www.imaintain.info
05 13 tiende JAARGANG – LOSSE VERKOOPPRIJS € 16,-
iMaintain Nr. 05 - 2013
Het begin van een mooie carrière 001_2_67_68_omslag_72p-mainovation_HU_Bilfinger.indd 4
22-05-13 14:50
Discover the hidden treasure in Maintenance
In iedere onderhoudsorganisatie zit waarde verborgen. Ieder bedrijf heeft de potentie om verder te verbeteren, dit kan door op bepaalde kosten te bezuinigen of door slim onderhoud te plegen zodat de beschikbaarheid omhoog gaat. De vraag is alleen waar je als onderhoudsmanager deze verborgen waardes vindt en waar je moet starten. Het antwoord op deze vraag vindt u bij Mainnovation. Met Value Driven Maintenance速 en de bijbehorende tools zoals het VDM Control Panel, helpen wij u om de verborgen schat in uw organisatie te vinden. Wilt u de schat in uw onderhoudsorganisatie ontdekken? Ga naar www.mainnovation.com
CONTROLLING MAINTENANCE, CREATING VALUE.
MAINNOVATION_Adv A4_NL-iMaintain rest.indd 1 001_2_67_68_omslag_72p-mainovation_HU_Bilfinger.indd 5
07-01-13 22-05-13 16:25 14:50
FC_
inhoud 3
10 Personeelsschaarste is kwalitatief probleem De gebrekkige instroom aan technisch personeel lijkt een van de grote thema’s in de industrie. Maar er klinken tegenstrijdige geluiden. Ondertussen wordt hier vooral over gepraat en komen echte oplossingen niet bovendrijven. Betekent dit dat het pro bleem nog niet groot genoeg is?
16 Interview De weinige Nederlandse windturbine bouwers die ons land rijk was, zijn inmid dels failliet of verkocht aan buitenlandse investeerders. Of toch niet alle? Eén windturbinebouwer houdt stand. Henk Lagerweij van Lagerwey Wind vertelt over zijn troef.
5 COMMENTAAR 6 ACTUEEL 15 PRODUCTEN 20 VOORRAADPOOLING LOONT 23 UNDER CONSTRUCTION 25 BENCHMARKEN OM TE VERBETEREN 26 WHAT’S NEXT 76 VOLGEND NUMMER
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
31
In dit nummer van MaintNL is er uitgebreid aandacht voor prestatiemanagement en het benchmarkonderzoek van de NVDO Sectie Suto naar contracten in de onderhoudsbranche. Ook schijnen we licht op het nieuwe Techniekpact 2020 en praat de maintenance manager van Duyvis over onderhoud uitvoeren volgens een vaste methodiek.
‘Bouw vanuit gebruikersperspectief’ Op naar ‘zelflerend’ onderhoud Column Frans Stokbrood Advies voor duizend kunstwerken NedTrain en ROC’s maken opleiding tot monteur populair Havenbedrijf Rotterdam eerste met PAS55 Vertrouwen is basis voor prestatiecontracten Apps schelen tijd en verminderen fouten Techniekpact maakt werk van tekort aan vakmensen ‘Meer inzicht in gedrag maakt onderhoud efficiënter’
34 38 42 43 46 49 50 54 58 60
05
iMaintain 13
003_C_inhoud.indd 3
22-05-13 15:21
industrial events promotions
Uw partner bij werkzaamheden op hoogte. Height Specialists is één van de grootste IRATA bedrijven van Nederland en kan onderhoudswerkzaamheden professioneel en snel voor u uit voeren; zowel on- als offshore. Met veilige en duurzame Rope Access technieken komen wij op plaatsen waar geen steigers, hoogwerkers of platforms geplaatst kunnen worden.
Wij zijn gespecialiseerd in: bekabeling conserveren herstelwerkzaamheden industriële reiniging inspectie en controle installatie van pijpen
en constructies kitten lassen niet-destructief
onderzoek (NDO)
Bekijk de mogelijkheden op www.heightspecialists.com
Height Specialists is ISO 9001, IRATA en
Height Specialists
VCA-P gecertificeerd. Wij zijn u ook graag
Weg en Land 48
van dienst met montagewerkzaamheden,
2661 KR Bergschenhoek
advisering,
inspectie,
trainingen
materiaal.
Adv_EuropoortKringen_210x297mm_rechterpag.indd 1 004_height.indd 1
en
+31 (0)15 - 256 56 62 info@heightspecialists.com
06-05-13 11:22 12:01 22-05-13
COMMENTAAR 5
Open dagen in het vakkenpakket Als je maar vroeg genoeg een prettige tik van de molen krijgt, heb je er later lang plezier van. Eerder heb ik vast al eens verteld over mijn buurjongen die me vroeger liet zien hoe je het beste je brommer op kunt voeren en hoe je met een Stentor of zelfbouw zender de ether kunt bevuilen. Klinkt beiden misschien wat illegaal maar het zijn wel twee belangrijke bronnen van mijn technische interesse. En ze hebben eraan bijgedra gen dat ik een technische opleiding ben gaan volgen. Nu is de elektronica van vandaag een goed bewaard geheim en zal ik ook niemand aanmoedigen om brommers op te gaan voeren. Maar ik herhaal wel mijn pleidooi om kinderen zo vroeg als het maar even kan, op hun eigen niveau, te laten zien wat er om ze heen gebeurt. En daarbij zijn open dagen een mooie manier. Niet per se technisch georiënteerde dagen maar ook open dagen bij bijvoorbeeld het ziekenhuis of de brandweer. Zelf ben ik pas met mijn vrouw en mijn achtjarige dochter naar de open dag van de waterzuivering in Alphen aan den Rijn geweest. Daar was met veel trots een feesttent neergezet, er lagen stick ers, quizboekjes en heuse diploma’s voor als je de vragen goed had beantwoord na de rondleiding. Van het grofvuilfilter tot en met de laatste bezinkbak regende het, maar vol gens mij heeft mijn dochter dat niet gemerkt. Ze vond het allemaal geweldig en kan nu nog uitleggen hoe het proces van riool tot schoon water loopt. Dat zou ik meer kinderen willen laten ervaren. Als regionale ondernemersverenigingen en lagere scholen elkaar nu eens opzoeken en zorgen dat de kinderen tijdens de reguliere lesuren een paar uur per jaar besteden aan het bedrijfsleven. Van boerderij tot transportbedrijf en van water zuivering tot werkplaats. Een kleine inspanning waar de industrie over een langere peri ode profijt van gaat hebben. Dat moet toch lukken? Mark Oosterveer Mark@industrielinqs.nl @M_Oosterveer
HoofdredactIE
Mark Oosterveer 020 3122 793 mark.oosterveer@industrielinqs.nl NUMMER 05 - 2013
David van Baarle 020 3122 082 david.vanbaarle@industrielinqs.nl
Uitgave van
Eindredactie
Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7 1019 HD Amsterdam Postbus 12936 1100 AX Amsterdam
Partner
Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) Postbus 138, 3990 DC Houten
Ahoy Rotterdam NV Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Organisator van
Uitgever
Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl
Elise Quaden 020 3122 084 elise.quaden@industrielinqs.nl
medewerkers
Evi Husson, Liesbeth Schipper, Erik te Roller, Renske van den Berg, Ingrid Rompa, Pieter Pulleman, Teus Molenaar, Francis Voermans
Lay-out
Gabriele Köbbemann
Advertentieverkoop Jetvertising BV Arthur Middendorp T: 070 399 00 00 F: 070 390 24 88 arthur@jetvertising.nl
Traffic
Breg Schoen 020 3122 088
Drukkerij
DeltaHage, Den Haag
Abonnementen (EXcl. BTW)
Nederland/België € 91,Introductie NL/België 25% € 68,25 Overig buitenland € 114,Losse verkoopprijs €16,Studenten € 37,75,Proefabonnement (3x) € 26,50
Opzeggen
Dit magazine hanteert de opzegre gels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ont vangt uit hoofde van uw beroep. Hier door wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnemen ten worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www. aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abon nementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland. nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.abo land.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.
Abonnementenland
Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. ISSN: 2211-6826
© Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.
05
iMaintain 13
005_commentaar.indd 5
22-05-13 14:49
6 actueel
MEEST GELEZEN ONLINE 1. Prinses Máxima geeft startsein Girlsday 2013 Ruim driehonderd bedrijven en onderwijsinstellingen door heel Nederland openden op donderdag 25 april hun deuren om 8.200 meisjes enthousiast te maken voor bèta, techniek en ICT. Prinses Máxima gaf voor Girlsday het startsein in Den Haag bij Jet-Netpartner TNO. Lees verder op www.imaintain.info
2. Shell: overmacht bij uitval fabriek Moerdijk Oliebedrijf Shell beroept zich op overmacht bij de levering van chemische stoffen uit een kraker in Moerdijk. De herstart van een naftakraker is uitgesteld, waarna een force majeure werd afgekondigd die alleen intern actief is. Lees verder op pagina 9
Steamcracker BASF Antwerpen ligt stil De steamcracker van BASF Antwerpen is op 9 mei gecontroleerd stilgelegd voor groot onderhoud. Gedurende ongeveer zes weken zullen meer dan 10.500 activiteiten worden uitgevoerd. Midden juni (gepland vanaf 18 juni) wordt de installatie weer opgestart. Naast de gebruikelijke werkzaamheden als het uitvoeren van inspecties, onderhoud en reinigingstaken en het uitwisselen van katalysatormateriaal is er ook projectwerk gepland. Zo is er het Flare min-project om in de toekomst minder te hoeven fakkelen wanneer de cracker opnieuw wordt opgestart na een onderhoudsbeurt of na een processtoring. Dat betekent niet alleen minder geluid voor de buren, maar ook een grote besparing voor BASF, want goed product affakkelen kost geld. Daarnaast worden voorbereidingen getroffen voor een nieuwe stoomcentrale die BASF in 2015 in gebruik wil nemen. Die zal het gebruik van de fakkel nog verder gaan verminderen, want dan kan de steamcracker zijn stoom rechtstreeks uit de nieuwe stoomketel krijgen en hoeven de eigen ovens niet te worden gebruikt. Als de ovens niet hoeven te worden ingezet, hoeft er minder gas te worden gefakkeld.
Op 7.000 basisscholen aandacht voor techniek
3. Veiligheidstrainingen voor windsector op Maasvlakte Onlangs opende Havenwethouder Jeannette Baljeu van Rotterdam nieuwe windtrainingsfaciliteiten van Falck Safety Services op de Maasvlakte. In het centrum kunnen bouwers, beheerders en installateurs van windmolenparken hun veiligheidstrainingen volgen. Lees verder op www.imaintain.info
4. BASF Antwerpen schiet Wetteren te hulp Direct na het spoorincident in het Vlaamse Wetteren is het interventienetwerk Belintra in werking getreden. Belintra is de samenwerkingsovereenkomst tussen de chemische industrie en de federale overheid waarbij BASF Antwerpen ondersteuning biedt bij incidenten met gevaarlijke stoffen. Lees verder op www.imaintain.info
5. Nieuw tijdperk met elektrische bussen Het nationale park Schiermonnikoog in Friesland is een van de eerste plaatsen in Europa met volledig emissievrij openbaar vervoer dankzij de elektrische bussen van de Chinese fabrikant BYD. Lees verder op www.imaintain.info
05 13 iMaintain
006_7_9_D_actueel.indd 6
Om meer jongeren enthousiast te maken voor een loopbaan in de techniek, sloten tal van organisaties onlangs een Techniekpact, waarin onder meer is afgesproken dat in 2020 op alle 7.000 basisscholen aandacht voor techniek komt. Ook komen er elk jaar 1.000 beurzen voor techniekstudenten om ze te binden aan het bedrijfsleven en er komt een investeringsfonds om techniek in het hoger onderwijs te stimuleren. En er is afgesproken geld vrij te maken (100 miljoen euro) om de technische kennis van docenten te vergroten en voor om- en bijscholing van werknemers en werkzoekenden (300 miljoen euro). Werkgevers, werknemers en onderwijsorganisaties sloten het Techniekpact met regionale overheden en het kabinet. Het is het begin van een aanpak die jaren gaat duren en die ervoor moet zorgen dat er meer technisch geschoolde vakmensen komen. Tot 2020 zijn er elk jaar 30.000 extra technici nodig. Minister Henk Kamp van Economische Zaken kondigde al eerder aan dat het kabinet projecten wil uitbreiden die onderwijs in de techniek beter laten aansluiten op de wensen van bedrijven. Kamp is tevreden over de afspraken. ‘Veel bedrijven die groeikansen zien, moeten die laten lopen omdat ze niet aan genoeg technische vakmensen kunnen komen. Daar gaan we nu met elkaar verandering in brengen. Het is leuk en lucratief om als student of als werknemer te kiezen voor techniek en technologie.’ Ook de FME, die direct betrokken is geweest bij de de totstandkoming van het pact, is tevreden met het resultaat. FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming: ‘Het Techniekpact is gelukkig niet het zoveelste mooie analytische plan, maar een heuse ‘doe-agenda’ geworden. Dus nu de schouders er onder.’
Kijk voor meer nieuwsberichten op www.imaintain.info
22-05-13 14:49
actueel 7
Slecht beheer haalt 112 vaak onderuit Meerdere storingen bij het alarmnummer 112 vorig jaar zijn het gevolg van verkeerde inschattingen over de redundantie van de dienst bij storingen en slechte planning bij werkzaamheden, blijkt uit onderzoek. Naar aanleiding van meerdere storingen bij het landelijke alarmnummer 112 heeft de Inspectie Veiligheid en Justitie samen met het Agentschap Telecom een onderzoek uitgevoerd naar de oorzaken. Daarbij is ook gekeken hoe dergelijke storingen voorkomen moeten worden. Het rapport is recent gepubliceerd. In oktober is het technisch beheer overgedragen aan KPN, schrijft minister Opstelten van Justitie en Veiligheid in een brief aan de Tweede Kamer. Hierdoor zouden storingen zich minder vaak of langdurig voor moeten doen. De telco heeft ook ketenmonitoring ingevoerd, waarbij de hele doorloop van beller naar meldkamer wordt gemonitord. De aanleiding van het onderzoek is een grote storing in juni vorig jaar. Na deze uitval zijn er wijzigingen gedaan die de impact van storingen moesten beperken. Maar terwijl het onderzoek in het najaar liep, deden zich nog meer storingen voor bij 112. De grootste daarvan was het gevolg van werkzaamheden die slecht waren gepland. De planning van onderhoud is al langer een heet hangijzer bij het beheer van het alarmnummer. De Inspectie Veiligheid en Justitie publiceerde vorig jaar al een voorlopig rapport hierover naar aanleiding van een 112-storing waarbij het alarmnummer bijna de hele nacht slecht bereikbaar was. In die nacht overleden twee mensen die reanimatie nodig hadden.
BEDRIJVENNIEUWS Overcapaciteit in de Nederlandse industrie De productie van de Nederlandse industrie is in maart met 5,3 procent gedaald vergeleken met dezelfde maand vorig jaar en is daarmee op het laagste niveau terechtgekomen in drie jaar. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek bekendgemaakt. De bedrijvigheid nam in maart veel harder af dan in de voorgaande maand. In februari bedroeg de krimp 1,3 procent vergeleken met een jaar eerder.
Rotterdamse haven wil fuseren met Moerdijk
Atsma: Meer claims door slecht onderhoud wegen
Politici die verantwoordelijk zijn voor de openbare ruimte trekken liever budget uit voor nieuwbouw dan voor beheer en onderhoud. Het aanleggen van bijvoorbeeld een nieuwe weg leidt tot goede publiciteit, terwijl onderhoud ‘niet sexy’ is. De verwaarlozing die hierdoor optreedt, zal in de toekomst leiden tot meer claims aan het adres van overheden, aldus voormalig staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Joop Atsma in EVO magazine. ‘Onderhoud is totaal niet sexy, nieuwbouw wel. Nieuwbouw betekent dat er een lintje kan worden doorgeknipt, dat er pers en fotografen zijn. Die blijven weg als er sprake is van een opgeknapte weg, want dat is minder interessant’, zegt Atsma. Volgens de oudpoliticus krijgt nieuwbouw bij politici dan ook meer prioriteit. Hij vreest dat overheden vaker verantwoordelijk gesteld worden voor ongelukken als gevolg van een verwijtbaar tekort. ‘Er zullen meer en meer claims binnenkomen.’ Atsma richt zijn kritiek voornamelijk op bestuurders in provincies, gemeenten en waterschappen, die vanwege de crisis steeds vaker besparen op wegonderhoud. De oud-politicus roept belangenorganisaties dan ook op om de handen ineen te slaan. Atsma: ‘Volgend jaar zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Zorg dat het op de politieke agenda komt!’
Het Havenbedrijf Rotterdam wil, nu de Tweede Maasvlakte is aangelegd, blijven uitbreiden. Geen derde Maasvlakte, maar directeur Hans Smits denkt meer aan het ontwikkelen van bestaand terrein: het ‘oude’ havengebied. En het Havenbedrijf zou op termijn graag samengaan met de haven in Moerdijk, waar onder andere Shell een grote chemische site heeft. De verwachting is dat de Tweede Maasvlakte over 20 tot 25 jaar vol is. Maar volgens presidentdirecteur Hans Smits, moet al veel eerder, over ongeveer vijf jaar, nagedacht worden over wat er daarna moet gebeuren. Zo moet over drie tot vijf jaar de Botlek-haven met enkele meters worden uitgediept, net als de Nieuwe Waterweg. Op die manier moet het havengebied up-to-date blijven.
05
iMaintain 13
006_7_9_D_actueel.indd 7
22-05-13 14:49
Specialist in Heat Treatment Preheating and stress relief Induction and resistance Stationary furnaces Dry out and curing Rental and sales Mobile furnaces
www. delta-heat-services.com info@delta-heat-services.com +31 (0) 187 - 49 69 40
008_delta_eco.indd 1
22-05-13 11:22
actueel 9
Onderhoud kerncentrale Borssele op schema Het onderhoud aan de kerncentrale in Borssele ligt op schema. De centrale ligt sinds 12 april stil. Tot half mei worden vierduizend actiepunten afgewerkt. Daarvoor zijn er negenhonderd extra mensen aan het werk op het terrein van de kerncentrale. Recent is de 24 ton zware condensor vervangen. Deze zorgt voor de verwarming van het koelwater in de reactor. Het is één van de grootste klussen die in de vijf weken durende onderhoudsstop worden uitgevoerd. Voor de extra mensen op het terrein is er een kantine opgebouwd. De kantine heeft een eigen keuken en er is catering voor driehonderd werklui. De extra werklui komen vooral uit Duitsland, omdat de centrale van Duitse makelij is. Tijdens deze onderhoudsstop worden bovendien 24 van de 121 splijtstofstaven in de reactor vervangen. Ook het reactorvat wordt onderzocht op haarscheurtjes. Vorig jaar werden bij controles in de kerncentrales Doel en Tihange in België haarscheurtjes in het reactorvat ontdekt. EPZ, de exploitant van de kerncentrale in Borssele, onderzoekt of dit ook het geval is in Borssele. De resultaten worden na de onderhoudsstop bekend.
Falende zekering oorzaak nieuw incident BASF De Meern Onlangs heeft zich opnieuw een incident voorgedaan bij het chemisch concern BASF in De Meern. Het chemieconcern bevestigt dat er een voor de omgeving zichtbare kortstondige emissie van stikstofoxiden heeft plaatsgevonden. Bij de reparatie anderhalf uur later was er weer sprake van emissie. De oorzaak, een falende zekering die een stroomstoring veroorzaakte, is inmiddels vervangen. Beide emissies waren waarneembaar voor de omgeving en duurden elk circa één minuut. Er was volgens BASF geen sprake van gevaar voor de volksgezondheid. De concentraties van zowel stikstofoxiden als ammonia zijn binnen de norm van de vergunning gebleven. Nog dezelfde middag is de oorzaak van beide kortstondige emissies vastgesteld: een falende zekering veroorzaakte een stroomstoring. Het wegvallen van de stroom leidde ertoe dat de onlangs geïnstalleerde DeNOx-installatie-uitviel, met een emissie van één minuut tot gevolg. Er zijn het laatste jaar vaker incidenten geweest bij de vestiging in De Meern. In maart moest BASF de productie op last van de gemeente deels stilleggen nadat er stikstofoxide en ammonia waren vrijgekomen. Volgens wethouder Mirjam de Rijk was er na dat incident ‘inadequaat gehandeld’. Het duurde volgens haar toen veel te lang tot de lekkende installatie werd stopgezet.
Grootschalige werkzaamheden aan snelwegen weer van start Het wegwerkzaamhedenseizoen is weer begonnen. Nu de weersomstandigheden beter worden, werkt Rijkswaterstaat weer volop aan de weg. Weggebruikers kunnen vanaf nu weer meer verkeershinder door wegwerkzaamheden op de weg ondervinden. Rijkswaterstaat werkt aan de verbetering van de bereikbaarheid door files aan te pakken. Deze kabinetsperiode legt Rijkswaterstaat achthonderd kilometer aan extra rijstroken en spitsstroken aan. Daarnaast voert Rijkswaterstaat onderhoudswerkzaamheden uit op bestaande snelwegen. De meeste hinder door werkzaamheden wordt in de regio’s Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht verwacht. Maar ook in Noord-Brabant krijgen weggebruikers te maken met veel werkzaamheden. Daar staan vanwege onderhoud dit jaar vijftien weekendafsluitingen gepland.
BEDRIJVENNIEUWS Shell: overmacht bij uitval fabriek Moerdijk Oliebedrijf Shell beroept zich op overmacht bij de levering van chemische stoffen uit een kraker in Moerdijk. De herstart van een naftakraker is uitgesteld, waarna een force majeure werd afgekondigd die alleen intern actief is. Force majeure is een juridische term waardoor bedrijven onder leveringsverplichtingen uit kunnen komen. De maatregel werd al op 24 april afgekondigd, voor de stoffen etheen en propyleen. Volgens een woordvoerder van Shell zullen klanten geen gevolgen ondervinden van de force majeure. Op 16 april kondigde Shell nog aan dat onderhoudswerk aan de kraker, dat enkele weken had geduurd, was afgerond.
PUMA rondt eerste deel Maasvlakte 2 af
PUMA, het samenwerkingsverband van Boskalis en Van Oord, heeft de eerste fase van Maasvlakte 2 opgeleverd. Deze eerste fase is uigevoerd volgens planning, binnen budget en conform de vastgelegde kwaliteitseisen. Vijf jaar geleden begon het samenwerkingsverband met de uitbreiding van de Rotterdamse haven. Inmiddels is zevenhonderd hectare nieuw bedrijventerrein, elf kilometer zeewering, 3,5 kilometer kademuur, 24 kilometer wegen, veertien kilometer spoor en 560 hectare havenbassin gerealiseerd.
05
iMaintain 13
006_7_9_D_actueel.indd 9
22-05-13 14:49
10 ARBEID
Personeelsschaarste is kwalitatief probleem De gebrekkige instroom aan technisch personeel is op het eerste gezicht een van de grote thema’s waar de industrie momenteel mee worstelt. Maar er klinken tegenstrijdige geluiden, over stijgende werkloosheid en bedrijven die juist bezuinigen op personeel. Ondertussen wordt er vooral gepraat over de vermeende tekorten en komen echte oplossingen niet bovendrijven. Betekent dit dat het probleem nog niet groot genoeg is? David van Baarle en Elise Quaden
De experts De deelnemers aan de rondetafelbijeenkomst waren: • Piet van der Linden, LT People en NVDO SUTO • Cor van de Linde, MOT • Roelf Venhuizen, Profion en DI-WCM • Nico van Kessel, Tata Steel • Wim Davidse, Dzjeng • Peter van Winssen, Goflex • Michel van der Klei, Heijmans • Matty van den Berg, Watertalent
05 13 iMaintain
010_11_13_N_artikel.indd 10
Cor van de Linde, van de MOT, ziet dat het probleem minder aanwezig is bij de asset owners dan bij de contractors. ‘Asset owners halen personeel weg bij de contractors zodat zij steeds moeilijker aan hun mensen komen.’ Roelf Venhuizen, Profion en DI-WCM, meent dat het aan het harde werken van deze contractors te danken is dat echte drama’s zich nog niet hebben voorgedaan: ‘Het probleem heeft zich nog niet in de praktijk gemanifesteerd. Contractors lukt het nog steeds om voldoende personeel te vinden. Tegelijkertijd zijn we wel economisch kwetsbaar en afhankelijk van het buitenland. En dat terwijl er ook veel werklozen zijn in Nederland. Er is dus een mismatch tussen de vraag en het aanbod. De automatisering is wel succesvol zodat we met minder personeel toe kunnen en de mensen worden steeds productiever. Maar er is een nieuwe doorbraak nodig voor als de tekorten ons daadwerkelijk parten gaan spelen.’ Door efficiëntie kunnen bedrijven meer doen met minder mensen. De echte kansen liggen volgens Wim Davidse van Dzjeng echter bij innovatie: ‘We kunnen het niet winnen op efficiëntie en moeten het juist hebben van innovatie. Laten we dáár aandacht aan besteden. De hightechsector is met z’n enorme export een belangrijke groeimotor voor ons land. Het probleem is om daarvoor mensen te vinden, want hier zijn er grote tekorten.’ Maar Peter van Winssen, Goflex, stelt dat het tekort niet zozeer de kwestie is: ‘De kern is dat er personeel genoeg is. Maar het moet beter worden opgeleid en dit duurt tot nog toe te lang. Waarom zou je vier jaar moeten studeren terwijl je de nodige vaardigheden ook binnen een jaar kunt leren? Het huidige opleidingssysteem is te rigide en gaat niet mee met de eisen van de markt.’ Piet van der Linden van de NVDO en LT People sluit hierop aan: ‘De in- en uitstroom wordt binnenkort gelijk. De aantallen studenten zijn hoog. Dus is de braindrain niet het
probleem, de doorstroom wel.’ Michel van der Klei, Heijmans, ziet ook dat het verloop vaak groot is: ‘Vroeger werkte je voor het leven bij een bedrijf. Nu niet meer dus wordt in- en uitstroom iets om over na te denken. Doorstroming van personeel moet je zien over de hele industrie, niet binnen één bedrijf.’ Volgens Venhuizen zullen we over een tijdje pas echt met personeelsschaarste worden geconfronteerd: ‘In sommige sectoren, zoals de bouw en bij de zzp’ers, wordt het probleem nog gemaskeerd door de economische crisis. Daar ontstaan pas echt problemen als de hoeveelheid werk stijgt.’ Van der Linden vindt de industrie nu nog innovatief genoeg: ‘Het werk komt af omdat de markt zelfregulerend werkt. En als de ene markt krimpt, dan groeit de andere. Volgens de CBS is de afgelopen jaren in Nederland het aantal banen gestegen, alleen de samenstelling is sterk veranderd. Davidse voegt toe: ‘De werkgelegenheid is er inderdaad.’
Bedrijfsschool Alle experts zien in opleiding de sleutel tot een gezonde arbeidsmarkt. Ook constateren ze dat opleidingen op het moment tekortschieten. Van de Linde: ‘Algemeen gesteld, gaat de kwaliteit van personeel achteruit omdat de opleidingen van onvoldoende kwaliteit zijn.’ Dit veroorzaakt de mismatch tussen vraag van de werkgevers en het aanbod van personeel dat Venhuizen eerder aanstipte. Dit is ook de reden dat bedrijfsscholen meer in zwang raken. ‘Laten we weer zelf ons personeel op gaan leiden’, zegt Michel van der Klei. ‘Bedrijven zoals Dow en Tata Steel hebben hun bedrijfsschool in ere hersteld.’ ‘Maar dit zijn uitzonderingen en ook hier is het sappelen’, aldus Nico van Kessel van Tata Steel. ‘Door bezuinigingen wordt het steeds lastiger om leerlingen een baangarantie aan te bieden.’ Zolang de industrie nog altijd al het nodige onderhoudswerk kan uitvoeren, lijkt het
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-05-13 14:48
FOTO: BILFINGER BERGER
ARBEID 11
Zolang de industrie nog altijd al het nodige onderhoudswerk kan uitvoeren, lijkt het er inderdaad op dat het arbeidsmarktprobleem nog te overzien is. Maar ondertussen komen bedrijfsleven en overheid niet met langetermijnreddingsmiddelen over de brug en zullen de tekorten over twee jaar dubbel zo groot zijn.
er inderdaad op dat het arbeidsmarktprobleem nog te overzien is. Maar ondertussen komen bedrijfsleven en overheid niet met langetermijnreddingsmiddelen over de brug en zullen de tekorten over twee jaar dubbel zo groot zijn. Aan de andere kant bieden bedrijven mondjesmaat stages en banen aan. Dus hebben jongeren in de techniek het moeilijk. Ook de kennis en vaardigheden van jongeren laat te wensen over, mede doordat het volgens sommige deelnemers aan het debat ‘een zootje is op de roc’s’. Matty van den Berg van Watertalent: ‘De roc’s zitten in een spagaat, ze moeten veel te veel van de overheid.’ Daarom pleit Peter van Winssen voor minder strenge controle op het onderwijs: ‘Ik ben voor het afschaffen van de vele inspecties in het onderwijs. Pas dan kan het onderwijs weer terug naar de inhoud.’ Als het aanbod aan technici en de behoefte van bedrijven niet samenvalt, dan zouden het bedrijfsleven en het onderwijs daar samen uit moeten komen. Venhuizen: ‘Installaties gaan steeds minder kapot, onderhoudsarm ontwerpen en preventief onderhoud worden steeds belangrijker. Speel daarop in met vraaggestuurd onderwijs en ga een rol spelen bij de beroepskeuze van de jeugd. Leidt technici op hoog
niveau op en richt deze opleidingen op service.’ Van den Berg is van mening dat als je technische studies breder opzet, je ook het bereik van potentiële studenten vergroot: ‘Er is bewustwording nodig, jongen mensen beseffen niet altijd dat ze moeten investeren in hun carrière. Als de technische opleidingen generieker worden, dan creëer je kansen. En dit maakt de techniek aantrekkelijker voor mensen die niet zo snel daarvoor zouden kiezen. Daarnaast is het van belang dat techniek in de basis ook in niet-technische opleidingen wordt opgenomen. Hierdoor is er altijd de mogelijkheid om later in de opleiding te kiezen voor een meer technisch georiënteerde opleiding.’
Imago Van den Berg stelt dat we eigenlijk te laat in beweging komen: ‘We praten nu óver de doelgroep in plaats van mét. Als je kinderen intrinsiek motiveert, pak je het probleem bij de basis aan. Maar kinderen komen te weinig met techniek in aanraking, onder andere doordat veel leerkrachten vrouwen zijn met weinig affiniteit met techniek. ’En daarmee komt het imagoprobleem van de techniek om de hoek kijken. Van Kessel: ‘Techniek wordt nog te veel neergezet als moeilijk, iets voor jongens
en voor nerds, waardoor leerlingen te snel voor een ander profiel kiezen.’ Volgens Van de Linde kan het imago worden verbeterd door meer te bieden: ‘Salarissen moeten hoger. En maak onderhoud zichtbaarder. Wij halen jeugd al vanaf vijftien jaar binnen en bieden stages aan. Maar nog belangrijker: we bieden nieuwe medewerkers een carrièreperspectief. Als mensen niet meer binnen de MOT kunnen groeien, begeleiden we ze desnoods naar een andere werkgever.’ Davidse is het hier mee eens: ‘Je moet een ‘lekkere’ werkgever zijn en mooie projecten aanbieden met leermogelijkheden.’ Volgens Van Winssen heeft aantrekkelijkheid niets met salaris te maken: ‘Het zit niet in de beloning. De techniek moet laten zien dat je overal in de wereld ermee aan de slag kan.’ Van der Klei vindt dat het onderhoud zich kleiner maakt dan nodig: ‘Wij spelen te veel Calimero.’ Dit gevoel wordt niet door iedereen gedeeld. Davidse: ‘Ik zou het eerder calvinistische bescheidenheid willen noemen.’ Van der Linden pleit ervoor om niet te blijven steken op de imagokwestie: ‘Laten we ermee beginnen om het nooit meer over het negatieve imago van de techniek te hebben. Ik wil praten over wat er nu gebeurt en daarmee aan de slag gaan.’ De industrie moet dus zichtbaarder zijn,
05
iMaintain 13
010_11_13_N_artikel.indd 11
22-05-13 14:48
INNOVATIE MAAKT VAN GGB DE MARKTLEIDER The Global Leader in High Performance Bearing Solutions GGB luistert naar de response van zijn klanten. Het resultaat hiervan zijn superieure lagers die problemen vermijden. Meer weten? Surf dan naar onze website: www.ggbearings.be of scan de QR Code die u hieronder vindt. GGB Benelux Fountain Business Park, Building 5 C. Van Kerckhovenstraat 110 B-2880 Bornem Tel.: +32-(0)3 890 46 70 Fax: +32-(0)3 890 46 71 benelux@ggbearings.com
Get a QR code reader at http://getscanlife.com Š2012 GGB. All rights reserved.
GGB_8949_BrndBenelux_iM_M.indd 1
012_ggb_hatea.indd 1
3/12/12 9:15 AM
22-05-13 11:50
ARBEID 13
met initiatieven zoals de Dag van het Onderhoud. Maar als puntje bij paaltje komt, doen er maar weinig bedrijven mee. Het aloude ‘als er een schaap over de dam is …’ lijkt hier van toepassing. ‘Als er één succesverhaal is, volgt de rest vanzelf. En de link tussen bedrijven en scholen dient door de bedrijven zelf gelegd te worden’, vindt Van der Linden. Venhuizen: ‘Bundel de krachten, via de FME, VNO, en ga invloed uitoefenen op de regering. Het speelveld ligt open, doe er goede dingen mee. Wacht niet tot de overheid iets doet.’
Kansen De discussiedeelnemers zijn het met elkaar eens dat er kansen genoeg zijn. ‘De participatie van vrouwen in de industriële arbeidsmarkt is nog maar 25 procent’, zegt Van der Linden. ‘In de haven is zelfs maar zeventien procent vrouw. Je moet jezelf afvragen waarom vrouwen niet voor industriële beroepen kiezen. Ook technici uit bijvoorbeeld Hongarije of Polen staan te springen om hier aan de slag te gaan. Je moet niet direct honderd Hongaren aan het werk zetten, anders loop je tegen veiligheidskwesties aan, maar ik kan je garanderen dat het goede vaklui en harde werkers zijn.’ Van de Linde wil daar nog wel aan toevoegen dat ook Polen en Hongaren schaarser worden. Venhuizen merkt daarbij op dat het aantal banen binnen bepaalde sectoren terugloopt. ‘In de dienstensector, maar bijvoorbeeld ook in de retail, is steeds minder werk. Scholen zouden dan ook bij het begeleiden van de beroepskeuze meer moeten sturen op beroepen waar wel werk in te vinden is.’ Van Kessel is het daar mee eens, ‘maar dan moeten we ook laten zien dat we een stabiele en betrouwbare werkgever zijn. Vooral nu het crisis is, gaat veel aandacht uit naar kostenbesparingen, soms gepaard met ontslagen. Ook Tata Steel staat onder druk en in dezelfde week dat een campagne startte om jongeren te interesseren voor een technisch beroep, werd bekend gemaakt dat het aantal arbeidsplaatsen bij Tata Steel verder zal afnemen. We zitten nu in de spagaat dat we op de kosten moeten letten, maar ook de prestaties omhoog moeten. Als bezuinigen het adagium binnen technische bedrijven wordt, maak je de branche niet aantrekkelijk.’ Van der Linden merkt op dat er een gevaar schuilt in het noemen van mogelijke toekomstige arbeidstekorten. ‘We creëren
Het is een beetje gehyped dat jongeren geen vieze handen willen krijgen van hun werk. Dat willen ze best, als ze maar het gevoel hebben dat ze nuttig werk hebben dat een belangrijke bijdrage aan de maatschappij levert.
hiermee een te negatief beeld en dat gaat ten koste van de werkgelegenheid. We kunnen beter spreken van uitstekende carrièremogelijkheden en vertellen dat techniek een uitstekende keuze is. De arbeidsmarkt is altijd zelfregulerend geweest en als er ergens een tekort dreigt, lost zich dat op welke manier dan ook wel weer op. De industrie zal echt niet zomaar uit Nederland verdwijnen. Natuurlijk moet je wel anticiperen op demografische ontwikkelingen, maar tegelijkertijd zijn er andere
‘Doorstroming van personeel moet je zien over de hele industrie, niet binnen één bedrijf.’ manieren om daarmee om te gaan. Een goed bedrijf streeft naar twee procent efficiencyverbetering per jaar. Dat is meer dan de krimp die voor de arbeidsmarkt is uitgerekend.’ Van der Linden heeft niet alleen geruststellende woorden: ‘Er zijn wel degelijk punten te noemen waar we mee aan de gang moeten gaan. Bijvoorbeeld de inspanningen om jongeren voor techniek te laten kiezen en ook daadwerkelijk aan een baan te helpen.’ Venhuizen is het met Van der Linden eens. ‘Het is niet goed voor de BV Nederland om mensen op te leiden voor de WW. Een groot deel van de studenten met een bètaopleiding komt uiteindelijk in alfabanen terecht. Andersom gebeurt zelden. Kiezen voor een bètastudie biedt dus meer kans op een baan en de vrijheid om te kiezen.’
Davidse gaat nog een stapje verder: ‘Europa staat zo ongeveer stil en krijgt zo langzamerhand derdewereldproporties. De enige reactie die hierop mogelijk is, is om mensen zo goed mogelijk op te leiden om hoge toegevoegde waarde te leveren. We zullen moeten blijven innoveren. De huidige staat van het onderwijs is echter dramatisch en de heersende zesjescultuur zal echt moeten omslaan om het tij te keren.’ Is het dan werkelijk zo somber gesteld met de jeugd? ‘Ik denk dat de nieuwe generatie anders over werken denkt dan wij’, vat Davidse het samen. ‘De jongere vindt 32 uur werken een fulltime baan. Daar kun je op tegen zijn, maar dan hou je op den duur geen personeel meer over. De generatie Einstein wil werk dat ze uitdagingen biedt en het liefst iedere dag een nieuwe ervaring. Het is een beetje gehyped dat jongeren geen vieze handen willen krijgen van hun werk. Dat willen ze best, als ze maar het gevoel hebben dat ze nuttig werk hebben dat een belangrijke bijdrage aan de maatschappij levert.’ Ook de onderhoudsmarkt zal zich dus moeten profileren als aantrekkelijke werkgever. Van Kessel: ‘Als je bètastudenten vraagt wat ze willen studeren, zeggen ze vaak: technische bedrijfskunde. Onderhoudsmanagement staat niet eens op de shortlist. Pas later komt men er achter hoe interessant het vak is en dat het alles te maken heeft met technische bedrijfskunde. Je moet mensen een perspectief op een carrière bieden en niet opleiden voor een baan. Dat het onderhoudsvak vele facetten heeft moet je ze niet vertellen, maar zelf laten ervaren.’ ■
05
iMaintain 13
010_11_13_N_artikel.indd 13
22-05-13 14:48
Service & Onderhoud Wie actief is in de wereld van de aandrijftechniek, weet dat de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van systemen van vitaal belang zijn voor het bedrijfsproces. Niet voor niets worden dan ook hoge eisen gesteld aan de bijbehorende service en het onder-
Reliability
houd. Dat vraagt om een pro-actieve servicepartner die snel reageert en uw wensen als uitdaging ziet.
Measure
Hydrauvision is die partner.
Experience Analyse
www.hydrauvision.com
Uw totaalleverancier voor alle MRO onderdelen “Een uniek assortiment, snelle levering en specialistische kennis.” ZO
, NU KOFF OOK A IE TO AN Hydrauliek, elektrotechniek, Meldaandrijftechniek, u nu G E R e n A pneumatiek, voertuigtechniek, TIS a ? maawerkplaats k kan an vo ko s o
op éé ffireinigingstechniek, r onz emac aandrijftechniek, water- en e n van hines de Ne nieuwsbri ! ef s leiding- en fittingmateriaal, machinedelen, press o veiligheid en PBM, gereedschap en E bevestigingsmateriaal.en aanta l van • Rui uw v m 25 oo 0 .000 • Nac artike rdelen: htdis len trib • Tele fonisc utie, dus morg h ber en om eikba ar 08 08.00 .00 uur in 18.00 huis uur
www .INDI
.nl/ac
tie
T 088 0666 000
014_hydrau_indi.indd 1
22-05-13 11:22
PRODUCTEN 15
Producttrends op www.imaintain.info
1
Touch App
2
Parts Catalog Generator
3
Ventilator
Visser & Smit Marine Contracting (VSMC) in Papendrecht is de eerste IFS Benelux-klant die gebruikmaakt van de IFS ‘Notify Me’ Touch App. IFS Notify Me is een gebruiksvriendelijke app die projectmanagers en -leiders in staat stelt administratieve taken uit te voeren waar en wanneer ze willen. VSMC besloot IFS Notify Me, onderdeel van de IFS Touch Apps-familie, in te zetten om zo projectdirecteuren de inkooporders en facturen eenvoudig, op elk gewenst moment en op elke willekeurige locatie te kunnen laten goedkeuren. www.lvtpr.com
Triview heeft een softwarepakket ontwikkeld dat het eenvoudig maakt om in een handomdraai uw reserveonderdelen online aan te kunnen bieden aan uw relaties. Door het bestelgemak dat u uw klanten hierdoor biedt, kunt u op eenvoudige wijze uw omzet van reserveonderdelen vergroten zonder afbreuk te doen aan de winstmarges. Of het nu gaat om kleine huishoudelijke apparaten of om grote complexe machines, Parts Catalog Generator (PCG) genereert heel eenvoudig een online bestelportaal. Klanten bestellen de producten rechtstreeks van de tekening, waarbij het zelfs mogelijk is elektrische schema’s op te nemen.
De volledige RadiCal-serie met EC-technologie bevat nu maten van 133 millimeter tot 630 millimeter. Een eenvoudige1:1 vervanging van bestaande AC-oplossingen is mogelijk dankzij de identieke afmetingen voor de maten 190 millimeter tot 250 millimeter. Hierdoor kunnen de voordelen van EC-technologie, zoals een hoger rendement, geïntegreerde traploze toerenregelingen en een hoge vermogensdichtheid eenvoudig benut worden met slechts een kleine investering in tijd en geld. RadiCal-ventilatoren kunnen worden bediend met een spanning tussen de 0 en 10 V en vanaf maat 280 zijn ze zelfs standaard uitgerust met MODBUS. www.ebmpapst.nl
4
Industriële voedingen
TDK-Lambda beschikt over een complete range van low cost schakelende voedingen. Deze serie is uitermate geschikt voor toepassingen in de industrie, de medische wereld, LED, beveiligingssystemen of automatisering. Sinds kort zijn deze schakelende voedingen te bestellen in de webshop van Koning & Hartman. De industriële voedingen van TDK-Lambda zijn verkrijgbaar in een vermogensrange van 25 tot 150 watt. www.koningenhartman.com
5
Modulair meetsysteem
6
Kanaalventilator
7
Infor op IBM SmartCloud
8
Hygiënische geleidbaarheidsensor
Hottinger Baldwin Messtechnik (HBM) heeft onder de naam PMX een nieuwe oplossing voor de verschillende meetbehoeften in productie- en testomgevingen geïntroduceerd. Het PMX-meetversterkerplatform is een schaalbaar en modulair opgebouwd systeem dat de gebruiker voorziet van alle functionaliteit, die hij voor de uitvoering van meettaken, de monitoring en aansturing van productieprocessen nodig heeft. www.hbm.com
Deze compacte kanaalventilator is geschikt voor de be- en ontluchting van industriële ruimtes, in kantoor- en werkruimtes en woningen. De KVK centrifugaalventilator kan overal toegepast worden waar een compacte oplossing nodig is. Het installeren en onderhouden van de KVKmodellen is zeer eenvoudig door de FK-montageklem en de onderhoudsvrije buitenpoolmotoren. Door de montageklem wordt bovendien voorkomen dat er trillingen aan het kanaal worden doorgeven. www.ruconsystemair.nl
IBM en Infor kondigen een samenwerking aan waarbij Infor zijn software gaat aanbieden via de publieke, private en hybride SmartCloud diensten van IBM. Organisaties willen profiteren van de voordelen van cloud computing om hun bedrijfskritische applicaties in de cloud te kunnen laten draaien maar vereisen daarbij 24/7 klantenservice, beveiliging en hoge beschikbaarheid evenals resiliency voor bedrijfskritische activiteiten. Om hieraan tegemoet te komen, zijn de twee bedrijven overeengekomen dat Infor-oplossingen beschikbaar zullen zijn op de IBM SmartCloud, die is geoptimaliseerd voor bedrijfskritische enterprise workloads. nl.infor.com
De Indumax CLS54D inductieve geleidbaarheidsensor met Memosens-technologie is speciaal ontworpen voor hygiënische toepassingen in de voedingsmiddelen- en farmaceutische industrie waar naast betrouwbaarheid en nauwkeurigheid tevens reinigbaarheid (CIP+SIP) en gebruiksgemak voorop staan. Bij de Indumax CLS54D behoort de AIRset van inductieve geleidbaarheidsensoren bij inbedrijfname tot het verleden. Het geleidbaarheidsignaal wordt namelijk in de sensor al omgevormd tot een digitaal signaal. Daarnaast is de Indumax CLS54D al gekalibreerd waardoor hij direct klaar is om te meten. www.nl.endress.com
Kijk voor meer productinnovaties op www.imaintain.info
015_E_producten.indd 15
05
iMaintain 13
22-05-13 14:49
16 Maintenance in de Maakindustrie
direct drive maakt windturbine
Henk Lagerweij: ‘de diagnosesystemen van windturbines hebben een leercurve moeten doorlopen. inmiddels zijn de kinderziektes er wel uit en kunnen we prima voorspellen wanneer een turbine dreigt uit te vallen.’
05 13 iMaintain
016_17_19_interview.indd 16
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-05-13 15:53
17
Maintenance in de maakindustrie
robuuster Als je een toerist vraagt wat hem opvalt in Nederland gaat het over tulpen, fietsen en windmolens. Tulpen exporteren we volop, evenals fietsen, maar de windindustrie is helaas naar de geschiedenisboekjes verwezen. De weinige Nederlandse windturbinebouwers die ons land rijk was, zijn inmiddels failliet of verkocht aan buitenlandse investeerders. Of toch niet alle? Eén windturbinebouwer houdt stand in het geweld van de Denen, Duitsers en Amerikanen. De troef: een
foto: Lagerwey
turbine die veel minder onderhoud nodig heeft.
Om de wereld van winturbines te begrijpen, moeten we terug gaan naar de eerste oliecrisis in 1973. Toen de olietoevoer uit de Arabische landen werd afgesneden, rezen de energieprijzen de pan uit. Vanuit diverse hoeken zocht men naar alternatieven voor de fossiele brandstoffen en windenergie was één van de bronnen die men in ogenschouw nam. In diverse landen begon men voorzichtig met de ontwikkeling van de eerste windturbines. De techniek was niet helemaal nieuw, bij boeren en tuinders werden turbines al ingezet om accu’s op te laden, maar voor grootschaligere doeleinden waren die niet geschikt. Toen er een storm over Nederland raasde, verbaasde elektrotechnicus Henk Lagerweij zich over de kracht van de wind en vroeg zich af of je die kracht niet kon gebruiken voor energieopwekking. Na de tweede oliecrisis, in 1978, zette Lagerweij zijn ideeën om in daden en begon hij op verzoek van de lokale tuinders de eerste windturbines te bouwen. ‘De tuinders betaalden kapitalen voor de stroom die zij nodig hadden voor verlichting van hun kassen’, zegt hij. ‘Ik bouwde de eerste 35 kilowatt generator, met een rotordiameter van tien meter zelf. Deze turbine had nog drie wieken. Daarna ben ik overgestapt op een zogenaamde 18/80 rotor met slechts twee wieken omdat dat nu eenmaal goedkoper was dan drie.’
Grote vermogens De tachtiger jaren waren duidelijk een pionierstijd en in Nederland ontston-
David van Baarle
den meerdere bedrijfjes zoals Polenko, Bouwman en Paques die windturbines gingen bouwen. ‘Ook het Deense Vestas is rond die tijd begonnen’, weet Lagerweij. ‘Het bedrijf bouwde windturbines in dezelfde ordergrootte als wij.’ Inmiddels is de Deense windturbinefabrikant een van de grootste leveranciers ter wereld. Nadat de energiecrisis was opgelost, verdween de interesse voor windenergie. Olie en gas waren immers zo goedkoop dat de lage vermogens en hoge prijzen van windturbines niet interessant meer werden bevonden. Lagerweij: ‘Er was plotseling geen droog brood meer te verdienen in de markt en vele bedrijven verdwenen van het toneel. Als een van de weinigen hielden wij het nog vol.’ De oplossing was de vermogens op te schroeven. ‘Een van de meest verkochte turbines was de 18/80 turbine, wat wil zeggen achttien meter diameter en tachtig kilowatt vermogen. Ik heb meer dan duizend van die molens met herkenbare blauwe kap gebouwd.’ Ook de generatie daarna werd weer groter met maar liefst 250 kilowatt vermogen. ‘Al die turbines hadden nog veel tandwielen nodig om het vermogen van de rotor over te brengen op de generator’, vervolgt Lagerweij. ‘Het probleem is echter dat veel bewegende delen in een machine, met name sneldraaiende assen, de turbine gevoeliger maken voor storingen. Een kleine beweging of onbalans in de assen kan al tot slijtage of stilstand leiden. Natuurlijk kun je met goed onderhoud veel stilstand voorkomen, maar nog beter zou
05
iMaintain 13
016_17_19_interview.indd 17
22-05-13 15:53
PROTECTIVE COATINGS
SIGMADUR™
DURABLE FINISH SOLUTIONS WITH EXCELLENT AESTHETICS
The innovative SIGMADUR durable finish range protects onshore and offshore structures throughout their lifetime offering excellent protection to the splash and spillage of mineral and vegetable oils, paraffins, aliphatic petroleum products and mild chemicals. • Innovative durable finish coatings cure down to –5°C • Excellent colour and gloss retention • Resistant to aggressive atmospheres, abrasive and corrosive conditions
www.sigmacoatings.com/protective
PRÜFTECHNIK CONDITION MONITORING • PRÜFTECHNIK CONDITION MONITORING • PRÜFTECHNIK CONDITION
Schakel een versnelling hoger! VIBXPERT® II: innovatie met standaard PRUFTECHNIK ondersteuning • Razendsnelle datacollectie • Hoge resolutie display in kleur • Uiterst makkelijk in gebruik De nieuwe VIBXPERT® II combineert gebruiksgemak met geavanceerde analyse en snelle datacollectie. Schakel een versnelling hoger en win de race naar een storingsvrij machinepark. PRUFTECHNIK NV, Lichtenauerlaan 102–120, 3062 ME Rotterdam, Tel: 010-204 59 37, Email: info@pruftechnik.nl
www.pruftechnik.com
018_PPG_pruef.indd 1
22-05-13 11:22
“
19
Maintenance in de maakindustrie
Het net moet de piekcapaciteit aankunnen, maar men moet ook kunnen bijproduceren zodra het niet waait of de zon niet schijnt.
zijn om het aantal bewegende delen terug te brengen.’ De oplossing was de ontwikkeling van een direct drive turbine. ‘Bij een direct drive turbine draaien de wieken direct de rotor aan, waardoor nog maar de helft van de bewegende delen nodig is. Bovendien zijn er ook minder verliezen door wrijving en de turbines zijn ook nog eens lichter. Omdat het esthetisch mooier wordt gevonden, stapten we ook over naar drie rotorbladen. Bijkomend voordeel is dat de molen daardoor minder trilt.’ Lagerweij is zeker niet de enige producent die direct drive turbines bouwt, ‘maar ik denk wel dat de kennis en ervaring die ik in ruim dertig jaar heb opgedaan onze turbine een voorsprong geeft. Veel producenten stellen een turbine samen uit bestaande onderdelen, terwijl naar mijn inzicht de generator specifiek voor de turbine moet worden ontworpen.’
Monitoren Ondanks het goede ontwerp met minder bewegende delen, hebben ook direct drive turbines onderhoud nodig en bij de aanschaf van een windturbine zit dan ook automatisch een servicecontract. ‘Hoewel de rotor relatief langzaam draait, heeft deze wel periodiek onderhoud nodig. Dat gaat meestal niet veel verder dan de gebruikelijke smeerbeurten. We voeren dat het liefste zelf uit omdat je nu eenmaal meer ziet als je in de gondel staat. Natuurlijk kunnen we werk uitbesteden, maar vaak zijn we ook operator van de molen en ondanks dat ook onze turbines zijn uitgerust met sensoren en computers, ziet een mens toch meer dan al die apparatuur samen. Zo kan een monteur bijvoorbeeld een nest verwijderen dat nu nog geen problemen oplevert, maar wel een potentieel risico vormt. Dat neemt niet weg dat die sensoren en computers ons heel wat informatie verschaffen. Niet dat dat altijd zo vlekkeloos verliep. Net als auto’s begin jaren negentig steeds meer zelfdiagnoses konden uitvoeren, maar juist daardoor vaak stilstonden, hebben de diagnosesystemen van windturbines een leercurve moeten doorlopen. Inmiddels zijn de kinderziektes er wel uit en kunnen
we prima voorspellen wanneer een turbine dreigt uit te vallen. Bijkomend voordeel van de analysesystemen is dat je ook veel storingen op afstand kunt oplossen. Voor mechanische problemen zul je toch de gondel in moeten, maar elektrische - of softwareproblemen kun je vaak vanuit het controlecentrum oplossen. Bijkomend voordeel is dat we als we een monteur sturen, hij van tevoren al weet wat er loos is en wat voor onderdelen of gereedschap hij nodig heeft. Zelfs de windturbines die we aan India hebben geleverd, kunnen we vanuit Nederland bedienen, monitoren en zo nodig resetten. En als een monteur ter plekke nodig is, kunnen we nog met hem meekijken en aanwijzingen geven.’
Robuust Dat in Nederland nog nauwelijks een windturbinemarkt over is, is volgens Lagerweij zeer betreurenswaardig. ‘De grijze stroom, stroom van kolen- en gascentrales, is nog steeds te goedkoop om windturbines rendabel te maken. In Nederland heeft men bedacht dat het handig zou zijn om per project te kijken of subsidie nodig is, terwijl in Duitsland een vast tarief is afgesproken dat leveranciers van duurzame stroom ontvangen per kilowattuur. Om een gezonde industrie op te bouwen, heb je stabiliteit nodig en een goed investeringsklimaat. Ook wat betreft vergunningen voor windparken loopt Nederland niet direct voorop. Dat is jammer, aangezien we best een goede propositie hebben voor windenergie. Het waait hier nog altijd vaker dan dat de zon schijnt. We hebben wel een bloeiende industrie die diensten levert aan de windsector, maar je maakt jezelf daarmee wel afhankelijk van de grillen van buitenlandse bedrijven. Die hebben de keuze uit vele toeleveranciers en kiezen niet automatisch de Nederlandse contractors.’ Ook Lagerwey ging in 2003 onderuit en daarmee verdween de laatste windturbinebouwer uit Nederland. ‘In 2006 heb ik de handschoen opnieuw opgepakt en zijn we begonnen met de direct drive turbines, die inmiddels de ordergrootte heb-
ben van 2,5 tot zelfs drie megawatt. De gondel en generator worden nog steeds in huis gebouwd, alleen de rotorbladen en de mast laten we in het buitenland fabriceren. In 2007 hadden we de eerste opdracht binnen. Met name door de robuustheid van ons ontwerp kregen we ook orders uit India. Ik kan je vertellen dat ze daar best rare netten hebben, dus het is een compliment dat onze turbines ook daar goed functioneren. Ook Turkije rekenen we nu tot onze markt en ook in Nederland doen we aardig mee.’
Groei De overstap naar offshore wind zal Lagerweij niet maken. ‘Zowel op land als op zee geldt dat de grootte het rendement en dus uiteindelijk de winst bepaalt. Ik heb me wel vergist in de grenzen. Toen wij jaren geleden bij ECN een proefturbine hadden draaien, had deze een diameter van 25 meter. We dachten toen ongeveer de limiet wel te hebben bereikt. Inmiddels bouwen ook wij turbines met een diameter van honderd meter en op zee worden inmiddels zes megawatt turbines neergezet met een rotordiameter van 154 meter. Op zee is het wel eenvoudiger om groter te bouwen dan op land. Maar er zijn concurrenten die op land al generatoren van tachtig ton neerzetten.’ Hoewel Lagerweij nog geen grote windparken heeft staan, verwacht hij wel groei. ‘Het vergunningenbeleid is aangepast en de maatschappelijke acceptatie voor windturbines wordt al wat groter. Ik zie een toekomst voor private investeringen van particulieren in windmolens. Als je zelf hebt geïnvesteerd in een windturbine ben je blij als je hem hoort, want dan verdient hij geld voor je.’ Enige beperking voor duurzame energie wordt straks de netcapaciteit. ‘Het wordt steeds lastiger om te balanceren in een net waar veel windvermogen op moet worden getransporteerd. Het net moet de piekcapaciteit aankunnen, maar men moet ook kunnen bijproduceren zodra het niet waait of de zon niet schijnt. De operators van de windparken zullen daar ook een rol in krijgen. We kunnen windturbines ook op tachtig procent laten draaien of enkele uitschakelen. We zullen moeten uitvinden wat zowel goed is voor de turbines als voor de netbeheerder om daar een optimum in te krijgen.’ n
05
iMaintain 13
016_17_19_interview.indd 19
22-05-13 15:53
20 Maintenance in de maakindustrie
Voorraadpooling loont Marel Stork Poultry Processing produceert machines voor pluimveeverwerking in de VS en Nederland en houdt hier tevens (reserve)onderdelen aan voor het onderhoud van deze machines. Overlap in het assortiment van (reserve)onderdelen op deze twee locaties creëert kansen voor kostenbesparing door voorraadpooling. Stijn Wouters en Nadine Loeffen
Voorraadpooling is het delen van voorraden tussen meerdere locaties. Dit concept is voor Marel zeer interessant, omdat het type machines dat wordt geproduceerd in Gainesville min of meer overeenkomt met die van Boxmeer. Hierdoor bestaat er logischerwijs een overlap tussen het gevoerde assortiment van (reserve)onderdelen in Gainesville en in Boxmeer. Voorraadpooling kan aantoonbaar veel opleveren. Onderzoek van Gordian Logistic Experts toont aan dat voorraadpooling bij Marel Stork Poultry Processing een forse integrale voorraadreductie (22 procent) en een minimale toename in spoedzendingen als resultaat heeft.
Stappen Om het potentieel van voorraadpooling tussen Gainesville en Boxmeer te vertalen
05 13 iMaintain
020_21_K_artikel.indd 20
in een harde businesscase doorliepen Gordian en Marel vier stappen. Als eerste is daar het optimaliseren van de afzonderlijke locaties. Onder de vlag van de dienst Planning Services die Gordian Logistic Experts verleent aan Marel voerde Gordian een voorraadoptimalisatie uit voor de locaties Boxmeer en Gainesville afzonderlijk. Het doel van deze voorraadoptimalisatie was om een gewenste materiaalbeschikbaarheid van (reserve)onderdelen te halen van minstens 98 procent met zo min mogelijk werkkapitaal. Om dit te bereiken, paste Gordian een differentiatie van voorraadstrategieën toe op het assortiment. Deze voorraadoptimalisatie resulteert in een voorraadreductie in Boxmeer van 12 procent en een stijging van de materiaalbeschikbaarheid van 97,3 procent naar 98,6 procent. Deze voorraadreducties zijn grotendeels binnen een jaar gerealiseerd door het interen op de voorraad. In Gainesville zakt de voorraad met 9 procent en stijgt de materiaalbeschikbaarheid van 97,0 procent naar 98,4 procent. De tweede stap in het onderzoek was het optimaliseren van het gezamenlijke virtuele voorraadpunt. Naast de voorraadreducties (met een verbetering van beschikbaarheid) op de afzonderlijke locaties, creëert de aanwezige overlap van de assortimenten in Boxmeer en Gainesville synergiepotentieel door voorraadpooling. Van het totaal aantal voorraadhoudende artikelen in Boxmeer en Gainesville heeft 13,4 procent van de artikelen op beide locaties verbruik. Deze artikelen bepalen de helft van de totale omzet. Door deze artikelen te poolen, ontstaan er twee voorraadverlagende effecten. Langzaamlopende artikelen die op beide locaties verbruikt worden, houdt Marel op dit moment op beide locaties op voorraad. In een voorraadpoolingsituatie wordt er maar één artikel op
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-05-13 14:47
FOTO’S: MAREL
Maintenance in de Maakindustrie 21
Voorraadpooling bespaart geld. in ieder geval bij Marel stork Poultry Processing dat twee sterk op elkaar gelijkende locaties heeft in amerika en nederland.
voorraad gehouden voor beide locaties. Dit bespaart één artikel en daarmee de daaraan gerelateerde jaarlijkse voorraadkosten. Daarnaast is de veiligheidsvoorraad in een pooling-situatie relatief kleiner dan in de oorspronkelijke situatie, doordat de onzekerheid van de vraag (vaak vertaald in een voorspelfout of standaarddeviatie) relatief minder wordt. Deze voorraadverlagende effecten resulteren uiteindelijk in een extra voorraadreductie van 22 procent ten opzichte van de situatie waarbij de voorraadlocaties Boxmeer en Gainesville afzonderlijk zijn geoptimaliseerd. Dit heeft als resultaat dat Marel minder hoeft te investeren in de voorraad en dus dat Marel minder voorraadkosten betaalt over de aanwezige voorraad. Stap 3 was de herverdeling van de virtuele voorraad. Het nadeel van een virtuele voorraad is echter dat dit geen fysieke voorraad is. De gepoolde voorraadniveaus moeten we daarom herverdelen naar de afzonderlijke locaties. Het gehanteerde rekenmodel baseert deze herverdeling op de onzekerheid van de vraag gedurende de levertijd van een
artikel. Dit is namelijk de driver voor de benodigde veiligheidsvoorraad op een locatie. Vervolgens rondt het rekenmodel deze veiligheidsvoorraden af voor beide locaties. Hierbij ontstaan twee scenario’s: de herverdeelde veiligheidsvoorraad in Gainesville wordt afgerond naar boven en in Boxmeer naar beneden en de herverdeelde veiligheidsvoorraad in Gainesville wordt afgerond naar beneden en in Boxmeer naar boven. Het rekenmodel kiest vervolgens dat scenario waarvoor de totale verwachte backorders gesommeerd over beide locaties het kleinst zijn. Ten slotte bepaalt het rekenmodel het bestelpunt van een artikel door de verwachte vraag in de levertijd op de afzonderlijke locatie bij de herverdeelde veiligheidsvoorraad op te tellen.
Voorraadreductie vs extra spoedzendingen Nu de gepoolde virtuele voorraadniveaus optimaal zijn verdeeld over de verschillende locaties, kan de businesscase worden opgemaakt. Het is relatief makkelijk om aan te tonen dat voorraadpooling
resulteert in voorraadreductie. Echter, deze integrale voorraadreductie heeft ook als gevolg dat op locatieniveau het aantal backorders stijgt. Marel dient deze extra backorders op te vangen met extra spoedzendingen tussen Boxmeer en Gainesville. Met de herverdeelde gepoolde voorraadniveaus en het vraagpatroon en levertijden per locatie bepaalt het rekenmodel het verwachte aantal backorders. Als we hier het verwachte aantal backorders af halen in de oorspronkelijk situatie, dan komt het rekenmodel tot een totaal van extra backorders als gevolg van voorraadpooling. De transportkosten als gevolg van deze extra backorders worden voor een groot deel bepaald door het gewicht van het artikel. Doordat meer dan de helft van de artikelen met extra backorders relatief weinig wegen, zijn de extra jaarlijkse kosten voor spoedzendingen slechts een fractie (12 procent) van de reductie in voorraadkosten door voorraadpooling. De businesscase waarin we de reductie in voorraadkosten afzetten tegen de extra kosten voor spoedzendingen is daarmee duidelijk positief. Voorraadpooling loont dus! ■
05
iMaintain 13
020_21_K_artikel.indd 21
22-05-13 14:47
DECONTAMINEREN? Altena Industrial Services B.V. is gespecialiseerd in het chemisch technisch reinigen en decontamineren van industriĂŤle installaties. De aanpak is dat wij ter ondersteuning van het operationeel personeel de volledige zorg voor de te reinigen installatie voor onze rekening nemen. Decontamineren van plantequipement voorafgaande aan de Turn Around met als doel de installatie veilig en schoon aan de mechanische contractor te kunnen overdragen. Neem voor meer informatie contact met ons op.
Bel: +31(0)416-670700 WWW.ALTENA.COM
ALS KWALITEIT VOOROP STAAT
022_altena_hi.indd 1
22-05-13 11:22
UNDER CONSTRUCTION 23
Raket blijft aan grond door losse ethernetkabel De raket die onlangs gelanceerd zou worden om ruimtestation ISS te bevoorraden, is in eerste instantie aan de grond gebleven wegens een losse ethernetkabel. De losse kabel zorgde ervoor dat de ingenieurs geen contact meer konden krijgen met de boordcom puter en de lancering moest worden gestopt. Een tweede lanceringspoging ging ook niet door vanwege de slechte weersomstandigheden. Inmiddels heeft de lancering alsnog plaatsgevonden.
Ontploffing door wollen trui klusjesman
Een wollen trui van een klusjesman was de vermoedelijke oorzaak van een kleine ont ploffing die onlangs plaatsvond in een huis in de stad Groningen. Twee ruiten sneu velden als gevolg van de explosie. In de slecht geventileerde ruimte hing drijfgas afkom stig uit spuitbussen met purschuim. Door de wrijving van de trui ontstond waarschijnlijk een vonk die de explosie veroorzaakte. Volgens een woordvoerder kwam de man met de schrik vrij.
Toilettegels met een geurtje In het Verenigd Koninkrijk zijn speciale tegels ontwikkeld die geurende en antibacteriële stoffen bevatten. Ze kwamen tot stand door een samenwerking tussen Exilica, een spinoff van de Coventry University en Barkley Plastics. De tegels moeten ervoor zorgen dat de toiletten in de toekomst altijd fris ruiken en hygiënisch zijn. Een test is begonnen in de toiletten van Coventry University. De geur wordt omschreven als ‘oranjebloesem, met warme, houtige, Oosterse toetsen’. De technologie is gebaseerd op micropartikeltjes en zou ook toepasbaar zijn in tapijt tegels en PVC-vloeren.
Glurende broers vallen door plafond dames-wc Twee broers in de Amerikaanse staat Georgia hebben heel wat uit te leggen. Het duo viel uit het plafond van de damestoiletten van een bioscoop. De broers van 26 en 27 jaar oud waren vrouwen aan het bespioneren, toen het plafond het door het gewicht van de mannen begaf. Ze vielen daardoor in de hokjes. Dat schrijft de Daily News. De mannen worden beschuldigd van het schenden van de privacy van vrouwelijke klanten van de bioscoop en het opzettelijk vernielen van andermans eigendommen. Ze zijn op borgtocht vrij. Het is niet bekend of ze vaker vrouwen hebben begluurd. Zijn u curieuze berichten opgevallen in het nieuws voor onze under construction-rubriek? Stuur deze dan naar redactie@industrielinqs.nl 05
iMaintain 13
023_G_under_construction.indd 23
22-05-13 14:42
Prestatiemanagement
Congres van NVDO Sectie SUTO en iMaintain
Woensdag 25 september • De Glazen Ruimte • Maarssen n Schrijf nu i Programma Prestatiemanagement
/ /
,
CaleidoSCOOP! samenwerking, visie,
10.30 uur Ontvangst en registratie 11.10 uur Welkom door de dagvoorzitter 11.15 uur Prestatie als wetenschap projectmanagement Onderzoeksresultaten van de Suto Benchmarks door de TU Eindhoven 12.15 uur Lunch 13.15 uur Prestatie van de contractduur Welke ontwikkelingen in contractlengte zijn merkbaar in de huidige economie? 13.45 uur Prestatie van de Asset De belangrijkste indicatoren van succes zijn de beschikbaarheid en de prijs geproduceerd product. Waar zit de prestatie? 14.15 uur P restatie met de klant Een goede prestatie is de verantwoordelijkheid van zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer. Wat is daarbij essentieel? Benchmark 14.45 uur Pauze 15.15 uur Jouw prestatie/mijn prestatie Videoverslag en discussie over verschillende ketensamenwerkingen 15.45 uur Perspectief voor de toekomst Een macro-economische vooruitblik op basis van marktgegevens 16.15 uur Prestatie vanuit een branchevreemd perspectief Een inspirerende en verrassende presentatie 17.00 uur Netwerkborrel 17.45 uur Diner 20.45 uur Afsluiting
, missie, ketenoptimalisatie, macro-economisch, , contractduur, conjunctuur, Op 25 september staat Prestatiemanagement in de kijker. Prestatiemanagement vertaalt de visie, missie en strategie van een project, team of organisatie naar succesfactoren en acties. Sturen op die succesfactoren en constant monitoren van de effecten ervan, zorgt voor optimaal beheer van activiteiten en, nog belangrijker, van de prestaties van organisaties.
strategie
concurreren, delen, , partner, opdrachtnemer, iMaintain, NVDO SUTO, onderzoek, perspectief, Goed Prestatiemanagement heeft positieve effecten op de totale keten van assetmanager tot toeleverancier. Dit blijkt onder meer uit de Suto Benchmark 2013. Deze resultaten staan centraal tijdens het congres Prestatiemanagement CaleidoSCOOP! Een afwisselend en inhoudelijk programma belicht verschillende aspecten van goed prestatiemanagement: Van wetenschappelijke onderbouwing tot ervaring uit de praktijk; van klantervaring tot contractduur.
Het woord ‘caleidoscoop’ komt van het Grieks (kalos), ‘mooi’ + (eidos), ‘vorm, gestalte’ + (skopeo), ‘kijken’. Het woord caleidoscopisch wordt ook in figuurlijk/overdrachtelijke zin gebruikt, indien een grote keuze aan aspecten, meningen, standpunten in een bepaald domein mogelijk is. Bij het congres iMaintain prestatiemanagement Caleido SCOOP worden veel aspecten, meningen en standpunten rond prestatiemanagement besproken en gedeeld.
opdrachtgever
,
discussie, , inhoud, essentie, CaleidoSCOOP marktgegevens
Initiatiefnemers:
INFORMATIE: KIKI NELSON Tel.: +31 (0)20–31 22 791 kiki.nelson@industrielinqs.nl
01_A4.indd 2
Partners iMaintain Platform:
Leden iMaintain Platform:
www.imaintain.info/prestatie 22-05-13 11:19
BENCHMARKING 25
Benchmarken om te verbeteren Geen volledige benchmark, maar wel een redelijk snel overzicht van de sterke en zwakke punten van de eigen organisatie. Dat is het resultaat van een miniworkshop assetmanagement. Hoewel het voor sommige bedrijven pijnlijk duidelijk maakt waar ze steken laten vallen, is een benchmark zeker geen tool om elkaar af te rekenen, maar om constant te verbeteren. David van Baarle
Je kunt je prestaties over de jaren met elkaar vergelijken, maar dan weet je alleen of je intern verbetert. Niet hoe dat in verhouding staat tot de rest van de markt. Een benchmark helpt om de relatieve score te meten, waarbij degene met de hoogste score, de best practice, het uitgangspunt is. Enige probleem is dat concurrenten niet staan te springen om bedrijfsgevoelige informatie met elkaar te delen. Een onafhankelijke tussenpartij kan hier uitkomst bieden. Er zijn dan ook diverse instanties die onafhankelijke en anonieme benchmarks uitbrengen. Zo ook SKF Asset Management. De Client Needs Analysis Benchmark is een internationaal gestandaardiseerde benchmark en sinds de invoering in 2004 ruim 2.200 keer uitgevoerd. Men doet dit voor achttien verschillende industriesegmenten. De benchmark is gebaseerd op het asset efficiency optimization-principe waarbij op vier niveaus, van strategisch niveau tot dat van werkuitvoering, wordt gekeken naar de prestaties. Om die prestaties vast te leggen, worden tien vragen per niveau gesteld. Het hoogste wat een bedrijf per vraag kan scoren is ‘innovatief’ terwijl aan de onderkant het predicaat ‘brandjes blussen’ hangt. Overigens zullen niet alle bedrijven alle vragen kunnen beantwoorden, dus ‘niet van toepassing’ of ‘niet aanwezig’ kan ook worden ingevuld. Het product dat
Een goede assetmanager houdt de prestaties van zijn kapitaalgoederen bij, maar prestaties zijn altijd relatief. Een benchmark helpt om de relatieve score te meten.
uit de assesment rolt, is een spinnewebdiagram waarin direct de eigen score met de benchmark kan worden vergeleken en uiteraard kun je zien welke plek jouw bedrijf heeft in de ranglijst.
Twaalf vragen SKF vatte zijn benchmark samen in een miniworkshop assetmanagement. Deelnemers krijgen zo in twaalf vragen niet alleen een goed inzicht in de eigen organisatie, maar zien ook hoe er gemiddeld binnen de industrie wordt gescoord. Workshopleider Gert Meiling wil daarbij benadrukken dat een benchmark geen tool moet zijn om elkaar af te rekenen, maar om constant te verbeteren. Een aardige indicatie van de volwassenheid van een onderhoudsorganisatie is het jaarlijkse onderhoudsbudget. Of beter gezegd: welk percentage van de vervangingswaarde van de productie-installaties wordt jaarlijks voor onderhoud gereserveerd? Uiteraard geldt hier dat de ene bedrijfstak nu eenmaal onderhoudsintensiever is dan de andere, maar de meeste bedrijven reserveren wel het gangbare budget voor onderhoud. Het antwoord op de volgende vraag is al wat confronterender. Want op de vraag welk percentage van de assets een kritische analyse heeft ondergaan (FMEA, RCM of RBM) geeft het grootste deel van de industrie aan dat voor
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
025_O_artikel.indd 25
geen enkele machine of apparaat te hebben gedaan. Gelukkig voert het merendeel wel een root cause-analyse uit zodra zich een storing heeft voorgedaan. Hoewel ook daar bijna een derde aangeeft dit nooit te doen. Op strategisch gebied kan er dus nog wel wat worden verbeterd. Ook op werkorderniveau zijn er verbeteringsmogelijkheden. Het percentage preventieve werkorders dat door operators wordt uitgevoerd, is bedroevend laag. Ruim zeventig procent van de deelnemers aan de benchmark geeft aan dat operators geen preventieve taak uitvoeren. Gaandeweg wordt duidelijk dat zelfs de quick scan snel zwakke plekken blootlegt. De aanwezige workshopdeelnemers moeten bekennen dat ze sommige cijfers niet paraat hebben of niet weten. Uiteraard ligt dat deels aan de verdeling van verantwoordelijkheden binnen bedrijven. Een goede benchmark gaat dan ook dwars door alle bestuurslagen en functieniveaus heen. Als de spider charts zijn ingevuld, zijn er vooral geluiden van herkenning te horen. De deelnemers aan de workshop hebben dan ook wel vaker een benchmark ingevuld. ‘Toch is het goed zo nu en dan met een frisse blik naar de eigen organisatie te kijken en te laten kijken’, laat een van de deelnemers zich ontvallen. ‘Door best practices te vergelijken, zie je of je het nu daadwerkelijk zo goed doet als je denkt.’ ■
05
iMaintain 13
22-05-13 14:47
26 WHAT’S NEXT
‘Het opschalen van windturbines tot een vermogen van minstens tien megawatt is met conventionele techniek haast onmogelijk’, stelt Susana Apiñániz van het Spaanse r&d-bedrijf Tecnalia. Ze is projectleider van Suprapower, een nieuw Europees onderzoeksprogramma dat de ontwikkeling van een tien megawatt-windturbine met supergeleidingstechnologie beoogt.
Windturbine op supergeleiding Turbines met een permanente magneet als generator zouden zo groot en zwaar worden, dat de kosten de pan uit rijzen. Suprapower wil gewicht, omvang en kosten van offshore windturbines omlaag brengen door een supergeleidende generator te gebruiken. Apiñániz: ‘We gaan voor een rendement van meer dan 95 procent. En door gewicht en omvang omlaag te brengen, besparen we onder andere op transport- en funderingskosten. We schatten die kostenreductie op zo’n 30 procent.’ Een belangrijk onderdeel voor deze nieuwe generatie turbines is een draaiende cryostaat die supergeleidende spoelen afkoelt tot -253 graden Celsius, waardoor opgewekte elektriciteit geen weerstand ondervindt. Het project zal hiervoor magnesiumdibo-
ride (MgB2) als supergeleidend materiaal gebruiken. ‘Dit is goedkoper dan hogetemperatuursupergeleiders (HTS, red.), maar heeft nog steeds uitstekende prestaties’, aldus Apiñániz. Om het gebruik van cryogene vloeistoffen te voorkomen – dit vergemakkelijkt het onderhoud – moeten de spoelen worden afgekoeld met behulp van helium. ‘Door zogenaamde rotary joints te gebruiken, houden we een heliumcompressor op zijn plek, terwijl de cryostaat en spoelen tegelijkertijd kunnen draaien met de rotor van de turbine. We moeten nog onderzoeken hoe dit allemaal in de behuizing past.’ Het onderzoeksprogramma duurt tot november 2016. De EU financiert 3,9 miljoen euro van het totale budget van 5,4 miljoen.
Een nieuw Europees onderzoeksprogramma wil een tien megawattwindturbine met supergeleidende spoelen ontwikkelen. De spoelen worden afgekoeld met behulp van helium in plaats van cryogene vloeistoffen, wat het onderhoud vergemakkelijkt.
05 13 iMaintain
026_27_28_29_P_whatsNEXT.indd 26
22-05-13 14:46
WHAT’S NEXT 27
‘Soft skills steeds belangrijk in civiele techniek’
De civiele ingenieurs van de toekomst moeten over voldoende soft skills beschikken, zoals communicatie-, projectmanagement- en procesmanagementvaardigheden. Dat blijkt uit onderzoek.
Jelmer, aanbieder van een multicompany traineeship in de civiele techniek, heeft de monitor ‘De arbeidsmarkt in de civiele techniek’ gepresenteerd. Jelmer voerde het onderzoek voor de tweede keer uit en concludeert dat soft skills als communicatie-, projectmanagement- en procesmanagementvaardigheden steeds belangrijker worden voor civiel ingenieurs. Daarnaast blijkt uit de monitor dat de vergrijzing in de sector verder toeneemt, dat de instroom van jonge ingenieurs te laag is en dat opleidingen hun studenten nog beter klaar kunnen stomen voor de toekomst. Uiteraard is een gedegen technische achtergrond de basis voor iedere civiel ingenieur, maar uit het onderzoek komt duidelijk naar voren dat soft skills ook onmisbaar zijn. Projectmanagement- en communicatievaardigheden zijn met afstand de belangrijkste competenties waarover de civiel ingenieur van de toekomst volgens de respondenten moet beschikken. Daarnaast zijn procesmanagementvaardigheden en kennis over ketenintegratie, systems engineering en BIM van belang. In 2010, toen de arbeidsmarkmonitor voor het eerst werd uitgevoerd, kwam ‘constructief ontwerpen’ nog als belangrijkste competentie naar voren. De genoemde kwaliteiten volgen logischerwijs uit de functies waarin de meeste civiel ingenieurs anno 2013 terechtkomen; projectmanager of procesmanager. Doordat er naar verhouding weinig junior civiel ingenieurs werkzaam zijn, is de vraag naar goed opgeleide jongeren in het vakgebied nog steeds groot. Starters doen er wel iets langer over dan in 2010 om een passende baan te vinden, maar nog steeds kan ruim 60 procent binnen vier maanden binnen het vakgebied aan de slag en heeft 93 procent binnen een jaar een werkplek gevonden. Hoewel civieltechnische opleidingen volgens het onderzoek een betere beoordeling ontvangen dan twee jaar geleden, kunnen ze studenten nog beter klaarstomen voor het werkveld van de toekomst. Volgens sommige respondenten kan dit het beste door meer aandacht te besteden aan soft skills terwijl andere respondenten juist vinden dat de technische basis beter moet. Opvallend is dat universitaire opleidingen van veel respondenten een betere beoordeling krijgen dan hbo-opleidingen.
Markt waardeert Rijkswaterstaat over 2012 met cijfer 6,7 Rijkswaterstaat vraagt jaarlijks aan zijn opdrachtnemers welke waardering zij geven aan het opdrachtgeverschap van Rijkswaterstaat. In 2012 is Rijkswaterstaat door de opdrachtnemers, over het geheel genomen, met een 6,7 gewaardeerd. Deze waardering gebruikt Rijkswaterstaat om zichzelf blijvend te verbeteren en van daaruit de samenwerking met externe marktrelaties positief te beïnvloeden. De enquête is uitgezet onder circa negenhonderd bedrijven. De uiteindelijke respons bedraagt 29 procent, dit is lager dan voorgaande jaren (2011: 44 procent en 2010: 36 procent). Directies van opdrachtnemers zijn geïnterviewd om uitkomsten van de enquête nader te duiden. Conclusies van de enquête zijn vervolgens besproken met belangenverenigingen. De 6,7 is te vergelijken met de cijfers van voorgaande jaren (2011: 6,8 en 2010: 6,8). Uit de enquête blijkt dat Rijkswaterstaat wordt gewaardeerd als een betrouwbaar en integer opdrachtgever. Zorgen rondom deskundigheid bij Rijkswaterstaat blijven, maar opdrachtnemers zien een duidelijke verbetering op dit punt. Andere positieve ontwikkelingen zijn er op het vlak van functioneel specificeren, aandacht voor kwaliteit (EMVI en BVP) en het optimaliseren van contracten (standaardisering, passende contractvormen en optimale bundeling van werkzaamheden). Uniformiteit in handelen blijft het laagst scorende thema in de enquête. Het implementeren van de eigen werkwijze kan in de gehele Rijkswaterstaat-organisatie beter. Marktpartijen gaan steeds kritischer om met zaken die niet rechtstreeks aan werk te relateren zijn. Als gevolg van de economische crisis zal Rijkswaterstaat daarom eerst zichzelf verbeteren, beter communiceren en afgesproken acties (bijvoorbeeld na marktdagen) sneller moeten opvolgen Voorbereiding van aanbestedingen en de verkenning van marktsegmenten worden marktbreed slechter gewaardeerd. De grootste winst lijkt te behalen door over de opbrengsten van consultaties beter te communiceren en te motiveren waarom zaken wel of niet worden overgenomen.
Rijkswaterstaat krijgt van zijn opdrachtnemers een 6,7. Zo’n negenhonderd bedrijven hebben hun mening gegeven over het presteren over 2012. Met de commentaren wil Rijkswaterstaat zichzelf en zijn relaties met opdrachtnemers verbeteren.
05
iMaintain 13
026_27_28_29_P_whatsNEXT.indd 27
22-05-13 14:47
28 WHAT’S NEXT
Limburg wil spoorlijnen in eigen beheer nemen Limburg wil onderzoeken of het enkele regionale spoorlijnen in eigen beheer kan nemen. De provincie hoopt dat na de NS ook ProRail van het regionale spoor verdwijnt. Op dit moment beheert ProRail vrijwel de volledige railinfrastructuur in Nederland. ProRail zou te veel naar de landelijke belangen kijken, waardoor de regionale lijnen minder aandacht krijgen. Gedeputeerde Patrick van der Broeck wil onderzoeken of Limburg meer zeggenschap kan krijgen over het spoor, zo schrijft De Limburger. ‘Voor het wegennet vinden we het logisch om onderscheid te maken tussen rijkswegen en provinciale wegen. Het zou niet gek zijn om dat ook voor intercitylijnen en regionaal spoor te doen’, zo stelt de gedeputeerde. Dit zou betekenen dat Limburg verantwoordelijk wordt voor de infrastructuur van de spoorlijnen tussen Maastricht en Kerkrade (Heuvellandlijn) en de lijn tussen Roermond en Nijmegen (Maaslijn). Ook zouden de nog te realiseren Avantislijn tussen Kerkrade en Aachen en de tramlijn tussen Maastricht en Hasselt onder het beheer van de provincie moeten komen.
Eerder al verdween de NS van de Limburgse spoorlijnen. Nu wil de provincie ook het beheer zelf gaan doen en ProRail overbodig maken.
Onderhoud windmolens goedkoper door klimmende robot Onderhoud aan windmolens kan goedkoper, dankzij een nieuw ontwikkelde robot. Hierdoor kunnen de prijzen van windenergie lager worden. Het Amerikaanse bedrijf Helical Robotics ontwikkelde een robot, de HR-MP20, die inspectie- en onderhoudstaken kan doen bij zowel windmolens op land als op zee. Omdat monteurs niet meer omhoog hoeven te klimmen, wordt onderhoud dankzij de robot efficiënter, gemakkelijker en dus goedkoper. De robot ziet eruit als een koffer op wielen en is een knap stukje techniek. Met behulp van magneten kan hij namelijk verticaal langs de toren van een windmolen omhoog klimmen. Daarbij kan negen kilogram aan instrumenten mee omhoog worden genomen, terwijl de robot zelf maar negentien kilogram weegt. Volgens Bruce Schlee, directeur van Helical Robotics, is de robot een belangrijke stap in de transitie naar duurzame energievoorziening. ‘Het succes van windenergie en andere hernieuwbare energiebronnen hangt af van dit soort nieuwe technologieën. Onze robot verlaagt de kosten van onderhoud en inspectie aan windmolens, waardoor windenergie een betere concurrentiepositie krijgt.’ Momenteel is er voor het onderhoud van windmolens ingewikkelde apparatuur en goed opgeleid personeel nodig. Ook zijn de taken vaak nogal omslachtig. Een voorbeeld is de inspectie van de bladen. Dat kan gedaan worden vanaf de grond, maar dan heeft de inspecteur een sterke telescoop nodig. Het kan ook gedaan worden in de toren zelf, maar dan moeten de inspecteurs als bergbeklimmers langs de buitenkant van de toren klimmen. Recent is de HR-MP20 getest in een windmolenpark in de Amerikaanse staat Minnesota. Daar bleek dat de robot inderdaad handiger was dan conventionele onderhoudsmethodes, onder andere omdat de robot beter bestand is tegen wind en slecht weer.
Amerikaans kenniscentrum opent in de Haarlemmermeer Arizona State University (ASU) heeft in de Haarlemmermeer een kenniscentrum geopend voor toegepast onderzoek op het gebied van duurzaamheid. Het Global Sustainability Solutions Center geeft de ruim duizend ASU-studenten die een duurzaamheidsopleiding volgen de gelegenheid om praktijkervaring op te doen. Dit jaar nog wil het centrum tenminste twee projecten lanceren waarbij het bijdraagt aan duurzaamheidsoplossingen voor de regio. ‘We hopen van Haarlemmermeer een silicon valley van innovatie en duurzaamheid in Europa te maken’, aldus John Nedersigt, wethouder duurzaamheid Haarlemmermeer. Naast Haarlemmermeer zal ASU nieuwe onderzoekscentra openen in Hong Kong en Zuid-Amerika.
Een nieuw ontwikkelde robot maakt onderhoud aan windmolens goedkoper. Monteurs hoeven niet meer omhoog te klimmen voor inspectie omdat de robot dit voor ze doet.
05 13 iMaintain
026_27_28_29_P_whatsNEXT.indd 28
22-05-13 14:47
WHAT’S NEXT 29
Fouten in ICT-systemen voorspellen Stel je eens voor dat we nooit meer computerproblemen hebben. Geen gedoe bij seinstoringen op het spoor, geen ongelukken meer, altijd veilig internetbankieren of alle medische apparatuur op orde. Dat zou een droomwereld zijn. Want bij computersystemen horen nu eenmaal fouten en we kunnen toch wel een keertje iets over het hoofd zien? Vanaf nu zouden we niets meer over het hoofd moeten zien volgens Universiteit Twente-promovendus Eduardo Zambon van het CTIT Instituut voor Telematica en Informatietechnologie. Want met modelchecken halen we de fouten uit de systemen en dan zijn de systemen dus gegarandeerd foutvrij. Modelchecken is iets anders dan het testen van computersystemen. Bij testen kunnen wel fouten getraceerd worden in de systemen, maar het is nooit afdoende om alle mogelijke foutcombinaties vooraf te voorzien. Met modelchecken, een geavanceerde wiskundige manier van computersystemen checken, lukt dat wel. Op de Universiteit Twente doet men daar sinds tien jaar onderzoek naar. ‘We willen de wereld graag vertellen dat we hier heel ver mee zijn en dat het bedrijfsleven, maar ook de overheid, op termijn
kan profiteren van ons onderzoek’, vertelt Arend Rensink, professor Software Modelling, Transformation and Verification en begeleider van Eduardo Zambon. ‘We helpen de programmeur op weg, zodat hij straks de betrouwbaarheid van zijn software kan garanderen. Je moet je voorstellen dat er bij computersystemen oneindig veel geanalyseerd kan worden, het aantal mogelijke scenario’s is niet te overzien. Er kan van alles misgaan op manieren waaraan je vooraf niet denkt. Als we nu van alles wat mis kan gaan ook altijd van tevoren een waarschuwing krijgen, dan kunnen we als het ware de toekomst voorspellen. Dat klinkt misschien heel groots, maar met ons onderzoek kan dat bereikt worden. We hebben dan eigenlijk al de oplossing voordat het probleem ontstaat en dat is wezenlijk voor betrouwbare software! Heel concreet, in een aantal voorbeelden, kunnen we dus de NS helpen bij het tegengaan van seinstoringen en zelfs met het voorkomen van ongelukken op het spoor. Of kijk naar de huidige problemen met de Fyra. Dat hadden we kunnen traceren, want het testen van enkel de besturingssystemen is niet voldoende, dat blijkt.’
Onderzoekers van de Universiteit Twente kunnen met hun strategie ‘modelchecken’ computers foutvrij maken. Met behulp van complexe wiskunde zeggen zij de toekomst te kunnen voorspellen. Onder meer seinstoringen op het spoor zouden hiermee tot het verleden kunnen gaan behoren.
Tegendraadse supergel stijft op bij warmte Hij wordt stijf bij verwarming en houdt honderd keer beter vocht vast dan andere gelerende stoffen. Scheikundigen van de Radboud Universiteit Nijmegen maakten een kunststof opgebouwd uit spiraalvormige moleculen. De moleculen draaien als een nanotouw in elkaar en vormen uit die touwtjes sterke, stijve netwerken. Bijzonder is dat een oplossing van de stof in koude toestand vloeibaar is en bij warm worden geleert, precies tegengesteld aan bijvoorbeeld gelatine. Het wetenschappelijke tijdschrift Nature publiceert een studie die laat zien hoe de supergel werkt en wat de eigenschappen zijn. De onderzoekers zijn, samen met het bedrijfsleven, ook bezig om allerhande biomedische toepassingen voor deze bijzondere gel te ontwikkelen. De Nijmeegse scheikundigen prof. Alan Rowan en dr. Paul Kouwer lieten zich inspireren door de eiwitten die zorgen voor
de stevigheid van onze lichaamscellen. Elke cel bevat duizenden van deze zeer dunne, maar stijve draden. De in elkaar gedraaide structuur van deze eiwitten wisten ze na te maken met een synthetisch polymeer: poly-isocyanide (PIC). Kouwer: ‘De kopie is bijna één op één met het natuurlijke origineel. Dat is absoluut ongekend. Niet alleen lijkt ons materiaal in structuur sprekend op de eiwitten in de cel, ook de sterkte en gevoeligheid van de twee materialen is zo goed als identiek, zelfs als je er ineens heel hard aan trekt.’ De structuur zorgt ervoor dat het polymeer over de bijzondere geleerkracht beschikt - voor een emmer water hoeft minder dan één gram (zoutzakje) vaste stof toegevoegd te worden voor een stevige gel. Daarmee geleert de stof honderd keer beter dan de veelgebruikte supergeleerders die bijvoorbeeld in luiers gebruikt worden.
05
iMaintain 13
026_27_28_29_P_whatsNEXT.indd 29
22-05-13 14:47
...of vloeibaar? Vast... Presenteer uw maintenance ontwikkelingen aan uw sector! 2 & 3/10/2013 - AHOY ROTTERDAM
SOLIDS2013 DE NEDERLANDSE VAKBEURS VOOR DE BE- EN VERWERKING, OPSLAG EN TRANSPORT VAN VASTE EN DROGE STOFFEN Boek uw stand al vanaf € 2795* easyFairs.com/SOLIDS-NL of bel + 31 (0) 162 408 983
2 & 3/10/2013 - AHOY ROTTERDAM
PUMPS & VALVES2013
DE NEDERLANDSE VAKBEURS VOOR TECHNOLOGIE & INNOVATIE IN INDUSTRIËLE POMPEN, KLEPPEN EN AFSLUITERS Boek uw stand al vanaf € 2795* easyFairs.com/PUMPS-NL of bel + 31 (0) 162 408 990 * Totale investering voor een stand van 12m2
WAREN ALLE VAKBEURZEN MAAR ZO GEMAKKELIJK! 185_64_SOLIDS_P&V_2013_NL_01.indd 6
14/05/2013 16:58:23
imaintain.info
geeft nog meer waarde voor uw geld
Meer nieuws dan ooit • • • • • • • •
Actuele berichtgeving over de gehele onderhoudssector Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten en diensten Multimediale bedrijfspresentaties Tweewekelijkse Nieuwsbrief Live twitter updates LinkedIn interacted
iMaintain-abonnees krijgen meer • De nieuwste iMaintain staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase
imaint ain.info
Abonneer u nu op iMaintain en blijf iedereen voor 030_abo_easy.indd 6
22-05-13 16:16
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
Techniekpact maakt werk van tekort aan vakmensen | ‘Bouwen vanuit gebruikersperspectief maakt gebouw klaar voor toekomst’ | Op naar ‘zelflerend’ onderhoud 031_MA_NVDO_cover.indd 31
22-05-13 10:43
Specialisten in pakkingen en seals Door nauwe internationale contacten met afnemers in alle sectoren van de industrie en gerenommeerde fabrikanten is ERIKS gasket technology toonaangevend op het gebied van flensafdichtingen, pakkingen en seals. Onze Application Engineers bieden technisch hoogstaande oplossingen
en zijn zo nodig 24/7 in touw voor al uw afdichtingsvraagstukken. Emissiereductie, standtijdverlenging, veiligheid, gemak bij (de)montage en ondersteuning bij productiestop zijn de basis. Quick supply, vestigingen door heel Nederland, maatwerk en onze kennis maakt het verschil.
www.eriksgaskets.nl ERIKS gasket technology Alkmaar (072) 514 18 44 | Echt (0475) 48 48 64 | Vierpolders (0181) 28 11 11 europoort gasketTech.indd 1
01-03-13 10:51
ONDERHOUD? DETECTEREN. METEN. REGISTREREN. METPOINT® Meetinstrumentatie
■ Lekkages detecteren ■ Persluchtflow meten ■ Drukdauwpunt registreren ■ Olierestdamp controleren
Voor meer informatie over persluchtmetingen neem contact op met onze Service Afdeling
BEKO TECHNOLOGIES - ‘‘STERK IN PERSLUCHT”
BEKO Technologies B.V. - Veenen 12 - 4703 RB Roosendaal
032_beko_eriks.indd 1
T 0165 32 03 00
W www.beko-technologies.nl
E benelux@beko.de
22-05-13 11:51
van de voorzitter Onverwacht SP-Kamerlid Henk van Gerven wil voorkomen dat malafide ondernemers in de chemische industrie in de toekomst een doorstart van hun bedrijf kunnen maken nadat zij grote maatschappelijke onrust en milieuschade hebben veroorzaakt. Ondernemers die strafrechtelijk veroordeeld zijn na grove milieudelicten zouden geen nieuw bedrijf mogen starten zolang de financiële en maatschappelijke schade nog niet is afgehandeld. Je kunt er inderdaad vraagtekens bij zetten dat de directie van Chemie-Pack nu alweer een nieuw bedrijf runt terwijl de maatschappelijke schade van de ramp bij Chemie-Pack oploopt tot tientallen miljoen euro’s. De directie van ChemiePack hield er jarenlang een schrikbarend gebrek aan bewustzijn van de veiligheidsrisico’s op na. Het is niet meer dan logisch dat ondernemers die aantoonbaar nalatig zijn geweest niet zomaar een nieuw chemisch bedrijf kunnen starten terwijl de samenleving nog de puinhoop moet opruimen van hun vorige bedrijf. Minister Opstelten zou met voorstellen moeten komen om dit in de toekomst te voorkomen. Bedrijven die wel fatsoenlijk met de veiligheid omgaan, irriteren zich terecht mateloos aan dergelijk gedrag. Met onverwachte controles bij BRZO-bedrijven (Besluit Risico Zware Ongevallen) checkt DCMR of een bedrijf te allen tijde de veiligheid heeft geborgd. Bedrijven die regels slechter naleven, maar ook goed presterende ondernemingen, worden door een team van de inspectiediensten onaangekondigd gecontroleerd. Bij BRZO-inspecties was dat tot voor kort niet gebruikelijk, bij andere controles wel. De onaangekondigde BRZO-inspecties duren een
dagdeel en focussen op één activiteit. Welke bedrijven en welke activiteiten worden geïnspecteerd, bepaalt DCMR kort voordat de inspectie plaatsvindt, afhankelijk van actuele inzichten. Een onderneming kan meermalen onaangekondigd worden bezocht. Met onaangekondigde inspecties wil de DCMR vooral de natuurlijke, dagelijkse situatie bij een bedrijf toetsen. Of de constateringen anders zijn dan bij een inspectie op afspraak, valt nog niet te zeggen. Daarnaast blijft de DCMR aangekondigd controleren. De inspectiesystematiek schrijft voor dat alle onderdelen van het veiligheidsbeheerssysteem in vijf jaar moeten zijn geïnspecteerd, zowel op papier als fysiek. Om dit goed te kunnen doen, zijn gesprekken nodig met werknemers van het bewuste onderdeel van het bedrijf. Zo’n inspectie wordt daarom met het bedrijf gepland. Alle BRZO-ondernemingen in het Rijnmondgebied worden minstens een keer per jaar aangekondigd geïnspecteerd. Dit gebeurt met een team van verschillende inspecteurs, van Inspectie ISZW, Veiligheidsregio RotterdamRijnmond en DCMR. Soms doen ook andere instanties mee, zoals Rijkswaterstaat. Afhankelijk van de grootte van een BRZO-bedrijf duurt zo’n inspectie twee tot zes dagen. Als er nu ook nog inspecties komen naar malafide ondernemers die na grove incidenten een doorstart maken, is het controlepallet compleet.
Je kunt er vraagtekens bij zetten dat de directie van Chemie-Pack nu alweer een nieuw bedrijf runt terwijl de maatschappelijke schade van de ramp bij ChemiePack oploopt tot tientallen miljoen euro’s.
Bas P. Kimpel Voorzitter
MaintNL 05 – 2013 33
033_MB_NVDO_Voorzitter.indd 33
22-05-13 14:42
Ieder zijn vak
‘Gebruikersvisie maakt gebouw toekomstklaar’ De bouw heeft ernstig last van de economische crisis. Kantoren staan leeg en van verduurzaming is vaak nog geen sprake. Volgens Marcus Boesenach, projectmanager bij adviesbureau Duurzaam Gebouw, wordt bij ontwerp en bouw de relatie van de gebruiker met een gebouw te weinig in ogenschouw gehouden. ‘We zouden met de hele markt een visie moeten ontwikkelen: hoe kunnen we zo goed mogelijk gebouwen ontwerpen die wel toekomstbestendig zijn?’ Ingrid Rompa ‘Klimaat- en toekomstbestendig bouwen hebben voor mij een directe relatie’, vertelt Marcus Boesenach. ‘Op het moment dat je gebouwen neerzet die interessant blijven voor gebruikers én qua energieverbruik en materiaalgebruik goed zijn ontworpen, is de kans veel groter dat ze in de toekomst daadwerkelijk worden verhuurd. De huidige leegstand komt naar mijn mening dan ook voort uit het feit dat het gebouw niet is afgestemd op de behoefte van de mens, maar op het behalen van financieel gewin.’ Als projectmanager bij Duurzaam Gebouw houdt Boesenach zich voornamelijk bezig met de drie pijlers beheer/beleid, energie en onderhoud. ‘Ik probeer de klant op een creatieve manier van dienst te zijn. De ene keer ben ik verantwoordelijk voor een project, een andere keer ben ik meer de adviseur binnen een project. Dat hangt af van de vraag van de opdrachtgever. De afwisseling tussen organiseren en adviseren vind ik erg leuk.’ Voordat hij in oktober vorig jaar in dienst trad bij Duurzaam Gebouw, heeft hij vijf jaar bij Arcadis gewerkt. ‘Daar hield ik me onder meer bezig met beheer en onderhoud van vastgoed. Duurzaam Gebouw gaat nog een paar stappen verder. Vanuit de drie pijlers adviseren we overheden, universiteiten en commerciële vastgoedeigenaren over het beheer van hun gebouw. Het gaat vooral om die combinatie: kostenoptimalisatie en kwaliteitsoptimalisatie voor de langere termijn.’
Energiebesparende maatregelen Boesenach richt zich als projectmanager op relevante, actuele vragen van opdrachtgevers met betrekking tot duurzaamheid. ‘We houden ons met name bezig met de verduurzaming van de bestaande bouw, onder meer door middel van energiebesparende maatregelen. Daar gaan we concreet mee aan de slag. Hoe zorg je ervoor dat je gebouwen voor de langere termijn in stand kunt houden door het optimaliseren van combinaties van onderhoud en energetische maatregelen? Het is niet zo dat energetische maatregelen altijd aantrekkelijk zijn. Je moet ze zo slim mogelijk zien te combineren met andere maatregelen. Bovendien moet je dat slim organiseren in de tijd.’ Boesenach werkt voor diverse klanten met verschillende samenstellingen van teams. ‘Opdrachtgevers waarvoor ik onder meer
werk zijn de Rijksgebouwendienst, de Radboud Universiteit, het Haga Ziekenhuis en Hogeschool Utrecht. We voeren opdrachten uit voor gebouweigenaren, maar we werken ook veel samen met aannemers. Zij krijgen steeds vaker de opdracht om voor langere termijn zorg te dragen voor de kwaliteit van een gebouw, in de vorm van integrale prestatiecontracten. Wij helpen hen daarmee door te monitoren en te sturen op de kwaliteit. We doen dat onder meer met mede door onszelf ontwikkelde softwareen inspectietools.’
‘We zouden met de hele markt een visie moeten ontwikkelen: hoe kunnen we zo goed mogelijk gebouwen ontwerpen die wel toekomstbestendig zijn?’ Duurzaam onderhoudsplan Binnen Duurzaam Gebouw is onder meer de Stichting Duurzame Scholen opgericht. Deze stichting kijkt naar de verduurzaming van bestaande schoolgebouwen, overwegend basisscholen. ‘Een van de onderdelen is het duurzaam onderhoudsplan, waarbij
Drijfveer De persoonlijke drijfveer van Boesenach is een bijdrage leveren aan toekomstbestendig bouwen. ‘De relatie van de gebruiker met het gebouw is daar een onderdeel van, maar het is eigenlijk veel breder dan dat. Het gaat ook om cultuur. Ik ben geen wereldverbeteraar, maar ik vind wel dat je bij alles wat je doet een zo hoog mogelijke kwaliteit moet nastreven, gericht op de toekomst. Het gaat mij vooral om kwaliteit; de intentie. De afgelopen dertig jaar is dat helaas niet voldoende gebeurd. Ik ben ervan overtuigd dat als de intentie goed is, er ook mooie dingen komen.’
34 MaintNL 05 – 2013
034_35_36_MD_NVDO-artikel.indd 34
22-05-13 14:41
Foto’s: Menno Ringnalda
Marcus Boesenach is projectmanager bij adviesbureau Duurzaam Gebouw. Hij wil graag toekomstbestendig bouwen op de agenda van bedrijven krijgen: ‘Ik ben geen wereldverbeteraar, maar ik vind wel dat je bij alles wat je doet een zo hoog mogelijke kwaliteit moet nastreven, gericht op de toekomst.’
met het bestaande budget wordt gekeken hoe je het gebouw zo duurzaam mogelijk kunt aanpakken. Hierbij worden duurzame energiemaatregelen en onderhoud zo goed mogelijk gecombineerd. Daarnaast is deze stichting ook bezig met het schoolgebouw van de toekomst. We hebben daarvoor een subsidie ontvangen van Agentschap NL. Jaarlijks wordt er een congres georganiseerd waar flink wat mensen op afkomen.’ Vanuit Duurzaam Gebouw is Boesenach lid
van de NVDO. ‘Tot vorig jaar was ik lid van de Jongerenboard. Nu ben ik steeds meer betrokken bij de Sectie Onroerend Goed (SOG, red.). Ik vertegenwoordig deze sectie binnen het Platform Duurzame Huisvesting, een organisatie bestaande uit brancheverenigingen en koepelorganisaties die samen proberen de bestaande vastgoedmarkt te verduurzamen. Ik probeer informatie van het Platform bij de SOG-leden te krijgen, en andersom. Mijn taak is onderhoud van vast-
goed zoveel mogelijk te promoten, maar ik krijg hier ook de kans meer na te denken over innovaties voor de markt. De combinatie Duurzaam Gebouw en Platform Duurzame Huisvesting is ontzettend leuk. Aan de ene kant innovaties en aan de andere kant met beide benen in de markt staan.’ Soms probeert hij de markt wat breder te laten kijken. ‘Duidelijk maken dat het niet alleen gaat om energieonderhoud, maar ook om de beleving van de klant en van de MaintNL 05 – 2013 35
034_35_36_MD_NVDO-artikel.indd 35
22-05-13 14:41
Ieder zijn vak
gebruiker van een gebouw. We zouden met de hele markt een visie moeten ontwikkelen: hoe kunnen we zo goed mogelijk gebouwen ontwerpen die wel toekomstbestendig zijn? Hoe zorg je ervoor dat op langere termijn de verduurzaming van bestaande bouw gewaarborgd is? Hoe zorg je dat je met het ontwikkelen van producten of diensten de markt op een bepaalde manier kunt kantelen, zodat vernieuwing op gang wordt gebracht en er op een veel innovatievere wijze wordt aangekeken tegen bouwen. En ook: hoe bouw je en voor wie bouw je? Dat is volgens mij het grootste probleem. Die kanteling komt er wel steeds meer en ik denk dat we op een gegeven moment moeten kiezen tussen renoveren en slopen.’
‘Als industrieel ontwerper ben ik veel meer geneigd om te kijken naar een relatie tussen een gebruiker en een gebouw. Ik vraag me dan ook regelmatig af waarom architecten een gebouw niet altijd op die manier ontwerpen.’ Conservatief De bouw is volgens Boesenach redelijk conservatief. Wat hem betreft mag de sector wel wat levendiger en innovatiever worden. ‘Wanneer je uit de designhoek komt, dan voel je wel dat de sector een redelijk hardnekkig karakter heeft. Vooral wanneer je let op de behoefte van de gebruiker. Als industrieel ontwerper ben ik veel meer geneigd om te kijken naar een relatie tussen een gebruiker en een gebouw. Ik vraag me dan ook regelmatig af waarom architecten een gebouw niet altijd op die manier ontwerpen. Het is vaak vanuit een planologisch grootstedelijke visie in plaats van vanuit het ervaren van zo’n gebouw. En dat is toch een van de belangrijkste functies van een gebouw. Het is naar mijn mening ook een van de redenen waarom de bouwsector op z’n gat ligt. Er is niet vanuit een bepaalde gebruiker gebouwd, maar vanuit een behoefte die er helemaal niet was.’ Op dit moment wordt er nog veel te weinig
nagedacht over dit onderwerp, meent Boesenach. ‘Men is zich hier nog onvoldoende van bewust en is nog te veel gefocust op het behalen van kortetermijnresultaten.’ Zijn persoonlijke ‘drive’ kan hij goed kwijt binnen het Platform Duurzame Huisvesting. ‘Mensen vinden het op dit moment lastig om vooruit te kijken en een bepaald toekomstbeeld te creëren. Waar hebben gebruikers bijvoorbeeld over dertig jaar behoefte aan? Daar moet nog een hele ontwikkeling over op gang komen. En met welke technieken kun je dat invullen? De markt is zich hiervan ook nog onvoldoende bewust. Het is dus een van de taken voor ons als adviseurs en architecten om mensen hiervan bewust te maken.’ Zijn focus op gebruikers én techniek is zeker
een meerwaarde in dit proces, meent Boesenach. ‘Die combinatie is heel waardevol naar de toekomst toe. Toen ik pas was afgestudeerd in 2003 had ik wel wat moeite om die twee zaken te combineren. En ik wist ook nog niet hoe je als industrieel ontwerper aan de slag kon gaan binnen de bouwsector. In mijn vak ben je eerder geneigd met kleinere objecten bezig te zijn. Bovendien had ik geen ervaring met vastgoed. Die markt moest ik dus leren kennen. Maar ik merk dat ik langzamerhand mijn plek wel vind. Binnen duurzaamheid en het toekomstbestendig maken van gebouwen, zie ik een duidelijke richting. En ik zie zéker goede kansen om te zorgen dat gebouwen in de nabije toekomst meer vanuit het gebruikersperspectief worden gebouwd.’ n
36 MaintNL 05 – 2013
034_35_36_MD_NVDO-artikel.indd 36
22-05-13 14:41
Agenda
mei 31 mei t/m 7 juni Diverse locaties www.dutchtechnologyweek.nl Dutch Technology Week Voor de tweede keer wordt de Dutch Technology Week (DTW) georganiseerd. Professionals, scholieren, studenten en technologieliefhebbers kunnen tijdens deze week ervaren hoe leuk en spannend het is om mee te werken aan uitvindingen die de wereld veranderen. Met een week vol events kun je zien en beleven dat technologie uitdagend, leuk en kansrijk is.
juni
18 juni Mikrocentrum, Eindhoven www.mikrocentrum.nl Themadag: Kunststof membranen Membranen zijn al eeuwenoud. Deze natuurlijke filters laten de ene stof wel door en de ander niet. Het was een kwestie van tijd voordat we het principe van de techniek zijn gaan kopiëren. En we zien het nu terug in vele toepassingen. De themamiddag over membranen geeft een inzicht in wat een polymeer (plastic) membraan is, welke materialen worden toegepast en waar membranen toe dienen en in welke en wat voor toepassingen membranen voorkomen.
september
4 juni Agentschap NL, Den Haag www.rijksoverheid.nl/greendeal
25 september De Glazen Ruimte, Maarssen www.imaintain.info/prestatie
Green Deal Informatiebijeenkomst
iMaintain PrestatieManagement: CaleidoSCOOP!
Met de Green Deal-aanpak wil het Rijk ruimte geven aan vernieuwende duurzame initiatieven uit de samenleving die bijdragen aan economische groei. Werkt u aan duurzame ontwikkeling en ondervindt u belemmeringen om dit te realiseren? Wilt u verkennen wat het Rijk voor u kan betekenen om de realisatie van dit initiatief te versnellen? Bezoek de Green Deal Informatiebijeenkomst op 4 juni in Den Haag.
Prestatiemanagement vertaalt de visie, missie en strategie van een project, team of organisatie naar succesfactoren en acties. Sturen op die succesfactoren en constant monitoren van de effecten ervan, zorgt voor optimaal beheer van activiteiten en, nog belangrijker, van de prestaties van organisaties. Goed prestatiemanagement heeft positieve effecten op de totale keten van assetmanager tot toeleverancier. Dit blijkt onder meer uit de NVDO Sectie Suto Benchmark 2013. Deze resultaten staan centraal tijdens het congres PrestatieManagement CaleidoSCOOP!
6 juni RDM Campus, Rotterdam www.deltavisie2013.nl Deltavisie Door het combineren van ideeën en technologieën ontstaan vaak nieuwe en waardevolle oplossingen. Innovaties in energie-efficiëntie, ketendenken en milieueffecten liggen binnen bereik. En ook innovaties in veiligheid en continuïteit zijn bijna voelbaar. Een onmisbare schakel in het zoeken naar die combinaties is open communicatie. Tijdens Deltavisie 2013 onderzoeken we daarom met sprekers én congresdeelnemers hoe de industrie in de Rijn/Scheldedelta stappen voorwaarts kan maken door te combineren, te communiceren en daardoor proactief te innoveren.
11 juni NVDO Verenigingsgebouw, Houten www.nvdo.nl Jongerenboard Masterclass: Colorcards, Persoonlijk Onderhoud Jongeren op de arbeidsmarkt lijken geboren om te presteren. Maar hoe doe je dat in de onderhoudsbranche? En hoe speelt je karakter mee in de omgang met oudere collega’s? Deze masterclass staat in het teken van ‘Persoonlijk Onderhoud’. Wanneer je rekening houdt met elkaars drijfveren, kun je de communicatie bevorderen. Na afloop van deze workshop heb je niet alleen inzicht gekregen in de reden van je eigen handelen, maar ook in de dynamiek in het team.
30 september t/m 4 oktober Jaarbeurs, Utrecht www.elektrotechniek-online.nl Elektrotechniek 2013 Op Elektrotechniek worden de nieuwste systemen, technologieën en producten op het gebied van onder meer industriële elektronica, meet-, regel- en bedieningsapparatuur, installatiemateriaal, verlichting, bekabeling, gebouwbeheersystemen en domotica gepresenteerd. Naast een breed exposantenaanbod wordt een inhoudelijk programma samengesteld over vraagstukken in de markt.
oktober 3 oktober Endress+Hauser, Naarden www.nl.endress.com Integratie van Asset Informatie Onderhoudsafdelingen worden vaak geconfronteerd met kwaliteitsaudits om de activiteiten aan te kunnen tonen. In de praktijk wordt de informatie die hiervoor noodzakelijk is vanuit diverse systemen en papieren formulieren verzameld. Tijdens deze Endress+Hauser College-sessie besteden we aandacht aan de mogelijkheden om informatie van instrumenten in uw systeem te integreren. MaintNL 05 – 2013
037_MH_NVDO_agenda.indd 37
37
22-05-13 14:41
Maintenance Manager
Op naar ‘zelflerend’ onderhoud In de fabrieken van PepsiCo hanteert men een eigen onderhoudsmethodiek. Wat voorheen vooral correctief onderhoud was, is preventief onderhoud geworden in de nootjesfabriek van Duyvis in Zaandam. Het management weet nu precies welke drijvers nagestreefd moeten worden. De fabriek ging zo van ondergeschoven kindje naar volwassen plant. Maintenance manager Arjan Scherphuis vertelt trots over Duyvis’ strategie. Renske van den Berg Arjan Scherphuis is maintenance manager voor PepsiCo bij Duyvis Production in Zaandam. Deze fabriek maakt diverse soorten gecoate nootjes, pinda’s en andere noten - die geroosterd of gebakken worden. Een groot deel van de productie wordt gemaakt voor de Nederlandse markt, en verkocht onder de merknaam Duyvis. Het andere deel wordt geproduceerd voor buitenlandse PepsiCo-ondernemingen en op de markt gezet onder andere merknamen. De geschiedenis van het familiebedrijf Duyvis begon in 1806 met een oliemolen in de Zaanstreek. In 1961 begon het bedrijf met de verkoop van pinda’s en nootjes en werd het overgenomen door Akzo, dat het in 1987 verkocht aan Douwe Egberts. In 1991 werd de huidige fabriek gebouwd op de oorspronkelijke plaats waar de familie Duyvis ooit begon. In 2006 verkocht Douwe Egberts - inmiddels Sara Lee - de fabriek aan PepsiCo. In de Duyvisfabriek werken 160 medewerkers, deels in drie ploegendiensten, van maandag tot en met vrijdag. De fabriek is vijf dagen per week 24 uur per dag operationeel. Op de eerste verdieping van de fabriek vindt de bereiding plaats in grote bakovens, heteluchtovens en menglijnen, waarna het gerede product wordt overgebracht naar de verpakkerij op de begane grond. Daar wordt het tot diverse zakformaten verwerkt en expeditie-gereed gemaakt voor export of transport naar het centrale distributiecentrum in Nederland. Het stre-
ven is elke week voor vrijdag het geplande volume klaar te hebben, zodat er op vrijdag tijd en ruimte is voor grote onderhoudswerkzaamheden en schoonmaak van de fabriek voor de volgende productieweek. In het weekend is er normaal gesproken geen productie.
‘We kunnen nu toegroeien naar een plant die van fouten leert. Waar niet alleen monteurs storingen goed verhelpen en voorgeschreven onderhoud plegen, maar waar een al goed functionerende plant nog slimmer en beter wordt met een steeds grotere reliability.’ Team Voordat Arjan Scherphuis (46, als werktuigbouwkundige afgestudeerd aan de universiteit Twente) bij Duyvis begon, was hij maintenance consultant en onderhoudscontractmanager en bedrijfsadviseur in de railinfra. Hij maakt sinds februari 2012 vast deel uit van de club mensen achter het oer-Holland-
se Duyvis Borrelnootje. Als maintenance manager is hij lid van het plantmanagementteam en hij stuurt op zijn beurt het maintenance-team aan. ‘Ik werkte hiervoor bij Mainnovation, een consultancybureau voor maintenance, actief bij bedrijven met kapitaalintensieve installaties in onder andere de railinfra, chemie, procesindustrie en energieproductie. Ik heb daar vooral kennis opgedaan over onderhoudssystemen en –modellen die ook door PepsiCo worden gebruikt. Toch wilde ik uiteindelijk graag werken met een team op een vaste locatie en voor een langere tijd bouwen aan de resultaten van een fabriek.’ Het plantmanagementteam waarvan Scherphuis deel uitmaakt, bestaat uit een plantmanager, een operationsmanager verantwoordelijk voor de productie, een manager finance, een quality & food-safety manager, een engineeringmanager, een supply chain manager, een hr-manager en maintenance manager Scherphuis. Het team is vrij jong, maar heeft veel ervaring. Het ziet vooral uitdagingen in de implementatie van LEAN-management, autonome teams, reductie van indirecte kosten, het blijven voldoen aan steeds strenger wordende normen voor food safety en een stabiele plant adherence, mede mogelijk gemaakt door een hogere technische beschikbaarheid.
PEMM
Onderhoud heeft de afgelopen jaren binnen PepsiCo een steeds prominentere plaats gekregen en kent zelfs een eigen methodiek: PEMM, PepsiCo Maintenance Methodology. Het maintenance-team waarmee Scherphuis de fabriek onderhoudt, bestaat uit 23 medewerkers, die werken volgens de rollen, processen en competenties beschreven in PEMM. ‘De methodiek verenigt het beste uit verschillende modellen en best practices voor onderhoudsma-
38 MaintNL 05 – 2013
038_39_41_ME_NVDO-artikel.indd 38
22-05-13 14:53
De Duyvisfabriek in Zaandam is begonnen als oliemolen. Inmiddels worden er voornamelijk pindapr ducten gemaakt, waarvoor de fabriek vijf dagen per weeg, 24 uur per dag moet draaien.
nagement en maakt het onder andere mogelijk om op boardroomniveau de toegevoegde waarde van onderhoud zichtbaar te maken aan de hand van waardedrijvers. Vanuit een waardedrijveranalyse krijg je focus op díe competenties, activiteiten, en rollen in je onderhoudsorganisatie, die de meeste netto contante waarde opleveren. Waardedrijvers zijn bijvoorbeeld beschikbaarheid van de assets, veiligheid, gezondheid en milieu, kostenbeheersing en beheer van middelen zoals monteurs, reservedelen, contractors en kennis.’ PEMM stelt PepsiCo ook in staat om de onderhoudsactiviteiten van de verschillende plants met elkaar te benchmarken, wat concrete aanbevelingen oplevert. Scherphuis legt het uit. ‘Ik werk samen met een frontline-manager die de monteurs en magazijnbeheerder aanstuurt: zes monteurs in dagdienst en drie ploegen van drie monteurs in een ploegendienst. De frontline-
manager wordt terzijde gestaan door twee werkvoorbereiders. Zij ondersteunen bij het verhelpen van storingen en bij de voorbereiding van inspecties en ander planbaar onderhoud dat eigen monteurs of contractors uitvoeren. Daarnaast hebben we nog twee troeven in ons team: een reliabilityengineer, die het onderhoudsplan vaststelt en beheert en structureel de grote verstoringen analyseert. Op basis daarvan doet hij voorstellen voor verbeteringen in het onderhoud of modificaties aan installaties. De tweede troef is de werkvoorbereider, die zich naast reguliere onderhoudstaken bezighoudt met het afhandelen van aanpassingen ten behoeve van veiligheid, food safety, LEAN-optimalisaties maar ook de door de reliability-engineer voorgestelde modificaties.’ De frontline-manager en werkvoorbereiders zorgen er met de monteurs voor dat de dagelijkse storingen en het geplande onder-
houd goed worden uitgevoerd. Scherphuis: ‘Maar de reliability-engineer begeleidt ons in het traject van correctief naar preventief en predictief onderhoud.’ Door de analyse van storingen vinden we nauwkeuriger de oorzaken en bepalen we beter de optimale voorraad spare parts. Door middel van condition monitoring kunnen we eventuele breakdowns zien aankomen en het optimale vervangingsmoment samen met planning en productie bepalen: niet als het te laat is, maar ook niet als het onderdeel nog wel even mee had gekund. In Zaandam maken we gebruik van ultrasone technieken. Met de de inzichten die dat oplevert willen we ook onze smeertechnische programma’s verder optimaliseren. Daarnaast zetten we ultrasoontechniek onder andere in voor het detecteren van luchtlekkages.’ De ontwikkeling en invoering van werken met PEMM heeft het onderhoud bij Duyvis volwassen gemaakt, waarover Scherphuis MaintNL 05 – 2013 39
038_39_41_ME_NVDO-artikel.indd 39
22-05-13 14:53
BEHEER EN ONDERHOUD ASSET MANAGEMENT VEILIG WERKEN GROOTSTE ONDERHOUDSPLATFORM VAN EUROPA WET- EN REGELGEVING BELANGENBEHARTIGING INNOVATIE INFRA, ONROEREND GOED PROCESINDUSTRIE FOOD, BEVERAGE & FARMA MARITIEM, ONDERWIJS OVERHEID, FLEET MANUFACTURING INSPECTIEPLATFORM KENNISDELING NETWERK, FYSIEK & DIGITAAL ASSET OWNERSTOELEVERANCIERS MAINTENANCE ACADEMY
Kennis is onze kracht
nvdo.nl 040_MG_wervingsadvertentie.indd 40
22-05-13 14:52
met vuur kan vertellen. ‘Bij de overname van de fabriek door PepsiCo moest de fabriek aangepast worden.’ De eerste verbeteringen sindsdien hebben gezorgd dat de fabriek een stabiele en renderende plant werd. ‘Met PEMM werd duidelijk aan welke competenties er in de onderhoudsorganisatie in Zaandam behoefte was. Zo konden we de juiste functionarissen in het team bijeenbrengen, waarmee de organisatie verdere verbeterslagen kon maken. We kunnen nu toegroeien naar een plant die van fouten leert en een proces van continue verbetering kan inzetten. Monteurs kunnen storingen in een steeds kortere tijd verhelpen en voorgeschreven onderhoud steeds slimmer en effectiever uitvoeren. De afdelingen onderhoud en productie werken samen toe naar meer LEAN eigenaarschap binnen een zone op de werkvloer met een hogere overall efficiency tegen lagere kosten.’
Model uitrollen De kracht van PEMM is dat het de organisatie in staat stelt op een uniforme manier naar haar onderhoudsprocessen, -organisatie en -resultaten te kijken. Hierdoor is het mogelijk om de resultaten van de plants met elkaar te vergelijken. Scherphuis: ‘Dat doen we dan ook, door PEMM-audits bij elkaar uit te voeren. Er zijn zestien KPI’s vastgesteld om de maintenance performance te meten
en te vergelijken. Maintenance managers voeren de audits over en weer bij elkaar uit. Zo ga ik in juni met nog twee collega’s naar een PepsiCo-fabriek in Portugal om een audit te doen en afgelopen november is er een audit gedaan bij ons in Zaandam.’ Om het jaar wordt er een formele audit per fabriek uitgevoerd. Scherphuis: ‘Audit teams van drie personen doorlopen in ongeveer twee dagen een set van proces-
‘Na een audit is zichtbaar waar er verbeterpotentieel is voor de fabriek.’ sen. Dit zijn de processen, die oorspronkelijk afkomstig zijn van de Value Driven Maintenance (VDM)-methodiek, ontwikkeld door Mainnovation. PepsiCo heeft die omarmd als de basisprocessen voor maintenance.’ Na een audit is zichtbaar waar er verbeterpotentieel is voor de fabriek. ‘In een afsluitende sessie met het lokale managementteam presenteert het audit-team de bevindingen en doet het aanbevelingen voor processen, organisatie en ICT. De fabriek vertaalt die naar een actieplan. Zo kunnen we binnen PepsiCo kennis en ervaringen met elkaar delen en de best practices van elkaar overnemen.’
Naast het uitvoeren van de audits, zitten de maintenance managers ook in een Maintenance Forum, dat een aantal keren per jaar bijeenkomt. ‘De locatie is telkens weer ergens anders. We behandelen een formele agenda, maar bekijken ook elkaars fabrieken. Hierdoor leer je je collega’s beter kennen, zie en leer je meer van specifieke kennisgebieden en wissel je kennis en ervaring makkelijker uit.’ Het maintenancenetwerk is eerst opgezet binnen WestEuropa, maar wordt nu uitgebreid naar Oost-Europa waar Scherphuis’ collega’s ook volgens de PEMM-methodiek gaan werken. Arjan Scherphuis ziet voorlopig voldoende uitdagingen in zijn baan. Hij wil graag het preventieve en predictieve onderhoud naar een hoger plan brengen. Ook kan aansturing en begeleiding van contractors nog verder geprofessionaliseerd worden, evenals de structurele inbreng van maintenance bij nieuwbouw en andere engineering-trajecten. ‘Naast de harde aspecten van maintenance vind ik de organisatorische zaken minstens zo interessant’, zegt Scherphuis. ‘Juist in dit spectrum ligt binnen Duyvis een behoorlijk potentieel, door de medewerkers tussen de verschillende afdelingen nog beter met elkaar te laten samenwerken. Dit vraagt om change management, waarin ik mezelf ook verder wil ontwikkelen.’ n MaintNL 05 – 2013 41
038_39_41_ME_NVDO-artikel.indd 41
22-05-13 14:53
Column Competenties Kees ging met pensioen, Johan werd weggekaapt door een contractor en Jan-Willem gaat de consultancy in. Ineens had ik drie vacatures te vervullen en een klein probleempje omdat Kees eigenlijk de enige was die de erfenis van de oude Stokbrood, productielijn 1, nog aan de praat kon houden. We hebben dan ook afgesproken dat we hem zo nu en dan kunnen bellen als we er helemaal niet uitkomen. Tenminste, als hij niet zit te vissen of op zijn kleinkinderen moet passen. Dat probleem hebben we bij Johan niet omdat we hem gewoon kunnen blijven inhuren. Met het enige verschil dat we nu twee keer zoveel betalen voor zijn diensten. En JanWillem? Die vertelde al toen hij nog in dienst was hoe inefficiënt we bij FS Virtual Enterprise bezig waren en dat wil hij nu uplevellen tegen een schappelijke fee. Het enige zinnige antwoord dat ik daar op kan geven is: no way. Eerlijk gezegd ben ik het meer dan zat dat iedereen mij gaat vertellen hoe ik het beter kan doen terwijl ik al dertig jaar een aardig draaiend bedrijf run. Geen six sigma, lean of TPM kan op tegen GBV, oftewel Gezond Boeren Verstand. Laat staan dat ik daar iemand ook nog eens voor ga betalen. Maar goed, ik moest dus wel even drie ervaren werknemers vervangen en dat is nog niet zo eenvoudig. Ja, als je genoeg geld betaalt, maar zo heel goed gaan de zaken nu ook weer niet de laatste tijd. Dus toch maar een vacature gezet in het lokale sufferdje. Nou, dat heb ik geweten. Wat een reacties. Blijkbaar is dat voorspelde personeelstekort in de technische sector nog niet echt ingezet. Dus stond ik voor het luxeprobleem dat ik een keuze moest maken uit honderd sollicitatiebrieven. De eerste schifting is nog het eenvoudigste: de vijftigplussers gooide ik er meteen uit aangezien die veel te duur en weinig gemotiveerd zijn. Dan waren er nog een paar ‘verplichte’ sollicitaties bij via het UWV, er stond nog net niet: 'wachtende op uw afwijzing teken ik …' Uiteindelijk kwam ik op een selecte groep van tien in het oog springende brieven. Niet geheel toevallig betrof
het bijna allemaal mannen (of eigenlijk jongens) van rond de twintig. Die kun je nog een beetje kneden en hebben nog niet van die belachelijk hoge salariseisen, tenminste ... dat dacht ik. Kwam ik even van een koude kermis thuis. De eerste vroeg gelijk een laptop en een leaseauto en oh ja, of we ook zijn telefoonabonnement konden overnemen. De tweede was een jonge vader die misschien wel twee jaar lang ouderschapsverlof wilde opnemen. En de derde was serieus teleurgesteld dat bij ons een werkweek veertig uur duurde en dat hij ook echt om 8:00 uur omgekleed op zijn werkplek moest zijn. Ik heb ook nog serieus moeten uitleggen welke bijdrage FS Virtual Enterprise levert aan een schoner milieu en een betere wereld. Met twee wilde ik het wel proberen, maar na een proefperiode van een week hebben we toch maar afscheid genomen aangezien ze allebei vraagtekens uitbeeldden toen onze controller ze hun werkinstructies overhandigde. Ik weet niet wat ze tegenwoordig nog op school leren, maar deze jongemannen waren duidelijk nog niet toe aan de echte wereld. Ten langen leste ben ik toch maar weer de brieven in gedoken. Alleen deze keer heb ik voor een iets andere aanpak gekozen. Ik heb mijn secretaresse gevraagd alle NAW-gegevens en alles wat verwijst naar leeftijd of sekse eruit te halen. Wat overbleef waren de referenties en competenties van de sollicitanten en die aanpak bleek een schot in de roos. Uiteindelijk kwam ik op een vijftigjarige, een jonge vrouw en een jongen die ik eerst niet had uitgenodigd omdat ik zijn naam niet kon uitspreken. Inmiddels heeft de vijftigjarige een dag met Kees gevist en weet nu alles van productielijn 1, heeft de vrouw ervoor gezorgd dat de werkoverleggen wat meer gestructureerd lopen en is Fouad de beste monteur die ik ooit heb gehad. Je bent nooit te oud om te leren. Ing. Frans Stokbrood Directeur FS Virtual Enterprise
42 MaintNL 05 – 2013
042_MF_NVDO-Column.indd 42
22-05-13 15:22
Onderhoud en infra
Advies voor duizend kunstwerken Rijkswaterstaat heeft een adviesvraag uitgezet voor duizend kunstwerken. De adviezen gaan helpen bij het vaststellen van een beheersstrategie binnen de thema’s ‘vlot en veilig over water en weg’, ‘droge voeten’ en ‘betrouwbare informatie’. Elise Quaden
hiervoor samen te werken. De aanbieding is door Rijkswaterstaat gegund op basis van de kwaliteit van de aanbieding (EMVI, de economisch meest voordelige inschrij ving) en ook de prijs. De opdracht maakt deel uit van een groter project, namelijk de instandhoudingsadvisering van bijna drieduizend kunstwerken.
Thema’s De adviezen richten zich op de risico’s die ontstaan als de onderzochte kunstwerken hun functie in de verkeers- en water netwerken niet (meer) vervullen. Deze risi co’s moeten vanuit een groot aantal invalshoeken worden bekeken: conditie/ onderhoud, veranderd gebruik, overbelas ting, ontwerpfouten, et cetera. De geleverde adviezen zullen de komende jaren een belangrijke rol gaan spelen bij de program mering van het beheer en onderhoudswerk van Rijkswaterstaat. Zij bepalen mede hoe Rijkswaterstaat haar thema’s ‘vlot en veilig over water en weg’, ‘droge voeten’ en ‘betrouwbare informatie’ kan invullen.
Risicodossier Royal HaskoningDHV en Witteveen+Bos gaan samen Rijkswaterstaat de komende drie jaar voorzien van risicogerichte instandhoudingadviezen voor een deel van haar kunstwerkenareaal. De opdracht heeft betrekking op bijna duizend objecten als bruggen, viaducten, sluizen, uitwaterings
voorzieningen en gemalen. De werkzaam heden zijn eind april gestart.
Samenwerking Vanwege de omvang van de opdracht en de gevraagde expertise hebben Witteveen+Bos en HaskoningDHV (penvoerder) besloten
Wie wordt Infra Projectteam van het Jaar 2013? Op 28 november organiseren iMaintain en de NVDO het congres iMaintain Infra. Aan het eind van de dag wordt bekendgemaakt wie zich Infra Projectteam van het Jaar mag noemen. Bewijs de sterkte van uw team en profileer beheer en onderhoud als key succes-factor binnen uw project! Aanmelden voor de verkiezing kan op www.nvdo.nl
Voor deze opdracht inventariseren Witteveen+Bos en Royal HaskoningDHV de risico’s, beoordelen deze en stellen vast hoe de risico’s het beste kunnen worden beheerst. Dit laatste kan door onderhoud, maar ook bijvoorbeeld door beperkingen in het gebruik op te leggen en/of de kunst werken te versterken. Tijdens de uitvoering wordt een gestructureerd analyseproces gevolgd van het verzamelen en interpreteren van bestaande (historische) informatie, het opstellen van initiële object-risicoanalyse, het vaststellen van conditie ter plaatse waarin de initiële objectrisicoanalyse wordt gecontroleerd en aangevuld, het analyseren van de resultaten en bevindingen in relatie tot het eerder opgestelde risicodossier en het opstellen van instandhoudingadviezen inclusief een kostenraming en -evaluatie. n MaintNL 05 – 2013 43
043_MK__NVDO-artikel.indd 43
22-05-13 14:51
Nieuws
Gww-productie daalt Na een lichte groei van de grond, weg en waterbouw (gww)-productie in 2011 is de activiteit in de sector dit jaar sterk gedaald, met ongeveer zeven procent. In 2013 zal de gww-productie verder dalen met ongeveer drie procent. Belangrijke factoren achter deze krimp zijn de bezuinigingen door de overheid op infrastructuur en de doorwerking van de malaise in de woningbouw op bijvoorbeeld de ontwikkeling van bouwlocaties en de aanleg van nutsvoorzieningen. Dit blijkt uit nieuwe ramingen die het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) heeft gemaakt voor de bouwproductie na het verschijnen van het regeerakkoord. De voorziene extra bezuiniging van 250 miljoen euro op het Infrastructuurfonds is hierin verwerkt. In 2012 is vooral de productie uit nieuwbouw en herstel van gww-werken fors gedaald, met bijna tien procent. Bij de lagere overheden kromp de activiteit met ongeveer vijf procent. De productie in opdracht van bedrijven (spoorwegen, nutsvoorzieningen, industrie) nam in 2012 sterk af. De Tweede Maasvlakte is voor de krimp dit jaar mede verantwoordelijk. Ook het onderhoud aan de infrastructuur is in 2012 gedaald, nadat deze activiteiten ook in 2011 al waren afgenomen. In 2013 zullen de bezuinigingen van de lagere overheden, vooral de gemeenten, verder doorzetten en
daarmee negatief uitpakken voor de gww-investeringen. Ook de b&ugerelateerde werkzaamheden zullen in 2013 verder krimpen. Volgend jaar zal het onderhoud verder afnemen, met nog eens 2,5 procent. De recente extra bezuiniging op het Infra structuur fonds vanaf 2014 betekent
dat de gww-productie in 2014 nog niet zal herstellen. Vooral bij het Rijk en in mindere mate de bedrijven wordt een negatief effect op de gwwproductie verwacht. In 2015 volgt enig herstel van de productie met naar verwachting een groei van twee procent.
Regelingen mkb voor alle Topsectoren bekendgemaakt Nederlandse mkb-ondernemers spelen een belangrijke rol geldt dat de aanvragen op volgorde van binnenkomst in innovatieve activiteiten en versterken de economie. (first come, first serve) worden afgehandeld, totdat het Speciaal voor mkb-ondernemers biedt het ministerie van beschikbare budget is uitgeput. Als de budgetgrens op Economische Zaken instrumenten aan. Zo kan het mkb een bepaalde dag wordt overschreden, zal er worden aansluiten bij innovatie-activiteiten binnen de Topsectoren. geloot tussen de aanvragen die op die dag zijn ontvangen Inmiddels heeft iedere Topsector bepaald welke instru- om de volgorde van afhandeling te bepalen. De aanvramenten worden ingezet om het mkb te betrekken. De gen worden getoetst aan de formele vereisten en criteria Topsectoren kunnen kiezen uit zes instrumenten: een uit de regeling en de mate van aansluiting bij de thema’s haalbaarheidsstudie voor het mkb, kennisvouchers, die door de diverse Topsectoren zijn geselecteerd. inhuur van personeel voor het mkb, R&D-samenwerking, Een mkb-ondernemer kan maar één aanvraag indienen InnovatiePrestatieContracten (IPC’s) en netwerkactivitei- per openstellingsperiode. Een mkb’er moet dus vooraf ten/Innovatiemakelaar voor Top Kennis Instituten. bepalen voor welke Topsector en welk instrument een De Topsector Agri&Food heeft een geheel eigen regeling, aanvraag wordt ingediend. Er kan dus niet voor verschilnamelijk de mkb-valorisatiepilot. Sinds 15 april 2013 zijn lende Topsectoren of instrumenten een aanvraag worden de regelingen van alle Topsectoren bekendgemaakt in de ingediend. Staatscourant. Voor alle onderdelen van de MIT-regeling Meer informatie is te vinden op www.agentschapnl.nl
44 MaintNL 05 – 2013
044_45_MJ_NVDO_neuws.indd 44
22-05-13 14:51
Nieuws
Herintreding ervaren vakmannen oplossing voor toekomstig arbeidstekort Het toekomstige arbeidstekort is eerder een tekort aan vakmannen dan een tekort aan hoogopgeleide arbeidskrachten. Volgens de uitvoerende partijen in de bouw kan het tekort opgelost worden door ervaren bouwvakkers die hun weg terug naar de bouw weten te vinden. Daarnaast is de instroom van startende bouwvakkers een oplossing hiervoor. Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy dat is uitgevoerd onder 281 uitvoerende bouwbedrijven. De werkloosheid is volgens het CBS in maart opnieuw hard gestegen, naar 8,1 procent. Vooral de bouwsector verkeert in enorm zwaar weer. Echter, volgens de uitvoerende bouwpartijen nadert het dieptepunt op de arbeidsmarkt in de bouw en is het begin van het herstel in zicht: een kleine meerderheid van de uitvoerende bouwprofessionals ziet de economie in de periode 2014-2015 weer
aantrekken. Ook het UWV verwacht dat het aantal vacatures in de bouw zal stijgen van 18.000 naar ongeveer 28.500 in de periode van 2014 tot en met 2017. Dit heeft enerzijds te maken met de vergrijzing (uitstroom) en de geringe instroom van jongeren,
Extra bezuinigingspakket van 4,3 miljard Op 1 maart presenteerde premier Rutte na de ministerraad het aanvullende bezuinigingspakket voor 2014. ‘Ik realiseer me dat achter die cijfers mensen schuil gaan die hun baan verliezen, maar we moeten nu koers houden en zorgen dat Nederland uit de crisis komt’, aldus Rutte. Maar later kondigde Rutte aan dat het pakket van tafel is. In het najaar kijkt minister Dijsselbloem (Financiën) of de economie is aangetrokken en of nieuwe maatregelen nodig zijn - of politiek haalbaar. Het pakket bevatte 5,14 miljard euro aan bezuinigingen en lastenverzwaringen. Het bevriezen van belastingschijven en heffingskortingen zou 1 miljard opleveren. Verder zouden salarissen van ambtenaren (zoals bijvoorbeeld onderwijsmedewerkers) worden bevroren (opbrengst 1 miljard). Ook de later veel bediscussieerde vrijwillige nullijn voor de zorg zat in het pakket. Ook dat moest 1 miljard opleveren. Een lastenverzwaring werkgevers (1,14 miljard) was een andere grote kluif uit het pakket. Al deze maatregelen zijn nu geschrapt of op de lange baan geschoven. Het kabinet dacht de WW te verkorten van drie naar twee jaar, waarbij dat tweede jaar werklozen op bijstandsniveau zouden komen. Nu blijft de WW-uitkering twee jaar gekoppeld aan het oude salaris. Ook gaan de veranderingen pas in 2016 in. Door het uitstel en gedeeltelijke afstel van de hervorming kost dit het kabinet geld. Hoeveel is nog niet duidelijk. Het eerdere plan staat in het regeerakkoord voor 1,3 miljard aan besparing ingeboekt.
maar anderzijds is er ook behoefte aan kwalitatief beter vakpersoneel. Volgens de uitvoerende bouwwereld zijn het met name de ‘handjes’ waar de bouw een tekort aan zal hebben. Dit tekort kan opgevuld worden door de herinstroom van ervaren uitgestroomde bouwvakkers en door meer instroom van startend bouwpersoneel. De laatste taak is vooral weggelegd voor opleidingsinstituten en kenniscentra in de bouw. Fundeon, het kennis- en adviescentrum voor het opleiden en ontwikkelen van personeel in de bouw en infra, meldde in de onlangs verschenen rapportage ‘Arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie 2013’ dat de huidige instroom in de bouwopleidingen op dit moment onvoldoende is om te voldoen aan de toekomstige vraag naar personeel. Fundeon maakt zich dan ook sterk voor voldoende instroom in de bouwopleidingen.
Premier Rutte hoopt dat de economie dit jaar weer zal aantrekken. Hij riep de bevolking op ‘vooruit te kijken’ en minder te ‘somberen’. ‘Samen kunnen we het Sociaal en Cultureel Planbureau verslaan’, aldus de premier. Hij verwees naar de positieve exportcijfers van Nederland, die altijd een voorbode zouden zijn voor economische groei. Of het vertrouwen van Rutte beloond wordt, is onduidelijk, maar een beetje herstel van het consumentenvertrouwen zou al een positief effect hebben op de economie. Dat kan een paar procentpunt schelen op het begrotingstekort, waardoor minder bezuinigd hoeft te worden. Maar of dit voor augustus al meetbaar is, is twijfelachtig. Daarnaast is de open economie Nederland vooral afhankelijk van het herstel op de wereldmarkt. Het volledige bericht is te downloaden via www.nvdo.nl/nieuws
MaintNL 05 – 2013 45
044_45_MJ_NVDO_neuws.indd 45
22-05-13 14:51
Arbeid en onderhoud
NedTrain en ROC maken monteursopleiding gewild Met een gloednieuw Techniekpact gericht op 2020 is de industrie nog niet meteen gered. De concretisering van plannen zal nog even op zich laten wachten en een langetermijnvisie houdt geen rekening met de urgentie die er al is. Gelukkig wordt er ook al in de praktijk gewerkt om meer technici klaar te stomen voor de arbeidsmarkt. De ROC’s van Amsterdam en Twente werken sinds twee jaar samen met NedTrain om monteurs in de praktijk op te leiden. Elise Quaden
Grote uitstroom van personeel en een mis match tussen onderwijs en praktijk waren de redenen voor NedTrain om een aantal jaren geleden te starten met een eigen opleiding, ingericht vanuit ‘de onderkant’ van de organisatie. Theo Prins, opleidings manager Nieuwe Technologie aan het ROC van Amsterdam, vertelt op welk moment het ROC betrokken raakte: ‘NedTrain wilde graag een opleidingsprogramma opzetten waarmee leerlingen een maatschappelijk verantwoord diploma ontvangen. Daarom werd de opleiding in het reguliere onder wijs ondergebracht. De ROC’s van Amsterdam en Twente hebben toen samen met NedTrain een basisprogramma opge start en daarmee een pilotjaar gedraaid. Komend jaar starten we weer en hebben we alle geleerde lessen van de pilots meege nomen in de opleiding.’
Context Het uitgangspunt voor de samenwerking is dat de context van het leren dezelfde is als de context van het werk dat de leerlingen uiteindelijk gaan doen. Dit leren in de werk omgeving gebeurt in twee zogenaamde Techniekfabrieken. Dit zijn werkplaatsen van NedTrain waar onderhoud aan treinen wordt uitgevoerd en waar leerlingen mogen rondlopen. Prins: ‘Zowel het gebrek aan instroom van technici als de behoefte om onderwijs en praktijk beter op elkaar af te stemmen, liggen aan de basis van de
samenwerking tussen het ROC en NedTrain. Voorheen kregen leerlingen te weinig con text mee tijdens hun studie. Dat gebeurt op deze manier wel.’
‘Voorheen kregen leerlingen te weinig context mee tijdens hun studie. Dat gebeurt op deze manier wel.’ Loop je bij zo’n specifieke opleidingsom geving niet het risico dat mensen te speci alistisch worden opgeleid? Hier is Prins niet bang voor: ‘De leerlingen die bij NedTrain in het traject zitten, worden opgeleid tot monteur mechatronica. Die kennis en vaardigheden zijn overal toe pasbaar, niet alleen bij NedTrain. Het ver schil met de reguliere opleiding mechatro
nica is dat er een praktische context wordt geboden. Maar nog steeds kunnen deze leerlingen ook ergens anders aan de slag, als ze willen. Omdat deze mensen vaak grote affiniteit hebben met treinen, gebeurt het niet snel dat ze weggaan.’ Deze leerlingen komen ook heel snel al in aanraking met de praktijk: ‘De opleiding duurt twee jaar. In het eerste jaar volgen leerlingen een voltijdsopleiding. In het tweede jaar biedt NedTrain meteen een arbeidscontract aan. leerlingen gaan dan verder in een deeltijdopleiding.’
Treinliefhebbers De resultaten zijn er. De interesse in deel name is groot en ook volgend jaar beginnen er weer nieuwe groepen: één in Amsterdam en één in Zwolle. Ook werken er al mensen bij NedTrain na het volgen van het traject. Wat voor mensen doen er eigenlijk mee? Dat is qua demografie heel breed, zegt Prins, maar vaak zijn het wel treinliefheb bers. ‘Deels zijn het vmbo’ers, maar ook havo-‘uitvallers’ tonen veelal interesse in het opleidingsprogramma. Qua leeftijd varieert het dan ook van 16 jaar tot en met 23. De typische leerling heeft binding met treinen. Maar de selectieprocedure is streng. Iemand die dol is op treinen is niet meteen een goede monteur. NedTrain selecteert aan de poort en moet ook men sen teleurstellen. Er zijn veel meer geïnte resseerden dan we kunnen toelaten. Vorig jaar zijn 25 mensen per locatie aan de
Bedrijven gezocht De ROC’s zijn altijd op zoek naar nieuwe bedrijven om mee samen te werken. Ook buiten de infrasector. Iedereen die interesse heeft om een opleiding in de context van de eigen praktijk op te zetten, is welkom om contact te zoeken. Ook nabijheid van Amsterdam en Zwolle is niet noodzakelijk. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Theo Prins op tn.prins@rocva.nl of 020 579 1431
46 MaintNL 05 – 2013
046_47_ML_NVDO-artikel.indd 46
22-05-13 14:50
Leerlingen die de opleiding tot monteur mechatronica beginnen bij NedTrain en de ROC’s Amsterdam of Twente, komen meteen in aanraking met de werkplaats. Al in hun tweede jaar krijgen ze een contract en gaan ze vier dagen in de week werken bij NedTrain.
opleiding begonnen, terwijl er 40 interesse hadden.’ Het ROC helpt de mensen die niet zijn toe gelaten. Die gaan terug naar de intaker. Prins: ‘Je kunt op het ROC dezelfde oplei ding tot monteur mechatronica volgen, maar dan in een bredere context. Ook wer ken we met meer bedrijven samen om leerwerktrajecten aan te bieden. Zo kunnen sommigen terecht bij het Gemeentelijk Vervoersbedrijf van Amsterdam (GVB, red.). En anders kunnen ze ook richting de indus triële hoek gaan.’ Volgens Prins hebben de rail en infra een voordeel ten opzichte van sommige andere sectoren. ‘Het mooie aan de rail-richting is dat het een hele zichtbare is, anders dan bijvoorbeeld de machinebouw waar mon teurs mechatronica ook terecht kunnen komen. Bij een trein kan iedereen een voor stelling maken.’
Hoe populair de opleiding ook is, werving blijft belangrijk, zegt Prins. ‘Het ROC zelf organiseert open dagen en voorlichtingsbij eenkomsten. Ook NedTrain maakt er werk van met advertenties.’ De partners zoeken bewust de media op. ‘Op tv komen spreekt nu eenmaal aan.’
Railcollege De taakverdeling tussen ROC en NedTrain is duidelijk. Maar het gezamenlijke doel staat voorop. ‘NedTrain is de opdrachtge ver en heeft een flinke vinger in de pap als het gaat over de opleiding. Maar we geven deze samen vorm, ook samen met het ROC van Twente. Docenten van het ROC en de praktijktrainers van NedTrain overleggen dagelijks met elkaar en eens in de maand is er een werkoverleg over de leerlingen en de inhoud van de studie.’ De ROC’s van Amsterdam en Twente hebben verbanden
met uiteenlopende bedrijven, waarvan een groot deel ‘iets met rails’ doet. Alle opleidingen in die sector zijn onderge bracht in het Railcollege. Onder meer orga nisaties als NedTrain, Strukton, vrachtver voerders en de NS bieden opleidingen aan die vallen onder de paraplu van het Railcollege. Het ROC van Amsterdam is momenteel aan het onderzoeken of er met het GVB een opleiding verzorgd kan wor den voor service en onderhoud aan trams, metro’s en rails, zoals die er met NedTrain is. De opgedane ervaringen zijn hierin belangrijk. Prins ziet een verschuiving in Nederland en daardoor ook in het onderwijs: ‘De bouw is afgezwakt, er wordt weinig nieuw bijge bouwd. Daardoor komt de nadruk op onder houd te liggen. Dit wordt weerspiegeld in het onderwijs, waar nu meer wordt opgeleid voor het onderhoud dan de nieuwbouw.’ n MaintNL 05 – 2013 47
046_47_ML_NVDO-artikel.indd 47
22-05-13 14:50
Reliability Centered Maintenance
Over magic sticks, colaflesjes en maskers Hoe kan een productiebedrijf storingen structureel bestrijden? Brandjes blussen werkt niet afdoende en zal de verliezen niet direct verminderen. Het periodieke onderhoud heeft strategie nodig. Met Reliability Centered Maintenance (RCM) heeft een snoepfabriek de slijtage aan installaties flink weten te vermin deren. Stel je een houten bak voor, gevuld met poeder. Daar druk je met een modellat holtes in. In die holtes giet je vervolgens vloeibare drop of winegum. De vorm bepaalt het model snoep, bijvoorbeeld magic sticks, colaflesjes, maskers of dracula’s. Het gaat dan om een HACCP-bedrijf, dus voedselveiligheid is cruciaal. Bovendien zijn kwaliteitsaspecten zoals kartelrandjes, plakkaten, gietpuntjes en kleurdoorloop van groot belang. Uit de RCM2-analyse van de gietmachine bleek dat belangrijke storingen konden worden voorspeld door bepaalde kwaliteitsaspecten te bewaken. Door slijtage
RCM2 Op 11, 12 en 13 juni verzorgt Jos ter Brake, Docent/Mentor RCM2 bij Operational Excellence Trans fer in samenwerking met de NVDO de driedaagse training RCM2. U leert de zeven RCM-vra gen te beantwoorden en te beslis sen welke periodieke taken de beste strategie vormen in de strijd tegen storingen. U leert bovendien te beslissen welke sto ringen beter worden bestreden door een wijziging van het ont werp, van de inzet of bediening, van procedures en instructies of van kennis en vaardigheden. Zie ook www.nvdo.nl
van de kleurenlijsten is er bijvoorbeeld steeds meer snoep waarbij de ene kleur doorloopt in een andere. Is dat meer dan 25 procent (g/g), dan moet dat snoep worden uitgezocht. Voordat de kwaliteitsdienst het constateert, zijn er echter al twee dagen voorbij. En voordat er nieuwe kleurenlijsten zijn geleverd, gaan er nog eens drie weken voorbij. In totaal gaat het dan om circa 1.500 ton snoep dat moet worden uitgezocht. Leuk voor uitzendkrachten en als vakantiewerk, maar erg kostbaar voor het bedrijf!
Strijd tegen slijtage Maandelijks controleren of het percentage snoep met kleurdoorloop hoger is dan vijftien procent en in dat geval nieuwe kleurenlijsten bestellen, bleek een prima strategie in de strijd tegen de slijtage van die kleurenlijsten. Ze slijten niet zo snel en kunnen dan nog minstens drie weken worden gebruikt. Er kunnen dus op tijd nieuwe kleurenlijsten worden geleverd. Zo bleek ook dat de slijtage van de modellatten goed kan worden bestreden door elke twee weken het percentage snoep dat kartelrandjes vertoont te bepalen. Is dat hoger dan tien procent, dan moet er een nieuwe modellat worden geplakt.
Engineering en operations Natuurlijk zijn er ook bij deze analyse weer storingen gevonden die zich niet met periodiek onderhoud laten bestrijden. Zo bleken de gaatjes in de kleurenlijsten voor cola flesjes niet op de goede plaats te zitten.
Bij de productie van colaflesjessnoep wordt goed gelet op de scheiding tussen de kleuren. Slijtage aan de installaties zorgt voor kleurdoorloop en extra werk. Met RCM wordt het slijtageproces vertraagd. Een mooie uitdaging voor de operators. Die konden pas gieten nadat de afdichtingsrubbers waren verwijderd. Verder bleken de gaatjes in de onderschuif voor maskers te klein te zijn. In beide gevallen lekt er gietsel op de geleiding voor de bakken, loopt er uiteindelijk een bak klem en staat alles stil. Hoewel de poederaanvoer buiten het bestek van de analyse viel, heeft de werkgroep toch ontdekt dat het poeder ook te droog kan zijn. Bij stilstand van de gietmachine bleef het poeder over de droger circuleren. Het idee ‘hoe droger, hoe beter’ bleek niet te kloppen. Te droog poeder fluïdiseert, waardoor er uiteindelijk poeder op het snoep achterblijft. Deze voorbeelden laten zien dat ook de productkwaliteit wordt bepaald door engineering, operations en maintenance samen. n
48 MaintNL 05 – 2013
048_MI_NVDO-artikel.indd 48
22-05-13 14:43
Wet- en regelgeving en onderhoud
Havenbedrijf Rotterdam eerste met PAS55
foto: Roger van der Kraan
Het Havenbedrijf Rotterdam heeft als eerste haven ter wereld het PAS55-certificaat behaald voor haar assetmanagementsysteem. Dit certificaat betekent dat het Havenbedrijf het proces rondom het beheer en onderhoud van haar bedrijfsmiddelen goed organiseert en systematisch en aantoonbaar uitvoert. Het certificaat werd uitgereikt door Lloyd’s Register. Mark Oosterveer
Ronald Paul, COO van het Havenbedrijf, gaf bij de overhandiging de waarde van het certificaat aan: ‘Het Havenbedrijf Rotterdam is facilitator van de business in de haven. Als
assets Havenbedrijf Rotterdam beschikt onder andere over 62 kilometer kademuur, 155 kilometer glooiingen, 50 kunstwerken, 104 steigers, een weginfrastructuur van 360 hectare, leidinginfrastructuur van 362 hectare, 43 stuks meetnet- en meetsystemen, 3.715 hectare aan waterbodem, 2 depots, 32 vaartuigen, 83 pontons, 2 walradarverkeerscentrales, 37 radarstations en 165 stuks vaarwegmarkering.
de vaarwegenkademuren, kunstwerken en alle andere assets goed en betrouwbaar functioneren, dan kunnen de bedrijven in de haven hun zaken doen. Met het PAS55certificaat tonen we aan dat we het beheer van al deze kapitaalgoederen, met een gezamenlijke waarde van zo’n 3,5 miljard euro, serieus nemen en goed beheren. De uitreiking van het certificaat is niet het einde van een implementatietraject maar een begin van een continu proces om de assets op orde te houden en het beheer continu te verbeteren.’
Strak plan Het Havenbedrijf streeft naar transparantie en meer efficiency en is blij met de erkenning. Ronald Paul: ‘Wij zijn volgens Lloyd’s het eerste havenbedrijf dat PAS55 ont vangt. Dat zegt wel iets. Wij zijn een complex bedrijf met zeer diverse bedrijfsmiddelen als waterbodem, wegennet, radar-
posten, kademuren, steigers, spoorinfra en incidentbestrijdingsvaartuigen. Strategisch assetmanagement is dus belangrijk. Je kunt je euro maar eenmaal uitgeven. PAS55 dwingt ons bovendien om te blijven ontwikkelen. Ieder halfjaar verifieert Lloyd’s de bedrijfsvoering.’ Volgens Lloyd’s was het een bijzonder traject waarin het certificaat is behaald. Het projectteam heeft volgens een strak plan, soms onder hoge druk, een snel en goed traject afgelegd. ‘Op zijn Rotterdams, niet zeuren maar doorgaan en afspraak is afspraak.’ Daarbij werd opgemerkt dat het Havenbedrijf er snel in is geslaagd om de PAS55-paraplu over de bestaande systemen en procedures uit te vouwen. De eerste GAP-analyse is in maart 2012 uitgevoerd. Annemarie Burgemeester, programma manager World Class Asset Management, heeft samen met het projectteam met ondersteuning van CMS Asset Management ervoor gezorgd dat iets meer dan een jaar later het certificaat werd overhandigd. Assetmanagement gaat verder dan onderhoudsmanagement. Het doel is om de optimale prestatie uit de assets te halen. En dat binnen acceptabele risico’s en tegen aanvaardbare kosten, gemeten over de gehele levensduur van de assets. De prestaties, risico’s en kosten worden gedefinieerd door de asset owner en gerealiseerd door de assetmanager. Ronald Paul: ‘Risicomanagement is binnen onze organisatie van groot belang. Daarom zijn we blij dat deze discipline door PAS55 ook steeds bij het beheer van onze kapitaalgoederen terugkomt. Het helpt dat mensen op alle lagen van de organisatie de bedrijfsdoelen kennen en de risico’s af kunnen wegen.’ Het Havenbedrijf Rotterdam gaat na het behalen van het certificaat vol aan de slag om het systeem verder uit te rollen en om het beheer van de kapitaalgoederen steeds te verbeteren. De eerste audit na zes maanden staat al gepland en wordt met vertrouwen tegemoet gezien. n MaintNL 05 – 2013 49
049_MR__NVDO-artikel.indd 49
22-05-13 14:42
Prestatiemanagement
Vertrouwen is basis voor prestatiecontracten Functioneel aanbesteden in goed doortimmerde prestatiecontracten zou zowel opdrachtgevers als aannemers winst op moeten leveren. Volgens prof. dr. A.J. van Weele moeten beide partijen dan wel op gelijk niveau acteren. ‘Anders win je nooit elkaars vertrouwen.’ Samen met de NVDO Sectie Uitbesteden en Toeleveren van Onderhoud (SUTO) onderzoekt hij welke contracten gangbaar zijn in de onderhoudsbranche en welke afspraken partijen daarbij maken. David van Baarle Toen VolkerWessels twee jaar geleden het onderhoud uitvoerde aan een spoorbrug over het Twentekanaal vergat men het spoor nadien goed te verankeren. Hoewel er geen ongelukken zijn gebeurd, legde de rechter wel een boete op. Het verweer van de aannemer was treffend voor de situatie in de spooronderhoudsbranche: ‘Met de huidige contracten die we met ProRail heb ben afgesloten, kunnen we geen droog brood meer verdienen. Dan zijn dit soort situaties niet uit te sluiten.’ Dit intrigeert prof. dr. A.J. van Weele: ‘Als de verhoudin gen tussen opdrachtgever en uitvoerder scheef gaan lopen, bereikt de opdrachtge ver doorgaans niet het resultaat dat hij voor ogen had. En, zoals het vorige voorbeeld laat zien, kan dat zelfs tot onveilige situa ties leiden.’ Van Weele is deeltijd hoogleraar Inkoop management aan de TU Eindhoven, een leerstoel die financieel wordt ondersteund door de Nederlandse Vereniging voor Inkoopmanagement (Nevi). ‘Inkopen is de laatste jaren een echt vak geworden. Waar inkoopmanagement vroeger een ervarings vak was, wordt het vak nu op diverse uni versiteiten en hogescholen gedoceerd. De universiteiten doen wetenschappelijk onderzoek naar inkoopmanagement in al zijn facetten. Want behalve een technische component heeft inkopen ook duidelijke economische en juridische componenten die meespelen in de overwegingen van
inkoopmanagers. Ook binnen de bedrijven is inkoop in aanzien gegroeid. Niet verwon derlijk aangezien inkoop zo’n zeventig tot tachtig procent van de totale kosten van een bedrijf vertegenwoordigt. Inkopers hebben veel macht en zijn dan ook veelvul dig in de boardroom te vinden.’
Prikkel Bedrijven willen zich specialiseren en steeds beter kunnen inspringen op veran deringen in de markt en het uitbesteden van werk dat niet tot de kernactiviteiten behoort, is een belangrijk onderdeel van die strategie. Uitbesteding is een mondiale aangelegenheid geworden zoals recent weer pijnlijk duidelijk werd in de confectieindustrie. Maar ook de IT-sector en andere dienstverleners zoeken steeds vaker naar partners in lagelonenlanden. ‘Dat betekent echter wel dat de afhankelijkheid van die bedrijven navenant toeneemt’, zegt Van Weele. ‘Hun partner wordt niet alleen een concurrentiefactor, maar vormt ook een
afbreukrisico. Beide partijen zijn dus gebaat bij een goede onderlinge verhou ding.’ Onderhoud is voor veel bedrijven geen kernactiviteit en wordt dus vaak uitbe steed. ‘Er is een tijd geweest dat bedrijven vooral stuurden op kostenbesparingen bij de inkoop van diensten’, vervolgt Van Weele, ‘maar daarmee holden ze zichzelf uit. Begrijp me niet verkeerd: scherp inko pen is goed, maar de prestatie die daar tegenover staat, moet ook goed zijn. En als opdrachtnemers geen financiële prikkel krijgen om goed te presteren en slecht betaald worden, wreekt zich dat op den duur. Goedkoop blijkt dan maar al te vaak duurkoop.’
‘Zonder een eigen visie en technische achtergrondkennis, kun je nooit goed aanbesteden.’ Inmiddels is bij het bedrijfsleven, maar ook bij de publieke opdrachtgevers, de consen sus ontstaan dat opdrachtnemers moeten worden gestimuleerd om beter te preste ren. ‘Waar opdrachtgevers voorheen com plete bestekken uitschreven om die vervol gens aan de partij te gunnen met de laag ste prijs, kijkt men nu meer naar de toege voegde waarde. Om alle kennis, ervaring en innovatief vermogen van leveranciers te benutten, stapt men langzaam over naar
Enquête De enquête staat inmiddels online. Wanneer u naar onderstaande site gaat, kunt u de link aanklikken en direct beginnen met het invullen van de vragen. De enquête kost u ongeveer twintig minuten, maar is zeer waardevol voor het onderzoek. Kijk voor meer informatie op: www.imaintain.info/prestatie
50 MaintNL 05 – 2013
050_51_53_MN_NVDO-artikel.indd 50
22-05-13 14:45
‘Als de verhoudingen tussen opdrachtgever en uitvoerder scheef gaan lopen, bereikt de opdrachtgever doorgaans niet het resultaat dat hij voor ogen had. En dat kan zelfs tot onveilige situaties leiden.’ Onder meer in het spooronderhoud is dit in de praktijk al eens gebleken.
aanbesteden op basis van functiespecifica ties. Dus in plaats van bijvoorbeeld de aanleg van een weg uitentreuren te specifi ceren, trekt men bij wijze van spreken een lijn tussen twee plaatsen met de opdracht om daar een infrastructuur neer te leggen die een bepaalde verkeersstroom kan afhandelen en die 365 dagen per jaar beschikbaar is, ongeacht de weerscondi ties, en dat over een periode van tien jaar. De markt verschuift dus van input- naar outputsturing. Dat vraagt wel om een cul tuurverandering. Zo zullen contractors veel beter aan de opdrachtgevers moeten vra gen voor welk vraagstuk nu precies een oplossing wordt gevraagd en ook op het gebied van intellectueel eigendom zijn er nog wel wat schaduwen uit het verleden die meespelen. Een aannemer zal zich wel drie keer bedenken voordat hij een innovatieve oplossing aandraagt omdat hij bang is dat een ander er met zijn idee vandoor gaat. Daar moeten partijen dus goede afspraken over maken. Een innovatieve oplossing aandragen vergt heel veel inspanning en
daarmee tijd en geld van een potentiële opdrachtnemer terwijl hij niet eens zeker weet of hij de opdracht wel binnensleept. Daar zal een vergoeding tegenover moeten staan.’
Dichtgetimmerd Ook niet onbelangrijk is de verdeling van risico’s in de samenwerking. Een uitvoerder wil wel innovatief en oplossingsgericht te werk gaan, maar zal ervoor passen als hij iedere dag inspecteurs van de opdrachtge ver over de vloer krijgt. Beide partijen moe ten dus bereid zijn risico’s gezamenlijk in kaart te brengen en deze onderling te ver delen, maar men moet ook de taken en verantwoordelijkheden onderling goed afstemmen. Als een aannemer niet kan doorgaan met zijn werk omdat de opdracht gever de vergunning nog niet rond heeft, werkt dit niet alleen vertraging in de hand, maar lopen ook de kosten op en zullen deze moeten worden vergoed.’ Dat er nog veel geld wordt verspild, met name met grote infrastructuurprojecten,
heeft volgens Van Weele ook te maken met vertrouwen. ‘Wanneer specificaties en bestekken volledig zijn dichtgetimmerd, rekent de uitvoerende partij bij wijzigingen in de eisen direct de kosten voor meerwerk door. Dit verklaart onder meer de enorme budgetoverschrijdingen bij de aanleg van de Noord/Zuidlijn in Amsterdam. Maar wat zou er gebeurd zijn als men de aanbeste ding zo had ingericht dat op een afgespro ken datum een aannnemersconsortium pas zou worden betaald nadat de eerste metro over de Noord/Zuidlijn had gereden? Het is niet voor niets dat er nu al auto’s door de Tweede Coentunnel rijden: het consortium krijgt immers pas geld zodra de tunnel voor verkeer is opengesteld. Met een prestatie contract vergroot je de prikkel voor aanne mers om de gezamenlijk bepaalde doelstel lingen te bereiken. Dat betekent wel dat beide organisaties, dus zowel die van de opdrachtgever als van de aannemer, vol wassen genoeg moeten zijn voor zo’n soort contract. In het verleden dacht men nog wel eens dat men alles wat men zelf niet snapte MaintNL 05 – 2013 51
050_51_53_MN_NVDO-artikel.indd 51
22-05-13 14:45
Wij feliciteren de NVDO met haar 50-jarig jubileum About-Blank, Accenture, Ahoy Rotterdam, Ardee, Baker Tilly Berk, Balance, BAM, Bemas, BP, BraintainEr, Bureau Veritas, CMS Asset Management, Cofely-Noord, CoThink, D.O.N. Bureau, D&F Consulting b.v., Royal Haskoning DHV, Dijkoraad, EasyFairs, Ernst & Young, Europoort Kringen, Focal Point, Nederlandse Gasunie, Gekas & Boot Groep b.v., Hogeschool Utrecht, IJsseltechnologie, Kepner Tregoe, Kennis en Informatie Management (KIM), Lloyd’s Register EMEA, LT-People, Mainnovation, MaxGrip, Mikrocentrum, NedTrain, NEM Energy Services bv, Nexct, NoMondai, Operational Excellence Transfer, PDM, Quercus, Qurius, ROC van Amsterdam, SKF, SmartWare Solutions Facilitair en Asset Management Software, Traduco, Urenco, Van Soest Zuid, Vesta, Westfalen Gassen, WivÉ
Deel kennis en ervaring >> word lid! Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Voorveste 2 - Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl
052_MO_jubileumadvert.indd 52
22-05-13 14:45
of kon uitvoeren kon uitbesteden. Daar is men wel van teruggekomen. Je zult als uit bestedende organisatie wel degelijk een aanbieding inhoudelijk moeten kunnen beoordelen. Zonder een eigen visie en tech nische achtergrondkennis, kun je nooit goed aanbesteden.’
Gelijk niveau Prestatiecontracten vragen om heel andere verhoudingen tussen opdrachtgever en aannemer. ‘Zoals ik al zei begint het bij het vertrouwen van beide partijen dat ze de intentie hebben om een project zo goed en efficiënt mogelijk af te ronden. Dat betekent dat een aannemer al bij de acquisitie reke ning moet houden met het feit dat je straks intensief gaat samenwerken. Dat betekent voor de aannemer dat je niet een standaard acquisitieteam op pad moet sturen, maar bij voorkeur de acquisitie moet laten doen door de projectleider die straks het project gaat uitvoeren. Je zult verbindingen moeten smeden en partijen op gelijk niveau met elkaar laten praten om vertrouwen op te bouwen. Het is namelijk heel lastig als er op hoog niveau afspraken worden gemaakt waarvan de mensen die straks het werk
moeten uitvoeren geen weet hebben. Er gaat nog heel wat tijd en geld verloren met de overdracht van werkzaamheden gedu rende verschillende projectfases en dat zou niet nodig moeten zijn.’ Gedurende een project zijn er ook nog wel wat gouden regels die de vertrouwensband kunnen versterken. ‘Een van die regels is dat een goede prestatie ook beloond moet worden. Vaak slaat het bonus-malussys teem heel negatief door naar boetes. Dat leidt vaak weer tot defensief gedrag van de aannemer: het afbreukrisico in de vorm van de te betalen boetes is groter dan de pre mies die met een bovenmatig goede presta tie kunnen worden verdiend. En laat opdrachtgevers ook daadwerkelijk op tijd betalen zodra het werk klaar is. Nu komt het maar al te vaak voor dat aannemers een project goed hebben afgerond, maar vervol gens maanden op hun geld moeten wach ten.’
Enquête Omdat de Sectie SUTO graag wil weten hoe het in de onderhoudswereld is gesteld met prestatiecontracten, vroeg men Van Weele om gezamenlijk een enquête op te zetten.
‘We willen ten eerste kwantitatief meten wat voor soort contracten momenteel gang baar zijn in de wereld van technisch onder houd’, verduidelijkt Van Weele. ‘We maken daarbij onderscheid tussen drie soorten contracten: regiecontracten, ofwel uurtjefactuurtje, contracten op basis van vaste prijs en prestatiecontracten. Daarnaast wil len we ook onderzoeken wat voor soort contracten men afsluit, of de contracten voldoende ruimte bieden voor innovatie en hoe opdrachtgevers de uitvraag aanpak ken. Ook zijn we geïnteresseerd in welke service level agreements men afspreekt en welke key performance indicators leidend zijn voor de toetsing van de gemaakte over eenkomsten. Het is bij elkaar best een lange, maar wetenschappelijk verantwoor de lijst geworden, dus bedrijven moeten er wel even voor gaan zitten. Toch valt of staat het succes van de enquête bij de response, dus ik hoop wel dat de NVDO-leden tijd wil len investeren in het beantwoorden van onze enquête.’ Het resultaat van de enquête wordt gepre senteerd tijdens het Prestatiemanagementcongres dat de NVDO op 25 september organiseert. n MaintNL 05 – 2013 53
050_51_53_MN_NVDO-artikel.indd 53
22-05-13 14:45
Technologie en onderhoud
Apps schelen tijd en verminderen fouten Het gebruik van apps en draagbare computers scheelt vooral tijd. Bovendien vermindert de kans op fouten, omdat er geen gegevens handmatig hoeven te worden overgetypt. Voor Vijay Mohan, reliability methodologist bij BP Raffinaderij in de Europoort, is de technologie aanleiding geweest te starten met een pilot om medewerkers uit te rusten met een PDA (Personal Digital Assistant) om hun controlerondes te faciliteren. Teus Molenaar De onderhoudsmedewerkers van BP gaan tegenwoordig gewapend met een iRoc 620 van Ecom Instruments het terrein op. Dit is een draagbaar apparaat dat vroeger een PDA werd genoemd, maar tegenwoordig ook als pocket-pc door het leven gaat. Mohan vertelt dat er niet voor een tablet is gekozen, omdat men een robuust apparaat wilde heb-
ben, dat bestand is tegen olie, vuil en de vochtige omgeving. De apparatuur waarmee de medewerkers op pad gaan, moet minstens EX-proof zijn, zodat het veilig gebruikt kan worden in een explosieve atmosfeer. ‘Maar’, zo geeft hij toe, ‘wellicht dat we uiteindelijk toch op een ruggedized tablet uitkomen, want we zitten eigenlijk nog in de
Top vijf valkuilen Uit gesprekken met deskundigen van IT-dienstverlener Sogeti (die onder meer de apps voor de Eerste Kamer, de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit, en Wehkamp.nl heeft gemaakt) komt een top vijf naar voren van valkuilen bij de bouw van een app. 1 App is web. Probeer niet alle functionaliteit van de website in de app te proppen. Dit gaat voorbij aan het karakter en de mogelijkheden van het nieuwe communicatiekanaal. 2. In één keer goed. Blijf niet bezig met het bouwen en schaven van de app alvorens hem in gebruik te geven. Het is een iteratief proces, waarbij je moet luisteren naar de reacties van gebruikers. Marketing en IT stellen dan samen een strategische releasekalender samen. 3. Beveiligen doen we later wel. Bouw de app nu maar, dan gaan we later wel de beveiliging regelen. Dat werkt niet. Security is geen sausje dat je later over het gerecht doet, maar een integraal onderdeel van het proces. 4. App-ontwerp is Apple-ontwerp. Elk besturingssysteem heeft zijn eigenheden. Android- en Windows 8-gebruikers zitten niet te wachten op een iOS-interface van Apple. Maak voor elk platform een geëigende app. 5. Phone is tablet. De grootte van een scherm doet er wel zeker toe. Het kleine schermpje van een telefoon vraagt een andere benadering dan het beeld waarmee een tablet kan werken. Ook de context waarin iemand een telefoon dan wel een tablet gebruikt is anders, dus zijn de eisen aan de app anders.
oriëntatiefase. Er zijn tenslotte ook explosiebestendige tablet-pc’s op de markt. We doen nu een proef met de apparatuur van Ecom, omdat die werd aanbevolen door onze leverancier SPIE, met wie we dit project uitvoeren.’ De aanleiding om het project te starten, is de wens om van de papierwinkel die gepaard gaat met inspectierondes af te komen. ‘Van oudsher gaan onze mensen met controlelijsten het terrein op en dan vinken ze hun bevindingen af op het papier; eventueel schrijven ze er nog wat bij. Vervolgens komen ze terug op kantoor en moeten ze alles overzetten in het geautomatiseerde onderhoudssysteem. Vaak wordt dit als ‘administratieve rompslomp’ ervaren. De medewerker gaat liever aan de slag met de volgende klus. Het is tevens voor de medewerker niet altijd duidelijk wat er met de vastgelegde gegevens gebeurt. De belangrijkste reden evenwel om te experimenteren met specifieke apps is de tijdwinst die je ermee haalt. Je doet immers geen dubbel werk meer. En die tijd kun je dan aan iets anders besteden. Uiteindelijk verbetert de kwaliteit van het onderhoud.’
1,5 uur tijdwinst per monteur per week lijkt weinig, maar tikt echt aan op jaarbasis. Specifieke apps De technici kunnen in de toekomst meerdere taken uitvoeren met de PDA. Zo is er bijvoorbeeld een kalibratieronde voor de zuurstofanalysers. Binnenkort komt er ook een ronde voor de density analysers. Er wordt nagedacht over het toevoegen van een ronde om na te gaan hoe het met de brandblussers op het terrein is gesteld. En hoe zit het met de afsluiters? ‘Het taken-
54 MaintNL 05 – 2013
054_55_57_MQ_NVDO-artikel.indd 54
22-05-13 14:55
foto: camtech
Bij BP-Europoort worden medewerkers al met een Personal Digital Assistant op pad gestuurd om hun controlerondes te maken. De speciale apps die worden worden ingezet zijn simpel in gebruik: er is geen training nodig om ermee te werken.
pakket is heel divers’, legt Mohan uit. ‘Wij gebruiken de pocket-pc’s om de inspecties te analyseren. Dat is een aanvulling op de controlelijsten.’ Hij vertelt dat voor elke inspectie een specifieke app wordt gebouwd. ‘Dat doen we samen met SPIE. We maken een stroomschema van een inspectie; waar moet de inspecteur naartoe, waar moet hij op letten, wat moet hij noteren? En dan bouwt SPIE een app, die vervolgens hier in de praktijk wordt getest. Mocht er nog aan moeten worden gesleuteld, dan pakt SPIE dat op. Het is in elk geval zo dat de apps meteen zijn te gebruiken. Er is geen training voor nodig, mede doordat onze technici van meet af aan worden betrokken bij het proces. Alles wijst zichzelf. Maar elke app is wel maatwerk.’ Mohan zegt dat er ook enige intelligentie in de app wordt gestopt. ‘We geven drempelen plafondwaarden aan van bepaalde
metingen of standen. Als de inspecteur een getal invoert dat buiten die bandbreedte ligt, dan geeft het systeem aan dat het niet mogelijk is en raadt aan nog eens goed te kijken. Tevens kan de inspecteur ter plaatse ook de ingevoerde waarden van de afgelopen ronden bekijken. Door middel van deze trendanalyse heeft de monteur gelijk inzicht in de performance van de equipment en zo kan de ontwikkeling goed gevolgd worden, indien noodzakelijk.’
Beschikbaar voor audits Een bijkomend voordeel, zo vertelt de BP-man, is dat de controlelijsten meteen digitaal beschikbaar zijn voor auditeurs. ‘Als we iemand op bezoek krijgen, dan kunnen we heel eenvoudig laten zien welke controles hebben plaats gevonden, wanneer, door wie en met welk resultaat. Ook dat scheelt weer tijd.’
Mohan zegt nog midden in de proefneming te zitten. De voorlopige resultaten zijn positief en de mogelijkheden zijn legio. Denk hierbij aan operator checklists, safety checklists, preventief onderhoud et cetera. ‘Dat geeft in elk geval aanleiding om me verder te oriënteren: welke producten en mogelijkheden zijn er? Welke kostenplaatjes hangen daarmee samen? We gaan hier zeker mee door.’
Procesdenken Bij CityTec, onderdeel van Joulz dat zelf bij Eneco hoort, gaan de monteurs op pad met een tablet om hun werk te doen. Wim de Wijs (business analist bij CityTec) en Joost van Poppel (SAP-workflow specialist bij IT-dienstverlener Avelon) vertellen dat bij het inzetten van apps de procesvoering leidraad moet zijn. CityTec doet het onderhoud van openbare MaintNL 05 – 2013 55
054_55_57_MQ_NVDO-artikel.indd 55
22-05-13 14:55
Omdat ieder thermisch detail telt. Met de testo 890 warmtebeeldcamera is uw thermografisch advies nog beter.
23 0983 13TI-15
• SuperResolution infraroodbeelden 1280 x 960 pixels (640 x 480 pixel detector) • Eenvoudig en professioneel rapporten genereren met de analyse software • Flexibel gebruik dankzij het ergonomisch roterend handvat en het draaibaar display
www.testo.nl/890
CONDITIE BEWAKING
Advertentie index IMAINTAIN Abonnement.......................................................................... 30
Trilingsanalyse
Altena Cleaning ................................................................... 22 Beko Technologies.................................................................. 32 Bilfinger Industrial Services .................................................... 68
Infrarood thermografie
Coolworld........................................................................bijlage Coservices International ......................................................... 56 Delta Heat Services.................................................................. 8 Deltavisie congres 2013......................................................... 64
Olieanalyse
EasyFairs.............................................................................. 30 Eco Ketelservice Verhuur........................................................... 8 Eriks..................................................................................... 32 GGB Benelux........................................................................ 12
Motordiagnose
Hateha................................................................................. 12 Height Specialists ................................................................... 4 Hi-Force Nederland ............................................................... 22 Hogeschool Utrecht Centrum voor N&T.................................... 67
Ultrasoon analyse
Hydrauvision ........................................................................ 14 iMaintain Prestatiemanagement............................................... 24 INDI..................................................................................... 14
www.coservices.eu
info@coser vices.nl
NL: +31 46 702 23 61 BE: +32 16 400 136
056_index_testo_coser.indd 1
Mainnovation Meeting House NL............................................... 2 PPG Protective & Marine Coatings........................................... 18 Pruftechnik............................................................................ 18 Testo..................................................................................... 56
22-05-13 11:21
foto: camtech
verlichting en verkeersregelinstallaties, parkeerinstallaties en route-informatiesystemen. Gewoonlijk zijn gemeenten opdrachtgever, maar de laatste tijd richt de onderneming zich ook meer op de particuliere markt. Zo behoort een ziekenhuis tot de klantenkring. CityTec verricht preventief en correctief onderhoud aan lichtmasten en dergelijke. De monteurs kwamen elke ochtend naar het kantoor in Alblasserdam om hun werkbonnen op te halen. Aan het eind van de dag kwamen ze weer op kantoor om de werkbonnen in te leveren. Een omslachtig en tijdrovend proces; reden om te bekijken of apps geen oplossing kunnen bieden. Tegenwoordig ontvangen de monteurs hun opdrachtbonnen ’s morgens (of de avond ervoor) op hun tablet; en aan
het eind van de dag sturen ze de ingevulde, digitale formulieren terug. Daarop melden ze wat ze hebben gedaan, welke materialen ze hebben gebruikt, en hoeveel uur ze bezig zijn geweest. Alle gegevens sluiten naadloos aan op het SAPsysteem waarmee CityTec werkt. De monteurs kunnen met de tablet ook foto’s maken en die meesturen met hun verslag als bijlage.
Draagvlak belangrijk De gekozen oplossing scheelt ongeveer 1,5 uur per monteur per week. ‘Dat lijkt weinig, maar tikt echt aan op jaarbasis’, zegt De Wijs. Hij vertelt dat het draagvlak bij de gebruikers bepalend is bij dit soort projecten. ‘Zij moeten ermee gaan werken. Daarom moet je ze zoveel mogelijk erbij
Testen is belangrijk Het testen van een app is niet iets wat je wegbezuinigt, want dan kun je in de praktijk van een koude kermis thuiskomen. Er zijn een paar zaken waar de tester op moet letten: doet de app wat hij moet doen? Dat is vooral belangrijk omdat de gebruikers van apps zelf (met een aantal sterren) kunnen aangeven wat zij ervan vinden. Is de app snel genoeg? Mensen gebruiken een app onderweg; ze hebben geen zin om lang te wachten. Vaak moeten de gegevens uit een backend-systeem komen; zorg ervoor dat er geen vertragingen optreden. Wat gebeurt er als de verbinding (WiFi of 3G) wegvalt terwijl iemand met de app bezig is? Pakt de app de draad offline op; en herstelt hij automatisch de gegevensoverdracht zodra er weer een link is? Veel apps handelen dit niet goed af.
betrekken. Toen ze eenmaal een tijdje met de iPads hadden gewerkt, kwamen ze zelf met voorstellen’, geeft De Wijs aan. ‘Zo willen ze kunnen zien welke prioriteit de verschillende opdrachten hebben. Dus dan moeten we de service level agreements eraan koppelen. Dat is een zinvolle aanvulling, waarmee we aan de slag zijn gegaan.’ Tegelijkertijd geeft hij aan op te passen dat je niet te veel gaat ontsluiten op het mobiele apparaat. ‘Hou het eenvoudig’, roepen beiden in koor.
‘Niet meer de vertrouwde tas, geen papieren. Dat betekent wel wat. Daar moet je oog voor hebben. Je moet dat bespreken met de mensen.’ Ook bij Vitens waar de controleurs tegenwoordig met een tablet op stap gaan, was er veel aandacht voor de psychologie van het werken met tablets en apps. Mark Kroes, informatie analist bij Vitens, zegt dat veel ouderen de controles uitvoeren. ‘Die zijn meestal niet zo handig met computers als jongere medewerkers. Bovendien zit al hun werk nu ineens in een tablet. Niet meer de vertrouwde tas, geen papieren. Dat betekent wel wat. Daar moet je oog voor hebben. Je moet dat bespreken met de mensen.’ n MaintNL 05 – 2013 57
054_55_57_MQ_NVDO-artikel.indd 57
22-05-13 14:55
Arbeid en onderhoud
Techniekpact maakt werk van tekort aan vakmensen Op 13 mei hebben de werknemers, werkgevers en het onderwijs eindelijk gedaan waar de industrie al lang voor pleit: de samenwerking aangaan om de tekorten aan technici op te lossen. In het Amsterdamse Science Center NEMO ondertekenden vertegenwoordigers uit de drie velden het nationaal Techniekpact 2020. De start van een langjarige aanpak om te zorgen voor meer technisch geschoolde vakmensen. Elise Quaden Aandacht voor techniek op alle basisscholen in 2020. Een investeringsfonds om techniek in het onderwijs te stimuleren en duizend beurzen per jaar voor techniekstudenten om ze te binden aan het bedrijfsleven. Honderd miljoen euro om de technische kennis van docenten te vergroten en drie honderd miljoen euro voor bij- en omscholing van mensen met interesse in techniek. Dit zijn enkele van de 22 afspraken die vertegenwoordigers van werknemers, werkgevers en het onderwijsveld hebben afgespro-
ken met het kabinet en regionale overheden. De afspraken zijn vastgelegd in het zogeheten nationaal Techniekpact 2020.
Draagvlak Naast de concrete acties zit de meerwaarde van het Techniekpact in het feit dat het gesteund wordt door alle betrokken partijen. Het onderwijsveld (VSNU, VO-Raad, PO-Raad, MBO-Raad, Vereniging Hoge scholen, NRTO), de vakbonden (FNV en CNV), werkgevers (VNO-NCW, MKB Neder
land, FME, de Koninklijke Metaalunie, vertegenwoordigers van de Topsectoren), studenten (ISO) en de regio’s slaan de handen ineen met de overheid om het tekort aan technisch geschoolde vakkrachten tegen te gaan. Namens het kabinet hebben de ministers van Economische Zaken (EZ), Onderwijs (OCW) en Sociale Zaken (SZW) en de staatssecretaris van Onderwijs (OCW) het Techniekpact getekend. Minister Kamp van EZ is tevreden met de gemaakte afspraken: ‘Veel bedrijven die groeikansen zien, moeten die laten lopen omdat ze niet aan genoeg technische vakmensen kunnen komen. Daar gaan we nu met elkaar verandering in brengen. Het is leuk en lucratief om als student of als werknemer te kiezen voor techniek en technologie.’ Minister Bussemaker van OCW lanceert een investeringsfonds en verbetert hiermee de aansluiting van het onderwijs op de regionale vraag van het bedrijfsleven: ‘Eén en één is in dit geval drie. Elke euro van het
De afspraken Enkele voorbeelden van de afspraken die in het Techniekpact staan: • In 2020 bieden alle 7.000 basisscholen in Nederland bonden gaan samen zij-instroom in techniek bevordestructureel wetenschap en technologie aan. ren. Ook wordt het voor werklozen makkelijker om zich • Er komt een investeringsfonds waar kabinet, werkgevers met behoud van WW-uitkering om te scholen naar een en regionale overheden ieder 100 miljoen euro in stopbaan in de techniek. pen om meer te kunnen investeren in techniekonderwijs. • Bedrijven uit de Topsectoren stellen jaarlijks 1.000 topBedrijven doen dat door bijvoorbeeld personeel af te beurzen ter beschikking voor een betere instroom van staan voor gastlessen, te investeren in opleidingen of techniektalenten. door technische installaties, werkplaatsen, laboratoria of • Het kabinet trekt eenmalig 100 miljoen euro uit om machines beschikbaar te stellen voor mbo-opleidingen. meer bètadocenten in het voortgezet onderwijs te krij• 50 procent van de leerlingen in het vmbo (oude mavo) gen en de pabo’s in staat te stellen meer aandacht aan kiest in 2015 voor een vakkenpakket met natuur- en techniek te geven. Techniek wordt vanaf 2014 een verscheikunde. Om dit te bereiken komen er in de diverse plicht vak op de pabo. regio’s en provincies mavo’s gericht op techniek, de • Bedrijven gaan voor iedere student met een technische TechMavo. opleiding in het mbo een stage of leerwerkplaats aan• Het kabinet reserveert 300 miljoen euro in 2014 en bieden. 2015 (600 miljoen totaal) voor bij- en omscholing van • Het georganiseerde bedrijfsleven gaat een digitaal loket mensen met interesse in techniek. Werkgevers en vak- ‘techniek-onderwijs.nl’ - opzetten.
58 MaintNL 05 – 2013
058_59_MS_NVDO-artikel.indd 58
22-05-13 14:44
Minister Kamp tekende namens het ministerie van Economische Zaken het Techniekpact 2020: ‘Veel bedrijven die groeikansen zien, moeten die laten lopen omdat ze niet aan genoeg technische vakmensen kunnen komen. Daar gaan we nu met elkaar verandering in brengen.’
Rijk wordt aangevuld met een euro van het bedrijfsleven en de regio. Daarmee laten we alle drie zien dat we het probleem onderkennen en met échte oplossingen willen komen.’ Ook de vakbonden scharen zich achter het pact. Men verwacht dat alle initiatieven die er lopen, nu in de vaart der volkeren meegesleept kunnen worden. ‘De afgelopen jaren is door verschillende partijen natuurlijk al veel gedaan om de dreigende tekorten in de techniek aan te pakken. Het Techniekpact moet wat mij betreft gaan werken als een katalysator die alle plannen en activiteiten die er zijn, versnellen en intensiveren’, aldus Bernard Wientjes, voorzitter van VNO-
NCW. Jan van Zijl, voorzitter van de MBORaad, ziet een belangrijke rol weggelegd voor het mbo: ‘Met ondertekening van het Techniekpact neemt het mbo actief haar aandeel in de verantwoordelijkheid om samen met het bedrijfsleven meer jongeren te motiveren en op te leiden voor de diverse techniekbranches. Het pact markeert een andere benadering van sectorale samenwerking. Die bij snel succes ook zomaar een voorbeeldaanpak zou kunnen zijn: de techniek is immers niet de enige tekortsector.’
Tekort aan technici Met dit pact willen de ondertekenaars bereiken dat meer jongeren kiezen voor
techniek, leren in de techniek en dat meer werknemers gaan en blijven werken in de technieksector. Daarmee behoudt Nederland haar positie in de wereldtop als het gaat om concurrentiekracht, innovatie en wetenschappelijk onderzoek. Terwijl de werkloosheid in Nederland oploopt ontstaat er in sommige sectoren echter een tekort aan tienduizenden technische arbeidsplaatsen. Tot 2020 zijn er jaarlijks 30.000 extra technici nodig. In dit pact staan 22 afspraken die de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt in de technieksector versterken en het tekort aan technisch personeel tegengaan. n MaintNL 05 – 2013 59
058_59_MS_NVDO-artikel.indd 59
22-05-13 14:44
Hoe is het nu met … MMY 2008
‘Meer inzicht in gedrag maakt onderhoud efficiënt’ Het onderhoud van de 178 dubbeldeks treinen van de NS valt onder de verantwoordelijkheid van Robin Turkenburg, de Maintenance Manager of the Year 2008. Hij werkt nog steeds bij NedTrain, alleen nu als materieel manager van de VIRM-vloot, zoals die treinen officieel heten. Een van de zaken die hem opvalt, is de houding van leveranciers. Voor herstel van de airco zocht hij medewerking van de leverancier. ‘Maar daar zijn ze niet echt happig op’, stelt hij teleurgesteld vast. Teus Molenaar Gezeten op een tuinstoel, achter in zijn tuin die grenst aan de Rijn, doet Turkenburg zijn verhaal. De verbouwing van het huis dat hij onlangs kocht, nadert na negen weken fulltime ploeteren haar voltooiing. Eigenlijk is het hele huis aan de binnenkant gestript en vernieuwd. Van strippen heeft hij wel verstand, want een trein - met een theoretische levensduur van veertig jaar - wordt eens in de vijftien jaar ook helemaal gestript en opnieuw ingericht. Turkenburg was sinds 2003 manager van de NedTrain-locatie in Leidschendam. Hij gaf leiding aan 250 mensen die dag en nacht onderhoud plegen aan het rollend materieel van opdrachtgevers als NSR en RET (voor RandstadRail). Dat was overigens aanvankelijk niet zo, dat ‘dag en nacht’. ‘Toen ik aantrad, werkte iedereen overdag. Sporadisch ’s avonds en al helemaal niet ’s nachts’, legt hij uit. ‘Navraag bij de klanten leerde evenwel dat zij het liefst zouden hebben dat wij ’s nachts onderhoud plegen om de beschikbaarheid van de treinen zo hoog mogelijk te hebben.’ Dat was aanleiding om met werkroosters te gaan werken; ploegendiensten om het materieel zo veel mogelijk overdag beschikbaar te hebben.
Multifunctionele teams De onderhoudsteams waren gegroepeerd naar technische kennis en vaardigheden. ‘De elektromonteur kwam eigenlijk nooit de timmerman tegen. Ja, hooguit in de kanti-
ne, maar op het werk nooit. Ze wisten niet van elkaar wat ze deden. Dat is niet handig, want een trein is eigenlijk een rijdende fabriek. Alles zit erin; en alles hangt dan ook met elkaar samen. Daarom heb ik multifunctionele teams geformeerd.’ Dat waren nogal ingrijpende veranderingen. Het is dan ook niet van de ene op de andere dag doorgevoerd. ‘Het klinkt makkelijker dan het in de praktijk is. Je moet er de tijd voor nemen. Het belangrijkste is om de medewerkers en het management te overtuigen en mee te krijgen. In die volgorde. Maar we zijn nu een 7x24 uurs-bedrijf’, benadrukt Turkenburg. Voor het vaststellen van wat de onderhoudsploeg moet doen, hanteert hij de volgorde ‘klant, techniek, proces’. ‘De klant is het belangrijkst. Uit die wensen en eisen volgt welke techniek we moeten toepassen. Vervolgens wil je dat zo efficiënt mogelijk doen; dat heeft gevolgen voor het proces.’ Om die doelmatigheid een steuntje in de rug te geven, heeft hij de 5S-methodiek doorgevoerd voor een schone, veilige en efficiënte werkomgeving. Veranderingen die destijds mede de aanleiding vormden om Turkenburg tot Maintenance Manager of the Year te benoemen. ‘Ondanks al die veranderingen was de tevredenheid bij de werknemers toegenomen’, zegt hij. ‘Toen ik begon in die baan lag het ziekteverzuim rond de dertien procent. Toen ik twee en een half jaar geleden
de baan kreeg als materieel manager lag het ziekteverzuim op 2,5 procent. Dat zegt toch wel iets.’
Van buiten Tegenwoordig is de VIRM-vloot (Verlengd InterRegio Materieel) aan zijn zorg toevertrouwd. Dat gaat over onderhoud aan alle dubbeldeks treinen van de NS. Dat doet hij binnen een team met een configuratie engineer, system engineer, reliability engineer en een maintenance engineer. Zij doen het onderhoud voor de lange en voor de korte termijn.
‘De trein is eigenlijk een rijdende fabriek. Alles zit erin; en alles hangt dan ook met elkaar samen. Daarom heb ik multifunctionele teams geformeerd.’ Als het nodig is, dan breidt hij het team uit met mensen van buiten de organisatie. Sommige projecten maken op die manier dankbaar gebruik van ‘de andere kijk’ van outsiders. ‘Dan moet je denken aan iemand van de leveranciers, maar ook iemand van de klantzijde. Zeg maar de bakker van de hoek en de buurvrouw van de overkant. Zij kijken anders tegen de zaken aan. Dat werkt altijd verrijkend. Ik heb bijvoorbeeld ook dergelijke sessies georganiseerd om de tractieproblemen op te lossen waarmee we te maken hadden.’ Hierin zien we nog zijn visie terug dat multifunctionele teams tot betere oplossingen leiden.
Craquelé spoel Een groot project dat onder zijn leiding is afgerond, betreft de klimaatbeheersing
60 MaintNL 05 – 2013
060_61_63_MT_NVDO-artikel.indd 60
22-05-13 14:43
Robin Turkenburg, de MMY 2008, is nog steeds werkzaam bij NedTrain, maar nu als materieel manager. Momenteel is hij onder meer bezig met risk based maintenance, om meer te kunnen doen met het beperkte budget.
binnen de treinen. ‘Daar was altijd wel wat mee’, zegt Turkenburg. ‘Deze viel heel vaak uit. We hebben hem betrouwbaar gemaakt. De systemen waren twintig jaar oud en er was eigenlijk al te lang gewacht met groot onderhoud. We hebben de falende elementen weten op te sporen en de installatie verbeterd. Eigenlijk is het net een ui die je afpelt. Je begint aan de buitenkant van het probleem en je zoekt steeds dieper tot je gevonden hebt wat het euvel veroorzaakt. We hebben de foutmarge met vijftig procent weten terug te dringen en op het gebied van betrouwbaarheid van de airco hebben we
een verbetering gerealiseerd van 85 procent.’ Een tweede project betrof het winterhard maken van de treinen. ‘Zo’n drie, vier jaar geleden stonden de treinen bij een beetje sneeuw vaak stil. Het is echt puzzelen om te achterhalen waar dat aan ligt. We hebben van alles geprobeerd tot aan het werken met juten zakken aan toe. En dat alles in ultrakorte tijd, want de beschikbaarheid van de treinen moest omhoog.’ Het probleem bleek dat de spoelen, met de bijbehorende isolatielaag, niet bestand waren tegen de stuifsneeuw die erin terecht
kwam, vervolgens smolt en kortsluiting veroorzaakte. De isolatie zag eruit als craquelé, zegt hij een beetje lachend. Hij heeft de spoelen laten reviseren door nieuwe spoelen met ander isolatiemateriaal te laten ontwikkelen. Bij de eerste sneeuwbui was hij toch wel zenuwachtig, erkent hij. ‘We hadden er veel tijd en geld in gestoken. Maar gelukkig was het probleem opgelost.’
Blijven investeren Veel mankementen die hij nu tegenkomt, zoals met de spoelen, zijn te herleiden naar ontwerpfouten. Die komen soms pas na MaintNL 05 – 2013 61
060_61_63_MT_NVDO-artikel.indd 61
22-05-13 14:43
NIEUWE LOCATIE
DO VO O R D E N V
ONS NIEUWE ADRES Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten De NVDO is dÊ toonaangevende brancheorganisatie op het gebied van Beheer en Onderhoud en vertegenwoordigt de Nederlandse onderhoudsmarkt met een omvang van tussen de 30 en 35 miljard euro, dat gelijk staat aan een aandeel van circa vier procent van het bruto binnenlands product. Daarnaast biedt de Nederlandse onderhoudssector werkgelegenheid aan zo’n 260.000 tot 300.000 onderhoudsprofessionals, ofwel circa vier procent van de werkzame bevolking.
www.nvdo.nl
Deel kennis en ervaring >> word lid! Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl
062_MP_verhuisbericht.indd 32
22-05-13 14:46
Foto: Eric de vries
tien of meer jaar aan het licht. Eigenlijk zou de maintenance manager samen met de leverancier rond de tafel moeten gaan zitten om op grond van de ervaringen de nieuwe producten te verbeteren. ‘Dat vind ik ook’, zegt Turkenburg. ‘Maar ik kan je vertellen dat de leveranciers hier niet allemaal voor open staan. Te vaak moet ik voet bij stuk houden om de juiste personen bij de leverancier aan tafel te krijgen. De houding bij de fabrikanten kan op dat vlak wel wat beter.’
‘Te vaak moet ik voet bij stuk houden om de juiste personen bij de leverancier aan tafel te krijgen. De houding bij de fabrikanten kan op dat vlak wel wat beter.’ Hij investeert in de relatie met de leveranciers. Op zijn beurt moet het bedrijf blijven investeren in zijn eigen personeel. ‘Je moet de mensen blijven opleiden. Tenslotte moeten wij altijd heel snel schakelen als er iets
aan de hand is, dan moet je mensen hebben die de benodigde kennis en ervaring hebben. Dat houd ik mijn leidinggevenden altijd voor.’
Risk based maintenance Turkenburg vertelt dat hij moet zien uit te komen met het onderhoudsbudget van 104 miljoen euro. ‘In deze tijden moeten we allemaal meer doen met minder. Daarom stappen we over op risk based maintenance. Als je dat goed toepast, dan kun je efficiënter omgaan met de mensen die je beschikbaar hebt. Je kunt ze intelligenter inzetten. Volgens mij valt daar nog veel te halen.’ NedTrain zit nu midden in de toepassing van risk based maintenance. Eén van de onderdelen van de aanpak is de aanschaf van een maintenance management-systeem waarin de historie van alle assets is opgenomen; evenals de bedrijfsregels aangaande het onderhoud. ‘Wij werkten met Triton R5, maar we gaan over op de managementsoftware Maximo van IBM. Wat dat betreft, zitten we nu in een overgangsfase.’ Het gebruik van een management-tool vereist in eerste instantie een correcte invoer van de bestaande assets. Bij veel bedrijven stuit dat op problemen, omdat niet alles
goed is gedocumenteerd. De invoering van een systeem als Maximo behelst dan meteen een inhaalslag op dit vlak. ‘Ik moet zeggen dat NedTrain alles uitstekend heeft beschreven. De basis is goed op orde. Als je het systeem goed hebt ingericht, krijg je inzicht in het gedrag van materieel. En in het gedrag van de medewerkers, want zij registeren hoe ze bepaalde incidenten oplossen en hoe lang ze erover doen. Met het inzicht is het mogelijk nog efficiënter onderhoud te plegen.’
Verlanglijstje Wat er nog op het verlanglijstje staat van Turkenburg? ‘Ik zou wel weer eens in een productiebedrijf alles weer goed aan de gang willen brengen. Net zoals ik destijds bij NedTrain de multifunctionele teams heb ingevoerd en de ploegendiensten. Ik vind het leuk om de mensen mee te krijgen met ideeën; en te zien hoe goed dat allemaal uitpakt.’ Blijkbaar is hij toe aan een nieuwe uitdaging. De verbouwing van zijn huis zit er bijna op. ‘Hoewel er voorlopig genoeg te doen is.’ De Fyra; is dat geen ultieme uitdaging? Hij hoeft niet lang na te denken om die beker aan zich voorbij te laten gaan. ‘Daar zit te veel politiek in.’ n MaintNL 05 – 2013 63
060_61_63_MT_NVDO-artikel.indd 63
22-05-13 14:43
Datum: 06|06|13 • Locatie: RDM Campus Rotterdam
Hét evenement voor de industrie in de Rijn/Schelde-delta
n schrijf nu i
/
/
INNOVEREN, COMBINEREN en COMMUNICEREN
Dagvoorzitters:
Innoveren, combineren en communiceren
Door het combineren van ideeën en technologieën ontstaan vaak nieuwe en waardevolle oplossingen. Deltavisie 2013 inspireert beslissers uit de industrie, politiek en wetenschap om die combinaties te zoeken. Innovaties in energieefficiëntie, ketendenken en milieueffecten liggen binnen bereik. En ook innovaties in veiligheid en continuïteit zijn bijna voelbaar. Een onmisbare schakel in het zoeken naar die combinaties is open communicatie. Communicatie met elkaar en met de samenleving. Want innoveren doe je samen. Tijdens Deltavisie 2013 onderzoeken we met sprekers én congresdeelnemers hoe de industrie in de Rijn/Schelde-delta stappen voorwaarts kan maken door te combineren, te communiceren en daardoor proactief te innoveren. Congresinformatie: Kiki Nelson kiki@industrielinqs.nl • 020 - 31 22 791 Media advies: Anouk Bouwmeester anouk@industrielinqs.nl • 020 - 31 22 797
Programma
11.00 u Partnercases 11.45 u Registratie & lunch 12.30 u Plenaire keynote Met o.a. Bart Voet, Shell
13.15 u Plenair onderdeel: Safety Buddy 14.15 u Pauze 14.45 u Masterclasses 1. Innoveren: met pitches Process Enlightenmentz (o.l.v. Karin Husmann, Plant One en Evi Husson, Petrochem) 2. Combineren: door Paul Smits, Havenbedrijf Rotterdam 3. Communiceren: door Noud Bex, Bex*communicatie 15.45 u Pauze 16.15 u Columns kandidaten Plant Manager of the Year 2013 - verkiezing Cas König (ESD-SIC) Peter Kilburn (Lubrizol Advanced Materials Resins) Gerwin Meulenbeld (Purac Biochem) 17.00 u Plenair debat Met een column van Jan Vos (PvdA-kamerlid) en debatdeelnemers: Bart Leenders, Neste Oil; Michel Meertens, DSM; Paul Smits, Havenbedrijf Rotterdam; Frank groenen, Sachem 17.45 u Afsluiting 18.00 u Borrel 18.45 u Diner en verkiezing Plant Manager of the Year 2013
Deltavisie 2013 is een samenwerkingsverband van:
www.deltavisie2013.nl 02_A4_Deltavisie.indd 2
Carrie ten Napel (TV Oost en TV Gelderland) Wim Raaijen (Hoofdredacteur Petrochem)
Partners Petrochem Platform:
Leden Petrochem Platform:
Eventpartner:
Organisatie:
22-05-13 10:03
column Turbineziekte Windenergie mag dan een mooie groene technologie zijn, als zo’n windmolen vlak bij je huis wordt gezet, denk je daar wel anders over! In mijn woonplaats Houten hebben we al een ufo-landingsbaan, een paar meter verder komt een windmolenpark. Is er dan geen met uitsterven bedreigde vogelsoort die daar broedt? Of verstoort het windmolenpark misschien de landingsmogelijkheden van ufo’s? Helaas, geen broedende uitheemse vogelsoort en ufo’s bestaan niet. Maar wat natuurlijk wel een geldig argument is voor ons Houtenaren, is dat je ziek wordt van het geluid! In Nederland wordt regelmatig geprotesteerd tegen windparken. Een van de argumenten die vaak wordt aangevoerd is dat de turbines mensen ziek zouden maken. Dat komt door het wind turbine syndrom, in het Nederlands ook wel de turbineziekte genoemd. Mensen die binnen anderhalve kilometer van een windmolen wonen (ik woon op nog geen achthonderd meter van het te bouwen windmolenpark), zouden last krijgen van duizeligheid, prikkelbaarheid en slapeloosheid. Allerlei mogelijke oorzaken zijn aangedragen, van straling die wordt opgewekt door de bladen tot ‘verstoorde energievelden’. Die ziekte is onzin, zegt een Brits-Australisch onderzoek nu. De onderzoekers bekeken 49 Australische windparken en constateerden dat bij 63 procent daarvan geen enkel geval van turbineziekte voorkomt. Als turbines daadwerkelijk een ziekte veroorzaken, dan zouden omwonenden
van alle parken klachten moeten hebben, redeneren ze. De onderzoekers keken ook naar 120 mensen die wel beweren lichamelijke problemen te hebben door de turbines. Die bleken voornamelijk rond vijf windparken te wonen. Een groot deel van deze lijders woonde bovendien veel verder van de turbine dan de anderhalve kilometer die meestal wordt aangehouden als ‘gevarenzone’ voor de turbineziekte. Sommige mensen ontwikkelden de ziekte bovendien pas jaren nadat het windpark was opengegaan. In één geval ontwikkelde iemand de ziekte voordat de eerste turbines werden neergezet. Turbineziekte wordt niet veroorzaakt door de turbines zelf, maar doordat mensen zich zorgen maken over de wild draaiende wentelwieken. Als eenmaal bekend is dat iemand de ziekte heeft, zorgt massahysterie ervoor dat anderen zich ook onwel gaan voelen, zo constateren de onderzoekers. Zo ontstaan clusters van zieken. De onderzoekers constateerden dat die zich vooral bevinden rond windparken van grote energiebedrijven. Windparken van gemeenschappen hebben daar geen last van. Jammer, dan blijft alleen het argument over dat het te bouwen Houtense windmolenpark het landschap verziekt. Daar zal niemand naar luisteren denk ik. Dan maar over op de mooie groene technologie; welkom in Houten!
Sommige mensen ontwikkelden de ziekte pas jaren nadat het windpark was opengegaan. In één geval ontwikkelde iemand de ziekte voordat de eerste turbines werden neergezet.
colofon
Ellen den Broeder-Ooijevaar Verenigings Manager
MaintNL is het verenigingsmagazine van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. De naam MaintNL is eigendom van de NVDO.
Postbus 138 3990 DC Houten t +31(0)30 634 60 40 f +31(0)30 634 60 41
e info@nvdo.nl • www.nvdo.nl • www.nvdovac.nl
MaintNL 05 – 2013
065_NVDO_Vmanager.indd 65
65
22-05-13 14:46
66 volgend nummer
IN HET VOLGENDE NUMMER Maintenance en informatie Sensoren zijn goedkoper en slimmer geworden, invoeren van gegevens in onderhoudsbeheersystemen wordt eenvoudiger en dan is het scala aan niet-destructieve onderzoeksinstrumenten ook nog eens toegenomen. Aan data heeft de onderhoudswereld de laatste jaren dan ook geen gebrek. Maar hoe haal je uit al die getallen de informatie die je nodig hebt?
Havenbedrijf PAS55 gecertificeerd Havenbedrijf Rotterdam ontving onlangs het PAS55-certificaat van Lloyd’s Register voor zijn assetmanagementsysteem. Dit betekent dat het Havenbedrijf het proces rondom het beheer en onderhoud van haar bedrijfsmiddelen goed organiseert en systematisch en aantoonbaar uitvoert. Maar wat doet men dan precies en wat levert zo’n certificering op voor een haven?
Hands on Tool Time ‘Bedrijven die serieus met Hands on Tool Time aan de slag gaan, halen een verbetering van tien tot vijftien procent’, zegt Joost van den Brekel van PDM. Hij was ‘kartrekker’ van het project, waarin Shell, Tata Steel, DSM, Sabic, Essent, Dow, Sitech, NedTrain en Gasunie participeerden. Onlangs maakten DI-WCM en PDM de resultaten van het innovatieproject bekend.
THEMA: MAINTENANCE EN INFORMATIE EN VERDER MaintNL In het volgende nummer van MaintNL kijken we hoe ProRail omgaat met jongerenwerving. Hoe krijgt men ze binnen, maar nog belangrijker: hoe hou je ze betrokken. Ook kijken we naar prestatiecontracten in de bouw en zullen we Phillip Morris vragen hoe zij hun operators opleiden om ook eerstelijnsonderhoud uit te voeren. En natuurlijk weer volop aandacht voor de Maintenance Managers of the Year van de afgelopen jaren en hun beoogde opvolgers.
iMaintain Nummer 6 verschijnt 29 juni 2013
Thema’s 2013
iMaintain 07-2013
iMaintain 08-2013
iMaintain 09-2013
iMaintain 10-2013
Gebouwde omgeving
Maintenance en automotive/aerospace Maintenance & food
Maintenance in de infra
05 13 iMaintain
066_F_volgend nummer.indd 66
22-05-13 14:45
3 16:25
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN. • Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie geld verdienen? • Hoeveel kan onderhoud bijdragen aan het bedrijfsresultaat? • Wat is Excellent Onderhoud en hoe geef ik dit vorm?
Kom naar stand 4.10 5
Maintenan
ce Ne
xt en ontdek uw
WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • Post-MBO Onderhoudstechniek • Post-HBO Onderhoudstechnologie • Post-HBO Onderhoud en Management • Master of Engineering in Maintenance & Asset Management
Start 2 oktober 2013 Start 3 oktober 2013 Start 3 oktober 2013 Start 2 september 2013
Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of kijk op www.cvnt.nl.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
FC_A4(new).indd 1 001_2_67_68_omslag_72p-mainovation_HU_Bilfinger.indd 6
10-01-13 14:50 11:09 22-05-13
VISIE OP TOTALE DIENSTVERLENING ____
- Isolatie - Steigerbouw - Rope Access - Conservering ____
iMaintain Nr. 05 - 2013
Onze klanten willen veilig en efficiënt uitgevoerd onderhoud. Bilfinger Industrial Services wil daar een essentiële bijdrage aan leveren. - Tracing - Asbestverwijdering - Vuurbescherming - Lawaaibeheersing
BILFINGER INDUSTRIAL SERVICES www.is-bnl.bilfinger.com
001_2_67_68_omslag_72p-mainovation_HU_Bilfinger.indd 3
22-05-13 14:50