"Rechtstreeks" jaargang 10, Nr. 3 - maart 2013
RECHTSTREEKS Van
de redactie
De weg van de vrede Deze maand: 1
Van de redactie De weg van de vrede
2
Oude Sporen Binnen het voorhangsel
3
De eenheid van het lichaam en de eenheid van de Geest
5
Het paleis- en tempelcomplex van Salomo
6
De Openbaring van Jezus Christus
7
Redden = behouden = genezen?
8
Amasja, koning van Juda; Joas en Jerobeam II, koningen van Israël
9
Is Israël of de Gemeente de bruid van Christus?
9
Gerst- en tarweoogst
10 Leven voor God
Natuurlijke mensen kennen de weg van de vrede niet. Daarom staat er in de brief aan de Romeinen: ”de weg van de vrede hebben zij niet gekend” (Rom. 3:10-18). Maar onze God kon niet daarin berusten. Zacharia profeteerde bij de geboorte van Johannes de Doper: “En jij, kind, zult een profeet van de Allerhoogste worden genoemd, want jij zult voor het aangezicht van de Heer heengaan om zijn wegen te bereiden, om zijn volk kennis van de behoudenis te geven in de vergeving van hun zonden, door de innerlijke barmhartigheid van onze God, waarmee de Opgang uit de hoogte ons zal bezoeken, om te schijnen voor hen die in duisternis en schaduw van de dood zitten, om onze voeten te richten op de weg van de vrede” (Luc. 1:78-79). Als wij deze kennis van de behoudenis ter harte nemen, worden wij gerechtvaardigd uit geloof en ontvangen wij “vrede met God door onze Heer Jezus Christus” (Rom. 5:1). Paulus besluit de brief met deze bijzondere titel van God: “De God nu van de vrede zij met u allen!” (Rom. 15:33). En dit is een machtige God: “De God nu van de vrede zal de satan spoedig onder uw voeten verpletteren” (Rom. 16:20). Welnu, als wij bij Hem horen en wandelen op de weg van de vrede, dan wordt van ons verwacht dat wij waardig wandelen, terwijl wij in alle nederigheid en zachtmoedigheid met lankmoedigheid elkaar in liefde verdragen, en ons beijveren de eenheid van de Geest te bewaren in de band van de vrede: één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent in één hoop van uw roeping; één Heer, één geloof, één doop; één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen” (Ef. 4:1-6). Als we zodoende inschikkelijk zijn en weten dat de Heer nabij is, zijn we niet bezorgd. We kunnen alles bij God kwijt, en zo zal “de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw harten en uw gedachten bewaren in Christus Jezus” (Fil. 4:7). Maar er zijn ook
noodzakelijke vermaningen: “Wat u geleerd, ontvangen, gehoord en gezien hebt in mij, doet dat; en de God van de vrede zal met u zijn” (Fil. 4:9). Concluderend kunnen we zeggen: daar waar onkunde is over de weg van de vrede, geeft God die kennis. Waar onvrede was, kan God vrede geven. Daar waar de harten onrustig zouden moeten zijn, brengt de vrede van God rust. Daar waar de gedachten heen en weer geslingerd worden, brengt de God van de vrede evenwicht. “Moge nu de Heer van de vrede Zelf u altijd op elke manier de vrede geven. De Heer zij met u allen” (2 Tess. 3:16). In alle omstandigheden kunnen wij bij Hem terecht, de Heer van de vrede. Hij Zelf zal vrede geven. Een voortdurende, permanente vrede wil Hij geven, onafhankelijk van de omstandigheden. Mensen kunnen elkaar gerust stellen, maar dat is geen blijvende vrede. Mensen zijn vaak machteloos, weten niet goed wat te doen of wat het beste is. Maar de Heer van de vrede weet precies hoe Hij een hart waarin onrust of onvrede heerst, vrede kan geven. “De God nu van de vrede, die uit de doden heeft teruggebracht de grote Herder van de schapen, onze Heer Jezus, door het bloed van het eeuwig verbond, moge u volmaken in al het goede tot het doen van zijn wil, terwijl Hij in ons doet wat voor Hem welbehaaglijk is door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen” (Hebr. 13:20-21). Het is geweldig om de weg van de vrede, de weg naar vrede met God te kennen en daardoor ook de vrede van God in onze harten te leren kennen. Maar we hebben ook de “Heer van de vrede” en de “God van de vrede” leren kennen! Met deze verkregen kennis van Hem kunnen we elke omstandigheid aan. Ik hoop dat dit nummer van Rechtstreeks daaraan een kleine bijdrage mag leveren. Namens de redactie, Jan Paul Spoor