UTILITIES NUMMER 01 - 2012 • TWAALFDE JAARGANG
LOSSE VERKOOPPRIJS d 18,50
Technologie en economie in de energie-, water- en gassenmarkt
Paul van Son: ‘Zonne-energie kan concurreren met conventionele centrales.’
ij
la
g
e
Gasgestookte centrale helpt energietransitie
001_Cover.indd 1
e M
www.utilities.nl
t
s
p
e
c
ia
le
E
n
e
rg
ie
b
Pinch-analyse brengt ideale warmte-integratie dichterbij
03-01-12 14:30
U wilt kosten besparen ĂŠn duurzamer ondernemen.
Daarom hebben wij Nicolette. Nicolette is expert op het gebied van energie besparen en duurzaamheid. Samen met een team van besparingsexperts geeft zij u inzicht in het energieverbruik van uw organisatie. Vervolgens worden alle besparingsmaatregelen voor u in kaart gebracht, waarbij niet alleen gekeken wordt naar kosten, maar ook naar CO 2-uitstoot. En onze experts ondersteunen u graag bij het uitvoeren van de door u gekozen maatregelen. Wilt u ook besparen en duurzaam ondernemen? Mail naar nicolette@nuon.com of kijk op nuon.nl/energiebesparing
002_nuon.indd 1 WT 44002293 energie adv Nicolette 210x297.indd 1
03-01-12 10:55 11:15 15-09-11
i n h o u d
V E R D E R
Interview
Geothermie biedt kansen voor warmte en elektriciteit 16
Het congres Geo Power had als focus opwekking van elektriciteit uit aardwarmte. Dat is wereldwijd dan ook het basisidee bij geothermie, ook al denken we in Nederland vooral aan verwarming van kassen en woonwijken. Nieuwe gasgestookte centrale ondersteunt verduurzaming 20
Onlangs startte Enecogen zijn nieuwe gasgestookte centrale in Europoort op. De centrale zal vooral worden ingezet om fluctuaties in vraag en aanbod van elektriciteit op te vangen. Productie OPEC stagneert
24
De komende jaren zal de olieproductie van het kartel grotendeels op hetzelfde niveau blijven. Analisten verwachten dan ook een nieuwe olieprijspiek. Tweede pinch-analyse levert nieuwe inzichten 31
Veel bedrijven laten een pinch-analyse uitvoeren om te onderzoeken of het warmtegebruik bij chemische processen kan worden teruggebracht. Loont het om na verloop van tijd nogmaals een pinch-analyse te doen?
VASTE RUBRIEKEN Commentaar Infostroom Technologie Product en oplossing Wervelingen In het volgende nummer Agenda Energievisie
5 6 14 34 42 43 44 46
10
De woestijnen van deze wereld ontvangen in zes uur tijd genoeg zonneenergie om in de jaarlijkse energiebehoefte van de gehele wereld te voorzien. Deze energie omzetten in een variant die nuttig kan worden gebruikt of getransporteerd, vergt heel wat technische, maar ook organisatorische inspanningen. Toch zet het Desertec Industrial Initiative hier de eerste stappen in. Paul van Son leidt het van oorsprong Duitse initiatief dat duidelijk verder gaat dan theoretische plannen maken.
Thema: energie
19
Het Internationaal Energie Agentschap bracht onlangs haar ‘World Economic Outlook 2011’ uit. De toekomstscenario’s zijn niet heel rooskleurig. rond 2017 komt de wereld in een ‘locked-in’ situatie terecht, waarin de grenzen aan CO2-uitstoot nog moeilijk te beperken zijn en de temperatuur op aarde zal stijgen.
Automatisering
36
Hoe kan de industrie meer halen uit automatisering? Veelal blijken bedrijven de mogelijkheden niet ten volle te benutten, terwijl er veel resultaten te behalen vallen: zo wordt sturen op energie-efficiënte makkelijker en liggen kostenbesparingen voor het grijpen.
UTILITIES 3 nr. 01 - 2012
003_inhoud.indd 3
03-01-12 15:33
apxendex.com
Making Energy Markets Work
De wereld van vandaag vraagt om transparante, solide en veilige energiemarkten. Daarom vertrouwen Europese energiebedrijven, grote energieverbruikers en financiĂŤle instellingen op APX-ENDEX, een van de belangrijkste energiebeurzen in Europa. APX-ENDEX faciliteert handel in gas en elektriciteit voor in- en verkopers op de groothandelsmarkten van Nederland, BelgiĂŤ en het Verenigd Koninkrijk. Making Energy Markets Work.
APX1148_Corp_Adv_A4.indd 1 004_apx.indd 1
15-11-11 14:37 16:57 02-01-12
Daar moet subsidie bij Dooddoeners genoeg in de wereld van energie, water en gas. Duurzame energieprojecten worden al heel snel als luchtfietserij en linkse hobby’s in de hoek gesmeten en doodgerationaliseerd. Op het hoogtepunt van de discussie komt men al heel snel met dat ene, irritante zinnetje op de proppen: daar moet subsidie bij. Spreek het een beetje nasaal geaffecteerd uit en u begrijpt dat ik tegen die tijd al aardig op de kast zit. Gelukkig weet ik mij tegenwoordig gesteund door het Internationale Energie Agentschap dat de energiewereld secuur in de gaten houdt.Vooral uit de laatste World Energy Outlook blijkt maar weer waar allemaal ‘subsidie bij moet’. Kolen, aardolie, aardgas en uiteraard ook kernenergie voelen zich allemaal gesteund door lokale politici die de eigen economie graag een duwtje in de goede richting willen geven. Dus trekken de Duitsers kunstmatig de prijzen van steenkool uit de eigen mijnen recht om de werkgelegenheid te beschermen. Of zorgt Nederland met fiscale voordelen ervoor dat bedrijven ook de kleinere gasveldjes blijven exploiteren. Natuurlijk is energieproductie een miljardenbusiness, maar 409 miljard dollar aan overheidsstimulatie vind ik niet marginaal. Je hoort mij niet beweren dat ik daar pertinent tegen ben, maar gebruik het subsidieargument niet om zand in de ogen te strooien tijdens de discussies rondom duurzame energie. Ook het argument van kleinschalige hobbyprojecten is van tafel geveegd. De potentie van zonne-energie in de woestijn is enorm en het lijkt er steeds meer op dat die potentie ook wordt benut. Desertec is de hobbyfase ver voorbij en directeur Paul van Son denkt op termijn zelfs woestijnstroom tegen wholesale prices te kunnen leveren. Goed, er moet nog veel water door de Rijn en ja, er moet subsidie bij. Maar de potentie is zeer groot en de impact ervan is veel verstrekkender dan alleen milieuwinst. Want een van de meest arme gebieden van de wereld krijgt nu toegang tot een van de meest elementaire voorzieningen: energie. Klinkt als een win-win-situatie. David.vanbaarle@industrielinqs.nl
COLOFON twaalfde jaargang nummer 01 2012 Utilities (10x per jaar) Technologie en economie in de energie-, water- en gassenmarkt
Vaste medewerkers Klaas de Jong, Wil Kling, Pieter Pulleman, Teus Molenaar, Gerard van Nifterik, Francis Voermans, Cyril Widdershoven, Tseard Zoethout, Bart Vis
Uitgever Wim Raaijen 020 3122 081 Industrielinqs pers en platform BV Postbus 12936 1100 AX Amsterdam T: 020 3122 088 F: 020 3122 080 redactie@utilities.nl
Lay-out Gabriele Köbbemann
Adjunct-directeur Mark Oosterveer 020 3122 793
Advertentie-acquisitie Jetvertising BV Postbus 1890, 2280 DW Rijswijk T: 070 399 0000 - F: 070 390 2488 www.jetvertising.nl Arthur Middendorp: arthur@jetvertising.nl
Hoofdredacteur David van Baarle 020 3122 082 Eindredactie Elise Quaden 020 3122 084 Redactie Evi Husson 020 3122 796 Liesbeth Schipper 020 3122 088
Traffic Breg Schoen 020 3122 088 Drukkerij MediaCenter Rotterdam, Rotterdam
Abonnementen (incl. BTW) Nederland/België D 132,50 Introductie NL/B 25% D 99,40 per jaar Overig buitenland D 156,50 Proefabonnement 3 mnd D 27,50
Studenten D 40,– Losse verkoopprijs D 18,50 De abonnementenadministratie wordt verzorgd door: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA UITGEEST Website: www.bladenbox.nl (nieuwe abonnementen) Website: www.aboland.nl (wijzigingen en vragen) T: 0900-ABOLAND (0900-22 65 263, 10 ct/min) F: 0251-31 04 05 Opzeggen Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. U ontvangt wel een aanbieding voor een nieuw abonnement aan het einde van
uw proefperiode. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op. Prijswijzigingen voorbehouden. © Industrielinqs pers en platform 2012 Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. ISSN: 1389-6385
UTILITIES 5 nr. 01 - 2012
005_commentaar.indd 5
03-01-12 14:20
infostroom E.ON laat consument energie opwekken Energieleverancier E.ON is een pilot project gestart waarbij consumenten thuis zelf energie opwekken met behulp van zonnepanelen of een HRecombi ketel. Aan de één jaar durende pilot doen in totaal dertig huishoudens mee. De verwachting is dat de deelnemers totaal 63.000 kilowattuur opwekken wat te vergelijken is met zestig procent van het jaarverbruik van dertig gemiddelde huishoudens. Hiermee wordt door alle deelnemers een totale besparing van 14.500 euro gerealiseerd. De huishoudens zijn verdeeld over Nederland. Deelnemers konden zich opgeven via de website van E.ON.
Het thuis opwekken van (groene) energie is een opkomend fenomeen. De elektriciteit die de zonnepanelen of de HRe-combi ketel produceren, stroomt direct naar apparaten in huis. Wanneer de zonnepanelen of de ketel meer elektriciteit opwekken dan op dat moment in huis nodig is, wordt de overtollige elektriciteit teruggeleverd aan het elektriciteitsnet. E.ON wil met de pilot consumentenervaringen in kaart brengen en de rol van de energieleverancier in het proces bepalen en optimaliseren. De pilot geeft E.ON daarnaast onderbouwing voor de beslissing om het decentraal opwekken van energie in de toekomst eventueel uit te bouwen.
Centrum Watertechnology geopend Het Centre of Expertise Watertechnology (CEW) is op 11 januari 2012 officieel geopend door Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Halbe Zijlstra. Het openingsspektakel vond plaats op de Water Campus in Leeuwarden. Het CEW, het centrum voor kennis en innovatie op het gebied van watertechnologie, is een unieke samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven in de watersector. Het biedt bedrijven de mogelijkheid om toegepast onderzoek en productontwikkeling op het gebied van watertechnologie geheel of gedeeltelijk uit te besteden. Bedrijven voeren dan samen met studenten, docenten en lectoren van de hogescholen, onderzoek uit in geavanceerde laboratoria en op diverse (demo)sites. Het resultaat hiervan is kennisvalorisatie; ontwikkelde technologische kennis wordt vertaald naar economische bedrijvigheid. Verder verbetert de kwaliteit van het onderwijs aanzienlijk doordat vraagstukken uit het werkveld integraal deel uitmaken van de opleidingsprogramma’s.
Gasunie schakelt over op groen gas Gasunie stapt vanaf 2012 over op groen gas voor haar kantoren. Gasunie heeft hiervoor een contract getekend met gasleverancier Essent. Het gaat om 800.000 kubieke meter groen gas per jaar, dat wordt geproduceerd uit organisch materiaal, zoals afval. Daarmee wordt tachtig procent van het gasverbruik van de Gasuniekantoren gedekt. CEO Paul van Gelder: ‘Deze overstap naar groen gas past binnen Gasunie’s ambitie om bij te dragen aan een duurzame energievoorziening. Dit is weer een concrete 6 UTILITIES nr. 01 - 2012
006_7_8_9_D_infostroom.indd 6
stap in de invulling van die ambitie.’ Hiermee is het gasverbruik van de Gasunie-kantoren grotendeels op duurzame basis geschoeid. Gasunie voert de overschakeling op het groene gas budget-neutraal uit door op andere gebieden extra energieefficiency te realiseren. Van Gelder: ‘Door de inzet van groen gas verminderen we onze footprint jaarlijks met 1,4 miljoen kilogram CO2-equivalent.’ Gasunie ziet groen gas als een wezenlijk onderdeel van een duurzame energievoorziening.
Kijk voor meer nieuwsberichten op www.utilities.nl
03-01-12 14:20
Vitens wil drinkwatertarieven verlagen Drinkwaterbedrijf Vitens zal de drinkwatertarieven fors gaan verlagen. Het waterbedrijf reageert daarmee op het besluit dat de Tweede Kamer onlangs nam om de Grondwaterbelasting en de Belasting op Leidingwater (BOL) af te schaffen. Vitens wil het belastingvoordeel volledig ten goede laten komen aan de 5,4 miljoen klanten die het waterbedrijf heeft. Deze verlaging komt bovenop de eigen ambitie van Vitens om de komende jaren de drinkwatertarieven niet te verhogen. Van de tien drinkwaterbedrijven in Nederland heeft Vitens als grootste grondwaterbedrijf de meeste impact gehad van deze belastingen die de overheid haar oplegde. De afschaffing van de Grondwaterbelasting in 2012 scheelt Vitens circa zeventig miljoen euro. De afschaffing van de Belasting op Leidingwater (BOL) vanaf januari 2013 scheelt de klant nog eens veertig miljoen euro extra. Klanten van Vitens krijgen daardoor een waterrekening die in 2012 gemiddeld vijftien procent lager ligt. Vanaf januari 2013 wordt die rekening nog eens twaalf procent lager. Drinkwaterbedrijf Vitens heeft zich samen met de brancheorganisatie Vewin jaren ingezet om deze belastingen op te heffen. Vitens vindt dat voldoende en kwalitatief hoogstaand drinkwater voor iedereen beschikbaar moet zijn tegen een maatschappelijk verantwoord tarief.
Argumentenkaart Schaliegas TNO heeft het initiatief genomen om samen met alle belanghebbenden en met hulp van het onafhankelijke analysebedrijf ‘de Argumentenfabriek’ de argumenten voor en tegen schaliegas bij elkaar te brengen op een zogenoemde ‘Argumentenkaart’. De Schaliegas Argumentenkaart geeft een helder overzicht van argumenten voor en tegen, maar laat de weging hiervan over aan de gebruikers van de kaart en de uiteindelijke besluitvormers. Met de Argumentenkaart kunnen zij zich een gebalanceerd eigen oordeel vormen. In het debat over de wenselijkheid van schaliegaswinning zijn door
verschillende belanghebbenden diverse voor- en tegenargumenten aangediend om hun kant van het verhaal te belichten. TNO heeft de Argumentenkaart laten samenstellen met medewerking van een flink aantal bij de discussie betrokken partijen, zoals de gasproducenten, onderzoeksinstituten, milieu- en bewonersorganisaties. In twee denksessies hebben zij verschillende argumenten aangedragen. De argumenten kunnen ook richting geven aan onderzoek naar die aspecten die van belang worden geacht, maar die nog in onvoldoende mate bekend zijn.
DNV en KEMA werken samen Het Noorse Det Norske Veritas (DNV) neemt 74,3 procent van de aandelen van KEMA over. Samen vormen ze een wereldwijd toonaangevend advies- en certificatiebedrijf op het gebied van opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit en van schone energie. DNV en KEMA vormen een internationaal energieadvies-, test- en certificatiebedrijf dat in staat is om de wereldwijde transitie naar een veilig, betrouwbaar, efficiënt en schoon energie-ecosysteem te bevorderen. De nieuwe naam van het bedrijf is DNV KEMA Energy & Sustainability en zal bestaan uit alle 1800 werknemers van KEMA, en vijfhonderd experts van DNV op het gebied van hernieuwbare energie en duurzaamheid. De nieuwe onderneming zal worden geleid door Thijs Aarten, huidig voorzitter van de Raad van Bestuur van KEMA. Het hoofdkantoor zal gevestigd zijn in Arnhem in Nederland.
Onder de naam ‘Windpark Suurhoffbrug’ gaat groene energieproducent Raedthuys vier nieuwe windmolens bouwen in het Rotterdamse havengebied. De locatie is gelegen ten zuiden van de N15 op de noordoever van het Hartelkanaal nabij de Suurhoffbrug. De windmolens vertegenwoordigen een vermogen van twaalf megawatt. Raedthuys gaat ervan uit dat de jaarlijkse productie op ongeveer 35 miljoen kilowattuur uit zal komen. Daarmee kunnen jaarlijks circa tienduizend huishoudens van groene stroom worden voorzien. Raedthuys investeert ruim veertien miljoen euro in het nieuwe windpark. In Delfzijl is Eneco officieel begonnen met de bouw van een bio-energiecentrale van 49,9 megawatt. De centrale komt halverwege 2013 in bedrijf en zet dan jaarlijks 300.000 ton snippers van gerecycled afvalhout om in duurzame elektriciteit. Dat is genoeg elektriciteit voor zo’n 120.000 huishoudens. De naam, Eneco Bio Golden Raand, is bedacht en ingezonden door omwonende Frits Alma en is een verwijzing naar de Golden Raand, de gouden rand van Groningen, die ook in het Groningse volkslied voorkomt. Omwonenden en lokale belangengroepen zijn nauw betrokken bij de bouw. Zo heeft de klankbordgroep Milieu Borgsweer adviezen gegeven bij het landschappelijk inbedden van de centrale. Sinds kort leveren het nieuwe Boerderijstroom en regiovariant Waddenstroom lokale groene stroom rechtstreeks van de boer aan de consument of bedrijven in de buurt. Boerderijstroom en Waddenstroom leveren uitsluitend 100 procent groene stroom uit de eigen regio, afkomstig uit kleinschalige energieprojecten van lokale ondernemers. De duurzame en voordelige energie van windmoleneigenaren wordt zo voor het eerst rechtstreeks aan huishoudens en bedrijven in de buurt geleverd. Dus zonder tussenkomst van energiebedrijven zoals nu nog vaak het geval is.
UTILITIES 7 nr. 01 - 2012
006_7_8_9_D_infostroom.indd 7
03-01-12 14:20
Aandeel zonnestroom kan groter Het totaal geïnstalleerd vermogen aan zonnepanelen voor Nederlandse consumenten kan in 2020 veertig keer (vierduizend megawatt) hoger bedragen dan het huidige geïnstalleerd vermogen aan zonnepanelen (honderd megawatt). Dit volume kan bereikt worden zonder subsidies. Bovendien zou de gemiddelde Nederlandse consument, bij een gelijkblijvend elektriciteitsverbruik en bij de huidige prijzen, minder kwijt zijn aan zijn elektriciteitsrekening met zonnepanelen dan zonder zonnepanelen. Dit voordeel hangt samen met de sterke prijsdaling maar tegelijkertijd sterke kwaliteitsverbetering van zonnepanelen voor particulier gebruik. Dit blijkt uit uitvoerige verkenningen van vijftien bedrijven, lagere overheden en kennisinstellingen onder leiding van energiekennisbedrijf KEMA. De vijftien partijen hebben zich ten doel gesteld om het potentieel aan zonnestroom voor particulieren zo veel mogelijk te benutten en deze vierduizend megawatt in 2020 te realiseren. Dit zou betekenen dat in 2020 circa één op de acht huishoudens gebruik zou maken van zonnepanelen tegen circa één op de vijfhonderd huishoudens nu. Een gemiddelde elektriciteitscentrale in Nederland heeft een gemiddeld vermogen van negenhonderd megawatt.
MKB verwacht stijging energiekosten Het MKB in Nederland maakt zich op voor een stijging van de energiekosten. Dat blijkt uit onderzoek van energieleverancier E.ON onder 377 Nederlandse MKB-organisaties. Bijna tweederde van hen verwacht een stijging en een kwart van de organisaties verwacht zelfs een flinke stijging. Echter, uit het onderzoek blijkt ook dat de verantwoordelijken voor energievraagstukken binnen de MKB-organisaties veelal niet goed op de hoogte zijn van de uitgaven aan energie. Ruim een derde (36 procent) van de respondenten geeft aan geen idee te hebben hoeveel pro-
cent van de bedrijfskosten aan energieinkoop besteed wordt. Het kan er mee te maken hebben dat veel MKB-ers in de laatste drie jaar niet zijn veranderd van energieleverancier. Tweederde van de organisaties zit al minstens drie jaar bij dezelfde maatschappij. Op de vraag of de MKB-ers fors investeren in duurzaamheid en groene energie wordt zeer uiteenlopend geantwoord. In bijna een op de drie organisaties (29 procent) is dat daadwerkelijk het geval. In een bijna even groot deel van de organisaties (29 procent) staan deze investeringen echter niet op de agenda.
Kennisbank TNO en CvE opgericht TNO en Centrum voor Energievraagstukken (CvE) van de Universiteit van Amsterdam bundelen krachten verder om een impuls te geven aan het onderzoek naar duurzame energievoorzieningen. De samenwerking moet helpen bij het inzichtelijk maken van de vele initiatieven en pilots op het gebied van lokale energievoorziening. Bij marktpartijen en betrokken organisaties bestaat onzekerheid en onduidelijkheid over wat de mogelijkheden, beperkingen en voorwaarden zijn. De kennis over duurzame energievoorzieningen zoals onder andere afstemming van diverse soorten lokale opwekking van duurzame energie, energie-efficiëntie en lokale energiebehoefte versnipperd, omdat het gaat om kennis uit verschillende vakgebieden, die aan elkaar gekoppeld moet worden. Bovendien zijn de projecten steeds lokaal, zodat het niet vanzelf spreekt dat de kennis die bij het ene project wordt opgebouwd, ten goede komt aan een ander vergelijkbaar project. Daarnaast moet er nog veel kennis worden opgebouwd, bijvoorbeeld kennis over mogelijke samenwerkingsvormen, contracten, benodigde wetgeving een open ICT-architectuur, verdienmodellen, financieringsvragen, een optimale energiemix, over ruimtelijke ordening of standaardisatie. Door op een efficiënte wijze samen te werken kunnen het CvE en TNO samenhang brengen in de bestaande kennis en de nieuwe kennis effectief opbouwen. 8 UTILITIES nr. 01 - 2012
006_7_8_9_D_infostroom.indd 8
03-01-12 14:20
infostroom buitenland Europese samenwerking loont Door samen te werken kunnen energieonderzoeksorganisaties in Europa de ontwikkeling van koolstofarme technologieën versnellen. De organisaties hebben hun krachten gebundeld in de European Energy Research Alliance (EERA), waarin ze via gezamenlijke onderzoeksprogramma’s (Joint Programmes) hun activiteiten op elkaar afstemmen. Zo wordt voorkomen dat onderzoeksactiviteiten in Europa dubbel worden uitgevoerd. Een dergelijke efficiënte en effectieve benadering is nodig om de ambitieuze Europese klimaat- en energiedoelen te halen. Bij EERA zijn inmiddels meer dan tweeduizend onderzoekers uit meer dan honderdvijftig organisaties betrokken, die samen investeringen van meer dan tweehonderd miljoen euro vertegenwoordigen. De eerste plannen van EERA worden nu in resultaten omgezet. Een van de projecten die binnenkort van start gaan betreft de ontwikkeling van een opslagsysteem voor thermische energie.
BERA van start De nieuwe uitdagingen van het energieonderzoek vragen een interdisciplinaire oplossing en een voldoende kritische massa. Daarom nam een aantal kennisinstellingen in België vorig jaar het initiatief om hun energieonderzoek meer op elkaar af te stemmen. Dit leidt nu tot de oprichting van een nieuwe entiteit: BERA, Belgian Energy Research Alliance. Een belangrijke ambitie van BERA is om op strategisch niveau te kunnen meespelen in het Europese energieonderzoek en in het bijzonder in de European Energy Research Alliance (EERA). EERA is het samenwerkingsverband tussen Europese onderzoeksinstellingen dat
innovatieve programma’s opzet over energietopics, zoals fotovoltaïsche en geothermische energie, smart grids en CO2-captatie en -opslag. EERA werd, parallel met de European Industrial Initiatives, opgericht in het kader van het SET-plan (Strategic Energy Technology) van de Europese Commissie. Enkele Belgische onderzoeksorganisaties hebben eerder al deelgenomen in EERA, maar om een volwaardige strategische rol binnen Europa te kunnen opnemen en zo de agenda van de Europese innovatie mee te vormen, is een verdere bundeling van strategie, capaciteit en competenties binnen België noodzakelijk.
Roadmap 2050 onlangs gepubliceerd Power Perspectives 2030 is de vandaag gepubliceerde tweede fase van het grensverleggende rapport Roadmap 2050 van de European Climate Foundation (ECF). De publicatie toont de belangrijkste stappen aan naar decarbonisatie van de elektriciteitssector voor de komende twintig jaar. In het nieuwe rapport wordt aangetoond dat het huidige energiebeleidskader voor 2020 een adequate eerste stap is richting de emissiereductiedoelstellingen van de EU voor 2050. Tegelijk wordt echter duidelijk, dat het decarbonisatieproces in de periode 2020-2030 aanmerkelijk moet worden versneld. Naar 2030 toe zal daarom een krachtigere visie nodig zijn die investeringen stimuleert en de elektriciteitsmarkten in staat stelt om de overstap naar een koolstofvrije elektriciteitssector te maken. Het nieuwe rapport is opgesteld door hetzelfde team dat eerder met succes de Roadmap 2050: a practical guide to a prosperous low-carbon Europe schreef. Deze groep, onder leiding van de European Climate Foundation, bestaat uit McKinsey, KEMA, Imperial College London, RAP en E3G.
Shell kijkt in de Verenigde Staten naar mogelijke gas-to-liquids (GTL)-projecten, die qua omvang vergelijkbaar zijn met zijn Pearl GTL Project in Qatar, aldus Andy Brown, executive vicepresident van het Brits-Nederlandse olieconcern. ‘We zijn op zoek naar locaties waar het gas goedkoop is en olieproducten duur zijn.’ Shell is slechts geïnteresseerd in grootschalige GTL-projecten, waarbij gas wordt omgezet tot vloeibare brandstoffen en smeermiddelen, die qua omvang vergelijkbaar zijn met de Pearl-fabriek in Qatar van achtien miljard dollar, stelt Brown. De eerste fase van Pearl GTL produceert nu vrijwel op volle capaciteit en de tweede fase is gedurende het weekeinde gestart, aldus Brown. De toekomst van Franse kerncentrales wordt waarschijnlijk een belangrijk twistpunt in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van het komende voorjaar. Uit een recente opiniepeiling blijkt dat 77 procent van de Fransen wil dat hun land op korte dan wel langere termijn afstand doet van kernenergie, zoals Duitsland eerder dit jaar ook besliste. De meeste Franse politici denken daar echter anders over. President Nicolas Sarkozy is juist overtuigd voorstander van kerncentrales en binnen zijn rechtse partij UMP staan die ook niet of nauwelijks ter discussie. GreenWatt, de Belgische specialist op het gebied van groene energie, lanceert een samenwerkingsproject in Chili waarbij de bladachtige stengels van de vijgcactus via biomethanisatie in energie en meststoffen omgezet zullen worden. GreenWatt is de voormalige spin-off van de Université Catholique de Louvain (UCL). Drie jaar geleden begon het zijn eerste commerciële realisatie; twee maanden geleden opende het een eerste filiaal in Frankrijk. Door de bloeiende landbouwsector en agro-voedingssector en ook de groeiende productie van bio-ethanol en biodiesel is namelijk ontzettend veel biomassa van coproducten beschikbaar in Latijns-Amerika.
UTILITIES 9 nr. 01 - 2012
006_7_8_9_D_infostroom.indd 9
03-01-12 14:20
Interview Het verhaal is bekend: de woestijnen van deze
wereld ontvangen in zes uur tijd genoeg zonne-energie om in de jaarlijkse energiebehoefte van de gehele wereld te voorzien. Deze energie omzetten in een variant die nuttig kan worden gebruikt of getransporteerd, vergt heel wat technische, maar ook organisatorische inspanningen. Toch zet het Desertec Industrial Initiative hier de eerste stappen in. Paul van Son leidt het van oorsprong Duitse initiatief dat duidelijk verder gaat dan theoretische plannen maken.
Tekst: David van Baarle
Woestijnstroom tegen groothandelstarieven Ironisch genoeg, maar ook heel logisch, is het gebied waar de meeste olie en gas is te vinden, tevens het gebied waar de meeste zon schijnt. De zon die in de woestijngebieden in Noord-Afrika en het Midden-Oosten schijnt, kan gemakkelijk voorzien in de energiebehoefte van de lokale bevolking. Bovendien blijft er daarnaast zoveel over dat ook Europa zo’n vijftien procent van zijn energiebehoefte uit diezelfde gebieden kan betrekken. Maar dan moet die zonne-energie uiteraard wel worden omgezet in een bruikbare vorm. Dat is nu precies de missie van het Desertec Industrial Initiative (Dii). Opvallend genoeg staat een Nederlander aan het hoofd van dit oorspronkelijk Duitse initiatief. Paul van Son, voormalig CEO van Essent, is de taak dan ook op het lijf geschreven. Niet alleen omdat hij zijn sporen heeft verdiend in de wereld van de duurzame energie, maar ook vanwege zijn bemoeienissen met de Europese energiemarkt. De missie van Dii-Eumena is helder: de zogenaamde Mena-regio (het MiddenOosten en Noord-Afrika) zelfvoorzienend maken met duurzame energie. De gevolgen van die missie zullen echter veel verder strekken dan energievoorziening alleen. De maatschap-
pelijke onrust die gepaard gaat met energieschaarste kan landen namelijk behoorlijk ontwrichten. Omgekeerd zou je kunnen redeneren dat toegang tot de broodnodige energie de nodige onrust zal wegnemen. Maar is dat daadwerkelijk zo? Om antwoord te krijgen op deze en vele andere vragen, verrijst in de woestijn van Marokko het eerste pilotproject dat onder auspiciën van Dii wordt gebouwd: een zonthermische installatie met een vermogen van honderdvijftig megawatt. Klinkt toch een beetje als water naar de zee dragen: duurzame energie winnen in gebieden die barsten van de olie. ‘Dat is een vergissing die meer mensen maken. Hoewel in het gebied inderdaad veel fossiele bronnen voorhanden zijn, heeft maar een klein aantal landen toegang daartoe. Juist de landen
driehonderd miljoen mensen wonen en dat aantal zal de komende jaren ook nog eens meer dan verdubbelen. Bovendien vinden wij het een zot idee dat landen waar zonne-energie in overvloed is, fossiele brandstoffen zouden moeten gebruiken.’ Nu wordt in Marokko een zonthermische installatie gebouwd. Vanwaar die keuze? ‘Wij denken dat die technologie voor de omstandigheden in Marokko de beste oplossing is. Wat dat aangaat laten we ons bij voorstellen voor projecten niet alleen leiden door de techniek, maar kiezen we meer voor een holistische benadering. Je kunt niet zomaar één oplossing bedenken voor alle regio’s in het Mena-gebied. Concentrated Solar Power (CSP) is een beproefde techniek, maar is wel relatief duurder dan bijvoorbeeld
‘Wij streven naar commodity market-parity.’ waar wij ons op concentreren, zoals Marokko, maar ook Tunesië, Egypte en Jordanië, hebben geen of nauwelijks bronnen. En dat terwijl in het MiddenOosten en Noord-Afrika meer dan
fotovoltaïsche zonne-energie, wat ook weer zijn eigen karakteristieken heeft. Bovendien verhit je bij CSP water om een stoomturbine aan te drijven. Dus zal er wel voldoende ketelwater voor-
10 UTILITIES nr. 01 - 2012
010_11_13_M_interview.indd 10
03-01-12 14:20
handen moeten zijn. Ook windenergie is op een aantal plaatsen in Mena zeer aantrekkelijk. We zoeken naar technologieën en combinaties daarvan die het meeste rendement opleveren tegen de laagste kosten. Dat betekent ook dat we kijken of we kunnen aansluiten op bestaande infrastructuur of dat efficiënte langeafstandverbindingen moeten worden gebouwd.’ Om op dat laatste aan te sluiten: is die infrastructuur er in Marokko? ‘De infrastructuur in Marokko is goed en het land heeft al sinds jaar en dag twee hoogspanningsverbindingen met Spanje. Inmiddels is er een vierhonderd kilovolt verbinding gebouwd
die het land verbindt met Algerije en Tunesië. Spanje is op zijn beurt gekoppeld aan Frankrijk, enzovoorts. Om maar een indruk te geven wat het betekent dat we met elkaar verbonden zijn: als er een grote centrale in Europa down gaat, kan men dat tot in Tunesië vaststellen.’ Maar zou een Europees supergrid helpen bij het ontwikkelen van Desertecprojecten? ‘De Europese Unie heeft een duidelijke voorkeur uitgesproken voor de ontwikkeling van een supergrid. Dat is voornamelijk goed nieuws voor Europa, dat een lang traject voor de
boeg heeft om zijn duurzame energievoorziening op te bouwen. Nu ook kernenergie in een kwaad daglicht staat, zal Europa moeten kijken naar alternatieven voor het wegvallende vermogen van de centrales die uit bedrijf gaan. De eigen duurzame bronnen in Noord-Europa, voornamelijk waterkracht en wind, zijn bij lange na niet toereikend om de energievoorziening te verduurzamen. Bovendien zijn de kosten van die duurzame energie significant hoger dan die van grijze stroom. Goedkope stroom uit Afrika is dus op den duur zeer welkom in Europa en men zal er dan ook goed aan doen om ook Noord-Afrika UTILITIES 11 nr. 01 - 2012
010_11_13_M_interview.indd 11
03-01-12 14:20
Laborelec is a centre of expertise for electrical power technology. Among our customers are transmission and distribution grid operators, power plants, and industrial and tertiary companies. Our experts have an in-depth knowledge and understanding of various types of electrical equipment, electrical system dynamics in networks, and electromagnetic compatibility, among others. This valuable background enables us to offer a broad range of specialized services.
Laborelec Belgium Rodestraat 125, BE-1630 Linkebeek, Belgium Tel: + 32 2 382 02 11 • Fax: + 32 2 382 02 41 www.laborelec.com • info@laborelec.com
advertentie_A5_samen werken_ENG.indd 1
1/12/11 09:49
‘Low Cost High Value’ Economische recessie, technologische en demografische verandering, toenemende concurrentie. Leer hoe ‘Best-in-Class’ bedrijven succesvol inspelen op actuele uitdagingen met service en onderhoud.
• • •
Hoogwaardig programma met state-of-the-art Best Practices en Workshops voor verder professionaliseren van service- en onderhoudsprocessen Voor strategische en technische beslissers Gratis deelname, naslagwerk, catering en parkeren
6e editie
Strategic & Operational Excellence voor service en onderhoudsmanagement donderdag 9 februari 2012, Amrâth Hotel Brabant, Breda
www.smc-congres.nl
Content partners:
SMC12_185x132_iMaintain_v1.indd 1
012_lab_mic.indd 1
Hoofdsponsoren:
Branche partners:
21-12-2011 12:36:11
02-01-12 14:35
en het Midden-Oosten te betrekken in het netwerkplan.’ U vergeet zon-pv. Dankzij de Chinezen worden zonnepanelen steeds goedkoper en bereiken zelfs de noordelijk gelegen landen grid parity. ‘U heeft het over grid parity, waarbij de kosten voor de kleinverbruiker verlaagd worden. Wij streven naar commodity market-parity, wat voornamelijk voor de industrie van groot belang is. Dat is een groot verschil. De zonnecentrales in woestijngebieden zijn vergelijkbaar met gasgestookte centrales. De investeringskosten zijn hoger, maar de operationele kosten vele malen lager. Grootschalige productie van stroom door conversie van zonne-energie zal op den duur concurreren met de conventionele centrales doordat ze geen brandstof verbruiken. Door gebruik te maken van warmteopslag in bijvoorbeeld vloeibaar zout kunnen zonthermische centrales ook ’s nachts produceren. Met deze zekerheden kun je de opgewekte energie op de reguliere energiemarkten verhandelen.’ Maar vooralsnog is ook deze energie nog duurder dan conventionele, fossielgestookte energie. Wie maakt Desertec mogelijk? ‘Desertec Industrial Initiative is een joint venture van een groot aantal energiebedrijven, technologiebedrijven, chemiebedrijven, kennisinstituten en banken. Al die bedrijven zetten hun kennis en kunde en soms ook financiële middelen in om het initiatief te laten slagen. Dat is echter nog niet voldoende. De projecten worden merendeels gefinancierd met private equity, maar het is onvermijdelijk om ook subsidies aan te spreken. De kosten voor een zonne-installatie zijn inderdaad nog altijd beduidend hoger dan voor een vergelijkbare conventionele centrale. Om dat gat te overbruggen, moet er dus worden bijgesprongen door overheden. Overigens wordt dat gat wel steeds kleiner. Waar een vergelijkbare installatie van 160 megawatt onlangs nog zo’n 750 miljoen euro kostte, kunnen we hem
nu al bouwen voor zeshonderd miljoen. Maar we moeten nog enige tijd de leercurve doorlopen voor we echt zelfstandig, zonder subsidie kunnen draaien.’ Toch zijn er ook kritische geluiden te horen. Bijvoorbeeld over het feit dat de gebieden waar Desertec zijn centrales wil neerzetten momenteel roerige tijden doormaken. ‘Persoonlijk hoor ik meer positieve dan negatieve geluiden over ons initiatief. Maar ik ken de tegenwerpingen. Ik wil niet ontkennen dat de Arabische lente onrust met zich meebrengt, maar Marokko is behoorlijk stabiel. Bovendien hebben zelfs de landen waar wel onrust was -met uitzondering van Libië in dit jaar- altijd aan hun olie- en gasleveringsverplichtingen voldaan. Waarom zou dat niet kunnen voor stroom? Vergeet niet dat de investeringen gaan plaatsvinden voor bestendiging van de energievoorziening in 2025. Het is natuurlijk
zijn zeer enthousiast en welwillend om mee te werken. We voorzien dan ook geen onoverkomelijke problemen.’ Wanneer is voor u het project geslaagd? ‘Ik denk dat onze belangrijkste missie is om meerwaarde te creëren voor de regio. Hoewel de woestijngebieden op de lange termijn een belangrijke energiebron kunnen worden voor Europa, is het eerste doel de lokale bevolking te laten profiteren van de duurzame energieprojecten. Zij zullen het initiatief immers moeten dragen, wil het een succes kunnen worden. Het referentieproject moet ons dan ook inzicht geven in de factoren die de businesscase positief dan wel negatief beïnvloeden. Technologie is daarbij de eenvoudigste factor. Interessanter is te kijken hoe de politiek van invloed is, wat is het draagvlak van de bevolking? Wie profiteert? Maar ook: is er genoeg basis voor het bouwen en bedrijven van zo’n centrale, voor
‘Onze belangrijkste missie is om meerwaarde te creëren voor de regio.’
niet te voorspellen hoe de politieke ontwikkelingen dan zijn. Wat wel is te voorspellen, is dat de gehele regio tegen die tijd de woestijnstroom hard nodig zal hebben. De Arabische en Noord-Afrikaanse regeringsleiders
het onderhouden ervan. Allemaal zaken die niet zozeer technisch van aard zijn, maar wel belangrijk voor het slagen van het project. Als we op die vragen antwoord kunnen vinden, is het project geslaagd.’ n UTILITIES 13 nr. 01 - 2012
010_11_13_M_interview.indd 13
03-01-12 14:20
technologie Auto draadloos opgeladen via magneetveld Elektrische auto’s zijn veel energiezuiniger dan normale auto’s. Ook kunnen ze met iedere in elektriciteit om te zetten energievorm bijgevuld worden, in plaats van met de milieuvervuilende en steeds schaarsere olie. Helaas is er één grote bottleneck die de massale doorbraak van elektrische auto’s stopt: de logge en dure autobatterijen, die de auto maar weinig bereik geven. Een nieuw concept met 97 procent efficiëntie belooft hieraan een einde te maken. Het plan van Shanhui Fan en zijn collega’s van het Center for Automotive Research van Stanford University in Californië is om een magnetische lus
in de weg te bouwen die resoneert met een lus in de auto. De wisselende magnetische velden dragen energie over van het laadstation naar de auto, zonder dat ze elkaar hoeven te raken. Omdat de resonantie zo nauw-
keurig op elkaar is afgestemd, is er ook nauwelijks vermogensverlies: in theorie slechts drie procent. In 2007 zijn onderzoekers van MIT er al in geslaagd energie met veertig procent efficiëntie over te dragen over een afstand van twee meter. Niet echt indrukwekkend, maar klaarblijkelijk is het concept nu sterk verbeterd. Fan vroeg zich af of deze ontdekking van Marin Soljai niet hét grote probleem van elektrische auto’s kon oplossen: het kleine bereik. Hij werkte het systeem zodanig uit dat het nu mogelijk is de auto op te laten laden met een grote dosis energie terwijl deze met volle snelheid over een snelweg rijdt.
Nieuwe elektrode maakt grootschalige energieopslag mogelijk Onderzoekers van de Stanford University hebben een nieuwe elektrode ontwikkeld waarmee grootschalige opslag van energie, van bijvoorbeeld windmolens, in het stroomnet mogelijk is. De onderzoekers maakten gebruik van nanodeeltjes. De onderzoekers gebruikten voor de nieuwe elektrode gehydrateerde kaliumionen. Hiervoor is gekozen omdat deze ionen de ideale afmetingen hebben om vrijelijk door de kristallijne structuur van koperhexacyanoferraat te bewe-
gen. Hierdoor wordt de elektrode niet beschadigd bij het veelvuldig laden en ontladen. Door het kleine formaat van de nanodeeltjes van de elektrode is dit proces ook nog eens zeer snel. In laboratoriumtests werd de nieuwe elektrode blootgesteld aan veertigduizend oplaadcycli, waarna hij nog steeds tot meer dan tachtig procent van zijn initiële capaciteit kon worden opgeladen. Huidige li-ion-accu’s kunnen maximaal ongeveer vierhonderd keer worden opgeladen voordat de resterende capa-
citeit te laag is om nog bruikbaar te zijn. Het onderzoeksteam denkt dat het met de nieuwe elektrode mogelijk is om energie op grote schaal in het stroomnet op te slaan. Dit kan handig zijn voor bijvoorbeeld windmolen- of zonnecelparken, waarbij de levering van energie afhankelijk is van de aanwezige wind of zonneschijn. Naast de lange levensduur heeft het nieuwe elektrodemateriaal nog andere voordelen. Zo is het goedkoop te maken en zijn de grondstoffen ervoor in grote hoeveelheden beschikbaar.
Drijvende windmolen in Atlantische Oceaan Voor het eerst is er in de Atlantische Oceaan een drijvende windmolen geplaatst. De turbine bevindt zich voor de kust van Portugal. De windturbine werd op het land in elkaar gezet en vervolgens het water in getrokken. Als alles goed gaat, moet de windturbine zo’n 2 MW gaan ople-
veren. Drijvende windmolens hebben tal van voordelen. Omdat ze niet aan de zeebodem worden vastgezet, kunnen ze ook verder op zee (waar het veel dieper is) worden geplaatst. En dat levert weer meer energie op, want verder op zee waait het harder. Bovendien is de installatie van zo’n drijvende
windmolen minder ingrijpend. De eerste windmolen in de Atlantische Oceaan ligt zo’n 350 kilometer uit de Portugese kust en wordt de komende tijd goed in de gaten gehouden. Het is een experiment om te kijken hoe de windmolen zich houdt en hoeveel energie deze op kan leveren.
14 UTILITIES nr. 01 - 2012
014_15_J_technologie.indd 14
03-01-12 14:20
Zonnecellen printen Volgens Belgische onderzoekers van de universiteit van Hasselt maakt een nieuwe technologie het mogelijk om zonnepanelen over vijf jaar gewoon uit te printen. Door middel van een zeefdruk kunnen zonnecellen op inkt geprint worden. De zonnecellen worden geprint op een plastic vel. Dat vel is duizend maal dunner dan de siliciumplaten waar de klassieke zonnepanelen van vervaardigd worden. Hierdoor kunnen in de toekomst grotere oppervlaktes met panelen worden bedekt. Ook de kosten van de nieuwe zonnecellen liggen een stuk lager: 0,024 eurocent tegenover 7,2 euro voor een traditioneel zonnepaneel.
De Belgische ontdekking kent echter ook nadelen. De uitprintbare zonnecellen leveren een stuk minder energie dan de traditionele
Bacterie stroomlijnt biodieselproductie
Hoe bouw je een biobrandstofbacterie? Eentje die zowel plantafval afbreekt én suikers omzet in stoffen als benzine, diesel en kerosine? Amerikaanse wetenschappers demonstreerden hoe dat moet met de beroemde bacterie E. coli. Met hun draaiboek moet het mogelijk worden allerlei micro-organismen om te bouwen voor biobrandstofproductie. Biobrandstoffen uit oneetbare gewassen staan volop in de belangstelling. Maar lastig is dat plantaardige biomassa over het algemeen veel cellulose bevat: een voor microorganismen moeilijk afbreekbaar koolhydraat in de celwand van plan-
tencellen. Momenteel wordt plantaardig afval eerst voorbewerkt met afbraakenzymen om cellulose af te breken tot fermenteerbare suikers. De oplossing: sla deze stap over door een micro-organisme te maken dat zowel plantaardige biomassa kan verteren als biobrandstof kan maken. Hoe je dat doet? Dat demonstreerden Amerikaanse onderzoekers van het Joint BioEnergy Institute door te sleutelen aan Escherichia coli (E.coli) bacteriën. De Amerikaanse synthetisch biologen brachten eerst genen in voor cellulose-verterende enzymen, die afkomstig waren van bacteriën die wel cellulose afbreken. Maar na de genetische aanpassing wel. Ze groeiden op een voedingsbodem met daarin opgelost vingergras: een gras dat veel getest wordt als kandidaat voor biodiesel, en dat voor zo’n dertig procent bestaat uit cellulose. De bacteriën scheidden afbraakenzymen uit, en zetten daarmee de biomassa van het vingergras om in suikers. Daarnaast kregen de bacteriën nog een genenpakketje ingebracht, waardoor ze die suikers weer om konden zetten in basisstoffen voor biodiesel, benzine of kerosine.
variant. De nieuwe zonnecellen gaan daarnaast slechts 5 jaar mee, terwijl de huidige panelen minimaal 25 jaar meegaan.
Energie sprokkelen uit autobanden Imec en Holst Centre hebben een MEMS energie-sprokkelaar gemaakt waarmee energie opgewerkt kan worden uit trillingen, met een record output van 489 µW. Metingen en simulaties tonen aan dat de component geschikt is om de trillingen van autobanden om te zetten in energie. Eenmaal geïntegreerd in een autoband kan de component bij een snelheid van zeventig kilometer per uur een constant vermogen van 42 µW leveren. Genoeg om bijvoorbeeld eenvoudige draadloze sensoren van stroom te kunnen voorzien. Imec’s innovatieve energie-sprokkelaar bestaat uit een vrijdragende cantilever met een piëzo-elektrische laag, tussen metalen elektroden die zo een condensator vormen. Aan de punt van de cantilever is een kleine massa bevestigd, die de vibraties omzet in een verticale beweging. Hierdoor wordt er druk uitgeoefend op de piëzo-elektrische laag en een spanning opgewekt. Het systeem is geschikt voor gebruik in autobanden, waarin het apparaat blootgesteld wordt aan regelmatige trillingen, afhankelijk van de snelheid van de auto en de eigenschappen van de autoband. UTILITIES 15 nr. 01 - 2012
014_15_J_technologie.indd 15
03-01-12 14:20
Aardwarmte Het congres Geo Power dat onlangs in
Milaan werd gehouden, had als focus opwekking van elektriciteit uit aardwarmte. Dat is wereldwijd dan ook het basisidee bij geothermie, ook al denken we in Nederland vooral aan verwarming van kassen en woonwijken. Maar wellicht zijn we daar in Nederland juist wel heel slim in. ‘Als je warmte kunt leveren, is dat veel beter dan elektriciteit produceren’, stelt Guus Willemsen. Tekst: Klaas de Jong
Geothermie biedt kansen voor warmte en elektriciteit Guus Willemsen, van ingenieursbureau IF Technology, vraagt zich af waarom wereldwijd bij geothermie de aandacht is gericht op elektriciteit. Voor John Lund, directeur van het aardwarmtecentrum van het Oregon Institute of Technology, is dat geen raadsel. ‘In de Verenigde Staten zitten de geothermiebronnen vooral in heel dun bevolkte en warme gebieden. Maar er is nu een project waar men de warmte gebruikt voor het drogen van agrarische producten en dat is financieel aantrekkelijker en levert ook nog meer lokale werkgelegenheid.’ Deze stelling zien we bevestigd in Kenia. Warmtelevering aan de glastuinbouw blijkt hier een aantrekkelijke toepassing. Het betere kasklimaat dankzij de warmte zorgt voor een veertig procent hogere opbrengst bij de tuinders in Kenia. Ook Ewald Slingerland van Ecofys komt tot de conclusie dat warmtelevering aantrekkelijk is. Er is in de bestaande bouw een groot potentieel voor afzet van warmte, stelt hij. Toch wordt wel degelijk ook in Nederland gekeken naar opwek16 UTILITIES nr. 01 - 2012
016_17_U_artikel.indd 16
king van elektriciteit. De gemeente Hoogeveen wil in één klap energieneutraal worden door elektriciteit op te wekken met geothermie. Het plan is om daarvoor water met een temperatuur van maar liefst 260 graden Celsius naar boven te laten komen. Dat vereist een wel heel kostbare diepe boring en nieuwe technieken. De investering is voorlopig geraamd op negentig miljoen euro. Het eerste Nederlandse geothermieproject in de gebouwde omgeving is Aardwarmte Den Haag. Het eerste deel van het warmtenet is gerealiseerd en in het voorjaar van 2012 zal de put gaan produceren. Het methaangas uit het bronwater zal worden ingezet in een gasketel.
ORC en Kalina Voor opwekking van elektriciteit is de Organische Rankine Cyclus (ORC) de aangewezen techniek, al draaien er op IJsland en in Unterhaching nabij München installaties met een Kalinacyclus. De pionier op het gebied van ORC is het Amerikaanse bedrijf Ormat, dat in totaal 1.400 megawatt elektrisch
vermogen voor geothermieprojecten heeft gebouwd. Daarvan exploiteert Ormat zelf 553 megawatt. Fabrikanten van ORC-turbines werken aan ontwikkelingen met superkritische systemen en tweetrapsverdamping om de exergie te maximaliseren. De Kalinacyclus, die werkt met een mengsel van water en ammoniak, zit van nature op maximale exergiebenutting. Pascal Schlagermann van het Duitse energiebedrijf EnBW presenteerde onlangs het proefproject met een Kalinacyclus in Bruchsal. Hier wordt op 2.500 meter diepte 24 liter water per seconde gewonnen met een temperatuur van 123 graden Celsius, dat met zestig graden Celsius weer in de bodem wordt teruggebracht. De turbine van de Kalinacyclus levert een elektrisch vermogen van 550 kilowatt. Schlagermann stelt dat het ontwerp van het systeem met warmtewisselaars inzicht vraagt in het gedrag van de azeotropische vloeistof en de verdamping bij verschillende temperaturen. Het bruto rendement van de Kalinacyclus is hoger dan dat van de
Abonnees lezen meer op www.utilities.nl
03-01-12 14:19
r
ORC, maar er was nog geen duidelijkheid over het netto rendement.
Op winst Het geothermieproject in Unterhaching vlak bij München heeft bekendheid gekregen door de toepassing van een door Siemens gebouwde Kalinacyclus voor opwekking van elektriciteit. Maar deze exotische techniek leverde nogal wat aanloopproblemen op. Gelukkig had gemeente Unterhaching in 2005 het besluit genomen om niet alleen op stroom maar ook op warmte te mikken. Daarvoor moest wel even een warmtenet worden aangelegd. Kennelijk lukt dat prima want in 2007 had men al voor 28 megawatt aan klanten aangesloten en in 2010 was dat al vijftig megawatt. Doel van de gemeente is om heel Unterhaching op warmte om te zetten. Ondanks de grote investeringen in het warmtenet is het financiële rendement van het geothermieproject sterk verbeterd. Dat bleek uit een audit die door het bureau Rodl & Partners is uitgevoerd. Benjamin Richner, een van de partners, liet zien dat het oorspronkelijke project een Internal Rate of Return van 5,5 procent had, maar nu op 8,2 procent zit. Na jaren met technische problemen is overigens sinds 2009 ook de Kalinacyclus volcontinu in bedrijf. De installatie levert 21 miljoen kilowattuur per jaar; veel minder dan in de oorspronkelijke opzet zonder warmtenet, maar als totaal is het project niet alleen financieel maar ook uit oogpunt van energiebesparing sterk verbeterd. De opwekking van elektriciteit is alleen haalbaar dankzij een heel hoog feed-in tarief in de Duitse EEG. Offshore Het Europese geothermieplatform EGEC heeft de stand van zaken in kaart gebracht met haar ‘Deep Geothermal Market Report 2011’. In 2010 waren er volgens dit rapport 212 warmtenetten met diepe aardwarmte in bedrijf. In 2015 zal dat aantal bijna zijn verdubbeld evenals het totale warmtevermogen van de putten van 4.500 naar 8.500 megawatt. Direct gebruik van warmte kan
snel groeien volgens EGEC omdat de productiekosten van aardwarmte kunnen concurreren met fossiele brandstoffen. Belangrijkste groeimarkten zijn Frankrijk, Duitsland, Hongarije en Denemarken. EGEC verwacht ook toepassing van absorptiekoelmachines op geothermie en absorptiewarmtepompen. In Denemarken worden deze technieken al toegepast bij geothermie. In de EU zijn 47 geothermiecentrales met een totaal elektrisch vermogen van 900 megawatt. Dat vermogen zal volgens EGEC groeien naar 1.500 megawatt in 2015. Binnen de EU is Italië dominant op dit gebied maar in Duitsland zijn zestien projecten in ontwikkeling. Griekenland heeft veel potentie en buiten de EU zijn IJsland en Turkije hot.
SDE Vanaf 2012 kent Nederland ook steun voor diepe aardwarmte in de SDE. Het basistarief voor warmte uit geothermie is 10,90 euro per gigajoule. Daarmee is het een van de goedkoopste opties voor duurzame energie. Voor geothermische warmtekrachtkoppeling is het basisbedrag
18,90 euro per gigajoule, waarbij de levering van elektriciteit en warmte gesommeerd moeten worden. Dat is nog steeds een gunstige optie, die in de eerste fase van de SDE voor 2012 zit. De SDE geldt voor geothermie voor een periode van vijftien jaar maar bij stijging van de energieprijzen daalt het subsidiebedrag. Voor 2012 komt de subsidie bij de door ECN verwachte energieprijzen op 5,40 euro per gigajoule bij alleen warmte en op 10,80 bij warmtekrachtkoppeling. Geothermie is blijkens de berekeningen van ECN en KEMA voor de SDE 2012 evenals andere vormen van duurzame warmte uit oogpunt van kosten voor de overheid de meest aantrekkelijke manier om de doelstelling van een aandeel van veertien procent duurzaam in het eindverbruik van energie in Nederland te realiseren. Dat sluit aan bij de conclusies van het manifest ‘2 x 200 in 2020’ van de stichting Warmtenetwerk. CE Delft heeft voor dit manifest becijferd dat duurzame warmte per eenheid energie veel goedkoper is dan duurzame elektriciteit. n UTILITIES 17 nr. 01 - 2012
016_17_U_artikel.indd 17
03-01-12 14:20
Utilities.nl
geeft nog meer waarde voor uw geld
Meer nieuws dan ooit • • • • • • • •
Actuele berichtgeving over de energie- en watermarkt Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten en diensten Multimediale bedrijfspresentaties Tweewekelijkse nieuwsbrief Live twitter updates LinkedIn interacted
Utilities-abonnees krijgen meer • De nieuwste Utilities staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwbouwprojecten en uitbreidingen in de projectendatabase • Ga naar www.utilities.nl en kies abonneren
Ga direct naar Utilities.nl en blijf iedereen voor
_adv_www_uilities.indd 43
03-01-12 14:38
ENERGIE
UTILITIES 19 nr. 01 - 2012
019_katernenergie_cover.indd 19
03-01-12 14:19
ENERGIE In november startte Enecogen zijn nieuwe
gasgestookte centrale in Europoort op. De centrale zal vooral worden ingezet om fluctuaties in vraag en aanbod van elektriciteit op te vangen. Op die manier kunnen de eigenaren Eneco en DONG Energy meer -onvoorspelbare- duurzame energie gaan leveren.
Tekst: Francis Voermans Beeld: Enecogen
Enecogen Centrale levert flexibiliteit voor verduurzaming Enecogen presenteert zijn nieuwe centrale met trots als de schoonste gascentrale van Nederland. Dat komt in de eerste plaats door het hoge rendement van de Stoom- en Gasturbine (STEG), dat met 59,5 procent weer een paar procentpunten hoger ligt dan zijn voorgangers. Daarnaast heeft Enecogen, als eerste gasgestookte centrale in Nederland, een installatie voor het verwijderen van NOx uit de rookgassen. ‘Tachtig procent van de stikstofoxides wordt eruit gehaald. De centrale heeft dus slechts twintig procent van de NOxuitstoot van andere gasgestookte centrales’, aldus Piet Frints, General Manager van Enecogen en tevens Directeur Strategic Assets bij Eneco. De centrale -capaciteit 870 megawattis gezamenlijk eigendom van Eneco en het Deense DONG Energy. Eneco was in 2005 de initiatiefnemer van het
project, en vond in DONG Energy een vijftig procent partner, zowel in het eigendom van de centrale als voor de afname van de elektriciteit. Voor Eneco is de centrale belangrijk om haar duurzame ambities te realiseren. Het bedrijf wil volledig naar duurzame energie omschakelen en bij die transitie is de gasgestookte centrale een hulpmiddel, legt Frints uit. ‘Eneco heeft een stevige windportfolio. We beheren bijvoorbeeld het Prinses Amaliawindpark, één van de twee Nederlandse windmolenparken in de Noordzee. Met de nieuwe centrale hebben we nu zelf veel meer flexibiliteit om dat op te vangen.’ Enecogen is dan ook gemaakt om flexibel te kunnen opereren. ‘De twee identieke eenheden in de centrale zijn ontworpen om 250 stops en starts per jaar te kunnen maken. Dat betekent dat we ze bijna elke dag aan en
uit kunnen zetten. Daarnaast kunnen ze uiteraard worden op- en teruggeregeld. De centrale kan in vijftig minuten opstarten van nul naar volledig vermogen’, zegt Frints. Hoeveel stroom de centrale maakt, wordt bepaald door de trading floors van de beide bedrijven. Op basis van hun portfolio geven zij hun vraag door aan Enecogen. Die telt de twee bij elkaar op en stelt de centrale daarop in. Twee operators zijn in staat om beide machines te stoppen en starten. ‘We kunnen heel snel reageren, bijvoorbeeld als de wind afneemt of als plotseling de vraag uit de markt stijgt.’
LNG De Enecogen-centrale werd turnkey geleverd door Siemens. De constructie verliep voorspoedig. De centrale werd drie weken voor de contractdatum opgeleverd. Frints: ‘Ondanks twee stevige winters tij-
BIo-ENERGIECENTRaLE ENECo BIo GoLdEN RaaNd Eneco wil de productie van duurzame energie de
triciteit. Daarmee wordt het de grootste houtgestookte
komende jaren opvoeren. Daarvoor bouwt het onder
centrale van Nederland, tweemaal groter dan de grootste
andere een nieuw offshore windpark met een vermo-
bestaande houtcentrale. ‘Die capaciteit is nodig om een
gen van 129 megawatt en diverse windparken op land.
goede business case te verkrijgen. Met het dubbele
Daarnaast heeft het onlangs de eerste paal geslagen
vermogen heb je niet de dubbele kosten. We hebben
van Eneco Bio Golden Raand, een bio-energiecentrale
driehonderdduizend ton afvalhoutsnippers per jaar nodig
in Delfzijl. De centrale zal afvalhoutsnippers gaan ver-
en dat is goed te doen. Daar hebben we al langjarige con-
branden voor de opwekking van 49,9 megawatt elek-
tracten voor afgesloten’, vertelt Piet Frints.
20 UTILITIES nr. 01 - 2012
020_21_23_P_artikel.indd 20
Abonnees lezen meer op www.utilities.nl
03-01-12 15:26
dens de bouw hebben we continu zo’n vier weken voor op schema gelegen. Dat is mede te danken aan Siemens dat zijn nek heeft durven uitsteken. Voordat het contract was getekend zijn ze al begonnen met de pre-engineering. Het is weliswaar een redelijk standaard ontwerp, maar toch. Daardoor hadden we kort nadat het contract was getekend de vergunningen in huis, en konden we direct beginnen met heien. Dat duurt toch vier of vijf maanden.’ De bouw verliep niet alleen snel, maar ook veilig. ‘We hadden twee ongevallen met verzuim op twee miljoen uren. Dat is heel weinig, al hadden we natuurlijk liever nul ongevallen gehad. Constructie binnen de tijd gaat vaak samen met goede veiligheid. Belangrijk is bijvoorbeeld dat de plant opgeruimd en
schoon blijft. Dat zorgt dat er efficiënt én veilig gewerkt kan worden.’ Na een betrouwbaarheidstest van 21 dagen, nam Enecogen de centrale eind
dicht bij zitten. Het testen en de commissioning vonden gelijktijdig plaats, in nauwe samenwerking. De twee units van Enecogen zijn volledig getuned
Voor de transitie naar duurzame energie is de gasgestookte centrale een hulpmiddel. november commercieel in gebruik. De centrale wordt geopereerd door achttien operators die in shifts werken. In totaal werken er 39 mensen bij Enecogen, dat een aparte organisatie is. De centrale draait tot dusver uitsluitend op gas afkomstig van de nabijgelegen LNG Gate-terminal, die ook net in bedrijf is. Frints: ‘We zijn de eerste aansluiting, simpelweg omdat we zo
op LNG. Uiteraard kunnen ze ook op het gas van het GTS-net worden afgesteld. Er zijn slechts kleine verschillen in de Wobbe-index.’
Flexibiliteit Eneco had tot dusver geen centrale in eigendom, maar heeft daar nu toch voor gekozen om meer zekerheid te krijgen. Frints: ‘Het inkopen bij andere centrales is geen probleem, behalve als je plotseling op UTILITIES 21 nr. 01 - 2012
020_21_23_P_artikel.indd 21
03-01-12 14:19
BUSINESS LINQS BIJEENKOMST Hét kennisnetwerk binnen de industrie
16 februari – STC Rotterdam
Impressie bijeenkomsten 2011
In de aanloop van Deltavisie 2012 met als thema ‘Wij nemen onze verantwoordelijkheid’ zal een aantal site-, plant- en productiemanagers met elkaar in gesprek gaan in een rondetafelgesprek met publiek. Tijdens dit gesprek komen huidige en toekomstige trends die spelen in de chemische sector zoals vergrijzing, (brand)veiligheid, motivatie van personeel, verduurzaming en meer aan bod. Samen wordt gediscussieerd over mogelijke oplossingen en hoe deze in de praktijk zijn om te zetten. Over de uitkomst van deze bijeenkomst wordt een achtergrondartikel gepubliceerd in Petrochem. De inhoud is bovendien de leidraad voor het Deltavisie-congres in juni. Op die manier wil de organisatie nog meer aansluiten bij de noden en wensen van de industrie.
Bevestigde sprekers • • • •
/SCHRIJF
Edith Romp, Teijin Aramid Dik Schipper, Dow Terneuzen Eward Hofstede, AVEBE Wim Raaijen, hoofdredacteur Petrochem
U NU IN
Teijin Aramid
SABIC
/ Neste Oil
Programma 16.00 uur Ontvangst en registratie 16.15 uur Rondetafel gesprek 17.30 uur Borrel
Inlichtingen? Industrielinqs pers en platform • Anouk Bouwmeester • tel.+31 (0)20 31 22 797 • anouk.bouwmeester@industrielinqs.nl In 2012 mede mogelijk gemaakt door:
Kijk op: www.industrielinqs.nl/businesslinqs voor meer informatie en de voorwaarden
01_BLadv.indd 63
03-01-12 14:27
korte termijn short zit. Dan moet je op de spotmarkt bijkopen en dat kan erg duur zijn. Met de nieuwe centrale hebben we meer mogelijkheden om tekorten en overschotten zelf goedkoper te balanceren.’ Eneco gaat zelfs nog een stapje verder met het afdekken van de risico’s van de fluctuerende energiemarkt. Gelijktijdig met de centrale heeft het in Epe, net over de grens in Duitsland, een gasopslag in gebruik genomen. De opslag bestaat uit twee lege zoutcavernes, waarin onder een druk van tweehonderd bar honderdtwintig miljoen kuub gas kan worden opgeslagen. De opslag biedt Eneco de mogelijkheid om gas in te kopen als de prijs laag is en te gebruiken of verkopen bij een hoge prijs of grote vraag naar gas. Bij beide investeringen gaat het om meer flexibiliteit, waardoor het aandeel duurzame energie kan worden opgeschroefd. Frints: ‘We gaan bij-
voorbeeld een nieuw windpark bouwen op de Noordzee, met een capaciteit van 129 megawatt. Enecogen is
STaTE-oF-ThE-arT
groot genoeg om fluctuaties in de elektriciteitsproductie van het park op te vangen.’ Eneco kreeg onlangs SDE-subsidie toegekend voor de exploitatie van het park, dat in 2014 in bedrijf zou moeten gaan.
Met een rendement van 59,5 procent mag de Enecogen-centrale zich de meest efficiënte gascentrale van Nederland noemen. Totdat de volgende wordt opgeleverd, want die zal waarschijnlijk weer enkele procentpunten zuiniger zijn. ‘We zijn voortdurend bezig de technologie te verbeteren. De kritische factor daarbij is de temperatuur die je toelaat in de gasturbine. Die
‘de Enecogen-centrale is in het geheel absoluut state-of-the art.’
wordt beperkt door de gebruikte materialen. Door verbeteringen, bijvoorbeeld in de coating van de schoepen of de materialen in de verbrandingskamer, kunnen we de temperatuur telkens weer iets verhogen. Of door aanpassingen die zorgen voor een gelijkmatigere temperatuurverdeling, zodat er minder hotspots zijn’, vertelt Bernard Fortuyn, CEO van Siemens Energy Nederland. Ook de steeds snellere opstarttijd van de STEGs is te danken aan die factoren. ‘Het is hetzelfde als met een auto. Als je koud start en direct plankgas gaat rijden, verkort je de levensduur. Bij sneller en ongelijkmatiger opwarmen worden de materialen zwaarder belast’, zegt Fortuyn. Het einde van de rendementsgroei is volgens hem nog niet in zicht. ‘We zullen nog lang stapjes kunnen verbeteren. En op een goed moment komt er een essentiële stap, bijvoorbeeld een nieuwe legering, die voor een step change zal zorgen.’ Siemens leverde de Enecogen centrale als turnkey opdracht met een waarde van net onder de zevenhonderd miljoen euro, inclusief een langjarig onderhoudscontract. De centrale bestaat uit twee zogeheten ‘single shaft’ units, waarbij de hoofdcomponenten op één as zijn aangebracht, die samen 870 megawatt kunnen leveren. Siemens leverde onder meer de twee gasturbines, twee stoomturbines en twee waterstofgekoelde generatoren. NEM, sinds kort een dochterbedrijf van Siemens, leverde de DeNOx-installatie en de heat recovery boiler. Voor de DeNOx-installaties geldt hetzelfde als voor gasturbines: door technische verbeteringen wordt het rendement steeds hoger. Fortuyn: ‘De Enecogen-centrale is in het geheel absoluut state-of-the art.’
Tegenslag voor Enecogen is dat het moet betalen voor de CO2-rechten voor de centrale. Frints: ‘De overheid heeft ons voortdurend gezegd dat er genoeg kosteloze reserverechten waren voor de nieuwe centrale. Toen we een jaar aan het bouwen waren, hoorden we pas dat de pot leeg was. Daar hebben we zacht gezegd een gefopt gevoel aan overgehouden. Temeer daar de overheid eerst beweerde dat de reservepot nog kon worden aangevuld.’ De verlening van kosteloze rechten geldt tot eind 2012. Vanaf dan moeten alle energieproducenten rechten kopen. ‘Het is toch een heel jaar dat we een relatief slechtere positie hebben. Op de hele levensduur van de centrale is dat vier procent. Het zal er soms toe leiden dat onze schone centrale stilstaat, terwijl een kolencentrale draait.’ n UTILITIES 23 nr. 01 - 2012
020_21_23_P_artikel.indd 23
03-01-12 14:19
ENERGIE De eurocrisis heeft het nieuws rondom de
OPEC-olieproductie discussie totaal ondergesneeuwd. De komende jaren zal de olieproductie van het kartel grotendeels op hetzelfde niveau blijven. Analisten verwachten dan ook een nieuwe olieprijspiek. De leidende olieproducerende landen zijn overeengekomen dat er een productieplafond van dertig miljoen vaten per dag zal worden aangehouden. Officieel is dit een kleine verhoging van de huidige productie met meer dan één miljoen vaten per dag. In praktijk is het echter alleen een juridische kwestie.
Tekst: Cyril Widdershoven
Stagnerende olieproductie zet wereldeconomie onder druk OPEC-lidstaten produceren nu al meer dan is afgesproken. Dit wordt nu geformaliseerd. In een stabiele oliemarkt zou deze ontwikkeling een prijsdaling hebben veroorzaakt, maar analisten zijn zeer verontrust over de onwil van OPEC-staten zoals Saoedi-Arabië en Iran om hun productiecapaciteit de komende jaren structureel te verhogen. Recent heeft de CEO van de Saoedische nationale oliemaatschappij Aramco, Al Falih, aangegeven dat zijn bedrijf een investeringsplan van honderd miljard dollar, dat bestemd was voor extra pro-
door deskundigen niet ondersteund. Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) in Parijs en OPEC verwachten beiden een sterke groei van de vraag naar olie. OPEC verwacht een vraag van 92,9 miljoen vaten per dag in 2015, in tegenstelling tot 86,8 miljoen vaten per dag in 2010. Voor 2035 verwacht OPEC zelfs een vraag van 109,7 miljoen vaten per dag. Deze groei zal moeten worden opgevangen door niet-OPEC-producenten om geen olieprijsstijging zoals in 20072008 te laten zien. Indien het oliekartel haar productie niet verhoogt,
Indien het oliekartel haar productie niet verhoogt, moet er veel nieuwe productie komen in andere landen.
ductieverhogingen, in de ijskast heeft gezet. Saoedi-Arabië verwacht dat niet-OPEC-landen, zoals Noorwegen, Rusland en Brazilië, voldoende extra capaciteit op de markt zullen brengen om aan de groeiende vraag te voldoen. Deze analyse wordt echter
dan moet er additioneel veel nieuwe productie komen in andere landen. Olieanalisten zien dit echter niet gebeuren. De instabiliteit en risico’s in andere productieregio’s zijn substantieel hoger dan binnen de OPEClanden, zelfs indien de Arabische
Lente wordt meegenomen in de risicobeoordelingen.
Groeiende vraag Financieel analisten zitten op dit moment te broeden op een nieuwe prijsanalyse voor de olieprijs in de komende jaren. De normale analyses, waarin analisten de extra productiecapaciteit van landen als Saoedi-Arabië of Rusland als mogelijke stabilisator van de markt meenamen, zijn echter op dit moment niet meer van waarde. De OPECovercapaciteit, in de jaren ‘90 nog rond de vier tot zes miljoen vaten per dag, is geheel verdwenen. De implosie in Libië, Irak, de sancties tegen Iran en instabiliteit in Nigeria en Venezuela, hebben grote gaten geslagen in de extra productiecapaciteit binnen OPEC. Op hetzelfde moment heeft de grootste OPEC-producent, SaoediArabië, te maken met een exponentieel groeiende binnenlandse vraag. De voormalige ‘swingproducer’ kan op dit moment bijna niet eens aan haar exportverplichtingen voldoen zonder negatieve gevolgen te veroor-
24 UTILITIES nr. 01 - 2012
024_25_27_O_energie_katern.indd 24
03-01-12 14:19
zaken binnen haar eigen binnenlandse economie. De laatste jaren is de vraag naar olie structureel verhoogd door de miljarden investeringen in de lokale petrochemische industrie en de groeiende vraag naar elektriciteitsopwekking. Indien Saoedi-Arabië de groei van de binnenlandse vraag niet kan laten afnemen, bijvoorbeeld door het verminderen van subsidies en hogere prijzen, dan ziet de OPECproducent zich rond 2020 geconfronteerd met een binnenlandse vraag van acht miljoen vaten per dag. Deze toename zal direct het exportpotentieel van Saoedi-Arabië laten afnemen met vier miljoen vaten per dag. De OPEC-gigant heeft de laatste maanden een strategische keuze gemaakt om hier structureel iets aan te doen. Om een deel van de vraag naar olie tegen te gaan, zal SaoediArabië extra miljarden gaan investeren in de winning van gas. Rond 2016 verwacht het land een productie van vijftien miljard kubieke voet (Bcf) te halen. Op hetzelfde moment investeert het land rond de 150 miljard
dollar in de petrochemische industrie om een raffinagecapaciteit van 3,5 miljoen vaten per dag te kunnen realiseren. Prins Faisal bin Turki, de belangrijkste adviseur van het Ministerie van Olie, verwacht dan ook een productiecapaciteit van honderd miljoen ton per jaar voor petrochemie, chemicaliën en polymeren. De grootschalige investeringen in de downstream zijn de oorzaak van mogelijke tekorten in de export van olie voor het land. Niet alleen is de vraag naar ruwe olie substantieel verhoogd, op hetzelfde moment gebruiken al deze zware industrieën grote hoeveelheden elektriciteit. Deze wordt ten dele opgewekt via gas, maar gezien de lage gasvolumes ook in toenemende door olie. De druk op de Saoedische export wordt dan ook steeds groter. Een van de mogelijke oplossingen om aan deze heikele situatie te ontkomen, is dan ook het vinden van gasvoorraden. Grote reserves worden verwacht in de Rub Al Khali en de Rode Zee. Echter, het succes van de huidige gasexploratieprojecten is tot op dit
moment zeer beneden maat, zoals Shell al heeft moeten toegeven.
Verlagingen De Saoedische situatie staat niet op zichzelf, andere OPEC-landen hebben hetzelfde probleem. Iran, Irak en Algerije staan ook met de rug tegen de muur. De binnenlandse vraag naar energie en olieproducten stijgt zo snel dat nieuwe productievolumes geheel worden geconsumeerd door de eigen lokale vraag. Tevens is er steeds meer geld nodig om nieuwe velden te ontginnen of oude velden op peil te houden. Deze ‘Catch-22’-situatie is dan ook het grootste probleem. Alle OPEClanden hebben een hoge olieprijs nodig om de noodzakelijke honderden miljarden voor nieuwe productie en economische groei te kunnen betalen. Nieuwe gegevens over olieprijsverwachtingen tonen dit ook aan. Saoedi-Arabië heeft een olieprijs van honderd dollar per vat nodig om haar overheidsbegroting te kunnen betalen. Irak, Iran, Nigeria en Venezuela zitten hier nog tien dollar per vat boven. UTILITIES 25 nr. 01 - 2012
024_25_27_O_energie_katern.indd 25
03-01-12 14:19
MARKET REVIEW ENERGIE
WATER
Coolworld
DHV B.V.
Duikerweg 34 Postbus 338 5140 AH WAAlWijk tel: +31 (0)416 - 68 80 88 Fax: +31 (0)416 - 68 80 89 e-mail: info@coolworld.nl Website: www.coolworld.nl
laan 1914 nr. 35 3818 eX AMeRsFooRt Postbus 1132 3800 Bc AMeRsFooRt tel: +31 (0)33 - 468 22 11 Fax: +31 (0)33 - 468 28 01 e-mail: info.industrie@dhv.com Website: www.dhv.nl
Diensten
Diensten
GAS
Diensten
GAS
PRoDucten
Noxon Stainless B.V. Engineering, Pijpleidingen, Montage en Apparatenbouw Postbus 2517 2940 AA lekkeRkeRk tel: +31 (0)180 - 45 21 88 Fax: +31 (0)180 - 66 23 08 e-mail: info@klip.nl Website: www.klip.nl
Vossenbeemd 51 5705 cl HelMonD Postbus 6096 5700 et HelMonD tel: +31 (0)492 - 58 21 11 Fax: +31 (0)492 - 53 89 70 e-mail: info@noxon.nl Website: www.noxon.nl
WATER
PRoDucten
ENERGYST CAT RENTAL POWER Hallenstraat 16 Postbus 30 5530 AA BlADel tel: +31 (0)497 - 53 25 00 Fax: +31 (0)497 - 53 25 50 e-mail: info.nl@energyst.com Website: www.energyst.com
Energyst Rental Solutions NV
SGS Nederland b.v.
BERMAD Holland Postbus 5130 3295 ZG ‘s-GRAVenDeel tel: +31 (0)78 - 6 73 47 61 Fax: +31 (0)78 - 6 73 70 87 e-mail: info@bermad.nl Website: www.bermad.nl
terbekehofdreef 24 B - 2610 WilRijk, BelGiË tel: +32 (0)3 - 457 52 69 Fax: +32 (0)3 - 458 31 40
ENERGIE
PRoDucten
Versteden Leidingsystemen B.V. kooiweg 24 4631 sZ HooGeRHeiDe Postbus 39 4630 AA HooGeRHeiDe tel: +31 (0)164 - 61 46 50 Fax: +31 (0)164 - 61 21 77 e-mail:info@versteden.com Website: www.versteden.com
Inspectie en Keuringen
STAR Oil Gas Power Jotem Waterbehandeling b.v. Parelstraat 24 7554 tM HenGelo tel: +31 (0)74 - 24 25 255 Fax: +31 (0)74 - 24 34 880 e-mail: info@jotem.nl Website: www.jotem.nl
Discom b.v. staalindustrieweg 5 2952 At AlBlAsseRDAM tel: +31 (0)78 - 681 09 60 Fax: +31 (0)78 - 681 09 70 e-mail: info@discom.eu Website: www.discom.eu
Malledijk 18 Postbus 200 3200 Ae sPijkenisse tel: +31 (0)181 - 69 33 33 Fax: +31 (0)181 - 69 35 81 e-mail: info@sgs.com Website: www.sgs.com
Lubron Waterbehandeling BV Postbus 540 4900 AM oosteRHout nB tel: +31 (0)162 - 42 69 31 Fax: +31 (0)162 - 45 91 92 e-mail: info@lubron.eu Website: www.lubron.eu
Middenweg 6 (haven 397) 4782 PM MoeRDijk tel: +31 (0)168 - 38 50 38 Fax: +31 (0)168 - 38 50 37 e-mail: info@starpowerpeople.com Website: www.starpowerpeople.com
STAR Groningen Helperpark 282e 9723 ZA GRoninGen tel: +31(0)50 - 501 44 01 e-mail: groningen@starpowerpeople.com
Kiwa Nederland B.V. sir. W. churchill-laan 273 2288 eA RijsWijk Postbus 70 2280 AB RijsWijk tel: +31 (0)70 - 414 46 21 Fax: +31 (0)70 - 414 46 40 e-mail: inspectie@kiwa.nl Website: www.1kiwa.com
Brancheverenigingen
STAR België Rijnkaai 37 B - 2000 AntWeRPen, BelGiË tel: +32 (0)32 - 26 25 95 e-mail: antwerpen@starpowerpeople.com
Hét kenniscentrum en dé belangenbehartiger voor zakelijke energie- en watergebruikers Website: www.vemw.nl
OVERIG TRAMESER B.V.
Siemens Nederland N.V.
Ambachtstraat 14 7609 RA Almelo tel: +31 (0)546 545 010 Fax: +31 (0)546 545 011 e-mail: info@trameser.com Website: www.trameser.com
Beatrixlaan 800 Postbus 16068 2500 BB Den HAAG tel: +32 (0)70 - 333 32 52 e-mail: industrysolutions.nl@siemens.com Website: www.siemens.nl/water
Indien u ook vermeld wilt worden in de Market Review van UTILITIES, neemt u dan contact op met Jetvertising: Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000 26 UTILITIES nr. 01 - 2012
026_marketreview.indd 26
Diensten
DDM Demontage B.V. Demontage - sloopwerken transport - Asbestsanering Postbus 253 3454 ZM De MeeRn tel: +31 (0)30 - 666 97 80 Fax: +31 (0)30 - 245 91 27 e-mail: info@ddm.eu Website: www.ddm.eu
03-01-12 14:37
De enige OPEC-producent met een laag prijsniveau is Qatar. Dit wordt echter geflatteerd door haar enorme gasexportrevenuen. Indien men de huidige situatie in ogenschouw neemt, is het begrijpelijk dat OPEC-landen geen enkele noodzaak zien om maatregelen te nemen om de olieprijs te verlagen. Een niveau van honderd dollar per vat wordt door het merendeel van de leden als zeer goed gezien. De invloed op de wereldeconomie is dan ook miniem, gezien de nog steeds toenemende vraag. Mogelijke verlagingen worden alleen noodzakelijk gezien indien de vraag naar OPEColie substantieel in elkaar zou klappen. Echter, op de korte en lange termijn wil en kan OPEC niet toelaten dat er lagere prijzen worden betaald voor haar olie dan op dit moment. Voor de komende jaren wordt dan ook een stabiele of zelfs hogere olieprijs verwacht. De onmacht van OPEC om de markt te bewerken met grotere hoeveelheden olie is duidelijk aan het worden. Nieuwe olieproductie elders is ook alleen maar mondjesmaat te verwachten, zeker gezien de groeiende binnenlandse vraag bij diverse niet-OPEC producenten, zoals Brazilië en Rusland. Nieuwe destabilisering van de markt, zoals een Iranconflict of het sluiten van het Suezkanaal, zal dan ook direct een scherpe prijsverhoging teweeg brengen. Rond 2015-2016 kan een nieuwe olieprijspiek worden verwacht, zeker indien de effecten van de eurocrisis zijn uitgewerkt. Sommige analisten verwachten een prijs van
productie op het niveau van 2010 en verhoging van de Irakese productie tot 3 à 3,5 miljoen vaten per dag zullen hier geen neerwaartse druk op leggen. De invloed van de oliemarktfundamenten, zoals als vraag en aanbod, neemt ook sterk af de komende jaren. De noodzaak om steeds meer te investeren in de moeilijkere olie- en gasvelden maakt het voor alle producenten (landen en bedrijven) onmogelijk om de olieprijs substantieel te laten zakken. Zoals al aangegeven door leidende instituten zoals het Centre for Global Energy Studies (CGES) in Londen of vakblad Middle East Economic Digest (MEED) zijn de investeringsniveaus te hoog om nog prijsdalingen toe te laten. Volgens het CGES is de investeringsintensiteit voor een extra vat productie gestegen van 2.500 dollar op ‘s werelds grootste veld Al Ghawar tot 10.000
De prijs van olie zal zeker een factor van betekenis kunnen worden voor het gedrag van de consument. rond de honderdvijftig dollar per vat. OPEC-landen laten soms doorschemeren dat dit best reëel is.
Investeren Voor 2012 zal de olieprijs rond de honderd tot honderdtien dollar per vat gaan liggen. Alle OPEC-landen kunnen hier mee leven, hun economieën zijn dan voldoende in staat om te groeien. Zelfs bij een hervatting van de Libische
dollar op het Khurais-veld en 17.500 dollar op het Al Manifa-veld. Hier moet ermee rekening gehouden worden dat dit allemaal velden in SaoediArabië zijn, waar nog steeds relatief gemakkelijk winbare olie zit. Voor nieuwe ontwikkelingen in Iran (40.000 dollar) en Kazakhstans Kashagan-veld (85.000 dollar) zien we een totaal ander plaatje. Deze investeringen moeten uiteraard ergens worden
goedgemaakt. De investeringsontwikkeling maakt het rationeel gezien onmogelijk om de markt goedkope olie te gaan leveren. Nieuwe conventionele oliereserves laten wereldwijd dan ook grote prijsstijgingen zien. Indien onconventionele oliereserves worden ontgonnen, zoals Heavy Oil, teerzanden of Sour Crude, blijven de investerings- en exploitatiekosten structureel hoger.
Komende decennia Peak Oil is nog steeds niet een begrip waar de oliemaatschappijen van wakker liggen. Saoedi-Arabië, Rusland, Nigeria en opkomende landen zoals Irak of ZuidSoedan, beschikken over immense conventionele olievoorraden. Dus de komende decennia zal er geen tekort zijn aan olie (zowel conventioneel als onconventioneel) maar de prijs zal zeker een factor van betekenis kunnen worden voor het gedrag van de consument. Toch moet de situatie niet geheel dramatisch worden afgeschilderd. Zelfs bij een prijs van 200 dollar per vat Brent, zullen consumenten de auto niet laten staan. De gigantische prijsstijgingen van begin jaren ‘70 van de vorige eeuw hebben ook niet geresulteerd in een groene wereld vol met fietsen, windenergie en elektrisch aangedreven auto’s. OPEC beseft dat de wereld nog lange tijd is overgeleverd aan haar natuurlijke rijkdommen, zeker gezien het feit dat alle Chinezen, Indiërs en Afrikanen nog steeds dromen van een dikke Dodge Charger. n UTILITIES 27 nr. 01 - 2012
024_25_27_O_energie_katern.indd 27
03-01-12 14:19
ENERGIE Zonder stevige beleidsmaatregelen wordt de
deur voor een veilig, efficiënt en koolstofarm energiesysteem al in 2017 gesloten en zal de gemiddelde temperatuur op aarde met meer dan twee graden Celsius toenemen, de grens die wetenschappers aan opwarming hebben gesteld voordat klimaatverandering uit de hand loopt. Dat zegt nu ook het Internationaal Energie Agentschap in de ‘World Economic Outlook 2011’.
Tekst: Tseard Zoethout
IEA: in 2017 sluiten de deuren Het is bepaald geen vrolijk nieuws dat de IEA onder het nieuwe voorzitterschap van Maria van der Hoeven, voormalig minister van Economische Zaken, voor het tweede, achtereenvolgende jaar in november naar buiten heeft gebracht. Want hoewel het Agentschap geen koffiedik kan kijken, staat vrijwel zeker vast dat economische ontwikkeling, stijgende welvaart en een groeiende wereldbevolking tot een steeds hogere energievraag zullen leiden.Van der Hoeven, tevens nieuwe secretaris-generaal van de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD), licht toe: ‘We kunnen niet veel langer doorgaan met het op onveilige, niet-duurzame manier opwekken van energie. Overheden moeten sterkere maatregelen nemen om investeringen in efficiënte, koolstofarme technologieën aan te moedigen. De ramp met de kerncentrales in Fukushima, de onrust in het MiddenOosten en Noord-Afrika en een sterk toegenomen energievraag die de CO2uitstoot in 2010 tot recordhoogte opstuwde, onderstrepen nog eens het belang en de reikwijdte van de uitdaging.’ En daar ligt al meteen de vicieuze cirkel voor en zwakte in het EU-beleid: terwijl de CO2-uitstoot -volgens het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) verreweg het belang-
rijkste broeikasgas- in de EU-landen tussen 1990 en 2010 met zeven procent is afgenomen en in lijn ligt met de afspraken in het Kyoto-protocol, is deze in de Verenigde Staten maar nauwelijks afgezwakt en in nieuwe economische grootmachten China en India aanzienlijk gestegen. Zo stoot China weliswaar per hoofd van de bevolking nog steeds minder dan de helft van hun Amerikaanse tegenhanger uit, maar door de sterk opkomende middenklasse en enorme aantallen mensen is de uitstoot van kooldioxide sinds 2003 wel verdubbeld. Hetzelfde is het geval bij die andere opkomende economische grootmacht, India, dat vorig jaar Rusland in volume heeft voorbijgestreefd en nu na China en de VS de derde grootste ‘emitter’ geworden is. In totaal nemen ontwikkelingslanden nu twee derde van alle broeikasgasemissies voor hun rekening. Het gros van die uitstoot komt op conto van verbranding van fossiele brandstoffen voor elektriciteitsproductie en vervoer.
Scenario’s Nu is het geen nieuws dat staten snel maatregelen moeten nemen om de verdere uitstoot van broeikasgassen te beperken. Dergelijke waarschuwingen heeft het IEA immers al eerder en herhaaldelijk geventileerd. Afwijkend van eerdere jaren is dat men in deze laatste ‘out-
look’ ook een tijdspad aan die maatregelen heeft aangegeven: rond 2017 komt de wereld in een ‘locked-in’ situatie terecht. Door alle energiecentrales, huizen, fabrieken en dergelijke die er op dat moment staan, raken de beleidsmogelijkheden voor overheden uitgeput om binnen het scenario van een CO2-plafond van 450 parts per million (ppm) te blijven. Daardoor zullen gemiddelde temperaturen op aarde met meer dan twee graden Celsius stijgen, de grens die wetenschappers aan klimaatverandering hebben gesteld. Net als in voorafgaande jaren is het IEA met drie scenario’s voor de periode 2010-2035 gekomen. Volgens het New Policies Scenario (NPS), de middenlijn waarin overheden voorzichtige maatregelen nemen, stijgt de energievraag gedurende die tijd met een derde, voor negentig procent in nietOECD-landen. China zal haar positie verstevigen als grootste energieverbruiker, ruwweg zeventig procent meer dan de VS in 2035. Het aandeel fossiele brandstoffen in het primaire energieverbruik gaat dalen van de huidige 81 procent naar 75 procent in 2035 terwijl het aandeel hernieuwbare energiebronnen van dertien naar achtien procent in 2035 stijgt. De lichte groei van hernieuwbaar komt overigens vooral door stevige
28 UTILITIES nr. 01 - 2012
028_29_30_Q_energie_katern.indd 28
03-01-12 14:19
overheidssubsidies: van de huidige 64 miljard dollar naar zo’n 250 miljard dollar in 2035, groeicijfers die volgens het IEA in sommige gevallen niet haalbaar zijn in het licht van het strenge fiscale klimaat in de OECD-landen. Hoewel die subsidies op het eerste gezicht fors lijken, staan ze niet in verhouding met overheidssteun die bedrijven voor de exploratie, exploitatie en vermarkting van fossiele brandstoffen ontvangen. Alleen al in 2010 vloeide er volgens het IEA 409 miljard dollar uit staatskassen naar multinationals als Shell, BP en ExxonMobil, ruim 110 miljard dollar meer dan in 2009. Het Agentschap en de OECD stelden in oktober daarom al voor om inefficiënte subsidies op fossiele brandstoffen af te bouwen.
subsidies in 24 OECD-landen gaat bijvoorbeeld naar aardolie, tussen 45 en 75 miljard euro per jaar over de afgelopen vijf jaar. En Duitsland trok in 2009 ruim twee miljard euro voor haar kolenindustrie uit. Gelukkig is die situatie langzaam aan het veranderen: bijna de helft van de OECD-landen heeft volgens de IEA sinds 2010 maatregelen genomen om prijzen voor fossiele brandstoffen die kunstmatig onder de productiekosten liggen, uit te faseren. Dergelijke maatregelen zorgen er niet alleen voor dat economische-, sociale- en milieudoelen van de OECD-landen beter kunnen worden gehaald maar stimuleren bovendien investeringen, werkgelegenheid en groei in de duurzame energiesector en in de energie-efficiency.
Het meeste zorgen baart de stijging van het kolengebruik, een van de meest vervuilende fossiele brandstoffen. Tot dit doel heeft het IEA in oktober voor het eerst de ‘inventory of estimated budgetary support and tax expenditures for fossil fuels’ ontwikkeld. Daarin staat gedetailleerde informatie van ruim 250 mechanismen beschreven die productie en gebruik van fossiele brandstoffen stimuleren. Ruim de helft van alle overheids-
Of, zoals Angel Gurría, de eerdere secretaris-generaal van de OECD, al opmerkte: ‘De ruimte voor politieke manoeuvres wordt steeds verder ingeperkt, vooral in de meer ontwikkelde economieën. Structurele hervormingen zijn essentieel voor groei en werkgelegenheid. Er zijn echter maar erg weinig snelle oplossingen. Eén daarvan is deze:
verwijdering van inefficiënte subsidies op fossiele brandstoffen.’
Ontwikkelingen fossiel Terug naar het NPS en korteretermijnverwachtingen. Volgens het IEA zal de gemiddelde olieprijs hoog blijven, stijgend tot circa 120 dollar per vat in 2035. Tevens wordt de afhankelijkheid van een afnemend aantal producenten in de MENA-landen (Midden-Oosten en Noord-Afrika) groter, tot meer dan negentig procent in 2035. Als zij ook nog eens een derde minder dan de vereiste jaarlijkse honderd miljard dollar investeren, kan de prijs op de korte termijn wel eens tot 150 dollar per vat oplopen. De groei van 87 miljoen vaten per dag in 2010 naar bijna honderd miljoen vaten per dag in 2035 wordt volgens het IEA volledig veroorzaakt door de transportsector in de opkomende economieën. Alternatieve technologieën als hybride of zelfs geheel elektrische voertuigen krijgen weliswaar meer voet aan de grond, maar hun marktpenetratie gaat nog veel te langzaam om die snelle toename te compenseren. Het meeste zorgen baart de stijging van het kolengebruik, een van de meest vervuilende fossiele brandstoffen. Dat zal in het NPS in 2035 met 65 procent zijn toegenomen, vooral in China dat nu al bijna de helft van haar UTILITIES 29 nr. 01 - 2012
028_29_30_Q_energie_katern.indd 29
03-01-12 14:19
energievraag uit kolen haalt. Meer efficiënte kolencentrales en CCStechnologieën (afvang en opslag van CO2) kunnen de vooruitzichten voor kolengebruik verbeteren maar CCS heeft sinds medio 2009 in toenemende mate met hobbels in wet- en regelgeving en politieke tegenwind in de EU te maken. Want hoewel de EU de CCS-technologie nog steeds breed omarmt, is bijvoorbeeld een groot demonstratieproject in GrootBrittannië recent afgeblazen en heeft de Nederlandse overheid haar plannen voor opslag onder de grond in Groningen en Noord-Holland onder maatschappelijk protest in de ijskast gezet. Grootschalige commerciële CCS-projecten zullen daardoor naar verwachting niet vóór 2025 plaatsvinden, te laat om aan de ‘locked-in’ situatie te ontsnappen. De toekomst van gas is volgens het IEA echter zeer rooskleurig. Zo rooskleurig zelfs dat het Agentschap een recent rapport de titel ‘the golden age of gas’ heeft meegegeven. Gas zal in de energiemix van de huidige 21 procent naar ruim 25 procent stijgen, daarmee de rol van kolenwinning naar beneden drukkend. Die toename is met name aan de opkomst van onconventioneel gas -zoals schaliegas, licht gas en ‘coalbed methane’- in landen als China, de VS en Australië te danken. Verwacht wordt dat in 2035 veertig procent van al het gas uit onconventionele bronnen komt. Plaatselijke tegenstand ziet het Agentschap niet als een onoverkomelijk probleem: wanneer er aan milieubezwaren tegemoet wordt gekomen en exploitanten tien à vijftien procent meer moeten investeren, is winning van onconventionele gasvoorraden nog steeds winstgevend. Als gasprijzen competitief worden en Rusland efficiënter met winning omspringt en exploitatie beter gefinancierd krijgt, zal de gasproductie tot 2035 met ruim vijftig procent stijgen, meent het IEA op basis van het NPS.
Klimaatbeleid Toename van gasproductie en -handel, dat laatste toegejuicht door de Nederlandse overheid, verdringt echter de ontwik-
keling van meer kernenergie, een veel sterkere koolstofarme technologie. Bovendien, en dat is voor internationaal klimaatbeleid veel gevaarlijker, kan het stijgende CO2-emissies volgens het NPS van de IEA niet in de hand houden. Cumulatieve uitstoot van broeikasgassen over de afgelopen kwart eeuw is al driekwart van de laatste 110 jaar en leidt zelfs op deze ‘middenweg’ tot een wereldwijde temperatuurstijging van 3,5 graden Celsius. Uitstel van actie wordt met het jaar duurder: voor elke dollar die aan investeringen in schone technologie wordt uitgegeven, moet na 2020 nog eens 4,3 dollar bijgeteld worden om stijgende emissies te compenseren, zegt het IEA. Ondertussen is het internationale klimaatbeleid, eind november dit jaar op de COP17 (Conference of Parties, het besluitvormende orgaan binnen het VN-klimaatverdrag) in het Zuid-Afrikaanse Durban besproken, op een akkoord voor nieuwe afspraken uitgelopen. Qua resultaten is hier meer bereikt dan op de COP in Kopenhagen in 2009 waar helemaal geen verdrag uit rolde, maar aanzienlijk minder dan in het Kyoto-protocol uit 1992 dat in 2012 afloopt. De hoofdlijnen van het akkoord zijn dat het Kyoto-protocol aan het infuus komt en dat de afspraak gemaakt is om tot afspraken te komen. Landen die eerder aan Kyoto meededen verlengen deze met vijf jaar en landen die zich eraan onttrokken willen zich in 2015 opnieuw buigen over mogelijke reductie van hun CO2-uitstoot,
een akkoord dat in 2020 in werking zal treden. Dat laatste kan als een succes voor de EU worden betiteld. In eerste instantie was India, een van de sterkst groeiende economieën in de Aziatische regio, absoluut niet bereid op verzoeken van eilandstaten (staten die met een hogere zeespiegel en opkomende brak water klimaatverandering nu al aan den lijve ondervinden) in te gaan. Maar de oorzaak van klimaatverandering grotendeels op de Westerse wereld afwentelen en zich aan eigen verantwoordelijk onttrekken kon niet langer: weliswaar heeft het Westen door de industriële revolutie CO2-uitstoot in gang gezet, de laatste decennia is de Indiase economie zo sterk gegroeid dat het tot de derde CO2-producent ter wereld is gaan behoren. Daarmee komt de bal opnieuw -en sterker dan voorheen- bij de klimaatwetenschappers te liggen. Want is de correlatie tussen het BNP, CO2emissies en stijgende globale temperaturen wel zo innig? Een kleine minderheid in de wetenschappelijke wereld meent van niet. Zo is onlangs een onderzoek in het tijdschrift ‘Science’ gepubliceerd waarin het oorzakelijk verband tussen de uitstoot van kooldioxide en het klimaat losser is dan in eerste instantie werd aangenomen. Het laatste woord over klimaatverandering is dus nog zeker niet gezegd. Wel staat ongetwijfeld vast dat voorkomen altijd beter -én goedkoper- is dan genezen, precies zoals het IEA over sluitende deuren in 2017 heeft beweerd. n
30 UTILITIES nr. 01 - 2012
028_29_30_Q_energie_katern.indd 30
03-01-12 14:19
ENERGIE Veel bedrijven laten een pinch-analyse
uitvoeren om te onderzoeken of het warmtegebruik bij chemische processen kan worden teruggebracht. Loont het om na verloop van tijd nogmaals een pinchanalyse te doen? Chemieconcern LyondellBasell liet -met ondersteuning van Agentschap NL- zo’n tweede analyse uitvoeren bij de bouw van hun fabriek op de Maasvlakte en verwierf hiermee nieuwe inzichten.
Beeld: LyondellBasell
Tweede pinch-analyse levert nieuwe inzichten Chemieconcern LyondellBasell bouwde in 2003 op de Maasvlakte een fabriek voor het vervaardigen van ethylbenzeen, propyleenoxide en styreenmonomeer. Om te onderzoeken hoe het warmteverbruik kon worden beperkt, werd bij het ontwerp van de fabriek een pinch-studie gedaan. Nu de fabriek inmiddels enige tijd in bedrijf is, wilde LyondellBasell het warmtegebruik opnieuw toetsen. Omdat LyondellBasell deelneemt aan het MEE-convenant, begeleidde en financierde Agentschap NL de studie. Hans Stam, Energy Manager Nederland bij Lyondell Chemie Nederland, legt uit waarom een tweede pinch-analyse gewenst was. ‘Het is goed om in een vroege fase van het fabrieksontwerp een pinch-analyse uit te voeren op basis van ontwerpdata, omdat je dan
het gemakkelijkst maatregelen kunt nemen. Als de fabriek enige tijd in bedrijf is, is het nuttig de analyse nog eens met actuele getallen te doen om zo nieuwe mogelijkheden te ontdekken. De twee proces engineering-experts die deze studie in gang hebben gezet, wilden daarnaast ook bestaande ener-
totale besparingpotentieel.Verder wilden zij het effect van de in de praktijk wisselende fabrieksdoorzet op warmteintegratie bekijken. Is het bijvoorbeeld bij vijftig procent doorzet nog steeds economisch rendabel om warmteintegratie toe te passen?’ Een pinch-analyse is een van de metho-
‘Deze nieuwe pinch-studie geeft ideeën om nog meer energie te besparen.’ giebesparingsideeën toetsen aan de regels van pinch. Het uitvoeren van de studie kan voorkomen dat bepaalde energiebesparingsmaatregelen andere besparingen onmogelijk maken door het ‘overtreden’ van de pinch-principes. Je moet immers altijd kijken naar het
den die een bedrijf kan toepassen in het kader van een integrale warmteaanpak. Stam: ‘Natuurlijk is de eerste stap om goed te kijken naar mogelijkheden om de warmtevraag van de processen te verlagen. Dit is ook gedaan tijdens het ontwerp van de fabriek. Deze nieuwe
AGENTSchAp NL: MJA/MEE-pRoGRAMMA In Nederland hebben de overheid en het bedrijfsleven
MEE-adviseurs ondersteunen bij het opstarten, aanjagen,
afspraken gemaakt over het effectief en efficiënt inzetten
voorlichten, begeleiden, adviseren en faciliteren van ken-
van energie. Die afspraken zijn vastgelegd in meerjarenaf-
nisnetwerken en het (deels) financieren van projecten rond
spraken energie-efficiency (MJA3 en MEE) en richten zich
energiebesparing. Zo hebben ze veel ervaring met pinch-
vooral op energie-intensieve sectoren (circa 1.200 bedrij-
studies en weten ze hoe bedrijven kunnen besparen.
ven). Met als resultaat: de energie-efficiency verbeterde
Het MJA-programma wordt uitgevoerd door Agentschap
sinds 1992 jaarlijks gemiddeld met twee procent. Het MJA/
NL, onderdeel van het ministerie van Economische Zaken,
MEE-programma ondersteunt daarbij. Wie deelneemt aan
Landbouw en Innovatie. Zie voor meer informatie:
de meerjarenafspraken, kan gerichte hulp ontvangen. MAJ/
www.agentschapnl.nl/mja en www.agentschapnl.nl/mee.
UTILITIES 31 nr. 01 - 2012
031_32_33_R_energie_katern.indd 31
03-01-12 15:32
cccc inleiding
Tekst: auteur
kop pinch-studie geeft ideeën om nog meer energie te besparen.’
Aanpak LyondellBasell koos voor een pragmatische aanpak. De studie werd uitgevoerd door een pinch-analysespecialist van Jacobs Consultancy. Het aantrekken van deze externe specialist waarborgde een onafhankelijke evaluatie. De twee proces engineeringexperts van de fabriek zelf begeleidden de studie. De specialist van Jacobs stelde tussentijdse rapporten op, waarmee de proces engineering-experts de analyse konden sturen. Zij hadden vooraf een lijst met besparingsideeën opgesteld. De specialist van Jacobs heeft deze lijst niet gezien noch gebruikt bij zijn analyse; pas na afloop zijn resultaten en ideeën naast elkaar gelegd. Door de theoretische kennis van de pinch-specialist te combineren met de praktische kennis van de proces engineering-experts kon worden gefocust op realistische maatregelen. Resultaten Stam: ‘Opnieuw een pinch-analyse uitvoeren bleek de moeite waard. De fabriek bleek op sectieniveau al een goede warmteintegratie te hebben. Tussen de secties kan deze echter nog worden verbeterd. Hiermee is -bij ideale warmteintegratie- tien tot twintig procent 32 UTILITIES nr. 01 - 2012
031_32_33_R_energie_katern.indd 32
van ons warmteverbruik te besparen. Zo’n 83 procent hiervan is te realiseren met vier maatregelen, waarvan we de rentabiliteit overigens nog gaan vaststellen.’ De pinch-analyse van de gehele fabrieksite leverde twee volkomen nieuwe ideeën op, de analyse van de secties één nieuw idee. De studie bevestigde bovendien dat een aantal bestaande besparingsideeën van LyondellBasell passen in de theoretisch ideale warmte-integratie. Uit de analyse kunnen op den duur ook
kleinere besparingsmogelijkheden worden gehaald. Stam: ‘Uit de analyse bleek dat warmtepompen in bepaalde gevallen een praktische oplossing bieden. Zij kunnen een processtroom naar een hogere temperatuur brengen, die dan als warmtebron kan worden gebruikt.’ Een tweede mogelijke maatregel is warmte-integratie, waarbij de condensatiewarmte van een destillatiekolom direct wordt gebruikt voor één of meerdere reboilers. Dit kan alleen als de condensatietemperatuur hoog genoeg is.
WAT IS EEN pINch-ANALySE? Een pinch-analyse evalueert de warmte-integratie in een proces. Het is een gestructureerde methodiek waarin men, gebaseerd op de tweede hoofdwet van de thermodynamica, de mate van warmteterugwinning binnen een proces kan analyseren en verbeteren. Het idee is om alle op te warmen en alle af te koelen processtromen in één diagram te zetten. Het punt waarbij het temperatuurverschil tussen de warme en koude stromen minimaal is, wordt het ‘pinchpoint’ genoemd. Meestal wordt uitgegaan van een minimaal temperatuurverschil van circa tien graden Celsius. Alleen de resterende warmte- en koelvraag hoeft dan nog door utilities te worden geleverd. Alle andere warmte- en koudevragen worden door het proces zelf geleverd. Een pinch-analyse kent drie fasen: • Het verzamelen van data en afbakenen van de analyse • Targeting: dit is bepaling van het theoretisch minimale energieverbruik/het maximale besparingspotentieel • Ontwerp/verbetering van de warmte-integratie: het vinden van de verbetermogelijkheden
Abonnees lezen meer op www.utilities.nl
03-01-12 15:32
Daarnaast bleek dat de pinch-analyse bij verschillende doorzetten dezelfde mogelijkheden voor warmte-integratie geeft. Het effect van verschillende doorzetten was klein en had alleen invloed op de terugverdientijd. Stam: ‘Een andere mogelijke maatregel is het verlagen van de stoomdruk. Hiermee kunnen we rekening houden bij het ontwerpen van een nieuwe fabriek.’
Lessen ‘De pinch-studie bevestigt dat een aantal van onze besparingsideeën past in de theoretisch ideale warmte-integratie’, vervolgt Stam. ‘Met de pinch-analyse lijken echter niet alle mogelijke maatregelen te voorspellen, omdat deze alleen de best beschikbare warmte-integratie aantoont. Hierdoor haal je de op één of twee na beste ideeën, die misschien wel veel praktischer zijn, er niet zo makkelijk uit.’ Stam raadt dan ook iedereen aan om naast de pinch-analyse common sense te gebruiken voor het genereren van warmte-integratieopties. De pinch-analyse leerde daarnaast dat een goede kwaliteit van de gebruikte data van groot belang is. Er moeten goed gescreende data geleverd worden bij een stabiele fabrieksoperatie. Bij een pinch van de gehele site moeten alle stromen worden opgenomen. Stam: ‘Wij keken nog te veel op sectieniveau.
In de studie was omwille van efficiëntie geen moment ingebouwd om de datainput te analyseren. Een evaluatie had wellicht extra herberekeningen kunnen voorkomen en duidelijker afgestemd welke resultaten waren verwacht. Zo is in deze studie vooral gekeken naar processtromen. Als verbetering had ook naar gebruik van restwarmte gekeken kunnen worden.’ Tot slot benadrukt Stam dat het toepassen van een idee waarbij stoom wordt bespaard, als gevolg kan hebben dat er op een ander plek -mogelijk zelfs
pINch-ANALySE bIJ LyoNDELLbASELL In de pinch-analyse is met drie verschillende systeemgrenzen gekeken naar mogelijkheden voor warmte-integratie: • Kolomniveau: bij een destillatiekolom met bijvoorbeeld een warmtepomp of feed preheaters die gebruik maken van de warmte die in de condensor moet worden afgevoerd • Sectie/unitniveau: bij systemen die dicht bij elkaar staan of logischerwijs operationeel gekoppeld zijn en die warmte aan elkaar leveren, zo kan bijvoorbeeld condensatiewarmte uit de ene kolom gebruikt worden als reboil-warmte of feed preheat-warmte in de andere kolom van een destillatieselectie • De gehele site: warmtelevering tussen de verschillende secties. De analyse werd uitgevoerd op basis van actuele data bij een stabiele fabrieksoperatie bij drie verschillende doorzetten, namelijk vijftig, tachtig en honderd procent. De pinch-curves zijn gemaakt met een typisch generiek temperatuurverschil van tien graden Celsius. Bij het evalueren van de warmte-integratie binnen en tussen de procesunits is uitgegaan van drie zogenaamde pinch-principes: • Gebruik geen warmte-utility onder het pinch-point, bijvoorbeeld stoom; • Gebruik geen koude-utility boven het pinch-point, bijvoorbeeld koelwater; • Sta geen warmteoverdracht toe over het pinch-point.
op een ander stoomdrukniveau- een tekort ontstaat. Stoom moet dan misschien van (kostbare) hoge naar lage druk worden gestort, waarmee de initiële besparing gedeeltelijk teniet wordt gedaan. ‘Om ‘verkeerde’ besparingen in stoomverbruik te voorkomen, is het combineren van de pinchanalyse en de stoombalans essentieel. We doen dit nu na de analyse, maar hebben geleerd dat dit beter tijdens de analyse had gekund.’
Nabije toekomst Nu de nieuwe analyse er is, bekijkt LyondellBasell welke ideeën het best toepasbaar zijn. Om de terugverdientijd te berekenen, wordt gekeken naar investering versus besparing. Ook andere criteria, zoals complexiteit en start/stop-complicaties worden meegenomen. Een dergelijke check -waarbij ook de bestuurbaarheid van de fabriek wordt betrokken- is altijd verstandig. Stam: ‘We verwachten dat de installatie van een warmtepomp rendabel en technisch haalbaar is. Er moet echter wel een goede gelegenheid zijn om dit te kunnen implementeren. De fabriek heeft over een aantal jaar weer een turn around; dan ligt de hele fabriek een paar weken stil ten behoeve van inspectie en schoonmaakwerkzaamheden. Dit is typisch een periode waarin dergelijke grote projecten geïnstalleerd kunnen worden.’ n UTILITIES 33 nr. 01 - 2012
031_32_33_R_energie_katern.indd 33
03-01-12 15:32
product & oplossing Dompelgelakte voedingen Door een dompellakbehandeling van de nieuwe voedingen Quint Power ➧ bereikt Phoenix Contact bescherming voor alle componenten op de printplaat. De voedingen met een instelbare uitgangsspanning van 18 tot 29,5 Volt DC en uitgangsstromen van 5, 10 of 20 Ampère zijn daardoor bestand tegen honderd procent luchtvochtigheid. In vergelijking met spuitlakken worden ook bedrade componenten zoals bruggelijkrichters en halfgeleiders helemaal door de lak bedekt. De drie 1-fase modulen worden gevoed
met ingangsspanningen van 85 tot 264 Volt AC of 90 tot 350 Volt DC, het driefase moduul met een nominale uitgangsstroom van 20 Ampère kan worden ingezet bij netten met drie maal 320 tot 575 Volt AC of 450 tot 800 Volt DC. Met een rendement van maximaal 93 procent produceren de modulen maar weinig warmteverlies. Dat bespaart niet alleen energie, maar zorgt ook voor een langere levensduur van de geïmplementeerde componenten. www.phoenixcontact.nl
True Energy
➧
Met de ‘True Energy’-technologie van Emerson Process Management worden bedrijven in staat gesteld om de actuele calorische waarden van beschikbare brandstoffen te berekenen. Zo zijn betrouwbare voorspellingen te maken van energie-opwekkingskosten met verschillende grondstoffen. Energiecentrales kunnen daardoor optimaal gebruik maken van verschillende beschikbare brandstoffen zoals olie, gas, biogas, biomassa, hout, petroleum, cokes of gas dat normaal gesproken ‘energieloos’ afgefakkeld wordt. Ook alternatieve energiebronnen zoals zonne- en windenergie kunnen in de simulatieberekening worden meegenomen. Uitgangspunt hierbij is een constante vraaggestuurde stoomproductie. De software berekent de optimale combinatie van brandstof, opwekkingsmethode en inkoop. Hierbij wordt rekening gehouden met de kostprijs van beschikbare grondstoffen en de inkoopkosten van energie. Zo kan worden bepaald of zelf stroom opwekken tijdens bepaalde uren/dagen nog wel rendabel is. De technologie past bij Emersons nieuwe Industrial Energy Group die haar aandacht focust op rendementsverbetering en energiebesparing. www.emerson.com
Universele positiedetector schakelaar
➧
34 UTILITIES nr. 01 - 2012
034_35_F_product oplossing.indd 34
ASCO Numatics breidt haar serie universele positiedetectoren uit met een versie die een geïntegreerde M8 connector heeft. De schakelaars zijn de kleinste op de markt en zijn beschikbaar in reed en elektronische uitvoering. De nieuwe M8 universele magnetische eindschakelaars zijn compatibel met elke standaard ASCO Numatics cilinder, wat de benodigde voorraad beperkt en dus kosten bespaart. De schakelaars hebben ledstatus indicatoren, zijn snel en
eenvoudig te installeren en af te stellen en worden geleverd met positiestops en montageclips. Ze zijn geschikt voor werkspanningen van 5 tot 120 Volt AC/ DC en zijn gecertificeerd volgens CE, UL en cUL. De nieuwe M8 modellen maken deel uit van de reeks universele positiedetectoren die voorzien zijn van losse bedrading met M8, M10 of M12 stekkers. Tot de vele accessoires behoren ook montagekits, adapters, connectoren en verlengkabels. www.asconumatics.nl
Kijk voor meer productinnovaties op www.utilities.nl
03-01-12 14:18
Precisiesensor voor halfgeleiderindustrie Panasonic HL-C2 lasersensoren bieden de meetnauwkeurigheid en -snelheid die de komende jaren binnen de halfgeleiderindustrie nodig zullen zijn. De sensor met HDLC-CMOS chip wordt toegepast om bijvoorbeeld dikte van, oneffenheden op of positie van glassubstraten te meten, bij kwaliteitscontrole van miniatuurcomponenten of excentriciteitmeting van precisiewalsen. De hoge precisievariant heeft een resolutie van tien nanometer en een samplefrequentie van 100 kHz. www.panasonic-electric-works.nl
GlyphXE integreert Matlab-scripts Hottinger Baldwin Messtechnik (HBM) heeft een nieuwe versie van de GlyphXE software voor de analyse van meetgegevens op de markt gebracht. Versie 3.0 van GlyphXE kan gebruikt worden om snel en efficiënt testrapporten samen te stellen. Een belangrijk aspect daarbij is de reproduceerbaarheid van voorgedefinieerde analysestappen, waardoor altijd onderling vergelijkbare resultaten gegarandeerd kunnen worden. Het doel is om snel de onderliggende trends en essentie uit de meetresultaten te halen zonder
te verdrinken in een overvloed aan data. De nieuwe versie van GlyphXE heeft diverse nieuwe en innovatieve functionaliteit. Zo kunnen bijvoorbeeld direct Matlab-scripts geïntegreerd worden; zijn er nieuwe en verbeterde analysemogelijkheden voor metingen aan ronddraaiende delen en machines en wordt het Somat SIE video-format ondersteund. Daarnaast zijn er verbeteringen in de gebruiksvriendelijkheid doorgevoerd en is de online documentatie uitgebreid. www.hbm.com/glyphxe
Meet- en controlerelais met IO Link Siemens heeft haar meet- en controlerelais 3UG48 voorzien van een IO Link communicatie protocol waarmee alle meetwaarden zoals onder andere spanning, stroom, vermogen, cos phi, toerental en temperatuur, maar ook asymmetrie en uitval van een fase via de IO Link master direct zichtbaar worden in de PLC. De relais zorgen voor een betrouwbare beveiliging van motoren en installaties door het bewaken van bijvoorbeeld temperatuur, snelheid, fasevolgorde, spanning, stroom en arbeidsfactor. Zij communiceren de gemeten waarden van bijvoorbeeld stroom of spanning en onder- of overschrijding van de ingestelde setpoints met de besturingslaag via IO-Link. www.siemens.nl/industry
Alicat massastroom- en drukapparatuur Alicat Scientific biedt zijn massastroommeters, massastroomregelaars en drukinstallaties aan met een door ATEX goedgekeurde X-optie. Met deze beoordeling van ATEX zijn de precisie-instrumenten van Alicat nog gemakkelijker te integreren in een groot aantal gevaarlijke omgevingen of toepassingen, zonder aan functionaliteit in te boeten. Alicat-instrumenten kunnen in de door ATEX goedgekeurde configuratie worden besteld zonder verlenging
van de snelle levertijd van zeven werkdagen. Alle door ATEX goedgekeurde Alicat massastroomapparatuur beschikt over dertig door de gebruiker te kiezen gaskalibraties voor gassen zoals acetyleen, zuurstof, waterstof en propaan, naast zestien andere gassen en tien gasmengsels. De door ATEX goedgekeurde apparaten van Alicat beschikken tevens over een traceerbare kalibratie en certificaat van NIST. www.alicatscientific.com
Touchscreen De G3 Kadet serie HMI’s bieden een groot aantal functionele interface- en verbindingsmogelijkheden voor datalogging. Gebaseerd op de G3 serie hebben de G3 Kadets meer mogelijkheden dan de meeste HMI’s en zijn uitermate geschikt voor machinebouw en de procesindustrie. De G3 Kadet is een kosteneffectieve oplossing als communicatieknooppunt tussen diverse soorten apparatuur met een breed scala aan beschikbare protocollen en ondersteuning van besturingsapplicaties. De modellen zijn gehuisvest in een robuuste behuizing met ergonomische bediening, beschikbaar in 4,3 inch (elf centimeter) en 5,6 inch (veertien centimeter). www.intercontrol.eu
‘Groene’ motorolie Oliefabrikant Valvoline introduceert haar productlijn ‘Valvoline NextGen’ voor de fleetmarkt en industrie in de Benelux. De NextGen motorolie bestaat voor vijftig procent uit gerecyclede basisolie. Valvoline is de eerste oliefabrikant wereldwijd met een ‘groene’ motorolie en speelt hiermee in op de behoefte van de markt aan duurzame ontwikkelingen en een bijdrage aan een beter milieu. Valvoline NextGen bezit alle ACEAcertificaten en is goedgekeurd door grote fabrikanten zoals onder andere MAN, Mercedes-Benz, Renault, Volvo en Cummins. www.valvoline.nl
KopStaart-Praktijkboek Onlangs is het ‘KopStaart-Praktijkboek – Voor een gezonde kwaliteitsslag in de energiezuinige nieuwbouw van woningen’ gepubliceerd. Dit boek behandelt de KopStaart-aanpak, een methode van het Lente-akkoord waarmee woningontwikkelaars de kwaliteit van nieuwbouwhuizen bewaken. Het KopStaart-Praktijkboek bevat twintig praktische aandachtspunten om de kwaliteit van gezonde, energiezuinige woningen van het begin tot het einde van het bouwproces te borgen.
UTILITIES 35 nr. 01 - 2012
034_35_F_product oplossing.indd 35
03-01-12 14:18
automatisering
Progressie door samenwerking Leveranciers van automatiseringsproducten en -diensten voor de procesindustrie, energiebeheer en asset management bieden al jaren, zeker volgens eigen zeggen, state of the art oplossingen. Maar worden die systemen wel goed benut? Acht aanbieders van software, systemen en diensten delen hun visie op de keuze voor automatisering en de waarde en de toekomst ervan in de industrie. Tekst: Mark Oosterveer
Automatiseringssystemen zijn belangrijke assets in de industrie. De systemen zijn nodig om complexe processen te besturen, te ondersteunen en te begeleiden. Van onderhoudsbeheer tot het bedrijfsinformatiesysteem; op alle lagen is automatisering te vinden. Voor een plaatsbepaling en een route naar de toekomst kwamen acht specialisten bij elkaar. Niet om mooie plaatjes te schetsen maar om gezamenlijk te kijken waar voor ‘de klant’ meer waarde is te creëren.
Nieuwe systemen De leveranciers zijn van mening dat automatisering nog meer kan bieden dan het op dit moment al doet. Daar is een aantal stromen in te herkennen. Het begint bij de keuze en aanschaf van nieuwe systemen. Omdat er in Nederland en Vlaanderen weinig tot geen nieuwe plants worden gebouwd, is de
aanschaf van nieuwe automatisering vaak bedoeld om vorige te vervangen. Daarbij valt wat betreft de procesindustrie op dat deze behoudend is. Om sneller te werken en daarmee op korte termijn goedkoper af te zijn, worden oude systemen daar regelmatig ‘like for like’ vervangen. Met andere woorden; in het nieuwe systeem wordt de oude oplossing herbouwd. De bekende en bewezen techniek kan zo relatief snel worden geprogrammeerd in de nieuwe omgeving, maar biedt verder geen vernieuwing. Voor de keuze van de juiste oplossing zou bij de opdrachtgevers meer gewerkt moeten worden met multidisciplinaire teams. Omdat de automatiseringsslagen in een bedrijf vaak sterk aan elkaar gekoppeld zijn, werken er meerdere afdelingen met de systemen en de informatie die ermee gegenereerd wordt. Elke afdeling heeft daarbij zijn eigen eisenpakket. Dat moet gezamenlijk worden vertaald naar de functionele specificatie van de systemen. En om te weten wat je wilt, moet je weten wat er kan. Leveranciers en adviseurs hebben daarin de verantwoordelijkheid om begrijpelijk en vooral reëel te schetsen wat de stand van de techniek is, voor alle lagen van de organisatie.
Waarde Ook is er strijd om de budgetten voor nieuwe automatisering. De grootte van het budget is gekoppeld aan de noodzaak en de waarde van de investering. Het valt de
Bianca Scholten: ‘Het opvallend lage informatiseringsniveau in veel fabrieken is grotendeels te wijten aan de IT-fobie van plant managers.’
36 UTILITIES nr. 01 - 2012
036_37_39_S_artikel.indd 36
aanbieders op dat in dat geval asset management vaak als laatste aan de beurt is omdat de onderhoudsafdelingen niet goed kunnen duiden wat de toegevoegde waarde van onderhoud en het bijbehorende systeem is. Ook al levert twee procent hogere beschikbaarheid van de plant een grote winst, de onderhoudsmensen weten die vaak slecht te verzilveren. Aan de andere kant van de organisatie gaat dat vaak soepeler. En dat heeft een simpele reden: voor de keuze van ERP-systemen praten leveranciers met CFO’s en daar is een gesprek over waarde geen probleem. Als de keuze voor een automatiseringsoplossing is gemaakt en het systeem wordt geïmplementeerd, komt de datum van ‘live’ gaan. En op dat moment begint een nieuwe fase. Dan moet de nieuwe automatisering zich gaan bewijzen. En dat valt niet mee. Vaak zijn dan de specialisten van de leverancier vertrokken en moeten de gebruikers het zelf doen. En juist daar is volgens de panelleden toch nog een rol voor de adviseurs weggelegd. Als de gebruiker bekend is met de nieuwe software, wordt het tijd om ook de manier van werken aan te pakken. De invoer en het gebruik van informatie moeten verbeteren en de werkprocessen kunnen worden aangepast. Werkprocessen moeten ten tijde van het ontwerp van het systeem al worden aangepast op de nieuwe mogelijkheden van de systemen, anders ben je te laat. Wat betreft de rol van adviseurs na implementatie: zij kunnen meehelpen in
Bouk Ruijter: ‘Automatiseren is fantastisch.’
Abonnees lezen meer op www.utilities.nl
03-01-12 15:25
automatisering
Dick Clement: ‘Het bedenken van mogelijke waarde opleverende oplossingen gaat niet vanzelf, het niet bedenken ervan is de normale gang van zaken.’
het change management-proces en zij kunnen de gebruikers leren om goed gebruik te maken van de nieuwe informatie, en deze ook daadwerkelijk toe te passen. Daarmee kunnen zij de oorzaken van de door het systeem blootgelegde problemen oplossen. Pas dan wordt echt waarde gecreëerd met de nieuwe investering. Het is een fase die volgens de leveranciers door veel klanten niet optimaal wordt uitgevoerd. Als een systeem eenmaal is geïmplementeerd, komt het neer op het echt gaan werken volgens de nieuwe manier, in combinatie met het nieuwe systeem. En vaak zijn het grote groepen medewerkers die dit moeten leren. Dat vraagt om begeleiding en gaat verder dan het pure automatiseren. Dit vraagt om een cultuurverandering.
Ervaring Hoe de automatiseringsoplossing tot stand komt is één ding, de mogelijkheden en kansen van automatisering zijn een tweede. Met de aanstaande uitstroom van ervaren mensen op alle lagen van de industrie is kennisborging een waardevolle functie die
Walter Wijnands: ‘Technische vooruitgang maakt grote verbeteringen mogelijk. Maar het verzilveren van die waarde moet door mensen gebeuren.’
Dirk van de Pas: ‘Real-time inzicht in hoge volumes data, in combinatie met mobiele toepassingen, zijn key in het succes van IT in de komende jaren.’
geautomatiseerde systemen kunnen bieden. Dat kan op vele manieren, uiteenlopend van een goed beheerd registratiesysteem waarin problemen en oplossingen eenduidig beschikbaar zijn tot de ervaring van jaren vatten in processen en software. Het profiel van de gemiddelde gebruiker verschuift ook. Enkele decennia terug kwam de operator nog direct uit het proces. Hij hoorde en voelde bij wijze van spreken of de systemen goed draaiden en kon zo met de automatisering werken. Tegenwoordig worden operators op hbo-niveau gezocht om met de veelvoud aan informatie om te kunnen gaan. De nieuwe gebruiker zal anders omgaan met beschikbare kennis dan de oude rot in het vak.Van de nieuwe generatie gebruikers wordt gezegd dat ze real time beslissingen willen nemen. Geen langdurige analyse maar een snel besluit op basis van aanwezige informatie. Door bij wijze van spreken het probleem te twitteren, hebben ze toegang tot honderd antwoorden waar ze snel het beste uit willen kiezen. De beschikbare informatie moet ten dienste staan van die keuze. Daarbij speelt ook mee dat functionarissen korter
op hun functie zitten dan voorheen.Vaak is de persoon al na vier of vijf jaar naar een andere functie gegroeid, terwijl de cycli op de plant soms zeven of acht jaar overbruggen. De ervaring zal uit de automatisering moeten komen. Er komt zo een interessant spanningsveld tussen ‘less is more’ en de sterk groeiende hoeveelheid beschikbare informatie. Na een periode waarin elke temperatuur en druk, elk alarm en elke afwijking in de procesautomatisering werd getoond, zal de automatisering nu meer besluitgericht zijn. Visie, missie en strategie dalen in bij de automatisering en de beschikbare informatie van automatiseringssystemen wordt meer vertaald naar bedrijfsdoelstellingen. Daarbij helpt de verticale integratie van systemen enorm. Procesautomatiseringssystemen waren tot nog toe erg operations-gericht en kunnen nu ook meer en meer worden ontsloten door onderhoudssystemen. Traditiegetrouwe scheiding van operations en onderhoud komt zo dichter bij elkaar. Bedrijfskritische processen als onderhoud,
Wim Plaisier: ‘De dagelijkse zorg van bedrijven om te voldoen aan wettelijke vereisten kan door gebruik van tailormade apps drastisch verminderd worden.’ UTILITIES 37 nr. 01 - 2012
036_37_39_S_artikel.indd 37
03-01-12 14:18
Datum: 7 juni 2012 • Locatie: RDM Campus Rotterdam
Hét evenement voor de industrie in de Rijn/Schelde-delta
WIJ NEMEN ONZE VERANTWOORDELIJKHEID WIJ NEMEN ONZE VERANTWOORDELIJKHEID De wereldbevolking groeit, in de Rijn/Schelde-Delta neemt de vergrijzing toe en blijven mensen tot op hoge leeftijd werken. Daarnaast blijft er focus op het verbeteren van veiligheid, duurzaamheid en kwaliteit in de industrie. Om deze ontwikkelingen
PROGRAMMA 11.45 12.30 13.00 14.00 14.30
uur uur uur uur uur
15.30 16.30 17.00 18.00 19.00
uur uur uur uur uur
het hoofd te bieden, moeten bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Maar hoe kan en wil de industrie dat doen? En hoe kunnen bijvoorbeeld site-, productie- of plantmanagers deze ontwikkelingen vertalen naar hun organisaties? Tijdens Deltavisie 2012 worden in plenaire sessies en masterclasses hierop antwoorden gezocht. We onderzoeken welke oplossingen bedrijven kunnen inzetten om maatschappelijk verantwoord te kunnen ondernemen. MVO als license to operate. Aanvullend op het dagprogramma wordt in de avond tijdens het diner voor de vijfde keer de Plant Manager
Registratie Plenaire opening Masterclass ronde 1 Pauze Plenaire sessie met de Plant Manager of the Year kandidaten Masterclass ronde 2 Pauze Plenair debat Borrel Diner en Plant Manager of the Year Verkiezing 2012
of the Year verkozen. De winnaar zal een jaar lang boegbeeld zijn van de procesindustrie. Voor het eerst krijgen genomineerde plantmanagers ook een rol tijdens het dagprogramma.
Deltavisie2012 is een samenwerkingsverband van:
21.30 uur Sluiting
Goudsponsors:
www.deltavisie2012.nl 02_A4_Deltavisie.indd 2
03-01-12 11:58
automatisering
Jean-Paul Wiedenhoff: ‘De hoeveelheid informatie explodeert, onderhoudsbudgetten blijven verder dalen, assets worden steeds ouder en personeel vergrijst -een uitdaging voor onderhoudsafdelingen én IT-leveranciers.’
besturing en energiebeheer zijn gekoppeld aan de financiële systemen. De visualisatie van de processen en voorspellend gedrag van systemen maken de komende jaren een sprong vooruit.
Duurzaam Het panel verwacht voor de komende jaren dat automatisering als begrip een grote bijdrage kan leveren aan een duurzame industrie. Bestaande ideeën kunnen door de stand van de techniek inmiddels ‘makkelijker’ worden ingevoerd. Om een aantal ontwikkelingen te noemen: voor energiebeheer wordt het steeds beter uitvoerbaar om het gedrag van installaties te koppelen aan een financiële KPI. En belangrijker nog; om erop te sturen. Door de juiste modellen te gebruiken, worden utilities optimaal benut tegen de laagste kosten. Daarbij kan het effectief gebruik van informatie van systemen die voor andere toepassingen worden ingezet, bijdragen
Aan tafel! • Walter Wijnands van Vesta Partners • Wim Plaisier van Advies- en ingenieursbureau ARCADIS • Dick Clement van Emerson Process Management • Jean-Paul Wiedenhoff van IBM • Dirk van de Pas van SAP • Bouk Ruijter van Imtech • John van der Geer van Yokogawa • Bianca Scholten van Accenture
John van der Geer: ‘Integratie tussen IA en IT wordt werkelijkheid als klant en leverancier vroegtijdig wensen en mogelijkheden afstemmen.’
aan doelmatiger onderhoudsstrategieën. Verbruikscijfers die via een smart grid beschikbaar worden, kunnen met de juiste aanpak worden gematcht aan de conditie van installaties. Die cijfers en andere meetgegevens kunnen worden vertaald naar indicatoren voor conditie. Een hoger energieverbruik of bijvoorbeeld een hoge temperatuurwaarde kunnen dan leiden tot proactiever ingrijpen. Dit maakt risico’s beter beheersbaar of verhoogt de beschikbaarheid tegen lagere kosten. In de nabije toekomst komen er via smart grids alleen nog maar meetgegevens bij, omdat er onder meer wireless veel meer te meten valt. De mogelijkheden om met die data meer te doen, neemt dus alleen maar toe.
Cloud Ook ‘the cloud’ gaat naar verwachting een grotere rol spelen bij de automatisering van processen en bedrijfsvoering. Dat houdt in dat de gebruikers vooral werken met systemen die op een andere locatie worden beheerd. De systemen ‘draaien in de cloud’ terwijl de gebruiker achter zijn of haar terminal werkt. De opdrachtgevers huren dan beschikbaarheid op het systeem van de leverancier in plaats van een zware investering te doen in nieuwe, eigen automatisering. Bij voldoende standaardisatie van gegevens en methodieken, zou dat kunnen betekenen dat een klant makkelijker kan overstappen naar een ander platform voor bijvoorbeeld onderhoudsbeheer of procesautomatisering. Van technieken als wireless en RFID kan in de komende jaren ook meer gebruik worden gemaakt. Tenminste, als de industrie dat gaat durven en willen.Veel oplossingen lig-
gen al op de plank maar worden nog mondjesmaat ingezet.Voor draadloze communicatie van meetsignalen zijn bij vervanging in bestaande situaties de voordelen goed te benoemen maar de keuze van de klant valt vaak nog op conventioneel. Het lukt de leveranciers blijkbaar nog niet genoeg om de markt van de voordelen te overtuigen. Mobiele oplossingen voor inspectie en bediening lijken daar een uitzondering op te zijn. De opmars van tablets en handhelds in de onderhoudsindustrie gaat de laatste jaren hard.
Schakel De automatisering van processen zal in de komende jaren een belangrijke factor zijn voor het beheer van processen en gegevens. Door uitbesteding en verloop zal vaker de vraag worden gesteld wie eigenaar is van informatie en waar men terecht kan met een vraag. De systemen zullen zo ingericht kunnen worden dat het eigenaarschap van de informatie beter beheerd wordt en dat de informatie eenduidiger en dus duidelijker ten dienste staat van de processen. Automatisering is en blijft een belangrijke schakel in de waardeketen van de industrie. De afgelopen jaren is er door de economische tegenwind weinig geïnvesteerd in nieuwe oplossingen. Het panel hoopt en verwacht dat daar de komende jaren op ingelopen gaat worden. En als daar multidisciplinair en met oog voor de toekomst naar wordt gekeken, dan liggen de innovaties voor het oprapen. Onderhouden wordt zo simpeler, maar op een hoger niveau. ■
UTILITIES 39 nr. 01 - 2012
036_37_39_S_artikel.indd 39
03-01-12 14:18
automatisering
Energiebesparing dankzij frequentieregelaars Een elektromotor uitrusten met een frequentieregelaar klinkt niet direct als een heel spannende procesverbetering. Toch gebruiken veel bedrijven statische motoren. Ruma Rubber weet inmiddels wat de voordelen van goed energiemanagement zijn. Niet alleen werd de investering in een nieuwe frequentieregelaar binnen een jaar terugverdiend, ook de levensduur van de machines is aanmerkelijk verlengd. Tekst: David van Baarle Beeld: Ruma Rubber Industriële walsen worden in vele processen toegepast. Onder meer in de grafische industrie, maar ook in de staalindustrie. Ruma Rubber is specialist in het aanbrengen van de rubberen bekleding op dit soort walsen. Maar de fabriek in Hoogeveen produceert ook rubberen kabelmoffen, die hoogspanningslijnen met elkaar verbinden. Met behulp van een
state of the art R&D-afdeling maakt Ruma Rubber als een van de weinige bedrijven in Nederland hoogwaardige rubber compounds. Het rubber komt in grote batches binnen en wordt vervolgens op een zware mengwals op specificatie gebracht. Het bedrijf zegt zo’n driehonderd verschillende soorten rubber te gebruiken en heeft voor de verwerking daarvan verschillende technieken voorhanden. Zo worden de kabelmoffen via een extrusieproces gemaakt. Daarbij wordt het rubber koud via een vijzel in een mal geperst. Een andere manier van bewerken is kalanderen. Hierbij wordt voorverwarmd rubber via een wals uitgerold tot een folie. Het bekleden van de walsen gaat iets anders. Een extrudeermachine omwikkelt de stalen rollen met rubber, dat vervolgens wordt gevulkaniseerd. Dat wil zeggen dat de rubberen wals onder hoge druk en
een hoge temperatuur zijn definitieve eigenschappen krijgt. Dat verhitten gebeurt in de meeste gevallen met stoom, met uitzondering van het zwelrubber dat elektrisch wordt verhit. Een logische keuze aangezien het rubber zo wordt samengesteld dat het zwelt zodra het in aanraking komt met water. Frequentieregelaar Wim Kreulen is technischedienstmedewerker van Ruma Rubber en daarbij ook verantwoordelijk voor de inkoop van energie. Al bij zijn aantreden bij het innovatieve bedrijf, zag hij mogelijkheden om energie te besparen. ‘Net als de meeste bedrijven staan ook wij onder druk’, zegt Kreulen. ‘Bovendien nemen de energieprijzen ook nog eens toe. Alles wat we in de operationele kosten kunnen terugdringen, is dan ook pure winst.’ Gesteund door het MJA-programma van de overheid, pakte hij de grootste energieverkwisters aan. ‘De walsen, maar bijvoorbeeld ook de extrudeermachines, worden aangedreven door elektromotoren’, zo begint hij. ‘Ze draaien echter niet constant. De productie hier is vooral batchgewijs en dus staan de machines ook regelmatig stil. De oude elektromotoren kenden maar twee standen, aan of uit. Door de motoren te vervangen door exemplaren met een frequentieregelaar kunnen ze nu veel gelijkmatiger opstarten. En dat scheelt een hoop energie.’ Een bijkomend voordeel van het gebruik van frequentieregelaars is dat de lagers veel minder stress ondervinden. ‘Zo’n start van nullast naar volledige frequentie betekent een aanslag op de lagers’, vertelt Kreulen. ‘Met als gevolg dat we de motoren
40 UTILITIES nr. 01 - 2012
040_41_T_artikel.indd 40
03-01-12 14:22
automatisering
ieder jaar uit bedrijf moesten halen voor een revisie. Die routine hebben we inmiddels kunnen uitstellen tot eens in de vijf jaar. De Altivar frequentieregelaar van Schneider Electric heeft nog een voordeel: hij kan in één keer spanningsloos worden gemaakt. Dat is vooral een voordeel bij onderhoud omdat de monteur dan geen elektrische schok kan krijgen. Inmiddels is een groot aantal elektrische aandrijvingen voorzien van een frequentieregelaar. Vooral bij de draaibanken waarop de walsen worden geslepen was dit te merken. Doordat de frequentie geleidelijk wordt opgevoerd, neemt de kwaliteit van het slijpen toe. Voorheen zorgde de abrupte start er namelijk voor dat de wals op het tapeinde ging slippen. Afzuiger Zelfs de grootste energievreter van het bedrijf, de afzuiger, haalde voordeel uit de nieuwe frequentieregelaars. Deze afzuiger moet schadelijke stoffen naar buiten afvoeren en draait daarom van zondagnacht tot vrijdagavond. Ook hier bood de geleide-
lijke opschakeling tal van voordelen. Kreulen: ‘Wanneer we de afzuiger opstartten trok dat een enorme piek aan elektriciteit uit het net, dat zijn dure kilowatts. Maar bovendien kwamen we er achter dat de instal-
te blazen. Daarnaast proberen we de autoclaven en de walsen zo goed mogelijk te vullen, anders sta je alleen maar ijzer te verwarmen. Onderhoud is daar ook zeer belangrijk bij. Als een condenspot lekt, verlies je energie.
‘Alles wat we in de operationele kosten kunnen terugdringen, is pure winst.’ latie ook op 45 hertz, in plaats van op 50 hertz, zijn werk nog prima deed. Alleen al door die kostenreductie, zo’n duizend euro per maand, verdient die investering zich binnen anderhalf jaar terug.’ Aandacht Goed energiemanagement vraagt om constante aandacht, weet ook Kreulen. ‘We werken met stoom en alleen al door die drukopbouw af te stemmen op het proces, kun je heel wat energie besparen. Als je al van tevoren weet hoeveel je gaat gebruiken, kun je de stoom geleidelijker opbouwen en hoef je niets af
Maar ook de stoomketels zelf vragen om specifieke kennis. We zijn ISO 14001 gecertificeerd (milieuzorg) en daarvoor moeten we de emissie steeds blijven terugdringen. Dus letten we ook op onze persluchtvoorziening, want ook daar kunnen lekken voor heel wat energieverlies zorgen. Zelfs de verlichting houden we onder de loep. Waar we dat kunnen vervangen voor bijvoorbeeld ledverlichting, kan dat ook weer energie besparen. Het is vooral een kwestie van aandacht en je verstand blijven gebruiken. Daarmee hebben we al heel wat bereikt en kunnen we concurrerend blijven. ‘ n UTILITIES 41 nr. 01 - 2012
040_41_T_artikel.indd 41
03-01-12 14:22
Krokodil vindt rust nabij kernreactor Spitssnuitkrokodillen hebben behoefte aan rust. Maar dat krijgen ze amper in Florida: mensen zijn namelijk overal. Het aantal spitssnuitkrokodillen liep dan ook rap terug en geen enkele maatregel om dat te voorkomen, wil aanslaan. Maar nu is er een oplossing. En wel uit een heel onverwachte hoek. De krokodillen hebben namelijk zelf een rustig plekje gevonden waar ze kunnen leven en zich kunnen voortplanten: nabij een kernreactor. Rondom de kernreactor liggen kanalen met daarin water dat gebruikt wordt om reactoren te koelen. Geen mens die het in zijn of haar hoofd haalt om een duik te nemen in dat water. En dus kunnen de krokodillen hier in alle rust hun gang gaan. En nu gaat het weer goed met de krokodillen. Sinds enkele decennia stijgen hun aantallen weer. En sterk ook. Er zwemmen in Florida inmiddels niet langer slechts 300, maar 1500 krokodillen rond. Volgens deskundigen is het allemaal aan de kerncentrale te danken. En de spitssnuitkrokodil is daarmee een flink stapje vooruit gegaan op de rode lijst. De krokodil wordt niet meer met uitsterven bedreigd, maar gaat nu als ‘bedreigd’ door het leven. Waar kernenergie al niet goed voor kan zijn!
Citaten ‘Het netelige vraagstuk waar in de toekomst de verantwoordelijkheid voor oplaadpunten belegd wordt, lijkt te vragen om een Salomonsoordeel. Mijn voorstel is dan ook om het oplaadpunt door midden te hakken.’ Han Slootweg, hoogleraar Smart Grids aan de Technische Universiteit Eindhoven, in Energie Actueel ‘Voor duurzaam en schoon geproduceerde energie wil maar een kleine groep gebruikers extra betalen. De grootste groep consumenten wil gewoon energie voor
Malaria bestrijden en energie opwekken
de laagste prijs en die komt tot nu
Met een nieuwe, gifvrije aanpak van de bestrijding van malaria hopen onderzoekers in een onlangs gestart onderzoeksproject niet alleen malaria in Afrika lokaal uit te bannen, maar tevens de plaatselijke bevolking van zonne-energie te voorzien. Onderzoek naar deze gecombineerde opzet is mogelijk dankzij een gift van de COmON stichting aan het Wageningen Universiteits Fonds. Onderzoekers van Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR, willen het eiland Rusinga in het Victoriameer malariavrij maken. De isolatie van het Keniaanse eiland beperkt beïnvloeding van buiten. In het Solarmal-project plaatst het team muggenvallen die de malariamuggen weglokken van de woningen van de plaatselijke bevolking. Het project vindt plaats in samenwerking met de lokale gemeenschap, die naderhand de teugels zelf in handen neemt om malaria blijvend weg te houden. Eenmaal in de val worden de insecten gedood door uitdroging. Hierdoor zijn insecticiden overbodig. De stroomvoorziening voor de ventilatoren van de vallen is afkomstig van een zonnepaneel op het dak, dat niet alleen de werking van de vallen garandeert, maar ook het gezin van licht en een oplaadpunt voor mobiele telefoons voorziet.
Frans Rooijers, onderzoeks- en
toe uit fossiele brandstoffen.’ adviesbureau CE Delft, in Energie+ ‘Want ofschoon kernenergie in Frankrijk wordt gepresenteerd als financieel zelfvoorzienend, is dat alleen het geval dankzij decennialange, torenhoge overheidsinvesteringen. Of het nu gaat om onderzoek, financiering, verzekeringen tegen rampen of kernafvalverwerking: de industrie overleeft niet van de prijs die consumenten betalen voor hun stroom.’ Gabrielle Hecht, hoogleraar aan de University of Michigan, in het boek ‘The Radiance of France. Nuclear Power and
Eilandengroep gebruikt kokosnoten als brandstof
National Identity after World War II’
De eilandengroep Tokelau in het zuiden van de Grote Oceaan draait vanaf medio 2012 compleet op duurzame energie. 93 procent moet van zonne-energie komen, de rest van kokosnootolie. Voor elk van de drie atols waaruit Tokelau bestaat, is een totaal aan zonnepanelen nodig met een oppervlak van slechts tweehonderd vierkante meter. Daarnaast heeft elk atol twintig tot dertig liter kokosnootolie per dag nodig om helemaal van duurzame energie te zijn voorzien, wat neerkomt op ongeveer tweehonderd kokosnoten. Op dit moment verbruikt de eilandengroep per atol per dag tweehonderd liter brandstof als kerosine, benzine en gas. Deze brandstof moet vanuit Nieuw-Zeeland verscheept worden, wat het erg duur maakt. De kokosnootolie zal worden gebruikt om een generator voor het elektriciteitsnetwerk te laten werken wanneer de zonnepanelen niet kunnen werken, zoals bij bewolking of in de nacht.
‘Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de chemische sector zo langzamerhand al het laaghangend fruit heeft geplukt. En dat de periode van besparingen die relatief makkelijk te verwezenlijken zijn, voorbij is. Tijd dus voor vergaande innovatie op het gebied van energiebesparing in de chemische industrie.’ Minister Maxime Verhagen bij de uitreiking van de Dow Energieprijs 2011
42 UTILITIES nr. 01 - 2012
042_G_wervelingen.indd 42
03-01-12 14:21
I N
H E T VO LG E N DE
U T I LI T I E S
N U MMER
N UM M E R
2 V ER S C HI JNT WEEK
6
T h e m a : Wa t e r
Interview
Spanningsdips
Het recente ICT-debacle in de watersector kost de 25 waterschappen 25 miljoen euro. Volgens VEMW, de belangenbehartiger van de zakelijke energie- en watergebruikers, is dit bedrag nog maar het topje van de ijsberg. Jaarlijks wordt er 550 miljoen euro binnen de waterketen verspild, wat de afnemer moet betalen. Oorzaak is de enorme bestuurlijke en beleidsmatige versnippering in Nederland Waterland. Roy Tummers, directeur Water VEMW, pleit dan ook voor schaalvergroting ĂŠn scheiding van beleid en uitvoering binnen de afvalwaterketen.
Stroomuitval kan grote gevolgen hebben voor bedrijven. Niet alleen staat de productie stil, maar sommige machines of processen kunnen ook niet zomaar zonder schade van vollast naar nullast teruggaan. Nu is stroomuitval redelijk uitzonderlijk, maar spanningsdips komen veel vaker voor. Hoewel de meeste mensen dit alleen merken door flikkerend licht, kan gevoelige apparatuur hier wel degelijk schade van ondervinden. Gelukkig kan een UPS hier uitkomst bieden. Toch maakt nog niet iedereen gebruik van apparatuur om spanningsdips te compenseren.
Waterkennis Het Centre of Expertise Watertechnology (CEW) is op woensdagmiddag 11 januari 2012 officieel geopend door staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Halbe Zijlstra. Het CEW is een unieke samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven in de watersector. Het biedt bedrijven de mogelijkheid om toegepast onderzoek en productontwikkeling op het gebied van watertechnologie geheel of gedeeltelijk uit te besteden. Bedrijven voeren dan samen met studenten, docenten en lectoren van de hogescholen, onderzoek uit in geavanceerde laboratoria en op diverse (demo)sites.
THEMa'S 2012 Utilities 3
Gas
Utilities 4
Energie
Utilities 5
Water
Utilities 6
Gas
Utilities 7
Energie
Utilities 8
Energie
Utilities 9
Water
Utilities 10
Gas
UTILITIES 43 nr. 01 - 2012
043_volgende_nummer.indd 43
03-01-12 14:21
agenda Greenbuild 25 t/m 27 januari Ahoy, Rotterdam www.greenbuild.nl
Greenbuild 2012 is het vakevenement voor ondernemende bouwprofessionals die duurzaam willen bouwen. Op Greenbuild worden duurzame bouwoplossingen getoond, wordt kennis gedeeld en ontstaan nieuwe samenwerkingsverbanden. Greenbuild bestaat uit een congres, een vakbeurs, dagelijkse Innovatie- & Praktijksessies en netwerkbijeenkomsten. Greenbuild richt zich op professionals in de bouw, installatietechniek en vastgoed die voorop lopen met duurzaam bouwen.
Slimme Energie Infrastructuur 7 en 8 februari Hotel van der Valk, Breukelen www.iir.nl/energy
7 t/m 9 februari Messe, Essen www.e-world-2012.com
De conferentie Slimme Energie Infrastructuur brengt alle smart grids-partijen bij elkaar. Leer van praktijkcases uit andere branches hoe een grootschalige uitrol van smart grids werkelijkheid wordt. Zo ontdekt u welke stappen u moet nemen. Highlights van de conferentie Slimme Energie Infrastructuur: smart homes & smart buildings: de ervaringen uit het buitenland, innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN): hoe wordt de zestien miljoen euro verdeeld, leer van ervaringen uit andere branches en landen over het verdienmodel, IT-architectuur, samenwerking en communicatie.
Kijk voor meer evenemenE-world energy ten in&dewater industrie op www. De twaalfde editie van E-world energy & water moet vervolg geven aan het sucwebsite.nl ces van 2010. Toen stonden er 544 exposanten op het evenement en kwamen er 19.700 bezoekers. Door de stijgende lijn zijn bedrijven enthousiast geworden, want eind april al was 70 procent van de ruimte voor exposanten verhuurd voor 2012. Dit is reden voor een extra hal.
Business Linqs 16 februari Locatie nog onbekend www.industrielinqs.nl/ businesslinqs
In de aanloop van Deltavisie 2012 met als thema ‘Wij nemen onze verantwoordelijkheid’ zal een aantal site-, plant- en productiemanagers met elkaar in gesprek gaan in een rondetafelgesprek met publiek. Tijdens dit gesprek komen huidige en toekomstige trends die spelen in de chemische sector zoals vergrijzing, (brand)veiligheid, motivatie van personeel, verduurzaming en meer aan bod. Samen wordt gediscussieerd over mogelijke oplossingen en hoe deze in de praktijk zijn om te zetten.
High Power leds 29 februari t/m 1 maart Utrecht en Eindhoven www.mikrocentrum.nl
Krachtig, efficiënt, veilig, helder, energiebesparend en duurzaam. Met deze eigenschappen biedt led-verlichting, in tegenstelling tot de huidige verlichting, ongekende mogelijkheden. De High Power led is gebaseerd op halfgeleidertechnologie, waarvoor een totaal andere expertise nodig is dan voor de conventionele lichtbronnen. Vooral het elektrisch aansturen en het thermisch doorrekenen vereisen specialistische kennis en vaardigheden van u. In deze nieuwe tweedaagse cursus over leds leert u alles over dit licht van de toekomst.
iMaintain2012, onderhoud in 4D 22 maart De Kuip, Rotterdam www.i-maintain.nl
Huidige technieken en systemen raken steeds beter geïntegreerd in de onderhoudsindustrie en zorgen voor meer veiligheid, beter inzicht, lagere kosten en hogere beschikbaarheid als resultaat. Maar wat wordt de volgende dimensie in onderhoud? Tijdens iMaintain2012 staat Onderhoud in 4D centraal; met lezingen, films, interviews en discussie over zelfhelende materialen, sensoren, open innovatie, onderhoudsvrije installaties, informatisering en de menselijke maat. Samen met u wordt gekeken waar de onderhoudsindustrie de komende decennia de verdieping kan vinden.
Utilities ontvangt graag uw bijdrage aan deze pagina. Redactie Utilities, postbus 12936, 1100 AX Amsterdam of redactie@utilities.nl
44 UTILITIES nr. 01 - 2012
044_E_agenda.indd 44
Kijk voor meer evenementen in de industrie op www.utilities.nl
03-01-12 14:21
We maken verschil
|
r alvast reservuewe agenda in
|
Congressen en evenementen VOORJAAR 2012
nAJAAR 2012
16 februari - Business Linqs bijeenkomst
20 september – Business Linqs bijeenkomst
Hét kennisnetWeRk Binnen de industRie Open ROndetAfeL gespRek WWW.INDUSTRIELINQS.NL/BUSINESSLINQS
22 maart – iMaintain congres COngRes VOOR de pROfessiOneLe OndeRHOudsseCtOR tHeMA: 4d WWW.I-MAINTAIN.NL
24 mei – profion Maintenance Linqs Lezingen en disCussie OVeR de AAnpAk VAn OndeRHOud WWW.INDUSTRIELINQS.NL/PML
7 juni – deltavisie congres en pMY-verkiezing 2012
Hét eVeneMent VOOR de industRie in de RiJn/sCHeLde-deLtA tHeMA: WiJ neMen Onze VeRAntWOORdeLiJkHeid WWW.DELTAVISIE2012.NL
Hét kennisnetWeRk Binnen de industRie MAsteRCLAss WinnAAR pLAnt MAnAgeR Of tHe YeAR 2012 WWW.INDUSTRIELINQS.NL/BUSINESSLINQS
27 september – profion Maintenance Linqs
Lezingen en disCussie OVeR de AAnpAk VAn OndeRHOud WWW.INDUSTRIELINQS.NL/PML
22 november – Business Linqs bijeenkomst
Hét kennisnetWeRk Binnen de industRie MAsteRCLAss WinnAAR RespOnsiBLe CARe-pRiJs 2012 WWW.INDUSTRIELINQS.NL/BUSINESSLINQS
13 december – profion Maintenance Linqs
Lezingen en disCussie OVeR de AAnpAk VAn OndeRHOud WWW.INDUSTRIELINQS.NL/PML
Wijzigingen onder voorbehoud. Op genoemde websites vindt u altijd de meest recente informatie. noteer de data alvast in uw agenda! Industrielinqs pers en platform • Veembroederhof 7 • 1019 HD Amsterdam • T: 020 - 31 22 088 • F: 020 - 31 22 080 • www.industrielinqs.nl
Advertentie-index APX Endex . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Laborelec . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Businesslinqs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Market review . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Congreskalender 2012 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Microcentrum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Deltavisie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
MODELEC Data-Industrie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Distrigas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
NUON Business . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
045_index_.indd 1
03-01-12 15:27
Energievisie De aanhoudende laagconjunctuur zorgt
ervoor dat de vraag naar energieproducten laag blijft. Door verdergaande internationalisering en uitbreiding van productiecapaciteit neemt het aanbod daarentegen toe. Daar komt bij dat het Nederlands energiebeleid vanuit de overheid wordt gestuurd op duurzame opwek en maatschappelijke acceptatie. Producenten worden gedwongen tot steeds drastischere maatregelen en klampen vast aan een overlevingsstrategie voor een onzekere toekomst.
Tekst Marc Hoppenbrouwers Senior Manager bij Accenture Plant & Automation Solutions
Asset management vergroot slagkracht De economische inzet van elektriciteitscentrales wordt bepaald door de ‘merit order’: de volgorde van inzet van centrales met de laagste variabele kosten om aan de gevraagde capaciteit in een aaneengesloten regio (bijvoorbeeld Noordwest-Europa) te voldoen. De merit order wordt aangevoerd door wind- en zonne-energie die elektriciteit tegen de laagste operationele kosten leveren. Een kanttekening bij deze duurzame bronnen is de onvoorspelbaarheid. Productie is alleen mogelijk bij voldoende wind of zon. Kernenergie is afgezien van de investering en maatschappelijke gevoeligheid een goedkope en schone oplossing. Voor de traditionele kolenen gascentrales geldt tenslotte een extra belasting aangezien zij vanaf 2013 moeten betalen voor CO2emissierechten. Een voordeel voor de nieuwe generatie fossiele centrales met WKK en CO2-opslag die daardoor lagere uitstoot heeft en kosteneffectief kan opereren. Gascentrales zijn relatief duur maar flexibel; als pieklasteenheden kunnen ze bij hoge prijzen snel de gevraagde extra capaciteit leveren. De marktpartijen kiezen positie om een goed plekje in de merit order te bemachtigen. In Nederland worden
opmerkelijk verschillende keuzes gemaakt die variëren van uitbreiding van windparken en warmtekrachtcentrales tot nieuwbouw van kolen en/of gas. Er wordt zelfs hardop nagedacht over een tweede kerncentrale. Bestaande centrales worden door nieuwe investeringen steeds verder uit de merit order gedrukt. Hun enige kans is optimalisatie van de asset management-strategie door slimmere investeringen te doen, danwel de operationele kosten te verlagen. Investeringen bestaan uit wettelijke verplichtingen en verbeterinvesteringen. De verplichte investeringen zijn nodig om te voldoen aan (verscherpte) regelgeving. Wat overblijft, kan vervolgens worden aangewend voor risicoverlaging of prestatieverhoging van verouderende installaties. In de laatste categorie vallen rendementsverbetering en levensduurverlenging. Al deze investeringskeuzes vereisen een beslissingsmodel om op lange termijn de effecten te kunnen afwegen, rekening houdend met de verwachte prijsontwikkelingen, regelgeving en doorlopende operationele kosten. Veel energiebedrijven hebben de afgelopen jaren verbetertrajecten doorlopen om hun kostenniveau te ver-
lagen. Organisaties zijn afgeslankt en niet-kernactiviteiten zijn uitbesteed. Ook het onder handen nemen van de toeleveringsketen en het afsluiten van scherpere contracten met leveranciers behoren tot deze maatregelen. Bovendien is de efficiëntie verbeterd door hogere sleuteltijd van monteurs en vergaande automatisering van de bedrijfsvoering. Een volgende stap is het verhogen van de effectiviteit door risicogestuurd asset management. Nieuwe technologische ontwikkelingen worden door voorlopers onderzocht om zich te onderscheiden van de concurrentie. Een van de mogelijke succesfactoren betreft predictive asset maintenance. Dit is het koppelen van informatiesystemen om op basis van voorspellende modellen vroegtijdige waarschuwingen voor storingen te genereren. De aanhoudende crisis zorgt voor dynamiek in de energieproductiesector, zowel aan investeringen- als aan operationele kant. In dit competitieve klimaat worden alle verbetermogelijkheden aangegrepen en worden strategische keuzes gemaakt. Slim asset management kan de sleutel zijn tot betere asset prestaties en kan een onderscheidende factor vormen in deze steeds hardere strijd. n
46 UTILITIES nr. 01 - 2012
046_energievisie_pagina.indd 46
03-01-12 14:21
Meer dan alleen aardgas voor de industrie
Aardgas is de meest ecologische onder de fossiele brandstoffen.
. . . . .
Bevoorradingszekerheid Flexibele leveringen Multisite offertes in Europa Diensten en offertes op maat Advies inzake energie
Distrigas maakt deel uit van de Eni groep. Eni is een van de grootste ge誰ntegreerde energiebedrijven in de wereld en is aanwezig in meer dan 70 landen.
Distrigas nv - Guimardstraat 1A - BE-1040 Brussel Tel: +32 (0)2 557 30 01 - Fax: +32 (0)2 557 31 12 - www.distrigas.eu
047_distrigas.indd 1
02-01-12 14:34
MOXA... Superieur in draadloze IP modems 1 en 2-poorts RS-232 of RS-232/422/485 SeriĂŤle interfaces eenvoudig en transparant koppelen aan een draadloos netwerk met de OnCell IP modems. De OnCell IP modems bieden meerdere mogelijkheden het dataverkeer tussen de seriele en de draadloze interfaces bidirectioneel te maken, zoals TCP server, TCP client, UDP, real COM en reverse real COM. Overdracht op quad-band GSM/GPRS, keuze uit configuratie-methoden als web console, serial console en Telnet. Er is zoveel meer over te vertellen... Meer weten ? Bel 0318-636262 of bezoek www.modelec.nl , Synoniem voor kwaliteit !
2
I T Professionals
adv_MoxaA4_IPmodems.indd 1 048_modelec.indd 1
20-01-2011 14:22:47 02-01-12 14:34