Nr. 5 - 2017
www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 22,-
Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta
Procesindustrie maakt zich op voor Industry 4.0 • Finalisten Plant Manager of the Year 2017 • Dow test opwaardering restwarmte • Thema: Engineering & contracting
PET5 omslag enkel.indd 3
16:59 03-05-17 16:26
Uw innovatiepartner voor industrieel
watermanagement
Proceswater • Afvalwaterzuivering • Hergebruik Water is een bron van inspiratie. Evides Industriewater heeft alle expertise in huis om elk vraagstuk duurzaam op te lossen. Dagelijks werken we aan innovatieve oplossingen op het gebied van proceswater, afvalwaterzuivering, hergebruik en meer. Voor ons is innovatie niet zomaar een begrip. Het is een manier van denken, een manier van werken. Er wordt continu geïnvesteerd in de ontwikkeling van nieuwe technologieën en kennis op het gebied van water- en assetmanagement.
Evides Industriewater, vindingrijk www.evidesindustriewater.nl
PET5 omslag enkel.indd 22 PET05 A Voorplaat.indd
03-05-17 17:01
RD Co
IN DEZE EDITIE
10 PROCESINDUSTRIE MAAKT ZICH OP VOOR INDUSTRY 4.0 Industry 4.0 lijkt nu ook de chemische industrie te veroveren. Kapitaalintensieve installaties staan er vaak al decennia en dat zorgt ervoor dat vernieuwingen niet altijd even snel konden worden doorgevoerd. Toch ziet Rob Luyten van AkzoNobel voldoende kansen om met oude installaties mee te gaan in wat de vierde industriële revolutie wordt genoemd.
14 FINALISTEN PLANT MANAGER OF THE YEAR 2017 Voor de tiende keer wordt de Plant Manager of the Year gekozen en ook dit jaar hebben we weer drie fantastische finalisten: Roelof van Wijk, site director bij Avebe, Henk Veldink, site manager Pernis bij Hexion en Emre Kaya, site director bij Organik Kimya Netherlands. Op 8 juni, tijdens het congres Deltavisie, wordt de winnaar bekendgemaakt.
24 SCHADUWKABINET VAN DE INDUSTRIE Samen met de Plant Manager of the Year 2016, Jeroen van Woerden, gaat Petrochem de komende maanden een schaduwkabinet van de industrie samenstellen. We vragen verschillende experts en beslissers welke maatregelen volgens hen goed zijn voor een sterke procesindustrie in Nederland. Jeroen van Woerden schrijft met een selectieve groep een beleidsbrief die tijdens het jaarcongres Deltavisie op 8 juni wordt gepresenteerd.
36 CHEMICAL LEASING: EFFICIËNT GEBRUIK VAN CHEMICALIËN Take Back Chemicals is een businessmodel gebaseerd op het idee van chemical leasing; de gebruiker betaalt voor de functie van de chemicaliën. De leverancier biedt deze functie en heeft baat bij terugname en hergebruik van de chemicaliën, die hiermee dus niet verloren gaan.
46 THEMA: ENGINEERING & CONTRACTING Een masterplan is een roadmap voor de ontwikkeling van het bedrijf of bedrijfsterrein voor de komende tien tot twintig jaar. Het opstellen van zo’n plan helpt om gestaafde uitbreidingsprojecten uit te voeren. Denkt men aan een verbreding door middel van een overname, dan is een gedegen brede due diligence een must. NAM presenteerde haar L13-FI-productieplatform in een tijd met de laagste aardgasbaten in veertig jaar. Door technische innovatie en versobering van de productieplatforms, weet de olie- en gasproducent nog steeds ook kleine gasvelden economisch te ontsluiten.
EN VERDER Commentaar 5 Feiten en cijfers • Huntsman tekent voor vaste EPCm-partner • Massa-ontslag bij tankopslagbedrijf Odfjell 6 Plant One 18 Projecten 20 Project: Reservoirs demiwaterfabriek 30 Dow test opwaardering restwarmte 32 Agenda 39 Innovatie 40 Producten 44 Onbevangen • Katrien Bogaerts 45 Column • Henk Leegwater 58
PETROCHEM 5 - 2017 3
PET05 B Inhoud.indd 3
03-05-17 16:29
Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta Nummer 4 - 2017 UITGAVE VAN: Industrielinqs pers en platform BV, Gedempt Hamerkanaal 155, 1021 KP Amsterdam E-mail: redactie@industrielinqs.nl, website: www.petrochem.nl HOOFDREDACTIE: Wim Raaijen 020 312 2081 EINDREDACTIE: Miriam Rook 020 312 2086 Liesbeth Schipper 020 312 2083 REDACTIE: Dagmar Aarts 020 312 2084 Laura van der Linde 020 312 2083 VASTE MEDEWERKERS: Chris Aldewereld, David van Baarle, Katrien Bogaerts, Jan Van Doorslaer, Jacqueline van Gool, Inge Janse, Henk Leegwater, Wim Soetaert, Cyril Widdershoven LAY-OUT: Bureau OMA bv, Wehl OMSLAGFOTO: ExxonMobil Rotterdam- 4 april: plaatsing vacuümfractionatietoren voor de uitbreiding van de hydrocracker-installatie. ADVERTENTIEVERKOOP: Jetvertising BV, t: 070 399 0000 - f: 070 390 2488 Arthur Middendorp - arthur@jetvertising.nl TRAFFIC: Breg Schoen 020 312 2088 DRUKWERK: PreVision Graphic Solutions ABONNEMENTEN (excl. 6% BTW) Petrochem verschijnt 11x per jaar. Nederland/België € 175,- per jaar Introductieabonnement NL/B met 25% korting € 131,25 per jaar Overig buitenland € 204Losse verkoopprijs € 22,Studentenabonnement € 40,50 Proefabonnement 3 mnd € 29,OPZEGGEN: Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op. ABONNEMENTENLAND: Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Tel: 0900-226 52 63 (€ 0,10 per minuut) Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Prijswijzigingen voorbehouden. © Industrielinqs pers en platform Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Papier binnenwerk:
Papier omslag:
PAPER & BOARD MADE OF
AGRI-WASTE WWW.PAPERWISE.EU
PET05 C Commentaar.indd 4
03-05-17 16:30
COMMENTAAR
‘Wordt de vierde industriële revolutie een breuk met het decennia-oude mantra dat er een tekort aan technisch personeel dreigt?’
Leve de vergrijzing Het zou weleens snel kunnen gaan. De verdere digitalisering van de industrie vraagt om andere kwaliteiten dan we nu gewend zijn. Zelfsturende systemen, realtime-monitoring, predictive maintenance, big data, internet of things; allemaal ontwikkelingen die de vierde industriële revolutie ontketenen. Ook in de chemie en de procesindustrie als geheel zal Industry 4.0 zich voltrekken. Het is allang begonnen, laat Rob Luyten van AkzoNobel in het hoofdinterview van deze editie zien. Als de plannen voor verschillende industriële clusters waarheid worden, zoals de Roadmap Next Economy die voor de Rotterdamse haven een totale facelift voor ogen heeft, dan hebben we nog maar weinig gezien. Beroepen van de toekomst ‘Leve de vergrijzing’, heb ik onlangs uit de mond van een sitemanager gehoord. Hij is blij met jonge mensen die nu al het liefst met hun iPads en smartphones de fabrieken inlopen. Wordt de vierde industriële revolutie ook een breuk met het decennia-oude mantra dat er een tekort aan technisch personeel dreigt? Het is volgens een enkele vooruitziende expert wel zaak dat bestaande kennis wordt vastgehouden, maar dan wel het liefst in geautomatiseerde systemen. Die omzetting, dat is vaak nog wel een uitdaging. Het wordt echter steeds minder een probleem dat mensen met pensioen gaan en dat daarmee kennis verdampt. Nee, de grootste uitdaging is om mensen zo op te leiden dat ze klaar staan om in een veranderende omgeving aan de slag kunnen. Een omgeving die veel meer vraagt om oplossers van complexe problemen, dan mensen die installaties aansturen. Als kandidaat voor een post in ons schaduwkabinet van de industrie stelt Marco Waas van AkzoNobel dat het onderwijs nu al moet anticiperen op wat er over tien jaar nodig is. Waas: ‘De ontwikkelingen gaan momenteel echt heel snel. Daarom is de koppeling van bedrijfsleven en onderwijs ook zo belangrijk. Over tien jaar hebben we in de industrie, maar ook breed in de maatschappij, andere mensen nodig met nieuwe capaciteiten en expertises. Daar moet je opleidingen op mbo’s, hbo’s en universiteiten nu al op afstemmen. Welke skills zijn straks nodig? En wat moeten de operators, mensen in de zorg en beroepen van de toekomst kunnen?’
Verjonging Onderwijs is sowieso een punt dat bij verschillende potentiële schaduwministers hoog op de agenda staat. Zo maakt Ronald Hoenen van DSM, Plant Manager of the Year 2015, zich zorgen over de aansluiting tussen bedrijfsleven en onderwijs. Twee edities geleden: ‘Ik krijg stagiairs en afstudeerders van het hbo en de universiteit die niet het niveau hebben dat ik zou willen. Om te zorgen dat wij ook echt gekwalificeerd personeel aan kunnen nemen, moet daar een afstemming over komen. Het bedrijfsleven en opleidingen hebben hierin een gedeelde verantwoordelijkheid. Uiteindelijk helpt dit ook om meer afgestudeerden aan het werk te krijgen.’ Ook Herbert Fisch, hoogste man van BASF Nederland, maakt zich druk over het onderwijs. Volgens hem kun je niet vroeg genoeg beginnen en moet er meer aandacht komen voor techniek en wetenschap in het basisonderwijs. Het liefst met een apart vak. Zelf heeft hij lang geleden in Duitsland op school gezeten. Hoewel nog te weinig naar zijn zin, lijkt er daar meer aandacht voor techniek in het onderwijs te zijn dan in Nederland. Misschien heeft dat te maken met het feit dat veel onderwijzers zelf vaak meer aanleg hebben voor andere vakken. Mensen met technische aanleg kiezen immers niet snel voor een carrière in het onderwijs. Hoe kan de interesse voor techniek dan worden aangewakkerd? Ik moet me dus sterk vergissen als onderwijs op 8 juni tijdens Deltavisie geen belangrijk discussieonderwerp gaat zijn. De uitdaging ligt niet bij de vergrijzing, maar vooral bij de verjonging. Wellicht dat de nieuwe technologische ontwikkelingen zowel probleem als oplossing vormen. Straks biedt de industrie veel meer aanknopingspunten voor de belevingswereld van de huidige jongeren. Dus leve de verjonging!
Reageren? Via de mail: wim@industrielinqs.nl of via Twitter : @wimraaijen PETROCHEM 5 - 2017 5
PET05 C Commentaar.indd 5
03-05-17 16:30
Biomassa uit de Nederlandse wateren, zoals zeewier, blijkt in 2035 maar liefst 53 petajoule aan primaire energie te kunnen leveren. Dit is 26 procent van het totale Nederlandse biomassapotentieel. Dat blijkt uit een studie van DNV GL naar het potentieel van biomassa in Nederland tot 2035. Zeewier heeft als voordeel dat het niet met voedselgewassen en landbouwgrond concurreert. Daarnaast vangt het nutriëntenuitstroom van landbouwactiviteiten in zee op en biedt deze nieuwe sector innovatieve kansen voor de Nederlandse economie. Naast zeewier noemt de studie ook afvalhout en agrarische reststromen als potentiële biomassabronnen. Bio-based plastics zijn net zo goed mechanisch te recyclen als conventionele plastics. En biologisch afbreekbare plastics zijn geen oplossing voor de plasticsoep in de oceanen. Dat blijkt uit het rapport ‘Bio-based and biodegradable plastics – Facts and Figures’, dat deze week werd uitgebracht door Wageningen Food & Biobased Research. Het rapport inventariseert wetenschappelijke kennis over biobased en biologisch afbreekbare plastics, en focust daarbij op plastics die gebruikt worden in de verpakkingsindustrie. Het onderzoek is gedaan omdat er over biologisch afbreekbare en bio-based plastics tal van soms hardnekkige misverstanden bestaan. Dat maakt een keuze om over te stappen naar het gebruik van deze materialen lastig voor bedrijven.
PETROCHEM 5 - 2017 6
PET05 E Feiten & Cijfers.indd 6
PARTNERS BETALEN MEE AAN NORD STREAM 2 PIJPLEIDING De tweede gasleiding tussen Rusland en Duitsland, Nord Stream 2, wordt voor de helft gefinancierd door de partners van het Russische Gazprom: Engie, OMV, Shell, Uniper en Wintershall. De partijen ondertekenden hiervoor een overeenkomst in Parijs. De Europese partners betalen elk 950 miljoen dollar voor de 1.220 kilometer lange verbinding met een jaarlijkse capaciteit van 55 miljard kuub hoogcalorisch gas per jaar. Gazprom betaalt de andere helft van de projectkosten die worden geschat op 9,5 miljard dollar. Het bedrijf blijft ook eigenaar van het projectbedrijf Nordstream 2 AG. De tweede gasverbinding met Rusland moet de leverings en voorzieningszekerheid van de Europese gasmarkt vergroten. INDUSTRIËLE GROOTVERBRUIKERS WILLEN VAART MAKEN MET ENERGIEBESPARING Acht maatregelen in de energie-intensieve industrie waarmee de CO2-emissie in de periode tot 2050 radicaal – met meer dan 90 procent – reduceert. Dat is het voorstel van de energie-intensieve industrie aan de overheid waarmee concrete beslissingen kunnen worden genomen in de transitie van de industrie naar een innovatieve, moderne en koolstofarme bedrijvigheid. VEMW (Vereniging voor energie, milieu en water) baseert deze zienswijze op onderzoek van consultancybureau McKinsey & Company. De energie-intensieve industrie in Nederland stoot zo’n veertig procent van de totale CO2-uitstoot in Nederland uit. De sector is doordrongen van de noodzaak om deze uitstoot drastisch te beperken en van de mogelijkheid om door investeringen, innovatie en vernieuwing haar positie in de Nederlandse economie te versterken. VEMW vroeg het consultancybureau om reële mogelijkheden te onderzoeken die een versnelling van de transitie van de industrie mogelijk maken. Dat leidde tot acht maatregelen die het potentieel hebben om de industriële CO2-uitstoot met meer dan negentig procent te verminderen in 2050. Met een aantal maatregelen kan in de komende kabinetsperiode al direct een start worden gemaakt, zoals de inzet van warmtepompen en het vervangen van gasgestookte boilers door hybride of elektrische systemen. Er zijn ook maatregelen die door de noodzakelijke drastische kostenreductie of innovatie pas na 2025 kunnen worden gerealiseerd, zoals CCS, CCU, inzet van biomassa en biobrandstoffen, productie van waterstof door elektrolyse, elektrische fornuizen voor hoge temperaturen en het ontwikkelen van waardeketens rond reststromen en een circulaire economie. Volgens VEMW leiden de additionele investeringen van de acht opties, met een totale ordegrootte van twaalf miljard euro, tot de creatie van duizenden nieuwe banen. EFFECTIEVE OPLOSSINGEN VOOR REDUCTIE ENERGIEVERBRUIK De beroepsvereniging van energieadviseurs FedEC merkt op dat nogal wat bedrijven denken dat ze alles aan energiebesparing hebben gedaan door het goedkoopste inkoopcontract binnen te halen, of zich te beperken tot het laaghangende fruit. Maar daarmee worden kansen gemist om meer energie te besparen. De procesindustrie kan nog zeker tien tot dertig procent energie besparen door het energieverbruik te analyseren, processen te integreren, restwarmte te gebruiken en energiezorg te implementeren. Aerzen doet een voorzet om de procesindustrie te helpen energie te besparen en warmte terug te winnen in de whitepaper Procesindustrie: verhoog positie op prestatieladders door terugdringing energieverbruik. Het bedrijf komt daarin met concrete en effectieve oplossingen waarmee de procesindustrie in processen met blowers en compressoren zijn concurrentiepositie kan verbeteren. Het gaat daarbij om technologische oplossingen met zowel ecologische als economische voordelen over de gehele life-cycle. Download de whitepaper van Aerzen op www.petrochem.nl.
FOTO: AERZEN
De energie-intensieve bedrijven hebben met minister Kamp van Economische Zaken afspraken gemaakt over een extra energiebesparing van 9 petajoule. Volgens VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer ‘geven deze afspraken de bedrijven de flexibiliteit en ruimte om te zorgen dat de doelen uit het Energieakkoord worden gehaald’. De extra afspraken, die nodig zijn voor de uitvoering van het Energieakkoord, komen als aanvulling bovenop de afspraken in het MEE-convenant (Meerjarenafspraken Energie Efficiëntie).
FOTO: GAZPROM
FEITEN & CIJFERS
Blijf op de hoogte en schrijf u in voor de nieuwsbrief op www.petrochem.nl
03-05-17 16:30
FOTO: AGBZ
GASUNIE WIL POWER-TO-GAS PROJECT MET VIJFDUIZEND ZONNEPANELEN Gasunie-dochters EnergyStock en New Energy willen bij Aardgasbuffer Zuidwending met zo’n vijfduizend zonnepanelen duurzame elektriciteit omzetten in waterstof. Hiervoor starten zij een pilotproject onder de naam HyStock dat tot doel heeft om een power-to-gas-installatie te bouwen. Het is de eerste in Nederland met een capaciteit van één Megawatt of meer. De locatie is ideaal omdat het de mogelijkheid biedt om in de toekomst waterstof grootschalig op te slaan in de speciaal voor gasopslag gemaakte zoutcavernes. Hiermee willen beide bedrijven de markt voor groene waterstof verder ontwikkelen. De definitieve besluitvorming over de installatie valt deze zomer. EnergyStock en Gasunie New Energy voorzien voor de aardgasbuffer bij Zuidwending (Groningen) een grote rol in een duurzame energievoorziening. Gasunie New Energy ziet de omzetting van power-to-gas als een veelbelovende technologie waarin gasinfrastructuur een verbindende rol kan spelen. Groene waterstof wordt in de toekomst een belangrijke schone brandstof in een duurzame energievoorziening. Waterstof kan worden ingezet voor onder meer mobiliteit/ vervoer, industrie en elektriciteitslevering.
Het Amsterdamse biotechbedrijf ChainCraft investeert zes miljoen euro in een demonstratiefabriek in het Amsterdamse havengebied voor de vergisting van groente- en fruitresten tot vetzuren. De fabriek moet begin 2018 open gaan en een jaar later op volle toeren draaien. Een miljoen kilo vetzuren per jaar is het doel, zo meldt het FD. De vetzuren kunnen worden gebruikt in diervoeding en als toevoeging in smeermiddelen, verf, lijm, coatings en verpakkingsmaterialen.
FOTO: REYM
‘ACTIEPLAN NODIG TEGEN ARBEIDSONGEVALLEN’ De Stichting Arbeidsongevallen wil een actieplan tegen arbeidsongevallen. Er moeten snel minder arbeidsongevallen gebeuren en slachtoffers en nabestaanden moeten fatsoenlijk worden behandeld. Gemiddeld komen volgens de stichting jaarlijks 60 tot 80 mensen in Nederland om op hun werk. ‘Dagelijks lopen werknemers blijvend of tijdelijk letsel op. Volgens de meest recente cijfers (2015) liepen 211.000 werknemers lichamelijk of geestelijk letsel op door een ongeval tijdens het werk. Het aantal arbeidsongevallen neemt al jaren niet af. De aantrekkende economie zal naar verwachting eerder een toename dan een afname van arbeidsongevallen laten zien.’ De Stichting Arbeidsongevallen helpt mensen die slachtoffer zijn van een arbeidsongeval op weg naar de juiste instanties. Daarnaast zet ze zich in voor meer maatschappelijk en politiek begrip voor de situatie van slachtoffers en nabestaanden. De stichting hoort regelmatig schrijnende verhalen van slachtoffers en nabestaanden van arbeidsongevallen. Heel vaak gaat het om situaties waarin de werkgever ontkent dat het ongeval heeft plaatsgevonden of betwist dat het letsel is ontstaan door het ongeval. De stichting vindt dat werkgevers, overheid, vakbonden en verzekeraars een actieplan moeten maken dat ervoor zorgt dat het aantal arbeidsongevallen niet gaat dalen en dat slachtoffers en nabestaanden beter worden bejegend. TANKS VAN ENORM KRAANSCHIP SCHOONGEMAAKT De twee gasolietanks van kraanschip Thialf zijn schoongemaakt. Een bijzondere klus, want de Thialf is met een totale lengte van 201,6 meter en breedte van 88,4 meter enorm. Het vaartuig kan worden ingezet voor de installatie van funderingen, platforms en pijpleidingen of voor decommisioning van gas- en oliefaciliteiten op zee. Onderin het platform bevatten twee tanks met een capaciteit van 4.136 kuub voor de diesel die de Thialf nodig heeft. Ieder jaar worden deze tanks geïnspecteerd, waarbij wordt bekeken of een grondige reinigingsbeurt noodzakelijk is. In november 2016 is de eerste tank onder perslucht gereinigd totdat deze weer schoon was om opnieuw gasolie te bufferen. Omdat de Thialf tussendoor voor een opdracht naar Trinidad moest, is de tweede tank afgelopen maart onder handen genomen. Voor het schoonmaken van de tweede tank werkten tien medewerkers in twee shifts van twaalf uur vijf dagen lang de klok rond. Bij de schoonmaakklus is in totaal zo’n 30 kuub aan schone diesel herwonnen, dat na de werkzaamheden terug is gepompt naar de Thialf voor hergebruik. Circa 40 kuub aan afvalstoffen (sludge) zijn afgevoerd.
In Barendrecht opent nog dit jaar het meest geavanceerde en ook een van de grootste maritieme trainingscentra ter wereld: Simwave. Op 5.000 vierkante meter worden 59 simulatoren geplaatst, waaronder enkele 1-op-1 nabootsingen van de brug en machinekamer van een schip. Volgens de oprichters wordt er volgend jaar een tweede centrum in Singapore geopend en moeten er uiteindelijk vijf van dit soort centra op maritieme hotspots in de wereld gerealiseerd worden.
DSM Sinochem Pharmaceuticals (DSP) gaat haar fabriek in Delft uitbreiden. Het doel is om de groeiende vraag naar duurzaam geproduceerd 7-ADCA, een belangrijk ingrediënt voor antibiotica. Er wordt een nieuwe vergister aan de site toegevoegd, die gebruik maakt van geavanceerde technologie die energie-efficiënt en milieuvriendelijk is. DSP verwacht dat de nieuwe uitbreiding van de fabriek in het laatste kwartaal van 2017 volledig operationeel is. DSM Sinochem Pharmaceuticals is een joint venture van DSM en Sinochem Pharmaceuticals. In Delft is een van ’s werelds grootste fabrieken voor werkzame stoffen in duurzame antibiotica gevestigd. Bijzonder aan deze fabriek is dat de producten worden geproduceerd met behulp van enzymen en niet met chemicaliën. Over de uitbreiding zijn verder geen financiële details bekend gemaakt.
PETROCHEM 5 - 2017 7
PET05 E Feiten & Cijfers.indd 7
03-05-17 16:30
www.moxa.com
IndustriĂŤle netwerken zijn een specialisme; wij zijn die specialisten. De Moxa industriĂŤle netwerkoplossingen zijn ontworpen voor de meest kritische toepassingen, waarbij betrouwbaarheid in een 24/7 productie omgeving centraal staat. Een applicatie specifiek netwerkontwerp en configuratie zijn hiervoor van het allergrootste belang. Wij weten hoe en zijn ervan overtuigd dat uw kennis van procesautomatisering en ons netwerkspecialisme tot niets anders kan leiden dan gezamenlijk succes.
www.modelec.nl Tel. 0318-636262 sales@modelec.nl
Adv_A4_Moxa_industrnetw.indd 1 PET05 Advertenties.indd 8
28-12-16 14:34 03-05-17 16:27
FEITEN & CIJFERS AARDGASBATEN OP LAAGSTE NIVEAU IN RUIM 40 JAAR De overheid verdiende vorig jaar 2,4 miljard euro aan de winning van aardgas. Dat is bijna 3 miljard euro minder dan in 2015 en de laagste opbrengst sinds 1975. In 2013 ontving de overheid met 15,4 miljard euro nog de hoogste opbrengst ooit aan aardgasbaten. In de drie jaren daarna namen ze met circa 85 procent af. Ondanks de lagere aardgasbaten sloot de overheid 2016 af met een overschot op de begroting van 2,9 miljard euro. Dit blijkt uit een nieuwe statistische analyse van het CBS. De daling van de aardgasbaten van de afgelopen jaren kwam enerzijds door lagere winning van aardgas. Vanwege de negatieve gevolgen van de gaswinning in Groningen heeft de overheid het winningsplafond naar beneden bijgesteld. Ook de overige winning op land neemt af. Tenslotte neemt de jaarlijkse gaswinning uit de velden in het Nederlandse deel van de Noordzee, sinds de piek in de productie rond 2000, gestaag af en is sindsdien gehalveerd. De totale winning van aardgas daalde van bijna 85 miljard kubieke meter in 2013 naar ongeveer 48,5 miljard kubieke meter in 2016. Daarnaast droegen ook lagere prijzen sterk bij aan de dalende inkomsten uit aardgas. De producentenprijzen voor aardgas zijn in 2016 bijna gehalveerd ten opzichte van 2013. ZONNE-ENERGIESYSTEEM SUCCESVOL OP LEMAN ECHO GEÏNSTALLEERD NAM en Shell UK hebben het duurzame zonne-energiesysteem van technologiebedrijf VONK succesvol geïnstalleerd op het platform Leman Echo op het Engelse deel van de Noordzee. Het hybride powersysteem bestaat uit 152 zonnepanelen en drie containers met daarin geavanceerde technologie. In de containers is onder meer een accu-unit aanwezig voor opslag van energie. Het Leman Echo-platform kan naar verwachting 95 procent van de tijd op zonne-energie functioneren. De eerste ervaringen met het systeem laten zien dat het aan alle verwachtingen voldoet. De energieopbrengst is hoog en het systeem is bedrijfszeker. NAM en Shell UK gaan nu na of dit systeem op andere platforms op zee kan worden toegepast . Het energiesysteem levert een forse CO2-reductie op: het platform draait voornamelijk op zonne-energie in plaats van dieselgeneratoren. Ook vliegen er geen helikopters meer naar dit platform voor het onderhoud van generatoren. Slechts eenmaal per jaar vaart het onderhoudsschip de Kroonborg langs voor onderhoud en dit schip vaart op de duurzame brandstof GTL. BRENT RUWE OLIEKOERS 55
54
PRIJS PER VAT IN US DOLLARS
53
52
51
50
49
28 29
30
31
3
4
5
6
7
10
11
12
13
17
18
19
20
21
24
Eneco en Mitsubishi Corporation (MC) starten in Duitsland binnenkort met de bouw van Europa’s grootste batterij, onder de naam EnspireME. Met de batterij kunnen zij straks reservecapaciteit aan het Europese elektriciteitsnet leveren. Daarnaast onderzoeken beide partijen de mogelijkheid om de overproductie van lokale windstroom op te slaan. De batterij is een lithium-ion-systeem met een vermogen van 48 megawatt en een opslagcapaciteit van meer dan 50 megawattuur, vergelijkbaar met het gemiddelde energieverbruik van meer dan 5.300 Duitse huishoudens voor één dag. Wintershall, een dochteronderneming van BASF, is gestart met olieproductie uit het Deense veld Ravn. Een nieuw productieplatform in de Deense Noordzee, 300 kilometer ten noorden van Den Helder, gaat de olie uit het Ravn veld winnen op een diepte van circa 4.000 meter. Een onderzeese pijpleiding vervoert de ruwe olie naar Wintershalls A6-A platform in de Duitse Noordzee, 18 kilometer verderop, waar het wordt ingevoerd in het bestaande exportsysteem naar Nederland.
PERSONALIA Bijzonder hoogleraar Gert-Jan Gruter is genomineerd voor prijs van Europees Octrooibureau (EOB) voor zijn uitvinding van bioplastic gemaakt van suikers uit planten. Prof.dr. GertJan Gruter en zijn onderzoeksteam van Avantium, hebben een bioplastic gemaakt van planten ontwikkeld – PEF – dat geen olie nodig heeft, volledig is te recyclen en daarmee de CO2-voetafdruk vermindert met 50-70 procent. Vanwege dit succes is Gert-Jan Gruter een van drie finalisten voor de European Inventor Award 2017 in de categorie MKB. De winnaars van de 12e editie van de jaarlijkse innovatieprijs van het EOB worden op 15 juni bekendgemaakt tijdens de ceremonie in Venetië.
April 2017
PETROCHEM 5 - 2017 9
PET05 E Feiten & Cijfers.indd 9
03-05-17 16:31
INTERVIEW
Procesindustrie maakt zich op voor Industry 4.0
PETROCHEM 5 - 2017 10
PET05 O Interview.indd 10
03-05-17 16:39
Industry 4.0 lijkt nu ook de chemische industrie te veroveren. Kapitaalintensieve installaties staan er vaak al decennia en dat zorgt ervoor dat vernieuwingen niet altijd even snel konden worden doorgevoerd. Toch ziet Rob Luyten van AkzoNobel voldoende kansen om met oude installaties mee te gaan in wat de vierde industriële revolutie wordt genoemd. Bij de productie van chloor bijvoorbeeld. ‘We gebruikten ingebouwde sensoren al voor diverse metingen, maar nu zetten we ze intelligenter en realtime in.’ Wim Raaijen
FOTO’S: WIM RAAIJEN
‘Heb je dat filmpje van Rolls-Royce weleens gezien met de controlekamer van de toekomst?’ Rob Luyten duidt op een videoproductie die sinds een jaar onder de naam ‘Rolls-Royce future shore control centre’ is te zien op Youtube. In de film is een futuristische controlekamer te zien van waaruit onbemande schepen op wateren overal in de wereld worden aangestuurd. Fantastische apparatuur, geweldige schermen met virtual-reality-elementen en de operator in een comfortabele stoel die alle touwtjes in handen heeft. Mooi in beeld gebracht en zeer inspirerend, vindt ook Luyten die assetmanagement director is bij AkzoNobel Industrial Chemicals. Maar het staat volgens hem nog mijlen ver af van de huidige realiteit in de industrie. ‘Er lijkt geen directe aansluiting met wat we nu al kunnen doen. We moeten uitkijken dat dergelijke vergezichten ons niet belemmeren om stappen te maken die nu al mogelijk zijn in de bestaande installaties. Dat terwijl er juist al verschillende zaken worden gerealiseerd op het gebied van Industry 4.0 en verdere digitalisering van fabrieken.’ Ook bij de chemische bedrijven als AkzoNobel, waar de installaties soms decennia oud zijn. Honderdduizenden euro’s Tijdens de beurs Maintenance Next in april gaf Luyten een presentatie over de weg van verouderende fabrieken naar slimme geautomatiseerde installaties, in het nieuwe digitale tijdperk. Van ‘ageing assets’ naar Industry 4.0, om bij het moderne jargon te blijven. Het idee dat bestaande installaties niet geschikt zijn voor deze beweging komt overwaaien uit de discrete maakindustrie, zegt Luyten. Natuurlijk zijn derPETROCHEM 5 - 2017 11
PET05 O Interview.indd 11
03-05-17 16:39
INTERVIEW gelijke ontwikkelingen eenvoudiger te integreren in nieuwe, nog te bouwen installaties. Omdat er al zoveel fabrieken in Nederland staan, is het volgens hem juist een uitdaging om oud geleidelijk in nieuw over te laten gaan. Dat kan bijvoorbeeld door bestaande installaties te voorzien van nieuwe sensoren. ‘Sterker nog, veel onderdelen hebben al sensoren ingebouwd die nog niet volledig worden benut voor analyses en sturing, zoals bijvoorbeeld bij predictive maintenance. In de elektrolyzers, verantwoordelijk voor onze chloorproductie, gebruikten we de ingebouwde sensoren al voor enkele metingen, maar nu zetten we ze intelligenter en realtime in. Door de informatie die we krijgen goed te analyseren, kunnen we in onze Rotterdamse chloorfabriek honderdduizenden euro’s besparen aan benodigde energie. Dat kan straks ook in andere fabrieken waar we chloor produceren, zoals in Delfzijl.’ De besparing staat los van een andere energiebesparende maatregel waarbij AkzoNobel investeert in zogeheten ‘zero gap technology’ voor haar chloorfabrieken. Bij deze techniek zitten de platen met membranen, die worden gebruikt
voor de elektrolyse, dichter tegen elkaar aan. Hierdoor kunnen chemische processen efficiënter verlopen waardoor het energieverbruik in de elektrolysefabriek tot tien procent lager is. Luyten: ‘Dit is een innovatie van onze toeleverancier. De energiebesparing door onze analyses komt daar dus bovenop.’ Vergelijkingsmateriaal Je zou kunnen zeggen dat AkzoNobel met dergelijke ontwikkelingen stappen zet op de lange weg van Industry 4.0 en big data. Zelf ziet Luyten dat big data voorlopig moet worden opgepakt in specifieke deelgebieden die ook voor mensen nog te overzien zijn. ‘Bij de elektrolyzers en ook bij andere installaties verzamelen en analyseren we nu veel informatie, maar dat is nog maar het begin van wat met big data mogelijk is. We zijn momenteel vooral op zoek naar natuurkundige wetmatigheden. Met de ontwikkeling van algoritmes zetten we die om in parameters voor de optimale besturing van de installaties.’ Vaak wordt gesteld dat de mogelijkheden van big data in de procesindustrie beperkter zijn dan bijvoorbeeld in de dis-
Luyten: ‘We moeten uitkijken dat vergezichten ons niet belemmeren om stappen te maken die nu al mogelijk zijn in de bestaande installaties.’
crete maakindustrie, vooral omdat elke fabriek weer anders is. Luyten betwijfelt dat. ‘Ook in de chemie zijn veel repetitieve processen en onderdelen. Al onze chloorfabrieken hebben tal van elektrolyzers staan en ook gebruiken we in verschillende installaties meerdere soortgelijke pompen en kleppen. Door veel informatie te verzamelen onder gelijke, maar ook variabele omstandigheden komen we veel over de wetmatigheden te weten. Vergeet niet dat we overal in de wereld fabrieken hebben staan die zeer op elkaar lijken. Daar kunnen we ook veel vergelijkingsmateriaal uit halen.’ Rekencapaciteit Luyten wil vooral realistisch naar de mogelijkheden kijken. Wel denkt hij dat Industry 4.0 een beweging is die de industrie enorm kan veranderen. ‘Het komt geregeld voor dat oude concepten onder een nieuwe naam terugkeren. Bij de huidige digitalisering en de ontwikkelingen die we onder de noemer van Industry 4.0 brengen, ligt dat toch anders. Natuurlijk werken we al langer met sensoren, maar de realtime-technologie en de mogelijkheden om snel analyses te maken zijn nu op een punt gekomen dat we er veel meer mee kunnen doen.’ Vooral de mogelijkheid om grote hoeveelheden gegevens direct te kunnen analyseren, voegt volgens Rob Luyten een nieuwe dimensie toe aan industriële productie en onderhoud. ‘Heel belangrijk is dat de benodigde technologie betaalbaar wordt en steeds meer beschikbaar komt.’ Hij ziet wel een analogie met bijvoorbeeld de opkomst van de iPad en andere tabletcomputers. Steve Jobs kon met Apple de iPad lanceren omdat de technologie op verschillende vlakken inmiddels ver genoeg was. Denk aan touchscreen, handzame batterijen, wifi en meer. Industry 4.0 ontwikkelt zich juist nu, omdat het momenteel ook goed mogelijk is. Vooral de snelheid en de rekencapaciteit van de huidige computers stuwen de ontwikkelingen. ‘Ervaren operators en technologen kunnen bedrijfscondities ook heel goed inschatten, maar die kunnen niet continu achter een scherm grote hoeveelheden data realtime analyseren. Op dat vlak biedt de technologie momenteel echt nieuwe mogelijkheden.’
PETROCHEM 5 - 2017 12
PET05 O Interview.indd 12
03-05-17 16:39
Op orde De verdere digitalisering kan bedrijfseconomische doelen uitstekend dienen. Luyten: ‘Het draait daarbij vooral om verlaging van de kosten en verhoging van de uptime.’ De industrie kan door betere en realtime-analyses veel efficiëntieslagen maken en de installaties hoeven minder vaak stil te staan. Daarvoor benodigde investeringen vallen vaak mee en kunnen worden opgenomen in lopende vernieuwingsen vervangingsprojecten. Industriële bedrijven kijken volgens Luyten nog te vaak alleen naar de directe kapitaalinvesteringen. ‘Belangrijk is ook om naar de operationele kosten te kijken bij de investering en daarbij technische specificaties voor bijvoorbeeld sensortechnology mee te nemen. Daarbij zijn de kosten om installaties van sensoren te voorzien al relatief laag. We geven nu heel veel geld uit aan onderhoud. Met sensoren en goede predictive analyses zijn de onderhoudskosten beduidend terug te brengen.’ Realtime-analyses Belangrijk voor de overgang van oud naar nieuw is wel dat de bestaande fabrieken op orde zijn. Luyten: ‘Als je de oude wereld op orde hebt, kun je ook gemakkelijker stappen zetten in de nieuwe. Zo is het heel belangrijk om met
‘Door de informatie die we krijgen goed te analyseren, kunnen we in onze Rotterdamse chloorfabriek honderdduizenden euro’s besparen aan benodigde energie.’ goed ontwikkelde werkprocessen voor maintenance en projectuitvoering al in een proactieve modus te werken. Dat
helpt enorm om onder andere met realtime-analyses aan de slag te gaan.’ ■
ONBEMANDE FABRIEKEN KOMEN ER AAN Al eerder publiceerde Petrochem de ervaringen van Sitech met Industry 4.0. Op de Chemelot Campus in Geleen werkt het bedrijf met de aanwezige chemische bedrijven aan een toekomst met onderhoudsvrije het liefst onbemande fabrieken. Sitech onderhoudt de plants op een zodanig hoog niveau dat ze nieuwe zaken moeten toevoegen om de installaties nog beter en efficiënter te laten worden. Er wordt geprobeerd om innovaties voor alle fabrieken uniform uit te werken. Dat wordt bijvoorbeeld in het Sitech Asset Health Center gedaan, waar data uit de plants van klanten binnenkomen. Daarmee worden modellen gemaakt om predictief onderhoud te doen. Een aardige stap dus op het gebied van big data en Industry 4.0. Director maintenance & turnarounds Richard Schouten van Sitech: ´Wij kunnen voorspellen wanneer een installatie gaat falen en ik durf te zeggen dat we daarin vooroplopen.’ Net als Rob Luyten denkt Schouten dat de toekomst van predictief onderhoud en Industry 4.0 helemaal niet zo ver weg hoeft te zijn voor de procesindustrie. ‘Er zijn veel systemen op de site waarvan we alle modellen, stappen en designcriteria moeten weten. Toch denken we dat we in 2020 geen onvoorziene storingen meer hebben. De fabriek is dan nog niet onder-
houdsvrij, maar we kunnen het onderhoud wel voorspellen.’ Sitech lijkt in één adem al verder te denken. ‘We willen met steeds minder mensen in de installatie zijn, vanwege de veiligheid. Door sensoren en het Asset Health Center wordt dat mogelijk. We kunnen steeds beter met behulp van technologie de installaties bedienen waardoor er minder operators in een plant aanwezig hoeven te zijn. Wij denken dat je tussen 2020 en 2030 in ieder geval meerdere fabrieken uit één controlekamer gaat besturen en dat het aantal activiteiten in de fabriek zelf nog maar tien procent is van wat er nu wordt gedaan.’ Wie Schouten dan vol ongeloof aan kijkt, krijgt te horen: ‘De scheepvaart heeft al onbemande machinekamers, offshore hebben we onbemande platforms staan, auto’s kunnen al zelf rijden, waarom zou er dan geen zelfsturende fabriek kunnen zijn? Alle ingrediënten zijn er, je moet alleen zorgen dat je de juiste modellen hebt en dat er een zelfdenkend systeem is dat kan zien wat er mis gaat en bij kan sturen.’ Lees het hele artikel hierover terug in Petrochem 11 van 2016.
PETROCHEM 5 - 2017 13
PET05 O Interview.indd 13
03-05-17 16:39
DELTAVISIE 2017
Finalisten Plant Manager of the Year 2017 Voor de tiende keer wordt de Plant Manager of the Year gekozen en ook dit jaar hebben we weer drie fantastische finalisten: Roelof van Wijk, site director bij Avebe, Henk Veldink, site manager Pernis bij Hexion en Emre Kaya, site director bij Organik Kimya Netherlands. In een kort interview stellen ze zich aan u voor. De verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanning en prestaties van plantmanagers te benoemen en te waarderen. Op 8 juni, tijdens het congres Deltavisie, wordt bekendgemaakt wie zich een jaar lang Plant Manager of the Year mag noemen.
Dagmar Aarts
Henk Veldink, Hexion
Henk Veldink (42) is de sitemanager van Hexion en wil iedereen in het bedrijf bij het proces betrekken om zo te verbeteren. In Pernis heeft het bedrijf een plant met vijf fabrieken die specialty chemicals produceren, zoals harsen en coatings. Veldink leidt de epoxy- en coatingsdivisie. ‘Onze producten worden onder andere gebruikt bij het maken van windmolenbladen. Daarnaast leveren we de technologie om zo’n blad, dat wel tachtig tot honderd meter kan zijn, in één keer te spuitgieten.’ Hexion is daarnaast bezig om te kijken hoe ze met haar materialen voor gewichtsbesparing kan zorgen in bijvoorbeeld auto’s. Veldink: ‘De dakconstructie van de nieuwe BMW 7 serie is al niet meer van metaal, maar van ons product.’ Het bedrijf produceert ook watergebaseerde coatings, als vervanging van oplosmiddelgebaseerde verven en coatings die in steeds meer producten en toepassingen worden verboden. Jaarplannen Veldink gelooft dat een site altijd verder kan verbeteren. ‘Ik ben er dagelijks mee bezig om te zorgen dat ik dat niet alleen doe, maar dat we er alle mensen op de site bij betrekken. Zodat we allemaal bezig zijn om verbeteringen in safety en performance te bereiken. Ik heb op een boel sites en plekken gewerkt, maar ik denk dat wij er op deze site echt goed in zijn geslaagd iedereen te laten meewerken. Op die manier werken niet alleen een paar managers aan verbeteringen, maar is het een gezamenlijke verantwoordelijkheid geworden.’ Dat lukt bijvoorbeeld doordat er voor elke afdeling een eigen jaarplan wordt gemaakt dat iedereen in kan zien. Al die plannen sluiten ook nog eens op elkaar aan. ‘Eerst werd er één
plan met het management gedeeld, nu hebben ook de operators een eigen plan. Hoe meer mensen weten waar we naar toe gaan, wat er nodig is en hoe ze eraan kunnen bijdragen, hoe meer betrokkenheid en initiatieven er ontstaan.’ Hierdoor hebben de operators samen allemaal kleine verbeterstapjes doorgevoerd, die uiteindelijk hebben geleid dat een uniek product van Hexion een stuk sneller kan worden geproduceerd dan voorheen. ‘Dat is een heel mooi voorbeeld van hoe een ‘multiplier’ kan werken’, zegt Veldink. Positiever beeld Als sitemanager wil Veldink het raamwerk aangeven waarbinnen hij medewerkers de vrijheid wil geven om dat raamwerk in te vullen. ‘Ik geef mensen het vertrouwen dat ze hun eigen doelstellingen kunnen stellen en bereiken.’ In de komende jaren wil hij een toekomst blijven houden voor de site, zeker nu met ontwikkelingen als goedkope energievormen in Amerika en een groeiende Aziatisch import. ‘Het mooiste zou zijn als wij kunnen zeggen dat we continu zijn blijven verbeteren op veiligheid, kosten en productievolumes en dat we hier nog jaren kunnen blijven produceren en werkgelegenheid en kwaliteit kunnen leveren.’ Als Veldink de Plant Manager of the Year verkiezing op 8 juni zou winnen, dan wil hij zich sterk maken om het beeld van de chemie in Nederland positiever te maken. ‘Ik vind chemie een fantastisch vak en wil er ook graag over vertellen. In Nederland wordt af en toe gedacht dat chemie alleen maar vervelend en slecht is, terwijl we zoveel mooie dingen doen en bereiken en heel belangrijk zijn voor de Nederlandse economie en samenleving. Ik wil dat meer mensen snappen
PETROCHEM 5 - 2017 14
PET05 Q Plantmanagers.indd 14
03-05-17 16:41
Henk Veldink: ‘Het beeld over chemie mag positiever.’ wat ze aan chemie hebben, wat het nut ervan is en hoeveel moeite er wordt gedaan om de impact van de industrie zo klein mogelijk te houden.’
Emre Kaya, Organik Kimya
Bij chemiebedrijf Organik Kimya heeft site director Emre Kaya (36) de afgelopen jaren met zijn team een enorme vooruitgang geboekt. Op het gebied van veiligheid, productiviteit, klanttevredenheid en medewerkertevredenheid zijn flinke stappen gezet. Organik Kimya is van oorsprong een Turks/Italiaans familiebedrijf dat specialty chemicals produceert. Sinds 2005 is het ook in Rotterdam gevestigd. Kaya werkt al twaalf jaar bij het bedrijf, eerst in Turkije en sinds 2011 in Nederland. Vanaf oktober 2015 is hij verantwoordelijk voor de gehele Nederlandse operatie. Toen Organik Kimya in de Rotterdamse haven begon, moest de werk- en denkwijze worden aangepast aan Nederland. ‘Er waren verschillen in cultuur, werkwijze en taal. Wij gebruikten Geert Hof-
stede’s culturele dimensietheorie om de verschillen goed te kunnen analyseren. In Turkije is men meer gewend aan topdown leiderschap, terwijl hier meer een poldermodel van toepassing is. Er wordt meer doorgesproken met personeel en iedereen wordt van beslissingen op de
hoogte gebracht. Wij denken dat het één niet beter is dan het ander, maar om succesvol te zijn in Nederland was een ander soort leiderschap nodig. Dat leiderschap moesten we leren kennen.’ Boegbeeld Inmiddels gaat het goed op de Rotterdamse plant met ongeveer tachtig medewerkers. De klanttevredenheid is omhoog gegaan, de onderhoudswerkzaamheden kosten minder tijd en er wordt jaarlijks tien procent meer geproduceerd. Ook is de relatie met de overheid sterk verbeterd. Kaya: ‘In 2012 hadden we wat problemen met de inspectie en daar hebben we van geleerd. De afgelopen jaren hebben we geen overtredingen gehad. Van een bedrijf dat problemen had, zijn we veranderd in een boegbeeld voor de industrie. Dat vind ik een mooie verandering in korte tijd.’ Die veranderingen zijn gelukt doordat er goed is gekeken waar kan worden verbeterd. ‘We hebben in 2012 grote veranderingen in het management doorgevoerd,
Emre Kaya: ‘Voor groei heb je iedereen uit je bedrijf nodig.’ PETROCHEM 5 - 2017 15
PET05 Q Plantmanagers.indd 15
03-05-17 16:41
[Sch
rijf
INNOVATIEKRACHT | SPIJKENISSE | 8 JUNI
nu i
n]
T IN E B A K D U W S T R IE A H U SC IN D HE T E D VAN ME T
EIGENAARSCHAP De laatste jaren zijn steeds meer industriĂŤle bedrijven op zoek naar het gevoel van eigenaarschap. Hoe kan je medewerkers zo betrekken dat ze fabrieken beter laten lopen? En hoe blijven productiebedrijven zich verantwoordelijk voelen voor hun producten, ook al zijn ze al lang buiten hun bereik? Tijdens Deltavisie gaan we op zoek naar wat het gevoel van eigenaarschap kan opleveren. Verder stelt Petrochem samen met Plant Manager of the Year 2016 Jeroen van Woerden een Schaduwkabinet van de Industrie samen, dat verschillende beleidsvoorstellen wil voorleggen aan de zaal. In de avond wordt de opvolger van Jeroen van Woerden gekozen, de tiende Plant Manager of the Year inmiddels. Ook wordt voor de derde maal de VOMI safety eXperience Award uitgereikt. Een dag om niet te missen! Initiatiefnemer:
Programma 11.00 uur
Aanvang ochtendprogramma - Welkom door dagvoorzitters Jeroen van Woerden (Kemira) en Wim Raaijen (Petrochem) - Lezing Raymond van der Horst (ExxonMobil) - Presentatie Steven Lemain (projectleider Take Back Chemicals)
12.30 uur
Netwerklunch
13.30 uur
Aanvang middagprogramma - Debat met Schaduwkabinet van de Industrie - Parallel: businesscases, werkcolleges en pitches VOMI Safety eXperience Award
15.30 uur
Korte pauze
16.00 uur
Vervolg middagprogramma - Lezing Hero de Jager (Aliancys) over dienend leiderschap en zelfsturende teams - Interviews met voormalig Plant Manager of the Year winnaars - Pitches finalisten Plant Manager of the Year
17.30 uur
Netwerkborrel
18.30 uur
Aanvang avondprogramma met diner - uitreiking VOMI Safety eXperience award 2017 - bekendmaking Plant Manager of the Year 2017
Contentpartners:
Partners:
www.deltavisie2017.nl Deltavisie hele pagina 20170317.indd 1 PET05 Advertenties.indd 16
14-04-17 16:27 09:55 03-05-17
we hebben geïnvesteerd in veiligheid en training van onze medewerkers en regelmatig bezoeken gebracht aan andere bedrijven in de regio om te leren van elkaar’s best practices. Ook hebben we een dagrapportsysteem gebouwd. De hele organisatie krijgt een dagrapport waarin staat wat die dag de belangrijke onderwerpen zijn. Wij denken dat goede communicatie aan de basis staat van goede bedrijfsvoering.’ Duurzame groei Het uiteindelijke doel van Organik Kimya is om in 2024, als het familiebedrijf honderd jaar bestaat, het grootste onafhankelijke bedrijf te zijn dat specialty chemicals produceert. ‘De grootste doelstelling van de afgelopen jaren was om een echt Rotterdams bedrijf te worden met connecties in de haven, met bekendheid en een goede naam. Dat is gelukt. Begin 2017 hebben we ons uitbreidingsproject Bosphorus afgerond. Hierdoor is onze productiecapaciteit verdubbeld en er is een enorme vraag naar onze producten. De uitdaging is nu om meer te produceren op een duurzame en veilige manier.’ Voor Kaya persoonlijk is de uitdaging om die groei te managen. Duurzame groei is meteen ook waar hij zich sterk voor zou willen maken als hij de verkiezing wint. ‘Bij groei moet je rekening houden met alle aspecten in het bedrijf. Je moet nadenken over investeringen, veiligheid, het milieu, de leveringsketen, tevredenheid van het personeel en investeren in human capital. Voor groei heb je iedereen uit je bedrijf nodig.’
Roelof van Wijk, Avebe
Roelof van Wijk (50) is locatiemanager van Avebe in Foxhol. Met zijn team heeft hij deze locatie weer op de kaart weten te zetten nadat het zelfs op de nominatie had gestaan om te worden gesloten. Een tijd lang is er daardoor minder in de locatie geïnvesteerd, was er minder aandacht vanuit het hoofdkantoor en was het bedrijf erg naar binnen gericht. Avebe is een coöperatie van zetmeelaardappeltelers. Uit de aardappels wordt zetmeel en eiwit gewonnen en bewerkt. ‘Avebe richt zich bij de vermarkting vooral op food, maar ook industriële applicaties en diervoeding zijn nog altijd relevante markten’, zegt Van Wijk. ‘Op onze locatie
Roelof van Wijk: ‘Betrek je buren bij je plannen en ontwikkelingen.’ in Foxhol produceren wij zetmeelderivaten voor industriële toepassingen.’ Vertrouwen Van Wijk is er trots op dat zijn site de afgelopen jaren stappen heeft gemaakt. ‘Doordat de locatie ooit op de nominatie stond om te worden gesloten, waren er op allerlei gebieden achterstanden. We zijn begonnen om procesveiligheidsrisico’s echt op te lossen. Daarnaast ben ik gaan verbinden met de omgeving. Toen ik hier in 2012 kwam werken, was de relatie met de bewoners van Foxhol ernstig verstoord. Het vertrouwen in Avebe was laag, omdat we zo naar binnen waren gericht. Ik heb veel gepraat met de afvaardiging van het dorpsbelang en kreeg zo boven water waar hun bezorgdheid zat. Dat konden we meenemen in onze besluiten over de ontwikkeling van de locatie. Op die manier bouw je een relatie op.’ Ook intern was het tijd voor verbinding. Van Wijk: ‘Het management kwam en ging. We hebben veel met de medewerkers gepraat. Vooral voorbeeldgedrag was en is een belangrijk element om invloed uit te oefenen op de medewerkers en locatie. Het is makkelijk om je hoofd te laten hangen, omdat er niet wordt geïnvesteerd. Maar als je dat doet, ontstaat een negatieve sfeer. Ik heb juist gesproken over de kansen die we hebben, de eigen verantwoordelijkheid en eigen inbreng. Wij
hebben zelf invloed op wat er op onze site gebeurt.’ De aanpak heeft effect, want het gaat een stuk beter in Foxhol. ‘Er is nu een positieve vibe’, zegt Van Wijk. ‘Mensen kijken vooruit en hebben weer vertrouwen in de toekomst. Op dit moment worden er veel pilots op onze site gedaan met bijvoorbeeld alternatieve ploegenroosters, industrie 4.0 en programma’s over waarden en normen. Hiermee lopen we voorop, omdat we er voor open staan.’ Relatiebeheer Avebe richt zich vooral op eiwit en voeding. Hierdoor zijn er geen uitbreidingsplannen voor de locatie Foxhol. Voor Van Wijk reden te richten op stabiliteit en winstgevendheid. ‘We willen dat de site nog efficiënter, beter en plezieriger wordt.’ Als Van Wijk de nieuwe Plant Manager of the Year wordt, dan wil hij zich sterk maken voor relatiebeheer met omwonenden. ‘De maatschappij is tegenwoordig zo open dat je je buren goed moet betrekken in je plannen, je ontwikkelingen en alles wat speelt. In 2014 hebben we het dorp uitgenodigd voor een tour over de locatie. Dat brengt betrokkenheid en het zorgt voor wederzijds begrip. Vlak ook niet uit wat het met medewerkers doet. Voor hen was het een moment om hun werk en trots te delen.’ ■ PETROCHEM 5 - 2017 17
PET05 Q Plantmanagers.indd 17
03-05-17 16:41
PLANT ONE
CO2 verminderen door ketenintegratie Plant One Rotterdam biedt ruimte, faciliteiten, machinerie en ook opleidingen aan bedrijven die op semi-industriële schaal innovatieve, duurzame procestechnologie willen testen en valideren. Managing director Gabriël Tschin: ‘Zowel multinationals als start-ups zijn welkom. Ook aan de periode dat iemand gebruik wil maken van de faciliteiten, stellen we geen eisen. Wel moet een innovatie passen binnen de milieuvergunningseisen en moeten bedrijven die CO2 uitstoten zich committeren aan het doel dit te verminderen.’
Kennis- en innovatiecentrum Plant One Rotterdam, gevestigd op de site 5210 in het hart van de petrochemie, biedt bedrijven en onderzoeksinstellingen de gelegenheid om nieuwe duurzame processen en installaties te testen en uiteindelijk op commerciële schaal te produceren. Petrochem laat haar lezers graag kennis maken met deze innovaties waarmee binnen vele secto-
Ketenintegratie Plant One Rotterdam kan door middel van ketenintegratie partners helpen hun doelen te bereiken. Met deze ketenintegratie wordt verder de bereidheid om samen te werken en informatie te delen over het energie- en grondstoffen gebruik en over de afvalstromen bedoeld. Hoe wordt CO2 uitgestoten en kunnen we dit afvangen zodat het door andere partijen kan worden omgezet in bijvoorbeeld mineralen, suikers, vetten of zelfs polymeren? Inmiddels staan op het terrein in Rotterdam meerdere installaties in aanbouw, die de circulariteit
ren zaadjes worden geplant voor
Gas products
een duurzame toekomst.
Syngas
1. Photosynthese
Bio-products
Agriculture
MTO Plastics
Carbon (Carbon Black) Light Pyrolyse Oil
Efficient use of CO₂
Heavy Pyrolyse Oil
Methanol production
Hydrotreating (FLEX-Unit)
Carbon Capturing
Feedstock
CO₂ Supply
Pure CO₂
Other Options
Fuel industry
Paint industry
PET Recycling
Electrical conversion 2. Chemical
Werkbezoek Op 10 april zijn Minister Schultz en Staatssecretaris Sharon Dijksma op werkbezoek geweest bij het kennis- en innovatiecentrum. Tschin is blij dat de visie van Plant One overeenkomt met die van deze bestuurders: ‘Uitgangspunt is het nationaal grondstoffenakkoord met als hoofddoel Nederland circulair in 2050. Wij zijn hier druk mee bezig. Pyrolyse, CCU, depolymerisatie, een cyclus voor de omzetting van kleine temperatuurverschillen in elektriciteit en het optimaliseren van chemische producten zijn processen waarvoor we de installaties al in huis hebben. Staatssecretaris Dijksma was onder de indruk van wat ze hier heeft gezien.’ Het samenwerken gebeurt, als het aan Tschin ligt, vanuit een gezonde Rotterdamse mentaliteit: niet lullen, maar poetsen. ‘Ellenlang vergaderen en discussiëren hoeft niet. We hoeven ook niet eerst honderd pagina’s te schrijven waardoor iedereen een flinke papiermolen te verwerken krijgt. Gewoon doen!’ Het feit dat de bedrijven gebruik kunnen maken van een parapluvergunning waaronder een breed scala aan processen kan worden getest, draagt hier aan bij. ■
[non electrical conversion]
Deze pagina’s worden mogelijk gemaakt door Plant One
Carbon storage Tank storage
Pyrolyse
DME dimethylether
Electrolyse
H₂
Plastics industry Ultra Purification
MTG Fuels
van reststromen verbeteren. Zo heeft Plant One een CATO CO2-installatie overgenomen. Tschin: ‘Deze zal naar verwachting in het najaar op de site worden opgebouwd. Hieraan kunnen wij onze pyrolyse-installaties koppelen. Daarnaast zijn wij samen met een innovatiebedrijf bezig om een nieuw type afvanger te ontwikkelen.’
3. Mineralization
Carbonsilica & fillers
+€ Pyrolyse Products
+€ CCU Products
-€ Waste/Fluegas
Plant One Rotterdam Ketenintegratie
CL
JH
SIZE
A0 SCALE
Rev Date 14-03-2017 1:1
DWG NO BRMP_1001-CL SHEET
REV
11.0 E 1
PETROCHEM 5 - 2017 18
PET05 M Plant One.indd 18
03-05-17 16:55
PLANT ONE ondernemingen om na te gaan waar kansen zijn om economisch restwarmte om te zetten in elektriciteit.
Arteq Power: power-to-heat De opwaartse kracht die een lichaam in een vloeistof of gas ondervindt, is even groot als het gewicht van de verplaatste vloeistof of gas. Zo luidt de wet van Archimedes. Vanuit dit principe heeft Arteq Power een installatie ontwikkeld waarmee door circulatie van warmte en koude een zelfvoorzienend energiesysteem ontstaat.
In een hal van Plant One staat een acht meter hoge installatie, met bovenin een turbine die de kern van de installatie vormt. ‘Dit is het onderdeel dat de druk van gas omzet in elektriciteit’, legt civiel ingenieur Harold Lever uit. ‘Dit is zowel toepasbaar met restwarmte als met oceaanwater in de tropen waar grote temperatuurverschillen voorkomen.’ Proefinstallatie Om de installatie te kunnen testen en de output te kunnen meten, wordt op deze locatie gewerkt met een proefvat op basis van water dat met elektriciteit wordt opgewarmd. ‘Een deel van deze warmte wordt afgegeven aan een koelvloeistof. Dit wordt omgezet in een gas dat door de pijp de hoogte in gaat. Het gas geeft een bepaalde druk in de turbine waar het middels een rad met schoepen en een hieraan gekoppelde generator, wordt omgezet in stroom.’ Het gaat hier om heat-to-power-technologie. ‘Op veel industrieterreinen is ‘heat’ een bijkomstigheid. Deze restwarmte vervliegt terwijl het met deze techniek kan worden omgezet in een waardeproduct, namelijk stroom. Het is zonde om daar geen gebruik van te maken.’ De proefinstallatie staat er sinds december 2015 en de resultaten zijn veelbelovend. Lever hoopt dit jaar een project te kunnen starten met geïnteresseerde
Industrieën Er zijn veel industriële technieken waar (continu) warmte bij vrij komt. Lever: ‘Van het pasteuriseren van melk tot het bewerken van hout, maar ook in de voedingsmiddelenindustrie. Wanneer deze warmte, of een deel ervan wordt afgevangen, kan het worden omgezet in elektriciteit. Het is een kwestie van een eenvoudige installatie toevoegen aan de bestaande assets.’ Het afvoeren van warmte naar de lucht via een koeltoren kost energie aan pompen en ventilatoren. Het omzetten van een deel van de restwarmte in elektriciteit kan hierbij voor een energiebesparing zorgen. Deze installatie, die uitgaat van het Archimedes-principe, is ontwikkeld door Lever in samenwerking met de Wageningen Universiteit. De technologie is zeer geschikt voor industriegebieden waar warmte kan worden afgevangen en daar waar sprake is van een groot verschil in warmte- en koude temperaturen van water. ‘In oceanen is het verschil in temperatuur tussen water dat is opgewarmd door de zon en water dat zich honderden meters lager bevindt, groot genoeg om dit principe te activeren. Op die manier kan op de oceaan stroom worden opgewekt voor bijvoorbeeld een boortoren.’ Circulatie De installatie van Arteq Power maakt gebruik van de zogenaamde ORC-technologie (Organic Rankine Cycle). In de installatie die momenteel wordt getest, is sprake van een circulair systeem. Nadat het gas de turbine heeft gepasseerd, wordt het middels een warmtewisselaar weer afgekoeld tot een vloeistof. Vervolgens wordt deze vloeistof, door een pomp of dankzij de zwaartekracht, teruggebracht naar de vloeistoftank. ‘Feitelijk zijn diverse varianten mogelijk. Het apparaat dat hier staat levert één kilowatt aan elektriciteit. In een opgeschaalde versie kan één installatie tot 500 kilowatt aan elektriciteit opleveren. Daar is dan minstens 7,5 megawatt aan restwarmte voor nodig. Omdat voor de proefinstallatie volledig gebruik is gemaakt van bestaande industriële componenten, is opschaling makkelijk te realiseren. ■ PETROCHEM 5 - 2017 19
PET05 M Plant One.indd 19
03-05-17 16:55
PROJECTEN
CHEMIE Opdrachtgever: BASF Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: eind 2016
De BASF-groep investeert wereldwijd vijfhonderd miljoen euro in een nieuwe technologie voor de productie van superabsorbers. De Antwerpse fabriek is als eerste aan de beurt om de bestaande installatie aan te passen aan de nieuwe technologie. Lees meer hierover in Petrochem 4, 2016
Opdrachtgever: Dow Waar: Terneuzen Investering: onbekend Afronding: halverwege 2017
Dow bouwt in Terneuzen een fabriek voor de productie van CPP en verdubbelt daarmee de capaciteit. Het CPP, copolymer polyol, wordt in Saoedi-Arabië verwerkt tot eindproduct. Daar bouwen Dow en Saudi Aramco een groot chemiecomplex. De vestiging in Terneuzen is uitgekozen omdat het productieproces veel kennis vraagt, die hier volop aanwezig is. De fabriek moet halverwege 2017 operationeel zijn.
Opdrachtgever: Inovyn Waar: Antwerpen/Lillo Investering: onbekend Afronding: 2017
Inovyn, een 50/50-joint venture van Solvay en Ineos, investeert in een kaliumhydroxide (KOH) productie-eenheid in Antwerpen/Lillo. De nieuwe eenheid krijgt een capaciteit van 160 kiloton KOH en zal in 2017 in gebruik worden genomen
NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Lanxess Waar: Antwerpen Investering: 25 miljoen euro Afronding: onbekend
Lanxess investeert 25 miljoen euro in zijn geïntegreerde productiecomplex voor polyamide en voorproducten voor plastics in Antwerpen. Het geld gaat vooral naar maatregelen om de efficiëntie te verhogen.
Opdrachtgever: Nippon Shokubai Waar: Zwijndrecht Investering: 350 miljoen euro Afronding: 2018
Het Japanse Nippon Shokubai investeert 350 miljoen euro in een uitbreiding van de productiecapaciteit voor superabsorberende polymeren (SAP) en de bouw van een nieuwe productie-eenheid voor acrylzuur in Zwijndrecht. De nieuwe installaties moeten in het tweede kwartaal van 2018 operationeel zijn. Lees meer hierover in Petrochem 6, 2015
Opdrachtgever: Sabic Waar: Geleen Investering: onbekend Afronding: eerste kwartaal 2017
Sabic bouwt een proeffabriek op Brightlands Chemelot Campus voor de ontwikkeling van de volgende generatie polypropeen. Het bedrijf gaat gasfase-polymerisatie-technologie toepassen. De fabriek wordt door Zeton, middels hun skid-mounted systeem waarmee opstarttijden worden verkort, in Enschede gebouwd, getest en gedemonteerd in circa vijftien modules die dan op transport gaan.
Opdrachtgever: Yara Waar: Sluiskil Investering: 241 miljoen euro Afronding: half 2017
Yara Sluiskil investeert ruim 241 miljoen euro in een nieuwe productie-installatie voor kunstmest die een capaciteit krijgt van 660.000 ton per jaar. De bouw van de plant is in 2015 begonnen. De verwachting is dat de installatie halverwege 2017 klaar is voor gebruik.
Opdrachtgever: Yara Waar: Sluiskil Investering: 192,7 miljoen euro Afronding: eind 2017
Yara Sluiskil investeert 170 miljoen euro in een nieuwe ureumgranulatiefabriek die eind 2017 in gebruik wordt genomen. Daarnaast investeert het bedrijf 27,2 miljoen euro in een nieuw laadgebouw voor ureum dat in het derde kwartaal van 2017 operationeel moet zijn.
GROEN EN BIO Opdrachtgever: ArcelorMittal Waar: Gent Investering: 87 miljoen euro Afronding: half 2017
Staalconcern ArcelorMittal, LanzaTech en Primetals Technologies investeren 87 miljoen euro in de Gentse vestiging van ArcelorMittal om bio-ethanol te maken uit gassen die vrijkomen bij staalproductie. Verwacht wordt dat de productie halverwege 2017 begint.
PETROCHEM 5 - 2017 20
PET05 K Projecten.indd 20
03-05-17 16:35
PROJECTEN
NIEUW PROJECT Opdrachtgever: DSP Waar: Delft Investering: onbekend Afronding: eind 2017
DSM Sinochem Pharmaceuticals (DSP) breidt haar fabriek in Delft uit met een nieuwe vergister. Doel is om aan de groeiende vraag naar duurzaam geproduceerd 7-ADCA, een belangrijk ingrediënt voor antibiotica, te voldoen. De vergister maakt gebruik van geavanceerde technologie die energie-efficiënt en milieuvriendelijk is. Bijzonder aan de fabriek is dat de producten worden geproduceerd met enzymen en niet met chemicaliën. Naar verwachting is de uitbreiding van de fabriek eind 2017 volledig operationeel.
Opdrachtgever: ERS Waar: Antwerpen Investering: 3,7 miljard euro Afronding: 2020
Het Saoedische chemiebedrijf Energy Recovery Systems (ERS) wil 3,7 miljard euro investeren in een productie-eenheid voor groene ammoniak en groen ureum in Antwerpen. Als de plannen doorgaan, kan de fabriek vanaf 2020 jaarlijks 3,5 miljoen ton afvalgrondstof verwerken tot 1,2 miljoen ton groene ureum en 645.000 ton groene ammoniak.
Opdrachtgever: Lowlands Methanol Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: medio 2018
Het nieuwe bedrijf Lowlands Methanol is van plan een methanolfabriek te bouwen in de haven van Rotterdam. De afvalverwerkingsinstallatie moet per jaar 150.000 ton biomassa en afval gaan verwerken. In de fabriek worden hout en RDF (Refuse Derived Fuel) bewerkt en vergast. Naar verwachting is de installatie medio 2018 operationeel.
Opdrachtgever: Neste Waar: Rotterdam Investering: 60 miljoen euro Afronding: eind 2016
Neste investeert zestig miljoen euro in een installatie voor de productie van biopropaan op haar Maasvlakte-site. De installatie moet eind 2016 in productie zijn. De totale verwachte productie van de installatie zal rond de dertig- tot veertigduizend ton per jaar zijn.
Opdrachtgever: Synvina Waar: Antwerpen Investering: 250 tot 300 miljoen euro Afronding: 2021
Synvina, de joint venture van Avantium en BASF, bouwt een furaandicarbonzuur-fabriek (FDCA) voor de productie van biologisch plastics op de Verbund-site van BASF in Antwerpen. De fabriek krijgt een capaciteit van 50.000 ton per jaar en is de eerste commerciële FDCA-fabriek ter wereld.
OLIE, GAS EN OFFSHORE Opdrachtgever: NAM Waar: tussen Hoogeveen en Meppel Investering: onbekend Afronding: onbekend
NAM werkt aan de tweede fase van het Aardgas+-project om de laatste tien procent gas met stikstofinjectie uit een veld in regio tussen Hoogeveen en Meppel te kunnen winnen. Er worden stapsgewijs elf putten geboord die stikstof injecteren in het gasveld.
Opdrachtgever: OOS International Waar: Serooskerke Investering: 1 miljard euro Afronding: 2019
Het Zeeuwse bedrijf OOS International gaat met het Chinese China Merchant Industry Holdings twee nieuwe schepen bouwen voor het slopen en installeren van offshore-platforms. De investering bedraagt bijna een miljard euro. De schepen moeten in 2019 klaar zijn.
RAFFINAGE Opdrachtgever: ExxonMobil Waar: Rotterdam Investering: 1 miljard dollar Afronding: 2018
ExxonMobil breidt de hydrocracker-installatie op zijn raffinaderij in Rotterdam uit. De hydrocracker-installatie zal zwaardere producten omzetten in hoogwaardige eindproducten zoals EHC Group II basisolie en ultra-laagzwavelige diesel. De investering bedraagt meer dan 1 miljard dollar.
PETROCHEM 5 - 2017 21
PET05 K Projecten.indd 21
03-05-17 16:35
PROJECTEN
Opdrachtgever: ExxonMobil Waar: Antwerpen Investering: 730 miljoen euro Afronding: eind 2017
ExxonMobil investeert 730 miljoen euro in de Antwerpse raffinaderij. Het bedrijf bouwt een delayed coker unit, een kraker die zware, hoogzwavelige restolie omzet in schonere olieproducten en transportbrandstoffen, zoals gasolie voor de scheepvaart en diesel.
Opdrachtgever: Gunvor Waar: Rotterdam Investering: 300 miljoen dollar Afronding: 2019
Gunvor investeert driehonderd miljoen dollar in een upgrade (doorontwikkeling en infrastructurele verbeteringen) van de Rotterdamse raffinaderij. Gunvor wil de raffinaderij integreren in haar raffinaderijen in Antwerpen en Ingolstadt (Duitsland). Lees meer over de overname van en plannen met de raffinaderij in Petrochem 1, 2016
Opdrachtgever: Shell Waar: Pernis Investering: onbekend Afronding: 2018
Shell bouwt een nieuwe fabriek in Pernis: een solvent deasphalter (SDA). De SDA zal zwaardere fracties uit aardolie verwijderen, zodat de raffinaderij een groter deel van de ruwe aardolie kan verwerken tot lichtere, hoogwaardige producten. De nieuwe eenheid zorgt voor een andere samenstelling van het productportfolio.
Opdrachtgever: Total Waar: Antwerpen Investering: 1 miljard euro Afronding: begin 2017
Total investeert een miljard euro in de modernisering van haar Antwerpse raffinaderij via de projecten OPTARA (uitbreiding van de bestaande olieraffinaderij met een solvent deasfaltering-eenheid) en ROG (valoriseren van koolwaterstoffen in het gasnetwerk). Lees meer hierover in Petrochem 10, 2014
TANKOPSLAG Opdrachtgever: BTT Waar: Botlek Rotterdam Investering: onbekend Afronding: medio 2017
Botlek Tank Terminal (BTT) breidt de opslagcapaciteit in Rotterdam uit van 200.000 naar 467.000 kubieke meter. Hiervoor worden veertien opslagtanks gebouwd die medio 2017 in gebruik moeten worden genomen. Uiteindelijk wil BTT de opslagcapaciteit in Rotterdam uitbreiden tot zo’n 750.000 kubieke meter.
Opdrachtgever: LBC Tank Terminals Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: eerste helft 2017
LBC Tank Terminals investeert in een uitbreiding van haar Rotterdamse terminal tot een capaciteit van 250.000 kubieke meter. Volgens planning zal de eerste expansie van 36.000 kubieke meter in de eerste helft van 2017 operationeel zijn. Lees meer hierover in Petrochem 6, 2015
NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Oiltanking Antwerp Gas Terminal Waar: Antwerpen Investering: ruim honderd miljoen euro Afronding: 2019
Oiltanking Antwerp Gas Terminal (OTAG) investeert meer dan honderd miljoen euro in nieuwe tankopslagcapaciteit en een nieuwe steiger. Met de bouw van een 135.000 kubieke meter butaantank zal de onderneming in 2019 de capaciteit van zijn terminal bijna verdubbelen tot 273.000 kubieke meter. OTAG bouwt de butaantank voor Ineos dat de tussenopslagcapaciteit zal gebruiken om butaan in te kopen en vervolgens als feedstock te gebruiken voor zijn naftakrakers in Keulen. Bovendien zal deze grootste Europese butaantank voor Ineos de mogelijkheid bieden om butaan binnen Europa te verhandelen.
Opdrachtgever: Rubis Terminal Waar: Rotterdam Investering: 120 miljoen euro Afronding eerste fase: oktober 2016
Rubis Terminal breidt haar terminal in Rotterdam in vijf fases uit. In totaal bestaat de uitbreiding uit 45 tanks met een totale capaciteit van bijna 150.000 kubieke meter, waarmee een totale investering van 120 miljoen euro is gemoeid. Fase 1 van de uitbreiding is eind 2016 afgerond. Lees meer hierover in Petrochem 3, 2016
Opdrachtgever: Sea-Tank Terminal Waar: Antwerpen Investering: 250 miljoen euro Afronding eerste fase: eind 2018
Sea-Tank Terminal bouwt in Antwerpen een dedicated tankterminal voor een wereldspeler uit de chemiesector. In eerste instantie krijgt de terminal een capaciteit van 750.000 kubieke meter. In een tweede fase wordt er mogelijk meer capaciteit bijgebouwd. Naar verwachting duurt de bouw van de terminal twee jaar. De investering wordt geraamd op 250 miljoen euro.
PETROCHEM 5 - 2017 22
PET05 K Projecten.indd 22
03-05-17 16:35
PROJECTEN
Opdrachtgever: Sea-Tank Terminal Waar: Antwerpen Investering: 50 miljoen euro Afronding eerste fase: onbekend
Sea-Tank Terminal gaat voor haar klant Total een nieuwe installatie voor vloeibare bulk inrichten aan het Hansadok in de haven van Antwerpen. Het gaat om een investering van vijftig miljoen euro.
Opdrachtgever: Sea-Tank Terminal Waar: Antwerpen Investering: 100 miljoen euro Afronding eerste fase: onbekend
SEA-invest bouwt extra tankcapaciteit in het Hansadok in de haven van Antwerpen. In een eerste fase zal 160.000 kubieke meter aan opslagcapaciteit worden gebouwd voor Total. De extra capaciteit geldt als uitbreiding van de naastgelegen bestaande terminal van Sea-Tank Terminal (die momenteel een capaciteit van 860.000 kubieke meter heeft).
NIEUW PROJECT Opdrachtgever: VTTI Waar: Rotterdam en Antwerpen Investering: onbekend deel van 400 miljoen dollar Afronding: onbekend
Tankopslagbedrijf VTTI investeert vierhonderd miljoen dollar in acquisities, maar ook in de uitbreiding van terminals. Zo zal de capaciteit van de Rotterdamse dochter ETT worden uitgebreid met ruim tien procent (174.000 kubieke meter) om flexibeler brandstoffen te kunnen opslaan. Daarnaast verwacht VTTI dat de vraag naar lpg in Europa blijft stijgen omdat nafta deels wordt vervangen door lpg. Daarom krijgt de ATPC-terminal in Antwerpen er twee nieuwe lpg-tanks van vijftienduizend kubieke meter bij.
Opdrachtgever: Zenith Energy Waar: Antwerpen Investering: 250 miljoen euro Afronding eerste fase: onbekend
Zenith Energy wil een tankterminal bouwen in Antwerpen. Het bedrijf heeft al een terminal in Amsterdam. Zodra de concessie in Antwerpen is toegekend, kan Zenith in een eerste fase 500.000 kubieke meter aan capaciteit bouwen en daarna uitbouwen tot 1.000.000 kubieke meter.
UTILITIES Opdrachtgever: Ecluse Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend
Ecluse gaat de energievoorziening op basis van aardgas van meerdere chemiebedrijven in Antwerpen vervangen door een warmtenet van ongeveer vijf kilometer lengte. Afnemers met een ‘letter of intent’ om warmte af te nemen, zijn Ineos, Lanxess, ADPO, Ashland, DNCP en Monument Chemical. Het netwerk kan op termijn groeien.
Opdrachtgever: Evides Industriewater Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: eind 2017
Evides Industriewater realiseert een tweede demiwaterfabriek op de Maasvlakte om de Botlek, Europoort en Maasvlakte 1 en 2 van hoogwaardig proceswater te kunnen voorzien. De fabriek kan straks 800 kubieke meter demiwater per uur produceren. De bouw is in volle gang, de ingebruikname staat gepland voor het vierde kwartaal van 2017.
Opdrachtgever: Evides Industriewater Waar: Botlek Investering: onbekend Afronding: onbekend
Het Rotterdamse haven- en industriegebied Botlek krijgt een centrale afvalwaterzuivering. AkzoNobel Industrial Chemicals, Huntsman, Emerald Kalama Chemical en Kemira hebben een intentieverklaring voor het project getekend. Evides Industriewater is de projectontwikkelaar en toekomstige bedrijfsvoerder van de nieuwe afvalwaterzuivering.
Opdrachtgever: Havenbedrijf Rotterdam Waar: Europoort en Pernis Investering: 50 miljoen euro Afronding: 2019
Het Havenbedrijf Rotterdam wil tussen Europoort en Pernis een 25 kilometer lange pijpleiding aanleggen voor het transport van laagzwavelige dieselolie. Het zogenoemde Diesel Common Carrier System is bedoeld voor meerdere gebruikers. Hiermee kunnen dus alle bedrijven in de productie, opslag en handel in dieselbrandstoffen met elkaar worden verbonden. De bouw begint in 2017 en de ingebruikname is gepland voor 2019.
Opdrachtgever: o.a. Shell Waar: Rotterdam Investering: 16 miljoen euro Afronding: onbekend
Shell, Warmtebedrijf Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam gaan restwarmte, die vrijkomt bij de raffinaderij van Shell Pernis, leveren aan de regio Rotterdam. Het project moet energie leveren om in de warmtebehoefte van 16.000 huishoudens te kunnen voorzien. Met het project is een totale investering van ongeveer 16 miljoen euro gemoeid.
PETROCHEM 5 - 2017 23
PET05 K Projecten.indd 23
03-05-17 16:35
DELTAVISIE 2017
Schaduwkabinet van de industrie Samen met Plant Manager of the Year 2016, Jeroen van Woerden, gaat Petrochem de komende maanden een schaduwkabinet van de industrie samenstellen. We vragen verschillende experts en beslissers welke maatregelen volgens hen goed zijn voor een sterke procesindustrie in Nederland. Jeroen van Woerden schrijft vervolgens met een selectieve groep een beleidsbrief die tijdens het jaarcongres Deltavisie op 8 juni wordt gepresenteerd. Hier stellen de laatste kandidaat-ministers zich voor: Marco Waas, Sandra de Bont, Aaldrik Haijer, Gabriël Tschin en
Marco Waas, minister van Innovatie
Marco Waas zou graag voor de portefeuille Innovatie gaan. Volgens de directeur RD&I (Research, Development en Innovation) en Technologie bij AkzoNobel moet dat niet een nieuw departement zijn, maar een samenvoeging van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Waas: ‘Een ministerie voor Innovatie zou prachtige mogelijkheden bieden om de synergie tussen economie, onderzoek en onderwijs te gebruiken om de transitie te versnellen.’ Het motto van dit nieuwe ministerie zou volgens Waas samen te vatten zijn in drie D’s: Durf, Duurzaamheid en Digitalisering. De uitdagingen voor de toekomst liggen volgens hem vooral bij die laatste twee en er is lef nodig om de kansen op die gebieden te verzilveren. Hoe verduurzamen we de samenleving en vooral ook de industrie? En hoe haken we in
Waas: ‘Ik zou de industriële kansen en het onderwijs en onderzoek veel beter op elkaar afstemmen.’
op digitalisering, de opkomst van Industry 4.0, Internet of Things, big data en meer. Waas: ‘De ontwikkelingen gaan momenteel echt heel snel. Daarom is de koppeling van bedrijfsleven en onderwijs ook zo belangrijk. Over tien jaar hebben we in de industrie, maar ook breed in de maatschappij, echt andere mensen nodig met nieuwe capaciteiten en expertises. Dan moet je opleidingen op mbo’s, hbo’s en universiteiten daar nu al op afstemmen. Welke skills zijn straks nodig? Wat moeten de operators, mensen in de zorg en beroepen van de toekomst kunnen?’
Herbert Fisch.
Laura van der Linde/Wim Raaijen
PETROCHEM 5 - 2017 24
PET05 P Schaduwkandidaten.indd 24
03-05-17 16:40
Ook verduurzaming en de inzet van schonere technologie vragen om andere capaciteiten. Waas: ‘Welke expertise vraagt bijvoorbeeld de opkomst van elektrificatie van de procesindustrie? Er zullen andere chemische processen en routes worden ontwikkeld. Niet alleen zal het onderwijs daarop moeten anticiperen, er moet ook veel onderzoek naar worden gedaan. Eens te meer een goede reden om onderwijs, onderzoek en ondernemerschap in een ministerie onder te brengen. Ik zou de industriële kansen en het onderwijs en onderzoek veel beter op elkaar afstemmen.’ Voorsprong De tweede maatregel van schaduwminister Waas zou gericht zijn op de versnelling van de transitie naar een duurzamere industrie. ‘Ik zou dan alle pijlen willen richten op CO2-reductie. Daar moet een eenduidige support-regeling voor komen. Op het gebied van energiebesparing is al veel gedaan. We moeten ons echter niet te veel alleen op energiebesparing richten. In Parijs hebben we afgesproken dat we juist de CO2-reductie willen stimuleren.’ Er zal volgens Waas een regeling moeten komen die zowel het onderzoek stimuleert, als CO2-reducerende projecten in de industrie aanjaagt. ‘Er zijn tal van veelbelovende processen die nog niet helemaal zijn uitontwikkeld. Daar moet voldoende onderzoeksgeld heen. Voor de industrie moet er een op prijs gebaseerde regeling komen. Het liefst met een positieve intentie. Nederland kan namelijk niet als enige met strafmaatregelen komen, dat is niet bevorderend voor het gelijke speelveld. Dan moet je CO2-reductie dus juist belonen, bijvoorbeeld met vijftig tot negentig euro vergoeding per bespaarde ton CO2. Dat kan via allerlei maatregelen; subsidies, achtergestelde leningen, fiscale voordelen. Een cafetariamodel? Ja, misschien is dat nog niet zo’n slecht idee.’ Hierdoor krijgt de industrie in Nederland een voorsprong en wordt voorkomen dat na de pilotfase deze initiatieven naar China of bijvoorbeeld België vertrekken. Deze voorsprong kan dan in de toekomst internationaal worden benut.
De Bont: ‘Vanuit onze Nederlandse mentaliteit van inventiviteit en slagvaardigheid kunnen we een middellangetermijnbeleid voor de energietransitie ontwikkelen. Onderscheid De derde actie van Marco Waas zou gericht zijn op stimulering van het onderzoek. ‘Met significant meer fundamenteel en toegepast onderzoek, zoals ook VNO-NCW heeft bepleit, kunnen we doorbraken forceren op het gebied van procestechnologie, elektrificatie, elektrochemie en digitalisering.’ Daarbij wil hij ook vooral investeren in samenwerkingsverbanden. ‘In Nederland zijn we altijd goed geweest in partnerships tussen bedrijven onderling, waarbij de samenwerking met start-ups gelukkig steeds meer als waardevol wordt gezien. Net als partnerships tussen bedrijven, onderzoeksinstellingen en onderwijs. Ik zou deze sterke kant alleen maar sterker willen maken. Daarin kunnen we ons echt onderscheiden.’
Sandra de Bont, minister van Netwerkeconomie
Sandra de Bont, directeur van Votob, creëert een nieuwe ministerspost binnen het schaduwkabinet van de industrie: minister van Netwerkeconomie. ‘Als minister van Netwerkeconomie zorg ik
dat Nederland zich klaarmaakt voor de tweede Gouden Eeuw. De gouden driehoek van overheid, bedrijfsleven en kennis zal floreren als nooit tevoren. Samenwerken, eenheid en trots is ons motto.’ Energietransitie Als eerste zet De Bont in op het voortvarend aan de slag gaan met de energietransitie. ‘Vanuit onze Nederlandse mentaliteit van inventiviteit en slagvaardigheid kunnen we een middellangetermijnbeleid voor de energietransitie ontwikkelen. Bedrijven krijgen zo investeringszekerheid, de overheid zal vol trots zeggen dat Nederland de wereldwijde koploper in energietransitie is en kennisinstellingen zullen bedrijven en overheid concreet ondersteunen in deze transitie.’ Vanuit het netwerken moeten we volgens De Bont ook streven naar het einde van veelmondigheid. ‘Onze overheid spreekt duidelijk en met één mond richting Neerlands trots, de BRZO-bedrijven. Eén toezichthouder voor BRZO-bedrijven met één besluitvormend ministerie, zodat bedrijven met eenduidig toezicht PETROCHEM 5 - 2017 25
PET05 P Schaduwkandidaten.indd 25
03-05-17 16:40
DELTAVISIE 2017
worden geconfronteerd. Die toezichthouder meldt niet alleen het aantal overtredingen van bedrijven, maar meldt ook trots hoeveel uur bedrijven incidentvrij werken.’ Sectorscholen De Bont vindt dat er voor verkokering geen ruimte meer moet zijn. Ze wil sectorscholen ruim baan geven. ‘Opleidingsinstituten en sectoren gaan nauw samenwerken om studenten op te leiden die nodig zijn in de industrie en kennis van de sector hebben. Bedrijven bieden stageplaatsen en zorgen continu voor up-to-date lesmateriaal en de opleidingsinstituten zorgen voor innovatieve lesmethoden.’ Ze heeft in de praktijk gezien dat dit werkt. ‘Een mooi voorbeeld is de Votob Academy waar de tankopslagbedrijven hun kennis hebben gedeeld in beeld en schrift. Partner Litop heeft hiervan e-learning lessen gemaakt en ROC Aventus heeft het lesmateriaal onderwijskundig aangepast. Uiteindelijk leidt dit traject tot vakmensen met een officieel MBO-diploma.’
Aaldrik Haijer, minister voor Ondernemingen
Aaldrik Haijer, oprichter en directeur van Water & Energy Solutions, zou graag minister voor Ondernemingen willen zijn. Hij stelt daar wel een voorwaarde aan: ‘Niet in de traditionele zin een minister die verantwoordelijk is voor een departement, maar meer op de nieuwe ‘holacrazy manier’, een minister die naast de bestaande ministerposten de rol heeft om het ondernemingsklimaat te bevorderen.’ Holacrazy komt van holacratie dat staat voor een besturingssysteem, waarbij efficiëntie, flexibiliteit en aanpassingsvermogen ingebed worden in het hart van de organisatie. Herschrijven wetboek Als minister voor Ondernemingen wilhij als eerste een ambitieus plan voorleggen aan de kamer: ‘Ik wil het hele wetboek herschrijven en per jaar herevalueren.’ Haijer zou het wetboek ter hand nemen en bij elke wet een uitleg geven van waarom de wet er is. ‘Ik zie namelijk te vaak dat wet- en regelgeving achterhaald
is en beperkend werkt. Momenteel worden pas aanpassingen gedaan als er voldoende mensen nadeel ondervinden en stennis maken. Door aan te geven waarom een wet er is, kan periodiek de relevantie worden bepaald. Op deze manier kan meer proactief worden omgegaan met wet- en regelgeving en kan worden ingespeeld op nieuwe trends en ontwikkelingen.’ Met deze maatregel zou hij in ieder geval de weg vrij willen maken voor nieuwe technologie en nieuwe businessmodellen die bijdragen aan een economisch, ecologisch en sociaal sterke samenleving. Focus op het doel Daarnaast ziet Haijer voordelen in het centraliseren van kennisintensieve onderdelen van handhavingsdiensten. ‘Mijn referentiekader bestaat voor een deel uit de industriële productieomgeving. Een veelgehoorde klacht binnen deze omgeving, waar ik ook zelf mee te maken heb, is dat het kennisniveau van handhavingsdiensten te vaak niet aansluit op het benodigde niveau. Dit maakt dat handhavers te veel focussen op procedures in plaats van op het doel van de procedures. Dit gebeurt zeker niet vanuit onwil, maar puur omdat de onderliggende inhoud in onvoldoende mate doorgrond wordt.’ Door kennisintensieve onderdelen te centraliseren, kunnen volgens Haijer specifieke expertisegebieden op de juiste manier worden ingezet. ‘Dit maakt handhaving beter, sneller en effectiever. Ook zal dit de veiligheid binnen productieomgevingen verbeteren.’
Gabriël Tschin, minister van Circulaire Innovatie Gabriël Tschin hoeft als drijvende kracht achter Plant One Rotterdam, waar innovatieve ideeën de ruimte krijgen om te groeien, niet lang na te denken over de ministerspost die hij in het leven wil
Haijer: ‘Ik zie te vaak dat wet- en regelgeving achterhaald is en beperkend werkt.’
PETROCHEM 5 - 2017 26
PET05 P Schaduwkandidaten.indd 26
03-05-17 16:40
Tschin: ‘Een deel van de winst van bedrijven die CO2 uitstoten moet worden geïnvesteerd in het terugdringen van die uitstoot.’
roepen binnen het schaduwkabinet van de industrie. ‘Er moet een minister van Circulaire Innovatie komen. Innovaties voor en door de industrie zijn belangrijk en wanneer deze bijdragen aan het verkleinen van de ecologische voetafdruk, zelfs cruciaal. Als we geen ruimte geven aan circulaire innovaties, worden bepaalde ontwikkelingen onomkeerbaar. Dan is het straks te laat.’ Samenwerken In december 2015 is in Parijs het klimaatakkoord gesloten: 195 landen spraken af de opwarming van de aarde actief tegen te gaan. In het Energierapport 2016 geeft de Nederlandse regering aan om in de periode tot 2050 de uitstoot van CO2 met 80-95 procent terug te willen dringen ten opzichte van 1990. Tschin: ‘De hoeveelheid CO2 die we met de complete industriële sector uitstoten, moet drastisch omlaag. We erkennen de noodzaak, we willen ook wel stappen zetten, maar toch doen we dit nog te weinig.’ Tschin zou bedrijven meer ruimte willen geven om bezig te gaan met innovaties. ‘Ik zou bedrijven willen meegeven om die ruimte ook heel letterlijk te zien; kijk verder dan de muren van je eigen bedrijf en ga samenwerken met bedrijven op of nabij het eigen terrein om gezamenlijk een plan te maken over hoe je omgaat met energie, grondstoffen en afvalstromen.’ Eigenaarschap Als minister van Circulaire Innovatie zou hij bestaande bedrijven en start-ups die hiermee aan de slag gaan, de benodigde financiële middelen willen geven vanuit een speciaal fonds. ‘Een deel van de winst van bedrijven die CO2 uitstoten moet worden geïnvesteerd in het terugdringen van die uitstoot.’ Hij vindt het
onbegrijpelijk dat sommige bedrijven miljarden aan winst opstrijken en ondertussen het wereldwijde probleem van de opwarming van de aarde vergroten. ‘Zij zijn niet alleen eigenaar van de producten die van de band rollen, maar ook van hun afvalstoffen. Partijen die tijd, kennis en middelen steken in de oplossing moeten worden gefinancierd door de partijen die het probleem creëren of in stand houden. Logisch.’ Omdat innovaties doorgaans voortkomen vanuit onderzoek en mensen die vanuit specifieke, specialistische kennis theorieën uitdenken en testen, moet ook worden geïnvesteerd in onderwijs. ‘Innoveren is een on-going process. De innovaties van nu zijn over zeven jaar verouderd. Kennis moet dus altijd up-to-date zijn. De studenten van nu zijn de innovators van morgen.’
Herbert Fisch, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderwijs, cultuur en wetenschap zijn heel belangrijk voor de maatschappij en zeker ook voor innovatie binnen de chemie, stelt managing director Herbert Fisch van BASF Nederland. Daarom wil hij opteren voor deze ministerspost. Een van zijn eerste maatregelen zou zijn dat er meer aandacht komt voor techniek
en wetenschap in het basisonderwijs. Het liefst met een apart vak. Zelf heeft hij lang geleden in Duitsland op school gezeten. Hoewel hij ook vindt dat daar meer met wetenschap en techniek kan worden gedaan op de lagere school, heeft hij het idee dat in Nederland de aandacht hiervoor zelfs nog minder is. Misschien heeft dat te maken met het feit dat veel onderwijzers zelf vaak meer aanleg hebben voor andere vakken. Mensen met technische aanleg kiezen immers niet gauw voor een carrière in het onderwijs. Hoe kan de interesse voor techniek dan worden aangewakkerd? Graag zou hij meer aandacht voor techniek en wetenschap willen verbinden met andere educatieve initiatieven. ‘Als BASF werken wij bijvoorbeeld nauw samen met NEMO in Amsterdam. Daar zie je dat de interesse voor wetenschap en techniek er echt is. Het is aan het onderwijs in combinatie met initiatieven als NEMO om die interesse te stimuleren. Daar zou ik als minister zeker een belangrijk punt van maken, omdat de samenleving zeer gebaat is bij de ontwikkeling van technisch en wetenschappelijk talent.’ Onderbouwde keuzes Ook op het gebied van wetenschappelijk onderzoek wil Herbert Fisch zich profilePETROCHEM 5 - 2017 27
PET05 P Schaduwkandidaten.indd 27
03-05-17 16:40
STRATT+ INDUSTRIAL MANAGEMENT
Divisies:
n Industry n Safety n Technical Documentation n Aerospace Stratt+ voor technische adviezen, projecten en processen in de industrie. Extra kennis en capaciteit met persoonlijke aandacht en kwaliteit.
MAATWERK IN INDUSTRIE! Hoofdkantoor Stationsweg 45 3331 LR Zwijndrecht
Vestiging Zeeland Amundsenweg 29 4462 GP Goes
T. 078 - 6120 320 I. www.stratt.nl E. welkom@stratt.nl
Snel en betrouwbaar Onze Hydra compensatoren en Hydra metaalslangen zijn meer dan flexibel: we bieden onze klanten een oneindig aantal verschillende aansluitingen, voor elke toepassing het juiste! Van flenzen tot laseinden of draadnippels, volledig volgens klantenwens en zoveel u maar nodig heeft. Wij assembleren onze flexibele elementen snel en betrouwbaar.
Witzenmann Benelux NV Ter Stratenweg 13 B-2520 Oelegem www.witzenmann.be
Anzeige 190x130.indd 1
PET05 Advertenties.indd 28
25.02.14 14:14
03-05-17 16:28
Fisch: ‘We moeten sneller van onderzoek naar echte innovatieve toepassingen gaan. In Nederland zijn er tal van goede ideeën.’ ren. ‘Daar komen de innovaties vandaan, die we hard nodig hebben. Daarom moeten er ook veel financiële middelen voor worden vrijgemaakt.’ Nederland heeft gekozen voor Topsectoren. Veel goede ideeën komen volgens Fisch tot stand door over grenzen van sectoren heen te kijken. ‘Juist het wetenschappelijk onderzoek kan verbindend werken.’ Hij zou ook veel aandacht geven aan de versnelling van innovaties. ‘We moeten sneller van onderzoek naar echte innovatieve toepassingen gaan. In Nederland zijn er tal van goede ideeën, zeker bij kleinere bedrijven. Door grote en kleinere bedrijven beter met elkaar in verbinding te brengen, maar ook het bedrijfsleven met de wetenschap, kunnen we sneller tot creatieve oplossingen komen. Samen met Economische Zaken moet OC&W voor een goede infrastructuur zorgen, waardoor verbindingen sneller en gemakkelijker te maken zijn.’ Verduurzaming vindt de BASF-directeur een belangrijk onderzoeksonderwerp. Op dat terrein liggen veel uitdagingen. Zo vindt hij de weg die Nederland is ingeslagen met Green Deals prima. Die zou hij zeker willen
uitbreiden. Wel zou hij het als schaduwminister heel belangrijk vinden om het effect van verschillende ontwikkelingen meetbaar te maken. Zodat telkens daadwerkelijk de beste keuzes kunnen worden gemaakt. De politiek heeft vaak de neiging om achter één enkele oplossing aan te lopen, terwijl er soms betere wegen zijn. Biobased economy is daar een voorbeeld van. Er zijn verschillende routes vanuit biomassa die een verbetering zijn, maar sommige routes kosten juist veel meer energie dan traditionele processen. Door een goede cijfermatige onderbouwing begrijpen mensen precies
wat er gebeurt en hoeven ze minder af te gaan op one-liners, stelt Fisch. De samenleving kan de behoefte aan fossiele brandstoffen mede terugdringen door koolwaterstoffen slim in te zetten. Door er bijvoorbeeld kunststoffen van te maken die isoleren, of energie besparen omdat ze lichter zijn. Cultuur verbindt Ook voor het derde onderdeel van het ministerie, Cultuur, zal er onder schaduwminister Fisch voldoende aandacht zijn. ‘Cultuur biedt ons een prachtig vehikel om te communiceren, te verbinden. Via de kunst kunnen belangrijke maatschappelijke thema’s uitstekend worden uitgelegd.’ Ook in de combinatie van kunst en technologieontwikkeling ontstaan volgens Fisch creatieve oplossingen. ‘Dat kan heel stimulerend en wederom verbindend werken.’ ■
DELTAVISIE 2017 Tijdens Deltavisie 2017, hét congres van de industrie, wordt het Schaduwkabinet gepresenteerd. Kijk voor het volledige programma en aanmelden op www.deltavisie2017.nl
PETROCHEM 5 - 2017 29
PET05 P Schaduwkandidaten.indd 29
03-05-17 16:40
PROJECT
Op het bouwterrein van demiwaterfabriek Maasvlakte zijn op 28 maart 2017 vier reusachtig grote tanks geplaatst. Het vervoeren en inhijsen van de tanks leverde spectaculaire beelden op. Er zijn twee onthardwaterreservoirs en twee demiwaterreservoirs aangevoerd en geplaatst. De onthardwaterreservoirs zijn 16 meter hoog, hebben een diameter van 9,13 meter en
wegen 22,3 ton per stuk. De demiwaterreservoirs zijn 18 meter hoog, hebben een diameter van 14,4 meter en wegen 44 ton per stuk. De reservoirs zijn op een drijvende bok over water aangevoerd, aan de kade gelost op een trailer en vanaf daar vervoerd naar het bouwterrein van Evides. De tanks worden geïnstalleerd met behulp van een 400 tons telescoopkraan.
PETROCHEM 5 - 2017 30
PET05 S Fotospread.indd 30
03-05-17 16:41
FOTO: EVIDES INDUSTRIEWATER
Steeds meer bedrijven in de Rotterdamse haven gebruiken demiwater voor hun productieprocessen. Evides Industriewater levert dit vanuit de demiwaterfabriek in de Botlek. Vanwege de toenemende vraag van verschillende bedrijven in het havengebied wordt momenteel een tweede demiwaterfabriek op de Maasvlakte gerealiseerd. Deze demiwaterplant Maasvlakte is
qua technologie nagenoeg een kopie van de eerste DWP, die te vinden is op het terrein van Huntsman in Rotterdam. Met een capaciteit van ongeveer 800 kubieke meter per uur zal DWP Maasvlakte diverse industriële klanten bedienen. Ook uw project in Petrochem? Mail dan uw foto en een korte beschrijving van uw project naar redactie@industrielinqs.nl ■ PETROCHEM 5 - 2017 31
PET05 S Fotospread.indd 31
03-05-17 16:41
PILOTPROJECT
Dow test opwaardering restwarmte Dow Terneuzen doet er alles aan om de op het terrein opgewekte warmte zo veel mogelijk te benutten. Aan dit zogenaamde cascaderen komt echter een einde als de temperaturen te laag worden. Het elektrisch opwaarderen van deze stoom via stoomrecompressie biedt een potentieel grote energiebesparing. Dow test eerst de gevolgen van een dergelijke ingreep voor het totale stoomsysteem.
David van Baarle
De energie-intensieve industrie heeft een akkoord gesloten dat zal leiden tot een extra energiebesparing van negen petajoule in 2020. Daarmee voldoet zij aan de verplichting die zij zichzelf had opgelegd in het Energieakkoord uit 2013. Lange tijd leek het erop dat de energie-intensieve industrie deze doelstelling niet zou gaan halen, maar minister van Economische Zaken Henk Kamp kondigde in een Kamerbrief aan dat er alsnog een akkoord is gesloten dat tot deze besparing leidt. Ook Dow valt onder de noemer grootverbruiker en is MEE-deelnemer. Technology innovation manager Kees Biesheuvel is er veel aan gelegen om het energieverbruik van de site in Terneuzen te temperen. Met name het warmteverbruik van de site kan verder worden geoptimaliseerd. ‘Warmte heeft de afgelopen jaren meer belangstelling gekregen. In Rotterdam is een warmtenetwerk aangelegd dat industriële restwarmte levert aan de gebouwen in de stadsregio. Nu is het transporteren van warmte niet altijd de meest duurzame en betaalbare oplossing. Zolang de warmte nuttig binnen de bedrijfsgrenzen kan worden ingezet, verdient dit in alle opzichten de voorkeur. Vandaar dat we op ons terrein in Terneuzen het warmteverbruik cascaderen, waarbij we eerst hogedruk
HET NIEUWE PRODUCEREN Staan we aan de vooravond van een nieuwe industriële revolutie? Innovatieve circulaire processen, nieuwe technologie om nauwkeuriger, veiliger en met veel meer inzicht te produceren en andere zienswijzen op bijvoorbeeld efficiëntie, verantwoordelijkheid en duurzaamheid bieden in ieder geval voldoende voedingsbodem voor significante veranderingen. Het Nieuwe Produceren volgt ontwikkelingen en innovaties die mogelijk een verandering van tijdperk inluiden.
stoom produceren met een navenante hoge temperatuur om die warmte in een aantal stappen in andere processen te hergebruiken. Op een gegeven moment koelt de stoom te veel af om nog nuttig te kunnen inzetten en lijkt wegkoelen de enige optie. Tenminste, dat is tot nog toe de gang van zaken bij veel bedrijven. Inmiddels zitten we midden in een transitie naar een schonere energievoorziening. Het weggooien van warmte past daarin niet meer en dus gingen we op zoek naar duurzamere toepassingen van deze laagwaardige restwarmte.’ Biesheuvel vervolgt: ‘In eerste instantie onderzochten we de mogelijkheden van organische rankinecyclus-technologie waarbij een organisch oplosmiddel met een lager kookpunt dan water wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken uit restwarmte met temperaturen onder de honderd graden Celsius. Die technologie bleek echter behoorlijk duur en om een beetje rendement te halen, heb je enorme installaties nodig. Bovendien neemt de efficiëntie hard af naar gelang de temperatuur lager wordt. Daar kwam nog bij dat deze technologie elektriciteit produceert, terwijl Dow meer geïnteresseerd is in het opwaarderen en hergebruik van restwarmte.’ Power-to-products Dankzij de toename van windenergie en overschotten in de elektriciteitsproductie is elektriciteit de afgelopen jaren relatief goedkoop geworden. Als we onze energiebehoefte echt duurzaam wilden invullen, zouden we eigenlijk andersom moeten redeneren: kunnen we die overtollige elektriciteit niet inzetten om warmte te produceren? Net als een waterkoker elektrisch werkt, kan je ook een stoomketel elektrisch verhitten. Biesheuvel: ‘Uiteraard stuurden we op de
PETROCHEM 5 - 2017 32
PET05 T Stoomrecompressie.indd 32
03-05-17 16:42
FOTO’S: DOW
hoogste mogelijke efficiency en in onze zoektocht hebben we onder andere overwogen een warmtepomp in te zetten om het warme water naar hogere temperaturen op te waarderen. Een betere optie bleek stoomrecompressie, een variatie op mechanische damprecompressie. We hadden de schetsen daarvoor al op papier staan, toen het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT, het consortium voor kennis en innovatie voor de procesindustrie, red.) zijn power-to-products-programma lanceerde. Het idee achter dit onderzoek was om te onderzoeken of de procesindustrie kan profiteren van de overproductie van elektriciteit en een actieve rol kan vervullen in het balanceren van vraag en aanbod. Onze plannen voor stoomrecompressie pasten daar goed bij en de eerste stap was een onderzoek doen naar de technische en economische haalbaarheid van stoomrecompressie in onze processen.’ Bij dat onderzoek was ook Industrial Energy Experts (IEE) betrokken, een adviesbureau dat is gespecialiseerd in industriële energietechniek. Algemeen directeur Egbert Klop van IEE wil echter de verwachtingen temperen als het gaat om de inzet van de industrie in ‘load balancing’ van het elektriciteitssysteem. Klop: ‘In 2014 waren al geluiden over overproductie op de elektriciteitsmarkt. Er werden zelfs negatieve prijzen gemeld op het moment dat het in Denemarken hard waaide of de zon in Duitsland scheen. We hebben allerlei technieken en
Biesheuvel: ‘De pilot geeft ons inzicht in het inregelen van nieuwe assets, terwijl we de bestaande systemen kunnen evalueren.’ toepassingen gescand om deze overtollige elektriciteit nuttig in te zetten. Zo zouden heftrucks elektrisch kunnen rijden of tuinbouwkassen kunnen overschakelen op warmtepompen en elektriciteit van buitenaf in plaats van hun eigen WKK. Toch vielen de resultaten van die onderzoeken economisch tegen omdat de tijdsduur van energieoverschotten en de lage prijzen op jaarbasis redelijk beperkt zijn. In zo’n geval zouden bedrijven nieuwe apparatuur aanschaffen, die vervolgens het grootste deel van het jaar uitstaat als de elektriciteitsprijzen te hoog zijn. Als die apparatuur nodig is om de onbalans aan te pakken, moet ze in staat zijn om op minuutbasis te schakelen. Veel apparaten kunnen dat niet of in ieder geval niet efficiënt. Van de vijf businesscases die we in het onderzoek doorrekenden, waren er maar twee echt economisch haalbaar. De ene was ‘load balancing’ in de elektrochemische processen van AkzoNobel, de andere was die van stoomrecompressie bij Dow Terneuzen. Maar die laatste casus is niet gebaseerd op de onbalansmarkt, maar op efficiencyverbetering.’ Stoomrecompressie Bij stoomrecompressie wordt lagedruk
reststoom mechanisch gecomprimeerd, waardoor de druk en daarmee de temperatuur oploopt. De elektrische energie die daarvoor nodig is, is veel lager dan de thermische energie die zo’n systeem oplevert. De ‘coëfficiënt of performance’ (COP), ofwel de verhouding geproduceerde warmte versus de ingevoerde hoeveelheid elektriciteit, kan dan ook oplopen tot een waarde van negen tot soms wel elf. Ofwel één megajoule elektrisch levert elf megajoule thermisch op. Biesheuvel: ‘De prognoses voor stoomrecompressie zagen er goed uit voor Dow. Want hoe veelbelovend de technologie ook is, de aantrekkelijke terugverdientijd is wel aan een aantal voorwaarden gebonden. Zo is de capaciteit belangrijk en geldt eigenlijk: hoe groter, hoe beter. Bovendien moet zo’n systeem een alternatieve investering vermijden. In dit geval hoeven we niet te investeren in een koelsysteem. Die laatste eis maakt inpassing van stoomrecompressie in een nieuwe plant aantrekkelijker dan inpassing in een bestaande fabriek. Daar zijn al de nodige investeringen in koelcapaciteit gedaan, wat negatief uitpakt voor de extra investeringen in deze technologie.’ Stoomrecompressie is niet een geheel nieuwe techniek. In bedrijfstakken met PETROCHEM 5 - 2017 33
PET05 T Stoomrecompressie.indd 33
03-05-17 16:42
Verkoop stoom- en warmwaterketels
Eco Steam Trading & Consultancy bv
www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com
FRIJNS INDUSTRIAL GROUP WE CONSTRUCT YOUR STEEL De FRIJNS INDUSTRIAL GROUP is met meer dan 80 jaar ervaring een internationale staalbouwer en specialist op het gebied van engineering, productie,conservering, montage, onderhoud, dak-en wandbeplating en project management van staalconstructies en turn-key projecten voor de industrie. Heeft u interesse in een vrijblijvende afspraak? Bel ons voor informatie of kijk op www.frijnsgroup.com
FRIJNS INDUSTRIAL GROUP De Valkenberg 14 6300 AD Valkenburg aan de Geul T F
+ 31(0) 43 601 0101 + 31(0) 43 601 0102
E W
info@frijnsgroup.com www.frijnsgroup.com
Vakspecialisten met een hart voor staal.
FIG_B&S_ad_1-2_dec2014.indd 1
PET05 Advertenties.indd 34
20-11-14 10:54
03-05-17 16:28
veel droog- en imdampprocessen, zoals de zuivelindustrie en de papierindustrie, is de techniek al meerdere malen ingezet. Biesheuvel: ‘In die fabrieken werkt men echter met andere temperaturen en drukken dan wij willen doen. Bovendien moet stoomrecompressie onderdeel worden van een complex stroomsysteem. De eerste stap die we zetten, is om een pilotinstallatie te laten bouwen in een bestaande fabriek die tien ton stoom per uur met een druk van drie bar ophoogt naar een druk van twaalf bar. Die capaciteit is groot genoeg om te kijken of de balans daadwerkelijk positief uitslaat.’ Voordat je als bedrijf een dergelijke installatie ‘full scale’ gaat bouwen, wil je eerst weten hoe betrouwbaar het is en welke invloed die heeft op het bestaande stoomsysteem. ‘Ingrijpen in zo’n systeem creëert vaak onderlinge afhankelijkheden, waardoor bestaande balansen worden verstoord. Dat noemen we ook wel het waterbedeffect: als je een parameter verandert, kan dat ergens anders in het systeem voor een reactie zorgen. Het doel is energiebesparing en dan heeft het niet veel zin om aan de ene kant stoom te maken, terwijl je dat aan de andere kant moet wegkoelen. De pilot geeft ons inzicht in het inregelen van de nieuwe assets, terwijl we ook de reactie van de bestaande systemen kunnen evalueren. Op die manier begin je met een voorsprong op het moment dat je kiest voor een fullscale-opstelling van vijftig tot zestig ton stoom per uur.’ Financiering De pilot is mede mogelijk gemaakt dankzij een duurzame energie investeringssubsidie (DEI) en geld dat de provincie Zeeland van de Rijksoverheid kreeg in het kader van de Green Deal rondom restwarmte. ‘Er kleven nu eenmaal investeringsrisico’s aan dit soort projecten’, zegt Biesheuvel. ‘Maar daar tegenover staat dat de energiebesparingspotentie ook heel hoog is. De chemische industrie is zeer welwillend om zijn bijdrage te leveren aan verduurzaming van de energievoorziening, maar we staan tegelijkertijd voor de uitdaging om concurrerend te blijven in een mondiale markt. Met name de financiering van dit soort projecten is een uitdaging waar nog geen pasklare oplossingen voor zijn
Klop: ‘Stoomrecompressie is een veelbelovende techniek die veel hogere rendementen belooft.’ gevonden. Als we geld lenen, komt dat op onze balans te staan en kunnen we dat geld niet uitgeven aan andere assets die beter renderen dan de energiebesparende maatregelen. Een achtergestelde lening van de overheid zou hier een oplossing kunnen bieden, omdat die niet op de balans drukt.’ Een andere optie zou zijn om stoom niet meer zelf te produceren, maar af te nemen van een utilities-provider. ‘Met luchtscheiding doen we dat al, maar dat kan alleen omdat hiervoor zeer grote spelers in de markt aanwezig zijn die ook risico durven dragen. De investeringen die met energiebesparende maatregelen gemoeid zijn, kunnen hoog oplopen, terwijl ze vaak wat langere terugverdientijden kennen. Er zijn maar weinig partijen die dit soort risico’s kunnen en willen dragen.’ Veelbelovend Beide heren kijken met enige jaloezie naar de windindustrie, die dankzij de SDE-subsidie enorm expandeert. ‘De industrie zou graag een vergelijkbare overheidsstimulering krijgen om CO2-reducerende maatregelen door te kunnen voeren’, zegt Klop. ‘Die subsidie is alleen maar nodig om de financiële risico’s af te dekken die met dit soort projecten gepaard gaat. De potentie voor energiebesparing en CO2-reductie in de indus-
trie is enorm, maar in sommige gevallen is daar wel doorbraaktechnologie voor nodig. Je kunt wel door blijven gaan met ieder jaar één à twee procent rendementsverbetering, maar dat is als blijven knijpen in dezelfde citroen. Je zult steeds meer moeite moeten doen om die besparing nog te halen. Stoomrecompressie is een veelbelovende techniek die veel hogere rendementen belooft. Dow voldoet aan de vereisten om een renderende installatie neer te zetten, maar er zijn zeker ook andere bedrijven of clusters van bedrijven waar deze technologie kan worden toegepast.’ Testen Inmiddels zijn de ontwerpen voor de pilotinstallatie zo goed als klaar en is Dow samen met IEE in gesprek met de leveranciers. Als alles volgens plan verloopt, kan volgend jaar worden begonnen met testen. Klop: ‘In principe kan een stoomrecompressiesysteem met bestaande techniek en bestaande machineontwerpcomponenten worden gebouwd. Iedere toepassing vraagt wel om zijn eigen inpassing, maar de gevestigde bouwers en leveranciers van turbocompressors kunnen dit leveren.’ Dow neemt vervolgens twee jaar de tijd om de installatie in een van zijn chemische fabrieken te testen, waarna het project in 2020 zou moeten zijn afgerond. ■ PETROCHEM 5 - 2017 35
PET05 T Stoomrecompressie.indd 35
03-05-17 16:42
DELTAVISIE 2017
Chemical leasing: efficiënt gebruik van chemicaliën Binnen de industrie worden veel chemicaliën gebruikt. Deze lossen op in het eindproduct, proces of blijven bestaan, al dan niet verdund met bijvoorbeeld water. Vanuit traditionele bedrijfsvoering wordt het middel weggegooid als het niet meer (volledig) doet wat het moet doen. Take Back Chemicals is een businessmodel gebaseerd op het idee van chemical leasing; de gebruiker betaalt voor de functie van de chemicaliën. De leverancier biedt deze functie en heeft baat bij terugname en hergebruik van de chemicaliën, die hiermee dus niet verloren gaan.
Laura van der Linde
Recycling, hergebruik en ontmanteling zijn voor veel bedrijven inmiddels dagelijkse business. Een auto wordt aan het eind van de rit gedemonteerd en onderdelen worden hergebruikt. We scheiden bouw- en sloopafval, glas en papier worden ingezameld en cartridges worden opnieuw gevuld. En dat PET wordt ingezameld om er opnieuw plastic gebruiksmiddelen van te maken, is ook al de normaalste zaak van de wereld. De chemische sector staat op dit gebied nog in de kinderschoenen. ‘Binnen de chemie wordt het terugnemen en hergebruiken van chemicaliën nog te beperkt toegepast. Terwijl ook deze sector zich er uitstekend voor leent’, zegt Steven Lemain, consultant bij Royal Haskoning DHV. Chemical leasing Een circulaire economie richt zich op de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen. Materiaalstromen zijn gesloten; materialen gaan na gebruik terug naar de leverancier, worden opgewerkt en opnieuw gebruikt. Doel van het Take Back Chemicals businessmodel is om dit concept ook in de chemische en procesindustrie in praktijk te brengen. Lemain: ‘Niet alleen voorwerpen, zoals een auto of een mobiele telefoon, maar ook producten samengesteld uit chemische bestanddelen, kunnen in de toekomst worden ontworpen binnen
MEER WETEN? Wie meer wil weten over het businessmodel vindt op www.petrochem.nl het whitepaper dat over dit onderwerp is geschreven. Daarnaast verzorgt Steven Lemain een presentatie over Take Back Chemicals tijdens Deltavisie op 8 juni. Aanmelden kan nu op de website www.deltavisie2017.nl. Ook vindt u daar het volledige programma.
leasing-modellen.’ Bij chemical leasing gaat het minder om de benodigde hoeveelheid van een product, maar vooral over wat je uiteindelijk met de inzet van het product wilt bereiken. Het idee van chemical leasing komt van de United Nations Industrial Development Organization (UNIDO), een organisatie met wereldwijd 168 leden. Royal HaskoningDHV heeft dit concept toegespitst op de industrie in de Benelux. ‘Dit werd het Take Back Chemicals businessmodel. Het idee is dat een leverancier van chemicaliën wordt betaald voor de functie van een product en niet zozeer voor de hoeveelheid van het materiaal dat wordt geleverd. De leverancier blijft leveren, maar ze leveren iets anders: niet langer een product in volumes, maar de dienst van wat de chemicaliën doen.’ Hergebruik van zwavelzuur Het businessmodel is toepasbaar op alle industrieën die chemicaliën gebruiken. ‘Natuurlijk denk je daarbij als eerste aan de chemiesector, maar ook in de maakindustrie wordt gewerkt met chemicaliën. Overal waar chemicaliën niet verdwijnen in een product maar ‘on site’ blijven, kan de leverancier deze terugnemen en opzuiveren voor hergebruik.’ Bij een Belgische PVC-producent wordt chloor gedroogd met zwavelzuur. Producent en leverancier committeerden zich aan het Take Back Chemicals model en ontdekten dat ze beide voordeel hadden van enkele aanpassingen. Lemain legt uit: ‘Zwavelzuur onttrekt water aan het chloor. Voorheen werd het zwavelzuur-waterresidu dat overbleef, weggegooid. Zonde, want de verwerking als afval is een kostbare aangelegenheid. Het is bovendien slecht voor het milieu.’ De bedrijven kregen een kijkje in elkaars keuken en specifieke kennis werd uit-
PETROCHEM 5 - 2017 36
PET05 U TaBaChem.indd 36
03-05-17 16:43
gewisseld. ‘Hierdoor kon de leverancier meedenken over hoe zijn product zo optimaal mogelijk kan worden gebruikt. Door bijvoorbeeld het zwavelzuur slechts te gebruiken tot een bepaalde verzadigingsgraad, zodat het vervolgens kan worden geregenereerd. De PVC-producent draait hiermee een beter productieproces en de leverancier kan zijn product makkelijker opzuiveren.’ Samenwerking Take Back Chemicals vraagt om een intensievere en langdurige samenwerking tussen toeleverancier en afnemer. ‘Doorgaans wordt voortgeborduurd op een bestaande samenwerking met een lopend contract dat kan worden gezien als een nulsituatie. Op basis hiervan worden prijsafspraken gemaakt. Vervolgens wordt de leverancier geprikkeld om materialen te hergebruiken. Er wordt efficiënter met materialen omgegaan, de kosten gaan omlaag en de winst omhoog.’ Om te kunnen opzuiveren moet er worden geïnvesteerd. ‘Daarom moeten afspraken worden gemaakt voor de lange termijn en deze moeten contractueel worden vastgelegd waarbij de aankoopovereenkomst wordt gewijzigd tot een dienstencontract.’ Dat vraagt om een andere mindset en een andere werkwijze. De leverancier moet los laten dat hij zo veel mogelijk product wil verkopen en de inkoopafdeling van de gebruiker moet niet langer op zoek gaan naar de partij die het product levert voor het laagste bedrag. Een voorbeeld: in het klassieke verkopersmodel wordt voor een schoonmaakmiddel voor vloeren betaald per ton verkocht middel. Nu worden afspraken gemaakt over de vierkante meters gerei-
Take Back Chemicals vraagt om een intensievere samenwerking tussen toeleverancier en afnemer. nigd vloeroppervlak. De economische belangen van leverancier en gebruiker komen op één lijn te liggen en er wordt minder product gebruikt, terwijl het uiteindelijke resultaat hetzelfde of zelfs beter is tegen een lagere prijs. Win-win-win Lemain: ‘Als één van beide gaat voor het eigen gewin en afstapt van het idee om vanuit samenwerking een stap voorwaarts te maken, gaat het niet werken. Laten bedrijven dit los, geven ze elkaar het vertrouwen om het proces te optimaliseren, dan brengt dit model beide iets.’
De derde winnaar in dit traject is het milieu. Gek genoeg noemt Lemain dit slechts ‘mooi meegenomen’. Natuurlijk erkent hij direct het belang van milieuvriendelijk ondernemen en de meerwaarde van het minimaliseren van de afvalproductie. ‘Het Take Back Chemicals businessmodel voorziet hierin, maar het is in de eerste plaats een manier om de businessperformance te verbeteren. We zijn ervan overtuigd dat als bedrijven zich committeren aan deze aanpak, ze daar beide beter van worden. Dat het ook goed is voor het milieu, is inderdaad mooi meegenomen.’ ■
PRODUCENT DIE EIGENAAR BLIJFT, IS NIET NIEUW Voor Thomas Rau, visionair op het gebied van duurzaamheid, was de eindigheid van grondstoffen en het hieraan verbonden milieuprobleem de belangrijkste reden om na te denken over een nieuw businessmodel. Hij ontwikkelde het ‘Turntoo’-model. Hierbij is het faciliteren van continuïteit van leven het hoogste doel en is de economie daarin de georganiseerde relatie tussen mens en natuur. In zijn boek ‘Material Matters’ legt Rau uit dat de mens anders tegen ‘eigendom’ moet aankijken. Voorwaarde is wel dat producenten bereid moeten zijn om een product te leveren puur voor het gebruik. ‘Zij blijven als eigenaar verantwoordelijk voor de (waardevolle) grondstoffen.’
Dit model betekent voor de producenten dat zij moeten nadenken over andere manieren van leveren en andere verdienmodellen. ‘Producten worden aangeboden als dienst. Er worden bijvoorbeeld geen lampen afgenomen, maar licht.’ Take Back Chemicals en het Turntoo-model hebben veel raakvlakken. De producten gaan retour naar de producent, de hoeveelheid afval vermindert en in beide gevallen is sprake van een verdienmodel op basis van het benutten van de functie. De focus ligt op grondstoffenbehoud door middel van nieuwe afspraken over gebruik, behoud en registratie van materialen. Lees het interview met Rau terug in Petrochem 1, 2017.
PETROCHEM 5 - 2017 37
PET05 U TaBaChem.indd 37
03-05-17 16:43
PRODUCTEN
VERMINDEREN DOWNTIME Het apparaat ‘Atlas’ kan binnen de industriële netwerken downtime verminderen. Het apparaat heeft onder meer een dynamische interactieve Topologie, die alle apparaten binnen het netwerk laat zien en weergeeft hoe deze met elkaar zijn verbonden. Hierin is ook informatie over individuele apparaten te zien. De gebruiker wordt overzichtelijk geïnformeerd over alle (mogelijke) problemen binnen het netwerk. Meer informatie: www.procentec.com BOOSTERVENTIELEN De ASCO serie 330 boosterventielen zijn geschikt voor het sneller openen en sluiten van proceskleppen. Het boosterventiel kan zowel voor aan/uit en besturingstoepassingen worden gebruikt, als voor toepassingen waarbij Partial Stroke Testing (PST) is vereist. Deze volumeversterker is geschikt voor gebruik in de upstream en downstream olie- en gasmarkt. Hij is flexibel, robuust en betrouwbaar. Leverbaar in roestvast staal en aluminium. Meer informatie: www.emerson.com CHEMIEPALLET MET ‘VLEUGELS’ Het Eco P3 pallet is speciaal voor de chemiesector ontwikkeld en aangepast aan de specifieke logistieke noden binnen deze secto. De Eco P3 is een consequente verdere ontwikkeling van de standaard houten pallet CP 7 voor de chemische industrie - inclusief alle voordelen van een kunststof pallet. Dankzij het ‘vleugeldesign’ - het dek gaat over de sleeplatten en de klossen van de pallet heen - biedt het een extra groot laadoppervlak en ondersteunt het optimale vervoer van zakken. Er kan dus meer worden vervoerd - ook op kleinere transportbanden. De Eco P3 weegt slechts 12 kg. Meer informatie: www.cabka.com MODULAIRE OPLOSSING VOOR OVERSPANNINGSBEVEILIGING De modulaire reeks MTL SD van Eaton nu een complete overspanningsbeveiliging voor waardevolle instrumenten en bedieningssystemen. Het ontwerp van de modulaire reeks vermindert onderhoudskosten en stilstandtijden, omdat modules snel en eenvoudig kunnen worden vervangen. Door de kleine afmetingen van de module kunnen meer modules worden geplaatst, waardoor ruimte en kosten kunnen worden bespaard en het aantal benodigde kasten mogelijk kan worden verminderd. Er is een LED-optie beschikbaar voor een duidelijke, visuele indicatie van een niet-werkende module, zodat technici meteen kunnen zien welke module moet worden vervangen. Er is ook een draagbaar testapparaat voor overspanningsbeveiligingen beschikbaar, zodat gebruikers eenvoudig de staat van iedere module kunnen controleren tijdens het routineonderhoud. Dit nieuwe modulaire aanbod is geschikt voor de olie- en gasindustrie, de chemische industrie, elektriciteitsvoorziening en (afval)waterbehandeling. Het assortiment is volledig ATEX/IECEx-gecertificeerd. Meer informatie: www.eaton.com
ULTRASONE CLAMP-ON FLOWMETERS Siemens brengt met de Sitrans FS230, de volgende generatie digitale ultrasone clamp-on flowmeters op de markt. Deze ruisongevoelige en uiterst nauwkeurige flowmeter is geschikt voor omgevingen waarin een kwalitatief hoogwaardige debietmeting van vloeistoffen vereist is. Daartoe behoren bijvoorbeeld water- en afvalwaterbehandeling, energiecentrales, de voedings- en drankensector, alsmede de chemische en farmaceutische industrie. De transmitter is uitgerust met een innovatieve Digital Sensor Link, die het signaal in het vroegst mogelijke stadium van de meting digitaliseert. Dit zorgt voor een optimale signaal-ruisverhouding. Door zijn ongeëvenaarde 100 Hz signaalverwerking (updatesnelheid) en dankzij het geïntegreerde PerformancePLUS-algoritme herkent de transmitter zelfs de kleinste veranderingen in het debiet met een onveranderd grote nauwkeurigheid van 0,5 tot 1 procent en een uiterst stabiel nulpunt. Meer informatie: www.siemens.com ZELFMONTAGE-EXOSKELET Het Delftse bedrijf Laevo BV presenteert ‘s werelds eerste zelfmonteerbare exoskelet, de Laevo V2.5. De Laevo is ontworpen om werkgerelateerde rugklachten en rugpijnen te verlichten, verhelpen of voorkomen. Werkgerelateerde rugklachten ontstaan door een langdurig voorovergebogen werkhouding, of veelvuldig buk- en tilwerk. Wereldwijd hebben vele miljoenen werkenden last van rugklachten. De Laevo wordt al gebruikt door bedrijven als PON Logistics, John Deere, ENGIE Cofely, Daher, WTH en Geodis Logistics. De nieuwste versie maakt het gebruik van één exoskelet door meerdere medewerkers nog eenvoudiger. De Laevo V2.5 is verkrijgbaar vanaf de zomer 2017. Meer informatie: www.laevo.nl
PETROCHEM 5 - 2017 38
PET05 F Producten.indd 38
03-05-17 16:31
AGENDA SEMINAR / CURSUS / MASTERCLASS Industrielinqs pers en platform MASTERS OF INDUSTRY: WATER INNOVATOR OF THE YEAR www.mastersofindustry.nl Tijdens dit Masters of Industry college licht Mark Boeren, directeur van Water Innovator of the Year 2017 Pathema, toe hoe de Industrial Vortex Generator koelwater kan behandelen zonder de inzet van chemicaliën. Onderzoeksinstelling KWR toont de resultaten van het onderzoek naar koelwaterconditionering bij chemiebedrijf Sabic in Geleen en Tata Steel in IJmuiden. Tijdens Masters of Industry wordt telkens een actueel onderwerp onder de loep gehouden, om meer diepgang te geven aan veelbelovende industriële ontwikkelingen. Om hypes te voorkomen en toch op een doordachte manier te verbeteren.
26 juni 2017 Tilburg
CONGRES / BEURS / EVENEMENT WarmCO2/TU Delft Warmco.nl/page/conferentie
INDUSTRIËLE SYMBIOSE: VAN DUURZAAM PLAN NAAR SUCCESVOL PROJECT Op 31 mei aanstaande organiseert WarmCO2 in samenwerking met de TU Delft een conferentie waarbij de uitdagingen van een industrieel symbiose project centraal zullen staan. Sinds 2010 levert WarmCO2 restwarmte en restCO2 afkomstig van Yara Sluiskil aan Glastuinbouw Zeeuws-Vlaanderen. Het project kende vele uitdagingen. Bezoekers horen concrete verhalen uit het werkveld en de wetenschappelijke benadering van de problematiek.
31 mei 2017 Bio Base Training Center, Terneuzen
8 juni 2017 Innovatiekracht, Spijkenisse
Petrochem platform www.deltavisie2017.nl DELTAVISIE 2017: EIGENAARSCHAP De laatste jaren zijn steeds meer industriële bedrijven op zoek naar het gevoel van eigenaarschap. Hoe kan je medewerkers zo betrekken dat ze fabrieken beter laten lopen? En hoe blijven productiebedrijven zich verantwoordelijk voelen voor hun producten, ook al zijn ze al lang buiten hun bereik? Tijdens Deltavisie op 8 juni in Spijkenisse gaan we op zoek naar wat het gevoel van eigenaarschap kan opleveren. Verder stelt Petrochem samen met Plant Manager of the Year 2016 Jeroen van Woerden een Schaduwkabinet van de Industrie samen, dat verschillende beleidsvoorstellen wil voorleggen aan de zaal. ‘s Avonds wordt de opvolger van Jeroen van Woerden gekozen, de tiende Plant Manager of the Year. Ook wordt voor de derde maal de VOMI Safety eXperience Award uitgereikt. Een dag om niet te missen! Management Producties www.co2conferentie.nl
CO2 CONFERENTIE
World Petroleum Council www.22wpc.com
22ND WORLD PETROLEUM CONGRESS Het thema van de 22 editie van dit congres is: Bridges To Our Energy Future. Er zijn tijdens de diverse sessies onder andere ronde tafel discussies met CEO’s en ministers. Het programma is onderverdeeld in vier blokken: Blok1: Exploratie en productie van olie en gas Blok 2: Raffinage, petrochemie, transport en marketing Blok 3: Aardgasbehandeling, transport en markten Blok 4: Duurzaam management van de industrie
Tijdens dit middagcongres hoort u concrete CCS en CCU projecten, gaan we in op de businesscase, ontkoppeling van CO2 en de rol van de overheid. Grote emissiereducties zijn beloofd, alleen in Nederland wordt al gestreefd naar een reductie van 85-95 procent in 2050. We moeten dus aan de slag! Dit biedt behalve lastige vraagstukken ook economische kansen. Ook worden diverse nationale en internationale projecten gepresenteerd, daarnaast wordt de rol van de overheid geadresseerd en wordt afgesloten met het onderwerp: ‘van ambitie naar realisatie’.
22 juni 2017 Amsterdam
9 juli 2017 Istanbul, Turkije
PETROCHEM 5 - 2017 39
PET05 H Agenda.indd 39
03-05-17 16:33
INNOVATIE
FOTO: SHIJU RAVEENDRAN/UVA
iTANKS-LEDEN Petrochem Platform
Rental
BAANBREKEND: KATALYSATOR VOOR OMZETTEN CO2 IN CO Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) hebben een katalysator uitgevonden die koolstofdioxide doeltreffend kan omzetten in koolstofmonoxide. Deze uitvinding maakt een duurzame toepassing van CO2 mogelijk. Mocht de katalysator ook op grotere schaal succesvol blijken, dan kan CO2 hiermee worden omgezet in bruikbare chemische stoffen. De hoeveelheid CO2 in de atmosfeer neemt gestaag toe. Er wordt gezocht naar oplossingen voor het terugdringen van de hoeveelheid CO2 door het gas in te zetten als grondstof. Het gebruik van koolstofdioxide als grondstof en het omzetten ervan in bruikbare chemische stoffen of brandstoffen is lastig, vanwege de moleculaire stabiliteit van de verbinding. De activering of reactivering van CO2 vormt vanwege deze stabiliteit een enorme
DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR
FOTO: WIKIPEDIA
uitdaging. De onderzoekers zijn erin geslaagd dit activeringsprobleem op te lossen met een katalysator die CO2 onder omgevingsdruk en bij lage temperaturen kan omzetten. De CO kan vervolgens met behulp van bestaande technologie worden omgevormd tot een aantal gangbare koolwaterstoffen. Zo ontstaat een efficiënte manier om CO2 te verwerken. De onderzoekers waren bezig met proeven voor een ander product, maar ontdekten bij toeval dat de katalysator uiterst gevoelig bleek voor CO2. Langetermijntests in een stroomreactor wezen uit dat de katalysator actief blijft, en dat biedt mogelijkheden voor het op grotere schaal inzetten van andere toepassingen, zoals de omzetting van industriële rookgassen. STUDENTEN VOORSPELLEN REPETITIEVE SITUATIES MET DATA-ANALYSE In samenwerking met een grote industriële partij uit de Rotterdamse haven is iTanks een project gestart op het gebied van big data. Een groepje gemotiveerde studenten, samengekomen in DSRPTV iTalents, gaat aan de slag met grote hoeveelheden data die het bedrijf voor hen beschikbaar heeft gesteld. De bedoeling is dat deze studenten aan de hand van de data-analyses een voorspelling kunnen doen met behulp van ‘repetitieve situaties’ in deze data. Met DSRPTV iTalents kunnen studenten en young professionals die zich bezighouden met data science slim worden ingezet binnen bedrijven. Studenten krijgen een kans om zich praktisch te ontwikkelen bij mooie bedrijven en de bedrijven ontvangen een mooie analyse en meer inzicht.
PETROCHEM 5 - 2017 40
PET05 G innovatie.indd 40
03-05-17 16:32
FOTO: PIXABAY
iTANKS-LEDEN Petrochem Platform
OEVERBESCHOEIING VAN BAGGER UIT HET ORANJEKANAAL Waterschap Vechtstromen gaat grond en baggerspecie uit het Oranjekanaal (Drenthe) gebruiken als oeverbeschoeiing. De bagger wordt samengeperst tot harde blokken, Geowall genoemd. In waterrijk Nederland wordt jaarlijks voor enkele duizenden kilometers aan houten beschoeiing vervangen. Deze beschoeiing zorgt ervoor dat oevers en taluds van watergangen niet instorten. De Geowall-elementen zijn een eenvoudige, goedkopere en milieuvriendelijkere manier voor het verdedigen van de oevers. Met een simpele techniek wordt de beschikbare baggerspecie uit het Oranjekanaal gemengd met enkele procenten aan natuurlijke additieven. Vervolgens gaat het mengsel in een pers en ontstaat er een muurelement van natuurlijk materiaal. De Geowall in het Oranjekanaal is een pilot van het Waterschap, KWS Infra en NETICS. Naar verwachting is deze oeverbeschoeiing 25 tot 50 procent goedkoper dan houten beschoeiing. De verwachting is dat Geowall minimaal vijftig jaar meegaat. Dat is tweemaal zo lang als de houten beschoeiing. Vanuit deze pilot bij het Oranjekanaal wordt bekeken of het mogelijk is om deze beschoeiing ook op andere plaatsen toe te passen.
FOTO: MAPIO
ONDERZOEK NAAR METHANOL ALS BRANDSTOF VOOR KLEINE SCHEPEN Maritiem Kennis Centrum (MKC), TU Delft en TNO zijn een project gestart om te inzicht te krijgen in de technische, economische en logistieke haalbaarheid van methanol als alternatieve brandstof voor de scheepvaart. Om de scheepsemissies te reduceren, biedt LNG een goede oplossing voor grote schepen, maar voor kleinere schepen is dit vaak niet haalbaar vanwege de grote opslag die daarvoor nodig is. Methanol is een schone brandstof en hoewel de emissies van NOx iets hoger zijn dan bij LNG, kan het eenvoudiger worden opgeslagen en is de installatie kleiner dan bij LNG. Voor kleinere vaartuigen zijn er diverse uitdagingen die moeten worden overwonnen om varen op methanol mogelijk te maken. De technologie is beschikbaar, maar het is een uitdaging om geïntegreerde technische oplossingen te ontwikkelen die voldoen aan regelgeving en die ook economisch aantrekkelijk zijn. Bovendien moet er een distributienetwerk voor methanol worden ontwikkeld.
DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR
PETROCHEM 5 - 2017 41
PET05 G innovatie.indd 41
03-05-17 16:33
Het Petrochem platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond de olie- en chemische industrie. Het Petrochem platform bereikt zijn doelgroep via het vakblad Petrochem, de website www.petrochem.nl, de nieuwsbrief, rondetafelbijeenkomsten, het jaarcongres Deltavisie en andere events.
PARTNERNIEUWS
PARTNERS VAN HET PETROCHEM PLATFORM
Mega maritiem trainingcentrum naar regio Rotterdam In Barendrecht wordt dit jaar het één van de grootste maritieme trainingscentra ter wereld geopend: Simwave. Op 5.000 m2 worden 59 simulatoren geplaatst, waaronder enkele 1-op-1 nabootsingen van de brug en machinekamer van een schip. In het centrum kunnen terminal operations worden geoefend, maar ook de plannen voor de uitbreiding of aanleg van een haven of vaarwegen, of het verplaatsen van grote objecten worden getest. Duurzame warmte voor Delft Afvalwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolder is de groene energiebron voor de stadsverwarming van nieuwbouwwoningen in Delft. Uit gezuiverd afvalwater wordt warmte gewonnen voor woningen en fosfaat voor de productie van kunstmest. Sinds 2010 staat er naast de AWZI een warmtestation, dat duurzame en schone warmte levert aan de nabijgelegen woningen. Een warmtepomp wint warmte uit het gezuiverde afvalwater. In 2018 wordt ook de restwarmte van de biogasmotoren ingezet als groene energiebron. Met deze uitbreiding van de warmtecapaciteit kunnen tot circa 1.400 woningen worden verwarmd met uit afvalwater teruggewonnen warmte. ENGIE bouwt nieuwe zonneparken ENGIE gaat nieuwe zonneparken ontwikkelen op de locaties van Centrale Bergum in Burgum, Eemscentrale in de Eemshaven en Maxima-centrale in Lelystad. De parken leveren gezamenlijk een vermogen van iets meer dan 11 MW. Bergum neemt daarvan 5 MW voor haar rekening, op Eems wordt 3,75 MW geplaatst en het park bij de Maxima-centrale levert 2,5 MW. Op het terrein rond Centrale Bergum wil ENGIE naast de 20.000 zonnepanelen ook een biovergister bouwen en in de toekomst is er mogelijk plaats voor een LNG station.
Bekijk de partnerfilmpjes op www.petrochem.nl/partners-leden
CONTENTPARTNERS
LEDEN VAN HET PETROCHEM PLATFORM
KLEUREN: LOGO CITTÀ ROMANA PANTONE
CMYK
ROOD: PMS 1797 ORANJE: PMS 158 LICHT ORANJE: PMS 1505
ROOD: 5-90-75-0 ORANJE: 5-70-90-0 LICHT ORANJE: 0-30-70-0
Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het Petrochem platform, kijk dan op www.petrochem.nl of neem contact op met Janet Robben: janet@industrielinqs.nl - 020 312 2085
PET05 L Platform.indd 42
03-05-17 16:37
‘EXPERTQU TES’ Er is een dunne lijn tussen de drang om altijd open en eerlijk te zijn en de profileringswens intern. Je moet er maar eens op letten als je een incidentmelding onder je neus krijgt geschoven: het woord branden wordt vervangen door ‘smeulen’ of ‘roken’, een verwonding is een ‘kleine kwetsuur’ en een lek wordt een ‘minimale productvrijzetting’. Toxisch wordt ‘schadelijk’ en op de spoedafdeling belanden ‘een raadpleging bij de medische dienst’.’
Uitgangspunt is het nationaal grondstoffenakkoord met als hoofddoel Nederland circulair in 2050. Plant One Rotterdam is hier druk mee bezig. Pyrolyse, CCU, een cyclus voor de omzetting van kleine temperatuurverschillen in elektriciteit en het optimaliseren van chemische producten zijn processen waarvoor we de installaties al in huis hebben.’ Gabriel Tschin in deze editie van Petrochem.
Katrien Bogaerts in haar column ‘Fake News’ in deze editie.
Opleidingsinstituten en sectoren gaan nauw samenwerken om studenten op te leiden die nodig zijn in de industrie en kennis van de sector hebben. Bedrijven bieden stageplaatsen en zorgen voor continue up-to-date lesmateriaal en de opleidingsinstituten zorgen voor innovatieve lesmethoden.’ Sandra de Bont over haar rol als minister in het Schaduwkabinet van de industrie in deze editie.
Commissies die universiteiten beoordelen, hebben weinig oog en waardering voor industrieel gericht onderzoek. Zelden zitten daar mensen uit de industrie in. Ik ken een uit de industrie afkomstige hoogleraar die, na een mijns inziens ten onrechte minder goede beoordeling door zo’n commissie, besloot maar weer terug te gaan naar de industrie. Zo houdt de soort zichzelf in stand en zijn veranderingen amper te realiseren.’ Henk Leegwater in zijn column ‘Industriële veiligheid’ in deze editie.
HET EXPERTPANEL VAN HET PETROCHEM PLATFORM BESTAAT UIT DE VOLGENDE SPECIALISTEN Johan Alebregtse AkzoNobel Industrial Chemicals,
Chris Bruijnes InnovatieLink, directeur
Joris Hurenkamp Havenbedrijf Rotterdam, business manager
Bart Leenders Neste, managing director
Cees Jan Asselbergs voormalig algemeen adviseur Deltalinqs
Frans Brüning KH Engineering, business development manager
Hans Kerkhoven voormalig topman Shell Global Solutions
Frank de Leng Segin, new business manager
Frank Beckx Essencia Vlaanderen, gedelegeerd bestuurder
Jan Van Doorslaer voormalig woordvoerder BASF Antwerpen
Cor Kloet voormalig algemeen directeur SPIE Nederland
Michel Leyseele Havenbedrijf Antwerpen, Head of Energy & Chemicals Department
Jos Benders voormalig topman Lyondell
Niko van Gent voormalig woordvoerder Huntsman Holland
Tijs Koerts Sr. Process Safety consultant
Cor van de Linde iTanks, managing director
Katrien Bogaerts Kaneka, production engineer
Michel Grijpink Hogeschool Utrecht, Learning & Development consultant
Cas König Klesch Aluminium Delfzijl, algemeen directeur
Michel Meertens DSM, site director
Sandra de Bont VOTOB, directeur
Ronald Hoenen, DSM Dyneema, site manager
Enrico Lammers Pro6com en DWG Process & Safety managing director/ partner
Elsbeth Roelofs MVO Nederland, sectormanager Chemie, Internationaal MVO programma
Jan Bout Bout&Co, partner
Eward Hofstede Avebe, project director flavour development
Henk Leegwater Lexxin, consultant
Chris Roubos Evides Industriewater, manager Sales & Marketing
BU director Advanced Manufacturing
PET05 L Platform.indd 43
Ruud Schenk ENGIE West Industrie, algemeen directeur
Gabriel Tschin Plant One Rotterdam, managing director
Egbert Schellenberg FNV, vakbondsbestuurder procesindustrie
René Venendaal BTG Bioliquids, algemeen directeur
Dik Schipper voormalig production leader Dow Benelux
John Schonewille Stratt+ Industrial Management, directeur
Jaap Schouten TU Eindhoven, professor
Wim Soetaert Universiteit Gent, professor
Wouter Stam Flowid, managing director
Roelf Venhuizen voormalig voorzitter Profion en directeur NAM
Maaike de Wit Straatman Koster advocaten, advocaat
Cyril Widdershoven Verocy, partner/founder
Jeroen van Woerden Kemira, managing director Plant Manager of the Year 2016
Cor Zijderveld SBE, voorzitter
03-05-17 16:37
MAGAZINE ONLINE FILM EVENTS MEETINGS AWARDS EXPERTS LEDEN PARTNERS ZICHTBAARHEID BEREIK CONTACT KENNISDELING
Het Petrochem platform is een zelfstandig en onafhankelijk managementplatform voor de olie- en chemische industrie, gericht op opdrachtgevers en toeleveranciers in de hele keten van oliewinning, via raffinage en bulkchemie tot fijnchemie Het Petrochem platform deelt kennis en inspiratie door de integratie van netwerk, magazine, website, events, social media, film, verkiezingen, round tables en specials.
Het Petrochem platform versterkt uw netwerk.
Het Petrochem platform kent experts, leden en partners.
Meer weten: Wim Raaijen +31(0)20 31 22 081 wim.raaijen@industrielinqs
Het Petrochem platform biedt partners een optimale mix van zichtbaarheid, bereik, contact en kennisdeling.
www.petrochem.nl PET05 44 170308Advertenties.indd iLinqs Platformadv.indd 1
03-05-17 08-03-17 16:28 16:02
ONBEVANGEN
‘Zelfs als je ’s ochtends naar de radio luistert, of ‘s avonds thuis er nog de krant op naleest of het journaal volgt op tv, ben je dan zeker dat je geen voorgeselecteerde items te horen of te zien krijgt?’
Fake news In de refters, aan de inkom en voor de receptie hangen tv’s. Eentje per locatie, anders zou het overdreven zijn, we zijn Japans en niet Amerikaans. Er worden van die loops op gespeeld met daarin het weerbericht, informatie over Kaneka, de recente geboortes en jubilea, maar ook een lijstje met voorgekauwde nieuwsfeiten. Ik heb het niet zo op lijstjes met voorgekauwde nieuwsfeiten. Waarom zou iemand moeten bepalen wat voor nieuws ik belangrijk vind? Welk item is interessant genoeg en verdient daarom airplay op Kaneka TV? Er wordt immers niet alleen aandacht besteed aan chemie, milieu, energie of de uitspattingen van Trump, maar ook alledaagse dingen komen aan bod. Blijkt dat de nieuwsfeiten dagelijks door een communicatiebureau worden geselecteerd, waarna ze hier in de loop belanden. Dat wil dus zeggen dat er iemand van een communicatiebureau selecteert wat honderden mensen becommentariëren tijdens het opeten van de lunch ’s middags. En bovendien, wat velen onder hen beschouwen als nieuws, omdat dat het enige nieuws is wat ze voorgeschoteld krijgen. Letterlijk: kant-en-klaar en op een gouden schoteltje. Alstublieft, hier heb je een beetje nieuws. Maar zelfs als je ’s ochtends naar de radio luistert, of ‘s avonds thuis er nog de krant op naleest of het journaal volgt op tv, ben je dan zeker dat je geen voorgeselecteerde items te horen of te zien krijgt? In hoeverre bepaal je zelf nog wat interessant is en wat triviaal mag blijven? Waar trekken we de lijn? Geen houden aan Ik wil hier natuurlijk niet beweren dat we in Noord-Korea terecht zijn gekomen, maar zou er niet hier en daar iets worden gestuurd? Het nieuws dat je te zien krijgt, wordt altijd wel bepaald door iemand. Mannelijk/vrouwelijk, hoog –of laagopgeleid, stede –of dorpelingen, het is allemaal bepalend voor je interesse in nieuwsitems. Weken later blijkt dan soms dat er nepnieuws in omloop is, dat door journalisten zonder al te veel controle als waar wordt overgenomen. ‘Fake news’, het is blijkbaar zelfs een branche op zich waar mensen rijk van worden. Elke keer als je online op zo’n nepartikel klikt, verschijnen er her en der advertenties. In bijvoorbeeld een Facebook-feed kan je ze redelijk makkelijk herkennen, maar eens overgenomen door wat zou moeten doorgaan voor objectievere nieuwssites, is
er geen houden aan en stroomt het geld binnen. Knap gedaan denk ik dan, dat had ik beter zelf ook bedacht. Dunne lijn Maar nepnieuws – of beter gezegd verdraaide feiten – moeten we niet ver gaan zoeken. Als je rondkijkt en leest, kom je het wel elke dag tegen. Zoals er soms in een vergadering wordt gezegd: ‘probeer het zus en zo te formuleren’ of – en dit vind ik zelf altijd een goeie – ‘hou dat maar stil, niet iedereen moet dat weten’. Hoewel het van de daken wordt geschreeuwd dat er tegenwoordig open-minded wordt gekeken naar ongevallenrapportering, labresultaten en nieuwsfeiten allerhande, doen we allemaal ons best om de zaken zo rooskleurig mogelijk voor te stellen. Liefst ook nog om niemand op de tenen te trappen en geen ego’s te beschadigen. Een dunne lijn tussen de drang om altijd open en eerlijk te zijn en de profileringswens intern. Je moet er maar eens op letten als je nog eens een incidentmelding onder je neus krijgt geschoven: het woord branden wordt vervangen door ‘smeulen’ of ‘roken’, een verwonding is een ‘kleine kwetsuur’ en een lek wordt een ‘minimale productvrijzetting’. Toxisch wordt ‘schadelijk’, pijn wordt ‘hinder’ en op de spoedafdeling belanden ‘een raadpleging bij de medische dienst’. ‘Thesaurus voor de ingenieur’, misschien moet ik dat dan maar eens bedenken.
Katrien Bogaerts werkt sinds juni 2013 als process engineer bij Kaneka in Westerlo, België, en is expert van het Petrochem platform. PETROCHEM 5 - 2017 45
PET05 J Onbevangen.indd 45
03-05-17 16:35
PETROCHEM 5 - 2017 46
PET05 X Themaspread.indd 46
03-05-17 16:44
THEMA ENGINEERING & CONTRACTING
FOTO: STATOIL|BOSKALIS
• Een masterplan is een roadmap voor de ontwikkeling van het bedrijf of bedrijfsterrein voor de komende tien tot twintig jaar. Het opstellen van zo’n plan helpt om gestaafde uitbreidingsprojecten uit te voeren. Denkt men aan een verbreding door middel van een overname, dan is een gedegen brede due diligence een must. • NAM presenteerde haar L13-FI-productieplatform in een tijd met de laagste aardgasbaten in veertig jaar. Versobering van het productieportfolio van de upstream-markt staat dan ook centraal in de strategie. Door technische innovatie en versobering van de productieplatforms, weet de olie- en gasproducent nog steeds ook kleine gasvelden economisch te ontsluiten.
PETROCHEM 5 - 2017 47
PET05 X Themaspread.indd 47
03-05-17 16:44
ENGINEERING & CONTRACTING
Masterplan cruciaal bij overname of uitbreiding In een dynamische markt zijn veranderingen binnen een bedrijf aan de orde van de dag. Of het nu een interne uitbreiding is, of men denkt aan een overname van een ander bedrijf, kennis over de staat van de assets en een SWOT-analyse van de site zijn onontbeerlijke informatie bij het nemen van beslissingen. Een masterplan is een roadmap voor de ontwikkeling van het bedrijf of bedrijfsterrein voor de komende tien tot twintig jaar. Het opstellen van een dergelijk plan helpt om gestaafde uitbreidingsprojecten uit te voeren. Denkt men aan een verbreding door middel van een overname, dan is een gedegen brede ‘due diligence’ een must. Het over te nemen bedrijf wordt niet alleen op financieel en juridisch vlak onder de loep genomen, maar ook op HSE en technisch gebied.
Jacqueline van Gool
Als een bedrijf denkt aan een uitbreiding, wordt vaak meteen een team engineers aan de gang gezet om de modificaties in de site in te passen. Maar als men zich dan pas de vraag stelt of de huidige locatie wel geschikt is voor een hogere productie, of er ruimte genoeg is op de site en hoe deze dan moet worden ingericht, kunnen de engineers wel eens voor een voldongen feit komen te staan. Er zijn talloze voorbeelden van ad-hoc-beslissingen die achteraf bezien niet zo goed uitpakten, vertelt Robert Jan Smits van Oyen, senior consultant bij Tebodin. ‘Een bedrijf dat extra opslagruimte nodig had, bouwde dit op een leeg stuk grond helemaal aan de andere kant van de site. Producten en grondstoffen moesten nu een veel langere afstand afleggen, met een grote efficiencydaling tot gevolg. Een ander bedrijf had juist geen plaats meer om een nieuw warehouse te bouwen. De enige mogelijkheid op deze locatie was om de opslagruimte in de hoogte uit te breiden. Maar dat ging niet zomaar. De fundering bleek niet berekend op een extra verdieping. Een fundering versterken is geen sinecure en het alternatief zou zijn om uit te wijken naar een andere locatie.’ Integraal Een belangrijk hulpmiddel om dergelijke problemen te voorkomen, is het maken van een masterplan voor de site. Een masterplan is een roadmap voor de ontwikkeling van het bedrijfsterrein voor de komende tien tot twintig jaar. Het dient als referentiemiddel om de juiste investeringsbeslissingen te nemen. ‘Het begint bij het opstellen van scenario’s voor de toekomst, dat doen de meeste bedrijven wel’, zegt Smits van Oyen, ‘maar er wordt lang niet altijd gekeken naar hoe beslissingen in de
bedrijfsvoering invloed hebben op de inrichting van het terrein. In een masterplan gaat het juist om de vertaalslag van bedrijfsstrategie naar site-ontwikkeling.’ Het is belangrijk dat de onderneming integraal tegen het licht wordt gehouden. ‘Bij een uitbreiding moet niet alleen worden gekeken naar de procesinstallaties. Men zal zich de vraag moeten stellen of ook meer bedrijfsmiddelen nodig zijn. En als een personeelsgroei voorzien is of er meer kantoorruimtes en extra kleedkamers moeten komen. Hoe zit het daarnaast met aanrijdroutes, parkeerplaatsen enzovoorts? En met het leidingwerk? Leidingcorridors nemen veel ruimte in. Je zou kunnen overwegen om die ondergronds aan te leggen. Maar kan dat zo maar in een draaiende productie?’, aldus de consultant. Gestroomlijnd Logistiek is een kernonderdeel van een masterplan. Nieuwbouw moet op een ‘logische’ plek komen ten opzichte van bestaande installaties en gebouwen. Er wordt daarom een zogenaamd vlekkenplan gemaakt, ook wel een Systematic Layout Planning (SLP) genoemd. ‘De functies en onderlinge relaties van afdelingen vormen het uitgangspunt voor de lay-out. Afdelingen die dikwijls samenwerken worden dicht bij elkaar geplaatst. Het doel is om op deze manier de totale afstand die een product aflegt te verkorten. Daarnaast zorgt ook het toepassen van de lean-principes ervoor dat een operatie wordt gestroomlijnd. Om tot een goede plant lay-out te komen, moeten de plannen, eisen en wensen van alle afdelingen duidelijk in beeld zijn gebracht, ook met het oog op veranderingen in de toekomst.’
PETROCHEM 5 - 2017 48
PET05 X1 Masterplanning.indd 48
03-05-17 16:44
FOTO’S: TEBODIN
Iedereen aan tafel Tebodin stelt de masterplannen op, op basis van een serie workshops. De workshops worden bijgewoond door vertegenwoordigers van alle verschillende afdelingen binnen de onderneming, en verschillende experts vanuit het consultancybureau. ‘Als iedereen aan tafel zit, is het gemakkelijker om een beeld te krijgen wat de bedrijfsstrategie voor de verschillende afdelingen betekent. Het is een veel interactievere benadering dan het houden van interviews.’ Paradox Tijdens het masterplanningsproces worden de verschillende toekomstmogelijkheden en de gevolgen hiervan voor de ontwikkeling van een bedrijf geëvalueerd. Er wordt een lay-out van de site gemaakt voor drie mogelijke toekomstige situaties: de meest waarschijnlijke, het minimaal en het maximaal haalbare. Soms luidt commentaar op masterplannen dat deze de beslissingsruimte van bedrijven voor de toekomst te beperkt maken. ‘Dat is juist de paradox. Een masterplan geeft grenzen aan de beslissingsruimte. Het geeft aan wat de mogelijkheden zijn en tot hoe ver je kunt gaan
Smits van Oyen: ‘De markt gaat vaak sneller dan een investering die men doet voor twintig jaar.’ op basis van de toekomstscenario’s. Maar de site moet zo worden ingericht dat er flexibel kan worden geschakeld tussen het ‘meest waarschijnlijke’, het ‘minimale’ en het ‘maximale’ scenario. De markt gaat immers vaak sneller dan een investering die men doet voor twintig jaar.’ Flexibiliteit Masterplannen kunnen worden gemaakt voor bedrijven in iedere sector. Maar ze zijn met name van groot nut in sectoren waar een zekere flexibiliteit aan de afzetkant vereist is. ‘Denk aan industriële havens en de tankop- en overslag. Als de vraag vanuit de markt verandert, zal je ook de haven anders moeten organiseren. Je moet de flexibiliteit meenemen in het ontwerp van de toekomst. Kijk bijvoorbeeld naar de ontwikkelingen op het gebied van LNG. Er is ook steeds vaker sprake van ‘multi parcel schepen’, die kleinere hoeveelheden van verschillende producten vervoeren. Je zult dan je haven zo willen inrichten dat je voor het
laden en lossen van de schepen niet van de ene kade naar een kade aan de andere kant van de haven hoeft te gaan’, vertelt Smits van Oyen. Multidisciplinaire due diligence Als de strategie is om te groeien door middel van een overname in plaats van een interne uitbreiding, zal je behoefte hebben aan degelijke bedrijfsinformatie van de onderneming of het bedrijfsonderdeel van interesse. Over het algemeen worden daartoe ‘due diligence’ onderzoeken uitgevoerd. Dat gaat in eerste instantie vaak om het klassieke ‘boekenonderzoek’ naar de financiële situatie van de onderneming. Zo’n onderzoek dient om te voorkomen dat je voor verrassingen komt te staan. Steeds vaker wordt naast de financiële en juridische due diligence ook een technisch en milieukundig onderzoek uitgevoerd. In een brede due diligence werkt een multidisciplinair team van juristen, accountants, commerciële experts en engineers PETROCHEM 5 - 2017 49
PET05 X1 Masterplanning.indd 49
03-05-17 16:44
PET05 Advertenties.indd 50
03-05-17 16:28
samen om alle risico’s van een bedrijf of bedrijfsonderdeel in kaart te brengen. ‘Het wordt steeds meer de standaard dat bedrijven breed worden doorgelicht bij overnames of als een bank of een private equity fonds een investering wil doen in een onderneming. Zij hebben vaak niet de benodigde kennis om (milieu-)technische risico's in te schatten.’ Potentieel In een technische due diligence worden alle assets en processen onderzocht. ‘We willen antwoord op vragen als: Wat is de technische staat van de installaties? Hoe oud zijn ze? Functioneren ze nog goed? Voldoen ze aan de vereiste standaarden en wetgeving? Zijn certificaten in orde? Zijn er de komende vijf jaar extra investeringen nodig, bijvoorbeeld vanwege exceptioneel onderhoud of vervangen van onderdelen?’ Ook dient een due diligence om het verdere potentieel van de assets in kaart te brengen. Uit het onderzoek komt naar voren wat de risico’s zijn die een overname of investering met zich meebrengt. Rode vlaggen Een due diligence moet snel worden uitgevoerd. Er zit vaak een grote tijdsdruk achter. ‘Je zit in het geval van een overname meestal in een biedingsstrijd. Dan is het zaak om de juiste informatie in een kort tijdsbestek naar boven te halen. Het gaat om een traject van maximaal twee weken. We gaan daarom systematisch te werk. Per sector zijn er specifieke aandachtspunten. Downtime is een grote kostenpost voor de petrochemische industrie. Er wordt daarom in het due diligence onderzoek veel aandacht besteed aan de betrouwbaarheid van de installaties en de staat van onderhoud.’ De eerste stap is een algemeen bezoek aan de site. ‘We kijken dan heel globaal hoe een site eruit ziet. Wat zijn de eerste risico-inschattingen? Op basis daarvan stellen we een quick scan op. In de twee dagen die volgen kijken we of de bedrijfsvoering in orde is. We bekijken daarvoor alle data en documenten die door het bedrijf beschikbaar zijn gesteld. En we houden interviews met betrokken personeelsleden. De resultaten presenteren we in een zogenaamd rode-vlaggen-rapport. Bij situaties waarbij we inschatten dat er een verhoogd risico is, geven we een rode
vlag. Naar die specifieke punten doen we gedetailleerd onderzoek. Zo kan het voorkomen dat een installatie niet intern kan worden bekeken omdat deze in gebruik is, denk aan een opslagtank. Zo’n tank is misschien al wel veertig jaar in gebruik en lijkt nog prima te functioneren. Maar we hebben meer zekerheid nodig en daarom kennen we een rode vlag toe. We voeren dan een zogenoemde remnant life assesment uit. We kijken hoe de tanks geopereerd worden, welke stoffen er opgeslagen worden, of deze corrosief zijn of niet, enzovoorts. Daarna bekijken we hoe lang een tank nog in dienst kan blijven en wat er dan aan onderhoud moet gebeuren.’ Het is volgens Smits van Oyen overigens niet zo dat de rode vlaggen automatisch betekenen dat een bedrijf een te groot risico vormt om te worden overgenomen. ‘Je hebt altijd wel te maken met hier en daar een rode vlag. Dit soort data geeft de klant een beter beeld van de te verwachten risico’s en kosten die hij aan installaties heeft en zorgt voor een sterkere onderhandelingspositie. Naast het identificeren van risico’s geven wij in een due diligence ook adviezen hoe deze risico’s te beheersen. Het bedrijf zal dit gegeven meenemen in het uiteindelijke overnamebod.’ Certificaten Het due diligence onderzoek richt zich niet alleen op de fysieke staat van installaties. ‘We verifiëren de data die we van het bedrijf krijgen. Een onderneming kan wel zeggen dat ze in het bezit zijn van bepaalde certificeringen, maar dan willen wij die certificaten wel inzien.’
Zijn ze ook daadwerkelijk aanwezig? Zijn ze nog geldig? En wat zijn de gevolgen voor de overnemende partij, mocht er een incongruentie zijn? ‘Zo kwamen we eens bij een bedrijf waar bepaalde NEN-certificaten niet aanwezig waren. Ook bleek dat andere certificaten bovendien waren verouderd. Dat betekent dat het bedrijfsproces niet op orde is, ook al ziet alles er in de eerste oogopslag gewoon goed uit.’ In de petro- en chemische industrie worden regelmatig milieu-inspecties uitgevoerd. ‘We kijken niet alleen of een bedrijf zijn vergunningen op orde heeft, we vragen ook inspectierapporten op. En we zoeken uit wat er met de aanbevelingen uit het inspectierapport is gebeurd.’ Doorvragen Een heikel punt is daarna de waardebepaling van de assets. ‘Waarop baseer je die waarde dan? Is dat de schrootwaarde? Het hangt er natuurlijk vanaf wat je plannen met de installaties zijn, maar wij baseren de waarde op de kosten voor een nieuw te bouwen installatie.’ Smits van Oyen: ‘Uiteindelijk beschrijven we in het eindrapport wat de technische risico’s van het bedrijf zijn. Met andere woorden, welke ‘zwakke punten’ kunnen leiden tot een extra kostenpost voor de overnemende partij. In het rapport komen ook aanbevelingen over hoe de problemen op te lossen zijn.’ De consultant noemt het ook een 3D-opname van de status van een bedrijf. ‘Je gaat verder dan een eerste indruk, je vraagt altijd door.’ ■
PETROCHEM 5 - 2017 51
PET05 X1 Masterplanning.indd 51
03-05-17 16:44
ENGINEERING
Versobering houdt gasproductie rendabel NAM presenteerde haar L13-FIproductieplatform in een tijd met de laagste aardgasbaten in veertig jaar. Versobering van het productieportfolio van de upstream-markt staat dan ook centraal in de strategie. Door technische innovatie en versobering van de productieplatforms, weet de olie- en gasproducent nog steeds ook kleine gasvelden economisch te ontsluiten.
David van Baarle
Het was lang geleden dat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) haar eerste monotower presenteerde. Eigenlijk leverde contractor Genius Vos in 2006 twee platformen: een voor in het Engelse deel van de Noordzee en een voor het Nederlandse K17-veld. De aanleiding om de vereenvoudigde gasproductieplatforms te bouwen, was het feit dat de Noordzee veel kleine velden kent die nauwelijks rendabel zijn te exploiteren. De monotowers konden echter onbemand worden geopereerd en daardoor veel soberder worden ingericht. Zo sober zelfs, dat de platforms in hun eigen energie konden voorzien via zonnepanelen en windturbines. In de tussentijd zijn nog vier andere platforms gerealiseerd: Caraval, Shamrock, L9-FA en L9-FB. Nu, elf jaar na de eerste monotowers, is daar een zevende familielid bijgekomen: de L13-FI. HSM Offshore is nu de hoofdcontractor en op het terrein in Schiedam staan de drie delen van het kleine, maar toch nog imposante productieplatform klaar om te worden geïnstalleerd. Energietransitie In die elf jaar is de gaswereld behoorlijk veranderd. De ontdekking van schaliegas in de Verenigde Staten zette de prijzen in de gasmarkt onder druk en ook de kolenprijzen zijn behoorlijk gedaald. Die goedkope kolen vonden hun weg naar Europa, waar de centrales al dan niet met bijstook van gesubsidieerde biomassa een groot deel van de basislast leveren. Aan de andere kant van het spectrum leveren windturbines een grotere bijdrage aan de elektriciteitsbehoefte. Intussen is ook de publieke opinie in Nederland minder enthousiast over aardgas, dankzij aardbevingen in Groningen. Volgens de laatste cijfers van het CBS is de gas-
prijs in 2016 gehalveerd ten opzichte van recordjaar 2013 en de Nederlandse staat kon vorig jaar slechts 2,4 miljard euro aan aardgasbaten opstrijken, wat het laagste bedrag was in veertig jaar. In 2013 was dit bedrag nog 15,4 miljard euro. De tendens op de Noordzee is dan ook eerder een versobering van de productiecapaciteit dan uitbreiding. Ook bestaande platforms worden zo heringericht dat ze onbemand kunnen draaien om de kosten te kunnen drukken. Het is dan ook best opvallend dat NAM in deze omstandigheden een nieuw platform gaat neerzetten. ‘Niet helemaal opvallend’, zegt NAM-directeur Gerald Schotman. ‘Want aardgas speelt nog steeds een belangrijke rol in de energietransitie. Al was het maar dat aardgas altijd nog 45 procent van de totale energievoorziening voor zijn rekening neemt. Ook wij zien dat de toekomst voor fossiele brandstoffen eindig is, maar in de tussentijd kan gas helpen bij het verduurzamen van het energieportfolio onder andere doordat het een stuk schoner is dan kolen. De offshore-infrastructuur voor de productie en aanlanding van aardgas, kunnen we wellicht ook inzetten om offshore-windenergie zo efficiënt mogelijk te ontsluiten. Andersom zouden de platforms die nog wel energie nodig hebben, gebruik kunnen maken van windstroom. Ik denk dan ook niet dat de offshore wind- en gasmarkt tegenover elkaar staan, maar gezamenlijk moeten optrekken om de energietransitie zo betaalbaar mogelijk te laten plaatsvinden.’ Een bij het L13-FI gebruikte techniek kan wellicht al interessant zijn voor de offshore-windmarkt. De monotower wordt namelijk niet met grof geweld de grond in geheid, maar getrild. Deze techniek is niet alleen sneller en efficiën-
PETROCHEM 5 - 2017 52
PET05 X2 NAM.indd 52
03-05-17 16:46
FOTO’S: NAM
ter, maar produceert ook nog eens veel minder geluid. Bij heiwerkzaamheden moesten soms zelfs bellengordijnen om de bouwplaats worden opgetrokken om de geluidoverlast te beperken. Met het zogenaamde ‘vibro hammering’ zou dat niet meer nodig zijn. Shell Rijswijk houdt de techniek dan ook zeer nauw in de gaten, het bedrijf gaat straks namelijk tachtig van dit soort vergelijkbare palen neerzetten voor het offshore-windpark Borssele 2. Versobering De energiewaarde die het nieuwe gasveld vertegenwoordigt, is te vergelijken met de energieproductie van 175 windturbines van acht megawatt, zo rekende NAM voor. De drie putten die de NAM straks boort in het L13-veld, produceren dagelijks zo’n 1,5 miljoen kuub gas, waarmee 275 duizend huishoudens van aardgas kunnen worden voorzien. Die drie putten zouden nog kunnen worden uitgebreid met een zelfde aantal, maar of dat daadwerkelijk gebeurt, is afhankelijk van de ontwikkelingen in de gasmarkt. ‘Onze missie is om die productie in ieder geval zo duurzaam mogelijk te houden’, vervolgt Schotman. ‘De offshore-gasmarkt staat tot nog toe niet bekend om zijn energiezuinige productie en men schat het dagelijkse energieverbruik offshore
Schotman: ‘Ik denk dat de offshore wind- en gasmarkt gezamenlijk moeten optrekken om de energietransitie zo betaalbaar mogelijk te laten plaatsvinden.’ dan ook op zo’n vijf procent van de energie die het bruto produceert. De versobering van de platforms zorgt niet alleen voor een kostenbesparing, maar maakt ook het gebruik van gasgeneratoren overbodig. Uiteraard moet de instrumentatie wel worden bediend, maar in steady-state gebruikt de L13-FI slechts zo’n 700 watt aan energie, wat vergelijkbaar is met het energieverbruik van een stofzuiger. L13-FI gebruikt dus in de verste verte geen vijf procent van de energie die het produceert, maar slechts een fractie.’ Die versobering vraagt wel om enige uitleg. Om dit visueel te maken, moet eerst in de geschiedenis worden gedoken. Een platform in de jaren tachtig van de vorige eeuw was vaak een omvangrijk platform met gasbehandelingsinstallaties, kranen, een helikopterdek en living quarters waar het personeel verbleef. Het geproduceerde gas werd eerst gedroogd en behandeld voordat het de pijpleiding inging richting Den Helder. Alleen al de aanwezigheid van personeel zorgde voor een scala aan voorzieningen die moesten
worden getroffen om de bemanning veilig en gezond te houden. Naast slaap- en eetvertrekken, waren er ook noodvoorzieningen voor calamiteiten. Bovendien werd het personeel standaard af- en aangevlogen met helikopters, waarvoor een speciale veiligheidstraining vereist was. Deze maatregelen waren niet alleen duur, maar kostten ook behoorlijk wat energie. Nieuwe inzichten, maar ook technische innovatie maken het mogelijk om dezelfde werkzaamheden in een veel soberdere configuratie te doen. Dankzij de snelle ontwikkelingen op het gebied van informatie en communicatietechnologie kan de procescontrole onshore worden uitgevoerd vanuit de centrale regelkamer. Ook de gasbehandeling is op veel platforms niet meer nodig. In plaats daarvan is het K14 offshore-complex van de NAM omgebouwd tot centraal platform voor gasbehandeling. Het gas van de omringende productieplatforms wordt hier verwerkt voordat het naar de onshore-behandelingsinstallatie wordt gestuurd in Den Helder. PETROCHEM 5 - 2017 53
PET05 X2 NAM.indd 53
03-05-17 16:46
Petrochem.nl
geeft nog meer waarde voor uw geld Meer nieuws dan ooit
WIJ HEBBEN ENERGIE VOOR TIEN.
• A ctuele berichtgeving over de olie- en chemische industrie • Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar • Volledig evenementenoverzicht • Online catalogi met producten en diensten • Multimediale bedrijfspresentaties • Tweewekelijkse Nieuwsbrief • Live twitter updates • LinkedIn interacted
Petrochem-abonnees krijgen meer
Samen met u werken we aan een optimale aardgaslevering .
• D e nieuwste Petrochem staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase • Ga naar www.petrochem.nl en kies abonneren
Ga direct naar Petrochem.nl en blijf iedereen voor
SPECIALIST IN HEAT TREATMENT
_adv1_4staand_www_petrochem.indd 43
www.wingas.nl
21-10-14 10:19
+31(0)187 - 496940 | WWW.DELTA-HEAT-SERVICES.COM
ADVERTENTIE-INDEX Abonnees . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
M.O.B. Nederland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
Andus Group . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
Market review . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56, 57
Brand Energy & Infrastructure Services . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
MODELEC Data-Industrie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Delta Heat Services . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
iMaintain Prestatiemanagement congres . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Deltavisie congres 2017 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
Petrochem platform . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42-44
Eco Ketelservice Verhuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Stratt+ Industrial Management . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Evides Industriewater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
WINGAS Benelux. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
Frijns Steel Construction . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Witzenmann Benelux . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Hi-Force Nederland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
PET05 Advertenties.indd 54
03-05-17 16:28
Kostenbesparing Dankzij deze centralisatie van de gasbehandeling, kon de NAM de gasbehandelingsinstallaties op een aantal platforms verwijderen. Dit verwijderen was overigens geen eenvoudige klus in een explosiegevoelige omgeving als een productieplatform. Men vond de oplossing in het zogenaamde watersnijden, waarbij water onder hoge druk wordt gebruikt om de gasbehandelingsinstallatie te ontmantelen. Het eerste platform dat de NAM aanpakte was L13-FC, ditzelfde principe wordt nu toegepast op andere voormalig bemande platforms. Zo worden er in het Nederlandse gedeelte van de Noordzee steeds meer platforms onbemand, op dit moment zijn dat er veertien. In het Engelse deel, waar NAM samen met Shell UK werkt, zijn er zelfs negentien onbemande platforms. De NAM rekende uit dat deze centralisatie van de gasbehandeling in combinatie met decomplexing van de platforms een kostenbesparing van zestig procent oplevert. Niet alleen de NAM profiteert van deze centralisatie. De samenwerking met EBN, Tullow, Wintershall en Oranje-Nassau in de joint development area, zorgt ervoor dat de aardgasvoorraden in de Noordzee ook voor andere partijen tegen acceptabele kosten kunnen worden geëxploiteerd. Zwitsers zakmes Een groot deel van de platforms is dan wel onbemand, maar ze hebben toch zo’n twee à drie keer per jaar een bezoek nodig. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in innovatieve manieren om een platform te betreden. Het feit dat de platforms in open zee staan, maakt de betreding ervan niet eenvoudig. Vandaar ook de keuze voorheen om alles via helikopters te doen. Hoewel NAM ook met speciaal ontworpen kleine schepen personeel naar de Ameland-platforms brengt, zocht men naar nog efficiëntere mogelijkheden om personeel en materiaal veilig op de platforms te krijgen. Het Ampelmann-platform, dat de golfbewegingen absorbeert zodat een loopbrug stabiel blijft, leverde hier een aardige bijdrage aan. In 2015 werd het onderhoudsschip de Kroonborg in dienst genomen, dat de NAM zelf als Zwitsers zakmes profileert. Het tachtig meter lange schip heeft een werkplaats, een magazijn en een hotel aan boord voor zestig personen. De veertig
technici kunnen via de Ampelmann-technologie, dat golven tot 3,5 meter compenseert, aan boord gaan van platforms om onderhoud eraan uit te voeren. Ook deze oplossing zorgde voor een significante verlaging van de operationele kosten. Planning Terug naar de jongste aanwinst. Ook dit platform is zeer sober uitgerust. Opvallend is dat de topside van het platform redelijk open is gebouwd, wat volgens projectmanager Julius Ansenk met name te maken heeft met de gasveiligheid. In een open constructie kan zich namelijk geen gas ophopen. De meest gevoelige apparatuur, met name de meet- en regelapparatuur zit wel afgesloten in een container. Omdat er geen personeel op het platform hoeft te werken, is er ook nauwelijks verlichting nodig. En de verlichting die vanuit veiligheidsoogpunt nog aanwezig moet zijn, is uiteraard voorzien van ledlampen. De grootste energieverbruikers zijn dan ook de regelkleppen, die hydraulisch worden aangestuurd. De zonnepanelen en twee windturbines op het dak van de topside kunnen die energie gemakkelijk leveren en bovendien wordt ook nog energie in een batterij opgeslagen. Ansenk vertelt dat de kleppen nu al worden getest en vanuit Den Helder worden open en dichtgezet, ter-
wijl het platform nog op het terrein staat van HSM in Schiedam. De ontwerpers van IV Oil & Gas lukte het om het ontwerp van de topside te beperken tot een compact platform met vier lagen waarin alle leidingen, kleppen en meet- en regelapparatuur zijn verwerkt. De topside rust op een kolom met de toegangsmiddelen voor het onderhoudsschip. Het platform is zo ontworpen dat de Kroonborg maar twee keer per jaar hoeft aan te meren. De kolom rust op zijn beurt weer op een funderingspaal die voor het grootste deel de grond ingaat. Binnenkort, als de omstandigheden gunstig zijn, zal Scaldis beginnen met het transport van de drie delen van het platform naar het zestig kilometer uit de kust gelegen gasveld. Als alle drie de delen van het platform zijn geïnstalleerd, worden de putten door de monopile heen geboord. Onderdeel van het project is ook de aanleg van een 6,5 kilometer lange pijpverbinding met het bestaande gasproductieplatform K5-FA. Overigens komt bovenop de pijpleiding ook nog een klein retourleidinkje dat glycol aanlevert om de gasverbinding vrij te houden van methaanhydraten die de leiding kunnen verstoppen. Als ook deze leiding klaar is, verwacht de NAM in oktober 2018 het eerste gas te kunnen produceren. ■ PETROCHEM 5 - 2017 55
PET05 X2 NAM.indd 55
03-05-17 16:46
MARKET REVIEW ALGEMEEN
ERIKS bv
Toermalijnstraat 5 1812 RL ALKMAAR Postbus 280 1800 BK ALKMAAR Tel: +31 (0)72 514 15 14 Fax: +31 (0)72 515 56 45 E-mail: info@eriks.nl Website: www.eriks.nl Aandrijftechniek Afdichtings- & Rubbertechniek Stromingstechniek Industriële kunststoffen Gereedschappen, Onderhouds- & Veiligheidsproducten
DEMONTAGE
DDM Demontage B.V.
Industriële verhuizingen Demontage – Sloopwerken Transport – Asbestsanering Offshore Postbus 253 3454 ZM DE MEERN Tel: +31 (0)30- 666 97 80 Fax: +31 (0)30- 245 91 27 E-mail: info@ddm.eu Website: www.ddm.eu
Westfrankelandsestraat 10c 3117 AR Schiedam Tel: + 31(0)10 473 50 50 Email: info@mlg-instruments.com Website: www.mlg-instruments.com Fabrikant van Magnetische Peiltoestellen, Peilglastoestellen, Kijktoestellen, Schakelaars, Transmitters (4-20 mA), RVS Vlotters & Titanium vlotters tbv stoomketels & drukvaten
CHEMICALS
Victor Lighting
Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172- 49 10 76 Fax: +31 (0)172- 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl Website: www.eurotronic.nl
INDUSTRIE ISOLATIE
ENERGIETECHNIEK
De Noord Chemicals b.v. Ridderpoort 14 2984 BG RIDDERKERK Postbus 257 2980 AG RIDDERKERK Tel: +31 (0)180- 41 59 88 Fax: +31 (0)180- 41 71 70 E-mail: info@noordchem.nl Website: www.noordchem.nl
Correspondentieadres Postbus 1761 3800 BT Amersfoort Magazijn/werkplaats Parallelweg 74 7161 AG Neede Tel: 033 4556696 Fax: 033 4553295 E-mail: info@flexxcon.com Website: www.flexxcon.com
MANUFACTURING EXECUTION SYSTEMS (MES)
AB Heatec Engineering BV
for industry, marine & offshore worldwide PO Box 160 NL – 7480 AD Haaksbergen The Netherlands Tel: +31 (0) 653231730 Fax: +31 (0) 842299814 E-mail : info@abheatecengineering.com Website: www.abheatecengineering.com
EXPLOSIEVEILIGE VERLICHTING & OFFGRID/HYBRIDE POWER SOLUTIONS
NCTI
Hofweg 1, 3208 LE Spijkenisse Tel: +31 181 698030 Email: info@ncti.nl Website: www.ncti.eu Onafhankelijk kennisinstituut voor procesisolatie in industrie
INSPECTIE, TANKS DRUKAPPARATEN, VLOEREN
Outback Power
Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172 - 49 10 76 Fax: +31 (0)172 - 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl Website: www.eurotronic.nl
MAGION Process Control Engineering B.V. Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl
MEETDIENSTEN IN HOOGSPANNINGSTECHNIEK Keuring, inspectie en bouw van (chemie)installaties BRL K903 gecertificeerd. Staal, RVS en kunststof.
Emsbroek B.V.
Chemicals, Lime, Recycling and Automotive
FlexxCon B.V.
Advies, specificaties, cursus, inspecties en audits volgens Internationale CINI Standaard Engineering , supply of energy processes, biomass, steam, thermal oil, hot water, incinerators
MLG Instruments
KUNSTSTOFROOSTERS EN CONSTRUCTIES (GVK)
Industrieweg 11 7251 JT Vorden Tel: +31(0)575 55 73 06 E-mail: info@emsbroek.nl Website: www.emsbroek.nl
Foutlocalisatie- en kwaliteitsmetingen aan kabelverbindingen, transformatoren en schakelaars. Power Quality metingen en thermografie. Kabelmontage (moffen en eindsluitingen 25 – 170KV gecertificeerd) en kabelreparatie.
Joulz Energy Solutions B.V.
Zalmstraat 7a, 3016 DS Rotterdam Postbus 19230, 3001 BE Rotterdam
Kiwa Inspecta Nederland B.V. Postbus 70 2280 AB Rijswijk Tel: 088- 998 4621 Fax: 088- 998 4420 Email: inspectie@kiwa.nl Internet: www.kiwa.nl
Tel.: +31 (088) 895 88 88 E-mail: meetdienst@joulz.nl Website: www.joulz.nl/diensten/ meetdiensten
Indien u ook vermeld wilt worden in de Market Review van Petrochem, neemt u dan contact op met Jetvertising, Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000.
56
PETROCHEM 5 – 2017
PET05 Advertenties.indd 56Alle pagina's PET01_MartketReview.indd
04-05-17 09:40
MARKET REVIEW PIPE SUPPORTS
STAALCONSTRUCTIES
WARMTEBEHANDELING
Bea Nederland B.V. Frijns Steel Construction b.v. Dutramex BV
Ambachtstraat 1a 4143 HB LEERDAM Tel: +31 (0)345- 61 40 11 Fax: +31 (0)345- 61 95 25 E-mail: info@dutramex.com Website: www.dutramex.com
PROCESS CONTROL
MAGION Process Control Engineering B.V. Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl
De Valkenberg 14 6301 PM Valkenburg a/d Geul Postbus 150 6300 AD Valkenburg a/d Geul Tel: +31 (0)43 601 01 01 Fax: +31 (0)43 601 01 02 E-mail: info@frijnsgroup.com Website: www.frijnsindustrialgroup.com
Anthony Fokkerstraat 2 3261 LB Oud Beijerland Postbus 1554 3260 BB Oud Beijerland Tel.: +31 (0)186 - 62 02 88 Fax: +31 (0)186 - 62 02 44 E-mail: sales@beaned.nl Website: www.beagroup.com
VEILIGHEID
STUDBOLTS
BC Basco MANUFACTURER OF HIGH INTEGRITY BOLTING
Vierschaarstraat 7A 9160 LOKEREN Tel: +32 9 348 21 35 Gsm: +32 472 73 10 56 E-mail: sales@basco.be Website: www.bc-basco.com Contactpersoon : Toyah Timmermans
Elektrisch voorwarmen en gloeien / Inductie verwarmen / Stationaire en mobiele gloeiovens / Uitdrogen beton en coatings
Delta Heat Services B.V.
Scheelhoekweg 2 3251 LZ STELLENDAM Postbus 52 3250 AB STELLENDAM Tel: +31 (0)187- 49 69 40 Fax: +31 (0)187- 49 68 40 E-mail: info@delta-heat-services.nl Website: www.delta-heat-services.nl
G4S Fire & Safety BV
Veiligheidstoezicht, Veiligheidsmaterialen & -middelen, Technische veiligheidsmiddelen Donk 1c 2991 LE BARENDRECHT Tel: +31 (0) 88 1160630 E-mail: safety@nl.g4s.com Website: www.g4ssafetysolutions.nl
Smit Gloeidienst B.V.
Havenlaan 16 5433 NL KATWIJK (N. Br.) Tel: +31 (0)485 31 65 66 Fax: +31 (0)485 31 87 32 E-mail: info@smit-industrial.com Website: www.smit-industrial.com
HET OUDE MAGAZIJN | AMERSFOORT | 4 OKTOBER 2017 [SA VE
TH
ED ATE ]
EXPERIENCE www.imaintain.info/prestatie Prestatiemanagement halve pagina.indd 1
PET05 Advertenties.indd 57
PETROCHEM 5 – 2017
13-04-17 09:37
57
04-05-17 12:55 09:40 02-05-17
COLUMN
‘Er lijkt sprake van een neerwaartse tendens als het gaat om industrieel gericht onderzoek en onderwijs.’
Industriële veiligheid In het vorige nummer van Petrochem reageerde de VNCI op mijn laatste column over hoe veiligheid te verbeteren. Een mooie en inhoudelijke reactie. Wat mij daarin enorm aansprak is het idee om als ‘next step’ een kenniscentrum op het gebied van veiligheid op te richten. Een samenwerking tussen universiteiten, hbo, bestaande instituten en het bedrijfsleven. Daar word ik enthousiast van: een Instituut voor Industriële Veiligheid. Eigenlijk gek dat dat nog niet bestaat. Op de Nederlandse universiteiten wordt een keur aan studies aangeboden, klassieke talen, Koreaans, kunstgeschiedenis, politieke wetenschappen, bestuurskunde en economie om maar wat te noemen, maar gelukkig ook de nodige technische wetenschappen. Op het gebied van industriële veiligheid en bedrijfsvoering bestaat echter nog niets. Lacune Toen ik hoogleraar was, vroeg de decaan van mijn faculteit Chemische Technologie na te gaan welke colleges aan de TU/e werden gegeven op het gebied van veiligheid. Dit naar aanleiding van een vraag uit het bedrijfsleven waaruit behoefte sprak aan ingenieurs opgeleid in die richting. Verder dan een college Ethiek en Veiligheid kwam ik niet. Ja, Nijmegen heeft weliswaar een leerstoel Besturen van Veiligheid, de Vrije Universiteit van Amsterdam heeft een leerstoel voor Veiligheid en Burgerschap, maar die hebben vooral betrekking op de publieke veiligheid. Er zijn diverse leerstoelen Patiëntveiligheid, zo ook aan de Technische Universiteit Delft, bekleed door een anesthesist, maar een leerstoel Industriële Veiligheid geleid door een ingenieur bestaat ook daar niet. Onze ingenieurs worden daar dus wat dat betreft niet opgeleid. Uit de nodige incidenten blijkt dat dit geen overbodige luxe is. De BRZO+-academie en ook de PHOV organiseren weliswaar de nodige cursussen, maar Industriële Veiligheid wordt niet ondersteund vanuit de technische wetenschappen. Ook de besturing en inrichting van onze plants wordt niet vanuit de wetenschap ondersteund, terwijl dat wel het geval is voor bijvoorbeeld supermarkten. Er bestaat wel een leerstoel Slachtofferkunde in Tilburg, maar niet hoe we industriële slachtoffers moeten voorkomen. Wat dat betreft zal het Instituut voor Industriële Veiligheid dus een lacune invullen.
Publish or perish Er lijkt echter sprake van een neerwaartse tendens als het gaat om industrieel gericht onderzoek en onderwijs. Hoogleraar Veiligheid en Rampenbestrijding Ben Ale is opgevolgd door een hoogleraar Safety Science en de opvolger van hoogleraar Han Vrijling, die zich onder andere richtte op het veilig ontwerpen van tunnels, houdt zich meer bezig met de fundamentele stromingsleer van zandkorrels. Voor mij blijft de vraag hoe dit kan. Een aspect dat zeker meetelt, is hoe wetenschappers worden afgerekend: publicaties en nog eens publicaties. ‘Publish or perish’ is een bekend gezegde in de academische wereld. De fundamentele taak van universiteiten, namelijk het opleiden van jonge mensen, komt zelfs daarmee in het gedrang, zoals een Wageningse hoogleraar recent in zijn oratie betoogde en jonge wetenschappers afraadde met het oog op hun carrière zich met onderwijs bezig te houden. Industrieel gericht onderzoek wordt ook niet gewaardeerd, omdat bladen als Science of Nature dat niet publiceren. Commissies die de universiteiten beoordelen, hebben weinig oog en waardering voor industrieel gericht onderzoek. Zelden zitten daar mensen uit de industrie in. Ik ken een uit de industrie afkomstige hoogleraar die, na een mijns inziens ten onrechte minder goede beoordeling door zo’n commissie, besloot maar weer terug te gaan naar de industrie. Zo houdt de soort zichzelf in stand en zijn veranderingen amper te realiseren. Ik spreek dan ook van een Instituut voor Industriële Veiligheid. Noem het geen onderzoeksschool, omdat een instituut breder is en minder de uitstraling heeft van een academische PhD-fabriek. Het zal desalniettemin een hele uitdaging zijn om dit instituut te realiseren. Graag help ik de VNCI daarbij mee. Dan wordt een lang gekoesterde droom van mij ook nog eens werkelijkheid.
Henk Leegwater is onafhankelijk consultant. henk.leegwater@lexxin.com
PETROCHEM 5 - 2017 58
PET05 I Column.indd 58
03-05-17 16:34
Serving the industry Rijndijk Construction is een speler van formaat voor grootschalige constructieprojecten in de (petro)chemische industrie, zware industrie, energiemarkt en complexe utiliteitsbouw. Tot de opdrachtgevers behoren industriele multinationals, EPC-contractors en grote civiele aannemers in binnen- en buitenland. Projectmanagement, engineering, productie en montage worden in eigen beheer vanuit gespecialiseerde productielocaties uitgevoerd. Kennismaken? Graag. Belt u even of kijk op www.rijndijk.com.
RijnDijk Construction BV | Fabrieksstraat 104, 6021 RE Budel | T +31 (0)495 - 49 18 02 | E info@rijndijk.com
PET5 omslag enkel.indd RD Construction Corporate3 A4 MagAd.indd 1
17:01 18-04-17 16:26 13:37 03-05-17
PET5 omslag enkel.indd 12 PET05 A Voorplaat.indd
03-05-17 17:02