Wertheim operatie Heeft u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons gerust een seintje!
Dienst kwaliteit E-mail: info@jessazh.be Tel: 011 30 90 22
Jessa Ziekenhuis vzw Campus Virga Jesse Stadsomvaart 11, 3500 Hasselt Tel. 011 30 81 11 Maatschappelijke zetel: Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt
www.jessazh.be
versie oktober 2010 (Object-ID 230655)
Welkom In deze brochure vindt u meer informatie over de Wertheim operatie. Deze operatie, genoemd naar de chirurg die de operatie heeft ontwikkeld, is een behandeling bij baarmoederhalskanker (en soms bij baarmoederkanker). Op de volgende pagina’s overlopen we stap voor stap al de aspecten van uw opname. Zowel de fase voor uw verblijf in het ziekenhuis, het ziekenhuisverblijf zelf als de periode na het ontslag komen uitvoerig aan bod. Tijdens uw verblijf krijgt u nog bijkomende informatie, met een aantal praktische raadgevingen voor de toekomst. Indien u na het lezen van deze brochure over de Wertheim operatie nog vragen heeft of extra informatie wenst, kan u steeds terecht bij de arts, verpleegkundigen of andere medewerkers van de afdeling gynaecologie. We wensen u een aangenaam verblijf in ons ziekenhuis, en een spoedig herstel.
1
Bent u diabetespatiĂŤnt? Signaleer dit tijdig aan uw arts! Vraag duidelijke instructies met betrekking tot de orale inname van uw medicatie of uw insuline-inspuiting. Deze brochure geeft het standaardverloop van de ingreep en de daaropvolgende dagen weer. Afwijkingen hiervan zijn in de praktijk echter altijd mogelijk.
2
Inhoud 1. Doel van de operatie
p. 4
2. Opname
p. 4
2.1. Voorbereiding
p. 4
2.2. Operatie
p. 5
2.3. Weefseluitslag
p. 6
2.4. Na de operatie
p. 6
2.5. Complicaties
p. 7
2.6. Verdere gevolgen van de operatie
p. 7
3. Herstelperiode thuis
p. 8
4. Begeleiding en ondersteuning
p. 9
5. Lymfoedeem ter hoogte van de onderste ledematen
p. 10
5.1. Ontstaan van lymfoedeem
p. 10
5.2. Hoe herkent u lymfoedeem?
p. 10
5.3. Hoe voorkomt u lymfoedeem?
p. 11
5.4. Oefeningen om de lymfemotoriek te activeren
p. 13
5.5. Behandeling
p. 13
6. Contactgegevens
p. 15
3
1. Het doel van de operatie Het doel van de operatie is de tumor in zijn geheel te verwijderen. Daartoe worden de baarmoeder, de baarmoederhals, het omliggende weefsel en het bovenste gedeelte van de vagina weggehaald. Ook de lymfklieren in de buikholte worden verwijderd, omdat de tumor zich hierin mogelijk heeft uitgezaaid. Bij de operatie wordt een snee in de buikwand gemaakt, die loopt van de navel tot aan het schaambeen. Verschillende onderzoeken zijn nodig voordat met de behandeling gestart kan worden. Het kan gaan om een ECG (hartfilmpje), foto’s van de longen, bloedonderzoek, CT-scan van de buik, onderzoek naar de longfunctie, advies cardiologie en andere onderzoeken die uw arts noodzakelijk acht. Het is belangrijk dat u laat weten welke medicijnen u gebruikt. Het kan immers nodig zijn om 10 dagen vóór de operatie te stoppen met het innemen van pijnstillers (b.v. aspirine) of bloedverdunners.
2. De opname U wordt een dag voor de operatie opgenomen in het ziekenhuis. Tijdens een kennismakingsgesprek vertelt een verpleegkundige u meer over de gang van zaken op de afdeling. 2.1. Voorbereiding • Laxeren: vóór de operatie wordt u gelaxeerd door middel van een groot lavement. Laxeren is nodig om de darmen zo leeg mogelijk te maken, zodat er voldoende ruimte is om de operatie uit te voeren. • Scheren: de schaambeharing wordt volledig weggeschoren.
4
• Trombose: ter voorkoming van trombose (verstopping in de bloedvaten) krijgt u vanaf de dag voor de operatie eenmaal per dag een injectie Fraxiparine® in de buik. Ook na de operatie worden deze injecties toegediend zolang u in het ziekenhuis verblijft. Tevens worden er steunkousen aangemeten die u draagt gedurende de ganse duur van de opname en een 14-tal dagen na ontslag. • Narcose: tegen het einde van de dag voor de operatie komt de anesthesist bij u langs, in verband met de narcose die u zal krijgen. De anesthesist vertelt u het tijdstip waarop de operatie zal plaatsvinden en geeft uitleg over de epidurale pijnpomp. Hij spreekt met u af of u een slaapmiddel krijgt. U moet volledig nuchter blijven vanaf middernacht. 2.2. De operatie De dag van de operatie kan u zich gewoon wassen of douchen. U krijgt speciale operatiekleding van het ziekenhuis. ’s Morgens krijgt u een tablet (Xanax®), zodat u zich beter kan ontspannen. De verpleegkundige brengt u met het bed naar de operatieafdeling. In de meeste gevallen wordt een epidurale pijnpomp geplaatst. Via een dun slangetje in de onderrug wordt continu pijnstilling toegediend. Via een naald in uw arm wordt de narcose toegediend. U valt in slaap en merkt niets meer tot u na de operatie wakker wordt. Tijdens de operatie maakt de gynaecoloog een snede in de buik vanaf het schaambeen tot boven de navel. De hele operatie duurt 3 tot 4 uur. Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer, en vervolgens brengt u een nacht door op de afdeling intensieve zorgen. Nadien wordt u terug naar uw kamer gebracht. Voor bezoek aan de intensieve zorgenafdeling neemt uw familielid best contact op met de verpleegkundige van de afdeling waar u bent opgenomen.
5
2.3. De weefseluitslag Al het weefsel dat bij de operatie is weggenomen, wordt in het pathologisch anatomisch laboratorium onderzocht op de aanwezigheid van kwaadaardige cellen. Na ongeveer 10 dagen is de uitslag bekend. Dan stelt de arts vast of nabehandeling noodzakelijk is. Deze nabehandeling kan bestaan uit radiotherapie (bestraling) en/of chemotherapie. Als een nabehandeling noodzakelijk is, dan bespreekt de arts dit uitgebreid met u. 2.4. Na de operatie U heeft na de operatie een infuus voor de toediening van vocht en eventueel medicijnen, een urinekatheter, een kathetertje in de buik voor de afvloei van urine en een slangetje in de rug voor pijnbestrijding (epiduraalkatheter). Eventueel heeft u 1 tot 2 wonddrains om wondvocht af te laten lopen, en vaak een maagsonde (via de neus) om maagsappen af te laten lopen. Door de operatie zullen de darmen tijdelijk niet helemaal goed functioneren. Afhankelijk van de snelheid waarmee de darmen zich herstellen en de ontlasting op gang komt, kunnen het infuus en de maagsonde verwijderd worden en kan u beginnen met eten. Wanneer het infuus 24 uur verwijderd is, kan u starten met blaastraining. Door de operatie kan het gebeuren dat uw blaas (tijdelijk) minder goed functioneert. De verpleegkundige zal u uitleggen hoe u actief kan meewerken. U mag, als u dat kan, vanaf de eerste dag na de operatie uit bed. De eerste dagen zal u gedeeltelijk afhankelijk zijn van de verpleegkundige, die u zal helpen met de lichamelijke verzorging en het uit bed stappen. Om de pijn tegen te gaan, krijgt u medicijnen. Mochten deze onvoldoende werken, geef dan gerust een seintje zodat hier iets aan gedaan kan worden. De hechtingen worden na 8 dagen verwijderd. U zal merken dat u uw zelfstandigheid langzaam maar zeker terugwint.
6
2.5. Complicaties De belangrijkste complicaties na de operatie kunnen zijn: • stoornissen in de wondgenezing, • het niet op gang komen van de darmen, • blaasontsteking, • wondinfectie, • nabloedingen. Deze complicaties zijn over het algemeen goed te behandelen, maar kunnen het genezingsproces iets vertragen. 2.6. Verdere gevolgen van de operatie U krijgt pijnbestrijding na de operatie. Toch is pijn niet helemaal te voorkomen. Al voor de operatie heeft de anesthesist met u de voor u meest geschikte methode van pijnbestrijding besproken. U mag er van uitgaan dat pijn na de operatie niet uitdrukkelijk aanwezig is, en dus uw herstel niet belemmert. Wanneer de maagsonde verwijderd is en u niet meer misselijk bent, kan u beginnen met het drinken van water, thee en bouillon. Afhankelijk van uw eetlust kan u vervolgens binnen een paar dagen weer normaal eten. Gedurende de eerste dagen na de operatie heeft u bij de dagelijkse verzorging, zoals wassen, aankleden en tanden poetsen hulp en ondersteuning nodig van een verpleegkundige. Ook bij het uit bed komen helpt zij/hij u. Na een dag of vijf bent u weer grotendeels zelfstandig. Door de operatie kan het een tijd duren voordat de ontlasting terug vlot verloopt. Vezelrijke voeding en extra drinken helpen hierbij. De diëtist geeft u zo nodig voedingsadviezen. Soms komt het voor dat door het weghalen van de lymfeklieren dikke benen of vochtophoping bij het schaambeen ontstaan. Steunkousen kunnen dan een oplossing zijn. Meer informatie over lymfoedeem en hoe u dit kan voorkomen, vindt u vanaf pagina 10.
7
Omdat de baarmoeder wordt verwijderd, menstrueert u niet meer na de operatie. Als ook de eierstokken worden weggenomen, kunnen er vervroegd overgangsverschijnselen optreden. Uw arts kan u in dat geval hormoonvervangende middelen voorschrijven. Ook door nabestraling kan de werking van de eierstokken verloren gaan. Na het verwijderen van de baarmoeder is een zwangerschap niet meer mogelijk. Dit kan een grote bron van verdriet zijn. Bij de eerste nacontrole, 6 tot 8 weken na de operatie, kijkt de gynaecoloog of de inwendige wond is genezen. Is dit het geval, dan is er lichamelijk gezien geen belemmering om uw seksuele activiteiten te hervatten. Door de operatie kunnen er veranderingen optreden in de beleving van de seksualiteit. Aanpassing aan de nieuwe situatie kan moeilijk zijn, zowel voor uzelf als voor uw eventuele partner. Aarzel niet om dit te bespreken met uw arts of verpleegkundige, ook al vindt u het misschien moeilijk om dit ter sprake te brengen.
3. Herstelperiode thuis Het is verstandig om rekening te houden met een herstelperiode van zo’n 4 tot 6 maanden. Indien u wordt nabehandeld, reken dan op een langere herstelperiode. De eerste tijd thuis kan u alle activiteiten uitoefenen waartoe u zich in staat voelt. Wij raden u echter aan geen zware lichamelijke werkzaamheden te verrichten. Huishoudelijke hulp kan dus wenselijk zijn.
8
4. Begeleiding en ondersteuning Wanneer u van uw arts te horen krijgt dat u kanker heeft, wordt u automatisch overspoeld door twijfels en vragen. Indien u dat wenst, kan de borstverpleegkundige u en uw partner opvangen en begeleiden. Er kan dan op een rustige manier gepraat worden over uw gevoelens. De borstverpleegkundige kan u op de kamer een bezoek brengen om wat meer uitleg te geven over de ingreep en de gevolgen ervan, de nabehandeling(-en),... Zij kan dan ook uw vragen beantwoorden. Kortom, bij de borstverpleegkundige kan u steeds terecht als u ergens over piekert, bijkomende informatie wenst of nood heeft aan een luisterend oor. Bijkomende ondersteuning Zelfhulpgroep psychische hulp aan kankerpatiÍnten Martha Delanghe-Verachtert Sneppenhoevenlaan 10 2090 Stabroek Tel: 03-568 83 98 Rita Van de Paal Boniverlei 156 bus 6 2520 Edegem Tel: 03-457 64 10 Inloophuis Een inloophuis is een open huis voor mensen met kanker, hun familie en vrienden. Het is een ontmoetingsplaats voor mensen die willen praten, lachen, huilen,‌ Een afspraak maken hoeft niet. U kan er zo naar binnen lopen, en een gesprek aanknopen met de aanwezige vrijwilligers.
9
Stichting tegen kanker Deze professionele organisatie wil zowel de preventie als de behandeling van kanker helpen verbeteren, er mee voor instaan dat de mensen die toch met kanker worden geconfronteerd met de beste zorg omringd worden en zowel de kansen op genezing als de levenskwaliteit bevorderen. Interessante websites • www.borstkanker.be • www.borstkanker.nl • www.vermoeidheid.be • www.kanker.be • www.LOC.be • www.jessazh.be
5. Lymfoedeem 5.1. Het ontstaan van lymfoedeem De lymfe uit armen en benen wordt afgevoerd via de lymfeklieren in de oksels en in de liezen. Als lymfeklieren zijn verwijderd (bv. door de operatie) en/of beschadigd (bv. door bestraling), dan kan dit problemen geven voor de afvoer van het weefselvocht. Hierdoor kan een opeenstapeling van vocht ontstaan: lymfoedeem. Lymfoedeem kan direct na de behandeling optreden, maar ook pas jaren later. 5.2. Hoe herkent u lymfoedeem? In de normale situatie is de huid over de tenen slank met kleine rimpeltjes. Omdat er slechts weinig tot geen vetweefsel zit, is de huid goed op te tillen. Door de karakteristieke zwelling van de tenen kan men daar vaak eerst zien dat er mogelijk sprake is van een lymfoedeem. Als u met de vingers de huid tussen de eerste en de tweede teen vastneemt, dan moet dit een dun plooitje opleveren.
10
De zwelling kan langzaam ontstaan. Aanvankelijk is de zwelling vaak alleen ‘s avonds aanwezig of na een flinke inspanning. Ook kunnen de tenen iets opgezet zijn. Deze lijken dan op ‘worstteentjes’. Dit kan heel goed een eerste uiting zijn van lymfoedeem. Als er verdikking van het onderhuidse weefsel is, is dit een sterke aanwijzing voor lymfoedeem. Hoe herkent u een beginnend lymfoedeem? • Zwelling van uw voet, enkel en/of volledige been. • Het been voelt gespannen en/of zwaar aan. • Pijn(-scheuten) op bepaalde plaatsen in het been. • Roodheid wijst meestal op een infectie. 5.3. Hoe kan u lymfoedeem voorkomen? Voorkom verminderde afvoer van lymfevocht Knellende kleding zoals kniekousjes, strakke broeken,… kunnen de afvoer van weefselvocht verhinderen. De afvoer van het weefselvocht wordt vergemakkelijkt als u uw been hoger legt indien u voor langere tijd zit of ligt. Door het langdurig laten afhangen van het been wordt de afvoer bemoeilijkt. Het vocht moet dan omhoog tegen de stroom in. Schoenen met hoge hakken belemmeren een goede afwikkeling van de voet en daarmee de werking van de spierpomp in het onderbeen. Voorkom wondjes Lymfoedeem kan verergeren door een infectie als gevolg van een wondje. Om infecties te vermijden, kan u een aantal voorzorgsmaatregelen nemen. • Door niet op blote voeten te lopen verkleint u de kans op snij-, schaaf- en brandwonden. • Onthaar uw benen best met een ontharingscrème of ladyshave in plaats van te epileren. • Bij nagelverzorging gebruikt u best een vijl om beschadiging van de nagelriemen te voorkomen. Wondjes aan de tenen zijn vaak oorzaak van een lymfoedeem!
11
• Hydrateer de huid van uw benen goed om de kans op barstjes in de huid en kloofjes te voorkomen. • Gebruik insectenafweermiddelen om de kans op een beet te voorkomen. Indien u toch gestoken bent, gebruikt u best een jeukstillend middel om openkrabben te voorkomen. • Loopt u toch een wondje op, maak dit dan onmiddellijk schoon met een desinfecterend middel. Loopt u toch een ontsteking op, raadpleeg dan altijd uw huisarts. Blijf in beweging Lichtere werkzaamheden en sport bevorderen wel de lymfe-afvoer. Dit komt doordat spierbewegingen in armen en benen een stimulerende werking hebben op het afvoerend vermogen van de lymfevaten. Als u lang moet zitten of staan kan u tussentijds best even de voeten bewegen of een stukje lopen. Ook wandelen en fietsen kunnen een goede vorm van bewegen zijn. Elke beweging is in principe goed, zolang die maar met mate gedaan wordt en niet leidt tot vermoeidheid of pijn in de benen. Wees voorzichtig met extreme warmte en koude Warmte en/of koude leiden tot een snelle en versterkte bloedtoevoer en een grotere kans op het uittreden van vocht in het weefsel. Dit heeft een toename van oedeem tot gevolg. Wees dus voorzichtig met: • hete douches en baden, sauna,… • zonnebaden en zonnebankgebruik • elektrische dekens • onderkoelende ijs-of alcoholcompressen Eten noch drinken hebben een invloed op lymfoedeem, maar pas wel op voor gewichtstoename.
12
5.4. Oefeningen om de lymfemotoriek te activeren • Buikademhaling stimuleert de lymfedrainage in de buik. Dit vergemakkelijkt de drainage uit het been. • Op de zij liggend kan het been omhoog, naar voren of naar achter worden bewogen. Dit stimuleert de lymfedrainage in het heup- en liesgebied. • Buigen en strekken van de knie stimuleert de lymfedrainage in het bovenbeen. • Buigen en strekken van de enkel stimuleert de lymfedrainage in het onderbeen. • Buigen en strekken van de tenen stimuleert de lymfedrainage in de voet. De oefeningen in bovenstaande volgorde uitgevoerd, hebben als voordeel dat telkens eerst het bovenliggende afvoergebied wordt vrijgemaakt. De ervaring leert bij welke bewegingsduur het been dunner of dikker wordt of hetzelfde blijft. Daar kan u in het begin door middel van metingen dus goed op letten. 5.5. Behandeling Manuele lymfedrainage Dit is een zachte massage waarbij een speciaal opgeleide therapeut met bepaalde handgrepen de afvoer van het lymfevocht probeert te verbeteren. Compressietherapie Bij deze behandelingsmethode wordt met een verband of een apparaat druk op het lymfoedeem in het been uitgeoefend. Hierdoor wordt het overtollige lymfevocht afgevoerd. Elastisch drukverband of elastische kous Tussen de behandelingen is het dragen van een elastische kous of drukverband nodig om het resultaat te bewaren. Deze kous wordt best op maat gemaakt en aangemeten door de therapeut of een bandagist. Gebruik dus zeker geen elastisch windelverband.
13
Lymfoedeem moet u de baas blijven, anders wordt het u de baas. Wees dus voorzichtig met uw lichaam. Lymfoedeem wijst op een tekort aan mogelijkheden om vocht af te voeren, en verdwijnt niet zomaar vanzelf. Dankzij het grote aantal gespecialiseerde therapeuten zijn er tegenwoordig gelukkig voldoende oplossingen mogelijk. Dergelijke behandelingen leveren goede resultaten op, maar het is erg belangrijk dat u niet te lang wacht als u iets abnormaal voelt in de benen. Voor meer informatie hierover kan u altijd terecht bij de afdeling gynaecologie van het Jessa Ziekenhuis.
14
6. Contactgegevens Artsen dr. Simon Boes dr. Antoine Dupon dr. Franรงoise Jadoul dr. Sophie Marquette dr. Marc Muyldermans dr. Jean-Pierre Nolens dr. Guy Orye dr. Annick Schreurs dr. Hilde Vandecruys dr. Arjoko Wisanto Tel: 011-30 91 82 Afdeling kortverblijf Hoofdverpleegkundige Raf Jacobs, tel: 011 30 91 81 Verpleegeenheid, tel: 011 30 91 80 Afdeling algemene en abdominale chirurgie Hoofdverpleegkundige Jos Maes, tel: 011 30 91 91 Verpleegeenheid, tel: 011 30 91 90 Borstverpleegkundigen Christa Stadsbader Tel: 011 30 89 69 E-mail: christa.stadsbader@jessazh.be Christine Vanhoof Tel: 011 30 96 89 E-mail: christine.vanhoof@jessazh.be
15
Persoonlijke notities
16