Petrochem 12 - 2018

Page 1

Nr.12 - 2018

www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 22,50

Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta Petrochem Nr. 12 - 2018

Nouryon wil nu zeker geen pas op de plaats maken • Opstart vernieuwde kraker ExxonMobil kan beginnen • Shell SDA snel opgeleverd • Thema: Veiligheidscultuur

Pet12 omslag los.indd 1

21-11-18 17:07 09:38 20-11-18


E

Adv Mainnovation 210x297 met afloop3mm.indd 1 Adv Mainnovation 210x297 met afloop3mm.indd 1 PET12 A Cover.indd 22 PET12 A Cover.indd 2 Pet12 omslag los.indd

19-09-18 19-09-18 14:5614:56 21-11-18 09:38

Evene Evenemen


IN DEZE EDITIE

10 ZEKER GEEN PAS OP DE PLAATS MAKEN

36 THEMA: VEILIGHEIDSCULTUUR

Nu de nieuwe naam Nouryon bekend is, wordt ook steeds meer van de strategie van het nieuwe bedrijf duidelijk. Het voormalige AkzoNobel-onderdeel Specialty Chemicals blijft onverminderd inzetten op innovatie en vergroening. Ook in Nederland, waar het bedrijf sterk is vertegenwoordigd. Topman van Nouryon Nederland, Knut Schwalenberg: ‘Waarom een pas op de plaats maken?’

Elk bedrijf in de (petro)chemische sector is bezig met veiligheid. Het is prioriteit nummer één. Volgens professor veiligheidskunde Genserik Reniers is het dan ook verbazingwekkend dat bedrijven op het gebied van veiligheid bepaalde informatie niet graag met elkaar delen. Niet dat er helemaal niet aan wordt gewerkt. In 2016 is namelijk het programma Duurzame Veiligheid 2030 opgestart. Het doel is om de Nederlandse (petro)chemische industrie in 2030 de veiligste ter wereld te laten zijn. Via vijf roadmaps worden concrete activiteiten, pilots en onderzoek uitgewerkt. Misschien dat Safety-II daar ook bij kan helpen. Dit is een nieuwe kijk op veiligheidskunde waarbij niet alleen maar wordt gekeken naar wat slecht gaat, maar juist wordt gefocust op wat goed gaat.

14 OPSTART KRAKER KAN BEGINNEN In deze decembermaand krijgt de operationele afdeling van ExxonMobil in de Botlek een nieuwe fabriek onder haar hoede. Stapsgewijs kan de uitgebreide hydrocracker in gebruik worden genomen. Een investering van een miljard euro waarmee het concern inspeelt op veranderende marktomstandigheden en toekomstige regelgeving. Het project verloopt on time en on track. Mede dankzij een gedeeltelijk modulaire aanpak.

20 INVESTEREN ZONDER EXTRA PRODUCTIE Plant manager Harm Dijkstra is trots dat LyondellBasell en Covestro 150 miljoen investeren in hun site op de Maasvlakte, terwijl het geen ton extra product oplevert. ‘Het is een investering met visie, met duurzaamheid in ons achterhoofd.’

26 SHELL SDA SNEL OPGELEVERD De nieuwe solphent deasphalter van Shell haalt meer waarde uit ruwe olie. Haast was dus geboden om de SDA-unit zo snel en efficiënt mogelijk af te krijgen. Dankzij modulair bouwen, maar ook een zeer intensieve samenwerking met de contractors wist projectleider Rob Snoeren het project een maand eerder dan gepland op te leveren.

EN VERDER Commentaar 5 Feiten en cijfers • Covestro investeert in Antwerpse fabriek • 5G-toepassingen in Rotterdamse haven getest 6 Plant One 24 Innovatie 30 Onbevangen • Katrien Bogaerts 35 Projecten 42 Column • Wim Soetaert 54

PETROCHEM 12 - 2018 3

PET12 B Inhoud.indd 3

20-11-18 16:52


Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta Nummer 12 - 2018 UITGAVE VAN: Industrielinqs pers en platform BV, Gedempt Hamerkanaal 155, 1021 KP Amsterdam E-mail: redactie@industrielinqs.nl, website: www.petrochem.nl HOOFDREDACTIE: Wim Raaijen 020 3122 081 EINDREDACTIE: Miriam Rook 020 3122 086 Liesbeth Schipper 020 3122 083 REDACTIE: Dagmar Aarts 020 3122 084 Laura van der Linde 020 3122 083 VASTE MEDEWERKERS: Chris Aldewereld, David van Baarle, Jan Van Doorslaer, Jacqueline van Gool, Evi Husson, Inge Janse, Henk Leegwater, Wim Soetaert LAY-OUT: Bureau OMA bv, Wehl OMSLAGFOTO: ExxonMobil ADVERTENTIEVERKOOP: Jetvertising BV, Arthur Middendorp t: 070 399 0000 - arthur@jetvertising.nl TRAFFIC: Breg Schoen 020 3122 088 COMMERCIEEL MANAGER: Janet Robben 020 3122 085 DRUKWERK: PreVision Graphic Solutions ABONNEMENTEN (excl. 6% BTW) Petrochem verschijnt 11x per jaar. Nederland/België € 178,50 per jaar Introductieabonnement NL/B met 25% korting € 133,50 per jaar Overig buitenland € 208,Losse verkoopprijs € 22,50 Studentenabonnement € 41,Proefabonnement 3 mnd € 29,50 OPZEGGEN: Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen en wijzigen kan via abonnementen@industrielinqs.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door ons is ontvangen. Als u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Overige vragen kunt u stellen via abonnementen@industrielinqs.nl of neem telefonisch contact met ons op via T 020 312 20 88. ISSN: 1380-6386 Prijswijzigingen voorbehouden. © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.

Papier binnenwerk:

Papier omslag:

PAPER & BOARD

www.hi-force.com

MADE OF

AGRI-WASTE WWW.PAPERWISE.EU

PET12 Advertenties.indd 4

20-11-18 17:05


COMMENTAAR

Zo’n staaltje van smart industry heb ik nog niet eerder gezien. In ieder geval niet op zo’n grote schaal.

E-zine In oktober mocht ik verschillende locaties van Saudi Aramco in Saoedi-Arabië bezoeken. Op uitnodiging. Een kans die je als vakjournalist niet vaak krijgt. Toch wel indrukwekkend wat daar in de woestijn is neergezet. Vooral ook sinds 2000. Veel had ik al gehoord over het enorme petrochemische complex Sadara van Aramco samen met Dow Chemical. Er zijn 26 fabrieken in een enkele fase gebouwd. Een investering van twintig miljard dollar. Nog blinkend van nieuwigheid in de hete woestijn. En daar blijft het niet bij. Tijdens onze aanwezigheid kondigde Aramco samen met Total een volgende mega-investering aan. Ook een petrochemisch complex, die moet worden geïntegreerd met hun nog nieuwe, gezamenlijke Satorp-raffinaderij. Samen met afgeleide installaties gaat het om een investering van negen miljard euro. En ook dat zal niet de laatste beweging van Aramco zijn, voorwaarts de keten in. Downstream. De stappen zijn in ieder geval indrukwekkend. Science fiction film Wat mij misschien wel het meeste zal bijblijven, is het bezoekje aan het zenuwcentrum van Saudi Aramco. Elke druppel olie wordt daar gemonitord. In het commandocentrum worden op enorme schermen, die samen een gigantische wand vormen, alle productstromen van het bedrijf real time weergegeven. Bijvoorbeeld hoeveel de olievelden afzonderlijk op elk moment produceren. Van alle olietankers is de status direct af te lezen. Welke producten ze vervoeren en hoe vol ze zijn. Van elke raffinaderij of gasinstallatie is op elk moment af te lezen wat en hoeveel er doorheen stroomt. Je waant je even in een science fiction film. Zo’n staaltje van smart industry heb ik nog niet eerder gezien. In ieder geval niet op zo’n grote schaal. Ook een bezoekje aan het research-onderdeel van Aramco laat meer van de digitale ambities van het Saoedische bedrijf zien. Zo ontwikkelt het robots die langs leidingen kruipen om plaatsen te bereiken waar mensen onmogelijk kunnen komen. Het biedt natuurlijk veel mogelijkheden om onderhoud te plegen

zonder dat installaties hoeven worden stilgelegd. En ook de robot die zonnepanelen schoonveegt, verraadt een ander deel van de Arabische ambities. Het land wil groot worden in zonne-energie. Zon en braakliggende grond genoeg voor enorme zonnevelden. Het opwaaiende woestijnzand moet daarvoor geen belemmering zijn. Echt digitaal magazine Normaal gesproken schijf ik mijn commentaar over een onderwerp uit hetzelfde blad. Deze keer wijk ik daar echter vanaf. Want wat is een betere uitgave om een artikel te wijden aan de innovatieve ontwikkelingen in Saoedi-Arabië dan in het eerste e-zine van Petrochem, het januarinummer in het nieuwe jaar. Niet dat we volledig digitaal gaan – in 2019 verschijnen nog steeds tien papieren edities van Petrochem – maar we ruilen één papieren editie in voor twee en misschien wel drie digitale versies. Sowieso in januari en augustus, zodat u ook gemakkelijk elders het blad kunt lezen. Bijvoorbeeld tijdens uw vakantie. Mits er bereik is natuurlijk. Overigens zijn de e-zines geen digitale bladerbare versies van hetgeen ook in papier verschijnt. Daar doen we al jaren aan. Nee, een echt digitaal magazine maakt veel meer gebruik van de mogelijkheden die internet biedt. Zo kunnen we artikelen larderen met film en ook is het gemakkelijk om meer informatie open te klappen. Natuurlijk is het straks ook eenvoudig om artikelen te delen met anderen, via bijvoorbeeld Linkedin of Twitter. Wat dat betreft doet Petrochem ook wat stapjes iets meer de digitale keten in. Geen revolutie, maar wel een transitie…

Reageren? Via de mail: wim@industrielinqs.nl of via twitter : @wimraaijen

PETROCHEM 12 - 2018 5

PET12 C Commentaar.indd 5

20-11-18 16:53


FEITEN & CIJFERS

In haar memorandum voor de verkiezingen van 2019 pleit Essenscia voor concurrentiekracht, duurzaamheid en talent. Hoe sterker de internationale concurrentiepositie, hoe meer innovaties voor een betere wereld. Essenscia vraagt politici onder andere om een robuust energiemodel, meer klantgericht infrastructuurbeheer en meer innovatiesteun voor risicovolle pilot- en demoprojecten om beloftevol onderzoek op te schalen naar industriële productie. Daarnaast is voor de klimaatuitdaging volgens Essenscia een globale aanpak nodig waarbij de industrie in Vlaanderen alle kansen krijgt om duurzame innovaties te ontwikkelen voor het gebruik van CO2 als grondstof, de waterstof­

COVESTRO INVESTEERT IN ANTWERPSE FABRIEK Het Duitse Covestro wil driehonderd miljoen euro investeren in een nieuwe aniline productie-eenheid op haar Antwerpse locatie. De opstart van deze installatie wordt in 2022 verwacht. Het ontwerp en de procestechnologie van de nieuwe eenheid in Antwerpen wordt gebaseerd op de beste beschikbare technologieën van Covestro op het gebied van procesveiligheid en energie-efficiëntie. Aniline is een belangrijk uitgangsmateriaal voor tal van chemische producten, waaronder MDI. En dat is dan weer een voorproduct van polyurethaan hardschuim. De MDI-markt zal naar verwachting op de lange termijn met ongeveer vijf procent per jaar groeien. Covestro steekt daarom ook zo’n 1,5 miljard euro in een uitbreiding van de MDI-productie op haar locatie in Baytown, Texas (VS). Tegen 2024 produceert de fabriek daar tegen de vijfhonderd kiloton per jaar. Volker Weintritt, managing director van Covestro in Antwerpen: ‘De uitbreiding van onze anilineproductie zorgt voor een duurzame en efficiënte bevoorrading van ons Europese MDI-netwerk, met inbegrip van onze Spaanse vestiging in Tarragona, waar de MDI-productiecapaciteit eveneens zal worden verhoogd.’

FOTO: COVESTRO

Vopak investeert opnieuw in haar gasopslag in Vlissingen. In totaal wordt er 9.200 kubieke meter bijgebouwd. De verwachting is dat deze uitbreiding in het tweede kwartaal van 2020 in gebruik wordt genomen. In 2015 werd eenzelfde type uitbreiding gedaan. Destijds zijn er zes gas bullets bijgebouwd, nu gaat het om een uitbreiding van twee gas bullets. De bullets zijn cilindrisch van vorm, liggen in een betonnen bak en zijn volgens de meest moderne techniek onder een zandbed begraven. De officiële term voor dit soort opslagtanks is ‘mounded bullets’. De grootste die in 2015 zijn neergelegd zijn 97 meter lang, hebben een doorsnee van ruim 10 meter en wegen 1.100 ton per stuk.

BIOBTX EN TEIJIN ARAMID WERKEN AAN BIOBASED SUPERVEZEL Het Japanse Teijin Aramid en het Nederlandse BioBTX werken aan een kunstvezel die volledig is geproduceerd uit duurzame materialen. Het onderzoeksproject staat op het punt te beginnen. Teijin Aramid produceert in Nederland supersterke vezels onder de merknaam Twaron. Het bedrijf is onder andere gevestigd in Delfzijl en Emmen. De vezels worden wereldwijd toegepast in producten die sterker, lichter en duurzamer moeten zijn. Bijvoorbeeld in autobanden, luchtvrachtcontainers en beschermende kleding. Twaron wordt momenteel gemaakt uit fossiele grondstoffen. Teijin Aramid wil onderzoeken of het mogelijk is om van hun Twaron-vezel een biobased versie te produceren. Voor het gebruik van de groene grondstof werkt het bedrijf samen met het Groningse bedrijf BioBTX. Dat heeft een technologie ontwikkeld die hernieuwbare grondstoffen, zoals biomassa en restproducten, kan omzetten naar chemische grondstoffen, met name benzeen, tolueen en xyleen. Onlangs heeft BioBTX een proeffabriek voor de productie van deze grondstoffen geopend op de Zernike Campus in Groningen. Het Groninger chemiebedrijf Syncom maakt er specifieke bouwstenen van. Bij Teijin Aramid in Arnhem worden vervolgens het polymeer en het garen gemaakt op basis van de processen in Delfzijl en Emmen.

economie en groene warmte. RDM Centre of Expertise Hogeschool Rotterdam en Vopak hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend. Zij gaan samenwerken op het gebied van predictive maintenance, waarin duurzaamheid en de inzet van smart technology randvoorwaarden zijn. Het eerste resultaat van de samenwerking is de minor mechatronica die onlangs van start is gegaan. Ook wordt samengewerkt aan projecten, (afstudeer)stages, onderzoeksopdrachten en bedrijfsbezoeken. ‘We hebben frisse jonge denkers nodig voor de uitdagingen van morgen’, zegt Maarten Vaags van Vopak.

PETROCHEM 12 - 2018 6

PET12 D Feiten en cijfers.indd 6

TAQA WIL GASOPSLAG BERGERMEER UITBREIDEN Taqa wil meer gas kunnen opslaan in Gasopslag Bergermeer. Daarvoor wil het bedrijf de druk van 133 bar verhogen naar 150 bar. Door het verhogen van de druk ontstaat een uitbreiding van de opslagcapaciteit, waardoor er meer aardgas in het leeg geproduceerde reservoir kan worden opgeslagen. Door de uitbreiding kan Taqa efficiënter gebruik maken van de gasopslag omdat deze destijds al is ontworpen en gebouwd voor een druk van 150 bar. Om de capaciteit te verhogen zijn geen werkzaamheden aan installaties of locaties nodig. Naast economische voordelen heeft deze uitbreiding volgens Taqa ook een maatschappelijke reden, namelijk de leveringszekerheid van het Nederlandse aardgassysteem. Met een verruiming van de capaciteit zou de Gasopslag Bergermeer kunnen voorzien in de gemiddelde jaarlijkse gasbehoefte van drie miljoen Nederlandse huishoudens. Dit is belangrijk omdat de binnenlandse gasproductie op termijn terugloopt, terwijl er voorlopig nog behoefte zal blijven aan gas als energiebron. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voorziet geen nadelige gevolgen voor het milieu wanneer er meer gas wordt opgeslagen in de Gasopslag Bergermeer. Daarom hoeft er geen milieueffectrapportage te worden opgesteld. Taqa gaat nu het verzoek indienen bij het ministerie om de bestaande vergunningen daadwerkelijk te wijzigen.

Blijf op de hoogte en schrijf u in voor de nieuwsbrief op www.petrochem.nl

20-11-18 16:54


5G-TOEPASSINGEN IN ROTTERDAMSE HAVEN GETEST In het Rotterdamse havengebied zijn de eerste industriële toepassingen getest met de nieuwe generatie mobiele netwerken. Dankzij 5G-toepassingen kunnen productieprocessen verder worden geoptimaliseerd, kan industrieel onderhoud beter worden voorspeld en kan de veiligheid verder worden vergroot. Het 5G-netwerk ligt bij Shell Pernis, waar vier toepassingen worden getest. Het gaat om een mobiele inspectierobot die verbonden is met 5G, waardoor de besturing op afstand veel nauwkeuriger en betrouwbaarder wordt. Daarnaast wordt een slimme 5G-helm uitgeprobeerd tijdens onderhoud. Met de helm staan inspecteurs via beeld en geluid direct in contact met experts op afstand en kan onmiddellijk worden besloten welke reparaties nodig zijn. Dit verkort de totale doorlooptijd van deze kritische inspecties van enkele dagen tot een paar uur. Ook wordt gekeken naar efficiënter industrieel onderhoud dankzij de inzet van augmented reality. Tijdens tests worden engineers van Shell uitgerust met een industriële tablet die verbonden is met 5G. Dankzij de toepassing van augmented reality kunnen engineers op een industriële tablet aanvullende informatie zien, zoals temperatuur of druk van de procesinstallatie. Dit zorgt voor efficiënter onderhoud dat bovendien volledig digitaal wordt vastgelegd en gedeeld met relevante partijen. Als laatste worden tests gedaan met de inzet van UHD-camera’s en de inzet van machine learning voor preventief onderhoud. Hierdoor wordt het mogelijk om zo’n 160.000 kilometer aan leidingen zeer efficiënt en nauwkeurig te inspecteren om benodigd onderhoud vooraf te detecteren en ook uit te voeren. Dit zorgt ervoor dat de inspectie van al het leidingwerk veel sneller en efficiënter verloopt en de veiligheid verder wordt verhoogd. POWER-TO-HEAT REDUCEERT INDUSTRIËLE CO2-UITSTOOT De industrie kan grootschalige CO2-reductie mogelijk maken met hybride power-to-heat systemen, waarbij offshore wind wordt gebruikt voor warmte. Dat staat in het onlangs verschenen rapport Facilitating the integration of offshore wind with power-to-heat in industry. Het rapport is opgesteld door DNV-GL, in opdracht van Nouryon, Deltalinqs, Shell en Tennet. Door bij harde wind meer warmte op te wekken en bij tekorten tijdelijk terug te schakelen naar gas wordt bovendien de druk op het netwerk verlaagd. Bij hybride power-to-heat gebruikt de industrie elektriciteit uit wind op zee om proceswarmte te produceren met een hybride combinatie van nieuwe elektrische boilers en bestaande gasgestookte boilers. Als de windmolens veel elektriciteit produceren wordt de elektriciteit gebruikt voor de warmte-opwekking en tijdens periodes met een tekort aan elektriciteitsproductie schakelt de industrie terug naar de bestaande gasketels. Momenteel wordt ongeveer één gigawatt aan wind-op-zee geproduceerd. Het huidige overheidsbeleid gaat uit van een groei naar elf gigawatt in 2030. Echter boven de tien gigawatt wind op zee zullen grote investeringen in het transportnet nodig zijn om deze elektriciteit te transporteren. Wanneer de industrie meer elektriciteit uit wind-op-zee afneemt draagt dit bij aan het verlagen van deze investeringskosten. Het Rotterdamse industriecluster ligt immers, net als veel andere Nederlandse industrie, direct aan de Noordzee en daardoor hoeft er mogelijk minder te worden geïnvesteerd in verzwaring van het transportnet. Uit de analyse van DNV-GL blijkt dat de industrie op korte termijn minimaal vijf gigawatt aan extra flexibele elektriciteitsvraag kan realiseren op kustlocaties waar wind-op-zee aan land komt. Volgens het rapport kan de technologie bij een hogere CO2-prijs een grote besparing opleveren. Bij de combinatie van elektriciteit en gas is de besparing 4,5 megaton CO2 per jaar met extra kosten van ongeveer zestig euro per ton CO2, ten opzichte van een gewone gasgestookte ketel. Als power-to-heat op termijn met honderd procent duurzame elektriciteit wordt ingezet, kan dat zelfs een besparing van 9 megaton CO2 opleveren: bijna twee derde van de totale CO2-reductieopgave voor de industrie (14,3 megaton).

Welke innovatie helpt de industrie gemakkelijker door de energietransitie te komen? Tijdens de Industrial Energy Enlightenmentz verkiezing gaat Industrielinqs op zoek naar hoopgevende innovaties. Dit jaar strijden Metalot, Proton Ventures en Ineratec om de titel. De winnaar wordt bekendgemaakt tijdens het congres Industry & Energy: When electrons power molecules op 13 december in Geleen. Metalot – Solid metal fuels Metalen kunnen reageren met zuurstof in de lucht om hun energie vrij te maken. Ze branden op dezelfde manier als methaan en bevatten zelfs meer energie per volume dan fossiele brandstoffen. Maar het belangrijkste is dat brandende metalen geen broeikasgassen afgeven, zoals CO2. Op deze manier kunnen metalen worden gebruikt om energie op een duurzame manier op te slaan. Proton ventures – Battolyzer De battolyser kan op een efficiënte manier elektriciteit opslaan of leveren als een batterij, én water splitsen in waterstof en zuurstof door elektrolyse wanneer de batterij vol is. De eerste concrete opschaling naar veel grotere systemen wordt begin 2019 gerealiseerd bij de Magnum-centrale van Nuon in Eemshaven. De geproduceerde waterstof zal worden toegepast voor koeling van de generatoren en vervangt de grijze waterstof die daar momenteel voor wordt gebruikt. Uiteindelijk wil Nuon de geproduceerde waterstof gebruiken als CO2-vrije brandstof voor de gascentrale. Ineratec – CO2 naar chemicaliën In het ICO2CHEM-project werken Finse, Duitse en Italiaanse bedrijven en onderzoekscentra samen om CO2 om te zetten in chemicaliën. Hiervoor ontwikkelen ze een nieuw concept voor de productie van zogenoemde witte oliën en niet-aromatische wassen met een hoog molecuulgewicht. Het Duitse Ineratec combineert hiervoor zijn Reverse Water Gas Shift-reactor (RWGS) met een innovatieve modulaire FischerTropsch-reactor.

PETROCHEM 12 - 2018 7

PET12 D Feiten en cijfers.indd 7

20-11-18 16:54


• PREHEAT AND STRESS RELIEF

SPECIALIST IN HEAT TREATMENT

• INDUCTION AND RESISTANCE • CERTIFIED TECHNICIANS • RENTAL AND SALES OF EQUIPMENT • STATIONARY AND MOBILE FURNACES • DRY OUT AND CURING

WWW.DELTA-HEAT-SERVICES.COM

INFO@DELTA-HEAT-SERVICES.COM

+31 (0) 187 - 49 69 40

FRIJNS INDUSTRIAL GROUP WE CONSTRUCT YOUR STEEL De FRIJNS INDUSTRIAL GROUP is met meer dan 80 jaar ervaring een internationale staalbouwer en specialist op het gebied van engineering, productie,conservering, montage, onderhoud, dak-en wandbeplating en project management van staalconstructies en turn-key projecten voor de industrie. Heeft u interesse in een vrijblijvende afspraak? Bel ons voor informatie of kijk op www.frijnsgroup.com

FRIJNS INDUSTRIAL GROUP De Valkenberg 14 6300 AD Valkenburg aan de Geul T F

+ 31(0) 43 601 0101 + 31(0) 43 601 0102

E W

info@frijnsgroup.com www.frijnsgroup.com

Vakspecialisten met een hart voor staal.

FIG_B&S_ad_1-2_dec2014.indd 1

PET12 Advertenties.indd 8

20-11-14 10:54

20-11-18 17:05


FEITEN & CIJFERS

reduceren. Dat is een kwart van de reductieopgave van 19,4 megaton CO2 die het kabinet voor 2030 bij de industrie heeft neergelegd. De technologie met de grootste bijdrage aan de reductie is carbon capture & storage (CCS). Met afvang en opslag van CO2 kan de sector ruim vier megaton CO2-uitstoot reduceren. Dit staat in de studie CO2 reductie roadmap van de Nederlandse raffinaderijen van adviesbureau DNV-GL, in opdracht van de VNPI. De studie beschrijft hoe de Nederlandse raffinaderijen hun CO2-uitstoot kunnen reduceren in de periode tot 2030 en tot 2050. Naast CCS zijn mogelijke technologieën hierbij het opzetten van energie-efficiëntieprojecten, CO2-afvang bij de raffinage zelf, elektrificatie van processen met de inzet van groene stroom en de inzet van restwarmte bij afnemers buiten de raffinaderij. Deze technologieën zijn al beschikbaar of met verwachte R&D-voortgang te realiseren. Een route met perspectief is de inzet van ‘blauwe’ waterstof. Dit wil zeggen dat CO2-uitstoot van de productie van waterstof wordt afgevangen en opgeslagen. Waterstof is een belangrijke grondstof voor de raffinage. Met de inzet van blauwe waterstof kan drie megaton CO2 worden gereduceerd. Deze maatregel is technisch uitvoerbaar en kent de gunstigste kostprijs van het gehele reductiepakket. Om de beoogde reductieopgave tot 2030 te realiseren, is een aanvullende investering van 3,7 miljard euro nodig. Dit bedrag komt bovenop de reguliere investeringen die al worden gedaan om te blijven voldoen aan de geldende wettelijke verplichtingen. Een van de gespreksonderwerpen aan de Klimaattafel is hoe deze investeringen kunnen worden gerealiseerd zonder de internationale concurrentiepositie van Nederlandse raffinaderijen aan te tasten. Behalve enkele energie-efficiëntie maatregelen, zijn alle opties uit het pakket op dit moment verlieslatend. Met maatregelen als een hogere internationale CO2-prijs en nationaal beleid als een SDE+ subsidie kunnen raffinaderijen tot een investering worden bewogen. Ook zijn landelijke investeringen in energie-infrastructuur noodzakelijk. Zo komt er een netwerk voor transport en opslag van CO2, te beginnen in de Rotterdamse haven, wordt het bestaande waterstofnetwerk uitgebreid en verbeterd. Verder moet het elektriciteitsnet worden verzwaard en voldoende betrouwbaar zijn om raffinageprocessen te kunnen elektrificeren en er komt een infrastructuur voor industriële restwarmte en een methodiek die het aantrekkelijk maakt om deze warmte af te nemen. BRENT RUWE OLIEKOERS 82 80 78

PRIJS PER VAT IN US DOLLARS

76 74 72 70 68 66 64 62

15 16

17

18

Oktober 2018

19

22

23

24

25

26

29

30

31

1

2

5

6

7

8

9

12

13

FOTO: SHELL

RAFFINADERIJEN KUNNEN KWART BIJDRAGEN AAN KLIMAATOPGAVE INDUSTRIE De Nederlandse raffinagesector kan in 2030 5,5 megaton van de jaarlijkse CO2-uitstoot

Utility Support Group (USG) voert een haalbaarheidsonderzoek uit naar een demonstratie power-toheat installatie. Power-to-heat is een verzamelterm voor het omzetten van elektriciteit in stoom en warmte. Voor USG betekent power-to-heat het produceren van warmte of stoom op basis van groene elektriciteit. Drie externe partijen werken mee aan het onderzoek: Stork Thermeq (elektrische stoomketels), Huikeshoven (industriële gloeispiralen) en Recoy (financiële optimalisatie van powerto-heat). De haalbaarheidsstudie zal niet alleen antwoord geven op de vraag of een demo power-to-heat installatie mogelijk is, maar ook waar mogelijke beperkingen liggen. De studie wordt naar verwachting in januari 2019 afgerond. In de Eemshaven is in november de kabel aan land gebracht van de onderzeese elektriciteitsverbinding die tussen Nederland en Denemarken wordt gelegd. De zogenoemde COBRAcable zorgt voor een betere uitwisseling van duurzaam opgewekte energie, een reductie van de CO2 uitstoot, een meer geïntegreerde Europese energiemarkt en daardoor een dempend effect op de elektriciteitsprijzen in Nederland en Europa. Daarnaast draagt de kabel bij aan de netstabiliteit in Nederland. Op de Brightlands Chemelot Campus in Limburg komt een centrum voor verduurzaming van de Europese procesindustrie. Sitech Services, TNO, Universiteit Maastricht en Brightlands Chemelot Campus hebben daarvoor een intentieovereenkomst getekend. Het centrum gaat onder de voorlopige werknaam Brightlands Sustainable Technology Center (BSTC) een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie van de procesindustrie naar andere energiebronnen, met als doel deze sector klimaatneutraal te maken. De verwachting is dat het centrum na vijf jaar zo’n honderd hoogwaardige arbeidsplaatsen creëert en ook een grote bijdrage levert aan het behoud van werkgelegenheid op Chemelot.

November 2018

PETROCHEM 12 - 2018 9

PET12 D Feiten en cijfers.indd 9

20-11-18 16:55


INTERVIEW

‘We moeten nu zeker geen pas op de plaats maken’

PETROCHEM 12 - 2018 10

PET12 O Interview.indd 10

20-11-18 16:56


Nu de naam Nouryon bekend is, wordt ook steeds meer van de strategie van het nieuwe bedrijf duidelijk. Het voormalige AkzoNobel-onderdeel Specialty Chemicals blijft onverminderd inzetten op innovatie en vergroening. Ook in Nederland, waar het bedrijf sterk is vertegenwoordigd. Topman van Nouryon Nederland, Knut Schwalenberg: ‘We moeten nu zeker geen pas op de plaats maken.’ Wim Raaijen

FOTO’S: WIM RAAIJEN

Toch wel met enig pijn in het hart heeft Knut Schwalenberg afscheid genomen van de naam AkzoNobel. Persoonlijk, maar vooral ook als voormalig managing director van AkzoNobel Industrial Chemicals. ‘Vergeet niet dat Akzo al heel lang verbonden is aan onze zoutdivisie en in Zweden is Nobel natuurlijk een grote naam met historie.’ Opvallend is dat het afgescheiden, nieuwe bedrijf Nouryon vooral in Nederland veel activiteiten heeft. Meer dan de verfdivisie die nu als AkzoNobel doorgaat. Schwalenberg: ‘Een kwart van de mensen van Nouryon werkt in Nederland, op onder andere de productielocaties Rotterdam, Delfzijl, Hengelo en Deventer.’ Ook blijft het hoofdkantoor voorlopig in Amsterdam en huisvest het bedrijf de internationale project- en engineeringafdeling in Arnhem. Het was echter onvermijdelijk dat op zoek moest worden gegaan naar een nieuwe naam. Broodproducten Het bedrijf dook bij de zoektocht voor de nieuwe naam in zijn eigen geschiedenis. Uiteindelijk ontleende het zijn nieuwe naam aan chemiebedrijf Noury & Van der Lande, opgericht in 1838 in Deventer. Dat veel later, in 1967, werd overgenomen door AkzoNobel. ‘Het moest een naam met een legacy zijn, uiteraard niet bezet en ook moest het in geen taal een vreemde connotatie hebben. Daar zijn we in geslaagd. De kleur oranje in ons nieuwe logo is gekozen om ons te differentiëren in de industrie. Misschien kijken ze in het buitenland nog een beetje op van die kleur, maar in Nederland vinden we het natuurlijk prachtig’, stelt de van oorsprong Duitse directeur, die inmiddels in de wij-vorm spreekt als het over Nederland gaat. Dat het nieuwe chemiebedrijf bij Noury & Van der Lande uitkwam heeft nog een andere reden. Schwalenberg: ‘Dat bedrijf was in zijn tijd heel innovatief, opgericht door twee nieuwsgierige ondernemers. Zij deden toen al veel research in een eigen lab, om onder andere broodproducten te verbeteren.’ PETROCHEM 12 - 2018 11

PET12 O Interview.indd 11

20-11-18 16:56


INTERVIEW Profiel Net als de verre ‘voorouders’ wil Nouryon ook innovatie centraal stellen. Of beter gezegd: het bedrijf wil de inmiddels ingeslagen weg van AkzoNobel Specialty Chemicals onverminderd blijven volgen. Geen tijdelijke pas op de plaats dus, wat je vaak ziet als bedrijven net zijn afgesplitst. Schwalenberg: ‘Waarom zouden we dat willen? De trends en de omstandigheden blijven hetzelfde. In Europa moeten we het niet hebben van de groei van de populatie. Er zijn andere groeimotoren. Europa is koploper op het gebied van digitalisering en oplossingen voor de klimaatverandering. Als we daar als Nouryon een belangrijke rol in willen spelen, dan moeten we nu zeker geen pas op de plaats maken.’ Dat Nouryon niet meer op de beurs is genoteerd, kan daar zelfs een voordeel bij zijn. Het is minder afhankelijk van de kortetermijnvisie van een deel van de aandeelhouders, met name de activistische. AkzoNobel heeft de afgelopen jaren aan den lijve ondervonden welke druk dat met zich mee kan brengen. Schwalenberg: ‘Ik ben zeker niet treurig over de gevolgde weg. Ik heb altijd achter de splitsing

gestaan. Vergeet niet dat onze nieuwe eigenaar Carlyle tot de Champions League van de private equity hoort. Onder andere pensioenfondsen stoppen geld in de fondsen van Carlyle. Die kijken doorgaans ook naar het profiel van bedrijven en hebben duurzaamheid hoog staan. De scope is in ieder geval minder korte termijn gericht dan bij veel aandeelhouders van beursgenoteerde bedrijven. Gemiddeld blijft een bedrijf vijf jaar in handen van een dergelijk fonds.’ Meer focus Daarnaast laat de geschiedenis zien dat afgesplitste bedrijven in de chemie het vaak goed doen. Covestro, het voormalige chemie-onderdeel dat binnen Bayer niet altijd op de eerste plaats kwam, is daar een recent voorbeeld van. Focus op chemische activiteiten gaf het bedrijf nieuw elan. Volgens Schwalenberg kan Nouryon op een soortgelijke wijze profiteren van de afsplitsing. ‘Chemie is bij Nouryon corebusiness. Overigens kijken analisten daar weer op een eigen manier naar. Als onderdeel van AkzoNobel werden we nog niet zo lang geleden ingeschat op een waarde van vijf miljard

‘Nouryon heeft nu meer focus en dat wordt gewaardeerd.’

euro. Bij de verkoop was dat tien miljard. Een verdubbeling in een jaar. Bij analisten speelt mee dat ze niet dol zijn op samengestelde bedrijven. Nouryon heeft nu sowieso meer focus en dat wordt gewaardeerd.’ Het nieuwe bedrijf blijft dus plannen maken en innoveren. Dat bleek wel uit de recente aankondiging over de mogelijke bouw van een groene waterstoffabriek op het terrein van Tata Steel in IJmuiden. Een samenwerking met Tata en de haven van Amsterdam moet het grootste duurzame waterstofcluster van Europa opleveren. Het project past uitstekend bij eerder aangekondigde voornemens van Tata en Dow Chemical om uit restgas van staalproductie, koolmonoxide (CO) en methanol te gaan produceren. ‘Voor die reactie heb je toch waterstof nodig’, stelt Schwalenberg. Momenteel wordt CO gebruikt om energie van te maken. Daarbij ontstaat veel CO2. Door er hoogwaardige chemicaliën van te maken, kan een dergelijke fabriek de CO₂-uitstoot met vier tot vijf miljoen ton per jaar verminderen. Het project kan zodoende een enorme stap betekenen binnen het Klimaatakkoord. De potentiële CO2-reductie van vier tot vijf miljoen ton per jaar is maar liefst een kwart van het totaal dat de energie-intensieve industrie voor 2030 moet reduceren. Schaalvoordelen Er is nog een andere interessante bestemming voor groen waterstof bij Tata Steel. Schwalenberg: ‘De verwijdering van zuurstof bij de staalproductie gebeurt nu nog met cokes. Ook daarbij ontstaat veel CO2. De reductie van ijzeroxide kan ook met waterstof. Daarbij is water het enige restproduct. Een veel schonere methode dus. De oplossingen liggen er dus om staalfabrieken koolstofvrij te maken.’ Overigens is dit niet het eerste grote waterstofplan van Nouryon. Begin dit jaar maakte het, toen nog als AkzoNobel Specialty Chemicals, bekend dat het samen met Gasunie mogelijkheden voor waterstofproductie in de Eemsdelta onderzoekt. Op Chemiepark Delfzijl willen de bedrijven een installatie ontwikkelen die, met een twintig megawatt waterelektrolyse-unit, duurzaam geproduceerde elektriciteit omzet in drie kiloton groene waterstof per jaar. Beide pro-

PETROCHEM 12 - 2018 12

PET12 O Interview.indd 12

20-11-18 16:56


jecten kunnen samen een flinke stap in het verder opschalen van de elektrolysetechnologie betekenen. Elektrolyse is vooralsnog duur, maar brede inzet kan de technologie beduidend goedkoper maken, door schaalvoordelen. Langere afstanden Groen waterstof kan wel een belangrijke stap zijn in de energietransitie, met name in een land als Nederland. Zeker als we fossiele grondstoffen en brandstoffen willen uitbannen, stelt Schwalenberg. ‘Dan moet je naar de mogelijkheden van het land kijken. In landen met bergen, zoals in Scandinavië, kan waterkracht een belangrijke rol spelen. Nederland is daarentegen heel vlak, maar water is overal beschikbaar. De grote ontwikkelingen op het gebied van zon en wind hebben we gemist. Denemarken en Duitsland hebben daar een industrie omheen kunnen bouwen. Laten we niet nog een keer de boot missen. Veel technologie is al aanwezig en op verschillende terreinen kan waterstof de oplossing bieden. Bijvoorbeeld bij de opslag van energie en ook in de mobiliteit, met name voor de langere afstanden. Denk vooral aan vrachtauto’s en bussen. Voor kortere afstanden en kleinere wagens zijn er al prima alternatieven.’ Chemische bouwstenen Toch zal het nog lang duren voordat groen waterstof qua prijs kan concurreren met bijvoorbeeld blauw of grijs waterstof, geproduceerd uit aardgas. Schwalenberg is daar heel eerlijk in. Hij ziet daarom een belangrijke rol voor de overheid. Die heeft voldoende financiële instrumenten om het succes van waterstof te beïnvloeden. Waardoor bijvoorbeeld investeringen in waterstofinstallaties en –infrastructuur aantrekkelijker worden. Ook in de chemie kan waterstof een belangrijke rol spelen. Alleen is nog niet veel technologie voorhanden om er koolwaterstoffen van te maken. Schwalenberg in jargon: ‘We zoeken alternatieve routes van C1 tot C5.’ Daarmee duidt hij op de volledige verzameling aan chemische bouwstenen voor de industrie. Groene methanol Mede daarom is het voor Nouryon belangrijk om ook de bioroutes te volgen. ‘We moeten meer wegen bewande-

Kurt Schwalenberg: ‘De grote ontwikkelingen op het gebied van zon en wind hebben we gemist. Laten we niet nog een keer de boot missen.’

len om fossiel uit te bannen’, stelt hij. Zo is Nouryon betrokken bij plannen voor de bioraffinaderij van Avantium in Delfzijl. De proeffabriek is afgelopen zomer geopend. De installatie zet houtsnippers en andere tweede generatie biomassa, op een kosteneffectieve manier om in zuivere glucose, lignine en een gemengde suikerstroop. De bioraffinaderij zal vooral reststromen uit de Nederlandse bossen gebruiken. Glucose is nodig voor de productie van producten zoals vitamines, enzymen en andere duurzame chemicaliën en materialen. Lignine is een uitstekende grondstof voor hernieuwbare energie en andere toepassingen. De

gemengde suikerstroop kan worden toegepast in de productie van ethanol en andere biofuels. Schwalenberg heeft ook veel vertrouwen in de komst van een waste-to-chemistryfabriek in Rotterdam. Met Air Liquide, Havenbedrijf Rotterdam en het Canadese Enerkem wil Nouryon een installatie bouwen die 360.000 ton afval per jaar verwerkt tot 220.000 ton of 270 miljoen liter groene methanol. Het project zit nog in de financieringsfase, maar de eerste spade zou in 2019 de grond in moeten gaan. De fabriek die ongeveer tweehonderd miljoen euro kost, moet in 2021 of 2022 operationeel zijn. ■ PETROCHEM 12 - 2018 13

PET12 O Interview.indd 13

20-11-18 16:57


PROJECT

Opstart vernieuwde kraker ExxonMobil kan beginnen In deze decembermaand krijgt de operationele afdeling van ExxonMobil in de Botlek een nieuwe fabriek onder haar hoede. Stapsgewijs kan de uitgebreide hydrocracker in gebruik worden genomen. Een investering van een miljard euro waarmee het concern inspeelt op veranderende marktomstandigheden en toekomstige regelgeving. Het project verloopt on time en on track. Mede dankzij een gedeeltelijk modulaire aanpak.

Wim Raaijen

Het is lang geleden dat ExxonMobil in Rotterdam zo’n groot nieuwbouwproject had. Een investering van een miljard euro is uitzonderlijk. Sterker nog, binnen de Rotterdamse industrie moeten we zelfs jaren terug voor een dergelijke omvang. Naar de grote investering in de PO11 van Lyondell op de Maasvlakte, begin deze eeuw. Of Per+ van Shell in de tweede helft van de jaren negentig. Bij de raffinaderij van ExxonMobil werd bijna een kwart eeuw geleden voor het laatst zo’n groot bedrag geïnvesteerd. In 1994 bouwde het concern de eerste hydrocracker. Ondertussen bleef ExxonMobil wel in de Botlek investeren, met name in petrochemische installaties, maar niet met deze omvang. De bestaande kraker wordt overigens onderdeel van de nieuwe, volledig gemoderniseerde installatie. Max Verstappen Met de investering volgt het concern de huidige marktontwikkelingen. Belangrijk, want om te overleven in de raffinagesector zullen bestaande raffinaderijen steeds flexibeler moeten zijn om te reage-

ren op markttrends. Grote raffinaderijen, zoals die van ExxonMobil in Rotterdam en Antwerpen, staan sowieso steviger dan kleinere, meer landinwaarts. Maar achteroverleunen kan ook voor de grote jongens fataal zijn. Aan de voorkant was de raffinaderij al voor de investering behoorlijk flexibel. Zo kan het verschillende soorten ruwe olie verwerken, van lichte laagzwavelige olie tot zware hoogzwavelige olie. Na de nieuwbouw is er echter ook sprake van een verbreding van het productenaanbod. Bij de uitbreiding van de raffinaderij zijn op dat vlak twee zaken belangrijk: de toenemende vraag naar zowel hoogwaardige smeermiddelen als laagzwavelige diesel. Er worden steeds hogere eisen gesteld aan smeeroliën voor auto’s en vrachtwagens, en vooral de energie-efficiency van de EHC Group II basisolie is zeer hoog. Maar ook de lage viscositeit en lage oxidatiewaardes maken de smeerolie een waardevolle toevoeging voor de Europese transportsector. Daar wil het concern op inspringen. Leuk feit in dat licht is dat smeerolie

NIEUWE CONFIGURATIE De bestaande hydrocracker bestaat uit twee reactoren. In de eerste reactor worden de voedingsstromen uit de atmosferische en vacuümdestillatietoren en Gofiner-installaties (gasoil hydrofiner) met waterstof behandeld om stikstof en zwavel te verwijderen. In de tweede reactor wordt de voeding daarna gekraakt. De onverzadigde verbindingen verzadigen vervolgens met waterstof waardoor de gewenste laagzwavelige producten ontstaan. Omdat de voeding in de huidige configuratie maar één keer door de fabriek gaat, wordt niet alle voeding tot een hoogwaardiger product, zoals bijvoorbeeld diesel, omgezet. Er blijft nog relatief veel hydrocrackate over. In de nieuwe situatie blijft de configuratie van de oude hydrocracker vrijwel hetzelfde, maar worden de bestaande reactoren beide ingezet voor de behandeling met waterstof. Na deze stap

kunnen de lichte fracties worden gedestilleerd. De zware fractie gaat vervolgens naar de nieuwe hydrocracking-eenheid. De nieuwe eenheid heeft drie reactoren met elk een ander type, door ExxonMobil ontwikkelde katalysator die producten van een hogere kwaliteit genereert. Na deze stap worden opnieuw de lichte componenten afgescheiden, waarna de zware componenten via vacuümdestillatie worden omgezet in een lichte en een zware basisolie. Voor die stap wordt een extra vacuümdestillatietoren gebouwd. Daar horen ook nieuw fornuizen, warmtewisselaars, pompen en compressoren bij. Met alle aanpassingen neemt de capaciteit theoretisch toe van 330 ton per uur naar 415 ton per uur, maar de totale verwerkingscapaciteit van de site blijft hetzelfde, namelijk 191 duizend vaten per dag.

PETROCHEM 12 - 2018 14

PET12 Q ExxonMobil.indd 14

20-11-18 16:58


FOTO’S: EXXONMOBIL

van ExxonMobil wordt gebruikt in de formule-1-wagen van Max Verstappen. Er loopt zelfs een smeerolie-engineer van ExxonMobil continu mee in het team van Red Bull. En wat goed is voor Verstappen, is zeker goed voor andere voertuigen, is het credo van het concern. Nieuwe katalysatoren Ook de vraag naar laagzwavelige diesel neemt nog steeds significant toe, gedreven door hogere emissie-eisen binnen de Europese Unie. Hoewel ook ExxonMobil de ontwikkelingen in de auto-industrie volgt, verwacht het bedrijf dat de transitie naar volledig elektrisch vervoer, en dan met name voor de zware transportsector, nog wel even op zich laat wachten. Maar de eisen voor brandstoffen zullen steeds strenger worden. Daar wil het concern alvast op anticiperen. De keten van ruwe olie tot laagzwavelige fossiele brandstoffen op de site van ExxonMobil in de Botlek begint bij atmosferische destillatie, gaat verder via vacuümdestillatie, waarna de zwaarste fracties in een zogenoemde Flexicoker worden omgezet in lichtere soorten. Uit deze processen komen ook veel koolwa-

De nieuwe installatie wordt vanaf december stapsgewijs in gebruik genomen, aansluitend op een grote onderhoudsstop. terstoffen met hoge concentraties zwavel. Om deze stromen eveneens om te kunnen zetten in hoogwaardige producten met een laag zwavelgehalte, bouwde het concern in 1994 de hydrocracker. Bij de investeringsbeslissing voor aanpassing van deze kraker speelde mee dat het residu van de hydrocracker – het zogenoemde hydrocrackate – tot nog toe als laagwaardig product werd verkocht, als basisvoeding voor stoom- en katalytische krakers. Kortgezegd is hydrocrackate wel ontzwaveld, maar nog niet gekraakt. In de nieuwe configuratie verwerkt de hydrocracker de hydrocrackate en nog een ander product, heavy vacuüm gasoil, dat kan worden omgezet in grondstoffen voor hoogwaardige smeerolie en in laagzwavelige diesel, kerosine, nafta en lpg. Daarmee wordt de waardeketen van de raffinaderij verlengd en verbetert ook de efficiency. Om de smeerolie te kunnen opslaan, heeft ExxonMobil er ook nog

eens zes opslagtanks bijgebouwd met een gezamenlijke capaciteit van 140.000 kubieke meter. En om ze te kunnen overslaan zijn er extra laadarmen op de jetty bijgekomen. Daar bleef het niet bij. De integratie van de nieuwe hydrocracker in het huidige proces vergt ook verbindingen met bijvoorbeeld de warmtekrachtinstallatie. Deze nieuwe investering maakt de site volgens ExxonMobil competitiever. Al was het maar omdat het bedrijf dankzij deze extra trein in het proces veel energie-efficiënter kan werken. Naar eigen zeggen was de raffinaderij in de Botlek al een van de energiezuinigste van Europa, maar met deze investering wint de raffinaderij nog eens vijf procent aan energie-efficiëntie. Die efficiëntieverbetering zit voor een deel in de schaalgrootte, maar ook in de toepassing van nieuw ontwikkelde katalysatoren en nieuwe energiebesparende technieken. PETROCHEM 12 - 2018 15

PET12 Q ExxonMobil.indd 15

20-11-18 16:58


Your leading equipment specialist Voor Turnarounds leveren, installeren en beheren wij al uw tijdelijk materieel on site. EQIN is uw specialist voor innovatieve oplossingen op het gebied van lucht, licht, stroom, lassen en gereedschappen.

TROTS

op onze bijdrage aan de aansluiting van de nieuwe kraker in Rotterdam Botlek en de erkenning die we meerdere malen hebben gekregen van de opdrachtgever voor onze prestaties op het gebied van veiligheid.

Fits in by standing out 0800 837 48 73

PET12 Advertenties.indd 16

www.eqin.eu

20-11-18 17:06


Weersomstandigheden De nieuwe installatie wordt vanaf december stapsgewijs in gebruik genomen, aansluitend op een grote onderhoudsstop, die een keer in de drie tot zes jaar plaats heeft. En dat is helemaal volgens schema. Krap 2,5 jaar nadat twee grote opslagtanks werden verwijderd om plaats te maken voor de nieuwe installatie. On time, on track, zoals ze het graag bij ExxonMobil in de Botlek zien. Belangrijk bij de planning was dat een deel van de nieuwe installaties modulair is geleverd. Prefab, zouden ze in de woningbouw zeggen. In de offshore doen ze niet anders, maar het lijkt nu ook een duidelijke trend in de bouw van fabrieken op land. Er zijn duidelijke voordelen aan modulaire bouw. Op verschillende plaatsen kan tegelijkertijd aan de constructie van de nieuwe fabriek worden gewerkt. Zo zijn modules van de nieuwe installatie in Spanje en Italië gebouwd. Niet alleen de reactoren, maar bijvoorbeeld ook de

Modules van de nieuwe installatie zijn in Spanje en Italië gebouwd. piperacks werden off-site gebouwd. Een belangrijk moment was 1 maart 2017 toen het hart van de nieuwe kraker werd geplaatst, een destillatiekolom met de omvang van een Boeing 747. Het transport van een dergelijk onderdeel is een avontuur op zich. Vanwege weersomstandigheden werd dat bijvoorbeeld meerdere keren uitgesteld. Buddy’s Voor ExxonMobil was dat veiligheidsaspect heel belangrijk. En helemaal omdat tijdens bouw en onderhoud de veiligheidsrisico’s het grootst zijn. De werkzaamheden brengen meer risico met zich mee, maar ook de diversiteit aan mensen speelt parten. Bij nieuwbouw en groot onderhoud zijn immers veel medewerkers van verschillende andere bedrijven

op de locatie. Tijdens topdagen kon dat bij ExxonMobil oplopen tot drieduizend mensen. Het bedrijf staat sowieso bekend om haar proactieve veiligheidscultuur. Niet voor niets won de Rotterdamse locatie van ExxonMobil in 2016 de Vomi Safety Experience Award. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan de opdrachtgever waar monteurs en onderhoudswerknemers van aannemers zich het veiligst voelen tijdens hun werkzaamheden. Ook bij het groot onderhoud en de uitbreiding van de raffinaderij staat veiligheid voorop. Voor het groot onderhoud zijn twintig managers aangesteld als buddy’s voor de aannemer-teams. Niet zozeer om de boel te controleren, maar juist om mensen zelf meer bewust te maken van de risico’s. ■ PETROCHEM 12 - 2018 17

PET12 Q ExxonMobil.indd 17

20-11-18 16:58


PROJECT

Artist impression

Transport

Hijsen van de tweede reactor

Hijsen van de derde reactor

Overzicht van de site

PETROCHEM 12 - 2018 18

PET12 R Fotospread.indd 18

20-11-18 17:00


Hijsen van de eerste reactor

ExxonMobil heeft in de Botlek zijn hydrockacker uitgebreid. Een investering van een miljard euro. Mede dankzij een gedeeltelijk modulaire aanpak verloopt het project on time en on track. De nieuwe installatie wordt vanaf december stapsgewijs in gebruik genomen. Met dank aan ExxonMobil voor het beeld

PETROCHEM 12 - 2018 19

PET12 R Fotospread.indd 19

20-11-18 17:00


PLANTMANAGER

Geen ton meer productie en toch flink investeren Plantmanager Harm Dijkstra is er trots op dat LyondellBasell en Covestro honderdvijftig miljoen euro investeren in hun site op de Maasvlakte, terwijl het geen ton extra product oplevert. ‘Het is een investering met visie, met duurzaamheid in ons achterhoofd.’

Dagmar Aarts

Op hun joint venture productielocatie op de Maasvlakte bouwen LyondellBasell en Covestro een nieuwe biologische afvalwaterzuiveringsfabriek en verbrandingsinstallatie, waarin de waterige afvalstroom wordt behandeld en omgezet in stoom. De eerste ideeën stammen uit 2004, maar pas in 2014 zijn ze echt opgepakt. Plantmanager Harm Dijkstra van LyondellBasell: ‘We hebben er uiteindelijk vier jaar over gedaan om het idee uit te werken en te komen tot een positieve investeringsbeslissing. Het is nu echt de tijd om er iets mee te doen, want op het gebied van de klimaatdoelstellingen wordt veel gevraagd van de industrie. In Nederland moeten we de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 49 procent hebben verlaagd (ten opzichte van 1992, red.). We zijn de afgelopen jaren bezig geweest met verduurzamen. De afspraak is om elk jaar een bepaald target te realiseren. Je begint heel enthousiast met het laaghangend fruit dat makkelijk is te oogsten. Maar hoe verder je komt, hoe lastiger het wordt om te verduurzamen. De twee nieuwe installaties zorgen echt voor een significante energiebesparing en CO2-reductie.’ Dijkstra is er trots op dat het gelukt is om het project voor elkaar te krijgen. ‘Het is mooi dat beide bedrijven en de overheid aan boord zijn gebleven en dat ze hun nek uit durven te steken om dit hier te realiseren. Het zou voor LyondellBasell en Covestro veel gemakkelij-

DE PLANTMANAGER In deze rubriek ‘De plantmanager’ laten wij elke keer een andere plantmanager aan het woord over het werk, de visie en het bedrijf. Hoe lukt het plantmanagers om succesvol te zijn en kunnen ze anderen daarin inspireren? 
Kent u interessante plantmanagers? Mail ons: redactie@industrielinqs.nl.

ker zijn om honderdvijftig miljoen te investeren in capaciteitsuitbreiding. De nieuwe waterzuivering en verbrandingsinstallaties leveren geen ton meer product op en toch doen we het. Het is een investering met visie, met duurzaamheid in ons achterhoofd.’ Het project krijgt elf miljoen euro subsidie van de overheid, de rest van de kosten delen de twee bedrijven. Om de installaties te kunnen bouwen, moest Dijkstra verschillende partijen bij elkaar brengen en zorgen dat iedereen in het project ging geloven. ‘Als we een project binnen LyondellBasell hebben, dan moeten we één board overtuigen, maar nu waren het er twee. En we moesten ze allebei simultaan informatie geven, want je wilt niet dat de een iets eerder weet dan de ander. Daarom praatten we elk kwartaal iedereen bij. Het is belangrijk om transparant te zijn naar LyondellBasell, Covestro en de overheid. Iedereen moet weten waar hij ja op zegt.’ Circular Steam Project De bouw van de nieuwe installaties, het Circular Steam Project genaamd, is in september gestart en moet in 2020 klaar zijn. Er worden een nieuwe waterzuiveringsinstallatie en verbrandingsinstallatie gebouwd. Ze moeten zorgen voor een energiebesparing van 0,9 petajoule en een CO2-reductie van 140.000 ton per jaar. Dat is vergelijkbaar met het energieverbruik van de gemeente Breda en de jaarlijkse uitstoot van ongeveer 31.000 auto’s. Op de site in Rotterdam wordt propyleenoxide en styreenmonomeer geproduceerd. Deze stoffen worden onder andere gebruikt in auto’s, verf en verpakkingen. Bij de productie komt een waterige afvalstroom vrij waar chemicaliën in zitten. ‘Deze afvalstroom gaat nu

PETROCHEM 12 - 2018 20

PET12 P Plantmanager.indd 20

20-11-18 17:01


FOTO: DAGMAR AARTS

naar een derde partij die het verbrandt, waarna schoon water overblijft dat op het oppervlaktewater wordt geloosd’, legt Dijkstra uit. ‘Het verbranden is echter een zeer energie-intensief proces.’

Dijkstra: ‘Het is uniek dat we de energie die we in de installatie steken, terugwinnen in de vorm van stoom.’

Zout Met het Circular Steam Project wordt de waterige afvalstroom straks anders behandeld. Veertig procent gaat naar de waterzuiveringsinstallatie waar bacteriën het omzetten in water en biogas. Het biogas neemt vervolgens de plaats in van fossiele brandstoffen die worden gebruikt in het proces. ‘Met de overige zestig procent kunnen de beestjes ook niks en die afvalstroom voeren we naar de nieuwe verbrandingsinstallatie, waarbij stoom vrij komt’, zegt Dijkstra. ‘Het is uniek dat we de energie die we in de installatie steken, terugwinnen in de vorm van stoom. Stoom wordt volop gebruikt in ons proces om zaken te verwarmen.’ Nog een voordeel van de installatie is dat het voorkomt dat er elf miljoen kilo zout per jaar in het oppervlaktewater terecht komt. In de nieuwe installatie worden

de zouten namelijk uit het water gehaald en apart afgevoerd als bijproduct. Het wordt onder andere in de Duitse mijnen als stutmateriaal gebruikt. ‘We zijn bezig om te kijken of we ook nog andere toepassingen voor het zout kunnen vinden, want het is een goed product.’ Onderhoudsstop De bouw van de installaties is een uitdagende klus, omdat er wordt gebouwd terwijl de fabriek nog draait. Ook is er in de tweede helft van 2019, tegelijkertijd met de bouw van de afvalwaterzuivering en verbrandingsinstallatie, een onderhoudsstop van de bestaande fabriek. Aan de ene kant is dat handig en noodzakelijk, want tijdens deze turnaround kunnen bestaande leidingen met de nieuwe installaties worden verbonden (tie-ins). Van de 48 tie-ins die nodig zijn, kunnen

er 9 niet worden gemaakt als de huidige fabriek in bedrijf is. Aan de andere kant zorgt het voor nog een extra uitdaging. Dijkstra: ‘Tijdens de piek van de turnaround en de bouw van het Circular Steam Project zijn er een paar honderd man op de site, we moeten heel goed gaan kijken hoe we de logistieke stromen gaan regelen en hoe we omgaan met steigerwerk, utilities en veiligheid. Het kan bijvoorbeeld dat er straks bij de bouw elektriciteit nodig is, terwijl ze dat bij de onderhoudsstop juist even willen uitschakelen. En dat we voor de bouw en de turnaround steigerwerk op dezelfde plek nodig hebben. Hoe gaan we daar mee om?’ Veiligheid Ook de veiligheid op de site vergt veel aandacht en energie van iedereen. DijkPETROCHEM 12 - 2018 21

PET12 P Plantmanager.indd 21

20-11-18 17:02


SPECIALIST IN TEMPERATUURBEHEERSING PROCESKOELING | PROCESVERWARMING | HVAC-OPLOSSINGEN

Imperium 79kW - 2.416kW

Temperatuurregelaars (TCU’s) tot 400°C | 9 kW tot 360 kW

Koeltoren: 825 kW – 1.900 kW Dry Air Cooler: 250 kW – 500 kW

Chillers - Dry Air Coolers - Koeltorens - Temperatuurregelaars - Boilers - Mobiele units VERHUUR • VERKOOP • SERVICE 24/7: 088 - 258 2580 | info@icscoolenergy.nl W W W. I C S C O O L E N E R G Y. N L

Dutch-Nov18-Halfpage-2.indd 2

PET12 Advertenties.indd 22

06/11/2018 10:21

20-11-18 17:06


stra gaat regelmatig zelf de bouwplaats op om met medewerkers te praten, om te horen of ze begrijpen wat ze aan het doen zijn, ze aan te spreken, zaken uit te leggen en te kijken of ze de regels van de site begrijpen. ‘De mannen die nu beton storten en vlechten zijn niet gewend om op een locatie als deze te werken. Het is belangrijk hen in onze denkwijze te krijgen.’ Daarnaast doet LyondellBasell aan on-boarding, omdat er zoveel extra mensen op de site komen. Dijkstra: ‘Dat hebben we vorig jaar voor de turnaround op onze Botleklocatie ontwikkeld. Vroeger keek je of mensen hun diploma’s en certificaten hadden en dan mochten ze op de site. Onze medewerkers komen nu uit heel Europa, dus hoe weten we de waarde van elk certificaat? Voor sommige jobs willen we daarom dat ze via een praktijktest bewijzen dat ze ook echt kunnen wat er op hun certificaat staat.’ Daarnaast zijn er specifieke regels voor de site. Deze worden meegegeven voordat mensen aan het werk gaan, en daar wordt ook op getest. ‘Het is intensief, ook voor ons. Maar het is noodzakelijk. Een echte vakman vindt het niet erg om deze tests te doen, hij wil graag laten zien wat hij weet en kan.’ Voor degenen die de tests niet halen, heeft het grote gevolgen. Zij mogen niet aan het werk op de plant. 2020 Ondertussen wordt er tijdens de bouw steeds meer op detailniveau gekeken. Dijkstra: ‘Onze engineers, operators en de maintenance-afdeling moeten nu heel goed weten wat er over anderhalf jaar komt te staan. Zo moeten ze bijvoorbeeld weten welke spareparts nodig zijn en kijken we goed hoe we ergens bij kunnen komen als we onderhoud moeten doen.’ Om iedereen voor te bereiden op de inbedrijfname van de twee nieuwe installaties is naar vergelijkbare andere installaties in de wereld gekeken. ‘Daarnaast krijgen we ook hulp van onze partners. Oschatz bouwt de incinerator (de verbrandingsinstallatie, red.) en Veolia is partner voor het afvalwaterzuiveringsgedeelte. Bij de bouw zijn heel veel mensen betrokken die enthousiast zijn en dat werkt aanstekelijk. Misschien ben ik daar nog wel het meest trots op, dat iedereen trots is dat we dit samen hebben bereikt.’ ■

‘Bij de bouw zijn heel veel mensen betrokken die enthousiast zijn en dat werkt aanstekelijk.’

DE SITE De site op de Maasvlakte is een joint venture van LyondellBasell en Covestro. LyondellBasell is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. De fabriek is in 2003 in gebruik genomen en produceert op basis van een speciale technologie propyleen­ oxide en styreenmonomeer. Op de site werken zo’n 140 vaste medewerkers. De bouw van de afvalwaterzuiveringsinstallatie en de verbrandingsinstallatie zorgt voor elf fulltime banen. Covestro heeft zo’n 30 productievestigingen over de hele wereld en LyondellBasell heeft productielocaties in 24 landen. Naast de locatie op de Maasvlakte heeft LyondellBasell in Nederland nog een productielocatie in de Botlek, een diepwaterterminal in het Europoort-gebied en een administratief hoofdkantoor in Rotterdam.

PETROCHEM 12 - 2018 23

PET12 P Plantmanager.indd 23

20-11-18 17:02


PLANT ONE

Asbestsanering met industriële restzuren Nederland kent jaarlijks vijftienhonderd doden als gevolg van asbest. De vraag naar sanering neemt toe. De start-up Asbeter heeft een circulair proces ontwikkeld waarbij asbest met behulp van industriële restzuren kan worden verwerkt. Deze vorm FOTO: ASBETER

is veilig, zorgt voor zeventig procent CO2-reductie en leidt tot dertig procent herbruikbare grondstoffen.

In het verleden is asbest veelvuldig gebruikt in gebouwen, woningen en installaties, vanwege allerlei nuttige eigenschappen. Het is sterk, slijtvast, isolerend, brandwerend en goedkoop. Inmiddels weten we dat de losse asbestvezels een groot gezondheidsrisico met zich mee brengen. Vooralsnog wordt gezegd dat asbest in hechtgebonden vorm het beste kan blijven zitten, maar het kabinet is van plan het hebben van een asbestdak met ingang van 1 januari 2024 te verbieden. Asbest valt onder de categorie gevaarlijke afvalstoffen, dus sanering is een zorgvuldig proces. Asbestsanering Er zijn diverse oplossingen voor asbestsanering, waaronder thermische, mechanische, biologische en chemische afbreektechnieken. Bij de thermisch aanpak wordt asbest afgebroken wanneer het op zeer hoge temperatuur wordt verbrand. Nadelen zijn een hoog energieverbruik en een risico voor de luchtbehandeling. Asbestdelen kunnen ook mechanisch worden afgebroken door ze extreem fijn te malen, wat resulteert in een niet-gevaarlijk poeder. Verder reageert asbest in biologische afbreektechnieken op bepaalde schimmels en bacteriën. Dit is echter een langdurig proces. Daarnaast zijn er diverse mogelijkheden voor chemisch afbreken. Tot op heden was dit een kostbaar traject en pogingen

om dit op grote schaal te kunnen uitvoeren, zijn op niets uitgelopen mede vanwege het feit dat het eindproduct alsnog moest worden geneutraliseerd voor hergebruik. Afbreken met behulp van CO2 is mogelijk, maar te langzaam om praktisch haalbaar en economisch aantrekkelijk te zijn. Afbreken met zuren Asbeter heeft nu een manier voor chemisch afbreken getest en de resultaten zijn veelbelovend. Het Asbeter-proces saneert asbest op een veilige manier met behulp van industriële restzuren. Zo kan op basis van een circulaire inzet van zoutzuur zeventig procent CO2-emissie worden bespaard doordat neutralisatie van de afvalzuren met CO2-rijke kalk wordt vermeden. Het proces heeft zelf een neutraliserende werking dankzij het cement uit de golfplaten. De silica die vrijkomt, is zuiver en kan worden gebruikt als bouwstof. Inez Postema, CEO van Asbeter Holding: ‘Hoewel er – begrijpelijk – aarzeling is om met asbestcement een circulair proces in te gaan, raken marktpartijen uit de afvalverwerking steeds meer geïnteresseerd, ook omdat de businesscase laat zien dat de investeringen binnen vier jaar terug kunnen worden verdiend.’ Zo onderzoekt consortiumpartner Grontmij Beheer Reststoffenprojecten uit Groningen samen met Lubrizol Advanced

Materials uit Delfzijl momenteel wat de mogelijkheden voor Noord-Nederland zijn. Pilotinstallatie Plant One In november is de pilotinstallatie in Plant One Rotterdam officieel in gebruik genomen. Pol Knops, CTO van Asbeter: ‘De focus ligt nu op het testen van de optimale procescondities met verschillende industriële afvalzuren als chemische reagens in een pilotinstallatie van tweehonderd liter, het terugwinnen van zuren en de voorbehandeling van de asbestcement dakplaten zonder enige contaminatie naar de omgeving.’ De engineering en bouw van de demoinstallatie met een verwerkingscapaciteit van achtduizend ton asbestcement per jaar staat gepland voor medio 2019. In de loop van 2020 zou de eerste fullscale installatie gerealiseerd kunnen zijn. Asbeter heeft voor de eerste opschaling van het circulaire asbestdestructieproces ruim één miljoen cofinanciering weten te verkrijgen met steun van deelnemende bedrijven, EFRO/Kansen voor West, het ministerie van Economische Zaken en de gemeente Rotterdam. ■ Deze pagina’s worden mogelijk gemaakt door

PETROCHEM 12 - 2018 24

PET12 M Plant One.indd 24

20-11-18 17:03


PLANT ONE

Afvalplastic als grondstof voor nieuw plastic plastic afvalberg te lijf te gaan, bouwt Pryme Cleantech een industriële demo-installatie waarmee afvalplastics worden omgezet in grondstoffen voor de chemische industrie. Die kan er bijvoorbeeld nieuw plastic van maken. Van plastic naar grondstof, naar plastic. Infinity plastics dus.

Vorig jaar juni liet China weten dat het stopt met de import van afval. Ook Vietnam, Maleisië en Thailand hebben aangekondigd dat ze de grenzen sluiten voor afvalstromen. Onlangs maakte het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bekend dat er strengere normen komen voor plastics in grond- en baggerspecie. Tel daarbij op de ambitie van de Europese Unie om het recyclingpercentage van huishoudelijk afval te verhogen naar 65 procent in 2035 en het wordt duidelijk: we moeten iets met ons afvalplastic. PS, PE en PP Dat ‘iets’ is nu, naast mechanische recycling, enkel nog verbranding of landfill. ‘Maar dat heeft uiteraard niet de voorkeur’, zegt Wim Van den Broeck, projectmanager Pryme Cleantech. ‘De plastic afvalverbranding zorgt jaarlijks voor vele tonnen CO2-uitstoot. Er zijn duurzamere alternatieven.’ Van den Broeck is een van de medewerkers van Pryme Cleantech, dat zich richt op het omzetten van afvalplastics in grondstoffen voor de chemische industrie. Het gaat met name om poly­ styreen in de vorm van bijvoorbeeld wegwerp­bekertjes en frietbakjes, de meest gebruikte kunststof polyetheen en de sterkere variant polypropeen dat voorkomt in tapijten, plastic meubelen en touw.

‘Wat er niet in zit, zijn PET en PVC,’ legt Van den Broeck uit, ‘maar stukjes glas, zand of etensresten zijn geen probleem. Deze fracties worden sowieso verbrand.’ De afvalplastics worden aangeleverd in stukjes van een paar centimeter en gaan vervolgens de extruder in. Eindeloos Door middel van thermische depolimerisatie gaan de plastics tussen de 420 en 450 graden Celsius pyrolyseren. Van de gasvorm die ontstaat, wordt negentig procent gecondenseerd en uiteindelijk verwerkt tot bijvoorbeeld nafta, wax of parafines. De overige tien procent wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken dat onder andere wordt gebruikt voor het opwarmen van het systeem. ‘Het is een gesloten systeem. Er komt geen CO2 vrij. Dit alternatief voor verbranding levert per fabriek een reductie op van 85.000 ton CO2-uitstoot per jaar.’ Het andere duurzame voordeel is het circulaire aspect waarbij plastics worden omgezet tot grondstof voor plastics of aanverwante producten waar vervolgens weer grondstoffen voor plastics uit gehaald kunnen worden, et cetera. ‘Wij gebruiken de term infinity plastics. Je kunt hier namelijk eindeloos mee door gaan’, aldus Van den Broeck. Keus voor Plant One De testen op pilot scale hebben zich bewezen dus het is tijd voor de volgende stap. ‘We gaan bij Plant One Rotterdam een industriële demo installatie bouwen,’ vertelt Van den Broeck, die erg content is met deze locatie. ‘Het is een locatie waar alles voorhanden is. We kunnen gebruikmaken van de parapluvergunning van Plant One en dit bespaart niet alleen veel tijd, maar ook veel geld. Verder zijn hier alle utilities die we nodig hebben, is de veiligheid geborgd en hebben ze deskundige mensen in dienst, van chemisch technoloog tot procesoperators, die ons kunnen helpen. Eigenlijk word je volledig ontzorgd en dat maakt dat dit voor startende ondernemers echt de ideale locatie is.’

FOTO: PIXABAY

Om het grote probleem van de

Van den Broeck is ook enthousiast over de rol van Havenbedrijf Rotterdam. ‘Zij hebben ons geassisteerd bij verschillende aspecten van het bouwproces en zijn gecommitteerd om dit in de toekomst te blijven doen. Mooi hoe alle partijen op deze manier met elkaar samenwerken zodat we dit echt mogelijk kunnen maken.’ Samenwerking Samenwerking is sowieso een sleutelwoord in het project. ‘In dit project is de volledige value chain samengekomen: de afvalverwerker oftewel het recyclebedrijf, Pryme Cleantech en ook de chemische industrie als plastic producent. Er is inmiddels een overeenkomst getekend voor afname van onze producten met een groot chemisch bedrijf, voor de productie van nafta. Het volledige proces wordt ondersteund en dat maakt dat er een interessante businesscase ligt. Bovendien is dit alleen maar uitvoerbaar als de volledige value chain meewerkt. Niet meer op eilandjes werken en per se alles zelf willen doen. Door samen te werken, wordt iedereen er beter van.’ ■ PETROCHEM 12 - 2018 25

PET12 M Plant One.indd 25

20-11-18 17:03


PROJECT

Shell SDA snel opgeleverd dankzij modulair bouwen De nieuwe solphent deasphalter van Shell haalt meer waarde uit ruwe olie. Haast was dus geboden om de SDA-unit zo snel en efficiënt mogelijk af te krijgen. Dankzij modulair bouwen, maar ook een zeer intensieve samenwerking met de contractors wist projectleider Rob Snoeren het project een maand eerder dan gepland op te leveren.

David van Baarle

De energiemarkt verandert razendsnel en Shell wil een leidende rol spelen in de energietransitie. Die transitie gaat ook niet aan de zeescheepvaart voorbij. Om de zwavel- en CO2-emissies van schepen te beperken, verbiedt de International Maritime Organization (IMO) vanaf 2020 het gebruik van zware stookolie. Tenminste, als de schepen geen rookgasreiniger aan boord hebben. Het residu dat overblijft nadat de lichtere fracties uit de ruwe olie zijn gehaald, is zeer stroperig en heeft een hoog zwavelgehalte. De internationale zeescheepvaart heeft dan ook gezamenlijk uitgesproken hier een halt aan te willen roepen. Het antwoord van Shell op het IMO 2020-decreet is om dit residu nog verder op te werken en er zoveel mogelijk extra middendestillaten uit te halen. Dit gaat uiteraard niet vanzelf. In 2015 besloot Shell te investeren in een proces dat de stookolie met buteen als oplosmiddel onder superkritische omstandigheden verder opbreekt in lichtere fracties: de solphent deasphalter (SDA). Met de SDA kan Shell Pernis meer diesel, kerosine en benzine maken uit dezelfde hoeveelheid olie. Er komt dus minder zware stookolie uit Pernis. De SDA vergroot de prestaties en het concurrentievermogen van Shell Pernis en de raffinaderij draagt met de nieuwe fabriek bij aan een energiezuinigere en schonere mobiliteit. Modulair Aan de ervaren projectleider Rob Snoeren de taak om de nieuwe fabriek zo efficiënt mogelijk in een draaiende site te plaatsen. Shell Pernis kiest voor modulaire bouw van de belangrijkste elementen uit de nieuwe fabriek. Snoeren: ‘De voordelen van modulair bouwen zijn legio. Zo bouw je volledig buiten de fabriekspoorten, waardoor de dagelijkse

werkzaamheden niet worden verstoord. En doordat de bouw onder geconditioneerde omstandigheden gebeurt, komt dit ook de veiligheid ten goede. De keuze voor modulair bouwen pakte voor ons nog eens extra goed uit omdat de constructiemarkt zich op een hoogtepunt bevond, wat nadelig zou kunnen uitpakken voor het strakke tijdschema. Als laatste brengt modulair bouwen ook kostenvoordelen met zich mee, al was dat maar een kleine factor in onze overwegingen.’ EPC-contractor Fluor nam het ontwerp en de inkoop van de SDA-unit voor zijn rekening en leverde project support in de uitvoering. Jacobs Engineering deed de modificaties van andere units en de outside battery limits. Engie verzorgde het E&I-werk, Warmteverwertung (WWV) zorgde voor de mechanische- en hete olie tracingscope en SIP’s United verzorgde de steigerbouw, schilder- en isolatiewerkzaamheden. Terugkijkend op het project blijkt de keuze voor modulair bouwen nog meer voordelen te hebben opgeleverd. ‘Tijdens het stopseizoen was er geen steigerpijp meer te krijgen in Nederland. Gelukkig hadden we die ook nauwelijks nodig omdat het grootste deel modulair werd geleverd. Ik zeg het grootste deel, omdat we de nieuwe HyCon-kraker uitbreiding en modificaties nog traditioneel bouwden. Achteraf had de uitbreiding waarschijnlijk ook modulair gekund, maar die beslissing was al eerder genomen.’ Uiteindelijk liet Shell in totaal tien modules in China bouwen. ‘Naast deze process units werden ook de bijbehorende pijpenrekken en de membraanunit voor de waterstofproductie modulair gebouwd. De keuze voor China was met name genomen vanwege de capaciteit, maar uiteraard speelden ook de kosten

PETROCHEM 12 - 2018 26

PET12 T SDA.indd 26

20-11-18 17:04


FOTO’S: SHELL

mee. Een schip doet er dertig dagen over om vanuit China naar Nederland te varen. Dus als je daar rekening mee houdt, kan je daar prima mee plannen.’ Hoge kwaliteit Desondanks blijft het spectaculair om units van dertig meter hoog, 35 meter lang en veertien meter breed aan te zien komen en te zien hoe ze worden verplaatst door de experts van Mammoet. Over de kwaliteit van de units is Snoeren dik tevreden. ‘De componenten en instrumentatie werden ingevlogen, maar een groot deel van het staalwerk komt uit China. We maakten ons vooral zorgen om het laswerk, en dan met name aan de hot oil tracing. Het bedrijf waaraan we het werk uitbesteedden had vooral ervaring met upstream-projecten en daar komen dit soort fijne laswerkzaamheden niet voor. Om problemen voor te zijn, stuurden we twee experts naar China die onze lasmethode voor dit soort delicate systemen doceerden aan de Chinezen. Het resultaat daarvan is dat we bij de ingebruikname geen lekkages hadden, wat ook weer positief uitpakte voor de tijdsplanning. Enige leerpuntje was de kwaliteit van de isolatie. Hier bouwen we daar mallen voor, terwijl de Chinezen alles handmatig bewerken. Dat is niet altijd even bevorderlijk voor de kwaliteit.

Snoeren: ‘Cultuurverandering was nodig omdat we vroegen om fouten of uitloop in de planning niet onder tafel te stoppen.’ Desondanks zijn we behoorlijk enthousiast geworden van de mogelijkheden van modulair bouwen. Zelfs bij de ondersteunende systemen keken we waar deze vorm van offside bouwen kon worden ingezet. Zo heeft een van onze aannemers een elektrisch onderstation als kant-en-klaar systeem in een zeecontainer aangeleverd. Het fornuis is door de Italiaanse aannemer aan de overkant gebouwd en vervolgens in een keer op zijn plek gezet. En zelfs de trappen aan de zijkant van de SDA-installatie hebben we in Nederland modulair laten bouwen. Deze relatief nieuwe manier van bouwen heeft ons veel voordelen opgeleverd. Op het hoogtepunt van de bouw waren er nog zo’n duizend extra man op de site in Pernis, maar bij een reguliere aanbesteding hadden dit ook makkelijk twee- of drieduizend kunnen zijn. En ook voor de planning had dit voordelen omdat we het civiele werk al konden uitvoeren terwijl de installatie werd gebouwd.’ Samenwerking Het meest trots is Snoeren op de samenwerking met de aannemers. ‘We hadden

een ambitieus schema opgesteld met een harde deadline van augustus 2018. Om die doelstelling te halen, hadden we de kennis en volledige inzet van onze aannemers nodig. We kozen er bewust voor om geen duplicatie van de organisatie te maken. Vaak zie je dat de organisaties van de opdrachtgever en aannemers worden gespiegeld, zodat er voor iedere discipline van de aannemer ook een Shell-equivalent is. In plaats daarvan verdeelden we de werkzaamheden op functioneel niveau, waardoor een veel flexibelere projectorganisatie ontstond. Ik had als projectleider direct contact met het management van de contractors die de taken en verantwoordelijkheden direct in hun eigen organisaties doorzetten. Daarbij hadden we afgesproken naar continuous improvement te streven. Ofwel: we probeerden problemen zoveel mogelijk voor te zijn en anders zo snel mogelijk in te grijpen zodat ze niet zouden escaleren. Dat vroeg om een behoorlijke cultuurverandering omdat we vroegen om fouten of uitloop in de planning niet onder tafel te stoppen, maar direct te melden. Van onze kant vergde het ook PETROCHEM 12 - 2018 27

PET12 T SDA.indd 27

20-11-18 17:04


uw e i n

e

t edi

ie

DACE Price Booklet 33ste editie

DACE Prijzenboekje met online richtprijzen voor industriële procesinstallaties Praktisch en onmisbaar bij • Raming van projecten • Kostenafweging van alternatieve uitvoeringen • Toetsing van offerteprijzen • Vergelijking eigen prijzen met marktprijzen U vindt in DACE Price Booklet in combinatie met de website www.dacepricebooklet.com richtprijzen van vrijwel elk onderdeel van industriële procesinstallaties. Alle informatie in de nieuwe Engelstalige editie is volledig geactualiseerd. De online versie van DACE Price Booklet is toegankelijk via uw PC, tablet en smartphone. Het DACE Prijzenboekje en website wordt verzorgd door leden van de DACE Special Interest Group Cost Engineering Process

Ga voor meer informatie of uw bestelling naar www.vakmedianetshop.nl/dace

PET12 Advertenties.indd 28

Industry, kostendeskundigen die actief betrokken zijn bij investeringsprojecten en midden in de praktijk staan.

20-11-18 17:06


openheid over onze planning en de doelen die we de komende negentig, zestig en dertig dagen wilden halen.’ Door constant naar de lange termijndoelstellingen te kijken en die te vertalen naar de korte termijnacties kon Shell tijdig ingrijpen. ‘We kozen er daarbij bewust voor geen brief te sturen, maar een open dialoog te voeren zodat we het probleem direct bij de wortel konden aanpakken. Zo zagen we dat een civiele aannemer volgens de planning tien heipalen per dag de grond in moest slaan, terwijl hij er maar negen haalde. We vroegen hem niet alleen waarom hij zijn doel niet haalde, maar ook hoe we hem konden helpen het doel wel te halen. Zo kwamen we er achter dat zijn werknemers ver moesten reizen en vaak in de file vaststonden. We losten dit op door de medewerkers vier dagen in een hotel te laten slapen.’ Rode loper Ook is gezocht naar een manier om het goud aan kennis en kunde dat op de werkvloer ligt zoveel mogelijk te gebruiken om processen te versnellen of de kwaliteit te verbeteren. ‘We hebben echt de rode loper uitgelegd om zowel de eigen werknemers als de contractors mee te geven hoe waardevol hun bijdrage is. Dat begint al bij een goede informatievoorziening. Iedereen wist wat hij moest doen, maar nog belangrijker: ook waarom hij iets deed. Juist kennis in de eigen bijdrage in het totale proces leidde tot inzicht in procesverbeteringen. Een lasser die weet wat zijn toegevoegde waarde is aan het proces, kan meedenken om die waarde nog eens te verhogen. In het verleden gebeurde het nog wel eens dat gedurende een project de nodige modificaties moesten worden gedaan om ontwerpfouten er uit te halen. We streefden nu vanaf het begin naar first time right, waardoor we bij de oplevering geen vervelende verrassingen kregen.’ Door werknemers op deze manier te betrekken bij het project kwamen ze vaak zelf met ideeën om de doorlooptijd te versnellen. ‘We hebben bijvoorbeeld veel tijd gewonnen door werkzaamheden parallel uit te voeren. Tot nog toe verlopen projecten vaak lineair. Eerst is een lasser aan de beurt, waarna een kabeltrekker pas zijn werk kan uitvoeren. Als beide partijen echter overleggen, lukt het

‘Soms zit een positieve werksfeer in heel simpele dingen als een Cup-a-Soup automaat.’ ze vaak hun werkzaamheden zo te plannen dat ze elkaar niet in de weg zitten en tegelijkertijd kunnen werken. De basis van dit succes is eigenaarschap. Wie zich eigenaar voelt van een project, wordt ook geprikkeld om buiten de eigen scope te denken ten gunste van het proces.’ Een bekende vertragingsfactor is de vergunningsaanvraag. Ook daar kan je met een strakke planning en goede communicatie veel tijd winnen. ‘Mensen die op de site komen willen niets liever dan hun werk uitvoeren. Het is dan natturlijk heel frustrerend als ze vervolgens een half uur op een vergunning moeten wachten.’ Ook de interne logistiek was zo afgestemd dat mensen snel aan hun werk konden beginnen, maar ook bijvoorbeeld niet lang hoefden te lopen voor hun lunch. ‘En soms zit een positieve werksfeer in heel simpele dingen als een Cup-a-Soup automaat of het uitdelen van fruit bij de safety stand still.’ Cultuurverandering Vooral het werk aan de ombouw van de bestaande Hycon-installatie naar een

hydrocracker was zeer arbeidsintensief. De twee treinen met elk vijf reactoren moesten volledig van binnen worden gestript om vervolgens weer een nieuwe reactor op te bouwen. Snoeren: ‘Onze contractors waren drie maanden lang in een kleine ruimte bezig bestaande structuren uit te gutsen. Daar kan je alleen maar respect voor hebben. Bij de civiele werkzaamheden aan de SDA hebben we ook een fysiotherapeut ingezet om te helpen bij eventuele lichamelijke ongemakken.’ Snoeren kijkt terug op een zeer geslaagd project. ‘Het is ons gelukt om gedurende drie reguliere stops een volledige fabriek in te passen op een bestaande site. De oplevering van het totale project was gepland in augustus 2018, maar in mei was de SDA-unit al opgeleverd. De rest volgde een maand later. We hebben door onze nieuwe aanpak dus een maand gewonnen, maar nog belangrijker is dat we een cultuurverandering hebben ingezet. Het mooiste compliment kreeg ik nog van een civiele aannemer die me bedankte omdat hij dankzij onze aanpak meer geld had verdiend.’ ■ PETROCHEM 12 - 2018 29

PET12 T SDA.indd 29

20-11-18 17:04


INNOVATIE EENVOUDIGE TEST OM KATALYSATOREN TE OPTIMALISEREN Een blaastest in plaats van een bloedanalyse. Zo veel eenvoudiger is de test die onderzoekers van de Universiteit Utrecht hebben bedacht voor industriële katalysatoren. Hierbij laten fluorescerende moleculen letterlijk zien of katalysator 1, 2 of 3 beter werkt. Dat maakt het eenvoudiger om katalysatoren verder te verbeteren, waardoor productieprocessen in de chemische industrie steeds duurzamer kunnen worden. Voor hun onderzoek keken de Utrechtse scheikundigen naar de duurzame productie van methanol, een bouwsteen voor onder meer plastics. Duurzame methanol kan worden gemaakt vanuit CO2 en waterstofgas, geproduceerd met wind-of zonne-energie, of vanuit afval. De katalysator is nodig om te zorgen dat de reactie bij een gunstige temperatuur en druk zo veel mogelijk methanol en zo min mogelijk bijproducten oplevert. Daarbij speelt niet alleen de samenstelling en porositeit, maar ook de vorm van de katalysator een grote rol. In het lab kwam daarom een “pastamachine”, waarmee katalysatoren in allerlei verschillende vormen kunnen worden gemaakt. De onderzoekers maakten een hele serie katalysatoren die verschilden in vorm, samenstelling en dikte. Vervolgens onderzochten de scheikundigen de katalysatoren door fluorescerende moleculen de katalysator in te sturen en het resultaat daarvan onder de fluorescentiemicroscoop te leggen. Dan is goed te zien hoe goed deze moleculen in het katalysatordeeltje de plekken kunnen bereiken waar de chemische reactie moet plaatsvinden. Daarnaast blijkt uit de methanol-opbrengst hoe effectief het katalysatordeeltje is.

iTANKS-LEDEN Petrochem Platform

IMPULS VOOR GEOTHERMISCH ONDERZOEK TU DELFT TU Delft heeft ruim vijf miljoen euro van NWO gekregen voor wetenschappelijke apparatuur ten behoeve van een geothermische onderzoeksput. De universiteit wil daarmee nieuwe materialen en innovatieve manieren onderzoeken om ondergrondse processen te monitoren. Phil Vardon, universitair hoofddocent aan de afdeling Geoscience & Engineering, legt het idee achter de beoogde put uit: ‘Je kunt veel doen met laboratoriumwerk en modelleren, maar op een gegeven moment moet je onderzoeken wat er daadwerkelijk in de ondergrond gebeurt. We moeten onze modellen en theorieën controleren in een werkende geothermische put. Daarom kwamen we op het idee van een Living Lab, een geothermische put die niet alleen warm water produceert om onze gebouwen op de campus te verwarmen, maar die tegelijkertijd dient als onderzoeksinfrastructuur.’ Er is nog tijd nodig om de verschillende vergunningen te verkrijgen en de huidige ontwerptekening om te zetten in een gedetailleerd technisch ontwerp, maar daarna kan het project echt van start gaan. De geothermische bron zal eerst de gebouwen op de campus zelf van warmte voorzien. In de toekomst kan dan onderzoek worden gedaan naar eventuele uitbreiding van het warmtenet.

DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR

FOTO: PIXABAY

Iv-Industrie

PETROCHEM 12 - 2018 30

PET12 G_Innovatie.indd 30

20-11-18 17:05


FOTO: TNO

iTANKS-LEDEN Petrochem Platform

TNO SPEELT IN OP NOORDZEE ALS POTENTIËLE “ZEEWIER-SCHUUR” ECN part of TNO heeft er in Petten een nieuwe laboratorium voor zeewier processing bij. In het lab gaan onderzoekers werken aan de verdere ontwikkeling van technologieën voor het omzetten van deze biomassa naar groene brand- en grondstoffen. Zeewier biedt enorme mogelijkheden om als duurzame bron een groot aandeel te spelen in de energietransitie. Wereldwijd is dit het eerste laboratorium dat zich op deze schaal (vijftig kilo nat zeewier per dag) helemaal richt op zeewierverwerking. In het lab wordt het zeewier uit elkaar gehaald en gesplitst in suikers, eiwitten en mineralen waarna deze worden opgewerkt tot halffabricaten. Voorbeelden van producten die in het lab kunnen worden geproduceerd zijn grondstoffen voor brandstoffen, grondstoffen voor duurzame plastics, grondstoffen voor textiel, zoetstoffen, antioxidanten en mineralen. Met de Noordzee als potentiële “zeewier-schuur” kan de Nederlandse industrie een prominente rol spelen in de ontwikkeling van deze nieuwe, duurzame bron voor voedsel, grondstoffen en energie. Grootschalige zeewierproductie op acht tot negen procent van het Nederlands deel van de Noordzee kan in potentie 350 petajoule qua energiehoeveelheid opleveren. Dat is ongeveer 85 procent van wat huishoudens in Nederland per jaar verbruiken en 10 procent van het totale energieverbruik in Nederland. PLASMA MOET CHEMIE DUURZAAM MAKEN Plasma gaat een cruciale rol spelen in de aanpak van de klimaatverandering, hoopt professor Annemie Bogaerts van de Universiteit Antwerpen. ‘We gaan met behulp van plasma methaan, CO2 en stikstof op een duurzame manier omzetten naar hernieuwbare brandstoffen en nieuwe chemische componenten.’ Bogaerts werkt binnen het onderzoek samen met onder andere Volker Hessel van de TU Eindhoven. Ze krijgen van Europa elk 2,5 miljoen euro om de volgende zes jaar fundamenteel onderzoek uit te voeren naar de elektrificatie van chemische processen. ‘De omzetting van stikstof, methaan en CO2 behoren tot de belangrijkste chemische processen, die klassiek heel veel energie vergen’, legt Bogaerts uit. ‘Zo is stikstof de basis van ammoniaksynthese, het bekende HaberBosch-proces. Dat proces maakt het mogelijk om op industriële schaal kunstmest te produceren, maar ammoniaksynthese is erg energie-intensief en dus niet goed voor het milieu.’ Ook de omzetting van het stabiele molecuul CO2 vergt klassiek veel energie. ‘Wanneer we plasma kunnen aanwenden om op een duurzame manier methaan, stikstof en CO2 om te zetten naar nieuwe chemische stoffen of brandstoffen, dan is dat een hele goede zaak voor onze aarde.’

DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR

PETROCHEM 12 - 2018 31

PET12 G_Innovatie.indd 31

20-11-18 17:05


Het Petrochem platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond de olie- en chemische industrie. Het Petrochem platform bereikt zijn doelgroep via het vakblad Petrochem, de website www.petrochem.nl, de nieuwsbrief, rondetafelbijeenkomsten, het jaarcongres Deltavisie en andere events.

PARTNERNIEUWS

PARTNERS VAN HET PETROCHEM PLATFORM

Eerste in Europoort geproduceerde warmtebatterij opgeleverd Betonbedrijf Mebin heeft zijn eerste warmtebatterij gefabriceerd. In de constructie, bestaande uit stalen buizen en beton, kan warmte worden opgeslagen, die later dan weer kan worden ingezet. Het beton is speciaal ontwikkeld om hitte vast te houden. Met de batterijen kan veel verspilling van fossiele brandstof en de uitstoot van CO2 worden voorkomen. Warmte uit bijvoorbeeld industriĂŤle processen die nu nog verloren gaat, kan worden opgeslagen en later toch nog van nut zijn. Renoveren afvalwaterpersleiding kan starten Waterschap Brabantse Delta vernieuwt en renoveert de afvalwaterpersleiding (AWP), een uniek systeem om het afvalwater van industrieterrein Moerdijk en 35 dorpen en steden in West-Brabant te transporteren naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Bath. Om het transport van het afvalwater ook in de toekomst goed te regelen, heeft waterschap Brabantse Delta besloten om de AWP te renoveren en gedeeltelijk te vernieuwen. De aannemers beginnen dit najaar met de voorbereidingen, zodat de uitvoering midden 2019 kan starten.

Bekijk de partnerfilmpjes op www.petrochem.nl/partners-leden CONTENTPARTNERS

LEDEN VAN HET PETROCHEM PLATFORM

Utrechts initiatief GOUD onderzoekt ultradiepe aardwarmte Utrechts initiatief GOUD (Universiteit Utrecht, UMC Utrecht, Hogeschool Utrecht, Stichting Kantorenpark Rijnsweerd en ENGIE) ziet aardwarmte als mogelijke duurzame energiebron voor warmtevoorziening van gebouwen. Dit kan ongeveer 60 kton CO2 reduceren en draagt bij aan de ambitie van regio Utrecht om in 2030 energieneutraal te zijn. GOUD werkt samen met vijf andere consortia mee aan het onderzoeksprogramma Exploratie Werk Programma voor Ultradiepe Geothermie.

Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het Petrochem platform, kijk dan op www.petrochem.nl of neem contact op met Janet Robben: janet@industrielinqs.nl - 020 312 2085

PET12 L_Platform.indd 32

20-11-18 17:04


‘EXPERTQU TES’ Als beleidsvoerders het echt menen met het klimaat moeten ze het systeem durven veranderen. In wezen moeten ze enkel de moed hebben om alle uitstoot van CO2 te belasten met een ernstig bedrag, pakweg 30 tot 50 euro per ton. Meer moeten ze niet doen, de onzichtbare hand van econoom Adam Smith doet de rest wel. Want er zijn allerlei soorten technologie voorhanden en die krijgen allemaal vleugels als er een vraag voor wordt gecreëerd.’

Als bedrijven op een verstandige manier informatie delen waarbij rekening wordt gehouden met gevoeligheden allerhande, dan kan je echt veel van elkaar leren en wordt iedereen er beter van.’ Genserik Reniers in deze Petrochem.

Onze sector vervrouwelijkt. Zeker in R&Dfuncties zien we een toename van vrouwen. Vandaag zijn er in R&D zelfs meer vrouwen aan de slag dan mannen.’

Tien jaar heb ik met volle goesting en veel plezier gewerkt tussen de technische problemen, chemische raadsels en overdaad aan mannelijke collega’s. Aan alle drie heb ik veel te danken: ervaring, daadkracht, toekomstgericht denken en probleemoplossend handelen. Dat laatste liefst nog binnen de vijf minuten zonder er daarna spijt van te hebben, een ware kunst zeg ik je.’.

Frank Beckx in een interview met Het Nieuwsblad.

Katrien Bogaerts in haar column in deze editie.

Wim Soetaert in zijn column in deze editie.

HET EXPERTPANEL VAN HET PETROCHEM PLATFORM BESTAAT UIT DE VOLGENDE SPECIALISTEN Johan Alebregtse Manufacturing & Technology Executive

Niko van Gent voormalig woordvoerder Huntsman Holland

Cas König Groningen Seaports, directeur

Michel Meertens DSM, site director

Wim Soetaert Universiteit Gent, professor

Maaike de Wit Straatman Koster advocaten, advocaat

Frank Beckx Essencia Vlaanderen, gedelegeerd bestuurder

Michel Grijpink Hogeschool Utrecht, Learning & Development consultant

Enrico Lammers Pro6com en DWG Process & Safety managing director/ partner

Genserik Reniers TU Delft, professor Safety and Security Science Group

Wouter Stam Flowid, managing director

Jeroen van Woerden Vaassen Flexible Packaging, CEO

Ronald Hoenen DSM Dyneema, site manager

Henk Leegwater Lexxin, consultant

Elsbeth Roelofs MVO Nederland, sectormanager Chemie, Inter­ nationaal MVO programma

Niek Stokman Bilfinger Tebodin West Nederland, sales manager oil & gas

Jos Benders voormalig topman Lyondell

Plant Manager of the Year 2015

Plant Manager of the Year 2016

Katrien Bogaerts Kaneka, production engineer

Joris Hurenkamp Havenbedrijf Rotterdam, business manager

Bart Leenders Neste, managing director

Egbert Schellenberg FNV, vakbondsbestuurder procesindustrie

Gabriel Tschin Plant One Rotterdam, managing director

Sandra de Bont VOTOB, directeur

Emre Kaya Organik Kimya, site director

Frank de Leng Segin, new business manager

Dik Schipper voormalig production leader Dow Benelux

Henk Veldink Hexion, site manager

Cor Zijderveld SBE, voorzitter

Plant Manager of the Year 2017

PET12 L_Platform.indd 33

Jan Bout Bout&Co, partner

Hans Kerkhoven voormalig topman Shell Global Solutions

Michel Leyseele Havenbedrijf Antwerpen, Head of Energy & Chemicals Department

John Schonewille Stratt+ Industrial Management, directeur

René Venendaal BTG Biomass Technology Group, algemeen directeur

Frans Brüning KH Engineering, business development manager

Cor Kloet voormalig algemeen directeur SPIE Nederland

Marit van Lieshout Kenniscentrum Duurzame Havenstad, Iector Procesoptimalisatie en -intensificatie

Gerald Schotman Shell, presidentdirecteur

Roelf Venhuizen voormalig voorzitter Profion en directeur NAM

Jan Van Doorslaer voormalig woordvoerder BASF Antwerpen

Tijs Koerts Sr. Process Safety consultant

Cor van de Linde iTanks, managing director

Jaap Schouten TU Eindhoven, professor

Roelof van Wijk Avebe, site director Foxhol

20-11-18 17:04


BRIGHTLANDS CHEMELOT CAMPUS | SITTARD-GELEEN (NL) | DECEMBER 13TH

[Reg

iste

r no w]

WHEN ELECTRONS POWER MOLECULES To meet the European climate challenges and goals of the Paris Agreement, new ways of collaboration are needed. Fences between the heavy process industry and energy sector have to be lowered. First steps have already been taken. New energy saving processes have been implemented and advanced bio routes have been developed. And yet another, maybe more sustainable synergy is rising...when electrons meet molecules. Grasp the opportunity Electrification and electrochemistry can play a pivotal role in cutting CO2-emissions or even becoming CO2-negative. A double-edged sword! Huge amounts of sustainable electricity can be stored by turning molecules from air and water into useful materials and fuels. Fast growing surpluses of wind and solar power in Europe can be stored. And the industry can cut its emissions dramatically and decrease its dependency on fossil feedstock in a competitive way. To grasp this opportunity, new value chains have to be developed cutting through multiple sectors. So let’s lower the sector fences and start energizing a new economy!

A co-creation of:

Program 09.45h

Reception and registration

10.30h Plenary morning program • Opening conference by chairman of the day Bob Wind • Keynote Mark Williams (Vice-president Europe, Sabic) • Three short talks from decision makers/experts from different backgrounds; Robert Claasen (Chemelot Executive Director), Prof. Bert Weckhuysen (Utrecht University) • Pitches Industrial Energy Enlightenmentz 12.30h

Lunch

13.30h

Parallel sessions round one and two

15.15h

Network break

15.45h

Parallel session round three

16.45h

Conclusion and announcement winner Industrial Energy Enlightenmentz • Interactive debate • Announcement winner Industrial Energy Enlightenmentz • Closing conference

17.30h

Network drinks

Launching partner:

Eventpartner:

www.industryandenergy.nl Advertentie Industry and energy PET12 Advertenties.indd 34 2018 hele pagina.indd 1

23-10-18 20-11-18 10:52 17:06


ONBEVANGEN

‘Na tien jaar als ingenieur in een productieomgeving, was het tijd voor iets nieuws. Ik voelde dat ik moest uitkijken naar een andere omgeving, nieuwe input, weer bijleren en verder ontwikkelen.’

Verandering van spijs Verandering van spijs doet eten. Stoppen op je hoogtepunt. De koe bij de horens vatten. In het diepe springen om te leren zwemmen. Vaak gebruikte gezegden die op veel zaken van toepassing zijn, maar zeker op de laatste maanden in mijn carrière. In de jaren dat ik schrijver ben geweest van deze column, ben ik al eens eerder van job gewisseld (van BASF naar Kaneka), maar dat was enkel een bedrijfswissel en geen inhoudsverandering. Na tien jaar als ingenieur in een productieomgeving, was het tijd voor iets nieuws. Ik voelde dat ik moest uitkijken naar iets anders: een andere omgeving, nieuwe input, weer bijleren en verder ontwikkelen. Iets anders, maar daarom zeker niet beter. Dat kan je toch nog niet zeggen na enkele weken, daarvoor moet je alweer wat jaren ervaring hebben. En die heb ik in de chemische sector, maar nog nergens anders. Tien jaar heb ik met volle goesting en veel plezier gewerkt tussen de technische problemen, chemische raadsels en overdaad aan mannelijke collega’s. Aan alle drie heb ik veel te danken: ervaring, daadkracht, toekomstgericht denken en probleemoplossend handelen. Dat laatste liefst nog binnen de vijf minuten zonder er daarna spijt van te hebben, een ware kunst zeg ik je. Subjectiviteit Jammer trouwens dat de eerste fase altijd wat stiekem moet gebeuren. Solliciteren wanneer je niet ontevreden bent met je huidige job, dat blijft dubbel aanvoelen. Uiteraard zijn er altijd zaken die beter kunnen (in mijn geval was dat flexibiliteit en de woonwerkafstand), maar om nu te zeggen dat ik er per se weg moest? Als je dan als eerste vraag ‘waarom wil je van job veranderen?’ in de schoot geworpen krijgt, moet je nog oppassen om niet als een verwend nest over te komen. Ik vind het namelijk wél belangrijk om te blijven leren en ontwikkelen, belangrijker dan dat ik garantie en stabiliteit vind. En ik heb misschien wel makkelijk praten, want met mijn diploma kan ik morgen

opnieuw aan een job geraken, maar ik stootte heel vaak op onbegrip. ‘Jij werkt toch in de chemie en jij gaat op zoek naar iets anders?’ Zelfs de bedrijfsarts van mijn nieuwe job verklaarde me voor gek, gelukkig niet op papier, maar ik was toch verontwaardigd over zijn subjectiviteit. Pijn in het hart Mijn eigen baas begreep mijn beslissing en had deze al gedeeltelijk voelen aankomen. Mijn voorganger koos voor een carrière als piloot, dus hij was wel wat gewend qua carrièreswitchen en hij vond het geen onlogische beslissing. Tijdens de weken die volgden op mijn ontslagbrief, vroeg iedereen me of ik al aan het aftellen was. Ik ben echter tot op de laatste dag blijven werken met volle goesting en zelfs een beetje pijn in het hart. Want afscheid nemen leidt niet per se tot droevige taferelen, maar voelt altijd dubbel. Het gras is altijd groen aan de andere kant? Spijt komt altijd te laat? Schoenmaker blijf bij je leest? We zullen over enkele jaren zien. Het ga jullie goed!

PS: voor de geïnteresseerden: ik schuif door naar de andere kant van de cirkel. In plaats van het produceren van grondstoffen, besteed ik nu mijn tijd aan het ophalen, scheiden en recycleren van allerlei materialen en het uitdenken van nieuwe concepten hierover. Dus wie weet: tot een volgende keer!

Katrien Bogaerts werkte sinds juni 2013 als process engineer bij Kaneka in Westerlo, België, en is expert bij Petrochem platform.

PETROCHEM 12 - 2018 35

PET12 J Onbevangen.indd 35

20-11-18 17:00


PETROCHEM 12 - 2018 36

PET12 X Themaspread.indd 36

20-11-18 16:58


THEMA VEILIGHEIDSCULTUUR

Elk bedrijf in de (petro)chemische sector is bezig met veiligheid. Het is prioriteit nummer één. Volgens professor veiligheidskunde Genserik Reniers is het dan ook verbazingwekkend dat bedrijven op het gebied van veiligheid bepaalde informatie niet graag met elkaar delen. Net als op het beeld hiernaast zijn het tandwielen die nog niet in elkaar grijpen, er is nog (bijna) geen samenwerking. Niet dat er helemaal niet aan wordt gewerkt. In 2016 is namelijk het programma Duurzame Veiligheid 2030 opgestart. Het doel is om de Nederlandse (petro)chemische industrie in 2030 de veiligste ter wereld te laten zijn. Via vijf roadmaps worden concrete activiteiten, pilots en onderzoek uitgewerkt. Lees daar op pagina 40 meer over in het artikel Hoe worden we de veiligste (petro)chemische industrie? Misschien dat Safety-II daar ook bij kan helpen. Dit is een nieuwe kijk op veiligheidskunde waarbij niet alleen maar wordt gekeken naar wat slecht gaat, maar juist wordt gefocust op wat goed gaat. Lees daar meer over op de volgende pagina.

PETROCHEM 12 - 2018 37

PET12 X Themaspread.indd 37

20-11-18 16:58


VEILIGHEID

Focus op succesvolle processen In de academische wereld is een nieuwe kijk op veiligheidskunde ontstaan: Safety-II genaamd. Daarbij wordt niet alleen maar gekeken naar wat slecht gaat, maar wordt ook gefocust op wat goed gaat. Er wordt geleerd van successen en de dagelijkse gang van zaken waarin processen doen wat ze moeten doen.

Dagmar Aarts

Bedenker van Safety-II is de Deense professor Erik Hollnagel. De traditionele opvatting over veiligheid noemt hij Safety-I, waarin met veiligheid de afwezigheid van ongevallen, incidenten en onaanvaardbare risico’s wordt bedoeld. De focus ligt op de onveilige werking van systemen. Bij incidenten wordt gekeken naar de causaliteit van de feiten die zich hebben voorgedaan en er worden maatregelen getroffen om hetzelfde incident in de toekomst te voorkomen. Bij Safety-II wordt veiligheid gezien als het vermogen om onder wisselende omstandigheden succesvol te zijn. Safety-II onderzoekt hoe processen en systemen goed werken en dat is vervolgens de basis om uit te leggen hoe het af en toe fout gaat. Niet simpel Volgens Genserik Reniers, veiligheids­ hoogleraar van de TU Delft, is Safety-II een mooie aanvulling op de traditionele veiligheidskunde. Reniers houdt zich bezig met het verbeteren van veiligheid en security in de chemische industrie. ‘Safety-II is een nieuw idee dat zich nog moet bewijzen. Er is zoveel dat juist gaat.

DEFINITIE VEILIGHEID In de wetenschappelijke wereld is geen eensgezindheid over de definitie van veiligheid. Eigenlijk bedoelen we met veiligheid de afwezigheid van onveiligheid. Dus als het niet onveilig is, dan noemen we het veilig. Safety-II zou het juist willen hebben over wat er wel goed gaat. Genserik Reniers: ‘Het is altijd prettig als je een algemeen geldende definitie hebt, maar dan moet je het wel eens worden. En dat is niet zo makkelijk. Hetzelfde geldt voor risico, dat heeft ook veel definities. Uiteindelijk kan je die in normen enzovoorts terugvinden, maar dat wil niet zeggen dat iedereen die definities voor veiligheid en risico aanvaardt en gebruikt. Misschien is het zelfs niet nodig om één definitie te hebben om tot verbeteringen te komen, als je wel uitlegt wat je exact bedoelt met een term als je hem gebruikt.’

Hoe bepaal je waarop je gaat focussen en op welke manier ga je dat onderzoeken? Er is de afgelopen decennia al heel veel wetenschap ontwikkeld over hoe we kunnen kijken naar zaken die verkeerd kunnen gaan. Maar die kennis kan je niet zomaar gebruiken voor successen. De klassieke methodes en tools in de veiligheidskunde, zoals een Hazop en Bow-Tie, lenen zich beter voor zaken die verkeerd zijn gelopen of verkeerd kunnen lopen.’ Erik Hollnagel heeft een eigen methode ontwikkeld waarmee naar succes kan worden gekeken: Fram. Dit acroniem staat voor functional resonance analysis method. Kort gezegd worden met Fram essentiële activiteiten gevisualiseerd. Maar ook die methode is volgens Reniers niet zo simpel om te gebruiken voor ding­en die goed gaan. ‘Welke methode we gebruiksvriendelijk kunnen gebrui­ ken in welke situatie, is nog onderzoek in progress.’ Balans Het is belangrijk om naar successen te kijken, omdat je dan zaken die goed gaan nog beter kunt doen. Nu wordt er volgens Reniers te veel enkel gefocust op het verhogen van de productiviteit en innovatie voor het vergoten van de winst. ‘Vaak wordt vergeten dat als je minder verlies hebt, dus geen incidenten en ongevallen, je ook echt meer winst hebt. Minder verlies betekent dat je minder uitgaven hebt. Dat is ook meer winst. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat Safety-II over de performance gaat en dat Safety I om het verminderen van de onveiligheid draait. Deze twee moe­ ten in balans zijn om tot een optimale langetermijnwinstgevendheid van bedrij­ ven te komen.’ Safety-II is dus geen vervanging van

PETROCHEM 12 - 2018 38

PET12 X1 veiligheid.indd 38

20-11-18 16:57


Samenwerking Voor die echte revolutie is volgens de professor een focus op ‘CHESS’ nodig. Dit acroniem staat voor verschillende domeinen die aandacht in onderzoek en in de praktijk nodig hebben: ‘Coöperatie en cluster denken’, ‘Hoge transparantie en efficiënte inspecties’, ‘Educatie, le­ren en training’, ‘Security integratie’ en ‘Safety innovatie en dynamische risico assessments’. Reniers: ‘Samenwerking en slimme transparantieafspraken tussen bedrijven, de overheid, burgers en de onderzoeks­ wereld is hierin het laaghangende fruit. Daar kan je heel veel mee bereiken. Technologisch is dat eigenlijk vrij simpel, maar de mindset is een groot probleem. Het is verbazingwekkend dat bedrijven op het gebied van veiligheid bepaalde informatie niet graag met elkaar delen. Ik snap niet goed waarom het bijvoorbeeld een probleem zou zijn om informatie over near-misses of strategische proactieve veiligheidsinvesteringen te

FOTO: PIXABAY

de traditionele veiligheidskunde. Om veiligheid naar een substantieel hoger niveau te tillen, is volgens Reniers een revolutie nodig. En die kan volgens hem niet alleen met Safety-II worden verwezenlijkt. ‘Het is een idee dat aandacht verdient en misschien in de toekomst veiligheid nog beter maakt, maar ik denk niet dat het voor een heuse revolutie gaat zorgen. Het blijft belangrijk om te leren van de dingen die niet goed gaan. We leren onvoorstelbaar veel uit near-misses en ongevallen, zowel klein als groot. En dat moeten we zeker blijven doen.’

Samenwerking en slimme transparantieafspraken tussen bedrijven, de overheid, burgers en de onderzoekswereld zijn essentieel om veiligheid naar een substantieel hoger niveau te tillen.

delen. Je wilt toch niet dat jouw concurrent een of ander ongeval heeft, want uiteindelijk zal jij er ook onder lijden. De wetgeving wordt aangepast en de sector loopt reputatieschade op.’ De industrie zou volgens Reniers een voorbeeld moeten nemen aan de lucht-

Reniers: 'Ik snap niet goed waarom het een probleem zou zijn om informatie over near-misses te delen.'

vaart en de nucleaire sector. Deze secto­ ren delen systematisch allerlei informatie met elkaar en met de overheid, en zijn sterk gericht op het leren uit fouten. Daar zijn ook internationale wettelijke regels voor. In andere industriële sectoren gaat het niet zo. ‘Als bedrijven op een verstandige manier informatie delen waarbij rekening wordt gehouden met gevoeligheden allerhande, dan kan je echt veel van elkaar leren en wordt iedereen er beter van.’ ■ PETROCHEM 12 - 2018 39

PET12 X1 veiligheid.indd 39

20-11-18 16:57


ONDERZOEK

Hoe worden we de veiligste chemische industrie? De Nederlandse chemische industrie moet in 2030 de veiligste ter wereld zijn. Een mooi streven. Om op een praktische en gestructureerde wijze invulling te kunnen geven aan deze ambitie, is in 2016 het programma Duurzame Veiligheid 2030 opgestart. De resultaten van vijf veiligheidsroadmaps moeten kunnen worden vertaald in concrete activiteiten. Wie doet wat, hoe en wanneer?

Laura van der Linde

In de chemie is het credo dat veiligheid altijd op één staat, altijd leidend is, maar is dat ook echt zo? Als het gaat om veiligheid, is er dan echt geen concurrentie? En wordt de veiligheidscultuur inderdaad gekenmerkt door openheid en vertrouwen? Wordt ieder incident gedeeld zoals dat is afgesproken? Het zijn gewetensvragen en op basis van de antwoorden moet iedere manager voor zichzelf waarschijnlijk erkennen dat het goed is dat er nog eens stevig over dit onderwerp wordt gesproken als we in 2030 echt de veiligste ter wereld willen zijn. Concrete activiteiten In 2016 vond een High Level Conference over duurzame veiligheid in de chemische industrie plaats. Collectief is toen vastgesteld dat maatregelen niet ‘zomaar’ tot stand zullen komen. De blik is nu vaak incident gedreven en op het hier en nu gericht in plaats van verder in de tijd. Tijdens de conferentie is besloten dat overheid, bedrijfsleven en wetenschap programmatisch gaan samenwerken met als doel de veiligheid in de chemische sector duurzaam significant te verbeteren. Het gaat daarbij zowel om omgevingsveiligheid als om veiligheid voor de medewerkers. Om dit te bereiken is het programma Duurzame Veiligheid 2030 opgestart. Om de veiligheid te kunnen verbeteren, worden via vijf roadmaps concrete activiteiten, pilots en onderzoek uitgewerkt. De thema’s van de roadmaps zijn duurzaam assetmanagement, integrale uitvoering van beleid, een transparante en beveiligde chemiesector, ruimte voor chemieclusters en een hoogwaardig kennissysteem voor de chemie. Een van de betrokken partijen, om concrete invulling te kunnen geven aan de roadmaps, is de RedZebra Group.

‘Alle roadmaps zijn in beweging’, vertelt Anne Verbeeck van de RedZebra Group. ‘Veel deelprojecten bevinden zich nog wel in een fase van inventarisatie, verzameling van feiten of andere vormen van voorbereiding. Dat zegt iets over de gedegenheid en zorgvuldigheid waarmee men te werk gaat.’ Verbeeck vertelt dat roadmap 1, duurzaam assetmanagement, is gestart met een uitgebreide inventarisatie van hoe het er nu voorstaat met onze assets. ‘In hoeverre zijn ze verouderd? Wat zijn de risico’s voor deze assets? Dit zou je kunnen zien als een soort nulmeting.’ Voor roadmap 2, integrale uitvoering van beleid, is een plan van aanpak opgesteld. ‘We willen graag weten in hoeverre we in Nederland in staat zijn om op een meer vertrouwde manier met elkaar om te gaan. Hebben we hele stevige BRZO-wetgeving nodig of kunnen we prima onderling afspraken maken, die ook een juridische geldigheid hebben?’ Voor roadmap 4, ruimte voor chemieclusters, zijn alle ogen gericht op de Omgevingswet die in 2021 in werking treedt. ‘Chemiebedrijven maken deel uit van een cluster. Of vanuit samenwerking of simpelweg omdat ze naast elkaar op het terrein opereren. Dan moet je integraal kijken naar de processen en nagaan of deze met elkaar in conflict zouden kunnen komen. Dan draag je dus samen de verantwoordelijkheid over veiligheid.’ Just Culture Soms werken de roadmaps ook samen. Zo wordt in gecombineerde samenstelling van roadmap 3 en 5 gekeken naar de mogelijkheid de principes van een Just Culture toe te passen binnen de chemie. Het adviescollege de Dutch Expert Group Aviation Safety (DEGAS) en de RedZebra Group hebben in dat kader

PETROCHEM 12 - 2018 40

PET12 X2 Onderzoek.indd 40

20-11-18 16:57


Stappenplan Het rapport dat is opgesteld, beschrijft zes stappen die moeten worden doorlopen om een Just Culture veiligheidscultuur te scheppen. De eerste stap is dat het management de gedachte achter Just Culture onderschrijft. Een fundamentele eerste stap. Stappen 2 en 3 gaan over respectievelijk de inventarisatie van de activiteiten en handelingen die betrekking hebben op veiligheid en, stap 3, op de analyse hiervan. Hoe verhouden zich de bestaande activiteiten tot de bouwstenen van een veiligheidscultuur? Als in de vorige stap is vastgesteld dat de bestaande aanpak afwijkt van wat binnen een Just Culture de bedoeling is, moet de aanpak worden aangepast. Dit is stap 4. De vijfde stap is het toevoegen van eventueel ontbrekende bouwstenen en de zesde stap is het verbinden van alle bouwstenen zodat

FOTO: LAURA VAN DER LINDE

een zogenaamd ‘stappenplan’ opgesteld waarin de petrochemische praktijk wordt vergeleken met de luchtvaartsector. Kan de chemische sector qua veiligheid leren van de luchtvaartsector? Just Culture is een begrip dat ooit is geïntroduceerd door veiligheidsdeskundige Sidney Dekker. Peter Paul Leutscher, partner van de RedZebra Group: ‘Dekker zegt dat je bij een incident niet bezig moet zijn met de vraag wie schuldig is, maar dat je je moet afvragen waar het systeem of de processen hebben gefaald. De persoon in kwestie zal namelijk nooit – goed, bijna nooit – de intentie hebben gehad om een incident te veroorzaken. We moeten dus niet op zoek gaan naar een schuldige in deze kwestie.’ Just Culture gaat ook over hoe je omgaat met de mensen die betrokken zijn. Dat zijn niet alleen degenen die iets is overkomen, maar bijvoorbeeld ook het thuisfront of de collega’s. En het meest belangrijke element: Just Culture gaat over hoe je van een (bijna) incident kunt leren. Uiteindelijk leidt deze aanpak tot een organisatie met hogere veiligheid, hogere kwaliteit, lagere kosten en toename van de arbeidsvreugde. Leutscher: ‘Door deze aanpak haal je de angst uit het systeem. Mensen moeten vrij kunnen praten zonder angst voor repercussies. Het is een positieve benadering om een veiligheidscultuur te kunnen creëren op basis van vertrouwen, de bereidheid om te leren en verantwoording.’

ze elkaar versterken. Die verbinding creëert de veiligheidscultuur, de structureel en constant lerende organisatie. Leutscher: ‘Veiligheid gaat over de technische, de sociale en de morele veiligheid. Deze moeten op elkaar zijn afgestemd, anders wordt het nooit veilig. Just Culture zit op het morele vlak. Daar kunnen we echt nog wel iets verbeteren.’ Het plan benoemt concreet welke acties nodig zijn. ‘We zien een schone taak, of liever gezegd vele schone taken, voor de afdeling HSEQ. Die krijgt met dit stappenplan hele duidelijke handvatten mee.’ Ook dat is een van de uitgangspunten van het programma: de hieruit voortkomende acties moeten kunnen worden vertaald in concrete activiteiten. Safety Delta Het ministerie Infrastructuur en Waterstaat presenteert jaarlijks de ‘Staat van de Veiligheid’ waarmee de staat van de veiligheid van de majeure risicobedrijven (BRZO) wordt geduid. Dit rapport kan worden gebruikt om verdere invulling te geven aan de vijf roadmaps. Dat geldt ook voor de veiligheidsinfographic die door de VNCI wordt gebruikt om transparant te maken wat zij doet op het gebied van veiligheid. Of het Chemieloket, een initiatief van overheden en brancheverenigingen, om regelgeving die innovaties belemmert aan te pakken. En zo zijn er nog meer initiatieven. Het gevaar bestaat dat het eilandjes blijven en dat verschillende partijen op verschillende manieren bezig zijn met het verbete-

ren van de veiligheid in de chemie sector. Verbeeck: ‘Uit het programma Duurzame Veiligheid 2030 is onder andere naar voren gekomen dat het goed is om alle initiatieven samen te brengen. Safety Delta Nederland wordt het fundament waarop zich een veiliger samenleving kan ontwikkelen.’ Onder de noemer van Safety Delta Nederland wordt gezamenlijk gewerkt aan de veiligste chemische industrie ter wereld. Nederland als topregio voor de ontwikkeling en toepassing van veiligheidsinnovaties in de chemie. Onderling vertrouwen Tijdens de High Level meeting in september is het ambitiedocument Safety Delta Nederland ondertekend. De Safety Delta Nederland fungeert als spil in het netwerk van overheden, bedrijven uit de (petro)chemische industrie en aanverwante sectoren, universiteiten, kennis- en onderwijsinstellingen. Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (I&W) heeft namens de overheid haar handtekening gezet, professor Pieter van Gelder van de TU Delft namens de wetenschap en Anton van Beek, voorzitter van Veiligheid Voorop, namens het bedrijfsleven. Verbeeck: ‘Het gaat erom dat we gemeenschappelijk werken aan veiligheid met respect voor de diverse, maar complementaire belangen. Voor het bedrijfsleven is het belangrijk om veiligheid en ondernemen op een goede manier samen te laten komen, en dat gaat prima. Ze bestaan namelijk beide bij de gratie van vertrouwen.’ ■ PETROCHEM 12 - 2018 41

PET12 X2 Onderzoek.indd 41

20-11-18 16:57


PROJECTEN CHEMIE Opdrachtgever: BASF Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: 2021

BASF breidt stapsgewijs de capaciteit van haar alkoxyleringseenheid in Antwerpen uit. De eenheid is een downstream-activiteit van de ethyleenoxideproductie. In 2021 moet de productiecapaciteit met 25 procent zijn verhoogd.

Opdrachtgever: Borealis Waar: Kallo Investering: 1 miljard euro Afronding: medio 2022

Borealis gaat op haar productiesite in Kallo een fabriek bouwen voor propaandehydrogenering. Deze krijgt een capaciteit van 750.000 ton per jaar. In het eerste halfjaar van 2022 zou de fabriek moeten opstarten.

NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Covestro Waar: Antwerpen Investering: 300 miljoen euro Afronding: 2022

Covestro wil driehonderd miljoen euro investeren in de bouw van een nieuwe productie-eenheid voor aniline in Antwerpen. De opstart van de nieuwe eenheid wordt verwacht in 2022. Aniline is een grondstof voor MDI, dat vervolgens een voorproduct is van polyurethaan hardschuim.

Opdrachtgever: Evonik Waar: Antwerpen Investering: hoog tweecijferig miljoenenbedrag Afronding: medio 2019

Evonik investeert in een uitbreiding van de capaciteit voor pyrogene silica in Antwerpen. De nieuwe installaties moeten in de zomer van 2019 operationeel zijn. Dankzij de uitbreiding zal Evonik vanuit Antwerpen niet alleen hydrofiele, maar ook hydrofobe silica aan haar klanten kunnen leveren. Evonik heeft niet naar buiten gebracht hoeveel miljoen euro ze investeert, alleen dat het om een ‘hoog tweecijferig miljoenenbedrag’ gaat.

Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Antwerpen en Zwijndrecht Investering: 4 miljoen en 40 miljoen Afronding: eind 2018

Ineos Oxide gaat de capaciteit van haar fabriek voor de productie van ethylideennorborneen in Antwerpen uitbreiden. Via een debottlenecking zal de capaciteit van de fabriek worden vergroot met 7.500 ton, waarmee de totale capaciteit 35.500 ton per jaar wordt. Eind 2018 moet de debottlenecking zijn afgerond. Daarnaast investeert het bedrijf in Zwijndrecht veertig miljoen euro in een nieuwe productie-unit, Alkox 6, en breidt de productiecapaciteit voor alkoxylaten daarmee uit met 65.000 ton per jaar.

Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Zwijndrecht Investering: 150 miljoen euro Afronding: eind 2018

Ineos Oxide investeert honderdvijftig miljoen euro in haar site in Zwijndrecht, Antwerpen. Het bedrijf steekt dit geld in diverse projecten. Zo komt er tweeduizend ton opslagcapaciteit voor ethyleenoxide bij. Daarnaast worden diverse fabrieken gedebottlenecked en wordt de productiecapaciteit voor derivaten van ethyleenoxide uitgebreid. Eind 2018 wil het bedrijf daarvoor een zesde alkoxyleringseenheid opstarten.

Opdrachtgever: Ioniqa Waar: Geleen Investering: onbekend Afronding: 2019

Ioniqa bouwt op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen zijn eerste upcyclingfabriek voor PET-plastic, waarin dit afval volledig circulair worden omgezet naar een hoogwaardige grondstof voor PET. De aanvoer van het benodigde afval is voor de fabriek al verzekerd, evenals de afzet van de nieuwe, pure PET-grondstof. De fabriek krijgt een capaciteit van 10.000 ton per jaar.

Opdrachtgever: Kaneka Waar: Westerlo Investering: 34 en 15 miljoen euro Afronding: eind 2018 en begin 2019

Kaneka investeert 34 miljoen euro in een extra lijn voor silicone polymeren, harsen die worden toegevoegd aan afdichtmiddelen, lijmen en coatings. Kaneka heeft momenteel twee productielijnen in België. Eind 2018 moet de installatie operationeel zijn. Daarnaast investeert het vijftien miljoen euro in extra productiecapaciteit voor schuimen van polyetheen en polypropeen. Het project omvat de bouw van extra geavanceerde faciliteiten met optimale procesbeheersbaarheid, waardoor hoogwaardige productinnovaties mogelijk zijn. De uitbreiding wordt begin 2019 afgerond.

PETROCHEM 12 - 2018 42

PET12 K_Projecten.indd 42

20-11-18 16:54


PROJECTEN Opdrachtgever: Kemira Waar: Botlek Investering: 30 miljoen Afronding: begin 2019

Kemira investeert 30 miljoen euro in een uitbreiding van de productiecapaciteit voor polymeren die worden gebruikt bij chemical enhanced oil recovery. De nieuwe capaciteit op de site in de Botlek kan naar verwachting in het begin van 2019 in gebruik worden genomen.

Opdrachtgever: Kronos Waar: Gent Investering: 36 miljoen Afronding: 2022

Kronos, producent van titaandioxide, investeert 26 miljoen euro in een uitbreiding van productiecapaciteit. Er komt een grotere pigmentfilter en mogelijk een vierde stoommaler en nieuwe verpakkingslijn. Hierdoor kan de productiecapaciteit verhoogd worden naar 120.000 ton per jaar. Daarnaast investeert het bedrijf 10 miljoen euro in energierecuperatie.

Opdrachtgever: Mitsui Chemicals Waar: Geleen Investering: 18,4 miljoen euro Afronding: medio 2020

Mitsui Chemicals investeert 18,4 miljoen euro in een fabriek voor het compounderen van polypropeen. De fabriek wordt in Geleen gebouwd een krijgt een productiecapaciteit van 30.000 ton per jaar. Volgens de planning zal de productie medio 2020 van start gaan.

Opdrachtgever: Morssinkhof Rymoplast Waar: Heerenveen Investering: 20 miljoen Afronding: begin 2019

Morssinkhof Rymoplast gaat een fabriek voor kunststofrecycling bouwen in Heerenveen. De fabriek wordt gebouwd naast de kunststofsorteerinstallatie van Omrin, HVC en Midwaste. De hypermoderne fabriek zal PP en HDPE uit consumentenafval verwerken tot nieuwe grondstoffen voor hoogwaardige toepassingen.

Opdrachtgever: Nouryon Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: 2021

Om ook tijdens periodiek onderhoud aan de vraag naar chloor te kunnen voldoen, bereidt Nouryon een investering voor in twee parallelle productielijnen die los van elkaar kunnen functioneren. Dankzij het splitsen van de Rotterdamse fabriek kan het bedrijf straks continu via pijpleidingen chloor aan klanten leveren.

Opdrachtgever: Sekisui Waar: Geleen en Roermond Investering: 155 miljoen Afronding: 2020

Sekisui Chemical investeert 155 miljoen euro in een uitbreiding van de productie in Geleen en Roermond. Beide fabrieken krijgen er tot 2020 een derde productielijn bij voor folies in gelamineerd glas voor autoruiten.

Opdrachtgever: Sekisui Polymatech Waar: Roermond Investering: 12,3 miljoen euro Afronding: voorjaar 2020

Sekisui investeert 12,3 miljoen euro in een nieuw bedrijf, Sekisui Polymatech, en een fabriek in Roermond waar thermische interfacematerialen zullen worden geproduceerd. Deze worden gebruikt in elektrische en plug-in hybride voertuigen tegen de warmte van de lithium-ionbatterijen. Volgens planning is de fabriek begin 2020 operationeel.

Opdrachtgever: Teijin Aramid Waar: Emmen Investering: onbekend Afronding: eerste kwartaal 2019

Teijin Aramid gaat haar aramide-productiecapaciteit voor de Twaron supergaren uitbreiden. Het bedrijf investeert daartoe in een nieuwe spin-technologie voor de fabriek in Emmen. De uitbreiding van de spin-capaciteit staat gepland voor het eerste kwartaal van 2019.

Opdrachtgever: Vynova Waar: Tessenderlo Investering: onbekend Afronding: begin 2019

Vynova breidt in Tessenderlo de capaciteit voor de productie van natriumhydroxide aanzienlijk uit. De uitbreiding zal tegelijkertijd extra capaciteit van chloor opleveren, die kan worden gebruikt voor de productie van ethyleendichloride. De voltooiing van het project wordt begin 2019 verwacht.

GROEN EN BIO Opdrachtgever: BioMCN Waar: Farmsum Investering: honderd miljoen euro Afronding: eind 2018

BioMCN renoveert een productielijn voor methanol, die sinds 2005 in de mottenballen lag. De herstart voegt 430.000 ton toe aan de productiecapaciteit. Ook investeert het bedrijf 1,2 miljoen euro in een installatie waarmee CO2, dat ontstaat bij de productie van biogas, kan worden omgezet in bio-methanol. Dit levert zo’n 15.000 ton bio-methanol op.

PETROCHEM 12 - 2018 43

PET12 K_Projecten.indd 43

20-11-18 16:54


PROJECTEN Opdrachtgever: IGE Solutions Waar: Amsterdam Investering: 28 miljoen euro Afronding: eind 2018

Een nieuwe fabriek in Amsterdam gaat per jaar ruim 30 miljoen liter brandstof voor de scheepvaart produceren uit 35.000 ton niet-recyclebaar plastic. IGE Solutions gebruikt daarvoor een bewezen technologie, die mede dankzij overheidssubsidie voor energieinnovatie voor het eerst commercieel wordt ingezet.

Opdrachtgever: PMC Waar: mogelijk Delfzijl Investering: onbekend Afronding: medio 2020

Purified Metal Company laat in Delfzijl een fabriek bouwen die vervuild staalschroot recyclet tot een hoogwaardige grondstof voor de staalindustrie. Het Duitse ingenieursbureau Küttner en Visser & Smit Bouw gaan de fabriek turnkey bouwen en leveren die in juli 2020 op.

Opdrachtgever: Synvina Waar: Antwerpen Investering: 250 tot 300 miljoen euro Afronding: 2023-24

Synvina, de joint venture van Avantium en BASF, bouwt een furaandicarbonzuurfabriek (FDCA) voor de productie van biologische plastics op de Verbund-site van BASF in Antwerpen. De fabriek krijgt een capaciteit van 50.000 ton per jaar en is de eerste commerciële FDCA-fabriek ter wereld.

OLIE, GAS EN OFFSHORE Opdrachtgever: OOS International Waar: Serooskerke Investering: 1 miljard euro Afronding: 2019

Het Zeeuwse bedrijf OOS International gaat met het Chinese China Merchant Industry Holdings twee nieuwe schepen bouwen voor het slopen en installeren van offshoreplatforms. De investering bedraagt bijna een miljard euro. De schepen moeten in 2019 klaar zijn.

RAFFINAGE Opdrachtgever: BASF Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend

BASF Antwerpen investeert onder de noemer Feedstock Flexibility Antwerp fors in de flexibiliteit van zijn stoomkraker. Deze kan straks meer LPG verwerken en zal daardoor meer methaangas produceren. Dit kan vervolgens als grondstof in het ammoniakbedrijf worden gebruikt.

Opdrachtgever: ExxonMobil Waar: Rotterdam Investering: 1 miljard dollar Afronding: najaar 2018

ExxonMobil breidt de hydrocracker-installatie op de raffinaderij in Rotterdam uit. De hydrocracker-installatie kan zwaardere producten omzetten in hoogwaardige eindproducten zoals EHC Group II basisolie en ultra-laagzwavelige diesel. De investering bedraagt meer dan 1 miljard dollar.

Opdrachtgever: ExxonMobil Waar: Antwerpen Investering: 730 miljoen euro Afronding: najaar 2018

ExxonMobil investeert 730 miljoen euro in de Antwerpse raffinaderij. Het bedrijf bouwt een delayed coker unit, een kraker die zware, hoogzwavelige restolie omzet in schonere olieproducten en transportbrandstoffen, zoals gasolie voor de scheepvaart en diesel.

Opdrachtgever: Zeeland Refinery Waar: Vlissingen-Oost Investering: 40 miljoen euro Afronding: 2020

Zeeland Refinery investeert 40 miljoen euro in haar hydrocracker. Het bedrijf zet in op een extra reactor van dertig meter hoog, die naast de twee bestaande reactoren wordt gebouwd. Tijdens de grote onderhoudsstop van de raffinaderij in 2020 zal de nieuwe reactor worden verbonden met de bestaande installatie.

TANKOPSLAG Opdrachtgever: Alpha Terminals Waar: Vlissingen Investering: 250 miljoen Afronding: eind 2020

Alpha Terminals investeert 250 miljoen euro in een nieuwe terminal voor vloeibare bulk in het havengebied van Vlissingen. De tankterminal krijgt 34 tanks met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 500.000 kubieke meter. Daarnaast komt er een steiger voor het lossen en laden van zee- en binnenvaartschepen.

PETROCHEM 12 - 2018 44

PET12 K_Projecten.indd 44

20-11-18 16:54


PROJECTEN Opdrachtgever: Gate Terminal Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: medio 2019

Gate Terminal investeert in een debottlenecking van het pijpleidingsysteem in Rotterdam om vlotter schepen met LNG te kunnen laden. De snelheid van laden aan de steigers wordt daarmee verhoogd van 2.300 naar 4.000 kubieke meter per uur. De debottlenecking kan worden uitgevoerd zonder dat de fabriek moet worden stilgelegd. De werkzaamheden moeten medio 2019 klaar zijn.

Opdrachtgever: HES International Waar: Maasvlakte I Investering: enkele honderden miljoenen euro’s Afronding: eind 2019

HES International ontwikkelt op Maasvlakte 1 een tankterminal van 52 tanks met een totale capaciteit van circa 1,3 miljoen kubieke meter voor de op- en overslag van olieproducten en biobrandstoffen. De HES Hartel Tank Terminal wordt een onafhankelijke opslagterminal, maar BP heeft zich gecommitteerd aan het project, inclusief plannen voor pijpleidingverbindingen tussen hun raffinaderij en de terminal, die eind 2019 gereed is.

Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Zwijndrecht Investering: 20 miljoen Afronding: vierde kwartaal 2018

Ineos Oxide breidt in Zwijndrecht de opslagcapaciteit voor ethyleenoxide uit met vier grote opslagtanks van elk vijftig meter lang. Daarmee komt er 2.000 ton extra opslagcapaciteit bij.

Opdrachtgever: Oiltanking Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: medio 2022

Oiltanking Antwerp Gas Terminal wordt de logistieke partner van Borealis voor de handling van propeen en propaan. Daarom bouwt het bedrijf een nieuwe opslagtank met een capaciteit van 135.000 kubieke meter propaan.

Opdrachtgever: OTAG Waar: Antwerpen Investering: ruim honderd miljoen euro Afronding: 2019

Oiltanking Antwerp Gas Terminal (OTAG) investeert ruim honderd miljoen euro in nieuwe tankopslagcapaciteit en een nieuwe steiger. Met de bouw van een 135.000 kubieke meter butaantank zal in 2019 de capaciteit van de terminal bijna verdubbelen tot 273.000 kubieke meter. OTAG bouwt de butaantank voor Ineos.

Opdrachtgever: Rubis Terminal Waar: Rotterdam Investering: 120 miljoen euro Afronding: onbekend

Rubis Terminal breidt haar terminal in Rotterdam in vijf fases uit. In totaal bestaat de uitbreiding uit 45 tanks met een totale capaciteit van bijna 150.000 kubieke meter, waarmee een totale investering van 120 miljoen euro is gemoeid. Fase 1 van de uitbreiding is eind 2016 afgerond.

Opdrachtgever: Sea-Mol Waar: Antwerpen Investering: 300 à 400 miljoen euro Afronding: medio 2021

De Japanse groep MOL Chemical Tankers investeert samen met havengroep SEAInvest 300 à 400 miljoen euro in de bouw van een tankterminal voor vloeibare chemicaliën. Hiervoor wordt de joint venture Sea-Mol opgericht. De terminal wordt in fasen gebouwd en krijgt uiteindelijk een capaciteit van 500.000 kubieke meter.

Opdrachtgever: Sea-Tank Terminal Waar: Antwerpen Investering: 250 miljoen euro Afronding eerste fase: eind 2018

Sea-Tank Terminal bouwt in Antwerpen een dedicated tankterminal voor een wereldspeler uit de chemiesector. In eerste instantie krijgt de terminal een capaciteit van 750.000 kubieke meter. In een tweede fase wordt er mogelijk meer capaciteit bijgebouwd. Naar verwachting duurt de bouw van de terminal twee jaar. De investering wordt geraamd op 250 miljoen euro.

Opdrachtgever: Totseanergy Waar: Antwerpen Investering: 100 miljoen euro Afronding eerste fase: medio 2019

Totseanergy, een joint venture van Total en de groep SEA-invest, investeert honderd miljoen euro in een nieuwe terminal in Antwerpen. De investering omvat acht nieuwe tanks van elk twintigduizend kubieke meter, drie bijkomende laad- en losplaatsen en een pijpleiding tussen de terminal en de raffinaderij van Total.

Opdrachtgever: Vopak Waar: Botlek Rotterdam Investering: onbekend Afronding: tweede kwartaal 2020

Vopak bouwt in Rotterdam vijftien nieuwe roestvrijstalen opslagtanks voor styreen en andere chemicaliën. Het gaat om 63.000 kubieke meter extra opslagcapaciteit op de Botlek-terminal. De expansie moet in het tweede kwartaal van 2020 gereed zijn.

PETROCHEM 12 - 2018 45

PET12 K_Projecten.indd 45

20-11-18 16:54


PROJECTEN NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Vopak Waar: Vlissingen Investering: onbekend Afronding: 2020

Vopak investeert in twee nieuwe gasbullets bij haar gasopslag in Vlissingen. In totaal wordt er 9.200 kubieke meter opslagcapaciteit bijgebouwd. De verwachting is dat deze uitbreiding in het tweede kwartaal van 2020 in gebruik kan worden genomen.

UTILITIES Opdrachtgever: Dow Waar: Terneuzen Investering: onbekend Afronding: 2018

Bij Dow in Terneuzen wordt in 2018 een pilotinstallatie gebouwd om lagedrukstoom op te waarderen. Stoomrecompressie kan een belangrijke bijdrage leveren aan elektrificatie in de industrie. De pilotinstallatie bij Dow krijgt een capaciteit van tien ton per uur.

Opdrachtgever: Ecluse Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: najaar 2018

Ecluse gaat de energievoorziening op basis van aardgas van meerdere chemiebedrijven in Antwerpen vervangen door een warmtenet van ongeveer vijf kilometer lengte. Afnemers met een ‘letter of intent’ om warmte af te nemen, zijn Ineos, Lanxess, ADPO, Ashland, DNCP en Monument Chemical. Het netwerk kan op termijn groeien.

Opdrachtgever: EEW Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: eind 2018

EEW Energy from Waste breidt haar productiecapaciteit uit met een derde lijn. EEW levert energie in de vorm van stoom en elektriciteit aan de omliggende industrie op het chemiepark Delfzijl en in het industriegebied Oosterhorn. Het bedrijf maakt groene energie uit diverse soorten afval.

Opdrachtgever: Evides Industriewater Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: najaar 2018

Evides Industriewater realiseert een tweede demiwaterfabriek op de Maasvlakte om de Botlek, Europoort en Maasvlakte 1 en 2 van hoogwaardig proceswater te kunnen voorzien. Eind december is de nieuwe fabriek succesvol in gebruik genomen. De komende maanden wordt het tweede deel van de installatie gerealiseerd en stijgt de productiecapaciteit van DWP Maasvlakte naar 800 kubieke meter per uur.

Opdrachtgever: Evides Industriewater Waar: Botlek Investering: onbekend Afronding: onbekend

Het Rotterdamse haven- en industriegebied Botlek krijgt een centrale afvalwaterzuivering. Nouryon (voorheen AkzoNobel Industrial Chemicals), Huntsman, Emerald Kalama Chemical en Kemira hebben een intentieverklaring voor het project getekend. Evides Industriewater is de projectontwikkelaar en toekomstige bedrijfsvoerder van de nieuwe afvalwaterzuivering.

Opdrachtgever: Gasunie Transport Services Waar: Zuidbroek Investering: 500 miljoen Afronding: 2022

Gasunie Transport Services wil de stikstofinstallatie in Zuidbroek uitbreiden. Het project omvat ook een mengstation inclusief vier kilometer nieuwe leiding, en aansluitleidingen op bestaande gasleidingen en een stikstofleiding die is verbonden met de bestaande stikstofcaverne in Heiligerlee.

Opdrachtgever: Gasunie en Enexis Waar: Wjister Investering: onbekend Afronding: medio 2019

Gasunie en Enexis bouwen vlakbij de groengasproductielocatie van Attero in Wijster (Drenthe) een enorme compressor. Deze Groen-gas-Booster comprimeert groen gas naar hoge druk zodat het kan worden ingevoed in het landelijke gasnet. De compressor zal medio 2019 in gebruik worden genomen.

Opdrachtgever: Groningen Seaports Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: eind 2018

De stoomleiding tussen Nouryon en Eneco Bio Golden Raand krijgt er achthonderd meter bij. Via deze uitbreiding gaat EEW de extra stoom die zij produceert, leveren aan Nouryon. De uitbreiding van de leiding moet in oktober 2018 gereed zijn. Dan worden de installaties van EEW en Nouryon aangesloten en is alles in december 2018 voltooid.

PETROCHEM 12 - 2018 46

PET12 K_Projecten.indd 46

20-11-18 16:54


PROJECTEN Opdrachtgever: Havenbedrijf Rotterdam Waar: Europoort en Pernis Investering: 50 miljoen euro Afronding: 2019

Havenbedrijf Rotterdam wil tussen Europoort en Pernis een 25 kilometer lange pijpleiding aanleggen voor het transport van laagzwavelige dieselolie. Het zogenoemde Diesel Common Carrier System is bedoeld om bedrijven in de productie, opslag en handel in dieselbrandstoffen met elkaar te verbinden. De ingebruikname is gepland voor 2019.

Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Zwijndrecht Investering: 30 miljoen Afronding: medio 2019

Ineos Oxide investeert in Zwijndrecht zo’n dertig miljoen euro in een nieuwe hoge-drukstoomketel met een capaciteit van 150 MWth. Vier tijdelijke hoge-drukboilers, die dienen als stand-by, zijn al in gebruik genomen.

Opdrachtgever: LyondellBasell en Covestro Waar: Maasvlakte Rotterdam Investering: 150 miljoen euro Afronding: 2020

LyondellBasell en Covestro investeren 150 miljoen euro in een ‘bio plant’ en verbrandingsinstallatie op de Maasvlakte. Daarin wordt het afvalwater van de productie van propyleenoxide en styreenmonomeer behandeld en omgezet in stoom. De stoom wordt gebruikt als een energiebron in de bestaande productiefaciliteit op de locatie. Hierdoor ontstaat een circulair proces. Het project moet in 2020 klaar zijn.

PILOTS EN PLANNEN Opdrachtgever: ArcelorMittal en Dow Waar: Gent Investering: 20 miljoen euro Afronding: 2022

Staalproducent ArcelorMittal in België wil CO uit zijn afvalgassen leveren aan Dow Benelux in Terneuzen. Dow kan de CO met eigen overtollig waterstof combineren tot syngas. Allereerst worden twee proeffabrieken gebouwd in Gent. In 2022 wordt op basis van de pilots besloten of het businessplan economisch levensvatbaar is.

Opdrachtgever: ArcelorMittal Waar: Gent Investering: 87 miljoen euro Afronding: 2019/2020

Staalconcern ArcelorMittal, LanzaTech en Primetals Technologies investeren 87 miljoen euro in de Gentse vestiging van ArcelorMittal om bio-ethanol te maken uit gassen die vrijkomen bij staalproductie. Om de technologie van LanzaTech te testen, bouwen de partners een pilotplant, die ongeveer 80 miljoen liter bio-ethanol per jaar zal produceren.

Opdrachtgever: o.a. Avantium Waar: Chemie Park Delfzijl Investering: 100 miljoen euro Afronding: 2022

Avantium, Nouryon en RWE willen samen een bioraffinaderij van 100.000 ton bouwen op het Chemie Park Delfzijl. In de raffinaderij worden zuivere suikers gemaakt uit houtsnippers. Die suikers kunnen vervolgens worden gebruikt als grondstof voor verven en lakken. De fabriek krijgt een capaciteit van 130 kiloton houtsnippers per jaar, maar kan eventueel worden opgeschaald naar 350 kiloton per jaar. De fabriek zal mogelijk in 2022 in gebruik kunnen worden genomen.

Opdrachtgever: Avantium Waar: onbekend Investering: 20 miljoen euro Afronding: 2019

Avantium bouwt een nieuwe demonstratiefabriek die mono-ethyleenglycol (MEG) uit suikers gaat produceren. Het proces verloopt in één enkele stap en wordt Mekong genoemd. Waar de fabriek komt te staan is nog niet bekend, maar de ingebruikname is gepland voor 2019.

w Opdrachtgever: BASF Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend

BASF wil de capaciteit van het geïntegreerde ethyleenoxidecomplex op haar Verbund-site in Antwerpen uitbreiden. Het gaat niet alleen om de productie van meer ethyleenoxide, maar ook om derivaten, zoals oppervlakte-actieve stoffen, ethanolamines en glycolethers. De definitieve investeringsbeslissing wordt in 2019 genomen.

Opdrachtgever: Battolyser Waar: Eemshaven Investering: onbekend Afronding: begin 2019

Een joint venture van TU Delft en Proton Ventures gaat een Battolyser bouwen naast de Magnum-centrale van Nuon in Eemshaven. Deze installatie kan als een batterij elektriciteit opslaan of leveren, én water splitsen in waterstof en zuurstof door elektrolyse. De eerste battolyser van 15kW/60kWh wordt begin 2019 in Eemshaven geplaatst.

PETROCHEM 12 - 2018 47

PET12 K_Projecten.indd 47

20-11-18 16:54


PROJECTEN Opdrachtgever: BioBTX Waar: Groningen Investering: onbekend Afronding: 2020

BioBTX heeft een demofabriek op het Zernikepark in Groningen gebouwd om groene aromaten uit vloeibare biomassa te maken. In 2019 volgt een uitbreiding naar vaste stoffen zoals vaste biomassa en afvalstoffen zoals plastic. De pilot loopt tot eind 2020.

Opdrachtgever: BP Waar: Rotterdam-Europoort Investering: 1 miljard euro Afronding: onbekend

BP overweegt zijn raffinaderij in Rotterdam uit te breiden met een hydrocracker om producten als laagzwavelige diesel en kerosine te produceren. Daarnaast kan BP met dit proces basisolie produceren voor de productie van smeermiddelen. Met de bestaande hoeveelheid grondstoffen kunnen straks meer hoogwaardige producten worden geproduceerd.

Opdrachtgever: Chemours Waar: Dordrecht Investering: 75 miljoen euro Afronding: 2023

Chemours is van plan om 75 miljoen euro te investeren in de fabriek in Dordrecht om emissies te verlagen. Het gaat om een reductie met 99 procent van de totale GenX-emissies tegen het einde van 2020 ten opzichte van de emissie niveaus van 2017. Daarnaast gaat het om een emissiereductie van alle organische en gefluorideerde stoffen met tachtig procent in 2023.

Opdrachtgever: Corbion Waar: onbekend Investering: onbekend Afronding: onbekend

Corbion heeft plannen voor de bouw van een nieuwe melkzuurfabriek. De kans is groot dat de fabriek in Europa komt en Nederland zou dan een goeie kanshebber zijn als locatie. De fabriek zal een capaciteit van meer dan 100.000 ton per jaar krijgen.

Opdrachtgever: Dow Waar: Terneuzen Investering: paar honderd miljoen euro Afronding: onbekend

De beslissing is nog niet gevallen maar Dow in Terneuzen maakt wel kans op de bouw van een nieuwe plasticfabriek. Het hoofdkantoor overweegt de mogelijkheden en kijkt daarbij naar de businesscase en naar welke soorten plastics Dow in Terneuzen kan maken op basis van de aanwezige grondstoffen.

Opdrachtgever: Dow Benelux en Tata Steel Nederland Waar: IJmuiden Investering: 1 miljard euro Afronding: 2025-2027

Chemieconcern Dow Benelux en staalproducent Tata Steel Nederland overwegen in IJmuiden een fabriek te bouwen, die rookgassen van Tata’s hoogovens afvangt en het koolmonoxide daaruit omzet in synthetisch gas. Vervolgens kan Dow in Terneuzen daarvan plastics maken. De bouw hangt onder meer af van het succes van twee proefprojecten die eind 2018 en 2019 van start gaan. Twee testinstallaties bij staalproducent ArcelorMittal in Gent worden daarvoor verplaatst naar IJmuiden, om bij Tata Steel het proces te testen.

Opdrachtgever: o.a. Enerkem Waar: Rotterdam Investering: 200 miljoen euro Afronding: 2020

Een samenwerkingsverband van Nouryon, Van Gansewinkel, Air Liquide, AVR, Enerkem en Havenbedrijf Rotterdam wil een waste-to-chemicals-fabriek in Rotterdam realiseren. De installatie zal uit ongeveer 360.000 ton huishoudelijk en bedrijfsafval synthesegas en vervolgens zo’n 220.000 ton methanol gaan produceren.

Opdrachtgever: Fluxys/Parkwind/Eoly Waar: België Investering: onbekend Afronding: onbekend

Fluxys, Parkwind en Eoly willen een power-to-gas installatie bouwen waarin groene elektriciteit wordt omzet in groene waterstof dat in de bestaande aardgasinfrastructuur kan worden vervoerd en opgeslagen. De partijen onderzoeken in een eerste fase de haalbaarheid van de installatie.

Opdrachtgever: Gunvor Waar: Rotterdam Investering: 300 miljoen dollar Afronding: onbekend

Gunvor wilde 300 miljoen dollar steken in een upgrade van zijn Rotterdamse raffinaderij, maar heeft het project stilgelegd. Door verandering van omstandigheden kan de geplande investering in schonere brandstoffen niet meer uit. Gunvor zoekt een partner of een andere manier om het project toch door te laten gaan.

PETROCHEM 12 - 2018 48

PET12 K_Projecten.indd 48

20-11-18 16:54


PROJECTEN Opdrachtgever: o.a. Havenbedrijf Rotterdam Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: 2020

Havenbedrijf Rotterdam, Gasunie en Energie Beheer Nederland hebben het CCS-project Porthos gelanceerd. Het gaat om een verzamelleiding door het havengebied in Rotterdam waaraan verschillende bedrijven door hen afgevangen CO2 kunnen leveren. Jaarlijks moet na 2020 zo’n twee tot vijf miljoen ton CO2 worden opgeslagen, oplopend tot dertig miljoen ton in 2030. De partijen nemen in 2019 een investeringsbeslissing.

Opdrachtgever: Ineos Waar: mogelijk Rotterdam/Antwerpen Investering: 2,7 miljard euro Afronding: 2022

Ineos investeert 2,7 miljard euro in een ethaankraker en een propaandehydrogeneringsfabriek, ergens aan de kust in Noordwest-Europa. Rotterdam en Antwerpen zijn mogelijke vestigingsplaatsen. De propaandehydrogeneringsfabriek zal 750.000 ton propaan per jaar omzetten in propeen. De capaciteit van de kraker is nog onbekend.

Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: mogelijk Antwerpen Investering: onbekend Afronding: 2023

Ineos Oxide wil een nieuwe fabriek voor ethylideen norborneen (ENB) bouwen. Een beslissing over de locatie van de nieuwe fabriek is nog niet genomen. Een van de opties is om in Antwerpen een tweede productielijn te bouwen. Het concern heeft daar al een ENB-fabriek, waar momenteel via debottlenecking de capaciteit wordt vergroot.

Opdrachtgever: InSciTe Waar: Geleen Investering: onbekend Afronding: 2018

Het publiek-private partnerschap InSciTe bouwt een multifunctionele proeffabriek voor de productie van olie uit lignine. Deze crude lignin oil (CLO) kan worden gebruikt als brandstof voor schepen en boten. De proeffabriek krijgt een capaciteit van zo’n 160 liter per dag en is naar verwachting in 2018 operationeel.

Opdrachtgever: Lowlands Methanol Waar: Rotterdam Investering: 75 miljoen euro Afronding: begin 2020

Het nieuwe bedrijf Lowlands Methanol is van plan een methanolfabriek te bouwen in de haven van Rotterdam. De afvalverwerkingsinstallatie moet per jaar 150.000 ton biomassa en afval gaan verwerken. In de fabriek worden hout en RDF (Refuse Derived Fuel) bewerkt en vergast.

Opdrachtgever: Lyondell Waar: Botlek Investering: onbekend Afronding: onbekend

Lyondell overweegt zijn SMPO-fabriek in de Botlek uit te breiden door een debottlenecking. De capaciteit zou kunnen worden verhoogd van 325 naar 375 kiloton propyleenoxide en van 725 naar 850 kiloton styreenmonomeer per jaar. Het project wordt nog onderzocht op financiële en technische haalbaarheid.

Opdrachtgever: NAM Waar: Emmen Investering: onbekend Afronding: onbekend

Op de NAM-locatie van de voormalige gaszuiveringsinstallatie in Emmen komt mogelijk een groene waterstoffabriek. Eigenaar NAM gaat deze optie met verschillende partners nader onderzoeken. Groen waterstof kan de fabrieken op het Emmtec-terrein van onder andere DSM en Teijin Aramid onafhankelijk maken van het Groningen-gas..

Opdrachtgever: North Sea Port Waar: Zeeland Investering: onbekend Afronding: onbekend

Het havengebied van North Sea Port onderzoekt de haalbaarheid, vormgeving en uitrol van een grootschalige buisleidinginfrastructuur voor transport van CO2, waterstof of restgassen. Het onderzoek loopt tot 30 juni 2019.

Opdrachtgever: Nouryon en Gasunie Waar: Chemie Park Delfzijl Investering: onbekend Afronding: onbekend

Nouryon en Gasunie New Energy onderzoeken de mogelijkheden voor een grootschalige power-to-gas-installatie op het Chemie Park Delfzijl. De bedrijven willen met een twintig megawatt waterelektrolyse-unit elektriciteit omzetten in drie kiloton groene waterstof per jaar. Een besluit over de bouw van de installatie wordt in 2019 verwacht.

Opdrachtgever: Nouryon Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: 2021

Nouryon wil de productie van hoogzuiver vacuümzout op haar locatie in Delfzijl uitbreiden. Het project verhoogt de productie van de fabriek met ongeveer 25 procent. Het chemiebedrijf studeert nog op de plannen en wil in de eerste helft van 2018 een beslissing nemen. Bij groen licht moet het project vervolgens binnen drie jaar worden voltooid.

PETROCHEM 12 - 2018 49

PET12 K_Projecten.indd 49

20-11-18 16:54


‘MET INHOUD MAKEN WE VERSCHIL’ U kent ons wel van de platforms Petrochem, iMaintain of Het Nieuwe Produceren. De kwaliteit van onze informatie en sterke onderlinge relaties hebben daarbij steeds onze prioriteit. Met diezelfde inzet verzorgen we ook inhoudelijke producties

Inspirerende samenwerking VOMI organiseert jaarlijks haar Safety Day. De branchevereniging van dienstverlenende ondernemers in de procesindustrie vroeg ons te helpen bij de logistieke organisatie en het modereren van het evenement. Een uitdagende coproductie die wij met vertrouwen zijn aangegaan. Dankzij onze ruime ervaring in de organisatie van evenementen weten we precies wat nodig is om de dag op rolletjes te laten verlopen. En we kunnen ook het inhoudelijke programma vanaf het podium regisseren. Met kennis van de markt en enthousiasme kunnen we een goede inhoudelijke sfeer neerzetten. Bovendien bewaken we ook op die manier de structuur van de dag. Zo werd het een inspirerende samenwerking met VOMI.

voor onze klanten. Denk bijvoorbeeld aan bedrijfsmagazines, filmproducties, whitepapers, projectreportages, de organisatie van congressen en strategisch advies. Met combinaties daarvan kunnen we complete content-campagnes opbouwen.

‘De inzet van het team - de werkzaamheden van Catelijne tijdens de voorbereiding en het dagvoorzitterschap van Laura - hebben bijgedragen aan een geslaagde VOMI Safety Day 2018.’ Yorick Lieffering projectmanager bij VOMI

Ook samenwerken met Industrielinqs? Neem dan contact op met

Laura van der Linde dagvoorzitter

Janet Robben:

Of kijk op onze website:

Catelijne Klaver

janet@industrielinqs.nl

www.industrielinqs.nl

congrescoördinator

020-3122085

www.industrielinqs.nl Advertentiepagina VOMI.indd 1

PET12 Advertenties.indd 50

30-04-18 11:16

20-11-18 17:06


PROJECTEN Opdrachtgever: Nouryon, Tata Steel en Port of Amsterdam Waar: IJmuiden Investering: onbekend Afronding: 2023-2024

Nouryon, Tata Steel en Port of Amsterdam onderzoeken de haalbaarheid van een honderd megawatt waterelektrolysefabriek voor de productie van maximaal vijftienduizend ton waterstof per jaar, plus zuurstof, op het terrein van Tata Steel in IJmuiden. Een definitief investeringsbesluit wordt verwacht in 2021, waarna de bouw rond 2023-2024 klaar zou kunnen zijn.

Opdrachtgever: o.a. Nuon Waar: Eemshaven Investering: onbekend Afronding: 2023

Nuon, Gasunie en het Noorse Statoil werken samen om waterstof in te zetten als brandstof voor de Magnum-centrale in de Groninger Eemshaven. Zij hebben een innovatieproject opgestart om vanaf 2023 een van de drie units van de centrale over te schakelen op waterstof.

Opdrachtgever: OCI Nitrogen en Re-N Technology Waar: Chemelot, Geleen Investering: onbekend Afronding: 2020

OCI Nitrogen wil in Geleen een installatie bouwen waarin mest kan worden verwerkt tot biogas, mestkorrels en de kunstmest ammoniumsulfaat. De installatie moet per jaar ongeveer 43.000 kubieke meter biogas produceren. Daarnaast verwacht OCI 75.000 ton mestkorrels en 30.000 kubieke meter ammoniumsulfaat te kunnen maken. OCI Nitrogen heroverweegt het project omdat er geen subsidie voor is toegekend.

Opdrachtgever: Photanol en Nouryon Waar: Delfzijl Investering: acht miljoen euro Afronding: 2020

Photanol gaat samen met Nouryon een demonstratiefabriek in Delfzijl bouwen, waarin bacteriën CO2 omzetten in organische zuren. Het organische zuur uit de te bouwen demofabriek - zo’n 10.000 tot 15.000 kilo - zal worden gebruikt in de MCA-fabriek van Nouryon. Als met de demonstratiefabriek een product van goede kwaliteit tegen een gunstige kostprijs kan worden geproduceerd, volgt een commerciële fabriek. Deze zou dan twintig tot dertig miljoen kilo gaan produceren. De bouw daarvan staat alvast gepland voor 2023.

Opdrachtgever: PolyStyreneLoop Waar: Terneuzen Investering: 6,5 miljoen euro Afronding: eind 2018

PolyStyreneLoop wil naast chemiebedrijf ICL-IP in Terneuzen een demofabriek bouwen, die broomhoudend polystyreenafval gaat recyclen. De bouw begint in de tweede helft van 2018. Het proces levert schone polystyreen op die direct kan worden hergebruikt. Het broomhoudende residu kan in een bestaande unit ICL-IP worden verwerkt tot zuivere broom. De demofabriek kan drieduizend ton gerecycled polystyreen per jaar produceren.

NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Utility Support Group Waar: Geleen Investering: onbekend Afronding: januari 2019

Utility Support Group doet een haalbaarheidsonderzoek naar een demonstratie powerto-heat installatie. Het onderzoek richt zich specifiek op elektrische stoomketels en gloeispiralen en wordt naar verwachting in januari 2019 afgerond. Bij een positieve uitkomst wordt een investeringsvoorstel uitgewerkt voor de daadwerkelijke realisatie van een demo P2H-installatie.

Opdrachtgever: Vertoro Waar: mogelijk Geleen Investering: onbekend Afronding: 2019-2022

Vertoro bouwt een proeffabriek op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen waarin lignine wordt omgezet in een olie, die een basis kan zijn voor bijvoorbeeld harsen, chemicaliën en brandstoffen. Het is de bedoeling om in 2022 een volwaardige fabriek op Chemelot te realiseren met een capaciteit van tienduizend ton bio-olie per jaar.

Opdrachtgever: VITO Waar: Antwerpen Investering: 4,3 miljoen euro Afronding: eerste kwartaal 2021

De Vlaamse onderzoeksorganisatie VITO bouwt met partners Jacobs Belgium en VMH een pilot-installatie voor de productie van bio-aromaten uit lignine/hout. De proefinstallatie krijgt een capaciteit van ongeveer tweehonderd kilo per dag. Het LignoValue Pilot project kost 4,3 miljoen euro en moet tegen het eerste kwartaal van 2021 resulteren in een werkende installatie.

Opdrachtgever: Wintershall Waar: Blok F17 Investering: onbekend Afronding: onbekend

Wintershall wil ongeveer 120 kilometer ten noorden van Den Helder olie en gas winnen (blok F17). De verwachte productie zou maximaal 20.000 vaten olie en 500.000 kubieke meter gas per dag zijn. Het gas wordt per pijpleiding getransporteerd. De olie wordt in een onderwateropslagtank opgeslagen die wekelijks wordt geleegd.

PETROCHEM 12 - 2018 51

PET12 K_Projecten.indd 51

20-11-18 16:54


MARKET REVIEW ALGEMEEN

INDUSTRIE ISOLATIE

MANUFACTURING EXECUTION SYSTEMS (MES)

ERIKS bv

Toermalijnstraat 5 1812 RL ALKMAAR Postbus 280 1800 BK ALKMAAR Tel: +31 (0)72 514 15 14 Fax: +31 (0)72 515 56 45 E-mail: info@eriks.nl Website: www.eriks.nl Aandrijftechniek Afdichtings- & Rubbertechniek Stromingstechniek Industriële kunststoffen Gereedschappen, Onderhouds- & Veiligheidsproducten

CHEMICALS

Chemicals, Lime, Recycling and Automotive De Noord Chemicals b.v. Ridderpoort 14 2984 BG RIDDERKERK Postbus 257 2980 AG RIDDERKERK Tel: +31 (0)180- 41 59 88 Fax: +31 (0)180- 41 71 70 E-mail: info@noordchem.nl Website: www.noordchem.nl

PIPE SUPPORTS

Dutramex B.V. MAGION Process Control Engineering B.V. Advies, specificaties, cursus, inspecties en audits volgens Internationale CINI Standaard

NCTI

Hofweg 1, 3208 LE Spijkenisse Tel: +31 181 698030 Email: info@ncti.nl Website: www.ncti.eu

Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl

MEETDIENSTEN IN HOOGSPANNINGSTECHNIEK

Onafhankelijk kennisinstituut voor procesisolatie in industrie

INSPECTIE, TANKS DRUKAPPARATEN, VLOEREN

Keuring, inspectie en bouw van (chemie)installaties BRL K903 gecertificeerd. Staal, RVS en kunststof.

Emsbroek B.V.

Industrieweg 11 7251 JT Vorden Tel: +31(0)575 55 73 06 E-mail: info@emsbroek.nl Website: www.emsbroek.nl

Foutlocalisatie- en kwaliteitsmetingen aan kabelverbindingen, transformatoren en schakelaars. Power Quality metingen en thermografie. Kabelmontage (moffen en eindsluitingen 25 – 170KV gecertificeerd) en kabelreparatie.

Joulz Energy Solutions B.V.

Zalmstraat 7a, 3016 DS Rotterdam Postbus 19230, 3001 BE Rotterdam Tel.: +31 (088) 895 88 88 E-mail: meetdienst@joulz.nl Website: www.joulz.nl/diensten/ meetdiensten

Energieweg 19 4143 HK LEERDAM Tel: +31(0)345 - 61 40 11 Fax: +31(0)345 - 61 95 25 E-mail: sales@dutramex.com Website: www.dutramex.com Veerhangers & -supports Hydraulische Schokdempers Trillingsdempers Bewegingsbegrenzers Pijpophangingen & -ondersteuningen Klemsystemen Glijplaten Isolatiepakketten Counter Weight Systemen Staalconstructies

PROCESS CONTROL

MAGION Process Control Engineering B.V. Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl

DEMONTAGE

Kiwa Inspecta Nederland B.V. DDM Demontage B.V.

Industriële verhuizingen Demontage – Sloopwerken Transport – Asbestsanering Offshore

Postbus 70 2280 AB Rijswijk Tel: 088- 998 4621 Fax: 088- 998 4420 Email: inspectie@kiwa.nl Internet: www.kiwa.nl

Postbus 253 3454 ZM DE MEERN Tel: +31 (0)30- 666 97 80 Fax: +31 (0)30- 245 91 27 E-mail: info@ddm.eu Website: www.ddm.eu

Indien u ook vermeld wilt worden in de Market Review van Petrochem, neemt u dan contact op met Jetvertising, Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000.

52

PETROCHEM 12 – 2018

PET01_MartketReview-liggend.indd Alle pagina's PET12 Advertenties.indd 52

20-11-18 17:07


MARKET REVIEW STAALCONSTRUCTIES

STUDBOLTS

Frijns Steel Construction b.v.

BC Basco

De Valkenberg 14 6301 PM Valkenburg a/d Geul Postbus 150 6300 AD Valkenburg a/d Geul

MANUFACTURER OF HIGH INTEGRITY BOLTING

Tel: +31 (0)43 601 01 01 Fax: +31 (0)43 601 01 02 E-mail: info@frijnsgroup.com Website: www.frijnsindustrialgroup.com

WARMTEBEHANDELING

Vierschaarstraat 7A 9160 LOKEREN Tel: +32 9 348 21 35 Gsm: +32 472 73 10 56 E-mail: sales@basco.be Website: www.bc-basco.com Contactpersoon : Toyah Timmermans

Elektrisch voorwarmen en gloeien / Inductie verwarmen / Stationaire en mobiele gloeiovens / Uitdrogen beton en coatings

Delta Heat Services B.V.

Scheelhoekweg 2 3251 LZ STELLENDAM Postbus 52 3250 AB STELLENDAM Tel: +31 (0)187- 49 69 40 Fax: +31 (0)187- 49 68 40 E-mail: info@delta-heat-services.nl Website: www.delta-heat-services.nl

Bea Nederland B.V.

Anthony Fokkerstraat 2 3261 LB Oud Beijerland Postbus 1554 3260 BB Oud Beijerland Tel.: +31 (0)186 - 62 02 88 Fax: +31 (0)186 - 62 02 44 E-mail: sales@beaned.nl Website: www.beagroup.com

ADVERTENTIE-INDEX Abonnees. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53

SMIT Heat Treatment PO Box 117 5430 AC Cuijk

Locatie Rotterdam: Scheepsbouwweg 45, Rotterdam +31 78 699 96 90 rotterdam@smit-industrial.com Locatie Cuijk: Havenlaan 16, Katwijk NB cuijk@smit-industrial.com www.smit-industrial.com

UW VERMELDING HIER?

Neem contact op met Jetvertising Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000

Petrochem

geeft nog meer waarde voor uw geld

Delta Heat Services. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 EQIN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Evenementen 2019. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Frijns Steel Construction. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Hi-Force Nederland. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 ICS Cool Energy. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Industrielinqs specials. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Industry & Energy congres: 13-12-2018. . . . . . . . . . . . . . . 34 Mainnovation. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Market review . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52, 53 Sinus Jevi Electric Heating. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Vakmedianet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Van der Linden & Veldhuis Isolatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56

Meer nieuws dan ooit • • • • • • •

Actuele berichtgeving over de chemische industrie Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten Multimediale bedrijfspresentaties Wekelijkse nieuwsbrief Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase

Petrochem-abonnees krijgen meer • De nieuwste Petrochem staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • U kunt naar aanleiding van uw abonnement ook besluiten om bedrijfslid van het Petrochem platform te worden. Hierbij krijgt u onder andere voor twee personen toegang tot het jaarcongres Deltavisie. Meer weten? Kijk op www.petrochem.nl/bedrijfslidmaatschap

Ga direct naar petrochem.nl/abonneren en blijf iedereen voor PETROCHEM 12 – 2018

PET_kwart_staand.indd 1

PET12 Advertenties.indd 53

53

13-12-17 12:45

20-11-18 15:51 17:07


COLUMN

‘Beleidsvoerders moeten enkel de moed hebben om alle uitstoot van CO2 te belasten met een ernstig bedrag. Meer moeten ze niet doen, de onzichtbare hand van econoom Adam Smith doet de rest wel.’

Twintig euro per ton Beleidsmakers vragen me al eens wat er moet gebeuren om ons klimaat te redden. Daarbij hopen ze uit mijn mond de technologische oplossing voor het probleem te mogen vernemen. Weten ze direct wat hen te doen staat en op welke technologie ze moeten inzetten. Mijn antwoord stelt hen doorgaans teleur. Ik raad hen immers niet aan om geld in een of andere technologie te stoppen. Neen, ik raad hen aan om alle uitstoot van CO2 flink te belasten. Energiedrager Niet direct wat ze wilden horen. Nieuwe belastingen zijn niet bepaald een thema waarmee je de verkiezingen wint. Liever hoorden ze dat een of andere technologische oplossing alle heil zou brengen. Dan konden ze daar wat onderzoeksgeld in stoppen en zich op de borst kloppen: kijk eens, we doen er iets aan. In vroegere tijden zouden we dat aflaten hebben genoemd: spendeer wat geld voor de zielsrust en ga gewoon door zoals voorheen. Bovendien kiezen beleidsvoerders geheid voor de verkeerde oplossing. Ze gaan typisch voor een of andere technologische mirakeloplossing die belooft om het probleem helemaal op zijn eentje op te lossen, genre kernfusie of waterstofeconomie. Daar wordt dan decennialang massaal geld in gestopt, tot het besef doorsijpelt dat een kernfusiereactor al vijftig jaar lang een illusie blijkt en waterstof helemaal geen energiebron is, maar slechts een energiedrager. Mirakeloplossing Die manier van aanpak komt neer op wat gefriemel in de marge. Het lost hoegenaamd niets op en het doet ook geen centje pijn, want het verandert helemaal niets. Neen, als beleidsvoerders het echt menen met het klimaat moeten ze het systeem durven veranderen. In wezen moeten ze enkel de moed hebben om alle uitstoot van CO2 te belasten met een ernstig bedrag, pakweg dertig tot vijftig euro per ton. Meer moeten ze niet doen, de onzichtbare hand van econoom Adam Smith doet de rest wel. Want er zijn allerlei soorten technologie voorhanden en die krijgen allemaal vleugels als er een vraag voor wordt

gecreëerd. Velen zullen onderweg sneuvelen, maar sommige zullen doorgroeien tot reële oplossingen. Die ene mirakeloplossing zal er wellicht niet komen, maar vele kleintjes kunnen samen een groot probleem oplossen. Iedereen het bad in Het Europees Emissions Trading System (ETS) dat reeds in 2005 van start ging, werkte tot voor kort voor geen meter: de meeste sectoren ontsprongen de dans en de overmaat aan gratis uitgedeelde emissierechten zorgde voor bedroevend lage emissieprijzen. Maar kijk, dankzij een aantal hervormingen is de CO2-emissieprijs begin 2018 aan een steile klim begonnen. De kaap van twintig euro per ton werd reeds genomen en de prijs stijgt nog steeds dapper door. Het effect is er al: allerlei projecten die al jaren in de mottenballen lagen, krijgen nieuw leven ingeblazen. Het is nog wat afwachten in hoeverre die hoge prijs duurzaam is en straks niet weer naar beneden dondert. Die onzekerheid maakt veel kapot, het zou veel beter zijn als de emissieprijs gewoon vast stond, dan wist iedereen waar hij aan toe was en wat hem te doen stond. Maar zo’n directheid durven politici niet aan, het moet dus via de omweg van een systeem. Dan gebeurt het ‘vanzelf ’ door de marktwerking en kan iedereen de handen in onschuld wassen. We zijn dus rijkelijk laat op de goede weg beland: dankzij de hoge emissieprijzen gebeurt er eindelijk eens wat. Maar we zijn er nog lang niet, want vele sectoren betalen nog steeds helemaal niets voor hun uitstoot. Dat vormt mijn volgende advies voor beleidsvoerders: iedereen moet mee het bad in, alle sectoren moeten worden belast op hun CO2-uitstoot. Weer iets dat ze niet wilden horen. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Wim Soetaert Prof. Wim Soetaert is verbonden aan InBio.be, expertisecentrum voor industriële biotechnologie en biokatalyse van de Universiteit Gent.

PETROCHEM 12 - 2018 54

PET12 I Column.indd 54

20-11-18 16:56


9-18 14:5614:56

EVENEMENTENOVERZICHT2019 2019 EVENEMENTENOVERZICHT Donderdag februari Donderdag 1414 februari

Juni Juni

Donderdag maart Donderdag 1414 maart

Woensdag 2 oktober Woensdag 2 oktober

Techniekheld Techniekheld Woensdag april Woensdag 1010 april

Oktober Oktober

Donderdag april Donderdag 11 11 april

November November

Donderdag mei Donderdag 1616 mei

December December

Thema: Energietransitie vraagt waterstrategie Thema: Energietransitie vraagt omom waterstrategie Locatie: Heineken, Zoeterwoude Locatie: Heineken, Zoeterwoude www.watervisie.com www.watervisie.com

Thema: Leven Lang Leren Thema: Leven Lang Leren Locatie: Bouw & Infra Park, Harderwijk Locatie: Bouw & Infra Park, Harderwijk www.imaintain.info/congres www.imaintain.info/congres

Locatie: Rotterdam Ahoy Locatie: Rotterdam Ahoy www.petrochem.nl/techniekheld www.petrochem.nl/techniekheld

Locatie: Rotterdam Ahoy Locatie: Rotterdam Ahoy www.petrochem.nl/veiligheidscoalitie www.petrochem.nl/veiligheidscoalitie

Thema locatie nog niet bekend Thema en en locatie nog niet bekend www.hetnieuweproduceren.nu/jaarcongres www.hetnieuweproduceren.nu/jaarcongres

Thema: Human Element Thema: Human Element Locatie: Innovatiekracht, Spijkenisse Locatie: Innovatiekracht, Spijkenisse www.deltavisie2019.nl www.deltavisie2019.nl

Thema: nog niet bekend Thema: nog niet bekend Locatie: Oranjerie Hydepark, Doorn Locatie: Oranjerie Hydepark, Doorn www.imaintain.info/prestatie www.imaintain.info/prestatie

Locatie: Evenementenhal Delfzijl Locatie: Evenementenhal Delfzijl www.eemsdeltavisie.nl www.eemsdeltavisie.nl

Locatie: Brightlands Chemelot Campus, Geleen Locatie: Brightlands Chemelot Campus, Geleen www.chemvision.nl www.chemvision.nl

Thema locatie nog niet bekend Thema en en locatie nog niet bekend www.industryandenergy.nl www.industryandenergy.nl

www.industrielinqs.nl/platform-events www.industrielinqs.nl/platform-events Evenementenoverzicht 1 Evenementenoverzicht 1 Pet12 omslag los.indd 2019.indd 55 2019.indd

20-11-18 15:45 17:07 20-11-18 15:45 17:07 21-11-18 09:38


201303adv A4 18-03-13 08:39 Pagina 1

● INDUSTRIËLE ISOLATIE ● BRANDBESCHERMING ● STEIGERBOUW ● ASBESTVERWIJDERING

Is o l a t ie a l s t w e e de na t u u r Van der Linden & Veldhuis Isolatie B.V., Edisonstraat 5, 3133 KG Vlaardingen Postbus 232 - 3130 AE Vlaardingen, Telefoon 010 - 445 66 00, Telefax 010 - 435 64 80 Vestigingen: Sas van Gent en Wormerveer www.lindveld.nl PET12omslag A Cover.indd Pet12 los.indd 1 56

21-11-18 09:38

Petrochem Nr. 12 - 2018

VAN DER LINDEN & VELDHUIS


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.