Nr. 4 - 2018
www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 22,50
Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta Petrochem Nr. 4 - 2018
‘Digitalisering biedt een enorme opportuniteit’ • Chemisch recyclen houdt koolstoffen langer in keten • Uitbreiding Sekisui in Limburg • Thema: Opleidingen
15:21
Pet04 omslag los.indd 1
11-04-18 16:55 09:47 10-04-18
Toonaangevend internationaal Toonaangevend internationaal adviesbureau zoek naar adviesbureau is is opop zoek naar hoogopgeleide professionals hoogopgeleide professionals
Benjijjijeen eengedreven gedreven Ben adviseurmet metpassie passie adviseur voorMaintenance Maintenanceen en voor AssetManagement? Management? Asset
naar www.mainnovation.com GaGa naar www.mainnovation.com met Corine Vervelde of of belbel met Corine Vervelde +31 (0)78 614 opop +31 (0)78 614 6767 2424
Pet04 omslag los.indd 2
11-04-18 09:47
IN DEZE EDITIE
10 ‘DIGITALISERING BIEDT EEN ENORME OPPORTUNITEIT’ ‘Ik heb jonge vrouwen zien rondlopen met de tekst Forget Princess – Want to be scientist op hun shirt’, stelt de CEO van Havenbedrijf Antwerpen Jacques Vandermeiren. BASF-directeur Wouter De Geest is zeker zo enthousiast over de tijdgeest en de mogelijkheden van innovatie. Voordeel van digitalisering is dat ze de industrie veel beter kan maken zonder echt disruptief te zijn.
14 ‘SENIORITEIT ONTSTAAT DOOR EEN LANGE VERBLIJFTIJD’
42 THEMA: OPLEIDINGEN Digitalisering wordt gezien als een van de belangrijkste factoren voor de groei binnen de industrie. Processen kunnen sneller, efficiënter, goedkoper en duurzamer. Er is alleen wel een stevige ‘mits’ verbonden aan deze vooruitgang: medewerkers moeten weten hoe de beschikbare middelen en data optimaal kunnen worden benut. Er is op dit moment gebrek aan gekwalificeerde werknemers die opgeleid zijn voor de industrie van de toekomst. Hoe gaan bedrijven hier mee om en zijn de opleidingen zich bewust van deze behoefte van de markt?
Vol energie en enthousiasme is Rob Reinartz augustus 2015 aan een nieuwe uitdaging begonnen bij Anqore, een afsplitsing van DSM. ‘Dit zijn de mooiste jaren van mijn carrière. Vooral het ondernemerschap stimuleert enorm.’
26 UITBREIDING SEKISUI IN GELEEN EN ROERMOND In de automotive sector en in de architectuur wordt glas steeds vaker toegepast om functies te vervullen op het gebied van veiligheid en gebruikscomfort. Sekisui S-Lec, producent van een speciaal PVB-folie voor gelamineerd glas, werkt aan nieuwe technologieën en innovaties die op deze onderdelen voor verbeteringen moeten zorgen. Dat dit Japanse bedrijf kiest voor uitbreiding, is voor alle betrokkenen glashelder.
28 CHEMISCH RECYCLEN HOUDT KOOLSTOFFEN LANGER IN KETEN Bedrijven konden hun plastic bedrijfsafval tot voor kort verkopen aan China. De Chinese regering kondigde vorig jaar echter aan geen afval meer te willen importeren. Nu is er al een volwassen recyclingmarkt ontstaan voor huishoudelijk plastic, maar er zijn altijd stromen die niet mechanisch kunnen worden gerecycled. Chemisch recyclen zou voor die stromen een waardevol en milieuvriendelijk alternatief kunnen zijn.
EN VERDER Commentaar 5 Feiten en cijfers • Grootschalige inzet groen waterstof over tien jaar mogelijk • Bio-stoomleiding Delfzijl krijgt uitbreiding • VNCI: alle partijen nodig om CO2-ambities te realiseren • 6 Projecten 18 InnovatieLink 32 Nanocellulose materiaal van de toekomst 34 Innovatie 38 Column • Jan Van Doorslaer 50
PETROCHEM 4 - 2018 3
PET04 B Inhoud.indd 3
10-04-18 16:31
Petrochem
geeft nog meer waarde voor uw geld
Meer nieuws dan ooit • • • • • • •
Actuele berichtgeving over de chemische industrie Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten Multimediale bedrijfspresentaties Wekelijkse nieuwsbrief Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase
Petrochem-abonnees krijgen meer • De nieuwste Petrochem staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • U kunt naar aanleiding van uw abonnement ook besluiten om bedrijfslid van het Petrochem platform te worden. Hierbij krijgt u onder andere voor twee personen toegang tot het jaarcongres Deltavisie. Meer weten? Kijk op www.petrochem.nl/bedrijfslidmaatschap
Ga direct naar petrochem.nl/abonneren en blijf iedereen voor
Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta Nummer 04 - 2018 UITGAVE VAN: Industrielinqs pers en platform BV, Gedempt Hamerkanaal 155, 1021 KP Amsterdam E-mail: redactie@industrielinqs.nl, website: www.petrochem.nl HOOFDREDACTIE: Wim Raaijen 020 3122 081 EINDREDACTIE: Miriam Rook 020 3122 086 Liesbeth Schipper 020 3122 083 REDACTIE: Dagmar Aarts 020 3122 084 Laura van der Linde 020 3122 083 Lotte Burger 020 3122 084 VASTE MEDEWERKERS: Chris Aldewereld, David van Baarle, Katrien Bogaerts, Jan Van Doorslaer, Jacqueline van Gool, Evi Husson, Inge Janse, Henk Leegwater, Wim Soetaert LAY-OUT: Bureau OMA bv, Wehl OMSLAGFOTO: Laura van der Linde ADVERTENTIEVERKOOP: Jetvertising BV, Arthur Middendorp t: 070 399 0000 - arthur@jetvertising.nl TRAFFIC: Breg Schoen 020 3122 088 COMMERCIEEL MANAGER: Janet Robben 020 3122 085 DRUKWERK: PreVision Graphic Solutions
ADVERTENTIE-INDEX
PET_kwart_staand.indd 1
3P Quality Services . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Abonnees . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Andus Group . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Deltavisie 2018: 7 juni . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Energyst Rental Solutions . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Hudson Cybertec . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Industrielinqs pers en platform . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Mainnovation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Market review . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48,49 Modelec Data-Industrie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 NCTI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Schenk Containerverhuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Swagelok Nederland Sales & Service . . . . . . . . . . . . . . . 36
ABONNEMENTEN (excl. 6% BTW) verschijnt 11x per jaar. Nederland/België € 178,50 per jaar Introductieabonnement NL/B met 25% korting € 133,50 per jaar Overig buitenland € 208,Losse verkoopprijs € 22,50 Studentenabonnement € 41,Proefabonnement 3 mnd € 29,50
Petrochem 13-12-17 12:45
OPZEGGEN: Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op. Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Tel: +31(0)251 25 79 24 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. ISSN: 1380-6386 Prijswijzigingen voorbehouden. © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Papier binnenwerk:
Papier omslag:
PAPER & BOARD MADE OF
AGRI-WASTE
Vakmedianet DACE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
PET04 Advertenties.indd 4
WWW.PAPERWISE.EU
10-04-18 16:26
COMMENTAAR
‘Gelukkig zijn er vrouwen die voor een carrière in de industrie kiezen. Maar nog steeds zijn ze zeer ondervertegenwoordigd.’
Laat meiden meiden zijn We hadden afgesproken om het niet te veel te beïnvloeden. Maar ons zoontje van bijna drie heeft een uitgesproken voorkeur voor autootjes, treinen, vliegtuigen en alles dat nog meer beweegt. Groot fan van Bob de Bouwer, Spiderman en de schippers van de Kameleon, of ‘Kapion’, zoals hij de naam van de boot uitspreekt. We hebben Schippers van de Kameleon al double digit via Netflix gekeken, zowel deel 1 als 2. Voor papa overigens jeugdsentiment. Ik heb de boekjes indertijd verslonden. Samen met zijn hoogblonde vriendje James crosst hij het hele dagverblijf door op alles waar maar wieltjes onder zitten. Terwijl de meeste meisjes, een enkeling daargelaten, rustig zitten te kleuren. Soms een beetje verstoord opkijkend wanneer die twee jochies weer de boel op stelten zetten. Het zijn net Sjors en Sjimmie, een blond en een karamelkleurig jongetje. De moderne versie uiteraard. Natuurlijk heb ik weleens de link gelegd met de Sire-reclame: Laat jongens jongens zijn. We laten daarom onze zoon regelmatig zijn actieve gang gaan. Overigens zijn Sjors en Sjimmie op het kinderdagverblijf ook al een paar keer gesignaleerd in prinsessenjurkjes. Gewoon omdat ze dat grappig vonden. Sjors in geel, Sjimmie in roze. Een enorme lol dat ze daarom hadden. De jurkjes zaten wel scheef van het vele crossen door de gangen. Prinsessengedrag is toch wat anders… Trendbreuk Campagnes om meer vrouwen in de techniek te krijgen, die waren er al toen ik op de middelbare school zat. Posters als: ‘Ik ben een meisje met een wiskundeknobbel, zielig he?’ waren op het softboard geprikt in een wiskundelokaal waar ik wiskunde II kreeg. Een klas met louter jongens… Gelukkig zijn er vrouwen die voor een carrière in de industrie kiezen. Maar nog steeds zijn ze zeer ondervertegenwoordigd. Elk jaar zoeken we bijvoorbeeld naar vrouwelijke kandidaten voor de Plant Manager of the Year. Ook komende editie zitten ze er niet bij, kan ik alvast verklappen. In elf jaar hebben we welgeteld twee vrouwelijke finalisten gehad, overigens in hetzelfde jaar. Edith Romp won toen wel. Maar het gaat dus om twee van de ongeveer veertig finalisten. Vijf procent dus…. Representatief voor de reële verhouding, dat misschien wel.
Toch zou er weleens een trendbreuk aanstaande kunnen zijn. En dat heeft te maken met de digitalisering. Ook Jacques Vandermeiren, directeur van het Antwerpse Havenbedrijf, is daarvan overtuigd. ‘Ik heb al jonge vrouwen zien rondlopen met de tekst Forget Princess – Want to be scientist op hun shirt’, stelt hij in het hoofdinterview in deze Petrochem. Data-interpretatie Voordeel van digitalisering is dat het de industrie veel beter kan maken zonder echt disruptief te zijn, stelt Wouter de Geest van BASF Antwerpen in hetzelfde interview. Maar de huidige ontwikkelingen vragen wel om andere vaardigheden. ‘We komen straks echt in een ander tijdperk, waarin bijvoorbeeld data-scientists heel belangrijk gaan zijn.’ En laat nu het overgrote deel van de data-analisten vrouw zijn! Dat zie je al in sectoren waarin het interpreteren van grote hoeveelheden data al heel belangrijk is. Denk aan de bankensector en de advieswereld. Daar werken heel veel vrouwen. Blijkbaar zijn vrouwen hiervoor in de wieg gelegd en zijn ze het gaandeweg meer gaan ontwikkelen. Zij gingen rustig kleuren, toen de meeste jongetjes aan het ravotten waren. Wellicht zijn alle campagnes in het verleden wel zinloos geweest, omdat de industrie de meeste vrouwen nog te weinig te bieden had. Maar dat gaat dus mogelijk veranderen. Als de berg niet tot Mozes komt, zal Mozes tot de berg gaan. Overigens is deze er ook in de vorm van Mohammed. Nog niet in een vrouwelijke vorm, maar de vrouwen hoeven niet te bewegen. Laat meiden meiden zijn.
Reageren? Via de mail: wim@industrielinqs.nl of via Twitter : @wimraaijen
PETROCHEM 4 - 2018 5
PET04 C Commentaar.indd 5
10-04-18 16:31
DACE Price Booklet 32ste editie
DACE Prijzenboekje met online richtprijzen voor industriële procesinstallaties Praktisch en onmisbaar bij • Raming van projecten • Kostenafweging van alternatieve uitvoeringen • Toetsing van offerteprijzen • Vergelijking eigen prijzen met marktprijzen U vindt in DACE Price Booklet in combinatie met de website www.dacepricebooklet.com richtprijzen van vrijwel elk onderdeel van industriële procesinstallaties. Alle informatie in de nieuwe Engelstalige editie is volledig geactualiseerd. De online versie van DACE Price Booklet is toegankelijk via uw PC, tablet en smartphone. Het DACE Prijzenboekje en website wordt
Ga voor meer informatie of uw bestelling naar www.vakmedianetshop.nl/dace of www.dacepricebooklet.com of bel 088 58 40 888
PET04 Advertenties.indd 6
verzorgd door leden van de DACE Special Interest Group Cost Engineering Process Industry, kostendeskundigen die actief betrokken zijn bij investeringsprojecten en midden in de praktijk staan.
10-04-18 16:26
FOTO: GRONINGEN SEAPORTS
NAM ZOEKT MET SCALE-UPS NAAR VERSNELLING ENERGIETRANSITIE De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) gaat de komende maanden samen met drie scale-ups werken aan een oplossing voor grootschalige opslag van duurzame energie. Deze innovatieve bedrijven hebben zich ingeschreven voor de NAM70 Challenge. Dit is een initiatief van NAM waarbij zij groeibedrijven die met nieuwe technologie werken, heeft uitgedaagd tot nadenken over het grootschalig opslaan van duurzame energie. Een van hen is Proton Ventures uit Nederland. Met de Ammonia Power to Liquid Storage technologie die zij bieden, wordt het mogelijk om duurzaam opgewekte energie via waterstof goedkoop en efficiënt op te slaan in de vorm van ammoniak. De andere genomineerden zijn Storelectric uit het Verenigd Koninkrijk, dat zich bezighoudt met Compressed Air Energy Storage, en Eco-Tech Ceram uit Frankrijk dat werkt aan Thermal Energy Battery with Ceramic Cells. De winnaar wordt bekend gemaakt op 6 juni en ontvangt een geldbedrag van 50.000 euro, maar kan ook rekenen op de NAM als klant. De winnaar implementeert de voorgestelde innovatie samen met de gasproducent. VNCI: ALLE PARTIJEN NODIG OM CO2-AMBITIES TE REALISEREN De reductie van de uitstoot van broeikasgassen vraagt nu om actie van de chemische industrie en overheid. Dat stelt de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) in de Routekaart 2050 ‘Chemistry for Climate’. Het is niet de vraag of het kan, maar hoe. Want meer dan 90 procent CO2-reductie in 2050 is technisch mogelijk, stelt het rapport. Zelfs Natuur & Milieu is blij met deze ambitie, hoewel er nog wel aandachtspuntjes zijn. Om de doelstellingen van Parijs te halen zijn nu al investeringen nodig. Zowel voor de korte termijn als voor de doorontwikkeling van technologie na 2030. In de vaak lange ontwikkelingsfase, wanneer technologie nog niet rendabel is, kan volgens de VNCI overheidssteun de snelheid aanzienlijk verhogen en risico’s en kosten verminderen. Een belangrijke rol van de overheid is het faciliteiten van programma’s op cruciale thema’s zoals waterstof, elektrificatie, de ondergrondse opslag van CO2 (CCS), het inzetten van CO2 als grondstof (CCU), recycling en bioraffinage. Op termijn en bij de juiste marktcondities kunnen deze technologieën een forse bijdrage leveren aan emissiereductie.
FOTO: VNCI
FOTO: NAM
BIO-STOOMLEIDING DELFZIJL KRIJGT UITBREIDING De stoomleiding tussen AkzoNobel en Eneco Bio Golden Raand krijgt achthonderd meter erbij. Via deze uitbreiding gaat EEW de extra stoom die zij produceert, leveren aan AkzoNobel op het Chemie Park Delfzijl. Groningen Seaports heeft de stoomleiding aangelegd, die ook toegankelijk is voor andere partijen. Dit vergroot de aantrekkelijkheid voor (nieuwe) fabrieken die stoom nodig hebben in hun processen en ondersteunt de duurzame ontwikkeling van het haven- en industriegebied in Delfzijl. De voorbereidingen voor deze uitbreiding van het stoomnet zijn inmiddels afgerond. Zodra de aanbesteding rond is, zal de aanleg van het nieuwe gedeelte starten. Als alles volgens planning loopt, zal deze uitbreiding van de infrastructuur in oktober 2018 gereed zijn. Dan worden de installaties van EEW en AkzoNobel aangesloten, zodat deze uitbreiding vanaf december 2018 in gebruik kan worden genomen.
ECN en PBL bundelen de kennis van bedrijven op het gebied van CO2-emissiereductie. Het kennisnetwerk Manufacturing industry decarbonisation (Midden) omvat straks informatie van de Nederlandse industriële bedrijven die onder het Emissions Trading System (ETS) vallen. Zo deelt men de verschillende opties om de uitstoot van CO2 te verminderen en de randvoorwaarden waaronder dat kan. De Nederlandse industrie moet de uitstoot van CO2 de komende jaren met grote stappen verminderen en op den duur koolstofemissievrij produceren. Alle industriële bedrijven leveren op die manier een substantiële bijdrage aan de energietransitie. De gesprekken voor een klimaatakkoord zijn inmiddels begonnen. Een eenduidig beeld van de reductieopties per bedrijf en in de hele sector ontbreekt echter nog. Daarom starten het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) het kennisnetwerk Manufacturing Industry Decarbonisation Data Exchange Network (Midden). Daarin bundelen industriële bedrijven hun praktische kennis over de mogelijkheden tot CO2-reductie. Dow Benelux gaat waterstof leveren aan Yara in Sluiskil via een oude gasleiding van Gasunie. Yara kan de waterstof die vrijkomt bij de kraakinstallaties van Dow gebruiken als grondstof. De uitwisseling is alleen voor industrieel gebruik en levert naast energiewinst, ook een CO2-besparing op van 10.000 ton. Dow Benelux, Yara en Gasunie hebben overeenkomsten gesloten voor de Green Deal ‘Waterstof voor de regio’. Wanneer de benodigde vergunningen zijn verkregen, kan de ombouw van de gastransportleiding en de aansluitingen van Dow en Yara starten. Naar verwachting wordt hiermee in mei begonnen. In het vierde kwartaal van 2018 kan waterstof door de pijpleiding stromen. In de toekomst kan waterstof ook beschikbaar komen door elektrolyse van water met groene stroom.
PETROCHEM 4 - 2018 7
‘MET INHOUD MAKEN WE VERSCHIL’ U kent ons wel van de platforms Petrochem, iMaintain of Het Nieuwe Produceren. De kwaliteit van onze informatie en sterke onderlinge relaties hebben daarbij steeds onze prioriteit. Met diezelfde inzet verzorgen we ook inhoudelijke producties
Inspirerende opdracht Voor onze partner Van Meeuwen maken we bedrijfsfilms en diverse andere producties. Zo hebben we ook een bedrijfsmagazine geproduceerd. Wij werkten daarbij nauw samen met de directie van het bedrijf, wat resulteerde in een gezamenlijke redactie. Geweldig om te merken hoe gemakkelijk de partners van Van Meeuwen mee wilden werken aan een journalistiek inhoudelijke productie. Voor ons was het een inspirerende opdracht!
voor onze klanten. Denk bijvoorbeeld aan bedrijfsmagazines, filmproducties, whitepapers, projectreportages, de organisatie van congressen en strategisch advies. Met combinaties daarvan kunnen we complete content-campagnes opbouwen.
‘Het team heeft goed samengewerkt en een mooi magazine gecreëerd, waarop we uit de markt ook zeer positieve reacties krijgen.’ Rogier van Meeuwen, managing director Van Meeuwen Industries
Ook samenwerken met Industrielinqs? Neem dan contact op met Janet Robben:
Of kijk op onze website: www.industrielinqs.nl
Liesbeth Schipper
Laura van der Linde
Miriam Rook
janet@industrielinqs.nl
eindredacteur
vakjournalist
eindredacteur
020-3122085
www.industrielinqs.nl Sjabloon advertentiepagina.indd 1
PET04 Advertenties.indd 8
26-03-18 16:32
10-04-18 16:26
FEITEN & CIJFERS TIENDUIZEND VATEN ALGENBIOBRANDSTOF IN 2025 ExxonMobil en Synthetic Genomics hebben een nieuwe fase aangekondigd in hun onderzoeksprogramma naar algen als biobrandstof. Daarmee moet het technisch mogelijk worden om in 2025 dagelijks tienduizend vaten algenbiobrandstof te produceren. De bedrijven doen veldonderzoek waarbij natuurlijk voorkomende algen in verschillende vijvers in Californië worden gekweekt. Zodoende krijgt men meer inzicht in fundamentele technische parameters, waaronder viscositeit en doorstroming, iets dat in een laboratoriumopzet minder goed kan worden nagebootst. De resultaten zijn belangrijk om vast te stellen hoe de technologie kan worden opgeschaald. GROOTSCHALIGE INZET GROEN WATERSTOF OVER TIEN JAAR MOGELIJK Over tien jaar is groen waterstof klaar voor grootschalige introductie. Dat blijkt uit de Routekaart Waterstof die is gepresenteerd door TKI Nieuw Gas van de Topsector Energie. De Routekaart beschrijft waar en hoe duurzame waterstof kan worden ingebed in het Nederlandse energiesysteem en procesindustrie. Vooral de industrie en de mobiliteit zijn de meest kansrijke markten voor duurzame waterstof. Daarom zijn daar nu investeringen noodzakelijk in pilots en demonstratieprojecten. Om ervaring op te bouwen, stelt het rapport. Innovaties zijn vooral belangrijk om de kosten van technologie en systemen verder te laten dalen. Om ook waterstof betaalbaar te maken. De Routekaart is opgesteld in opdracht van het ministerie van EZK door TKI Nieuw Gas. Nederland is volgens de routekaart uitstekend gepositioneerd om een belangrijke rol te spelen op het gebied van waterstof. De Nederlandse ambities voor offshore wind, industriepositie, infrastructuur en kennispositie vormen volgens de opstellers een stevige basis. Ze stellen wel dat integrale plan- en visievorming noodzakelijk is. Duidelijkheid en keuzes zijn vereist om de kansen die waterstof biedt te kunnen verzilveren. TEST NIEUWE GENERATIE BRANDSTOFCELLEN BIJ AKZONOBEL DELFZIJL Bij AkzoNobel in Delfzijl wordt een nieuwe generatie brandstofcellen getest. De pilot heeft een looptijd van drie jaar en een budget van ruim vier miljoen euro. In het project wordt een nieuwe generatie brandstofcellen getest die op een flexibele wijze het openbare elektriciteitsnet kunnen ondersteunen. Zo kan worden bijgedragen aan een stabiele energievoorziening in het licht van de verwachte fluctuaties in vraag en aanbod van energie uit hernieuwbare bronnen. De brandstofcellen gebruiken groene waterstof en zetten deze om in elektriciteit en warmte zonder emissies. BRENT RUWE OLIEKOERS 71 70
69
PRIJS PER VAT IN US DOLLARS
68
67 66
65 64
63
26 27 28 1
Februari 2018
2
5
6
Maart 2018
7
8
9
12 13 14 15 16
9
20 21 22 23 26 27 28 29 2
April 2018
Unilever gaat samen werken met start-up Ioniqa en PET-producent Indorama om PET-afval weer om te zetten in zuivere plastic bouwstenen voor gebruik in voedselverpakkingen. Ioniqa, een spin-off van de Technische Universiteit Eindhoven, ontwikkelde een gepatenteerde technologie dat al het PET-afval – waaronder ook gekleurde verpakkingen – kan omzetten in zuivere plastic grondstoffen. De technologie heeft de proeffase goed doorstaan. De technologie wordt nu door diverse bedrijven getest. PET wordt veel gebruikt voor de productie van plastic verpakkingen. Wereldwijd wordt ongeveer twintig procent van dit materiaal gerecycled. De rest wordt verbrand, belandt op de vuilstortplaats of in de natuur. AkzoNobel heeft een koper gevonden voor de chemietak. Het onderdeel stond sinds vorig jaar in de etalage. Het Amerikaanse private equityfonds Carlyle heeft de biedingenstrijd gewonnen. Onder andere de fabrieken in Rotterdam en Delfzijl zijn onderdeel van de deal. Inclusief verschillende innovatieve projecten. Carlyle betaalt 10,1 miljard euro voor de divisie. Carlyle moest het opnemen tegen rivalen als Apollo Management, een combinatie van Bain Capital met Advent International en het Nederlandse HAL Investments. AkzoNobel liet vorige maand weten dat de afsplitsing van de chemietak intern is afgerond. Chemie in Nederland is de naam van een nieuwe digitaal platform dat ook wel de ‘Wikipedia van de chemie’ wordt genoemd. Dit platform van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) vervangt het voormalige papieren Handboek van de Chemie. Chemie in Nederland bevat informatie over producenten, handelaren en dienstverleners in de Nederlandse chemische industrie. Hiermee is per product, merk of dienst te achterhalen welke bedrijven dit leveren.
1
PETROCHEM 4 - 2018 9
PET04 D Feitenencijfers.indd 9
10-04-18 16:33
INTERVIEW
‘Digitalisering biedt een enorme opportuniteit’
PETROCHEM 4 - 2018 10
PET04 O Interview.indd 10
10-04-18 16:34
‘Ik heb al jonge vrouwen zien rondlopen met de tekst Forget Princess – Want to be scientist op hun shirt’, stelt de CEO van Havenbedrijf Antwerpen Jacques Vandermeiren. BASF-directeur Wouter De Geest is zeker zo enthousiast over de tijdgeest en de mogelijkheden van innovatie. Voordeel van digitalisering is dat ze de industrie veel beter kan maken zonder echt disruptief te zijn. Wim Raaijen
FOTO’S: WIM RAAIJEN
Analyseer eens de maandelijkse projectenupdate in Petrochem. Een belangrijke conclusie: de industrie in de haven van Antwerpen groeit als kool. Grote investeringsprojecten worden afgerond of zijn net opgeleverd. Denk aan de uitbreidingen van de raffinaderijen van Total en Exxon. Beide miljardenprojecten. Nippon Shokubai investeert 350 miljoen euro in de uitbreiding van de productie van superabsorberende polymeren en acrylzuur. Dat gebeurt op het terrein van Ineos in Zwijndrecht, waar een ander Japans bedrijf, Kuraray, net heeft uitgebreid. Ineos breidt zelf haar productie, opslagfaciliteiten en infrastructuur uit. Een half miljard aan investeringen op één terrein. Ook de tankopslag groeit hard mee. ATPC, OTAG, Seatank-terminal, Total, Vopak en Zenith Energy investeren momenteel bij elkaar rond een miljard euro in nieuwe opslagcapaciteit. En inmiddels kondigen nieuwe investeringen zich aan. Zo wil Borealis een fabriek bouwen voor propaanhydrogenering en Ineos overweegt honderden miljoenen te investeren in de productie van vinylacetaatmonomeer. Arbeidsethos Volgens Jacques Vandermeiren, nu ruim een jaar CEO van Havenbedrijf Antwerpen, is het succes geen toeval. ‘We hebben de luxe dat veel grote internationale chemiespelers in de Antwerpse haven productielocaties hebben. Dat is historisch zo gegroeid. Sinds BASF zich halverwege vorige eeuw hier vestigde, zijn er veel chemiebedrijven bijgekomen. Ze versterken elkaar enorm: zijn goed met elkaar geïntegreerd. Dat Verbund, zoals BASF dat noemt, is door de jaren heen een enorme motor voor groei geweest. En nog steeds.’ De link met het Duitse achterland is daarbij essentieel. ‘Antwerpen is een international gateway voor Duitsland, nog meer dan Rotterdam. Antwerpen ligt dichter bij het grootste deel van de afzetmarkt in West-Duitsland dan bijvoorbeeld Hamburg. In het verleden hebben veel Duitse chemiebedrijven de kracht van onze ligging ingezien en hebben zich dan ook in AntwerPETROCHEM 4 - 2018 11
PET04 O Interview.indd 11
10-04-18 16:34
INTERVIEW pen gevestigd. Naast BASF, hebben bijvoorbeeld Covestro, Evonik en Lanxess hier grote productiesites. We hebben ze door de jaren heen ook niet teleurgesteld. Er is hier een geweldig arbeidsethos en de productiviteit ligt erg hoog.’ Plug and play ‘Waar vind je in Europa zo’n haven?’, vult Wouter De Geest, CEO van BASF Antwerpen, hem aan. ‘Nergens toch? Alle belangrijke building blocks voor een sterk chemisch cluster zijn hier aanwezig. Vooral de fijnmazigheid van de ketens en bijvoorbeeld de aanwezige utilities is uniek. Het cluster is de afgelopen decennia systematisch uitgebouwd. Daardoor hebben we ook goed kunnen profiteren van de sterke economie in Duitsland.’ Antwerpen staat goed op de kaart bij verschillende hoofdkantoren wereldwijd. De Geest: ‘Als een chemisch bedrijf een investering in Europa wil doen, dan kijkt het al snel naar Antwerpen als potentiële vestigingsplaats. Er is een stijgende lijn in het aantal aanvragen, ook als het gaat om green field investeringen.’ Het voordeel van de fijnmazige infrastruc-
tuur is dat een nieuw bedrijf niet alles opnieuw hoeft op te bouwen. ‘Er zijn hier veel mogelijkheden voor plug and play.’ Geen gold plating Ook helpt het mee dat de Vlaamse regering de groei van de industrie ondersteunt. Onder leiding van voormalig Vlaams premier Kris Peeters is na het debacle met Opel een duidelijk industriebeleid opgesteld. Vandermeiren: ‘Ook de huidige premier is zeer ondersteunend. De regering doet echt moeite voor de haven.’ Volgens De Geest heeft de Vlaamse politiek juist in de crisisjaren het belang van de procesindustrie nadrukkelijk gevoeld. ‘Tijdens de crisis zijn in Antwerpen maar weinig arbeidsplaatsen verloren gegaan. Met de regering van Kris Peeters kwam de industrie voor het eerst prominent in het regeerakkoord voor. Vlaanderen heeft vanaf dat moment ingezien dat de overheid de industrie moet flankeren en faciliteren. En dat er een gelijk spelersveld moet zijn. Geen gold plating! Geen extra regelgeving boven bestaande Europese regelgeving.’
Jacques Vandermeiren: ‘De jongere generatie wil CO2 uit de lucht halen en inzetten als grondstof.’
Starters Op een specifiek gebied juicht De Geest het ook toe dat de overheid verder gaat dan alleen ondersteuning. Innovatie. ‘Het is heel goed dat de overheden de kar trekken van innovatie van de industriële clusters. Ter bevordering van bijvoorbeeld biochemische ketens. Maar denk bijvoorbeeld ook aan het BlueChem-initiatief, waarin ook verschillende overheden zijn betrokken.’ Met BlueChem willen acht publieke en private partijen starters en innovatieve projecten in de duurzame chemie op weg helpen. Het voortouw wordt genomen door Essenscia, de federatie van de chemie en life sciences. Voor de incubator komt een ruimte van 3.375 vierkante meter beschikbaar. Het zal een mix zijn van flexplekken voor starters, individuele kantoren en laboratoria voor kleine tot middelgrote bedrijven, deelprojecten van grote ondernemingen en kennisinstellingen. Het is de planning dat deze faciliteit begin 2020 wordt geopend. Transportmodus Ook op het gebied van infrastructuur kan de overheid een belangrijke faciliterende rol spelen. Het Havenbedrijf Antwerpen ziet vooral veel in uitbreiding van de infrastructuur voor pijpleidingen. Vandermeiren: ‘Door pijpleidingen over te nemen en in nieuwe trajecten te investeren, willen we de drempel voor nieuwe investeringen verlagen.’ Zo werd eind 2017 bekend dat het Havenbedrijf de Nationale Maatschappij der Pijpleidingen (NMP) over heeft genomen van de huidige aandeelhouders. Door de NMP-pijpleidingen gaan nu vooral ethyleen en propyleen en technische gassen voor afnemers in de haven en in het achterland. Met de overname is een bedrag van 44 miljoen euro gemoeid. Het Havenbedrijf krijgt door de overname het beheer en eigendom van ruim zevenhonderd kilometer pijpleidingen in handen. Een belangrijke stap, volgens Vandermeiren: ‘Pijpleidingen vormen de meest milieuvriendelijke, energie-efficiënte en veilige transportmodus.’ Pijpleidingen kunnen ook een belangrijke rol spelen bij de energietransitie, stelt de havendirecteur. Bijvoorbeeld bij de aanleg van warmtenetten.
PETROCHEM 4 - 2018 12
PET04 O Interview.indd 12
10-04-18 16:34
Gaming Het huidige succes van de haven en de economische groei in het algemeen zetten wel extra druk op de arbeidsmarkt. De Geest: ‘In het besturen van de fabrieken neemt de behoefte aan hoogopgeleide mensen toe. De installaties in de chemie worden steeds verder geautomatiseerd. Ze worden bij het besturen samengevoegd, waardoor de verantwoordelijkheid van een operator steeds groter wordt.’ Het is belangrijk om jongeren al vroeg voor de industrie te interesseren. Om de vijver voor toekomstige medewerkers groter te maken. De Geest: ‘Als BASF werken we daarom al geruime tijd samen in een netwerk van 38 scholen. Het begint bij korte bedrijfsstages voor scholieren om vooroordelen over de industrie weg te nemen. Laat ze het zelf maar beleven.’ Ook vindt hij het belangrijk om aan te sluiten bij moderne leermethoden. ‘Hoe leren kinderen nu? Daarbij wordt bijvoorbeeld gaming steeds belangrijker. Waarom niet een virtuele chemische fabriek ontwikkelen waarin kinderen alles kunnen uitproberen?’ Alternatief De Geest is verheugd dat het ‘duaal leren’ in Vlaanderen nu definitief van de grond komt. Na twee proefjaren zal vanaf september 2018 het nieuwe systeem van onderwijs op school, gecombineerd met opleiding op de werkvloer, verder worden uitgerold. Het wettelijk kader is er. In het Vlaamse systeem worden leerlingen theoretisch opgeleid in bestaande technische scholen. Binnen het duaal leren krijgen ze, gespreid over drie blokken, liefst vijftien weken opleiding op de werkvloer. Dat is meer dan de helft van hun lesuren. Ze doen ervaring op die ze nergens anders kunnen halen. Wouter De Geest hoopt dat het duaal leren ook voor hogere opleidingen mogelijk wordt en een sterk alternatief kan vormen voor de nog ‘vrijblijvende’ stages in ondernemingen. ‘Die hoger opgeleiden zullen we zeker nodig hebben, willen we onze industrie 4.0 op gang trekken en realiseren.’ Postgraduaat Industrie 4.0, big data, digitalisering, het heeft allemaal meer dan gemiddelde aandacht van De Geest en Vandermeiren.
Wouter De Geest: ‘Waarom niet een virtuele chemische fabriek ontwikkelen waarin kinderen alles kunnen uitproberen?’ Zo stapte het Havenbedrijf eind 2017 in het dataplatform NxtPort. Hiermee willen de initiatiefnemers data inzichtelijk en transparant maken voor alle spelers in de logistieke keten, dus ook industriële partijen. Verregaande digitalisering moet de logistiek slimmer en kostenefficiënter maken. Voordeel van digitalisering is dat het de industrie veel beter kan maken zonder echt disruptief te zijn, stelt De Geest. Maar het vraagt wel om andere vaardigheden. ‘We komen straks echt in een ander tijdperk, waarin bijvoorbeeld data-scientists heel belangrijk gaan zijn. Ik geloof er ook niet in dat we de uitstroom door vergrijzing volledig eenop-een gaan vervangen. Ook op dit vlak werken we samen met bijvoorbeeld de Universiteit van Antwerpen om elkaar de juiste impulsen te geven. Ingenieurs kunnen daar inmiddels een postgraduaat halen in het internet of things.’ CCU Ook Jacques Vandermeiren is erg enthousiast. ‘Digitalisering biedt een
enorme opportuniteit. Ook om andere groepen te interesseren. Ik heb al jonge vrouwen zien rond lopen met Forget Princess – Want to be scientist op hun shirt.’ De Geest en Vandermeiren zijn heel hoopvol over de jongere generatie. Vandermeiren: ‘De jongere generatie wil CO2 uit de lucht halen en inzetten als grondstof. Het past helemaal bij de moderne ambities, van bijvoorbeeld de onlangs opgerichte CO2 Value Europe Association.’ Het Havenbedrijf Antwerpen is een van de 43 initiatiefnemers. Industrie, onderzoek en overheden willen CCU (Carbon Capture & Utilisation, red.) een stevige impuls geven. Door met name industriële processen te ontwikkelen die CO2 omzetten in bouwstenen voor de chemie, brandstoffen en bouwmaterialen. Zelf onderzoekt het Havenbedrijf onder meer de mogelijkheid om opgevangen CO2 om te zetten in methanol. Vandermeiren: ‘We hebben in de haven alle spelers aanwezig om zulke projecten van de grond te krijgen.’ ■ PETROCHEM 4 - 2018 13
PET04 O Interview.indd 13
10-04-18 16:34
PLANTMANAGER
‘Senioriteit ontstaat door een lange verblijftijd’ Vol energie en enthousiasme is Rob Reinartz augustus 2015 aan een nieuwe uitdaging begonnen bij Anqore, een afsplitsing van DSM. ‘Hoewel ik een geweldige tijd bij DSM heb gehad, zijn dit toch wel de mooiste jaren van mijn carrière. Vooral het ondernemerschap stimuleert enorm.’
Wim Raaijen
Zijn hele werkzame leven vanaf 1981 was hij in dienst van DSM. Zijn eerste baan na zijn studie HTS Chemische Technologie was bij DSM Research, maar na ruim vier jaar kwam Rob Reinartz dichter bij de productie te staan. Eerst als process-engineer en projectmanager, later ook als plantmanager en zelfs Europees manufacturing directeur. Hij bouwde fabrieken en was ook operationeel verantwoordelijk. Heel bijzonder vond hij de revamp van een melaminefabriek in de buurt van New Orleans, Louisiana. Daar was hij in 1989 als startup-engineer bij betrokken. Krap twee jaar na deze klus ging hij terug naar deze site om er assistent general manager van de melamine-activiteiten te worden. ‘Een hele andere cultuur, waar ik veel van heb geleerd. Vooral van de enorme drive bij de mensen om de fabrieken te laten draaien. Daar is alles gericht op maximaal produceren. Europa is veel meer gericht op efficiëntie en debottlenecking. Juist van dat verschil heb ik veel opgestoken. Fantastisch om mee te maken.’ Toen hij in 1995 terugkwam naar Nederland, kwam hij voor het eerst bij de acrylonitril-productie terecht waar hij al vrij snel plantmanager werd. Na 2003 volgden verschillende functies in de vezeldivisie. Een levenslange betrekking bij DSM, zo leek het. Tot augustus 2015. Eigenlijk was Rob Reinartz (59) al een klein beetje aan het afbouwen. In 2010 had hij een internationale baan als Europese manufacturing
DE PLANTMANAGER In deze rubriek ‘De plantmanager’ laten wij elke keer een andere plantmanager aan het woord over zijn werk, visie en bedrijf. Door over het hek van anderen te kijken, zijn situaties te herkennen en geven de verschillen juist inspiratie voor verbeteringen. Hoe lukt het plantmanagers om succesvol te zijn en kunnen ze anderen daarin inspireren?
directeur fibre-intermediates ingeruild voor een positie als plantmanager caprolactam op Chemelot. In 2014 en 2015 mocht hij nog wel de bouw leiden van een nieuwe generatie ammoniumsulfaat-fabriek in Geleen. Blauwe toren Op 1 augustus 2015 kocht investeringsmaatschappij CVC Capital Partners 65 procent van de acrylonitril-tak van DSM. Weliswaar heeft DSM nog steeds 35 procent van de aandelen in handen, maar het nieuwe bedrijf Anqore opereert als een volledig zelfstandig bedrijf, met twee fabrieken op het Chemelot-terrein in Geleen. Vanwege zijn senioriteit werd Rob Reinartz gevraagd om chief operating officer (COO) te worden van Anqore. ‘Twintig jaar geleden was ik er zeker niet klaar voor geweest.’ Van deze, toch wel onzekere, stap heeft hij geen moment spijt gehad. ‘Hoewel ik een geweldige tijd bij DSM heb gehad, zijn dit toch wel de mooiste jaren van mijn carrière’, stelt Reinartz gedecideerd. ‘Vooral het ondernemerschap stimuleert enorm. We mogen ons nu overal mee bemoeien. In een groot bedrijf wordt een klein onderdeel al gauw onzichtbaar, maar bij Anqore is acrylonitril meteen corebusiness. Dat merk je aan alles. We groeien momenteel enorm. Vorig jaar al ondanks verschillende stops. Momenteel is de technische beschikbaarheid van onze fabrieken 99,7 procent. En we scoren heel goed op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. We hebben alles gewoon beter onder controle dan ooit.’ Dat heeft volgens Reinartz zeker te maken met de trots van iedereen die bij Anqore werkt. ‘Kijk nu eens naar die blauwe toren’, stelt Reinartz, wijzend vanuit zijn kantoor op de productie-
PETROCHEM 4 - 2018 14
PET04 P Plantmanager.indd 14
10-04-18 16:35
FOTO'S: WIM RAAIJEN
installaties. ‘Die hebben we meteen netjes in onze nieuwe kleuren geschilderd. Dat alleen al helpt bij de vorming van een eigen identiteit.’
Reinartz: 'Dit zijn toch wel de mooiste jaren van mijn carrière.’
Acquisitie Natuurlijk zit de conjunctuur nu ook mee, maar daaraan ligt het niet alleen dat de winst van Anqore nu al in de lift zit. ‘In het eerste volle jaar bij CVC daalde de Ebitda (een maatstaf voor de brutowinst voor aftrek van overheadkosten van een bedrijf, red.) behoorlijk’, stelt Reinartz, die al helemaal als een ondernemer spreekt. ‘Maar vorig jaar zaten we al boven het oorspronkelijke niveau en dit jaar verwachten we een verdere stijging. De markt is gunstig, maar als we niet in staat waren geweest om de productie te laten groeien, hadden we daar weinig aan gehad.’ Anqore kijkt momenteel naar mogelijkheden om te groeien. Nieuwbouw op Chemelot zal het echter niet worden. Reinartz: ‘We kijken vooral naar een acquisitie buiten Europa, bijvoorbeeld in de VS. Of dat nog een laatste leuke stap
is voor mij? Nee, daar krijg ik sowieso mijn vrouw niet meer naar toe.’ Ouder dan 54 Aandacht voor de mens is heel belangrijk bij het huidige succes van Anqore. ‘Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld heel veel aandacht gegeven aan de cao-onderhandelingen. We hebben 28 sessies belegd over de cao. En telkens de vraag gesteld, waar gaat de cao over en wat brengt die jullie? We begonnen met veel wantrouwen. Ook niet gek, want zo’n overname brengt veel onzekerheid met zich mee. Maar gaandeweg groeide het vertrouwen. We hebben ook veranderingen in het beloningssysteem doorgevoerd, maar ook voor iedere werknemer doorgerekend wat het in diens specifieke situatie betekende. En we zijn met alle 145 medewerkers afzonderlijk aan tafel gaan zitten om het te bespreken. Inmiddels is er
enorm veel vertrouwen in het hele team.’ Reinartz is nog trotser op de prestaties van de afgelopen jaren, als hij bedenkt dat de helft van de mensen ouder dan 54 is. ‘Geweldig toch dat we met een relatief oud team zoveel stappen voorwaarts hebben kunnen zetten?’ Daarbij wil hij ook de medewerkers van Sitech, het gezamenlijke onderhoudsbedrijf van verschillende producenten op Chemelot, een dikke pluim geven. ‘Er is echt een sterke binding met hen. En dat helpt ons enorm.’ 360 graden De vergrijzing van het personeel levert meteen ook een aardige uitdaging op. Reinartz: ‘Anqore heeft de komende tien jaar vijftig nieuwe operators nodig.’ Maar wel een interessante uitdaging. Hij verwacht overigens niet dat mensen zo maar een-op-een vervangen zullen worPETROCHEM 4 - 2018 15
PET04 P Plantmanager.indd 15
10-04-18 16:36
[Sch
INNOVATIEKRACHT | SPIJKENISSE | 7 JUNI
rijf
nu i
n]
HET NIEUWE PRODUCEREN We staan aan de vooravond van de vierde industriële revolutie. De combinatie van slimme sensoren en enorme rekencapaciteit van computers zorgt er bijvoorbeeld voor dat we enorm veel data beschikbaar krijgen en die op een waardevolle manier kunnen interpreteren. Toch is deze ontwikkeling niet een doel op zich. Industry 4.0 is vooral een middel om processen duurzamer, efficiënter en ook veiliger te kunnen doen. Ook verschillende andere innovatieve technologieën op het gebied van elektrificatie en nieuwe zienswijzen over bijvoorbeeld de omgang met grondstoffen en materialen leggen de basis voor ‘Het nieuwe produceren.’ Tijdens Deltavisie 2018 gaan we op zoek naar de kansen die vernieuwing biedt voor de procesindustrie. Initiatiefnemer:
Contentpartners:
Programma 10.15 uur
Ontvangst en registratie
11.00 uur Aanvang ochtendprogramma • Openingslezing van Ulco Vermeulen (Directeur Business Development, Nederlandse Gasunie) • Keynotes van o.a. Mark Haarman (Mainnovation) 12.30 uur
Netwerklunch
13.30 uur Aanvang middagprogramma • Interactief debat • Break-out sessies 15.30 uur
Korte pauze
16.00 uur Vervolg middagprogramma • Keynote Marcel Galjee (AkzoNobel) • Pitches finalisten Plant Manager of the Year 17.15 uur
Netwerkborrel
18.30 uur Aanvang avondprogramma met diner • Uitreiking VOMI Safety eXperience Award 2018 • Bekendmaking Plant Manager of the Year 2018 Partners:
www.deltavisie2018.nl Deltavisie hele pagina 21032018.indd 1 PET04 Advertenties.indd 16
26-03-18 10-04-18 14:38 16:27
den. ‘Digitalisering en industry 4.0 gaan ervoor zorgen dat onze fabrieken misschien nog wel dertig tot veertig jaar mee gaan, maar ze zullen op een hele andere manier worden bestuurd. Het biedt ook de mogelijkheid om nieuw bloed binnen te halen. De nieuwe generatie kijkt al heel anders naar installaties en gaat nu al veel gemakkelijker met de iPad naar buiten. Ook deze ontwikkelingen hebben we in kaart gebracht om tijdig met de juiste opleidingen te beginnen.’ Het is nauwelijks toekomstmuziek meer. ‘We zijn nu bijvoorbeeld bezig met een processimulator om de huidige bezetting continu te kunnen trainen. En we kunnen al 360 graden foto’s maken van onze installaties om kennis over te dragen.’ Door digitalisering zijn nu al minder operators nodig dan voorheen. ‘Onze fabrieken hebben bij elkaar zes verschillende installaties. Per installatie is continu slechts één operator actief.’ Anqore is ook betrokken bij het Sitech Asset Health Center (SAHC) dat onlangs is opgericht. Het centrum gaat een toenemend aantal fabrieksinstallaties
‘Er is enorm veel vertrouwen in het hele team.’ op de Chemelot-site continu monitoren. Met als doel trends te analyseren die informatie verschaffen over de conditie van deze installaties. Die informatie moet Sitech Services in staat stellen in actie te komen, nog voordat er iets defect gaat in de fabriek. Kouwe kleren Reinartz gaat deze ontwikkelingen allemaal niet van dichtbij meemaken. Volgend jaar na de geplande turnaround in het voorjaar wil hij stoppen als COO van Anqore. ‘We hebben al een nieuwe, jonge plantmanager op het oog uit de eigen organisatie. Het is de bedoeling dat hij ook zeven tot acht jaar op die positie blijft. Voor de continuïteit is het belangrijk dat mensen lang blijven zitten. Senioriteit ontstaat door een lange verblijftijd.’ Dat hij afscheid neemt - op het spreekwoordelijke hoogtepunt - is een optelsom. Sinds 1998 is Reinartz naast zijn
normale functies ook bij toerbeurt leider van het actiecentrum. Bij calamiteiten krijgt hij de leiding over de hele Chemelot-site, ook de installaties van de andere fabrikanten. Vroeger was het allemaal DSM, maar nu is er een grote verscheidenheid aan eigenaren. Bij calamiteiten moeten ze wel als een geheel opereren, naar binnen en naar buiten. Op dat moment neemt het actiecentrum de volledige leiding over. Een bijzondere en inspirerende rol met geweldige teams om mee samen te werken, stelt Reinartz. ‘Gelukkig zijn er weinig incidenten en blijft de impact vaak beperkt.’ Maar heel af en toe zijn er calamiteiten met grote gevolgen. ‘Zulke ongelukken gaan niet in je kouwe kleren zitten en je raakt het nooit helemaal kwijt. Het heeft mijn beslissing om volgend jaar te stoppen mede bepaald. Maar ook mijn vrouw, die wat ouder is dan ik, heeft een belangrijke stem gehad.’ ■
PETROCHEM 4 - 2018 17
PET04 P Plantmanager.indd 17
10-04-18 16:36
PROJECTEN CHEMIE Opdrachtgever: Evonik Waar: Antwerpen Investering: hoog tweecijferig miljoenenbedrag Afronding: medio 2019
Evonik investeert in een uitbreiding van de capaciteit voor pyrogene silica in Antwerpen. De nieuwe installaties moeten in de zomer van 2019 operationeel zijn. Dankzij de uitbreiding zal Evonik vanuit Antwerpen niet alleen hydrofiele maar ook hydrofobe silica aan haar klanten kunnen leveren. Evonik heeft niet naar buiten gebracht hoeveel miljoen euro ze investeert, alleen dat het om een ‘hoog tweecijferig miljoenenbedrag’ gaat.
Opdrachtgever: FRX Polymers Waar: Antwerpen Investering: 10 miljoen Afronding: onbekend
FRX Polymers investeert tien miljoen euro in een verdubbeling van de productie in zijn Antwerpse fabriek op de site van Covestro. Het bedrijf produceert vlamvertragende stoffen op basis van fosfor, terwijl klassieke vlamvertragers zijn gemaakt op basis van broom. Het gebruik van broom stuit steeds meer op weerstand wegens de mogelijk toxische effecten.
Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Antwerpen Investering: 4 miljoen Afronding: eind 2018
Ineos Oxide gaat de capaciteit van haar fabriek voor de productie van ethylideennorborneen in Antwerpen uitbreiden. Via een debottlenecking zal de capaciteit van de fabriek worden vergroot met 7.500 ton, waarmee de totale capaciteit 35.500 ton per jaar wordt. Eind 2018 moet de debottlenecking zijn afgerond.
Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Zwijndrecht Investering: 40 miljoen Afronding: eind 2018
Ineos Oxide investeert in Zwijndrecht veertig miljoen euro in een nieuwe productie-unit, Alkox 6, en breidt de productiecapaciteit voor alkoxylaten daarmee uit met 65.000 ton per jaar.
Opdrachtgever: Kaneka Waar: Westerlo Investering: 34 miljoen euro Afronding: eind 2018
Kaneka investeert 34 miljoen euro in een extra lijn voor silicone polymeren, harsen die worden toegevoegd aan afdichtmiddelen, lijmen en coatings, om ervoor te zorgen dat deze uitharden nadat het product is aangebracht. Kaneka heeft momenteel twee productielijnen in België. Het bedrijf wil tegen het einde van 2017 beginnen met de uitbreidingswerkzaamheden. Eind 2018 moet de installatie operationeel zijn.
Opdrachtgever: Kaneka Waar: Westerlo Investering: 15 miljoen Afronding: begin 2019
Kaneka investeert vijftien miljoen euro in extra productiecapaciteit voor schuimen van polyetheen en polypropeen in Westerlo. Het project omvat de bouw van extra geavanceerde faciliteiten met optimale procesbeheersbaarheid, waardoor hoogwaardige productinnovaties mogelijk zijn. De uitbreiding wordt begin 2019 afgerond.
Opdrachtgever: Kemira Waar: Botlek Investering: 30 miljoen Afronding: begin 2019
Kemira investeert 30 miljoen euro in een uitbreiding van de productiecapaciteit voor polymeren die worden gebruikt bij chemical enhanced oil recovery. De nieuwe capaciteit op de site in de Botlek kan naar verwachting in het begin van 2019 in gebruik worden genomen.
Opdrachtgever: Kronos Waar: Gent Investering: 36 miljoen Afronding: onbekend
Kronos, producent van titaandioxide, investeert 26 miljoen euro in een uitbreiding van productiecapaciteit. Er komt een grotere pigmentfilter en het Amerikaanse hoofdkwartier moet nog groen licht geven voor een vierde stoommaler en een nieuwe verpakkingslijn. Hierdoor zou de productiecapaciteit verhoogd worden van 85.000 ton naar 120.000 ton per jaar. Daarnaast investeert het bedrijf 10 miljoen euro in energierecuperatie.
Opdrachtgever: Morssinkhof Rymoplast Waar: Heerenveen Investering: 20 miljoen Afronding: begin 2019
Morssinkhof Rymoplast gaat een fabriek voor kunststofrecycling bouwen in Heerenveen. De fabriek wordt gebouwd naast de kunststofsorteerinstallatie van Omrin, HVC en Midwaste. De hypermoderne fabriek zal PP en HDPE uit consumentenafval verwerken tot nieuwe grondstoffen voor hoogwaardige toepassingen.
PETROCHEM 4 - 2018 18
PET04 K Projecten.indd 18
10-04-18 16:41
PROJECTEN Opdrachtgever: Nippon Shokubai Waar: Zwijndrecht Investering: 350 miljoen euro Afronding: 2018
Het Japanse Nippon Shokubai investeert 350 miljoen euro in een uitbreiding van de productiecapaciteit voor superabsorberende polymeren (SAP) en de bouw van een nieuwe productie-eenheid voor acrylzuur in Zwijndrecht. De nieuwe installaties moeten in het tweede kwartaal van 2018 operationeel zijn.
Opdrachtgever: Sekisui Waar: Geleen en Roermond Investering: 155 miljoen Afronding: 2020
Sekisui Chemical investeert 155 miljoen euro in een uitbreiding van de productie in Geleen en Roermond. Beide fabrieken krijgen er tot 2020 een derde productielijn bij voor folies in gelamineerd glas voor autoruiten.
Opdrachtgever: Teijin Aramid Waar: Emmen Investering: onbekend Afronding: mei 2018
Teijin Aramid gaat haar aramide-productiecapaciteit voor de Twaron supergaren uitbreiden. Het bedrijf investeert daartoe in een nieuwe spin-technologie voor de fabriek in Emmen. De extra capaciteit wordt vanaf mei 2018 beschikbaar.
Opdrachtgever: Yara Waar: Sluiskil Investering: 241 miljoen euro Afronding: april 2018
Yara Sluiskil investeert ruim 241 miljoen euro in een nieuwe ureumgranulatiefabriek, die een capaciteit krijgt van 660.000 ton per jaar. De plant (Ureum-8) zal in het voorjaar van 2018 in gebruik worden genomen.
GROEN EN BIO Opdrachtgever: BioMCN Waar: Farmsum Investering: honderd miljoen euro Afronding: eind 2018
BioMCN in Farmsum gaat een productielijn voor methanol renoveren, die al sinds 2005 in de mottenballen ligt. De herstart van de lijn voegt 430.000 ton toe aan de productiecapaciteit (nu jaarlijks 360.000 ton). Ook investeert het bedrijf 1,2 miljoen euro in een installatie waarmee CO2 die ontstaat bij de productie van biogas, kan worden omgezet in bio-methanol. Dit levert zo’n 15.000 ton bio-methanol op (nu jaarlijks 60.000 ton).
Opdrachtgever: Lowlands Methanol Waar: Rotterdam Investering: 75 miljoen euro Afronding: begin 2020
Het nieuwe bedrijf Lowlands Methanol is van plan een methanolfabriek te bouwen in de haven van Rotterdam. De afvalverwerkingsinstallatie moet per jaar 150.000 ton biomassa en afval gaan verwerken. In de fabriek worden hout en RDF (Refuse Derived Fuel) bewerkt en vergast.
Opdrachtgever: OCI Nitrogen en Re-N Technology Waar: Chemelot, Geleen Investering: onbekend Afronding: 2020
OCI Nitrogen gaat in Geleen een installatie bouwen waarin mest kan worden verwerkt tot biogas, mestkorrels en de kunstmest ammoniumsulfaat. De fabriek krijgt een capaciteit van 700.000 ton dierlijke meststoffen per jaar. De vergisting vindt plaats in twaalf vergisters met een totaalvolume van 84.000 kubieke meter. De installatie zal per jaar ongeveer 43.000 kubieke meter biogas produceren. Daarnaast verwacht OCI 75.000 ton gepelletiseerde mestkorrels en 30.000 kubieke meter ammoniumsulfaat te kunnen maken.
Opdrachtgever: Synvina Waar: Antwerpen Investering: 250 tot 300 miljoen euro Afronding: 2023-24
Synvina, de joint venture van Avantium en BASF, bouwt een furaandicarbonzuurfabriek (FDCA) voor de productie van biologische plastics op de Verbund-site van BASF in Antwerpen. De fabriek krijgt een capaciteit van 50.000 ton per jaar en is de eerste commerciële FDCA-fabriek ter wereld.
OLIE, GAS EN OFFSHORE Opdrachtgever: NAM Waar: tussen Hoogeveen en Meppel Investering: onbekend Afronding: onbekend
NAM werkt aan de tweede fase van het Aardgas+-project om de laatste tien procent gas met stikstofinjectie uit een veld in de regio tussen Hoogeveen en Meppel te kunnen winnen. Er worden stapsgewijs elf putten geboord die stikstof injecteren in het gasveld.
PETROCHEM 4 - 2018 19
PET04 K Projecten.indd 19
10-04-18 16:41
PROJECTEN Opdrachtgever: ONEgas Waar: Noordzee Investering: onbekend Afronding: onbekend
ONEgas, een combinatie van Shell en de NAM, bouwt het platform K15-FA in de Noordzee om tot een onbemand platform zonder gasbehandelingsinstallaties. Het gas zal voortaan worden behandeld op K14.
Opdrachtgever: OOS International Waar: Serooskerke Investering: 1 miljard euro Afronding: 2019
Het Zeeuwse bedrijf OOS International gaat met het Chinese China Merchant Industry Holdings twee nieuwe schepen bouwen voor het slopen en installeren van offshore-platforms. De investering bedraagt bijna een miljard euro. De schepen moeten in 2019 klaar zijn.
RAFFINAGE Opdrachtgever: ExxonMobil Waar: Rotterdam Investering: 1 miljard dollar Afronding: 2018
ExxonMobil breidt de hydrocracker-installatie op de raffinaderij in Rotterdam uit. De hydrocracker-installatie kan zwaardere producten omzetten in hoogwaardige eindproducten zoals EHC Group II basisolie en ultra-laagzwavelige diesel. De investering bedraagt meer dan 1 miljard dollar.
Opdrachtgever: ExxonMobil Waar: Antwerpen Investering: 730 miljoen euro Afronding: voorjaar 2018
ExxonMobil investeert 730 miljoen euro in de Antwerpse raffinaderij. Het bedrijf bouwt een delayed coker unit, een kraker die zware, hoogzwavelige restolie omzet in schonere olieproducten en transportbrandstoffen, zoals gasolie voor de scheepvaart en diesel.
Opdrachtgever: Gunvor Waar: Rotterdam Investering: 300 miljoen dollar Afronding: 2019
Gunvor investeert driehonderd miljoen dollar in een upgrade (doorontwikkeling en infrastructurele verbeteringen) van de Rotterdamse raffinaderij. Gunvor wil de raffinaderij integreren in haar raffinaderijen in Antwerpen en Ingolstadt (Duitsland).
Opdrachtgever: Shell Waar: Pernis Investering: onbekend Afronding: 2018
Shell bouwt een nieuwe fabriek in Pernis: een solvent deasphalter (SDA). De SDA verwijdert zwaardere fracties uit aardolie, zodat de raffinaderij een groter deel van de ruwe aardolie kan verwerken tot lichtere, hoogwaardige producten. De nieuwe eenheid zorgt voor een andere samenstelling van het productportfolio.
Opdrachtgever: Zeeland Refinery Waar: Vlissingen-Oost Investering: 40 miljoen euro Afronding: 2020
Zeeland Refinery investeert 40 miljoen euro in haar hydrocracker. Het bedrijf zet in op een extra reactor van dertig meter hoog, die naast de twee bestaande reactoren wordt gebouwd. Daarmee wordt het productieproces efficiënter en flexibeler en verminderen de productiekosten. Tijdens de grote onderhoudsstop van de raffinaderij in 2020 zal de nieuwe reactor worden verbonden met de bestaande installatie, waarna deze in bedrijf kan worden genomen.
TANKOPSLAG Opdrachtgever: Alpha Terminals Waar: Vlissingen Investering: 250 miljoen Afronding: eind 2020
Alpha Terminals investeert 250 miljoen euro in een nieuwe terminal voor vloeibare bulk in het havengebied van Vlissingen. De tankterminal krijgt 34 tanks met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 500.000 kubieke meter. Daarnaast komt er een steiger voor het lossen en laden van zee- en binnenvaartschepen. Verwacht wordt dat de bouwwerkzaamheden tegen 2019 kunnen beginnen en twee jaar duren.
Opdrachtgever: ATPC Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: medio 2018
ATPC (Antwerp Terminal and Processing Company) bouwt een LPG-ethaan tankopslagpark van dertigduizend kubieke meter. De tanks zijn ontworpen voor de opslag van ethaan, propaan, butaan en afgeleide producten. Het bedrijf verwacht medio 2018 de volledige capaciteit in gebruik te kunnen nemen.
PETROCHEM 4 - 2018 20
PET04 K Projecten.indd 20
10-04-18 16:41
PROJECTEN Opdrachtgever: HES International Waar: Maasvlakte I Investering: enkele honderden miljoenen euro’s Afronding: eind 2019
HES International ontwikkelt op Maasvlakte 1 een tankterminal van 52 tanks met een totale capaciteit van circa 1,3 miljoen m3 voor de op- en overslag van olieproducten en biobrandstoffen. De tanks variëren in grootte van vijf- tot vijftigduizend m3. De HES Hartel Tank Terminal wordt een onafhankelijke opslagterminal, maar BP heeft zich gecommitteerd aan het project, inclusief plannen voor pijpleidingverbindingen tussen hun raffinaderij en de terminal. De terminal zal eind 2019 gereed zijn.
Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Zwijndrecht Investering: 20 miljoen Afronding: vierde kwartaal 2018
Ineos Oxide breidt in Zwijndrecht de opslagcapaciteit voor ethyleenoxide uit met vier grote opslagtanks van elk vijftig meter lang. Daarmee komt er 2.000 ton extra opslagcapaciteit bij.
Opdrachtgever: Koole Tankstorage Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: onbekend
Koole Tankstorage wil haar terminal in Rotterdam uitbreiden. Als de benodigde vergunningen rond zijn, wordt de op- en overslagslagcapaciteit voor olieproducten met ongeveer 500.000 kubieke meter vergroot naar 1.600.000 kubieke meter.
Opdrachtgever: OTAG Waar: Antwerpen Investering: ruim honderd miljoen euro Afronding: 2019
Oiltanking Antwerp Gas Terminal (OTAG) investeert ruim honderd miljoen euro in nieuwe tankopslagcapaciteit en een nieuwe steiger. Met de bouw van een 135.000 kubieke meter butaantank zal in 2019 de capaciteit van de terminal bijna verdubbelen tot 273.000 kubieke meter. OTAG bouwt de butaantank voor Ineos.
Opdrachtgever: Rubis Terminal Waar: Rotterdam Investering: 120 miljoen euro Afronding: onbekend
Rubis Terminal breidt haar terminal in Rotterdam in vijf fases uit. In totaal bestaat de uitbreiding uit 45 tanks met een totale capaciteit van bijna 150.000 kubieke meter, waarmee een totale investering van 120 miljoen euro is gemoeid. Fase 1 van de uitbreiding is eind 2016 afgerond.
Opdrachtgever: Sea-Tank Terminal Waar: Antwerpen Investering: 250 miljoen euro Afronding eerste fase: eind 2018
Sea-Tank Terminal bouwt in Antwerpen een dedicated tankterminal voor een wereldspeler uit de chemiesector. In eerste instantie krijgt de terminal een capaciteit van 750.000 kubieke meter. In een tweede fase wordt er mogelijk meer capaciteit bijgebouwd. Naar verwachting duurt de bouw van de terminal twee jaar. De investering wordt geraamd op 250 miljoen euro.
Opdrachtgever: Sea-Tank Terminal Waar: Antwerpen Investering: 50 miljoen euro Afronding eerste fase: onbekend
Sea-Tank Terminal gaat voor Total een nieuwe installatie voor vloeibare bulk inrichten aan het Hansadok in de haven van Antwerpen. Het gaat om een investering van vijftig miljoen euro.
Opdrachtgever: Totseanergy Waar: Antwerpen Investering: 100 miljoen euro Afronding eerste fase: medio 2019
Totseanergy, een joint venture van Total en de groep SEA-invest, investeert honderd miljoen euro in een nieuwe terminal in Antwerpen. De investering omvat acht nieuwe tanks van elk twintigduizend kubieke meter, drie bijkomende laad- en losplaatsen en een pijpleiding tussen de terminal en de raffinaderij van Total.
Opdrachtgever: Vopak Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend
Vopak bouwt op de ACS-terminal in Antwerpen een nieuw laadstation voor het laden van treinwagons met acetyls. Dit zijn basisgrondstoffen voor eindproducten als coatings, verpakkingen en farmaproducten. Het overgrote deel van de verwerking gebeurt in Duitsland, waarbij Antwerpen als bundelings- en opslaghub fungeert.
Opdrachtgever: VVTI-ETT Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: medio 2018
Euro Tank Terminal, dochter van VTTI, breidt haar opslagcapaciteit uit met ruim tien procent. Dankzij de bouw van vier nieuwe tanks komt er 174.000 kubieke meter bij. ETT bouwt de tanks om producten flexibeler te kunnen opslaan.
PETROCHEM 4 - 2018 21
PET04 K Projecten.indd 21
10-04-18 16:41
PROJECTEN Opdrachtgever: Zenith Energy Waar: Antwerpen Investering: 250 miljoen euro Afronding eerste fase: onbekend
Zenith Energy wil een tankterminal bouwen in Antwerpen. Het bedrijf heeft al een terminal in Amsterdam. Zodra de concessie in Antwerpen is toegekend, kan Zenith in een eerste fase 500.000 kubieke meter aan capaciteit bouwen en daarna uitbouwen tot 1.000.000 kubieke meter.
UTILITIES Opdrachtgever: Dow Waar: Terneuzen Investering: onbekend Afronding: 2018
Bij Dow in Terneuzen wordt in 2018 een pilotinstallatie gebouwd om lagedrukstoom op te waarderen. Stoomrecompressie kan een belangrijke bijdrage leveren aan elektrificatie in de industrie. De pilotinstallatie bij Dow krijgt een capaciteit van tien ton per uur.
Opdrachtgever: Ecluse Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend
Ecluse gaat de energievoorziening op basis van aardgas van meerdere chemiebedrijven in Antwerpen vervangen door een warmtenet van ongeveer vijf kilometer lengte. Afnemers met een ‘letter of intent’ om warmte af te nemen, zijn Ineos, Lanxess, ADPO, Ashland, DNCP en Monument Chemical. Het netwerk kan op termijn groeien.
Opdrachtgever: EEW Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: eind 2018
EEW Energy from Waste breidt haar productiecapaciteit uit met een derde lijn. EEW levert energie in de vorm van stoom en elektriciteit aan de omliggende industrie op het chemiepark Delfzijl en in het industriegebied Oosterhorn. Het bedrijf maakt groene energie uit diverse soorten afval.
Opdrachtgever: Evides Industriewater Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: medio 2018
Evides Industriewater realiseert een tweede demiwaterfabriek op de Maasvlakte om de Botlek, Europoort en Maasvlakte 1 en 2 van hoogwaardig proceswater te kunnen voorzien. Eind december is de nieuwe fabriek succesvol in gebruik genomen. De komende maanden wordt het tweede deel van de installatie gerealiseerd en stijgt de productiecapaciteit van DWP Maasvlakte naar 800 kubieke meter per uur.
Opdrachtgever: Evides Industriewater Waar: Botlek Investering: onbekend Afronding: onbekend
Het Rotterdamse haven- en industriegebied Botlek krijgt een centrale afvalwaterzuivering. AkzoNobel Industrial Chemicals, Huntsman, Emerald Kalama Chemical en Kemira hebben een intentieverklaring voor het project getekend. Evides Industriewater is de projectontwikkelaar en toekomstige bedrijfsvoerder van de nieuwe afvalwaterzuivering.
NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Gasunie Waar: Zeeland Investering: onbekend Afronding: vierde kwartaal 2018
Dow Terneuzen en Yara Sluiskil gaan waterstof uitwisselen via een oude, ondergrondse gasleiding van Gasunie, die al jaren niet meer wordt gebruikt. De gasleiding wordt vanaf mei omgebouwd en aangesloten, en kan als alles volgens planning verloopt in het vierde kwartaal van 2018 als waterstofleiding in gebruik worden genomen. Dan kan Yara de waterstof die vrijkomt bij de kraakinstallaties van Dow inzetten als grondstof.
Opdrachtgever: Gasunie Transport Services Waar: Zuidbroek Investering: 500 miljoen Afronding: 2022
Gasunie Transport Services wil de stikstofinstallatie in Zuidbroek uitbreiden. In de installatie wordt stikstof uit de lucht gewonnen, zodat het kan worden gemengd met (geïmporteerd) gas dat een hogere verbrandingswaarde heeft dan het gas uit het Groningenveld. Het project omvat ook een mengstation inclusief vier kilometer nieuwe leiding, en aansluitleidingen op bestaande gasleidingen en een stikstofleiding die is verbonden met de bestaande stikstofcaverne in Heiligerlee.
NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Groningen Seaports Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: eind 2018
De stoomleiding tussen AkzoNobel en Eneco Bio Golden Raand krijgt er achthonderd meter bij. Via deze uitbreiding gaat EEW de extra stoom die zij gaat produceren, leveren aan AkzoNobel op het Chemie Park Delfzijl. Als alles volgens planning loopt, zal de uitbreiding van de leiding in oktober 2018 gereed zijn. Dan worden de installaties van EEW en AkzoNobel aangesloten en zal de uitbreiding vanaf december 2018 voltooid zijn.
PETROCHEM 4 - 2018 22
PET04 K Projecten.indd 22
10-04-18 16:41
PROJECTEN Opdrachtgever: Havenbedrijf Rotterdam Waar: Europoort en Pernis Investering: 50 miljoen euro Afronding: 2019
Havenbedrijf Rotterdam wil tussen Europoort en Pernis een 25 kilometer lange pijpleiding aanleggen voor het transport van laagzwavelige dieselolie. Het zogenoemde Diesel Common Carrier System is bedoeld om bedrijven in de productie, opslag en handel in dieselbrandstoffen met elkaar te verbinden. De ingebruikname is gepland voor 2019.
Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Zwijndrecht Investering: 30 miljoen Afronding: medio 2019
Ineos Oxide investeert in Zwijndrecht zo’n dertig miljoen euro in een nieuwe hoge-drukstoomketel met een capaciteit van 150 MWth. Vier tijdelijke hoge-drukboilers, die dienen als stand-by, zijn al in gebruik genomen.
Opdrachtgever: o.a. Shell Waar: Rotterdam Investering: 16 miljoen euro Afronding: onbekend
Shell, Warmtebedrijf Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam gaan restwarmte, die vrijkomt bij de raffinaderij van Shell Pernis, leveren aan de regio Rotterdam. Het project moet energie leveren om in de warmtebehoefte van 16.000 huishoudens te kunnen voorzien. Met het project is een totale investering van ongeveer 16 miljoen euro gemoeid.
PILOTS EN PLANNEN Opdrachtgever: AkzoNobel en Gasunie Waar: Chemie Park Delfzijl Investering: onbekend Afronding: onbekend
AkzoNobel en Gasunie New Energy onderzoeken de mogelijkheden voor een grootschalige power-to-gas-installatie op het Chemie Park Delfzijl. De bedrijven willen een installatie ontwikkelen die – met een twintig megawatt waterelektrolyse-unit – duurzaam geproduceerde elektriciteit omzet in drie kiloton groene waterstof per jaar (dertig miljoen kubieke meter). Een besluit over de bouw van de installatie wordt in 2019 verwacht.
Opdrachtgever: AkzoNobel Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: 2021
AkzoNobel wil de productie van hoogzuiver vacuümzout op haar locatie in Delfzijl uitbreiden. Het project verhoogt de productie van de fabriek met ongeveer 25 procent. Het chemiebedrijf studeert nog op de plannen en wil in de eerste helft van 2018 een beslissing nemen. Bij groen licht moet het project vervolgens binnen drie jaar worden voltooid.
Opdrachtgever: Dow en ArcelorMittal Waar: Gent Investering: 20 miljoen euro Afronding: 2022
Staalproducent ArcelorMittal in België wil CO uit zijn afvalgassen leveren aan Dow Benelux in Terneuzen. Dow kan de CO met eigen overtollig waterstof combineren tot syngas. Allereerst worden twee proeffabrieken gebouwd in Gent. In 2022 wordt op basis van de pilots besloten of het businessplan economisch levensvatbaar is. Bij groen licht wordt rond 2025 in België een fabriek gebouwd waar de afvalgassen worden verwerkt tot syngas dat per schip naar Terneuzen wordt vervoerd
Opdrachtgever: ArcelorMittal Waar: Gent Investering: 87 miljoen euro Afronding: 2019/2020
Staalconcern ArcelorMittal, LanzaTech en Primetals Technologies investeren 87 miljoen euro in de Gentse vestiging van ArcelorMittal om bio-ethanol te maken uit gassen die vrijkomen bij staalproductie. Om de technologie van LanzaTech te testen, bouwen de partners een pilotplant, die ongeveer 80 miljoen liter bio-ethanol per jaar zal produceren.
Opdrachtgever: o.a. Avantium Waar: Chemie Park Delfzijl Investering: 100 miljoen euro Afronding: 2022
Avantium, AkzoNobel en RWE willen samen een bioraffinaderij van 100.000 ton bouwen op het Chemie Park Delfzijl. In de raffinaderij worden zuivere suikers gemaakt uit houtsnippers. Die suikers kunnen vervolgens worden gebruikt als grondstof voor verven en lakken. De fabriek zal mogelijk in 2022 in gebruik kunnen worden genomen.
Opdrachtgever: Borealis Waar: Kallo Investering: onbekend Afronding: begin 2022
Borealis wil op haar productiesite in Kallo een fabriek bouwen voor propaandehydrogenering. Deze krijgt een capaciteit van 740.000 ton per jaar. In het derde kwartaal van 2018 valt de definitieve beslissing over de investering. De start-up van de fabriek is gepland voor begin 2022.
PETROCHEM 4 - 2018 23
PET04 K Projecten.indd 23
10-04-18 16:41
Advertorial
ENERGYST BIEDT TURNKEY-HUUROPLOSSINGEN VOOR KOEL- EN STROOMVOORZIENING In de grotere vermogens, complexe vraagstukken en faciliteiten waar energie kritisch is, toont Energyst zich marktleider. Klanten waarderen het om hun tijdelijke energievraag aan één bedrijf toe te vertrouwen. Het gaat immers niet om de levering van een machine, wel om de engineering van een totaaloplossing. Proceskoeling “De core business van Energyst is de levering, plaatsing en het onderhoud van tijdelijke energievoorzieningen”, zegt Rob Feenstra, salesmanager Benelux. “En dat waar energie kritisch is: bijvoorbeeld in de (petro)chemie bij datacentra en ziekenhuizen. Waar een tijdelijk energietekort is of verbouwings- of uitbreidingswerken gepland zijn, wordt op Energyst een beroep gedaan.” “Energyst is een Europese organisatie met meerdere vestigingen in Europa en omdat het onderdeel is van Caterpillar, beschikken we over veel én snel inzetbaar materieel en een uitgebreid servicenetwerk.
“Met de zomer in aantocht hebben bijvoorbeeld (petro)chemische bedrijven behoefte aan extra koeling. Deze jaarlijks terugkerende behoefte wordt opgelost door inhuur van extra koelcapaciteit. Dat vergemakkelijkt het op- en afschalen van de bedrijfsactiviteiten van onze klanten, wat de kosten significant kan drukken. Innnovaties “We merken dat het aantal nieuwe projecten bij onze klanten toeneemt en dat biedt nieuwe kansen voor Energyst. Bovendien worden machines schoner om aan de emissie-eisen te voldoen. Er is een trend naar natuurlijke koelmiddelen en zonne-energie. Maar zonnepanelen alleen leveren te weinig energie op voor de toepassingen bij onze klanten. Ook in de toekomst zullen er altijd grote vermogens tijdelijke energie nodig zijn. Verduurzaming is voor Energyst essentieel. Wij zorgen ervoor dat onze machines schoner en energie-efficiënt produceren om ook aan de eisen van onze klanten te voldoen en bij te dragen
aan hun duurzaamheidsdoelstellingen. De energievraag groeit harder dan het aanbod, maar investeren bij tijdelijke behoefte is voor bedrijven meestal niet de oplossing; inhuur is dat wel. Dat staat borg voor betrouwbare machines, snel anticiperen op ontwikkelingen en geen onderhoudskosten. Calamiteitenservice Een stroomonderbreking of een probleem met de vaste koelinstallatie komt helaas te vaak voor. Wanneer elektriciteit, koeling en/of verwarming opeens niet langer beschikbaar is, heeft dit financiële gevolgen. Om deze problematiek het hoofd te bieden, maakt Energyst een Calamiteitenplan op waarin elk projectdetail in kaart gebracht wordt. Een uitgebreid plan met daarin o.m.: plattegronden, technische tekeningen, veiligheidsprocedures, contactpersonen en sitespecificaties. Eén telefoontje naar Energyst 24/7 Calamiteitenservice voldoet om meteen de afgesproken procedure te activeren.
Energyst Rental Solutions +31(0)497 532500 Info.nl@energyst.com www.energyst.com
Schenk Containerverhuur biedt u de grootste afzetbare container van Nederland! Deze is zeer geschikt voor de opslag van diverse vloeistoffen. De 80 m3 buffercontainer is verkrijgbaar in een open-top en gesloten versie. SCHENK Containerverhuur levert desgewenst vloeistofdichte lekbakken en kunststof rijplaten. • • • • •
Vloeistofdichte containers (7, 14, 20, 28 en 40 m3) Ontwateringscontainers Open-top en gesloten 80 m3 buffercontainers Leidingwerk, appendages en aansluitingen Transport van containers
NIJMEGEN t +31 (0)24 - 348 25 93 www.schenkgroep.nl
PET04 Advertenties.indd 24
10-04-18 16:27
PROJECTEN Opdrachtgever: Corbion Waar: onbekend Investering: onbekend Afronding: onbekend
Corbion heeft plannen voor de bouw van een nieuwe melkzuurfabriek. De kans is groot dat de fabriek in Europa komt en Nederland zou dan een goeie kanshebber zijn als locatie. De fabriek zal een capaciteit van meer dan 100.000 ton per jaar krijgen.
Opdrachtgever: o.a. Enerkem Waar: Rotterdam Investering: 200 miljoen euro Afronding: onbekend
Een samenwerkingsverband van AkzoNobel, Van Gansewinkel, Air Liquide, AVR, Enerkem en Havenbedrijf Rotterdam wil een waste-to-chemicals-fabriek in Rotterdam realiseren. De installatie zal uit ongeveer 360.000 ton huishoudelijk en bedrijfsafval synthesegas en vervolgens zo’n 220.000 ton methanol gaan produceren.
Opdrachtgever: Ineos Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend
Ineos zoekt een locatie voor een nieuwe fabriek voor propaandehydrogenering in Europa, waarbij Antwerpen als mogelijke vestigingsplaats is genoemd. De fabriek zou een capaciteit van 750.000 ton per jaar krijgen.
Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Antwerpen Investering: honderden miljoenen euro’s Afronding: onbekend
Ineos Oxide overweegt honderden miljoenen euro’s te investeren in een nieuwe fabriek voor de productie van vinylacetaatmonomeer (VAM). De fabriek krijgt een capaciteit van 300 kiloton per jaar en wordt in Antwerpen of Keulen (Duitsland) gebouwd. Hull (GB) is ook een mogelijke locatie, maar dan gaat het om een revamp van een bestaande fabriek .
Opdrachtgever: InSciTe Waar: Geleen Investering: onbekend Afronding: 2018
Het publiek-private partnerschap InSciTe bouwt een multifunctionele proeffabriek voor de productie van olie uit lignine. Deze crude lignin oil (CLO) kan worden gebruikt als brandstof voor schepen en boten. De proeffabriek krijgt een capaciteit van zo’n 160 liter per dag en is naar verwachting in 2018 operationeel.
Opdrachtgever: Lyondell Waar: Botlek Investering: onbekend Afronding: onbekend
Lyondell overweegt zijn SMPO-fabriek in de Botlek uit te breiden door een debottlenecking. De capaciteit zou kunnen worden verhoogd van 325 naar 375 kiloton propyleenoxide en van 725 naar 850 kiloton styreenmonomeer per jaar. Het project wordt nog onderzocht op financiële en technische haalbaarheid.
Opdrachtgever: o.a. Nuon Waar: Eemshaven Investering: onbekend Afronding: 2023
Nuon, Gasunie en het Noorse Statoil werken samen om waterstof in te zetten als brandstof voor de Magnum-centrale in de Groninger Eemshaven. Zij hebben een innovatieproject opgestart om vanaf 2023 een van de drie units van de centrale over te schakelen op waterstof.
Opdrachtgever: Oiltanking Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: begin 2022
Als Borealis besluit te investeren in een nieuwe fabriek voor propaandehydrogenering in Kallo, wordt Oiltanking Antwerp Gas Terminal de logistieke partner voor de handling van propeen en propaan. Oiltanking bouwt dan een nieuwe opslagtank voor propaan met een capaciteit van 135.000 kubieke meter.
Opdrachtgever: PolyStyreneLoop Waar: Terneuzen Investering: 6,5 miljoen euro Afronding: eind 2018
PolyStyreneLoop wil naast chemiebedrijf ICL-IP in Terneuzen een demofabriek bouwen, die broomhoudend polystyreenafval gaat recyclen. De bouw begint in de tweede helft van 2018. Het proces levert schone polystyreen op die direct kan worden hergebruikt. Het broomhoudende residu kan in een bestaande unit ICL-IP worden verwerkt tot zuivere broom. De demofabriek kan drieduizend ton gerecycled polystyreen per jaar produceren.
Opdrachtgever: Wintershall Waar: Blok F17 Investering: onbekend Afronding: onbekend
Wintershall wil ongeveer 120 kilometer ten noorden van Den Helder olie en gas winnen (blok F17). De verwachte productie zou maximaal 20.000 vaten olie en 500.000 kubieke meter gas per dag zijn. Het gas wordt per pijpleiding getransporteerd. De olie wordt in een onderwateropslagtank opgeslagen die wekelijks wordt geleegd.
PETROCHEM 4 - 2018 25
PET04 K Projecten.indd 25
10-04-18 16:42
PROJECT
Uitbreiding Sekisui in Geleen en Roermond In de automotive sector en in de architectuur wordt glas steeds vaker toegepast om functies te vervullen op het gebied van veiligheid en gebruikscomfort. Sekisui S-Lec, producent van een speciaal PVB-folie voor gelamineerd glas, werkt aan nieuwe technologieën en innovaties die op deze onderdelen voor verbeteringen moeten zorgen. Dat dit Japanse bedrijf kiest voor uitbreiding, is voor alle betrokkenen glashelder.
Laura van der Linde
‘De vraag naar ons product groeit’, vertelt Jan Lemmens, ‘en met name de vraag vanuit de automotive sector.’ Lemmens is director production bij Sekisui S-Lec. Hij is verantwoordelijk voor de operations op de twee Nederlandse vestigingen. ‘In Geleen, op het Chemelot-terrein, produceren we de kunststoffen die vervolgens in de fabriek in Roermond worden gemixt en met andere producten worden geëxtrudeerd tot een folie.’ Lemmens houdt ook een vinger aan de pols op het gebied van ideeën over nieuwe technologieën. ‘Dat folie is namelijk het geheim van het glaswerk. Dat dit folie voorkomt dat je voorruit verbrijzelt als er een steentje tegenaan vliegt, is nog maar het topje van de ijsberg.’ Technologische ontwikkelingen Autoruiten, en dan met name de voorruiten, zijn gemaakt van gelaagd glas, bestaande uit twee stukken ruit met daartussen een laag polyvinylbutyral (PVB). Het PVB-folie van Sekisui wordt toegepast om veiligheid, zekerheid en bescherming te waarborgen. ‘Dat niet alle splinters in het rond vliegen als het glas breekt, is al een oude ontwikkeling. We hebben in de tussentijd niet stilgezeten’, vertelt Lemmens. Iedere ontwikkeling komt voort uit de behoeften vanuit de markt. ‘Veiligheid blijft belangrijk, ook als we straks zelfrijdende auto’s hebben en de kans op een ongeluk kleiner wordt. Daarnaast zetten we ook in op comfort. Zo wordt dankzij het folie Uv-licht geblokt. En denk bijvoorbeeld ook aan de vermindering van geluidsoverlast door sound acoustic folie of aan het blokkeren van infrarood licht, zodat het op warme dagen niet snikheet wordt achter glas.’ Ook wordt bij Sekisui gewerkt aan een folie dat de toepassing van dunner glas
mogelijk maakt. ‘Dit scheelt gewicht en dus brandstof.’ De toekomst van autorijden Een meer recente ontwikkeling is het Head-Up Display (HUD), dat bijvoorbeeld de rijsnelheid en de rijbaan op de voorruit kan projecteren. Op deze manier hoeft de bestuurder niet constant de zichtlijn te veranderen om te zien hoe hard er wordt gereden. Hiermee wordt de rijveiligheid verbeterd. Door verschillende technologieën te combineren, is Sekisui erin geslaagd een folie te maken dat niet alleen HUD mogelijk maakt, maar ook geluidsisolatie en zonne-warmte-reducerende functies biedt. Lemmens: ‘Voor de toekomst denken we ook aan het weergeven van informatie op ruiten. Die zou bestemd kunnen zijn voor de eigenaar of voor andere verkeersdeelnemers. Kunnen we bijvoorbeeld kenbaar maken dat de auto op slot is en goed beveiligd? Of kunnen we iemand die het zebrapad wil oversteken laten weten dat de bestuurder hem heeft gezien? Of juist niet heeft gezien. Of kunnen we de bestuurder waarschuwen voor bijvoorbeeld een persoon die in het donker onverwachts de straat over wil steken? Of denk aan een hert dat vlak naast de rijbaan staat. De bestuurder kan er op worden geattendeerd door een visuele waarschuwing op het raam.’ Research en design Het bedrijf verwacht dat de wereldwijde autoproductie de komende jaren zal stijgen. De vraag naar het folie zal meegroeien. Daarnaast is de automotive sector enorm in beweging en de folieproducent beweegt mee. ‘We zien dat er meer glas wordt verwerkt in auto’s. Neem de nieuwste modellen van Tesla. Deze hebben allemaal een groot glazen oppervlak,
PETROCHEM 4 - 2018 26
PET04 S Sekisui.indd 26
10-04-18 16:43
FOTO: CHEMELOT
Artist impression van de nieuwe productielijn in Geleen op het Chemelot-terrein.
met donker glas in het dak dat overgaat in helder glas in de voorruit.’ Met enige trots voegt Lemmens hier aan toe: ‘Het folie voor dit glaswerk wordt in Roermond geproduceerd.’ De uitbreiding in zowel Roermond als Geleen betekent een aanvulling op de bestaande productielijnen. ‘Maar het geeft ons ook de kans om een aantal nieuwe technieken waar te maken’, vertelt Lemmens. ‘Een aantal is al bekend in Japan en deze worden te zijner tijd ook hier toegepast.’ Maar er wordt ook ingezet op innovaties, nieuwe technologieën. Op de Brightlands Chemelot Campus is een Research Center van Sekisui gevestigd. ‘Hier wordt gewerkt aan nieuwe ontwikkelingen. Dit gebeurt met voeding vanuit sales en marketing, omdat we het belangrijk vinden dat we aansluiten op de behoeften van de markt.’ Volgens Japans gebruik Begin april zijn op beide locaties de bouwwerkzaamheden officieel van start gegaan met een Ground Breaking Ceremony. ‘In Japan zijn ceremonies enorm belangrijk. Op Chemelot is het ritueel geleid door een Japanse Shinto-priester. Hij heeft de zegeningen uitgesproken over de bouw en alle mensen die hier werkzaam zijn. Dit zijn gebeden voor safety, maar ook voor voorspoed en succesvol zaken doen.’ In Geleen wordt
Lemmens: ‘Met deze gedegen voorbereiding en de zegeningen van een Shinto-priester, heb ik alle vertrouwen in een goed bouwproces.’ de bouw uitgevoerd door de Japanse contractor Takanaka. Voor Roermond is er sprake van een primeur: ‘Het is de eerste keer dat Sekisui kiest voor een niet-Japanse hoofdaannemer. We hebben een tenderprocedure gevolgd en hieruit is de combinatie Heijmans en Engie als beste uit de bus gekomen.’ Met deze Europese contractors als uitvoerende partij is de Ground Breaking Ceremony in Roermond uitgevoerd in Europese stijl. ‘We hebben de grond gebroken met een graafmachine en een rol perkament met daarop alle goede wensen voor de bouw in beton gegoten en deze in de fundering verwerkt. En Europese stijl betekent natuurlijk ook dat we straks bij het bereiken van het hoogste punt een feestje vieren. Maar wel verantwoord natuurlijk.’ Virtual reality De uitbreiding op beide vestigingen wordt mogelijk gemaakt door een investering van Sekisui Chemical Group van ongeveer 155 miljoen euro. Het zal zorgen voor 40 tot 45 nieuwe vaste banen in Limburg. Lemmens is ook blij met de medewerking van de gemeenten
Sittard-Geleen, Roermond, het LIOF, de NIFA, Chemelot en de Provincie Limburg. Natuurlijk gaat productie op beide locaties gewoon door en dat is een uitdaging. ‘Het vraagt om coördinatie en een zeer goede voorbereiding’, legt Lemmens uit. Zo wordt in Roermond het gebouw aangemeten aan de productielijn die erin komt te staan. ‘We moeten zorgen dat het gebouw de machine past en dat komt zeer precies. Om te zorgen dat we in een vroeg stadium noodzakelijke aanpassingen kunnen doorvoeren, hebben we gebruik gemaakt van virtual reality. Hiermee geven we medewerkers, en dan vooral de technici die er straks moeten werken, de gelegenheid om er alvast virtueel rond te lopen.’ Deze techniek wordt bij beide projecten toegepast en in beide gevallen werd de mogelijkheid door de contractors aangeboden. De verwachting is dat Roermond in het vierde kwartaal van 2019 operationeel is en Geleen in het derde kwartaal van 2020. Lemmens: ‘Met deze gedegen voorbereiding en de zegeningen van een Shinto-priester, heb ik alle vertrouwen in een goed bouwproces.’ ■ PETROCHEM 4 - 2018 27
PET04 S Sekisui.indd 27
10-04-18 16:43
RECYCLING
Chemisch recyclen houdt koolstoffen langer in keten Bedrijven konden hun plastic bedrijfsafval tot voor kort verkopen aan China. De Chinese regering kondigde vorig jaar echter aan geen afval meer te willen importeren. Nu is er al een volwassen recyclingmarkt ontstaan voor huishoudelijk plastic, maar er zijn altijd stromen die niet mechanisch kunnen worden gerecycled. Chemisch recyclen zou voor die stromen een waardevol en milieuvriendelijk alternatief kunnen zijn.
David van Baarle
De Chinese ban op plastic bedrijfsafval uit andere landen werd vanaf januari 2018 van kracht. De Chinezen kondigden al eerder aan te willen stoppen met de import van afval als autobanden, textiel, kunststof en glas, met name omdat het land zelf genoeg afval produceert om in de eigen grondstoffen te kunnen voorzien. Ook Nederland verkocht bedrijfsafval aan China om het daar te laten recyclen. Een groot deel van dat afval betreft kunststof verpakkingsafval van bedrijven. Nu de recyclingroute in China is afgesneden, lijkt de enige voor de hand liggende optie het afval dan maar te verbranden. Gelukkig wordt hard gewerkt aan duurzamere alternatieven om de poly- of monomeren langer in de keten te houden. Volwassen markt Het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) ontwikkelt en deelt kennis om bij te dragen aan een circulaire economie voor verpakkingsmateriaal. ‘Fabrikanten betalen een bijdrage voor verpakkingen die zij op de markt zetten, ook kunststof verpakkingen’, zegt verpakkingsdeskundige Karen van de Stadt van het KIDV. ‘Fabrikanten hebben in het kader van producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingen een verantwoordelijkheid om iets met kunststof afval te doen. Bovendien moet het huishoudelijk afval in Europa worden verwerkt. Zo’n vijftig procent van het huishoudelijk kunststofafval wordt dan ook al gerecycled. Met name rigide verpakkingen van polyethyleen (PE), polyethyleentereftalaat (PET) en polypropeen (PP) kunnen heel goed mechanisch worden gerecycled. Er is inmiddels dan ook een volwassen markt ontstaan rondom het verzamelen, scheiden en verwerken van de diverse soorten kunststof. Bij
veel huishoudens wordt het kunststof al afgescheiden van het overige afval, waarna in de diverse recyclebedrijven in het land de kunststoffen automatisch worden gescheiden van drankenkartons en blik. Met de zogenoemde ‘near infrared’ techniek kan een machine onderscheid maken tussen PET, PE en PP. Vervolgens wordt een luchtstroom gebruikt voor de scheiding van de diverse kunststoffen. De kunststoffen gaan daarna naar andere bedrijven die het afval opknippen in vlokken en het kunststof weer omsmelten.’ Chemisch recyclen Van de Stadt: ‘Bedrijfsafval valt onder de vrije markt en mag in principe wereldwijd worden verhandeld. De Chinezen betaalden geld om het bedrijfsafval te mogen verwerken. Na de ingreep van de Chinese regering, kijken de inzamelaars dan ook naar alternatieven.’ Dat betekent dat dat afval, of een deel daarvan, waarschijnlijk in Nederland moet worden verwerkt. ‘Mechanisch recyclen kent zijn grenzen’, zegt Van de Stadt. ‘Tot zekere hoogte kunnen de recyclingbedrijven vervuilingen uit de kunststofstromen halen door ze te smelten en vervolgens vacuüm te trekken, maar dit kan alleen voor PET. Als dat niet meer mogelijk is, zijn er inmiddels diverse technieken voorhanden of in ontwikkeling om plastic afval chemisch te recyclen.’ Grofweg zijn er momenteel vier manieren van chemisch recyclen gangbaar: oplossen, de-polymeriseren, vergassen en kraken via pyrolyse. De eerste manier laat daarbij de polymeerketens nog intact, de tweede variant maakt monomeren van polymeren. Wanneer kunststof wordt vergast of via pyrolyse zuurstofloos wordt gekraakt, valt deze weer uiteen in synthesegas dan wel pyrolyse-olie.
PETROCHEM 4 - 2018 28
PET04 R Plastic.indd 28
10-04-18 16:45
Ketenoptimalisatie De grootste uitdaging voor Polystyreneloop is dan ook niet zozeer de technologie, als wel het inrichten van de keten. Noordegraaf: ‘We weten hoeveel EPS in de Nederlandse gebouwen zit en ook in Duitsland en landen om ons heen is veel gebouwd met polystyreen. Na 2020 verwachten we dat jaarlijks zo’n tweehonderdduizend ton EPS uit gesloopte gebouwen beschikbaar komt. Over twintig tot dertig jaar zou dit zelfs kunnen oplopen tot één miljard ton. De
FOTO: PXHERE
Oplossen In Nederland is inmiddels een aantal initiatieven genomen om de diverse chemische recyclemethoden in de praktijk te testen. Zo bouwt Polystyreneloop momenteel een eerste demofabriek in Terneuzen waarin jaarlijks drieduizend ton expanded polystyreen (EPS), beter bekend als piepschuim, kan worden teruggebracht tot polystyreen granulaat. Initiatiefnemer Jan Noordegraaf legt uit hoe hij dat gaat doen. ‘De basis van onze grondstoffen zit momenteel nog in gebouwen’, zegt Noordegraaf. ‘Tempex-platen of andere EPS-gebaseerde isolatiematerialen zijn opgebouwd uit met stoom geperste EPS-bolletjes en tot 2015 bevatte deze een broomhoudende vlamvertrager: hexabroomcyclododecaan (HBCD). Deze laatste stof mag niet worden gerecycled en moet worden vernietigd. Als die platen uit een gebouw worden gesloopt, zal bovendien nog wat vervuiling van lijm en bitumen meekomen met het bruikbare materiaal. Wij hebben een proces ontwikkeld waarbij we het schuim, dat geperst wordt aangeleverd, uiteen laten vallen met behulp van een oplosmiddel. Vervolgens kunnen we via een ander oplosmiddel het polystyreen en het HBCD scheiden. De vervuiling, zoals steentjes en ijzer, zinkt naar de bodem of houtresten blijven juist drijven op de vloeistof en kunnen we eenvoudig verwijderen. Het mooie van dit proces is dat we het polystyreenmolecuul intact laten, waardoor het energetisch zeer zuinig is en een hoogwaardig halffabricaat overblijft. De carbon footprint is onverslaanbaar gunstig. De oplosmiddelen winnen we weer terug en het broom kan weer worden hergebruikt in de fabriek van ICL-IP, een bedrijf dat is gespecialiseerd in broomchemie.’
Noordegraaf: ‘De keten moet zowel aan de voorkant als achterkant worden geoptimaliseerd.’ platen bestaan echter voor negentig procent uit lucht en dus moeten ze eerst ter plekke worden geperst voordat ze naar Terneuzen en later naar andere identieke locaties worden vervoerd. De keten zal zowel aan de voorkant als achterkant moeten worden geoptimaliseerd om concurrerend te blijven met de gangbare EPS-producten. Nog belangrijker is dat de wetgeving reeds is aangepast, maar nog wel moet worden geïmplementeerd. Nu moet HBDC-houdend EPS namelijk nog worden verbrand. Dat is in een circulaire economie natuurlijk niet wenselijk en met de fabriek in Terneuzen ook niet meer nodig.’ De-polymeriseren Ook Ioniqa is erop gebrand de grondstof zoveel mogelijk intact te houden. Oprichter en CEO Tonnis Hooghoudt zet dan ook zijn vraagtekens bij de percentages aan PET-afval dat daadwerkelijk wordt gerecycled. ‘Met name in de landen om ons heen belandt veel van het plastic afval in de verbrandingsovens of wordt gestort op de vuilnisbelt. Zelfs in
Nederland en Duitsland, waar de recyclingbusiness goed georganiseerd is, kan niet alle PET mechanisch worden hergebruikt. Het voordeel van onze techniek is dat we PET met behulp van een vloeistof en een gepatenteerde katalysator heel snel kunnen afbreken. Door deze stoffen te verwarmen en te laten kristalliseren ontstaan de monomeren waaruit PET is opgebouwd. Doordat de katalysator uit natuurlijke ijzerdeeltjes bestaat kunnen we de monomeren bovendien ontkleuren. De kleurstoffen samen met het ijzer kunnen we vervolgens met een magneet uit de vloeistof verwijderen. Wat overblijft zijn grondstoffen die identiek in kwaliteit zijn aan olie-gebaseerde PET.’ Of alleen met de Chinese ban op bedrijfsafval ook een enorme businesscase voor Ioniqa ontstaat, waagt Hooghoudt te betwijfelen. ‘Er zijn genoeg grondstoffen voor onze proeffabriek in omloop. Want behalve verpakkingsmateriaal kunnen we ook polyester kleding net als PET-verpakkingsmaterialen terugbrengen tot dezelfde basismonomeren. Een gemiddelde limonadefles kan niet PETROCHEM 4 - 2018 29
PET04 R Plastic.indd 29
10-04-18 16:45
3P Quality Services zoekt: 3P Quality Services B.V. is een onafhankelijk technisch inspectiebureau binnen de petrochemische industrie, process industrie, offshore en energiesector. Wij bieden een breed scala aan support services, Onze sleutelwoorden zijn: Inspectie, Maintenance en Vendor inspectie activiteiten. 3P Quality Services B.V. bemiddelt vanuit een projectmatige aanpak en/of vanuit een vaste bemiddeling binnen de vakgebieden Engineering, Construction management, Shutdown management en Project management. Voor diverse nationale en internationale functies op het gebied van inspectie en aanverwante diensten, zijn wij doorlopend op zoek naar:
QUALITY SERVICES
Werktuigbouwkundigen MBO/HBO niveau De ideale kandidaten beschikken minimaal over: • MBO/HBO werktuigbouwkunde • Opleiding IKT/SKK (II/III) – en/of MLT/EWT/IWT • Beheersing van Microsoft Office • Goede contactuele eigenschappen • Grote mate van zelfstandigheid 3P Quality Services biedt kansen en mogelijkheden ook voor 50 plussers en starters op de arbeidsmarkt. 3P Quality Services is gecertificeerd volgens ISO 9001/VCA. Een kwaliteitsgarantie gaat echter niet alleen om systemen en standaarden, maar vooral om mensen. Daarom investeren wij voortdurend in onze professionals door middel van opleidingen en coaching. Voor meer informatie en vragen kunt u contact opnemen met Dhr. C.J. de Graaf of Dhr. K. van Oevelen T +31(0)161 438 500. Bent u onze juiste kandidaat? Mail dan uw sollicitatie met CV naar 3pqs@3pgroup.com onder vermelding van 3P zoekt werktuigbouwkundigen en jong talent.
PET04 Advertenties.indd 30
3P zoekt ook jong talent 3P heeft in samenwerking met diverse klanten een overeenkomst om jonge talenten een kans te geven. 3P en onze klanten willen graag investeren voor nu en in de toekomst en 3P verzoekt kandidaten die als lasser of NDO-er reeds 5 jaar ervaring hebben en een MTS diploma hebben en/of dit willen behalen te solliciteren. In overleg en in samenwerking met onze klanten zoekt 3P een geschikte werklocatie om op termijn door te groeien naar een volwaardige QC-er en/of inspecteur. Voor een volledig overzicht van de vacatures bekijk het aanbod op: www.3pgroup.com
Continuïteit door deskundigheid.
10-04-18 16:28
Vergassing Een stapje lager in de recyclingketen is het vergassen van de kunststoffen die niet mechanisch kunnen worden gerecycled of op energetisch efficiëntere wijze kunnen worden hergebruikt. Onlangs kondigde AkzoNobel aan een samenwerkingsverband aan te gaan met het Canadese Enerkem, Air Liquide en Havenbedrijf Rotterdam voor de bouw van een waste-to-chemistry-installatie naast de fabriek van AkzoNobel in de Botlek. De installatie kan 360.000 ton gemengd afval dat zo’n vijftig procent plasticafval bevat, verwerken tot 220.000 ton of 270 miljoen liter methanol. Directeur RD&I en Technology Marco Waas ziet in de kunststof afvalstromen een goed alternatief voor biobased plastics. ‘De petrochemische industrie zal op zoek moeten gaan naar grootschalige alternatieven voor fossiele grondstoffen’, zegt Waas. ‘We kunnen ook bioplastic uit suiker maken, maar er zijn grenzen aan de beschikbaarheid van die grond-
FOTO: IONIQA
meer dan zo’n zes keer opnieuw in de plasticketen worden gebracht. Dus als de maatschappij, en daarmee de overheid, echt serieus is over het duurzaam recyclen van kunststoffen, zullen duidelijke kaders moeten worden gecreëerd voor de manier waarop dat afval wordt verwerkt en beschikbaar komt. Het is momenteel nog redelijk onduidelijk hoeveel van dit afval in de wereld rondzwerft, hoeveel wordt gerecycled en hoeveel wordt verbrand. Een eerste stap zou zijn om hubs van monostromen te creëren. Het is zonde om grondstoffen naar het buitenland te transporteren, terwijl we ze hier op hoogwaardige wijze kunnen verwerken.’ Inmiddels draait de proeffabriek van Ioniqa in de Rotterdamse hallen van Plant One op volle toeren. ‘De techniek had zich in het laboratorium al bewezen’, zegt Hooghoudt. ‘Nu hebben we bewezen dezelfde kwaliteit te halen bij een productie van duizend liter. Volgend jaar schalen we op naar tien kiloton per jaar en maken we echt grote stappen. Nu is dat nog niets in vergelijking met de business van tien miljoen kiloton. Om te concurreren met de petrochemische industrie is schaalgrootte een voorwaarde. Wij gaan uiteindelijk licenties leveren zodat er sneller kan worden opgeschaald door deze wereldspelers.’
Waas: ‘Ook bioplastic levert een restproduct op waar je wat mee moet.’ stof. Bovendien wijkt bioplastic niet zo heel veel af van plastic op fossiele basis en dus levert ook bioplastic een restproduct op waar je wat mee moet.’ De beste oplossing is om PET-flessen zoveel mogelijk te hergebruiken en als dat niet meer kan mechanisch te recyclen. Er zijn echter veel stromen die op een of andere manier vervuild zijn met papieren labels of voedselresten, of plastics met verschillende samenstellingen. ‘Voor die plastics willen we een vergassingsunit bouwen die de plastics vergast naar syngas waaruit methanol zal worden geproduceerd, dat weer de basis is voor azijnzuur en formaldehyde, basis grondstoffen voor de plastic industrie.’ In de fabriek in Rotterdam word extra waterstof aan het syngas toegevoegd, zodat er meer koolstof kan worden gebonden en dus nog meer methanol geproduceerd. ‘Dit is een innovatie ten opzichte van de demoplant van Enerkem in Edmonton. De feedstock is voorlopig nog zogenaamd refused derived fuel (RDF), ofwel niet recyclebaar restafval. Maar in de toekomst sluit ik niet uit dat daar ook andere materialen bijkomen.’
Waas schat de slagingskans van het project hoog in. ‘De gekozen technologie is redelijk vergevingsgezind wat betreft de input van koolwaterstoffen. Vergassen maakt het systeem simpel en daarmee eenvoudiger te implementeren in bestaande processen. We hebben nog wel overheidsondersteuning nodig om het project ook economisch rendabel te krijgen. Met de toename van de schaalgrootte en het volwassen worden van de recyclingmarkt, kan ook deze technologie op eigen benen staan. Ook de integratie met het bestaande proces van ons bedrijf geeft voordelen. Zo zouden we de energiestromen goed kunnen combineren. We streven er in ieder geval naar om kooldioxide zo lang mogelijk in de keten te houden, verbranden is dan wel het laatste wat je zou moeten doen. Als we de huidige jaarlijkse afvalstroom van circa acht miljoen ton in Nederland zouden recyclen op deze manier, zouden we zes miljoen ton aan chemische producten kunnen maken en acht miljoen ton aan CO2 besparen. Dit zou dan de import van methanol, azijnzuur en formaldehyde overbodig maken.’ ■ PETROCHEM 4 - 2018 31
PET04 R Plastic.indd 31
10-04-18 16:45
CHEMIELINK
Chemie ontdekt olifantsgras Olifantsgras is ideaal om ganzen weg te houden rondom Schiphol en is bovendien goed voor het milieu. Als het gewas ook nog een hoogwaardige toepassing krijgt, is de cirkel rond. Het jonge bedrijf MISCQ heeft dankzij de Imagine Chemistry challenge de kans gekregen om bij AkzoNobel laboratoriumproeven te doen. De kwaliteit van de cellulose lijkt zo goed als die van katoen. Sinds 2010 werken vier innoverende boeren samen in de coöperatie de Miscanthus Groep Haarlemmermeer. Ze verbouwen olifantsgras (miscanthus) op hun akkers bij en binnen de hekken van Schiphol. Eerst zestig en later honderdtwintig hectare. Ganzen blijken geen fan van dit 3,5 meter hoge gras, een risico minder voor stijgende en dalende vliegtuigen. Bovendien neemt het pollenvrije gewas fijnstof op uit de lucht, dempt het geluid en groeit het goed onder Nederlandse omstandigheden. Omdat olifantsgras snel groeit en 25 jaar lang jaarlijks geoogst kan worden met een opbrengst van twintig ton per hectare, is het relatief dure gewas wellicht winstgevend te maken.
Deze pagina’s worden mogelijk gemaakt door CHEMIELINK
Om te onderzoeken wat je allemaal met olifantsgras kunt maken, heeft Gertjan de Jong in 2016 MISCQ opgericht. In het buitenland vindt olifantsgras gretig aftrek als paardenstalbedekking vanwege de anti-allergene en absorberende eigenschappen en, in de vorm van pellets, als brandstof voor kachels en verwarmingsketels. Ook voor lichtgewicht beton en composiet is er een markt. ‘Deze mechanische toepassingen blijven tamelijk laagwaardig’, zegt Gertjan De Jong van MISCQ. Als grafisch ondernemer gingen zijn gedachten al gauw naar papier. ‘Dat zou geweldig zijn, maar we krijgen de businesscase nog niet rond. Kleinschalige productie van hittebestendige, biologisch afbreekbare, waterdichte schaaltjes voor catering in vliegtuigen zou wel een optie kunnen zijn.’
Bouwstenen ‘Om het interessant en rendabel te krijgen, moet je de chemie erbij betrekken’, meent De Jong. ‘Zij zijn op zoek naar nieuwe hernieuwbare ‘groene’ grondstoffen.’ Cellulose wordt in de meest uitlopende producten toegepast, van verf tot tandpasta en plastic. Peter Nieuwenhuizen van AkzoNobel is enthousiast over de pilot met olifantsgras: een lokaal verbouwde grondstof waar je lokaal een product van kunt maken. Voldoende reden voor MISCQ om mee te dingen naar de Imagine Chemistry challenge die het chemiebedrijf dit jaar voor de tweede keer
ChemieLink is een netwerk van innovatieve hotspots in de chemie. Bij ChemieLink zijn tien erkende innovatielaboratoria (iLABs) en zes Centers for Open Chemical innovation (COCi’s) aangesloten. Op deze locaties zijn circa 250 innovatieve bedrijven gevestigd, waaronder Rubia 100% Natural Colours. ChemieLink werkt samen met AkzoNobel aan de communicatie over de start-up challenge Imagine Chemistry 2018 door een webinar te faciliteren met Gertjan De Jong van MISCQ als spreker.
Het MISQ-team voor een veld olifantsgras. uitschrijft in zijn zoektocht naar circulaire producten. Het resulteerde in een unieke ingang bij het chemische concern, tachtig uur R&D-ondersteuning en mogelijk een afnemer. ‘We hebben monsters olifantsgras afgegeven, die ze recent in het laboratorium hebben onderzocht.’ De kwaliteit lijkt bijzonder hoog. ‘De cellulose lijkt op die van katoen uit Azië’, meldt De Jong trots. ‘Een van de meest hoogwaardige soorten.’ Of het gewas op kleine schaal winstgevend te maken is, hangt verder af van de efficiency om het cellulose uit de stengels te halen. ‘Dat moet nog blijken uit de proeven.’ De Miscanthus Groep Haarlemmermeer doet daarnaast mee aan een studie van RVO, waar houtsoorten en grassen worden vergeleken om te bepalen welke bestanddelen (cellulose, suikers, lignine) uit welke gewassen voor welke toepassingen het meest aantrekkelijk zijn. ‘Daar zitten we met partijen als DSM en Avantium om tafel.’ Ook in een Europees project studeert de Miscanthus Groep met zeven andere partijen, waaronder de WUR, naar levensvatbare toepassingen van planten waar de chemie baat bij heeft. De markt is geïnteresseerd, maar afwachtend. De volgende stap is om met de laboratoriumresultaten in de hand, het gewas te optimaliseren en de businesscase rond te krijgen. ■
PETROCHEM 4 - 2018 32
PET04 M innovatielink.indd 32
10-04-18 16:47
CHEMIELINK
Industriële productie van natuurlijke kleurstoffen Rubia Natural Colours haalt in een gepatenteerd industrieel proces kleurstoffen uit meekrap, reseda en indigo. De weg naar de textielfabrieken in Azië is lang en lastig. Het goede nieuws is dat grote merken nu uit zichzelf het Brabantse bedrijf opzoeken. Er zijn plannen voor een tien keer zo grote fabriek en de laboratoria worden overgeheveld naar de Green Chemistry Campus. Rubia, de Latijnse naam voor meekrap, is sinds de oudheid bekend om de rode kleurstof in zijn wortels. Via het MiddenOosten, de Romeinen en Karel de Grote bereikte de plant in de Middeleeuwen de zandgronden in zuidwest-Nederland. Na het drogen en verpulveren in bloedhete schuren leverde dit na inwerking van waterdamp en zwavelzuur een rode verfstof op: garancine. Dit ambachtelijke proces verloor het tijdens de industriële revolutie van de extractie van alizarine uit koolteer. De inzet van fossiele grondstoffen, schadelijke chemicaliën en zware metalen, maken deze synthetische kleurstoffen vandaag de dag omstreden. Al in 2006 zag een industriële extractiemethode van
Directeur Petra Koenders van Green Chemistry Campus en Rudolf de Jong ondertekenen het contract.
meekrap het licht. Rubia Pigmenta Naturalia ging in 2016 echter failliet omdat de prijs te hoog was en de markt nog niet bereid in duurzame kleurstoffen te investeren. Sindsdien is het nodige veranderd en maakt Rubia 100% Natural Colours een doorstart.
Natuurlijk proces Zo’n 25 boeren hebben zaden en stekjes van Rubia gekregen, die op constante kwaliteit zijn geselecteerd. De niet-eetbare planten passen prima in de vierjaarlijkse kroprotatie van akkers. In de fabriek in Steenbergen worden de wortels eerst gewassen en gemalen. Via extractie worden de kleurstoffen uit de vloeistof onttrokken en met een geavanceerde spray dryer gedroogd. ‘Extractie is op zich niet zo bijzonder. Dat gebeurt ook bij suikerbieten, noten en peulvruchten. We zijn wel de eerste die op industriële schaal kleurstoffen extraheren uit een plant’, zegt Rudolph de Jong van Rubia, die verder niet te veel kwijt wil over dit proces. De kleurstoffen worden gebruikt om zich samen met schone, afbreekbare sulfaten te hechten op textiel. ‘Verffabrieken kunnen met hun huidige machines zo switchen naar deze zuivere natuurlijke kleurstoffen’, verzekert De Jong. ‘Ze hoeven alleen de volgorde van toedienen iets aan te passen. Er is genoeg voor honderden miljoenen broeken.’
Concurrerend ‘Het extractieproces is nu zo efficiënt dat
we in prijs en kwaliteit kunnen concurreren met synthetische kleurstoffen’, zegt De Jong optimistisch. ‘Bovendien komen grote merken als C&A en Adidas zelf naar ons toe. Vijf jaar geleden vonden ze het niets.’ Het lastigste is producenten te overtuigen, erkent De Jong. Op dit moment lopen er pilots in Turkije en Noord-Afrika en bij twee grotere fabrieken in Azië. Rubia mikt in eerste instantie op textiel, omdat fabrikanten sneller met deze kleurstoffen aan de gang kunnen dan met pigmenten voor andere materialen. ‘We hebben wel veelbelovende proeven gedaan bij Rigo verffabriek uit IJmuiden, dat verf op basis van lijnolie maakt.’
Samenwerking Rubia maakt waar mogelijk dankbaar gebruik van de kennis van andere bedrijven, zoals suikerbietenconcern Cosun. Vanwege de kruisbestuiving verplaatst Rubia bovendien zijn laboratoria naar Green Chemistry Campus waar vergelijkbare bedrijven, Avans Hogeschool en het Kleurenapplicatiecentrum helpen om het proces nog efficiënter te maken, de kwaliteit te verbeteren en met praktijktesten de kloof tussen labonderzoek en toepassing te dichten. Over vijf jaar moet een tien tot vijftien keer zo grote fabriek gereed zijn, met minimaal honderd grote merken als klant. Met één procent van de totale markt lijkt het slechts een druppel. ‘Maar als het makkelijk was, hadden anderen het allang gedaan.’ ■
PETROCHEM 4 - 2018 33
PET04 M innovatielink.indd 33
10-04-18 16:47
INNOVATIE
Nanocellulose materiaal van de toekomst Het is zo sterk als kevlar, zo stevig als aluminium, licht en volledig biobased. Eigenschappen die ervoor zorgen dat verschillende sectoren en bedrijven serieus onderzoeken hoe zij nanocellulose kunnen gebruiken in hun producten. In de proeffabriek van houtvezel-, papier- en pulpgigant Sappi op Brightlands Chemelot Campus in Geleen wordt met verschillende bedrijven gewerkt aan vernieuwende toepassingen zoals het consistenter en beter vloeibaar maken van beton, het verdikken van voedingsmiddelen, cosmetica of verf, nieuwe verpakkingen en lichtere composieten.
Monique Harmsen
De mogelijkheden van nanocellulose zijn volgens Math Jennekens, directeur R&D van Sappi Europa en projectleider van de proeffabriek, onbegrensd. ‘Er zijn maar weinig biobased materialen met de unieke combinatie van eigenschappen van nanocellulose. Het is niet alleen sterk en licht maar ook zeer duurzaam. Het is het materiaal van de toekomst.’ Hij verwacht dat in 2020 de eerste resultaten op de markt zullen komen. Verfijning Jennekens startte zijn onderzoek naar nanocellulose acht jaar geleden. Hieraan vooraf ging een wijziging in de strategische doelstellingen van Sappi waarin werd gesteld dat de onderneming zijn kennis en kunde op het gebied van cellulose, en meer algemeen biomassa, actief zou gaan aanwenden voor innovatieve oplossingen in andere sectoren dan de papier- en pulpindustrie. ‘We vonden dat cellulose veel meer toegevoegde waarde kan hebben dan alleen te worden gebruikt in papier of allerlei non-wovens. We zagen de speciale eigenschappen van nanocellulose die in veel opzichten totaal anders zijn dan de cellulose zoals we die kennen. Samen met de Edinburgh Napier University hebben we de basistechnologie ontwikkeld om van hout afkomstige cellulose door te ontwikkelen tot ultra-fijne cellulose, en hebben we tevens een nieuwe technologie ontwikkeld om cellulose te drogen. Nadat het fundament stond, zijn we als bedrijf zelfstandig verder gegaan met het onderzoek naar verfijning van de technologie en toepassingen.’ Volledig herbruikbaar Sappi is niet de enige die onderzoek doet naar nanocellulose. Er zijn meerdere partijen in de wereld die de bijzondere
eigenschappen van het materiaal en de mogelijke toepassingen op waarde weten te schatten. Volgens Jennekens is de nanocellulose van de papierproducent, die onder de naam Valida op de markt wordt gebracht, echter uniek. ‘We spreken niet over nanocellulose, maar over cellulose die is aangepast aan de specifieke eisen en eigenschappen van nieuwe toepassingen. We zijn in staat om met derden de eigenschappen van het materiaal zodanig in te stellen dat de beoogde toepassing optimaal werkt.’ Daarnaast heeft Sappi de technologiein huis om de nanocellulose volledig te kunnen drogen, iets dat volgens de projectleider tot nu toe, zonder de oppervlaktechemie aan te passen, onmogelijk was. ‘Papier wordt bij elkaar gehouden door waterstofbindingen van vezels. Naarmate die vezel kleiner wordt, neemt het specifieke oppervlak toe en zullen er meer waterstofbruggen worden gemaakt. Dat betekent als je de vezels steeds kleiner maakt, je op een punt belandt waarop drogen letterlijk onmogelijk is’, legt Jennekens uit. Andere partijen die bezig zijn met nanocellulose komen volgens hem niet verder dan een gel die tussen de twee en tien procent droge stof bevat en voor 98 tot 90 procent bestaat uit water. ‘Wij zijn in staat om het water helemaal te verwijderen en een soort poeder te maken. Dat heeft enorme logistieke voordelen. De omvang neemt af, je hoeft geen water mee te slepen, het wordt lichter en de dichtheid van Valida is vrij laag.’ Omdat de oppervlaktechemie niet verandert, kan het product volledig worden hergebruikt. ‘We kunnen het materiaal drogen en daarmee een volledig nieuw in vloeistof oplosbaar (dispergeerbaar) materiaal maken met dezelfde toepassing als het oorspronkelijke watergebaseerde
PETROCHEM 4 - 2018 34
PET04 T Sappi.indd 34
10-04-18 16:48
FOTO: SAPPI
materiaal. We zijn de eerste ter wereld die dit kunnen doen. Dat hebben we inmiddels op pilotschaal laten zien.’ Andere branches Terwijl de mogelijkheden onbeperkt lijken, is het motto van de producent: schoenmaker blijf bij je leest. Jennekens: ‘Afhankelijk van hoe een nieuwe toepassing aansluit bij de huidige activiteiten, wordt bepaald of Sappi zelfstandig doorgaat met de ontwikkeling of dat ze een partner zoekt. Onze competentie is voornamelijk cellulose en daarvan afgeleid stoffen als nanocellulose. We hebben beperkte kennis en kunde van cosmetica, de voedingsindustrie of andere branches. Er lopen in de proeffabriek een aantal onderzoeken die we samen met voedingsfabrikanten, de betonindustrie en de cosmetica-branche doen.’ Potentieel Jennekens verwacht dat in de toekomt Valida ook ter versterking kan worden toegevoegd aan andere biobased grondstoffen om nieuwe composieten te maken voor bijvoorbeeld de auto- of luchtvaartindustrie. ‘Op het moment dat je dit materiaal gaat gebruiken in transportindustrie, kun je eenzelfde sterkte
Jennekens: 'We hebben de installaties in ons bedrijf in Maastricht omgebouwd en gaan ons helemaal focussen op verpakkingsmaterialen.' en stijfheid bereiken met een lager gewicht. Dat heeft grote voordelen voor het brandstofverbruik. Kijk naar wat de luchtvaart en auto-industrie allemaal moet doen om één procent brandstof te besparen. Dit zijn middelen die daarbij kunnen helpen.’ De mogelijkheden voor Valida zijn volgens Jennekens onbegrensd. ‘We staan pas aan de vooravond van deze ontwikkeling. Als je kijkt naar het aantal patenten op het gebied van nanocellulose is duidelijk zichtbaar dat het snel gaat. Was het een paar jaar geleden nog iets waar vooral over werd gesproken, zie je nu steeds meer partijen die actief worden in onderzoek. Ik vermoed dat het steeds sneller zal gaan.’ Het is volgens hem ook een kwestie van momentum. ‘Grote concerns, vooral in de voedingsmiddelenindustrie, hebben de doelstelling om in 2025 geen conventionele plastics meer te gebruiken in hun verpakkingen. De techniek om dit mogelijk te maken ontstaat nu. Er is ech-
ter haast geboden, ze hebben nog maar zeven jaar. Investeringstrajecten lopen al snel twee jaar en niet alleen de grote concerns moeten deze investeringen doen, maar al hun toeleveranciers moeten ook mee. Nadat de investeringsbeslissing is genomen, moeten er nog allerlei toepassingsonderzoeken worden gedaan voordat je de productie kunt starten. De tijd begint te dringen.’ Snelle link Op de vraag waarom Sappi, dat actief is in de hele wereld, nu juist heeft gekozen om de proeffabriek te vestigen op de Brightlands Chemelot Campus, antwoord de projectleider: ‘Dat is vrij voor de hand liggend. We zoeken naar toepassingsmogelijkheden op gebieden waar ons bedrijf op dit moment nauwelijks kennis of kunde heeft of actief is. Je zoekt dan een omgeving die de infrastructuur heeft om de proeffabriek indien en waar nodig te ondersteunen. Soms loop je in een pilot tegen fundaPETROCHEM 4 - 2018 35
PET04 T Sappi.indd 35
10-04-18 16:48
Process Analyzer Sampling System
Training
Wegens succes geprolongeerd! Van 5 t/m 9 november 2018 organiseert Swagelok Nederland wederom de 5-daagse PASS training in de Swagelok University te Waddinxveen.
De training is uitermate geschikt voor engineers die werken met analytical systems en zich willen verdiepen in het optimaliseren, berekenen, ontwerpen van On-Line sampling systems en nog veel meer! Cursisten ontvangen naast het uitgebreide cursus materiaal het technical referentieboek van Tony Waters, Industrial Sampling Systems, ter waarde van â‚Ź 245, -.
Dit is dĂŠ training op het gebied van analytical systems en wordt gegeven door de expert Tony Waters. Voor meer informatie: nederland.swagelok.com Of neem contact met ons op via: event@swagelok.nl l +31 (0) 88 9090 707 Beperkt aantal plaatsen beschikbaar.
Petrochem 04-2018.indd 1 PET04 Advertenties.indd 36
6-4-2018 08:56:19 10-04-18 16:28
mentele vragen aan waarbij kennis moet worden aangeboord die wij niet hebben. De campus is een plek bij uitstek waar ongelooflijk veel disciplines beschikbaar zijn die je nodig kunt hebben. Je hebt een complete infrastructuur en allerlei aanvullende diensten en onderzoeksinstituten die je uit dat dal kunnen trekken als het nodig is.’ Daarnaast biedt de campus de mogelijkheid om direct in contact te komen met een groeiend aantal ondernemingen die actief zijn en baanbrekend werk doen in advanced biodevelopment. ‘Dat is precies waar wij een belangrijk deel van onze toepassingen zien. Het zwaartepunt op de campus verschuift steeds meer richting biobased. Je hebt hoogwaardige analytische en fundamentele ondersteuningscapaciteit en een directe en snelle link naar een aantal universiteiten (Maastricht, Aken, Eindhoven) en samenwerkingsverbanden in het Maastricht-Aken consortium.’ Jennekens benadrukt ook de rol van de provincie Limburg die veel moeite doet om de campus te laten groeien. ‘Subsidies spelen ook een rol. De provincie Limburg heeft een deel van het onderzoek meegefinancierd omdat het product belangrijk is voor de versterking van de
‘Het moet de cradle-to-cradle-analyse doorstaan, anders is het geen materiaal van de toekomst.’ campus maar ook voor de regio. We hebben de installaties in ons bedrijf in Maastricht omgebouwd en gaan ons helemaal focussen op verpakkingsmaterialen. Valida gaat daar een grote rol in spelen. We werken met man en macht om de eerste te zijn die Valida toepassen in verpakkingen. Er lopen al grootschalige testen.’ Duurzame grondstoffen Met het toenemende succes van de proeffabriek zijn er plannen om een grotere fabriek te bouwen, maar deze plannen zijn volgens Jennekens nog niet zover dat er een investeringsvoorstel ligt. Het is volgens hem nog te vroeg. ‘Eerst moet de technologie verder worden geoptimaliseerd.’ Als de fabriek er komt, zal deze zo duurzaam mogelijk zijn, verzekert Jennekens. In de jaren tachtig zijn er eerdere onderzoeken naar nanocellulose geweest die zijn stopgezet omdat het zeer veel energie kostte om nanocellulose te produceren. ‘Dat is nu anders. Onze doelstelling is het proces zo op te zetten dat het zo
weinig mogelijk energie verbruikt. De inzet is ook gebruik te maken van duurzame grondstoffen. Het moet binnen de principes van de biobased circulaire economie passen. Daarin past niet dat je iets maakt wat vreselijk veel energie verbruikt en waarin je veel chemicaliën toepast. Het moet de LCE- (Life Cycle Engineering red.) of cradle-to-cradle-analyse kunnen doorstaan, anders is het geen materiaal van de toekomst.’ Voor Jennekens, die sinds 1989 bij Sappi werkt, zijn het mooie tijden. ‘Ik heb vanuit mijn onderzoeksfunctie de tijd van papier en karton nog in volle omvang meegemaakt. Een transitie naar nieuwe materialen is fascinerend. Ik ben heel erg blij onderdeel van deze ontwikkeling te mogen zijn. Ik heb een team van jonge goede wetenschappers om me heen die alles met enthousiasme aanpakken en oplossingen vinden die je niet zou vermoeden. Je ziet ook steeds meer belangstelling van studenten en pas afgestudeerden om onderdeel te mogen zijn van dit soort ontwikkelingen.’ ■ PETROCHEM 4 - 2018 37
PET04 T Sappi.indd 37
10-04-18 16:48
INNOVATIE KOSTEN CO2-UITSTOOT ALS VAST ONDERDEEL IN JAARVERSLAG Het merendeel van de ondernemingen ontwikkelt nauwelijks broeikasgasbeleid en registreert ook nauwelijks haar uitstoot, blijkt uit recent onderzoek van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants en de Rijksuniversiteit Groningen. Dat moet anders, zo pleiten Paul Slegers (NBA) en professor Dick de Waard (RUG) in een opiniestuk. Volgens hen is het noodzakelijk dat bedrijven hun klimaatprestaties meten en publiceren, om zo te kunnen vaststellen of de internationale klimaatdoelstellingen van Parijs worden gehaald. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een oud principe: de vervuiler betaalt. Iets dat in het beleid rondom klimaatverandering nog nauwelijks is toegepast door de overheid. Dat zou kunnen veranderen door de werkelijke kosten van CO2-uitstoot op te nemen in de prijzen van onze producten en diensten. De auteurs van het stuk geven aan dat dit een aantal vervelende consequenties heeft. Bepaalde producten en diensten zullen duurder worden en de winsten voor sommige ondernemers een stuk lager. Toch is dit volgens Sleger en De Waard de enige oplossing, zodat de rekening van de CO2-uitstoot niet wordt doorgeschoven naar de jongere generaties. Volgens de auteurs is het noodzakelijk dat bedrijven zorgen voor een sluitende boekhouding van de CO2-emissies. Alleen zo kunnen de exacte kosten worden berekend. Vervolgens moet de kostprijs van de emissies worden bepaald. De kosten van de schade van CO2-uitstoot lopen uiteen van vijftien tot tweehonderdvijftig euro per ton CO2. Voor grote ondernemingen in Nederland zou dit een kostenpost van ruim vijfhonderd miljoen euro veroorzaken. Hoewel sommige Nederlandse bedrijven dergelijke cijfers al openbaar maken in hun jaarverslag, zijn de auteurs van mening dat ook kleinere ondernemingen transparanter moeten zijn. Zo komt informatie beschikbaar waarmee bedrijven én consumenten keuzes kunnen maken, waarbij ze serieus rekening houden met de consequenties van de toekomst.
iTANKS-LEDEN Petrochem Platform
DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR
FOTO’S: PIXABAY
Iv-Industrie
BELGISCHE PRIMEUR: TRUCK RIJDT OP BIODIESEL Het Belgische bedrijf Snel Logistic Solutions test de komende maanden een truck die rijdt op zuivere HVO-biodiesel. Deze circulaire brandstof is weliswaar veel duurder dan fossiele brandstof, maar heeft volgens het bedrijf uit Deinze ecologisch gezien grote voordelen. ‘Het is een gok, maar ik wil weten of er een businesscase is’, aldus Gert Snel, general manager van Snel Logistic Solutions. HVO-biodiesel wordt gemaakt van afval- en reststromen en biedt een volwaardig alternatief voor fossiele brandstof. Volgens Snel is de ecologische voetafdruk van HVO-biodiesel dan ook erg klein: 89 procent minder CO2, 33 procent minder fijnstof en 9 procent minder stikstof. De komende drie maanden gaat het bedrijf met één wagen op honderd procent HVO-biodiesel testrijden. De uitstoot hiervan wordt vervolgens vergeleken met 147 dieseltrucks en drie Ing-voertuigen. Volgens de general manager zijn de uitkomsten van groot belang: ‘Als het werkt, dan hebben we een bewezen businesscase om naar verladers te trekken die hun ecologische voetafdruk willen verminderen. In tenders en contacten wordt ons immers steeds vaker gevraagd hoe duurzaam we zijn.’ Er hangt wel een prijskaartje aan HVO-biobrandstof. ‘HVO is veel duurder dan diesel. Het gaat om enkele tientallen procenten. Het is dan ook afwachten of de klant bereid is om te betalen’, aldus Snel.
PETROCHEM 4 - 2018 38
PET04 G innovatie.indd 38
10-04-18 16:49
NAAR DE ZUIDPOOL MET WAGEN VAN AFVALPLASTIC OP ZONNE-ENERGIE Clean2Antarctica en Arctic Trucks gaan in november op een revolutionaire expeditie. Zo is het plan om met een wagen, deels gemaakt van afvalplastic, op zonne-energie naar de geografische Zuidpool te rijden. Missie van dit Nederlandse initiatief is om mensen te inspireren hun eigen avontuur met duurzaamheid aan te gaan. De expeditie van 2300 kilometer die eind dit jaar van start gaat, zal in totaal dertig dagen duren. Rijden op Antarctica op zonne-energie is nog nooit eerder gedaan. En al helemaal niet met zo’n bijzonder voertuig. Bij de bouw van de Solar Voyager is met 3D-printers afvalplastic gebruikt om bouwstenen te maken. De expeditie is gegroeid vanuit de wens om zonder afval te leven en staat voor het omarmen van ongemak. Niet technologie, maar gewoontegedrag biedt de oplossing voor een schonere wereld, zo luidt de gedachte achter de expeditie. Er zijn momenteel grote initiatieven om plastic te recyclen, zoals de onlangs aangenomen EU-wet om vijftig procent van al het plastic recyclebaar te maken. Door te starten met afvalplastic wil Clean2Antarctica mensen thuis de controle teruggeven. De organisatie denkt dat het verminderen en weigeren van plastic afval een eenvoudig en goedkoop middel is dat een krachtig sneeuwbaleffect in gang kan zetten. ELEKTRISCHE AUTO DIRECT EN SNEL OP TE LADEN VIA ZONNEPANELEN Onderzoeker Gautham Ram Chandra Mouli heeft een systeem ontwikkeld waarmee elektrische auto’s direct en snel kunnen worden opgeladen met zonnestroom. Met zijn onderzoek promoveerde Mouli vorige maand aan de TU Delft. Op basis van het promotie-onderzoek heeft de TU Delft samen met de bedrijven Power Research Electronics en Last Mile Solutions een snellader ontwikkeld waarmee auto’s direct kunnen worden opgeladen met stroom uit zonnepanelen. Zonnepanelen (PV) wekken gelijkstroom (DC) op. Normaal moest deze gelijkstroom uit zonnepanelen eerst worden omgezet in wisselstroom (AC), voordat je een elektrische auto kon gaan opladen. Volgens Mouli niet efficiënt en kosteneffectief: ‘Het omzetten naar wisselspanning leidt tot onnodige omzettingsstappen en verliezen. Ten tweede zijn er twee aparte DC-AC-omvormers nodig, één voor het voertuig en één voor de zonnepanelen, waardoor de kosten en het formaat toenemen.’ Mouli stelt dat het daarom meer voor de hand ligt om één omvormer te gebruiken, die het voertuig vanaf de panelen via een DC-link kan opladen en tevens een verbinding met het AC-stroomnet heeft. ‘In dit onderzoek is daarom een 10kW-omvormer met een interne DC-link en drie terminals ontworpen, die het voertuig zowel vanuit de zonnepanelen als uit het stroomnet kan laden.’ Met deze lader is het stroomnet dus niet meer nodig als tussenstap om te laden. Bovendien werkt het systeem twee kanten op: niet alleen kun je je elektrische auto opladen met zonnestroom, maar de energie uit de (opgeladen) batterij van de auto kan bijvoorbeeld ook worden gebruikt om je huis van elektriciteit te voorzien. Daarnaast blijft het ook mogelijk om elektriciteit terug te leveren aan het stroomnet, maar dat moet dan nog wel na omzetting naar wisselstroom.
iTANKS-LEDEN Petrochem Platform
DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR
PETROCHEM 4 - 2018 39
PET04 G innovatie.indd 39
10-04-18 16:49
Het Petrochem platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond de olie- en chemische industrie. Het Petrochem platform bereikt zijn doelgroep via het vakblad Petrochem, de website www.petrochem.nl, de nieuwsbrief, rondetafelbijeenkomsten, het jaarcongres Deltavisie en andere events.
PARTNERNIEUWS
PARTNERS VAN HET PETROCHEM PLATFORM
S/park voor hightech chemie geopend S/park is de Deventer broedplaats voor open innovatie in chemie en technologie die is gevestigd op een deel van het voormalige terrein van AkzoNobel Specialty Chemicals. Het terrein is overgedragen aan de gemeente Deventer, die het beschikbaar stelt voor ontwikkeling. Op het centrum kunnen jonge bedrijven samen met het chemiebedrijf nieuwe toepassingen en producten in de chemie ontwikkelen en opschalen. Experiment voor korrelslibtechnologie op Harnaschpolder van start Eind maart is de pilotinstallatie voor korrelslibtechnologie voor de afvalwaterzuivering in de Harnaschpolder (Den Hoorn) in gebruik genomen. Naar verwachting is het gebruik van korrelslib voordelig voor verschillende aspecten van het proces van afvalwaterzuivering, waarmee er voor bestaande zuiveringen een nieuwe toekomst lijkt te zijn. De pilot is een samenwerking tussen de hoogheemraadschappen van Delfland en Rijnland, Delfluent Services, TU Delft, Evides Industriewater en Royal HaskoningDHV. In de pilotopstelling worden procescondities ontwikkeld en getest die nodig zijn om korrelslib te vormen in een zuivering met continue doorstroming.
Bekijk de partnerfilmpjes op www.petrochem.nl/partners-leden CONTENTPARTNERS
LEDEN VAN HET PETROCHEM PLATFORM
Bilfinger Tebodin bouwt virtual reality kamer Advies- en ingenieursbureau Bilfinger Tebodin heeft na uitbreiding van de vestiging op het Business Park Stein in Elsloo een virtual reality kamer gerealiseerd. De ruimte is speciaal ingericht voor klanten die door middel van virtual reality hun nieuwe fabrieken en verbouwingen kunnen beoordelen. Zodoende krijgt de klant inzicht in het eindresultaat, nog voordat de bouw van start is gegaan. Ook aspecten als onderhoud, kosten, duurzaamheid en gedetailleerde tijdplanning zijn gespecificeerd middels virtual reality.
Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het Petrochem platform, kijk dan op www.petrochem.nl of neem contact op met Janet Robben: janet@industrielinqs.nl - 020 312 2085
PET04 L Platform.indd 40
10-04-18 16:38
‘EXPERTQU TES’ Het is belangrijk dat bedrijven zich bewust zijn van hun afhankelijkheid van natuurlijk kapitaal. Het gebruik hiervan is geen vanzelfsprekendheid. Hierover nadenken is een vorm van risicomanagement en strategische besluitvorming.’ Elsbeth Roelofs, MVO Nederland, tijdens de werksessie ‘Inzicht in meerwaarde van natuurlijk kapitaal’.
Ik roep vaak dat we in ons hoofd al veel verder zijn dan in de realiteit het geval is. Een onderzoek van Motivaction bevestigde dat. Gemiddeld denkt men dat de transitie al op ruim een derde van het totaal is. Het is een ontnuchterende circa zes procent van de totale energievoorziening dat nu duurzaam is’
In Catalisti werken nu zo’n honderd bedrijven, vijf Vlaamse universiteiten en onderzoekinstellingen uit diverse sectoren strategisch samen volgens het ‘open innovatie’principe, waarbij kennis wordt gedeeld over de bedrijfsgrenzen heen. Er is bewust gekozen voor die openheid, omdat de opgave die moet leiden tot de circulaire economie zo immens groot is dat alleen kennisdeling die verre horizon van een andere economie dichterbij kan brengen.’ Jan Van Doorslaer in zijn column in deze editie.
Gerald Schotman, NAM, in zijn blog op Petrochem.nl.
HET EXPERTPANEL VAN HET PETROCHEM PLATFORM BESTAAT UIT DE VOLGENDE SPECIALISTEN Johan Alebregtse AkzoNobel Industrial Chemicals, BU director Advanced Manufacturing
Jan Van Doorslaer voormalig woordvoerder BASF Antwerpen
Cor Kloet voormalig algemeen directeur SPIE Nederland
Cor van de Linde iTanks, managing director
John Schonewille Stratt+ Industrial Management, directeur
René Venendaal BTG Biomass Technology Group, algemeen directeur
Frank Beckx Essencia Vlaanderen, gedelegeerd bestuurder
Niko van Gent voormalig woordvoerder Huntsman Holland
Tijs Koerts Sr. Process Safety con sultant
Michel Meertens DSM, site director
Gerald Schotman Nederlandse Aardolie Maatschappij, directeur
Roelf Venhuizen voormalig voorzitter Profion en directeur NAM
Jos Benders voormalig topman Lyondell
Michel Grijpink Hogeschool Utrecht, Learning & Development consultant
Cas König Groningen Seaports, directeur
Genserik Reniers TU Delft, professor Safety and Security Science Group
Jaap Schouten TU Eindhoven, professor
Cyril Widdershoven Verocy, partner/ founder
Katrien Bogaerts Kaneka, production engineer
Ronald Hoenen DSM Dyneema, site manager
Enrico Lammers Pro6com en DWG Process & Safety managing director/ partner
Elsbeth Roelofs MVO Nederland, sectormanager Chemie, Inter nationaal MVO programma
Wim Soetaert Universiteit Gent, professor
Roelof van Wijk Avebe, site director Foxhol
Sandra de Bont VOTOB, directeur
Eward Hofstede Avebe, project director flavour development
Henk Leegwater Lexxin, consultant
Chris Roubos Evides Industriewater, manager Sales & Marketing
Wouter Stam Flowid, managing director
Maaike de Wit Straatman Koster advocaten, advocaat
Jan Bout Bout&Co, partner
Joris Hurenkamp Havenbedrijf Rotterdam, business manager
Bart Leenders Neste, managing director
Ruud Schenk ENGIE West Industrie, algemeen directeur
Niek Stokman Bilfinger Tebodin West Nederland, sales manager oil & gas
Jeroen van Woerden Vaassen Flexible Packaging, CEO
Emre Kaya Organik Kimya, site director
Frank de Leng Segin, new business manager
Egbert Schellenberg FNV, vakbondsbe stuurder procesindustrie
Gabriel Tschin Plant One Rotterdam, managing director
Cor Zijderveld SBE, voorzitter
Michel Leyseele Havenbedrijf Antwerpen, Head of Energy & Chemicals Department
Dik Schipper voormalig pro duction leader Dow Benelux
Henk Veldink Hexion, site manager
Chris Bruijnes InnovatieLink, directeur
Plant Manager of the Year 2015
Plant Manager of the Year 2017 Frans Brüning KH Engineering, business development manager
PET04 L Platform.indd 41
Hans Kerkhoven voormalig topman Shell Global Solutions
Plant Manager of the Year 2016
10-04-18 16:38
PETROCHEM 4 - 2018 42
PET04 X Themaspread.indd 42
10-04-18 16:51
FOTO: TECHNIEKBEELDBANK.NU
THEMA: OPLEIDINGEN
• Digitalisering wordt gezien als een van de belangrijkste factoren voor de groei binnen de industrie. Processen kunnen sneller, efficiënter, goedkoper en duurzamer. Er is alleen wel een stevige ‘mits’ verbonden aan deze vooruitgang: medewerkers moeten weten hoe de beschikbare middelen en data optimaal kunnen worden benut. Er is op dit moment gebrek aan gekwalificeerde werknemers die opgeleid zijn voor de industrie van de toekomst. Als het aan het kabinet ligt, komt daar de komende jaren verandering in. Hoe gaan bedrijven hier mee om en zijn de opleidingen zich bewust van deze behoefte van de markt?
PETROCHEM 4 - 2018 43
PET04 X Themaspread.indd 43
10-04-18 16:51
OPLEIDINGEN
‘Stel mens centraal in smart industry’ Digitalisering wordt gezien als een van de belangrijkste factoren voor de groei binnen de industrie. Maar het zetten van concrete stappen om de overstap te maken naar een digitaal productieproces blijkt vaak lastig. Een van de oorzaken: personeel. Er is op dit moment gebrek aan gekwalificeerde werknemers die opgeleid zijn voor de industrie van de toekomst. Als het aan het kabinet ligt, komt daar de komende jaren verandering in. Een rol hiervoor is weggelegd voor fieldlabs.
Lotte Burger
De Nederlandse industrie is sterk afhankelijk van de export. Het is daarom van groot belang dat de sector in hoog tempo inzet op de nieuwste productietechnologieën, geavanceerde software en moderne communicatietechnologieën. De overheid ziet hier ook de noodzaak van in. Samen met FME, TNO, VNO-NCW en de Kamer van Koophandel is het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in 2015 gestart met het uitvoeren van de ‘Actieagenda Smart Industry’. Hoewel daarmee de afgelopen jaren een start is gemaakt met de bewustwording omtrent digitalisering, is in de nieuwe ‘Smart Industry Implementatieagenda’ van dit jaar te lezen dat het hoog tijd wordt voor de volgende stap. Het document wordt niet voor niets de ‘versnellingsagenda’ genoemd. Het moet bedrijven, werknemers, kennisinstellingen én de overheid helpen een sprint te trekken naar een digitale toekomst voor de industrie. Een belangrijk onderdeel binnen de agenda is het faciliteren van relevante opleidingen om zo de juiste kennis en vaardigheden te kunnen overbrengen op de werknemers van de toekomst. Het kabinet stelt hiervoor dit jaar 3,5 miljoen euro extra beschikbaar. Slim onderhoud Een belangrijke educatieve rol is weggelegd voor de fieldlabs, zo blijkt uit de
versnellingsagenda. Er zijn in Nederland inmiddels 32 verschillende labs actief waar de afgelopen jaren concrete resultaten zijn geboekt op het gebied van nieuwe producten, verbeterde productieprocessen en bedrijvigheid. Het is dé plek waar opleiding en bijscholing wordt gefaciliteerd. Zo ziet ook Paul van Kempen, operationeel directeur van World Class Maintenance (WCM) en projectleider bij Fieldlab Campione.Hij is sinds de oprichting in 2015 betrokken bij het project dat een duidelijke visie nastreeft. ‘Dit fieldlab is ontstaan vanuit een behoefte uit de industrie, aangewakkerd door asset owners. Wat je ziet in Nederland, maar ook in de rest van West-Europa, is dat we vrij oude assets hebben. Natuurlijk moderniseer je door middel van goede onderhoudsprogramma’s, maar de boodschap is wel dat we het voorlopig nog even moeten doen met die oude assets. En er is dan eigenlijk maar één manier om te concurreren: slim onderhoud.’ Campione streeft ernaar om onderhoud binnen de industrie honderd procent voorspelbaar te maken. Om dit doel te kunnen bereiken, is het volgens Van Kempen nodig de huidige workforce kennis te laten maken met smart industry in een daarvoor ingerichte omgeving. Zodoende heeft het fieldlab een centraal lab in Gilzen en Rijen waar een test-
WAT DOET FIELDLAB CAMPIONE? Campione heeft als doel om onderhoud binnen de industrie honderd procent voorspelbaar te maken. Volgens Paul van Kempen moet men af van de traditionele mix van preventief en correctief onderhoud. ‘Beide vormen zijn te duur. Zo ligt de productielijn bij correctief onderhoud vaak te lang stil, terwijl je bij preventief onderhoud vaak nog zaken hebt die een restlevensduur hebben, die dan niet volledig wordt uitgeput. We
moeten dus kijken naar ‘conditie afhankelijk onderhoud’, ofwel ‘just in time’ onderhoud. Dit is een ouder concept, alleen zien we nu een doorbraak dankzij de smart industry. Zo worden sensoren kleiner, goedkoper en autonomer. En hebben we nu bijvoorbeeld toegang tot IOT-platformen (Internet of Things). Dat soort technologieën gecombineerd met conditie afhankelijk onderhoud, dat is waar het bij dit fieldlab om draait.’
PETROCHEM 4 - 2018 44
PET04 X1 levenslang.indd 44
10-04-18 16:52
FOTO: PIXABAY
installatie staat opgesteld. Alle partners kunnen hier gebruik van maken, zodat zij nieuwe technologieën kunnen testen alvorens deze worden geïmplementeerd in het eigen productieproces. Van Kempen: ‘Hiermee willen we met name bedrijven uit het mkb stimuleren om aan de slag te gaan met smart industry, zonder dat zij zelf een grote investering hoeven te doen. Ook kan de huidige werknemer op deze manier alvast ervaring opdoen met nieuwe technieken, zodat men kan inspringen als innovaties straks worden doorgevoerd.’ Samenwerken Maar Van Kempen realiseerde zich bij de opzet van het project dat het niet alleen moet inzetten op het bijscholen van huidige werknemers. Ook studenten moeten de kans krijgen om kennis te maken met nieuwe technieken, in de praktijk. ‘We hebben verschillende scholen vanaf dag één bij het fieldlab betrokken. Over een paar jaar zullen innovaties weliswaar volledig op de markt zijn, maar het is dan ook zaak dat je mensen hebt die ermee kunnen omgaan. Zodoende lopen studenten, docenten en bedrijven hier gezamenlijk rond en werken gezamenlijk aan innovaties. De scholen hebben dat buitengewoon goed opgepakt. Met in het bijzonder ROC Tilburg en Avans
Van Kempen: ‘Het is zaak dat je mensen hebt die met innovaties kunnen omgaan.’
Hogeschool, die inmiddels met een groot aantal studenten aan verschillende innovaties heeft meegewerkt.’ Door de fijne samenwerking met enkele scholen is bij Van Kempen een idee ontstaan. ‘We zien bij workshops die we ook vanuit het fieldlab geven dat er bij de zittende workforce veel behoefte is aan nieuwe kennis. Zodoende wil ik in overleg met de scholen kijken of er een mogelijkheid bestaat de huidige groep werknemers iets te kunnen bieden, in combinatie met de opleiding die al vanuit het fieldlab bestaat.’ Maar Van Kempen realiseert zich ook dat niet iedereen direct staat te springen als het om bijscholing gaat. ‘Waar een monteur vroeger door een fabriek liep en bijna kon ruiken wat er met een machine aan de hand was, zal hij in de nabije toekomst erg veel bezig zijn met data. Dit toekomstperspectief dat als een bedreiging kan worden gezien, brengt een totale cultuurverandering teweeg binnen een organisatie. Het is daarom belangrijk dat je als bedrijf eerst genoeg draagvlak creëert voordat je personeel blootstelt
aan nieuwe technologieën. Ofwel, stel de mens centraal.’ Successen De projectleider van Campione snapt dat de bedrijven die nu meedoen aan het project vooroplopen met het digitaliseren van de industriële sector. Het is volgens Van Kempen daarom van belang dat je ook andere bedrijven stimuleert mee te doen, wederom om het draagvlak voor innovatie groter te maken. ‘Wij proberen goed in te zetten op communicatie rondom de successen die we boeken met ons project. Dat je laat zien dat er daadwerkelijk geld wordt verdiend. En dat je laat zien dat je ook mensen met veel ervaring en kennis kan inzetten om systemen met algoritmes te vullen met kennis.’ De subsidie van het fieldlab loopt in 2019 af, maar Van Kempen hoopt het project ook zonder steun vanuit de overheid te kunnen voortzetten. Zo wil hij naast het voorspelbaar maken van onderhoud ook aandacht besteden aan robotica en andere ontwikkelingen op het gebied van smart industry. ■ PETROCHEM 4 - 2018 45
PET04 X1 levenslang.indd 45
10-04-18 16:52
OPLEIDINGEN
Opleiden voor Industrie 4.0 De vierde industriële revolutie (Industrie 4.0) en het internet of things, waarin alles met alles verbonden is, maken dat bedrijven steeds slimmer worden. Processen kunnen sneller, efficiënter, goedkoper en duurzamer. Er is alleen wel een stevige ‘mits’ verbonden aan deze vooruitgang: medewerkers moeten weten hoe de beschikbare middelen en data optimaal kunnen worden benut. Hoe gaan bedrijven hier mee om en zijn de opleidingen zich bewust van deze behoefte van de markt?
Laura van der Linde
Binnen Industrie 4.0, een (r)evolutie die ook wordt aangeduid met de term Smart Industry, draait het vooral om digitalisering en (keten)samenwerking. Er is volop data beschikbaar en door de implementatie van sensoren en andere meetapparatuur, zal deze hoeveelheid nog verder toenemen. Om de beschikbare data doelmatig te kunnen toepassen, en er de vruchten van te kunnen plukken, is samenwerken een must. Bijvoorbeeld: als uit de algoritmes blijkt dat een onderdeel moet worden vervangen, zal maintenance in overleg moeten met productie om afspraken te maken over het meest geschikte moment. Mix van medewerkers Na een pilot met 54 treinstellen rolt NS nu op grote schaal real time monitoring uit. Van de belangrijkste systemen wordt data verzameld dat door het Operational Control Centrum Rail wordt uitgelezen en wordt vertaald naar een passend afhandelscenario. Leo van Dongen is chief technology officer (CTO) bij de NS. ‘Op deze manier zie je storingen, voor je er last van krijgt. Je kunt ze verhelpen op een moment dat het jou past. Dat is reuze efficiënt, maar het vraagt wel iets van je medewerkers.’ Voorheen werd het materieel op zicht, op gehoor en ook sterk op gevoel en ervaring geïnspecteerd om (aanstaande) storingen op te sporen. ‘Big data wordt niet alleen gebruikt in de operationele planning van het onderhoud. In het asset management beschikken we over een goede mix van wiskundigen en technici. Data-analisten en vakinhoudelijke ingenieurs. De wiskundigen signaleren de relevante trends in de cijfers en vervolgens zetten we hier technische specialisten tegenaan om op zoek te gaan naar de bijbehorende verklaringen.’
Vaardigheid om in teams te kunnen werken, is volgens Van Dongen iets dat nieuwe medewerkers tijdens hun opleiding zeker moeten leren. ‘Multidisciplinair samenwerken, dat is een must. En natuurlijk het werken met een tablet, want we doen bijna niets meer op papier, maar dat zit bij deze generatie wel goed.’ Kennis veroudert Van Dongen ziet ook dat er steeds meer sprake is van functie-integratie. ‘Een machinist was vroeger een ambachtelijk vakman, maar tegenwoordig veel meer een smart operator die in de toekomst wellicht ook in staat moet zijn om veiligheidscontroles uit te voeren en kleine reparaties te verrichten.’ Dit is ook iets dat Egbert-Jan Sol herkent. Sol is vanuit TNO programmadirecteur van het Smart Industry bureau. ‘We zien bij de bedrijven een generatie die in het verleden is opgeleid voor een functie die er nu heel anders uit ziet.’ Volgens Sol is dit doorlopend aan de orde en daarom is hij een groot voorstander van het principe ‘een leven lang leren’. ‘Ik vind wel dat jongeren gericht moeten worden opgeleid voor een specifiek vak. Als een uitgangspunt, een richting om mee te starten. En als ze vervolgens werkzaam zijn binnen een bedrijf, dan gaan ze hun hele carrière bijleren.’ Dat vindt hij een verantwoordelijkheid van de werkgever en werknemer. ‘Kennis zal door allerlei ontwikkelingen verouderen. We moeten zorgen dat we bijblijven. Dat geldt voor nieuwe medewerkers, maar ook voor de zittende medewerkers.’ Met het verschuiven van de pensioengerechtigde leeftijd worden medewerkers hier haast toe gedwongen. ‘We hebben straks mensen van zeventig in dienst. Met bijscholing kan iemand die jaren
PETROCHEM 4 - 2018 46
PET04 X2 Industrie.indd 46
10-04-18 16:53
Praktisch opgeleid Een filmpje waarin schrijfster, ondernemer en opiniemaker Marianne Zwagerman fel uithaalt naar iedereen die de term ‘lager opgeleid’ hanteert, ging onlangs viral op verschillende social media kanalen. ‘Met die term wordt een groep vakmensen, die dingen kunnen die een gemiddelde advocaat of chirurg niet kan, weggezet als ‘laag’. Zij zijn praktisch opgeleid, zij hebben een groot talent om met hun handen te werken, en dat is niet slechter dan theoretisch opgeleid.’ Met het voorbeeld van een automonteur, benadrukte ze bovendien hoe vaak de gemiddelde vmbo’er opnieuw moet gaan leren omdat hij mee moet gaan met de ontwikkelingen: de introductie van weer een nieuw model met allemaal nieuwe technische snufjes, waarvan deze vakman wel de APK moet kunnen uitvoeren. Ook hier dus een pleidooi voor een leven lang leren. Maar het begint met een goede technische basis. ‘Er zijn in Nederland al diverse bedrijfsscholen opgericht’, vertelt Egbert-Jan Sol. Hij noemt als voorbeeld de Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht waar samen met het bedrijfsleven technologie onderwijs wordt gegeven. ‘Diverse bedrijven participeren in de fabriek en geven onderwijs in de praktijk aan een nieuwe generatie technici.’ Sol vindt het belangrijk dat dit gezamenlijk wordt opgepakt. ‘Dat we straks een tekort hebben aan technici omdat we meer uitstroom dan instroom gaan krijgen, is een gezamenlijk probleem dat bedrijven samen moeten aanpakken. Hier moeten we niet met elkaar willen concurreren.’ Aansluiting De bedrijfsschool is een voorbeeld van een initiatief waar wordt gewerkt aan een goede aansluiting van theorie op praktijk. Een ander voorbeeld is Vakkanjers. Een initiatief van de technische sectoren om de instroom van goed opgeleide vakmensen te stimuleren. Leerlingen werken hier in opdracht van een bestaande organisatie aan een technisch product en hierbij is niet alleen aandacht voor technische uitvoerbaarheid, maar ook voor andere vaardigheden zoals presenteren,
FOTO: LAURA VAN DER LINDE
lang als lasser heeft gewerkt aan de slag als werkvoorbereider, wat fysiek minder zwaar is.’
Sol: ‘Kennis zal door allerlei ontwikkelingen verouderen. We moeten zorgen dat we bijblijven.’ samenwerken, initiatief nemen en klantcontact. Door een technische opdracht te verbinden aan de ontwikkeling van zulke skills, in de vorm van een bedrijfssimulatie, wordt volgens Vakkanjers gewerkt aan de gewenste vaardigheden van de vakmensen van morgen. Gerald van Dijk is binnen de Hogeschool Utrecht als hoofddocent verbonden aan de lerarenopleiding techniek. Hij ziet hoe bedrijven en scholen steeds vaker de handen ineen slaan. ‘Binnen het middelbaar beroepsonderwijs worden de kwalificatiedossiers – hierin staat beschreven aan welke eisen een student moet voldoen om zijn diploma te behalen – mede bepaald door het bedrijfsleven. We zien dat leerlingen hier deels in school leren, deels bij bedrijven en ook met simulaties.’ Digitalisering Het basis- en het voortgezet onderwijs zijn meer in algemene zin bezig met digitalisering. Hier worden leerlingen
niet alleen voorbereid op het werkzame leven, maar ook op het dagelijks leven. Van Dijk: ‘Onder de noemer ‘digitale geletterdheid’ krijgen leerlingen algemene vaardigheden aangeleerd zoals tekstverwerken, presenteren met PPT, video bewerken, informatie opzoeken op het web et cetera. Waar de technische industrie behoefte aan heeft, zijn werknemers die ‘onder de motorkap’ van digitale technologie kunnen werken. Dit gebeurt wel in de bovenbouw van specifieke beroepsgerichte profielen, maar verder is aandacht voor digitalisering en techniek in het algemeen nogal schaars. Er wordt geen examen in gedaan dus het heeft voor scholen in het voortgezet onderwijs geen hoge prioriteit.’ Volgens Van Dijk is er, met het oog op de toenemende digitalisering in de praktijk, meer intensieve samenwerking nodig tussen docenten in de bètatechniekvakken en het technisch bedrijfsleven. De initiatieven die al zijn opgestart verdienen bredere navolging. ■ PETROCHEM 4 - 2018 47
PET04 X2 Industrie.indd 47
10-04-18 16:53
MARKET REVIEW ALGEMEEN
EXPLOSIEVEILIGE VERLICHTING & OFFGRID/HYBRIDE POWER SOLUTIONS
ERIKS bv
Toermalijnstraat 5 1812 RL ALKMAAR Postbus 280 1800 BK ALKMAAR Tel: +31 (0)72 514 15 14 Fax: +31 (0)72 515 56 45 E-mail: info@eriks.nl Website: www.eriks.nl Aandrijftechniek Afdichtings- & Rubbertechniek Stromingstechniek Industriële kunststoffen Gereedschappen, Onderhouds- & Veiligheidsproducten
Outback Power
Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172 - 49 10 76 Fax: +31 (0)172 - 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl
Ridderpoort 14 2984 BG RIDDERKERK Postbus 257 2980 AG RIDDERKERK Tel: +31 (0)180- 41 59 88 Fax: +31 (0)180- 41 71 70 E-mail: info@noordchem.nl Website: www.noordchem.nl
DEMONTAGE
Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172- 49 10 76 Fax: +31 (0)172- 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl Website: www.eurotronic.nl
Industriële verhuizingen Demontage – Sloopwerken Transport – Asbestsanering Offshore Postbus 253 3454 ZM DE MEERN Tel: +31 (0)30- 666 97 80 Fax: +31 (0)30- 245 91 27 E-mail: info@ddm.eu Website: www.ddm.eu
Industrieweg 11 7251 JT Vorden Tel: +31(0)575 55 73 06 E-mail: info@emsbroek.nl Website: www.emsbroek.nl
Postbus 70 2280 AB Rijswijk Tel: 088- 998 4621 Fax: 088- 998 4420 Email: inspectie@kiwa.nl Internet: www.kiwa.nl
MANUFACTURING EXECUTION SYSTEMS (MES)
MAGION Process Control Engineering B.V. Advies, specificaties, cursus, inspecties en audits volgens Internationale CINI Standaard Hofweg 1, 3208 LE Spijkenisse Tel: +31 181 698030 Email: info@ncti.nl Website: www.ncti.eu
MEETDIENSTEN IN HOOGSPANNINGSTECHNIEK
Foutlocalisatie- en kwaliteitsmetingen aan kabelverbindingen, transformatoren en schakelaars. Power Quality metingen en thermografie. Kabelmontage (moffen en eindsluitingen 25 – 170KV gecertificeerd) en kabelreparatie.
Joulz Energy Solutions B.V.
Zalmstraat 7a, 3016 DS Rotterdam Postbus 19230, 3001 BE Rotterdam Tel.: +31 (088) 895 88 88 E-mail: meetdienst@joulz.nl Website: www.joulz.nl/diensten/ meetdiensten
INDUSTRIE ISOLATIE
NCTI
DDM Demontage B.V.
Emsbroek B.V.
Kiwa Inspecta Nederland B.V. Victor Lighting
De Noord Chemicals b.v.
Keuring, inspectie en bouw van (chemie)installaties BRL K903 gecertificeerd. Staal, RVS en kunststof.
Website: www.eurotronic.nl
CHEMICALS
Chemicals, Lime, Recycling and Automotive
INSPECTIE, TANKS DRUKAPPARATEN, VLOEREN
Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl
PIPE SUPPORTS
Dutramex B.V.
Energieweg 19 4143 HK LEERDAM Tel: +31(0)345 - 61 40 11 Fax: +31(0)345 - 61 95 25 E-mail: sales@dutramex.com Website: www.dutramex.com Veerhangers & -supports Hydraulische Schokdempers Trillingsdempers Bewegingsbegrenzers Pijpophangingen & -ondersteuningen Klemsystemen Glijplaten Isolatiepakketten Counter Weight Systemen Staalconstructies
PROCESS CONTROL
Onafhankelijk kennisinstituut voor procesisolatie in industrie
MAGION Process Control Engineering B.V. Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl
Indien u ook vermeld wilt worden in de Market Review van Petrochem, neemt u dan contact op met Jetvertising, Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000.
48
PETROCHEM 4 – 2018
PET01_MartketReview-liggend.indd Alle pagina's PET04 Advertenties.indd 48
10-04-18 16:29
MARKET REVIEW PROCESWATERKOELING
Koeltorens met open en gesloten koelwatercircuit & hybride verdampingskoelers Voor Nederland:
DEVAP PRODUCTS
Bizetlaan 16 5251 HA Vlijmen Tel: +31 (0)627 49 07 55 E-mail: info@devap.nl Website: www.devap.nl
STUDBOLTS
WARMTEBEHANDELING
BC Basco MANUFACTURER OF HIGH INTEGRITY BOLTING
Vierschaarstraat 7A 9160 LOKEREN Tel: +32 9 348 21 35 Gsm: +32 472 73 10 56 E-mail: sales@basco.be Website: www.bc-basco.com Contactpersoon : Toyah Timmermans
STAALCONSTRUCTIES
Elektrisch voorwarmen en gloeien / Inductie verwarmen / Stationaire en mobiele gloeiovens / Uitdrogen beton en coatings
Delta Heat Services B.V.
Scheelhoekweg 2 3251 LZ STELLENDAM Postbus 52 3250 AB STELLENDAM Tel: +31 (0)187- 49 69 40 Fax: +31 (0)187- 49 68 40 E-mail: info@delta-heat-services.nl Website: www.delta-heat-services.nl
Bea Nederland B.V. Frijns Steel Construction b.v. De Valkenberg 14 6301 PM Valkenburg a/d Geul Postbus 150 6300 AD Valkenburg a/d Geul Tel: +31 (0)43 601 01 01 Fax: +31 (0)43 601 01 02 E-mail: info@frijnsgroup.com Website: www.frijnsindustrialgroup.com
Anthony Fokkerstraat 2 3261 LB Oud Beijerland Postbus 1554 3260 BB Oud Beijerland Tel.: +31 (0)186 - 62 02 88 Fax: +31 (0)186 - 62 02 44 E-mail: sales@beaned.nl Website: www.beagroup.com
CINI-cursus
SMIT Heat Treatment PO Box 117 5430 AC Cuijk
Locatie Rotterdam: Scheepsbouwweg 45, Rotterdam +31 78 699 96 90 rotterdam@smit-industrial.com Locatie Cuijk: Havenlaan 16, Katwijk NB cuijk@smit-industrial.com www.smit-industrial.com
UW VERMELDING HIER?
Neem contact op met Jetvertising Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000
Commissie Isolatie Nederlandse Industrie
A
Bekend om CINI-handboek met hierin alle aandachtspunten omtrent warme, (extreem) koude en akoestische isolatie; internationale standaard voor industriële isolatie. Te bestellen via de website. www.cini.eu
Nederlands Centrum Technische Isolatie
2-daagse CINI-cursus, cursus isolatie-inspecteur, opstellen bedrijfsspecificaties, inspectie (incl. rapportage) e.a. www.ncti.eu
EN Zie NCTI website voor data en aanmelding eerstvolgende CINI cursus: - 2-daagse CINI-cursus - cursus isolatie-inspecteur etc. Aanmelden via website www.ncti.eu Tel: +31 (0) 181 698030
PET04 Advertenties.indd 49
PETROCHEM 4 – 2018
49
05-04-18 10-04-18 16:21 16:29
COLUMN
‘De voorbije maanden is de chemie drukdoende met een positionering in het denken en communiceren over de transitie naar de circulaire economie.’
De cirkel, een moeilijk figuur Hoewel ik de wereld van de chemie nu al bijna een decennium heb verlaten, blijf ik het chemielandschap afturen naar evoluties. De voorbije maanden is de chemie blijkbaar drukdoende met een positionering in het denken en communiceren over de transitie naar de circulaire economie. En daar wordt op ingespeeld. Donderdag 19 april organiseert Industrielinqs een congres rond Het Nieuwe Produceren met accent op ‘upcycling’ en een week later roept de Belgische chemiesector haar leden samen voor het jaarevent rond het thema ‘circulaire economie’. Futuristisch Circulaire economie is vooralsnog een mooie, maar ook nastreefbare droom. Stellen we ons eens voor dat we nauwelijks nog grondstoffen moeten ontginnen om blijvend producten te maken die onze wereldgemeenschap dienstig zijn. Het moet een droom zijn voor onderzoekers om daar aan mee te sleutelen. Gelukkig, en dat pleit voor de sector, heeft de chemie niet gewacht op studiedagen om de hand aan de spreekwoordelijke ploeg te slaan. Het is overigens al langer dat het kringloopidee werd verwoord. Eerst schuchter in het Brundtlandrapport van 1987 waarbij voor het eerst de duurzaamheidsgedachte werd verwoord. In 2002 lanceerden William McDonough en Michael Braungart hun cradle-to-cradle-concept. Ze formuleerden het in een boek met de toen nog futuristische titel Remaking the way we make things. Openheid Vandaag is hun concept onderwerp van tal van studies en initiatieven zowel binnen de chemische ondernemingen als ertussen. Ook in Vlaanderen is het besef dat de chemie voor een enorme transitie staat al van voor 2010 gegroeid. In stilte is in 2016 de speerpuntcluster voor chemie en kunststoffen Catalisti gelanceerd als een samenwerkingsverband tussen overheid, ondernemingen en onderzoeksinstellingen, waaronder de belangrijkste Vlaamse universiteiten. Zelf noemen ze dat een ‘triple helix’, Wim Raaijen zou spreken van een proactieve coalitie voor industriële innovatie. Catalisti ontstond uit de eerder opgezette competentiepools of de platforms Flanders Innovation hub for Sustainable Chemistry en Flanders’PlasticVision. Daar werden de samenwerkingsmogelijkheden afgetoetst en die hebben geleid tot Catalisti waarin
nu zo’n honderd bedrijven, vijf Vlaamse universiteiten en onderzoekinstellingen uit diverse sectoren strategisch samenwerken volgens het ‘open innovatie’-principe, waarbij kennis wordt gedeeld over de bedrijfsgrenzen heen. Er is bewust gekozen voor die openheid, omdat de opgave die moet leiden tot de circulaire economie zo immens groot is dat alleen kennisdeling die verre horizon van een andere economie dichterbij kan brengen. Realisatie In 2017 heeft Catalisti al zeventien onderzoeksprojecten opgestart die onder meer te maken hebben met klimaatverandering, stoffenvalorisatie en biobased economie. Met twee initiatieven haalde het cluster de Vlaamse pers. In december 2017 is het SPICY-project gelanceerd (Sugar-based chemicals and Polymers through Innovative Chemocatalysis and engineered Yeast). Doel is de chemische industrie voorzien van nieuwe of betere processen om suikers te transformeren in verbindingen met toegevoegde waarde. De komende vier jaar – en daarvoor zijn overheidsgelden ter beschikking gesteld – zullen de universiteiten van Leuven, Gent en Hasselt samenwerken met VITO (Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek), VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) en Bio Based Europe Pilot Plant. In de adviesraad van dit project vinden we zowel chemie- en biotechbedrijven als voedingsproducenten. En dat is op zich al een doorbraak. Het tweede project dat de pers haalde, was de opstart eind maart van een pilootlijn voor het hergebruik van zacht PU-schuim uit matrassen. Daarvoor heeft Recticel, Belgische producent van isolatiematerialen, zijn Sustainable Innovation Departement ingezet. Catalisti speelde bijna letterlijk de katalysator tussen textiel- en chemiebedrijven, machinebouwers en onderzoekers. Misschien is het hergebruik van matrassenvulling als geluidsisolatiemateriaal nog niet de echte circulaire economie, maar het valoriseert stoffen die tot nu toe op de afvalberg terecht kwamen. Of ikzelf nog de realisatie van de circulaire economie zal meemaken, is zeer de vraag, want snel zal het niet gaan. De cirkel is een mooi, maar door de perfectie ook geen makkelijk figuur. Al heb ik ook de transitie meegemaakt van de analoge naar de digitale wereld in amper enkele decennia. Jan Van Doorslaer
PETROCHEM 4 - 2018 50
PET04 I Column.indd 50
10-04-18 16:54
Servingthe theindustry industry Serving RijnDijk Staalconstructies is een speler formaat voor (middel)grote staalconstructieprojecten in de (petro)chemische RijnDijk Staalconstructies is een speler vanvan formaat voor (middel)grote staalconstructieprojecten in de (petro)chemische industrie, zware industrie, energiemarkt en complexe utiliteitsbouw. de opdrachtgevers behoren industriële multinationals, industrie, zware industrie, energiemarkt en complexe utiliteitsbouw. Tot Tot de opdrachtgevers behoren industriële multinationals, EPC-contractors grote aannemers in binnenbuitenland. Projectmanagement, engineering, productie montage EPC-contractors en en grote aannemers in binnenen en buitenland. Projectmanagement, engineering, productie en en montage worden in eigen beheer uitgevoerd. worden in eigen beheer uitgevoerd. RijnDijk Staalconstructies is een zelfstandige werkmaatschappij binnen ‘Contracting’ divisie Andus Group. RijnDijk Staalconstructies is een zelfstandige werkmaatschappij binnen de de ‘Contracting’ divisie vanvan Andus Group. andere divisies ‘Manufacturing’ ‘Service & Maintenance’. Andus Group is een internationaal opererende De De andere divisies zijnzijn ‘Manufacturing’ en en ‘Service & Maintenance’. Andus Group is een internationaal opererende holdingmaatschappij gespecialiseerde werkmaatschappijen wereldwijd actief in een breed industrieel werkveld. holdingmaatschappij metmet gespecialiseerde werkmaatschappijen wereldwijd actief in een breed industrieel werkveld. Kennismaken? Graag. u even of kijk www.rijndijk.com. Kennismaken? Graag. BeltBelt u even of kijk op op www.rijndijk.com.
RijnDijk Staalconstructies | Fabrieksstraat 6021 Budel T +31 (0)40 - 246 7228 E info@rijndijk.com RijnDijk Staalconstructies BV BV | Fabrieksstraat 104,104, 6021 RE RE Budel | T | +31 (0)40 - 246 7228 | E |info@rijndijk.com Pet04 omslag los.indd 51
11-04-18 09:48
www.moxa.com
IndustriĂŤle netwerken zijn een specialisme; wij zijn die specialisten. Petrochem Nr. 4 - 2018
De Moxa industriĂŤle netwerkoplossingen zijn ontworpen voor de meest kritische toepassingen, waarbij betrouwbaarheid in een 24/7 productie omgeving centraal staat. Een applicatie specifiek netwerkontwerp en configuratie zijn hiervoor van het allergrootste belang. Wij weten hoe en zijn ervan overtuigd dat uw kennis van procesautomatisering en ons netwerkspecialisme tot niets anders kan leiden dan gezamenlijk succes.
www.modelec.nl Tel. 0318-636262 sales@modelec.nl
18_adv_A4_Moxa_IndustrNetw.indd 1 PET04omslag A Cover.indd Pet04 los.indd 1 52
15-01-18 15:21 11-04-18 09:48
de opleider van ĂŠn voor de industrie
Manager in de industrie
Introductie Sitemanagement & organisatie
Interventie in groepen als
en management
managementtool en complexe
- Krachtenveld van de Sitemanager
onderhandelingen
- Eigen stijl van leidinggeven en communiceren
- Herkennen en hanteren van emoties / omgaan
- Van collega naar leidinggevende (rolwisseling) - Persoonlijke ontwikkeling en actieplan Contract awareness - Contract- en risicobeheersing - Inhoud van het contract
met weerstand - (storende) Onderhandelingspartners & relaties onderhouden - Omgaan met machtsposities - (gemeenschappelijke) Belangen
- Contractmanagement / regie op contracten
Management en coaching
- Onderhandelen over het contract
- Het bereiken van teamdoelstellingen
Relatiemanagement - Klantgerichtheid versus klanttevredenheid - Gezamenlijk oplossen van problemen - Netwerken binnen de site - Aanspreken op gedrag
- Stijlen van leidinggeven en communiceren - Invloed en beĂŻnvloeden: motiveren, communiceren en delegeren - Herkennen behoefte van individu of groep HeroriĂŤntatie op management en macht en invloed - Leidinggeven versus targets - Communicatie vanuit macht en invloed - Het managen van veranderingen - Management, organisatie en samenhang
Startdata
MIM I Leidinggeven aan kleine groepen
MIM II Leidinggeven aan teams
MIM III
Bedrijfskundige aspecten van leidinggeven
24 september 2018
16 mei 2018
19 september 2018
15 mei 2018
13 november 2018
26 november 2018
14 november 2018
30 oktober 2018
8 mei 2018
9 oktober 2018
Projectmatig werken
27 juni 2018
31 oktober 2018
Projectmanagement
26 september 2018
Opleiding Werkvoorbereiding in de Industrie
13 september 2018
Operationeel medewerker als ambassadeur
20 juni 2018
21 september 2018
12 december 2018
Operationeel medewerker als begeleider
20 juni 2018
20 september 2018
11 december 2018
Contract awareness
27 juni 2018
12 september 2018
Complexe onderhandelingen
26 september 2018
13 december 2018
Risicomanagement
25 september 2018
Trainingen
Leerlijn Managen van projecten
Sitemanagement
25 juni 2018
WeVo
Leerlijn Leidinggeven in de industrie (MIM)
Aanbod
Werken in projecten
11 december 2018