.:,,i.:, ri
gaftoegang W*% e deurvandetabernakel totdegouden kandelaar. Hii is zowel de Deur het i' ï " ffi tot [icht,alsdat ' (ohannes Hijhetwaarachtige tichtzetfis r:9).Aan de Farizeeën, diehetlichtbuitenJezus zochten, de betuigde Herezetf:'lkbenhetLichtderwereld,wieMij volgt,zalnimmerin de duisternis wondelen, maorhij zalhetlichtdeslevenshebben'(Johannes 8:rz).LichtbuitenChristus bestaat in naam,inwerketijkheid is hetduisternis. stechts :":' :.: i-l t'-::
Christus is ook de deurtot het reukaltaar, het gebed.De nietbidden;daarom menskanuit zichzetf zeidende discipelen:'Here,Ieerons bidden'(Lucasrr:r). Zelfszij, de vande Geest, wetennietwatzij biddenzulten eerstelingen (Romeinen 8:26).MaarHijis de Deurtot hetgebed:'Watgij ookvraogtin Mijnnaam,lkzalhetdoen,opdatde Vaderin de Zoonverheerlij kt worde'(Johannes q:g). DoorHemin-en uitgaan, dagelijks metHemzijn,datleert onsbiddennaarTijnwiI,'enontvongen wij vanHemal wat wii bidden,daar wij Zijn gebodenbewarenen doen wat (r Johannes welgevallig is voorzijn aangezicht' 3:zz).Het gebedbuitenChristus bestaat alteenuitwoorden; hetheeft geenwezen;zulkeengebedkanvoorGodzelfseengruwel z8:9). zijn(Spreuken
ïr:] i l1'+l;"Frr::.,:r
Dedeurwasgemaakt vandezelfde stoffenen kleurenals poortvan gemaaktwas. devoorhof waarookhet dakvande dezedeurdoorgaan envoedselvinden voor Zijdiedagelijks ervaren duidetijker de hunzielenin hetHeitigdom, steeds 'zonder gii Mij kunt nietsdoen'(ohannes r5:5). waarheid: is onsdoorGodgegeven tot rechtvaardiging, Christus Jezus (r Korintiërs maarook tot heitiging 1:3o);verkregen door geopenbaard in Zijn woord Zijnbtoedvoorons, aanons, vervulddoorZiin Geestin ons. lnJohannes ro zegtHij,datHijdegoedeHerderis enookde (vers9,rr).Nuis heteigenaarDeurvanriestalderschapen in Patestina, datdedeurhiervan digevandestatlen bestaat eenmanomerin uiteengatin de muur,grootgenoegvoor moetduspersoontijk de herderpaste staan.Elkschaap goede gaf Ats Herder HijZiinlevenvoorde schapen. seren. Deur. Daarom konHijookde Deurzijn.Hii is de Levende Niemand komttotdeVader. dandoorHem. lkheb de vastegrondgevonden, Waarin.Mijn ankereeuwighecht, Degrondin /ezus'bloeden wonden, Voor'swerelds oanvongreedsgelegd. Diegrondzal onverwriktbestaan, Schoonaord'enhemelondergaon. (ZangbundeI Joh.de Heer64r:r)
Christus is ookde Deurtot gemeenschap metelkaar. Het 'des samenkomen bij het avondmaal is nog niet: Heren n:zo). Slechtsals wij door avondmaal eten'(t Korintiërs gereinigd hetbloedvanJezus Christus zijn,hebben wij ge- (Overgenomen en bewerktuit: 'De Geestelijke beteeke(r q).Bij éénzijn,name- nis van den Tabernokel'van meenschap metetkaar Johannes Joh.de Heer,door ds. Henk is hetware ziin. lijkChristus, biieen Schouten)
HetZoeklichtfr
z7