Verbindingen leggen en dan: handen uit de mouwen
DLG = Duurzaam Landelijk Gebied De Dienst Landelijk Gebied heeft alles met het begrip duurzaamheid. We richten immers gebieden in die een behoorlijke tijd mee moeten kunnen. En dus staan wij voor een integrale benadering waarbij we ecologische, economische en sociale functies zo veel mogelijk combineren. Retentiegebieden bijvoorbeeld helpen onze voeten droog te houden, maar geven tegelijkertijd ruimte voor nieuwe natuur. Een ander voorbeeld is energie uit afval dat je krijgt bij landschapsonderhoud. Een dergelijke duurzame inrichting van Nederland vraagt veel overleg, afstemming en samenwerking. Maar ook: handen uit de mouwen!
‘D
ienst Landelijk Gebied werkt vandaag aan het landschap van morgen.’ Zo luidt de nieuwe slogan van onze organisatie. De kern van ons werk kun je als volgt samenvatten: als publieke organisatie met kennis van het landelijk gebied, zorgen wij dat beleid wordt uitgevoerd. Wonen, werken en recreëren in een mooi en duurzaam ingericht Nederland. Met waardevolle natuur, ruimte voor water en gezonde landbouw. Daar zetten wij ons voor in, samen met bewoners, overheden en belanghebbenden. Van ontwerp tot realisatie.” Mooie zinnen, zeker. Ze geven het terechte beeld dat DLG vól inzet op een landelijk gebied dat duurzaam en dus toekomstbestendig is ingericht, passend bij de ecologische, economische en sociale functies van het desbetreffende gebied. Duurzaamheid is voor ons geen modieuze term of ‘iets wat we er ook nog bij doen’. Het is in ons werk niet de kers op de spreekwoordelijke taart, maar de taart zelf.
Doelen koppelen
De opdracht is helder, de uitdagingen groot: hoe kunnen we met gebiedsontwikkeling helpen om droge voeten te houden in ons land? En hoe kunnen we voorkomen dat het op andere plekken juist weer te droog wordt? Hoe combineren we rendabele landbouw met natuurontwikkeling en -beheer? Welke kansen bieden landschapsinrichting en -beheer in het aanboren van nieuwe, minder milieubelastende energiebronnen? In hoeverre kunnen we de kringloopgedachte concreet toepassen? Kortom: hoe geef je vorm aan duurzame gebiedsontwikkeling en klimaatadaptatie? Het antwoord ligt – zo is onze ervaring – in het zo veel mogelijk combineren van maatschappelijke doelen. Door doelen te koppelen, kunnen we ze niet alleen duurzamer realiseren, maar vaak ook goedkoper, sneller en simpelweg beter. Dat doen we niet op eigen houtje vanachter ons bureau, maar in opdracht van en samen met overheden, belanghebbenden, bewoners, bedrijfsleven, noem maar op. Want alleen door verbindingen te leggen en binnen gebieden samen op te trekken, kunnen breed gedragen oplossingen van de grond komen die ook echt kans van slagen hebben. Praktijkvoorbeelden
Dat deze aanpak steeds meer vruchten afwerpt, kan iedereen met eigen ogen zien en ervaren. Een greep uit de vele voorbeelden. Als eerste het programma Ruimte voor de Rivier. Dit programma valt onder de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat, maar DLG is hierin een belangrijke uitvoerende kracht. Door het water meer ruimte te geven, verkleinen we de kans op overstromingen voor nu en in de toekomst. Dus ook bij extreme piekbelastingen die het gevolg kunnen zijn van klimaatverandering. Tegelijkertijd biedt de aanpak
van ruimte voor water mooie kansen om ook andere beleidsdoelen te realiseren. Dat geldt bijvoorbeeld voor de realisering van de Ecologische Hoofdstructuur. En dus richten we de verbrede uiterwaarden en retentiegebieden zodanig in dat het én voldoende water kan bergen én een gunstige omgeving biedt voor bepaalde flora en fauna ter verbetering van de biodiversiteit. Een dubbelslag voor veiligheid en natuurwaarde. In gebieden waar natuur en landbouw last hebben van verdroging kunnen we met waterretentie zelfs een drieslag maken. Nog sterker: door de begroeiïng in de uiterwaarden vervolgens te laten onderhouden door runderen in plaats van de kettingzaag te hanteren en het vlees van de geslachte runderen in de streek te verkopen, worden maar liefst vier vliegen in een klap geslagen. Een ander voorbeeld is duurzame energie productie uit het landschap. Dat klinkt misschien futuristisch, maar het gaat concreet om energie uit biomassa als restproduct bij landschapsonderhoud. Landschapsonderhoud was tot nu toe puur een kostenpost: het vraagt veel arbeidscapaciteit, kost veel geld en vervolgens moet het afval ook nog worden afgevoerd en vernietigd. Maar als we dat afval gaan gebruiken als groene grondstof voor energie, gaat het juist wat opleveren. Neem de biomassainstallatie in Beetsterzwaag. De installatie stookt het snoeihout van de houtwallen en –singels uit de directe omgeving. De geproduceerde energie wordt gebruikt om een nabijgelegen revalidatiecentrum en school te verwarmen. Met het geld dat de instellingen daarvoor betalen, kan vervolgens een groot deel van het onderhoud aan de wallen en singels worden betaald. En zo is de cirkel rond. De Herinrichting Peize is bijna een schoolvoorbeeld te noemen van waar het koppelen van doelen in kan resulteren. Hier gaat het om het verbeteren van de landbouwstructuur, het versneld aanleggen van natuurgebieden, het verkleinen van de kans op ongewenste overstromingen en het aanleggen van recreatieroutes. En dat ook nog allemaal in een heel kort tijdsbestek. De planvorming – begonnen in 2005 – was in 2008 afgerond. Inmiddels wordt volop gegraven, geplant en aangelegd. Uiterlijk 2012 zal het werk helemaal klaar zijn. Het vierde en laatste voorbeeld is Stegerveld. Dit overtollige militaire terrein met munitiemagazijn tussen Ommen en Hardenberg wordt omgebouwd tot een zorglandgoed voor mensen met een autistische stoornis. Het terrein ligt midden in de ecologi-
sche hoofdstructuur, de ‘ruggengraat’ die de Nederlandse natuurgebieden met elkaar verbindt. Het is de bedoeling dat bewoners waar mogelijk hun steentje bijdragen aan het handmatige onderhoud van hun groene omgeving. Een treffende combinatie van zorg en wonen met natuur en het beheer daarvan. Verbinding als fundament
Het combineren van beleidsdoelen in het rivierengebied en in het Drentse Peize; het ‘oogsten’ van biomassa uit het landschapsonderhoud, het zorglandgoed Stegerveld. Het zijn enkele van de vele praktijkvoorbeelden van duurzaamheid in het werk van DLG. Werk dat we doen vanuit onze unieke positie in het huis van Thorbecke: we vallen onder verantwoordelijkheid van de minister van LNV en werken voor verschillende opdrachtgevers als provincies en departementen, maar ook waterschappen en grote gemeenten. We zijn in wezen een gemeenschappelijke, landelijke expertiseorganisatie. Juist vanuit die positie zijn wij in staat de nodige verbindingen te leggen tussen de verschillende partners, opgaven en financieringsstromen. In die gebieden komt immers alles bij elkaar. En dat legt het fundament voor breed gedragen, succesvolle en toekomstbestendige oplossingen. DLG steekt vandaag de handen uit de mouwen voor een duurzame toekomst. ° Peter Heij Directeur DLG Met dank aan Ingrid Coppieters
Vlnr Beetsterzwaag, de bunker Stegerveld, Herinrichting Peize en Ruimte voor de rivier bij Keent.
38
39