I SOLISTI
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
I SOLISTI
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
Pour ce qui est de l’avenir, il ne s’agit pas de le prévoir, mais de le rendre possible.
I SOLISTI
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
Op 27 december 2022 namen we vanuit de Kathedraal in Antwerpen afscheid van componist en goede vriend Wim Henderickx (1962-2022). Het overlijden van Wim laat niemand onberoerd. Het oude jaar werd afgesloten met een pijnlijke coda. Woorden schieten tot op vandaag tekort om te beschrijven welke leegte hij achterlaat. En toch ... Wims levensvreugde, zijn tomeloze creativiteit, zijn artistieke excellentie en oprechte aandacht voor eenieder zinderen na en inspireren ons allemaal. I SOLISTI zal het werk van Wim ook in de toekomst blijven uitvoeren en doorgeven aan een nieuwe generatie uitvoerders en makers.
Dat laatste brengt me bij één van de speerpunten van onze werking in het nieuwe jaar. Vanaf 2023 ontvangen we voor het eerst in onze meer dan 30-jarige geschiedenis ook structurele middelen van Vlaanderen voor het luik ontwikkeling en zetten we meer dan ooit in op het begeleiden en aansturen van jonge, getalenteerde en gepassioneerde artiesten. Jonge kunstenaars hebben, zeker in een context van krimpende middelen, de professionele omkadering en het daarmee samenhangend artistiek toekomstperspectief broodnodig. Het was hartverwarmend om de voorbije maanden tijdens mijn inlooptijd als kersvers zakelijk directeur van I SOLISTI al enkele van deze jonge makers aan het werk te zien en om gesprekken te voeren met hen over hun dromen en ambities. Jonge talenten krijgen bij I SOLISTI de kans om hun artistieke praktijk in een professioneel omkaderde omgeving verder te ontwikkelen en krijgen zo vaker de gelegenheid om samen te werken met interessante kunstenaars en musici van I SOLISTI. Via ons netwerk kunnen de jonge kunstenaars zich bovendien makkelijker en vaker presenteren aan binnen- en buitenlandse programmatoren.
Ik nodig u van harte uit om de komende voorstellingen van ons kernensemble en van onze jonge makers en uitvoerders alvast met stip in uw agenda te noteren. Hopelijk zien we elkaar snel live op één van deze momenten.
impressie
LABnotes ‘Dag stad’
Intussen wens ik u allen in 2023 veel muzikale momenten die troosten, verrassen, raken en verbinden.
Ann AndriesZakelijk directeur I SOLISTI
– Antoine de Saint-Exupéry
GyörGy LiGeti
György Ligeti – klankwolken, knarsende ironie en virtuositeit
I SOLISTI
Modernist vanop de eerste rij
György Ligeti (1923-2006) was geen vernieuwer omwille van de vernieuwingen an sich. Als hij al in de voorhoede van het Europese muziekleven plaatsnam, dan was dat vooral voor de mogelijkheden die de avant-garde te bieden had. Eens een mogelijkheid (met succes) was uitgeprobeerd, ging Ligeti liever op zoek naar de volgende. Zelf omschreef hij deze houding alsof hij aan de rand van een woestijn was aanbeland. Hoe ver je ook zou doorlopen, je zou toch steeds hetzelfde zand tegenkomen. Maar net deze open, nieuwsgierige houding zorgde ervoor dat hij, misschien ongewild, enkele van de meest vernieuwende werken van de tweede helft van de 20ste eeuw voortbracht.
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
Het geloof in de nieuwe mogelijkheden van deze benadering werd bijgevolg beleden van de Ferienkurse für neue Musik in Darmstadt tot de elektronische muziekstudio van de WDR in Keulen. Daar moest je zijn als jonge componist met ambitie, en dat had ook Ligeti begrepen. Overdonderd door Stockhausens elektronische compositie Gesang der Jünglinge (1955-6) en opgeschrikt door een opstand tegen het regime (1956), verliet hij zijn geboorteland Hongarije om zich in Keulen te vestigen. Hij liet zich er al vrij snel opmerken door zijn elektronische compositie Artikulation (1958). Niet veel later raakte hij echter meer en meer gefascineerd door het fenomeen van langzaam veranderende klankwolken. De vraag was natuurlijk hoe je zoiets concreet uitcomponeert. Dit bereikte hij door talloze lagen aan ritmisch ingenieuze
Vernieuwen om te vernieuwen kan natuurlijk over weinig componisten worden gezegd. Zelfs iemand als Arnold Schönberg, die zich ooit “Kunst heisst neue Kunst” liet ontvallen, zag zijn eigen innovaties eerder als een logische gevolg van het werk van diegenen die hem waren voorgegaan. Dat neemt niet weg dat net na de Tweede Wereldoorlog een generatie componisten toch wel erg kort bij dat vernieuwingsideaal aanleunde. “Tabula rasa!”, dachten onder andere Pierre Boulez, Karlheinz Stockhausen, Luigi Nono en Karel Goeyvaerts. Vanaf nu enkel nog een rationele benadering van muziek. Een vooraf uitgedokterd systeem domineert, ziehier het serialisme. Dat elektronische klankmanipulatie zich voor dit rationele denken bijzonder goed leende, maakte dat ook de nog jonge elektronische muziek in deze periode een enorme groeischeut kreeg.
Samir Amarouch – Analogies (2017)Weinig componisten spraken zo helder over hun eigen werk als György Ligeti –waar musici en liefhebbers hem dan ook dankbaar voor zijn. Dit maakte van hem een gewaardeerd docent. Onder zijn vele leerlingen springt de naam Unsuk Chin in het oog. Minder bekend is dat zij later Samir Amarouch onderwees, die via deze weg Ligeti’s fascinatie voor langzaam evoluerende klankwolken erfde. In Analogies gaat Amarouch op zoek naar sonore parallellen –analogieën – tussen akoestische en virtuele klanken. Een zwerm krekels of synthetische geluiden, vogelzang of elektronische schitteringen, what’s in a name?
Mysteries of the Macabre
I SOLISTI
lijnen lichtjes overlappend op elkaar te stapelen. Deze techniek – die hij zelf “micropolyfonie” doopte, en al vroeg toepaste in werken als Apparitions (1959) en Atmosphères (1961) – is wat Ligeti’s werk in deze periode zo kenmerkt.
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
Le grand Macabre, een “anti-anti-opera”, maar vooral een keerpunt
Uit Le Grand Macabre weefde dirigent Elgar Howarth – die ook de première van de opera in Stockholm voor zijn rekening nam – drie aria’s voor coloratuursopraan samen tot het concertwerk Mysteries of the Macabre. De zangeres vertolkt de rol van Gepopo, chef van de geheime politie, die prins Go-go waarschuwt dat er een komeet aankomt, en dat de Apocalyps dus op til is… Niet dat deze verhaallijn veel uitmaakt. De tekst – “quasi nonsens”, in de woorden van Ligeti zelf – heeft eerder tot doel om alle vocale registers open te gooien. Fluisteren, sissen, roepen, hijgen, geen enkele techniek wordt geschuwd. Mysteries of the Macabre is daarom een werk dat wat virtuositeit betreft zeker niet hoeft onder te doen voor bijvoorbeeld Luciano Berio’s befaamde Sequanza III.
Sopraan Katrien Baerts voerde Mysteries of the Macabre al eens eerder uit tijdens het Ligeti Festival in Amsterdam in 2018, begeleid door het Asko|Schönberg ensemble van Reinbert de Leeuw. Benieuwd? Bekijk dan alvast een voorproefje op https://bit.ly/mysteriesofthemacabre
Een opera componeren was voor veel componisten tijdens de tweede helft van de 20ste eeuw geen evidentie. Volgens de toenmalige avant-garde had het genre immers afgedaan. Excentrieke, romantische gebaren – onontbeerlijk voor het uitdrukken van de emoties van personages op de scène – verloren hun relevantie. Daar kwam nog bij dat de opera als “burgerlijk” instituut al langer onder vuur lag. “Blaas alle operahuizen maar op”, liet Pierre Boulez zich in 1967 dan ook ontvallen. Hierin werd hij bijgestaan door onder andere Luigi Nono en zelfs György Ligeti, die het erover eens waren dat opera “niet meer van deze tijd” was. Men ging dus op zoek naar alternatieven. En als er toch werken voor de scène werden gecomponeerd, dan waren ze opzettelijk niet-dramatisch, of hadden ze een absurdistische plot: anti-opera’s. Denk bijvoorbeeld aan Mauricio Kagels Staatstheater (1970).
Maar naarmate de 20ste eeuw vorderde, verlieten steeds meer (voordien)
compromisloze modernisten deze patstelling – en dan vooral vanaf de jaren 1970. Karlheinz Stockhausen dacht na over zijn latere operacyclus LICHT (1977-2003) en Pierre Boulez dirigeerde muziekdrama’s van Wagner – in Bayreuth zelf nota bene. Ook Ligeti kwam in 1977 naar buiten met een werk dat verdacht veel weghad van het genre dat hij voorheen nog had afgeschreven: een opera, Le Grand Macabre.
Dit absurde verhaal speelt zich af in het fictieve Bruegelland (Vlaanderen?), waarin een zekere Nekrotzar het einde der tijden aankondigt door toedoen van een naderende komeet. Wanneer deze komeet echter gewoon voorbij zoeft, blijkt Nekrotzar niet meer dan een charlatan te zijn. Thema’s als huichelarij, corruptie en incompetentie zijn dan ook de eigenlijke hoofdrolspelers in Le Grand Macabre.
Zelf noemde Ligeti het werk een “anti-anti-opera”, als een soort synthese tussen opera en anti-opera, “also auf eine andere Ebene wieder Oper” (“op een ander niveau dus toch weer een opera”). Dat kwam zo. Aanvankelijk ging hij helemaal mee in de “anti-esthetiek” van Mauricio Kagel. Diens werk Staatstheater bestempelde Ligeti zelfs als het onbetwiste meesterwerk van het muzikale anti-theater. Le Grand Macabre zou dan ook net zo’n anti-opera worden. Maar net de afwezigheid van een overkoepelende verhaallijn (en dus ook libretto), die een componist daardoor weinig structurele houvast bood, deed hem uiteindelijk beslissen om het over een meer traditionele boeg te gooien.
Mysteries of the Macabre
Dit wil zeker niet zeggen dat Le Grand Macabre de traditie zonder meer volgt, integendeel. Meermaals gaat Ligeti over de schreef. Toch is het vooral de combinatie van meer conventionele, operatische elementen – herkenbare aria’s, recitatieven en instrumentale tussenspelen – en tegelijkertijd de ridiculisering hiervan – een ouverture voor twaalf claxons – die dit werk zo vernieuwend en geslaagd maakt. Frappant is dat hij zijn zo karakteristieke micropolyfonie slechts sporadisch aanwendt, en wel daar waar het verhaal om spanning vraagt. Daarmee raken we aan de kern. Ligeti manoeuvreert zich probleemloos van de ene in de andere (historische) stijl, al naargelang de dramatische onderlaag, of het nu om Liszt, Offenbach, Schumann, Beethoven of Ligeti zelf gaat. In dat opzicht vormde Le Grand Macabre dus een breuklijn met alles wat hij tot dan toe had gecomponeerd.
SOLISTI
I
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
De vraag waarin nu net het belang van een kunstwerk schuilt, is niet altijd gemakkelijk te beantwoorden. Meestal is dat ook niet eens nodig. Toch lijkt ze in deze context wel op haar plaats. Le Grand Macabre luidde immers een periode in van compositorische stilte en reflectie. Ligeti leek uitverteld te zijn, en dacht grondig na over zijn positie binnen de toenmalige muzikale tendensen. “Ik geloof niet meer in moderne muziek, de ‘avantgarde’. Ik ga daarom mijn eigen bescheiden weg, zonder daarbij te willen teruggrijpen naar iets wat al geweest is, maar door tegelijkertijd ook niet te willen verdergaan in de trant van het modernisme.” Hij verliest met andere woorden het geloof in het vooruitgangsdenken. Dit klinkt als een vrij postmoderne gedachte, die ook niet toevallig eigen was aan de jaren 1980. Toch werd Ligeti ook met deze strekking liever niet geassocieerd.
Hoe hij er zelf ook over dacht, het valt niet te ontkennen dat de werken waarmee Ligeti vanaf 1982 naar buiten kwam van een heel andere aard waren. Alleen al de werktitels – Hoorntrio (1982), Pianoconcerto (1988), Vioolconcerto (1993) – hintten op een meer traditionele benadering
van genre en inhoud. Citaten, stijlallusies en zowaar melodieën kregen vanaf dan met regelmaat een plaats in zijn werk. Natuurlijk was Ligeti met zijn open ingesteldheid altijd al vatbaar voor muzikale invloeden uit het verleden – denk bijvoorbeeld aan de invloed van de polyfonie van Johannes Ockeghem (overleden in 1497) in zijn Requiem (1965). Toch ging het daar veeleer om een techniek, en zouden heterogene stijlinvloeden na Le Grand Macabre meer aan de oppervlakte komen te liggen. Deze herziene esthetiek kwam ook met veel succes tot uiting in het Hamburgisches Konzert voor hoorn, vier natuurhoorns en orkest (19982002), waarin Ligeti eveneens zijn levenslange fascinatie voor de (natuur) hoorn vrij spel gaf (“Van zodra hij het woord hoorn uitsprak, hoorde ik ergens in mijn hoofd de klank van een hoorn als kwam die uit een afgelegen woud in een sprookje, zoals in een gedicht van Eichendorff.”).
GyörGy LiGeti
De zogenaamde “twee Ligeti’s”, voor en na Le Grand Macabre, benadert dirigent Martijn Dendievel als volgt:
“Het Hamburgisches Konzert voelt als een meer ‘volwassen’ Ligeti, die meer in klank en harmonie denkt, dan in ritmes en effecten. Het komt er dus op aan om de juiste klankkwaliteit en espressivo-elementen op te zoeken. Wie Le Grand Macabre daarentegen gezien heeft, weet dat er een stortvloed aan snelle effecten en parodische elementen aan elkaar wordt geregen. De ‘boodschap’ van een werk als Mysteries of the Macabre spreekt daarom meer voor zich.”
“Ligeti 2.0”
I SOLISTI
Meer weten over György Ligeti? Bekijk dan zeker de online expo “360° Ligeti”. In deze webtentoonstelling naar aanleiding van de focus op Ligeti bij Muziekcentrum De Bijloke Gent, neemt
MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek] je rubriek per rubriek mee doorheen het leven en werk van de Hongaarse componist: https://bit.ly/webexpoligeti
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
Olga Neuwirth – …miramondo multiplo… (2006)
Virtuositeit alom ook in Olga Neuwirths trompetconcerto …miramondo multiplo... Neuwirth (°1968) startte haar muzikale loopbaan ooit nog als jazztrompettiste, en weet dus als geen ander waartoe het instrument in staat is. Daarnaast wordt haar compositiestijl – net als in de latere werken van Ligeti – ook wel eens als eclectisch omschreven. Ze integreert elementen uit de barokmuziek, elektronische muziek of popmuziek, maar gaat even graag op zoek naar parallellen met andere kunstvormen, zoals literatuur en film. …miramondo multiplo… is in dat opzicht een geslaagde uitwerking. Alleen al de titel –letterlijk “veelzijdige bewondering voor de wereld” – is veelzeggend. In vijf delen, die ze elk tot een specifieke aria doopt, citeert en alludeert ze op muziek van Händel, Mahler en Stravinski, maar ook Miles Davis en Stephen Sondheim. Het feit dat deze herkenbare flarden, herinneringen aan lang en niet zo lang vervlogen tijden, niet stroken met de klankwereld van de achtergrond, werkt, zacht uitgedrukt, bevreemdend.
Het concert op 2 maart in Amsterdam wordt live uitgezonden op NPO Radio 4. Het concert op 3 maart in Gent wordt opgenomen en uitgezonden op 13 april om 20u op Klara. (Voor ticketinfo en credits, zie kalender achteraan dit magazine)
Mysteries of the Macabre
pagina uit het manuscript van Mysterium met uitzonderlijke toestemming van Bea Steylaerts en uitgeverij Norsk Musikforlag A/S
I SOLISTI
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
I SOLISTI
Het plotse overlijden van Wim Henderickx laat niemand onberoerd en dwingt ons om dankbaar terug te denken aan wat hij voor zovelen heeft betekend. Aan het woord is Francis Pollet – over zijn persoonlijke relatie met Wim, maar ook over hoe Wims artistieke overtuigingen zich vandaag uiten in de werking van een gezelschap als I SOLISTI.
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
Mijn band met Wim ontstond aan het conservatorium, hij als slagwerker, ik fagottist. In een tijd dat de uitslagen van examens nog aan de valven werden geprikt, kwamen we erachter dat we voor onze technische proef instrument beiden 38/40 behaalden. “Laten we er dan vanaf nu een wedstrijdje van maken – om ter meest”, ambitieus dat we waren, elkaar wat opjutten. En blijkbaar hadden we elkaar stevig uitgedaagd want we rondden ons eindexamen af met alweer eenzelfde score.
Hoe triviaal deze anekdote ook mag klinken, het typeerde Wim wel. Al op jonge leeftijd wist hij wat hij wou, en vooral wat hij wilde betekenen. Daarom viel onze gezamenlijke legerdienst eind jaren ‘80 hem ook zo zwaar. Het leger denkt voor jou … In de pas lopen, laat staan met een geweer schieten, was niet besteed aan iemand die toen al nadacht over spiritualiteit, zingeving en filosofie. Hij had dan ook nog eens de pech de grootste van het peloton te zijn waardoor hij steeds voorop moest lopen, hilarische toestanden.
Gelukkig wist Wim zijn ervaringen uit deze periode te relativeren en te verwerken in Ronddolen, een werk voor fagot solo waarin hij terugblikt op de belevenissen tijdens onze legeropleiding. Vertwijfeling en melancholie schemeren door in de virtuoze partituur. We kunnen gerust stellen dat Ronddolen nog steeds de wereld ronddoolt, ik vermoed misschien wel één van de meest gespeelde werken uit Wim zijn rijke oeuvre.
We hebben elkaar jarenlang artistiek beïnvloed en gestimuleerd. In deze periode speelden we ook allebei in het Nieuw Belgisch Kamerorkest voor wie Wim Mysterium voor blazersensemble schreef. Eigenlijk schudde hij toen al langzaam
de slagwerker van zich af. Wim zou componist worden, zijn weg naar een indrukwekkende nalatenschap was begonnen.
Er volgden nog verschillende kamermuziekwerken, ik denk bijvoorbeeld aan Droombeelden. Een buitengewone compositie voor hobo, fagot en piano.
De begincarrières van Wim en I SOLISTI versterkten elkaar, maar nog belangrijker was dat we vooral dankbaar waren dat we in de mogelijkheid verkeerden om iets voor elkaar te betekenen. In zijn rijke carrière is Wim I SOLISTI uiteindelijk ontgroeid – wat niet wil zeggen dat we geen plannen meer hadden samen. Die waren er wel degelijk, zoals hij indertijd voor 25 jaar I SOLISTI Resonating Light componeerde.
Wat vooral duidelijk mag zijn, we geloofden in langdurige samenwerkingen. Slechts wanneer artiesten zich jarenlang wederzijds gesteund voelen, hebben ze de ruimte om zich te ontplooien, te experimenteren, fouten te maken, te creëren Wim werkte zelf langdurig samen met bijvoorbeeld het Antwerp Symphony Orchestra, Muziektheater Transparant en Hermes ensemble. Een filosofie die ik volmondig deel en die dan ook doorwerkt in de manier waarop I SOLISTI ACADEMY jonge makers en uitvoerders stap voor stap wenst te begeleiden om uiteindelijk een zelfbewuste positie in het werkveld te kunnen innemen.
Dankbaar zijn om iets voor elkaar te kunnen betekenen, en dat dan ook gewoon doen, daar komt het toch eigenlijk op neer. Hoe triest is het dat we onze verdere plannen samen moeten opbergen, voor altijd. Wim, je blijft in mijn hart, als mens, als componist.
Karel Goeyvaerts (1923-1993)
“De man bij wie Stockhausen de mosterd haalde”
Met deze titel opende Humo in 1988 een lang interview met Karel Goeyvaerts, en sloeg daarmee simpelweg de nagel op de kop. Toch zegt zijn naam ons vandaag minder dan we zouden willen. Redenen genoeg om deze Belgische baanbreker opnieuw te belichten, en al zeker tijdens zijn 100ste geboortejaar.
Litanieën en repetitieve cycli
I SOLISTI
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
Voor Goeyvaerts was het al vrij snel duidelijk dat hij, om zijn artistieke honger te stillen, Vlaanderen achter zich moest laten. Na een weinig inspirerende studie aan het Antwerpse conservatorium trok hij dan ook naar Parijs, om er van 1947 tot 1950 bij de vermaarde Olivier Messiaen te studeren. Een zekere Pierre Boulez was hem op diezelfde schoolbanken al voorgegaan – om maar een indruk te geven van welke kalibers er op dat moment rondliepen …
De invloed van Messiaen op de naoorlogse avant-garde weet men meestal wel naar waarde te schatten, maar zijn collega René Leibowitz wordt vaak over het hoofd gezien. Messiaen gaf namelijk geen compositieles, maar wel analyse, van Monteverdi tot Stravinski, waarbij hij vooral aandacht schonk aan de meerdere dimensies van klank, zoals ritme en dynamiek. Via Leibowitz’ fascinatie voor de muziek van Anton Webern geraakte ook Arnold Schönbergs twaaltoonsmuziek tot in de Parijse klaslokalen. Net de combinatie van het denken in meerdere klankparameters en het reeksmatig uitwerken hiervan zou hét uitgangspunt vormen voor de avant-garde tijdens het daaropvolgende decennium. En wie had dit als eerste uitgedokterd? Juist, Karel Goeyvaerts.
In de zomer van 1951 nam hij zijn Sonate voor twee piano’s, zijn Nummer 1, de eerste officiële uitwerking van dit seriële denken, mee naar de (nog steeds) gerenommeerde Ferienkurse für neue Musik in Darmstadt. Daar wist hij er een zekere Karlheinz Stockhausen zo mee te intrigeren, dat deze Goeyvaerts beloofde: “Ik zal alleen jou vermelden, wanneer men mij zou vragen bij wie ik gestudeerd heb.” Stockhausen nam het ook voor hem op toen de docent Adorno polste naar de vormopbouw van Nummer 1: “Beste professor, u zoekt naar een kip in een abstract schilderij …”
Karel Goeyvaerts
Goeyvaerts’ werken uit de jaren 1960 en ‘70 kunnen voornamelijk als experimenteel worden bestempeld. Net als György Ligeti verkende hij steeds nieuwe mogelijkheden, van het gebruik van electronics tot verbale scores. Geleidelijk kristalliseerden deze mogelijkheden tot een techniek die Goeyvaerts zo karakteriseert, namelijk de ‘ontwikkelende repetitieve techniek’. Die vertoonde trouwens een opvallende verwantschap met het Amerikaanse minimalisme van Terry Riley, Steve Reich en anderen. Een ritmische cel wordt herhaald, en bij elke herhaling komt er een element bij. Wanneer de cel verzadigd is, desintegreert ze weer terug tot het basisidee. Zijn vijf Litanieën (1979-82) gelden als de puurste uitwerkingen van deze techniek.
Aquarius, een apocalyptische utopie
Goeyvaerts’ magnum opus, de opera Aquarius (1983-93), kende op zijn zachtst gezegd een bijzondere ontstaansgeschiedenis. Met de ambitie van een operatisch
Dat de principes achter Goeyvaerts’ Litanieën ook vandaag nog een jongere generatie componisten beïnvloeden, bewijst Tim Mulleman. Over zijn creatie voor piano en ensemble, geïnspireerd door Litanie I weet hij het volgende te vertellen:
“Het repetitief evoluerende proces bij Goeyvaerts ligt aan de basis van zijn eerste Litanie: een komen en gaan van muzikale sequenties, een in- en uitfaden van verschillende lagen die obstinaat herhalen, groeien, afbrokkelen... Dat laat zich in de eerste - maar zeker niet enige - plaats merken in een bezwerende ritmiek. Wat ik echter voor mijn compositie meeneem en omkneed tot mijn eigen puzzelstukken, is het harmonische kader dat ontstaat door Goeyvaerts’ gelaagde methode. En wat gebeurt er mochten Goeyvaerts’ sequenties op een andere manier op-onder-tussen elkaar geplaatst worden? Welke ‘toevallige’ harmonische ontmoetingen ontstaan er door de bestanddelen van Goeyvaerts’ sequenties anders te structureren? Bevindingen die ik op mijn beurt omzet in klankvelden, sets en modi waarin ik me als componist thuis voel.”
werk in het achterhoofd, maar zonder concrete opdracht hiertoe, componeerde hij in de jaren 1980 verschillende werken met voorbedachten rade. Het werden zelfstandige concertwerken die tegelijk ook een functie als operascène zouden vervullen. De thematiek van Aquarius was een drievoudige synthese. Er was De Aquarius-samenzwering van Marilyn Ferguson (1982), waarin de evolutie naar een betere, zo mogelijk ‘ideale’ samenleving werd waargenomen. Niet van bovenaf, maar van onderuit – een ware democratie. Ook was er L’ Ere du Verseau van Ernest Webb (1982), een astrologisch werk dat deze utopie laat samenvallen met het tijdperk van de waterman uit de dierenriem. Tot slot spelen religieuze overwegingen een niet te onderschatten rol, meer bepaald de Openbaring van Johannes, het laatste boek van het Nieuwe Testament. Deze bronnen verklaren de titels van verschillende concertwerken/scènes, zoals De Zang van Aquarius (1984), De stemmen van de Waterman (1985) of De Zeven Zegels (1986).
I SOLISTI
De omvang van Goeyvaerts’ Aquariusproject, zowel de filosofie achter het werk als haar muzikale uitwerking, zorgt voor een riante hoeveelheid ideeën die componisten kunnen toetsen aan de mogelijkheden van vandaag, zoals blijkt uit R Aquarii, een creatie van Benjamin Van Esser:
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
“R Aquarii is een symbiotische ster die, naar men aanneemt, een witte dwerg en een rode reus in een binair sterrenstelsel behelst, en die zich in het sterrenbeeld Aquarius bevindt. Net als de hemellichamen in het sterrenstelsel is dit werk onlosmakelijk verbonden met Karel Goeyvaerts’ De Zang van Aquarius R Aquarii is opgebouwd uit elf motieven uit Goeyvaerts’ originele compositie, die overeenkomen met de elfde plaats van het astrologische beeld Aquarius – waterman –in de dierenriem. In de loop van elf delen brengt de basklarinet zijn zang, omhuld door de kleurrijke nevel die door de electronics wordt gegenereerd.”
De muzikale uitwerking van Aquarius is in verschillende opzichten zo atypisch dat de vraag kan worden gesteld of het wel een opera is. Er zijn geen individuele personages; acht sopranen en acht baritons vertolken – steeds samen – de maatschappij. Daar komt nog bij dat het grootste deel van de tekst eigenlijk geen semantische betekenis draagt. Belangrijker is de klankwaarde van lettergrepen. Slechts zelden klinken er verstaanbare woorden, die bij nader inzien soms niet eens bestaan … Goeyvaerts: “Er zijn verstaanbare zinnen hier en daar, maar voornamelijk gescheiden van hun context, zoals objecten in een surrealistisch schilderij.” De uitgekiende structuur en overkoepelende thematiek van Aquarius helpen twijfels over het genre – opera of niet –echter de wereld uit.
Over Goeyvaerts schreef men ooit dat zijn biografie als een roman leest. Het belang van zijn vernieuwingen voor de ontwikkeling van het naoorlogse, Europese modernisme kan dus nauwelijks overschat worden. De vraag welke stempel hij, korter bij huis, op het Belgische muzieklandschap wist te drukken, legden we voor aan musicoloog en Goeyvaertskenner Mark Delaere:
“In deze context mogen we zijn werk als muziekproducer bij de VRT zeker niet onderschatten. Als het op het programmeren en het opnemen van Nieuwe Muziek aankwam, ging Goeyvaerts zorgvuldig te werk. Eerder dan zijn eigen wil door te drukken was hij zich bewust van de verantwoordelijkheid die hij op zich nam om moderne muziek tot bij een zo breed mogelijk publiek te brengen. Het is vooral die attitude die van belang is. Ondanks zijn bescheiden inborst was Goeyvaerts als componist natuurlijk nog steeds een ego dat streefde naar uitvoering en erkenning. Door in een vroege fase bewust aansluiting te zoeken bij de Europese avant-garde (toen vooral actief in Parijs, Darmstadt en Keulen), verleende hij zijn muziek een internationale uitstraling. Het is inderdaad zo dat Goeyvaerts nooit echt heeft lesgegeven. Zijn enige lesopdracht als titularis van de KBC-leerstoel Nieuwe Muziek aan de KU Leuven werd door zijn plotse overlijden vroegtijdig beëindigd. Je zou dus kunnen geneigd zijn om te zeggen dat er van een directe compositorische invloed op een jongere generatie componisten minder sprake is. Toch ben ik ervan overtuigd dat het belang van de twee profielen – Goeyvaerts als muziekproducer en Goeyvaerts als componist – elkaar mooi in evenwicht houden.”
Mark Delaere is er ook bij op het concert op 27 april in Mechelen, waar hij meewerkt aan een passende ode aan de Belgische meester.
MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek] maakte over het leven en werk van Karel Goeyvaerts een webpagina www.karelgoeyvaerts.be en een pop-uptentoonstelling ‘Goeyvaerts gespiegeld’, die in Mechelen wordt opgezet in het kader van Lunalia
Het concert op 27 april wordt opgenomen door Klara en uitgezonden op 8 juni 2023, de 100ste verjaardag van Karel Goeyvaerts. (zie kalender achteraan)
SOLISTI
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
“Het is een heerlijke gedachte dat wat ons zal redden geen nieuwe economie zal zijn, geen politieke revolutie, geen technologisch wonder, […] maar onze eigen weggestopte wildheid.” — (Paul Kingsnorth)
I SOLISTI
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
vanaf 16 februari op diverse locaties
We denken de wereld
Drie mensen, drie generaties, één plek. Niemand wil blijven. Niemand wil vertrekken. Laten ze alles bij het oude of bedenken ze een nieuwe wereld?
‘We denken de wereld’ ontstond uit de gesprekken van theatermaakster Mieke Laureys, danser Romeo Lothy en dichteres Amina Belôrf.
Componist Mathias Coppens schrijft in opdracht van I SOLISTI een nieuwe compositie voor hobo, fagot en percussie, die jonge mensen triggert en inspireert. De muziek biedt een tegenwicht aan de woordenstroom op podium die nu eens rustig kabbelt en dan uitbarst in een spoken word- vulkaan.
Amina Belôrf gooide hoge ogen met haar dichtbundel Zonder het licht te breken waarin ze vertrekt vanuit het migratieverhaal van haar vader. Taal is voor haar als eten en drinken: levensnoodzakelijk. Mieke Laureys gelooft in de hoop en troost van actuele verhalen. Danser Romeo Lothy zijn basis is urban dance, met een grote voorliefde voor breakdance.
Een turbulent stuk dat triggert, trekt en tegelijk troost biedt in deze woelige tijden.
Tekst: Amina Belôrf en Mieke Laureys
Compositie: Mathias Coppens
Spel: Amina Belôrf en Mieke Laureys
Muziek: I SOLISTI met Kasper Baele (hobo), Francis Pollet (fagot), Mathijs Everts (percussie)
Dans: Romeo Lothy
Coach: Ruud Gielens
I SOLISTI
2 & 3 maart
Amsterdam & Gent
22 & 27 april Mechelen
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
Mysteries of the Macabre
Wie Ligeti zegt, kan niet om Le Grand Macabre heen, zijn enige opera en een meesterwerk van scherpzinnigheid en pikzwarte humor. Mysteries of the Macabre bundelt drie aria’s uit die opera tot één muzikale rollercoaster vol vocaal vuurwerk, dat niet moet onderdoen voor de coloraturen van Mozart en Rossini. In zijn Hamburg concerto trekt Ligeti een heel ander register open en speelt hij met de ijle harmonische spanning tussen de solo hoorn en de vier natuurhoorns in het ensemble. Een pareltje!
programma:
G. Ligeti, Mysteries of the Macabre
G. Ligeti, Hamburg Concerto
S. Amarouch, Analogies
O. Neuwirth, …miramondo multiplo…
Lunalia - Goeyvaerts
YOU’LL NEVER BE ALONE ANYMORE
You’ll never be alone anymore is de titel van een compositie van Karel Goeyvaerts, één van de belangwekkendste componisten die België ooit voortbracht. Honderd jaar na zijn geboorte slaan Lunalia, I SOLISTI en andere partners de handen in elkaar om een waardige ode samen te stellen. I SOLISTI wordt daartoe ensemble in residentie.
Naast de Lunalia Lift Off en het openingsconcert op 22 april speelt I SOLISTI op 27 april een portretconcert onder de titel 100% Karel Goeyvaerts waarbij prof. Mark Delaere tussen de werken door vertelt over de componist.
programma:
K. Goeyvaerts, Les voix du Verseau
K. Goeyvaerts, Plikonamu Micucona
K. Goeyvaerts, La flûte de Jade
K. Goeyvaerts, Voor Harry, Harrie, René
K. Goeyvaerts, Escale à Bahia
K. Goeyvaerts, Litanie I
Ensemble: I SOLISTI
Dirigent: Martijn Dendievel
Solisten:
Katrien Baerts, sopraan
Anthony Devriendt, hoorn
Lucas Lipari-Mayer, Trompet
Regie: Kenza Koutchoukali
Vormgeving: Juliëtte Mout
T. Mulleman, creatie (geïnspireerd door Litanie I) opdracht van I SOLISTI en Lunalia Festival
Ensemble: I SOLISTI
Dirigent: Filip Rathé
I SOLISTI
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
schrijf in op onze nieuwsbrief
volledige kalender op onze website
herlees de vorige edities van Reflections
Francis Pollet
Algemeen & artistiek directeur
Frederik Neyrinck
Artist in residence
Ann Andries
Zakelijk directeur
Cindy Ysewyn
Coördinator ACADEMY & productie
Leen Bastiaens
Medewerker administratie
Jasper Depraetere
Medewerker productie
info@isolisti.be
BELGIAN WIND ENSEMBLE ANTWERP
Martijn Vincken
Stagiair redactie & Reflections
Victor Hidalgo
Technicus Artistieke Adviesraad
Bob Permentier
Maarten Quanten
Martijn Dendievel
Raad van Bestuur
Walter Cromheeke, voorzitter
Katelijne Boon
Jef Cox
Steven Defoor
Katja Geerts
www.isolisti.be isolisti i_solisti
I SOLISTI Reflections
2023#1
concept: I SOLISTI samenstelling & redactie: Francis Pollet, Cindy Ysewyn, Martijn Vincken, Klaas Coulembier
teksten Ligeti & Goeyvaerts: Martijn Vincken
eindredactie & vormgeving: Klaas Coulembier
foto’s: Willem Rosiers (cover, p. 12); Cindy Ysewyn (p. 2); Sacha Kleinblatt (p. 3); Thomas-Beyerlein (p. 6); Zachary Kadolph (p. 7); Bart Bonte (p. 8,9); Björn Comhaire (p. 13); Tina Herbots (p. 16)