www.imaintain.info
05 14 ELFDE JAARGANG – LOSSE VERKOOPPRIJS € 16,50
iMaintain Nr. 05 - 2014
TroTs onderhoud bindT personeel van de ToekoMsT
Achter elk vat Total smeermiddelen schuilt een team van experts!
Met een landelijk opererend en ervaren team van Sales Engineers, een kundige technische dienst en een servicegerichte binnendienst zijn wij snel en gemakkelijk te bereiken. Dit in combinatie met een compleet assortiment smeermiddelen ĂŠn een zeer goede logistieke ondersteuning zorgt er voor dat u altijd op ons kunt rekenen. Voor uitgebreide informatie over onze mogelijkheden kunt u contact opnemen met: Total Nederland N.V. / IndustriĂŤle smeermiddelen Telefoon: 070 - 3 18 0 40 8 E-mail: smeermiddelen.industrie@total.com www.total.nl
The right choice in lubricants
inhoud 3
10 Interview Het SER Energieakkoord levert veel werk op voor de onderhoudsbranche. Maar ook het aandeel on- en offshore wind neemt aanzienlijk toe. Het onderhoud aan de turbines speelt een cruciale rol in het al dan niet rendabel maken van windenergie.
16 Maintenance, opleiding en werk Binnen het thema van deze editie komt een aantal experts aan het woord over het imago van techniek en de invloed daarvan op de instroom. Ook doen we verslag van Girlsday 2014 en nemen we een kijkje in een azijnfabriek waar een opleidingstraject operators en TD nader tot elkaar bracht.
5 COMMENTAAR 7 ACTUEEL 15 PRODUCTEN 16 TECHNICUS MOET OP EEN VOETSTUK 20 COMMUNICATIE IS SLEUTEL IN TERUGDRINGEN STILSTAND 22 TECHNIEK KAN NIET ZONDER MEISJES 25 UNDER CONSTRUCTION 26 WHAT’S NEXT 66 VOLGEND NUMMER
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
31
In deze editie zijn we op bezoek bij NedTrain voor de rubriek ‘De vloer op’. Ook vertelt de Technische Universiteit Eindhoven hoe het hun Helix-gebouw verduurzaamde in een Energie Prestatie Contract met Honeywell en op de Honderd Euro Maintenance Lunch werd nagedacht over de invloed van gedrag op prestaties.
TU/e kiest voor gegarandeerde milieuwinst via Energie Prestatie Contract Denken en gedrag in beheer en onderhoud Reststromennet zoekt investeerders Nadenken voordat je iets gaat doen Treinmonteur doet elke dag iets anders De Stelling Duurzame assets vragen om nieuwe competenties Onderhoud aan voegovergangen in nieuw tijdperk Ziekenhuis maakt nu keuzes voor onderhoud in de toekomst Kijk op prestatiemanagement
34 38 40 43 46 50 52 55 60 63
05
iMaintain 14
003_C_inhoud.indd 3
21-05-14 16:45
Wat vertelt een fabrikant van veiligheidskleding u over stikstof? Helemaal niets. Maar als ontwikkelaar en fabrikant van specialistische bedrijfsveilige kleding weten wij exact waar het in de chemische industrie om draait: Het beschermen van professionals tijdens het uitoefenen van hun taak. Wij weten alles van stikken, stoffen, draagcomfort, gebruiksgemak, normeringen, certificeringen, levertijden, prijsstellingen en service. Wij zijn PWG Bedrijfsveilige Kleding en zijn u graag en professioneel van dienst. Omdat wij zelf ontwikkelen en fabriceren kunnen wij, samen met onze partners prima inspelen op individuele vragen en wensen van onze klanten. Wilt u weten wat PWG Bedrijfsveilige Kleding voor u en uw collega’s kan betekenen? Bel: 0113 213 440
Partners van PWG.
PWG BEDRIJFSVEILIGE KLEDING B.V. POSTBUS 103, 4460 AC GOES TEL: 0113 213440 • FAX: 0113 232675 INFO@PWG.NL • WWW.PWG.NL
[14-005] PWG A4 Chemie stikstof.indd 1 004_PWG.indd 1
07-04-14 09:55 20-05-14 09:07
COMMENTAAR 5
De kracht van de businesscase ‘Dertig jaar terug had een CAD-pakket managementaandacht omdat het een investering van een miljoen was. Daarmee maakte het zichzelf belangrijk. Dat is over de jaren minder geworden, omdat de software een stuk voordeliger werd, een commodity. Inmiddels merken we weer dat er vanuit de board aandacht komt voor CAD- en PLMsoftware. Maar nu is het omdat duidelijk wordt dat de software bijdraagt aan besparing en efficiency.’ Edwin Severijn, managing director van Siemens PLM, vertelde dit pas bij de Europese gebruikersdag in Eindhoven. De markt voor software die de levenscyclus van een ontwerp begeleidt van idee tot ontmanteling, verandert. Producten hebben een kortere levenscyclus en de tijd naar de markt is korter. Veel wordt gemaakt met producten van derden en het is zelfs zo dat de onderdelen waaruit een product wordt samengesteld, zelf slimmer worden. Daar kan je wel wat hulp bij gebruiken, in de vorm van PLM-software. Van welk merk dan ook, trouwens. De relaties tussen de softwarepartij en de klant verschuiven ook terug naar de board. Omdat het omgaan met de veranderde markt een overzicht vereist over alle processen, moet daar ook de keuze worden voorgesorteerd hoe de processen ondersteund moeten worden. En wat dat waard is. De businesscase voor de investering wordt belangrijker. Ik vond het zo’n mooie parallel met investeringen in assetmanagement. ISO55000 wint aan populariteit omdat duidelijk wordt dat je er geld mee kunt verdienen. Het doel is om de levenscyclus zo lang mogelijk te maken, veilig en betrouwbaar, tegen zo laag mogelijke kosten. Maar het gedoe over geld is vergelijkbaar. Misschien is het geen dertig jaar geleden dat er CMMS’en werden aangeschaft voor veel geld, maar het is wel vandaag weer belangrijk om met visie en inzicht geld te investeren in een krachtige onderhoudsorganisatie. Dat verdien je terug, als het goed is. Mark Oosterveer @M_Oosterveer
HOOfDREDACTiE
Mark Oosterveer 020 3122 793 mark.oosterveer@industrielinqs.nl NUMMER 05 - 2014
David van Baarle 020 3122 082 david.vanbaarle@industrielinqs.nl
UiTgAvE vAN
EiNDREDACTiE
Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7 1019 HD Amsterdam Postbus 12936 1100 AX Amsterdam
PARTNER
Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) Postbus 138, 3990 DC Houten
Elise Quaden 020 3122 084 elise.quaden@industrielinqs.nl
MEDEwERkERs
Inge Janse, Liesbeth Schipper, Erik te Roller, Renske van den Berg, Ingrid Rompa, Pieter Pulleman, Teus Molenaar, Francis Voermans
LAy-OUT
Gabriele Köbbemann
COvER
TechniekBeeldbank.nu
ADvERTENTiEvERkOOP Ahoy Rotterdam NV Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Organisator van
UiTgEvER
Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl
Jetvertising BV Arthur Middendorp T: 070 399 00 00 F: 070 390 24 88 arthur@jetvertising.nl
TRAffiC
Breg Schoen 020 3122 088
DRUkkERij
MediaCenter, Rotterdam
AbONNEMENTEN (EXCL. bTw)
Nederland/België € 93,– Introductie NL/B 25% € 69,50 Overig buitenland € 116,50 Losse verkoopprijs € 16,50 Studenten € 38,50 Proefabonnement 3 mnd € 27,00 Digitaal jaarabonnement (tablet) € 55,– Digitaal 1 editie (tablet) € 5,99
OPzEggEN
Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www. aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.
AbONNEMENTENLAND
Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. ISSN: 2211-6826 © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.
05
iMaintain 14
005_commentaar.indd 5
22-05-14 10:22
Hempel Protective Coatings gebruikt voor de grootste havenkranen ter wereld Hempel Protective heeft onlangs 130.000 liter aan coatings geleverd voor de grootste havenkranen ter wereld in de ECT Delta Terminal in de haven van Rotterdam. Er zijn vijf reusachtige kadekranen voor het uitladen van de grootste containerschepen. De nieuwe Ship-to-Shorekranen komen uit Shanghai, zijn 135 meter hoog en hebben een reikwijdte van 24 containers breed, met een hefhoogte van 50 meter.
Hempel heeft voor dit project nauw samengewerkt met Europe Container Terminals (ECT) en ZPMC. ECT is het grootste overslagbedrijf voor containers in Europa. Dit bedrijf verwerkt het overgrote deel van alle containers die de haven van Rotterdam passeren. ZPMC is een van de grootste fabrikanten van technische apparatuur. Het bedrijf produceert met name grote containermachines en machines voor de overslag van stortgoed, offshoreproducten voor zware toepassingen, stalen constructies voor zware toepassingen, energiebesparende en milieuvriendelijke apparatuur en bijbehorende accessoires. Alvin Wang, Coating Engineer – TSD en teamleider bij ZPMC in Changxing: “Hempel bood ons het perfecte coatingsysteem, dat de hoogste corrosiebestendigheid voor de kranen waarborgt. Speciaal voor dit project hebben we een coating engineer ingezet, die betrokken is bij alle coatinginspecties en de wekelijkse vergaderingen.” Arnoud den Braber Group Business Development Manager voor Hempel – Europa voegt daaraan toe: “We vinden het fantastisch om betrokken te zijn bij zo’n grootschalig en boeiend project en om samen te werken met ECT en ZPMC. Dit is een goed voorbeeld van hoe effectief teamwork en een goede samenwerking tot een geweldig partnerschap kunnen leiden.”
www.hi-force.com
006_hempel_Hi-force.indd 1
HEMPEL (The Netherlands) B.V. Karel Doormanweg 7c 3115 JD Schiedam T +31 (0)10 4454000 F +31 (0)10 4600883 E sales-nl@hempel.com I www.hempel.nl
20-05-14 09:45
actueel 7
Onderhoudsbrancheorganisaties: ‘ISO 55000 haalt maximale waarde uit kapitaalgoederen’ Eerder dit jaar werd onder grote en brede belangstelling de nieuwe internationale norm voor het beheer van kapitaalgoederen gelanceerd. De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO), het Dutch Institute World Class Maintenance (DI-WCM) en branchevereniging voor Professioneel Industrieel Onderhoud (Profion) hebben het Nederlandse Normalisatie Instituut (NEN) geholpen bij het opstellen van de Nederlandse bijdrage aan de ISO 55000-norm. Met de norm kunnen betrokken partijen maximale waarde halen uit hun kapitaalgoederen gedurende hun hele levensloop, van ontwerp tot afvoer/sloop en recycling. De gezamenlijke brancheorganisaties menen dat het werken volgens de ISO 55000-normenserie bijdraagt aan het optimaal inzetten van schaarse middelen (materialen, mensen en geld) en het beheersen van bedrijfsrisico’s. Eigenaren van kapitaalgoederen, zowel privaat als publiek, doen er goed aan hun bestaande beheerspraktijk te toetsen aan de norm en zo nodig maatregelen te nemen om tekortkomingen te verhelpen. Het gebruik van een gestandaardiseerde terminologie zal de communicatie tussen partijen in de beheersketen zeker ten goede komen. NVDO, DI-WCM en Profion zijn geen voorstander van verplichte certificering. De verantwoordelijkheid voor veilig en duurzaam beheer van kapitaalgoederen ligt primair bij de eigenaar van het kapitaalgoed. Hoe zij deze eigen verantwoordelijkheid wil waarmaken, hangt af van de risico’s die beheerst moeten worden. Dit neemt niet weg dat voor sommige eigenaren van kapitaalgoederen een certificering volgens ISO 55000 toegevoegde waarde kan hebben.
Concept-beheerconcessie spoor bekendgemaakt De concept-beheerconcessie 20152025 voor het spoor is door staatssecretaris Mansveld naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin staan afspraken tussen het ministerie van Infrastructuur en Milieu en ProRail over beheer en onderhoud van het spoor. De concept-beheerconcessie vloeit voort uit de Lange Termijn Spoor Agenda van staatssecretaris Mansveld. In deze agenda staan de visie, ambities en doelen voor het spoor beschreven. Zoals een verdere verbetering van de samenwerking met NS, regionale vervoerders, de goederensector en decentrale overheden. Alles voor een beter product voor reizigers en verladers. De belangrijkste verschillen ten opzichte van de huidige concessie zijn de aangescherpte en vernieuwde aansturing, de rol van de reiziger, de verbetering van de reis van deur-totdeur en de intensievere samenwerking met vervoerders. Dit betekent onder meer extra focus op het sneller oplossen van storingen, het nog beter inplannen van werk aan het spoor, ook met oog voor omgeving en het realiseren van één loket voor goederenvervoerders. Daarbij zal het kabinet NS en ProRail nog meer aansturen op de prestaties die de reizigers elke dag op hun traject ervaren en minder op gemiddelde prestaties over het hele jaar. ProRail is sinds 1 januari 2005 houder van de beheerconcessie van de Nederlandse hoofdspoorwegen. Deze concessie loopt tot 1 januari 2015. Dan wordt de nieuwe beheerconcessie voor de komende tien jaar van kracht. Maar nu volgt eerst een consultatieronde met consumentenorganisaties, vervoerders en andere stakeholders. Daarna gaat een eventueel aangepaste concessie voor behandeling naar de Tweede en Eerste Kamer.
Kijk voor meer nieuwsberichten op www.imaintain.info
007_8_9_D_actueel.indd 7
MeeSt GeleZeN ONlINe 1. Nederlandse chemie en raffinage schroeven investeringen op De chemische industrie en raffinagesector in Nederland verwachten dit jaar meer te gaan investeren dan in 2013. Dat maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onlangs bekend. De stijging zou volgens de laatste cijfers 12 procent zijn, goed voor zo’n 2,5 miljard euro. Lees verder op iMaintain.info
2. NaM vernieuwt HSe-contract met Royal HaskoningDHV Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) heeft haar Health, Safety en Environmental (HSE)-contract met Royal HaskoningDHV vernieuwd en uitgebreid. Het driejarig contract betreft de bovengrondse veiligheid op en om alle 175 onshore en offshore exploratie- en productiefaciliteiten. Lees verder op pagina 8
3. Groot onderhoud bij Zeeland Refinery De installaties van Zeeland Refinery liggen sinds 5 mei stil voor groot onderhoud. Het is voor de raffinaderij de grootste onderhoudsstop ooit. De laatste stop was vijf jaar geleden en de volgende zal over zes jaar zijn. Lees verder op pagina 8
4. Hoe cynisch is uw organisatie? Doe de test! In samenwerking met adviesbureau Alfabeeld biedt PT Manufacts iedereen de mogelijkheid om online te meten hoe cynisch de eigen organisatie tegenover veiligheid staat. Hoe vaak hoort u uzelf of uw collega’s bijvoorbeeld klagen dat nieuwe initiatieven toch geen succes zullen worden? Lees verder op iMaintain.info
5. NaM pleegt onderhoud aan gaszuiveringsinstallatie De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) neemt de gaszuiveringsinstallatie in Emmen onder handen. Er wordt twee weken lang extra gefakkeld om de installatie drukvrij te maken. Lees verder op pagina 8
05
iMaintain 14
20-05-14 14:56
8 actueel
BeDRIJVeNNIeuWS
Groot onderhoud bij Zeeland Refinery
De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) neemt de gaszuiveringsinstallatie in Emmen onder handen. Er wordt twee weken lang extra gefakkeld om de installatie drukvrij te maken. Daarna volgen onderhoudswerkzaamheden en aanpassingen op het terrein die tot halverwege juli zullen gaan duren. De gaszuiveringsinstallatie bestaat op dit moment uit twee treinen. Een van deze treinen wordt definitief buiten werking gesteld. De andere trein wordt schoongemaakt en zal na de werkzaamheden worden gebruikt. De installatie verwerkt daarna in afgeslankte vorm op dezelfde manier als voorheen het zure gas uit de omgeving.
De installaties van Zeeland Refinery liggen sinds 5 mei stil voor groot onderhoud. Het is voor de raffinaderij naar eigen zeggen de grootste onderhoudsstop ooit. De laatste stop was vijf jaar geleden en de volgende zal pas weer over zes jaar zijn. De werkzaamheden vergen in totaal ruim achthonderdduizend manuren. Op de drukste momenten zullen tot wel drieduizend mensen op de site aan het werk zijn. Als de stop volgens plan verloopt, kunnen vanaf 9 juni de eerste fabrieken weer in bedrijf worden genomen. Naast het onderhoud van de fabrieken worden tijdens de stop ook projecten uitgevoerd en afgerond. Zo heeft Mourik een nieuw stuk voor de fakkel gebouwd. Het nieuwe stuk zal in de tweede helft van mei direct onder de top van de fakkel worden geplaatst. Dit wordt spectaculair omdat de top van de fakkel daarvoor ongeveer 115 meter omhoog moet worden gehesen. Ook zorgt een aantal projecten ervoor dat de capaciteit van de hydrocracker hoger wordt en de flexibiliteit van de raffinaderij toeneemt. Verder is een aantal projecten gericht op het verlagen van het energiegebruik. Zeeland Refinery investeert 64 miljoen euro in de projecten om de raffinaderij te moderniseren en flexibeler te maken, de veiligheid te verbeteren en het milieu minder te belasten. De kosten voor het onderhoud zijn tachtig miljoen euro.
Nedtrain krijgt ultramoderne werkplaats
DLP-techniek voor 3D-printen ook met metalen
NaM pleegt onderhoud aan gaszuiveringsinstallatie
In Utrecht staat er al één en binnenkort komt er ook een nieuw technisch centrum van NedTrain in Nijmegen. Defecte treinen moeten nu vaak het halve land door om bij een Servicebedrijf gerepareerd te worden. Maar binnenkort hoeft dat niet meer, omdat er op vier strategische plekken in het land nieuwe technische centra worden gebouwd. De nieuwe loods in Nijmegen wordt tweehonderd meter lang en twaalf meter breed. In totaal komt er 180 meter spoor te liggen waar aan de treinen gewerkt kan worden.
Uit testen is gebleken dat de Digital Light Processing (DLP) gebaseerde technologie die Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) met zijn partners heeft ontwikkeld voor het 3D-printen van keramische materialen ook geschikt gemaakt kan worden voor metalen. Dit vormt een kwalitatief hoogwaardiger optie voor de reeds bestaande 3D-vormgeeftechnieken voor metalen. Het voordeel van deze technologie is een betere opbouw van het materiaal, dat in tegenstelling tot de reeds bestaande en alom gebruikte 3D-technologieën geen gebruik maakt van het smelten van de metalen. Dit zal resulteren in goed verdichte, homogene en dus kwalitatief hoogwaardige materialen. Vanuit de markt is er al veel belangstelling voor diverse metalen en metaallegeringen die toepasbaar zijn onder extreme omstandigheden en in hoog vacuüm. Voor met name hightech sectoren biedt de DLP-techniek nieuwe mogelijkheden, omdat nu machineonderdelen gerealiseerd kunnen worden die voorheen niet mogelijk waren. Hierbij is een veelheid van metalen en metaallegeringen mogelijk.
Productie industrie hoger NaM vernieuwt HSe-contract met Royal HaskoningDHV Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) heeft haar Health, Safety en Environmental (HSE)-contract met Royal HaskoningDHV vernieuwd en uitgebreid. Het driejarig contract betreft de bovengrondse veiligheid op en om alle 175 onshore en offshore exploratie- en productiefaciliteiten van NAM voor olie en gas. Het contract omvat alle offshore en onshore assets van NAM in Nederland en het Noordzeegebied. Hier ondersteunt Royal HaskoningDHV NAM in haar streven naar de meest veilige, duurzame en efficiënte exploratie en productie van gas.
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in maart 1,4 procent hoger dan in maart 2013. De groei is kleiner dan in februari (5,1 procent) en januari (3,3 procent). De productiestijging was bij de basismetaal- en metaalproductenindustrie met 5,4 procent het grootst. Ook de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofverwerkende industrie (4,6 procent), de elektrotechnische en machine-industrie (3,4 procent), en de transportmiddelenindustrie (1,8 procent) produceerden meer dan een jaar eerder. De voedings- en genotmiddelenindustrie daarentegen kampte met een productieverlies van 1,6 procent. Het is voor het eerst na november 2012 dat deze branche minder produceerde ten opzichte van een jaar eerder. Voor het bepalen van de kortetermijnontwikkeling van de productie kan het beste gekeken worden naar voor seizoen- en werkdageffecten gecorrigeerde cijfers. De industriële productie bereikte in december 2013 het hoogste niveau in zes jaar. Daarna wisselen productiedalingen en -stijgingen elkaar af. In januari kromp de productie ten opzichte van december, in februari was er groei, maar in maart weer krimp.
05 14 iMaintain
007_8_9_D_actueel.indd 8
20-05-14 14:56
actueel 9
Studenten kiezen vaker voor techniek Studenten kiezen steeds vaker voor een studie met goede arbeidsmarktperspectieven. Techniek, gezondheidszorg en landbouw winnen aan populariteit. Dat blijkt uit een analyse van de instroomcijfers van universiteiten en hogescholen van de afgelopen jaren. Baanzekerheid speelt de laatste jaren een opvallend grotere rol als het gaat om de studiekeuze. Dat blijkt uit de aanmeldcijfers die de Vereniging Hogescholen en de Vereniging van Nederlandse Universiteiten bekendmaakten. Ook onderzoekers, studieadviseurs en decanen constateren eenzelfde trend. De toegenomen werkloosheid heft de studenten flink wakker geschud. Opvallend is de stijging in groene opleidingen, zoals agrarisch onderwijs en natuur. In vijf jaar tijd nam het aantal landbouwstudenten aan de universiteit met bijna veertig procent toe. ‘Zachte’ studies met een krappe arbeidsmarkt als kunst, taal en cultuur en gedrag- en maatschappijstudies trekken juist minder studenten. In totaal hebben ongeveer 66.000 studenten zich aangemeld voor een universitaire studie. Dat is ongeveer vijf procent meer dan vorig jaar. Voor het hoger onderwijs meldden zich 105.095 studenten aan. Een vergelijkbaar cijfer als vorig jaar.
Staatssecretaris kijkt mee bij spooronderhoud Staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) heeft onlangs ‘s nacht een bezoek gebracht aan verschillende werkzaamheden op en rond het spoor bij Amersfoort. Tijdens het bezoek, dat plaatsvond tussen 23:00 en 02:00, heeft zij zich laten informeren over de manier waarop ProRail ‘s nachts onderhoud pleegt aan het spoor, de bovenleidingen en wissels. Bijzondere aandacht was er voor de veiligheid van de mensen die het werk doen. ‘Je staat er niet vaak bij stil, maar ‘s nachts wordt er hard gewerkt op en rond het spoor. De omstandigheden waaronder dat gebeurt zijn niet eenvoudig: het is donker en je moet bij de planning goed rekening houden met het spoorboekje. Bij spooronderhoud denk je al snel aan technische ingrepen aan wissels en bovenleidingen. Maar ook zaken als groenonderhoud vinden ‘s nachts plaats. Op die manier ondervindt de reiziger er zo min mogelijk hinder van. Het is bijzonder om te zien hoe er op deze manier wordt gewerkt aan de veiligheid en begaanbaarheid van het spoor’, aldus Mansveld. Staatssecretaris Mansveld heeft tijdens het bezoek uitgebreid gesproken met de mensen die aan het spoor werken. Zij liep onder meer mee met een inspectie van de bovenleidingen en was aanwezig bij werkzaamheden om relais langs de baan te vervangen.
BeDRIJVeNNIeuWS Nieuwe fase bodemsanering chemie-Pack van start De provincie Noord-Brabant heeft na een aanbestedingsprocedure Strukton Milieutechniek uit Breda de opdracht gegund voor de saneringswerkzaamheden van de bovengrond op het terrein van Chemie-Pack. De bodemsanering van het terrein Chemie-Pack verloopt volgens plan. De afgelopen twee jaar is bij bedrijven in de omgeving een aantal kleine bodemsaneringen uitgevoerd. De sanering van de bovengrond op het terrein van Chemie-Pack is de volgende stap. Op 6 mei begonnen de saneringswerkzaamheden van de bovengrond, de grond boven de grondwaterstand. De vloeren, funderingen en rioleringen op het terrein worden gesloopt, waarna selectief alleen de verontreinigde delen van de bovengrond worden afgegraven. Deze werkzaamheden zullen zo’n zes maanden in beslag nemen.
Siemens bouwt en onderhoudt stationssystemen amsterdamse metro De Amsterdamse Dienst Metro en Siemens Nederland hebben een contract getekend voor het realiseren van de nieuwe stationssystemen van de Amsterdamse metrostations, inclusief de nieuwe Noord/Zuidlijn. Na de realisatie wordt Siemens gedurende tien jaar verantwoordelijk voor het onderhoud en de beschikbaarheid. Het contract omvat het cameratoezicht, de dynamische reizigersinformatie-voorziening (DRIS), (lift)intercommen, de intercominformatie-zuilen en de omroepinstallatie. Siemens won de aanbesteding op de beste combinatie van kwaliteit en prijs voor de gehele levensduur (Design, Construct & Maintain).
Twaalf miljard euro voor duurzaam transport Het Europarlement wil duurzaam transport stimuleren en heeft daar maar liefst twaalf miljard euro voor over. Op 1 september 2014 gaat de Europese subsidie Trans-European Network Transport (TEN-T) van start Met de TEN-T-subsidies verbetert Europa het vervoersnetwerk op duurzame wijze. ‘De EU verstaat onder duurzame technologieën onder andere schonere brandstof voor de scheepvaart (LNG), de aanleg van een infrastructuur van oplaadpunten voor elektrisch vervoer of verbetering van verkeersgeleidingssystemen’, zegt Lambert Smeets, adviseur bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Het bedrag van twaalf miljard euro is beschikbaar in de periode van 2014 tot 2020. Willen bedrijven meer kans maken op een TEN-T-subsidie, dan moeten zij nu al aan de slag, benadrukt Smeets.
uw mailbox? Al het nineuvoworsoninze nieuwsbrief op
iMaintain.info!
Meld u aa
05
iMaintain 14
007_8_9_D_actueel.indd 9
20-05-14 14:56
10 interview
Ser energieakkoord levert gouden tijden op voor onderhoudsbranche
05 14 iMaintain
010-11_13_H_interview.indd 10
FOTO’S: PURELECTRIC
ed nijpels: ‘Het is nu zaak om onze kennis en kunde in te zetten om het gat te dichten tussen de traditionele energieopwekking en grootschalige opwekking via offshore windparken. technische innovatie, maar ook schaalvergroting en voortschrijdend inzicht in beheer en onderhoud moeten daar aan bijdragen.’
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-05-14 10:19
interview 11
Het SER Energieakkoord levert veel werk op voor de onderhoudsbranche. Volgens voorzitter van de borgingscommissie Ed Nijpels is alleen al in de bouwsector meer dan zevenhonderd miljoen euro te verdienen om woningen te vergroenen en isoleren. Maar ook het aandeel on- en offshore wind neemt aanzienlijk toe. Het onderhoud aan de turbines speelt een cruciale rol in het al dan niet rendabel maken van windenergie.
In de zomer van 2013 zetten 47 vertegenwoordigers van publieke en private partijen, onderzoeksinstituten, milieuorganisaties, werkgeversorganisaties en vertegenwoordigers van de vakbeweging hun handtekening onder het SER Energieakkoord. Daarmee was een begin gezet voor een enorme omwenteling in het Nederlandse energielandschap. Het einddoel is duidelijk: veertien procent duurzame energie in 2020 oplopend tot zestien procent in 2023 en een jaarlijkse besparing van het energieverbruik met gemiddeld 1,5 procent per jaar tot 2020.
Vorderingen Omdat een handtekening onder een akkoord zetten eenvoudiger is dan de afspraken ook daadwerkelijk implementeren, werd een borgingscommissie in het leven geroepen onder leiding van Ed Nijpels, die voor die taak voor vier jaar wordt benoemd als SER Kroonlid. De oud-milieuminister is inmiddels met veel partijen in gesprek en heeft een goed overzicht van de vorderingen die de verschillende implementatieteams maken. ‘Hoewel bij veel pijlers nog wel wat hobbels zijn te nemen, zit de vaart er wel in’, zegt Nijpels. ‘Naast de doelstellingen voor wind op land en op zee ligt er een belangrijke taak voor de gemeenten. Die zullen samen met bouwbedrijven en installateurs de eigen woningbezitters moeten uitdagen en begeleiden bij het verduurzamen van hun woningen. De consument moet worden ontzorgd.’ Nijpels was minister van VROM toen de eerste wetenschappers voorzichtige meldingen maakten van het broeikaseffect. ‘Toen al werd duidelijk dat we naar een andere manier van energieproductie en -consumptie moesten overgaan om de effecten van kooldioxide op het klimaat zoveel mogelijk te beperken’, zegt hij. ‘Inmiddels zijn er ook andere argumenten bijgekomen om te kiezen voor hernieuw-
David van Baarle
bare energie. Leverings- en voorzieningszekerheid bijvoorbeeld. Niet alleen omdat de fossiele voorraden uiteindelijk opraken, maar ook bijvoorbeeld omdat de toegang tot fossiele brandstoffen als politiek pressiemiddel wordt ingezet. De roep om zelfvoorzienend te zijn, helpt uiteindelijk ook bij het halen van de klimaatdoelstellingen.’
Knopen doorhakken Nadat de handtekeningen onder het SER Energieakkoord waren gezet, liep men al direct tegen het eerste obstakel aan. De Autoriteit Consument en Markt riep snel na bekendmaking van het akkoord dat het voorstel om vijf kolencentrales te sluiten in strijd was met het kartelverbod uit de mededingingswet. Dit kon men dus beter uit het akkoord halen, zo was de boodschap. ‘Maar de sluiting van de centrales uit de tachtiger jaren gaat gewoon door’, zegt Nijpels. ‘Inmiddels is naar een twaalftal mogelijkheden gekeken om de centrales op een niet marktverstorende wijze uit te faseren en ik verwacht dat de komende weken knopen zullen worden doorgehakt.’ Het voorbeeld vat de opdracht van Nijpels goed samen: ‘Er is met veel moeite en na lang onderhandelen een akkoord bereikt waar zowat iedereen die maar iets te maken heeft met onze energievoorziening zijn handtekening onder heeft gezet. Dat akkoord staat, er wordt niet meer opnieuw onderhandeld. Dit is niet de enige hobbel die we moeten gladstrijken. Maar dat we weerstand ondervinden, wil niet zeggen dat onderdelen van het akkoord zomaar opzij kunnen worden geschoven. Mijn opdracht is om de belemmeringen weg te
“
nemen om de afspraken te verankeren in de Nederlandse samenleving.’
Wind op land De grootste hobbel is uiteraard de forse toename van wind op land tot een capaciteit van zesduizend megawatt in 2020. Momenteel staat er zo’n 2.500 megawatt aan opgesteld vermogen, dus in zes jaar tijd zullen er anderhalf keer zoveel windturbines moeten komen als er nu staan. ‘Het is nu aan de provincies en gemeentes om de ruimte te vinden voor die windturbines’, zegt Nijpels. En die lopen ook vaak tegen het nimby-effect aan. Veel burgers willen om esthetische redenen geen windmolens in hun ‘achtertuin’ en gebruiken de bezwaarprocedures om de bouw ervan te voorkomen. Sommige provinciebesturen vragen dan ook om uitstel omdat ze de planning niet op tijd rond krijgen of naar alternatieven willen kijken. De komende zes maanden zijn cruciaal om dat deel van het akkoord rond te krijgen. De tijd dringt om het overeengekomen vermogen te bouwen. Als we nu niet beginnen, halen we de deadline nooit.’
Wind op zee Wat betreft wind op zee is de ambitie niet veel lager. Daar is de doelstelling zo’n 4.500 megawatt aan opgesteld windvermogen, wat betekent dat er nog zo’n 3.450 megawatt moet worden bijgebouwd. ‘De grootste obstakels zijn daar inmiddels weggenomen. De herstructurering van het bestemmingsplan van de Noordzee en het kavelbesluit voor bestaande vergunningen hebben ervoor gezorgd dat er in ieder geval voldoende
Er is zelfs op de wereld maar één windpark te vinden waar geen Nederlands bedrijf aan heeft gewerkt. 05
iMaintain 14
010-11_13_H_interview.indd 11
22-05-14 10:19
Mensen als bron van verbetering Sitech verzorgt het complete onderhoud van fabrieksinstallaties, van projectmanagement tot uitvoering. Onze focus op verbeteren, begint bij de prestaties van onze mensen. Onze expertise in huis waarborgen, dat doen we door de juiste mensen aan te nemen en op te leiden. Zodat we onze klanten, iedere dag weer, helpen de maximale opbrengst uit de installaties te halen.
www.sitech.nl
VAKBEURS VOOR PROCESAPPARATUUR, -ENGINEERING EN -AUTOMATISERING
BESTEL NU UW GRATIS TOEGANGSKAART VIA www.industrialprocessing.nl/toegang • De grootste vakbeurs voor de totale natte en droge proces-
30 SEPTEMBER - 3 OKTOBER 2014 JAARBEURS UTRECHT WWW.INDUSTRIALPROCES SING.NL
industrie in de Benelux • Ruim 200 exposanten presenteren hun nieuwste producten en diensten • Gelijktijdig met Macropak, Industrial European Dairy Show en de vier werelden van World of Technology & Science • 4 dagen lang alle industriële trends en ontwikkelingen voor u samengebracht
IP2014_adv_185x132_registratie.indd 1
012_sitech_VNU.indd 1
16-05-14 14:34
20-05-14 09:06
interview 13
ruimte is om bestaande parken te clusteren en nieuwe grootschalige parken te bouwen. Ook de aanlanding van de windenergie is in het akkoord vastgelegd. Dat was een belangrijk punt. Een stopcontact op zee verbetert de efficiency van het energietransport enorm. De vergunningsverlening voor offshore windparken wordt gestroomlijnd, investeerders kunnen bij één instantie terecht voor hun aanvraag. Een van de belangrijke punten is het vergroten van de investeringsbereidheid. Er zijn genoeg pensioenfondsen en grote institutionele beleggers die in windparken zouden willen investeren, maar die willen er wel zeker van zijn dat ze hun investeringen terugverdienen. En dus moeten we een stabiel investeringsklimaat voor minstens vijftien jaar bieden door een consequent subsidiebeleid te voeren, via de oprichting van een nationale investeringsinstelling. De investeringsbereidheid is er alleen als de risico’s en rendementen duidelijk zijn.’ Het commentaar op de ‘subsidieverslindende windparken op zee’ wuift Nijpels direct weg. ‘Een veel gehoord geluid is dat je de markt zijn werk moet laten doen. Maar dan moet er wel eerst een markt zijn. Subsidies kunnen in ieder geval voor een goede basis zorgen voor een branche die uiteindelijk op eigen kracht verder kan. Bovendien investeert de overheid niets in de ontwikkeling en totstandkoming van de windparken. Pas als ze energie gaan leveren, kunnen ze aanspraak maken op de SDE-vergoedingen. Het is nu zaak om onze kennis en kunde in te zetten om het gat te dichten tussen de traditionele energieopwekking en grootschalige opwekking via offshore windparken. De opdracht staat ook duidelijk in het Energieakkoord beschreven: de markt moet de komende zes jaar een kostenreductie van veertig procent voor elkaar krijgen. De onderzoeksbureaus denken dat zo’n sprong mogelijk is. Technische innovatie, maar ook schaalvergroting en voortschrijdend inzicht in beheer en onderhoud moeten daar aan bijdragen. Vergeet ook niet dat het Nederlandse bedrijfsleven al een behoorlijke staat van dienst heeft in de offshore markt. We hebben onlangs laten uitrekenen dat we al meer dan een miljard euro hebben verdiend aan de fundering van offshore windparken. Er is zelfs op de wereld maar één park te vinden waar geen Nederlands bedrijf
aan heeft gewerkt. Het mag dan ook duidelijk zijn dat de uitvoering van het Energieakkoord de Nederlandse economie een grote boost zal geven.’
Gebouwde omgeving Diezelfde boost zullen de plannen voor energiebesparing in de gebouwde omgeving geven. ‘Er is een energiebesparingsfonds van driehonderd miljoen euro in het leven geroepen voor de energiemaatregelen aan de eigen woning. Iedere burger kan een lening krijgen om veertien maatregelen te nemen om de energieprestatie van de woning omhoog te krijgen. Daarvoor krijgt de burger een lening die pas over tien jaar moet worden terugbetaald. Voor woningbouwverenigingen is zelfs vierhonderd miljoen euro beschikbaar om de sociale woningbouw te vergroenen. En dan kunnen verenigingen van huiseigenaren ook nog eens aanspraak maken op een potje van 35 miljoen euro. Het is nu aan de gemeentes om de burgers te activeren en te ontzorgen. Ze zullen samen met installateurs en bouwbedrijven een aanvalsplan moeten maken om zoveel mogelijk van het geld dat beschikbaar is gesteld te profiteren. Ik hoop dan ook van harte dat de potjes aan het einde van het jaar leeg zijn.’ De opdracht aan de industrie is om zoveel mogelijk energie te besparen. Hoewel een groot aantal stakeholders teleurgesteld was dat het onderwerp warmtekrachtkoppeling nauwelijks wordt genoemd in het akkoord, denkt men vooral dat de nuttige toepassing van hoogwaardige restwarmte nog veel energiewinst kan opleveren. Toch vindt Nijpels dat de industrie vooral geholpen zou zijn met een uniform Europees energiebeleid. ‘Het feit dat de Claus C-centrale nog zou kunnen doorgaan
met zijn activiteiten als er een verbinding wordt gelegd met België, of dat Aldel nog zou kunnen produceren als men wordt aangesloten op een stroomkabel uit Duitsland, geeft wel aan hoe verziekt de Europese energiemarkt is. Ik vind het persoonlijk dan ook onbegrijpelijk dat de Europese partijen de energiemarkt niet als speerpunt in hun programma’s voor de Europese verkiezingen hebben meegenomen. De gebrekkige interconnectiviteit is een drama en de fiscale stimulansen van de individuele lidstaten werken tegen elkaar in. Bovendien zullen we een van de grootste bottlenecks van duurzame energie, de onbalans tussen energieopwekking en -consumptie, gezamenlijk moeten oplossen. Door opslag van duurzame energie of slimmer gebruik te maken van het netwerk. Daar komt nog bij dat emissiehandel tot nog toe mislukt is met marktprijzen voor CO2 die geen enkel bedrijf zullen stimuleren ook maar iets aan zijn CO2-uitstoot te doen. Het bedrijfsleven vraagt zelf om forse stappen op dat gebied, maar lijkt tegen dovemansoren te spreken.’
Energielasten Terug naar eigen land, waar in ieder geval tot 2023 de nodige stappen worden gezet om de achterstand in te halen. ‘Europees gezien loopt Nederland behoorlijk achter als het gaat om duurzame energieopwekking. We hebben jarenlang vastgehouden aan het mantra dat duurzame energie duur is en dus niet interessant. Er is berekend dat de totale energielasten van het Energieakkoord voor zowel huishoudens als het bedrijfsleven vergeleken met het regeerakkoord lager worden. Het Energieakkoord levert bovendien de komende jaren zo’n vijftienduizend banen op.’ n
05
iMaintain 14
010-11_13_H_interview.indd 13
22-05-14 10:19
safesite.nl
iMaintain.info
safesitebv
geeft nog meer waarde voor uw geld
UW SPECIALIST IN VEILIG WERKEN OP HOOGTE
Meer nieuws dan ooit • Actuele berichtgeving over de gehele onderhoudssector • Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar • Volledig evenementenoverzicht • Online catalogi met producten en diensten • Multimediale bedrijfspresentaties • Tweewekelijkse Nieuwsbrief • Live twitter updates • LinkedIn interacted
OP MAAT GEMAAKTE MODULE- EN BRANCHETRAININGEN BIJ U OP LOCATIE.
iMaintain-abonnees krijgen meer • De nieuwste iMaintain staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase • Ga naar www.imaintain.nl en kies abonneren Advies
Training
Verkoop
Rope Access
Installatie
Inspectie
Safe Site B.V., Staalindustrieweg 19, 2952 AT Alblasserdam
Onderhoud Valbeveiliging
SafeSite0019_Advertentie_Training_90x267.indd 1
_adv_www_iMaintain-staand-A5.indd 43 014_abo_safe.indd 1
V GM C HECKLIST A ANNEMERS
Ga direct naar imaintain.info en blijf iedereen voor
16-5-2014 22:35:29
19-05-14 13:46 20-05-14 09:06
PRODUCTEN 15
Producttrends op www.imaintain.info
1
Koelingsvest
Het koelingsvest van Wijngaarden VeiligGoed is een comfortabel, nauwsluitende, lichtgewicht en gemakkelijk te (her)vullen vest dat het lichaam koelt, wanneer koeling noodzakelijk is. Er zijn geen extra gels of chemicaliën nodig. Het vest zal de prestaties verbeteren en zorgt voor een lagere hittestress en vermoeidheid. Door het gepatenteerde systeem, zal het vest niet nat of vochtig worden en is daarom ook geschikt voor het dragen onder andere kleding. Het koelingsvest kan worden (her) gevuld met (normaal drink)water. www.veiliggoed.nl
2
Drukmeter
Voor de BLAUWE LIJN S4602 ST drukverschilmeter is vanaf heden optionele functionaliteit beschikbaar, waarmee het instrument geschikt is voor luchtsnelheidsen luchthoeveelheidsmetingen met een pitotbuis. Deze meetmethode is bijzonder nauwkeurig en betrouwbaar, onder andere doordat de meetsonde nauwelijks invloed uitoefent op de luchtstroom. Door het geringe formaat van de meetsonde hoeft er slechts een kleine opening te worden gemaakt in het ventilatiekanaal. www.euro-index.nl
5
Symmetrische veiligheidssensor
Alle elektronica is geïntegreerd binnen de behuizing van deze CES-C04 veiligheidssensor. Een seriële koppeling is mogelijk tot twintig sensoren. Beschikbare aansluitingen zijn: connector aan de behuizing, zwevende connector aan een stukje kabel en een vaste kabel in diverse lengtes. Via 2x2 LED’s is de toestand van de sensor van alle richtingen zichtbaar. www.euchner.nl
6
Duurzame ventielen
SMC heeft een mechanisch bediend 2/3-ventiel gelanceerd met een lange levensduur. Het ventiel heeft een fris wit uiterlijk en blijft in veel verschillende extreme omstandigheden gewoon functioneren. Bovendien levert het ventiel kostenbesparing op dankzij de lichte constructie. De serie biedt flexibiliteit dankzij de vier montagemogelijkheden (onderkant, zijkant, beugel en paneel), twee opties voor poort aansluitingen (zijkant en onderkant) en verschillende bedieningsmogelijkheden. www.smcpneumatics.nl
7
Voorkom ongevallen met spill control
Vortex schakelkastkoelers
3
Insteekmeters
Emerson Process Management brengt een nieuwe generatie insteekmeters op de markt, de gaffelvormige dichtheids- en viscositeitsmeters van Micro Motion. De vorkvormige dichtheidsmeter (FDM) beschikt over hetzelfde robuuste en betrouwbare stemvork-ontwerp als zijn voorgangers en is ontworpen voor de meest veeleisende procesapplicaties, zoals de detectie van pijpleiding-interfaces en de bewaking van vaste minerale slurrie. www.emersonprocess.nl
Brady lanceert nieuwe, sterk absorberende producten voor spill control. Wanneer koelvloeistoffen, olie of chemicaliën lekken op de werkvloer, vormen ze een verhoogd risico op uitglijden en vallen. Brady lanceert nieuwe producten voor spill control die eenvoudig integreerbaar zijn in de werkomgeving om uitglijden en vallen op de werkvloer te beperken. High Visibility Safety Mat Brady’s nieuwe absorptiemat met hoge zichtbaarheid combineert een veiligheidspictogram en een absorptiemiddel in één. Door de gele achtergrondkleur met veiligheidstekens is de High Visibility Safety Mat enorm zichtbaar. Daarnaast heeft ze een extreem absorberend vermogen voor diverse vloeistoffen. www.bradyeurope.com/safetyexpert
4
Temperatuurkalibrators
8
Fluke introduceert twee enkelfunctionele kalibrators voor het simuleren van procestemperatuursensoren. Speciaal voor technici die geen behoefte hebben aan de complexiteit van multifunctionele test- en meetinstrumenten maar die wel een nauwkeurige temperatuurkalibratie moeten uitvoeren. Instrumentatietechnici, procestechnici en installatie-onderhoudsmonteurs kunnen met de Fluke 712B RTD en 714B thermokoppel-temperatuurkalibrators snel en eenvoudig procestemperatuurinstrumenten testen. www.have-digitap.nl
De Slimline-serie van Fiktech is voorzien van een gepatenteerd flexibel afdichtingssysteem, dat betrouwbaarder en eenvoudiger is dan de gangbare oplossingen. Op twee plaatsen in het huis van de Vortex schakelkastkoeler wordt de flexibele afdichting toegepast. De afdichting opent zich, om de warme lucht door te laten, en sluit zich vanwege zijn elastische eigenschappen, wanneer vloeistof of stofdeeltjes in de Vortexbuis proberen binnen te dringen. Deze zelfde bijzondere afdichting wordt toegepast aan de koudeluchtzijde van de Vortexkoeler. www.fiktech.nl
Kijk voor meer productinnovaties op www.imaintain.info
015_G_producten.indd 15
05
iMaintain 14
20-05-14 15:07
16 Maintenance, opleiding en werk
technicus moet op een voetstuk Het is een terugkerend thema dat er op de arbeidsmarkt te weinig instroom is van voldoende gekwalificeerd technisch personeel. gelukkig lijken er op hbo’s meer studenten de technische hoek te kiezen. op het (v)mbo blijft de instroom echter achter op de verwachte behoefte. David van Baarle
De economische crisis ligt inmiddels officieel achter ons, maar zal nog lang na-ijlen in veel organisaties. Want hoe vreemd was het niet dat alle experts over elkaar heen struikelden om te waarschuwen dat de technische arbeidsmarkt schreeuwende tekorten kon verwachten, terwijl een aantal grote bedrijven zijn technisch personeel naar huis stuurde? Bij veel bedrijven zijn de honken dan ook nog bezet, zo leert een inventarisatie bij de experts en partners van het iMaintain Platform. ‘Maar daar zit meer achter’, zo verzekert Ton Huibers. ‘Vlisco investeert veel tijd om aansluiting te krijgen met scholen. We bezoeken ze, nodigen ze uit om eens een kijkje te nemen bij ons op de werkvloer en hebben intensief contact met leraren. Daarnaast laten we onszelf bijvoorbeeld ook met veel herrie zien op beurzen. Daar komt nog bij dat het verloop binnen de technische dienst vrij laag is, wat ook te maken heeft met de manier waarop wij werken.’
iMaintain platform Het iMaintain Platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Partners en een expertpanel bieden de redactie ondersteuning door te vertellen over wat er speelt in de sector. Onderdeel van het platform zijn vier rondetafeldiscussies waarin telkens een actueel onderwerp wordt besproken. Deelnemers aan deze discussie: • Johan Wolt, AkzoNobel • Ton Huibers, Vlisco • Roelf Venhuizen, Profion • Michel Grijpink, Hogeschool Utrecht • Hans Oosting, NedTrain • René Strijbosch, Maintenance Education Consortium • Marc Jonkman, Visser & Smit Hanab en KIVI NIRIA • Rien Puyenbroek, DI-WCM • Jorn van der Schaaf, iTanks • Watse Weber, iTanks
05 14 iMaintain
016_17_19_I_artikel.indd 16
Johan Wolt kan dezelfde mededeling doen: ‘Ook bij AkzoNobel zien we voorlopig nog geen tekorten. In het noorden is het personeelsaanbod zelfs een stukje groter na reorganisaties van een aantal grote bedrijven. Tegelijkertijd is de leeftijdsopbouw binnen de organisatie met een gemiddelde leeftijd van 49 jaar wel verontrustend, maar dan over tien tot vijftien jaar. Over kwantiteit hebben we dan ook voorlopig nog niet te klagen. Ik verwacht eerder een mismatch in kwaliteit. De industrie is de afgelopen jaren behoorlijk veranderd, met complexere systemen, meer automatisering en meer informatieen communicatietechnologie. De eisen die we stellen aan de medewerkers worden daarmee hoger en dus hebben we steeds meer behoefte aan personeel dat is opgeleid op het niveau van mbo 4 tot hbo.’
Kennisniveau Bij NedTrain is de situatie niet veel anders, gezien de reactie van Hans Oosting. ‘Ook bij NedTrain zien we een hoge gemiddelde leeftijd, gekoppeld aan lange dienstverbanden en een laag verloop. Toch gaat er een behoorlijke groep mensen de komende jaren met pensioen en dus zullen we meer energie moeten steken in het werven van personeel. Onze systemen zijn eveneens complexer geworden en we merkten dat het onderwijs daar maar moeilijk op aansloot. Het reguliere onderwijs is grotendeels nog erg theoretisch en we merkten dat veel jongeren daarop afhaakten. Met name jongeren met bijvoorbeeld ADHD of dyslexie werken veel liever met hun handen. We zijn dan ook twee jaar geleden begonnen met de TechniekFabriek. Dit biedt een praktische leeromgeving waar ook aandacht wordt besteed aan theoretische kennis, maar waar we ook simpelweg zeggen: we hebben hier een defect deursysteem, zorg ervoor dat het werkt. Zo’n hybride leervorm werkt heel goed voor leerlingen
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
22-05-14 11:35
Maintenance, opleiding en werk 17
is er eigenlijk wel een tekort aan technisch personeel in de industrie? Bij veel bedrijven zijn de honken nog bezet, zo leert een inventarisatie bij de experts en partners van het iMaintain platform.
die liever met hun handen werken en we hebben dan ook onlangs de eerste drie diploma’s uitgereikt. Die leerlingen hebben hun opleiding veel sneller afgerond dan de rest van hun groep, die overigens goed op schema ligt, en ook nog eens sneller dan ze in het reguliere onderwijs zouden hebben gedaan. Bovendien hebben ze de kennis en praktijkervaring opgedaan die wij nodig hebben in onze omgeving.’ Het kennisniveau moet dus omhoog en het onderwijs zou daar een rol in kunnen spelen. Michel Grijpink: ‘Ik denk dat de aansluiting van het onderwijs met de heel specifieke eisen die het bedrijfsleven stelt steeds lastiger wordt. Hogeschool Utrecht zet in op co-creatie met de markt. Hierdoor wordt een robuuste basis gecombineerd met specifieke kennis die noodzakelijk is binnen het bedrijfsleven. Je zult moeten afstappen van het idee dat je een opleiding volgt, gaat werken en dan klaar bent met leren. Een brede opleiding kan mensen in ieder geval voorbereiden op een technische carrière, maar zij zullen modules moeten blijven volgen die aansluiten op het gevolgde carrièrepad. Zo wordt de hogeschool de strategische kennispartner gedurende de gehele loopbaan.’ René Strijbosch is het meer dan eens met Grijpink. ‘De branche is te divers om specialisten op te leiden. Dan zou je wel heel veel uitstroomprofielen krijgen. Een installateur die een huisinstallatie aanlegt, moet toch heel andere competenties hebben dan als hij
een installatie bij een groot petrochemisch bedrijf moet aanleggen. Scholen zullen meer moeten investeren in een goede band met het bedrijfsleven en studenten een contextrijke omgeving aan moeten bieden waar ze kunnen ruiken en proeven wat maintenance is. Het is vervolgens aan het bedrijfsleven om tijd en geld te investeren in iemand die nog niet zoveel kan en dus geen directe toegevoegde waarde heeft voor het bedrijf.’ ‘We zullen ook moeten erkennen dat het gebrek aan technisch personeel een probleem van de gehele technische branche is’, voegt Oosting toe. ‘We denken zelf aan samenwerking met andere vervoerders dan de NS of bijvoorbeeld andere openbaarvervoerbedrijven. Als we onze activiteiten bundelen, profiteren we daar uiteindelijk allemaal van. Ik heb liever dat
markt voor een deel ook samenhangt met de status van technici in Nederland. ‘In Frankrijk en Duitsland staat de status van een ingenieur gelijk aan die van een dokter of notaris. In Nederland wordt daar toch meer op neergekeken. Maar ook in de politiek is techniek slecht vertegenwoordigd. Uiteindelijk zorgen die slechte status en de onbekendheid met technische beroepen ervoor dat ouders hun kinderen liever niet laten kiezen voor een carrière in de techniek.’ Roelf Venhuizen verwacht dat de wal het schip uiteindelijk wel zal keren: ‘Het wordt inmiddels steeds duidelijker waar Nederland straks zijn boterham mee gaat verdienen. Met diensten alleen red je het als land niet. Banken verliezen ook steeds meer hun glans. Bovendien neemt de Nederlandse
‘Over kwantiteit hebben we dan ook voorlopig nog niet te klagen. Ik verwacht eerder een mismatch in kwaliteit.’ mensen er halverwege achterkomen dat ze toch liever bij een concurrent gaan werken, dan dat we ze als sector helemaal kwijt zijn. Dat betekent wel dat je over je eigen grenzen moet kijken en je kwetsbaar moet durven opstellen.’
Imago Marc Jonkman denkt dat het probleem van tekorten op de technische arbeids-
gasvoorraad af en die afnemende gasbaten zul je toch op een of andere manier moeten compenseren. Het belang van de industrie neemt toe en ik denk niet dat de politiek en de maatschappij daar blind voor kunnen blijven.’ Veel van het imagoprobleem heeft ook te maken met de onzichtbaarheid van onderhoud. ‘We moeten veel meer laten zien wat maintenance speciaal maakt’,
05
iMaintain 14
016_17_19_I_artikel.indd 17
22-05-14 11:35
3P Quality Services zoekt: 3P Quality Services B.V. is een onafhankelijk technisch inspectiebureau binnen de petrochemische industrie, process industrie, offshore en energiesector. Wij bieden een breed scala aan support services, Onze sleutelwoorden zijn: Inspectie, Maintenance en Vendor inspectie activiteiten.
3P Quality Services B.V. bemiddelt vanuit een projectmatige aanpak en/of vanuit een vaste bemiddeling binnen de vakgebieden Engineering, Construction management, Shutdown management en Project management. Voor diverse nationale en internationale functies op het gebied van inspectie en aanverwante diensten, zijn wij doorlopend op zoek naar:
Werktuigbouwkundigen MBO/HBO niveau De ideale kandidaten beschikken minimaal over: • MBO/HBO werktuigbouwkunde • Opleiding IKT/SKK (II/III) – en/of MLT/EWT/IWT • Beheersing van Microsoft Office • Goede contactuele eigenschappen • Grote mate van zelfstandigheid 3P Quality Services biedt kansen en mogelijkheden ook voor 50 plussers en starters op de arbeidsmarkt. 3P Quality Services is gecertificeerd volgens ISO 9001/VCA. Een kwaliteitsgarantie gaat echter niet alleen om systemen en standaarden, maar vooral om mensen. Daarom investeren wij voortdurend in onze professionals door middel van opleidingen en coaching. Voor meer informatie en vragen kunt u contact opnemen met Dhr. C.J. de Graaf of Dhr. K. van Oevelen T +31(0)161 438 500. Bent u onze juiste kandidaat? Mail dan uw sollicitatie met CV naar 3pqs@3pgroup.com onder vermelding van 3P zoekt werktuigbouwkundigen en jong talent.
030_3pquality.indd 1 018_3P.indd 1
3P zoekt ook jong talent 3P heeft in samenwerking met diverse klanten een overeenkomst om jonge talenten een kans te geven. 3P en onze klanten willen graag investeren voor nu en in de toekomst en 3P verzoekt kandidaten die als lasser of NDO-er reeds 5 jaar ervaring hebben en een MTS diploma hebben en/of dit willen behalen te solliciteren. In overleg en in samenwerking met onze klanten zoekt 3P een geschikte werklocatie om op termijn door te groeien naar een volwaardige QC-er en/of inspecteur. Voor een volledig overzicht van de vacatures bekijk het aanbod op: www.3pgroup.com
Continuïteit door deskundigheid.
27-08-13 09:06 14:22 20-05-14
Maintenance, opleiding en werk 19
zegt Strijbosch. ‘Het is een vak waarbij je direct resultaat ziet van wat je doet en vaak kun je iets oplossen wat een ander niet kan. Wat mensen ook vaak nog wel eens vergeten te vermelden is het belang van samenwerking. Teamwork is misschien nog wel belangrijker dan goed kunnen sleutelen.’ ‘Geef mensen ook het gevoel dat ze ergens bijhoren’, vult Huibers aan. ‘Ik heb vorige maand afscheid genomen van twee medewerkers die er veertig dienstjaren op hadden zitten. Waarom: omdat ze het gevoel hadden dat ze waardevol voor het bedrijf waren en dat hun bijdrage aan het succes gezien werd. In bedrijven waar maintenance als noodzakelijk kwaad wordt gezien, zal het verloop anders zijn.’ Jonkman kent er wel een paar: ‘Als je bijvoorbeeld de procesindustrie vergelijkt met de tankterminalbusiness, dan is dat een wereld van verschil. Bij die terminals werkten in het verleden veel meer cowboys die alleen opslagruimte wilden verkopen en minder binding hadden met de techniek die erbij hoorde. Daar zag je dan ook veel minder aandacht voor onderhoud. Het is uiteindelijk de directie die de cultuur bepaalt.’ Jorn van der Schaaf komt toevallig uit die tankwereld en kent ook andere voorbeelden. ‘Ik denk eerlijk gezegd dat het probleem van technische arbeidstekorten niet zozeer te voelen is bij de grote bedrijven’, zegt hij. ‘Die kunnen doorgaans een goed salaris betalen en hebben een HR-afdeling die contact kan houden met de opleiders. Ik denk dat met name het mkb de pijn
momenteel het meeste voelt. Studenten weten bedrijven zoals AkzoNobel of NedTrain nog wel te vinden, maar kennen het bestaan van een tienmansbedrijf vaak niet eens, laat staan dat ze er een carrière ambiëren.’ ‘Ondanks dat AkzoNobel wel bekend zal zijn, vind ik het toch onze taak om de randvoorwaarden te creëren voor onze technici zodat ze zich gerespecteerd voelen en hun werk goed kunnen uitvoeren’, zegt Wolt. ‘Soms lijken elektronische
‘In Frankrijk en Duitsland staat de status van een ingenieur gelijk aan die van een dokter of notaris.’
is een goede stroomuitval een goede eye opener. Grote bedrijven hebben de laatste jaren de neiging gehad techniek in te kopen als een commodity, en sturen sterk op prijs. Maar uiteindelijk leidt dat niet tot een goede kwaliteit van dienstverlening, en worden KPI’s niet gehaald. Naast kennis van techniek draait het steeds meer om houding en gedrag van technische medewerkers en hun oriëntatie op de klant: dat is uiteindelijk onderscheidend. De NS, en dus ook NedTrain, kiest voor deze zienswijze en vraagt ook van technische medewerkers dat zij zich verplaatsen in de vraag: ‘wat zou de klant, de reiziger, nu van deze trein vinden, en wat kan ik daaraan doen?’. Hou het hogere einddoel in het vizier en stuur daar ook als technische dienst op.’
Technische hoogstandjes werkvergunningen er meer op gericht om werken onmogelijk te maken, dan om de technicus te helpen bij zijn werk. Ook het ontwerp van installaties is niet altijd even aantrekkelijk voor werknemers om daar graag te willen werken. Bovendien vind ik dat respect zich niet alleen moet beperken voor de eigen medewerkers. Ook je contractors zul je net zo goed moeten behandelen als je eigen personeel. Uiteindelijk zijn ook zij verantwoordelijk voor het succes van je bedrijf.’ ‘Misschien is techniek wel te vanzelfsprekend geworden’, besluit Oosting. ‘We gaan er steeds meer van uit dat iets wel zal werken en zien pas de toegevoegde waarde van onderhoud en techniek als iets het niet meer doet. Wat dat aangaat
De technicus moet meer op een voetstuk worden gezet, zeker bij bedrijven die voor hun corebusiness afhankelijk zijn van de prestaties van hun assets. Bij NedTrain kregen de monteurs de eerste nieuwe koffieautomaten en de eerste iPad, bij Carglass zijn de technici de ambassadeurs van het bedrijf en verdienen dus een hoge status en ook bij DHL werden de koeriers op een voetstuk gehesen. Venhuizen sluit af: ‘Buitenlanders kijken hun ogen uit als ze in Nederland rondlopen en al die technische hoogstandjes zien. Nederlanders zijn gewend geraakt aan hun verworvenheden en zien de waarde van ingenieurs niet meer zo goed. Misschien moeten die ingenieurs het verhaal beter vertellen, ook al denken ze dat de anderen ze toch niet zullen begrijpen.’ n
05
iMaintain 14
016_17_19_I_artikel.indd 19
22-05-14 11:35
20 Maintenance, opleiding en werk
communicatie is sleutel in terugdringen stilstand wat doe je als de productielijnen van je fabriek te vaak stilliggen? in de azijn fabriek van Burg in Heerhugowaard werd een dergelijk probleem geconstateerd. de technische kennis en vaardigheden van je personeel bijspijkeren ligt dan voor de hand. een opleidingstraject voor de operators en de technische dienst bracht inderdaad uitkomst. Maar de suc cesfactor bleek meer in de soft skills te liggen dan in het echte sleutelwerk. Elise Quaden
Burg liet een team van achttien medewerkers, bestaande uit operators van de blazerij en spuitgieterij, ploegleiders en medewerkers van de technische dienst, een opleiding volgen. Martin van den Booren, bedrijfsleider bij Burg: ‘Wij wilden graag het technisch personeel bijscholen. Daarbij was een van de behoeftes om de mensen voor een groot deel te trainen op de eigen machines, wat altijd lastig is omdat je de productie zo weinig mogelijk wil stilleggen.’ Burg ging in zee met opleider ROVC. Nico van Leeuwen, manager Onderhoud & Ontwikkeling Producten: ‘Burg belde ons in eerste instantie om een kleine veiligheidstraining te verzorgen. Wij zijn toen op bezoek geweest en hebben gevraagd waarom ze deze opleiding wilden geven. In negen van de tien gevallen ligt er een onderliggend probleem aan ten grondslag. In dit geval bleek er ook meer aan de hand te zijn. De samenwerking tussen operators en de technische dienst was niet optimaal, veroorzaakt door een verschil in kennisniveau. Vervolgens zijn we functieprofielen gaan maken. Wat moeten deze mensen kennen en kunnen? Daarna hebben we bepaald welke vaardigheden en kennis bij iedere medewerker al aanwezig waren. Niet bedoeld als beoordeling maar alleen om te kijken wat er al is en wat er nog ontbreekt.’
Culturen De machines bij Burg stonden relatief veel stil. Dit had meer te maken met de gebrekkige communicatie tussen TD en operators dan met de techniek. De technici hadden liever niet dat de operators aan de installaties kwamen. Terwijl het juist heel efficiënt kan zijn als zij zelf kleine storingen kunnen oplossen of in ieder geval informatief kunnen rapporteren aan de TD over wat er loos is. Van den Booren vertelt over de situatie voorheen: ‘Communicatie tussen de afde-
05 14 iMaintain
020_21_M_artikel.indd 20
lingen was soms lastig. De technici denken verder dan de productiemedewerkers. En ze hebben een houding van ‘wij fiksen het wel’. Maar de twee hebben elkaar wel nodig, want zonder een goede storingsmelding wordt het oplossen van een storing alleen maar moeilijker. Gedurende de training zijn operators dan ook meegenomen door de technische dienst en hebben ze bijvoorbeeld samen storingen verholpen.’
‘De technici denken verder dan de productiemedewerkers. En ze hebben een houding van ‘wij fiksen het wel’.’ Maar de echt verbetering zit in de eenwording van de twee afdelingen. Eerder een mentale kwestie dan een technische. Van Leeuwen: ‘De opleiding bestond uit drie blokken: elektro, werktuigbouwkunde en besturingstechniek. Een blok duurt twaalf middagen. De operators begonnen met de lessen, na zes middagen kwamen de TD’ers erbij. Zo hebben we geprobeerd een samensmelting te creëren tussen de twee afdelingen. De operators hebben geleerd wat ze wel en niet mogen. Bijvoorbeeld: een ketting vervangen mag niet, een sensor vastzetten wel. Zo is er begrip ontstaan voor elkaar. En dat is de grootste winst: de twee culturen die nader tot elkaar zijn gebracht. Dit gaat niet om techniek maar om samenwerking.’ Dus praktisch gezien hebben de operators geleerd om anders met storingen om te gaan. Maar bij Burg kon men ook veel winst boeken bij het melden van storingen. Schrijf niet op ‘doet het niet’ maar maak gericht melding, was de boodschap.
Link met de praktijk Verandering op de werkvloer stuit soms op weerstand bij de werknemer. Bij Burg
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
20-05-14 14:55
Maintenance, opleiding en werk 21
was dit niet anders. Van Leeuwen: ‘In het begin liepen we tegen enige angst aan. De eerste keer dat de trainer hen ontmoette, waren de reacties argwanend. ‘Wat kom jij ons vertellen?’, was de houding. Maar al snel sloeg de argwaan om in motivatie. In dit geval is dat voor een groot deel te danken aan de trainer. Ik durf te beweren dat zeventig procent van het succes van een opleidingstraject bepaald wordt door de docent. Als deze goed de link weet te leggen met de praktijk, gaan mensen het nut inzien van een training. Dan wordt er gesproken over waar iedereen op de vloer tegenaan is gelopen zodat de lesstof gaat leven.’ Vaak worden mensen ‘dom’ gehouden, zegt Van Leeuwen. ‘Daardoor denken ze dat ze niet goed kunnen leren. Maar als we dan met een praktijkkoffer langskomen, verandert dit. Ik zeg wel eens: met worteltrekken is nog nooit een storing opgelost. We houden mensen dus ook nooit lang in de klas en laten ze niet veel rekenwerk doen.’
Van den Booren beaamt dat enige scepsis wel aanwezig was. ‘De medewerkers vroegen zich aanvankelijk af of het wel nodig was, zo’n opleiding. Later waren ze heel enthousiast, inderdaad omdat de docent veel aansprekende praktijkvoorbeelden gebruikte in de lessen. Onze mensen kregen altijd een gerichte opdracht mee en moesten foto’s gaan maken van de lijn. Daardoor werden ze enthousiast.’
Rendement Tegenwoordig zijn de operators betrokken bij het eerstelijnsonderhoud. Dat is effectief omdat juist zij de hele dag aan die lijn staan en de machines goed kennen. ‘We stimuleren eigenaarschap van de lijn met een wisselwerking tussen productie en TD’, aldus Van den Booren. ‘Ik zie daardoor vooral rendementsverbeteringen in de rapportages. De storingsanalyses zijn verbeterd en de lijnen zijn stabieler geworden. Voorheen was het rendement lager, veroorzaakt
FOTO: BURG
Martin van den Booren van azijnfabriek Burg: ‘Voorheen was het rendement lager, veroorzaakt door de manier waarop er werd omgegaan met storingen. Het personeel had de neiging om bij problemen meteen te gaan sleutelen.’
door de manier waarop er werd omgegaan met storingen. Het personeel had de neiging om bij problemen meteen te gaan sleutelen. Ze hebben nu geleerd om eerst een analyse uit te voeren. De verbetering in de rapportage is mede mogelijk gemaakt door een nieuw onderhoudsprogramma. De mensen op de vloer houden nu logboeken bij waardoor de overdracht van de ene ploeg op de andere duidelijk is.’ In 2015 wil Burg hier een vervolg aan geven. Dan gaan ook de operators van de afvullijnen in opleiding zodat ook zij daarna kleine storingen zelf kunnen oplossen. Van den Booren: ‘De operators van de spuitgieterij en blazerij zijn redelijk self supporting en van operator+-niveau. De TD is vooral bezig met de afvullijnen. Daar zijn de operators minder technisch geschoold. Daarom komt er voor hen ook een training. We hebben daarmee gewacht op het juiste moment. De weg is nu voldoende geplaveid en men vraagt er zelfs om.’ ■
05
iMaintain 14
020_21_M_artikel.indd 21
20-05-14 14:55
22 Maintenance, opleiding en werk
techniek kan niet zonder meisjes op donderdag 24 april 2014 vond de landelijke girlsday plaats. een initiatief van VHto, het landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek, om in samenwerking met bedrijven en scholen jonge meisjes van tien tot vijftien jaar kennis te laten maken met techniek en ict. Meer dan driehonderd bedrijven openden hun deuren voor 8.400 meisjes om hen de kans te geven een kijkje te nemen in de wereld van de techniek. Elise Quaden
De landelijke kick-off vond plaats bij ICTbedrijf IBM in Amsterdam. Andrée van Es, Amsterdams Wethouder Werk, Inkomen, Diversiteit heette de 92 aanwezige meisjes namens de Gemeente Amsterdam welkom. Schaatscoach en -kampioen Renate Groenewold vertelde de meisjes daarna hoe zij techniek gebruikte bij het optimaliseren van haar schaatsploeg. Minister van onderwijs Jet Bussemaker wenste in een videoboodschap alle meisjes een leuke dag toe: ‘Ik hoop dat jullie plezier hebben, ik hoop dat jullie durven te dromen, en wellicht komt er ooit een keuze voor een technische opleiding uit voort. Want zonder meisjes in de techniek, kunnen we echt niet!’
Veel te doen De driehonderd deelnemende bedrijven boden een grote variëteit aan activiteiten en haalden alles uit de kast om techniek aansprekend te maken voor de kinderen. Bijvoorbeeld bouwbedrijf Heijmans deed mee met zes vestigingen. Als partner van het 3D Print Canal House in Amsterdam bezochten meisjes dit project waar zij zelf mochten 3D-printen. Bij AkzoNobel in Groningen kregen meisjes van het Dollard College ‘zoutles’ en deden zij zelf proefjes in het laboratorium. Dit jaar was er speciale aandacht voor ICT, onder meer bij de ICT-afdeling van de Tweede Kamer. Na een welkom van Tweede Kamer-voorzitter Anouchka van Miltenburg
Meer vrouwen kiezen voor techniek De VHTO meldt: ‘Steeds meer meisjes in het voortgezet onderwijs kiezen voor exacte vakken. Ook het aantal vrouwelijke bèta/technische studenten neemt toe ten opzichte van het vorige collegejaar: in het hbo met twintig procent in het wo met veertien procent. Maar het tekort aan goed opgeleide bèta’s, technici en ICT’ers is zeker nog niet opgelost. Aandacht hiervoor blijft nodig, met name ook in het vmbo en mbo. Steeds meer bedrijven zien het nut en de noodzaak om meisjes vroegtijdig te interesseren voor bèta/techniek en ICT.’
05 14 iMaintain
022_23_J_artikel.indd 22
bezochten meisjes van het Stanislascollege uit Delft de Rekenkamer, de Regiekamer en de Servicedesk waar een technisch medewerkster hen wegwijs maakte.
Haargel maken De grote animo bij het bedrijfsleven voor de Girlsday laat zien dat bedrijven daadwerkelijk moeite willen doen om meisjes naar de techniek te trekken. Chemiebedrijf Sabic in Geleen is een mooi voorbeeld, met het Sabic Women’s Network dat zich richt op het ondersteunen van recruitmentactiviteiten, het behouden en ontwikkelen van vrouwelijke talenten, het faciliteren van een lokaal en wereldwijd netwerk tussen vrouwen en het verschaffen van de middelen en informatie om zichzelf continue te kunnen verbeteren. Het netwerk organiseert zinvolle en inspirerende activiteiten om vrouwen van alle leeftijden te helpen zichzelf te ontwikkelen, van elkaar te leren en om hun leiderschapscompetenties te delen en te oefenen en om hun leden te verbinden met vrouwelijke rolmodellen. Sabic moedigt jonge meiden aan om vervolgstudies te kiezen in de richting van wetenschap en technologie. Daarom verwelkomde het tijdens Girlsday 29 meiden van het Connect College in Echt voor een bezoek aan haar hoofdkantoor in Sittard en de productielocatie in Geleen. Gedurende het bezoek organiseerde het Sabic Women’s Network een aantal activiteiten om de jeugd echt te laten ervaren hoe het is om in een technologische omgeving te werken. Samen met vertegenwoordigers van Sciencecenter Continium (Kerkrade) maakten de kinderen hun eigen haargel middels een kleinschalig polymerisatieproces. Dit proces gebruikt Sabic op grote schaal ook in zijn eigen fabrieken in Geleen. Ook mochten ze verschillende soorten plastics scheiden met behulp van verschillende chemische technieken. Dit alles om de meisjes meer te leren over de rol die plastics spelen in hun dagelijks
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
20-05-14 14:54
Maintenance, opleiding en werk 23
leven en om te laten zien dat een wereld zonder plastic niet zou kunnen bestaan. Ook was er aandacht voor duurzaamheid waarbij plastic vaak het meest milieuvriendelijke alternatief is dat gebruikt kan worden, bijvoorbeeld in vergelijking met glas, karton of aluminium. Voorzitter van het Sabic Women’s Network in Sittard en Geleen, Helen van Eeden: ‘We zijn er trots op dat we meedoen met Girlsday 2014. Bij Sabic geloven we dat diversiteit in teams leidt tot betere prestaties en dat organisaties waarin veel diversiteit bestaat winstgevender zijn. We hopen dat de dames die ons vandaag bezoeken geïnspireerd worden om in een technologische omgeving te gaan werken, en misschien zelfs het Sabic-team zullen komen versterken in de toekomst.’
Meisjes in onderhoud Ook de maintenancesector wil graag meisjes aan zich binden. Per slot van rekening zijn ook hier de tekorten aan personeel groot. Ook spoorbeheerder ProRail ontving een aantal meisjes op 24 april, om hen bekend te maken met het spoor, de bijbehorende techniek en het bedrijf ProRail. ProRail-medewerkers zijn dag en nacht bezig om Nederland in beweging te houden. Zij zijn bezig met de invulling
van de dienstregeling met treinritten voor reizigers- en goederenvervoerders. Maar ook op het gebied van techniek zijn veel ingenieurs en projectmanagers nodig die ervoor zorgen dat het Nederlandse spoor nog betrouwbaarder en veiliger wordt. ProRail, en de gehele spoorsector, heeft door vergrijzing en technologische ont-
‘Wij steken graag onze nek uit om meiden te laten zien hoe mooi werken in de techniek kan zijn en wat voor goede toekomstperspectieven er zijn.’ wikkelingen in de toekomst behoefte aan nieuwe technici die goed kunnen omgaan met de uitdagingen van het spoor. Een activiteit als Girlsday moet op termijn bijdragen aan een grotere instroom van technisch personeel. Aan die missie doet ook Maintec mee, detacheerder van technisch vakpersoneel en leerlingen in de techniek. Daarom kwamen er dit jaar tien meiden van het Marne College in Bolsward langs voor een rondleiding bij een technisch bedrijf
FOTO: VHTO
de landelijke kick-off van girlsday 2014 vond plaats bij ict-bedrijf iBM in amsterdam. de driehonderd deelnemende bedrijven boden een grote variëteit aan activiteiten en haalden alles uit de kast om techniek aansprekend te maken voor de kinderen.
dat samenwerkt met Maintec. Dit jaar was dat engineeringbedrijf Autonational. Directeur van Maintec Wout Oosterhof over het belang van Girlsday: ‘Het percentage mannen op de technische arbeidsmarkt is nog steeds onevenredig hoog. Kijk naar de sollicitanten die op onze vacatures afkomen; meer dan tachtig procent is man. Mensen hebben nog steeds het beeld van zwaar werk en vieze handen bij technische beroepen. Dat beeld is allang achterhaald. Wij steken graag onze nek uit om meiden te laten zien hoe mooi werken in de techniek kan zijn en wat voor goede toekomstperspectieven er zijn. Bovendien krijgen we de komende jaren te maken met een enorme uitstroom van personeel uit de techniek; we zullen de instroom van meiden dus hard nodig hebben, op ieder niveau.’ Consultant Leer-Werktrajecten Sanne Marbus nam de meiden onder haar hoede: ‘In het kader van de LeerWerktrajecten van het Maintec Leerbedrijf zijn wij altijd op zoek naar nieuw talent in de techniek. Ik probeer deze groep meiden bij onze opdrachtgevers te laten zien dat de techniek heel veel mooie kansen biedt voor meiden. Samen met de mensen van Autonational hebben we een mooi programma opgezet.’ ■
05
iMaintain 14
022_23_J_artikel.indd 23
20-05-14 14:54
BIZZ56'' De nieuwe standaard in webvertising
TÜV Rheinland Courses
Presenteer uw bedrijf, innovatie of project volgens de nieuwe standaard in webvertising: BIZZ56”. Vertel uw verhaal in uw eigen creatieve film van 56 seconden en de boodschap komt aan! Het doordachte stramien van BIZZ56” zorgt ervoor dat u en de filmers zich kunnen concentreren op het communicatieve en creatieve deel van uw boodschap. Bovenal zorgt BIZZ56” voor een snelle, complete en eigentijdse boodschap die de aandacht van uw doelgroep tot het einde vasthoudt. BIZZ56”-video’s zijn multi-inzetbaar: op uw website, via smartphones en tablets en op social media.
TÜV Rheinland Sonovation is one of the leading companies in the advanced non-destructive testing industry. Specialized in innovative thinking, we want to share the knowledge we’ve collected over the years. We provide courses in accordance with ISO 9712 in Dutch, English and German. Courses are held in Oosterhout, The Netherlands or at a location of your choice. The courses we provide are: Time Of Flight Diffraction Phased Array
Verrijk uw teksten, advertenties en commerciële boodschappen met een BIZZ56” video en integreer tekst, beeld en online voor een crossmediale boodschap.
Ultrasonic Testing Level I Ultrasonic Testing Level II
Interested? Contact us for more information. You can find us at www.tuv.com/ndt or send us an e-mail training@nl.tuv.com.
Meer weten? Neem contact op met Ellen van den Burg (020-3122088) of movielinqs@industrielinqs.nl
www.tuv.com/ndt
_A5_staand_bizz56.indd 43
18-02-14 09:34
ADVERTENTIE INDEX 3P Quality Abonnees BIMmedia Bizz56” Hateha Hempel Hi-Force Nederland Hogeschool Utrecht Centrum voor Natuur & Techniek iMaintain Platform iMaintain Prestatiemanagement 2014
024_bizz_index_TUV_Vak.indd 1
18 14 42 24 32 6 6 67 30 48
Pruftechnik PWG Bedrijfsveilige Kleding Safe Site Sitech Services AIB Vinçotte Total Nederland TUV Rheinland Sonovation Vakwijs VNU Exhibitions Europe
32 4 14 12 68 2 24 24 12
20-05-14 10:28
UNDER CONSTRUCTION 25
Piramidebouwers gebruikten slimme truc Natuurkundigen van de Universiteit van Amsterdam hebben ontdekt dat de oude Egyptenaren een slimme truc gebruikten om het transport van zware piramidestenen per slee te vergemakkelijken, waardoor zij het vereiste aantal werklui konden halveren. De onderzoekers publiceerden deze vondst in het prestigieuze tijdschrift Physical Review Letters. De oude Egyptenaren moesten voor de bouw van de piramides zware blokken steen en grote standbeelden door de woestijn transporteren. De Egyptenaren plaatsten de zware objecten daarom op een slee, die werklui over het zand trokken. Uit het onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam is nu gebleken dat de Egyptenaren het woestijnzand voor de slee waarschijnlijk nat maakten. Experimenten wezen uit dat de juiste zandvochtigheid de vereiste trekkracht halveert. De fysici plaatsten een laboratoriumversie van de Egyptische slee in een bak met zand. Uit de experimenten blijkt dat de vereiste trekkracht evenredig afneemt met de stevigheid van het zand. Door water aan zand toe te voegen, ontstaan er capillaire bruggen. Dit zijn kleine waterdruppels die de zandkorrels met elkaar verbinden. In de aanwezigheid van de juiste hoeveelheid water is nat woestijnzand ruim twee keer zo stevig als droog zand. Een slee glijdt gemakkelijk over stevig woestijnzand, simpelweg doordat er voor de slee geen zandhoop vormt zoals dat bij droog zand het geval is. De Egyptenaren waren waarschijnlijk op de hoogte van deze handige truc. Op een wandtekening in de tombe van Djehoetihotep is duidelijk te zien dat één persoon op de voorkant van zo’n transportslee staat. De figuur giet vlak voor de getrokken slee water over het zand. De resultaten onthullen niet alleen wat over de Egyptenaren, maar zijn ook interessant voor hedendaagse toepassingen. Het gedrag van granulaire (korrelige) materie, zoals zand, is nog niet volledig begrepen. Granulaire materie komt echter overal voor, denk bijvoorbeeld ook aan asfalt, beton en kolen. De onderzoeksresultaten kunnen dus nuttig blijken voor het optimaliseren van het transport en de bewerking van granulaire materie, wat momenteel ongeveer tien procent van de wereldwijde energie verbruikt.
‘David van Michelangelo staat op instorten’ Een van de beroemdste kunstwerken ter wereld, de marmeren David van renaissancekunstenaar Michelangelo, vertoont breuken in zijn benen en enkels. Hierdoor is de vrees ontstaan dat het 5,5 ton wegende beeld door zijn enkels zal zakken. Dat blijkt volgens de Italiaanse televisie zender RAI Uno uit onderzoek door wetenschappers van de Universiteit van Florence. Michelangelo creëerde het werk tussen 1501 en 1504, op het hoogtepunt van de renaissance, uit één brok marmer. Het standbeeld stelt het ideaal voor van het mannelijke lichaam en verwijst naar het Bijbelse verhaal van David en Goliath. Het 5,17 meter hoge beeld stond na voltooiing ruim 350 jaar lang in weer en wind buiten op de Piazza della Signoria voor het Palazzo Vecchio in Florence. In 1873 werd het kunstwerk naar de Galleria dell’Accademia verplaatst, waar tegenwoordig meer dan een miljoen bezoekers per jaar het kunstwerk bezoeken. Het vermoeden bestaat dat onder meer de trillingen van de vele bezoekers het beeld hebben beschadigd. Michelangelo gebruikte bovendien marmer van mindere kwaliteit voor zijn meesterwerk. Daarnaast hebben het razende verkeer van Florence en eerdere aardbevingen het beeld weinig goed gedaan. Al jarenlang pleiten deskundigen daarom voor een verplaatsing naar een aardbevingbestendig museum. Zijn u curieuze berichten opgevallen in het nieuws voor onze under construction-rubriek? Stuur deze dan naar redactie@industrielinqs.nl 05
iMaintain 14
025_F_under_construction.indd 25
20-05-14 14:54
26 WHAT’S NEXT
Johan Wolt is maintenance manager bij AkzoNobel lndustrial Chemicals sBU MCA in Delfzijl. Daar zorgt hij met zijn team voor een veilige en betrouwbare installatie die in het afgelopen jaar een recordproductie draaide. De aanpak van Wolt om de installaties in optimale staat te houden, leverde hem in maart de titel Maintenance Manager of the Year 2014 op in een verkiezing die de NVDO samen met het iMaintain platform jaarlijks organiseert.
Mastering Assets Om een installatie goed te beheren, moet je goed weten hoe deze installatie werkt. Het klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. Johan Wolt: ‘Je moet weten waar de kritische punten van je installatie zitten en je moet de mensen hebben die dat begrijpen en er voldoende specialistische kennis voor hebben.’ Idealiter ben je als team vanaf de bouw betrokken bij de installatie. Wolt heeft daar ervaring mee. Voordat hij maintenance manager bij de monochloorazijnzuur (MCA)-fabriek werd, heeft hij meegewerkt aan de engineering van de chloorfabriek in Delfzijl. Daarbij kon Wolt zijn ervaring met het proces, de gebruikte materialen en de onderhoudbaarheid ervan inbrengen. De chloorfabriek heeft mede daardoor vanaf de eerste dag optimaal gedraaid.
rEcordproducTiE De MCA-fabriek waar Wolt sinds 2010 de maintenance manager van is, werd in 2006 gebouwd door een externe partij. Hierbij was minder directe betrokkenheid van de AkzoNobel-mensen. In de eerste jaren dat de fabriek draaide, zorgde dat voor hoge onderhoudskosten en een slecht rendement. Wolt: ‘Toen ik in 2010 bij de MCA-fabriek ben gekomen, ben ik eerst teruggegaan naar de installatie. Interne en externe specialisten hebben een scan voor me gedaan in verschillende disciplines. En daaruit bleek dat één sectie van de fabriek verantwoordelijk was voor tachtig procent van de storingen.’ Op dat processtuk is een redesign gedaan waarbij veel beter is gekeken naar de procescondities, de gebruikte materialen en de hele engineering. In de drie jaar die op het redesign volgden, zijn verschillende verbetertrajecten uitgevoerd met als gevolg dat de MCA-fabriek in 2013 opnieuw een recordproductie draaide.
BEWuSTzijN In de fabriek vormden lekkages een belangrijke kostenpost. Voor het sterk corrosieve MCA worden glasgevoerde leidingdelen gebruikt van vaste lengtes. Deze delen zijn niet langer dan twee meter, met veel (foutgevoelige) verbindingen tot gevolg. Wolt heeft hiervoor de
MAiNTENANcE MANAgEr of THE YEAr 2014 In maart 2014 werd Johan Wolt verkozen tot Maintenance Manager of the Year 2014. De jury noemde in zijn rapport met name het volledig lekvrij maken van de installatie als opmerkelijke prestatie. Maar, zo zei juryvoorzitter Ton Klinkenberg: ‘Ook op het menselijk aspect zien we Johan Wolts waarde. Hij zorgde ervoor dat de technische dienst en de afdeling productie samenwerkten aan een zo’n veilig mogelijke werkomgeving.’ ‘Wolt wist verscheidene verbeteringen door te voeren aan de in 2006 gebouwde monochloorazijnzuurplant. Zo streeft hij naar oplossingen van storingen binnen 48 uur. Hiermee draagt de onderhoudsafdeling wezenlijk bij aan een efficiënte besteding van de budgetten. En dat alles met inachtneming van strenge regelgeving, omdat de plant valt onder de BRZO.’ Monochloorazijnzuur is zeer giftig. Het wordt onder meer gebruikt in zeep, make-up en shampoos en dient ook als stabilisator voor pvc. De resultaten die Wolt de afgelopen jaren haalde, mogen er zijn. De integriteit en de betrouwbaarheid van de installaties zijn sterk verbeterd waardoor men in 2013 opnieuw een recordproductie behaalde. De toegenomen integriteit van de warmtewisselaars heeft daar een groot aandeel in. Ondanks dat er een enorme stap voorwaarts is gemaakt, is er een duidelijk streven naar nul lekkages. Door een combinatie van maintenance engineering, training, excellente uitvoering en goed management scoort de maintenance-organisatie van AkzoNobel Delfzijl bovengemiddeld.
05 14 iMaintain
026_27_28_20_P_whatsNEXT.indd 26
21-05-14 16:44
WHAT’S NEXT 27
Scan de foto en bekijk het filmpje 1) 2) 3) 4)
Installeer op uw smartphone of tablet de app ‘iLinqs’ Start de app op uw smartphone of tablet Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst Het bijbehorende filmpje verschijnt op smartphone of tablet
FOTO: GIJS HOEKSTRA
kans op fouten aangepakt. En dat begint bij het bewustzijn van de mensen. Een betere kennis van het proces en een strakke methode voor het beheren van elke flensverbinding, dragen bij in het streven naar nul lekkages. Ook worden nu de aanhaalmomenten en andere relevante gegevens van elke verbinding gelabeld. Daarvoor zijn de collega’s van AkzoNobel en de vaste contractors extra getraind. Iedereen weet nu wat belangrijk is en wat ze kunnen doen om lekkages te voorkomen. Johan Wolt vindt het belangrijk dat mensen weten wat het doel van hun werkzaamheden is. ‘Je moet streven naar hoge betrouwbaarheid tegen lagere kosten. De effectiviteit van het werk moet optimaal zijn. En je moet ambitieus zijn. Als je met je team weet wat de te behalen doelen zijn, kies je er ook voor om elke stap die je zet te laten leiden in de richting van dat doel. Dat betekent dat sommige dingen niet meer gedaan worden en dat andere zaken sneller en beter worden gedaan.’ Het zorgt er ook voor dat voor alle bedrijfskritische stukken van de installatie scenario’s klaarliggen om storingen op te lossen. Van werkinstructie tot reservedelen.
Mastering Assets De lat blijft hoog liggen voor de onderhoudsprestaties en er wordt steeds gezocht naar verbetering. Johan Wolt: ‘Als je de basissystemen van het beheer goed op orde hebt, houdt dat in dat de mechanische integriteit en instrumentele beveiligingen goed geregeld zijn. Dat zorgt voor een hoog niveau van beschikbaarheid, betrouwbaarheid en integriteit van de installatie. Met behulp van innovatieve technieken en instrumenten en met procesautomatisering kan dan de volgende stap van hoog betrouwbaar naar zeer hoog betrouwbaar worden gezet.’ Voor dit niveau van mastering assets zijn vaak nieuwe technieken en nieuwe ideeën nodig. Wolt en zijn team bezoeken daarvoor
trainingen en beurzen. Dat zorgt voor nieuwe ideeën en toont wat er aan ontwikkeling plaatsvindt. Die nieuwe ideeën kunnen gebruikt worden in de permanente verbetertrajecten die bij AkzoNobel zorgen voor veiligheid, beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de installaties. Zie meer van Johan Wolt op zijn site in Delfzijl op www.maintenancenext.nl/masteringassets1
douANE oNdErScHEpT voor 50.000 Euro AAN NAgEMAAkTE Skf-lAgErS Onlangs heeft de Nederlandse douane een aanzienlijke partij counterfeit lagers onderschept. De zending was afkomstig van Wuxi Handa Bearing Co Ltd uit China en gericht aan Europe Bearing, Thurledeweg 105 in Rotterdam. De zending vertegenwoordigt een waarde van circa 50.000 euro. De douane heeft na overleg de volledige zending vernietigd. De afgelopen jaren heeft SKF meerdere malen bewezen een no-tolerance beleid te voeren tegen de handel in namaaklagers. Deze namaakproducten zullen de lagerlevensduur sterk verminderen, de kwaliteit van het eindproduct negatief beïnvloeden of zelfs machines beschadigen. In het slechtste geval kan het installeren van een namaaklager leiden tot een ernstig bedrijfsongeval. SKF zegt alles in het werk te stellen om het gestelde vertrouwen in het bedrijf in stand te houden.
Onlangs heeft de Nederlandse douane een aanzienlijke partij neplagers onderschept. De kwaliteit van deze producten is bedenkelijk.
05
iMaintain 14
026_27_28_20_P_whatsNEXT.indd 27
21-05-14 16:44
28 WHAT’S NEXT
MArkT 3d-priNTEN METAAl vErviErvoudigT Door technologische ontwikkelingen en een forse daling van de productiekosten zal de vraag naar het 3D-printen van metalen structuren de komende tien jaar aanzienlijk stijgen. Roland Berger Strategy Consultants voorspelt een verviervoudiging van de markt in de studie ‘Additive Manufacturing – A Game Changer for the Manufacturing Industry?’ Hierdoor zal 3D-printen een nog belangrijkere rol gaan spelen in onder meer de luchtvaart, de medische technologie en de auto-industrie, zo verwacht Roland Berger. De waarde van de markt voor 3D-printen bedroeg in 2013 ongeveer 2,2 miljard euro, tien procent hiervan omvatte het 3D-printen van metaal. Deze waarde gaat volgens Roland Berger de komende jaren flink toenemen. ‘Tussen nu en 2015 zal de verkoop van 3D-printsystemen voor de metaalindustrie verviervoudigen’, stelt Jeroen Althoff, principal bij Roland Berger. De voorspelde groei wordt voornamelijk veroorzaakt door een significante daling in de kosten van het 3D-printen van metaal. De kosten zijn nu nog tot tien keer hoger dan die van conventionele productiemethoden, vooral door de aanzienlijke aanschafkosten van de printers en doordat de printsnelheid met de huidige techniek nog laag ligt. Uit gedetailleerde analyse van de huidige marktomstandigheden, productiekosten en beschikbare technologieen blijkt dat de kosten van het 3D-printen van metalen structuren de komende tien jaar met 65 procent zullen dalen. ‘Dit komt doordat de bouwprocessen van 3D-printers op den duur efficiënter, sneller en stabieler worden’, licht Alhoff toe. Veel bedrijven bemerken al de voordelen van 3D-printen in vergelijking met conventionele methoden. Zo kan ieder product op maat gemaakt worden. Ook kunnen productontwerpen door middel van 3D-printen worden geoptimaliseerd, waardoor de producten een stuk lichter worden. Het potentieel van de techniek is met name
voor de luchtvaart, de medische technologie en de auto-industrie groot. ‘Dankzij 3D-printen kunnen vliegtuigfabrikanten bijvoorbeeld het gewicht van veiligheidsgordels verlagen van 155 naar 70 gram’, vertelt Althoff. ‘Dit lijkt een kleinschalige verbetering, maar het bespaart meer dan drie miljoen liter kerosine of twee miljoen euro over de totale levensduur van een vliegtuig. De toetreding tot de markt van grote spelers met aanzienlijke budgetten zal de techniek nog betaalbaarder maken en de vlucht die het 3D-printen van metaal neemt nog verder stimuleren’, voorspelt Althoff.
Door technologische ontwikkelingen en een forse daling van de productiekosten zal de vraag naar het 3D-printen van metalen structuren de komende tien jaar aanzienlijk stijgen, aldus Roland Berger Strategy Consultants.
dEEl NATioNAlE WETgEviNg pBM’S kAN gEScHrApT De Europese Commissie heeft een voorstel ingediend om de PBM-richtlijn (89/686/EEG) - de EU-richtlijn voor de veiligheid van persoonlijke beschermingsmiddelen - te vervangen door een direct toepasbare verordening.
De Europese Commissie heeft een voorstel ingediend om de EU-richtlijn voor de veiligheid van persoonlijke beschermingsmiddelen te vervangen door een direct toepasbare verordening. De bedoeling is dat het bedrijfsleven slechts één wetgeving hoeft te raadplegen, die ook in de eigen taal beschikbaar is.
Een Europese verordening is een wetgevend instrument van de Europese Unie. De verordening is rechtstreeks van toepassing, wat betekent dat zij rechtstreeks recht schept dat in alle EU-lidstaten dezelfde kracht heeft als het nationale recht, zonder dat nationale instanties daarvoor iets hoeven te doen. Dan kan een deel van de nationale wetgeving geschrapt worden. De Europese Commissie wil het hiermee makkelijker maken om handel te drijven in de Europese Unie. De bedoeling is dat het bedrijfsleven slechts één wetgeving hoeft te raadplegen, die ook in de eigen taal beschikbaar is. De algemene doelstellingen van dit initiatief zijn een betere bescherming van de gezondheid en veiligheid van de gebruikers van PBM, het scheppen van gelijke concurrentievoorwaarden op de interne markt voor de marktdeelnemers van de sector en vereenvoudiging van de Europese regelgeving op het gebied van PBM. Het voorstel wijzigt en verduidelijkt een aantal bepalingen van de bestaande richtlijn en brengt die in overeenstemming met de bepalingen van het NWK-besluit (768/2008/EG) voor het verhandelen van producten. Deze verordening treedt in werking na publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie. Twee jaar later wordt zij van toepassing.
05 14 iMaintain
026_27_28_20_P_whatsNEXT.indd 28
21-05-14 16:44
WHAT’S NEXT 29
Tu/E WErEldWijd STErkSTE iN oNdErzoEkSSAMENWErkiNg MET iNduSTriE De TU Eindhoven heeft van alle universiteiten wereldwijd de sterkste samenwerking met de industrie. Dat blijkt uit de Leiden Ranking van onderzoeksbureau CWTS. Van alle wetenschappelijke publicaties komt vijftien procent samen met de industrie tot stand. De TU/e voert deze ranglijst aan sinds de eerste uitgave in 2009. Van de 5.700 publicaties die de TU/e tussen 2009 en 2012 produceerde heeft vijftien procent één of meer auteurs uit het bedrijfsleven in de auteurslijst. Dat is iets minder dan vorig jaar (15,6 procent), maar nog steeds hoog genoeg om de ranglijst van het Leidse CWTS aan te blijven voeren. Nederland scoort überhaupt goed als het om samenwerking met de industrie gaat. Naast TU/e staan ook TU Delft (4), Wageningen Universiteit (31) en Universiteit Twente (43) in de top 50. Jan Mengelers, voorzitter van het College van Bestuur van de TU/e, reageert verheugd. ‘We zijn erg blij om wederom als
EuropEES oNdErzoEk ovEr iNduSTriëlE vEiligHEid ‘Diverse landen doen onderzoek naar wat er verkeerd kan gaan bij industriële activiteiten en naar effectieve manieren om risico’s te bestrijden, in kaart te brengen of te beheersen’, zegt researchmanager drs. Johan Gort van TNO. ‘Denk aan milieuschade door gevaarlijke stoffen, een chemisch proces dat uit de hand loopt of een dak dat instort.’ TNO gaat nu in samenwerking met andere partijen, in twee verschillende consortia, onderzoek doen op het gebied van industriele veiligheid. De consortia dienden hiervoor projectvoorstellen in bij de Europese Unie in het kader van SAF€RA ERA-NET. SAF€RA is een financieringsprogramma van de Europese Unie dat ingesteld is om onderzoek op het gebied van industriële veiligheid op Europees niveau te stimuleren. De eerste oproep van SAF€RA om projectvoorstellen in te dienen betrof projecten met betrekking tot de invloed van menselijk gedrag en van organisaties op industriële veiligheid. Een wetenschappelijk panel beoordeelde 53 voorstellen. Daarvan werden er tien gehonoreerd, waaronder twee van consortia met TNO. In het ene project TORC ontwikkelen de partners een raamwerk voor trainingen die de deelnemers beter leert in te spelen op onverwachte gebeurtenissen. Het andere project Valosa draait om een gedeelde definitie van de waarde van veiligheid, waarmee bedrijven tot betere besluitvorming kunnen komen.
TNO gaat in samenwerking met andere partijen, in twee verschillende consortia, onderzoek doen op het gebied van industriële veiligheid. De consortia dienden hiervoor projectvoorstellen in bij Europese Unie.
nummer 1 uit de bus te komen in deze ranking. Dit resultaat onderstreept de intensieve, stabiele samenwerking die de TU/e heeft met de wereldwijde industrie en de hechte verbondenheid met de regio Brainport Eindhoven. De TU/e is met recht de plek where innovation starts, met de juiste balans van wetenschap voor samenleving en wetenschap voor industrie.’ De CWTS Leiden Ranking meet van 750 universiteiten wereldwijd de wetenschappelijke prestaties op meerdere indicatoren, zowel als het gaat om de impact van publicaties als de mate van samenwerking met andere universiteiten en industrie. In de rangschikking naar publicaties in de hoogste categorie wetenschappelijke tijdschriften staat de TU/e net als vorig jaar op plaats 94. De ranking is in te zien op www.leidenranking.com/ ranking/2014
QiNETiQ SpAcE oNdErHoudT ModulE iNTErNATioNAl SpAcE STATioN Ruimtevaartbedrijf QinetiQ Space uit het Belgische Kruibeke heeft een contract afgesloten voor het onderhoud van de hardwarecomponenten die aanwezig zijn in de Columbus-module, die onderdeel is van het internationale ruimtestation ISS. Columbus bevat verschillende wetenschappelijke laboratoria en is de grootste bijdrage van de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA aan het internationale ruimtestation. Sinds de lancering van de Columbus-module in 2008 staat QinetiQ Space in voor het onderhoud van alle hardware aan boord die het zelf heeft ontwikkeld. Het onderhoudscontract werd onlangs verlengd tot eind dit jaar. QinetiQ Space ontwikkelde een aantal wetenschappelijke instrumenten in de Columbus-module voor onderzoek van vloeistoffen en materialen en werkt als onderaannemer voor Airbus, het Europese luchtvaart-, ruimtevaart- en defensieconsortium. QinetiQ Space levert de nodige ondersteuning in het geval één van die instrumenten gebreken vertoont.
Ruimtevaartbedrijf QinetiQ Space uit België gaat hardware onderhouden in het internationale ruimtestation ISS.
05
iMaintain 14
026_27_28_20_P_whatsNEXT.indd 29
21-05-14 16:44
Het iMaintain Platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Het platform belicht op een journalistieke en onafhankelijke manier innovaties, behandelt actuele onderwerpen en inspireert. Via het vakblad iMaintain, met de website www.imaintain.info, met vier rondetafelmeetings per jaar, diverse bijeenkomsten en met een jaarcongres bereikt het iMaintain Platform haar doelgroep.
De volgende bedrijven zijn partner van het iMaintain Platform:
Scan de foto en bekijk het filmpje Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het iMaintain Platform, kijk dan op www.imaintain.info of neem contact op met Anouk Bouwmeester: Anouk@industrielinqs.nl – 020 3122 797
1) 2) 3) 4)
Installeer op uw smartphone of tablet de app ‘iLinqs’ Start de app op uw smartphone of tablet Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst Het bijbehorende filmpje verschijnt op smartphone of tablet
Het expertpanel van het iMaintain Platform bestaat uit de volgende specialisten: Henk Akkermans Hoogleraar dynamiek van toeleveringsnetwerken, Universiteit Tilburg Wetenschappelijk directeur DI-WCM Leo van Dongen Professor Maintenance Engineering, Universiteit Twente Directeur Fleet Services, NedTrain Mark Haarman Managing Director, Mainnovation
02_advertentie_IMAplatform.indd 1
Cor van de Linde Directeur innovatieplatform iTanks Maintenance Manager of the Year 2012
Roelf Venhuizen Voorzitter Profion, Bestuurlid Veiligheid Voorop, Voormalig CEO NAM
Ton Huibers Maintenance Manager, Vlisco Maintenance Manager of the Year 2013
Geert-Jan van Houtum Professor Reliability, Quality en Maintenance, TU Eindhoven
Johan Wolt Maintenance Manager, AkzoNobel lndustrial Chemicals MCA Delfzijl Maintenance Manager of the Year 2014
De partnerstructuur van het iMaintain Platform bestaat uit complementaire marktpartijen. De samenstelling waarborgt de objectiviteit van het platform en zorgt voor een verregaande integratie in de doelgroep.
19-05-14 11:26
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
Treinmonteur doet elke dag iets anders | TU/e sluit Energie Prestatie Contract af | Onderhoud aan voegovergangen gaat een nieuw tijdperk in
031_MA_NVDO_cover.indd 31
22-05-14 11:34
PRUFTECHNIK houdt uw machines in topconditie Predictieve maintenance technologie en on-site dienstverlening
•
Laseroptische uitlijning: vertrouw op de wereldmarktleider
•
Conditiebewaking en trillingsanalyse: online en offline machinediagnose
•
032_hathea_prueftechniek.indd 1
On-site systemen voor statisch en dynamisch balanceren van rotoren
•
Lokale dienstverlening, software support, service en kalibratiecontrole
•
ISO conforme opleidingen en VCA gecertifi ceerde assistentie on-site
PRUFTECHNIK AG Brain Park II Lichtenauerlaan 102-120 NL-3062 ME Rotterdam PROVEN QUALITY
Made in Germany Global Presence Qualified Support Quality Service
Tel: +31 10 204 59 37 Fax: +31 10 204 55 55 info@pruftechnik.nl www.pruftechnik.be
A member of the PRUFTECHNIK group
20-05-14 09:05
Van de voorzitter
Industry 4.0: van fit naar smart In de toekomst staan ruim vijftig miljard machines en apparaten met elkaar in verbinding! Dat is me nogal wat zeg, vijftig miljard! Wie machines op een slimme manier laat communiceren en de informatie, dat is data met betekenis, op een slimme manier gebruikt, heeft de toekomst! Nieuwe technieken kunnen gebruikt worden voor de productie van voorwerpen van één materiaalsoort, maar kunnen ook gebruikt worden om verschillende materialen met elkaar te combineren waarbij elk materiaal bijvoorbeeld met een aparte printkop wordt gedeponeerd. Dit soort technologie maakt het mogelijk om in de toekomst nieuwe typen productiesystemen te maken waarmee complexe multimateriale producten opgebouwd kunnen worden. Hiervoor zijn toepassingen te vinden in een reeks van sectoren zoals elektronica, zonnecellen, verlichting en voeding. Het vergt natuurlijk ook smart maintenance. Is dat dan Industry 4.0? Het gaat in elk geval over zo flexibel mogelijk produceren en dan gaat het meteen ook over een zo flexibel mogelijke inzet van maintenance. De Nederlandse hightech heeft een sterke positie om in te spelen op de ontwikkelingen. De kracht van de Nederlandse hightech zit in low volume, high value added en high complexity. Juist die flexibiliteit en het hoge kennisgehalte zijn twee van de kenmerken van smart industry. Een ‘smart factory’ is bijvoorbeeld bij Siemens
nu al aan de gang: ongeveer zeventig procent van de R&D-mensen van Siemens is IT-gerelateerd. We moeten aanhaken, want als er iets duidelijk is, dan is het wel dat de ontwikkelingen razendsnel gaan. Aanhaken is iets wat bijvoorbeeld Nokia veel te laat deed. Het ging binnen enkele jaren van vijftig procent marktaandeel naar slechts een kleine drie procent. Een marktleider is overigens niet altijd de eerste of de beste, maar de partij die het meest flexibel kan inspelen op de ontwikkelingen en de omgeving. De totale Industry 4.0 vergt nieuwe professionals. Daar waar het gaat om de Maintenance Professional van de Toekomst, zal de NVDO in samenwerking met haar achterban een profielschets ontwikkelen die naadloos in de nieuwe ontwikkelingen past, feitelijk van fit naar smart. Want, zijn er nog wel mensen nodig in de nieuwe fabrieksomgevingen of worden het jobless factories? Mensen blijven nodig, daar ben ik van overtuigd, maar de competentieprofielen worden beslist anders. Of het nu gaat om intelligente systemen, Big Data, Remote Control of nieuwe productietechnieken, de NVDO bereidt zich voor op Industry 4.0. Gaat u met ons mee in de reis van fit naar smart?
Industry 4.0 is begonnen, ook in Nederland!
Bas Kimpel Voorzitter
MaintNL 05 – 2014 33
033_MB_NVDO_Voorzitter.indd 33
20-05-14 14:54
Duurzaam ondernemen en onderhoud
Energie Prestatie Contract garandeert milieuwinst Eind vorig jaar sloot de TU Eindhoven (TU/e) een Energie Prestatie Contract met Honeywell. In het contract spreken de partijen af om samen het energieverbruik van het Helix-gebouw op de campus te optimaliseren. Honeywell garandeert daarbij een bepaalde energiebesparing, waarmee de TU/e de zekerheid heeft dat de de investeringen zich in de afgesproken tijd terugverdienen. Francis Voermans
De campus van de TU/e moet in 2020 dertig procent efficiënter met energie omgaan dan in 2005. De universiteit heeft dat in de MJA3-afspraken toegezegd. Voor het Helixgebouw, de huisvesting van de faculteit Scheikundige Technologie, zal die doelstel-
ling geen probleem vormen. Eind dit jaar is als het goed is al 86 procent gerealiseerd, dankzij verschillende verbeteringen in de luchthuishouding van het gebouw. In het gebouw worden onder meer de elektromotoren in de 21 luchtbehandelingskas-
ENERgIE AAN DE TU/E Energiebeheer is een belangrijk onderdeel van de duurzaamheidsambitie van de TU/e. De TU/e wil in 2015 klimaatneutraal zijn en in 2030 voor vijftig procent energieneutraal. Dat wil zeggen dat het in dat jaar vijftig procent van de benodigde energie zelf wil opwekken. Elektriciteit is vanaf 2012 voor honderd procent vergroend met Garanties van Oorsprong. Vanaf 2013 wordt aardgas voor 25 procent vergroend in de vorm van bosaanplant en bosbeschermingsprojecten. In 2015 is ook het aardgas geheel vergroend en is de TU/e daarmee klimaatneutraal. Om de energieambitie te behalen wordt ook actief ingezet op energiebesparing. De TU/e wil in 2020, vergeleken bij 2005, dertig procent energie besparen. Die besparing wordt als volgt bereikt: ● Twintig procent binnen de inrichting: vijf procent besparing in bestaande gebouwen en vijftien procent in de nieuwbouw in combinatie met de vermindering van het aantal vierkante meters. ● Tien procent buiten de inrichting: tien procent (CO2-reductie) in de vorm van mobiliteit. Voortdurende verbetering van de energie-efficiency is alleen mogelijk als er structureel aandacht aan wordt besteed via energiezorg. Energiezorg is het op structurele en economisch verantwoorde wijze uitvoeren van organisatorische, technische en gedragsmaatregelen om het gebruik van energie te minimaliseren. De TU/e heeft als basis voor het inrichten van energiezorg de norm NEN-EN 16001 als leidraad genomen. Deze norm specificeert eisen voor het inrichten, implementeren, onderhouden en verbeteren van een energiemanagementsysteem gebaseerd op de Plan-Do-Check-Act-cirkel van Deming.
ten vervangen door energie-efficiëntere motoren. De kasten krijgen ook hoogefficiente filters, die voor minder drukverlies zorgen en langer meegaan. De laboratoria en zuurkasten worden uitgerust met speciale regelbare luchtkleppen, waarmee het afzuigen van lucht kan worden afgesteld op het gebruik. TU/e investeert in totaal 3,6 miljoen euro in de installaties.
Ondernemend samenwerken De maatregelen vloeien voort uit een bijzondere samenwerking tussen de universiteit en Honeywell. ‘Wij werken sinds drie jaar met vijf vaste leveranciers voor het onderhoud en beheer van de campus. Het doel daarbij is om ondernemend samen te werken. Dat houdt in dat de leveranciers worden betrokken bij de doelstellingen die we voor de campus hebben, bijvoorbeeld op het gebied van milieu. We hebben aan hen voorgelegd hoe we de MJA3-afspraken kunnen oppakken. Honeywell kwam met het idee voor een Energie Prestatie Contract, waarmee het in de gezondheidszorg ervaring heeft’, vertelt Ronald van Nattem, hoofd Beheer en Onderhoud van de Dienst Huisvesting van de TU/e. De kern van het Energie Prestatie Contract is dat Honeywell de energiebesparende vernieuwingen uitvoert en het effect daarvan garandeert. Het bedrijf draagt het financiële risico als de besparing lager uitvalt. TU/e heeft zo de zekerheid dat de investering in een bepaalde tijd wordt terugverdiend. Aan de ondertekening van het contract ging zo’n jaar voorbereiding vooraf. Het begon met de introductie van het concept en de voordelen ervan bij alle betrokkenen. ‘Het is belangrijk om voldoende draagvlak te creëren. Niet alleen bij het College van Bestuur, dat het contract moet ondertekenen, maar ook bij de inkoopafdeling en vooral de gebruikers. De gebruikers ondervinden overlast tijdens de implementatie
34 MaintNL 05 – 2014
034_35_36_MM__NVDO-artikel.indd 34
20-05-14 14:53
FOTO’S: TU/E
De laboratoria en zuurkasten van het Helix-gebouw op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven worden uitgerust met speciale regelbare luchtkleppen, waarmee het afzuigen van lucht kan worden afgesteld op het gebruik.
en moeten de vernieuwde faciliteiten goed gebruiken om de continuïteit van de energiebesparing te waarborgen’, vertelt Richard Schoonderbeek, sales manager bij Honeywell Building Solutions.
Helix In het begin is ook direct het Helix-gebouw geselecteerd. Helix was een logisch eerste doelwit voor energiebesparing via een nieuwe aanpak, vertelt Van Nattem: ‘Het gebouw is één van de grootste energieverbruikers op de campus vanwege de luchtbehandeling voor de vele labruimtes. Hoewel we het nooit hadden bestudeerd, verwachtten we dat er grote besparingen mogelijk waren.’ Vervolgens is een quick scan gemaakt van het energieverbruik in Helix. Schoonderbeek: ‘We hebben bekeken welke maatregelen technisch mogelijk waren en of de investeringen en energiebesparingen tot een goede terugverdientijd zouden leiden. Daarmee hebben we een voorstel gemaakt en we hebben een Letter
of Intent opgesteld, die is ondertekend door Honeywell en het College van Bestuur.’ In de intentieverklaring staat een lijst voorwaarden op het gebied van financiën, milieudoelstellingen en veiligheid. Het College spreekt de intentie uit dat het de maatregelen die aan de voorwaarden voldoen, daad-
‘Het gebouw is één van de grootste energieverbruikers op de campus vanwege de luchtbehandeling voor de vele labruimtes.’
werkelijk zal uitvoeren. De volgende fase was het in detail uitwerken van de businesscase. Een speciaal samengestelde techniekgroep voerde vele
metingen uit in de luchtbehandelingskasten en laboratoria, en maakte een gedetailleerde analyse van de bezetting van het gebouw en het energieverbruik. ‘Een gespecialiseerde engineer heeft vervolgens de technische mogelijkheden voor verbeteringen uitgewerkt en berekend wat de effecten daarvan zijn. Daaruit volgde welke investeringen binnen de voorwaarden vielen’, zegt Schoonderbeek. Het resultaat was een pakket maatregelen om de luchthuishouding fors efficiënter te maken. Van Nattem: ‘We hebben alle elementen bekeken, maar alleen de maatregelen in de luchtbehandeling voldeden aan alle voorwaarden.’ De twee partijen hadden nu genoeg informatie om het EPC-contract op te stellen. Ook dat gebeurde in goed overleg. ‘Alleen dan is het een goede basis voor de uitvoering’, aldus Van Nattem. In het contract is vastgelegd welke besparingen Honeywell garandeert in besparingseenheden. Ook staat erin welke risico’s Honeywell draagt en hoe de monitoring en rapportage worden uitgevoerd. MaintNL 05 – 2014
034_35_36_MM__NVDO-artikel.indd 35
35
20-05-14 14:53
Duurzaam ondernemen en onderhoud
Het College van Bestuur heeft niet lang geaarzeld om het contract goed te keuren, zegt Van Nattem. ‘Belangrijk voor het College was onder meer dat de investering geen invloed heeft op de huisvestingskosten.’
Onderhoudskosten uitsparen Honeywell is nu druk bezig met de voorbereidingen. Het is een omvangrijke klus, waarbij in elke labruimte aanpassingen worden gedaan. Schoonderbeek: ‘Vooral de planning is cruciaal. Het is geen kantoorruimte, waar je iemand even kunt verhuizen. We moeten de planning een paar maanden van te voren bespreken en afstemmen met de faculteit.’ Honeywell zal in totaal ruim zevenhonderd nieuwe kleppen inbouwen. ‘Dit zijn speciale kleppen die in specifieke omgevingen, denk aan de farmaceutische industrie, ziekenhuizen, laboratoria, worden toegepast. Elke klep wordt op maat gemaakt voor de toepassing en locatie. Ook de logistiek in het project is van groot belang. Elke klep moet op de juiste plek worden geïnstalleerd, gedocumenteerd en gevalideerd. Anders heeft dat gevolgen voor de functionaliteit en de besparingen.’ De werkzaamheden duren tot eind dit jaar. Daarna zullen de resultaten meet- en zichtbaar moeten worden. De voordelen van de maatregelen beperken zich overigens niet alleen tot een lagere energierekening. Ook de operationele kosten dalen en de universiteit vermijdt andere investeringen. Zo gaan de filters langer mee, wat onderhoudskosten uitspaart. De aanpassingen in de drukregeling geeft de faculteit de mogelijkheid om zonder aanvullende investeringen extra onderzoeksopstellingen te plaatsen. Als de universiteit door de toename van het aantal studenten meer labruimtes nodig heeft, wordt een investering in een nieuwe luchtbehandelingskast vermeden. Tegelijk met de implementatie wordt boven-
In een Energie Prestatie Contract hebben de TU/e en Honeywell afgesproken om samen het energieverbruik van het Helix-gebouw van de faculteit Scheikundige Technologie te optimaliseren.
dien een deel van het groot onderhoud uitgevoerd. ‘De installatie is vijftien jaar oud. Door het vervangen van de motoren en filters wordt de levensduur van de luchtbehandelingskasten verlengd’, zegt Van Nattem. Een ander belangrijk aspect is de veiligheid van de mensen in de labs, die dankzij de nieuwe kleppen in de zuurkasten verbetert. ‘In de nieuwe situatie wordt er heel snel veel lucht weggezogen zodra iemand de zuurkast opent. Daardoor komen er minder dampen de labs in. Dat aspect bleek heel belangrijk voor de gebruikers van het lab. Dat en het feit dat wij daar zo’n grote bijdrage aan konden leveren, kwam eigenlijk als een extra toegevoegde waarde’, zegt Schoonderbeek.
Slimme ideeën Van Nattem is enthousiast over het Energie Prestatie Contract en de nieuwe vorm van samenwerking met een leverancier.‘Het is een heel andere aanpak. Normaal contrac-
ExPERIMENT MET LED-VERLICHTINg In het gebouw Helix, het onderkomen voor de faculteit Scheikundige Technologie van de TU/e, voert de universiteit een experiment met ledverlichting uit. De Dienst Huisvesting heeft becijferd dat de led’s een potentiële besparingswinst van 63 procent kunnen opleveren. De lopende pilot moet uitwijzen of dat ook gehaald wordt. Hierna komen ook de andere oudere panden op de campus aan de beurt. De nieuwe gebouwen zijn al van led-verlichting voorzien.
teer je een adviseur en schrijf je een aanbesteding uit. Je moet afwachten wat voor inschrijvingen je krijgt en of je het daadwerkelijk terugverdient. Nu zijn alle partijen bij het hele traject betrokken. Aan alle onderdelen werken mensen van ons en de leverancier samen. Dan kom je tot slimme ideeen.’ Een belangrijk aandachtspunt is wel dat de prijzen goed zijn. Van Nattem: ‘Omdat we werken met een beperkt aantal leveranciers, is het voor ons belangrijk dat wij de marktconformiteit van de aanbiedingen kunnen controleren. We hebben veel geïnvesteerd om te bekijken of de offerte marktconform is. We eisen daarom een volledig open en transparante begroting en inzicht in alle offertes van onderaannemers.’ Er is zeker nog ruimte voor verbetering, zegt Van Nattem. Hij zou graag zien dat ook de leveranciers onderling verder gaan in het “ondernemend samenwerken”. Dat is niet eenvoudig, erkent hij. ‘Je moet de risico’s, maar ook de krenten in de pap verdelen. Dat is moeilijker dan een traditionele hoofdaannemer-onderaannemerrelatie.’ Wellicht gaat dit beter in een volgende, nieuwe uitdaging: het sportcentrum op de campus. ‘We hebben de vijf leveranciers gevraagd om met voorstellen te komen om een EPC aan te gaan. We willen daar in de breedste zin naar kijken: het onderhoud van de sportvelden, verlichting, de verwarming van het zwembad, zonnecellen op het dak. De bedoeling is dat elke leverancier er vanuit zijn eigen specialisatie naar kijkt.’
36 MaintNL 05 – 2014
034_35_36_MM__NVDO-artikel.indd 36
20-05-14 14:53
n
Agenda
juni
september
5 juni Rotterdam www.deltavisie2014.nl
24 september Havenbedrijf, Rotterdam www.nvdo.nl
Deltavisie 2014
Kringbijeenkomst West
Ketenefficiëntie is de sterke troef van de Europese industrie. Hoe kan zij deze kaart optimaal uitspelen als antwoord op de schaliegasrevolutie in Amerika en de investeringen die daar naartoe gaan? Petrochem Platform brengt tijdens Deltavisie 2014 in kaart wat de winnende productieketens zijn in de Rijnmond en andere havengebieden. Hoe blijven zij overeind in het internationale geweld, en wat kunnen anderen daarvan leren? En hoe kunnen industriële ketens duurzame alternatieven aanbieden en zo nieuwe markten creëren? Deltavisie is het jaarlijkse evenement van het Petrochem Platform voor de industrie in Nederland en België.
NVDO Kring West deelt kennis over trends in ‘contractenland’ op woensdag 24 september bij het Havenbedrijf Rotterdam. Thema van deze bijzondere middag is: ‘Prachtig Contract!’ Vanaf 1 januari houdt Ballast Nedam alle droge infrastructuur in het Rotterdamse havengebied in stand. In totaal omvat het contract ongeveer 250 kilometer weginfrastructuur, de bovengrondse leidinginfrastructuur, de buitenruimte, de uitgeefbare terreinen, circa 6.700 lichtmasten en zo’n 8.000 bomen. Daarnaast voorziet het contract in een grootschalige aanpassing van de verlichting. Over 54 kilometer weg wordt ledverlichting aangelegd. Deze middag leggen beide partijen uit hoe dit contract tot stand is gekomen en wat daar allemaal voor nodig is geweest.
12 juni ERIKS Servicecenter, Ede www.nvdo.nl Nieuwe vormen van Magazijnbeheer NVDO Kring Gelderland organiseert een bijeenkomst met als thema: ‘Nieuwe vormen van Magazijnbeheer’. De tijd dat een fulltime magazijnbeheerder vanzelfsprekend was, is voorbij, maar de eisen aan het magazijnbeheer gaan alleen maar omhoog. Welke mogelijkheden zijn er en wat werkt er in de praktijk? Deze middag gaan we hier dieper op in met twee bijdragen uit de praktijk, van een leverancier en vanuit een Technische Dienst.
13 juni FloraHolland, Aalsmeer www.nvdo.nl
30 september t/m 3 oktober Jaarbeurs, Utrecht www.wots.nl World of Technology & Science De beurstitels Industrial Automation & Drives en Het Instrument zijn overgegaan in World of Technology & Science. Deze vierdaagse vakbeurs vindt plaats van dinsdag 30 september tot en met vrijdag 3 oktober en omvat bedrijven die hun producten en diensten in technologie presenteren. Ruim vierhonderd exposanten nemen deel aan deze beurs. De World of Technology & Science wordt gelijktijdig gehouden met Industrial Processing, Macropak en de Industrial European Dairy Show en is daarmee het grootste technologie-event van Nederland.
Studiedag ‘Insourcing of Outsourcing van Onderhoud?’ Insourcing of outsourcing van onderhoud? Welke is de juiste strategie? Voorheen zagen we een trend naar outsourcing. In de industrie betekende dit met name het zo veel mogelijk uitbesteden van de onderhoudswerkzaamheden en het beperken van de eigen technische dienst. Tijdens deze studiedag leert u de keuze te maken tussen insourcen en outsourcen op basis van de juiste criteria.
19 juni Locatie n.t.b. www.nvdo.nl Studiedag Visie op Onderhoudsstops Onderhoudsstops en turnarounds zijn essentiële onderdelen in een effectief onderhoudsbeleid. Bij deze stops komt een strakke projectplanning kijken. Tijdens de NVDO-studiedag wordt door de sprekers en publiek gezocht naar best practices, nieuwe ideeën en optimale samenwerking in de keten.
oktober 1 oktober Locatie n.t.b. www.imaintain.info/prestatie iMaintain, het Grote NVDO Prestatiemanagementcongres Op 1 oktober staat prestatiemanagement in de kijker. Prestatiemanagement vertaalt de visie, missie en strategie van een project, team of organisatie naar succesfactoren en acties. Sturen op die succesfactoren en constant monitoren van de effecten ervan, zorgt voor optimaal beheer van activiteiten en, nog belangrijker, van de prestaties van organisaties. Goed prestatiemanagement heeft positieve effecten op de totale keten van assetmanager tot toeleverancier. Een afwisselend en inhoudelijk programma belicht verschillende aspecten van goed prestatiemanagement: van wetenschappelijke onderbouwing tot ervaring uit de praktijk; van klantervaring tot contractduur. MaintNL 05 – 2014
037_MH_NVDO_agenda.indd 37
37
22-05-14 10:29
Onderhoud en gedrag
Denken en gedrag in beheer en onderhoud In een tijd waarin bedrijven en managementsystemen zich richten op prestaties, zijn het de mensen die deze prestaties waar moeten maken. Maar dat gaat niet vanzelf. Soms worden veranderingen niet opgepakt of is er tegenwerking. Toch zit juist bij de mensen veel kennis en energie als verborgen potentieel om verbeteringen door te voeren en tot betere prestaties te komen. Mark Oosterveer
De eerste Honderd Euro Maintenance Lunch van de NVDO stond onlangs in het teken van denken en gedrag als kritische succesfactor in beheer en onderhoud. Bij deze bijeenkomsten wordt in twee of drie lezingen dieper ingegaan op een bepaald thema. Bij deze editie in het Archeon in Alphen aan den Rijn deelden Reinoud Slot van Zhimble, Bert Visser van CoThink, Maarten Swinkels van NexStepp en Mark Hullegie van de Schiphol Groep hun visie en ervaringen rond het thema.
Fred Reinoud Slot ging in op de vraag hoe een omgeving gecreëerd kan worden die het meeste uit de mensen haalt. Dat deed hij met ‘Fred’ die op een onderhoudsafdeling werkt en een droom heeft. Fred droomt ervan dat de afdeling een soepel draaiende club van professionals is die met goed preventief onderhoud zorgt dat er geen ad hoc klussen gedaan hoeven te worden. Nu werkt hij met de beste reparatieclub die je je kunt wensen, maar hij droomt ervan om te werken met een instandhoudingsprogramma waarbij de juiste balans is gevonden tussen preventief en correctief onderhoud, afgestemd op de behoefte van het bedrijf. Daar is een gedragsverandering voor nodig en een andere manier van denken. Slot gaf een aantal voorbeelden. In plaats van zo snel mogelijk repareren wat kapot is, moet voortaan net zo lang gezocht worden tot de oorzaak van een storing is gevonden. In plaats van te denken ‘dan kan
de productie snel verder’ zou de gedachte moeten zijn ‘anders gebeurt het volgende keer weer’.
We have a dream Onder gedrag liggen diepere lagen. Net als bij een ijsberg is gedrag slechts de top. Daaronder liggen ‘Denken en Voelen’, ‘Waarden en Prioriteiten’ en op het diepste niveau ‘Vervulde en Onvervulde Behoeften’. Slot liet met voorbeelden uit zijn eigen praktijk zien hoe het werken aan vervulde en onvervulde behoeften bijdraagt aan gedragsverandering. Dat kan individueel en op groepsniveau. De universele behoefte van een team om samen iets te bereiken wat goed is en gewaardeerd wordt, kan worden ingezet om de wil aan te wakkeren in de groep. Slot gebruikt daar drie vragen voor. Waarom zijn jullie er als team, wat zou je trots maken om samen te bereiken en wat is dan NU belangrijk om te doen. En hoe ‘soft’ deze vragen misschien ook klinken, ze werken. Ook bij technisch georiënteerde teams. Door een gezamenlijk doel te stellen, een purpose, en te werken aan de belemmeringen die dat doel in de weg staan, wordt het verschil gemaakt. Daarbij hoort ook een aanpassing van de waarden binnen een bedrijf. Slot toonde daarvoor het model van het Barrett Value Centre, waarmee via een assessment kan worden bepaald wat persoonlijke waarden zijn, hoe die zich verhouden met de geldende cultuurwaarden binnen het bedrijf en welke gewenste cultuurwaarden als doel gelden. En zo komt Fred in een team terecht met dezelfde droom.
Open vragen dagen uit Dagvoorzitter Bert Visser liet met een doeltreffend voorbeeld zien hoe weinig creatief mensen denken bij het zoeken naar oorzaken. Op basis van (schijnbare) kennis en ervaring worden vaak gesloten vragen gesteld. Het risico is dat je snel vastzit in eigen denkpatronen, in plaats van door te graven tot de bron met open vragen. Daarmee kom je veel verder met het oplossen van problemen in plaats van snel conclusies te trekken op basis van wat je denkt te weten. Kinderen van een jaar of drie vragen de hele dag: ‘Waarom?’ Uit een onderzoek blijkt dat 98 procent van de kinderen uit die leeftijdscategorie zeer creatief zijn in het oplossen van problemen. Bij volwassenen is dat nog maar twee procent. Volwassenen denken namelijk vaak in vaste patronen. En het is de kunst om dat te veranderen.
Volwassenen denken vaak in vaste patronen. En het is de kunst om dat te veranderen. Plafond Maarten Swinkels pakte de draad verder op door in te gaan op stadia van ontwikkeling van een organisatie. De mate waarin organisaties in staat zijn om betrouwbaar vraagstukken aan te pakken is volgens Swinkels grofweg in vijf stappen te schalen: van pathologisch; wat kan het ons eigenlijk schelen, tot communicatief waarbij informatie, vertrouwen en verantwoordelijkheid de basis zijn van een veerkrachtige en effectieve organisatie. Veel bedrijven zitten halverwege de schaal. Ze blijven reactief hangen op het niveau van branden blussen. Dit geldt ook voor veel van de bezoekers van de bijeenkomst. Het is voor bedrijven moeilijk om de volgende stap te maken naar een
38 MaintNL 05 – 2014
038_39_MU_NVDO-artikel.indd 38
20-05-14 15:01
Om veranderingen in organisaties door te voeren, is gedrag een van de kritische succesfactoren. Het werken aan vervulde en onvervulde behoeften draagt bij aan gedragsverandering.
proactieve organisatie. Het lijkt wel of er een glazen plafond zit. De enige remedie is dat ze een ommezwaai moeten maken in denken en doen. Het is dan onvoldoende om verder te investeren in nog betere systemen en procedures. Belangrijker wordt het om aan een cultuur te werken waarin respect voor elkaar, onderling vertrouwen en veerkracht centraal staan. En dat is ook een ommezwaai van een focus op ‘Welke problemen of risico’s kunnen er plaatsvinden’ naar ‘Welke achterliggende gedragspatronen leiden tot die problemen en risico’s’.
Bagage Mark Hullegie bracht met zijn case, als voormalig leidinggevende bij de bagageverwerking voor de Schiphol Groep, de eerdere boodschappen bijeen. De technische omgeving van de bagageverwerking op Schiphol is nagenoeg onzichtbaar. Veel van de systemen zijn ondergronds. En hoewel er
bijna tweeduizend mensen werkzaam zijn, lijkt het een goed bewaard geheim. Hullegie besprak de overdracht van een nieuwe hoofdader voor bagagevervoer tussen alle gebouwen van Schiphol, Project Backbone, naar de afdeling beheer. Parallel aan de ambitie van Schiphol om ‘Europe’s Preferred Airport’ te zijn, moesten de mensen die het beheer op de Backbone verzorgen meer klantgericht worden. En dat was niet eenvoudig. Binnen het team waar Hullegie leidinggevende was, heerste een aantal gevoelens. Die liepen uiteen van onzekerheid en een Calimero-gevoel tot tegenzin en onbegrip. Om het team beter uit de verf te laten komen, moest Hullegie met zijn mensen veranderen. En daarvoor noemde Hullegie twee belangrijke drivers. Je komt in de knel of de toekomst roept. Hullegie stond voor de taak om de mensen uit vrije wil zin in de toekomst te laten hebben. Een belangrijke
stap in dat proces, was de houding van Hullegie zelf. Hij is anders naar zijn eigen rol gaan kijken en is voor zijn team gaan staan. En dat was merkbaar. In plaats van discussies met andere teams, voerde hij nu discussies met de hogere managementlagen. Met het team waar Hullegie nu duidelijk voor stond, heeft hij op eigen initiatief een sessie op locatie georganiseerd. Zonder externe consultants heeft Hullegie zich kwetsbaar opgesteld en is hij samen met het team op zoek gegaan naar de waarden binnen het team en een richting om gezamenlijk op een hoger plan te komen. En met resultaat. De betrokkenheid van de collega’s nam na de sessie sterk toe. Ook het zelfvertrouwen van de groep steeg en de samenwerking is verbeterd. Hullegie heeft door het denken en doen het gedrag van zichzelf en zijn team kunnen veranderen. Daarbij hebben openheid, informatie en vertrouwen een belangrijke rol gespeeld. n MaintNL 05 – 2014
038_39_MU_NVDO-artikel.indd 39
39
20-05-14 15:01
Duurzaam ondernemen en onderhoud
Reststromennet zoekt investeerders De bedrijven in het industriegebied van Moerdijk experimenteren al een tijd lang met het uitwisselen van reststromen. Met name het gebruik van hoogwaardige restwarmte biedt vele mogelijkheden en de pilots op dit gebied zijn dan ook geslaagd. Tijd voor opschalen dus. Maar dat blijkt een stuk lastiger. Men is dan ook naarstig op zoek naar een private partij die het beheer en onderhoud van het reststromennetwerk voor zijn rekening wil nemen. David van Baarle Op het industrieterrein van Moerdijk staan grote bedrijven zoals Shell Chemicals, Tetrapak en CNC maar ook een keur aan klei nere bedrijven. Veel van deze bedrijven zijn energiegrootverbruikers en hebben reststro men die voor andere bedrijven nog best
interessant kunnen zijn. Helaas wordt nog veel energie in de vorm van warmte wegge gooid en dat is in het kader van de duurzame bedrijfsvoering die de bedrijven nastreven niet wenselijk. In 2012 riepen de gemeente Moerdijk, Havenschap Moerdijk, Bedrijven
MOErDIjk Het industrie- en haventerrein Moerdijk is strategisch gelegen aan het Hollandsch Diep tussen de wereldhavens van Rotterdam en Antwerpen, in de Rijn Schelde Delta. Er komen goederen vanuit de gehele wereld aan en vertrekken vanuit hier ook weer naar vele bestemmingen. De haven van Moerdijk is in Nederland een zeehaven die het meest inlands gelegen is. Vanaf de Noordzee is Moerdijk in circa 3,5 uur varen bereikbaar.
kring Industrieterrein Moerdijk (BIM) en de provincie ZuidHolland dan ook het project Energyweb XL Moerdijk in het leven. Of eigen lijk was het project een herstart van een al eerder ingezet traject van optimale benutting van reststromen. Uit studies naar de moge lijkheden van het uitwisselen van reststro men was namelijk al gebleken dat rest stroomuitwisseling mogelijk was tussen bedrijven op het haven en industrieterrein, maar ook in de nabije omgeving. De potentie van het project is zeer groot: met het gebruik van reststromen besparen de bedrijven op het industrieterrein volgens de berekeningen jaarlijks zo’n dertig miljoen kubieke meter aardgas en 57 kiloton CO₂, aldus Geert Weijers, bestuurslid van BIM.
Pilots De onderzoekers hebben inmiddels drie clusters aangewezen die de meeste poten tie hebben: Middenweg, Spiepolder en Logistiek Park Moerdijk. Voor het realiseren en exploiteren van deze clusters is echter een aparte private organisatie nodig met, naar verwachting, in de beginfase zeker nog betrokkenheid van de overheid. En daar ontstaat de uitdaging voor het samenwerkingsverband. ‘Op papier is uit wisseling van reststromen logisch en niet heel complex’, zegt Weijers. ‘De pilots zijn dan ook zonder significante problemen ver lopen. Als twee bedrijven besluiten energie uit te wisselen omdat de één een overschot heeft dat de ander kan gebruiken, zullen ze het onderling wel eens worden. Maar nu we de activiteiten willen opschalen, lopen we tegen allerlei uitdagingen aan. Zo moeten bijvoorbeeld leidingen over grond van het
Voor het realiseren en exploiteren van de clusters is een aparte private organisatie nodig. 40 MaintNL 05 – 2014
040_41_MN__NVDO-artikel.indd 40
20-05-14 14:53
De bedrijven in het industriegebied van Moerdijk experimenteren al een tijd lang met het uitwisselen van reststromen. Maar de opschaling blijkt nog niet zo makkelijk te zijn.
havenschap lopen of soms zelfs over andere bedrijfsterreinen. Bovendien veranderen de eisen bij een commerciële samenwerking. Men moet het eens worden over tarifering en afnemers willen vaak wel garanties op de levering van warmte. Daarbij komt nog dat de infrastructuur en bijbehorende assets ook moeten worden beheerd en onderhou
‘Op papier is uitwisseling van reststromen logisch en niet heel complex.’ den. Vandaar dat we op zoek zijn naar een commerciële partij die dit soort operationele zaken voor zijn rekening wil nemen. Het havenbedrijf heeft in het voortraject het voortouw genomen, maar wil niet volledig de
risico’s dragen. Dat wil niet zeggen dat de initiatiefnemers zich helemaal terugtrekken, maar een publiekprivate samenwerking is wel noodzakelijk.’
Gefaseerd Naast de drie genoemde clusters, zijn er nog twee al operationele clusters: Appelweg en Westelijke randweg, die het nieuwe bedrijf zou kunnen bedienen. Over de ter mijn waarop het project vorm moet krijgen, kan Weijers nog niet heel specifiek zijn. ‘In december 2013 startten we een onderzoek naar het benodigde organisatiemodel en volgde een marktoriëntatie bij relevante bedrijven. Daarna stelden we een plan van aanpak op dat voorziet in een gefaseerde ontwikkeling. In de eerste fase kijken we naar de resultaten van de marktoriëntatie en hopen we een globaal beeld te krijgen van een mogelijk organisatiemodel en een
BEDrIjVENkrING INDUSTrIETErrEIN MOErDIjk De Bedrijvenkring Industrieterrein Moerdijk (BIM) is een vereniging. De leden zijn de binnen het industrie- en haventerrein Moerdijk gevestigde bedrijven. Meer dan negentig procent van de gevestigde bedrijven is lid van deze vereniging. Het doel van de vereniging is het behartigen van de belangen van de leden in de meest ruime zin van het woord. De vereniging organiseert één maal per kwartaal een bijeenkomst voor haar leden. Tijdens deze bijeenkomsten wordt informatie gegeven over actualiteiten op het industrie- en haventerrein. Verder worden sprekers uitgenodigd die de aanwezigen informeren over relevante onderwerpen.
set van kaders. Op basis van deze resulta ten zullen de betrokken partners moeten besluiten of de inzet bij marktpartijen vol doende perspectief biedt om tot een suc cesvolle aanbesteding te kunnen komen.’ Weijers verwacht dat rond de zomer een gezamenlijk besluit zal worden genomen. ‘Als de partners de plannen zien zitten, kan dan de aanbesteding worden voorbereid. In dat geval kunnen we in het najaar de defini tieve beslissing nemen.’
Tijdelijke oplossing Hoe hoog de urgentie is, blijkt wel uit de tussentijdse oplossing voor de stoomvraag op de locatie Middenweg, Weijers: ‘Één van de betrokken bedrijven heeft in de tweede helft van 2014 al stoom nodig. Omdat dat nog niet vanuit het verduurzaamheidsplan voorhanden is, bouwt een private partij momenteel een stoomketel en een bijbeho rend stoomnet. Als het centrale stoomnet klaar is, zou die ketel als backup kunnen functioneren.’ Men hoopt dat het beheer en onderhoud aan dit stoomnet uiteindelijk ook zal wor den overgenomen door de nieuwe entiteit. Weijers: ‘De bedrijven die betrokken zijn bij de pilots zijn niet alleen kostenbewust, maar dragen ook allemaal duurzaamheid hoog in het vaandel. Ook bij de opschaling prevaleert de ecologische winst boven de economische. Nu is het tijd voor een partij die zijn nek durft uit te steken om te inves teren in het reststromennet.’ n MaintNL 05 – 2014
040_41_MN__NVDO-artikel.indd 41
41
20-05-14 14:53
Snel op weg met kostenramingen
DACE Prijzenboekje met online richtprijzen voor industriële procesinstallaties Praktisch en onmisbaar bij • Raming van projecten • Kostenafweging van alternatieve uitvoeringen • Toetsing van offerteprijzen • Vergelijking eigen prijzen met marktprijzen DACE Price Booklet is nu ook te raadplegen via de website www.dacepricebooklet.com! De 30e editie van het DACE Prijzenboekje bestaat vanaf nu naast vertrouwde boekje ook uit een website, www.dacepricebooklet.com, als waardevol hulpmiddel bij het samenstellen van uw kostenramingen voor industriële procesinstallaties. U vindt richtprijzen voor vrijwel elk onderdeel van een procesinstallatie. Specifieke kosteninformatie wordt gegeven voor procesapparatuur, pijpleidingmateriaal, elektrotechniek, instrumentatie, schilderwerk, isolatie en bouwkunde.Tevens bevat het kengetallen per m2 oppervlakte voor productie-, magazijn-, kantooren laboratoriumgebouwen en bouwdeelprijzen voor bouwkundige, installatietechnische en civieltechnische componenten. De richtprijzen reflecteren werkelijk gemaakte kosten en zijn niet slechts een afspiegeling van catalogusprijzen. DACE Prijzenboekje / Price Booklet en website wordt verzorgd door leden van de DACE Special Interest Group Cost Engineering Process Industry, kostendeskundigen die actief betrokken zijn bij investeringsprojecten en midden in de praktijk staan. Ga voor uw bestelling of een abonnement naar www.bimmedia.nl/prijzenboekje of www.dacepricebooklet.com of bel 070 304 66 77
042_BIM.indd 1
20-05-14 10:29
Maintenance Academy
Nadenken voordat je iets gaat doen Een bedrijf heeft een asset managementsysteem ingevoerd en zich laten certificeren. De scope van de certificering beperkte zich tot de afdeling asset management. Het lag in de bedoeling om asset management bedrijfsbreed in te voeren, maar er bleek nogal wat weerstand te bestaan in de lagere regionen van het bedrijf. Wat nu? Goede raad bleek uiteindelijk niet eens zo heel duur, want het is een onderwerp dat zich bij uitstek leent voor preventief denken. Erik Rensen, BraintainER en partner NVDO Maintenance Academy
Preventief denken betekent gestructureerd de juiste vragen stellen, oplossingen identificeren, de consequenties van die oplossingen in kaart brengen en weer nieuwe vragen stellen, opnieuw oplossingen zoeken en alweer consequenties nagaan. Preventief denken betekent: ‘nadenken voordat je iets gaat doen’. Niet zo geliefd bij sommige managers, want het lijkt op een gebrek aan daadkracht. Maar elk wéldenkend mens weet dat een goede voorbereiding het halve werk is.
Gegevens Terug naar het bedrijf. Veel mensen in onderhoud en productie zagen asset management als een zeer administratief
systeem, met ingewikkelde methoden en zonder al te veel toegevoegde waarde voor hun dagelijks werk. Met Preventief Denken stel je dan de vraag: ‘waarom denken die mensen dat?’ En het antwoord van de asset managers was: ‘omdat ze het niet begrijpen en de reikwijdte niet overzien.’ Dat is in het kader van Preventief Denken natuurlijk niet zo’n best antwoord. Mensen in onderhoud konden aantonen dat zij sinds de invoering van asset management veel meer gegevens moesten aanleveren dan vroeger. Gegevens waarover zij niet beschikten. Al jaren hadden zij aangegeven dat technische documentatie niet op orde was en dat dit onder meer productiviteitsverlies veroorzaakte. De mensen die de documenta-
PrEVENTiEF DENkEN De NVDO organiseert op 25 en 26 september weer de cursus Preventief Denken. Deze cursus is gebaseerd op het idee van High Reliability Maintenance. Daarin worden bedrijfszekerheid van installaties en organisatorische betrouwbaarheid geïntegreerd. In Preventief Denken gaat het om het vinden van de juiste balans tussen anticiperen/voorkomen en het adequaat kunnen omgaan met incidenten die niet voorzien zijn. Tijdens deze intensieve tweedaagse cursus leert u een goed inzicht te krijgen in de belangrijkste aspecten van en methoden/technieken voor optimaal onderhoud van installaties. Gezamenlijk wordt een visie op de problematiek ontwikkeld en u kunt vervolgens in uw bedrijf op een meer systematische en gezamenlijk doordachte manier aan de slag met wat u geleerd heeft. Meer weten? Kijk op www.nvdo.nl
tie bijhielden, waren enkele jaren geleden wegbezuinigd. Het was nu aan monteurs en werkvoorbereiders om dat te doen. Maar zij hadden daarvoor onvoldoende tijd. Adequaat Preventief Denken had dit probleem waarschijnlijk kunnen voorkomen. Omdat goed en veilig gebruik en onderhoud van installaties sowieso vraagt om goede documentatie, is een project gestart om de installatiegegevens weer terug op orde te brengen. Dat had natuurlijk niets met een geformaliseerd asset managementsysteem te maken. Maar dankzij dat systeem kregen monteurs en asset managers wel de beschikking over de gevraagde gegevens.
Risico’s Nog een voorbeeld van hetzelfde bedrijf: het risicomanagementsysteem. Een juweel van volledigheid en precisie. Alweer hadden de mensen gelijk: het systeem was zeer administratief opgezet en buitengewoon complex geworden. De oorzaak van de complexiteit bleek snel gevonden. Asset managers bleken heel vindingrijk in het identificeren van allerlei risico’s en risicoscenario’s. Maar meer dan zeventig procent van de geïdentificeerde risico’s bleek te bestaan uit onzekerheden. Preventief Denken leert dat we het optreden van onverwachte gebeurtenissen niet kunnen verhinderen. Je moet ze tijdig zien aankomen en adequaat handelen. Dat vraagt vooral om een specifieke bedrijfscultuur en niet om een handboek. Het handboek is inmiddels gereduceerd tot een tiental pagina’s. En FMECA bleek ineens wél geschikt voor het analyseren van échte met assets verbonden risico’s. Want al die onzekerheidsscenario’s waren met FMECA moeilijk te analyseren geweest. Om goed om te gaan met onverwachte gebeurtenissen is inmiddels veel gedaan aan een verandering van bedrijfscultuur. Want dat is ook Preventief Denken. n MaintNL 05 – 2014
043_MT__NVDO-artikel.indd 43
43
20-05-14 14:53
Nieuws
CBS: industrie verwacht meer te investeren Uit de voorjaarsmeting van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is gebleken dat ondernemers in de industrie dit jaar negen procent meer verwachten te investeren dan in 2013. De investeringsverwachtingen voor 2014 blijken echter sterk te fluctueren bij de diverse bedrijfstakken. Dit heeft het CBS bekendgemaakt. De grootste stijging in de investeringen wordt verwacht in de voedings- en genotmiddelenindustrie, metaal-elektro-industrie en bij de raffinaderijen en chemie. Het leeuwendeel (meer dan 85 procent) van de investeringen in de industrie vindt plaats binnen deze drie bedrijfstakken. Ondernemers in de overige industrie en de papier- en grafische industrie verwachten minder te investeren dan in 2013. In 2013 hebben de ondernemers in de industrie voor 7,2 miljard euro geïnvesteerd. Dit
is 2,5 procent minder dan een jaar eerder. De grootste daling van 0,5 miljard euro trad op bij de raffinaderijen en chemie. De grootste stijging trad op in de voedings- en genotmiddelenindustrie. De conclusies over de verwachte investeringen zijn het resultaat van een steekproefonderzoek dat het CBS twee keer per jaar houdt onder bedrijven in de industrie. De voorjaarsmeting wordt in februari uitgevoerd, de najaarsmeting in september. Daarbij vraagt het CBS naar de totale aanschafwaarde van de materiële vaste
activa, die in het lopende of komende kalenderjaar op basis van eigendom in gebruik zijn of worden genomen. De hoogte van investeringen fluctueert sterk in de tijd. Ook investeringsverwachtingen kunnen aan schommelingen onderhevig zijn. Zo kunnen bedrijven in de loop van het jaar hun verwachtingen bijstellen omdat ze besluiten investeringsprojecten te annuleren, uit te stellen of juist versneld uit te voeren. Daarnaast kan de datum van oplevering van de materiële vaste activa verschuiven.
Logistiek vastgoed omvang van 23,4 miljoen vierkante meter Nederland heeft meer logistiek vastgoed dan verwacht. de opname nog 2,3 in miljoen vierkante meter. De Nederlandse Vereniging van Makelaars komt tot een Vooral de huurmarkt deed het slecht. In totaal werd er in volume van 23,4 miljoen vierkante meter. 2013 bijna twintig procent minder vierkante meters De leegstand van de distributiecentra en opslagruimten bedrijfsruimte verhuurd dan in 2012. De verkoop van (zowel koop als verhuur) liep in 2013 op tot twaalf pro- bedrijfsruimte lag eveneens lager, maar daalde minder cent. De oorzaken van de toename moeten zowel gezocht sterk. Er was met name minder vraag naar grote objecten. worden in de zwakke economie als in de sterke groei van In het segment vanaf 10.000 vierkante meter werd vijftig de voorraad. Het aanbod op de Nederlandse markt voor procent minder vierkante meters verhuurd. In het bijzonproductie en logistieke ruimten is voor het vijfde jaar op der de opname van logistiek vastgoed, dat in deze grootrij toegenomen. Dit ondanks het toegenomen vertrouwen tecategorie sterk vertegenwoordigd is, lag aanzienlijk lager van ondernemers in 2013 en het feit dat de Nederlandse dan in 2012. In totaal werd er bijna een derde minder economie voorzichtig uit de recessie kwam. Ultimo 2013 logistiek vastgoed door de markt opgenomen dan in het stond ongeveer 12,6 miljoen vierkante meter bedrijfs- jaar ervoor. ruimte te koop of te huur tegen 12,2 miljoen vierkante De huurprijzen van bedrijfsruimte lieten in 2013 een vermeter een jaar eerder. Vrijwel alle provincies zagen het dere daling zien. Bedroeg de gemiddelde huurprijs per aanbod op de bedrijfsruimtemarkt stijgen. Vooral het vierkante meter in 2012 nog 48 euro, in 2013 is deze aanbod van logistiek vastgoed nam in 2013 sterk toe. Dit gedaald tot 46 euro. Voor nieuw gebouwde bedrijfsruimblijkt uit een analyse van de bedrijfsruimtemarkt. ten lagen de prijzen wel iets hoger dan in het voorgaande Zowel in aantal objecten als in vierkante meters gemeten jaar. Ook de gemiddeld gerealiseerde koopsom van groeide het aanbod sterker dan in voorgaande jaren. De bedrijfsobjecten (exclusief beleggingsobjecten) daalde in toename van het aanbod kwam voor een groot deel voor 2013 met 6,5 procent. Ten opzichte van de jaren rekening van de logistieke markt. Het aanbod van logis- 2007/2008, toen de koopprijzen van commercieel vasttieke ruimte steeg in 2013 met zeventien procent tot ruim goed op hun hoogste niveau lagen, hebben bedrijfsobjec2,9 miljoen vierkante meter. De verklaring voor het toe- ten ongeveer een derde van hun waarde verloren. genomen aanbod is de recessie. Door het lage consumen- Door toegenomen interesse uit het buitenland van met tenvertrouwen, een hoog aantal faillissementen en de name Noord-Amerikaanse beleggers werd er in 2013 moeizame economische situatie van de afgelopen jaren, bijna twee keer zoveel in bedrijfsruimte belegd als in nam de vraag naar bedrijfsruimte af. De opname kwam in 2012. In totaal wisselde voor ongeveer 580 miljoen euro 2013 uit op 2 miljoen vierkante meter, de laagste opname aan bedrijfsruimte van eigenaar. Distributiecentra in het sinds het uitbreken van de kredietcrisis. In 2012 bedroeg bijzonder waren vorig jaar populair.
44 MaintNL 05 – 2014
044_45_MJ_NVDO_neuws.indd 44
20-05-14 14:52
Nieuws
Opnieuw meer vraag naar technici Op landelijk niveau is de vraag naar hoogopgeleide technici opnieuw gestegen; wel zijn duidelijke regionale verschillen waarneembaar in de vacatureontwikkeling. Ten opzichte van het eerste kwartaal 2013 is de vraag naar hoogopgeleide technici gestegen met dertien procent. De regio Eindhoven vormt hierop een uitzondering. Hier daalde het aantal vacatures met zeven procent. Dit blijkt uit de analyse ‘Trends en ontwikkelingen op de technische arbeidsmarkt over het eerste kwartaal van 2014’ van NVDO-lid Yacht. Opmerkelijk is de sterke groei in vraag in het westen van het land. In de regio’s Amsterdam en Rotterdam steeg de vraag naar technici met respectievelijk 37 en 26 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van vorig jaar. De vraag naar technici in de regio Amsterdam overstijgt nu die van de regio Eindhoven, die als vanouds de grootste behoefte kent. De daling in de vacatureontwikkeling in Eindhoven is te verklaren door een heroriëntatie op ontwikkelprogram-
ma’s bij enkele grote spelers in de regio waardoor er minder behoefte is aan ontwikkeling- en innovatiecapaciteit. Deze heroriëntatie vloeit voort uit een veranderde klantvraag. De gevolgen van deze heroriëntatie zijn te zien in een daling van het aantal vacatures voor designers bij de omvangrijke keten van toeleveranciers van producten en diensten. De groei in de regio’s
Controle kleine bouwlocaties door Inspectie SZW De Inspectie SZW (van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) gaat in de maand mei intensief controleren of ladders, trappen en rolsteigers op kleinere bouwlocaties veilig en goed worden gebruikt. Jaarlijks gebeuren er met deze alledaagse arbeidsmiddelen op bouwterreinen nog steeds veel ongevallen. Gemiddeld komen daarbij vijf mensen om het leven en houden tientallen bouwvakkers blijvend letsel over door een val van een ladder of steiger. Het is niet de eerste keer dat de Inspectie zo’n gerichte controle uitvoert. Bij een gelijksoortige actie vorig jaar bezocht de Inspectie 487 bouwlocaties in diverse binnensteden. Op 77 procent van deze kleine bouwlocaties werd toen onveilig gewerkt met steigers, ladders en trappen. Onvoldoende veiligheidsbesef en te weinig kennis van een goede opbouw en gebruik van deze arbeidsmiddelen is volgens de Inspectie een belangrijke oorzaak van het grote aantal overtredingen. De komende inspectieronde vindt plaats in het hele land. Vooral kleine(re) bouwlocaties in de binnensteden worden bezocht. Het gaat dan om nieuwbouw, verbouw, onderhoud en reparatie door bouw- en aannemingsbedrijven, schilders en installateurs. Dit jaar wordt ook extra gekeken naar het aanbrengen en onderhouden van zonnepanelen op daken. Daarbij waren in 2013 vier doden te betreuren. Als er onveilige situaties worden aangetroffen, zullen de inspecteurs het nemen van passende maatregelen afdwingen, zodat er veilig gewerkt wordt. Ze kunnen daarbij een waarschuwing geven, een boete uitdelen of werkzaamheden stilleggen.
Amsterdam en Rotterdam is het gevolg van fors hogere investeringen door bedrijven in onderhoudsprogramma’s. De laatste jaren zijn deze investeringen achtergebleven. Nu wordt er een inhaalslag gemaakt, met als gevolg een forse stijging in vacatures voor engineers en projectleiders. ‘De grootverbruiker Eindhoven lijkt hiermee een pas op de plaats te maken, wat niet betekent dat de boel daar stilstaat; ook daar blijft de vraag hoog’, aldus Hilbrand van der Kooi, competence director Technology bij Yacht. De nadruk in de vacatureontwikkeling binnen het vakgebied techniek ligt op dit moment op realisatie en minder op ontwikkeling en innovatie. De totale vraag naar designers stabiliseert op hetzelfde hoge niveau als een jaar geleden, terwijl de vacatures voor engineers en technisch projectleiders verder gestegen zijn met respectievelijk twaalf en negentien procent. ‘Hiermee neemt de druk op de schaarse groep engineers met een werktuigbouwopleiding sterk toe, ontwikkelen van nieuw talent is dus het devies’, aldus Van der Kooi. Het is van groot belang om de rol die Nederland nu speelt op het vlak van ontwikkeling en innovatie te koesteren om de concurrentiepositie van Nederland zeker te stellen. De lobby vanuit de overheid en het bedrijfsleven om Nederland als hightech land neer te zetten is dan ook een goede zaak. MaintNL 05 – 2014
044_45_MJ_NVDO_neuws.indd 45
45
20-05-14 14:52
De vloer op
Treinmonteur doet elke dag iets anders In teams van dertig man onderhouden monteurs van NedTrain op de locatie in Onnen (Groningen) dubbeldekkers en Intercity’s. De werkzaamheden wisselen en gaan van het vervangen van remvoeringen tot het inspecteren van airco-installaties. Leerling-monteur Houke Voortman laat op de werkvloer zijn wat hij en zijn collega’s daadwerkelijk doen op een gemiddelde dag. Ingrid Rompa
De hal van NedTrain in Onnen is ruim en licht. Op de sporen staan vijf treinen gebroederlijk naast elkaar. Het zijn dubbeldekkers en ICM’s (Intercitymaterieel). Wat meteen opvalt, is het feit dat er goed wordt gelet op de veiligheid van bezoekers én personeel. Bezoekers krijgen een locker voor hun spullen en worden vriendelijk verzocht veiligheidsschoenen en een fluorescerend hesje aan te trekken. De veiligheidshelm moet ook mee wanneer men de werkvloer betreedt. Leerling-monteur Houke Voortman opent zijn iPad om te zien welke taken hij vandaag heeft gekregen. ‘Alles staat hier in’, licht hij toe. ‘Dat wisselt per dag. Met de planning wordt er rekening mee gehouden dat je niet altijd dezelfde werkzaamheden verricht. Als je altijd hetzelfde doet, ga je dingen missen.’ Er wordt in vijf ploegendienst gewerkt: twee dagen vroeg, twee dagen laat, twee nachten en dan vier dagen vrij. Onze week duurt dus eigenlijk tien dagen in plaats van zeven. Je moet daar wel rekening mee houden in je
sociale leven. Soms is dat wat lastig.’ De onderhoudsmonteurs hebben allemaal een eigen werkkist. Ook zij dragen veiligheidsschoenen en een helm. ‘Kijk uit’, waarschuwt een collega. ‘Ik laat dit gevaarte straks zakken.’ Even later stapt de elektromonteur in het oranje stalen bakje, laat het automatisch omhoog gaan en verdwijnt bovenop de trein. ‘De elektromonteur controleert de installatie op het dak van de trein’, vertelt Voortman. ‘Hij zit vast met een valbeveiligingsgordel. Dat soort werk doe ik ook. Je moet er dan op letten of de stroomafnemer of andere onderdelen versleten zijn. Als die niet meer voldoen aan de eisen, dan moet je die vervangen. Het leukste werk vind ik het mechanische, dus koppelingen en draaistellen. Je bent dan echt aan het sleutelen.’
Koppeling controleren
Vandaag is een goede dag. Voortman mag de koppeling controleren van een ICM en als er mankementen aan zijn, moet hij deze
PROFIEL Naam: Leeftijd: Opleiding: Bedrijf: Functie: Soort werkzaamheden: Teamgrootte:
Houke Voortman 23 jaar TechniekFabriek NedTrain Leerling-monteur mechatronica Controleren en onderhouden van treinen 30 man
repareren. Maar eerst loopt hij samen met een collega het onderstel van de trein na. Terwijl hij praat, trekt hij zijn werkhandschoenen aan. ‘Mijn collega loopt onder de trein door en ik check de zijkanten. We moeten nu drie bakken doen. Zo noemen wij de delen van de trein.’ De onderhoudsmonteurs gebruiken allebei een zaklantaarn en schijnen hiermee tussen alle onderdelen. Ze drukken op knoppen, tikken op onderdelen, doen deuren open en dicht. Voortman noteert nauwkeurig alle mankementen, zodat iedereen later kan zien wat er moet gebeuren. ‘Soms heb je een lange lijst; de andere keer is het bijna niets. Deze lijst leggen we op ‘de lessenaar’, het bureau van de monteurs op de werkvloer. Iedereen heeft zijn eigen werk in de iPad staan en als ze daarmee klaar zijn, kijken ze wat er hier nog op de lijst staat. Nadat ze het hebben uitgevoerd wordt het afgestreept. Vervolgens worden de klussen in de iPad ingevoerd, waarbij omschreven is welke herstellingen zijn verricht. Ik ga nu eerst de koppeling doen. Daarna moet ik de remvoering verwisselen.’
TechniekFabriek
Voortman heeft Mechatronica niveau 2 gedaan aan de TechniekFabriek, de onderhoudsvakschool van NedTrain. In de TechniekFabriek worden leerlingen - in samenwerking met de ROC’s van Twente en Amsterdam - opgeleid tot junior monteur mechatronica. Dat gebeurt binnen NedTrain op twee leerlocaties in Amsterdam en Zwolle en in de dagelijkse operatie. Er is veel belangstelling voor de opleiding. ‘In mijn eerste jaar was de TechniekFabriek pas nieuw. Ze hebben toen 25 leerlingen aangenomen in Zwolle en 25 leerlingen in Amsterdam. Ze hadden echter meer dan driehonderd aanmeldingen. Gelukkig ben ik aangenomen. De baangarantie spreekt mensen erg aan, denk ik. Dat heeft bij mij
46 MaintNL 05 – 2014
046_47_49_ML__NVDO-artikel.indd 46
20-05-14 14:52
FOTO’S: JAN KANNING
Houke Voortman: ‘We hebben met z’n allen hetzelfde doel voor ogen binnen NedTrain en dat is heel prettig.’
ook meegespeeld. Je hebt een baangarantie bij NedTrain als je alles haalt en je houding en gedrag goed zijn. Bovendien is de opleiding een beetje theorie en veel praktijk en dat is ook interessant voor veel jongeren.’ De TechniekFabriek duurt in totaal twee jaar. ‘Ik ben begonnen in september 2012. Het eerste jaar ga je vooral naar de leerlocaties. Dat was in Zwolle in een oude werkplaats. Hierbij komt van alles aan bod: bankwerken, metaal, elektrotechniek, pneumatiek. In dat eerste jaar heb je ook vier keer twee weken stage. De eerste was een oriënterende stage, daarna volgen stages op een servicebedrijf (locatie op de stations, red.), een onderhoudsbedrijf en een revisiebedrijf. Vervolgens moet je een keuze maken. Mijn keuze was onderhoudsbedrijf Onnen.’ Het tweede jaar wordt alles omgedraaid. ‘Dan ga je vier keer twee weken naar de leerlocatie en voor de rest werk je in de operatie. Ik ben iets eerder klaar, want ik liep in het eerste jaar ver voor.
Mijn diploma heb ik al op zak, dus ik hoef niet meer naar de TechniekFabriek.’ Voor de dubbeldekker heeft hij inmiddels de materieelmodule gedaan. ‘Je werkt dan met een stagekaart waar alle werkbeschrijvingen op staan die je moet kunnen uitvoeren. Je wordt daarop getoetst door een manager, een docent en een examinator. Nu ben ik bezig voor Intercitymaterieel. Dat zijn weer andere werkzaamheden. Ik wil in de toekomst nog wel verder leren en opklimmen. Als ik ooit de kans krijg, dan doe ik het. Ik zit hier echt op mijn plek.’
Trots
Voortman laat vol trots de werkplaats in Onnen zien. ‘Dit is de draaistelafdeling. Dat spoor noemen we het aardwind. Hier worden draai- en wielstellen onder de trein weggehaald en op een lorrie vervoerd. Met een grote kraan worden ze ervan afgehaald. Daarna wordt de nieuwe teruggeplaatst onder de trein.’ Een stuk verderop staan twee treinen in de nieuwe hal, grenzend
aan de werkplaats. ‘Hier worden acties uitgevoerd aan de trein. Nu zijn ze bezig met jaarlijkse inspectiebeurten van de aircoinstallaties. In deze hal worden diverse projecten gehouden. Zo zijn er in de afgelopen periode treinen voorzien van magneetremmen.’ In de hal wordt behalve onderhouden ook graffiti verwijderd. Naast het gebouw bevinden zich twee schoonmaaksporen. ‘Daar worden de treinen na het onderhoud gereinigd. Buiten is ook het biospoor. Daar worden de milieuvriendelijke biobakken onder de wc’s geleegd.’ Voortman loopt naar een ruimte in de hal. ‘Dit is het productiekantoor; daar zitten de managers van elk team en de voorman. Daarnaast bevindt zich het aftraphok. Daar hebben we net gezeten met het hele team. Hier wordt de dag van gisteren besproken; of er bijzonderheden zijn et cetera. En ook de aankomende diensten worden meegenomen. Er wordt serieus naar iedereen geluisterd. Je kunt alles inbrengen en daar wordt ook wat mee MaintNL 05 – 2014
046_47_49_ML__NVDO-artikel.indd 47
47
20-05-14 14:52
Prestatiemanagement
statiemanagement, meten, wete killsKIJK, dashboard, samenwerkin op Prestatiemanagement best value, doen, targets, capaciteit, tentie, prestatiemanagement en, weten, skills, dashboard samenwerking, best value, doen, targets, capaciteit, potentie, statiemanagement, meten, wete Congres van NVDO Sectie SUTO en iMaintain
Woensdag 1 oktober • De Glazen Ruimte • Maarssen
/Schrijf
nu in
/
Programma
Goed Prestatiemanagement heeft positieve effecten op de totale keten van asset manager tot toeleverancier. Maar wat is de invloed van prestatiemanagement op innovatie? Hoe zijn de zachte factoren van prestatiemanagement het beste geborgd en wat kun je het beste meten voor een optimale prestatie?
Prestatiemanagement vertaalt de visie, missie en strategie van een project, team of organisatie naar succesfactoren en acties. Sturen op die succesfactoren en constant monitoren van de effecten ervan, zorgt voor optimaal beheer van activiteiten en, nog belangrijker, van de prestaties van organisaties.
Op 1 oktober 2014 staat in de Glazen Ruimte in Maarssen de KIJK op Prestatiemanagement centraal. Een afwisselend en inhoudelijk programma belicht verschillende aspecten van goed prestatiemanagement: Van wetenschappelijke onderbouwing tot ervaring uit de praktijk; van klantervaring tot contractduur. Uit de NVDO Suto Benchmark blijkt dat veel potentieel nog onbenut wordt. Wat is er nodig om deze verborgen schatten te vinden? Is dat innovatie? Gaat dat om de juiste KPI’s of komt het gewoon neer op mensenwerk? Op 1 oktober delen experts op alle gebieden hun visie met het aanwezige publiek.
Initiatiefnemers:
INFORMATIE: Marjolein Veeninga
Tel.: +31 (0)20–31 22 791
Mail: marjolein@industrielinqs.nl
01_A4.indd 2
10:30 Ontvangst en registratie 11:00 Opening door de dagvoorzitters 11:10 Kijk naar de benchmark Binnen de NVDO Suto Benchmark wordt wetenschappelijk gekeken naar diverse topics. Hoe staat de Nederlandse industrie ervoor, wat zijn de kengetallen en trends en welk visie is daar bij nodig? Met medewerking van: Prof. Arjan van Weele (TU/e), Prof. Leo van Dongen (TU Twente), Prof. Frank Verbeeten (UvA) Pauze 12.45 KIJK op de prestatiegedreven organisatie! Als visie, missie en strategie zijn vertaald naar alle processen, hoe vind je dat terug in de organisatie? Met medewerking van: Wilbert Wijns (NedTrain), Bram Alkema (Enexis), Arjan Oostdijck (Suikerunie) 13.45 Stelling in de Kijker; Prestatiemeting verhindert innovaties! Het meten van prestaties en de druk op presteren kunnen averechts werken op vernieuwing. Wat is de praktijk? Met medewerking van: Han Roebers (Rijkswaterstaat), Jan Braber (SIR), Patrick Essers (Dutch Institute World Class Maintenance) 15.05 WORKSHOP Interactieve sessies waarbij bezoekers zelf ook een prestatie gaan leveren. 16.00 KIJK op de zachte factoren van Prestatiemanagement Presteren is mensenwerk. Hoe werk je samen met je team naar topprestaties? Met medewerking van: Dick Koopman (directeur Yacht), Hans Hermans (Interim manager voor professionalisering van bedrijven), Erik de Bruine (directeur Nevi) 17:00 KIJK op technologie Een inspirerende lezing door de hoofdredacteur van het magazine KIJK. Vivianne Bendermacher, KIJK 17:45 Afsluiting 18.00 Netwerkborrel 18.30 Netwerkdiner
Partners iMaintain Platform:
Leden iMaintain Platform:
www.imaintain.info/prestatie 19-05-14 10:12
gedaan. Als je ideeën hebt of verbeterpunten, dan staan ze daarvoor open. Je kunt altijd terecht bij je manager als er iets is.’ Er wordt in een vast team gewerkt, licht Voortman toe. ‘Een team bestaat uit dertig man. Het is hier wel echt een mannenwereld. Op de werkvloer werken geen vrouwen; alleen op kantoor. Op de TechniekFabriek in Amsterdam zaten twee meisjes, maar beide zijn gestopt. Op de TechniekFabriek in Zwolle zaten geen vrouwen. Het is echter geen zwaar werk qua tillen. Je staat wel vaak in rare houdingen omdat je veel boven je hoofd werkt.’
Onderhoud
De treinen komen om de drie maanden binnen voor een onderhoudsbeurt. ‘Soms zijn er onderdelen versleten of kapot, of er is schade. In de werkbeschrijving staat precies welke punten we moeten controleren. Er staat ook bij wat de afkeurmaten zijn. Op de stations zijn servicebedrijven met storingsmonteurs aanwezig. Hier worden met name tussentijdse controles gedaan en indien zich een storing voordoet, wordt geprobeerd het daar te herstellen.’
In Onnen worden alleen dubbeldekkers en ICM’s onderhouden. ‘Iedere werkplaats van NedTrain heeft zijn eigen specialisatie’, legt Voortman uit. ‘Bij de dubbeldekker heb je zes mechanische monteurs nodig. Die trein bestaat uit zes rijtuigen (bakken in spoorterm, red.), dus ieder heeft een eigen bak. De elektrische monteurs doen elk twee bakken.’ Bij de ICM-treinstellen zijn er vier mechanische monteurs en drie elektrisch geschoolde collega’s nodig, en zijn de werkzaamheden ingericht op een logische werkvolgorde. Je hebt dan geen eigen bakken.’ Met budgetten hebben de monteurs niets te maken. ‘Als er iets kapot is, wordt het vervangen. Er zit hiernaast een enorm magazijn. Via je iPad kun je een bepaald artikel uitkopen. Als straks blijkt dat de rubberen flappen op de koppeling kapot zijn, bestel ik die via het systeem DINO. Daar staan alle onderdelen en werkbeschrijvingen in. Elk onderdeel heeft een codenummer. De magazijnman levert het gevraagde artikel af bij de trein. Dat gaat vrij snel. Het duurt maximaal een kwartiertje. Het meeste is wel op voorraad. Als een onderdeel niet aanwezig is, wordt gekeken of het op een
andere locatie verkrijgbaar is. Dan wordt dat, afhankelijk van het moment waarop de trein aan de klant moet worden geleverd, met een koerier geregeld of via de normale bevoorrading.’
Juniormonteur
Houke Voortman is sinds augustus 2013 als leerling-monteur werkzaam in de operatie van NedTrain. In september start hij als juniormonteur. ‘Als onderhoudsmonteur mechatronica voer je mechanische en elektrische werkzaamheden uit. Mijn vader werkt hier ook. Ik ken het bedrijf dus al van jongs af aan. Daarom wilde ik hier graag komen werken. Ik had wel aangegeven dat ik niet bij hem in het team wil zitten. Dat lijkt me niet zo leuk.’ Voortman heeft het erg naar zijn zin in Onnen. ‘De sfeer en het werk passen goed bij mij. Bovendien heb ik leuke collega’s. Het is een heel hecht team. We kunnen elkaar alles vragen. Niemand weet alles, maar samen kom je een heel eind. We hebben met z’n allen hetzelfde doel voor ogen binnen NedTrain en dat is heel prettig.’ n MaintNL 05 – 2014
046_47_49_ML__NVDO-artikel.indd 49
49
22-05-14 10:32
De Stelling
“Een ‘Job for life’ bestaat niet meer en is ook niet meer gewenst” Van de nieuwe generatie (technische) medewerkers wordt soms gezegd dat ze eigenlijk geen langdurig vaste baan willen, maar juist regelmatig willen verkassen naar een nieuwe plek met nieuwe ervaringen. Aan de andere kant willen ze wel duidelijkheid en weinig risico. Is dit een goede ontwikkeling? En hoe gaan we ermee om?
Lars van Beek
Jonge collega’s motiveren
‘Wij zien dat aan de ene kant, ondanks de economische tegenwind van de afgelopen jaren, er steeds meer technici als zelfstandige (ZZP’er, red.) starten en aan de andere kant dat de opdrachtgevers actief een flexibele schil creëren middels de inzet van technische ZZP’ers.’
Door TechniekTalent.Nu wordt indirect ook aangehaakt op de stelling. Op de website staat te lezen: ‘TechniekTalent.Nu heeft maar één doel: meer instroom en behoud van [jonge] mensen in de techniek. En blijkbaar vraagt dat om een andere aanpak dan werkgevers zijn gewend.’ Met een voorbeeld wordt het typische gedrag van de nieuwe collega beschreven. Met veel enthousiasme komt uw nieuwe jonge collega binnen. Hij of zij stort zich vol goede moed op het werk. Dat begint goed! Maar wat doet u als er na een half jaar weinig meer over is van deze gemotiveerde houding? Hoe wakkert u het enthousiasme dan weer aan? Hieronder vijf praktische tips: • Iedere jongere is anders gemotiveerd. De meesten hebben hulp nodig om te ontdekken wat ze willen en om gemotiveerd te blijven. Daarbij kunt u dus helpen. • Laat duidelijk zien wat een jongere kan bereiken binnen een maand en een jaar. Maak bijvoorbeeld een tijdlijn en schrijf bij elke stap wat er nodig is om verder te komen. Vertel wat het bereiken van het doel de jongere zelf én het bedrijf oplevert. • Sta open voor wat uw jonge collega’s te zeggen hebben en neem hen serieus. Zo laat u zien dat ze erbij horen en leert u wat hen interesseert en motiveert. • Beloon prestaties, ook de kleine successen. Toon uw waardering bijvoorbeeld met complimenten, een schouderklop of iets te drinken bij de afdelingsborrel. Voor jongeren is het moeilijk om gemotiveerd te blijven wanneer ze alleen worden beloond op de lange termijn. Geef zelf het goede voorbeeld.
Eigenaar van Mekano Industrial
‘Het is dus zaak de jonge mensen een groeitraject te bieden waarin zij zich constant kunnen ontwikkelen.’
Bart Coenradi
Managing Consultant bij ADC Performance Improvement ‘Wat ik merk is dat de ‘nieuwe generatie medewerkers’ vooral op zoek blijft naar vernieuwing en verrijking. Ze willen zich continu blijven ontwikkelen; nieuwe technieken, methodieken, processen, et cetera. Wat niet per definitie betekent dat dit steeds bij een nieuwe werkgever moet zijn. Qua duidelijkheid en zekerheid zie ik vooral een lijn met de privésituatie, ‘huisje, boompje, beestje’. Hierbij vraag ik me wel af of dit alles nu echt iets nieuws is en enkel van toepassing op de nieuwe generatie … in aanvulling op lars zou ik aan de groep ZZP’ers de consultants willen toevoegen. Deze samen geven de opdrachtgevers inderdaad de mogelijkheid een flexibele schil te creëren en naar behoefte, tijdelijk de juiste en beste resources in te zetten.’
Via www.techniektalent.nu kunt u ook het boekje TechKnow 2013 bestellen met meer tips.
50 MaintNL 05 – 2014
050_51_MF_stelling.indd 50
20-05-14 14:51
Mike Gerrits
Project Manager Asset Management bij Dura Vermeer ‘mijn ervaring is dat veel jongere werknemers, nadat ze ongeveer een jaar een taak hebben vervuld, vinden dat ze daarmee klaar zijn voor een volgende stap omhoog. De nieuwe generatie is gewend aan snelle verandering en nieuwe uitdagingen. Beetje verwend misschien? De oorzaak ligt waarschijnlijk in de videogames en 24/7 impulsgedreven omgeving waarin ze zijn opgegroeid. Het is dus zaak de jonge mensen een groeitraject te bieden waarin zij zich constant kunnen ontwikkelen. Dat kan ook binnen een organisatie, maar veel organisaties zijn nog ingericht op beperkte doorstroom. logischerwijs gaan mensen die deze behoefte hebben dus buiten de organisatie kijken naar nieuwe uitdagingen als dit binnen de organisatie niet kan. ik herinner mij een sollicitatiegesprek dat ik enkele jaren geleden voerde met een potentiële kandidaat voor een interim (assistent-) projectleiderfunctie. Jonge vent, iets meer dan anderhalf jaar van het hbo. Hij had al een jaar op een project gezeten en was nu een half jaar op kantoor ondersteunende werkzaamheden aan het uitvoeren (‘op de bank’, in gewoon nederlands). Hij was van mening dat hij voldoende klaar was voor een projectleiderfunctie en had voldoende geleerd over wat daar allemaal bij komt kijken. Kansloos natuurlijk, maar wel tekenend voor zijn generatie Y: overtuigd van hun eigen kunnen en constant op zoek naar nieuwe prikkels en uitdagingen die nU moeten worden aangeboden. vanuit onze generatie gezien is dit voorbeeld waarschijnlijk een geval van grove zelfoverschatting, maar vanuit het beeld van een
Y’er kan dit een logische volgende stap zijn. om teleurstellingen te voorkomen en kwalitatief goede mensen binnen een organisatie te houden, ligt er dus een managementuitdaging om organisaties hierop in te richten. Flexibiliteit in taken, groei in ontwikkeling en goede begeleiding kunnen het voor de jonge mensen interessant houden om bij ons te blijven werken, maar dat vraagt zowel een organisatorische verandering die dit mogelijk maakt als ook een culturele verandering in het zittende management om dit te ondersteunen. een leuk boekje over dit onderwerp is ‘managing generation Y’ van martin en tulgan. Het gaat in mijn ogen dus niet over specifieke groepen als ZZP’ers of consultants, zoals door de voorgaande mensen geopperd, maar over een hele generatie die deze behoefte heeft. als je hier dus op een goede manier mee omgaat, maakt het niet uit of een Y’er vast of flexibel bij je werkt. Hij of zij zal dan met plezier jouw uitdagingen helpen te realiseren!’
eens oF oneens? Wilt u ook uw mening geven? Houd de LinkedIn-groepen en websites van iMaintain en de NVDO in de gaten. De redactie plaatst regelmatig een nieuwe stelling. Misschien draagt uw reactie bij aan het volgende artikel.
MaintNL 05 – 2014
050_51_MF_stelling.indd 51
51
20-05-14 14:51
Duurzaam ondernemen en onderhoud
Duurzame assets vragen om nieuwe competenties Toen Suiker Unie het residu dat ontstaat na het wassen van de suikerbieten niet meer mocht verkopen als veevoer, ging het op zoek naar een andere manier om geld te verdienen met dit afval. Het werd vergisten. De installaties in Vierverlaten en Dinteloord produceren nu samen een kleine 25 miljoen ton groen gas per jaar en daarmee is Suiker Unie een van de grootste groengasproducenten van Nederland. Voor het onderhoud aan de installaties richtte Suiker Unie een kleine eigen onderhoudsorganisatie op. David van Baarle Cosun werkt al vele jaren met energieconvenanten afgesloten met de overheid. De laatste daarvan, de MJA, heeft als doel de energieconsumptie drastisch terug te dringen. De suikerproducent staat dicht bij de natuur, waar het zijn grondstoffen vandaan haalt. Suiker Unie is onderdeel van het concern en de vestigingen in Vierverlaten en Dinteloord hebben dan ook behoorlijk geïnvesteerd in duurzame energiesystemen. In het Groningse Vierverlaten werd bijvoorbeeld al geïnvesteerd in een biowarmtekrachtinstallatie. De laatste investering betreft een vergister met een biogasopwerkingsinstallatie bij de suikerfabriek in Dinteloord. Manager Suiker Unie Green Energy Teun van der Weg stond niet alleen aan de wieg van het plan, maar is ook zeer nauw betrokken bij het beheer en het onderhoud aan de installatie. Of eigenlijk installaties, want zowel in Vierverlaten als in een vestiging van Cosun in Duitsland staan installaties identiek aan die in Dinteloord. ‘Het voordeel daarvan is dat je eenvoudiger informatie kunt uitwisselen over het bedrijven van de installaties’, zegt Van der Weg. ‘En dat is wel nodig omdat deze installaties geheel nieuw zijn voor de suikerfabrieken en het bedrijven en beheer ervan ook geheel nieuw is.’
Vergisten De productie van suiker is, omdat het de corebusiness is, al door de jaren heen goed
ontwikkeld en wordt tot in de finesses beheerst. Het proces verloopt van basaal wassen, snijden en koken van bieten tot aan foodgrade-processen voor het indikken en kristalliseren van de suiker. De fabriek draait daarbij maar vijf maanden in het jaar tijdens de zogenaamde bietencampagne. Van der Weg: ‘Tijdens het wassen van de bieten blijft er een residu over dat we vroeger als veevoer verkochten. Toen de kwaliteitsregels voor
‘We zochten een andere nuttige toepassing voor het afval. Vergisten kwam al snel als beste optie bovendrijven.’ veevoeder in Nederland werden aangescherpt, was dit niet meer verantwoord. Daarmee liep de teller de andere kant op: we gingen immers betalen voor een product waar we voorheen geld aan verdienden. We zochten dan ook een andere nuttige toepassing voor het afval. Vergisten kwam al snel als beste optie bovendrijven, maar we konden de business case niet rond krijgen. De investering van vijftien miljoen euro is best hoog en de prijzen van fossiele brandstoffen nog altijd veel te laag om groen gas concurrerend te krijgen. We konden deze investering dan
ook alleen maar maken als we het gat tussen investering en opbrengst konden dichten met subsidie. De MEP-regeling was net afgelopen en de vervangende SDE nog niet toereikend. Gelukkig was de tweede ronde van de SDE duidelijker over subsidie voor groengasproductie en dus zijn we een traject ingegaan dat we nu nog steeds doorlopen.’ Vergisten is naast een biologisch, vooral ook een technisch proces voor wat betreft de gasopwaardering en de sidestreams. Volgens Van der Weg hebben de assets wel hun eigen dynamiek. ‘We voeren steekvaste massa in de vergister. Daarna nemen de bacteriën het over. Het proces wordt voornamelijk gestuurd door temperatuur, de hoeveelheid en het soort voeding. Wat dat laatste aangaat, zijn bacteriën net mensen: ze houden vooral van suiker en vetten, maar hebben ook mineralen nodig om te groeien. Dat betekent dat we het proces monitoren en afhankelijk van de productie meer of minder of andere voedingsstoffen toedienen. We kopen daarvoor ook andere voedingsstoffen in van een leverancier van restmaterialen.’ De nieuwe biomassavergister in Dinteloord verwerkt jaarlijks maar liefst honderdduizend ton aan plantaardig restmateriaal. Die biomassa levert uiteindelijk zo’n tien miljoen kubieke meter groen gas op. Samen met de installatie in Groningen komt de productie zelfs op een kleine 25 miljoen ton en daarmee is Suiker Unie een van de grootste groengasproducenten van Nederland.
Gasbehandeling Het gas dat de bacteriën produceren, wordt boven in de tank afgevangen en behandeld. Een van de voorwaarden die de SDE stelt, is dat het groene gas direct op het gasnet wordt aangesloten. ‘Om dat te kunnen doen, moeten we het gas eerst behandelen’, zegt Van der Weg. ‘Het product van vergisting is methaan met veel CO₂ en nog een aantal vervuilingen. Die CO₂ en andere
52 MaintNL 05 – 2014
052_53_54_MO__NVDO-artikel.indd 52
20-05-14 14:51
FOTO’S: SUIkEr UNIE
Teun van der Weg, Suiker Unie: ‘We voeren steekvaste massa in de vergister. Daarna nemen de bacteriën het over. Het proces wordt voornamelijk gestuurd door temperatuur en de hoeveelheid en het soort voeding.’
vervuilingen moeten er dus uit. Omdat we het gas toch op druk moeten brengen, gebruiken we een hogedrukwaterscrubber. Een compressor aan de voorkant van de gaswasser bouwt de druk op, waarna het gas op druk wordt gereinigd en uiteindelijk via een pijpleiding in het regionale gasnet ingevoed.’
Blackbox Het beheer en onderhoud van de installaties bestempelt Van der Weg niet als heel complex, maar wel specifiek genoeg om er een eigen organisatie voor in te richten. ‘Al was het maar omdat de suikerfabriek alleen tijdens de bietencampagne draait en wij het hele jaar door. Daardoor is de dynamiek van
CHAMPIONSHIP ISO 26000 In 2011 is Suiker Unie begonnen met het ISO 26000 Championship Programma. ISO 26000 is een wereldwijde richtlijn voor bedrijven om MVO, Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, te implementeren. Centraal daarin staan: normen en waarden, prioriteiten in MVO en hoe je MVO borgt in de bedrijfsvoering. ISO 26000 bevat zeven thema’s met daaraan gekoppelde onderwerpen. Suiker Unie onderzoekt welke onderwerpen relevant en significant voor haar zijn. Zo zijn voor het onderwerp ‘voorkomen van vervuiling’ onder andere emissies naar de lucht van belang, zoals geur, geluid en stof. Vervolgens bepaalt Suiker Unie wat al is gedaan, welke initiatieven er lopen en wat het nog kan verbeteren.
een suikerfabriek anders dan van een vergister. Het zijn biologische processen en die gedijen, ook weer net als bij de mens, bij rust, reinheid en regelmaat. Hoewel we het proces goed onder controle hebben, is wat er exact in zo’n vergister gebeurt nog altijd onbekend. Voor je het weet mengt het gas zich met het aanwezige vocht en loopt je installatie over van het schuim. Je werkt dus met een blackbox en om die te kunnen bijsturen, is ervaring belangrijk. Mensen hebben dan ook even de tijd nodig om zich de techniek en het gedrag van de vergister eigen te maken. Natuurlijk is een pomp een pomp en voor dat soort zaken kunnen we wel terugvallen op de kennis van de maintenanceorganisatie van de suikerfabriek. Ook wat betreft storingsanalyses is er kennis genoeg binnen de Suiker Unieorganisatie. We werken nu met een eigen organisatie van vijf man die de installaties bedrijven en waar mogelijk onderhouden. Daaromheen zit een flexibele schil van contractors die we inzetten voor het reguliere MaintNL 05 – 2014
052_53_54_MO__NVDO-artikel.indd 53
53
20-05-14 14:51
Duurzaam ondernemen en onderhoud
onderhoudswerk of specialistische activiteiten. De gasbehandelingsinstallatie wordt één keer per jaar voor zo’n 16 à 24 uur stilgelegd voor een grote beurt en dan voeren we door het jaar heen nog een drietal kleine beurtjes van niet meer dan acht uur uit. Tijdens zo’n onderhoudsstop moet het gas worden afgefakkeld, dus proberen we de uitbedrijfname zo kort mogelijk te houden. Desondanks hebben we ook wel eens te maken met storingen.
Om die zo snel mogelijk te verhelpen, hebben we contracten afgesloten met onze contractors. Bovendien kunnen we voor complexere vragen ook nog terugvallen op de kennis van de teams die de andere twee vergistingsen gasbehandelingsinstallaties beheren. We hebben een bewuste keuze gemaakt om de installaties identiek in te richten. Daardoor kunnen we best practices uitwis-
DUUrzAAM ONDErNEMEN Duurzaam ondernemen is een belangrijk streven van Suiker Unie, dat suiker en suikerspecialiteiten ontwikkelt, produceert en vermarkt. Om die strategie uit te dragen heeft zij het duurzaamheidsprogramma ‘Plant and Planet’ in het leven geroepen. In het programma komen alle aspecten van duurzaamheid aan bod, van ketenverantwoordelijkheid tot verantwoord investeren. Onderdeel van het duurzaamheidsprogramma is ook de ontwikkeling van het agro- en foodcluster Nieuw Prinsenland. Het gebied zal bestaan uit de bestaande suikerfabriek met veertig hectare autonome ontwikkelingen, vijftig hectare netto uitgeefbaar agro- en foodbedrijventerrein en 220 hectare netto glastuinbouw (kassen). De nieuwe bedrijven en de glastuinbouw worden gekoppeld aan de bestaande suikerfabriek. Uit deze kruisbestuiving ontstaat een meerwaarde. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van restwarmte en hergebruik van proceswater van de suikerfabriek, winning van groen gas uit de biomassareststromen, het afvangen van CO2 voor de glastuinbouw en het gebruik van bietengrond voor de landschappelijke inpassing.
selen en leren van storingen die zich op de installaties voordoen. We hebben er destijds ook voor gekozen om diegenen die de installatie zouden gaan bedienen al vanaf het aanbestedingstraject bij de bouw te betrekken. Er is van tevoren al heel goed nagedacht over de betrouwbaarheid van de installatie en de onderdelen. Met name de equipmentkeuze is daardoor op een duurder type gevallen dat volgens ons uiteindelijk op de langere termijn goedkoper is omdat het betrouwbaarder is.’ Van der Weg verwacht de investering van vijftien miljoen euro dan ook in twaalf jaar terug te verdienen. ‘De levensduur van de installatie is uiteraard langer, dus dan kunnen we echt geld gaan verdienen. Tenminste als de wet- en regelgeving dan niet weer is aangepast met betrekking tot de productie van duurzame energie. Want eerlijk gezegd is het vergisten van het afval tot biogas wel de meest laagwaardige benutting van biomassa. Als veevoeder was de waarde vele malen hoger. Ook op het gebied van biomassavergisting is de wetgeving heel strikt, waardoor momenteel veel biomassa de grens over gaat voor vergisting daar. Ik denk dat je daarmee je duurzame doelstellingen voorbijstreeft.’ n
54 MaintNL 05 – 2014
052_53_54_MO__NVDO-artikel.indd 54
20-05-14 14:51
Onderhoud voegovergang in nieuw tijdperk Nederland telde in 2013 ongeveer 138.200 kilometer aan wegen, waarvan 5.200 kilometer rijkswegen (CBS, 2013). Alleen al de wegen die Rijkswaterstaat beheert, bevatten enkele duizenden bruggen en viaducten. Het onderhoud aan voegovergangen van wegdek naar brugdek ontwikkelde zich met de komst van zoab omdat de stille fluistervoeg zijn intrede maakte. Het onderhoud aan deze stille voegen is in een duurzamer tijdperk beland nu de laatste jaren meerdere stille fluistervoegen met een langere levensduur zijn ontwikkeld. Renske van den Berg het kunstwerk wordt ook nog bespaard op de kosten. Het ongepland vervangen van voegovergangen kan plaatsmaken voor
Foto: LatExFaLt
Met duurzamere fluistervoegen wordt tijdwinst geboekt, het aantal wegafsluitingen wordt beperkt en binnen de levensduur van
gepland onderhoud, bijvoorbeeld in het ritme waarin zoab wordt vervangen. De duurzame stille voegovergang is het resultaat van een prijsvraag van Rijkswaterstaat, die kansrijke inzenders ruimte gaf om innovaties te testen en te ontwikkelen. In het tijdperk vóór stille fluistervoegen kende Nederland de stalen voegovergang, die tot wel 25 jaar meegaat. Maar daar kleefden nadelen aan, toen het zeer open asfalt beton (zoab) zijn intrede deed: een pulsbelasting. Het herkenbare kedoeng-kedoeng-geluid dat stalen voegovergangen produceren als ze in zoab liggen, geeft overlast voor omwonenden. En daarmee ook voor Rijkswaterstaat, dat het
Als alternatief voor de stalen voegovergang is Rijkswaterstaat de veel stillere bitumineuze voeg toe gaan passen. Maar die ging tot voor kort maar drie tot vier jaar mee. De markt is nu uitgedaagd om duurzamere fluistervoegen te ontwikkelen. MaintNL 05 – 2014
055_56_57_MP__NVDO-artikel.indd 55
55
20-05-14 14:51
Onderhoud en infra
liefst naar ieders tevredenheid wegen beheert. Als alternatief voor de stalen voegovergang werd daarom de veel stillere bitumineuze voeg toegepast. Maar bitumenvoegen gingen tot voor kort maar drie tot vier jaar mee, met alle kosten en frequente wegafsluitingen van dien. Ideaal zou het zijn wanneer een stille voeg net zo vaak vervangen kon worden als zoab: ongeveer een keer per twaalf jaar.
Kansrijke ideeën ‘Rijkswaterstaat wilde heel graag een duurzamere oplossing en daagde de markt uit’, vertelt bedrijfsleider Henk van Lith van Gebr. Van Kessel Speciale Technieken & Producten (ST&P). Dit bedrijf diende samen met Latexfalt en Kraton (samen KLK te noemen) een voorstel in voor de KLK Bituvoeg. Gebr. Van Kessel ST&P is gespecialiseerd in het onderhouden van kunstwerken voor wegbeheerders. Daardoor hebben zij exper-
De duurzame stille voegovergang is het resultaat van een prijsvraag van Rijkswaterstaat. tise in het toepassen van voegovergangen. ‘Wij wilden de uitdaging graag aangaan samen met onze bitumenleverancier Latexfalt’, vertelt Van Lith. Latexfalt is gespecialiseerd in het ontwikkelen van elastomeertoepassingen voor wegdekken en vloeren. De twee bedrijven bundelden hun kennis van voegapplicatie, voegontwerp en materiaal. Daar haalden zij ook nog Latexfalts polymeerleverancier Kraton bij, voor extra chemische kennis. Van de vijftien ingezonden ideeën liet Rijkswaterstaat de tien kansrijkste doorrekenen met het Eindige Elementen Model (EEM), waarna er vier door mochten ontwikkelen met hulp van Rijkswaterstaat. Dat waren de BrainJoint van Heijmans Wegenbouw, de Prismo Joint van Prismo Markings (tegenwoordig Ennis Flint), de Prefab Silent Joint van Schagen/Salverda en de KLK Bituvoeg. De vier typen stille voegovergangen kennen elk hun specifieke eigenschappen. De Prefab SilentJoint kan grote dilataties opnemen met stalen veren die verankerd worden in de betonconstructie. De Engelse
Prismo Joint is een doorontwikkeling van de inmiddels internationaal toegepaste duurzame Thormajoint. De BrainJoint bestrijkt naast de voeg zelf óók het brugdek met een speciaal Brugflexmengsel en kan zo in minder werkgangen over de hele overspanning worden toegepast. De KLK Bituvoeg heeft geen verankering nodig in beton, kan in één dag worden ingebouwd en kan grotere speling opvangen. Ook hebben de ontwikkelaars aangestuurd op een levensduur tot vijftien jaar, waarmee de Bituvoeg een van de duurzaamste kan worden. De Prismo Joint, en de Prefab Silent Joint en BrainJoint zijn inmiddels opgenomen in de Meerkeuzematrix van Rijkswaterstaat en kunnen toegepast worden op de Nederlandse weg. De Prismo Joint en Prefab Silent Joint tot twintig millimeter en de BrainJoint tot tien millimeter. De KLK Bituvoeg wordt inmiddels, na de eerste testfase, doorontwikkeld.
Test- en ontwikkelfase ‘De vier winnaars uit de EEM-berekeningen mochten hun voegovergangen in 2010 daadwerkelijk maken en inbouwen in twee kunstwerken in de A50 bij Nistelrode voor een praktijkproef van twee jaar’, vertelt Henk van Lith. Ook mochten zij hun innovaties op kosten van Rijkswaterstaat laten testen in de Lineair Tracking Apparatus-installatie (LINTRACK) bij de TU Delft. Een belastingswagen waarbij de wiellast van 1,5 tot 10 ton ingesteld kan worden, reed 100.000 keer (1.000 herhalingen per uur) over het te testen oppervlakte heen, waarbij het oppervlak ook nog tot veertig graden Celsius opgewarmd werd. Zo werd de belastbaarheid bij hoge temperatuur getest. De tests voor lage temperaturen werden getest bij EMPA in Zwitserland. Daar werd met een langzame trek- en drukbelasting bij temperaturen van min tien graden Celsius gemeten hoe de verschillende voegen zich houden in winterse omstandigheden. ‘De KLK Bituvoeg die wij ontwikkelden, is een bitumenvoeg waar steenslag in zit om de verticale krachten van verkeer op te vangen’, vertelt Van Lith. Bert Jan Lommerts, directeur van Latexfalt vult aan: ‘Maar de uitdaging was dat het bitumenmengsel ook - zonder snel te verweren of te scheuren - de flinke horizontale duw- en trekkrachten kan opvangen wanneer het kunstwerk uitzet en krimpt.’ Daarnaast wilde Gebr. Van Kessel ST&P als inbouwende partij ook graag een verbetering in de snelheid waarmee het de voegen kan vervangen: ‘Want elk dagdeel dat een
weg afgesloten is, is er voor weggebruikers één te veel.’ De ontwikkelaars Henk Hanselaar van Gebr. Van Kessel en Morteza Shirazi van Latexfalt bedachten deze stillere duurzame voegovergang. ‘Zij hebben een gedeeltelijk als prefab concept uitgevoerde bitumenvoeg ontwikkeld. Het prefab deel van de voeg kunnen we zodoende altijd gecontroleerd produceren. In plaats van twee dagen, kost het vervangen van deze voegovergang slechts één dag’, vertellen Lommerts en Van Lith. ‘Daarnaast hebben we gezocht naar het ideale bitumenmengsel dat zich houdt bij alle weersomstandigheden.’
Vijftien jaar mee In het proefvlak bij Nistelrode bleek in 2012 - na de testperiode van twee jaar - dat de Silent Joint van Schagen/Salverda en de KLK Bituvoeg verder verbeterd konden worden. Van Lith: ‘Wij moesten met name kijken naar de aanhechting tussen de bitumen en het asfalt. Dat is inmiddels gebeurd. Maar daarbij hebben we gelijk de kans gegrepen om uitkomsten van materiaalkundig onderzoek te gebruiken dat we inmiddels hadden uitgevoerd. Daarmee kunnen we een veel grotere slag maken in het verbeteren van de duurzaamheid.’ Lommerts: ‘We hebben een unieke balans gevonden waardoor de voeg in verticale richting de hardheid heeft om de belasting van het verkeer langdurig te weerstaan, terwijl het in horizontale richting de eigenschappen heeft om mee te bewegen zonder te scheuren.’ Het aanvullende sleutelen aan de KLK Bituvoeg heeft de ontwikkelende partners een voeg opgeleverd die volgens de ontwikkelaars - gebaseerd op de tests in Zwitserland en bij de TU Delft - vijftien jaar lang mee zal gaan. De voeg biedt volgens de Zwitserse EMPA-test temperaturen van min twintig tot plus veertig graden Celsius het hoofd. ‘De Nederlandse normen vereisten min tien graden Celsius maar we hebben de testen met weinig meerkosten kunnen doorzetten tot min twintig graden Celsius’, vertelt Van Lith. Inmiddels hebben de partners de KLK Bituvoeg ook aangelegd in Alphen aan den Rijn. ‘Daar ligt het er nu 1,5 jaar in, dus moeten we nog even wachten op de resultaten. Maar dan hebben we ook een beeld van hoe de voeg zich in stedelijk gebied houdt.’
Prijsvraag Met de geslaagde en veelbelovende tests meldt KLK Bituvoeg zich momenteel bij
56 MaintNL 05 – 2014
055_56_57_MP__NVDO-artikel.indd 56
22-05-14 10:32
Rijkswaterstaat, dat gaat kijken of de KLK Bituvoeg gereed is om te worden opgenomen in de meerkeuzematrix van goedgekeurde toepassingen. Rijkswaterstaat is blij met wat de prijsvraag oplevert. omdat de vier voegen uit de prijsvraag onderling op bepaalde aspecten verschillen, heeft de prijsvraag niet één, maar zelfs vier bruikbare stille fluistervoegen opgeleverd. In het Corporate Innovatie Programma (CIP) van Rijkswaterstaat wordt als vuistregel voor een succesvolle innovatie gehanteerd dat de innovatie dertig procent minder life cycle costs moet opleveren, dertig procent meer functionaliteit en dertig procent meer duurzaamheid. ‘Die doelen worden door de nieuwe stille duurzame voegovergangen gerealiseerd’, staat er in het rapport ‘Stille Duurzame Voegovergangen, resultaten van de prijsvraag’. En verder: ‘De prijsvraag is een goed voorbeeld voor hoe markt en overheid samen innovatie kunnen stimuleren. Voor Rijkswaterstaat levert dit in de toekomst flinke besparingen op, en voor de weggebruiker aanmerkelijk minder verkeershin-
der. aangezien er zich in Nederland meer dan duizend kunstwerken bevinden op het hoofdwegennet waarbij meerdere stille voegovergangen worden toegepast, is het een substantiële afzetmarkt voor het bedrijfsleven.’ ook de ontwikkelpartners van de KLK Bituvoeg vinden deze manier van innoveren geslaagd. ‘De fluistervoeg geeft een goed voorbeeld van hoe een sector als de chemie met chemische
‘In plaats van twee dagen, kost het vervangen van deze voegovergang slechts één dag.’ kennis en materiaalkunde duurzame oplossingen helpt bedenken. In dit geval voor iets waar we allemaal mee te maken hebben, namelijk het wegennet’, merkt Lommerts op. Maar ook laat de prijsvraag goed zien hoe de overheid en de markt samen antwoorden kunnen zoeken voor maatschappelijke vraag-
stukken. ‘Rijkswaterstaat heeft met deze prijsvraag goede en snelle innovatie uitgelokt, door zelf een concrete vraag naar een duurzamer product te formuleren. als de vraag echt bestaat, gaat de markt zich inspannen om daaraan te voldoen.’
Vervangen als de KLK Bituvoeg het traject voor de goedkeuring door Rijkswaterstaat heeft doorlopen, gaan de innovatiepartners graag met elkaar om de tafel zitten om te praten over hoe zij het product samen op de markt gaan zetten. ‘In Nederlandse wegen ligt ongeveer vijftien strekkende kilometer aan voegovergangen die voor de KLK Bituvoeg in aanmerking komen’, vertelt Lommerts. Dan zijn de provinciale en lokale wegen nog niet eens meegerekend. Van Lith: ‘alleen al in ZuidHolland hebben wij een contract voor het onderhoud aan tweehonderd kunstwerken waar stalen voegen op termijn vervangen zullen gaan worden. En nu de tests tot min twintig graden Celsius geslaagd zijn, zou onze voeg in principe ook nog voor de buitenlandse markt geschikt kunnen zijn.’ n MaintNL 05 – 2014
055_56_57_MP__NVDO-artikel.indd 57
57
20-05-14 14:51
Cursussen
Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de Maintenance Academy op www.nvdo.nl Komende NVDO Cursussen Locatie: NVDO Verenigingsgebouw, tenzij anders vermeld
12/13 juni Verkenning Conditiemeting BOEI Om de asset value van gebouwen en haar installaties te borgen én te kunnen monitoren, dient bij aanvang, tijdens en na afloop van contracten de technische toestand nauwkeurig vastgesteld te worden. De Conditiemeting BOEI biedt hiertoe een objectieve integrale inspectiemethodiek voor de thema’s Brandveiligheid, Onderhoud, Energie en Inzicht in Wet- en Regelgeving. Zo wordt de exacte status bepaald en kunnen onderhoudsbudgetten optimaal ingezet worden. Door integratie van de vier thema’s wordt een inspectie effectief benut en het aantal inspectiebezoeken sterk gereduceerd. Na het volgen van de tweedaagse cursus Verkenning Conditiemeting BOEI heeft de deelnemer inzicht in de verschillende aspecten die van belang zijn bij het inzetten van BOEI-inspecties. De deelnemer herkent de toegevoegde waarde van een BOEI-inspectie binnen een onderhoudscontract of bij het opzetten en beheren van een meerjarenonderhoudsplanning. De deelnemer heeft inzicht in de achtergrond van de BOEI-thema’s en in de gebruikte inspectiemethodieken binnen de verschillende vakdisciplines.
lijkheden deze biedt voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. De cursus laat zien hoe u de norm kunt toepassen in bestekken en waar u rekening mee dient te houden bij de uitvraag. Ook wordt de verbinding gelegd met de RAMSspecificatie en de risicoanalyse-methode als FMECA. Voor opdrachtnemers wordt ingegaan op de implementatie van de inspectiemethodiek en de realisatie daarvan. De mogelijkheden van registratie met behulp van onderhoudsbeheerssytemen en inspectietools worden toegelicht. De cursus geeft een breed overzicht van de mogelijkheden en onmogelijkheden van de norm. U leert van de ervaringen bij het implementeren en toepassen van de norm. Na de cursus kunt u gefundeerd een keuze maken over wat de norm voor uw organisatie kan betekenen en heeft u handvatten om hiermee verder aan de slag te gaan.
Onderwerpen: • • • • • • • • •
Kader NEN2767-4 en de norm inhoudelijk Inspecteren en registreren volgens de norm De norm toegepast als 0-meting De norm toegepast bij het opstellen van (prestatie)bestekken Relatie onderhoudskosten en norm De norm toegepast bij het opstellen van meerjarenonderhoudsplanning Relatie RAMS/FMECA/RCM en norm De norm toegepast bij de besturing van contracten Gebruik van tools en automatisering
Onderwerpen: • • • • • •
Wat is Conditiemeting BOEI Plaats van BOEI in de huidige onderhoudsmarkt Brandveiligheid; achtergrond bouwbesluit en introductie Onderhoud; algemene introductie NEN2767 Energie; introductie EPBD-regelgeving en Energielabel Inzicht in wet- en regelgeving: wat verlangt zorgplicht en regelgeving aan vastleggen van gegevens • Basiskennis Conditiebepaling per vakdiscipline conform BOEI; opname gebreken, verwerking en rapportage
17 juni Cursus Verkenning NEN2767-4 Infra (In Company mogelijk) Het doel van de norm NEN2767-4, Conditiemeting voor de Infrastructuur, is het eenduidig en objectief vastleggen van de conditie van installaties. Dit door gebreken en de technische staat van installaties eenduidig vast te leggen. De methodiek dient subjectiviteit en inspecteursvariatie te minimaliseren. Binnen de infra-wereld wordt de norm steeds meer genoemd als een goede aanvulling bij bestekken en bij 0-metingen. Ook biedt de NEN-norm de basis voor het verkrijgen van inzicht in onderhoudskosten en meerjaren onderhoudsplanning. In de cursus wordt het onderwerp NEN2767 verkend. Er wordt ingegaan op wat de norm inhoudt en welke moge-
18, 19, 20 juni Reliability-centred Maintenance - RCM2 (In Company mogelijk) Van de vele miljoenen die bedrijven investeren in onderhoud, is het leeuwendeel gericht op het verhogen van de onderhoudsefficiëntie. Het gaat dan om investeringen in mensen en middelen, die als doel hebben het periodieke onderhoud op de juiste wijze uit te voeren. Het blijkt echter dat veel periodieke taken, ook als ze precies zo worden uitgevoerd als bedoeld, niets opleveren en dat sommige periodieke taken zelfs averechts uitpakken. Anderzijds blijkt dat er veel periodieke taken ontbreken, die essentieel zijn voor een veilig gebruik van moderne, technische systemen. We moeten onze aandacht dus verleggen van het op de juiste wijze uitvoeren van periodiek onderhoud naar het uitvoeren van het juiste periodieke onderhoud: van onderhoudsefficiëntie naar onderhoudseffectiviteit. De eerste bedrijfstak die dit systematisch heeft aangepakt, is de burgerluchtvaart. Daar werd een methode ontwikkeld om gestructureerd en systematisch het veilige minimum aan periodiek onderhoud te bepalen. Deze methode staat binnen de luchtvaart bekend als MSG3 en daarbuiten als ‘Reliability-centred Maintenance’ (RCM). U leert de zeven RCM-vragen te beantwoorden en zo te beslissen welke periodieke taken de beste strategie vor-
58 MaintNL 05 – 2014
058_59_MI_NVDO_cursussen.indd 58
20-05-14 14:51
Cursussen
men in de strijd tegen bepaalde storingen. U leert bovendien hoe te beslissen welke storingen beter op een andere manier kunnen worden bestreden, namelijk door een eenmalige wijziging van het ontwerp, de wijze van bediening, procedures en voorschriften of van kennis en vaardigheden.
Onderwerpen: Dag 1
• Inleiding in Reliability-centred Maintenance • Definiëren van functies en normen voor de gewenste prestaties en definiëren van (functionele) storingen Dag 2
• V aststellen van storingsoorzaken (storingsvormen) en be palen wat er bij een storing gebeurt (storingseffecten) • Beoordelen van storingsgevolgen: storingen die veiligheid of milieu bedreigen, storingen die productie c.q. bedrijfsvoering beïnvloeden, storingen die uitsluitend reparatie met zich meebrengen, storingen die het wegvallen van een beveiliging inhouden Dag 3
• B epalen van strategieën in de strijd tegen storingen: periodieke vervanging/revisie, toestandsbeoordeling, storingsdetectie, eenmalige wijziging, bewust afwachten • Bundelen van taken tot onderhoudsschema’s • Toepassen van de RCM-methode: werkgroepen, facilitators, implementatiemethoden en opstarten De cursus is bestemd voor degenen die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van technische systemen, de inzet, het gebruik en de bediening van die systemen, het ontwerp van die systemen of voor de veiligheid, de arbeidsomstandigheden en het milieu. De doelgroep bestaat uit reliability managers, maintenance managers, reliability engineers, maintenance engineers, operations managers, production managers, quality managers, operations engineers, process engineers, engineering managers en SHE managers. Iedereen kan aan de driedaagse basiscursus Reliability-centred Maintenance (RCM2) deelnemen, tenzij die deelname in strijd is met de licentieovereenkomst tussen Aladon LLC en Operational Excellence Transfer.
Doel: Na het volgen van de cursus “BIM voor Beheer en Onderhoud” heeft de cursist handvaten om: • BIM-structuur voor Beheer en onderhoud op te zetten • BIM-regelgeving en -normen beter te kennen • BIM-afspraken met derden te kunnen maken • Kwaliteit van onderhoudsgegevens te beheren • Keuzes te maken van software langere termijn • Invloed van BIM op de organisatie te kennen
Onderwerpen: Gedurende de interactieve cursusdag krijgt u inzicht in de diverse BIM-aspecten en -begrippen. Daarnaast worden generieke vragen beantwoord: • BIM-introductie • Schets van Informatieplan en BIM meer verdiept Inleiding op informatiemanagement in relatie tot BIM Afspraken maken, contractvormen, risicomanagement • Toelichting op de BIM tools, rollen en taken bij het werken met BIM • BIM in de Praktijk Deze cursus is voor iedereen die bekend wil raken met Building Information Model & Management, in het bijzonder projectleiders/managers, facility managers, consultants, onderhoudsprofessionals.
De kosten van deelname bedragen: Voor NVDO-leden € 590,- en voor niet-leden € 690,-
De cursuskosten omvatten: Lunches, koffie en thee, alle documentatie en presentaties. En inclusief ISSO Publicatie “Starten met een BIM”. Deze publicatie geeft voor de installatiesector inzicht wat een BIM is en wat de randvoorwaarden zijn voor gebruik en implementatie in de organisatie. De publicatie is niet bedoeld als onderlegger voor contracten. Een BIM omvat meer dan het werken aan een 3D-model, maar betekent ook samenwerking en een open communicatieve houding tussen alle projectleden. Dit blijkt ook uit de functieprofielen van de BIM-modelleur waar naast technische kennis ook communicatieve vaardigheden worden verwacht. In deze publicatie worden verschillende aspecten van een project met een BIM behandeld.
20 juni BIM voor Beheer en Onderhoud (Building Information Model)! (In Company mogelijk) BIM is een werkmethode waarbij zoveel mogelijk eigenschappen van een bouwwerk in een samenhangend model worden geplaatst. Dit kan gaan om geometrie, fysieke eigenschappen zoals materiaalgebruik en analytische eigenschappen bijvoorbeeld energieverbruik. Tijdens deze eendaagse kennismakingscursus met BIM wordt ingezoomd op de gebruikseigenschappen Onderhoud en Gebruiksgegevens.
MaintNL 05 – 2014
058_59_MI_NVDO_cursussen.indd 59
59
20-05-14 14:51
Onderhoud en gebouwde omgeving
Nu keuzes maken voor onderhoud in de toekomst Het nieuwe Zaans Medisch Centrum in Zaandam gaat met de tijd mee. Het ultramoderne ziekenhuis wil het de patiënt zo comfortabel mogelijk maken. Nu al wordt er nagedacht over het onderhoud de komende 25 jaar. Het centrum ging daarom een alliantie aan met de aannemer, wat uniek is in de zorgsector. Samen kijken de partijen naar de kapitaalsinvesteringen versus de operationele kosten. Het uitgangspunt van het contract is om het ziekenhuis zoveel mogelijk te ontzorgen. David van Baarle Zaans Medisch Centrum bouwt de komende twee jaar een nieuw ziekenhuis dat aan een aantal belangrijke eisen moet voldoen. Zo moet het gebouw een menselijke maat hebben, wat neerkomt op kleinschalig en vriendelijk. Tevens streeft men naar het bieden van een healing environment, wat wil zeggen dat de omgeving bijdraagt aan het beter worden van patiënten en mede-
werkers helpt om prettig en efficiënt te werken. Daarnaast wordt het gebouw efficient en Lean ingericht, waardoor patiënten en medewerkers een zo kort mogelijke afstanden lopen naar de bestemming en zo min mogelijk overbodige handelingen uitvoeren. Door overzicht en structuur te bieden, weet een patiënt of bezoeker altijd waar hij is. Het ziekenhuis stelt zich gastvrij
op en iedereen moet zich er welkom voelen. Het gebruik van daglicht en natuur ondersteunt de doelstellingen. Het gebouw is duurzaam en de indeling is flexibel waardoor delen kunnen worden afgestoten of worden bijgebouwd. Om het ziekenhuis te ondersteunen in zijn doelen wordt nu al nagedacht over het onderhoud aan het gebouw voor de komende 25 jaar. Al in de initiatieffase vormde ZMC een Alliantie met Vitaal Zorgvast, een dochteronderneming van BAM die is gespecialiseerd in de ontwikkeling van zorgvastgoed. Door de alliantie is, in samenspraak met de beoogde bouwpartner BAM, een voorlopig ontwerp ontwikkeld op basis waarvan met BAM een Design Build Maintain en Operate (DBMO)-contract is gesloten. Alex van Reeuwijk is directeur van de alliantie en vanaf het Programma van Eisen,
60 MaintNL 05 – 2014
060_61_62_MS__NVDO-artikel.indd 60
22-05-14 11:33
Zaans Medisch Centrum (ZMC) bouwt een volledig nieuw ziekenhuis dat eind 2016 zou moeten worden opgeleverd. Het ziekenhuis is er volledig op ingericht om patiënten snel weer beter te laten worden door ze een healing environment te bieden.
begin 2013, betrokken bij de nieuwbouw van het ZMC. ‘Het feit dat we een alliantie zijn aangegaan, is redelijk uniek binnen de zorg. We zitten hier als gelijkwaardige partners in en delen dus ook beiden het risico. We hebben bewust gekozen voor een DBMO-contract voor 25 jaar omdat je daarmee wat betreft de gebouwgebonden installaties duurzamere keuzes kunt maken. De bouwpartner heeft nu dus de positie dat hij integraal mee kan denken met het ontwerp, de bouw, het beheer en het onderhoud van het gebouw. Door die constructie kunnen zij in het uitwerken van het voorlopig ontwerp beslissingen nemen wat betreft de kapitaalsinvesteringen (capex, red.) versus de operationele kosten (opex, red.) vanuit een integraal perspectief, wat uiteindelijk moet leiden tot een lagere total cost of ownership.’
de installaties mede bepalen en van tevoren meedenken over de gevolgen van ontwerpkeuzes voor het onderhoud.’ Zoals gezegd is bij afsluiting van het DBMO-contract een plafondbedrag afgesproken voor de jaarlijkse vergoeding die BAM krijgt voor het beheer en onderhoud, energieverbruik en schoonmaak.
‘De aannemer heeft nu dus de luxepositie dat hij integraal mee kan denken met het ontwerp, de bouw en het beheer en onderhoud van het gebouw.’
Plafondbedrag Het kavel strekt zich verder uit dan onderhoud alleen. In het contract, en dus ook in de vergoeding, zit behalve het bouwkundig en installatietechnisch onderhoud ook energieverbruik. Van Reeuwijk: ‘Overigens is bij aanvang van het project een plafondbedrag voor de capex en voor de opex bepaald. De prikkel voor de aannemer om het beheer en onderhoud te optimaliseren zit intrinsiek in het contract. Bovendien kan hij de kwaliteit van
De eisen die de alliantie stelt aan de kwaliteit van de diensten zijn bij het afsluiten van de overeenkomst vastgelegd in een kaderdocument. Om de communicatie tussen beide partijen goed te laten verlopen, is Arcadis aangesteld. Senior consultant Mischa Kok zit namens het advies- en ingenieursbureau om tafel met zowel de opdrachtgever als de aannemer. ‘De manier waarop het onderhoud is uitbesteed, past heel goed bij de stra-
tegie van het ZMC’, zegt Kok. ‘Men heeft er duidelijk voor gekozen om zich te richten op de kerncompetenties medische behandeling en ziekenzorg en besteedt alle randzaken uit. Zo is de zorg voor alle medische apparatuur uitbesteed aan een daarin gespecialiseerde partner en op dezelfde manier kijkt men ook naar het onderhoudskavel. Met een DBMOcontract van 25 jaar gaan de partijen een serieuze relatie aan met ‘huwelijkse voorwaarden’.’ De taak van Kok was om van de opdrachtgever te weten te komen welke kwaliteitseisen hij stelt aan de onderhoudsstaat van de verschillende bouwkundige en installatietechnische onderdelen van het ziekenhuis om daar vervolgens de juiste prestatie-indicatoren bij te ontwikkelen. Men koos ervoor om de aannemer nauw bij dit proces te betrekken zodat hij nu al kennis kon maken met de overwegingen, denkwijze en achtergronden bij de werkwijzen van het ZMC. Kok: ‘Deze aanpak zorgt voor vroegtijdige begripsvorming over en weer en vergroot het inlevingsvermogen. We vroegen de aannemer vooraf bij te dragen met ideeën en oplossingen in plaats van achteraf met beperkingen en onmogelijkheden te komen. Uitgangspunt in het contract is een risicogestuurde uitvoering van het onderhoud en daarvoor hebben we gezamenlijk een risicomatrix MaintNL 05 – 2014
060_61_62_MS__NVDO-artikel.indd 61
61
22-05-14 11:33
Onderhoud en gebouwde omgeving
ingevuld waarbij aansluiting is gezocht bij de NEN 2767-norm voor conditiemeting.’
Maatstaven Volgens Kok is het voor het eerst dat een onderhoudscontract binnen een ziekenhuis op deze manier wordt ingericht. ‘Je ziet dan ook nog wel wat onwennigheid aan beide kanten. Gaandeweg merk je dat BAM leerde om uit haar traditionele aannemende rol te komen en dat het ZMC steeds meer beeld kreeg bij hoe loslaten werkt. De elementen die ongemerkt een rol speelden in de processen die gezamenlijk zijn doorlopen, sluiten
‘De kosten voor een dag niet kunnen opereren, zijn bijna niet in geld uit te drukken.’ prachtig aan bij de recent in Nederland geïntroduceerde internationale norm voor asset management ISO 55000. Zelfs al gelden in een ziekenhuis in sommige gevallen toch andere maatstaven dan in een doorsnee bedrijf.’ Dat laatste kan Van Reeuwijk beamen: ‘Het meest kritische deel van een ziekenhuis is de operatiekamer (OK, red.), die min of meer wordt gezien als de motor van het ziekenhuis. Een chirurg doet voordat hij opereert een soort pre flight check. Als hij merkt dat een deur niet goed sluit en er kans op besmetting is, moet hij de operaties van die
dag aflasten. We werken met een bonusmalussysteem om constante verbetering te prikkelen en ongeplande uitval te voorkomen. De kosten voor een dag niet kunnen opereren, zijn echter bijna niet in geld uit te drukken omdat het ook bijvoorbeeld de reputatie van het ziekenhuis op het spel zet. Dat moet dus te allen tijde worden voorkomen. Op dat vlak sturen we dan ook meer proactief het gedrag bij de uitvoerende partij.’
Ontzorgen Inmiddels is men bijna zover dat het ontwerp van het ziekenhuis definitief wordt. ‘Ik ben ook wel nieuwsgierig naar de voorstellen van BAM voor de installaties’, vervolgt Van Reeuwijk. ‘Uiteindelijk worden de investeringen verrekend in het contract, maar de beslissingen die nu worden genomen, bepalen straks uiteindelijk de winstmarge. Neem bijvoorbeeld de keuze voor een vloer. Kies je voor een traditionele vloerafwerking of ga je voor een rubberen gietvloer, die eenvoudiger te onderhouden is? Hetzelfde geldt voor de energieprestatie. Ook op dat gebied bepalen keuzes tijdens de bouw de uiteindelijke prestatie in de beheerfase. Dus kiest men voor hoogrendementsglas, laagfrequente verlichting en warmte/koude-opslag. In het voorlopig ontwerp is de energieprestatie van het gebouw al gemeten, maar we willen graag een second opinion van BAM om te kijken of er nog verbetering mogelijk is. We kunnen nu nog beslissen om de gevelisolatie aan te passen, dat kan straks na ingebruikname bijna niet meer.’
De prestatie-indicatoren voor de gebouwgebonden installaties zijn volgens Van Reeuwijk lastiger te bepalen. ‘De gebouwgebonden energiekosten zijn van zoveel factoren afhankelijk dat daar moeilijk een KPI aan kan worden gehangen. En eerlijk gezegd willen we dat ook niet uitentreuren definiëren. Je weet niet precies wat gebruikers gaan doen, hoeveel pc’s er worden ingezet die niet alleen stroom verbruiken, maar ook warmte produceren. Hetzelfde geldt voor een MRI. Natuurlijk kun je dat in het eerste jaar meten, maar gelden die waardes nog wel als referentie over tien jaar? We zijn nu een contract aangegaan van meer dan vijfhonderd pagina’s en op hoofdlijnen liggen de verwachtingen goed vast. Maar nog belangrijker is dat je een partnership bent aangegaan en dat je blijft communiceren en bijsturen. We zijn een langdurige relatie aangegaan en net als in een huwelijk probeer je er eerst samen uit te komen, maar er zijn wel degelijk ontbindende factoren. Voorlopig zien we alleen maar voordelen aan de samenwerking, al was het alleen maar omdat een aannemer een grotere poel aan medewerkers heeft, waardoor de continuïteit wordt geborgd. Bovendien kunnen zij bij complexe beheerof onderhoudsvragen terugvallen op een keur aan experts. Uitgangspunt van het contract is om het ziekenhuis zoveel mogelijk te ontzorgen. Als dat lukt met behoud van kwaliteit, zijn straks alle partijen tevreden.’ n
62 MaintNL 05 – 2014
060_61_62_MS__NVDO-artikel.indd 62
22-05-14 11:33
Kijk op Prestatiemanagement
Strategie wordt prestatie Om de Nederlandse industrie competitief te houden, moet er in verschillende sectoren iets gebeuren. En dan niet met voorzichtige stapjes, maar met een radicale verandering. Wat is er voor nodig om echt te veranderen? Wat is het ongebruikte potentieel dat dan beschikbaar komt en met welke blik moet je naar prestatiemanagement kijken om een sprong te kunnen maken? Begin oktober buigt een multidisciplinaire groep experts en ervaringsdeskundigen zich over deze vragen. Mark Oosterveer De derde editie van het congres iMaintain PrestatieManagement dat het iMaintain platform en de NVDO Sectie Suto organiseren, bouwt voort op een reeks onderzoeken en interview, de jaarlijkse Benchmark. Uit die onderzoeken blijkt steeds dat er een
relatie is tussen werkgeverschap, werknemerschap en organisatiesucces. Dat is geen verrassing, maar uit de studie blijkt ook dat de invloed van deze factoren op bijvoorbeeld downtime kan oplopen tot circa vier procent.
IMaINTaIN PrESTaTIEMaNagEMENT
Tijdens iMaintain PrestatieManagement op 1 oktober, georganiseerd door de NVDO Sectie Suto en het iMaintain platform, staat de ‘Kijk op PrestatieManagement’ centraal. Met verschillende invalshoeken wordt het thema belicht. Vanuit de universitaire wereld kijken drie hoogleraren naar prestatiemanagement en de NVDO Suto Benchmark. Daarbij wordt het aandeel van de disciplines supply chain management, accounting en maintenance engineering gezocht. Daarna bespreken drie experts van de prestatiegedreven organisaties Enexis, NedTrain en Suikerunie wat presteren en beheren bij hun organisaties inhoudt. Voor een nieuwe prestatie is verandering nodig. Maar biedt prestatiemanagement die ruimte? De sprekers van Rijskwaterstaat, Stichting Industriële Reiniging en het Dutch Institute World Class Maintenance behandelen de stelling: ‘Prestatiemanagement verhindert innovatie’. En of de innovaties succesvol zijn of niet, de prestaties worden geleverd door mensen. Wat moet de kijk op de zachte factoren van prestatiemanagement zijn om al hun potentieel te benutten? Ervaren deskundigen van Yacht en NEVI geven samen met een ervaren interim manager hun kijk op de zaak. Kijk voor het hele programma op www.imaintain.info/prestatie
Strategie Maar er zijn nog meer factoren die prestaties beïnvloeden. Om te beginnen is de bewustwording van doelen en indicatoren een belangrijke stap in het managen van prestaties. Zowel intern als in prestatiegedreven contracten. De juiste KPI’s maken de prestatie meetbaar en verbeterbaar. Het juiste aantal KPI’s zorgt voor een beheersbare situatie. Wat ‘juiste’ KPI’s zijn, wordt mede bepaald door de strategie die de organisatie hanteert; kostengedreven, procesgedreven of klantgedreven. Veel bedrijven zijn nog op zoek naar de strategie die het beste bij de huidige tijd en hun aanbod van producten en diensten past. Daar zit een knelpunt. Uit de studies die door de NVDO Sectie Suto zijn uitgevoerd en verzameld, blijkt helder dat organisaties die hun strategie goed vertaald hebben naar prestatiemaatstaven, beter presteren. Piet van der Linden, voorzitter van de NVDO Sectie Suto zegt daarover: ‘We zien in de praktijk veel dingen die goed gaan. Maar we zien ook nog ontzettend veel verborgen potentieel. Nu de crisis voortduurt en zo langzamerhand een nieuwe realiteit lijkt te worden, is de vraag hoe lang we het ons nog kunnen permitteren om dit potentieel, deze denk- en innovatiekracht, niet volledig aan te wenden. Er moet iets gebeuren. Niet in kleine stapjes, maar radicaal.’
Veranderingen Een vernieuwde kijk op prestatiemanagement is wellicht de aanjager van verandering. Ook voor dingen die onveranderbaar lijken. Want in verschillende sectoren waren veranderingen in contracten en tarieven altijd onmogelijk, tot de crisis keihard toesloeg. Toen bleek er ineens wel ruimte in samenwerkingsvormen, tarieven en incentives. Het is maar net hoe je het bekijkt. Daarom wordt bij de Kijk op PrestatieManagement op 1 oktober in Maarssen veel kennis uitgewisseld tussen verschillende disciplines, zodat de industrie zijn potentieel ten volle kan gaan benutten. n MaintNL 05 – 2014
063_MR__NVDO-artikel.indd 63
63
22-05-14 11:31
Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?
an! a e j d Mel vdo.nl www.naatschap > lidm
Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband
De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud
houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard
(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het
netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-
gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het
che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De
realiseren en in stand houden van het grootste onder-
vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-
houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke
derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies
doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-
binnen de branche in kaart.
Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • • • • • • • • • •
Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s Cursussen over onderhoudsmanagement Studiedagen met actuele thema’s Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten Vacaturebank Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn (wetenschappelijke) Onderzoeken NVDO Corrosie Helpdesk Jongerenboard
• • • •
NVDO Onderhoudskompas Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl
064_MG.indd 64
20-05-14 08:59
Column Zoals de wind waait … U weet dat de NVDO, in het bijzonder onze Sectie Onroerend Goed, zich als partner heeft verbonden aan het Platform Duurzame Huisvesting. Binnen het Platform zijn inmiddels bruikbare resultaten behaald en u begrijpt dat het daar ook gaat over energiebesparing. Daarnaast besteden onze leden veel aandacht aan energiebesparing en dat doen zij echt niet alleen vanuit het oogpunt van kostenbesparing, maar beslist ook vanwege milieutechnische aspecten. Met grote regelmaat besteedt uw vereniging aandacht aan allerlei initiatieven als het gaat om energiebesparing. We schrijven erover, we voeren discussies, delen kennis en organiseren regelmatig mooie bijeenkomsten in het teken van dit belangrijke onderwerp. Maar, het is maar zoals de wind waait, blijkt uit het feit (schrik niet) dat de windmolens op het World Trade Center in Bahrein verkeerd om staan. Echt waar! Omdat ze dus verkeerd om zijn geplaatst, leveren de drie windturbines op de skywalks van het gebouw minder energie op dan mogelijk zou zijn. Het gebouw bestaat uit twee torens, met drie skywalks ertussen die de torens verbinden. Aan deze skywalks hangen de windturbines, die de sterke windstromen tussen de twee torens opvangen en zo een deel van het energieverbruik van de toren verzorgen.
De windturbines zouden echter veel beter werken als ze aan de andere kant van de skywalks zouden zitten. Een uitgebreide analyse van de constructie in het windlab van Eindhoven laat zien dat een verplaatsing van de turbines veertien procent meer zou opleveren. Het Bahreinse WTC is lang niet de enige plek waar de windmolens verkeerd worden geplaatst. Een gebouw in Londen heeft hetzelfde probleem. Bovendien kunnen de bewoners van die kantoortoren nauwelijks werken als de wind wel op de turbines staat vanwege de herrie. Om dergelijke ontwerpfouten in de toekomst te voorkomen, is er nu een werkgroep ingericht in een Europees project voor windenergie. Het project moet een manier vinden om op slimme wijze windmolens te gebruiken in volgebouwde gebieden. Ik ben reuze benieuwd welke resultaten deze internationale werkgroep zal boeken. En als ze er echt niet uitkomen, kan met de NVDO contact opgenomen worden. We geven graag advies met onze krachtige en slimme achterban!
Het Bahreinse WTC is lang niet de enige plek waar de windmolens verkeerd worden geplaatst. Een gebouw in Londen heeft hetzelfde probleem.
colofon
Ellen den Broeder-Ooijevaar Verenigings Manager
MaintNL is het verenigingsmagazine van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. De naam MaintNL is eigendom van de NVDO.
Postbus 138 3990 DC Houten t +31(0)30 634 60 40 f +31(0)30 634 60 41
e info@nvdo.nl • www.nvdo.nl • www.nvdovac.nl
MaintNL 05 – 2014
065_MC_NVDO_Vmanager.indd 65
65
20-05-14 14:50
66 volgend nummer
In HeT volgende nummer Thema: Maintenance en informatisering Sensoren worden goedkoper, invoer van data wordt eenvoudiger en zelfs de sociale media worden tegenwoordig ingezet om incidenten op te sporen. De mogelijkheden van de informatiemaatschappij zijn bijna eindeloos en daardoor is de datastroom bijna net zo groot. Hoe kan je die data gebruiken om assets betrouwbaarder te maken of wanneer het toch fout gaat terug te kijken naar de oorzaken van falen? In de komende iMaintain kijken we naar de mogelijkheden van informatisering.
Staatssecretaris Mansveld bij nachtelijk spooronderhoud Onlangs ging staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu in het holst van de nacht een kijkje nemen langs het spoor. Ze sprak uitgebreid met de mensen die aan het spoor werken. Wat neemt zij mee uit haar bezoek? En hoe hebben de spooronderhouders dit zelf ervaren?
Werken aan een gezamenlijk doel Hoe is de verhouding tussen werkgevers en werknemers in de Nederlandse industrie? In sommige branches lijkt de groei er weer in te zitten, andere disciplines lopen nog wat achter. Is de groei al te verzilveren door de vakmensen of is dat nog te vroeg? Werken we wel naar een gezamenlijk doel toe? Tijdens Profion Maintenance Linqs werd hierover gediscussieerd. iMaintain doet verslag.
Thema: maintenance en informatisering EN VERDER MaintNL Johan Wolt is nog maar net uitgeroepen tot Maintenance Manager of the Year 2014, maar we kijken nu alvast vooruit naar de verkiezing van 2015. Ook leest u over de zin en onzin van bedrijfsscholen en over hoe woningcorporaties hun langetermijnonderhoud organiseren.
Thema’s 2014 iMaintain 07-2014
iMaintain Nummer 6 verschijnt 28 juni 2014
maintenance en de gebouwde omgeving
iMaintain 08-2014
maintenance en industriĂŤle reiniging
iMaintain 09-2014
maintenance en risicomanagement
iMaintain 10-2014 maintenance in de infra
05 14 imaintain
066_F_volgend nummer.indd 66
22-05-14 10:22
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN.
INFORMEER NAAR
EXTRA ONDERHOUDS START TECHNOLOGIE
• Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie geld verdienen? • Hoeveel kan onderhoud bijdragen aan het bedrijfsresultaat? • Wat is Excellent Onderhoud en hoe geef ik dit vorm?
DIT NAJAAR IN REGIO ZUID
WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • Post-MBO Onderhoudstechniek (OTK) • Post-HBO Onderhoudstechnologie (OT) • Post-HBO Onderhoud en Management (OM) • Master of Engineering in Integrated Service Engineering
Start 1 oktober 2014 Start 2 oktober 2014 Start 2 oktober 2014 Start februari/september
Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of kijk op www.cvnt.nl.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
CAN YOUR REPUTATION BECOME OUR RESPONSIBILITY?
Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectie- en keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam, Terneuzen en Akersloot én logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 16 landen vestigingen heeft. Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website:
Safety, quality and environment
WWW.VINCOTTE.NL
YOUR REPUTATION IS MINE.