www.imaintain.info
09 14 ELFDE JAARGANG – LOSSE VERKOOPPRIJS € 16,50
iMaintain Nr. 09 - 2014
risico's zijn niet uit te sluiten, wel te managen
Achter elk vat Total smeermiddelen schuilt een team van experts!
Met een landelijk opererend en ervaren team van Sales Engineers, een kundige technische dienst en een servicegerichte binnendienst zijn wij snel en gemakkelijk te bereiken. Dit in combinatie met een compleet assortiment smeermiddelen ĂŠn een zeer goede logistieke ondersteuning zorgt er voor dat u altijd op ons kunt rekenen. Voor uitgebreide informatie over onze mogelijkheden kunt u contact opnemen met: Total Nederland N.V. / IndustriĂŤle smeermiddelen Telefoon: 070 - 3 18 0 40 8 E-mail: smeermiddelen.industrie@total.com www.total.nl
The right choice in lubricants
inhoud 3
10 foTo: M.M.MinDeRHouD
Droge voeten met grip op de kosten Het Waterschap Rivierenland heeft een enorme onderhoudsafdeling. Teamleader Maintenance Wouter van Vuuren legt uit hoe het Waterschap risicomanagement zo implementeert, dat bewoners hun voeten veilig droog houden zonder teveel te betalen.
14 Risico-inschatting bij asset management bespaart Enexis geld De netbeheerder maakt zijn keuzes voor onderhoud op basis van risico-inschattingen. De betrouwbaarheid van de levering van gas en elektriciteit is op peil is gebleven. Bram Alkema, senior manager asset management, licht de succesformule toe.
5
COMMENTAAR
7
ACTUEEL
18 MAINTENANCE ALS EXPORTPRODUCT 22 WHAT’S NEXT 26 PRODUCTEN 65 VOLGEND NUMMER
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
27
Nuons Magnumcentrale heeft de bedrijfsvoering behoorlijk moeten veranderen. De centrale draait niet meer volcontinu zoals gepland, met alle gevolgen van dien voor het onderhoud. De jeugd kreeg een kijkje bij verschillende bedrijven tijdens de Landelijke Dag van het Onderhoud. Een uitgebreide terugblik op iMaintain Prestatiemanagement, het congres van de NVDO Sectie Suto en het iMaintainplatform. Ander onderhoud voor veranderende energiemarkt Convenant maakt vakbekwaam Jeugd ontmoet bedrijfsleven De Stelling De techniek is ondergeschikt aan het museum Groot onderhoud Binnenhof nodig Waarde-inkoop uitdaging voor asset management Langere levensduur beton dankzij nano-klei Prestatie heeft niets met contract te maken Managers en directeuren zoeken nieuwe baan NVDO Suto Kennisdossier op Myjour.nl
30 33 34 41 42 45 47 50 54 58 61
09
iMaintain 14
03_C_inhoud.indd 3
22-10-14 12:31
THE POWER OF
KNOWLEDGE ENGINEERING Everybody loves a solution. We believe every great solution is born from a really good problem. And at SKF there’s nothing we love more. Solving problems and inventing solutions together with our customers is what we do. Our story began with a problem. The need for machines to work better, run smoother, live longer. We’ve been at the heart of industry, the brains of machinery for more than a century. Whether it’s in the comfort of your kitchen or in the harsh conditions at the steel mill, you’ll find our products and solutions at work. And our services, like application engineering and condition monitoring, are helping to increase reliability in all types of industries. Visit www.skf.com and let us take you on a journey inside the world of SKF. Meet our inventors, experts and knowledge engineers – our global team of close to 50,000 working in 40 different industries, with customers in 130 countries. Hear who we are, what we do and why. It all comes down to what we call The Power of Knowledge Engineering.
THE POWER OF KNOWLEDGE ENGINEERING
04_SKF.indd 1
21-10-14 09:49
COMMENTAAR 5
Blijven roepen Ik was gisteren op de koffie bij een van de partners van ons iMaintain platform. ‘Hoor jij nog veel over tekorten op de arbeidsmarkt? Een jaar terug kon je er niet omheen, nu is het veel stiller op dat gebied’, zei hij. En inderdaad, ik hoor aanzienlijk minder mensen roepen over tekorten aan technisch bekwaam personeel. Nu hoor je meer over ketenintegratie, ISO55000 en Zwarte Piet. Maar het probleem op de arbeidsmarkt is er niet kleiner door geworden. Voor MaintNL rondde ik zojuist een kort verhaal af over een mooie samenwerking tussen Shell en vier dienstverleners om te werken aan de instroom van vakmensen. En daar kwamen toch de cijfers weer over tafel. Alleen al in Nederland zijn de komende jaren zo’n 30.000 extra technici nodig om aan de vraag te voldoen. De aanwas op technische opleidingen is de laatste jaren wel sterk toegenomen, maar we zijn er nog niet. Ten opzichte van ‘vandaag’ zal het marktaandeel van technische opleidingen de komende jaren moeten groeien naar 40 procent. Het blijft dus belangrijk om herrie te maken voor het vraagstuk van technisch personeel. Op kleine schaal merk ik nog wel de vraag. Intermediairs en adviesbureaus zoeken weer actiever dan eerst naar de technische duizendpoten, die ze voor mooie tarieven kunnen introduceren bij werkgevers. Maar de collectieve schreeuw om ‘nieuwe handjes’ lijkt verstomd. In onze redactie-inbox zie ik ook nauwelijks persberichten hierover. Is er echt minder werk, zijn alle problemen opgelost door automatisering, asset management of door een hogere hands on tooltime of luister ik gewoon slecht? Volgens mij zit de kracht in de herhaling. Door op alle mogelijke plekken te blijven roepen dat er ruimte is om te werken en te groeien, zal deze aandacht zich op den duur vertalen naar nieuwe collega’s.
Mark Oosterveer @M_Oosterveer
HOOfdREdACTiE
Mark Oosterveer 020 3122 793 mark.oosterveer@industrielinqs.nl NUMMER 09 - 2014
David van Baarle 020 3122 082 david.vanbaarle@industrielinqs.nl
UiTgAvE vAN
EiNdREdACTiE
Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7 1019 HD Amsterdam Postbus 12936 1100 AX Amsterdam
PARTNER
Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) Postbus 138, 3990 DC Houten
Miriam Rook 020 3122 796 miriam.rook@industrielinqs.nl
MEdEwERkERs
Liesbeth Schipper, Erik te Roller, Renske van den Berg, Ingrid Rompa, Pieter Pulleman, Teus Molenaar, Francis Voermans, Elise Quaden
LAy-OUT
Gabriele Köbbemann
COvER
Siemens
AdvERTENTiEvERkOOP Ahoy Rotterdam NV Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Organisator van
UiTgEvER
Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl
Jetvertising BV Arthur Middendorp T: 070 399 00 00 F: 070 390 24 88 arthur@jetvertising.nl
TRAffiC
Breg Schoen 020 3122 088
dRUkkERij
ABONNEMENTEN (EXCL. BTw)
Nederland/België € 93,– Introductie NL/B 25% € 69,50 Overig buitenland € 116,50 Losse verkoopprijs € 16,50 Studenten € 38,50 Proefabonnement 3 mnd € 27,00
OPzEggEN
Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www. aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.
ABONNEMENTENLANd
Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. ISSN: 2211-6826 © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.
PreVision Graphic Solutions
09
iMaintain 14
05_B_commentaar.indd 5
21-10-14 16:29
er ard n w n wi ld A Go EC
AC
complexe processen grote risico’s integraal onder controle
AMprover software borgt uw totale risicobeheersing in één pakket ®
Bij verantwoorde risicobeheersing draait alles om het borgen van uw veiligheid en kwaliteit. Dat begint bij uw product en het functioneren van
fysieke bedrijfsmiddelen. Maar kijkt ook naar processen, systemen, mensen, regelgeving en milieu. AMprover® software geeft overzicht en inzicht in de diverse risicovraagstukken en de kosteneffectieve maatregelen die het best
aansluiten op uw bedrijfsspecifieke situatie. AMprover® is ontwikkeld door
Traduco, de mensen die Asset Management opnieuw hebben gedefinieerd. En dat biedt u een ander perspectief. www.traduco.nl
winnaar 2013 ACEC New York Gold Award
Infra Projectteam 2012
Onderscheidingen voor Kademuren Modellering Systeem Traduco heeft i.s.m. met het Canadese SIMCO Technologies het ‘Kademuren Modellering Systeem’ (KMS) voor het Havenbedrijf Rotterdam ontwikkeld. Dit systeem maakt het mogelijk om investeringsbeslissingen rondom de kapitaalintensieve havenassets te prioriteren, m.b.v. de software applicaties SAP, AMprover® en Stadium. Voor KMS is internationaal grote belangstelling. Bekroond door NVDO (Infra Projectteam 2012) en winnaar 2013 ACEC New York Gold Award.
a wider perspective, focused on you
12021967_6 Adv. 1210x297+5mm.indd 1 06_traduco.indd
07-02-14 13:07 10:05 21-10-14
actueel 7
NVDO en het iMaintainplatform gaan voor goud Volgende jaar staat op 19 maart iMaintain 2015, het jaarcongres van de NVDO en het iMaintainplatform, in het teken van goud. Onderhoud is een topsport waarbij inspanning veelal wordt beloond. Tijdens het congres delen toonaangevende sprekers van opdrachtgevers, overheden en onderzoeksinstituten hun ambitie en resultaten op de weg naar topprestaties. Maar de lat ligt niet voor elk bedrijf op dezelfde hoogte of dezelfde hindernis. Waar het ene bedrijf stuurt op compliance en beschikbaarheid, werkt een ander aan hogere output tegen lagere kosten. Wat kunnen zij van elkaar leren? En welke schatten liggen nog verborgen binnen de organisatie? Het congres brengt jaarlijks een netwerk bijeen dat het verschil kan maken. In het avondprogramma wordt de nieuwe Maintenance Manager of the Year verkozen. Kandidaten kunnen nog worden aangemeld via de website van de NVDO.
Mega-investering Antwerpen speelt in op onbalans dieselmarkt Op 3 oktober is bij ExxonMobil in Antwerpen het startsein gegeven voor de bouw van een nieuwe raffinage-eenheid. Het betreft een investering van bijna achthonderd miljoen euro (1 miljard dollar). Met de bouw van een nieuwe coker speelt het concern in op de behoefte aan schonere brandstoffen voor de scheepvaart en een toenemende dieselvraag in de aantrekkende transportsector. De vraag naar diesel op de Europese markt is al langere tijd groter dan wat de raffinaderijen op dit continent produceren, terwijl er in de VS een overschot aan geproduceerde dieselolie is. Zo moet Europa diesel importeren en gaat er benzine naar de andere kant van de oceaan. Met de nieuwe investering in Antwerpen heeft ExxonMobil deze onbalans zeker in het vizier gehad. Zware stookolie in de scheepvaart moet de komende jaren worden vervangen door minder vervuilende alternatieven. Daarnaast verwacht het concern ook een toenemende vraag naar diesel in de vrachttransport. Als gevolg van de aantrekkende economie zal het vrachtverkeer op de weg ook weer toenemen. De nieuwe installatie zal vooral zware hoogzwavelige olie omzetten in schonere brandstoffen. De nieuwe Vlaamse regering is erg verguld met de mega-investering die de grootste is in de Antwerpse industrie sinds jaren. Tot de oplevering van de coker eind 2017 zal het project zevenhonderd arbeidsplaatsen opleveren. Daarna zijn er vast zeventig mensen extra nodig boven de huidige duizend werknemers bij ExxonMobil in Antwerpen.
MeeSt GeleZeN ONlINe 1. Stoomlek legt Shell Moerdijk tot eind dit jaar plat Shell Moerdijk ligt zeker tot het einde van dit jaar stil als gevolg van een lekkage in het stoomsysteem begin oktober. Zonder stroom kunnen ook de andere fabrieken niet produceren. Er wordt onderzocht hoe het stoomlek heeft kunnen gebeuren. Lees verder op pagina 9
2. Mega-investering antwerpen speelt in op onbalans dieselmarkt Bij ExxonMobil in Antwerpen is de bouw van een nieuwe raffinage-eenheid van start gegaan. Het betreft een investering van bijna 800 miljoen euro (1 miljard dollar). De nieuwe
installatie zal vooral zware hoogzwavelige olie gaan omzetten in schonere brandstoffen. Lees verder op pagina 7
3. Verhoogde druk mondiale arbeidsmarkt door herstel economie Het tekort aan geschoolde professionals in de groeisectoren, zoals high tech en IT, neemt steeds meer toe. Door deze steeds grotere kloof stijgt de loondruk. De vergrijzing en
het tekort aan geschoolde arbeidskrachten zorgt voor het afnemende arbeidspotentieel. Lees verder op pagina 7
4. Hefinstallatie voor gigantische rotorbladen Siemens heeft een speciale hefinstallatie gebouwd voor de montage van rotorbladen voor offshore-windparken. Door de installatie kunnen montagewerkzaamheden veiliger worden uitgevoerd. Lees meer hierover in de rubriek What’s NEXT.
Verhoogde druk mondiale arbeidsmarkt door herstel economie Het tekort aan geschoolde professionals in de voor Nederland van economische belang zijnde groeisectoren, zoals high tech en IT neemt steeds meer toe. Door deze steeds grotere kloof stijgt de loondruk in deze groeisectoren. De vergrijzing en het tekort aan geschoolde arbeidskrachten zorgt voor het afnemende arbeidspotentieel. Dit is de conclusie van de Hays Global Skills Index 2014, het rapport dat recruitment organisatie Hays plc, jaarlijks in samenwerking met Oxford Economics uitbrengt. De Index geeft de dynamiek weer van de arbeidsmarkten van 31 landen wereldwijd. Het laat zien hoe groot de druk is op de arbeidsmarkt en hoe goed een land instaat is daarop in te spelen.
Kijk voor meer nieuwsberichten op www.imaintain.info
07_9_D_actueel.indd 7
5. Groei industriële productie zet in 2014 door De versterkende wereldeconomie en de dalende euro bieden volgens analisten van ABN AMRO een goede basis voor groei van de industriële sector. Lees meer hierover op pagina 9
09
iMaintain 14
21-10-14 14:41
8 actueel
BeDRIJVeNNIeuWS croon, Wolter en Dros waakt over Nachtwacht Het Rijksvastgoedbedrijf heeft Croon, Wolter & Dros Facilities (CWF) geselecteerd voor het installatie- en elektrotechnisch onderhoud van tien prestigieuze Rijksmusea in westelijk Nederland, waaronder het Rijksmuseum in Amsterdam. CWF was zowel qua prijs als kwaliteit de beste aanbieder. ‘De komende twee jaar mogen we daarom waken over de conditie van ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer en ‘De Stier’ van Potter’, aldus directeur CWF Natalie Hofman. CWF heeft veel ervaring met het installatietechnisch onderhoud bij musea. ‘De eisen zijn hoog: om de bedrijfsvoering van de musea niet te verstoren, doen we vrijwel onzichtbaar ons werk. We vinden het een eer dat het Rijksvastgoedbedrijf ons ook deze nieuwe opdracht toevertrouwt.’
ultimo en MaxGrip werken samen voor betere asset Performance MaxGrip en Ultimo Software Solutions hebben een interface gerealiseerd tussen de Enterprise Asset Management software van Ultimo en de Optimizer software van MaxGrip. Met de interface kan men in het EAM-systeem Ultimo direct inzicht creëren in het benodigde onderhoud aan assets. In de praktijk is het lastig om een goede balans te vinden tussen productie, kosten en veiligheid. Organisaties voeren soms onnodig veel preventieve onderhoudsacties uit, wat ten koste gaat van de productiviteit. Door de risico's inzichtelijk te maken, wordt het mogelijk daar een onderhoudsstrategie af te stemmen, wat veel tijd en kosten bespaart.
Productieversie Vencer Sarthe gereed Nederlandse sportwagenbouwer Vencer toont de eerste productieversie van de Sarthe. In het ontwerp zijn nog tal van aanpassingen doorgevoerd. De auto krijgt een 6,3 liter V8 met supercharger en 622 pk. De topsnelheid bedraagt 338 km/u en hij trekt op van nul naar honderd km/u in 3,6 seconden. De Sarthre is opge-
Voornamelijk in de VS, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, waar de economische groei weer vergelijkbaar is met het niveau van voor de crisis, vormt de kloof en de druk die het met zich mee brengt een groot probleem.
Spectaculaire hijsklus bij Shell Pernis Eind augustus begon Shell Pernis met een grote onderhoudsstop. Veel installaties en fabrieken gingen toen uit bedrijf voor gepland groot onderhoud. Inmiddels is de stop aan zijn laatste weken begonnen. Een hoogtepunt van de stop was het uit- en inhijsen van een bestaande en nieuwe top en interieur – 370 ton – van een grote benzinekraakinstallatie. Een tachtig meter hoge kraan – een van de grootste van de firma Mammoet – was nodig om de spectaculaire klus te klaren. De onderdelen van de kraan werden met maar liefst negentig vrachtwagens aangevoerd om vervolgens in drie weken te worden opgebouwd. Vier dagen sneller dan gepland werd deze nieuwe top veilig op zijn plek gehesen. In totaal wordt er tijdens deze stop zo’n één miljoen manuren gewerkt. Dit gebeurt door Shell-werknemers en aannemers die dagelijks op het terrein werken. Dagelijks wordt er zo’n tweeduizend man extra ingehuurd. De onderhoudswerkzaamheden zullen naar verwachting eind november worden afgerond.
Te weinig geld voor onderhoud wegdek Het kabinet trekt te weinig geld uit voor het onderhoud van het wegennet de komende jaren, waardoor de kwaliteit van het wegdek achteruit zal gaan en automobilisten vaker in de file zullen belanden, zo blijkt uit een onderzoek van de Algemene Rekenkamer. Eind 2013 was er al een tekort van vierhonderd miljoen euro, dat heeft geleid tot het uitstellen van renovatie en onderhoud van het wegdek. In 2011 bleek al dat het ministerie van Infrastructuur en Milieu niet genoeg geld had om de hoofdwegen goed te onderhouden. De minister greep toen in, maar berekeningen van de Reken-kamer wijzen nu uit dat het ministerie zevenhonderd miljoen euro te weinig heeft begroot voor het onderhoud tot en met 2020. De Rekenkamer vindt ook dat de minister de Tweede Kamer beter moet informeren over de kosten van het onderhoud. Volgens de Rekenkamer heeft Rijkswaterstaat geen goed beeld van het noodzakelijke onderhoud aan de snelwegen. Daarom moet er een langdurig onderhoudsplan komen voor de 5500 kilometer aan autowegen die Rijkswaterstaat beheert. In 2012 en 2013 moest op 71 plekken de maximum snelheid omlaag, omdat het wegdek niet meer aan de normen voldeed.
09 14 iMaintain
07_9_D_actueel.indd 8
21-10-14 14:41
actueel 9
Groei industriële productie zet in 2014 door Hoewel de prognose voor de industriële productiegroei naar beneden is bijgesteld, en het vertrouwen van de industrie is afgezwakt door tegenvallende ordergroei en pessimisme over het economisch klimaat, is ABN AMRO toch positief over de industriële sector. De versterkende wereldeconomie en de dalende euro bieden volgens de analisten een goede basis voor groei van de industriële sector. Na een goede start in het eerste kwartaal van 2014 maakte de industrie een relatief zwak tweede kwartaal mee. Terwijl de productie in de eerste drie maanden nog groeide met 3,5 procent in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder, nam dit in het tweede kwartaal af naar 0,8 procent groei op jaarbasis. Deze afvlakking is in bijna alle industriële branches zichtbaar. Het vertrouwen van ondernemers in de industrie ebde aan het begin van dit jaar weg door lage verwachtingen over de inkomende orders en zorgen over de afvlakkende Duitse groei. Ondanks het feit dat de verwachtingen over de nieuwe orders nog relatief laag is, gaan wel meer ondernemers ervan uit dat zij extra orders zullen plaatsen bij hun leveranciers de komende maanden. Ook is sprake van een lichte toename van de orders in maanden werk. De industriële orders zijn dit jaar gegroeid met 4,4 procent op jaarbasis, en de industriële productie is na een aantal mindere maanden in de eerste helft van 2014 weer gestegen. ABN AMRO verwacht dat de marktomstandigheden in de rest van het jaar zullen verbeteren. Een sterkere wereldeconomie en de daling van de euro zullen in de komende maanden steun bieden aan de groei van de industriële sector.
Einde nadert voor praatpaal De praatpalen langs de snelweg verdwijnen. De palen die er nu nog staan worden tot uiterlijk halverwege 2017 onderhouden en nieuwe palen worden niet meer geplaatst. Dat schreef minister van Infrastructuur Melanie Schultz van Haegen donderdag aan de Tweede Kamer. ‘Met goede voorlichting van zowel de ANWB als Rijkswaterstaat heb ik er alle vertrouwen in dat de weggebruiker goed wordt voorbereid op de nieuwe situatie.’ Voorlopig neemt de noodzaak voor de praatpalen volgens Schultz echter nog niet af. Ongeveer een derde van de gebruikers heeft geen telefoon bij zich of de telefoon is leeg. Toch bestaat de kans dat de praatpalen al eerder verdwijnen. Als er minder dan dertigduizend keer per jaar gebruik van wordt gemaakt, worden ze eerder dan 2017 weggehaald.
Stoomlek legt Shell Moerdijk tot eind dit jaar plat Shell Moerdijk ligt zeker tot het einde van dit jaar stil. Het is een gevolg van een lekkage in het stoomsysteem op het terrein, die vorige week donderdag optrad. Zonder stoom, die nodig is om processen te verwarmen, kunnen ook de andere fabrieken niet produceren. Toen vorige week het stoomsysteem op het terrein moest worden afgeschakeld door een lek, zorgde dat ook voor operationele problemen. Het gevolg was dat Shell flink moest fakkelen, omdat alle fabrieken op het terrein moesten worden stilgelegd. Tot zeker het einde van dit jaar zal de raffinaderij buiten bedrijf blijven. Woordvoerder Thijs van Velzen zegt dat op dit moment nog wordt onderzocht wat de impact is van het stilleggen van de installaties op Shell Moerdijk. ‘We stellen natuurlijk alles in het werk om de fabrieken zo snel mogelijk weer op te starten.’
BeDRIJVeNNIeuWS trokken uit carbon en weegt 1.390 kilogram. Vencer is nu gestart met de productie van de eerste klantenauto’s. De prijs is 270.882 euro (exclusief belastingen).
tNO presenteert actieagenda ’Slim Gemaakt’ De agenda beschrijft een actieplan voor Zuid-Holland naar Smart Industry. Het is tot stand gekomen door samenwerking van TNO met Delft, HI, IQ, KvK en TU Delft. De afgelopen periode hebben zes organisaties in de regio samengewerkt aan het opstellen van een regionale actieagenda. Zuid-Holland heeft het grootste innovatiepotentieel van Nederland en kent de hoogste concentratie aan bedrijven in de ICT, hightech- en instrumentatiesector en vooraanstaande kennisinstituten. De agenda bevat vijftien concrete actieplannen op het gebied van scholing, nieuwe producten, advisering en kennisuitwisseling, en plannen voor fieldlabs over actuele thema’s van smart industry.
Maintec partner project D.e.a.l. De specialist in het detacheren van (inter)nationaal technisch vakpersoneel en leerlingen in de techniek, neemt als partner deel aan project D.E.A.L: een serie korte films die als doelstelling hebben om jongeren te enthousiasmeren voor een toekomst in de techniek. Directeur Wout Oosterhof van Maintec legt de deelname uit: ‘In ons werk zien wij dagelijks hoe groot de behoefte is aan goede vaklieden. Wij willen er een steentje aan bijdragen dat jonge mensen kiezen voor een beroep waar zij ook een goed betaalde baan in kunnen vinden.’ De serie wil bijdragen aan een toename van de instroom van jongeren in technische opleidingen door de beeldvorming over technische beroepen te kantelen.
uw mailbox? Al het nineuvoworsoninze nieuwsbrief op
iMaintain.info!
Meld u aa
09
iMaintain 14
07_9_D_actueel.indd 9
21-10-14 14:41
10 INTERVIEW
Droge voeten met grip op de kosten Het Waterschap Rivierenland heeft een enorme onderhoudsafdeling, die verantwoordelijk is voor de conditie van 1617 stuwen, 171 poldergemalen, 178 rioolgemalen en 39 zuiveringsinstallaties. Daar komt nog heel veel natte en droge, ondergrondse en bovengrondse infrastructuur bij. Teamleader Maintenance Wouter van Vuuren legt uit hoe het Waterschap risicomanagement zo implementeert, dat bewoners hun voeten veilig droog houden zonder teveel te betalen.
David van Baarle
De taakstelling van Waterschappen is redelijk eenvoudig: ze moeten zorgen voor droge voeten en schoon water.
09 14 iMaintain
10_11_13_H_interview.indd 10
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-10-14 12:01
interview 11
De assets van Waterschap Rivierenland vallen doorgaans niet op voor het ongetrainde oog. ‘Maar als je onze assets allemaal bij elkaar zou zetten, heb je toch een behoorlijk grote industriële plant te pakken, vergelijkbaar met Dow terneuzen’, zegt Wouter van Vuuren, teamleader central team Maintenance bij Waterschap Rivierenland. ‘Het grote verschil is dat ze geografisch verspreid zijn.’ En die verspreiding is behoorlijk met ruim tweehonderdduizend hectare werkgebied en een enorme hoeveelheid stuwen, gemalen en zuiveringsinstallaties. Best een complexe omgeving dus en daarbij moet men ook nog verantwoording afleggen bij het publieke bestuur, die vier provincies en 38 gemeenten vertegenwoordigt.
een kaart van het peilgebied Maurikse wetering.
Droge voeten De taakstelling van Waterschappen is in beginsel redelijk eenvoudig: ze moeten zorgen voor droge voeten en schoon water. In die taak is men tot nog toe geslaagd, maar de vraag is of dit kosteneffectiever kan dan tot op heden het geval is. Aanleiding hiervoor is dat de Waterschappen vanuit de Rijksoverheid de opdracht hebben gekregen om meer samen te werken en kostenstijgingen zoveel mogelijk te beperken. Men verwacht namelijk dat mede door de klimaatverandering de kosten voor de Nederlandse burger de komende jaren behoorlijk zouden kunnen oplopen. Van Vuuren: ‘Omdat de Waterschappen de kostenstijgingen moeten beperken, staan daarmee ook de onderhoudsbudgetten onder druk. Om onze taken onder deze omstandigheden zo goed mogelijk te kunnen blijven uitvoeren, willen we risico’s en prestaties beter afwegen tegen de kosten. Uiteindelijk moeten we weten welke prestatie van ons worden verlangd, zodat we onze inspanningen daarop kunnen afstemmen. Want wees eerlijk: als je niet weet wat je moet leveren, doe je het uiteindelijk nooit goed.’ De afgelopen jaren hebben zich nauwelijks calamiteiten voorgedaan. ‘We stellen
“
vast dat we degelijk bouwen. Wat we wel zien is dat de ontwerpkeuzes vooral risicomijdend zijn geweest. De kunst is om niet te ‘dik’, maar ook niet te ‘dun’ te bouwen. Door meer te sturen op betrouwbaarheid en beschikbaarheid, denken we veel kosten te kunnen besparen zonder de risico’s te verhogen.’
Pilot Om meer feeling te krijgen met het begrip risicomanagement (zonder direct de hele organisatie op de schop te gooien), besloot de onderhoudsafdeling van het Waterschap onder leiding van Jeroen Engelen (reliability engineer) om een voorbeeldobject te nemen. Aangezien het Gemaal Maurikse Wetering toch op de nominatie stond om te worden vervangen, koos men ervoor om de uitvraag langs de RA-meetlat te houden. De afvoercapaciteit van het gemaal van 1,8 kuub per seconde voldeed namelijk niet meer aan de huidige maatstaven en moest meer dan worden verdubbeld naar zo’n 3,5 kuub per seconde. Samen met adviesbureau Delta Pi onderzochten Jeroen Engelen en zijn collega’s een manier om de gewenste betrouwbaar-
Door meer te sturen op betrouwbaarheid en beschikbaarheid, denken we veel kosten te kunnen besparen zonder de risico’s te verhogen.
heid en beschikbaarheid vast te stellen en die cijfers vervolgens te vertalen naar een functionele specificatie, die stuurt op reliability en availability. Het gemaal heeft twee primaire functies: het afvoeren van overtollig water naar het Amsterdam-Rijn kanaal en het keren van water in het Amsterdam-Rijn kanaal. Bij geringe hoeveelheden water volstaat afvoeren van het water via een sifon. De sifon bestaat uit drie stalen buizen onder het kanaal en voert het water af richting de stuw bij Buren, waar het vervolgens in de Linge terechtkomt. Als het gemaal faalt in het uitvoeren van zijn functie, bestaat er een risico dat het achtergelegen land blank komt te staan.
Beschikbaarheid gemalen Risico is op zich eenvoudig terug te brengen tot de kans op een incident maal het effect ervan op de omgeving. Maar men moest eerst bepalen welke risico’s acceptabel waren en welke te allen tijde moesten worden voorkomen. De watersector heeft hierover duidelijke afspraken gemaakt in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), waarin de maximaal toelaatbare normfrequentie wordt aangegeven voor diverse soorten land zoals grasland, akkerbouw, hoogwaardige land- en tuinbouw, glastuinbouw of bebouwd gebied. De mate van inundatie, onderwaterzetting, is daarbij maatgevend. ‘Een grasland wordt daarbij als minder kritisch gezien dan een woonwijk’, zegt Engelen. Nu
09
iMaintain 14
10_11_13_H_interview.indd 11
22-10-14 09:12
Uw water, onze zorg! Al ruim 30 jaar is Lubron dé specialist in waterbehandeling. Met hedendaagse technieken ontwikkelen wij voor iedere specifieke toepassing een optimale oplossing. Onze werkwijze is een goed samenspel tussen apparatuur, additieven en service. Daarmee zijn wij uniek, want wij: ontwikkelen en maken zelf apparatuur op maat voor uw toepassing; formuleren zelf de additieven voor een optimale conditionering; hebben zelf ons eigen serviceteam dat uw installatie 24 uur per dag en in heel Nederland in optima forma kan houden. Dat geeft zekerheid. Lubron heeft de kennis en de middelen om voor u vrijblijvend systeemscans uit te voeren voor bestaande of nieuwe te realiseren systemen. Daarmee krijgt u een goed beeld of het systeem (nog) voldoet aan de huidige regelgeving en de laatste stand der techniek. Uw eerste stap: www.lubron.eu.
Apparatuur
Service
Klant
Additieven
Lubron Waterbehandeling B.V. Mechelaarstraat 38 4903 RE Oosterhout Tel 0162 426931 Fax 0162 459192 www.lubron.eu
YOUR REPUTATION IS MINE.
CAN YOUR REPUTATION BECOME OUR RESPONSIBILITY?
Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectie- en keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam, Terneuzen en Akersloot én logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 16 landen vestigingen heeft. Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website:
Safety, quality and environment
12_AIB_Lubron.indd 1
WWW.VINCOTTE.NL
21-10-14 09:49
is in het gebied dat het gemaal bedient geen bebouwing, dus hoeft men alleen rekening te houden met de normen voor grasland, akkerbouw en hoogwaardige land- en tuinbouw. Als het gemaal geheel uitvalt bij maatgevende omstandigheden, dan inundeert de akkerbouw binnen 6, 8 uur. ‘De inundatietijd is uiteraard afhankelijk van de hoeveelheid neerslag en de genoemde getallen gelden voor maatgevende omstandigheden, waarbij er sprake is van regenval van dertien millimeter per dag. Nu valt die hoeveelheid regen niet dagelijks. Sterker nog: de kans dat er zoveel neerslag valt is 1,4 keer per jaar. Dit is gebaseerd op een neerslagprofiel van het betreffende gebied van de afgelopen tien jaar. Daarnaast bleek uit het inzetprofiel dat het gemaal hoofdzakelijk in het natte seizoen van 1 oktober tot 31 maart wordt ingezet. Met die gegevens konden we gaan rekenen om de grenzen voor betrouwbaarheid en beschikbaarheid aan te geven.’ De beschikbaarheid zegt iets over hoe lang het gemaal niet kan afvoeren. De betrouwbaarheid zegt iets over het aantal keren dat er een storing op zal treden, waardoor het gemaal niet kan afvoeren. ‘Als het gemaal tien keer per jaar een storing heeft met een duur van twee uur, geeft dat minder onrust dan één storing in het jaar van twintig uur.’ Uit de berekeningen bleek dat de beschikbaarheidseis op 98 procent uitkomt, oftewel een niet-beschikbaarheidseis van 71 uur per jaar (welke niet langer mag duren dan een aaneengesloten periode van 6,8 uur).
Beperken systeemfalen Daarna was de beurt aan betrouwbaarheid van de afvoerfunctie van het gemaal. Omdat voor dit gemaal een noodbemaling ingezet kan worden, is de betrouwbaarheid niet op technische gronden vastgesteld. In dit geval is gekeken naar organisatorische beperkingen. Het gemaal mag niet zo onbetrouwbaar zijn, dat er meerdere malen per week een medewerker naar toe moet gaan om een storing te verhelpen. Er is gekeken naar vergelijk-
“
fOtO: M.M.MINDERHOUD
interview 13
bare gemalen en daaruit is een maximale toelaatbare storingsfrequentie vastgesteld. Deze frequentie leidt tot een betrouwbaarheidseis van 85 procent per jaar. ‘Je kunt al heel veel risico’s beperken door naar de systeemfunctie te kijken’, vervolgt Van Vuuren. ‘Zelfs als we een storing krijgen, wil dat niet zeggen dat die direct een risico oplevert. Je kunt in het ontwerp van een gemaal al rekening houden met ongeplande uitval door de capaciteit over meerdere pompen te verdelen. Je kunt natuurlijk ook de kritische systemen monitoren en de organisatie zo inrichten dat storingen snel verholpen kunnen worden. Het beste is om grote storingen te voorkomen door preventief onderhoud uit te voeren in de droge periode. Daar komt nog bij dat Waterschap Rivierenland over eigen noodbemaling beschikt, dus ook daarmee kun je de gevolgen van systeemfalen beperken.’
Maatwerk voor het beheersgebied Nu de prestatie-eisen van het nieuwe gemaal duidelijk zijn, kan Waterschap Rivierenland het nieuwe gemaal functioneel gaan uitbesteden. ‘We willen de prestatie-eisen gaan gebruiken om
Je kunt in het ontwerp van een gemaal al rekening houden met ongeplande uitval door de capaciteit over meerdere pompen te verdelen.
onder meer op grond van Best Value Procurement (BVP) uit te besteden. Dat betekent dat we niet meer uitgebreid voorschrijven hoe het gemaal moet worden opgebouwd. In plaats daarvan zetten we in het programma van eisen de randvoorwaarden en valideren aan de hand van een foutenboom of de prestatie-eisen worden gehaald. Daarbij kijken we ook naar lifecycle costing en adressering van de risico’s, zodat we straks ook tijdens de operationele fase de prestaties op het juiste niveau houden tegen acceptabele kosten. We bouwen zo’n gemaal voor een lange periode, dus je kunt niet alles voorspellen. Maar je kunt wel alvast in het ontwerp rekening houden met onderhoud en beheer.’ De exercitie smaakt in ieder geval naar meer. ‘We gaan nog meer keuzes, welke gemaakt worden voor de realisatie van projecten, op een risicogestuurde manier insteken. Dat wil niet zeggen dat we zoveel mogelijk risico’s gaan nemen. We zoeken naar een geaccepteerde balans tussen prestaties, kosten en risico’s. Het is nu zaak om de nieuwe inzichten te borgen in de onderhoudsorganisatie, maar ook in de informatiesystemen. De andere Waterschappen hebben in elk geval veel belangstelling voor onze pilot. Ik denk dat er de komende jaren nog beter maatwerk geleverd kan worden voor de inwoners van ons beheersgebied en dat daarmee kosten te besparen zijn.’ n
09
iMaintain 14
10_11_13_H_interview.indd 13
22-10-14 09:12
14 RisicoManageMent
Risico-inschatting bij asset management bespaart enexis geld sinds tien jaar maakt netbeheerder enexis zijn keuzes voor onderhoud op basis van risico-inschattingen, met als resultaat dat de betrouwbaarheid van de levering van gas en elektriciteit op peil is gebleven, de veiligheid is verhoogd en de tarieven laag zijn gebleven. Bram alkema, senior manager asset management, licht deze succesformule toe. Erik te Roller
Vijftien jaar geleden begonnen de bedrijven, waar Enexis uit voortgekomen is, met het opzetten van een gestructureerd asset management met als doel de betrouwbaarheid van de leveringen op peil te houden, de veiligheid voor de eigen mensen, klanten en burgers te waarborgen en tegelijk de diensten betaalbaar te houden. Tien jaar geleden voerden ze vervolgens een methode in om op basis van risico-inschattingen de juiste keuzes voor onderhoud, vervanging en nieuwbouw te maken. ‘Uitgaande van risico-inschattingen, stel je vast wat je wilt voorkomen, hoe je dat kunt voorkomen en wat de kosten ervan zijn’, verklaart Alkema. Risico is kans maal effect. ‘Je kunt het risico verkleinen door bijvoorbeeld de kans, dat iets eenmaal per maand optreedt, met maatregelen te verkleinen tot een aanvaardbaar niveau van hooguit eenmaal per jaar. Maar behalve de kans kun je ook het effect beïnvloeden door er voor te zorgen dat er bijvoorbeeld per maand niet twintigduizend klanten door iets worden getroffen, maar hooguit tweeduizend. Beide soorten maatregelen leiden tot een lager risico’, legt Alkema uit.
Risico’s kosteneffectief terugdringen Terugdringen van risico’s is één, maar dit op een kosteneffectieve manier doen twee. Hiertoe schat Enexis de kosten en effectiviteit van alle mogelijke maatregelen in. Als maatregel A van twee miljoen euro het risico met negentig procent vermindert en maatregel B van één miljoen euro het risico met twintig procent terugbrengt, dan is de keuze gauw gemaakt, tenzij het terugbrengen van het risico met 20 procent meer dan voldoende is. Alkema: ‘We hebben wel met tweehonderd verschillende soorten risico’s te maken. Om te bepalen welke we het eerst moeten aanpakken, maken we een rangschikking van de grootte van de risico’s en blijkt vanzelf waar de prioriteiten liggen. Vervolgens gaan we na met welke maatregelen we die risico’s het meest effectief kunnen terugdringen. Daarbij kijken we zowel naar de kosten van elke maatregel als de schade die we ermee kunnen voorkomen. Met behulp van deze analyse komen we tot een portfolio van maatregelen met bijbehorend budget.’
‘Kun je met onderhoud volstaan of moet je overgaan tot vervanging of nieuwbouw?’ Enexis maakt bij de analyse gebruik van een risicomatrix, waarbij op de horizontale as de kans van optreden (van vrijwel onmogelijk tot en met permanent) staat uitgezet en op de verticale as de potentiële gevolgen (van desastreus tot en met verwaarloosbaar). De combinaties van frequentie en gevolgen komen respectievelijk overeen met een zeer hoog, hoog, middelgroot of laag risico. Verder staat per categorie van betrouwbaarheid (leveringszekerheid), veiligheid, wettelijkheid, betaalbaarheid, klanttevredenheid
09 14 iMaintain
14_15_17_M_artikel.indd 14
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-10-14 11:54
RisicoManageMent 15
en duurzaamheid aangeven wanneer de gevolgen van iets desastreus zijn, ernstig, behoorlijk, matig, klein of verwaarloosbaar. Deze risicomatrix gebruikt Enexis ook om de veiligheidsrisico’s te kwantificeren en te verkleinen. Daarnaast gebruikt het bedrijf de risicomatrix vooral om inzicht te krijgen in de betrouwbaarheid van de levering van gas en elektriciteit en welk onderhoud daarbij komt kijken. ‘Wat kun je het beste doen om de betrouwbaarheid op peil te houden en alles tegelijk betaalbaar te houden? Daar draait het om. Kun je met onderhoud volstaan of moet je overgaan tot vervanging of nieuwbouw? Dat zijn allemaal zaken die je met behulp van de risicomatrix tegen elkaar kunt afwegen’, aldus Alkema.
Tien jaar ervaring Inmiddels heeft Enexis met deze aanpak tien jaar ervaring en de betrouwbaarheid is op peil gebleven: een elektriciteitsuitval van niet meer dan gemiddeld 20 tot 22 minuten per klant per jaar. Ook is de veiligheid verhoogd. Enexis en andere netbeheerders in Nederland hebben een zogenoemde veiligheidsindicator ontwikkeld, waarbij elk bedrijf op grond van cijfers over ongevallen en storingen tot
een bepaalde score komt. Enexis doet het volgens deze indicator 20 tot 25 procent beter dan zeven jaar geleden. Verder heeft Enexis de tarieven in de afgelopen jaren alleen met het percentage van de inflatie hoeven te verhogen. ‘De toezichthouder stond een verhoging van vijf procent per jaar toe, maar wij hebben de tarieven maar met één procent per jaar verhoogd. Zodoende hebben we nu de laagste tarieven in Nederland’, aldus Alkema. Bij het beheer van een gas- en elektriciteitsinfrastructuur van ca. 5,8 miljard euro, is het voor Enexis steeds weer de vraag wat al wel en wat nog niet vervangen hoeft te worden. Sommige leidingen zijn al meer dan tachtig jaar oud en sommige transformatoren dateren van rond de Tweede Wereldoorlog. Alkema: ‘Als de betrouwbaarheid of veiligheid dreigt te verminderen gaan we tot vervanging over. Zijn die niet in het geding, dan kunnen we de vervanging uitstellen.’
Met instemming van SodM Zes à zeven jaar geleden ging Enexis hierover in discussie met het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). De toezichthou-
der liet de netbeheerders weten dat een bepaald type gasleiding moest worden vervangen. ‘SODM ging uit van slappe, natte grond met veel verkeer erover en veel grondbewerking in de buurt. Onder die omstandigheden raakt dat type leiding eerder aangetast door corrosie en kan hierdoor breken. Wij kwamen op grond van onze risicoanalyse tot een andere conclusie. In Twente en Drenthe hebben we namelijk te maken met droge zandgrond, waar het risico op corrosie en breuk van dergelijke leidingen veel kleiner is. We hebben SodM hiervan kunnen overtuigen en hebben toestemming gekregen om het vervangen van die leidingen nu over een langere periode uit te smeren. Ik zie dit als een voorbeeld van hoe risicomanagement werkt en wat het belang ervan in de praktijk is’, aldus Alkema. Het asset management bij Enexis is op een gebruikelijke manier georganiseerd. De raad van bestuur en de raad van commissarissen stellen bepaalde doelen voor het bedrijf en verbinden hieraan bepaalde prestatiedoelen, inclusief financiële prestatiedoelen. Dit alles in het belang van de aandeelhouders: de provincies NoordBrabant, Limburg, Overijssel, Drenthe en
09
iMaintain 14
14_15_17_M_artikel.indd 15
22-10-14 11:54
6 november • FME gebouw • Zoetermeer
[Schrijf u
nu in]
Kennisvalorisatie voor de industrie Kennisvalorisatie is het benutten van wetenschappelijke kennis in de praktijk. Deze overdracht en toepassing van kennis wordt over de jaren steeds belangrijker voor het innovatiebeleid van overheden. Universiteiten zetten in op ondernemerschap, ondersteuning en samenwerking met het bedrijfsleven. Waar zet het bedrijfsleven op in? Zijn er al inspirerende voorbeelden van effectieve samenwerking? En minstens zo belangrijk, wat is er nodig bij de bedrijven om er aan mee te werken? Profion Maintenance Linqs gaat op 6 november op zoek naar de juiste link tussen wetenschap en verwaarding.
Programma Het programma van deze Profion Maintenance Linqs biedt u naast interessante sprekers voldoende gelegenheid om met elkaar in gesprek te gaan. 15.45 uur Ontvangst 16.00 uur Opening 16.15 uur Succesfactoren voor kennisvalorisatie, Stefan de Jong van Rathenau Instituut 16.40 uur Waarde uit onderzoek, Pieter Raes van KI< Terneuzen 17.30 uur Netwerkborrel
Aanmelden Aanmelden kan via www.industrielinqs.nl/pml Deelname is gratis voor Profion- en Vomi-leden. Vraag de vipcode aan via het secretariaat van Profion. Niet-leden betalen €150,-
WWW.INDUSTRIELINQS.NL/PML Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: marjolein@industrielinqs.nl • Tel: 020 - 31 22 791 Initiatiefnemers:
01_adv_A4_PML.indd 1
Partners iMaintain Platform:
21-10-14 10:21
RisicoManageMent 17
Als de raad van bestuur eenmaal akkoord is, kan het plan uitgevoerd worden. Enexis steekt elk jaar ongeveer 500 tot 600 miljoen euro in onderhoud, vervanging en nieuwbouw. Evaluatie is een wezenlijk onderdeel van asset management. Kloppen de inschattingen? Hebben de genomen maatregelen het beoogde effect? Of ze nu meer of minder opleveren, in beide gevallen stelt Enexis de zaken bij, waarna de cyclus van het opstellen van een plan en de uitvoering daarvan opnieuw kan beginnen.
ISO 55.000 Om de drie jaar vinden audits plaats. Onafhankelijke experts kijken of Enexis doet wat hij zegt op het gebied van asset management. In 2005 is het bedrijf (toen nog onderdeel van Essent) door Lloyds gecertificeerd voor de Britse PAS55-norm en de ISO9001 norm voor kwaliteit. In 2008 volgde opnieuw een certificering voor ISO9001, ditmaal voor Enexis zelf. In 2011 volgde certificering voor asset management volgens de NEN-norm NTA8120, die afgeleid is van de Britse PAS55. Begin dit jaar is er internationaal een nieuwe norm voor asset management afgekomen, de ISO55.000 norm, eveneens afgeleid van de Britse PAS55. De audits bij Enexis vinden dit jaar in oktober en november plaats. Als het goed gaat, zal het bedrijf waarschijnlijk eind november in het bezit van een ISO55.000certificaat zijn.
Meer voordelen
Groningen en een honderdtal gemeenten. Key performance indicators (KPI’s) maken de voortgang op weg naar de prestatiedoelen meetbaar en vormen tevens de handvatten voor het asset management.
‘We zoeken steeds de balans tussen risico’s vermijden en de zaak betaalbaar houden.’ ‘Met de methode van risico’s vergelijken stellen we vast met welke maatregelen we de doelstellingen zo voordelig mogelijk kunnen halen. We kunnen zeker niet
achterover leunen, want dan zit de klant elk jaar gemiddeld twee minuten langer zonder stroom’, verklaart Alkema.
Niet te veel maatregelen nemen Uiteindelijk legt de afdeling asset management een pakket maatregelen met bijbehorende investeringen aan de raad van bestuur voor, waarin precies staat aangegeven wat de afzonderlijke maatregelen kosten en wat ze opleveren. ‘Wanneer je te veel maatregelen neemt, loopt het risico meer terug dan nodig en geef je meer geld uit dan nodig. Dat is in strijd met de doelstelling om de diensten betaalbaar te houden. Daarom zoeken we steeds de balans tussen risico’s vermijden en de zaak betaalbaar houden’, verklaart Alkema.
Volgens Alkema biedt asset management in combinatie met risicomanagement nog meer voordelen. ‘Doordat we efficiënt omgaan met de uitgaven, is de winstafdracht aan onze aandeelhouders de laatste jaren gelijk gebleven. Verder biedt de risicobenadering een handvat om met de raad van bestuur een rationele discussie te voeren over welke investeringen gewenst zijn. Ook kunnen we aan klanten laten zien dat we verantwoord bezig zijn. Natuurlijk hebben we in de afgelopen tien jaar wel eens een grote storing gehad. Dan komt al gauw de vraag op of we het onderhoud wel goed uitgevoerd hebben. Met ons asset management plan kunnen we dan laten zien hoe we het onderhoud aanpakken op basis van welke afwegingen. En de resultaten van de audits tot nu toe laten zien dat we dit op een hoogst verantwoorde manier doen’, aldus Alkema. n
09
iMaintain 14
14_15_17_M_artikel.indd 17
22-10-14 11:54
18 Maintenance als exportproduct
nederlandse onderhoudskennis is waardevol exportproduct de nederlandse onderhoudsbranche heeft internationaal een goede naam. Maar kunnen we die goede naam ook verwaarden? ‘Ja, dat kan’, zegt het expertpanel van het iMaintainplatform. Met de huidige informatie en communicatietechnologie is het mogelijk om die kennis op afstand te delen. Maar daarmee ontstaat tegelijkertijd een bedreiging. Want iedereen kan op die manier zijn kennis delen. David van Baarle
De verhoudingen bij de grote internationale bedrijven zijn momenteel nog vrij helder: het land waar de moedermaatschappij zit, is doorgaans het land waar de kennisuitwisseling plaatsvindt. Ook over onderhoud overlegt men regelmatig. Zo zit Henk van der Meer van BP geregeld in Londen en Amerika om zijn ervaringen te delen met collega's uit de hele wereld. ‘We delen de kennis van de Botleksite ook via conference calls en met name de ervaringen die we opdoen met stops en shutdowns worden uitgebreid gedeeld.’ Wat betreft het kennisniveau staat Nederland goed bekend, zo beaamt ook Van der Meer. ‘De kunde is eerder een zorgenkindje. Want hoeveel kennis we ook hebben, het werk moet uiteindelijk ook worden uitgevoerd. En daar vallen we steeds meer terug op techneuten uit voormalige Oostbloklanden.’
Overkoepelend onderhoudsplan Vlisco is een Nederlands bedrijf en de meeste kennis zit dan ook bij de vestiging in Helmond. ‘Voor ons is kennis over het drukken van textiel wel degelijk een exportproduct’, zegt Ton Huijbers van Vlisco. ‘We
iMaintain platform Het iMaintain Platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Partners en een expertpanel bieden de redactie ondersteuning door te vertellen over wat er speelt in de sector. Onderdeel van het platform zijn vier rondetafeldiscussies waarin telkens een actueel onderwerp wordt besproken. Deelnemers aan de rondetafeldiscussie van het iMaintainplatform: • Henk Akkermans, Tilburg University en DI-WCM • Ron Vaz Dias, iTanks • Arjan Fieret, Air Products • Michel Grijpink. Hogeschool Utrecht • Rob de Heus, Sitech • Ton Huibers, Vlisco • Henk van der Meer, BP • Laurent Vanhoudenhove, SKF • Roelf Venhuizen, Profion
09 14 iMaintain
18_19_K_artikel.indd 18
hebben fabrieken in Ghana en in Ivoorkust staan en ik ben een tijd geleden naar Afrika gereisd om ter plekke het onderhoudsplan door te nemen. Overigens viel men op den duur toch weer terug naar de oude werkwijzes. We zijn nu dan ook van plan om een overkoepelend onderhoud- en beheerplan te maken voor al onze drie vestigingen. Ondernemen in Afrika vraagt wel om een andere aanpak. Wij werden geconfronteerd met het feit dat de locale kennis nogal gebrekkig was en de eerste stap was dan ook om specialistische kennis, vanuit behoefte naar daar te brengen en zoveel mogelijk te koppelen aan de praktijk.’ Ook Sitech heeft ambities om uit te breiden in het buitenland, maar volgens Rob de Heus wil het bedrijf eerst het onderhoudsmanagement volledig onder controle hebben bij de internationale bedrijven die op het voormalige DSM-terrein Chemelot zitten. ‘We focussen ons met name op het borgen en verbeteren van de onderhoudsprocessen bij bedrijven zoals OCI Nitrogen, DSM, Borealis en Lanxess. Als we dat goed doen, kunnen we via die partners wellicht ook opdrachten in het buitenland krijgen. Maar in eerste instantie kijken we in de regio en naar nieuwe bedrijven op de Chemelot-site. Overigens tonen Belgische bedrijven ook al interesse voor onze diensten en wij zullen eventuele uitdagingen van over de grens zeker oppakken.’
Kennis als exportproduct Arjen Fieret verkeert in de luxepositie dat de locatie in de Botlek een van de grootste sites van Air Products ter wereld is. ‘Met name op het gebied van waterstof hebben wij de meeste ervaring. We delen onze best practices graag met onze collega’s. Voor ons is onze kennis over beheer en onderhoud wel degelijk een exportproduct.’ Roelf Venhuizen herkent de situatie van Fieret wel. ‘Overal ter wereld wordt Nederlandse technologie toegepast, al is dat niet altijd even zichtbaar. FME pro-
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-10-14 11:57
beert die bijdrage zichtbaarder te maken door het predicaat ‘Powered by Dutch Technology’ erop te plakken. ASML is een goede ambassadeur voor onze hoogwaardige kenniseconomie, maar ook de toeleveranciers en serviceproviders zoals Stork leveren wereldwijd hun diensten. Ik weet uit eigen ervaring dat Shell Singapore de technologie zo goed als één op één heeft overgenomen van Shell Moerdijk. Er is dan ook nog steeds veel overleg tussen de operators en Maintenance-afdelingen van de twee identieke fabrieken. Ze kijken zelfs in elkaars DCS-systemen.’ De Nederlandse onderhoudsindustrie hoeft zich zeker niet te schamen. ‘Maar we worden wel links en rechts ingehaald’, waarschuwt Venhuizen. ‘De relatieve positie neemt af en met name de kennis in het veld zijn we aan het verliezen.’
Beschikbaarheid en functies ‘Het probleem is dat bestuurders doorgaans niet in Maintenance investeren, omdat je het niet kunt exporteren’, zegt Henk Akkermans. ‘Andersom zien ze wel dat ze kennis die ze missen kunnen importeren. Het is volgens mij een misconceptie dat je onderhoudsdiensten niet zou kunnen exporteren. Juist de minder ver gevorderde landen zitten te springen om onze kennis. Dat beperkt zich niet tot Afrika, maar ook in Zuid-Amerika of Azië is het kennisniveau op het gebied van doelmatig onderhoud nog vrij laag. Zelfs een land als Australië maakt gebruik van de kennis van Strukton om de spoorlijnen van de mijnbouwindustrie in conditie te houden. Ik denk dat bedrijven in de na-bije toekomst meer zullen verdienen aan onderhoud dan aan de verkoop van hun producten. Dat zie je aan ASML, die eigenlijk beschikbaarheid van hun apparatuur levert. Die trend zet zich door naar andere industrieën, maar ook naar de consumentengoederen. Mensen betalen niet meer voor een apparaat, maar voor een functie. Bedrijven zullen er alles aan moeten doen om die functie te kunnen blijven leveren.’ Het wordt bovendien steeds makkelijker om dat functioneren te kunnen garanderen. Akkermans: ‘Met remote diagnostics wordt het steeds eenvoudiger om de con-ditie van assets te meten. SKF kan al live in een windmolen kijken en diagnoses uitvoeren. Met name die ontwikkeling neemt een grote vlucht en daarmee kunnen bedrijven ook veel services in het buitenland leveren.
FOTO: MAERSK
Maintenance als exportproduct 19
Voorbeelden van innovatie zijn er genoeg. Zo neemt Maersk nu 3d-printers mee aan boord van zijn schepen om reserveonderdelen ter plekke te kunnen printen.
Ze kunnen hun kennis inzetten zonder dat ze uren hoeven te reizen om de asset te bezoeken. Het uit-voerende werk kunnen ze aan de lokale technici overlaten terwijl het denkwerk hier gebeurt.’
Experimenteren Volgens Ron Vaz Diaz, iTanks, hoeven we de discussie over exporteren of niet helemaal niet te voeren. ‘Nederland is te klein om ons alleen op de interne markt te richten. Boskalis ontwikkelde een schoonmaakrobot voor meerpalen en maakte gebruik van de interne markt om hem te testen, maar de echte handel zit in het buitenland. Hetzelfde geldt voor een lasrobot die wij helpen ontwikkelen. Die wordt pas interessant bij tanks van veertig meter diameter of meer. Daarvan zijn er niet heel veel van in Nederland. Of wat te denken van een lastoorts met afzuiging. Die wordt in China geproduceerd, maar de kennis zit hier.’
‘We moeten experimenteren met nieuwe technologie en kijken hoe we die in ons voordeel kunnen aanwenden.’ Michel Grijpink ziet grote technische veranderingen en de onderhoudswereld zou die nieuwe technologie moeten omarmen om zijn positie te verdedigen. ‘Door niets te doen, missen we zeker de boot. We moeten in ieder geval experimenteren met nieuwe technologie en kijken hoe we die kunnen aanwenden om er ons voordeel uit te kunnen halen.’ Neem bijvoorbeeld Tedopress die het mogelijk maakt via augmented reality
mensen op afstand aan te sturen om bijvoorbeeld een pomp te repareren. ‘Je moet technologie op het juiste moment omarmen, anders ben je te laat’, zegt Akkermans. ‘Dankzij de communicatie en informatietechnologie is de wereld een stuk kleiner geworden. Kennis en creativiteit is het unique selling point van Nederland, die positie moeten we uitnutten.’ Rob de Heus ziet dezelfde mogelijkheden, maar vindt wel dat de procesindustrie het nut van dit soort ontwikkelingen onderschat en, noodgedwongen door veiligheid, zich nogal conservatief opstelt: ‘Daardoor wordt de introductie van vele innovaties flink geremd. Als je ziet hoe moeilijk het is om een iPad op de werkvloer te krijgen. De monteurs willen wel, want ze kunnen daar prima mee omgaan. Maar een plantmanager zal snel de risico’s van de iPad of wifi benadrukken en bijvoorbeeld schermen met Atex-richtlijnen. Zij zien het minder als toevoegingen aan de efficiency, maar meer als gadgets.’
Home base show case De belangrijkste boodschap van het panel is dat we in Nederland vooral moeten laten zien wat we goed kunnen; home base show case. Venhuizen: ‘Arcadis is door de Amerikanen gevraagd om mee te denken over waterbeheersing, omdat wij daar een lange ervaring mee hebben. Als ze ook het asset management meepakken, hebben we een prachtig exportproduct. Of zoals Laurent Vanhoudenhove zegt: De productie in Europa vermindert, de interne markt verzwakt, maar onze hersens blijken nog altijd veel efficiënter dan de beste computer. We zullen die moeten blijven inzetten om competitief te blijven in de wereldmarkt.’ ■
09
iMaintain 14
18_19_K_artikel.indd 19
21-10-14 14:45
Het iMaintain Platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Het platform belicht op een journalistieke en onafhankelijke manier innovaties, behandelt actuele onderwerpen en inspireert. Via het vakblad iMaintain, met de website www.imaintain.info, met vier rondetafelmeetings per jaar, diverse bijeenkomsten en met een jaarcongres bereikt het iMaintain Platform haar doelgroep.
De partnerstructuur van het iMaintain Platform bestaat uit complementaire marktpartijen. De samenstelling waarborgt de objectiviteit van het platform en zorgt voor een verregaande integratie in de doelgroep.
De volgende bedrijven zijn partner van het iMaintain Platform:
03spread_advertentie_IMAplatform.indd 2
20-10-14 10:30
Het expertpanel van het iMaintain Platform bestaat uit de volgende specialisten:
Leden van het iMaintain Platform
asset management
Henk Akkermans Hoogleraar dynamiek van toeleveringsnetwerken, Universiteit Tilburg Wetenschappelijk directeur DI-WCM Leo van Dongen Professor Maintenance Engineering, Universiteit Twente Directeur Fleet Services, NedTrain
Mark Haarman Managing Director, Mainnovation
Rob de Heus Champion World Class Maintenance, Sitech Services
Geert-Jan van Houtum Professor Reliability, Quality en Maintenance, TU Eindhoven
Scan de foto en bekijk het filmpje
Nico van Kessel Principal Consultant Asset Management, Tata Steel
Cor van de Linde Directeur innovatieplatform iTanks Maintenance Manager of the Year 2012
Henk van der Meer Teamleider Events, BP raffinaderij Rotterdam
Roelf Venhuizen Voorzitter Profion, Bestuurlid Veiligheid Voorop, Voormalig CEO NAM
Johan Wolt Maintenance Manager, AkzoNobel lndustrial Chemicals MCA Delfzijl Maintenance Manager of the Year 2014
Ton Huibers Maintenance Manager, Vlisco Maintenance Manager of the Year 2013
1) Installeer op uw smartphone of tablet de app ‘iLinqs’ 2) Start de app op uw smartphone of tablet 3) Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst 4) Het bijbehorende filmpje verschijnt op smartphone of tablet
Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het iMaintain Platform, kijk dan op www.imaintain.info of neem contact op met Anouk Bouwmeester: Anouk@industrielinqs.nl – 020 3122 797
03spread_advertentie_IMAplatform.indd 3
20-10-14 10:30
22 WHAT’S NEXT
Siemens heeft een speciale installatie gebouwd voor de montage van haar 75 meter lange rotorbladen voor offshorewindparken. Het maakt de montagewerkzaamheden veiliger en laat tijdens de opbouw hogere windsnelheden toe. De nieuwe hefinstallatie wordt ingezet bij de bouw van het windpark Westermost Rough in Groot-Brittanië, waar het bedrijf 36 windturbines installeert.
Hefinstallatie voor gigantische rotorbladen In de speciale installatie kunnen 75 meter lange rotorbladen voor off-shore windparken gemonteerd worden. Montagewerkzaamheden kunnen hiermee veiliger worden uitgevoerd. In de gebruikelijke installaties worden de rotorbladen met lange klemwerktuigen op de kraan van het installatieschip naar de naaf getild. Het blad wordt hierbij op twee plaatsen met kabels op de hefconstructie bevestigd. Deze kabels moeten door de monteurs met de hand worden bevestigd en gespannen. De monteurs werken vaak tientallen meters boven het dek, ook ’s nachts en bij ruw weer. De nieuwe hefinstallatie neemt deze taken over en kanveilig vanaf het dek aangestuurd worden. Het bedrijf ontwikkelde de constructie voor de serie-installatie van het nieuwe D6-windturbine-platform.
De kabels voor het vastzetten van de rotorbladen worden door de nieuwe hefinstallatie automatisch gespannen en ontspannen. De constructie is daarom ook geschikt om bij toekomstige onderhoudswerkzaamheden rotorbladen te demonteren. Om ervoor te zorgen dat het rotorblad in alle gevallen veilig kan worden teruggebracht aan dek, zijn alle functies redundant uitgevoerd. Tijdens de montage kan het rotorblad worden gekiept of gezwenkt, om het exact op de naaf te positioneren. Bij conventionele technieken zijn dergelijke manoeuvres niet mogelijk. De nieuwe hefinstallatie wordt voor het eerst ingezet bij de bouw van het windpark Westermost Rough voor de oostkust van GrootBrittannië, waar Siemens 36 windturbines met 75 meter lange rotorbladen installeert.
Voornamelijk aan land, maar in toenemende mate ook op zee, wordt de zogeheten losse-rotorbladmontage toegepast. Daarbij is de naaf al aan de rotor bevestigd en wordt elk blad afzonderlijk met de kraan op de toren gehesen en gemonteerd. Voor de 75 meter lange en 25 ton zware rotorbladen van de nieuwste generatie komt alleen deze losse-rotorbladmontage in aanmerking. Een voorgemonteerd kruis met een diameter van 154 meter en een gewicht van ruim 75 ton zou namelijk nauwelijks nog vervoerd en aan de naaf bevestigd en uitgelijnd kunnen worden. Siemens ging daarom op zoek naar een volledig geautomatiseerde oplossing voor de seriemontage van de reusachtige rotorbladen. Een van de uitdagingen was het bouwen van een zo licht mogelijke constructie, die voldoende stabiliteit zou bieden. De nieuwe hefinstallatie is 14 meter lang, acht meter hoog en weegt 78 ton. Er kan mee gemonteerd worden bij windsnelheden tot 14 meter per seconde en in windvlagen tot 19 meter per seconde (windkracht zeven).
Door de nieuwe hefinstallatie kunnen montagewerkzaamheden van de rotorbladen veiliger door de monteurs worden uitgevoerd.
FOTO: SIEMEnS
Losse-rotorbladmontage
09 14 iMaintain
22_23_24_25_P_whatsNEXT.indd 22
21-10-14 13:54
WHAT’S NEXT 23
oci NiTrogEN gENoMiNEErd voor EUropESE MiliEUprijS De innovatieve cooler van OCI nitrogen is één van de drie genomineerde projecten voor de European Business Awards for the Environment (EBAE) in de categorie duurzame processen. COOL! staat voor de ontwikkeling van een innovatief koelsysteem dat kunstmestkorrels koelt met indirecte waterkoeling. Het resultaat is een reductie van stofemissie van 174
ton per jaar naar nul. Bovendien is het energieverbruik in de koelsectie gereduceerd met 75 procent en de productie met 20 procent toegenomen. Het project COOL! ontving in 2013 de Responsible Care prijs van de VnCI (Vereniging van nederlandse Chemische Industrie). De winnaars worden op 1 december 2014 in Lyon bekendgemaakt tijdens Pollutec, de tentoonstelling van milieutechnologieën.
zAcHTE TENTAkElroboT krUipT door NAUWE rUiMTES flexibele materialen die door lucht of vloeistof kunnen worden gebogen. Zachte robots zijn volgens projectleider Andrew Marchese veiliger dan de zware metalen varianten die steeds vaker te vinden zijn in fabrieken en daarbuiten. Bijzonder aan de tentakel is dat er geen harde materialen in de arm van silicone zitten. In plaats daarvan zitten er luchtkanalen aan de zijkant die kunnen worden opgeblazen, waardoor de arm zich buigt. De robot kan op deze manier langzaam om hoeken manoeuvreren. Alle materialen zijn gemaakt met een 3D-printer. In een toekomstige versie van de robot wil het team van het instituut CSAIL ook vingers toevoegen, zodat de robot objecten kan vastpakken. Bekijk een filmpje van de tentakelrobot op YouTube
FOTO: JASOn DORFMAn, CSAIL
Onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) hebben een zachte robot in een tentakelvorm ontworpen, die door omgevingen kan bewegen die voor andere robots lastig navigeerbaar zouden zijn, zoals pijpleidingen. De arm van silicone is volgens de universiteit gebaseerd op een octopustentakel en moet behalve flexibeler ervoor zorgen dat monteurs veiliger hun werk kunnen doen. De afgelopen jaren wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar ‘zachte robots’. Waar robots normaal gesproken worden gemaakt van metaal en werken met scharnieren die de bewegingsvrijheid beperken, zijn deze zachte robots gemaakt van
rESErvEoNdErdElEN MAkEN MArS koloNiSATiE Nog TEcHNiScH oNMogElijk nieuw onafhankelijk onderzoek van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) suggereert dat astronauten die, in dienst van Mars One, naar Mars willen vertrekken, het daar niet lang kunnen volhouden. In 2012 kondigde de nederlandse organisatie Mars One aan in 2025 de eerste bemande ruimtebasis op Mars te willen vestigen. Onderzoekers hebben zich over de technische haalbaarheid van de missie gebogen. Het is volgens hen met de huidige technologieën niet mogelijk om mensen op Mars in leven te houden. Dat komt door een aantal oorzaken. De technologie om onveilig grote hoeveelheden zuurstof uit de atmosfeer te verwijderen, die ontstaan als gevolg van het noodzakelijk verbouwen van gewassen voor voedsel, en de technologie om van ijs drinkwater te kunnen maken, zijn – in
ieder geval voor gebruik in de ruimte – nog niet ontwikkeld. De onderzoekers gingen ook na hoe het zat met de reserveonderdelen, die naar Mars moeten worden gestuurd om de kolonie draaiende te kunnen houden. Deze onderdelen zullen al snel het grootste deel van de voorraden uitmaken die naar Mars worden gestuurd, namelijk zo’n 62 procent. Huidige 3D-printers zijn volgens de onderzoekers niet in staat om de infrastructuur, zoals Mars One die nu voor zich ziet, voort te brengen. ´Als je een reserveonderdeel op Mars wilt ontvangen, moet dat verstuurd worden wanneer er gelanceerd kan worden – die mogelijkheid doet zich elke 26 maanden voor – en dan moet je 180 dagen wachten voor het daar arriveert.´ MIT denkt dat het onderzoek kan helpen om het idee van een kolonie uiteindelijk toch werkelijkheid te laten worden.
09
iMaintain 14
22_23_24_25_P_whatsNEXT.indd 23
21-10-14 13:55
24 WHAT’S NEXT
UiTviNdErS blAUW lEd-licHT gEëErd MET NobElprijS voor dE FySicA
SMArTpHoNE oplAdEN viA jE jAS Zonnecellen verwerkt in je jurk of jas om je smartphone op te laden, of een deurbel op zonne-energie. Dit soort producten is al commercieel beschikbaar, maar nog niet omarmd door de consument. TnO en onderzoeksconsortium Solliance werken aan onderzoek naar dunne-filmzonnecellen, een moderne en goedkopere variant van de reguliere zonnecel. Volgens onderzoeker Karel Spee is het aantal toepassingen van zonnecellen ontelbaar. ‘Flexibele zonnecelfolies en -plaatjes zijn in tal van producten te gebruiken.’ Zonneenergie gaat een substantiële plek innemen in onze samenleving en energievoorziening. Uit een recent onderzoeksrapport blijkt dat klanten esthetisch verantwoorde toepassingen willen. De zonnepanelen zullen plaats maken voor zonnecellen, die verwerkt worden in dakelementen. Ook in gevels en wegen zullen zonne-energiesystemen toegepast worden. Avans Hogeschool onderzoekt de technologie die nodig is om zonnecellen in nieuwe producten te verwerken. Zo gaat een groep studenten aan de slag met zonnecellen geïntegreerd in de spoilers van auto’s en vrachtwagens. ‘Uiteindelijk zou ik ook zonnecellen willen integreren in zeilen van vrachtwagens. De solar-industrie produceert inmiddels volop zonnecelfolie, maar een echte markt bestaat niet, althans niet grootschalig,’ aldus Spee. ‘Om de technologie betaalbaar te krijgen, is massaproductie nodig. De investeringen komen niet van de grond, omdat er geen afzet is. Maar de afzet is er niet, omdat er geen producten zijn. Als er meer demonstratieprojecten komen, zal het vertrouwen in nieuwe zonnecelgeïntegreerde producten toenemen.’
Isamu Akasaki, Hiroshi Amano en Shuji nakamura ontwikkelden blauwe LED-verlichting, dat er voor zorgde dat de klassieke verlichting nu razendsnel vervangen kan worden. Rode en groene dioden bestonden reeds, maar om wit licht te maken was ook blauw nodig. na ruim 30 jaar onderzoek in de wetenschap is het deze drie onderzoekers gelukt dit probleem op te lossen. Sinds de ontdekking van de blauwe LED worden witte LED lampen nog steeds verbeterd, met betere energieprestaties en sterkte (lumen) per Watt. Een derde van de elektriciteitsconsumptie in de wereld gaat naar verlichting. De LEDs vormen volgens de Academie van de nobelprijs een ecologische revolutie.
Met blauw led-licht kon wit led-licht gemaakt worden; de energiezuinige vervanger voor de traditionele verlichting.
rEvolUTiE iN 3d-priNTEN vAN METAAl
TU EiNdHovEN boUWT NiEUWE WiNdTUNNEl
FOTO: JOnATHAn JUURSEMA
Op het gebied van luchtvaart, geneeskunde en energieproductie worden er tegenwoordig steeds lichtere, goedkopere, maar ook tegen allerlei invloeden bestendige materialen ontwikkeld. Het Zweedse Arcam en Amerikaanse Oak Ridge national Laboratory hebben de handen in elkaar geslagen om een nieuwe EBM-techniek te ontwikkelen. Deze printtechniek bestaat uit een krachtige laserstraal, die metaalpoeder zo kan smelten tot het onderdeel volledig gefabriceerd is. Zo is de fabricatie van nieuwe metalen onderdelen, die tot voor kort met traditionele methoden nog niet mogelijk was, ineens een realiteit geworden. Met deze printtechniek kan de uithardingsstructuur van metalen onderdelen gemodificeerd worden. De nieuwe onderdelen zijn sterker, lichter, gaan langer mee en zijn toepasbaar in bijvoorbeeld auto’s en windturbines.
De Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) gaat een nieuwe windtunnel bouwen. Deze ‘atmosferische grenslaagtunnel’, die in oktober 2015 klaar moet zijn, zorgt ervoor dat er meer onderzoek kan worden gedaan naar windstromen rond gebouwen en schepen. De TU/e is de eerste nederlandse universiteit met dit type windtunnel. Met de nieuwe tunnel wil de TU/e een simulatie maken van lage luchtstromen, vlak boven het aardoppervlak, waar de wind de meest grillige patronen kan vertonen. ‘Door windhinder, windbelasting en andere windeffecten rond gebouwen of schepen na te bootsen, kunnen we bouwkundig onderzoek doen dat in de meeste windtunnels ter wereld niet mogelijk is’, zegt hoogleraar bouwfysica Bert Blocken. De tunnel zal vijftig meter lang worden, om een zo groot mogelijk stuk oppervlak te vormen. Voor nieuwbouw of bestaande bouw kan bekeken worden wat voor (wellicht nadelige) effecten luchtstromen op de gebouwen hebben. Windbelasting krijgt ook steeds meer aandacht in de scheepsbouw, in het kader van energiebesparing.
09 14 iMaintain
22_23_24_25_P_whatsNEXT.indd 24
21-10-14 13:55
WHAT’S NEXT 25
NEUSHoorNS rEddEN MET droNES
SMArT TEcHNology HEEFT iMpAcT op AllE SEcTorEN
neushoornpoeder is één van de meest waardevolle materialen op de wereld; de vraag hiernaar is voornamelijk in Azië enorm toegenomen, waar men gelooft dat het poeder kanker kan genezen. In verschillende landen in Afrika wordt de neushoorn in rap tempo gestroopt voor zijn hoorn. Zestig procent van de neushoornpopulatie bevindt zich in het Krugerpark in Zuid-Afrika. In 2007 werden er daar dertien neushoorns per jaar gestroopt; in 2013 was dat aantal toegenomen tot 1004. Uitsterving dreigt voor de dieren. negen studenten van verschillende universiteiten hebben het Dutch UAS team gevormd, dat tegen de stropers in actie komt. Het team doet mee aan de Wildlife Conservation UAV Challenge, waarbij het doel is om een onbemand vliegtuigje of drone te ontwikkelen om de neushoorns te kunnen beschermen. Het vliegtuigje van het UAS team heeft thermische camera’s aan boord. Met het vliegtuigje kan door de rangers dag en nacht toezicht worden gehouden over het leefgebied van de neushoorn; zij kunnen de dieren zo beter beschermen.
Volgens het rapport ‘SMART future. Slimme technologie raakt ons hele leven’ van ABn AMRO, dat gepresenteerd werd tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven, zal smart technology resulteren in nieuwe basisinnovaties. Deze innovaties zullen leiden tot een afbraak van oude structuren en impact hebben op alle sectoren. ABn AMRO schetst in het rapport toekomstscenario’s voor verschillende economische sectoren. De nederlandse agrarische sector heeft een internationale voortrekkersrol op het gebied van Smart Farming, waarin producenten betere beslissingen kunnen nemen met behulp van gedetailleerde meet- en regelhulpmiddelen. In de logistieke sector wordt gewerkt aan een Cross Chain Control Center (4C): een regiecentrum waar, met behulp van slimme IT-toepassingen en datasharing, goederenstromen worden gebundeld, wat zorgt voor een hogere beladingsgraad, minder kosten en lagere CO2-uitstoot. Voor de bouw worden bouwoplossingen gezocht zoals Smart Homes, waarin oudere bewoners steeds langer thuis kunnen blijven wonen. Ook de domotica zal hierin de komende jaren een vlucht nemen. Smart Textiles, nu nog een niche in de kledingindustrie, biedt groeipotentie in vier toepassingsgebieden: medisch, beschermende werkkleding, sport en mode.
Onlangs werd in Delft het nieuwe MEC-Bouwlab geopend. In dit lab zijn verschillende expertises bijeen gebracht en worden innovaties op het gebied van levensduur-verlenging van materialen, energie en constructies onderzocht. In het MEC-Bouwlab wordt toepassingsgericht experimenteel onderzoek gedaan voor opdrachtgevers in de woning- en utiliteitsbouw en in de infrastructuur voor de nederlandse en de internationale markt. MEC staat voor Materialen, Energie en Constructies. Verschillende onderzoeksterreinen vormen de basis van het lab. Zo wordt er onder andere gekeken naar langere levensduur van het wegdek, uitvoering van onafhankelijk onderzoek naar de oorzaak en herstel van de constructieve schade binnen bedrijven, en prestatieonderzoek van bouwmaterialen.
FOTO: PATRICIA BROEDERS
NiEUW boUWlAb TNo voor oNdErzoEk NAAr MATEriAlEN, ENErgiE EN coNSTrUcTiES
Na een initiële populatiegroei door effectieve beschermingsmethoden, worden de neushoorns door stroperij weer ernstig bedreigd met uitsterven.
FOTO: n30
brUg vAN bio-ScHUiM Het onderzoek van het Centre of Expertise Biobased Economy naar een bio-based brug ontving deze zomer een subsidie van 300.000 euro van de Stichting Innovatie Alliantie. De in Terneuzen geplande brug van dertig meter lang moet toegankelijk worden voor fietsers en voetgangers en moet gemaakt worden van vlasvezels, bio-schuim en bioharsen. Het onderzoek naar de haalbaarheid van een brug gemaakt van biomaterialen zal de komende jaren nog doorgaan. Er worden door enkele deelnemende partijen wel vraagtekens gesteld over de houdbaarheid van de brug.
09
iMaintain 14
22_23_24_25_P_whatsNEXT.indd 25
21-10-14 13:55
26 PRODUCTEN
Producttrends op www.imaintain.info
1
Juni Daalmans - Veilig werkgedrag door Brain Based
Safety We weten de laatste tijd veel meer over hoe het brein werkt; hoe het waarneemt, hoe het beslissingen neemt en hoe het acties voorbereidt en uitvoert. Deze nieuwe titel uit de HERON-Veiligheidsreeks gebruikt deze kennis. Het stelt de vraag centraal wat de werking van het brein ons leert over veilig werkgedrag en welke mogelijkheden we hebben om dat gedrag te beïnvloeden. Het boek biedt de lezer een vernieuwend inzicht in de psychologie die achter het succes of het falen van veel veiligheidsmaatregelen op het werk zit. Vanuit zijn visie van Brain Based Safety illustreert Daalmans hoe onveilig gedrag op de werkvloer effectief kan worden veranderd en richt zich daarbij vooral op risicodetectie en risico-evaluatie, paraatheid, stress, de beleving van regels, teamwerk en leiderschap. De uitdaging is om de theorie en principes in de praktijk van het veiligheidsmanagement toe te passen. Dit boek geeft een handreiking door duidelijke casuïstiek en het gebruik van voorbeelden uit de praktijk. Ieder hoofdstuk bevat een afsluitend deel waarin de praktische mogelijkheden voor veiligheidsmanagement op een rij worden gezet. 1e druk 2014, ISBN 9789491764073, 35 euro
2
Fluke 500-serie batterijanalyzers
De nieuwe batterijanalyzers, BT510, BT520 en BT521, zijn ideaal voor het verrichten van onderhoud, storing zoeken en het meten van prestaties bij individuele stationaire batterijen en batterij/accu-banken die gebruikt worden in noodbatterijtoepassingen. De gebruiksvriendelijke bediening, het compacte ontwerp en de robuuste constructie zorgen voor optimale prestaties, meetresultaten en betrouwbaarheid. De batterijanalyzers bieden diverse batterijmeetfuncties, van gelijkspanning- en weerstandmetingen tot volledige toestandanalyse. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een geautomatiseerde reeksfunctietest en het in de meetprobe geïntegreerde temperatuurmetingssysteem. De analyzers kunnen ingezet worden voor de volgende normen: UN38.3, UL2054 , IEC62133 en 2G volgens IEC68-2-26, 25G en 29. Ze kunnen ook worden voorzien van KWS periodiek onderhoud en kalibratie. www.euro-index.nl
3
Winmate industriële Panel PC’s met Intel Haswell Processors
09 14 iMaintain
26_G_producten.indd 26
Duranmatic introduceert een nieuwe serie industriële Panel PC’s van Winmate. Deze PC’s worden uitgerust met de nieuwste Intel Haswell CPU’s en bijbehorende QM87 chipset. De robuuste Panel PC’s zijn leverbaar in diverse behuizingen
zoals standaard paneel montage, IP65, chassis of open frame. Er zijn modellen met met displays van 15.6, 19 en 21,5 inch. De 21,5 inch versie heeft met een verbluffende 1920 x 1080 HD-resolutie. De Intel 4de generatie Core i5 Haswell processor en optionele Windows Embedded 7.0/8.1 zorgen voor een uitzonderlijk snelle PC. Het touch screen is leverbaar in 4 of 5-wire resistive uitvoering. Hardware opties zijn onder meer een 16GB DDR3 L 1333/1600 MHz SO-DIMM-slot (16GB) en een mini-PCIe-slot (voor een WLAN module en SATA SSD). Het toestel is o.a. inzetbaar in de machinebouw en inspectie systemen. www.duranmatic.nl
4
Digitaal aanwijsinstrument GIR 300
5
Jackson laskap
Snelle en duidelijke weergave van de proceswaarden, eenvoudig instelling en configuratie evenals een grote flexibiliteit. Het inbouwinstrument, modulair opgebouwd in het formaat 36x72 mm, is de nieuwste digitale aanwijzing van GHM en wordt gefabriceerd in het Greisinger productiecentrum. De gemeten proceswaarden worden door een contrastrijk LED display (hoogte 13 mm) getoond terwijl de status van de schakelkontakten met indicatie LED-s worden weergegeven. De standaard uitvoering beschikt naast de analoge of digitale ingang onder andere over twee schakelende uitgangen, met diverse regelfuncties, en omvangrijke zelfdiagnose- en controle functies. De configureerbare ingang is geschikt voor het aansluiten van weerstandsthermometers (Pt 100/1000), thermo-elementen, diverse standaard stroom- en spanningssignalen als mede frequentiesignalen. Er kunnen daardoor vele proceswaarden zoals doorstroming, druk, kracht, vocht, spanning en stroom gemeten en bewaakt worden. Bovendien kent het instrument diverse telleren doseerfuncties, waarbij de tellerstand natuurlijk behouden blijft tijdens stroomuitval of uitschakelen. www.ghm-nl.com
De nieuwe Jackson laskap biedt uitzonderlijk goed zicht, optimaal comfort en maximale veiligheid. De laskappen kunnen gebruikt worden in combinatie met verschillende automatische lasfilters (ADF’s), waarbij de sluitingstijd aanzienlijk korter is dan bij andere lasfilters: slecht 0,4 msec. Ogen raken hierdoor minder snel vermoeid en worden minder lang blootgesteld aan schadelijke straling. Het True Colour filter maakt het kleurcontrast groter, waardoor lassers de ideale lasnaad kunnen leggen. De laskappen kunnen ook in combinatie met het Jackson aanblaassysteem gebruikt worden. Met de optionele slijpkap in combinatie met het aanblaassysteem, blijft tijdens het opklappen van de lashelm de veiligheid gegarandeerd (CE-gekeurd). De laskap kan vrijblijvend getest worden. www.wiltec.nl/laskap
Kijk voor meer productinnovaties op www.imaintain.info
21-10-14 13:52
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
Ander onderhoud voor veranderende energiemarkt Managers en directeuren zoeken nieuwe baan | Langere levensduur beton dankzij nano-klei 27_MA_NVDO_cover.indd 27
|
21-10-14 13:51
Specialist in Heat Treatment Preheating and stress relief Induction and resistance Stationary furnaces Dry out and curing Rental and sales Mobile furnaces
www. delta-heat-services.com info@delta-heat-services.com +31 (0) 187 - 49 69 40
28_delta_eco.indd 1
21-10-14 09:49
Van de voorzitter Ik heb nog wel een paar vragen! Onderzoeksbureau Deloitte gaf onlangs aan dat door de tech-
dat moet ook zo blijven. We kunnen geen robotvrij eiland wor-
nologische ontwikkelingen er mogelijk twee tot drie miljoen
den in Europa. Technologische vooruitgang zorgt voor meer
banen op de tocht staan. De onderzoekers spreken zelfs van
welvaart, meer veiligheid en een hogere levensverwachting.
een conservatieve inschatting.
Niet alleen voor ontwikkelde landen als Nederland, maar ook voor de wereld', aldus Asscher.
Vooral voor lageropgeleiden is er straks mogelijk geen betaald werk meer. Voor hogeropgeleiden liggen de risico’s vooral bij
De NVDO-achterban is gewend aan het denken in kansen!
beroepen op kort-hbo-niveau (laborant, verzekeringsagent,
Robots worden in hoog tempo toegankelijker, betrouwbaar-
opzichter en elektricien)
der en goedkoper. Ze zijn
en op hbo/wo-niveau bij
goedkoop, snel, nooit ziek,
beroepen als accountants en analisten. Groepen die hard geraakt worden zijn mbo’ers (1,3 miljoen) en medewerkers in de sectoren economie, recht en management (0,8 miljoen) en
Als robots laaggeschoold en routinematig werk gaan overnemen, moeten we onze jeugd opleiden en trainen op het onverwachte.
werken 24 uur per dag, vragen nooit om loonsverhogingen en staken niet. Voor een aanzienlijk deel van de bestaande banen zijn zij daardoor in staat om werknemers te vervangen.
techniek (0,5 miljoen). Het uiteindelijke tempo van de
Als robots laaggeschoold
ontwikkelingen wordt sterk beïnvloed door de snelheid waar-
en routinematig werk gaan overnemen, moeten we onze jeugd
mee arbeidsbesparende technologie in gebruik wordt geno-
opleiden voor het andere werk. Niet trainen op routine, maar
men door het bedrijfsleven. 'De GoogleCar rijdt nog niet op de
op het onverwachte. Niet op feiten, maar op creatief analy-
Nederlandse wegen, maar drones zijn al gemakkelijk te koop
seren en nieuwe wegen zoeken. En uiteraard op een goede
in winkels en 3D-printen raakt steeds verder ingeburgerd',
omgang met een geautomatiseerde wereld.
stelt Deloitte. Ook de ontwikkelingen in de regelgeving over robotisering beïnvloeden het tempo daarvan.
Op 14 november a.s. gaan we tijdens de Jaarbijeenkomst dieper in op het thema aan de hand van trends, ontwikkelingen
Maar gelukkig is daar vicepremier Lodewijk Asscher ook nog,
en geformuleerde visie met betrekking tot ‘Robotica in Beheer
die onlangs tijdens het jaarlijkse SZW Congres aangaf ook te
en Onderhoud’. Ik heb nog wel een paar vragen, u ook?
zien dat technologische ontwikkelingen in een stroomversnelling zitten en dat dit gevolgen heeft voor de arbeidsmarkt. 'Ondanks onze gunstige uitgangspositie is er werk aan de winkel. Nederland is een open en ontwikkelde economie, die altijd heeft weten te profiteren van technologische vooruitgang. En
Bas P. Kimpel Voorzitter
MaintNL 09 – 2014 29
29_MB_NVDO_Voorzitter.indd 29
21-10-14 13:51
Maintenance manager
Ander onderhoud voor veranderende energiemarkt De Nuon Magnumcentrale is ontworpen om continu te produceren. Toen de centrale in gebruik werd genomen, waren de marktomstandigheden echter dermate veranderd dat hij alleen als startstopcentrale werd ingezet. Daarmee veranderde ook de onderhoudsorganisatie van Nuon Magnum. Hans Verwilligen van Nuon legt uit hoe hij grip blijft houden op het onderhoud in een dynamische energiemarkt. David van Baarle Het grootste investeringsproject dat Nuon ooit heeft gedaan, leverde de centrale in de Eemshaven de naam Nuon Magnum op. Wat ooit begon als plannen voor de locatie IJmond, eindigde uiteindelijk in de Groningse Eemshaven. Het oorspronkelijke plan was om kolenvergassing te combineren met een conventionele stoom en gasturbine. Bij kolenvergassing worden kolen vermalen en in een vergasser omgezet naar kolengas, dat vervolgens intensief wordt gereinigd voordat het in de turbines wordt verbrand. Doordat Magnum zowel op kolengas, aardgas als ook een combinatie daarvan kon draaien, was het oorspronkelijke ontwerp flexibeler en schoner dan die van de conventionele kolencentrales. Met name het afvangen van koolmonoxide en omzetten naar kooldioxide zou leiden tot reductie van de emissies, vooral omdat kooldioxide kon worden afgevangen en ondergronds opgeslagen. De techniek van kolenvergassing werd al toegepast bij de centrale van Nuon in Buggenum, maar de nieuwe centrale zou veel groter, efficiënter en schoner worden. Die belofte heeft het bedrijf meer dan waar gemaakt: het rendement van de aardgasgestookte eenheden ligt bij circa 58 procent.
Japanse gasturbines De bouw van de centrale werd opgedeeld in twee fases: eerst zou men de drie stoom en gas (Steg) eenheden bouwen om vervolgens te starten met de kolenvergassingsin-
stallatie. Nuon schreef een tender uit voor de eerste fase en de keuze viel uiteindelijk op de Japanse turbinefabrikant Mitsubishi. De Japanners namen ook het projectmanagement voor hun rekening, wat nog best een uitdaging was. Hans Verwilligen, projectmanager overhauls en Maintenance development engineer bij Nuon, vertelt dat
naast de technische complexe uitdagingen ook cultuurverschillen overbrugd moesten worden, hetgeen vertragend kon werken. Subcontractors van Mitsubishi waren onder andere de NEM, Ballast Nedam, Fabricom en ABB. Uiteindelijk is er een state of the art energiecentrale gebouwd die een van de best presterende van Nederland is. In de ogen van de onderhoudsorganisatie is de keuze voor Mitsubishi in ieder geval een goede zet gebleken. ‘Net als Japanse auto’s zelden stuk gaan, zijn ook deze turbines zeer robuust uitgevoerd.’ De tweede fase werd uitgesteld omdat de markt onder druk stond en zowel materialen als mankracht erg duur waren. Toen kwam de crisis daar nog eens overheen en bleek Nederland ineens te kampen met een
ENErGIEMArkT De energiemarkt is behoorlijk in beweging. In Duitsland wordt veel geld geïnvesteerd in zonne- en windenergie. De beoogde CO2-reductie blijft echter uit: de kolenprijs is laag, de gasprijs hoog en de tarieven van CO2emissierechten extreem laag, waardoor kolen- en bruinkoolcentrales de schonere gaseenheden uit de markt drukken. Ook in Nederland zijn plannen om het windvermogen behoorlijk op te schroeven en bedrijven en particulieren investeren steeds meer in zonnepanelen. Het gevolg daarvan is dat op zonnige dagen en als de wind hard waait er een overschot ontstaat op de markt en de energieprijzen navenant laag worden. Op de momenten dat die energie echter niet beschikbaar is, moeten de conventionele energiecentrales inspringen om aan de vraag te kunnen voldoen. De Nuon Magnum Centrale is oorspronkelijk ingericht op volcontinu bedrijf met een beperkte mate van start-stopbedrijf. Nu wordt de centrale echter ingezet als zogenaamde peak shaver. Dat betekent dat hij alleen draait als de vraag hoog is en het aanbod van duurzame bronnen laag. Om die reden is een back-upinstallatie nog steeds in gebruik. De installaties worden nu slim ingezet om de eerste vraag alvast op te vangen en de gasturbines gecontroleerd op te starten. Enige uitdaging is wel dat deze installaties waren ontworpen om na ingebruikname van de centrale als base load te gebruiken en nu als peak shaver worden ingezet. Het onderhoud aan deze installaties is een extra uitdaging, maar met de gedreven inzet van de medewerkers van Nuon Magnum wordt de centrale goed en veilig in bedrijf gehouden.
30 MaintNL 09 – 2014
30_31_32_ME_NVDO-artikel.indd 30
21-10-14 13:51
overcapaciteit. Met de vergroening van met name de Duitse energievoorziening, komt bovendien regelmatig de overtollige stroom onze kant op. En dat tegen zeer lage prijzen. De plannen voor de kolenvergassingsinstallatie zijn uitgesteld, maar de drie STEG-centrales waren al gebouwd en zo’n anderhalf jaar geleden in bedrijf genomen. Of beter gezegd: één centrale draait tijdens werkdagen, één draait als back-up en de laatste centrale is geconserveerd. Dat deze situatie gevolgen heeft voor het dagelijkse onderhoud, mag duidelijk zijn.
Risk based maintenance Verwilligen had het maintenance management goed voor elkaar. Al tijdens de bouw van de drie centrales kon hij en zijn team nadenken over de reliability, availability en maintainability (rAM) ervan. De te volgen onderhoudsfilosofie werd risk based maintenance. Hiermee werd invulling gegeven aan eventuele eisen die voortkomen uit de BrZO-eisen die werden gesteld aan de kolenvergassing. Er werd zelfs nagedacht over het optimaliseren van de kritische reserveonderdelen. Bovendien werd ingezet op risk based inspections, ‘niet zozeer voor termijnflexibilisering, maar de inzet
was eerder termijnverlenging’, zegt Verwilligen. ‘Als we kunnen aantonen dat een installatie nog op het gewenste niveau presteert, hoeven we hem niet uit bedrijf te halen. Daar zit in een installatie die nagenoeg volcontinu draait veel winst in.’ Tevens zou het rAM-programma als blauwdruk kunnen dienen voor de andere centrales van Nuon en Vattenfall. Verwilligen: ‘De gekozen aanpak gaf ons grip op de fabriek. De betrokken disciplines kennen de fabriek goed, kennen de risico’s en weten waarom het noodzakelijk is om inspecties uit te voeren. Al tijdens de bouw konden we verbeteringen doorvoeren in het ontwerp die de betrouwbaarheid ten goede kwam. En bovendien hadden we toen de centrale klaar was een kant en klaar risk based maintenance programma klaarliggen waarmee we het onderhoudsprogramma constant kunnen optimaliseren.’
‘Optimalisatie van de organisatie is ook een mogelijke kans om onderhoudskosten te reduceren.’
Met de nieuwe marktomstandigheden is de bedrijfsvoering echter behoorlijk veranderd. De centrale is ontworpen voor nagenoeg volcontinubedrijf, maar wordt nu ingezet als start stop-centrale. ‘We schakelen iedere morgen in en na de avondpiek gaat hij weer op stil. Dat heeft hoe dan ook zijn weerslag op je lagers, pompen, turbines enzovoorts. De installatie wordt warm en koelt vervolgens weer af waardoor materialen uitzetten en weer krimpen. Bovendien hadden we een operationele en onderhoudsorganisatie die was afgestemd op drie continu draaiende eenheden. Dat werd te duur nu er slechts een eenheid wordt ingezet. We moeten de onderhoudsplannen dus aanpassen en de uitbestedingen terugbrengen naar de voor de omstandigheden acceptabele proporties. Zo’n beslissing heeft uiteraard gevolgen voor de prestaties van de assets en de risico’s voor beschikbaarheid en reparatiekosten. Je kunt simpelweg geen onderhoudskosten besparen zonder daar op in te boeten. Daarbij doet Nuon geen afbreuk aan de risico’s voor veiligheid en milieu. Het is dan ook vooral zaak om samen af te spreken welke risico’s acceptabel zijn en om productie en onderhoud nog beter op elkaar af te stemmen. MaintNL 09 – 2014
30_31_32_ME_NVDO-artikel.indd 31
31
21-10-14 13:51
Maintenance manager
Als een turbine draait terwijl de andere stilstaan, is het risico op stilstand bijna nihil omdat je een redundante installatie hebt. reductie op onderhoud kan ook zijn weerslag hebben op het reservedelenbeleid. We hebben reliability Centred Maintenance toegepast om de reservedelen voorraad te optimaliseren. Wanneer je minder inspecties uitvoert, kun je slechter voorspellen wanneer onderdelen moeten worden vervangen. Als deze onderdelen bovendien niet op voorraad zijn gelegd vanwege het intensieve inspectieprogramma, loop je een groter risico. We hebben ook aan de autoriteiten gevraagd of we sommige verplichte inspecties kunnen aanpassen nu de installatie minder of zelf
geheel niet draait. De gesprekken zijn inmiddels gestart, maar de resultaten moeten nog worden geboekt. Optimalisatie van de organisatie is ook een mogelijke kans om onderhoudskosten te reduceren. Denk bijvoorbeeld aan het creëren van dubbele functies. Een operator kan ook kleine onderhoudsbeurten geven, zoals een lager smeren. Het kan ook zijn dat mensen andere functies krijgen op het moment dat we een revisie uitvoeren.’
Risicoregister Hoewel het proces nog niet geheel is afgerond, is Verwilligen al tevreden met de resultaten. ‘We hebben een flexibele organisatie die in staat is om mee te veren met
MAINTENANCE MANAGEr OF THE YEAr 2015
de wispelturige energiemarkt. We blijven grip houden op de kritische assets. Hoewel de beschikbaarheid en betrouwbaarheid mogelijk iets afnemen in de toekomst, zijn dit wel bewuste keuzes waarvan we de risico’s kennen door middel van het opgebouwde risicoregister in de rAM studie. Door het risicoregister te gebruiken in de communicatie met het management van Nuon en Vattenfall, kan er inzicht worden
‘We kunnen de energiemarkt niet sturen, maar wel onze installaties zo inrichten dat ze op veranderingen in de markt kunnen inspringen.’
Wie wordt Maintenance Manager of the Year 2015 Wie volgt Johan Wolt van Akzo Nobel op in 2015? Wie verdient het om mee te doen aan deze eervolle strijd om de titel Maintenance Manager of the Year? Schrijf nu in of draag uw kandidaat voor via de website van de NVDO. Op 19 maart 2015 wordt tijdens iMaintain, het jaarcongres van de NVDO en het iMaintainplatform, de winnaar van de verkiezing bekend gemaakt.
gegeven in de te nemen risico’s. Het is aan de marktanalisten om te bepalen of het nemen van meer risico’s ook een bijdrage oplevert aan meer winst. We kunnen de energiemarkt niet sturen, maar we kunnen wel onze installaties zo inrichten dat ze op de veranderingen in de markt kunnen inspringen en kunnen produceren op het moment dat de energieprijs het hoogste is.’ n
32 MaintNL 09 – 2014
30_31_32_ME_NVDO-artikel.indd 32
21-10-14 13:51
Arbeidsmarkt
Convenant maakt vakbekwaam De vraag naar vakmensen is en blijft groot, het aanbod is klein. Bovendien stellen opdrachtgevers vaak de eis dat er vakbekwaam personeel wordt ingezet bij de werkzaamheden. Er is een gat tussen schoolverlaters en de behoefte van de markt. Daar is nu een brug tussen geslagen door een unieke samenwerking tussen Shell, Cofely, Imtech, Stork en Goflex Young Professionals. Mark Oosterveer
In de samenwerking worden jongeren gerekruteerd en in dienst genomen door Goflex Young Professionals. Na een CV-selectie worden de kandidaten aan de tand gevoeld tijdens twee interviews en mogen ze hun vaardigheden tonen tijdens een assessment van een dag. De vakmensen van de toekomst worden versneld opgeleid tot MBO niveau 3 of 4. Tijdens de opleiding werken ze bij de aangesloten contractors. En als het bij een van de partijen tijdelijk niet uitkomt, zorgen de anderen dat er een leer-werkplek beschikbaar is. Zo wordt zowel aan het kennis- als ervaringsniveau van de deelnemers gewerkt. Na afronding van de opleiding werkt men nog een of twee jaar door bij een van de contractors en wordt na een assessment bepaald of ze doorstappen naar Shell. Op deze manier wordt gewerkt aan instroom, opleiding, werkervaring en perspectief.
Peter van Winssen, directeur van Goflex: ‘De vraag naar technisch opgeleid personeel in Nederland is groot. Het aanbod is beperkt. Deze samenwerking beoogt, door gebruik te maken van elkaars kwaliteiten, de ‘wervingsvijver’ te vergroten. We zijn als specialist in het leren en werken in techniek dan ook zeer verheugd betrokken te zijn bij deze unieke samenwerking.’ Het doel van deze samenwerking is om jaarlijks tien tot vijftien nieuwe kandidaten in te laten stromen.
Behoefte aan vakmensen Shell werkt om verschillende redenen mee aan het initiatief. Marloes Michon, VP HR Nederland & Benelux voor Shell: ‘Er is in de industrie op de korte- en lange termijn een behoefte aan vakmensen. Het bedrijf ontplooit daarom op verschillende plaatsen en niveaus initiatieven om aan nieuwe
instroom van mensen op de technische arbeidsmarkt te werken. Shell neemt in Nederland dit jaar alleen al rond de duizend mensen aan, waarvan een groot aantal met een technische achtergrond en dat is fors. En daar is Shell niet alleen in. Schatting is dat op termijn jaarlijks 30.000 extra technici nodig zijn om aan de groeiende behoefte aan technisch personeel te voldoen.’ Ze vervolgt: ‘Het liefst zou ik willen dat het grotendeels Nederlanders waren. Mensen uit de eigen regio, zoals we dat ook doen in andere landen waar Shell actief is. Maar als ze er niet of onvoldoende zijn, moeten we dat opvangen met personeel uit andere landen. Daar maak ik me ongerust over. Gelukkig delen de huidige bewindslieden op Onderwijs mijn zorg.’ Het bedrijf merkt in de praktijk dat er te weinig uitstroom uit het technisch onderwijs is om aan de toekomstvraag van de arbeidsmarkt en de vraag naar technisch personeel te kunnen voldoen; een verhoging van de uitstroom van bèta- en technologische opleidingen van 25 procent naar 40 procent in 2025 is volgens Shell noodzakelijk. Bovendien valt het op dat het technisch opleidingsaanbod onvoldoende is afgestemd op de regionale economische zwaartepunten en behoeften op de arbeidsmarkt.
Baangarantie Shell, Cofely, Imtech, Stork en Goflex bouwen met het convenant aan nieuw technisch talent. Olaf Marée van Shell Human Resources voor Downstream Manufacturing zegt daarover: ‘Wat deze samenwerking uniek maakt, is dat een doorstroom naar Shell onderdeel is van het traject en leerlingen dus garantie hebben op een baan aan het einde van hun opleiding. Een toegevoegde bonus is dat we via dit traject straks mensen kunnen aannemen die ervaring hebben op onze eigen fabrieken, opgedaan via onze contractors.’ n MaintNL 09 – 2014
33_MS_NVDO-artikel.indd 33
33
21-10-14 13:50
Landelijke Dag van het Onderhoud
Jeugd ontmoet bedrijfsleven De komende jaren komen er ongeveer 150.000 vacatures in het onderhoud vrij, maar er zijn te weinig opgeleide jongeren. Op 19 september organiseerde de NVDO daarom de Landelijke Dag van het Onderhoud. In verschillende regio’s werden minicongressen en activiteiten georganiseerd om jongeren te inspireren. Elise Quaden/Fiona van Kessel Minicongres Noord In de regio Noord werd bij gastbedrijf GasUnie de dag geopend door wethouder Roeland van der Schaaf van de Provincie Groningen. Hierna brachten de leerlingen een bezoek aan de hightech monochloorazijnzuurfabriek (MCA) van AkzoNobel waar ze leerden over verdikkingsmiddelen, gevolgd door uitleg over het produceren van CPVC bij Lubrizol om weer te eindigen bij de Gasunie. Daar kregen ze een presentatie
over een compressorstation. Wethouder van der Schaaf: ‘In het Noorden zijn er genoeg goede en jonge mensen die met veel plezier aan de slag zouden kunnen in de techniek. De kunst is om ze te laten weten hoe leuk werken in de techniek is. Een dag als vandaag levert daar een goede bijdrage aan.’
Minicongres Oost In de regio Oost was het aan Ank Bijleveld,
Commissaris van de Koning, om de dag te openen bij IJssel Technologie in Zwolle. Bijleveld: ‘Wie vandaag de komende technici aantrekt voor het onderhoud van morgen, investeert in de toekomst. Je zaait nu, om straks te oogsten. In de taken van de provincie Overijssel neemt het hoofdstuk Onderhoud een zeer belangrijke plaats in. Het resultaat is goed zichtbaar voor wie in het Overijsselse landschap rondreist.’ Na het minicongres kregen de leerlingen een rondleiding bij IJssel Technologie en gingen ze langs bij het Isala ziekenhuis en Waterbedrijf Vitens.
Minicongres Zuid Het minicongres van regio Zuid werd geopend door Bert Kersten, gedeputeerde voor Arbeidsmarkt en Onderwijs, Duurzaamheid
34 MaintNL 09 – 2014
34_35_37_39_ML_NVDO-artikel.indd 34
21-10-14 13:50
en Energie. Kersten: ‘Techniek is integraal verweven in ons leven, maar vaak onzichtbaar. Maar dit geldt zeker ook voor onderhoud. Binnen de technische sectoren en binnen de onderhoudssector zijn er volop baankansen.’ In deze regio was de belangstelling vanuit het regulier onderwijs zo groot, dat de NVDO twee bustours heeft ingericht. Een ging langs Vlisco in Helmond, Waterschap de Dommel en Rixona (onderdeel van de Aviko-groep). De andere tour bezocht Engineeringbedrijf Mevi, hightech machinefabrikant AAE, The Art of Mechatronics en Raceway Venray.
Minicongres West De officiele opening in regio West vond plaats op de RDM Campus in Rotterdam. Commissaris van de Koning in Zuid-Holland, Jaap Smit, opende de dag met een trotse boodschap: ‘Vier procent van de beroepsbevolking is werkzaam in het onderhoud. Het zou een topsector moeten zijn!’ Hij stelde dat onderhoud een bepalende factor
in de economie is. ‘Onderhoud maakt de industrie rendabeler en duurzamer.’ Marc van den Elzen, NVDO-portefeuillehouder Infra, Regio West en Overheid, zat het minicongres op de RDM Campus voor: ‘We moeten meer investeren in human capital en de jeugd enthousiasmeren. Dat doen we vandaag.’ Op het congres werden enkele trends in de onderhoudsbrache besproken. Naast de beperkte instroom en vergrijzing van personeel, is ook de striktere wet- en regelgeving een grote trend in de onderhoudsbranche. Huib Oostdijk, algemeen manager bij HHC DRS, een keurings- en certificeringsbedrijf voor railinframachines: ‘We kijken naar meetapparatuur voor op treinen om de toestand van het spoor te meten. Er zijn veel normen waar materieel aan kan voldoen. Normen lijken voor een leek dwingender te zijn. Een richtlijn klinkt vrijblijvend. Maar het is andersom.’
Richtlijnen Volgens Oostdijk zouden normen en richtlij-
nen al bij het ontwerp van installaties en machines een rol moeten spelen. ‘De ontwerper van een machine is belangrijk. Hij neemt idealiter de regels mee in het ontwerp en legt daarmee al vast welk onderhoud nodig gaat zijn. Maar dat besef ontbreekt nog vaak.’
‘We moeten meer investeren in human capital en de jeugd enthousiasmeren.’ Vaak worden richtlijnen opgesteld op Europees niveau. ‘De Europese Commissie wil dat het hele spoorwegennet in Europa een geheel wordt, maar je hebt te maken met heel veel partijen. De bedoeling is dat iedere lidstaat de richtlijnen verankert in zijn eigen wetgeving. Bijvoorbeeld voor onderhoud aan goederenwagons. Het lastige bij MaintNL 09 – 2014
34_35_37_39_ML_NVDO-artikel.indd 35
35
21-10-14 13:50
Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?
n! a a e j Meld vdo.nl www.n ap atsch
> lidma
Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband
De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud
houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard
(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het
netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-
gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het
che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De
realiseren en in stand houden van het grootste onder-
vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-
houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke
derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies
doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-
binnen de branche in kaart.
Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • • • • • • • • • •
Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s Cursussen over onderhoudsmanagement Studiedagen met actuele thema’s Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten Vacaturebank Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn (wetenschappelijke) Onderzoeken NVDO Corrosie Helpdesk Jongerenboard
• • • •
NVDO Onderhoudskompas Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl
44_MG.indd 1
21-10-14 09:48
wagons is dat ze een eigenaar hebben die er vaak niet zelf mee rijdt. Er zijn veel actoren die de onderhoudsbeurten bepalen. Dit leidt snel tot onduidelijkheid over wie verantwoordelijk is.’
Asset management Een andere trend is de verschuiving naar asset management. Nico Groen van Traduco ondersteunt bedrijven bij de implementatie ervan. ‘Het doel is assets te laten bijdragen aan de productie. Het draait om rendement uit investeringen. Je volgt de cirkel van
plan, do, act, check, met plannen als fundament. De risico’s liggen bij de eigenaar van de assets en die leg je vast. Vervolgens bepaal je welke maatregelen nodig zijn. Hiervoor heb je informatie nodig over hoeveel storingen er plaatsvinden en welke prestatie de fabriek oplevert. Bij voorkeur worden de risico’s al meegenomen in het ontwerp van een installatie. In de praktijk wordt de risicoanalyse vaak pas gemaakt als een machine al draait.’ Alle analyses leiden tot een onderhoudsconcept, waarmee je kunt sturen op resulta-
BUSTOUR Leerlingen van het Comenius College Rotterdam, Albeda College Rotterdam en Focus Dalton beroepsacademie maken tijdens een bustour kennis met verschillende bedrijven in regio West. De meeste leerlingen hebben op school al vakken in de richting van de techniek gekozen, maar weten niet wat ze willen worden. Op de RDM Campus werken kenniscentra, bedrijven en het techniekonderwijs samen aan duurzame innovaties. Het bezoek blijkt inspirerend; de waterstraalsnijder en de lasser zijn bij de leerlingen populair. Ook krijgen ze een demonstratie van een laser, waarbij het hoofd van Donald Duck in een ijzerplaat wordt gelaserd. Na de RDM volgt EMO, waar Aad Strasters vertelt over het bedrijf en hun interne opleidingsinstituut. Tijdens de rondleiding krijgen de leerlingen uitleg over de verschillende soorten kolen en de bewerking ervan. Strasters vertelt dat het bedrijf steeds meer processen heeft geautomatiseerd, zoals het vervoer van kolen. Wanneer hij vertelt dat één ton kolen slechts rond de tachtig dollar kost, zet dit een aantal leerlingen aan het denken. Een leerling krijgt het idee voortaan zijn barbecuekolen hier te halen, want in de winkel betaal je veel meer. EMO hoopt met deze dag de techniek onder de aandacht te brengen en kennis te delen om de toekomst van dit vak te kunnen waarborgen. Peter van Dijk: ‘Ik merk dat er veel aandacht gaat naar hbo-opleidingen, terwijl het juist belangrijk is de niveaus daaronder te inspireren gezien de jarenlange arbeidskrapte en de komende automatiseringsslagen die er momenteel binnen productiebedrijven worden gedaan.’ Bij Huntsman geven medewerkers uit verschillende sectoren van het onderhoud van het bedrijf een kleine presentatie. De steigerbouwers vallen in de smaak, veel leerlingen overwegen na afloop steigerbouwer te worden. Hoewel het onderhoud bij Huntsman veelal wordt uitbesteed, vinden ze het toch erg belangrijk er aandacht aan te besteden. Ze zijn benieuwd naar de ontwikkelingen van de markt. Vaak hebben jongeren het beeld dat het zwaar of vies werk is, waarbij je lange dagen maakt. Na de rondleidingen waren er echter positieve reacties van leerlingen. Geronimo (14) vindt de dag leerzaam en ziet dat er veel meer beroepen bestaan dan hij eerst dacht. Voor Anthony (14) klonk het beroep steigerbouwer als iets wat hij later wel zou willen doen. Haily (14) vindt het interessant om te zien hoe sommige dingen in de techniek werken en waar je allemaal mensen voor nodig hebt. Ook docenten zijn positief gestemd. Silvester Zuur, docent bij de ICTleerroute van de Focus Dalton beroepsacademie: ‘De leerlingen zitten allemaal in hun derde leerjaar en hebben voor de technische leerroute gekozen. Het liefst gaan ze zelf aan de slag, maar het is leuk dat ze op deze manier in aanraking komen met het bedrijfsleven.’
ten en kosteneffectiviteit, meent Groen. ‘Asset management gaat om de effectiviteit van je assets. Zijn ze technisch en operationeel in orde en duurzaam?’
Groei Het Havenbedrijf Rotterdam ziet asset management als een oplossing voor een uitdaging. Giel Jurgens, asset owner bij Havenbedrijf Rotterdam: ‘Het Havenbedrijf is hybride omdat we een commercieel belang hebben, maar ook een publiek belang, namelijk dat de haven veilig is. Hoewel we niet de grootste zijn, vinden we onszelf wel de beste van de wereld. Onze asset base heeft een toegevoegde waarde van 10,3 miljoen euro voor Nederland. De missie is om een Europese haven van wereldklasse te zijn. Er zijn vier groeiscenario’s, maar die groei gaat niet zomaar’, zegt Jurgens. ‘De haven moet bereikbaar en toegankelijk blijven. Ondertussen verouderen de assets. Asset management biedt een oplossing om uitdagingen het hoofd te bieden.’ Om asset management toe te passen gebruikt het Havenbedrijf PAS55. ‘We hanteren een groeimodel voor de periode van 2001 tot 2030. In 2006 hadden we ons asset management op orde en in 2013 volgde de PAS55-certificering. Het is nog geen best practice. Wij willen world class worden. We hebben al onze bedrijfswaarden in een risicomatrix staan: financiën, imago, de mens, milieu en veiligheid. De kwaliteit die we willen behalen, ligt in de keten. Toekomstbestendige assets zijn beschikbaar, duurzaam, efficiënt en effectief. Het zijn de bouwstenen van onze organisatie’, aldus Jurgens. ‘Asset management is meer dan onderhoudsmanagement. Denk integraal, en ken en begrijp je assets.’
Onderhoudskompas Peter Paul de Leeuw (Accenture), betrokken bij het NVDO Onderhoudskompas 2013, constateert dat de industrie nog steeds personeelstekorten als een van de speerpunten ziet. Drie belangrijke trends in de onderhoudsbranche hebben te maken met tekorten aan technisch geschoold personeel: behoefte aan ICT (veelal in de vorm van automatisering), afhankelijkheid van techniek en kennis, en de personeelsschaarste. Vijftig procent van het personeelsprobleem wordt veroorzaakt door tekorten aan mensen op mbo3-4-niveau en de kwaliteit van het personeel. De verwachting is MaintNL 09 – 2014
34_35_37_39_ML_NVDO-artikel.indd 37
37
21-10-14 13:50
VED BY RO
PR
NA
LS
AP P
Havep moe.t. TEL MAAR OP! je hebben. OFESS
IO
Patrick Senior engineer
Bescherming Duurzaam Draagcomfort Visitekaartje voor bedrijf Voor ons is er geen twijfel mogelijk als het om werkkleding gaat. Wij werken er elke dag in, dus wij weten waar we het
Frank
Service monteur
over hebben. Als je alle kwaliteiten van HaVeP bij elkaar optelt en je kijkt ook naar prijs, service en levering, kom je tot maar één conclusie: HaVeP moet je hebben.
MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ? KIJK OP WWW.HAVEP.COM/MAINTENANCE
T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E verkoop@havep.com
38_havep.indd 1
21-10-14 09:48
met overheid en onderwijs. Dat laatste moet absoluut geïntensiveerd worden.’
Veiligheid Ook bij EMO in Rotterdam, gespecialiseerd in opslag van ijzererts en kolen, is asset management een leidraad geworden. Peter van Dijk, asset manager bij EMO, heeft de opdracht gekregen om in beeld te brengen hoe hun maintenance er voor staat. Van Dijk: ‘Ik heb een model gebruikt en daarmee elf strategische maintenance issues beoordeeld. Dat ging om kwesties als: beheersen we onze performance en ons budget? Leren we van storingen? Alle punten hebben geresulteerd in een scoremodel waarmee we verbeteringen kunnen monitoren. Daarmee zijn we stappen gaan zetten en hebben we verbeteringen doorgevoerd. Nu willen we de beste worden. We hebben een roadmap voor vijf jaar gemaakt met een aantal verbeteringselementen. Uiteindelijk willen we dat onderhoud voorspelbaar wordt op basis van risico’s. Die liggen vast in een risicomatrix waarin alle kritische onderdelen zijn aangemerkt. Daarnaast wordt het onderhoud planbaar. De derde doelstelling is een betere opvang van calamiteiten.’ Van Dijk onderscheidt drie rollen in asset management: de asset manager, de asset owner en de service provider. ‘De asset owner houdt zich bezig met stakeholdermanagement. Welke invloed hebben de stakeholders? De asset owner kijkt naar performance, beschikbaarheid, betrouwbaarheid en risico’s. De service provider beheert het budget, de contracten, en zet de werkorders uit.’
‘Wie vandaag de komende technici aantrekt voor het onderhoud van morgen, investeert in de toekomst.’
dat er enkele technische ontwikkelingen zijn die het beroep van technici zullen veranderen. ‘Bijvoorbeeld augmented reality, waarbij de monteur een inspectie uitvoert met een Google Glass, zodat een ander kan meekijken. Daarnaast worden 3D-printen en robotics, zoals drones, steeds belangrijker. Ook mobiele devices worden steeds vaker gebruikt. Zoals een horloge dat een waarschuwing afgeeft als er een onveilige
situatie dreigt te ontstaan.’ De vraag naar technische kennis blijft een van de uitdagingen voor de branche. Verwant daaraan zijn de veranderende eisen die worden gesteld aan een onderhoudsmonteur. ‘Maar techniek wordt steeds aantrekkelijker door de vele technologische ontwikkelingen, en de instroom op de TU’s wordt groter. Er is veel bereidheid om samen te werken. Bedrijven onderling, maar ook
EMO vindt dat het een grote verantwoordelijkheid heeft naar het eigen personeel, maar ook naar de omgeving. Van Dijk: ‘Gevaar herkennen en risico vermijden staan bij ons hoog in het vaandel. We proberen gedrag te beïnvloeden om bedrijfsblindheid te voorkomen. We willen zo weinig mogelijk overlast veroorzaken. We meten daarom het stof en geluid en praten met de omwonenden. Zo kent iedereen zijn taak en wordt alles veilig gedaan.’ n MaintNL 09 – 2014
34_35_37_39_ML_NVDO-artikel.indd 39
39
21-10-14 13:50
(ADVERTORIAL)
Volle bak en veel enthousiasme bij Landelijke dag van het Onderhoud
Commissaris van de Koning Ank Bijleveld opent de Landelijke dag van het Onderhoud bij IJT. Links secretaris van de NVDO Gert van Amersfoort en Rien Slingerland.
-
-
-
De genodigden kregen in de werkplaats een minicongres over trends in onderhoud.
-
-
3 Vijftig middelbare scholieren en vijftig ROC-leerlingen kregen een kijkje in de keuken bij IJT, Isala en Vitens.
‘Hoe scherper het contract, hoe minder ruimte voor innovatie.’ Bij iMaintain prestatiemanagement, het congres van de NVDO Sectie Suto en het iMaintainplatform, hebben sprekers en publiek gekeken naar succesfactoren en best practices voor prestatiemanagement. Daarbij is vernieuwing of innovatie een belangrijke factor. Maar is daar wel een gezonde voedingsbodem voor? Uit onderzoek bleek dat de contractvorm en de relatie van grote invloed zijn. Hoe ziet u dat?
nick Piscaer, bestUUrder nVdO sectie sUtO 1 2
3
Een scherp, gedetailleerd contract kan heel veel innovatie opleveren indien dat contract, vooral qua inhoud, gaat over de innovatie activiteiten. Ik verlang nog wel eens terug naar de tijd dat we een mondelinge deal sloten met een ferme handdruk, puur op basis van de gesprekken over de scope, voorwaarden, prijs, planning etc. Dit kon omdat we helder hadden gecommuniceerd en we elkaar 100 procent begrepen, vertrouwden en betrokken voelden om er een succes van te maken, inclusief de innovaties. Een scherp gedetailleerd contract met of zonder innovatie afspraken is helaas nodig om, ingeval van discussie, iets te kunnen bewijzen als we voor de rechter staan.
Peter Pansters, arcadis De stelling ‘Hoe scherper het contract, hoe minder ruimte voor innovatie’ impliceert dat een contract niet fit for purpose is voor innovatie. Dus ik zie dit als gebrek aan scherpte. Ik zou de stelling ‘Adequaat Prestatie Management zal innovatie bevorderen’ willen lanceren. Verwachtingsmanagement is een kritische succesfactor!
bram alkema, enexis Ik denk dat als het contract eenmaal gesloten is en als het scherp gesloten is, dat de contractor geen risico’s meer aan wil gaan en het precies doet zoals hij gecalculeerd heeft. Dus daar zit dan geen innovatie in. Hij durft het niet meer en speelt op zeker. Maar om het contract te verdienen, zal een partij die innovatief is geweest het contract met een betere marge voor zichzelf toch scherp voor de opdrachtgever kunnen binnenslepen. Wel zie je ook vaak dat een opdrachtgever scherp denkt te zijn door een hele rits specificaties te geven en dan is ook alle ruimte eruit om iets beters te bedenken (want ook die opdrachtgever denkt zo zijn risico’s te moeten indekken). Met andere woorden: is de opdrachtgever risicomijdend, dan gaat hij voor proven technology en prikkelt hij de markt niet om te innoveren. En nog een ander aspect: in een gezonde markt kan het niet anders dat innoverende partijen uiteindelijk aan het langste eind trekken. Maar de vraag is natuurlijk wel of de markt ook echt een gezonde markt is. Als een paar partijen de pot verdelen en die hebben ongeveer dezelfde werkwijzen, dan is de ‘sense of urgency’ er minder om te innoveren. Dit is dan namelijk geen echte gezonde markt meer, maar een soort van tussenvorm. Dat heet een oligopolie (een markt waarin oligarchen de dienst uit maken). Dat is een marktvorm die nog funester is dan een monopolie.
Wilbert Wijns, nedtrain Ik deel de stelling niet. Immers, een scherp contract en innovatie hoeven elkaar niet uit te sluiten. Een scherp contract kan juist betekenen dat je vooraf met elkaar duidelijk hebt gemaakt wat je belangrijk vindt en wat niet. En wat is scherp? Strak omschreven performance? Maar je kunt ook zeggen dat dit juist helpt om te weten waar je de echte verbeteringen moet zoeken. Daarnaast kan innovatie ook in veel kleine zaken zitten, in ons eigen bedrijf heb ik een mooi voorbeeld gezien bij de spare part organisatie waar het vervangen van nietjes door elastiekjes een verbetering opleverde. Wellicht niet de grote, baanbrekende innovatie, maar toch; bij dit voorbeeld speelde een scherp contract helemaal geen rol.
Frank Verbeeten, VU amsterdam Ik denk dat het inderdaad gaat om de definitie van ‘scherper’. Als met scherper wordt bedoeld dat er sprake is van strakke afspraken, met geen bewegingsruimte voor opdrachtgever en opdrachtnemer, dan denk ik dat de stelling klopt. Als met scherper wordt bedoeld dat de doelen duidelijk zijn afgesproken, dat er gezamenlijk naar toe gewerkt wordt, en dat beide partijen daar met elkaar over praten hoe een en ander te verbeteren, dan denk ik dat de stelling niet klopt.
MaintNL 09 – 2014
41_MF_stelling.indd 41
41
22-10-14 12:32
Gebouwde omgeving
‘De techniek is ondergeschikt aan het museum’ De historische panden in het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem geven een goed beeld van het leven in Nederland door de jaren heen. Veel van de originele gebouwen zijn verplaatst, waaronder een aantal boerderijen, molens, een Zeeuwse kerk en een stoomzuivelfabriek. ‘Voor het Openluchtmuseum doen wij het onderhoud van de elektrotechnische installaties’, vertelt servicemanager Fong Tsang niet zonder trots. ‘Dat doen we nu zo’n drie jaar. Voor museum Boerhaave in Leiden werken we al ruim 27 jaar.’ Ingrid Rompa Croon Elektrotechniek houdt zich onder andere ook bezig met maintenance voor de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, het Natuurhistorisch Museum, museum Het Valkhof, het Dordrechts Museum, Museum Kempenland en twee grote musea in Amsterdam. ‘Sommige musea zijn dusdanig groot, dat ze een aantal onderhoudspartijen hebben gesplitst over diverse installaties’, legt Fong uit. ‘Daar lopen wij dagelijks rond. In de kleinere musea zijn onze mensen periodiek aanwezig, onder meer voor onderhoudsinspecties.’ Er is de laatste tijd veel gewijzigd qua budgetten van musea. ‘Hierdoor wordt vooral bezuinigd op secundaire activiteiten. Er wordt steeds vaker geen budget meer opgenomen voor eigen technici. Daarmee is die vraag in de markt terecht gekomen, onder andere bij ons. We helpen de musea met hun beperkte budgetten onder andere door het nemen van energiebesparende maatregelen.’ De medewerkers van Croon Elektrotechniek zijn regelmatig aanwezig in het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. ‘Dit is een vrij dynamisch museum’, wijst Fong enthousiast. ‘In elk pand bevindt zich een stuk techniek, alleen je ziet het niet. Dat past niet in het plaatje. In deze oude boerderij uit 1600 zie je bijvoorbeeld hoe de mensen vroeger leefden. Maar je ziet niet hoe het pand wordt verwarmd en hoe het
vocht wordt gereguleerd. Dat zijn belangrijke zaken, want gebeurt dat niet dan gaat dit soort gebouwen heel snel achteruit.’
‘Elk museum is een stuk maatwerk. Daar kun je niet met standaard oplossingen terecht.’ Klantbehoefte In plaats van een centrale verwarming, die tegen de muur wordt geplaatst, wordt vloerverwarming gebruikt. ‘En verlichting wordt bijvoorbeeld verwerkt in een oude olielamp. Dat zijn dus oude gebruiksvoorwerpen met een stukje moderne techniek.’ Het meedenken met de klant maakt het vak heel interessant, vindt Fong. ‘Vaak wordt er een beroep gedaan op onze creativiteit. Elk museum is een stuk maatwerk. Daar kun je niet met standaard oplossingen terecht. Je moet je echt kunnen inleven in de behoefte van de klant.’ Bij Croon Elektrotechniek wordt gewerkt met verschillende onderhoudscontracten. ‘Wij zijn zelf een elektrotechnische dienstverlener. In sommige gevallen – bijvoorbeeld voor de klimaatinstallaties - werken we samen met TBI-onderneming Wolter & Dros of met andere onderaannemers. Met hen bundelen we onze krachten op het gebied van elektrotechnisch en werktuig-
bouwkundig onderhoud. Zo willen we voor de klant graag één aanspreekpunt zijn als het gaat om het beheer van alle technische installaties.’ Fong, die zelf al 27 jaar bij Croon Elektrotechniek werkzaam is, is twee jaar geleden intensief betrokken geweest bij het opzetten van het Custumer Support Center. ‘We doen dat centraal vanuit Rotterdam voor het hele land en het is onderdeel van een optimalisatieplan binnen onze organisatie. We hebben al onze werkprocessen geoptimaliseerd en gedigitaliseerd, waardoor de informatiestroom transparant en toegankelijk is voor onze klanten. Begin dit jaar zijn we hier officieel mee van start gegaan.’
Bijzondere aspecten In de museumwereld moet rekening worden gehouden met een aantal bijzondere aspecten, meent Fong. ‘De gebouwen waarin de musea zijn gehuisvest hebben meestal een verbinding met de collectie. Soms zijn het heel oude, historische panden. De installaties die er in zitten, moeten echter wel voldoen aan de normen van deze tijd. In een historisch pand heb je vaak te maken met zaken die beschermd zijn. Je kunt daar niet zomaar even een technische installatie tegen de muur schroeven. Soms zit er een architectonische bescherming op. Dat gaat heel ver; tot verlichtingsarmatuur aan toe. Bij het Boerhaave museum zijn ze daar heel strikt op. Wanneer daar
42 MaintNL 09 – 2014
42_43_44_MD_NVDO-artikel.indd 42
22-10-14 12:32
FOTO’S: NEDERLANDS OpENLUCHTMUSEUM
een verlichtingsarmatuur defect raakt, moet het exact worden teruggebracht zoals het er uit zag. Het is onderdeel van het architectonisch ontwerp. Uiteindelijk wordt het dan ook gekeurd door een architectenbureau. Wijzigingen moeten echt passen in het geheel. Die procedures zijn heel intensief.’ Een ander aspect binnen de museumwereld is de passie van de mensen die er werken, vertelt Fong. ‘Ze hebben een heel sterke band met hun collectie, de kunstwereld en het stuk historie waarvoor het museum staat. Wij moeten echt mee gaan in die passie. Dat moet je snappen. Als je dat niet begrijpt, heb je geen gesprekspartner aan tafel. Je moet je ook wel een beetje verdiepen in het museum en de achtergrond. De techniek is echt ondergeschikt aan het museum. Dat geldt ook voor onze aanwezigheid. We moeten er wel zijn, maar onzichtbaar. Het gaat hen om de kunst. Niet om het lampje wat er hangt of de kachel die brandt.’ De mensen die de expositie bepalen of wisselende exposities inrichten hebben over het algemeen veel vragen, opmerkingen en eisen als het gaat om het aanlichten van een kunstwerk, licht Fong toe. ‘Het aanlich-
ten is heel belangrijk om de kleuren goed te laten uitkomen, vooral bij schilderijen. Het beste is daglicht, maar dat is niet overal mogelijk. Aanlichten moet met een bepaalde kleurtemperatuur gebeuren. Die zie je heel vaak terug in de conventionele verlichting.’
Energiezuinig Medio 2015 moeten alle gebouweigenaren en gebruikers van objecten voorzieningen treffen die besparingen op energiegebruik kunnen opleveren, met een terugverdientijd van maximaal vijf jaar. ‘Een museum met veel halogeenverlichting moet dus
omschakelen, bijvoorbeeld naar LEDverlichting. Maar niet iedereen is daar even enthousiast over. Het vraagt bovendien om een forse investering. En daar is vaak geen budget voor. Op zo’n moment kijken wij of er besparingsmogelijkheden zijn door bijvoorbeeld het energieverbruik terug te dringen. Ik zie het persoonlijk als een commerciële kans om aangesloten te blijven bij musea door ze te helpen met deze probleemstelling.’ De conservators van musea zijn volgens Fong weer bezig vanuit een andere passie. Zij stellen bijvoorbeeld heel hoge eisen aan de luchtvochtigheid in een gebouw.
pROFIEL Naam: Fong Tsang Leeftijd: 48 jaar Opleiding: Onderhoudsmanagement Technische Systemen Bedrijf: Croon Elektrotechniek Functie: Servicemanager bij het Customer Support Center Soort werkzaamheden: alles wat te maken heeft met maintenance activiteiten, zowel onderhoud als storingen voor installaties in gebouwen. Bedrijfsgrootte: 2200 mensen
MaintNL 09 – 2014
42_43_44_MD_NVDO-artikel.indd 43
43
22-10-14 12:32
FOTO: WIM DE KNEgT, NEDERLANDS OpENLUCHTMUSEUM
Gebouwde omgeving
‘De techniek die achter het regelen van luchtvochtigheid zit, is enorm complex’, weet Fong. ‘Historische schilderijen zijn op een bepaalde manier geconserveerd, maar ze zijn ook gevoelig voor hun omgeving met name als het gaat om temperatuur, UV-licht en luchtvochtigheid. Dat bepaalt voor een groot deel hoe zo’n schilderij behouden blijft. Op een zondagavond wanneer niemand in het museum aanwezig is, is er een heel andere belasting van de ruimtes dan dat er opeens 2400 mensen naar binnen stromen met natte jassen en paraplu’s. Het binnenklimaat verandert dan heel snel. De installaties moeten daar dus heel snel op kunnen anticiperen, zodat de omgeving weer op de juiste waardes komt.’ Het bijregelen en monitoren gebeurt op afstand door middel van ‘Telecontrol’. ‘Vanuit ons callcenter in Amersfoort. Daar zitten medewerkers 24/7 achter een reeks schermen. Zij kunnen eventuele afwijkingen direct bijregelen. Vroeger waren de mensen aanwezig op locatie, maar tegenwoordig hoeft dat niet meer.’ Volgens Fong is de benadering van onderhoud ook een stuk abstracter geworden dan vroeger. ‘Dat komt omdat onderhoud steeds meer wordt gekoppeld aan de bijdrage die het levert aan het bedrijfsproces van de klant. De opdrachtgever wil een bepaald beschikbaarheid- en comfortniveau. En hoe dat technisch wordt opgelost is onze uitda-
ging. De markt verschuift nu naar de onderhoudspartijen. De klant wil bezig zijn met zijn core business en datzelfde geldt voor musea. Die willen met hun collectie bezig zijn, niet met techniek. Daardoor zijn wij steeds meer in de consultancy hoek bezig.’ Soms worden medewerkers van musea wel gedwongen om zich met technische installaties bezig te houden. ‘Door wijzigingen in de wet- en regelgeving zijn er behoorlijke veranderingen met betrekking tot brandveiligheid geweest. Musea moesten fors investeren in brandmeldinstallaties en noodverlichting. Deze apparatuur moest in de ruimtes worden aangebracht waar de exposities plaatsvinden.’
‘De techniek is echt ondergeschikt aan het museum, net als onze aanwezigheid. We moeten er wel zijn, maar onzichtbaar.’ Activiteiten In het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem worden, behalve panden, ook veel gebruiksvoorwerpen, oude ambachten en klederdrachten tentoongesteld. Ambachts-
lieden geven bovendien demonstraties aan het museumpubliek. Bijna dagelijks zijn een molenaar, een smid, een stoelenmatter, een drukker en een papierschepper aan het werk. Tijdens weekenden worden bijzondere activiteiten georganiseerd, zoals een draaiorgeldag, het oogsten van rogge, het ploegen met paarden en een ouderwetse kinderkermis. ‘Ja, nu de subsidiekranen zijn dichtgedraaid ontplooien musea zelf activiteiten waarmee ze meer publiek trekken en aan meer geld komen’, knikt Fong. ‘Het openluchtmuseum heeft vorig jaar bijvoorbeeld een grote ijsbaan neergelegd en een soort sneeuwhelling waar kinderen vanaf konden glijden. Er stond ook een kraampje met koek en zopie in Oudhollandse stijl. Deze activiteiten hebben als gevolg dat de functies van zo’n terrein enorm veranderen en dat vraagt ook om bijstelling van de Maintenance-visie. De ijsbaan moet namelijk van extra energie worden voorzien om de koeling te kunnen realiseren. Dat vraagt om een andere benadering dan voorheen. Wij moeten daar wel in meebewegen. Van ons wordt veel flexibiliteit verwacht. Het relatiebeheer met een museum is dus heel belangrijk. De accountmanager in maintenance heeft een totaal andere rol gekregen. Dat zorgt voor extra dynamiek binnen ons werk. Wat mij betreft maakt dit ons vak alleen maar leuker.’ n
44 MaintNL 09 – 2014
42_43_44_MD_NVDO-artikel.indd 44
22-10-14 12:32
Actueel
Groot onderhoud Binnenhof nodig Het Binnenhof, het centrum van de Nederlandse politiek en een van de bekendste monumenten van Nederland, is toe aan groot onderhoud en renovatie. Dit blijkt uit een brede verkenning die het Rijksvastgoedbedrijf de afgelopen maanden heeft uitgevoerd samen met de bewoners van het Binnenhof. Volgend jaar neemt het kabinet een beslissing over de begroting en de uitvoering van het onderhoudsplan. David van Baarle
Masterplan
FOTO: RIjKSvOORlIcHTINgSDIENST
In 2010 is een Intentieovereenkomst ondertekend door de bewoners van het Binnenhof, het Ministerie van BZK en de toenmalige Rijksgebouwendienst. Hierin zijn uitgangspunten voor een Masterplan opgenomen, bedoeld voor een renovatie, onder de voorwaarde van beschikbaarheid van voldoende financiële middelen. Tot uitvoering daarvan is het echter (nog) niet gekomen, met name vanwege verschillen van inzicht over de benodigde scope van de werkzaamheden.
Het Binnenhof gezien vanaf de Hofvijver. De gebouwen aan het Binnenhof van de Eerste en de Tweede Kamer, de Raad van State en het ministerie van Algemene Zaken hebben dringend onderhoud nodig. Installaties zoals elektra, klimaatbeheersing, liften en brandmeldingsystemen zijn technisch ‘op’ en moeten worden vervangen. Onderdelen van de publieksvoorzieningen zijn hard toe aan modernisering. Dat staat in een brief van voormalig minister Spies aan minister Blok (Wonen en Rijksdienst). Als voorzitter van een stuurgroep met alle gebruikers van het Binnenhofcomplex bekeek zij de noodzaak van groot onderhoud en renovatie. Minister Blok laat het Rijksvastgoedbedrijf een plan en een begroting hiervoor maken, in goed overleg met de gebruikers en de gemeente Den Haag. Dat plan moet er in de zomer van 2015 liggen. Het uitgangspunt is dat het complex weer jaren mee kan en veilig is. In 2015 moet het kabinet beslissen over een eventuele renovatie.
Sterk verouderd Sinds de bouw van het nieuwste gedeelte van de Tweede Kamer in 1992 is alleen klein onderhoud uitgevoerd. Spies concludeert dat inmiddels bouwkundige ingrepen dringend nodig zijn om de gebouwen in goede staat te houden of te brengen. Renovatie is nodig om de werkplekken gezond te houden. Maar ook de brandveiligheid van de monumentale panden moet omhoog door brandwerende compartimenteringen aan te brengen. Op het Binnenhof – dat 24 uur per dag ‘in bedrijf’ is - zijn nu regelmatig technische storingen en dat hindert een ongestoorde bedrijfsvoering. Spies adviseert om de renovatie zo vorm te geven, dat het complex blijft voldoen aan wettelijke huisvestingseisen, maar ook functionele verbeteringen ondergaat en aanpassingen om het monumentale karakter te behouden. ‘Dat dit binnen financiële mogelijkheden moet gebeuren, spreekt daarbij vanzelf.’
Tijdelijke huisvesting Uit verkenningen van het Rijksvastgoedbedrijf blijkt, dat werkzaamheden op zijn vroegst in 2018 kunnen starten. De tussenliggende periode is nodig voor nader onderzoek, planuitwerking en aanbesteding. Hierdoor zal de renovatie geen gevolgen hebben voor het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie in 2016, als een groot aantal bijeenkomsten plaatsvindt op het Binnenhof. De doorlooptijd zal in totaal enige jaren bedragen. Tijdens de renovatie gaat het werk door, maar worden de gebruikers tijdelijk ergens anders gehuisvest. De bestuurlijke stuurgroep bekijkt op welke manier dit het beste kan worden aangepakt. Afhankelijk van de keuze voor een gefaseerde of integrale aanpak zijn hiervoor een of twee panden nodig. Hiervoor komen op tijd mogelijkheden beschikbaar binnen de eigen Rijksvoorraad.
Impact op de stad Het gedurende langere tijd uitvoeren van grootschalige werkzaamheden op het Binnenhof heeft ook consequenties voor de stad, ondernemers, bewoners, bezoekers en directe buren. De gemeente Den Haag is van mening dat renovatie alleen succesvol kan worden uitgevoerd als de gemeente intensief wordt betrokken bij de voorbereidingen en is hier graag toe bereid. n MaintNL 09 – 2014
45_MQ_NVDO-artikel.indd 45
45
22-10-14 12:32
Agenda
november 12 - 13 november 2014 NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven www.precisiebeurs.nl Precisiebeurs 2014 Op woensdag 12 en donderdag 13 november 2014 organiseert Mikrocentrum voor de 14e keer de Precisiebeurs: jaarlijkse trefpunt voor precisietechnologie, mechatronica en fijnmechanische technologie. De beurs heeft inmiddels een internationale reputatie opgebouwd met een sterk groeiend aantal exposanten en bezoekers uit het buitenland. De Precisiebeurs is een combinatie van een vakbeurs met ruim 275 exposanten en een hoogwaardig lezingenprogramma. Dat lezingenprogramma bestaat naast de 50 exposantenlezingen uit 4 keynote tracks. Evenals in 2013 wordt een van die keynote tracks verzorgd door euspen, de european society for precision engineering & nanotechnology.
14 november 2014 Heerlijkheid Mariënwaerdt, Beesd www.nvdo.nl/evenementen NVDO Jaarbijeenkomst De NVDO houdt op vrijdag 14 november van 13-21.00 uur de NVDO-jaarvergadering, met interessant middagprogramma en het jaarlijkse NVDO-diner. Deze middag is een leuk interactief spel, waarin goede samenwerking beloond wordt. Vicevoorzitter van de Europese Commissie, Neelie Kroes, belast met de Europese digitale agenda, geeft haar visie op de impact van deze digitale agenda! N.B.: het programma van 13-15.30 uur is uitsluitend toegankelijk voor NVDO-leden.
18 november 2014 Ahoy, Rotterdam www.duurzaamgeproduceerd.nl/congres Duurzaam Geproduceerd 2014 Veel bedrijven prediken openlijk duurzaamheid. Maar hoe brengen ze hun intenties daadwerkelijk in praktijk? Bedrijven als Coca Cola, Ikea en BMW die met hun producten direct op de consumenten markt komen, voelen vaak nog de urgentie en de druk vanuit de maatschappij. Met duurzamere alternatieven kunnen ze namelijk marktaandeel behouden of zelfs vergroten. Doen ze niks, dan is het afbreukrisico groot. Maar wat zet de bedrijven verder terug in de keten aan om hun processen en tussenproducten te verduurzamen? Het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd wil tijdens het congres op zoek naar inspirerende voorbeelden uit de praktijk. Om beter te kunnen begrijpen hoe woorden ook daden kunnen worden.
20 november 2014 Technotrans, Vlaardingen www.technotrans.nl Cursus Microbieel geïnduceerde corrosie (MIC) Reducerende micro-organismen nemen maar liefst 30-50 procent van de corrosiegevallen voor hun rekening en de corrosiesnelheid kan 10 – 100 keer sneller gaan dan normale corrosie. Micro organismen zijn lastig te bestrijden en vragen om een heel andere strategie dan een electrochemisch proces. Tijdens deze eendaagse training van Technotrans leert u alles over het ontstaan van MIC; diagnose; bestrijding en preventie.
25 november 2014 Frisia Zout, Harlingen www.nvdo.nl Ronde Tafel Meeting ISO 55000 Met de komst van ISO 55000 in 2014 zijn steeds meer bedrijven zich aan het oriënteren op het inzetten van een Asset Management Systeem. Men is voorzichtig om direct een nieuw managementsysteem te adopteren alvorens te weten wat men op zich afroept en wat het systeem gaat bijdragen. NVDO Kring Friesland organiseert deze middag een Ronde Tafel Meeting waarin we met u gaan onderzoeken wat ISO 55000 voor u kan betekenen. Sprekers zijn onder andere Nico Groen (Traduco) en Hay Eggen (ZAAM). De middag is bedoeld voor alle leden van de NVDO Kring Friesland.
december 9-10 december 2014 SS Rotterdam, Rotterdam www.zhimble.com Champions for culture change Een nieuw veranderingstraject wordt aangekondigd. Eerst is men positief en probeert men de nieuwe manier van werken te volgen. Na enkele maanden is de oude manier van doen weer terug. Waarom mislukken veranderingsprojecten vaak? Hoe worden vicieuze cirkels en patronen in de cultuur die goede prestaties ondermijnen doorbroken? Bestemd voor site-, plant-, operations-, maintenance-, engineering-, HSEQ-, Hr- en andere afdelingsmanagers of professionals in operational excellence, world class maintenance, veiligheidscultuur, Lean/6s en dergelijke.
maart Save the date! 19 maart 2015 Rotterdam NVDO en iMaintainplatform Jaarcongres Bij het Jaarcongres van de NVDO en het iMaintain platform gaan we op zoek naar GOUD!
46 MaintNL 09 – 2014
46_MH_NVDO_agenda.indd 46
21-10-14 13:50
Studiedag BVP
Waarde-inkoop uitdaging voor asset management Best Value Procurement (BVP) is een relatief nieuwe vorm van uitbesteden en inkopen van diensten. In verschillende projecten wordt al ervaring opgedaan met deze vorm. Maar is het ook geschikt voor asset management? Tijdens de NVDO Studiedag over BVP werd gezocht naar het antwoord op die vraag. Mark Oosterveer
Workshop
BVP, ofwel prestatie-inkoop, is een selectie- en inkooptechniek die steeds populairder wordt. Volgens BVP-goeroe Dean Kashiwagi zorgt de methode voor transparantie en lagere risico’s in aanbestedingen. Is het ook voor onderhoudswerk en asset management inzetbaar? Bij de NVDO studiedag bij Waternet in Amsterdam werden de mogelijkheden van deze nieuwe techniek besproken. Bij BVP moet ervan uit worden gegaan dat de leverancier ‘alles weet’. De opdrachtgever zal functioneel moeten specificeren wat de eisen en wensen zijn voor het werk en welk budget daar bij hoort. Harvey Daal en Bart Coenradi schetsten aan de hand van kentallen uit het NVDO Onderhoudskompas de huidige uitbestedingsmarkt; daarna werden de verschillen met BVP belicht.
Het kan.
Functioneel De selectie en toekenning gaan in zes stappen. Eerst wordt de functionele behoefte van de opdrachtgever beschreven en wordt de gewenste prestatie benoemd. Vervolgens leveren de toeleveranciers een RAVA-plan (Risk Assessment Value Added) en financieel bod aan. Hiermee tonen ze aan dat zij
zien waar de risico’s in het proces of installaties zitten. En dat op maximaal zes A4’tjes! Twee voor technische risico’s, twee voor niet-technische risico’s en twee voor toegevoegde waarde van de samenwerking. Alles moet aantoonbaar, meetbaar en concreet zijn. Hierna worden experts van de opdrachtnemer geïnterviewd door de opdrachtgever over de inhoud en techniek. De leveranciers worden gescoord op hun dominant onderscheidend vermogen. Zo komt de beste partij uit de bus. Stap vijf toont dit aan; hierin wordt de opdrachtnemer in detail getoetst op zijn bod. Als blijkt dat de juiste waarde geboden wordt, en het contract wordt uitgevoerd, zal in stap zes wekelijks worden overlegd over de risico’s. Het contract wordt bewaakt door de risico’s te minimaliseren.
MEER OVER BVP • pbsrg.com/best-value-model • bestvaluenederland.nl • www.nevi.nl/ best-value-procurement
Jan Uijtdehage gaf uitleg hoe inkoop en BVP bij Waternet worden uitgevoerd; hierna volgden enkele workshops waarin de grootste verschillen en belangrijkste vragen werden behandeld. De meeste vragen waren over het functioneel specificeren. Vooral bij technische specialisten van asset owners deed de gedachte dat een leverancier specialist wordt van ‘hun’ installaties, de nekharen rijzen. ‘Hoe kan die leverancier weten dat we voor een bepaalde installatie die speciale staalsoort moeten hebben?’ Daar zit ook de crux. Vertrouwen moet in BVP los staan van de keuze. De beste leverancier komt vanzelf uit de zes fases, omdat hij heeft aangetoond dat hij het risico ziet of juist geen risico vindt.
Jelle Wenselaar, NIC, bracht alle vragen en theorie bijeen in zijn verhaal over het bouwen en onderhouden van een centrum voor ouderenzorg. De doelstelling was een toekomstbestendig gebouw dat zowel zorg op intra- als extramurale basis kan bieden binnen het gestelde bedrag per kamer. Er was, exclusief onderhoudskosten, acht miljoen euro beschikbaar. Het gebouw moest binnen een jaar opgeleverd worden en de klanttevredenheid moest acht of hoger zijn. Wenselaar beschreef de zes stappen van het selectie en uitvoeringstraject en deelde de ervaringen van wat goed was en beter kon. Door het BVP traject was er ruimte voor aannemers om veranderingen te maken en zijn vroeg(er) in het traject ongewenste situaties ontdekt en opgevangen. Of BVP voor technisch asset management de ideale oplossing is, was bij de studiedag niet de vraag. Wel bleek dat in het proces van het functioneel specificeren, het uit handen geven van verantwoordelijkheid de hoogste drempel vormt. Wellicht zou begeleiding door een derde partij versnelling brengen in het behalen van de maximale waarde van de samenwerking. n MaintNL 09 – 2014
47_MP_NVDO-artikel.indd 47
47
21-10-14 13:50
Nieuws
FOTO: PIETERMACHIELSEN-NFPPHOTOGRAPHY
Eerste proeffabriek voor algenraffinage
Jos Keurentjes, Chief Scientific Officer van TNO, opende begin september in Lelystad de VALORIE, een mobiele proeffabriek voor algenraffinage. VALORIE kan op maat de gewenste ingrediënten uit algen zuiveren in hoeveelheden die het aantrekkelijk maken voor afnemers om productieprocessen op in te gaan richten. Keurentjes: ‘TNO loopt in de wereld vooraan om op deze schaal alle waar-
devolle ingrediënten uit de alg te kunnen winnen in plaats van een enkel deel van de alg. Dit gebeurt met innovatieve technologie, die het mogelijk maakt om de zeer taaie celwand van algen non-destructief open te breken en daar vervolgens stoffen als eiwitten, oliën, en koolhydraten op een energieeffectieve manier uit te winnen. De technologie achter VALORIE is in het laboratorium getest en voldeed daar’.
Met de opschaling naar proeffabriek door TNO samen met partner Algae Food & Fuel is het proces geschikt gemaakt voor industriële pilots. Algen als aantrekkelijk alternatief Wereldwijd zijn ondernemingen voortdurend op zoek naar alternatieven voor de grondstoffen die ze verwerken. Die alternatieven moeten duurzamer en minder schaars zijn en bovendien de beschikbaarheid van de grondstoffen vergroten en flexibiliseren. Algen bestaan uit waardevolle ingrediënten, hebben een zeer hoge groeisnelheid en kunnen worden geteeld op onvruchtbare grond. Algen zijn hét landbouwgewas voor de toekomst en kunnen grondstoffen leveren voor de productie van voedsel voor mens en dier, chemische producten waaronder verf of coatings en farmaceutische producten zoals crèmes. Het project is een gezamenlijk initiatief van TNO en bedrijven als Algae Food & Fuel, Sabic, De Wit Oils, Van Wijhe Verf en Royal HaskoningDHV.
Consortium ontvangt 1,5 miljoen euro voor smart materials Provincie Overijssel heeft 1,5 miljoen euro ontwikkelingssubsidie toegekend aan een consortium geleid door TenCate. De projectomvang bedraagt circa zes miljoen euro en heeft als doel de productie van geavanceerde TenCate-materialen, zoals beschermende weefsels, nog efficiënter, duurzamer en slimmer te maken, de zogeheten smart production. Met nieuwe technologieën, zoals digitale inkjettechnologie, zullen in de nabije toekomst nieuwe innovatieve materialen - smart materials - kunnen worden geproduceerd. De introductie van deze inkjettechnologie heeft als voordeel dat kan worden ingespeeld op individuele klanteisen (‘mass customization’ en ‘on demand delivery’). Hoge productiesnelheden Een van de belangrijkste activiteiten van het consortium betreft de doorontwikkeling en introductie van de Osiris-technologie van TenCate. Dit is
een digitale inkjettechnologie die oorspronkelijk werd ontwikkeld door het bedrijf Osiris Inkjet Technology. Deze technologie realiseert hoge productiesnelheden en is bij uitstek geschikt als duurzame veredelingstechnologie voor technisch textiel. Ook in andere sectoren binnen de (technische) textielindustrie zou deze innovatie kunnen worden gebruikt. Versterking concurrentiekracht Theo Rietkerk, gedeputeerde Economie, Energie en Innovatie van de provincie Overijssel, heeft zich jarenlang sterk gemaakt voor deze ontwikkeling in de maakindustrie in OostNederland: ‘Innovatie is speerpunt bij de versterking van de concurrentiekracht van ons land. Overijssel geldt als een van de grootste drijvende krachten van de Nederlandse kenniseconomie. Het huidige tijdperk van het internet of things vraagt om het versterken en vernieuwen van wat we reeds aan innovatiekracht hebben.
Het consortium onder leiding van TenCate levert met dit project een bijdrage aan smart production, smart materials en de ontwikkeling van slimme businessmodellen. Het project is van groot belang voor de regionale economie, het toeleverende MKB en de groei van de regionale werkgelegenheid, direct en indirect. Daarnaast heeft het een aanzuigende werking op andere, ook internationale, bedrijven’. Waardenetwerk en slimme productie In dit kader is een samenwerking aangegaan met verschillende Twentse ondernemingen, waaronder een aantal MKB-bedrijven en de Norma Groep, die complete mechatronische systemen levert. Het consortium is een voorbeeld van een netwerkstructuur van bedrijven in de sector Materialen en Mechatronica (materialen, machinebouw, componenten, engineering, IT), die in Oost-Nederland sterk is vertegenwoordigd.
48 MaintNL 09 – 2014
48_49_MJ_NVDO_neuws.indd 48
21-10-14 13:49
Nieuws
NVDO Sectie Techniek Bestuur zoekt versterking! Bij de discussies over onderhoudsmanagement, uitbesteding van onderhoud, automatisering van onderhoudssystemen en onderhoudsopleidingen zouden we bijna vergeten dat onderhoud uiteindelijk draait om techniek; de kern van het bestaan van de NVDO. Kennis uitwisselen, maar ook ontwikkelen aangaande onderhoudstechnieken voor het onderhoud aan technische systemen zijn onderdeel van de basisgedachte van onze vereniging. Daartoe bestaat de NVDO Sectie Techniek, waar het Platform Materiaalkunde onderdeel van uitmaakt.
Wij zijn op zoek naar nieuwe collega bestuurders die grote affiniteit hebben met alle topics aangaande conditiemonitoring, materiaalkunde en techniek en technologieën in het algemeen. U bent bereid op vrijwillige, maar niet vrijblijvende, basis zo’n zes keer per jaar de bestuursvergaderingen actief bij te wonen. Daarnaast initieert u, of assisteert u, bij het opzetten van evenementen en brengt u suggesties voor het verder ontwikkelen van het vakgebied, waarbij Beheer en Onderhoud (Asset Management) de spilfunctie is. U bent
werkzaam in Beheer en Onderhoud, en draagt de NVDO een warm hart toe en bent u bereid mee te organiseren aan evenementen, publicaties, of anderszins? Dan zien wij uw reactie met belangstelling tegemoet. Motiveer uw kandidaatstelling kort en krachtig per mail info@nvdo.nl De NVDO Sectie Techniek bestuurder kan rekenen op een enorm waardevol netwerk, goede sparringpartners en een platform waar u uw passie voor Techniek op verschillende manieren kunt delen.
Rijk, havens en bedrijfsleven sluiten Green Deal scheepsafval en plastic Minister Schultz (Infrastructuur en Milieu), vijf Nederlandse havens, de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR), afvalinzamelaars, scheepsleveranciers, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en stichting De Noordzee hebben recent gezamenlijk de Green Deal Scheepsafvalketen getekend. Partijen zetten zich er voor in de hoeveelheid afval aan boord te beperken door afvalpreventie bij de bevoorrading van schepen. Plastic afval zal aan boord nog beter gescheiden worden opgeslagen en gescheiden worden ingezameld in de havens. Het ingezamelde plastic zal zoveel mogelijk worden gerecycled. Sterke internationale positie ‘Vandaag zetten we een stap richting het verminderen van plastic afval op zee’, verklaart minister Schultz. ‘We leveren met deze Green Deal een bijdrage aan een sterke internationale positie van onze maritieme sector. En daarmee aan onze ambities voor een concurrerende sterke en duurzame economie.’ Mondiale sector Om de verschillen in afvalafgifte tussen Europese havens te beperken, zet minister Schultz zich op bilateraal, regionaal en in EU-verband in voor harmonisatie van de financiering en handhaving. Daarnaast is het belangrijk dat ook in havens buiten Nederland plastic gescheiden wordt ingezameld. Schultz: ‘We moeten voorkomen dat een kapitein en zijn bemanning aan boord afval scheiden en dat in havens buiten Nederland alles weer op één hoop terecht komt. Kortom, het is een opgave aan ons allen om deze Green Deal internationaal verder te brengen.’ Navolging is belangrijk: de zeevaart is een mondiale sector en marien zwerfvuil houdt zich niet aan grenzen. Daarnaast blijft handhaving en toezicht nodig om resultaten te boeken. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) ) en de
havenmeesters van Amsterdam en Rotterdam onderzoeken hoe ze het toezicht nog meer kunnen richten op schepen die de grootste risico’s vormen. Afgifte in havens De Nederlandse maritieme sector heeft de afgelopen jaren al flinke stappen voorwaarts gezet. De internationale regelgeving is in 2013 strenger geworden. Er geldt nu een algeheel lozingsverbod van vuilnis op zee. Steeds meer schepen geven hun afval af in de Nederlandse havens. In 2005 werd in totaal een kleine 100.000 kuub afgegeven, in 2013 bijna 260.000 kuub. Dat zijn 13.000 volle vuilniswagens. In 2005 gaf nog een op de drie schepen zijn afval af bij aanloop in een Nederlandse haven; in 2013 deden twee op de drie schepen dat. Wereldwijd komt ongeveer 80 procent van het mariene zwerfvuil van het land en 20 procent van scheepvaart en visserij. Voor de Noordzee is deze verhouding 60 procent van het land en 40 procent van scheepvaart en visserij (Strandmonitor). Drijvend zwerfvuil op zee bestaat voor ongeveer driekwart uit plastic. Vissen eten elk jaar tussen de 12 en 24 miljoen kilo plastic.
MaintNL 09 – 2014
48_49_MJ_NVDO_neuws.indd 49
49
21-10-14 13:49
Betoninnovaties
Langere levensduur beton dankzij nano-klei Betonconstructies kunnen binnenkort op hun gemakje dagenlang uitharden zonder te snel uit te drogen. Een biologisch afbreekbare gel, waarvoor de grondstof deels uit afvalwater kan worden gewonnen, kan beton tegen ongewenst uitdrogen beschermen. Daardoor kunnen betonconstructies tot misschien twintig jaar langer meegaan, zonder extra milieubelasting. Renske van den Berg Dat verwachten prof. dr. Stephen Picken van de faculteit Technische Natuurweten schappen (TNW) en dr. ir. Eduard Koenders van de faculteit Civiele Techniek & Geowetenschappen (CiTG) van de TU Delft. Zij leggen ons uit hoe de slimme gellaag in
elkaar steekt, waar het idee vandaan kwam en wat we er nog meer mee kunnen. ‘Het verharden van beton, nadat het is gestort, duurt ongeveer 28 dagen’, vertelt Koenders. Maar met name aan de oppervlaktes van betonconstructies bestaat de kans dat vocht
verdampt door bijvoorbeeld de warmte van de zon. Dat zorgt op die plekken voor minder goede uitharding en dus poreuzer beton: scheurtjes waarlangs later weer stoffen kun nen binnendringen, die het beton of de wapening kunnen aantasten. ‘Als je kan zorgen dat het vocht in het beton blijft, verhardt het beter waardoor het beton een betere kwaliteit krijgt’, legt Koenders uit. Dit principe is al lang bekend en werd tot dusver in zonnige streken of op zonnige dagen opgelost door bijvoorbeeld een man met een tuinslang bij het verse beton te zet ten. Maar ook zijn er verschillende coatings op de markt gebracht die verdamping moes ten tegengaan, allen op basis van oplosmid delen. ‘Die hebben een soort chemische oliebasis en moeten in meerdere lagen worden opgebracht, omdat ze toch steeds een beetje verdampen’, legt Koenders uit.
‘Het natuurlijke polymeer alginaat is een van de meest stabiele van alle biopolymeren onder allerlei omgevingsinvloeden.’ Verbeteren van de levensduur Dat moet toch beter kunnen, vonden jonge onderzoekers in het Nederlandse onder zoeksprogramma ISC2 (Integral Solutions for Sustainable Construction). Eén van de jonge onderzoekers in dit programma is de promovendus Jure Zlopasa, die met zijn begeleider Koenders werkt aan ‘postcas ting effects on concrete durability’; wat kunnen we doen tijdens of na het storten van beton, zodat de levensduur van het beton verbetert? Zlopasa, Koenders en hun programmacol lega’s broedden op allerlei ideeën.
50 MaintNL 09 – 2014
50_51_53_MK_NVDO-artikel.indd 50
21-10-14 13:49
Koenders: ‘We dachten eerst aan hybride mogelijkheden om een stof bij te mengen tijdens het storten, die dan later voor een beschermende werking aan het oppervlak zou kunnen zorgen, maar dat idee is niet verder uitgewerkt.’ Hierna richtte het team zich alleen op externe oplossingen aan de buitenkant van het beton.
De Kroaat Jure Zlopasa overwoog dat klei als natuurlijke afdichtende stof wellicht nuttig kon zijn. Hij vroeg zich af of je minus cule nanokleischijfjes kan oplossen in een polymeer dat geschikt is voor op beton. Dat zou de sleutel naar een biologisch afbreek bare, goede dampafdichtende laag kunnen zijn.
IS2C Binnen onderzoeksprogramma Integral Solutions for Sustainable Construction (www.ISC2.nl) broeden 23 jonge onderzoekers op het verbeteren van duurzaamheid van infrastructuur en constructies. Het programma richt zich op drie speerpunten om grotere duurzaamheid te verkrijgen. Een is het bestrijden van degradatiemechanismen, oftewel het onderzoeken en bestrijden van verval. Een tweede speerpunt richt zich op verbetering van materialen en structuren. Een derde speerpunt is gericht op monitoring & sensing, bijvoorbeeld met modellen die veroudering voorspellen waardoor je onderhoud slimmer kan organiseren. IS2C is een programma van technologiestichting STW en een keur aan belanghebbende bedrijven en organisaties op het gebied van bouwinfrastructuur. Het programma telt in totaal negen onderzoeksprojecten en duurt vijf jaar, waarvan inmiddels vier jaar zijn verstreken. Wellicht kan het programma een vervolg krijgen.
Moleculair koken Zlopasa stapte in 2012 met zijn vraag naar de expert op het gebied van polymeren met nanotoevoegingen: Stephen Picken. Het was Picken bekend dat nanokleischijfjes al in polyesters werden toegepast. Zo zijn bij voorbeeld petflessen verkregen met een ingebouwde laag die ondoorlatend is voor de smaakstoffen in bier. Over afdichtende nanokleilaagjes in een polymeer op water basis had Picken echter nog niet nage dacht. En het polymeer dat Zlopasa zocht moest wel hydrofiel zijn, omdat de coating vast moet plakken op het nog vochtige uit hardende beton. ‘Ik herinnerde me een truc uit de moleculaire kookkunst die het ant woord kon geven’, vertelt Picken. De truc maakt gebruik van alginaat: een natuurlijk polymeer op waterbasis. Met deze kooktruc kan je voedsel ‘vangen’ in gelachtige bolletjes of sliertjes die aan kaviaar of badpareltjes doen denken. Picken: ‘Alginaat is een natuurlijk polymeer dat wordt gewonnen uit algen en bruinwie ren. Je kunt het gewoon in zoutvorm natri umalginaat bij de Sligro kopen en het heeft ook een Enummer: E401.’ MaintNL 09 – 2014
50_51_53_MK_NVDO-artikel.indd 51
51
21-10-14 13:49
MaintenanceNEXT2015-Advertentie-185x132mm.indd 1
52_hateha_ahoy.indd 1
10/9/2014 2:00:06 PM
21-10-14 09:48
De geltruc werkt pas als de voedselkunste naar de zoutoplossing in aanraking brengt met calcium, in de kookkunst meestal opgeloste calciumchloride. Picken legt uit hoe dat zit: ‘Het negatief geladen alginaat vormde eerst een zout met het positief gela den natrium. Maar in een oplossing kan het vrijgekomen alginaat (1) reageren met het calcium (+2). Door de twee positieve ladin gen in calcium, ontstaan dwarsverbindin gen waardoor het een gel wordt.’ Als er iets in nat beton op voorraad is, dan zijn het wel calciumdeeltjes, bedacht Picken. ‘Dus als we opgelost natriumalgi naat met daarin nanokleideeltjes op het beton sproeien, vormt het calciumalginaat: een gel op waterbasis, die door de toege voegde kleideeltjes toch waterondoorla tend is. Deze kan zonder gevolgen voor het milieu afslijten of weer door microorganis men worden opgegeten.’
Winst uit rioolslib en afvalwater Een groot pluspunt bij het hele idee is dat alginaat als bijproduct uit waterzuivering gewonnen kan worden. ‘Het alginaat dat nu in de handel is, wordt gewonnen uit bruin wierculturen uit de zee en is met ongeveer tien euro per kilo nog best prijzig als je het op grote schaal zou willen toepassen’, over weegt Picken. Maar intussen werkte een collegaweten schapper van Picken en Koenders van de TU
Delft aan een nieuw type afvalwaterzuive ring. Picken: ‘Marc van Loosdrecht gebruikte biologische principes om het waterzuive ringsproces sneller, beter en in kleinere installaties te laten verlopen dan tot nu toe.’ Van Loosdrecht kreeg voor het Nereda proces dit jaar de Spinozaprijs. En de tech nologie vindt inmiddels zijn weg over de wereld. Nu richt de milieubiotechnoloog zich op het winnen van nieuwe grondstof fen uit afvalstromen. ‘Een bijvangst van de nieuwe waterzuiveringstechnologie is dat het resterende afvalwater met rioolslib fer menteert tot een slurry waar je alginaat uit kan winnen’, vertelt Picken. ‘Terwijl je nor maal gesproken moet betalen om je van de negatieve waarde van resterend afval te ontdoen, kan je nu iets nieuws uit dat afval winnen dat we op grotere schaal zouden kunnen gebruiken: alginaat. Daarmee kan de prijs van dit natuurlijke polymeer rich ting één euro per kilo gaan. Dat is in de buurt van de prijs van de meeste syntheti sche polymeren.’
Meer ideeën met alginaat ‘Het natuurlijke polymeer alginaat is een van de meest stabiele van alle biopolyme ren. In zijn natuurlijke verschijningsvorm gebruiken algen en bruinwieren het bijvoor beeld als hechtingsmiddel en bescherm laag. En dat blijft stabiel onder allerlei omgevingsinvloeden.’
POLYMEER Een polymeer is een molecuul in strengvorm, waarin eenzelfde patroon steeds wordt herhaald. Dit komt veel voor in de natuur: DNA, cellulose en rubber zijn daar voorbeelden van. Ook kunnen kunstmatige polymeren kunststoffen - worden vervaardigd, die niet in de natuur voorkomen. Daarvan is plastic een van de vele voorbeelden. In polymeercomposieten kunnen kleine (nano)deeltjes worden ingeweven in het weefsel van een polymeer. Voorbeelden van zulke composieten zijn bijvoorbeeld de polymeren met sterke vezels of metaal die - makkelijk vormbaar en licht maar toch sterk - worden toegepast in auto’s, vliegtuigen en lichte fietsen. Maar ook met nanodeeltjes zoals koolstof nanobuisjes of kleideeltjes is het mogelijk om de eigenschappen van kunststoffen te verbeteren. De bekendste toepassingen daarvan zijn de klassieke rubber autobanden met roet, dat bestaat uit koolstof nanodeeltjes en siliconenrubber waar silica nanodeeltjes in verwerkt worden. Daardoor wordt het rubber slijtvaster en aanzienlijk sterker. Moderne toepassingen met nanoklei worden toegepast in auto- en vliegtuigonderdelen, omdat ze lichter en stijver worden en ook meteen minder goed branden, wat voor de veiligheid van belang is. Ook werken de nanodeeltjes als barrière, wat bijvoorbeeld voor handig is in verpakkingsmateriaal, zoals in PET bierflesjes.
Er waren al eerdere aanwijzingen dat beton in mariene omstandigheden langer mee gaat dan je zou verwachten, en dat natrium alginaat uit het zeewater daarvoor mis schien wel de verklaring is. Die slimme oplossingen, die de natuur zelf met algi naat heeft ontwikkeld én het idee dat het betaalbaar uit afvalstromen gewonnen kan worden, brengen polymeertechnoloog Picken ook weer op het spoor van meer toepassingen. ‘Bijna alle metalen hebben een lading van 2+ of meer. Die verschillende metaalionen zouden allemaal een gelachtige coatinglaag kunnen vormen met alginaat’, overweegt Picken. En ijzer met een lading van 2+ of 3+ kan een mooie beschermlaag vormen.
‘Minuscule nanokleischijfjes opgelost in een polymeer dat geschikt is voor op beton: de sleutel naar een biologisch afbreekbare, goede dampafdichtende laag .’ ‘Op roestend metaal kan een alginaat nanocoating bijvoorbeeld een corrosiebe scherming worden. Maar met nikkel, chroom of cadmium kan je ook deze truc toepassen.’ Dit biedt volgens de weten schapper allerlei mogelijkheden voor de bescherming van offshore infrastructuur, maar ook windmolens en andere metalen constructies: ‘Eigenlijk elk metalen opper vlak zonder verflaag, waar geschikte ionen beschikbaar zijn.’ Inmiddels zijn voor verschillende toepas singen al octrooien aangevraagd. Twee voor het beschermen van beton en staal bijvoor beeld. Een derde octrooi gaat over de toe passing van betonspiegels. Door parabo lisch gevormd beton te metalliseren krijg je een parabolische spiegel die als goedkope en makkelijk te produceren zonnecollector kan functioneren. Ook wordt nu gepuzzeld hoe alginaat uit afvalwater in de papierin dustrie toegepast kan worden in een water afstotende papiersoort. En wat gebeurt er als je alginaat nanocomposieten door het beton heen mengt? De mogelijkheden zijn bijna te veel om op te noemen. ‘Alginaat wordt heel interessant voor onze toekomst’, verwachten Picken en Koenders. n MaintNL 09 – 2014
50_51_53_MK_NVDO-artikel.indd 53
53
21-10-14 13:49
Prestatiemanagement
Prestatie heeft niets met contract te maken Niet alle prestaties zijn in contracten te omvatten. Om ruimte te maken voor innovatie moeten partijen vooral vertrouwen in elkaar hebben. Tijdens iMaintain Prestatiemanagement, het congres van de NVDO Sectie Suto en het iMaintainplatform, op 1 oktober werd duidelijk dat grip op de ‘zachte kant’ beter werkt dan harde afspraken. Miriam Rook/David van Baarle Frank Verbeeten, VU Amsterdam, besprak de impact van de bedrijfsstrategie op het prestatie- en innovatievermogen. En dat is niet altijd even gunstig. Als bedrijven kiezen voor een operational excellence-strategie en alles dichttimmeren in een contract, blijft er maar weinig ruimte over voor innovaties. In de Suto Benchmark 2014 onderzocht hij de trends en ontwikkelingen in prestatiemanagement. De grote vraag blijft: begrijpen opdrachtgevers en opdrachtnemers elkaar wel goed? Er wordt nog teveel op kostenbesparingen wordt gehamerd, terwijl er behoefte is aan innovatieve ideeën. Het blijft zoeken naar de juiste balans. Verbeeten: ‘Draagvlak voor innovatie ontstaat door een combinatie van de juiste maatstaven, prikkels en mogelijkheden. Er zijn enkele manieren waarbij prestatiemanagement kan helpen om niet alleen prestaties, maar ook innovatie te bevorderen. Zo komen verbetermogelijkheden naar voren die kunnen worden gebruikt om incentives aan te passen en alternatieven binnen het contract te implementeren.’
Kostenbeheersing Verbeeten merkte op dat kostenbeheersing nog steeds erg belangrijk blijft voor cost leaders, ook al focussen ze zich steeds iets meer op procesbeheersing en schuiven ze door naar operational excellence. Binnen operational excellence blijkt er juist een lichte verschuiving naar meer aandacht voor de wensen van de klant, ofwel customer intimacy. Bij zowel operational excel-
lence als customer intimacy lijkt er een lichte voorkeur te ontstaan voor het toepassen van een gemixte strategie. Uit het onderzoek wordt duidelijk dat opdrachtgevers en -nemers vaak focussen op één strategische prioriteit, maar is dit met de complexiteit van de (onderhouds) contracten wel voldoende? Met name voor opdrachtgevers is dit een interessante vraag, omdat het radicale innovatievermogen bij een operational excellence strategie veel kleiner is dan bij andere strategieën. Is het wel zo excellent als we denken? Te vaak komt het voor dat de opdrachtgevers en -nemers van inzicht verschillen over prioriteiten in het onderhoudscontract. De opdrachtnemer voelt zich vaak klemgezet door het behouden van lage kosten, die de opdrachtgever als absolute voorwaarde stelt. Het is moeilijk om dan operational excellence na te streven. Ook over de bijdrage van de opdrachtgever op het gebied van radicale innovaties worden beide partijen het vaak niet eens, maar juist de opdrachtgever kan in het onderhoudscontract ruimte bieden aan de opdrachtnemer om te innoveren. Verbeeten: ‘Op dit moment wordt het potentieel van de opdrachtnemer niet volledig benut. Er zijn drie factoren die daarbij meespelen: communicatie, vertrouwen en betrokkenheid.’
Zachte kant van contracten Deze factoren worden de ‘zachte kant’ van prestatiecontracten genoemd en vormden de basis in het onderzoek ‘Relatiekwaliteit in de Onderhoudssector’ van Drs. Regien Sumo
van de Technische Universiteit Eindhoven. Zij keek naar de verschillende elementen van relatiekwaliteit en de effecten van relatiekwaliteit op innovaties en prestaties. Als voorbeeld koos Sumo voor een onderhoudscontractor in de Botlek en vergeleek de manier waarop opdrachtgevers – in dit geval oliemaatschappijen en chemiebedrijven – hun opdrachten in de markt hebben gezet. Het bleek dat bedrijven in de uitvraag met omslachtige elektronische platforms werkten waarin de onderhoudswerkzaamheden tot in detail waren opgesplitst (zo’n drieduizend activiteiten). De contractor moest een geschatte bewerkingstijd en tarief doorgeven die onder de norm moest vallen – waarbij de normtijd en het tarief al vastgelegd waren door de opdrachtgever. De opdrachtgevers stelden een groot belang in een goede relatie met en een goed vakmanschap van de contractors, maar de laagste prijs bleef toch doorslaggevend. Volgens Sumo kunnen contracten innovatie positief beïnvloeden. Dit lijkt vooral het geval bij prestatiecontracten. Hierbij draait het om prestatiebeloningen en de wijze van specificeren in het contract. Daarnaast blijkt de relatiekwaliteit een grote invloed te hebben op innovaties. Relatiekwaliteit bestaat uit drie onderdelen: vertrouwen (mate van vertrouwen en gedrag van de partner), communicatie (kwaliteit en frequentie) en betrokkenheid (de wil om relatie tot een succes te maken).
Relatiekwaliteit Sumo kreeg een responsepercentage van veertien procent, waarbij opdrachtgevers en opdrachtnemers – voornamelijk afkomstig uit de procesindustrie - vrijwel gelijk vertegenwoordigd waren. Voor zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers geldt dat vertrouwen het laagst scoort. De relatiekwaliteit is het hoogst in relaties tussen kleine ondernemingen. Een hogere rela-
54 MaintNL 09 – 2014
54_55_56_57_MM_NVDO-artikel.indd 54
21-10-14 13:49
FOTO: LINDA LELIVELD, NVDO
tiekwaliteit lijkt samen te gaan met een langere samenwerkingstermijn. Sumo: ‘Het vertrouwen tussen opdrachtgevers en -nemers steeg naar mate de dienstverlening complexer werd. Dit leidde niet tot meer betrokkenheid, maar opvallend genoeg wel tot een lagere kwaliteit van de communicatie.’ Een andere opvallende observatie was dat het vertrouwen tussen beide partijen het grootst was bij hoge(re) risico’s van de leverancier. Opdrachtnemers leveren vaak betere prestaties en meer innovaties als er een hoge mate van vertrouwen in de opdrachtgever is. Opdrachtgevers kunnen bijdragen aan prestatieverbetering door kwaliteitsverbeteringen en te focussen op klanttevredenheid. Het blijkt dat een goede communicatie geen betere prestaties geeft, maar wel invloed heeft op innovaties. Betrokkenheid heeft een sterk effect op prestatieverbetering, maar is voor innovatie geen bepalende factor. Volgens Sumo is het dus zaak voor de opdrachtgevers om niet te gaan voor de laagste kosten en een dichtgetimmerd contract, maar om ruimte over te laten voor de opdrachtnemer om zijn kennis te gebruiken en uit te wisselen. Verschillende deelnemers uit de zaal merkten op dat juist het leveren van prestaties meer vertrouwen geeft in plaats van anders-
om. Vaak wordt een tandje meer geven buiten het contract om vergeten, maar dit kan juist voor goede customer intimacy zorgen en eventuele innovaties als resultaat hebben. Als dit niet wordt gestimuleerd, blijven beide partijen in de contractvorm hangen en worden goede ideeën afgeschoten. Er werd geopperd dat opdrachtgevers en –nemers misschien vaker om tafel moeten om te zien wat er nodig is om innovatie te bevorderen.
Een contract kan innovatie positief beïnvloeden. Ketensamenwerking Volgens Leo van Dongen (NedTrain), deeltijd hoogleraar aan de Universiteit Twente, is er meer te halen uit relatiekwaliteit. ‘Als die goed is, ontstaat vanzelf ruimte voor innovatie.’ Als voorbeeld noemt hij de introductie van nieuwe sprinters van NS; geheel nieuwe treinen waarbij de leverancier het voornemen had de compressor dwars onder de trein te plaatsen in plaats van in lengterichting. ‘Op het putspoor in de werkplaats zouden we hem niet tussen de spoorstaven kunnen laten zakken. De basis van het probleem was dat de ontwerpfase en de onderhoudsfase te ver uit elkaar lagen. Bij meer samenwerking kan
dit soort problemen in de ontwerpfase nog uit het ontwerp worden gefilterd. Je kunt er niet van uit gaan dat een leverancier weet hoe een door hem ontworpen installatie wordt toegepast in jouw proces. Dus zul je zeer goed moeten overleggen. Een goede samenwerking tussen gebruiker, eigenaar, onderhouder en leverancier levert uiteindelijk het beste product op. Deze ketensamenwerking is essentieel voor proces- en productinnovaties en innovaties op het technische vlak.’ Hoewel in de toekomst al in het ontwerp rekening zal moeten worden gehouden met de prestaties tijdens de levenscyclus van de treinstellen, denkt NedTrain ook na over verbeteringen in de beheerfase. Het bedrijf opent binnenkort vier nieuwe technische centra op centrale plekken in Nederland (Zwolle, Nijmegen, Den Haag en Utrecht). Hierdoor kunnen treinstellen dichter op het vervoersproces worden onderhouden en kunnen ze sneller worden ingezet in de dienstregeling. Daarnaast begon NedTrain bij 54 treinstellen met een real time monitoring (RTM) pilot. Door de technische toestand van een treinstel op afstand uit te lezen, kunnen problemen tijdig worden gesignaleerd en is er minder ongepland onderhoud nodig, omdat het tijdig kan worden ingepland bij een van de vier centra. Van Dongen: MaintNL 09 – 2014
54_55_56_57_MM_NVDO-artikel.indd 55
55
21-10-14 13:49
Prestatiemanagement
‘Kennisuitwisseling over real time monitoring kan positieve effecten hebben. Bedrijven moeten over het idee heenstappen dat onderhoudsinformatie concurrentiegevoelig is. Binnen de branche, maar ook brancheoverschrijdend kun je juist leren van elkaar en processen optimaliseren.’ Hierbij ligt volgens hem een nadruk op samenwerking tussen de industrie en de wetenschap. Innovatie begint al op de tekentafel en daar moet altijd gebruik worden gemaakt van de technische kennis van de werkvloer. Een open samenwerking en goede relatiekwaliteit staan daarbij boven de contractvorm. Bijvoorbeeld in het geval van NS, NedTrain en ProRail, waarbij verschillende partijen aan dezelfde doelen werken, is een intensieve samenwerking en kennisuitwisseling noodzakelijk. Door de steeds betere samenwerking tussen die partijen hoort het spoorvervoer in Nederland bij de top drie van drukst bereden netwerken in de wereld.
Focus op de klant NedTrain heeft een duidelijke focus op de klant en dat is niet de NS, maar de reiziger. Wilbert Wijns, projectmanager instandhouding rollend materieel, vertaalt de missie van NedTrain naar de keten: ‘Presteren is ketendenken en werken’, zo benadrukt hij. De keten van railvervoer is een combinatie van infrastructuur, treinpaden, materieel, personeel en reizigersinformatie. Alleen als die vijf schakels in de keten goed samenwerken, is de reiziger tevreden. ‘Ik ben zelf nauw betrokken geweest bij de inrichting van het Operationeel Controle Centrum Rail’, zegt Wijns. ‘We hebben er bewust voor gekozen om alle schakels van de keten bij elkaar te zetten. Dat werkt heel inspirerend. Partijen die elkaar voorheen niet kenden, zitten nu bij elkaar om vanuit hun eigen expertise naar een probleem te kijken. Het eerste regieoverleg dat werd belegd toen zich een storing in Arnhem voordeed, is misschien nog wel het meest opvallende voorbeeld. De storing die normaal gesproken in anderhalf uur werd opgelost, had men nu binnen een kwartier onder controle.’ De focus op de klant vereist wel een andere manier van risicomanagement, geeft Wijns toe. Als een omroepsysteem kapot is, betekent dit al code rood. Hoewel de trein wel kan rijden, vormt het niet functioneren van het omroepsysteem een bedreiging op het
moment dat een trein moet worden geëvacueerd. Dat betekent wel dat de onderhoudsorganisatie over de juiste kennis, methodes en tools moet beschikken. NedTrain investeert veel in opleiding, maar ook in iPads waarmee een monteur al voordat een trein binnenkomt kan zien wat er aan mankeert. De rolverdeling is daarbij conform de ISO55000 norm, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de asset owner, asset manager en de service provider. Formele afspraken zijn volgens Wijns belangrijk, maar zonder communicatie en vertrouwen blijven het mooie woorden. ‘Je kunt nog zoveel systemen en mooie onderhoudsconcepten bedenken; het zijn de mensen die het proces managen.’
‘Bedrijven moeten over het idee heenstappen dat onderhoudsinformatie concurrentiegevoelig is.’ Sense of urgency De prestaties in de suikerbranche zullen de komende jaren omhoog moeten. De aanleiding is een positieve ontwikkeling: in 2017 vervalt de Europese marktordening voor suiker; dit houdt in dat de markt geen plafond meer krijgt opgelegd voor de productie van suiker. Het gevolg is wel dat de volatiliteit van de markt groter wordt. Prijzen kunnen in zeer korte tijd steil stijgen of juist dalen. Niet alleen de fabrieken moeten daarvoor worden ingericht, maar ook de onderhoudsorganisatie zal flexibel moeten kunnen meeveren met de marktomstandigheden. Arjan Oostdijck van Suiker Unie kreeg de opdracht om de onderhoudskosten van de negen fabrieken op vijf locaties te verlagen bij gelijkblijvende prestaties. Dat is niet zo eenvoudig, omdat iedere locatie zijn eigen onderhoudsorganisatie heeft een eigen cultuur. ‘Een aantal fabrieken is ooit overgenomen en dus zijn niet alleen de fabrieken, maar ook de werkprocessen anders, net als de rapportage. Toch willen we graag de prestaties kunnen vergelijken. We zijn begonnen met het opstellen van een gezamenlijke visie. De volgende stap was een nulmeting. We riepen daarvoor de hulp in van SKF. Zij voerden de audits uit en zorgden ervoor dat we konden vergelijken. Aan de hand van die resultaten konden we road-
maps samenstellen voor zowel de gehele organisatie als de lokale fabrieken. Die audits zullen we over anderhalf jaar herhalen om de vinger aan de pols te houden en de effecten van de roadmaps te meten.’ Oostdijck benadrukt dat het verbeteren van de prestaties een duurzamer effect heeft dan de kaasschaafmethode toepassen. ‘Een korting op het onderhoudsbudget kan de eerste paar jaar geld opleveren, maar uiteindelijk pleeg je roofbouw op je assets. Onze strategie neigt vooral naar operational excellence, maar zo nu en dan moeten we ook cost leader zijn. Dat betekent dat we onze organisatie op die twee assen moeten kunnen schuiven. En dat is voornamelijk mensenwerk. Bij zo’n ingrijpend veranderingstraject moet je op alle niveaus draagvlak creëren en mensen in beweging krijgen. De ‘sence of urgency’ die we hebben om in 2017 klaar te zijn helpt om processen te versnellen. Maar je zult iedereen op tijd mee moeten krijgen. Doordat we benchmarks uitvoeren, wordt het ook mogelijk best practices uit te wisselen en te kijken waarom een fabriek beter presteert dan de andere. Daarmee krijgen medewerkers meer grip op en inzicht in de prestaties.’
Innovatie Het meten van prestaties hoeft innovatie niet direct in de weg te zitten. Maar als partijen in hun contract geen ruimte laten voor innovatie is de prikkel te laag om echte doorbraken te forceren. Dat is de mening van Han Roebers van Rijkswaterstaat. Door samen met contractors de ongebaande wegen in te slaan, wordt het mogelijk de kosten van het wegbeheer omlaag te krijgen. Dit gaat met horten en stoten weet Roebers, maar innovatie gaat vaak gepaard met risico. Het is de kunst dat risico in banen te leiden en een omgeving te creëren waar risico’s beheersbaar blijven. Rijkswaterstaat kijkt samen met de keten naar manieren om doorbraken te forceren of de organisatie zo in te richten dat je wendbaar genoeg bent om snel te kunnen meebewegen met de marktontwikkelingen. Patrick Essers, kwartiermaker bij DI-WCM, waarschuwt voor het meten van prestaties. ‘Het gedrag van mensen gaat zich aanpassen aan datgene wat je gaat meten. Daarmee zijn de resultaten niet altijd gewenst. Je kunt voorstellen om de doorlooptijd van een proces te verkorten. Daarmee ontstaat het risico dat er meer
56 MaintNL 09 – 2014
54_55_56_57_MM_NVDO-artikel.indd 56
21-10-14 13:49
FOTO: LINDA LELIVELD, NVDO
arbeidskracht wordt ingezet om de doelstelling te halen. De keerzijde is dat de kosten per product toenemen. Meten is weten leidt dus tot een halve waarheid.’ Essers wil dit doorvertalen naar innovatie. ‘Bedrijven die het meest innovatief zijn, onderscheiden zich vaak doordat ze een cultuur hebben waarin fouten mogen worden gemaakt. De impact van innovatie is niet altijd direct te meten, maar daarom moet je het niet uit de weg gaan. Je moet er wel voor zorgen dat de organisatie volwassen genoeg is om die innovaties snel op de markt te krijgen.’
Keurslijf Erik de Bruine, directeur van de NEVI (en partner in de NVDO Suto Benchmark), vindt het verkeerd om alles wat met mens en organisatie te maken heeft de ‘zachte kant’ te noemen. ‘Het gaat niet om wat voor soort contract je ondertekent, maar meer om de uitnutting daarvan in de operationele fase. Want wat je aan het begintraject vastlegt, moeten mensen uiteindelijk uitvoeren en daar kan het misgaan. Uiteindelijk is het
altijd de klant die bepaalt of je inspanningen succesvol zijn geweest en langs die meetlat moet je de prestaties leggen. Neem maar van mij dat die klant keihard is. Als een product ze niet bevalt, stappen ze eenvoudig over naar de concurrent.’
‘Meten is weten leidt tot een halve waarheid.’ Organisaties zouden de klant als uitgangspunt moeten nemen om de processen zo goed mogelijk op zijn behoeftes in te richten. ‘Daarvoor moet je ook de juiste mensen, met de juiste competenties op de juiste plekken zetten’, zegt De Bruine. Goede organisaties benutten de talenten van hun werknemers door ze op posities te zetten die bij hun karakter past. Hoe meer bedrijven processen, procedures, systemen en technieken gaan vastleggen, hoe groter de kans is dat ze weerstand ondervinden. Je kunt mensen niet in een keurslijf dwingen, maar zal moeten kijken waar hun talent ligt. Hans Hermans, Outside Support Mana-
gement, ziet ook dat prestatiemanagement niet eenvoudig van bovenaf kan worden opgelegd. Toch ziet hij het vaak in de praktijk gebeuren: ‘Het hoger management heeft vaak besloten de prestaties te meten, KPI’s samen te stellen en dit samen te brengen in een strategisch plan. Het hoger management begrijpt dan de transitie wel, maar de onderste lagen pakken het niet goed op. Als mensen iets wordt opgedrongen en ze niet begrijpen waarom, raken ze gefrustreerd en zullen ze tegenwerken. Mensen willen best veranderen, maar niet veranderd worden. Het is zaak om mensen mee te nemen in het proces en ze uit te leggen waarom ze iets moeten doen. Uiteindelijk blijkt vaak dat er al best veel kennis aanwezig is op de werkvloer, maar dat men verzandt in managementtaal.’ n
Resultaten van de onderzoeken van Leo van Dongen, Frank Verbeeten en Regien Sumo worden binnenkort gedeeld via NVDO Suto Kennisdossier op Myjour.nl.
➡
MaintNL 09 – 2014
54_55_56_57_MM_NVDO-artikel.indd 57
57
21-10-14 13:49
Managers
Managers en directeuren zoeken nieuwe baan Meer dan de helft van managers en directeuren in de Nederlandse industrie overweegt een nieuwe baan. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht in samenwerking met Van de Groep & Olsthoorn. Promotiekansen en baaninhoud zijn de belangrijkste redenen. Salaris blijkt van minder belang. Ingrid Rompa De probleemstelling was: Op welke manieren kunnen bedrijven in de techniek en industrie hun managers en directeuren beter vast houden? ‘Het onderzoek is gedaan onder 1660 respondenten’, licht onderzoeker Wim de Kruijf toe. ‘Veertig procent is directeur, dus dat is een mooi resultaat. We hebben twaalfduizend managers aangeschreven uit verschillende branches. Ik ben er zo’n half jaar mee bezig geweest naast mijn werk en studie. Het was een flinke opgave, want het moet wetenschappelijk natuurlijk verantwoord zijn.’ De Kruijf heeft het onderzoek gedaan in het kader van het afstuderen van zijn Sociologie Master. ‘Mijn afstudeerscriptie heb ik toegelegd op organisatiesociologische en arbeidsmarktvraagstukken. De opdracht van het onderzoek aan de Universiteit Utrecht is gesteld vanuit Van de Groep & Olsthoorn Executive Search & Interim Management. Ik moest op zoek naar een stageadres met een onderzoeksvraag en omdat ik hier al zes jaar werk, kon ik dat goed koppelen. Ik heb wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de markt die wij bedienen. Daaruit kwamen opmerkelijke zaken naar voren.’
Mobiliteit Van de Groep & Olsthoorn Executive Search & Interim Management is een bedrijf dat zich toelegt op management en directiefuncties, zowel vast als interim. ‘Wij bewegen ons zowel op de nationale als de internationale markt, met name voor Nederlandse klanten’, knikt directeur Bert-Jan de Visser. ‘Het gaat bij ons vooral om functies in de industrie, techniek en logistiek. Op dit moment zijn we met
twaalf mensen. Twee directieleden, een aantal kaderleden, staf, twee researchers en een aantal consultants.’
‘Mensen willen vooruit binnen hun organisatie.’ Aanleiding voor het onderwerp van de afstudeerscriptie van Wim de Kruijf was een onderzoek van Forbes van twee jaar geleden. ‘Zij hadden een onderzoek gedaan onder directeuren in het toplevel binnen Amerikaanse bedrijven. De verwachting was dat, wanneer de economie zou aantrekken of zou stabiliseren, mensen weer gaan bewegen. Bedrijven krijgen op dat moment te kampen met een hoog verloop en moeite met het controleren van de personeelsstroom. Dat was de aanleiding om onze vraag te formuleren.’ Uit het onderzoek van De Kruijf blijkt onder meer dat ruim een kwart van de respondenten er vaak over nadenkt ontslag te nemen bij zijn huidige organisatie. ‘Dat is erg veel. Wanneer mensen een alternatief hebben is het zelfs iets meer dan de helft. Als alternatief wordt een andere baan genoemd, of zelfs een mogelijkheid voor een vervolgstap. Zelfs een kwart van de mensen zegt ontslag zonder alternatief nog te overwegen. Bijna tachtig procent gaf aan benaderd te willen worden voor andere functies.’
Vragen Op basis van theoretische veronderstellingen heeft De Kruijf een aantal vragen geformuleerd. ‘Die heb ik in een analysemodel
gegoten. Je houdt hierbij rekening met alle onderdelen. Daaruit kwamen flink wat redenen naar voren. De belangrijkste reden waarom mensen willen vertrekken is een gebrek aan promotiekansen. Mensen willen vooruit binnen hun organisatie. Het tweede punt van belang is het feit dat hun baan niet meer interessant is; niet meer genoeg uitdaging biedt. De derde reden is commitment, de emotionele betrokkenheid bij de organisatie. Dat heb ik aan kunnen tonen. Ik heb een branchebreed onderzoek gedaan.’ Omdat hij een wetenschappelijk systematische methode heeft gebruikt, wil hij niet speculeren hoe het in de onderhoudsbranche is. ‘Dat zouden aannames zijn’, knikt hij. De Visser vult aan: ‘Echter, een groot gedeelte van de managers in ons kandidatenbestand werkt binnen de onderhoudsindustrie of heeft hier in het verleden gewerkt. Hoeveel van de 1660 respondenten er op dit moment exact binnen onderhoudsindustrie werkzaam zijn, valt buiten de scope van het onderzoek. Daarom kan er niet één op één gesteld worden of de generieke uitkomst van het onderzoek ook van toepassing is op de onderhoudsindustrie.’ Hoewel werd verwacht dat werknemers die langer bij een organisatie zitten minder geneigd zijn een vertrekwens te hebben, blijkt uit het onderzoek het omgekeerde. De risicogroepen met een verhoogde vertrekintentie zijn de jongere managers en de managers die al langere tijd in hun functie zitten. ‘Wanneer iemand langer in de organisatie zit, is hij op dit moment meer geneigd te vertrekken. Dat komt waarschijnlijk omdat er lange tijd geen mogelijkheden waren om te switchen van baan. Nu de economie weer wat aantrekt, durft men dat wel.’
Opvallend Een andere reden is de tevredenheid met de directie of leidinggevende. ‘De algemene werktevredenheid is van belang. De financiële beloning speelt slechts een kleine rol
58 MaintNL 09 – 2014
58_59_MN_NVDO_artikel.indd 58
21-10-14 13:49
in de vertrekintentie. Dat is een opvallend resultaat.’ In onderzoeken van het sociaal cultureel planbureau valt op dat dit juist wel binnen alle lagen speelt, weet Wim de Kruijf. ‘Ik merk dat ook in de praktijk’, knikt Bert-Jan de Visser. ‘Ik krijg mensen best bewogen om te switchen voor een lager salaris. Dat geld niet gelukkig maakt is absoluut een uitkomst van het onderzoek, en ook onze ervaring door de jaren heen.’ Het onderzoek bevestigt tevens dat mensen naar bedrijven willen die echt bezig zijn met hun toekomst. De Visser: ‘Bedrijven die een tactisch strategisch goed plan hebben neergezet en hun missie en visie goed hebben gedefinieerd. Wanneer managers niet goed aanvoelen wat de top van hun bedrijven precies wil, worden ze onrustig. Er moet richting en duidelijkheid zijn. Niet alleen voor mensen op de werkvloer, maar ook voor mensen in de top en subtop.’
‘Nu de economie weer wat aantrekt, durft men weer te switchen van baan.’ Antwoord Uitdaging, motivatie, verantwoordelijkheid, het interessant houden van een job, emotionele betrokkenheid die je creëert door visie. Dat zijn de zaken waar het om draait, meent De Kruijf. ‘Dat zijn de antwoorden op de vraag “Op welke manieren kunnen bedrijven in de techniek en industrie hun managers en directeuren beter vast houden?” Geld is dus van ondergeschikt belang. Wat ik zelf ook zeer opvallend vond,
was dat goede sfeer, omgang met collega’s, flexibiliteit zoals het Nieuwe Werken geen enkele invloed hebben op het vertrek.’ Bedrijven moeten dus goed gaan nadenken over nieuwe manieren om hun mensen vast te houden. ‘Je móet naar nieuwe methoden toe. Het onderzoek pleit ervoor dat organisaties die methodieken implementeren die streven naar een excellent opererende organisatie, zoals Lean Management, Six Sigma en Operational Excellence, de vertrekintentie van managers verkleinen. De objectieve manier van meten, beoordelen en belonen heeft grote invloed, net als de focus op continue verbetering en eigenaarschap van het eigen proces.’
Out of business Bedrijven die geen maatregelen nemen raken volgens De Visser “out of business”. ‘Omdat je marktaandeel verliest of kennis kwijt raakt doordat er heel veel wordt gemuteerd. De vertrekintentie neemt ook vaak toe omdat een manager niet de back-up en de vrijheid krijgt van de top in het kader van continue verbeteren.’ Een beter lopende productielijn gaat vaak hand in hand met de voorspellers van de vertrekintentie, meent Wim de Kruijf. ‘Dat kan heel mooi hand in hand gaan door gebruik te maken van een complete cultuuromslag. Door die focus op continue verbetering.’ De Visser heeft daar een paar mooie voorbeelden van in zijn portefeuille. ‘Bij die bedrijven wordt niet alleen gekeken naar productie, maar ook naar scholing, opleiding en training. Men bereikt op deze manier een betere productie met betere mensen die van het bedrijf houden en zich-
zelf willen doorontwikkelen binnen het bedrijf. En dit wordt gestimuleerd door de top. Zo ontstaat enthousiasme en wil om door te ontwikkelen, ook vanaf de werkvloer. Die parallel zou je ook kunnen trekken met het onderzoek, want wat gebeurt er? Op alle lagen gaan de vertrekintenties omlaag. Ik denk dat je dat ook kunt doortrekken naar de onderhoudsbranche. Bij productiebedrijven zie ik het echter veel meer tot wasdom komen.’
Binden en boeien Bedrijven die hier goed mee omgaan, pakken het geheel op, weet hij. ‘Wanneer je continue verbetert, moet je álles verbeteren. Binnen alle geledingen van je bedrijf. Dus niet alleen op je onderhoud, maar ook op je mensen. Je ziet bij bedrijven die heel strak sturen op het binden en boeien van hun mensen dat ze het hele pakket pakken en niet een stukje.’ Bedrijven worden dus aangeraden te denken aan lean bedrijfsinrichtingen met een focus op constante verbetering en wetenschappelijke meetmethodes. ‘Op deze manier krijg je objectieve cijfers, zodat je mensen objectief kunt beoordelen. Wij raden aan mensen een eigen vastomlijnde taak te geven waarin ze een eigen verantwoordelijkheid hebben over een bepaald deel van het proces. Zo houd je een job interessant, geef je iedereen ruimte om te groeien en zo betrek je mensen binnen het bedrijf. Wanneer je dit soort bedrijfsinrichtingen op een goede manier toepast, dan zul je mensen beter kunnen vasthouden. Dat blijkt ook uit de resultaten van dit onderzoek.’ n MaintNL 09 – 2014
58_59_MN_NVDO_artikel.indd 59
59
21-10-14 13:49
Cursussen
Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de Maintenance Academy op www.nvdo.nl Komende NVDO Cursussen Locatie: NVDO Verenigingsgebouw, tenzij anders vermeld In Company Storingsanalyse, maar dan Anders! Tijdens deze eendaagse cursus worden eigen ervaringen uitgewisseld. De deelnemers krijgen een beeld van hun huidige werkwijze bij het analyseren van storingen. Vervolgens wordt stap voor stap een systematische aanpak voor storingsanalyse getraind. Daarbij worden korte stukken theorie steeds afgewisseld met vele praktische voorbeelden en oefeningen om vaardigheid te ontwikkelen in een kritische aanpak. Leerdoelen Deelnemers worden getraind in een stap voor stap aanpak, een systematische manier van denken voor het analyseren en oplossen van storingen. De deelnemer krijgt daarbij antwoord op de volgende vragen: • Hoe meld ik storingen duidelijk en welke vragen moet ik (mezelf) stellen om ervoor te zorgen dat ik alle relevante informatie verzamel die nodig is voor het oplossen van de storing? • Op welke wijze kan ik alle gegevens met betrekking tot een storing het beste (visueel) vastleggen, zodat de feiten door iedereen eenvoudig begrepen worden? • Hoe kan ik een nog niet opgeloste storing zorgvuldig overdragen aan een collega, zodanig dat hij direct met de analyse kan beginnen? • Hoe pak ik de analyse van de storing efficiënt en effectief wijze aan, zonder voorbarige conclusies te trekken? • Hoe bepaal ik op basis van de beschikbare informatie de juiste storingsoorzaak, zonder te vervallen in een aanpak van “trial and error”? • Hoe bepaal ik de beste maatregelen om de storingsoorzaak weg te nemen. Investering Zie voor de voorwaarden www.nvdo.nl
In Company Uitbesteden van Onderhoud Uitbesteden van onderhoudswerkzaamheden komt in de sector voor. Veelal kiezen bedrijven ervoor om zich nog enkel en alleen op de core business te richten. De productie en omzet is echter wel sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van de (proces kritische) installaties. Tevens heeft men in de praktijk te maken met specifieke installaties of systemen waarbij het onderhoud wordt uitgevoerd door de fabrikant of derden. In alle gevallen dient bij het uitbesteden duidelijk te zijn wie welke taken
en verantwoordelijkheden heeft en wat de risico’s zijn van uitval of verstoringen van het primaire proces. Contracten moeten transparant zijn en duidelijke afspraken bevatten. Leerdoelen Na het volgen van de tweedaagse cursus Uitbesteden van Onderhoud, is uw medewerk(st)er in staat om het gehele proces van contractmanagement in te richten en te beheersen. Concreet leert de cursist wat contractmanagement inhoudt, welke typen onderhoudscontracten mogelijk zijn en hoe deze strategisch toegepast kunnen worden. Daarnaast leert de cursist onderhoudscontracten opstellen, borgen, bewaken en evalueren. Tot slot worden de concepten Life Cycle Costing en Total Cost of Ownership behandeld als uitgangspunten voor investeringsbeslissingen. Investering Zie voor de voorwaarden www.nvdo.nl
In Company Praktijkgericht Risicomanagement voor Beheer en Onderhoud van Assets Binnen risicomanagement is het gebruik van risicomatrices een essentieel onderdeel om kosteneffectiviteit te realiseren voor het beheer en onderhoud van assets. Door gebruik te maken van risicomatrices en risicogetallen kunnen de risicogevolgen in kaart worden gebracht wat leidt tot beslissingsscenario’s. Hierdoor kunnen risico’s vermeden worden of bewust worden geaccepteerd op gebieden als productie, kosten, veiligheid, imago en milieu. Onderhoudsmedewerkers worden vaak betrokken bij risicoanalyses binnen analysemethodieken zoals RCM en FMECA. Hierin wordt gebruik gemaakt van risicomatrices en worden risicoprofielen opgesteld van technische componenten binnen de installaties. Veelal resulteert dit in keuzes ten aanzien van onderhoudsstrategieën. Door het toepassen van risicomanagement op praktijkgerichte vraagstukken wordt niet alleen de kennis overgebracht, maar leert men ook wat de impact is van de methodiek voor uw organisatie. Ook wordt duidelijk wat de verhouding is tussen de kosten en de opbrengsten bij het implementeren van de risicomanagement. Leerdoel Deze cursus stelt u in staat om risicomanagement voor beheer en onderhoud toe te passen gedurende de gehele levenscyclus van een technische installatie. Investering Zie voor de voorwaarden www.nvdo.nl
60 MaintNL 09 – 2014
60_MI_NVDO_cursussen.indd 60
21-10-14 13:49
Kennisdossier
NVDO Suto Kennisdossier op Myjour.nl Bij iMaintain Prestatiemanagement, het congres van de NVDO Sectie Suto en het iMaintainplatform, op 1 oktober werd het al aangekondigd: het NVDO Suto Kennisdossier gaat online. In de komende maanden zal de inhoud en omvang van het dossier groeien en kunnen geïnteresseerden deze en andere inhoud vinden in de online kiosk Myjour.nl. Fiona van Kessel Het programma van het congres van de NVDO Sectie Suto en het iMaintain platform bevatte al veel kennis en informatie. Maar de Sectie Uitbesteden en Toeleveren van Onderhoud heeft nog veel meer te vertellen op het gebied van prestatiemanagement. De komende maanden zal een online kennisdossier worden opgebouwd, uitgebreid en onderhouden via online kiosk Myjour.
Van reportages tot e-learnings Digital publishing is al langere tijd een opkomende trend op het uitgevergebied. Het is belangrijk mee te groeien met de ontwikkelingen in de markt: ‘The new way, is the digital way.’ Er is een internationale beweging richting betaalde online content. Myjour wordt ook wel omschreven als de iTunes voor artikelen. In de online kiosk zijn artikelen van verschillende tijdschriften, vakbladen, kranten, websites en auteurs te vinden. Dit zorgt voor een grote verscheidenheid aan informatie. Zo staan er interviews, reportages, achtergrondartikelen, onderzoeken, columns, korte verhalen en e-learnings op het platform.
Op Myjour bieden uiteenlopende bronnen hun artikelen aan. Zo is bijvoorbeeld de Quest te lezen, maar ook Metaal magazine, Nieuwe Revu en Petrochem, om er maar een paar te noemen. Het is mogelijk om zelf een selectie samen te stellen van uw favoriete bronnen of artikelen. Ook is het een optie om bepaalde onderwerpen, zoals bijvoorbeeld techniek of geschiedenis, te volgen. Zo bepaalt u zelf welke previews van artikelen verschijnen op uw homepage. Op deze manier heeft u gelijk een handige selectie met de voor u relevante informatie. Dit maakt het eenvoudig om een interessant artikel terug te vinden.
Platform voor prestatiemanagement De NVDO Sectie Suto is kennisdrager binnen de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud voor de portefeuilles Technische Arbeidsmarkt en Prestatie-management. Het bedient de keten waarin zowel asset owners als dienstverleners zich bewegen en faciliteert kennisontwikkeling en informatieverspreiding voor toelevering en uitbesteden van onderhoud, waardoor leden excellente pres-
MyjOUr De komende maanden wordt via Myjour gepubliceerd • Een congresverslag van iMaintain prestatiemanagement. • Interviews met Frank Verbeeten en Arjen van Weele. • De NVDO Suto Benchmark uit 2011. • Het NVDO Suto Kennisdossier 2014. • Onderzoeksresultaten van Frank Verbeeten. • Onderzoeksresultaten van Regien Sumo en Arjen van Weele.
Petrochem is al langere tijd te vinden in de Myjour web-app. taties uit prestaties kunnen halen! Via Myjour wil Suto een breder publiek bedienen, waardoor meer mensen zich gaan verdiepen in het uitbesteden en toeleveren van onderhoud. De inzet van de online kiosk Myjour is een nieuwe stap in het doel om kennis te delen. In het kennisdossier zullen eerder verschenen artikelen worden geplaatst en wordt bovendien gewerkt aan nieuwe inhoud met verhalen, columns en links en onderzoeken. Het is daardoor erg dynamisch. Steeds als er relevante informatie beschikbaar wordt, zal het dossier verder worden aangevuld. Myjour is te gebruiken met een smartphone, tablet of de PC. Daarnaast kunt u eenvoudig artikelen delen via social media, e-mail of een ander online medium. Myjour trekt op dit moment voornamelijk een publiek met een special interest, in bijvoorbeeld natuur, techniek of psychologie. In een uitgeefwereld die aan het digitaliseren is willen ook wij daar ervaring mee opdoen. Het voordeel is dat u als lezer op Myjour alleen betaalt voor de informatie die u nodig heeft. Zo is het mogelijk de grote hoeveelheid informatie die online te vinden is te filteren. n MaintNL 09 – 2014
61_MI_MyJour_NVDO-artikel.indd 61
61
22-10-14 12:02
www.testo.nl/885
14TES15
Testo Uw partner in meettechniek voor procesoptimalisatie en preventief onderhoud!
Sitech Services verbetert uw prestaties Sitech verzorgt het complete onderhoud van fabrieksinstallaties, van management en uitvoering tot verbeterprojecten. We hebben alle expertise in huis om de maximale opbrengst uit uw installaties te halen. U profiteert van synergievoordelen op specialistische terreinen, met de focus op veilig en optimaal produceren.
www.sitech.nl
62_sitech_testo.indd 1
21-10-14 09:48
Column Liever voluit! Enkele weken geleden was ik in het zuiden van het land. Ie-
maar klopt de volgorde weer niet, want het staat voor Produc-
mand stelde mij een vraag of ik misschien wist of GAO ge-
tiecontrole in de Fabriek. Ik zou dan denken: maak er PCF van!
schikt is voor innovatie...GAO? Is dat net zoiets als SAO en is
En soms zijn het Engelstalige afkortingen, zoals MBA dat staat
het op basis van een FMECA? Of heeft u misschien een MJOP
voor Master of Business Administration. En als je dat dan een-
nodig?
maal weet, moet je vervolgens de regels rondom het gebruik
Kortom: het barst in ons vak van de afkortingen en soms be-
van deze titel kennen. Want de titels MA en MSc mogen niet
trap ik mijzelf en mijn omgeving erop dat van een heleboel
gecombineerd worden met drs. of ir., terwijl combinaties met
afkortingen niemand meer weet waar de letters eigenlijk voor staan. En als we het met zijn allen weten, veranderen “ze” de hele boel weer. Zo werd RGD onlangs
omgedoopt
en
moeten we daar allemaal weer aan wennen.
Soms betrap ik mijzelf en mijn omgeving erop dat van een heleboel afkortingen niemand meer weet waar de letters eigenlijk voor staan.
titels van zogeheten postinitiële opleidingen zoals MBA en RA weer wel zijn toegestaan. Afkortingen zijn nog tot daar aan toe. Maar het weglaten van delen van een woord is nog veel erger. Prioriteit is ‘prio’ ge-
Stond DE bij mij gewoon voor Douwe Egberts, in het vakgebied
worden en ‘tot ziens, ik hoop je snel weer eens te zien’ doen
wordt een Discipline Engineer bedoeld. Wist ik net wat BIM
we af met ‘later!’. Afkortingen en campagnes, het hoort bij el-
betekent, moet ik me ook de afkorting PIM eigen maken; dat
kaar als Peppi en Kokki. De winkelier bijvoorbeeld heeft een
staat voor zoveel als Pre Inspection Meeting. TCO, VCA en RCM
sticker met de instructie RAAK voor het geval hij overvallen
schrijf ik moeiteloos voluit, maar als u me vraagt om datzelfde
wordt. De letters staan daarbij voor Rustig blijven, Aanvaar-
te doen met IKT weet ik het eerlijk gezegd niet. Zo moest ik pas
den, Afgeven, Kijken!
geleden ook internet raadplegen om een afkorting op te zoeken. Een NVDO-lidbedrijf vroeg een offerte voor de in company
Ik gooi er nog maar een afkorting bovenop:
training ‘Storingsanalyse, maar dan Anders!’. In het kader van
Afkortingen - Liever - Voluit
de actie ‘Tijd voor Scholing’. De aanvraag kwam van de heer die en die, functie DCP. DCP? Deskundig Contact Persoon…
Tot ziens bij de NVDO Jaarbijeenkomst op 14 november a.s.
En dan nog maar te zwijgen over de verschillen in afkortingen
in Beesd!
in sectoren. In infra is DBFMO heel gewoon, net zoals BOEI dat in de gebouwde omgeving is. En om het nog lastiger te maken, soms zijn het Nederlandstalige afkortingen zoals FPC,
colofon
Ellen den Broeder-Ooijevaar Verenigings Manager
MaintNL is het verenigingsmagazine van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. De naam MaintNL is eigendom van de NVDO.
Postbus 138 3990 DC Houten t +31(0)30 634 60 40 f +31(0)30 634 60 41
e info@nvdo.nl • www.nvdo.nl • www.nvdovac.nl
MaintNL 08 – 2014
63_MC_NVDO_Vmanager.indd 63
63
21-10-14 13:48
Kotteren • Lijnboringen • VLaKKen • LasKanten aanbrengen • tappen & boren • DoorsteKen
Machinale bewerkingen bij u op locatie OSM opereert met een team gespecialiseerde vakmensen die, door gebruik te maken van mobiele werktuigmachines, op locatie alle voorkomende machinale bewerkingen kunnen uitvoeren. Zo kunnen bij werkzaamheden aan grote installaties demontage en montage van de bestaande onderdelen vaak bespaard worden, transport naar een werkplaats wordt overbodig en de installatie hoeft maar korte tijd buiten bedrijf gesteld te worden. Met On Site Machining wordt de doorlooptijd verkort en bespaart u tijd en kosten!
Bel vrijblijvend voor een afspraak. Wij komen graag bij u langs!
OSM International Services BV Edisonweg 17, Strijen Postbus 5830 3290 AC Strijen The Netherlands Tel. +31(0)78 6745600 Fax +31(0)78 6745601 E-mail adebruin@osminternational.nl www.osminternational.nl Naamloos-1 11 Naamloos-2
64_stopper via jet.indd 1
07-02-14 14:46 14:43 07-02-14
21-10-14 13:08
volgend nummer 65
FOTO: HENK ROOLVINK, RIJKSWATERSTAAT
In HeT volgende nummer Infra inventarisatie Ook dit najaar lopen er de nodige langdurige infraprojecten. Voor het komende nummer legt iMaintain een aantal projecten langs de maintenance meetlat. Welke vormen van uitbesteden en aannemen zijn ingezet, wat is de kijk op lifecycle costs, hoe wordt omgegaan met risico’s.
Kennisvalorisatie Kennisvalorisatie is het benutten van wetenschappelijke kennis in de praktijk. Universiteiten zetten in op samenwerking met het bedrijfsleven; zijn er al inspirerende voorbeelden? Samen met het Rathenau Instituut en KI< Terneuzen gaat Profion Maintenance Linqs begin november op zoek naar de juiste verbinding tussen wetenschap en verwaarding.
Integraal Asset Management De procesindustrie kijkt steeds meer naar een integrale project aanpak. Essentie hiervan is dat bij nieuwbouw of renovatie van een installatie ook meteen in het project de voorbereiding van de gebruiksfase wordt meegenomen en vastgelegd. Dit levert behalve een betere prestatie ook continue verbetering op, waardoor bedrijven meer grip op de kosten krijgen.
Thema: maintenance in de infra Thema’s 2015 iMaintain 01-2015
maintenance en conditiebewaking
iMaintain 02-2015
maintenance in de procesindustrie
iMaintain 03-2015
maintenance in de maakindustrie
iMaintain 04-2015
imaintain Congres Special
iMaintain 05-2015
EN VERDER MaintNL Vilius Rasickis, student International Maintenance (IMM), heeft het beslismodel ontwikkeld dat leidde tot de software tool voor ‘Werken op Hoogte’. In een interview legt hij uit hoe hij dit model heeft vormgegeven. Verder in deze editie een interview met Henk-Jan ter Stege over zijn rol als maintenance manager bij Wintershall. In ‘De vloer op’ een kijkje bij het tunnelonderhoud van RWS.
maintenance, opleiding en werk
iMaintain 06-2015
maintenance en informatisering
iMaintain 07-2015
maintenance en de gebouwde omgeving
iMaintain 08-2015
maintenance en industriële reiniging
iMaintain 09-2015
maintenance en risicomanagement
iMaintain Nummer 10 verschijnt 5 december 2014
iMaintain 10-2015 maintenance in de infra
09
imaintain 14
65_E_volgend nummer.indd 65
22-10-14 12:02
safesite.nl
OMNISCAN SX FLAW DETECTOR
safesitebv
Kleiner en lichter, maar nog steeds een echte Omniscan
45 MG ULTRASONE DIKTEMETER Ideaal voor het eenvoudige meten van één zijde van alle materialen
IPLEX RX VIDEOSCOOP
UW SPECIALIST IN VEILIG WERKEN OP HOOGTE EEN PASSENDE OPLOSSING VOOR AL UW WERK OP HOOGTE VRAAGSTUKKEN
Gebruiksvriendelijke videoscoop met een excellente beeldkwaliteit
OLYMPUS INDUSTRIAL BENELUX • Boomsesteenweg 77 • B-2630 Aartselaar• info@olympus.be • tel NL 0031/71 54 50 884 tel BE 0032/3870 58 03 • www.olympus-ims.com/en/
ADVErTENTIE INDEx Ahoy ............................................................................................... 52 AIB Vincotte Nederland ................................................................... 12 Delta Heat Services ........................................................................ 28 Eco Ketelservice Verhuur ................................................................. 28 Hateha............................................................................................ 52 Havep Workwear.............................................................................. 38 IJssel Technologie............................................................................ 40 iMaintain Platform ....................................................................20, 21 Lubron Waterbehandeling................................................................ 12
Advies
Training
Verkoop
Olympus Belgium ............................................................................ 66 OSM International Services BV ....................................................... 64 Profion Maintenance Linqs .............................................................. 16 Safe Site......................................................................................... 66 Sitech Services ............................................................................... 62
Rope Access
Installatie
Inspectie
SKF................................................................................................... 4 Special Tank Cleaning ..................................................................... 68
Safe Site B.V., Staalindustrieweg 19, 2952 AT Alblasserdam
Stork Technical Services Holding ..................................................... 67 Testo ............................................................................................... 62
Onderhoud Valbeveiliging
SafeSite0019_Advertentie_Algemeen_90x267 map.indd 1
66_index_olympus_safe.indd 1
V GM C HECKLIST A ANNEMERS
Total Nederland................................................................................. 2 Traduco ............................................................................................. 6
17-10-2014 11:31:50
22-10-14 12:29
ASSET INTEGRITY PARTNER STORK IS EEN WERELDWIJD OPERERENDE KENNISORGANISATIE OP HET GEBIED VAN ASSET-OPTIMALISATIE EN INTEGRITY MANAGEMENT VOOR DE OLIE & GAS-, CHEMIE- EN ENERGIESECTOR. Stork is al 185 jaar een betrouwbare en toonaangevende leverancier van asset integrity managementdiensten. Wij helpen onze klanten bij het optimaliseren van de productie door het onderhouden, repareren en verbeteren van hun industriële assets. Als één team opereren wij vanuit verschillende technische disciplines waarbij we voortdurend streven naar continuïteit, kwaliteit, innovatie en kostenbesparing. Hiermee leveren we toegevoegde waarde gedurende de gehele levenscyclus van de assets van onze klanten. Veiligheid heeft daarbij altijd onze hoogste prioriteit.
WWW.STORK.COM
Industrial Services
Tank reiniging
Druk-VacuĂźm techniek
Industriele reiniging
Droge stoffen techniek
Hogedruk reiniging
Transport
Riool reiniging
Milieuvriendelijk ontgassen
Austria
-
Netherlands
-
Germany
ST-Cleaning BV
www.st-cleaning.com office@st-cleaning.com
â&#x20AC;&#x2DC;t Woud 59 3232 LN Brielle