Utilities 8 2015 lr

Page 1

UTILITIES NUMMER 08 - december 2016 • ZEVENTIENDE JAARGANG

Technologie en economie in de energie-, water- en gassenmarkt

acts

manuf

Tijd voor capaciteitsmarkt Duurzame industrie door ketenintegratie Industriële gassen in Antwerpen geborgd

www.utilities.nl


Motors | Automation | Energy | Transmission & Distribution | Coatings

WG20

GEAR UP FOR A NEW GENERATION

WG20 Geared motor range up to 600 Nm WG20 is the first geared motor range to be completely developed in-house at WEG. It comprises helical, parallel shaft and helical bevel gear units with torques between 50 and 600 Nm. These two-stage units excel with their large ratio range, as well as being exceptionally efficient. The crucial mounting dimensions of the light, yet robust, aluminium design correspond with the specifications already established on the market which allows for direct exchange. Therefore, the WG20 range provides highly versatile and reliable geared motors with a wide range of possible applications. Experience WG20: www.weg.net/wg20

Transforming energy into solutions.

www.weg.net

P


i n h o u d

V E R D E R DOW onderzoekt mogelijkheden stoomrecompressie 26

Een van de positieve cases in het Power-to-products onderzoek dat ISPT uitvoerde, is die van stoomrecompressie bij chemiebedrijf DOW Terneuzen. Industrial Energy Experts (IEE) werkte een zestal mogelijke toepassingen uit en kwam tot de conclusie dat mechanische stoomrecompressie zowel economisch als energetisch een zeer interessante optie was. Isolatie maakt doelen energiebesparing haalbaar 28

Van de afgesproken negen Petajoule energiebesparing is nog maar 1,5 Petajoule gerealiseerd. Nu heeft thermische isolatie alleen al een besparingspotentieel van 31 Petajoule. De industrie is echter bang voor procesverstoringen en corrosie onder isolatie. Watervisie 2017 in teken van waterdragers 34

Water heeft op zichzelf wellicht een lage waarde, maar als drager van energie en grondstoffen is het onmisbaar voor de industrie. Tijd voor een herwaardering. Want een integrale blik op energie, water en grondstoffen biedt vaak onverwachte kansen en economische en ecologische winst.

VASTE RUBRIEKEN Commentaar 5 Trending news 6 Infostroom 12 Technologie 18 Product en oplossing 32 Market Review 36 Agenda 37 In het volgende nummer 38

8

Capaciteitsmarkt De marktomstandigheden voor Nederlandse gascentrales zijn op zijn zachtst gezegd niet gunstig. Hoge gasprijzen en lage elektriciteitsprijzen maken de businesscase voor de gascentrales dermate dun dat twee energiebedrijven aankondigden centrales in de mottenballen te leggen of zelfs definitief te sluiten. Deze ontwikkeling is zorgwekkend omdat daarmee het flexvermogen dat deze centrales kunnen bieden verloren gaat.

14

Ketenintegratie Hoewel de industrie wordt gezien als een belangrijke pion in de verduurzaming van de energievoorziening, blijven investeringen vooralsnog beperkt. Elektrificering van warmteprocessen is nog duur en de financiÍle sector kan risico’s maar moeilijk beoordelen. Ketenintegratie en nieuwe financieringsvormen bieden volgens Hans van der Spek van FME een oplossing.

22 IndustriĂŤle gassen Praxair bouwde een nieuwe luchtsplitsingsfabriek en breidde tegelijkertijd zijn leidingcapaciteit voor het transport van stikstof en zuurstof uit. Met deze uitbreiding vergrootte het bedrijf niet alleen zijn capaciteit, maar borgt ook de leveringszekerheid nog eens extra.

UTILITIES 3 nr. 8 - december 2016


TECHNICAL INNOVATION

UTILITIES SERVICES

THE INTERNET OF THIN

PLANT MODERNIZATION

MAKING SENSE OF POWER

DISPATCHABLE POWER SYSTEM THEINTERCONNECTION ENERGY CLOUD

HYBRID PLANTS

GRID INTEGRATION

FLEXIBLE GENERATION THE PATH TO DISTRIBUTED ENERGY INTEGRATING HEAT AND ELECTRICITY

ENERGY CLOUD

HE TORAGE CHALLENGE

THE

HYBRID PLANTS

ADVANCING EMPOWERING SYSTEM INTERCONNECTION RENEWABLES THE CUSTOMERS

DECARBONIZATION

THE INTERNET OF THINGS

ADDRESSING EGRATING HEAT PATH TO DECARBONIZATION UTILITIES ND ELECTRICITY DISTRIBUTED VOLATILITY SERVICES ENERGY

NETWORK WITH QUALIFIED BUYERS. POWER-GEN & Renewable Energy World Europe, now celebrating 25 years of excellence, provides a unique opportunity to reach thousands of buyers, specifiers and decision makers across multiple segments of the power industry. The majority of our attendees plan to do business with exhibitors - be one of them and reach thousands of buyers, specifiers and decision makers. Book early to secure a prime location for your booth in 2017 and take advantage of face-to-face networking opportunities to source new leads and grow your business. Space is filling fast, so don’t delay!

RESERVE YOUR BOOTH TODAY CONFERENCE & EXHIBITION

20-22 JUNE 2017

KOELNMESSE, COLOGNE, GERMANY WWW.POWERGENEUROPE.COM #POWEREUROPE

0703_PGE17_Advert_210x297mm.indd 1

CONTACT Leon Stone T: +44 (0) 1992 656 671 E: leons@pennwell.com Owned and Produced by:

Presented by:

11/1/16 4:35 PM


:35 PM

Regie Eerlijk gezegd had ik niet verwacht ooit nog een pleidooi te houden voor meer overheidsbemoeienis. De liberalisering van de energiemarkt luidde immers de geboorte in van dit vakblad. Daarvóór zwaaide de SEP de scepter over de energiemarkt, die nog in handen was van de Provincies en gemeentes. Maar langzaamaan mocht de industrie, gevolgd door het bedrijfsleven en de consument zelf bepalen van wie ze elektriciteit, gas en industriewater afnamen. En dus werd ook het overlegorgaan van de energieproducenten opgeheven. Helaas zorgt die vrije energiemarkt momenteel voor een groot slagveld onder de energiebedrijven en dat heeft natuurlijk alles te maken met de transitie van een fossiele naar een duurzame energievoorziening. Toch is niet alles af te schuiven op de verduurzamingsbeweging. Want eigenlijk is de vrije energiemarkt helemaal niet zo vrij. Van kolen, gas en kernenergie weten we allang dat daar in diverse landen forse publieke ondersteuning mee gepaard gaat. En omdat daarmee de energieprijzen wel heel laag blijven, krijgt ook duurzame energieopwekking een financieel een steuntje in de rug. Energie = politiek en een overheid die denkt dat de vrije handel zo’n gestuurde markt wel kan balanceren, is in mijn ogen redelijk naïef. Er is meer dan ooit regie nodig op de energieproductie, transport, opslag en consumptie. Als de Nederlandse overheid zijn duurzaamheidsambities serieus neemt, zal het dus ook politieke keuzes moeten maken om de marktverstoringen die optreden door subsidies recht te trekken. Nu een aantal gascentrales sluit, is het spookscenario van een black-out steeds reëler. Een capaciteitsmarkt zou een oplossing kunnen bieden, maar wordt tot nog toe weggezet als overheidsbemoeienis in een vrije markt. Een energie- of klimaatminister zou de transitiescenario’s die de wetenschap al klaar heeft liggen kunnen inbedden in beleid. Het bedrijfsleven heeft zijn mandaat al gegeven. De weg naar een energieminister ligt dan ook vrij. Ik ben benieuwd welke partij dit als speerpunt gebruikt voor de komende verkiezingen. David@industrieperspectief.nl

COLOFON zeventiende jaargang nummer 8 - december 2016 Utilities (8x per jaar) Technologie en economie in de energie-, water- en gassenmarkt Uitgever IndustriePerspectief Joke Smitstraat 12 2401 KN, Alphen aan den Rijn T: 06-51499670 info@industrieperspectief.nl Hoofdredactie David van Baarle 06-51499670 Vaste medewerkers Cyril Widdershoven, Tseard Zoethout, Lay-out Klaas Dijkstra Inzet advies www.inzet-advies.nl Drukkerij PreVision Graphic Solutions

Advertentie-acquisitie Jetvertising BV Postbus 1890, 2280 DW Rijswijk T: 070 399 0000 - F: 070 390 2488 www.jetvertising.nl Arthur Middendorp: arthur@jetvertising.nl Abonnementen (excl. 6% BTW) Utilities verschijnt 8x per jaar. Nederland/België € 130,50 per jaar Introductie NL/B 25% € 98,- per jaar Overig buitenland € 155,Losse verkoopprijs € 18,50 Studenten € 38,50 Proefabonnement 3 mnd € 27,00 De abonnementenadministratie wordt verzorgd door: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA UITGEEST Website: www.bladenbox.nl (nieuwe abonnementen) Website: www.aboland.nl (wijzigingen en vragen) T: 0900-ABOLAND (0900-22 65 263, 10 ct/min)

Opzeggen Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor ufacts wordt uw abonnement steeds manstilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.

Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. © IndustriePerspectief 2016 Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. ISSN: 1389-6385

UTILITIES 5 nr. 8 - december 2016


Trending news op www.utilities.nl

1 Gunvor investeert 300 miljoen in voormalige KPE-raffinaderij

Gunvor investeert driehonderd miljoen dollar in een upgrade van de Rotterdamse raffinaderij die het bedrijf in 2015 overnam van Kuwait Petroleum. Het geld wordt allereerst besteed aan projecten om het productieproces energiezuiniger te maken. Omdat energiebesparing geen hoge prioriteit had bij Kuwait Petroleum verwacht manager van de raffinaderij Erwin Goosen dat de energie-efficiĂŤntie van de raffinaderij in de komende drie jaar met zeker dertig procent kan worden verbeterd. Daarnaast besteedt Gunvor het geld aan projecten om meer en betere brandstoffen te kunnen produceren. Zo wil het bedrijf nafta bewerken tot producten met een hoog octaangehalte, die vervolgens als grondstof voor autobrandstoffen kunnen dienen.

2 Explosie BASF Ludwigshafen

Bij een zware explosie bij chemiebedrijf BASF in het Duitse Ludwigshafen zijn drie medewerkers overleden, acht personen raakten ernstig gewond en zeventien lichtgewond. Na de explosie brak brand uit. Enkele dagen voor het incident was een pijpleidingconstructiebedrijf begonnen met onderhoudswerkzaamheden aan een leeggemaakt stuk ethyleen-pijpleiding om enkele delen van de leiding te verwisselen. Aan een nabijgelegen pijpleiding, met daarin een butyleen-mix, werd ook gewerkt. Deze is met een haakse slijper open gesneden. De butyleen-mix is daarbij gaan lekken en is door de vonken van een in de buurt gebruikte slijper in brand gevlogen. Deze brand leidde daarop tot een explosie, waarschijnlijk van de ethyleen-pijpleiding, en nieuwe brandhaarden in pijpleidingen met propyleen en etylhexanol.

3 Bedrijven investeren 650 miljoen in haven van Antwerpen

Aan het Delwaidedok plant de SEA-invest groep de bouw van een nieuwe tankterminal, goed voor een investering van 250 miljoen euro. De groep zal aan hetzelfde dok ook instaan voor de uitbating van een onafhankelijke containerterminal, die is overgenomen van Independent Maritime Terminal. Een dochtermaatschappij va SEA-invest groep, SEA-Tank Terminal, zal aan het Hansadok extra tankcapaciteit bouwen voor Total. De geplande investering is goed voor een bedrag van 100 miljoen euro. De laatste investering komt van het internationale terminalbedrijf Zenith Energy dat ook een tankterminal wil bouwen. Het gaat om een investering van 250 miljoen euro in de Scheldehaven.

Sinds de Utilities-site weer volop actief is, kunnen we aan de statistieken zien wat de Utilities-lezer beweegt. Vanaf nu laten we de top tien zien van meest gelezen nieuwsberichten op www.utilities.nl. Blijf ons vooral volgen en blijf ook via Twitter reageren. Wie weet komt u uw reactie wel tegen in het trending news.

6 UTILITIES nr. 8 - december 2016


ode na explosie 4 Dbelangrijke olieleiding VS

Bij een explosie en brand bij de Colonial Pipeline, een belangrijke oliepijpleiding in Alabama (VS), zijn een dode en vijf gewonden gevallen. Hierdoor is de pijpleiding voor de tweede keer in twee maanden tijd afgesloten. In september werd de leiding afgesloten vanwege een lekkage, waardoor miljoenen Amerikanen hun tank niet konden vullen.

5

Air

Liquide ondertekent contract BASF

Air Liquide en BASF hebben een langlopende contractvernieuwing ondertekend voor de bevoorrading met waterstof en koolmonoxide van de in de Antwerpse haven gevestigde BASF-eenheden. Air Liquide heeft geïnvesteerd in nieuwe eenheden voor de productie van waterstof en koolmonoxide, die respectievelijk in 2007 en 2015 in gebruik werden genomen. De beide eenheden zijn opgenomen in het leidingennetwerk van Air Liquide.

hell flirt openlijk met 6 SPetrobras

uurzaam energiesysteem 7 Dvoor platforms

Dankzij een duurzaam energiesysteem kan er op platforms van NAM en Shell UK schoner aardgas worden geproduceerd. Het energiesysteem met zonnepanelen is in november geïnstalleerd op het Engelse platform Leman Echo op de Noordzee. Daarmee kan tegen lagere kosten en met minder CO2-uitstoot meer aardgas worden geproduceerd.

8

D66

wil energiebesparing verplichten

D66-Kamerlid Van Veldhoven wil de Nederlandse economie sterker maken en banen creëren door energiebesparing. De D66’er stelt voor om net als in de omringende landen de zware industrie te laten investeren in maatregelen die energie besparen en zichzelf binnen vijf jaar terugverdienen.

waterbedrijf 9 Amsterdamse start pilot circulair proces

Drie partijen, waaronder het Amsterdamse drinkwaterbedrijf Waternet, gaan in een pilotfabriek onderzoeken of zij calcietkorrels, afkomstig uit onthard drinkwater, kunnen opwerken naar hoogwaardige producten voor klanten in food, feed, industrie en chemie. Het eindproduct moet het duurzame alternatief gaan vormen voor groevekalk.

General Electric (GE) gaat zijn olieen gasactiviteiten met Baker Hughes fuseren. De samenvoeging heeft een gecombineerde omzet van 32 miljard dollar en opereert in meer dan 120 landen. GE krijgt een meerderheidsbelang van 62,5 procent. Door de bedrijven samen te voegen willen Baker Hughes en GE een betere marktpositie verwerven.

onsortium oliebedrijven 10 Cinvesteert één miljard in emissieverlaging

Het Olie en Gas Climate Initiative (OGCI) kondigt aan de komende tien jaar één miljard dollar te steken in de ontwikkeling en versnelling van technologieën die de CO2-emissie van de bedrijven moet beknotten. Het consortium van tien olie en gasbedrijven, waaronder Shell en BP, richt zich allereerst op CCS en het beperken van de uitstoot van methaan.

UTILITIES 7 nr. 8 - december 2016


GAS De marktomstandigheden voor Nederlandse gas-

centrales zijn op zijn zachtst gezegd niet gunstig. Hoge gasprijzen en lage elektriciteitsprijzen maken de businesscase voor de gascentrales dermate dun dat twee energiebedrijven aankondigden centrales in de mottenballen te leggen of zelfs definitief te sluiten. Deze ontwikkeling is zorgwekkend omdat daarmee het flexvermogen dat deze centrales kunnen bieden verloren gaat. Als de trend zich voortzet, komt zelfs de voorzieningszekerheid in gevaar. Is het tijd voor een capaciteitsmarkt?

Energietransitie kan niet zonder capaciteitsmarkt RWE-dochter Essent gaat per 1 februari 2018 energiecentrale Moerdijk 1 in de mottenballen leggen. Daarnaast zijn vier gasgestookte warmtekrachtcentrales in Klazienaveen, Den Bosch, Bergen op Zoom en Erica op 1 december 2016 van het energienet gehaald. Deze vier liggen al sinds 2012 stil. Ook Engie sluit vanaf 1 januari twee van de vijf eenheden van de gasgestookte Eemscentrale definitief. Daarnaast worden eind 2017 dan wel begin 2018 nog eens twee centrales in Nederland in de mottenballen gelegd, waaronder één eenheid van de Maximacentrale in Lelystad. ‘Zorgwekkend’, vindt ook Harry Talen, plant manager gasgestookte centrales van Engie. ‘Maar met de huidige sparkspread kan ik mijn bazen er niet van overtuigen om weer vele miljoenen te steken in groot onderhoud van centrales die door de huidige marktomstandigheden al een tijd nauwelijks de operationele kosten terugverdienen.’ Talen is verantwoordelijk voor de technische en economische prestaties van vier centrales: De Eemscentrale in de Groningse Eemshaven, de Maxima Centrale in Lelystad, De IJsselcentrale in Harculo en nog een piekcentrale 8 UTILITIES nr. 8 - december 2016

centrale in het Friese Bergum. ‘In totaal kunnen we zo’n drieduizend megawatt aan vermogen met dezegascentrales leveren’, zegt Talen. ‘De centrale in Harculo staat echter al een tijdje stil en wordt inmiddels definitief afgebroken. De andere centrales draaien wel, maar verdienen nauwelijks de operationele kosten terug, laat staan de noodzakelijke investeringen, vandaar de beslissing om twee van de

wacht niet dat die situatie de komende tien jaar zal omslaan als je de markt op zijn beloop laat. Sterker nog: er komt nog heel wat duurzame capaciteit bij. Laten we duidelijk zijn: het is niet onze ambitie om meer gas te verbranden. Maar we willen wel gas inzetten als vriend van renewables. Want hoe dan ook ontstaan er situaties dat windturbines geen elektriciteit kunnen leveren omdat het niet waait. De

We zouden graag een capaciteitsmechanisme zien die de onrendabele top van het in stand houden van een gascentrale kan afvlakken. vijf eenheden van de Eemscentrale te stoppen. Één van de twee eenheden van de centrale in Lelystad staat op de nominatie om in de mottenballen te gaan. Deze centrale is de nieuwste van ons gasportfolio en heeft een efficiency van zestig procent. Door de toename van duurzame energie uit wind en zon neemt het aantal draaiuren naar de toekomst toe verder af van jaarlijks vijfduizend naar mogelijk maar duizend uur. Dat betekent dat de marge op de elektriciteitsprijs minimaal vijf keer hoger zou moeten zijn om nog te kunnen renderen. Ik ver-

mogelijkheden voor energieopslag op een dergelijk grote schaal zijn beperkt of heel duur. Kolencentrales zijn vooral ontworpen voor basislast en zijn minder geschikt om dagelijks te starten en te stoppen. Juist voor het leveren van flexcapaciteit zijn gascentrales zeer geschikt en de goedkoopste overall optie op grote schaal. Maar dan moeten de jaarlijkse kosten inclusief noodzakelijke investeringen wel terugverdiend kunnen worden voor het beschikbaar hebben van die capaciteit op het moment dat het nodig is. We zouden dan ook graag een capaci-

Abonnees lezen meer op www.utilities.nl


teitsmechanisme zien die de onrendabele top van het in stand houden van een gascentrale kan afvlakken.’ Idealiter moet zo’n mechanisme los staan van technologie en alle spelers kansen bieden hierop in te schrijven.

Capaciteitsmarkt Talen toont een overzicht van de kosten en baten van de verschillende energieopwekkers. In het staatje hebben kern- en kolenenergie nog marge om geld te verdienen bij de huidige elektriciteitsprijs. De lage grondstofprijs in combinatie met een lage CO2-prijs maken kolencentrales nog altijd aantrekkelijker dan gascentrales, alhoewel ook die hun investering niet terugverdienen. ‘Voor gas is die marge te dun om investeringen te doen die we iedere vijf jaar wel moeten doen om de centrale veilig en betrouwbaar te kunnen bedrijven. De schoepen van een gasturbine moeten na vijf jaar worden vervangen en ook andere onderdelen krijgen na zoveel draaiuren een revisie. Nu zou je met minder draaiuren het onderhoud nog een beetje kunnen rekken, maar ook daar zitten grenzen aan. Het Verenigd Koninkrijk, Spanje en zo een elftal lidstaten kennen al een goed

werkende capaciteitsmarkt of werken daaraan. En ook Italië houdt een strategische reserve aan om blackouts in de toekomst te voorkomen. Hier in Nederland moeten we die discussie ook voeren. Het is een misvatting dat we bij energietekorten eenvoudig elektriciteit kunnen importeren uit onze buurlanden. Ten eerste is er een beperking in de cross border-capaciteit van het hoogspanningsnet. Daarnaast zien we in de toekomst vooral bij weinig aanbod van duurzame energiebronnen een tekort, waarbij het aannemelijk is dat onze buurlanden dan ook juist een tekort zullen hebben. Als je de leveringszekerheidsmonitor van TenneT ziet, dan zijn we in 2023 op steeds meer momenten in het jaar afhankelijk van import. Maar ook Duitsland wil in 2021 zijn kernenergie uitfaseren en België zal volgens huidige inzichten de kerncentrales sluiten. België had al eerder aangegeven energie uit Nederland te willen importeren in geval van tekorten. Maar als beide landen op elkaars overschotten rekenen, dan krijgen we echt een probleem. Zelfs Frankrijk ziet steeds meer problemen met kerncentrales. We hebbende komende jaren de flexibiliteit van gascentrales keihard nodig.’

Blackouts De configuratie van de Maxima-centrale sluit volgens Talen naadloos aan bij renewables. ‘Door de single shaft-configuratie heeft de centrale een korte opstarttijd en weinig brandstofkosten in aanloop naar vollast. Bovendien heeft de centrale een rendement van zestig procent, maar ook een hoog regelbereik tussen maximum en minimum-belasting. De centrale kan op minder dan 25 procent van zijn maximale vermogen nog steeds rendabel leveren.’ Talen wil benadrukken dat de beslissing om delen van de Eemscentrale te sluiten niet over één nacht ijs is gegaan. ‘Je hebt een centrale sneller afgebroken dan opnieuw opgebouwd. Op het moment dat je een centrale sluit, zal je moeten snijden in kosten. En dat betekent vaak dat je afscheid moet nemen van goed opgeleide operators. Stel dat over vijf jaar de marktomstandigheden veranderen, dan ben je die mensen kwijt. Het opleiden van nieuwe operators kost minstens één jaar en ook het opnieuw opstarten van een centrale is kostbaar. Zeker als er tekorten op de elektriciteitsmarkt ontstaan, zal de druk op de prijzen en levertijden voor nieuwe turbine UTILITIES 9 nr. 8 - december 2016


onderdelen toenemen. Uiteindelijk moeten die kosten worden terugverdiend en daarmee kan de consument in de toekomst wel eens onaangenaam worden verrast. We willen de Maxima-centrale graag openhouden, maar dan moeten de marktomstandigheden wel snel veranderen. Ik denk dan ook dat de politiek aan zet is om hier een oplossing voor te vinden. De industrie begint zich al zorgen te maken om blackouts in de toekomst. In België liggen de afschakelscenario’s inmiddels al klaar. Deze situatie zou de industrie enorm kunnen schaden of zelfs er toe dwingen zich elders te vestigen. Grote datacenters hebben onlangs aangekondigd zich in Nederland te willen vestigen vanwege de leveringszekerheid van energie. Misschien dat we in de verdere toekomst geen gascentrales meer nodig hebben, maar de komende jaren kunnen gascentrales de energietransitie goed ondersteunen.’

Beleid André Faaij, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen en wetenschappelijk directeur van de Energy Academy Europe, volgt de ontwikkelingen op de energiemarkt

nauwgezet. ‘De debatten zijn momenteel behoorlijk verhit, maar het gaat dan ook serieus slecht met de elektriciteitsmarkt. De markt staat voor veranderingen en uitdagingen die nu eenmaal gepaard gaan met de transitie van een fossiele naar een duurzame energievoorziening. Nu hebben we diverse onderzoeken gedaan naar het energiesysteem en het is mogelijk om redelijk pijnloos over te gaan naar een volledig duurzame energievoorziening. Maar in de tussentijd zal je dan nog wel deels moeten kunnen terugvallen op flexopties zoals gasgestookte centrales. Om dat mogelijk te maken, is wel een duidelijk beleid nodig en daar ontbreekt het momenteel aan. Er is fundamenteel iets mis met de Nederlandse energiepolitiek. Men gaat er vooralsnog vanuit dat een vrije markt zichzelf kan bedruipen en dat energiehandel eventuele tekorten wel kan rechttrekken. De energiemarkt is echter verre van een vrije markt en over de hele wereld zitten overheden aan de knoppen om de markt een bepaalde richting op te sturen. De Nederlandse politiek heeft bewust gekozen voor een aantal duurzame doelen en dwingt beleidsmatig af dat

het aandeel duurzame elektriciteitsproductie toeneemt. Om die doelen te kunnen halen, moeten we echt alle zeilen bijzetten. De zestien procent in 2021 zijn al een uitdaging, maar dat is nog maar het laaghangend fruit. Daarna wordt het pas echt moeilijk om de afspraken uit het klimaatakkoord van Parijs te halen. We gaan dus naar een fundamenteel ander energiesysteem. Veel van de warmtevraag dat tot nog toe wordt opgewekt met gas, zal worden vervangen door elektrische varianten zoals warmtepompen en ook industriële processen zullen steeds meer elektrisch worden aangedreven. De vraag die je dan moet stellen, is wat het betekent voor de voorzieningszekerheid als veertig tot vijftig procent van de energievoorziening van windturbines komt en vijftien tot twintig procent van zon-pv. Op zich vullen die energiebronnen elkaar goed aan, maar in onze berekeningen zijn er dan nog altijd forse pieken en dalen in de productie. Nu zit in het energiesysteem nog veel flexvermogen: grootverbruikers kunnen hun productie terugdraaien bij tekorten of bijvoorbeeld vrieshuizen kunnen ’s nachts wat harder koelen zodat ze overdag wat minder stroom nodig hebben. Maar in dit systeem blijft een fors aandeel nodig van flexibel gas. Om de CO2-doelen te halen, zal de kooldioxide wel moeten worden afgevangen en opgeslagen.’

Kolencentrales Faaij waarschuwt er voor om overhaaste beslissingen te nemen op het gebied van het sluiten van kolencentrales. ‘Het doel is om de CO2-uitstoot te beperken en als efficiënte en relatief schone Nederlandse kolencentrales geen stroom meer produceren, zou dit gat kunnen worden opgevuld door minder efficiënte kolencentrales in bijvoorbeeld Polen. Ook kolencentrales kunnen een belangrijke rol spelen in de energietransitie. Net als gascentrales, zullen kolencentrales wel moeten worden gedwongen hun kooldioxide af te vangen en op te slaan. Misschien nog wel belangrijker is dat ze ook biomassa blijven bijstoken. Want in de energievoorziening van de toekomst 10 UTILITIES nr. 8 - december 2016


is biomassa keihard nodig. We hebben nog zo’n twintig jaar nodig om een volwassen keten te ontwikkelen voor de productie, het transport en de valorisatie van biomassa. Met bijstook creëer je in ieder geval een markt en met een gezonde schaalgrootte zullen

investeringen in duurzame energie aan de vrije markt te kunnen overlaten. Er is duidelijk regie nodig op de productie vanuit de verschillende bronnen en ook afstemming over de winstverdeling. Wat dat aangaat werkte de SEP, de oude organisatie

Een klimaatwet, een Deltaplan voor duurzame energie; hoe je het ook noemt, er moet een langetermijnvisie worden ontwikkeld met bijbehorende duurzame wet- en regelgeving. de prijzen afnemen. Dit maakt de weg vrij voor processen met een hogere toegevoegde waarde zoals bio WKK, bioraffinage of biochemie.’

Regie Ook Faaij opteert voor een capaciteitsmarkt. ‘Het dreigt nu echt mis te gaan met de voorzieningszekerheid van elektriciteit’, zegt Faaij. De overheid heeft duidelijke doelen neergezet waarmee je kunt verder rekenen wat er nodig is om die doelen te halen. Maar in het huidige vrije marktmodel heeft capaciteit en flexibiliteit geen waarde. Net als CO2 een veel te lage waarde heeft om

van stroomproducenten, goed doordat de energiebedrijven onderling hun productie afstemden op de verwachte vraag. In een vrije energiemarkt is dat uiteraard geen optie meer, maar als een overheidsinstantie die taak zou kunnen overnemen, voorkom je onnodige verliezen. Die taak zou een netbeheerder op zich kunnen nemen of wellicht een nieuwe organisatie. In ieder geval is het wenselijk dat capaciteit en flexibiliteit in wetgeving wordt vastgelegd. Het opstarten van een centrale kost nu eenmaal geld, net als het in bedrijf houden ervan. Maar een capaciteitsmarkt zou ook meer

mogelijkheden bieden voor nieuwe grootschalige opslagtechnieken zoals accumulatiecentrales.’

Masterplan Wat Faaij de Rijksoverheid in ieder geval aanraadt, is om het energiebeleid los te koppelen van het politieke proces. ‘De korte regeertermijnen van vier jaar zijn dodelijk voor de energietransitie, die om een langdurig consistent beleid vraagt. Een klimaatwet, een Deltaplan voor duurzame energie; hoe je het ook noemt, er moet een langetermijnvisie worden ontwikkeld met bijbehorende duurzame wet- en regelgeving. Helaas moest de overheid de afgelopen jaren inkrimpen en is het de vraag of het beoordelend vermogen nog aanwezig is. Samenwerking tussen departementen kan al helpen en ook op Europees niveau zou men vooral de samenwerking moeten zoeken. Al was het maar dat men een masterplan voor de Noordzee-regio opstelt om de offshore-windenergie zoveel mogelijk te kanaliseren. De markt lost dit niet alleen op, de overheid is keihard nodig.’ ■ UTILITIES 11 nr. 8 - december 2016


infostroom Bedrijfsleven wil klimaatwet Het Nederlandse bedrijfsleven omarmt de klimaatdoelen van Parijs voor 2050 en doet een gezamenlijke oproep aan de overheid om hoge prioriteit te geven aan de versnelling van de energietransitie. Veertig spelers, waaronder initiatiefnemers Siemens, Van Oord, Eneco, Shell, en het Havenbedrijf Rotterdam, hebben zich verenigd in de Transitiecoalitie en willen dat de komende regering een klimaatwet opstelt die ‘Parijs’ realiseert. De Transitiecoalitie roept de komende regering op om een klimaatwet te maken om de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs in 2050 te realiseren, met concrete tussendoelen in 2030 en 2040. Daarnaast wil men een minister voor economie, klimaat en energie aanstellen. Een onafhankelijke klimaatautoriteit zou de partijen moeten verbinden en aanspreken op een voortvarende en consistente uitvoering en de gemaakte afspraken borgen over kabinetten heen. Ook pleit de coalitie voor de oprichting van een nationale investeringsbank die investeringen in verdere innovatie en grote energieprojecten mogelijk maakt.

Schultz tekent aanvalsplan waterkwaliteit De kwaliteit van grond- en oppervlaktewater in Nederland moet beter. Daarom heeft minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) samen met betrokken overheden en maatschappelijke partners een ambitieuze verklaring getekend om de waterkwaliteit in Nederland te verbeteren. De laatste jaren is hard gewerkt om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater te verbeteren. Maar ons water voldoet op veel plekken nog niet aan de eisen en wensen. Met de Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater werken alle betrokken partners op gebied van drinkwater, land- en tuinbouw, natuur,

industrie, recreatie, gezondheidszorg en kennis komende jaren aan hardnekkige bestaande problemen zoals meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen en aan opkomende problemen zoals medicijnresten en microplastics. De Delta-aanpak pakt de waterkwaliteit over de volle breedte aan. Het gaat om meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen, waterkwaliteit bij drinkwaterbronnen en de waterkwaliteit van onze grote wateren. Het gaat ook over nieuwe stoffen in het water zoals medicijnresten en microplastics. Voor de oplossing moeten we kijken naar de hele keten.

Dong wil van olie- en gasactiviteiten af Het Deense energiebedrijf Dong Energy kondigde tijdens de presentatie van de derde kwartaalcijfers aan zijn olie- en gasactiviteiten te willen afbouwen. Hoewel de divisie financieel goede prestaties levert, wil het bedrijf zich nog meer profileren als duurzame energieleverancier. De operationele winst van Dong steeg in het derde kwartaal met zeven procent ten opzichte van dezelfde periode in het jaar daarvoor. Het bedrijf boekte een winst van totaal 4,8 miljard Deense Kroon. Een groot deel van die winst was te verklaren door het feit dat het bedrijf zijn windactiviteiten met negentien procent heeft uitgebreid. Ook heronderhandelingen rondom een gasinkoopcontract droegen bij aan het positieve resultaat. Dong heeft afgelopen jaar zijn gastransportactiviteiten overgedragen aan de Deense TSO Energinet.dk. Deze transactie bracht het bedrijf 1,3 miljoen Deense kronen op. Het bedrijf kondigde tevens aan zich in de toekomst volledig te willen richten op duurzame energie. Topman Henrik Poulsen wilde nog niet teveel ingaan op wanneer die activiteiten daadwerkelijk werden verkocht, maar dat ze worden verkocht, is in ieder geval duidelijk. 12 UTILITIES nr. 8 - december 2016

Kijk voor meer nieuwsberichten op www.utilities.nl


Gent en Zeeland onderzoeken fusie Het Nederlandse havenbedrijf Zeeland Seaport en het Vlaamse Havenbedrijf Gent onderzoeken een mogelijke fusie. De havenbedrijven hebben de afgelopen maanden een onderzoek verricht naar de kansen en mogelijkheden van een samenwerking. Tegen eind april 2017 willen beide havenbedrijven weten of een fusie het beste is. De verdere samenwerking is een logisch gevolg van de ligging, de vergelijkbare omvang en de strategische overlapping van beide havenbedrijven. Het betreft immers één aaneensluitende economische zone van Vlissingen, Borsele en Terneuzen tot Gent. De omvang en de strategie van beide havenbedrijven is op veel vlakken vergelijkbaar. Ook wordt momenteel al op verschillende vlakken samengewerkt.

KORT NIEUWS ACM streeft ernaar om in het eerste kwartaal van 2017 met nieuwe regels te komen om vast te stellen hoe hoog de inkomsten van Gasunie Transport Services (GTS) mogen zijn. Het ‘methodebesluit’ bevat voor het eerst een vergelijking van de kostenefficiëntie van GTS met die van andere, vergelijkbare Europese gastransportbedrijven.

Gazprom schikt met EU De Russische staats gasproducent Gazprom kondigde aan een schikking te treffen met de Europese Unie over een lang lopend mededingingsconflict. De EU beschuldigt Gazprom van machtsmisbruik en wilde het bedrijf een forse boete daarvoor opleggen. Alexander Medvedev van Gazprom zei na overleg met EC mededingingscommissaris Margrethe Vestager dat het schikkingsvoorstel bijna rond is. De gaslevering van staatbedrijf

Gazprom is sterk verweven met de Russische politiek. En daarmee kan het bedrijf een aantal landen die voorheen onder de macht van Moskou vielen dwingende voorwaarden opleggen. Dit is tegen de regels van de Europese Commissie en leidde tot een gevoelig onderzoek naar Gazprom. De uiteindelijke schikking kan nog wel enkele weken duren, maar Medvedev gaf aan snel zijn voorstel naar de Europese Commissie te sturen.

Amsterdam wordt aardgasloze stad Amsterdam moet in 2050 een aardgasloze stad zijn, zo maakte het college van burgemeester en wethouders bekend in haar strategie ‘Naar een Stad zonder Aardgas’. Om snel ervaring op te doen met het op grote schaal aardgasloos maken van bestaande woningen, wijzen Amsterdamse woningcorporaties al in 2017 de eerste 10.000 woningen aan waar dit gaat gebeuren. In Amsterdamse nieuwbouwwijken zoals de Houthavens of het Amstelkwartier liggen al geen gasleidingen meer en in 2020 zullen 102.000 woningen zijn aangesloten op warmtenetten. De meest ingrijpende keuze is dat nu wordt begonnen met het op grote schaal bestaande gebouwen van het aardgas afhalen, om ervaring op te doen met welk alternatief op welke plek het beste past. Daarbij kan ook gedacht worden aan volledige elektrische warmtesystemen of geothermie.

Tesla wil Europese fabriek Tesla CEO Elon Musk zegt plannen te hebben een batterijfabriek te bouwen in Europa. Het bedrijf was in Duitsland om de acquisitie van Grohman officieel kenbaar te maken. Musk zei dat zijn bedrijf significante investeringen wil doen in Duitsland en wilde investeren in productiefaciliteiten in Europa. Het Duitse engineeringbedrijf Grohman is gespecialiseerd in productieautomatisering; een tak van sport die Musk hard nodig heeft om zijn Gigafactory in Fremont (Californië) zo efficiënt en duurzaam mogelijk te maken. De CEO vertelde tijdens een persbijeenkomst plannen te hebben voor een Gigafactory in Europa. Waar deze precies zou moeten verrijzen, kon hij echter nog niet zeggen. Musk liet wel los dat de fabriek zowel batterijen als complete auto’s zou moeten gaan produceren. Europa is voor Tesla een belangrijke afzetmarkt en Musk wil graag dicht bij zijn klanten produceren. Als het bedrijf de groeiplannen waarmaakt, sluit hij dan ook niet uit dat er zelfs nog een fabriek in Europa zal worden gebouwd.

De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) gaat niet in beroep tegen het gaswinningsbesluit van minister Kamp van Economische Zaken. In september is besloten om de gaswinning uit het Groningenveld de komende vijf jaar tot 24 miljard kubieke meter per jaar te beperken, een halvering ten opzichte van 2012.

Total heeft een overeenkomst gesloten met het Iraanse nationale oliebedrijf NIOC voor de ontwikkeling van fase elf van het South Pars gasveld. Het South Pars 11-project krijgt een productiecapaciteit van meer dan vijftig miljoen kubieke meter per dag, ofwel een dagelijkse 370 duizend vaten olieequivalent.

TenneT heeft voor de aanleg van het net op de Nederlandse Noordzee met twee partijen raamcontracten afgesloten. Één met Royal Smit Transformers voor de levering van blindstroomcompensatiespoelen op het transformatorstation op land en één met Siemens oor de levering van blindstroomcompensatiespoelen voor het offshore transformatorstation en vermogenstransformatoren voor het transformatorstation op land.

UTILITIES 13 nr. 8 - december 2016


ENERGIE Hoewel de industrie wordt gezien als een

belangrijke pion in de verduurzaming van de energievoorziening, blijven investeringen vooralsnog beperkt. Elektrificering van warmteprocessen is nog duur en de financiële sector kan risico’s maar moeilijk beoordelen. Ketenintegratie en nieuwe financierings-vormen bieden volgens Hans van der Spek van FME een oplossing.

Industrialisering maakt duurzaamheid betaalbaar

In het energiesysteem van de toekomst moet rekening worden gehouden met de inpassing van intermitterende bronnen. Waar gas-, kolen- en kerncentrales continu stroom kunnen leveren, zijn wind- en zonneenergiesystemen afhankelijk van de weersomstandigheden. Een deel van die flexibiliteit kan worden geleverd 14 UTILITIES nr. 8 - december 2016

door demand side management, ofwel het beperken of juist stimuleren van de elektriciteitsvraag. Een deel van de overcapaciteit kan ook naar het buitenland worden getransporteerd, net als tekorten kunnen worden geïmporteerd. Tot slot is er een aantal productiesystemen dat flexibel kan produceren. Met name gascentrales kunnen op- of afregelen waar nodig. Toch blijft er in dit systeem ook behoefte over aan opslag. En dat is bij elektriciteit nog steeds een uitdaging. Een uitdaging die FME graag oppakt omdat energieopslag nu eenmaal veel kansen biedt voor een innovatief deel van haar leden. In de Verenigde Staten, Australië, China en Duitsland is energieopslag al een zeer snel groeiende industrie en Nederland wil daar graag op aanhaken. De branchevereniging bespeurt echter nog een aantal verstoringen in de huidige wet- en regelgeving. Om die belemmeringen kenbaar te maken en tegelijkertijd de kansen te laten zien voor de Nederlandse technische sector op het gebied van energieopslag, publiceerde FME onlangs het Nationaal Actieplan Energieopslag. Hans van der Spek, programmadirecteur Cleantech van FME, licht de plannen toe.

Betonblokken ‘In de gebouwde omgeving kan de transitie naar duurzame energie heel snel gaan’, zegt Van der Spek. ‘Nieuwbouwhuizen kunnen nu al energieneutraal worden gebouwd met isolatie, zonnecellen op het dak en een warmtepomp komt men al heel ver. Als daar nog een beetje opslag bijkomt, of dat nu thermisch of elektrisch is, is zo’n huis zelfs zelfvoorzienend te maken. Voor de industrie gelden echter heel andere volumes en temperaturen. Ook de industrie is geinteresseerd in energieopslag en flexibiliseringsopties, maar dan wel in de ordergrootte van megajoules of megawatts. Neem hogetemperatuur warmteopslag. Dan heb je het niet over warm water in de grond opslaan, maar het verhitten van betonnen blokken. Het Noorse bedrijf Energynest heeft daarvoor een techniek ontwikkeld dat de naam Heatcrete draagt. De techniek wordt tot nog toe voornamelijk toegepast bij zonnecentrales om zonnehitte op te slaan voor de nacht. De industrie kan zijn overtollige warmte opslaan om het vervolgens te gebruiken om momenten dat de energieprijzen zo hoog zijn dat het interessant wordt om het gebruik terug te draaien.’

Abonnees lezen meer op www.utilities.nl


Industrialisering Ook elektrificering van de warmtevraag is een thema die in de industrie postvat. Van der Spek: ‘In het ISPT-project Cruise wordt studie gedaan naar de inzet van warmtepompen voor hogetemperatuur warmte. De businesscases vallen echter nog tegen omdat de investering te hoog is.’ Met name dat laatste punt wil Van der Spek graag aanpakken. ‘De prijsopbouw van die warmtepompen heeft deels te maken met de ketenorganisatie in de procesindustrie. Een eindgebruiker, laten we zeggen een papierproducent, bestelt een fabriek bij een engineering, procurement and construction (EPC) contractor, die op zijn beurt technologie inkoopt bij apparatenbouwers. Deze topdown-benadering zorgt er echter voor dat innovatie die in de keten zit, verloren gaat. Een EPCcontractror is namelijk niet altijd op de hoogte van de mogelijkheden die de keten biedt. Als men al warmtepompen inzet in het nieuwe proces, dan wordt dit al gauw maatwerk, wat ze extra duur maakt. De oplossing ligt in het industrialiseren van technische oplossingen. Dat wil zeggen dat de toeleveringsketen geïntegreerd gaat samenwerken en standaard oplos-

singen van de plank kan leveren waardoor de kostprijs omlaag kan. De high techindustrie is een goed voorbeeld van ketenintegratie. Neem waferstepperbouwer ASML, dat een scala van leveranciers betrekt in de ontwikkeling van zijn apparaten. Het bedrijf gebruikt de specifieke kennis van zijn leveranciers om zeer geavanceerde apparaten aan zijn klanten te kunnen leveren. De eindproducten zijn vaak klantspecifiek, maar ze zijn wel opgebouwd uit standaardproducten. Een compressor is een compressor en ook instrumentatie is eenvoudig samen te stellen uit standaardproducten. Natuurlijk zegt iedere klant dat zijn proces uniek is, maar als je tachtig procent van een warmtepomp kunt opbouwen uit standaard onderdelen, dan hoef je maar twintig procent klantspecifiek te ontwerpen. Daarmee worden onnodige engineeringskosten voorkomen en pakt de businesscase voor warmtepompen heel anders uit.’

Financiering Een tweede belemmering die Van der Spek ziet, is de financiering van duurzame energieprojecten. ‘Bij de overleggen die werden gevoerd rondom het SER

Energieakkoord ontbrak in mijn ogen één belangrijke partij: de financiële sector. Want als een ding duidelijk is, dan is het dat we voor een enorme investeringsgolf staan. De transitie naar een duurzame energievoorziening kost veel geld, terwijl de risico’s ook groter worden. Nu is de procesindustrie van oudsher zeer voorzichtig in zijn investeringsoverwegingen en tot voor kort werden investeringen met terugverdientijden die langer dan twee jaar waren, nauwelijks uitgevoerd. Inmiddels is daar wel een kentering in gekomen. Ook de procesindustrie is tot inzicht gekomen dat investeringen in fossiele assets op den duur niet meer houdbaar zijn. Duurzame investeringen kennen vaak een hogere kapitaalsinvestering (Capex, red.), maar vaak ook lagere operationele kosten (Opex, red.). Ofwel de extra investeringen aan de voorkant, worden terugverdiend door de lagere operationele kosten. Maar dat betekent wel dat investeringen naar voren moeten worden gehaald en niet ieder bedrijf heeft de daarvoor benodigde financiële armslag. Banken of andere kredietinstellingen zouden hier een belangrijke rol kunnen spelen. UTILITIES 15 nr. 8 - december 2016


INNOVATIE CENTRUM DUURZAAM BOUWEN | ROTTERDAM | 16 FEBRUARI

[Sa ve th

ed

ate ]

WATERDRAGERS

www.watervisie.com

Halve pagina Watervisie 2017.indd 1

21-10-16 09:06

Utilities.nl geeft nog meer waarde voor uw geld

WIJ HEBBEN ENERGIE VOOR TIEN. Samen met u werken we aan een optimale aardgaslevering .

cts

manufa

Utilities-abonnees krijgen meer • • • •

www.wingas.nl

De nieuwste Utilities staat een week voor verschijnen online Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen Volg de status van nieuwbouwprojecten en uitbreidingen in de projectendatabase Ga naar www.utilities.nl en kies abonneren

Ga direct naar Utilities.nl en blijf iedereen voor


We hebben onderzoek gedaan naar de investeringsbereidheid van de industrie in besparingsprojecten. Daaruit bleek van de besparingsprojecten met een terugverdientijd van 2,5 jaar of minder, zo’n negentig procent daadwerkelijk werd uitgevoerd. Die tien procent die blijft liggen, is niet zo heel interessant. We richten onze aandacht met name op grotere projecten met een langere terugverdientijd, tussen de 2,5 en vijf jaar. Hier zit nog een enorm besparingspotentieel dat nu blijft liggen omdat de industrie geen investeringsruimte heeft en banken de industriële processen te complex vinden om de risico’s goed te kunnen inschatten. We kunnen kijken naar nieuwe financieringsvormen zoals een achtergestelde lening of een constructie die vergelijkbaar is met het leenvehicel voor het MKB: Qredits. Hier kunnen bedrijven tegen een hoge rente geld lenen voor risicovolle investeringen. Uiteindelijk is wel wat maatwerk nodig; het verschilt namelijk nogal of je een lening van veertigduizend of veertig miljoen euro wilt afsluiten. Overigens kijken we naar meerdere oplossingen voor de impasse waar duurzame investeringen nu voor staan. De financiering is maar een

aspect, we kijken ook naar mogelijkheden om de clearing, ofwel de risicobeoordeling, te vereenvoudigen. Je zou kunnen denken aan een technisch instituut die het due diligenceonderzoek voor zijn rekening kan nemen. Maar we zijn ook samen met EnergieNederland bezig met de ontwikkeling van een label voor industriële apparatuur. Op die manier kan je de besparingsclaims van de fabrikanten verifiëren en vastleggen. Daarmee voorkom je het risico dat een investering in de praktijk minder rendeert dan was beloofd.’

Doorpakken Of de geplande maatregelen leiden tot een investeringsgolf? Van der Spek denkt dat de politieke druk steeds groter wordt. ‘Bedrijven die meedoen met het MJA2-convenant zijn verplicht jaarlijks twee procent energie te besparen. Tot nog toe haalt men maar maximaal 1,4 procent (RvO cijfers over 2015, red.). Daar komt nog eens een extra negen Petajoule bij voor de deelnemers aan het MEE-convenant. Als die besparingen verplicht worden gesteld, moet men heel snel meters maken . Ook de ondertekening van het klimaatakkoord in Parijs heeft consequenties voor de Nederlandse

procesindustrie. We hebben ons gecommitteerd aan serieuze emissiereducties. De overheid heeft de industrie hard nodig om die te halen. De langetermijnvisies van de meeste bedrijven, zelfs die van bedrijven met sterke fossiele wortels, laten allemaal zien dat we op weg zijn naar CO2emissieloze productie. Die bedrijven vragen zelf om een sterke overheid die heldere eisen stelt op het gebied van CO2-emissies.’ Van der Spek is redelijk optimistisch over de kansen die de industrie krijgt aangereikt vanuit de toeleveranciers. ‘Verduurzaming van industrie is geen trend die overwaait, daar is iedereen wel van overtuigd. Iedereen moet daarin zijn verantwoordelijkheid nemen: de overheid, de financiële sector, maar vooral de procesindustrie. Bedrijven willen ook wel investeren in verduurzaming, maar worden vaak geremd door de aandeelhouders. Als energiebesparing verplicht wordt, is het eenvoudiger aan het moederbedrijf of de aandeelhouders uit te leggen dat bepaalde investeringen nodig zijn. Het feit dat een aantal bedrijven zelf om een klimaatwet vraagt, zou de overheid voldoende vertrouwen moeten geven om echt door te pakken.’ ■ UTILITIES 17 nr. 8 - december 2016


technologie Perovskiet overtreft wellicht silicium Perovskiet wordt al langer als kandidaat voor de productie van zonnecellen. Wetenschappers van Stanford en Oxford gebruiken tin en andere algemeen beschikbare materialen om nieuwe vormen van perovskiet te maken, een fotovoltaĂŻsch materiaal dat dunner, flexibeler en eenvoudiger te produceren is dan silicium. De wetenschappers ontwierpen een tandem van twee perovskiet zonnecellen die zonlicht in elektriciteit omzetten met een efficiency van 20,3 procent. Daarmee evenaart het materiaal de prestaties van de silicium zonnecellen die momenteel op de markt worden aangeboden. De zonnecellen zijn nu nog op glas geprint, maar kunnen indien gewenst ook op plastic worden gedrukt. Volgens onderzoeker Henry Snaith is het ontwerp dat hij samen met een aantal andere onderzoekers maakte de opmaat naar flexibele zonnecellen met een efficiency van dertig procent. Nog interessanter is dat perovskiet kan worden gemaakt uit

standaardmaterialen als lood, tin en broom die ook nog eens op kamertemperatuur kunnen worden geprint. Siliciumkristallen worden op zeer hoge temperaturen (1.600 graden Celsius) geproduceerd. Een uitdaging bij perovskiet is om een stabiel materiaal te ontwikkelen dat genoeg spanning kan opbouwen. Een perovskietcel oogst fotonen uit het zichtbare spectrum van zonlicht. Fotonen met een hogere energie-

waarde kunnen over een bandkloof springen en een elektrische stroom opwekken. Een zonnecel met een smalle bandkloof kan de meeste fotonen absorberen maar produceert een lage spanning. Een cel met een bredere bandkloof produceert een hogere spanning, maar fotonen met een lagere energiedensiteit gaan er dwars doorheen. De truc is om twee zonnecellen achter elkaar te plaatsen met respectievelijk een brede en smalle bandkloof. Op die manier worden de meeste fotonen geoogst. Met name de smalle bandkloof is een uitdaging. De oplossing lag in een unieke combinatie van tin, lood, cesium, jodium en organische materialen, waaruit de wetenschappers een cel ontwikkelden met een smalle bandkloof. Het nieuwe materiaal absorbeert infraroodlicht en zet 14,8 procent daarvan om in elektriciteit. De wetenschappers combineerden deze cel met een perovskiet met een bredere bandkloof en kwamen zo op de 20,3 procent efficiency.

Thermo-elektrisch materiaal produceert veel stroom

Een nieuw thermo-elektrisch materiaal kan grote hoeveelheden restwarmte omzetten in stroom. Hoewel de efficiency van het materiaal minder hoog is dan andere materialen, is de hoeveelheid stroom die kan worden geproduceerd juist veel hoger. 18 UTILITIES nr. 8 - december 2016

Omdat restwarmte toch gratis is, zou volgens onderzoeker Zhifen Ren van de Universiteit van Houston deze laatste eigenschap doorslaggevend moeten zijn in de investeringsbeslissing. Het materiaal dat Ren ontwikkelde

wordt samengesteld uit niobium, titanium en antimoon en samengeperst bij een temperatuur van zo’n elfhonderd graden Celsius. De power factor, zoals Ren de productiecapaciteit noemt, is bij de meeste thermo-elektrische materialen rond de veertig. Zijn materiaal zou een powerfactor van 106 halen. In proeven haalde het materiaal een vermogensdichtheid van 22 watt per vierkante centimeter. Dit is veel hoger dan de vijf a zes watt die normaal gesproken worden geproduceerd. Ren stelt dan ook voor de efficiency niet als enige maatstaf te gebruiken, maar ook de stroompotentie en absolute stroomproductie mee te nemen in de overwegingen.


Zonnecel voor de productie van methanol Chemici van het Van 't Hoff Institute for Molecular Sciences (HIMS) van de Universiteit van Amsterdam werken aan een nieuw soort 'chemische' zonnecel die zonlicht gebruikt voor de synthese van methanol uit kooldioxide en water. Zonlicht kan in principe op duurzame wijze in de volledige energiebehoefte van de mensheid voorzien. Daarbij is het wel van belang de zonne-energie zodanig op te kunnen slaan dat ze beschikbaar is als er behoefte is - ook 's nachts bijvoorbeeld. Bij zonnecellen die zonlicht omzetten in elektriciteit is grootschalige opslag (bijvoorbeeld in batterijen) nog een probleem. Daarom werken onderzoekers aan 'chemische' zonnecellen die het zonlicht direct kunnen omzetten in brandstoffen. In zulke fotoelektrochemische cellen vindt een opeenvolging aan chemische reacties plaats, uitgaand van water en CO2. Net als in een 'gewone' zonnecel maakt de lichtenergie in eerste instantie elektronen vrij. Die gaan echter niet het elektriciteitsnet in, maar worden

gebruikt in chemische reacties die uiteindelijk de brandstof opleveren. De Amsterdamse onderzoekers werken aan een zogenaamd 'dye-sensitized' zonneceltype dat methanol kan maken. Ze richten zich vooral op de eerste cruciale stap in het benutten

van de vrijgemaakte elektronen. Ze willen ervoor zorgen dat de elektronen niet in het systeem verloren gaan, maar beschikbaar zijn voor de chemische reacties. Ze gaan daarom op zoek naar stoffen die de elektronen tijdelijk vast kunnen houden: zogenaamde redox mediators. Ze hopen de efficiëntie van de zonnecellen met minstens een factor tien kunnen verbeteren, tot het niveau van enkele procenten.

Basalt kan CO2 opslaan Ondergrondse opslag wordt nog wel eens tegengehouden omdat men bang is dat de kooldioxide weer vrijkomt. Amerikaanse onderzoekers verkennen nu de mogelijkheden om CO2 op te slaan in basalt. In het laboratorium is het mogelijk om basalt, dat miljoenen jaren geleden is ontstaan uit lava, te injecteren met kooldioxide. Het kooldioxide reageert met het basalt, waarna stabiele carbonaten ontstaan. In IJsland zijn vergelijkbare proeven gedaan. Hier injecteerden wetenschappers in water opgelost kooldioxide, dus eigenlijk bruisend spawater, in een basaltformatie. Ook

hier werd het broeikasgas netjes opgeslagen. En in 2013 hebben onderzoekers van het Pacific Northwest National Laboratory en het Big Sky Carbon Sequestration Partnership in het oosten van Washington duizend ton vloeibaar CO2 onder druk geïnjecteerd in een basaltformatie. Twee jaar later onderzochten de onderzoekers boorkernen van het basalt en zagen dat de CO2 was omgezet in het mineraal ankeriet. Aangezien basalt wereldwijd veel voorkomt, stellen de onderzoekers dan ook voor om CO2 waar mogelijk te verstenen in basaltlagen.

Dunste fotodetector ter wereld Het centre for integrated nanostructure fysics (IBS) ontwikkelde de dunste fotodetector ter wereld. Een fotodetector zet licht om in een elektrische stroom. Met een dikte van 1,3 nanometer, tien keer dunner dan de huidige siliciumdiodes, kan de fotodetector worden gebruikt in kleine elektronische apparatuur zoals draagbare elektronica, slimme apparaten en foto elektronische systemen. De tweedimensionale technologie gebruikt molybdeen disulfide (MoS2) dat in laagjes is ingepakt in grafeen. De eendimensionale koolstofstructuur Grafeen is geleidend, dun, doorzichtig en flexibel en daarmee een ideale kandidaat voor toepassingen in elektronica. Helaas gedraagt het materiaal zich niet als halfgeleider waardoor de toepassingen tot nog toe beperkt zijn. Om dit probleem te omzeilen, plaatsten onderzoekers van IBS een laag molybdeen disulfide tussen twee vellen grafeen om dit vervolgens op een silicium ondergrond te plaatsen. In eerste instantie dachten de wetenschappers dat de laag te dun zou zijn om een elektrische stroom te kunnen opwekken, maar tegen de verwachtingen in deed het dat wel. Als één laag licht in elektriciteit omzet, dan moeten zeven lagen dat nog beter doen, dachten de onderzoekers. Niets bleek minder waar. De zeven lagen absorbeerden het licht dan wel beter, maar de éénlaags-versie produceerde zeven keer meer stroom. De verklaring die de wetenschappers hiervoor geven is dat de monolaag dunner is en daardoor gevoeliger voor de omgevingsvariabelen. De siliciumlaag aan de onderkant vergroot de energiebarrière terwijl de lucht aan de bovenkant de energiebarrière juist verlaagt. Elektronen in de monostructuur kunnen daardoor eenvoudiger van de MoS2-laag overspringen naar de bovenste grafeenlaag. De energiebarrière in de multi-laag structuur is onder en boven gelijk, waardoor de elektronen beide kanten uitgaan en de stroomproductie daalt.

UTILITIES 19 nr. 8 - december 2016


UW INSTALLATIE IN TOPCONDITIE ALTIJD EN OVERAL!

Management van reserveonderdelen Installatie en projectmanagement Onderhoud en inspectie van alle merken vermogensschakelaars Onderhoudscontracten 24/7 storingsdienst

CINI-cursus

circuit breaker services

Commissie Isolatie Nederlandse Industrie

Bekend om CINI-handboek met hierin alle aandachtspunten omtrent warme, (extreem) koude en akoestische isolatie; internationale standaard voor industriĂŤle isolatie. Te bestellen via de website. www.cini.eu

Nederlands Centrum Technische Isolatie

2-daagse CINI-cursus, cursus isolatie-inspecteur, opstellen bedrijfsspeciďŹ caties, inspectie (incl. rapportage) e.a. www.ncti.eu Zie NCTI website voor data en aanmelding eerstvolgende 2-daagse CINI cursus. - 2-daagse CINI-cursus - cursus isolatie-inspecteur etc. Aanmelden via website www.ncti.eu


GAS

UTILITIES 21 nr. 8 - december 2016


GAS Praxair bouwde een nieuwe luchtsplitsingsfabriek

en breidde tegelijkertijd zijn leidingcapaciteit voor het transport van stikstof en zuurstof uit. Met deze uitbreiding vergrootte het bedrijf niet alleen zijn capaciteit, maar borgt ook de leveringszekerheid nog eens extra.

Nieuwe luchtsplitsingfabriek vergroot leveringszekerheid Een van origine niet-Europese speler maar wel met een lange historie in de Antwerpse haven, zo is Praxair in de Benelux misschien nog wel het beste te typeren als uitdager in de markt. Die positie bekleedt de leverancier van industriële gassen in de Verenigde Staten zeker niet. De Amerikaanse roots, bezorgen het bedrijf aan de andere kant van de oceaan een sterkere marktpositie. In de VS alleen al heeft Praxair enkele honderden luchtscheidingsinstallaties staan. Maar in België en Nederland moet de leverancier van industriële en speciale gassen opboksen tegen Air Liquide, Air Products en Linde Gas. Dat doet het bedrijf met succes, gezien de recente investering van honderd miljoen euro die Praxair deed in de Antwerpse haven. Met de opstart van een nieuwe luchtscheidingsfabriek naast het terrein van Ineos verstevigt het bedrijf zijn positie in de Antwerpse haven en vergroot het de leveringszekerheid voor zijn klanten. ‘Niet dat die leveringszekerheid in gevaar kwam’, zegt business director onsite Johan Desmet. ‘We produceren en distribueren vanaf 1968 stikstof in de Antwerpse haven en hebben in die tijd nog nooit een uitval gehad van onze stikstof leveringen aan 22 UTILITIES nr. 8 - december 2016

onze klanten. Maar we liepen met de fabriek in Zwijndrecht wel tegen de capaciteitsgrens aan en we verwachten dat zich in de toekomst nog wel meer bedrijven zullen vestigen in het Antwerpse havengebied. We kozen dus ervoor om uit te breiden.’

Twee fabrieken De capaciteit van de luchtsplitsingsfabriek in Zwijndrecht werd in 2004 al eens verdubbeld. Tegelijkertijd werd het stikstofnet fors uitgebreid. De leidingcapaciteit was aanvankelijk zes kilometer en werd in 2004 uitgebreid naar 45 kilometer. De fabriek in Zwijndrecht, een zogenaamde T-700 air seperation unit (ASU), produceert nog steeds dagelijks 1.800 ton stikstof, 650 ton zuurstof en 25 ton argon. Bij de ingebruikname van de nieuwe fabriek in Zwijndrecht was niet de gehele capaciteit verkocht. Men verwachtte destijds na tien jaar de limiet te hebben bereikt. Die voorspelling blijkt aardig uit te komen en het is dan ook niet toevallig dat Praxair in 2014 de eerste steen legde voor nog een fabriek, maar ditmaal dan in Lillo. De klanten van Praxair zijn niet de kleinsten: nagenoeg alle raffinaderijen, petrochemie, chemie en opslagbedrij-

ven in de Antwerpse Haven zijn wel op één of andere manier afnemer van één van de producten van Praxair. Desmet: ‘Onze business zit van oudsher dicht op de klant en we gaan dan ook daar heen waar onze klanten heen gaan. De laatste jaren zien we een trend ontstaan van centralisatie. Chemische bedrijven verplaatsen vaker hun activiteiten in het binnenland om ze bij hun bestaande vestigingen in de havengebieden te voegen. Ook een aantal grote petrochemische bedrijven heeft al sites in het binnenland van Frankrijk en Duitsland overgedragen naar de clusters in Antwerpen, Rotterdam of het Ruhrgebied. Onze capaciteitsuitbreiding zorgt ervoor dat we ook die nieuwe klanten kunnen aansluiten op ons net. Met de uitbreiding van de stikstofleiding op de Linkeroever ontsluiten we ook een deel van het braakliggend terrein waar waarschijnlijk meer nieuwe partijen zullen neerstrijken.’ Voordat de Amerikaanse moeder van Praxair bereid was tot investeren, wilde men er wel zeker van zijn dat er voldoende afnemers waren. ‘Je kunt zo’n investering niet doen op alleen maar de dagelijkse handel en daarom


hebben we een aantal contracten afgesloten voor een langere periode. Mede dankzij een klantgerichte aanpak en een betrouwbaar track record, vonden we een aantal partijen die meerdere jaren met ons in zee wilden gaan, maar ook het enthousiasme van het Havenbedrijf heeft bijgedragen tot de beslissing om te investeren in Antwerpen. De groeiprognoses die aan de basis lagen van de investeringsbeslissing blijken behoorlijk accuraat te zijn geweest. Er is al een aantal bedrijven dat uitbreidingsplannen heeft bekendgemaakt en ook nieuwe bedrijven hebben recent aangekondigd zich op de beschikbare locaties vestigen.’ Een bijkomend voordeel van deze nieuwe fabriek is dat we redundantie inbouwen in de levering van stikstof en zuurstof. We hebben nu een eenheid op zowel de rechter als de linkeroever van de Schelde en die zijn op een ander deel van het hoogspanningsnet aangesloten. Als het ene net mocht uitvallen, dan kunnen we terugvallen op de capaciteit van de ander. Hetzelfde geldt voor de uitbreiding van de leiding voor stikstof en die voor zuurstof. Doordat we van twee kanten invoeden, is ook daar redundantie ontstaan.’

Industriële gassen Leveringszekerheid is in de wereld van industriële gassen zeer belangrijk. ‘Stikstof is een inert gas en klanten gebruiken het gas op meerdere manieren om de veiligheid van hun processen te vergroten. In opslagtanks vormt stikstof een deken die de brandbare vloeistoffen afsluit van zuurstof. Ook in diverse katalytische processen vormt stikstof een veiligheidsbarrière. Stikstof helpt olietankers ook sneller hun lading te kunnen lossen. Zuurstof is net zo’n belangrijke utility en wordt in tal van chemische en raffinageprocessen gebruikt. Argon is een inert gas dat wordt ingezet bij laswerkzaamheden. Dat gas vervoeren we in zijn vloeibare vorm of in flessen over de weg. Overigens doen we dat ook met stikstof en zuurstof en de nieuwe leidingen zorgen er dus voor dat het aantal verkeersbewegingen sterk afneemt. Dat is weer gunstig voor het milieu. De enige grondstof die wij zelf gebruiken is lucht, dat we met behulp van elektrische energie uit de omgeving aanzuigen, comprimeren, wassen en scheiden. De toegang tot elektriciteit is voor ons de grootste voorwaarde en die hebben we geborgd. Daarnaast

hebben we ook een opslagfaciliteit, waarin we vloeibare stikstof en zuurstof opslaan als back-up voor het geval zich een calamiteit voordoet of als we onderhoud aan de installaties plegen. Overigens kunnen we delen van de installatie voor aanmaak van de vloeibare gassen ook stilleggen als de elektriciteitsprijzen te ver omhoog zouden schieten. Vermits de levering van gasvormige stikstof en zuurstof de corebusiness is van deze nieuwe eenheid, moet deze altijd gegarandeerd zijn. Maar als we een bijdrage kunnen leveren aan balancering van het elektriciteitsnet om zo de energievoorziening te helpen verduurzamen, is dat mooi meegenomen.’

Energiezuinig In de jaren dat de nieuwe fabriek in Zwijndrecht werd gebouwd, is de techniek fundamenteel niet drastisch veranderd, maar toch wel zoveel dat het ontwerp op een heel aantal plekken is aangepast. ‘Omdat we als bedrijf erg bewust met energie willen omgaan, stellen we alles in het werk om zo energiezuinig mogelijk te ontwerpen’, zegt Desmet. ‘De installatie is door onze eigen engineers ontworpen en ook het projectmanagement is door

UTILITIES 23 nr. 8 - december 2016


De zekerheid van Zantingh INTRODUCTIE UNIEKE BRANDERREGELING

UNIGAS FACILE ZELFREGELENDE GASBRANDER Unigas brengt als eerste branderfabrikant ter wereld een unieke branderregeling op de markt: de Facile. De geavanceerde Facile zorgt voor een optimale verhouding tussen brandstof en verbrandingslucht bij een gegarandeerd, constant zuurstofpercentage. Snel, veilig en energie-efficiënt! Veranderingen in temperatuur en druk van lucht of aardgas worden feilloos opgevangen door het geavanceerde systeem en hebben geen enkele invloed meer op het verbrandingsproces. Een branderregeling in optima forma met het hoogste rendement onder alle omstandigheden!

Tel. +31 (0)297 219 100 | www.zantingh.com

You can count on our expertise

TRADE FAIR NETWORKING CONGRESS EXPERT FORUMS

E-WORLD ENERGY & WATER 7th–9 th FEBRUARY 2017 ESSEN, GERMANY

EUROPE’S LEADING ENERGY TRADE FAIR

www.e-world-essen.com

Advertentie-index E-World Energy & Water GmbH.................................................. 24

WEG Netherlands b.v....................................................................2

Hanze Development..........................................................bijsluiter

WINGAS Benelux b.v.b.a............................................................. 16

MODELEC Data-Industrie b.v...................................................... 40

NCTI........................................................................................... 20

PennWell Corporation..................................................................4

Zantingh b.v................................................................................. 24

Praxair n.v................................................................................... 39

Euroforum.........................................................................bijsluiter

Santon Circuit Breaker Services b.v............................................. 20


de eigen organisatie uitgevoerd. Maar uiteraard maken we ook gebruik van de specialistische kennis van toeleveranciers. Ook in de destillatietoren zijn aanpassingen gemaakt om de energie die wij gebruiken zoveel mogelijk terug te winnen.’ Het scheiden van lucht lijkt een beetje op een raffinageproces. Desmet: ‘We zuigen atmosferische lucht naar binnen om die vervolgens te comprimeren. Voordat we dat doen, halen we wel water, koolwaterstoffen en CO2 uit de lucht. Anders zouden we ijsvorming in de torens krijgen. Wanneer de gecomprimeerde lucht uitzet, daalt de temperatuur en door dat proces een aantal maal te herhalen, komen we op de temperatuur die de gassen vloeibaar maakt.’ De kookpunten van stikstof, zuurstof en argon verschillen van elkaar, waardoor je ze kunt scheiden. Die verschillen zijn overigens niet heel groot. Waar stikstof bij een temperatuur van -196 graden Celsius vloeibaar wordt, doet zuurstof dat al bij -183 graden Celsius. Argon zit daar tussenin en heeft een kookpunt van -186 graden. Desmet: ‘Het kookpunt van zuurstof en Argon ligt dus heel dicht bij elkaar en voor de productie van

Argon moesten we de destillatietorens dan ook vergroten. De gassen stikstof en zuurstof gaan na scheiding direct het leidingsysteem in. Een deel van het stikstof wordt vloeibaar gehouden en dient als buffer voor eventuele productie uitval of onderhoud aan de ASU.

Remote De capaciteit van de fabriek is met een dagelijkse productie van 1.300 ton groter dan die in Zwijndrecht. Opvallend is dat het terrein zo goed als verlaten is. ‘Een van onze doelstellingen was dat we de fabriek remote kunnen opereren’, zegt Desmet. ‘Het bedienend personeel zit in Zwijndrecht en ziet via een intern proces configuratie -systeem en een batterij aan camera’s precies hoe het proces verloopt. We delen verder nog wat diensten met de gastheer van de industriële cluster in Lillo, zodat we de site zeer kostenefficiënt kunnen opereren. Want uiteindelijk is naast leveringszekerheid uiteraard ook de kostprijs een belangrijke factor in de levering van industriële gassen.’ Desondanks weet het bedrijf ook meerwaarde te halen uit zijn jarenlange ervaring met industrieel gas. ‘We bouwen voor de glasfabriek van Libbey in Leerdam een zuurstofproductie-instal-

latie met een systeem dat rookgassen regenereert en ze weer kraakt tot synthesegas. Op die manier bespaart de glasproducent tot bijna twintig procent energie en draagt Libbey bij aan een meer duurzame wereld. Een mooi en concreet voorbeeld van de slogan van Praxair : ‘Making Our Planet More Productive’. We merken steeds meer dat we andere partijen kunnen helpen met onze kennis op het gebied van gassen. We willen dan ook vooral groeien binnen onze bestaande klantenkring en waar nodig uitbreiden en onderscheid kunnen maken met onze kennis.’ Het beste bewijs dat het met de engineering wel goed zit, is het feit dat de nieuwe ASU volgens planning en binnen budget is gebouwd. ‘We zaten in de duale situatie dat we een ervaren leverancier waren van stikstof via pijpleiding terwijl we wat zuurstoflevering een challenger waren’, zegt Desmet. ‘Onze klanten vroegen daar ook om: zij willen de keuze hebben om van meerdere leveranciers gassen te kunnen te betrekken. De komende jaren kunnen we in ieder geval nog groeien binnen de bestaande asset base, maar wie weet mogen we op den duur weer uitbreiden.’ n

UTILITIES 25 nr. 8 - december 2016


ENERGIE Een van de positieve cases in het Power-to-

products onderzoek dat ISPT uitvoerde, is die van stoomrecompressie bij chemiebedrijf DOW Terneuzen. Industrial Energy Experts (IEE) werkte een zestal mogelijke toepassingen uit en kwam tot de conclusie dat mechanische stoomrecompressie zowel economisch als energetisch een zeer interessante optie was. DOW deelde die conclusie en inmiddels heeft het bedrijf een Duurzame Energie Innovatie (DEI)-subsidie gekregen voor de bouw van een pilotinstallatie.

DOW onderzoekt kansen stoomrecompressie ISPT, CE Delft en Berenschot onderzochten in opdracht van de Topsector Energie de mogelijkheden voor power to products. De vraagstelling in het project was hoe, tegen welke kosten en opbrengsten en onder welke voorwaarden de procesindustrie haar elektriciteitsvraag kan flexibiliseren. Hierdoor kan de procesindustrie gebruik maken van goedkope duurzame elektriciteit én een bijdrage leveren aan netstabiliteit in het licht van het Energieakkoord. Egbert Klop, algemeen directeur van IEE, legt uit hoe industriële grootverbruikers kunnen profiteren van prijsschommelingen op de elektriciteitsmarkt. ‘Eerlijk gezegd is stoomrecompressie eerder een efficiencymaatregel dan een nieuwe manier van peakshaving. Degelijke installaties zijn dermate kapitaalintensief dat ze het best renderen als ze volcontinu of daar in de buurt kunnen produceren. En het idee van load balancing was juist om pas te produceren als de elektriciteitsprijzen laag zijn en de productie te stoppen zodra er een tekort aan elektriciteit dreigt te ontstaan. Daarmee zou de businesscase van een dergelijke investering aardig onderuit worden gehaald. Ook 26 UTILITIES nr. 8 - december 2016

de capaciteit speelt een rol. Onder de tien ton stoom per uur, hoef je er eigenlijk niet aan te beginnen. In het geval van DOW gaan we dan ook een installatie realiseren die tien ton

oplevert. De coëfficiënt of performance (COP) ofwel de verhouding geproduceerde warmte versus de ingevoerde hoeveelheid elektriciteit kan dan ook oplopen tot een waarde

Eerlijk gezegd is stoomrecompressie eerder een efficiencymaatregel dan een nieuwe manier van peakshaving. stoom met een druk van drie bar ophoogt naar een druk van twaalf bar.’ Klop: ‘Stoomrecompressie is een variatie op mechanische damprecompressie. Nadat stoom is gebruikt, heeft het condensaat nog vaak een, zij het lagere, energetische waarde. Hierdoor ‘flasht’ – verdampt – een gedeelte van het condensaat en wordt omgezet in stoom. Een andere aantrekkelijke variant is dat lagedruk reststoom, die niet meer kan worden gebruikt in het productieproces, als voeding voor stoomrecompressie wordt gebruikt. Vervolgens wordt de stoom weer gecomprimeerd, waardoor de druk en daarmee de temperatuur oploopt. De benodigde elektrische energie die daarvoor nodig is, is veel lager dan de thermische energie die zo’n systeem

van negen tot soms wel elf. Ofwel één megajoule elektrisch levert elf megajoule thermisch op.’

Randvoorwaarden Met zulke gunstige cijfers, lijkt het bijna een no-brainer om stoomrecompressie in te zetten. Klop waarschuwt echter voor onjuiste positieve verwachtingen. ‘Je moet wel aan een aantal randvoorwaarden voldoen voordat je dit soort technologieën kunt toepassen. De eerste voorwaarde is al eerder genoemd: capaciteit Je moet aardig wat stoom verbruiken en reststoom hebben om de redelijk hoge investering te kunnen terugverdienen. Daarnaast moeten de boekhouders de reststoom geen waarde toekennen. Als de restwarmte wordt gewaardeerd tegen de gasprijs, dan

Abonnees lezen meer op www.utilities.nl


blijft er weinig investeringsruimte over. In de meeste gevallen wordt er niets met de restwarmte gedaan en is zo’n boekhoudkundige waardering dan ook slechts een papieren exercitie. En uiteraard heeft ook de gasprijs invloed op de business case.’ Binnen deze voorwaarden wisten we bij DOW tot een viertal positieve cases te komen. Wat opviel was dat de nieuwbouwsituaties tot de beste resultaten leidden. Een dergelijk systeem in een bestaande installatie inbouwen is vaak een stuk complexer en dat drukt de businesscase.’ De realisatie van de pilot-installatie die DOW eind dit jaar start, is wel in een bestaande productie plant. ‘In eerste instantie is het de bedoeling ervaring op te doen met stoomrecompressie’, zegt Klop. ‘Dankzij de DEI-subsidie is het mogelijk de onrendabele top af te vlakken. DOW wil de ervaringen gebruiken voor toekomstige investeringsafwegingen en opschaling van stoomrecompressie.’

Zes cases onderzocht Het onderzoek van IEE richtte zich in eerste instantie op een zestal cases. Vier van die cases waren greenfieldprojecten en twee brownfield. De brownfield cases hadden een input tussen circa tien en twintig ton stoom per uur met een einddruk van 12 respectievelijk 36 bar. Klop: ‘Hoewel een van de twee brownfieldprojecten technisch nog wel haalbaar bleek, waren ze allebei economisch niet interessant. Je gaat toch van procescondities uit die niet zijn geoptimaliseerd op stoomrecompressie. Het inbouwen van een dergelijke installatie in een bestaand systeem is redelijk complex en resulteert in te hoge investeringen. Juist bij greenfieldproject kan je vanaf de ontwerpfase rekening houden met het opwaarderen van reststoom.’ De greenfield-projecten kwamen heel wat positiever uit de test. Met name de schaalgrootte, ofwel het stoomvolume, was doorslaggevend voor het succes. Daarbij gold: hoe hoger de druk en temperatuur van de reststoom en hoe lager de drukverhouding, hoe gunstiger de casus uitpakte.

Dat het volume een rol speelde bleek uit twee cases die van dezelfde procescondities en dezelfde opwaardering in druk en temperatuur uitgingen. Het enige verschil was dat in de casus A werd uitgegaan van een capaciteit van vijftig ton stoom per uur terwijl in casus B dit was beperkt tot tien ton stoom per uur. De verdiencapaciteit van casus A is daarmee een factor drie beter dan van B; de eenvoudige terugverdientijd ligt op ongeveer 2 jaar. Klop: ‘De schaalgrootte is een belangrijke factor. Beneden de tien ton stoom zou je in de meeste gevallen stoomrecompressie niet moeten inzetten. Aan de andere kant van het spectrum zijn er weinig belemmeringen: een capaciteit van meer dan honderd ton stoom per uur is technisch mogelijk en economisch aantrekkelijk. Een derde casus die doorgerekend is met een capaciteit van 50 ton stoom per uur, een einddruk van 35 bar en een drukverhouding van circa 3, leverde een nog beter economisch rendement.

Proven technology Wat ook opviel in het onderzoek was de conclusie dat stoomrecompres-

sie nauwelijks een rol zou kunnen spelen in peakshaving. Klop: ‘In onze berekeningen hadden de elektriciteitsprijzen geen dominante invloed op de business case. Dat komt vooral doordat de elektriciteitsconsumptie relatief laag is. Het opschakelen op het moment dat er veel stroomaanbod is, heeft dan ook niet heel veel zin. Technisch kan het ook niet: het in bedrijf nemen van een grote compressor vergt tijd en voorbereiding. Het zou wel mogelijk zijn om de productie bij heel hoge prijzen stop te zetten.’ Klop wil stoomrecompressie zeker niet wegzetten als laaghangend fruit, ‘daarvoor zijn de investeringen te hoog en is de machinerie en de inpassing in het proces te complex’, maar er zijn wel degelijk grote stoomverbruikers in Nederland die kunnen optimaliseren met deze techniek. ‘We hebben het hier over ‘proven technology’ die al jarenlang wordt toegepast. De risico’s zijn dus niet zo groot en hebben vooral te maken met de ontwikkelingen op de energiemarkt. Hoe groter het verschil tussen de gas- en elektriciteitsprijs, hoe gunstiger de business case uitpakt.’ ■ UTILITIES 27 nr. 8 - december 2016


ENERGIE Minister Kamp van Economische Zaken is van

plan maatregelen te nemen om de één-op-één-afspraken die zijn gemaakt met de energiegrootverbruikers af te dwingen. Van de afgesproken negen Petajoule energiebesparing is nog maar 1,5 Petajoule gerealiseerd. Nu heeft thermische isolatie alleen al een besparingspotentieel van 31 Petajoule. De industrie is echter bang voor procesverstoringen en corrosie onder isolatie.

Isolatie maakt doelen energiebesparing haalbaar De energie-intensieve industrie kreeg tot 1 oktober de kans om door middel van 1-op-1 afspraken de in het Energieakkoord afgesproken negen Petajoule extra energiebesparing binnen bereik te krijgen. Indien dit niet zou lukken, zou minister Kamp van Economische Zaken verplichtende maatregelen nemen. Volgens de Nationale Energieverkenning 2016 zit de energie-intensieve industrie momenteel op een 1,5 Petajoule extra energiebesparing in 2020. De minister zint op dwingende maatregelen onder de wet Milieubeheer om het gat van 7,5 Petajoule te dichten. Deze verplichting zou dan per 1 januari 2018 in werking treden, tenzij over het nieuwe voorstel van het bedrijfsleven overeenstemming bereikt kan worden met alle Energieakkoordpartijen. Ferme taal van de minister, wiens voorstel overigens door de Kamer wordt gedragen. Hoog tijd dus voor de industrie om serieus te kijken naar energiebesparing. Mogelijkheden zijn er genoeg, zo blijkt uit een al wat oudere studie van onderzoeksbureau Ecofys. Het besparingspotentieel voor de Nederlandse industrie schatten de onderzoekers van Ecofys in op een slordige 31 Petajoule. 28 UTILITIES nr. 8 - december 2016

Appendages Diederik Jaspers is senior onderzoeker bij onderzoeksbureau CE Delft, dat onlangs ook onderzoek deed naar het besparingspotentieel in de Nederlandse industriesector. ‘Bij de meeste bedrijven liggen nog kansen voor het thermisch isoleren van leidingen, flenzen, kleppen, kranen enzovoorts. Die laatste groep wordt om verschillende redenen het minst geïsoleerd. Een operator is bijvoorbeeld bang dat hij in geval van een calamiteit niet snel genoeg een kraan kan dichtdraaien of een klep handmatig kan sluiten. Ook eventuele lekkages zijn zonder de aanwezigheid van isolatie beter te detecteren, zo is de gedachte. Er zijn echter oplossingen genoeg om die kritische onderdelen zo te verpakken dat de isolatie snel kan worden verwijderd. In die oplossingen zitten overigens kwaliteitsverschillen en ik raad bedrijven die veel inspecties uitvoeren aan hun appendages aan om een hogere kwaliteit te kiezen. Maar het excuus dat operators ten allen tijde bij een flens moeten kunnen en dat isolatie hen daarbij belemmert, gaat in mijn ogen niet op. En het bezwaar van corrosie onder isolatie kan worden tegengegaan door toepassing van thermospray coatings met

aluminium gecombineerd met van niet-destructieve-testmethoden zoals radiografie, ultrasoon of thermografie.’ Ook de tweede energiebesparende maatregel van thermografische inspectie is volgens Jaspers heel laagdrempelig geworden. ‘Thermische camera’s worden steeds goedkoper en zelfs bedrijven die al een goede interne kwaliteitscontrole hebben, profiteren van de extra mogelijkheden van thermografisch scannen. Daarmee wordt snel zichtbaar waar thermische verliezen optreden en kan men tijdig ingrijpen als er koudebruggen ontstaan door beschadigingen aan de isolatie of lekkages van leidingen of appendages. Het gebruik van dergelijke thermografische camera’s dient wel zorgvuldig te gebeuren en vergt enige opleiding.’ CE Delft berekende voor dat een gemiddelde scan, uitgevoerd door een professioneel bedrijf dat hiermee een dag bezig is en hierover uitgebreid rapporteert, zo’n zesduizend euro kost. Het besparingspotentieel van zo’n scan komt ongeveer neer op een besparing van 200.000 kuub aardgas. Waarmee de terugverdientijd van de investering op zo’n twee jaar komt. Men raadt bedrijven met een goed werkend kwaliteitsborgingsysteem en onderhouds-

Abonnees lezen meer op www.utilities.nl


inspecties dan ook aan een dergelijke inspectie eens in de vijf jaar uit te voeren. Bedrijven die hun kwaliteitsbewaking minder goed op orde hebben, zouden zelfs kunnen overwegen om de inspectie eens in de twee jaar te laten uitvoeren.

Corrosie Het grootste bezwaar van isolatie is misschien nog wel het feit dat er corrosie kan ontstaan onder

de isolatie. Dat wil zeggen: indien water binnendringt in geïsoleerde apparaten en leidingen in het temperatuurgebied van -5 graden Celsius tot 175 graden Celsius, is er gevaar voor corrosie. De zuurstof in het water tast het staal aan, met lekken of breuken tot gevolg. Om dit probleem aan te pakken richtte vertegenwoordigers van de procesindustrie in de jaren tachtig

de Commissie Isolatie Nederlandse Industrie (Cini) op. Frans Popma is technisch coördinator van het instituut en ervaringsdeskundige bij Shell, die medeoprichter is van Cini. ‘De procesindustrie gebruikt doorgaans dezelfde configuratie: steenwol met daaroverheen aluminium beplating. Het komt nog wel eens voor dat die beplating beschadigd raakt: door werkzaamheden op de fabriek of mensen

CASE STUDY Na het onderzoek van Ecofys naar de besparingspotentie van isolatie in de industrie, ontwikkelde de European Industrial Insulation Foundation (EIIF) het zogenaamde Technical Insulation Performance (Tip) check-programma. Dit is een standaard energie auditing tool om isolatie gerelateerde energieverliezen te lokaliseren en op te lossen. Inmiddels hebben 180 fabrieken in geheel Europa zo’n check gehad. De EIIF publiceerde ook een overzicht van een aantal voorbeeldcasussen. Een daarvan is die van Suiker Unie in Vierverlaten. De fabriek produceert kristalsuiker uit suikerbieten, maar ook melasse, bietenpulp voor diervoeder en kalkmeststof voor de landbouw. De energieprijzen stegen zo hard, dat het bedrijf het zinvol achtte het energieverbruik terug te dringen en warmteverliezen in kaar te brengen. Men schatte die verliezen op een waarde van 800.000 euro. Tijdens de Tipcheck audit werden 198 thermografische foto’s genomen die de warmte-emissie van 419 verschillende onderdelen vastlegden, inclusief drie ketels, verdampers en stoompotten, warmtewisselaars, pompen en kleppen. Al snel kwamen de onderzoekers er achter dat de meeste warmte verloren ging bij de warmtewisselaars en de pijpleidingen. Met name de kleppen en flenzen bleken op de foto’s grote hotspots. Behalve een kwantitatief onderzoek naar het aantal hotspots, deed men ook een kwalitatief onderzoek naar de hoeveelheid warmte die ontsnapte. Uit de berekeningen bleek dat een investering van 84 duizend euro in isolatie een jaarlijkse besparing van 37 duizend euro per jaar zou opleveren. Daarmee is de terugverdientijd iets meer dan twee jaar.

UTILITIES 29 nr. 8 - december 2016


PARTNERS UTILITIES PLATFORM

LEDEN UTILITIES PLATFORM

Vakblad Utilities

Congres en evenement

Partners (en Leden)

Rondetafel-bijeenkomsten

Experts

Nieuwsbrief

Website

Ad van Wijk Professor Sustainable Energy, TU Delft

Teus van Eck Teus van Eck Energie en Milieu

AndrĂŠ Jurjus Directeur Netbeheer Nederland

Sander de Bruyn manager/Researcher Environmental Economics CE Delft

Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het Utilities Platform? Kijk op www.utilities.nl of neem contact op met David van Baarle: david@industrieperspectief.nl - 06 514 99 670

Paul van Son CEO DII


die over de pijp heen willen springen en zich afzetten op de beplating. Zo’n beschadiging in de beplating kan ervoor zorgen dat regenwater kan binnendringen in de isolatie, met alle gevolgen van dien. Niet alleen neemt de isolatiewaarde van het steenwol af, maar de leiding kan ook oxideren. Nu kan je maatregelen nemen om oxidatie of roestvorming te voorkomen. Bijvoorbeeld door voorzieningen te treffen die ervoor zorgen dat water er uit kan lopen. Maar ook door de ondergrond goed te stralen en schilderen. Dit geldt overigens voor zowel koolstofstaal als RVS. RVS is namelijk heel gevoelig voor chloriden en stresscorrosie komt ook nog wel eens voor.’ Als het euvel al is geschied, is het vooral zaak de beschadigingen te ontdekken. Een expert kan vaak al op het oog afwijkingen waarnemen, maar een thermografische camera is een waardevol hulpmiddel. Popma: ‘Je kunt met behulp van thermografie de spots vaststellen waar de isolatie te dun is geworden of waar water in de isolatie is binnengedrongen. Maar de aanwezigheid van vocht wil niet altijd zeggen dat er ook roest is ontstaan. Andersom geldt ook dat niet altijd te bewijzen is dat er geen roest is. Er zijn niet-destructieve inspectietechnieken op de markt waarmee corrosie kan worden gedetecteerd, maar helemaal honderd procent zekerheid geven die niet. Putcorrosie is bijvoorbeeld een groot probleem, maar dat kan niet met thermografie of andere inspectiemethoden worden vastgesteld. En dus is het tot nog toe zo dat als een sitemanager of toe-

zichthouder honderd procent zekerheid wil over de integriteit van zijn leidingen, de isolatie er geheel af moet worden gehaald. Bij renovatieprojecten is dat tegenwoordig gebruikelijk.’

Kennis Regelmatige inspectie van isolatie heeft volgens Popma dan ook wel degelijk zin. ‘Het theoretische besparingspotentieel van isolatie ligt op zo’n 95 procent. Op het moment dat isolatie nat wordt, kan die waarde teruglopen naar een kwart daarvan. Nu is er wel een verschil tussen de theoretische waardes en de bespaJe kunt met behulp van thermografie de spots vaststellen waar de isolatie te dun is geworden of waar water in de isolatie is binnengedrongen. ringspercentages die we in de praktijk meten, maar een besparing van tachtig procent is geen uitzondering. Die prestatieverbetering is veel hoger dan te halen valt met brander- of motormanagement. Het is dan ook vreemd dat isolatie zo’n lage prioriteit krijgt bij de industrie.’ Inmiddels kijkt de toeleverende industrie wel naar manieren om beschadiging te voorkomen. ‘De markt levert ook geprefabriceerde pijpschalen van steenwol die wat steviger zijn en daardoor meer mechanische belasting kunnen verdragen. Ook isolatiematrassen kunnen op kwetsbare delen van de installatie zorgen voor toegankelijkheid. Het is ook mogelijk om iets dikkere aluminiumbeplating te gebruiken of stainless steel. Uiteindelijk zijn de keuzes afhankelijk van de risicobeoordeling en de kostenbaten-analyse. En

dat begint weer bij voldoende kennis bij zowel de plant owner als de aannemer. Uiteindelijk zouden de life cycle kosten bepalend zijn voor de investeringsbeslissing. Helaas zie je vaak nog dat men voor de goedkoopste investering aan de voorkant gaat. Theoretisch zou isolatie zo’n vijftien jaar moeten kunnen meegaan en bij leidingen die hoog in het rek liggen en weinig stress kennen, kan die levensduur nog wel eens langer zijn. Maar doorgaans komt men niet verder dan vijf a zes jaar. Veel heeft te maken met inspectie en onderhoud. Hoe sneller je immers een beschadiging repareert hoe langer de levensduur wordt. We constateren echter dat er nog nauwelijks isolatie experts bij de asset owners zitten en dat ook de contractors niet altijd de kennis in huis hebben.’ ■ UTILITIES 31 nr. 8 - december 2016


product & oplossing INTELLIGENTE ACCULADER Powerbox introduceert een nieuw product binnen de Automotive lijn: de slimme DC/ DC ENA200 acculader. Ontworpen om te voldoen aan laatste eisen vanuit de markt voor intelligente en flexibele acculaders, is de ENA200 acculader gebaseerd op de nieuwste technologieën voor intelligent laden. De ENA200 acculader past in de dezelfde IP21 behuizing als de DC/DC omvormers ENA100 en ENA200. De ENA200 acculader bevat een micro-controller met geavanceerde firmware om optimaal laden en een langere levensduur van de accu te garanderen. Er zijn standaard laadkarakteristieken aanwezig voor lood-, AGM-, gel- en calcium accu’s. Natuurlijk zijn ook klantspecifieke laadkarakteristieken

mogelijk. De ENA200 acculader is uitgerust met accu-temperatuurbewaking en intelligente spark control. Beschikbaar in twee ingangsspanningen voor 12 en 24V systemen laadt de ENA200 12V batterijen met maximaal 15A laadstroom en een piekvermogen tot 216W. Voor veiligheid biedt de acculader een galvanische Isolatie van 500VDC (input/output/behuizing). De Powerbox ENA200 acculader is ontworpen voor eenvoudige montage. Voorzien van een standaard low-profile IP21 polycarbonaat behuizing en kleine afmetingen (116 x 88 x 18 mm) is dit één van de dunste DC/DC acculaders. De geïntegreerde basisplaat met montagegaten maakt eenvoudige bevestiging mogelijk. Het lage gewicht, minder dan 500 gram, draagt bij tot de uitstekende prestaties in triltesten (5-50 Hz, versnelling ±7, 35m/s2). www.prbx.com

OUTDOOR PANELS VOOR EXTREME OMSTANDIGHEDEN De Simatic HMI TP700 en Simatic HMI TP1500 Comfort Outdoor Panels van Siemens zijn voorzien van een UV-beschermd apparaatfront met beschermingsgraad IP65 en zijn bedoeld voor gebruik in koelgebouwen, schepen of in de olie- en gasindustrie. De nieuwe apparaten kunnen in een groot temperatuurbereik van min 30

tot plus 60 graden Celsius en bij een hoge luchtvochtigheid van 90 procent

in bijna elke omgeving en industrie worden ingezet. De bij daglicht leesbare hogeresolutie-7"- of 15"breedbeeld- displays met een beeldverhouding van 16:9 geven tot wel 16 miljoen kleuren en kunnen ook complexe proces- of installatiebeelden op een overzichtelijke en gedetailleerde wijze weergeven. www.siemens.nl/hmi

SLIMME DIAGNOSTIEK VOOR ZWARE INDUSTRIE Fabrikanten en industriële bedrijven kunnen nu toegang krijgen tot gedetailleerde diagnostische sensorgegevens binnen zware operationele omgevingen. Dit is mogelijk met de Allen-Bradley ArmorBlock IO-Link master van Rockwell Automation. Dit apparaat met een veiligheidsklasse 32 UTILITIES nr. 8 - december 2016

van IP67 is geschikt voor gebruik op machines. Het bouwt voort op de IO-Link-technologie van het bedrijf met timestamping van gebeurtenissen en processen. De IO-Link master kan op elk kanaal veertig timestamps opslaan van sensorgebeurtenissen. Aan de hand van deze gebeurtenissenhistorie kunnen gebruikers wijzigingen bijhouden en problemen eenvoudiger diagnosticeren. De timestamps van de sensordata die als input dienen kunnen in het geval van een statuswijziging ook naar de controller worden verzonden. Deze

en andere diagnostische gegevens die door de oplossing van Rockwell Automation worden aangeleverd, kunnen bijdragen aan een reductie van de probleemhersteltijd tot negentig procent, effectiever preventief onderhoud en verbeterde systeemprestaties. De ArmorBlock IO-Link master biedt connectiviteit voor maximaal acht IO-Link-sensoren. De master en sensoren delen hetzelfde IP-adres. Dit zorgt voor kosten- en tijdsbesparingen tijdens de inbedrijfstelling van apparatuur. wwww.rockwellautomation.nl


MULTIFUNCTIONELE INSTALLATIETESTERS De nieuwste Fluke 1660-serie multifunctionele installatietesters, waaronder de 1662, 1663 en 1664 FC, zijn de enige installatietesters die helpen om schade aan aangesloten apparaten te voorkomen. De nieuwe 1660-serie geeft de gebruiker meer vermogen in handen door snel en efficiënt testen volgens de installatievoorschriften BS7671, 17e editie. De apparaten die per abuis zijn aangesloten op het sys-

teem dat wordt getest, worden beschermd. Bovendien kunnen met de 1660-serie gemakkelijk testresultaten via een smartphone worden gedeeld met behulp van Fluke Connect. De Fluke 1664 FC is voorzien van de Insulation PreTest™-functie, waarvoor patent is aangevraagd en die detecteert of er een apparaat is aangesloten op het systeem dat wordt getest. Als dat zo is, dan stopt deze functie de test en geeft tegelijkertijd ook een visuele waarschuwing. De voorafgaande isolatietest helpt om onopzettelijke en kostbare schade aan randapparatuur te voorkomen. De 1664 FC heeft ook een nieuwe automatische testfunctie die 5 vereiste installatietests in een keer achter elkaar uitvoert. Dit beperkt het aantal handmatige aansluitingen, de kans op fouten wordt verminderd en de testtijd wordt met maximaal veertig procent verlaagd in vergelijking met eerdere Fluke-modellen. www.fluke.nl/1664FC

PATROONLASTSCHEIDERS Eaton introduceert zijn nieuwe generatie patroonlastscheiders XNH. Het assortiment biedt oplossingen voor machinebouw, installatiebouw en energiedistributie. De patroonlastscheider kan worden uitgevoerd met een LED indicator voor patroonbewaking of standaard worden aangesloten op het intelligente bedradings- en communicatiesysteem Eaton SmartWire-DT. Om de SmartWire-DT - het intelligente bedradings- en communicatiesysteem van Eaton - aan te sluiten, wordt een communicatiemodule bevestigd op het XNH-schakelaar. Hierdoor kunnen de status van de zekering, de positie van de schakelaar en de stroomwaar-

den voortdurend worden opgeslagen en gecontroleerd. De gegevens kunnen via gateways worden verzonden naar alle gangbare industriële veldbussen. Hierdoor kan de operator in het controlecentrum kritieke situaties voortijdig detecteren en de bron van het probleem lokaliseren. Het zekeringcontrolesysteem fuse control light (FCL) helpt om de uitvaltijd van het getroffen circuit te verkorten in geval van een fout. Het FCL wijst de operator via leds op doorgebrande zekeringen, zodat de defecte zekering onmiddellijk kan worden geïdentificeerd en ter plaatse kan worden vervangen. Verhoogde aanraakbeveiligingen aan

de boven- en zijkant en een verdraaiingsbeveiliging op de afdekking van de smeltpatroonveiligheid biedt de operator een grotere bescherming tijdens het schakelproces. Eaton heeft aanraakbescherming opgenomen in het ontwerp door de stroomvoerende onderdelen op het apparaat en in de schakelkast veilig van elkaar te scheiden. www.eaton.nl/electrical

NIEUWE STANDAARD VOOR HYDRAULIEK-OLIE Shell brengt twee nieuwe hydrauliekoliën op de markt: Tellus S2 MX voor vaste systemen en Tellus S2 VX voor mobiele toepassingen. Beiden zijn ontwikkeld om de betrouwbaarheid en productiviteit van hydraulische systemen te optimaliseren en zodoende de kosten te verminderen. De levensduur van de twee nieuwe producten voldoet aan de eisen die zowel de industrie als OEM’s stellen.

Bovendien bieden de nieuwe hydrauliek-oliën een verbeterde filtreerbaarheid, zelfs onder vochtige omstandigheden. Hierdoor neemt de kans op verstopping van het filter af, wat immers kan leiden tot storing van de apparatuur. De productiviteit neemt dus toe door een langere onderhoudscyclus en de onderhouds- en operationele kosten worden verminderd. www.shell.nl

UTILITIES 33 nr. 8 - december 2016


ENERGIE Water heeft op zichzelf wellicht een lage

waarde, maar als drager van energie en grondstoffen is het onmisbaar voor de industrie. Tijd voor een herwaardering. Want een integrale blik op energie, water en grondstoffen biedt vaak onverwachte kansen en economische en ecologische winst. Tijdens Watervisie 2017 presenteert de waterketen zich als waterdrager: bescheiden als single utility, maar met een grote impact op de utilities-voorziening in zijn geheel.

Watervisie 2017 in teken van waterdragers Energie en water zijn altijd nauw met elkaar verweven. Water is essentieel voor alle fasen van de productie: van energie uit fossiele brandstoffen tot biobrandstoffen en energiecentrales. Energie is op zijn beurt van cruciaal belang voor de watervoorziening, afvalwaterzuivering en ontzilting. Deze kritische samenhang tussen water en energie is in de World Energy Outlook 2016 van het IEA onderzocht. De onderzoekers kijken daarbij naar hoe de complexe onderlinge afhankelijkheden tussen water en energie zich zal verdiepen in de komende decennia. Een van de conclusies van het rapport is dat bijna alle zwakke punten in het wereldwijde energiesysteem, of ze gerelateerd zijn aan toegang tot energie, energiezekerheid of het antwoord op de klimaatverandering, kunnen worden verergerd door veranderingen in de beschikbaarheid van water. En bijna alle problemen op het gebied van de wereldwijde watervoorziening kunnen worden verergerd door verstoringen aan de energiekant. De WEO-2016 analyse geeft de eerste globale schatting van de hoeveelheid energie die wordt gebruikt voor de levering van water. De onderzoekers schatten dat de hoeveelheid energie 34 UTILITIES nr. 8 - december 2016

die wordt gebruikt in de watersector de komende 25 meer dan verdubbelt, vooral vanwege ontziltingsprojecten. In 2040 zijn deze ontziltingprojecten goed voor twintig procent van de watergerelateerde vraag naar elektriciteit. Grootschalige industriewaterprojecten en de toenemende vraag naar de behandeling van afvalwater dragen ook bij aan de stijgende energiebehoefte van de watersector. Het aandeel in het wereldwijde elektriciteitsverbruik van de watersector blijft ongeveer vier procent in 2040. Er zijn echter grote regionale verschillen. In de Verenigde Staten en de Europese Unie is het aandeel van het totale elektriciteitsverbruik van de watersector ongeveer drie procent. In het Midden-Oosten stijgt het aandeel van negen procent in 2015 tot zestien procent in 2040, als gevolg van een toename van ontziltingcapaciteit.

Waterstress De energiesector wordt ook dorstiger de komende decennia. Het energiegerelateerde waterverbruik stijgt met bijna zestig procent tussen 2014 en 2040. Sommige technologieën, vereisen zeer weinig water, maar andere duurzame bronnen, zoals de productie van bio-

brandstoffen, geconcentreerde zonneenergie, CO2-afvang en -opslag vragen in de toekomst om meer water. De transitie naar een emissieloze energievoorziening kan waterstress dan ook verergeren. In sommige gevallen kan waterschaarste zelfs duurzame energieproductie in de weg staan.

Waterinnovator of the year Ook volgend jaar zullen we weer de Waterinnovator of the year kiezen. Inmiddels is er al een aantal aanmeldingen en hebben we ons oog laten vallen op een aantal veelbelovende technologieën of innovatieve partijen. Niet iedereen die hierna wordt genoemd heeft daadwerkelijk toegezegd, maar we raden ze wel aan dit te doen. Power to protein Een van die kandidaten is Willy Verstraete, emeritus professor van de Ugent. Verstraete concentreert zich momenteel met name op de productie van hoogwaardige eiwitten uit restwaterstromen. Het microbiële proces kan, door de voeding en procesparameters te veranderen, ook vetten of andere speciale stoffen maken. Verstraete: ‘Veel waterzuiveringen zijn ingericht op het verwijderen van stik-

Abonnees lezen meer op www.utilities.nl


stof door denitrificatie. Daarmee gooi je echter een waardevolle grondstof weg. Onze insteek bestaat erin de stikstof af te zonderen op een nette manier en dan deze op te werken tot microbieel proteïne (ProMic).’ De organismen die Verstraete ontwikkelde weten wel raad met ammoniak en maken onder aerobe omstandigheden celmateriaal dat rijk is aan aminozuren. ‘Die eiwitten kunnen als veevoer worden ingezet, als vervanger van viseiwitten of soja eiwitten’, zegt Verstraete. Alginaat De tweede mogelijke kandidaat is RHDHV met de productie van alginaat: een hydrofiel polymeer dat normaal gesproken wordt gewonnen uit zeewier. De papier- en kartonindustrie gebruikt alginaat als coating zodat inkt zich goed over het papier verspreidt. Nu wil het toeval dat Nereda slibkorrels, een uitvinding van TU Delft-onderzoekers, alginaat-achtig polysacharide (ALE) produceren, maar de onderzoekers noemen het ook wel Nereda Opgewekt (NEO) alginaat. Paul Roeleveld, directeur business development bij RHDHV, kan inmiddels melden dat de eerste twee test extractie-installaties worden gebouwd.

Een installatie komt in Epe, waar het huishoudelijk Nereda slib verwerkt en één komt in Zutphen, waar NEOalginaat uit industrieel Nereda slib wordt gewonnen. Vortex Een andere veelbelovende techniek komt van Pathema. Het bedrijf ontwikkelde het IVG-IL -Industrial Vortex Generator - In Line- systeem. Dit is een chemicaliën vrije oplossing voor het voorkomen van kalk en ijzeraanslag, scaling en biologie in reiniging- of productieprocessen. Het principe is gebaseerd op de verandering van

het kalkkristal dat plaatsvindt op het moment dat het kalkhoudende water door een drie dimensionale draaikolk gaat. Deze draaikolk komt tot stand door het gebruik van de Vortex generator. In combinatie met een UV-C straling-techniek ontstaat een poortwachtersysteem dat kalk- en ijzeraanslag, biologie en opvoerdruk controleert aan het begin van het proces. ■ Heeft u nog een aanmelding voor de Waterinnovator of the Year-verkiezing? Stuur dan een mail naar David@industrieperspectief.nl of kijk op www.watervisie.com

WATERVISIE 2017 Donderdag 16 februari 2017 organiseren we in het Innovatie Centrum Duurzaam Bouwen in Rotterdam het Watervisie congres. Thema dit jaar is: Waterdragers. Water heeft op zichzelf wellicht een lage waarde, maar als drager van energie en grondstoffen is het onmisbaar voor de industrie. Tijd voor een herwaardering. Want een integrale blik op energie, water en grondstoffen biedt vaak onverwachte kansen en economische en ecologische winst. Of het nu om stoomsystemen, koel-, proces- of afvalwater gaat: de invloed van de keten wordt steeds groter. Zowel aan het begin als aan het einde van de waterketen ontstaan interessante technische innovaties, maar ook innovatieve samenwerkingsverbanden. Tijdens Watervisie 2017 presenteert de waterketen zich als waterdrager: bescheiden als single utility, maar met een grote impact op de utilitiesvoorziening in zijn geheel.

UTILITIES 35 nr. 8 - december 2016


MARKET REVIEW WATER

PRODUCTEN

UVAR Holland B.V. Enviro Chemie b.v. Waarderweg 52 C 2031 BP HAARLEM Tel: +31 (0)23 - 542 69 13 Fax: +31 (0)23 - 542 69 14 sales@enviro-chemie.nl www.enviro-chemie.nl

Waterfiltratie en Bermad afsluiters Griendweg 51 3295 KV ’S-GRAVENDEEL Postbus 5169 3295 ZH ’S-GRAVENDEEL Tel: +31 (0) 78 673 1477 Fax: +31 (0) 78 673 4557 info@uvar.nl www.uvar.nl

GAS

PRODUCTEN

Esders Dr Paul Janssenweg 144 Postbus 10131 5000JC Tilburg Tel: +31 (0)13 468 0856 Fax: +31 (0)13 468 6075 info@esders.nl www.esders.nl

Grünbeck Waterbehandeling B.V. De toekomst in duurzame waterbehandeling Zutphenstraat 65 7575 EJ OLDENZAAL Tel: +31 (0)541 820 903 Fax: +31 (0)541 820 904 info@gruenbeck.nl www.gruenbeck.nl

Esders Dr Paul Janssenweg 144 Postbus 10131 5000 JC Tilburg Tel: +31 (0)13 468 0856 Fax: +31 (0)13 468 6075 info@esders.nl www.esders.nl

INSPECTIE EN KEURINGEN

Kiwa Inspecta B.V. Postbus 70 2280 AB Rijswijk Tel: 088 - 998 4621 Fax: 088 - 998 4420 inspectie@kiwa.nl www.kiwa.nl

OVERIG Jotem Waterbehandeling Parelstraat 24 7554 TM HENGELO Tel: +31 (0)74 242 5255 Fax: +31 (0)74 243 4880 info@jotem.nl www.jotem.nl

Lubron Waterbehandeling Postbus 540 4900 AM OOSTERHOUT NB Tel: +31 (0)162 42 6931 Fax: +31 (0)162 45 9192 info@lubron.eu www.lubron.eu

36 36 UTILITIES nr. 8 - december 2016

DIENSTEN

DDM Demontage Industriële verhuizingen Demontage – Sloopwerken Transport – Asbestsanering Offshore Postbus 253 3454 ZM DE MEERN Tel: +31 (0)30 666 9780 Fax: +31 (0)30 245 9127 info@ddm.eu www.ddm.eu


agenda Energieopslag & -distributie 2017 2 februari Mereveld, Utrecht www.managementproducties.com

Energieopslag is een must voor het opvangen van pieken en dalen van zowel verbruik als energieopwekking. Wanneer is er een gezonde business case voor deze investering? En wanneer is opslag echt nodig? Ook distributie is onderhevig aan veranderingen, hoe kun je meer duurzame energie introduceren en tegelijkertijd het net stabiel houden?

Watervisie 2017: Waterdragers 16 februari Centrum Duurzaam Bouwen, Rotterdam www.watervisie.com

Water heeft op zichzelf wellicht een lage waarde, maar als drager van energie en grondstoffen is het onmisbaar voor de industrie. Tijd voor een herwaardering. Want een integrale blik op energie, water en grondstoffen biedt vaak onverwachte kansen en economische en ecologische winst. Of het nu om stoomsystemen, koel-, procesof afvalwater gaat: de invloed van de keten wordt steeds groter. Zowel aan het begin als aan het einde van de waterketen ontstaan interessante technische innovaties, maar ook innovatieve samenwerkingsverbanden.

Energy Platform 7 - 9 maart Evenementenhal Gorichem www.evenementenhal.nl

De energiemarkt kent grote uitdagingen. Het klimaatakkoord van Parijs dwingt de wereld om anders te gaan kijken naar duurzame oplossingen en technieken, waarin de energiesector een belangrijke rol speelt. Het doel van Energy Platform is het laten kruisbestuiven van diverse kennis, technologie en innovaties om zo de ontwikkeling te stimuleren, het bedrijfsleven te inspireren en de verduurzaming van de industrie te bevorderen. In combinatie met een hoogstaand kennisprogramma, ingaand op de actualiteiten rondom de energietransitie binnen de olie-, gas- en windindustrie, wordt de bezoeker volop geïnformeerd en geprikkeld met nieuwe ideeën en oplossingen.

Aqua Nederland 21 – 23 maart Evenementenhal Gorinchem www.evenementenhal.nl

Aqua Nederland Vakbeurs in combinatie met de RioleringsVakdagen geeft een overzicht van de nieuwste innovaties en producten op het gebied van waterbehandeling, -management en -technologie. Naast een vernieuwde en uitgebreide beursvloer wordt ook een uitgebreid kennisprogramma toegevoegd aan de beurs. Kennis en innovatie staan dus centraal.

Maintenance Next 11 – 13 april Rotterdam Ahoy www.maintenancenext.nl

Maintenance NEXT 2017 bouwt aan de onderhoudsindustrie van vandaag én morgen. Deze editie staat in het teken van Mastering Assets; Partnering for Performance. Dit thema sluit aan op de trend dat samenwerking en het delen van informatie van essentiële waarde is voor Asset Owners, fabrikanten (OEM), toeleverings- en servicebedrijven en vanzelfsprekend de professionals die op dagelijkse basis verantwoordelijk zijn voor optimale prestaties tegen reële kosten.

Pumps & Valves 4-5 oktober Rotterdam Ahoy www.easyfairs.com

Na drie edities wordt de community van Pumps & Valves alsmaar groter en groter. Het event bewijst zich dan ook steeds meer als het ‘must attend’ niche event. Zo is er niet alleen een groei in de bezoekersaantallen, maar naast bezoekers uit de procesindustrie maken ook bezoekers uit het watersegment en de maritiem & offshore een opmars naar de beurs. Deelnemers geven aan met hun deelname klantenrelaties te willen onderhouden en prospects te ontmoeten. Bezoekers bevestigen dit door te zeggen te willen netwerken met de voor hun bekende alsook nieuwe bedrijven. Daarnaast komen ze om trends en ontwikkelingen uit de markt en innovaties te zien.

Utilities ontvangt graag uw bijdrage aan deze pagina. Redactie Utilities, info@industrieperspectief.nl

Kijk voor meer evenementen in de industrie op www.utilities.nl

UTILITIES 37 nr. 8 - december 2016


I N

H E T VOL G E N D E

U T I LI T I E S

1 V ER S C HI JNT

I N

N UM M E R F EB RUA R I

T h e m a : Wa t e r k e t e n s

Valorisatie in de keten

Watervisie 2017

In de eerste editie van Utilities in 2017 ligt de focus op industriële waterketens. De combinatie van water en energie maakt de businesscase voor waterbesparing- of -valorisatieprojecten een stuk interessanter. We laten zien wie al geld verdient met de water-energie-nexus en welke technologie voorhanden is om kosten te besparen of winst te optimaliseren.

Een voorproefje van het Watervisie Congres 2017 kan niet ontbreken in deze editie van Utilities. Met het thema Waterdragers, wordt water vanuit een nieuw perspectief bekeken: die van drager van energie en grondstoffen.

Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater Tijdens de Delta-aanpak conferentie tekende een groot aantal partijen een intentieverklaring voor samenwerking. De Delta-aanpak bestaat uit een groot aantal acties die moeten leiden tot chemisch schoon en ecologisch gezond water. De ondertekenaars gaan daar de komende jaren gezamenlijk aan werken. Centraal staat de aanpak van medicijnresten, gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten. Er zijn daarnaast ook acties die op andere thema’s betrekking hebben zoals bescherming van bronnen voor drinkwater. 38 UTILITIES nr. 8 - december 2016

THEMA'S 2017 2 Energie en asset management - Maintenance Next 3 Gas in de energietransitie - Energie-efficiency, besparing en CO2-arm produceren 4 Watertechnologie en innovatie 5 Stoom en warmte 6 Energie-inkoop en balancering Energietechnologie en innovatie - vakbeurs Energie 7 Energie- en waterscenario’s voor 2020 - Aquatech 2017 8 Offshore gas en wind


The right gas for the right application. Did you know Praxair puts:

the fizz in soda

the ease in breathing

the clean in diesel

the spark in welding

the wonder in sea exploration

the zoom in cars

Onze experts bepalen samen met onze klanten welk leverings-systeem en technologie best aansluiten bij hun activiteiten en verbruiksvolume. Of het nu gaat om gassen in cilinders, bulkleveringen van vloeibare gassen per tankwagen, distributie via pijpleiding of on-site cryogene productie, wij kunnen het leveren.

Praxair – we make the difference. Voor meer informatie over onze gassen: Praxair Schoten (BE) T +32 3 641 84 65 E info_be@praxair.com Praxair Vlaardingen (NL) T +31 10 434 04 55 E info_nl@praxair.com

www.praxair.be www.praxair.nl PX Ad 185x267 mm END.indd 1

22.11.16 10:57


... Industriële Routing Switches De Redfox is een layer 3 industriële Ethernet switch ontwikkeld voor applicaties die veel bandbreedte genereren. Door de robuuste aluminium behuizing toepasbaar in zware omstandigheden, mede door de diverse certificeringen. Meerdere configuraties zijn beschikbaar die naar behoefte kunnen worden aangepast door een reeks van SFP glasvezelmodules. De switch is in staat routingfunctionaliteit te bieden als OSPF, RIP en VRRP. Tevens is voorzien in diverse redundantieprotocollen, RSTP en Westermo’s eigen FRNT ringprotocol met hersteltijden van 20 ms, zelfs bij gebruik van Gigabit Ethernet.

... committed to perfection. Er is zoveel meer over te vertellen ... Meer weten ? Bel 0318-636262 of bezoek www.modelec.nl

www.modelec.nl Tel. 0318-636262 sales@modelec.nl

adv_WmoA4_IndRoutSwitch2.indd 1

24-11-15 15:47


Congres > 7 februari 2017 Amsterdam Arena

IRCULAIRE ECONOMIE www.smart-circle.org/circulareconomy

Working towards the next economy Op het podium

Frénk van der Linden publicist & broadcaster (dagvoorzitter)

Eva Gladek

wethouder Mark Pol

Anne-Marie Rakhorst

Founder & CEO, Metabolic

portefeuille: Financiën, Economische ontwikkeling en Vastgoed, gemeente Almere

Ondernemer/Eigenaar Duurzaamheid.nl; Auteur ‘ De upcycle’

Op het programma • • • • • •

8 co-creatie sessies met cases uit de bouw, recycling, gemeenten, gebouwde omgeving, circulair inkopen en veel meer! Hands-on praktijkvoorbeelden om ketensamenwerking te bevorderen Nieuwe business-en verdienmodellen Wetenschappelijke onderbouwing van het circulaire model Circulair design en management Hoe doe je mee aan deze cultuurverandering?

www.smart-circle.org/circulareconomy NEDERLAND CIRCULAIR!


Het programma

IRCULAIRE ECONOMIE

09.00 Welkom door dagvoorzitter Frénk van der Linden, publicist & broadcaster

10.00 Inspirational keynote Achieving a Circular Economy through Systems Thinking Eva Gladek, Founder & CEO, Metabolic De uit New York afkomstige Gladek startte in Amsterdam in 2012 Metabolic, een advies- en ingenieursbureau voor systeeminnovatie en duurzaamheid. In 2013 stond Gladek in de lijst van 100 meest innovatieve en inspirerende jongeren op het gebied van duurzaamheid. Als industrieel ecoloog wil ze mens, milieu en technologie bij elkaar brengen om steden en industrieënte verduurzamen.

10.30 Pauze 11.00 Co-Creatie > Maak uw keuze uit sessie 1 t/m 4 Samen met een moderator en diverse experts behandelen we een aantal praktische cases. Er is voldoende ruimte voor vragen, discussie en input.

13.00 Lunch en expo Lancering van nieuwe producten en diensten door Startups in korte pitches op de expo

14.00 Afternoon keynote hoe voeg je waarde toe aan een duurzaam ondernemen? Anne-Marie Rakhorst, Ondernemer/Eigenaar Duurzaamheid.nl; Auteur ‘ De upcycle’

14.30 Co-Creatie > Maak uw keuze uit sessie 5 t/m 8 16.30 Panel van wethouders De transitie naar de circulaire economie moet zowel uit de markt als vanuit de overheid en kennisinstellingen worden gedaan. De politieke wil is erg belangrijk. Met de nieuwe Wet Omgevingswet (2018) wordt een aanzet gegeven. Gaat dit echter snel en ver genoeg? Panel met o.a.: wethouder Mark Pol, portefeuille: Financiën, Economische ontwikkeling en Vastgoed, gemeente Almere

17.15

Netwerken en borrel

www.smart-circle.org/circulareconomy


Ronde 2 > 14.30 - 16.15

Co-creatie sessies Ronde 1 > 11.00 - 13.00 1 Basisprincipes van de circulaire economie Wat is de circulaire economie? Hoe kan jouw onderneming of organisatie hiervan profiteren? Moderator: Freek van Eijk, Directeur, Acceleratio Europese ontwikkelingen op het gebied van Circulaire Economie Marjolein Demmers, Directeur, De Groene Zaak De business case van circulaire economie Results from the fair meter pilot Joe Andrews, Senior Product Manager, Landis+Gyr

2 Praktijkcases van circulair ondernemen Samen met Vera kunnen we inspiratie putten uit cases van ondernemers. Wat zijn hun succesverhalen? Moderator: Vera Moll, Head of engagement, Circle Economy Oneindig recyclen van PET plastics Tonnis Hooghoudt, CEO, Ioniqa Modulair product ontwerp Miquel Ballaster, Co-founder, Reblend Over high fashion textile to textile recycling Anita de Wit, Co-founder, Reblend e-verwaarding van restromen Birgitta Kamer, Sustainability Manager, waterbedrijf Vitens

3 Nieuwe business-en verdienmodellen door toepassingen van de circulaire economie Samen met een aantal experts uit de wetenschap, krijgen we inzicht in nieuwe businessmodellen die een transitie naar een circulaire economie met zich mee kan brengen Moderator: Antoine Heideveld, Directeur, het Groene Brein

5 Circulaire Economie in de stad Een aantal steden zijn al smart & circular. Mevrouw Cramer zal middels een aantal ‘ best practice’ voorbeelden de ‘ circulaire stad’ onder de aandacht brengen Moderator: Jacqueline Cramer, Bestuurslid, Amsterdam Economic Board De Olifant dendert door de circulaire stad Remko Zuidema, Initiatiefnemer, Briqs De circulaire stad en beleid Koen de Snoo, loco-Gemeentesecretaris, Den Haag Succesvol renoveren zonder geld: te mooi om waar te zijn? Vincent Gruis, Hoogleraar Housing Management aan de TU Delft Freek Wulink, Consultant, Arcadis Nederland B.V.

6 Gebouwde omgeving op basis van circulaire principes Er worden al terreinen en gebieden gebouwd op basis van de circulaire economie. Beta Valley is zo’n gebied. Hoe ontwikkel je een dergelijk gebied? Hoe gaat de samenwerking met gemeenten, provincies en waterschappen? Moderator: Olaf Blaauw, Consultant, Delta Development Group Meer dan duurzaam bouwen Robert Koolen, Directeur Strategie & Innovatie, Heijmans Cirkelstad en wonen Rutger Buch, lnitiatiefnemer, Cirkelstad Duurzame verbouwing van de Amsterdam Arena Henk van Raan, Director Facility Management, Amsterdam Arena

7 Nieuwe business-en verdienmodellen door toepassingen van de circulaire economie Guido heeft verschillende rollen in het Circulaire Economie ecosysteem in Nederland. Beta Valley, de circular expo en Nederland als Circulaire hotspot zijn een aantal initiatieven. Maar er is meer: aan de hand van een onderzoek opgedragen door VNO NCW zijn een aantal nieuwe verdienmodellen vast gesteld Moderator: Guido Braam, Initiatiefnemer, Circular Expo, Nederland als Circulaire hotspot, Beta Valley

Duurzaam grondstoffenbeheer Jan-Henk Wellink, Voorzitter, Kennisplatform Duurzaam

Transforming your business to a circular business by the right use of data and analysis Jad Oseyran, Circular Economy Lead, IBM Global Business service David Kemps, Sector Banker Industry, ABN Amro

GrondstoffenbeheerOmdenken en omdoen, een nieuwe vorm van industrial design Nancy Bocken, Associate Professor, Industrial Design Engineering,TU Delft

Circulaire economie en werkgeversorganisatie VNO-NCW Dionne Ewen, Consultant, Kirkman Company

Nieuwe verdienmodellen in sustainability Elisa Achterberg, Project Manager and Researcher,Circle Economy & Sustainable Finance Lab

4 Circulair inkopen, aanbesteden en verkopen Het start met een goede inkoop en aanbesteding. Aan de hand van een aantal cases wordt dieper ingegaan op de do’s en don’ts. Wat werkt en wat werkt niet? Hoe staat het met de wet-en regelgeving? Moderator: Michel Schuurman, MVO Nederland Met een aantal ondernemers en experts zal een discussie op gang worden gebracht. David Kemps, Sector Banker Industry, ABN Amro

8 Transitie naar circulair inkopen en aanbesteden Aangezien alles bij inkopen begint, verzorgen we deze co-creatie sessie nog een keer. Met een andere moderator Moderator: Erick Wuestman, Stichting Circulaire Economie Wie neemt het voortouw – overheid of de markt Herinrichting van een Woonwijk Sander Lubberhuizen, Gemeente Apeldoorn De rol van data – fair meter lessen en groene netten Reinout Wissenburg, Sustainability Manager, Stedin


IRCULAIRE ECONOMIE Uw visie en expertise tonen? Word dan Partner van het grootste Circulaire Economie

Working towards the next economy

event van Nederland! Draagt uw organisatie bij aan de circulaire economie in Nederland? Of is uw organisatie zich juist hierop aan het richten? Word dan partner van het Circulaire Economie congres en laat de sector kennismaken met uw visie en expertise en ontmoet uw potentiële klanten. Start ups zijn de toekomst. Hiervoor hebben we speciale pakketten samengesteld. Neem contact op voor meer informatie. Wilt u meer informatie over de mogelijkheden? Adil Marra Partnership Manager 040-2974832 | 06-37115246

Eenvoudig aanmelden via internet: www.smart-circle.org/circulareconomy

Persoonlijk congresadvies Mitch Verkuil m.verkuil@euroforum.nl 040 - 2 972 740

Wie ontmoet u?

U ontvangt meteen uw deelnameticket en uw factuur. Of kies voor direct online betalen via iDeal of credit card. Hulp nodig bij online inschrijven? Bel ons op 040 - 2 972 746 of stuur een email naar: m.verkuil@euroforum.nl. Klantenservice: 040 - 2 974 970

Datum en plaats 7 februari 2017 Amsterdam Arena

Uit het bedrijfsleven, MKB, Gemeenten en Provincies, andere overheidsinstellingen, wetenschap, adviesbureau’s: • • • • • • • • • • • • • •

Ondernemers uit de maakindustrie in Nederland Algemeen Directeur Product-en Marketing Managers Innovatiemanagers Duurzaamheidsmanagers Productiemanagers (New) Business Managers MVO Managers Projectmanagers Programmamanagers Procesmanagers Research & Development Managers Stadsplanners Planners Leefomgeving en Gebouwde Omgeving

Voor routebeschrijving zie: www. smart-circle.org/circulareconomy

Toegang Consultants in IT, Management, Financieel en Duurzaamheid

 599,-

Ondernemers van MKB bedrijven, overheidsinstellingen en universiteiten/ research

 399,-

Studenten, start-up ondernemers (max. 1 jaar oud), NGO’s in duurzaamheid

 199,-

In samenwerking met partners

NEDERLAND CIRCULAIR!

www.smart-circle.org/circulareconomy

AA_fullcolourC.eps ABN AMRO full-colour for coated paper Width shield: 20 mm Overlap: 0,05 mm


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.