8 minute read

De heremietkreeft

Next Article
BEFOS-FEBRAS

BEFOS-FEBRAS

Een grote heremietkreeft probeert een soortgenoot uit zijn veel te grote schelp te verjagen om zodoende van woonst te kunnen wisselen.

Een kraker in een schelp

Advertisement

Tijdens een duikvakantie begin jaren '90 in de Dominicaanse Republiek sliep ik in een rudimentaire hut. 's Nachts schrok ik wakker van kloppende geluiden onder mijn hangmat, alsof er keien tegen elkaar werden geslagen. Het bleken grote Amerikaanse reuzenheremietkreeften (Petrochirus diogenes) te zijn die met hun schelpen 'botsautooke' speelden.

Die schelpen zijn in feite van een weekdier, de roze vleugelhoorn of koninginneschelp (Strombus gigas).

De Amerikaanse reuzenheremietkreeft wordt tot 25 cm lang en ziet het niet direct als een probleem om de originele schelpeigenaar te onteigenen en op te eten.

Er zijn zo'n 500 bekende heremietkreeftsoorten. De meeste leven in het water, waar je ze kan vinden tussen de getijdenzone en soms wel op 500 meter diepte. Sommige soorten leven op het land, maar altijd in de nabijheid van water. De meest bekende landbewoner onder hen is de kokoskrab (Birgus latro), zie kaderstukje.

Heremietkreeften zijn geen echte kreeften en ook geen echte krabben. Ze behoren tot de groep tienpotige schaaldieren Anomura, samen met onder andere de porseleinkrabben en de oprolkreeften. In Nederland en België komen twee soorten voor: de grote of gewone heremietkreeft (Pagurus bernhardus) en de kleine heremietkreeft (Diogenes pugilator). Die laatste wordt ook wel boksertje genoemd, omdat het diertje geregeld in de clinch gaat met soortgenoten als het gaat om eten, huisvesting of een partner.

De grote heremietkreeft wordt tot 10 cm lang, de kleine komt maar aan 2,5 cm. Je kan de twee soorten gemakkelijk uit elkaar houden, ook als ze jong zijn. Bij de grote heremietkreeft is de rechterschaar sterker ontwikkeld dan de linker en zijn de voelsprieten onbehaard, bij de kleine heremietkreeft is de linkerschaar groter en zijn de voelsprieten ruw en behaard.

Kluizenaar of toch niet?

Heremiet wordt ontleend aan een oud Grieks woord dat eenzaamheid betekent. Om dichter bij hun god te zijn en te mediteren gaan mensen al sinds de oudheid op eenzame plaatsen wonen, ver van de bewoonde wereld. Ook in andere talen wordt naar een kluizenaar verwezen. In het Frans wordt het diertje 'un bernard-l'ermite' genoemd, Engelsen spreken dan weer over de 'hermit crab' en Duitsers hebben het over 'Einsiedlerkrebs'. De meeste heremietkreeften leven dan ook afgezonderd in een lege passende slakkenschelp, alhoewel sommige ook ander beschikbaar materiaal gebruiken waarin ze hun weke achterlijf kunnen steken. Maar de eenzaamheid van de heremietkreeft is relatief. Zo is het kleine heremietzakje (Septosaccus cuenoti) een griezelige metgezel van de kleine heremietkreeft. Deze kreeftachtige parasiet werd in 2020 voor het eerst waargenomen aan de Belgische kust. Hij vestigt zich aan de gastheer en voedt zich met het kreeftenweefsel. Uitwendig ontwikkelt zich op de ongelukkige kleine heremietkreeft een bruin zakje met eieren

Grote heremietkreeft (Pagurus bernhardus). Vechten voor een groter huisje of paringsritueel?

die in het water worden losgelaten. Maar er zijn aangenamere buren. Sommige heremietkreeften voeren op hun schelp één of meerdere anemonen mee. Hier gaat het niet om parasitisme, maar om mutualisme. De anemoon beschermt de heremietkreeft door mogelijke aanvallers af te schrikken met zijn netelcellen en wordt als tegenprestatie gratis vervoerd naar voedselrijke plaatsen. Hij voedt zich daarenboven ook nog met de maaltijdresten van de heremietkreeft. Wanneer deze laatste naar een andere schelp moet verhuizen, stimuleert hij het loskomen van de anemoon door met zijn scharen in de hechtschijf te knijpen. Nadien verplaatst hij hem dan gewoon op zijn nieuwe woning.

een hachelijk leven

Heremietkreeften zijn gemakkelijk te herkennen, want ze beschermen hun kwetsbare en opgerolde achterlichaam in een lege schelp. Een heremietkreeft zonder schelp is ten dode opgeschreven. Het diertje telt tien poten, waarvan er twee

De kokoskrab of klapperdief (Birgus latro)

Stel je een kreeftachtige voor met een gewicht van vijf kilo en poten die een spanwijdte hebben van bijna één meter. Een dier dat voorzien is van twee scharen die een kokosnoot kunnen kraken. Een dier uit een sciencefictionfilm? Helemaal niet. Je kan het monster tegenkomen op enkele eilanden in de Indische en de Stille Oceaan. Het dier behoort ook tot de familie van de heremietkreeften en is de grootste geleedpotige en het grootste ongewervelde dier ter wereld. Het is een alleseter die in bomen kan kruipen en zich zelfs aan vogels vergrijpt. Om je een idee te geven van de sterkte van de scharen: zij kunnen een kracht ontwikkelen van 3.300 newton. De bijtkracht van de menselijk kaak bedraagt ongeveer 1.000 newton. De kokoskrab verplaatst zich tot 500 meter per dag, maar kan nooit ver van het water overleven, want zijn kieuwen moeten vochtig blijven. De voortplanting gebeurt ook in zee. De naam klapperdief (het Latijnse latro in zijn wetenschappelijke naam betekent dief) komt van de verhollandsing van het Maleise woord 'kelapa' dat kokosnoot betekent. De kokoskrab schijnt naar kreeft te smaken en loopt daarom gevaar vanwege de vraag naar zijn vlees.

Palmdief of kokoskrab (Birgus latro) is de grootste terrestrische heremietkreeft ter wereld. De soort is wijd verspreid op afgelegen Indo-Pacifische eilanden van de tropen. Volwassenen hebben zo'n taai exoskelet dat ze geen schelp meer dragen.

Het zaadzakje van het parasiterende kleine heremietzakje aan het achterlijf van een heremietkreeft. Vijf nieuwe diersoorten ontdekt aan onze kust

De Belgische Strandwerkgroep ontdekte in het najaar van 2020 niet minder dan vijf nieuwe diersoorten aan onze kust. Het ging om de gladde snavelneut (Yoldia limatula), een tweekleppige die oorspronkelijk aan de Oostkust van Noord-Amerika gedijt en een drietal nieuwe visparasieten.

Ingrid Jonckheere van de Strandwerkgroep ontdekte ook voor het eerst het kleine heremietzakje. De larve van deze soort – die verwant is aan de zeepokken – vertakt zich in het lijf van de heremietkreeft. Eenmaal in het lichaam spuit ze stoffen in die de hormoonhuishouding van de kreeftjes verstoren. Daardoor krijgen de mannelijke exemplaren vrouwelijke kenmerken en kunnen ze niet meer vervellen. De enige functie van de gastheer is dan nog de parasiet voeden.

Uitwendig van de gastheer ontwikkelt zich een bruine zak met eieren die in het water worden losgelaten. Bij krabben is het parasiterende krabbenzakje beter bekend.

van scharen zijn voorzien. Twee van de vier paar looppoten dienen effectief om zich te verplaatsen, de achterste zijn haken waarmee het kreeftje zich in de schelp kan verankeren.

Net als alle kreeft- en krabachtigen moet de heremietkreeft geregeld vervellen. Dit gebeurt doorgaans zo'n vier keren per jaar en verloren pootjes kunnen op dat ogenblik opnieuw gevormd worden. Tijdens de vervelling is het diertje kwetsbaar, omdat het kalkpantser ontbreekt. Ook bij de paring is het uitkijken en de diertjes flirten daarom bijzonder lang. Het voorspel duurt eindeloos en wel tot ze er absoluut zeker van zijn dat ze hun achterlijf niet voor niets ontbloten.

De eigenlijke paring gebeurt in een spreekwoordelijke wip en is binnen de minuut achter de rug. De vrijers komen even uit hun schelp en maken dat ze er zo gauw mogelijk terug inzitten. Het vrouwtje bewaart de eitjes in haar schelp en voorziet ze met haar poten van vers water. De larven verlaten de woning en leven een paar weken in open water om zich nadien zelf in een kleine lege schelp te vestigen.

kleine kreeftjes worden groot

Wanneer het onderkomen van de heremietkreeft te klein wordt, moet het diertje op zoek naar een nieuwe woonst. Wanneer de concurrentie hard is en er weinig lege schelpen voorhanden zijn, leidt dit tot bijzonder zware gevechten waarbij dikwijls doden vallen. Maar dit is gelukkig niet altijd het geval. Wanneer er genoeg schelpen te

'Crabs with Beach Trash Homes' is een serie van fotograaf Shawn Miller. Momenteel fotografeert hij heremietkreeften (Coenobita purpureus) die hij vindt over verscheidene stranden in Okinawa, Japan. Het vreemde aan deze kreeften, is dat ze afval gebruiken als hun nieuwe huis.

Foto: Shawn Miller.

Symbiose heremietkreeft. Sommige heremietkreeften dragen zeeanemonen op hun schelp ter bescherming.

Foto: Johny Bleys.

Foto: Ingrid Jonckheere.

Kleine heremietkreeft (Diogenes pugilator).

Foto: Peter H van Bragt.

Een heremietkreeft met een veel te klein huisje. Hij moet dringend op zoek naar een grotere schelp.

Een heremietkreeftje inspecteert zijn nieuwe woonst alvorens te verhuizen.

Een heremietkreeft zonder huis is ten dode opgeschreven. Fluwelen zwemkrab eet een heremietkreeft.

vinden zijn, wordt er in groep verhuisd. De grootste heremietkreeft verhuist als eerste, de tweede grootste neemt diens oude schelp in bezit en zo gaat het door. Soms vormt er zich een wachtrij van een tiental dieren die geduldig wachten tot een iets grotere schelp ter beschikking komt.

Bij gebrek aan schelpen kunnen de kreeftjes ook gebruikmaken van holle stenen of – in het geval van heel grote heremietkreeften – zelfs metalen blikken. Heremietkreeften die aan land wonen, hebben een voorkeur voor lichte schelpen of hollen de schelp uit met hun scharen om hem lichter te maken. Eén enkele heremietkreeft is erin geslaagd het achterlijf te verharden en het enigszins te beschermen, namelijk de kokoskrab. Volwassenen kokoskrabben hebben zo'n taai exoskelet dat ze geen schelp meer dragen.

PATRICK SWINNEN

Advertentie De schelpendans , waarbij een wachtrij van heremietkreeften voor een nieuwe schelp te zien is, kan je bekijken via:

https://youtu.be/LN4heY49lu8

of door onderstaande QR-code te scannen. Het is een korte Franstalige film.

START TO DIVE

Meer informatie: www.nelos.be

Deze gratis duikinitiatie is speciaal voor:

Naam voornaam

Actie geldig tot 30/05/2022

This article is from: