IMA10 binder lr

Page 1

www.imaintain.info

10 15 TWAALFDE JAARGANG – LOSSE VERKOOPPRIJS € 17,00

Maint

Het mag

IMA10_

MA_Co

azine va n de

NL

NVDO

Mainten ance Ma nager of is het al the Year waard om Hans Pet ervoor te ers: ‘De door aan gaan’ | Dro nominatie passing nes beter regels | Bro inzetbaar uwen op een duurz amere ma nier

verMaint.indd

29

01-12-1

5 14:21

VEROUDERDE ASSETS HOEVEN NOG NIET MET PENSIOEN

IMA10_F_Producten.indd 26

02-12-15 15:28


ASSET INTEGRITY PARTNER STORK IS EEN WERELDWIJD OPERERENDE KENNISORGANISATIE OP HET GEBIED VAN ASSET-OPTIMALISATIE EN INTEGRITY MANAGEMENT VOOR DE OLIE & GAS-, CHEMIE- EN ENERGIESECTOR. Stork is al 185 jaar een betrouwbare en toonaangevende leverancier van asset integrity managementdiensten. Wij helpen onze klanten bij het optimaliseren van de productie door het onderhouden, repareren en verbeteren van hun industriële assets. Als één team opereren wij vanuit verschillende technische disciplines waarbij we voortdurend streven naar continuïteit, kwaliteit, innovatie en kostenbesparing. Hiermee leveren we toegevoegde waarde gedurende de gehele levenscyclus van de assets van onze klanten. Veiligheid heeft daarbij altijd onze hoogste prioriteit.

WWW.STORK.COM

20140211_Petrochem-advert.indd 1 IMA10_F_Producten.indd 26

3/06/2014 10:43:32 02-12-15 15:29


INHOUD 3

10 Behoud van industrie gaat verder dan onderhoud ‘Productiebedrijven van vandaag kunnen de toekomst niet alleen aan met beter onderhoud. Daar is echt meer voor nodig.’ Volgens Mark Haarman en Guy Delahay, managing partners van Mainnovation, is er een nieuwe aanpak van onderhoud nodig.

14 Verouderde assets hoeven nog niet met pensioen Zo’n veertig procent van de Nederlandse assets is de economische levensduur inmiddels voorbij. Maar dat voldongen feit wil niet zeggen dat die assets dan maar moeten worden afgeschreven.

5 COMMENTAAR 6

ACTUEEL

16 GEEN VERRASSINGEN MEER VOOR DE PROCESINDUSTRIE 20 WHAT'S NEXT 62 VOLGEND NUMMER

Maint

NL

Het magazine van de NVDO

29

Erkenning en aandacht voor het onderhoud en het product drinkwater, dat is toch wel het leukste wat de verkiezing van Maintenance Manager of the Year Hans Peters van Waterbedrijf Dunea heeft opgeleverd. Hoe onderhoud je een terminal met veertig mensen? Drie medewerkers van Botlek Tank Terminal (BTT) vertellen over hun werkzaamheden bij het Rotterdamse bedrijf.

‘De nominatie is het al waard om ervoor te gaan’ ‘Complexere operaties mogelijk door efficiency’ Plastic weg gaat lang mee en vergt weinig onderhoud Bier brouwen op een duurzamere manier ‘Nederland loopt achter in energiebesparing’ Fotoverslag NVDO Jaarbijeenkomst Maintenance for Energy Drones beter inzetbaar door aanpassing regels Onderhoud en strategie beter op elkaar afstemmen

32 36 40 42 45 48 50 53

10

iMaintain 15

IMA10_B_Inhoud.indd 3

02-12-15 15:09


On- and offshore blade inspection and repair

iMaintain.info

geeft nog meer waarde voor uw geld

Cracks Gel-coat damage

Lightning damage Certified technicians Top-coat damage

Delamination Modifications

Leading edge erosion

Meer nieuws dan ooit • Actuele berichtgeving over de gehele onderhoudssector • Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar • Volledig evenementenoverzicht • Online catalogi met producten en diensten • Multimediale bedrijfspresentaties • Tweewekelijkse Nieuwsbrief • Live twitter updates • LinkedIn interacted

iMaintain-abonnees krijgen meer • De nieuwste iMaintain staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase • Ga naar www.imaintain.info en kies abonneren

T. +31 (0)88 - 12 33 600 WWW.SKY-ACCESS.COM

Ga direct naar imaintain.info en blijf iedereen voor

IMA10_ADV.indd 4

_adv_www_iMaintain-staand-A5.indd 43

02-12-15 15:13 02-12-15 14:21


COMMENTAAR 5

Voor de kat zijn viool Via het iMaintain platform brengen we u vaak verhalen over vernieuwingen, veranderingen en innovaties. In veel gevallen zijn dat verhalen van projecten die goed zijn verlopen en daardoor een mooi en beoogd resultaat hebben gehaald. Wij willen daarmee laten zien wat er speelt en gaat spelen zodat u misschien denkt: ‘Daar moeten we ook eens naar kijken’. Dan doen wij iets goed. Maar die successen komen niet zomaar na een goed idee of na een gelikt verhaal van een leverancier. Dan begint het pas. Bij een bijeenkomst over Next Generation Condition Monitoring van een van onze partners werd ik onlangs weer bewust van de grote gemene deler van de succesvolle verhalen. Twee van de sprekers op het event zijn echte ‘believers’ in het project waar ze aan werken en in het doel dat ze daarmee nastreven. Beide sprekers zijn genoodzaakt om meer te weten van de installaties waarbij ze verantwoordelijk zijn voor de beschikbaarheid en veiligheid. De een omdat de markt waarin ze opereren over een paar jaar volledig op zijn kop staat. De ander omdat zijn installaties, hoewel nog in de garantieperiode, nu al niet meer kunnen doen waar ze ooit voor bedoeld zijn. In beide gevallen verandert er vooral iets aan de omgeving van het bedrijf. En dat geeft noodzaak en een doel. Daarmee kregen de mannen een beweging op gang binnen hun bedrijf en onder collega’s waarmee je verschil kunt gaan maken. Enkele vragen uit het publiek toonden dat aan. ‘Hoe krijg je dan die mensen mee die al jaren doen wat ze doen?’ Het antwoord was eigenlijk simpel: ‘Door het doel uit te leggen’. Veranderen omdat het kan heeft weinig effect. Zonder een duidelijk doel is het veranderen voor de kat zijn viool. Maar veranderen omdat het moet geeft richting en vaart aan de veranderprocessen. Dan nog is het hard werken, maar wel naar een mooi resultaat.

Mark Oosterveer @M_Oosterveer mark@industrielinqs.nl

HOOFDREDACTIE

Mark Oosterveer 020 3122 793 mark.oosterveer@industrielinqs.nl NUMMER 10 - 2015

Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl

UITGAVE VAN

EINDREDACTIE

Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7 1019 HD Amsterdam

Miriam Rook 020 3122 796 miriam.rook@industrielinqs.nl Liesbeth Schipper 020 31 22 083 liesbeth.schipper@industrielinqs.nl

MEDEWERKERS PARTNER

Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) Postbus 138, 3990 DC Houten

David van Baarle, Erik te Roller, Renske van den Berg, Ingrid Rompa, Pieter Pulleman, Francis Voermans, Dagmar Aarts

LAY-OUT

BureauOMA BV, Wehl

COVER Ahoy Rotterdam NV Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Organisator van

UITGEVER

Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl

Rijkswaterstaat|Henk Roolvink

ADVERTENTIEVERKOOP Jetvertising BV Kim de Bruin T: 070 399 00 00 F: 070 390 24 88 kim@jetvertising.nl

TRAFFIC

Breg Schoen 020 3122 088

DRUKKERIJ

PreVision Graphic Solutions

ABONNEMENTEN (EXCL. BTW)

Nederland/België € 95,– Introductie NL/B 25% € 71,– Overig buitenland € 119,– Losse verkoopprijs € 17,– Studenten € 39,– Proefabonnement 3 mnd € 27,50

OPZEGGEN

Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon.

Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.

ABONNEMENTENLAND

Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. ISSN: 2211-6826 © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.

10

iMaintain 15

IMA10_C_Comm.indd 5

02-12-15 15:06


6 ACTUEEL

1. Kolencentrale Borssele sluit eerder na incidenten EPZ heeft 24 november de kolencentrale Borssele definitief uit bedrijf genomen. Na de laatste bunkering van kolen is het vuur in de ketel gedoofd. Lees verder op pagina 7

2. Covestro helpt vliegtuig op zonne-energie De leverancier van innovatieve hoogtechnologische polymeermaterialen heeft aangekondigd zijn sponsorovereenkomst te verlengen met Solar Impulse, het vliegtuig dat zich opmaakt om in 2016 zijn reis rond de wereld te voltooien. Lees verder op pagina 7

3. TU/e neemt kingsize 3D-betonprinter in gebruik De Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) heeft in oktober een betonprinter in gebruik genomen, waarmee objecten tot elf meter lang, vijf meter breed en vier meter hoog kunnen worden geprint. Lees verder op deze pagina

4. Vitens legt eerste slimme drinkwaterleidingnet ter wereld aan Vitens gaat als eerste drinkwaterbedrijf ter wereld een grootschalig intelligent drinkwaterleidingnet aanleggen. Het 9.000 kilometer lange leidingnet van de provincie Friesland wordt hiervoor voorzien van 200 sensoren die realtime de vraag naar en kwaliteit van drinkwater gaan meten. Lees verder op deze pagina

5. KWS Infra maakt tweelaags ZOAB van gerecycled materiaal KWS Infra, een onderneming van VolkerWessels, biedt nu tweelaags ZOAB aan van gerecycled materiaal. Met deze noviteit speelt de grootste wegenbouwer van Nederland in op de huidige wensen om duurzaam en ‘cradle-to-cradle’ te produceren. Lees verder op pagina 9

10 15 iMaintain

IMA10_D_Actueel.indd 6

Vitens legt eerste slimme drinkwaterleidingnet ter wereld aan Vitens gaat als eerste drinkwaterbedrijf ter wereld een grootschalig intelligent drinkwaterleidingnet aanleggen. Het negenduizend kilometer lange leidingnet van de provincie Friesland wordt hiervoor voorzien van tweehonderd sensoren die realtime de vraag naar en kwaliteit van drinkwater gaan meten. Het drinkwaterbedrijf heeft de ambitie hiermee eventuele problemen te gaan oplossen nog voordat de klant hier last van heeft, klanten proactief te informeren als er verstoringen zijn en meer inzicht te krijgen in wat er in het leidingnet gebeurt. Bij een leidingbreuk of andere problemen in het leidingnet, is Vitens nu nog afhankelijk van een klant die het drinkwaterbedrijf belt. In het slimme leidingnet kunnen sensoren live registreren wat er in het leidingnet gebeurt en deze data doorsturen naar de centrale waterverdeling van Vitens. De sensoren functioneren daarmee als een soort oren en ogen in het net. Een haarscheur in een leiding kan daardoor worden ‘gehoord’ door een sensor, nog voor een leidingbreuk ontstaat. Vitens kan dan een monteur op pad sturen. Vitens ziet nog meer mogelijkheden voor de sensoren op lange termijn zoals het verminderen van energieverbruik door meer inzicht in waterdruk en het live meten van waterkwaliteit. Vitens begint in 2016 met het aanleggen van het intelligente drinkwaterleidingnet in Friesland. Daarmee heeft de provincie een wereldprimeur, nog nergens anders ter wereld is op deze schaal realtime inzichtelijk wat er in het leidingnet gebeurt. Met het project is een bedrag van drie miljoen euro gemoeid. Het project wordt gestimuleerd met een subsidie van de Europese Commissie en de Provincie Fryslân.

TU/e neemt kingsize 3D-betonprinter in gebruik De Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) heeft in oktober een betonprinter in gebruik genomen, waarmee objecten tot elf meter lang, vijf meter breed en vier meter hoog kunnen worden geprint. De universiteit gaat samen met de bouwindustrie kennis ontwikkelen om over een aantal jaren grensverleggende en makkelijk te recyclen betonproducten te printen. Denk bijvoorbeeld aan complete wanden, met alle voorzieningen en individuele wensen mee geprint. Het Nederlandse bedrijf ROHACO bouwde de betonprinter, de eerste van dit type en van deze afmeting in Nederland. Het printen van beton vereist veel nieuwe kennis, nieuwe technieken en nieuwe materialen. Een van de nieuwe mogelijkheden is het maken van zeer fijne betonstructuren. Bij het traditionele storten van beton bepaalt de bekisting de uiteindelijke vorm van beton, en die is vrij lomp. Met betonprinten moeten bouwers straks details zo klein als een erwt kunnen maken. Een andere nieuwe mogelijkheid is het printen van verschillende soorten, kwaliteiten en kleuren beton. Daarmee kan bijvoorbeeld een complete wand worden geprint van met vezels versterkt beton en een actieve isolerende laag voor de warmte. Het printen van beton geeft ook de mogelijkheid om slimme componenten direct op de juiste plaats in te brengen. Denk aan draadloze sensoren, bijvoorbeeld om temperatuur te meten, voor verlichting die aangaat wanneer iemand binnen komt of voor beveiliging. Voor het zover is, moet er nog onderzoek worden gedaan. Bij het printen van een nieuwe laag bijvoorbeeld moet de onderliggende laag al genoeg draagkracht hebben opgebouwd om niet in te zakken. Tegelijk moet die laag nog vochtig genoeg zijn om te hechten aan de nieuwe – een eis die strijdig is met de vorige. De Eindhovense onderzoekers gaan nieuwe soorten beton onderzoeken die toch goed aan beide eisen voldoen. Ze verwachten dat binnen vijf jaar de eerste producten op de markt zijn. Het onderzoeksproject heet 3D Concrete Printing (3DCP). De financiering, zo’n 6,5 ton, komt van tien deelnemende bedrijven en van de TU/e. FOTO: TU/E

MEEST GELEZEN ONLINE

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

02-12-15 15:10


ACTUEEL 7

Covestro helpt vliegtuig op zonne-energie Covestro, een leverancier van innovatieve hoogtechnologische polymeermaterialen, heeft aangekondigd zijn sponsorovereenkomst te verlengen met Solar Impulse, het vliegtuig dat zich opmaakt om in 2016 zijn reis rond de wereld te voltooien. Solar Impulse is het eerste vliegtuig dat dag en nacht in de lucht kan blijven zonder een druppel brandstof, dankzij zonne-energie. Er wordt geprobeerd rond de wereld te vliegen om zo geschiedenis te schrijven en aan te tonen dat met schone technologieën het onmogelijke kan worden verwezenlijkt. Covestro, het vroegere Bayer MaterialScience, is een Solar Impulse-projectpartner sinds 2010 en tevens de officiële technische partner. Het bedrijf was verantwoordelijk voor het design en de ontwikkeling van de cockpit. Deze is gebouwd met de meest geavanceerde polyurethaan- en polycarbonaatsystemen, die niet alleen het gewicht van het vliegtuig drastisch verlagen, maar ook garant staan voor een ultieme bescherming van de piloot. ‘Het Solar Impulse-project is uitgegroeid tot het symbool van Covestro’s innovatiecapaciteit’, zegt Patrick Thomas, CEO van Covestro. De technologie die ontwikkeld is voor de Solar Impulse, wordt nu al toegepast in allerlei producten in de automobiel- en de koelsector. Bovendien stelt Covestro vast dat de coatings op het vliegtuig vandaag hun weg vinden naar tal van andere industriële sectoren.

Kolencentrale Borssele sluit eerder na incidenten EPZ heeft 24 november de kolencentrale Borssele definitief uit bedrijf genomen. De laatste bunkering van kolen had de dag ervoor plaatsgevonden en daarna is het vuur in de ketel definitief gedoofd. De kolencentrale zou uiterlijk op 31 december 2015 haar productie staken. EPZ-directeur Carlo Wolters: ‘De kolencentrale is de afgelopen maanden getroffen door een aantal ernstige incidenten die een zware wissel hebben getrokken op onze medewerkers. Om die reden vinden wij het onverstandig om door te gaan met de productie tot eind van het jaar.’ Een van de incidenten vond plaats in de week voor de sluiting. Bij werkzaamheden bij de kolen-opslaglocatie nabij de kolencentrale van EPZ is toen bij een ongeval een medewerker van Sagro om het leven gekomen. De komende maanden worden de werkzaamheden gericht op het voorbereiden van de ontmanteling. Het grootste deel van de medewerkers heeft een andere baan gevonden binnen of buiten EPZ of verlaat met een regeling het bedrijf. Circa 25 mensen worden begeleid naar ander werk.

BAM verwerft opdracht ontwerp, bouw en onderhoud Rotterdamsebaan De gemeente Den Haag zal BAM opdracht verlenen voor ontwerp, bouw en onderhoud gedurende vijftien jaar van de Rotterdamsebaan. De circa vier kilometer lange Rotterdamsebaan wordt de nieuwe verbindingsweg tussen knooppunt Ypenburg (A4/A13) en de Centrumring van Den Haag. De bouwsom bedraagt ruim driehonderd miljoen euro. De bouwwerkzaamheden gaan medio 2016 van start. De Rotterdamsebaan is naar verwachting voorjaar 2020 beschikbaar voor het verkeer. De Rotterdamsebaan maakt Den Haag en de regio beter bereikbaar door de snelwegen (A4/A13) en de Centrumring van Den Haag met elkaar te verbinden. Het traject begint bij het knooppunt Ypenburg. Bij het huidige parkeerterrein van Drievliet verdwijnt de weg onder de grond. Onderdeel van de Rotterdamsebaan vormt een 1,8 kilometer lange boortunnel met twee tunnelbuizen met een doorsnede van tien meter. De tunnel loopt onder de Westvlietweg, de archeologische vindplaats Forum Hadriani en de Binckhorsthaven door. De bouwcombinatie bestaat uit BAM Infra en Duitse tunnelspecialist Wayss & Freytag Ingenieurbau.

BEDRIJVENNIEUWS Chemie en life sciences sector steunt STEM-charter Essenscia Vlaanderen, de federatie van de chemische industrie, kunststoffen en life sciences, heeft samen met twaalf lidbedrijven, het STEM-charter ondertekend. Met het charter slaan overheid, kennisinstellingen, sociale partners, sectororganisaties, onderwijs- en bedrijfswereld de handen in elkaar om jongeren te inspireren om voor STEM-studies te kiezen. STEM staat voor Science, Technology, Engineering en Mathematics. Verschillende sectorbedrijven steunen het charter. Essenscia vlaanderen onderneemt in samenwerking met diverse partners initiatieven om STEM-studies en de belangrijke rol van chemie en wetenschappen in het dagelijks leven te promoten. Daarbij worden jongeren vanaf de lagere school tot in het voortgezet onderwijs warm gemaakt voor wetenschap en techniek.

Air France-KLM doet onderhoud vliegtuigen Etihad De technische divisie van Air FranceKLM gaat tien jaar lang onderdelen en onderhoudsdiensten leveren voor de 33 Boeing 777's van branchegenoot Etihad. Dat schrijft NU.nl. Met de overeenkomst is een bedrag van 'enkele honderden miljoenen dollars’ gemoeid, liet de Arabische luchtvaartmaatschappij weten. Etihad en Air France-KLM werken sinds 2012 samen op sommige vluchten tussen steden in Europa, het Midden-Oosten, Azië en Australië. De onderhoudsdivisie van Air FranceKLM heeft nu al bijna 1500 vliegtuigen van tweehonderd verschillende luchtvaartmaatschappijen onder haar hoede. Van het onderdeel, dat werk biedt aan zo'n 14.000 mensen, wordt de komende jaren een groeiende bijdrage aan de omzet en winst verwacht.

Fakkelen na brand Shell Moerdijk Op het terrein van Shell Moerdijk heeft 12 november brand gewoed bij een compressor bij de kraker. De brand is geblust en het sein veilig

10

iMaintain 15

IMA10_D_Actueel.indd 7

02-12-15 15:10


Het laagste punt van Nederland is ook het veiligste

Als een auto tot stilstand komt in de Westerschelde-

300 luidsprekers in de tunnel. Bij rampen kan de

tunnel wordt dat direct waargenomen door be-

operator zelfs Giel Beelen of Edwin Evers onder-

wegingsdetectoren. Camera’s draaien zich naar de

breken. Al deze elek trotechnische installaties in de

plek waar het voertuig zich bevindt. De controle-

op z’n laagste punt 60 meter diepe Westerschelde-

kamer krijgt automatisch een melding. Terwijl op

tunnel zijn van Croon. Wilt u meer weten over het

de matrixborden een rood kruis verschijnt, kan de

grootste in elektrotechniek gespecialiseerde bedrijf,

tunneloperator contactopnemen via een van de bijna

met meer dan 130 jaar ervaring? Kijk op croon.nl

ontwerp . realisatie . maintenance croon.nl

0540.00.600 adv. Westerschelde 185x267.indd 1

IMA10_ADV.indd 8

17/11/15 14:27

02-12-15 15:13


ACTUEEL 9

KWS Infra maakt tweelaags ZOAB van gerecycled materiaal KWS Infra, een onderneming van VolkerWessels, biedt nu tweelaags ZOAB aan van gerecycled materiaal. Met deze noviteit speelt KWS Infra, de grootste wegenbouwer van Nederland, in op de huidige wensen om duurzaam en ‘cradle-to-cradle’ te produceren. KWS Infra hergebruik al oud asfalt in standaard ZOAB. In de nieuwste tweelaags ZOAB past het bedrijf ook in de onderlaag hergebruikt ZOAB toe. Dit wordt ‘partial recycling’ genoemd. Directeur Jan de Boer legt uit: ‘De toepassing van dit asfaltmengsel zorgt ervoor dat de CO2-uitstoot met maar liefst vijftig procent wordt verminderd ten opzichte van een geproduceerde ton tweelaags ZOAB zonder ‘partial recycling’. Dat maakt dit type ZOAB tot een aantrekkelijk asfaltmengsel voor opdrachtgevers. Het is niet alleen een duurzamer product, het scheelt ook in de prijs. Door hergebruik van oud asfalt kan er goedkoper worden geproduceerd.’ Tweelaags ZOAB levert een hogere geluidsreductie op dan standaard ZOAB. Tweelaags ZOAB vervangt daarom steeds vaker de standaard ZOAB op het hoofdwegennet. Het validatietraject van Rijkswaterstaat toont aan dat het asfalt met recycling even sterk is als gewone tweelaags ZOAB en even lang mee kan gaan.

Drie scenario’s voor Unmanned Valley op Valkenburg Er zijn drie scenario’s uitgewerkt voor een test- en ontwikkellocatie voor onbemande voertuigen op voormalig vliegkamp Valkenburg in Katwijk. Volgens Birch Consultants biedt de locatie goede kansen voor een ‘Unmanned Valley’. De drie scenario’s gaan van klein naar groot. Het ‘Min-scenario’ is een compacte testen productielocatie voor rotordrones. Dit zijn de bekende kleine voertuigen met rotormotortjes, vergelijkbaar met mini-helikopters. Voor dit scenario is een start- en landingsbaan niet nodig. Wel is een testruimte in de lucht nodig van ten minste 500 maal 500 meter. Dit scenario biedt ruimte voor tien tot twintig bedrijven die zorgen voor zo’n 150 tot 500 banen. Het ‘Mid-scenario’ is een Europese testlocatie voor rotordrones en fixedwing drones. Dit zijn drones met vaste vleugels, vergelijkbaar met zweefvliegtuigen. Voor dit scenario is een start- en landingsbaan nodig van maximaal 1 kilometer en een testruimte in de lucht van 1.000 maal 1.000 meter met een testdoorgang naar zee. Een Europese testlocatie trekt ongeveer twintig tot veertig verschillende nationale en internationale bedrijven aan die zorgen voor 800 tot 1400 banen. Het ‘Max-scenario’ is een grote internationale testlocatie en vliegveld voor publieke en commerciële toepassingen van fixed-wing drones. Dit scenario levert 900 tot 1800 banen op. Naar verwachting is na vijf jaar bekend of doorontwikkelen naar het max-scenario mogelijk is. Uit het onderzoek blijkt dat Valkenburg voldoet aan de gestelde eisen voor deze scenario’s. Een unmanned valley heeft alleen kans van slagen, als overheden (waaronder het Rijk, de provincie Zuid-Holland en de gemeente) de ambitie uitspreken om bereid te zijn te groeien naar het max-scenario. Ook is het nodig in de plannen voor locatie Valkenburg ruimte te laten voor de nodige bedrijvigheid, de nodige investeringen en de nodige infrastructuur zoals de noodzakelijke landingsbaan. Samenwerkingsverbanden met sleutelspelers zijn hierbij onmisbaar. De provincie Zuid-Holland gaat laten onderzoeken wat de drie scenario’s betekenen voor de ruimtelijke vertaling. Ook wordt een inschatting gemaakt hoe deze scenario’s zich verhouden tot natuur-, luchtvaart- en milieuwetgeving. Het tweede onderzoek wordt nog dit jaar verwacht.

BEDRIJVENNIEUWS werd al snel afgegeven. Een lekkage in een smeeroliesysteem bij de compressor was de oorzaak van de brand. Deze compressor is direct uit bedrijf genomen en de productie van de kraker gestaakt. Als gevolg van het stoppen van de productie van de kraker werd er op Shell Moerdijk gefakkeld.

Brand bij OCI op Chemelot Op het Chemelot-terrein is begin november een brand geweest in de ammoniakfabriek van OCI Nitrogen. Bij de brand is geen ammoniak vrijgekomen. Het was een waterstofbrand. Meetploegen in de omgeving van het Chemelot-terrein hebben naderhand geen gevaarlijke stoffen gemeten. Inmiddels is de fabriek uitgebreid gecontroleerd en weer veilig bevonden. Bij de brand is een persoon oppervlakkig gewond geraakt aan zijn hoofd. Het terrein in Limburg heeft een roerige paar maanden achter de rug met verschillende incidenten bij verschillende bedrijven.

Koning opent nieuw veiligheidscentrum Dow Terneuzen Koning Willem-Alexander heeft begin november een nieuw veiligheidscentrum van Dow geopend. Met de opening van het hypermoderne veiligheidscentrum voor Europa, het Midden-Oosten, Afrika en India (EMEAI) gaf Koning Willem-Alexander het startsein voor het symposium 50 jaar Dow in Terneuzen. Met de nieuwe infrastructuur in het veiligheidscentrum en de bijbehorende opleiding en training van de mensen is Dow klaar voor de toekomst. Een toekomst met meer transporten naar onder meer Afrika.

uw mailbox? Al het nineuvoworsoninze nieuwsbrief op

iMaintain.info!

Meld u aa

10

iMaintain 15

IMA10_D_Actueel.indd 9

02-12-15 15:10


10 INTERVIEW

Behoud van industrie gaat verder dan onderhoud

Haarman en Delahay: ‘De afgelopen jaren zag je een toename van reliability- en maintenance engineers. Nu wordt de asset portfolio manager belangrijker.’

10 15 iMaintain

IMA10_H_Hoofdinterview.indd 10

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

02-12-15 15:16


INTERVIEW 11

‘Productiebedrijven van vandaag kunnen de toekomst niet alleen aan met beter onderhoud. Daar is echt meer voor nodig.’ Volgens Mark Haarman en Guy Delahay, managing partners van Mainnovation, is er een nieuwe aanpak van onderhoud nodig om ook de komende decennia een competitieve industrie te hebben. Onlangs presenteerden ze hun nieuwe boek VDMXL, een visie op waardegestuurd beheer en onderhoud met extra levensduur.

Mark Oosterveer

Veel van de installaties in de Nederlandse industrie zijn ‘op leeftijd’. Sterker nog, binnen nu en tien jaar komt ruim veertig procent van de installaties aan het eind van zijn oorspronkelijke levensduur. Geld om alles één-op-één te vervangen is er niet. Een bredere kijk op onderhoud is volgens Guy Delahay en Mark Haarman noodzakelijk om de concurrentiepositie van ons bestaande installatiepark te versterken. Haarman: ‘Producerende bedrijven van vandaag zijn niet toekomstbestendig door alleen maar beter onderhoud. Daar is veel meer voor nodig. De technische dienst van de toekomst moet zich ook gaan bezig houden met levensduurverlenging en nog belangrijker met modernisering. Alleen dan kunnen onze fabrieken de strijd aan met relatief jonge fabrieken uit opkomende landen.’

Boardroomniveau

FOTO'S: MAINNOVATION

Die bredere kijk op onderhoud werd onlangs gedeeld met de lancering van het nieuwe boek VDMXL. Twaalf jaar na het eerst boek VDM Nieuw geloof in onderhoud brachten de schrijvers afgelopen november de langverwachte opvolger uit. Havenbedrijf Rotterdam, NedTrain en Sitech Services, vandaag al gebruikers

IMA10_H_Hoofdinterview.indd 11

van het nieuwe VDMXL-model, presenteerden hun kijk op de toekomst van onderhoud. Delahay: ‘Twaalf jaar terug spraken we met het VDM-model voor het eerst over de economische toegevoegde waarde van onderhoud. Onderhoud was niet langer een kostenpost, maar een bedrijfsfunctie van economische betekenis. Dat heeft een brug geslagen tussen onderhoud en de directies van onze klanten.’ Bij de presentatie in 2003 stond het model en de benchmark database centraal. Met die benchmark konden onderhoudsafdelingen van uiteenlopende industrieën zich matchen met de best practices uit hun sector. Zowel op resultaat als op kosten. Daar zijn over de jaren nog veel tools bij ontwikkeld, zoals een managementgame, apps, een dashboard in verschillende onderhoudsbeheerssystemen en best practice procesbeschrijvingen. De afgelopen jaren is de methode bij duizenden bedrijven over de gehele wereld ingezet. Delahay: ‘Het model heeft bijgedragen aan bewustwording op boardroomniveau. Onderhoud was altijd een kwestie van techniek geweest. Met het model en de bijbehorende tools lukte het om onderhoud en de waarde die daarmee behouden en gecreëerd kan worden,

Haarman: ‘We gaan veel meer focussen op de verandering van werk en cultuur dan voorheen.’ 10

iMaintain 15

02-12-15 15:16


110 BAR GEMOEDSRUST, ALSTUBLIEFT Veiligheid, kwaliteit en duurzaamheid zijn niet altijd in eenheden te vatten. Als onafhankelijke inspectie- en keuringsinstantie leveren wij o.a. diensten op het gebied van NDO, drukapparatuur keuringen, elektrotechnische keuringen en lifting.

U mag gerust zijn. Vinçotte vinkt het voor u af.

Veiligheid, kwaliteit en milieuvriendelijkheid Met onze inspecties, testing, certificatie en opleidingen bieden wij alle oplossingen onder één dak om u en uw omgeving veiligheid, duurzaamheid en kwaliteit te garanderen en te zorgen dat uw investeringen renderen.

YOUR REPUTATION IS MINE.

vincotte.nl // volg ons

On the right track to fast and efficient flaw detection Olympus OmniScan SX Experience cost-effective and powerful inspection via PA, UT and TOFD, with the Olympus OmniScan SX ultrasonic flaw detector. The system is optimized to streamline a range of tasks – from linear zerodegree inspection such as corrosion mapping, to weld inspection and quality control of steel structures, making it ideal for surface and subsurface inspection of railway tracks. Portable and compact lightweight design enables on-site analysis Robust technology quickly delivers reliable results • Intuitive software and interface provides user-friendly operation • •

A cost-effective solution to flaw inspection. Find out more at www.olympus-ims.com/omniscan-sx

Postbus 18, 2380 AA Zoeterwoude | Telefoon: 071 5450 850 | info@olympus.nl | www.olympus.nl

IMA10_ADV.indd 12

02-12-15 15:13


INTERVIEW 13

ook op boardroomniveau bespreekbaar te krijgen.’

Verouderde assets De methodiek bleek bestand tegen de economische conjunctuur, in tegenstelling tot andere onderhoudsfilosofieën. Maar de tijd staat niet stil. Het model had een make-over nodig om aan de situatie van vandaag en de toekomst het hoofd te bieden. Delahay: ‘Door de juiste waardedrijver te kiezen, wordt de juiste onderhoudsstrategie voor het bedrijf bepaald. Dat kan maximale output zijn maar ook minimale kosten.’ Haarman: ‘En toch was VDM toe aan een verbeterslag. Leo van Dam, gebruiker van het eerste uur, gaf ons de feedback dat hij vastliep. Het model moest aangepast worden om ook klaar te zijn voor de verouderde installaties waarvan er in Nederland veel staan.’ Met die opmerking zijn de mannen aan de slag gegaan en in circa vijf jaar tijd is het nieuwe model uitgewerkt.

Maximale waarde Om ook die verouderde installaties bij de tijd en waardevol te houden, is onderhouden niet genoeg. Als je doet wat je deed, krijg je niet meer wat je kreeg. In de nieuwe visie is ook aandacht voor levensduurverlenging en modernisering. Haarman: ‘Daar ligt een nieuwe uitdaging bij de technische afdelingen. Want de discussie over CAPEX, de afweging van investeringen, wordt vaak op een andere plaats gevoerd dan over de operationele kosten, OPEX, waar onderhoud onder valt. En

toch zal die discussie nu op één plek moeten worden gevoerd: in de boardroom. Dat betekent ook een zwaardere rol voor de onderhoudsmanager of beter gezegd: de maintenance en asset manager.’ De afgelopen jaren werden investeringen vaak door de engineering manager verdedigd bij de directie, nu zal de maintenance en asset manager ook mee gaan praten om de maximale waarde uit het bestaande installatiepark te halen.

Proactieve aanpak Om de waarde van die investeringen te kunnen verdedigen, moet duidelijk zijn wat het op kan leveren. Haarman: ‘De komende jaren ga je veel meer horen over SAPA; Strategic Asset Portfolio Analysis.’ De technische levensduur van installaties is wel in beeld. Maar wat weet een bedrijf over de economische levensduur? Welke waarde gaat de investering in een vernieuwing of verandering opbrengen? Die waardedrijver ‘capital allocation’ is een belangrijke verandering in het nieuwe VDMXL-model. Haarman en Delahay verwachten ook de opkomst van een nieuwe functie. ‘De afgelopen tien jaar zag je een sterke toename van reliability- en maintenance engineers. Nu wordt de asset portfolio manager belangrijker. Deze vrouw of man denkt na over de vraag ‘waar gaan we met deze asset naartoe?’ Zowel voor de technische, commerciële, compliant als economische levensduur.’ De schrijvers worden gesteund door de resultaten van onderzoeken die ze in de afgelopen jaren hebben uitgevoerd voor verschillende instituten. Zo past de kijk op levensduur uit het Vitale-model (voor World Class Maintenance) bij de rol van de asset portfolio manager en de SAPA. En het recente More4Core-onderzoek (BEMAS) herbevestigt dat de assets op leeftijd zijn en toont aan dat de top 25 procent performers uit de onderzoekspopulatie een significant hogere uptime heeft tegen lagere kosten voor spares en onderhoud. Het toont aan dat een proactieve aanpak van onderhoud en investeren in de juiste maatregelen loont.

Change

Guy Delahay

Maar met een goed verhaal alleen ben je er nog niet. Delahay: ‘Naast de ontwikkeling van allerlei tools bij het model hebben we zelf ook een andere kijk op onze dienstverlening gekregen. Het imple-

Mark Haarman

menteren van deze methodiek moet echt bedrijfsbreed.’ Haarman: ‘Vroeger dachten we ‘als we de directie mee hebben, dan hebben we het hele bedrijf mee.’ In sommige bedrijven is dat goed gelukt, maar we hebben ook geleerd dat het effectiever is om naar de lagen eronder te kijken. Nu gaan we van shopfloor tot topfloor. We gaan veel meer focussen op de verandering van werk en cultuur dan voorheen. Dat past bij het nieuwe tijdperk in ons vakgebied: minder focus op consulting, meer op coaching.’ Het beheer van de installaties en de investeringen wordt ook meer een alledaagse activiteit. Werd het afgelopen decennium slechts één keer per jaar getoetst of de KPI’s aan de doelstellingen voldoen, de auteurs zien dat nu als een nagenoeg realtime proces. Met de juiste inrichting van IT-systemen en ICT-infrastructuur is het mogelijk om steeds te weten wat de status van de KPI’s is door ze te borgen in de dagelijkse (PDCA-)sturing. Deze waarden zijn een directe doorvertaling van bedrijfsdoelen tot in het werkproces. Zo krijgen de waarden ook een meer integrale betekenis en wordt op prestaties gestuurd in plaats van op losse waarden. Maintenance en asset management wordt zo een bedrijfsproces dat van directietafel tot de werkvloer wordt uitgevoerd. Onderhoud moet buiten de gebaande paden van de definitie treden en een plek opeisen op directieniveau. Een visie op de toekomst en de scenario’s om op die toekomst in te spelen, zorgen voor nieuwe waarde van de bestaande installaties. ■

10

iMaintain 15

IMA10_H_Hoofdinterview.indd 13

02-12-15 15:16


14 ASSET MANAGEMENT

Verouderde assets hoeven nog niet met pensioen Zo’n veertig procent van de Nederlandse assets is de economische levensduur inmiddels ver voorbij. Maar dat voldongen feit wil niet zeggen dat die assets dan maar moeten worden afgeschreven. Voortschrijdend inzicht heeft de onderhoudsbranche steeds weer verder geholpen met het verleggen van de technische grenzen. De branche krijgt daarbij ondersteuning van de wetenschap en ook de overheid helpt de industrie bij het in balans houden van veiligheid, betrouwbaarheid en effectiviteit van de assets.

David van Baarle

10 15 iMaintain

IMA10_N_PML.indd 14

De eerste hulp voor de branche komt uit de hoek van de data-analyse. Kasper Groenbroek is econometrist bij Ortec en gebruikt data om via stochastische methoden voorspellingen te kunnen doen over de degradatie van assets. Het uiteindelijke doel is om de degradatie zodanig te voorspellen dat een onderdeel kan worden onderhouden of vervangen vlak vóórdat hij faalt. Stochastische variabelen worden ingezet om het onzekere faalgedrag van assets na te bootsen. Met behulp van simulatie kunnen verschillende onderhoudsstrategieën worden vergeleken en geoptimaliseerd. Daarbij neemt het model aan kracht toe naarmate er meer data bekend zijn. De benodigde data kunnen uit de processystemen, de datahistorie en de hoofden van onderhoudsexperts worden gehaald, maar ook door sensoren worden verzameld. Data als temperatuur en druk kunnen door sensoren worden geregistreerd en vastgelegd in het onderhoudsbeheersysteem, waarna relaties kunnen worden gelegd met de conditie en degradatie. Het mooie van het model dat Groenbroek voor het Campi-project ontwikkelde, is dat hij niet alleen de degradatie van diverse onderdelen voorspelt, maar dat ook de kosten van de diverse onderhoudsstrategieën direct zichtbaar worden. ‘Neem het voorbeeld van een windturbine’, zegt Groenbroek. ‘Je kunt ervoor kiezen om alleen onderdelen te repareren of te vervangen als ze stuk gaan, ofwel correctief onderhoud. Je kunt de onderdelen ook preventief vervangen na een bepaalde tijd, bepaalde belasting of gebruiksduur. Alle keuzes zijn te verdedigen, maar er hangen ook risico’s en kosten aan vast.’ De strategie waar het Campi-project zich voornamelijk mee bezighoudt, is voorspellend of predictief onderhoud. Door sensoren in te zetten, kunnen relaties worden gelegd tussen de gemeten bedrijfsomstandigheden en de degradatie van de turbi-

ne. Groenbroek: ‘Het eerste doel van mijn onderzoek was te kijken naar de impact van de drie onderhoudsstrategieën, correctief, preventief en predictief onderhoud, op de kosten van het onderhoud en de betrouwbaarheid ervan. Als je preventief gaat vervangen, zal je namelijk hogere kosten krijgen omdat de technische levensduur nog niet is overschreden. Tegelijkertijd zijn de kosten van een ongeplande stilstand vele malen hoger omdat daarmee de productie wegvalt, maar ook extra kosten moeten worden gemaakt voor herstel van de assets.’ In de maintenance strategiesimulatie van Groenbroek is dan ook duidelijk een kostenverschil te zien tussen de strategieën. Niet geheel verrassend is de run-to-failurestrategie het duurst, gevolgd door leeftijdsafhankelijk onderhoud. Wat dat aangaat, is periodieke vervanging nog niet eens zo’n heel slechte strategie, maar conditiegestuurd onderhoud levert ook in de statistische exercitie de beste resultaten op.

Onderlinge relaties Daarbij wilde Groenbroek het model ook gebruiken om de optimale intervallen te berekenen voor de diverse strategieën. Dat onderdeel van het onderzoek is misschien nog wel het meest interessant: ‘Je kunt in het model kiezen voor suboptimale instellingen en bijvoorbeeld beslissen om onderdelen te vervangen die nog niet aan het einde van hun technische levensduur zijn, maar er wel dichtbij zitten. In het geval van de betreffende windturbine zou je kunnen kijken naar de degradatie van de tandwielkast, de rotorbladen en de aandrijfas. Als nu blijkt dat de tandwielkast als eerste onderhoud nodig heeft, maar dat de aandrijfas niet veel later zal volgen, kan je ervoor kiezen om het onderhoud te bundelen.’ De gevolgen van dat soort beslissingen voor de kosten per strategie liegen er overigens niet om. De kosten voor perio-

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

02-12-15 15:12


ASSET MANAGEMENT 15

diek onderhoud nemen in het suboptimale model met maar liefst 42 procent toe, bij leeftijdsafhankelijk onderhoud is dat maar dertien procent en condition based maintenance zou bij een suboptimale strategie 27 procent duurder worden. ‘De uiteindelijke beslissing ligt nog altijd bij de maintenance manager’, zegt Groenbroek. ‘Bij assets die moeilijk te bereiken zijn, zoals offshore-windturbines, zal je andere keuzes maken dan voor landassets die eenvoudig te bereiken zijn. Ook die overwegingen zou je in het model kunnen meenemen. Door naar de onderlinge afhankelijkheden te kijken, is het bovendien mogelijk een relatie te leggen tussen de degradatie van het ene onderdeel en de gevolgen daarvan voor de andere onderdelen. Als er een vogel in een windturbine vliegt, kan dat tot schade leiden aan de rotorbladen. Indirect heeft die schade ook effect op de aandrijfas en de tandwielkast. In dat geval zou je kunnen beslissen het rotorblad toch te repareren, ondanks dat hij technisch nog binnen de specs valt.’

startte de EU twee jaar geleden het More4Core-project. Hierin werken Belgische, Duitse, Franse en Nederlandse vertegenwoordigers van de regionale onderhoudssector samen om bijvoorbeeld de uitwisseling van personeel eenvoudiger te maken.

Groenbroek: ‘Alle keuzes zijn te verdedigen, maar er hangen ook risico’s en kosten aan vast.’

Hiervoor is het Maintenance Skill Paspoort in het leven geroepen. Sanderink: ‘In de praktijk is het lastig het kennisniveau en de vaardigheden van een pijpfitter uit Griekenland te vergelijken met zijn collega uit Polen. In het More4Core-project zijn classificaties, normen en opleidingen met elkaar vergeleken en is naar harmonisering gezocht. Op die manier weet ieder Europees bedrijf wat voor soort vakman hij inhuurt.’

More4Core

Robotisering

De lidstaten van de EU spenderen jaarlijks zo’n 450 miljard euro aan het onderhouden van hun industriële kapitaalgoederen, die een vervangingswaarde vertegenwoordigen van tienduizend miljard euro. ‘Enige uitdaging is dat er geen echte onderhoudssector is’, zegt Coen Sanderink van de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM). ‘Onderhoud is een professie die horizontaal door alle bedrijfstakken gaat, maar die vaak niet als op zichzelf staande sector wordt gezien. Daardoor is de sector nauwelijks vertegenwoordigd op Europees niveau. En dat is jammer, omdat samenwerking tussen de lidstaten nodig is om de efficiency van de industrie te verhogen.’ Om de samenwerking op maintenancegebied tussen de landen te bevorderen,

Een minstens zo belangrijk onderdeel van More4Core is het samenstellen van de strategische onderzoeksagenda, het deel waar Sanderink samen met zijn Belgische collega verantwoordelijk voor is. Sanderink: ‘We hebben voor de drie grootste asset owners, de procesindustrie, de maakindustrie en de infra, gekeken welke technologieontwikkelingen de meeste impact hebben op het asset management. Daaruit is een zestal technische ontwikkelingen naar voren gekomen: robotisering, geavanceerde ICT-oplossingen, fotonica, geavanceerde materialen, nieuwe businessmodellen en geavanceerde productie. Vervolgens hebben we rondetafelsessies met de stakeholders belegd om te turven welke technische ontwikkeling voor welke sector relevant is. Uit die inventarisatie

bleek dat robotisering het enige technische gebied was waar alle drie de classes van asset owners kansen zagen. Er is al een aantal bedrijven dat experimenteert met de inzet van robots voor bijvoorbeeld inspectie of het schoonmaken van assets. Maar er is veel meer kennis in Nederland aanwezig op het gebied van visuele techniek, robotica en mechatronica. Bovendien kent Nederland een grote concentratie van internationaal opererende chemische bedrijven. Waarom zouden we die kennis en kunde niet koppelen aan de behoefte van de chemische industrie? Die basisgedachte is de grondslag geworden voor het Smart Tooling Project. Asset owners zoals BASF en Dow, met Shell op de achtergrond, stellen een deel van hun assets beschikbaar om te experimenteren met robots. Zij kunnen samenwerken met een twintigtal innovatieve mkb-bedrijven en worden op het gebied van kennisontwikkeling en onderzoek ondersteund door de TU Twente, Avans Hogeschool en Fontys. Die partijen kijken samen naar de mogelijkheden op het gebied van inspectie en cleaning met vaste robots, met drones of met fixed robots die bijvoorbeeld kranen aansturen.’ Inmiddels zijn de eerste voorstellen voor industriële robots ingediend en medio december verwacht Sanderink uitsluitsel te krijgen. ‘Ons primaire doel, het bijeenbrengen van vraag en aanbod, is in ieder geval gelukt’, zegt Sanderink. ‘Zo hielden we een sessie over de mogelijkheden van 3D-inspecties met behulp van drones. Men liet een camera zien die opnamen maakte die uiteindelijk konden worden samengesteld tot 3D-beeld. Een professor die bij de bijeenkomst aanwezig was vertelde vervolgens dat hij nog een 3D-camera had liggen die dat beeld live kon genereren. We hebben de kennis, nu is het zaak om verschillende technologieën bij elkaar te brengen en die te koppelen aan de behoefte van de industrie.’ ■

10

iMaintain 15

IMA10_N_PML.indd 15

02-12-15 15:12


16 CONDITION BASED MAINTENANCE

Geen verrassingen meer voor de procesindustrie Fieldlab Campione is begin oktober officieel geopend in aanwezigheid van minister Kamp van Economische Zaken. Het eerste Fieldlab dat onder de Smart Industry-vlag het levenslicht zag, heeft zich ten doel gesteld de procesindustrie te helpen in zijn zoektocht naar een fabriek die honderd procent betrouwbaar is, of beter gezegd: een fabriek die geen verrassingen oplevert.

David van Baarle

10 15 iMaintain

IMA10_J_Campione.indd 16

Begin 2015 presenteerde de Nederlandse maakindustrie zijn versie van de Duitse ‘Industrie 4.0’. De Duitsers waren al een jaar eerder begonnen met de plannen voor een industriebeleid die de mogelijkheden van informatie en communicatietechnologie (ICT) moesten benutten om concurrerend te blijven in de mondiale economie. Het ‘internet of things’, smart systems en big data zijn veelbelovende nieuwe manieren om ICT te gebruiken om de productiviteit van de kapitaalintensieve industrie te verhogen en het asset management te verbeteren. Duitsland neemt de mogelijkheden van ICT als uitgangspunt om vervolgens te kijken naar manieren om die mogelijkheden in te bedden in de industrie. Ook het Nederlandse Smart Industryinitiatief zoekt naar mogelijkheden om de industrie te helpen in de mondiale uitdagingen. Net als de Duitse industrie staat de Nederlandse industrie onder druk omdat de kosten voor arbeid, grondstoffen en energie relatief hoog liggen. Om te concurreren met het Verre Oosten of de Verenigde Staten, zal de Europese industrie vooral efficiënter moeten werken. En dat is mogelijk door gebruik te maken van robots, sensoren, communicatiearchitectuur en slimme algoritmen die de data kunnen omzetten in waardevolle informatie. Anders dan de Duitsers, namen de initiatiefnemers van Smart Industry de behoeften van de industrie als uitgangspunt om vanaf dat vertrekpunt te kijken naar mogelijkheden die ICT biedt. Een groot aantal vertegenwoordigers van de industrie onder leiding van FMEvoorzitter Ineke Dezentjé overhandigde een jaar na de Duitsers hun eigen plan voor Smart Industry aan het kabinet Rutte. Premier Rutte juichte de plannen toe, maar had niet meteen geld beschikbaar. Minister Kamp van Economische Zaken vond het idee echter zo interessant dat hij wel wilde dat de industrie er verder

mee aan de slag ging. De industrie ging daarna haastig aan het werk om een tiental zogenaamde Fieldlabs op te richten: praktijkomgevingen waarin bedrijven en kennisinstellingen doelgericht Smart Industry-oplossingen uitontwikkelen, testen en implementeren. Dat het Fieldlab Campione als eerste van start kon gaan, was niet geheel toevallig. Men had al een kleine voorsprong omdat het eigenlijk een voortzetting is van het Campi-project, dat staat voor Coördinated Advanced Maintenance and Logistics planning for the Process Industry. Het uitgangspunt, honderd procent voorspelbaar onderhoud, is gelijk gebleven, het aantal deelnemers is fors toegenomen, de financiële ondersteuning heeft een behoorlijke boost gekregen en de focus van het project is verschoven van de wetenschap naar de praktische toepassing voor de industrie.

Fieldlab Het Fieldlab Campione wordt getrokken door World Class Maintenance (WCM), dat zich ten doel heeft gesteld de concurrentiepositie van de Nederlandse bedrijven te versterken door innovatie in onderhoud te stimuleren, implementeren en te valoriseren. Henk Akkermans, beoogd directeur van de nieuwe stichting WCM, vat de doelstelling van Fieldlab Campione nog even kort samen aan de hand van de lampen in de ruimte van het voormalig Ericsson-gebouw: ‘Je kunt op drie manieren onderhoud doen. Je kunt wachten tot de lampen kapot gaan en ze dan vervangen: correctief onderhoud dus. In de chemische industrie is dat niet wenselijk, omdat het tot gevaarlijke situaties kan leiden. Om gevaarlijke situaties en extra kosten te voorkomen, vervangt men de lampen preventief na de door de fabrikant opgegeven aantal draaiuren. Je hebt kans dat je een aantal lampen precies op tijd vervangt, maar het kan ook voorkomen dat een aantal lampen nog veel langer

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

02-12-15 15:09


FOTO: SV EUROPE

CONDITION BASED MAINTENANCE 17

had kunnen branden. Door deze aanpak wordt nog steeds veel geld weggegooid in de procesindustrie. De oplossing voor die verspilling is toestandsafhankelijk onderhoud of condition based maintenance (CBM). Door kennis te gebruiken over de actuele status van de machine of de fabriek die in conditie moet worden gehouden en die te combineren met de degradatiemechanismen van machines of materialen, kan men vrij betrouwbaar onderhoud plegen of onderdelen vervangen vlak voordat ze stukgaan. De data die daarvoor nodig is, kan van sensoren komen, maar ook uit de procesparameters is heel wat te herleiden. Campione kijkt naar mogelijkheden om data te verzamelen, maar ook naar manieren om die data zo te interpreteren dat kan worden voorspeld wanneer een asset een kritische waarde bereikt.’ Hoewel de fysieke testomgeving nog moet worden gebouwd, weet men wel waar in ieder geval een deel van de experimenteeromgeving zal verrijzen: op de Aerospace en Maintenance Campus in

Gilze-Rijen. Het Fieldlab biedt bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen een veilige en makkelijk toegankelijke omgeving waarin kan worden geëxperimenteerd met de nieuwste technieken, waar de laatste innovaties op het gebied van condition monitoring en big data kunnen worden gedemonstreerd en waar personeel kan worden opgeleid en getraind.

Onderzoek Inmiddels is onder de vlag van het Campiproject al een aantal onderzoeken uitgevoerd. Het eerste onderzoek, gedaan door een afstudeerder van de Technische Universiteit Eindhoven, richtte zich op veiligheidskleppen. De Nederlandse overheid heeft een maximaal inspectieinterval ingesteld voor dit soort kleppen en chemiebedrijf Sabic en zijn onderhoudsdienstverlener Sitech wilden aantonen dat met de toegepaste onderhoudsstrategie de integriteit van de installaties gewaarborgd blijft en dat het inspectie-interval veilig kon worden opgerekt. Uit het onderzoek is gebleken dat het faalgedrag van de vei-

ligheidskleppen grotendeels kan worden verklaard door de eigenschappen van het gas waaraan het wordt blootgesteld. Of het inspectie-interval daarmee voor bepaalde kleppen kan worden uitgesteld, moet nog worden bepaald.

Henk Akkermans: ‘We hebben een samenwerkingsverband waar vier asset owners wel degelijk data met elkaar willen delen.’ In het andere onderzoek probeerde een afstudeerder een optimaal onderhoudsconcept voor compressoren te bepalen. Door de onderhoudsdata op componentniveau te koppelen aan de procesdata op systeemniveau, konden de belangrijkste faalmechanismen worden blootgelegd. Door deze mechanismen in een simulatie te verwerken, konden de totale jaarlijkse

10

iMaintain 15

IMA10_J_Campione.indd 17

02-12-15 15:09


[Schr

ijf u n

u in]

Datum: 18|02|2016 Locatie: iTanks Xperience Dock, Rotterdam

THEMA: INDUSTRIEWATER IN DE CIRCULAIRE ECONOMIE Industriewater in de circulaire economie Tijdens de vierde editie van Watervisie laten we zien dat ketenintegratie en publiek/privatesamenwerking niet alleen goed is voor het milieu, maar ook voor de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie. Delf het goud in uw waterketen. DOELGROEP

• Beslissers en geïnteresseerden uit de (proces-) waterintensieve industrie • Managers uit de Chemie & Raffinage • Food & Beverage • Pulp & Paper • Olie & Gas-industrie

Houd uw agenda vrij op 18 februari 2016

PROGRAMMA 12.00 Ontvangst met lunch 13.00 Opening, gevolgd door Keynote Chemie 13.30 Water Innovator of the Year pitches 14.45 Pauze 15.15 Keynote Food 15.45 Voorbeeldcases Dutch Biorefinery Cluster 16.30 Verrassende gastspreker 17.00 Uitreiking Water Innovator of the Year 17.15 Borrel en hapjes 18.30 Einde Watervisie 2016

Initiatiefnemers:

Partners: Leden:

www.watervisie.com IMA10_ADV.indd 18 151201 iLinqs Watervisie.indd 1

02-12-15 02-12-15 15:14 10:54


CONDITION BASED MAINTENANCE 19

kosten uit onderhoud en productieverlies worden geminimaliseerd. Een andere student, ditmaal van de Rijksuniversiteit Groningen, ontwikkelde een besluitvormingsmodel voor condition based maintenance van multi-component systemen. Uitgangspunt was om onderhoudsstrategieën te optimaliseren door verschillende slijtageprocessen te beschouwen van componenten die onderling afhankelijk kunnen zijn. Een beetje in dezelfde categorie valt het onderzoek naar conditie gestuurd onderhoud voor een zogenaamd ‘k-outof-n’-systeem. Zo’n systeem bestaat uit n componenten waarbij het systeem alleen functioneert zolang tenminste k componenten functioneren. Het onderzoek leidde tot een onderhoudsmodel waarbij onderhoud op verschillende componenten kan worden geclusterd.

Filter vervangen Maar ook Campione heeft inmiddels al de eerste resultaten opgeleverd. Een aantal van de deelnemers van het project stelt een deel van zijn fabrieksomgeving ter beschikking aan het Fieldlab om als living lab de theorie aan de praktijk te toetsen. Een van die living labs is op het terrein van chemiebedrijf Sabic, dat wordt onderhouden door Sitech Services. Sinds de indiening van het project eind april van dit jaar, is Sitech direct begonnen met een eerste deelproject: een voorspelmodel voor het onderhoud van productiefilters op een van de plants van Chemelot.

‘Wil je naar zero surprises toe, dan zal je ook de risico’s van menselijk gedrag moeten kunnen erkennen.’

De onderhoudsexperts koppelden reeds bekende procesdata aan de faalstatistieken en konden daarmee een model ontwikkelen die voorspelde wanneer een filter dermate was vervuild dat hij moest worden vervangen. Sitech is vaste onderhoudspartner van Sabic op het Chemelot-terrein in Geleen.

Het bedrijf voert onder andere onderhoud uit aan de melaminefabriek van het Saoedische chemiebedrijf. Een van de uitdagingen van deze fabriek was dat de melaminefilters een hele tijd hun werk deden, maar dan ineens in korte tijd heel veel weerstand opbouwden door vervuiling. Zodra er heel veel energie nodig was om de melamine door het filter te krijgen, was dat een teken dat hij teveel vervuild was en dus moest worden vervangen. Doordat die energiepiek zich ineens voordeed, moest men het proces nog wel eens ongecontroleerd stilleggen. Helemaal vervelend was als zo’n piek zich op vrijdag aandiende, waardoor extra ploegen moesten worden ingezet om het filter in het weekend te vervangen. Men besloot de procesparameters te koppelen aan de faalhistorie van het filter. Daarbij keek men naar een breed scala aan zowel procesgegevens als omgevingsfactoren, zoals temperatuur. Het lukte de onderhoudsexperts uiteindelijk het model zodanig in te richten dat het model navenant één-op-één kon voorspellen wanneer de piek zich zou gaan inzetten. Doordat het bedrijf nu over deze kennis beschikt, kan ze de fabriek gepland stilleggen, ploegen op tijd instrueren en voorbereiden en het filter onder gecontroleerde omstandigheden vervangen.

Open communicatie Het is maar een voorbeeld van hoe de juiste interpretatie van data kan helpen om condition based maintenance te gebruiken. Ook opvallend is hoe open Sitech communiceert over zijn innovaties. Voor Akkermans is de samenwerking tussen ogenschijnlijke concurrenten wat in de academische wereld ook wel een talking pig wordt genoemd. Waarmee hij wil zeggen dat één pratend varken de these omver kan werpen dat varkens niet kunnen praten. Akkermans: ‘Het Fieldlab Campione is ook zo’n talking pig. Zo werd ons het afgelopen jaar regelmatig vol overtuiging verteld dat de eigenaren van complexe procesindustrie-installaties nooit mee zouden doen aan zo’n fieldlab omdat ze nooit de data over hun kostbare en geheime processen zouden willen delen met anderen. Inmiddels blijken Tata Steel, DOW, Fuji Film en Sitech, de asset owners die in het Fieldlab zitten, daar

heel anders over te denken. We hebben dus een talking pig in de procesindustrie, een samenwerkingsverband waar vier asset owners wel degelijk data met elkaar en met gespecialiseerde clubs willen delen.’

Zachte kant Hoewel een groot deel van condition based maintenance om fysieke assets en harde data gaat, wordt in het laboratorium ook geëxperimenteerd met de zachtere kant van onderhoud. Speciaal daarvoor is samenwerking gezocht met het DAF Technology Lab, dat is gevestigd in Tilburg University. Uniek aan het lab is de combinatie van expertise in sociale wetenschappen en technologie. Het lab geeft studenten de mogelijkheid om de wereld om zich heen uit te proberen en te onderzoeken. Binnen het Campione-project wordt het Technology Lab ingezet om trainingen te simuleren en te onderzoeken of het succes van een training te voorspellen is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van sensing technologies. Hiermee kan bijvoorbeeld de hartslag, kijkrichting en spreeksnelheid van de deelnemers worden gemeten. De gedragswetenschappers van Tilburg University beschikken over de expertise voor het analyseren van de data. Akkermans: ‘Veel onveilige situaties worden veroorzaakt door menselijk gedrag. En wil je naar zero surprises toe, dan zal je ook de risico’s van menselijk gedrag moeten kunnen erkennen en waar nodig sturen. Je kunt bijvoorbeeld de mentale gesteldheid van een operator monitoren en zo zien of hij geconcentreerd is en adequaat reageert in onverwachte situaties. Philips Research heeft een koptelefoon ontwikkeld met een sensor die hersenactiviteit meet. Wanneer de sensor weinig activiteit meet in het gebied die de concentratie regelt, laat de koptelefoon irritante muziek horen die je weer alert maakt. Naarmate de concentratie toeneemt, klinkt de muziek steeds beter. Het is maar een voorbeeld van de samenwerking tussen harde technologie en de zachte kant van gedragswetenschappen. Die zachte kant van samenwerken en informatie delen wordt steeds belangrijker in een complexe omgeving zoals de procesindustrie.’ ■

10

iMaintain 15

IMA10_J_Campione.indd 19

02-12-15 15:09


20 WHAT’S NEXT

Het chemische-technologie-bedrijf Flowid heeft afgelopen maand zijn eerste SpinPro-reactor verkocht. De reactor, die is gebaseerd op gepatenteerde, aan de TU Eindhoven ontwikkelde technologie, is verkocht aan een groot bedrijf in India. Bevalt het apparaat, dan wil de afnemer er nog meer kopen. Met verschillende opdrachten in de pijplijn, en een demonstratiefabriek in opbouw bij Chemelot, zijn de vooruitzichten goed.

Flowid verkoopt eerste SpinPro-reactor aan India ook veel veiliger, efficiënter en milieuvriendelijker. Klassieke reactoren zijn grote vaten waarin de stoffen die reageren sterk verdund worden en waarin de reacties langzaam verlopen, in een batchproces. Het verhitten en afkoelen van de grote volumes aan verdund materiaal vergt veel energie, net als het scheidingsproces erna om het oplosmiddel eruit te filteren. SpinPro-reactors zijn erg kleine reactoren, waarin de chemische reacties in een continuproces verlopen, bij hoge druk en snelheid, met heel weinig oplosmiddel. Doordat er altijd maar een kleine hoeveelheid van de chemische stoffen in de reactor is, is dit type reactor inherent veilig. En doordat de temperatuur, de druk en de stroom nauwkeurig op de juiste waarde worden gehouden, is er veel minder ongewenst nevenproduct. Een ander voordeel is de hogere productiecapaciteit, de lagere arbeidskosten per hoeveelheid product en het veel kleinere ruimtebeslag. Al met al is deze nieuwe technologie daardoor 20 tot 50 percent goedkoper.

10 15 iMaintain

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

FOTO: MISCHA KEIJSER/FLOWID

Flowid mag de naam van de koper en wat hij heeft neergelegd voor de eerste reactor niet bekend maken. ‘Maar we hebben het over getallen met zes cijfers’, zegt Managing Director Wouter Stam van Flowid. ‘De klant zal de eerste reactor vooral gebruiken om de technologie onder de knie te krijgen. Als dat goed gaat, dan wil hij nog meer SpinPro-reactors kopen, voor productiedoeleinden.’ Naast deze eerste klant verwacht Flowid op de korte termijn nog meer apparaten te verkopen in Europa en in de VS. Verder bouwt Flowid momenteel een volwaardige demonstratiefabriek op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen. ‘We hebben als doel om uit te groeien tot een groot bedrijf. De markt waarop we ons richten is heeft een omvang van honderden miljoenen, of meer’, zegt Stam. De SpinPro-reactor is een geheel nieuw type chemische reactor, die niet alleen veel kleiner is dan traditionele reactoren, maar

IMA10_G_WhatsNext.indd 20

02-12-15 15:15


WHAT’S NEXT 21

ONTDEKKING BIEDT CHIPS NIEUWE MOGELIJKHEDEN Onderzoekers van UT-Onderzoeksinstituut MESA+ hebben een nieuwe fabricagemethode ontwikkeld om driedimensionale nanostructuren te creëren. Daarmee kunnen op grote schaal fotonische kristallen worden gemaakt om licht te vangen. De methode maakt het ook mogelijk om chips met extra functionaliteiten te produceren voor bijvoorbeeld computers en mobiele apparaten. De resultaten zijn eind november gepubliceerd in Nanotechnology, het toonaangevende tijdschrift van het Britse Institute of Physics. De gangbare methode voor het fabriceren van 3D-nanostructuren bestaat uit het laagje-voor-laagje stapelen op een

siliciumchip. Met behulp van een masker en UV-licht wordt eerst een patroon geschreven (gedefinieerd) in fotolak. Het etsen of deponeren van materiaal in de laag zorgt daarna voor de gewenste vorm. Voor het produceren van chips worden tientallen lagen op elkaar gestapeld. Dit is een bewerkelijk proces met beperkingen. Het aantal gestapelde lagen is begrensd, omdat ver van elkaar gelegen lagen ten opzichte van elkaar gaan ‘zwabberen’ en de chip dan zijn functionaliteit verliest.

Massaproductie Met de nieuwe methode is het mogelijk

om een 3D-nanostructuur in één stap te definiëren op een chip. De onderzoekers hebben een speciaal 3D-masker ontwikkeld dat de structuur aan twee zijden van de wafer tegelijkertijd kan definiëren. Dit zorgt ervoor dat beide zijden van de chip strak op elkaar zijn uitgelijnd en dat de uiteindelijke driedimensionale nanostructuur gegarandeerd ook in hoogte is uitgelijnd. De methode opent de weg naar massaproductie van chips waarin verschillende functionaliteiten dicht bij elkaar liggen. Samen met ASML en TNO wordt onderzocht hoe de nieuwe technologie in de praktijk kan worden geïmplementeerd.

AIRBORNE EN SIEMENS BOUWEN DIGITALE FABRIEK Airborne en Siemens bouwen in Ypenburg de eerste digitale KUKA, TU Delft en Fontys Hogescholen geven we innovatie fabriek van ons land. Locoburgemeester Ingrid van Engelsde hoogste prioriteit. Niet alleen door te investeren in tijd en hoven van Den Haag opende op 1 december het Airborne geld, maar juist ook door inbreng van kennis, opleidingen en Siemens Digital Factory FieldLab. In Ypenburg ontwikkelt zich beleid.’ de komende jaren een hotspot waar bedrijfsleven, onderwijs Ab van der Touw, bestuursvoorzitter van Siemens Nederland: en overheid werken aan de fabriek waarin digitalisering de ‘We zullen onze maakindustrie moeten digitaliseren én robotikern vormt van alle bedrijfsprocessen. Deze digitalisering gaat seren om concurrerend te blijven. Daarom is een paradigmaverder dan het productieproces alleen. De hele keten van verschuiving nodig van ‘robots verdringen banen’, naar ‘robots ontwerp, simulatie, productieplanning, productie, feedback, creëren banen’. So we better be smart!’ testen, maar bijvoorbeeld ook het supply chain management, Fieldlab wordt in één virtuele omgeving ondergebracht. Digitalisering Het FieldLab op de locatie van Airborne bestaat uit drie onderbiedt enorme kansen om de maakindustrie weer op grote delen: een businesscase voor de productie van composieten, schaal terug te halen naar Nederland. een knowledge hub en experience center, waar onderwijs, Locoburgemeester Ingrid van Engelshoven van Den Haag. workshops, plenaire meetings en demonstraties worden gehou‘Slimme technologie maakt Smart Industry. Hier in Den Haag den. Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter van het Team Smart wordt door Airborne en Siemens gewerkt aan automatisering Industry verleende op 1 december het Airborne Siemens Digien digitalisering van het productieproces. Dat biedt niet alleen tal Factory FieldLab tevens de officiële fieldlab status van de fantastische kansen om nieuwe toepassingen voor composieten overheid. te onderzoeken en deze op goedkopere wijze te produceren, maar ook om de werkgelegenheid te stimuleren door de maakindustrie terug te halen naar Nederland.’ Frans van de Ven, directeur Airborne: ‘De samenwerking is baanbrekend, omdat voor het eerst het totale engineerings- en productieproces van hoogwaardige composietproducten voor veeleisende industrieën, zoals de luchtvaartindustrie, worden geïntegreerd, geautomatiseerd en gedigitaliseerd. Hierdoor kunnen de kosten substantieel worden verlaagd en kan de time to market aanzienlijk worden verkort.’ ‘Onze ondernemingen zien ook onderwijs en overheid als belangrijke spelers’, vult Gert BraAirborne en Siemens bouwen in Ypenburg de eerste digitale fabriek van ons land. venboer, directeur Digital Factory van Siemens Nederland aan. ‘Samen met onder andere

10

iMaintain 15

IMA10_G_WhatsNext.indd 21

02-12-15 15:15


22 WHAT’S NEXT

OVERHEDEN INVESTEREN IN INTELLIGENTE TRANSPORTSYSTEMEN

EERSTE BIOTECHPARK IN BRABANT KOMT ER AAN Een nieuw fonds gaat biotechnologieondernemingen ondersteunen. Het moet resulteren in het eerste biotechpark van Brabant. BiQ Group lanceert het AgriBioTechfonds met een omvang van tien miljoen euro. BiQ Group is een internationale financieringsgroep met een specialisme in private equity wat betekent dat risicodragend vermogen (afkomstig van beleggers) wordt aangewend om niet-beursgenoteerde ondernemingen te financieren. Het doel van het biotechpark in Brabant is om het mestoverschot bij boeren op te lossen, door te investeren in mestverwerkingsinstallaties die op hun beurt op duurzame wijze het mestoverschot omzetten in een alternatieve kunstmestvervanger. Chris van Steenbergen, bestuurder bij BiQ Group: ‘Alles staat in de startblokken. Daarom is het fonds ook een

logische stap, we willen vooruit in deze opkomende markt die volop potentie biedt. Dat blijkt ook uit het enthousiasme waarmee investeerders reageren op de komst van Bio Tech Park Brabant. We starten binnen twee weken met de ingebruikname van de eerste biogasinstallatie. Elke organisatie die actief is op het gebied van biotechnologie kan zich inschrijven om aanspraak te maken op het fonds. Dat geldt ook voor individuen, zoals bijvoorbeeld studenten. De ervaring leert dat er vaak frisse ideeën uit onverwachte hoek komen. We bieden plaats aan maximaal tien biotech-ondernemingen. Het is de bedoeling dat, in de zeer nabije toekomst, boeren een verdienmodel creëren uit de energie die zij zelf opwekken. Wat ons betreft een prachtig plan met mogelijkheden die tot ver over de Nederlands grenzen reiken.’

Nederland gaat fors investeren in nieuwe vormen van slimme mobiliteit. Minister Schultz (Infrastructuur en Milieu) en twaalf regio's trekken tot 2017 ruim zeventig miljoen euro uit voor intelligente transportsystemen (ITS). Het gaat om nieuwe technieken en diensten waarbij reizigers onderweg realtime rij- en reisadviezen krijgen. Een onderdeel is ook de toepassing van innovatieve vormen van verkeersmanagement, zodat het verkeer na een evenement of grote opstopping op de weg beter verspreid wordt over de wegen. Om met de technieken in de praktijk ervaring op te doen worden in verschillende regio’s in Nederland in totaal negen projecten opgezet. De focus van Intelligente Transport Systemen ligt op reizigersgedrag voorafgaand aan en tijdens de reis. Doel is om de reiziger te bedienen met persoonlijke, real time en locatieafhankelijke adviezen. De miljoeneninvestering versterkt Nederlands positie als internationaal koploper op het gebied van innovatieve mobiliteit. Het dichte verkeersnetwerk, het goede verkeersmanagement, het gebruik van de smartphone en de vele programma's die de overheden de laatste jaren hebben geïnitieerd, maken Nederland bij uitstek geschikt voor het ontwikkelen, testen en implementeren van C-ITS.

EEMSHAVEN IS OPZIENBARENDE WINDTURBINE RIJKER In de Eemshaven is onlangs een nieuw type offshore-windturbine geïnstalleerd door het bedrijf 2-B Energy uit Hengelo. Het gaat om een testturbine met een capaciteit van zes MW die eerst op land verder wordt uitontwikkeld. Als vervolgens alle ‘kinderziektes’ zijn opgelost en de turbine tot in de perfectie draait, is het de bedoeling om het model uiteindelijk in veelvoud op zee te plaatsen. De 2-B Energy turbine is een opzienbarende turbine. In tegenstelling tot alle andere windturbines in de Eemshaven heeft deze turbine maar twee

10 15 iMaintain

IMA10_G_WhatsNext.indd 22

wieken (totale lengte 140 meter). Ook de mastconstructie ziet er beduidend anders uit en lijkt qua stijl meer op een hoogspanningsmast. In totaal bestaat de constructie uit drie delen. Het rotorhuis is uitgerust met een helikopterplatform en heeft een hoogte van 105 meter. 2-B Energy heeft een totaalconcept voor windenergie bedacht, waarmee de kosten van offshore-windenergie drastisch kunnen worden verlaagd. Cruciale elementen hierin zijn een simpel design, minder materiaalgebruik en een langere levensduur.

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

02-12-15 15:15


WHAT’S NEXT 23

ROBOT WIJST PASSAGIERS OP SCHIPHOL DE WEG Een robot helpt overstappende KLMpassagiers op Schiphol zo snel en efficiënt mogelijk van de ene naar de andere gate. Spencer is ontwikkeld door de Universiteit Twente en zes andere Europese partners. Op dit moment wordt er nog getest met de robot en daarbij zijn nog geen passagiers betrokken. De Spencerrobot beschikt over gedetailleerde plattegronden van het vliegveld en laserogen waarmee de robot onder andere afstanden kan meten. Dagelijks missen veel reizigers hun aansluitende vlucht door bijvoorbeeld vertragingen, te korte overstaptijden, problemen met het vinden van de weg of taalbarrières. De robot dringt deze problemen terug en helpt daarmee KLM om de klanttevredenheid te verhogen en het aantal passagiers dat een vlucht mist te reduceren. De ontwikkelaars hebben de robot zo geprogrammeerd dat hij niet door groepen mensen heen rijdt, maar netjes wacht als er een grote groep voorbij komt. Ook controleert Spencer of alle mensen die de robot volgen nog in de buurt zijn, zodat er niemand wordt achtergelaten. De vakgroep Human Media Interaction

van de Universiteit Twente onderzoekt welk gedrag van de Spencerrobot door de passagiers als sociaal acceptabel wordt gezien. Spencer moet in staat zijn om groepen te herkennen, moet rekening houden met groepsgedrag en obstakels zoals bagagetrolleys herkennen. Daar-

naast zal hij ook proactief inspelen op onvoorziene situaties. In maart 2016 vinden er nieuwe, openbare tests en demonstraties plaats met de vernieuwde robot.

NIEUWE ONDERZOEKSCENTRA KU LEUVEN GEOPEND De KU Leuven opende op 28 oktober twee gloednieuwe onderzoeksgebouwen: Leuven Chem&Tech en Leuven NanoCentre.

Met onder andere trilvrije vloeren en afscherming van radiomagnetische golven werden de gebouwen specifiek ontworpen voor het onderzoek dat er zal plaatsvinden. De KU investeerde 50 miljoen euro in de bouw. Nog eens 25 miljoen euro werd uitgetrokken voor de zeer gespecialiseerde machines waarmee onderzoekers aan de slag kunnen. Alles samen gaan meer dan 500 onderzoekers uit 7 verschillende departementen aan de slag op meer dan 18 000 m² onderzoeksruimte. In Leuven Chem&Tech doen wetenschappers en ingenieurs onderzoek naar bijvoorbeeld het gebruik van hernieuwbare grondstoffen of ontwikkelen ze milieuvriendelijke productieprocessen. In het NanoCentre zullen wetenschappers onder andere werken aan flexibele sensoren en displays op kleding of microscopisch kleine ‘energie oogsters’. Deze zouden ingebouwd kunnen worden in kleding, schoenen of een gsm om van daaruit de energie die vrijkomt als je In beide gebouwen werd voldoende ruimte voorzien om ook aan nieuw onderzoek in de beweegt op te vangen en op te slaan. toekomst onderdak te kunnen bieden.

10

iMaintain 15

IMA10_G_WhatsNext.indd 23

02-12-15 15:15


MGH is dé partner die de industrie draaiende houdt dankzij haar merkonafhankelijke totaaloplossingen

Real-time en op afstand exploiteren van installaties

voor zware elektromechanische aandrijfgroepen

 Slimmer onderhoud  Minder downtime  Internationaal bewezen

Servicecenter Machelen: Rittwegerlaan 2B • B-1830 Machelen Servicecenter Antwerp: Luithagen Haven 2 Unit K • B-2030 Antwerpen

www.ixortalk.com

Tel 24/24: +32(0)2 753 00 40 Fax: +32(0)2 753 00 49 • Mail: info@MGH.be

Ixortalk wagen 90x132.indd 1

18/11/15 09:53

ADVERTENTIE INDEX “Ontwerpen van oppervlakken die lang goed blijven onder de zwaarste omstandigheden.” Metco 16E autogeen draadspuitpistool

Abonnees ............................................................................................... 4 AIB Vincotte Nederland ......................................................................... 12 Croon Elektrotechniek ............................................................................. 8 Hogeschool Utrecht Centrum voor Natuur & Techniek ............................ 63 iMaintain congres 2016 ........................................................................ 34 Ixor ....................................................................................................... 24 MGH ..................................................................................................... 24 Oerlikon Metco Europe.......................................................................... 24

Het moet lang goed blijven! Bijvoorbeeld, high-throughput draadspuittechnologie die langdurig corrosiebescherming geeft op olie-en gastransportleidingen. Het resultaat? Coatings die 25 jaar mee gaan, sterk verminderende lange termijn pijplijn onderhoud en corrosie en lekkage uitsluiten. Bespaart kosten en milieu.

Olympus Nederland .............................................................................. 12 iMaintain platform ....................................................................26, 27, 28 Sky Access.............................................................................................. 4 Stork Technical Services Holding ............................................................. 2 Traduco ................................................................................................. 64

www.oerlikon.com/metco

IMA10_ADV.indd 24

Watervisie congres 2016 ...................................................................... 18

02-12-15 15:14


PRODUCTEN 25

Producttrends op www.imaintain.info

1

Veiligheidsschoenen met BOAsluiting Wiltec introduceert twee nieuwe modellen veiligheidsschoenen van Arbesko: de 342 en 386. Deze veiligheidsschoenen beschikken over de innovatieve BOA-sluiting. Hierdoor hoeven de schoenen niet meer gestrikt te worden en kunnen dragers de schoenen snel en gemakkelijk aan- en uittrekken. Om de schoenen uit te trekken, hoef je alleen maar aan de draaiknop te trekken. De kevlar-draden zijn uiterst sterk. Door deze sluiting zijn veters die voorheen nog wel eens ergens achter bleven hangen overbodig. Meer informatie bij: www.wiltec.nl

2

Infraroodcamera's

Fluke Europe B.V. introduceert acht nieuwe infraroodcamera's van de TiS Performance-serie, met een verbeterde resolutie die industriële, HVAC- en onderhoudsprofessionals helpt de staat van apparatuur sneller en nauwkeuriger te analyseren. De nieuwe hebben tot 2,5 keer meer pixels en een 70 procent betere verhouding tussen afstand en meetoppervlak voor een betere beeldkwaliteit. Hierdoor kunnen potentiële problemen met apparatuur bij industrieel en elektrisch onderhoud, in de procesindustrie en bouwtoepassingen sneller worden geïdentificeerd. Meer informatie bij: www.fluke.nl

3

Krachtopnemers

HBM heeft de serieproductielijn voor krachtopnemers die gebaseerd zijn op de rekstrooktechnologie gecombineerd met de lijn die krachtopnemers op specificatie van klanten produceert. Omdat alle componenten voor krachtopnemers nu op één productielocatie aanwezig zijn, kunnen niet alleen maatwerk opnemers van hoge kwaliteit ontwikkeld worden, maar op verzoek kunnen deze nu ook in kleinere series worden geproduceerd. De rekstrookgebaseerde krachtopnemers bestrijken een range van 10 N tot 5 MN. Meer informatie bij: www.hbm.com

4

Smeervrije ketting

De Tsubaki Lambda is een zelfsmerende ketting met gesinterde bussen die geïmpregneerd zijn met smeermiddel. Hierdoor voelt de ketting droog aan en kan direct worden gemonteerd en in bedrijf genomen zonder hem te hoeven smeren. De langere levensduur van deze ketting kan de vervangingskosten fors verlagen. Daarnaast kan de Lambda ketting zijn aanschafprijs meermaals terugverdienen dankzij de lagere onderhoudsbehoefte en de besparing op smeermiddelen met hun bijbehorende automati-

sche en handmatige smeerprocessen. Een smeervrije rollenketting biedt duidelijke voordelen voor industrieën waarvan de producten schoon moeten blijven, zoals levensmiddelen, farmacie en elektronica. Meer informatie bij: www.tsubaki.eu

5

Innovatieve monsternemer

6

Machine protectiesysteem

7

Gelaatsbescherming

Van Beek heeft de Sample Screw ontwikkeld: een innovatieve eenvoudig te reinigen monsternemer. Voor het nemen van representatieve productmonsters uit vaten, hoppers of in-line (bijvoorbeeld achter een uitloop of in een valpijp) is deze machine ideaal. Met behulp van een kleine transportschroef wordt op een veilige manier een monster van het materiaal uit de productstroom genomen zonder het proces te verstoren. De monsternemer is eenvoudig uit elkaar te halen voor een snelle en volledige reiniging. Hij is inzetbaar in de zuivel-, voedingsmiddelen-, farmaceutische en chemische industrie. Meer informatie bij: www.van-beek.nl

Emerson Process Management introduceert met de CSI 6500 ATG een autonoom machine protectiesysteem dat op efficiënte wijze ook voorspellende monitoring van kritieke assets mogelijk maakt binnen één en hetzelfde systeem. De multifunctionele systeemkaarten zijn eenvoudig opnieuw te configureren voor allerlei soorten metingen, waaronder stoot- en piekbelastingen voor de PeakVue-technologie. PeakVue monitort niet alleen het start- en uitloopgedrag van kritieke turbo-installaties met oog op de veiligheid ervan, het is ook een effectief hulpmiddel voor gebruikers om de allereerste indicaties van aanstaande defecten in tandwielkasten en lagers mee te ontdekken. Meer informatie bij: www.emersonprocess.com

De nieuwe G500 gelaatsschermen van 3M bieden een oplossing voor gebruikers die geen helm hoeven te dragen, maar die wel gelaats- en gehoorbescherming nodig hebben. Dankzij het ontwerp kan het makkelijk worden gecombineerd met andere veiligheidsproducten zoals vizieren, gehoorkappen, headsets en een geïntegreerde oogbescherming. De G500 is er in een industriële versie met polycarbonaat vizier. Dankzij het ontwerp van de hoofdband kan het systeem met en zonder gehoorkappen gebruikt worden. De opening is geschikt voor de Peltor P3E-helmbevestiging. Meer informatie bij: www.wiltec.nl

Kijk voor meer productinnovaties op www.imaintain.info

IMA10_F_Producten.indd 25

10

iMaintain 15

02-12-15 15:23


Het iMaintain platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Het platform belicht op een journalistieke en onafhankelijke manier innovaties, behandelt actuele onderwerpen en inspireert. Via het vakblad iMaintain, met de website www.imaintain.info, met drie rondetafelmeetings per jaar, diverse bijeenkomsten en met een jaarcongres bereikt het iMaintain platform haar doelgroep.

Partnernieuws Megaproject zonnepanelen bij Tata Steel Tata Steel in IJmuiden gaat het grootste dakgebonden zonnepanelenproject van Nederland realiseren. Het is een van de grootste projecten in zijn soort ter wereld. Samen met het bedrijf Pure Energie gaat de staalproducent de komende twee jaar op zijn fabrieksterrein een dakoppervlak van in totaal 25 hectare voorzien van 80.000 zonnepanelen, met een totale capaciteit van 22 MW. De hoeveelheid energie die jaarlijks duurzaam wordt opgewekt met de zonnepanelen staat gelijk aan het elektriciteitsverbruik van zo’n 7.000 huishoudens. De opgewekte energie wordt gebruikt voor de bedrijfsprocessen op de site.

Vierde sluis van Ternaaien ingehuldigd SPIE Belgium superviseerde en droeg bij tot het ontwerp en de installatie van de elektromechanische onderdelen van de sluis die op 13 november officieel werd ingehuldigd. Gelegen aan de Maas, op de grens tussen België en Nederland, vormt het sluiscomplex van Ternaaien een verplicht passagepunt tussen de bevaarbare binnenwateren van België en Frankrijk en tussen die van Nederland, Duitsland en Centraal-Europa. De vierde sluis is 225 meter lang en 25 meter breed, met een hoogteverschil van 14 meter. De sluis heeft een capaciteit voor de passage van konvooischepen tot 9000 ton.

Eerste innovatielaboratorium HU geopend 13 november is het eerste innovatielaboratorium (iLab) bij Hogeschool Utrecht op het Utrecht Science Park geopend. Het iLab is een volledig uitgerust laboratorium dat startups en gevestigde bedrijven toegang biedt tot onderzoeksfaciliteiten, studenten en wetenschappers. Het belangrijkste doel is het versnellen van innovatie bij bedrijven door samen met studenten, docenten en onderzoekers te werken aan onderzoeksprojecten in een gemeenschappelijke onderzoeksinfrastructuur. Het iLab biedt faciliteiten op het gebied van chemische analyse en technologie, moleculaire en celbiologie, microbiologie en alternatieven voor dierproeven.

Partners van het iMaintain platform

Bekijk alle partnerfilmpjes op www.imaintain.info/platform

Leden van het iMaintain platform asset management

Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het iMaintain platform, kijk dan op www.imaintain.info of neem contact op met Anouk Bouwmeester: Anouk@industrielinqs.nl – 020 3122 797

IMA10 platform.indd 26

02-12-15 15:06


‘Expertquotes’ ‘Als onderhoudsmanager moet je bewust zijn van de bedrijfsdoelstellingen. Je moet weten wat voor investeringen er op je af komen en wat er in de toekomst van de installaties wordt verwacht.’

‘Veel onveilige situaties worden veroorzaakt door menselijk gedrag. En wil je naar zero surprises toe, dan zal je ook de risico’s van menselijk gedrag moeten kunnen erkennen en waar nodig sturen. Je kunt bijvoorbeeld de mentale gesteldheid van een operator monitoren en zo zien of hij geconcentreerd is en adequaat reageert in onverwachte situaties. De zachte kant van samenwerken en informatie delen wordt steeds belangrijker in een complexe omgeving zoals de procesindustrie.’

Leo van Dongen in een reactie op het NVDO Suto Benchmark onderzoek waaruit naar voren kwam dat onderhoudsmanagers te weinig tijd hebben voor strategische analyse en reflectie.

Henk Akkermans, WCM, in deze iMaintain over Fieldlab Campione. ‘De afgelopen tien jaar zag je een sterke toename van reliability- en maintenance engineers. Nu wordt de asset portfolio manager belangrijker. Deze vrouw of man denkt na over de vraag ‘waar gaan we met deze asset naartoe?’ Zowel voor de technische, commerciële, compliant als economische levensduur.’

‘Interessant is de beperkte publiciteit die de CO2-emissiestijging krijgt in de media omdat men zich alleen bezig houdt met het percentage hernieuwbare elektriciteitsopwekking.’ Roelf Venhuizen, Profion, over cijfers van het CBS van 13 november, waaruit blijkt dat de recente CO2-emissiestijging vooral komt door het gebruik van meer kool.

Mark Haarman, Mainnovation, in deze iMaintain over de nieuwe aanpak van onderhoud die nodig is om ook de komende decennia een competitieve industrie te hebben.

Het expertpanel van het iMaintain platform bestaat uit:

IMA10 platform.indd 27

Henk Akkermans Hoogleraar dynamiek van toeleveringsnetwerken, Universiteit Tilburg Wetenschappelijk directeur WCM

Rob de Heus Champion World Class Maintenance, Sitech Services

Henk van der Meer Teamleider Events, BP raffinaderij Rotterdam

Jac de Boer Senior Consultant Asset Management & Maintenance Tebodin

Geert-Jan van Houtum Professor Reliability, Quality en Maintenance, TU Eindhoven

Hans Peters Teammanager, Drinkwaterbedrijf Dunea Maintenance Manager of the Year 2015

Leo van Dongen Professor Maintenance Engineering, Universiteit Twente Directeur Fleet Services, NedTrain

Ton Huibers Maintenance Manager, Vlisco Maintenance Manager of the Year 2013

Ruud Schenk Algemeen Directeur, Cofely West Industrie BV

Michel Grijpink Learning & Development consultant, Hogeschool Utrecht

Nico van Kessel Principal Consultant Asset Management, Tata Steel

Roelf Venhuizen Voorzitter Profion, Bestuurlid Veiligheid Voorop, Voormalig CEO NAM

Mark Haarman Managing Director, Mainnovation

Cor van de Linde Directeur innovatieplatform iTanks Maintenance Manager of the Year 2012

Johan Wolt Maintenance Manager, AkzoNobel lndustrial Chemicals MCA Delfzijl Maintenance Manager of the Year 2014

02-12-15 15:06


MAGAZINE ONLINE FILM EVENTS MEETINGS AWARDS EXPERTS LEDEN PARTNERS ZICHTBAARHEID BEREIK CONTACT KENNISDELING

Het iMaintain Platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en asset management. Het iMaintain Platform deelt kennis en inspiratie door de integratie van netwerk, magazine, website, events, social media, film, verkiezingen, round tables en specials.

Het iMaintain platform versterkt uw netwerk.

Het iMaintain platform kent experts, leden en partners.

Meer weten: Anouk Bouwmeester 020 3122 797 anouk@industrielinqs.nl

Het iMaintain platform biedt partners een optimale mix van zichtbaarheid, bereik, contact en kennisdeling.

www.imaintain.info IMA10_ADV.indd 28 151020 iLinqs PlatformIMA_Adv.indd 1

02-12-15 20-10-15 15:14 14:28


Maint

NL

Het magazine van de NVDO

Maintenance Manager of the Year Hans Peters: ‘De nominatie is het al waard om ervoor te gaan’ | Drones beter inzetbaar door aanpassing regels | Brouwen op een duurzamere manier

IMA10_MA_CoverMaint.indd 29

02-12-15 15:08


Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?

aan! e j d l Me o.nl d v n . w ww aatschap > lidm

Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband

De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud

houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard

(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het

netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-

gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het

che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De

realiseren en in stand houden van het grootste onder-

vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-

houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke

derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies

doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-

binnen de branche in kaart.

Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • • • • • • • • • •

Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s Cursussen over onderhoudsmanagement Studiedagen met actuele thema’s Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten Vacaturebank Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn (wetenschappelijke) Onderzoeken NVDO Corrosie Helpdesk Jongerenboard

• • • •

NVDO Onderhoudskompas Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!

Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl

IMA10_MB_Voorzitter.indd 30

02-12-15 15:17


Van de voorzitter

Regeldruk; lust of last? Vorig jaar bezette ‘Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance’ de hoogste positie in de Top Tien Trends van ons NVDO Onderhoudskompas. Dat deze trend nu op nummer drie staat, wil niet zeggen dat er geen aandacht voor is. Integendeel, misschien heeft u juist de noodzaak al volledig ingebed in uw beleid en heeft u de zaken dusdanig voor elkaar, dat uw aandacht kan worden verlegd naar andere zaken, zoals het vinden van een oplossing van uw verouderende assetbase. Tijdens onze jaarbijeenkomst onlangs in Rhenen, sprak ik er met diverse collega leden over. Al jaren spant de overheid zich in om de regeldruk voor ondernemend Nederland te verminderen, maar we merken er in de praktijk maar weinig van. Hoe kan dat nou? Lost de overheid wel de juiste regeldruk op, of is het een kwestie van beleving?

wetgeving ingesteld waar bedrijven aan moeten voldoen. De meest recente schatting van het aantal wetten staat op zo’n 40.000. Hoewel de EU sinds kort inzet op een strenger ‘gatekeeper’ beleid op nieuwe wetten om te zorgen voor minder wetsvoorstellen en complexiteit, zijn deze effecten (nog) niet zichtbaar. Een voorbeeld hiervan is de gelanceerde afvalstoffenrichtlijn SEVESO III, die zorgde dat het BRZO (Besluit Risico’s Zware Ongevallen) uit 1999 dit jaar moest worden herzien. De NVDO heeft een bijdrage geleverd aan de juiste inrichting van deze afvalstoffenrichtlijn, die ervoor moet zorgen dat de veiligheid voorop staat. Graag eindig ik dit jaar met een begin voor volgend jaar, een goed voornemen om nog verder met de overheid in gesprek te treden over het nut en de noodzaak van compliance. Want ondernemers ervaren momenteel een grote afstand met de overheid, waardoor er soms regels komen die in de praktijk onlogisch of moeilijk uitvoerbaar zijn. Regels mogen nooit een doel op zich zijn, maar zijn wel nodig om veilig werken te organiseren. Als dat werkbaar wordt ingevuld, zal de ervaren regeldruk minimaal zijn en het draagvlak maximaal.

‘Voor ondernemers is het belangrijk dat regels proportioneel blijven.’

Voor ondernemers is het belangrijk dat regels proportioneel blijven. Dat houdt in dat ze ons niet onnodig veel moeten kosten; niet in geld, maar ook niet aan inspanningen bij de naleving ervan. Soms kost het ondernemers, en onze onderhoudsorganisaties in het bijzonder, heel veel moeite om te achterhalen wat instanties nu precies willen en reageert de overheid niet adequaat op onze vragen. Tijdens de zeer succesvolle NVDO Jaarbijeenkomst sprak ik met verschillende deelnemers die het nut van veel regels niet herkennen; waarom is een regel er überhaupt? Dat geldt natuurlijk in grote mate als blijkt dat er meer ‘afvinklijstjes’ zijn dan onderbouwingen van het nut, waarbij niet eens meer wordt gekeken naar de werkelijke situatie. De aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance staat voor het derde achtereenvolgende jaar in de top 3 van meest prominente trends. Zowel wetgeving uit eigen land als normen en richtlijnen opgesteld door de EU, zorgen voor een constante druk op bedrijven, doordat zij de kaders waarin bedrijven kunnen werken beperken. Vooral de EU heeft de afgelopen jaren veel

Graag dank ik u voor uw vertrouwen in en uw loyaliteit aan de NVDO die u ook dit jaar weer heeft laten zien. Dat deed u middels uw lidmaatschap, door sponsoring, door het invullen van onze enquêtes, door als gastheer op te treden, in een werkgroep deel te nemen, uw organisatie als gastlocatie aan te bieden, of anderszins. Daar zijn geen regels voor nodig, dat is de basis van onze vereniging. Ik wens u, mede namens mijn medebestuursleden, een regel-werkbaar nieuw jaar in goede gezondheid, samen met uw dierbaren.

Bas P. Kimpel Voorzitter MaintNL 10 - 2015 31

IMA10_MB_Voorzitter.indd 31

02-12-15 15:17


Maintenance Manager

‘ De nominatie is het al waard om ervoor te gaan’ Erkenning en aandacht voor het onderhoud en het product drinkwater, dat is toch wel het leukste dat de verkiezing van Maintenance Manager of the Year Hans Peters van Waterbedrijf Dunea heeft opgeleverd. Hij raadt het andere maintenance managers dan ook zeker aan om mee te doen met de komende verkiezing. ‘Alleen al de mogelijkheid om de professionaliteit van het onderhoud in beeld te houden, vind ik een reden om mee te doen.’ Dagmar Aarts Als Maintenance Manager van het Jaar wilde Hans Peters meer samenwerken met opleidingsinstituten en jongeren en wilde hij ook de samenwerking tussen de verschillende disciplines binnen het bedrijf bevorderen. De contacten die er al waren met een aantal opleidingen hebben een impuls gekregen door de benoeming door NVDO's vakjury. ‘We zijn onder andere bezig met ZAAM om een opleiding reliability and maintenance engineering meer inhoud te geven en bij te sturen naar de praktijk en realiteit. Daarnaast hebben we interactie met CoThink over de opleiding en zijn we bezig met twee ROC’s. Op dit moment hebben we ook drie studenten rondlopen van het mbo, hbo en speciaal onderwijs die technische stages en afstudeerprojecten bij ons doen. Het mes snijdt aan twee kanten, zij doen nuttig werk en wij kunnen hen wat leren.’

Koesteren Die jongeren zijn hard nodig bij Dunea, want over vijf jaar gaat er een hele golf werknemers met een lang dienstverband met pensioen. De jonge krachten zouden nu al in moeten stromen, want het duurt zeker twee tot drie jaar voordat iemand helemaal zelfstandig kan werken binnen het waterbedrijf. De werkplek kan bijna niet mooier in de duinen van Zuid-Holland, maar het is een uitgestrekt gebied en het kost tijd om als nieuwe werknemer je weg te vinden in het landschap en in alle installaties. Als iemand die weg eenmaal heeft gevonden, is het nog de kunst om hem te houden. Peters: ‘Vooral de mensen met potentie willen vaak naar hogere niveaus doorgroeien. Dat kan hier, want ze kunnen veel interne opleidingen volgen of via het werk gesteunde opleidingen doen. Maar daarna ben

MAINTENANCE MANAGER OF THE YEAR 2016 Wie wordt Maintenance Manager van het Jaar 2016? Wie volgt Hans Peters van Dunea op in 2016? Wie verdient het om mee te doen aan deze eervolle strijd om de titel Maintenance Manager van het Jaar? Schrijf nu in of draag uw kandidaat voor via de website van de NVDO: www.nvdo.nl.

32 MaintNL

je ze meestal kwijt. Dan gaan ze naar de projectafdeling of een assetmanagement groep en verlaten het uitvoerend werk. Terwijl wij de mogelijkheid koesteren om dingen zelf te blijven repareren, we willen niet alles uitbesteden. Zo houden we kennis in eigen huis.’

‘Het is dodelijk gebleken als iedereen zijn ding doet en daarna uit elkaar gaat voor de volgende klus.’ Om zo veel mogelijk zelf te kunnen doen, is het belangrijk om de installaties goed te kennen. En dat is toch een beetje lastig. Door de voortgang van technologie komen de medewerkers steeds verder van de processen zelf te staan. In een eerder interview zei Peters: ‘Operators kunnen thuis na de reguliere dagdienst op een laptop het hele waterzuiveringsproces volgen. We hoeven niet continu aanwezig te zijn. Dat is natuurlijk geweldig, maar we verliezen ook wel een beetje het contact met de installaties. Het is daarom belangrijk dat mensen van verschillende disciplines veel met elkaar optrekken.’

Verbeterteams Dunea is daar nu intensief mee bezig door middel van verbeterteams, die worden samengesteld uit verschillende disciplines.

10 - 2015

IMA10_MI_MaintenanceManager.indd 32

02-12-15 15:11


Bevestiging Peters moest in eerste instantie worden overtuigd om mee te doen aan de verkie-

FOTO'S: GIJS HOEKSTRA EN DUNEA

Peters: ‘We roepen de jongens bij elkaar als we hardnekkige problemen hebben in de techniek, een installatie niet goed presteert of als ergens een gecompliceerde klus moet worden gedaan. Het is dodelijk gebleken als iedereen zijn ding doet en daarna uit elkaar gaat voor de volgende klus. Het gaat beter als de mannen bij elkaar worden geroepen, het werk van te voren doornemen, elkaar in de uitvoering ondersteunen en daarna weer tijd nemen om te evalueren. Dan krijgen ze ook meer lol in de successen.’ Als ze toch met een probleem blijven zitten, is er maar één optie: opnieuw om de tafel en kijken hoe het dan wel lukt. ‘Het stimuleert de meesten enorm om ook over hun eigen schutting heen te blijven kijken’, zegt Peters. ‘De installaties zijn steeds complexer geworden en de signalen die vertellen hoe een installatie presteert, zijn in het veld niet meer te zien. Die verschijnen ergens op grote afstand bij de operators op een beeldscherm. Maar als er iets in het veld gebeurt, moeten de jongens in het veld en uit de controlekamer samen kunnen constateren waar het misgaat. De uitdaging is dat ze elkaar aanvullen. Daarmee voorkom je dat iedere discipline alleen zijn eigen ding doet en als er een complex probleem of storing is, het langer dan nodig aanwezig blijft.’

Hans Peters: ‘Ineens bleek dat we op de goede weg zijn.'

PROFIEL Naam: Hans Peters Leeftijd: 56 Functie: Teammanager WTB & Infra Bedrijf: Drinkwaterbedrijf Dunea, duin en water Achtergrond: NedLloyd (Koopvaardij), Workships, Brown & Root (Offshore), EWR (elektriciteitscentrale) Opleiding: HTS Scheepwerktuigkunde Werkzaamheden: Onderhouden van drinkwater productie-installaties

MaintNL 10 - 2015 33

IMA10_MI_MaintenanceManager.indd 33

02-12-15 15:11


2016

Het jaarcongres van de NVDO en het iMaintain platform Datum: 17 maart 2016 | Locatie: AHOY Rotterdam

[SAV

E TH

E DA TE]

THEMA: IN THE LEAD De Nederlandse industrie heeft alles in zich om koploper te zijn en te blijven. Maar dat komt niet vanzelf. Tijdens iMaintain 2016, het jaarcongres van de NVDO en het iMaintain platform, kijken we hoe de Nederlandse maintenancesector bijdraagt om ‘in the lead’ te blijven.

www.nvdo.nl

Welke factoren maken het verschil in food en farma, infra, fleet, procesindustrie en de gebouwde omgeving? De juiste mix van gedrag, innovatie, techniek, operational excellence en samenwerking kan zorgen dat de Nederlandse maintenancesector ook de komende decennia onze industrie ‘in the lead’ houdt.

DOELGROEP

Beslissers en verschilmakers van: • Onderhoudsintensieve bedrijven en organisaties • Aanbieders van onderhoudsdiensten • Leveranciers van technologie en onderdelen op het gebied van onderhoud • Overheden en kennisinstituten

www.imaintain.info/congres 151201_iLinqsIMA2016_Congres.indd 1 IMA10_ADV.indd 34

02-12-15 15:14 10:01 02-12-15


zing, maar zou het collega’s die er voor willen gaan nu echt aanraden. ‘Zelfs de nominatie is het al waard om ervoor te gaan, je hoeft niet eens te winnen. Op het moment dat je besluit er serieus werk van te maken, moet je jezelf wel echt heel kritische vragen stellen.’ De kandidaten voor de Maintenance Manager of the Year-verkiezing moeten namelijk een dossier samenstellen. Peters moest er goed voor gaan zitten, want wat doe je eigenlijk allemaal en waar lever je een bijdrage aan? ‘Ik zette alles eens op een rijtje en zag dat we eigenlijk met verrekt veel bezig zijn. Daarna moet je ook gaan nadenken wat voor buitenstaanders interessant is om te weten, wat ons onderscheidt van anderen en hoe je dat goed onder het voetlicht krijgt. Zo is het dossier tot stand gekomen. Ik werd daarbij ook gestimuleerd door collega’s en het eigen management.’ De titel is niet alleen van hem, vindt Peters. ‘Het hele team heeft er erkenning door gekregen. We zijn voortgekomen uit aller-

'We hoeven niet continu aanwezig te zijn. Dat is natuurlijk geweldig, maar we verliezen ook wel een beetje het contact met de installaties.’ lei reorganisaties en samenvoegingen. We bestaan uit allemaal verschillende bloedgroepjes en cultuurtjes en toen ik in maart Maintenance Manager van het Jaar werd, waren we net drie jaar bezig in deze samenstelling. Nu bleek ineens dat we op de goede weg zijn en de juiste dingen doen. We hebben in ieder geval de koers te pakken waarbij het resultaat is gezien. Het is een bevestiging dat al die reorganisaties niet voor niks zijn geweest.’

Opvolger Op 17 maart 2016 wordt de opvolger van Peters bekendgemaakt en kandidaten kunnen zich nu nog aanmelden via de NVDOwebsite. Volgens Peters is de verkiezing

belangrijk om het belang van goed onderhoud op de kaart te krijgen. ‘Vooral met het geweld van asset management, wat overal hot is. Maar heel veel kennis en ervaring die asset management nodig heeft om de juiste besluiten voor te kunnen bereiden, komt vanuit de mensen uit onderhoud en productie. Het mag af en toe best worden geroepen dat je elkaar keihard nodig hebt. De verkiezing van Maintenance Manager of the Year geeft de mogelijkheid om een brug te slaan naar mensen die zich nu op asset management storten en biedt de mogelijkheid om het vertrouwen en ook de professionaliteit van het onderhoud in beeld te houden. Dat zijn goede redenen om mee te doen, lijkt mij.’ ■ MaintNL 10 - 2015 35

IMA10_MI_MaintenanceManager.indd 35

02-12-15 15:11


De Vloer Op

‘Complexere operaties mogelijk door efficiency’ Hoe onderhoud je een terminal met veertig mensen? Drie verschillende medewerkers van Botlek Tank Terminal (BTT) vertellen over hun werkzaamheden en hoe het er aan toe gaat op de vloer van het Rotterdamse bedrijf. Ingrid Rompa Er liggen drie enorme zeeschepen aan de steigers van Botlek Tank Terminal (BTT). ‘We hebben hier vier steigers voor de open overslag van vloeibare bulkproducten’, vertelt terminal manager Frank de Leng enthousiast. ‘Aan onze 425 meter lange zeesteiger kunnen in totaal vier schepen worden behandeld.’ Voorheen stond hier een oude graansilo, zegt Frank. ‘Destijds is besloten om van de Agri Bulk Terminal een vloeibare bulkterminal te maken. In 2010 zijn we begonnen met bouwen. We hebben nu 120.000 kuub opslagcapaciteit voor benzinecomponenten en diesel. We hebben ook nog 80.000 kuub niet-geclassificeerd product.’ De toenmalige eigenaren hebben een joint venture gevormd en dat is Botlek Tank Terminal geworden. ‘Ondertussen zijn we enige overnames verder.’ De terminal heeft nu 34 opslagtanks in gebruik met minerale oliën, biodiesel en eetbare oliën. ‘Volgend jaar komt er een aantal tanks bij. We willen uitbreiden tot maximaal 750.000 kuub. De tanks die we nu hebben staan, zijn 30 meter hoog. De

PROFIEL Naam: Frank de Leng Leeftijd: 55 Opleiding: Hogere zeevaartschool Bedrijf: Botlek Tank Terminal Functie: Terminal manager Soort werkzaamheden: leiding voeren.

36 MaintNL

nieuwe tanks worden maximaal 48 meter.’ Op de terminal werken in totaal veertig medewerkers. ‘Er wordt gewerkt met een vijfploegensysteem’, licht Frank toe. ‘Elke shift heeft vier man; één man binnen en drie man buiten. Dat zijn onze terminal movement operators. Zij zijn operationeel verantwoordelijk voor het veilig en efficiënt laden en lossen van vrachtauto’s, treinen en zeeschepen. Daarnaast houden ze zich bezig met klein onderhoud. Het groot onderhoud besteden we uit aan een hoofdcontractor.’ BTT heeft zelf wel een technische dienst ter ondersteuning. ‘Hiermee proberen we inzichtelijk te maken dat we voldoende onderhoud plegen aan onze terminal. De technische dienst is het administratieve zenuwcentrum voor inspecties, bijvoorbeeld vanuit IL&T (Inspectie leefomgeving en transport). Je kunt tegenwoordig alleen laten zien of je wel voldoet aan de wet- en regelgeving en de PGS29 door een afgetekend certificaat.’ Het afvinken wordt steeds belangrijker volgens Frank. ‘Wij willen dit nu met behulp van een tablet makkelijker en inzichtelijker gaan maken. Veiligheid en onderhoud doe je in principe voor jezelf. Wanneer je het voor jezelf goed regelt, profiteert je omgeving mee en zo voorkom je ellende.’ Brandveiligheid speelt een belangrijke rol op de terminal voor stoffen met een vlampunt onder de honderd graden. ‘Ook stoffen met een vlampunt boven de honderd graden mogen hier liggen. Dat betekent dat we biodiesel mogen opslaan, plantaardige olie en vet. De producten komen binnen

met grote schepen. Vervolgens gaat het via spoor of de weg naar diverse eindbestemmingen in Duitsland, België et cetera. We hebben op de terminal laad- en losstations voor vrachtwagens én treinen. De producten worden echter ook met kleinere schepen naar Engeland, Noorwegen en Zweden getransporteerd.’

Groter en sneller Allround operator Hans Muller zit achter een groot aantal beeldschermen. ‘We hebben overal camera’s geplaatst. Op elke steiger staan er een paar. Op die manier kunnen we de schepen scherp in de gaten houden. Met name op het many folt, de plek waar de slangen worden aangesloten. Mocht de slang eraf schieten, dan zien we dat en kunnen we meteen actie ondernemen. Hiermee proberen we te voorkomen dat de producten in het zeewater terechtkomen. Daarom persen we ook altijd de slang die we aansluiten af op zes bar. Hiermee kijken we of er geen lekkages zijn bij de aansluiting. Zonder deze camera's zou er altijd iemand op de steiger aanwezig moeten zijn.’

Frank de Leng: ‘Wanneer je onderhoud voor jezelf goed regelt, profiteert je omgeving mee en voorkom je ellende.’ BTT onderscheidt zich van andere terminals door de efficiency en nieuwbouw, vult Frank aan. ‘We hebben enorm ingezet op automatisering. Dat betekent dat bijna alle processen gedigitaliseerd zijn. Het gaat dus veel sneller dan voorheen en er worden minder

10 - 2015

IMA10_MH_DeVloerOp.indd 36

02-12-15 15:18


FOTO’S: INGRID ROMPA EN WIM RAAIJEN

fouten gemaakt. We kunnen meer complexe operaties tegelijkertijd laten verlopen. Klanten kunnen inloggen en online zien wat er gebeurt met hun bestelling. Dat betekent wel dat onze mensen anders zijn gaan werken in de loop van de tijd. De medewerkers zijn allemaal om- en bijgeschoold.’ Met zijn 21 jaar is operator Thomas Thiel een van de jongste medewerkers. Hij houdt zich onder meer bezig met het laden en lossen van schepen, treinen en vrachtauto’s. ‘Vooraf wordt met de klant bepaald welk product ze willen’, legt Thomas uit. ‘Wij bepalen vervolgens welke leiding wordt gebruikt. Wanneer het schip aan de steiger ligt, wordt de slang aangesloten. Je kunt het vergelijken met het tanken van benzine met je auto, maar dan ‘ietsje’ groter en sneller.’ Thomas loopt naar een carrousel. ‘Hier kunnen we verschillende leidingen aan ver-

PROFIEL Naam: Hans Muller Leeftijd: 34 Opleiding: Vapro A en bezig met Vapro B Bedrijf: Botlek Tank Terminal Functie: Allround operator Soort werkzaamheden: schepen, treinen en vrachtauto’s laden en lossen, en binnendienst.

MaintNL 10 - 2015 37

IMA10_MH_DeVloerOp.indd 37

02-12-15 15:18


De Vloer Op

schillende tanks koppelen. Met die combinatie kunnen we het schip laden of lossen. We werken hier meestal met z’n drieën. De slangen koppelen we aan met behulp van een kraan, dus in principe hoeven we daar fysiek vrij weinig aan te doen.’

Onderhoud Thomas heeft oorspronkelijk een opleiding gevolgd in onderhoud. ‘Ik ben hier tijdens mijn stage terecht gekomen. Ik ben onder meer gebleven omdat ik een opleiding kon krijgen, vier dagen werken en dan één dag naar school. Het werk ligt me wel. Je hebt best veel vrijheid en elke dag is anders. Bovendien ben je heel veel buiten. Dat vind ik lekker. En we hebben een leuke ploeg.’ Zijn opleiding heeft hij inmiddels afgerond. ‘Nu werk ik zeven dagen achter elkaar en dan ben ik vijf dagen vrij. We werken in verschillende ploegen in ochtend-, middagen nachtdiensten.’ Tijdens zijn werk heeft hij regelmatig contact met zijn collega’s via de portofoon. ‘Dat is heel handig’, vindt Thomas. ‘Je hebt elkaar meteen te pakken. Bovendien heb je

PROFIEL Naam: Thomas Thiel Leeftijd: 21 Opleiding: Vapro A Bedrijf: Botlek Tank Terminal Functie: Operator Soort werkzaamheden: schepen, treinen en vrachtauto’s laden en lossen.

38 MaintNL

contact met iedereen in plaats van één-opéén. Ik luister ook constant mee. Daardoor weet je precies wat er aan de hand is.’ We lopen ondertussen over de 425 meter lange zeesteiger. ‘Dit schip wordt momenteel geladen’, legt hij uit. ‘Dat gebeurt met deze groene slangen. De meeste zeeschepen komen uit het buitenland. Kijk, op dit schip staat een man op wacht bij het many folt, dat heet een dekwacht. Hij houdt in de gaten of het laden of lossen goed en veilig gebeurt. Wij gebruiken hier camera’s voor, maar op het schip moet ook altijd iemand op wacht staan. Dat zijn de veiligheidsvoorschriften.’

Thomas Thiel: ‘Je kunt het vergelijken met het tanken van benzine met je auto, maar dan ‘ietsje’ groter en sneller.’ Onderdeel van zijn werkzaamheden is het onderhoudscontrolerondje. ‘De terminal is nu nog vrij nieuw, dus het onderhoud valt op zich erg mee. Veel werkzaamheden vallen nog onder de garantie. Daarom mogen we zelf vrij weinig doen. We kijken wel dagelijks de pompjes na om te zien of er nog genoeg olie in zit en of we geen lekkages hebben. Als er olie moet worden bijgevuld, dan doen we dat zelf. Wij doen vooral het klein onderhoud. Dingetjes die kapot gaan, repareren we zelf, zoals het vervan-

gen van een pakking. Op de aftap van deze steigerleidingen hebben we onlangs platen gezet. Als we van product wisselen, kunnen we hem hier leeg halen. Bijvoorbeeld als we omschakelen van benzine naar diesel.’ Een ander voorbeeld van onderhoudswerkzaamheden is het vervangen van koolstofbedden in de dampverwerkingsunit, het apparaat dat benzinedamp omzet in benzine. ‘Als we een schip laden, sluiten we daar nog een extra slang op aan’, legt Thomas uit. ‘De damp die uit het schip komt, wordt opgevangen en weer omgezet in benzine. In die tanks zitten koolstofbedden. Die waren toe aan vervanging. Met behulp van een bedrijf met een vacuümwagen hebben we het leeggezogen en later gevuld met verse koolstof. Dat was heel leuk om te doen.’ Manager Frank gelooft in de eigen verantwoordelijkheid van zijn mensen. Hij vindt het ook belangrijk om ze te stimuleren. Zijn motto is: ‘If you do not change direction, you may end where you are heading’. ‘Ik heb veel geleerd op mijn reizen. Daarom ben ik er van overtuigd dat er op een bepaald niveau invloed wordt uitgeoefend op het doen en laten en het handelen van mensen. Die wijsheid probeer ik mee te nemen in mijn werk. Ik probeer altijd het maximale uit mensen te halen. En ik kan goed los laten. We zijn een 24-uurs bedrijf, dus als je eigen verantwoordelijkheid niet bij een chef kunt neerleggen, dan maak je voor jezelf het leven een hel. Bovendien geef je je medewerkers een stukje uitdaging in hun werk. Dat is ook het leuke van het werken in een kleinere organisatie: de lijnen zijn hier redelijk kort.’ ■

10 - 2015

IMA10_MH_DeVloerOp.indd 38

02-12-15 15:18


Casus

‘Het is maar een O-ring’ Veel bedrijven kampen met niet complete of onjuiste BoM’s. Want het vullen van een Bill of Materials met de juiste gegevens kost ongeveer een half uur per artikelnummer. En die tijd is er meestal niet. Werkvoorbereiders krijgen te horen: ‘Vul de BoM’s maar geleidelijk tijdens je dagelijkse werk.’ Of: ‘Laat het de monteurs of magazijnmensen maar doen.’ Dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan, want meestal ontbreekt de tijd die nodig is.

O-ring Tijdens de cursus Duurzaam Spare Parts Management (Voorraadbeheersing 2.0) laat de docent een eenvoudige O-ring zien. En hij vraagt of de deelnemers herkennen dat er best een kans is dat in hun bedrijf een monteur het magazijn binnenloopt met zo’n O-ring, op zoek naar een nieuw exemplaar. Omdat er geen BoM beschikbaar is. Meestal vindt de monteur of magazijnman wel een passend exemplaar.

Challenger Dan laten we een filmpje zien waarin de Challenger ontploft. De zeven astronauten kwamen om. En vervolgens het filmpje over de onderzoekscommissie, waarin Richard Feynman laat zien wat de technische oorzaak was van de calamiteit: een O-ring. In de nabespreking komen we meestal tot de conclusie dat een goede BoM kan voorkomen dat een component met onjuiste specificaties wordt gemonteerd. En cursisten die niet beschikken over goede Bills of Materials sluiten niet uit dat in hun bedrijf verkeerde componenten worden gebruikt tijdens het oplossen van storingen. Veel van hen komen met concrete voorbeelden uit de eigen praktijk. Het voorbeeld van de O-ring geeft cursisten een ‘sense of urgency’ om de BoM-problematiek in hun bedrijf toch maar weer eens aan te kaarten met het management.

Voorraadbeheersing 2.0 De tweedaagse cursus op 9 en 10 februari 2016 (locatie NVDO, Houten) leert de deelnemer een goed inzicht te krijgen in de technieken en methoden van duurzaam spare parts management: Voorraadbeheersing 2.0.

Onderwerpen • • • • • • • • • • • •

en visie op duurzaam spare parts management en onderhoud E Het organiseren van duurzaam spare parts management De afhankelijkheden van andere bedrijfsfuncties Risicomanagement en materiaalcategorieën Voorraadstrategieën en bestelformules Inkopen van artikelen ten behoeve van onderhoud Het beheren van artikelen in het magazijn Administratie van de voorraad- en artikelgegevens Voorraadbeheer en informatiesystemen Optimalisatie en kostenreductie Het meten van het effect van duurzaam spare parts management Stappenplan voor verbeteringen

De aangeboden theorie wordt verduidelijkt met praktijkvoorbeelden en wordt afgewisseld met oefeningen en cases, waarbij deelnemers hun eigen kennis en ervaring kunnen delen. Daarnaast is er ruimte om problemen te bespreken, waarmee deelnemers in de praktijk te maken hebben. MaintNL 10 - 2015 39

IMA10_MJ_Casus.indd 39

02-12-15 14:59


Innovatie

lastic weg gaat lang mee P en vergt weinig onderhoud KWS Infra, onderdeel van VolkerWessels, wil wegen van gerecycled plastic maken, genaamd PlasticRoad. Plastic wegen zijn duurzamer, zijn sneller aan te leggen, vragen minder onderhoud, gaan drie keer langer mee dan traditionele wegen en dragen bij aan het oplossen van maatschappelijke problemen. Dagmar Aarts PlasticRoad, een weg van gerecycled plastic, is nu nog een concept maar KWS Infra hoopt binnen twee tot drie jaar een eerste pilotweg aan te kunnen leggen. Voor die tijd gaat het bedrijf de weg nog testen in het lab en op eigen terrein. De PlasticRoad zal in eerste instantie voor fietspaden worden gebruikt, maar de missie is om ook autowegen en uiteindelijk zelfs snelwegen van plastic te maken. De plastic weg is een idee van Anne Koudstaal en Simon Jorritsma van KWS Infra. Koudstaal: ‘We waren aan het brainstormen wat de toekomst voor wegen is, wat de weggebruiker wil en wat onze opdrachtgevers en wijzelf willen. Daarbij namen we ook de (maatschappelijke) problemen met wegen mee die je nu tegenkomt. Asfalt wordt voornamelijk gemaakt van primaire grondstoffen, waarbij bitumen, een aardolieproduct, een van de belangrijkste is. Daarom zijn we ook gaan nadenken over alternatieve bouwstoffen.’ Bij het maken van een weg zijn de zetting, wateroverlast en leidingen een groot probleem, weet Koudstaal. ‘Tijdens eerdere werkervaringen bij overheidsinstanties zag ik geregeld dat er een nieuwe weg werd aangelegd die een paar weken later moest worden opengebroken, omdat er een glasvezelkabel of telefoonkabel doorheen moest. Dat is heel frustrerend, want na een reparatie bereik je nooit meer dezelfde kwaliteit. Dat is zonde en kapitaalvernietiging. Wij hebben nagedacht over een nieuw soort weg die wordt gemaakt van alternatieve bouwstoffen. Dat moest een holle

40 MaintNL

prefabconstructie zijn waarin kabels en leidingen kunnen worden verwerkt, die water kan bergen, infiltreren naar de ondergrond mogelijk maakt en licht van gewicht is. Toen kwamen we uit bij de PlasticRoad, een weg gemaakt van gerecycled plastic.’

Partners Om van concept naar pilot te gaan, heeft KWS Infra partners nodig. Een persbericht met daarin een oproep aan bedrijven om zich te melden, leverde een storm aan reacties op. Koudstaal: ‘We hebben al meer dan zevenhonderd reacties vanuit de hele wereld gekregen, niet alleen van eventuele partners, maar ook van geïnteresseerden, kennisinstituten, media en opdrachtgevers

die graag een PlasticRoad willen hebben. We zijn nu bezig met het voeren van verkennende gesprekken met mogelijke partners, om te kijken wie onze kennis over bijvoorbeeld plastic kan aanvullen.’

Een weg van plastic is veel lichter, wat een groot voordeel is in zettingsgevoelige gebieden. Daardoor zal hij minder snel zakken en zal onderhoud minder snel noodzakelijk zijn. Met de partners wordt onderzocht wat de beste productietechniek is, wat de optimale constructie qua belasting en sterkte is en wat de optimale samenstelling van gerecyclede plastics is voor PlasticRoad. ‘Er zal

10 - 2015

IMA10_MM_PlasticRoad.indd 40

02-12-15 15:00


FOTO’S: VOLKERWESSELS

In eerste instantie zal de PlasticRoad voor fietspaden worden gebruikt, maar uiteindelijk wil KWS Infra ook autowegen en snelwegen van plastic maken.

hoogstwaarschijnlijk een aparte machine voor moeten worden gemaakt’, zegt Koudstaal. ‘Het idee is om stukken weg ergens te maken en dan pas naar de bestemming te vervoeren. Ook is er al geopperd om de plastic weg op locatie te maken, maar de vraag is of je dan ook de holle vorm krijgt die we willen.’ Voor de weg wordt plastic gebruikt dat normaal gesproken wordt verbrand en er is ook aansluiting gezocht bij Ocean Cleanup, om te kijken wat er kan worden gedaan met plastic dat zij uit de oceaan halen. De plastic soep kan dus een weg worden. Koudstaal: ‘Maar dat moeten we nog onderzoeken, want het zal niet het beste plastic zijn. We gaan kijken wat de optimale samenstelling is om te zorgen voor voldoende sterkte en kwaliteit. Het zou dus kunnen dat de weg bijvoorbeeld voor dertig procent uit plastic soep bestaat, voor twintig procent uit gerecycled autodashboard en voor vijftig procent uit gerecycled PET-plastic.’

Voordelen Doordat de weg prefab kan worden gemaakt, is hij veel sneller aangelegd dan een weg van asfalt of beton. Daarnaast kun je, door de elementen prefab te pro-

duceren, de kwaliteit veel beter in de hand houden en de weg onder bijna alle omstandigheden aanleggen. Alles wat nu één voor één gebeurt, kan bij de plastic weg in één keer worden gedaan. De lantaarnpalen, belijning, kabels en leidingen kunnen er al op of in de weg worden gemaakt voordat deze op de locatie wordt geplaatst. Koudstaal: ‘Nu wordt apart een hemelwaterriool aangelegd, deze kan je nu integreren in de plastic weg. Daarnaast bespaar je de hele fundering en asfaltlaag uit. Dat zijn vier verschillende lagen en handelingen.’

De verwachting is dat de PlasticRoad minimaal vijftig tot honderd jaar meegaat, daarna is hij volledig circulair te hergebruiken. Een weg van plastic is veel lichter, wat een groot voordeel is in zettingsgevoelige gebieden. Daardoor zal hij minder snel zak-

ken en zal onderhoud minder snel noodzakelijk zijn. De verwachting is dat plastic ook beter tegen temperatuurschommelingen en chemische aantasting kan dan asfalt en beton. De verwachting is dat de PlasticRoad minimaal vijftig tot honderd jaar meegaat, daarna is hij volledig circulair te hergebruiken. Ter vergelijking, een deklaag van asfalt gaat zo’n twaalf tot twintig jaar mee. En als er toch schade is aan de plastic weg, duurt het onderhoud niet lang. Er kan simpelweg een heel element worden vervangen. Koudstaal: ‘Het idee is dat de elementen vijf meter lang en 3,5 meter breed worden. Bij schade haal je het element er met een kleine kraan uit en zet je er een nieuwe in. Er is maar een kleine afzetting nodig. Dat scheelt tijd en materiaal, en leidt tot minder files, wat ook weer voordelig is voor het milieu.’ Nog een voordeel van de nieuwe weg is dat het gemakkelijk te combineren is met energieopwekking, inductie van oplading voor elektrische auto’s enzovoorts. Koudstaal: ‘Doordat het prefab wordt gemaakt en van kunststof is, zijn de mogelijkheden eindeloos. Bij asfalt ben je altijd afhankelijk van je steenslag en bitumen. Je kan niet zomaar iets toevoegen.’ ■ MaintNL 10 - 2015 41

IMA10_MM_PlasticRoad.indd 41

02-12-15 15:00


Energie

ier brouwen op een B duurzamere manier Bavaria heeft een duidelijk duurzaam mission statement en legt nadrukkelijk focus op besparen, maar kijkt ook naar het introduceren van duurzame energieopwekking. In dat kader heeft het bedrijf met de installatie van een warmtepomp een grote stap genomen. Het onderhoud aan de warmtepomp is slim ingericht: ‘We gebruiken de procesdata om de onderhoudsvraag te voorspellen.’ David van Baarle De brouwerij van de bierproducent in het Brabantse Lieshout maakte drie jaar geleden nog gebruik van twee warmtekrachtinstallaties, of zoals utilities manager Leon van Veghel zegt: ‘Turbine/ketelcombinaties’. Eenvoudig gezegd komt het erop neer dat de turbine elektriciteit en warmte opwekt en in de ketel omzet naar stoom die in het proces wordt ingezet. Het bedrijf heeft voor verschillende processen stoom en warmte nodig. De stroom die het bedrijf niet zelf gebruikte, verkocht ze op de elektriciteitsmarkt. ‘Toen ik drie jaar geleden werd aangenomen als utilities manager, was men al in overleg met koelinstallatie-leverancier GEA’, zegt Van Veghel. ‘Die zag toen al mogelijkheden voor het opwaarderen van restwarmte uit de koelprocessen. We hebben destijds een rekensom gemaakt, maar kwamen toch goedkoper uit met de installaties die we al hadden staan. We wonnen al warmte terug uit de rookgaskoelers van de WKK-installaties, die we onder andere gebruikten in de mouterij. Eigenlijk hadden we geen extra warmte nodig en waar dat wel zo was, konden we altijd nog terugvallen op stoom.’

Back-up De tijden zijn inmiddels behoorlijk veranderd: de gasprijzen zijn relatief hoog terwijl de stroomprijs behoorlijk is gekelderd. Het verschil tussen de gas- en de stroomprijs wordt ook wel de ‘sparkspread’ genoemd en die is op dit moment op zijn zachtst

42 MaintNL

IMA10_MQ_Food.indd 42

gezegd niet gunstig voor warmtekrachtkoppeling. ‘Toen de marktprijzen voor elektriciteit inzakten, was het economisch niet meer interessant om twee WKK’s in bedrijf

te houden’, vervolgt Van Veghel. ‘Natuurlijk is zelf stroom opwekken nog altijd goedkoper dan inkopen en dus besloten we één van de installaties, de nieuwste, in bedrijf te houden. De andere installatie is niet alleen wat ouder, maar presteert ook wat minder wat betreft energetisch rendement en CO2-uitstoot. We houden die laatste installatie overigens wel aan als back-up, voor het geval de andere WKK voor onderhoud uit bedrijf moet worden genomen of om welke reden dan ook faalt. We laten de oude WKK nog zo nu en dan draaien en geven hem de voor het gebruik noodzake-

DUURZAME ENERGIEBRONNEN Naast de inzet van een warmtepomp zijn er nog wel meer duurzame energiebronnen waar Van Veghel interesse in heeft. ‘Samen met de provincie NoordBrabant kijken we naar de mogelijkheden van diepe aardwarmte oftewel geothermie. Gezien onze warmtevraag zijn dit soort energiebronnen interessanter dan bijvoorbeeld een windturbine. Dat laatste zou sowieso niet slim zijn, omdat we hier in een windluw gebied zitten. Maar het aanboren van zo’n diepe bron is behoorlijk kostbaar en dan loop je ook nog het risico dat je hem niet kunt gebruiken. Om dat soort risico’s af te dekken, kan je alleen maar gezamenlijk optrekken met de overheid en andere bedrijven. De provincie heeft belang bij duurzame productie in zijn gebied omdat daarmee de leefkwaliteit verbetert en durft daarvoor zijn nek uit te steken. Samen kan je dan tot mooie, duurzame oplossingen komen.’ Bavaria heeft overigens ook nog naar de inzet van biomassa gekeken als basis voor de warmte en stroomproductie. ‘We zijn echter van mening dat biomassa alleen interessant is als je voldoende eigen grondstof hebt. Nu produceren we wel degelijk een biologisch afvalproduct, bierbostel, maar dat vindt zijn weg naar de stallen als veevoeder. Dat is een hoogwaardigere toepassing dan het simpelweg verbranden van biomassa. Als we een bio-WKK zouden installeren, zouden we onze biomassa extern moeten betrekken en dat gaat ons een stap te ver. Een optie die wellicht nog interessant is, is de installatie van zonnecellen. Ik ben me er wel van bewust dat een besparing zoals we die hebben gedaan met de warmtepomp veel meer rendement oplevert, maar zon-pv is een goede alternatieve energiebron die voor iedereen beter herkenbaar is. Ik blijf me dan ook focussen op procesverbeteringen in de utilities en de logistieke omgeving. Daar zijn nu eenmaal de eenvoudigste energiebesparingen te behalen.’

10 - 2015

02-12-15 15:00


FOTO’S: BAVARIA

lijke onderhoudsbeurten, maar dat zijn er uiteraard een stuk minder dan wanneer hij in vol bedrijf zou zijn geweest.’ Door de keuze voor één WKK ontstond echter een uitdaging in de warmteproductie, omdat er ineens de helft minder warmte kon worden gerecupereerd uit de rookgaskoelers. ‘En daarmee kwam de oplossing van GEA weer in beeld. Ineens was er een duidelijke businesscase voor energie- en geldbesparing met een warmtepomp.’

Hoge energieprestaties Zoals gezegd wordt de warmte voornamelijk ingezet in de mouterij. Van Veghel: ‘Een van de basisingrediënten voor bier is mout. Het ruwe gerst dat van het land komt, moet eerst kiemen en wordt vervolgens gedroogd op een zogenaamde eest. Voor dit kiemen is warmte nodig. Afhankelijk van het soort gerst dat we binnenkrijgen en de kiemfase van het gerst zijn temperaturen tussen de zestig en tachtig graden Celsius nodig. Uit de koelinstallaties komt warmte met een temperatuur van zo’n dertig tot veertig graden vrij. De nieuwe warmtepomp brengt dit water in drie stappen van ongeveer tien graden per stap op de gewenste temperatuur van plusminus 67 graden Celsius. Met name de keuze om de warmte in drie fases op te warmen, zorgt voor de hoge energieprestaties van de warmtepomp. Het eestproces is namelijk niet continu en ook

de warmtebehoefte schommelt geregeld. De pomp heeft een maximale capaciteit van 3,5 megawatt, maar werkt dus regelmatig op vijftig procent van zijn capaciteit. Door de gekozen configuratie werkt hij ook dan nog zeer efficiënt.’

‘We hebben het gebruiksduurafhankelijk onderhoud van normaal gesproken vijfduizend draaiuren weten op te rekken naar twaalfduizend draaiuren.' De directie van Bavaria hoefde niet heel lang na te denken over de investering van toch ruim één miljoen euro. ‘We hebben ons gecommitteerd aan het MEE-convenant, wat staat voor meerjarenakkoord energieefficiëntie ETS-ondernemingen. In het convenant hebben we samen met de andere Nederlandse bierbrouwers afgesproken er alles aan te doen om zo energie-efficiënt mogelijk te werken. Als we de COP (coëfficiënt of performance, red.) halen, besparen we vijf procent energie en hebben we zeven

procent minder gas nodig, wat weer leidt tot zeven procent minder CO2-uitstoot.’ De COP is overigens de verhouding tussen het energieverbruik van de compressor en de nuttige hoeveelheid warmte die de warmtepomp levert. ‘Die verhouding zou theoretisch op zeven moeten staan’, licht Van Veghel toe. ‘Dat wil zeggen dat één kilowatt elektriciteit zeven kilowatt warmte moet opleveren. GEA heeft deze prestaties beloofd en ik heb er vertrouwen in dat ze die ook gaan halen.’

Lage total cost of ownership GEA heeft de warmtepomp niet alleen geleverd, maar wordt ook verantwoordelijk voor het onderhoud aan de machine. John van Rooijen is manager technology & innovation bij het bedrijf dat ook al jarenlang levering van en het onderhoud aan de koelinstallaties doet. ‘Het ontwerp van een koelinstallatie en een warmtepomp verschilt niet heel veel van elkaar’, zegt Van Rooijen. ‘We gebruiken onze kennis dan ook om de uptime van de warmtepomp zo hoog mogelijk te houden. Daar houden we bij het ontwerp al rekening mee. Ons uitgangspunt daarbij is om de total cost of ownership zo laag mogelijk te houden. Het energieverbruik bepaalt zo’n zeventig tot 75 procent van de kosten, vandaar dat we daar de meeste focus op leggen. Daar komt dan ook de keuze voor de drie MaintNL 10 - 2015 43

IMA10_MQ_Food.indd 43

02-12-15 15:00


Energie

De warmtepomp bepaalt als het ware zelf wanneer hij onderhoud nodig heeft. Het onderhoudsmanagementsysteem houdt rekening met de manier waarop de machine is ingezet. zuigercompressoren vandaan. Hoe groter de temperatuurlift is, hoe meer energie zo’n compressor gebruikt. Door die cascadering kun je het water heel geleidelijk en energie-efficiënt op de juiste temperatuur krijgen. De kosten voor het kleine beetje extra onderhoud aan de extra compresso-

ren vallen dan ook in het niet bij de kosten die er worden bespaard op energiegebied.’

Procesdata Over dat onderhoud heeft GEA goed nagedacht. ‘Een compressor is sowieso eenvoudiger te onderhouden dan een WKK, maar

INVESTERINGEN BIJ BAVARIA De Rijksoverheid stimuleert duurzame innovatie in de industrie met een aantal subsidies. ‘Het hielp natuurlijk dat we gebruik kunnen maken van fiscale voordelen zoals de EIA en de Vamil-regeling, zegt Van Veghel. ‘Maar zelfs zonder die overheidssteun was de businesscase rond te krijgen. We verwachten deze investering binnen drie jaar te kunnen terugverdienen en dat zou zonder fiscale voordelen vijf jaar zijn geweest. Bavaria is van oudsher bezig met innovatie en kijkt vooral naar de langere termijn als het gaat om duurzame investeringen. Daardoor is deze investering eigenlijk nauwelijks een discussiepunt geweest.’ Sterker nog, Van Veghel is alweer bezig met de plannen voor een volgende stap in de verduurzaming van de energievoorziening. ‘We hebben namelijk nog meer warmtebronnen her en der verspreid staan over de brouwerij en we zouden de warmtevraag en het warmteaanbod kunnen koppelen via een warmwaterleiding. Op die manier kunnen we de warmte van bijvoorbeeld rookgaskoelers of de warmte van biogasmotoren naar de spoelmachine leiden. Die installatie gebruikt warm water om de retourflessen te spoelen. Nu is de aanleg van een warmwaterleiding nog een behoorlijke investering omdat het om een nogal lange leiding gaat die ook nog eens moet worden geïsoleerd. Maar als we de businesscase rond krijgen, gaan we het zeker doen.’

44 MaintNL

IMA10_MQ_Food.indd 44

we gebruiken ook op een slimme manier de procesdata om de onderhoudsvraag te voorspellen. Inmiddels zijn we daarmee zo ver dat we het gebruiksduurafhankelijk onderhoud van normaal gesproken vijfduizend draaiuren hebben weten op te rekken naar twaalfduizend draaiuren. De warmtepomp bepaalt als het ware zelf wanneer hij onderhoud nodig heeft. Leidend in de keuzes is de belasting van de machine. Het onderhoudsmanagementsysteem houdt rekening met de manier waarop de machine is ingezet. Het maakt namelijk nogal uit of hij continu heeft gedraaid of veel starts en stops heeft gehad. Daarnaast zijn de werkelijke toerentallen een indicator voor de onderhoudsbehoefte net als de condities zoals de persdruk en de zuigdruk.’ Het onderhoudssysteem haalt zelf zijn informatie uit de compressor en kan daarmee bepalen of en in welke gradatie onderhoud nodig is. Die gradaties lopen uiteen van inspectie of klein onderhoud, klasse A, tot groot onderhoud, klasse B, of zelfs een complete revisie. ‘We voeren dat onderhoud zelf uit als de machine het aangeeft of als de opdrachtgever erom vraagt. Bavaria heeft een eigen maintenance afdeling en wil het onderhoud zo goed mogelijk beheren. Dat kan ook eenvoudig en wij ondersteunen ze daar graag bij.’ ■

10 - 2015

02-12-15 15:00


NVDO Jaarbijeenkomst

‘Nederland loopt achter in energiebesparing’ De NVDO Jaarbijeenkomst stond dit jaar in het teken van Maintenance for Energy. In Ouwehands Dierenpark in Rhenen legde Gerard Jägers van Tata Steel IJmuiden uit hoe hij omgaat met energie in het bedrijf. Ed Nijpels maakte duidelijk waarom het Energieakkoord zo belangrijk is. Dagmar Aarts Het inhoudelijke middagprogramma volgde op de succesvolle jaarvergadering en begon na de netwerkborrel spectaculair met een zeeleeuwenshow. Waarna Gerard Jägers, programma manager energie-efficiëntie bij Tata Steel, de aandacht van het publiek vast wist te houden met zijn presentatie over hoe het staalbedrijf slimmer met energie probeert om te gaan. In IJmuiden gebeurt alles op hoge temperatuur en dat kost veel energie. Het bedrijf gebruikt vier procent van de totale energiebehoefte van Nederland. Jägers: ‘Als we iets doen aan verbeteringen, merk je dat meteen.’ Samen met andere staalbedrijven in de wereld zit Tata Steel in het ‘Ultra-low carbon steel making’-programma. Samen willen de bedrijven een doorbraak maken op zowel energie en CO2-gebied. ‘Energie en CO2 zijn gekoppeld: als je op het een bespaart, krijg je het ander cadeau.’ In het programma loopt nu een pilot om het proces van ijzer maken energiezuiniger en schoner te maken. Het moet twintig procent minder energieverbruik en CO2-uitstoot opleveren.

len, want dat gaat langer mee, is duurzamer en kost minder onderhoud. Medewerkers worden er op geattendeerd om lichten, pompen en motoren uit te zetten als ze die niet gebruiken. Zaken waar echt veel op kan worden bespaard, zijn vaak geautomatiseerd. En Tata Steel gaat tachtigduizend zonnepanelen op hun daken leggen, in totaal 25 hectare. ‘Dat is slechts twintig

procent van al onze daken’, zegt Jägers. ‘We hebben nog wat hectare te gaan als dit slaagt.’ De opgewekte stroom zal vervolgens in de staalproductie worden gebruikt. ‘We zijn anders te werk gegaan dan wat bedrijven normaal doen’, zegt Jägers over hun omgang met energie. ‘Meestal wordt er een aantal mogelijke oplossingen bedacht voor een probleem en dan wordt de beste oplossing gekozen. Wij hebben bij energie eerst gekeken wat het theoretisch minimum is en zijn toen gaan kijken wat we kunnen verbeteren.’ Om energieverbeteringen door te voeren, heeft Tata Steel zich strak aan een programma gehouden waarbij er vanuit het management stevige ondersteuning was.

INTERACTIEF SPEL Tijdens de NVDO Jaarbijeenkomst werden de bezoekers in teams van tien personen verdeeld om samen na te denken over hoe maintenance kan bijdragen aan energie-efficiency. Voor elk team lag een poster met daarop de belangrijkste pijlers uit het Energieakkoord. De teamleden moesten een aantal doelen koppelen aan de pijlers uit het Energieakkoord en een initiatief of maatregel bedenken waarmee met de maintenancesector kan worden bijdragen aan deze pijler.

Fabrieken doorlichten Daarnaast is Tata Steel in IJmuiden zelf ook bezig met een programma om energie te besparen. Alle fabrieken zijn doorgelicht. Er is gekeken naar grote en minder grote zaken. Zo wordt beoordeeld of het mogelijk is de restwarmte, die het bedrijf zelf niet meer kan gebruiken, aan huizen in de regio te geven via netwerken. Maar er is ook ledverlichting aangebracht in de enorme halMaintNL 10 - 2015 45

IMA10_MN_NVDO Jaarbijeenkomst.indd 45

02-12-15 15:01


FOTO'S: NVDO EN WIKICOMMONS

NVDO Jaarbijeenkomst

Jägers: ‘Mijn tip voor anderen die dit ook willen doen, is om een programma strikt te volgen en je niet af te laten leiden door tegelijkertijd aandacht aan andere zaken te schenken. Daarnaast moet je ambitieuze doelen nastreven, zoals wij hebben gedaan met het berekenen van het theoretisch minimum. Niet alleen technische aspecten

zijn belangrijk, maar ook het gedrag van de medewerkers. Om veranderingen blijvend door te kunnen voeren, is gedragsverandering nodig. Maak je medewerkers bijvoorbeeld bewust met posters over hoeveel geld je jaarlijks uitgeeft aan energie. Let ook op je mankracht, wij hebben bijvoorbeeld veel stagiairs en nieuwe mensen laten instromen.’

Gerard Jägers: ‘Je moet ambitieuze doelen nastreven.’ Energieakkoord

Gerard Jägers, Tata Steel, gaf een presentatie over slimmer energiegebruik in het staalbedrijf.

46 MaintNL

Na de presentatie konden de gasten aan tafel schuiven voor het diner, waar Ed Nijpels als voorzitter van de Borgingscommissie Energieakkoord een gepassioneerd betoog hield voor het akkoord. De commissie is ervoor verantwoordelijk dat het Energieakkoord ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd en Nijpels liet de aanwezigen weten dat ook de onderhoudsindustrie daar een belangrijke bijdrage aan kan leveren. Het Energieakkoord bestaat uit twaalf domeinen en onder die domeinen hangen

afspraken. Dat zijn grote afspraken zoals het sluiten van de vijf oudste kolencentrales, maar ook kleine afspraken zoals een subsidieregeling voor woningcorporaties. De vijf hoofddoelstellingen zijn dat we in Nederland in 2020 veertien procent duurzame energie produceren, in 2023 moet dat zestien procent zijn. In 2020 moet er meer dan honderd petajoule energie zijn bespaard en in dat jaar moeten er ook vijftienduizend extra banen zijn in de energiesector. ‘Waarom maken we ons druk om die duurzame energie’, zegt Nijpels. ‘De allesoverheersende reden is dat Nederland een volslagen achterlijk beleid heeft gevoerd op het gebied van duurzame energie. We staan onderaan in de rangschikking van Europa samen met Malta en Cyprus. Daar wil je al niet eens tegen voetballen, laat staan concurreren met duurzame energie. Op dit moment produceren wij 4,5 procent duurzame energie, terwijl andere landen al ver boven de vijftien procent zitten. We lopen echt achter.’

Geen noodzaak Volgens Nijpels is dat gekomen door de grote gasvoorraad in ons land. Lange tijd was er geen noodzaak om na te denken over wat

10 - 2015

IMA10_MN_NVDO Jaarbijeenkomst.indd 46

02-12-15 15:01


Ed Nijpels: ‘Organisaties als de NVDO zijn van fundamenteel belang om de energietransitie te realiseren.’

Ed Nijpels, voorzitter van de Borgingscommissie Energieakkoord, hield een gepassioneerd betoog. er na het gas zou komen en er was ook geen noodzaak iets te doen aan duurzame bronnen. ‘Nu willen we af van fossiele energie. Olie, kolen en gas stoten CO2 uit, waardoor de aarde opwarmt. Dat is een van de redenen waarom we over willen op duurzame energie, maar ook de eindigheid van fossiele bronnen speelt een rol. Daarnaast willen we ook niet afhankelijk zijn van gestoorde figuren à la Poetin die de gaskraan dicht kunnen draaien. En op termijn is duurzame energie uiteindelijk vele malen goedkoper.’

SAVE THE DATE! De NVDO Jaarbijeenkomst van 2016 staat gepland op vrijdag 25 november met het thema ‘Operational Excellence in Perspectief’. Graag zien wij u dan!

Nijpels somt een aantal zaken op die het gevolg is van het broeikaseffect. Zo kwamen de negen warmste zomers van de laatste honderd jaar voor in de laatste tien jaar. Het broeikaseffect veroorzaakt droogte, stormen en een stijging van de zeespiegel. ‘Uit onderzoek blijkt dat er bij zomers boven de gemiddeld 26 graden 1165 minder geboortes zijn. Dat geeft aan dat de opwarming van de aarde gevolgen heeft die we nu nog niet allemaal kunnen overzien. We moeten die opwarming wereldwijd beperken tot twee graden Celsius. Als we doorgaan zoals nu, wordt dat meer.’

Veranderingen energiewereld De transitie van fossiele naar duurzame energie gaat voor veel veranderingen zorgen. In Duitsland splitsen energiemaatschappijen Vattenfall en RWE hun activiteiten. Nijpels: ‘Alle fossiele activiteiten zitten in het ene bedrijf en de duurzame zitten in het andere bedrijf. Zij zien op termijn geen toekomst meer in fossiel. In Duitsland wordt ook massaal energie thuis opgewekt met bijvoorbeeld zonnepanelen, waardoor de markt enorm is veranderd. De transitie leidt ook tot discussie in de beleggingswereld. Er wordt geschat dat als de ontwikkelingen van de energiebedrijven zo doorgaan, alle beleggingen die overal ter wereld in energiemaatschappijen worden gedaan in 2050 met honderdduizend miljard zullen zijn afgenomen. Alle bedrijven die er nog geld instoppen, moeten zich afvragen of ze daar door mee moeten gaan.’ Volgens Nijpels zorgt de transitie ook voor

een complete wijziging van de financiële wereld. ‘In Nederland eist pensioenfonds PGM bijvoorbeeld van alle bedrijven waar ze in beleggen dat ze vijftig procent CO2 reduceren voor 2030.’

Energiemix van de toekomst De energiemix van de toekomst bestaat volgens Nijpels uit verschillende vormen van duurzame energie, maar ook fossiele energie moet niet helemaal buiten beschouwing worden gelaten. ‘Duurzame energie heeft als kenmerk dat het verschijnt op momenten dat we het niet kunnen gebruiken. De wind waait altijd, maar ’s nachts hebben we het niet veel nodig. In Duitsland had energie anderhalf jaar geleden een negatieve prijs, je kreeg betaald als je elektriciteit van Duitsland afnam. Dat is een raar systeem en daarom is het belangrijk dat de energiesystemen in Europa op elkaar worden afgestemd. Fossiele energie kan nog wel worden gebruikt als achtervang, maar moet dan wel ontdaan zijn van de negatieve effecten. Dat betekent dat CO2 moet worden opgevangen.’ Nijpels heeft het volste vertrouwen in de technische mogelijkheden om van fossiele naar duurzame energie te gaan, maar de overstap kan volgens hem alleen maar slagen als mensen, die ermee aan de slag willen, ergens terecht kunnen met hun vragen. ‘De onderhoudssector kan bedrijven die de kennis niet hebben, helpen. Organisaties als de NVDO zijn van fundamenteel belang om de energietransitie daadwerkelijk te realiseren.’ ■ MaintNL 10 - 2015 47

IMA10_MN_NVDO Jaarbijeenkomst.indd 47

02-12-15 15:01


NVDO Jaarbijeenkomst

Fotoverslag NVDO Jaarbijeenkomst

20 NOVEMBER 2015 OUWEHANDS DIERENPARK, RHENEN

48 MaintNL

10 - 2015

IMA10_MO_Fotoverslag.indd 48

02-12-15 15:02


FOTO’S: NVDO

MaintNL 10 - 2015 2015 49

IMA10_MO_Fotoverslag.indd 49

02-12-15 15:03


Inspectie

Drones beter inzetbaar door aanpassing regels Regelgeving stond bedrijfsmatig gebruik van drones tot voor kort in de weg. Nu de regels zijn aangepast, is er voor serieuze bedrijven meer mogelijk. Echter, de drone-sector moet verder professionaliseren, betoogt Aad van den Burg van Rijkswaterstaat. ‘Op cowboys zit niemand op te wachten.’ Pieter Pulleman Van den Burg is senior adviseur netwerkontwikkeling Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. Hij deed - samen met enkele partners, waaronder branchevereniging DARPAS - eerder dit jaar onderzoek naar pilotprojecten met drones. Aanleiding voor deze quick scan was de reden dat in het publieke domein veel activiteiten (nog) met traditionele methoden worden uitgevoerd die - met een beetje fantasie ook met drones kunnen worden gedaan. Denk bijvoorbeeld aan verkeersmanagement, dijkinspectie, oliebestrijding op het water en monitoring van waterkwaliteit. Of meer specifiek voor de onderhoudssector:

inspecties op hoogte, of het meten van gasemissies. Van den Burg: ‘We wilden met de quick scan de (on)mogelijkheden van drones in het publieke domein in kaart brengen. De conclusie is dat er nog wel wat werk te verzetten is voordat we drones veilig en efficiënt toe kunnen passen.’

Kansen en beperkingen Het grootschalig inzetten van drones is onderhevig aan veiligheids- en privacyregelgeving. Dit hindert kennisinstituten zoals TU Delft, TU Twente en marktpartijen niet in de doorontwikkeling van de onbemande vliegtuigen. Het stimuleert hen juist

NIEUWE REGELS BEROEPSMATIG GEBRUIK DRONES Sinds 1 juli 2015 gelden nieuwe regels voor het inzetten van drones voor commerciële doelen. De operator (het ‘vliegbedrijf’) moet een certificaat hebben: het ROC, ofwel het RPAS (Remotely Piloted Aircraft System) Operator Certificate. De operator krijgt een ROC als: • de dronepiloot een brevet heeft; • de drone aan de luchtwaardigheidscriteria voldoet; • hij een goedgekeurd operations manual heeft. Sinds 1 juli kunnen geen ontheffingen voor commerciële gebruikers meer worden aangevraagd. Ontheffingen die voor 1 juli zijn afgegeven blijven geldig tot de vermelde datum op de ontheffing. De nieuwe regels zijn bedoeld om te zorgen voor een acceptabel veiligheidsniveau, zowel in de lucht als op de grond. Ook maken de regels het mogelijk een vergunningenstelsel in te voeren voor beroepsmatig gebruik van drones. Dit stelsel vervangt de huidige ontheffingen voor commerciële gebruikers. De uitgewerkte eisen waaraan de operator van de drone moet voldoen, staan in de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen.

50 MaintNL

IMA9 MP drones.indd 50

om de producten zo te verbeteren dat een bredere inzet wel mogelijk wordt. Van den Burg: ‘Als projectleider/ontwikkelaar moet je afwegen wat de meerwaarde van de inzet van drones is ten opzichte van een traditionele methode, en of een combinatie van traditionele en nieuwe technieken mogelijk is. De ontwikkelingen gaan zo snel dat drones straks niet meer weg te denken zullen zijn. Als overheid moet je dus kijken welke kansen dit biedt bij bijvoorbeeld het netwerkbeheer in de toekomst.’ Uit het onderzoek blijkt dat er diverse nuttige toepassingen zijn om drones in verschillende processen in te zetten. Aandachtspunt daarbij is wel dat de operators conform de regels werken. Op de website van de Inspectie Leefomgeving en Transport staat een lijst met erkende bedrijven. Uit de quick scan kwamen dertien pilotprojecten naar voren, waaronder oliebestrijding op een rivier, verkeerskundig onderzoek, incident- en verkeersmanagent bij een popfestival en inspecties van windturbines en bruggen.

Meerwaarde in de hele keten Samen met Witteveen en Bos voerde operator Skeye een pilotinspectie uit aan een brug over de Oude Rijn bij Babberich. Opdrachtgever was de Provincie Gelderland. De brug is laag genoeg om ook manueel te inspecteren, zodat de inspectieresultaten van de drone vergeleken konden worden met die van het manuele onderzoek. De drone heeft de onderzijde en de zijkant van de brug tot op de hoogte van het wegdek vastgelegd op hoge resolutie foto’s. Met behulp van de foto’s is een 3D-puntenwolk gemaakt die een gedetailleerd beeld geeft van de structuur en staat van de brug. In de pilot was nadrukkelijk aandacht voor de meerwaarde in de hele keten, dus van werkvoorbereiding en inspectie tot het hergebruiken van gegevens. Een bijkomend

10 - 2015

02-12-15 15:04


FOTO’S: RIJKSWATERSTAAT

voordeel is bijvoorbeeld dat de foto- en videobeelden digitaal worden opgeslagen. Bij een volgende inspectie kan een inspecteur de beelden eenvoudig vergelijken. Dit leidt mogelijk tot betere inzichten en zeker tot efficiënter werken, waardoor de inzet van drones een positieve bijdrage levert aan het onderhoud van dit soort kunstwerken. De beelden zouden ook voor andere toepassingen kunnen worden hergebruikt, dus: eenmalig inwinnen, meervoudig gebruik. Technische inspecties van windturbines gebeuren voornamelijk door middel van rope acces; een geharnaste inspecteur daalt vanaf de neus van de turbine met touwen naar beneden. Niet ongevaarlijk, tijdrovend en dus duur. Operator Eyewings bracht in een pilot de staat van de rotorbladen, mast en gondel in beeld. De beelden werden beoordeeld door een deskundige die vervolgens bepaalde welke schadelocaties in aanmerking kwamen voor nader onderzoek of reparatie.

Toekomst De komende tijd worden nog enkele pilotprojecten door RWS uitgevoerd en geëvalueerd, waaronder het inspecteren van een blokkendam bij Hoek van Holland en het vliegen met het Scan Eagle toestel van Defensie boven de Noordzee. Op basis van de resultaten van dergelijke pilots doet RWS relevante kennis op over de mogelijkheden en beperkingen, en bepaalt daarmee koers voor de inzet van drones. Daarbij wordt vanzelfsprekend samenwerking gezocht met andere ministeries en overheden, marktpartijen en kennisinstituten om de kennis over drones te bundelen en breed beschikbaar te maken. Van den Burg: ‘Er is veel mogelijk met drones. Ik verwacht een toename van het gebruik in het publieke domein als branche, techniek en overheid in staat zijn om samen te werken en om te zorgen voor een verantwoord gebruik.’ Civieltechnisch ingenieursbureau Geo Infra heeft sinds eind augustus toestemming om bedrijfsmatig te vliegen met een

‘We hebben oneindig geïnvesteerd om tegemoet te komen aan de voortschrijdende regelgeving.’ ‘fixed wing’ drone, een toestel met vaste vleugels. Bedrijfsleider Jarno de Jong: ‘We hebben al ruim drie jaar een toestel en hebben in het verleden ook enkele malen met ontheffing gevlogen. Onder meer voor het in kaart brengen van zandsuppleties op de Tweede Maasvlakte en boven industrieterrein Moerdijk na de brand bij ChemiePack.’ Vooral door de onduidelijke regels rondom het beroepsmatig vliegen met een drone duurde het lang voordat de definitieve toestemming er lag. De Jong: ‘We hebben veel aanvragen moeten laten schieten hierdoor. Nu kunnen we eindelijk vol aan de slag.’ MaintNL 10 - 2015 51

IMA9 MP drones.indd 51

02-12-15 15:04


Inspectie

Het ingenieursbureau uit Oud Gastel liet twee operators opleiden tot ervaren piloten. ‘We hebben oneindig geïnvesteerd in het vergaren van kennis en ervaring om tegemoet te komen aan de eveneens voortschrijdende regelgeving. Ons handboek (operations manual) moest voortdurend worden herschreven.’

‘Er is nog wel wat werk te verzetten voordat we drones veilig en efficiënt toe kunnen passen.’ Beter en sneller De Jong benadrukt dat het hem niet gaat om het vliegen, maar om de dingen die je beter en sneller kunt dankzij het inzetten van een drone. ‘Waar een landmeter twee weken over doet, brengt een minidrone binnen een half uur alles in kaart.’ Orthofotografie is een van de toepassingen. ‘Dat zijn zeer nauwkeurige luchtfoto’s waarmee mutaties in het terrein kunnen worden gedetecteerd en geanalyseerd. Een orthofoto is metrisch nauwkeuriger dan een reguliere luchtfoto omdat het een geogerefereerde en geometrisch gecorrigeerde luchtfoto is’, legt De Jong uit. 3D-terreinmodellering is een andere toe-

52 MaintNL

IMA9 MP drones.indd 52

passing. ‘De software maakt op basis van de luchtfoto’s een 3D-terreinmodel. In dit model zijn alle zichtbare objecten, zoals gebouwen, wegen, watergangen en dijken opgenomen.’ Gegevens van het betreffende terrein in zowel het horizontale als verticale

vlak komen hiermee heel snel ter beschikking. Deze 3D-modellen zijn zeer geschikt voor diverse ontwerpwerkzaamheden met betrekking tot planontwikkeling, grondverzet en als controlemethode van uitgevoerde werkzaamheden. ■

ATEX-TESTTOESTEL De Eindhovense start-up Avular ontwikkelt een drone specifiek voor maintenance-toepassingen in de (chemische) industrie. Ramon Haken: ‘We willen een vliegtuig dat voldoet aan ATEX-richtlijnen. Dat betekent dat we ons in de ontwikkelfase eerst richten op het behalen van een bepaald veiligheidsniveau.’ De ontwikkelaars hebben een achtergrond in de robotica en dan met name in control systems. Het bedrijf bouwt multicopter-toestellen voor inzet op korte afstand. Haken: ‘Onze kennis zit in het heel nauwkeurig en veilig kunnen vliegen. Ook bij harde wind, bijvoorbeeld.’ Dat Avular zo precies en stabiel kan vliegen, is dankzij technieken die ook door ASML worden gebruikt om chipsmachines heel precies te laten bewegen, legt Haken uit. ‘En dat komt heel goed van pas, bijvoorbeeld bij een inspectievlucht in een tank.’ De start-up rondt op dit moment met een team van tien ontwikkelaars een eerste testtoestel af. ‘Ons toestel mag geen kortsluiting maken. We hebben dan ook veel tijd gestoken in het batterijpak. Daarnaast is de flight controller drie keer uitgevoerd en kan het toestel tegen stof en water. Eind dit jaar doen we een test met dit toestel dat dan al bijna aan de ATEX-richtlijnen voldoet. Nee, ik mag niet zeggen met wie en waar.’ Als Avular het beoogde veiligheidsniveau kan garanderen, zal het de focus verleggen het verkopen en onderhouden van drones voor toepassingen in het onderhoud. ‘Het blijkt dat voor de meeste inspecties visuele en thermische beelden voldoen. Daar zullen we ons op richten, maar ik sluit niet uit dat daar later nog andere sensoren bij komen.’

10 - 2015

02-12-15 15:04


Onderzoek

Onderhoud en strategie beter op elkaar afstemmen

Volgens het onderzoek ligt de focus teveel op de korte termijn, is er niet voldoende aandacht voor verbeteringsprocessen en krijgt de ontwikkeling van een lange termijn visie te weinig aandacht. Dit is reden voor de NVDO om hier nog eens nader op in te zoemen en de betrokken professoren te vragen waar een manager tijd voor vrij zou moeten maken. Met de NVDO Suto Benchmark wordt wetenschappelijk onderzoek verricht naar de ontwikkelingen binnen de onderhoudsmarkt om hiermee deze markt, en de NVDO-leden in het bijzonder, beter te kunnen ondersteunen. Uit het onderzoek is gebleken dat voor tachtig procent van de ondervraagde bedrijven prestatiemanagement de voornaamste methode is om individuele prestatiedoelstellingen af te stemmen op de strategische bedrijfsprioriteiten. Hoewel zestig procent van de managers aangeeft waarde te hechten aan toekomstplannen, is slechts 33 procent in staat om vijf jaar vooruit te kijken en twintig procent kijkt maar twee jaar vooruit. Opmerkelijk is dat bijna veertig procent van de managers geen

Santema: ‘De onderhoudsmanager moet meer naar de analyserol, dan kan hij verbeteren.’

tijd blijkt te hebben om prestaties goed te managen. Dit verklaart dat managers vooral sturen op prestaties voor komend jaar, terwijl voor betrouwbaarheid vooral een lange termijn visie nodig is.

Ouderwets Ondanks deze resultaten denkt Leo van Dongen (directeur Fleet Services bij NedTrain en hoogleraar maintenance engineering aan de Universiteit Twente) dat onderhoudsmanagers nu meer podium hebben dan ruim tien jaar geleden. ‘In de jaren negentig tot begin deze eeuw zijn techniek en onderhoud in veel bedrijven wat

verwaarloosd. Dat heb ik zowel bij onszelf alsook in de procesindustrie gezien. Er zijn ongelukken gebeurd in regio Rotterdam. Met aandacht voor veiligheid, gezondheid en milieu staat techniek gelukkig weer op de agenda.’ Sicco Santema (hoogleraar marketing en ketenmanagement TU Delft en adviseur bij Scenter) vraagt zich af of analyse en reflectie alleen bij managers moeten horen. ‘Ik vind dat een nogal ouderwetse taakverdeling. Heel veel onderhoudswerk wordt gedaan door een professional die in zijn werk keuzes moet maken. Hij zou moeten kunnen evalueren en kijken wat het beste is. Hij zou bijvoorbeeld werkzaamheden uit moeten kunnen stellen als dat beter in het productieschema past. Maar nu kan dat niet omdat die manager in de weg zit.’ Volgens Santema kan dat worden veranderd met behulp van ICT die voldoende inzicht geeft in wat onderhoudsmedewerkers aan het doen zijn en die ook de mogelijkheid geeft om op afstand mee te kijken, te sturen, resultaten bij te houden en vragen op

FOTO: BAM

Vraag een willekeurige onderhoudsmanager hoe het met hem gaat en je krijgt te horen dat hij tijd te kort komt. Uit het Suto Benchmark onderzoek dat Universiteit Twente recent uitvoerde, kwam naar voren dat onderhoudsmanagers vinden dat ze te weinig tijd kunnen vrijmaken voor strategische analyse en reflectie. Een belangrijke bezigheid als het gaat om het ontwikkelen van een verbeterstrategie.

MaintNL 10 - 2015 53

IMA10_ML_SUTO.indd 53

02-12-15 15:12


FOTO: SOLVAY

Onderzoek

te lossen. ‘De onderhoudsmanager moet in plaats van het sturen en controleren van de uitvoering meer naar de analyserol, dan kan hij verbeteren.’

Kortere contracten Frank Verbeeten (hoogleraar Accounting aan de Universiteit Utrecht en verbonden aan de controllersopleiding van de VU Amsterdam) ziet het tijdstekort vooral bij aannemers terugkomen. ProRail en Rijkswaterstaat wijzigen hun onderhoudsaanbestedingsplannen en voor aannemers is het moeilijk om daar snel op in te springen. ‘Ze moeten nu ineens contracten afsluiten voor tien jaar in plaats van één jaar. In plaats van het leveren van mensen zijn ze nu verantwoordelijk voor alles wat er in het contract staat. Ik hoor van aannemers dat ze eigenlijk geen idee hebben hoe ze zo’n contract in moeten richten en er wordt hen geen tijd gegund om dat te leren. Zo kan na een jaar blijken dat er iets verkeerd is ingeschat, wat later moet worden hersteld. Omdat er dan vrij veel details in zo’n contract staan, is er ook weinig mogelijkheid om nog bij te sturen in het contract. Dat is misschien niet direct strategische reflectie, maar je kan je

54 MaintNL

IMA10_ML_SUTO.indd 54

wel afvragen of het huidige systeem past bij de manier van aanbesteding zoals de opdrachtgever en aannemer dat willen.’ Het zou volgens Verbeeten beter zijn om langzaam op te starten door kortere contracten af te sluiten en de leerervaring van dat korte contract te verwerken in een langer contract dat daarop volgt.

Bedrijfsdoelstellingen Op de vraag waar een onderhoudsmanager in ieder geval tijd voor vrij moet maken, geven de professoren allemaal een ander antwoord. Zo vindt Verbeeten dat de onderhoudsmanager meer rekening moet houden met de bedrijfsstrategie. ‘Een klacht die ik van financials wel eens hoor, is dat de onderhoudsafdeling vaak alleen is gericht op het best mogelijke onderhoud. Op zich wellicht logisch, maar gevolg is dat de onderhoudsafdeling bijvoorbeeld een machine uit bedrijf neemt op het moment dat de vraag naar een product het hoogst is. Je zou het onderhoud moeten afstemmen op de bedrijfsdoelen.’ Een contractor zou daarbij zelfs om de onderhoudsmanager van de opdrachtgever heen mogen gaan. ‘Je moet kunnen achter-

halen wat de meerwaarde van het onderhoud is dat je doet voor die organisatie. Als de onderhoudsmanager van de asset owner jouw bijdrage aan die strategie niet snapt, zou je buiten hem om moeten kunnen werken. Vaak is de onderhoudsmanager niet de enige beslisser in zo’n traject. Overigens is dat wel een gevaarlijke optie, die kun je eigenlijk maar éénmalig gebruiken omdat daarna de relatie met de onderhoudsmanager vaak niet werkbaar meer is.’

Van Dongen: ‘Als onderhoudsmanager moet je je ervan bewust zijn welke kant het bedrijf op gaat.’ Ook Van Dongen vindt het belangrijk dat de onderhoudsmanager zich met bedrijfsdoelen bezig houdt. ‘Als onderhoudsmanager moet je je ervan bewust zijn welke kant het bedrijf op gaat. Je moet weten wat voor ontwikkelingen er op je af komen en wat er in de toekomst van de installaties wordt verwacht. De lange termijnplannen voor

10 - 2015

02-12-15 15:12


onderhoud moeten de bedrijfsdoelstellingen faciliteren. Uiteindelijk moet de onderhoudsmanager of de asset manager dus ook input leveren aan de business planning van de onderneming.’ Om de werkprocessen beter in te delen, zou er meer vanuit de keten moeten worden gedacht en niet vanuit de eigen ‘silo’ van de onderhoudsmedewerker, vindt Santema. Dan kan je je meer richten op de doelstellingen van het bedrijf waar je voor werkt. Als je de onderhoudswerkzaamheden opneemt in de integrale planning dan hoef je minder tijd aan communicatie en afstemming te besteden.

Verbeteringen Daarnaast vindt Santema dat er in ieder geval tijd vrij moet worden gemaakt voor verbeteringen. ‘Als je als onderhoudsmanager in het klassieke aansturingsmodel zit, dan ben je betrokken bij de uitvoering en aansturing en heb je te maken met de waan van de dag. Die onderhoudsmanagers zijn dus vaak bezig om brandjes te blussen. Dat

kan niet in één keer worden veranderd, dat moet stapje voor stapje. Dat begint ermee dat je kijkt of je de problemen van de dag terug kunt leggen bij de operationele mensen om zo voor jezelf tijd vrij te maken om aan verbeteringen te werken.’ Van Dongen denkt dat er al wel veel aan verbeteringen wordt gedaan, maar dat dat niet zo zichtbaar is. ‘Met interne procesinnovatie komen bedrijven niet zo snel naar buiten. De innovatie bij de onderhoudsmanager richt zich echt op het raakvlak van technologie en proces. Dat alles draagt bij aan het product waar de onderneming voor staat en waar de maatschappij interesse in heeft.’

Vertrouwen managen De uitkomsten van de Suto Benchmark vormen een perfecte katalysator om na te denken over de instrumenten, processen en best practices die worden gebruikt om de prestaties van zowel opdrachtgever als opdrachtnemer te verbeteren. Het is duidelijk dat er kansen zijn om de bedrijfsvoe-

TRADITIONELE BENADERING MET PRESTATIECONTRACTEN NOG STEEDS DOMINANT Volgens Arjan van Weele, hoogleraar inkoopmanagement aan de TU/e, is er sprake van een denkbeeldig systeemplafond bij het toepassen van prestatiecontracten, waarbij veel bedrijven niet boven het systeemplafond uitkomen. ‘Prestatiecontracten worden wel degelijk toegepast, maar de meeste vertonen een geleidelijke prestatieverbetercurve waar ook nog innovatieve ideeën in ontwikkeld worden. Deze prestatiecontracten zijn mogelijk niet meer effectief voor de lange termijn. De meeste organisaties hanteren nog steeds een traditionele benadering. Zij voeren halfjaarlijks of jaarlijks een evaluatie uit, waarbij de voornaamste uitkomst van dat proces een cijfer of score is, zonder echte vervolg- en verbeteracties.’ Uit het onderzoek van de NVDO blijkt dat 42 procent van de managers niet tevreden is over zijn of haar contract prestatiemanagementproces. Bijna vijf procent van de bedrijven overweegt over te stappen naar een andere contractvorm omdat de resultaten achterblijven op de targets. Er zijn echter ook bedrijven die overwegen om prestatiecontracten met KPI-sturing af te schaffen. Om dit denkbeeldige systeemplafond te doorbreken zou een relatief nieuwe contractvorm, het zogenaamde ‘alliantiecontract’, de doorbraak kunnen vormen. Daarbij streven de contractpartners een gezamenlijk helder geformuleerd doel na zonder vooraf exact de impact en het traject te kennen. Dit kan worden gerealiseerd op basis van een volkomen transparante samenwerking en inspanning van betrokken partners met heldere communicatie via een ‘dedicated team’ van beide partners met verstand van zaken op basis van een beperkt aantal contractueel vastgelegde uitgangspunten.

ring te beïnvloeden door de wijze, waarop prestatiemanagement wordt gebruikt, in een nieuwe vorm te gieten. Hoe organisaties dat doen, moet passen bij hun cultuur en de prioriteiten van het bedrijf. Als zij dat doen op een wijze die efficiënt en effectief kan worden uitgevoerd door managers en werknemers, dan zal de trend uiteindelijk een positieve invloed hebben.

Verbeeten: ‘Je zou het onderhoud moeten afstemmen op de bedrijfsdoelen.’ Onder leiding van professor Arjan van Weele is, door promovendus Regien Sumo met ondersteuning van Wendy van der Valk, in 2014 wetenschappelijk aangetoond dat de relatiekwaliteit en het vertrouwen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer voor slechts vijftig procent van de opdrachtgevers en opdrachtnemers ‘voldoende of aanvaardbaar’ is. Het is belangrijk om te weten wat nu de oorzaak is van deze lage score en wat er gedaan kan worden om de relatiekwaliteit en het vertrouwen op een hoger niveau te krijgen. Het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer is gestart door Wendy van der Valk met haar studenten van de Universiteit van Tilburg. Begin 2016 zal onder andere aan de NVDO-leden een survey over dit onderwerp worden aangeboden. Van der Valk: ‘Het is boeiend om te ontdekken in hoeverre het gesignaleerde gebrek aan vertrouwen te maken heeft met bijvoorbeeld de wijze van communiceren, het kunnen loslaten door de opdrachtgever en het oppakken van verantwoordelijkheden door de opdrachtnemer, dan wel andere factoren die hierbij een rol bij spelen. Aan welke knoppen kunnen we draaien om het vertrouwen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer op een hoger niveau te krijgen en daardoor innovaties te stimuleren en daarmee de totale prestatie van zowel opdrachtgever als opdrachtnemer te verbeteren?’ Tijdens het volgende iMaintain Suto congres, op 5 oktober 2016, zullen de uitkomsten van het onderzoek worden gepresenteerd. ■ MaintNL 10 - 2015 55

IMA10_ML_SUTO.indd 55

02-12-15 15:13


Nieuws Code voor veiliger magazijn in de maak Er komt een zogenoemde Code Gezond en Veilig Magazijn. Deze nieuwe code moet bedrijven handvatten geven om de veiligheid in hun magazijn nog verder te verbeteren. Bij het initiatief zijn verschillende werkgevers- en bracheorganisaties, leveranciers van interntransportmiddelen, BMWT, Nederlands Verbond van de Groothandel (NVG), VELA, VNO-NCW en MKB Nederland betrokken. Bedrijven die eerder de prijs voor het Veiligste Magazijn van Nederland wonnen, leveren best practises voor de code. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ondersteunt het initiatief. Nederland telt ruim honderdduizend bedrijven met een magazijn, van de groothandelaar in verf tot het Europese distributiecentrum van een lampenfabrikant.

Concrete handvatten In deze magazijnen werken ruim 210.000 reach- en heftruckchauffeurs en nog eens honderdduizenden magazijnmedewerkers, zoals orderpickers. Bedrijven stellen veiligheid in en om het magazijn voorop, maar stellen tegelijkertijd dat er te weinig concrete handvatten zijn die bedrijven hierbij kunnen helpen. Daarom willen bedrijven, belangenorganisaties, opleiders en verzekeraars samen risico’s en de daarbij behorende veiligheidsaanpak in kaart brengen. In 2016 moet de code gereed

zijn. Hoewel het aantal bedrijfsongevallen in magazijnen licht daalt, willen de betrokken partijen dit structureel verder terugdringen. Jaarlijks gebeuren er bijvoorbeeld 1.500 bedrijfsongevallen met heftrucks, waarvan gemiddeld zeven

met dodelijke afloop. Het aanrijden van een voetganger komt het meeste voor. Volgens de initiatiefnemers van de code zijn gedrag en een gebrek aan risicobewustzijn belangrijke oorzaken van deze ongevallen.

NVDO’s visie op Maintenance for Energy Het onderwerp duurzaamheid leeft steeds meer binnen asset management en neemt ook in belang toe voor specifiek het onderhoud. Dit is terug te zien in de trends van het NVDO Onderhoudskompas van dit jaar, waar het belang voor duurzaamheid een steeds prominentere plaats in de Top Tien Trends inneemt. Projecten met een sterke business case ter bevordering van de verduurzaming worden steeds vaker geaccepteerd. Business cases voor duurzame oplossingen worden ook sterker door energiezuinigere technologieën en een langzaam hoger wordende energieprijs. Om dit inzichtelijk te maken, monitoren organisaties hun energieverbruik nauwlettender. In de sector onroerend goed is te zien dat nieuwbouw veelal energieneutraal wordt opgeleverd. Zo gaat Dunea in Scheveningen dit jaar een van de grootste zonne-energieprojecten

56 MaintNL

van Nederland starten door op alle daken van de filtergebouwen zonnepanelen aan te brengen. Bedrijven kiezen daarnaast voor een zuinigere fleet om daarmee op brandstofkosten en onderhoud te besparen. De door de overheid aanbestede infraprojecten worden al beoordeeld op duurzaamheid. In de industrie kijkt men al jarenlang naar welke technieken het energieverbruik zoveel mogelijk terugdringen en hoe apparaten zo optimaal mogelijk draaiende kunnen worden gehouden.

Kansen Binnen de onderhoudssector lopen dus veel initiatieven, maar er zijn nog volop kansen om de doelstellingen die in het Energieakkoord zijn gesteld verder te helpen realiseren. In haar Visiedocument Maintenance for Energy geeft de NVDO een aantal kansen aan die de onderhoudssector zou kunnen aangrij-

pen om energie-efficiënter te werk te gaan. Voor de gehele onderhoudssector liggen kansen die nog niet (volledig) zijn omarmd of slechts door een aantal bedrijven zijn geadopteerd. Door het aangrijpen van deze kansen levert de sector haar bijdrage aan het Energieakkoord. De branchevereniging uit Houten ziet voor alle sectoren de volgende drie kansen: 1. Op tijd assets vervangen is goed voor het milieu en de portemonnee. 2. Energieverbruik in kaart brengen, helpt om processen te optimaliseren, maar ook voor bewustwording bij de onderhoudsprofessional. 3. Goed uitvoeren van reguliere onderhoudstaken draagt ook bij aan energiebesparing. Deze kansen worden in het Visiedocument verder toegelicht en uitgewerkt.

10 - 2015

IMA10_MG_Nieuws.indd 56

02-12-15 15:04


Nieuws NVDO Onderhoudskompas 2015 verschenen Het NVDO Onderhoudskompas geeft een beeld van de trends en de huidige status van de Nederlandse onderhoudsmarkt. Het goede nieuws is dat het vertrouwen in de onderhoudssector hoog is. Alle sectoren geven een omzetgroei aan ten opzichte van vorig jaar, gemiddeld met vier procent. Daarnaast denkt 81 procent van de respondenten dat de onderhoudssector in het komende jaar verder zal groeien. Bovendien zien we dat de uitstroom groter is dan het aantal vacatures. De onderhoudssector geeft daarmee het signaal meer met minder te willen doen.

Ontwikkelingen Op hoofdlijnen zien we vijf belangrijke, maar ook interessante ontwikkelingen voor de sector: 1. Verouderende assetbase: onderhoudsbedrijven hebben te maken met een verouderende assetbase. Dit komt veelal doordat de druk op kosten de afgelopen jaar groot was, waardoor bedrijven vervangingsinvesteringen hebben uitgesteld en is gekozen voor revisie. Deze beslissingen zijn op korte termijn aantrekkelijk, maar op de lange termijn is de business case voor vervanging juist positief. Daarnaast zijn oudere installaties minder energie-efficiënt. Een vervanging kan bijdragen aan het realiseren van energie- en klimaatdoelstellingen, zoals ook in het Visiedocument te lezen is. 2. Operational Excellence: ‘Aandacht voor Operational Excellence’ is de meest belangrijke trend in de Nederlandse onderhoudssector dit jaar. Net als vorig jaar heeft de economie een grote invloed op de onderhoudsmarkt, waardoor de druk op kosten hoog blijft. Operational Excellence is een belangrijke manier om hier op in te spelen.

Opleidingsniveau verandert: opval3. lend is dat dit jaar het aantal hbo’ers dat bij onderhoudsorganisaties werkt sterk toeneemt, terwijl mbo 1+2 afneemt. Door een hoger aanbod van afgestudeerde hbo’ers, vervullen hbo’ers taken die normaal door mbo’ers worden gedaan. Daarnaast kunnen krapte op de arbeidsmarkt en veranderende taken van de onderhoudsprofessionals (meer data- en ICT-gericht werk) de reden van deze ontwikkeling zijn. 4. Uitbesteding van werk: het totaal aantal respondenten dat tevreden is over de uitbesteding van het werk is slechts 26 procent, tegenover 53 procent dat aangeeft niet tevreden te zijn over lopende contracten (21 procent is neutraal). Bedrijven zijn niet tevreden over de aansluiting van contracten op de strategie en weten niet hoe zij kunnen zorgen voor gelijkwaardige belangen. In de infrasector zien we dat het gebruik hiervan een van de belangrijkste trends is. Sectoren zoals de procesindustrie en manufacturing, die al langer prestatiecontracten gebruiken, hebben inmiddels veel geleerde lessen opgedaan. Kennisdeling hierover kan bedrijven hel-

pen bij het afsluiten van toekomstige contracten. 5. Behoefte aan data en ICT: technologische innovaties kunnen de komende jaren voor grote veranderingen zorgen in onze sector. Het gebruik van technologieën als augmented reality, 3D-printen, analytics, internet of things en robotica heeft de mogelijkheid de beschikbaarheid van de assets te verhogen, kosten te verlagen en de sector veiliger te maken. ICT en data zijn nodig om dit te realiseren. Al met al concluderen we dat het economisch klimaat een significante impact heeft op de Nederlandse onderhoudssector. Echter, er lijkt een lichte economische verbetering in zicht en het vertrouwen groeit. Dit, tezamen met de technologische innovaties die voor veranderingen in de sector zullen zorgen, duidt op positieve vooruitzichten. De NVDO zal haar leden hierin ondersteunen waar mogelijk door openheid en samenwerking te bevorderen. NVDO-leden hebben het Onderhoudskompas inmiddels ontvangen. Extra exemplaren zijn te bestellen via info@ nvdo.nl (€ 12,50/stuk € 10,- voor tien of meer exemplaren in één bestelling).

Intentieverklaring verstevigt samenwerking Vlisco en MCA Vlisco heeft zijn tienjarige samenwerking met MCA Mechatronica & Aandrijftechniek vastgelegd voor de toekomst. Vlisco’s onderhoudsmanager Ton Huibers en MCA-directeur Eg Waaijman tekenden een intentieverklaring voor een langdurige samenwerking op het gebied van machineonderhoud aan de stofbedrukkingsmachines. Huibers: ‘Onze organisatie is erop gericht dat, als wij nieuwe machines

bouwen, deze zo worden geconstrueerd dat we daarin steeds dezelfde componenten zoals frequentieregelaars en motoren toepassen, zodat de lifecycle-kosten zo laag mogelijk zijn. Wij willen een stuk risico afdekken voor de toekomst, waarbij ook een belangrijke kostenbesparing op machineonderhoud wordt bereikt, omdat we zelf geen onderdelen meer op voorraad hoeven te houden.’

MaintNL 10 - 2015 57

IMA10_MG_Nieuws.indd 57

02-12-15 15:04


Cursussen Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de Maintenance Academy op www.nvdo.nl Komende NVDO Cursussen Locatie: NVDO Verenigingsgebouw, tenzij anders vermeld 14 januari Bouwbesluit; brandveilig gebruik Het Bouwbesluit bevat bouwtechnische voorschriften op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Dit zijn voorschriften die de minimaal noodzakelijke kwaliteit van bouwwerken waarborgen. Het besluit is, samen met de daarbij behorende ministeriële regeling, het Gebruiksbesluit, enkele voorschriften uit gemeentelijke bouwverordeningen en het Besluit aanvullende regels veiligheid wegtunnels, vervangen door één Bouwbesluit.

Doel Na het volgen van de cursus is de cursist in staat de actuele regelgeving in het Bouwbesluit direct toe te passen.

Onderwerpen • De nieuwe terminologie zoals; (extra) beschermde route, verkeersroute, veiligheidsvluchtroute, etc • Het nieuwe systeem voor de indeling van gebouwen • De wijziging van brandcompartimentgrootte • De verminderde samenhang van het Bouwbesluit met andere wet- en regelgeving, normen en regelingen • De nieuwe eisen aan ruimten die zijn bestemd voor het insluiten van personen • De nieuwe bepalingen rondom bestaande bouw en nieuwbouw • Een nieuwe benadering voor de brandveiligheid van te verbouwen gebouwen • De eisen voor verschillende gebruiksfuncties, zoals welk type brandbeveiligingsinstallatie is geëist voor de toegepaste gebruiksfunctie • De aangepaste eis van het Bouwbesluit op de uitvoering van brandbeveiligingsinstallaties zoals o.a. brandmelden ontruimingsinstallaties en vluchtweg-aanduidingen • De eisen rondom de verplichte doormeldingen naar Regionale Alarmcentrales (RAC) • De invloed van het besluit op certificeringsregelingen

Bestemd voor Deze cursus is voor iedereen die zich bezighoudt met brandveiligheid en al werkzaam is met het oude Gebruiksbesluit. Dit zijn bijvoorbeeld inspecteurs van onroerend goed en ervaren medewerkers technische dienst, maar is ook zeer geschikt voor beheerders van grote complexen, hoofden facility management (kantoren, onderwijs en ziekenhuizen).

22 januari Verkenning NEN2767-4 Infra In Company mogelijk Het doel van de norm NEN2767-4, Conditiemeting voor de Infrastructuur, is het eenduidig en objectief vastleggen

58 MaintNL

van de conditie van installaties. Dit door gebreken en de technische staat van installaties eenduidig vast te leggen. De methodiek dient subjectiviteit en inspecteursvariatie te minimaliseren. Binnen de Infra-wereld wordt de norm steeds meer genoemd als een goede aanvulling bij bestekken en bij 0-metingen. Ook biedt de NEN-norm de basis voor het verkrijgen van inzicht in onderhoudskosten en meerjaren onderhoudsplanning.

Doel In de cursus wordt het onderwerp NEN2767 verkend. Er wordt ingegaan op wat de norm inhoudt en welke mogelijkheden deze biedt voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. De cursus laat zien hoe u de norm kunt toepassen in bestekken en waar u rekening mee dient te houden bij de uitvraag. Ook wordt de verbinding gelegd met de RAMS-specificatie en de risicoanalyse-methode als FMECA. Voor opdrachtnemers wordt ingegaan op de implementatie van de inspectiemethodiek en de realisatie daarvan. De mogelijkheden van registratie m.b.v. onderhoudsbeheerssytemen en inspectietools worden toegelicht. De cursus geeft een breed overzicht van de mogelijkheden en onmogelijkheden van de norm. U leert van de ervaringen bij het implementeren en toepassen van de norm. Na de cursus kunt u gefundeerd een keuze maken over wat de norm voor uw organisatie kan betekenen en heeft u handvaten om hiermee verder aan de slag te gaan.

Onderwerpen • Kader NEN2767-4 en de norm inhoudelijk • Inspecteren en registreren volgens de norm • De norm toegepast als 0-meting • De norm toegepast bij het opstellen van (prestatie) bestekken • Relatie onderhoudskosten en norm • De norm toegepast bij het opstellen van meerjaren onderhoudsplanning • Relatie RAMS/FMECA/RCM en norm • De norm toegepast bij de besturing van contracten • Gebruik van tools en automatisering

26/27 januari Maintenance Engineering in de Praktijk In Company mogelijk De maintenance engineer moet snel kunnen schakelen tussen de details van de dagelijkse problemen en beschikt over een helikopterview om een compleet overzicht van die gesignaleerde problemen te krijgen. Ten slotte moet hij zijn voorstellen voor eventuele oplossingen duidelijk en overtuigend kunnen presenteren. De taak van de maintenance engineer is om verstoringen in het productieproces en het onderhoudsproces te herkennen, te elimineren en vooral te voorkomen. Daartoe is er veel samenwerking nodig met andere bedrijfsfuncties.

10 - 2015

IMA10_MF_Cursussen.indd 58

02-12-15 15:05


Doel Het doel is om de (toekomstige) maintenance engineer in zijn dagelijkse werk een goede ondersteuning te bieden.

Onderwerpen Dag 1 • De plaats en functie van maintenance engineering in de organisatie • Het takenpakket van de maintenance engineer • De relatie tussen de onderhouds- en productiefunctie • Het afstemmen van productie- en onderhoudsdoelstellingen • De kern van maintenance engineering: borgen en verbeteren van de prestatie van productiemiddelen • De gereedschapskist van de maintenance engineer • Het analyseren en reduceren van storingen • Het opstellen van verbeterplannen Dag 2 • Het doel en het ontwerpen van onderhoudsconcepten • Van onderhoudsconcept naar onderhoudsbeheersing • Praktijkvoorbeelden onderhoudsconcept • Het invoeren van onderhoudsconcepten in de eigen organisatie • Het borgen en bijsturen van onderhoudsconcepten in de praktijk • De invloed van onderhoudsconcepten op het bedrijfs resultaat • De effectiviteit en de efficiëntie van de maintenance engineer

28/29 januari Risk Based Maintenance (RBM), onderhoudsconcepten op basis van Risico In company mogelijk De deelnemer wordt in deze cursus meegenomen in een proces dat start bij het vaststellen van onderhoudsdoelstellingen en leidt tot een geoptimaliseerd Onderhoudsconcept op basis van Risico. Daarnaast zal duidelijk worden dat een onderhoudsconcept niet statisch is en continu onderhevig is aan veranderende factoren zoals onder andere het gebruik van de installatie, de economische situatie en wet- en regelgeving. Centraal in dit proces staat het risico denken: Wat zijn risico’s ten aanzien van uw bedrijf, hoe worden potentiële risico’s in kaart gebracht en op welke manier kunnen deze vermeden worden? De behandelde methodiek is algemeen toepasbaar en niet afhankelijk van bepaalde typen installaties. Het proces om tot een onderhoudsconcept op basis van risico te komen is generiek en toepasbaar in alle markten waarin technisch onderhoud gepleegd wordt. Een belangrijke methodiek is de FMECA (Failure Mode, Effects and Criticality Analysis). De FMECA ondersteunt het denken in termen van risico's en helpt u het onderhoud in uw organisatie naar een hoger plan te tillen.

onderhoud en een optimum kunt creëren tussen bedrijfsdoelstellingen en onderhoudskosten. U leert een risicomatrix op te stellen op basis van bedrijfsdoelstellingen. U leert (van grof naar fijn) de kritische onderdelen van de installaties op te sporen en de faaloorzaken in kaart te brengen. Risk Based Maintenance (RBM) helpt prioriteiten te stellen in preventief onderhoud. Het maakt inzichtelijk waar de grootste risico’s liggen, zodat u daar op kunt anticiperen en weet welke delen van je installatie wel en welke niet mogen falen. Tot slot faciliteert RBM uw gesprek in de boardroom. Een objectieve onderbouwing, waarbij ook gevolgkosten in beeld zijn van ‘wat als scenario’s’, is daarbij zeer behulpzaam.

Onderwerpen • Het herkennen en formuleren van bedrijfsdoelstellingen • Het definiëren van risico’s • Verschillende methodieken van risicoanalyses (een voorbeeld: FMECA) • Opstellen van een onderhoudsconcept naar aanleiding van de risicoanalyse • Optimaliseren van onderhoudsconcepten

2 februari ISO 55000 in één dag! In Company mogelijk De wereldwijde normen voor Asset Management ofwel de ISO 55000-serie geeft asset owners een instrument in handen om hun assets gedurende de hele levenscyclus op een doelmatige, duurzame en kosteneffectieve wijze te beheren, afgestemd op de behoeften van de stakeholders. De cursus ISO 55000 geeft deelnemers waardevol inzicht in de wereldwijde normering. U maakt kennis met de inhoud en heeft aan het eind van de dag een helder en compleet inzicht in de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft. Let op: de training gaat specifiek in op de ISO 55000-serie en behandelt slechts in hoofdlijnen het vakgebied van Asset Management, met als doel de norm te verduidelijken.

Onderwerpen • Wat is ISO 55000 en hoe draagt het bij aan goed Asset Management • De relatie tussen ISO 55000 en andere management systemen (bijvoorbeeld ISO 9001) • Basisvereisten van een Asset Management Systeem • Toepassen van de norm • Asset Management in combinatie met Verantwoord Ondernemen • Uitgelicht: Risicoanalyse, het belang van data management en het Strategic Asset Management Plan (SAMP) Nota bene: Bij deelname aan deze eendaagse ISO 55000 cursus is uiteraard de norm, deel I inbegrepen!

Doel Doel In de Cursus Risk Based Maintenance (RBM), onderhoudsconcepten op basis van Risico leert u hoe u grip krijgt op het

Deelnemers hebben na deze eendaagse training inzicht in de toepassingsmogelijkheden van de ISO 55000 en kennen de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft. MaintNL 10 - 2015 59

IMA10_MF_Cursussen.indd 59

02-12-15 15:05


Agenda Februari 12 februari 2016 NVDO www.nvdo.nl Met Performance Maintenance naar Ondernemend Onderhoud! Assertief in optimaal presteren Aan productiviteit, beschikbaarheid en capaciteit van technische installaties worden steeds hogere eisen gesteld. Grip op de beschikbaarheid van de assets is een continu proces. Tijdens deze studiedag krijgt u alle facetten te zien van Performance Maintenance; hoe stel je de juiste KPI’s en zorg je voor een optimaal resultaat! Met bijdragen van Stork, Alliander en Boskalis. En aan de slag met een PGO-contract met ProRail en BAM Infra Rail. En een inspirerende case vanuit een andere hoek door de Algerijne Zorggroep. Inclusief het boek Best Value Werkt. Een inspirerende dag waarvan de organisatie in handen is van de NVDO in samenwerking met Neste Oil Rotterdam.

16-18 februari 2016 Zeelandhallen, Goes www.escgoes.nl Technische Vakbeurs 2015 De Technische Vakbeurs is het precisieplatform voor professionals in de techniek, industrieel onderhoud, metaalbewerking, haveninrichting, installatie- en elektrotechniek en bouwnijverheid.

23 februari 2016 Diverse locaties www.tvvl.nl Cursus Duurzaamheid in de Gebouwde Omgeving Duurzame gebouwen zijn toekomstbestendig, waardevast, hebben een lage of geen CO2-uitstoot, lage energiekosten en een hoog comfort. Naast kennis van innovatieve technieken vraagt duurzaam bouwen om een meer integrale aanpak en een projectbenadering vanuit (systeem)concepten. Daarnaast vraagt het om inzicht in de economische haalbaarheid en overtuigingskracht richting opdrachtgevers. In deze cursus komt het begrip duurzaamheid breed aan bod, waarbij zowel naar het gebouw als naar de technische installaties wordt gekeken. De verschillende beoordelingsmethoden (BREEAM etc.) komen aan de orde.

Maart Save the date! 17 maart 2016 Ahoy, Rotterdam iMaintain 2016, het jaarcongres van de NVDO en het iMaintain platform De Nederlandse industrie heeft alles in zich om koploper te zijn en te blijven. Maar dat komt niet vanzelf. Bij iMaintain 2016, het jaarcongres van de NVDO en het iMaintain platform, gaan we kijken wat nodig is om ‘In the lead’ te blijven. Welke factoren maken het verschil in food en farma,

60 MaintNL

infra, fleet, proces en de gebouwde omgeving? De juiste mix van gedrag, innovatie, techniek, operational excellence en samenwerking kan zorgen dat de Nederlands industrie ook de komende decennia ‘In the lead’ blijft. Tijdens de Maintenance Manager of the Year-verkiezing zal bekend worden gemaakt wie de opvolger wordt van Hans Peters van Dunea. Het aanmelden van kandidaten kan via www.nvdo.nl

24 maart 2016 Ede www.rovc.nl/cursus/maintenance Cursus Maintenance De cursus Maintenance (voorheen Onderhoudstechniek) gaat in op de moderne denkwijzen van onderhoud en moderne technieken op het gebied van conditiebewaking. Tijdens deze cursus vergroot u uw vakkennis van installaties en apparatuur en het beheer daarvan. U gaat onder meer aan de slag met het monteren en afstellen van mechanische componenten. U leert storingen signaleren, planmatig onderhoud en inspecties uitvoeren. De onderwerpen die tijdens deze cursus aan bod komen zijn: mechanische aandrijftechniek, onderhoudsstrategie en -concepten, kostenbewust onderhoud, productiviteit, conditiemetingen aan aandrijfsystemen, smeersystemen, monteren en demonteren.

April 20-21 april 2016 Antwerp Expo, Antwerpen www.easyfairs.com Maintenance 2016 De onderhoudsbeurs van België biedt u een overzicht van trends en ontwikkelingen binnen alle domeinen van de onderhoudssector: gereedschappen, smeermiddelen, reinigingsmaterialen, reserveonderdelen, meettoestellen, reliability, field services, veiligheidsmanagement, asset management, energiebeheer, onderhoudssoftware, etc. Ook dit jaar wordt Maintenance gelijktijdig georganiseerd met Pumps & Valves, de technologiebeurs voor pompinstallaties en uitrusting voor industriële processing.

Juni 1-2 juni 2016 NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven www.vision-robotics.nl Vision, Robotics and Mechatronics 2016 Vision, Robotics & Mechatronics is de belangrijkste beurs voor vision, robotica, mechatronica en aanverwante automatiseringsoplossingen in de Benelux. Evenals in 2015 wordt Vision, Robotics & Mechatronics tegelijk met het Photonics Event georganiseerd. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de betekenis en waarde van de kruisverbanden tussen de vier technologieën: Photonics – Vision – Robotics – Mechatronics.

10 - 2015

IMA10_ME_Agenda.indd 60

02-12-15 15:05


Column

Lego niet voor tienermeisjes? In mijn voorbije leven ben ik tientallen keren in de Jaarbeurs in mijn geboortestad Utrecht geweest. Of het nou was als kind voor het Sinterklaasfeest, als jong volwassene voor de banenmarkt of voor de kampeerbeurs om me te oriënteren op komende leuke, nieuwe bestemmingen. Onlangs vond Legoworld plaats in ‘mijn’ Jaarsbeurs en voor 25 euro kon je je een hele dag vermaken. Een spektakel van heb ik jou daar voor blokjesliefhebbers. Legoland in Denemarken is er niets bij. Drie hallen vol met alle mogelijke lijnen die Lego te bieden heeft. En wat schetste mijn enorme verbazing? Lego heeft speciaal voor meisjes een speciale lijn die Friends heet. Meisjes kunnen er een supermarktje mee maken en dan winkeljuffrouw spelen. Of wat dacht je van de blokjesdoos met Emma’s woonhuis waar je nadat je het keurig hebt ingericht, het ook nog schoon mag houden. Je zult maar meisje zijn…

Dat Lego de technische lijn vooral op jongens lijkt te richten, is jammer; al hun andere bouwwerken hebben een zekere vooruitstrevendheid in zich. Vrouwelijke wetenschappers, brandweerlieden of politieagenten zijn tegenwoordig standaardonderdeel van de bouwsets. Na het twaalfde levensjaar vindt de speelgoedmaker blijkbaar dat het eigenlijk wel klaar is. Alleen de hardcore nerds kunnen nu nog iets vinden dat hen uitdaagt én bij hun interesses past. Dat mogen blijkbaar geen meisjes zijn. Misschien is het zo dat Lego niet meer cool is voor vrouwen op de middelbare school, waar de druk van leeftijds- en geslachtsgenoten vaak meer telt dan hobby's of interesses van de kinderachtige basisschool. Dat betekent niet dat Lego achterover kan zitten en hun spul alléén voor jongens hoeft te maken; aanbod kan ook vraag veroorzaken. Het is nu aan het Deense bedrijf om dat zo snel mogelijk te doen, als ze hun progressieve boodschap écht goed willen uitdragen.

‘Uit onderzoek blijkt dat meisjes erg weinig interesse hebben in Lego Technic.’

Voor mij moet Lego kinderen inspireren om later meer de bètakant van het onderwijs op te zoeken. Alleen, mijn beeld klopt niet helemaal, want uit onderzoek blijkt dat meisjes erg weinig interesse hebben in Lego Technic. Jammer toch, want de steentjes brengen op z’n minst een interesse voor architectuur en constructie in de kindergeest. Dat technisch Lego heb ik nog eens goed bekeken en dan vertroebelt mijn beeld nog meer. Driekwart van de modellen zijn auto's of vliegtuigen. Ergens in een van de Jaarbeurshallen stond een enorme, echte, tractor van Volvo. Leuk voor jongens, maar meisjes hebben doorgaans minder met grote, ‘stoere’ voertuigen.

Met een aantal vrije dagen rondom Kerstmis, ga ik toch eens op zoek naar technisch Lego. Want ik denk dat het best heel erg leuk is om een mobiele kraan, een snowmobiel of een woestijnracer te bouwen en werkend te krijgen. Mede namens mijn collega’s van het NVDO Bureau in Houten wens ik u gezellige feestdagen en hoop ik ook in 2016 weer samen met u te mogen bouwen aan onze mooie NVDO. Ellen den Broeder-Ooijevaar Verenigings Manager

colofon MaintNL is het verenigingsmagazine van de NVDO, de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. De naam MaintNL is eigendom van de NVDO. Eindredactie: Ellen den Broeder-Ooijevaar

Postbus 138 • www.nvdo.nl 3990 DC Houten • www.nvdovac.nl t +31(0)30 634 60 40 e info@nvdo.nl MaintNL 10 - 2015 61

IMA10_MC_Verenigingsmanager.indd 61

02-12-15 15:05


62 VOLGEND NUMMER

IN HET VOLGENDE NUMMER De veranderende wereld van ondergrondse infrastructuur Onder het maaiveld heeft Nederland een grote hoeveelheid infrastructuur in de vorm van leidingen, buizen en kabels. En hoewel het rustig lijkt onder de grond, veranderen de factoren die van invloed zijn voor de instandhouding de laatste jaren sterk.

Yara zet in op energieverbetering De onderhoudsstop bij Yara Sluiskil is groter aangepakt dan bij voorgaande keren. Verschillende fabrieken zijn een aantal weken uit bedrijf genomen om een aanzienlijke energieverbetering door te kunnen voeren.

RFID-chips in beheer en onderhoud Het beheer en onderhoud van constructies in bouw en infra kan efficiënter. RFID-chips, voorzien van sensoren en zenders, kunnen continu gegevens over de onderhoudstoestand van betonconstructies naar de beheerder sturen. Ook kunnen de chips worden gebruikt voor het lokaliseren en identificeren van bouwdelen.

Thema: Maintenance, conditiebewaking en diagnose

Thema’s 2016

iMaintain 01-2016 Maintenance, conditiebewaking en diagnose

iMaintain 02-2016

Maintenance in de procesindustrie

iMaintain 03-2016

Maintenance en de supply chain

iMaintain 04-2016

iMaintain Congres Special

EN VERDER MaintNL Twence is bezig de ervaringskennis in het bedrijf te verankeren. Het bedrijf meldt als belangrijk neveneffect het introduceren van een leercultuur in dagelijks werk. Inkoopafdelingen en technische diensten gaan meer samenwerken. We onderzoeken deze nieuwe trend in de onderhoudssector.

iMaintain 05-2016

Maintenance, opleiding en werk

iMaintain 06-2016

Maintenance en informatisering

iMaintain 07-2016

Maintenance, duurzaamheid en milieu

iMaintain 08-2016

Maintenance en industriële reiniging

iMaintain 09-2016

Maintenance, veiligheid en arbo

iMaintain Nummer 1 verschijnt 10 februari 2016

iMaintain 10-2016

Maintenance en contractvormen

10 15 iMaintain

IMA10_E_VolgendNummer.indd 62

02-12-15 15:07


KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN. • Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie geld verdienen? • Hoeveel kan onderhoud bijdragen aan het bedrijfsresultaat? • Wat is Excellent Onderhoud en hoe geef ik dit vorm?

DEZE OPLEIDIN ZIJN IN TE BRE GEN IN DE NIEUWE NGEN BA WERKTUIGBOU CHELOR WKUNDE DEELTIJD.

INFORMEER!

EXTRA START 2016 MEDIO APRIL OLOGIE ECHN ONDERHOUDST EEN. IN HOOGEV

INFORMEER!

WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • Post-MBO Onderhoudstechniek (OTK) • Post-HBO Onderhoudstechnologie (OT) • Post-HBO Onderhoud en Management (OM) • Master of Engineering in Maintenance & Asset Management

Start 5 oktober 2016 Start 6 oktober 2016 Start 6 oktober 2016 Start februari/september

Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of kijk op www.cvnt.nl.

ER VALT NOG GENOEG TE LEREN

IMA10_F_Producten.indd 26 Europoortkringen 2015-10 FC_A4.indd 1

02-12-15 10:30 15:30 16-09-15


Ken de risico’s. Dan is alles beheersbaar.

AMprover® biedt inzicht, overzicht en controle. Zo beheerst u risico’s én bespaart u kosten. Wilt u grip op uw bedrijfsprocessen? Kosteneffectief beheer en onderhoud van uw bedrijfsmiddelen? Uw kostenstructuur verbeteren door verantwoorde risicobeheersing? Dat kan met het overzichtelijke softwarepakket AMprover®. AMprover® helpt u uw risico’s in beeld te brengen en te beheersen. Daarmee voldoet u aan de wet- en regelgeving. Bovendien bent u in staat de juiste afwegingen en beslissingen te maken in al uw processen. En dat niet alleen nu, maar over de gehele levensduur van uw bedrijfsmiddelen. AMprover® is ontwikkeld door Traduco, professionals op het gebied van Asset Management. Nieuwsgierig naar onze oplossingen? Ga naar www.traduco.nl of bel 072 5726525

ACEC

AMERICAN COUNCIL OF ENGENEERING COMPANIES

100 Years of Excellence

a wider perspective, focused on you IMA10_F_Producten.indd 26

02-12-15 15:31


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.