PET05-2018

Page 1

Nr. 5 - 2018

www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 22,50

Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta Petrochem Nr. 5 - 2018

LEES ONS DIGITALE MAGAZINE

‘Synergie tussen elektronen en moleculen’ • Elektrificatie ondersteunt energietransitie • Finalisten Plant Manager of the Year 2018 • Thema: Asset management

Pet05 omslag los.indd 1

09-05-18 16:34 10:48 08-05-18


Toonaangevend internationaal Toonaangevend internationaal adviesbureau zoek naar adviesbureau is is opop zoek naar hoogopgeleide professionals hoogopgeleide professionals

Benjijjijeen eengedreven gedreven Ben adviseurmet metpassie passie adviseur voorMaintenance Maintenanceen en voor AssetManagement? Management? Asset

naar www.mainnovation.com GaGa naar www.mainnovation.com met Corine Vervelde of of belbel met Corine Vervelde +31 (0)78 614 opop +31 (0)78 614 6767 2424

Pet05 omslag los.indd 2

09-05-18 10:48


IN DEZE EDITIE

10 ‘SYNERGIE TUSSEN ELEKTRONEN EN MOLECULEN’ De komende decennia lijkt waterstof de belofte in te lossen. Als infrabedrijf wil Gasunie daarbij een belangrijke rol spelen. Tegelijkertijd zijn we niet een-twee-drie los van aardgas, of methaan om preciezer te zijn. Gasunie-bestuurder Ulco Vermeulen: ‘Het is de kunst bestaande stromen en vooral het Groningse gas geleidelijk te vervangen door nieuwe, hernieuwbare gasstromen.’

15 FINALISTEN PLANT MANAGER OF THE YEAR STELLEN ZICH VOOR

50 THEMA: ASSET MANAGEMENT De opgebouwde kennis over risico’s in combinatie met nieuwe inspectietechnieken, maken het probleem van corrosie onder isolatie steeds meer beheersbaar voor de industrie en onderhoudsprofessionals. De inzet van sensoren maakt de risicobeoordeling nog een stuk nauwkeuriger. Een term die steeds vaker voorbij komt is ‘Sweat the assets’. We worden in staat gesteld om grenzen op te zoeken. Betekent dit dat oude assets langer draaiende worden gehouden en dat we vernieuwing en misschien wel innovaties uitstellen?

Op 7 juni, tijdens het congres Deltavisie, wordt alweer voor de elfde keer de Plant Manager of the Year gekozen, met dit jaar vier uitstekende finalisten: Martijn de Gier, Rob Reinartz, Eduard Reitsema en Niels Smits. In korte interviews stellen we ze aan u voor.

26 SAMENWERKING IN VEILIGHEID HOOG OP AGENDA Samenwerking wordt steeds belangrijker om de veiligheidscultuur in procesindustrie op een hoger niveau te brengen. Bij de eerste verkiezing van de Veiligheidscoalitie van het Jaar bleek dat de chemie op dat vlak wat kan leren van de olie- en gasindustrie.

34 ELEKTRIFICATIE ONDERSTEUNT ENERGIETRANSITIE Nu het eerste subsidieloze offshore windpark is aanbesteed, neemt het aanbod windenergie gestaag toe. Daarmee ontstaat een uitdaging voor de netbeheerder om de stroompieken bij harde wind op te vangen. Elektrificatie van de industriële energievraag kan hier een oplossing bieden. Emmtec test de inzet van een elektrisch verwarmingselement in een ontgasser en verkent daarmee ook de onbalansmarkt.

EN VERDER Commentaar 5 Feiten en cijfers • Industrie Zeeland en Vlaanderen zet in op forse CO2-reductie • Nieuwe fabriek zet plastic om in brandstof • Bedrijven in Duitsland tonen interesse in German LNG Terminal 6 Projecten 20 Plant One 30 Agenda 32 ‘Innovatie cruciaal voor energietransitie’ 38 Cellulose-ethanol maakt moeizame start in VS 42 Innovatie 44 Onbevangen • Katrien Bogaerts 49 Column • Wim Soetaert 62

PETROCHEM 5 - 2018 3

PET05 B Inhoud.indd 3

08-05-18 16:29


Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta Nummer 05 - 2018 UITGAVE VAN: Industrielinqs pers en platform BV, Gedempt Hamerkanaal 155, 1021 KP Amsterdam E-mail: redactie@industrielinqs.nl, website: www.petrochem.nl HOOFDREDACTIE: Wim Raaijen 020 3122 081 EINDREDACTIE: Miriam Rook 020 3122 086 Liesbeth Schipper 020 3122 083 REDACTIE: Dagmar Aarts 020 3122 084 Laura van der Linde 020 3122 083 Lotte Burger 020 3122 084 VASTE MEDEWERKERS: Chris Aldewereld, David van Baarle, Katrien Bogaerts, Jan Van Doorslaer, Jacqueline van Gool, Evi Husson, Inge Janse, Henk Leegwater, Wim Soetaert LAY-OUT: Bureau OMA bv, Wehl OMSLAGFOTO: Laura van der Linde ADVERTENTIEVERKOOP: Jetvertising BV, Arthur Middendorp t: 070 399 0000 - arthur@jetvertising.nl TRAFFIC: Breg Schoen 020 3122 088 COMMERCIEEL MANAGER: Janet Robben 020 3122 085 DRUKWERK: PreVision Graphic Solutions ABONNEMENTEN (excl. 6% BTW) Petrochem verschijnt 11x per jaar. Nederland/België € 178,50 per jaar Introductieabonnement NL/B met 25% korting € 133,50 per jaar Overig buitenland € 208,Losse verkoopprijs € 22,50 Studentenabonnement € 41,Proefabonnement 3 mnd € 29,50 OPZEGGEN: Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op. Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Tel: +31(0)251 25 79 24 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. ISSN: 1380-6386 Prijswijzigingen voorbehouden. © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Papier binnenwerk: www.hi-force.com

Papier omslag:

PAPER & BOARD MADE OF

AGRI-WASTE WWW.PAPERWISE.EU

PET05 Advertenties.indd 4

08-05-18 16:36


COMMENTAAR

‘In alle aandacht voor de energietransitie wordt de transformatie van de industrie meer dan eens vergeten.’

Factory as a forest Omstreeks het uur dat deze Petrochem ter perse gaat, mag ik een lezing en vervolgens een college geven over elektrochemie vanuit een journalistiek en techniek-filosofisch standpunt. Aan de Rijksuniversiteit Groningen. In het Engels. Misschien is dat nog wel de grootste uitdaging. Want over de mogelijkheden van elektrochemie en bijvoorbeeld CO2 als grondstof, raak ik niet gauw uitgepraat.

Op verschillende manieren overigens. Zo gaat veel aandacht uit naar het energieneutraal maken van woningen, wat heel veel kost per vermeden ton CO2. Dat terwijl energiebesparing in de industrie de enige maatregel is die op redelijk korte termijn geld oplevert. Laaghangend fruit. Zelfs de ondergrondse opslag van CO2 (CCS) krijgt meer aandacht. En of dat nou zo terecht is?

Bevooroordeelde positie De heilige graal bestaat niet, maar elektrochemie kan de energie- en grondstoffencyclus enorm verkorten. Van fossiel, een omweg van miljoenen jaren, via biomassa, een omweg van minimaal een seizoen, naar grondstoffen uit de directe omgeving. Een tweesnijdend zwaard. Het kan enerzijds een oplossing bieden voor het opslagprobleem van zonne- en windenergie, en anderzijds de chemie en raffinage helpen om van de fossiele verslaving af te komen. En misschien belangrijker nog, het kan enorm bijdragen aan een reductie van de CO2-uitstoot. Het geeft meteen ook aan dat goede oplossingen niet binnen de lijntjes van sectoren blijven. Innoveren is combineren en grenzen overschrijden. Volgens Ulco Vermeulen, lid van het bestuur van Gasunie, is de energiesector wat dat betreft op de goede weg. Eindelijk zou ik zeggen. Want wat hebben de ‘elektriciteitsheren’ en de ‘gasboeren’ elkaar de tent uitgevochten. Versteende verhoudingen lijken nu meer en meer vloeibaar te worden. Vermeulen: ‘We moeten stoppen om in oude schema’s te blijven denken. In de transitie liggen juist grote mogelijkheden in de synergie tussen elektronen en moleculen. Het gaat niet langer om stroom of gas, maar om energie en ook de koppeling met chemie. We moeten meer analyseren welke oplossing in welke situatie het beste is, geredeneerd vanuit een klimaatneutraal energiesysteem. Zonder daarbij vooraf al een bevooroordeelde positie in te nemen.’

Tent uit vechten Een echte systeemverandering forceren we namelijk als meer synergie wordt gezocht tussen elektronen, gassen en chemische bouwstenen. Als niet alleen de muur tussen de elektriciteits- en gassector wordt geslecht, maar ook die tussen energie- en chemiebedrijven. Als we de omzetting van elektronen naar moleculen doodgewoon gaan vinden. Als we stroom dus steeds meer als grondstof zien. Waarmee we waterstof uit water halen om die vervolgens te binden aan CO2 uit schoorstenen en straks misschien wel uit de lucht. Dan kunnen we de noodzaak van CCS ook tot een minimum beperken. Industrieclusters kunnen straks zelfs netto-gebruikers worden van CO2. Ik heb de term ‘factory as a forest’ al voorbij horen komen. Hoewel ik niet zo van hippe, en daarna vaak gehypete termen ben, vind ik deze wel mooi. Omdat het in één klap een gevoel geeft. De industrie als een bos… Bomen zijn niet CO2-neutraal, ze zetten CO2 om. In leven nog wel. Zo ver zal het voorlopig nog niet komen in de industrie. Maar de eerste stapjes worden al wel gezet. Van CO2 mooie materialen maken, is geen toekomstmuziek meer. Het gebeurt al. Voor een grote schaal moet het misschien nog wat betaalbaarder worden. Maar ook dat komt wel goed. Als we er maar voor kiezen om proactief samen te werken in plaats van elkaar de tent uit te vechten.

Laaghangend fruit Gelukkig neemt hij ook de chemische industrie mee in zijn beschouwing. In alle aandacht voor de energietransitie wordt de transformatie van de industrie meer dan eens vergeten.

Reageren? Via de mail: wim@industrielinqs.nl of via Twitter : @wimraaijen

PETROCHEM 5 - 2018 5

PET05 C Commentaar.indd 5

08-05-18 16:47


FEITEN & CIJFERS Vopak gaat in Rotterdam vijftien nieuwe roestvrijstalen opslagtanks bouwen voor styreen en andere chemicaliën. Het gaat om een extra capaciteit van 63 duizend kubieke meter op de Botlek-terminal. De nieuwe infrastructuur zal volledig geïsoleerd zijn om zo goede controle van de producttemperatuur mogelijk te maken. De tanks en leidingen zijn ontworpen om emissies naar het milieu te voorkomen. De nieuwe opslagcapaciteit verbindt overzeese handelsstromen via binnenschepen, bloktreinen en vrachtwagens naar het Europese achterland. Begin mei opent naar verwachting de nieuwe subsidieregeling ‘Beleidsexperiment CO2-reductie industrie’. Met deze regeling gaat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) – eenmalig – zowel pilot- als demonstratieprojecten stimuleren. Deze projecten moeten zorgen voor het kosteneffectief reduceren van CO2-emissies in de industrie. Individuele ondernemingen kunnen subsidie krijgen voor projecten op het gebied van alternatieve grondstoffen, nieuwe productietechnieken, energie-infrastructuur en overige CO2reducerende maatregelen. Projecten worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Aanvragers moeten het project nog in 2018 realiseren. Met de overname van Biogas Plus, dat zich bezighoudt met biovergisting en groengas, wil Engie een stap voorwaarts zetten op het gebied van groengas ontwikkeling in Nederland. Volgens Engie is dit een ontwikkeling die de komende jaren een versnelling gaat doormaken. De overname past bij de ambitie van Engie in het kader van de energietransitie. Het bedrijf is er van overtuigd dat groengas hierin een essentiële rol gaat spelen. De vraag naar groengas in Nederland neemt sterk toe terwijl de beschikbaarheid daarvan nog beperkt is. Engie wil met deze overname de ontwikkeling van groengas versnellen.

PETROCHEM 5 - 2018 6

PET05 D Feiten en Cijfers.indd 6

HET NIEUWE UITGEVEN: ONS EERSTE E-MAGAZINE Het platform Het Nieuwe Produceren heeft een eigen digitaal magazine. En daar zijn we trots op! Het is de volgende stap van uitgeverij Industrielinqs (bekend van Petrochem en iMaintain) in het nieuwe uitgeven. Gebruikmaken van verschillende mediavormen, altijd kort op de inhoud en het netwerk en waar kan duurzamer. Practice wat you preach! Het platform Het Nieuwe Produceren beschrijft niet alleen verduurzamende innovaties in de industrie, het onderzoekt zelf ook nieuwe vormen van uitgeven. En daarbij speelt onze eigen footprint een belangrijke rol. Al eerder zijn we voor onze magazines op dunner papier overgegaan, om vervolgens zelfs over te stappen op papier, gemaakt uit landbouwafval. Onze milieu-impact daalde daarmee met zeventig tot tachtig procent. Met het nieuwe e-magazine zetten we weer een volgende stap. Maar het draait natuurlijk om de inhoud. We zijn blij met de verhalen die we voor dit nummer hebben kunnen ophalen. Bijvoorbeeld een interview met Diederik Samsom, die moet toegeven dat je soms rechtse mensen en concepten nodig hebt om linkse idealen te verwezenlijken. En wordt de Eemsdelta een groene staalhub? Een interessant verhaal over technostarter PMC dat in Delfzijl asbesthoudend staal gaat recyclen. Slapen we straks allemaal op circulaire matrassen en hoe zit het nu echt met blockchain? Omdat je inspirerende informatie niet binnenskamers moet houden, is het magazine gratis te lezen via https://publicaties.industrielinqs.nl. In juni verschijnt nummer 2. FINALISTEN PLANT MANAGER OF THE YEAR 2018 STELLEN ZICH VOOR Alweer voor de elfde keer wordt de Plant Manager of the Year gekozen, met dit jaar vier uitstekende finalisten: Martijn de Gier (Vopak), Rob Reinartz (Anqore), Eduard Reitsema (Wilmar) en Niels Smits (Dow Terneuzen). In korte interviews stellen we ze in deze editie aan u voor. U vindt de interviews op pagina’s 15, 25, 33 en 41. Tijdens het congres Deltavisie op 7 juni wordt bekend gemaakt wie zich een jaar lang Plant Manager of the Year mag noemen. De verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanningen en prestaties van plantmanagers te benoemen en te waarderen. Bent u benieuwd wie de opvolger van Emre Kaya wordt en een jaar lang de prestigieuze titel Plant Manager of the Year mag dragen? Bezoek dan Deltavisie 2018, het congres voor de industrie. Kijk voor het programma en inschrijven op www.deltavisie2018.nl

DUITSE GASMARKT WORDT STEEDS BELANGRIJKER VOOR NEDERLAND De gasmarkt in Duitsland zal zich komende jaren nog sterk ontwikkelen en zal ook voor Nederland steeds belangrijker worden. Dit brengt in Duitsland een behoefte aan nieuwe gasinfrastructuur met zich mee. Succesvolle realisatie daarvan is ook belangrijk voor de doorvoer van gas naar Nederland, waar de eigen gasproductie de komende jaren sterk zal teruglopen. De Duitse toezichthouder Bundesnetzagentur heeft deze week bekend gemaakt dat zij een marktconsultatie start om tot een netwerkontwikkelingsplan te komen. Daarin worden tal van beoogde gasinfrastructuurprojecten aan de gebruikers voorgelegd. De projecten vloeien voort uit ontwikkelingen zoals de afbouw van de levering van laagcalorisch gas (met name uit het Groningenveld), de doorvoer van meer Russisch gas, de aansluiting van een beoogde nieuwe LNG-terminal in het havengebied aan de Elbe, ten noorden van Hamburg en nog tientallen andere uitbreidingsprojecten.

Blijf op de hoogte en schrijf u in voor de nieuwsbrief op www.petrochem.nl

08-05-18 16:48


FOTO: YARA

INDUSTRIE ZEELAND EN VLAANDEREN ZET IN OP FORSE CO2-REDUCTIE De elf multinationals in het zuidwesten van Nederland en West-Vlaanderen gaan samenwerken om de Parijse doelen van 80 tot 95 procent CO2-reductie in 2050 te bereiken. In een routekaart wordt onder meer ingezet op elektrificeren en waterstof, CO2 als grondstof en pyrolyse. In het initiatief Smart Delta Recources werkt de industrie samen met de provincie Zeeland, North Sea Port en Economische Impuls Zeeland. Geen grote producent uit de regio ontbreekt daarbij. ArcelorMittal, Cargill, Cosun, Dow, Engie, ICL-IP, LambWeston/ Meijer, Sabic, Trinseo, Yara en Zeeland Refinery, ze doen allemaal mee. En er zijn al diverse projecten gestart, zoals recent de waterstofleiding tussen Yara en Dow. De bedrijven zijn echter ambitieuzer en willen vaart maken om hun productie te verduurzamen. Daarvoor riep men de hulp in van onderzoeksbureau CE Delft dat het rapport ‘Roadmap towards a climate neutral industry in the Delta region’ samenstelde. De industrie focust zich op drie thema’s. Te beginnen met het elektrificeren van productieprocessen en de inzet van groen waterstof. Ook zet ze in op het gebruik van circulaire grondstoffen, met name plastics. Het derde thema is de afvang en opslag, danwel gebruik van kooldioxide. De routekaart die net is gepubliceerd stelt een aantal concrete projecten voor. De kosten lopen tegen de zevenhonderd miljoen als alle plannen doorgaan. Hoe dit precies wordt gefinancierd, is nog niet geheel duidelijk, maar hulp van de overheid is zeker nodig. BIOMCN EN SEMILLA SANITATION HUBS WINNEN ENLIGHTENMENTZ OF THE YEAR BioMCN en Semilla Sanitation Hubs zijn de winnaars van de Enlightenmentz of the Year verkiezing. Deze verkiezing van uitgeverij Industrielinqs geeft een duwtje in de rug aan producten en processen die de groene industriële revolutie kunnen veroorzaken. Dit jaar kende de verkiezing twee categorieën: Project en Social. BioMCN heeft gewonnen in de categorie Project. Dit bedrijf in Delfzijl investeert in een nieuwe methode voor de productie van bio-methanol. Daarbij wordt CO2, dat bijvoorbeeld vrijkomt bij biogasproductie, geïnjecteerd in de reactor van het bedrijf. Door CO2 te binden aan haar restgas waterstof kan BioMCN extra groene methanol produceren. Semilla Sanitation Hubs heeft gewonnen in de categorie Social. Dit bedrijf wil een oplossing bieden voor twee problemen: 650 miljoen mensen hebben geen toegang tot schoon drinkwater en een miljard mensen hebben geen toilet en doen noodgedwongen hun behoefte in de buitenlucht. Semilla Sanitation Hubs heeft een sanitaire unit ontwikkeld, waarin mensen uit rampgebieden, vluchtelingenkampen en ontwikkelingslanden naar het toilet kunnen én hun handen kunnen wassen. De winnaars krijgen veel aandacht in de bladen en op de websites van uitgeverij Industrielinqs. Ook krijgen zij een jaar lang toegang tot verschillende evenementen van het platform en de netwerken van Het Nieuwe Produceren en Petrochem. ENERGIEINTENSIEVE INDUSTRIE OP KOERS EXTRA ENERGIEBESPARING In een brief aan de Tweede Kamer schrijft minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat dat de energieintensieve industrie goedgekeurde plannen heeft ingediend voor zelfs 9,7 petajoule extra energiebesparing in 2020. Daarmee zou het energieakkoord-doel van honderd petajoule extra besparing op koers liggen. De energie-intensieve industrie tekende in april 2017 het Addendum op het Meerjarenafspraak Energie-efficiency (MEE)-convenant, waarin zij zich committeerde aan extra energiebesparingsmaatregelen voor een extra negen petajoule besparing. In het Addendum hebben de deelnemers aan de voor ETS-ondernemingen zich gecommitteerd aan een individuele besparingsopgave, waarmee de 9 PJ-doelstelling naar rato van energieverbruik is verdeeld. De bedrijven stelden een aanvullend energie-efficiëntieplan op voor de periode 2017 – 2020 met extra energiebesparingsmaatregelen.

Nederland kan rond 2050 ongeveer 11 miljard kubieke meter per jaar hernieuwbaar gas produceren. Dat staat in het rapport Green liaisons. De industrie kan al op korte termijn zowel haar energie- als grondstofgebruik verduurzamen. Vooral ‘superkritische watervergassing’ kan daarbij een doorslaggevende rol spelen. Reststromen worden daarbij gekraakt en alle organische stoffen worden benut zodat er geen digestaat meer is. Ook bio-raffinage in combinatie met zeewier kan op termijn fors bijdragen aan zowel de eiwit-transitie als energietransitie. Het rapport, opgesteld door adviesbureau De Gemeynt, in opdracht van TKI Nieuw Gas, KVGN en Groen Gas NL is aangeboden aan Sandor Gaastra, directeur-generaal Energie van het ministerie van EZK. De mondiale doelen van het klimaatakkoord van Parijs kunnen met minder negatieve emissies worden gehaald dan in de meeste analyses wordt aangenomen. Negatieve emissies zoals bio-energie in combinatie met CO2-afvang en -opslag (BECCS) kunnen zeker helpen, maar er zijn alternatieven. Denk aan gedragsverandering, intensiever gebruik van hernieuwbare energie, of een verregaande reductie van methaanuitstoot. Dat concluderen onderzoekers van de Universiteit Utrecht en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een artikel in Nature Climate Change. De Nederlandse economie wordt steeds groener. De productieprocessen van bedrijven zijn schoner geworden en verbruiken naar verhouding minder grondstoffen. Ook zijn de productie en de werkgelegenheid van de bedrijven die milieugoederen en -diensten maken gestegen. De biodiversiteit en milieukwaliteit van de leefomgeving (bijvoorbeeld de waterkwaliteit) blijven echter achter. Dit blijkt uit cijfers van het CBS in de nieuwe publicatie Groene Groei, waarin ontwikkelingen van milieu-indicatoren in de periode 2000–2016 worden geëvalueerd.

PETROCHEM 5 - 2018 7

PET05 D Feiten en Cijfers.indd 7

08-05-18 16:48


www.moxa.com

IndustriĂŤle netwerken zijn een specialisme; wij zijn die specialisten. De Moxa industriĂŤle netwerkoplossingen zijn ontworpen voor de meest kritische toepassingen, waarbij betrouwbaarheid in een 24/7 productie omgeving centraal staat. Een applicatie specifiek netwerkontwerp en configuratie zijn hiervoor van het allergrootste belang. Wij weten hoe en zijn ervan overtuigd dat uw kennis van procesautomatisering en ons netwerkspecialisme tot niets anders kan leiden dan gezamenlijk succes.

www.modelec.nl Tel. 0318-636262 sales@modelec.nl

18_adv_A4_Moxa_IndustrNetw.indd 1 PET05 Advertenties.indd 8

15-01-18 15:21 08-05-18 16:38


FEITEN & CIJFERS NIEUWE FABRIEK ZET PLASTIC OM IN BRANDSTOF In de haven van Amsterdam is gestart met de bouw van een nieuwe fabriek die nietrecyclebaar plastic gaat omzetten in brandstof voor de transportsector waarmee op jaarlijkse basis 57.000 ton CO2-uitstoot wordt bespaard. Het is het eerste project van Bin2Barrel, een Nederlandse onderneming die zich toelegt op het ontwikkelen van ‘Plastic to Fuel’ projecten. Dankzij deze fabriek krijgen kunststoffen, die niet op een andere manier herbruikbaar zijn, een nuttige toepassing, terwijl tegelijkertijd een duurzamer alternatief wordt geboden voor reguliere transportbrandstoffen. Het einddoel is toepassing van de geproduceerde stoffen in de productie van nieuwe kunststoffen, oftewel ‘chemische recycling’. Hiermee sluit de doelstelling van Bin2Barrel volledig aan op de doelstellingen van de overheid, die chemische recycling onlangs heeft toegevoegd aan het nieuwe LAP (Landelijk Afvalbeheerplan). De fabriek wordt gerealiseerd in samenwerking met Port of Amsterdam en zal naar verwachting vanaf eind dit jaar in werking treden.

Havenbedrijf Rotterdam heeft initiatieven genomen om een schonere scheepvaart te realiseren. En ook de Antwerpse haven heeft zich op de energietransitie gestort. Het verduurzamen van de havenactiviteiten is een van de speerpunten. De zeevaart is een mondiale industrie, goed voor het vervoer van ongeveer negentig procent van de wereldhandel. Relatief gezien is het één van de minst vervuilende vormen van transport, maar dat weerhoudt de reders er niet van om schoner te willen varen. Met een positieve stimulans voor reders om de zeevaart te vergroenen, kiest het Havenbedrijf Rotterdam voor constructieve samenwerking binnen de keten.

BEDRIJVEN IN DUITSLAND TONEN INTERESSE IN GERMAN LNG TERMINAL German LNG Terminal (een samenwerking tussen Gasunie, Vopak en Oiltanking) heeft begin mei bekend gemaakt dat er brede interesse is onder bedrijven in Duitsland voor het beoogde dienstenpakket van German LNG Terminal, de geplande LNG import terminal bij Brunsbüttel in Noord-Duitsland. Dit blijkt uit een open season-procedure die zojuist succesvol is afgesloten. In deze procedure is de belangstelling van potentiële klanten in kaart gebracht. Het resultaat is positief: er is een aanzienlijk aantal overeenkomsten (MoU’s – Memorandums of Understanding) met geïnteresseerde bedrijven gesloten. Deze weerspiegelen interesse in een diversiteit aan dienstverleningsaspecten door de terminal, variërend van het opslaan van geïmporteerd vloeibaar aardgas, het omzetten ervan in gasvorm om het te injecteren in het Duitse gasnet, tot dienstverlening om verdere distributie van LNG in vloeibare vorm mogelijk te maken. Met dat laatste kan LNG beschikbaar worden gemaakt als schoner brandstofalternatief voor de scheepvaart en het zware wegtransport, als vervanger voor stookolie en diesel.

PERSONALIA

BRENT RUWE OLIEKOERS

Vanaf 15 mei 2018 is Robbert Loos directeur van de Vereniging Afvalbedrijven (VA). Hij volgt Dick Hoogendoorn op, die op na ruim tien jaar afzwaait. Nederland bevindt zich midden in de transitie naar de circulaire economie. De afval- en recyclingsector speelt daar een belangrijke rol in. Daarom heeft het bestuur van de VA gekozen voor een directeur die goed is in het verbinden van organisaties en het winnen van vertrouwen. Met de benoeming van Loos zal de focus van de Vereniging Afvalbedrijven nog meer worden gelegd op het sluiten van kringlopen en terugwinnen van materialen, grondstoffen en energie.

77 76 75 74

PRIJS PER VAT IN US DOLLARS

73 72 71 70 69 68 67 66 65

2

3

4

5

6

9

10

11 12 13

16 17 18

19 20 23 24

Per 1 april 2018 is Theo Olijve namens Deltalinqs aangetreden als directeur van DT&S (Deltalinqs Training & Services). Hij volgt hiermee Cees Jan Asselbergs op, die nog korte tijd aanblijft om zorg te dragen voor een goede overgang. DT&S is een vijftig procent dochteronderneming van ondernemersvereniging Deltalinqs. Zij biedt producten en diensten aan zoals de poort- en gevaarlijke gasseninstructies en exploiteert de RDM Training Plant, de oefenfabriek van de Rotterdamse haven en industrie.

25 26 27 30

April 2018

1

PETROCHEM 5 - 2018 9

PET05 D Feiten en Cijfers.indd 9

08-05-18 16:48


INTERVIEW

‘Synergie tussen elektronen en moleculen’

PETROCHEM 5 - 2018 10

PET05 O Interview.indd 10

11-05-18 12:03


De komende decennia lijkt waterstof de belofte in te lossen. Als infrabedrijf wil Gasunie daarbij een belangrijke rol spelen. Tegelijkertijd zijn we niet een-twee-drie los van aardgas, of methaan om preciezer te zijn. Gasunie-bestuurder Ulco Vermeulen: ‘Het is de kunst bestaande stromen, en vooral het gas uit Groningen, geleidelijk te vervangen door nieuwe, hernieuwbare gasstromen.’ Wim Raaijen

FOTO’S: WIM RAAIJEN

Al tien jaar is Gasunie bezig met de ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor een duurzamer energiesysteem. Niet altijd zichtbaar voor de buitenwereld en regelmatig voor de muziek uit. Plannen op het gebied van groen gas en waterstof, power-to-gas, transport van CO2; ze sloegen nog niet zo aan. ‘Misschien waren we te vroeg. Er was nog onvoldoende tractie voor deze initiatieven’, stelt Ulco Vermeulen, die als lid van de raad van bestuur van Gasunie verantwoordelijk is voor business development. ‘Ze leverden ook nog geen goede businessmodellen op. Al met al kregen vergroeningsinitiatieven van de aardgassector weinig aandacht. Die ging vooral naar elektriciteit.’ Bevooroordeelde positie Dat lijkt het laatste jaar volledig om te slaan. Er verschijnen veel rapporten die mogelijkheden zien voor met name waterstof, maar ook voor groen gas en transport van CO2. Belangrijk daarbij zijn ontwikkelingen binnen de energiesector zelf. Vooral versteende verhoudingen lijken meer en meer vloeibaar te worden. Bijvoorbeeld de aloude status quo tussen de ‘elektriciteitsheren’ en de ‘gasboeren’. De klimaatdoelstellingen van Parijs kunnen alleen met vereende krachten worden gehaald. Vermeulen: ‘Elektronen en moleculen kunnen elkaar juist enorm versterken. Daar wordt op het moment veel volwassener naar gekeken. Men ziet nu dat ook energie in moleculaire vorm noodzakelijk is om de energietransitie rond te krijgen. Met duurzame elektronen via kabels en opslag in batterijen alleen redden we het niet. Dat is met de omvang van de energietransitie een technisch-economisch gegeven. Dan zou er in 2030 en 2050 een deel van de transitie overblijven waar geen oplossing voor is. Bijvoorbeeld in de industrie. We moeten stoppen om in oude schema’s te blijven denken. In de transitie liggen juist grote mogelijkheden in de synergie tussen elektronen en moleculen. Het gaat niet langer om stroom of gas, maar om energie en ook de koppeling met chemie. We moeten meer analyseren welke oplossing in welke situatie het beste is, geredeneerd vanPETROCHEM 5 - 2018 11

PET05 O Interview.indd 11

11-05-18 12:03


INTERVIEW uit een klimaatneutraal energiesysteem. Zonder daarbij vooraf een bevooroordeelde positie in te nemen.’

Hoe korter de afstand, des te eerder je kiest voor de kabel, over langere afstanden ga je voor de buis.’

Juiste beslissingen Zo hoeft gas op den duur niet meer grotendeels uit de grond te komen. Duurzaam opgewekte elektronen kunnen aan de basis staan van nieuw gas. Mondiaal wordt volgens Vermeulen aan de voorkant de grootschalige inzet van zonne-energie de komende decennia heel bepalend. ‘We hebben schaalgrootte nodig om wereldwijd oplossingen te bieden voor het klimaatvraagstuk. Zonne-centrales op grote oppervlakten waar niks anders mogelijk is, bijvoorbeeld woestijnen. En op zee, hoewel daar windenergie vermoedelijk voorlopig nog de beste oplossing zal zijn. Zeker voor Noordwest-Europa in de Noordzee.’ De gebieden waar duurzame energie grootschalig kan worden geproduceerd liggen lang niet altijd in de buurt van waar de energievraag het grootst is. Voor opslag en transport over grote afstanden zijn juist moleculen meer geschikt dan elektronen, betoogt Vermeulen. ‘We transporteren al heel lang olie over de hele wereld in tankers en ook al een tijdje LNG. Waarom zouden we dat over twintig jaar niet ook doen met waterstof?’ Energie is ook in een vaste infrastructuur over lange afstanden veel goedkoper via moleculen te transporteren dan via elektronen. Vermeulen: ‘Transport van methaan door buizen is per megajoule een factor tien tot twintig goedkoper dan van elektriciteit via kabels. Dat geldt ook voor waterstof. De energie-inhoud van waterstof is weliswaar lager, maar de transportsnelheid ligt weer beduidend hoger dan die van methaan. Daardoor kan waterstof in dezelfde tijd ongeveer evenveel hoeveelheid energie verplaatsen als methaan.’ Wel is de omzetting van stroom naar waterstof via elektrolyse nog duur. ‘Daarom moet je investeringsbeslissingen goed cijfermatig onderbouwen. En op grond daarvan de juiste beslissingen nemen.

Ambitie Vooral in de Nederlandse chemische industrie wordt momenteel al veel waterstofgas ingezet. Zo produceren kunstmestfabrikanten OCI Nitrogen en Yara waterstof uit aardgas. Om er vervolgens met stikstof uit de lucht ammoniak van te maken. Samen nemen ze maar liefst negen procent van het totale aardgasgebruik voor hun rekening. Een mooie uitdaging om hier goede alternatieven voor te vinden. De eerste stapjes worden ook al gezet. Zo wil Dow Benelux waterstof, die vrijkomt bij de kraakinstallaties, leveren aan Yara in Sluiskil. Via een bestaande Zeeuwse gasleiding van Gasunie. Verschillende chemieclusters hebben de ambitie om meer waterstof als chemische bouwsteen in te gaan zetten. Vermeulen wordt blij als hij de plannen leest van onder meer het Rotterdamse cluster en de Eemsdelta. Vermeulen: ‘We moeten echt blij zijn met de energie-intensieve industrie in Nederland en helemaal als ze met ons deze route inslaan. Geweldig hoe bijvoorbeeld het Havenbedrijf Rotterdam zich momenteel manifesteert.’ Discussie Gasunie heeft ambitieuze partners en vooral ook klanten nodig om haar plannen te verwezenlijken. ‘We hebben al eens berekend hoeveel het kost om waterstofgas in onze infrastructuur te kunnen transporteren. Met name naar de verschillende industrieclusters. Om de energie van 15 gigawatt aan windmolens via waterstof te transporteren, is een investering van een miljard euro nodig in het bestaande gastransportsysteem. Elke gigawatt extra die je elektrisch wilt transporteren kost al een miljard aan investeringen in de stroomnetten.’ Vermeulen kijkt daarbij niet alleen naar Nederland. Net over de grens ligt in het Duitse Ruhrgebied al een heel water-

DELTAVISIE 2018 Ulco Vermeulen houdt 7 juni de openingslezing van het congres Deltavisie. Kijk voor het programma en aanmelden op: www.deltavisie2018.nl

stofnetwerk. ‘Via Chemelot kunnen we dan uiteindelijk ook de aansluiting naar Duitsland maken.’ Dat zal niet van vandaag op morgen gebeuren. ‘Maar over tien jaar zouden we daarmee een eind op weg kunnen zijn. En als het over twintig jaar niets is geworden, dan is er echt wat misgegaan. Daarom zijn we nu al actief om straks vervolgstappen te kunnen zetten. De waterstofleiding tussen Dow en Yara is daar een goed voorbeeld van. Onze proefprojecten met elektrolyse bij Zuidwending en samen met AkzoNobel op Chemiepark Delfzijl helpen natuurlijk ook om de discussie op gang te brengen.’ Gasunie en Akzo willen op het chemiepark een installatie ontwikkelen die met een 20 megawatt waterelektrolyse-unit duurzaam geproduceerde elektriciteit omzet in drie kiloton groene waterstof per jaar. Het doel is om uiteindelijk installaties te kunnen bouwen die op nog grotere schaal, vanaf 100 megawatt, duurzame stroom converteren en opslaan in de vorm van waterstof. North Sea Power Hub Het is allemaal nodig om nog veel grotere ambities waar te kunnen maken. Want die zijn er. Zo participeert Gasunie in het consortium dat in de Noordzee een enorm energie-eiland willen bouwen. Samen met de Nederlandse en de Duitse tak van Tennet, het Deense Energinet en sinds een paar maanden ook het Havenbedrijf Rotterdam. De betrokkenheid van grote partners is nodig om over tien tot vijftien jaar met de realisatie te beginnen. De tijd komt dat windparken verder weg op zee moeten worden gebouwd en dat wordt dan ook duurder. Om te voorkomen dat de kosten dan enorm oplopen, is het beter om veel windmolens bij elkaar te zetten rond een nieuw eiland. Op een locatie die niet te diep is, waar veel wind staat en waar het mogelijk is om verbindingen te leggen met omliggende landen. Juist omdat het eiland verder uit de kust zal komen te liggen, zal voor transport naar land waterstof heel interessant zijn. In ieder geval veel goedkoper dan via de kabel. Op de North Sea Power Hub moet een vermogen van 100 gigawatt aan offshorewindparken worden aangesloten. Een enorme stap in de goede richting. Om de klimaatdoelstellingen van de EU te

PETROCHEM 5 - 2018 12

PET05 O Interview.indd 12

11-05-18 12:03


halen zou ongeveer 230 gigawatt (GW) aan offshore-windenergievermogen moeten worden ontwikkeld, waarvan 180 GW in de Noordzee. Publieke opinie Hoewel het verleidelijk is om uren over de mogelijkheden van waterstof te praten, wil Vermeulen ook andere ontwikkelingen niet onbelicht laten. Zo is er in Nederland een roep om ‘van gas los’ te willen, mede vanwege de problemen door de gaswinning in Groningen. ‘Wat daar gebeurt is natuurlijk vreselijk en dat moet effectief en ruimhartig worden opgelost. Punt. Er wordt wel vaak een vals verband gelegd tussen enerzijds de verduurzaming van de energievoorziening en anderzijds de problemen in Groningen. Dat zijn echt twee losstaande zaken. Als je die aan elkaar verbindt, los je geen van tweeën op. Het blote feit is dat een heel groot deel van het verbruikte aardgas in Nederland uit andere bronnen komt. Uit de gasvelden onder de Noordzee, geïmporteerd uit Noorwegen en Rusland of via LNG uit andere landen. We maken een deel van dat gas laagcalorisch door toevoeging van stikstof en er wordt hiervoor nog een extra fabriek gebouwd. Dus die transitie-

‘Transport van methaan door buizen is per megajoule een factor tien tot twintig goedkoper dan van elektriciteit via kabels.’

opgave is niet ineens weg als de productie in Groningen is gestopt. Aan die uitdaging moet nog heel hard worden gewerkt. Onder andere door het infaseren van hernieuwbare gassen, van warmtenetten en door oplossingen voor een CO2-arme industrie.’ Hij ergert zich echter niet aan de onwetendheid. ‘Het betekent dat we nog duidelijker moeten communiceren over de feiten. We moeten de realiteit over onze gasvoorziening en de herkomst en de betekenis van het gas in de energietransitie nog sterker neerzetten.’ 300 miljoen Ook de ontwikkelingen rond groen gas verdienen de nodige aandacht. Zo is hij bijzonder enthousiast over de proefinstallatie in Alkmaar voor vergassing met superkritisch water. Na veel jaren van onderzoek en experimenteren is het gelukt om met voldoende rendement syngas te maken, een mengsel van waterstof,

methaan en kooldioxide, uit biomassa. Reststromen worden daarbij gekraakt en alle organische stoffen worden benut zodat er geen digestaat meer is. ‘De komende jaren willen we deze technologie op grote schaal gaan toepassing in Noord-Nederland en de Rijnmond.’ Volgens een recent rapport van adviesbureau Gemeynt kan Nederland in 2050 ongeveer 11 miljard kubieke meter hernieuwbaar gas per jaar produceren. Naast superkritisch water is ook bio-raffinage in combinatie met zeewier veelbelovend. Dat kan op termijn bijdragen aan zowel de eiwit-transitie als energietransitie. De huidige netstructuur is nog niet klaar voor zo’n sterke toename van groen gas. Vermeulen: ‘We schatten dat een investering van 300 miljoen euro aan netaanpassingen nodig is om in 2030 drie tot vier miljard kuub groen gas aan te kunnen. Dat is ongeveer tien maal goedkoper dan een gelijke inpassing van windenergie.’ ■ PETROCHEM 5 - 2018 13

PET05 O Interview.indd 13

11-05-18 12:03


[Sch

INNOVATIEKRACHT | SPIJKENISSE | 7 JUNI

rijf

nu i

n]

HET NIEUWE PRODUCEREN We staan aan de vooravond van de vierde industriële revolutie. De combinatie van slimme sensoren en enorme rekencapaciteit van computers zorgt er bijvoorbeeld voor dat we enorm veel data beschikbaar krijgen en die op een waardevolle manier kunnen interpreteren. Toch is deze ontwikkeling niet een doel op zich. Industry 4.0 is vooral een middel om processen duurzamer, efficiënter en ook veiliger te kunnen doen. Ook verschillende andere innovatieve technologieën op het gebied van elektrificatie en nieuwe zienswijzen over bijvoorbeeld de omgang met grondstoffen en materialen leggen de basis voor ‘Het nieuwe produceren.’ Tijdens Deltavisie 2018 gaan we op zoek naar de kansen die vernieuwing biedt voor de procesindustrie. Initiatiefnemer:

Contentpartners:

Programma 10.15 uur

Ontvangst en registratie

11.00 uur Aanvang ochtendprogramma • Openingslezing van Ulco Vermeulen (Directeur Business Development, Nederlandse Gasunie) • Keynotes van o.a. Mark Haarman (Mainnovation) 12.30 uur

Netwerklunch

13.30 uur Aanvang middagprogramma • Interactief debat • Break-out sessies 15.30 uur

Korte pauze

16.00 uur Vervolg middagprogramma • Keynote Marcel Galjee (AkzoNobel) • Pitches finalisten Plant Manager of the Year 17.15 uur

Netwerkborrel

18.30 uur Aanvang avondprogramma met diner • Uitreiking VOMI Safety eXperience Award 2018 • Bekendmaking Plant Manager of the Year 2018 Partners:

www.deltavisie2018.nl Deltavisie hele pagina 21032018.indd 1 PET05 Advertenties.indd 14

26-03-18 08-05-18 14:38 16:39


PLANT MANAGER OF THE YEAR 2018

‘Er is veel drang om te verbeteren’ Wilmar is in Azië marktleider op het gebied van activiteiten met agrarische grondstoffen. ‘In Rotterdam zetten wij methylesters, een bewerkt product uit palmpitolie, via hydrogenering om naar een vetalcohol’, vertelt plantmanager Eduard Reitsema. ‘Wij maken een bulkproduct dat in andere fabrieken verder wordt bewerkt, zodat het kan dienen als basis voor zeep en cosmetica.’ In 2014 startte Wilmar een nieuwe fabriek op in de Rotterdamse Botlek. Toen de fabriek draaide, bleek er een ander soort leiderschap nodig te zijn dan tijdens de bouw. Er was onrust en onvrede in de organisatie, hoewel de betrokkenheid van de medewerkers wel hoog was. Reitsema is in 2015 aangenomen om de rust terug te brengen en ervoor te zorgen dat de fabriek goed ging draaien.

Eduard Reitsema stuurt als plantmanager van Wilmar Oleochemicals een jonge organisatie aan met een hagelnieuwe fabriek in Rotterdam. ‘De afgelopen jaren was er altijd wel iets dat aandacht behoefde, maar dat is steeds minder geworden. Ik ben er trots op dat het allemaal werkt.’ Reitsema is finalist in de verkiezing Plant Manager of the Year, waarvan de winnaar op 7 juni tijdens Deltavisie 2018 bekend wordt gemaakt.

FOTO: DAGMAR AARTS

Dagmar Aarts/Liesbeth Schipper

Drang om te verbeteren Met zijn team zette hij een visie neer van waaruit kon worden gehandeld. Zo zijn problemen stapsgewijs opgelost. Communicatie was een daarvan. Reitsema: ‘Tijdens de constructieperiode werd gewoon tegen iedereen gezegd wat hij moest doen, maar dat werkt niet meer als een fabriek draait. Nu laten we mensen goed zijn in de dingen waar ze goed in zijn, zodat ze vanuit hun eigen kracht kunnen acteren. Door gesprekken aan te gaan en te onderzoeken waar er verschillen in inzicht zijn, is het gelukt om de onvrede uit de organisatie weg te nemen.’ Dat blijkt uit het feit dat alle operators zijn gebleven. ‘Zij zijn vanaf de bouw bij de fabriek betrokken. De aansturing is nu alleen anders. Ik merk dat er veel drang is om te verbeteren. De medewerkers zijn kritisch naar zichzelf om het steeds beter te doen. Zo hebben we de fabriek geoptimaliseerd door parameters anders in te stellen om te kijken wat het

effect daarvan is. Op die manier zijn we gekomen tot een volwassen en stabiele bedrijfsvoering.’ Onderhoud Vorig jaar vond de allereerste onderhoudsstop van de fabriek plaats. ‘Een mega-klus, want veel onderhoud was nieuw voor ons.’ Als Reitsema de bouw opnieuw had mogen doen, was hij eerder over onderhoud gaan nadenken. ‘Tijdens de design- en constructiefase is niet goed nagedacht over hoe je onderdelen uit elkaar haalt en of je ergens goed bij kan. Tijdens de bouw had men al moeten nadenken over hoe ze werkprocessen zouden regelen, hoe meldingen bijgehouden zouden worden in het maintenance management systeem en hoe we preventief onderhoud zouden aanpakken. Inmiddels hebben we preventieve onderhoudsplannen opgesteld.’ Nieuwe uitdaging Dat is een mooi uitgangspunt voor een nieuwe plantmanager, want Reitsema gaat half mei een nieuwe uitdaging aan. Hij wordt hoofd Onderhoud bij afvalenergiebedrijf AVR, waar restafval wordt omgezet in energie en grondstoffen voor huishoudens en bedrijven. Hij heeft er veel zin in. ‘Ik vind het fantastisch om te mogen werken bij een bedrijf waar enorme stappen worden gezet om maximale waarde uit restafval te halen. Ofwel door verbranding ofwel door het scheiden van restafval. Tijdens de verbranding komt CO2 vrij en wordt hard gewerkt om dit af te vangen en in te zetten in de glastuinbouw. Maar ik zie meer mogelijkheden voor de inzet van CO2 en wil mij de komende jaren dan ook sterk maken voor het afvangen en toepassen van deze potentiële grondstof voor de chemische industrie.’ ■ PETROCHEM 5 - 2018 15

PET05 N PMY Reitsema.indd 15

08-05-18 16:50


PROJECTEN CHEMIE Opdrachtgever: Evonik Waar: Antwerpen Investering: hoog tweecijferig miljoenenbedrag Afronding: medio 2019

Evonik investeert in een uitbreiding van de capaciteit voor pyrogene silica in Antwerpen. De nieuwe installaties moeten in de zomer van 2019 operationeel zijn. Dankzij de uitbreiding zal Evonik vanuit Antwerpen niet alleen hydrofiele, maar ook hydrofobe silica aan haar klanten kunnen leveren. Evonik heeft niet naar buiten gebracht hoeveel miljoen euro ze investeert, alleen dat het om een ‘hoog tweecijferig miljoenenbedrag’ gaat.

Opdrachtgever: FRX Polymers Waar: Antwerpen Investering: 10 miljoen Afronding: onbekend

FRX Polymers investeert tien miljoen euro in een verdubbeling van de productie in zijn Antwerpse fabriek op de site van Covestro. Het bedrijf produceert vlamvertragende stoffen op basis van fosfor. Klassieke vlamvertragers zijn gemaakt op basis van broom. Het gebruik van broom stuit steeds meer op weerstand wegens mogelijk toxische effecten.

Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Antwerpen Investering: 4 miljoen Afronding: eind 2018

Ineos Oxide gaat de capaciteit van haar fabriek voor de productie van ethylideennorborneen in Antwerpen uitbreiden. Via een debottlenecking zal de capaciteit van de fabriek worden vergroot met 7.500 ton, waarmee de totale capaciteit 35.500 ton per jaar wordt. Eind 2018 moet de debottlenecking zijn afgerond.

Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Zwijndrecht Investering: 40 miljoen Afronding: eind 2018

Ineos Oxide investeert in Zwijndrecht veertig miljoen euro in een nieuwe productie-unit, Alkox 6, en breidt de productiecapaciteit voor alkoxylaten daarmee uit met 65.000 ton per jaar.

Opdrachtgever: Kaneka Waar: Westerlo Investering: 34 miljoen euro Afronding: eind 2018

Kaneka investeert 34 miljoen euro in een extra lijn voor silicone polymeren, harsen die worden toegevoegd aan afdichtmiddelen, lijmen en coatings, om ervoor te zorgen dat deze uitharden nadat het product is aangebracht. Kaneka heeft momenteel twee productielijnen in België. Eind 2018 moet de installatie operationeel zijn.

Opdrachtgever: Kaneka Waar: Westerlo Investering: 15 miljoen Afronding: begin 2019

Kaneka investeert vijftien miljoen euro in extra productiecapaciteit voor schuimen van polyetheen en polypropeen in Westerlo. Het project omvat de bouw van extra geavanceerde faciliteiten met optimale procesbeheersbaarheid, waardoor hoogwaardige productinnovaties mogelijk zijn. De uitbreiding wordt begin 2019 afgerond.

Opdrachtgever: Kemira Waar: Botlek Investering: 30 miljoen Afronding: begin 2019

Kemira investeert 30 miljoen euro in een uitbreiding van de productiecapaciteit voor polymeren die worden gebruikt bij chemical enhanced oil recovery. De nieuwe capaciteit op de site in de Botlek kan naar verwachting in het begin van 2019 in gebruik worden genomen.

Opdrachtgever: Kronos Waar: Gent Investering: 36 miljoen Afronding: onbekend

Kronos, producent van titaandioxide, investeert 26 miljoen euro in een uitbreiding van productiecapaciteit. Er komt een grotere pigmentfilter en mogelijk een vierde stoommaler en nieuwe verpakkingslijn. Hierdoor kan de productiecapaciteit verhoogd worden naar 120.000 ton per jaar. Daarnaast investeert het bedrijf 10 miljoen euro in energierecuperatie.

Opdrachtgever: Morssinkhof Rymoplast Waar: Heerenveen Investering: 20 miljoen Afronding: begin 2019

Morssinkhof Rymoplast gaat een fabriek voor kunststofrecycling bouwen in Heerenveen. De fabriek wordt gebouwd naast de kunststofsorteerinstallatie van Omrin, HVC en Midwaste. De hypermoderne fabriek zal PP en HDPE uit consumentenafval verwerken tot nieuwe grondstoffen voor hoogwaardige toepassingen.

Opdrachtgever: Nippon Shokubai Waar: Zwijndrecht Investering: 350 miljoen euro Afronding: 2018

Het Japanse Nippon Shokubai investeert 350 miljoen euro in een uitbreiding van de productiecapaciteit voor superabsorberende polymeren (SAP) en de bouw van een nieuwe productie-eenheid voor acrylzuur in Zwijndrecht. De nieuwe installaties moeten in het tweede kwartaal van 2018 operationeel zijn.

PETROCHEM 5 - 2018 16

PET05 K Projecten.indd 16

08-05-18 16:51


PROJECTEN Opdrachtgever: Sekisui Waar: Geleen en Roermond Investering: 155 miljoen Afronding: 2020

Sekisui Chemical investeert 155 miljoen euro in een uitbreiding van de productie in Geleen en Roermond. Beide fabrieken krijgen er tot 2020 een derde productielijn bij voor folies in gelamineerd glas voor autoruiten.

Opdrachtgever: Teijin Aramid Waar: Emmen Investering: onbekend Afronding: mei 2018

Teijin Aramid gaat haar aramide-productiecapaciteit voor de Twaron supergaren uitbreiden. Het bedrijf investeert daartoe in een nieuwe spin-technologie voor de fabriek in Emmen. De extra capaciteit wordt vanaf mei 2018 beschikbaar.

Opdrachtgever: Yara Waar: Sluiskil Investering: 241 miljoen euro Afronding: mei/juni 2018

Yara Sluiskil investeert ruim 241 miljoen euro in een nieuwe ureumgranulatiefabriek, die een capaciteit krijgt van 660.000 ton per jaar. De plant (Ureum-8) zal in het voorjaar van 2018 in gebruik worden genomen.

GROEN EN BIO Opdrachtgever: BioMCN Waar: Farmsum Investering: honderd miljoen euro Afronding: eind 2018

BioMCN in Farmsum gaat een productielijn voor methanol renoveren, die al sinds 2005 in de mottenballen ligt. De herstart van de lijn voegt 430.000 ton toe aan de productiecapaciteit (nu jaarlijks 360.000 ton). Ook investeert het bedrijf 1,2 miljoen euro in een installatie waarmee CO2, dat ontstaat bij de productie van biogas, kan worden omgezet in bio-methanol. Dit levert zo’n 15.000 ton bio-methanol op (nu jaarlijks 60.000 ton).

Opdrachtgever: Lowlands Methanol Waar: Rotterdam Investering: 75 miljoen euro Afronding: begin 2020

Het nieuwe bedrijf Lowlands Methanol is van plan een methanolfabriek te bouwen in de haven van Rotterdam. De afvalverwerkingsinstallatie moet per jaar 150.000 ton biomassa en afval gaan verwerken. In de fabriek worden hout en RDF (Refuse Derived Fuel) bewerkt en vergast.

Opdrachtgever: OCI Nitrogen en Re-N Technology Waar: Chemelot, Geleen Investering: onbekend Afronding: 2020

OCI Nitrogen gaat in Geleen een installatie bouwen waarin mest kan worden verwerkt tot biogas, mestkorrels en de kunstmest ammoniumsulfaat. De fabriek krijgt een capaciteit van 700.000 ton dierlijke meststoffen per jaar. De vergisting vindt plaats in twaalf vergisters met een totaalvolume van 84.000 kubieke meter. De installatie zal per jaar ongeveer 43.000 kubieke meter biogas produceren. Daarnaast verwacht OCI 75.000 ton gepelletiseerde mestkorrels en 30.000 kubieke meter ammoniumsulfaat te kunnen maken.

Opdrachtgever: Synvina Waar: Antwerpen Investering: 250 tot 300 miljoen euro Afronding: 2023-24

Synvina, de joint venture van Avantium en BASF, bouwt een furaandicarbonzuurfabriek (FDCA) voor de productie van biologische plastics op de Verbund-site van BASF in Antwerpen. De fabriek krijgt een capaciteit van 50.000 ton per jaar en is de eerste commerciële FDCA-fabriek ter wereld.

OLIE, GAS EN OFFSHORE Opdrachtgever: NAM Waar: tussen Hoogeveen en Meppel Investering: onbekend Afronding: onbekend

NAM werkt aan de tweede fase van het Aardgas+-project om de laatste tien procent gas met stikstofinjectie uit een veld in de regio tussen Hoogeveen en Meppel te kunnen winnen. Er worden stapsgewijs elf putten geboord die stikstof injecteren in het gasveld.

Opdrachtgever: ONEgas Waar: Noordzee Investering: onbekend Afronding: onbekend

ONEgas, een combinatie van Shell en de NAM, bouwt het platform K15-FA in de Noordzee om tot een onbemand platform zonder gasbehandelingsinstallaties. Het gas zal voortaan worden behandeld op K14.

PETROCHEM 5 - 2018 17

PET05 K Projecten.indd 17

08-05-18 16:51


PROJECTEN Opdrachtgever: OOS International Waar: Serooskerke Investering: 1 miljard euro Afronding: 2019

Het Zeeuwse bedrijf OOS International gaat met het Chinese China Merchant Industry Holdings twee nieuwe schepen bouwen voor het slopen en installeren van offshore-platforms. De investering bedraagt bijna een miljard euro. De schepen moeten in 2019 klaar zijn.

RAFFINAGE Opdrachtgever: ExxonMobil Waar: Rotterdam Investering: 1 miljard dollar Afronding: 2018

ExxonMobil breidt de hydrocracker-installatie op de raffinaderij in Rotterdam uit. De hydrocracker-installatie kan zwaardere producten omzetten in hoogwaardige eindproducten zoals EHC Group II basisolie en ultra-laagzwavelige diesel. De investering bedraagt meer dan 1 miljard dollar.

Opdrachtgever: ExxonMobil Waar: Antwerpen Investering: 730 miljoen euro Afronding: voorjaar 2018

ExxonMobil investeert 730 miljoen euro in de Antwerpse raffinaderij. Het bedrijf bouwt een delayed coker unit, een kraker die zware, hoogzwavelige restolie omzet in schonere olieproducten en transportbrandstoffen, zoals gasolie voor de scheepvaart en diesel.

Opdrachtgever: Gunvor Waar: Rotterdam Investering: 300 miljoen dollar Afronding: 2019

Gunvor investeert driehonderd miljoen dollar in een upgrade (doorontwikkeling en infrastructurele verbeteringen) van de Rotterdamse raffinaderij. Gunvor wil de raffinaderij integreren in haar raffinaderijen in Antwerpen en Ingolstadt (Duitsland).

Opdrachtgever: Shell Waar: Pernis Investering: onbekend Afronding: 2018

Shell bouwt een nieuwe fabriek in Pernis: een solvent deasphalter (SDA). De SDA verwijdert zwaardere fracties uit aardolie, zodat de raffinaderij een groter deel van de ruwe aardolie kan verwerken tot lichtere, hoogwaardige producten. De nieuwe eenheid zorgt voor een andere samenstelling van het productportfolio.

Opdrachtgever: Zeeland Refinery Waar: Vlissingen-Oost Investering: 40 miljoen euro Afronding: 2020

Zeeland Refinery investeert 40 miljoen euro in haar hydrocracker. Het bedrijf zet in op een extra reactor van dertig meter hoog, die naast de twee bestaande reactoren wordt gebouwd. Daarmee wordt het productieproces efficiënter en flexibeler en verminderen de productiekosten. Tijdens de grote onderhoudsstop van de raffinaderij in 2020 zal de nieuwe reactor worden verbonden met de bestaande installatie, waarna deze in bedrijf kan worden genomen.

TANKOPSLAG Opdrachtgever: Alpha Terminals Waar: Vlissingen Investering: 250 miljoen Afronding: eind 2020

Alpha Terminals investeert 250 miljoen euro in een nieuwe terminal voor vloeibare bulk in het havengebied van Vlissingen. De tankterminal krijgt 34 tanks met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 500.000 kubieke meter. Daarnaast komt er een steiger voor het lossen en laden van zee- en binnenvaartschepen. Verwacht wordt dat de bouwwerkzaamheden tegen 2019 kunnen beginnen en twee jaar duren.

Opdrachtgever: ATPC Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: medio 2018

ATPC (Antwerp Terminal and Processing Company) bouwt een LPG-ethaan tankopslagpark van dertigduizend kubieke meter. De tanks zijn ontworpen voor de opslag van ethaan, propaan, butaan en afgeleide producten. Het bedrijf verwacht medio 2018 de volledige capaciteit in gebruik te kunnen nemen.

Opdrachtgever: HES International Waar: Maasvlakte I Investering: enkele honderden miljoenen euro’s Afronding: eind 2019

HES International ontwikkelt op Maasvlakte 1 een tankterminal van 52 tanks met een totale capaciteit van circa 1,3 miljoen m3 voor de op- en overslag van olieproducten en biobrandstoffen. De tanks variëren in grootte van vijf- tot vijftigduizend m3. De HES Hartel Tank Terminal wordt een onafhankelijke opslagterminal, maar BP heeft zich gecommitteerd aan het project, inclusief plannen voor pijpleidingverbindingen tussen hun raffinaderij en de terminal. De terminal zal eind 2019 gereed zijn.

PETROCHEM 5 - 2018 18

PET05 K Projecten.indd 18

08-05-18 16:51


PROJECTEN Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Zwijndrecht Investering: 20 miljoen Afronding: vierde kwartaal 2018

Ineos Oxide breidt in Zwijndrecht de opslagcapaciteit voor ethyleenoxide uit met vier grote opslagtanks van elk vijftig meter lang. Daarmee komt er 2.000 ton extra opslagcapaciteit bij.

Opdrachtgever: Koole Tankstorage Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: onbekend

Koole Tankstorage wil haar terminal in Rotterdam uitbreiden. Als de benodigde vergunningen rond zijn, wordt de op- en overslagslagcapaciteit voor olieproducten met ongeveer 500.000 kubieke meter vergroot naar 1.600.000 kubieke meter.

Opdrachtgever: OTAG Waar: Antwerpen Investering: ruim honderd miljoen euro Afronding: 2019

Oiltanking Antwerp Gas Terminal (OTAG) investeert ruim honderd miljoen euro in nieuwe tankopslagcapaciteit en een nieuwe steiger. Met de bouw van een 135.000 kubieke meter butaantank zal in 2019 de capaciteit van de terminal bijna verdubbelen tot 273.000 kubieke meter. OTAG bouwt de butaantank voor Ineos.

Opdrachtgever: Rubis Terminal Waar: Rotterdam Investering: 120 miljoen euro Afronding: onbekend

Rubis Terminal breidt haar terminal in Rotterdam in vijf fases uit. In totaal bestaat de uitbreiding uit 45 tanks met een totale capaciteit van bijna 150.000 kubieke meter, waarmee een totale investering van 120 miljoen euro is gemoeid. Fase 1 van de uitbreiding is eind 2016 afgerond.

Opdrachtgever: Sea-Tank Terminal Waar: Antwerpen Investering: 250 miljoen euro Afronding eerste fase: eind 2018

Sea-Tank Terminal bouwt in Antwerpen een dedicated tankterminal voor een wereldspeler uit de chemiesector. In eerste instantie krijgt de terminal een capaciteit van 750.000 kubieke meter. In een tweede fase wordt er mogelijk meer capaciteit bijgebouwd. Naar verwachting duurt de bouw van de terminal twee jaar. De investering wordt geraamd op 250 miljoen euro.

Opdrachtgever: Sea-Tank Terminal Waar: Antwerpen Investering: 50 miljoen euro Afronding eerste fase: onbekend

Sea-Tank Terminal gaat voor Total een nieuwe installatie voor vloeibare bulk inrichten aan het Hansadok in de haven van Antwerpen. Het gaat om een investering van vijftig miljoen euro.

Opdrachtgever: Totseanergy Waar: Antwerpen Investering: 100 miljoen euro Afronding eerste fase: medio 2019

Totseanergy, een joint venture van Total en de groep SEA-invest, investeert honderd miljoen euro in een nieuwe terminal in Antwerpen. De investering omvat acht nieuwe tanks van elk twintigduizend kubieke meter, drie bijkomende laad- en losplaatsen en een pijpleiding tussen de terminal en de raffinaderij van Total.

Opdrachtgever: Vopak Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend

Vopak bouwt op de ACS-terminal in Antwerpen een nieuw laadstation voor het laden van treinwagons met acetyls. Dit zijn basisgrondstoffen voor eindproducten als coatings, verpakkingen en farmaproducten. Het overgrote deel van de verwerking gebeurt in Duitsland, waarbij Antwerpen als bundelings- en opslaghub fungeert.

NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Vopak Waar: Botlek Rotterdam Investering: onbekend Afronding: tweede kwartaal 2020

Vopak bouwt in Rotterdam vijftien nieuwe roestvrijstalen opslagtanks voor styreen en andere chemicaliën. Het gaat om 63.000 kubieke meter extra opslagcapaciteit op de Botlek-terminal. De expansie moet in het tweede kwartaal van 2020 gereed zijn.

Opdrachtgever: VVTI-ETT Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: medio 2018

Euro Tank Terminal, dochter van VTTI, breidt haar opslagcapaciteit uit met ruim tien procent. Dankzij de bouw van vier nieuwe tanks komt er 174.000 kubieke meter bij. ETT bouwt de tanks om producten flexibeler te kunnen opslaan.

PETROCHEM 5 - 2018 19

PET05 K Projecten.indd 19

08-05-18 16:51


PROJECTEN Opdrachtgever: Zenith Energy Waar: Antwerpen Investering: 250 miljoen euro Afronding eerste fase: onbekend

Zenith Energy wil een tankterminal bouwen in Antwerpen. Het bedrijf heeft al een terminal in Amsterdam. Zodra de concessie in Antwerpen is toegekend, kan Zenith in een eerste fase 500.000 kubieke meter aan capaciteit bouwen en daarna uitbouwen tot 1.000.000 kubieke meter.

UTILITIES Opdrachtgever: Dow Waar: Terneuzen Investering: onbekend Afronding: 2018

Bij Dow in Terneuzen wordt in 2018 een pilotinstallatie gebouwd om lagedrukstoom op te waarderen. Stoomrecompressie kan een belangrijke bijdrage leveren aan elektrificatie in de industrie. De pilotinstallatie bij Dow krijgt een capaciteit van tien ton per uur.

Opdrachtgever: Ecluse Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend

Ecluse gaat de energievoorziening op basis van aardgas van meerdere chemiebedrijven in Antwerpen vervangen door een warmtenet van ongeveer vijf kilometer lengte. Afnemers met een ‘letter of intent’ om warmte af te nemen, zijn Ineos, Lanxess, ADPO, Ashland, DNCP en Monument Chemical. Het netwerk kan op termijn groeien.

Opdrachtgever: EEW Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: eind 2018

EEW Energy from Waste breidt haar productiecapaciteit uit met een derde lijn. EEW levert energie in de vorm van stoom en elektriciteit aan de omliggende industrie op het chemiepark Delfzijl en in het industriegebied Oosterhorn. Het bedrijf maakt groene energie uit diverse soorten afval.

Opdrachtgever: Evides Industriewater Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: medio 2018

Evides Industriewater realiseert een tweede demiwaterfabriek op de Maasvlakte om de Botlek, Europoort en Maasvlakte 1 en 2 van hoogwaardig proceswater te kunnen voorzien. Eind december is de nieuwe fabriek succesvol in gebruik genomen. De komende maanden wordt het tweede deel van de installatie gerealiseerd en stijgt de productiecapaciteit van DWP Maasvlakte naar 800 kubieke meter per uur.

Opdrachtgever: Evides Industriewater Waar: Botlek Investering: onbekend Afronding: onbekend

Het Rotterdamse haven- en industriegebied Botlek krijgt een centrale afvalwaterzuivering. AkzoNobel Industrial Chemicals, Huntsman, Emerald Kalama Chemical en Kemira hebben een intentieverklaring voor het project getekend. Evides Industriewater is de projectontwikkelaar en toekomstige bedrijfsvoerder van de nieuwe afvalwaterzuivering.

Opdrachtgever: Gasunie Waar: Zeeland Investering: onbekend Afronding: vierde kwartaal 2018

Dow Terneuzen en Yara Sluiskil gaan waterstof uitwisselen via een oude, ondergrondse gasleiding van Gasunie. De gasleiding wordt vanaf mei omgebouwd en aangesloten, en kan als alles volgens planning verloopt in het vierde kwartaal van 2018 als waterstofleiding in gebruik worden genomen. Yara kan de waterstof van Dow inzetten als grondstof.

Opdrachtgever: Gasunie Transport Services Waar: Zuidbroek Investering: 500 miljoen Afronding: 2022

Gasunie Transport Services wil de stikstofinstallatie in Zuidbroek uitbreiden. In de installatie wordt stikstof uit de lucht gewonnen, zodat het kan worden gemengd met (geïmporteerd) gas dat een hogere verbrandingswaarde heeft dan het gas uit het Groningenveld. Het project omvat ook een mengstation inclusief vier kilometer nieuwe leiding, en aansluitleidingen op bestaande gasleidingen en een stikstofleiding die is verbonden met de bestaande stikstofcaverne in Heiligerlee.

Opdrachtgever: Groningen Seaports Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: eind 2018

De stoomleiding tussen AkzoNobel en Eneco Bio Golden Raand krijgt er achthonderd meter bij. Via deze uitbreiding gaat EEW de extra stoom die zij produceert, leveren aan AkzoNobel. De uitbreiding van de leiding moet in oktober 2018 gereed zijn. Dan worden de installaties van EEW en AkzoNobel aangesloten en is alles in december 2018 voltooid.

PETROCHEM 5 - 2018 20

PET05 K Projecten.indd 20

08-05-18 16:51


PROJECTEN Opdrachtgever: Havenbedrijf Rotterdam Waar: Europoort en Pernis Investering: 50 miljoen euro Afronding: 2019

Havenbedrijf Rotterdam wil tussen Europoort en Pernis een 25 kilometer lange pijpleiding aanleggen voor het transport van laagzwavelige dieselolie. Het zogenoemde Diesel Common Carrier System is bedoeld om bedrijven in de productie, opslag en handel in dieselbrandstoffen met elkaar te verbinden. De ingebruikname is gepland voor 2019.

Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Zwijndrecht Investering: 30 miljoen Afronding: medio 2019

Ineos Oxide investeert in Zwijndrecht zo’n dertig miljoen euro in een nieuwe hoge-drukstoomketel met een capaciteit van 150 MWth. Vier tijdelijke hoge-drukboilers, die dienen als stand-by, zijn al in gebruik genomen.

Opdrachtgever: o.a. Shell Waar: Rotterdam Investering: 16 miljoen euro Afronding: onbekend

Shell, Warmtebedrijf Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam gaan restwarmte, die vrijkomt bij de raffinaderij van Shell Pernis, leveren aan de regio Rotterdam. Het project moet energie leveren om in de warmtebehoefte van 16.000 huishoudens te kunnen voorzien. Met het project is een totale investering van ongeveer 16 miljoen euro gemoeid.

PILOTS EN PLANNEN Opdrachtgever: AkzoNobel en Gasunie Waar: Chemie Park Delfzijl Investering: onbekend Afronding: onbekend

AkzoNobel en Gasunie New Energy onderzoeken de mogelijkheden voor een grootschalige power-to-gas-installatie op het Chemie Park Delfzijl. De bedrijven willen een installatie ontwikkelen die – met een twintig megawatt waterelektrolyse-unit – duurzaam geproduceerde elektriciteit omzet in drie kiloton groene waterstof per jaar (dertig miljoen kubieke meter). Een besluit over de bouw van de installatie wordt in 2019 verwacht.

Opdrachtgever: AkzoNobel Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: 2021

AkzoNobel wil de productie van hoogzuiver vacuümzout op haar locatie in Delfzijl uitbreiden. Het project verhoogt de productie van de fabriek met ongeveer 25 procent. Het chemiebedrijf studeert nog op de plannen en wil in de eerste helft van 2018 een beslissing nemen. Bij groen licht moet het project vervolgens binnen drie jaar worden voltooid.

Opdrachtgever: Dow en ArcelorMittal Waar: Gent Investering: 20 miljoen euro Afronding: 2022

Staalproducent ArcelorMittal in België wil CO uit zijn afvalgassen leveren aan Dow Benelux in Terneuzen. Dow kan de CO met eigen overtollig waterstof combineren tot syngas. Allereerst worden twee proeffabrieken gebouwd in Gent. In 2022 wordt op basis van de pilots besloten of het businessplan economisch levensvatbaar is. Bij groen licht wordt rond 2025 in België een fabriek gebouwd waar de afvalgassen worden verwerkt tot syngas dat per schip naar Terneuzen wordt vervoerd

Opdrachtgever: ArcelorMittal Waar: Gent Investering: 87 miljoen euro Afronding: 2019/2020

Staalconcern ArcelorMittal, LanzaTech en Primetals Technologies investeren 87 miljoen euro in de Gentse vestiging van ArcelorMittal om bio-ethanol te maken uit gassen die vrijkomen bij staalproductie. Om de technologie van LanzaTech te testen, bouwen de partners een pilotplant, die ongeveer 80 miljoen liter bio-ethanol per jaar zal produceren.

Opdrachtgever: o.a. Avantium Waar: Chemie Park Delfzijl Investering: 100 miljoen euro Afronding: 2022

Avantium, AkzoNobel en RWE willen samen een bioraffinaderij van 100.000 ton bouwen op het Chemie Park Delfzijl. In de raffinaderij worden zuivere suikers gemaakt uit houtsnippers. Die suikers kunnen vervolgens worden gebruikt als grondstof voor verven en lakken. De fabriek zal mogelijk in 2022 in gebruik kunnen worden genomen.

Opdrachtgever: Borealis Waar: Kallo Investering: onbekend Afronding: begin 2022

Borealis wil op haar productiesite in Kallo een fabriek bouwen voor propaandehydrogenering. Deze krijgt een capaciteit van 740.000 ton per jaar. In het derde kwartaal van 2018 valt de definitieve beslissing over de investering. De start-up van de fabriek is gepland voor begin 2022.

PETROCHEM 5 - 2018 21

PET05 K Projecten.indd 21

08-05-18 16:51


Verkoop stoom- en warmwaterketels

Eco Steam Trading & Consultancy bv

www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com

Process Automation Solutions is een wereldwijd opererende , merkonafhankelijke Solution Provider. Met meer dan 1200 medewerkers ontwerpen en realiseren wij uw proces controle systemen, (DCS) veiligheidssystemen (SIS) en historians (MES) Process Automa�on Solu�ons B.V. Nikkelstraat 2 4823 AB Breda, Nederland Phone +31 (0) 76 58 76 738 www.pa-ats.com/nl/ Info.nl@pa-ats.com

PET05 Advertenties.indd 22

Process Automa�on Solu�ons NV Schaarbeekstraat 23C 9120 Melsele, België Phone +32 (0) 37 109 970 www.pa-ats.com/be/ Info.be@pa-ats.com

Process Automa�on Solu�ons NV Avenue Flemming 12 1300 Wavre, België Phone +32 (0) 10 309 180 www.pa-ats.com/be/ Info.be@pa-ats.com

08-05-18 16:39


PROJECTEN Opdrachtgever: Corbion Waar: onbekend Investering: onbekend Afronding: onbekend

Corbion heeft plannen voor de bouw van een nieuwe melkzuurfabriek. De kans is groot dat de fabriek in Europa komt en Nederland zou dan een goeie kanshebber zijn als locatie. De fabriek zal een capaciteit van meer dan 100.000 ton per jaar krijgen.

Opdrachtgever: o.a. Enerkem Waar: Rotterdam Investering: 200 miljoen euro Afronding: onbekend

Een samenwerkingsverband van AkzoNobel, Van Gansewinkel, Air Liquide, AVR, Enerkem en Havenbedrijf Rotterdam wil een waste-to-chemicals-fabriek in Rotterdam realiseren. De installatie zal uit ongeveer 360.000 ton huishoudelijk en bedrijfsafval synthesegas en vervolgens zo’n 220.000 ton methanol gaan produceren.

Opdrachtgever: Ineos Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend

Ineos zoekt een locatie voor een nieuwe fabriek voor propaandehydrogenering in Europa, waarbij Antwerpen als mogelijke vestigingsplaats is genoemd. De fabriek zou een capaciteit van 750.000 ton per jaar krijgen.

Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Antwerpen Investering: honderden miljoenen euro’s Afronding: onbekend

Ineos Oxide overweegt honderden miljoenen euro’s te investeren in een nieuwe fabriek voor de productie van vinylacetaatmonomeer (VAM). De fabriek krijgt een capaciteit van 300 kiloton per jaar en wordt in Antwerpen of Keulen (Duitsland) gebouwd. Hull (GB) is ook een mogelijke locatie, maar dan gaat het om een revamp van een bestaande fabriek .

Opdrachtgever: InSciTe Waar: Geleen Investering: onbekend Afronding: 2018

Het publiek-private partnerschap InSciTe bouwt een multifunctionele proeffabriek voor de productie van olie uit lignine. Deze crude lignin oil (CLO) kan worden gebruikt als brandstof voor schepen en boten. De proeffabriek krijgt een capaciteit van zo’n 160 liter per dag en is naar verwachting in 2018 operationeel.

Opdrachtgever: Lyondell Waar: Botlek Investering: onbekend Afronding: onbekend

Lyondell overweegt zijn SMPO-fabriek in de Botlek uit te breiden door een debottlenecking. De capaciteit zou kunnen worden verhoogd van 325 naar 375 kiloton propyleenoxide en van 725 naar 850 kiloton styreenmonomeer per jaar. Het project wordt nog onderzocht op financiële en technische haalbaarheid.

Opdrachtgever: o.a. Nuon Waar: Eemshaven Investering: onbekend Afronding: 2023

Nuon, Gasunie en het Noorse Statoil werken samen om waterstof in te zetten als brandstof voor de Magnum-centrale in de Groninger Eemshaven. Zij hebben een innovatieproject opgestart om vanaf 2023 een van de drie units van de centrale over te schakelen op waterstof.

Opdrachtgever: Oiltanking Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: begin 2022

Als Borealis besluit te investeren in een nieuwe fabriek voor propaandehydrogenering in Kallo, wordt Oiltanking Antwerp Gas Terminal de logistieke partner voor de handling van propeen en propaan. Oiltanking bouwt dan een nieuwe opslagtank voor propaan met een capaciteit van 135.000 kubieke meter.

Opdrachtgever: PolyStyreneLoop Waar: Terneuzen Investering: 6,5 miljoen euro Afronding: eind 2018

PolyStyreneLoop wil naast chemiebedrijf ICL-IP in Terneuzen een demofabriek bouwen, die broomhoudend polystyreenafval gaat recyclen. De bouw begint in de tweede helft van 2018. Het proces levert schone polystyreen op die direct kan worden hergebruikt. Het broomhoudende residu kan in een bestaande unit ICL-IP worden verwerkt tot zuivere broom. De demofabriek kan drieduizend ton gerecycled polystyreen per jaar produceren.

Opdrachtgever: Wintershall Waar: Blok F17 Investering: onbekend Afronding: onbekend

Wintershall wil ongeveer 120 kilometer ten noorden van Den Helder olie en gas winnen (blok F17). De verwachte productie zou maximaal 20.000 vaten olie en 500.000 kubieke meter gas per dag zijn. Het gas wordt per pijpleiding getransporteerd. De olie wordt in een onderwateropslagtank opgeslagen die wekelijks wordt geleegd.

PETROCHEM 5 - 2018 23

PET05 K Projecten.indd 23

08-05-18 16:52


Co-produced by

Petrol Blauw : pantone 315 100% pantone 315 55%

An initiative of

Groen : pantone 376 100% pantone 376 85%

Supported by

September 24 –27, 2018 | Antwerp, Belgium

ANTWERP

BELGIUM SEPTEMBER

24-27

visit: www.euromaintenance.org

EUROPE’S BIGGEST CONGRESS AND EXHIBITION ON INDUSTRIAL MAINTENANCE AND ASSET MANAGEMENT. Diamond Sponsor

Featured 4.0 Sponsor

Gold Sponsors

Silver Sponsors

Bronze Sponsors

PET05 Advertenties.indd 24

08-05-18 16:40


PLANT MANAGER OF THE YEAR 2018

‘Kwaliteit gaat voor kwantiteit’ Martijn de Gier is terminal manager van twee opslagterminals van Vopak: Terminal Amsterdam Westpoort en Terminal Eemshaven. Westpoort is in 2011 in gebruik genomen. Er staan 41 opslagtanks op het terrein met een opslagcapaciteit van ongeveer 1,2 miljoen kubieke meter. Terwijl vloeistoffen als benzine, gasolie en diesel hier alleen tijdelijk worden opgeslagen, is Eemshaven juist een strategische opslaglocatie, vertelt De Gier. ‘Hier worden voor bepaalde tijd brandstoffen opgeslagen als reserveopslag van de voorraden voor overheden.’ Op de Amsterdamse terminal is het een komen en gaan van ladingen vloeistoffen. De dynamiek die dit met zich meebrengt, nodigt uit tot een snel-sneller-snelst aanpak, maar dat wil De Gier voorkomen. ‘Ik probeer mijn mensen ervan te overtuigen dat het belangrijk is om de rust te bewaren. Uiteraard willen onze klanten dat we zo snel mogelijk laden en lossen, maar wij zetten kwaliteit voor kwantiteit. Uiteindelijk leveren we dan een betere én snellere service.’ Om die reden is het motto van de terminal dan ook: In één keer goed. ‘Dat laten we op de werkvloer op verschillende manieren terugkomen. Het is onderdeel van onze werkwijze. Door geen fouten te maken, zorgen we voor een snelle afhandeling. Het daagt uit om na te denken over hoe dingen beter kunnen. Hoe we onze processen, onze software en al het werk rondom de op- en overslag kunnen optimaliseren.’

Martijn de Gier geeft zijn medewerkers mee dat ze in hun werk altijd de rust bewaren. Het moet namelijk in één keer goed. En het kan vaak ook beter. De terminal manager van Vopak Terminal Amsterdam Westpoort is pragmatisch, maar ook voorstander van gestructureerd verbeteren. De Gier is finalist in de verkiezing Plant Manager of the Year, waarvan de winnaar op 7 juni tijdens Deltavisie 2018 bekend wordt gemaakt.

FOTO: LAURA VAN DER LINDE

Laura van der Linde/Liesbeth Schipper

Concrete verbeterideeën De Gier is gespecialiseerd in het optimaliseren van processen en is graag op een gestructureerde wijze bezig met verbeteren. Daarom is ruim een jaar geleden ‘de verbeterruimte’ geïntroduceerd. Het centrale punt van deze verbeterruimte is een

statafel met daarop een verbetermodel. ‘Dit is uitgedacht en uitgewerkt door een van onze eigen mensen’, vertelt De Gier. ‘Met elkaar bespreken we wat goed gaat en wat beter kan. De tafel geeft houvast en structuur. Vervolgens worden hier concrete verbeterideeën aan gekoppeld en ook welke acties ermee zijn gemoeid om dit daadwerkelijk, bij voorkeur binnen dertig dagen, te realiseren.’ De Gier heeft alle afdelingen een jaarbudget gegeven om de voorstellen te kunnen uitvoeren. ‘Het is gek, maar zodra het ‘eigen geld’ is, gaan medewerkers ook nadenken over maximaal bereik tegen minimale kosten. De verbetervoorstellen worden afgestemd op het budget en dat potje gaat zelden helemaal leeg.’ Intussen is al een aantal praktisch dingen aangepast die tot grote en kleine verbeteringen hebben geleid. ‘Van inklapbare afzetpaaltjes tot hoe de wachtoverdracht wordt georganiseerd. En ook een idee over hoe ervaren krachten trainingen geven aan minder ervaren krachten. Echt ideeën vanuit de praktijk.’ Ambities De Gier is nu ruim twee jaar terminal manager van de terminals. De komende jaren wil hij zich sterk maken voor een positieve beeldvorming van tankop- en overslag. ‘Er wordt kritisch naar ons gekeken, bijvoorbeeld als het gaat over brandstoffen die van hier naar West-Afrika worden gebracht. Ik wil laten zien hoe serieus deze branche omgaat met risico’s voor milieu en mens. Tegelijkertijd wil ik onze industrie uitdagen om processen kritisch onder de loep nemen, om continu te blijven kijken wat onze rol is en hoe wij kunnen verbeteren. Dat doe ik bijvoorbeeld door mijn leidende rol in het Votob-project ‘Grip op inkomende stromen’.’ ■ PETROCHEM 5 - 2018 25

PET05 P PMY De Gier.indd 25

08-05-18 16:54


VEILIGHEID

Samenwerking in veiligheid hoog op agenda Samenwerking wordt steeds belangrijker om de veiligheidscultuur in procesindustrie op een hoger niveau te brengen. Bij de eerste verkiezing van de Veiligheidscoalitie van het Jaar bleek dat de chemie op dat vlak wat kan leren van de olie- en gasindustrie.

Wim Raaijen

Volgens professor Genserik Reniers staan we aan de vooravond van een fundamentele verandering op het gebied van veiligheid in de industrie. In het maartnummer van Petrochem stelt hij dat, onder druk van de samenleving, samenwerking steeds belangrijker wordt. Hoewel hij nog te weinig goede voorbeelden van proactieve strategische samenwerking kan noemen, ziet hij dat in Nederland de eerste stapjes worden gezet. Zo is hij positief over de Roadmaps Duurzame Veiligheid 2030. ‘In de Vlaamse industrie zie ik dat helaas nog niet gebeuren. Een positieve uitzondering is misschien het safety-cluster in Zwijndrecht, maar dat is vooral ook reactief geïnspireerd. Als Vlaming durf ik rustig te stellen dat de Nederlandse cultuur ontvankelijker is voor verandering, of om ideeën sneller uit te proberen. In de open debatcultuur met de mondige burgers die Nederland heeft, is ook altijd al meer aandacht geweest voor veiligheid dan in Vlaanderen. Nu de maatschappij veel meer sturend wordt, versterkt dat alleen maar.’ Bovendien en misschien wel daardoor is Nederland één van de landen met een grote risico-aversie in de wereld. ‘Dat helpt natuurlijk ook.’ Human element Ook topman van Dow Benelux Anton van Beek, tevens voorzitter van Veiligheid Voorop, zet zwaar in op samenwerking. Dat begint al bij de doelstelling van Veiligheid Voorop, het samenwerkingsverband van de industriële brancheorganisaties op het gebied van veiligheid. Twee van de vier pijlers van het programma zijn direct gericht op samenwerking. Dat zijn veiligheid in de keten en regionale veiligheidsnetwerken. En de andere twee pijlers, betrokken leiderschap en excellente veiligheidsbeheersystemen.

Van Beek: ‘We hebben een horizontale opdracht. We willen de veiligheid in de hele procesindustrie verbeteren. Alleen daarvoor is al veel samenwerking nodig. Daarom is het ook zo belangrijk om een hoge aansluitingsgraad van bedrijven te hebben. Daar slagen we steeds beter in.’ De regionale veiligheidsnetwerken krijgen ook steeds meer vorm. Transparantie en lerend vermogen zijn daarbij heel belangrijk, stelt Van Beek. ‘Per cluster worden inmiddels best practices uitgewisseld. En uiteindelijk is het belangrijk dat informatie ook landelijk wordt gedeeld. Bij Dow in Terneuzen willen we ook leren van wat er bij AkzoNobel in Delfzijl gebeurt en andersom. En dan gaat het niet alleen om wat er goed of beter gaat, maar ook de near misses. Wat ging er net niet fout? Daar kunnen we veel van leren. De human element is daar heel belangrijk bij. Veel incidenten hebben met menselijk handelen te maken.’ Selectiecriterium Bij de pijler veiligheid in de keten is de samenwerking met contractors heel belangrijk. Van Beek: ‘Meer en meer besteden we uit aan contractors. Vroeger deden we al het onderhoud zelf. Contractors komen met geweldige innovaties. Vroeger moest een tank helemaal leeg voor onderhoudswerkzaamheden. Tegenwoordig kunnen er in situ kleine onderzeeërs worden ingezet. Net als de opkomst van zelfrijdende auto’s, zullen zich op dit vlak steeds meer technologische innovaties aandienen. Samenwerking met contractors wordt daardoor nog belangrijker.’ Bij die samenwerking zal veiligheid steeds meer een selectiecriterium worden. ‘Een issue bij een contractor wordt een asset owner net zo hard aangerekend

PETROCHEM 5 - 2018 26

PET05 S Veiligheidscoalitie.indd 26

08-05-18 16:55


FOTO: INDUSTRIELINQS

als een eigen incident. Daarom kijken opdrachtgevers nadrukkelijk naar de safety performance, voordat ze met een aannemer in zee gaan.’ Waardige finalisten Om nog meer van elkaar te leren op het gebied van samenwerking, is bij Anton van Beek vorig jaar het idee ontstaan om een nationale veiligheidsprijs in het leven te roepen. Vooral om inspirerende voorbeelden in het spotlicht te zetten. Waar de hele industrie en toeleveranciers van kunnen leren. En ze te inspireren nog meer samen te werken om de veiligheidscultuur te verbeteren. Voor de ‘VeiligheidsCoalitie van het Jaar’ zocht Veiligheid Voorop samenwerking met Industrielinqs, uitgever van onder andere Petrochem en iMaintain. Inmiddels is de eerste verkiezing geweest met drie waardige finalisten. Uiteindelijk is op 11 april tijdens de beurs Safety&Health@Work in Rotterdam Ahoy HSElife verkozen tot Veiligheidscoalitie van het Jaar 2018. HSElife ziet het als haar taak een dalende trend in te zetten van het aantal incidenten dat jaarlijks plaatsvindt in de olie- en gasindustrie. De coalitie liet de andere finalisten, de RDM Training Plant en de coalitie van Vopak, Verwater en Sam Safety achter zich.

Van Beek: ‘Samenwerking met contractors wordt nog belangrijker.’

Terneuzen De in totaal dertien inschrijvingen laten zien dat samenwerking op het gebied van veiligheid in ieder geval hoog op de agenda staat. En ook in alle grote industrieclusters. Zo zijn op en rond het Chemiepark Delfzijl verschillende samenwerkingsinitiatieven. AkzoNobel en Stork hebben daar bijvoorbeeld het initiatief genomen voor een Site Contractor Panel, waarin zowel een aantal hoofdaannemers als opdrachtnemer en AkzoNobel als opdrachtgever zitting hebben. Het doel van het panel is dat ketenpartners steeds beter samenwerken en gezamenlijk het doel van nul incidenten gaan halen. Soortgelijke initiatieven zijn er ook in Terneuzen en op Chemelot in Geleen. De Verenigde Maintenance Partners is een samenwerking tussen achttien contractorfirma’s die allemaal werkzaam zijn op de Dow site in Terneuzen. Naast allerlei andere initiatieven is vorig jaar een project gestart om de veiligheid van medewerkers en contractors te verhogen, de Safety Street. In deze interactieve ‘straat’ worden medewerkers van Dow

én alle contractorfirma’s getraind op hun kennis van veiligheidsprocedures. Europoort Op Chemelot is chemiebedrijf Sabic in 2010 een samenwerking begonnen met dertig contractors. Belangrijkste elementen zijn eigenaarschap, transparantie en gelijkwaardigheid. Om dit goed te laten verlopen zijn er regelmatig overleggen op verschillende niveaus. Rotterdam leverde de eerste editie van de verkiezing zelfs twee finalisten. De RDM Trainingsplant en een samenwerking van Vopak, Verwater en Sam Safety op het gebied van digitaal leren. De RDM Training Plant is een real life trainingsfaciliteit in Rotterdam waar toekomstige en huidige medewerkers in de procesindustrie trainen. Ze leren in de beroepspraktijk volgens de hoogste en meest actuele veiligheidseisen te werken. Voor de bouw van de trainingsplant was 4,5 miljoen euro nodig en daar hebben verschillende partijen, waaronder industriële bedrijven, toeleveranciers en onderwijsinstellingen aan bijgedragen. De plant zorgt PETROCHEM 5 - 2018 27

PET05 S Veiligheidscoalitie.indd 27

08-05-18 16:55


CURSUS- EN VERGADERCENTRUM DOMSTAD | UTRECHT | 30 MEI Ketenoptimalisatie met blockchain Tijdens deze Masters of Industry wordt u bijgepraat over de kansen en mogelijkheden van blockchain in diverse (industriële) werkvelden. Wat gaat u in de toekomst doen met deze technologie? Peter Nobels, management consultant bij Sogeti en mede verantwoordelijk voor het Blockchainlab bij de Hogeschool Utrecht, heeft zich gespecialiseerd in blockchain-technologie. Tijdens een interactieve sessie legt hij uit hoe blockchain werkt en hoe deze technologie ketenpartners in de industrie met elkaar verbindt. Werkt het zo goed als het klinkt? Nobels geeft voorbeelden van organisaties waar het al wordt toegepast. Wout Hofman, senior research scientist bij TNO, spreekt over de toepassing van blockchain in de praktijk aan de hand van een casus van een blockchain experiment bij een commodity trader.

[Sc

hri

Programma 15.00 uur

Ontvangst

jf u

nu

in]

15.30 uur Start bijeenkomst • Welkomstwoord Laura van der Linde (iMaintain) • Lezing Peter Nobels (Sogeti) en Wout Hofman (TNO) • Discussie met sprekers en publiek 17.15 uur

Netwerkborrel

18.00 uur

Einde bijeenkomst

AANMELDEN Deelname kost € 195 excl. BTW. De bijeenkomst is KOSTELOOS voor partners en experts van onze platforms. Partners kunnen met hun VIP-code voor twee personen inschrijven. Bedrijfsleden van onze platforms kunnen de bijeenkomst met € 100 korting bijwonen. Uw VIPcode geldt als kortingscode.

www.mastersofindustry.nl Halve pagina MoI 30 mei.indd 1 PET05 Advertenties.indd 28

03-05-18 09:20 08-05-18 16:40


Juryoordeel Uiteindelijk is HSElife tot winnaar uitgeroepen. De jury liet weten onder de indruk te zijn van HSElife, een platform voor onder andere de harmonisatie van regels, procedures en voorschriften in de olie- en gasindustrie. Vooral de grote betrokkenheid en commitment van de industriële partijen, is indrukwekkend. Juryvoorzitter Gerard van Harten: ‘Met meerderheid van stemmen worden besluiten genomen en

FOTO: BP

er ook voor dat het onderwijs nog beter aansluit op de praktijk. En de faciliteit een goede plek waar innovaties zijn te zien en te testen. Denk bijvoorbeeld aan het Digitale Safety Passport. Die wordt ook bij de trainingsplant toegepast zodat alleen de juiste personen met de juiste kwalificaties op de plant aanwezig zijn.’ De andere Rotterdamse finalist is veel minder omvangrijk, maar zeker ook een lichtend voorbeeld. Tankopslagbedrijf Vopak heeft samen met dienstverlener Verwater groot onderhoud uitgevoerd aan twee opslagtanks in de Europoort. Om iedereen goed voor te bereiden op de werkzaamheden is er gezocht naar een innovatieve manier om veiligheidsregels en projectinformatie bij de medewerkers te trainen. Samen met online leerplatform Sam Safety zijn daarom specifieke trainingen ontwikkeld. Elke week volgen medewerkers een training op een iPad.

Van Harten: ‘Met meerderheid van stemmen worden besluiten genomen en iedereen committeert zich aan de beslissing.’ iedereen committeert zich aan de beslissing. En ook de inhoud van het trainingssysteem staat op een hoog niveau.’ Een belangrijk aspect is het continue leren – herhaling is immers de kracht van de boodschap – en volgens de jury

wordt de lesstof op een aantrekkelijke manier gepresenteerd aan de deelnemers. Van Harten: ‘De jury vindt dit een uitstekend voorbeeld voor de gehele industrie, dus niet alleen de olie- en gaswereld.’ ■

DARK HORSE BLIJKT BLACK BEAUTY De eerste verkiezing van de Veiligheidscoalitie van het Jaar heeft een voor velen onbekende winnaar opgeleverd. Toch wel opvallend dat HSElife buiten de olie- en gasindustrie nauwelijks bekendheid heeft. Te meer omdat de aanpak ook prima bruikbaar is voor onder andere de chemische industrie. Mogelijkheden voor een vliegende start? Het is aan de vakjury, die de drie finalisten ook heeft bezocht, dat de dark horse uiteindelijk tot winnaar werd uitgeroepen. De jury mocht zestig van de honderd punten uitdelen. Met internetstemmen en stemmen in de zaal konden de finalisten bij elkaar veertig punten verdelen. Met de extra informatie uit de gesprekken kwam de jury tot een ander oordeel dan de zaal en de internetstemmers. HSElife is in 2009 geboren vanuit de overtuiging dat harmonisatie van regels, voorschriften en procedures over veiligheid, gezondheid en milieu in de olie- en gasindustrie noodzakelijk is. Initiatiefnemers van deze ontwikkeling zijn de The WAT Group (Working apart Together), Centrica en Shell/NAM. De coalitie bestaat op dit moment uit elf maatschappijen, tachtig contractors en acht ondersteunende organisaties.

Eenheid HSElife ziet het als taak een dalende trend in te zetten van het aantal incidenten dat jaarlijks plaatsvindt in de olie- en gasindustrie. Om dit te bereiken, zijn door het platform informatie en trainingen ontwikkeld met behulp van input van alle betrokken partijen. Implementatie hiervan moet ervoor zorgen dat iedere organisatie binnen de olie- en gasindustrie op vrijwel dezelfde wijze omgaat met HSE-informatie, zodat een eenheid kan ontstaan en incidenten afnemen. Om direct te kunnen schakelen met de maatschappijen en contractors heeft HSElife een aantal belangrijke communicatietools ontwikkeld. Ook organiseert het platform twee keer per jaar evaluatiesessies voor alle organisaties, zodat nieuwe informatie kan worden uitgewisseld. Verder biedt het platform trainingsmodules en opfriscursussen in diverse talen, worden er regelmatig campagnes gehouden en is er een speciale academie opgezet. Volgens initiatiefnemer Pier van Spronsen zijn alle tools prima leeg te halen en opnieuw te vullen met nieuwe inhoud, specifiek voor bijvoorbeeld de chemische industrie. Mogelijk dat het winnen van de prijs daar een springplank voor kan zijn.

PETROCHEM 5 - 2018 29

PET05 S Veiligheidscoalitie.indd 29

08-05-18 16:55


PLANT ONE

De fabriek van de 21e eeuw Plant One Rotterdam heeft een consortium opgericht om met innovatieve, milieuvriendelijke installaties ‘de fabriek van de 21e eeuw’ te bouwen. Het hoofdproces wordt gevormd door een pyrolyse-reactor die wordt ingezet voor het recyclen van gebruikte autobanden. In deze fabriek wordt carbon black omgezet naar actieve kool. De CO2 wordt afgevangen.

In het pyrolyseproces wordt organisch materiaal ontleed door het te verhitten tot hoge temperaturen, zonder dat er zuurstof bij kan komen. Hierdoor worden grote moleculen afgebroken tot kleine. Gebruikte autobanden vormen een constante afvalstroom waarvoor geen goede verwerkingsmethode bestaat. Veel autobanden worden gestort of verbrand. In Engeland waren tot voor kort afvalbergen in gebruik. Dat mag niet meer, dus moeten oplossingen worden gevonden voor diverse afvalstromen. Grote hoeveelheden van verschillende afvalstoffen worden naar Nederland getransporteerd voor verwerking en recycling in afvalverwerkingsinstallaties. Alleen al in Groot-Brittannië is sprake van 500.000 ton per jaar aan gebruikte autobanden.

worden gebruikt als interne brandstof. Plant One Rotterdam zal een proefinstallatie bouwen die is opgebouwd uit diverse technologieën, zoals een gepatenteerde pyrolyse-reactor voor flarden van gebruikte autobanden, een hydrogenatie-eenheid om de oliefractie (45 procent) te ontzwavelen en te zuiveren tot een bruikbare kwaliteit en een innovatief upgradeproces voor carbon black tot een actieve kool die wordt gebruikt voor energieopslag. De proeffabriek wordt aangesloten op de Carbon One CCU (carbon dioxide capturing and utilization unit). Bewijs Plant One Rotterdam is mede-eigenaar van de pyrolyse-installatie, maar heeft de hydrogenatie-eenheid en de Carbon One CCU volledig in eigendom. Bournemouth University heeft inmiddels een laboratoriumschaalproces ontwikkeld om koolstofmaterialen met een laag specifiek oppervlak te upgraden tot een zeer hoog specifiek oppervlak via een gepatenteerd proces van gesmolten zouten. Dit verschilt met huidige technieken omdat het op veel lagere temperaturen werkt, minder energie nodig heeft en eindproducten van hogere kwaliteit oplevert. Het streven is om met de pilot bewijs te leveren dat het mogelijk is om op commerciële schaal, hoogwaardige eindproducten (carbon black en laagzwavelige brandstofolie) van gebruikte autobanden te produceren zonder CO2-emissie. De proeffabriek dient als basis voor de ontwikkeling van grootschalige installaties die in Engeland en Nederland moeten worden gebouwd voor de recycling van afvalbanden. ■ FOTO;S: LAURA VAN DER LINDE

Proefinstallatie Het consortium bestaat uit penvoerder Plant One Rotterdam en diverse samenwerkingspartners. Graafschap Kent en de universiteiten van Brighton en Bournemouth zijn bron van nieuwe technologie en expertise. Het project dat door het consortium wordt opgestart, is gericht op een geïntegreerde oplossing voor het recyclen van gebruikte autobanden. Stukjes autoband worden omgezet in brandstofolie en hoogwaardige carbon black, terwijl gasvormige componenten

Deze pagina’s worden mogelijk gemaakt door Plant One

De pyrolyse-installatie van Plant One

PETROCHEM 5 - 2018 30

PET05 M Plant One.indd 30

08-05-18 16:56


PLANT ONE

‘Bij Plant One Rotterdam kan het wél’ Uitbreiding in personeel en aantal laboratoria. Koninklijk bezoek van prins Carlos de Bourbon de Parma. Een partnerschap met ING, meer ruimte voor proeffabrieken en een goede aanwas van innovatiebedrijven. Het gaat goed met Plant One Rotterdam. Op de vraag wat hiervoor de belangrijkste succesfactor is, antwoordt directeur Gabriël Tschin stellig: ‘Ondernemerschap. Wat ergens anders niet kan, krijgen wij wél voor elkaar!’

Gabriël Tschin

Als kennis- en innovatiecentrum biedt Plant One Rotterdam start-ups de mogelijkheid om op laboratoriumschaal te testen, maar ook om vervolgens op te schalen naar een relevante industriële schaal om de innovatieve waarde van het proces te valideren en te optimaliseren. Gabriël Tschin is trots op datgene dat bij Plant One Rotterdam in de Botlek is opgebouwd. ‘Er stond hier niets. Wat er nu staat, hebben we met bloed, zweet en tranen opgebouwd.’ Ondernemerschap In letterlijke zin gaat dit over het gebouw dat constant wordt geoptimaliseerd om de gebruikers van dienst te zijn. Zo wordt bijvoorbeeld het aantal laboratoria uitgebreid van acht tot vijftien. Maar Plant One doet meer. ‘Ondernemerschap zit ook in het meedenken met de klanten. Kunnen we de innovatiebedrijven helpen bij het optimaliseren van het proces? Welk netwerk is voor hen van belang? Hebben ze materialen, engineers of laboranten nodig om een volgende stap te kunnen zetten? Wij bewijzen deze diensten’, legt Tschin uit. Deze ondernemerschap is ook bittere noodzaak. Tschin noemt Rotterdam ‘het vergeten kindje’. ‘Andere innovatiesites krijgen subsidies van overheden of andere subsidieverstrekkers. Of overheden zitten er als aandeelhouder in. In Rotterdam moeten we zelf de broek ophouden. Dat is een oneerlijke strijd.’ Tschin merkt op dat deze constructie andere innovatiesites ook kwetsbaar maakt. ‘Wat gebeurt er als de subsidie stopt?’ Financiering De bedrijven die bij Plant One aan het testen zijn, doen dit over het algemeen zonder subsidie. ‘Als een project wordt gesubsidieerd, zijn er allerlei voorwaarden aan verbonden. Als tijdens het testen bijvoorbeeld blijkt dat een andere grondstof een beter effect zou hebben, wordt het project gestopt omdat het niet meer aan de subsidie-eisen voldoet of het budget overschrijdt.’ Ook wordt een inno-

vatie soms gestopt, omdat het geld op is. En dat terwijl de eerste tests veelbelovend zijn. Dat gaat Tschin aan het hart. ‘Wij zoeken naar manieren om ervoor te zorgen dat het testen wél doorgaat. Binnen budget kunnen we realiseren wat nodig is. Denk aan een samenwerking met andere bedrijven, financiering door investeerders of door op het web op zoek te gaan naar de laagste prijs voor materialen en installatiedelen.’ Volgens Tschin begint dat met een andere mindset. ‘Wij willen weten hoe we ervoor kunnen zorgen dat er daadwerkelijk getest gaat worden. Maar in veel gevallen gaat het over: hoe kun je er zo veel mogelijk geld uit slaan.’ Parapluvergunning Een ander groot pluspunt van Plant One Rotterdam is dat de locatie beschikt over een zogenoemde ‘parapluvergunning’ waaronder een breed scala aan processen mag worden getest. Tschin: ‘Er zijn partijen die naar mijn idee wat te snel roepen dat ze een innovatiesite zijn. Zij beschikken niet over de benodigde vergunningen, maar krijgen wel subsidies toegewezen of laten bedrijven een proefopstelling neerzetten zonder de benodigde vergunningen.’ Een doorn in het oog van Tschin die keihard werkt om de parapluvergunning nog verder uit te breiden. ‘Wij voldoen aan alle eisen, certificeringen, keuringen. De DCMR heeft ons nog nooit op de vingers hoeven tikken.’ Tschin noemt bijvoorbeeld de afvalverwerkingsvergunning en de flare vergunning. ‘Deze komen niet vanzelf.’ En ook het afvangen van emissies. Tschin pleit voor meer handhaving op de vergunningen door de omgevingsdiensten. ‘Er wordt te makkelijk gedacht over het laten uitvoeren van tests op het terrein van een bedrijf, terwijl de vergunning hiervoor niet op orde is. Maar het gaat hier wel over chemische processen. Daar wil je geen risico’s mee nemen. Want als het mis gaat, wie is er dan verantwoordelijk?’ ■

PETROCHEM 5 - 2018 31

PET05 M Plant One.indd 31

08-05-18 16:56


AGENDA Mei 29 en 31 mei 2018 Van der Valk Hotel Oostzaan/Ridderkerk www.tebodin.bilfinger.com/nweurope

Digitalization Days Bilfinger Tebodin nodigt u van harte uit voor de Digitalization Days op dinsdag 29 mei of donderdag 31 mei. Tijdens dit event wordt u meegenomen in de eerste stappen op het gebied van digitalisering en mogelijke vervolgstappen. Door middel van expert speakers, live demonstraties en een gastspreker krijgt u een goed beeld van de mogelijkheden en voordelen van digitalisering voor uw bedrijf. HD 3D scanning technology, virtual reality, building information modelling (BIM), total costs of ownership, asset management, omgang met big data en field wire zijn onderwerpen die aan bod zullen komen. 29-31 mei 2018 MECC, Maastricht www.utecheurope.eu

UTECH 2018 UTECH Europe is een beurs gecombineerd met een conferentie en biedt materiaalspecialisten de gelegenheid de nieuwste wereldwijde ontwikkelingen op het gebied van polyurethaantechnologie te bekijken, waaronder markten, hernieuwbare bronnen, de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van polyurethaanwetenschappen, innovatie, flexibele schuimen, PU-composieten, energieefficiënte harde schuimen en CASE (coatings, kleefmiddelen afdichtmiddelen en elastomeren).

onder andere technical safety specialisten, managers en inspecteurs van bedrijven die processen met gevaarlijke chemicaliën beheersen. De dag biedt een programma met internationale sprekers te ervaren, waaronder Vanessa Sutherlands (Chemical Safety Board), Jim Conners (o.a. VP operations voor Celanese) en Gus Carroll (Board member van het Europese Process Safety Centre).

Juni

Schrijf nu in! 7 juni 2018 Innovatiekracht, Spijkenisse www.deltavisie2018.nl Deltavisie 2018: Het Nieuwe Produceren We staan aan de vooravond van de vierde industriële revolutie. De combinatie van slimme sensoren en enorme rekencapaciteit van computers zorgt ervoor dat we enorm veel data beschikbaar krijgen. Toch is deze ontwikkeling niet een doel op zich. Industry 4.0 is vooral een middel om processen duurzamer, efficiënter en veiliger te kunnen doen. Tijdens Deltavisie 2018 gaan we op zoek naar de kansen die vernieuwing biedt voor de procesindustrie, met sprekers als Ulco Vermeulen (Gasunie), Mark Haarman (Mainnovation) en Marcel Galjee (AkzoNobel). Ook vindt de bekendmaking van de Plant Manager of the Year 2018 plaats, en wordt de VOMI Safety eXperience Award uitgereikt. 14 juni 2018 LantarenVenster, Rotterdam www.co2conferentie.nl

30 mei Cursus- en vergadercentrum Domstad, Utrecht www.mastersofindustry.nl

Masters of Industry: Blockchain Digitalisering is steeds meer een onderscheidende factor voor organisaties in de industrie. Blockchain is een van de technologieën die ons daarbij verder kan helpen. Maar wat is het precies en is het een technologie die inderdaad voor een grote verandering kan zorgen? Welke problemen kunnen we ermee oplossen? Of is het een hype die vanzelf weer overvliegt? Tijdens deze Masters of Industry wordt u door Peter Nobels (Sogeti) en Wout Hofman (TNO) bijgepraat over de kansen en mogelijkheden van blockchain in diverse (industriële) werkvelden. Wat gaat ú in de toekomst doen met deze technologie? 30 mei Van der Valk Hotel, Dordrecht pscongres.nl

Process Safety Het doel van alweer het vierde landelijke Process Safety congres is het versterken van de process safety cultuur door kennis te delen en te netwerken. Deelnemers zijn

Nationale CO2 Conferentie 2018 De CO2-uitstoot in Nederland moet in 2030 met 49 procent zijn teruggedrongen ten opzichte van 1990. De plannen zijn ambitieus, hoe gaan we deze doelstelling halen? Op welke innovaties zal de industrie in moeten zetten en hoe gaat het verdienmodel er uit zien? O.l.v. Charles Groenhuijsen gaan we in gesprek met CEO’s & directeuren van o.a. Avantium, OCI Nitrogen, Photanol, ExxonMobil Chemical Holland, Topsector Chemie, BioMCN, DSM Nederland en meer. 20-21 juni 2018 Ramada Plaza, Antwerpen www.wplgroup.com

Biobased Coatings Conference 2018 The Biobased Coatings Conference 2018 will bring together experts from the coatings industry, policy makers, consultants, technology innovators and leading market analysts to discuss challenges and developments within the industry. The event gives an insight to the latest policy evaluations and will concentrate on updates and future forecasts on supply and demand of the key world markets.

PETROCHEM 5 - 2018 32

PET05 H Agenda.indd 32

08-05-18 17:01


PLANT MANAGER OF THE YEAR 2018

‘De basis is vertrouwen’ Het industriecomplex van Dow in Terneuzen maakt bouwstenen voor de chemische industrie. ‘Van grondstoffen als nafta, propaan en butaan maken wij onder andere etheen en propeen’, zegt Niels Smits. Hij is als production leader LHC Area verantwoordelijk voor drie etheenkrakers, drie aromatenfabrieken en twee butadieenfabrieken. Zijn manier van communiceren was een van de aanleidingen om te worden voorgedragen als kandidaat voor de verkiezing. ‘Ik vind het belangrijk om medewerkers ruimte en richting te bieden, zodat ze zich kunnen ontwikkelen. Als mensen de ruimte krijgen om te mogen doen wat ze kunnen, binnen een kader van spelregels, geeft dat ze energie. Natuurlijk zijn er ook wel eens momenten dat het moeilijk wordt of dat het misgaat. Juist dan moet er steun zijn, en dat ontbreekt er nog wel eens aan. Want ruimte bieden is makkelijk, maar hoe reageer je als het misloopt?’ Smits probeert er dan voor te zorgen dat alle betrokkenen ervan hebben geleerd en verder gaan. ‘Daar geloof ik heel sterk in, en dat probeer ik ook uit te dragen. Zodra mensen bang worden voor represailles, bang worden om fouten te maken, stagneert hun ontwikkeling. Juist de persoonlijke groei van mensen in de organisatie vervult mij met trots.’

Als mensen jarenlang een bepaalde mindset en routine hebben ontwikkeld, is het moeilijk die mindset naar een hoger niveau te tillen. Niels Smits, production leader bij Dow Terneuzen, heeft dit echter prima voor elkaar gekregen. Met zijn leiderschapsstijl weet hij op allerlei vlakken goede resultaten te bereiken. Smits is finalist in de verkiezing Plant Manager of the Year, waarvan de winnaar op 7 juni tijdens Deltavisie 2018 bekend wordt gemaakt.

FOTO: DOW

Liesbeth Schipper

Productierecords Het vertrouwen dat Smits in zijn medewerkers stelt, werpt zijn vruchten af, want de fabrieken die onder zijn verantwoordelijkheid vallen, boeken uitstekende resultaten. Zo hebben verschillende LHC-fabrieken mooie productierecords neergezet. Bovendien hebben de fabrieken momenteel de hoogste winstmarge van alle Europese fabrieken, zelfs hoger dan die van een aantal Amerikaanse.

Dit laatste is gelukt via het binnenhalen van een aantal strategisch belangrijke projecten en een uitstekende operationele discipline. ‘Ik geloof er heilig in dat mensen gaan meedenken als ze begrijpen waarom je iets wilt. En dat je bedreigingen kunt omzetten in kansen. Neem de veranderingen in de beschikbare grondstoffen voor de aromatenfabrieken. Door constructief na te denken, hebben we van die zwakte onze sterkte kunnen maken. Natuurlijk was het nog moeilijker om niet alleen mijn eigen medewerkers, maar ook een bredere groep in de organisatie te laten geloven in dit project. De basis was vertrouwen in elkaar dat iedereen zou gaan bewegen.’ Ambitieus plan Voor de toekomst ziet Smits nog een uitdaging in het realiseren van een nul-ongevallen-cultuur. ‘Ik wil dat iedereen aan het einde van de dag gezond naar huis gaat. En dat iedereen erin gelooft dat dit haalbaar is. Daarnaast wil ik de footprint van onze fabrieken verkleinen. We moeten een voorbeeld zijn in die transitie. We hebben bijvoorbeeld al veel bereikt op het gebied van water, maar gaan nu een stap verder met een plan om meer gebruik te maken van oppervlaktewater vanuit de regio. Ook werken we samen met de staalindustrie om hoogovengas te gaan gebruiken voor de productie van plastics. Het geeft energie om, met elkaar, technische oplossingen te vinden voor maatschappelijke problemen.’ Smits vindt dat de chemische industrie een belangrijke rol daarin moet spelen. ‘We moeten een doorsnede van de samenleving zijn, iedereen respecteren en erbij betrekken. Ik wil me dan ook sterk maken voor de chemische industrie als onderdeel van de samenleving en als cruciale hoeksteen van de economie.’ ■ PETROCHEM 5 - 2018 33

PET05 Q PMY Smits.indd 33

08-05-18 16:57


HERNIEUWBARE ENERGIE

Elektrificatie ondersteunt energietransitie Nu het eerste subsidieloze offshore windpark is aanbesteed, neemt het aanbod windenergie gestaag toe. Daarmee ontstaat een uitdaging voor de netbeheerder om de stroompieken bij harde wind op te vangen. Elektrificatie van de industriële energievraag kan hier een oplossing bieden. Emmtec test de inzet van een elektrisch verwarmingselement in een ontgasser en verkent daarmee ook de onbalansmarkt.

David van Baarle

In het Energieakkoord is afgesproken dat in 2023 vijf windparken moeten zijn gerealiseerd die, samen met de bestaande parken, een totaal vermogen hebben van circa 4,5 gigawatt. Op grond van het regeerakkoord moet daar tussen 2024 en 2030 voor nog eens zeven gigawatt aan windparken op zee bij komen. Ook in het Klimaatakkoord zal windenergie op zee een rol spelen, waar al stemmen opgaan om niet één maar twee of zelfs drie gigawatt per jaar te realiseren. De Nederlandse energiegrootverbruikers kunnen een belangrijke rol spelen in het succes van de windparken. De wind past zich immers niet aan de normale pieken aan van het elektriciteitsgebruik. Wanneer het hard waait en de energievraag laag is, is afschakelen van een windturbine tot nog toe de enige optie. Dit werkt negatief op de businesscase voor de turbines, die toeneemt met de bedrijfstijd. Elektrificatie van de industrie kan de nodige basisvraag creëren die nodig is om overtollige windenergie nuttig aan te wenden of op te slaan. Netbalancering De industrie heeft op zijn beurt een uitdaging voor het decarboniseren van het energieverbruik. De maatschappelijke opdracht om de CO2-uitstoot te beperken en uiteindelijk naar nul terug te brengen, vraagt om een significant ander energiesysteem. Elektrificatie is een van de oplossingen waar momenteel veel onderzoek naar wordt gedaan. Elektrochemie, elektrische warmteopwekking via boilers of warmtepompen en de productie van waterstof via elektrolyse kunnen allemaal hun bijdrage leveren aan verlaging van de industriële CO2-emissie. Enige uitdaging is dat er weinig ervaring is met elektrische hogetemperatuurwarmte. Daar wordt inmiddels hard aan

gewerkt, met als meest recente voorbeeld het proefproject dat op industrieterrein Emmtec wordt opgezet. Samen met TNO en ECN onderzoekt process engineer Eric Olde van Emmtec Services de mogelijkheden voor het gebruik van stroom in het stoomsysteem van het industriepark. ‘Emmtec is thuishaven voor onder andere Teijin Aramid, DSM, Bonar en andere industriële ondernemingen’, zegt Olde. ‘Emmtec Services levert de utilitiesvoorzieningen voor de fabrieken, zoals water, gas, stikstof, warmte, stroom en stoom. Wat betreft aardgasverbruik zitten we bij de top twintig van Nederland. Daarbij zit ook laagcalorisch gas en wij hebben, net als tweehonderd andere grootverbruikers van het Groningengas, een brief gekregen van minister Wiebes. De minister verzoekt bedrijven de komende vier jaar een alternatief te vinden voor dit gas. Een deel van de oplossing zou kunnen liggen in het elektrificeren van de warmtevraag. Nu hebben we een honderd megawatt gasaansluiting en een dertig megawatt elektriciteitsverbinding, dus helemaal één op één vervangen gaat niet. Maar we denken te kunnen bijdragen aan de netbalancering die nodig is bij het toenemend aandeel wind- en zonne-energie.’ Snel schakelen Om ervaring op te doen met elektriciteitsbalancering in het stoomsysteem is het de bedoeling dat industriële elektrowarmtespecialist Huikeshoven een elektrisch verwarmingselement installeert met een vermogen van tussen de één en drie megawatt in een van de ontgassers van Emmtec Services. Olde: ‘We hebben in totaal drie van deze ontgassers die zuurstof en stikstof uit het ketelwater verwijderen voordat we er stoom van maken. Normaal gesproken ontgassen

PETROCHEM 5 - 2018 34

PET05 U Emmtec.indd 34

08-05-18 17:08


FOTO: EMMTEC

we het water met stoom, maar nu gaan we kijken of het interessanter wordt om elektriciteit in te zetten. We kopen ons gas tegen een vaste gasprijs in en weten dus wat we normaal kwijt zijn aan de productie van stoom. In het algemeen is elektriciteit veel duurder dan gas, behalve als het elektriciteitssysteem het aanbod niet meer kwijt kan. Het gebeurt geregeld dat er zelfs elektriciteit op de onbalansmarkt tegen negatieve prijzen aangeboden wordt om het net in balans te houden. De onbalansprijzen kunnen gunstig zijn, maar we willen uiteraard weten hoe vaak de elektriciteitsprijs onder de gasprijs kruipt en hoe snel we kunnen schakelen tussen stoom en elektriciteit. Nu is het technische deel nog niet zo heel ingewikkeld. Maar met name de warmteverdeling van de elektrische verwarming in de ontgasser en het schakelen op de onbalansmarkt maakt het complex. Daarvoor werken we met de start-up Sympower dat volledig automatisch per kwartier kan inkopen op de onbalansmarkt. De ontgasser krijgt dan een seintje dat deze moet overschakelen op elektriciteit. Voor een ontgasser is de impact daarvan niet heel groot omdat

Olde: ‘Ik denk dat we uiteindelijk het meeste baat hebben bij hybride systemen.’ het water toch altijd al warm is. Ook de risico’s op uitval van de complete installatie zijn niet heel groot, omdat we nog eens twee ontgassers hebben die redundantie in het systeem bieden.’ Flexcapaciteit Olde: ‘Uiteindelijk levert de inzet van deze elektriciteit wel een CO2-besparing op, omdat op dat moment geen stoom meer nodig is die met aardgas is geproduceerd. Maar vergeleken met het totale energieverbruik van Emmtec is dit uiteraard maar een schijntje. Het gaat ons veel meer om de resultaten van de proef, waarmee we voorsorteren op een elektrische toekomst. Wanneer de proef succesvol is, kunnen we als eerste de andere twee ontgassers op deze manier bedrijven. Dat succes is mede afhankelijk van het aantal draaiuren van de elektrische installatie. Als deze minder dan duizend uren kan worden ingezet, is het voor ons niet interessant. De investering

in een elektrische installatie moet in ieder geval worden terugverdiend, hoewel we uiteraard ook wel naar het ecologisch rendement kijken. Elektrificatie kan een bijdrage leveren aan de decarbonisatie van de industrie, maar we staan pas aan het begin van een ontwikkeling. We zullen eerst moeten ervaren hoe de elektriciteitsmarkt reageert op extra flexmogelijkheden en of en hoe we kunnen profiteren van de onbalansmarkt en korte termijn elektriciteitsmarkten. We zullen nog maar een klein percentage warmte produceren via elektriciteit en dan nog via een eenvoudig elektrisch verwarmingselement. Die is alleen rendabel bij zeer lage elektriciteitsprijzen.’ Een elektrische warmtepomp is veel efficiënter en kan daardoor ook bij iets hogere elektriciteitsprijzen nog renderen. Olde: ‘Maar dan moeten we investeren in een full scale installatie met een behoorlijke kapitaalsinvestering. Voordat we die stap nemen, willen we eerst ervaPETROCHEM 5 - 2018 35

PET05 U Emmtec.indd 35

08-05-18 17:08


Polytechnisch Zakboek Uw encyclopedie op het gebied van technische informatie

Nu 20% korting!

Het Polytechnisch Zakboek is al lang geen zakboek meer. In dit boek vindt u technische informatie uit uiteenlopende vakgebieden in de vorm van definities, formules, tabellen en tekeningen. Uw voordelen: • Onmisbaar vanwege de verplichte Eurocode systematiek. • Alle naslaginformatie van diverse technische vakken gebundeld in één boek. • Praktische korte en bondige teksten afgestemd op de dagelijkse praktijk. • De tabellen zijn duidelijk leesbaar door groter formaat boek. • Inhoud is betrouwbaar, onafhankelijk en compleet. Ook voor de Vlaamse markt! Redactie: F. van Herwijnen, G. de Roeck, G.A. Schwippert, P.H.H. Leijendeckers en Y. Verbakel Prijs: € 147,20 i.p.v. € 184,–. Geldig tot en met 30 juni 2018. Prijs exclusief btw. Ga voor meer informatie en uw bestelling naar www.vakmedianetshop.nl/PTZB

PET05 Advertenties.indd 36

08-05-18 16:41


Verbruikstarief Lennart van der Burg is vanuit TNO betrokken bij het onderzoeksproject dat onder de vlag van Voltachem wordt uitgevoerd. Het innovatieprogramma richt zich op drie gebieden: power-to-heat, power-to-hydrogen en power-to-chemicals. Van der Burg: ‘Power-to-heat wordt in veel rapporten bestempeld als potentiële oplossing voor duurzame industriële hogetemperatuurwarmte. Inmiddels zijn er dan ook industriële e-boilers van de plank te bestellen, alleen gebeurt dit nog niet in grote getale. De gasprijs is nog steeds vele malen lager dan die van elektriciteit. Om echt slagen te maken, zou die ratio moeten veranderen. Een deel van de oplossing zit in aanpassing van de transporttarieven. Die tarieven zijn nu nog gebaseerd op een capaciteitstarief, de maximaal afgenomen capaciteit in kilowatts op enig moment in een maand. Dit zou gebaseerd moeten zijn op een verbruikstarief. Westland Infra heeft een eenvoudige oplossing bedacht voor de WKK’s van tuinders met een soort stoplichtmodel. Op het moment dat er voldoende capaciteit is in het elektriciteitsnet gaat het stoplicht op groen en

FOTO: AD MESKENS

ring opdoen op kleine schaal. Er zijn nog vele vragen rondom de inzet van elektriciteit voor de productie van hogetemperatuurwarmte die we moeten beantwoorden, voordat de industrie kan overstappen. Hoe zit het bijvoorbeeld met de capaciteitsvergoeding van het stroomnet? We betalen nu een aansluitvergoeding, waarmee we dertig tot 32 megawatt kunnen intrekken. Wanneer het volledige vermogen wordt ingetrokken, is dit een zeer substantiële kostenpost. Als we echter stroompieken gaan opvangen, gaan we sporadisch veel vermogen intrekken. De vraag is wie hier meer van profiteert: de netbeheerder of de gebruiker. Dat roept dan ook de vraag op of dit capaciteitsvergoedingensysteem niet remmend werkt op het elektrificatieproces.’ Olde denkt overigens voorlopig nog geen afscheid te nemen van zijn gasnetwerk. ‘Ik denk dat we uiteindelijk het meeste baat hebben bij hybride systemen waar we zowel elektriciteit als gas kunnen inzetten. Dat gas kan uiteraard ook waterstof of biogas zijn. Het uitgangspunt is een zo laag mogelijke CO2-uitstoot tegen zo laag mogelijke kosten.’

kunnen gebruikers tijdelijk meer kilowatts binnenhalen. Dit is nu een tijdelijke oplossing. Meer vergelijkbare experimenten in de praktijk zijn nodig om uiteindelijk tot een structurele oplossing te komen wat voor meer zekerheid dient te zorgen en dus investering in (flexibele) elektrische verwarming.’ Hybride Het verwachte marktpotentieel voor power-to-heat bedraagt 1.500 megawatt op de middellange termijn. Op korte termijn, dat wil zeggen binnen drie jaar, is volledige elektrificatie volgens TNO onhaalbaar. De oplossing waar het consortium onder aanvoering van TNO aan werkt, bestaat uit een hybride systeem waarin slim is te schakelen tussen de bestaande gasinstallatie en duurzame bronnen. Het systeem bouwt voort op de jarenlange Demand Response ervaring van TNO, waaronder de PowerMatcher technologie, die het mogelijk maakt meer duurzame energie in het elektriciteitsnetwerk op te nemen. Van der Burg: ‘Hoe hoger de elektriciteitsvraag, hoe beter windparken zullen renderen. Op enig moment zullen de turbines op land en op de Noordzee meer produceren dan de huidige basis elektriciteitsvraag van nu dertien gigawatt. Daarvoor zou niet alleen de basislast omhoog moeten, maar ook de flexibiliteitsopties. TenneT heeft al aangekondigd dat het de markt zijn werk wil laten doen. In de praktijk zal

dit betekenen dat exploitanten hun turbines stil zetten bij overproductie. Dat is vanuit maatschappelijk oogpunt natuurlijk zonde, omdat de operationele kosten van een winturbine navenant nul zijn. Hybride systemen kunnen hier een tussenoplossing bieden. Door een elektroboiler te plaatsen naast een gasboiler, kunnen bedrijven kiezen voor de goedkoopste voeding voor hun ketelwater.’ De komende drie jaar kijken de onderzoekspartners naar de valuecase van hybride systemen. ‘Uiteindelijk is het de bedoeling dat de bedrijven zoveel mogelijk de lage onbalansprijzen pakken en zo tegen dezelfde of lagere kosten hun CO2-uitstoot beperken’, zegt Van der Burg. ‘De valuecase valt of staat dan ook met name bij de frequentie van die prijzen. Het lastige daarbij is dat bij een toenemende flexcapaciteit, er minder onbalans in het netwerk zal optreden waardoor de businesscase minder interessant wordt. We zoeken dus constant naar een optimum tussen de capaciteit van intermitterende energieproducenten, zoals windparken, en flexvermogen bij energiegrootverbruikers. De prognoses voor wind op zee zijn in ieder geval zodanig dat we de komende jaren meer fluctuaties in het aanbod verwachten en ook de interconnectiviteit met het buitenland zal verdubbelen. Die extra verbindingen kunnen ervoor zorgen dat energiepieken meer uitvlakken, maar kunnen ook tijdelijk grote stroompieken geven.’ ■ PETROCHEM 5 - 2018 37

PET05 U Emmtec.indd 37

08-05-18 17:08


ENERGIETRANSITIE

‘Innovatie cruciaal voor energietransitie’ Inzetten op de energietransitie lijkt nog nooit zo belangrijk geweest. Nederland staat in Europa nog altijd onderaan als het gaat om de productie van duurzame energie. Ook heeft ons land de hoogste CO2-emissie per inwoner, een situatie die op termijn geld zal kosten. Inmiddels is duidelijk dat een grote rol is weggelegd voor de olie-en gasindustrie. Binnen deze sector zullen systemen de komende jaren compleet moeten worden omgegooid. Iets waar het bedrijfsleven, en ook de overheid, tot voor kort weinig oog voor had. Maar een kanteling is zichtbaar.

Lotte Burger

Begin dit jaar riep de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) wereldwijd bedrijven op om ideeën aan te dragen die een oplossing bieden voor grootschalige duurzame energieopslag. Volgens de NAM is duurzame energieopslag een van de belangrijkste thema’s rondom het transitievraagstuk. Het bedrijf realiseert zich inmiddels maar al te goed dat het nu moet inzetten op verandering, wil het nog relevant zijn in de toekomst. Zodoende besloot de NAM afgelopen jaar haar zeventigste verjaardag in dienst te stellen van de Nederlandse energietransitie met onder andere de zogeheten ‘NAM70 Challenge’. Uiteindelijk werden voor de challenge maar liefst 45 ideeën aangedragen door zogenoemde scale-ups (of groeibedrijven) uit onder andere Australië, Singapore, Noorwegen en Zuid-Afrika. ‘Dat geeft eigenlijk al aan dat dit thema niet alleen in ons land een grote rol speelt, maar dat wereldwijd wordt gekeken naar oplossingen’, vertelt Paul Kieft, new energy opportunity manager binnen de NAM. ‘Je ziet dat de rol van de NAM verandert. We willen onze positie in de huidige energiemarkt gebruiken om de energietransitie te versnellen naar een duurzame toekomst. Daar willen we ver-

FINALISTEN NAM70 CHALLENGE •

Storelectric (Verenigd Koninkrijk) - ‘Compressed Air Energy Storage’. Hierbij wordt gewerkt met een systeem waarbij overtollige energie in de grond wordt opgeslagen door lucht samen te drukken. Op het moment dat er behoefte is aan energie, wordt een ventiel opengezet. Proton Ventures (Nederland) – ‘Ammonia Power to Liquid Storage’. Bij deze techniek wordt duurzame stroom omgezet naar ammoniak die vervolgens kan worden getransporteerd of opgeslagen. Eco-Tech Ceram (Frankrijk) - Thermal Energy Battery with Ceramic Cells. Bij dit idee wordt hergebruikt keramiek als opslagmiddel voor warmte gebruikt. Deze warmte is vervolgens transporteerbaar.

antwoord mee omgaan. Welke verschillende technieken hiervoor nodig zullen zijn, dat weten we nu nog niet. Maar we slaan nu wel dat pad in, en stellen onze middelen ter beschikking om die zoektocht samen met anderen te faciliteren’, aldus Kieft. Innovatie en toepasbaarheid Inmiddels heeft de jury drie finalisten geselecteerd die op 6 juni zullen strijden om de titel. Bij de selectieprocedure is volgens Kieft sterk gelet op innovatie en toepasbaarheid. ‘Je moet allereerst kijken naar wat voor impact het idee heeft op het Nederlandse energiesysteem, met name op grote schaal. Daarnaast is gekeken naar of het idee toepasbaar is op de faciliteiten die wij nu al ter beschikking hebben.’ Kieft geeft aan dat hergebruik van bestaande middelen essentieel is voor de versnelling van de energietransitie. ‘Nederland ligt vol met een gigantisch gasnetwerk. En dat willen we graag hergebruiken. De vraag voor deze challenge is alleen hoe we dat gaan doen.’ De drie finalisten maken in hun plannen deels gebruik van bestaande technieken. Daar zit volgens Kieft dan ook de grote uitdaging van deze challenge. ‘Het zijn inderdaad technieken die al bekend zijn, alleen hoe je de puzzel legt, maakt of het wel of niet winstgevend en werkbaar is. Je kijkt samen naar de uitvoerbaarheid, waarbij we ook onze eigen rol in het achterhoofd houden.’ Uiteindelijk is het de bedoeling dat de winnaar samen met de NAM een pilot opzet waarin het idee verder wordt uitgewerkt. Deze procedure zal direct na de bekendmaking op 6 juni van start gaan. Kieft kijkt nu al uit naar het samenwerkingsverband dat hieruit zal voortkomen. ‘Alleen met samenwerking gaan we er komen, waarbij een ieder over zijn of

PETROCHEM 5 - 2018 38

PET05 V NAM-chellange.indd 38

08-05-18 17:09


haar eigen belangen heen moet durven kijken. We moeten buiten de gebaande paden treden en durven onderzoeken.’ Realiseerbaar Iemand die alle ontwikkelingen op het gebied van de Nederlandse energietransitie nauwlettend in de gaten houdt, is André Faaij. Als universiteitshoogleraar energiesysteemanalyse aan de Rijksuniversiteit Groningen en wetenschappelijk directeur van de New Energy Coalition kent hij als geen ander de gevaren die een verdere temperatuurstijging van de aarde met zich meebrengt. Hij is dan ook blij dat bedrijven als de NAM, maar ook de overheid, steeds vaker concrete stappen zet om een belangrijk doel te behalen: de uitstoot van broeikasgassen reduceren tot nul in 2050. Hoewel we volgens Faaij slechts aan het begin staan van onze energietransitie, is hij van mening dat het hoofdonderdelen die nodig zijn voor die veranderingen, zijn de afgelopen jaren in hoog tempo goedkoper geworden. ‘Kijk alleen al naar de wind- en zonne-energietechnologieën.’ Een cruciale voorwaarde is volgens Faaij dat bedrijven en overheden zich moeten focussen op innovatie. Als technieken kunnen doorontwikkelen, worden ze uiteindelijk goedkoper. Iets wat je bijvoorbeeld nu al terugziet bij offshore-windenergie. Dit kan volgens de hoogleraar ook worden gerealiseerd op andere terreinen, tot een niveau dat de nieuwe, schone opties zelfs goedkoper worden dan het fossiel alternatief. ‘Het is daarbij belangrijk dat we de druk wegnemen bij de olie-, gas- en kolenmarkt. Als je onze mondiale groei blijft dekken met krimpende reserves, dan gaan de kosten omhoog. Eigenlijk is het zo dat hoe langer we wachten, des te duurder de energietransitie wordt. Als we snel handelen hebben we op de middellange termijn een goedkopere energievoorziening, dan dat we stil blijven zitten en de vergaande klimaatverandering realiteit maken.’ Slimheid is geleidelijkheid Naast het doorontwikkelen van technieken, denkt de hoogleraar dat ook goede coördinatie van de transitie een belangrijke factor is die bepaalt hoe duur of goedkoop de energietransitie uiteindelijk wordt. ‘Je moet niet als een kip zonder kop zeggen: ‘Morgen sluiten

Kieft: ‘Zonder samenwerking en zonder over elkaars belangen heen te kijken, gaan we er niet komen.’ we alle kerncentrales en gaan we alles op zonne-energie doen’. Dat zijn nogal eens kreten die je tegenkomt in het publieke debat. Maar dat zijn duidelijk niet de slimme oplossingen. De kern van slimheid zit hem juist in geleidelijkheid, waarbij wordt gekeken naar wat je wanneer en waar doet tegen de laagste kosten. Een onderdeel daarvan is bijvoorbeeld het gebruikmaken van de bestaande infrastructuur, zoals het gasnetwerk in Nederland.’ Al met al vraagt de energietransitie om een goede planning. Faaij vergelijkt de energietransitie niet voor niets met een puzzel. Maar dat moet men er niet van weerhouden nu echt iets te gaan doen. ‘We praten op dit moment in Nederland over zes procent duurzame energie binnen onze energievoorziening. En dat is in de markt gezet met subsidies en doelen voor hier wat zon, daar wat wind, en daar wat biomassa. Maar het gaat uiteindelijk over een complete verandering van de elektriciteitsvoorziening. Je moet niet alleen inzetten op meer volume, je

moet ook de rest van het park flexibeler inzetten. Er moet worden geïnvesteerd in netten, opslag en/of waterstofcapaciteit. Dus dat wordt een gehele systeemverandering.’ Dat geldt volgens Faaij ook voor de industrie. ‘In de industrie zijn goede dingen gedaan met warmtekrachtkoppeling en besparing. Maar ook de industrie moet inzetten op compleet nieuwe processen en energiedragers, zoals waterstof, CO2-afvang en biomassa. Vooral in de petrochemische industrie valt veel winst te behalen, aangezien dit de industrie is met het hoogste energieverbruik en CO2-uitstoot.’ Nú aansluiten bij de kopgroep landen en bedrijven die inzetten op duurzaamheid is essentieel voor Nederland, denkt Faaij. Zo profiteert ons land mee met de toenemende marktvraag, waarbij ook nieuwe, duurzame banen en economische groei tot stand komen. ‘We moeten nu meters maken, alleen zo kunnen we de doelen uit het klimaatakkoord bereiken en tegelijk groene welvaart creëren.’ ■ PETROCHEM 5 - 2018 39

PET05 V NAM-chellange.indd 39

08-05-18 17:09


‘MET INHOUD MAKEN WE VERSCHIL’ U kent ons wel van de platforms Petrochem, iMaintain of Het Nieuwe Produceren. De kwaliteit van onze informatie en sterke onderlinge relaties hebben daarbij steeds onze prioriteit. Met diezelfde inzet verzorgen we ook inhoudelijke producties

Inspirerende samenwerking VOMI organiseert jaarlijks haar Safety Day. De branchevereniging van dienstverlenende ondernemers in de procesindustrie vroeg ons te helpen bij de logistieke organisatie en het modereren van het evenement. Een uitdagende coproductie die wij met vertrouwen zijn aangegaan. Dankzij onze ruime ervaring in de organisatie van evenementen weten we precies wat nodig is om de dag op rolletjes te laten verlopen. En we kunnen ook het inhoudelijke programma vanaf het podium regisseren. Met kennis van de markt en enthousiasme kunnen we een goede inhoudelijke sfeer neerzetten. Bovendien bewaken we ook op die manier de structuur van de dag. Zo werd het een inspirerende samenwerking met VOMI.

voor onze klanten. Denk bijvoorbeeld aan bedrijfsmagazines, filmproducties, whitepapers, projectreportages, de organisatie van congressen en strategisch advies. Met combinaties daarvan kunnen we complete content-campagnes opbouwen.

‘De inzet van het team - de werkzaamheden van Catelijne tijdens de voorbereiding en het dagvoorzitterschap van Laura - hebben bijgedragen aan een geslaagde VOMI Safety Day 2018.’ Yorick Lieffering projectmanager bij VOMI

Ook samenwerken met Industrielinqs? Neem dan contact op met

Laura van der Linde dagvoorzitter

Janet Robben:

Of kijk op onze website:

Catelijne Klaver

janet@industrielinqs.nl

www.industrielinqs.nl

congrescoördinator

020-3122085

www.industrielinqs.nl Advertentiepagina VOMI.indd PET05 Advertenties.indd 40 1

30-04-18 08-05-18 11:16 16:41


PLANT MANAGER OF THE YEAR 2018

‘We hebben alles beter onder controle dan ooit’ In 2015 kocht investeringsmaatschappij CVC Capital Partners 65 procent van de acrylonitril-tak van DSM. DSM heeft nog steeds 35 procent van de aandelen in handen, maar het nieuwe bedrijf Anqore opereert als een volledig zelfstandig bedrijf, met twee fabrieken op Chemelot in Geleen. Vanwege zijn senioriteit werd Rob Reinartz gevraagd om chief operating officer te worden van Anqore. Van deze stap heeft hij geen moment spijt gehad. ‘Hoewel ik een geweldige tijd bij DSM heb gehad, zijn dit toch wel de mooiste jaren van mijn carrière’, stelt Reinartz gedecideerd. ‘Vooral het ondernemerschap stimuleert enorm. We mogen ons overal mee bemoeien. In een groot bedrijf wordt een klein onderdeel al gauw onzichtbaar, maar bij Anqore werd acrylonitril meteen corebusiness. Dat merk je aan alles. We groeien momenteel enorm. Vorig jaar al, ondanks verschillende stops. Momenteel is de technische beschikbaarheid van onze fabrieken 99,7 procent. En we scoren heel goed op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. We hebben alles gewoon beter onder controle dan ooit.’

In 2015 begon Rob Reinartz als chief operating officer (COO) bij Anqore, een afsplitsing van DSM. Omdat deze afsplitsing veel onzekerheid met zich meebracht, stak Reinartz veel aandacht in zijn medewerkers. ‘Inmiddels is er enorm veel vertrouwen in het hele team.’ Reinartz is finalist in de verkiezing Plant Manager of the Year, waarvan de winnaar op 7 juni tijdens Deltavisie 2018 bekend wordt gemaakt.

FOTO: WIM RAAIJEN

Wim Raaijen/Liesbeth Schipper

Vertrouwen Dat heeft volgens Reinartz zeker te maken met de trots van iedereen die bij Anqore werkt. Natuurlijk zit de conjunctuur nu ook mee, maar daaraan ligt het niet alleen dat de winst van Anqore nu al in de lift zit. ‘In het eerste volle jaar bij CVC daalde de Ebitda behoorlijk’, stelt Reinartz, die al helemaal als een ondernemer spreekt. ‘Maar vorig jaar zaten we al boven het oorspronkelijke niveau en dit jaar verwachten we een verdere stijging. De markt is gunstig, maar als we niet in staat waren geweest om de productie te laten groeien, hadden we daar weinig aan gehad.’

Aandacht voor de mens is heel belangrijk bij het huidige succes. ‘Vorig jaar hebben we veel aandacht gegeven aan de caoonderhandelingen. We hebben 28 sessies erover belegd en begonnen met veel wantrouwen. Niet gek, want zo’n overname brengt veel onzekerheid met zich mee. Maar gaandeweg groeide het vertrouwen. We hebben veranderingen in het beloningssysteem doorgevoerd, maar ook voor iedere werknemer doorgerekend wat het in diens specifieke situatie betekende. En we zijn met alle 145 medewerkers afzonderlijk aan tafel gaan zitten om het te bespreken. Inmiddels is er enorm veel vertrouwen in het hele team.’ Nieuw bloed Reinartz is nog trotser op de prestaties van de afgelopen jaren, als hij bedenkt dat de helft van de mensen ouder dan 54 is. ‘Geweldig dat we met een relatief oud team zoveel stappen voorwaarts hebben kunnen zetten.’ De vergrijzing van het personeel levert meteen een aardige uitdaging op. Reinartz: ‘Anqore heeft de komende tien jaar vijftig nieuwe operators nodig.’ Dat biedt ook de mogelijkheid om nieuw bloed binnen te halen, want hij verwacht niet dat mensen eenop-een zullen worden vervangen. ‘Digitalisering en industry 4.0 gaan ervoor zorgen dat onze fabrieken misschien nog wel dertig tot veertig jaar mee gaan, maar ze zullen op een heel andere manier worden bestuurd.’ Reinartz gaat deze ontwikkelingen niet van dichtbij meemaken. Volgend jaar, na de geplande turnaround in het voorjaar, wil hij stoppen als COO. ‘Tot die tijd wil ik mij sterk maken voor het langjarig behouden van onze license to operate door een goede training en coaching van mijn opvolger en het uitvoeren van een ongevalvrije turnaround.’ ■ PETROCHEM 5 - 2018 41

PET05 E PMY Reinartz.indd 41

08-05-18 16:58


BIOCHEMIE

Cellulose-ethanol maakt moeizame start in VS In 2014 en 2015 gingen midden in de eindeloze maisvelden van het Amerikaanse middenwesten drie installaties van start voor de biochemische productie van cellulose-ethanol uit landbouwafval. Begin 2018 opereert alleen nog Project Liberty van POETDSM en nog niet eens op volle toeren.

Teake Zuidema

De inwoners van het stadje Nevada maken zich zorgen over een half miljoen balen maisafval die in en rondom dit stadje in de Amerikaanse staat Iowa liggen opgeslagen. Ze weten in dit agrarische gebied dondersgoed hoe gemakkelijk die samengeperste hulzen, bladen en stengels in de fik vliegen. Het maisafval rondom Nevada is eigendom van DuPont. Dit bedrijf opende daar in 2015 een experimentele fabriek die, eenmaal op volle toeren, jaarlijks 110 miljoen liter cellulose-ethanol zou produceren uit maisafval. Dat was een mooie opsteker voor de stad. De fabriek, die 185 miljoen euro kostte, zou werk bieden aan negentig mensen en zou bovendien maisafval van lokale boeren opkopen die op dat moment kampten met lage prijzen voor al hun producten. Problematische opstart Het viel allemaal zwaar tegen. In augustus 2017 fuseerden DuPont en Dow. De nieuwe combinatie kondigde nog geen maand later aan dat de fabriek in Nevada niet langer paste in de bedrijfsstrategie. De productie werd gestaakt. In het eerste kwartaal van 2018 zoekt DowDupont nog steeds naar een koper voor de fabriek inclusief de balen maisafval. Het stadje kan fluiten naar de investeringen die het deed om de fabriek te lokken. Ook in Hugoton, Kansas ging het mis. Daar sloot in 2016 een experimentele cellulose-ethanol fabriek de poorten na het faillissement van de Spaanse eigenaar Abengoa. De installatie, die in theorie 95 miljoen cellulose-ethanol per jaar kan maken uit landbouwafval, werd voor 40 miljoen euro verkocht aan het Amerikaanse bedrijf Synata Bio. Begin 2018 staat de installatie, die naar verluidt 500 miljoen dollar heeft gekost, nog steeds op non-actief.

De fusie en het faillissement speelden zeker een rol bij het sluiten van de fabrieken in Iowa en Kansas. Het is echter duidelijk dat het opstarten van beide installaties problematischer was dan werd verwacht. Vooral het verzamelen, schoonmaken en voorbewerken van het afval, zorgden voor moeilijkheden. Kostenplaatje Het besluit om de fabriek in Nevada te sluiten, werd mede ingegeven door de slechte economische vooruitzichten. Een mandaat van de EPA, het Amerikaanse ministerie van milieu, verplichtte de Amerikaanse brandstofproducenten in 2015 nog om 6,6 miljard liter celluloseethanol door de benzine te mengen. De EPA realiseerde zich hoe bizar dit was omdat in dat jaar in de VS niet meer dan 8,3 miljoen liter cellulose-ethanol werd geproduceerd. Het mandaat werd daarom drastisch verlaagd en dat haalde veel optimisme uit de markt. De productie van cellulose-ethanol veroorzaakt per liter ongeveer de helft minder broeikasgassen dan conventionele ethanol uit mais. Het is echter duidelijk dat cellulose-ethanol uit landbouwafval zonder mandaten, quota’s of subsidies niet kan concurreren met ethanol uit maiskorrels of suikerriet. Die ethanol is ongeveer net zo duur als benzine. Maar de kosten om via biologische weg – met behulp van enzymen en gisten – ethanol te winnen uit maisafval, zijn veel hoger, ongeveer zeven euro per liter. Project Liberty Hoe gaat het dan met Project Liberty, de cellulose-ethanol fabriek in Emmetsburg, Iowa die in september 2014 met veel fanfare door Koning Willem Alexander is geopend? Welnu, deze joint-venture van Amerikaanse ethanol-

PETROCHEM 5 - 2018 42

PET05 W Bio-ethanol.indd 42

08-05-18 17:12


Goede demonstratie Merrit wil niet zeggen hoe lang het nog zal duren voor de fabriek op volle toeren draait. Hij is wel optimistisch en wijst er op dat de joint-venture inmiddels begonnen is met de bouw van een installatie waarin de door DSM ontwikkelde enzymen worden geproduceerd. ‘Het is voordeliger om die enzymen ter plekke te maken. Je hoeft geen stabilisatoren en andere chemicaliën te gebruiken die wel nodig zijn wanneer je enzymen over grote afstand moet transporteren.’ Project Liberty is een demonstratieproject. De joint-venture POET-DSM wil laten zien hoe de technologie werkt en deze vervolgens in licentie aanbieden aan kopers in en buiten de Verenigde Staten. Merritt: ‘We hebben wel gesprekken met potentiële klanten, maar we zijn nog niet klaar voor een grote verkooppush. We willen er zeker van zijn dat de installatie in Iowa zodanig opereert dat het een goede demonstratie is van de technologie.’ De toekomst van ethanol Ethanol heeft de wind niet mee in Amerika. De landbouwlobby die het bij-

FOTO: POET-DSM

producent POET en het Nederlandse DSM Advanced Biofuels produceert begin 2018 inderdaad cellulose-ethanol uit maisafval. Het bedrijf zit echter nog lang niet op de voorspelde productie van 75 miljoen liter per jaar. ‘We draaien inderdaad nog niet op volle toeren,’ zegt Matt Merritt, woordvoerder van POET-DSM. ‘We hebben in het laatste anderhalf jaar wel een enorme vooruitgang geboekt.’ Ook Project Liberty had grote problemen aan het ‘front-end’, de verschillende stappen waarbij het maisafval uit de balen wordt verwijderd, schoongemaakt, in stukken gescheurd en geweekt voor het aangepakt kan worden door de enzymen die de cellulose afbreken tot suikers en de gisten die de suikers omzetten in ethanol. De voorbehandeling die ontworpen was door Australisch ingenieursbureau Andritz bleek niet in staat de dikke slurrie van maisafval effectief naar de enzymen te sluizen. Daarom besloot de bedrijfsleiding reeds in 2016 dit deel van de installatie over te doen en deed ditmaal het ontwerpen zelf. Merritt: ‘Alles loopt nu veel beter.’ POET-DSM eist inmiddels een forse schadevergoeding van Andritz.

Merrit: ‘We hebben in het laatste anderhalf jaar een enorme vooruitgang geboekt. mengen van ethanol uit mais jarenlang propageerde als goed voor de boeren, de werkgelegenheid, het klimaat en goed om Amerika onafhankelijk te maken van olie-importen, heeft aan kracht ingeboet. Het bijvoegen van ethanol en celluloseethanol aan de benzine, ligt onder vuur nu Scott Pruit de baas is van de EPA. Deze Pruit is een grote vriend van president Trump en ook van de oliemaatschappijen die een gruwelijke hekel hebben aan het bijvoegen van wat voor ethanol dan ook in hun benzine. Dankzij de grootschalige toepassing van het fracken – het injecteren van vloeistoffen om schaliegesteenten te laten scheuren – is Amerika ‘s werelds grootste producent van aardgas en aardolie geworden. Het argument dat ethanol nodig is om het land onafhankelijk te maken van energie-importen snijdt daarom geen hout meer. Verder is inmiddels duidelijk dat het vervangen van benzine door ethanol uit maiskorrels aanzienlijk minder voordelen heeft voor klimaatsverandering dan werd aangenomen. In de nieuwe Amerikaanse energiewerkelijkheid dreigt de productie van ethanol uit maiskorrels in het verdomhoekje te raken. Democraat Peter Welch noemt het verplicht bijvoegen van ethanol uit

mais ‘een grote flop voor het milieu en de voedselprijzen’. Hij heeft een wetsvoorstel ingediend om met ingang van 2023 het bijmengen van deze ethanol aan de benzine af te schaffen. Hij wil echter wel het mandaat voor celluloseethanol handhaven. Hoge doelen Volgens het EPA-mandaat zullen de Amerikaanse raffinaderijen in 2018 ongeveer een miljard liter celluloseethanol moeten bijvoegen aan de benzine. Het leeuwendeel zal komen van fabrieken die niet via een biochemisch, maar via een thermo-chemisch proces cellulose-ethanol maken uit landbouwafval. De producenten hopen dat de vraag zal stijgen wanneer individuele staten wettelijk quota’s vaststellen voor het gebruik van niet-fossiele brandstoffen. Merrit zegt dat Project Liberty momenteel geen probleem heeft klanten te vinden voor de cellulose-ethanol die het produceert. Hij wil niet zeggen of ze ook per liter meer betalen dan voor conventionele ethanol. Hij is wel optimistisch: ‘Over twintig jaar hebben we overal in Amerika fabrieken die cellulose-ethanol maken, en dan zullen we blij zijn dat we zulke hoge doelen hebben gesteld.’ ■ PETROCHEM 5 - 2018 43

PET05 W Bio-ethanol.indd 43

08-05-18 17:12


MINI-FABRIEK OP ZONLICHT DIE OOK WERKT BIJ BEWOLKING Zonlicht gebruiken voor een duurzame en goedkope productie van bijvoorbeeld medicijnen. In 2016 lieten chemici van de TU Eindhoven zien dat het mogelijk is. Ze presenteerden destijds een eigen ontworpen mini-fabriek in de vorm van een blad. Nu komen de onderzoekers met een verbeterde versie, waarbij hun mini-fabriek nu ook in staat is de energieproductie op hetzelfde niveau te houden, ongeacht de variatie in zonlicht door bewolking of tijdstip van de dag. Door de aanpassingen in het model is het gemiddelde rendement van de mini-fabriek met ongeveer twintig procent toegenomen. Dit wordt mede veroorzaakt door een slim feedbacksysteem dat de productie automatisch langzamer of sneller maakt, een aanpassing die nog geen vijftig euro kost. Daarmee nemen de onderzoekers een grote praktische barrière weg voor groene reactoren die puur op zonlicht werken. De onderzoekers, onder leiding van de Eindhovense chemicus Timothy Noël, gooiden anderhalf jaar geleden hoge ogen met hun ‘kunstmatige blad’. Zij slaagden er als eerste in om chemische reacties mogelijk te maken aan de hand van zonlicht, een mogelijkheid waar chemici al jaren van dromen. De doorbraak werd mede mogelijk doordat de onderzoekers gebruik maakten van relatief nieuwe materialen die een specifiek deel van het zonlicht in hun binnenste opsluiten. Een tweede vondst was om in deze materialen zeer dunne kanaaltjes aan te brengen waar vloeistoffen doorheen kunnen worden gepompt. Op die manier worden de vloeistoffen aan voldoende zonlicht blootgesteld zodat chemische reacties kunnen plaatsvinden. Aan de uiteindes van de kanaaltjes stromen de eindproducties vervolgens naar buiten.

iTANKS-LEDEN Petrochem Platform

DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR

FOTO: UNIVERSITEIT TWENTE

Iv-Industrie

FOTO: TUE/BART VAN OBERBEEKE

INNOVATIE

NIEUWE WATERSTOFAUTO UNIVERSITEIT TWENTE IS SNELLER EN ZUINIGER Het studententeam ‘Green Team Twente’ van de Universiteit Twente onthulde eind april zijn nieuwe waterstofauto, de ‘Aurora One’ genaamd. Met deze waterstofauto van de toekomst strijdt het team in juli op wereldniveau om de titel ‘Meest zuinige en snelle stadsauto’. Het team, bestaande uit 22 studenten, is in september vorig jaar begonnen met het ontwerpen, bouwen en testen van de stadsauto van de toekomst. In tegenstelling tot voorgaande jaren is de waterstofauto van Green Team Twente niet rood, maar groen. Met de nieuwe kleur en een volledig nieuw aerodynamisch ontwerp onderstreept het team een nieuwe identiteit. Naast de uiterlijke veranderingen is er ook inwendig veel doorontwikkeld. Dit zorgt ervoor dat de Aurora One 10 km/u sneller is dan voorheen en een afstand van maar liefst 1.000 kilometer op slechts 1 liter brandstof af kan leggen. Begin juli reist het team af naar Londen voor hun deelname aan de Shell Eco-Marathon: de grootste zuinigheidsrace ter wereld. Tijdens de Drivers’ World Championship wil het team bewijzen dat hun auto niet alleen zuinig is, maar ook echt kan racen. Zo willen de studenten laten zien dat de Aurora One dé stadsauto van de toekomst is.

PETROCHEM 5 - 2018 44

PET05 G innovatie.indd 44

08-05-18 16:59


‘STARTMOTOR VAN HET NOORDEN’ IN GEBRUIK GENOMEN Vorige maand is in de Eemshaven de herstelvoorziening bij black-outs in gebruik genomen. De faciliteit, die in opdracht van Tennet werd gebouwd, zorgt ervoor dat het hoogspanningsnet weer snel onder spanning komt na een eventuele black-out situatie waarbij Nederland tijdelijk geen elektriciteit heeft. Hoewel zo’n black-out situatie zeer onwaarschijnlijk is, moet Tennet conform Europese afspraken voorbereid zijn op een dergelijke situatie. De herstelvoorziening moet zo snel mogelijk na afroep door Tennet kunnen draaien, om vervolgens minimaal 24 uur beschikbaar te blijven. In een black-out situatie is een herstelvoorziening nodig om het net weer onder spanning te brengen. De elektriciteitscentrales in Nederland zullen opnieuw moeten worden opgestart. Hierbij zorgt een black-start generator voor elektriciteit om één van de eenheden van de Magnum-centrale op te starten, waarmee vervolgens weer andere centrales kunnen worden gestart. De black-start generator zwengelt zo als een ware startmotor de centrale weer aan en daarmee de rest van het elektriciteitsnet. Tennet heeft verdeeld over het noorden, midden en zuiden van Nederland drie soortgelijke faciliteiten.

iTANKS-LEDEN Petrochem Platform

FOTO: NUON

FOTO: TU DELFT

HAPTISCHE ONDERSTEUNING BIJ BESTURING ROBOTS Het aansturen van twee robots tegelijkertijd blijkt vaak een lastige opgave. Zodoende besloot Jeroen van Oosterhout onderzoek te doen naar een werkwijze waarmee deze handeling makkelijker is uit te voeren. En met resultaat. Met zijn systeem waarbij gebruik wordt gemaakt van een haptische ondersteuning promoveerde hij 1 mei aan de TU Delft. Normaal gesproken wordt onderhoud en reparatie direct met de hand uitgevoerd. Maar in sommige gevallen is dit niet mogelijk. Van Oosterhout: ‘Denk bijvoorbeeld aan situaties waarbij de plaats in kwestie diep in zee ligt of nucleair verontreinigd is. Dan gebruiken we telemanipulatie. Hierin bedient een operator een speciale masterrobot om een slave robot in de taakomgeving te bewegen. Maar de slave robot kan niet zomaar elk gewicht verplaatsen. Te zware onderdelen tillen we met een hijskraan, maar dit vereist voor nauwkeurig plaatsing nog steeds de slave robot. We hebben het dan over coöperatie met twee asymmetrische slaves.’ Op die manier kost het werken met deze twee systemen tot wel 23 keer langer dan direct met de hand. Dat moest beter, vond Van Oosterhout. Zodoende onderzocht hij de impact van interface-ontwerpkeuzes en haptische ondersteuning om de coördinatie tussen twee asymmetrische slaves te verbeteren en daarmee tijdwinst te boeken. De nieuwe haptic assistance blijkt de taakprestatie aanzienlijk te verbeteren, zowel bij twee coöpererende operators als bij één. ‘Opmerkelijk genoeg presteren twee operators zonder ondersteuning aanzienlijk beter dan één operator, maar verdwijnt dit verschil wanneer beide gevallen haptisch worden ondersteund. De haptische ondersteuning stelt één operator dus in staat om de asymmetrische interactieve subtaken net zo goed uit te voeren als de twee operators samen’, aldus Oosterhout.

DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR

PETROCHEM 5 - 2018 45

PET05 G innovatie.indd 45

08-05-18 16:59


Het Petrochem platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond de olie- en chemische industrie. Het Petrochem platform bereikt zijn doelgroep via het vakblad Petrochem, de website www.petrochem.nl, de nieuwsbrief, rondetafelbijeenkomsten, het jaarcongres Deltavisie en andere events.

PARTNERNIEUWS

PARTNERS VAN HET PETROCHEM PLATFORM

Offshore test- en demolocaties op kaart Maasvlakte 2 biedt ruimte voor testen demofaciliteiten voor offshore. De offshore wind is een groeiende industrie. Voor het ontwikkelen en testen van innovaties in deze branche is veel ruimte nodig. De kaart Offshore Innovatie Overzicht biedt een overzicht van deze locaties en is te downloaden via portofrotterdam.com. Het is een initiatief van de gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam, InnovationQuarter en TKI Wind op Zee.

Ruim 18 kilometer leidingnetwerk voor demiwater vervangen De leidingen van het aangelegde deminet in de Rotterdamse haven zijn van oorsprong uit de jaren zestig en zeventig. In 2015 is Evides Industriewater gestart met de uitvoering van het vervangingsprogramma. Uit een assessment op het leidingnetwerk voor demiwater bleek dat bepaalde leidingdelen (PVC) en diverse tussenliggende GVK/ GRE (glasvezelversterkte kunststof)leidingdelen eerder moeten worden vervangen. De nieuwe PE (polyethyleen)-leidingen hebben een grotere buitendiameter omdat PE een dikkere wanddikte heeft en de binnendiameter gelijk is gebleven. Het vervangingsprogramma van de achttien kilometer leidingen duurt tot en met 2020.

Bekijk de partnerfilmpjes op www.petrochem.nl/partners-leden CONTENTPARTNERS

LEDEN VAN HET PETROCHEM PLATFORM

Bestuursbenoeming Deltalinqs Willemien Terpstra (Vice President Fuels van LyondellBasell) heeft zitting genomen in het bestuur van Deltalinqs. Zij heeft de zetel overgenomen van Max van der Meer (Huntsman) en vertegenwoordigt de kernsector chemie. Het bestuur van Deltalinqs bestaat uit vertegenwoordigers vanuit veertien kernsectoren: cargadoors, chemie, containeroverslag, contractors, droge bulk, energie, expediteurs, havenservicebedrijven, natte bulk, olieraffinage, stuwadoors, vervoer & aanverwante diensten, renewables en utility.

Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het Petrochem platform, kijk dan op www.petrochem.nl of neem contact op met Janet Robben: janet@industrielinqs.nl - 020 312 2085

PET05 L Platform.indd 46

08-05-18 17:04


‘EXPERTQU TES’ Ik beschouw het feit dat ik in een mannenbastion werk nog altijd als een voordeel en ik doe er alles aan om de voordelen te benutten en de nadelen naast me neer te leggen. Daar kan ik niets aan veranderen, dus de voordelen kan ik maar beter tweehonderd procent benutten. Dat is niet naïef, dat is proberen te werken aan een beter toekomstbeeld voor mijn dochters.’ Katrien Bogaerts, Kaneka, in haar column in deze editie.

De overheid doet er alles aan om het luchtverkeer te promoten. En dat beleid werkt ook, het is vandaag vaak beduidend goedkoper om met het vliegtuig ergens heen te vliegen dan met de trein of met de auto, zelfs op korte afstanden. Het resultaat is dat het luchtverkeer enorm groeit, met alle negatieve gevolgen van dien. De luchtvaart is veruit de sterkste stijger van CO2-emissies. Ter situering: een trans-Atlantische vlucht produceert ongeveer evenveel CO2 als een auto gedurende een heel jaar.’ Wim Soetaert, Universiteit Gent, in zijn column in deze editie.

Er zijn partijen die naar mijn idee wat te snel roepen dat ze een innovatiesite zijn. Zij beschikken niet over de benodigde vergunningen, maar krijgen wel subsidies toegewezen of laten bedrijven een proefopstelling neerzetten zonder de benodigde vergunningen.’ Gabriël Tschin, Plant One, in deze editie van Petrochem.

HET EXPERTPANEL VAN HET PETROCHEM PLATFORM BESTAAT UIT DE VOLGENDE SPECIALISTEN Johan Alebregtse AkzoNobel Industrial Chemicals, BU director Advanced Manufacturing

Jan Van Doorslaer voormalig woordvoerder BASF Antwerpen

Cor Kloet voormalig algemeen directeur SPIE Nederland

Cor van de Linde iTanks, managing director

John Schonewille Stratt+ Industrial Management, directeur

René Venendaal BTG Biomass Technology Group, algemeen directeur

Frank Beckx Essencia Vlaanderen, gedelegeerd bestuurder

Niko van Gent voormalig woordvoerder Huntsman Holland

Tijs Koerts Sr. Process Safety con­ sultant

Michel Meertens DSM, site director

Gerald Schotman Nederlandse Aardolie Maatschappij, directeur

Roelf Venhuizen voormalig voorzitter Profion en directeur NAM

Jos Benders voormalig topman Lyondell

Michel Grijpink Hogeschool Utrecht, Learning & Development consultant

Cas König Groningen Seaports, directeur

Genserik Reniers TU Delft, professor Safety and Security Science Group

Jaap Schouten TU Eindhoven, professor

Cyril Widdershoven Verocy, partner/ founder

Katrien Bogaerts Kaneka, production engineer

Ronald Hoenen DSM Dyneema, site manager

Enrico Lammers Pro6com en DWG Process & Safety managing director/ partner

Elsbeth Roelofs MVO Nederland, sectormanager Chemie, Inter­ nationaal MVO programma

Wim Soetaert Universiteit Gent, professor

Roelof van Wijk Avebe, site director Foxhol

Sandra de Bont VOTOB, directeur

Eward Hofstede Avebe, project director flavour development

Henk Leegwater Lexxin, consultant

Chris Roubos Evides Industriewater, manager Sales & Marketing

Wouter Stam Flowid, managing director

Maaike de Wit Straatman Koster advocaten, advocaat

Jan Bout Bout&Co, partner

Joris Hurenkamp Havenbedrijf Rotterdam, business manager

Bart Leenders Neste, managing director

Egbert Schellenberg FNV, vakbondsbe­ stuurder procesindustrie

Niek Stokman Bilfinger Tebodin West Nederland, sales manager oil & gas

Jeroen van Woerden Vaassen Flexible Packaging, CEO

Emre Kaya Organik Kimya, site director

Frank de Leng Segin, new business manager

Ruud Schenk ENGIE West Industrie, algemeen directeur

Gabriel Tschin Plant One Rotterdam, managing director

Cor Zijderveld SBE, voorzitter

Michel Leyseele Havenbedrijf Antwerpen, Head of Energy & Chemicals Department

Dik Schipper voormalig pro­ duction leader Dow Benelux

Henk Veldink Hexion, site manager

Chris Bruijnes InnovatieLink, directeur

Plant Manager of the Year 2015

Plant Manager of the Year 2017 Frans Brüning KH Engineering, business development manager

PET05 L Platform.indd 47

Hans Kerkhoven voormalig topman Shell Global Solutions

Plant Manager of the Year 2016

08-05-18 17:04


STRATT+ INDUSTRIAL MANAGEMENT

Divisies:

n Industry n Safety n Technical Documentation n Aerospace Stratt+ voor technische adviezen, projecten en processen in de industrie. Extra kennis en capaciteit met persoonlijke aandacht en kwaliteit.

MAATWERK IN INDUSTRIE! Hoofdkantoor H.A. Lorentzstraat 1A 3331 EE Zwijndrecht

Vestiging Noord-Nederland Sterrenkamp 1 7811 HA Emmen

Vestiging Zeeland Amundsenweg 29 4462 GP Goes

T. 078 - 6120 320 I. www.stratt.nl E. welkom@stratt.nl

Naamloos-3 171030 Adv_Stratt 1 Aangepast.indd 1

19-06-17 14:47 30-10-17 14:01

INNOVATIE EN DUURZAAMHEID ZIJN ONZE DRIJFVEREN

Service

Innovatie

Maatwerk

ISOLTECHNICS

Productiviteit

Ervaring

WINGAS Energie voor winnaars. Zonder voldoende energie is het onmogelijk om op topniveau te presteren. WINGAS levert aardgas aan industriĂŤle bedrijven: snel, flexibel en voordelig.

Leefbaarheid

Thermische isolatie Akoestische isolatie Kanaalisolatie Brandwerende isolatie Elektrische tracing RF-compartimentering SENS-YD

www.wingas.nl

Vorstsesteenweg 120 - 1601 Ruisbroek 0032 (0) 2 474-15-83 | www.isoltechnics.be

1/4 pg jetvertising def.indd 1 PET05 Advertenties.indd 48

02/05/18 10:02 08-05-18 16:42


ONBEVANGEN

‘Ik beschouw het feit dat ik in een mannenbastion werk nog altijd als een voordeel en ik doe er ook alles aan om de voordelen te benutten en de nadelen naast me neer te leggen.’

Dochters Ik heb er even aan gedacht om er niet over te beginnen. Want iedereen is het stillaan toch weer wat beu, al die verhalen over vrouwen die nu niet meer moeten afkomen met feiten die lang geleden gebeurd zijn, en waar ze toen een probleem over hadden moeten maken, en niet nu. Geef maar toe dat dat is wat jullie denken. Ik ga er namelijk van uit dat 98 procent van de lezers mannelijk is, want dat zijn mijn collega’s ook. Ik denk soms ook zo. Maar dan moet ik weer even stilstaan bij het feit dat niet elke vrouw gewend is om dagdagelijks met mannen te werken en ook niet durft zeggen waar het op staat. Zuchten Waarom zal ik het eens niet anders formuleren? In plaats van er een verhaal over te schrijven, (ik wijdde er al eens een column aan in 2014, de tijden zijn nog niet echt veranderd) volgen hieronder een aantal droge opsommingen zonder emoties of gevolgen die ik eraan gegeven heb. Het zijn een aantal feiten waar ik indertijd onmiddellijk op reageerde – want ik laat echt niet over me heen lopen – maar die me toch in die mate geraakt en soms zelfs regelrecht gekwetst hebben, dat ik ze nog lang niet vergeten ben. Hieronder de toppers van de afgelopen tien jaar: 1. Een per ongeluk teruggestuurde mail (was bedoeld als forward naar een collega) met daarin de opmerking: ‘het zal wel te wijten zijn aan haar postnatale depressie’. Ik was echter niet bevallen (of toch niet echt), want mijn zoontje was gestorven na vier maanden zwangerschap. 2. Door mijn baas apart geroepen worden, om mij te kunnen melden dat ik ‘ongepast zwanger was’. Die opmerking ging niet over het tijdstip, maar over mijn lichaam. Ik benadrukte mijn zwangerschap te veel en hij vroeg me of ik daar niet discreter in zou kunnen zijn. 3. Mijn afgekolfde melk (daar moet je dus veel moeite voor doen) die in een afgesloten zakje in een hoekje in de frigo stond, stiekem eruit halen en in de koffie van een collega gieten. 4. Op mijn allereerste voorstelling aan het team dat toen in meeting zat, meldde een van mijn toekomstige collega’s dat ‘het goed is dat hij mij nu al gezien had, zodat hij mij niet zou verwarren met de schoonmaakster’.

5. Al mijn projecten laten liggen tijdens mijn zwangerschapsverlof, om dan achteraf te kunnen zeggen dat het toch jammer is dat alles vier maanden heeft stilgelegen. 6. Een week voor ik terug zou komen van verlof een belangrijke buitenlandse meeting hierover in te plannen ‘want het heeft nu toch lang genoeg geduurd’ en natuurlijk ook verwachten dat ik erbij kan zijn. Dit werd mij door mijn baas de avond ervoor om 21u gemeld, zodat ik inderhaast opvang moest zoeken. ‘Voel u niet gedwongen om erbij te zijn hoor, maar het is wel belangrijk’. 7. Tachtig procent werk op basis van ouderschapsverlof goedkeuren, maar duidelijk melden dat er toch verwacht wordt dat er honderd procent gewerkt zal moeten worden, en dat dit op andere manieren moet worden bijgetrokken. Ik word nu dus minder betaald om evenveel werk anders te verdelen zodat ik toch één dag in de week mijn kinderen aan de schoolpoort kan afzetten/oppikken. Want thuiswerk, dat kan niet als je in de productie staat. 8. Zuchten als ik zeg dat ik zwanger ben. Letterlijk gewoon zuchten. Ik ben ondertussen gewend om om te gaan met spot, sarcasme, ironie en allerhande soorten humor die soms wel en soms niet gepast zijn. Ik doe daar zelfs vlot in mee, de mannen weten dat ze me niet snel in een hoekje zullen krijgen qua verbale toespelingen (agressie zou ik het niet durven noemen). Het is mij heel duidelijk dat mannen en vrouwen nu eenmaal niet gelijk zijn, noch fysiek noch mentaal en dat hoeft ook niet. Ik beschouw het feit dat ik in een mannenbastion werk nog altijd als een voordeel en ik doe er ook alles aan om de voordelen te benutten en de nadelen naast me neer te leggen. Nadelen, daar kan ik niets aan veranderen, dus de voordelen kan ik maar beter tweehonderd procent benutten. Dat is niet naïef, dat is proberen te werken aan een beter toekomstbeeld voor mijn dochters. Want dat blijf ik me wel afvragen: ‘Wat zeggen de mannen die in de voorgaande opsomming voorkomen thuis tegen hun dochters?’ Katrien Bogaerts werkt sinds juni 2013 als process engineer bij Kaneka in Westerlo, België.

PETROCHEM 5 - 2018 49

PET05 J Onbevangen.indd 49

08-05-18 17:03


PETROCHEM 5 - 2018 50

PET05 X Themaspread.indd 50

08-05-18 17:13


FOTO: STATOIL | OLE JØRGEN BRATLAND

THEMA: ASSET MANAGEMENT

• De opgebouwde kennis over risico’s in combinatie met nieuwe inspectietechnieken, maken het probleem van corrosie onder isolatie steeds meer beheersbaar voor de industrie en onderhoudsprofessionals. De inzet van sensoren maakt de risicobeoordeling nog een stuk nauwkeuriger. • Een term die steeds vaker voorbij komt is ‘Sweat the assets’. We worden in staat gesteld om grenzen op te zoeken. Betekent dit dat oude assets langer draaiende worden gehouden en dat we vernieuwing en misschien wel innovaties uitstellen?

PETROCHEM 5 - 2018 51

PET05 X Themaspread.indd 51

08-05-18 17:13


ASSET MANAGEMENT

Steeds meer grip op corrosie onder isolatie De opgebouwde kennis over risico’s in combinatie met nieuwe inspectietechnieken, maken het probleem van corrosie onder isolatie steeds meer beheersbaar voor de industrie en onderhoudsprofessionals. De inzet van sensoren maakt de risicobeoordeling nog een stuk nauwkeuriger, denkt een tweetal experts van Sitech Services.

David van Baarle

Het kwam de industrie de afgelopen jaren niet goed uit om veel aandacht te besteden aan corrosie onder isolatie (COI). Ten eerste viel het aantal incidenten door COI nog mee en ten tweede lag de focus in de crisistijd meer op het uitstellen van investeringen dan in kostbare renovatieprojecten. Want dat het bestrijden van corrosie onder isolatie een kostbare zaak is, moge duidelijk zijn. Inmiddels zijn er wel degelijk incidenten geweest met als gevolg productieverlies, vervuiling en zelfs gewonden. Nu de industrie weer positieve cijfers laat zien, moeten alle zeilen worden bijgezet om het probleem van corrosie onder isolatie zo snel mogelijk aan te pakken. Isolatie is zowel een potentiële redder als sluipend gevaar voor veel industriële processen. Thermische isolatie voorkomt temperatuurverlies en bespaart daarmee miljoenen euro’s aan energie. Bovendien beschermt het werknemers die in de buurt van hete assets aan het werk zijn. Toch deinzen veel plantmanagers terug voor het isoleren van hun assets, omdat ze bang zijn dat ze niet snel genoeg kunnen ingrijpen bij calamiteiten en voor eventuele verborgen corrosie-

vorming. Die laatste angst is niet helemaal onterecht, gezien de bevindingen van een aantal bedrijven na grondige inspecties van hun bestaande assets. Met name leidingen, vaak vele kilometers lang, hebben nog wel eens met het fenomeen te maken. Een niet nader genoemd oliebedrijf berekende eens dat zo’n veertig tot zestig procent van de onderhoudskosten aan zijn leidingen te maken had met corrosie onder isolatie. Het grootste probleem is niet zozeer het feit dát er corrosie ontstaat, maar vooral dat men niet weet wáár deze zich bevindt, is onderwerp van veel onderzoeken rondom COI. Uiteindelijk wil een asset owner de integriteit van zijn systemen borgen en dat begint bij het kennen van de zwakke plekken en de risico’s die ze vormen voor veiligheid, gezondheid en milieu. Sensor Gelukkig is de afgelopen jaren hard gewerkt aan de kennisopbouw rondom COI, onder andere door World Class Maintenance (WCM) dat onder meer een assessment tool ontwikkelde voor het in kaart brengen van risico’s in

REGIEGROEP CORROSIE ONDER ISOLATIE De Vereniging Nederlandse Chemische Industrie (VNCI), World Class Maintenance (WCM) en een groot aantal andere partijen hebben een project gestart dat beoogt om gezamenlijk corrosie onder isolatie beter onder controle te krijgen. Er is hiervoor een brede samenwerking gezocht tussen Nederlandse en Belgische bedrijven uit de procesindustrie. Inmiddels heeft Inspectie BRZO zich aangesloten, net als diverse brancheverenigingen en aanbieders van preventietechnieken. In de regiegroep zijn de asset owners als probleemeigenaren dominant vertegenwoordigd. Die groep stuurt drie werkgroepen aan met de expliciete opdracht om in de eerste plaats

alle momenteel beschikbare technieken en methodes naast elkaar te zetten en te waarderen op effectiviteit en kosten. De werkgroepen focussen zich op: Coatings, Non Destructive Testing technieken en Inspectietechnieken. De werkgroepen sturen op rapportage binnen één jaar. Waarschijnlijk zullen alle werkgroepen ook onderzoeksvoorstellen opleveren naar nieuwe methodieken die in een volgend project kunnen worden uitgewerkt. Uiteindelijk is het streven om een RBI- (risk based inspections) methodiek te ontwikkelen die, net zo als gebruikelijk is voor interne corrosie, in staat is om corrosie tijdig te detecteren of te voorspellen.

PETROCHEM 5 - 2018 52

PET05 X1 Corrosie.indd 52

08-05-18 17:14


FOTO: ZEEV VEEZ

geïsoleerde systemen en leidingen. Met de huidige ontwikkelingen rondom het vergaren van informatie met sensoren en het beoordelen van die informatie via wiskundige algoritmes neemt ook de voorspelbaarheid van COI toe. Althans, dat hopen development manager Maurice Jilderda, van het Asset Health Center, en senior materiaal en corrosie engineer Peter Janssen van Sitech Services. ‘Momenteel testen we een veelbelovende sensor van het Belgische bedrijf Isoltechnics bij twee van de fabrieken waar wij verantwoordelijk zijn voor het asset management’, zegt Jilderda. ‘De Sens-YD sensor doet een zogenaamde capacitieve meting van de isolatie en meet daarmee of er vocht tussen de isolatie en de leiding zit en of de leiding lekt. Het mooie is dat de sensor direct op de buitenbekleding van een gesegmenteerde leiding kan worden geplaatst zodat het isolatiemateriaal niet hoeft te worden verwijderd en de sensor gemakkelijk kan worden verplaatst. De sensor communiceert via een draadloze communicatie met Gateway via LORA, waarmee het zeer eenvoudig wordt data te verzamelen en te analyseren. Hoeveel sensoren we nodig hebben om betrouwbare voorspellingen te doen en hoe ver deze uit elkaar moeten zitten om de integriteit van een leiding te kunnen

Jilderda: ‘Bedrijven zouden hun investeringen moeten baseren op de total cost of ownership.’ bepalen, is onderdeel van het onderzoek. We denken wel dat deze informatie, samen met de kennis die we in het Asset Health Center hebben opgebouwd rondom het fenomeen corrosie onder isolatie, de voorspelbaarheid van corrosierisico’s vergroot.’ Risicofactoren De sensor meet naast de geleidbaarheid ook de temperatuur van zowel het oppervlak en de leiding als van de omgeving. Ook de relatieve luchtvochtigheid kan de sensor om het kwartier weergeven, of met langere tijdsintervallen uiteraard. Die variabelen zijn niet geheel toevallig gekozen omdat ze allemaal corrosiebevorderend kunnen werken. Janssen: ‘Of ergens corrosie optreedt, is uiteraard afhankelijk van de aanwezigheid van vocht aan het materiaal, maar ook de zilte omgeving van een kustklimaat helpt niet mee. Gelukkig hebben we daar in Limburg geen last van. Ook grote temperatuurschommelingen kunnen corrosie in de hand werken. Door onze kennis over corrosie te gebruiken, kunnen we

voor de installaties die wij monitoren risicoanalyses uitvoeren. We koppelen de kans op corrosie aan de risico’s voor de bedrijfsvoering, maar ook voor safety, health and environment en kunnen zo risicogebaseerd onderhoud uitvoeren aan de leidingen en appendages. Met de toevoeging van de sensortechnologie zouden we die risico’s nog gefundeerder kunnen bepalen, zeker als we daar de juiste algoritmes bij vinden die kunnen voorspellen wanneer corrosie echt een risico vormt.’ Het duurt namelijk een bepaalde tijd voordat een roestplek echt doorwerkt en de constructie aantast. De uitdaging is dan ook om patronen te ontdekken tussen de constatering van een vochtprobleem en het ontstaan van corrosieproblemen. En dat het liefste op meerdere plekken in een systeem, zodat je niet alleen aan symptoombestrijding doet, maar daadwerkelijk inzicht krijgt in de achterliggende fysische verschijnselen. Janssen: ‘We willen natuurlijk weten of we aan een paar sensoren genoeg hebben, of dat we een hele leiding moeten volstoppen met sensoren. Uiteindelijk PETROCHEM 5 - 2018 53

PET05 X1 Corrosie.indd 53

08-05-18 17:14


LOGISTICON VERHUUR Opslag en dosering

Zand- & koolfiltratie

EUROPA’S GROOTSTE VERHUURVLOOT VOOR WATERZUIVERINGEN

Ultrafiltratie

Flotatie

Chemicaliën

Omgekeerde osmose

Uitgebreide keuze Voor de levering van installaties voor zowel korte als lange termijn verhuur, met capaciteiten van 1 tot meer dan 2000 m3/h voor toepassingen als: - Capaciteitsuitbreiding en/of back-up - Proefneming - Kwaliteitsverbetering Informeer naar Europa’s grootste verhuurvloot voor waterzuiveringen.

PET05 Advertenties.indd 54

Logisticon Verhuur b.v. +31 (0)184 608260 www.logisticon.com

08-05-18 16:42


Ontwerpkeuzes Met de kennis van nu zou corrosie onder isolatie geen grote problemen meer moeten opleveren, is de overtuiging van Janssen. ‘Een betrouwbaar systeem begint bij een goed ontwerp dat rekening houdt met de omstandigheden, het medium dat door de leidingen gaat en de mensen die eventueel in de buurt van een installatie werken. De materiaalkeuze is daarin belangrijk, waarbij men uiteraard een overweging maakt tussen kosten en risico’s. Maar ook de coatingkeuze kan de corrosierisico’s sterk vergroten of verkleinen. Zo gebruikt men steeds vaker thermal spray aluminium, wat de levensduur aanzienlijk kan verlengen. Al is dit niet voor iedere installatie de beste oplossing. Ook de keuze van het isolatiemateriaal speelt mee in de risico’s op vochtophoping tussen isolatie en leiding.’ Misschien nog wel de grootste bedreiging voor de integriteit van een leiding komt echter door menselijke fouten. Want hoe vaak gebeurt het niet dat een medewerker van een site even op een leiding stapt om ergens bij te kunnen? Een deukje in de beplating wordt al snel een zwakker punt of vergaart water dat langzaam doorsijpelt naar de isolatielaag. Ook komt het nog wel eens voor dat weggehaalde beplating niet goed waterdicht terug wordt geplaatst, waardoor regen vrij spel krijgt. Janssen: ‘In een nieuw ontwerp kun je al rekening houden met dit soort menselijk gedrag. Nu zouden asset owners vooral hun tijd moeten steken in gedragsverandering om in ieder geval te voorkomen dat menselijke fouten integriteitsproblemen opleveren.’ Inspectie Helaas is de dagelijkse werkelijkheid dat het grootste deel van de leidingen soms dertig jaar geleden zijn aangelegd. Het asset management was destijds nog niet zo vergevorderd als nu en dus is ook niet alles uitgebreid gedocumenteerd.

FOTO: LOBKOVS

blijft het een afweging tussen kosten en baten, maar de komende maanden zoeken we in ieder geval naar de reikwijdte van de sensoren en het optimum in meetintervallen.’

Janssen: ‘Een betrouwbaar systeem begint bij een goed ontwerp.’ Janssen: ‘De beste methode om corrosie onder isolatie te ontdekken is nog altijd om alle isolatie er af te halen en de leidingen te inspecteren. In de praktijk is dit echter vaak nog een hele klus omdat het om vaak heel lange leidingen gaat, die ook nog eens moeilijk bereikbaar zijn. In sommige gevallen moeten steigers worden gebouwd, wat al snel in de papieren gaat lopen. We experimenteren wel met nieuwe inspectietechnieken, en maken bijvoorbeeld gebruik van camera’s op hoogwerkers die heel nauwkeurig oneffenheden in de isolatie beplating kunnen zien of via thermografie thermische verschillen opmerken. Met behulp van guided wave NDO techniek kunnen lokale zwakke plekken worden opgespoord.’ Risk based maintenance Jilderda ziet het onderzoek naar corrosie onder isolatie als onderdeel van een grotere trend die zich voltrekt op het gebied van risk based maintenance. ‘We zitten nu op het punt dat tachtig procent van de onderhoudskosten zich concentreert rond twintig procent van de assets. De

twintig procent kritische systemen wil je eerst zo goed mogelijk monitoren en naar gelang de kosten voor sensoren afnemen, kan een maintenance manager ook de rest in een monitoringsregime stoppen. We bieden onze klanten al diverse dashboards waar ze snel kunnen aflezen op welke plekken de kans het grootste is dat er corrosie ontstaat. Net als we dat al doen voor pompen, kleppen en warmtewisselaars. Naar gelang de kostprijs daalt, kunnen we meer meten en eventueel correlaties trekken tussen bepaalde trends.’ Uiteindelijk maken bedrijven altijd een afweging tussen risico’s en kosten. Dit wordt makkelijker met het inzicht van sensoren en algoritmes. Maar ook bij het ontwerp kan het juist aanbrengen van een goede coating al veel problemen voorkomen, net als zorgvuldigheid bij het aanbrengen van isolatie. Ook hier geldt dat hoogwaardige leidingen, coatings en isolatiematerialen duur zijn. Bedrijven zouden hun investeringsbeslissingen moeten baseren op de total cost of ownership, passend bij de bedrijfsbehoefte. ■ PETROCHEM 5 - 2018 55

PET05 X1 Corrosie.indd 55

08-05-18 17:14


DIGITALISERING

Laat de assets zweten Dankzij digitalisering weten we inmiddels precies wanneer we onderhoud moeten uitvoeren of wanneer we onderdelen moeten vervangen. We kunnen de levensduur van de assets verlengen en de efficiëntie verbeteren. Een term die steeds vaker voorbij komt is ‘Sweat the assets’. We worden in staat gesteld om grenzen op te zoeken. Betekent dit dat oude assets langer draaiende worden gehouden en dat we vernieuwing en misschien wel innovaties uitstellen?

Laura van der Linde

In de vorige editie van Petrochem stelde Wouter De Geest van BASF Antwerpen dat het voordeel van digitalisering is dat het de industrie veel beter kan maken, zonder echt disruptief te zijn. Dat zou betekenen dat nieuwe procestechnologie niet zo nodig is. Toch zijn de ‘ageing assets’ wel degelijk een zorg voor de industrie. Nieuwe plants Dat digitalisering een belangrijke rol speelt in asset management is duidelijk. ‘Digitalisering is niet nieuw. Het vierde industriële tijdperk is inmiddels een tijdje gaande en ik zie niet dat digitalisering innovaties in de weg staat. Integendeel: digitalisering kan innovaties bevorderen’, zegt Gert-Jan Gruter, chief technology officer bij Avantium Technologies. ‘We krijgen te maken met allerlei nieuwe technieken, zoals bijvoorbeeld elektrificatie van de chemie, en ook met de transitie naar nieuwe grondstoffen. Dit vraagt om aanpassingen van je installaties, maar ook om digitalisering. Dat gaat hand in hand.’ Gruter geeft aan dat door deze ontwikkelingen ook duizenden nieuwe plants zullen worden gebouwd. Hij benoemt als voorbeeld dat voor 700 miljoen ton extra monomeer en polymeer capaciteit meer dan 1.000 nieuwe monomeer en polymeer fabrie-

ken moeten worden bijgebouwd. ‘Er is wat dat betreft absoluut geen competitie of risico van vervanging van bestaande plants.’ Verbetering productie Voor we überhaupt nadenken over reviseren, vervangen of nieuw bouwen, gaan we dankzij de digitalisering steeds vaker op zoek naar grenzen en mogelijkheden van bestaande assets. Zo is Air Liquide, leverancier van industrieel gas, gestart met een pilotprogramma iRounds. ‘Inspecties worden uitgevoerd met iPads’, legt Wim Lamberts, sitemanager van Air Liquide in Rotterdam uit. ‘Er is zo veel data beschikbaar. Die data willen we optimaal benutten. Alles dat op de site wordt waargenomen, wordt geregistreerd met de iPad. Is er bijvoorbeeld een klep die niet naar behoren functioneert, dan wordt ter plekke geregistreerd dat onderhoud nodig is en er wordt vervolgens direct een storingswerkorder aangemaakt.’ Digitalisering heeft meerdere doelen. Lamberts: ‘Ja, het verlengen van de levensduur is zeker een doel. Daarnaast kunnen we dankzij big data onze total cost of ownership verlagen en we kunnen beter sturen op het productieproces. Door gebruik te maken van je data krijgt je de kans om gericht in te grijpen, daar waar het pijn doet. En het wordt

REVISEREN OF VERVANGEN? Uit onderzoek van Ultimo naar de maintenance manager van de toekomst, waar 150 maintenance managers uit Nederland, België en Duitsland hun medewerking aan hebben verleend, blijkt dat ‘zorgen voor een concurrerend machinepark’ één van de belangrijkste uitdagingen is. Het machinepark moet concurrerend blijven, ook als het veroudert. Uit het opgestelde trendrapport blijkt dat 38 procent van de maintenance managers

het machinepark als ‘verouderd’ beschouwt. Daar tegenover staat een percentage van 43 dat het machinepark als ‘modern’ omschrijft. Ook is uit onderzoek gebleken dat de maintenance managers met een modern machinepark vaker het park vervangen bij veroudering dan dat ze reviseren, terwijl dit bij de managers met een verouderd machinepark precies andersom is.

PETROCHEM 5 - 2018 56

PET05 X2 Digitalisering.indd 56

08-05-18 17:15


FOTO: PIXABAY

duidelijk wat je moet aanpassen om de productie te verbeteren.’ Lamberts geeft een concreet voorbeeld: ‘We hebben een bestaande installatie, die voorheen 6 ton per uur produceerde, zodanig weten op te krikken, dat deze na een heel gericht verbeterproject 9 ton per uur produceert.’ Simulatie De bestaande installatie is dus inderdaad dankzij digitalisering van grotere waarde geworden. Lamberts: ‘Digitalisering maakt inzichtelijk waar verbetermogelijkheden liggen. En we weten dankzij de data tot hoe ver we kunnen gaan. ‘Sweat the assets’ wordt er wel gezegd. Je kunt grenzen opzoeken en zo efficiënter met je tijd en geld omgaan.’ Toch gaat het Lamberts te ver om te stellen dat digitalisering de innovatie van het proces in de weg staat. ‘Er worden wel degelijk innovaties doorgevoerd. Deze zijn vooral gericht op verbeteringen. Dan moet je doen wat nodig is. We kunnen zelfs, dankzij nieuwe technische mogelijkheden, een innovatie simuleren zodat

Haijer: ‘Omdat voor vergaande innovatie in KI een grotere hoeveelheid data nodig is, pak je met digitalisering en Industrie 4.0 de eerste benodigde stap.‘ je van tevoren inzage krijgt over wat er mogelijk is.’ Digitalisering helpt dus om een innovatie gerichter in te zetten en een weloverwogen beslissing te nemen over de implementatie. ‘Just in time’ Ook Aaldrik Haijer, van Water & Energy Solutions, ziet dat digitalisering helpt om de dingen ‘just in time’ te doen. ‘Digitalisering, Industrie 4.0 en kunstmatige intelligentie maken dat je beter weet wanneer je iets moet doen en ook wanneer je iets kunt doen. De hogere mate van voorspelbaarheid van bestaande assets geeft een duidelijk time-frame voor keuzes. Ook de keuze om te gaan voor nieuwe principes en technologie. En mocht de technologie er nog niet zijn

voor een gewenste functionaliteit of efficiency-slag, dan kan ingezet worden op ontwikkeling.’ Haijer ziet digitalisering dus als een driver voor technologische innovatie. ‘Maar het gaat verder dan dat.’ Binnen Water & Energy Solutions wordt nu al kunstmatige intelligentie ingezet om meetfouten te herkennen. Ook zit het bedrijf in de testfase voor meer KI-functionaliteiten. Haijer: ‘KI begint bij het bouwen van een neuraal netwerk dat zaken kan herkennen vanuit verschillende inputs. Data dus. En omdat voor vergaande innovatie op het gebied van KI een grotere hoeveelheid data nodig is, pak je met digitalisering en Industrie 4.0 de eerste benodigde stap. Een stap waar je vanuit asset management ook op korte termijn al de vruchten van plukt.’ PETROCHEM 5 - 2018 57

PET05 X2 Digitalisering.indd 57

08-05-18 17:15


Advertorial

ENERGYST BIEDT TURNKEY-HUUROPLOSSINGEN VOOR KOEL- EN STROOMVOORZIENING In de grotere vermogens, complexe vraagstukken en faciliteiten waar energie kritisch is, toont Energyst zich marktleider. Klanten waarderen het om hun tijdelijke energievraag aan één bedrijf toe te vertrouwen. Het gaat immers niet om de levering van een machine, wel om de engineering van een totaaloplossing. Proceskoeling “De core business van Energyst is de levering, plaatsing en het onderhoud van tijdelijke energievoorzieningen”, zegt Rob Feenstra, salesmanager Benelux. “En dat waar energie kritisch is: bijvoorbeeld in de (petro)chemie bij datacentra en ziekenhuizen. Waar een tijdelijk energietekort is of verbouwings- of uitbreidingswerken gepland zijn, wordt op Energyst een beroep gedaan.” “Energyst is een Europese organisatie met meerdere vestigingen in Europa en omdat het onderdeel is van Caterpillar, beschikken we over veel én snel inzetbaar materieel en een uitgebreid servicenetwerk.

“Met de zomer in aantocht hebben bijvoorbeeld (petro)chemische bedrijven behoefte aan extra koeling. Deze jaarlijks terugkerende behoefte wordt opgelost door inhuur van extra koelcapaciteit. Dat vergemakkelijkt het op- en afschalen van de bedrijfsactiviteiten van onze klanten, wat de kosten significant kan drukken. Innnovaties “We merken dat het aantal nieuwe projecten bij onze klanten toeneemt en dat biedt nieuwe kansen voor Energyst. Bovendien worden machines schoner om aan de emissie-eisen te voldoen. Er is een trend naar natuurlijke koelmiddelen en zonne-energie. Maar zonnepanelen alleen leveren te weinig energie op voor de toepassingen bij onze klanten. Ook in de toekomst zullen er altijd grote vermogens tijdelijke energie nodig zijn. Verduurzaming is voor Energyst essentieel. Wij zorgen ervoor dat onze machines schoner en energie-efficiënt produceren om ook aan de eisen van onze klanten te voldoen en bij te dragen

aan hun duurzaamheidsdoelstellingen. De energievraag groeit harder dan het aanbod, maar investeren bij tijdelijke behoefte is voor bedrijven meestal niet de oplossing; inhuur is dat wel. Dat staat borg voor betrouwbare machines, snel anticiperen op ontwikkelingen en geen onderhoudskosten. Calamiteitenservice Een stroomonderbreking of een probleem met de vaste koelinstallatie komt helaas te vaak voor. Wanneer elektriciteit, koeling en/of verwarming opeens niet langer beschikbaar is, heeft dit financiële gevolgen. Om deze problematiek het hoofd te bieden, maakt Energyst een Calamiteitenplan op waarin elk projectdetail in kaart gebracht wordt. Een uitgebreid plan met daarin o.m.: plattegronden, technische tekeningen, veiligheidsprocedures, contactpersonen en sitespecificaties. Eén telefoontje naar Energyst 24/7 Calamiteitenservice voldoet om meteen de afgesproken procedure te activeren.

Energyst Rental Solutions +31(0)497 532500 Info.nl@energyst.com www.energyst.com

Petrochem

geeft nog meer waarde voor uw geld Meer nieuws dan ooit • • • • • • •

Actuele berichtgeving over de chemische industrie Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten Multimediale bedrijfspresentaties Wekelijkse nieuwsbrief Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase

Petrochem-abonnees krijgen meer • De nieuwste Petrochem staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • U kunt naar aanleiding van uw abonnement ook besluiten om bedrijfslid van het Petrochem platform te worden. Hierbij krijgt u onder andere voor twee personen toegang tot het jaarcongres Deltavisie. Meer weten? Kijk op www.petrochem.nl/bedrijfslidmaatschap

Ga direct naar petrochem.nl/abonneren en blijf iedereen voor PET05 Advertenties.indd1 58 PET_half_liggend.indd

08-05-18 12:46 16:43 13-12-17


FOTO: BASF SE

Veiligheid Digitalisering kan dus absoluut bijdragen aan de levensverlenging van assets. Dat maakt dat we te maken hebben met verouderde assets en hiervoor geldt over het algemeen een verhoogde faalkans doordat vermoeiing in metalen optreedt en er lekkages, corrosie en breuken in leidingen kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen uiteindelijk giftige stoffen ontsnappen of kan er brand ontstaan. ‘Bedrijven proberen de levensduur van hun assets zo lang mogelijk te verlengen door onderhoud te plegen. Nieuwe installaties zijn duur en het bouwen van een nieuwe fabriek kost jaren. Maar op een gegeven moment houdt het oplappen op en moet je installaties vervangen’, zegt Pieter van Gelder, hoogleraar veiligheidskunde aan de TU Delft. Ira Helsloot, hoogleraar besturen van veiligheid Radboud Universiteit Nijmegen, zegt over ageing assets: ‘Verouderde installaties hebben net als een verouderde auto in verhouding steeds meer onderhoud nodig. De onderhoudsactiviteiten

Van Gelder: ‘Op een gegeven moment houdt het oplappen op en moet je installaties vervangen.’ worden door het verloop van jaren daarom ook steeds complexer en intensiever.’ Digitalisering kan hierbij soelaas bieden. Daarnaast adviseert Helsloot: ‘Heb vertrouwen in het vakmanschap van de medewerkers.’ Mensen en middelen Binnen de industriële productie worden banen dus steeds meer data-gericht. Vorig jaar tijdens onderzoek door Industry Week en Emerson gaf 60 procent van de 205 ondervraagde managers uit de productie-industrie aan dat zij pilotprojecten in de IIOT hebben lopen. Maar slechts 5 procent investeert in een duidelijke businesscase. Installaties genereren dus meer gegevens dan ooit maar volgens Emerson komen die vaak zonder zinvolle analyses terecht bij experts. Gegevens worden nog te weinig getransformeerd

tot praktisch bruikbare informatie waarmee operationeel personeel de veiligheid, betrouwbaarheid en de efficiëntie van assets, mensen en processen kan verbeteren. Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat het Industrial Internet of Things nieuwe mogelijkheden biedt dankzij betere real-time informatie, nauwere samenwerking binnen de onderneming en betere analysehulpmiddelen. De factor ‘personeel’ werd door de groep ondervraagden consistent aangewezen als de belangrijkste factor voor succes. Emerson concludeert dat bedrijven met name effectieve veranderingsmanagementmethodes nodig hebben voor meer focus op opleiding en bijscholing in combinatie met betere workflows om effectief te profiteren van de investeringen in technologie. ■ PETROCHEM 5 - 2018 59

PET05 X2 Digitalisering.indd 59

08-05-18 17:15


MARKET REVIEW ALGEMEEN

EXPLOSIEVEILIGE VERLICHTING & OFFGRID/HYBRIDE POWER SOLUTIONS

ERIKS bv

Toermalijnstraat 5 1812 RL ALKMAAR Postbus 280 1800 BK ALKMAAR Tel: +31 (0)72 514 15 14 Fax: +31 (0)72 515 56 45 E-mail: info@eriks.nl Website: www.eriks.nl Aandrijftechniek Afdichtings- & Rubbertechniek Stromingstechniek Industriële kunststoffen Gereedschappen, Onderhouds- & Veiligheidsproducten

Outback Power

Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172 - 49 10 76 Fax: +31 (0)172 - 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl

Ridderpoort 14 2984 BG RIDDERKERK Postbus 257 2980 AG RIDDERKERK Tel: +31 (0)180- 41 59 88 Fax: +31 (0)180- 41 71 70 E-mail: info@noordchem.nl Website: www.noordchem.nl

DEMONTAGE

Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172- 49 10 76 Fax: +31 (0)172- 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl Website: www.eurotronic.nl

Industriële verhuizingen Demontage – Sloopwerken Transport – Asbestsanering Offshore Postbus 253 3454 ZM DE MEERN Tel: +31 (0)30- 666 97 80 Fax: +31 (0)30- 245 91 27 E-mail: info@ddm.eu Website: www.ddm.eu

Industrieweg 11 7251 JT Vorden Tel: +31(0)575 55 73 06 E-mail: info@emsbroek.nl Website: www.emsbroek.nl

Postbus 70 2280 AB Rijswijk Tel: 088- 998 4621 Fax: 088- 998 4420 Email: inspectie@kiwa.nl Internet: www.kiwa.nl

MANUFACTURING EXECUTION SYSTEMS (MES)

MAGION Process Control Engineering B.V. Advies, specificaties, cursus, inspecties en audits volgens Internationale CINI Standaard Hofweg 1, 3208 LE Spijkenisse Tel: +31 181 698030 Email: info@ncti.nl Website: www.ncti.eu

MEETDIENSTEN IN HOOGSPANNINGSTECHNIEK

Foutlocalisatie- en kwaliteitsmetingen aan kabelverbindingen, transformatoren en schakelaars. Power Quality metingen en thermografie. Kabelmontage (moffen en eindsluitingen 25 – 170KV gecertificeerd) en kabelreparatie.

Joulz Energy Solutions B.V.

Zalmstraat 7a, 3016 DS Rotterdam Postbus 19230, 3001 BE Rotterdam Tel.: +31 (088) 895 88 88 E-mail: meetdienst@joulz.nl Website: www.joulz.nl/diensten/ meetdiensten

INDUSTRIE ISOLATIE

NCTI

DDM Demontage B.V.

Emsbroek B.V.

Kiwa Inspecta Nederland B.V. Victor Lighting

De Noord Chemicals b.v.

Keuring, inspectie en bouw van (chemie)installaties BRL K903 gecertificeerd. Staal, RVS en kunststof.

Website: www.eurotronic.nl

CHEMICALS

Chemicals, Lime, Recycling and Automotive

INSPECTIE, TANKS DRUKAPPARATEN, VLOEREN

Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl

PIPE SUPPORTS

Dutramex B.V.

Energieweg 19 4143 HK LEERDAM Tel: +31(0)345 - 61 40 11 Fax: +31(0)345 - 61 95 25 E-mail: sales@dutramex.com Website: www.dutramex.com Veerhangers & -supports Hydraulische Schokdempers Trillingsdempers Bewegingsbegrenzers Pijpophangingen & -ondersteuningen Klemsystemen Glijplaten Isolatiepakketten Counter Weight Systemen Staalconstructies

PROCESS CONTROL

Onafhankelijk kennisinstituut voor procesisolatie in industrie

MAGION Process Control Engineering B.V. Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl

Indien u ook vermeld wilt worden in de Market Review van Petrochem, neemt u dan contact op met Jetvertising, Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000. PETROCHEM 5 - 2018 60 PETROCHEM 4 – 2018

48

PET01_MartketReview-liggend.indd Alle pagina's PET05 Advertenties.indd 60

08-05-18 16:43


MARKET REVIEW PROCESWATERKOELING

Koeltorens met open en gesloten koelwatercircuit & hybride verdampingskoelers Voor Nederland:

DEVAP PRODUCTS

Bizetlaan 16 5251 HA Vlijmen Tel: +31 (0)627 49 07 55 E-mail: info@devap.nl Website: www.devap.nl

STUDBOLTS

BC Basco MANUFACTURER OF HIGH INTEGRITY BOLTING

Vierschaarstraat 7A 9160 LOKEREN Tel: +32 9 348 21 35 Gsm: +32 472 73 10 56 E-mail: sales@basco.be Website: www.bc-basco.com Contactpersoon : Toyah Timmermans

STAALCONSTRUCTIES

Bea Nederland B.V. Frijns Steel Construction b.v. De Valkenberg 14 6301 PM Valkenburg a/d Geul Postbus 150 6300 AD Valkenburg a/d Geul Tel: +31 (0)43 601 01 01 Fax: +31 (0)43 601 01 02 E-mail: info@frijnsgroup.com Website: www.frijnsindustrialgroup.com

Anthony Fokkerstraat 2 3261 LB Oud Beijerland Postbus 1554 3260 BB Oud Beijerland Tel.: +31 (0)186 - 62 02 88 Fax: +31 (0)186 - 62 02 44 E-mail: sales@beaned.nl Website: www.beagroup.com

ADOPTEER EEN PUP

WARMTEBEHANDELING

Elektrisch voorwarmen en gloeien / Inductie verwarmen / Stationaire en mobiele gloeiovens / Uitdrogen beton en coatings

Delta Heat Services B.V.

Scheelhoekweg 2 3251 LZ STELLENDAM Postbus 52 3250 AB STELLENDAM Tel: +31 (0)187- 49 69 40 Fax: +31 (0)187- 49 68 40 E-mail: info@delta-heat-services.nl Website: www.delta-heat-services.nl

SMIT Heat Treatment PO Box 117 5430 AC Cuijk

Locatie Rotterdam: Scheepsbouwweg 45, Rotterdam +31 78 699 96 90 rotterdam@smit-industrial.com Locatie Cuijk: Havenlaan 16, Katwijk NB cuijk@smit-industrial.com www.smit-industrial.com

UW VERMELDING HIER?

Neem contact op met Jetvertising Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000

ADVERTENTIE-INDEX Abonnees. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Aerzen Nederland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Deltavisie 2018: 7 juni. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Eco Ketelservice Verhuur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Energyst Rental Solutions. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 EuroMaintenance 4.0. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Hi-Force Nederland. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Isoltechnics. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Industrielinqs pers en platform . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 KNGF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Logisticon Water Treatment. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Mainnovation. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Market review . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60-61 Masters of Industry: 30 mei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Modelec Data-Industrie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Process Automation Solutions. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

EN HELP ’M BLINDENGELEIDEHOND WORDEN.

Rockwool . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Stratt+ Industrial Management . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 VakMedianet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36

WWW.ADOPTEEREENPUP.NL

Verwater Group. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Wingas Benelux. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48

PETROCHEM 5 - 2018 61 PETROCHEM 4 – 2018 49

PET05 Advertenties.indd 61

05-04-18 08-05-18 16:21 16:43


COLUMN

‘De overheid is helemaal niet zo machteloos als vaak wordt beweerd. Uiteindelijk bepaalt het beleid in hoge mate ons gedrag. De overheid is aan zet, tijd voor actie.’

Gestuurde samenleving In België is sinds kort de diesel duurder dan benzine. Dat is ongezien en het haalt veel zekerheden onderuit. Tot voor kort was diesel beduidend goedkoper dan benzine en dat werd veroorzaakt door de overheid die diesel minder belastte. De overheid voerde een uitgesproken bevorderingsbeleid voor deze brandstof en deed er via allerlei communicatiekanalen alles aan om iedereen aan de diesel te krijgen. Omwille van milieuredenen notabene. En dat beleid werkte bijzonder goed, het Belgisch wagenpark werd gedurende tientallen jaren nagenoeg totaal ‘verdieseld’. De algemene mening van de burger was dat diesel goed is voor je portemonnee en ook voor het milieu. Als benzinerijder werd ik vaak als een rariteit beschouwd, ik moest bijna verantwoorden wat me in godsnaam bezielde om op benzine te rijden. Het sjoemelschandaal en de verhoogde aandacht voor fijnstof hebben nu voor een ware kentering in die beleving gezorgd. De overheid heeft het verband tussen diesel, fijnstof en gezondheid erkend en zorgt er via de accijnzen voor dat diesel duurder is dan benzine. En warempel, het werkt, benzine is weer hip! Voor het eerst sinds lange tijd worden er meer benzineauto’s dan dieselauto’s verkocht. Veel sneller dan ik voor mogelijk had gehouden, past de burger zijn gedrag aan. Informatiecampagnes Daar waar de overheid diesel zwaarder belast, moet je vaststellen dat op kerosine, de vliegtuigvariant van diesel, helemaal geen accijns wordt geheven. Op vliegtuigtickets wordt zelfs geen btw aangerekend. De overheid doet er met andere woorden alles aan om het luchtverkeer te promoten. En dat beleid werkt ook, het is vandaag vaak beduidend goedkoper om met het vliegtuig ergens heen te vliegen dan met de trein of met de auto, zelfs op korte afstanden. Het resultaat is dat het luchtverkeer enorm groeit, met alle negatieve gevolgen van dien. De luchtvaart is veruit de sterkste stijger van CO2-emissies. Ter situering: een trans-Atlantische vlucht produceert ongeveer evenveel CO2 als een auto gedurende een heel jaar. Overheidsbeleid werkt dus! De overheid is helemaal niet zo machteloos als vaak wordt beweerd. Uiteindelijk bepaalt het beleid in hoge mate ons gedrag. En ik heb het niet over planeconomie, vijfjarenplannen en andere miskleunen uit een com-

munistisch verleden. Het gaat er over dat de overheid met eenvoudige fiscale maatregelen en informatiecampagnes ons gedrag in sterke mate aanstuurt. Actie Over de richting van dat overheidsbeleid vallen echter veel kritische vragen te stellen. Enerzijds moet je vaststellen dat het beleid soms volstrekt tegenstrijdig is, zoals het verhaal van de diesel en de kerosine illustreert. Anderzijds moet je vaststellen dat de overheid het vaak gewoon laat afweten en niets doet. Een duidelijk geval van inertie, verandering is immers lastig. Niet zelden wordt het non-beleid dan nog gemotiveerd ‘omdat de overheid hierop geen invloed heeft’. Maar dat is dus nonsens, de overheid heeft juist heel veel greep op de maatschappij en dient die verantwoordelijkheid ook te beseffen. De overheid moet dringend beter nadenken over haar beleid en de gevolgen die dat heeft. Vandaag zie je dat zelfs bij evidente miskleunen de overheid vaak volhardt in de boosheid. Verdergaan in de dwaling is immers des mensen. Ook wat betreft de strijd tegen de klimaatverandering heeft de overheid alle sleutels in handen om voor een echte omslag te zorgen. We weten wat er moet gebeuren om de klimaatcatastrofe te vermijden. De oplossingen zijn voorhanden, moeilijk is het niet. Stimuleer de ontwikkeling van hernieuwbare energie met fiscale en andere middelen, het is overduidelijk dat dit werkt. De overheid ligt aan de basis van de huidige omslag naar hernieuwbare energie en moet hier met beslist beleid in doorpakken. Hervorm het huidige Europees emissiesysteem met zijn overmaat aan gratis emissierechten, zodat er een ernstige belasting komt op alle CO2-emissies. Moeilijker dan dat is het niet. De maatschappij reageert snel en de markt en de tijd doen hun werk. De mensen aanraden om vaker een dikke trui aan te trekken is goed, maar dat gaat het probleem niet oplossen. De overheid is aan zet, tijd voor actie. Wim Soetaert Prof. Wim Soetaert is verbonden aan InBio.be, expertisecentrum voor industriële biotechnologie en biokatalyse van de Universiteit Gent.

PETROCHEM 5 - 2018 62

PET05 I Column.indd 62

08-05-18 17:02


Don’tlet letwater watertake take Don’t holdof ofyour yourpipes pipes hold

Combat Combat thethe riskrisk of of Corrosion Under Insulation Corrosion Under Insulation a major issue in the industry. CUICUI is aismajor issue in the industry. It leads to higher maintenance It leads to higher maintenance costs cause pipe leaks costs andand cancan cause pipe leaks or even ruptures. According or even ruptures. According to to NACE*, water-leachable NACE*, water-leachable salt,salt, water retention, permeability water retention, permeability andand wettability all play a major wettability all play a major rolerole in in mitigating of CUI. mitigating thethe riskrisk of CUI. generation ProRox OurOur nextnext generation ProRox mandrel wound stone wool pipe mandrel wound stone wool pipe sections WR-Tech (Water sections withwith WR-Tech (Water Repellency Technology) Repellency Technology) to grips They getget to grips withwith CUI.CUI. They absorb water, faster, absorb lessless water, drydry faster, areare more durable have a very more durable andand have a very water-leachable content. lowlow water-leachable saltsalt content. Minimising of corrosion Minimising thethe riskrisk of corrosion under insulation. under insulation.

yourself SeeSee forfor yourself at at rockwool-rti.com. rockwool-rti.com.

NEW NEW

Best class solution Best in in class solution ProRoxPSPS 960/970 toto ProRox 960/970 help mitigate CUI help mitigate CUI mandrel wound mandrel wound pipe sections pipe sections ®

®

PATENT PATENT PENDING PENDING

*National Association of Corrosion Engineers - NACE SP0198-2010 (2.1.2) *National Association of Corrosion Engineers - NACE SP0198-2010 (2.1.2)

TECHNICAL INSULATION TECHNICAL INSULATION

Pet05 omslag los.indd 51

09-05-18 10:48


Petrochem Nr. 5 - 2018

PET05omslag A Cover.indd Pet05 los.indd 1 52

09-05-18 10:48


en Deze opleiding gen in zijn in te bren elorde deeltijd bach ktuigopleiding Wer bouwkunde. r de Informeer naa . mogelijkheden

Waardecreatie door goed onderhoud POST-MBO ONDERHOUDSTECHNIEK POST-HBO ONDERHOUDSTECHNOLOGIE POST-HBO ONDERHOUD EN ASSET MANAGEMENT MASTER OF ENGINEERING IN MAINTENANCE AND ASSET MANAGEMENT


JE KAN VERDER! Asset Management is als vakgebied steeds in beweging. Het werk groeit in waarde en aanzien. Van het oplossen van problemen tot een sterke schakel in de waardeketen. Hoge waardes voor veiligheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van installaties zijn het resultaat van goed onderhoud. Parallel daaraan groeit voor de onderhoudsprofessional de complexiteit van de vraagstukken en de uitdaging processen zo in te richten dat het zichtbaar waarde toevoegt. Het cursusaanbod van Centrum voor Natuur & Techniek (CvNT) biedt voor werkende onderhoudsprofessionals steeds de juiste tools om de volgende stap te kunnen zetten: Asset Management als aanjager van verbeteringen. Van de post-mbo opleiding Onderhoudstechniek tot en met de Master of Engineering in Maintenance and Asset Management sluit de cascade van opleidingen van CvNT op elkaar aan. Op je werk en op je kennisbehoefte. Je kan verder.

Deeltijd Werktuigbouwkunde De deeltijdopleiding Werktuigbouwkunde is een praktijkgerichte bacheloropleiding. U wordt opgeleid tot werktuigbouwkundig ingenieur in de sectoren Bouw, Transport en Logistiek of Industrie en Energie. De opleiding is in nauw contact met bedrijven uit deze sectoren ontwikkeld. Daardoor bent u verzekerd van concrete, bruikbare en actuele vakkennis. Tijdens de opleiding is ‘leren door te doen’ het uitgangspunt; u ontwikkelt de competenties die een werktuigbouwkundig ingenieur nodig heeft door de kennis, vaardigheden en werkervaring die u opdoet. Wat u in theorie leert past u direct toe in uw dagelijkse praktijk. Opleidingen als Onderhoudstechnologie, Onderhoud en Asset Management en Inspectie- en Keuringstechnieken Level 3 kunnen deel uitmaken van deze opleiding. Informeer naar uw mogelijkheden.

POST-MBO

Onderhoudstechniek Onderhoud is je werk. Je merkt dat je een talent hebt om problemen op te lossen en misschien zelfs te voorkomen. En je wilt verder. De post-mbo opleiding Onderhoudstechniek brengt je verder. Je leert om anders naar onderhoud te gaan kijken. Het is niet alleen je dagelijkse werk, het is een belangrijke schakel in de waardeketen van het bedrijf.

Jouw onderzoek zal het uitwijzen. Als technisch specialist krijg je meer handvatten om de techniek aan te pakken en om er beter over te communiceren. Je bent praktijkgericht en dat komt goed uit. Al tijdens de opleiding ga je aan de slag om in je eigen werkomgeving verbetervoorstellen uit te werken voor onderhoudsplannen en technische systemen. Je kan verder.

Bij de opleiding onderhoudstechniek leer je daarom wat onderhoudsmethodieken inhouden en wat jouw bijdrage kan zijn aan verbetertrajecten. Als ervaringsspecialist weet je uit de praktijk wat er beter kan, nu leer je hoe je dat kunt doorvoeren. Een verbetering is meer dan techniek. Dat gaat verder. Je leert de waarde van onderhoudsinformatie voor een probleemanalyse. Denk hierbij aan de mogelijkheid van voorspellend onderhoud. En met die analyse kun je een verbetervoorstel uitwerken, presenteren en uitvoeren. Dat kunnen verbeteringen zijn aan installaties en materialen maar ook aan werk en werkwijzen.

ALS ERVARINGSSPECIALIST WEET JE UIT DE PRAKTIJK WAT ER BETER KAN, NU LEER JE HOE JE DAT KUNT DOORVOEREN


POST-HBO

Onderhoudstechnologie Onderhoud en Asset Management U acteert op mbo/hbo-niveau en wilt verder. De post-hbo opleidingen ­Onderhoudstechnologie en Onderhoud en Asset Management bieden daar de juiste tools voor.

Onderhoudstechnologie is het,

op basis van uitgangspunten van Asset Management, in kaart brengen van de juiste onderhoudsbehoefte, het goede onderhoudsconcept en het sturen van het onderhoudsproces. Hierbij is het creëren van waarde steeds de drijfveer. Je leert de onderhoudsconcepten zo in te zetten dat door jouw werk geld wordt verdiend met onderhoud! Onderhoudstechnologie is een opleiding die je helpt met de volgende stappen in je werk. De stap naar effectiever onderhoud, een hoger kennisniveau en wellicht de volgende stap in je carrière. Om verder te komen in je werk, leer je meer over de verschillende fases van de levensduur van je installaties. Van onderhoudsbewust ontwerpen tot lean en ­continue verbeteringen van onderhoudsconcepten. De verworven kennis is zowel op technisch- als managementniveau. Materiaalkennis, schadeanalyse en reparatietechnieken gaan hand in hand met bijvoorbeeld conditiebewaking, inspectiemethoden en onderhoudsmanagementtechnieken. Voorspellend onderhoud doet hier zijn intrede. En het gaat verder. Tijdens de opleiding maak je gebruik van specialistische kennis van de docenten en pas je de nieuwe kennis meteen toe in je eigen werkomgeving. Daarbij steek je ook veel op van de kennis èn de vragen van je medecursisten. Als afronding werk je een eigen business­

case uit. Na de opleiding beschik je over een stevige basiskennis van industrieel onderhoud. Je kunt de juiste onderhoudsbehoefte in kaart brengen en een bijbehorend onderhoudsplan opstellen. Je weet wat er te koop is aan onderhoudstechnieken en je kunt het in de praktijk toepassen. Je hebt het totale onderhoudsproces in kaart en in je vingers. Bovenal heb je geleerd hoe onderhoud bijdraagt aan verhoging van het bedrijfsresultaat en verbetering van de kwaliteit.

De gevolgen van jouw werk beperken zich niet tot de installaties. Dat gaat verder. Binnen en buiten de organisatie hebben onderhoud, projecten en de installaties uiteenlopende stakeholders. De opleiding heeft daarom ook aandacht voor certificering, veiligheid en milieuwetgeving en voor besluitvorming en bedrijfskundige processen binnen organisaties. Met docenten en medecursisten uit de industrie vertegenwoordig je een geweldig praktijkinzicht. Samen werk je in een perfecte mix tussen theorie en praktijk om dat inzicht verder te verbeteren.

JE LEERT DE ONDERHOUDSCONCEPTEN ZO IN TE ZETTEN DAT DOOR JOUW WERK GELD WORDT VERDIEND MET ONDERHOUD Onderhoud en Asset Management biedt een unieke combinatie van

techniek, bedrijfseconomie en organisatiekennis, op basis van uitgangspunten van Asset Management. Merk je als leidinggevende technicus dat je verder moet met onderhoud en je onderhoudsorganisatie, dan ligt deze opleiding op je route. Bij de opleiding Onderhoud en Asset Management leer je wat er allemaal komt kijken bij efficiënt en effectief onderhoudsmanagement. Zo breng je de onderhoudsorganisatie verder en kom je verder in je eigen loopbaan. Je kan verder! De opleiding Onderhoud en Asset ­Management heeft aandacht voor onderhoud en beheer en voor de processen rond het onderhoud zoals Asset Management en verandermanagement, het ­managen van innovatieprocessen, ­integrale kwaliteitszorg en niet in de laatste plaats projectplanning en -bewaking.

De opleiding biedt je bovendien de kans een sterk netwerk in de onderhoudsindustrie op te bouwen en uit te breiden. Docenten uit de industrie behandelen de lesstof aan de hand van voorbeelden uit hun professionele praktijk. Aanvullend op de lesstof worden lezingen door toonaangevende professionals uit het werkveld gegeven. De kracht van al deze kennis en ervaring ondervind je in deze opleiding door de inbreng van je eigen vraagstukken en projecten. Je maakt de theorie direct tot jouw praktijk en je komt verder.

MERK JE DAT JE VERDER MOET MET ONDERHOUD EN MET JE ONDERHOUDSORGANISATIE, DAN LIGT DEZE OPLEIDING OP JE ROUTE


Master of Engineering in Maintenance and Asset Management Je werkgebied groeit en de zwaarte van je functie ook. Projecten worden complexer, belangen wegen zwaarder en de samenwerking met nationale en internationale partners is minstens zo belangrijk als de technische eindresultaten van je projecten. Je wilt je vaktechnische kennis op het volgende plan brengen en je wilt verder bouwen aan je persoonlijke vaardigheden. De Master of Engineering in Maintenance and Asset Management is je volgende stap, bijvoorbeeld naar een seniorfunctie als onderhoudsmanager, maintenance engineer, system engineer, project manager of een meer leidinggevende functie als plant manager of hoofd technische dienst. Met deze masteropleiding verdiep en verbreed je jouw vaktechnische competenties en je interpersoonlijke vaardigheden.

JE ONTWIKKELT JE TOT EEN SPECIALIST DIE EEN MULTIDISCIPLINAIRE SAMENWERKING ZIET ALS EEN DOORSLAGGEVENDE SUCCESFACTOR VOOR INNOVATIE

Je ontwikkelt je tot een specialist die een multidisciplinaire samenwerking ziet als doorslaggevende succesfactor voor in­novatie. En als het nodig is, kan je dit ­samenwerkingsproces ook regisseren. Je kijk op bedrijfsvoering wordt breder. Je ziet de organisatie niet meer als een reeks opeenvolgende processen maar juist als een parallel en geïntegreerd geheel van product- en procesontwikkeling. Door toegepast onderzoek stel je bedrijven in staat om sneller en efficiënter productvernieuwingen te realiseren. En een dergelijke vergroting van de innovatiekracht is essentieel in de concurrentiestrijd die draait om lage productiekosten en snelle ontwikkeling van complexe producten. Met de Master of Engineering in Maintenance and Asset Management kom je verder.

Materiaaltechnologie

Voor goed onderhoud is materiaalkennis van groot belang. Door een juiste materiaalkeuze en kennis van (toekomstige) materiaalgedragingen, kunnen risico’s beter worden ingeschat en aanzienlijke besparingen worden gerealiseerd. In onze onderhoudsopleidingen zit altijd een materiaalkundige component. Specialisatie op het gebied van bijvoorbeeld Metaalkunde of Corrosiebeheersing behoort tot de mogelijkheden.

Lassen en Inspecteren

Om complexe inspectieproblemen op te kunnen lossen en de integriteit van installaties te kunnen waarborgen, is er een steeds grotere behoefte aan gespecialiseerde scholing en hoger gekwalificeerd personeel. Naast International Welding Engineer (IWE), International Welding Technologist (IWT) en IWI-c bieden wij ook de opleidingen Inspectie- en Keuringstechnieken Level 2 en 3 (I&K2 en I&K3). Door integratie van delen van de opleidingen ontstaan interessante vrijstellingsmogelijkheden. Informeer naar de mogelijkheden.

Projectmanagement voor Engineers

Eisen die gesteld worden aan de uitvoering van projecten binnen het technisch domein nemen toe. Projectbeheersing speelt hierin een belangrijke rol. Onnodige budget-overschrijdingen worden minder geaccepteerd. Als projectleider bent u verantwoordelijk te komen tot stabiele projecten met een gezond rendement. Maar hoe komt u in control van uw projecten? Hoe weet u risico’s en kansen optimaal te benutten en vermindert u faalkosten en onnodige bijstellingen?


Permanent competent Hogeschool Utrecht, Centrum voor Natuur & Techniek (CvNT) heeft een breed scala aan onderhoudsgerichte opleidingen voor professionals. Het aanbod van opleidingen biedt zowel verdieping als verbreding van kennis. Van materiaalkunde tot inspectie enw van post-mbo niveau tot en met masteropleidingen. Met een sterke ver­ankering in de beroepspraktijk geven de opleidingen steeds de ondersteuning voor permanente competentie-ontwikkeling van de onderhoudsprofessional. Veel praktische kennis en kunde uit de ­beroepspraktijk is in de opleidingen verzameld en gebundeld. Specialisten uit de industrie dragen de kennis over aan de deel­nemers. Deelnemers die op hun beurt steeds met ­eigen situaties, projecten en ­vragen komen. Daarmee is het geen eenrichtingsverkeer van feitjes, maar een gezamenlijke ­beweging naar een hoger niveau.

situatie te ondervangen. Tenminste, als je weet wat je doet. En daar zijn de opleidingen van CvNT de ideale tool voor. In de breedte en in de diepte.

Met opleidingen van materialenkennis tot gecertificeerd inspecteur en van post-mbo Onderhoudtechniek tot en met de Master of Engineering in Asset and Maintenance Management. Het unieke aanbod van opleidingen voor Onderhoud evolueert. Kijk bijvoorbeeld werkende professionals op het gebied naar de verregaande integratie van IT of van materialen, inspectie en onderhoud de beschikbare technieken voor conditie­ van CvNT is door de hele onderhoudsbewaking. Predictive Maintenance komt organisatie in te zetten. Deze cascade hier binnen handbereik. De onderhouds­ informatie van installaties kan tot jaren terug van kennisaanbod houdt de onderhouds­ professional permanent competent. worden uitgediept om een terugkerende

Materiaalkunde/Engineering

JE KAN VERDER!

Master of Engineering in Maintenance and Asset Management

Metaalkunde

Onderhoud en Asset Management (OM)

Laspraktijkingenieur

HBO+ niveau: asset manager

I&K3

Corrosiebeheersing Onderhoudstechnologie (OT)

Adviseur Vastgoed

Deeltijd Werktuigbouwkunde

Middelbare Lastechniek

Master niveau: innovator en onderzoeker

Onderhoudstechniek (OTK)

I&KT

HBO/HBO+ niveau: adviseur of manager

HBO niveau

Inspecteur Vastgoed

MBO+ niveau: uitvoerend


Actief inspelen op opleidingsvragen Centrum voor Natuur & Techniek, het na- en bijscholingsinstituut binnen het domein Engineering & Design, verzorgt ­beroepskwalificerende kennisoverdracht voor professionals. Primaire aandachtsgebieden zijn de technische en daaraan verwante bedrijfskundige vakgebieden. • Bedrijfskunde • Engineering • Built Environment • ICT & Installatietechniek • Life Sciences & Chemistry • Materialen • Onderhoud & Inspectie

Meer weten? Je bent enthousiast geworden en wilt graag verder? Informeer dan naar de uitgebreide informatie van de afzonderlijke opleidingen. Bestaat de behoefte aan persoonlijk contact, bijvoorbeeld over opleidingen op maat, vraag dan naar Michel Grijpink, studieadviseur Engineering.

Maakindustrie

Advies Bouw

Opleidingen op maat Op uw specifieke kennisvraag zoeken wij graag een antwoord. Zo kunnen wij ­opleidingen op maat voor u ontwikkelen die qua inhoud, niveau en duur worden afgestemd op uw behoeften.

Ook als de opleidingsvraag nog niet helder is, kan het nuttig zijn bedrijfs­ vraagstukken te spiegelen aan onze kijk op opleiden. Gezamenlijk zoeken wij graag naar de beste oplossing voor uw bedrijf.

Deze in-company opleidingen verzorgen wij bij u in huis, in uw regio of op onze eigen locaties binnen Hogeschool Utrecht.

CvNT levert een breed pakket aan ­opleidingsactiviteiten op zowel post-mbo-, post-hbo als masterniveau en voert kennisscans en onderwijsinnovatieprojecten uit. Wij werken samen met relevante branche­ organisaties en andere instellingen uit de onderscheiden vakgebieden. Deze samenwerking, en het nauwe contact met

Chemie

­ pdrachtgevers en individuele professioo nals, staat garant voor innovatief onderwijs en up-to-date kennis.

Vastgoed

Infra

Hogeschool Utrecht Centrum voor Natuur & Techniek Tel. 088 481 88 88 info@cvnt.nl

www.cvnt.nl

Food Contracting

Energie

“MET ONDERHOUD EN MANAGEMENT HEB IK MIJN KENNIS VERDIEPT, MAAR VOORAL EEN ONTWIKKELING DOORGEMAAKT IN HET EFFECTIEF TOEPASSEN DAARVAN.” DANNY HARTMAN MAINTENANCE MANAGER, DSM SPECIAL PRODUCTS ROTTERDAM


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.