Jaarverslag STAP 2001

Page 1

S

T

2

0

0

1

A

P


2

0

S

T

A

P

0

1

47


2

0

S

T

A

P

0

1

47


VOORWOORD

Met het jaarverslag 2001 van Stichting STAP hoop ik u inzicht te geven in een boeiend bedrijf met circa 150 medewerkers, voornamelijk werkzaam binnen de kunstensector. In het verslagjaar zijn zo’n 1.600 verschillende klanten bediend, 40.000 jongeren bereikt en 900 reisvoorstellingen begeleid. Op de valreep van 2001 heeft STAP een driejarige subsidie mogen ontvangen van de gemeente Amsterdam. Op deze plek wil ik nogmaals de leden van de Amsterdamse gemeenteraad hartelijk danken voor hun steun.

2

Het jaar 2001 was een dynamisch jaar voor STAP en haar medewerkers. Zo heeft de organisatie de belangrijke beslissing genomen om haar bedrijfsonderdelen te verzelfstandigen. STAP zal meer als platform gaan fungeren voor de bedrijfsonderdelen, die – naast het voeren van een eigen naam – de ruimte krijgen een eigen koers te ontwikkelen. Waar «Productiehuis Cinema De Liefde» sinds 2000 al het een en ander in praktijk brengt, zijn de overige afdelingen TK&O, Licht & Geluid en TheaterTechnici haar spoor gevolgd. Zo gaat STAP TK&O verder als «Vormkracht 4», zal STAP Licht & Geluid als «PALgroup» door het leven gaan en heet de afdeling STAP Theatertechnici voortaan «TheaterWerk». De bedrijfsonderdelen maken zich onder eigen naam sterk voor hun producten en moeten kostendekkend werken. In de nieuwe namen vindt u STAP dus niet terug. We hebben er voor gekozen om deze merknaam te reserveren voor de stichting. STAP, als de overkoepelende organisatie, legt zich toe op het bieden van centrale diensten zoals financiën, personele zaken, automatisering en communicatie. Verder blijft STAP verantwoordelijk voor alle formaliteiten en externe contacten die zijn gemoeid met het ontvangen van loonkostensubsidies. Ook voor de activiteiten van de bedrijfsonderdelen blijft Stichting STAP de verantwoordelijke rechtspersoon. Als platform heeft STAP onder andere het doel optimaal gebruik te maken van overheidssubsidies ten gunste van medewerkers, projecten en faciliteiten. Zo is in 2001 – in samenwerking met NV Werk – een begin gemaakt met het aanbieden van scholing aan medewerkers om binnen hun vakgebied de uitstroommogelijkheid te vergroten.

We hebben in dit jaarverslag gekozen voor het consequent gebruik van de nieuwe namen. Een jaarverslag waarin, naast het presenteren van het noodzakelijk feitenmateriaal, gekozen is de organisatie op persoonlijke wijze een gezicht te geven. Aan alle medewerkers is gevraagd een – voor hen dierbaar – object te laten fotograferen. Het resultaat is een verzameling beelden, al dan niet geïllustreerd met een eigen verhaal. De verzameling beelden als weerspiegeling van de verzameling mensen die werkt bij Stichting STAP. Het blijkt een verzamelplaats van talent en creativiteit. Met trots bied ik u het Jaarverslag 2001 van onze stichting aan. Johan Schop Directeur Stichting STAP

3


VOORWOORD

Met het jaarverslag 2001 van Stichting STAP hoop ik u inzicht te geven in een boeiend bedrijf met circa 150 medewerkers, voornamelijk werkzaam binnen de kunstensector. In het verslagjaar zijn zo’n 1.600 verschillende klanten bediend, 40.000 jongeren bereikt en 900 reisvoorstellingen begeleid. Op de valreep van 2001 heeft STAP een driejarige subsidie mogen ontvangen van de gemeente Amsterdam. Op deze plek wil ik nogmaals de leden van de Amsterdamse gemeenteraad hartelijk danken voor hun steun.

2

Het jaar 2001 was een dynamisch jaar voor STAP en haar medewerkers. Zo heeft de organisatie de belangrijke beslissing genomen om haar bedrijfsonderdelen te verzelfstandigen. STAP zal meer als platform gaan fungeren voor de bedrijfsonderdelen, die – naast het voeren van een eigen naam – de ruimte krijgen een eigen koers te ontwikkelen. Waar «Productiehuis Cinema De Liefde» sinds 2000 al het een en ander in praktijk brengt, zijn de overige afdelingen TK&O, Licht & Geluid en TheaterTechnici haar spoor gevolgd. Zo gaat STAP TK&O verder als «Vormkracht 4», zal STAP Licht & Geluid als «PALgroup» door het leven gaan en heet de afdeling STAP Theatertechnici voortaan «TheaterWerk». De bedrijfsonderdelen maken zich onder eigen naam sterk voor hun producten en moeten kostendekkend werken. In de nieuwe namen vindt u STAP dus niet terug. We hebben er voor gekozen om deze merknaam te reserveren voor de stichting. STAP, als de overkoepelende organisatie, legt zich toe op het bieden van centrale diensten zoals financiën, personele zaken, automatisering en communicatie. Verder blijft STAP verantwoordelijk voor alle formaliteiten en externe contacten die zijn gemoeid met het ontvangen van loonkostensubsidies. Ook voor de activiteiten van de bedrijfsonderdelen blijft Stichting STAP de verantwoordelijke rechtspersoon. Als platform heeft STAP onder andere het doel optimaal gebruik te maken van overheidssubsidies ten gunste van medewerkers, projecten en faciliteiten. Zo is in 2001 – in samenwerking met NV Werk – een begin gemaakt met het aanbieden van scholing aan medewerkers om binnen hun vakgebied de uitstroommogelijkheid te vergroten.

We hebben in dit jaarverslag gekozen voor het consequent gebruik van de nieuwe namen. Een jaarverslag waarin, naast het presenteren van het noodzakelijk feitenmateriaal, gekozen is de organisatie op persoonlijke wijze een gezicht te geven. Aan alle medewerkers is gevraagd een – voor hen dierbaar – object te laten fotograferen. Het resultaat is een verzameling beelden, al dan niet geïllustreerd met een eigen verhaal. De verzameling beelden als weerspiegeling van de verzameling mensen die werkt bij Stichting STAP. Het blijkt een verzamelplaats van talent en creativiteit. Met trots bied ik u het Jaarverslag 2001 van onze stichting aan. Johan Schop Directeur Stichting STAP

3


B

B

A

B

B

A

A

A U

B

Ana Abalde Gonzalez

Purley Achthoven

Helga Adriaanse

Petra van Aken

Manon Albers

Iene Ambar

Esther Appeldoorn

Lemke Bakker

B

A

A

L

U

5

B

A

B

A

A

B

A

U

Tilly Beekmans

Bea van der Berg

Mark van den Berg

Ron Bergman

Theo Besseling

Norman Betzold

Herman Bodt

Jan Maarten Bonga

A

B

A

B

A

C

B

V

U


B

B

A

B

B

A

A

A U

B

Ana Abalde Gonzalez

Purley Achthoven

Helga Adriaanse

Petra van Aken

Manon Albers

Iene Ambar

Esther Appeldoorn

Lemke Bakker

B

A

A

L

U

5

B

A

B

A

A

B

A

U

Tilly Beekmans

Bea van der Berg

Mark van den Berg

Ron Bergman

Theo Besseling

Norman Betzold

Herman Bodt

Jan Maarten Bonga

A

B

A

B

A

C

B

V

U


Mystiek

Dick Grob/Technicus/Afdeling TheaterWerk

Op tafel ligt een dichtbundel shagvloeitjes tussen de pagina’s penstrepen markeren boeiende strofes uitroeptekens benadrukken intrigerende dichters “We worden met steeds meer, steeds kleinere betekenissen en signalen gebombardeerd. Buiten is de hele straat vol gegooid met verkeerstekens, reclamezuilen, er staat van alles en nog wat. Daarnaast heb je nog de kranten en televisie, de signalen uit de buitenwereld gaan maar door, als een voortdenderende trein. Pas rond middernacht lijkt de wereld weer wat tot rust te komen. Als ik de slaap nog niet kan vatten, lees ik dan wel eens gedichten. Een tijdlang fascineerde Achterberg me, de verbeelding met woorden vind ik heel mooi in zijn werk. De persoon was ook zo mysterieus door de nooit helemaal opgehelderde ‘passionele moord’ op zijn hospita, ik romantiseerde dat vroeger. In de gevangenis is hij pas echt gaan schrijven, heel persoonlijke, eerlijke gedichten. Misschien ontstaan uit zijn strijd tegen het schuldgevoel, in combinatie met zijn ontnomen vrijheid. Het leuke van mijn werk is soms dat als ik doodmoe thuiskom, ik juist de dag daarop rust in m’n hoofd heb om te lezen. Dat was in 2001 op een zeker moment niet meer het geval, dat ik rust kon vinden in het werk. Mijn inspiratie was ver te zoeken toen ik van een project werd afgezet. Ik deed het geluid in een voorstelling en in de première-week wilde de regisseur het opeens allemaal anders. Dat kreeg ik in korte tijd gewoon niet voor elkaar en kon toen opstappen. Dat was heel vervelend, en het ergste is, onlangs gebeurde er weer zoiets. Maar goed, er staan ook weer klussen tegenover die me goed doen. Laatst moest ik om vijf uur mijn bed uit om met een kindertheater op pad te gaan, een invalklus. Ze hadden ook nog stokoude apparatuur, ik dacht, oh wat erg, bestaat dit nog! Het werd uiteindelijk een hele boeiende, leuke dag met tevreden mensen, dat telt ook. Het is in het theater eigenlijk net als met gedichten. Je kunt een bepaalde boodschap proberen over te brengen op het podium, maar ik vind het geheel boeiender. Iemand spreekt goed, maakt een mooie beweging, het licht is spannend, het geluid. Als alles dan samenkomt, alles klopt, dan heb je soms iets van wauw… dit is bijzonder. Zo’n moment tilt je even op uit je bestaan, uit je zorgen, dat effect kan het hebben, en dat vind ik nog steeds heel mooi.”

7


Mystiek

Dick Grob/Technicus/Afdeling TheaterWerk

Op tafel ligt een dichtbundel shagvloeitjes tussen de pagina’s penstrepen markeren boeiende strofes uitroeptekens benadrukken intrigerende dichters “We worden met steeds meer, steeds kleinere betekenissen en signalen gebombardeerd. Buiten is de hele straat vol gegooid met verkeerstekens, reclamezuilen, er staat van alles en nog wat. Daarnaast heb je nog de kranten en televisie, de signalen uit de buitenwereld gaan maar door, als een voortdenderende trein. Pas rond middernacht lijkt de wereld weer wat tot rust te komen. Als ik de slaap nog niet kan vatten, lees ik dan wel eens gedichten. Een tijdlang fascineerde Achterberg me, de verbeelding met woorden vind ik heel mooi in zijn werk. De persoon was ook zo mysterieus door de nooit helemaal opgehelderde ‘passionele moord’ op zijn hospita, ik romantiseerde dat vroeger. In de gevangenis is hij pas echt gaan schrijven, heel persoonlijke, eerlijke gedichten. Misschien ontstaan uit zijn strijd tegen het schuldgevoel, in combinatie met zijn ontnomen vrijheid. Het leuke van mijn werk is soms dat als ik doodmoe thuiskom, ik juist de dag daarop rust in m’n hoofd heb om te lezen. Dat was in 2001 op een zeker moment niet meer het geval, dat ik rust kon vinden in het werk. Mijn inspiratie was ver te zoeken toen ik van een project werd afgezet. Ik deed het geluid in een voorstelling en in de première-week wilde de regisseur het opeens allemaal anders. Dat kreeg ik in korte tijd gewoon niet voor elkaar en kon toen opstappen. Dat was heel vervelend, en het ergste is, onlangs gebeurde er weer zoiets. Maar goed, er staan ook weer klussen tegenover die me goed doen. Laatst moest ik om vijf uur mijn bed uit om met een kindertheater op pad te gaan, een invalklus. Ze hadden ook nog stokoude apparatuur, ik dacht, oh wat erg, bestaat dit nog! Het werd uiteindelijk een hele boeiende, leuke dag met tevreden mensen, dat telt ook. Het is in het theater eigenlijk net als met gedichten. Je kunt een bepaalde boodschap proberen over te brengen op het podium, maar ik vind het geheel boeiender. Iemand spreekt goed, maakt een mooie beweging, het licht is spannend, het geluid. Als alles dan samenkomt, alles klopt, dan heb je soms iets van wauw… dit is bijzonder. Zo’n moment tilt je even op uit je bestaan, uit je zorgen, dat effect kan het hebben, en dat vind ik nog steeds heel mooi.”

7


Alibi

Ron Kolsteeg/Hoofd Relatiebeheer/Afdeling Vormkracht 4

“Dit is een heel oud koffertje. Ik heb het ooit gevonden bij mijn vorige werkgever, waar het dienst deed als gereedschapskist voor het kantoor. Het lag toen helemaal uit elkaar, ergens onder in een kast, laag stof erover. Toch zag ik meteen dat het bijzonder was. Het is niet alleen mooi afgewerkt, met aandacht voor detail, maar het kan aan twee kanten open en heeft dubbele sloten en scharnieren. Dat vond ik intrigerend! Daar wilde ik het mijne van weten, dus vroeg ik mijn baas of ik het mocht hebben. Ik heb wat restauratiewerkzaamheden verricht, ben op zoek geweest naar de juiste schroefjes. Het handvat was stuk en ik ben gaan speuren naar een soortgelijk exemplaar. Gefascineerd door afval, zoiets, geboeid door afgedankte spullen. Neem nu alleen al die twee deksels van die koffer, die maken mij nieuwsgierig! De koffermaker aan wie ik het liet zien, vertelde mij dat het van een vertegenwoordiger is geweest, een handelsreiziger zeg maar, en wat er ooit mee verkocht is, geen idee, maar het is van oud engels fabrikaat. Met zoiets op reis gaan, dat is toch speciaal. Iemand heeft hiermee in de vijftiger jaren rondgereisd, er hebben spullen in gezeten waarmee hij naar klanten ging. Ik voel mij daar wel mee verbonden. Ik zie mijzelf toch ook als een handelsreiziger. Zeker als ik op stap ben met die map producten van Vormkracht 4 onder m’n arm. Ik moet gewoon naar klanten toe en dingen verkopen. Helaas is het niet mooier. Je kunt zeggen dat je accountmanager bent, maar ik voel het zelf wel heel basaal als verkoopwerk. Wel is het natuurlijk een prachtig alibi om elk willekeurig bedrijf binnen te stappen met je spullen en gewoon te vragen ‘goh, hoe doen jullie dat hier met je folders en je nieuwsbrieven? En zouden wij daar iets in kunnen betekenen?’ Een heerlijk excuus om je te bemoeien met dingen waar je eigenlijk niks mee te maken hebt. Verkoop is je onderscheiden. Dat doe ik vooral in zorgvuldigheid en aandacht voor details. Alweer herken ik mij in die koffer. Kijk naar de manier waarop het gemaakt is. Met zorg, met aandacht. Daar gaat het ook om als ik met een potentiële klant een commerciële relatie wil aanknopen. Na een kennismakingsgesprek moet je bijvoorbeeld niet alleen weten wanneer je weer moet terugbellen, maar ook onthouden waar je het nog meer over hebt gehad. Kinderen, hobby’s, noem maar op, zaken die iemand bezighouden in de privésfeer. Daar kan ik dan later weer op terug komen. Als iemand een offerte krijgt met een begeleidende brief en hij heeft er nog een andere offerte naast liggen en ik kan in mijn brief – heel summier natuurlijk – toch een paar meer persoonlijke zaken naar voren halen, dan kan ik daarmee alvast aangeven dat wij een bedrijf zijn dat attent en alert reageert, dat we aandacht hebben voor de klant. Ik weet zeker dat dat opvalt, dat het werkt.”

9


Alibi

Ron Kolsteeg/Hoofd Relatiebeheer/Afdeling Vormkracht 4

“Dit is een heel oud koffertje. Ik heb het ooit gevonden bij mijn vorige werkgever, waar het dienst deed als gereedschapskist voor het kantoor. Het lag toen helemaal uit elkaar, ergens onder in een kast, laag stof erover. Toch zag ik meteen dat het bijzonder was. Het is niet alleen mooi afgewerkt, met aandacht voor detail, maar het kan aan twee kanten open en heeft dubbele sloten en scharnieren. Dat vond ik intrigerend! Daar wilde ik het mijne van weten, dus vroeg ik mijn baas of ik het mocht hebben. Ik heb wat restauratiewerkzaamheden verricht, ben op zoek geweest naar de juiste schroefjes. Het handvat was stuk en ik ben gaan speuren naar een soortgelijk exemplaar. Gefascineerd door afval, zoiets, geboeid door afgedankte spullen. Neem nu alleen al die twee deksels van die koffer, die maken mij nieuwsgierig! De koffermaker aan wie ik het liet zien, vertelde mij dat het van een vertegenwoordiger is geweest, een handelsreiziger zeg maar, en wat er ooit mee verkocht is, geen idee, maar het is van oud engels fabrikaat. Met zoiets op reis gaan, dat is toch speciaal. Iemand heeft hiermee in de vijftiger jaren rondgereisd, er hebben spullen in gezeten waarmee hij naar klanten ging. Ik voel mij daar wel mee verbonden. Ik zie mijzelf toch ook als een handelsreiziger. Zeker als ik op stap ben met die map producten van Vormkracht 4 onder m’n arm. Ik moet gewoon naar klanten toe en dingen verkopen. Helaas is het niet mooier. Je kunt zeggen dat je accountmanager bent, maar ik voel het zelf wel heel basaal als verkoopwerk. Wel is het natuurlijk een prachtig alibi om elk willekeurig bedrijf binnen te stappen met je spullen en gewoon te vragen ‘goh, hoe doen jullie dat hier met je folders en je nieuwsbrieven? En zouden wij daar iets in kunnen betekenen?’ Een heerlijk excuus om je te bemoeien met dingen waar je eigenlijk niks mee te maken hebt. Verkoop is je onderscheiden. Dat doe ik vooral in zorgvuldigheid en aandacht voor details. Alweer herken ik mij in die koffer. Kijk naar de manier waarop het gemaakt is. Met zorg, met aandacht. Daar gaat het ook om als ik met een potentiële klant een commerciële relatie wil aanknopen. Na een kennismakingsgesprek moet je bijvoorbeeld niet alleen weten wanneer je weer moet terugbellen, maar ook onthouden waar je het nog meer over hebt gehad. Kinderen, hobby’s, noem maar op, zaken die iemand bezighouden in de privésfeer. Daar kan ik dan later weer op terug komen. Als iemand een offerte krijgt met een begeleidende brief en hij heeft er nog een andere offerte naast liggen en ik kan in mijn brief – heel summier natuurlijk – toch een paar meer persoonlijke zaken naar voren halen, dan kan ik daarmee alvast aangeven dat wij een bedrijf zijn dat attent en alert reageert, dat we aandacht hebben voor de klant. Ik weet zeker dat dat opvalt, dat het werkt.”

9


Peter Botterman

René de Bresser

Nikki Broos

Merel Bruning

Jos Derks

Malick Dia

Salimata Diabate

Douwe Dijkstra

Marcel Bruseker

Marjolein Buningh

Dingenis Butijn

Aernaudt Carlier

Jan van Doorn

Peter Dop

Laza Dordevic

Arthur van den Doren

10

11

Marnix Carpentier Alting

Andréa Casarin

Arthuro Clarck

Hans Daalder

Jacobine Duijvis

Ceci n’est pas une pipe

Mirjam Eising

Ger Ens

Koos Dalstra

Selda Dankerlui

Margre Datema

Christien Daudeij

Kieth Esseboom

Hobbe Faber

Ina Geisler

Marjan Genot


Peter Botterman

René de Bresser

Nikki Broos

Merel Bruning

Jos Derks

Malick Dia

Salimata Diabate

Douwe Dijkstra

Marcel Bruseker

Marjolein Buningh

Dingenis Butijn

Aernaudt Carlier

Jan van Doorn

Peter Dop

Laza Dordevic

Arthur van den Doren

10

11

Marnix Carpentier Alting

Andréa Casarin

Arthuro Clarck

Hans Daalder

Jacobine Duijvis

Ceci n’est pas une pipe

Mirjam Eising

Ger Ens

Koos Dalstra

Selda Dankerlui

Margre Datema

Christien Daudeij

Kieth Esseboom

Hobbe Faber

Ina Geisler

Marjan Genot


Knuffelen

Ina Geisler/Docent muziek/Afdeling Productiehuis Cinema De Liefde

Op het bureau staat een plastic emmertje met een bodempje drop. “Die emmertjes hebben mijn collega Jan Maarten en ik bij een natuurvoedingswinkel gekocht, elk één. Zo maken we contact en vrienden binnen ons bedrijf, dan gaan we even buurten en nemen drop mee. Werkt goed, we worden steeds populairder. In september 2001 zijn we allebei tegelijk op de educatieve afdeling komen werken.” Van oorsprong Duitse. In 1987 een nieuwe wereld induiken door in Utrecht een drama-opleiding te volgen. De eigenaardige Nederlandse mentaliteit om te denken dat je over van alles moet kunnen meedenken en praten en beslissen, niet gewend zijn als Duitse. “De sfeer op de drama-opleiding was zelfs nog losser en opener, alles moest maar kunnen en mogen, ik keek mijn ogen uit. Zelf worstelde ik nog met de taal, kon ik nog niet eens precies uitdrukken wat ik allemaal vond en wilde. Ik heb me in die begintijd heel eenzaam gevoeld. Het duurt überhaupt wel even om vrienden te maken.” Jaren later bij STAP in Amsterdam komen werken, een stad waar alles veel drukker, sneller en hipper lijkt dan ‘het dan opeens wat provinciaals afstekende’ Utrecht. De fietsers nog anarchistischer. En dan als eerste klus betrokken worden bij een nieuwkomersproject, in de Bijlmer. “Dat was echt even schrikken, ik dacht jeminee, wat is dit een andere wereld, binnen Nederland, binnen Amsterdam. Alleen maar gekleurde kinderen: uit Brazilië, Colombia, Ghana, overal vandaan. Ik heb twee dagen per week aan vier verschillende groepen muziek- en spellessen gegeven. Het ging om kinderen die de taal nog niet beheersten. Het werd een hele boeiende ervaring, ik had nog nooit zoiets gedaan. Erg leuk, maar heel zwaar. Ook voor die kinderen, die worden opeens met een heel andere cultuur en taal geconfronteerd, sommigen hadden daar duidelijk emotionele problemen mee. Daardoor waren ze ook veel non-verbaler, met aanraken. Je maakt veel directer contact, zij ook. Ze zeggen niet ‘ik vind je aardig’, maar ze knuffelen je en hebben heel veel behoefte zelf aangeraakt te worden. Ze worden hier ook maar in het diepe gegooid! Ja, het deed me waanzinnig veel. Die kinderen keken ook echt uit naar de lessen, ze waren zo enthousiast. In december hield het op, en ik had het echt moeilijk met afscheid nemen, en zij ook. Heel apart, die band die we kregen in een betrekkelijk korte tijd.”

13


Knuffelen

Ina Geisler/Docent muziek/Afdeling Productiehuis Cinema De Liefde

Op het bureau staat een plastic emmertje met een bodempje drop. “Die emmertjes hebben mijn collega Jan Maarten en ik bij een natuurvoedingswinkel gekocht, elk één. Zo maken we contact en vrienden binnen ons bedrijf, dan gaan we even buurten en nemen drop mee. Werkt goed, we worden steeds populairder. In september 2001 zijn we allebei tegelijk op de educatieve afdeling komen werken.” Van oorsprong Duitse. In 1987 een nieuwe wereld induiken door in Utrecht een drama-opleiding te volgen. De eigenaardige Nederlandse mentaliteit om te denken dat je over van alles moet kunnen meedenken en praten en beslissen, niet gewend zijn als Duitse. “De sfeer op de drama-opleiding was zelfs nog losser en opener, alles moest maar kunnen en mogen, ik keek mijn ogen uit. Zelf worstelde ik nog met de taal, kon ik nog niet eens precies uitdrukken wat ik allemaal vond en wilde. Ik heb me in die begintijd heel eenzaam gevoeld. Het duurt überhaupt wel even om vrienden te maken.” Jaren later bij STAP in Amsterdam komen werken, een stad waar alles veel drukker, sneller en hipper lijkt dan ‘het dan opeens wat provinciaals afstekende’ Utrecht. De fietsers nog anarchistischer. En dan als eerste klus betrokken worden bij een nieuwkomersproject, in de Bijlmer. “Dat was echt even schrikken, ik dacht jeminee, wat is dit een andere wereld, binnen Nederland, binnen Amsterdam. Alleen maar gekleurde kinderen: uit Brazilië, Colombia, Ghana, overal vandaan. Ik heb twee dagen per week aan vier verschillende groepen muziek- en spellessen gegeven. Het ging om kinderen die de taal nog niet beheersten. Het werd een hele boeiende ervaring, ik had nog nooit zoiets gedaan. Erg leuk, maar heel zwaar. Ook voor die kinderen, die worden opeens met een heel andere cultuur en taal geconfronteerd, sommigen hadden daar duidelijk emotionele problemen mee. Daardoor waren ze ook veel non-verbaler, met aanraken. Je maakt veel directer contact, zij ook. Ze zeggen niet ‘ik vind je aardig’, maar ze knuffelen je en hebben heel veel behoefte zelf aangeraakt te worden. Ze worden hier ook maar in het diepe gegooid! Ja, het deed me waanzinnig veel. Die kinderen keken ook echt uit naar de lessen, ze waren zo enthousiast. In december hield het op, en ik had het echt moeilijk met afscheid nemen, en zij ook. Heel apart, die band die we kregen in een betrekkelijk korte tijd.”

13


Vogel

Gemma Rameckers/Binnenhuisarchitecte/Afdeling Vormkracht 4

Vrij willen zijn, maar toch bang zijn om te vliegen, om daadwerkelijk van de grond te komen. Op een blokje hout is een stuk speksteen bevestigd, met daarin een lasdraad gestoken. Aan het einde van die lasdraad is een tweede, kleiner, stuk speksteen gemonteerd, dat op en neer beweegt bij de minste aanraking. Op en neer, heen en weer, de lasdraad is snel in trilling gebracht. Verbinding tussen twee punten, beweging, een wankel evenwicht. “Hierbij zie je hoe letterlijk ik alles neem. Een verbinding tussen twee punten, dat was een van de opdrachten op de Rietveld in het eerste jaar. Maar de verbinding van dit beeldje is heel wankel op de een of andere manier, of eigenlijk meer: beweeglijk, nooit hetzelfde. Het staat wel een beetje symbool voor hoe ik zelf in elkaar zit. Vrij willen zijn, maar toch stiekem een beetje vast willen zitten. In de vrije kunst geef ik mijzelf meer de ruimte, werk meer vanuit mijn intuïtie, laat mij makkelijker gaan. Verras mijzelf ook eerder. Door het werk wat ik nu doe, de binnenhuisarchitectuur, ben ik mijzelf toch wat beperkter gaan voelen. Een tafel moet wel blijven staan en een uitbouw mag niet instorten. Wat je maakt moet passen, constructies moeten kloppen. De functionaliteit van een voorwerp is tegelijkertijd z’n zwakte. Het bepaalt toch sterk het concept. Op de Rietveld werd herhaaldelijk tegen mij gezegd: ‘Die onbevangenheid, houd die vast!’ Ik heb heel veel weggegooid van de Rietveld, maar dit beeldje heb ik altijd willen houden. Qua materiaal is het niks. Speksteen is makkelijk te bewerken. Kijk, ik heb er een beetje in zitten krassen.” Balanceren tussen twee punten, ontstaan en afsterven. “Misschien zoek ik in het leven wel meer naar balans dan naar vrijheid. Het gaat toch om de bewustwording en acceptatie van datgene je met je meedraagt en een verlangen verder te gaan in het leven. Nu merk ik weer waarom dit beeldje mij zo dierbaar is. Zo simpel als het er uitziet, heeft het toch zoveel diepere lagen. Een gevoel uitdrukken in een tastbare vorm, daar zit ’m de moeilijkheid. Het materialiseren van een idee. Vaak denk ik dat ik maar wat zit te fröbelen, maar uiteindelijk valt toch alles ineens op z’n plaats.”

15


Vogel

Gemma Rameckers/Binnenhuisarchitecte/Afdeling Vormkracht 4

Vrij willen zijn, maar toch bang zijn om te vliegen, om daadwerkelijk van de grond te komen. Op een blokje hout is een stuk speksteen bevestigd, met daarin een lasdraad gestoken. Aan het einde van die lasdraad is een tweede, kleiner, stuk speksteen gemonteerd, dat op en neer beweegt bij de minste aanraking. Op en neer, heen en weer, de lasdraad is snel in trilling gebracht. Verbinding tussen twee punten, beweging, een wankel evenwicht. “Hierbij zie je hoe letterlijk ik alles neem. Een verbinding tussen twee punten, dat was een van de opdrachten op de Rietveld in het eerste jaar. Maar de verbinding van dit beeldje is heel wankel op de een of andere manier, of eigenlijk meer: beweeglijk, nooit hetzelfde. Het staat wel een beetje symbool voor hoe ik zelf in elkaar zit. Vrij willen zijn, maar toch stiekem een beetje vast willen zitten. In de vrije kunst geef ik mijzelf meer de ruimte, werk meer vanuit mijn intuïtie, laat mij makkelijker gaan. Verras mijzelf ook eerder. Door het werk wat ik nu doe, de binnenhuisarchitectuur, ben ik mijzelf toch wat beperkter gaan voelen. Een tafel moet wel blijven staan en een uitbouw mag niet instorten. Wat je maakt moet passen, constructies moeten kloppen. De functionaliteit van een voorwerp is tegelijkertijd z’n zwakte. Het bepaalt toch sterk het concept. Op de Rietveld werd herhaaldelijk tegen mij gezegd: ‘Die onbevangenheid, houd die vast!’ Ik heb heel veel weggegooid van de Rietveld, maar dit beeldje heb ik altijd willen houden. Qua materiaal is het niks. Speksteen is makkelijk te bewerken. Kijk, ik heb er een beetje in zitten krassen.” Balanceren tussen twee punten, ontstaan en afsterven. “Misschien zoek ik in het leven wel meer naar balans dan naar vrijheid. Het gaat toch om de bewustwording en acceptatie van datgene je met je meedraagt en een verlangen verder te gaan in het leven. Nu merk ik weer waarom dit beeldje mij zo dierbaar is. Zo simpel als het er uitziet, heeft het toch zoveel diepere lagen. Een gevoel uitdrukken in een tastbare vorm, daar zit ’m de moeilijkheid. Het materialiseren van een idee. Vaak denk ik dat ik maar wat zit te fröbelen, maar uiteindelijk valt toch alles ineens op z’n plaats.”

15


Japan

Henk Ibelings/Medewerker helpdesk/Afdeling Automatisering

Je voelt je een ster van wereldfaam. Als een reïncarnatie van Bob Marley zelf, zing je je ziel binnenste buiten en je gitaar bijna aan splinters. Het gaat allemaal fantastisch, het publiek is razend enthousiast. Maar de roes is snel voorbij, want je bent toevallig ook de schoonmaker in die tent. Dus sta je daar na afloop van je succesvolle optreden de uitgedrukte peuken van je fans zelf op te vegen. “Ja, dat vond ik wel een grap, die omslag na dat succesvolle optreden. Je moet toch ergens je brood mee verdienen, met muziek maken is dat moeilijk. Ik heb altijd van alles aangepakt, dat maakte me niets uit. Een jaar of twaalf was ik, toen ik een beetje op een gitaar begon te rommelen, het was er eentje van mijn vader. Hij had vroeger in zo’n typisch jaren ’50/’60 bandje gespeeld, een beetje Shadows-achtig, met van die melodieuze gitaarrock-muziek. Al gauw was ik helemaal verkocht en altijd maar bezig met gitaren en muziek maken, met een vriend samen. Er ontstond een band. De derde jongen was een goede gitarist, dus ben ik gaan zingen tot ik zelf meer in huis had op de gitaar. Overal optredens, bands ontstonden en gingen weer uit elkaar, het werd steeds serieuzer, ook met studio-opnames erbij. Op een gegeven moment was ik dat gedoe met bands wel zat. Als er weinig geld is, wil iedereen zijn inbreng hebben bij opnames in de studio. Uiteindelijk krijg je dan een product waar niemand blij mee is. Een jongen van de studio gaf me de kans zelf wat op te nemen, zonder band. Tegelijkertijd kon hij zijn nieuwe kennis van computergebruik bij opnames op mij uitproberen. Een Rotterdamse platenmaatschappij heeft twee singletjes van me uitgebracht. De oplage was niet zo hoog, maar mijn roem is nog wel de grens over gegaan, ha. Er stonden lovende recensies in een engels muziekblaadje en ik kreeg ook bericht uit Japan waar mensen het helemaal te gek vonden. Door ingrijpende gebeurtenissen in mijn gezinsleven, stond mijn leven een aantal jaar totaal op zijn kop. Mijn hoofd stond helemaal niet meer naar muziek maken. Bij STAP ben ik begonnen in het magazijn. Met spullen slepen, reparaties, storingen, klussen buiten, het is een van de zwaarste plekken binnen de organisatie. Ik vond dat in die periode juist wel lekker, dat harde werken, ik dook er helemaal in. Een jaar of vier geleden heb ik thuis een computer aangeschaft met allerlei muzieksnufjes erop. Ik heb het ding wel honderd keer laten crashen en opnieuw geïnstalleerd, maar ik heb er veel van geleerd. Begin 2001 was ik dan ook de aangewezen persoon om te komen assisteren op de afdeling automatisering. Wat ik op mijn werk leer over computers kan ik thuis weer gebruiken en andersom. Door al het geëxperimenteer met computeropnames is mijn ambitie om muziek te maken uiteindelijk weer helemaal terug gekomen.”

17


Japan

Henk Ibelings/Medewerker helpdesk/Afdeling Automatisering

Je voelt je een ster van wereldfaam. Als een reïncarnatie van Bob Marley zelf, zing je je ziel binnenste buiten en je gitaar bijna aan splinters. Het gaat allemaal fantastisch, het publiek is razend enthousiast. Maar de roes is snel voorbij, want je bent toevallig ook de schoonmaker in die tent. Dus sta je daar na afloop van je succesvolle optreden de uitgedrukte peuken van je fans zelf op te vegen. “Ja, dat vond ik wel een grap, die omslag na dat succesvolle optreden. Je moet toch ergens je brood mee verdienen, met muziek maken is dat moeilijk. Ik heb altijd van alles aangepakt, dat maakte me niets uit. Een jaar of twaalf was ik, toen ik een beetje op een gitaar begon te rommelen, het was er eentje van mijn vader. Hij had vroeger in zo’n typisch jaren ’50/’60 bandje gespeeld, een beetje Shadows-achtig, met van die melodieuze gitaarrock-muziek. Al gauw was ik helemaal verkocht en altijd maar bezig met gitaren en muziek maken, met een vriend samen. Er ontstond een band. De derde jongen was een goede gitarist, dus ben ik gaan zingen tot ik zelf meer in huis had op de gitaar. Overal optredens, bands ontstonden en gingen weer uit elkaar, het werd steeds serieuzer, ook met studio-opnames erbij. Op een gegeven moment was ik dat gedoe met bands wel zat. Als er weinig geld is, wil iedereen zijn inbreng hebben bij opnames in de studio. Uiteindelijk krijg je dan een product waar niemand blij mee is. Een jongen van de studio gaf me de kans zelf wat op te nemen, zonder band. Tegelijkertijd kon hij zijn nieuwe kennis van computergebruik bij opnames op mij uitproberen. Een Rotterdamse platenmaatschappij heeft twee singletjes van me uitgebracht. De oplage was niet zo hoog, maar mijn roem is nog wel de grens over gegaan, ha. Er stonden lovende recensies in een engels muziekblaadje en ik kreeg ook bericht uit Japan waar mensen het helemaal te gek vonden. Door ingrijpende gebeurtenissen in mijn gezinsleven, stond mijn leven een aantal jaar totaal op zijn kop. Mijn hoofd stond helemaal niet meer naar muziek maken. Bij STAP ben ik begonnen in het magazijn. Met spullen slepen, reparaties, storingen, klussen buiten, het is een van de zwaarste plekken binnen de organisatie. Ik vond dat in die periode juist wel lekker, dat harde werken, ik dook er helemaal in. Een jaar of vier geleden heb ik thuis een computer aangeschaft met allerlei muzieksnufjes erop. Ik heb het ding wel honderd keer laten crashen en opnieuw geïnstalleerd, maar ik heb er veel van geleerd. Begin 2001 was ik dan ook de aangewezen persoon om te komen assisteren op de afdeling automatisering. Wat ik op mijn werk leer over computers kan ik thuis weer gebruiken en andersom. Door al het geëxperimenteer met computeropnames is mijn ambitie om muziek te maken uiteindelijk weer helemaal terug gekomen.”

17


Arnout van Gijssel

Irit Golan

Martin Govers

Henk van Grinsven

Els Hopmans

Saskia Huybrechtse

Henk Ibelings

Fred Jenner

Dick Grob

Jos Groenier

Micheline Gykiere

Jan-Willem de Haan

Arjen de Jong

Marleen Kalshoven

Eefje Kan

Turba Kapamby

18

19

Adri Hazevoet

Britt Heessels

Loes Hegger

Wincky Hoedt

Edward Kensmil

Pieter Kers

Remko Ketellapper

Michiel Klein Nulent

Hanneke van der Hoeven

Wim Hofman

Katja van Hoften

Maudy Hooft

Eltje de Klerk

Brigitte Klijzing

Letteke Klooster

Maureen Kniest


Arnout van Gijssel

Irit Golan

Martin Govers

Henk van Grinsven

Els Hopmans

Saskia Huybrechtse

Henk Ibelings

Fred Jenner

Dick Grob

Jos Groenier

Micheline Gykiere

Jan-Willem de Haan

Arjen de Jong

Marleen Kalshoven

Eefje Kan

Turba Kapamby

18

19

Adri Hazevoet

Britt Heessels

Loes Hegger

Wincky Hoedt

Edward Kensmil

Pieter Kers

Remko Ketellapper

Michiel Klein Nulent

Hanneke van der Hoeven

Wim Hofman

Katja van Hoften

Maudy Hooft

Eltje de Klerk

Brigitte Klijzing

Letteke Klooster

Maureen Kniest


Bløf

Britt Heessels/Directie-assistente /Afdeling Algemene Zaken

“‘Jemig, wat een zware teksten!’, dacht ik in het begin bij de cd’s van Bløf. Echt heel erg poëtisch. Maar als je de muziek een aantal keer gehoord hebt, begin je het te waarderen. Vooral ook de combinatie met hun melodielijnen, heel simpel en toegankelijk, en hun manier van zingen. Op een eenvoudige manier goed een gevoel weergeven, dat vind ik gewoon knap. Peter Slager (basgitarist en tekstschrijver) haalt zijn inspiratie met name uit de gedichten van Slauerhoff. Toen ik dat hoorde, ben ik daar natuurlijk meteen naar op zoek gegaan. Maar als je Slauerhoff leest, dan denk ik ook van ‘pffff, is mij te heavy!’ Bløf heeft de teksten gelukkig een stuk toegankelijker gemaakt. Soms gaan ze te ver. Neem nou die tekst van het lied Nieuwe maan: ‘Ik hoorde dat je eenzaam bent; dat je hart nu meer een fort is; je code ongekraakt; (…)’ Nou, okee, denk ik dan, je bent in jezelf gekeerd. Op zich begrijp ik dat allemaal, maar op gegeven moment zingt ie: ‘Geef je het dan op?; zeg je niets meer terug?; daar kan ik niet tegen; daar wil ik niet aan; het wordt weer nieuwe maan.’ Bij zo’n eindzin denk je toch: wat bedoelt ’ie daar nou weer mee? Muziek is voor mij gewoon superbelangrijk; ik zou absoluut niet zonder kunnen. Binnenkort word ik 41 en ik heb toch soms het idee een roeping gemist te hebben. De vader van mijn dochter is muzikant en vroeg mij vaak de tweede stem te zingen. Hij merkte dat ik een goeie en leuke stem had en dat ik de gave heb de tweede stem heel makkelijk te kunnen vinden. Maar ik durfde niet. Faalangst. Ik had altijd zoiets van ‘oh mijn hemel, stel je voor dat ik die hoge noten net niet haal.’ Ik heb het dus nooit gedaan, heel stom. De enige die mij nu hoort zingen is mijn dochter van acht. Die geeft ook af en toe van die opmerkingen ‘hé, nu ging je wel effe vals hoor!’ Maar van haar kan ik het hebben, dan denk ik van ‘okee’. Eén keer had Bløf een optreden in Paradiso. Een Portugese zangeres zong mee met het nummer Dansen aan zee. Echt heel mooi. Mijn dochter Alex zit heel serieus te luisteren en zegt op een gegeven moment: ‘Mam, dat kan jij veel beter!’ Toen had ik toch zoiets van ‘Yes!’ Mijn huidige werk heeft niets met muziek te maken. Hm, bij Bløf op kantoor werken, dat lijkt me wel wat. Want als ik ooit nog van baan verander, zou ik toch wat commerciëler willen en dan in de muziekbranche, absoluut! Vraag me niet om geheimen Vraag me niet om een lied af te staan Ik heb nu alles nodig Wees wie je bent en laat me maar gaan [uit ‘Blauwe Ruis’, cd Bløf]

Ik vind dit zo’n ontzettend mooi nummer. Hoe vaak heb je dat niet, dat je denkt ‘jemig, laat me maar even’.”

21


Bløf

Britt Heessels/Directie-assistente /Afdeling Algemene Zaken

“‘Jemig, wat een zware teksten!’, dacht ik in het begin bij de cd’s van Bløf. Echt heel erg poëtisch. Maar als je de muziek een aantal keer gehoord hebt, begin je het te waarderen. Vooral ook de combinatie met hun melodielijnen, heel simpel en toegankelijk, en hun manier van zingen. Op een eenvoudige manier goed een gevoel weergeven, dat vind ik gewoon knap. Peter Slager (basgitarist en tekstschrijver) haalt zijn inspiratie met name uit de gedichten van Slauerhoff. Toen ik dat hoorde, ben ik daar natuurlijk meteen naar op zoek gegaan. Maar als je Slauerhoff leest, dan denk ik ook van ‘pffff, is mij te heavy!’ Bløf heeft de teksten gelukkig een stuk toegankelijker gemaakt. Soms gaan ze te ver. Neem nou die tekst van het lied Nieuwe maan: ‘Ik hoorde dat je eenzaam bent; dat je hart nu meer een fort is; je code ongekraakt; (…)’ Nou, okee, denk ik dan, je bent in jezelf gekeerd. Op zich begrijp ik dat allemaal, maar op gegeven moment zingt ie: ‘Geef je het dan op?; zeg je niets meer terug?; daar kan ik niet tegen; daar wil ik niet aan; het wordt weer nieuwe maan.’ Bij zo’n eindzin denk je toch: wat bedoelt ’ie daar nou weer mee? Muziek is voor mij gewoon superbelangrijk; ik zou absoluut niet zonder kunnen. Binnenkort word ik 41 en ik heb toch soms het idee een roeping gemist te hebben. De vader van mijn dochter is muzikant en vroeg mij vaak de tweede stem te zingen. Hij merkte dat ik een goeie en leuke stem had en dat ik de gave heb de tweede stem heel makkelijk te kunnen vinden. Maar ik durfde niet. Faalangst. Ik had altijd zoiets van ‘oh mijn hemel, stel je voor dat ik die hoge noten net niet haal.’ Ik heb het dus nooit gedaan, heel stom. De enige die mij nu hoort zingen is mijn dochter van acht. Die geeft ook af en toe van die opmerkingen ‘hé, nu ging je wel effe vals hoor!’ Maar van haar kan ik het hebben, dan denk ik van ‘okee’. Eén keer had Bløf een optreden in Paradiso. Een Portugese zangeres zong mee met het nummer Dansen aan zee. Echt heel mooi. Mijn dochter Alex zit heel serieus te luisteren en zegt op een gegeven moment: ‘Mam, dat kan jij veel beter!’ Toen had ik toch zoiets van ‘Yes!’ Mijn huidige werk heeft niets met muziek te maken. Hm, bij Bløf op kantoor werken, dat lijkt me wel wat. Want als ik ooit nog van baan verander, zou ik toch wat commerciëler willen en dan in de muziekbranche, absoluut! Vraag me niet om geheimen Vraag me niet om een lied af te staan Ik heb nu alles nodig Wees wie je bent en laat me maar gaan [uit ‘Blauwe Ruis’, cd Bløf]

Ik vind dit zo’n ontzettend mooi nummer. Hoe vaak heb je dat niet, dat je denkt ‘jemig, laat me maar even’.”

21


Kindertijd

Ellen Smets/Actrice/Afdeling Productiehuis Cinema De Liefde

“In Limburg kijkt men nog steeds raar op als ik zeg dat ik theater maak. ‘Oh, doe je dat erbij…?’ Nee, het is mijn werk. Mensen hebben er soms geen idee van dat je beroepsmatig met theater bezig kan zijn. Toneelspelen doe je toch voor je lol, denkt men, met de plaatselijke toneelvereniging voor ogen. Ik vind het heerlijk om theater te maken en creatief te zijn en een soort kinderlijke speelsheid te gebruiken, dat heb ik in mijn kindertijd gemist. Vroeger op school had je bij ons nauwelijks creatieve vakken. Creativiteit werd er sowieso niet zo gestimuleerd. Naast school was ik altijd bezig met toneelstukjes maken en dansjes, met andere kinderen. Dat was waar altijd al mijn hart lag, bij het spelen en met dans bezig zijn. Maar dat erkende ik pas veel later.” Op je 22ste alsnog stappen ondernemen om er een vak van te maken. Ontdekken dat het nog niet te laat is voor een dansopleiding als je tot je verbazing wordt aangenomen op de School voor nieuwe dansontwikkeling in Amsterdam. Dat je niet je halve kindertijd op ‘spitsen’ rondgehuppeld hoeft te hebben, maar dat men daar kijkt naar creativiteit en uitstraling. De clownsschool doorlopen en je vervolgens helemaal op je passie storten. Spelen, kindermusicals maken, ook samen met kinderen, zowel op scholen als naschools. Theater- en danslessen geven in buurthuizen en in Frankrijk, op ‘cursussenkasteel’ Lunache, van alles. Bij STAP terecht komen en je uitleven op kindertheater, wat altijd een mix is van muziek, dans en spel. “Er is veel mogelijk, neem mijn solovoorstelling ‘Wie komt er in mijn huisje’. Ik had al materiaal voor die voorstelling, maar toen ik hier kwam kreeg ik er een regisseur bij, decorbouwers, ik kon het helemaal uitbouwen en aankleden. Ik kan mij puur op mijn vak concentreren en ik hoef me niet bezig te houden met financiële middelen. Dat is toch een vak apart en er gaat veel tijd in zitten als je zelfstandige bent.” Een maf, kleurig pluche beest staat naast haar bed. Als je er een mep op geeft, komt er een funny geluidje uit, net een soort gesprongen veer. “Ik vind hem gewoon grappig, het heeft iets relativerends, zo van hallo… effe normaal, het heeft iets kinderlijks en speels. Kinderlijke energie zit ook in mijn werk.” Het andere voorwerp is een beeldje van een zittende vrouw, die zich voorover buigt naar een soort kristallen bol in haar handen. “Deze staat voor mij meer voor rust en naar binnen gericht zijn. Het lijkt op een boeddha, maar is toch een beetje anders, dat vind ik leuk, en het is een vrouwtje. Het pluche ding en dit beeldje horen voor mij bij elkaar. Aan de ene kant een soort speelsheid en aan de andere kant die rust, dat zijn twee belangrijke elementen in mijn leven.”

23


Kindertijd

Ellen Smets/Actrice/Afdeling Productiehuis Cinema De Liefde

“In Limburg kijkt men nog steeds raar op als ik zeg dat ik theater maak. ‘Oh, doe je dat erbij…?’ Nee, het is mijn werk. Mensen hebben er soms geen idee van dat je beroepsmatig met theater bezig kan zijn. Toneelspelen doe je toch voor je lol, denkt men, met de plaatselijke toneelvereniging voor ogen. Ik vind het heerlijk om theater te maken en creatief te zijn en een soort kinderlijke speelsheid te gebruiken, dat heb ik in mijn kindertijd gemist. Vroeger op school had je bij ons nauwelijks creatieve vakken. Creativiteit werd er sowieso niet zo gestimuleerd. Naast school was ik altijd bezig met toneelstukjes maken en dansjes, met andere kinderen. Dat was waar altijd al mijn hart lag, bij het spelen en met dans bezig zijn. Maar dat erkende ik pas veel later.” Op je 22ste alsnog stappen ondernemen om er een vak van te maken. Ontdekken dat het nog niet te laat is voor een dansopleiding als je tot je verbazing wordt aangenomen op de School voor nieuwe dansontwikkeling in Amsterdam. Dat je niet je halve kindertijd op ‘spitsen’ rondgehuppeld hoeft te hebben, maar dat men daar kijkt naar creativiteit en uitstraling. De clownsschool doorlopen en je vervolgens helemaal op je passie storten. Spelen, kindermusicals maken, ook samen met kinderen, zowel op scholen als naschools. Theater- en danslessen geven in buurthuizen en in Frankrijk, op ‘cursussenkasteel’ Lunache, van alles. Bij STAP terecht komen en je uitleven op kindertheater, wat altijd een mix is van muziek, dans en spel. “Er is veel mogelijk, neem mijn solovoorstelling ‘Wie komt er in mijn huisje’. Ik had al materiaal voor die voorstelling, maar toen ik hier kwam kreeg ik er een regisseur bij, decorbouwers, ik kon het helemaal uitbouwen en aankleden. Ik kan mij puur op mijn vak concentreren en ik hoef me niet bezig te houden met financiële middelen. Dat is toch een vak apart en er gaat veel tijd in zitten als je zelfstandige bent.” Een maf, kleurig pluche beest staat naast haar bed. Als je er een mep op geeft, komt er een funny geluidje uit, net een soort gesprongen veer. “Ik vind hem gewoon grappig, het heeft iets relativerends, zo van hallo… effe normaal, het heeft iets kinderlijks en speels. Kinderlijke energie zit ook in mijn werk.” Het andere voorwerp is een beeldje van een zittende vrouw, die zich voorover buigt naar een soort kristallen bol in haar handen. “Deze staat voor mij meer voor rust en naar binnen gericht zijn. Het lijkt op een boeddha, maar is toch een beetje anders, dat vind ik leuk, en het is een vrouwtje. Het pluche ding en dit beeldje horen voor mij bij elkaar. Aan de ene kant een soort speelsheid en aan de andere kant die rust, dat zijn twee belangrijke elementen in mijn leven.”

23


Trance

Severin van Wageningen/Grafisch Vormgever/Afdeling Vormkracht 4

“Ik hecht niet zo aan voorwerpen, maar dit schaaltje vind ik wel een erg leuk ding. Het is door een magnetiseur (Gmelig Meijling) in trance gemaakt. Daarna is het de oven in gegaan. Maar het vreemde is: zo’n schaaltje kán de oven helemaal niet in, beweren pottenbakkers. Het zou gelijk barsten, door al die gaten. Maar het barstte dus niet. Dat vind ik interessant aan dit ding. Dat het iets is, wat eigenlijk helemaal niet kan. Zelf balanceer ik in mijn ontwerpen ook graag op het randje van wat net wel of niet kan. Ik houd van een bepaalde spanning in mijn werk. Het moet net even anders zijn dan anders. Je maakt als grafisch ontwerper gewoon iets in het platte vlak natuurlijk, maar je moet toch proberen om het formaat of materiaal waar je aan vast zit, om dat zoveel mogelijk los te laten. Door een beeldelement zo in een hoek te plaatsen, dat het er net afvalt bijvoorbeeld, ontken je in feite de grenzen van het platte vlak, ontken je dat je zo vast zit in een stramien. Ik heb die afbakening overigens wel nodig. Zo van: dit en dit is het gegeven en hier binnen moet je het doen. In de vrije kunst zou ik alle kanten opschieten. Door het zoeken naar contrasten, probeer ik het uiterste uit het materiaal te halen. Bijvoorbeeld op een kaft van heel grof materiaal een heel fijn lettertje zetten. Daarmee kun je het één met het ander ongelooflijk opwaarderen. Het versterkt elkaar. Dat is een beetje hoe ik probeer te ontwerpen, op die manier het maximale er uit halen, liefst met minimale middelen. Zorgen dat je met goed materiaal werkt en daar je kracht uit halen, uit het materiaal zelf. Het moet ook helder blijven, vind ik. Het schaaltje heeft een grillige vorm. Het is niet echt een mooi ding, maar het straalt wel een soort kracht uit. Ondefinieerbaar, mysterieus. Dat is ook mijn visie op ontwerpen. Het hoeft niet mooi te zijn, maar het moet wel functioneel zijn en toch ook iets uitstralen. Het staat bij mij thuis op de schoorsteenmantel. Ik vind het zonde om er iets in te leggen. Mijn vriendin stopt er wel eens iets in, sleutels, geld of een kettinkje, maar dat haal ik er altijd weer uit. Ik vind niet dat er iets in mag. Het is een autonoom ding. Zodra je er iets inlegt, is het gewoon weer een schaaltje.”

25


Trance

Severin van Wageningen/Grafisch Vormgever/Afdeling Vormkracht 4

“Ik hecht niet zo aan voorwerpen, maar dit schaaltje vind ik wel een erg leuk ding. Het is door een magnetiseur (Gmelig Meijling) in trance gemaakt. Daarna is het de oven in gegaan. Maar het vreemde is: zo’n schaaltje kán de oven helemaal niet in, beweren pottenbakkers. Het zou gelijk barsten, door al die gaten. Maar het barstte dus niet. Dat vind ik interessant aan dit ding. Dat het iets is, wat eigenlijk helemaal niet kan. Zelf balanceer ik in mijn ontwerpen ook graag op het randje van wat net wel of niet kan. Ik houd van een bepaalde spanning in mijn werk. Het moet net even anders zijn dan anders. Je maakt als grafisch ontwerper gewoon iets in het platte vlak natuurlijk, maar je moet toch proberen om het formaat of materiaal waar je aan vast zit, om dat zoveel mogelijk los te laten. Door een beeldelement zo in een hoek te plaatsen, dat het er net afvalt bijvoorbeeld, ontken je in feite de grenzen van het platte vlak, ontken je dat je zo vast zit in een stramien. Ik heb die afbakening overigens wel nodig. Zo van: dit en dit is het gegeven en hier binnen moet je het doen. In de vrije kunst zou ik alle kanten opschieten. Door het zoeken naar contrasten, probeer ik het uiterste uit het materiaal te halen. Bijvoorbeeld op een kaft van heel grof materiaal een heel fijn lettertje zetten. Daarmee kun je het één met het ander ongelooflijk opwaarderen. Het versterkt elkaar. Dat is een beetje hoe ik probeer te ontwerpen, op die manier het maximale er uit halen, liefst met minimale middelen. Zorgen dat je met goed materiaal werkt en daar je kracht uit halen, uit het materiaal zelf. Het moet ook helder blijven, vind ik. Het schaaltje heeft een grillige vorm. Het is niet echt een mooi ding, maar het straalt wel een soort kracht uit. Ondefinieerbaar, mysterieus. Dat is ook mijn visie op ontwerpen. Het hoeft niet mooi te zijn, maar het moet wel functioneel zijn en toch ook iets uitstralen. Het staat bij mij thuis op de schoorsteenmantel. Ik vind het zonde om er iets in te leggen. Mijn vriendin stopt er wel eens iets in, sleutels, geld of een kettinkje, maar dat haal ik er altijd weer uit. Ik vind niet dat er iets in mag. Het is een autonoom ding. Zodra je er iets inlegt, is het gewoon weer een schaaltje.”

25


Bart Koekoek

Ron Kolsteeg

Kim Kooiman

Angela Koot

Cees Molenaar

Pablo Nahar

Roos Nienhuis

Nanci Nievaard

Monique Koster

Monique Koudijs

Rob van Kraaij

Anneke Kuiper

Erik Orendi

Gerard Palm

Irene Pater

Volfango Pecoraio

26

27

Abderrafie L’Harti

Monique Laan

Lisa Lalieu

Monica Leo

Wim Peters

Sterling Peterson

Kerstin Quaas

Gemma Rameckers

Rob Lichtveld

Fred Luijf

Césare Michel

Paul Moerman

Golan Raviv

Frits van Rappard

Maarten van Regteren Altena

Janine Reuvers


Bart Koekoek

Ron Kolsteeg

Kim Kooiman

Angela Koot

Cees Molenaar

Pablo Nahar

Roos Nienhuis

Nanci Nievaard

Monique Koster

Monique Koudijs

Rob van Kraaij

Anneke Kuiper

Erik Orendi

Gerard Palm

Irene Pater

Volfango Pecoraio

26

27

Abderrafie L’Harti

Monique Laan

Lisa Lalieu

Monica Leo

Wim Peters

Sterling Peterson

Kerstin Quaas

Gemma Rameckers

Rob Lichtveld

Fred Luijf

Césare Michel

Paul Moerman

Golan Raviv

Frits van Rappard

Maarten van Regteren Altena

Janine Reuvers


Pijl

Maria Tella Escala/Medewerker zaalverhuur/Afdeling Productiehuis Cinema De Liefde

Zinderende hitte Zweten, zwoegen en overal zand ’s Nachts tergend koud Het is winter 1981. Maria Tella Escala trekt door de westelijke Sahara, gelegen in Algerije. Het is haar eerste grote reis naar deze woestijn, waarna er nog vele zullen volgen. Ze vindt een bijzondere fossiele steen, die natgemaakt de lijnen van een huid laat zien, vergelijkbaar met de ringen van een boom. De steen blijkt een prehistorisch gebruiksvoorwerp te zijn, ontdekt ze op diezelfde reis als ze toevalligerwijze op twee verzamelaars botst. Een punt van een pijl misschien, maar meer waarschijnlijk een mes, vermoeden zij. Maria neemt de kostbare vondst mee naar huis waar zij het al 21 jaar koestert in een mooi doosje tezamen met andere ‘schatten’. “Ik vind dat zo ontroerend, het idee dat een prehistorisch mens dit gemaakt heeft uit steen. Het symboliseert voor mij de menselijke kwaliteit om te veranderen en zich aan te passen aan zijn milieu en omgeving. Deze mensen uit de prehistorie hebben dit uitgevonden om hun vlees te snijden of dieren te villen, iets wat ze waarschijnlijk eerst nog niet konden. Dat vind ik mooi, dat was voor hun heel nuttig. Ik geloof heel sterk in het vermogen van de mens om zich aan te passen en om te bedenken hoe hij zijn leven beter kan maken. Zelf heb ik dat ook heel duidelijk ervaren, mijn leven heeft al verschillende wendingen genomen waardoor ik dit vermogen nodig had. Ik ben sowieso een mens die niet lang stil kan zitten en verandering vereist aanpassingsvermogen. Ik heb veel gereisd en in verschillende landen gewoond. Hier in Nederland heb ik jarenlang Salsa en Spaanse dans gegeven, maar door veranderingen in mijn sociale en familiaire situatie veranderde alles. Wat ik nu doe is totaal anders dan dansles geven. Ik ben sinds kort aangenomen voor de zaalverhuur bij Cinema De Liefde. In 2001 werkte ik op het secretariaat. In het begin had ik wat weinig werkzaamheden, maar vond ik het alleen al leuk om al die nieuwe, kleurrijke mensen te leren kennen. Proberen dingen te veranderen is typerend voor mij. Niet blijven denken, mijn baan vind ik saai, maar initiatief nemen. Zo wil ik graag oud worden in een warm land, het lijkt me bovendien heel verlichtend om rond je vijftigste weer eens helemaal opnieuw te beginnen. Maar zover is het nog niet, ik ben nu 43. Een van de constanten in mijn leven is dat ik altijd ben blijven dansen, dat is iets waar ik veel energie uit haal. Ik heb twintig jaar flamenco gedanst, maar op dit moment krijg ik van een hele goeie privé-docent tango-les. Heerlijk! Ik hoef maar vijftien minuten te dansen en ik ben al mijn problemen vergeten, dan zit ik weer helemaal in de dans.”

29


Pijl

Maria Tella Escala/Medewerker zaalverhuur/Afdeling Productiehuis Cinema De Liefde

Zinderende hitte Zweten, zwoegen en overal zand ’s Nachts tergend koud Het is winter 1981. Maria Tella Escala trekt door de westelijke Sahara, gelegen in Algerije. Het is haar eerste grote reis naar deze woestijn, waarna er nog vele zullen volgen. Ze vindt een bijzondere fossiele steen, die natgemaakt de lijnen van een huid laat zien, vergelijkbaar met de ringen van een boom. De steen blijkt een prehistorisch gebruiksvoorwerp te zijn, ontdekt ze op diezelfde reis als ze toevalligerwijze op twee verzamelaars botst. Een punt van een pijl misschien, maar meer waarschijnlijk een mes, vermoeden zij. Maria neemt de kostbare vondst mee naar huis waar zij het al 21 jaar koestert in een mooi doosje tezamen met andere ‘schatten’. “Ik vind dat zo ontroerend, het idee dat een prehistorisch mens dit gemaakt heeft uit steen. Het symboliseert voor mij de menselijke kwaliteit om te veranderen en zich aan te passen aan zijn milieu en omgeving. Deze mensen uit de prehistorie hebben dit uitgevonden om hun vlees te snijden of dieren te villen, iets wat ze waarschijnlijk eerst nog niet konden. Dat vind ik mooi, dat was voor hun heel nuttig. Ik geloof heel sterk in het vermogen van de mens om zich aan te passen en om te bedenken hoe hij zijn leven beter kan maken. Zelf heb ik dat ook heel duidelijk ervaren, mijn leven heeft al verschillende wendingen genomen waardoor ik dit vermogen nodig had. Ik ben sowieso een mens die niet lang stil kan zitten en verandering vereist aanpassingsvermogen. Ik heb veel gereisd en in verschillende landen gewoond. Hier in Nederland heb ik jarenlang Salsa en Spaanse dans gegeven, maar door veranderingen in mijn sociale en familiaire situatie veranderde alles. Wat ik nu doe is totaal anders dan dansles geven. Ik ben sinds kort aangenomen voor de zaalverhuur bij Cinema De Liefde. In 2001 werkte ik op het secretariaat. In het begin had ik wat weinig werkzaamheden, maar vond ik het alleen al leuk om al die nieuwe, kleurrijke mensen te leren kennen. Proberen dingen te veranderen is typerend voor mij. Niet blijven denken, mijn baan vind ik saai, maar initiatief nemen. Zo wil ik graag oud worden in een warm land, het lijkt me bovendien heel verlichtend om rond je vijftigste weer eens helemaal opnieuw te beginnen. Maar zover is het nog niet, ik ben nu 43. Een van de constanten in mijn leven is dat ik altijd ben blijven dansen, dat is iets waar ik veel energie uit haal. Ik heb twintig jaar flamenco gedanst, maar op dit moment krijg ik van een hele goeie privé-docent tango-les. Heerlijk! Ik hoef maar vijftien minuten te dansen en ik ben al mijn problemen vergeten, dan zit ik weer helemaal in de dans.”

29


Groen

Hobbe Faber/Theatertechnicus/Afdeling TheaterWerk

Op het Thorbeckeplein in Amsterdam koopt de legendarische ‘Zwarte Joop’ midden jaren ’80 een nachtclub op. Goochelaars en stand up comedians, striptease-danseressen, slangenmensen en moppentappers geven daar hun acte de présence. Voor de bediening van het licht en het geluid is nog iemand nodig. “Ik ben daar toen naartoe gestapt. Ik had het nog nooit gedaan, maar het leek me wel wat. Ze waren sowieso blij dat iemand het wilde doen. En ik moet zeggen: het is een van de leukste dingen die ik ooit in mijn leven heb gedaan. Er hingen wat spots met uitgebrande filters, een laag stof er over, heel armoedig allemaal, het zag er niet uit. Ik begon dat schoon te maken en filters te vervangen. Tijdens de acts probeerde ik het allemaal een beetje uit te lichten, met schuiven en knoppen te werken op m’n eigen intuïtieve manier en dat vonden ze leuk. Het pakte niet altijd goed uit. Groen licht bijvoorbeeld oogt wel leuk op het podium, maar een blanke huid in dat licht ziet er gewoon niet uit. Er kwamen steeds weer andere artiesten, veel uit het Oostblok (voormalig Joegoslavië, Polen, Oost-Duitsland), het was voor de val van de muur. Helemaal niet de slechtsten hoor, maar die waren goedkoop. Ze kregen een contract voor één of twee maanden en vertrokken weer. Af en toe kwamen ze weer terug, daar kreeg je dan wel een band mee.” Maar Joop ging dood en ‘de scene’ criminaliseerde. Via de weg van twaalf ambachten, dertien ongelukken kwam STAP in beeld. Eerst magazijnwerk, sjouwen met kisten, en sinds een half jaar opnieuw de theatertechniek. Op tournee met een gezelschap. Bijna iedere dag een andere stad, wisselende theaters met even zovele wisselende omstandigheden. Niet meer in een eigen theatertje naar eigen lieve lust en inzicht met knoppen schuiven, maar veel reizen, hard werken, lange dagen maken, uitvoeren wat er van je wordt verwacht en functioneren in een team. Wellicht een verlangen naar vroeger? “Ik had toen mijn eigen toko. Ik heb gewoon geluk gehad dat dat er toen eventjes was. Het werk dat ik nu doe is harder werken, maar is even gevarieerd, het verveelt geen moment. Ik leer nu heel veel, dat vind ik een pré. Ik wist vroeger van toeten noch blazen, kende de vaktermen niet, wist niet hoe of waarom iets op een bepaalde manier moest gebeuren. Ik was bovendien nogal chaotisch. Dan moest ik aan het begin van een act een cassette in de recorder doen, kon ik het bandje niet meer vinden. Ook zat ik gewoon te kletsen tijdens een voorstelling met mensen die naast het lichthok stonden en dan vergeet je gewoon dingen. Ik had het gisteren nog. Komt de directeur van de stadsschouwburg van Eindhoven tijdens de voorstelling m’n hok binnen en begint tegen mij aan te praten. Zeg ik tegenwoordig: ‘ja sorry, ik kan nu even niet met u praten.’ Ik moet m’n cuelijst volgen en ik ben zo afgeleid en voor je het weet, vergeet je een cue. En dat krijg je te horen hoor, van die mensen die op het toneel staan.”

31


Groen

Hobbe Faber/Theatertechnicus/Afdeling TheaterWerk

Op het Thorbeckeplein in Amsterdam koopt de legendarische ‘Zwarte Joop’ midden jaren ’80 een nachtclub op. Goochelaars en stand up comedians, striptease-danseressen, slangenmensen en moppentappers geven daar hun acte de présence. Voor de bediening van het licht en het geluid is nog iemand nodig. “Ik ben daar toen naartoe gestapt. Ik had het nog nooit gedaan, maar het leek me wel wat. Ze waren sowieso blij dat iemand het wilde doen. En ik moet zeggen: het is een van de leukste dingen die ik ooit in mijn leven heb gedaan. Er hingen wat spots met uitgebrande filters, een laag stof er over, heel armoedig allemaal, het zag er niet uit. Ik begon dat schoon te maken en filters te vervangen. Tijdens de acts probeerde ik het allemaal een beetje uit te lichten, met schuiven en knoppen te werken op m’n eigen intuïtieve manier en dat vonden ze leuk. Het pakte niet altijd goed uit. Groen licht bijvoorbeeld oogt wel leuk op het podium, maar een blanke huid in dat licht ziet er gewoon niet uit. Er kwamen steeds weer andere artiesten, veel uit het Oostblok (voormalig Joegoslavië, Polen, Oost-Duitsland), het was voor de val van de muur. Helemaal niet de slechtsten hoor, maar die waren goedkoop. Ze kregen een contract voor één of twee maanden en vertrokken weer. Af en toe kwamen ze weer terug, daar kreeg je dan wel een band mee.” Maar Joop ging dood en ‘de scene’ criminaliseerde. Via de weg van twaalf ambachten, dertien ongelukken kwam STAP in beeld. Eerst magazijnwerk, sjouwen met kisten, en sinds een half jaar opnieuw de theatertechniek. Op tournee met een gezelschap. Bijna iedere dag een andere stad, wisselende theaters met even zovele wisselende omstandigheden. Niet meer in een eigen theatertje naar eigen lieve lust en inzicht met knoppen schuiven, maar veel reizen, hard werken, lange dagen maken, uitvoeren wat er van je wordt verwacht en functioneren in een team. Wellicht een verlangen naar vroeger? “Ik had toen mijn eigen toko. Ik heb gewoon geluk gehad dat dat er toen eventjes was. Het werk dat ik nu doe is harder werken, maar is even gevarieerd, het verveelt geen moment. Ik leer nu heel veel, dat vind ik een pré. Ik wist vroeger van toeten noch blazen, kende de vaktermen niet, wist niet hoe of waarom iets op een bepaalde manier moest gebeuren. Ik was bovendien nogal chaotisch. Dan moest ik aan het begin van een act een cassette in de recorder doen, kon ik het bandje niet meer vinden. Ook zat ik gewoon te kletsen tijdens een voorstelling met mensen die naast het lichthok stonden en dan vergeet je gewoon dingen. Ik had het gisteren nog. Komt de directeur van de stadsschouwburg van Eindhoven tijdens de voorstelling m’n hok binnen en begint tegen mij aan te praten. Zeg ik tegenwoordig: ‘ja sorry, ik kan nu even niet met u praten.’ Ik moet m’n cuelijst volgen en ik ben zo afgeleid en voor je het weet, vergeet je een cue. En dat krijg je te horen hoor, van die mensen die op het toneel staan.”

31


Wroeten

Ferry Schoenmaker/Hoofd Licht en Geluid/Afdeling PALgroup

“Lekker sjouwen met terrastegels en plantjes, de zon komt er vanaf een uur of tien in. Nee, die tuin zou ik niet graag willen missen. In de lente en zomer kan het op het werk vrij hectisch zijn. In april beginnen de festivals en vanaf die maand ben ik continu bezig alles soepel te laten verlopen. Het Oosterparkfestival op 5 mei is een hele grote klus, dan volgt meestal het Y-artfestival in juni, een multi-cultureel festival op het Mercatorplein. Wij leveren daar ondersteuning bij, podia, geluid, licht. Op het Zaandammerplein komt in juli Opera Pietje. Een oude Amsterdamse volksartiest die optreedt met een koor van tachtig mensen. En dan hebben we nog het festival Kijk op de Wijk in het Westerpark, waarvoor alle apparatuur, instrumenten plus de hele stroomvoorziening door ons geregeld wordt. In die maanden heb ik het behoorlijk druk om te zorgen dat alles op tijd op de juiste plek komt en dat alles draait. Omdat we met zo’n klein groepje zijn op onze afdeling ben ik ook nogal eens bezig met de apparatuur. De belangstelling voor licht en geluid heeft me destijds ook bij STAP gebracht, ik ben begonnen in het magazijn. Als jongetje, bij mijn ouders vroeger, had ik al zo’n glitterbol in mijn kamertje en blacklight. Voor mijn raam had ik lampjes en later zo’n lichtslang en de hele buurt kende me als ‘dat jongetje met die lampjes voor dat raam op drie hoog’. Nu zijn er natuurlijk wel wat dingen veranderd. Ik ben inmiddels manager geworden, maar ik vind het nog steeds erg leuk om in te springen als er iemand ziek is. Dat maakt het wel eens ingewikkeld, want als je op een klus problemen krijgt, sta je eigenlijk als technicus te werken, maar je bent als manager verantwoordelijk. Door die dubbele pet moet je het zelf maar weer zien op te lossen. Je hebt geen back-up. In een drukke periode is mijn baan dan wel eens flink stressen. Maar aan het eind van al dat georganiseer, het zorgen dat de planning goed loopt en de klant tevreden is, kom ik thuis en dan heb ik zoveel aan de telefoon zitten lullen, en mensen gesproken dat ik af en toe wel eens even gewoon wil zitten wroeten in de aarde. Daar haal ik rust uit. Gewoon even verstand op nul en aan het werk met die plantjes.”

33


Wroeten

Ferry Schoenmaker/Hoofd Licht en Geluid/Afdeling PALgroup

“Lekker sjouwen met terrastegels en plantjes, de zon komt er vanaf een uur of tien in. Nee, die tuin zou ik niet graag willen missen. In de lente en zomer kan het op het werk vrij hectisch zijn. In april beginnen de festivals en vanaf die maand ben ik continu bezig alles soepel te laten verlopen. Het Oosterparkfestival op 5 mei is een hele grote klus, dan volgt meestal het Y-artfestival in juni, een multi-cultureel festival op het Mercatorplein. Wij leveren daar ondersteuning bij, podia, geluid, licht. Op het Zaandammerplein komt in juli Opera Pietje. Een oude Amsterdamse volksartiest die optreedt met een koor van tachtig mensen. En dan hebben we nog het festival Kijk op de Wijk in het Westerpark, waarvoor alle apparatuur, instrumenten plus de hele stroomvoorziening door ons geregeld wordt. In die maanden heb ik het behoorlijk druk om te zorgen dat alles op tijd op de juiste plek komt en dat alles draait. Omdat we met zo’n klein groepje zijn op onze afdeling ben ik ook nogal eens bezig met de apparatuur. De belangstelling voor licht en geluid heeft me destijds ook bij STAP gebracht, ik ben begonnen in het magazijn. Als jongetje, bij mijn ouders vroeger, had ik al zo’n glitterbol in mijn kamertje en blacklight. Voor mijn raam had ik lampjes en later zo’n lichtslang en de hele buurt kende me als ‘dat jongetje met die lampjes voor dat raam op drie hoog’. Nu zijn er natuurlijk wel wat dingen veranderd. Ik ben inmiddels manager geworden, maar ik vind het nog steeds erg leuk om in te springen als er iemand ziek is. Dat maakt het wel eens ingewikkeld, want als je op een klus problemen krijgt, sta je eigenlijk als technicus te werken, maar je bent als manager verantwoordelijk. Door die dubbele pet moet je het zelf maar weer zien op te lossen. Je hebt geen back-up. In een drukke periode is mijn baan dan wel eens flink stressen. Maar aan het eind van al dat georganiseer, het zorgen dat de planning goed loopt en de klant tevreden is, kom ik thuis en dan heb ik zoveel aan de telefoon zitten lullen, en mensen gesproken dat ik af en toe wel eens even gewoon wil zitten wroeten in de aarde. Daar haal ik rust uit. Gewoon even verstand op nul en aan het werk met die plantjes.”

33


Baba Richardson

Barbara Ruijgrok

Ellen Runge

Hans SchamlĂŠ

Samir Suudi

Sander Verstegen

Rob Vervuurt

Iwan Vogelland

Klaas Schippers

Ferry Schoenmaker

Johan Schop

Ruud Seeder

Martin Vorswijk

Severin van Wageningen

Harm Wallast

Ruth Weijers

34

35

Ellen Smets

Henny Sturkenboom

Maria Tella Escala

Alain Tempelaars

Ingrid Weissgerber

Frederieke Welter

Marion van Wijk

Jurgen Winkler

Murat Toker

Jean Trienes

Karen Tuijnman

Erik Veld

Renske te Witt

Marjan Wolfseher

Bennie Wout

Monika Zwart


Baba Richardson

Barbara Ruijgrok

Ellen Runge

Hans SchamlĂŠ

Samir Suudi

Sander Verstegen

Rob Vervuurt

Iwan Vogelland

Klaas Schippers

Ferry Schoenmaker

Johan Schop

Ruud Seeder

Martin Vorswijk

Severin van Wageningen

Harm Wallast

Ruth Weijers

34

35

Ellen Smets

Henny Sturkenboom

Maria Tella Escala

Alain Tempelaars

Ingrid Weissgerber

Frederieke Welter

Marion van Wijk

Jurgen Winkler

Murat Toker

Jean Trienes

Karen Tuijnman

Erik Veld

Renske te Witt

Marjan Wolfseher

Bennie Wout

Monika Zwart


INLEIDING Stichting STAP Platform, werkgever en rechtspersoon. Financieel en personeelsbeleid, automatisering en communicatie. Beleid op het terrein van werkgelegenheidsvraagstukken. Productiehuis Cinema De Liefde Kunsteducatieve theater-, dans,- en muziekvoorstellingen voor met name de jeugd (van peuters tot jongeren). Workshops en cursussen. Gebouw De Liefde heeft, naast kantoren, een zestal goed geoutilleerde theaterzalen en een bar/foyer, die tevens verhuurd worden aan derden.

36

Vormkracht 4 Diensten op het gebied van grafisch ontwerp, fotografie & beeldbewerking, redactie en ruimtelijk ontwerp. Opdrachten op het gebied van communicatie, publiciteit en presentatie. Ook educatieve projecten of opdrachten in de richting van de autonome kunst behoren tot de mogelijkheden. PALgroup Verhuur en verkoop van hoogwaardige licht- en geluidsapparatuur. Klantenbestand kent veel grote, prominente festivals en evenementen. TheaterWerk Aanbod van ervaren theatertechnici, onder wie licht- en geluidsontwerpers. Werkzaam door heel Nederland voor zeer uiteenlopende opdrachtgevers.

HET BESTUUR Voorzitter: Secretaris: Penningmeester: Leden:

Carolien SchÜnfeld Dick Kamlag †Gerard Kogelman Jude Kehla Wirnkar, Liesbeth Jansen, Wonah de Koningh, Liz Bostock

Dick Kamlag is in januari 2001 overleden. Hij is vijf jaar als bestuurslid aan STAP verbonden geweest. Zijn enorme inzet is van grote betekenis geweest voor de stichting.

37


INLEIDING Stichting STAP Platform, werkgever en rechtspersoon. Financieel en personeelsbeleid, automatisering en communicatie. Beleid op het terrein van werkgelegenheidsvraagstukken. Productiehuis Cinema De Liefde Kunsteducatieve theater-, dans,- en muziekvoorstellingen voor met name de jeugd (van peuters tot jongeren). Workshops en cursussen. Gebouw De Liefde heeft, naast kantoren, een zestal goed geoutilleerde theaterzalen en een bar/foyer, die tevens verhuurd worden aan derden.

36

Vormkracht 4 Diensten op het gebied van grafisch ontwerp, fotografie & beeldbewerking, redactie en ruimtelijk ontwerp. Opdrachten op het gebied van communicatie, publiciteit en presentatie. Ook educatieve projecten of opdrachten in de richting van de autonome kunst behoren tot de mogelijkheden. PALgroup Verhuur en verkoop van hoogwaardige licht- en geluidsapparatuur. Klantenbestand kent veel grote, prominente festivals en evenementen. TheaterWerk Aanbod van ervaren theatertechnici, onder wie licht- en geluidsontwerpers. Werkzaam door heel Nederland voor zeer uiteenlopende opdrachtgevers.

HET BESTUUR Voorzitter: Secretaris: Penningmeester: Leden:

Carolien SchÜnfeld Dick Kamlag †Gerard Kogelman Jude Kehla Wirnkar, Liesbeth Jansen, Wonah de Koningh, Liz Bostock

Dick Kamlag is in januari 2001 overleden. Hij is vijf jaar als bestuurslid aan STAP verbonden geweest. Zijn enorme inzet is van grote betekenis geweest voor de stichting.

37


FINANCIËN STAP heeft inkomsten uit drie bronnen Structurele inkomsten van de rijksoverheid i.h.k.v. de I /D regeling Incidentele subsidies Omzet uit diensten en verhuur STRUCTURELE SUBSIDIE Van de rijksoverheid ontvangt STAP in 2001 een structurele bijdrage voor de betaling van de loonkosten. Dit bedrag komt geheel ten goede aan de betaling van lonen en pensioenen van gesubsidieerde banen. In 2001 worden hiervan 141 medewerkers betaald. Deze bijdrage van het Rijk bedraagt in 2001 ongeveer 2,9 miljoen Euro. STAP ontvangt tevens een bijdrage van € 2.042,- per jaar per medewerker. Deze bijdrage wordt ook beschikbaar gesteld door de rijksoverheid. Van deze inkomsten – in 2001 om en nabij € 265.000,- wordt een deel van de huisvestings – en organisatiekosten gefinancierd.

38

INCIDENTELE SUBSIDIES In 2001 zijn de volgende incidentele subsidies beschikbaar gesteld: Gemeente Amsterdam, Dienst Welzijn Gemeente Amsterdam Kunstenplan NV Werk

€ € €

226.890,11.675,136.134,-

Subsidies voor projecten (verwerkt in Winst- en Verliesrekening): Stadsdeel Zuidoost € 8.985,Fonds voor de Podiumkunsten € 39.025,Nederlandse Ambassade Ankara € 4.538,Mama Cash € 1.361,OMZET UIT DIENSTEN EN VERHUUR Uit de levering van diensten en de verhuur van studio’s en technische apparatuur heeft STAP een omzet realiseerd van ongeveer 731.000,- Euro. Een uitgebreid financieel verslag is op aanvraag beschikbaar.


FINANCIËN STAP heeft inkomsten uit drie bronnen Structurele inkomsten van de rijksoverheid i.h.k.v. de I /D regeling Incidentele subsidies Omzet uit diensten en verhuur STRUCTURELE SUBSIDIE Van de rijksoverheid ontvangt STAP in 2001 een structurele bijdrage voor de betaling van de loonkosten. Dit bedrag komt geheel ten goede aan de betaling van lonen en pensioenen van gesubsidieerde banen. In 2001 worden hiervan 141 medewerkers betaald. Deze bijdrage van het Rijk bedraagt in 2001 ongeveer 2,9 miljoen Euro. STAP ontvangt tevens een bijdrage van € 2.042,- per jaar per medewerker. Deze bijdrage wordt ook beschikbaar gesteld door de rijksoverheid. Van deze inkomsten – in 2001 om en nabij € 265.000,- wordt een deel van de huisvestings – en organisatiekosten gefinancierd.

38

INCIDENTELE SUBSIDIES In 2001 zijn de volgende incidentele subsidies beschikbaar gesteld: Gemeente Amsterdam, Dienst Welzijn Gemeente Amsterdam Kunstenplan NV Werk

€ € €

226.890,11.675,136.134,-

Subsidies voor projecten (verwerkt in Winst- en Verliesrekening): Stadsdeel Zuidoost € 8.985,Fonds voor de Podiumkunsten € 39.025,Nederlandse Ambassade Ankara € 4.538,Mama Cash € 1.361,OMZET UIT DIENSTEN EN VERHUUR Uit de levering van diensten en de verhuur van studio’s en technische apparatuur heeft STAP een omzet realiseerd van ongeveer 731.000,- Euro. Een uitgebreid financieel verslag is op aanvraag beschikbaar.


HET P&O BELEID Het P&O beleid maakt integraal deel uit van het ondernemingsbeleid. Dit betekent dat alle P&O activiteiten gericht zijn op het realiseren van de ondernemingsdoelstellingen van Stichting STAP. Het P&O beleid richt zich daarbij op het realiseren van de gewenste organisatie, de daarbij behorende kwalitatieve en kwantitatieve bemensing en de gewenste cultuur. P&O ondersteunt de directie bij het formuleren van de beleidsuitgangspunten. Daarnaast ondersteunt zij vanuit haar vaktechnische specialisme de verschillende bedrijfsonderdelen op het gebied van arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhoudingen, arbeidsinhoud en arbeidsomstandigheden. Daarnaast voert P&O een gedegen personeelsadministratie. A

B

C

A Leeftijdsopbouw

B Verhouding man-vrouw man 58,7%, vrouw 41,3% 40

aan een onderzoek naar de behoefte aan uitstroom bij de gesubsidieerde medewerkers van STAP. Alle werknemers zijn gevraagd naar hun uitstroomwens en interesse in (om)scholing. De scholingsaanvragen zijn getoetst aan de marktrelevantie. Medewerkers waarbij de aanvraag is gehonoreerd zijn inmiddels gestart met diverse opleidingen. In cijfers: in 2001 zijn er 33 scholingaanvragen ingediend. Hiervan zijn er 27 gehonoreerd door NV werk. Vervolgens is NV Werk samen met STAP, eind 2001 een experiment gestart om de medewerkers loopbaanbegeleiding aan te bieden. Deelname aan deze loopbaanbegeleiding is vrijwillig. Binnen de loopbaanbegeleiding wordt er met medewerkers onderzocht welke eventuele kwalificaties nog behaald moeten worden om uitstroom mogelijk te maken. P&O gebruikt inzetbare personeelsinstrumenten, en doet onderzoek naar algemene ontwikkelingen binnen de gesubsidieerde arbeid. De resultaten hiervan zullen worden meegenomen in de discussie met als doel het behoud en verbeteren van de kwaliteit van het werk. Een zoektocht naar nieuwe strategieĂŤn om in te spelen op de markt van morgen is hiermee in gang gezet.

Allochtoon

Autochtoon

Vrouw

Man

< 20 jaar 20 t/m 24 25 t/m 29 30 t/m 34 35 t/m 39 40 t/m 44 45 t/m 49 50 t/m 54 55 t/m 59 60 (+)

C Allochtoon-autochtoon allocht. 16%, autocht. 84%

ONTWIKKELINGEN STAP levert als werkgever een niet geringe bijdrage aan de werkgelegenheid binnen de culturele en kunstensector. In het jaar 2001 is een totaalbezetting gerealiseerd binnen de afgesloten contracten binnen de gesubsidieerde banen. Bij Stichting STAP zijn in totaal 141 medewerkers in dienst.

UITSTROOM PERCENTAGES 2001: ID werknemers: Reguliere werknemers:

9,7% 25,0%

ZIEKTEVERZUIM: Het ziekteverzuim was een aandachtspunt in 2001. Volgens P&O moet ziekteverzuim inzichtelijker gemaakt worden voor de medewerkers. E E Ziekteverzuim Totaal 10,6%

D D Regulier - I/D

Aan gesubsidieerde arbeid worden in toenemende mate eisen gesteld. In 2001 is NV Werk in samenwerking met Stichting STAP, begonnen

Vrouw 9,3%

Man 11,6%

Voor zover relevant: peildatum grafieken en gegevens 31.12.2001

Totaal 10,6%

I/D

Regulier

Regulier 7,7%, I/D 92,3%

STAP blijft hierbij de voorkeur geven aan positieve stimulansen. Managers hebben inmiddels een cursus ziekteverzuimbegeleiding gevolgd.

41


HET P&O BELEID Het P&O beleid maakt integraal deel uit van het ondernemingsbeleid. Dit betekent dat alle P&O activiteiten gericht zijn op het realiseren van de ondernemingsdoelstellingen van Stichting STAP. Het P&O beleid richt zich daarbij op het realiseren van de gewenste organisatie, de daarbij behorende kwalitatieve en kwantitatieve bemensing en de gewenste cultuur. P&O ondersteunt de directie bij het formuleren van de beleidsuitgangspunten. Daarnaast ondersteunt zij vanuit haar vaktechnische specialisme de verschillende bedrijfsonderdelen op het gebied van arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhoudingen, arbeidsinhoud en arbeidsomstandigheden. Daarnaast voert P&O een gedegen personeelsadministratie. A

B

C

A Leeftijdsopbouw

B Verhouding man-vrouw man 58,7%, vrouw 41,3% 40

aan een onderzoek naar de behoefte aan uitstroom bij de gesubsidieerde medewerkers van STAP. Alle werknemers zijn gevraagd naar hun uitstroomwens en interesse in (om)scholing. De scholingsaanvragen zijn getoetst aan de marktrelevantie. Medewerkers waarbij de aanvraag is gehonoreerd zijn inmiddels gestart met diverse opleidingen. In cijfers: in 2001 zijn er 33 scholingaanvragen ingediend. Hiervan zijn er 27 gehonoreerd door NV werk. Vervolgens is NV Werk samen met STAP, eind 2001 een experiment gestart om de medewerkers loopbaanbegeleiding aan te bieden. Deelname aan deze loopbaanbegeleiding is vrijwillig. Binnen de loopbaanbegeleiding wordt er met medewerkers onderzocht welke eventuele kwalificaties nog behaald moeten worden om uitstroom mogelijk te maken. P&O gebruikt inzetbare personeelsinstrumenten, en doet onderzoek naar algemene ontwikkelingen binnen de gesubsidieerde arbeid. De resultaten hiervan zullen worden meegenomen in de discussie met als doel het behoud en verbeteren van de kwaliteit van het werk. Een zoektocht naar nieuwe strategieĂŤn om in te spelen op de markt van morgen is hiermee in gang gezet.

Allochtoon

Autochtoon

Vrouw

Man

< 20 jaar 20 t/m 24 25 t/m 29 30 t/m 34 35 t/m 39 40 t/m 44 45 t/m 49 50 t/m 54 55 t/m 59 60 (+)

C Allochtoon-autochtoon allocht. 16%, autocht. 84%

ONTWIKKELINGEN STAP levert als werkgever een niet geringe bijdrage aan de werkgelegenheid binnen de culturele en kunstensector. In het jaar 2001 is een totaalbezetting gerealiseerd binnen de afgesloten contracten binnen de gesubsidieerde banen. Bij Stichting STAP zijn in totaal 141 medewerkers in dienst.

UITSTROOM PERCENTAGES 2001: ID werknemers: Reguliere werknemers:

9,7% 25,0%

ZIEKTEVERZUIM: Het ziekteverzuim was een aandachtspunt in 2001. Volgens P&O moet ziekteverzuim inzichtelijker gemaakt worden voor de medewerkers. E E Ziekteverzuim Totaal 10,6%

D D Regulier - I/D

Aan gesubsidieerde arbeid worden in toenemende mate eisen gesteld. In 2001 is NV Werk in samenwerking met Stichting STAP, begonnen

Vrouw 9,3%

Man 11,6%

Voor zover relevant: peildatum grafieken en gegevens 31.12.2001

Totaal 10,6%

I/D

Regulier

Regulier 7,7%, I/D 92,3%

STAP blijft hierbij de voorkeur geven aan positieve stimulansen. Managers hebben inmiddels een cursus ziekteverzuimbegeleiding gevolgd.

41


PERSONEELSREGELINGEN VERTROUWENSPERSOON In 2000 heeft een ‘vertrouwenspersoon’ haar intrede gedaan bij Stichting STAP. Voormalig STAP bestuurslid (1990-1997) Irene Koopman heeft deze taak op zich genomen. Zij fungeert als onafhankelijk adviseur en bemiddelaar voor alle medewerkers in geval van ernstig verstoorde werkrelaties. In 2001 is er geen beroep op haar gedaan. SPAARLOON Sinds januari 1999 bestaat er de mogelijkheid van een spaarloonregeling. Bij een spaarloonregeling wordt gespaard vanuit het bruto salaris. Het is daarom een uiterst voordelige manier van sparen waar een groot deel van de medewerkers aan deelneemt. In 2001 was het maximaal te sparen bedrag € 787,80 per medewerker. Dit bedrag kan gebruikt worden als inleg op een speciale spaarrekening bij de ASN – elke inleg staat tenminste 4 jaar vast – of als premie voor bijvoorbeeld een lijfrente of levensverzekering.

Vormkracht 4 (Vk4) Concept en productie

Peter Botterman (STAP Communicatie) Idee en samenstelling

Monique Koudijs (Vk4) Interviews

Monique Laan (Vk4) Interviews

Pieter Kers (Vk4) Fotografie

Ron Bergman (Vk4) Fotografie

Jean Trienes (Vk4) Ontwerp

Stolwijk, Duivendrecht Druk

42

PENSIOENVOORZIENING De pensioenregeling voor de medewerkers van STAP is gebaseerd op het zogenaamde beschikbare premie systeem. De polissen van deze pensioenregeling lopen bij de AMEV. De pensioenregeling is premievrij voor de I/D werknemers. Dat wil zeggen; de pensioenpremie, 8% van het brutosalaris wordt betaald door de werkgever. Voor de reguliere medewerkers geldt een vergelijkbare pensioenregeling. Stichting Stap

Vormkracht 4

PALgroup

TheaterWerk

Productiehuis Cinema De Liefde

Arie Biemondstraat 105-A

Arie Biemondstraat 105-A

Arie Biemondstraat 105-A

Arie Biemondstraat 105-A

Da CostaKade 102

1054 PD Amsterdam

1054 PD Amsterdam

1054 PD Amsterdam

1054 PD Amsterdam

1053 WP Amsterdam

T 020 685 4143

T 020 685 4143

T 020 685 4143

T 020 685 4143

T 020 589 1900

F 020 689 0174

F 020 689 0174

F 020 689 0174

F 020 689 0174

F 020 589 1905

info@stap.nl

info@vormkracht4.nl

info@palgroup.nl

info@stap.nl

info@pdcl.nl

www.stap.nl

www.vormkracht4.nl

www.palgroup.nl

www.stap.nl

www.productiehuiscinemadeliefde.nl

V O R M K R A C H T 4

Dit jaarverslag is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van Stichting STAP, mei 2002


PERSONEELSREGELINGEN VERTROUWENSPERSOON In 2000 heeft een ‘vertrouwenspersoon’ haar intrede gedaan bij Stichting STAP. Voormalig STAP bestuurslid (1990-1997) Irene Koopman heeft deze taak op zich genomen. Zij fungeert als onafhankelijk adviseur en bemiddelaar voor alle medewerkers in geval van ernstig verstoorde werkrelaties. In 2001 is er geen beroep op haar gedaan. SPAARLOON Sinds januari 1999 bestaat er de mogelijkheid van een spaarloonregeling. Bij een spaarloonregeling wordt gespaard vanuit het bruto salaris. Het is daarom een uiterst voordelige manier van sparen waar een groot deel van de medewerkers aan deelneemt. In 2001 was het maximaal te sparen bedrag € 787,80 per medewerker. Dit bedrag kan gebruikt worden als inleg op een speciale spaarrekening bij de ASN – elke inleg staat tenminste 4 jaar vast – of als premie voor bijvoorbeeld een lijfrente of levensverzekering.

Vormkracht 4 (Vk4) Concept en productie

Peter Botterman (STAP Communicatie) Idee en samenstelling

Monique Koudijs (Vk4) Interviews

Monique Laan (Vk4) Interviews

Pieter Kers (Vk4) Fotografie

Ron Bergman (Vk4) Fotografie

Jean Trienes (Vk4) Ontwerp

Stolwijk, Duivendrecht Druk

42

PENSIOENVOORZIENING De pensioenregeling voor de medewerkers van STAP is gebaseerd op het zogenaamde beschikbare premie systeem. De polissen van deze pensioenregeling lopen bij de AMEV. De pensioenregeling is premievrij voor de I/D werknemers. Dat wil zeggen; de pensioenpremie, 8% van het brutosalaris wordt betaald door de werkgever. Voor de reguliere medewerkers geldt een vergelijkbare pensioenregeling. Stichting Stap

Vormkracht 4

PALgroup

TheaterWerk

Productiehuis Cinema De Liefde

Arie Biemondstraat 105-A

Arie Biemondstraat 105-A

Arie Biemondstraat 105-A

Arie Biemondstraat 105-A

Da CostaKade 102

1054 PD Amsterdam

1054 PD Amsterdam

1054 PD Amsterdam

1054 PD Amsterdam

1053 WP Amsterdam

T 020 685 4143

T 020 685 4143

T 020 685 4143

T 020 685 4143

T 020 589 1900

F 020 689 0174

F 020 689 0174

F 020 689 0174

F 020 689 0174

F 020 589 1905

info@stap.nl

info@vormkracht4.nl

info@palgroup.nl

info@stap.nl

info@pdcl.nl

www.stap.nl

www.vormkracht4.nl

www.palgroup.nl

www.stap.nl

www.productiehuiscinemadeliefde.nl

V O R M K R A C H T 4

Dit jaarverslag is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van Stichting STAP, mei 2002


2

0

S

T

A

P

0

1

44


2

0

S

T

A

P

0

1

44


S

T

2

0

0

1

A

P


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.