt over zijn teamprestatie en hoe u dit in uw eigen organisatie ook kunt bereiken. Hoe leveren buitendienstmedewerkers het juiste rendement in de missie van uw organisatie? Assa Abloy Besam deelt haar positieve ervaringen graag met u. De Gemeente Amsterdam blikt terug op het rendement van de uitstekende projectplanning tijdens de Troonswisseling 2013.

28 november www.imaintain.info/infra iMaintain INFRA De Nederlandse infrastructuur is onderhevig aan veranderingen. Een ideale basis voor innovaties in infraonderhoud. Wat zijn de drijfveren per sector om te vernieuwen en waar is de grootste winst te halen? Tijdens iMaintain INFRA gaan experts dieper in op innovaties in infra-onderhoud.

8 november NVDO Jaarvergadering en Jubileum! Het kan u niet ontgaan zijn. Het hele jaar 2013 staat in het teken van de vijftigste NVDO-verjaardag. Als klap op de vuurpijl vieren we dat groots op 8 november. Reserveer vanaf 14.30 uur (de jaarvergadering) in uw agenda, want het belooft een Krachtig Onderhoud Spektakel te worden! ● U gaat met ons mee naar Madurodam! ● Maxime Verhagen deelt zijn visie op de Krachtige Toekomst van Onderhoud! ● U komt samen, want er is een leuk partnerprogramma! ● U geniet van de heerlijke buffetten! ● U komt in feeststemming, want voor muziek wordt gezorgd! Reserveer de datum in uw agenda. Naast het fantastische inhoudelijke programma is er, zeker tijdens dit Krachtige Onderhoud Spektakel, ruimschoots gelegenheid om te netwerken. De uitnodiging ontvangt u binnenkort waarna de aanmeldmogelijkheid open wordt gesteld.

december 10 t/m 12 december Evenementenhal, Hardenberg www.evenementenhal.nl Elektro Vakbeurs Elektro Vakbeurs Hardenberg brengt alle elektrotechnische componenten bijeen tijdens één netwerkevenement. Tijdens deze vakbeurs treft u alle disciplines van het vak: van kabelmanagement tot domotica, van energievoorzieningen tot schakelmaterialen.

12 december Drijvend Paviljoen, Rotterdam www.watervisie.com Watervisie Een van de meest voorkomende elementen op aarde kun je moeilijk schaars noemen. Toch is water van levensbelang voor de industrie. Welke waarde vertegenwoordigt water en hoe kunnen we dat expliciet maken? Tijdens Watervisie 2013 belichten we de vele waardes van water. MaintNL 09 – 2013

041_MH_NVDO_agenda.indd 41

41

23-10-13 09:26


Infra

Openheid in onderhoud kunstwerken IJsselmeer Het onderhoud van de bruggen en sluizen van Rijkswaterstaat in het IJsselmeergebied valt de komende vijf jaar onder de hoede van een multidisciplinaire aannemerscombinatie. Deze gaat volgens een prestatiegericht contract met Rijkswaterstaat de complexen in het areaal risicogestuurd onderhouden. De beschikbaarheid is bepalend. Renske van den Berg

‘Het denken over assetmanagement bij Rijkswaterstaat is veranderd’, vertelt pro­ jectmanager Marcel Kievit van Rijkswater­ staat. ‘We willen als opdrachtgever niet meer in takenlijstjes voorschrijven hoe vaak en wanneer welk onderdeel vervangen of gesmeerd moet worden. Wat je als opdrachtgever feitelijk wilt, is beschikbaar­ heid, functionaliteit en veiligheid van je bruggen en sluizen.’ Precies dát heeft Rijkswaterstaat nu in een programma van eisen gegoten. Kievit: ‘Voordat de opdracht naar de markt kon, moest Rijkswaterstaat erover naden­ ken hóe je begrippen als ‘functionaliteit’ en ‘beschikbaarheid’ op een goede manier in een contract vastlegt. We kwamen uit op het beschrijven van eisen die we stellen aan de prestaties van de te onderhouden assets.’ Een eis kan bijvoorbeeld zijn dat een bepaalde sluis moet kunnen schutten of keren en per jaar hooguit 24 uur buiten bedrijf is. Zo’n eis kan je door vertalen naar de onderdelen die bepalend zijn om die eis te halen. Kievit: ‘We hebben op die manier per object de beschikbaarheidseisen ver­ taald naar prestatiegestuurde instandhou­ dingsplannen (P­IHP’s). Die vormen de basis waarop je je onderhoud risicoges­ tuurd kan inrichten.’

Slimmer besteden Rijkswaterstaat verwacht dat het publieke geld voor het onderhoud van de bruggen en sluizen met het prestatiegerichte contract zinvoller wordt besteed. Onderhoud wordt

namelijk gepleegd wanneer het nodig is. En niet omdat een bewegend onderdeel ‘gemiddeld elke drie jaar vervangen moet worden’, terwijl zo’n onderdeel in de ene sluis misschien wel minder snel slijt dan in een andere.

‘Voor Rijkswaterstaat is dit prestatiecontract een pilot, wat best spannend is.’ ‘De markt wordt uitgedaagd om tegen een voor Rijkswaterstaat scherpe prijs het onderhoud zelf effectiever in te richten, terwijl het aan onze eisen voldoet’, aldus projectmanager Kievit. ‘Voor Rijkswaterstaat is dit prestatiecontract op basis van P­IHP’s een pilot, wat best spannend is. We willen het wel goed doen. In de voorselectie heb­ ben we een objectieve audit laten uitvoe­ ren door een onafhankelijke partij op een

referentieproject van de potentiële opdrachtnemers. Hierbij is onder andere gekeken naar de processen en kwaliteits­ borging van de kandidaat­partijen.’ De vijf partijen met de hoogste scores zijn vervol­ gens geselecteerd. In het prestatiecontract staat dan ook dat de opdrachtnemer zelf aantoont dat de prestaties worden gele­ verd. Ook moeten de werkprocessen voor de onderhoudsopdracht een eigen para­ graaf krijgen in het kwaliteitsmanagement­ systeem van de opdrachtnemer. Rijkswaterstaat zal na afloop het nieuwe opdrachtgeverschap uitgebreid evalueren. Tussentijds worden er audits uitgevoerd.

Vereiste expertise Om tegen de taak opgewassen te zijn, moet de opdrachtgever naast kwaliteitsbeheersing natuurlijk ook de juiste expertises aan de dag leggen. Het onderhoud betreft alle natte slui­ zen en bruggen in het IJsselmeergebied en renovatiewerk aan de sluiscomplexen Lorentz en Stevin in de Afsluitdijk: modernisering van besturing en bediening, revisie van draai­ bruggen, schutsluizen en spuisluizen en de vernieuwing van remmings­ en geleidewer­ ken. De aannemerscombinatie ARCADIS en Croon Elektrotechniek heeft uiteindelijk de opdracht gegund gekregen. Maintenance Manager Chris Nijenhuis van ARCADIS: ‘De assets in de opdracht hebben elk een eigen

BRuggEN EN SLuIZEN IN HET IJSSELMEERgEBIED Naviduct Enkhuizen Complex Krabbersgatsluizen Complex Stevinsluizen Complex Lorentzsluizen Complex Houtribsluizen Installaties Baggerspeciedepot IJsseloog Complex Roggebotsluizen Complex Nijkerkersluizen

42 MaintNL 09 – 2013

042_43_45_MT_NVDO-artikel.indd 42

23-10-13 09:27


Onder meer het naviduct bij Enkhuizen behoort tot het te onderhouden kunstwerkenareaal rond het IJsselmeer. Rijkswaterstaat schrijft niet meer op detailniveau voor wat er moet gebeuren aan de werken. De aannemers mogen nu zelf aantonen dat ze aan de kwaliteitseisen voldoen.

karakter. Ze komen vaak uit verschillende tijdperken en maken ook gebruik van andere technieken. Dat vereist kennis van veel uiteenlopende systemen.’ Nijenhuis noemt een greep uit de onder­ houdsopdracht: ‘Mechanische en hydrau­ lische bewegingswerken van schuiven, bruggen en deuren, verschillende bestu­ rings­ en bedieningssystemen, verlich­ ting, hoog­ en laagspanningsinstallaties, camerasystemen, intercom­ en audiosys­ temen voor communicatie met schippers, marifoons, radarsystemen en het Informatie­ en Volgsysteem voor de Scheepvaart (IVS, red.). Daarnaast zijn er natuurlijk nog de civiele constructies: remmingswerken, bolders en borden. Ook pompen, leidingen en hijsinstalla­ ties van het baggerspeciedepot vallen onder de opdracht.’ Bij de renovatiewerkzaamheden gaat het behalve om revisie van civiele en mecha­ nische delen ook om het vervangen van de bestaande bedieningssystemen tot één gestandaardiseerde bedienings­ en besturingsinstallatie, een specifieke expertise vanuit Croon.

Integraal onderhoud ARCADIS en Croon Elektrotechniek brach­ ten met hun combinatie de vereiste discipli­ nes samen onder de naam Sherpa. Ingenieursorganisatie ARCADIS heeft erva­ ring op het gebied van assetmanagement en waterbouwkundige ontwerpen. Croon Elektrotechniek weet veel van het realise­ ren en onderhouden van (elektro)techni­ sche oplossingen voor onder andere tun­ nels, bruggen en sluizen. René Esser is projectmanager bij Croon Elektrotechniek en penvoerder namens de combinatie. ‘Niet alleen versterken onze expertises elkaar: ieder van ons was ook op zoek naar een aanvullende partij die zich wil doorontwikkelen naar integraal asset­ management van hogere kwaliteit voor de ‘natte wereld’. Waarbij disciplines elkaar niet in de weg lopen, maar samen verant­ woordelijkheid nemen voor de prestaties van de asset. Vervolgens blijft het wat ons betreft ook niet puur bij het voldoen aan de eisen: we willen dat die integrale aanpak ook verbetermogelijkheden blootlegt waar­ door het onderhoud ook ná onze contract­ periode nog steeds slimmer en effectiever

kan worden. Die kennis willen wij niet voor onszelf houden, maar als meerwaarde bie­ den voor de opdrachtgever. Wij hebben elkaar gevonden omdat we precies deze visie op onderhoud delen. Niet elke partij past binnen dit gedachtegoed.’ Marktgroepdirecteur Mark Elbers van ARCADIS: ‘We hebben als combinatie inge­ schreven onder de naam Sherpa, omdat dat deze gedeelde visie goed weerspiegelt. We willen onze kennis en kunde inzetten om opdrachtgevers naar een hogere kwaliteit van het assetmanagement te gidsen.’

Organisatie inrichten Maintenance manager Nijenhuis legt uit hoe de partners hun projectorganisatie hebben ingericht: ‘Contractmanagement bewaakt dat wij voldoen aan de contract­ vraag en dat wij dat ook kunnen aantonen. René Esser buigt zich daarvoor over de kwaliteitsbeheersing en verantwoording. Het maintenancemanagement zorgt voor de juiste vertaling van de eisen voor beschik­ baarheid en functionaliteit naar een onder­ houdsregime. Dit onderhoudsregime, op basis van reliability centered maintenance MaintNL 09 – 2013

042_43_45_MT_NVDO-artikel.indd 43

43

22-10-13 14:51


INNOVATIE MAAKT VAN GGB DE MARKTLEIDER The Global Leader in High Performance Bearing Solutions GGB luistert naar de response van zijn klanten. Het resultaat hiervan zijn superieure lagers die problemen vermijden. Meer weten? Surf dan naar onze website: www.ggbearings.be of scan de QR Code die u hieronder vindt. GGB Benelux Fountain Business Park, Building 5 C. Van Kerckhovenstraat 110 B-2880 Bornem Tel.: +32-(0)3 890 46 70 Fax: +32-(0)3 890 46 71 benelux@ggbearings.com

Get a QR code reader at http://getscanlife.com Š2012 GGB. All rights reserved.

GGB_8949_BrndBenelux_iM_M.indd 1

044_GGB_hateha.indd 1

3/12/12 9:15 AM

21-10-13 15:54


(RCM, red.), moet ook efficiënt uitgevoerd worden. Dat gebeurt onder verantwoorde­ lijkheid van een operationeel manager.’ Innovaties uit het operationele onderhoud worden op hun beurt weer gestructureerd verwerkt in het onderhoudsregime. Renovaties worden onder verantwoording van de projectleider uitgevoerd in afstem­ ming met het maintenancemanagement en contractmanagement.

Aan de vertaalslag van eisen naar onder­ houdsregime ging de nodige studie vooraf. Nijenhuis: ‘Alles draait om de beschikbaar­ heid: reliability centered maintenance. Dat betekent dat je voor elk object beschrijft welke functies beschikbaar moeten zijn. En van welke onderdelen dit functioneren afhangt. Ook bepaal je welke risico’s er zijn voor het functioneren en de veiligheid van de assets en dus voor de onderdelen. uit de analyse van het huidig onderhoud bepaal je tevens de kostendrijvers. Dit is de basis van de instandhoudingsplannen, die we vertalen naar een onderhoudsregime.’ Dit is een uitdagende puzzel: van een kunstwerk weegt in het stormseizoen bij­ voorbeeld de functie ‘water keren’ zwaar­ der, terwijl de normale functie ‘scheepspas­ sage’ is.

Onderhoudsmanagementsysteem Het onderhoudsregime wordt vastgelegd in een onderhoudsmanagementsysteem. Nijenhuis: ‘We vullen dit systeem met al het onderhoud dat al door Rijkswaterstaat is bepaald in de Prestatie gerichte Instandhoudingsplannen (PIHP’s, red.). Het onderhoud bestaat hierbij uit een mix van preventieve taken en inspectietaken voor toestandgericht onderhoud. We registreren alles wat we uitvoeren én wat we tegenko­ men: geplande en ongeplande taken, sto­ ringen en dus ook de beschikbaarheid. Dit stelt ons in staat om met onze gebundelde kennis van engineering en uitvoering gege­ vens te analyseren: wat heb ik gedaan en wat heeft dat opgeleverd? Dat levert niet alleen zinnige voorstellen op voor aanpas­ singen aan het onderhoudsregime, maar ook voor het beheer van het hele areaal op lange termijn.’ Mark Elbers en René Esser: ‘Zulke aanbeve­ lingen zijn onderbouwd en gekoppeld aan

FOTO: NIELS VAN DER MADE

‘In de openheid naar de opdrachtgever toe zit het innovatieve van dit contract.’

Met een prestatiecontract wordt onderhoud gepleegd wanneer het zinvol is. En niet omdat een bewegend onderdeel ‘gemiddeld elke drie jaar vervangen moet worden’, terwijl zo’n onderdeel in de ene sluis misschien wel minder snel slijt dan in een andere.

risico’s die je ermee voorblijft. Ze gaan over de contractstermijn heen en betreffen de life cycle van de asset. De opdrachtgever kan er betere beleidskeuzes mee maken, waar wij niet per se zelf op kunnen rende­ ren. In die openheid naar de opdrachtgever toe zit het innovatieve van dit contract.’

Multidisciplinaire teamgeest De kennis van de mensen in het veld wordt gebruikt en vergroot voor beter integraal onderhoud. Nijenhuis: ‘We willen dat een ongewoon geluid of een betonschade niet alleen de werktuigbouwkundige of civiel onderlegde onderhoudsmensen opvalt, maar ook de elektroman. En we willen dat zij zich samen verantwoordelijk voelen voor de complexen en het functioneren ervan. Daarom maken we nu in de beginfase onder­ houdsteams van e­ en w­mannen die sámen naar de objecten gaan. Daar zit al een eerste synergieslag. De tweede zit in het organise­ ren van het preventief onderhoud. Als het onderhoudsmanagementsysteem verschil­ lende taken voor eenzelfde object uithoest, zullen we die efficiënt combineren en uitvoe­ ren. Voor het renovatiewerk bij de sluizen­ complexen in de Afsluitdijk zijn er zeven verschillende renovatiewerkzaamheden.

Hierop komt één team van civiel, elektro­ technisch en werktuigbouwkundig engi­ neers en uitvoerders die over hun raakvlak­ ken heen samenwerken.’ Penvoerder Esser: ‘De drive om je sámen ver­ antwoordelijk te voelen voor de assets, over grenzen van disciplines en organisaties heen, vind je ook terug in het contract. ARCADIS en Croon Elektrotechniek zitten er beide met risi­ co in, waarbij we niet tot achter de komma hebben zitten rekenen hoe elk van ons erin zit. We zijn van a tot z samen verantwoordelijk, hebben evenveel belang bij elkaars werk en winnen er dus niks mee als we naar elkaar gaan zitten wijzen.’ In het contract zie je goed de terugtrekkende beweging van de overheid, vertellen de opdrachtnemers. ‘Schreef Rijkswaterstaat vroeger zelf tot detailniveau voor wat er moest gebeuren, in dit contract volstaan audits op ons kwaliteitssysteem waarbij wij aantonen dat wij de kwaliteit beheersen en ook aan­ toonbaar toepassen.’ De opdracht van Rijkswaterstaat heeft in eer­ ste instantie een waarde van 33 miljoen euro exclusief btw. Daarna is er in de opdracht mogelijk 10 miljoen euro aan extra opties te verwerven voor renovatiewerkzaamheden aan de resterende sluiscomplexen. n MaintNL 09 – 2013

042_43_45_MT_NVDO-artikel.indd 45

45

22-10-13 14:51


Onderhoud en gebouwde omgeving

Onderhoud houdt manufacturing in Europa Na 48 jaar krijgt Volvo Cars Gent een beloning voor de onafgebroken inspanningen op het vlak van onderhoud. Marc Begijn, maintenance manager, ontving de Belgische titel ‘Maintenance Manager van het jaar 2013’. Volvo Cars Gent is reeds sinds 1965 aanwezig in België. Voor de Zweedse wagenbouwer was dit het middel om een vestiging te hebben binnen de grenzen van de Europese Economische Gemeenschap en om op deze manier zware invoertaksen te ontlopen. De hoge productiviteit zorgde ervoor dat er fors werd geïnvesteerd in deze vestiging. Momenteel is het zelfs de vestiging met het hoogste productievolume. In Gent worden de volgende Volvo-modellen geproduceerd: de V40, de S60 en de XC60.

Onderhoud in de productie

Het groeiplan kan enkel gefinancierd worden door de huidige modellen en door de bestaande productievestigingen op een zeer efficiënte manier te beheren. Onderhoud heeft hier een cruciale rol.

(Vlaamse) cultuur. Hierbij werd onderhoud volledig geïntegreerd binnen de productieorganisatie. Early Equipment Management zorgde ervoor dat onderhoud aan bod kwam bij het design van de installatie. Hierbij was er extra aandacht naar de onderhoudbaarheid en betrouwbaarheid van de installaties. Binnen productie waren er zelfsturende teams die een aantal basisonderhoudsactiviteiten op zich namen. In 1999 behaalde Volvo Cars Gent als eerste productiebedrijf wereldwijd de TPM World Class Award. In datzelfde jaar werd Volvo Cars overgenomen door Ford.

Best practices verzamelen Door deze overname kwam ook de vraag om zich te aligneren met de FPS (Ford Production System)-aanpak. Na een grondige analyse en benchmarkbezoeken aan verschillende Ford-plants bleek al heel snel dat Volvo Cars op vele gebieden een

FOTO: BEMAS

Deze groei kwam natuurlijk niet vanzelf. Eind jaren 80 trokken de eerste managers naar Japan om de lokale productiemethodes te begrijpen. In de jaren 90 heeft men resoluut de TPM (Total Productive Maintenance)-methodologie ingevoerd. In verschillende stappen heeft men de Japanse aanpak vertaald naar de Europese

grote voorsprong had op het vlak van diverse manufacturingtechnieken.

Marc Begijn: Belgische Maintenance Manager 2013.

Er was slechts één groot probleem: de Volvo-aanpak was niet uniform bij de verschillende vestigingen van Volvo Cars. Om dit te uniformeren werd VCMS (Volvo Cars Manufacturing Systems) in het leven geroepen. Dit initiatief moest ervoor zorgen dat de best practices verzameld werden en uniform werden uitgerold. Mainnovation ondersteunde Volvo Cars bij het vormgeven van VCMS Maintenance. Het Value Driven Maintenance (VDM)model werd gebruikt als centraal model om alle best practices van de verschillende Volvo-productiefabrieken te verzamelen en te uniformeren. Op basis hiervan werd een gemeenschappelijk onderhoudsproces uitgewerkt, werden onderhoudstools geïntroduceerd en trainingen opgezet. Het creëren van toegevoegde waarde met onderhoud werd door de jaren heen steeds belangrijker. Het VDM-model werd gebruikt om continu de afweging te maken om de focus te leggen op de meest dominante waardedrijver: beschikbaarheid of kosten. Hierbij werden de processen, de onderhoudsorganisatie, de IT-tools, de data en de onderhoudsindicatoren steeds verder verfijnd en aangepast.

46 MaintNL 09 – 2013

046_47_MV__NVDO-artikel.indd 46

22-10-13 14:51


FOTO: PIETEr BAErT

In de Volvo-fabriek in Gent worden de V40, de S60 en de XC60 gemaakt.

Hybride onderhoudsorganisatie Een cruciale aanpassing drong zich de laatste jaren op op het vlak van de onderhoudsorganisatie. De decentrale onderhoudsorganisatie die volledig geïntegreerd was binnen productie uit de TPM-periode was duur en het uitwisselen van ervaringen was arbeidsintensief. Bij vele bedrijven wisselen de cycli van centralisatie en decentrali-

satie zich af, waar men telkens doorschiet in één van de uitersten. Volvo Cars Gent heeft deze fout niet gemaakt en heeft geopteerd voor een hybride onderhoudsorganisatie. Hierbij blijven de ‘eigen onderhoudsactiviteiten’ (onderhoud uitgevoerd door de productieoperatoren) en het correctief onderhoud gedecentraliseerd gehouden bij productie en werden de overige onder-

MAINTENANCE MANAGEr VAN HET JAAr 2013 In de Maintenance Manager van het Jaar-verkiezing van 2013 in België nam Marc Begijn het op tegen het maintenancemanagerduo van Stora Enso, Katrien Bouckaert en Peter Heyndrickx. Deze verkiezing werd georganiseerd door NVDO’s zusterorganisatie BEMAS. Marc Begijn won de verkiezing en kreeg alle lof van de jury. Het jarenlang sturen op waarde binnen onderhoud heeft overduidelijk zijn vruchten afgeworpen. Dit is natuurlijk niet de verdienste van Begijn alleen. Hij heeft dit gerealiseerd met een sterk gepassioneerd onderhoudsteam van meer dan driehonderd man. De cijfers die ze kunnen voorleggen, liegen er niet om. Om jaarlijks 250.000 wagens te produceren beschikken ze over meer dan 8.000 installaties, waarvan 828 robots en 15,7 kilometer lopende band. De technische beschikbaarheid bedraagt 98,7 procent en hiermee kan Volvo Cars Gent wedijveren met de beste automobielbedrijven uit de wereld.

houdsactiviteiten gecentraliseerd in een overkoepelende onderhoudsafdeling. Deze afdeling is verantwoordelijk voor alle preventieve onderhoudsactiviteiten, modificaties en het langetermijnassetbeheer. Marc Begijn leidt deze afdeling en is als maintenance manager dan ook een vast lid van het plantmanagementteam.

Groeiplan Sinds 2010 is Volvo Cars een onderdeel van het Chinese bedrijf Geely. Dit bedrijf heeft de ambitie om Volvo Cars uit te laten groeien tot een wereldspeler in het premium segment. Het wenst hiervoor in te zetten op de ontwikkeling van nieuwe modellen en nieuwe productiefaciliteiten in China. Hiermee zou de productiecapaciteit binnen een aantal jaar ongeveer verdubbeld moeten worden. Dit groeiplan kan enkel gefinancierd worden door de huidige modellen en door de bestaande productievestigingen op een zeer efficiënte manier te beheren. Onderhoud heeft hier een cruciale rol: het zorgt voor een hoge beschikbaarheid tegen de laagst mogelijke kost. Door dit te verzekeren heeft massaproductie nog een kans in Europa. n MaintNL 09 – 2013

046_47_MV__NVDO-artikel.indd 47

47

22-10-13 14:51


Applus RTD is de wereldwijde referentie voor Asset Integrity Services, met een solide basis in Niet-Destructief Onderzoek en Inspecties. Onze focus ligt op het leveren van totaal oplossingen op het gebied van testen, inspecteren en certificeren, die de integriteit van uw installatie waarborgen. Dit doen we al sinds 1937. Onze Asset Integrity Services, standaard en op maat gemaakt, verzekeren de integriteit en conformiteit van uw installaties. Applus RTD Nederland Delftweg 144 3046 NC Rotterdam T + 31 10 716 60 00

www.ApplusRTD.com

048_aplus_eco.indd 1

Postbus 10065 3004 AB Rotterdam E info.netherlands@applusrtd.com

21-10-13 15:53


Cursussen

Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de Maintenance Academy op www.nvdo.nl Komende NVDO Cursussen Locatie: NVDO Verenigingsgebouw, Houten tenzij anders vermeld 13 november Verkenning NEN 2767-4 Infra In de cursus wordt het onderwerp NEN 2767-4 verkend, er wordt ingegaan op wat de norm inhoudt en welke mogelijkheden deze biedt voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. De cursus laat zien hoe u de norm kunt toepassen in bestekken en waar u rekening mee dient te houden bij de uitvraag. Ook wordt de verbinding gelegd met de RAMS-specificatie en een risicoanalyse-methode als FMECA. Voor opdrachtnemers wordt ingegaan op de implementatie van de inspectiemethodiek en de realisatie daarvan. De mogelijkheden van registratie met behulp van onderhoudsbeheerssytemen en inspectietools wordt toegelicht. De cursus geeft een breed overzicht van de mogelijkheden en onmogelijkheden van de norm. U leert van de ervaringen bij het implementeren en toepassen van de norm. Na de cursus kunt u gefundeerd een keuze maken over wat de norm voor uw organisatie kan betekenen en heeft u handvatten om hiermee verder aan de slag te gaan.

• •

Definiëren van functies en normen voor de gewenste prestaties Definiëren van (functionele) storingen

Dag 2 • Vaststellen van storingsoorzaken (storingsvormen) • Bepalen wat er bij een storing gebeurt (storingseffecten) • Beoordelen van storingsgevolgen Dag 3 • Bepalen van strategieën in de strijd tegen storingen • Bundelen van taken tot onderhoudsschema’s • Toepassen van de RCM-methode De cursus is bestemd voor degenen die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van technische systemen, de inzet, het gebruik en de bediening van die systemen, het ontwerp van die systemen of voor de veiligheid, de arbeidsomstandigheden en het milieu. De doelgroep bestaat uit reliability managers, maintenance managers, reliability engineers, maintenance engineers, operations managers, production managers, quality managers, operations engineers, process engineers, engineering managers en SHE managers.

Onderwerpen • • • • • • • • • •

Kader NEN 2767-4 De norm inhoudelijk Inspecteren en registreren volgens de norm De norm toegepast als 0-meting De norm toegepast bij het opstellen van (prestatie)bestekken Relatie tussen onderhoudskosten en norm De norm toegepast bij het opstellen van meerjarenonderhoudsplanning Relatie RAMS/FMECA/RCM en norm De norm toegepast bij de besturing van contracten Gebruik van tools en automatisering

26, 27 en 28 november RCMII, Zwolle U leert de zeven RCM-vragen te beantwoorden en zo te beslissen welke periodieke taken de beste strategie vormen in de strijd tegen bepaalde storingen. U leert bovendien hoe te beslissen welke storingen beter op een andere manier kunnen worden bestreden, namelijk door een eenmalige wijziging van het ontwerp, de wijze van bediening, procedures en voorschriften of van kennis en vaardigheden.

2 en 3 december Meerjarenonderhoudsplanning Een goede meerjarenonderhoudsplanning maakt gebruik van de resultaten die verkregen zijn uit onderhoudsinspecties (bijvoorbeeld volgens NEN 2767). Elke onderhoudsplanning heeft twee belangrijke functies: het is een goed stuk gereedschap bij onderhoudsbeheersing en het is een goed communicatiemiddel bij het zichtbaar maken van de resultaten van onderhoudswerkzaamheden. De cursist is na afloop van de cursus in staat: een Programma van Eisen voor Instandhouding op te stellen, bezien vanuit dwingend recht, regelend recht en beleid. Hij kan een meerjarenonderhoudsplanning van (bouwkundig) onderhoud maken en weet om te gaan met onderhoudskengetallen en projectanalyses.

Onderwerpen • • • • • •

Onderwerpen Dag 1 • Inleiding in Reliability-centred Maintenance

Onderhoudsplanning als onderdeel van de bedrijfsbeheersing (control) Het verzamelen van gegevens via gerichte inspecties (bijvoorbeeld NEN 2767) Welke eisen worden er per discipline aan een conditiemeting - meerjarenplan gesteld? Directe toepassingen van inspecties NEN 2767 Indirecte toepassingen NEN 2767 Afgeleide besturingsproducten van meerjarenbeheerplannen Rapporteren van bevindingen in een meerjarenonderhoudsplan MaintNL 09 – 2013

049_MI_NVDO_cursussen.indd 49

49

22-10-13 14:51


Ieder zijn vak

Dijkinspecteur altijd in gevecht met de elementen Nederland ontleent haar bestaansrecht aan de vele dijken en kades die het land rijk is. Droge voeten lijken vanzelfsprekend, maar dat zijn ze niet. De mensen van de waterschappen zijn dag en nacht in touw om ervoor te zorgen dat de kades hun integriteit behouden. De technische mogelijkheden worden steeds groter, maar één variabele blijft grillig: het weer. Ingrid Rompa

Piet Schering (58) is watersyteembeheerder bij Hoogheemraadschap van Rijnland, district Zuidoost. Onderdeel van zijn takenpakket is de functie van dijkinspecteur. ‘Ik ben betrokken bij het op orde houden van de kades en dijken’, vertelt hij enthousiast. ‘We lopen minimaal een keer per jaar onze kade-inspectie bij zowel polder- als boezemkades. Meestal gebeurt dat in het voorjaar, zodat je kunt zien welke schade de winter heeft aangebracht met wind en golfslag.’ Het is een visuele inspectie, aldus Schering. ‘We prikken met een roestvrijstalen prikstok van een meter lang en we kijken of er verzakkingen in het kadeprofiel te vinden zijn en of er geen droogtescheuren aanwezig zijn. Ook wordt bekeken of de oever niet is afgeslagen door golfslag of door tractoren en veeschade.’ Eventuele schade wordt verwerkt via een tablet-pc met GPS. ‘Exact waar je staat vink je de schade aan, of het meteen moet worden gerepareerd of dat het in een bepaald onderhoudstraject mee kan. In mijn beheersgebied ben ik meestal een week bezig per inspectieronde. Het gebied loopt van Woubrugge via Kudelstaart, Leimuiden en Oude Wetering tot Leiderdorp.’

Storingsdienst Schering doet dit werk vanaf 1975. ‘Toen hadden we nog geen groot waterschap. Het waren allemaal afzonderlijke polders met een eigen bestuur. Elke polder had een eigen gemaal en die gemalen werden hand-

bediend. Vaak woonde je daar ook bij. Mijn vader was machinist op een gemaal voor 900 uur per jaar. Daarnaast was hij veehouder. Toen hij een ongeluk kreeg, vroegen ze of ik het van hem wilde overnemen. Ik zat toen nog op de middelbare school, maar omdat het hoofdzakelijk nacht- en weekendwerk was, kon ik dat goed combineren.’ In 1979 zijn veel polders geclusterd tot diverse waterschappen, weet Schering. ‘Vanaf die tijd heb ik drie á vier reorganisaties en fusies meegemaakt tot waar we nu zijn met een groot hoogheemraadschap. Wij zorgen voor kwaliteit met waterzuivering en oppervlaktewaterbeheer, en kwantiteit met peilbeheer door middel van diverse volautomatische poldergemalen.’ Schering heeft de verantwoordelijkheid over ongeveer vijftien gemalen. ‘Ik kom hier een paar keer per week. En als er een storing is of wanneer het water is gestegen tot een bepaald signaleringsniveau dan krijg ik een sms-bericht vanuit de centrale. Op dat moment bepaal ik of ik er heen ga. Ik kan via de computer inloggen en krijg vervolgens de status van het gemaal zien. Ik heb een 36-urige werkweek met een 24-uurs storingsdienst die rouleert: vijf weken af, twee weken op. In totaal hebben we twintig watersysteembeheerders. In onze regio zijn dat er zeven. Als er bij slecht weer meerdere meldingen binnenkomen, is er altijd iemand achter de hand die je kunt oproepen.’ ‘De eerstelijns storingen verhelpen we zelf’, aldus Schering. ‘Team onderhoud heeft ook een storingsdienst en als ik er

niet uit kom of er wordt slecht weer verwacht, dan bel ik hen. Ik probeer de storingen die ’s nachts binnenkomen zoveel mogelijk uit te zingen tot de volgende ochtend 8:00 uur. Het team bestaat uit technisch opgeleide mensen; elektro- en werktuigbouwkundigen. De watersysteembeheerders hebben allemaal een minimale opleiding van elektrisch schakelen, zodat we wel weten wat er aan de hand is bij een storing. En we zijn ook gecertificeerd om die werkzaamheden tot een bepaald niveau te doen. Stel dat een van de twee pompen uitvalt en het weer is zodanig dat ik het kan uitzingen zonder hoogwateralarm, dan doe ik dat.’

‘Wil je het gemaal echt optimaal houden, dan moet je na een bepaald aantal draaiuren groot onderhoud verrichten. Dus voordat het kapot gaat. We hebben daar een heel onderhoudsconcept voor.’ Extra inspecties Op het gebied van onderhoud wordt goed geanticipeerd. ‘Met team onderhoud hebben we bepaalde afspraken en ook de leverancier geeft een onderhoudsrapport of een advies. Wil je het gemaal echt optimaal houden, dan moet je na een bepaald aantal draaiuren groot onderhoud verrichten. Dus voordat het kapot gaat. We hebben daar een heel onderhoudsconcept voor. We halen zo’n pomp eruit in de meest gunstige tijd; de zomer. Want dan regent het gemiddeld het minst en maak je de minste draaiuren.’ Er worden uiteraard ook maatregelen genomen voor het geval een pomp toch uitvalt.

50 MaintNL 09 – 2013

050_51_53_MD_NVDO-artikel.indd 50

22-10-13 14:50


FOTO’S: KAy IN ‘T VEEN

Watersysteembeheerder Piet Schering over zijn werk: ‘Je weet vandaag niet wat je morgen gaat doen. Als het weer omslaat, zorgt dat altijd voor verrassingen.’

‘Dan hebben we vaste opstelplaatsen voor noodpompen. Stel dat er een calamiteit is, dan kunnen we daar zo snel mogelijk op inspelen, zodat we zo snel mogelijk het water uit de polder in de boezem krijgen. Het peil van Rijnlands boezem is 60 min NAP. Het gemaal houdt de polder gemiddeld op 5,60 meter onder NAP. Elke polder heeft zijn eigen peilbesluit.’ Het watergangstelsel en de slootkanten in de polder worden eveneens intensief onderhouden. ‘Ook dat valt onder mijn werkzaamheden’, knikt Schering. ‘In elke polder zit een bepaald hoofdwatergangsysteem voor de aanvoer van het water naar het gemaal. Ik zorg ervoor dat het watersysteem op orde is. Ze moeten vrij zijn van planten en begroeiing anders slibben de roosters dicht.’ Het vuil wordt verwijderd door professionele krooshekreinigers. ‘Zij vissen het vuil eruit zodat het gemaal storingsvrij kan draaien.’ Schering houdt ook in de gaten of er geen obstakels worden aangebracht door bewoners of illegale werkzaamheden zoals een demping of een dam. ‘Alles wat je doet aan de watergang is geregeld in het vergunningsstelsel. Een actueel voorbeeld is een boom op een dijk.

Die kan voor de stabiliteit van de dijk in het nadeel zijn. Na de dijkdoorbraak in Wilnis hebben we een heel ander beeld gekregen van veiligheid op de veendijken.’ In de afgelopen zomermaanden hebben daarom extra inspecties plaats gevonden. ‘We hebben een strenge winter achter de rug en de dijken waren dus behoorlijk droog gevroren. Vervolgens kwam er een heel koud en laat voorjaar. We zijn daarna eigenlijk meteen de zomer in gegaan. Juli en augustus hadden extreem mooi weer. Het groeiseizoen – wanneer de gewassen heel veel water opnemen – ging gepaard met twee hittegolven. De verdamping was groot en er was geen neerslag. Op zo’n moment drogen de veenkades uit. Wanneer we dan boven een bepaald aantal millimeters neerslagtekort komen, gaan we opschalen naar fase één met de kade-inspecties.’

Instabiele kades Volgens Piet Schering heeft het Hoogheemraadschap alle dijken en kades goed in beeld. ‘Wat voor soort kade het is, waaruit hij is opgebouwd et cetera. De droogtegevoelige kades – de veenkades – zijn we daarom als eerste gaan inspecteren. Dat

gebeurt een keer per week. Als het neerslagtekort oploopt naar 150 millimeter, dan staat er in het protocol dat we het gaan uitbreiden naar minder droogtegevoelige kades. Als een veenkade uitdroogt, verliest hij zijn gewicht. En dat is onomkeerbaar. Wanneer veen eenmaal uitdroogt, neemt het geen water meer op en wordt de kade instabiel. De druk van het water blijft echter hetzelfde en dan kan de dijk onderuit schuiven. Tijdens de visuele inspecties kijken we of we een verlaging zien in de kruin of op het binnentalud. Dan wordt de kade instabiel.’ Dit jaar zijn geen acties ondernomen, aldus Schering. ‘In 2010-2011 was het veel eerder in het seizoen droog. Toen hebben we de kades gesproeid met boten en sproeiwagens om ze nat te houden. Zo erg was het nu nog niet.’ Het Hoogheemraadschap is op dit moment wel bezig met een aantal kadereconstructies. ‘Van veel kades is de stabiliteit onvoldoende. De hoogte gaat nog wel. Dat is niet zo moeilijk op te lossen: een vracht klei erop is vaak al voldoende. We worden hierbij geadviseerd door diverse ingenieursbureaus. We hebben een top 25 samengesteld van alle kades uit het beheersgebied van Rijnland. Die worden nu MaintNL 09 – 2013

050_51_53_MD_NVDO-artikel.indd 51

51

22-10-13 14:51


Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?

aan! e j d l Me .nl o d v n . www schap at

> lidma

Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband

De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud

houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard

(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het

netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-

gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het

che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De

realiseren en in stand houden van het grootste onder-

vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-

houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke

derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies

doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-

binnen de branche in kaart.

Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • • • • • • • • • •

Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s Cursussen over onderhoudsmanagement Studiedagen met actuele thema’s Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten Vacaturebank Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn (wetenschappelijke) Onderzoeken NVDO Corrosie Helpdesk Jongerenboard

• • • •

NVDO Onderhoudskompas Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!

Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl

052_MG.indd 52

22-10-13 14:50


op orde gebracht. Wanneer een kade instabiel is wordt meestal geadviseerd het binnentalud extra steun te geven door er grond tegenaan te brengen. In totaal wordt 230 kilometer dijk verbreed en verzwaard.’

‘Als we een weeralarm krijgen en de gewassen staan volop op het land, dan gaat het om miljoenen euro’s. Daar moeten we heel snel op inspelen.’ Smile-systeem Zijn werk is echt zijn hobby, knikt hij. ‘Anders houd je het niet zo lang vol. Ook met de modernisering van de techniek. Er worden steeds hogere eisen gesteld aan de watersysteembeheerder, zowel op het gebied van elektrotechniek als de mechanische techniek. En ook op het gebied van

automatisering. Ik word nog steeds regelmatig bijgeschoold. We hebben net een opleiding gehad van twee jaar met onder meer flora- en faunawetgeving. Het is heel afwisselend werk. We hebben met heel veel verschillende aspecten te maken.’ Het mooiste onderdeel vindt hij de vrijheid en het bezig zijn met de natuur. ‘En het contact met bewoners. Klachten en meldingen komen binnen bij ons servicepunt. Wij noemen dit intern het smile-systeem, want we willen dat iedereen weer lacht als de problemen zijn opgelost.’ Ook de afwisseling in zijn werk spreekt hem enorm aan. ‘Je weet vandaag niet wat je morgen gaat doen. Als het weer omslaat, zorgt dat altijd voor verrassingen. Ik houd constant het weer in de gaten. Op mijn telefoon heb ik buienradar en we zijn geabonneerd op Weeronline. We hebben zelfs een systeem waarmee we automatisch via het KNMI en andere weerstations alarmmeldingen krijgen als er meer dan vijftien millimeter water wordt verwacht binnen een paar uur. Hierdoor kunnen we goed

anticiperen. Stel dat al het land is verzadigd. Dan gaan we het waterpeil structureel met bijvoorbeeld tien centimeter verlagen, zodat je een bepaalde buffer hebt. Gemiddeld hebben we voor iedere millimeter die er valt wanneer het land is verzadigd een uur nodig om het uit de polder te pompen. Daarom proberen we dit van te voren te doen. Het weer is echter grillig. Soms verwachten ze vijftig millimeter regen en dan valt er maar vijf millimeter. Dan hebben we voor niets het waterpeil laten zakken.’ Anticiperen blijft belangrijk, zegt Schering. ‘Als we een weeralarm krijgen en de gewassen staan volop op het land, dan gaat het om miljoenen euro’s. Daar moeten we heel snel op inspelen. We moeten wel direct gaan malen, want als het waterpeil te hoog is of te laag dan kunnen we claims krijgen. Dan stellen ze het waterschap verantwoordelijk. We streven naar een zo egaal mogelijk waterpeil en dat wordt ook van ons verlangd. Schoon water en droge voeten is het uiteindelijke doel.’ n MaintNL 09 – 2013

050_51_53_MD_NVDO-artikel.indd 53

53

22-10-13 14:51


Hoe is het nu met … MMY 2010

MMY 2010 maakt van blinde vlek zijn passie In 2010 werkte Peter Dijkgraaf bij de BP-raffinaderij in Rotterdam aan een verbetertraject. Dat leverde hem toen de prestigieuze titel Maintenance Manager of the Year op. Dit jaar is hij een eigen trainings- en adviesbureau gestart op het gebied van flenzen. ‘Wat ooit een blinde vlek voor mij was, is nu mijn passie. Ik weet nu hoe belangrijk het is zorgvuldig met flenzen om te gaan. En die kennis wil ik graag overbrengen.’ Teus Molenaar Trots loopt Dijkgraaf door zijn kersverse trainingscentrum in Dirksland. Op een steenworp afstand van zijn woning. Het oogt nog wat rommelig. Buiten zijn monteurs een hek aan het plaatsen, binnen zijn ze bezig de alarminstallatie aan te leggen. De hal is gevuld met werkbanken, een training skid, een hoogwerker voor de ‘alarminstallateur’ en zakken met kleding die min of meer aan het oog onttrokken zijn door schermen. ‘Dat is eigenlijk het werk van mijn vrouw. Wij zamelen als Dorcasdepot al jaren kleding in, die via diverse hulpprojecten in landen terechtkomt zoals Roemenië en de Oekraïne. Misschien gaan we hier nog een kringloopwinkel beginnen; we hebben nu de ruimte.’ Het pand was niet zo lang geleden van een aannemer die er zijn werkplaats had en een grote buitenruimte voor het materieel en materiaal. Hij was van plan zijn kantoor ernaast te maken. Zo ver is het niet gekomen; de crisis leidde zijn faillissement in. ‘Triest voor de mensen. Het was echt een goede aannemer. Maar voor ons bood dit een onverwachte kans.’

Een droom In 2010 werd Peter Dijkgraaf uitgeroepen tot Maintenance Manager of the Year 2010. De maintenance manager van BP in de Botlek wist het onderhoud op de raffinaderij in vijf jaar naar topniveau te brengen. Hij veranderde de samenstelling van het onderhoudsteam en voerde een nieuw

maintenancemanagementsysteem in. Dijkgraaf hielp ‘zijn aandeelhouders weer op de goede weg’ maar bleef daar heel bescheiden onder. ‘Ik doe gewoon mijn werk’, zij hij destijds. Maar de interne bedrijfsstructuur kwam erdoor weer op de rit en het personeel werd weer trots op het vakgebied. Dijkgraaf werkte inmiddels bij Mourik Services toen de toenmalige plant manager van BP-raffinaderij Rotterdam hem vroeg terug te komen bij zijn vroegere werkgever om als maintenance manager de organisatie weer ‘op de kaart te zetten’. ‘Ik had daar in eerste instantie niet zo veel oren naar’, zegt Dijkgraaf. ‘Het was mijn droom ooit een eigen adviesbureau te starten. Dat zit nu eenmaal in me: die drang om kennis over te dragen. Daarom geef ik ook gastcolleges aan de Hogeschool Rotterdam. Uiteindelijk heb ik me laten overhalen. Zonder enige spijt, want ik heb een geweldige tijd gehad bij BPRR. Allereerst hebben we de onderhoudsorganisatie opgebouwd, om vervolgens een nieuw onderhoudsbeheersysteem in te voeren. Daarbij zijn de werkprocessen sterk verbeterd. We hebben bewezen dat goed onderhoud geen kostenpost is, maar een bijdrage levert aan de winstgevendheid van de onderneming. Onderhoud is een kritieke succesfactor. Hiermee kon BPRR zich weer uitstekend meten met de andere BP-raffinaderijen.’ Ondertussen is BPRR, onder leiding van een nieuwe plant manager het volgende

verbeterproject gestart. ‘Dat was voor mij het moment alsnog mijn droom te gaan waarmaken. Alles kwam eigenlijk samen: de mogelijkheid dit pand te kopen, de veranderingen bij BPRR en een goede opvolging.’

Problemen met flenzen De laatste tijd dat hij bij BPRR werkte, ervoer hij regelmatig problemen met flenzen. ‘Ik heb mijn hele leven in de petrochemie gezeten en had het idee dat ik wel wist wat belangrijk was. Neem nu een las, als ik een röntgenfoto zie, dan boeit me dat. Hoe zit het met scheurgroei? Is de las goed uitgevoerd? Uitermate belangrijk. Maar van

Bijna viel zijn droom in duigen. Terwijl hij druk doende was haar vorm te geven, kreeg hij ’s avonds toen hij de auto had geparkeerd een herseninfarct. flenzen was mijn kennis uiterst beperkt. Dat was een soort blinde vlek voor mij. Je sleutelt ze aan elkaar, en bij lekkage moet je iets harder slaan om ze dicht te krijgen. Tot ik mij er noodgedwongen in moest verdiepen.’ Er ging een wereld voor Dijkgraaf open. En een nieuwe passie ontstond. ‘Ook al zie je het niet, elke flensverbinding lekt. Door diffuse emissies komt jaarlijks in Nederland in de orde van grootte van 110.000 ton aan vluchtige stoffen in het milieu; dat is een schadepost van circa 75 miljoen euro. Dan praten we nog niet over echte lekkages, die kunnen resulteren in

54 MaintNL 09 – 2013

054_55_56_MK__NVDO-artikel.indd 54

22-10-13 14:50


Peter Dijkgraaf: ‘Het was mijn droom ooit een eigen adviesbureau te starten. Dat zit nu eenmaal in me: die drang om kennis over te dragen.’

veiligheidsrisico’s, grondvervuiling of een grote brand. We missen het bewustzijn dat een flensverbinding vaak de zwakste schakel is’, onderwijst Dijkgraaf. Op zijn beeldscherm verschijnen foto’s van industriële installaties waar vuurwolken het beeld vullen. ‘Echt gebeurd. Het resultaat van onzorgvuldig omgaan met flenzen’, weet hij nu.

Duitse Gründlichkeit Zijn speurtocht naar kennis bracht hem bij Kempchen in Oberhausen, het Duitse onderdeel van het wereldwijde Klingerconcern. Om toegevoegde waarde te geven aan de industrie, is Kempchen al enige jaren actief op het gebied van flenstraining. Daar leerde hij eveneens dat de Europese Commissie de norm prEN 1591-4 ‘Kwalificatie van personeelsbekwaamheid in het monteren van met bouten vastgezette verbindingen van kritische gebruiksvoorwaarden voor drukkend systemen’ heeft verbeterd en dat alle landen deze hebben goedgekeurd (uitgave 1 augustus 2013), waardoor deze norm nu

een officiële CEN EN 1591-4 is geworden. Zo kwam hij ook in gesprek met Klinger uit Rotterdam, dat eveneens het plan had in Nederland een trainingscentrum op te starten. Nog danig onder de indruk van de Duitse Gründlichkeit waarmee de Duitsers inhoud geven aan EN 1591-4, werd besloten tot krachtenbundeling en is in Dirksland een nieuw trainingscentrum over flensverbindingen een feit. ‘Doel van onze training is het bewustzijn en kennis te verhogen bij met name mensen die een controlerende functie hebben zoals operators, technici, voorlieden, supervisors, inspecteurs en engineers’, aldus Dijkgraaf

De snelheid van handelen en doordat het bloedpropje al vrij snel weer los schoot, hebben zijn leven gered. Dijkgraaf vertelt over de machteloosheid. Hersens die nog op volle toeren werken, maar de onmacht om zelfs nog maar iets te kunnen bewegen. Alles horen wat er wordt gezegd, maar niets kunnen terugzeggen. Drie maanden lang opnieuw leren hoe je het lichaam gebruikt. Achttien kilo afgevallen. Maar nu weer boordevol energie. ‘Het is een Godswonder en je ziet de wereld anders’, zegt hij dankbaar. ‘De zon komt anders op, de vogels fluiten mooier. Je neemt niets meer voor vanzelfsprekend aan.’

Nieuwe wereld

Al twee trainingen

Bijna viel zijn droom in duigen. Terwijl hij druk doende was haar vorm te geven, kreeg hij ’s avonds toen hij de auto had geparkeerd een herseninfarct. Een mevrouw die de hond uitliet, hoorde zijn roep om hulp en vond hem naast de auto. Met gezwinde spoed is hij naar het EMC ziekenhuis in Rotterdam gebracht.

De vroegere loods van de aannemer is verbouwd tot het trainingscentrum wat het nu is. Zijn vrouw Trix komt even binnen om te melden dat ze binnen een half uur de printer komen brengen. ‘Ja, je ziet: we zijn nog volop bezig.’ Toch heeft hij al twee groepen van twaalf mensen een tweedaagse training gegeven. MaintNL 09 – 2013

054_55_56_MK__NVDO-artikel.indd 55

55

23-10-13 09:28


Hoe is het nu met … MMY 2010

Het pronkstuk in de praktijkruimte van Peter Dijkgraaf is de ‘Piping Training Skid’: een stellage met een uitlijningsfout tussen de flenzen van twee graden; de andere staat twee centimeter open. Ga ze maar correct sluiten!

‘De trainingsruimte en het cursusmateriaal zijn op het laatste moment klaargekomen. Liever had ik nog even gewacht, maar vanwege een geplande grote turnaround moest er nu getraind worden en was uitstel niet mogelijk. Geweldig om te doen.’

Acht kernpunten Dijkgraaf laat een soort bloem zien. Het hart is een schematische voorstelling van een flens; in de acht bloemblaadjes staan de kernpunten opgetekend die van belang zijn voor correct flensbeheer. Hij vertelt: ‘De bloemblaadjes symboliseren de schakels van een aaneengesloten ketting. Elk kernpunt verdient voldoende aandacht, als je er één overslaat dan loop je risico. Neem nu de schakel ‘analyse & improve’, als je die overslaat, zal je nooit leren van je problemen om te komen tot een verbetering van bijvoorbeeld je flens- of pakkingontwerp.’ Elk kernpunt is een afzonderlijke les. ‘Maar ik houd het niet bij de theorie alleen, want de praktijk is minstens zo belangrijk. Dan

gaan we de praktijkruimte in met de werkbanken. Het principe is heel eenvoudig. Een flenspakket is eigenlijk een veersysteem

‘Hier kun je zien welk een dynamisch krachtenspel bij flenzen optreedt. Dit apparaat is uniek. Nog nergens gezien en zelf ontworpen.’ waarin de flens, bouten en pakking hun eigen veergedrag hebben. Essentieel is dat de pakking een bepaalde uniforme vlaktedruk krijgt om goed af te dichten. Deze wordt opgewekt door de boutkracht. De cursisten krijgen in de praktijk te zien hoe dit werkt en wat de invloed is op de boutspanning als bijvoorbeeld een bout niet goed is gesmeerd. Eén van de oefeningen is

het monteren van een flens met een momentsleutel, waarbij er roestige en geoliede bouten worden gebruikt. Tussen de flens en de pakking zit er een fotopapiertje waaraan je na demontage ziet hoe de drukverdeling op de pakking is geweest’, legt Dijkgraaf uit.

Training Skid Het pronkstuk in de praktijkruimte is de ‘Piping Training Skid’: een stellage met een groene en een rode pijp, met in het midden een flensverbinding. De ene flens heeft een uitlijningsfout tussen de flenzen van twee graden; de andere staat twee centimeter open. Ga ze maar correct sluiten! Het geheel is uitgerust met druksensoren, zodat zowel de boutkrachten als de kracht op de pakking zichtbaar worden. ‘Hier kun je zien welk een dynamisch krachtenspel bij flenzen optreedt. Dit apparaat is zelf ontworpen. Het geeft inzicht in hoe een flens zich in de praktijk gedraagt. Als je hier zelf aan hebt gesleuteld, dan vergeet je dit nooit meer.’ n

56 MaintNL 09 – 2013

054_55_56_MK__NVDO-artikel.indd 56

22-10-13 14:50


Column

Vroeger was alles beter Techniek en onderhoud hebben geen gezicht meer. Het is allemaal zo goed geworden, dat het onzichtbaar is. Techniek komt uit een hermetisch gesloten doosje en dingen gaan weinig kapot. Door onderhoud. We weten met z’n allen vaak zoveel van de installaties, dat we ook vaak weten wanneer ze kapot kunnen gaan. En dus gaan ze niet kapot. Als je al wat hoort, dan zijn het de negatieve voorvallen die nu juist weer opvallen doordat het verder overal goed gaat met installaties en systemen. En het jammere is; dat is waarschijnlijk maar een kruimel van de hele techniektaart. We moeten alle zeilen bijzetten om mensen te vinden die toch in de sector willen werken. Techniekpact, van werk naar werk, er gebeurt van alles en waarschijnlijk geholpen door de crisis lopen de technische opleidingen weer voller dan afgelopen jaren. Maar dan nog zal de onderhoudsindustrie zich zichtbaarder moeten maken. Claim eens een keer het succes dat je verdient en vertel eens trots op een verjaardag dat je in de onderhoudsindustrie zit. Je kind, dat neefje of buurmeisje moet toch van iemand horen hoe belangrijk goed onderhoud is? Je kunt elke monteur een iPad geven om zijn werk te doen, leuk maar duur, maar of dat het nu is …? Soms verlang ik nog wel naar vroeger. Vroeger, toen ik zelf nog met mijn voeten in de spreekwoordelijke klei stond, kon je nog scoren als het goed fout ging. Als het echt aan de knikker was, kon alles. Geen middel was te gek om de boel weer aan de gang te krijgen en als

de fabriek daarna weer draaide, hadden we als TD wel een gebakje verdiend. Het kostte wat, maar dan had je ook wat. Maar op veel plekken heeft de onderhoudsafdeling het door zijn eigen succes steeds lastiger. In de vijftig jaar dat de NVDO bestaat, is doelmatigheid van onderhoud enorm gegroeid en mogen we het inmiddels maintenance of assetmanagement noemen, maar is de waardering in verhouding tot het resultaat soms de weg kwijt. Er zijn directeuren, of moet ik CEO’s zeggen, die net als ik uit de techniek komen. Volgens mij zijn er in ieder geval twee hele grote zelf met onderhoud beziggeweest in hun loopbaan. Maar die zitten al niet meer op de directeursstoel. Jeroen van der Veer van Shell en Gerard van Harten van DOW hebben een techniekhart. Van der Veer zag ik ooit bij de Maintenance NEXT-beurs in Ahoy en Van Harten vertelde onlangs nog dat onderhoud ook onder de vlag van de chemische industrie in de topsectoren is meegenomen. Maar ja, daar zie je het weer, onder de vlag van. Ik wil een eigen vlag. Maar goed, we kunnen er niet collectief voor kiezen om de boel dan maar weer ouderwets in de soep te laten draaien. Dat is niet veilig, niet slim en werkelijk zonde van alles wat tot nu toe is opgebouwd. Ik hoop dat het niet nog eens vijftig jaar duurt voordat onderhoud zelf topsector is.

Soms verlang ik nog wel naar vroeger. Vroeger, toen ik zelf nog met mijn voeten in de spreekwoordelijke klei stond, kon je nog scoren als het goed fout ging.

Ing. Frans Stokbrood Directeur FS Virtual Enterprise

MaintNL 09 – 2013

057_MF_NVDO-Column.indd 57

57

22-10-13 14:50


Infra

Onderhoud aan de Rijkswegen wordt volwassen De teams die strijden om de titel Infra Projectteam van het Jaar 2013 laten zien hoe volwassen onderhoud aan de Rijkswegen is geworden. Zo dacht het team Poort van Bunnik al tijdens de EPC-fase na over hoe ze het onderhoud de komende twintig jaar gaan inrichten en vereenvoudigen. MNO Vervat bedacht zelfs een compleet nieuwe onderhoudsmethode waarin risicogestuurd onderhoud wordt gecombineerd met life cycle costing. David van Baarle Het stuk van de Rijksweg A12 tussen Bunnik en Veenendaal was al een tijd lang een grote bottleneck in het Nederlandse wegennet. Om de filedruk te verlichten was de enige optie de weg over een lengte van dertig kilometer te verbreden. Dat klinkt nog eenvoudig, maar de weg loopt wel door een dichtbevolkt gebied met veel hoogwaardige natuur. Rijkswaterstaat wilde dan ook dat het project snel werd uitgevoerd, met zo weinig mogelijk overlast voor de weggebruiker, de omgeving en het milieu. Het project werd aangeboden als DBFMcontract dat uiteindelijk gegund werd aan BAM. Het multidisciplinaire team dat is voorgedragen voor de titel Infra Projectteam van het Jaar 2013 kreeg de naam Poort van Bunnik. Behalve de verbreding van de weg, zat in het contract ook het aanpassen en nieuw aanleggen van viaducten en onderdoorgangen, twee nieuwe ecoducten, duikers, geluidsschermen en verlichting. Bovendien wilde Rijkswaterstaat op de route dynamisch verkeersmanagement toepassen, waarvoor uiteraard de nodige systemen moesten worden aangelegd. Zoals gezegd betreft het een DBFM-contract en het team is dan ook twintig jaar verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van de weg. In de visie van het team kan een dergelijk contract alleen slagen als opdrachtgever en opdrachtnemer als één team samenwerken. Men heeft er dan ook alles aan gedaan om de zich ambities van de opdrachtgever eigen te maken en vatte dat samen in het

motto ‘Zonder omwegen’. De doelstellingen waren en zijn een tevreden weggebruiker, een tevreden omgeving, een tevreden opdrachtgever en een tevreden Poort van Bunnik. De tevredenheid van de weggebruiker was voornamelijk afhankelijk van de overlast die hij ondervond van de wegwerkzaamheden. Bovendien gold: hoe eerder de verbreding klaar is, hoe beter. Naar de omgeving toe werkte het goed om stakeholders te betrekken in de besluitvorming en begrip te tonen voor hun zorgen of klachten. Meest opmerkelijke van het project is misschien nog wel dat het ruim twee jaar eerder dan gepland is afgerond. Met de openstelling van de plusstroken tussen Driebergen en Veenendaal in augustus 2012 werd de al ambitieuze planning nog eens met een half jaar vervroegd. De extra rijstroken tussen Lunetten en Bunnik waren zelfs al in juni 2011 opengesteld voor het verkeer.

Goede buur Aangezien Poort van Bunnik twintig jaar lang zal blijven opereren op en rond de dertig kilometer weg, was het team er veel aan gelegen om de omgeving tevreden te houden. Overlast is niet te voorkomen, maar je kunt mensen wel informeren over de overlast, alternatieve routes voorstellen en communiceren over de voortgang van het project. Dit geldt voor de uitvoeringsfase, maar uiteraard ook voor de twintig jaar onderhoud. Het projectteam heeft dan ook al in de aanbestedingsfase uitvoerig nagedacht over eventuele

hinder. Op basis van een faalvormanalyse op de te onderhouden objecten en praktische kennis over vast onderhoud stelde men van tevoren vast hoeveel nachten er in de komende twintig jaar nodig zijn voor onderhoud. Men streeft daarbij naar korte maar intensieve projecten. De instandhouding van de weg, kunstwerken en technische systemen is al begonnen tijdens de realisatiefase. Rijkswaterstaat hanteert hoge kortingen op vergoedingen wanneer de weg niet beschikbaar is. Het instandhoudinsgregime is daarom sterk risicogestuurd en gericht op de beschikbaarheid van de infrastructuur. Om Rijkswaterstaat inzicht te geven in de uitvoering van het contract ontwikkelde men een prestatiemeetsysteem (PMS) dat in het enterprise asset managementsysteem werd geïntegreerd. De betrouwbaarheid van de prestaties wordt via diverse audits aangetoond en gecommuniceerd met Rijkswaterstaat. Het team dat de prestatie had neergezet, had een zeer gevarieerde samenstelling, wat achteraf de kracht ervan bleek te zijn. Met name de open communicatie onder elkaar en met de opdrachtgever zorgde voor goede verstandhoudingen en een stevige vertrouwensrelatie. Dat die goede samenwerking continueert, blijkt wel uit het feit dat het team dat het onderhoudsdeel van het contract uitvoert op één man na ook heeft meegewerkt aan het EPC-deel. In de uitvoeringsfase is een aantal innovatieve verbeteringen doorgevoerd dat het onderhoud straks moet vergemakkelijken. Zo wordt een Scada-systeem ingezet dat storingen op de infratechnische installaties registreert. Daarmee kunnen de storingen ook worden geanalyseerd. Ook is een camerasysteem ingezet dat in één keer kan worden vervangen. Niet hoogtechnisch, maar wel slim zijn de extra brede toe- en afritten. Daarmee kan het verkeer gewoon doorrijden als er onderhoud moet worden gepleegd.

58 MaintNL 09 – 2013

058_59_MP_NVDO-artikel.indd 58

23-10-13 09:30


FOtO: tOP-ADVIES

De Poort van Bunnik is een van de twee genomineerden voor de titel Infra Projectteam van het Jaar. Het strijdt tegen MNO Vervat.

Variabel Onderhouds Contract De tweede kandidaat voor de titel Infra Projectteam van het Jaar 2013 bedacht zelfs een compleet nieuwe contractvorm: het Variabel Onderhouds Contract (VOC). MNO Vervat kreeg de vraag van Rijkswaterstaat of het mogelijk was om binnen zijn district de onderhoudsmaatregelen te bepalen en te plannen. In het VOC is het onderhoud niet meer vastgelegd in door RWS voorgeschreven onderhoudsmaatregelen, maar wordt een meerjarig onderhoudsplan verwacht van de opdrachtnemer. Het projectteam dat meedingt naar de titel heeft deze vraag vertaald naar een onderhoudsfilosofie waar RAMS-LCC leidend is. Men kijkt dus naar de risico’s en naar de levenscyclus en stelt aan de hand daarvan een beheerplan op. De contracten omvatten onder meer het onderhoud aan (weg)verhardingen, kunstwerken en geleiderails voor de periode van twee jaar (2012-2014), met de mogelijkheid om tot twee keer een jaar te verlengen wanneer goed wordt gepresteerd. Het uiteindelijke doel van RWS is totaalonderhoud aan Rijkswegen op de markt te zetten, zodat dit door één opdrachtnemer beheerd kan worden.

RAMS Het team kreeg via een Failure Mode and Effect Analysis inzicht in de faalwijzen van de Rijksweg en de mogelijke onder-

houdsmaatregelen. MNO heeft deze kennis gemodelleerd, in samenwerking met Delta Pi. Daardoor kan per Rijkswegdeel meerjarig onderhoud worden bepaald. Maar ook kan inzicht worden gegeven in de betrouwbaarheid van de weg, de verwachte geplande en ongeplande onderhoudsmaatregelen en de daarbij horende onderhoudskosten en hinder voor de weggebruiker. ‘Het onderhoudssysteem is uiterst complex vanwege de relatie tussen de verschillende asfaltlagen en asfaltstroken waaruit de constructie is opgebouwd, en het grote aantal beperkingen dat aan het uitvoeren van onderhoud geldt’, vertelt Patrick Webbers van Delta Pi. ‘Bij dat laatste moet onder andere gedacht worden aan de tijdvensters waarbinnen moet worden gewerkt’. Dankzij het model is het nu mogelijk verschillende onderhoudsstrategieën te vergelijken en daaruit de meest optimale te halen. Eén van de belangrijkste voorwaarden is binnen het jaarbudget te blijven van Rijkswaterstaat. ‘Na diverse modeldoorrekeningen is een onderhoudsplan bepaald dat binnen het jaarbudget blijft, en waarmee meer onderhoud wordt aangeboden dat zowel op de korte als de lange termijn minder kost voor Rijkswaterstaat en daarmee minder hinder voor de weggebruiker oplevert.’

WIE WORDt INFRA PROJECttEAM 2013? Tijdens het avondprogramma van iMaintain Infra, op 28 november in de Van Nelle Ontwerpfabriek in Rotterdam, wordt het Infra Projectteam van het Jaar 2013 verkozen. Uit een aantal genomineerde teams wordt die groep mensen gekozen die overall het best scoren op de toetsingscriteria van een vakkundige jury. U kunt erbij zijn! Meer info op www.imaintain.info/infra

Kennisdeling De grootste ontwikkeling bij VOC zit in het toepassen van GIS om inzicht te krijgen in de onderhoudsstaat van de Rijkswegen. De ontwerpers willen meer weten over wanneer er op welke weggedeelten een onderhoudsbehoefte is om daarmee een onderhoudsstrategie te bepalen. Via diverse analyselagen worden inspectieresultaten van de Rijksweg omgezet in een heatmap van de Rijksweg . In rood wordt aangegeven wanneer een weggedeelte voorbij het interventieniveau gaat en daarmee zijn functie dreigt te verliezen. Uiteindelijk wil het team ernaartoe om het hele areaal inzichtelijk te krijgen op basis van de huidige staat en de geplande onderhoudsactiviteiten. Er moet inzicht ontstaan in zwakke netwerkschakels zodat beslissingen genomen kunnen worden over preventief onderhoud. MNO heeft bewuste keuzes gemaakt voor de organisatie, opzet van de processen, het ontwikkelen van een beslissingsondersteunend model voor instandhouding van Rijkswegen en toepassen van een GISsysteem om de ambitie waar te maken. En die stopt niet bij dit project. De kennis en ervaring die in het afgelopen jaar zijn ontwikkeld moet worden doorgezet binnen het bedrijf. Die kennis is vastgelegd in processen, modellen, databases enzovoort. Daarnaast is er ook impliciete kennis, persoonsgebonden kennis, verankerde expertise, ervaringen van mensen, praktische knowhow. De teamleden van het VOC-team zullen worden ingezet in nieuwe projecten met een beheer- en onderhoudscomponent. Zij zullen in nieuwe teams functioneren als verbindingsofficieren. Ze hebben immers ervaring in de conventionele uitvoeringsprojecten én in de nieuwe integrale onderhoudsprojecten met LCC-denken als leidraad. Het team is dus nog niet klaar! n MaintNL 09 – 2013

058_59_MP_NVDO-artikel.indd 59

59

23-10-13 09:30


Actueel

Robotica worden betaalbaar voor kleinere bedrijven Om robots in te kunnen zetten in een fabriek, heb je veel geld nodig. Dit idee leeft sterk bij mkb’ers. Niet onterecht, robotica zijn inderdaad prijzig en worden vaak pas rendabel bij een grotere productie. Een Europees onderzoeksproject wil robots toegankelijker maken voor kleine bedrijven en doet dit met systemen die in een dag zijn te installeren. Elise Quaden

Het Europese mkb maakt zelden gebruik van geavanceerde robottechnologie. Het EU-project ‘Factory in a Day’ probeert daar verandering in te brengen door het ontwikkelen van een flexibel, leasebaar en goedkoop roboticasysteem dat binnen 24 uur operationeel is. Dit project ontvangt de komende vier jaar 11 miljoen euro, waarvan 7,9 miljoen wordt gefinancierd door de Europese Unie in het kader van het FP7programma ‘Factory of the Future’. Het internationale consortium bestaat uit zestien partners met de TU Delft als penvoerder.

Duur Processen als het verpakken en controleren van fruit, het polijsten van staalvormen en het vullen van een verfspuitmachine hebben één ding gemeen: ze worden meestal met de hand uitgevoerd. Dat komt doordat er geen robot of geautomatiseerd proces is dat deze taken net zo efficiënt kan uitvoeren als de mens. Het installeren van een roboticasysteem duurt tegenwoordig weken tot maanden en is erg duur. De seizoensgevoelige bedrijven in het mkb produceren meestal maar kleine

partijen, waardoor dergelijke investeringen meestal niet rendabel zijn. Bovendien bieden hypermoderne systemen niet de flexibiliteit die ze nodig hebben om concurrerend te blijven op de wereldmarkt. Vandaar dat het mkb in Europa nauwelijks gebruikmaakt van geavanceerde robottechnologie. Het Factory in a Day-project biedt de oplossing voor deze problemen: het introduceert een robot die binnen 24 uur operationeel is. Mkb-bedrijven gebruiken de robot voor een bepaalde taak en het personeel leert hoe het moet samenwerken met de robot om de productie te optimaliseren. ‘Met behulp van de technologische en organisatorische innovaties van het Factory in a Day-project willen we de manieren waarop robots worden gebruikt in de productie fundamenteel veranderen’, zegt projectcoordinator Martijn Wisse, universitair hoofddocent aan de TU Delft.

Het Factory in a Dayproject introduceert een robot die binnen 24 uur operationeel is. In bedrijf brengen

Met hulp van augmented reality wordt de samenwerking tussen mens en robot beter.

Hoe ziet zo’n installatiedag eruit? Voordat de robot naar het bedrijf wordt gebracht, analyseert een systeemintegrator welke stappen in het proces kunnen worden overgenomen door de robot. Meestal wordt repetitief werk door de robot uitgevoerd, terwijl de menselijke werknemer zich bezighoudt met flexibele taken die meer nauwkeurigheid vereisen, en met het oplossen van problemen. Toepassingsspecifieke hardwareonderdelen worden geproduceerd met een 3D-printer en op de grijpers van de robot geplaatst. Daarna wordt de robot naar de fabriek gebracht en geïnstalleerd. Ook worden eventuele hulpcomponenten, zoals

60 MaintNL 09 – 2013

060_61_MS_NVDO-artikel.indd 60

22-10-13 14:49


Robots inzetten op de werkvloer wordt steeds makkelijker en goedkoper, ook voor kleine bedrijven.

camera’s, geïnstalleerd in de productiefaciliteiten, die verder ongewijzigd blijven. Vervolgens wordt de robot via merkonafhankelijke software verbonden met de machinesoftware, waarna de robot wordt geleerd hoe hij taken als het oppakken van een object moet uitvoeren. De operator staat daarbij in fysiek contact met de robot. Ook is er een set vooraf gedefinieerde vaardigheden beschikbaar, op dezelfde manier als bij apps voor smartphones. Zodra de robot operationeel is, kan het personeel worden getraind in het gebruik ervan. En dat allemaal binnen 24 uur. Omdat de robot werkt zonder afscherming

- een situatie die niet gebruikelijk is bij de meeste industriële toepassingen - zal er nog een aantal veiligheidsmaatregelen worden ontwikkeld.

Factory in a Day Het project ‘Factory in a Day’ maakt deel uit van het onderzoeksthema ‘Robots that Work’, een van de drie hoofdthema’s van het TU Delft Robotics Institute. Het project heeft een totaalbudget van 11 miljoen euro, waarvan 7,9 miljoen wordt gefinancierd door de Europese Unie in het kader van het FP7-programma ‘Factory of the Future’. Het internationale consortium bestaat uit

ROBOTS THAT WORK Het onderzoeksproject ‘Robots That Work’ dat aan de Technische Universiteit Delft wordt uitgevoerd, kijkt naar mens-robot-interactie door prototypes te maken voor het sorteren van fruit en voor orderpicking. Met het onderzoek wil de afdeling Robotics de samenwerking tussen mensen en robots op de werkvloer verbeteren en daarmee de productie van Europese bedrijven competitiever maken. De hypothese van de onderzoekers is dat een combinatie van state-of-theart robotica en augmented reality-technologieën het arbeidspotentieel flexibeler kunnen maken, doordat mens en robot beter gaan samenwerken. Ook verwachten zij dat deze oplossingen snel ontwikkeld en toegepast kunnen worden. In het Factory in a Day-project is Delft verantwoordelijk voor het aanbrengen van de menselijke factor en voor het verzekeren van slagvaardige mens-robot-samenwerking. Voor meer informatie over het Europese project en de Delftse onderzoeksafdeling: www.effra.eu en www.robotics.tudelft.nl

zestien partners; de TU Delft is penvoerder. Voor de technologische innovaties zorgen vooraanstaande onderzoeksinstituten en universiteiten op het gebied van robotica: Fraunhofer IPA en IPT, Technische Universität München (Duitsland), de Katholieke Universiteit Leuven (België) en het Centre National de la Recherche Scientifique (Frankrijk).

‘Met behulp van de technologische en organisatorische innovaties van het Factory in a Day-project willen we de manieren waarop robots worden gebruikt in de productie fundamenteel veranderen.’ Verder zijn mkb-bedrijven uit Nederland (Factory Control), Duitsland (Unicam Software GmbH), Spanje (PAL Robotics), het Verenigd Koninkrijk (EMP Tooling Service) en Denemarken (Universal Robots) partners in het project. Zij leveren technologische oplossingen of tonen de haalbaarheid van het projectidee aan. Andere industriële partners zijn Lacquey (Nederland), Materialise (België), Philips Consumer Lifestyle, Randstad Nederland, Siemens Industry Software (Frankrijk) en Siemens (Duitsland). n MaintNL 09 – 2013

060_61_MS_NVDO-artikel.indd 61

61

22-10-13 14:49


iMaintain Prestatiemanagement

Prestatiecontracten stimuleren innovatie Het onderzoek dat NVDO Sectie Suto uitvoerde naar prestatiecontracten leverde een positieve conclusie op: prestatiecontracten stimuleren daadwerkelijk innovatie. Ook goed nieuws is dat bedrijven hun onderhoudswerkzaamheden steeds vaker als prestatiecontract aanbieden. David van Baarle

Toen Van Weele zijn huis wilde laten schilderen, leek hem dat een uitstekend moment om zijn kennis en ervaring op het gebied van inkoopmanagement aan te spreken. De deeltijdhoogleraar bekleedt namelijk de NEVI-leerstoel Inkoop en Supply Chain Management aan de Technische Universiteit Eindhoven. Van Weele: ‘Het was een behoorlijk grote klus en dus ga je denken hoe je zoiets het beste kunt aanpakken. De eerste vraag is: hoe selecteer je een schilder en wat voor afspraken maak je? Je kunt natuurlijk kiezen voor een opdracht op urenbasis, maar met zo’n open begroting weet je niet van tevoren hoeveel je uiteindelijk betaalt. Unit rates dan, een vaste prijs per vierkante meter? Je zou zelfs kunnen kiezen voor een staffelkorting door het werk samen met een aantal buren aan te besteden. Zelf ben ik voorstander van prestatiecontracten, maar hoe ga je die inrichten voor een schilderbeurt? Je kunt natuurlijk een opleverpremie afspreken. De kans bestaat echter dat ze dan dingen gaan afraffelen. Of wat te denken van een premie als ze alles netjes opruimen, beoordeeld door mijn vrouw?’ De analogie met het redelijk eenvoudige schilderwerk aan een huis en de grote opdrachten in de industrie is al snel gemaakt: ‘In iedere overeenkomst zitten tegenstrijdige belangen’, zegt Van Weele. ‘De belangrijkste is wel geld. Ik wil zo weinig mogelijk geld uitgeven terwijl de aannemer zoveel mogelijk wil verdienen. In de wetenschap heet dit de Agency Theory: een

partij delegeert werk aan een andere partij en de belangen en doelen van de twee verschillen. Daarbij is het moeilijk te achterhalen wat de aannemer daadwerkelijk uitvoert en beide partijen hebben een verschillende beleving van risico en het delen daarvan. Om het eenvoudig te zeggen: ik weet niet of de schilder goed werk levert en de schilder loopt een risico als bijvoorbeeld blijkt dat de kozijnen rot zijn. Om die tegengestelde belangen in lijn te brengen, ga je in onderhandeling en stel je een contract op. Daarbij zijn er grofweg twee soorten contracten te onderscheiden: gedragsgeoriënteerde contracten en resultaatgerichte contracten. Bij de eerste soort omschrijf je uitvoerig wat de schilder moet doen, welke verf en welke kwasten hij moet gebruiken. De resultaatgerichte contracten beschrijven het eindresultaat en hoe wordt omgegaan met mee- of tegenvallers. Nu gaat men er in de theorie van uit dat bij een

resultaatgericht contract de aannemer meer rekening houdt met het belang van de opdrachtgever: een goed geschilderd huis. Daarbij is het in het belang van de opdrachtgever om zoveel mogelijk inzicht te hebben in kennis, kunde en gedrag van de aannemer. Hij zal dus referenties moeten opvragen bij eerdere opdrachtgevers.’ Tot zover de theorie. De praktijk laat zien dat opdrachtgevers en aannemers nog wel eens de plank misslaan. Van Weele noemt het voorbeeld van een spoorbrug over het Twentekanaal die niet goed verankerd was. ‘De aannemer kreeg een boete, maar zwengelde wel direct de discussie aan over de prijzen die ProRail betaalt voor onderhoud. Het spoorbedrijf heeft namelijk zelf geen onderhoudspersoneel in dienst en besteedt alles uit aan particuliere aannemers. De prijzen die werden afgesproken waren inmiddels zo laag geworden dat onervaren mensen aan de brug werkten die dus niet het inzicht hadden in de verplichte procedures, zoals verankering.’

Uitbesteden Het voorbeeld van ProRail staat niet op zichzelf. ‘Ondernemingen besteden steeds meer uit, en worden steeds meer afhankelijk van toeleveranciers en onderaannemers. Daarbij komt dat aannemers en leveranciers traditioneel worden uitgeknepen op prijs. Mijn stelling is dat zo’n eenzijdige prijsoriëntatie ertoe leidt dat kennis en ervaring van specialisten niet wordt gebruikt. Hierdoor worden mogelijkheden voor innovatie onvoldoende benut en dat vergroot het risicoprofiel voor bedrijven en klanten. We moeten dus naar nieuwe manieren van samenwerken kijken en daar andere contractvormen bij zoeken.’ Uit de probleemstelling die Van Weele schetste, leidde hij een aantal hypotheses af. Ketensamenwerking kan positief uitwerken op innovatie in een sector. Contractvormen zijn van invloed op innova-

62 MaintNL 09 – 2013

062_63_65_MN_NVDO-artikel.indd 62

23-10-13 09:31


FOTO’S: LINDA LELIVELD

Arjan van Weele over het Suto-benchmarkonderzoek: ‘De eerste indicaties uit het onderzoek zijn dat prestatiecontracten tot betere samenwerking met de opdrachtnemer leiden. Daardoor worden kennis en vaardigheden met elkaar gedeeld.’

tief gedrag van aannemers en leveranciers. Verschillende contractvormen hebben verschillende effecten en prestatiecontracten lijken positief uit te werken op innovatie. ‘Tot op heden is nog niet veel bekend over de uitwerking van prestatiecontracten op de innovatiekracht van bedrijven en dus bleek dat een mooi uitgangspunt voor een onderzoek.’ Een promovendus van Van Weele startte dan ook een onderzoek die de vraag moest beantwoorden: ‘Leidt functioneel aanbesteden via prestatiecontracten daadwerkelijk tot innovatie?’ De vraag werd positief beantwoord, maar liefst 79 procent van de respondenten meldde dat prestatiecontracten innovatief gedrag bij de opdrachtnemer stimuleren. Nog interessanter is uiteraard waardoor dat dan komt. Ook daar heeft Van Weele wel vermoedens van. ‘De eerste indicaties uit het onderzoek zijn dat prestatiecontracten tot betere samenwerking met de opdrachtnemer leiden. Daardoor worden kennis en vaardigheden met elkaar gedeeld. Bovendien zijn de belangen van beide partijen beter in lijn met elkaar waardoor de opdrachtnemer in het belang van de opdrachtgever werkt.’ Het onderzoek beperkte zich tot twee zaken. Allereerst moest het beschrijven welke verschillen er tussen diverse contractvormen er waren. Daarnaast moesten de elementen die tot innovatie en betere

prestaties leiden in kaart worden gebracht. Het uiteindelijke doel daarvan was om de effectiviteit van prestatiecontracten te verbeteren.

De praktijk laat zien dat opdrachtgevers een aannemers nog wel eens de plank misslaan. Van Weele noemt het voorbeeld van een spoorbrug over het Twentekanaal die niet goed verankerd was. Onderzoek Van Weele stuurde voor zijn onderzoek een enquête naar de leden van de NVDO en kreeg een response van 8,1 procent. Daarmee was de response valide. Bovendien bleek de steekproef redelijk representatief te zijn voor het NVDOledenbestand, dat op zijn beurt weer een goede weergave is van de Nederlandse industrie. Niet geheel toevallig was de procesindustrie het beste vertegenwoordigd, gevolgd door de onroerendgoedsector.

Helemaal opvallend was dat de opdrachtgevers en opdrachtnemers gelijk waren verdeeld in de proef. Van diegenen die de moeite hadden genomen de enquête in te vullen, kwam bijna een derde van grote (meer dan 2001 medewerkers) en de middelgrote bedrijven. Vervolgens stelde Van Weele vragen over het relatieve budget voor onderhoud. De gemiddelde omzet was 2,6 miljard euro en daarvan werd gemiddeld 137 miljoen uitgegeven aan onderhoud. Dat betekent dat zo’n 5,3 procent van de totale omzet wordt gebruikt voor onderhoudstaken. Het meest opvallende was wel dat 66 procent van het totale onderhoudsbudget werd uitgegeven aan uitbesteding. Bij de opdrachtnemers vormt dit dertig procent van hun inkomsten. Verder valt op dat zowel de opdrachtgevers als opdrachtnemers redelijk veel ervaring hebben met contracten (gemiddeld veertien en vijftien jaar). Een beetje opdrachtgever beheert zo’n twintig contracten en de opdrachtnemers doen het iets rustiger aan met gemiddeld vijftien contracten. Dan is natuurlijk de belangrijkste vraag: wat voor soort contracten gebruikt de markt het meeste? Misschien een beetje teleurstellend, maar de opdrachtgevers gebruiken nog het vaakst regiecontracten (73,68 procent), gevolgd door vaste prijs. Toch is het percentage van 56,14 procent prestatieconMaintNL 09 – 2013

062_63_65_MN_NVDO-artikel.indd 63

63

22-10-13 14:49


25 november 2013 | NEMO Amsterdam

INDUSTRIAL LOW CALORIE DIET

CONGRES

1e Duurzaam Geproduceerd Congres zet de industrie op dieet Niets mooier dan een biertje of een Magnum na een lange dag werken. Maar hoe duurzaam worden deze en andere producten geproduceerd? Hoeveel energie gaat in de productie van deze caloriebommen? Hoor er alles over tijdens het congres Duurzaam Geproduceerd op 25 november 2013 in Amsterdam, waar topsprekers van verschillende industriële bedrijven vertellen hoe zij hun processen op een low calorie diet zetten.

Bovendien wordt tijdens dit congres bekendgemaakt wie de winnaars zijn van de prestigieuze Process en Product Enlightenmentz. De genomineerden zijn lichtende voorbeelden van de mogelijkheden die processen en producten bieden voor duurzame vooruitgang. Bovendien houden twee kopstukken een vurig pleidooi voor het besparen van energie in productieketens, waarna zij in discussie gaan met experts en het publiek. Doelgroep Duurzaam Geproduceerd brengt beslissers in de industrie samen, zoals sitemanagers, business developers en productiemanagers, maar ook onderzoekers, beleidsmakers en consultants. Initiatiefnemers

Partner

Programma

nu in! Schrijf je

13.00 uur

Opening met key note John Schelhaas, director Integrated Supply Chain van AkzoNobel Industrial Chemicals

14.00 uur

Pitches & Preaches Pitches Process Enlightenmentz Energy Saver: Cas König (ESD SIC, Plant Manager of the Year 2013)

15.15 uur

Pauze

15.45 uur

Pitches & Preaches Pitches Product Enlightenmentz Energy Saver

17.00 uur

Debat met experts en energysavers Debat met experts uit het panel n.a.v. de pleidooien van de Energysavers

17.45 uur

Bekendmaking Process en Product Enlightenmentz of the Year

18.00 uur

Borrel

Presentatie: Rob van Hattum (VPRO en Science Center NEMO) en Wim Raaijen (centraal hoofdredacteur Industrielinqs pers en platform)

Wilt u partner worden van dit congres? Neem contact op met Anouk Bouwmeester: T | 020 - 3122797 E | anouk@industrielinqs.nl

Wilt u congresinformatie?

Neem contact op met Hilde Westerink: T | 020 - 3122791 E | hilde@industrielinqs.nl

Contentpartners

Mediapartners

www.duurzaamgeproduceerd.nl/congres _advertentie_duurzaam_geproduceerd_A4.indd 2

21-10-13 15:50


tracten een verbetering ten opzichte van het laatste Suto-onderzoek naar dit onderwerp. Toen stond de teller nog op 45 procent.

Communiceren De onderzoekers keken ook welke kenmerken een goed prestatiecontract moest hebben. De opdrachtgevers en opdrachtnemers vonden elkaar vooral in de volgende uitspraken: de opdrachtnemer wordt betaald op basis van de prestatie die hij levert, opdrachtgever en opdrachtnemer hebben beide KPI’s en beoordelen elkaar op behaald resultaat, opdrachtgever en opdrachtnemer besteden veel aandacht aan de wijze van samenwerken en communiceren, de opdrachtnemer wordt beoordeeld in de mate waarin hij erin slaagt een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van de opdrachtgever. Hiermee wordt duidelijk dat prestatiecontracten tweezijdig zijn. ‘Eenzijdige contracten kun je beter definiëren als wurgcontracten, terwijl echte prestatiecontracten worden afgesloten tussen gelijkwaardige partners die de dialoog met elkaar aangaan en over en weer feedback ontvangen.’ Overigens zijn prestatiecontracten nu ook weer niet de heilige graal. Er zitten wel degelijk nadelen aan dit soort contracten. Zo gaf 78 procent van de respondenten aan dat prestatiecontracten een andere wijze van aansturen vergen, waardoor aanpassing van de organisatie van de opdrachtgever vereist is. Bovendien heeft men er moeite mee om duidelijke en meetbare afspraken te maken waardoor er wederzijdse disputen kunnen

ontstaan over het resultaat in relatie tot het contract. Bovendien gaven de opdrachtgevers als nadeel aan dat ze daarmee wel afhankelijker werden van de opdrachtnemers. De opdrachtnemers zagen hier zoals verwacht geen enkel probleem in.

‘In bedrijven met een sterk hiërarchische, budgetgestuurde en gesloten bedrijfscultuur is de toepassing van prestatiecontracten niet aan te bevelen.’ De contractduur leverde ook inzichten op. Zo viel het Van Weele op dat de meeste prestatiecontracten een hogere contractwaarde hadden, maar een kortere looptijd. Waar regiecontracten en vasteprijscontracten nog wel eens een langere doorlooptijd hebben dan vijf jaar, komt dat bij prestatiecontracten eigenlijk nauwelijks voor.

Innovatie De basisvraag van het onderzoek was of prestatiecontracten, met meer autonomie voor de opdrachtnemers en meer risico voor de opdrachtgevers, ook tot innovatie leiden. Van Weele wil daarbij aantekenen dat er twee vormen van innovatie zijn: incrementele en radicale. De eerste soort innovatie waar kleine verbeterstapjes worden gemaakt, ziet hij wel. Maar de echt

radicale innovaties worden nagenoeg niet beïnvloed door de wijze van specificeren. Een prestatiebeloning kan wel helpen om radicale innovaties tot stand te brengen. Van Weele ziet dan ook een aantal belangrijke voorwaarden om succesvol met prestatiecontracten te werken. De verplichtingen van beide partijen moeten duidelijk gedefinieerd zijn en opdrachtnemers moeten businessprocessen van hun opdrachtgever volledig begrijpen. Dat impliceert dat er in hoge mate vertrouwen moet zijn tussen beide partijen op strategisch -, tactisch -, en operationeel niveau. Bovendien is intensieve communicatie op verschillende managementniveaus essentieel om de relatie gezond te houden. En omdat relaties zo belangrijk zijn, zijn beide partijen erbij gebaat de roulatie van teams en sleutelfunctionarissen zoveel mogelijk te beperken. Voor een succesvolle samenwerking moeten de doelen van beide partijen duidelijk gedefinieerd zijn. En als een van de partijen zich niet aan de afspraken houdt, dan moet de andere partij hem daarop kunnen aanspreken. Tot slot moet er voldoende commitment zijn van de medewerkers van beide partijen die betrokken zijn bij de uitvoering. Van Weele concludeert dan ook dat prestatiecontracten wel degelijk een positief effect op innovatie kunnen hebben. Maar dan moet wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan. ‘Met name open communicatie, gelijkwaardigheid en openheid zijn belangrijk om een contract succesvol te maken. Dus in bedrijven met een sterk hiërarchische, budgetgestuurde en gesloten bedrijfscultuur is de toepassing van prestatiecontracten niet aan te bevelen.’ n MaintNL 09 – 2013

062_63_65_MN_NVDO-artikel.indd 65

65

22-10-13 14:49


iMaintain Prestatiemanagement

Kwaliteit wordt speerpunt in aanbesteding Gunning puur op prijs is niet meer van deze tijd. Die gedachte sijpelt steeds meer door in de markt. Maar wat zijn de alternatieven? En hoe ga je om met de ‘zachte’ factoren die belangrijker worden als prijs wordt gemarginaliseerd? Elise Quaden

Jaap de Koning is projectmanager bij ingenieursbureau Witteveen+Bos en ook werkzaam voor branchevereniging NLingenieurs. Hij weet uit ervaring hoe aanbestedingsprocedures aan het veranderen zijn van gunning puur op prijs naar gunning op meer factoren dan alleen prijs. Deze insteek, Best Value Procurement (BVP), draait voornamelijk om denken in waarde. De Koning schetst de ‘oude’ situatie en hoe BVP beter is: ‘Vaak heerst er animositeit tussen projectleiders en inkopers. Projectleiders focussen op inhoud en willen niet te veel vastleggen, terwijl aanbesteders een inkoopbeleid te volgen hebben. Bij BVP, in het Nederlands ‘prestatieinkoop’, zijn beide partijen blij omdat bij de selectie van aannemers meer factoren meetellen dan alleen prijs.’ Kennis is de basis van BVP: ‘Met voldoende kennis kun je de uitkomst voorspellen. Daarvoor moet je aan het begin van het traject voldoende informatie verzamelen.’

Positieve bril ‘Normaal gesproken zijn wij zeer risicoavers. We bedenken wat er allemaal fout kan gaan om het te kunnen voorkomen. Bij BVP zet je een positieve bril op om kansen te kunnen zien in plaats van risico’s. Als je nog niet bent begonnen, dan is in theorie the sky the limit. Dit was een eye opener voor de industrie en veel bedrijven zijn ook nog niet aan het idee gewend. Je eerste uitgangspunt bij de uitrol van BVP is de andere rol die je als opdrachtgever aanneemt. Bij het rijk zijn ze daar al mee bezig

ziet. Hij geeft dus ook suggesties van wat een opdrachtgever beter kan doen en toont daarmee creativiteit. Interviews zijn persoonlijke gesprekken met de mensen die een project gaan leiden. Sommige mensen vinden dit een te subjectieve factor, maar het kan heel verhelderend werken. Je praat met de sleutelfunctionarissen en je kunt laten vastleggen dat zij van begin tot eind bij het project betrokken blijven. En tot slot is er de planning bestaande uit de stappen en termijnen die de aannemer voor ogen heeft.’

Selecteren

met hun motto ‘de markt, tenzij’. Je moet ervan uitgaan dat de kennis in de markt zit en niet bij de opdrachtgever. Dit resulteert erin dat de vraagstelling aan de markt verandert: die wordt losser, globaler. Het tweede speerpunt is de kwaliteit. Als je minimale eisen formuleert, dan zal de markt vaak ook niet beter presteren dan dat. Ze zullen ook niet hun beste mensen inzetten, maar degenen die het net aankunnen. Dit is geen waardecreërende gang van zaken.’ Hoe moet het wel? Laat meerdere elementen meewegen bij de selectie van een contractor, schrijft BVP voor. ‘Prijs blijft belangrijk en kan voor 25 procent meewegen. Maar daarbij zijn er ook factoren als past performance, een risicokansendossier (RAVA, red.), interviews en planning die indicaties vormen. Voor de past performance ga je te rade bij eerdere opdrachtgevers om referenties te verzamelen. In een risico-kansendossier schetst de opdrachtnemer de risico’s en kansen die hij

Het selectieproces begint met een voorselectie op basis van past performance. Dit is niet altijd makkelijk om meetbaar te maken. De Koning: ‘De overheid registreert alles centraal, maar in veel andere gevallen is er niet genoeg informatie beschikbaar. Vervolgens dienen de geselecteerde bedrijven hun prijzen in en wordt er gekeken naar de RAVA en de planning. Normaliter gaan er zo’n drie door naar de interviewronde waarna de uitslag volgt.’ Wat betreft prijs, heeft De Koning een verrassend advies: ‘Onthul je plafond! Hierover twijfelt de overheid nog, daar willen ze niet alles weggeven. Soms is het compromis het geven van een onder- en bovengrens. Maar laat het budget deels los. Dat is slechts een onderdeel van de aanbestedingsprocedure.’

Kansen voor de markt Waarom werkt BVP beter dan ‘ouderwets’ aanbesteden? ‘Je raakt ermee uit de prijsspiraal waarin de markt zich bevindt omdat het om meer draait dan prijs. De markt krijgt kansen om te laten zien wat het kan en wordt niet ingeperkt door budgetten die zo laag mogelijk moeten zijn. BVP is een selectiemethode maar ook de basis van innovatie. De markt voelt zich geprikkeld om met nieuwe ideeën te komen. Dit past goed bij de geïntegreerd contracten die we steeds vaker zien.’

66 MaintNL 09 – 2013

066_67_69_MO_NVDO-artikel.indd 66

22-10-13 14:49


FOTO’S: LINDA LELIVELD

Jaap de Koning

Waar het ingenieursbureau nog wel tegenaan loopt is een discrepantie in hoe zij BVP zien en hoe de opdrachtgever erover denkt: ‘Wij leveren alles precies aan volgens de vraagstelling maar scoren soms toch heel laag. Blijkbaar hebben inschrijver en opdrachtgever tijd nodig om bij elkaar te komen over wat nu echt de bedoeling is.’ Ook is het een vrij dure procedure omdat er veel tijd in wordt gestoken en er veel mensen bij betrokken zijn. ‘We zijn er nog niet uit of we bereid zijn dit te accepteren, als je vervolgens hoog scoort in de aanbesteding, of dat we hier uiteindelijk meer voor terug willen krijgen. Maar de bureaus moeten er sowieso in mee. Wij zijn daar blij mee.’

Miljoenen verliezen Dat vernieuwing in aanbesteding de markt flink kan opschudden, bewees spooronderhouder Asset Rail. Het bedrijf kwam zelfs in het nieuws doordat het een opdracht van ProRail voor veel minder geld aan kon bieden dan de concurrenten, wat volgens diezelfde concurrentie onmogelijk was. Maar het is wel mogelijk, zegt directeur Pieter Ahsman, door een andere werkwijze te hanteren. Asset Rail streeft prestatiegericht onderhoud (PGO, red.) na. Ahsman: ‘Wij willen een partner zijn in spooronderhoud, onderhouden moet overhouden worden en kennis delen is de kracht van het bedrijf. Dat zijn de uitgangspunten. ProRail heeft doelstellingen waar wij aan willen voldoen. Dat kan het best

met prestatiegericht onderhoud. Het wil een veilig spoor met nul vermijdbare ongevallen. Ook moet het spoor betrouwbaar zijn en voorwaarden scheppen voor de NS om punctueel te rijden. Als laatste stelt ProRail de eis van duurzaamheid wat neerkomt op het verlagen van de CO₂-uitstoot.’ Asset Rail is een relatief klein bedrijf en het past PGO daarom kleinschalig toe. Ahsman: ‘Door uit te gaan van prestaties lopen we risico’s om geld te verliezen. Als we geen goed werk afleveren, kunnen we zo een miljoen mislopen. Met zulke bedragen in het achterhoofd ga je wel serieus aan je prestatie werken.’ Maar hoe bepaal je of een prestatie goed is? ‘Daarvoor hebben we afspraken gemaakt. Die gaan over beschikbaarheid, veiligheid, duurzaamheid en statement of work. De prestatieprikkel zit in geld. Zo kost iedere storingsminuut ons 20 euro. Van ons wordt verwacht dat we ons proactief opstellen en gericht zijn op kostenreductie en prestatie. Ook moeten we flexibel kunnen plannen en risicogestuurd werken.’ Ashman haalt als voorbeeld het traject Gelre aan. Daar zijn de storingen sinds 2011, toen er nog met de oude contractvormen werd gewerkt, flink gedaald, van meer dan 2000 naar 1700, en het aantal moet nog verder omlaag. ‘Over de gehele linie behaalt ProRail niet de gestelde doelen in TAO, de treinaantastende onregelmatigheden. Maar ons traject Gelre vormt een uitzondering. Hoe doen we dat? Als eerste is het personeel heel

belangrijk. Wij werken alleen met eigen locale mensen. Daardoor voelen zij zich eigenaar van een gebied. Dit in tegenstelling tot onze concurrenten, die landelijke dekking nastreven. Ook hebben wij een eigen veiligheidsorganisatie. Toen we dit nog uitbesteedden, gaf het toezicht op veiligheid problemen omdat de medewerkers niet uit de regio kwamen. Nu maakt veiligheid onderdeel uit

Prestatie-inkoop prikkelt de markt om met nieuwe ideeën te komen. van het team. We spreken personeel aan op houding en gedrag en elk team heeft verantwoordelijkheid over een techniekveld. Vroeger werkten afdelingen langs elkaar heen, nu werken ze samen. Tot slot bieden wij alle nodige opleidingen en zorgen we dat alle certificaten in bezit zijn.’

Middelen en processen Ook middelen scheppen voor een groot deel de voorwaarden. Ahsman: ‘Wij zorgen ervoor dat het onze mensen aan niets ontbreekt. De bedrijfsauto’s zijn samen met de monteurs ingericht, iedereen heeft een smartphone zodat ze storingsmeldingen meteen ontvangen, er hangen schermen in MaintNL 09 – 2013

066_67_69_MO_NVDO-artikel.indd 67

67

22-10-13 14:49


12|12|’13

2013 De waarde van water Locatie:

Drijvend Paviljoen Rotterdam e nu in! Schrijf j

DE WAARDE VAN WATER

PROGRAMMA

Een van de meest voorkomende elementen op aarde kun je

11.45 uur

Registratie & lunch

moeilijk schaars noemen. Toch is water van levensbelang voor

12.30 uur

Plenaire keynote AkzoNobel: Martijn Kruisweg, Head of Eco-Efficiency and Sustainable Growth

13.15 uur

Plenaire lezing Cargill: Martin Pelle, Central Water Engineer, Process Development Group Europe SSE

14.15 uur

Pauze

14.45 uur

Masterclasses 1. Duurzaamheid 2. Energie 3. Watercyclus

15.45 uur

Pauze

16.15 uur

Pitches Water Innovators of the Year

17.00 uur

Plenair debat Met column van beleidsmaker

17.45 uur

Afsluiting

18.00 uur

Borrel

18.30 uur

Diner & Water Innovator of the Year verkiezing

21.30 uur

Einde

de industrie. Als grondstof, drager van warmte, koelmiddel of transportmedium voor afvalstromen wordt water veelvuldig ingezet. Welke waarde vertegenwoordigt water en hoe kunnen we die intrinsieke waarde expliciet maken? Wat zijn voor de industrie de beste keuzes om water zo optimaal mogelijk in te zetten als grondstof voor verwarming en afkoeling van processen of voor het in banen leiden van de afvalstromen. En hoeveel van die waarde is terug te winnen, opnieuw te gebruiken of anders nuttig in te zetten? Tijdens Watervisie 2013 belichten we de vele waardes van water.

Partner:

Initiatiefnemers:

Mediapartner:

MEER INFORMATIE Congresinformatie: Hilde Westerink • hilde@industrielinqs.nl • 020-31 22 791 Partnerinformatie: Anouk Bouwmeester • anouk@industrielinqs.nl • 020–31 22 797

www.watervisie.com 01_A4_watervisie.indd 1

21-10-13 13:40


Pieter Ahsman

de kantine waarop alle storingen te zien zijn zodat de prioriteiten gesteld kunnen worden en monteurs hebben een tablet met GIS-informatie.’ Verbetering van prestaties zit ook in processen, zegt Ahsman. ‘We gaan een partnership aan met de bedrijven waar we voor en mee werken. En we blijven de FMECA verbeteren. Onverwachte storingen verwerken we hierin. Storingen analyseren we dagelijks. Wij vinden dat we allemaal naar buiten moeten om zaken te controleren en te onderhouden. Deze data stoppen we dan weer in het systeem zodat we een storing de volgende keer kunnen voorkomen. Uiteindelijk willen wij een monitoringsorganisatie worden in plaats van een storingsorganisatie. Dataanalyse wordt big data-analyse. Schouwen zal steeds meer op afstand gaan, bijvoorbeeld met drones, en aansturing zal centraal gebeuren, zodat er minder mensen in het veld hoeven rond te lopen. Daarmee ondervang je ook de tekorten aan personeel. Wij verwachten ook dat alle middelen steeds meer geproduceerd gaan worden met het oog op onderhoud, zodat onderhoud efficienter wordt.’

Leveringszekerheid is prioriteit Charles Gevers is inkoper bij TenneT, maar heeft ook aan de kant van de inschrijver gewerkt. TenneT is verantwoordelijk voor het gehele hoogspanningsnet in Nederland en beheert ook een deel van het net in Duitsland. Europa vergroent en de Europese markt wordt groter. TenneT ziet voor zichzelf daarin een rol weggelegd. De belangrijkste doelstellingen van de beheerder gaan over leveringszekerheid. Gevers: ‘Stroomuitval

is altijd een probleem. Het is wettelijk vastgelegd dat er 99,99 procent van de tijd stroom geleverd moet worden. Dat is ons hoofddoel en verweven in het hele bedrijf. Maar daarbij vinden we ook alles te duur. De tarieven staan onder druk. Hierin zoeken we een balans met de leveringszekerheid.’ Onderhoud uitvoeren zorgt daarom altijd voor dilemma’s. ‘Soms moeten we voor korte tijd uit bedrijf door werkzaamheden, dan gaat de hoogspanning er even af. Dat noemen we het primaire onderhoud. Dit is overigens een actie die veel specialistische kennis vereist om de veiligheid te waarborgen.’

Dilemma’s TenneT besteedt onderhoud in verschillende vormen uit. ‘Er is het totaalcontract waar onderhoud onderdeel van uitmaakt. Traditioneel bevat dit onderhoud en een garantie. Ook komt dit contract in geïntegreerde vorm voor, in een DBM-constructie. Onderhoud kan ook separaat aanbesteed worden, met als subvormen het traditionele, het geclusterde of het geïntegreerde contract.’ Het bedrijf wil toe naar meer geïntegreerd nadenken met de leverancier. ‘Vaak zijn wij nog de partij die vertelt wat de contractor moet doen. Terwijl we veel meer kunnen clusteren in het onderhoud als de contractor hierin meedenkt. Onderhoud aan stations kun je bijvoorbeeld tegelijk uitvoeren met het vervangen van schakelaars. Ons probleem zit nu in de verschuiving van de aansprakelijkheden die dit met zich meebrengt. Neemt de opdrachtnemer die over? Op dit moment hebben wij een soort prestatiecontract met de overheid. Wij zijn aansprakelijk voor repara-

tiekosten en gevolgschades. Willen we dat overhevelen naar de opdrachtnemers? Als die dat überhaupt accepteert. Sommige risico’s wil je daar helemaal niet neerleggen omdat ze te onzeker zijn.’ Er komen tips uit de zaal. Je kunt van tevoren duidelijk afspreken wat het plafond is voor kosten aan de hand van een risicoanalyse, is de suggestie. Uiteindelijk blijft TenneT voor de buitenwereld aansprakelijk en levert het hen imagoschade op als er dingen fout gaan. Ook kan het controlemoment naar voren. ‘Nu werkt de aannemer soms gedurende een dag aan een oplossing. Daarna moet het systeem weer werken. Er is dan weinig tijd om een controleprotocol te doorlopen. Als het werk toch niet deugdelijk is uitgevoerd, kom je daar te laat achter. Dat willen we vroeger in het proces ondervangen’, aldus Gevers. Een ander vraagstuk waar TenneT mee worstelt, is wat de juiste incentive is voor betere prestaties. Vooruitzicht op meer werk, of toch een bonus (en een malus als de resultaten tegenvallen)? Malus zal vaak in de prijs worden meegenomen en verliest daarmee slagkracht. Een bonus voorhouden werkt ook niet, omdat de echte motivatie van binnenuit moet komen. Iemand die zijn werk goed doet , wil dat altijd doen. Een kwestie van trots. Je kun beter betalen voor de partij die op alle fronten het best scoort. BVP dus. Aan de andere kant wijst onderzoek naar gedrag uit dat belonen motiverender werkt dan straffen. Nieuwe opdrachten zijn ook een beloning. Veel mensen gaan niet harder lopen voor geld. Wederom pleit dit voor prestatie-inkoop. Innovatie in contractvormen kan de markt dus nog veel opleveren. n MaintNL 09 – 2013

066_67_69_MO_NVDO-artikel.indd 69

69

22-10-13 14:49


iMaintain Prestatiemanagement

Vertrouwen fundeert prestatiecontracten Het oppervlakte van de Maasvlakte Olie Terminal is gelijk aan het totaal aan oppervlak dat de Rijksgebouwendienst in beheer heeft. Maar daarmee is de vergelijking ongeveer klaar. Henk Hoedelmans (MOT) en Fons Bruin (Rijksgebouwendienst) gingen bij elkaar op bezoek en bespraken hun prestatiecontracten. David van Baarle Bedrijven zijn zich door de jaren heen steeds meer gaan concentreren op hun kernactiviteiten en hebben bijzaken als onderhoud uitbesteed. Nu is bijzaak misschien wat kort door de bocht, want onderhoud wordt steeds meer als strategisch middel gezien en dus proberen de bedrijven hun contractors ertoe te bewegen de assets zo optimaal mogelijk te onderhouden Prestatiecontracten moeten de samenwerking net dat extra zetje geven om assets betrouwbaarder te maken tegen lagere kosten. In de gebouwde omgeving waren dit soort contracten nog niet zo gangbaar, maar ook daar is inmiddels de noodzaak ontstaan om meer werk uit te besteden. De gebouwde omgeving kan dus veel leren van de industrie, die immers langer ervaring heeft, maar is dat andersom ook zo? Om daar achter te komen, koppelden we twee contractbeheerders uit deze beide werelden aan elkaar. Henk Hoedelmans van Maasvlakte Olie Terminal (MOT) en Fons Bruin van de Rijksgebouwendienst gingen bij elkaar op bezoek en vroegen elkaar het hemd van het lijf.

Partnerschap Als Fons Bruin voor het eerst de site van MOT ziet, is hij zichtbaar onder de indruk. ‘Ik heb nooit geweten dat een terminal zo groot was’, zegt hij. Henk Hoedelmans legt uit waar Bruins terecht is gekomen: ‘Je bevindt je op een van de grootste olieterminals ter wereld. Olietankers meren hier aan en pompen hun lading over in onze tankers. We slaan de ruwe olie op voor onze partners en pompen het naar ze toe zodra ze daar behoefte aan hebben.’ Het overgrote deel van de aanvoer wordt eerst in een van de 39 tanks opgeslagen. De tanks zijn 22 meter hoog en hebben een doorsnee van 85 meter. Qua hoogte kan dit worden vergeleken met een gebouw van zeven verdiepingen, de totale oppervlakte van één tank is gelijk aan de oppervlakte van een groot voetbalveld. ‘Wij hebben ons tankonderhoud uitbesteed aan tankspecialist Verwater’, vervolgt Hoedelmans. ‘Om er zeker van te zijn dat we op gelijk niveau communiceren en samenwerken, zijn we een partnerschap aangegaan dat we heel toepasselijk MoVe hebben genoemd, een samenvoeging van MOT en Verwater. In het voortraject heeft

de directie van MOT samen met die van Verwater om de tafel gezeten en openlijk uitgesproken wat we van elkaar verwachten. Voor een dergelijk contract is draagvlak van de directie essentieel. Als die elkaar de tent uitvechten over een al dan niet terechte factuur, dan gaat het bij de uitvoering ook rommelen. We hebben er bewust voor gekozen om dicht bij elkaar te zitten om de communicatielijnen zo kort mogelijk te houden. Als ik een pijpfitter heen en weer zie lopen, vraag ik hem bij de derde keer dat hij langskomt waar hij naar op zoek is. Als dan blijkt dat hij materiaal mist, kan ik daar wat aan doen. Ook bij incidenten ben je snel op de hoogte en kan je gezamenlijk zoeken naar oplossingen. Dat betekent wel dat je een open cultuur moet hebben waar mensen fouten durven toegeven en niet verdoezelen.’ Dat een partnerschap ook innovatie oplevert, daar is Hoedelmans van overtuigd. ‘We hebben een aantal doelen gesteld dat niet eenvoudig in een contract is vast te leggen. Zo vinden we innovatie heel belangrijk. Verwater moet jaarlijks drie innovaties voorstellen en tot nu toe is dat gelukt. Maar soms kan het ook simpeler. Ik nodig iedere maand een groep uit, de schilders of de fitters, en vraag ze hoe het gaat en wat ze nodig hebben om hun werk beter te kunnen doen. Om ze een beetje te verwennen, huur ik er nog een ijscowagen of patatkraam bij en dan komen de beste ideeën bovendrijven.’

70 MaintNL 09 – 2013

070_71_MU_NVDO-artikel.indd 70

22-10-13 14:48


Contractmanagers Fons Bruin (Rijksgebouwendienst) en Henk Hoedelmans (MOT) namen een kijkje bij elkaar in de keuken en vergeleken elkaars onderhoudscontracten. Ondanks de vele verschillen zijn bij allebei communicatie en samenwerking de uitgangspunten.

Integraal contract Na de wereld van de olieopslag vertrekken we naar Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. In ruim tweehonderd jaar is de Koninklijke Bibliotheek uitgegroeid van een kleine bibliotheek voor de leden van de volksvertegenwoordiging tot een nationaal en internationaal bekende wetenschappelijke instelling met zes miljoen items en 90.000 bezoekers per jaar. Het is slechts een van de tweeduizend objecten die de Rijksgebouwendienst beheert. Bruin: ‘Het valt me op dat we evenveel vierkante meters onderhouden als de MOT, alleen zijn onze objecten over het hele land verspreid. Ook is het onderhoudswerk doorgaans projectmatig en kent dus niet zo’n continuïteit als het onderhoud aan tankterminals. Een samenwerking zoals de MOT samen met zijn contractor heeft afgesproken, zou voor ons dan ook niet werken.’ De Rijksgebouwendienst besteedt het onderhoudswerk aan de bouwwerken, elektra, klimaatinstallaties en transportsystemen uit. Sinds kort is men echter gaan kijken naar andere manieren van aanbesteden. ‘We zijn gaan onderzoeken hoe we het werk konden bundelen en bij een aannemer aanbieden. In 2011 is een verkenning gestart rondom integrale contracten. Vorig jaar zijn we een pilot begonnen bij drie penitentiaire

inrichtingen. We willen kijken of we deze aanbestedingsvorm ook kunnen toepassen op andere gebouwen.’ Ook Bruin ziet dat de crux van prestatiecontracten niet in de vorm zit, maar in de samenwerking met de contractor. ‘Omdat wij zoveel objecten beheren, moeten we de organisatie formeler inrichten. Bij de PI’s heeft de opdrachtnemer een eigen contractmanager en een manager dienstverlening. Die laatste overlegt met de gebruiker over de dagelijkse gang van zaken. Maar we plannen ook per maand, kwartaal en jaarlijks overleggen met de gebruiker en aannemer.’

Belonen Als de partner zijn werk goed doet, moet hij daar ook voor worden beloond, zo vinden beide heren. Hoedelmans: ‘In een partnerschap deel je zowel de lusten als de lasten. Als we geld overhouden, verdelen we de winst fiftyfifty, maar als we geld tekort komen, moet Verwater ook de helft meebetalen.’ Bruin: ‘We hebben een vaste periodieke vergoeding afgesproken. Als een opdrachtnemer de beloofde prestaties echter niet haalt, moet hij zichzelf een korting opleggen. Daar staat tegenover dat als hij zijn werk goed uitvoert en minder storingen krijgt, hij geld overhoudt.’ Na een intensieve dag kunnen beide heren

SCAN DE FOTO EN BEKIJK HET FILMPJE Wanneer u dit icoon bij een afbeelding ziet staan, dan kunt u het bijbehorende filmpje bekijken door met uw smartphone de foto te scannen. Hoe werkt het? 1) Installeer op uw smartphone of tablet de app ‘iLinqs’ 2) Start de app op uw smartphone of tablet 3) Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst 4) Het bijbehorende filmpje verschijnt op smartphone of tablet

concluderen dat er grote verschillen zijn tussen tankonderhoud en gebouwonderhoud, maar wat betreft het uitbesteden van onderhoud is er een gemene deler. Hoedelmans: ‘Het komt allemaal neer op communicatie en samenwerking.’ Bruin is het daar roerend mee eens. ‘Beide partijen moeten blijven bouwen aan onderling vertrouwen en dat kan alleen maar door goed te communiceren en samen te werken.’ ■

MaintNL 09 – 2013

070_71_MU_NVDO-artikel.indd 71

71

22-10-13 14:48


ADVERTENTIE INDEX IMAINTAIN Abonnees ............................................................................ 14

Onze diktemeters en flawdetectors zijn robuust, betrouwbaar en accuraat

Applus RTD .......................................................................... 48 Beko .................................................................................... 72 Bizz56” ............................................................................... 36 Bronswerk Heat Transfer .......................................................... 4 Dimensys Nederland ............................................................... 8 Duurzaam Geproduceerd congres 2013 ................................. 64

Of het nu gaat om inspecties in de fabriek of de Poolcirkel, het Elcometer NDT assortiment – diktemeters en flawdetectors – is robuust, snel, accuraat en gebruiksvriendelijk.

Eco Ketelservice Verhuur ........................................................ 48 Elcometer ............................................................................. 72 GGB Benelux ....................................................................... 44 Hateha ................................................................................ 44 Henkel Nederland................................................................. 20 Hi-Force Nederland ............................................................... 38 iMaintain Infra 2013............................................................. 40 iMaintain Platform ................................................................. 30 Mainnovation Meeting House NL.............................................. 2 Pilz Nederland ..................................................................... 38 Profion Maintenance Linqs ..................................................... 28 PPG Protective & Marine Coatings .......................................... 20

www.elcometerndt.com

Sitech Services ..................................................................... 36

Diktemeters – Flawdetectors – Onderwatermeters Boutspanningsmeters – Data Management software

SKF ..................................................................................... 75 Stork Technical Services Holding............................................. 12 Ultimo Software Solutions....................................................... 76 Watervisie............................................................................ 68

NDT Quarter Page Dutch.indd 1

6/5/2013 4:19:14 PM

PERSLUCHTKWALITEIT ZICHTBAAR MET METPOINT® Meetapparatuur

■ Lekkages detecteren ■ Persluchtflow meten ■ Drukdauwpunt controleren ■ Olierestdamp registreren

Voor meer informatie over persluchtmetingen neem contact op met onze Service Afdeling

BEKO TECHNOLOGIES - ‘‘STERK IN PERSLUCHT”

BEKO Technologies B.V. - Veenen 12 - 4703 RB Roosendaal

072_index_beko_elcometer.indd 1

T 0165 32 03 00

W www.beko-technologies.nl

E benelux@beko.de

22-10-13 10:23


Column Huh? Alle begrip dat ten gevolge van de huidige economie er nauwelijks nog schoenmakers zijn die zich bij hun leest houden. Soms moet je je core business een beetje verleggen om je hoofd boven water te houden, dat snap ik best hoor. Maar om je nieuwe PC nou bij het Kruidvat te gaan kopen ... Daar ging je heen voor je paracetamolletjes, je tandpasta en shampoo. Maar toch niet om gebruik te maken van de aanbieding ‘Combi-Magnetron’? Net zo min dat je naar Albert Heijn of de Lidl ging om een e-reader aan te schaffen of bij je plaatselijke tuincentrum je karretje vol laadde met kantoorartikelen. En het wordt nog gekker hoor. Elektronicawinkels, bouwmarkten, boekhandels en benzinepompen zoals Mediamarkt en Gamma gaan nu ook al voedsel verkopen. De Mediamarkt in Hoorn opent bijvoorbeeld binnenkort diverse horeca-onderdelen, verzorgd door Lekkerland. De groothandel in tabaksproducten en gemaksproducten levert onder meer een mobiele kiosk. En dat komt omdat we onderweg zo graag een snelle hap eten. Lekkerland heeft een omzet van twee miljard euro. Het

grootste deel van de omzet wordt gerealiseerd met rookwaren. Sinds het voorjaar richt het bedrijf zich ook op Ako en Bruna, Gamma en Hornbach, groothandels en elektronicawinkels. Winkeliers staan open voor dergelijke branchevervaging aangezien ze het moeilijk hebben. Jan-Willem Grievink, directeur van het Foodservice Instituut, stelt dat het vervagen van de scheidslijn tussen nonfood- en foodservice past in een bredere trend. Volgens hem denken consumenten niet in kanalen. Ze willen blijkbaar ook een kop koffie en misschien een croissantje bij de Blokker. Als dit de trend wordt, dan stop je onderweg naar je afspraak gewoon even bij ons in Houten. Koopt een bak koffie, een belegd broodje en stapt na tien minuten je auto weer in om via de A27 je weg te vervolgen. Zullen we hier samen op 8 november in Madurodam tijdens het NVDO-jubileum eens een businessplan over schrijven? Dan zorg ik voor broodjes!

Soms moet je je core business een beetje verleggen om je hoofd boven water te houden, dat snap ik best hoor. Maar om je nieuwe PC nou bij het Kruidvat te gaan kopen ...

colofon

Ellen den Broeder-Ooijevaar Verenigings Manager

MaintNL is het verenigingsmagazine van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. De naam MaintNL is eigendom van de NVDO.

Postbus 138 3990 DC Houten t +31(0)30 634 60 40 f +31(0)30 634 60 41

e info@nvdo.nl • www.nvdo.nl • www.nvdovac.nl

MaintNL 09 – 2013

073_MC_NVDO_Vmanager.indd 73

73

22-10-13 14:48


74 volgend nummer

In HeT volgende nummer Tien jaar iMaintain iMaintain bestaat dit jaar tien jaar! Ons vakblad, dat de eerste acht jaar van haar bestaan nog Industrial Maintenance heette, schrijft al tien jaar vol passie over professioneel onderhoud en heeft daarmee het vak mede op de kaart gezet. Komend nummer blikken we terug op het mooiste van tien jaar iMaintain.

Minder fakkelen Fakkelen bij het opstarten van een kraker na stillegging voor een grote onderhoudsbeurt kan enkele dagen tot een week duren, met alle overlast van dien. Sinds kort behoort dit bij BASF Antwerpen tot het verleden. Halverwege dit jaar implementeerde het bedrijf het project Flare Min. Resultaat is dat de fakkelactiviteit bij de opstart van de kraker na een onderhoudsstop met zestig procent kon verminderen.

Stopseizoen in volle gang Sabic, Shell, DuPont, OCI: het aantal stops dat aan de gang is, is niet van de lucht. We doen een rondje langs de velden en tekenen alle innovaties op.

THemA: Tien jaar imaintain

Thema’s 2014

iMaintain 01-2014

Hightech maintenance

iMaintain 02-2014 maintenance in de procesindustrie

iMaintain 03-2014 maintenance en utilities

EN VERDER MaintNL

iMaintain 04-2014

De Nederlandse infrastructuur is onderhevig aan veranderingen. Het gebruik verandert in de loop van de tijd, net als de budgetten voor bouwen en behouden. Een ideale basis voor innovaties in infra-onderhoud. Op iMaintain INFRA vertellen experts welke innovaties volgens hen de toekomst hebben. Ook gaan we in gesprek met een rĂśntgenspecialist van KLM en gaan we op zoek naar de mooiste visie op onderhoud in het kader het NVDO-jubileum.

maintenance neXT

iMaintain Nummer 10 verschijnt 14 december 2013

maintenance en automotive/aerospace

iMaintain 05-2014 maintenance in de maakindustrie

iMaintain 06-2014 maintenance en informatie

iMaintain 07-2014 gebouwde omgeving

iMaintain 08-2014 iMaintain 09-2014 maintenance & food

iMaintain 10-2014 maintenance in de infra

09 13 imaintain

074_F_volgend nummer.indd 74

22-10-13 15:39


The Power of Knowledge Engineering Delivering profit through reliability

•Asset Management •Global Maintenance Benchmarking •Maintenance Strategy Review (RCM) •Engineering Consultancy •Condition Based Maintenance •Spare Parts Optimization •Lubrication Management


Krachtige software voor beheer & onderhoud

Nieuw: module Werkvergunningen

Verbeter de structuur en de planbaarheid van het werk

Integratie tussen werkorders en werkvergunningen

Verleng de levensduur van assets op lange termijn

Vergroot het inzicht in kosten & prestaties w w w.ultimo.net/onderhoud JA AR


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.