Nr. 06 – 2012
www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 20,00
Managementblad voor de olie- en chemische industrie Nr. 06 – 2012
INSIDE
Lichtpuntjes voor raffinagesector • Beter bioritme met dynamisch licht • Richtlijn Bodembescherming staat open voor maatwerk - Thema: Utilities
001_A_cover.indd 1
05-06-12 16:31
002_aerzen.indd 1
04-06-12 13:53
In deze editie 14 Lichtpuntjes voor raffinagesector
30 thema: utiLities
De Europese raffinagesector maakt een spannende fase door. Overcapaciteit, disbalans tussen de productie van diesel en benzine en verschil in regelgeving waardoor de Europese sector met hogere kosten te maken heeft dan de rest van de wereld. Tot overmaat van ramp viel dit jaar het Zwitserse Petroplus om. Een veeg teken zou je zeggen, maar toch zijn er lichtpuntjes, ten minste dat vindt Margaret Hill, directeur van de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie.
De chemische industrie heeft veel potentie om tot efficiëntere watersystemen te komen als over grenzen heen wordt gekeken. Dit is ook het streven van het Europese project E4Water. Doel is het vinden van mogelijkheden om water te besparen door bestaande technologieën te combineren of toe te passen in situaties waar ze nog niet zijn gebruikt. Maar efficiëntere watersystemen alleen zijn niet voldoende om qua energie-efficiency tot de wereldtop te behoren. Om energie te besparen zijn diverse doorbraaktechnologieën nodig. Het Innovatiecontract Energiebesparing moet innovaties op dit gebied versnellen.
20 Beter Bioritme met dynamisch Licht In de MEOD-fabriek van Shell Moerdijk is na onderzoek een dynamisch lichtsysteem geïnstalleerd in de controlekamer. De effecten hiervan zijn positief. Zo werd onder meer geconstateerd dat in de nachtdienst minder medewerkers extreem moe zijn. Enkele weken geleden is eenzelfde systeem eveneens in de MSPO-fabriek geïnstalleerd.
24 richtLijn staat open voor maatwerk De Nederlandse Richtlijn Bodembescherming is vernieuwd en nu veel eenvoudiger in gebruik. Niet alleen de leesbaarheid is beter, maar het is ook duidelijker dat maatwerk mogelijk is. Op basis van stofeigenschappen kan worden bepaald of er sprake is van een bodembedreigende activiteit. En of gebruik moet worden gemaakt van standaardmaatregelen of dat andere voorzieningen en maatregelen voldoende zijn.
inside en verder commentaar feiten en cijfers • Odfjell moet onderhoud van tanks aantonen • bio-proeffabriek in Delft feiten en cijfers buitenland • 10 miljoen ton olie uit Emlichheim • Gasvondst in Mozambique Binnenstebuiten onbevangen • Katrien Bogaerts petrospect technologie producten agenda short cut column • Jan Van Doorslaer fijnchem
5 7 11 22 27 29 41 42 45 49 50 51
PETROCHEM 06 – 2012
003_B_Inhoud.indd 3
3
05-06-12 14:20
Managementblad voor de olie- en chemische industrie NuMMer 06 - 2012 uitgave vaN: Industrielinqs pers en platform BV, Veembroederhof 7, 1019 HD Amsterdam, Postbus 12936, 1100 AX Amsterdam e-mail: redactie@petrochem.nl, website: www.petrochem.nl Hoofdredactie: Wim Raaijen 020 312 2081 eiNdredactie: Evi Husson 020 312 2796, Liesbeth Schipper 020 312 2083 redactie: David van Baarle 020 312 2082, Elise Quaden 020 312 2084, Ellen van den Burg 020 312 2083
vaste Medewerkers: Chris Aldewereld, Katrien Bogaerts, Jan van Doorslaer, Niko van Gent, Jacqueline van Gool, Bert van Hoogenhuyze, Joanna Hughes, Henk Leegwater, Willem Meyboom, Teus Molenaar, Gerard van Nifterik, Erik te Roller, Francis Voermans, Eric de Vries, Cyril Widdershoven Lay-out: Gabriele Köbbemann oMsLagfoto: Shell adverteNtieverkoop: Jetvertising BV, t: 070 399 0000 - f: 070 390 2488 Rob Koppenol rob@jetvertising.nl
mobiele koeling verhuur Koeling bij storing, onderhoud of verbouwingen | bij gepland onderhoud | als alternatief bij uitfasering R22
Datacenters | UPS Industriële Proceskoeling Opslaghallen | Beurzen Vliegvelden | Ziekenhuizen
Koudwatermachines Luchtbehandelingunits Mobiele airco‘s Koeltorens | Drycoolers
traffic: Breg Schoen 020 312 2088 drukkerij: DeltaHage, Den Haag aboNNeMeNteN (incl. BTW) Petrochem verschijnt 11x per jaar. Nederland/België v 166,– per jaar Introductie NL/B 25% v 124,50 per jaar Overig buitenland v 193,– Losse verkoopprijs v 20,00 Studenten v 40,00 Proefabonnement 3 mnd v 27,50 opZeggeN: Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op. abonnementenland: Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Tel: 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 (€ 0,10 per minuut) Fax: 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. © Industrielinqs pers en platform Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. ISSN: 1380-6386
15 vestigingen in Europa
24u – 088 258 258 0 www.coolenergy-rentals.nl
004_colofon_cool.indd 4
05-06-12 15:33
‘Toch pleit ik ervoor dat de chemische industrie niet te veel in zichzelf gaat keren als gevolg van maatschappelijke druk.’
De Alchemist Toen we het thema van Deltavisie 2012 - Wij nemen onze verantwoordelijkheid - bepaalden, zagen we verantwoordelijkheid als een brede uitdaging. In de chemie heeft eigenlijk alles met verantwoordelijkheid te maken. Veilig werken, verminderen van de schadelijke gevolgen voor het milieu, goed personeelsbeleid. En meer dan ooit kan de chemie ook mede verantwoordelijkheid nemen voor de toekomst. Juist de chemie kan samen met onder andere de elektronica duurzame producten ontwikkelen die meer functionaliteit en comfort bieden. De laatste jaren hebben we veel voorbeelden in Petrochem beschreven. Maar helaas dwingen recente incidenten en de daaruit voortvloeiende maatschappelijke druk, al dan niet ontstaan uit politiek en journalistiek opportunisme, de procesindustrie weer naar binnen te kijken. Veiligheid is “met dank” aan Odfjell en Chemie-Pack weer volop in de aandacht en hoewel dit niet eens chemische productiebedrijven zijn, is er weer een vergrootglas op de sector. Veiligheid is dus gewoon weer bijzonder actueel. En dat deel van verantwoordelijkheid krijgt bij Deltavisie dus extra veel aandacht (bij het schrijven van dit commentaar moet het evenementen nog plaatshebben). De plenaire discussies zullen veel over veiligheid gaan. En we zijn ook van plan om met duidelijke statements af te sluiten. Zo zal Wouter Jongepier van Momentive een lans breken voor collegiale audits (naast die van officiële organen als de DCMR). In mijn vorige commentaar heb ik dit idee al van harte toegejuicht. Omdat van elkaar leren bijzonder goed is, maar ook omdat het imagoprobleem een gemeenschappelijke eigenaar heeft. De industrie kan door veel zelfreinigend vermogen in stelling te brengen, proactief met haar intrinsieke veiligheid aan de slag gaan en bovendien imagoschade in een vroeg stadium voorkomen. Ook aan de finalisten van de verkiezing Plantmanager of the Year 2012 hebben we gevraagd hun visie op veiligheid in te brengen en met waardevolle inzichten te komen. Als hoofdredacteur heb ik de eer om die columns van te voren in te zien en ze van wat terugkoppeling te voorzien. Opvallend is dat de drie finalisten elk de factor mens centraal stellen. Installaties kunnen we al bijzonder veilig maken, maar je moet er als
mens wel goed bijblijven. Toch hebben ze alle drie een andere en naar mijn idee aanvullende invalshoek gekozen. Michel Meertens stelt dat veiligheid een kwestie van gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Met name van de productiebedrijven en aannemers gezamenlijk. Een certificatie is niet voldoende; veilig gedrag ontstaat ook vanuit goede en directe communicatie. Volgens Louis Oostvogels is veiligheid met name een kwestie van goed leiderschap. Heldere kaders moeten ervoor zorgen dat een organisatie zelf op elk niveau de verantwoordelijkheid neemt voor de veiligheid van installaties. En veiligheid is ook openheid, stelt Victor van de Pas. En misschien is dat nog wel het lastigste van alles. Als iets misgaat, zijn we geneigd alles binnen te houden. Een heel menselijk mechanisme, maar zeer contraproductief. Ja, we herhalen vaak dat we van onze fouten moeten en kunnen leren. Maar voor fouten uitkomen, is best lastig. Zelfs als de no blame, no shame met trompetterende zinnen wordt beleden. Het is wel het begin van wijsheid. Helder dus: veiligheid vraagt om openheid, samenwerking en leiderschap. Toch pleit ik ervoor dat de chemische industrie niet te veel in zichzelf gaat keren als gevolg van maatschappelijke druk. Want daarbuiten ligt een evenzo belangrijke verantwoordelijkheid. Coelho beschrijft dat treffend in zijn boek De Alchemist. De hoofdpersoon in een anekdote vraagt een wijs man om raad. Hij wil zelf graag wijzer worden. De wijze man vraagt hem om met water op een lepel door zijn paleis te gaan. Als hij terugkomt, heeft hij keurig al het water nog op de lepel. Maar op de vraag van de wijze man of hij de schoonheid van zijn paleis heeft gezien, moet hij ontkennend antwoorden. Vervolgens krijgt hij wederom een lepel met water en als hij terugkomt heeft hij alles gezien. Maar het water op zijn lepel is weg. Daar draait het juist om laat de wijze man weten. Zien wat er om je heen is en gebeurt, zonder dat je het water van je lepel laat vallen.
wim@industrielinqs.nl
PETROCHEM 06 – 2012 5
005_C_commentaar.indd 5
05-06-12 14:19
complexe processen grote risico’s integraal onder controle
AMprover software borgt uw totale risicobeheersing in één pakket ®
Bij verantwoorde risicobeheersing draait alles om het borgen van uw veiligheid en kwaliteit. Dat begint bij uw product en het functioneren van fysieke bedrijfsmiddelen. Maar kijkt ook naar processen, systemen, mensen, regelgeving en milieu. AMprover® software geeft overzicht en inzicht in de diverse risicovraagstukken en de kosteneffectieve maatregelen die het best aansluiten op uw bedrijfsspecifieke situatie. AMprover® is ontwikkeld door Traduco, de mensen die Asset Management opnieuw hebben gedefinieerd. En dat biedt u een ander perspectief. www.traduco.nl
10
YEAR
a wider perspective, focused on you
006_traduco.indd 1
04-06-12 13:52
FOTO: VOPAK
FEITEN & CIJFERS De fme pleit voor gratis technisch hoger onderwijs en ontwikkelingssamenwerking in de vorm van kennis en producten. Op die manier wil de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie voorkomen dat er een tekort aan bèta-technici ontstaat. ‘Wat we nodig hebben, is een stabiele meerderheidsregering die de volle aandacht richt op de verdienkracht van Nederland.’, verkondigt FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink.
SucceSvolle afronding faSe 2b vopak Terminal WeSTpoorT
De uitbreiding van de Vopak Terminal Westpoort in Amsterdam is afgerond. Een samenwerkingsverband van diverse BAM-infrabedrijven heeft het project ruim binnen de gestelde termijn aan Vopak opgeleverd. De opslagcapaciteit voor olieproducten is met 570.000 kubieke meter toegenomen van 620.000 kubieke meter tot circa 1,2 miljoen kubieke meter. De oplevering was gepland in het derde kwartaal van 2012. De versnelde oplevering is met name mogelijk gemaakt door de toepassing van lean principes. Maar het samenwerkingsverband is vooral ingenomen met het feit dat bij de uitvoering van de werkzaamheden (bijna anderhalf miljoen gewerkte uren) een uitzonderlijk goede veiligheidsprestatie is geleverd. meT vergrooT opSlagcapaciTeiT ruWe olie
De Maatschap Europoort Terminal (MET) breidt de opslagcapaciteit voor ruwe olie uit met bijna vijftien procent. Op de terminal in het Europoortgebied worden twee tanks gebouwd van honderdduizend kubieke meter elk. De huidige capaciteit bedraagt 1,4 miljoen kubieke meter in negentien tanks. De uitbreiding omvat ook de aanleg van anderhalve kilometer pijpleiding tussen de tanks en de twee steigers voor zeeschepen. Het project moet in februari 2013 afgerond zijn. MET is eigendom van Mafina en Ruhr Oel. De terminal bedient de raffinaderijen van Total in Antwerpen en BP in het Duitse Roergebied. ambiTieuze bio-proeffabriek in delfT van STarT
Medio mei is de Bioprocess Pilot Facility (BPF) geopend op het DSM-terrein in Delft. De proeffabriek is gebouwd om het gat tussen de productie van chemicaliën uit plantaardig materiaal op labschaal en op commerciële schaal te overbruggen. Volgens initiatiefnemer BE-Basic is de proeffabriek in Delft wereldwijd de eerste in haar soort. Investering: ruim honderd miljoen. De proeffabriek moet het mogelijk maken om problemen te signaleren en op te lossen die op laboratoriumschaal niet aanwezig zijn, maar voor toepassing op industriële schaal wel moeten worden onderzocht. Het BPF-project zal bestaan uit losse modules, zoals een bioraffinage sectie, biochemicaliën pilot installatie, geavanceerde bioprocessen pilot installatie en een scheidingstechnologie installatie. De gebruiker stelt uit de beschikbare modules zelf het proces samen dat moet worden getest. Van verschillende methoden van voorbehandeling van de biomassa, fermentatie, opwerking en zuivering, tot derde generatie bioprocessen. Hierdoor is de proeffaciliteit flexibel en afgestemd op de meest uiteenlopende bedrijfstakken, van klein naar groot, van chemische industrie tot apparatenbouw. De faciliteit zal ook dienen als expertisecentrum, waar studenten van mbo tot universitair, onderzoekers en technologen de mogelijkheid hebben om een opleiding of training te volgen. De infrastructuur van de BPF maakt deels gebruik van apparatuur die reeds aanwezig was op het terrein van DSM, en in de joint venture zal worden ondergebracht. De komende twaalf tot achttien maanden zal er nog additionele apparatuur, met name voor de voorbehandeling van biomassa, worden geïnstalleerd. Zowel de schaalgrootte als het open karakter maakt de faciliteit uniek. Volgens de initiatiefnemers wordt Nederland hiermee in Europa koploper in de ontwikkeling van de biobased economie.
kijk voor meer nieuws op www.petrochem.nl
007_8_9_D_feiten-cijfers.indd 7
Vanaf 1 januari 2014 geldt een wereldwijd verbod op productieprocessen aan boord van zeeschepen tijdens de zeereis. Vanaf deze datum is het niet meer toegestaan om aan boord van zeeschepen opzettelijk twee verschillende ladingen of een lading met een andere substantie bij elkaar te brengen waarbij een chemische reactie ontstaat. Aanleiding voor het verbod was het incident met de Probo Koala in 2006. De mediaberichten over onder meer Odfjell en Chemie-Pack hebben de petrochemische industrie geen goed gedaan. De directie van vopak in Nederland streeft daarom meer openheid na. ‘Niet dat wij iets te verbergen hadden, maar wij constateerden op een gegeven moment gewoon dat we tekort zijn geschoten in het vertellen van ons verhaal’, licht president Jan Bert Schutrops van Vopak Nederland toe. ‘We moeten transparanter worden, ook naar de media.’ De Nederlandse Mededingingsautoriteit en de Belgische Raad voor de Mededinging hebben lukoil belgium groen licht gegeven voor de overname van verolma groep. Via de overname van Verolma’s dochterondernemingen SmeetsGeelen en Verboven maakt Lukoil zijn intrede op de Nederlandse tankstationmarkt en breidt het zijn activiteiten in België verder uit. In 2009 nam Lukoil een belang van 45 procent in Zeeland Refinery in Vlissingen. Sindsdien keek het bedrijf uit naar het verwerven van eigen tankstations in Nederland. Lukoil heeft nu 46 tankstations in Nederland en181 in België.
PETROCHEM 06 – 2012
7
05-06-12 14:52
FEITEN & CIJFERS chemiSche induSTrie beginT 2012 goed De nederlandse industrie heeft volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek in maart één procent meer geproduceerd dan een jaar eerder. In de chemische industrie en de voedings- en genotmiddelenindustrie was de groei het grootst. In februari kromp de productie nog bijna drie procent vergeleken met het jaar ervoor. Het CBS geeft aan dat de viering van carnaval de productiegroei in februari mogelijk heeft geremd en in maart juist voor een impuls zorgde. Carnaval werd in 2011 in maart gevierd en dit jaar in februari. Het havenbedrijf rotterdam en de broekman group gaan het oostelijk deel van het rdm-terrein aan de Waalhaven renoveren en opnieuw inrichten. Het huidige Heavy Lift Centre voor de op- en overslag van zware en volumineuze goederen uit de energieen offshore industrie wordt hierdoor ingrijpend vernieuwd en sterk uitgebreid. Het Havenbedrijf investeert ruim vijftien miljoen euro in het project. De werkzaamheden zijn al begonnen met de sloop van enkele bouwvallige loodsen en lopen door tot het derde kwartaal van 2014. De veiligheid rond platforms voor opsporing en winning van gas en olie op de noordzee wordt beter beschermd. Het Openbaar Ministerie gaat hogere boetes eisen tegen schippers die te dicht bij deze platforms in de buurt komen. Schepen mogen niet binnen een veiligheidszone van vijfhonderd meter rond een boorplatform komen.Toch komt het voor dat vrachtschepen, vissersboten en pleziervaarders te dichtbij komen. Op de permanente havenexpositie van het eic mainport rotterdam is een miniraffinaderij in bedrijf gesteld. De bij de opening aanwezige leerlingen van het Schoonhovens College konden als eerste het procesoperator-spel spelen. De miniraffinaderij is een middel om het imago van de petrochemie te accentueren en om aandacht te vragen voor het werk. Voor de realisatie van de miniraffinaderij werkten vier Rotterdamse raffinaderijen – ExxonMobil, BP, Shell en Q8 – samen.
8
Bedrijven in de chemische industrie hebben hun investeringsverwachting positief bijgesteld na het voor de sector goed verlopen eerste kwartaal van 2012. Qua productie en omzet was dit het beste eerste kwartaal ooit, aldus Werner Fuhrmann, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Chemische Industrie. Fuhrmann meldde een gestegen omzet (zes procent) en een toenemende productie (bijna drie procent) vergeleken met een jaar eerder. De omzetgroei werd vooral veroorzaakt door de hogere verkoopprijzen en een toegenomen productie ten opzichte van het eerste kwartaal in 2011. Doordat ook de grondstofkosten sterk stegen, stonden de marges toch onder druk. In 2011 kwam de omzet uit op 58 miljard euro en steeg de netto omzet in de sector met veertien procent in vergelijking met 2010. Deze laatste stijging werd geheel veroorzaakt door de hogere verkoopprijzen. De VNCI-voorzitter hoopt dat het dit jaar niet blijft bij een goede start. Maar: ‘Of 2012 daadwerkelijk een goed jaar wordt, hangt mede af van ontwikkelingen in de financiële wereld en de politiek in Nederland en Europa’, meent hij. Het chemisch bedrijfsleven dringt aan op een doortastend optreden van het nieuwe kabinet, om het hoofd te kunnen bieden aan de economische crisis. Waar het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) aangeeft dat ondernemers in de chemische industrie van plan zijn dit jaar elf procent meer te investeren dan ze in 2011 deden, denkt Fuhrmann dat menigeen het vanwege de onzekere economische tijden nog even aankijkt. vlaanderen onderzoekT lng-bunkerfaciliTeiTen
Det Norske Veritas (DNV) onderzoekt voor de Vlaamse overheid de mogelijkheden voor de aanleg van LNG-bunkerfaciliteiten in Antwerpen, Zeebrugge en Gent. Het bedrijf onderzoekt wat er op het gebied van wet- en regelgeving nodig is om LNG-bunkerfaciliteiten mogelijk te maken. Daarnaast bekijkt het bedrijf welke rol havenautoriteiten en overheid kunnen spelen om de ontwikkeling van een goede LNG-bunkerstructuur te stimuleren. Steeds meer Europese havens willen in LNG-bunkerfaciliteiten investeren. Naast de Vlaamse havens zijn onder meer de Nederlandse, Zweedse, Finse en Poolse havens geïnteresseerd. geen brandbaar gaS naaST vloeiSTof in Trein
Wagons met brandbaar gas zullen voortaan niet meer worden vervoerd naast wagons met brandbare vloeistoffen. Daardoor neemt het risico op een grote gaswolkontploffing af als er een lek in een tank ontstaat. Demissionair minister Melanie Schultz van Haegen tekende de afspraken daarover met producenten, vervoerders, beladers en ontvangers van gevaarlijke stoffen. Als brandbare vloeistoffen tijdens een brand in aanraking komen met brandbare gassen, dan kan een zogeheten Bleve ontstaan. Bleve staat voor een boiling liquid expanding vapour explosion. Dat is een vuurbal met een doorsnee tot wel tweehonderd meter. vopak gaaT STankprobleem oploSSen
Vopak in Europoort hoopt eind 2013 de stankproblemen in het gebied te hebben opgelost. Het bedrijf studeert op een oplossing die een combinatie is van verschillende technologieën. ‘Oplossen gaan we het’, verzekert president Jan Bert Schutrops van Vopak Nederland. Omwonenden klagen al jaren over stank als bij Vopak mammoettankers worden gevuld met stookolie. In 2011 kwamen bij de DCMR 282 meldingen over stank bij Vopak Europoort binnen. Vopak is door de milieudienst aangespoord maatregelen te nemen. Daarin wordt ook samengewerkt met de dienst. Vopak erkent de problemen en zegt het ‘uiterst vervelend’ te vinden. Het bedrijf studeert op een oplossing, maar denkt niet eerder dan eind 2013 een antwoord te hebben. Dat de oplossing niet gemakkelijk te vinden is, heeft onder meer te maken met de hoge veiligheidseisen en het uitproberen van technologieën die het probleem moeten verhelpen. De stank ontstaat bij bepaalde weertypes, maar is ook het gevolg van een toename van het aantal tankers dat jaarlijks bij de terminal in Europoort wordt gevuld. In 2009 waren dat er nog zeven, vorig jaar 34. Tegelijkertijd constateert directeur Boudewijn Siemons van Vopak Oil Rotterdam dat acceptatie van stank in de omgeving van het bedrijf steeds minder wordt: ‘Dat begrijpen wij ook en daarom zijn we heel serieus bezig om dit probleem op te lossen.’
PETROCHEM 06 – 2012
007_8_9_D_feiten-cijfers.indd 8
05-06-12 14:52
FEITEN & CIJFERS iea: STeedS meer gaS uiT nieuWe bronnen
De komende twintig jaar zal er steeds meer gas worden gewonnen uit nieuwe bronnen, zoals schalie- of steenkoolgas. Daar zullen veel landen, met name de Verenigde Staten en China, van profiteren. Volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) is er wel strikte regulering nodig om de winning van dit gas op een manier te laten verlopen die aanvaardbaar is voor de maatschappij en het milieu. De gassector zal, met name door het onconventionele gas explosief groeien. Volgens het IEA zal de gasprijs dalen en zal het belang van gas als energiebron fors toenemen. De Verenigde Staten, tot nu toe een land dat gas moest invoeren, zullen een van de grootste gasproducerende landen ter wereld worden. Het belang van traditionele producenten, zoals Rusland, zal juist afnemen. Europa kan profiteren van de lagere prijzen, aldus het IEA. De gasbedrijven zullen zich wel aan strikte regels moeten houden om tegemoet te komen aan de maatschappelijke bezwaren die tegen de winning van bijvoorbeeld teerzandgas leven. Daardoor zullen de exploitatiekosten stijgen, maar krijgt de industrie wel de mogelijkheid om op grote schaal het gas te winnen. odfjell moeT onderhoud van TankS aanTonen
De gezamenlijke inspectiediensten nemen nieuwe maatregelen tegen Odfjell in het Rotterdamse Botlek-gebied. In maart werd een uitgebreide controle gehouden door de DCMR Milieudienst Rijnmond, de Inspectie SZW en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR). Die controle leidde tot directe stillegging van enkele gevaarlijke situaties door Inspectie SZW. De DCMR heeft inmiddels een bestuursrechtelijke procedure in gang gezet. De consequentie daarvan kan zijn dat bedrijfsactiviteiten worden stilgelegd. Eerder zijn dwangsommen opgelegd. De conclusie van de inspectiediensten is dat Odfjell onvoldoende verantwoordelijkheid toont voor de veiligheid op zijn terrein. Zwaarwegend is dat het bedrijf van diverse tanks niet kan aantonen wanneer ze voor het laatst zijn geïnspecteerd. ‘Odfjell heeft een grote achterstand en moet verbeteren’, zegt Jan van den Heuvel, directeur van de DCMR. ‘We hebben gezamenlijk strikt geïnspecteerd; het gaat immers om de veiligheid. Odfjell moet in korte tijd onderbouwen dat een groep grote tanks naar behoren is onderhouden. Doet het bedrijf dat niet, dan volgt bestuursdwang.’ Als er een acuut risico is, wordt direct opgetreden. Naar aanleiding van de inspectie heeft Odfjell inmiddels een paar tanks uit bedrijf genomen. Het eindrapport is opgemaakt nadat ondermeer de administratie die tijdens de inspectie was opgevraagd, was verwerkt. Over enkele constateringen heeft Odfjell later meer informatie aangeleverd, maar die heeft de inspecties niet overtuigd van een goede risicobeheersing. Uit voorzorg bereiden de inspecties daarom nieuwe maatregelen voor.
In maart 2012 heeft de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie bijna negen procent meer omgezet dan in dezelfde maand een jaar eerder. Het bedrag aan verkopen groeide op de binnenlandse markt met ruim vijf procent en op de exportmarkt met elf procent. Maart 2012 telde een werkdag minder dan maart 2011. De afzet per gemiddelde werkdag steeg met ruim vijf procent. Hieraan droegen de hogere afzetprijzen voor een belangrijk deel bij. De aardolie-industrie had met zeventien procent veruit de sterkste omzettoename. Deze branche werd gevolgd door de chemische industrie, waar het bedrag aan verkopen 4,5 procent hoger was. In de overige twee subbranches lagen de omzetten onder het niveau van maart 2011. De lucht zal flink minder zwavel bevatten dankzij nieuwe eu-regels over scheepsbrandstof, de voornaamste bron van de vervuiling. Onderhandelaars van het Europarlement en EU-landen hebben hierover een akkoord gesloten. Schepen op de Noordzee, het Kanaal en de Oostzee moeten vanaf 2015 veel schonere olie verstoken: de brandstof mag nog hooguit 0,1 procent zwavel bevatten. In andere Europese wateren wordt dat 0,5 procent. Gemiddeld bevat scheepsolie 2.700 keer meer zwavel dan brandstof voor trucks.
BEDRIJVENNIEUWS BRENT RUWE OLIEKOERS
Dow Chemical zal Willem huisman, sales director Basic Chemicals & Polyurethanes West-Europa, per 1 juli 2012 benoemen tot voorzitter van de Raad van Bestuur van Dow Benelux. Hij volgt hiermee gerard van harten op, die na 35 jaar Dow-dienst eind 2012 met pensioen gaat. Na zijn pensionering zal Van Harten toetreden tot de Raad van Commissarissen van Dow Benelux. In de tweede helft van 2012 zullen Huisman en Van Harten nauw samenwerken aan een goede overdracht.
125
PRIJS PER VAT IN US DOLLARS
120
115
110
105
100
19 20 23 24 25 26 27 30 1
APRIL
2
3
4
8
9
10 11 14 15 16 17 18 21 22 23 24 25 29 30
DSM heeft victoria haynes en eileen kennedy benoemd tot nieuwe leden van de raad van commissarissen.
MEI
PETROCHEM 06 – 2012
007_8_9_D_feiten-cijfers.indd 9
9
05-06-12 14:52
Alle assets onder controle
De voor uw organisatie belangrijke assets vertegenwoordigen een grote waarde. Door het professioneel beheren van de installaties, transportmiddelen, gebouwen, IT-middelen of infra assets vergroot u het overzicht, beheerst en bespaart u kosten, verhoogt u de levensduur en toont u aan dat u aan normen en wet- en regelgeving voldoet. Ultimo is een gebruiksvriendelijke Asset Management oplossing. Dankzij de modulaire opbouw, flexibiliteit en waar nodig branchespecifieke eigenschappen is de software geschikt voor elke organisatie en branche.
SO F T WAR E SO LU TIO NS | W W W.U LTI M O. N E T
ultimo_adv_nl04102011_297x210_01_proef.indd 1 010_ultimo.indd 1
05-10-11 13:54 11:12 04-06-12
FEITEN BUITENLAND
FOTO: WINTERSHALL
Petroplex en een consortium van investeerders gaan een multi-modale terminal voor vloeibare bulk bouwen in het Amerikaanse st. james Parish (Louisiana). De kosten zijn geraamd op 600 miljoen dollar. Voorlopig zal er een opslagcapaciteit worden gebouwd van vier tot zes miljoen vaten.
10 miljoen ton aardolie uit emlichheim
Wintershall heeft in Emlichheim een mijlpaal in de geschiedenis van de Duitse aardoliewinning bereikt. Het bedrijf heeft daar in totaal tien miljoen ton aardolie gewonnen. Wintershall is er sinds ongeveer zeven decennia actief. Daarmee is Emlichheim een van de oudste Duitse winlocaties. Momenteel wint Wintershall uit het veld in Emlichheim met 95 boringen circa 160.000 ton aardolie per jaar. De eerste boring Em 1 werd in 1943 in het Bentheimse zandsteen uitgevoerd en ging op 12 mei 1944 in productie. Sinds de inbedrijfname werd alleen al uit deze boring meer dan 120.000 ton ruwe aardolie gewonnen. De ontwikkeling van het aardolieveld Emlichheim bereikte met een jaarlijkse productie van gemiddeld meer dan 150.000 ton al aan het begin van de jaren vijftig een hoog niveau. En door innovatieve wintechnologieën wist Wintershall de levensduur van het olieveld aanzienlijk te verlengen. Zo wordt in Emlichheim al sinds 1981 stoominjectie toegepast en wordt deze technologie consequent doorontwikkeld. ‘Met behulp van stoominjectie in combinatie met productieverhogende horizontale boringen zullen we de ultimate recovery factor tot meer dan veertig procent verhogen’, stelt Joachim Pünnel, leider van de Duitse activiteiten van Wintershall. Een paar maanden geleden werden in Emlichheim nog zestien boringen geïnitieerd. In 2011 investeerde Wintershall in zes nieuwe horizontale en zeven verticale boringen. De campagne moet in de komende jaren met 23 extra afleidingen van bestaande boringen worden aangevuld. ‘Met de nieuwe boringen kunnen we het jaarlijkse winniveau van circa 160.000 ton minstens tot 2016 vasthouden’, voorspelt Pünnel. ‘Op basis van de huidige berekeningen levert Emlichheim daarmee zeker nog voor meer dan twintig jaar een bijdrage aan de aardolievoorziening van Duitsland.’ Gasvondst in mozambique
Het Amerikaanse oliebedrijf Anadarko heeft een gasvondst in Mozambique bekendgemaakt. Volgens Anadarko bevat het zogeheten Golfinho-veld in het noorden van Mozambique mogelijk meer dan 566 miljard kubieke meter gas. De partners van Anadarko in het veld zijn het Japanse Mitsui, het Indiase Bharat Petroleum, Videocon en het Britse Cove Energy. Op dit laatste bedrijf heeft Shell haar oog laten vallen. Het concern heeft al een bod gedaan van twee miljard dollar. Het kroonjuweel van Cove is een belang van 8,5 procent in een gasproject voor de kust van Mozambique. Shell heeft van de autoriteiten in Mozambique al toestemming gekregen voor de overname van de activiteiten van Cove Energy in dat land.
Kijk voor meer nieuws op www.petrochem.nl
011_13_E_FCbuitenland.indd 11
shell heeft het teerzandenproject orion in de Canadese provincie alberta te koop gezet. Dat bleek uit een melding op de website van Scotia Waterous, een Canadese makelaar in de olie- en gasindustrie die de verkoop begeleidt. Shell kreeg het Orion-project zes jaar geleden in handen door de overname van de Canadese oliemaatschappij Blackrock Ventures. Het produceert vijfduizend vaten per dag. Het gaslek op het elgin-platform in de Noordzee is gedicht. Total heeft modder gepompt in de kapotte pijp. Deze actie had binnen een dag al effect. Total kan het platform nu weer bemannen en zal de pijp van een cementen afdekking voorzien. Het bedrijf meldde eerder dat het dagelijks 1,5 miljoen dollar aan inkomsten misloopt en nog eens 1,5 miljoen dollar aan kosten moet maken om het lek te dichten. Het lek werd eind maart ontdekt. shell wil de productiedoelstelling voor het majnoon-olieveld in Irak verlagen van 1,8 miljoen vaten per dag tot 1 miljoen vaten per dag. Dat stelt Reuters op basis van documenten van het Iraakse olieministerie. Ook zou Shell het totale investeringsbudget voor het veld willen verlagen. Het zou gaan om een vermindering van tien miljard dollar. Shell bezit een belang van 45 procent, het Maleisische Petronas heeft 30 procent en de Iraakse overheid bezit 25 procent. Oliebedrijf hess corp verkoopt zijn belang in een schots offshoreolieveld aan Shell. Het gaat om een belang van 15,67 procent in het olieveld schiehallion en een belang in een gerelateerd oliepijpleidingsysteem. Het Schiehallion-veld wordt geëxploiteerd door BP en ligt ten noorden van Schotland in de Atlantische Oceaan.
PETROCHEM 06 – 2012
11
05-06-12 14:26
WWW.
.COM
thERMISCh REINIGEN VaN WaRMtEWISSElaaRS, uW VOORdElEN: > 100% schoon tot in de kern > Uitermate effectief, zowel in als rond de bUizen > werkt ook perfect bij bUndels met een vaste mantel > snelle levertijden, ook bij bitUmineUze vervUilingen > verwijdert bovendien ook cokesaanslag
BEtERE REINIGING = kOStEN SpaREN! MEER INFO: +32 (0)13 53 90 60 • INFO@thERMOClEaN.COM
012_thermo.indd 1
04-06-12 13:51
FEITEN BUITENLAND shell en chevron KrijGen Gascontract oeKraïne
Shell en Chevron hebben het contract gekregen voor de ontwikkeling van twee schaliegasprojecten in Oekraïne. De velden zullen naar verwachting in 2020 tot wel tien procent van het gasgebruik van Oekraïne gaan produceren. De investering bedraagt minstens 370 miljoen dollar (286 miljoen euro), maar dit bedrag kan nog verder stijgen, aldus een verklaring. De winning van gas uit rotslagen bij beide projecten kan op haar vroegst beginnen in 2018. De totale hoeveelheid winbaar gas uit de twee velden wordt door Oekraïne geschat op zeven biljoen kubieke meter. bP heeft KoPer voor belanG tnK-bP
BP heeft belangstelling van een potentiële koper gehad voor haar belang van vijftig procent in TNK-BP. Het bedrijf heeft haar partner Alfa Access Renova ingelicht over het voornemen van een eventuele verkoop. BP benadrukt wel dat nog niet zeker is of de verkoop door zal gaan. TNK-BP werd opgericht in 2003 door de fusie van BP’s Russische olie- en gasactiviteiten met die van Alfa Access Renova, een consortium van drie miljardairs. Het bedrijf heeft diverse upstream en downstream activiteiten in Rusland en Oekraïne, en ook belangen in Brazilië, Venezuela en Vietnam. TNK-BP is na Rosneft en Lukoil de derde oliemaatschappij van Rusland. De olieproductie van de joint venture is goed voor een flink deel van BP’s totale olieproductie (in 2009 twintig procent). De samenwerking tussen BP en Alfa Access Renova verloopt niet altijd even soepel. In 2008 hadden de partijen al een hoogoplopend meningsverschil over de machtsverhoudingen binnen TNK-BP. En in 2011 stuitte BP op hevig verzet van de drie Russische aandeelhouders in TNK-BP door een overeenkomst van BP met Rosneft, waarbij BP een aandeel van 9,5 procent in Rosneft zou kopen en Rosneft een belang van 5 procent in BP. De Russische aandeelhouders waren van mening dat BP in Rusland alleen actief mag zijn via TNK-BP. Onlangs werd ook bekend dat de Russische oligarch Michail Fridman, een van de drie miljardairs in Alfa Access Renova, aftreedt als topman van TNK-BP. BP liet toen weten dat Fridman om persoonlijke redenen opstapt. Zijn Russische zakenpartners German Khan en Viktor Vekselberg blijven wel bestuurlijke functies uitoefenen bij TNK-BP. shell moGelijK toch bij Groot russisch Gasveld
Shell kan mogelijk toch deelnemen aan de exploitatie van het enorme Shtokmangasveld in het Arctische noorden van Rusland. Dat meldt de Russische zakenkrant Kommersant op basis van bronnen. Shell zou de plaats in kunnen nemen van het Noorse Statoil, dat mogelijk afhaakt bij het project. Het Russische Gazprom selecteerde zo’n vijf jaar geleden het Franse Total en het Noorse Statoil voor participatie in het enorme project. Total kreeg een belang van 25 procent en Statoil 24 procent. De rest is in handen van Gazprom dat ook eigenaar is van het bedrijf dat de vergunning voor de ontwikkeling van het gasveld heeft. Eerder werd verwacht dat er in 2013 al gas uit het Shtokman-veld zou worden gehaald, maar het project kwam nauwelijks van de grond. Dat kwam volgens bronnen onder meer door onenigheid tussen de partners over de investeringen. Die zouden kunnen oplopen tot twaalf miljard euro. Daarnaast is de vraag naar gas in Europa en de Verenigde Staten de afgelopen jaren om verschillende redenen nauwelijks gegroeid. Overigens is het nog geen uitgemaakte zaak dat Statoil zich uit het project terugtrekt. Ook een vertrek van Total, waar Gazprom volgens bronnen ontevreden over is, is mogelijk. Naar verwachting zal er nog dit voorjaar een besluit over de toekomst van Shtokman vallen. chinees schalieGas niet voor buitenlanders
Buitenlandse oliemaatschappijen zullen niet kunnen bieden op nieuwe projecten voor de exploitatie van schaliegas in China. Alle opdrachten kunnen alleen naar Chinese bedrijven gaan. Het is nog niet bekend wanneer de veiling plaatsvindt. Buitenlandse bedrijven kunnen, na de veiling, wel overeenkomsten met Chinese bedrijven aangaan voor het delen in de productie of het leveren van ingenieursdiensten. Tot nu toe is het alleen nog Shell gelukt om een zogenoemde PSA, production sharing agreement, in de wacht te slepen.
De japanse regering en diverse grote Japanse bedrijven trekken miljarden dollars uit om een aandeel te kopen in een australisch gasveld. Dat meldt een woordvoerder van JOGMEC, een Japans overheidsagentschap dat verantwoordelijk is voor het veiligstellen van grondstoffen. Voor 350 miljard yen (3,4 miljard euro) koopt het consortium een aandeel van tien procent in het Wheatstoneproject. Japan zit dringend verlegen om nieuwe energiebronnen na de ramp in de centrale bij Fukushima. Het Italiaanse eni heeft een groot olieveld gevonden in egypte. Het veld ligt 290 kilometer ten zuidwesten van Alexandria en heeft naar schatting een winbare voorraad van 150 tot 250 miljoen vaten olie. shell stopt definitief met de exploratie-activiteiten in libië. De zoektocht naar gas heeft te weinig resultaat opgeleverd, meldt het bedrijf. Shell heeft in het oosten van Libië twee boortorens die werden gebruikt bij de zoektocht naar gas. De werkzaamheden daar werden begin 2011 opgeschort in verband met de burgeroorlog in het land en zijn daarna niet meer hervat. Het concern houdt in Libië nog wel een kantoor in stand en kijkt uit naar nieuwe mogelijkheden. Een consortium van onder meer Shell, ExxonMobil en Eni betaalt volgens de minister van Energie van Kazachstan in 2012 en 2013 in totaal 986 miljoen dollar (779 miljoen euro) om de ontwikkeling van het Kazachstaanse olieveld Kashagan te financieren. Kashagan is het grootste olieveld ter wereld dat in de afgelopen veertig jaar is ontdekt. De eerste fase van productie moet begin volgend jaar van start gaan met een productie van 370.000 tot 450.000 vaten per dag. Het Spaanse repsol investeert de komende vier jaar ruim negentien miljard euro in de ontwikkeling van olievelden. Repsol verwacht de productie in de periode tot en met 2016 met zeven procent op te voeren tot het equivalent van vijfhonderdduizend vaten olie per dag.
PETROCHEM 06 – 2012
011_13_E_FCbuitenland.indd 13
13
05-06-12 14:26
INTERVIEW
Lichtpuntjes voor de Europese raffinagesector
De Europese raffinagesector maakt een spannende fase door. Overcapaciteit, disbalans tussen de productie van diesel en benzine, en verschil in regelgeving waardoor de Europese sector met hogere kosten te maken heeft dan de rest van de wereld. Tot overmaat van ramp viel dit jaar het Zwitserse Petroplus om. Een veeg teken zou je zeggen, maar toch zijn er lichtpuntjes, ten minste dat vindt Margaret Hill, directeur van de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie.
14
Gerard van Nifterik
PETROCHEM 06 – 2012
014_15_16_17_19_O_Interview.indd 14
05-06-12 14:25
FOTO’s: ERIC dE VRIEs
PETROCHEM 06 – 2012
014_15_16_17_19_O_Interview.indd 15
15
05-06-12 14:25
‘Er komen sluitingen in Europa’, zegt Margaret Hill. ‘Van alle kanten merk je dat er veel pijn in de raffinagesector zit. Maar ik heb toch goede hoop dat Nederland eraan ontkomt. Dan moeten we echter wel zien te voorkomen dat de kosten niet hoger oplopen. Niet alleen in vergelijking met de landen om ons heen, maar ook ten opzichte van de rest van de wereld.’ Nederland heeft een mooie positie, stelt Hill. ‘In de eerste plaats hebben we hier natuurlijk een fantastische plek. Rotterdam en Vlissingen liggen geogra fisch ontzettend handig. We hebben een redelijk stabiel politiek klimaat, plus het voordeel dat we veel raffinageproducten exporteren. Meer dan zestig procent van wat we hier raffineren gaat naar het buitenland; vijftien procent consumeren we zelf en de rest gaat naar de chemische industrie. Dat is een groot verschil met andere landen. Wat het voordeel is? Kijk naar Petroplus. Toen de productie van dat bedrijf wegviel, konden we vanuit Rotterdam Zwitserland en andere landen bevoorraden. We hebben de positie en de productiecapaciteit om in te springen als er gaten vallen. Wat dat betreft ben ik optimistisch.’ Margaret Hill trad vorig jaar aan als directeur van de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI). Daarvoor werkte ze onder meer bij Texaco (Delek Nederland BV) en McDonald’s BV en als mentor aan de Erasmus University Rotterdam. Een bijzonder moment om het roer van de branchevereniging over te nemen, want de sector zit in zwaar weer. Eind vorig jaar verscheen het rap port Enterprise under Restraint, opgesteld door Agentschap NL en de VNPI. Daarin wordt een analyse gemaakt van de huidige situatie en een visie gegeven op de raffinaderijsector richting 2030. Het rapport signaleert een aantal proble men: overcapaciteit, een slechte balans tussen de productie van diesel en benzi ne, en vooral torenhoge kosten als gevolg van strenge milieuregels, en een daaruit voortvloeiend nogal ongelijkvloers inter nationaal speelveld. Maar alleen het signaleren brengt geen echte oplossing; daarvoor is een sense of urgency nodig. En die kwam er. Begin dit jaar.
‘Nederland heeft lange tijd de neiging gehad Europese maatregelen nog een tikkie strenger uit te leggen voor de nationale industrie. Dat maakt verschil.’ 16
Cinderella ‘Petroplus’, zegt Hill. ‘Met het omvallen van de Zwitserse raffinaderij kwam in één klap het probleem heel dichtbij. Het wees de overheid, zowel nationaal als
PETROCHEM 06 – 2012
014_15_16_17_19_O_Interview.indd 16
05-06-12 14:25
Europees, op de feiten. Niet voor niets riep Eurocommissaris Oettinger op 15 mei de European Round Table Conference on Refinery bij elkaar. Het gaf de ernst van de situatie aan. We kampen met overcapaciteit, de marges staan onder druk en tegelijkertijd moeten we installa ties aanpassen om aan de eisen van steeds verdergaande – Europese – overheidsei sen te kunnen voldoen.’ Dit voorjaar verscheen er een grondig rapport van Instituut Clingendael: Restructuring of the European Refinery Industy, a Cinderella Story. ‘Dat rap port legt ook de vinger op de drie grote pijnpunten: te hoge kostendruk, over capaciteit en een disbalans tussen de pro ductie van diesel en benzine. Om met dat laatste te beginnen: het komt door keuzes die in het verleden door Europa en Nederland zijn gemaakt waardoor er een grotere vraag naar diesel is dan naar benzine. Niet elke raffinaderij is zo flexibel dat het “even” overgaat tot ver hoogde dieselproductie. Dat vergt inves teringen die enorm zijn en een lange terugverdientijd hebben. De Europese overheden hebben al eerder overwogen om het accijnsstelsel te herstructureren, mede op basis van milieumaatregelen. Daar is tot op heden veel weerstand tegen. Nationale regeringen zijn huiverig om hun soevereiniteit met betrekking tot belastingen prijs te geven. Maar die dis cussie zal en moet er zeker komen.’ European Observatory Niet alles draait natuurlijk om accijnzen. De raffinagesector maakt zich vooral zor
gen over de strenge, milieugerelateerde regels en de bijbehorende kosten. Waar de regeldruk in andere continenten veel minder hoog is, moet de Europese industrie veel geld uitgeven om aan een groeiend scala aan eisen te voldoen. Dat concurreert lastig. De grootste zorg van Hill is dan ook het in stand houden van een level playing field. ‘Alsjeblieft, laat er een European Observatory komen, die bekijkt wat de impact is van nationale en Europese maatregelen – en de investeringen die
ROUNd TAblE CONFERENCE Op 15 mei kwam op initiatief van EU-commissaris voor Energie, Günther Oettinger, de European Round Table Conference on Refinery in Geneve bijeen. Aanleiding was het faillissement van de Zwitserse raffinaderij Petroplus – de grootste onafhankelijke raffinaderij van Europa. de vraag was in hoeverre het omvallen van het Zwitserse bedrijf tekenend was voor de situatie van de Europese raffinagesector en hoe het tij van de Europese raffinaderijen te keren. dat was niet nieuw. In het verleden waarschuwde de Europese branchevereniging Europia voor de zorgelijke toestand waarin de sector zich bevindt. Europia vertegenwoordigt zestien raffinaderijen en tachtig procent van de Europese raffinagecapaciteit. de organisatie wijst vooral op wat men beschouwt als een dodelijke combinatie van EU-beleid, de groeiende onbalans tussen de productie van benzine en diesel en de steeds oplopende milieubelastingen, waardoor de kosten zo hoog oplopen dat er mondiaal niet meer te concurreren is. Tijdens de rondetafelbijeenkomst zegde Energiecommissaris Oettinger toe onderzoek uit te laten voeren naar het effect van met name het EU-klimaatbeleid op de mondiale concurrentiepositie van raffinaderijen. Er werd meteen een tweede ronde aangekondigd, die plaats zal vinden in de herfst van dit jaar.
daarmee zijn gemoeid – op het milieu en op de industrie. Dat geldt ook voor de situatie binnen Europa. Nederland heeft bijvoorbeeld lange tijd de neiging gehad Europese maatregelen nog een tikkie strenger uit te leggen voor de nationale industrie. Dat maakt verschil. Vorig jaar hebben de ministeries van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu een inventarisatie gemaakt van de moge lijkheden om energieefficiency verder te benutten. De conclusie was dat het laag hangende fruit is geplukt; de industrie heeft de grote stappen gezet. Recentelijk is er besloten een forum in het leven te roepen waarin de betrokken ministeries en de raffinagesector zitting hebben. Dat forum gaat kijken naar de invloed van bijvoorbeeld emissiebeperkende maat regelen op zaken als de concurrentie verhoudingen. Doel: zorg voor een sta biele, milieubewuste omgeving waarin de industrie met gezonde marktwerking en eerlijke concurrentie kan opereren. Dat is interessant.’ Realistisch Kern van de huidige raffinagemalaise is de vraag of de Europese raffinage industrie überhaupt de kans krijgt zich in het internationale veld staande te houden. Dat is belangrijk, want vol gens Hill is er ook op de lange termijn vraag naar aardolieproducten; ten minste voor de komende veertig jaar.
PETROCHEM 06 – 2012
014_15_16_17_19_O_Interview.indd 17
17
05-06-12 14:26
Op zoek naar de beste en veiligste manier om uw machines efficiënt te bedienen?
• Robuust en ergonomisch • Digitale en/of proportionele aansturing • Veilig en betrouwbaar • Zowel standaard als op maat gemaakte installaties • Eigen productie, servicedienst en werkplaats voor herstellingen
Pauwelsdreef 100, B-2940 Hoevenen (B) - Tel. + 32 (0)3 660 14 00 - info@awsystems.be
Radiografische afstandbesturingen in ATEX uitvoering adv. AWSystems Ex A4.indd 5 018_awsystems.indd 1
16/12/09 15:02 04-06-12 13:53
‘We moeten trots zijn op wat we hier doen. Maar je moet je tegelijkertijd afvragen of de regels doel treffen.’ Europa heeft de komende decennia dus gewoon raffinageproducten nodig en de volgende vraag is dan: doen we de productie daarvan hier, of elders? ‘Ik vind dat je het hier moet doen. In de eerste plaats uit milieuoogpunt. Als je schone aardolieproducten wilt maken, dan maar hier. Bovendien is een aantal van mijn leden ook actief op het gebied van biobrandstoffen. Je moet realistisch zijn. Zij denken dat het een goede manier kan zijn om met bijmengen van biobrandstoffen tot CO2reductie te komen. Het is een keuze: of technische aanpassingen aan installaties aanbren gen of bijmengen.’ Een tweede reden om de raffinage industrie hier in stand te houden, is de economie. ‘Het is belangrijk voor de werkgelegenheid. Let wel, in Nederland geeft de branche direct en indirect werk aan circa veertigduizend mensen. Ten slotte gaat het om voorzieningszeker heid: het is strategisch gewoon erg belangrijk zelf in je energiebehoefte te kunnen voorzien. We willen toch niet afhankelijk zijn van andere delen van de wereld?’
Overtuigen De VNPIdirecteur ziet het liefst een soort tweetrapsraket. Eén: Nederlandse overheid ga niet op kop als het gaat om
bEKNOPT de raffinagesector zit in zwaar weer. Het omvallen van Petroplus heeft de overheid, zowel nationaal als Europees, met de neus op de feiten gedrukt. de sector kampt met een aantal problemen: overcapaciteit, een slechte balans tussen de productie van diesel en benzine, en vooral torenhoge kosten als gevolg van strenge milieuregels. Vooral dat laatste is een zorg voor Magaret Hill, directeur van de VNPI. Zij pleit voor een European Observatory die bekijkt wat de impact is van nationale en Europese maatregelen op het milieu en op de industrie. ‘Mits er een gelijk speelveld is, heb ik het volste vertrouwen in de kracht van de Nederlandse raffinage-industrie.’
Europese maatregelen. Twee: Europa maak je sterk voor gelijke concurrentie kansen. Hill: ‘We zijn er allemaal voor dat er iets moet gebeuren op milieu gebied, maar je moet je wel realiseren dat maar elf procent van de wereldwijde CO2uitstoot uit Europa komt. Dat geeft te denken over welke maatregelen waar het grootste effect hebben. Of dat een verloren strijd is? We moeten trots zijn op wat we hier doen. Maar je moet je tegelijkertijd afvragen of de regels doel treffen. Als in de rest van de wereld de CO2uitstoot alleen maar toeneemt, kun je kiezen tussen niks doen of de andere landen juist overtuigen. Dat laatste zou ik zeggen. Het werkt ook wel. Je ziet dat in landen als China de hou ding verandert. Raffinaderijen worden daar ook steeds efficiënter en schoner. Uiteindelijk gaat het ook gewoon om geld. Efficiëntere productie betekent meer winst.’ En wat Europa betreft: we hebben een goede analyse nodig van de regelgevings effecten. ‘Sluitingen van raffinaderijen zullen onvermijdelijk zijn, maar het behoud van een vrije marktwerking is essentieel. We hebben graag gezonde concurrentie. Mits er een gelijk speelveld is, heb ik het volste vertrouwen in de kracht van de Nederlandse raffinage industrie.’ W
PETROCHEM 06 – 2012
014_15_16_17_19_O_Interview.indd 19
19
05-06-12 14:26
PROJECT
Dynamisch licht creëert betere bioritme dynamiek In de MEOD-fabriek van Shell Moerdijk is na onderzoek een dynamisch lichtsysteem geïnstalleerd in de controlekamer. De effecten hiervan zijn positief. Zo werd onder meer geconstateerd dat in de nachtdienst minder medewerkers extreem moe zijn. Enkele weken geleden is eenzelfde systeem eveneens in de MSPO-fabriek geïnstalleerd. Evi Husson
BEKNOPT Lichtintensiteit en kleur beïnvloeden ons bioritme. Een goed afgesteld dynamisch lichtsysteem kan daarom een belangrijke rol spelen bij mensen die onregelmatige diensten draaien, zoals bijvoorbeeld nachtdiensten in controlekamers. Shell heeft dit onderzocht in de MEODfabriek in Moerdijk. Hoewel het onderzoek niet helemaal overtuigend kon aantonen dat een dynamisch lichtsysteem beter werkt, was het algemeen welbevinden onder de werknemers veel groter. Zo werden minder hoofdpijnproblemen en minder oogklachten genoemd. Inmiddels is ook de MSPO-fabriek overgegaan op het nieuwe lichtsysteem.
20
De laatste jaren wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar de effecten van werken in onregelmatige diensten en de invloed van licht. In de jaren tachtig werd ontdekt dat gebrek aan zonlicht aan de basis lag van stemmingsstoornissen in de winter. Onderzoekers van de National Institutes of Health constateerden dat naarmate ze het lichtniveau opvoerden, mensen beter reageerden terwijl daarnaast ochtendlicht het beste effect bleek te hebben. In 2002 kwam de ontdekking dat onze ogen naast kegeltjes en staafjes ook receptoren hebben die een belangrijke rol spelen bij ons bioritme. De zogenoemde retinal ganglion cellen geven lichtinvalsignalen door aan onze biologische klok. Als het licht wordt, meldt de biologische klok aan de pijnappelklier in de hersenen dat ze de productie van melatonine, een hormoon dat invloed heeft op het slaap/ waak-ritme, moet stoppen. Wetenschappers hebben inmiddels ontdekt dat een specifieke kleur blauw licht – identiek aan het blauw van een ochtendhemel – de aanmaak van melatonine beter kan onderdrukken dan andere kleuren. Lichtintensiteit en kleur beïnvloeden met andere woorden ons bioritme. Een goed afgesteld dynamisch lichtsysteem kan bijgevolg een belangrijke rol spelen bij mensen die onregelmatige diensten draaien, zoals bijvoorbeeld nachtdiensten in controlekamers. Duidelijke uitkomst Rob Wiemer, bedrijfsarts bij Shell Moerdijk en deskundige op het gebied van dynamisch licht in controlekamers, heeft in Moerdijk de ploegen begeleid van een 5-5-5- naar een 2-2-2-ploegendienstsysteem. In 2009 kwam het onderwerp “licht in de controlekamers” onder zijn verantwoordelijkheid. Samen met het onderzoeksbureau Medilux Light &
Health, de universiteit Groningen en Philips werd onderzocht wat de beste lichtomstandigheden in een controlekamer zijn. Wiemer: ‘We wilden met een wetenschappelijke insteek onderzoeken wat de effecten van het licht waren, zodat er een duidelijke uitkomst zou komen. We begonnen met het opzetten van een onderzoek dat drie maanden heeft geduurd.’ De op dat moment aanwezige lichtinstallatie in de MEOD-fabriek was het startpunt. ‘De verlichtingsinstallatie kon met de hand worden ingesteld tussen de 160 lux en 260 lux. Aan het eind van de middag werd de knop van het licht laag gezet, wat leek op een gezellige schemerverlichting.’ Deze situatie werd vergeleken met een nieuwe situatie waarin werd uitgegaan van geel licht. ‘Het blauwe licht hadden we eruit gefilterd terwijl we het gele licht veel helderder hadden gemaakt, tot 1.200 lux.’ De zestig operators werden gemonitord door middel van vragenlijsten, het testen van reactiesnelheden en door gebruik te maken van systemen die een indicatie geven hoe goed iemand slaapt. ‘Al vrij snel bleek dat de nieuwe situatie met het gele licht als bijzonder onaangenaam werd ervaren. Door de negatieve reacties zijn we vervolgens overgeschakeld op een nieuw dynamisch lichtschema met meer blauw licht erin. De resultaten waren toen veel positiever.’ Naast meer blauw licht heeft het nieuwe systeem een veel hogere lichtintensiteit dan voorheen en een betere verspreiding van het licht. ‘Het licht wordt door brede lichtbalken gelijkmatig verdeeld en zorgt voor diffuus licht. Als je de controlekamer betreedt, komt het licht rustgevend over.’ Daarnaast varieert de lichtintensiteit overdag tussen de 600 en 1.200 lux. In de nachtdienst ligt dit ongeveer rond de 1.000 lux en vlak voor
PETROCHEM 06 – 2012
020_21_Q_artikel.indd 20
05-06-12 14:51
vertrek rond 1.200 lux. ‘We hanteren hiervoor een schema dat automatisch met een computer is ingesteld.’ Vermoeide ogen Uit het onderzoek waren een aantal conclusies te trekken. Zo heeft de verandering van licht effect op mensen, niet alleen in laboratoria, maar ook in de dagelijkse praktijk. Daarnaast werden veel minder hoofdpijnproblemen ervaren bij het gebruik van dynamisch licht zoals in de tweede situatie werd gebruikt. Wiemer: ‘Dat was statistisch significant. Het licht werd bovendien als erg prettig ervaren en medewerkers gaven aan minder oogklachten of vermoeide ogen te hebben.’ De slaapscore toonde in het begin eveneens betere resultaten, maar dit effect verdween enigszins na gewenning.
‘We hadden gehoopt veel overtuigender te kunnen aantonen dat het nieuwe licht beter is dan de oude situatie, maar significante verschillen in de volle breedte konden we helaas niet constateren.’ Toch is Wiemer erg positief over de effecten. ‘Het algemeen welbevinden was bij het nieuwe systeem veel groter, waardoor werknemers niet meer naar de oude situatie terugwilden. Daarom is besloten om ook de MSPO-fabriek, waar 150 mensen werken, uit te rusten met dit dynamische lichtsysteem. Het systeem is nu enkele weken in gebruik en de eerste reacties zijn erg positief.’ Hard bewijs Andere bedrijven hebben inmiddels interesse getoond in deze verlichtingsinstallatie. ‘In Pernis is er momenteel overleg over nieuwe controlekamers. Er wordt
gekeken of dit systeem ook daar kan worden geïmplementeerd. BP is eveneens met een dynamische lichtinstallatie bezig. Daarnaast vindt een leverancier van computersystemen voor controlekamers – Honeywell – het nieuwe systeem erg interessant. Hun interesse ligt met name in het feit dat er door diffuus egaal licht minder schittering op beeldschermen te zien is. Dit is een bijkomend positief effect. Als zij een nieuw systeem willen verkopen aan een bedrijf, willen ze die klant daarom ook informeren over nieuwe lichtmogelijkheden.’ Hoewel op basis van het onderzoek in de controlekamer van de MEOD-fabriek van Shell Moerdijk geen hard statistisch bewijs is gevonden dat dynamische verlichting gezondheidstechnisch beter is, zijn de reacties erg positief. Dynamisch licht creëert een betere bioritme dynamiek. W
PETROCHEM 06 – 2012
020_21_Q_artikel.indd 21
21
05-06-12 14:51
BINNENSTEBUITEN Jarenlang zaten Niko van Gent en Jan Van Doorslaer midden in de chemische sector. Nu bekijken ze alles van buitenaf.
Werkstijl Het is voor mij steeds opnieuw een feestje wanneer Museum Rotterdam mij uitnodigt voor een nieuwe tentoonstel ling. Dit keer staat op de uitnodiging een vrouwelijk model gekleed in een oranje overall een houtzagerij te versie ren. Haar rechterhand beschermt ze met een werkhandschoen en showt uitdagend een grote houten hamer. Met haar blote linkerhand houdt ze een balkje tegen. Verder draagt ze een bruine afgedragen veiligheidsschoen en is haar andere voet versierd met een geitenwollen sok, half verstopt in een zwarte hoge hak. Een mooi contrast van oude en nieuwe werk kleding en de hierop geïnspireerde mode. Nog tot en met 30 september 2012 exposeert het museum de tentoonstel ling WERKSTIJL function & fashion. Zeker in “werkstad” Rotterdam waar de
22
Niko van Gent
overhemden al met opgerolde mouwen in de winkel liggen, is aan de invloed van werkkleding niet te ontkomen. In de plechtige stijlkamers lijkt het of bouw vakkers, vuilnismannen, buschauffeurs, kleermakers, slagers, bakkers, schoon makers, zusters en havenwerkers zich snel hebben omgekleed om de museum bezoekers te laten genieten van hun (bedrijfs)kleding. De expositie is een ode aan de werkkleding van de zogenaamde blauwe boorden en een onderzoek naar de invloed daarvan op de dagelijkse mode. Reus In een van de zalen hangen waslijnen vol met stofjassen, kruideniersjasjes, ketelpakken, doktersjassen, schorten en gebreide schipperstruien. Tussen de
gedragen en soms tot de draad toe versle ten overalls hangt ook een enorm grote overall uit de jaren vijftig, die speciaal is gemaakt voor de 2,27 lange Rigardus Rijnhout, bijgenaamd de Reus van Rotterdam. Ook is er ruimte voor het zwarte provocerende corduroypak waar mee André van der Louw in 1974 als burgemeester van Rotterdam aantrad. Een andere ruimte is gevuld met een grote verscheidenheid aan petten. Alle petten hebben een eigen model en vaak ook een eigen kleur. Zo was de timmer man, slager, trambestuurder of postbode goed herkenbaar. Naast deze doorleefde hoofddeksels ook de aaibare berenhelm met berenoren van de Rotterdamse deliveryketen De Bezorgbeer. Je zult maar van je baas op een rode scooter met een unieke berenhelm maaltijden mogen
PETROCHEM 06 – 2012
022_23_P_Binnestebuiten.indd 22
05-06-12 14:25
bezorgen. De bedrijfskleding laat duide lijk zien dat een goed kledingstuk veel langer meegaat dan één modeseizoen. De tentoonstelling laat ook mooi zien dat de praktische werkkleding een sprong heeft gemaakt van de werkvloer naar de straat. De spijkerbroek is er het ultieme voorbeeld van: werkkleding die zich tot mode heeft ontwikkeld. De blue jeans werd gebruikt in de mijnen van Californië voordat de denim broeken de straat en catwalk veroverden. De jeans bestaat ruim 150 jaar en heeft een lange traditie. Toch heeft dit kledingstuk bewezen telkens weer innovatief en actu eel te zijn. Veel modeontwerpers lijken almachtig en zetten om de zes maanden weer een nieuw silhouet neer en bepalen wat “hot” is. Toch krijgen zij de “klink nagelbroek” niet uit onze garderobekast. Maar dat geldt ook voor de voorloper van de overall: de tuinbroek. In de jaren zeventig was er zelfs sprake van “tuin broekfeminisme”. Functionele keuze De eigenschappen waaraan werkkleding moet voldoen, is afhankelijk van de branche waarin de dragers werkzaam zijn. Zo was rond 1900 witte katoenen stof het beste bestand tegen wassen op hoge temperaturen. De witte kleur was daarom een functionele keuze vanwege de hygiëne. Dankzij de chemische indus trie beschikken ontwerpers van bedrijfs kleding nu over innovatieve en moderne kunststoffen zoals polyurethaan, arami devezels en nylon (een legende zegt dat nylon de afkorting vormt van de twee steden New York en Londen). En natuurlijk is ontwerp, kleur en stijl belangrijk, maar comfort, bescherming, duurzaamheid en veiligheid tijdens alle weersomstandigheden is waar het bij bedrijfskleding om gaat. De chemische industrie met zijn lage ongevalcijfers is een mooi voorbeeld van waar het dragen van de juiste bedrijfskleding al jaren de gewoonste zaak van de wereld is. Risico’s zijn nooit helemaal uit te sluiten, maar vergeleken met andere sectoren is de chemische industrie een veilige bedrijfs tak. Echter, met het alleen beschikbaar stellen van persoonlijke beschermings middelen ben je er niet. Misschien zit mijn beroepsdeformatie me nog wat in de weg, maar toen ik recent een foto van een “boomklimmer” maakte, dacht ik wel even: Platanen omzagen zonder helm en veiligheidsbril?
VEILIgMAkER Boeiende discussie over mekaar aanspreken inzake veiligheid in de vorige editie van Petrochem. Nu wil ik ook mijn duit in het zakje doen. Dat bedrijven mekaar observeren inzake veiligheid is eigenlijk geen nieuwigheid. Tenminste, deze praktijk, zo herinner ik me nog levendig, wordt toegepast bij grote rampenoefeningen in België. We noemen dat provinciale rampenoefeningen en die worden in de chemische cluster van de Antwerpse haven jaarlijks in telkens Jan van Doorslaer weer een ander chemisch bedrijf gehouden. Collega’s uit de andere chemische bedrijven van de Antwerpse cluster worden dan gevraagd op te treden en mee te werken, als observatoren. Zij volgen met andere woorden hoe bedrijven hun interne rampenplanning hebben opgevat en in de praktijk brengen. Ook het optreden van externe hulpdiensten (brandweer, ambulances, medische urgentieteams…) wordt kritisch bekeken. De observatoren wordt gevraagd om minutieus te rapporteren wat er goed en fout ging. Zij kunnen meenemen wat goed was en het oefenende bedrijf krijgt mee wat er fout ging en wat er moet worden verbeterd. En op dat laatste komt het aan. Als de wederzijdse observatie bij rampenoefeningen kan, waarom geldt dat dan niet voor veiligheidsaudits? Meestal weten collega’s uit de chemie best – en misschien wel beter dan externen – waar ze moeten kijken, waar er “gefoefeld” wordt. Overigens heeft het mekaar observeren, onder collega’s, ook een toegevoegde waarde in het eigen interne veiligheidsbeleid. Net voor ik op pensioen ging, begon BASF Antwerpen een actie om de interne veiligheid een nieuwe boost te geven en het aantal arbeidsongevallen naar beneden te krijgen tot aan de nullijn. De actie – overigens opgezet in heel de BASF-groep wereldwijd – heette “de Veiligmakers” en focuste op vier aandachtspunten: coachen, kijken, spreken en doen. Coachen dat ging nog, kijken en doen waren ook geen probleem, maar mekaar aanspreken over veiligheid…dat bleek een zeer hoge drempel te zijn. Want mekaar wijzen op fouten, onveilige of risicovolle handelingen en situaties…dat waren we niet gewend. Dat was bijna vloeken in de kerk, dat was collega’s “verraden” en daartoe lenen we ons toch niet. Het is die – in se conservatieve en niet open – houding die ik zowat bespeur bij diegenen die het mekaar auditeren toch niet de goeie methode vinden of die het moeilijk hebben om fouten (negatieve berichten) toe te geven. Dus, mekaar aanspreken over onveiligheid, mekaar auditeren, slechte voorbeelden met name noemen…het kan het imago van de sector alleen maar meer sérieux geven. Daarin heeft Henk Leegwater gelijk. Doen dus! Jan Van Doorslaer
Oranje En dan de kleur oranje van de overall op de uitnodiging van Museum Rotterdam. Oranje is de kleur van opgewektheid en werkt verwarmend, geeft kracht en plezier in het werk. Toch gaat dat niet op voor alle oranje werkkleding. Natuurlijk zit bijna iedereen gekluisterd aan de buis of met een oor aan de radio en zijn de verwach tingen hoog gespannen. Bij succes zal het Oranjegevoel geen grenzen kennen. Dat is voor de meeste medewerkers van de groene
SWbedrijven in oranje signaalkleding wel anders. Of ze nu langs de weg werken of niet, de oranje pakken maken de SW’ers voor iedereen duidelijk herkenbaar. En voelen dat er op hen wordt neergekeken. Maar of dit “Oranjegevoel” verdwijnt bij een andere kleur? Daar kunnen de hulp verleners in hun gele, blauwe of zwarte werkkleding helaas over meepraten. Niko van Gent niko_van_gent@xs4all.nl
PETROCHEM 06 – 2012
022_23_P_Binnestebuiten.indd 23
23
05-06-12 14:25
REGELGEVING
Richtlijn staat open voor maatwerk De Nederlandse Richtlijn Bodembescherming is vernieuwd en nu veel eenvoudiger in gebruik. Niet alleen de leesbaarheid is beter, maar het is ook duidelijker dat maatwerk mogelijk is. Op basis van stofeigenschappen kan worden bepaald of er sprake is van een bodembedreigende activiteit. En of gebruik moet worden gemaakt van standaardmaatregelen of dat andere voorzieningen en maatregelen voldoende zijn. Laura Vening
BEKNOPT De oude Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) sloot niet meer goed aan bij nieuwe wet- en regelgeving. Bovendien was niet alles helder beschreven waardoor er interpretatieverschillen mogelijk waren. De richtlijn is daarom gemoderniseerd en aangepast aan de laatste stand der techniek. Ook de leesbaarheid en toepasbaarheid is verbeterd. Bovendien is het nu duidelijker dat maatwerk mogelijk is. Een Stappenplan en Stoffenschema hebben de richtlijn veel helderder gemaakt.
24
Als bedrijven met stoffen werken, die de bodem of het grondwater kunnen verontreinigen, zijn ze verplicht dit risico tot een verwaarloosbaar niveau te brengen. De Nederlandse Richtlijn Bodembescherming helpt daarbij. De richtlijn bevat een bodemrisico-checklist waarmee een bedrijf kan bepalen wat het bodemrisico van zijn activiteiten is. Bovendien maakt de checklist duidelijk welke maatregelen en voorzieningen kunnen worden ingezet om een verwaarloosbaar bodemrisico te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan het aanbrengen van een vloeistofdichte vloer of lekbakken. Knelpunten In 1997 werd de eerste Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) gepubliceerd, die in 2001 een update kreeg. Deze versie is nu geheel vernieuwd na een uitgebreide evaluatie. ‘We hebben overheid en bedrijfsleven gevraagd naar hun mening en ervaringen’, vertelt Fred Mudde, projectleider vernieuwing NRB bij Agentschap NL. ‘Daaruit bleek dat alle partijen de NRB als instrument waarderen. Maar zij noemden ook een aantal knelpunten. Zo gaven velen aan dat de NRB niet aansloot bij nieuwe wet- en regelgeving, met name het Activiteitenbesluit, met algemene milieuregels voor bedrijven. Ook kwam naar voren dat een aantal zaken niet helder was beschreven. Daardoor waren er interpretatieverschillen mogelijk, met discussies tussen overheid en bedrijfsleven als gevolg. Wat moet je bijvoorbeeld verstaan onder een half open proces? Door deze onduidelijkheid werd bijvoorbeeld in Amsterdam iets anders beslist dan in Utrecht. Verder noemden de betrokkenen het gebrek aan maatwerkmogelijkheden als groot minpunt.’ De evaluatie maakte duidelijk dat een vernieuwing van de richtlijn noodzakelijk was. Een werkgroep ging daarmee aan de slag. Circa 25 partijen werkten mee aan
een volledige revisie, onder wie vertegenwoordigers van overheid en bedrijfsleven en adviseurs. Jenda Horák en Marcus van Zutphen waren twee van de werkgroepleden. Horák is adviseur juridische en milieuzaken bij FOCWA en zat namens MKB Nederland in de werkgroep. Van Zutphen is senior enviromental consultant bij Shell en vertegenwoordigde namens VNO-NCW het grootbedrijf. Maatwerk De NRB is allereerst gemoderniseerd en aangepast aan de laatste stand der techniek. Zo zijn de bodemrisico-checklist en de stoffenlijst geactualiseerd. Ook is de richtlijn afgestemd op andere wet- en regelgeving. ‘Maar het grootste winstpunt is de toevoeging van het Stappenplan en Stoffenschema’, vindt Mudde. Het Stappenplan bestaat uit zeven stappen: van het inventariseren van de activiteiten en de stoffen die daarbij aanwezig zijn tot het nemen van maatregelen voor een verwaarloosbaar bodemrisico. ‘Met het Stappenplan wandel je door het bedrijfspand en kun je nagaan of je bedrijf voldoet aan de eis van een verwaarloosbaar bodemrisico’, legt Mudde uit. ‘Bepalend hierbij is het Stoffenschema, een stroomschema waarmee je op basis van de stofeigenschappen bepaalt of er sprake is van een bodembedreigende activiteit. En of je gebruik moet maken van de standaardmaatregelen uit de checklist of dat je kunt kiezen voor een alternatieve combinatie van voorzieningen en maatregelen.’ Met andere woorden: het is duidelijker dat maatwerk mogelijk is. Je moet voor dit maatwerk wel een aanvraag indienen bij het bevoegd gezag. Daarin moet je aantonen dat de alternatieve voorzieningen en maatregelen ook leiden tot een verwaarloosbaar bodemrisico. Bepaalde categorieën stoffen die als gevaarlijk zijn aangewezen, zijn uitgeslo-
PETROCHEM 06 – 2012
024_25_S_artikel.indd 24
05-06-12 14:25
Leesbaarheid De toepasbaarheid van de NRB is door het Stappenplan en het Stoffenschema sterk toegenomen. Ook de leesbaarheid van de richtlijn is vergroot. In plaats van negen katernen zijn er nu drie delen. Verder is een aantal begrippen nader toegelicht, zoals bodemonderzoek en herstelplicht. En de leesbaarheid van de checklist is verbeterd door de tabellen met voorzieningen en maatregelen te vereenvoudigen. ‘Kleine ondernemers schrokken zich vroeger vaak dood als ze de NRB zagen’, vertelt Horák. ‘Zonder adviesbureau kwamen ze er niet doorheen. De NRB is nu veel eenvoudiger in gebruik.’ Mudde vult aan: ‘Bij de oude NRB was er ook vaak discussie over welke tabel in de checklist op welke bedrijfsactiviteit van toepassing was. Nu weet je veel beter bij welke activiteit je welke tabel met maatregelen moet hanteren. Bij een opslagtank bijvoorbeeld zie je wat er fout kan gaan en wat je daartegen moet doen: een lekbak nemen of de tank eventueel van corrosiebestendig materiaal maken.’ Mudde is tevreden over de nieuwe richtlijn met mogelijkheden tot maatwerk. ‘Ik merk dat veel mensen dit als een positieve verandering ervaren. De meesten zijn geneigd een bepaalde stof direct als bodembedreigend te zien. Maar bij de nieuwe NRB moet je je afvragen of dat wel zo is. Om wat voor olie gaat het? Is de stof afbreekbaar? Gaat het om een gevaarlijke stof? Men moet gaan inzien dat voor sommige stoffen niet altijd direct een vloeistofdichte vloer nodig is. Wellicht zijn er andere voorzieningen mogelijk, mits deze maar leiden tot een verwaarloosbaar bodemrisico.’ Risicoanalyse Ook Van Zutphen is blij met de nieuwe richtlijn. ‘Het is een grote verbetering. Vooral door de leesbaarheid, het maatwerk en het feit dat er nu veel discussies te voorkomen zijn. Ook is de formulering
FOTO: VOPAK
ten van maatwerk, weet Mudde. ‘Maar voor de andere stoffen kun je nu in plaats van een vloeistofdichte vloer ook een vloeistofkerende vloer kiezen, mits je dit kunt beargumenteren.’ Van Zutphen vult aan: ‘Neem tolueen. Dat is bij lage concentraties niet altijd bodembedreigend. Dan heb je geen vloeistofdichte voorziening nodig. Bij de oude NRB kon je in dit soort gevallen veel minder afwijken van de standaardmaatregelen.’
van de bodemrisicofactor een belangrijk pluspunt. Zo moesten er voorheen bij een tank voorzieningen en maatregelen worden genomen omdat de tank zou kunnen gaan lekken als gevolg van corrosie, ook als de tank níet kon corroderen. Nu het helder is wat het beschouwde faalmechanisme is, kunnen zinloze voorzieningen en maatregelen worden voorkomen en is er ruimte voor meer gepaste voorzieningen en maatregelen.’ Hij ziet echter ook nog steeds ruimte voor verbetering. Ik zou graag een goede risicoanalyse zien op basis waarvan de risico’s en de effectiviteit van de voorzieningen en maatregelen kunnen worden bepaald. Dit is bij de nieuwe NRB niet doorgevoerd. Ook ontbreekt nog een goede onderbouwing van de kosteneffectiviteit van de voorzieningen en maatregelen, terwijl het wel een essentieel onderdeel is voor elk document met best beschikbare technieken. Wat ik me ook afvraag is hoe wij ons verhouden tot het buitenland. Moeten wij allemaal maatregelen nemen die onze concurrentiepositie belemmeren of lopen wij juist achter?’ Volgens Mudde is er geen sprake van een slechtere concurrentiepositie: ‘Europese regels verplichten ons bepaalde maatregelen in te voeren. Dankzij de NRB kunnen wij daaraan op een veel betere manier invulling geven dan andere landen.’ Horák voegt daaraan toe: ‘Als ik bij buitenlandse collega’s over de NRB begin, kijken ze raar op. Zo’n systematiek kennen ze niet. Maar dat hoeft geen voordeel voor hen te zijn.
Vaak hebben ze wel te maken met regels voor het schoonhouden van de bodem. Dat moeten ze achteraf doen, en dan heb je veel meer kosten.’ Klankbordgroep Ook Horák vindt de helderheid en leesbaarheid van de nieuwe NRB een groot voordeel. ‘Maar ik ben het met Van Zutphen eens dat het ook belangrijk is om naar de kosteneffectiviteit te kijken en zeker om de bodemrisico’s verder uit te werken. Bovendien is het van belang om innovatie in te bouwen. Als iemand een slimme oplossing voorstelt, moet je die kunnen toetsen en eventueel kunnen opnemen als maatregel.’ Inmiddels vinden er in het hele land workshops plaats over de nieuwe NRB. Mudde: ‘Bij die workshops komen naast positieve reacties ook vragen als: “Is er een digitale versie?” Mensen willen een stof kunnen invoeren, waarna je meteen ziet welke voorziening of maatregel je moet inzetten. Daar kunnen we in de toekomst naar kijken. Maar eerst gaan we een klankbordgroep oprichten. Als het bevoegde gezag niet kan beoordelen of bepaald maatwerk geoorloofd is, kunnen ze dit voorleggen aan de klankbordgroep. Hun advies kan, als er landelijk draagvlak is, worden verwerkt in een volgende NRB. Want het is geen statisch document.’ W De nieuwe Nederlandse Richtlijn Bodembescherming is te vinden op de website van Agentschap NL: www.agentschapnl.nl/content/nrb-2012
PETROCHEM 06 – 2012
024_25_S_artikel.indd 25
25
05-06-12 14:25
Veilig werken op hoogte Wij staan in de startblokken om uw onderhoud en nieuwbouwproject succesvol te laten verlopen. Met Harsco heeft u één aanspreekpunt voor isoleren, steigerbouw, hoogwerkers, fireproofing, stralen en conserveren. Alle disciplines dus onder één dak. Met een groot potentieel aan materialen en gekwalificeerde monteurs. Met een strakke planning en vakkennis on-site. En boven alles met een scherp oog voor uw veiligheid!
22539
Neem voor meer informatie contact op: T (0900) 742 00 00 E info@harsco-i.nl www.harsco-i.nl
026_harsco.indd 1
04-06-12 13:52
ONBEVANGEN Kreeg ik op 5.300 meter hoogte verdorie tegen mijn voeten dat ik nu ook niet moest opgeven, dat had ik beneden maar moeten doen.
Opgeven of doorgaan? Ik schrijf deze column nu ik net terug ben van vijf weken rondtrekken in Oost-Afrika. Als je erbij nadenkt hoe het daar zou zijn, ik zal het je kort omschrijven: prachtig. Oeganda, Kenia en Tanzania zijn ongelooflijk mooie landen: de natuur, de dieren, de vriendelijke mensen en de sfeer zijn goud waard, ook al beseffen ze het zelf soms te goed, en soms helemaal niet. In de toeristische gedeeltes word je bekeken als een witte, wandelende portefeuille en achterna gezeten door verkopers van allerhande prullaria. In de bergen kom je terecht in dorpjes waar je ziet dat de kleintjes nog nooit in hun leven een blanke medemens hebben gezien, maar waar de oudere kinderen lachen en je thee krijgt aangeboden. Daar geef ik met plezier alles af wat ik bijheb en kan missen, zonder dat erom wordt gevraagd en gebedeld. Het hoogtepunt van onze reis was echter de beklimming van de Kilimanjaro. De enige berg in de omtrek, die als je ervoor staat onmetelijk hoog lijkt te zijn. 5.895 meter, en we zijn gestart vanop 1.800 meter. Dat is niet valsspelen, maar de ingang van het Kilimanjaro Park bevond zich op die hoogte, ik kan er ook niets aan doen. Ook daar hebben we ongelooflijk mooie dingen gezien: de omgeving variĂŤrend van regenwoud met spelende aapjes in de bomen tot een soort maanlandschap waar geen enkel stromend water meer te vinden was. In het begin lijkt alles vlot vooruit te gaan, maar na enkele dagen kruipt het wandelen en vooral de hoogte in je kleren. Er zijn geoefende marathonlopers die wegens hoogteziekte moeten opgeven terwijl mensen die dubbel zo oud zijn als jij en ik samen de top bereikten. Onze gids heeft vorig seizoen iemand van 82 nog geholpen de top te bereiken. (Hij had het al eens succesvol gedaan in 1972, maar wilde het nog een keertje doen.) Ik ben wel geen geoefende marathonloopster, maar kwam er van ons groepje toch het dichtst bij. Vanaf 4.600m was er geen houden aan: alles wat erin ging, kwam er langs dezelfde weg weer terug uit. Water, druivensuiker, thee,
antimisselijkheidspilletjes, niks wou mijn lichaam nog aanvaarden. Wel een probleem als je nog 1,3 kilometer verticaal omhoog moet wandelen in 24 uur tijd. Na enkele uren slaap waren de meningen verdeeld: mijn vriend was net als het Canadese meisje bezorgd en zag het niet zitten dat ik nog verder zou wandelen. Gelukkig vond de gids dat ik sterk genoeg leek, dus kreeg ik groen licht om eraan te beginnen. Om middernacht, met de Petzl als enige lichtbron, -20 graden Celsius en nog zeven uur te gaan, leek het mij toch een iets minder goed plan om absoluut niet te willen opgeven. Soit, ik ben eraan begonnen maar de uren daarna werden vager en vager. Ik was me niet meer bewust van de omgeving, de mensen achter mij, ik keek alleen maar naar de voeten van de gids die voor mij liep en mij regelmatig controleerde. Om vijf uur, nog steeds donker en koud, was het voor mij genoeg: ik wilde niet meer. Kreeg ik op 5.300 meter hoogte verdorie tegen mijn voeten dat ik nu ook niet moest opgeven, dat had ik beneden maar moeten doen. Dat zoveel mensen opgeven in dit stadium, maar dat ik ondanks alles al zover was gekomen. Dat het oneerlijk zou zijn ten opzichte van mezelf om nu niet meer door te gaan. En toen begon het licht te worden. Ongelooflijk wat de zon met een mens kan doen. Helaas zag ik toen ook wel hoe hoog de top nog was, maar dat nam ik erbij door mezelf te dwingen niet omhoog te kijken. Om kwart over zeven stonden we samen op de top. Hoewel ik een kwartier eerder nog de thee die de gids bij zich had weer moest lozen, sta ik dolgelukkig op de foto. En dat herinner ik mij nog: glinsters van de sneeuw, gletsjers rondom mij, de zon op mijn gezicht en het bord van de top achter mij. Ik ben nog nooit zo trots en blij geweest. Katrien Bogaerts werkt sinds 2009 als productieingenieur op het MDI-bedrijf bij BASF Antwerpen.
PETROCHEM 06 – 2012
027_N_onbevangen.indd 27
27
05-06-12 14:24
NEEM EEN ABONNEMENT EN KIES UW KADO! PT Industrieel Management is het magazine voor de maakindustrie. Engineering, manufacturing en supply chain management zijn de pijlers onder dit gezaghebbende tijdschrift. Als productiviteit en flexibiliteit uw uitdagingen zijn, dan leest u PT Industrieel Management. Neem nu een abonnement en profiteer van onze unieke aanbieding! w 50% KORTING op uw abonnement g gedurende het eerste jaar
€ 64,- korting op uw abonnement en het P Polytechnisch Zakboek tt.w.v. € 175,- GRATIS x
Bestel via www.sdu.nl/pti of vul de bon in en stuur hem naar Sdu Klantenservice, postbus 20014, 2500 EA Den Haag
Bes t el b on Ja, ik neem ___ abonnement(en) op PT Industrieel Management (PTI) en betaal slechts € 185,-* in plaats van € 249,Bovendien ontvang ik gratis de laatste uitgave van het Polytechnisch Zakboek (9789062287703) t.w.v. € 175,- (3825LP201)
Ja, ik neem ___ abonnement(en) op PT Industrieel Management (PTI) en ontvang 50% korting op mijn abonnement gedurende het eerste jaar. Ik betaal het eerste jaar slechts € 124,50* in plaats van € 249,- (3825LP202)
Organisatie______________________________________________________________________________________________________________________________________ Afdeling _______________________________________________________________________________________________________________________ Naam ___________________________________________________________________________________________________________________________________ m/v Adres_____________________________________________________________________________________________________________________________________________ Postcode en plaats ______________ _________________________________________________________________________________________________________ Telefoon __________________________________________________________________________________________________________________________________________ E-mail____________________________________________________________________________________________________________________________________________ Deze aanbieding is geldig tot 31-12-2012
* excl. btw, verzend- en administratiekosten
Wij verwerken uw gegevens voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Als u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit melden bij Sdu Klantenservice, postbus 20014, 2500 EA Den Haag. Abonnementen gelden voor minimaal één jaar. Onze uitgaven zijn ook verkrijgbaar in de boekhandel. Voor meer informatie over onze leveringsvoorwaarden kunt u terecht op www.sdu.nl.
028_sdu.indd 1
04-06-12 13:51
18-jarige wint ruimtereis
De achttienjarige Nout van Zon, eerstejaars student Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek aan de TU Delft, is de winnaar van de essaywedstrijd georganiseerd door studievereniging Leonardo da Vinci en KLM. Met zijn idee om vliegtuigen in de toekomst op waterstof te laten vliegen won hij een ticket naar de ruimte. Tijdens de wedstrijd ‘Space for Innovation’ riep KLM studenten op om een innovatief en duurzaam lucht- en ruimtevaartconcept te bedenken. Van Zon demonstreerde dat vliegen op waterstof veel voordelen heeft: geen uitstoot van koolstofdioxide, tachtig procent minder stikstofoxiden en waterstof heeft een hogere energetische waarde dan kerosine; 2,8 maal meer energie per kilogram. Momenteel leidt de productie van waterstofgas nog wel tot vervuiling, maar Van Zon stelt dat met de vooruitgang van elektrolyse, fotolyse, thermolyse en vergassing van biomassa, dit in de toekomst niet meer het geval zal zijn. Zijn plan om in de toekomst vliegtuigen op waterstof te laten vliegen in plaats van kerosine, was goed voor een gratis ticket in 2014 vanaf Curaçao naar de ruimte. Andere passagiers moeten 70.000 euro neertellen voor een ticket in het ruimtevliegtuig van het Nederlandse bedrijf SXC. plastic zakjes in de ban
Vervolgens wordt het verbod trapsgewijs ingevoerd. Wordt het verbod helemaal van kracht, dan zullen winkels geen plastic tasje meer mogen geven. De consument die toch nog een zak wil, zal er dan een van papier kunnen krijgen en daarvoor 10 dollarcent (0,08 euro) moeten betalen. ketchupfrustratie
Frustraties om het laatste beetje ketchup of mayonaise uit de fles te krijgen zijn binnenkort mogelijk verleden tijd. De coating van de onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) zou een oplossing zijn voor dit bekende probleem. Veel informatie over de vinding is nog niet bekend, maar de coating zou superglad zijn waardoor mayonaise of ketchup niet aan de fles blijft hangen, maar heel soepel over de supergladde laag naar beneden glijdt. De coating zou eenvoudig zijn aan te brengen en bevat volgens de onderzoekers geen giftige stoffen. loterij wijst op gevaar chemicaliën
In Los Angeles worden jaarlijks naar schatting 2,7 miljard plastic zakjes verbruikt. Het stadsbestuur heeft daarom een verbod op plastic zakken goedgekeurd. Daarmee wordt LA, met haar vier miljoen inwoners, de grootste Amerikaanse stad met zo’n verbod. Milieuorganisaties hebben na vier jaar ijveren voor een verbod hun slag thuis gehaald. Tegen het einde van dit jaar moet een groot deel van het plastic verdwenen zijn. Eerst komt er nog een vier maanden durend milieuonderzoek.
Jaarlijks belanden 2.100 mensen op de eerstehulp na een ongeval met huishoudchemicaliën. Om dit cijfer de kop in te drukken zijn de Voedsel- en Warenautoriteit en VeiligheidNL een campagne gestart in de vorm van een etiketten loterij. Op een aantal etiketten van huishoudchemicaliën zoals was- en reinigingsmiddelen, gootsteenontstoppers, lijm en verf staat de verborgen tekstregel: “Gefeliciteerd! Door het lezen van dit etiket heeft u 1.000 euro gewonnen”. De tekst staat alleen op chemicaliën die al werden verkocht voor de campagne startte. Via deze weg worden consumenten aangespoord om waarschuwingszinnen en symbolen op verpakkingen beter te lezen en op te volgen. Als mensen in hun voorraadkasten gaan kijken, kunnen ze een prijs winnen.
PETROSPECT ‘Eén van de sterktes van Nederland is juist de nauwe samenwerking tussen bedrijven, universiteiten en overheid. Hierbij moet ook worden verzekerd dat Nederland concurrerend blijft, omdat productie en R&D op langere termijn altijd zullen moeten samenhangen.’ Feike Sijbesma, voorzitter Raad van Bestuur DSM, tijdens aankondiging investering in kennis en innovatie in Nederland. ‘Het is van groot belang voor Nederland dat de gouden driehoek (bedrijf, kennisinstelling en overheid) de basis blijft voor het bedrijfslevenbeleid. Met name de systematiek waarbij het bedrijfsleven in de lead is en de verantwoordelijkheid draagt om samen met kennisinstellingen innovatie te stimuleren, geeft een geweldige push.’ Rein Willems, boegbeeld topsector Chemie, in Chemie Magazine ‘Tot tien jaar geleden was er nauwelijks sprake van innovatie in de olieen gassector. De techniek was vergelijkbaar met vijftig jaar geleden.’ René Peters, directeur gastechnologie bij TNO, in gases Insights ‘Door steeds meer duurzaam groen gas in het gassysteem op te nemen, kunnen we onze gasvoorziening ‘van binnenuit’ verduurzamen. Op die manier levert groen gas een krachtige bijdrage aan de klimaatdoelstellingen van de overheid.’ Paul van Gelder, CEO Gasunie, in gases Insights. ‘Milieu, klimaatdoelen en het vergroenen van de economie – kortom duurzaamheid – wordt door het bedrijfsleven gezien als een kans.’ Joop Atsma, demissionair staatssecretaris van infrastructuur en Milieu, in Energie Actueel ‘Met de economische groei stijgen ook de loonkosten aldaar [Azië, red.]. Dat leidt tot een verzwakking van hun concurrentiepositie en een versterking van de onze.’ René Berkvens, CEO Damen Shipyards, over de Aziatische concurrentie in De Ingenieur
PETROCHEM 06 – 2012
029_F_petrospect.indd 29
29
05-06-12 16:20
THEMA
Utilities
De chemische industrie heeft veel potentie om tot efficiëntere watersystemen te komen als over grenzen heen wordt gekeken. Dit is ook het streven van het Europese project E4Water. Doel is het vinden van mogelijkheden om water te besparen door bestaande technologieën te combineren of toe te passen in situaties waar ze nog niet zijn gebruikt. Maar efficiëntere watersystemen alleen zijn niet voldoende om qua energie-efficiency tot de wereldtop te behoren. Er moeten nog flinke stappen worden gezet om energie te besparen. Hierbij zijn diverse doorbraaktechnologieën nodig. Het Innovatiecontract Energiebesparing moet innovaties op dit gebied versnellen. Het contract is erop gericht hordes weg te nemen die innovatie in de weg staan.
30
PETROCHEM 06 – 2012
030_31_X_Themaspread.indd 30
05-06-12 14:24
‘Bedrijven investeren alleen in nieuwe technologie als het aan de primaire doelstellingen bijdraagt.’
PETROCHEM 06– 2012
030_31_X_Themaspread.indd 31
31
05-06-12 14:24
THEMa
Symbiose in watergebruik Over grenzen heen kijken om tot efficiënter watergebruik in de chemische industrie te komen. Dat is de kern van het nieuwe Europese project E4Water. ‘Het gaat ons om het vinden van nieuwe verbindingen in waterstromen, op alle niveaus, binnen de fabriek, op een industriële site, maar ook met andere nabijgelegen bedrijven en met stedelijk en landbouwwater’, aldus Thomas Track, namens Dechema coördinator van het samenwerkingsverband. Jacqueline van Gool
BEKNOPT De chemische industrie heeft veel potentie om tot efficiëntere watersystemen te komen als over grenzen heen wordt gekeken. Dit is dan ook het streven van het Europese project E4Water. Doel is het vinden van mogelijkheden om water te besparen door bestaande technologieën te combineren of toe te passen in situaties waar ze nog niet zijn gebruikt. Het project zoekt naar nieuwe verbindingen in waterstromen, op alle niveaus. Zes industriële case-studies moeten de potentie van de geïntegreerde benadering aantonen. Een van deze studies wordt uitgevoerd bij Dow in Terneuzen.
32
‘De chemische industrie heeft een unieke positie op het gebied van watermanagement en waterbehandeling’, zegt Thomas Track, senior projectmanager van de Duitse organisatie voor chemische technologie en biotechnologie Dechema. ‘De sector is enerzijds een groot watergebruiker en anderzijds is ze leverancier van oplossingen om het waterverbruik te verminderen. Denk hierbij aan nieuwe materialen voor membranen, katalysatoren en corrosiebescherming. Er is in chemische fabrieken veel interactie tussen de verschillende waterstromen: koelwater, stoom, proceswater en afvalwater. Dat maakt het watersysteem complex; de samenstelling van de waterstromen varieert overal in het systeem.’ In de chemische industrie, maar ook in de industriële biotechnologie en voedingsmiddelenindustrie, wordt water vaak ook in de productieprocessen gebruikt. ‘Dat in tegenstelling tot bijvoorbeeld de auto-industrie, waar water echt een utility is.’ De chemische industrie heeft dan ook een extreem hoge kennis van watermanagement en -behandeling. Verschillende unitoperations, bijvoorbeeld scheidingstechnologieën met behulp van membranen, die al jaren in de chemische industrie worden toegepast, zijn nu ook voor de watersector bekende stof. Nieuwe verbindingen Dit alles maakt dat er veel potentie bestaat om tot efficiëntere watersystemen in de chemische industrie te komen. Voorwaarde is volgens Track wel dat er over grenzen heen wordt gekeken. En dat is precies het doel van het onlangs opgestarte Europese project E4Water (Economically and Ecologically Efficient Water Management in the European Chemical Industry), waarvan Track samen met zijn team coördinator is. Het project heeft tot doel om geÏn-
tegreerde watermanagementsystemen te ontwikkelen, door het sluiten van waterkringlopen en het hergebruik of het recyclen van afvalwater. Hierdoor kan het energieverbruik voor waterbehandeling worden verminderd en kan er een economisch voordeel worden behaald uit het geÏntegreerde management. Het project heeft niet zozeer tot doel om nieuwe technologie te ontwikkelen. ‘We zoeken naar mogelijkheden om water te besparen door bestaande technologieën te combineren of toe te passen in situaties waar ze nog niet zijn gebruikt. Het gaat ons om het vinden van nieuwe verbindingen in waterstromen, op alle niveaus. We proberen de verschillende waterstromen in fabrieken – stoom, proceswater, afvalwater, koelwater – aan elkaar te linken. Op die manier zoeken we naar mogelijkheden om interfaces, synergie en symbiose te realiseren binnen de fabriek, op een industriële site, maar ook met andere nabijgelegen bedrijven en met stedelijk en landbouwwater.’ Op dit moment gebeurt dat volgens Track nog te weinig in de chemische industrie. ‘E4Water streeft naar een multidisciplinaire en holistische benadering op verschillende industriële niveaus en tussen verschillende sectoren.’ Karakteristiek voor deze cascadebenadering is ook dat er niet alleen naar technische oplossingen voor technische problemen wordt gezocht. ‘De keuze voor een oplossing hangt niet alleen af van de technische mogelijkheden. Er is technisch al veel mogelijk. Maar er moet ook worden gekeken naar energieen veiligheidsaspecten en ook naar de kosten. Deze randvoorwaarden vormen eerder de bottleneck en niet zozeer de technologie.’ Potentie Gedurende het project zullen zes industriële case-studies de potentie van de geïntegreerde benadering aantonen.
PETROCHEM 06 – 2012
032_33_35_Y_thema_artikel.indd 32
05-06-12 14:24
E4Water heeft tot doel de waterconsumptie binnen de casestudies met minimaal twintig procent te reduceren. De productie van afvalwater kan volgens de deelnemers met dertig tot zelfs zeventig procent worden verminderd. Daarnaast kan ook het gerelateerde energieverbruik met vijftien tot veertig procent worden teruggebracht. De cascadebenadering kan volgens Track naar andere sectoren worden vertaald. ‘De grootste impact verwacht ik naast de chemische industrie en industriële biotechnologie in de voedingsmiddelenindustrie en in de mijnbouw.’ Industriële symbiose De deelnemers in het E4Waterproject vertegenwoordigen verschillende niveaus binnen de waardeketen van de chemische industrie. Hierdoor kan op de diverse schalen worden gezocht
naar mogelijkheden voor geïntegreerd management en symbiose. Een prachtig voorbeeld van zogeheten industriële symbiose bevindt zich in Denemarken. Kalundborg Symbiosis is ’s werelds eerste functionerende industriële symbiose. Ondernemingen kopen en verkopen hierbinnen afvalproducten van industriele productie in een gesloten cyclus. De restproducten die worden verhandeld zijn stoom, stof, gassen, warmte, slurry, of ieder ander product dat fysiek van het ene naar het andere bedrijf kan worden getransporteerd. Het Cluster Biofuels Denmark, dat deelneemt in E4Water, heeft een afvalwaterstroom met een hoge concentratie organische load. ‘Binnen dit project wordt onderzocht of het mogelijk is om deze met behulp van micro-algen te zuiveren. De zo ontstane biomassa kan worden verbrand, maar er wordt ook
gezocht naar mogelijkheden die nog meer waarde opleveren.’ In E4Water zal specifiek worden gekeken naar mogelijkheden om waardevolle grondstoffen uit afvalwater te winnen. Een van de andere case studies wordt uitgevoerd bij Dow in Terneuzen. De drijfveer voor Dow is het gebrek aan vers, zoet water. De ligging van de site, dichtbij zee, vormt de basis van het probleem. ‘Als er zout in de waterstromen komt, is dat er zeer lastig uit te scheiden. Het gevolg is dat er een stijgende concentratie aan zout is in het watersysteem. Dow zoekt nu manieren om de afhankelijkheid van vers water te verminderen. Dat gebeurt al deels door hergebruik van stedelijk afvalwater als proceswater en stoom. Er wordt nu bekeken of dit kan worden uitgebreid door brak of zout afvalwater en regen of polderwater toe te passen. Om deze stromen op te werken PETROCHEM 06 – 2012
032_33_35_Y_thema_artikel.indd 33
33
05-06-12 14:24
Evides Ongekend betrouwbaar
Het afvalwater van meer dan 60 bedrijven zuiveren in één AWZI.
Wij verzorgen het.
Met de gemeenschappelijke afvalwaterzuivering voor het havengebied Vlissingen-Oost nemen wij de bedrijven een zorg én investering uit handen. Zo kunnen zij zich richten op hun core business. En wij op de onze. Betrouwbaarheid, leveringszekerheid en kwaliteit zijn kernvereisten bij ons ‘maatwerk in water’ voor de chemische-, petrochemische- en voedingsmiddelenindustrie. Op basis van DBFO-contracten (Design, Build, Finance & Operate) leveren wij onze opdrachtgevers diverse soorten proceswater, zorgen wij voor de zuivering van afvalwater en maken wij hergebruik van water (effluent) mogelijk. En dat 24/7 vanuit operational excellence. Voor minder doen we het niet.
www.evides.nl
034_evides.indd 1
04-06-12 13:53
Kalundborg Symbiosis is ’s werelds eerste functionerende industriële symbiose.
tot geschikt proceswater wordt onderzocht of zogenaamde milde ontzouting economisch interessant is.’
ment. De Europese Commissie verwacht dat het EIP Water begin 2013 operationeel is.
Grensvlak Dat het project juist nu is opgezet, is geen toeval. ‘Drijvende krachten achter het project zijn de Europese Technologieplatforms WssTP (Water Supply and Sanitation Technology, red.) en Suschem. Vanuit deze twee platforms zijn discussies gevoerd met geïnteresseerde industriële bedrijven en is het project opgebouwd. Sinds eind 2008 zijn de twee platforms sterk op het thema duurzaam watergebruik gericht en was het opzetten van een project voor de chemische industrie en industriële biotechnologie het logische gevolg.’ Dechema heeft de rol van coördinator op zich genomen. ‘Wij werken op het grensvlak van industrie en wetenschap. Hierdoor kunnen we vraag en aanbod bijeen brengen.’ Het project reflecteert de doelstellingen van het European Innovation Partnership voor Water dat in oprichting is. Een van de onderwerpen waar dit Partnership zich op zal richten, is precies de ontwikkeling en implementatie van een symbiotische benadering in industrieel watermanage-
AquaFit4Use Er is eveneens gebouwd op de kennis van eerdere Europese projecten. Een hiervan is het onlangs afgeronde project AquaFit4Use. De coördinator van dat project was TNO dat nu ook deelneemt in E4Water. In AquaFit4Use is in vier verschillende sectoren (food, chemie, papier en textiel) onderzocht wat de juiste waterkwaliteit is in processen en utilities, omdat er nog te vaak gebruik wordt gemaakt van drinkwaterkwaliteit. Vervolgens is bekeken hoe deze kwaliteit water kan worden verkregen, behouden, gemonitord en gecontroleerd en wat de effecten zijn van het gebruik van een andere kwaliteit water. Een deel van het onderzoek was gericht op de ontwikkeling van tools en modellen, waarmee de effecten van aanpassingen in het watersysteem kunnen worden gesimuleerd. Deze softwaretools zullen zeker worden gebruikt in E4Water. ‘De modelleringstools beperkten zich tot nu toe vooral tot de waterbehandelingstechnologieën. Met nieuwe tools kunnen die modellen worden gekoppeld aan de
waterverbruikende processen en andere waterstromen binnen een systeem.’ Track benadrukt dat het in E4Water juist om het overschrijden van de grenzen van de individuele processen gaat. ‘Deze tools helpen bij het koppelen van de verschillende waterstromen en het sluiten van watercycli.’ Uit het AquaFit4Use project bleek overigens dat watermanagement in de chemische industrie ingewikkelder is dan in andere sectoren. Het watersysteem is complex en de samenstelling van water is niet continu en zeer divers in de verschillende stromen. Aftrap Eind mei is het project officieel afgetrapt met de eerste meeting voor alle deelnemers. ‘Daar zijn de vragen van de industrie preciezer gedefinieerd en de casestudies in meer detail opgezet.’ De eerste twaalf tot achttien maanden van het project zullen de vereisten voor de casestudies worden vertaald naar mogelijke technologieconcepten. ‘Dat zal een grote variëteit aan mogelijke oplossingen opleveren. Die worden vervolgens gescreend aan de randvoorwaarden. De meest veelbelovende combinatie van technieken zal binnen de casestudies in de praktijk worden getest.’ W PETROCHEM 06 – 2012
032_33_35_Y_thema_artikel.indd 35
35
05-06-12 14:24
THEMa
Sneller innoveren voor energiedoelen noodzakelijk De Nederlandse chemische industrie wil in 2030 haar CO2uitstoot halveren ten opzichte van die in 2005, en dat terwijl de omzet moet verdubbelen. De energiebesparing van de laatste jaren blijft echter achter bij de doelstellingen. Ingrijpende innovaties zijn nodig om de langetermijndoelen te halen. Een nieuw innovatiecontract zou de innovaties in een stroomversnelling moeten brengen. Francis Voermans
BEKNOPT De chemische industrie heeft haar voorsprong op de wereldtop qua energie-efficiency inmiddels moeten inruilen voor een lichte achterstand. De ambitie om energie te besparen, is er echter wel, maar daarvoor moeten flinke stappen worden gezet. Doorbraaktechnologieën zijn nodig om het huidige energiebesparingstempo op te voeren. Het Innovatiecontract Energiebesparing moet innovaties op dit gebied versnellen. Het contract is erop gericht hordes weg te nemen die innovatie in de weg staan.
36
Begin deze eeuw was de Nederlandse chemische industrie koploper op het gebied van energie-efficiency. In 2000 presenteerde de sector met trots de resultaten van de eerste meerjarenafspraak (MJA-1) met de overheid. Met een efficiency-verbetering van 25 procent in tien jaar tijd was de doelstelling ruim overtroffen. De fabrieken in Nederland waren gemiddeld zelfs zuiniger met energie dan de wereldtop (ja, dat kan). Maar daarna ging het minder voortvarend. De eerste MJA werd – voor de grootste energieverbruikers – opgevolgd door het “Convenant Benchmarking” en dat leverde een gemiddeld besparingstempo van slechts 0,5 procent per jaar op, hoewel daar ook geen besparingsdoelstelling aan verbonden was. Na het Convenant Benchmarking kwam het MEE-convenant voor bedrijven die onder het CO2-emissiehandelsysteem vallen. De resultaten daarvan vallen tot dusver tegen. In 2010, het eerste jaar van de afspraak, werd een efficiencyverbetering gehaald van 1,1 procent. Afgelopen jaar lag de besparing waarschijnlijk hoger, maar nog altijd onder de beoogde twee procent. De sector heeft haar voorsprong op de wereldtop inmiddels moeten inruilen voor een lichte achterstand, aldus een rapport van CE Delft. Ambitie Dat de twee procent efficiency-verbetering niet wordt gehaald, wil niet zeggen dat de chemische industrie zich niet aan het convenant met de overheid houdt, stelt Reinier Gerrits, speerpuntmanager energie van de VNCI. ‘Voor het MJA-3 en MEE-convenant maken bedrijven plannen voor vier jaar, waarin staat wat ze aan energiebesparende maatregelen willen realiseren. Die plannen worden goedgekeurd door Agentschap NL. Over het geheel genomen hebben de bedrijven die plannen tot nu toe waargemaakt.’
De insteek van het convenant is dat over het geheel een gemiddelde besparing wordt gehaald van twee procent per jaar, legt Gerrits uit. Een besparing van twee procent op proces-efficiency élk jaar is niet reëel. ‘Er is in het verleden al veel gedaan. Echte klappers kunnen nu alleen nog worden gemaakt met grote investeringen. Air Products heeft bijvoorbeeld een nieuwe, grotere fabriek gebouwd die een oude vervangt. Dat bespaart in één keer vijftien procent. Sabic investeert in zijn kraker in Geleen, wat acht procent efficiency-winst zal opleveren. Maar dat soort investeringen doe je niet jaarlijks.’ Op lange termijn zal de twee procent besparingsdoelstelling gemiddeld wel worden gehaald, verwacht Gerrits. Ruim zelfs, want de ambitie van de chemische industrie is om de CO2-uitstoot in 2030 te halveren ten opzichte van 2005. Dat is gemiddeld twee procent besparing per jaar over een periode die nog eens tien jaar langer is dan de looptijd van de MJA3 en MEE. Kapstok Hoe dat moet worden bereikt, staat in de Routekaart 2030, die de VNCI deze zomer zal presenteren. In die routekaart staan zes oplossingsrichtingen. Voor elk van die richtingen is uitgewerkt welke maatregelen kunnen worden genomen en wat die opleveren. Gerrits: ‘De routekaart wordt de kapstok voor het beleid van de komende jaren. We hebben gekeken waar de grootste kansen op besparingen liggen. Daar gaan we aan werken.’ Energiebesparing in de eigen processen moet een flink deel – zo’n kwart – van de CO2-reductie voor rekening nemen. De andere richtingen zijn het vervangen van fossiele grondstoffen, CO2-opslag, recycling, duurzame energie en besparingen bij de eindgebruiker. De routekaart kijkt dus heel breed waar de chemische
PETROCHEM 06 – 2012
036_37_39_Z_thema_artikel.indd 36
05-06-12 14:23
FOTO: aIR PRODUCTS
k
Air Products heeft een nieuwe, grotere fabriek gebouwd die een oude vervangt. Dat bespaart in één keer vijftien procent energie.
industrie besparingen kan opleveren. ‘Maatregelen zijn bijvoorbeeld praktische zaken, zoals hoogwaardigere isolatie van de eigen installaties of het opzetten van een energiezorgsysteem. Maar ook de functionaliteit van nieuwe chemische producten kan voor besparingen zorgen. Denk aan de isolatie van woningen of gewichtsreductie van auto’s. Middenklasse-auto’s bijvoorbeeld zijn veel luxer geworden, maar niet zwaarder. Dat is te danken aan lichtere materialen.’ Bedreigingen Door op alle oplossingsrichtingen in te zetten, kan de halvering van de CO2-uitstoot in 2030 worden gerealiseerd, blijkt uit berekeningen voor de Routekaart. Maar tegelijkertijd zijn er ook bedreigingen, zegt Gerrits. Wkkinstallaties, die belangrijk zijn voor de efficiëntie van de Nederlandse industrie, staan onder druk. ‘De wkk-installaties worden eruit gedrukt door een hoge gasprijs en relatief lage elektriciteitsprijs als gevolg van kolencentrales met biomassabijstook en zwaar gesubsidieerde duurzame energie. Chemiebedrijven kunnen met stoomketels de warmte ook efficiënt opwekken, maar overall bekeken is dat een forse stap terug in de efficiency van de Nederlandse elektriciteitsopwekking.’ Daarnaast is het belangrijk dat het
systeem voor emissiehandel goed vorm krijgt. ‘Het handelsysteem is nog verre van perfect’, aldus Gerrits. Problemen heeft de VNCI vooral met het feit dat rechten worden verleend op basis van productie in het verleden en met de “setaside”, het veilen van minder emissierechten omdat er door de crisis rechten over zijn. Met VNO heeft de VNCI het initiatief genomen om samen met de overheid tot een gezamenlijk standpunt te komen. ‘Emissiehandel is belangrijk om de goede randvoorwaarden te scheppen waarbinnen investeringen kunnen worden gedaan. Het systeem moet betrouwbaar zijn en het moet efficiënte nieuwe installaties stimuleren.’ Ondanks deze bedreigingen en de tot dusver tegenvallende besparingen, denkt Gerrits dat de langetermijndoelstelling wel haalbaar is. ‘Het is ambitieus, maar gebaseerd op reële aannames. De routekaart is bottom-up samengesteld. Bedrijven zijn bevraagd over wat er leeft en wat er nodig is. We zijn uitgegaan van waar zij en publiek-private samenwerkingsverbanden nu mee bezig zijn. Daardoor is het een bruikbaar document.’ Drastisch anders Het realiseren van de doelstellingen betekent dat veel chemische processen er in 2030 drastisch anders uit zullen zien. Zo zal recycling een veel grotere rol spe-
len, wat bijvoorbeeld zou kunnen door syngas te maken uit gebruikte kunststoffen en hiervan opnieuw virgin materiaal te maken. Procesintensificatie zou moeten worden geïntroduceerd, waardoor processen efficiënter en minder milieubelastend kunnen worden uitgevoerd. Om dat te realiseren moet de sector serieus innoveren. Niet zomaar bestaande processen verbeteren of meer warmte terugwinnen, maar echt radicaal andere processen implementeren. ‘Er moeten behoorlijke stappen worden gezet. Slechts een gedeelte kan worden gehaald door de kraan verder dicht te halen. Er zullen doorbraaktechnologieën moeten komen’, zegt Tjeerd Jongsma, directeur van het ISPT (Institute for Sustainable Process Technology), een instituut dat tot doel heeft innovaties in de Nederlandse procesindustrie te versnellen. In opdracht van de topsector Energie heeft het ISPT het Innovatiecontract Energiebesparing in de industrie opgesteld. Het contract is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de industrie, universiteiten en kennisinstellingen. Begin april werd het ondertekend door de minister en door tweehonderd bedrijven in de maakindustrie. Het doel is om innovaties te versnellen, waardoor het huidige energiebesparingstempo kan worden opgevoerd naar het gewenste niveau. PETROCHEM 06 – 2012
036_37_39_Z_thema_artikel.indd 37
37
05-06-12 14:23
LOGISTICON WATER TREATMENT
Demiwater
DÉ SPECIALIST IN WATERBEHANDELING!
Koelwater
Afvalwater
Proceswater
Een zuivere samenwerking Welke vorm van waterbehandeling u ook wenst, Logisticon levert u: Klant specifieke installaties Ontwerpen in 3D Procesontwerp en Werktuigbouw/Elektrotechniek in één hand Optie huur (pilot)installatie Neem gerust contact met ons op voor gebruik van onze expertise in water.
logisticon adv_februari_2012_210x297.indd 1 038_logisticon.indd 1
Logisticon Water Treatment b.v. Postbus 38, 2964 ZG Groot-Ammers, Nederland Telefoon: +31 (0) 184 - 60 82 60 Website: www.logisticon.com
16-02-12 17:31 04-06-12 13:52
Risico Het innovatiecontract is erop gericht om de verschillende hordes weg te nemen. Het contract kent onder meer financiële maatregelen om de risico’s van innovaties voor bedrijven te verkleinen. Jongsma: ‘Kleine bedrijven hebben heel mooie technologieën, maar hebben moeite om die geïmplementeerd te krijgen. Het gaat om grote investeringen en een groot bedrijf wil niet het risico lopen dat het niet werkt. Een nieuwe lease-constructie kan hiervoor een oplossing bieden. Er komt een fonds van de overheid en via dit fonds kan het grote bedrijf een nieuwe technologie leasen van het kleine bedrijf.’ Het contract wil ook de cultuur binnen bedrijven meer innovatiegericht maken. Jongsma: ‘De procesindustrie is een conservatieve sector die risico’s te allen tijde wil vermijden. Iedereen weet altijd te bedenken waarom iets niet werkt. Bijvoorbeeld een mogelijk slechtere kwaliteit product of de kans op menselijk letsel.’ Door te investeren in human capital kan de cultuur binnen bedrijven worden veranderd. In het contract staat dat een innovation academy zich hierop gaat toeleggen. Jongsma: ‘Het doel is om het ondernemerschap binnen bedrijven te versterken. Bijvoorbeeld door business cases kun je procestechnologen meer bagage geven, zodat ze een innovatie binnen het eigen bedrijf op de agenda kunnen zetten. Dat vraagt andere vaardigheden dan bijvoorbeeld het uitrekenen van een warmtebalans.’
FOTO: SaBIC
‘Er zijn veel activiteiten die goed gaan in de researchfase, maar die stil vallen als ze in de investeringsfase komen’, zegt Jongsma. Dat komt doordat er hordes zijn die innovatie in de weg staan. Een belangrijke horde is de kapitaalintensiteit van procesapparatuur, die zorgt dat niet bewezen technieken moeilijk aan bod komen. Een andere is de menselijke factor. Mensen in de procesindustrie zijn gericht op het beheersen van risico’s en in zo’n omgeving is radicaal innoveren moeilijk. Een derde is dat bedrijven zelden investeren in maatregelen die alleen energiebesparing met zich meebrengen. ‘Een bedrijf als AkzoNobel met een hele hoge energierekening wil nog wel eens investeren in maatregelen die alleen op energiebesparing zijn gericht, maar dat zijn uitzonderingen. Bedrijven investeren alleen in nieuwe technologie als het aan de primaire doelstellingen bijdraagt.’
Sabic investeert in zijn kraker in Geleen, wat acht procent efficiency-winst zal opleveren.
Versnelling Een andere belangrijke pijler is dat de samenwerking in R&D wordt versterkt. Het gaat dan zowel om samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen als tussen bedrijven onderling, al dan niet uit dezelfde sector. ‘Als meerdere bedrijven samenwerken aan technologiedoorbraken zijn de financiële risico’s kleiner. Dat gebeurt bijvoorbeeld al in een cluster dat samenwerkt aan energiebesparing in destillatie. Een gezamenlijk onderzoeksbudget is uitgezet bij de best uitgeruste kennisinstellingen. Wij zien erop toe dat bedrijven actief deelnemen in het proces. Vaak betalen bedrijven een onderzoek en zien een aantal jaren later wat eruit is gekomen. Actieve deelname zorgt dat de kennis ook wordt overgedragen aan bedrijven. Het maakt ook de implementatiedrempel kleiner. Bedrijven zijn vanaf het begin bekend met de mogelijke risico’s en kunnen daaraan wennen.’ Door meer samenwerking kan R&D in de beginfase buiten de bedrijfspoorten worden gehouden en ook dat zorgt voor versnelling. ‘Een nieuwe technologie
moet akkoord zijn voor finance, operations, marketing. Dat kost veel tijd. Het is gemakkelijker om het eerste traject buiten de organisatie te doen. Dat is overigens een trend die al is ingezet. Je ziet steeds meer spin-offs en spin-outs van grote bedrijven, bijvoorbeeld bij DSM of Shell. Daarmee houden ze innovatie at arms length zonder de hordes van de hiërarchische structuur.’ Jongsma was de trekker bij het opstellen van het contract, maar is nu ook verantwoordelijk voor de uitvoering ervan. ‘Een hele uitdaging’, noemt hij dat. Garanties dat de maatregelen voldoende zijn om de langetermijndoelstellingen te halen, kan hij niet geven. ‘Met dit contract denken we de twee procent besparing per jaar te kunnen behalen. Het is naar onze inschatting in ieder geval de beste manier en het is een breed gedragen opzet. Maar er wordt flink bespaard op innovatie. Ons budget is voorlopig vastgesteld op een derde van wat we denken nodig te hebben. Als je minder investeert, moet je niet verwachten dat er hetzelfde uitkomt.’ W PETROCHEM 06 – 2012
036_37_39_Z_thema_artikel.indd 39
39
05-06-12 14:23
|
ALVAST RESERVEERAGENDA IN UW
|
Energy 4 Next Generations II Designing a Sustainable Future
Amsterdam • Science Centre NEMO • 1 en 2 november 2012
Locatie: Datum:
Science Centre NEMO Amsterdam 1 november
thema: Sustainable Urban Design 2 november
thema: Sustainable Product Design Onderdeel van: Enlightenmentz-festival Organisatie: Industrielinqs, in samenwerking met NEMO
Designing a sustainable future Duurzame keuzes hoeven niet noodzakelijk in te houden dat je inlevert in comfort, design en mogelijkheden. Nieuwe technologie kan zo worden ontworpen dat duurzame producten ook op andere vlakken goed scoren. Soms mag het zelfs iets meer kosten, omdat je er dan ook meer voor terugkrijgt. Verschillende onderzoekers en industriële bedrijven begrijpen steeds beter dat de combinatie van design en duurzaamheid straks essentieel is voor hun eigen voortbestaan.
In de documentaire Cleantech, de Schone Toekomst, laat vpro’s Tegenlicht zien dat een nieuwe industriële revolutie zelfs onafwendbaar is. ‘Met schone technologie is de wereld in het komende tijdperk - de energie- en klimaateeuw gezonder, rijker, innovatiever, productiever en veiliger te maken.’ Energy 4 Next generations II wil voorbeelden naar boven brengen, waarbij goed ontwerp van beschikbare technologie leidt tot duurzame en comfortabele oplossingen. Daarbij heeft elke dag een andere invalshoek. Op 1 november zal het om duurzame stedelijke ontwikkeling gaan, terwijl op 2 november duurzame productontwerpen met de x-factor centraal staan.
Meer Informatie Congresinformatie: Kiki Nelson • kiki@industrielinqs.nl • 020-31 22 791 Sponsorinformatie: Anouk Bouwmeester • anouk@industrielinqs.nl • 020–31 22 797
www.energy4nextgenerations.com Initiatiefnemers:
A4_staand.indd 1
05-06-12 14:13
FOTO: BART vAN OvERBEEKE
TECHNOLOGIE
Plastic dat licht geeft als je eraan trekt
Wetenschappers van de Technische Universiteit Eindhoven hebben een plastic gemaakt dat licht geeft als eraan wordt getrokken. De onderzoekers kunnen het plas tic onder meer in rood, geel, blauw en groen laten oplichten. Qua toepassing den ken de onderzoekers in eerste instantie aan onderzoek zelf: met hun methode is het mogelijk om heel nauwkeurig te zien waar en wanneer een plastic breekt. De truc van de onderzoekers is dat ze een extra element inbouwen in de plastic moleculen, een moleculaire ring met de naam dioxetaan. Wanneer hard genoeg aan het plastic wordt getrokken, breekt deze ring open en zendt licht uit. Het plastic geeft dan ook alleen licht zolang eraan wordt getrokken. Op het moment dat het plastic helemaal uiteen scheurt, zendt het een lichtflits uit, doordat dan heel veel moleculaire ringen tegelijk openbreken. Het onderzoek is vooral gedreven door fundamentele wetenschappelijke vragen, naar de mogelijkheden om met mechanische krachten nieuwe soorten chemie te ontslui ten, vertelt hoogleraar Supramoleculaire Polymeerchemie prof. dr. Rint Sijbesma. Toch ziet hij al een zeer geschikte toepassing van de vinding. Door het uitgezonden licht is heel nauwkeurig te zien waar, wanneer en hoe polymeren breken, zodat het belastingsgedrag ervan in detail kan worden bestudeerd. Het lichtgevende effect doet denken aan dat van de bekende lichtgevende breekstokjes, die wel vaker te zien zijn bij concerten. Het principe is bij die staafjes echter anders. Door ze te “breken”, komen twee vloeistoffen bij elkaar, waardoor een nieuwe chemi sche stof ontstaat. Deze stof valt daarna spontaan uiteen, en zendt tegelijk licht uit. katalysator verhoogt selectiviteit ProPeen
Clariantdochter SüdChemie heeft een katalysator ontwikkeld voor de dehydroge nering van propaan. De katalysator – Catofin geheten – zorgt voor meer selectiviteit waardoor meer propeen wordt gevormd, en vermindert het energiegebruik. De katalysator werd een jaar geleden al geïntroduceerd. Inmiddels blijkt dat de selec tiviteit met twee tot drie procent toeneemt en het energieverbruik met vijf tot tien procent afneemt. Het Catofinproces wordt gebruikt voor de productie van propeen uit propaan, maar kan ook worden gebruikt voor de productie van isobutylenen uit isobutaan. De technologie wordt al in veertien fabrieken toegepast. Magnetisch zuurstof gedraagt zich als overgangsMetaal
Onderzoekers van het Zernike Institute for Advanced Materials van de Rijksuniversiteit Groningen en van het Institute for Molecules and Materials van de Radboud Universiteit hebben een nieuw type op zuurstof gebaseerd magnetisme ont dekt. Dit opent een interessant onderzoeksveld waarmee het magnetisch gedrag van zuurstof wordt bestudeerd en dat eventueel tot toepassingen binnen het veld van de spintronica leidt. Tot op heden werd bij magnetisme gebruikgemaakt van veel zware elementen als overgangsmateriaal, bijvoorbeeld ijzer, of zeldzame aardmetalen, bijvoorbeeld neo dinium. De onderzoekers hebben nu het magnetisme van het veel lichtere element zuurstof bestudeerd in cesiumdioxide (CsO2), een ionogene vaste stof met dezelfde kristalstructuur als gewoon tafelzout.
nieuw Materiaal gezocht Plastic zonnecellen kunnen net zo’n hoog rendement halen als conventionele zonnecellen van silicium. Aan de hand van theoretische modellen hebben onderzoekers van de FOMfocusgroep aan de Rijksuniversiteit Groningen, samen met een collega van de Universiteit van Denver, laten zien welke wegen naar de “Next Generation” plastic zonnecellen kunnen leiden. Het resultaat van alle berekeningen is een artikel dat omschrijft aan welke voorwaarden nieuwe materialen voor plastic zonnecellen moeten voldoen. Hoe die materialen er precies uitzien, is nog niet bekend. ‘Daar zijn we natuurlijk mee bezig’, zegt hoogleraar organische chemie aan de Rijksuniversiteit Groningen prof. dr. Kees Hummelen. ‘Maar dat is een enorme zoektocht. Daarom hebben we dit nu gepubliceerd, zodat zoveel mogelijk andere onderzoeksgroepen kunnen meehelpen zoeken.’ De berekeningen laten zien dat een plastic zonnecel met een rendement van meer dan twintig procent goed mogelijk is. ‘Traditioneel gebruiken onderzoekers in dit veld apolaire verbindingen om hun zonnecellen te maken.’ Dit zijn olieachtige stoffen, waarin bijvoorbeeld geladen ionen slecht oplossen. ‘Maar zo kunnen ze ook elektrische ladingen maar moeilijk verwerken.’ En dat is precies wat een zonnecel goed moet doen: vrije ladingen, die het invallend zonlicht in de zonnecel produceert, moeten netjes naar buiten worden geleid. Samen met zijn collega’s bekeek Hummelen wat er zou gebeuren wanneer ze het zonlicht met polaire of polariseerbare moleculen zouden opvangen. Net als bijvoorbeeld water zijn die ongeladen, maar ze hebben wel een plus- en een minpool of ze kunnen die gemakkelijk tijdelijk vormen. Het materiaal krijgt daardoor een hoge diëlektrische constante. Het onderzoek gebeurde met behulp van een computermodel dat de efficiëntie waarmee nieuwe materialen zonlicht in stroom omzetten, kan uitrekenen. De uitkomst: door gebruik van zulke materialen ging de efficiëntie van zonnecellen er flink op vooruit.
PETROCHEM 06 – 2012
041_J_Technologie.indd 41
41
05-06-12 14:23
PRODUCTEN
preCisie-druKtestMeters
Fluke introduceert de Fluke 700G-serie precisie-druktestmeters: negen gemakkelijk te gebruiken, robuuste en betrouwbare modellen die nauwkeurige drukmetingen leveren in zware omstandigheden. Deze modellen kunnen -14 tot 15 psi (pounds-per-square-inch) meten met een resolutie van 0,001 psi tot -14 tot 10.000 psi met een resolutie van 1 psi en een 0,05 procent totale meetonzekerheid voor één jaar. Ze leveren druktests voor nagenoeg alle toepassingen. Ze kunnen tot 8493 drukmetingen in het geheugen opslaan. Alle modellen zijn voorzien van een helder display met achtergrondverlichting, ¼ inch NPT tot ¼ inch ISO-adapter voor snelle verbindingen en een rubberen behuizing om de meter te beschermen en gemakkelijk vast te kunnen houden. Meer informatie bij Havé-Digitap: www.have-digitap.nl high flow eleKtronisChe druKregelaar
Ter Horst, onderdeel van Wiltec, stelt de High Flow elektronische drukregelaar, type QB4 voor. Deze nieuwe regelaar kenmerkt zich vooral door een grote doorstroomcapaciteit tot 5.660 Nl per minuut bij zes bar en een ontluchtingscapaciteit die even groot is als de genoemde doorstroomcapaciteit. De nieuwe regelaar heeft G1/2 inlaat, uitlaat en ontluchtingspoorten en kan met 0-10VDC of 4-20mA worden aangestuurd. Meer informatie bij Ter Horst: www.terhorst.com
42
PETROCHEM 06 – 2012
042_43_G_producten.indd 42
MoMentverMeerderaars In de praktijk komt het regelmatig voor dat bouten en moeren extra nauwkeurig moeten worden aangedraaid. Als hoge aanhaalmomenten nodig zijn, is dat vaak niet zo eenvoudig, vooral als men slechts een beperkte werkruimte beschikbaar heeft. Speciaal voor dit doel werd door Gedore voor momentsleutels een nieuw programma van momentvermeerderaars ontwikkeld. Deze mechanische units, uitgebracht onder de naam Dremoplus Alu, hebben een aluminium behuizing die in vergelijking met de gebruikelijke stalen uitvoering ongeveer dertig procent lichter is. Daarnaast is de tandwielconstructie uitgevoerd met keramiek-PTFE-coating. Bij het vervaardigen van het tandwielhuis wordt gebruikgemaakt van het zogenaamde Shuttle-proces; dit proces heeft het mogelijk gemaakt de totale omvang te beperken. Draaimomentnauwkeurigheden van ongeveer drie procent worden opgegeven. Meer informatie bij Gedore: www.gedore.nl CoMpaCte radiografisChe afstandsbesturing Sinds kort heeft ELMA Sales een nieuwe compacte radiografische afstandsbesturing in haar pakket: de MITO. Deze draadloze radiografische afstandsbesturing beschikt over twee, vier en zes functieknoppen plus Start en Stop of acht functieknoppen. Het instrument kan worden toegepast voor de zwaarste toepassingen waarbij men geen noodstopknop nodig heeft. Het bevat een interne lithium batterij in de zender, beschermingsgraad IP 67 en veel variabele instellingen. De bedieningen zijn ontworpen om te werken met bergingsvoertuigen, industriële deuren en andere industriële toepassingen. Het systeem bestaat uit een zender, ontvanger en lader. Verder zoekt het apparaat automatisch een beschikbare frequentie op, die door het indrukken van de startknop kan worden vergrendeld. Meer informatie bij ELMA Sales: www.elmabv.nl KabelfoutloKalisatie Euro-Index introduceert met de Megger TDR1000/3 Time Domain Reflectometer een nieuw instrument voor het lokaliseren van kabelfouten. Door een korte puls in de kabel te generen en de echo hiervan te grafisch weer te geven kan de lengte van een kabel, of de afstand tot een kabelfout (kortsluiting, open einde, etc.) worden bepaald. Aan de vorm van het signaal kan ook de aard van de kabelfout worden afgeleid. De TDR1000/3 is geschikt voor gebruik bij alle metalen aderparen en heeft een meetbereik tot vijf kilometer met een resolutie vanaf 0,1 m. Met de unieke ITrace-functie kunnen de meetresultaten (tracé’s) van twee kabels op elkaar worden afgebeeld zodat deze gemakkelijk kunnen worden vergeleken. Het instrument is geschikt voor kabels met een impedantie van 25, 50, 75 en 100 ohm. Meer informatie bij EURO-INDEX: www.EURO-INDEX.nl
Meer producten op www.petrochem.nl
05-06-12 14:23
PRODUCTEN Corrosiewerende Coating Manua Trading stelt Oxifree voor, een polymerische hars met corrosiewerende organische olie. Deze coating is ontworpen om metalen onderdelen zoals pijp- of flensverbindingen, koppelingen, pompbehuizingen, regelkleppen te beschermen tegen water, zuur en zuurstof en geeft daardoor corrosie geen kans. Het product hecht niet aan het te beschermen object maar vormt een rubberachtige laag rond het object waardoor het eenvoudig is te verwijderen. Na verwijdering is het grotendeels opnieuw te gebruiken, zodat er geen restafval ontstaat. Meer informatie bij Manua Trading: info@manuatrading.com therMisChe stroMingssensoren voor persluChtleidingen Met een flowmeter in de persluchtleiding kan het daadwerkelijke debiet perslucht continu worden gemeten. Ook reductie van oneigenlijk gebruik (lekverlies), dat tot dertig procent van het totale persluchtverbruik kan oplopen, is direct meetbaar. Door combinatie met meting van het elektriciteitsverbruik kan de efficiency van de persluchtopwekking worden bepaald. De meting heeft geen invloed op de productie. Belangrijk hierbij is dat de sensoren ook de kleinste lekstromen kunnen meten en ze mogen niet afhankelijk zijn van druk- of temperatuurschommelingen. De nieuwe thermische stromingssensoren van Schmidt voldoen aan deze eisen. Deze sensoren kunnen zonder onderbreking of stop van de productie worden ingebouwd door middel van een ‘aanboorzadel’. Overige kenmerken zijn een stromingssnelheid tot maximaal 200 meter per seconde, een systeemdruk van maximaal zestien bar (hoger op aanvraag), een lineair uitgangssignaal, een geïntegreerde temperatuurmeting en de sensoren zijn druk- en temperatuuronafhankelijk. Meer informatie bij Schmidt technolgy: www.schmidttechnology.de positioneerbare pneuMatisChe Cilinder Het positioneren van pneumatische cilinders is voor elke constructeur of mechatronicus een uitdaging. Door de comprimeerbaarheid van de perslucht en de oppervlakteverschillen tussen de zuiger- en de zuigerstangzijde, is het niet eenvoudig om een pneumatische cilinder stil te laten staan. De Duitse fabrikant Specken-Drumag in de Benelux, vertegenwoordigd door Ter Horst, heeft een cilinder ontwikkeld die het mogelijk maakt om pneumatische cilinders in elke stand te laten stoppen en stil te laten staan. Door middel van intern gestuurde terugslagkleppen worden beide cilinderpoorten afgesloten. De toestroom en uitstroom van perslucht in en uit de cilinder wordt geblokkeerd, waardoor er geen beweging meer plaatsvindt. De cilinder functioneert als een normale pneumatische cilinder en kan dus ook worden voorzien van snelheidsregelventielen in de aansluitpoorten. De afmetingen komen overeen met de ISO VDMA afmetingen. De cilinders zijn er in de diameters 63, 80, 100 en 125 millimeter. Meer informatie bij Ter Horst: www.terhorst.com
betere hf-afsCherMing danKzij nieuwe eMC-ventilatoren
Rittal introduceert EMCventilatoren. Het nieuwe is dat de complete ventilatorunit – bestaande uit behuizing en filtermat – is ontwikkeld voor een optimale EMC-bescherming. Waren tot nu toe naast ventilatorbehuizing en filtermatten voor de afscherming ook nog speciale draadroosters nodig, in de toekomst kunnen gebruikers daarvan afzien. Een betere EMCbescherming respectievelijk -demping wordt gerealiseerd door zowel de filterbehuizingen als de filtermatten te voorzien van een koper-nikkel-chroom-coating. Hiermee voldoen de ventilatoren van Rittal aan de eisenklasse 2 volgens EN 615873:2006. Deze norm eist voor het frequentiegebied tussen 30 en 230 MHz een minimale schermdemping van 40 dB en voor het frequentiegebied tussen 230 en 1.000 MHz een minimale schermdemping van 30 dB. De ventilatoren zijn te monteren door ze in de montage-uitsparing in de schakelkast of behuizing te klikken en vast te schroeven. Een zelfklevende rondom aangebrachte contactfolie zorgt ervoor dat de filterventilator veilig en volledig contact maakt met de binnenkant van de kast of behuizing. De ventilatoren beschikken over een drukvaste diagonale ventilatortechniek – een synthese van radiale en axiale ventilatortechniek – en een capaciteit van 20 - 900 kubieke meter per uur. De beschermklassen variëren standaard tussen IP 51 (900 kubieke meter per uur) en IP 54. Meer informatie bij Rittal: www.rittal.nl PETROCHEM 06 – 2012 43
042_43_G_producten.indd 43
05-06-12 14:23
Petrochem.nl
geeft nog meer waarde voor uw geld
Meer nieuws dan ooit • • • • • • • •
Actuele berichtgeving over de olie- en chemische industrie Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten en diensten Multimediale bedrijfspresentaties Tweewekelijkse Nieuwsbrief Live twitter updates LinkedIn interacted
Petrochem-abonnees krijgen meer • • • •
De nieuwste Petrochem staat een week voor verschijnen online Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase Ga naar www.petrochem.nl en kies abonneren
petrochem.nl
Ga direct naar Petrochem.nl en blijf iedereen voor
044_www_petrochem.indd 43
05-06-12 14:31
CURSUS Hogeschool Utrecht www.cvnt.nl/procestechnologie
iir www.iir.nl
pao techniek http://cursus.paotechniek.nl
AGENDA procestecHnologie De cursist leert tijdens deze cursus het belang van milieu en veiligheidsaspecten. Hij of zij is bekend met de processen die zich afspelen in de olieraffinaderij, bij gasgebruik, afvalverbranders en krijgt de grondbeginselen van piping (lay-out en stress) en pompen. Tot slot wordt inzicht gegeven in het effect van materiaalkeuze in relatie tot de procestechnologie.
1 september Utrecht
indUstrieel sHUtdown ManageMent Tijdens de training Industrieel Shutdown Management in de praktijk leert de cursist hoe hij/zij een stop op een efficiënte manier aanpakt. Op de eerste dag komt projectmanagement en shutdown-inrichting aan bod. Tijdens de tweede dag wordt ingegaan op de operationele uitwerking van de stopuitvoering. Op de laatste dag staat het vertalen van de strategie naar de praktijk centraal.
11 – 25 september Maarssen
explosieveiligHeid Deze cursus geeft een overzicht van veel aspecten van explosieveiligheid en is uit drie delen opgebouwd: een dag theorie, een dag preventie en een dag beveiliging. Tijdens deze cursus wordt veel tijd ingeruimd voor praktische workshops en het gezamenlijk uitwerken van cases. Daarnaast bestaat er gelegenheid problemen uit de eigen bedrijfspraktijk met de docenten te bespreken. De cursist is na de cursus in staat procesinstallaties en arbeidssituaties te beoordelen op explosiegevaar en realistische oplossingen te formuleren.
7, 8 en 9 november Delft
BEURS /EVENEMENT / SEMINAR BpM programma www.biobasedperformancematerials.nl
BioBased perforMance Materials syMposiUM De ontwikkelingen in hoogwaardige bioplastics en biokunststoffen gaan snel. Het Biobased Performance Materials symposium zet de laatste trends en ontwikkelingen op een rijtje. Een dag met voorbeelden van hedendaagse toepassingen van het bedrijfsleven, van non-food & food tot grote multinationals en nationale mkb’s. Ook kennisinstellingen en universiteiten tonen de laatste stand van zaken op wetenschappelijk & toegepast onderzoeksgebied.
21 juni Wageningen
nen www.nen.nl
BUisleidingensysteMen – iMpact Herziening nen 3650-reeks Met de nieuwe NEN 3650-serie wordt gezorgd voor het veilig beheer en onderhoud van buisleidingsystemen. De bezoeker krijgt tijdens het congres inzicht in de vernieuwde structuur, nieuwe elementen en praktisch gebruik van de NEN 3650-serie.
28 juni Rotterdam
eU-pearls www.eu-pearls.eu
BiorUBBer for eUrope in gloBal perspective Deze bijeenkomst brengt onderzoekers, vertegenwoordigers uit de industrie en beleidsmakers uit Europa, Noord-Amerika, Azië en Afrika samen om te discussiëren over de ontwikkelingen rond alternatieve bronnen voor natuurlijk biorubber.
24 - 25 september Wageningen
Mikrocentrum www.kunststoffenbeurs.nl
kUnststoffen Nieuwe materialen, duurzaamheid, innovatie en grensverleggende technieken zijn enkele thema’s die dit jaar niet zullen ontbreken op deze tweedaagse beurs voor de kunststofindustrie.
26 – 27 september Veldhoven
Meer agendapunten op www.petrochem.nl
045_K_agenda.indd 45
PETROCHEM 06 – 2012
45
05-06-12 14:22
Market review AAndrijftechniek en gereedschAppen
Van eyle & ruygers – schwartz
Sevillaweg 75 3047 AL RotteRdAm Postbus 35040 3005 dA RotteRdAm tel: +31 (0)10 - 245 50 00 Fax: +31 (0)10 - 262 06 22 e-mail: info@erxs.nl Website: www.erxs.nl
Afdichtingen, Afsluiters slAngen en kunststoffen
chemicAls
chemicals, lime, recycling and Automotive de noord chemicals b.v.
Ridderpoort 14 2984 BG RIddeRKeRK Postbus 257 2980 AG RIddeRKeRK tel: +31 (0)180 - 41 59 88 Fax: +31 (0)180 - 41 71 70 e-mail: info@noordchem.nl Website: www.noordchem.nl
Algemeen
VBk groep
Kernweg 37 1637 LH HooRN tel: +31 (0)229 - 23 28 04 Fax: +31 (0)229 - 23 69 85 e-mail: info@vbkgroep.nl Website: www.vbkgroep.nl
sgs nederland b.v.
BlAst VAlVes
Vokes-Air BV
Filter + Beschermtechniek Nijverheidsweg 15 3401 mC IJSSeLSteIN Postbus 309 3400 AH IJSSeLSteIN tel: +31 (0)88 - 865 37 24 Fax: +31 (0)88 - 865 37 00 e-mail: info@vokesair.nl Website: www.vokesair.com
46
demontage - Sloopwerken transport - Asbestsanering Postbus 253 3454 Zm de meeRN tel: +31 (0)30 - 666 97 80 Fax: +31 (0)30 - 245 91 27 e-mail: info@ddm.eu Website: www.ddm.eu
detAcheringsBureAu, technisch
stAr oil gas power
compensAtoren
malledijk 18 Postbus 200 3200 Ae SPIJKeNISSe tel: +31 (0)181 - 69 33 33 Fax: +31 (0)181 - 69 35 81 e-mail: info@sgs.com Website: www.sgs.com
ddm demontage B.V.
ciVil, piping And ArchitecturAl Works
eriks bv
toermalijnstraat 5 1812 RL ALKmAAR Postbus 280 1800 BK ALKmAAR tel: +31 (0)72 - 514 15 14 Fax: +31 (0)72 - 515 56 45 e-mail: info@eriks.nl Website: www.eriks.nl
demontAge
dekomte BeneluX
Simon Stevinstraat 8 8400 oostende Belgium tel: +32 (0)59 - 51 07 55 Fax: +32 (0)59 - 51 07 87 Website: www.dekomte.be e-mail: info@dekomte.be
hertel industrial sealings bv. Seggelant-West 10 3237 mJ Vierpolders the Netherlands tel: +31 (0)181 - 28 11 17 Fax: +31 (0)181 - 28 11 78 Website: www.hertel.com e-mail: hans.vanegmond@hertel.com expansion.joints@hertel.com
middenweg 6 4782 Pm moeRdIJK P.o. Box 299 4760 AG ZeVeNBeRGeN the Netherlands tel: +31 (0)168 38 50 38 Fax: +31 (0)168 38 50 37 e-mail: info@starpowerpeople.com Website: www.starpowerpeople.com
stAr oil gas power
Helperpark 282e 9723 ZA GRoNINGeN the Netherlands tel: +31 (0)50 501 44 01 Fax: +31 (0)50 501 84 41 e-mail: groningen@starpowerpeople.com Website: www.starpowerpeople.com
eXplosieVeilige deurtechniek & AAndrijVingen
dictAtor productie B.V. energieweg 11 8304 AJ emmeLooRd Postbus 57 8300 AB emmeLooRd tel: +31 (0)527 - 61 34 56 Fax: +31 (0)527 - 69 84 20 e-mail: info@dictator.nl Website: www.dictator.nl
Vertegenwoordiging in België: AmY NV/SA Lieven Bauwensstraat 23 B - 8200 BRUGGe, BeLGIË tel: +32 (0)50 - 31 28 48 Fax: +32 (0)50 - 31 16 64 e-mail: info@amy.be Website: www.amy.be
eXplosieVeilige Verlichting & signAlering
Victor lighting
Gedistribueerd door: eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHeN AAN deN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHeN AAN deN RIJN tel: +31 (0)172 - 49 10 76 Fax: +31 (0)172 - 49 29 37 e-mail: info@eurotronic.nl Website: www.eurotronic.nl
gloBAl cAd center
stAr oil gas power n.V.
Rijnkaai 37 2000 ANtWeRPeN Belgium tel: +32 (0)32 26 25 95 Fax: +32 (0)32 26 56 96 e-mail: antwerpen@starpowerpeople.com Website: www.starpowerpeople.com
engineering & contrActing
grontmij Belgium nV
Industry, Water & energy Services m. Gillemanstraat 5 B - 9060 ZeLZAte, BeLGIË tel: +32 (0)9 345 70 67 Fax: +32 (0)9 345 53 67 e-mail: industry-water-energy@ grontmij.be Website: www.grontmij.be
proclass b.v.
Lindelaan 4 3319 XK dordrecht Postbus 9138 3301 AC doRdReCHt tel: +31 (0)78 - 622 89 11 Fax: +31 (0)78 - 621 12 23 e-mail: info@proclass.nl Website: www.proclass.nl ProClass technologies Pvt. Ltd. Park View enclave, Road no2 500034 Hyderabad, India Website: www.GlobalCadCenter.com
PETROCHEM 06 – 2012
046_47_48_marketreview.indd 46
04-06-12 13:54
Market review instAllAtie Vloeren inspectie
kiwa nederland B.V.
Sir. W. Churchill-laan 273 2288 eA RIJSWIJK Postbus 70 2280 AB RIJSWIJK tel: +31 (0)70 - 414 46 21 Fax: +31 (0)70 - 414 46 40 e-mail: inspectie@kiwa.nl Website: www.1kiwa.com
kunststof leidingen
loonreiniging process equipment
pipe supports
IndusClean indusclean nV
Kluizenhof 31 B-9170 Sint Gillis Waas België tel: +32 (0)3 - 234 95 26 Fax: +32 (0)3 - 234 94 87 e-mail: general@indusclean.com Website: www.indusclean.com
project, construction, sAfety & shutdoWn mAnAgement
stAr oil gas power dutramex BV
Ambachtstraat 1a 4143 HB LeeRdAm tel: +31 (0)345 - 61 40 11 Fax: +31 (0)345 - 61 95 25 e-mail: info@dutramex.com Website: www.dutramex.com
middenweg 6 4782 Pm moeRdIJK P.o. Box 299 4760 AG ZeVeNBeRGeN the Netherlands tel: +31 (0)168 38 50 38 Fax: +31 (0)168 38 50 37 e-mail: info@starpowerpeople.com Website: www.starpowerpeople.com
stAr oil gas power
thermo-clean n.v. minks kunststoftechniek rotterdam B.V.
Klompenmakerstraat 68 3194 de RotteRdAm HooGVLIet Postbus 493 3190 AK RotteRdAm tel: +31 (0)10 - 472 03 09 Fax: +31 (0)10 - 416 88 28 e-mail: info@minks.nl Website: www.minks.nl
dellestraat 45 B - 3550 HeUSdeN-ZoLdeR, BeLGIË tel: +32 (0)13 - 53 90 60 Fax: +32 (0)13 - 53 91 91 e-mail: info@thermoclean.com visit us at: www.thermoclean.com
mAnufActuring eXecution systems (mes)
hanwel
Afsluiters, compensatoren, leidingondersteuningen en –systemen, glijlagers, jacketed piping, PtFe lined piping Jan tinbergenstraat 209 7559 SP Hengelo ov tel: +31 (0)74 - 265 00 00 Fax: +31 (0)74 - 265 00 01 e-mail: verkoop@hanwel.com Website: www.hanwel.com
process control
kunststofroosters en constructies (gVk)
mAgion process control engineering B.V.
flexxcon B.V.
Correspondentieadres Postbus 1761 3800 Bt Amersfoort magazijn/werkplaats Parallelweg 74 7161 AG Neede tel: 033 4556696 Fax: 033 4553295 e-mail: info@flexxcon.com Website: www.flexxcon.com
Wolga 5 2491 BK deN HAAG tel: +31 (0)70 - 444 27 70 Fax: +31 (0)70 - 444 20 82 e-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl
mechAnicAl contrActing
stAr oil gas power n.V.
Rijnkaai 37 2000 ANtWeRPeN Belgium tel: +32 (0)32 26 25 95 Fax: +32 (0)32 26 56 96 e-mail: antwerpen@starpowerpeople.com Website: www.starpowerpeople.com
projectplAnning & control
mAgion process control engineering B.V. Wolga 5 2491 BK deN HAAG tel: +31 (0)70 - 444 27 70 Fax: +31 (0)70 - 444 20 82 e-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl
process equipment
primaplan B.V.
Cypresbaan 37 2908 Lt CAPeLLe A/d IJSSeL tel: +31 (0)10 - 442 51 97 Fax: +31 (0)10 - 451 49 41 e-mail: info@primaplan.nl Website: www.primaplan.nl
engineering, pijpleidingen, montage en Apparatenbouw Postbus 2517 2940 AA LeKKeRKeRK tel: +31 (0)180 - 45 21 88 Fax: +31 (0)180 - 66 23 08 e-mail: info@klip.nl Website: www.klip.nl
Helperpark 282e 9723 ZA GRoNINGeN the Netherlands tel: +31 (0)50 501 44 01 Fax: +31 (0)50 501 84 41 e-mail: groningen@starpowerpeople.com Website: www.starpowerpeople.com
Alfa laval Benelux BV
Baarschot 2 4817 ZZ BRedA Postbus 9377 4801 LJ BRedA tel: +31 (0)76 - 579 12 00 Fax: +31 (0)76 - 579 12 11 e-mail: benelux.info@alfalaval.com Website: www.alfalaval.com
Alfa laval Benelux nV
Bazellaan 5 B - 1140 BRUSSeL, BeLGIË tel: +32 (0)2 - 728 38 11 Fax: +32 (0)2 - 728 38 03 e-mail: benelux.info@alfalaval.com Website: www.alfalaval.com PETROCHEM 06 – 2012
046_47_48_marketreview.indd 47
47
04-06-12 13:54
Market review ptfe
polyfluor plastics BV t. +31-162-472122 F. +31-162-472123 Postbus 221 4900 Ae oosterhout info@polyfluor.nl www.polyfluor.nl
studBolts
Bea nederland B.V.
Anthony Fokkerstraat 2 3261 LB oud Beijerland Postbus 1554 3260 BB oud Beijerland tel.: +31 (0)186 - 62 02 88 Fax: +31 (0)186 - 62 02 44 e-mail: sales@beaned.nl Website: www.beagroup.com
stAAlconstructies
frijns industrial group
Industriële staalconstructies & Projectmanagement de Valkenberg 14 Postbus 150 6300 Ad VALKeNBURG A/d GeUL tel: +31 (0)43 - 601 01 01 Fax: +31 (0)43 - 601 01 02 e-mail: info@frijnsgroup.com Website: www.frijnsgroup.com
Voortman staalbouw
Industriële staalconstructies & dak en Wandbeplatingen Plaagslagen 16 Postbus 83 7460 AB RIJSSeN tel: +31 (0)5 - 4853 90 00 e-mail: a.mensing@voortmanstaalbouw.nl Website: www.voortmanstaalbouw.nl
Verzekeringen
intrAmAr insurances
Het Nieuwe diep 34 A8 1781 Ad deN HeLdeR Postbus 891 1780 AW deN HeLdeR tel: +31 (0)223 - 61 22 22 Fax: +31 (0)223 - 61 55 22 e-mail: info@intramar.nl Website: www.intramar.nl
WArmteBehAndeling
Elektrisch voorwarmen en gloeien / Inductie verwarmen / Stationaire en mobiele gloeiovens / Uitdrogen beton en coatings
delta heat services B.V.
Scheelhoekweg 2 3251 LZ SteLLeNdAm Postbus 52 3250 AB SteLLeNdAm tel: +31 (0)187 - 49 69 40 Fax: +31 (0)187 - 49 68 40 e-mail: info@delta-heat-services.nl Website: www.delta-heat-services.nl
WArmteWisselAArs reiniging
thermo-clean n.v.
dellestraat 45 B - 3550 HeUSdeN-ZoLdeR, BeLGIË tel: +32 (0)13 - 53 90 60 Fax: +32 (0)13 - 53 91 91 e-mail: info@thermoclean.com visit us at: www.thermoclean.com
WAterBehAndeling
eurowater B.V.
de Belder 27A 4704 RK RooSeNdAAL tel: +31 (0)88 - 000 50 00 Fax: +31 (0)88 - 000 50 05 e-mail: info@eurowater.nl Website: www.eurowater.nl
jotem Waterbehandeling b.v. Parelstraat 24 7554 tm HeNGeLo tel: +31 (0)74 - 24 25 255 Fax: +31 (0)74 - 24 34 880 e-mail: info@jotem.nl Website: www.jotem.nl
melspring international
Uw partner in Koolstofbronnen, metaalzouten en Polymeren melspring International BV Arnhemsestraatweg 8 6880 AG VeLP t. +31 263842040 F. +31 263842041 hagen@melspring.com www.watermelspring.com
siemens nederland n.V.
Beatrixlaan 800 Postbus 16068 2500 BB den Haag tel.: +31 (0) 70 - 333 3252 e-mail: industrysolutions.nl@ siemens.com Website: www.siemens.nl/water
indien u ook vermeld wilt worden in de market review van petrochem, neemt u dan contact op met jetvertising – rob koppenol, tel. 070 399 0000. Uw abonnement wordt stilzwijgend verlengd tot wederopzegging en dient twee maanden van tevoren opgezegd te worden.
48
PETROCHEM 06 – 2012
046_47_48_marketreview.indd 48
04-06-12 13:54
SHORT CUT
Short Cut SymbioSiS in water uSage The chemical industry has a lot of potential to realize more efficient water systems when looking across the borders. This is therefore the aim of the European E4Water project. The purpose is to find possibilities for saving water by combining or applying existing technologies in situations in which they have not yet been used. The project searches for new connections in water flows at all levels. Six industrial case studies should demonstrate the potential of an integrated approach. One of these studies is carried out at Dow in Terneuzen.
guideline iS open to CuStom-made Solution The old Netherlands Soil Protection Guideline (NRB) was no longer fully coherent with new legislation and regulation. Moreover, not everything was clearly described, which enabled differences in interpretation. The guideline has therefore been modernised and adjusted to the latest technology. The readability and applicability have also been improved. The fact that a custom-made solution is possible is now more evident as well. A step-by-step plan and substance plan have certainly clarified the guideline.
ChemiStry muSt innovate more rapidly The chemical industry’s previous advantage at the global top with regard to energy efficiency has now changed into a slight disadvantage. There is still an ambition to save energy, but huge steps must be made to realize this saving. Breakthrough technologies are necessary to increase the current pace of energy saving. The Energy Saving Innovation Contract should speed up innovations in this area. The contract is directed at removing obstacles that hinder innovation.
dynamiC light Light intensity and colour affect our biorhythm. A properly adjusted dynamic light system can thus play an important role for people working irregular shifts, such as night shifts in control rooms. Shell has investigated this at the MEOD factory in Moerdijk. Although the research could not entirely demonstrate that a dynamic light system works better, the general wellbeing amongst the employees was much higher. For instance, less headaches and less eye problems were mentioned. The MSPO factory has now also started using the new light system.
PETROCHEM 06 – 2012
049_I_ShortCut.indd 49
49
05-06-12 14:22
‘Wij weten meestal sneller dan beleidsmakers – maar ze kunnen ook niet alles – hoe de randvoorwaarden evolueren of transformeren.’
Industriebeleid ‘Het gebeurt niet zo vaak, maar onze Vlaamse Industrieraad krijgt bijval in Nederland. Met name de Stichting Industriebeleid & Communicatie (SIC) heeft in een nota over het Bedrijvenbeleid aan de minister van Economische Zaken, aan de Tweede Kamer en aan de topteams en sociale partners onze Industrieraad een goed voorbeeld genoemd voor verankering van het industriebeleid.’ Wouter De Geest, CEO van BASF Antwerpen en voorzitter van essenscia, de Belgische federatie van chemie & life sciences, hoefde niet lang te zoeken naar een thema voor onze kwartaalcolumn. De Geest is ook niet toevallig voorzitter van die Industrieraad. Vanwaar komt die Industrieraad in Vlaanderen? Een kort historisch overzichtje: in februari 2010 roept de Vlaamse regering – die in het Belgische bestel bevoegd is voor regionaal economisch beleid – een Staten Generaal voor de Industrie bijeen. Het lijkt wel of we met de teletijdmachine teruggaan naar de Bourgondiërs en Habsburgers. Waarom die Staten Generaal? Omdat de beleidsmensen beseffen dat de industrie voor Vlaanderen belangrijk is als economisch basisweefsel. De industrie in Vlaanderen – de chemie & life sciences, de technologiesector (metaal, machines, informatica en automotive), de voedingsindustrie, de textiel-, houten meubelnijverheid, de bouw- en milieusector – staat garant voor veertig procent van de waardecreatie, voor tachtig procent van alle O&O-investeringen en voor 85 procent van de Vlaamse export. Qua directe tewerkstelling zijn de cijfers een stuk minder aantrekkelijk, maar veel activiteiten uit de industriële sector zijn door de jaren heen verplaatst (ge-outsourced) naar de dienstensector. Na de Staten Generaal komt er al snel een Groenboek van nieuw Industriebeleid (Wat willen we?) dat uiteindelijk in mei 2011 uitmondt in een “Witboek voor een nieuw industrieel beleid voor Vlaanderen”(Wat kunnen we?). Daarin worden vijftig acties beschreven om de industrie in Vlaanderen te transformeren. ‘Daar is nood aan willen we de impact van onze industrie als sterke motor van welvaart bestendigen en versterken’, duidt De Geest. Om dit nieuw industrieel beleid voor Vlaanderen concreet te maken, wordt besloten een Industrieraad op te richten die de Vlaamse ministers verantwoordelijk voor industrieel beleid moet adviseren en – zeg maar – de goeie richting uit sturen. Het was dan ook 25 jaar geleden dat de beleidsmakers nog eens iets op papier kregen over industrieel beleid. De Industrieraad zelf telt twintig koppen: elf uit industriële ondernemingen, vier academici van de vier Vlaamse universi50
teiten, drie experten van kenniscentra en twee vertegenwoordigers van de sociale partners. Is dat niet wat veel industrie? ‘Neen,’ zegt De Geest, ‘als we de beleidsmakers kunnen overtuigen van de juiste industriële focus. En die ligt in samenwerking, duurzaamheid en nieuwe arbeidsrelaties. Het is aan ons om vanuit de industrie die concrete projecten aan te dragen en uit te kiezen die inderdaad beantwoorden aan de notie “transformatie”. We hebben daar zelf als vertegenwoordigers van de industrie nog wel wat huiswerk te maken. Belangrijk is dat die transformatie – we noemen dat het concept Fabriek voor de Toekomst – ook breed maatschappelijk wordt gedragen, want ook sociale innovatie zal nodig zijn.’ Als we nieuwsgierig zijn naar zijn eerste ervaringen met de Industrieraad, aarzelt De Geest niet. ‘Het eerste wat we wilden, is een overzicht krijgen van welke acties en initiatieven er lopende waren in het kader van industrieel beleid in Vlaanderen. Ik ben tevreden dat we dat nu na zes maanden al hebben. We weten nu waarover we kunnen en moeten adviseren. Cruciaal daarbij is dat wij concrete input kunnen geven vanuit de dagelijkse industriële realiteit. Wij weten meestal sneller dan beleidsmakers – maar ze kunnen ook niet alles – hoe de randvoorwaarden evolueren of transformeren.’ Als het woord beleid valt, dan gaat dat meestal niet alleen om hoogdravende of zeer eerbare principes, maar ook gewoon om financiën in de vorm van steun voor initiatieven. Niet anders is dat met het Nieuw Industrieel Beleid in Vlaanderen. Maar ook daarin wil de industrieraad innovatief zijn. De Geest: ‘Voor de transformatie van de industrie in Vlaanderen heeft de Vlaamse regering inderdaad een fonds van tweehonderd miljoen euro voorzien. Dit TINA-fonds (Transformatie, Innovatie en Acceleratie) moet een hefboom zijn om innoverende projecten te steunen, die daadwerkelijk leiden tot een transformatie van ons industrieel weefsel. Binnen in de Industrieraad zijn we overeengekomen om af te stappen van het zogenaamde “Sprinkler-systeem” waarbij iedere indiener wat kreeg. Meestal te weinig om een project levenskrachtig te maken. Wij kiezen resoluut voor steun aan concrete projecten die vanuit de industrie, aangevuld door investeerders, kennisinstellingen, onderzoek- en technologiepartners, worden aangedragen en die erkend kunnen worden als spitstechnologie, als grensverleggend of als clusterversterkend. Een hele opgave, maar ik vertaal TINA wel eens door There Is No Alternative.’ Wordt vervolgd… Jan Van Doorslaer
PETROCHEM 06 – 2012
050_M_column.indd 50
05-06-12 14:22
02 12
Inside Magazine voor de fijnchemie
Stimulans voor innovatie 051_FA_cover.indd 1
> GROEIENDE VRAAG
NAAR BUTYLRUBBER > NANODEELTJES
05-06-12 15:25
MC2011-315
Stop energieverlies Verbeter uw concurrentievermogen op lange termijn door uw energieverbruik te monitoren en daar waar mogelijk besparingen te realiseren. Endress+Hauser helpt met alles betreffende energieverbruik. Als een toonaangevende, wereldwijde full-range leverancier, bieden wij alles wat u nodig heeft om volledig voordeel te halen uit uw potentiĂŤle energiebesparing: van nauwkeurige meetinstrumenten met datatransmissie tot softwarepakketten voor het analyseren en evalueren van de energiestromen. www.nl.endress.com/ems Endress+Hauser BV Postbus 5102 1410 AC Naarden
Tel. (035) 695 86 11 info@nl.endress.com www.nl.endress.com
fds Applus RTD is de wereldwijde referentie voor Asset Integrity Services met een solide basis in Niet-Destructief Onderzoek en Inspecties. Onze focus ligt op het leveren van totaal oplossingen op het gebied van testen, inspecteren en certificeren, die de integriteit van uw installatie waarborgen. Dit doen we al sinds 1937. Onze Asset Integrity Services, standaard en op maat gemaakt, verzekeren de integriteit en conformiteit van uw installaties. Applus RTD biedt ook verscheidene ondersteundende diensten aan. Zo hebben wij een eigen opleidingsinstituut waar wij kandidaten trainen en opleiden op verschillende niveau’s in verschillende NDO diciplines, maar ook op het gebied van StralingshygiÍne. Applus RTD Nederland Delftweg 144 3046 NC Rotterdam T + 31 10 716 60 00
www.ApplusRTD.com
052_endres_applus.indd 1
Postbus 10065 3004 AB Rotterdam E info.netherlands@applusrtd.com
04-06-12 13:54
08
StimulanS voor innovatie
De gouden driehoek bedrijfsleven, overheid en onderwijs roept de laatste tijd hard om investeringen in kennis en innovatie. Er moet bijvoorbeeld meer worden geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling om ook in de toekomst als kenniseconomie tot de wereldtop te behoren in sectoren als agrofood en chemie. DSM draagt hieraan bij door de komende twee jaar ongeveer honderd miljoen te investeren in drie nieuwe R&D-faciliteiten in Delft en Sittard-Geleen.
10
lanxeSS profiteert van groeiende vraag
12
Ser komt met nanoreferentiewaarden
Over de risico’s van het werken met synthetische nanodeeltjes is nog altijd weinig bekend. Toch kunnen bedrijven een aantal voorzorgsmaatregelen nemen, waardoor de blootstelling van mensen op de werkplek aan die deeltjes beperkt blijft en daarmee ook het risico dat hun gezondheid in gevaar komt. Vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers in de SERCommissie Arbeidsomstandigheden hebben geadviseerd om hierbij uit te gaan van zogenoemde nano-referentiewaarden. De regering heeft dit advies inmiddels overgenomen.
rubrieken 05
commentaar
06
nieuwS
De wereldvraag naar butylrubber groeit gestaag. Daarom heeft Lanxess de productiecapaciteit van haar fabriek in Zwijndrecht (België) vorig jaar uitgebreid en neemt het bedrijf begin volgend jaar een nieuwe fabriek in Singapore in gebruik. Directeur Eddy Walraven van Lanxess Rubber licht de investeringen toe. 02 | 12
053_FB_inhoud.indd 3
3
05-06-12 16:22
PROTECTING YOUR PROCESS
Wij beschermen u – wat u ook wil ondernemen ! Lucifers maken vuur, maar ze zijn toch zo ontworpen dat ze gebruiksvriendelijk zijn. Zo kan ook Pepperl+Fuchs u helpen met de beste explosiebeveiligingsoplossingen voor uw procesinstallaties, want al meer dan 60 jaar leveren wij bescherming voor de procesindustrie. Onze intrinsiekveilige barrières beschermen duizenden chemische, farmaceutische, olie & gas en andere productie-installaties tegen explosiegevaar. Maar we hebben nog meer te bieden ! Veldbussystemen, human-machine-interfaces, level control of corrosiemonitoring: wij zijn de experts. Dankzij onze wereldwijde vertegenwoordiging vindt u ons waar en wanneer u ons nodig heeft. Pepperl+Fuchs N.V. Metropoolstraat 11 • 2900 Schoten • België Tel. +32 (0) 3 644 25 00 • Fax. +32 (0) 3 644 24 41 pa-info@be.pepperl-fuchs.com • www.pepperl-fuchs.com Pepperl+Fuchs B.V. Pettelaarpark 104 • 5216 PR ’s-Hertogenbosch • Nederland Tel. +31 (0) 73 7507 107 • Fax. +31 (0) 73 6444 749 pa-info@nl.pepperl-fuchs.com • www.pepperl-fuchs.com
Het Polytechnisch Zakboek is al meer dan 80 jaar een onmisbare vraagbaak voor technici uit vele vakgebieden. Het bevat een unieke verzameling gegevens in de vorm van definities, formules, tabellen, schema’s en grafieken. Nieuwe informatie is toegevoegd over (onder andere) impregneren, trillingsisolatie, wrijving, slijtage en smering. Alle onderwerpen zijn volledig afgestemd op de Eurocodessystemathiek. Het formaat is vergroot en de opmaak is verbeterd, waardoor het aflezen van figuren en tabellen een stuk eenvoudiger is geworden.
Ga voor meer informatie en uw bestelling naar www.sdu.nl/polytechnischzakboek POLYTECHNISCH ZAKBOEK, 52e druk Redactie Prof. Ir. F. van Herwijnen, Prof. Ir. P.H.H. Leijendeckers, Prof. Dr. Ir. G. de Roeck, Ir. G.A. Schwippert, Prof. Ir. Y. Verbakel ISBN 9789062287703 € 175,- excl. verzend- en administratiekosten
054_pepperl_sdu.indd 1
04-06-12 13:54
HogErE sfErEn Onlangs ontvingen we op de redactie een uitnodiging voor een persreis naar Noorwegen. Onder andere olie- en gasproductie in het Arctische gebied en de Barentszzee, carbon capture en storage en energie-efficiënte olie- en gasproductie zullen daar uitvoerig worden besproken. Daarnaast zullen de aanwezige journalisten een aantal plants bezoeken en rond de langste dag van het jaar van Hammerfest naar Honningsvå varen, zo’n zeshonderd kilometer ten noorden van de poolcirkel. Erg interessant en ongetwijfeld een geweldige belevenis als je er tijd voor kunt vrijmaken. Na overleg is het hoofdredacteur Wim Raaijen die zich heeft “opgeofferd” om de Noorse hogere sferen op te zoeken. Dergelijke uitstapjes lijken op het eerste gezicht misschien op “snoepreisjes” maar tegelijkertijd valt er ook veel te halen. Nieuwe inzichten, betere beeldvorming, een aantal artikelen, nauwere contacten met bestaande relaties, ontmoetingen met andere journalisten en het creëren van banden met nieuwe contacten. Ik moest meteen ook denken aan een bezoek aan een iets minder indrukwekkende maar eveneens interessante bestemming:
Lanxess in Antwerpen, september vorig jaar. Naast ondermeer een voorstelling en visie van het bedrijf en een aankondiging van een investering van vijftien miljoen euro in de glasvezelfabriek in Kallo kregen we een heerlijke Belgische lunch en bezochten we de glasvezelfabriek. Aan het eind van de dag kregen we zelfs nog een doos Belgische chocola mee naar huis. Een leuk dagje, maar meer dan een nieuwsbericht is er meteen na het bezoek niet uit gerold. Toch was het geenszins een verloren dag. Het bedrijf blijft sinds die tijd iets beter op het netvlies hangen met als gevolg een verhaal over Lanxess in deze Fijnchem. Wereldwijd is de vraag naar butylrubber gestegen. Om die reden heeft het bedrijf de productiecapaciteit van haar fabriek in Zwijndrecht vorig jaar uitgebreid en neemt het begin volgend jaar een nieuwe fabriek in Singapore in gebruik. Bij het nalezen van het artikel moest ik weer even terugdenken aan de trip naar België, afgelopen nazomer, en de heren die de glasvezelproductie in goede banen leidden. #evihusson - evi@industrielinqs.nl
Hoofdredacteur Wim Raaien 020 3122 281
Uitgave van Industrielinqs pers en platform BV Postbus 12936, 1100 AX Amsterdam e-mail: redactie@industrielinqs.nl
Eindredacteur Evi Husson 020 3122 796 Liesbeth Schipper 020 3122 083
Algemeen directeur Wim Raaijen 020 3122 281 Uitgever Mark Oosterveer 020 3122 793
Vormgeving Gabriele Köbbemann Medewerkers Erik te Roller Cover Lanxess
Advertentieverkoop Jetvertising BV Postbus 1890, 2280 DW Rijswijk t: 070 399 0000 | f: 070 390 2488 website: www.jetvertising.nl Traffic Breg Schoen 020 312 2088 Drukkerij DeltaHage, Den Haag
© Industrielinqs pers en platform
02 | 12
055_FC_commentaar.indd 5
CO LO FO N
FIJNCHEM 02|12
5
05-06-12 15:27
Lanxess bouwt poLyami defabriek in antwerpen > Lanxess investeert 75 miljoen euro in de bouw van een nieuwe fabriek voor high-tech plastics in Antwerpen. De
> DSM heeft het bod op het aan de Amerikaanse Nasdaq genoteerde bedrijf Kensey Nash officieel gelanceerd. DSM
biedt 38,50 dollar per aandeel in contanten voor de onderneming. De biedingstermijn loopt af op 18 juni. Het bestuur van Kensey Nash steunt het bod. Kensey Nash is onder meer actief op het vlak van regeneratieve geneesmiddelen.
chemtrix zet nieuwe stap met esk ceramics > ESK Ceramics, een dochter van Ceradyne, heeft een minderheidsbelang genomen in Chemtrix voor een niet nader genoemd bedrag. Chemtrix
FOTO: LANXESS
fabriek krijgt een ontwerpcapaciteit van negentigduizend ton polyamide per jaar en moet in het eerste kwartaal van 2014 operationeel zijn. Lanxess verwacht dat de vraag naar hightech plastics mondiaal met vijf tot zes procent per jaar zal groeien tot 2020. De nieuwe fabriek wordt dicht bij de bestaande caprolactamfabriek gebouwd. Caprolactam is een belangrijke grondstof voor de kunststoffenproductie bij Lanxess. Het bedrijf rondde in 2011 een project af waarbij de capaciteit van de caprolac-
dsm Lanceert bod op kensey nash
tamfabriek in Antwerpen met tien procent werd uitgebreid. De capaciteit steeg daardoor naar 220.000 ton per jaar. Sommige plastics worden versterkt met glasvezel om hun eigenschappen te verbeteren. Ook deze glasvezels worden in Antwerpen geproduceerd. En ook in deze faciliteit wordt geïnvesteerd. Eén glasoven wordt momenteel compleet vernieuwd en een tweede volgt in het voorjaar van 2013. De productiecapaciteit voor glasvezels wordt daardoor met tien procent verhoogd tot 66.000 ton per jaar. In de afgelopen twee jaar heeft Lanxess 185 miljoen euro geïnvesteerd in de wereldwijde productie van high-tech plastics. Daarvan is 125 miljoen geïnvesteerd in Antwerpen.
ontwikkelt en verkoopt compacte flowchemie-apparatuur (microreactoren). ESK is leverancier van flowchemie-reactoren die geschikt zijn voor productie op industriële schaal. Samen kunnen de twee bedrijven een compleet aanbod van apparatuur en services voor schaalbare flowchemie aanbieden.
umicore verhoogt productiecapaciteit batterijmateriaLen > Umicore heeft aangekondigd meer te investeren in de productiecapaciteit voor materialen voor herlaadbare batterijen. De investeringen
in de installaties in Cheonan (Zuid-Korea) zullen de capaciteit en de mogelijkheden voor de productie van kathodemateri-
6
056_57_FD_nieuws.indd 6
02 | 12
05-06-12 15:32
soLvay opent innovatie centrum in india > Solvay heeft een nieuw Centrum voor onderzoek, ontwikkeling en technologie in Savli, in de staat Gujarat in India geopend. Het centrum zal zich toeleggen
alen voor herlaadbare lithiumionbatterijen uitbreiden. Deze investeringen moeten het bedrijf verder in staat stellen om aan de stijgende vraag naar NMCkathodematerialen (nikkelmangaan-kobalt) te voldoen. De vraag naar deze materialen bij klanten neemt snel toe aangezien ze worden gebruikt in hybride en elektrische voertuigen. De nieuwe productiecapaciteit zal ook de productie van de zopas ontwikkelde derde generatie Cellcore lithium-kobaltiet (LCO) ondersteunen. Deze nieuwe groep materialen biedt de hoogste energiedensiteit in een Li-ion batterij en is ideaal voor gebruik in geavanceerde consumentenelektronica zoals smartphones en tablets. Met deze investeringen wordt de bestaande productiecapaciteit in de fabriek van Cheonan met 25 procent verhoogd. De opstart is gepland voor de eerste helft van 2013.
dsm neemt ocean nutrition canada over > DSM neemt Ocean Nutrition Canada over; een leverancier van uit visolie afgeleide vetzuren. De overname wordt naar verwachting in de tweede helft van 2012 afgerond. Ocean Nutrition Canada, opgericht in 1997, heeft het hoofdkantoor in Halifax en 415 werknemers in dienst. Het bedrijf heeft productielocaties in Canada, de Verenigde Staten en Peru. De ondernemingswaarde van het bedrijf is 540 miljoen Canadese dollar oftewel 420 miljoen euro. Ocean Nutrition Canada verwacht
dit jaar een omzet te behalen van ongeveer 190 miljoen Canadese dollar en een bedrijfsresultaat van 55 tot 60 miljoen Canadese dollar.
soLvay rondt verkoop pipeLife af > Solvay en Wienerberger hebben de verkoop afgerond van het belang van vijftig procent dat Solvay had in het kapitaal van Pipelife, specialist in kunststofbuizensystemen, aan Wienerberger. In ruil voor de aandelen heeft Solvay een cashbetaling van 172 miljoen euro ontvangen, waarvan tien miljoen euro bij wijze van speciaal dividend.
chemtura breidt pro ductiecapaciteit uit > Chemtura wil de output van haar Synton-lijn van hoogviscositeit polyolefinen (HVPAO) synthetische basismaterialen uitbreiden. Het bedrijf gaat in haar Amsterdamse fabriek twee soorten polyolefinen extra produceren. HVPAO-producten worden gebruikt als hoogprestatie basismaterialen en verbeteraars van de viscositeit in synthetische smeermiddelformuleringen zoals transmissieolie en motorolie. De extra capaciteit moet in 2013 beschikbaar komen. ‘Deze capaciteitsuitbreiding laat duidelijk onze toewijding zien aan de zich ontwikkelende zon- en windenergiesector en tevens aan de milieuvriendelijkere toepassingen van onze producten’, aldus Chet Cross, executive vice president bij Chemtura Engineered & Industrial Performance Products.
op de ontwikkeling van performance polymers, organische chemie, nanocomposieten en groene chemie. Zodra het centrum op kruissnelheid is, zullen er tweehonderd onderzoekers aan de slag zijn. Het centrum zal recruteren uit het enorme potentieel dat het land heeft op het gebied van innovatie, en samen met topinstituten in India werken aan open innovatie. Het Centrum heeft drie beurzen ingesteld voor onderzoek op het gebied van duurzame chemie, nanotechnologie en polymerische wetenschap aan de Maharaja Sayajirao-Universiteit in Vadodara. Dergelijke samenwerking van universitaire onderzoeksinstituten met commerciële organisaties is essentieel wil men technologische innovatiedoorbraken realiseren en zo het ontwerpen en de commercialisering van nieuwe producten versnellen. De Solvay-groep is sinds 2000 actief in India. Het heeft er negenhonderd mensen in dienst, die hoofdzakelijk instaan voor de productie van speciale polymeren, technische kunststoffen, oppervlakte-actieve stoffen en speciale chemicaliën. De Groep realiseerde vorig jaar in India een nettoomzet van 180 miljoen euro en heeft de ambitie deze omzet in het land binnen de drie komende jaren te verdubbelen.
nederLandse verffabrikant teeLt eigen vLas voor duur zame verf > In de omgeving van het Friese dorpje Ee is een kavel vlas ingezaaid voor de productie van lijnolie. De lijnolie is een
van de herwinbare, natuurlijke grondstoffen die Ursa Paint, een Nederlands familiebedrijf dat Aquamaryn natuurverf ontwikkelt, gebruikt voor de productie van haar natuurverf. Zodra het vlas gerijpt is, worden de zaden geperst en de lijnolie bereid. De lijnolie wordt vervolgens gebruikt om een muurverf van natuurlijke grondstoffen te maken.
02 | 12
056_57_FD_nieuws.indd 7
7
05-06-12 15:32
Stimulans voor kennis en innovatie De gouden driehoek bedrijfsleven, overheid en onderwijs roept de laatste tijd hard om investeringen in kennis en innovatie. Er moet bijvoorbeeld meer worden geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling om ook in de toekomst als kenniseconomie tot de wereldtop te behoren in sectoren als agrofood en chemie. DSM draagt hieraan bij door de komende twee jaar ongeveer honderd miljoen te investeren in drie nieuwe R&D-faciliteiten in Delft en Sittard-Geleen.
DSM kondigde eind mei aan dat het de komende twee jaar ongeveer honderd miljoen euro zal gaan investeren in drie nieuwe R&D-faciliteiten in Delft en Sittard-Geleen. In Delft gaat het om een bijdrage aan het net opgerichte consortium voor de Bioprocess Pilot Facility voor bio-research en om een nieuw
ONDERZOEk IN NEDERlaND
Evi Husson
Wereldwijd gaf DSM in 2011 ruim 476 miljoen euro uit aan onderzoek en ontwikkeling; zo’n 5,3 procent van de netto-omzet. Ruim de helft van dat onderzoeksbudget werd in Nederland uitgegeven, voor het grootste deel aan business-gericht onderzoek en ontwikkeling. Daarnaast wordt onderzoek verricht en expertise ontwikkeld voor de langere termijn. Van de wereldwijd circa 2.500 DSM-specialisten in onderzoek en ontwikkeling is ruim zestig procent actief in Nederland. Het onderzoeks- en ontwikkelingswerk is in Nederland verspreid over meerdere locaties. In Delft wordt primair biotechnologisch onderzoek verricht. In Geleen liggen de accenten op materiaalwetenschap, pharmaceutica en procestechnologie. In Waalwijk en Zwolle staan de materiaalwetenschappen centraal.
8
058_59_FH_artikel 3.indd 8
laboratorium. In dit nieuwe laboratorium, dat plaats zal bieden aan 285 mensen, ligt de focus op biotechnologisch onderzoek. De R&D-processen van het DSM Biotechnology Center worden hier gehuisvest. Op dit DSM-terrein komt daarnaast ruimte voor open campusontwikkeling. Daarmee krijgen jonge biotechbedrijven een plek om in Delft-Noord snel door te groeien. Een aantal voorzieningen in het nieuwe gebouw kunnen ook door die bedrijven worden gebruikt. Materiaalonderzoek In Sittard-Geleen wordt op de Chemelot Campus een nieuw onderzoeksgebouw voor materiaalwetenschappen gebouwd. Volgens Koen Janssen, directeur van DSM Ahead Materials Sciences R&D, is dit een mooie stap in de verdere ontwikkeling van de Chemelot Campus en materialenonderzoek. ‘De materiaalonderzoeksgroepen zullen in het nieuwe gebouw worden ondergebracht, evenals de research- en technology-groep van de businessgroep Engineering Plastics en de activiteiten marketing en sales van de businessgroep Engineering Plastics die in Sittard zitten. Samen resulteert dit in ongeveer 420 mensen.’ Verschillende activiteiten en ontwikkelingen zullen in het nieuwe gebouw nog verder worden ontwikkeld. Denk hierbij aan onderzoek rond compounding, spuitgieten, het testen van nieuwe materialen, een verbeterde performance in de personal protection materialen, nieuwe types kabelommanteling die minder milieubelastend zijn dan huidige types, onderzoek rond implantaten op basis van polyurethaan, contactlensonderzoek, nieuwe antireflectieve coatings voor zonnepanelen et cetera. ‘Dat zit allemaal in de groep DSM Ahead. Deze afdeling werkt voor alle businesses van DSM, zowel voor Material Sciences als Life Sciences. Daarnaast hebben we ook de zogenaamde Emerging Business Areas waarin biogebaseerde chemicaliën en polymeren, geavanceerde coatings en (bio)medische materialen worden gecombineerd.’
02 | 12
05-06-12 16:38
Boost Hoewel de daadwerkelijke verhuizing pas in 2014 plaatsvindt, reageert iedereen nu al erg positief, stelt Janssen. ‘Naast het feit dat een nieuw gebouw bijna altijd positief wordt ervaren, geeft deze investering ook een boost aan
DSM is partner in de recent geopende Bioprocess Pilot Facility (BPF) die is gevestigd op de locatie van DSM in Delft. Het consortium, een samenwerkingsverband tussen DSM, CSM/Purac en de Technische Universiteit Delft, heeft faciliteiten voor het opschalen van biotechnologische processen, die kunnen worden gebruikt voor zowel R&D als opleidingsdoelen. De BPF kan een belangrijke rol spelen bij het opschalen van fermentatie en opwerkingsprocessen, en ook voor de voorbewerking van plantaardig restmateriaal tot grondstof voor fermentatie, zoals onder andere wordt gebruikt bij de tweede-generatie biobrandstoffen. De BPF is een open faciliteit waar bedrijven, universiteiten en instituten hun opschalingsonderzoek voor bioprocessen kunnen uitvoeren. DSM, CSM en de TU Delft bundelen hun krachten om daarmee een faciliteit te creëren waarmee nieuwe bio-processen kunnen worden getest in de opschaling van laboratorium en pilotplant naar industriële omvang. Door een bijdrage van provincie en gemeenten in Zuid-Holland kan de faciliteit ook door jonge, kleinere bedrijven worden gebruikt.
de ontwikkeling van de campus. Het is een toonaangevend gebouw dat de mensen het gevoel van sense of direction geeft. DSM globaliseert, maar tegelijkertijd investeren we in R&D in Nederland. Het is een mooie stap in de verdere ontwikkeling van de Chemelot Campus maar ook een mooie stap in het materialenonderzoek voor DSM met een toekomstperspectief voor de mensen. En dat geeft een enorme boost aan de mensen om iedere dag het beste van zichzelf te geven.’ ➤ 02 | 12
058_59_FH_artikel 3.indd 9
B I O P R O C E S S P I l O T Fa C I l I T y
Duurzaam Positief aan het nieuwe gebouw is dat verschillende groepen worden samengebracht, vertelt Janssen. De snelheid van ontwikkeling en de contactmomenten worden vergroot. ‘Het gebouw is zo ontworpen dat een bright connection centraal staat. Het moet een soort flexibel, dynamisch geheel worden met open ruimtes, flexibele werkplekken, concentratieruimtes, moderne communicatie- en ICT-technologie en dergelijke. Op dit moment is een team bezig met de detailinrichting van het gebouw en tegelijkertijd wordt gewerkt aan een traject om mensen voor te bereiden op een change of mind. We gaan tenslotte van een traditioneel cellenkantoorcomplex naar een nieuwe manier van werken.’ De start van de werkzaamheden zal op korte termijn plaatsvinden. Naast kantoorruimte zijn er aparte hallen voorzien waarin compoundeer- en spuitgietmachines worden ondergebracht. In de loop van 2014 is het gebouw naar verwachting gereed. De investering past volgens Janssen goed in de globale strategie van DSM. ‘Waar DSM in zijn globale strategie hoog op inzet, is duurzaamheid. In die strategie hebben we als doel om ten minste tachtig procent van de nieuwe producten ECO+ te maken. Dit betekent dat de eco-footprint van de nieuwe materialen beter is dan de huidige industriestandaard. Daarnaast hebben we het doel om in 2015 minstens vijftig procent van de running business ook ECO+ te maken. We liggen goed op koers om dit te halen.’
9
05-06-12 16:38
Lanxess profiteert van groeiende markt De wereldvraag naar butylrubber groeit gestaag. Daarom heeft Lanxess de productiecapaciteit van haar fabriek in Zwijndrecht (België) vorig jaar uitgebreid en neemt het bedrijf begin volgend jaar een nieuwe fabriek in Singapore in gebruik. Directeur Eddy Walraven van Lanxess Rubber licht de investeringen toe.
‘Op het ogenblik is er wereldwijd vraag naar één miljoen ton butylrubber per jaar’, vertelt Eddy Walraven, directeur van Lanxess Rubber. ‘Eén van de belangrijkste eigenschappen van butylrubber is dat het niet alleen vloeistofdicht is, maar ook gassen niet of nauwelijks doorlaat. Daarom zijn radiaalbanden van auto’s aan de
Erik te Roller
GROENE BUTYLRUBBER
Lanxess is ’s werelds grootste afnemer van isobuteen, een van de grondstoffen voor butylrubber. Isobuteen is een krakerproduct. Om minder kwetsbaar te zijn voor schommelingen in grondstofprijzen en mee te helpen de CO2-emissies omlaag te brengen, gaat het bedrijf ook isobuteen op basis van groene grondstoffen inzetten. Daartoe is vorig jaar zeventien miljoen dollar in Gevo geïnvesteerd, een Amerikaans bedrijf dat zich richt op het ontwikkelen van processen voor het maken van biochemicaliën en biobrandstoffen. In Gevo heeft Lanxess nu een minderheidsbelang van negen procent. Gevo heeft inmiddels een proces ontwikkeld om suikers uit maïs met behulp van gist om te zetten in isobutanol. En Lanxess heeft het exclusief recht verworven om gedurende tien jaar bio-isobutanol van Gevo af te nemen. Lanxess ontwikkelt een proces om isobutanol te dehydrateren tot isobuteen, zodat in de nabije toekomst ook langs deze weg isobuteen beschikbaar zal komen.
10
060_61_FG_artikel 2.indd 10
binnenkant van een laagje butylrubber voorzien, zodat er geen lucht kan weglekken. Een binnenband is dus niet nodig. Het butylrubber zorgt ervoor dat banden op spanning blijven, waardoor ze minder snel slijten en brandstof besparen. Binnenbanden van fietsen zijn ook van butylrubber gemaakt. Een groot deel van de productie van butylrubber is dan ook voor de bandenindustrie bestemd. In dit geval gaat het om halobutylrubber, oftewel gehalogeneerd butylrubber, dat door middel van covulcanisatie sterk hecht aan het rubber van de banden.’ Naar verwachting groeit de wereldmarkt voor butylrubber de komende jaren met bijna vier procent per jaar, weet Walraven. ‘Dat is een gevolg van het feit dat in landen als China, India en Brazilië steeds meer mensen een auto aanschaffen. Daarbij neemt ook het aantal radiaalbanden relatief toe, omdat de infrastructuur in die landen steeds beter wordt. Radiaalbanden zijn kwetsbaar op slechte wegen en daarom zijn de auto’s in die landen vaak nog voorzien van buiten- en binnenbanden die gemakkelijker zijn te repareren. Bij nieuwe wegen zijn radiaalbanden echter in het voordeel vanwege de betere grip op de weg, lagere rolweerstand, minder lawaai, enzovoorts.’ Zesde polymerisatiereactor Vanwege die groeiende wereldvraag heeft Lanxess besloten de capaciteit uit te breiden. De onderneming investeert vierhonderd miljoen euro in een nieuwe fabriek voor butylrubber op het eiland Jurong in Singapore. Enige jaren geleden is hier een nieuw petrochemisch complex van vier miljard dollar verrezen, waarmee de stadstaat zich in één keer op de wereldkaart heeft gezet. Een van de grondstoffen van butylrubber is isobuteen, een krakerproduct. Dit kan van een nabijgelegen bedrijf worden betrokken. De nieuwe fabriek krijgt een capaciteit van honderdduizend ton per jaar en komt begin 2013 in bedrijf. ‘Op deze manier kunnen wij onze klanten in Azië van voldoende butylrubber voorzien. De verwachting is dat de markt ons vergrote aanbod volledig zal absorberen’, aldus Walraven.
02 | 12
05-06-12 14:20
Energie-intensief Verder neemt de vestiging in Zwijndrecht twee nieuwe proeffabrieken in gebruik om een nieuw proces voor butylrubber uit te testen, dat het bedrijf in haar laboratorium heeft ontwikkeld. ‘Ons doel is om butylrubber met minder grondstoffen en vooral minder energie te maken. Het productieproces voor butylrubber is nu nog complex. De polymerisatie vindt plaats bij minus 95 graden Celsius. Hierbij komt heel veel warmte vrij die met behulp van een koelmachine direct wordt afgevoerd. Verderop in het proces voeren we bij tweehon-
Lanxess is in 2004 ontstaan toen het Duitse concern Bayer zijn chemie- en kunststoffenactiviteiten buiten de deur zette. In 2011 werd een omzet van 8,8 miljard euro behaald en een nettowinst van 506 miljoen. Het bedrijf telt nu meer dan zestienduizend medewerkers. De groei zet door: in het eerste kwartaal van dit jaar was de omzet bijna vijftien procent hoger dan in dezelfde periode van vorig jaar. De groepswinst nam eveneens met vijftien procent toe. Producten van Lanxess zijn: industriële chemicaliën, functionele chemicaliën (hulpstoffen voor verwerking kunststoffen), butylrubber, PBR-rubber, technische rubberproducten (EPDM, NBR en fluorelastomeren), technische kunststoffen (polyamiden en PBT), pigmenten, lederchemicaliën, biociden, ionenwisselaars, en additieven. In mei 2011 heeft Lanxess de EPDMrubberactiviteiten van DSM overgenomen. In maart van dit jaar is in Geleen de bouw begonnen van het hoofdkantoor annex laboratorium van de wereldwijde EPDM-business-eenheid van het Duitse bedrijf.
derd graden Celsius weer warmte toe om het product goed droog te krijgen. Uit die temperatuurverschillen mag blijken dat het om een energie-intensief proces gaat. In het nieuwe proces benutten we diverse mogelijkheden om de productie energie-efficiënter te maken en daarmee ook CO2-emissies te vermijden’, aldus Walraven. ➤ 02 | 12
060_61_FG_artikel 2.indd 11
W AT I S L A N x E S S ?
Het bedrijf heeft al een butylrubberfabriek in Canada met een capaciteit van 150.000 ton per jaar. En in Zwijndrecht is de productiecapaciteit van de fabriek eind vorig jaar met tien procent verhoogd naar eveneens 150.000 ton butylrubber per jaar. ‘Er is een zesde polymerisatiereactor bij gekomen. Verder ging het om een debottlenecking van het productieproces. De ombouw van de fabriek hebben we uitgevoerd tijdens een grote onderhoudsstop van de fabriek. Er moest veel werk worden verzet. Toch waren we enkele maanden eerder klaar dan verwacht. Aanvankelijk hielden we er namelijk rekening mee dat na het weer in bedrijf nemen van de fabriek zou blijken dat we nog extra procesmodificaties zouden moeten uitvoeren. Het betreft immers een complex proces, waarbij je niet alles van te voren kunt voorzien. Maar dat is allemaal meegevallen en daardoor waren we met het project enkele maanden eerder klaar’, aldus Walraven.
11
05-06-12 14:20
SER komt met nano-referentiewaarden Over de risico’s van het werken met synthetische nanodeeltjes is nog altijd weinig bekend. Toch kunnen bedrijven een aantal voorzorgsmaatregelen nemen, waardoor de blootstelling van mensen op de werkplek aan die deeltjes beperkt blijft en daarmee ook het risico dat hun gezondheid in gevaar komt. Vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers in de SER-Commissie Arbeidsomstandigheden hebben geadviseerd om hierbij uit te gaan van zogenoemde nano-referentiewaarden. De regering heeft dit advies inmiddels overgenomen.
Volgens de Europese definitie zijn nanodeeltjes alle deeltjes met een diameter variërend van één tot honderd nanometer (een nanometer is een miljoenste millimeter). Ze komen in de natuur voor en komen bij processen vrij. Nieuw zijn de synthetische nanodeeltjes, oftewel bewust geproduceerde nanodeeltjes, die toepassing vinden in energiezuinige zonnepanelen, supergladde oppervlakken, medische producten en UV-bestendige verf. De synthetische nanodeeltjesie zijn grofweg in twee soorten te verdelen. Ten eerste zijn er ultrafijn geproduceerde deeltjes, waarvan de fysische eigenschappen gek genoeg verschillen van die van de grovere verdeelde stof. Een voorbeeld is wit titaandioxide dat op nanoformaat ineens transparant is en daardoor toepassing vindt in transparante zonnecrème. Ten tweede gaat het om koolstofverbindingen die normaal niet in de natuur voorkomen (hooguit als verbrandingsproduct), zoals koolstofnanobuisjes voor onder meer elektrische geleiding en versterking van vezels of buckey balls voor smeermiddelen. Nanodeeltjes worden verder gebruikt om lakken UV-bestendig, krasvast of zelfherstellend te maken,
Erik te Roller
12
062_63_65_66_FI_artikel.indd 12
autoruiten superglad te maken of om aangroei van bacteriën en schimmels aan de binnenkant van koelkasten te voorkomen. Als die nanodeeltjes eenmaal in vaste of vloeibare producten zijn verwerkt, leveren ze voor de consument voor zover bekend geen gevaar op, alhoewel niet iedereen daar gerust op is. Meer risico lopen enkele honderden werknemers die bij de tientallen bedrijven in Nederland werken met nanodeeltjes. Als de deeltjes in de lucht terechtkomen, kunnen ze die door ademhaling of wellicht via de huid binnenkrijgen. Hoe groot die blootstelling is, hangt onder andere af van het verwerkingsproces en de maatregelen die het bedrijf heeft genomen om de atmosfeer op de werkplek schoon te houden. Interactie Over de risico’s van nanodeeltjes komt in rap tempo wetenschappelijke en gezondheidkundige kennis beschikbaar, maar die is vooralsnog onvoldoende om grenswaarden vast te stellen, weet Pieter van Broekhuizen, manager nanotechnologie van het adviesbureau IVAM en vertegenwoordiger van de vakbonden in de SER-Commissie Arbeidsomstandigheden. ‘Toch ontslaat dit werkgevers niet om maatregelen te nemen. Krachtens de Arbowet zijn ze verplicht om te zorgen dat de werkplek veilig is en daarbij gebruik te maken van middelen volgens de laatste stand van de techniek. Blootstelling geheel voorkomen is natuurlijk het beste, maar dat kost veel geld. In de commissie zijn we daarom nagegaan wat bedrijven kunnen doen om de blootstelling te beperken zonder flinke bedragen op tafel te hoeven leggen. Om te bepalen wanneer ze extra maatregelen moeten nemen hebben we voorlopige nanoreferentiewaarden opgesteld.’ De aanpak met referentiewaarden sluit aan bij die van de Duitse IFA (Institut für Arbeitsschutz). ‘Bij het bepalen van de toxiciteit van chemische stoffen zijn we gewend om naar de hoeveelheid te kijken, dus de dosis. Bij nanodeeltjes is gewicht alleen geen goede maat. Wat ook telt, is het oppervlak van de deeltjes. De eventuele chemische interactie tussen de deeltjes en weefsels
02 | 12
05-06-12 16:33
Beschrijving
1
Rigide, biopersistente nanovezels waarvoor asbestachtige effecten niet zijn uitgesloten
2
Biopersistente, granulaire nanomaterialen in de range van 1 tot 100 nanometer
3
Biopersistente, granulaire en vezelvormige nanomaterialen in de range van 1 tot 100 nanometer
4
Niet-biopersistente granulaire nanomaterialen in de range van 1 tot 100 nanometer
Dichtheid
Referentiewaarde 3
Voorbeelden
0,01 vezels/cm (10.000 vezels/cm3)
SwNT*), MwCNT**) of vezelvormige metaaloxiden waarvoor asbestachtige effecten niet zijn uitgesloten door de fabrikant
> 6 g/liter
20.000 deeltjes/ cm3
Ag, Au, CeO2, CoO, fe, fexOy, La, Pb, Sb2O5, SnO2
< 6 g/liter
40.000 deeltjes/cm3
Al2O3, SiO2, TiN, TiO2, ZnO, nanoklei carbon black, C60, dendrimeren, polystyreen. Nanovezels waarvoor asbestachtige effecten expliciet zijn uitgesloten
Gangbare grenswaarde
Voorbeeld: vetten en keukenzout
REfERENTIEwAARDEN
Klasse
*) SWNT: single-wall nanotubes **) MWCNT: multi-wall nanotubes
in het lichaam vinden immers plaats aan dit oppervlak. Hoe groter het oppervlak, des te meer interactie. Daarom prefereren we voor nanodeeltjes een deeltjesbenadering (aantal deeltjes per kubieke centimeter, red.). Verder moet je er nog rekening mee houden dat de eigenschappen van de stoffen veranderen als ze tot nanodeeltjes zijn vermalen: titaandioxide wordt transparant en sommige onoplosbare stoffen zijn ineens wel oplosbaar. Daar komt nog bij dat de deeltjes complex zijn. Zo hebben deeltjes van titaandioxide vaak een mantel van aluminiumoxide of silica. Wat bepaalt dan de toxiciteit van de deeltjes: het titanium, aluminium of de vorm van het deeltje? Het ziet er niet naar uit dat over de toxiciteit van nanodeeltjes op de korte termijn wetenschappelijk uitsluitsel valt te geven.’ Er zijn internationaal al wel studies naar het gevaar van nanodeeltjes gedaan, zoals in vitro onderzoek met cellijnen en proefdieronderzoek, maar daaraan kunnen nog geen algemene conclusies worden verbonden. ‘Daarvoor is veel meer onderzoek nodig’, zegt Erik Tielemans, leider van het programma Verantwoord omgaan met innovatieve stoffen van TNO. Nattevingerwerk Om bedrijven toch enige houvast te geven omtrent het veilig omgaan met nanodeeltjes gaat de SER-Commissie op advies van IVAM, TNO en RIVM uit van een grens van een tiende milligram nanodeeltjes per kubieke meter met een diameter van honderd nanometer. Aan de hand van de vorm, persistentie en dichtheid van de stof heeft IVAM vervolgens uitgerekend hoeveel synthetische nanodeeltjes er maximaal in een kubieke centimeter mogen zitten. Dit levert vier klassen van synthetische nanodeeltjes op met bijbehorende referentiewaarden (zie
tabel). Bedrijven kunnen met deze voorlopige referentiewaarden werken totdat er zoveel wetenschappelijke kennis is vergaard dat de overheid grenswaarden kan vaststellen. Tielemans: ‘Weliswaar gaat het om nattevingerwerk, maar dat is beter dan niets. De referentiewaarden kun je in dat verband het beste zien als een instrument voor risicomanagement. Het zijn geen wetenschappelijk onderbouwde grenswaarden.’ ‘De referentiewaarden maken een einde aan de onzekerheid van veel bedrijven of ze nu extra maatregelen moeten nemen volgens de laatste stand van de techniek of niet. Aan de hand van de referentiewaarden kunnen ze bepalen of ze wel of geen kosten moeten maken voor extra beschermende maatregelen’, zegt Rob van Beek van FME en vertegenwoordiger van de werkgevers in de SER-commissie. Hij legt uit dat bedrijven het verschil moeten meten tussen de situatie met en zonder synthetische nanodeeltjes. In de lucht zweven namelijk ook natuurlijke nanodeeltjes plus nanodeeltjes afkomstig van verbrandingsprocessen, bijvoorbeeld van dieselmotoren in het verkeer, waardoor er normaal al gauw 10.000 tot 15.000 deeltjes per kubieke centimeter rondzweven. Daar komen dan ook nog nanodeeltjes bij die vrijkomen bij de normale productie, dus zonder synthetische nanodeeltjes. Simpele methode Met de huidige meet- en analysemethoden is het lastig de verschillende nanodeeltjes van elkaar te onderscheiden. Dat kan alleen met uitgebreide kwalitatieve chemische analyse. Maar met een simpeler methode kan een bedrijf de synthetische nanodeeltjes toch meten. Een verfbedrijf bijvoorbeeld laat dan metingen uitvoeren bij het mengen van verf met ➤ 02 | 12
062_63_65_66_FI_artikel.indd 13
13
05-06-12 16:33
TREFT VEILIGHEIDSMAATREGELEN
ATEX gecertificeerde behuizingen Het elektrische aansluiten dat aan al uw sectoren Atex wordt aangepast. Ontdek de nieuwe serie contacten ansluitdozen van MARECHAL ELECTRIC die de veiligheid van de elektrische installatie verhogen in zware, natte en gevaarlijke omgevingen zoals raffinaderijen en de chemische industrie. De MXBS en MXBJ series maken het mogelijk om contactdozen, meerpolige connectoren en Ex veilige aansluitklemmen te combineren. Veilig, betrouwbaar en robuust.
marechal.com
advertentie-index
Petrochem_90x132_MXBS_0612.indd 1
01/06/12 14:58
PetrOCHeM Aerzen Nederland ........................................................................2 Andus Group ............................................................................. 67 AW Systems ...............................................................................18 CoolEnergy...................................................................................4 Energy for the Next Generations ............................................. 40 Evides ........................................................................................ 34 Harsco........................................................................................ 26
TURN-KEY ANALYZERS
GC
Logisticon Water Treatment...................................................... 38 Market review ................................................................ 46 t/m 48 Sdu Uitgevers ........................................................................... 28 SGS Nederland ......................................................................... 68 Thermo-Clean ............................................................................12 Traduco .........................................................................................6 Ultimo Software Solutions .......................................................10 FiJnCHeM Applus ..........................................................................................2 Pepperl + Fuchs............................................................................4 JEOL Europe ..............................................................................14 Endress + Hauser .........................................................................2 Sdu Uitgevers ..............................................................................4 Maréchal Electric .......................................................................14
064_index_jeol_marechal.indd 66
04-06-12 16:18
en zonder synthetische nanodeeltjes. Het verschil geeft aan hoeveel nanodeeltjes er bij het mengen van de verf eventueel vrijkomen. Het gaat in beide gevallen om het tijdgewogen gemiddelde van het aantal deeltjes per kubieke centimeter gedurende acht uur. Van Beek: ‘De procedure is iets complexer maar het komt uiteindelijk neer op twee situaties. In het ene geval blijkt de concentratie synthetische nanodeeltjes hoger te zijn dan de referentiewaarde en moeten extra beheersmaatregelen worden genomen, totdat de mensen voldoende beschermd zijn. Denk aan aanpak bij de bron, afzuigkappen, aparte cabines en persoonlijke beschermingsmiddelen. In het andere geval blijft de meting onder nanoreferentiewaarden en zijn geen aanvullende maatregelen nodig.’ Metingen Een jaar geleden is TNO begonnen met een inventarisatie van welke bedrijven met synthetische nanodeeltjes werken en hoe de deeltjes eventueel vrij kunnen komen, bijvoorbeeld bij het afzakken, mengen, verspuiten van een product of met schuren. Tielemans: ‘Uit die voorstudie blijkt dat enkele duizenden mensen werken met nanodeeltjes. We weten nu in elk geval wie mogelijk aan synthetische nanodeeltjes bloot kunnen staan. Dat is winst. De inventarisatie is een prima opstap naar vervolgstudies op het gebied van blootstelling en gezondheidseffecten.’
‘Het ziet er niet naar uit dat over de toxiciteit van nanodeeltjes op de korte termijn wetenschappelijk uitsluitsel valt te geven.’
Inmiddels is TNO bij bedrijven begonnen met te meten wat de werkelijke blootstelling aan synthetische nanodeeltjes is. Tielemans: ‘De eerste metingen zijn afgerond, maar op basis daarvan valt nog niet veel te zeggen. Het zal nog ongeveer twee jaar duren eer we een goed beeld hebben van de blootstelling van werknemers aan nanodeeltjes in Nederland. Dan zullen we ook veel beter kunnen onderbouwen hoe in specifieke werksituaties de blootstelling het beste kan worden beheerst met zogenaamde good practices. Tegelijkertijd werken we aan het ontwikkelen van een goed meetprotocol, want bedrijven moeten uiteindelijk goed kunnen bepalen of ze onder of boven de referentiewaarden zitten. Ook is het een uitdaging methoden te vinden om de synthetische nanodeeltjes nauwkeurig te kunnen onderscheiden van de overige nanodeeltjes. Overigens kijken we bij TNO niet alleen naar het aantal deeltjes, maar ook naar de verdeling van de deeltjesgrootte. Verder kijken we met een elektronenmicroscoop naar de vorm van de deeltjes. Bij het onderzoek werken we samen met het RIVM, de Universiteit Utrecht, adviesbureau IVAM, Hogeschool Zuyd en Philips. Ook zoeken we 02 | 12
062_63_65_66_FI_artikel.indd 15
15
05-06-12 16:33
afstemming met collega’s in Denemarken, Duitsland en de Verenigde Staten, zodat we uiteindelijk tot een eenduidige aanpak kunnen komen.’ Begin De website Stoffenmanager van de overheid bevat inmiddels een pagina “Nano Module”. Bedrijven kunnen hier informatie vinden welke voorzorgsmaatregelen ze kunnen nemen bij het werken met synthetische nanodeeltjes. Er staan ook enkele good practices beschreven, die de Arbo Unie, adviesbureau BECO en TNO samen hebben opgesteld. ‘Dit is maar een begin. Aan de hand van de resultaten van het Nederlandse onderzoek en nieuwe informatie uit het buitenland zal het instrument en de informatie op de website de komende jaren steeds verder worden uitgebreid’, aldus Tielemans. Status Referentiewaarden hebben geen wettelijke status, zoals de grenswaarden voor blootstelling aan chemische stoffen, maar dat ziet Van Beek niet als een bezwaar. ‘Je kunt wel alles wettelijk vastpinnen, maar dan mis je flexibiliteit. Volgens de Europese definitie hebben nanodeeltjes afmetingen van één tot honderd nanometer, maar stel nou dat een bedrijf met deeltjes van 120 tot 150 nanometer 16
062_63_65_66_FI_artikel.indd 16
werkt en dat blijkt dat ook die mogelijk risico opleveren. Dan kan de overheid het bedrijf daar formeel niet op aanspreken. In Nederland handelen we voorlopig liever in de geest van de definitie zonder ons op cijfers vast te leggen.’ Van Broekhuizen voegt daaraan toe dat de referentiewaarden niet vrijblijvend zijn: ‘De sociale partners zijn tot een unaniem advies gekomen en dragen daarom samen verantwoordelijkheid voor de nieuwe aanpak, ook al is dit geen regelgeving. Bedrijven kunnen zich hieraan dus niet zomaar onttrekken.’
‘Je kunt wel alles wettelijk vastpinnen, maar dan mis je flexibiliteit.’ Het SER-advies is vrij algemeen. De bedoeling is dat bedrijven per branche handreikingen (good practices) opstellen over hoe bedrijven met een bepaalde werkomgeving veilig met nanodeeltjes kunnen werken en dat opnemen in een arbocatalogus. ‘Het voordeel hiervan is dat een individueel bedrijf, bijvoorbeeld een autoherstelbedrijf, geen nanodeeltjes hoeft te meten, maar gewoon de maatregelen kan overnemen die elders in de branche ook worden toegepast’, aldus Van ➤ Broekhuizen.
02 | 12
05-06-12 16:33
ANDUS group companies: Construction HSM Steel Structures Lengkeek Staalbouw RijnDijk Construction P&K Rail Offshore HSM Offshore Van Voorden Castings Van Voorden Repair Process FIB Industries Refractories Gouda Refractories Gouda Vuurvast Services Gouda Vuurvast Belgium Gouda Feuerfest Deutschland
Serving the industry Professionaliteit en creatief denken, gecombineerd met kennis van zaken, zijn de kenmerken van RijnDijk Construction. Multidisciplinaire constructieprojecten worden volgens hoge (inter)nationale standaards en veiligheids- en kwaliteitseisen uitgevoerd. Dit maakt RijnDijk Construction tot een betrouwbare, full service partner. Engineering, productie en montage worden in eigen beheer vanuit gespecialiseerde productielocaties uitgevoerd. RijnDijk Construction is een speler van formaat voor grootschalige projecten in de (petro)chemische industrie, zware industrie, energiemarkt en complexe utiliteitsbouw. RijnDijk Construction is een zelfstandige werkmaatschappij binnen de Construction divisie van Andus Group. De overige divisies zijn Offshore, Process en Refractories. Andus Group is een internationale onderneming met circa 900 medewerkers en 12 gespecialiseerde werkmaatschappijen wereldwijd actief in een breed, industrieel werkveld. Kennismaken? Graag. Bel of kijk op www.rijndijk.com of www.andusgroup.com RijnDijk Construction BV Beukenlaan 115 5616 VC Eindhoven NL T +31 (0)40 - 246 72 28 E info@rijndijk.com
RDC 210x297.indd1 1 067_andus.indd
08-05-12 13:54 11:58 04-06-12
068_sgs.indd 1
04-06-12 13:53