Utilities 6 2016 lr

Page 1

UTILITIES NUMMER 06 - oktober 2016 • ZEVENTIENDE JAARGANG

Technologie en economie in de energie-, water- en gassenmarkt

Jos Visser: Het delen van utilities kent alleen maar voordelen Yara zet in op industriële ecologie Energiemanagementsysteem zou verplicht moeten zijn www.utilities.nl


SLAGVAARDIGER OPEREREN DOOR HOOGGEKWALIFICEERDE OPLEIDINGEN

De kwaliteit van uw organisatie valt of staat met de capaciteiten van de mensen die erin actief zijn. Hun kennis en vaardigheden actueel houden is een continue uitdaging. Kiwa Training is hierin uw betrouwbare partner. Met een uniek aanbod van praktijkgerichte, specialistische opleidingen in techniek, veiligheid, kwaliteit, milieu en zorg verbreden en verdiepen Kiwa-opleidingen vakkennis en -vaardigheden op basisniveau of voor functies op middelbaar en hoger niveau. Gevarieerd Het scholingsaanbod van Kiwa groeit en varieert van korte trainingen tot en met complete opleidingen. Ze zijn geschikt voor mensen die zowel technisch als bedrijfsmatig bezig zijn met installaties, apparatuur en distributie in de energietechniek (gas, warmte, water en elektriciteit), maar ook voor mensen die zich bezig houden met het opzetten, onderhouden, beheren en optimaliseren van het (kwaliteits-, veiligheids- en/of milieu-) managementsysteem. De incompany trainingen kenmerken zich door maatwerk, toegespitst op de specifieke organisatiebehoeftes. Tegelijkertijd maakt Kiwa Training volop gebruik van innovatieve digitale technologieën in service en opleidingsaanbod. Top vijf trainingen De trainingstrajecten van Kiwa Training zijn sinds jaar en dag hooggekwalificeerd en vormen vaak de kwalificatie voor gespecialiseerde functies. Het aanbod kent een vijftal paradepaardjes, omdat deze trainingen al lang met succes worden georganiseerd: Hogere gastechniek, Uitvoerder ondergrondse infratechniek, Interne Audits ISO 9001, Medisch Codeur ICD-10 en Legionella preventieadviseur. Daarnaast zijn we één van de grootste opleiders voor VCA cursussen (zie kader).

Kijkt u op www.kiwatraining.nl voor cursusdata en alle overige informatie over onze trainingen. Of neem contact op via training@kiwa.nl of bel naar 088-998 3539

Voor alle soorten VCA onderwijs een passende oplossing. VCANederland organiseert VCA cursussen, zowel klassikaal als via e-learning, voor een uitgebreid portfolio van opdrachtgevers uit alle mogelijke branches. Met u dragen wij zorg voor de veiligheid van uw werknemers, opdrachtgevers en klanten. Door de inzet van professionele docenten, de landelijke dekking en up-to-date lesmateriaal heeft VCANederland een gemiddeld slagingspercentage van ruim 90%. Kijkt u op www. VCANederland.nl of neem contact op via customersupport@vcanederland.nl of bel naar +31 (0) 70 514 6434.

a


i n h o u d

V E R D E R Energiemanagementsysteem zou verplicht moeten zijn 26

Energiebesparing is nog steeds de meest duurzame manier om de uitstoot van kooldioxide en kosten te verlagen. Desondanks ziet Ernst Worrell dat zo’n systeem zelfs bij grote energieverbruikers nog wel eens ontbreekt.

10

Interview Een aantal Nederlandse chemieclusters kijkt naar de mogelijkheden voor een gedeeld utilities-bedrijf. Chemelot kent zo’n bedrijf al jaren: USG. Directeur Jos Visser ziet met name de integratie van processen en utilitiesvoorzieningen als concurrentiefactor voor Chemelot

Preventieve koelwaterbehandeling bespaart water 30

Preventieve behandeling van suppletiewater voor koelsystemen door middel van ontharden biedt een goed alternatief voor curatieve. Een rekentool toont de mogelijke besparingen op kosten en water voor drie realistische voorbehandelingsscenario’s. Nieuwe energie voor de industrie

33

Van 4 tot en met 6 oktober is het weer tijd voor de jaarlijkse Vakbeurs Energie. Dit jaar is er extra aandacht voor de industrie via het platform Energie & Industrie. Dit platform krijgt een eigen inhoudelijk programma en aparte presentaties op de beursvloer.

14

De Utilities Manager Yara zet tegenwoordig wereldwijd de standaard in energie-efficiënte en emissiereductie voor kunstmestproductie. ‘Op die manier willen we voorsprong op de concurrentie houden’, zegt Jean Pierre Heinis, productiemanager nitrid acids en utilities vanuit Sluiskil.

22 Industrieclusters delen utilities VASTE RUBRIEKEN Commentaar 5 Trending news 6 Infostroom 8 Technologie 18 Product en oplossing 34 Market Review 36 Agenda 37 In het volgende nummer 38

De havenbedrijven van Groningen en Zeeland kijken alle twee naar meer synergie tussen de aanwezige bedrijven. Met name het delen van utilities zoals industriële gassen, stoom, warmte, perslucht, afval- en proceswater staat hoog op de agenda.

UTILITIES 3 nr. 6 - oktober 2016


[Sch

rijf

u nu

in]

ON TARGET In de samenwerking tussen partijen zorgt de juiste verhouding tussen strategie, KPI’s en gedrag voor de beste prestaties. Maar wat is de juiste verhouding? Verschillende sectoren en bedrijven hebben daar een ander antwoord op. Het hangt vooral af van het gezamenlijke doel dat wordt nagestreefd. Wat is het doel en hoe blijf je On Target?

Blijf On Target met bijdragen van onder anderen:

Tijdens iMaintain PrestatieManagement, het congres van NVDO Sectie Suto en het iMaintain platform, wordt onderzocht wat nodig is om verder te komen.

• Wendy van der Valk (Universiteit van Tilburg) Kwaliteit van relaties bij uitbesteed onderhoud: Hoe kun je relatiekwaliteit op peil brengen en houden?

Met best practices uit de praktijk, resultaten van de NVDO Suto Benchmark en onderzoek van de Universiteit Utrecht en de Universiteit Tilburg ontdekt u wat u kunt doen aan uw strategie, KPI’s en gedrag om On Target te komen en te blijven.

• Kars Quist (Volkerrail) On Target met gezamenlijk doel in PGO-contracten • Frank Verbeeten (Universiteit Utrecht) Strategische trends en de impact van strategie en KPI’s op prestatiemanagement

• Tom Meijerink (Schiphol), Geert Fuchs (RHDHV) Videoverslag en discussie over verschillende onderhoudscontracten • Monique Touw (School at Sea) Samenwerken en anderen inspireren vanuit creativiteit en verantwoordelijkheid

Met ruim 100 vakgenoten, stevige inhoud, sterke discussies en een duidelijke koers brengt iMaintain PrestatieManagement u On Target.

• Peter Vader (Eastman Middelburg) Het effect van veranderen op mensen, machines en methoden

Bezoek www.imaintain.info/prestatie voor het hele programma of om direct te registreren.

• Henk Roedelmans (MOT), Olaf Rienks (Verwater) Op weg naar gezamenlijke doelen met MOVE

Initiatiefnemers:

www.imaintain.info/prestatie


Revolverende fondsen Linksom of rechtsom: de overheid wil de eerder afgesproken negen Petajoule energiebesparing in de industrie kostte wat kost doorvoeren. Nu stond de industrie niet zozeer te springen omdat de energiebesparende maatregelen in de praktijk nog wel eens tegenvielen. Bovendien drukten de investeringen op de balans en dat zorgde ervoor dat andere projecten niet konden worden uitgevoerd. Dat laatste argument werd maar al te vaak gebruikt en de overheid bleek niet doof voor de uitdagingen van de industrie. En dus kijken met name de provincies, maar ook de Europese en Haagse overheid naar mogelijkheden voor het inrichten van revolverende fondsen. Ofwel een onderhandse lening van de overheid die met rente wordt terugbetaald. Niet te verwarren met subsidie, want dat wordt niet terugbetaald. De vraag is natuurlijk of daarmee het hek van de dam is en de Petajoules straks wegvloeien uit de industriële energiesystemen. Wat in ieder geval positief is, is dat de overheid minder op de regisseursstoel gaat zitten en geen technologie gaat voorschrijven of subsidiëren. Wat dat aangaat is het betoog van Ernst Worrell van de Universiteit Utrecht duidelijk: er is geen silver bullettechnologie. Technologie is wel een middel om tot besparing te komen, maar niet het einddoel. Het einddoel is een zo efficiënt mogelijk energiesysteem in te richten. Dat zijn dus geen stand alone-oplossingen, maar een verzameling van op elkaar afgestemde energiestromen en procesparameters. Als er dan toch moet worden geïnvesteerd, of desnoods gesubsidieerd, dan zou het in een energiemanagement systeem moeten zijn. Inzicht in de energiebalans is namelijk de grootste aanjager van energiebesparing. Stel dan maar tegelijkertijd een energiemanager aan en laat deze op boardniveau meepraten over de plannen voor de komende vijf jaar. Want dat de energievoorziening in die tijd gaat veranderen, is een ding dat zeker is. Laat je niet verrassen, maar blijf leidend. De financiering is geen probleem meer. David@industrieperspectief.nl

COLOFON zeventiende jaargang nummer 6 - oktober 2016

Drukkerij PreVision Graphic Solutions

Utilities (8x per jaar) Technologie en economie in de energie-, water- en gassenmarkt

Advertentie-acquisitie Jetvertising BV Postbus 1890, 2280 DW Rijswijk T: 070 399 0000 - F: 070 390 2488 www.jetvertising.nl Arthur Middendorp: arthur@jetvertising.nl

Uitgever IndustriePerspectief Joke Smitstraat 12 2401 KN, Alphen aan den Rijn T: 06-51499670 info@industrieperspectief.nl Hoofdredactie David van Baarle 06-51499670 Vaste medewerkers Cyril Widdershoven, Tseard Zoethout Medewerkers aan dit nummer Nienke Koeman, Frank Oesterholt en Hans Huiting Lay-out Klaas Dijkstra Inzet advies www.inzet-advies.nl

Abonnementen (excl. 6% BTW) Utilities verschijnt 8x per jaar. Nederland/België € 130,50 per jaar Introductie NL/B 25% € 98,- per jaar Overig buitenland € 155,Losse verkoopprijs € 18,50 Studenten € 38,50 Proefabonnement 3 mnd € 27,00 De abonnementenadministratie wordt verzorgd door: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA UITGEEST Website: www.bladenbox.nl (nieuwe abonnementen) Website: www.aboland.nl (wijzigingen en vragen) T: 0900-ABOLAND (0900-22 65 263, 10 ct/min)

Opzeggen Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor ufacts wordt uw abonnement steeds manstilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.

Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. © IndustriePerspectief 2016 Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. ISSN: 1389-6385

UTILITIES 5 nr. 6 - oktober 2016


Trending news op www.utilities.nl

1 Getec koopt industriepark Emmtec van Nuon

De Duitse leverancier van energiediensten Getec heat & power AG heeft het Emmtec Industry & Business Park in Emmen van energiebedrijf Nuon overgenomen. Emmtec Service is eigenaar van en exploiteert het Emmtec Industry & Business Park in Emmen. Dit industriepark is met zijn 115 hectare het op één na grootste in Nederland. Het hart van het industrieterrein is de zeer efficiënte warmte/ krachtcentrale die zestig megawatt elektrisch vermogen en ongeveer tweehonderd ton stoom per uur produceert. De aankoop leidt tot een omzetgroei voor Getec van zo’n zestig miljoen euro per jaar.

2

Shell pleit voor grotere rol gas in energietransitie President-directeur Marjan van Loon van Shell nam deel aan een rondetafelgesprek over gaswinning in Groningen. In de position paper die Van Loon naar de commissie Economische Zaken stuurde, schrijft ze onder meer dat Nederland sterker moet inzetten op de inzet van aardgas in de energietransitie. Van Loon benadrukt dat een stabiel investeringsklimaat essentieel is om de Nederlandse gaswinning te kunnen voortzetten. Daarbij pleit de directeur tevens ervoor om jaarlijks zo’n tien tot vijftien miljard euro van de gasbaten in te zetten om de energievoorziening voor de toekomst veilig te stellen.

3 Enexis installeert distributieautomatisering light

Netbeheerder Enexis is, na een succesvolle pilot, overgegaan tot het uitschrijven van de aanbesteding van vierduizend Distributie Automatisering Light (Dali)-kastjes. Hiermee kan de netbeheerder het elektriciteitsnet beter monitoren en zich daarmee voorbereiden op de toekomstige groeiende vraag van stroom door onder andere de toename van elektrisch vervoer. Met Dali kunnen storingen gemiddeld ruim twintig procent sneller worden opgelost. Enexis investeert voor de eerste vierduizend Dali-kastjes ongeveer acht miljoen euro en start eind 2017 met het installeren.

Sinds de Utilities-site weer volop actief is, kunnen we aan de statistieken zien wat de Utilities-lezer beweegt. Vanaf nu laten we de top tien zien van meest gelezen nieuwsberichten op www.utilities.nl. Blijf ons vooral volgen en blijf ook via Twitter reageren. Wie weet komt u uw reactie wel tegen in het trending news.

6 UTILITIES nr. 6 - oktober 2016


4 Subsidie voor PowerPlanes

Vliegtuigen aan een kabel die windenergie opwekken op volle zee. Hoog in de lucht, onzichtbaar vanaf de kust. Met ‘PowerPlanes’, autonome vliegtuigen aan een kabel, ontwikkelt Ampyx Power uit Den Haag een goedkoop, duurzaam en effectief alternatief voor traditionele windturbines. De bestaande prototypes vliegen nog boven land. Maar daar komt verandering in. Samen met ECN, Marin en Mocean gaat Ampyx Power onderzoeken hoe de door de wind voortgestuwde PowerPlanes op volle zee kunnen worden gebruikt.

laatsing windturbines 5PGemini voltooid

Onlangs is de laatste van de 150 windturbines van het Gemini Offshore Windpark geplaatst. Met het bereiken van deze mijlpaal is het windpark weer een stap dichter bij het leveren van duurzame energie om 1,5 miljoen mensen in Nederland de komende decennia van groene stroom te voorzien.

6Uitbreiding Gate terminal

De LNG-terminal op de Maasvlakte in Rotterdam is uitgebreid met een derde laadplaats, speciaal bestemd voor het beladen van kleinere LNGschepen. Daarnaast werd een nieuwe haven ontwikkeld voor schepen tot 180 meter. De kleinere LNG-schepen maken de distributie mogelijk naar LNG-terminals in andere havens in het Noordzeegebied en de Baltische zee.

7 Yara Sluiskil investeert

Bij Yara in Sluiskil is de eerste paal geslagen voor een nieuw laadgebouw voor ureum. Het bedrijf investeert 27,2 miljoen euro in het nieuwe gebouw. Het oude laadgebouw dateert uit 1929. In maart dit jaar legde minister Henk Kamp al de eerste steen voor de nieuwe ureum-8 granulatiefabriek. Deze fabriek zal de laatste priltoren vervangen. Met die investering is 250 miljoen euro gemoeid.

8 Stedin’s waterdrone

Stedin gaat binnenkort haar gasleidingen onder water inspecteren met een op afstand bestuurbare inspectieboot. Het bedrijf voerde de eerste testen uit en verwacht dat de boot zo’n vijftig tot zestig vaarten per jaar zal maken. Door baggerwerkzaamheden of door stroming van het water kunnen gasleidingen onder water minder diep komen te liggen, of wellicht verschoven zijn.

ER bezoekt 9 SEnergiekoplopers

Een delegatie van de SER Borgingscommissie Energieakkoord, onder leiding van voorzitter Ed Nijpels, heeft een werkbezoek gebracht aan de slimme energieproeftuin Energiekoplopers in de ‘Stad van de Zon’ in Heerhugowaard. In deze proeftuin onderzoeken energiebedrijf Essent en netwerkbedrijf Alliander samen met 200 huishoudens hoe zij het (lokale) elektriciteitsnet betrouwbaar kunnen houden door met een slim energiesysteem en slimme apparaten flexibel met energie om te gaan.

ntmanteling 10 OIJsselcentrale

Engie Energie Nederland heeft Koole Contractors aangewezen voor het verwijderen van de IJsselcentrale in Zwolle, beter bekend als de Harculocentrale. Het bedrijf is onlangs gestart met de voorbereiding voor de ontmanteling van de 61 jaar oude gascentrale.

UTILITIES 7 nr. 6 - oktober 2016


infostroom Nieuwe kolencentrales sluiten? In de Urgenda-uitspraak is bepaald dat Nederland in 2020 de uitstoot van broeikasgassen moet beperken tot 25 procent ten opzichte van het niveau in 1990. Om de doelstelling van 25 procent CO2-reductie in 2020 te halen, is een extra broeikasgasreductie nodig van vijftien miljoen ton. De enige betaalbare manier om deze reductie te halen is volgens onderzoek van CE Delft het sluiten van twee nieuwe kolencentrales. Met een slim samengesteld pakket van CO2-reductiemaatregelen kan per saldo zonder maatschappelijke kosten worden voldaan aan de Urgenda-uitspraak. Het sluiten van één of twee nieuwe kolencentrales en CO2-afvang (CCS) in de industrie maken deel uit van dit meest kosteneffectieve pakket. Volgens de onderzoekers van CE Delft zijn veel duurdere maatregelen nodig om de Urgenda-doelstelling te halen als ervoor gekozen wordt om alleen de twee jaren negentig kolencentrales te sluiten. De maatschappelijke kosten bedragen dan jaarlijks zo’n vierhonderd tot zeshonderd miljoen euro.

Struviet langs landingsbanen Schiphol Een consortium van water(kennis) bedrijven heeft mestkorrels van struviet uitgereden bij de landingsbanen van Schiphol. Deze korrels zijn ontwikkeld in een duurzame pilot waarbij een fosfaatverbinding (struviet) uit afvalwater van vliegtuigen is gehaald. Met deze pilot, uitgevoerd binnen TKI Watertechnologie, draagt de luchthaven bij aan het verminderen van de milieuimpact. In de afvalzuivering eten bacteriën zich vol aan stoffen die in het water zitten. Als het water daarna in een bezinktank wordt gedaan, zakken de bacteriën in het water naar de bodem en vormen

een laag slib. Boven dit slib is zuiver water dat naar de Ringvaart wordt afgevoerd. Het achtergebleven slib wordt naar een gistingstank verplaatst. Het water dat daarbij vrijkomt is het meest fosfaatrijke water. Dat water wordt naar een reactor gepompt, waar de struvietkorrels worden gevormd. ‘Voor de pilot moest de reactor bij de waterzuiveringsinstallatie worden geplaatst. Evides verbouwt binnenkort de waterzuiveringsinstallatie’, zegt Bakuwel. ‘We zijn nu in de voorbereidende fase en kijken of het winnen van struviet straks een vaste plaats kan krijgen.’

Stikstofinstallatie Zuidbroek uitgesteld Kamp van Economische Zaken heeft de bouw van een stikstofinstallatie in Zuidbroek voorlopig uitgesteld. De installatie zou hoogcalorisch gas moeten omzetten in gas van Groningenkwaliteit. Vooralsnog geeft Gasunie Transport Services (GTS) aan voldoende capaciteit te hebben aan laagcalorisch gas en stikstof. Het is volgens de minister zelfs de vraag of de installatie überhaupt nodig is. Uit een nieuwe analyse van Gasunie Transport Services (GTS) blijkt dat de nieuwe stikstofinstallatie, waarmee een investering van 480 miljoen euro is gemoeid, vanuit het oogpunt van capaciteit niet nodig is. De stikstofinstallatie in Zuidbroek zou volgens de minister kunnen bijdragen aan het terugbrengen van de jaarlijkse gaswinning uit Groningen met 5 tot 7 miljard kubieke meter. Dit heeft een positief effect op de seismiciteit. Gezien deze nieuwe inzichten heeft het kabinet besloten nog geen definitief oordeel te vellen over de voorgenomen investering. Op basis van adviezen van SodM en GTS kan het kabinet kort na de zomer van 2017 beslissen of de bouw van de nieuwe stikstofinstallatie noodzakelijk is. 8 UTILITIES nr. 6 - oktober 2016

Kijk voor meer nieuwsberichten op www.utilities.nl


KORT NIEUWS

Champignons wekken energie op Biologisch afval van de champignonkweek omzetten in compost, brandstof en duurzame warmte en zodoende jaarlijks miljoenen kubieke meters aardgas besparen. Dankzij een nieuw proces dat door drie Brabantse ondernemers is ontwikkeld, is het mogelijk. Minister Kamp van Economische Zaken (EZ) opende Upcycling Gemert, een fabriek die dit proces in de praktijk brengt. De installatie zet natte biomassa om in brandstof. Champignon Kwekerij Gemert produceert jaarlijks maar liefst vijf miljoen kilogram champignons. De kweekresten

van deze champignons vormen natte biomassa, zogenoemde champost. Deze champost wordt door Upcycling verwerkt tot warmte en waardevolle mest- of brandstoffen. Upcycling voorziet de eigen champignonkwekerij vervolgens van warmte en heeft daarnaast ruimte voor het leveren van energie aan omliggende tuinders. Hiermee kan het verbruik van één miljoen kubieke meter aardgas jaarlijks worden vervangen. De verbrandingswaarde van het eindproduct in een bio- energiecentrale is daarnaast nog eens 3,5 miljoen kubieke meter aardgas waard.

Meer uitstoot broeikasgassen in 2015 De uitstoot van broeikasgassen in Nederland is vorig jaar met vijf procent toegenomen ten opzichte van 2014. Elektriciteitscentrales hebben in 2015 meer steenkool en minder aardgas verstookt. Daarnaast is er meer aardgas verbruikt voor verwarming van woningen en kantoren. Ten opzichte van 1990 is de uitstoot van broeikasgassen gedaald met twaalf procent, meldt CBS. In 2015 bedroeg de uitstoot van broeikasgassen 196 miljard kg CO2equivalenten. Dit is vijf procent hoger dan in 2014 en twaalf procent lager dan in 1990. De uitstoot van koolstofdioxide (CO2) bedroeg vorig jaar 167 miljard kilogram, bijna negen miljard kilo meer dan in 2014. Dat betekent een toename van twee procent ten opzichte van 1990. Alleen in het uitzonderlijk warme 2014 was de CO2-uitstoot onder het niveau van 1990. De totale uitstoot van de overige broeikasgassen is in 2015 de helft lager dan een kwart eeuw eerder. De CO2-uitstoot bij energiebedrijven was in 2015 ruim vier miljard kilogram (negen procent) meer dan een jaar eerder en acht miljard kilogram (achttien procent) meer dan in 2013. Sinds dat jaar zijn enkele nieuwe kolencentrales in gebruik genomen. De afgelopen vijf jaar is het aandeel aardgas in de elektriciteitsproductie met een derde gedaald, van 62 procent (2010) naar 42 procent (2015).

Toewijzing emissierechten blijft in stand Een grote groep (petro)chemische bedrijven, raffinaderijen en staalproducenten was in beroep gegaan nadat ze in 2012 minder emissierechten kregen toegewezen. De Raad van State heeft dit beroep verworpen en de correctiefactor op de broeikasemissierechten blijft dus in stand. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft in 2013 terecht broeikasgasemissierechten toegewezen op basis van de correctiefactor die de

Europese Commissie eerder had vastgesteld. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daarmee blijft de toewijzing van broeikasgasemissierechten voor de periode 2012 tot 2020 aan bedrijven uit de zware industrie en andere sectoren in stand. Een aantal bedrijven was het niet eens met de correctiefactor, omdat die ongeldig zou zijn vastgesteld. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Aardwarmte (geothermie) heeft veel potentie, maar voor grootschalige toepassing is er nog niet genoeg over bekend. Europese en Mexicaanse aardwetenschappers, onder andere van de Universiteit Utrecht en TNO, startten daarom het GEMEX-project, om een beter beeld creëren van de mogelijkheden van geothermie. Voor de versnelling van de transitie naar schone energie richten Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland het Energie-Innovatiefonds op en stellen voor hierin 35 miljoen euro te storten. Dit voornemen volgt uit de Energieagenda die GS 5 juli vaststelden. Provinciale Staten behandelen de Energieagenda en de investeringsstrategie voor het Energie-Innovatiefonds op 12 oktober.

ACM heeft voor de periode 2017 tot en met 2021 nieuwe regels vastgesteld om te bepalen hoe hoog de inkomsten van de energienetbeheerders mogen zijn. ACM heeft voor het eerst gekozen voor een reguleringsperiode van vijf jaar in plaats van de gebruikelijke drie jaar. Een langere reguleringsperiode biedt netbeheerders en afnemers meer duidelijkheid en zekerheid en draagt bij aan stabiliteit in de regulering.

De Adviesraad voor wetenschap technologie en innovatie bepleit het voortzetten en door ontwikkelen van de Topsectorenaanpak. De aanpak moet worden opengesteld voor nieuwe initiatieven voor publiekprivate samenwerking en die op basis van heldere criteria te selecteren.

UTILITIES 9 nr. 6 - oktober 2015


ENERGIE Een aantal Nederlandse chemieclusters kijkt

naar de mogelijkheden voor een gedeeld utilities-bedrijf. Chemelot kent zo’n bedrijf: USG. Directeur Jos Visser ziet met name de integratie van processen en utilitiesvoorzieningen als concurrentiefactor voor Chemelot. De ambities reiken echter nog verder.

Het delen van utilities kent alleen maar voordelen sen Lanxess en Saudi Aramco, OCI Nitrogen en ChemicaInvest. Inmiddels telt het terrein een vijftigtal bedrijven dat zich grotendeels concentreert op de productie van chemicaliën, kunststoffen en kunstmest.

Utility-bedrijf Wat de nieuw-

De bedrijven op industrieterrein Chemelot profiteren nog steeds van het feit dat het terrein ooit van één gebruiker was. Anders dan de andere grote chemieclusters in Nederland, was de site in Geleen ooit ingericht voor de chemische activiteiten van DSM. Toen DSM zich herprofileerde 10 UTILITIES nr. 6 - oktober 2016

als life sciences-bedrijf, pasten deze activiteiten niet meer in het portfolio. Op dat moment verscheen Sabic ten tonele en deze Saoedische chemiereus nam een groot aantal fabrieken van DSM over. Al snel volgden een aantal andere partijen zoals Borealis, Arlanxeo -een samenwerking tus-

komers aantroffen, was een volledig geïntegreerde site, met een uitgebreid utility-netwerk. De Utility Support Group (USG), in 1996 opgericht door DSM, bedrijft op Chemelot een uitgebreid netwerk van utility productieinstallaties en distributie-infrastructuur. Aanvankelijk waren veel van de assets ondergebracht in een joint venture met Essent, inmiddels dochter van RWE, maar een jaar geleden heeft RWE besloten haar aandeel aan USG te verkopen. ‘Dankzij de overname van de aandelen van RWE is USG een volwaardig en volledig utility-bedrijf’, zegt Visser, directeur van het nieuwe USG. ‘We zijn zowel verantwoordelijk voor het asset management aan de stoom, stroom, gas en water-assets, inclusief infrastructuur, maar ook voor inkoop van grondstoffen, energiehandel en het contractmanagement voor de energiecontracten. Anders dan veel utility

Abonnees lezen meer op www.utilities.nl


services bedrijven, nemen we daarbij nog de verantwoordelijkheid van de blussystemen op het park voor onze rekening. Daardoor worden de bedrijven op het terrein zo veel mogelijk ontzorgd op het gebied van utilities.’

Integraal De hoge mate van integratie is gebleven op de site, ondanks het feit dat de vijftig fabrieken in handen zijn van een tiental bedrijven. ‘We hebben een verzameling van fabrieken met verschillende energiebehoeftes’, zegt Visser. ‘De een maakt gebruik van endotherme

en door stoom te cascaderen van hogedrukstoom naar lage druk, is de site zeer efficiënt in zijn energieverbruik. Om een beeld te geven: we produceren met z’n allen meer dan duizend ton stoom per uur, waarvan gemiddeld minder dan drie ton wordt afgeblazen. Dat betekent dat we 99,7 procent van de opgewekte warmte nuttig inzetten in het complex. Dat is redelijk uniek te noemen. We streven er uiteindelijk naar om de energiebalans op nul te krijgen, maar je zult begrijpen dat onze focus ligt op energie-efficiëntie. Verduurzaming komt

Misschien nog wel het grootste voordeel van een gezamenlijke beheerorganisatie, is dat wij als energiemakelaar kunnen fungeren tussen de partijen. processen en heeft energie nodig om de reactie in gang te zetten, terwijl andere bedrijven juist exotherme processen bedrijven die energie opleveren. Door de processen goed op elkaar af te stemmen en reststromen zoals warmte uit te wisselen, is het energieverbruik van die bedrijven vele malen efficiënter dan als ze stand alone zouden opereren. Ook de stoombehoefte verschilt

pas daarna, alhoewel we daar over nadenken in de toekomstvisie van het chemiepark Chemelot.’

Coöperatie Andere chemische sites kijken intussen ook naar de mogelijkheden voor een gedeeld utilitybedrijf en Visser kan die wens heel goed begrijpen. ‘Er hangt namelijk een groot aantal voordelen aan onze manier van samenwerken. Alleen al

de schaalgrootte zorgt voor betere inkoopcondities en een betere handelspositie op de energiemarkt. Daarbij is het goedkoper om een zestal stoomketels te bedrijven dan vijftig aparte ketels. Wat voor dit soort bedrijven heel belangrijk is, is de leveringszekerheid. Mochten er onverhoopt installaties uitvallen, dan kunnen ze altijd terugvallen op voldoende reservecapaciteit in het systeem. Misschien nog wel het grootste voordeel van een gezamenlijke beheerorganisatie, is dat wij als energiemakelaar kunnen fungeren tussen de partijen. Het is best complex om de balans te handhaven tussen klanten die energie leveren en klanten die energie verbruiken. We zijn een non profit bedrijf, dus hebben er geen belang bij om partijen voor te trekken. De grootste klanten zijn tevens aandeelhouder en hebben zodoende een stem in de opbouw van het tariefsysteem en de allocatie van kosten. De vergoeding die bedrijven betalen, bestaat voor een deel uit vaste kosten, die nu eenmaal gepaard gaan met de afschrijving en instandhouding van de assets, en een variabel deel dat is gerelateerd aan het directe energieverbruik.

UTILITIES 11 nr. 6 - oktober 2016


201303adv A4 18-03-13 08:39 Pagina 1

VAN DER LINDEN & VELDHUIS

● INDUSTRIËLE ISOLATIE ● BRANDBESCHERMING ● STEIGERBOUW ● ASBESTVERWIJDERING

Is o l a t ie a l s t w e e de na t u u r Van der Linden & Veldhuis Isolatie B.V., Edisonstraat 5, 3133 KG Vlaardingen Postbus 232 - 3130 AE Vlaardingen, Telefoon 010 - 445 66 00, Telefax 010 - 435 64 80 Vestigingen: Sas van Gent en Wormerveer www.lindveld.nl


De aandeelhouders hebben uiteraard ook een stem in de investeringen in uitbreiding en vernieuwing van de assets. Daar geven we jaarlijks toch enkele tientallen miljoenen aan uit. Zo bouwden we vorig jaar een aantal nieuwe boilers en investeren we in de uitbreiding van een van onze demiwaterfabrieken. De andere, oudere demiwaterfabriek wordt afgebroken. Dat scheelt uiteindelijk weer in het energieverbruik, maar ook de chemicaliëndoseringen zullen flink omlaag gaan.’ De gekozen organisatievorm levert een fiscale vrijstelling op, die voorkomt dat de belastingdienst aanklopt op het moment dat bedrijven reststromen uitwisselen. Visser: ‘Er wordt niets in de weg gelegd om de integratie van de processen zo ver mogelijk door te voeren. De enige uitdaging is om nieuwe partijen te vinden die complementair zijn aan de bestaande industriële activiteiten. Daar zullen we dus actief naar op zoek moeten gaan. Gelukkig hebben we op het terrein een eigen snel groeiende Campus: Brightlands. Daar kunnen we in de toekomst wellicht een aantal startups van verwelkomen.’

Elektrificering Net als de andere industriële grootverbruikers hebben de bedrijven op het Chemelot-terrein zich gecommitteerd aan het MEE-convenant. In onze visie Chemelot 2025 is een duidelijke duurzame ambitie uitgesproken’, zegt Visser. ‘ Niet alleen streven we ernaar om de meest competitieve site van Nederland te zijn, tegelijkertijd willen we de meest duurzame zijn. We hebben daarvoor de juiste kaarten in handen, ook al realiseren we ons dat de industrie in Europa en dus in Nederland zeer kwetsbaar is. Energiebesparing is eerder een overlevingsstrategie dan een luxe en we hebben samen met onze klanten al heel wat energie kunnen besparen. Voor ons zit de uitdaging er vooral in, om zoveel mogelijk energie te besparen zonder dat de tarieven voor onze klanten omhoog gaan. Hoe beter wij ons werk doen, hoe lager de volumes worden die wij produceren of inkopen. Daarmee loop je het gevaar dat

dit de tarieven gaat opdrijven. We moeten ervoor zorgen dat we onze efficiency blijven verbeteren. Daar komt bij dat twintig procent van de totale CO2-productie op de site is gerelateerd aan de energieproductie, wat wil zeggen dat we zelf ook kijken naar besparingsmogelijkheden of verduurzaming van het energieportfolio. Elektrificering is zo’n thema dat in sommige gevallen interessant kan zijn, al lenen petrochemische processen zich minder goed voor loadbalancing dan bijvoorbeeld de chloorchemie. In veel gevallen hebben we hogedruk en hoge temperatuur stoom nodig. In veel toekomstscenario’s wordt ook ammoniak aangewezen als opslagmedium voor overtollige duurzame energie. Nu hebben we hier toevallig een aantal grote ammoniakfabrieken, dus wie weet kunnen we daar ook slagen maken. Uiteraard maken de

‘maar meer dan een Peta joule besparing moet mogelijk zijn. Dat is in de taakstelling van de overheid voor in totaal negen Peta joule energiebesparing bij de ETS-bedrijven best een grote brok. Wellicht zit er meer in het vat, maar ook wij moeten balanceren tussen verduurzaming en de concurrentiepositie in en buiten Europa. Er zijn nu eenmaal factoren die lastig te voorspellen zijn, zoals de CO2-prijs en de energieprijzen. En dan werkt het subsidiebeleid van de overheid niet altijd in ons voordeel. Als energiebedrijven subsidie krijgen voor biomassa als brandstof voor energiecentrales, waarom zouden wij daar dan geen gebruik van kunnen maken. De chemische industrie is zeer geïnteresseerd in biomassa als grondstof voor chemische producten. Net zoals we stoom cascaderen, kunnen we ook cascades inrichten voor

Net zoals we stoom cascaderen, kunnen we ook cascades inrichten voor biomassastromen of zelfs circulaire ketens inrichten. betrokken partijen zelf hun beslissingen daar in. Maar het geeft wel aan dat de industrie een rol kan spelen in de volatiele energiemarkt.’

Investeringen Intussen kijken we wel degelijk naar de mogelijkheden van biomassagestookte boilers of variabele speed elektromotoren. Helaas zijn dit oplossingen die hoge investeringen vragen terwijl de terugverdientijden langer zijn dan de meeste aandeelhouders van onze leden goedkeuren. Dit is een probleem voor veel energiebesparingsprojecten in Nederland en daarom hoor je overal geluiden opgaan voor revolverende fondsen. Gelukkig vonden wij hierin steun bij de Provincie Limburg en de Europese Unie. Het zal niet lang duren voordat we gebruik kunnen maken van een dergelijk fonds. Nog mooier is dat er al veel projecten min of meer klaarstaan die in het verleden waren gesneuveld op de financiering.’ Op het besparingspotentieel wil Visser niet al te specifiek ingaan,

biomassastromen of zelfs circulaire ketens inrichten.’

Onderscheiden Toch wil Visser niet klagen: ‘Ik heb het idee dat de overheid meer begrip heeft voor de industrie en wel degelijk wil meedenken met oplossingen voor de barrières waar we als industrie tegenaan lopen. Het Topsectorenbeleid pakt voor de chemische industrie wel degelijk goed uit. Nu is het zaak door te pakken en ook andere sectoren te betrekken bij de clusters. De agrosector is zeer interessant omdat we daar CO2 en warmte naar toe kunnen vervoeren, maar tegelijkertijd kunnen we ook veel halen. Door de productie van biomassa af te stemmen op de behoefte van de chemische industrie aan nieuwe grondstoffen, kunnen we hoogwaardige biobased kunststofproducten maken. De leidende consumentenmerken vragen steeds vaker naar de footprint van de grondstoffen die zij in hun producten stoppen. Daar kan de Nederlandse industrie zich in onderscheiden.’ ■

UTILITIES 13 nr. 6 - oktober 2016


Yara zet tegenwoordig wereldwijd de standaard in energieefficiëntie en emissiereductie voor kunstmestproductie.‘Op die manier willen we voorsprong op de concurrentie houden’, zegt Jean Pierre Heinis, productie-manager nitrid acids en utilities vanuit Sluiskil. Industriële ecologie – of het sluiten van kringlopen - is het sleutelwoord.

ENERGIE

Tekst: Tseard Zoethout

Yara zet in op industriële ecologie Dankzij de aanwezigheid van diep vaarwater, het kanaal Terneuzen – Gent, en voldoende aardgas , zowel uit het Groningenveld als uit de Zeebruggeleiding, is Sluiskil tot belangrijkste productielocatie van kunstmest in ons land uitgegroeid. Het Noorse Yara, dat eind jaren zeventig de vroegere Nederlandse Stikstof Maatschappij (NSM) overnam, biedt werk aan ruim zeshonderd werknemers. Naast Dow Chemicals aan de Westerschelde is het daarmee een van de grootste werkgevers in Zeeuws-Vlaanderen. Het belang van de site aan de zuidoostelijke rand van het dorp met ruim 2300 inwoners kan ook worden afgemeten aan haar aardgasverbruik: Yara neemt jaarlijks om en nabij de twee miljard kuub aardgas af, hoofdzakelijk uit de Noorse en Britse concessies op de Noordzee.

Energie-intensieve producten Over welk deel aardgas tegen welke prijs waarvandaan komt wil Jean Pierre Heinis, sinds drie jaar manager nitrid acids en utilities Sluiskil maar al bijna deze hele eeuw bij Yara werkzaam, wegens concurrentieoverwegingen geen mededelingen doen. Wel geeft hij aan dat zo’n tachtig procent van alle aardgas in de eindproducten ammo 14 UTILITIES nr. 6 - oktober 2016

niak, salpeterzuur, ureum en nitraat terecht komt en dus hoogwaardig wordt gevaloriseerd. De rest van het gas gaat in de bedrijfsprocessen van Yara zitten: stoom, stroom en warmte. ‘We voeren een zo efficiënt mogelijke bedrijfsvoering op basis van strikte emissie- en energie-efficiency monitoring’, legt Heinis rustig formulerend uit. ‘Die data vertalen we in dagelijkse en maandelijkse rapporten. De gasturbine heeft bijvoorbeeld enige tijd geleden een absoluutfilter gekregen. Daardoor komt er geen stof meer binnen via de luchtinlaat en raken compressorschoepen niet langer vervuild, iets wat we nauwlettend controleren. Onze twee stoomturbines en een gasturbine kunnen maximaal 72 megawatt vermogen aan de drie ammoniak-, twee salpeterzuur en drie ureumfabrieken leveren, mits daarvoor stoom aanwezig is. Doorgaans wordt 34 megawatt opgewekt, voldoende om de ammoniakfabrieken bij mogelijke stroomuitval te ondersteunen. De overige stoom – geproduceerd met exotherme processen op onze terreinen – gebruiken we in de ureum- en nitraatfabrieken. Het resterende deel van 30 megawatt importeren we van het buitennet.’ Na een black-out in 2011 – toen de

gehele productie bijna drie dagen stil kwam te liggen – werd het noodzakelijk de procedures aan te scherpen. ‘Onze lokale systemen’, licht hij toe, ‘moesten weer worden opgestart. De grootste moeilijkheid lag indertijd in het synchroniseren van onze stroom op het buitennet. Sinds vorig jaar hebben we een verbeterd draaiboek voor ‘emergency operating procedures’ op de plank liggen. Daarin staat alles van stap tot stap beschreven wie wat in zulke gevallen moet doen.’

WarmCO2 Yara zet haar hoog-

calorische restwarmte om in veertig bar stoom dat via het stoomnetwerk Ureum-7 aandrijft, de uit 2011 daterende productieeenheid voor meststoffen en industriële chemicaliën, als Adblue, op de markt gebracht onder de handelsnaam Air-1. Daarna komt de stoom op de lage druknetten terecht waar het naar de vaste meststoffabrieken wordt getransporteerd. De laagcalorische warmte die Yara Sluiskil vroeger naar de lucht wegkoelde, gaat tegenwoordig via warmtewisselaars naar WarmCO2. Dit is het netwerk van kassen in de Autrichepolder en Smidsschorrepolder die van Yara pure CO2 en warmte op ruim 85 graden

Abonnees lezen meer op www.utilities.nl


Celsius krijgen aangeleverd. De warmte wordt vervolgens op maximaal veertig graden Celsius teruggevoerd. ‘De glastuinbouw in ZeeuwsVlaanderen heeft een moeilijke periode achter de rug’, licht Heinis toe. ‘Door de financiële, economische en EHEC crisis groeide WarmCO2 beperkt. Tegenwoordig zijn vrijwel alle gronden echter verkocht waardoor het nieuwe glasareaal eind 2016 bijna honderd hectare zal bedragen. Dat gaat tot meer dan een verdubbeling van onze warmte en CO2-afzet naar de kassen leiden, overtollige warmte en CO2 die we niet langer naar de lucht hoeven uit te stoten. In plaats daarvan kunnen tuinders die stromen voor de teelt van paprika’s, tomaten en aubergines gebruiken. Uiteindelijk is het de bedoeling om eind 2018 150 hectare van warmte en CO2 te voorzien.’

Waterstof Een andere vorm van industriële ecologie – oftewel het omzetten van reststromen van de ene industrie in nuttige componenten voor de andere – wordt de inzet van waterstof bij Yara Sluiskil, de grootste site op dit gebied in de Europese Unie. Tijdens overleg met bedrijven uit de regio is namelijk naar voren gekomen dat

Dow Chemicals aan de Westerschelde waterstof op hun fornuizen verbrandt, een reststof die twee andere industrieën (Yara en ICL IP) juist prima kunnen gebruiken. Tot voor kort was er echter geen economisch haalbare manier om dat waterstof nuttig in te zetten. Weliswaar ligt er een bestaande hoge drukleiding als achtervang onder het kanaal Terneuzen – Gent maar daarop rustte tot voor kort enkel een vergunning voor het transport van aardgas. In het kader van de Green Deal ‘waterstof voor de regio’ hebben Rijk en provincie het vorig jaar mogelijk gemaakt deze leiding ook in te zetten voor het transport van andere gassen dan aardgas. Daardoor kan eerst broomproducent ICL IP ten zuiden van Terneuzen van waterstof worden voorzien en vervolgens, drie à vier kilometer zuidelijker, Yara Sluiskil. ‘Wij zijn in voorbereiding om waterstof in onze bedrijfsprocessen te gebruiken’, zegt de utilitymanager. ‘In plaats van aardgas, zoals gebruikelijk, met stoom onder hoge druk tot CO2 en waterstof te kraken, kunnen we binnenkort zeven- à negenduizend kuub ruwe waterstof per uur in onze ammoniakfabriek sturen. Dat vermindert onze uitstoot in de eerste fase met 10.000

ton CO2. Tijdens de vervolgfase loopt die besparing tot maar liefst veertigduizend ton CO2 op.’ Volgens RVO vallen deze investeringen binnen drie jaar terug te verdienen.

Modernisering De laatste jaren heeft Yara niet stilgezeten. Sommige machines of delen van de machinerie zijn verouderd of aan vervanging toe. Vorig jaar werd de stoomturbine voor de salpeterzuurfabriek vervangen, een uit 1987 daterende ketel waardoor het rendement significant is verbeterd. Volgend jaar volgt een nog oudere expander. Zonder de inzet van nieuwe computermodellen was dit niet mogelijk geweest. Die hebben het gedrag van de machinetrein en de impact van de wijzigingen doorgerekend. Heinis: ‘Met de nieuwe turbine boeken we nu twintig procent meer rendement en kunnen we zeven ton veertig bar stoom extra uit onze salpeterzuurfabriek exporteren. Dat komt overeen met het jaarlijkse gasverbruik van 3500 huishoudens. De expander wordt vorig jaar ook volledig vervangen en heeft nu vier in plaats van twee schoepen gekregen, iets wat dertien ton veertig bar stoom extra export gaat opleveren.’ Naast het stoken van aardgas met

UTILITIES 15 nr. 6 - oktober 2016


Santon Circuit Breaker Services verzorgt vanaf 1 oktober 2015 technisch en commercieel support van Metroform Per 1 oktober 2015 zal Santon Circuit Breaker Services B.V. zorg dragen voor ondersteuning, onderhoud, technisch en commercieel support van Metroform laagspanning schakel- en verdeelinrichtingen. Santon Circuit Breaker Services heeft hiervoor alle technische documentatie en certificaten in beheer verworven van de vorige eigenaren. Tevens hebben wij op het ogenblik drie technische specialisten in dienst met samen meer dan 100 jaar ervaring met Metroform schakel- en verdeelinrichtingen. Onze vakkundige service engineers staan tot uw beschikking voor onderhoud, schakelmateriaal upgrades of uitbreidingen aan deze Metroform switchgear.

Voor meer info kunt u terecht op www.santoncbs.com Santon Circuit Breaker Services B.V.

Energie management begint met meten FLUXUS® Energy is het antwoord

 In kaart brengen van de energie effiency van warmtewisselaars, boilers en koelinstallaties  Voor perslucht- en brander installaties  Eenvoudig en snel meten met clamp on sensoren  Inzetbaar voor vloeistoffen, lucht en gassen  Zowel voor vaste als tijdelijke opstellingen Bel ons voor een demonstratie op uw installatie !

FLEXIM Instruments Benelux B.V. Tel.: +31 10 24 92 333 benelux@flexim.com

www.flexim.com


zo min mogelijk lucht – wat tot minder rookgassen en dus een betere efficiency leidt – is Yara dit jaar een project opgestart om de lekverliezen van de condensaat-potten te minimaliseren en de onderhoudsinteractie te reduceren. Ook worden de al een halve eeuw oude luchtcompressoren op korte termijn vervangen. De rustige wijze van formuleren ten spijt, speelt er tussen Heinis’ woorden toch wel enig enthousiasme door. Heinis: ‘Die compressoren gaan we niet één op één vervangen maar zetten we dichter bij onze afnemers binnen de site en op een lagere druk. Pneumatisch transport, proceslucht en werk- en regellucht komen hier tesamen. Daardoor kunnen we tot een meer optimale oplossing komen waarvan we tot ver in de toekomst profijt van trekken. Nu de oude Ureum-5 en Ureum-6 fabrieken weg zijn door de installatie van Ureum-7, hebben we bovendien kans om een deel van het stoomnet te elimineren waardoor minder warmteverlies optreedt.’

Concurrentiedruk De grote nadruk op energieefficiency en emissiereductie doet Yara niet alleen om aan de huidige regelgeving te voldoen.

Innovatie is tevens een belangrijke pijler die Yara – in haar branche – tot een ‘industry shaper’ maakt waardoor het concern zich wereldwijd van haar concurrenten kan onderscheiden. ‘Door de schaliegasrevolutie in de VS en veel lagere energieprijzen daar, staat de export van meststoffen onder druk’, verduidelijkt de utility manager. ‘Die druk kunnen we enkel van de ketel halen met innovatieve, speciale producten met hoge toegevoegde waarde en betere, efficiëntere, goedkopere productieprocessen. De toepassing van Air-1 in afgassen van vrachtwagens en auto’s is daar een goed voorbeeld van: dit ureumproduct zet schadelijke uitlaatgassen in onschuldig stikstof om. Als concern hebben we met dit product in 2015 maar liefst 1,4 miljoen ton NOx uit de lucht gehaald, een hoeveelheid die groter is dan de totale NOx emissie van een land als Duitsland.’ Dergelijk efficiënte en emissiebesparende maatregelen worden bij Yara, zo haast Heinis te zeggen, altijd tegen het licht gehouden van economische haalbaarheid. Een treffend voorbeeld uit het verleden is de, door Yara ontwikkelde DeN2O katalysator. Deze katalysator breekt N2O (lachgas) in de brander van de salpeterzuurfabriek

af zodat de uitstoot van dit uiterst krachtige broeikasgas (ruim 300 keer zo sterk als CO2) met 80 tot 90 procent wordt verlaagd. ‘Mede hierdoor hebben we onze broeikasgasemissies in tien jaar tijd met zestig procent verlaagd terwijl de productie in dezelfde periode met anderhalf miljoen ton toenam’, zegt Heinis.

Sterke positie Dat Yara Sluiskil binnen het Noorse moederbedrijf een sterke positie inneemt, bewijst de recente uitbreiding met Ureum 8 wel. In 2011 investeerden de Noren nog bijna 420 miljoen euro in Ureum 7. De 240 miljoen kostende Ureum 8 fabriek vervangt prills, gestolde druppels ureum, door een zwavelhoudend kunstmestgranulaat waarmee het concern inspeelt op de toenemende behoefte aan zwavel in de landbouw. Volgens de utility manager heeft de nieuwe fabriek – die volgende zomer zal worden opgeleverd - een aantal grote voordelen. ‘Bij druppelvorming komt ureumstof vrij in de lucht. Als Ureum 8 in bedrijf treedt, worden deze stofemissies gehalveerd en verminderen we de koelwaterbelasting op het kanaal verder. Bovendien is het nieuwe granulaat van betere kwaliteit’, zo besluit hij. ■

UTILITIES 17 nr. 6 - oktober 2016


technologie Nieuw membraan voor PEM brandstofcellen

De membranen van proton-exchange membraan (PEM) brandstofcellen vormen tot nog toe een grote uitdaging voor de wetenschap. De werktemperatuur van de membranen is vaak te hoog of te laag. Wetenschappers van het Amerikaanse Sandia Laboratorium denken hĂŠt materiaal te hebben gevonden dat precies op de juiste bedrijfstemperatuur zijn werk doet: polyphe-

nyline. Het membraan doet zijn werk binnen een brede temperatuurrange en houdt dat drie keer langer vol dan vergelijkbare membranen. De meeste PEMs gebruiken water als oplosmiddel, waardoor de bedrijfstemperatuur wordt gelimiteerd door het kookpunt van water. Hogere temperaturen zouden het membraan uitdrogen. Inmiddels zijn daar wel oplos-

singen voor gevonden, maar het zou handiger zijn als de membranen geen water nodig hadden. Ook de materiaalkosten van membranen zijn nog een uitdaging. Membranen met een kostprijs van tussen de 250 en vijfhonderd euro zijn geen uitzondering. Onderzoekers waren al langer op zoek naar alternatieven voor water en vonden fosforzuur dat vloeibaar blijft bij temperaturen tot meer dan 180 graden Celsius. De PEM’s gebruiken een membraan van polybenzimidazool dat het nadeel heeft dat het niet kan opereren onder de 140 graden Celsius zonder het fosforzuur aan te tasten. Sandia noemt zijn nieuwe PEM-cel de ammonium ion-pair fuel cell en combineert fosforzuur met het membraan van polyphenyline. De ammonium-biphosphate ionenparen bleken zeer stabiel te presteren bij bedrijfstemperaturen tussen de tachtig en 160 graden Celsius. Ook de degradatie van het membraan was veel geringer dan bij de tot nog toe gebruikte membranen.

Warmtedistributie via superatoomkristallen Superatoomkristallen zijn periodieke posities van C60 fullerenen, ook wel bucky balls genoemd, en anorganische moleculen van gelijke omvang. Deze nieuwe klasse van materialen hebben veelbelovende eigenschappen om te worden toegepast in duurzame energieopwekking, energieopslag en nanoelektronica. Onderzoekers van de Carnegie Mellon University ontdekten recent dat de kristallen twee bijna identieke formaties kunnen aannemen: een met draaiende fullerenen en een met vaste fullerenen. In de eerste vorm zijn de kristallen nauwelijks geleidend terwijl de formatie met vaste fullerenen thermisch zeer goed geleidt. De 18 UTILITIES nr. 6 - oktober 2016

onderzoekers vergelijken het met het vormen van een rij bij het doorgeven van zandzakken: als alle personen in de rij een andere kant op draaien en in een ander tempo werken, duurt het lang voordat een nooddijk is gebouwd. Met het gelijkrichten van de rij, neemt het tempo toe. Dit is precies wat ook gebeurt in de superatomen met een vaste positie. Het wordt gemakkelijker om warme door deze vaste patronen te transporteren. De onderzoekers denken nu al na over toepassingen van het materiaal. Zo zou men een materiaal kunnen maken dat van geleider kan transformeren naar isolator. Op die manier is het mogelijk om thermische scha-

kelingen en transistoren te maken. Momenteel wordt warmte nog getransporteert via stoom of water, maar dat zou in de toekomst dus wel eens anders kunnen worden.


Draagbare thermocellen produceren stroom De spieren van ons lichaam produceren warmte en men probeert al langer die warmte om te zetten in stroom. Het verschil in de lichaamstemperatuur van zo’n 32 graden Celsius en de omgevingstemperatuur is echter redelijk klein, waardoor de gangbare technieken niet of nauwelijks werken. Onderzoekers van de Huazhong Universiteit (Wuhan, China) zoeken de oplossing in thermocellen met twee verschillende gelgebaseerde elektrolyten. De onderzoekers maken gebruik van het thermogalvanisch effect. Twee elektrodes met verschillende temperaturen die in verbinding staan met een elektrolytoplossing bouwen een potentiaalverschil op. De ionen van een redoxpaar in het elektrolyt kunnen snel switchen tussen twee verschillende laadstadia waarbij ze elektronen ontvangen of juist naar de elektrodes sturen. Om van dit effect bruikbare stroom te maken combineren de onderzoekers twee verschillende redoxparen. Elke cel heeft twee minuscule metalen plaatjes als elektrode met daartussen een elektrolytgel. De eerste cel heeft een Fe2+/Fe3+ redox paar, de

tweede gel is complexer en bestaat uit [Fe(CN)6]3-/[Fe(CN)6]4-. Door deze keuze heeft de koude elektrode uit de eerste cel een negatief potentieel terwijl diezelfde elektrode in de andere cel een positieve lading krijgt. De onderzoekers schakelden vervolgens de cellen in serie in een schaakbordpatroon en plaatsten dit in een handschoen. Dit leverde een spanning op dat genoeg was om een elektrisch apparaat van stroom te voorzien of een batterij op te laden. In een omgeving met een buitentemperatuur van vijf graden Celsius, was het mogelijk om een spanning op te bouwen van 0,7 volt en een vermogen van 0,3 μW. De onderzoekers denken door optimalisatie nog wel wat meer vermogen te kunnen krijgen, ook bij hogere temperaturen.

Water koken met noppenfolie

Noppenfolie, ook wel bubbeltjesplastic genoemd, is een zeer goedkoop materiaal. Onderzoekers van het MIT maakten er een soort drijvende spons van die water met behulp van zonlicht kookt. Het door het kookproces geproduceerde stoom komt vervolgens door de poriën naar buiten De onderzoekers hadden al een spons gemaakt van grafiet en koolstofschuim die zonlicht kon opvangen. Doordat deze teveel warmte verloor, lukte het niet het water met alleen zonlicht te laten koken. De oplossing kwam in de

vorm van een laag koper. De spons hield de warmte langer vast, maar weersinvloeden koelden hem alsnog teveel af om het water tot het kookpunt te brengen. Daar kwam het noppenfolie om de hoek kijken. Door de spons met het materiaal van polystyreen in te pakken bleef de spons warm en kookte het water zeer snel. De benodigde hoeveelheid zonlicht om het kookproces in gang te zetten is volgens de onderzoekers niet eens heel hoog. Ook buiten de zomermaanden en in bewolkte omstandigheden doet de drijvende spons zijn werk. Men ziet veel mogelijkheden voor de spons. Zo zouden grote drijvende sponsen kunnen worden ingezet in warme landen om afvalwater te zuiveren of zeewater te ontzilten. Het zou zelfs mogelijk moeten zijn het stoom in te zetten voor stroomgeneratie.

Honderd keer snellere fotosynthese

Onderzoekers van Stanford University ontwikkelden een nieuwe katalysator die een kunstmatige fotosynthesereactie honderd keer sneller laat verlopen. Ook goed nieuws is dat de katalysator beter gaat werken naar mate de tijd verstrijkt en goed tegen zuur kan. Tel daarbij op dat in de katalysator minder van het kostbare metaal iridium nodig is, en de weg lijkt vrij voor goedkope waterstofproductie. De katalysator, een dunne laag gemaakt van iridiumoxide die bovenop een laag strontium iridiumoxide ligt, versnelt de zogenaamde oxygen evolution reactie (OER). Deze reactie is de eerste helft van een tweestapproces dat water splitst met behulp van zonlicht. De OER-reactie was een grote bottleneck omdat deze plaatsvindt in een zeer zure omgeving. Een katalysator gemaakt van iridium was tot nog toe de enige die in zulke omstandigheden kan overleven. Aangezien iridium een van de zeldzaamste metalen op aarde is, wordt zo’n reactie al snel heel duur. De uitdaging was om een ander materiaal te vinden of in ieder geval een reactie op te wekken met minder iridium. Het onderzoek begon theoretisch met het doorzoeken van een database van materialen die geschikt zouden kunnen zijn als katalysator. Uit deze zoektocht kwam strontium iridium oxide als kandidaat naar voren. Verbazingwekkend genoeg werkte de katalysator beter dan verwacht en de werking verbeterde zelfs na twee uur. Het corrosieproces zorgde ervoor dat strontiumatomen oplosten in de vloeistof waardoor een laag iridium oxide van enkele atomen dik achterbleef die veel actiever was dan het originele materiaal. Daardoor verliep de OER-reactie honderd keer sneller.

UTILITIES 19 nr. 6 - oktober 2016


Dé Hardware voor Energie Management Door de decentrale opwekking, duurzamere omgang met energie en de voortgang van techniek zal er steeds meer gemeten en beveiligd worden. Belangrijke stimulatoren hierbij zijn het Europese streven voor het behalen van 20% energiereductie in 2020 en de richtlijnen om structurele energiebesparing te realiseren geformuleerd in de norm ISO 50001. Energie management begint in de basis met correct meten van stroom en spanning. ELEQ biedt hiervoor de oplossing; de Energie Management Lijn. De producten uit de Energie Management Lijn zijn ideaal voor toepassing in alle energie management projecten, zowel in bestaande installaties als in nieuwbouw. • Deelbare Stroomtransformatoren ° Compact en nauwkeurig • Gezekerde Spanningsaftakklemmen voor Rail en Kabel ° Geen ongezekerde leiding in de installatie • Stroomtransformator ten behoeve van indirecte kWh meting ° Zeer compact en nauwkeurig Compacte hardware voor het maken van uw kWh-meting op een veilige wijze!

Een oplossing voor iedere leiding die gerepareerd, actief en/of passief beschermd moet worden!

PR

CT OTE

AND CONNECT

Voor meer informatie kunt u terecht op www.eleq.com of neem contact op met onze verkoopafdeling via sales@eleq.com of telefonisch via +31 (0)521 533 333.

www.imbemadenso.nl • Tel. 023 - 517 24 24


ENERGIE

UTILITIES 26 nr. 6 - oktober 2016


ENERGIE De havenbedrijven van Groningen en Zeeland

kijken alle twee naar meer synergie tussen de aanwezige bedrijven. Met name het delen van utilities zoals industriĂŤle gassen, stoom, warmte, perslucht, afval- en proceswater staat hoog op de agenda.

Industrieclusters delen utilities De Nederlandse chemische industrie kan ondanks de hoge energie- en loonprijzen op mondiale schaal concurreren. Veel van dat succes is te danken aan de clusters die zijn ontstaan rondom een aantal grote spelers. Zo wordt het industriegebied in de Groningse Eemsdelta voornamelijk gedomineerd door AkzoNobel. Maar ook Tejin en bijvoorbeeld DOW profiteren van de concentratie van bedrijvigheid en de daarbij behorende leveranciers van producten en diensten. In Terneuzen en Bergen op Zoom is DOW Benelux de meest dominante partij, maar ook kunststofproducent Yara Sluiskil en een aantal kleinere spelers zijn onderdeel van het cluster. Rotterdam en Moerdijk kennen iets meer grote spelers zoals Shell, ExxonMobil, BP Huntsman, AkzoNobel, Lyondell en sinds kort Gunvor (voormalig Q8-raffinaderij). Havenbedrijf Rotterdam clustert de bedrijven door een groot aantal gedeelde pijpleidingen, utilitiesvoorzieningen en sinds kort ook een stoom- en warmtenet. Het laatste grote cluster staat in Geleen waar DSM nog steeds een grote productielocatie heeft, maar waar ook een deel van de oude 22 UTILITIES nr. 6 - oktober 2016

activiteiten van het Nederlandse life sciences-bedrijf worden voortgezet door andere partijen op chemiepark Chemelot. Zo zijn Sabic, OCI Nitrogen, maar ook Borealis en Arlanxeo te vinden op het grootste chemiecluster van Europa. Voor de volledigheid moet ook nog Emmtec aan het rijtje worden toegevoegd. Het terrein waar onder andere DSM en Tejin Aramid is gevestigd.

Concurrentiestrijd Hoewel het geen wedstrijd is, lijkt er wel een gezonde concurrentiestrijd gaande tussen de vier grote industriĂŤle clusters. De aanzet tot die concurrentie gaf voormalig Shell-directeur en voorzitter van het Topteam Chemie Rein Willems. In 2013 organiseerde het Topteam Chemie samen met EZ, VNO-NCW, FNV en de VNCI een rondetafelconferentie om de concurrentiedruk uit de Verenigde Staten het hoofd te bieden. In die tijd was de schalierevolutie in volle gang en de gasprijzen in de VS waren ongeveer de helft van die in Europa. Energiebesparing zou een uitkomst moeten bieden en de weg daar naartoe was vooral door de clusters nog meer te integreren. Bijkomend voor-

deel was dat ook roep om verduurzaming van de industrie steeds sterker werd. Die wens kan hand in hand gaan met energiebesparing en verduurzaming van de energie- en brandstofmix.

Eemsdelta De twee Groningse chemieclusters, die voor het gemak worden ondergebracht onder chemiecluster Eemsdelta, hebben als voordeel dat zowel het Rijk als de Provincie een fonds beschikbaar heeft gesteld om de chemische industrie in Groningen te stimuleren. Het rapport van Rein Willems was aanleiding om zestig miljoen euro beschikbaar te stellen voor de uitvoering ervan. Daar bovenop kwam nog eens twintig miljoen euro voor stimulering van de werkgelegenheid in het gebied. Een deel van het geld wordt beschikbaar gesteld om een zogenaamde Utiliteiten Entiteit (UE) op te richten. Volgens het rapport van Willems zorgen de beschikbaarheid van collectieve, betrouwbare en betaalbare utiliteiten en onderlinge verbindingen voor samenhang, kostenverlaging, flexibiliteit en een lagere milieubelasting. De utilities die nu nog door AkzoNobel worden beheerd, zouden op den duur moeten worden overge-


dragen aan de UE. Volgens de commissie zijn daarnaast investeringen nodig in de integratie van het stoomgrid, de realisatie van de buizenzone Eemsdelta, industriewater en een syngasnetwerk. In totaal zal de investering zo’n 27,3 miljoen euro vergen. Bovendien zouden de bedrijven van de fondsgelden gebruik kunnen maken om de onrendabele top te compenseren. Op middellange termijn (twee tot vijf jaar) kan de infrastructuur verder worden versterkt door investeringen in het lokale elektriciteitsnet, een restwarmtedistributienet en een biomassahub alsmede door een mogelijke aansluiting met het Duitse elektriciteitsnet. Investeringsplannen van bedrijven uit de regio kunnen nu rekenen op veertig miljoen euro. Het geld is bedoeld om nieuwe plannen voor investeringen een extra steun in de rug te geven. Zo zijn er al voorstellen gedaan voor het vergroten van de productie van chloor en het beter benutten van restgas dat vrijkomt bij chemische processen. Ook zijn er plannen voor een terminal voor het ontvangen van tankers met vloeibaar gas (LNG).

Programmamanager Gedeputeerde Patrick Brouns van de Provincie Groningen ziet dat de investeringen inmiddels hun vruchten beginnen af te werpen. ‘De eerste stappen naar groene chemie zijn genomen, een aantal bedrijven is gaan investeren en de werkgelegenheid is toegenomen. In ieder geval is het besef geland dat de aardolie gebaseerde chemie geen toekomst heeft en dat investeringen op dat gebied niet meer in Europa zullen plaatsvinden. Er is dan ook een duidelijke toekomstvisie uitgewerkt met groene chemie als einddoel. Nu dat doel duidelijk is, kunnen we dat terugvertalen naar beleid en een industrieagenda. Het bedrijfsleven heeft het deel van

provincie, havenbedrijf en het bedrijfsleven zich aan de afspraken houdt, is Chris Henny benoemd tot programmamanager. We hebben er bewust voor gekozen geen ambtenaar hiervoor aan te stellen, maar iemand die uit het bedrijfsleven komt. De voormalige Stork-directeur Henny kent het speelveld goed en heeft bewezen complexe plannen om te kunnen zetten in concrete oplossingen. Met deze aanstelling gaan we dan ook fase 2.0 in van het plan Chemiecluster op stoom. Uiteraard blijft de provincie betrokken bij het project, al was het maar om struikelblokken in wet- en regelgeving zoveel mogelijk weg te nemen. Ik zie met name grote kansen in het kop-

Het bedrijfsleven heeft het deel van de uitbreiding van het stoomnet goed opgepakt, maar nu is het tijd om te gaan versnellen. de uitbreiding van het stoomnet goed opgepakt, maar nu is het tijd om te gaan versnellen. We weten wat er moet gebeuren en moeten nu aanwijzen wie wat gaat doen. De vrijblijvendheid is er dus vanaf en om ervoor te zorgen dat

pelen van sectoren. Met name de koppeling van agro, chemie en energie heb je nodig om tot een duurzame en rendabele groene chemiesector te komen. De randvoorwaarden daarvoor zijn een goede infrastructuur en utilitiesvoorziening. Indien nodig kunnen we

UTILITIES 23 nr. 6 - oktober 2016


PARTNERS UTILITIES PLATFORM

LEDEN UTILITIES PLATFORM

Vakblad Utilities

Congres en evenement

Partners (en Leden)

Rondetafel-bijeenkomsten

Experts

Nieuwsbrief

Website

Ad van Wijk Professor Sustainable Energy, TU Delft

Teus van Eck Teus van Eck Energie en Milieu

AndrĂŠ Jurjus Directeur Netbeheer Nederland

Sander de Bruyn manager/Researcher Environmental Economics CE Delft

Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het Utilities Platform? Kijk op www.utilities.nl of neem contact op met David van Baarle: david@industrieperspectief.nl - 06 514 99 670

Paul van Son CEO DII


meefinancieren of investeringen vlottrekken via een revolverend fonds. Wat in ieder geval duidelijk moet zijn, dat bedrijven geen excuses meer hebben om hun activiteiten te integreren met die van hun buren. Mochten ze toch tegen barrières aanlopen, dan kunnen ze altijd aankloppen bij de programmamanager.’

Zeeland Seaports De industrieclusters van Zeeland Seaports, die zich concentreren rondom de havens van Vlissingen en Terneuzen, zijn wat kleiner in omvang dan Rotterdam en de Eemsdelta, maar kennen toch een aantal grote spelers. Met name DOW Terneuzen en Yara Sluiskil zijn grootverbruikers van energie, gas en industriewater. De bedrijven zijn al langer bezig met het uitwisselen van reststromen, waardoor bijvoorbeeld in Terneuzen een glastuinbouwgebied is ontstaan dat kooldioxide en warmte krijgt van de naastgelegen industrie (Warmco). Een ander voorbeeld is de overdracht van restwarmte vanuit Zeeland Refinery naar Martens Cleaning en COVRA. Om dezelfde redenen als de andere clusters meer integratie en samenwerking willen, zijn ook in Zeeland

Waterstofgas Het tot nog toe

als restproduct, terwijl kunstmestmultinational Yara en broomproducent ICL-IP waterstof nodig hebben als grondstof voor hun eindproducten.’ De waterstof wordt uitgewisseld via een bestaande gaspijpleiding van Gasunie onder het Kanaal bij Terneuzen. De leiding die van DOW, via ICL-IP naar Yara loopt, wordt nu nog maar incidenteel gebruikt. Door het uitwisselen van waterstof kunnen de chemiebedrijven hun CO2-uitstoot en gasverbruik fors verminderen. De besparing is ongeveer net zo groot als het gebruik van drieduizend huishoudens. In een volgende fase nemen de besparingen verder toe. Ook wordt het transport van waterstof over de weg naar ICL-IP met zeventig tot tachtig procent teruggedrongen. Andere voorbeelden van business cases van de SDR-bedrijven liggen op het terrein van uitwisseling van restwarmte, zouten, synthesegas en chemische grondstoffen. Wanneer deze worden uitgewerkt, is nog niet duidelijk, maar de synergetische kansen liggen voor het oprapen. n

meest kansrijke en op korte termijn uitvoerbare idee is de uitwisseling van waterstofgas via een pijpleiding. Dow Benelux heeft namelijk waterstof over

Volgende keer in Utilities: de plannen van chemiecluster Rotterdam, Chemelot en Emmtec

de betrokken bedrijven elkaar gaan opzoeken. ‘Maar anders dan bij de andere clusters kwam het initiatief tot samenwerken uit de betrokken bedrijven zelf’, zegt Daniël Goedhuis van Impuls Zeeland. ‘Een aantal bedrijven was al in overleg met elkaar om te evalueren welke energiestromen, reststromen en grondstoffen er circuleerden binnen en buiten de bedrijfsgrenzen. In totaal is een elftal bedrijven betrokken bij Smart Delta Resources (SDR, red.). In 2013 zijn deze bedrijven een platform gestart om te kijken of het mogelijk is om onderling energie en grondstoffen uit te wisselen. Men begon met een technische analyse van de grondstof- en energiestromen. Daarna kwamen de technische experts van de bedrijven bijeen om de mogelijkheden te bespreken van eventuele samenwerking en onderlinge waarde creatie. Uiteindelijk rolde uit die overleggen een 160 tal ideeën waarvan we een tiental direct als kansrijk bestempelden.’

UTILITIES 25 nr. 6 - oktober 2016


ENERGIE Energiebesparing is nog steeds de meest

duurzame manier om de uitstoot van kooldioxide en kosten te verlagen. Desondanks ziet Ernst Worrell, hoogleraar aan het Copernicus instituut voor duurzame ontwikkeling van de Universiteit Utrecht, dat zo’n systeem zelfs bij grote energieverbruikers nog wel eens ontbreekt. Inzicht in de energiestromen levert zoveel besparingspotentieel op, dat bedrijven zelf zo’n systeem zouden moeten willen.

Energiemanagementsysteem zou verplicht moeten zijn maatregelen. Volgens Ernst Worrell, hoogleraar aan het Copernicus instituut voor duurzame ontwikkeling van de Universiteit Utrecht, is dit echter geen reden om achterover te leunen. ‘Er is nog veel onbenut besparingspotentieel, ook bij de energiegrootverbruikers. Door dat potentieel te ontginnen, blijft de industrie zijn voorsprong behouden en kan het mondiaal blijven concurreren met landen met lagere energieprijzen.’

Suïcide-scenario Eenvoudig

Onlangs kwam het nieuws naar buiten dat zowel de Verenigde Staten als China het klimaatverdrag van Parijs hebben geratificeerd. Goed nieuws dus voor het milieu en misschien nog beter nieuws voor de positie van de Nederlandse industrie. Die heeft immers de afgelopen jaren geïnvesteerd in energiebesparende 26 UTILITIES nr. 6 - oktober 2016

gezegd zou een goed en volwassen emission trading system (ETS) veel kunnen doen aan de wereldwijde scheve verhoudingen die zijn ontstaan in de fossiele energiemarkt. De ratificatie van het klimaatverdrag van Parijs door de twee grootste industrielanden kan daar een grote rol in spelen. ‘Overigens heeft Nederland het verdrag nog niet geratificeerd’, zegt Ernst Worrell, Hoogleraar aan het Copernicus instituut voor duurzame ontwikkeling van de Universiteit Utrecht. ‘Maar langzaam aan dringt wereldwijd het besef wel door dat we niet op dezelfde voet kunnen doorgaan met het uitstoten van broeikasgassen.’ Worrell noemt door-

gaan met de huidige inzet van fossiele brandstoffen het suïcide-scenario. ‘Zelfs met de huidige afspraken over terugdringing van CO2 is het maar de vraag of het kwetsbare ecosysteem voldoende capaciteit heeft om de extra kooldioxide die we de afgelopen jaren in de atmosfeer hebben uitgestoten te kunnen verwerken.’ De knop moet de komende jaren dan ook om en energiebesparing is de eerste en meest efficiënte stap die bedrijven kunnen nemen. ‘Energiebesparing brengt uiteindelijk twee voordelen: bedrijven stoten minder CO2 uit en betalen bovendien een lagere energierekening. Dat daar nog niet altijd even veel aandacht voor is, heeft te maken met de complexiteit van energiemanagement en de tijdsdruk waaronder veel operators werken. Vaak hebben bedrijven geen eigen energiemanager zodat een procesoperator er een taak bijkrijgt. Wat in veel gevallen ook ontbreekt, is een volwassen energiemanagement systeem. Niet dat zo’n systeem zo duur is, maar productiebedrijven hebben vaak andere prioriteiten en verkiezen een uitbreiding in de productiecapaciteit boven energie-efficiency. Desondanks opent het bedrijven die


wel investeren in zo’n systeem vaak de ogen. Zelfs bij zeer grote energieverbruikers, waarvan je zou verwachten dat ze er alles aan doen hun energieverbruik te temperen, ontbreekt nog wel eens het inzicht in de grote energieverspillers.’

Suboptimaal Worrell onderzocht de effecten van de meerjarenafspraken (MJA2) die een aantal industriële branches maakten met het ministerie van Economische Zaken. Onderdeel van die afspraken is het uitvoeren van een energie efficiency plan. In zo’n plan leggen energieexperts de energiestromen vast en inventariseren de besparingsmogelijkheden binnen de bedrijfsgrenzen. De overheid heeft daarbij afgesproken dat bedrijven in ieder geval investeren in energiebesparingsprojecten die zich binnen vijf jaar terugverdienen. Helaas bleek uit het onderzoek dat veel van deze projecten op de plank bleven liggen of niet het rendement opleverden die uit de berekeningen kwam. De gerealiseerde terugverdientijden weken vaak af van eerdere schattingen. Maar opvallend genoeg was er geen correlatie tussen de terugverdientijd van een bepaalde

energiebesparingsoptie en de keuze tot implementatie over te gaan. ‘Een van de bezwaren van de meerjarenafspraken is dat ze redelijk technisch zijn ingestoken’, zegt Worrell. ‘Men legt de focus op een bepaalde technologie waar bedrijven vervolgens subsidie voor kunnen ontvangen. Men vergeet echter dat bijvoorbeeld een pomp of warmtewisselaar onderdeel is van een groter geheel dat uiteindelijk ook weer invloed heeft op de prestaties ervan. Zo is er terecht veel aandacht geweest voor frequentieregelaars, daar is immers tot een derde van het energieverbruik mee te besparen. Maar als zo’n pomp verkeerd is gedimensioneerd, pro-

Afzonderlijk zouden die oplossingen te weinig rendement opleveren, maar gezamenlijk leverden ze een enorm besparingspotentieel op. Uiteindelijk is het een complex systeem van kleine aanpassingen die het meeste rendement zal opleveren. En daar helpt een energiemanagementsysteem bij, naast uiteraard de kennis van de energiemanager.’ Bedrijven doen er volgens Worrell dan ook goed aan om energie hoger op de agenda te zetten. ‘Een CEO of sitemanager bepaalt uiteindelijk de koers van een bedrijf en als die energiebesparing in de organisatie inbedden, levert dat doorgaans goede resultaten op. Veel hangt nu nog

‘Een CEO of sitemanager bepaalt uiteindelijk de koers van een bedrijf en als die energiebesparing in de organisatie inbedden, levert dat doorgaans goede resultaten op.’ duceert hij nog steeds suboptimaal. Men focust zich te veel op grote besparingen, maar ook in energiebesparing zal zich geen silver bullet aandienen. Dat zagen we bijvoorbeeld bij Tata Steel, dat uiteindelijk met een waslijst van besparingsopties kwam.

vast aan personen: soms zie je het energieverbruik per shift veranderen omdat de ene procesoperator nu eenmaal meer aandacht heeft voor energie dan de ander. Dat soort zaken moeten niet aan interpretatie onderhevig zijn, maar onderdeel zijn

UTILITIES 27 nr. 6 - oktober 2016


Utilities.nl

geeft nog meer waarde voor uw geld Meer nieuws dan ooit • • • • • • • •

Actuele berichtgeving over de energie- en watermarkt Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten en diensten Multimediale bedrijfspresentaties Tweewekelijkse nieuwsbrief Live twitter updates LinkedIn interacted

Utilities-abonnees krijgen meer • De nieuwste Utilities staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwbouwprojecten en uitbreidingen in de projectendatabase • Ga naar www.utilities.nl en kies abonneren

Ga direct naar Utilities.nl en blijf iedereen voor acts

manuf

_adv_A5liggend_www_uilities.indd 43

20-10-14 14:35

Een nieuwe naam in energie...

WIJ HEBBEN ENERGIE VOOR TIEN. Samen met u werken we aan een optimale aardgaslevering .

controle over je energie

Wij werken aan een leefbare en duurzame samenleving voor iedereen en geloven in de kracht van innovatie en synergie om dit te bereiken. Anexo is onderdeel van Westland Infra. Ontstaan door o.a. veranderde marktomstandigheden, nieuwe technieken en aangepaste regel- en wetgeving. Anexo biedt een zéér compleet pakket aan innovatieve energieoplossingen waardoor u volledige controle over uw energie in huis haalt. Dit is wat we doen:

Innovatie in energie

Slim meten

Spanning

Vraag nu een vrijblijvende offerte aan via onze site: anexo.energy/welkom Of neem telefonisch contact met ons

www.wingas.nl 28 UTILITIES nr. 6 - oktober 2016

op via 088 - 14 20 000.

Verlichten

Onderhoud

Anexo is onderdeel van:


van verbetertrajecten. Je kunt best practices vastleggen zodat je van elkaar kunt leren.’

14:35

Verplichting De argumenten van Worrell voor een energiemanager of op zijn minst een energiemanagementsysteem klinken overtuigend genoeg om te opteren voor een verplichting. ‘In Frankrijk heeft men goede resultaten bereikt

energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar, maar er is nauwelijks handhaving op de uitvoering ervan. Uit ons onderzoek bleek dat investeringen die zich binnen twee jaar terugverdienden wel werden geïmplementeerd, maar daar boven veel minder. In de inventarisatie van energiebesparende maatregelen en hun terugverdientijd vonden we zelfs een opvallend piekje bij zes

‘Ik heb wel eens het idee dat de MBA-opleidingen ook een onderdeel energiemanagement moeten opnemen in hun curriculum.’ via een subsidie voor energiemanagers’, zegt Worrell. ‘In Denemarken stelde men een energiemanager zelfs verplicht voor bedrijven met een hoge energievraag. De kosten voor zo’n expert kon men weer van de belasting aftrekken. De Amerikanen kennen het Energy Star-programma dat weer een vrijwillige basis heeft. Desondanks heeft het programma in een aantal sectoren wel degelijk succes.’ De MJA-afspraken zijn in de ogen van Worrell te vrijblijvend. ‘Bedrijven zijn dan wel verplicht om te investeren in

jaar. We vermoeden dat bedrijven de grens wat verhogen om onder de investering uit te komen.’ Strenger overheidsbeleid of een hogere CO2-prijs zouden het ontwijkend gedrag van bedrijven wel kunnen bijsturen. ‘Maar eigenlijk zouden bedrijven zelf vooral moeten willen besparen. Ik heb wel eens het idee dat de MBA-opleidingen ook een onderdeel energiemanagement moeten opnemen in hun curriculum.’

Papiersector En de rol van de overheid? ‘Die zou zich meer moeten

profileren als launching customer’, vindt Worrell. ‘Zeker in de gebouwde omgeving kan de overheid laten zien dat ze energiebesparing serieus neemt. Dat gebeurt volgens mij veel te weinig. Daarnaast kunnen de centrale en decentrale overheden ook een rol spelen in de onzekerheden rondom de financiering van energiebesparingsprojecten. Bijvoorbeeld via revolverende fondsen. De belangrijkste rol van de overheid is in mijn ogen echter om een consistent energie en industriebeleid te voeren. Wat dat aangaat heeft Nederland geen goed track record. In Duitsland zie je dat industriebeleid geen vies woord is en investeert men in duurzame projecten. Daardoor is er ook een hele duurzame industrie ontstaan. Nederland zou duurzaamheid dan ook moeten omarmen. Een branche die dat heeft gedaan, is de papierindustrie. Door de keuze die zij jaren geleden maakte om zo duurzaam en energie-efficiënt te produceren, hebben we nog steeds opvallend veel internationale spelers gehuisvest. De andere industrietakken zouden lessen moeten leren uit die branche en energiebesparing zien als onderscheidende factor.’ n

UTILITIES 29 nr. 6 - oktober 2016


ENERGIE Preventieve behandeling van suppletiewater

voor koelsystemen door middel van ontharden biedt een goed alternatief voor de curatieve chemicaliëndosering in het circulerende koelwater die nu veel wordt toegepast. Preventieve behandeling kan veel kosten en water besparen en de impact op het milieu aanzienlijk verminderen. Een rekentool toont de mogelijke besparingen op kosten en water voor drie realistische voorbehandelingsscenario’s.

Tekst: Nienke Koeman, Frank Oesterholt en Hans Huiting

Koelwater preventief behandelen bespaart kosten De (proces)industrie gebruikt koelsystemen om lage-temperatuurwarmte weg te koelen. Vaak wordt een open recirculerend koelwatersysteem gebruikt dat warmte afvoert door water te verdampen in een koeltoren, in direct contact met de buitenlucht. Daarbij worden de stoffen in het koelwater, aangevoerd via het suppletiewater, geconcentreerd. Dit kan problemen geven met groei van micro-organismen, corrosie en zoutafzettingen (vaak kalkafzetting, scaling). Daarom wordt het geconcentreerde koelwater regelmatig gespuid en in de koeltoren conditioneringschemicaliën toegevoegd. Spuien leidt tot gebruik van relatief grote hoeveelheden water en conditioneringschemicaliën, meestal een speciale mix die is afgestemd op de lokale situatie. Vooral dat laatste maakt het koelproces kostbaar en relatief ingewikkeld en veroorzaakt een grote impact op het milieu, ondanks de stijgende trend om biologisch afbreekbare chemicaliën in te zetten.

en Pidpa een deskstudie uitgevoerd gericht op de verschuiving van het zwaartepunt van de curatieve conditionering van koelwater van chemische waterbehandeling in het koelsysteem naar een preventieve behandeling van het suppletiewater gebaseerd op vergaande ontharding. Dit heeft als primair doel het koelwater verder in te dikken en minder te spuien. Omdat een evenwicht met de buitenlucht wordt gevormd, zal de pH bij de lage hardheid stijgen en zullen naar verwachting veel minder chemicaliën nodig zijn om corrosie, zoutafzetting en biofilmvorming tegen te gaan. Bovendien zijn de gebruikte basischemicaliën voor het ontharden tijdens voorbehandeling minder schadelijk voor het milieu dan de conditioneringschemicaliën die nu curatief worden ingezet. Bij comfort koelwatersystemen, die mildere procesomstandigheden hebben, wordt koelwater al massaal preventief geconditioneerd door het voedingswater volledig te ontharden.

Preventief Binnen het TKIwatertechnologie programma heeft KWR samen met SABIC, Tata Steel, Brabant Water, Evides Industriewater

Drie opties Met als voornaamste

30 UTILITIES nr. 6 - oktober 2016

criterium minimaal waterverlies tijdens de voorbehandeling zelf zijn drie mogelijke scenario’s voor voorbe-

handeling geselecteerd. Scenario één bestaat uit met kationwisseling om calcium en magnesium te verwijderen en zo scaling te voorkomen, gevolgd door anionwisseling om naast corrosieve anionen ook opgelost organisch materiaal te verwijderen dat voeding vormt voor micro-organismen. Scenario twee start met pellet-ontharding om calcium en magnesium te verwijderen, gevolgd door zandfiltratie om de pellets en een deel van de aanwezige micro-organismen te verwijderen en opnieuw kationwisseling voor verdere ontharding. Scenario drie is gelijk aan scenario twee met na de kationenwisselaar nog een anionenwisselaar voor verwijdering van organisch materiaal.

Rekentool De onderzoekers onbtwikkelden de rekentool CaShCoW (Calculation Sheet Cooling Water) om de technische en economische haalbaarheid van suppletiewater voorbehandelingen en een toename van concentratiecycli door te rekenen en vergelijkt die met de bestaande situatie van behandeling en indikken. De tool berekent de effecten van de voorbehandeling en een toename van het


aantal cycli op de samenstelling en scalingspotentie van het koelwater. Als indicatie voor de scalingspotentie gebruikt CaShCoW onder andere de Puckorius Saturatie Index, gebaseerd op de calciumcarbonaat verzadiging bij de evenwichts-pH van een open koelwatersysteem. Ook berekent de tool de investeringskosten (Capex) en operationele kosten (Opex) van

(pH 9 – 9,5) Dat ligt veelal buiten de range van de indices.

Sabic Geleen Om de bruikbaarheid van de tool te beoordelen, zijn twee praktijksituaties geïnventariseerd en doorgerekend. De eerste is een koelsysteem bij Sabic in Geleen, met een zink/fosfonaat programma voor koelwaterconditionering, en een

De rekentool laat zien dat als chloride niet een beperkende factor zou zijn, alle drie de alternatieve behandelingsscenario’s een aanzienlijke besparing van water en kosten zouden kunnen opleveren. de voorbehandeling om de totale kosten te vergelijken met de huidige kosten voor koelwaterbehandeling.

Beperking De rekentool geeft nog geen goede indicatie voor de potentie tot corrosie. Daarover kunnen wel kwalitatieve uitspraken worden gedaan op basis van de aanwezige zouten en de pH. Er is momenteel geen goede index om de mate en de specifieke verschijningsvorm van corrosie te voorspellen voor een open recirculerend koelwatersysteem zonder noemenswaardige hardheid

concentratiefactor van circa negen. CaShCoW laat zien dat in dit geval geen van de drie voorbehandelingsscenario’s economisch voordeliger is dan de huidige conditionering. Vanwege de hoge concentratiefactor is de winst door waterbesparing eenvoudigweg te gering. Mocht Sabic in de toekomst redenen hebben om over te stappen op een conditioneringsprogramma zonder zink, dan biedt scenario 1, (alleen ionenwisseling) economisch het meest interessante alternatief. De waterkwaliteit is in dat geval dusdanig dat hoewel de

indices een lichte neiging tot scaling voorspellen, zoutafzetting in de praktijk niet waarschijnlijk wordt geacht.

Tata Steel IJmuiden Het koelsysteem bij Tata Steel in IJmuiden gebruikt voorbehandeld oppervlaktewater als suppletiewater het conditioneringsprogramma bevat verschillende organische componenten. Omdat het koelwater in een ander koelsysteem terecht kan komen, mag het chloridegehalte in het recirculerende koelwater niet te veel stijgen. Daarom is de maximale concentratiefactor hier 2,4. De rekentool laat zien dat als chloride niet een beperkende factor zou zijn, alle drie de alternatieve behandelingsscenario’s een aanzienlijke besparing van water en kosten zouden kunnen opleveren. Als de concentratiefactor van 2,4 naar 5 mag stijgen, kan 27 procent van het suppletiewater worden bespaard. Met scenario 1 zou in dat geval tot 47 procent op de kosten kunnen worden bespaard. Omdat de investerings- en onderhoudskosten voor pellet-ontharding aanzienlijk hoger zijn dan voor ionenwisseling, is de kostenbesparing voor scenario’s 2 en 3 lager, maar nog steeds ruim twintig procent. De waterkwaliteits

UTILITIES 31 nr. 6 - oktober 2016


berekeningen laten zien dat het water ongeveer het verzadigingsevenwicht van calciumcarbonaat bereikt, dus scaling noch corrosie van koolstofstalen installatiedelen worden verwacht problemen op te leveren. Door de geringe huidige concentratiefactor zal een aanzienlijke besparing van wateren chemieverbruik kunnen worden behaald. Als bij Tata Steel het chloridegehalte verder mag stijgen, bieden alle drie de scenario’s duidelijk besparingsmogelijkheden.

Nieuwe inzichten De toepassing van de rekentool op beide casebeschijvingen in deze studie heeft geleid tot een aantal nieuwe inzichten. In de eerste plaats is door toepassing van de rekentool aangetoond dat preventieve behandeling van suppletiewater door middel van ontharding, een goed alternatief kan zijn voor de huidige curatieve behandeling op basis van chemicaliëndosering in het circulerende koelwater. Vooral bij systemen met een laag aantal cycli (<5) en hoge kosten voor water en chemicaliën kan dat veel kosten en water besparen en de impact op het milieu sterk verminderen, onder andere omdat de chemicaliën die nodig zijn voor voorbehandeling een veel kleinere milieu-impact hebben 32 UTILITIES nr. 6 - oktober 2016

dan de complexe koelwaterconditioneringschemicaliën die bij curatieve behandeling nodig zijn, maar na preventieve behandeling overbodig. Hoeveel besparing kan worden bereikt, is sterk afhankelijk van lokale omstandigheden zoals energiekosten en waterbeschikbaarheid. De rekentool kan deze besparing helpen voorspellen. Het scenario gebaseerd op kationwisseling en anionwisseling geeft de laagste kosten van de drie voorbehandelingsscenario’s omdat de pellet-ontharding in de twee andere scenario’s een hogere kapitaalsinvestering vraagt.

Scalingspotentie Het effect van voorbehandeling op de scalingpotentie kan goed worden voorspeld. Hoewel gangbare indices soms aangeven dat nog lichte scaling kan ontstaan, is de praktisch afzetbare hoeveelheid calciumcarbonaat zeer laag. Voorbehandeling lijkt ook gunstig om groei van biofilm te verminderen, enerzijds door verwijdering van organische componenten, anderzijds door de hogere resulterende koelwaterpH, maar hierover en over de corrosiviteit is nog geen kwantitatieve uitspraak te doen. Naar verwachting treedt voldoende corrosie-inhibitie op omdat onder de sterk alkalische

koelwateromstandigheden het carbonaatgehalte sterk stijgt en oplossen van metalen (behalve aluminium) drastisch onderdrukt ten opzichte van de meeste huidige open koelwaters. De biofilmvorming en corrosiepotentie kunnen worden onderzocht in een pilot test volgens de NEN-ISO 16784-2 standaard. Deze standaard beschrijft hoe het effect van een behandelingsmethode op een open koelsysteem objectief en reproduceerbaar getest kan worden.

Vervolg Als blijkt dat voorbehandeling niet alleen een positief effect heeft op de scalingpotentie, maar ook op corrosie en biofilmvorming, kunnen industrie en waterbedrijven samenwerken om deze milieuvriendelijkere behandeling van koelwater toe te passen en mogelijk op te nemen in de BREF (best available technique reference documents) voor koelwaterconditionering daterend uit 2001 Daarvoor is eerst meer praktijkervaring, kenniszekerheid en een onderbouwde en navolgbare “proof of concept” nodig, waarbij ook de rekentool verder gevalideerd kan worden. n Meer hierover kunt u lezen op www.tkiwatertechnologie.nl/project/ koelwaterconditionering-in-de-toekomst


ENERGIE Van 4 tot en met 6 oktober is het weer

tijd voor de jaarlijkse Vakbeurs Energie. Dit jaar is er extra aandacht voor de industrie via het platform Energie & Industrie. Dit platform krijgt een eigen inhoudelijk programma en aparte presentaties op de beursvloer. Hierbij een overzicht van de presentaties.

4, 5 & 6 oktober 2016

Nieuwe energie voor de industrie Woensdag 5 oktober Industrial Morning 2016 10.30 - 12.30 uur Industrie Theater, hal 5 De Nederlandse industrie kan duurzame concurrentiekracht vergroten door slimme CO2 besparing. De Nederlandse industrie is verantwoordelijk voor bijna de helft van het nationale energieverbruik. In het Nationale Energieakkoord is afgesproken dat dit verbruik de komende jaren met tenminste 9 PetaJoule moet verminderen. Nieuwe energie voor de industrie 14.30 - 16.30 uur Waar: Industrie Theater, hal 5 De Nederlandse industrie kan een belangrijke rol spelen in de transitie naar een schone en duurzame energievoorziening. De volatiliteit van de elektriciteitsproductie neemt toe en daarvan kan de industrie profiteren. Bij overschotten kan men extra produceren om bij tekorten juist de productie terug te schroeven of juist flexibel vermogen uit warmtekrachtkoppeling te leveren. Met sprekers: Bert den Ouden, Managing director Energy and Sustainability Berenschot,

Simon Spoelstra, ECN Joost Sandberg, Renewable Energy Development Manager AkzoNobel Gas in transitie 14.45 - 15.30 uur Energie theater, hal 4 Gas is een belangrijke drager voor een stabiel en duurzaam energiesysteem. Onder de programmalijn Gas in Transitie worden bedrijven, kennisinstellingen en overheden gebundeld om gas-innovaties te versnellen. De focus ligt hierbij op de productie van Biogas of Groen Gas, de introductie van LNG als alternatief voor vervoer en de omzetting van groene stroom in waterstof via Power-to-Gas. Energy Storage Day 2016 14.00 – 16.30 uur Waar: Hertog Zaal In de transitie naar een volledig duurzame en schone energievoorziening speelt opslag van energie een steeds grotere rol. Tijdens de Energy Storage Day zoomen we in op de kansen die energieopslag biedt, de ervaringen die inmiddels zijn opgedaan, de technologie die beschikbaar is en de belemmeringen die grootschalige uitrol tegenhouden.

Energy audits en handhaving 15.45 - 16.30 uur Energie theater, hal 4 De EED vermeldt de Europese doelstelling van een 20 procent lagere Europees energieverbruik in 2020 en bevat zowel verplichtingen voor lidstaten als bedrijven. Een daarvan is de verplichting voor grote ondernemingen om een energie-audit uit te voeren.

Donderdag 6 oktober Isolatie bij verwarmde tankopslag 14.30 - 15.10 uur Industrie theater, hal 5 Tankopslagbedrijven met verwarmde tanks investeren vaak niet in dakisolatie. Een van de redenen is dat aangenomen wordt dat de warmtelek door het dak maar een klein aandeel heeft in het totaal. Dit is zeker voor tanks met een grote diameter niet het geval. Isoleren in de industrie 15.20 - 16.00 uur Industrie theater, hal 5 IndustriĂŤle bedrijven zijn zich bewust van het nut van isoleren maar lopen tegen praktische vragen en problemen aan. Loont het om isolatie aan te brengen en wat is de terugverdientijd als je alle kosten en opbrengsten meetelt?

UTILITIES 33 nr. 6 - oktober 2016


product & oplossing CONTROLESYSTEEM STOOM- EN HEETWATERINSTALLATIES Bosch heeft een nieuw remote controlesysteem, de zogenaamde MEC Remote (Master Energy Control) ontworpen. Met deze nieuwe MEC Remote is er toegang voor gebruikers en operators om eenvoudig en veilig Bosch stoom- en heetwaterketelinstallaties op afstand te monitoren. Het maakt het mogelijk om altijd en overal op afstand met de gehele ketelinstallatie en -besturing online mee te kijken, alsof men zelf voor de besturing in het ketelhuis staat. MEC Remote is de ideale oplossing voor bedrijven waar de operator niet continu fysiek aanwezig kan zijn; waar tegelijkertijd toezicht op meerdere ketels en/of meerdere installaties moet worden gehouden of bedrijven met (oproep-) diensten in het weekend. De Bosch ketel- en systeemcontrole units zijn compatibel met alle gebruikelijke automatiserings- en gebouwbeheerssystemen. De MEC Remote kan ook worden gebruikt voor ketelinstallaties die niet verbonden zijn met een gebouw- of productiebeheerssysteem. Dankzij een overzichtskaart kunnen op verschillende productielocaties de ketelhuisinstallaties over de hele wereld gelijktijdig worden gecontroleerd. Optioneel kunnen storingen en meldingen via een SMSmodule automatisch worden verzonden naar een mobiele telefoon. Dit reduceert de kosten voor supervisie op installaties waar een hoge betrouwbaarheid en 24/7 productie

vereist wordt. Een ander voordeel voor gebruikers is dat er in geval van een storing er direct vervolgacties kunnen worden geïnitieerd door contact op te nemen met Eco. Bij het remote systeem staat beveiliging voorop. Het systeem kan toegangsrechten en rollen toekennen aan de diverse gebruikers. De remote verbinding zelf wordt beveiligd door drie maatregelen: de hardwareverbinding kan in het ketelhuis worden in- en uitgeschakeld met een sleutel bedienbare schakelaar. Verder wordt er naast het inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord, via een versleutelde datatransmissie een TAN verificatie gestuurd naar een mobiele telefoon ter beveiliging. Uit privacy overwegingen worden de operationele gegevens van de ketels niet opgeslagen in de Cloud, maar uitsluitend lokaal op het systeem. www.eco-steamandheating.com/nl

PH-SENSOR WORDT AUTOMATISCH GEREINIGD pH-sensoren in industriële toepassingen worden meestal eens per maand uit het proces gehaald voor reiniging en kalibratie. Vaak blijkt dat na reiniging de sensor al weer goed meet, zelfs zonder dat kalibratie nodig is. Maar in praktijk ontbreekt het meestal aan mankracht om de pH sensor vaker uit het proces te halen om te reinigen. Endress+Hauser heeft de oplossing: Cleanfit Control CYC25 gecombineerd met een Cleanfit retractable pH-armatuur CPA871. Deze combinatie zorgt ervoor dat de pH-sensor 34 UTILITIES nr. 6 - oktober 2016

zo vaak als nodig automatisch uit het proces teruggetrokken en gereinigd wordt. Het belangrijkste voordeel: de pH meting blijft de juiste waarde aangeven totdat er een kalibratie uitgevoerd dient te worden. De tijd dat de kalibratie van pHsensoren in de fabriek uitgevoerd moest worden ligt gelukkig al jaren achter ons. Dankzij Memosens digitale sensortechnologie en Memobase Plus CYZ71D kalibratiesoftware kan de kalibratie en justering van pH-sensoren plaatsvinden onder geconditioneerde omstandigheden en op een moment dat het de gebruiker uitkomt. De Memosens chip in de pH-sensoren onthoudt de kalibratie-informatie en zodra de pH-sensor in de fabriek op een transmitter wordt aangesloten zijn de juiste kalibratiegegevens bekend.

Het Cleanfit Control CYC25 systeem zorgt er samen met een pneumatisch ‘retractable’ armatuur Cleanfit CPA871 voor dat de pH-sensor periodiek uit het proces teruggetrokken en volledig automatisch gereinigd wordt, eventueel in combinatie met een chemisch reinigingsmiddel. Doordat dit reinigingsinterval volledig vrij instelbaar is, blijft zo in alle toepassingen de pH-sensor schoon. En een ander groot voordeel: het reinigen kost de medewerkers geen tijd meer want het vindt volledig geautomatiseerd plaatst zonder tussenkomst van bedienend personeel en zonder onderbreking van het productieproces. Hierdoor kan in veel gevallen ook het kalibratie-interval verlengd worden. www.nl.endress.com


STROOMTANG MET WARMTEBEELDCAMERA FLIR introduceert met de FLIR CM174 de eerste stroomtang met warmtebeeldcamera ter wereld. De stroomtang is voorzien van een geïntegreerde warmtebeeldcamera met IGM-technologie (Infrared Guided Measurement). De IGM-technologie begeleidt gebruikers visueel naar temperatuurverschillen en brengt afwijkingen in kaart. Zo kunnen zij reparaties uitvoeren aan het systeem, in plaats van alleen de fout te herstellen. De

stroomtang biedt elektriciens de gelegenheid op veilige afstand van stroomkabels of complexe elektrische systemen te blijven en IGM te gebruiken om de afwijkingen in kaart te brengen zonder het paneel te hoeven aanraken. Dankzij de smalle klem en de geïntegreerde werkverlichting kan de stroomtang worden gebruikt bij bekabeling in krappe ruimtes en onder slechte lichtomstandigheden. www.flir.com

CONTACTLOZE NIVEAUMETER

GASDETECTOR

De Sultan niveaumeter van Hawk Measurement Systems meet vloeistoffen zonder met de substantie contact te hoeven maken. Dit is mogelijk tot een afstand van tien meter. De niveaumeter stuurt krachtige akoestische pulsen uit en heeft een lagere zendfrequentie. Het te meten oppervlak reflecteert deze pulsen en het terugkerende signaal wordt met behulp van speciale software verwerkt. Valse echo’s worden vervolgens geëlimineerd en het juiste signaal versterkt. Hierdoor kan de Sultan ook zwakke signalen identificeren. De niveaumeter kan onder meer worden toegepast in (afval)waterbehandeling, gemalen en pompstations, watertorens en de chemische industrie. www.intercontrol.eu

De GD10P infrarood gasdetector is een duurzame en onderhoudsarme analoge 4-20 mA infraroodpunttransmitter voor brandbare gassen. De functies van de GD10P maken een doeltreffende reactie mogelijk wanneer gevaarlijke gassen in verschillende industriële omgevingen worden gedetecteerd, variërend van industriële ketelkamers tot petrochemische offshore-installaties.

COMPACT VEILIGHEIDSRELAIS Het Siemens Sirius 3SK2 veiligheidsrelais biedt verschillende veiligheidsfuncties in een compact product. Dankzij de gebruiksvriendelijke drag & drop-parametreer-interface kunnen veiligheidsfuncties eenvoudig worden ontworpen en optioneel met test- en diagnosefuncties worden uitgebreid. Er zijn twee uitvoeringen van het

relais op de markt. De 22,5 mm brede versie is voorzien van tien veiligheidsingangen en twee veiligheidsuitgangen, voldoende om met één module direct drie of vier veiligheidsfuncties te realiseren. Met de 45 mm brede uitvoering, die twintig veiligheidsingangen en vier veiligheidsuitgangen heeft, zijn zes tot acht veiligheidsfuncties te realiseren. De 45mm-uitvoering is tevens uitgerust met een diagnosedisplay op het apparaat. Typische toepassingen voor de Sirius 3SK2 zijn noodstopknoppen en veiligheidsdeuren en -hekken met vergrendelingfunctie. De Sirius 3SK2 is eenvoudig te combineren met conventioneel schakelmateriaal. www.siemens.nl/veiligheidsrelais

De detector maakt gebruik van solid-state infraroodbronnen op basis van silicone, heeft een reactiesnelheid van minder dan twee seconden en is goedgekeurd voor gebruik in gevaarlijke omgevingen. Via de HART-interface wordt de snelle optische responstijd geconfigureerd en wordt toegang geboden tot uitgebreide onderhoudsgegevens. www.simtronics.eu

UTILITIES 35 nr. 6 - oktober 2016


MARKET REVIEW WATER

PRODUCTEN

UVAR Holland B.V. Enviro Chemie b.v. Waarderweg 52 C 2031 BP HAARLEM Tel: +31 (0)23 - 542 69 13 Fax: +31 (0)23 - 542 69 14 sales@enviro-chemie.nl www.enviro-chemie.nl

Waterfiltratie en Bermad afsluiters Griendweg 51 3295 KV ’S-GRAVENDEEL Postbus 5169 3295 ZH ’S-GRAVENDEEL Tel: +31 (0) 78 673 1477 Fax: +31 (0) 78 673 4557 E-mail: info@uvar.nl Website: www.uvar.nl

GAS

PRODUCTEN

Esders Dr Paul Janssenweg 144 Postbus 10131 5000JC Tilburg Tel: +31 (0)13 468 0856 Fax: +31 (0)13 468 6075 info@esders.nl www.esders.nl

Grünbeck Waterbehandeling B.V. De toekomst in duurzame waterbehandeling Zutphenstraat 65 7575 EJ OLDENZAAL Tel: +31 (0)541 820 903 Fax: +31 (0)541 820 904 info@gruenbeck.nl www.gruenbeck.nl

Jotem Waterbehandeling Parelstraat 24 7554 TM HENGELO Tel: +31 (0)74 242 5255 Fax: +31 (0)74 243 4880 info@jotem.nl www.jotem.nl

Esders Dr Paul Janssenweg 144 Postbus 10131 5000 JC Tilburg Tel: +31 (0)13 468 0856 Fax: +31 (0)13 468 6075 info@esders.nl www.esders.nl

INSPECTIE EN KEURINGEN

Kiwa Nederland Sir Winston Churchilllaan 273 2288 EA RIJSWIJK Postbus 70 2280 AB RIJSWIJK Tel: +31 (0)70 414 4400 Fax: +31 (0)70 414 4420 inspectie@kiwa.nl www.kiwa.nl

OVERIG

DIENSTEN

DDM Demontage

Lubron Waterbehandeling Postbus 540 4900 AM OOSTERHOUT NB Tel: +31 (0)162 42 6931 Fax: +31 (0)162 45 9192 info@lubron.eu www.lubron.eu

36 36 UTILITIES nr. 6 2016 5 - oktober september 2016

Industriële verhuizingen Demontage – Sloopwerken Transport – Asbestsanering Offshore Postbus 253 3454 ZM DE MEERN Tel: +31 (0)30 666 9780 Fax: +31 (0)30 245 9127 info@ddm.eu www.ddm.eu


agenda World of Technology & Science 4 - 7 oktober Jaarbeurs Utrecht www.wots.nl

World of Technology & Science bestaat uit vier werelden: World of Automation, World of Laboratory, World of Motion & Drives en World of Electronics. Iedere wereld profileert zich op een unieke wijze naar de eigen doelgroepen, waarbij de samenstelling van de hallen een natuurlijke overgang aan bezoekers biedt. Klanten uit industrie, wetenschap en zorg bezoeken dit trefpunt voor technologie.

Vakbeurs Energie 4 - 6 oktober Brabanthallen Den Bosch www.energievakbeurs.nl

Vakbeurs Energie is hét live B2B-platform gericht op duurzame energieopwekking en energiebesparing. Een platform boordevol innovaties, lezingen, live demonstraties en waardevolle contacten. Binnen de Vakbeurs Energie zijn twee specifieke platforms ingericht: Energie & Gebouw en Energie & Industrie. Beide platforms krijgen een eigen inhoudelijk programma en aparte presentaties op de beursvloer.

Offshore energy 25 - 26 oktober 2016 Amsterdam RAI offshore-energy.biz

De negende editie van de beurs en conferentie Offshore Energy verhuist naar de hallen 1, 2, 4 and 5 van Amsterdam RAI. De extra ruimte wordt gebruik om meer producten, innovaties en diensten te laten zien op het gebied van offshore energie.

Het Nationaal Warmte Congres 24 oktober www.euroforum.nl

De warmtesector is in beweging. Op 26 november 2015 kwamen dan ook ruim 250 professionals bijeen om onder andere te discussiëren over de huidige ontwikkelingen. Via inspirerende lezingen en leerzame praktijksessies kregen zij concrete ideeën en handvatten aangereikt om zelf in hun organisatie aan de slag te gaan.

European Autumn Gas Conference 14-16 november World forum Den Haag www.theeagc.com

Europa wordt een steeds meer wereldwijd verbonden energieregio met een belangrijke rol in internationale gashandel en veel kennis over de commerciële en technische aspecten van aardgas. De European Autumn Gas Conference koos voor zijn 31ste editie voor Den Haag als locatie voor het oudste congres voor de internationale gasmarkt. Deelnemers aan de conferentie krijgen inzicht in commerciële, strategische en politieke keuzes waarvoor de Europese aardgas en LNG-markt staat. Zoals de kritieke drijfveren voor diversificatie en mogelijkheden voor het veiligstellen van de vraag naar aardgas.

Energie in transitie, gas in transitie 17 november Hilton Hotel te Soestduinen www.kvgn.nl

KVGN organiseert dit jaar een serie van drie symposia waarin het onderwerp Energietransitie centraal staat. Hoe bereiken we een energievoorziening die schoon is en tegelijkertijd betrouwbaar en betaalbaar blijft. Dat is de uitdaging waar we als samenleving voor staan. Een ding is duidelijk: er is niet één oplossing voor een duurzame energievoorziening. De oplossing ligt in de slimme combinatie van de verschillende energiebronnen en -systemen en ook op het terrein van samenwerking met bestaande en nieuwe partijen (open innovatie, kennis delen etc.) We zien dat de rol van aardgas de komende jaren zal veranderen. Op 17 november zal tijdens de betaalbaarheid van energietransitie worden behandeld.

Elektro Vakbeurs 29 november - 1 december Evenementenhal Hardenberg www.evenementenhal.nl

Elektro Vakbeurs is dé vakbeurs waar alle disciplines van elektrotechniek samenkomen: installatie, industrie en energie.

Utilities ontvangt graag uw bijdrage aan deze pagina. Redactie Utilities, info@industrieperspectief.nl

Kijk voor meer evenementen in de industrie op www.utilities.nl

UTILITIES 37 nr. 6 - oktober 2016


I N

H E T VOL G E N D E

U T I LI T I E S

7 V ER S C HI JNT

N UM M E R I N

O K TO B ER

T h e m a : Wa t e r v a l o r i s a t i e Schiphol zet eigen struviet in Een consortium van water(kennis)bedrijven heeft mestkorrels van struviet uitgereden bij de landingsbanen van Schiphol op Schiphol-Rijk en Noord-West. Deze korrels zijn ontwikkeld in een duurzame pilot waarbij een fosfaatverbinding (struviet) uit afvalwater van vliegtuigen is gehaald. Kan dit concept worden gekopieerd naar de industrie?

Watervalorisatie: de stand van zaken In afvalwater zitten nog steeds veel waardevolle nutriënten, warmte en organische reststoffen. Nu zijn er in het land verschillende proeven geweest met het terugwinnen van struviet en papiervezels of het opwekken van biogas. Waar liggen de kansen? En waar zet de industrie op in?

Tata breidt kooksgas uit Bij Tata Steel in IJmuiden is de eerste paal geslagen voor de bouw van een nieuwe kooksgashouder. Daarin wordt het kooksgas van de twee Kooks- en Gasfabrieken op de site opgevangen voordat het via een pijpleiding over het terrein wordt getransporteerd naar de Warmbandwalserij. Daar wordt het ingezet om de plakkenovens te stoken, waardoor het gebruik van aardgas wordt uitgespaard.

THEMA'S 2016 Utilities 8 Gas: Industriële gassen

Advertentie-index UTILITIES Anexo b.v. .................................................................................. 32 Eleq b.v. ..................................................................................... 20 Euroforum ........................................................................bijsluiter Flexim Instruments Benelux b.v.................................................. 16 Imbema Denso b.v. .................................................................... 20 Industrielinqs ...............................................................................4 Jaarbeurs b.v. ............................................................................. 39

38 UTILITIES nr. 6 - oktober 2016

Kiwa Nederland b.v. .....................................................................2 Van der Linden & Veldhuis Isolatie b.v. ...................................... 12 MODELEC Data-Industrie b.v. .................................................... 40 Navingo b.v. .....................................................................bijsluiter Santon Circuit Breaker Services b.v............................................ 16 WINGAS Benelux b.v.b.a. ........................................................... 32


UNLOCKING FUTURE FACTORIES

4-7 OKTOBER

2016 Meld u gratis aan op:

INDUSTRIALPROCESSING.NL

JAARBEURS UTRECHT HAL 12

PARTNER

adv_IP-2016_185x267.indd 1

15-08-16 15:43


... Layer 3 managed Ethernet Switch De uitstraling van de Lynx serie Ethernet switches met ingebouwde firewall en routingprotocols toont dat de switches hun toepassingen vinden in zware industriĂŤle omgevingen. De robuuste switches met het door Westermo ontwikkelde WeOS en de unieke functionaliteiten als FRNT (< 20ms hersteltijd) IPsec, VLAN, IGMP snooping en QoS. De ATEX / IECEX certificering staat garant voor toepassing in zeer zware en explosief gevoelige ruimtes.

... committed to perfection. Er is zoveel meer over te vertellen ... Meer weten ? Bel 0318-636262 of bezoek www.modelec.nl

www.modelec.nl Tel. 0318-636262 sales@modelec.nl

adv_WmoA4_LynxEthSwitch.indd 1

17-11-14 16:13


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.