Ima8 binder lr

Page 1

www.imaintain.info

08 15

Maint

Het mag

IMA8 MA

azine va n de

NL

NVDO

ProRail ma akt omsla g naar op wereld ver enbaar aan legt focus bestede naar life test water n | Civiele -cycle en keringen gineering op ware | Deltagoo grootte | t Nieuwe NEN 101 0

cover.indd

25

17-09-1

5 16:18

INNOVATIES INDUSTRIテ記E REINIGING MOETEN NAAR EUROPESE CONTEXT

IMA8 F Producten.indd 101

23-09-15 12:40


Industrial Services

Tank reiniging binnen

Tot 3000 bar

Tank reiniging buiten

Tot 30m hoogte

Verwijderen van coating

Mobiele waterzuivering

Ontlakken van staal

Vervuiling direct opgezogen

Austria

-

Netherlands

-

Germany

ST-Cleaning BV

www.st-cleaning.com office@st-cleaning.com IMA8 F Producten.indd 101 IMA8 Advertenties.indd 20

‘t Woud 59 3232 LN Brielle

23-09-15 12:41 22-09-15 19:59


INHOUD 3

10 Reconstructie stoomsysteem Shell Moerdijk in recordtijd Na 2014, het zware jaar voor Shell Moerdijk, kon de chemielocatie wel een succes gebruiken. En die kwam er met het project Aquarius. In recordtijd werd het stoomcircuit gerepareerd. De hechte alliantie met de aannemers vormde de basis.

18 Industrieel reinigen naar een Europese context? Verbetering van de veiligheid is bij industriĂŤle reiniging een belangrijke drijfveer voor innovaties. De industrie kan nog niet overal gebruikmaken van mechanisatie, maar de eerste stappen zijn gezet. Ook uniformering van de EU-regelgeving staat op de agenda.

5 COMMENTAAR 6 ACTUEEL 14 GEMEENTE AMSTERDAM WERKT AAN AMBITIEUS BIG DATA-SYSTEEM

Maint

NL

Het magazine van de NVDO

22 MORE4CORE LEVERT OP 24 STUDENTEN BEDENKEN CREATIEVE OPLOSSINGEN VOOR BEDRIJVEN 26 WHAT’S NEXT 70 VOLGEND NUMMER

33

Begin oktober wordt de nieuwe Deltagoot opgeleverd. De testfaciliteit wekt golven op van meer dan 4,5 meter hoog om zo dijken, duinen of golfbrekers aan realistische krachten te kunnen onderwerpen. ProRail is vorig jaar de fout in gegaan door vier onderhoudscontracten onderhands in strijd met de aanbestedingsregels te verlengen. Die contracten worden opengebroken en alsnog openbaar aanbesteedt. Deltagoot test waterkeringen op ware grootte ProRail maakt omslag naar openbaar aanbesteden Prestatiemanagement: willen excelleren Nieuwe NEN 1010 De Vloer Op: Sleutelen aan gigantische thermosflessen Duurzaamheid inpassen in onderhoud Civiele wereld verlegt focus naar life-cycle engineering Asbest verwijderen in installaties complex Specialisten halen Gouden Koets uit elkaar

36 40 45 46 48 52 54 58 61

8

iMaintain 15

IMA8 B Inhoud.indd 3

23-09-15 11:50


Datum: 19 november 2015 | Locatie: TCC Rotterdam

[Schrijf

u nu in

]

THEMA: SERIOUS BUSINESS PROGRAMMA 10.00 Ontvangst en registratie 10.30 Pitches & Preaches 1 - Keynote BASF Nederland + debat Pitches Process Enlightenmentz 12.00 Netwerklunch 13.00 Pitches & Preaches 2 Praktijkcases Serious Business - De nieuwe mindset van Avebe - Eward Hofstede, productiedirecteur Avebe - De Bouwfabriek - Jan Willem van de Groep, Greenspirator Pitches Social Enlightenmentz

14.30 Pauze 15.00 Pitches & Preaches 3 Pitches Product Enlightenmentz Praktijkcases Serious Business - Mission Zero - Geanne van Arkel, Sustainable Business Development Interface - Duurzaam Tijdschrift 2.0 16.30 Bekendmaking Enlightenmentz of the Year 16.45 Borrel 18.00 Einde

ENLIGHTENMENTZ Enlightenmentz zijn lichtende voorbeelden voor een duurzame toekomst. Niet alleen duurzaam maar ook mooi, comfortabel en intuïtief! Samen kunnen ze de groene industriële revolutie veroorzaken. www.enlightenmentz.nl DOELGROEP

• Beslissers in de industrie, waaronder sitemanagers, business development managers, productiemanagers • Process- en product engineers • Onderzoekers, beleidsmakers en consultants op het gebied van duurzame productie en producten

www.duurzaamgeproduceerd.nl/congres IMA8 Advertenties.indd 4 150901 iLinqs DGP congres.indd 1

22-09-15 01-09-15 19:58 16:31


COMMENTAAR 5

Fysiek is altijd psychisch In een sketch van de Clicheemannetjes van Van Kooten en de Bie is deze wijsheid ooit aangehaald. Vandaag de dag kan je hem - misschien iets te vrij vertaald - inzetten als ‘innovatie is altijd sociaal’. Volgens mij is dat een kreet die in veel gevallen opgaat bij veranderingen en innovaties in de industrie. Een goed idee, nieuw systeem of nieuwe toepassingen werkt pas echt als mensen het willen gebruiken. Er worden dit kwartaal een aantal onderzoeken gepubliceerd waaruit eens te meer blijkt dat voor het invoeren van verandering mensen nodig zijn. En als die mensen niet weten of niet willen, dan komt er van veranderen weinig terecht. Een van de bevindingen van de NVDO SUTO Benchmark laat bijvoorbeeld zien dat de aansluiting tussen de gekozen onderhoudsmethode en de manier waarop deze ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd, de ‘alignment’, slechts door zo’n veertig procent van de respondenten als ‘goed’ wordt bestempeld. Misschien dat de bedrijven die meer uit hun onderhoudsinspanningen willen halen niet in nieuwe technieken hoeven te investeren; het zou al kunnen volstaan om de gekozen technieken te gebruiken en vanuit die positie te kijken wat er verder te halen is. Bij onze andere titels Petrochem en Duurzaam Geproduceerd organiseren we verkiezingen voor Enlightenmentz, dat zijn lichtende voorbeelden voor een duurzame industrie. Daar zitten vaak prachtige inzendingen tussen die het verdienen om te worden ingezet. Productinnovaties, procesverbeteringen en sociale innovaties. En zeker over die laatste twee categorieën hebben we nog wel eens discussie. Want is iets nu een pure procesverbetering of komt het doordat mensen een nieuwe mindset hebben en daardoor anders zijn gaan werken? Voor het veranderen van processen, systemen en mindsets heb je in ieder geval een scherpe blik, een goed idee en de ruimte om in uit te rollen nodig. En dat is in alle gevallen mensenwerk.

Mark Oosterveer @M_Oosterveer mark@industrielinqs.nl

HOOFDREDACTIE

Mark Oosterveer 020 3122 793 mark.oosterveer@industrielinqs.nl NUMMER 8 - 2015

Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl

UITGAVE VAN

EINDREDACTIE

Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7 1019 HD Amsterdam

Miriam Rook 020 3122 796 miriam.rook@industrielinqs.nl Liesbeth Schipper 020 31 22 083 liesbeth.schipper@industrielinqs.nl

MEDEWERKERS PARTNER

Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) Postbus 138, 3990 DC Houten

Dagmar Aarts, David van Baarle, Erik te Roller, Ingrid Rompa, Pieter Pulleman, Francis Voermans, Broer de Boer

LAY-OUT

Bureau OMA, Wehl

COVER Ahoy Rotterdam NV Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Organisator van

UITGEVER

Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl

Wim Raaijen

ADVERTENTIEVERKOOP Jetvertising BV Kim de Bruin T: 070 399 00 00 F: 070 390 24 88 kim@jetvertising.nl

TRAFFIC

Breg Schoen 020 3122 088

DRUKKERIJ

PreVision Graphic Solutions

ABONNEMENTEN (EXCL. BTW)

Nederland/België € 95,– Introductie NL/B 25% € 71,– Overig buitenland € 119,– Losse verkoopprijs € 17,– Studenten € 39,– Proefabonnement 3 mnd € 27,50

OPZEGGEN

Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon.

Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.

ABONNEMENTENLAND

Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. ISSN: 2211-6826 © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.

8

iMaintain 15

IMA8 C Commentaar.indd 5

23-09-15 11:53


6 ACTUEEL

MEEST GELEZEN ONLINE 1. Innovatieve containerterminal geopend in Rotterdam De innovatieve en geautomatiseerde containerterminal Rotterdam World Gateway (RWG) op de Tweede Maasvlakte is op 11 september officieel geopend. Lees verder op pagina 9

2. Ziekteverzuim binnen onderhoudssector laag Na een lichte piek van 3,4 procent in 2014 ligt het ziekteverzuim in de Nederlandse onderhoudssector ook dit jaar onder het landelijk gemiddelde. Lees verder op pagina 7

3. UWV: arbeidsmarkt techniek en ICT blijft groeien Hoewel meer hoogopgeleide jongeren kiezen voor een technische of ICT-studie, zijn er voor bepaalde beroepen in de techniek en ICT nog altijd te weinig geschikte kandidaten om het inmiddels weer groeiende aantal vacatures te vervullen. Lees verder op deze pagina

4. Start aanbesteding nieuwe PGO-contracten ProRail gaat op korte termijn weer onderhoudsgebieden aanbesteden op basis van Prestatie Gericht Onderhoud (PGO), blijkt uit een brief van Pier Eringa, president-directeur van ProRail, aan staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu. Lees verder op pagina 9

5. Chinookvloot vernieuwd en groter Defensie schaft veertien nieuwe Chinook-transporthelikopters aan en moderniseert zes huidige toestellen. De uitvoering van de veertien nieuwe helikopters is gelijk aan de Chinooks van het Amerikaanse leger. Lees verder op pagina 7

8 15 iMaintain

IMA8 D Actueel.indd 6

Chinookvloot vernieuwd en groter Defensie schaft veertien nieuwe Chinook-transporthelikopters aan en moderniseert zes huidige toestellen. De uitvoering van de veertien nieuwe helikopters is gelijk aan de Chinooks van het Amerikaanse leger. De ‘US Army variant’ van de Chinook voldoet met enkele aanpassingen aan de Nederlandse operationele eisen. Deze modificaties worden na productie in de Verenigde Staten uitgevoerd. Het gaat dan onder meer om crashbestendige stoelen in de cockpit en een VHF-Combat Net Radio voor beveiligde communicatie met Nederlandse eenheden. Eventuele andere aanpassingen worden nog bekeken. Nederlands luchtmachtpersoneel krijgt in de Verenigde Staten een aanvullende training om de nieuwe Chinooks in te zetten en te onderhouden. Met de aanschaf is zo’n 838 miljoen euro gemoeid, dat is binnen het budget van ruim 915 euro miljoen. Hierbij is geen rekening gehouden met eventuele verkoopopbrengsten van elf oude toestellen. Defensie streeft, in overleg met Boeing, naar hergebruik van zoveel mogelijk onderdelen van de oude helikopters om kosten te besparen. De nieuwe Chinook-transporthelikopters worden vanaf 2019 geleverd.

UWV: arbeidsmarkt techniek en ICT blijft groeien Hoewel meer hoogopgeleide jongeren kiezen voor een technische of ICT-studie, zijn er voor bepaalde beroepen in de techniek en ICT nog altijd te weinig geschikte kandidaten om het inmiddels weer groeiende aantal vacatures te vervullen. Dit constateert UWV in een vandaag verschenen rapport over technische en ICT-beroepen. Met name op de hogere niveaus zijn er moeilijk vervulbare vacatures voor bepaalde technische en ICT-beroepen. Het rapport laat echter zien dat er ook in uitvoerende functies in bijvoorbeeld de metaal- en elektrotechniek tekorten zijn aan technisch geschoolde vakmensen. Dit biedt goede kansen voor schoolverlaters van studies in deze richtingen. Ook werkzoekenden die zich laten om- of bijscholen voor de techniek en ICT kunnen profiteren van de dreigende personeelstekorten. De vacaturemarkt voor technische beroepen trekt sinds 2013 geleidelijk aan. Zo ontstonden in het tweede kwartaal van dit jaar bijna 29.000 technische vacatures, 28 procent meer dan twee jaar eerder. Het niveau van voor de crisis is echter nog niet bereikt. UWV ziet vooral moeilijk vervulbare vacatures in de techniek, deels op de hogere niveaus maar ook voor bepaalde uitvoerende technische beroepen, zoals cncverspaners, gespecialiseerde lassers, monteurs elektro- en pijpfitters. Tegelijkertijd staan er op dit moment bijna 50.000 mbo-geschoolde technici bij UWV ingeschreven als werkzoekende. UWV participeert in diverse initiatieven om deze werkzoekenden via korte scholingen geschikt te maken voor moeilijk vervulbare vacatures. Uit het UWV-rapport blijkt dat de krapte voor specifiek de informaticaberoepen aan het toenemen is. Bedrijven hebben met name moeite om vacatures op hoger en wetenschappelijk niveau te vervullen, bijvoorbeeld voor developers en programmeurs in specifieke talen, testers, security specialisten en business analisten. De gestegen vraag voor deze functies is het gevolg van technologische ontwikkelingen als Cloud Computing, Big Data en Cyber Security. Tegelijkertijd is er sprake van een oververtegenwoordiging van mbostudenten ten opzichte van de vraag vanuit werkgevers. Positief is wel dat een aanzienlijk deel van de mbo-studenten informatie- en communicatietechnologie doorstroomt naar vervolgonderwijs.

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

23-09-15 11:54


ACTUEEL 7

Tien miljoen voor verduurzaming rijksmonumenten Rijksmonumenten staan voor grote uitdagingen om ervoor te zorgen dat hun gebouwen minder energie gebruiken. Om te onderzoeken welke maatregelen het best werken, krijgen achttien rijksmonumenten de komende twee jaar een bijdrage voor energiebesparende maatregelen. Minister Bussemaker (Cultuur) stelt hiervoor de komende twee jaar tien miljoen euro beschikbaar. Bij aanpassingen aan gebouwen om ze duurzamer te maken, zijn vaak kostbare innovatieve ingrepen nodig om de cultuurhistorische waarde in tact te houden. Dat geldt bijvoorbeeld voor de voormalige gevangenis Blokhuispoort in Leeuwarden: gevangenissen zijn van oorsprong niet gebouwd op comfort voor de inwoners. Het vergt veel creativiteit om het gebouw geschikt te maken voor nieuwe functies en het energieverbruik laag te houden. Met de extra investering kunnen zij ervoor zorgen dat het gebouw behouden en herkenbaar blijft, maar comfortabeler wordt voor de huidige bewoners waaronder kunstenaars, onderwijsinstellingen, horeca en een bibliotheek. De voormalige gevangenis zal een belangrijke rol spelen voor Leeuwarden als Culturele Hoofdstad 2018. Na de verbouwing van de Hermitage Amsterdam bleek dat er meer gebruik werd gemaakt van koeling van de expositiezalen dan van verwarming. Het gebouw kampt daardoor met een teveel aan opgeslagen warmte waar een duurzame oplossing voor wordt gezocht. De oplossing ligt dichtbij: met de extra investering zullen de Hermitage Amsterdam en de Hortus Botanicus Amsterdam het komende jaar door 425 meter lange buizen duurzaam met elkaar worden verbonden. Het warmte-overschot van museum Hermitage Amsterdam kan zo gebruikt worden voor de verwarming van de planten in de monumentale Palmenkas in de Hortus Botanicus. De Hortus levert gekoeld water terug aan de Hermitage voor de koeling van de kunst. Aan de pilot doen onder meer musea, molens, boerderijen en voormalige fabrieken mee. Zij krijgen een eenmalige subsidie voor duurzaamheidsingrepen als aanvulling op de te maken kosten bij de herbestemming of restauratie van het gebouw. De regeling richt zich op projecten die al in de startblokken staan en uiterlijk in 2016 moeten worden afgerond. Bij de evaluatie van de pilot worden de energielasten op verschillende momenten, de eventuele aantasting van de cultuurhistorische waarde van de monumenten en de uiteindelijke opbrengsten meegenomen. Op basis van de ervaringen bij de deelnemers van het pilotprogramma wil het ministerie van OCW inzicht krijgen in de kansen en uitdagingen van verduurzaming in deze sector en de hierbij best passende stimuleringsmaatregelen.

Ziekteverzuim binnen onderhoudssector laag Na een lichte piek van 3,4 procent in 2014 ligt het ziekteverzuim in de Nederlandse onderhoudssector ook dit jaar onder het landelijk gemiddelde. Het verzuim ligt met 3,1 procent maar liefst 0,7 procent onder het gemiddelde in Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO). Met 3,6 procent is het ziekteverzuim binnen de onderhoudssector in de procesindustrie het hoogst. Onroerend goed scoort met 1,9 procent ziekteverzuim het laagst. Ongeveer vier procent van de werkzame bevolking in Nederland is actief in de onderhoudssector. Het lage ziekteverzuim van onderhoudsprofessionals houdt mogelijk verband met de economische situatie en het feit dat meer mensen zich zorgen maken om het behoud van hun baan. Daarnaast krijgen onderhoudsbedrijven steeds meer aandacht voor “work-life balance” en het welzijn van de werknemers. Een andere reden voor het lagere ziekteverzuim kan een verhoogd aantal zzp’ers zijn. Immers, deze groep wordt (meestal) niet als ziek aangemerkt door werkgevers. Ze worden in geval van ziekte niet ingehuurd. Ook wordt aan de werkgeverskant steeds meer aandacht besteed aan R&IE. Met een Risico Inventarisatie Evaluatie worden de mogelijke gezondheids- en veiligheidsrisico's op de werkplek of in het bedrijf preventief beoordeeld. Het plan van aanpak is een verplicht onderdeel van de RI&E, zoals staat in de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet).

BEDRIJVENNIEUWS Mammoet en Hebo bergen kranen Alphen Bergingsbedrijven Mammoet en Hebo Maritiemservice gaan de hijskranen die in Alphen aan den Rijn omvielen, borgen. De gemeente en andere betrokkenen zijn het daar over eens geworden. De twee bedrijven zullen de kranen, pontons en het gevallen brugdeel weghalen. Daarna kan de ravage die het ongeluk veroorzaakt heeft, worden opgeruimd.

Emerson neemt Spectrex over Emerson neemt Spectrex over, een producent van vlam- en gasdetectoren. Na deze overname beschikt Emerson Process Management over het grootste assortiment aan vlamdetectie, gasdetectie en ultrasone lekdetectiesystemen voor industriële veiligheidstoepassingen. Spectrex wordt gevoegd aan het bestaande Rosemount-aanbod van meet- en analysetechnologieën. De voorwaarden van de overname zijn niet bekendgemaakt. Het Amerikaanse Spectrex ontwikkelde de eerste vlamdetectoren ter wereld die werken met ultravioletinfrarood (UV/IR) en drievoudig infrarood (IR3).

Chroom-6 ook op treinen gebruikt FNV Spoor heeft haar leden in Haarlem opgeroepen om te komen praten over het gebruik van chroom-6. Op bijna alle treinen uit begin jaren negentig werd de verf gebruikt en honderden medewerkers zouden er nog steeds mee werken, omdat de oude verflagen worden afgeschuurd, weet NOS te melden. Vier maanden geleden werd ontdekt dat er verf met chroom-6 is gebruikt. NedTrain heeft toen maatregelen genomen, zoals het gebruik van handschoenen en mondkapjes. Chroom-6 bleek al eerder jarenlang gebruikt te zijn bij Defensie. Honderden medewerkers zeggen er ziek van te zijn geworden. Chroomhoudende verf beschermt materieel tegen corrosie.

8

iMaintain 15

IMA8 D Actueel.indd 7

23-09-15 11:54


On- and offshore blade inspection and repair

Cracks Gel-coat damage

Lightning damage Certified technicians Top-coat damage

Delamination Modifications

Leading edge erosion

T. +31 (0)88 - 12 33 600 WWW.SKY-ACCESS.COM

Visit us at hall 11 booth 11.043A

www.hi-force.com

IMA8 Advertenties.indd 8

22-09-15 19:58


ACTUEEL 9

Start aanbesteding nieuwe PGO-contracten ProRail gaat op korte termijn weer onderhoudsgebieden aanbesteden op basis van Prestatie Gericht Onderhoud (PGO). Het gaat om drie gebieden die worden aanbesteed op basis van een nieuw gunnings- en contractmodel dat geheel voldoet aan de aanbestedingsregels. Dit blijkt uit een brief die Pier Eringa, president-directeur van ProRail, aan staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu heeft gestuurd. In deze brief geeft Eringa aan hoe hij ProRail op de kortst mogelijk termijn ‘compliant’ wil krijgen. Aanleiding hiervoor vormt het onderzoek van PWC waaruit bleek dat een pilot in 2014, waarbij vier onderhoudsgebieden voor tien jaar onderhands zijn aanbesteed, niet aan de aanbestedingswetgeving voldoen. In zijn brief licht Eringa toe hoe de problemen bij de pilot zijn ontstaan. ‘De focus van ProRail op verbeterde operationele prestaties en op het verhogen van de veiligheid op het Nederlandse spoor, heeft geleid tot afwegingen waarin het operationele belang in het verleden soms zwaarder werd gewogen dan het zo snel mogelijk op alle fronten voldoen aan de aanbestedingswetgeving.’ Hij benadrukt ook dat hij bij ProRail loyale en hardwerkende mensen ontmoet die ‘met hart en ziel en zonder persoonlijk gewin werken voor een betere spoorinfrastructuur met betere prestaties voor reizigers en verladers.’ Het management van ProRail wordt de komende maanden via intensieve workshops versterkt in het ontwikkelen van een eenduidig en overtuigend beeld van compliancy, houding en gedrag. ‘Het doel is te voorkomen dat dilemma’s nog een keer leiden tot schending van vigerende wet- en regelgeving. De capaciteit en interne positionering van de juridische afdeling wordt versterkt, zowel kwalitatief als kwantitatief.’ De aannemers, aan wie in 2014 onderhandse pilotcontracten voor de looptijd van tien jaar zijn gegund, zijn bereid mee te werken aan het ontbinden van de pilotcontracten zodat deze openbaar kunnen worden aanbesteed. De betreffende aannemers willen werken met contracten die voldoen aan de aanbestedingsregels. Zodra de contracten zijn ontbonden, worden ze openbaar aanbesteed.

Innovatieve containerterminal geopend in Rotterdam De innovatieve en geautomatiseerde containerterminal Rotterdam World Gateway (RWG) op de Tweede Maasvlakte is op 11 september officieel geopend. De terminal van RWG is in staat om de allergrootste schepen op een efficiënte en betrouwbare manier af te handelen. Voor elke modaliteit is een dedicated overslag gecreëerd, of het nu om binnenvaartschepen gaat, overslag via het spoor of over de weg. Door de vergaande automatisering komt het beeld bij RWG nauwelijks meer overeen met dat van een traditioneel containeroverslagbedrijf. ‘Onze hele terminal met zijn volautomatische kranen wordt dagelijks gerund door een team van maximaal 10 à 15 man’, aldus Managing Director Ronald Lugthart. Bij RWG werken daardoor ‘slechts’ 180 mensen, en dan vooral IT-specialisten. ‘Het gaat om een nieuwe stijl van afhandeling. We zijn in feite een IT-bedrijf dat containers overslaat, een containerbedrijf 3.0. RWG wil hiermee een voorbeeld zijn voor de wereld.’ Ook met duurzaamheid is veel rekening gehouden. De volautomatische, onbemande kranen wekken bijvoorbeeld hun eigen stroom op. De capaciteit van de terminal bedraagt 2,35 miljoen TEU per jaar. RWG is klaar voor het afhandelen van de modernste en toekomstige generaties grote containerschepen (ULCCs). De terminal is met elf diepzeekranen, drie barge-/feederkranen, twee railkranen en 50 automatisch stapelkranen toegerust op toegang van zowel diepzeeschepen als alle verbindingen met het achterland.

BEDRIJVENNIEUWS Pioneering Spirit later klaar De Pioneering Spirit, het grootste schip ter wereld dat in één keer een heel booreiland kan optillen, is later klaar dan verwacht. Het schip ligt sinds januari in de Rotterdamse haven om te worden afgemonteerd. Dat duurt langer, omdat het monteren van de hijsinstallaties complexer is dan gedacht. Dat liet een woordvoerder van Allseas, de eigenaar en ontwerper van het mammoetschip, weten aan het FD. De eerste opdracht, het ontmantelen van het Yme-olieplatform op de Noordzee, wordt enkele maanden later uitgevoerd.

Benoeming directielid Tebodin Netherlands Per 1 september 2015 is Ron Blokzijl benoemd in de directie van Tebodin Netherlands B.V. en volgt hiermee Niels van Rhenen op die zijn functie als lid van de directie van Tebodin B.V. continueert. De heer Blokzijl heeft voor diverse technisch georiënteerde bedrijven in een internationale omgeving gewerkt. Zijn ruime internationale ervaring zal Tebodin helpen bij het verder uitbreiden van de business in Noordwest-Europa.

Twee Antwerpse arbeiders omgekomen na val In de Antwerpse haven zijn op 16 september twee arbeiders omgekomen toen ze een dodelijke val maakten in het droogdok. ‘De arbeiders van het bedrijf Antwerp Dry Docks waren ten val gekomen in een droogdok. Ze waren aan het werk op een hoogtewerker, maar hun bakje brak plots af. Het is nog niet duidelijk hoe dat kon gebeuren’, zegt woordvoerder Bruggemans van de Antwerpse brandweer. Het Arbeidsauditoraat bevestigt de feiten. Het parket onderzoekt de zaak verder. Bij het printen van dit blad was de definitieve oorzaak nog niet bekend.

uw mailbox? Al het nineuvoworsoninze nieuwsbrief op

iMaintain.info!

Meld u aa

8

iMaintain 15

IMA8 D Actueel.indd 9

23-09-15 11:54


10 INTERVIEW

Reconstructie stoomsysteem Shell Moerdijk in recordtijd

Vlnr: Rob Engelaar (Bilfinger), Ivo van Vliet (Cofely) en Michiel Bedaux (Shell Moerdijk): ‘Transparantie en voor een gezamenlijke missie gaan, kan bij elk project een beter resultaat opleveren.’

8 15 iMaintain

IMA8 I Hoofdinterview.indd 10

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

23-09-15 12:12


INTERVIEW 11

Na 2014, het zware jaar voor Shell Moerdijk waarin er een explosie was in een deel van de styreenfabriek en er schade ontstond aan het stoomsysteem van de kraker, kon de chemielocatie wel een succes gebruiken. En die kwam er met het project Aquarius. In recordtijd werd het stoomcircuit gerepareerd. Volgens project & turnaround manager Michiel Bedaux vormde de hechte alliantie met de aannemers, die speciaal was gevormd voor dit project, de basis. ‘Alle betrokken partijen hadden gezamenlijk een duidelijke missie, de fabriek zo snel mogelijk veilig opleveren. We gingen voor goud.’

FOTO’S: WIM RAAIJEN

Een paar maanden na het incident op de styreenfabriek, liep het stoomsysteem van de kraker ook nog eens grote schade op. Er was maar een conclusie: die moest weer worden hersteld en wel zo snel mogelijk. Michiel Bedaux: ‘Het stoomsysteem is de bloedsomloop van de kraker. Als die gaat haperen, ligt ook meteen de hele fabriek stil. Toen de problemen met het ketelvoedingwater en het stoomsysteem zich openbaarden, wisten we na een paar inspecties dat de schade zeer groot zou zijn. Dan rijst de vraag hoe je deze klus gaat klaren. Je weet ook dat zoiets niet op de traditionele manier kan worden aangepakt, dat zou immers veel te lang gaan duren.’ Snelheid was dus geboden, te meer omdat de etheenkraker op zijn beurt weer het hart is van alles wat bij Shell Moerdijk gebeurt. In de dagen na 2 oktober 2014, toen de kraker stil kwam te liggen, belde Bedaux de voor Shell Moerdijk belangrijke contractors en toeleveranciers op met een paar simpele vragen. ‘Hoeveel capaciteit aan manuren hebben jullie de komende tijd beschikbaar, doe je mee aan de herbouw van het stoomsysteem en verbind je je daarmee aan de doelstelling om het in recordtijd te doen?’ Voor Shell was het overduidelijk dat ze zonder de kennis en het volume van haar vaste partners machteloos was. ‘We hebben een teampresentatie van Pieter van

Wim Raaijen

den Hoogenband gehad. Ook hij heeft het allemaal niet in zijn eentje geklaard bij zijn olympische ambities. Jarenlang heeft hij met een team van bij elkaar wel twintig mensen gewerkt aan de doelstelling om olympisch kampioen te worden. Wij zagen vaak alleen de zwemmer zelf, maar daar zat dus veel meer achter. En in tien jaar tijd, met al die inspanningen van al die mensen, is hij vijf seconden sneller geworden op zijn afstand. Daar was echt veel focus en opofferingsbereidheid voor nodig en niet alleen van Pieter zelf. Vijf seconden... Maar wel goed voor olympisch goud.’

Nederlandse industrie Het team rond het project Aquarius, de reconstructie van het stoomsysteem in recordtijd, was snel gesmeed. Tot zijn genoegen merkte Bedaux dat er een grote bereidheid was bij de aannemers. Het was de ambitie en de medeverantwoordelijkheid die ze motiveerden. De aannemers mochten meedenken en werden aangesproken op hun kracht. ‘En vergeet ook niet dat op Shell Moerdijk al jaren dagelijks veel mensen van ons rondlopen. De site geeft veel werkgelegenheid’, stelt Rob Engelaar van Bilfinger Industrial Services. ‘Onze mensen voelen zich ook zeer verbonden met deze site.’ En het gaat om een belangrijke chemische locatie die een significante rol speelt in de totale Nederlandse industrie.

8

iMaintain 15

IMA8 I Hoofdinterview.indd 11

23-09-15 12:12


12 INTERVIEW

Ivo van Vliet (Cofely): ‘Als je parallel aan elkaar aan dezelfde fabriek werkt, moet je de werkzaamheden goed met elkaar afstemmen, zodat later alles goed in elkaar past.’

Het elan zat er dus al snel in. Bedaux: ‘We zijn niet lang na mijn belronde bij elkaar gekomen en hebben besproken wat er mogelijk moest zijn en hoe.’ 1 juli 2015 rolde er uit als zeer ambitieuze einddatum. ‘Daar zijn we uiteindelijk nog heel dicht bij in de buurt gekomen. Afgelopen zomer, op 9 juli, was het stoomsysteem weer in bedrijf. Nog steeds een fantastisch record.’ Om dat te bereiken was een vernieuwende wijze van samenwerken nodig. Bedaux: ‘Een manier van werken waarin transparantie het sleutelwoord is.’ Om te beginnen werd voor deze klus een speciale alliantie opgericht van maar liefst acht partijen: Shell, Cofely, Bilfinger, Mammoet, Fluor, MOB, New Energy Services en Warmeverwertung. Vernieuwend was dat Shell ook zelf onderdeel van de alliantie uitmaakte, en er dus niet als opdrachtgever buiten bleef staan zoals bij veel andere allianties in de industrie. Daarmee nam Shell duidelijk verantwoordelijkheid. Bedaux: ‘Iedereen heeft in projecten met meerdere partijen al gauw de neiging om zijn eigen straatje schoon te vegen. Ook Shell. Maar in dit project moesten alle partijen daar overheen stappen. Alleen het gezamenlijke belang telde. Natuurlijk moesten we als Shell soms even de leiding nemen, maar de andere partijen konden ons ook aanspreken op onze verantwoor-

delijkheden. Een meespelende coach? Ja, misschien dekt dat de lading wel aardig.’ Met een missie en een alliantie alleen ben je er echter nog niet, wisten de samenwerkende partijen. Ivo van Vliet van Cofely: ‘Wij hadden er van meet af aan vertrouwen in, maar hoe konden we onze organisaties en mensen laten doen wat nodig was? Overtuigen? Nee, eerder meenemen op het pad dat we wilden volgen. Het was belangrijk dat we de missie vertaalden naar dagelijkse, praktische doelstel-

lingen. Welke stapjes zijn nodig om uiteindelijk ons grote doel te bereiken?’

Opstapelen De gezamenlijke verantwoordelijkheid kreeg veel aandacht van de alliantie. Het werd continu gestimuleerd met intensieve onderlinge communicatie. Speciaal werd daarvoor een ‘Mission Control Room’ ingericht. Alle feitelijke data hingen hier op de borden en partijen hadden inzicht in elkaars resultaten. Bedaux: ‘Door die

Michiel Bedaux (Shell Moerdijk): ‘Een manier van samenwerken waarin transparantie het sleutelwoord is.’

8 15 iMaintain

IMA8 I Hoofdinterview.indd 12

23-09-15 12:13


INTERVIEW 13

Rob Engelaar (Bilfinger): ‘Het delen van teleurstellingen is minimaal net zo belangrijk als het vieren van successen.’

openheid zag je iets moois gebeuren: partners helpen elkaar, coachen elkaar en spreken elkaar aan op dingen die niet goed gaan. En was er een probleem, dan gingen we dat gewoon op locatie bekijken, legden de vinger op de zere plek en losten het op.’ Transparantie over de zaken die juist niet goed gaan, is essentieel. Niks mocht worden weggemoffeld. Engelaar: ‘Het delen van teleurstellingen is minimaal net zo belangrijk als het vieren van successen.

En niet om elkaar op de kop te geven, maar juist om continu op de hoogte te zijn wat er speelt en oplossingen te bedenken. Zodat we ook samen de doelstellingen konden halen.’ In de Mission Control Room kwam er bijvoorbeeld een rood vinkje op het bord als iets niet was gehaald. Bedaux: ‘Aan alle rode vinkjes moest dus nog iets worden gedaan en het is goed dat iedereen daar van op de hoogte is. Zo nodig kan er dan ook gezamenlijk worden onderzocht wat er moet worden gedaan om geen vertraging op te lopen en de rode vinkjes van het bord te krijgen.’ Volgens Engelaar weet een voetbalteam dat kampioen wil worden precies wat het te doen staat als het een keer een wedstrijd verliest. ‘Wij moesten ook bedenken wat er nodig was als we een keer een tegenvaller hadden. Zodat we onze missie konden voortzetten.’ Van Vliet noemt een voorbeeld. ‘De ‘QC handover’ van een stuk werk liep niet soepel. Ons team heeft toen zelf de vinger opgestoken om te vertellen dat het niet helemaal goed ging. Op dat moment is het belangrijk dat het snel wordt hersteld, zodat zaken zich niet gaan opstapelen. Ik heb toen met de alliantie afgesproken dat we de ruimte krijgen om het zelf op te lossen. Om zich dus op de achtergrond te houden. Dat vertrouwen kregen we en we hebben het binnen enkele dagen opgelost.’

Kleur van het hesje Open communicatie was ook belangrijk, omdat veel activiteiten parallel aan elkaar moesten gebeuren. Alleen op die manier was het mogelijk om alles in recordtijd te doen. Daarbij komt dat de verschillende partners hun eigen werkwijze hebben. Dan is afstemming bijzonder belangrijk. ‘Wij zijn bijvoorbeeld bij Cofely gewend om veel prefab te bouwen’, vertelt Ivo van Vliet. ‘Verschillende andere partijen construeren veel meer ‘on site’. Als je dan parallel aan elkaar aan dezelfde fabriek werkt, moet je de werkzaamheden goed met elkaar afstemmen, zodat later alles goed in elkaar past.’ Bedaux, Van Vliet en Engelaar zijn zich er van bewust dat de urgentie in dit geval tot een innovatieve vorm van samenwerking heeft geleid en tot betere prestaties. Maar wat als er zich een volgend project of een turnaround aandient in normalere omstandigheden? Bedaux is er van overtuigd dat uit het project veel lessen voor de toekomst voortvloeien. ‘Transparantie en voor een gezamenlijke missie gaan, kan bij elk project een beter resultaat opleveren.’ Werken met multidisciplinaire teams met respect voor elkaars expertise, ongeacht de kleur van het hesje, daar zal het volgens de heren steeds meer heen kunnen en moeten. Zij hebben in ieder geval de smaak te pakken. ■

8

iMaintain 15

IMA8 I Hoofdinterview.indd 13

23-09-15 12:13


IMA8 Advertenties.indd 14

22-09-15 19:59


MAINTENANCE EN ICT 15

Gemeente Amsterdam werkt aan ambitieus big data-systeem Tijdens een rondetafelbijeenkomst van het iMaintain platform over maintenance en ICT vertelde Erik Bijlsma van de Gemeente Amsterdam Metro en Tram over de ambitieuze, nieuwe digitale informatievoorziening waarmee Metro en Tram het beleid voor zijn assets wil besturen en regisseren. Het project wekte naast bewondering en aanmoediging ook scepsis op. ‘We staan aan het begin en gaan vast nog heel veel drempels tegenkomen’, concludeerde een optimistische Bijlsma zelf ook. Liesbeth Schipper

Als alles volgens plan verloopt, zullen in 2017 de eerste metro's over de Noord/ Zuidlijn gaan rijden, de lijn die loopt van Amsterdam Noord, onder het centrum van Amsterdam door, naar station Zuid. Bij de bouw ervan worden diverse innovatieve technieken toegepast om hinder voor de omgeving te beperken, wat het tot een bijzonder project maakt. Maar niet alleen de aanleg van de lijn met z’n stations is een ambitieuze onderneming, ook bij de instandhouding ervan heeft de Gemeente Amsterdam verregaande ambities. ‘Allereerst willen we de Noord/Zuidlijn opleveren volgens de specificaties’, zegt Erik Bijlsma, asset owner Nieuwe Rail Infra bij de Gemeente Amsterdam. ‘En omdat we onze assets dan goed op orde hebben, willen we hetzelfde bereiken met onze informatietechniek. Ons IT-systeem is nu een wildwestland.’ Bijlsma legt uit dat GVB Metro en Tram nu nog werkt met meerdere datasystemen binnen meerdere organisaties. ‘We hebben de afgelopen anderhalf jaar geprobeerd die aan elkaar te koppelen, soms

iMaintain platform Het iMaintain platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en asset management. Partners en een expertpanel bieden de redactie ondersteuning door te vertellen over wat er speelt in de sector. Onderdeel van het platform zijn drie rondetafeldiscussies waarin telkens een actueel onderwerp wordt besproken. Deelnemers aan de rondetafeldiscussie van het iMaintain platform: • Erik Bijlsma, GVB Metro en Tram • Giel Jurgens, Havenbedrijf Rotterdam • Henk Akkermans, World Class Maintenance/Tilburg University • Jos Berkien, AkzoNobel • Kees Tol, Tata Steel • Guy Delahay, Mainnovation • Rob de Heus, Sitech Services • Ronald Hoogendijk, Tata Steel • Ronald van der Sluis, Cofely

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

IMA8 N RondeTafel.indd 15

met succes maar vaak ook niet. Dat moet echt anders. Niet alleen voor de Noord/ Zuidlijn, maar ook voor de toekomst moeten we een duurzaam systeem hebben. We hebben daarom een big-data-concept uitgewerkt.’

Minder fysiek inspecteren Wat ook meespeelt, is dat Metro en Tram minder fysiek wil gaan inspecteren en meer preventief onderhoud wil gaan doen. Bijlsma: ‘Op de lange termijn hopen wij een significante besparing van enkele miljoenen euro per jaar te kunnen realiseren. Op een budget van – op dit moment – 75 miljoen is dat een aardige opsteker. Maar dan hebben we wel data nodig.’ De metrolijn krijgt daarom heel veel objecten die zelf hun prestaties zullen doorgeven. ‘Roltrappen, liften, alles waar we nu nog schouwen, kunnen straks volledig met camera’s worden gevolgd. Een object met ingebouwde intelligentie kan zelf aangeven wanneer het extra energie gaat gebruiken. Zo kan een lift bijvoorbeeld ook aangeven hoeveel keer hij op en neer is gegaan. We moeten nu veel inspecteurs per week langs ons areaal laten lopen. Door van nieuwe technieken gebruik te maken, kan dit na oplevering veel efficiënter.’

09FOT

Boris Gemeente Amsterdam Metro en Tram gaan daarom samen met GVB Rail Services een nieuwe digitale informatievoorziening met bijhorende processen en organisatiestructuur inrichten: Boris. Dit acroniem staat voor Beheer Onderhoud Regie en Informatie Systeem. Daarin komt straks alle data die de assets zullen doorgeven. ‘Bij alle nieuwe projecten die nu lopen, hebben we aangegeven bij welke assets we welke informatie willen hebben. Objecttype, objectpaspoort, leverancier, functiespecificaties, technische specifica-

8

iMaintain 15

23-09-15 12:08


FOTO'S: NOORD/ZUIDLIJN | GÉ DUBBELMAN

16 MAINTENANCE EN ICT

nieuw beleid genereren. Dit kan leiden tot wijzigingen in processen, taken en railinfrastructuur, en dat leidt weer tot programma’s en projecten. Hiermee kunnen we dus ook duiden waarom we bepaalde budgetten nodig hebben. Het is heel lastig om dat uit meerdere datasystemen van meerdere organisaties te halen.’

Breekijzer ties… Alles wat maar kan, hebben we geëist’, vertelt Bijlsma Maar dat is nog niet alles. ‘In het ORS (onderhoudsregiesysteem, red.) gaan we alle onderhoudsactiviteiten, de onderhoudsfilosofie, maar ook de volledige dienstregeling van het GVB opnemen. Hoeveel kilometers rijdt een metro in relatie tot het gebruik van de rails? Het gepasseerde tonnage levert namelijk een bepaalde slijtage op. En ook de bovenleiding bij trams lijdt bij passage tot een bepaalde slijtage. Ook informatie uit de omgeving willen we in het ORS stoppen. Wat gaan stadsdelen bijvoorbeeld doen rondom onze stations?’

Bijlsma: ‘Op de lange termijn hopen wij een significante besparing van enkele miljoenen euro per jaar te kunnen realiseren. Maar dan hebben we wel data nodig.’ Daarnaast willen de gemeente en het GVB de prognose van de reizigers opnemen: het aantal gebruikers, waar stappen ze in, waar stappen ze uit? ‘Dat heeft deels te maken met veiligheid. Op elk dieptestation zijn allerlei calamiteitenproces-

sen ingericht voor als er brand is of een storing. We zijn daarbij uitgegaan van bepaalde reizigersstromen, maar hoe verhouden die zich tot de praktijk? Daar willen we meer inzicht in krijgen. Maar we verwachten na oplevering van de Noord/Zuidlijn in vijf tot zes jaar ook toe te groeien naar zo’n achthonderdduizend reizigers per dag. Dat heeft natuurlijk invloed op onze middelen. Welke impact heeft dat op de levensduur? Al dat soort info willen we in het ORS kwijt.’

Kentallen voor beleid De informatie uit het ORS wordt vervolgens overgebracht naar het Prestatie Informatie Management Systeem (PIMS). Bijlsma: ‘Daarin staat de realisatie van wat we planmatig hadden vastgesteld. Alles wat we als prognose hadden ingevoerd, gaan we praktisch benoemen. Heb ik me extra zorgen gemaakt om niets, of heb ik me juist te weinig zorgen gemaakt? Heb ik m’n onderhoudsregime goed afgestemd op het gebruik, of kan ik dat nog bijslijpen? Moet ik drie keer peer week monitoren, of kan dat naar één keer per week?’ Met analysetools kan uit alle informatie duidelijk boven water worden getild welke impact het gebruik heeft gehad op de railinfra. ‘Hier generen we de kentallen voor ons beleid. Analyses, diagnoses en rapportages leggen we naast het bestaande beleid, en daarmee gaan we

De Gemeente Amsterdam Metro en Tram ziet Boris als een generiek in te zetten methodiek voor alle assets van de gemeente. ‘Wegen, bruggen, parkbankjes en lantaarnpalen kunnen allemaal in het systeem komen te staan’, vertelt Bijlsma. ‘Maar voor nu richten we ons alleen op de railinfrastructuur. En daarbij is de Noord/Zuidlijn belangrijk als breekijzer. Enerzijds omdat deze lijn nieuw wordt gebouwd, anderzijds bestaat een deel van de Noord/Zuidlijn uit vervangingsprojecten van het bestaande net. Dus al onze IT-achtige systemen worden vernieuwd. We weten absoluut zeker dat de IT zo is uitgevoerd dat we input kunnen verwachten. Kortom, oud gaat opzij en we kunnen met nieuw opstarten. Anders zou dit project wel heel complex worden.’ Hoewel de Noord/Zuidlijn nog geen twintig procent omvat van het totale areaal van het GVB, behelst het wel alle mogelijke objecten. ‘Dat is voor ons misschien nog wel het allerbelangrijkst. Alle objecttypen en alle prognoses die we in Boris willen hebben, hebben we er bij het in dienst gaan van de Noord/Zuidlijn in staan. Daarna is het alleen nog maar vullen, vullen, vullen. De lijn is het begin, waarmee we het functioneren van Boris kunnen laten zien. De planning is dat het systeem in 2022 volledig volwassen is.’

Verdienmodel Wat Bijlsma gedurende het project is tegengevallen, is dat de onderhoudende

8 15 iMaintain

IMA8 N RondeTafel.indd 16

23-09-15 12:08


MAINTENANCE EN ICT 17

partijen terughoudend staan tegenover het nieuwe informatiesysteem. ‘Theoretisch gezien zouden ze hier toch interesse in moeten hebben?’, vraagt hij de leden van de ronde tafel. ‘Ze kunnen hun interne processen optimaliseren, ze kunnen onderhoud planmatiger uitvoeren, en toch zie ik weinig enthousiasme.’ Het is maar de vraag of onderhoudende partijen hierin geïnteresseerd zouden moeten zijn, stelt Rob de Heus van Sitech Services. ‘Kijk naar de auto-industrie, die verdient geld aan spares, en dat is hier precies hetzelfde. Technische bedrijven zitten bovenop hun eigen data, en zijn ook de enigen die dat kunnen overzien. Ze leveren niet alleen aan jou, maar ook aan anderen.’ En daar komt nog iets anders bij, stelt Ronald van der Sluis van Cofely. ‘Want zo’n partij moet wel verantwoordelijk zijn, maar mag niets. Zeker als het om maintenance in de industrie gaat, is er een grote interactie met operatie. Op dat grensvlak ligt de grootste winst. Dus als dit soort partijen daar dan niets over mogen zeggen, is er weinig voor hen te halen.’ Henk Akkermans van World Class Maintenance en Tilburg University valt hem bij: ‘Het is goed te kijken naar wie er op welke manier inzit en waar het iets oplevert, want als je dat niet doet, gaat er niets gebeuren. Contractors zullen niet zomaar hun informatie even gratis aan jou weggeven. Serviceproviders zijn als de dood dat ze transparant worden. Maar ook leveranciers zullen hun winkel beschermen. Er moet een verdienmodel zijn.’

Reliability engineer En dan is het nog de vraag of bedrijven met big data om kunnen gaan, stelt Guy Delahay van Mainnovation. ‘Want waar het fout gaat, is dat niemand een analyselijn heeft. Daar heb je een reliability engineer voor nodig, en daar ontbreekt het in

heel veel bedrijven aan. Je hebt iemand nodig die zegt: “Ik wil dit kunnen meten, ik wil dit kunnen voorspellen.” Bedrijven missen de mensen die sturen, die precies weten wat ze willen weten, die snappen hoe iets opereert, hoe erg het is als juist dit systeem uitvalt en wat er moet gebeuren om dat te voorkomen.’ Kortom, je kunt wel een hoop data hebben, maar er zal toch iemand moeten zijn die dat gaat analyseren en daar conclusies uit kan trekken, vindt ook Kees Tol van Tata Steel. Hij geeft als voorbeeld de hypothese dat mensen met een hoger inkomen veel hart- en vaatziektes hebben. ‘Om dat te onderzoeken, krijg ik van de belastingdienst van alle inwoners van Nederland het inkomen, gekoppeld aan het Burgerservicenummer. En van de ziekenhuizen krijg ik de kwalen per patiëntnummer. Nu moet ik die data aan elkaar koppelen, maar ik weet niet welk patiëntnummer bij welk Burgerservicenummer hoort. En bovendien zijn de patiëntnummers per ziekenhuis verschillend, terwijl het om dezelfde mensen kan gaan. Zo is het met onze assets ook. We kunnen allerlei procesinformatie uit onze systemen krijgen, en uit ons onderhoudsinformatiesysteem eveneens. Maar de codering is verschillend. De kennis om die informatie aan elkaar te koppelen, ontbreekt binnen bedrijven. Het wordt gewoon te groot, we weten niet meer hoe we het moeten aanpakken.’

Kleine stapjes Akkermans wil daarom een lans breken

voor de methode van de kleine stapjes. ‘Begin met een klein proces, maar doe dat wel helemaal. Ga de hele keten van dataveredeling door: het verzamelen van al die data, ze taggen en in een database zetten, analyses maken waarmee reliability engineers aan de slag kunnen, daarmee iets voorspellen, er vervolgens bedrijfseconomische analyses aan koppelen maar ook de workflow van monteurs. En dan kijken of het allemaal werkt. Het zijn veertien stappen op z’n minst. Dan ben je zo één of twee jaar verder en heb je zomaar met twintig organisaties van doen.’ Kortom, de plannen van de Gemeente Amsterdam Metro en Tram wekken bewondering bij de leden van de rondetafel, maar ze zien ook struikelblokken. ‘Dit zijn heel mooie ambities: NASA heeft zo’n systeem niet, Cern heeft het niet, een beetje kernenergiecentrale heeft het misschien net. Dit is echt out there’, wijst Akkermans in de lucht, ‘en dan ben je als gemeente hier’, wijst hij op kniehoogte. ‘En toch moet je dit project zeker doen.’ Ook De Heus vindt het initiatief fantastisch. ‘Het is geweldig dat er acceptatie voor is, en de visie dat het nu moet gebeuren, maar ik zie in de praktijk heel veel problemen. Geheid dat vier verschillende aannemers allemaal een andere codering hebben van dezelfde bout.’ Akkermans vult aan: ‘Of ze kopen een andere bout, maar coderen hem verkeerd. In de praktijk gaan een heleboel van dit soort lullige dingen mis. Het is echt lastig, maar jullie moeten dit project zeker doorzetten.’ ■

8

iMaintain 15

IMA8 N RondeTafel.indd 17

23-09-15 12:08


18 INDUSTRIËLE REINIGING

Industrieel reinigen naar een Europese context? Verbetering van de veiligheid is bij industriële reiniging met hogedruk nog altijd een belangrijke drijfveer voor innovaties. Dat geldt ook voor vermindering van watergebruik. De industrie kan of wil nog niet in alle gevallen gebruikmaken van mechanisatie, maar de eerste stappen bij automatisering en robotisering zijn gezet. Ook de uniformering van EUregelgeving staat nu op de agenda. Broer de Boer

Verbeteren van de veiligheid bij industriële reiniging was 26 jaar geleden een belangrijke doelstelling om de Stichting Industriële Reiniging (SIR) op te richten. Hans Buitendijk, vicevoorzitter van de SIR, memoreert: ‘In de tachtiger jaren waren er jaarlijks minstens drie dodelijke ongevallen door hogedruktoepassingen bij reiniging. Spraken we aanvankelijk over waterdrukken van 400 tot 600 bar, nu werkt men zelfs met waterdrukken tot 3.000 bar, ultrahogedrukken dus. Dalende motorvermogens zijn daarbij een trend, in combinatie met vermindering van watergebruik tot zelfs 20 liter water per minuut. Maar nog steeds reinigen mensen uitgerust met een spuitlans industriële installaties. Dat de directie van Dow Chemical dit verbood, vormt feitelijk een keerpunt voor de industriële reiniging voor zowel opdrachtgevers, contractors als leveranciers. Als reinigen met hogedruk niet meer mag, verplicht je de partijen naarstig te zoeken naar mechanisatie, automatisering en zelfs robotisering.’

Keerpunt Medewerkers weghouden van hogedruk- en ultrahogedrukreiniging is eigenlijk dus het decreet. Gelukkig is de reinigingsbranche met mechanisering een eind gevorderd. Roterende kop-

Semiautomatisch Bij Peinemann zijn op het gebied van trekken en reinigen van warmtewisselaarsbundels weer nieuwe ontwikkelingen geweest, die tijdbesparingen en veiligheidswinst geven bij het reinigen van de buizen. Door middel van hydrauliek en remote control kunnen pijpenbundels ‘in situ’, dus zelfs op grote werkhoogte worden gereinigd. Op de bundels wordt een draagbare unit van circa 25 kilogram geklemd, waarna semiautomatische reiniging plaatsvindt, in de toekomst wellicht computergestuurd dus. Dit is veel veiliger werken, men krijgt geen slang meer voor het lichaam met 1.000 bar, als het verkeerd gaat. Uiteraard kan naast ‘in situ’-gebruik de apparatuur ingezet worden als het reiniging van bundels elders op het bedrijfsterrein plaatsvindt.

8 15 iMaintain

IMA8 K Thema.indd 18

pen en gemechaniseerde lansen helpen apparaten als warmtewisselaars zowel aan de binnen- als aan de buitenkant te reinigen en nemen gevaarlijk handwerk weg. Overigens is het reinigen van grote condensors met duizenden kleine pijpjes met een lengtes van dertien meter met slang en spuitkop geen doen. Afhankelijk van de vervuilingsgraad moeten - bijvoorbeeld bij vervuiling door polymeren - bij reiniging drukken tot 1.200 bar toegepast worden. Handwerk is hierbij buitengewoon gevaarlijk en vergt met twee tot drie pijpjes per minuut veel tijd. Een operator die een automaat op afstand bedient, kan dat sneller efficiënter, veiliger en beter. Het Nederlandse bedrijf Peinemann, bijvoorbeeld, werkt zeer actief aan innovaties op dit gebied.

Reinigingsrobot ‘Na mechanisering doet ook de computer bij reiniging van warmtewisselaars zijn intrede. De pijpenplaat wordt afgetast en op basis daarvan worden de pijpjes gereinigd. De industrie ziet de voordelen wel in van deze automatisering’, aldus Buitendijk. ‘Alleen de happy few zullen dit nu al gebruiken.’ Buitendijk doelt hier op de semiautomatische oplossing voor het reinigen van het inwendige van pijpenbundels (zie kader). Hij vervolgt: ‘Gezien voorschriften die gelden in de gecontroleerde zones waar je werkt, is toepassing van innovaties niet altijd mogelijk. Links en rechts past de reinigingssector ook een soort lasrobots toe, maar de inzet hiervan is niet altijd mogelijk en dit betreft doorgaans dure apparatuur. Veelal zijn de reinigingsopdrachten voor contractors te klein om ze in te zetten en valt de offerte te hoog uit, waardoor opdrachtgevers toch weer voor handmatige reinigingsmethoden kiezen. Maar, we gaan zeker op echte robotisering af, waarbij een installatie bijvoorbeeld op een ‘bobcat’ vanuit een beveiligde cabine computergestuurd

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

23-09-15 12:13


19

INDUSTRIËLE REINIGING

FOTO: ADJ MILIEUTECHNIEK

objecten aftast en schoonmaakt. Binnen vijf jaar is het zover’, meent Hans Buitendijk.

Menselijke factor ‘Vooral in de petrochemie wordt zonder automaten en operators gewerkt en heeft de medewerker de slang of de spuitlans nog gewoon in zijn handen’, zegt Hans Buitendijk. ‘Zoals bij de reactoren, waar brandgevaar bij het schoonmaken van katalytische of pyrofore installaties niet ondenkbaar is. De torens brengt men dan onder een stikstofdeken om ze inwendig te reinigen of de katalysator te vervangen. Zeer gespecialiseerd werk dus in speciale pakken, waarvoor het steeds moeilijker wordt om capabele medewerkers te vinden die werk willen doen. Dat geldt ook voor werken met (ultra)hogedruk in dergelijke installaties. Daar komt bij dat uitstekende beheersing van Nederlands, Frans of Engels door medewerkers vanwege de borging van de veiligheid een voorwaarde is. Voor contractors zal het steeds moeilijk worden om dergelijk klussen tot een goed einde te brengen: er groeit een generatie medewerkers op die leert werken met een joystick en dit zware en gevaarlijke werk niet meer wil doen.’

Druk-/vacuümsystemen Ook de grote opslagtanks met hun besloten ruimtes vormen een uitdaging voor innovaties om gevaarlijke, soms lastige of giftige stoffen te verwijderen. ‘Ontwikkelingen staan hier nog volledig in de kinderschoenen’, verzekert Buitendijk. ‘Het werken met soms drie- tot vijfduimslangen met reinigingsattributen valt nauwelijks te mechaniseren, alhoewel je al wel ziet dat er voor reiniging al roterende koppen zijn gemonteerd in de megatanks.’ De kinetisch energie van een waterstraal blijft in de optiek van Hans Buitendijk noodzakelijk om vuil los te maken. Vervolgens moet het mengsel van water en afval

door middel van vacuüm uit de tank worden verwijderd en afgevoerd. Ondanks verbetering van de vacuümunits door toevoeging van attributen, valt ook dit lastig te automatiseren. Deze industrie is dus aangewezen op hogedruk en werkt vaak met relatief grote (water)volumes.

Hans Buitendijk (SIR): ‘Vooral in de

voor de vervuiling van bijvoorbeeld warmtewisselaars. Voor zover de Dienst voor het Stoomwezen geen verplichte stops voorschrijft, vinden periodieke stops tegenwoordig niet meer om bijvoorbeeld om de twaalf maanden plaats, maar om de achttien maanden. En wat vuilpreventie betreft: het aanbrengen van coatings om vuilafzetting te voorkomen heeft een negatieve invloed op de warmteoverdracht.’

petrochemie heeft de medewerker

Ultrasoon

de slang of de spuitlans nog gewoon in zijn handen.’ Inspectie en preventie In hoeverre neemt men vervuilingspreventie en gelijktijdige inspectie mee bij industriële reinigingsprocessen? Buitendijk: ‘Wat inspectie betreft was dat tot enkele jaren geleden een wassen neus. Er kwam even iemand kijken om de klus te inspecteren, maar tegenwoordig laten opdrachtgevers steeds vaker camera’s, endoscopen of kalibermeters inzetten om te reinigingskwaliteit te beoordelen. De aandacht daarvoor groeit en de daarbij betrokken specialisten weten ook precies waar ze checks moeten uitvoeren. Contractors kijken argwanend naar deze ontwikkeling, maar het stuwt natuurlijk wel de kwaliteit van het reinigingswerk op.’ Over vervuilingspreventie zegt hij: ‘In het algemeen vormen de steeds langere wordende standtijden een bedreiging

De technisch-chemische reinigingsmethode, waarbij objecten in een al dan niet gesloten tank worden ondergedompeld, is betrekkelijk veilig. De reinigingsvloeistof wordt rondgepompt en recycling behoort tot de mogelijkheden. Wat echter momenteel furore maakt is de ultrasone reiniging: de methode die opticiens gebruiken om brillen te reinigen en die men ook gebruikt om het inwendige van carburateurs te reinigen. ‘Maar dan in het groot’, zegt Buitendijk. ‘Circa drie jaar geleden is men op grote schaal met de implosietechnologie begonnen. Inmiddels kunnen we daarmee pijpenbundels van zes tot acht meter lengte ‘schoon koken’ in een met vloeistof gevulde rvs-container van circa twee meter hoog en breed. De zij- en onderkanten zijn voorzien van mechanismes die ultrasone geluidsgolven opwekken. In het reinigingswater, eventueel voorzien van additieven, vormen zich bellen die al imploderend de vervuiling losmaken. Shell Moerdijk is een van de bedrijven die hiermee ervaring opdoet. Groot voordeel

8

iMaintain 15

IMA8 K Thema.indd 19

23-09-15 12:13

09FOT


NEVI en Deal! Magazine organiseren:

Masterclass Businessgedreven Inkoop Locatie:

Landgoed Bergen, Vught.

Data:

donderdag 12 maart 2015, donderdag 9 april 2015, donderdag 7 mei 2015 en donderdag 4 juni 2015.

Kosten:

2.520 euro voor leden NEVI en abonnees Deal!, PT Industrieel Management, Automatiseringgids, Cobouw en Energiegids. Voor niet­leden en niet­abonnees: 2.898 euro. Kosten zijn inclusief lunch, koffie, thee, syllabi en parkeergelden.

Kijk voor meer informatie en uw inschrijving op: www.ag­events.nl of www.nevi.nl.

Met Gerco Rietveld, strategist en auteur van Inkoop, een nieuw paradigma

Het nieuwe concept van de businessgedreven inkoop is gelanceerd met de publicatie van het boek Inkoop, een nieuw paradigma. Al snel ontving auteur Gerco Rietveld hiervoor de prestigieuze prijs Managementboek van het Jaar. Inkoopdirecteuren, cpo’s en an­ dere inkoopprofessionals zijn zich direct gaan verdiepen in het onderwerp, met vele bijeenkomsten, studies en dis­ cussies als gevolg. Het nieuwe inkoopparadigma heeft aardig wat stof doen opwaaien. Maar inmiddels zijn de eerste zaadjes geplant. Tijd voor een masterclass. Doel van deze masterclass is deelnemers vertrouwd te maken met het concept van de businessgedreven inkoop en handvatten te bieden bij de daadwerke­ lijke implementatie van de theorie in de praktijk. De Masterclass omvat 4 trainingsdagen, waarin telkens die­ per wordt ingegaan op alle aspecten van het concept business­ gedreven inkoop, zowel de strategische elementen als de tacti­ sche aspecten.

Mediapartners

2421_126 NEV adv_Masterclass BI_210x297.indd 1 IMA8 Advertenties.indd 20

18-11-14 16:47 23-09-15 11:18


21

INDUSTRIËLE REINIGING

is de geringere hoeveelheid afvalwater die je produceert. Traditioneel gebruik je bij hogedruk snel zo’n 200 l/minuut per spuitlans, waardoor je snel 200 m3 vervuild water krijgt. Vermindering van watergebruik en het recyclen van reinigingswater is een belangrijk issue, want vervuild water afvoeren kost een vermogen. We zoeken dus ook naar mogelijkheden om via een ontwateringscontainer te zorgen dat er zo weinig mogelijk afval afgevoerd hoeft te worden. Uiteraard biedt dit ook kansen bij eerder genoemde druk-/ vacuümsystemen.’

matisering en robotisering bij industriële reiniging weg te nemen in de EU. De organisatie is in handen van het European Water Jetting Institute. Als SIR proberen wij in ons eigen werkgebied de voorschriften inzake veilig werken zoveel mogelijk te standaardiseren en uniformeren. We wisselen informatie over nieuwe technologieën uit en hierin zitten we met Frankrijk bijvoorbeeld al goed op één lijn.’ En daarmee hoopt de SIR de Nederlandse aanpak op het gebied van veiligheid en het doorvoeren van innovaties op het gebied van industriële reiniging naar een Europese context te brengen.

Europees Water Jetting Forum In de Europese staten verschillen de veiligheidsvoorschriften op het gebied van industriële reiniging door hogedruk nogal van elkaar volgens Buitendijk. ‘En dat vormt een belemmering voor de ontwikkeling en toepassing van innovaties. Maar daarin komt verandering’, zegt hij. ‘Op initiatief van José Blanco komt op 14 oktober aanstaande in Brussel een aantal partijen bijeen tijdens een forum. Er zal gesproken worden over het standaardiseren en uniformeren van de voorschriften, teneinde de hindernissen voor toepassing van innovaties door mechanisatie, auto-

Robotisering en beslismodellen Robotica en industrieel reinigen zijn ook twee aandachtgebieden van coöperatie Ki<|MVP gevestigd op het Maintenance Value Park bij Terneuzen. General manager Pieter Raes van dit kenniscentrum zegt hierover: ‘Met betere inspecties valt nog veel winst te halen. Inzake robotisering hebben we met Vlaamse partijen een plan van aanpak geschreven en brachten we de marktbehoefte in kaart. Dat varieert van robuuste reinigingsrobots tot robots in fijngevoelige, complexe of explosiegevaarlijke situaties. We zoeken nu naar partijen

die daadwerkelijk robots willen toepassen.’ Net als Buitendijk bevestigt Raes dat robotisering een grote vlucht gaat nemen. Over afvalloos tankreinigen zegt hij: ‘Dit is echt geen ‘one size fits all’. Afvalloos tankreinigen is een beperkt inzetbare methode, want het moet slim en efficiënt gebeuren. Een complete waterzuivering naast je assets is niet een standaardoplossing en zeker financieel gezien niet. Soms kun je crawlers toepassen die het vuil losmaken, soms volstaat gewoon spoelen. Crudes in tanks zijn relatief eenvoudig te verwijderen met dieselolie, met een nabehandeling met heet water. Vervuiling, dieselolie en water laten zich vervolgens relatief gemakkelijk scheiden. De meest complexe reiniging zie je in de chemie, waarbij onoplosbare zouten voor de grootste uitdagingen zorgen.’

‘Gezien voorschriften die gelden in de gecontroleerde zones waar je werkt, is toepassing van innovaties niet altijd mogelijk.’

Raes hecht derhalve veel waarde aan de ontwikkeling van een beslismodel in de industriële reiniging. Ook daaraan werkt deze kennis- en informatie coöperatie: ‘Anders dan bijvoorbeeld werken op grote hoogtes, kenmerkt industriële reiniging zich door vele variabelen en keuzes die gemaakt moeten worden en vaak zijn er ook nog kruiscombinaties’, vertelt Raes. ‘Dat maakt het modelleren buitengewoon complex. De afronding van dit project laat zeker nog een jaar op zich wachten, want als Ki<|MVP willen we een gedegen en robuust beslismodel naar buiten brengen.’ ■

8

iMaintain 15

IMA8 K Thema.indd 21

23-09-15 12:14


22 ASSET MANAGEMENT

More4Core levert op Eind 2013 startte onder de naam More4Core een onderzoek naar de toegevoegde waarde van de Maintenance, Repair en Overhaul-markt (MRO) voor de Noordwest-Europese economie. Met interviews en een benchmarkstudie onder ruim tweehonderd bedrijven is een beeld gevormd van de installaties, de technische dienstverlening, innovativiteit en professionaliteit. Uit de voorbeschouwing van de resultaten zijn al opvallende conclusies te trekken. De presentatie van alle resultaten vindt eind oktober plaats in Brussel en begin november in Dordrecht.

Mark Oosterveer

Europa-breed wordt de industrie in meerdere landen geconfronteerd met dezelfde uitdagingen. Waarom dan niet samen zoeken naar oplossingen? De fysieke grenzen mogen dan wel weg zijn, de markten zijn niet altijd direct verenigbaar. Om te kijken waar de kracht van collectiviteit in te zetten is, is het project More4Core gestart met als doel om de Europese innovatieactiviteiten te bundelen en samenwerking te stimuleren. More4Core staat voor ‘Maintenance, Overhaul and REpair for COmpetitiveness of the NWE Region’. Met financiering vanuit de Europese Unie in het Interreg-subsidieprogramma, heeft de Belgische onderhoudsvereniging BEMAS met haar partners in Nederland, Duitsland en Frankrijk het onderzoek uitgezet. De basis, begeleiding en analyse van het onderzoek zijn verzorgd door onderhoudsadviesbureau Mainnovation uit Dordrecht. Voor het onderzoek is een vragenlijst samengesteld die in de vier deelnemende landen is verspreid onder geïnteresseerde bedrijven. Elk deelnemend bedrijf is bezocht om de aangeleverde lijsten te valideren en om de bedrijven zo anoniem te kunnen benchmarken aan de prestaties van de onderzoeksgroep. Uiteindelijk is de hoeveelheid gegevens van Belgische en Nederlandse bedrijven voldoende gebleken om voor het onderzoek te gebruiken.

Ambitie Wim Vancauwenberghe, directeur van BEMAS, verwoordde eerder de ambitie van het onderzoek: ‘We kijken eerst naar de individuele landen en extrapoleren dat

8 15 iMaintain

IMA8 O More4Core.indd 22

op macroniveau naar de Europese markt. Allereerst willen we weten wat de huidige staat van de assets in de West-Europese landen is. Hoe groot is de kennis over professioneel asset management en hoeveel geeft men gemiddeld uit aan onderhoud? Als die cijfers bekend zijn, kun je ook het verbeterpotentieel aanduiden en daarmee concrete routes uitstippelen voor bijvoorbeeld innovatietrajecten of arbeidsmobiliteitprojecten. Op microniveau zou je dan weer kunnen kijken naar benchmarks of het delen van best practices.’

Verschuiving Een kleine twee jaar na de aftrap is het onderzoek afgerond. In het onderzoeksrapport dat op 22 oktober 2015 wordt overhandigd, zijn voor de Belgische en Nederlandse industrie een aantal in het oog springende bevindingen. Mark Haarman, managing partner van Mainnovation en eindverantwoordelijke voor het rapport, kan er alvast een aantal noemen. ‘In het komende decennium bereikt 44 procent van de totale asset base het einde van de technische levensduur. Het gaat daarbij niet om complete sites, maar wel om installatiedelen die binnen tien jaar einde levensduur zijn. Dit vertegenwoordigt een waarde van 440 miljard euro.’ Haarman vult aan: ‘Dat is geen verrassing, we hebben het vijf jaar terug ook aangetoond met een onderzoek. Wat wel opvalt is dat deze situatie en de gevolgen nog maar weinig bekend zijn op boardroomniveau.’ De situatie moet volgens Haarman de kijk op onderhoud veranderen: de horizon moet van één à twee jaar naar vijf tot tien jaar worden verlegd. Want wat gaat er gebeuren met de installatiedelen? Worden ze één op één vervangen, komt er een functionele upgrade of is levensduurverlengend onderhoud de juiste keuze. De drie keuzes lijken nu gelijk verdeeld gemaakt te worden maar levensduurverlenging

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

23-09-15 12:07


ASSET MANAGEMENT 23

‘In het komende decennium bereikt 44 procent van de totale asset base het einde van de technische levensduur.’

groeit aan populariteit. Daarmee verschuift de rol van de maintenance manager ook naar ‘maintenance en asset manager’. Onderhoud alleen is niet meer voldoende. Naast veiligheid en betrouwbaarheid zal ook naar levensduur en modernisering gekeken moeten worden. Modernisering die nodig is om de installaties competitief te houden met buitenlandse praktijken. Los van het More4Core-onderzoek brengen Mark Haarman en Guy Delahay in november een boek uit dat op deze trend doorpakt. In het boek VDMxl, Competing with aging assets wordt een nieuwe vorm van maintenance en asset management beschreven. FOTO: MORE4CORE

09FOT

Arbeid Er zijn meer opvallende resultaten in het onderzoeksrapport. Rob van Dongen is Executive Consultant bij Mainnovation en heeft het hele More4Core-traject begeleid. Hij noemt een opvallende conclusie dat er geen sprake is van vergrijzing in de industrie. Niet in België en niet in Nederland. De gemiddelde leeftijd van de onderhoudsmedewerkers is 44 jaar. ‘Met een beroepsbevolking die tussen de 18 en 65 jaar oud is, is dat niet schokkend. Vijftien jaar terug was de gemiddelde leeftijd 42 jaar.’ De schoen wringt bij de instroom van nieuwe collega’s. De uitstroom de komende tien jaar wordt niet gecompenseerd door de nieuwe lichting technici. Er is wel een verschil te zien in het aantal technische vacatures. Van de Belgische deelnemers heeft drie procent vacatures, in Nederland is dat zes procent. Het ver-

schil kan komen doordat er in België als gevolg van de crisis de afgelopen jaren meer mensen op de markt zijn gekomen.

Toppers Met de resultaten van de benchmark is voor iedere onderzochte sector de top 25 vergeleken met de overige bedrijven. Gemiddeld genomen presteren deze partijen zes procent beter met de uptime van de assets. Wat daarbij opvalt, is dat de onderhoudskosten zo’n veertig procent lager zijn en dat deze partijen bovendien de helft minder spares op voorraad heeft in vergelijking met de rest van de onder-

zochte populatie. Het verschil zit in de keuze voor preventief onderhoud en dat verschil lijkt volgens de vergelijking op KPI’s in de benchmark ook voor een grote groep andere bedrijven haalbaar. Het complete onderzoek met informatie over de leeftijd van de assets, arbeidsmarkt en topprestaties maar ook zaken als veiligheid, uitbesteding en investering wordt op 22 oktober in Brussel gepresenteerd. In Nederland wordt het onderzoek tegelijk met het nieuwe boek van Haarman en Delahay gepresenteerd op 4 november in Dordrecht. (Zie ook www. bemas.org en www.mainnovation.com) ■

8

iMaintain 15

IMA8 O More4Core.indd 23

23-09-15 12:07


24 OPLEIDING

Studenten bedenken creatieve oplossingen voor bedrijven De Hogeschool Rotterdam werkt intensief samen met het bedrijfsleven om studenten in de praktijk kennis te laten maken met maintenance. Groepjes studenten van het hbo en mbo krijgen een opdracht van een bedrijf, die zij gedurende twintig weken gaan uitwerken. Niet alleen de studenten leren daarvan, maar ook de bedrijven. Zij krijgen frisse, creatieve ideeën binnen voor problemen waar ze zelf nog geen antwoord op hebben. Dagmar Aarts

Het is voor het eerst dat de hogeschool nu met bedrijven uit de maintenancewereld samenwerkt. De afgelopen drie jaar zijn al wel projecten met engineeringstudenten gedaan. ‘We willen meer focus leggen op maintenance’, zegt Robbert-Jan ’t Hoen, kerndocent Maintenance & Mechanics. ‘Er is veel vraag naar technici in dat vakgebied. Deze opdrachten zijn een manier om de studenten meer geïnteresseerd te laten raken in onderhoud.’ De hbo-leerlingen doen een Associatie Degree in Maintenance & Mechanics (afgeleid van werktuigbouwkunde). Dat

is een relatief nieuw niveau in het hoger beroepsonderwijs en is vergelijkbaar met het kort hbo van voor de bachelor-masterstructuur. Daarna hebben ze de keus om te gaan werken of nog twee jaar verder te studeren voor het bachelorniveau. De mbo-leerlingen studeren tot niveau 4.

Oude pompen De groep studenten krijgt opdrachten uit de praktijk van Cofely, onderdeel van ENGIE (voorheen GDF Suez), en DresserRand. Jan-Willem van der Pol van technisch dienstverlener Cofely is benieuwd

In contact komen met serieuze studenten De studenten maintenance krijgen nu voor het eerst op deze manier een opdracht uit het bedrijfsleven. Engineeringstudenten krijgen al drie jaar zo'n opdracht. Wim den Boef van Valk Welding vertelt over zijn ervaringen. Valk Welding ontwikkelt en levert lasrobots, lasdraad en lasbenodigheden, gericht op een flexibele productie van kleine tot middelgrote series. De eerste twee onderzoeksopdrachten die hij had gegeven gingen niet helemaal goed, want die bleken achteraf te hoog gegrepen voor de studenten. In het derde jaar bedacht hij daarom samen met Scheepswerf Slob een meer praktische opdracht. Den Boef: ‘We hebben voor de opdracht gekozen om iets met automatisering in de scheepsbouw te doen. In vergelijking met andere industrieën loopt de scheepsbouw daarin achter. Voor ons als Valk Welding zijn hier ook nogal wat stappen in te maken en bij Slob hebben ze nog niet echt een beeld van wat dit gaat inhouden. Ook de financiële middelen zijn niet echt aanwezig om dit op een hoog plan aan te pakken.’ Als opdracht kregen de studenten om een model casco Lelievlet (een stalen boot) te gaan maken en deze te lassen met de lasrobot in de Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht, waar een kleine lasrobot van Valk Welding staat. Den Boef: ‘Deze opdracht is aanmerkelijk beter verlopen dan de vorige omdat er echt iets kon worden opgeleverd en niet alleen een papieren stuk. De oplossing was niet direct bruikbaar, maar vooral het enthousiasme en de samenwerking in de groep stemt mij positief. Het bleek wel dat er een machine nodig is met behoorlijk wat kunstmatige intelligentie.’ Door zo'n opdracht te geven wordt volgens Den Boef de

8 15 iMaintain

IMA8 J HogeschoolRDam.indd 24

abstractie van het onderwijs weggehaald waardoor studenten beter worden gemotiveerd om er echt iets van te maken. ‘Door bij bedrijven naar binnen te kijken, kunnen ze zien hoe hun toekomstige baan er uit ziet, wat dit inhoudt en welke skills die ze moeten ontwikkelen.’ Valk Welding werkt ook graag samen met de hogeschool om op die manier mee te helpen aan beter onderwijs en hier ook mede richting aan te geven (onze toekomst) en contact te krijgen met toekomstige collega’s of toekomstige klanten. Den Boef: ‘Wij zijn een groeiend automatiseringsbedrijf dat continu op zoek is naar mbo- en hbo-studenten die boven het maaiveld uit komen. Voor Slob geldt eigenlijk hetzelfde, want zij willen en zien ook wel dat ze moeten gaan automatiseren in de toekomst. Slob is zich aan het oriënteren naar een meer geautomatiseerd proces om hun casco te maken en in het achterhoofd dat er de komende jaren veel oudere werknemers uit stromen die moeilijk te vervangen zijn.’ Naar aanleiding van een andere opdracht is er een mboleerling blijven hangen bij Valk Welding. ‘Hij loopt nu al voor het derde jaar stage bij ons en hij steekt al zijn vrije tijd in het werken bij ons. Hij heeft niet alleen als doel om extra centjes te verdienen, maar wil vooral veel leren. Hij zal ook zeker bij ons in dienst treden na zijn afstuderen en ik vind het bijzonder leuk om hem zoveel mogelijk te helpen om zijn stappen op de ladder te maken. Het is een pareltje die je moet koesteren en helpen om de toekomst van ons bedrijf zeker te stellen voor de volgende generatie.’

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

23-09-15 12:14


OPLEIDING 25

‘Door deze opdrachten komen ze veel beter voorbereid het bedrijfsleven in.’

Zijn opdracht heeft daarmee te maken. Cofely onderhoudt pompen bij verschillende sluizen in Nederland. Die pompen stammen vaak uit de jaren tachtig. Van der Pol wil van de studenten een advies of de oude pompen moeten worden vervangen of gereviseerd. Daarbij moeten ze rekening houden met technische, economische en duurzaamheidsaspecten. Eenzelfde vraag heeft hij ook over elektrische aandrijvingen.

FOTO: COFELY

naar de kennis en kunde van de studenten op het gebied van werktuigbouwkunde. ‘De rode draad bij Cofely is dat de wereld en de maatschappij in beweging zijn. En dat gaat heel snel. Duurzame aspecten worden steeds belangrijker. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is voor ons een speerpunt.’ ges of opdrachten aanbieden aan studenten, dan komt onze eigen organisatie op een hoger niveau. Wij leren er ook van. De studenten krijgen nu heel anders les dan wij vroeger. Zij leren hoe ze projectmatig moeten werken. Het is goed als ze ons erop wijzen om even stil te staan en ons af te vragen wat het doel is van een project. Voor het probleem dat we deze studenten hebben gegeven, hebben we zelf geen tijd. Daarnaast willen we studenten boeien met echte opdrachten om te laten zien dat onderhoud leuk werk is, dat het nodig is en dat het bestaat. Jongeren kiezen nu niet vaak voor onderhoud, omdat het niet sexy is. Mensen denken aan vuile handen en het verwisselen van winterbanden ofzo.’

Ontdekkingstocht Flow in onderhoudscentrum Javier Alvarez van Dresser-Rand, een technisch dienstverlener en leverancier van machines aan de olie- en gasindustrie, wil graag efficiënter gaan werken. Hij wil dat de studenten de flow in het onderhoudscentrum in Spijkenisse verbeteren. Hoe kan een rotor die binnenkomt voor onderhoud het efficiëntst door alle werkzaamheden en controles binnen het onderhoudscentrum gaan? Zo’n rotor moet worden schoongemaakt, geïnspecteerd en soms ook nog opgeslagen. Wat is daarvoor de meest efficiënte, goedkoopste en voor het apparaat veiligste route in de shop? Van der Pol en Alvarez werken graag samen met de school, omdat ze er zelf ook veel van leren. Alvarez: ‘Als wij sta-

Cofely geeft de studenten graag een opdracht uit de praktijk vanwege de kennisuitwisseling, omdat studenten en bedrijven elkaar daarna beter weten te vinden en omdat het de studie leuker maakt. Van der Pol: ‘Je ziet aan de reacties dat de studenten uitgedaagd willen worden. Jongelui brengen frisse ideeën in. Daarnaast is bij ons maatschappelijk ondernemen belangrijk, wij willen een bijdrage leveren om jongeren het vakmanschap bij te brengen. Door deze opdrachten komen ze veel beter voorbereid het bedrijfsleven in. Het is ook een ontdekkingstocht waarin ze kunnen uitvinden wat bij ze past en wat niet. Passen ze meer bij iets organisatorisch, de inspectiekant of bijvoorbeeld onderhoud?’

Docent 't Hoen voegt daaraan toe dat de opdrachten ook belangrijk zijn om contact te houden met de wereld buiten school. ‘In het onderwijs is een bepaalde manier van werken, je moet zorgen dat je de wereld van buiten ook de school binnen haalt. In een les kan ik vertellen over efficiëntie in een onderhoudscentrum, maar als Javier uitlegt wat dat voor Dresser-Rand betekent dan maakt dat veel meer indruk. Dit zijn echte opdrachten met mensen uit het bedrijfsleven. Daar willen studenten ook meer presteren dan bij een verzonnen schoolopdracht. Het geeft niet als er iets fout gaat, want ze moeten er van leren. De opdracht doen ze zelf, wij leren ze de juiste vragen te stellen. Het is goed dat mbo en hbo bij dit project samenwerken, want in het bedrijfsleven werken de leerlingen straks ook met mensen van verschillend niveau.’

Creatief De studenten zijn enthousiast na de presentaties van de opdrachten. Hoewel het sommigen in eerste instantie wel complex lijkt, zien alle studenten het als een uitdaging om een oplossing voor de problemen te bedenken. ‘Het is mooi, want de techniek komt nu dichterbij’, legt een student uit. ‘Deze opdrachten zijn een betere weergave van het bedrijfsleven dan als de school zelf een opdracht verzint.’ Een andere student vindt het leuk dat de bedrijven openstaan voor eigen ideeën. ‘We mogen een creatieve oplossing bedenken en hoeven het niet volgens een bepaald concept te doen.’ ■

8

iMaintain 15

IMA8 J HogeschoolRDam.indd 25

23-09-15 12:15

09FOT


26 WHAT’S NEXT

Er wordt steeds meer gevraagd van moderne vliegtuigmotoren, scheepspropellers, waterturbines en schroefmachines. Niet alleen op het gebied van efficiëntie, maar ook wat betreft slijtvastheid, gewicht, en concurrerende productiekosten. Dergelijke optimalisatieproblemen met meerdere doelen hebben niet één optimale oplossing.

Delftse wiskundigen helpen mee het ultieme propellerblad te ontwerpen Met de huidige ontwerptools is het nagenoeg onmogelijk het beste compromis te vinden voor alle criteria. Doel van het Europese MOTOR-programma (4,3 miljoen euro, penvoerder TU Delft, www.motor-project.eu) is om met nieuwe wiskundige concepten en geavanceerde rekentools nieuwe technologieën te ontwikkelen waarmee in minder tijd dergelijke zogenaamde fluid energy machines optimaal kunnen worden ontworpen. De kick-off van dit driejarige project vond plaats op 10 september in Delft.

Fluid energy machines Het Horizon 2020-onderzoek richt zich op vier fluid energy machines: scheepsschroeven, vliegtuigmotoren, waterturbines en schroefmachines. Deze machines hebben met elkaar gemeen dat ze mechanische energie omzetten naar beweging van een vloeistof of omgekeerd. De efficiëntie van dit proces hangt in belangrijke mate af van de vorm (geometrie) van de propellers, rotorbladen of schroeven. De mogelijkheden voor het ontwerp van deze complexe vormen en hun behuizing zijn letterlijk onbegrensd. Kleine wijzigingen kunnen al aanzienlijke invloed hebben op de prestaties van de machine. Met de huidige tools voor Computer-Aided Design en Computer-Aided Analysis (CAD en CAE) is het voor producenten van deze machines nagenoeg onmogelijk om de efficiëntie van hun producten te vergroten.

Virtuele analyse MOTOR richt zich op de ontwikkeling van nieuwe wiskundige concepten en geavanceerde rekentools. Hiermee wordt het ontwerp van fluid energy machines virtueel geanalyseerd, met gebruik van de exacte geometrie van het ontwerp. In het project wordt met behulp van vele gespecialiseerde CAD- en CAE-programma’s en de deskundigheid van ervaren ingenieurs een verbeterd machineontwerp gemaakt, waarmee de eigenschappen van

8 15 iMaintain

IMA8 G WhatsNext.indd 26

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

23-09-15 11:56


WHAT’S NEXT 27

de vele verschillende onderdelen virtueel kunnen worden geanalyseerd, lang voordat het eerste prototype wordt geproduceerd.

Huidige tekortkomingen Matthias Möller, universitair docent Numerieke Wiskunde TU Delft en projectcoördinator: ‘De traditionele ontwerpwerkprocessen hebben twee soorten tekortkomingen. De vele handmatige ingrepen vertragen het ontwikkelingsproces aanzienlijk en verhinderen het volledig automatiseren van virtuele ontwerpprocessen. Bovendien bieden al die verschillende softwaretools een iets andere representatie van de geometrie van het product, zodat de gegevens steeds heen en weer moeten worden geconverteerd. Hiermee vergroot je de kans op afwijkingen van het oorspronkelijke CAD-ontwerp. Het idee achter MOTOR is om alle tools voor CAD en CAE aan één geometrie te koppelen en deze in dezelfde wiskundige termen te beschrijven. Op die manier hoeven er geen gegevens meer verloren te gaan door omzetting.’ Möller: ‘Uitzonderlijk aan dit project is dat onderzoekers en industriële partners uit diverse sectoren samenwerken om de kloof tussen CAD, simulatieanalyse en automatische vormoptimalisa-

tie te dichten. Voorheen bestond er nauwelijks een dergelijke interactie. In dit project willen we de ontwikkelde technieken integreren in daadwerkelijke industriële ontwerpwerkprocessen, zodat vliegtuigmotoren, scheepspropellers, waterturbines en schroefmachines sneller en flexibeler kunnen worden ontwikkeld. Ook niet onbelangrijk is dat daarmee de concurrentiekracht van de Europese productiesectoren groter wordt, en hun positie op de wereldmarkten sterker.’

Partners Het driejarige project wordt gecoördineerd door Matthias Möller, universitair docent Numerieke Wiskunde, en Wendy Murtinuvan Schagen, projectmanager bij het Delft Institute of Applied Mathematics (DIAM) van de TU Delft. Het consortium bestaat uit de volgende partners: Caterpillar, ESS Engineering Software Steyr GmbH, Universität Linz, Stichting Maritiem Research Instituut Nederland (MARIN), Mavel As, MTU Aero Engines, Technische Universität Dortmund, Technische Universität Kaiserlautern, von Karman Institute of Fluid Dynamics en de TU Delft.

DOORBRAAK VOOR ZELFHELEND BETON BAM heeft, in samenwerking met Rijksvastgoedbedrijf en TU Delft, met succes zelfhelend beton toegepast voor het herstel van scheurvorming in de vloer van een parkeergarage. Bij het Belastingkantoor in Apeldoorn werden twee vloervelden van elk 6.000 m2 behandeld. Zelfhelend beton is ontwikkeld door de TU Delft. Aan het mengsel toegevoegde micro-organismen scheiden – zodra deze in contact komen met water – kalksteen af, waardoor scheuren worden gedicht. ‘Het hangt van diverse factoren af, maar dat in beton krimpscheuren ontstaan is een vrijwel vaststaand feit. In veel gevallen is dat niet ernstig en zijn geen extra maatregelen nodig’, vertelt Jeroen van Driel, projectleider constructie bij BAM Advies & Engineering. ‘In parkeergarages is herstel wel gewenst om te voorkomen dat door auto’s meegevoerd regenen smeltwater door vloeren sijpelt en de betonwapening aantast of neerslaat op geparkeerde voertuigen’, zegt Alex van Hulst, projectleider van BAM Bouw en Techniek regio Midden. ‘Traditionele behandeling van de vloeren door middel van betoninjectie zou vele weken in beslag nemen, waardoor de garage gedurende langere tijd niet kan worden gebruikt. De behandeling met het speciale herstelmiddel, dat door TU Delft onder de naam Basilisk op de markt wordt gebracht, hebben we in één week-

end uitgevoerd. De melkachtige substantie is aangebracht met een veegwagen. Vervolgens doen de micro-organismen hun werk, terwijl de garage normaal toegankelijk is voor voertuigen.’ Behalve bij vloeren ziet Van Driel ook goede toepassingsmogelijkheden bij diepwanden en kelderwanden. ‘Proeven hebben aangetoond dat het ook in

die situaties goed werkt. Ik ben er van overtuigd dat we het middel vaker gaan toepassen. Niet alleen als reparatiemiddel, maar ook als toeslagmateriaal in betonmengsels, waardoor het beton zichzelf herstelt bij scheurvorming. Met name bij pps-projecten, waarbij we ook verantwoordelijk zijn voor onderhoud en beheer, kan dat nuttig zijn.

8

iMaintain 15

IMA8 G WhatsNext.indd 27

23-09-15 11:56


28 WHAT’S NEXT

EEN ROBOT ALS UITZENDKRACHT

De robots worden slim genoemd omdat ze zich bewust zijn van hun omgeving en effectief gebruikmaken van geavanceerde sensortechnologie en slimme software.

Smart Robotics is een uitzendbureau voor robots. Het bedrijf uit Eindhoven ontwikkelt en detacheert modulaire robots die voor specifieke taken worden geconfigureerd. Met dit concept speelt Smart Robotics in op de behoefte aan flexibele robotica binnen de industrie. Volgens het bedrijf maken de slimme robots het mogelijk zichzelf snel terug te verdienen en wegen op tegen outsourcing naar lage lonen landen. De robots worden slim genoemd omdat ze zich bewust zijn van hun omgeving, effectief gebruikmaken van geavanceerde sensortechnologie (bijvoorbeeld 3D vision) en slimme software. Ze zijn in staat om in nauwe samenwerking met mensen te werken. Smart Robotics is gespecialiseerd in flexibele automatisering voor de maakindustrie en intra-logistiek. De robots kunnen worden ongezet voor lopendebandwerk, het sorteren van producten, machinebelading en –ontlading, kwaliteitscontrole, verpakken en palletisering.

NIEUW MATERIAAL BRENGT 250 JAAR OUDE BOUWPRINCIPES AAN HET WANKELEN Onderzoekers van het Leiden Institute of Physics en FOMinstituut AMOLF maakten een rubberen staaf die bij minder druk juist sneller doorbuigt. Een artikel over het onderzoek, in samenwerking met Harvard University, verscheen op 21 juli in Physical Review Letters. De staaf is gemaakt van metamateriaal, met bijzondere eigenschappen die niet in de natuur voorkomen. Het metamateriaal vormt een rubberen staaf van ongeveer 20 centimeter met daarin een patroon van elliptisch gevormde gaatjes. De gaatjes geven de metastaaf een bijzondere eigenschap. De onderzoekers merkten dat bij een bepaalde mate van druk op een omslagpunt een zelfversterkend effect optreedt: de staaf buigt steeds verder door terwijl de druk juist afneemt. Groepsleider Martin van Hecke: ‘Het is net als bij het duwen van een auto. Je verwacht dat je harder moet duwen om de auto sneller te laten gaan, maar hier hebben we een situatie waarbij de auto steeds harder gaat terwijl je zachter duwt.’ De onderzoekers gingen op zoek naar de oorzaak voor dit zelfversterkende effect. Ze ontdekten dat de staaf van metamateriaal bij een geringe druk makkelijk indrukt, maar moeilijk uitrekt. Bij normale materialen zonder gaatjes

is dit verschil tussen trekken en duwen alleen zichtbaar bij een grote druk. Deze gevoeligheid voor het verschil tussen trekken en duwen veroorzaakt het vreemde effect tijdens het buigen van de metamaterialen staaf. De vorm en de plaats van de gaatjes bepalen nauwkeurig het moment waarop dit effect optreedt. Zo kunnen de onderzoekers de eigenschappen van het materiaal op maat maken, door het wijzigen van het gaatjespatroon. De komst van de staaf van metamateriaal brengt eeuwenoude bouwprincipes aan het wankelen. De relatie tussen buiging en druk is 250 jaar geleden vastgelegd door Leonhard Euler in zijn universele wet over de elastische instabiliteit van staven. Zijn theorie vormt sinds die tijd de basis voor het bouwen van huizen en bruggen. Euler ging ervan uit dat een materiaal alleen onder hoge druk een verschil laat zien tussen trekken en duwen. De metamaterialen staaf laat zien dat het anders kan en opent daarmee de deur voor nieuwe ontwikkelingen. Groepsleider Martin van Hecke: ‘Bruggen bouwen met de staaf van metamateriaal zal niet gebeuren, maar het is goed denkbaar dat een robotarm dankzij mechanische schakelaars gebaseerd op dit materiaal slimmer kan buigen.’

8 15 iMaintain

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

IMA8 G WhatsNext.indd 28

23-09-15 11:57


WHAT’S NEXT 29

EERSTE SCHIP MET INKLAPBARE SCHROEFTUNNEL GEDOOPT Het schip met de FLEX Tunnel is op vrijdag 14 augustus in Duisburg gedoopt en direct in de vaart genomen. Tijdens meerdere proefvaarten zijn uitgebreide tests gedaan en is veel data verzameld, zodat de juiste efficiency van de schroeftunnel kan worden vastgesteld. Het door Van der Velden in-house ontwikkelde tunnelsysteem biedt voordelen voor binnenvaartschepen op het gebied van snelheid, laadvermogen, voortstuwing, manoeuvreerbaarheid en brandstofbesparing. Het is een uitklapbaar tunnelsysteem dat speciaal voor de binnenvaart is ontwikkeld. Geladen binnenvaartschepen met conventionele tunnels varen gemiddeld tachtig procent van de tijd in diep water. Het gebruik van een tunnelsysteem is dan overbodig en leidt tot extra weerstand, een verminderde voortstuwing en dus een hoger brandstofverbruik. Het tunnelsysteem biedt hiervoor de oplossing, doordat het systeem alleen wordt geactiveerd wanneer het schip ongeladen is of in zeer ondiep water vaart. Het verschil tussen de inklapbare schroeftunnel en conventionele tunnelsystemen schuilt in het feit dat de FLEX Tunnel het mogelijk maakt om in diep water zonder tunnels te varen, zoals bijvoorbeeld in het ARA-gebied. Bij vaste tunnels, die bij de meeste binnenvaartschepen hebben, is dat niet mogelijk. Varen

zonder tunnel betekent dat de weerstand wordt verminderd. Dat levert een gunstiger brandstofverbruik op. De schroeftunnel zorgt ervoor dat er voldoende water, zonder lucht, naar de schroeven wordt gebracht. De tunnel is luchtdicht afgesloten op de straalbuizen, wat ervoor zorgt dat er grotere schroefdiameters kunnen worden toegepast. Ook zijn er op het gebied van vormgeving van de scheepsromp meer mogelijkheden, aangezien deze niet meer is voorzien van vaste tunnels. Dit biedt ruimte voor hydrodynamische optimalisaties. Tijdens de proefvaarten van de Duitse rederij Rhenus Duisburg bleek de tunnel functioneel te zijn. De verminderde weerstand op het schip bij het inklappen van het tunnelsysteem leverde een brandstofbesparing op van zo’n tien procent, varend in diep water met volledige lading. Met deze resultaten voldoet het tunnelsysteem ruim aan de toch al hoge verwachtingen. De komende maanden zullen meer tests worden uitgevoerd, waarbij onder meer gekeken zal worden hoe de prestaties zijn bij het varen met volledige lading in ondiep water. Ook de functionaliteit van bij het leeg in ballast varen (in zowel diep als ondiep water) zal worden bekeken.

ON BOARD TENT VOOR BEDRIJFSWAGEN Bij werken op locatie kan het weer een verstorende rol spelen. Op het weer heeft u helaas geen invloed maar op de omgeving wel. Van de Zaag levert daarvoor het unieke tentconcept van het gerenommeerde Italiaanse 3B fabbrica tende. Op vrijwel elke bedrijfswagen, vanaf het formaat bestelbus, is een ‘dakkoffer met 3B on board tent’ te monteren. Met een afstandsbediening ontvouwt het geheel zich volledig automatisch en is aan het zonne- of regenscherm (afhan-

kelijk van de weersomstandigheden) de hellinghoek mee te geven die u wenst. De degelijke aluminium armen - optioneel met LED-verlichting - zorgen voor een solide constructie. Het product is leverbaar in onbedrukte standaardmaten, maar in principe is elke maatvoering, kleur en bedrukking mogelijk. Paddocktenten worden vaak voorzien van zijwanden waardoor ze naast water- ook winddicht worden. Er zijn situaties denkbaar waarbij u wellicht helemaal niet wilt opvallen, waar u

‘slechts’ beschut voor de elementen - te felle zon of vervelende neerslag - snel aan het werk wilt.

8

iMaintain 15

IMA8 G WhatsNext.indd 29

23-09-15 11:57


Het iMaintain platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Het platform belicht op een journalistieke en onafhankelijke manier innovaties, behandelt actuele onderwerpen en inspireert. Via het vakblad iMaintain, met de website www.imaintain.info, met drie rondetafelmeetings per jaar, diverse bijeenkomsten en met een jaarcongres bereikt het iMaintain platform haar doelgroep.

Partnernieuws Begin bouw zonnepark Zwolle Op een terrein van bijna drie voetbalvelden groot komen 3.500 zonnepanelen te staan, goed voor duurzame elektriciteit voor 220 huishoudens. Op dit moment worden de frames geplaatst, vervolgens worden hier de zonnepanelen op gemonteerd. In de komende weken volgt de bekabeling en kunnen de zonnepanelen worden aangesloten op het elektriciteitsnet. Naar verwachting wordt het zonnepark in oktober in gebruik genomen. Klanten van Electrabel, het consumentenmerk van GDF SUEZ, kunnen via het afsluiten van een elektriciteitscontract met honderd procent duurzame stroom elektriciteit afnemen van dit zonnepark.

Partners van het iMaintain platform

Vervolg op 'VDM, nieuw geloof in onderhoud' vanaf november beschikbaar Na het succes van hun eerste boek 'VDM, nieuw geloof in onderhoud' hebben Mark Haarman en Guy Delahay een nieuwe methodiek ontwikkeld; Value Driven Maintenance & Asset Management, kortweg VDMXL. Deze methodiek laat zien hoe je met onderhoud, levensduurverlenging en modernisering maximale economische waarde kan toevoegen aan een bestaande fabriek, vloot of infrastructuur. Vanaf 4 november is het nieuwe boek beschikbaar.

Bekijk alle partnerfilmpjes op www.imaintain.info/platform Technisch Centrum Den Haag geopend NedTrain heeft op 27 augustus 2015 het nieuwe Technisch Centrum in Den Haag officieel geopend. Eerder werd een vergelijkbaar Technisch Centrum geopend in Utrecht. Het nieuwe Technisch Centrum ligt dichtbij Den Haag Centraal, op het spooremplacement ‘De Binckhorst’. Complexere herstellingen aan treinen kunnen voortaan nog dichter bij het vervoersproces van NS worden uitgevoerd, waardoor treinen sneller weer het spoor op kunnen voor de reizigers. Het Technisch Centrum beschikt over het vier sterren-label van BREEAM (duurzaamheidslabel van het gebouw).

Leden van het iMaintain platform asset management

Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het iMaintain platform, kijk dan op www.imaintain.info of neem contact op met Anouk Bouwmeester: Anouk@industrielinqs.nl – 020 3122 797

platform en quotes.indd 30

23-09-15 11:44


‘Expertquotes’ ‘Kijk naar de auto-industrie, die verdient geld aan spares, en dat is hier precies hetzelfde. Technische bedrijven zitten bovenop hun eigen data, en zijn ook de enigen die dat kunnen overzien. Ze leveren niet alleen aan jou, maar ook aan anderen.’

Rob de Heus, Sitech Services, over de terughoudendheid van onderhoudende partijen tegenover het nieuwe informatiesysteem van de Noord/Zuidlijn, tijdens de rondetafel bijeenkomst van het iMaintain platform over maintenance en ICT, 14 september 2015.

‘Met deze Technische Centra kunnen we werkzaamheden, zoals het vervangen van stroomafnemers, koppelingen en ruiten, straks nog sneller uitvoeren, zonder dat dit het reguliere onderhoudsproces in de onderhoudsbedrijven verstoort. De Technische Centra zijn een prachtige aanvulling op de onderhoudsbedrijven die we al hebben. Het gaat eigenlijk om de ‘KwikFit’ of de wegenwacht van het spoor.’ Leo van Dongen, NedTrain, over het nieuwe Technisch Centrum in Den Haag, dat eind augustus in gebruik werd genomen. ‘Het is goed te kijken naar wie er op welke manier inzit en waar het iets oplevert, want als je dat niet doet, gaat er niets gebeuren. Contractors zullen niet zomaar hun informatie even gratis aan jou weggeven. Serviceproviders zijn als de dood dat ze transparant worden. Maar ook leveranciers zullen hun winkel beschermen. Er moet een verdienmodel zijn.’

‘In de Formule 1 zijn degenen die de snelste motor ontwikkelen de helden. Maar als de auto een minuut moet wachten bij een pitstop om een kapot onderdeel te vervangen, dan win je ook niet. Zo gaat het in de hightech-sector ook met de after sales.’ Geert-Jan van Houtum, TU Eindhoven, over het belang van spare parts management, naar aanleiding van zijn recent verschenen boek 'Spare Parts Inventory Control under System Availability Constraints' (co-auteur Bram Kranenburg).

Henk Akkermans, WCM en Tilburg University, over de terughoudendheid van onderhoudende partijen tegenover het nieuwe informatiesysteem van de Noord/Zuidlijn, tijdens de rondetafel bijeenkomst van het iMaintain platform over maintenance en ICT, 14 september 2015.

Het expertpanel van het iMaintain platform bestaat uit:

platform en quotes.indd 31

Henk Akkermans Hoogleraar dynamiek van toeleveringsnetwerken, Universiteit Tilburg Wetenschappelijk directeur WCM

Rob de Heus Champion World Class Maintenance, Sitech Services

Henk van der Meer Teamleider Events, BP raffinaderij Rotterdam

Jac de Boer Senior Consultant Asset Management & Maintenance Tebodin

Geert-Jan van Houtum Professor Reliability, Quality en Maintenance, TU Eindhoven

Hans Peters Teammanager, Drinkwaterbedrijf Dunea Maintenance Manager of the Year 2015

Leo van Dongen Professor Maintenance Engineering, Universiteit Twente Directeur Fleet Services, NedTrain

Ton Huibers Maintenance Manager, Vlisco Maintenance Manager of the Year 2013

Ruud Schenk Algemeen Directeur, Cofely West Industrie BV

Michel Grijpink Learning & Development consultant, Hogeschool Utrecht

Nico van Kessel Principal Consultant Asset Management, Tata Steel

Roelf Venhuizen Voorzitter Profion, Bestuurlid Veiligheid Voorop, Voormalig CEO NAM

Mark Haarman Managing Director, Mainnovation

Cor van de Linde Directeur innovatieplatform iTanks Maintenance Manager of the Year 2012

Johan Wolt Maintenance Manager, AkzoNobel lndustrial Chemicals MCA Delfzijl Maintenance Manager of the Year 2014

22-09-15 20:11


• PREHEAT AND STRESS RELIEF • INDUCTION AND RESISTANCE

SPECIALIST IN HEAT TREATMENT

• CERTIFIED OFFSHORE TECHNICIANS • RENTAL AND SALES OF EQUIPMENT • STATIONARY AND MOBILE FURNACES • DRY OUT AND CURING

WWW.DELTA-HEAT-SERVICES.COM

INFO@DELTA-HEAT-SERVICES.COM

+31 (0) 187 - 49 69 40

ADVERTENTIE INDEX Abonnees ............................................................................................ ............................................................................................ 32 32 Abonnees AQ....................................................................................................... ....................................................................................................... 42 42 AQ BIM Media Media............................................................................................. ........................................................................................... 20 BIM 2 Delta Heat Heat Services Services............................................................................. ............................................................................. 32 32 Delta Duport Lubricare Lubricare.................................................................................. .................................................................................. 56 56 Duport Duurzaam Geproduceerd Geproduceerd congres congres .......................................................... .......................................................... 44 Duurzaam Eco Steam Steam Trading Trading && Consultancy Consultancy bv bv................................................... ................................................... 56 56 Eco Hateha ............................................................................................... 42 Hateha ............................................................................................... 42 Hi-Force Nederland Nederland................................................................................ ................................................................................ 88 Hi-Force iMaintain Platform Platform ......................................................................... .........................................................................30, 30, 31 31 iMaintain Lagersmit Sealing Sealing Solutions Solutions................................................................. ................................................................. 38 38 Lagersmit Leemberg............................................................................................. ............................................................................................. 38 38 Leemberg Lubron Waterbehandeling Waterbehandeling ................................................................... ................................................................... 50 50 Lubron M.O.B. Nederland Nederland................................................................................. ................................................................................. 14 14 M.O.B. Mainnovation....................................................................................... ....................................................................................... 72 72 Mainnovation Mikrocentrum Activiteiten ................................................................bijlage Mikrocentrum Activiteiten ................................................................bijlage Oerlikon Metco Metco Benelux Benelux....................................................................... ....................................................................... 42 42 Oerlikon Olympus Nederland Nederland ............................................................................. ............................................................................. 50 50 Olympus Pruftechnik ......................................................................................... ......................................................................................... 44 44 Pruftechnik Sky Access Access............................................................................................. ............................................................................................. 88 Sky Spectades ........................................................................................... ........................................................................................... 44 44 Spectades ST-Cleaning Special Special Tank Tank Cleaning Cleaning...................................................... ........................................................202 ST-Cleaning

Neem nu een abonnement op iMaintain

Ga direct naar iMaintain.info en blijf ierdereen voor Meer nieuws dan ooit • • • • • • • •

Actuele berichtgeving over de gehele onderhoudssector Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten en diensten Multimediale bedrijfspresentaties Tweewekelijkse Nieuwsbrief Live twitter updates LinkedIn interacted

iMaintain-abonnees krijgen meer • De nieuwste iMaintain staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase • Ga naar www.imaintain.info en kies abonneren

Watervisie congres congres............................................................................... ............................................................................... 71 71 Watervisie

150922 iLinqs 1_4 ABO.indd 43

IMA8 Advertenties.indd Advertenties.indd 32 32 IMA8

22-09-15 15:25

23-09-15 20:00 12:26 22-09-15


Maint

NL

Het magazine van de NVDO

ProRail maakt omslag naar openbaar aanbesteden | Civiele wereld verlegt focus naar life-cycle engineering | Deltagoot test waterkeringen op ware grootte | Nieuwe NEN 1010

IMA8 MA cover.indd 33

23-09-15 12:15


Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?

aan! e j d l Me o.nl d v n . w ww schap at

> lidma

Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband

De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud

houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard

(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het

netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-

gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het

che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De

realiseren en in stand houden van het grootste onder-

vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-

houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke

derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies

doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-

binnen de branche in kaart.

Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • • • • • • • • • •

Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s Cursussen over onderhoudsmanagement Studiedagen met actuele thema’s Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten Vacaturebank Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn (wetenschappelijke) Onderzoeken NVDO Corrosie Helpdesk Jongerenboard

• • • •

NVDO Onderhoudskompas Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!

Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... 34 MaintNL

IMA8 MB Voorz.indd 34

8 - 2015

NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl

23-09-15 12:16


Van de voorzitter

Vooruit met Technologie! Bedrijven spelen in op de snel groeiende technologische

‘romans waarin geen techniek voorkomt, een even verkeer-

mogelijkheden door processen via ICT te optimaliseren.

de interpretatie geven van het leven als Victorianen die

Onderhoud heeft op deze manier een kans om versneld

het leven anders voorstelden door de sex uit de roman te

een integraal deel te worden van de totale organisatie.

laten’. En Douglas Adams vond dat ‘we opgescheept zitten

Daar waar bijvoorbeeld de planning van werkzaamheden

met technologie, terwijl we eigenlijk spul willen dat werkt’.

en het opbouwen van storingshistorie voorheen niet tot

In onze onderhoudssector ligt het wel anders dan hoe

het blikveld van bijvoorbeeld de financiële afdeling of de

schrijvers er tegenaan kijken. De informatietechnologie

boardroom behoorden, wordt dat met IT natuurlijk steeds

ontwikkelt zich in een sneltreinvaart en elke organisatie

gemakkelijker.

heeft er wel mee te maken. Bijna 84 procent van de Neder-

De ontwikkelingen in het onderling verbinden van tech-

landse bedrijven (met tien of meer werknemers in dienst)

nische systemen, zoals besturings- en regelsystemen,

heeft een eigen website. 68 procent van het personeel

nemen toe. Automatisering beïnvloedt ons onderhouds-

werkt dagelijks met een computer en 61 procent dagelijks

werk sterk en kan bijdragen aan een hogere arbeidspro-

met internet. 32 procent maakt gebruik van ERP-software

ductiviteit, veiligheid en kwaliteit. De onderhoudsprofes-

(IT-systemen om de bedrijfsprocessen te ondersteunen).

sionals, of eigenlijk de

Daarnaast is 50 procent

nieuwe ambachtslieden,

van de bedrijven actief

zullen vandaag al moeten kunnen werken met de complexe systemen en tegelijk de kennis over het onderhoudswerk op

‘Automatisering zal bijdragen aan een hogere arbeidsproductiviteit, veiligheid en kwaliteit.’

op sociale media, waarvan 76 procent dit voornamelijk gebruikt voor marketing-/imagodoeleinden.

orde moeten houden. In

De technologische ont-

het bijbehorende Visiedo-

wikkeling bevindt zich

cument neemt het NVDO Onderhoudskompas u mee in de

in een stroomversnelling. Dit kan grote gevolgen hebben

invloed van technologische trends op onze onderhouds-

voor de arbeidsmarkt. Op den duur kunnen steeds meer

wereld. Dat doen we aan de hand van drie scenario’s, te

menselijke taken door technologie overgenomen wor-

weten: ‘Technology enabled maintenance world’, ‘Digitally

den, wat betekent dat de onderhoudsprofessional van de

disrupted (data-intensive) maintenance world’ en ‘Robotic

nabije toekomst, naast kennis van het onderhoudswerk,

controlled maintenance world’. De computerwetenschap-

ook moet kunnen werken met deze nieuwe technologieën.

per Alan Kay zei het destijds al: ‘Technologie is alles wat

Automatisering zal bijdragen aan een hogere arbeidspro-

er nog niet was toen je werd geboren.’

ductiviteit, veiligheid en kwaliteit. Het gebruiken van de

Nu weten we het verschil tussen techniek en technologie

technologie en het koppelen van systemen biedt een schat

inmiddels. Maar dat was niet altijd het geval. De vooruit-

aan data, op basis waarvan predictief onderhoud nog meer

gang van de technologie wekt uiteenlopende emoties op.

mogelijk wordt gemaakt en onderhoud efficiënter kan wor-

Sommigen zien technologie als een groot kwaad, dat lang-

den ingezet. Op de lange termijn zal de afhankelijkheid

zamerhand onze menselijke waarden teniet doet. Anderen

van technologie waarschijnlijk alleen maar groeien.

zien het als een manier om de wereld dichter tot elkaar

Ik zeg ‘Vooruit met Technologie’!

te brengen en te helpen bij het oplossen van de grootste uitdagingen. Schrijvers zijn blijkbaar de grootste sceptici

Bas P. Kimpel

als het gaat om technologie. Kurt Vonnegut vond al dat

Voorzitter MaintNL 8 - 2015 35

IMA8 MB Voorz.indd 35

23-09-15 12:16


Risicomodellen

Deltagoot test waterkeringen op ware grootte Vijf oktober wordt hij opgeleverd: de nieuwe Deltagoot van onderzoeksinstituut Deltares. De testfaciliteit wekt golven op van meer dan 4,5 meter hoog om zo dijken, duinen of golfbrekers aan realistische krachten te kunnen onderwerpen. Met die testen op ware grootte neemt de betrouwbaarheid van de sterktemodellen en berekeningen van de kritische faalkansen weer een stukje toe. David van Baarle

De Nederlandse strijd tegen het water is wereldvermaard en het is dan ook wel logisch dat in Delft de grootste testfaciliteit ter wereld is gebouwd om onze waterwerken te testen. Om de importantie van een dergelijke faciliteit nog maar even te benadrukken: Rijkswaterstaat beheert maar liefst 3.500 kilometer aan primaire keringen zoals dijken, duinen, dammen en bijzondere waterkeringen zoals de Oosterschelde stormvloedkering. Dan is er ook nog een scala aan secundaire keringen die vaak de verantwoordelijkheid is van de waterschappen. Om deze constructies in een goede conditie te houden, bewaakt de asset owner de integriteit van de keringen via visuele inspecties. Soms is het echter lastig om te bepalen of een dijk de komende jaren nog wel bestand is tegen het geweld van de golven. Of als een dijk wordt vernieuwd, wil men graag gebruik kunnen maken van materialen die de integriteit vergroten of de onderhoudsintervallen verlengen. Om daar zeker van te zijn, zullen die materialen eerst aan een stresstest moeten worden onderworpen. Voor dat soort vraagstukken biedt de Deltagoot een oplossing. In de Deltagoot kijken de onderzoekers van Deltares zowel naar de invloed van grootschalige waterbeweging als naar detailstroming in kleine ruimtes tussen stenen en zand of klei. Het is niet goed mogelijk om dit op kleine schaal allemaal goed weer te geven.

Nauwkeurig

Bas Hofland, Deltares: ‘In de nieuwe opstelling kan een vermogen worden opgebouwd van twee megawatt, daarmee duw je gemakkelijk vijf betonnen huizen van hun plaats.’

36 MaintNL

IMA8 MU Deltagoot.indd 36

Deltares had al een Deltagoot in de Noordoostpolder die vanaf 1980 tot nu nuttige onderzoeksresultaten opleverde. Die testfaciliteit liep echter tegen het einde van zijn technische levensduur. Bovendien zijn er hogere golven nodig om de omstandigheden rondom de Nederlandse waterweringen en dijken echt goed na te bootsen. Golven zoals die eens per tienduizend jaar optreden langs de Nederlandse kust. Om maar

8 - 2015Â

23-09-15 12:10


FOTO’S: DELTARES

De nieuwe goot is driehonderd meter lang is, 9,5 meter diep en vijf meter breed.

even een vergelijking te maken: de oude Deltagoot had een lengte van 220 meter en een diepte van zeven meter, terwijl de nieuwe goot driehonderd meter lang is en 9,5 meter diep. De breedte is overigens gelijk gebleven: vijf meter. ‘We kunnen in de nieuwe opstelling een vermogen opbouwen van twee megawatt’, zegt Bas Hofland, expert in kustversterking en werkzaam bij Deltares. ‘Met dat vermogen duw je gemakkelijk vijf betonnen huizen van hun plaats. Diezelfde krachten beuken zo nu en dan op onze kusten en die proberen we zo efficiënt mogelijk te keren. Net als veel asset managers gebruiken onze klanten risicomodellen en proberen daarvoor de faalmechanismes van de dijken, zeeweringen of duinen zoveel mogelijk in kaart te brengen. Allereerst gebruiken we daarvoor geavanceerde computersimulaties, maar die missen vaak de lokale effecten zoals onverwachte stromingen rondom afwijkende objecten. Om de modellen te staven aan de werkelijkheid, moet je die werkelijke omstandigheden zo dicht mogelijk benaderen. Dat doen we in het veld, waar we meetpalen met sensoren gebruiken om de krachten te meten, maar die buitencampagnes zijn vrij duur. Bovendien moet je dan vaak lang wachten op de stormkrachten die

je wilt meten, of treedt de ontwerpstorm helemaal niet op. In Delft hoeft dat uiteraard niet. Je kunt nu eenmaal nauwkeuriger meten in gecontroleerde omstandigheden waar je precies weet welke krachten op een constructie worden losgelaten. Naast de Deltagoot hebben we hier ook zogenaamde golfgoten en -bassins waar we constructies als golfbrekers op kleinere schaal kunnen testen. Maar als we echt één op één de weerstand tegen de natuurkrachten willen testen, dan gebruiken we de Deltagoot, die niet alleen groter en dieper is, maar ook meer mogelijkheden heeft om sensoren te plaatsen. Typische metingen die in de Deltagoot kunnen worden uitgevoerd zijn golfhoogtes, golfdrukken en -krachten, stroomsnelheden, golfoverslag, metingen van schadeontwikkeling en dwarsprofielwijzigingen.’

Bouwen met de natuur Helemaal natuurgetrouw kan een testfaciliteit nooit zijn, maar de Deltagoot komt wel het dichtst in de buurt. Hofland: ‘Natuurlijk bevat zeewater ook zand, dat van invloed kan zijn op de slijtage of degradatie van de keringen en ook die omstandigheden kunnen we nabootsen. Een beperking van de oude Deltagoot was dat hij slechts 59 pro-

cent van de daadwerkelijke situaties, ofwel de toetscondities voor de zeeweringen, langs de Nederlands kust kon simuleren, waardoor je vaak met schaalmodellen moet werken. Als je bepaalde constructies kleiner maakt dan ze werkelijk zijn, ontstaan ook daar onnauwkeurigheden doordat een grotere constructie zich toch weer net anders gedraagt. Dit wordt het schaaleffect genoemd. Daar komt bij dat de zeespiegelstijging die ontstaat door de wereldwijde klimaatverandering ervoor zorgt dat de golfkracht groter wordt. De nieuwe Deltagoot kan voor 85 procent van de Nederlandse primaire keringen de stormscenario’s op volle schaal genereren waartegen deze volgens de wet bestand moeten zijn. De wetgever stelt namelijk hydraulische randvoorwaarden op voor het toetsen van keringen. Zo moet men testen onder omstandigheden bij een storm die gemiddeld eens per 4.000, 2.500 of zelfs 10.000 jaar optreedt.’ Door zijn lengte kan de Deltagoot bijvoorbeeld ook de situatie op een langzaam oplopend strand meten. Een van de voornaamste aanleidingen om de goot op te schalen was namelijk dat men meer wilde experimenteren met zachte zeeweringen. Rijkswaterstaat en de waterschappen kijMaintNL 8 - 2015 37

IMA8 MU Deltagoot.indd 37

23-09-15 12:10


liquidyne seals Secure pump performance to protect your core business

IMA8 Advertenties.indd 38

Reach our experts by dialling +31 (0)88 0216 200 or via sales@lagersmit.com

22-09-15 20:01


ken steeds meer naar de mogelijkheden van bouwen met de natuur. Men maakt gebruik van de van nature aanwezige materialen, zoals wilgenbossen en oesterbanken, maar die doen hun werk vaak dankzij flauw oplopende hellingen. Om de absorptiekracht van de natuur te kunnen bepalen, moet ook zo’n situatie in de praktijk kunnen worden getest.

Testen Inmiddels zijn de eerste testen al afgerond. En dat terwijl de nieuwe Deltagoot nog niet eens officieel is geopend. Een vijftal fabrikanten van steenbekleding testte negen soorten zetstenen. Daarvoor werd op een schaal van één op 1,6 een dijk gebouwd van elf meter hoog. Het door vier hydraulische cilinders aangedreven golfschot zet het water met een maximale snelheid van twee meter per seconde in beweging. De cilinders worden met speciale software aangestuurd die ervoor zorgt dat ze gelijk lopen. De software zorgt er ook voor dat het golfschot de op de dijk gereflecteerde golven absorbeert, zodat de golven in de goot realistisch blijven. Anders zouden gereflecteerde golven namelijk bij het golfschot weer terugkaatsen, waardoor het water in de goot onrealistisch hard zou gaan klotsen en niet meer op een natuurlijk golfveld zou lijken. Het golfschot wordt zodanig aangestuurd dat dit effect de nieuwe golven niet beïnvloedt.

‘Het is de grootste testfaciliteit ter wereld en daar gaan we zeker van profiteren.’ ‘Het moet in de praktijk worden voorkomen dat een storm grote schade toe kan brengen aan de steenbekleding. Als de golven te groot zijn, kan de druk van de golven onder de bekleding komen waardoor deze omhoog wordt gedrukt. Als de druk van onder groter is dan het gewicht van de toplaag, laat de toplaag los met alle gevolgen van dien. Allereerst kijk je uiteraard welke steenbekleding de krachten het beste kan weerstaan, maar je kunt ook kijken of er andere mogelijkheden zijn om de kracht van de golven te breken of de golfhoogte bij de dijk te verminderen. Je kunt bijvoorbeeld golfbrekers aanleggen die de kracht van de golf opvangen. Ook kun je de zeebodem ondieper maken zodat de golven daar op breken, of begroeiing aanbrengen. Dit zijn

allemaal zaken die de golfaanval kunnen verminderen en in de Deltagoot kunnen worden bestudeerd.’

Tweede Maasvlakte Een voorbeeld uit het recente verleden is onderzoek in de oude Deltagoot voor de harde zeewering op de Tweede Maasvlakte. Hofland: ‘Normaal moet je betonblokken gebruiken die grofweg één derde van de golfhoogte zijn. Tijdens de ontwerpstorm voor dit deel van de Noordzee zouden golven van acht meter ontstaan zodat dit heel grote blokken zouden worden. Men vond echter een goedkopere oplossing door gebruik te maken van kleinere keien op een steil strand. Deze blokken bewegen bij een storm wel heen en weer, waardoor een erosiekuil ontstaat, maar deze kuil wordt na een tijdje niet meer dieper. Uiteindelijk is een deel van de grote betonblokken uit de oude zeewering hergebruikt voor een lage blokkendam die zeewaarts van dit keienstrand ligt. Dat verlaagde de kosten voor onderhoud aanzienlijk, omdat de keien daardoor minder zijwaarts konden bewegen. Een uitdaging was dat de betonblokken in de blokkendam kunnen verschuiven wanneer ze onder water staan. Samen met de aannemerscombinatie Puma hebben we testen gedaan aan verschillende varianten van de zogenaamde teenconstructie die ervoor zorgt dat de blokken ook bij een grote storm op hun plaats blijven. Uiteindelijk bestaat de wering uit een combinatie van zand, grind, keien, breuksteen, en betonblokken. Nu is de waterwereld redelijk conservatief en het heeft dan ook heel wat testen gekost om het bewijs te leveren dat deze oplossing werkte. Maar het resultaat mag er zijn: het project is op tijd opgeleverd en ruim binnen budget.’

Snel terugverdiend Over budget gesproken: de bouw van de Deltagoot kostte zo’n 25 miljoen euro, wat gefinancierd werd uit het fonds economische structuurversterking, het fonds dat de aardgasbaten deels aan de Nederlandse bevolking teruggeeft. ‘Die kosten lijken hoog, maar staan nauwelijks in verhouding met de opbrengsten die we ervan verwachten’, zegt Hofland. ‘De gemiddelde zeewering wordt eens in de zes jaar gecontroleerd. In die zes jaar kan de belasting zijn toegenomen, maar door slijtage en degradatie neemt ook de sterkte af. De asset owner wil zeker weten dat een dijk de komende zes jaar zijn functie nog kan vervullen. Die vraag kregen we bij de

Het door vier hydraulische cilinders aangedreven golfschot zet het water met een maximale snelheid van twee meter per seconde in beweging.

Wieringermeerdijk. De steenbekleding van de dijk was afgekeurd, maar daaronder zat een laag keileem. Het was dan ook de vraag of de integriteit van de dijk ondanks zijn versleten bovenlaag nog in stand bleef. We kunnen een deel uit zo’n dijk halen en hem hier in gecontroleerde omstandigheden onderwerpen aan de natuurkrachten die hij in de praktijk moet kunnen verduren. Als uit zo’n test blijkt dat de komende zes jaar geen herstelwerkzaamheden hoeven worden uitgevoerd, dan is dat pure winst. De versterking van een dijk kost al snel een miljoen per kilometer en het onderhoud is ook redelijk kostbaar, waardoor je de investering er na één succesvolle test al uit hebt. Zo’n test is best intensief en we zijn vaak een paar weken bezig met het opbouwen van een proefopstelling, vervolgens kun je één a twee testen per dag uitvoeren. Maar dan kun je wel echt zien hoe die dijk zich houdt. Hetzelfde kunnen we doen voor grasdijken, waar het gras de stormen in het winterseizoen moet weerstaan. Om de sterkte van verschillende soorten grasmat te bepalen, steken we dan letterlijk het gras uit de dijk en bouwen de dijk met zand, klei en gras hier weer op. Het is de grootste testfaciliteit ter wereld en daar gaan we zeker van profiteren.’ ■ MaintNL 8 - 2015 39

IMA8 MU Deltagoot.indd 39

23-09-15 12:10


Aanbesteden

ProRail maakt omslag naar openbaar aanbesteden ProRail is vorig jaar de fout in gegaan door vier onderhoudscontracten onderhands in strijd met de aanbestedingsregels te verlengen van 3,5 tot 10 jaar. Die contracten worden de komende tijd opengebroken en alsnog openbaar aanbesteedt. Uiteindelijk schakelt het bedrijf helemaal over op in het openbaar aanbestede prestatiegerichte onderhoudscontracten. Ook haalt de nieuwe directeur Pier Eringa de bezem door de organisatie. Dat is goed nieuws. Mededelingen als ‘Voorlopig rijden er geen treinen tussen Amsterdam en Amersfoort vanwege een wisselstoring’ zouden wel eens tot het verleden kunnen gaan behoren. Erik te Roller

Voorheen sloot ProRail contracten met aannemers altijd onderhands. Op 1 april 2013 is de Aanbestedingswet ingegaan, waaraan ook ProRail zich als semioverheidsbedrijf moet houden. Deze wet verplicht de overheid en overheidsbedrijven om opdrachten boven een bepaald bedrag openbaar aan te besteden in overeenstemming met de Europese richtlijnen. ProRail zit nu middenin de overgang naar nieuwe contracten en verwacht dat in 2019 alle onderhoudscontracten openbaar aanbesteed zullen zijn, te weten zestien PGO 3.0-contracten en vier pilot PGO 3.0-contracten.

Prestatiegericht onderhoud In Nederland ligt ruim zevenduizend kilometer spoor, dat betrouwbaar en in goede conditie moet blijven voor het vervoer van reizigers en goederen. Van oorsprong voerden vier erkende spooraannemers (ASSET Rail, BAM Rail, Strukton Rail en VolkerRail) het zogeheten kleinschalig onderhoud uit in vaste onderhoudsgebieden op basis van onderhands gegunde input-gestuurde contracten. ProRail vroeg en de aannemers draaiden, maar niet altijd even goed. In 2007 is het bedrijf daarom begonnen met het invoeren van prestatiegericht onderhoud (PGO) en in 2013 hebben ProRail en

40 MaintNL

MV Aanbesteden.indd 40

de spooraannemers een convenant gesloten om daartoe daadwerkelijk over te gaan. Hierbij stuurt ProRail de aannemers anders aan: in plaats van acties te vragen, eist het bedrijf kwaliteit die te meten valt aan de hand van bepaalde prestaties en kan het hierop sturen met een bonus-malussysteem. Er zijn twintig vaste onderhoudsgebieden die elk een eigen contract kennen. Voor negen gebieden heeft ProRail eerder zogenoemde Output Process Contracten (OPC) afgesloten en voor zeven gebieden PGO 2.0-contracten. Voor de overige vier gebieden heeft het bedrijf met vier aannemers op proef PGO 3.0-contracten afgesloten om hiermee ervaring op te doen. Het verschil tussen een PGO 2.0- en een PGO 3.0-contract zit hem vooral in de looptijd van respectievelijk vijf en tien jaar en in betere operationele samenwerking, kennis en opleiding, en datavoorziening bij het laatste contract. In 2019 zullen volgens de planning alle contracten zijn omgezet naar PGO 3.0-contracten: zestien openbaar aanbestede PGO 3.0-contracten en vier pilot PGO 3.0-contracten. De voormalig directie van ProRail moest vorig jaar een beslissing nemen over het al dan niet verlengen van de vier pilotcontracten die na 3,5 jaar zouden aflopen. Volgens

de wet moest het bedrijf die vervolgens openbaar aanbesteden, maar daar hikte de directie tegenaan. In een brief aan staatsecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur & Milieu van 13 november 2014 schrijft ProRail daar niet zoveel over, maar wel over de negen OPC-contracten en de zeven PGO 2.0 contracten. Het bedrijf is dan bezig de zeven PGO 2.0 contracten (die voor de periode 2013-2018 al openbaar waren aanbesteed) in overleg met de aannemers om te zetten naar PGO 3.0-contracten. Over de vier ‘pilotgebieden’ meldt de directie dat hiervoor PGO 3.0-contracten zijn afgesloten om ervaring mee op te doen overeenkomstig het convenant van 2013. ‘Aangezien deze contracten zijn omgezet omwille van het experimentele karakter en om te oefenen met het nieuwe PGO 3.0-contract is bewust niet gekozen voor openbare aanbesteding, maar voor een pilot voor elk van de spooronderhoudsaannemers’, schrijft de directie in haar brief.

Eerst meer storingen De directie wijst erop dat een PGO-contract leidt tot betere prestaties en minder storingen, maar dat de ervaring leert dat zo’n contract in het eerste jaar juist meer storingen oplevert, omdat de aannemer de nieuwe werkwijze dan nog in de vingers moet krijgen. Het in korte tijd openbaar aanbesteden van contracten voor de negen OPGgebieden en zeven PGO 2.0-gebieden zal daarom veel risico opleveren. Als de nieuwe aannemer er niet voor kiest om de medewerkers van de zittende aannemer over te nemen, lijdt dat tot verlies van vakmanschap en ervaring. De beschikbaarheid en kwaliteit van de infrastructuur kan hierdoor tijdelijk dalen. Daar zijn de reizigers en de verladers niet bij gebaat. Aanbesteden van de zestien contracten leidt tot wisselingen in tachtig procent van de onderhoudsmarkt met een tijdelijke stijging van storingen en

8 - 2015

23-09-15 12:09


FOTO’S: PRORAIL | JOS VAN ZETTEN

hersteltijd, zo waarschuwt de directie. Daarom geeft ProRail er de voorkeur aan om alleen de negen oude OPC-contracten openbaar aan te besteden en de zeven bestaande PGO 2.0 contracten (afgesloten in de periode 2009-2014 met een looptijd van vijf jaar) enkelvoudig onderhands aan te besteden voor een contractduur van tien jaar. Weliswaar is dit in strijd met de wet, maar de operationele argumenten wegen volgens de directie zwaarder. ‘De reiziger en de verlader mogen niet de dupe worden van een overhaast transitieproces.’ Zij stelt voor een en ander met het ministerie te bespreken voordat verdere stappen worden ondernomen.

Directie ProRail: ‘De reiziger en de verlader mogen niet de dupe worden van een overhaast transitieproces.’ Op 10 december 2014 antwoordt de secretaris-generaal van het ministerie per brief, dat zowel de juristen van het ministerie als de Landsadvocaat tot de conclusie

zijn gekomen, dat het onderhands gunnen en omzetten van PGO 2.0 naar PGO 3.0-contracten met een looptijd van tien jaar zonder twijfel in strijd is met de wet. De contracten dienen Europees te worden aanbesteed. ProRail laat daarop weten dat het de contracten alsnog openbaar zal aanbesteden vanaf eind augustus 2015.

Wet omzeilen kan niet Tot zover niets aan de hand. Wat ProRail echter niet in de brief vermeldt, maar later wel in (bijlagen) van documenten, is, dat het besloten heeft de looptijd van de vier pilotcontracten van 3,5 jaar tot tien jaar te verlengen, wat in strijd is met de aanbestedingswet. De zaak komt aan het rollen, doordat de ‘compliance officer’ van ProRail de Raad van Commissarissen waarschuwt. De raad laat accountantsbureau PwC een en ander uitzoeken. In juni bevestigt PwC dat ProRail in strijd met de wet handelt. De staatssecretaris tikt ProRail op de vingers, omdat het verlengen van het contract een nieuw besluit inhield, dat expliciet aan de commissarissen en het ministerie had moeten worden gemeld. De zaak komt in juni in de openbaarheid. Doordat RTL Nieuws een beroep doet op

de Wet openbaarheid van bestuur zijn alle relevante documenten en brieven over deze kwestie inmiddels openbaar. Eind augustus beantwoordt Mansveld over deze kwestie bijna 150 Kamervragen.

Hoe gaat het nu verder? De vier pilotcontracten die in 2014 onderhands zijn gegund voor een looptijd van tien jaar, zal ProRail ontbinden. De betrokken aannemers zijn bereid om mee te werken aan het compliant maken van de pilotcontracten zodat die openbaar aanbesteed kunnen worden. ProRail laat desgevraagd weten, dat de concrete uitwerking hiervan nog moet plaatsvinden. Intussen werken de aannemers gewoon door aan het onderhoud van het spoor overeenkomstig het huidige contract. Pier Eringa, die in april als nieuwe directeur van ProRail is aangetreden, heeft de staatssecretaris laten weten dat het bedrijf op de kortst mogelijk termijn volledig compliant wil zijn. ProRail is begonnen met de eerste tranche van aanbestedingen. Het gaat om drie PGO 3.0-contracten. Dit moet voor februari 2016 afgerond zijn. In 2019 moeten alle twintig contracten omgezet zijn in PGO 3.0-contracten en openbaar aanbesteedt MaintNL 8 - 2015 41

MV Aanbesteden.indd 41

23-09-15 12:09


“Ontwerpen van oppervlakken die lang goed blijven onder de zwaarste omstandigheden.� Metco 16E autogeen draadspuitpistool

AQ, the symbol of service!

AQ provides the solution for environmentally friendly, fast and efficient degassing of shore tanks, ship tanks, railcar tanks, truck tanks, container tanks. Therefore we use our several mobile units.

Het moet lang goed blijven! Bijvoorbeeld, high-throughput draadspuittechnologie die langdurig corrosiebescherming geeft op olie-en gastransportleidingen. Het resultaat? Coatings die 25 jaar mee gaan, sterk verminderende lange termijn pijplijn onderhoud en corrosie en lekkage uitsluiten. Bespaart kosten en milieu.

www.oerlikon.com/metco

IMA8 Advertenties.indd 42

Contactdetails : Zwarte weg 2 B-2030 Antwerp Tel : +32 3 685 41 76

AQnv info@aqnv.com www.aqnv.com

22-09-15 20:01


zijn. Die nieuwe contracten hebben een looptijd van tien jaar. Zo’n lange looptijd komt het volgens het bedrijf de kwaliteit ten goede. Alleen als een aannemer voldoende lang een gebied kan onderhouden, loont het om te investeren in mensen, middelen, kennis en infrastructuur.

Directeur Eringa is druk bezig bij ProRail een cultuuromslag te bewerkstellingen om tot een hoge kwaliteit van het onderhoud te komen. Als de prestaties van de aannemer tussentijds ver onder de maat zijn, kan ProRail het contract ontbinden. Dat mag als de aannemer over twee jaar gemiddeld vijftien procent minder presteert. De meest kritische parameter bij het bepalen van de prestatie is het aantal storingen. Een aannemer wint in concurrentie een contract onder andere op basis van prestaties (lees: minder storingen) en moet elkaar jaar bovendien aan-

tonen dat de prestaties met circa drie procent zijn verbeterd. Om de twee jaar stelt ProRail vast of de prestatie is gehaald. Als de aannemer zijn belofte niet waarmaakt, dient hij een schadevergoeding te betalen en bij vijftien procent overschrijding van de belofte per twee jaar kan ProRail het contract beëindigen. Daar staat tegenover, dat als de aannemer beter presteert dan vereist er een ‘aanzienlijke’ bonus volgt. Pikant is nog dat PwC in zijn rapport concludeert dat de aannemers het voor het zeggen hebben bij het spooronderhoud. Mansveld deelt die conclusie niet. In een interview in Het FinancieeleDagblad van 9 september geeft directeur Pier Eringa echter toe dat ProRail te afhankelijk is geworden van vier grote aannemers, omdat het bedrijf zelf te weinig deskundigheid in huis heeft. ‘Er werken hier 4000 mensen, maar we hebben maar twee deskundigen in huis op het gebied van bovenleidingen’, aldus Eringa.

Database In het kader van PGO 3.0 hebben ProRail en de spooraannemers ook afgesproken om alle data te delen en op te slaan in de centrale database van ProRail in het kader van het project Spoordata.nl, zodat iedere partij snel inzicht kan krijgen in de staat

van het spoor. Daarmee moet een einde komen aan de situatie, waarbij de aannemers veel meer informatie over de toestand van het spoor hebben dan ProRail. Er is een systematiek ontwikkeld met eenduidige onderhoudsnormen, inclusief concrete en hanteerbare afkeuringsnormen om veilig rijden over het spoor te kunnen garanderen. Een database met actuele gegevens is ook belangrijk, omdat bij aanbesteding een onderhoudsgebied kan overgaan naar een andere aannemer. Die moet snel inzicht in de onderhoudstoestand kunnen krijgen.

Cultuuromslag Intussen is directeur Eringa druk bezig bij ProRail een cultuuromslag te bewerkstellingen om tot een hoge kwaliteit van het onderhoud te komen, maar ook kostenoverschrijdingen bij grote projecten zoals de verbouwing van het station spoor in Utrecht te voorkomen of in elk geval tijdig te signaleren. Dat is voorwaar niet gemakkelijk. ‘Bij ProRail moet je de teugels vol in de hand houden. Soms moet je het hoofd bijna omtrekken om mensen in de goede richting te krijgen’, aldus Eringa. Dat is allemaal nodig om te zorgen dat de treinen stipt gaan rijden en de veiligheid op het spoor toeneemt. ■ MaintNL 8 - 2015 43

MV Aanbesteden.indd 43

23-09-15 12:09


PRECISION MEETS CONNECTIVITY PRUFTECHNIK INTRODUCEERT Het enige cloud-enabled laseroptisch uitlijnsysteem met een reeks indrukwekkende connectiviteitsfuncties. De toonaangevende precisie die u van PRUFTECHNIK verwacht wordt geïntegreerd met uw workflows voor een beter mobiel en online assetbeheer.

Ontdek ROTALIGN® touch op what-is-coming-next.com

Features 100% SaaS Cloud middels het SalesForce.Com platform Preventief & Correctief onderhoud Materialen & Onderdelen Magazijn & Reparatie- en reservedelen Inkoop & Ontvangstregistratie

IMA8 Advertenties.indd 44

Spectades Spectades is dé Assetoptics Asset Management Solutions en Services provider voor de BeNeLux. Middels onze geavanceerde Mobiele oplossingen voor Work, Inspectie, Inventory en Fields Services bedienen we ook de mobiele werker op zijn wenken. Met ons team voor Consultancy, Hosting, SaaS, en het Technology Center staan wij garant voor de juiste ondersteuning en bieden we een totaalpakket waarmee we ook uw EAM oplossing geheel kunnen bedienen.

Plannen & Inroosteren van techneuten

Meer weten?

Assetregistratie & Boomstructuur

www.assetoptics.com

Bekijk de website van AssetOptics

Direct contact?

Mail onze specialisten

info@spectades.com

22-09-15 20:01


Prestatiemanagement

Prestatiemanagement: willen excelleren Uit de jaarlijkse trendanalyse die de NVDO maakt in het Onderhoudskompas blijkt ook dit jaar duidelijk dat onderhoudsorganisaties de koers hebben ingezet op operationeel excellence. Vanuit de SUTO Benchmark wordt verder onderzocht wat de belangrijkste prestatieverbeteringen zijn die organisaties op dit moment nastreven en hoe organisaties de toekomst zien. Piet van der Linden daire focus heeft en keuze 3 als dit wordt bewaakt. Interessant hierbij is de kijk op financiële targets. De meeste bedrijven blijken niet op geld te sturen (keuze 1 is relatief laag), maar wel het budget stringent te bewaken (keuze drie is hoog).

Theorie versus praktijk Volgens best practices dient er systematisch te worden gefocust op de meest belangrijke bedrijfswaarde en stap voor stap te worden gewerkt aan het beperken van verspillingen in werkprocessen en het elimineren van risico’s. Dat is de theorie. In de praktijk blijkt uit het Benchmarkonderzoek dat circa zeven procent van de onderhoudsmanagers nog steeds achterblijft op hun targets en verrast worden door tegenvallers. Het bijsturen hiervan kost teveel tijd. Deze groep

GRAFIEK: TECHNISCHE UNIVERSITEIT TWENTE

Organisaties die het in de benchmark goed doen, blijken ook succesvol in het realiseren van kostenbesparingen en efficiëntieverbeteringen. Het is daarom opvallend dat steeds meer onderzoeken aantonen dat trajecten die zich puur richten op kostenbesparingen, een lagere scoringspercentage hebben dan trajecten die zich richten op bedrijfswaarden én op gedrag. De grafiek uit het onderzoek van TU Twente geeft goed weer dat bij de meeste onderhoudsorganisaties de beschikbaarheid en betrouwbaarheid weer centraal zijn komen te staan. Om deze naar het hoogst mogelijke niveau te brengen, wordt door de meeste bedrijven ‘Reliability Centered Maintenance’ toegepast. Hierbij staat keuze 1 voor als dit een primaire doelstelling is en hierop wordt gestuurd, keuze 2 als het een secun-

Uitkomst onderzoek naar belangrijkste bedrijfswaarden van technische bedrijven

is steeds op zoek naar methoden om betere grip op deze zaken te krijgen.

Leeftijd van de assets Uit het onderzoek komt ook naar voren dat bijna vijftig procent van de assets in Nederland aan het einde van hun levensduur is. In de procesindustrie gaat een groot deel al richting het einde van de levensduur of zijn installaties inmiddels diverse keren aanzienlijk gerevitaliseerd in het kader van levensduurverlengend onderhoud. Tegen deze achtergrond hebben onderzoekers van de TU Twente getracht een beeld te krijgen welke uitdagingen onderhoudsmanagers hierbij te maken krijgen. Hierbij is de beschikbaarheid en betrouwbaarheid verreweg het grootste aandachtspunt. Maar in een wereld die in een sneltreinvaart verandert, is het bepaald niet eenvoudig om deze dagelijkse uitdagingen te combineren met een steeds dynamischer productieproces en een steeds hoger wordende economische druk op kosten.

Succesfactoren Voor dit soort bedrijven is veranderen en sturen op prestaties steeds van groter belang. Daarbij geldt dat er alleen succes te behalen is als er voldoende aandacht is voor zowel de instrumentele kant als voor de gedragskant. Daar waar verandertrajecten niet slagen, blijkt dit voornamelijk te wijten aan een te grote focus op de instrumentele kant. Succesvolle organisaties snappen goed welke mechanismen en interventies nodig zijn om gedrag te stimuleren dat bijdraagt aan een succesvolle bedrijfsvoering. Voor goed prestatiemanagement is de wil om te excelleren hard nodig. Tijdens iMaintain Prestatiemanagement, het congres van NVDO Sectie SUTO en het iMaintain platform, werden de onderzoeksresultaten uitvoerig besproken. In nummer 9 volgt een uitgebreid verslag. ■ MaintNL 8 - 2015 45

IMA8 MR Prestatiemanagement.indd 45

23-09-15 12:06


Wet- en regelgeving

Nieuwe NEN 1010 NEN 1010 is dé norm voor elektrotechnische laagspanningsinstallaties in woningen, gebouwen en infrastructuur. Deze norm krijgt dit najaar een nieuwe versie: NEN1010:2015. De norm is ingrijpend gewijzigd sinds de laatste editie van NEN 1010 in 2007 is uitgebracht. Omdat er de afgelopen jaren veel veranderd is in de installatietechniek zelf, maar ook in de wet- en regelgeving en er veel nieuwe Europese normen zijn gepubliceerd, was een herziening hoog nodig. Mark Oosterveer De NEN 1010 beschrijft als norm dat laagspanningsinstallaties zodanig afgeschermd en veilig uitgevoerd moeten zijn, dat bij normaal gebruik geen gevaarlijke situaties (zoals elektrocutie) voor mens en dier kan optreden. Alle (deel-)installaties die door een laagspanningsinstallatie worden gevoed, kennen specifieke eigen normen. Voorbeelden daarvoor zijn verlichting, beveiligingsfuncties, ICT en meet- en regeltechniek. In de hoofdstukken van de nieuwe versie van de NEN1010 over het installeren van zonnepanelen en medische ruimten zijn de nodige wijzigingen aangebracht. Naast deze en veel andere wijzigingen in de nieuwe norm, zijn ook nieuwe onderwerpen toegevoegd. Zo is er veel aandacht voor parallelle voedingssystemen en overspanningsbeveiliging. Doordat bedrijven en consumenten meer energie en steeds meer gevoelige apparatuur gebruiken, verdient dit de nodige aandacht. Een ander nieuw opgenomen hoofdstuk betreft het aansluiten van laadpalen voor elektrische auto’s. Zowel de bestaande als nieuwe technieken vragen om duidelijke normen en heldere beschrijving van wat goed en veilig is. Bovendien moeten alle deelinstallaties periodiek worden geïnspecteerd op basis van de van toepassing zijnde normen.

elektrotechnische installaties gebeurt in toenemende mate via geautomatiseerde beheersystemen. Hierdoor hebben of krijgen alle normen op de specifieke deelgebieden raakvlakken met NEN 1010. NEN 1010 wordt dan ook de ‘moedernorm’ van alle aanverwante laagspanningsnormen genoemd. De huidig gangbare editie van 2007 was door de sterk stijgende toepassing van nieuwe technologieën toe aan een nieuwe versie. Een versie die bovendien past bij de Nederlandse maatschappij en gebruikte technieken. De nieuwe laagspanningsnorm NEN 1010 die komend najaar door NEN gepubliceerd wordt, is dan ook voor meer dan negen-

tig procent Europees van inhoud. En die Europese eisen zijn mede door Nederland bepaald. De normcommissie heeft er voor gezorgd dat nieuwe eisen vanuit andere lidstaten zijn tegengehouden of aangepast. De nieuwe nationale norm sluit aan bij de eisen in de wereldwijde normreeks IEC 60364. De stijl en opzet van de NEN 1010:2015 zal naar verwachting gelijk blijven aan de norm van 2007. De wijzigingen zijn vooral technischinhoudelijk van karakter.

Toegankelijker Naast de inhoudelijke aanpassingen is ook de naam van de norm gewijzigd: van ‘Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties’ in ‘Elektrische installaties voor laagspanning – Nederlandse implementatie van de HD-IEC 60364-reeks’. Hiermee wordt een voorschot genomen op enkele delen van NEN 1010 die in de nabije toekomst gepubliceerd gaan worden en die met de onderwerpen energie-efficiency en smart grids verder gaan dan alleen veiligheid. Ook wordt met deze naam een verbinding gemaakt met het internationale karakter van de elektrotechniek. In ons land is normcommissie NEC 64 ver-

Wereldwijde normreeks De voeding, aansturing en controle van

46 MaintNL

IMA8 MN NEN.indd 46

8 - 2015

23-09-15 12:03


antwoordelijk voor NEN 1010. De Technische Commissie past NEN 1010 voortdurend aan de jongste Europese en mondiale ontwikkelingen aan. Dat leidt dit jaar tot een volledig vernieuwde editie van de norm.

Daarnaast wordt door de Implementatiecommissie van NEC 64 gewerkt aan een geheel nieuwe stijl, structuur en opzet voor NEN 1010. Behalve technische ontwikkelingen doen zich namelijk ook politieke en maatschappelijke ontwikkelingen voor. Eén daarvan is de terugtredende overheid, die het toezicht op de veiligheid van elektrotechnische installaties steeds meer aan de markt zelf overlaat. Behalve de elektrotechnische bedrijfstak hebben ook andere (ook niet direct technische) belang bij NEN 1010 en aanverwante normen. Ook voor hen wil NEC 64 deze norm toegankelijker maken.

FOTO: KIBS

‘Zowel bestaande als nieuwe technieken vragen om duidelijke normen en heldere beschrijving van wat goed en veilig is.’

Ontwikkelingen volgen

In ‘WerkenmetNEN1010.nl’ zijn diverse overzichten beschikbaar: • Belangrijkste wijzigingen in de nieuwe NEN 1010. • De meest relevante wetgeving met handige verwijzingen. • De belangrijkste normen die in relatie staan tot NEN 1010.

Om het werken met NEN 1010 te vergemakkelijken wordt per 1 oktober ook een online platform ‘WerkenmetNEN1010.nl’ gelanceerd. Hiervoor kunnen NEN 1010-gebruikers een licentie afsluiten. Klanten die nu een licentie voor NEN 1010-plus hebben, gaan automatisch over naar het nieuwe online platform. Op het platform werkt de licentiehouder in een eigen werkomgeving. Vanzelfsprekend is hierin de nieuwe norm online beschikbaar, en deze is uitgebreid doorzoekbaar.

In het overzicht met de meest gestelde vragen (FAQ), vinden gebruikers al veel antwoorden. Deze lijst wordt continu verrijkt met vragen die bij de klantenservice binnenkomen en natuurlijk de antwoorden daarop. De agenda, waarin de data van NEN 1010-trainingen en evenementen staan, wordt actueel gehouden en newsfeeds houden de mensen op het platform op de hoogte van ontwikkelingen.

Informatiebijeenkomst De normcommissie NEN 1010 wil graag de ervaringen uit het werkveld horen. De normcommissie is dan ook voornemens om een klankbordgroep ‘Platform NEN 1010’ op te richten. Er wordt gestreefd naar zo’n dertig deelnemers uit de installatie- en inspectiebranche. Met het delen van de ervaringen hoopt de commissie een brug te slaan tussen de praktijk (de werkzaamheden in het veld) en de theorie (de norm). In december vindt een open informatiebijeenkomst plaats. Neem voor meer informatie daarover contact op met Johan van Velthoven bij de NEN. Op 27 november praat de NVDO u bij tijdens een interessante lunchbijeenkomst in Ede. Zie hiervoor ook de agenda in deze MaintNL of de NVDO-website voor deelname. ■ MaintNL 8 - 2015 47

IMA8 MN NEN.indd 47

23-09-15 12:03


De Vloer Op

Sleutelen aan gigantische thermosflessen Bij Linde Gas Benelux produceert en levert men industriële gassen voor allerlei doeleinden. Frans Hesselberth is Hoofd afdeling Uitvoering van de afdeling Services en komt daardoor op veel verschillende plekken voor revisie, onderhoud en het klaarmaken en plaatsen van klantinstallaties. ‘De grootste uitdaging in het werk is analyseren en het bedenken van oplossingen.’ Ingrid Rompa De grootste opslagtank op het terrein van Linde Gas Benelux in Schiedam is circa vijftien meter hoog. ‘Deze heeft een inhoud van 60.000 liter’, vertelt Frans. ‘We krijgen veel oude bulktanks retour. Die bouwen we zo om, dat de appendages (kranen, ventielen en afsluiters, red.) helemaal in RVS staan. Ze worden opnieuw geschilderd en er komt een nieuwe telemetrie-unit op.’

‘We zitten als bedrijf echt overal. En dat is het leuke van mijn werk.’ Dit zijn kleine tanks, zegt hij terwijl hij een tank van 3.000 liter en een van 12.000 liter aanwijst. ‘Bij het Erasmus Medisch Centrum staat er een van 27.000 liter en in Europoort hebben we er een van 80.000 liter staan met LNG er in.’ Elke drie jaar voert Linde Gas Benelux inspecties uit bij haar klanten. ‘Iedere zes jaar moet sowieso voor de wettelijke keuring apparatuur aan de buitenkant worden vervangen. Die keuringen mogen we zelf uitvoeren. Ieder jaar doen we daar een audit voor.’ De tanks kunnen wel dertig tot veertig jaar mee, maar in die tijd veroudert de apparatuur en daar moet wat aan worden gedaan. ‘Vooral de appendages slijten. Ook krijg je

48 MaintNL

regelmatig te maken met vernieuwde technieken. De digitalisering is hier uiteraard ook ingezet. En we zijn voor de apparatuur aan de buitenkant bijvoorbeeld overgegaan van koper op RVS. Dat heeft een veel langere levensduur.’

Thermosfles De binnenkant van zo’n tank kan je vergelijken met een thermosfles, legt Frans uit. ‘Hij is dubbelwandig. Je hebt een roestvrijstalen binnentank, er is een buitentank en daartussen zit een vacuümruimte. Dat is nodig voor het handhaven van de temperatuur. We praten hier over 196 graden onder nul. Die ruimte wordt dus opnieuw vacuüm gemaakt tijdens onderhoudswerkzaamheden. Soms is dat deel lek en dan moeten we het repareren. Als de vacuümruimte lek is, gaat de temperatuur van de vloeistof en dus ook de druk omhoog.’ De buitentank is

van staal gemaakt. Eens in de zoveel tijd wordt die geschilderd. Dat gebeurt door een extern schildersbedrijf.’ Op het terrein in Schiedam staan ook verdampers. Frans: ‘Die worden gebruikt om uit vloeibare producten gas te maken. Ze staan altijd bij een bulkinstallatie. Even ter illustratie: één liter vloeibare stikstof is bijna een kuub gas. Die verdampers onderhouden wij ook zelf: we spoelen ze, ze worden gereinigd en het frame wordt geschilderd.’ De bulkwagens vervoeren en lossen de gassen in de tanks, legt Frans uit. ‘Deze wagen staat hier nu voor reparatie. Ook dat doen wij zelf. In totaal hebben we hier vijf monteurs lopen voor onderhoud en revisie van bulktanks en apparatuur en nog eens negen man buiten voor onderhoud, plaatsing en storingen. Onze afdeling heeft korte lijnen, dus dat is prettig.’

Keihard The Linde Group produceert medische- en technische gassen, maar werkt ook in de voedingsmiddelenindustrie. ‘We leveren bijvoorbeeld snelvriestunnels, waarmee je heel snel je producten kunt invriezen. Ze zeggen wel eens: van het land op het bord. Dat is ook werkelijk zo. Een kip komt na vijf minuten keihard bevroren uit een vriestunnel. Vroeger deden ze daar 48 uur over.’

PROFIEL Naam: Frans Hesselberth Leeftijd: 52 jaar Opleiding: LTS, LTS B-Metaal, Elektrotechniek, Hydrauliek, Pneumatiek, Hydro regeltechniek, PLC-techniek, managementopleiding. Bedrijf: Linde Gas Benelux B.V. Functie: Hoofd afdeling Uitvoering, afdeling Services Soort werkzaamheden: revisie, klaarmaken en plaatsen klantinstallaties, onderhoud.

8 - 2015

IMA8 MH DeVloerOp.indd 48

23-09-15 12:00


FOTO’S INGRID ROMPA

Frans Hesselberth: ‘Ik ben helemaal onderaan begonnen. Dat is wel het beste, vind ik. Dan weet je waarover je praat.’

De gassen worden ook gebruikt bij gasverpakte producten in de supermarkt. ‘Ons gas wordt toegevoegd om de houdbaarheid te verlengen en de geur, kleur en smaak te behouden.’ In ziekenhuizen levert het bedrijf onder meer aansluitingen voor beademing, aldus Frans. ‘We zitten echt overal, dat is het leuke van mijn werk. Wat ik heel mooi vind, is dat patiënten met een vaatje zuurstof nog goed kunnen meekomen in het gewone leven. Ook door de concentrators die thuis staan en zuurstof maken voor de patiënten. Dat is toch mooi, dat dat kan! Daarnaast leveren we ook CO2 aan tuinders. Om producten sneller te laten groeien, zodat ze per jaar vaker kunnen oogsten.’ De ogen van Frans beginnen te stralen wanneer hij over zijn werk praat. ‘Ik werk hier nu 35 jaar en ik heb het nog steeds heel erg naar mijn zin. Ik ben hier rechtstreeks na mijn schooltijd terecht gekomen en ben nooit meer weggegaan. In mijn carrière heb ik de dingen gedaan die ik wilde: als monteur heb ik met mijn handen gewerkt, daarna kreeg ik meer klantcontacten als buitenmonteur en sinds elf jaar geef ik leiding aan de groepen die ik zelf heb doorlopen. Ik ben

dus helemaal onderaan begonnen. Dat is wel het beste, vind ik. Dan weet je waarover je praat. De jongens proberen me wel eens in de maling te nemen, maar dat gaat eigenlijk niet omdat ik weet hoe het zit.’

‘Een kip komt na vijf minuten keihard bevroren uit een vriestunnel. Vroeger deden ze daar 48 uur over.’ Het is een behoorlijk groot bedrijf, zegt Frans. ‘Ik ben begonnen bij Hoek Loos. Daarna heeft Linde AG wereldwijd AGA Gas overgenomen en vervolgens zijn ook wij overgenomen door The Linde Group, waarmee al decennia lang een knowhowovereenkomst bestond. Ik ben kaderlid van de bond en ik zit in de OR, dus ik ken het bedrijf wel redelijk goed. In de loop der jaren is er veel veranderd, zoals de gastoepassingen bijvoorbeeld. De installaties zijn ook vele malen groter geworden. Je ziet de

technieken echt verbeteren. Ook het bedrijf is steeds groter geworden. Wereldwijd werken er meer dan 60.000 man. We zijn een van de grootste spelers ter wereld in de gassenindustrie.’

Koudetechnieken Een van de specialismen van Linde is koudetechnieken. ‘De apparatuur is heel anders dan een gewone afsluiter’, zegt Frans. ‘De onderhoudswerkplaats die de apparatuur bouwt en de monteurs die het in het land plaatsen, moeten rekening houden met een bepaalde manier van werken. De manier van aanleggen van het leidingwerk is bijvoorbeeld heel belangrijk. We adviseren klanten daar ook bij. Dat moet wel, want anders kunnen er rare dingen gebeuren. Het gaat niet alleen om onze installaties, maar ook over hoe je ze gaat aansluiten.’ Frans is er soms bij aanwezig, voor een werkplekinspectie. ‘Maar onze monteurs weten precies wat ze moeten doen. We hebben een opstellingstekening met het hele proces, zoals de loop van het leidingwerk en de betrokken installaties. Dat is allemaal van tevoren hier bepaald. De mannen krijgen de tekeningen mee en zij weten precies MaintNL 8 - 2015 49

IMA8 MH DeVloerOp.indd 49

23-09-15 12:00


Uw water, onze zorg! Al ruim 30 jaar is Lubron dé specialist in waterbehandeling. Met hedendaagse technieken ontwikkelen wij voor iedere specifieke toepassing een optimale oplossing. Onze werkwijze is een goed samenspel tussen apparatuur, additieven en service. Daarmee zijn wij uniek, want wij: ontwikkelen en maken zelf apparatuur op maat voor uw toepassing; formuleren zelf de additieven voor een optimale conditionering; hebben zelf ons eigen serviceteam dat uw installatie 24 uur per dag en in heel Nederland in optima forma kan houden. Dat geeft zekerheid. Lubron heeft de kennis en de middelen om voor u vrijblijvend systeemscans uit te voeren voor bestaande of nieuwe te realiseren systemen. Daarmee krijgt u een goed beeld of het systeem (nog) voldoet aan de huidige regelgeving en de laatste stand der techniek. Uw eerste stap: www.lubron.eu.

Apparatuur

Service

Klant

Additieven

Lubron Waterbehandeling B.V. Mechelaarstraat 38 4903 RE Oosterhout Tel 0162 426931 Fax 0162 459192 www.lubron.eu

A New Videoscope with a Clear VisionIndustrial Videoscope The IPLEX RX provides unsurpassed image quality yet is user-friendly, and boasts a portable design. The videoscope is ideal for inspectors who require uncompromised and precise inspections. • Our brightest and sharpest image quality by the unique PulsarPic™ image processor • Expanded image adjustment capability • Compact, multi-positioning design for comfortable transport and inspection • Various lengths ranging from 2m to 7.5m • Heavy duty system compliant with MIL-STD and IP55 • Improved Stereo Measurement Functionality

Industrial Videoscope

Besides the iPLEX RX, Olympus is offering a larger range of video endoscopes to fulfill specific needs. For tubing inspection, there have been developed specific lenses with a wider opening angle and dual view. Olympus can also offer solutions for UV light endoscopes. For more information, please contact us.

Postbus 18, Postbus 2380 AA 18,Zoeterwoude 2380 AA Zoeterwoude | Telefoon:| 071 Telefoon: 5450 850 071 5450 | info@olympus.nl 850 | info@olympus.nl | www.olympus.nl | www.olympus.nl

IMA8 Advertenties.indd 50

www.olympus-ims.com www.olympus-ims.com

22-09-15 20:02


De Vloer Op

hoe ze het moeten bouwen. Bij de afdeling Services werken engineers, projectmanagers en mijn groep mensen.’ Door nieuwe regelgeving wordt het werk wel wat ingewikkelder, vindt Frans. ‘Je moet goed plannen en afspraken maken. Je bent soms al weken van te voren bezig. Bij bepaalde bedrijven word je zelfs medisch onderzocht voordat je op een locatie wordt toegelaten. En als je op een plant bent geweest, word je nog een keer onderzocht. Dan loop je ook met maskers et cetera. Onze monteurs hebben ook veel opleidingen gevolgd, waaronder H2S-opleidingen (voor het omgaan met zwavelwaterstof, red.), want ze zitten vaak in explosieve gebieden. Daar moeten ze ieder jaar voor worden opgeleid. Bij waterzuiveringsbedrij-

ven, waarvoor wij ook werken, kom je weer andere dingen tegen. Het water wordt met behulp van onze apparatuur geïnjecteerd met zuurstof. Daar heb je te maken met bacteriën, waar je de controle goed op moet houden.’

Veiligheid Ook bij cryobanken en ziekenhuizen is veiligheid voor onze mensen belangrijk, zegt Frans. ‘Bij cryobanken staan allerlei kweekjes van ziektes in vloeibare stikstof, waarmee onze mensen in aanraking zouden kunnen komen. Net als met bloed- en spermaproducten. Onze monteurs plaatsen deze installaties en ze doen ook het onderhoud ervan. Daarom moeten ze van tevoren worden ingeënt.’

De inspecties zijn eveneens ingewikkelder dan vroeger. ‘Je moet je vooraf aanmelden en dan weet je dat je nog een aantal stappen moet nemen. Vaak moet je een filmpje kijken, vragen invullen (VCA) enzovoort. Bij Linde is veiligheid prioriteit nummer één, maar er zijn klanten die nog veel extra eisen stellen. Wij mogen op een ladder tot zes meter hoogte, maar bij bepaalde klanten moet je toch een stelling neerzetten bij twee meter. Iedere locatie is weer anders en ook dat maakt het leuk en interessant werk.’ De grootste uitdaging in het werk is analyseren en het bedenken van oplossingen, vindt Frans. ‘De business kennen we, maar ervoor zorgen dat de zaken goed blijven draaien en de klanten tevreden zijn, is het allerbelangrijkste. Ik heb wel eens gehad dat ik een installatie moest plaatsen en alles op locatie aanwezig was, behalve de weg om bij de locatie te komen. Ik heb toen diverse bedrijven benaderd die rijplaten hadden. Ja, je loopt wat uit qua tijd, maar het maakt het erg leuk als alles lukt en de klant tevreden is. Als alles soepel loopt, is het werk ook minder spannend. Toch houd ik daar persoonlijk wel van. Het voortraject vind ik zelf het allerleukste.’ ■

MaintNL 8 - 2015 51

IMA8 MH DeVloerOp.indd 51

23-09-15 12:00


Asset Management

Duurzaamheid inpassen in onderhoud De provincie Gelderland werkt op een nieuwe manier binnen het asset management. Denis Crain, asset beheerder van de provincie Gelderland, legt uit hoe je kan inspecteren aan de hand van organisatiewaarden. Dagmar Aarts Dit doet hij aan de hand van een Gelderse casus omtrent civiele kunstwerken. De wens van de asset owner is om duurzaamheid te verankeren in de geplande aanpak van het onderhoud aan het wegennetwerk van Gelderland, ook wel de trajectprogrammering genoemd. Crain: ‘Deze trajectprogrammering doen wij al sinds 2007. We hebben een aantal trajecten benoemd waar we eens in de negen jaar onderhoud aan doen.’ De informatiebehoefte wordt anders omdat de provincie van de oorspronkelijke werkwijze van het zelf doen, meer naar een regisserende functie is gegaan. Eerst kon de provincie Gelderland tijdens het proces zelf ter plekke bijsturen. Crain: ‘Doordat we nu meer gaan regisseren komen er meer partijen bij, die we moeten laten weten welke oplossing we gaan toepassen, bijvoorbeeld qua duurzaamheid. We moeten bandbreedtes gaan meten: dit is ons minimale acceptabele en dit is het maximale dat we willen bereiken. Daartussen, geachte aannemer, willen we dat het beheer en onderhoud wordt uitgevoerd.’

iAMPro In de Pas 55 en ISO 55000 staat volgens Crain wel wat je moet doen om binnen de infrastructuur asset management toe te passen, maar er staat niet hoe je dat kan inrichten binnen je eigen organisatie. Om dat makkelijker te doen, is iAMPro bedacht. Dat staat voor Infrastructuur Asset Management Professionals. Waarbij in een aantal stappen wordt bepaald hoe je een heel proces van ‘beleid en strategie’ naar het uiteindelijke onderhoud doorloopt.

52 MaintNL

IMA8 MP WOW.indd 52

Het gaat er volgens Crain vooral om dat de asset owner en de asset beheerder heel duidelijk van elkaar weten wat ze willen en dat dat ergens duidelijk komt te staan. De verwachtingen moeten op voorhand scherp zijn gemaakt. ‘Dat vraagt nogal wat’, zegt Crain. ‘Het vraagt binnen Gelderland een andere manier van werken. Ik denk dat er meer terugkoppeling nodig is. Het is ontzettend van belang dat de asset owner en asset manager scherp afspreken wat men van elkaar verwacht. In dit geval gaat het er dus om hoe duurzaamheid in te passen is in het onderhoud.’

Scoren Het is lastig om te scoren wanneer een civiel kunstwerk meer of minder duurzaam is. Dus moest er worden bedacht hoe duurzaamheid uitgedrukt en gemeten kan worden en mee kan worden genomen in de prestaties van de kunstwerken. Crain: ‘Duurzaamheid is wel te scoren doordat het in thema’s is in te delen. Denk aan thema’s als klimaat en energie, materialen en grondstoffen, maar ook leefomgeving, mobiliteit, natuur, ruimte, water en bodem. Dan heb je een aardig spectrum afgedicht waar je op kan scoren. Maar dat is nog steeds ruim voor begrip vatbaar. Daarom hangen we aan die thema’s weer belangrijke aspecten. Bij klimaat en energie hebben we het bijvoorbeeld over besparing op natuurlijke hulpbronnen en over duurzame alternatieven die toekomstbestendig zijn. De civiele kunstwerken als bruggen, viaducten en tunnels hebben zelf ook prestaties waar ze aan moeten voldoen. Ze moeten

bijvoorbeeld het verkeer kunnen dragen binnen de gestelde regelgeving, moeten onderhoudbaar zijn et cetera. Hoe kan ik nou de prestaties die op de kunstwerken gelden in relatie brengen met de duurzaamheidswensen?’

Kruistabel In een kruistabel heeft Crain overzichtelijk gemaakt hoe de prestaties van de Gelderse kunstwerken zich verhouden tegenover bijvoorbeeld het besparen van natuurlijke hulpbronnen of de toekomstbestendigheid. ‘Die relatie breng ik in beeld en vervolgens geef ik aan wat ik dan als asset beheerder kan leveren om tegemoet te komen aan die toekomstbestendigheid. Door die eisen specifiek te maken, maak ik op dat punt een aspect van die duurzaamheid meetbaar. Zo kan ik van een kwalitatieve wens naar een kwantitatieve eis gaan. Dat kan vervolgens weer aan de inspectie worden gekoppeld, zodat bekend is wat er moet worden gemeten.

‘Het is ontzettend van belang dat de asset owner en asset manager scherp afspreken wat men van elkaar verwacht.’ De casus is nu nog theorie. Op dit moment wordt er nog een verdere invulling gegeven aan welke prestaties en netwerk in het kader van duurzaamheid moet worden voldoen. Aan welke duurzaamheidseisen willen we dat het netwerk voldoet?’

Prestaties Crain vervolgt: ‘Er zijn aspecten vanuit duurzaamheid die ik heb vertaald vanuit

8 - 2015

23-09-15 12:05


FOTO: RIJKSWATERSTAAT | RENS JACOBS

kunstwerken, maar ik heb nog niet gehoord hoe zich dat verhoudt tot mijn andere assets. En ik heb ook nog niet gehoord of dit de verwachting is die mijn asset owner (de gedeputeerde van de provincie Gelderland) daarbij heeft. De meest logische stap is om over deze punten in gesprek te gaan om te beslissen hoe we het in het veld gaan aanpakken.’

Crain heeft al wel een paar conclusies getrokken. ‘Om duurzaamheid te verankeren in trajectprogrammering is het belangrijk om te beseffen dat de prestaties van de assets niet één op één samengaan met duurzaamheidsaspecten. Het kan dat een plan goed scoort op duurzaamheid, maar dat er toch niet voor wordt gekozen omdat het minder scoort op andere prestaties van

het kunstwerk. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een betonnen kunstwerk goed scoort op onderhoudbaarheid en toekomstbestendigheid, maar doordat het beton is, scoort het weer slecht op CO2-footprint. Toch wordt er dan wel voor dit plan gekozen, omdat de meeste andere prestaties wel goed zijn. Dat is een inzicht dat ik na dit traject heb gekregen.’ ■ MaintNL 8 - 2015 53

IMA8 MP WOW.indd 53

23-09-15 12:05


Life-cycle civil engineering

Civiele wereld verlegt focus naar life-cycle engineering De International Association for Life-Cycle Civil Engineering (IALCCE) is negen jaar geleden speciaal opgericht om de kennis en ervaring van die landen te bundelen en uit te wisselen. Om de twee jaar houdt het gezelschap van wetenschappers, civiele ingenieurs en infrabeheerders een groot congres rondom het thema lifecycle civil engineering en volgend jaar, 16 tot en met 19 oktober, is Nederland gastland van het voor de civiele wereld prestigieuze congres. David van Baarle Jos Wessels, projectleider infrastructuur bij TNO, vergelijkt het binnenhalen van het congres met de Olympische Spelen. De Nederlandse vertegenwoordigers van IALCCE stelden dan ook een ‘bid book’ samen om de organisatie ervan te overtuigen dat Delft en InfraQuest de meest logische keuzes waren om dit topcongres te faciliteren. Het thema van het congres, Civil engineering from a life-cycle perspective, is niet geheel uit de lucht gevallen. Bijna alle landen die zijn vertegenwoordigd in de internationale organisatie hebben wel op een of andere manier last gehad van de economische crises van de afgelopen jaren. Zowel de kredietcrisis als de Eurocrisis hebben tot nieuwe maatschappelijke inzichten geleid. Het heeft de landen met de neus op de feiten gedrukt dat het streven naar winst op de korte termijn niet altijd het maatschappelijke belang dient. Door die manier van denken staan de ontwikkelde landen nu voor uitdagingen op het gebied van klimaatverandering en luchtvervuiling, maar ook voor sociale vraagstukken als gevolg van die veranderingen. De reactie op deze uitwassen van de korte termijn politiek is een nieuwe focus op levenscyclus denken en de zogenaamde circulaire economie. Door anders te kijken naar grond- en hulpstoffen en energie wordt het mogelijk om de schaarse middelen nuttig in te zetten zonder de omge-

54 MaintNL

IMA8 MO Infra.indd 54

ving extra te belasten. Maar daarvoor zijn wel nieuwe inzichten nodig en een sterkere focus op asset management.

Samenwerking Jaap Bakker van Rijkswaterstaat is programmamanager van InfraQuest: een samenwerking tussen Rijkswaterstaat, TNO en de TU Delft op het gebied van infrastructuur, met als belangrijke focus om de uitdagingen van een circulaire economie voor beheer en onderhoud het hoofd te kunnen bieden. Bakker: ‘Het idee achter deze samenwerking is dat we door bundeling van fundamentele wetenschap, toegepast onderzoek en de praktijkkennis van de sector sneller een antwoord kunnen geven op de vragen die ontstaan door de nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van life-cycle

IALCCE 2016 Hoewel inschrijvingen voor de minisymposia en speciale sessies nog welkom zijn, is een groot aantal lezingen al bekend. Een kleine greep uit het aanbod. • Life-Cycle Performance of Structural Systems under Multiple Hazards. Over de impact van natuurlijke degradatieprocessen door veroudering en vermoeiing en externe schade op de prestatiemodellen. • Life-Cycle Performance Assessment of Civil Engineering Systems. Over de impact van zout op de degradatie van gewapend beton. • Life-Cycle Engineering for Hydraulic Structures, Levees, and other water related Infrastructure. Over life-cycle management van natte infrastructuur. • Building Information Models (BIM) for the life-cycle. Over het gebruik van BIM voor life-cycle management. • Issues and Challenges in real-world applications of Structural Health Monitoring. Over conditiemonitoring van kunstwerken met behulp van sensoren en andere hulpmiddelen. • Construction in the context Sustainable Development. Over duurzame ontwikkeling in de bouw en bebouwde omgeving. • Assessment of Structural Capacity by proof loading. Over het proefbelasten van bruggen. • Learning from Excellent Performance. Wat kun je leren van goede dingen uit het verleden? • Engineering adopting to Climate Change. Hoe spelen we in op klimaatverandering? Meer informatie over het congres en het programma is te vinden op www.IALCCE2016.org.

8 - 2015

23-09-15 12:04


FOTO: RIJKSWATERSTAAT | TON BORSBOOM

management. We zijn gestart vanuit de netwerkgedachte zodat we relevante inzichten ook direct kunnen toepassen om het infrabeheer van de toekomst betaalbaar en betrouwbaar te houden. En die inzichten en praktijkervaringen moeten uiteindelijk ook weer op de universiteiten worden ingezet om de ingenieurs van de toekomst klaar te stomen: moderne ingenieurs die complexe multidisciplinaire vraagstukken kunnen oplossen. Om dit gestructureerd te kunnen doen, hebben we een viertal aandachtsgebieden geformuleerd: natte kunstwerken, droge kunstwerken, asset management en wegen. Doordat we problemen gezamenlijk aanpakken, kunnen we actuele uitdagingen snel het hoofd bieden. Rijkswaterstaat weet namelijk welk onderzoek nodig is en de TU Delft kan daar dan promovendi opzetten, waarna TNO ervoor zorgt dat het fundamenteel onderzoek wordt vertaald naar de toepasbaarheid in de praktijk. Doordat we gezamenlijk acteren, wordt het ook eenvoudiger om financiering rond te krijgen.’

Van nieuwbouw naar beheer Rijkswaterstaat staat volgens Bakker voor een behoorlijke uitdaging: ‘De civiele wereld is van oudsher gefocussed op nieuwbouw. Studenten leerden tijdens hun opleiding hoe ze constructies moeten ontwerpen en de draagkracht berekenen om ze vervolgens te bouwen. Beheer en onderhoud was daar vaak ondergeschikt

aan. Inmiddels gebeurt het nog maar zelden dat geheel nieuwe infrastructuur wordt aangelegd. Er is bijna altijd sprake van een aanpassing van een bestaande situatie. Zo nu en dan wordt er nog een extra verbinding gemaakt, maar in toenemende mate hebben onze werkzaamheden betrekking op aanpassing en verbetering, onderhoud of renovatie. Het ingrijpen in een bestaande weg is bijvoorbeeld veel ingewikkelder dan het bouwen van een nieuwe weg door een weiland. Bovendien ontstaan vele nieuwe uitdagingen, omdat bestaande infrastructuur veroudert en steeds zwaarder wordt belast, maar wel veilig in gebruik moet blijven.’

Jaap Bakker: ‘Inzichten en praktijkervaringen moeten op de universiteiten worden ingezet om de ingenieurs van de toekomst klaar te stomen.’ Rijkswaterstaat is van oudsher een echte projectorganisatie. ‘Een geoliede productiemachine, die als neventaak ook onderhoud deed. We hebben in het verleden nooit echt hoeven nadenken over wat we moeten doen als onze infrastructuur het einde van

zijn levensduur nadert. Vanaf de Tweede Wereldoorlog tot nu was alles gericht op groei. Inmiddels zijn die toen aangelegde kunstwerken en wegen zo’n vijftig tot zestig jaar oud. Vele natte kunstwerken, zoals sluizen en stuwen, zijn al zo’n tachtig tot honderd jaar oud. Je ontkomt er niet aan dat over zo’n tijd degradatie optreedt aan de assets, en daar komt nog bij dat de belasting in die jaren ook nog eens flink is toegenomen. Probeer je maar eens het verkeer uit de jaren vijftig en zestig voor te stellen, en bedenk dan dat het huidige zware, drukke verkeer vaak nog steeds over deze bruggen rijdt. Veel van het onderzoek dat we uitvoeren richt zich dan ook op de integriteit van die structuren.’ Het blijkt gelukkig dat veel bruggen, viaducten of bijvoorbeeld fly-overs redelijk conservatief zijn gebouwd. Dat wil zeggen: men heeft berekeningen gemaakt voor de krachten die men verwachtte die zo’n structuur moest houden en deed daar voor de zekerheid nog een schepje bovenop. Dat betekent dat met name veel betonnen structuren ook vandaag de dag nog steeds hun functie prima kunnen vervullen. ‘Rekenregels voor ontwerp zijn vaak conservatief, en als je beter rekent dan ontdek je dat constructies meer kunnen hebben dan je bij het ontwerp had aangenomen. Maar dan moet je dus wel heel goed weten wat je doet. Daar liggen nog vele technische uitdagingen. Toch wil je in sommige gevallen MaintNL 8 - 2015 55

IMA8 MO Infra.indd 55

23-09-15 12:04


®

www.panolin.nl • Biologisch • afbreekbare • synthetische • hydrauliek-olie • Zeer lange • levensduur • 10.000 draaiuren • zonder olie • te verversen

Hydrauliekolie met een natuurlijk karakter Duport Lubricare - Archimedesstraat 9 7701 SG Dedemsvaart - 0523-619892 info@panolin.nl

Verkoop stoom- en warmwaterketels

Eco Steam Trading & Consultancy bv

www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com

IMA8 Advertenties.indd 56

22-09-15 20:02


FOTO: RIJKSWATERSTAAT | HENK ROOLVINK

Life-cycle civil engineering

zeker weten dat materiaal zich zo gedraagt als in de modellen berekend is en of de integriteit van de gehele brug daarmee is geborgd. Ontwikkeling van slimme meetmethoden is dus nodig.’

Multidisciplinair ‘We hebben niet alleen inzicht nodig in degradatiemodellen van materialen of combinaties van materialen, maar ook manieren om daadwerkelijk te zien wat er zich binnen in zo’n constructie afspeelt. Nieuwe inspectiemethodes, die we het liefst in kunnen inzetten zonder de constructie aan te tasten, helpen ons om beslissingen te nemen op het gebied van onderhoud. Daarom wordt er ook onderzoek gedaan naar manieren om gecontroleerd te kunnen proefbelasten. Normaal gesproken zijn we erg huiverig om stresstesten uit te voeren omdat je daarmee ook een risico loopt dat een constructie daadwerkelijk bezwijkt. Er zijn echter methodes bekend die de vervorming kunnen monitoren en met geluidsignalen het ontwikkelen van interne scheurtjes kunnen opvangen, zodat je weet wanneer je moet stoppen met beproeven zodat de constructie intact blijft. En als we besluiten tot renovatie of een aanpassing van infrastructuur, moeten we ook weten hoe we dat zo efficiënt en doelmatig mogelijk kunnen uitvoeren, met zo min mogelijk hinder voor de gebruikers. Daar zien we bijvoorbeeld dat steeds meer disciplines elkaar gaan overlappen. Bij een grootschalig project zoals de Randweg Eindhoven, zag je dat een weg volledig kan worden aangepast terwijl het verkeer gewoon doorrijdt. De ingenieurs die hieraan hebben gewerkt hebben hele knappe uitvoeringstechnieken toegepast, met

knappe logistiek en zorgvuldig omgevingsmanagement. Dat is meer dan techniek, en vereist multidisciplinair denken en handelen. De Civiel Ingenieur 2.0 dus. Ook in het projectmanagement, maar bijvoorbeeld ook in het omgevingsmanagement krijgen we steeds nieuwe inzichten. We denken bijvoorbeeld steeds meer gebiedsgericht en werken nauw samen met partners zoals gemeentes, provincies enzovoorts. Ons land is heel vol en je kunt eigenhandig eigenlijk niet meer zomaar ingrijpen.’

Competenties De visie op mobiliteit is de afgelopen jaren ook nog eens behoorlijk veranderd waardoor het infranetwerk heel anders wordt gebruikt dan waarvoor het ooit is ontworpen. En die ontwikkelingen blijven doorgaan. Men is nu al bezig met de ontwikkeling van zelfrijdende auto’s. Wat betekent dat voor de infrastructuur? Stel je voor dat vrachtauto’s automatisch in colonne kunnen rijden. Dat moet ook zijn weerslag hebben op de belasting op de weg en op kunstwerken. En welke impact heeft de klimaatverandering op het beheer van de natte infra of op de wegen? Hoe houden we ook in de toekomst onze voeten droog? Bakker: ‘We moeten nu al nadenken over dat soort scenario’s om het wegbeheer ook dan veilig en betaalbaar te houden. Dat vraagt ook om heel andere competenties. Wij, als wegbeheerder, krijgen meer een regierol en moeten de grote lijnen in de gaten houden, maar ook kunnen omgaan met risicomanagement en life-cycle engineering. Studenten kiezen vaak voor een technische studie om nieuwe dingen te bouwen, maar ze worden er niet op voorbe-

reid dat de functie en het functioneren van die assets gedurende de levenscyclus wel eens kan veranderen. Het is dan ook van maatschappelijk belang om anders naar assets te gaan kijken om zo voorbereid te zijn op de uitdagingen van de toekomst. Of wat te denken van data- en informatiemanagement. Hoe kom je aan berekeningen die veertig jaar geleden zijn uitgevoerd en hoe kun je die het beste samenvoegen met de modellen en meetdata van nu? Allemaal nieuwe competenties die we nodig hebben om onze infrastructuur in topconditie te houden.’

Kennisuitwisseling Bakker vervolgt: ‘We merkten al eerder dat we niet alleen staan met die vragen: de rest van Europa, maar ook de Verenigde Staten en Azië kennen een zelfde opbouw van de civiele infrastructuur en leeftijd. Natuurlijk zijn er wel verschillen in accenten en focus. Wij hoeven bijvoorbeeld geen rekening te houden met aardbevingen en de zachte ondergrond van Nederland vraagt om een andere benadering dan de bergachtige omgeving van Oostenrijk. Toch kunnen we veel van elkaar leren. Ik was dan ook in 2006 bij een ‘life cycle costing’ workshop, dat uiteindelijk de opmaat vormde voor de oprichting van het IALCCE. In 2008 organiseerden we het eerste internationale congres in Italië en volgend jaar is alweer de vijfde editie. Delft is dan vier dagen lang gastheer voor circa vierhonderd wetenschappers, onderzoekers en andere stakeholders uit de civiele wereld.’ ‘We willen graag laten zien welk niveau wij in Nederland hebben gehaald op het gebied van infrabeheer’, vertelt Wessels. ‘Met name het planmatige deel van wegbeheer over een langere periode is iets waar wij wat verder in zijn dan andere landen. Maar uiteraard willen we ook leren van de lessen die andere infrabeheerders hebben geleerd. Je merkt toch dat de focus per land net iets verschilt. Zo hebben Japanners en Taiwanezen vaak een technischere focus, terwijl wij ons meer op planning en organisatie concentreren. Om de uitdagingen van het wegbeheer van de toekomst het hoofd te kunnen bieden, moet je zowel op organisatorisch als op technisch vlak excelleren en dus wisselen we eens in de twee jaar onze kennis en ervaringen uit met onze collega’s uit ongeveer 53 landen.’ ■ MaintNL 8 - 2015 57

IMA8 MO Infra.indd 57

23-09-15 12:04


Asbest

Asbest verwijderen in installaties complex Evenals in gebouwen is asbest te vinden in installaties in de industrie, op schepen en in de offshore. De installaties kunnen moeilijk stilgezet worden voor de asbestverwijdering. De sectoren zoeken daarom samen naar goede methoden voor verwijdering. Jan van den Berg Asbest is de verzamelnaam voor een aantal in de natuur voorkomende mineralen (silicaten) met een vezelstructuur. De naam asbest komt van het Griekse woord asbestos dat onverwoestbaar betekent. Zolang asbest in gebonden toestand verkeert, is er geen gevaar voor de gezondheid, maar als losse asbestvezels worden ingeademd, lopen zij vast in de kleine luchtwegen en longblaasjes. Een deel van de vezels blijft in de longen zitten of migreert naar andere delen in het lichaam en dit kan tot allerlei ziektes leiden, waaronder longkanker. Langzaam maar zeker wordt daarom alle asbest verwijderd uit gebouwen, industriële installaties, schepen en offshoreplatformen. Hoe gebouweigenaren hiermee om moeten gaan, is volkomen duidelijk. De regelgeving is helder en voor inspectie en verwijdering bestaan goede procedures.

Wat bovendien helpt, is dat gebouwen kunnen worden ontruimd, als de asbestverwijdering gaande is. Dat proces kan dan relatief gemakkelijk worden uitgevoerd.

Kennis delen In de procesindustrie en scheepvaart is dat echter anders, zegt Robbert van Dijk. ‘Het is meestal niet mogelijk om een procesinstallatie stil te zetten om het asbest er uit te verwijderen. Dat zou het bedrijf op veel te hoge kosten jagen. Hetzelfde geldt voor schepen en in de offshore.’ Van Dijk is secretaris van de Stichting VIA. Hierin zijn bedrijven verenigd die te maken hebben met installaties waarin asbest is verwerkt. Tot de leden van VIA behoren bedrijven in de (petro)chemie waaronder AkzoNobel, Dow Chemical, ExxonMobil, IOI Loders Croklaan en Shell. Daarnaast zijn

grote elektriciteitsproducenten, maar ook bedrijven uit andere sectoren vertegenwoordigd.

Asbest als afdichting Dat asbest technisch gezien bijna een wondermiddel is, blijkt uit de gevarieerde en zeer brede toepassing in industriële installaties en schepen. Het materiaal is vanaf de jaren veertig van de vorige eeuw tot 1993 toegepast. Tot 1977 mocht het worden verwerkt door het te spuiten. Iedere installatie die voor 1993 is gebouwd, is daarom in principe verdacht. Ook in de industrie en maritieme sector is asbest voornamelijk in gebouwen gebruikt. Het gaat bijvoorbeeld om dakbedekking, leidingen voor drink-, hemel- en rioolwater en kanalen voor rookgassen, ontluchting en ventilatie. Specifiek voor industriële toepassingen zijn onder andere plafonds, dakbeschotten en stralingsafscherming bij vuurhaarden, brandschermen en de ommanteling van ketels. Brandwerende bekleding met asbest in technische ruimtes komt ook veel voor. Verder is asbest populair geweest voor het isoleren van leidingen en het

ASBEST IN DAKEN EN WANDEN WORDT VERBODEN Afgelopen maart heeft de regering besloten dat asbest in daken en wanden van bedrijfspanden na 2024 verboden is. Bedrijven moeten de komende tien jaar zorgen dat asbesthoudende componenten die in contact staan met de buitenlucht vervangen worden. Asbest in gebouwen, zoals asbesthoudend dakbeschot of isolatiemateriaal dat onder dakbedekking zit, wordt niet verboden. Volgens Search Ingenieursbureau heeft 18 procent van de bedrijven in de industrie te maken met asbesthoudende materialen in de dakbedekking. In Limburg en Zeeland liggen deze percentages met respectievelijk 41 en 38 procent een stuk hoger, terwijl er in Flevoland juist weinig gebruik gemaakt is van het asbest. In totaal gaat het om

58 MaintNL

IMA8 MT Asbest.indd 58

260.000 vierkante meter aan dak waarin asbest is aangetroffen. Daarnaast blijkt dat bij 3,5 procent van de bedrijven asbesthoudende materialen in de gevelbekleding zitten. Ook hier is Zeeland de provincie waar relatief veel asbest voorkomt, terwijl hier in Flevoland weinig sprake van is. Gemiddeld gaat het om bijna 1.000 vierkante meter per onderneming. In meer dan 80 procent van de gevallen gaat het om chrysotiel (witte asbest), die over de gehele linie het meest werd toegepast. Daarnaast was er sprake van een combinatie tussen chrysotiel en crocidoliet (bruine asbest), met aan de andere kant chrysotiel met amosiet (blauwe asbest).

8 - 2015

23-09-15 12:11


afdichten van kieren en openingen met het oog op brandvertraging. Een andere toepassing is in garen om isolatiedoeken vast te maken. Asbest komt zelfs voor in relatief kleine componenten. Zo is het bijvoorbeeld toegepast in zekeringen en relais om vonken te doven.

Robbert van Dijk: ‘Een taak van Stichting VIA is om de bedrijven te informeren over de regels en hoe ze die effectief kunnen toepassen.’

In de industrie en maritieme sector is zowel hechtgebonden als niet-hechtgebonden asbest toegepast. Bij hechtgebonden asbest zijn de vezels sterk verankerd in het bindmiddel. Producten waarin de vezels sterk zijn verankerd, zoals in asbestcement, geven weinig vezels af zolang het materiaal onbeschadigd is. Bij niet-hechtgebonden asbest, zoals spuitasbest, zijn de vezels nauwelijks verankerd in het bindmiddel. Dit betekent dat er snel asbestvezels vrij kunnen komen. Deze vezels hebben vaak ook nog een zeer hoog asbestgehalte, variërend van 75 tot 100 procent. Dit maakt niet-hechtgebonden asbest daarom zo gevaarlijk. In verhouding komt er meer niet-hechtgebonden asbest voor dan hechtgebonden asbes in de industrie en maritieme sector.

De meest voorkomende niet-hechtgebonden asbesttoepassingenzijn leidingisolatie, isolatie van ketels, koordmateriaal, coatinglagen, en beplating en isolatie van doorvoeren. Het is ook aanwezig als onderdeel van een installatie of component, zoals pakkingmateriaal tussen flenzen, koordmateriaal in ovens, vilt of papier in

meszekeringen en branddeuren. Hechtgebonden asbest komt echter ook voor, zoals in vonkdovers, golfplaten, dekvloeren, afstandhouders en doorvoerisolatie.

Samenvoegen processchema’s Het verwijderen van asbest isvoor de industrie een complexe zaak. Stichting VIA is

NALEVING VAN REGELS VALT TEGEN De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft in de periode september 2014 tot maart 2015 92 bedrijven bezocht met één of meerdere industriële procesinstallaties die voor 1994 in bedrijf zijn genomen. De ILT heeft onderzocht of bij het onderhouden hiervan het Asbestverwijderingsbesluit is nageleefd. Daarnaast is ook de naleving van het Productenbesluit asbest getoetst. Bij dit onderzoek bleek dat ruim 40 procent van de bedrijven de regels niet of niet geheel naleefde. Inspecteurs gingen na of het betrokken bedrijf op de hoogte was van de asbestregelgeving en zo ja, wat het bedrijf deed om te voorkomen dat mens en milieu worden blootgesteld aan asbestvezels. Op basis van een overzicht van de installaties en de onderhoudslogboeken is nagegaan of onderhoudswerkzaamheden aan de installaties conform het Asbestverwijderingsbesluit zijn verricht. Tijdens een rondgang door het bedrijf is geïnspecteerd of op dat moment daadwerkelijk asbestgerelateerde werkzaamheden aan installaties werden uitgevoerd. Tot slot is in het onderhoudsmagazijn nagegaan of er asbesthoudende reserveonderdelen aanwezig waren. Bij de meeste bedrijven is bekend dat asbestvezels gevaarlijk zijn voor de gezondheid. De ILT heeft geconstateerd dat bedrijven hierdoor open staan voor wijzigingen die als gevolg van de geconstateerde tekortkomingen moeten worden doorgevoerd. Ook treffen bedrijven vaak direct voorzieningen om de risico’s te verminderen. Desondanks zou volgens de ILT het bewustzijn groter moeten zijn dat er asbest in industriële installaties aanwezig kan zijn. Verder is de kennis van asbestregelgeving te beperkt aanwezig. Dat leidt weer tot een te geringe naleving van regels. De ILT inspecteert in de tweede helft van 2015 meer bedrijven met industriële installaties. Dit keer ligt de focus op de voedsel- en drankindustrie.

MaintNL 8 - 2015 59

IMA8 MT Asbest.indd 59

23-09-15 12:11


Asbest

onder andere opgericht om kennis en ervaring uit te wisselen, zegt Van Dijk. ‘De aangesloten bedrijven hebben met gelijksoortige situaties te maken en kunnen daardoor van elkaar leren. Een andere taak is om de bedrijven te informeren over de regels en hoe ze die effectief kunnen toepassen. En

we zorgen uiteraard voor informatie over regels die eraan komen.' Via de stichting kunnen bedrijven echter ook meepraten over de manier waarop bestaande regels kunnen worden uitgevoerd. 'Daarnaast zijn we betrokken bij de ontwikkeling van regels en procedures. Het

WETTEN EN REGELS Het algemene juridische kader betreffende asbest staat in het Arbobesluit en het Asbestverwijderingsbesluit. Deze stellen dat asbestvezels niet naar de omgeving mogen worden verspreid en geven voorschriften voor inventarisatie en verwijdering van asbest. Certificaat SC 530 geeft de werkwijze voor het verwijderen van asbest. Dit certificaat is een verplichting voor bedrijven die deze werkzaamheden uitvoeren. Bedrijven die een asbestinventarisatie maken, moeten in het bezit zijn van het certificaat SC 540. Dit geeft een beschrijving van de inventarisatie van asbest, asbesthoudende producten en met asbest besmet materiaal. SC 547 en SC 548 gaan over de interpretatie en rapportage van validatiemetingen. NEN 2990 beschrijft de manier waarop een afgeschermde ruimte of buitenlocatie waar asbest is verwijderd, moet worden gecontroleerd op de aanwezigheid van asbesthoudende resten. In NEN 2991 wordt beschreven hoe de lucht of asbestverdachte oppervlakken op risico’s kunnen worden beoordeeld in, en rondom gebouwen of constructies waarin asbesthoudende materialen zijn verwerkt. Drie documenten met betrekking tot asbest in de bodem worden momenteel herzien. Het gaat om NEN 5897 (inspectie en monsterneming van asbest in bouw- en sloopafval en recyclinggranulaat), NEN 5707 (inspectie en monsterneming van asbest in bodem en grond) en NTA 5727 (monsterneming en analyse van asbest in waterbodems en baggerspecie).

60 MaintNL

IMA8 MT Asbest.indd 60

is echter niet onze bedoeling dat er voor industrie en scheepsbouw andere regels komen, dan die nu gelden.’ Stichting VIA is vertegenwoordigd in de Werkkamer Proces van Stichting Ascert. Deze beheert de certificatieschema’s die gelden voor asbestverwerking. Zo neemt VIA deel aan normcommissies om input te leveren vanuit de ervaringen van de industrie. De stichting is bijvoorbeeld vertegenwoordigd in de commissies die de NEN 5707, NEN 5897 en NTA 5727 herzien. Binnen Ascert is Stichting VIA ook betrokken bij het opstellen van proces- en persoonscertificatie in de branche voor asbestverwijdering. De stichting is vertegenwoordigd in onder andere de Raad van Toezicht van Ascert evenals in het Centraal College van Deskundigen, de Werkkamer Procescertificering en de Werkgroep Grenswaarden. Verder is er overleg met de Inspectie SZW in verband met de samenvoeging van de processchema’s voor asbestinventarisatie en asbestverwijdering. Deze worden samengevoegd, waarbij doublures eruit worden gehaald. Het doel van al deze inspanningen is om de verwijdering van asbest te kunnen uitvoeren op een manier die de processen in de industrie en de werkzaamheden, tijdens renovatie en sloop, niet meer verstoort dan strikt noodzakelijk is. ■

8 - 2015

23-09-15 12:11


Onderhoud

Specialisten halen Gouden Koets uit elkaar De Gouden Koets is de komende jaren niet meer te zien voor publiek. Na Prinsjesdag zullen alleen specialisten nog bij het rijtuig komen om hem te restaureren. Dagmar Aarts Uit onderzoek naar de staat van onderhoud van de Gouden Koets is gebleken dat het rijtuig dringend aan restauratie toe is. Uitgangspunt bij de restauratie is dat de koets voor de komende decennia weer geschikt moet zijn om te kunnen worden ingezet bij Prinsjesdag. Het onderhoud richt zich op vier onderdelen van de koets; het onderstel, de kast, de stoffering en de bok. De draagriemen aan de kast en de koorden en de kwasten op de bok worden vervangen en de textiele materialen worden onder handen genomen.

‘Het is een zorgvuldig proces en erg tijdrovend.’ Waar nodig, wordt de stoffering hersteld of zelfs vervangen als de stof te broos is geworden. Een hele klus, want de binnenbekleding van de koets is helemaal met de hand geborduurd. Vijftien miljoen steekjes waren nodig voor een ivoorkleurig fond met oranjebloesem en cherubijntjes. Het plafond is in vlakken verdeeld, waardoor zoveel mogelijk verschillende vrouwen de gelegenheid kregen aan de koets mee te werken. De vakken worden afgesloten met vergulde bogen, die zich in het midden samenvoegen en de in lauweren gevatte initialen van koningin Wilhelmina vormen. Aan het houtsnijwerk en de wielen zullen intensieve restauratiewerkzaamheden plaatsvinden. Al het houtwerk wordt gecontroleerd en daar waar nodig hersteld, zoals het vastzetten van delen die los zijn gaan zitten en het restaureren van scheurtjes.

Vakmanschap De Gouden Koets was een geschenk van de inwoners van Amsterdam aan koningin Wilhelmina ter ere van haar inhuldiging in 1898. Op 7 februari 1901 werd de Gouden Koets voor het eerst gebruikt bij het huwelijk van koningin Wilhelmina en prins Hendrik. Met uitzondering van speciale gelegenheden is de Gouden Koets één keer per jaar, op Prinsjesdag, te zien. Het bouwen van de koets stelde toentertijd hoge eisen aan het vakmanschap van ontwerpers en constructeurs. In Amsterdam was in die tijd veel kennis op het gebied van rijtuigbouw aanwezig. De opdracht voor de bouw van de Gouden Koets ging uiteindelijk naar de firma Spijker, later ook bekend om zijn automobielen. Voor de bouw van de koets moest een groot aantal problemen worden overwonnen. De koets moest zo worden gemaakt, dat de koningin haar volk en het volk zijn koningin goed kon zien. Ook moest de koets zo hoog worden dat zij er rechtop in kon staan. De koets mocht echter ook weer niet te kolossaal worden, want het moest door smalle, niet al te hoge poorten kunnen rijden, zoals die op het Binnenhof in Den Haag.

Specialisten Ook ditmaal zullen specialisten aan de Gouden Koets werken. De restauratie van de verschillende onderdelen wordt gecoördineerd door het Koninklijk Staldepartement en wordt uitgevoerd door verschillende specialisten uit binnen- en buitenland. Doordat zij niet allemaal tegelijk aan het voertuig kunnen werken, duurt de restauratie ongeveer drie tot vier jaar. Het is volgens

de Rijksvoorlichtingsdienst niet mogelijk om groot onderhoud gedurende het jaar te doen als de koets niet wordt gebruikt. ‘De Gouden Koets wordt gedurende het jaar onderhouden, waaronder het smeren van de assen en het schoonhouden van het rijtuig valt, maar de koets wordt niet uit elkaar gehaald’, aldus een woordvoerder. ‘Dit gaat nu voor het eerst wel gebeuren, zodat alle verschillende onderdelen goed kunnen worden nagekeken en daar waar nodig gerestaureerd. Het is een zorgvuldig proces en gelet op de ervaring met het restaureren van de Glazen Koets erg tijdrovend.’ Het groot onderhoud en de restauratie worden bekostigd uit de jaarlijkse begroting van de koning. Wat de kosten precies zijn, wil de Rijksvoorlichtingsdienst niet vertellen.

Misleidend De naam van de Gouden Koets is trouwens enigszins misleidend volgens de Rijksvoorlichtingsdienst. Het rijtuig is namelijk gemaakt van Javaans teakhout. Dit hout is deels beschilderd, deels verguld met bladgoud. Aan dit bladgoud heeft de koets zijn naam te danken. Bij het maken van de koets is er bewust naar gestreefd zoveel mogelijk materialen te gebruiken uit het toenmalige Koninkrijk der Nederlanden. Zo is in de koets vlas verwerkt uit Zeeland, leer uit Brabant en ivoor uit Sumatra. ■ MaintNL 8 - 2015 61

IMA8 MK GoudenKoets.indd 61

23-09-15 12:02


Nieuws Mobiliserende dienstverlening aan jonge werklozen noodzakelijk De Inspectie SZW constateert dat UWV en gemeenten meer moeten doen om jongeren (18-27 jaar) aan een baan te helpen. Slechts een kwart van de jongeren in de bijstand (Participatiewet) vindt binnen een jaar een baan, bij jongeren met een WW-uitkering is dit twee derde. Een meer activerende uitvoering is volgens de Inspectie vereist.

Afspraken over re-integratie Dit staat in het eindrapport ‘Buitenspel: De uitvoering voor jongeren in de WW of bijstand’ van de Inspectie SZW. De Inspectie concludeert dat de huidige manier waarop gemeenten en UWV jongeren met een uitkering aan het werk of terug naar school helpen lang niet altijd voldoet aan de eisen die de wetgever daaraan stelt. Dit vormt een risico voor het vergroten van de kansen van jongeren op de arbeidsmarkt. Zo controleren UWV en gemeenten onvoldoende hoe jongeren zoeken naar een baan. Als er wordt gecontroleerd dan is dit op het aantal sollicitatieactiviteiten. De inhoud en de breedte van de sollicitaties worden heel beperkt getoetst. Vooral jongeren in de bijstand voelen weinig de wettelijke verplichting van het aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid. Ook bij het opstellen en uitvoeren van het wettelijk verplichte plan van aanpak, doen gemeenten te weinig. In dit plan moeten gemeenten samen met de jongeren afspraken maken over de re-integratie naar werk en of een opleiding. De bij het onderzoek betrokken jongeren geven aan amper op de hoogte te zijn van deze afspraken.

Betere samenwerking nodig De Inspectie constateert dat UWV voldoende digitale ondersteuning biedt aan jongeren en dat jongeren de werkmap waarderen. Toch maken jongeren niet altijd goed gebruik van

de digitale dienstverlening. Een eerste persoonlijk gesprek met de jongere vindt vaak na drie maanden plaats. Tijdens die gesprekken wijzen coaches van UWV de jongeren op de mogelijkheden om effectiever gebruik te maken van digitale ondersteuning. Als gevolg hiervan passen jongeren vaak hun zoekgedrag en cv aan. De Inspectie stelt verder vast dat sociale diensten voor de reintegratie van jonge uitkeringsgerechtigden weinig samenwerken met andere organisaties, zoals zorg-, onderwijs- en welzijnsinstellingen, terwijl dit wel tot hun wettelijke taken behoort. In het licht van de decentralisaties naar gemeenten zijn integrale dienstverlening en ketensamenwerking nog belangrijker geworden. Ook stelt de Inspectie vast dat UWV en gemeenten beter moeten samenwerken bij de overgang van jongeren van de WW naar de Participatiewet, zodat jongeren op tijd met de zoekperiode starten en niet onnodig een maand zonder inkomen komen te zitten.

Grontmij verzorgt ontwerp innovatie N211

Proeftuin voor innovatieDe N211 is naast de N470 - uitgekozen als proeftuin voor innovaties op het gebied van energietransitie. Beide wegen bieden kansen om te worden getransformeerd tot wegen die energie besparen en opwekken. Met de maatregelen ver-

62 MaintNL

IMA8 MG Nieuws.indd 62

Aan Grontmij de opdracht om met de provincie en stakeholders energietransitiemogelijkheden te selecteren en zowel het groot onderhoud als deze innovaties te combineren tot een realiseerbaar plan. Grontmij stelt het contract op en begeleidt zowel de aanbesteding als de uitvoering. Ook begeleidt het bedrijf het kabel- en leidingenproces. FOTO: RIJKSWATERSTAAT

De provincie heeft ingenieursbureau Grontmij gevraagd het ontwerp te verzorgen van de N211, tussen Den Haag en Poeldijk. Bijzonder aan deze opdracht is dat de N211 getransformeerd wordt tot een weg die energie bespaart en opwekt. De provincie en Grontmij doen dit samen met kennisinstellingen, bedrijven en omwonenden. De N211 tussen Den Haag en Poeldijk moet in 2017 geheel worden vernieuwd, in het kader van het groot onderhoud. Daarbij worden de fundering, het wegdek zelf en de naastliggende damwand vervangen. Bij dit groot onderhoud worden energieopwekkende en -besparende maatregelen toegepast.

wacht de provincie ook dat er geld wordt bespaard, doordat onderhoud minder vaak nodig is. Ook voor de weggebruiker betekent dit minder overlast. De afgelopen maanden heeft de provincie met kennisinstellingen, bedrijven en omwonenden diverse mogelijkheden voor energie-innovaties bedacht.

Planning • 2e en 3e kwartaal 2015; huidige weg in kaart brengen, samenwerking met omgeving vormgeven en energietransitiekansen toetsen op haalbaarheid. • 3e en 4e kwartaal 2015; schetsontwerp maken in overleg stakeholders. 4e kwartaal 2015 t/m 3e kwartaal 2016; contract aannemer opstellen en project aanbesteden. • 4e kwartaal 2016 t/m 2e kwartaal 2017; uitvoering voorbereiden (aannemer). • 3e kwartaal 2017; start uitvoering van het project.

8 - 2015

23-09-15 12:21


Nieuws Samenwerking NVDO-ISSO ta.v. Publicatie 109: Starten met een BIM Begin 2013 is ISSO publicatie 109: Starten met een BIM uitgebracht. De NVDO bracht deze publicatie op diverse manieren onder de aandacht, bijvoorbeeld in een speciale training. De richtlijn voorziet in de groeiende informatiebehoefte op het gebied van het werken met een BIM.

een stevige basis om met BIM binnen en buiten de organisatie aan de slag te gaan. Een gedetailleerd stappenplan is onderdeel van de richtlijn. Het document is daarom ook prima in te zetten ter ondersteuning bij lopende en toekomstige BIMinitiatieven op het gebied van het onderwijs.

Uitbreiding publicatie

Samenwerking

ISSO-109:2013 richt zich zeer sterk op de beschrijving van het proces voor het werken in een BIM. Sinds de uitgifte van de publicatie hebben vele nieuwe ontwikkelingen zich voorgedaan die vragen om een uitbreiding van de scope van het huidige document. Een actie, die overigens werd voorzien binnen twee jaar na uitgifte (en waarvoor door ISSO in 2013 een beheerfonds is opgericht). Daarbij ontstaat een sterker beeld op de benodigde competenties van medewerkers (in verschillende BIM-rollen) en randvoorwaarden voor de bedrijfscultuur voor een succesvolle implementatie van BIM in de eigen organisatie. Ook is er meer duidelijk geworden over de uniformering en ontsluiting van objecten voor gebruik in softwarematige bibliotheken van bouwwerken. Al met al zal de huidige publicatie worden uitgebreid en geüpdatet. Zo kan de pijler van het huidige document (‘proces’) worden verbreed met de volgende twee pijlers: • ‘organisatie’ (competenties, cultuur, samenwerken) en; • ‘middelen’ (software, bibliotheken, dataopslag).

Er is inmiddels zeer veel informatie beschikbaar gekomen. Sinds begin dit jaar is alles apart gearchiveerd ter voorbereiding op de start van dit project. ISSO is inmiddels ook aangehaakt bij brede ontwikkelingen, zoals Conceptenbibliotheek (CB-NL) en de ontwikkeling van een Europese BIM-norm via NEN/CEN. Verder zal er aanzienlijk meer aandacht zijn voor de nauwere relatie tussen BIM en LEAN. Op verzoek van ISSO heeft de NVDO toegezegd de voorgenomen herziene publicatie te zullen beoordelen en meent haar achterban hiermee van dienst te zijn.

Over deze pijlers is al wel iets opgenomen in de huidige versie van het document, maar in (te) beperkte mate. Ook een uitbreiding met voorbeelden uit de praktijk ligt voor de hand. FOTO: TYNAN GROUP

Doel Het uitbreiden en updaten van de huidige procesrichtlijn waarin de drie hoofdpijlers (proces, organisatie en middelen) in het werken met een BIM worden beschreven. Het herziene product geeft de partijen binnen de bouw- en installatiesector

Afstudeeronderzoek Onderhoudsstops Vanuit de Rijksuniversiteit Groningen is in samenwerking met de NVDO een onderzoek gestart naar verbeteringsmogelijkheden van onderhoudsstops ten behoeve van haar leden. Het onderzoek spitst zich toe op twee aspecten, namelijk het verschil in verbeterpunten van onderhoudsstops tussen grote en kleine bedrijven en de invloed van wet- en regelgeving op onderhoudsstops. De bijbehorende hoofdvraag is : ‘Wat zijn de verschillen tussen verbeteringsstrategieën bij onderhoudsstops van grote en kleine bedrijven, en wat is de invloed van weten regelgeving op een onderhoudsstop?’ Resultaten Voor dit onderzoek is vele literatuur geraadpleegd en is gesproken met experts en ervaringsdeskundigen op het gebied van onderhoud. Door middel van de kennis die daarmee is opgedaan zijn interviews afgenomen en is er een enquête en een poll gehouden. De uitkomst is dat op het gebied van verbe-

terpunten zowel kleine bedrijven als MKB weinig tot niet verschillen in verbeterpunten in onderhoudsstops. Grote bedrijven outsourcen vaker waardoor de focus meestal ligt op de efficiëntie en effectiviteit, het verlagen van de complexiteit en risico en het verbeteren van externe factoren. Op het gebied van wet- en regelgeving is vooral duidelijk dat deze het meeste invloed heeft op de benodigde tijd voor een onderhoudsstop, met als gevolg extra kosten die gemaakt moeten worden om te voldoen aan de wet- en regelgeving. Ook ondervinden producenten van continue productielijnen meer invloed door wet- en regelgeving op onderhoudsstops dan producenten met een discrete productie. Onderzoeker Tom Roelofs deelt zijn scriptie van harte met de NVDO-achterban. U treft het resultaat, dat met een 8,5 werd gewaardeerd, op www.nvdo.nl.

MaintNL 8 - 2015 63

IMA8 MG Nieuws.indd 63

23-09-15 12:21


Nieuws

Nederland deed het goed tijdens WorldSkills 2015 WorldSkills is het grootste beroepenevenement ter wereld. Er deden meer dan 1.200 jonge talenten mee (een recordaantal), afkomstig uit 75 landen. Namens Nederland namen 35 Nederlandse Vakkanjers deel aan de wedstrijden. Excellent vakmanschapTeam Nederland heeft een gouden plak gescoord tijdens de 43ste editie van WorldSkills in São Paulo. Nadine Klingen won goud én prolongeerde daarmee de wereldtitel voor het onderdeel Etaleren. Daarnaast wonnen vijftien kandidaten een medaille voor excellent vakmanschap omdat ze boven de gemiddelde norm van 500 punten scoorden. In São Paulo streden zo’n 1200 kandidaten uit 75 bij WorldSkills aangesloten landen in 50 beroepen voor een wereldtitel. Ons land deed mee met 35 kandidaten in 30 vakrichtingen (beroepen), waaronder tuinaanleg, mobiele robotica, bloembinden, lassen, tegelzetten en webdesign.

Maandenlange voorbereiding Nadine Klingen uit Doorn won vorig jaar tijdens EuroSkills in het Franse Lille, het EK voor beroepen, ook al een gouden medaille bij de wedstrijd Etaleren. Dit jaar kreeg ze het weer voor elkaar om er met de hoofdprijs vandoor te gaan. Dit is extra bijzonder, omdat Nederlandse kandidaten ook al medailles wonnen voor dit onderdeel tijdens WorldSkills in 2011 (zilver), in 2013 (goud) en nu ook in 2015. Nadine: ‘Super, ik ben hartstikke blij! Ik heb hier heel hard voor getraind de afgelopen maanden. Zelfs nog in het vliegtuig naar São Paulo heb ik alles in detail doorgenomen als laatste voorbereiding. Dat heeft zich dubbel en dwars uitbetaald!’

64 MaintNL

IMA8 MG Nieuws.indd 64

Vijftien andere kandidaten van Team Nederland wonnen een medaille voor excellent vakmanschap, te weten: Tom Houtman uit Heteren, Maurice Nijkamp uit Lettele en Dik Vaanhold uit Haaksbergen: 4e plaats bij de wedstrijd Manufacturing Team Challenge. Julian Groen uit Druten: 4e plaats bij de wedstrijd Industrial Mechanics Millwright. Mitchel Mulder uit Den Haag en Diewer van der Schoor uit Delft: 10e plaats bij de wedstrijd Mechatronics. Patrick Biesemaat uit Zwolle: 15e plaats bij de wedstrijd Electrical Installation. Patrick de Vreede uit Krabbendijke: 5e plaats bij de wedstrijd Information Network Cabling en Antwan Venmans uit Schijndel: 15e plaats bij de wedstrijd Refrigeration and Airconditioning

Vakwedstrijden in de lift Deelname aan vakwedstrijden is voor de kandidaten een onvergetelijke ervaring en draagt bij aan een glansrijke carrière. Zo nam televisie kok Rudolf van Veen eind jaren tachtig deel aan WorldSkills. Na de zomer krijgen meer mbo’ers de kans om deel te nemen aan vakwedstrijden. Zo’n 90 procent van alle mbo-scholen doet de komende jaren mee met vakwedstrijden. Het ministerie van OCW heeft de vakwedstrijden van Skills Heroes in de excellentieregeling opgenomen. Hierdoor kunnen mbo-scholen de vakwedstrijden in hun excellentieplannen en het reguliere onderwijsprogramma integreren. Dit gebeurt zoveel mogelijk in samenwerking met het bedrijfsleven. De huidige kandidaten van Team NL werden geselecteerd door de vakwedstrijden van Vakkanjers en branchevereniging VHG en zijn zowel afkomstig van mbo-scholen, als uit het bedrijfsleven.

8 - 2015

23-09-15 12:21


Casus

Waarom BOEI? Jaarlijks wordt in Nederland het aanzienlijke bedrag van zo’n slordige twee miljard euro voor het onderhoud aan gebouwen uitgegeven. Dat geld wordt bijvoorbeeld geïnvesteerd in het naleven van wetgeving, energie-efficiency en de kwaliteit van het gebouw en haar installatie. Het effect hiervan op de werkelijke kwaliteitsverbetering van het gebouw is vaak minder inzichtelijk. Transparantie en overzicht ontbreken en maatregelen werken regelmatig tegen elkaar. Er lijkt geen einde te komen aan het aantal vereisten waaraan moet worden voldaan. Inspecties worden vanuit verschillende invalshoeken uitgevoerd en te nemen maatregelen staan soms haaks op elkaar. Om eenduidiger onderhoudsbeleidsscenario’s te kunnen uitwerken is de BOEI-inspectiemethodiek geïntroduceerd. Hierbij wordt in één inspectieronde rekening gehouden met brandveiligheidsaspecten, de onderhoudsconditie, het energielabel en het voldoen aan en de administratie met betrekking tot wettelijke voorschriften. Dit biedt voordelen voor alle belanghebbenden die bij het gebouw betrokken zijn. Gebouweigenaren, zoals investeerders, overheid, semioverheid, de zorgsector, gemeenten en woningcorporaties, willen geld voor onderhoud op de juiste wijze inzetten zodat de waarde(groei) van het gebouw is geborgd. Om inzicht te krijgen in de huidige status, wordt het gebouw bij een BOEI-inspectie beoordeeld op de aspecten energievriendelijkheid, onderhoudsconditie, brandveiligheid en wordt inzicht gegeven in wet- en regelgeving.

Meeste rendement De huidige leegstand maakt dat gebouwgebruikers op zoek zijn naar lagere huren en facilitaire ondersteuning tegen een betere gebouwkwaliteit. BOEI maakt meetbaar hoe het geld van de eigenaar besteed wordt teneinde het gebouw tegen de laagste kosten optimaal te laten presteren. Op relevante aspecten zoals optimale veiligheid voor de medewerkers, het comfort in het gebouw, de uitstraling en lage energiekosten door aantoonbare energiemaatregelen, verkrijgt ook de gebruiker ‘gevoel’ op zijn kosten. Facilitaire dienstverleners kunnen de BOEI-

Verkenning Conditiemeting BOEI Op 1 en 2 december a.s. organiseert de NVDO de training Verkenning Conditiemeting BOEI. Na het volgen van de tweedaagse cursus heeft de deelnemer inzicht in de verschillende aspecten die van belang zijn bij het inzetten van BOEI-inspecties. De deelnemer herkent de toegevoegde waarde van een BOEIinspectie binnen een onderhoudscontract of bij het opzetten en beheren van een meerjarenonderhoudsplanning. De deelnemer heeft inzicht in de achtergrond van de BOEI-thema’s en in de gebruikte inspectiemethodieken binnen de verschillende vakdisciplines. Kijk voor meer informatie over de training op: maintenance.nvdo.nl/maintenance-academy

inspectieresultaten gebruiken als communicatiemiddel tussen eigenaar en gebruiker, om inzicht te geven in de status quo en concrete voorstellen op de BOEI-aspecten te onderbouwen. Aan beide partijen wordt zo verantwoording afgelegd hoe het onderhoudsgeld is ingezet en welke prestatieverbetering hiermee is bereikt. Onderhoudspartijen voeren diensten en werkzaamheden uit, exact daar waar het meeste rendement op het ingezette geld wordt bereikt. De technische conditie van het gebouw, de mogelijkheden om energiebesparing te bereiken of het energielabel te verbeteren, worden inzichtelijk bij toepassing van de BOEI-methodiek. Maar ook als het gaat om inzicht in wet- en regelgeving, zorgplicht t.a.v. tekeningen en inspectierapporten krijgen meer duidelijkheid met BOEI. Tenslotte biedt het BOEI-model een goed uitgangspunt voor prestatiecontracten en risicogestuurd onderhoud. Door het inzetten van onafhankelijke ‘third party’ inspectiebureaus tijdens controle-inspecties, wordt gewaarborgd naar de opdrachtgever dat de afgesproken kwaliteit van het onderhoud ook werkelijk wordt bereikt en de risico’s de afgesproken waarden niet overschrijden én aan het wettelijk kader wordt voldaan. ■ MaintNL 8 - 2015 65

IMA8 MJ Casus.indd 65

23-09-15 12:01


Cursussen Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de Maintenance Academy op www.nvdo.nl Komende NVDO Cursussen Locatie: NVDO Verenigingsgebouw, tenzij anders vermeld 5 november Cursus Verkenning NEN2767-4 Infra In Company mogelijk Het doel van de norm NEN2767-4, Conditiemeting voor de Infrastructuur, is het eenduidig en objectief vastleggen van de conditie van installaties. Dit door gebreken en de technische staat van installaties eenduidig vast te leggen. De methodiek dient subjectiviteit en inspecteursvariatie te minimaliseren. Binnen de Infra-wereld wordt de norm steeds meer genoemd als een goede aanvulling bij bestekken en bij 0-metingen. Ook biedt de NEN-norm de basis voor het verkrijgen van inzicht in onderhoudskosten en meerjaren onderhoudsplanning.

Start 12 november Leergang R&ME In Company mogelijk Doel Tijdens de leergang wordt de deelnemer vaardig in het toepassen van methodische benaderingen voor het oplossen van lastige vraagstukken. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan het vergroten van de persoonlijke effectiviteit en aan het onbevangen leiden van verbetergroepen. Na afloop van de leergang beschikt het bedrijf over een doelgerichte, slagvaardige verbeteraar.

De opbouw van de leergang

In de cursus wordt het onderwerp NEN2767 verkend. Er wordt ingegaan op wat de norm inhoudt en welke mogelijkheden deze biedt voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. De cursus laat zien hoe u de norm kunt toepassen in bestekken en waar u rekening mee dient te houden bij de uitvraag. Ook wordt de verbinding gelegd met de RAMS-specificatie en de risicoanalyse-methode als FMECA. Voor opdrachtnemers wordt ingegaan op de implementatie van de inspectiemethodiek en de realisatie daarvan. De mogelijkheden van registratie m.b.v. onderhoudsbeheerssytemen en inspectietools worden toegelicht. De cursus geeft een breed overzicht van de mogelijkheden en onmogelijkheden van de norm. U leert van de ervaringen bij het implementeren en toepassen van de norm. Na de cursus kunt u gefundeerd een keuze maken over wat de norm voor uw organisatie kan betekenen en heeft u handvaten om hiermee verder aan de slag te gaan.

De leergang bestaat uit 8 modulen. Tijdens de leergang vindt individuele begeleiding plaats, inclusief coaching op de werkplek. Voorafgaand vindt er een intake plaats met de deelnemer en zijn bedrijf om samen de specifieke doelstellingen te bepalen en een leercontract op te stellen. Naast de collectieve modules, vindt er ook persoonlijke coaching plaats op basis van persoonlijke doelstellingen en begeleiding bij het faciliteren van een groep sessie op een ander bedrijf. Module 1 Inleiding en oriëntatie op Reliability- en Maintenance Engineering Module 2 Vaardigheden voor oplossen problemen (RCA / Event Map / Probleem- en Gedragsanalyse) Module 3 Facilitator-vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling (incl. Whole Brain Thinking) Module 4 Vaardigheden voor voorkomen problemen (Risico Management / RCM / FMEA) Module 5 Databeheer en toegepaste statistiek (principes van Lean Six Sigma en SPC) Module 6 Theorie en methoden uit Asset Management Module 7 Vaardigheden voor Lean Maintenance Module 8 Effectieve implementatie van de R&ME functie

Onderwerpen

Methodieken

• • • •

De deelnemer maakt zich een aanpak eigen voor de volgende vraagstukken en weet van de bijbehorende methodieken welke wanneer en hoe kunnen worden toegepast: • Het verzamelen en ordenen van relevante en betrouwbare productie- en onderhoudsgegevens. • Het tijdig signaleren van afwijkingen, problemen en verbetermogelijkheden. • Het onderzoeken en visualiseren van complexe en samengestelde problemen. • Het analyseren van problemen, het vinden van (kern)oorzaken, zowel in de techniek, in menselijk gedrag, als in de organisatie.

Doel

• • • • •

Kader NEN2767-4 en de norm inhoudelijk Inspecteren en registreren volgens de norm De norm toegepast als 0-meting De norm toegepast bij het opstellen van (prestatie) bestekken Relatie onderhoudskosten en norm De norm toegepast bij het opstellen van meerjaren onderhoudsplanning Relatie RAMS/FMECA/RCM en norm De norm toegepast bij de besturing van contracten Gebruik van tools en automatisering

66 MaintNL

8 - 2015

IMA8 MF Cursussen.indd 66

23-09-15 12:24


• Het weloverwogen geven van aanbevelingen en het voorstellen en treffen van effectieve maatregelen. • Het voorkomen van risico’s door preventieve maatregelen en het anticiperen op onvoorziene omstandigheden. • Het denken in waardetoevoeging en het elimineren van verspillingen. • Het faciliteren van groepen bij het oplossen van vraagstukken en het op het juiste moment betrekken van de juiste professionals. • Het creëren van een effectieve werkomgeving voor prestatieverbetering van assets en mensen. • Het ontwikkelen, presenteren en implementeren van verbetervoorstellen en het adviseren van het management.

• De relatie tussen ISO 55000 en andere management systemen. • Basisvereisten van een Asset Management Systeem. • Toepassen van de norm voor strategisch gebouwbeheer en vastgoedsturing. • Asset Management in combinatie met Verantwoord Ondernemen. • Aansluiting ISO 55000 op bestaande ontwikkelingen binnen de vastgoedsector als NTA 8026, NEN2767 en BIM.

Nota bene: Aan de leergang is een certificaat verbonden, dat wordt uitgereikt op basis van bewezen vaardigheid en bij voldoende inzet. De leergang wordt begeleid door een commissie van advies. Na certificering kunnen deelnemers toetreden tot de actieve groep van oud-deelnemers (alumni R&ME).

13 november ISO 55000 Strategisch Gebouwbeheer De wereldwijde normen voor Asset Management ofwel de ISO 55000-serie geeft een instrument in handen om ‘assets’, waaronder gebouwen gedurende de hele levenscyclus op een doelmatige, duurzame en kosteneffectieve wijze te beheren, afgestemd op de behoeften van de stakeholders. De NVDO-cursus ‘ISO 55000 Strategisch Gebouwbeheer’ geeft deelnemers waardevol inzicht in de wereldwijde normering. U maakt kennis met de inhoud en heeft aan het eind van de dag een helder en compleet inzicht in de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft. Hierbij wordt dieper ingegaan op de toepassing van ISO 55000 bij strategisch gebouwbeheer. Let op: de training gaat specifiek in op de ISO 55000 serie en behandelt slechts in hoofdlijnen het vakgebied van Asset Management, met als doel de norm te verduidelijken. ISO 55000 is een internationale norm die de eisen voor het ontwikkelen, implementeren, onderhouden en verbeteren van een managementsysteem voor Asset Management specificeert. De norm specificeert welke elementen in een Asset Managementsysteem zouden moeten voorkomen en hoe deze met elkaar verbonden zijn. De invulling daarvan is aan de organisatie zelf.

De norm bestaat uit drie delen: 1. ISO 55000 Asset Management: Overview, Principles en Terminology 2. ISO 55001 Asset Management: Management systems, Requirements 3. ISO 55002 Asset management: Management systems, Guidelines for the application of ISO 55001

Bij deelname aan deze eendaagse ISO 55000 cursus is uiteraard de norm deel I inbegrepen!

Doel Deelnemers hebben na deze eendaagse training inzicht in de toepassingsmogelijkheden van de ISO 55000 en kennen de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft. Ze kunnen deze kennis inzetten voor vastgoedsturing en strategisch gebouwbeheer in hun eigen organisatie.

24 en 25 november Praktijkgericht Risicomanagement voor Beheer en Onderhoud van Assets In Company mogelijk Doel Deze cursus stelt u in staat om risicomanagement voor beheer en onderhoud toe te passen gedurende de gehele levenscyclus van een technische installatie.

Onderwerpen • • • • • • • •

Kader van risicomanagement; Gebruik van risicomatrices; Gebruik van risicogetallen; Toepassen van kosteneffectiviteit; Werken met scenario’s en tools; Uitvoeren van risicoanalyse; Interpreteren en communiceren van resultaten; Realiseren van risicobewust denken, organisatiebreed.

Bestemd voor Deze cursus is bestemd voor maintenance engineers, projectleiders, werkvoorbereiders en maintenance managers. Speciaal voor alle andere onderhoudsprofessionals bestaat er de mogelijkheid een specifieke eigen casus in te dienen!

Onderwerpen • Wat is ISO 55000 en hoe draagt het bij aan goed Asset Management als het gaat om Gebouwbeheer op strategisch niveau? MaintNL 8 - 2015 67

IMA8 MF Cursussen.indd 67

23-09-15 12:24


Agenda Oktober 13 oktober 2015 Hilvaria Studio’s, Hilvarenbeek www.smc-congres.nl Smart Maintenance Congres 2015 Technologische innovatie verandert in steeds sneller tempo de wijze waarop onderhoud wordt georganiseerd en waarde kan genereren voor organisaties! Tijdens Smart Maintenance komen actuele state-of-the-art technologieën aan de orde en worden aan de hand van business cases de aspecten van maintenance onder de loep genomen. Onderhoud vertegenwoordigt toenemend strategische waarde, naast bestendiging van assets, ook voor groei, winstgevendheid en onderscheidend vermogen. Bedrijven realiseren zich dit steeds meer, maar worstelen met de vraag hoe die waarde maximaal te benutten.

November 2 november 2015 Meerdere locaties www.rovc.nl/cursus/maintenance-met-e-learning Maintenance met e-learning De cursus ‘Maintenance met e-learning’ gaat in op de moderne denkwijzen van onderhoud en moderne technieken op het gebied van conditiebewaking. Tijdens deze cursus vergroot u uw vakkennis van installaties en apparatuur en het beheer daarvan. U gaat aan de slag met het monteren en afstellen van mechanische componenten. U leert storingen signaleren, planmatig onderhoud en inspecties uitvoeren. De onderwerpen die aan bod komen zijn: mechanische aandrijftechniek, onderhoudsstrategie en -concepten, kostenbewust onderhoud, productiviteit, conditiemetingen aan aandrijfsystemen, smeersystemen, monteren en demonteren. Deze cursus bestaat uit een klassikale bijeenkomsten, practicumdagen en zelfstudie ondersteund met e-learning.

5 november 2015 ‘Het Schuttershof’, Vliegbasis Woensdrecht seminars.amccentre.nl Seminar Asset Management Control Keynote speaker ir. Bram Alkema van Enexis zal de eerste keynote verzorgen; ing. Jan Swier van Prorail zal samen met dr.ir. Arjen Zoeteman van TU-Delft de tweede keynote invullen, waarna Commodore drs. Richard Laurijssen zal afsluiten voor de forumdiscussie, die traditioneel zal worden geleid door dagvoorzitter ir. Lex Besselink Gen-Maj. bd. Er zullen 21 presentaties worden gehouden door de partners van het seminar.

6 november 2015 Rijkswaterstaat, Utrecht www.nvdo.nl College: Onderhoud Optimalisatie De NVDO organiseert op 6 november a.s. een Maintenance College samen met en bij Rijkswaterstaat in Utrecht. Met het

68 MaintNL

IMA8 ME Agenda.indd 68

LVO-model kunnen optimale onderhoud strategieën bepaald worden voor componenten van objecten. Het gaat om optimalisatievraagstukken waarbij, op basis van het verwachte verouderingsgedrag, kosten van preventief onderhoud, kosten van correctief onderhoud en kosten van Levensduur Verlengend Onderhoud de optimale maatregelintervallen bepaald worden. Het model is generiek en bruikbaar voor vele soorten componenten, civiel, bouwkundig en industrieel. Tijdens deze workshop gaat u zelf aan de slag met het LVO-model.

18 - 19 november 2015 NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven www.precisiebeurs.nl Precisiebeurs 2015 De Precisiebeurs combineert een vakbeurs met een hoogwaardig congresprogramma en een (internationale) Meet & Match. Het congresprogramma bestaat uit zowel exposantenlezingen als keynote tracks met veel aandacht voor Big Science projecten zoals CERN, ITER, ESRF, ESS en E-ELT. Nog steeds is het zo dat er bij Big Science projecten veel tenders te scoren zijn voor Nederlandse bedrijven. De daadwerkelijk gerealiseerde omzet blijft echter achter. De Precisiebeurs biedt ruime gelegenheid om uw kennis te verdiepen en uw business kansen beter te benutten.

25 november 2015 Congrescentrum ‘De ReeHorst’, Ede www.inspectiecongres.nl Inspectiecongres 2015 Op 25 november 2015 organiseert Elektroraad voor de vierde keer het Inspectiecongres. Tijdens dit nationale congres ontmoeten personen die direct of indirect betrokken zijn bij de inspectie van elektrische installaties en arbeidsmiddelen elkaar. Het thema van het Inspectiecongres 2015 is Inspecteren in 2020. We gaan vooral in op trends en ontwikkelingen in de inspectiemarkt.

27 november ROVC, Ede www.nvdo.nl NEN 1010, dit moet u weten! Bij het ROVC Ede gaat het om 27 november over De NEN 1010, al jaren dé norm voor het veilig aanleggen/onderhouden van elektrische installaties of delen daarvan. Ook uitbreidingen en modificaties aan deze installaties vallen onder de NEN 1010. Maar, de norm is ook van belang tijdens de, voor bedrijven verplichte, periodieke controle en inspectie. Deze norm bevat de minimum veiligheidseisen waaraan laagspannings-installaties in de woningbouw, utiliteitsbouw en in de industrie moeten voldoen. Een belangrijke norm dus voor Beheer en Onderhoud! Ga met ons mee naar een praktijklocatie bij uitstek en neem gerust uw collega’s mee! Met bijdragen van Herman Meeuwesen, docent ROVC, en Paul Koop, directeur Quercus. Aansluitend aan de bijeenkomst volgt een rondleiding door het ROVC.

8 - 2015

23-09-15 12:23


Column

Weg met het taboe! Onze maintenancewereld is zo belangrijk, dat de wereld niet zonder kan. Want zonder onderhoud staat alles op losse schroeven. Maar ik denk dat iedereen zijn eigen wereld de belangrijkste maakt. Een waardetransporteur vindt de contante geldwereld het belangrijkst en filatelisten weten zeker dat de wereld vergaat zonder postzegels. En zo is er ook een wereld van toiletpapier. Er wordt soms wat taboe-erig over gedaan, kijk maar op een camping. Sommige kampeerders verstoppen afgemeten velletjes in hun broekzak op weg naar het toiletbezoek. Anderen nemen de hele rol mee naar het toiletgebouw, maar dan wel onder hun T-shirt in de hoop dat niemand ze aanspreekt met het risico dat tijdens het gesprekje die rol per ongeluk op de grond rolt. En het wordt al helemaal taboe als je met je rolletje vier keer per dag naar de wc moet. Ik sprak eens iemand bij een kampvuur die onthulde haar toiletrol onder de plastic zak in het afvalemmertje te hebben gestopt, zodat ze niet steeds met de rol de halve camping over hoefde… Maar beste mensen, dat is helemaal niet meer nodig, want de wereld van het toiletpapier is er één om apetrots op te zijn! Want van gebruikt toiletpapier maakt men met behulp van nieuwe technologie weer een hoogwaardige grondstof. NVDO-lidbedrijf Waterschap Noorderzijlvest ziet het belang van deze ontwikkeling in en stelt in 2016 de rioolwaterzuivering Uithuizermeeden beschikbaar als eerste testlocatie. De provincie Groningen ondersteunt de technologieontwikkeling.

De waterschappen in Nederland werken sowieso hard aan de productie van grondstoffen gewonnen uit rioolwater. Cellulose, hoofdbestanddeel van wc-papier, is zo’n herwinbare grondstof. Maar hoe maak je van gebruikt toiletpapier weer een schone en veilige grondstof, die bijvoorbeeld als isolatiemateriaal kan dienen? De technologie bestaat uit een aantal innovatieve procesonderdelen, geïnspireerd op de papier- en voedingsmiddelenindustrie en heeft de pakkende naam Cellvation meegekregen. Het resultaat is een compacte opwerkunit die op een rioolwaterzuiveringslocatie wordt ingezet voor productie van schone, marktrijpe cellulose. Het is toch geweldig hoe er hoogwaardige grondstoffen gemaakt kunnen worden van toiletpapier? Ik zie het wel voor me hoor, tijdens een volgende kampeervakantie. Langzaam lopende kampeerders met in hun linkerhand een rol toiletpapier, duidelijk zichtbaar voor de buren. En op de terugweg nog steeds in de linkerhand, zodat de andere buren het ook zien. Want na gebruik hebben zij toch maar mooi aan het begin gestaan van de technologische vooruitgang in de levensduur van het papieren vel.

‘De waterschappen werken hard aan de productie van grondstoffen gewonnen uit rioolwater.’

Ellen den Broeder-Ooijevaar Verenigings Manager

colofon MaintNL is het verenigingsmagazine van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. De naam MaintNL is eigendom van de NVDO. Eindredactie: Ellen den Broeder-Ooijevaar

Postbus 138 3990 DC Houten t +31(0)30 634 60 40

e info@nvdo.nl • www.nvdo.nl • www.nvdovac.nl

MaintNL 8 - 2015 69

IMA8 MC VerMan.indd 69

23-09-15 12:22


70 VOLGEND NUMMER

IN HET VOLGENDE NUMMER Staatstoezicht op de Mijnen Harry van der Meijden is per 1 september 2014 de nieuwe Inspecteur-generaal bij Staatstoezicht op de Mijnen. Na toezichthoudende rollen was hij vanaf 2001 directeur van het hoofdkantoor van Shell in Den Haag en vanaf 2008 directeur bij Boer & Croon in Amsterdam. Van der Meijden is ‘zeer geïnspireerd om bij te kunnen dragen aan een optimale, maatschappelijk verantwoorde benutting van Nederlandse bodemschatten.’

Veilig hijsen Bijna iedereen heeft wel de berichtgeving rondom het kraanongeval begin augustus in Alphen aan den Rijn gevolgd. Het inhijsen van een brugdek ging gruwelijk mis. Wonder boven wonder vielen er geen gewonden. Maar hijsen, hoe doe je dat eigenlijk veilig? En wat kan wel of niet als je hijst vanaf een ponton?

Voor- en nadelen van diagnostische apparatuur Tegenwoordig valt bijna alles te meten. Door predictief en preventief onderhoud kan de frequentie van onderhoudsstops omlaag. Aan de andere kant kunnen metingen ook voor onrust in de maatschappij zorgen. Wat verwacht de samenleving van bedrijven (compliance) en hoe vind je daarin een evenwicht?

Thema: Maintenance en risicomanagement

EN VERDER MaintNL Het beheer en onderhoud van constructies in bouw en infra kan efficiënter. RFID-chips, voorzien van sensoren en zenders, kunnen continu gegevens over de onderhoudstoestand van betonconstructies naar de beheerder sturen. Verder een uitgebreid verslag van de bijeenkomst ‘Meerjarenonderhoudsplanning: Hoe maak je de juiste keuzes?’. Een goede meerjarenonderhoudsplanning maakt gebruik van de resultaten die verkregen zijn uit onderhoudsinspecties.

Thema’s 2015

iMaintain 09-2015

iMaintain 10-2015

iMaintain Nummer 9 verschijnt 3 november 2015

Maintenance en risicomanagement Maintenance in de infra

8 15 iMaintain

IMA8 E VolgendNummer.indd 70

23-09-15 11:55


[Schr

ijf u n

u in]

Datum: 18|02|2016

THEMA: INDUSTRIEWATER IN DE CIRCULAIRE ECONOMIE Industriewater in de circulaire economie De waterkwaliteit staat steeds meer onder druk door medicijnresten en bestrijdingsmiddelen. Bovendien zorgt de klimaatverandering voor waterstress in een aantal gebieden, ook in Nederland. Tijdens de vierde editie van Watervisie laten we zien dat duurzaam gebruik van utilities zoals industrieen afvalwater de concurrentieverhoudingen soms overstijgt. We laten zien dat ketenintegratie en publiek/private-samenwerking niet alleen goed is voor het milieu, maar ook voor de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie. Hou uw agenda vrij op 18 februari 2016

DOELGROEP

• Beslissers en geïnteresseerden uit de (proces-) waterintensieve industrie • Managers uit de Chemie & Raffinage • Food & Beverage • Pulp & Paper • Olie & Gas-industrie

Water Innovator of the Year 2016

Tijdens Watervisie wordt de Water Innovator of the Year 2016 verkozen. Een Water Innovator is een bedrijf, organisatie of een persoon die/dat het afgelopen jaar een innovatieve technologie of methodiek heeft ontwikkeld die een grote invloed kan hebben op efficiënter en rationeel watergebruik in Nederland en mogelijk internationaal.

www.watervisie.com IMA8 F iLinqs Producten.indd 150921 Watervisie101 kopgroot.indd 1

23-09-15 15:23 12:42 21-09-15


Na het wereldwijde succes van VDM:

Tijd voor vernieuwing Wat is de toekomst van onze verouderende industrie, als deze niet vervangen kan worden, maar wel moet concurreren met jonge fabrieken uit opkomende landen?

SAVE THE DATE 4 november 2015

Het antwoord is Value Driven Maintenance & Asset Management, kortweg VDMXL, het nieuwe boek van Mark Haarman en Guy Delahay. Op 4 november organiseert Mainnovation een uniek event waarop het boek gelanceerd wordt. Wilt u bij deze gelegenheid aanwezig zijn, meldt u dan aan via www.mainnovation.com

adv XL NVDO MAINT 185x267.indd 1

IMA8 F Producten.indd 101

14-09-15 14:30

23-09-15 12:42


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.