SPORTTOP MAGAZINE
magazine Ranomi Kromowidjojo
‘Be yourself and be happy’
Bas van de Goor
Aandacht voor talent
Diabetes en topsport gaan samen
Sportvriendinnen Portret van Erika Vogelsang
nummer 3 2012
Olympisch Dossier Sharon van Rouwendaal Dafne Schippers Aniek van Koot Marit Bouwmeester
1
Advertentie Ga voor een ruime keuze aan wenskaarten èn voor postzegels naar:
34105150 adv. verjaardag meisje 230x280.indd 1
22-12-11 11:04
R
Samen Sterker
egelmatig krijg ik verzoeken om een tekstuele bijdrage te leveren aan diverse initiatieven. Vaak moet ik ‘nee’ verkopen, maar zo nu en dan komt er een vraag die ik niet kan weigeren. Zoals toen mij werd gevraagd of ik het voorwoord voor het Sporttop Magazine wilde schrijven. Een prachtig initiatief van Olympische toppers voor sporttalenten. Sporttop draagt bij aan de opleiding van talent tot topsporter op een wijze die voorziet in een specifieke behoefte en in deze vorm uniek is in Nederland Sportland.
Gelukkig is Sporttop niet het enige initiatief van topsporters dat Nederland rijk is. Als voorzitter van NOC*NSF zie ik vele prachtige initiatieven. Neem nu bijvoorbeeld het Jeugdsportfonds met Trinko Keen als directeur, de Richard Krajicek Foundation of Spieren voor Spieren met Frank en Ronald de Boer als beschermheren. En voor mensen met diabetes is er de Bas van de Goor Foundation. En zo zijn er nog wel een paar te noemen. Allemaal (oud-)topsporters
die zich inzetten voor hun medemens en bij voorkeur door deze te laten bewegen.
Kijk ik naar hoe Nederland er op dit moment voor staat qua sportparticipatie en beleving, dan kan ik zeggen dat het beter is dan tien jaar geleden, maar dat er nog steeds wel veel ruimte is voor verbetering. Kijk alleen al naar de cijfers van obesitas, dan worden wij keihard met de neus op de feiten gedrukt. Er is dus nog veel (gezondheids-)winst te behalen. En dat is nodig ook. In 2016 zal Nederland bepalen of wij ons kandidaat stellen voor de organisatie van de Olympische Zomerspelen in 2028. En dat is groots! Een event dat Nederland nog sterker internationaal op de kaart kan zetten, maar vooral kan zorgen dat wij met z’n allen een vitalere, gezondere toekomst tegemoet gaan. Ik geloof daar in! De rol van bovengenoemde organisaties mag daarin zeker niet worden uitgevlakt. Het Olympisch Plan 2028 is namelijk van ons allemaal. Met z’n allen hebben wij één gezamenlijke doelstelling: ‘Heel Nederland in beweging krijgen én houden’. En dat doet ieder op zijn geheel eigen wijze. En dat onderstreept het belang van deze stichtingen. Want als NOC*NSF alleen kunnen wij niet allemaal doen wat deze partijen realiseren. Het enige wat wij kunnen, nee, moeten doen, is daar waar het kan deze initiatieven ondersteunen. Hoe lastig dit soms ook is. Want als NOC*NSF moeten wij soms ook organisaties teleurstellen. Wat ik steeds meer zie is dat de topsporters met hun stichtingen elkaar opzoeken en samen gaan werken, ook met andere sportorganisaties. En dat is maar goed ook. We streven tenslotte allemaal hetzelfde doel na. Samen sta je sterk, toch?
En dit laatste geldt natuurlijk zeker voor Sporttop zelf. De talentvolle jonge sporter wordt door zijn ervaren mentor geholpen op weg naar de top. Samen sta je sterk!
André Bolhuis,
Voorzitter NOC*NSF
3
magazine 2012
Op de cover 27 66 70
Ranomi Kromowidjojo: ‘Be yourself and be happy’ Een portret van Erika Vogelsang
Olympisch dossier 14 16 18 20 22
Nieuwe talenten 12
Marit Bouwmeester Goud is het enige dat telt
Dafne Schippers Sprookjesboek van een meerkampster
Aniek van Koot ‘Sporttop is ontzettend belangrijk voor mij’ Sharon van Rouwendaal Droom wordt werkelijkheid
Olympische Sporttopkalender
24 36 44
20
64 69 74
‘Voor buitenstaanders lijkt het nog ver weg, maar de tijd begint nu te dringen’
14
4
36
Diabetes en topsport gaan samen
Celeste Plak ‘Op mijn veertiende ging ik op Papendal wonen’ Romy Pansters ‘Van mijn kaas blijft iedereen af’
Yvette Heijt ‘Met Sporttop kan ik mentale obstakels overwinnen’ Celine Michielsen Een kind van de handbalsport
Jenny Snippe Van wildebras tot gedreven judoka
Bart van Nunen ‘Ik heb veel motivatie omdat ik vroeger altijd de langzaamste was’ Jeffrey Reijnders Triatleet zonder racefiets
Colofon Uitgever
Hoofdredactie
Stichting Sporttop Florentine de Beer Jochem Uytdehaage Sven Bersee Daniëlle Mouissie Kasper Hermans Wietske de Ruiter
Drukker Van Engelen Waalwijk
Begeleiding
Paul de Lange Gert-Jan Peddemors Niko van der Sluijs
Redactie Yorn Bachofner Anne van Eijk Gijs Huurneman Jeroen Kluizenaar Robbert Mercx Daan Sanders Menno Schilder Jelle Veenstra
52
24 Binnen Sporttop 6 28 32 45 48 49 58 62
Buiten Sporttop 30 34 52 56
‘Sporttop gaat voor kwaliteit en duurzaamheid’
‘Sporttop maakt talenten mentaal tot topsporter’ ‘Iedere sporter heeft een blokkade’ Voedingsadvies is niet vies
Steun Sporttoptalenten op weg naar hun top ‘De sportwereld kent weinig goede coaches’ Blessures en preventie
Sporttop is niet alleen voor de allerbesten
Sporters zijn gewoon scholieren
Pastamaaltijd voor het hele gezin De stress voorbij
Topsporters en Twitter
En ook.. 37 38 55 75 76 78
Hoe is het met Leon Commandeur? Fotoreportage: En actie!
Hoe is het met Kirsten Wielaard? 8x Jorien ter Mors
Univé Gym Gala: Acrobatiek als bindmiddel Sportkalender 2012
Eindredactie
Vormgeving
Verschijning
Pim Bijl Louk Bracco Gartner Erik Jan Homan Nicoline Lans Patrick Moeke Guido Mos Maruschka van Soest (chef) Rosa Suikers
Ryan Baij Kirsten Bouwhuis (chef foto) Carina Houwerzijl Sander Kooi Xander van der Snoek Annet Verhoeff (chef) Sander Verrips
Deze uitgave is gemaakt door studenten van de School voor Journalistiek, Hogeschool Utrecht. Beeldmateriaal en achtergrondinformatie van de productie van het magazine zijn te vinden op: www.sporttop.nl/magazine
Coverfotografie Thomas Schreyer
Copyright Sporttop Het overnemen van artikelen en berichten uit dit tijdschrift is slechts geoorloofd met bronvermelding en met schriftelijke toestemming van Stichting Sporttop.
5
‘Sporttop gaat voor kwaliteit en duurzaamheid’ Duurzaamheid is een begrip dat tegenwoordig niet meer uit de samenleving weg te denken is, zo ook niet bij Sporttop. Het begeleiden van jonge topsporters door een mentor uit een andere tak van sport blijft centraal staan. Daarbij wordt de duurzame ontwikkeling van de topsportcarrière van het talent steeds belangrijker. Als gevolg daarvan is het faseplan aangescherpt en worden er meer eisen gesteld aan het mentorschap. Door Robbert Mercx
6
V
ol enthousiasme vertellen Jochem Uytdehaage, Daniëlle Mouissie en Wietske de Ruiter over de ontwikkelingen van Sporttop. Dat Sporttop in de Nederlandse sportwereld steeds meer bekendheid vergaart, zal geen verbazing wekken. Volgens Jochem zou het mooi zijn als Sporttop verder kan uitgroeien tot een begrip, maar het doel blijft dat de talenten geholpen worden op een zo goed mogelijke manier. “En als we daar in kunnen groeien? Ja, heel graag!”
Duurzaamheid
Talentbegeleiding op basis van duurzaamheid staat vanaf nu centraal bij Sporttop. De sporter dient een ontwikkeling door te maken, waarbij er aandacht besteed zal worden aan de duurzaamheid van de carrière. Het is van groot belang dat een talentvolle sporter zelfstandig is en onafhankelijk de juiste keuzes kan maken. Dit moet er toe leiden dat een jonge sporter op een gezonde en verantwoorde manier zijn of haar sport langdurig en op een hoog niveau kan beoefenen (zie kader ‘Visie van Sporttop op duurzaamheid’). Jochem: “Talenten trainen op hun zeventiende vaak al heel hard en daarmee verschieten ze soms zoveel kruit – zowel mentaal als fysiek – dat ze zichzelf een paar jaar later tegenkomen met blessures. Sporttop wil het talent meer bewust maken van de sportbeleving. De mooiste medailles win je niet als je zeventien bent!
Je moet zorgen dat je als talent op een verantwoorde manier te werk gaat, zodat je na je 25e ook nog optimaal kunt presteren. Het doel van Sporttop is om van een talentvolle sporter een volledig ontwikkeld persoon te maken, zowel binnen als buiten de sport.”
Sporttop richt zich nu voornamelijk op het begeleiden van jonge talentvolle sporters tussen de veertien en achttien jaar. De ambitie is er om ook iets oudere talenten te gaan helpen. “Ik ben namelijk van mening dat je nooit bent uitgeleerd”, aldus Jochem. “Op dit moment is de vraag groter dan wat wij kunnen bieden, dus moet je keuzes maken. Groeien is op termijn een optie, maar kwaliteit gaat boven kwantiteit.” De kracht
Talentbegeleiding op basis van duurzaamheid staat vanaf nu centraal bij Sporttop
van Sporttop zit volgens Jochem in de individuele begeleiding. “Wij leveren maatwerk. Elk talent heeft eigen behoeftes. Iedere sporter is onderdeel van een groep, een bond of een vereniging, maar bij ons word je als individu behandeld.”
Kwaliteitsslag
Om een kwaliteitsslag te maken is er de afgelopen jaren voor gekozen om rond de 25 koppels te blijven. Dit heeft volgens Daniëlle goed uitgepakt. “Daardoor hadden we meer tijd om na te denken over andere zaken. Waar staan we als organisatie en waar willen we naartoe? Met name Wietske kon op deze manier meer tijd stoppen in de ontwikkeling van de mentoren.” De betrokkenheid van de mentoren is hierdoor sterk toegenomen. Dit jaar zijn er zes nieuwe mentoren en acht nieuwe talenten toegelaten en in totaal elf nieuwe koppels gevormd. Daarom zal 7
Visie van Sporttop op duurzaamheid Het begrip duurzaamheid hoor je steeds meer en meer. Wat is de visie van Sporttop op duurzaamheid? Duurzaamheid in de sport is voor Sporttop het begeleiden van talent op zo’n manier dat het talent een lange en gezonde sportcarrière doorloopt. Sport vandaag de dag vraagt om duurzame prestaties. Een carrière in de sport duurt langer dan eind vorige eeuw. Dit vraagt om aanpassingen in de route naar volwassen topsporter. Hoe zorg je ervoor dat je op 25-jarige leeftijd nog vol energie zit om het maximale in jouw sport te investeren? Dit zal in de afzonderlijke fasen altijd naar voren komen. Duurzaam presteren is een combinatie van fysieke, mentale, emotionele en ook spirituele componenten. Samen brengt dit sportief welzijn. Oftewel jarenlang maximale prestaties.
Wanneer één van bovenstaande onderdelen niet volledig in orde is, dan zijn absolute topprestaties niet mogelijk. Simpel gezegd, je moet altijd fysiek fit zijn, maar ook met de emoties om je heen kunnen handelen. Heb je problemen thuis? Dat kost energie en werkt dus tegen je prestatie. Heb jij te veel zaken aan het hoofd door bijvoorbeeld werk of school? Dat gaat ook ten koste van de prestatie. Er is geen focus. En als laatste, begin je als sporter af te vragen waarvoor je het allemaal doet, dan ontbreekt het op dat moment aan spirit. Wat is jouw doel, waar wil je heen en leveren de opofferingen nog wel datgene op waar jij van droomde? Een
verstoring binnen één van deze vier onderdelen heeft direct invloed op de andere drie. En andersom, loopt alles op rolletjes, dan volgen de prestaties vanzelf. Succesvolle sporters zijn die sporters die van jong tot oud op hoog niveau weten te blijven presteren. Voorbeelden? Roger Federer, Michael Schumacher, dichter bij huis Clarence Seedorf en Bob de Jong. Mannen die al ruim 15 jaar aan de top staan. En dat kan alleen wanneer je alle vier de aspecten continu in de gaten houdt en daar ook tijd en energie aan besteedt.
Presteren is balanceren
De vier onderdelen van duurzaam presteren zijn: • Fysieke fitheid • Emotionele stabiliteit • Mentale scherpte • Spirituele energie
ook nu de focus niet liggen op eventuele groei. Er zal namelijk nog steeds veel tijd en energie gestoken worden in de nieuw gevormde koppels.
Talentenfonds
Het Sporttop Talentenfonds, bijeengebracht door SporttopSupporters en Vrienden, loopt ook erg goed. Hier kunnen talenten een beroep op doen als zij iets nodig hebben voor hun sport en zij daar zelf niet de financiële middelen voor hebben. Daniëlle: “Aniek van Koot zou bijvoorbeeld heel graag willen dat haar mentale begeleidster een keer meegaat naar een toernooi, om te zien hoe ze zich rondom de wedstrijden gedraagt. Aniek vindt het belangrijk om hier meer tijd in te investeren, in aanloop naar de Paralympische Spelen. Als zij dan met een plan van aanpak bij ons komt, staan wij meestal de sporter voor een deel bij in de kosten. Dit alles gaat altijd in overleg met de mentor.”
Mentoren
De mentoren zijn het kapitaal van Sporttop. Om mentor te worden dien je over een aantal competenties te beschikken waaronder betrokkenheid, ervaring, onafhankelijkheid en integriteit. Daarnaast is de intrinsieke motivatie ook van groot 8
belang. “Sommige mentoren bezoeken wedstrijden en eten zelfs thuis met de familie van het talent mee. Interesse tonen is essentieel”, zegt Daniëlle. Vanuit Sporttop is er een bepaalde visie hoe het talent begeleid hoort te worden. Er worden dus steeds meer eisen gesteld aan de mentoren. Mede daarom is er een coachingstraject gestart in samenwerking met Leeuwendaal. Wietske zegt daarover: “Er zijn inmiddels zes trainingen geweest en de mentoren zijn enorm enthousiast. Enerzijds is het de bedoeling dat Sporttop en de talenten er wat aan hebben. Anderzijds is het bedoeld om iets terug te doen voor de vrijwillige bijdrage van de mentoren. De mentoren hebben er buiten Sporttop ook iets aan voor zichzelf. Ikzelf heb er opvallend veel van opgestoken en ben er van overtuigd dat het voor Sporttop en de talenten zijn vruchten af gaat werpen.” Wietske is sinds 2005 mentor bij Sporttop en sinds ruim een jaar stuurt ze ook alle koppels aan. Het bevalt haar enorm en ze heeft dan ook geen spijt van haar keuze. “Het is zo’n ontzettend leuke groep om mee te werken, iedereen is erg leergierig. Daarnaast is het vooral leuk om de ontwikkeling te zien bij sporter en mentor. Ik had natuurlijk eerst alleen te maken met mijn eigen talent, maar nu ben ik bij alle koppels betrokken. Ik ben eigenlijk continu bezig met bedenken hoe de juiste snaar
geraakt kan worden bij de jonge sporters, zodat ze nog beter geholpen kunnen worden. Het blijft gewoon erg leuk om met jonge, ambitieuze mensen te werken.”
Jochem en Wietske hebben het afgelopen jaar allebei een training van hun talent meegemaakt. Wietske is meegegaan in de boot bij zeilster Jeske Kisters en Jochem heeft een training meegedaan met zwemster Sharon van Rouwendaal. Ze beamen beiden dat dit goed is geweest om een beter inzicht te krijgen in de manier waarop de talenten hun sport beleven, buiten het feit dat het ook nog eens hartstikke leuk was! “Een echte aanrader voor de mentoren”, aldus Wietske.
uitgebreid van drie naar vijf fases (zie kader ‘Vernieuwde faseindeling’). Juist de ervaringen op weg naar je eerste Olympische Spelen of WK bij de senioren ontbreken nog en daar kan de mentor juist bij helpen (fase III – red.).”
“De herziening van het faseplan is ook gericht op het langer binden van talenten”, legt Daniëlle uit. “De gedachte achter de aanpassing is gebaseerd op het feit dat talenten duidelijk aangeven dat ze nog steeds baat hebben bij Sporttop, ondanks dat ze geen mentor meer hebben (fase IV - red.). Naast de sportrelatie tussen mentor en talent ontstaat er vaak ook een vriendschappelijke relatie. Dus zij blijven vaak na de sportieve samenwerking in contact, ook al vormen ze geen koppel meer. En de talenten kunnen voor al hun vragen terecht bij Bureau Sporttop. Op die manier blijven ze betrokken. Het meest ideale scenario is dat de talenten door goede begeleiding en de binding met Sporttop, uiteindelijk zelf mentor willen worden (fase V – red.).” Volgens Daniëlle kan het Leeuwendaal-coachingstraject
Het meest ideale scenario is dat de talenten door goede begeleiding en de binding met Sporttop, uiteindelijk zelf mentor willen worden Bij Sporttop wordt er veel tijd en energie gestoken in het koppelen van een talent aan een mentor. Er wordt eerst gekeken naar wat het talent precies wil. Daarbij is het ook belangrijk dat de mentor geïnteresseerd is in de sport van het talent. En het is een pre als de sport van het talent enkele raakvlakken heeft met de eigen sport, al blijft de basis het crossport-principe. “Wat ons de laatste tijd ook is opgevallen is dat een bepaalde mentor erg goed is met jongere sporters of juist met de meer volwassen talenten, die zich in één van de latere fases van het Sporttopconcept bevinden”, vertelt Wietske. “Als de talenten worden ingedeeld in fases, kijken we ook meteen welke mentor daar het best bij past Bij de hele jonge talenten is het krijgen van vertrouwen in elkaar vooral belangrijk, maar bovenal het talent kennis te laten maken met het concept van Sporttop. Dat is al moeilijk genoeg op zo’n jonge leeftijd.”
Nieuw faseplan
Bij de oprichting van de stichting was de gedachte dat de taak van Sporttop erop zou zitten als de sporter een A-status had verworven, maar daar is Jochem inmiddels op teruggekomen. “Want juist als je net die A-status hebt, komt er nog zoveel op je af als sporter, dat begeleiding eigenlijk nog een must is. Vandaar ook dat we de fase-indeling iets hebben aangepast en
Foto Lieke Sanglier
9
(Advertentie)
Clients trust us to handle their most demanding transactions and legal issues in order to meet their business challenges. In some cases, for over a century.
Offices
10
Amsterdam | Beijing | Brussels | London | New York
daar ook een belangrijke rol bij spelen. “Wij bieden ze de mogelijkheid als ze wat ouder zijn om zich daarbij aan te sluiten, zodat ze op een gegeven moment klaar zijn om door te stromen als mentor. Het is dan een opleiding van talent tot mentor.”
Cruciale rol
Volgens Daniëlle is het ultieme streven dat het talent uiteindelijk zijn of haar top haalt en tevreden is. ‘Sporttop heeft in een bepaalde fase van mijn carrière een cruciale rol gespeeld’, is een uitlating die steeds vaker terugkomt. Daniëlle haalt een uitspraak van zeilster Marit Bouwmeester aan: ‘Sporttop heeft mij enorm geholpen in mijn ontwikkeling van een amateursporter naar professionele sporter’. “Dat is ons bestaansrecht. Dat is waar Sporttop het uiteindelijk voor doet en als Marit dan ooit mentor wordt is de cirkel rond.” Daarnaast geeft Wietske aan dat er steeds meer erkenning bestaat vanuit de sportbonden. “Ze zijn blij als ze weer een talent mogen leveren.” Jochem voegt daar nog aan toe: “Ik word zeer regelmatig gevraagd om als spreker bij congressen de visie van Sporttop op talentbegeleiding te geven. Daaraan kan je zien dat Sporttop steeds meer haar weg vindt.”
Ook in het bedrijfsleven blijft Sporttop niet onopgemerkt. Jochem: “Als wij ons concept neerleggen bij bedrijven en uitleggen wat Sporttop doet en waar het voor staat, merk je dat daar steeds meer sympathie voor is. Als je ze deelgenoot maakt van wat de talenten allemaal bezighoudt, dan vinden ze dat heel erg leuk. En dat is mooi om te zien.”
Toekomst
Eén van de speerpunten van Sporttop de komende jaren is dus duurzaamheid. Enerzijds de ontwikkeling van de carrière van het talent op lange termijn, anderzijds het creëren van een duurzame relatie tussen Sporttop en de sporter, waarbij binding hoog in het vaandel staat. Andere punten waar de focus op ligt zijn het verder intensiveren van de samenwerking met sportbonden, het uitbouwen van de kwaliteit en het nog beter opleiden van de mentoren. Er is ook de ambitie om een jaarlijks evenement te organiseren; de ‘Sporttop-Sportdag’. Een dag waar zoveel mogelijk mensen bij betrokken worden die Sporttop een warm hart toedragen. Niet alleen de mentoren en talenten, maar ook andere belanghebbenden, zoals vrienden, supporters en sponsoren.
Vernieuwde fase-indeling Fase III - high performance = trainen om te winnen
fase V talent = mentor
fase IV meetings
fase I mentor
fase III mentor
fase II mentor
Fase I - fundering = leren trainen Een nieuw talent bij Sporttop krijgt een mentor toegewezen. De mentor zal proactief contact opnemen met het talent voor de eerste kennismaking. Vertrouwen is de basis voor de samenwerking. Doel van het eerste jaar bij Sporttop is om het concept te leren begrijpen en de drempel om de mentor te contacten te doen verdwijnen. Dit is de fase waar een talent de keuze maakt dat sport meer en meer de boventoon gaat voeren. School is zeker nog belangrijk, maar wordt deels aangepast aan de sport. Ook de sociale kanten van de sporter komen aan de orde. Feestje of sporten? Leren om te trainen, maar vergeet vooral niet dat het nog kinderen zijn.
Fase II - klaarstomen = trainen voor hoog niveau Een talent in fase II heeft een solide vertrouwensband met de mentor. Het talent weet wanneer het contact kan en moet opnemen met de mentor en ook met Bureau Sporttop. De prestaties zitten in een stijgende lijn. Talenten in fase II hebben al een echte keuze voor de topsport gemaakt. Dit zijn de jaren dat trainingsniveau en intensiteit verder omhoog gaan. Ze kwalificeren zich voor de internationale wedstrijden of deze liggen in het verschiet. Wanneer er wordt gevraagd wat het talent doet, zal sport altijd als eerste genoemd worden. De sport bepaalt het merendeel van het leven. Er wordt zelden via de reguliere kanalen een opleiding gevolgd.
Het talent is al ver gevorderd in zijn of haar carrière. Deelname aan Olympische Spelen gloort. De relatie tussen talent en mentor wordt meer gelijkwaardig. De ervaring van de mentor over deelname aan EK’s, WK’s en Olympische Spelen is cruciaal. Begeleiding bij verdere ontwikkeling van de talenten tot een absolute topsporter is gericht op het deelnemen aan de grote seniorentoernooien. Je kan stellen dat fase III de meest cruciale periode in de sportcarrière van het talent is. Het zijn de jaren waarin de eerste successen geboekt worden en waar nominaties voor grote toernooien verzilverd worden. Er wordt volop geleefd voor de sport.
Fase IV - topsporter = winnen Dit is de periode in de sportcarrière waar je als kind van hebt gedroomd. Jij bent de top binnen jouw sport op nationaal niveau en strijdt internationaal met de besten mee. Sport is jouw ‘professie’. Het talent is op zo’n niveau dat het geen eigen mentor meer nodig heeft, maar zal twee tot drie maal per jaar uitgenodigd worden voor events en meetings om ervaringen met mede topsporters te delen. Ook zal Sporttop de fase IVtalenten de mogelijkheid geven om al mee te draaien met het mentorontwikkelingsprogramma. Fase IV kan ook gezien worden als pre-mentor fase. Essentieel is dat sportieve prestaties dienen om te bepalen of iemand tot fase IV wordt toegelaten of niet. Blijft het sportniveau achter, dan volgt na fase III een exit voor het talent. In fase IV is de sporter een rolmodel voor andere talenten.
Fase V - mentor = ervaringsdeskundige Van talent naar topper naar mentor. Het talent is nu de mentor geworden en start met het overdragen van alle kennis en ervaring die opgedaan is de voorgaande jaren. Het talent is ervaringsdeskundige geworden. De cirkel is rond! 11
‘Op mijn veertiende ging ik op Papendal wonen’ verteld dat ik mee mocht doen aan een selectietraining voor Jeugd Oranje. Ik was helemaal in shock.”
Door Anne van Eijk Tot haar dertiende deed Celeste Plak drie keer selectie voor de Nederlandse Volleybalschool, maar alle keren zonder succes. Gedreven als Celeste is, probeerde ze het nog één keer. ‘‘Tijdens die selectie werd ik met wat anderen apart gezet. Daar werd me
De anders altijd enthousiaste Celeste was zo geschrokken van de uitnodiging dat ze in eerste instantie niet eens mee wilde doen. Maar na wat aandringen van haar moeder waagde de lange brunette toch de gok. Inmiddels zit ze al twee jaar bij het team van Jeugd Oranje en woont ze op het Nationaal Sportcentrum Papendal, hét sportcentrum in Arnhem waar sporters intern wonen en trainen.
“Het was geen moeilijke beslissing voor me om hier al op mijn veertiende te gaan wonen, ik liet het gewoon op me af komen. Mijn ouders hadden er ook geen problemen mee. Zij steunen me in mijn beslissingen.’’ Het op zichzelf wonen bevalt haar prima. Spontaan als ze is, had ze geen moeite om nieuwe vriendinnen te maken. ‘Mijn sociale leven heeft zich helemaal verplaatst naar Papendal. De mensen waar ik vroeger mee optrok, zie ik nu niet meer. Dat is soms wel moeilijk, maar ik heb er leuke vriendinnen voor teruggekregen.’
Foto Kirsten Bouwhuis
12
Niet alleen haar sociale leven is erg veranderd, ook haar schoolcarrière onderging een ingrijpende metamorfose. Inmiddels volgt het Sporttoptalent de studie Communicatie, Marketing en Organisatie op de Johan Cruijff Academie, die goed te combineren is met haar trainingen. ‘‘Ik kan zelf de snelheid van mijn studie bepalen en dat is ook wel nodig als topsporter. ‘‘ Desondanks vindt ze het wel fijn om
advies te krijgen over het plannen van haar studiewerk. ‘‘Mede daarom zit ik sinds kort bij Sporttop. Het idee kwam van mijn trainer en ik zag het wel zitten. Mijn teamgenoten vinden het leuk voor me en zijn geïnteresseerd in mijn ervaringen bij Sporttop. We hebben met zijn allen op de website gekeken. Ik verwacht van mijn mentor Jokelyn Tienstra ook tips te krijgen op het mentale gebied. Zij begrijpt hoe het leven als topsporter is. Ik denk dat ik veel van haar kan leren.” Een ding hoeft ze in elk geval niet meer te leren van haar mentor en dat is het met enthousiasme beleven van haar sport. ‘‘Daarbij vind ik het belangrijk om anderen vertrouwen te geven. Als mensen vertrouwen in zichzelf hebben, presteren ze gewoon beter.”
Jokelyn Tienstra “Ik ken Celeste als mens nog niet zo goed, maar ik herken wel wat van mijzelf in haar. Dat heeft vooral te maken met haar enorme motivatie. Ze traint ongeveer vijf uur per dag en blijft altijd vrolijk. Ik denk dat ik Celeste vooral kan helpen plannen en structuur aanbrengen.”
+ OLYMPISCHE KALENDER
overzicht van de wedstrijden van talenten en mentoren
ly p hdossier d olympisch
NEXT STOP: LONDON Vier talenten over de volgende halte in hun sportcarrière
13
Goud is het enige dat telt De 23-jarige Marit Bouwmeester is vol zelfvertrouwen op weg naar de Olympische Spelen van 2012. Het enige doel van de zeilster is die felbegeerde gouden plak. Een reëel doel, aangezien ze het afgelopen seizoen eens te meer bewees een topfavoriet te zijn in haar klasse. “Ik heb niet echt zwakke punten.”
Door Guido Mos
E
en videogesprek via Skype is de enige mogelijkheid om de geboren Friezin te spreken. Met een schokkerig beeld wordt het gesprek gestart. Marit bereidt zich, op het moment van spreken, in Australië voor op het WK zeilen in Perth. En met succes. Op zondag 19 december pakte Marit de gouden medaille in de Laser Radial-klasse (zie kader). Marit heeft zich afgelopen jaar al individueel gekwalificeerd voor Londen. Met haar gouden plak heeft ze nu ook haar land geplaatst. Vormbehoud tonen is het enige wat rest voor Marit. De Laser Radial is de vrouwelijke eenmansboot in het zeilen. “Het zijn allemaal verschillende disciplines en de Radial is er één van. Ik ben heel allround. Onder elke weersomstandigheid kan ik goed meekomen”, vertelt het Fase IV-talent. “Mijn zwakke punten? Die heb ik eigenlijk niet. Er zijn 14
natuurlijk altijd dingen die beter kunnen, vooral bij weinig wind moet ik leren geduldiger te zijn. Dat is de charme en het uitdagende van de sport: je hebt geen invloed op het weer. Een zeilwedstrijd wordt meestal verspreid over een aantal dagen. Het belangrijkste is dus dat je constant presteert. Je hebt geen enkele dag met dezelfde wind te maken.
‘Zwakke punten? Die heb ik eigenlijk niet’
Het weer heeft ook invloed op de mate van concurrentie. Als het wisselvallig weer is, dus als de windkrachten sterk variëren, is het lastig zeilen. Overall gezien zijn de Belgische Evi van Acker en de Amerikaanse Paige Railey haar grootste rivalen. Dit werd tijdens het WK in Perth opnieuw bevestigd: het tweetal eindigde respectievelijk als tweede en derde.
Van die concurrentes had ze afgelopen zomer bij de préOlympische wedstrijden in het Olympische water van Weymouth geen last. Met nog twee races voor de boeg kon haar de zege in de Laser Radial-klasse niet meer ontgaan. Het was één van de belangrijkste wedstrijden van het seizoen, want deze zomer wil Marit in datzelfde Weymouth haar
gouden race zeilen. Bij twee andere wedstrijden op het Olympisch water bleek ze ook al de beste. Is dit parcours haar op het lijf geschreven? “De omstandigheden liggen mij wel heel erg. Voor de wind varen is mijn favoriete onderdeel, dat is in Weymouth heel belangrijk vanwege het specifieke type golven dat ze daar hebben. Maar het was ook echt ons target evenement, daar wilden we echt goed presteren. De wedstrijden in het voorjaar gebruikten we als training. Je bent dan automatisch iets minder scherp, dan wanneer er echt gepresteerd moet worden.” Voorbereiding is alles voor een topsporter. Elk plekje van de boot moet bekend terrein zijn en elk stukje van het parcours moet in het hoofd van Marit zitten. “Ik geloof zelf heel erg in keihard trainen. Elk onderdeel afzonderlijk. Ik moet gewoon op alles voorbereid zijn. Het moet voor mij niet uitmaken of het hard of zacht waait. Je moet je onder alle omstandigheden comfortabel voelen. Alles geven tijdens een training is voorbereiding nummer één, maar daarnaast moet ik zorgen dat ik fit blijf. Dat doe ik door zoveel mogelijk rustmomenten in te bouwen.” Aan de technische voorbereiding kan Marit weinig veranderen. “Voor de Olympische Spelen zal elke zeilster een nieuwe boot krijgen. In principe mag je daar niets aan veranderen. Je mag alleen je eigen lijnen meenemen, maar daar kan je eigenlijk geen voordeel uithalen.”
Marit wereldkampioen Marit Bouwmeester heeft op het WK zeilen in Perth de gouden medaille gewonnen. De 23-jarige Friezin gaf haar koppositie in de afsluitende medalrace niet meer uit handen. Gemakkelijk ging het niet voor Marit. Ze pakte pas op de voorlaatste dag de koppositie. In de slotrace was het nog even span-
nend omdat haar belangrijkste concurrente, de Belgische Evi van Acker op goudkoers lag. Maar door een paar fouten aan Belgische zijde pakte ze de gouden plak. Van Acker won zilver. De Amerikaanse Paige Railey ging met de bronzen plak naar huis.
dag in die boot en zeilen is iets wat ik elke dag doe. Op de kant voel ik me soms zenuwachtig, maar dat zal iedereen wel hebben. Het is de kunst zodra je op dat water zit, om je uitsluitend op het zeilen te richten.” Voor de sporters komen de Olympische Spelen nu wel heel dichtbij. “Voor buitenstaanders lijkt het nog ver weg, maar de tijd begint voor de sporters nu te dringen. Je wilt zo goed mogelijk voorbereid zijn. Daar gaat tijd overheen, dus Londen is niet ver weg meer.”
‘Ik geloof zelf heel erg in keihard trainen’
Terwijl Marit doorpraat over haar ultieme doel, blijft haar stem af en toe ‘haken’. De verbinding is niet optimaal. Ook de kwaliteit van het beeld laat te wensen over. Haar gezicht verandert af en toe in een blokkendoos.
Er wordt nu wel steeds over Londen 2012 gesproken, maar de watersporten zullen in Weymouth plaatsvinden. Dat is drie uur met de auto vanaf Londen. Marit zal de sfeer van het Olympisch dorp niet meekrijgen. “Na een race terug naar het Olympisch dorp rijden zie ik niet zitten. Dat is te ver weg en kost teveel energie. Om die reden zal ik waarschijnlijk ook niet naar de openingsceremonie gaan.” De openingsceremonie is een van de meest bijzondere momenten van de Spelen. Toch vindt ze het niet jammer. “De ceremonie is niet onze doelstelling. Ik denk dat het bij elke sporter alleen maar energie kost. Ik zal dus ook geen vlaggendraagster zijn.”
De Friezin gaat naar Londen als torenhoge favoriet. Een rol die ook een zekere mate van druk met zich meebrengt. “Natuurlijk voel ik die druk zo nu en dan. Maar als ik eenmaal in die boot zit, voelt dat altijd weer vertrouwd. Ik zit elke
We zijn klaar met het vraaggesprek. De Skype-verbinding wordt verbroken. Marit kan zich in alle rust gaan voorbereiden op het WK zeilen en de Olympische Spelen in Londen.
Foto Richard Wareham
15
Sprookjesboek van een meerkampster Deelnemen aan de Olympische Spelen, het is een droom die voor de 19-jarige meerkampster Dafne Schippers waarheid wordt. Dafne plaatste zich tijdens een meerkamptoernooi in Götzis voor de Spelen in Londen. Een gesprek met een niet typisch Nederlands topsporttalent, over wedstrijdspanning en haar liefde voor de meerkamp. Het oog valt op een atletisch gebouwde tiener in een rood sportshirt. In volle verbetenheid springt ze over zes horden. Haar tanden stijf op elkaar en de ogen gericht op de volgende. Vlekkeloos dartelt ze over de hekjes. Een compliment van trainer Bart Bennema volgt. Een lach is van het gezicht van Dafne Schippers af te lezen. Terwijl ze naar een houten bankje wandelt, moedigt ze enkele teamgenoten aan. Het Sporttoptalent is volledig in haar element.
Door Jelle Veenstra
T
opsportcentrum Papendal, gelegen tussen de Veluwse bossen in Arnhem, is gehuld in dichte mist. Het aantal graden Celsius nadert het nulpunt. Topsporters hebben eieren voor hun geld gekozen en trainen binnen in een goed verwarmde zaal. Het gezelschap is gemêleerd. Wielrenners, roeiers en atleten trainen door elkaar. Zweetdruppels zijn zichtbaar. De concentratie is voelbaar. Iedereen gaat tot het uiterste.
16
Zo ook tijdens het vraaggesprek. Vraag de kersverse winnares van de Young Talent Award 2011 naar de Olympische Spelen van 2012 en zonder adempauze begint ze honderduit te praten. Uit alles blijkt dat ze leeft voor haar sport, een goede karaktereigenschap vindt ze zelf. “Je moet
‘Alles begint bij hard trainen en doorzettingsvermogen’
een bepaald doel voor ogen hebben. Alles begint bij hard trainen en doorzettingsvermogen’’, zegt de meerkampster. Doorzettingsvermogen. Het is voor een topsporter van onmisbare waarde. Een kwaliteit. Dafne beschikt over deze vorm van onverzettelijkheid. “Ik ben technisch niet heel erg sterk, moet eerst tien keer oefenen voordat ik iets door heb.
Mijn grote kracht is mijn bedrijvigheid. Natuurlijk heb ik van nature een bepaald talent. Maar zonder mijn verbetenheid om het beste uit mezelf te halen was ik nu niet zo goed geweest.’’
Het sprookjesboek van de atlete begon in 1992 in Utrecht. Zeven jaar na haar geboorte startte ze haar carrière bij een plaatselijke tennisvereniging. Haar fanatisme compenseerde voor een klein deel het gebrek aan voldoende tennistalent. Een sponsorloop voor de tennisvereniging bracht verandering. “Het viel op dat ik makkelijk liep. De vraag was of ik niet eens bij atletiek moest gaan kijken.’’ Tijdens haar allereerste atletiekwedstrijd eindigde ze als tweede op een sprintonderdeel. Toch begon ze op zestienjarige leeftijd pas serieus te trainen. Een paar keer per week bezocht ze het topsportcentrum op Papendal. Opvallend is dat ze zich in al die jaren nooit heeft gespecialiseerd op een vast atletiekonderdeel. “Als pupilletje begin je met de meerkamp. De meeste atleten gaan zich op een gegeven moment specialiseren. Ik heb nooit een directe keuze gemaakt. Toentertijd ben ik gevraagd voor de sprint- en meerkampselectie. De ene week sprint en de andere week meerkamp. Uiteindelijk ben ik volledig voor de meerkamp gegaan’’, vertelt Dafne. Het blijkt een goede keuze. De meerkampster nomineerde zich tijdens een
internationaal meerkamptoernooi in Götzis, mei 2011, voor de Olympische Spelen. ”Het toernooi is te vergelijken met een klein wereldkampioenschap. De eerste acht meerkampers kregen een nominatie voor de OS. Ik eindigde op de achtste plaats en moet nu alleen vormbehoud tonen om deel te nemen aan de Olympische Spelen.’’ Lachend brengt ze verslag uit van het evenement. De ontspannenheid waarmee Dafne haar verhaal doet onthult dat
‘De Olympische Spelen van 2012 zijn een leermoment’
ze een koele kikker is. “Van huis uit heb ik een soort nuchterheid. Ik ben eigenlijk altijd ontspannen. Soms zeggen mensen dat mijn nuchterheid onNederlands is. Nederlanders zijn vaak wat meer gespannen. Ik probeer altijd te relativeren.’’
De relaxte houding van de Utrechtse vertaalt zich in goede resultaten. Veel sporters klappen dicht op het moment suprême. Dafne niet. Zij kreeg een kick van de 55.000 toeschouwers die in het najaar van 2011 op de tribune zaten tijdens het wereldkampioenschap atletiek in Daegu, Zuid-Korea. Ze verbeterde op de tweehonderd meter het dertig jaar oude Nederlandse record van Els Vader. “Ik presteer tijdens
wedstrijden beter dan op trainingsdagen. Een groot toernooi vind ik heerlijk. Hoe meer spanning, hoe beter. Ik denk dat dat een grote kwaliteit is.’’ Een vast ritueel om te ontspannen heeft Dafne niet. “Focus is belangrijk. Als je continue gefocust bent, kost dat heel veel energie. Als ik een kwartier voor de honderd meter horden volledig gefocust ben, weet ik dat het niet goed zit. Dan krijg ik spanning op mijn lichaam en gaat het mis. Een beetje afleiding werkt beter. Tijdens wedstrijden loop ik tussendoor ook altijd even naar mijn trainer en fysio. Dan kletsen we even gezellig. Dat is mijn manier van focus pakken.’’
Focus die tijdens de Olympische Spelen van essentieel belang is voor een goede prestatie. “De Olympische Spelen van 2012 zijn een leermoment. Ik kan veel ervaring opdoen. De topjaren van een atleet zijn rond je 28e. Ik heb nog tien jaar te gaan. Met de Spelen in Londen wil ik graag meedoen voor een plek in de top tien. De concurrentie is van een hoog niveau. Maar de baan blijft vierhonderd meter. Je moet je focussen op waar je mee bezig bent en niet teveel nadenken dat het een groot toernooi is. Dat zou zelfs mij ontzettend zenuwachtig maken.’’
Foto Georg Diener
17
‘Sporttop is ontzettend belangrijk voor mij’ Ze is pas 21 jaar, maar Aniek van Koot behoort nu al tot de absolute wereldtop van het rolstoeltennis. Met de Paralympische Spelen in het verschiet en een tweede plek op de wereldranglijst blaakt het jonge talent van het zelfvertrouwen.
Door Patrick Moeke
“I
k sta echt tweede ja”, vertelt Aniek vol trots in de kantine van haar vereniging in het Gelderse Renkum. “De beste vier Nederlandse vrouwen van de mondiale top tien mogen mee naar Londen. Ik heb een behoorlijk grote voorsprong op de vijfde Nederlandse dus dat zit wel goed. Op 20 mei zal de beslissing vallen, maar met de voorsprong die ik nu heb mag ik me toch wel gaan voorbereiden op de Spelen.” “Als ik eenmaal in Londen ben wil ik uiteraard ook een medaille pakken”, vervolgt Aniek. “Ik heb de ambitie om bij de 18
Foto Lieke Sanglier
laatste drie te eindigen. Of dat nou in het enkel- of dubbelspel is maakt me niet uit, want ik vind beide even belangrijk. Het zijn immers wel de Paralympische Spelen!”
Aniek kende een bewogen jaar waarin niet alles even gemakkelijk ging. “Tot aan juni heb ik zo verschrikkelijk hard getraind en was ik zo gefixeerd op het halen van de Spelen waardoor ik steeds slechter ben gaan tennisen. Andere spelers deden het op dat moment beter dan ik, waardoor ik naar een zevende plaats op de wereldranglijst zakte. Omdat ik op dat moment de vijfde Nederlander was zou ik niet
mee mogen naar de Paralympische Spelen. Ik had daar zo de pest over in, dat ik zelfs dacht aan stoppen als ik de Spelen niet zou halen.”
Na dit ‘dipje’ krabbelde Aniek weer op. “Ik raapte mezelf bijeen en heb toen erg veel gehad aan mijn Sporttopmentor Marko Koers. Als sporter heeft hij zelf uiteraard ook te maken gehad met tegenslagen. Hij leerde mij om hier beter mee om te gaan. Na deze periode ben ik ontzettend sterk teruggekomen en won vijf toernooien achter elkaar.” Marko Koers, zelf oud-atleet, is de persoonlijke mentor van Aniek. “Als mentor ben ik er om Aniek een spiegel voor te houden. Sporters die niet lekker in hun vel zitten gaan al snel te veel nadenken over dingen die mis zouden kunnen gaan. Ze gaan voorbij aan waar het daadwerkelijk om draait, namelijk de sport zelf. Het is dan ook aan mij om haar die spiegel voor te houden en te zorgen dat Aniek alles weer op orde krijgt.” Dat Marko uit een hele andere tak van sport komt maakt volgens beiden niets uit. Volgens Aniek is het zelfs een voordeel dat haar mentor vrijwel niets van het rolstoeltennis weet. “Stel dat hij ook een rolstoeltennisser zou zijn, dan zou hij zich ook bezig gaan houden met mijn techniek. Dat is niet de bedoeling, want daarvoor heb ik mijn coach al. Ook al deel ik heel veel met mijn coach, toch wil ik dat mentale gedeelte voor een groot deel gescheiden houden van mijn techniek. Wat dat betreft is Marko Koers, naast mijn
Foto Lieke Sanglier
sportpsycholoog van MTCC en coach, de ideale aanvulling. Mijn verstandhouding met Marko is nu zo goed dat, wanneer ik een vraag stel, hij me vaak alleen maar hoeft aan te kijken en ik het antwoord al weet. Dat geeft mij een ontzettend goed gevoel.”
‘Ik dacht zelfs aan stoppen als ik de Spelen niet zou halen.’
Als het over Sporttop gaat raakt Aniek bijna niet uitgepraat. Vol enthousiasme vertelt ze over de samenwerking met haar mentor, maar ook over de
Leven met een handicap “Als elfjarig meisje komt Aniek van Koot voor een levensgroot dilemma te staan. Leven met een stijf been, dat te kort is en waar ze altijd mee vooruit moet zitten, of haar been laten amputeren. “Ik zei toen, het is mijn been en die gaat er absoluut niet af. Die gedachte veranderde toen mijn ouders zeiden dat
we naar Disneyland zouden gaan als ik mijn been zou laten amputeren. De beslissing was toen snel gemaakt. Gelukkig maar, want zo’n amputatie bleek voordelen te hebben die ik als kind nog niet zag. Vier weken na de operatie kon ik stukjes lopen en zelfs fietsen op een normale fiets. Af en toe
sportpsycholoog die ze via Sporttop toegewezen heeft gekregen. “Ik zou op dit moment dan ook zeker nog niet zonder Sporttop kunnen. Ik kon mezelf voordat ik bij Sporttop kwam nooit echt een topsporter noemen. Voorheen deed ik half werk, zowel op mentaal als fysiek gebied. Nu is het gewoon gestructureerd. Dat heb ik voor een heel groot deel aan Sporttop te danken.”
“Toch ben ik niet bang voor het moment dat Sporttop mij los gaat laten”, vervolgt Aniek. “Als ik zie hoeveel ik nu in een jaar gegroeid ben, dan wil ik wel eens zien waar ik volgend jaar weer sta. Ook dat probeer ik te zien als een nieuwe uitdaging. Be the best version of yourself, zeg ik ook wel eens en daar ben ik op dit moment heel nadrukkelijk mee bezig.”
vind ik het nog wel eens lastig want uiteindelijk blijf ik toch heel erg hulpbehoevend. Ik heb een prothese nodig, ik gebruik een rolstoel en soms denk ik nog wel eens van ‘was ik maar normaal’. Aan de andere kant, dan had ik deze carrière en alles er omheen natuurlijk nooit gehad.” 19
‘Als ik mijn zus niet zag, moest ik huilen’ Het verhaal van de achttienjarige Sharon van Rouwendaal is bijzonder. Na jaren hard werken in mentaal en sportief opzicht gaat de Brabantse deze zomer naar Londen voor haar eerste Olympische Spelen. Toch ging het Sharon niet altijd voor de wind. Vooral tijdens haar periode in het Frankrijk had ze het mentaal zwaar: “De helft van de trainingen gingen slecht, maar ik verzweeg het voor mijn ouders.”
Op haar achtste verhuisde het gezin van Sharon naar Frankrijk. Hier groeide ze als kind op tot volwassene en kwam ze erachter hoe hard het er in de zwemtop soms aan toe gaat. “Ik was verlegen en kon lastig contacten leggen. Het zwemmen in Frankrijk was beuken, beuken en nog eens beuken.” Toen Sharon veertien jaar was trainde ze samen met een
Door Menno Schilder
E
indhoven rond half vijf ´s middags. In een rustige wijk komt de kersverse Olympisch deelneemster Sharon van Rouwendaal ruim op tijd naar buiten lopen. Ondertussen duwt haar moeder Sharon snel wat eten en drinken in haar hand. De zwemster van NZE (Nationaal Zweminstituut Eindhoven) woont sinds kort op zichzelf. “Thuis is het vaak nogal druk. Hier kom ik meer tot rust. En mijn ouders wonen drie minuten bij me vandaan. Dus ik kom daar nog wel eens eten hoor”, lacht de in Baarn geboren zwemster. 20
‘Op de Olympische Spelen in Rio ga ik medailles pakken’
22-jarige jongen. Een zware kluif voor het jonge talent, vooral omdat hij de meeste aandacht genoot: “Ik trainde onder zijn vader. Alles draaide om hem. Mijn trainingen waren soms zwaar en intensief, maar ik vertelde mijn ouders altijd dat het goed ging. Ik wilde ze niet ongerust maken. Uiteindelijk ben ik er mentaal sterker door geworden.”
De zus van Sharon speelt een belangrijke rol in haar leven. “Ze kan zich goed in mij verplaatsen. We praten over alles. Denise is wat losser dan ik, gaat wat meer uit. Ik streef
springt veel en is erg druk. “Dat kan op sommige zwemsters wel eens een negatieve uitwerking hebben.” Ze vervolgt lachend: “Dat is mijn goed recht. Ieder bereidt zich op zijn of haar manier voor. Ik doe gewoon mijn ding.”
Vorig jaar had ze moeite het woord uit te spreken, nu durft ze het wel degelijk in de mond te nemen: “Wereldtopper? Ja, ik heb in een finale gestaan van de Wereldkampioenschappen en ik ga naar de Olympische Spelen. Dus ik kan nu wel zeggen dat ik tot het topje van de ijsberg behoor”, zegt Sharon met een grijns.
foto Soenar Chamid
mijn doel om de top te halen na en laat feestjes links liggen. Ze heeft daar erg veel respect voor. Mijn zus woont nu in Maastricht, dus als het kan zoek ik haar op. In Frankrijk kon ik Denise weinig zien. Ik moest daar soms van huilen.” De gedrevenheid van Sharon
‘Ik ben een wereldtopper’
uit zich in het feit dat ze ‘nee’ zegt tegen stappen. “Ik weet wat goed voor mij is en wat niet. Uitgaan behoort absoluut tot de laatste categorie.”
Jochem Uytdehaage is namens Sporttop mentor van Sharon. Met hem heeft ze een niet al te intensieve, maar goede band. “Jochem was natuurlijk blij voor me toen hij hoorde dat ik naar de Olympische Spelen mocht. We zien elkaar zo eens in de drie maanden. Als ik ergens mee zit kan ik altijd bij hem terecht. Maar het eerste contact zoek ik altijd met mijn zus. In aanloop naar de Spelen zal ons contact ook niet veel veranderen. Het meeste doen we telefonisch. Geen nieuws is goed nieuws. Dat weet Jochem ook. Jochem heeft mij een stap vooruit geholpen in mijn volwassenwording. Communicatief kon ik veel van hem leren.” De kersverse deelneemster aan de Olympische Spelen heeft haar vmbo
afgerond. Sharon volgt nu de havo maar heeft haar weg daarna nog niet uitgestippeld. Wel weet ze dat haar zwemcarrière altijd de voorkeur geniet boven haar studie. “Ik wil graag doorstuderen en nu kan ik zwemmen en leren nog combineren. Als ik moet kiezen zal het zwemmen altijd voor gaan.”
Sharon heeft tijdens de Spelen een helder doel voor ogen “Ik wil een finale halen en zie het toernooi in Londen als een mooie ervaring. Ik hoef nog niets te presteren en denk niet aan podiumplaatsen. Tijdens de Olympische Spelen 2016 in Rio ga ik knallen. Dat moet mijn toernooi worden waar ik sowieso medailles wil pakken.”
Sinds Sharon op topniveau zwemt, komt het mentale vlak in een ander perspectief te staan. Zonder het te beseffen haalt Sharon haar tegenstanders wel eens uit hun concentratie. Ze zwaait nogal veel met haar armen,
Jochem over Sharon
Jochem Uytdehaage is de mentor van Sharon van Rouwendaal. Hij heeft ervaring opgedaan tijdens de Olympische Spelen en kan Sharon een helpende hand bieden in het mentale proces richting de top. “Sharon is erg getalenteerd en gedreven. Ze heeft weinig sturing nodig en heeft een doel voor ogen. Het is erg prettig om met zo’n iemand te werken.” Haar valkuil is presteren onder druk, weet ook Jochem: “Ze is voor het publiek een me-
daillekandidaat. Dat brengt best wat stress met zich mee. Maar ze moet gewoon lekker haar eigen koers varen en genieten van dit cadeautje dat op haar pad komt.” “Ik kan haar adviseren niet teveel naar randzaken te kijken. Haar leven buiten het zwemmen is stabiel. Ze heeft de juiste mensen om zich heen en heeft een grote toekomst voor zich. In Londen moet ze zorgen dat ze de onbevangenheid behoudt die ze nu heeft. Ik heb heel veel vertrouwen in Sharon!” 21
De Olympische Sporttopkalender Fase-IV-talent Ranomi Kromowidjojo, zwemmen • 1 augustus 100 meter vrije slag series en halve finales • 3 augustus 50 meter vrije slag series en halve finales
• 2 augustus 100 meter vrije slag finale • 4 augustus 50 meter vrije slag finale
Sharon van Rouwendaal, zwemmen • 2 augustus 200 meter rugslag series en halve finales • 3 augustus 200 meter rugslag finales
Dafne Schippers, zevenkamp • 3 augustus 100 meter horden, hoogspringen, kogelstoten en 200 meter hardlopen • 4 augustus verspringen, speerwerpen en 800 meter hardlopen
Fase-IV-talent Marit Bouwmeester, zeilen • 31 juli Laser Radial • 30 juli Laser Radial • 4 augustus Laser Radial • 3 augustus Laser Radial • 6 augustus Laser Radial medal race
Aniek van Koot en Esther Vergeer, rolstoeltennis (Paralympics) • 1 september: eerste ronde • 3 september: tweede ronde • 4 september: kwartfinales • 5 september: halve finales • 7 september: finale
Romy Pansters, zwemmen (Paralympics) • 30 augustus 50 meter vrije slag series en finale • 30 augustus 400 meter vrije slag series en finale • 31 augustus 100 meter vrije slag series en finale
Mentor Lobke Berkhout, zeilen • 2-4 augustus 470 • 6-7 augustus 470 • 10 augustus 470 medal race
Mentor Gregory Sedoc, atletiek • 7 augustus 110 meter horden series • 8 augustus 110 meter horden halve finales en finale
22
Behalve de in het dossier opgenomen talenten, wisten nog meer Sporttoppers zich te nomineren voor de Olympische Spelen in Londen. Paralympische zwemster Romy Pansters wist zich maarliefst voor drie afstanden te nomineren. Zowel op de 50, de 100 als op de 400 meter vrije slag mag het Sporttoptalent bij vormbehoud het beste van zichzelf laten zien in het London Aquatics Centre. Ook zwemster Ranomi Kromowidjojo is op de goede weg naar Londen. Het fase-IV talent heeft voor de 50 en 100 meter vrije slag een nominatie te pakken. Van de mentoren hebben Gregory Sedoc, Peter Schep, Esther Vergeer, Edith Bosch en Lobke Berkhout zich al genomineerd voor de Spelen.
Advertorial
TopSportLease maakt mobiliteit voor sportend Nederland betaalbaar
Ellenlange vertragingen op het perron, geïrriteerde buschauffeurs en vieze toiletten in de trein. Voor Anthony van Assche en Dafne Schippers is dat voorgoed verleden tijd. Dankzij een speciale regeling hoeven zij nu niet meer met de trein naar de training. Deze twee talenten van Sporttop zijn namelijk in het bezit van een auto via TopSportLease. TopSportLease is dé partij als mobiliteitsoplosser voor sporters.
TopSportLease
De leaseorganisatie is er voor iedere sporter die aangesloten is bij een sportbond en sportief gezien met de top van Nederland meedoet. Niet alleen de sporters kunnen gebruik maken van een aantrekkelijk leasecontract, ook ouders van talentvolle jeugdspelers of trainers en coaches komen hiervoor in aanmerking. Patrick van Beek, commercieel directeur van TopSportLease: “Wij willen de mobiliteit voor sporters in Nederland betaalbaar maken. Vanaf tweehonderd euro kun je bij ons al een nieuwe auto leasen.’’
Foto TopSportLease
De organisatie is de afgelopen jaren erg gegroeid. Meerdere clubs maken gebruik van de TopSportLease auto’s, waaronder een aantal Jupilerleague voetbalteams, maar ook basketbal-, volleybal- en hockeyclubs.
Personal en zakelijk leasen
Bij `personal lease´ ga je rechtstreeks een contract aan met TopSportLease. Je hoeft bij deze regeling dan ook geen bijtelling te betalen. `Zakelijke´ lease is bedoeld voor sportteams. De grote voordelen zijn de korte looptijd en het lage leasetarief. Alle leasecontracten zijn `full operational´. Bij het maandelijkse bedrag zijn belastingen, verzekeringen, onderhoud, garantie, rente en afschrijvingen inbegrepen.
Sponsoring
Ook is het mogelijk om in een gesponsorde auto te rijden. De sponsoren van de sporters kunnen hun logo op de auto laten drukken. Dit betekent dat de sporter dan nog voordeliger rijdt in een Opel, Fiat of Citroën. Voor meer informatie over een passend leasecontract kunt u contact opnemen met Patrick van Beek, p.vanbeek@topsportlease.nl. Bekijk ook eens de website: www.topsportlease.nl
“Het is super fijn dat TopSportLease talenten en ouders de mogelijkheid biedt mobiel te zijn. Het haalt de druk van de ketel binnen het gezin. Dat scheelt veel reistijd en stress. Daarnaast zijn de leaseovereenkomsten scherp en flexibel. Dat hebben sporters nodig!” - Jochem Uytdehaage
Stationsweg 2 6861 EG Oosterbeek Postbus 87 6860 AB Oosterbeek
Foto Ingo Uytdehaage
Tel.nr.: +31 (0)26 389 389 3 M: +31 (0) 6 22406294 Fax.nr.: +31 (0)26 389 389 4 23
Een dag uit het leven van Romy Pansters
‘Van mijn kaas blijft iedereen af’ Door Nicoline Lans
S
tel je voor: je wordt op een ochtend wakker met een slapende voet en vreselijke rugpijn. Je gaat een paar keer naar de wc, maar er komt niks. Vijf uur later zijn je benen verlamd. Dit overkwam de 15-jarige Romy Pansters uit het Limburgse Nuth toen ze tien jaar oud was.
Door een beknelde bloedtumor in haar wervelkolom kreeg ze een acute dwarslaesie. De intensieve revalidatie bracht haar een nieuwe passie: de zwemsport. Inmiddels zwemt ze Nederlandse records uit de boeken en is ze Nederlands kampioen op de 50, 100 en 400 meter vrije slag. En als kers op de taart gaat ze aankomende zomer naar de Paralympische Spelen in Londen. Elke dag bereidt ze zich daarop voor, ook vandaag.
06:15
Het is kwart over zes. Romy Pansters sluipt op haar sokken naar beneden in het oude, houten trappenhuis. Elke trede kraakt. Terwijl Romy haar haren vastmaakt in een knot en haar knalblauwe leren jasje dichtritst zegt ze zacht: “Daarom laat ik mijn schoenen altijd beneden staan, anders bonk ik iedereen wakker als ik wegga.” Doordeweeks traint Romy in Amersfoort, daarom woont ze van maandag tot vrijdag bij een gastgezin, met vader Kees, moeder Annette en drie doch-
Foto Nicoline Lans
24
Foto Annemarie Kol
Romy (R) met Marij: ‘‘Wij hebben allemaal ons eigen stuk kaas.’’ ters: Ditte, Marij en Sanne. In het weekend gaat ze naar haar ouders Léon en Anita en grote broer Gil in Limburg.
06:30
Om half zeven komt bondcoach Mark Faber zijn pupil ophalen voor de ochtendtraining. “Het is een ochtendritueel en na de training brengt hij me naar het station, zodat ik met de trein naar school kan. Hij is mijn persoonlijke taxichauffeur”, glimlacht Romy. Een half uur later begint de training in het Sportfondsenbad in Amersfoort. “ ‘s Ochtends doe ik alleen een zwemtraining, dan lig ik anderhalf uur in het water.” Voordat de zwemster het bad in gaat, wordt er een lang elastiek om een buis naast het zwembad gebonden. Door hieraan te trekken kan ze haar armspieren goed trainen. ‘Elastieken’ heet dit.
09:30
In de hal van het Comenius College in Hilversum pakt Romy direct haar rolstoel. “Op school zit ik altijd in een rolstoel, dan houd ik het beter vol. Het is ook wel handig, want dan kunnen mijn vriendinnen en ik met de lift”, zegt de Limburgse lachend.
nigte baant. De vriendinnen van Romy staan inderdaad in de linkerhoek van de aula. Zodra Joske en Emma haar zien omhelzen ze haar en in hoog tempo worden de laatste nieuwtjes uitgewisseld. Joska, een lang meisje met haar donkere haar in een losse knot, vertelt geanimeerd over de kleur op haar nagels en Emma, die haar sluike blonde haar in een staartje heeft, deelt een anekdote over een docent die een domme opmerking maakte tijdens de les. Romy proest het uit van het lachen.
11:45
“Het is een beetje koud hier”, waarschuwt Romy als ze om kwart voor twaalf het imposante, vrijstaande huis van haar gastgezin binnenloopt. Aan
de hoge muren van de woonkamer hangen veel foto’s. In het oog springt meteen een grote zwart-wit foto van Sanne, Marij en Ditte. De houten vloer kraakt onder de voeten van de zwemster. ‘Gasthuisvader’ Kees doet de administratie aan de eettafel. Hij werkt in de automatisering en zit tussen twee opdrachten in. “Vandaar dat ik thuis zit. Hebben jullie honger?” Het brood wordt tevoorschijn getoverd en ook Marij schuift aan. Haar rechterwang is gezwollen. Gisteren zijn haar verstandskiezen getrokken. Naast het donkerbruine brood belanden er ook drie blokken kaas op tafel. “Hier hebben we allemaal ons eigen stuk kaas, dat is echt een vreemde tic”, lacht Romy. “We moeten ook echt van
Op de tweede verdieping gaat Romy de mediatheek binnen. Een kleine vrouw met een strenge blik en een zwart brilletje op haar neus gebiedt haar, voordat ze ook maar een woord heeft gesproken, direct om stil te zijn. Het komende uur gaat de topsportster zich storten op economie. “Economie is leuk, daar wil ik na mijn zwemcarrière ook wat mee doen. Econoom worden misschien, of secretaresse”, fluistert ze terwijl ze schuchter naar de mediathecaresse kijkt.
10:30
De pauze begint om half elf en de hal van de middelbare school stroomt vol. Een oorverdovend geroezemoes stijgt op. “Mijn vriendinnen staan meestal helemaal links”, zegt Romy terwijl ze zich met haar rolstoel een weg door de me-
Foto Annemarie Kol
25
RECHARGE Advertentie EVERY STEP
ASICS
ASICS INTRODUCEERT DE GEL-EXCEL33, EEN INNOVATIEVE NATURAL RUNNINGSCHOEN VOORZIEN VAN DE REVOLUTIONAIRE PROPULSION TRUSSTIC TM. DEZE TECHNOLOGIE MAAKT HET LOPEN ENERGIEKER EN EFFICIテ起TER. VANAF DE EERSTE PAS.
ONTDEK MEER OVER NATURAL RUNNING OP ASICS.NL
elkaars kaas afblijven. Anders zwaait er wat! Ik heb altijd oude kaas, dat vind ik het lekkerst.” Geconcentreerd probeert Romy plakjes van haar blok kaas te schaven. Haar kaas is veel te hard en Marij schiet te hulp. Romy eet elke dag appelstroop met kaas op brood, die gewoonte heeft ze als Limburgse van huis uit meegekregen.
14:00
Het is twee uur, de landtraining staat op het punt te beginnen. Tijdens de landtraining doen de sporters oefeningen op rubberen matjes. “Die matjes stinken echt enorm”, fluistert Romy, terwijl ze er een van de stapel pakt. Wanneer Romy de ‘stofzuigeroefening’ voordoet, maakt ploeggenoot Mike (red. Van der Zanden) zeehondgeluiden. Iedereen schiet in de lach. “Met Mike heb ik veel lol, hij is het zonnetje van mijn dag.” Na de landtraining staat nog twee uur in het water op het programma.
17:30
Om half zes zit de dag er bijna op en komt Romy weer thuis bij haar gastgezin. Nadat ze een bord met spaghetti naar binnen heeft gewerkt, kijkt ze naar haar favoriete soap ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’. “Acht uur is een perfect tijdstip, dan kan ik nog even ontspannen. Daarna moet ik snel naar bed!” Op haar zolderkamertje duikt Romy onder haar felgekleurde bloemetjesdekbed. Tegenover haar bed hangt een kleedje aan de muur met een spreuk. ‘Yesterday is history, tomorrow is a mystery, today is a gift’.
Foto Annemarie Kol
Column
Be Yourself!
W
e hebben een prima sportjaar achter de rug, maar wat belangrijker is: We gaan een fantastisch jaar tegemoet! Ik spreek met opzet van ‘we’, want zo gaat dat in een Olympisch jaar. Nederland kleurt weer oranje en ‘we’ zitten massaal voor de buis om ‘onze’ sporters te zien schitteren. Maar ik zal geen deel uitmaken van die massa. Nee, want al meer dan vier jaar train en leef ik voor de komende Spelen. Dit worden mijn tweede Spelen en alles zal anders zijn dan in 2008 in Peking. Behalve de 4 x 100 meter vrije slag, want die titel willen we natuurlijk verdedigen! Verder wil ik me definitief plaatsen op de 50 en 100 vrij, terwijl ik in Peking de 200 meter zwom. Ik weet nog wel dat ik vier jaar geleden tijdens de jaarwisseling droomde van deelname aan de Spelen in Peking. En daar ligt nog het grootste verschil want als zeventienjarige wist ik niet goed wat ik moest verwachten. Natuurlijk had ik al veel wedstrijden gezwommen en gewonnen maar die magie van de Spelen moest ik nog ervaren. Toen ik thuiskwam met een Olympische gouden plak om mijn nek begon mijn leven drastisch te veranderen. Ik ging op mezelf wonen en verhuisde van het Groningse platteland naar de grote stad Eindhoven, daar mocht ik meetrainen met de beste zwemmers van Nederland. En ik werd ineens herkend op straat, ik kreeg fans en werd gevraagd voor allerlei dingen. Kortom, ik werd serieus! Het klinkt misschien raar maar aan die randzaken, want zwemmen is het allerbelangrijkste, begin je te wennen. Ik vind het nog steeds grappig en een beetje gek als mensen fan zijn van mij zoals ik vroeger naar Pieter en Inge keek, maar ik heb inmiddels geleerd hoe om te gaan met alle aandacht. Waar ik tien jaar geleden nog een brief schreef naar Pieter en Inge in de hoop op een antwoord, kunnen de fans van tegenwoordig een tweet plaatsen en krijgen binnen een minuut een antwoord van hun idolen. Het schijnt dat de jongste sportfans het niet meer cool vinden om handtekeningen te scoren, maar doen wie de meeste ‘retweets’ krijgt. Ik hoop dat elke Sporttopper deze gekte, deze dingen meemaakt, dat betekent dat je goed bezig bent. En ik kan maar één tip meegeven: Blijf jezelf! Geloof in jezelf! Geloof in je eigen plan en laat je niet gek maken en afleiden door je concurrenten, de media, vrienden en fans. Be yourself and be happy!
Ranomi Kromowidjojo
27 Foto Soenar Chamid
‘Sporttop maakt talenten mentaal tot topsporter’ Om aan de top te komen heb je meer nodig dan alleen talent. Iedere topsporter weet dat. Hoe hoger je komt, hoe groter de druk op je schouders wordt. Sporttop probeert door begeleiding van ervaren topsporters talenten tijdens hun nog prille carrière voor te bereiden op het echte topsportleven. Maar wat doen ze precies? En wat is het effect van die begeleiding? Door Jeroen Kluizenaar
V
olgens zwemster Ranomi Kromowidjojo (21) was de invloed van Sporttop, ondanks dat ze naar eigen zeggen nooit echte problemen heeft gekend, heel erg nuttig in de jeugdjaren van haar carrière. “Ik heb gelukkig geen dergelijke struikelblokken gehad tijdens mijn periode bij Sporttop, maar dat betekent niet dat ik mijn mentor niet nodig had. Het gevoel dat, mócht er iets gebeuren, er altijd iemand voor me klaar stond gaf mij zo’n opgelucht gevoel. Het was fijn om iemand naast je te hebben die precies weet wat je doormaakt zonder dat het over zwemmen moet gaan.” De bedoeling dat een talent een mentor krijgt toegewezen uit een andere sporttak ligt Ranomi wel. “Na een hele dag trainen heb je wel zin om over iets anders te praten dan over het technische gedeelte van de sport. Dan komt zo’n mentor natuurlijk goed van pas.” 28
Foto Sander Chamid
Sportvrouw van het Jaar 2011 Ranomi Kromowidjojo is erg tevreden over de mentoring van Sporttop.
Foto Chris Dunnink
Turner Anthony van Assche: “Jochem en ik moeten elkaar echt alles kunnen vertellen.”
Door de jaren heen sleepte Ranomi al heel wat prijzen binnen. Een prestatie die ze zonder Sporttop veel moeilijker had kunnen bereiken. “Natuurlijk ben je aan het eind van de dag zelf verantwoordelijk voor je succes, maar Sporttop kan talenten wel mentaal tot topsporter maken.”
Ook de 22-jarige turner Anthony van Assche gelooft in de meerwaarde van Sporttop. Sinds zijn zeventiende valt hij onder de hoede van Jochem Uytdehaage en hij denkt dat hij zonder de stichting nog niet dit niveau had kunnen bereiken. “In het turnen moet het allemaal van jezelf komen. Daardoor moet je vooral mentaal erg sterk in je schoenen staan en dat was ik zonder Sporttop zeker niet zoals ik dat nu ben.” Al vijf jaar is hij het talent van Jochem. “Dat is natuurlijk een erg lange tijd. We kennen elkaar ook door en door. Ik kan hem werkelijk alles vertellen. Van problemen thuis tot coaches die ik niet mag. Dat is geweldig. Ik zou het trouwens gewoon een vriendschap noemen”, voegt hij er snel aan toe.
In het begin van hun samenwerking moest wel het nodige gebeuren voordat Anthony deze vertrouwensband met de oud-schaatster opgebouwd had. “In het begin keek ik natuurlijk enorm tegen hem op. Hij had goud gewonnen op de Olympische Spelen, hij was een held. Dan zit er nog een te groot verschil tussen ons voordat ik al mijn zorgen en problemen open en bloot op tafel leg.” Voor Jochem is Anthony ook meer dan alleen zijn pupil. “We moeten elkaar echt alles kunnen vertellen. Het moet veel verder gaan dan alleen de sport. Ik denk dat dat ook een beetje de filosofie achter Sporttop is”, zegt Jochem, die toegeeft zelf ook van Anthony geleerd te hebben. “Anthony en ik verschillen heel erg van elkaar. Hij is erg gevoelig, terwijl ik vaak alleen de zakelijke kant bekijk. Door zoveel met hem te praten leer ik het ook van de andere kant te bekijken.”
Dus Sporttop juicht hechte banden tussen talenten en mentoren erg toe. Maar kan een dergelijke vertrouwensband er niet voor zorgen dat de men-
tor tussen het talent en de coach in gaat staan en zo voor botsingen zorgt? Koen Verhart, coördinator talentontwikkeling bij het Watersportverbond, vindt van niet. “Sporttop ontwijkt zoveel mogelijk het contact met de trainers van hun talenten. Zij zijn er puur en alleen om de jongens en meisjes mentaal bij te spijkeren. Tot nu toe kunnen we alleen maar blij zijn met de aandacht van Sporttop.” Verhart raadt talenten zelfs aan bij Sporttop. “Eens in de zoveel tijd bellen we elkaar even op en dan geef ik wat namen door van talenten waarvan ik denk dat zij ondersteuning nodig hebben.” Vooralsnog is het effect van Sporttop merkbaar. Toch vindt Verhart dat er op alles voortgeborduurd kan worden. “Ze zouden wellicht hetzelfde kunnen doen bij coaches. Ik merk binnen mijn vakgebied dat sommige coaches best ondersteuning zouden kunnen krijgen van oude rotten, en dan ook uit een andere sporttak. Om maar een voorbeeld te geven: hoe leerzaam zou het zijn als Bert van Marwijk één van onze zeilcoaches mentaal ondersteunt? Lijkt mij een heel goed idee.”
29
‘Als ik moet studeren waxt mijn trainer mijn board’ Stapels boeken, schriften vol aantekeningen, gumsporen, propjes papier en een halfvol blikje Redbull. Een korte schets van het doorsnee bureau van een eindexamenleerling. Toch zijn snowboardster Yvette Heijt en kanovaarder Walter Kalf geen alledaagse havo-examenkandidaten. De Sporttoptalenten zijn topsporters in hart en nieren, maar voelen zich tegelijkertijd ‘gewoon’ middelbare scholieren. Walter: “Ik moet ook om zeven uur op om ’s ochtends de trein naar school te halen.”
Yvette combineert topsport en studie sinds de derde klas van het voortgezet onderwijs. Eerst begon ze pas kort voor een toets heel hard te blokken. Tot ze erachter kwam dat dat niet de manier was om haar diploma te halen. “Ik ben nu continu aan het leren, omdat het telkens de vraag is wanneer ik weg ben. Het stresslevel ligt te hoog om kort van tevoren pas te beginnen met leren voor een toets.” Als de snowboardster een week voor de schoolexamens in het buitenland zit, moet ze van tevoren alles af hebben. Bovendien draagt haar trainer zijn steentje bij aan een succesvol examenresultaat. “Als ik huiswerk moet maken, repareert, waxt of slijpt hij mijn board. Aardig toch?”
Door Rosa Suikers
Y
vette en Walter zitten allebei op een LOOT-school. Daar worden beginnende topsporters ondersteund en is er extra hulp om ‘school en sport’ zo goed mogelijk te combineren. Yvette: “Vorig jaar had ik daar veel profijt van. Het was gemakkelijker om toetsen in te halen. Nu ik dit jaar eindexamen doe, is dat geen optie meer.” Walter heeft meer geluk, want bij hem kunnen toetsen altijd op een ander moment gemaakt worden. Als hij een goede cijferlijst heeft, mag hij naar het buitenland op trainingskamp. Maar ook al staan er onvoldoendes op zijn lijst, voor Walter gaat de sport voor. “De tickets worden ver van tevoren geboekt. De school zal me echt niet bij de douane tegenhouden”, zegt hij schouderophalend. 30
Walter houdt het helaas niet vol om een paar uur achter elkaar te leren. Hij heeft ADHD en kan zich daardoor niet lang concentreren. Als de kanoër naar het buitenland gaat, moet hij zijn huiswerk van tevoren af hebben van zijn ouders. “Meestal neem ik mijn boeken ook nog mee. Toch blijven mijn studieboeken vaker dicht dan open, want ik ben vaak zo moe dat ik geen fut meer heb om te lezen.”
Hoewel alles in de sportwereld draait om presteren, nemen de talenten het niet zo nauw met hun schoolcijfers. “Ik ga niet voor een acht of een negen. Als mijn eindlijst voldoende is, ben ik al gelukkig”, zegt Yvette. Voor een aantal vakken heeft ze nu nog onvoldoendes staan; voor wiskunde volgt ze bijles. Zoals elke eindexamenleerling, weet de topsportster alles van het compenseren van cijfers. “Wat dat betreft kan ik wel goed rekenen”, lacht ze. Ook Walter kan hier over meepraten: “Voor geschiedenis sta ik nu een drie. Nog één herkansing en wat bijles, dan komt het wel goed.”
Als het eindexamen goed verloopt, studeert de 18-jarige Oostzaner volgend jaar Fysiotherapie. Hij kwam op dat idee, omdat hij zelf vaak op de bank bij de fysio ligt. “Ik wil binnen de sportwereld blijven, want dat vind ik nou eenmaal het leukste wat er is”, besluit Walter. De ouders van Yvette proberen hun dochter op een bijzondere manier te motiveren om hard te studeren. “Als ik in één keer slaag, mag ik volgend jaar in Oostenrijk gaan wonen en snowboarden met mijn trainer. Dat zorgt ervoor dat ik nu extra mijn best doe voor school.” Mocht dat niet lukken, dan heeft ze altijd nog een vervolgopleiding in gedachten, namelijk Small Business & Retail Management. Hoewel de Sporttoptalenten allebei een ander toekomstperspectief hebben, zijn ze wel serieus bezig met wat komen gaat. Hun doel om als sporter een Olympische diploma te behalen, wijkt niet voor een eindexamen of vervolgstudie. Wat dat betreft blijven het echte sportbeoefenaars, die er alles voor over hebben om hun droom te verwezenlijken. Sport gaat voor alles.
Foto Mike Moi-shuk-Hung
Foto Anneke Kalf
31
‘Iedere sporter heeft wel een blokkade’ “Presteren onder druk, te veel of juist een gebrek aan motivatie, moeite met het vinden van de juiste concentratie, te weinig zelfvertrouwen. Het zijn enkele voorbeelden van problemen waar veel sporters tegen aanlopen.” Mitchel Kevenaar probeert er tijdens een intakegesprek achter te komen op welke gebieden een sporter kan verbeteren. “Aan de hand van dat gesprek wordt er een plan van aanpak uitgeschreven en worden de doelstellingen bepaald.” Door Pim Bijl “Mentale training bestaat uit het oefenen van vaardigheden. Gedachtetraining, ontspanningstraining en verbeelding zijn bekende vormen. Soms moet de sporter een stapje terug doen, om er later twee vooruit te kunnen zetten. Daarom is het ook belangrijk om niet te experimenteren net voordat er een belangrijke wedstrijd op het programma staat”, zegt Mitchel Kevenaar, sportpsycholoog van het Mental Training & Coaching Centre (MTCC). Wietske de Ruiter, werkzaam voor Sporttop en daar ook actief als mentor, is een groot voorstander van het oefenen van mentale vaardigheden. “Bij Sporttop proberen we onze talenten bewust te maken van het feit dat er veel winst te behalen valt op het mentale vlak. Wij moedigen ze aan om daar eens mee aan de slag te gaan.
32
Door ons samenwerkingsverband met het MTCC komen veel van onze talenten terecht bij Mitchel of een van de andere sportpsychologen.”
Zij vindt dat sporters te vaak hun problemen voor zichzelf houden. “Topsport is maximaal presteren, dat brengt veel druk met zich mee. Vrijwel alle topsporters zijn perfectionistisch, ze hebben daardoor de neiging om problemen zelf op te willen lossen. Ze durven niet uit te spreken waar ze mee zitten, omdat ze sterk willen zijn, het gevoel hebben dat ze het zelf aan moeten kunnen. Dat is de verkeerde gedachte, iedere sporter heeft wel ergens een blokkade. Een sportpsycholoog kan hierbij helpen.”
Kevenaar onderschrijft de mening van Wietske. “Alleen trainen op het fysieke, tactische en technische vlak is niet genoeg. Het is voor sporters ook belangrijk om in te zien dat er mogelijkheden zijn om te verbeteren op het mentale vlak. Die kans moeten ze benutten, voor sporters is elke procent vooruitgang interessant. Het veranderen van situaties en het creëren van randvoorwaarden kunnen de sporter aanzienlijk helpen om optimaal te presteren. Soms is er iets mis in de privésfeer of gaat het slecht op school, dan moet dit eerst worden opgelost, voordat de focus weer naar de sport kan.”
Tips
keling van de sportpsychologie. Toen ik tijdens mijn eigen topsportcarrière als hockeyster naar een sportpsycholoog werd gestuurd, dacht ik: ‘bekijk het maar. Ik zoek het zelf wel uit, daar heb ik niemand voor nodig’. Nu merk ik bij de talenten van Sporttop toch veel vaker dat ze er volledig voor openstaan. Ze vinden het gelukkig niet zo geheimzinnig meer, terwijl er vroeger nog wel eens gedacht werd dat een psycholoog hetzelfde was als een psychiater.”
- Zorg dat je naast het fysieke, tactische en technisch aspect ook oog hebt voor het mental vlak. - Ieder mens en iedere carrière is uniek. Zorg dat je een eigen plan hebt, dat goed bij je past. - Blijf je altijd ontwikkelen. - Probeer veel te lezen over en goed te luisteren naar ervaringen van andere topsporters. - Geef jezelf met enige regelmaat schouderklopjes.
“Als mentor deel ik mijn eigen ervaringen met mijn talent”, vertelt Wietske die kan teren op een jarenlange topsportcarrière. ” Ik probeer goed te luisteren naar wat ze te zeggen hebben. Een groot voordeel voor mij is dat ik de situatie als totale buitenstaander kan bekijken. De trainer en de ouders ken ik niet of nauwelijks, ik heb geen botsende belangen en heb geen verstand van de technische vlakken van de sport. Ik sta er ver vanaf, maar daardoor is het voor mij makkelijker om de sporter te helpen. Mijn tips gaan vooral over het omgaan met een druk programma en adviezen op het mentale gebied. Hopelijk gaan de sportprestaties hierdoor vooruit, maar het is voor mij ook heel mooi als de mens achter de sporter na mijn tips of de mentale begeleiding een stuk positiever in het leven staat.”
Toch snapt hij de terughoudendheid enigszins. “Mentale progressie is niet tastbaar en daardoor moeilijk meetbaar. Om toch zo goed mogelijk de mentale ontwikkeling in kaart te brengen laten we de sporter aan het begin van het traject zo specifiek mogelijk de moeilijke situaties beschrijven en hoe ze daar op dat moment mee omgaan. Op basis daarvan maken we een plan van aanpak en gaan we aan de slag. Na verloop van tijd evalueren we of het gedrag van de sporter in deze situaties is veranderd. Zo kunnen we zien of de doelstellingen bereikt zijn.”
“Sommige mensen hebben nog steeds het idee dat ze bij een sportpsycholoog op de bank gaan liggen en over hun problemen moeten praten”, zegt Kevenaar. “Dat is zeker niet hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Goed functionerende en topfitte sporters komen hier langs, op zoek naar mogelijkheden en manieren om hun sportprestaties te verbeteren. Niet per se omdat er iets is misgegaan, of iets fout is aan hun benadering van de sport.”
Kevenaar haalt veel voldoening uit de vooruitgang van de sporters die bij hem langskomen. “Het is fijn om te zien dat de sporter baat heeft gehad bij de oefeningen die je hem of haar hebt gegeven. Het is leuk om te werken met ambitieuze talenten, zoals die van Sporttop. Door sporters met veel stress en spanning te helpen, krijgen ze vaak meer plezier in hun sport. Het is mooi als ik daar een klein steentje aan heb bijgedragen.”
Oefening
Volgens Wietske, die zelf ook psychologie heeft gestudeerd, is de situatie al een stuk beter vergeleken met bijvoorbeeld tien of twintig jaar geleden. “Ik ben positief over de ontwik-
Topsporters zoeken altijd naar manieren om beter te worden. Het gevaar bestaat dat daardoor te veel nadruk komt te liggen op dingen die niet goed gaan. Het blijkt dat bij mensen negatieve emoties drie keer zo zwaar wegen als positieve emoties. Als je over een langere periode minder als drie positieve emoties ervaart tegenover elke negatieve emotie loop je het risico om in een neerwaartse spiraal terecht te komen. Wanneer de verhouding hoger is groeit jouw enthousiasme om te blijven leren. De verhouding 3:1 is als het ware een omslagpunt. Opdracht Schrijf na je training alle positieve en negatieve emoties die je hebt ervaren op en wat je goed en slecht vond gaan. Hoe is de verhouding tussen dingen die goed gingen en dingen die slecht gingen? Foto Pim Bijl
Mitchel Kevenaar, sportpsycholoog van MTCC, zoekt uit op welke gebieden Sporttoptalenten mentaal gesteund kunnen worden.
Wanneer de verhouding lager is dan 3:1, ga dan nog eens na of er tijdens de training meer dingen waren waar je oprecht tevreden over kunt zijn.
33
OUDERS VAN SPORTTOPTALENTEN: OPOFFERING OF ZEGEN?
Pastamaaltijd voor het hele gezin Elke dag een volle wasmand, speciale kookboeken voor sporters op de plank en altijd heen en weer taxiën. Het leven van een ouder met een topsporter als kind oogt zwaar voor de buitenwereld. Is de leefwijze van ‘topsportouders’ inderdaad exceptioneel te noemen? Hoe zien zij dit zelf? Aan het woord: de ouders van vier Sporttoptalenten. Door Kirsten Bouwhuis
Annemieke Badloe Moeder van (windsurfen)
Foto Archief Fam. Badloe
Annemieke Badloe met zoon Kiran. 34
Kiran
Badloe
“Intensiever.” Annemieke Badloe weet het verschil tussen een ‘topsportouder’ en een ‘normale’ ouder bondig samen te vatten. “Hoewel Kiran een stuk zelfstandiger is dan zijn leeftijdsgenootjes, moet je duidelijk je aandacht en tijd plannen”, vertelt Annemieke. In huize Badloe is er voor het gemak gekozen om elk jaar een apart thema te behandelen. Waar in het eerste jaar als topsporter vooral de nadruk werd gelegd op voeding, werd er een jaar later gekozen voor het aspect materiaal. “Het was voor ons allemaal even wennen, een topsporter in huis is niet niks”, legt ze uit. “Op deze manier ging alles wat geleidelijker voor ons en dus ook voor Kiran.”
Op veertienjarige leeftijd plaatste Kiran zich voor het eerst voor het EK. “Toen hij zich kwalificeerde stond iedereen te juichen. Behalve ik. Ik kon wel janken. Mijn kleine mannetje ging voor het eerst alleen twee weken weg. Weliswaar met een team van nog tien jongens, maar hij was veruit de jongste. Ja, dat was absoluut even slikken voor mij”, aldus Annemieke.
Martin Romeijn
Vader van Aron Romeijn (schaatsen)
De ouders van Aron Romeijn hoefden niet te wennen aan de topsportwereld. Waar vader Martin vroeger twee jaar op hoog niveau motorcrosste, sporten nu twee van zijn drie kinderen op hoog niveau. Het feit dat er daardoor minder tijd is om bijvoorbeeld met vrienden uit eten te gaan interesseert hem niet. “Wij hebben bewust om kinderen gevraagd en niet andersom”, licht Martin toe.
De reden dat Martin extra betrokken is, heeft te maken met zijn eigen jeugd. “Mijn vader stierf toen ik 22 was, maar werd al ziek op mijn twaalfde”, vertelt hij nuchter. “Wat ik vroeger niet met mijn vader heb kunnen doen, wil ik mijn jongens niet onthouden.” Daarnaast heeft hij een duidelijke mening wat betreft coachende ouders. “Als je als ouder je kind gaat coachen, ga je je ouderrol inleveren. Iedere ‘Jan Doedel’ kan het leren om coach te worden, maar ouder zijn leer je niet. Dat ben je.”
Martin Romeijn: “Wij hebben bewust om kinderen gevraagd en niet andersom.”
Foto Fam. Romeijn
Anneke en Hans Kalf
Ouders van Walter Kalf (kanoën)
Net als bij de familie Romeijn, loopt topsport als een rode draad door het leven van huize Kalf. Met twee zoons die op internationaal niveau kanoën, was vader Hans als klein kind ook verknocht aan de sport. Nu, zo’n dertig jaar later, is het hele huishouden erop ingericht. “Twee keer per week eten we om vier uur ’s middags warm”, weet moeder Anneke te vertellen. “En vier uur is vier uur, daar zijn we heel erg strikt in. Dat betekent dat ik daar rekening mee houd in mijn agenda.” De strikte planning zal overigens nooit een reden zijn om het enthousiasme in de sport van hun kinderen kwijt te raken. Ze missen geen enkele kanowedstrijd. Sterker nog: ze zouden het vreselijk vinden als de jongens besluiten te stoppen. Ze reizen met hun caravan door binnen- en buitenland om Walter te ondersteunen. “Walter is een jongen die heel dicht bij zijn ouders staat”, vertelt Anneke. “Hij vindt het prettig als zijn ouders erbij zijn en zoekt ons ook altijd even op vlak voor het begin van de wedstrijd. Dan zie je hem in het publiek naar ons zoeken. Om ons daarna een kort teken te geven en zijn wedstrijd te starten. Dat geeft hem rust in zijn hoofd.” “We genieten van de sport”, vult Hans aan. “Dat we daardoor geen gewone vakantie kunnen boeken, maakt ons niet uit. Stel dat onze jongens stoppen met kanoën, dan denk ik dat we toch, vooral in het begin om af te kicken, bepaalde wedstrijden blijven bezoeken.”
Petra Kneppers Moeder van (zwemmen)
Andrea
Kneppers
Ook Andrea Kneppers maakt deel uit van een echte sportfamilie. Naast een sportende broer en zus aan haar zijde, is ook haar moeder Petra Kneppers heel sport- en gezondheidsgericht. “Je kan twee dagen voor een wedstrijd moeilijk biefstuk gaan eten”, geeft Petra met een voorbeeld aan. “Nee, dan eten we met het hele gezin pasta. Zoals het hoort.” Andrea woont inmiddels op zichzelf, maar voorheen voelde moeder Petra zich dikwijls een taxichauffeur. “Je moet als ouder echt achter de sportcarrière van je kind staan, want het kost ontzettend veel tijd en geld.”
Hoewel het nu een groot voordeel is dat Andrea in Eindhoven woont en traint, was dit in het begin wel anders. Dat kwam vooral door wat problemen met haar vorig huisgenootje. “Andrea is heel zorgzaam en houdt van aanpakken”, weet Petra haar dochter te beschrijven. “Dat andere meisje was dat niet en dat escaleerde. Inmiddels heeft ze weer een nieuw huisgenootje en dat gaat fantastisch. Maar omdat ze dat toen niet met ons heeft gecommuniceerd en de afstand best groot was, heb ik het daar toch vrij lastig mee gehad.”
Foto Archief Fam. Kalf
Van links naar rechts: Hans, Anneke en Walter Kalf.
Foto Archief Fam. Kneppers
Petra en Daan Kneppers op vakantie in Italië (2011).
MTCC speelt in op invloed ouderrol Omdat de ouderrol niet onderschat mag worden, is Sporttop een initiatief gestart met Mental Training and Coaching Centre (MTCC). Hier wordt een cursus aangeboden waarin ouders verschillende onderwerpen voor de kiezen krijgen. Mede-initiatiefnemer van deze avonden is Hardy Menkehorst. “Los van het feit dat de ervaringsdeskundigen van MTCC de ouders dingen bijbrengen, leren ze ook ontzettend veel van elkaar”, vertelt Hardy. “Ze wisselen ervaringen
uit en geven elkaar tips over hoe er bijvoorbeeld met een nederlaag kan worden omgegaan.” Tijdens de avonden staan drie onderwerpen centraal: bewustwording, effectief omgaan met kinderen en de rol van de ouders bij wedstrijden of indien van toepassing het gedrag van ouders ten opzichte van coaches. Een doorslaand succes volgens Hardy: “Uiteindelijk bleek negentig procent wat te zijn opgeschoten met de cursus!”
Foto Sporttop
Ouders tijdens oudercursus van MTCC in Eemnes (mei 2011).
35
‘Sporttop helpt mentale obstakels te overwinnen’
Door Ryan Baij Nepsneeuw in Snowworld of echte sneeuw in de Alpen. Het maakt de zestienjarige Yvette Heijt niets uit. Voor Yvette is maar één ding belangrijk. Zo snel mogelijk naar beneden glijden. Vanaf haar vierde doet ze dat op de ski’s en ze snowboardt al zeven jaar. Voor dat laatste bleek ze talent te hebben en dat is niet onopgemerkt gebleven. “Mijn vader was skileraar en daardoor ben ik op mijn tiende gaan snowboarden. Ooit liet ik een berichtje
achter op een Hyvessite: ‘Ik zou graag een keer willen alpinesnowboarden’. Boy Kalkhoven, professioneel snowboarder, antwoordde direct dat ik kon komen. Vanaf toen ben ik hard gaan trainen bij onder andere Snowworld. Vorig jaar werd ik talent van het jaar in Noordwijk. Jochem Uytdehaage kwam daar de prijs uitreiken en zei tegen mij: ‘Kijk eens op de Sporttopsite of jij je niet wilt aanmelden.’ Ik heb meteen een mail gestuurd.
Sporttop vond mij goed genoeg om te ondersteunen. Er zijn wel dingen waar ik mentaal tegenaan loop. Vorig jaar heb ik daardoor aan het eind van het seizoen geen vooruitgang geboekt. Ik denk dat Rebekka [Kadijk], mijn Sporttopmentor, mij daar heel goed mee vooruit kan helpen. Daarnaast word ik in contact gebracht met andere topsporters. Dat vind ik heel leuk.
Ik heb helaas bijna geen sociaal leven over. Door het vele sporten heb ik weinig tijd voor vriendinnen. Als we afspreken vinden ze het heel gezellig als ik erbij ben. Zij hebben natuurlijk ook hun eigen uitgaansleven. Dat gaat niet in combinatie met mijn leven. Dat vind ik ontzettend jammer, maar wat ik er voor terug krijg is natuurlijk ook heel mooi. Toch mis ik het wel een beetje.
De Olympische Spelen van 2018 kan ik wel halen. Ik ben dan op een goede leeftijd om top te presteren. Ik denk dat Sporttop mij op weg naar de Spelen kan helpen. Om daar te komen moet ik alle mentale obstakels overwinnen en dat is vaak lastiger dan het snowboarden zelf. Het onzekere zit tussen je oren en dat moet niet worden doorgevoerd naar het snowboarden.”
Rebekka Kadijk “Yvette is zeer ambitieus en een leuke meid. Ik kan haar helpen, omdat ze concrete vragen stelt over mentale vaardigheden en voeding. Ze heeft veel vertrouwen en durft zichzelf daarom bloot te geven. Ik zie veel van mezelf terug in Yvette, zoals het ambitieuze. Ik zie mezelf in een adviserende rol voor Yvette.” Foto: Dennis Spaan
36
Hoe is het met...
Leon Commandeur?
Het leven van een topsporter gaat niet altijd over rozen, zo weet ex-Sporttoptalent Leon Commandeur (21). Na een periode van fysieke en mentale tegenslag, besloot hij een jaar geleden om zijn racefiets aan de wilgen te hangen. Door Patrick Moeke Foto Leon Commandeur
Hoe gaat het nu met je? “Het gaat goed. Ik focus me volledig op mijn studie Sportmarketing en ga het eerste half jaar van 2012 afstuderen. Ik zit lekker in mijn vel en heb vertrouwen dat het wel goed komt met afstuderen.”
Heb je het wielrennen gemist?
“Nee, eigenlijk helemaal niet. Ik zit ook bijna nooit meer in mijn vrije tijd op een racefiets. Toen ik eenmaal had besloten te stoppen, wist ik dat ik de goede beslissing had genomen. Er werd bij mij bloedarmoede en later de ziekte van Pfeiffer geconstateerd. Dat was het moment om te luisteren naar mijn lichaam en te stoppen met wielrennen. Ook vandaag de dag sta ik nog steeds volledig achter deze beslissing. Ik leid nu niet het leven van een topsporter, maar van een normaal mens. Dat bevalt goed.”
Heeft Sporttop destijds een belangrijke rol gespeeld in het keuzeproces?
“Ja, best wel. Ik heb het er vaak met Sporttop over gehad. Ik vond het heel prettig dat zij begrepen dat het een moeilijke beslissing voor mij was. Wielrennen was immers mijn lust en mijn leven. Het maakte Sporttop niet uit of ik doorging of dat ik zou stoppen. Volgens hen moest ik doen wat het beste voor mij was. En mede daardoor heb ik ook deze goede beslissing kunnen nemen.”
bij gaat hun werk ook gewoon door of dat nu met of zonder mij is. Ik vind het wel jammer dat ik geen contact meer heb met mijn mentor Johan Kenkhuis. Sporttop en Johan in het bijzonder, hebben gewoon erg veel voor mij gedaan.”
Is er nog een kans dat we jou ooit terugzien in een wielerwedstrijd?
“De kans dat ik weer op de fiets stap acht ik klein. Ik wil me nu echt richten op mijn studie en voorlopig niet meer het leven leiden van een topsporter. Ik zal niet zeggen dat ik nooit meer op de fiets stap, want wie weet denk ik daar volgende week heel anders over. Wat ik na mijn studie ga doen? Dat kan ik nog niet echt zeggen. Doorstuderen misschien, voorlopig houd ik alle opties open.”
Heb je in dit afgelopen jaar nog contact gehad met mensen van Sporttop?
“Nee, jammer genoeg niet. Ik heb het gewoon erg druk gehad met mijn studie en alles wat daarbij komt kijken. Daar-
37
En actie!
In opperste concentratie. Alles draait om dit moment. Nu mogen er geen fouten meer worden gemaakt. Bij Sporttop draait het om bijschaven van details. Dat is waar in topsport het verschil wordt gemaakt.
Foto’s Soenar Chamid
Celine Michielsen neemt het Spaanse doel onder vuur tijdens het Europees kampioenschap onder 19 in Arnhem in 2011. 38
39
Sharon van Rouwendaal tijdens het WK zwemmen 2011 in Shanghai op weg naar brons op de 200 meter rugslag. 40
41
Anthony van Assche met een acrobatisch hoogstandje tijdens de Artistic Gymnastic World Championships in Tokyo in 2011. 42
Eva Lim op weg naar zilver tijdens de Open Nederlandse kampioenschappen 2011 in Tilburg. 43
Een kind van de handbalsport
Door Ryan Baij Al generaties lang loopt handbal als een rode draad door de levens van de familie Michielsen. Zo ook bij de zeventienjarige Celine, die de sport al sinds haar derde beoefent. Op haar elfde wordt ze voor de districtsselectie gekozen en dan is het duidelijk: deze telg heeft talent.
Nog voor haar geboorte was het duidelijk dat handbal een grote rol in haar leven zou gaan spelen. “Mijn opa, oma, vader en moeder hebben allemaal gehandbald.” De ouders van Celine zijn nauw betrokken bij haar sportcarrière. “Mijn vader coacht me bij mijn club Nieuwegein en samen hebben we besloten contact te zoeken met Sporttop. ” Celine weet precies wat ze verwacht van de stichting: “Mijn mentor helpt me plannen, want daar heb ik nog moeite mee.” Oud-waterpoloër Arno Havenga heeft genoeg ervaring om de handbalster te helpen met obstakels. ”Het is fijn dat ik een keer advies krijg van buiten de handbalwereld.”
De hele week is de speelster van de Oranjejeugd te vinden op sportcentrum Papendal. ‘s Ochtends en ‘s avonds traint ze twee uur en tussendoor gaat ze naar school. De sportster volgt de opleiding tot onderwijsassistent en vindt sport en studie prima te combineren. “Als ik iets mis door mijn training, haal ik dat later op mijn kamertje in. De studie gaat me eigenlijk heel gemakkelijk af.”
Foto Soenar Chamid
44
Celine doorliep de nationale selecties zonder problemen en op het EK onder de zeventien werd ze tot beste cirkelspeelster verkozen. Een toekomst in de handbalwereld ziet Celine dan ook wel zitten. Graag zou ze uitkomen voor een buitenlandse club. “Het niveau is daar een stuk hoger en er valt goed geld te verdienen.”
De zeventienjarige heeft een ander sociaal leven dan een doorsnee scholier. Als ze in het weekend naar huis gaat, draait nog steeds alles om handbal. “Vrijdagavond ga ik trainen en zaterdag speel ik een wedstrijd.” Feestjes en uitgaan met vrienden zit er niet in. “Als ik tijd over heb, ga ik vaak naar wedstrijden van mijn broertje en zusje kijken.”
Arno Havenga “Er zitten veel overeenkomsten tussen de sport van Celine, handbal, en mijn sport waterpolo. Ik heb als assistent-coach van de Nederlandse dames waterpoloploeg veel jonge talenten in de selectie, dus ik weet wat een jonge topsporter doormaakt. Ik kan Celine mentaal helpen en ik hoop haar de weg te kunnen wijzen in de wereld van de topsport.”
Foto Louk Bracco Gartner
Dit is wat Sporttoptalent Celine Michielsen op een trainingsdag op Papendal eet.
Voedingsadvies is niet vies
Een frikandel speciaal net voor je wedstrijd naar binnen werken, is niet handig. Je maag moet extra moeite doen om zo’n vette hap te verwerken, terwijl je die kracht juist nodig hebt om te presteren. Dit klinkt als een open deur intrappen, maar veel mensen zijn zich niet bewust van het belang van de juiste voeding voor topsporters en aanstormende talenten. Door Louk Bracco Gartner
D
e trend in Nederland is dat er steeds ongezonder gegeten wordt. Op het station wordt ’s avonds vaak nog snel een patatje oorlog gehaald. Dat scheelt weer tijd, want dan hoeft er thuis niet meer gekookt te worden. Funest voor de gezondheid, vindt ook Floris Wardenaar, sportdiëtist en voedingsdeskundige aan de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) en ver-
bonden aan Sporttop. “Ontbijt, lunch en avondeten horen tot de basisvoeding van de mens. Voor iedereen en een topsporter in het speciaal, moet die gezond zijn.” Het juiste voedingspatroon van een topsporter start met de zogeheten basissportvoeding. Dat is de onderste laag van het piramidemodel dat Wardenaar hanteert. “Dit houdt in dat je
zetmeelrijke producten bij je ontbijt, lunch en avondeten gebruikt. Denk hierbij aan brood, groenten, fruit, rijst, pasta en zuivelproducten. Als je je hieraan houdt, krijg je genoeg voedingsstoffen voor de dag binnen.” De tweede laag bestaat uit sportspecifieke voeding. Sportdranken, hersteldranken en voedingsrepen. Allemaal producten die je niet in je normale
45
Tip
- Start op een wedstrijddag met een koolhydraatrijk ontbijt. Geroosterd brood (makkelijk verteerbaar) met zoet, mager beleg. Daarnaast zuivel en eventueel wat fruit. - Zorg ervoor dat je zeker 2-3 uur voor de inspanning (wedstrijd, training) je laatste, volledige en vetarme maaltijd hebt gegeten. Het mag eiwitrijk zijn. Denk verder aan vruchtensappen en fruit. voedingspatroon terugvindt, maar die helpen bij het herstel van de sporter. Vooral rond een wedstrijd of training gebruikt de sporter deze als aanvulling. De top van de piramide bestaat uit voedingssupplementen, maar die raadt Wardenaar af bij jonge talenten. “Bij veel jonge sporters zit er nog rek in hun trainingsprogramma, dan is het niet nodig het gebruik van cafeïne aan te bevelen. Ze kunnen zich op mentaal gebied nog ontwikkelen en dan is een
natuurlijk proces beter.” Er kan onderscheid gemaakt worden tussen diëten voor drie verschillende sporten: duursport, krachtsport en spelsport. Het dieet voor duursporters concentreert zich op koolhydraatrijke producten, zoals pasta en rijst. Koolhydraten zorgen er namelijk voor dat je brandstoftank wordt aangevuld en kan worden vergroot. Omdat je als hardloper veel kilometers maakt, verbrand je veel en heb je dus een flinke voorraad energie nodig.
Gek zijn op vlees en vis komt goed uit als krachtsporter. Het dieet van deze groep focust zich namelijk op eiwitten, om zo de nodige spiergroei te ontwikkelen. Dat koolhydraten eigenlijk net zo belangrijk zijn, bij langdurige krachtinspanning bijvoorbeeld, wordt nog vaak vergeten. Daar kunnen veel krachtsporters nog winst boeken. Volgens Wardenaar is de eiwitshake bijna geheel verleden tijd. Een shake met een combinatie van koolhydraten en eiwitten heeft de toekomst, want dat werkt beter bij een snel herstel. De klassieke eiwitshake wordt nog
Foto Louk Bracco Gartner
Floris Wardenaar: “De klassieke eiwitshake is bijna geheel verleden tijd.“ 46
Tip
- Veel sporters slaan de lunch over, omdat de wedstrijd zich rond die tijd afspeelt. Mocht je een uur voor de wedstrijd nog trek hebben, neem dan een halve banaan of 150 ml drinken. Nog steeds honger? Dan heb je ervoor te weinig gegeten. - Geen alcohol de dag voor de wedstrijd/training, daardoor droogt het lichaam uit. Het is überhaupt niet aan te bevelen voor jonge talenten. Alcohol kan de natuurlijke groei van het lichaam negatief beïnvloeden.
gebruikt voor specifieke gewichtstoename programma´s.
De spelsporters staan het dichtst bij de ‘gewone’ mens. Vooral omdat hun voeding het meeste lijkt op die van de gemiddelde Nederlander. Omdat er tegenwoordig veel ongezonder wordt gegeten, is de kans groot dat het vetpercentage bij deze groep te hoog ligt. Daarom adviseert Wardenaar hen om een balans te vinden tussen koolhydraatrijke en eiwitrijke producten enerzijds en de vetinname anderzijds. Tussen de drie diëten vindt overlap plaats wat betreft de benodigde voedingsstoffen. “Het echte verschil zit hem juist in de wedstrijdspecifieke voorbereiding”, legt Wardenaar uit. “Judoka’s moeten bijvoorbeeld zorgen dat ze in de week voor hun wedstrijd in de juiste gewichtsklasse zitten, vaak moet dat door in de laatste week nog af te vallen. Terwijl dat bij voetballers niet uitmaakt. Tijdens trainingsperioden kunnen voedingsadviezen op elkaar lijken, maar vlak voor wedstrijden treedt het echte verschil op en hebben veel sporters een individueel programma.” Met zulke unieke programma’s heeft Wardenaar het meest te maken. Vaak komen sporters met concrete vragen, zoals hoe ze gewicht moeten verliezen of juist aan moeten komen. “Dan vraag ik de sporters allereerst of ze een dagboekje bij willen houden met wat ze eten. Daarbij wil ik het trainingsprogramma zien, zodat ik dat ernaast kan leggen. Aan de hand daarvan maak ik een analyse.” De adviezen die hij
meegeeft zijn vaak voor de korte en lange termijn. “Als de doelstelling van de sporter gewichtstoename is, dan adviseer ik vaak een intensivering van het trainingsprogramma in combinatie met een verandering van het voedingspatroon. Om de twee tot drie weken komt diegene bij me terug en bekijken we de vorderingen.” Een juist voedingspatroon heeft dus nog flink wat voeten in de aarde. Het verschilt niet alleen per sport, maar ook per persoon. Daarbij is het afhankelijk van het trainingsprogramma en de intensiteit. Veel Sporttoptalenten hebben een dieet en de reacties zijn positief. Het is bovendien voor de gewone mens ook hartstikke gezond om een sportdieet te volgen, want zoveel verschilt het niet met een normaal eetschema en het is beter dan die vette hap van de cafetaria om de hoek.
Rijst en brood houden Remie op de been Judoka Remie Groeneveldt (18) volgt sinds een jaar een voedingsschema dat hij van zijn judoschool Budokan Rotterdam heeft gekregen. Het is geen schema waarin precies staat wat hij op welk moment van de dag moet eten, maar genoeg en gezond eten is essentieel. “Elke dag groente en fruit is het belangrijkst. Daarbij een tussendoortje nemen is geen probleem, net als af en toe een patatje halen”, legt Remie uit. Hij heeft bijna wekelijks contact met zijn Sporttopmentor en wielrenner Peter Schep, maar over voeding hebben ze het zelden, want dat zit wel goed. Remie heeft namelijk een moeder die hem van alle gemakken voorziet. Hij krijgt elke dag brood mee naar school en ’s avonds staat er een gezonde maaltijd voor hem klaar. Vis, vlees of aardappelen, maar wat Remie betreft het liefst rijst. En af en toe een biertje drinken? “Nee, ik ben een topsporter, dus ik drink niet.”
Foto Louk Bracco Gartner
Tip - Na inspanning niet gelijk een vette hap naar binnen werken. Eerst je koolhydraten en eiwitten aanvullen, daarna kan ‘de grote gele M’ een keer geen kwaad.
Advertentie
De PowerRevolutie. Gemiddeld 8% betere prestaties* met
POWERBAR ® POWER GEL Een grote stap voorwaarts in de sportvoeding: de innovatieve C2MAX koolhydratenmix van PowerBar® bevat een speciale ver houding van glucose en fructose. Deze zorgt ervoor dat de spieren tot 55% meer koolhydraten opnemen. Wetenschappelijke studies hebben aangetoond: gemiddeld 8% betere sportprestaties. C2MAX is toegevoegd aan alle PowerBar® Drinks, Bars en Gels.
Power to Push
Meer informatie + Dealerlocator: www.powerbar.nl
* Currell K, Jeukendrup A. Superior endurance performance with ingestion of multiple transportable carbohydrates. Med Sci Sports Exerc 2008; 40:275-81
47
Steun Sporttoptalenten op weg naar hun top Je bent één van de beste zeilsters van Nederland, maar wilt net dat stapje extra maken. De nieuwste Laser Radial boot lonkt, maar je spaarrekening is nagenoeg leeg. Het overkwam Sporttoptalent Marit Bouwmeester op weg naar de top. Op dat moment bood het Sporttop talentenfonds uitkomst.
Een topsportcarrière vereist veel trainingsarbeid. Goede faciliteiten en betrouwbaar trainingsmateriaal zijn hierbij een must. Vaak hebben jonge talentvolle sporters niet de financiële middelen om zichzelf hiervan te voorzien. Bovendien hebben ze door hun overvolle schema niet de tijd om te werken of om zelf sponsoren te werven. Daarom bestaat er voor talenten de mogelijkheid om bij Sporttop in overleg met de mentor een aanvraag voor het Talentenfonds in te dienen. Zijn Bureau Sporttop en de mentor overtuigd van de noodzaak en toegevoegde waarde van de aanvraag voor de sportcarrière, dan draagt Sporttop graag een steentje bij om de carrière van het talent naar een hoger plan te tillen.
Deze handreiking is niet te realiseren zonder steun van buitenaf. Sporttop kan dit niet doen zonder de bijdragen van supporters, vrienden en partners. Van deze donaties bekostigen wij aan sport gerelateerde (incidentele) kosten en dragen wij bij aan trainingskampen, mentale trainingen en de aanschaf van sportmaterialen. Word vriend of supporter van Sporttop en help onze talenten op weg naar hun top. U kunt al supporter worden door eenmalig tien euro te doneren. Vriend worden van Sporttop? Dat kan al vanaf 250 euro. Het succes van het Sporttoptalent wordt ook uw succes! Ga naar www.sporttop.nl/supporter en meld je aan!
Bedankt namens Sporttop en al haar talenten en mentoren! 48
Coachingsbijeenkomsten Leeuwendaal openen ogen Sporttopmentoren
‘De sportwereld kent weinig goede coaches’ Behalve een topsportverleden moeten de mentoren van talenten binnen Sporttop beschikken over een aantal specifieke coachingsvaardigheden. Omdat op dit terrein nog volop winst te behalen viel, ging de organisatie in het najaar van 2010 een samenwerkingsverband aan met adviesbureau Leeuwendaal. Samen met de andere mentoren woonde Wietske de Ruiter dit jaar zes - speciaal voor Sporttop georganiseerde coachingsbijeenkomsten bij. “Ik ben volledig door de mand gevallen.” Foto Gert-Jan Vlekke
Reinier van der Monde: “Mentoren moeten stoppen met zelf denken en starten met luisteren.”
Door Maruschka van Soest
49
Zeven deugden Om de communicatie tussen coaches en talenten zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen, zijn de ‘zeven deugden’ voor Sporttopmentoren in het leven geroepen. Ze vormen – naast de trainingen van Leeuwendaal – een extra houvast in het begeleidingsproces van het talent. Bestaande uit: 1) OEN: open, eerlijke en nieuwsgierige houding 2) LSD: luisteren, samenvatten en doorvragen 3) Stel open vragen 4) KDHD: kop dicht en houd ‘m zo lang mogelijk dicht 5) NIVEA: niet invullen voor een ander 6) OMA: geen ruimte voor eigen oordelen, meningen en aannames 7) Feedback aan de hand van 6x G: gebeurtenis, gedrag, goed, gevolg, gevoel en gewenst
D
e Ruiter is binnen de organisatie van Jochem Uytdehaage verantwoordelijk voor de begeleiding van de koppels. “Als je me voor deze trainingssessies gevraagd had waar mijn kwaliteiten als coach liggen, dan had ik waarschijnlijk geantwoord dat ik een goed luisterend oor heb”, aldus de 41-jarige oud-hockeyinternational. Tijdens de eerste training bij Leeuwendaal bleef er helemaal niets meer van deze kernkwaliteit over. “In de praktijkles moesten we een rollenspel spelen. Leeuwendaaltrainer Marcel van der Togt speelde het talent en ik fungeerde als mentor. Hij vertelde een heel saai verhaal, maar verpakte daar wel vier kernboodschappen in. Ik wist er niet één te noemen. Als coach mag je dit never nooit gebeuren. Op dat moment heb ik tegen mezelf gezegd: Wiets, hier ga je keihard aan werken.” Voor hoofd Opleiding en Ontwikkeling binnen Leeuwendaal Reinier van der Monde was dit voorval niets nieuws. “Wietske dacht echt dat ze het goed deed. Ze schrok zich kapot. Er waren nog zo veel winstpunten te behalen.” Het centrale thema tijdens de bijeenkomsten was ‘contact maken’. “Topsporters zijn over het algemeen heel eigenwijs en overtuigd van zichzelf. Marcel en ik hebben geprobeerd
Foto Gert-Jan Vlekke
50
om meer coaches van ze te maken. In hun carrière hebben ze altijd zelf centraal gestaan en weinig tegenspraak gehad. Het talent is nu belangrijker dan zijzelf. Dat is een behoorlijke omschakeling. Als je zelf ergens heel goed in bent, ga je anderen al snel vertellen wat ze moeten doen. De kunst is juist om de talenten los te laten en zelf tot inzichten te laten komen.” Kortom: de mentoren moeten stoppen met zelf denken en beginnen met luisteren.
Gids versus coach
Wat maakt Sporttop zo interessant voor Leeuwendaal? Van der Monde: “Wij willen een bijdrage leveren aan een beter topsportklimaat in Nederland. Heel veel mensen noemen zich wel coach, maar wat ze eigenlijk doen, is begeleiden. Veel Nederlandse sportcoaches zijn meer gids dan coach. Er bestaat een aanmerkelijk verschil tussen een gids en een coach. Een gids vertelt je wat je moet doen en neemt je bij de hand. Een coach maakt anderen beter door mensen zelf hun weg te laten vinden. Dit maakt mensen zelfstandiger, maar je moet er wel harder voor werken. Investeren kost tijd.” Ook viel de Leeuwendaaltrainers op dat de meeste sporters zich als ouder over hun talent ontfermen. “De mentoren gaan
De Ruiter: ‘Ik ben volledig door de mand gevallen’
met hun talent een ouder-kind-relatie aan. Maar je moet als gelijkwaardigen met elkaar aan de slag gaan.” Volgens Van der Monde beschikt een goede coach over vier kerneigenschappen. De eerste en belangrijkste is: goed kunnen luisteren. Daarnaast moet je bereid zijn jezelf weg te cijferen, eerlijk en betrouwbaar zijn en oprecht interesse kunnen tonen. “Mentoren kunnen zichzelf heel makkelijk controleren. Als je echt goed luistert, zijn samenvattingen geven een eitje. Ben je niet in staat de hoofdlijnen van het verhaal op papier te zetten, dan weet je dat je niet goed geluisterd hebt.”
‘Heel veel mensen noemen zich coach, maar wat ze eigenlijk doen is begeleiden’ Het concept van Sporttop is uniek omdat talenten actieve steun aangeboden krijgen van (ex-)topsporters die optreden als ervaringsdeskundige. De ondersteuning van Leeuwendaal in de vorm van coachingsbijeenkomsten is daarom van belang om de organisatie te kunnen waarborgen. De Ruiter: “De koppeling tussen mentor en sporter is waar het om draait bij Sporttop. Wij zijn de enige stichting binnen Nederland die dit aanbiedt. Wij zijn dan ook van mening dat we ons op dit gebied moeten blijven specialiseren. De kwaliteit van de mentoren moet omhoog
mand uit Maastricht. Mentor en talent moeten elkaar zo makkelijk mogelijk kunnen ontmoeten, los van het contact via telefoon en email. De derde afweging is de soort sport. De mentor moet de sport begrijpen. Er moet een basisklik zijn. Het talent moet het idee hebben dat de mentor weet van het ‘reilen en zeilen’ binnen zijn of haar sport.”
De toekomstige mentoren van Sporttop moeten allemaal beschikken over een basisniveau om een talent naar de top te mogen leiden. Het streven is dat er straks alleen nog maar gecertificeerde mentoren zijn. Er moeten nieuwe mentoren worden opgeleid en het is de bedoeling dat huidige mentoren zich blijven ontwikkelen. Van der Monde: “We willen dat de certificaten die ze bij ons halen in de toekomst een maatschappelijke waarde krijgen. Het zou mooi zijn als in de nabije toekomst onder andere NOC*NSF hier een soort van stempel op zou zetten. Als dat lukt, kunnen we examens gaan afnemen in de vorm van een gesprek tussen mentor en sporter. Gaat dit naar behoren dan is de kandidaat geslaagd en wordt er een getuigschrift opgesteld. De mentor beschikt dan officieel over de kwaliteiten waaraan een goede coach moet voldoen. Ze kunnen dan verder kijken dan de sportwereld en ook in het bedrijfsleven als coach aan de slag gaan. Gidsen, daar barst het in Nederland van. Echte, doorgewinterde coaches hebben we nog niet zoveel.”
‘Als je echt goed luistert, dan zijn samenvattingen geven een eitje’
en Leeuwendaal helpt ons daarbij. Daarnaast wilden we iets terugdoen in ruil voor het commitment van de mentoren. Zij doen dit alles op vrijwillige basis, met deze bijeenkomsten geven we hen een steuntje in de rug.”
Koppels samenstellen
Uiteindelijk zijn er drie afwegingen die gemaakt moeten worden om mentor en talent te koppelen. Allereerst neemt Sporttop een intakegesprek af met het talent. “Naar aanleiding van dit gesprek komt er een zogenaamd voorkeursprofiel boven drijven. We kijken dan of we iemand in ons team hebben die daarbij aansluit. Een teamsporter koppelen we bij voorkeur aan een oud-teamsporter. Want teamsporters hebben te maken met heel andere issues dan individuele sporters. Het tweede punt van aandacht is logistiek. Het is niet handig om iemand uit Groningen te laten samenwerken met ie-
Foto Wietske de Ruiter
Wietske de Ruiter in het Holland Heineken Huis na het winnen van de bronzen medaille tijdens de Olympische Spelen in Atlanta (VS).
Terugblik op de coachingsbijeenkomsten bij Leeuwendaal Wietske de Ruiter (mentor Sporttop) “Tijdens de groepssessies leer je elkaar echt beter kennen. Je ziet duidelijk de overeenkomsten en verschillen tussen de mentoren. Zo viel het mij op dat we allemaal heel graag beter willen worden, goed met feedback kunnen omgaan en daadwerkelijk met de oefenstof aan de slag gaan. Wel gaan we allemaal heel anders met de aangereikte methoden om. Zo gebruikt lang niet iedereen dezelfde onderhandelingstechnieken.”
Reinier van der Monde (Hoofd Opleiding en Ontwikkeling Leeuwendaal) “De mentoren van Sporttop zijn bloedfanatiek. Ze willen per se hun grenzen verleggen en beter worden. We hebben in andere trainingen die we geven met meer afwachtende deelnemers te maken. Hier kregen we direct feedback. Het zit hem in heel kleine dingen als vragen stellen. Wat doe ik verkeerd? Wat kan ik beter doen? Hoe dan? En waarom lukt het niet? Het zijn nu veel minder begeleiders en veel meer coaches. Ze zijn in staat om ook het beste uit anderen te halen, in plaats van enkel uit zichzelf. Oud-triatleet Chris Brands (mentor van zeiler Jolbert van Dijk) is mij van deze groep het meest in het oog gesprongen. Hij is heel serieus met zichzelf aan de slag gegaan en heeft al onze aanwijzingen feilloos opgevolgd. Maar uiteindelijk zijn het allemaal winnaars.” 51
De stress voorbij Zeiltalent Michelle Broekhuizen klaar om te oogsten Zeiltalent Michelle Broekhuizen verbaasde vriend en vijand door vorig jaar jeugdwereldkampioen te worden. Haar eerste WK bij de senioren in Australië leverde helaas nog geen prijs op. Toch kan het negentienjarige talent al terugkijken op een aardige carrière. Michelle over presteren onder druk, de band met haar ouders en haar torenhoge ambities: “Vroeger had ik superveel last van prestatiedruk.” Door Menno Schilder
O
ver ambitie valt niet te twisten bij de enthousiaste Michelle. Het is niet iedereen gegeven om op 19-jarige leeftijd aan een WK deel te nemen. Toch is de zeilster uit Kampen niet geheel tevreden met haar optreden: “Ik had het liefst een finale gedobberd. Maar dit WK in Perth was in alle opzichten een mooi leerproces. Fouten die ik hier gemaakt heb, maak ik de volgende keer niet weer.” De voorbereiding op het toernooi was onrustig: “Ik werd midden in de nacht wakker met enorme honger. Best even acclimatiseren hoor. In Perth is het zeven uur later. Dat maakt de voorbereiding niet ideaal. Je ritme is totaal verdwenen.”
mijn vijfde wil ik al zeilster worden. Eerst zag ik mensen op het IJsselmeer, waarvan ik dacht: dat wil ik ook! Vervolgens kwam ik in aanraking met zeilen op zee. Dat was nog overweldigender. Zo ontwikkelt zich dat. Ik keek steeds een stapje vooruit. ”
Aan de basis van het succes van Michelle staan haar ouders. ”Ik kwam in aanraking met het zeilvirus toen we met de boot op vakantie gingen. Ik wilde meer zeilen en mijn ouders merkten dat. Ze kochten een bootje voor me en reden het land door voor mijn wedstrijden. Dat vonden ze volgens mij niet erg hoor”, zegt Michelle met een grijns.
Buiten haar ouders zijn er nog een paar belangrijke spillen in de carrière van Michelle. Ronald van Vianen was haar eerste coach nadat ze overstapte van de Optimist naar de Laser. Ze trainde in het team Pro Sales. “Ronald was heel belangrijk voor mij. Onder alle omstandigheden wist hij mij te coachen. Hij begeleidde me tijdens mijn eerste jeugd WK. Ik werd eerste in mijn leeftijdscategorie en tweede van het totaalschema. Op dat moment dacht ik: ik kan nog wel eens ver komen met zeilen.”
52
Michelle windt geen doekjes om haar doelstellingen: medailles halen. En dan het liefst in Rio de Janeiro. De Olym-
Ouders
De boot waar vrijwel iedereen in Nederland op leert zeilen is de Optimist. “Je doet veel ervaring op, omdat je voor het eerst echt in aanraking komt met wedstrijden. Vanaf
Ambitie en Sporttop
pische Spelen in Londen komen nog te vroeg voor de zeilster. Een ploeggenoot zal Nederland vertegenwoordigen. “Eigenlijk is zeilen een heel moeilijke sport. Je moet overal rekening mee houden. Wedstrijden duren een uur en dat is fysiek heel zwaar. Je moet veel nadenken, dus mentaal moet je sterk in je schoenen staan. Mijn Sporttopmentor Nico Rienks begeleidt mij in dat mentale proces. Ik kan hem altijd bellen. We hebben het meest telefonisch contact. Als het goed gaat, is de regel dat we elkaar niet veel spreken.”
‘Vanaf mijn vijfde wil ik al zeilster worden’
Druk
Michelle is tot nu toe het meest trots op haar ISAF Jeugd WK-titel in 2010. “Het was een groot toernooi met een podium en een officiële opening. Ik was onder de indruk van
de sfeer. Toen ik over de finish kwam had ik niets in de gaten. Mijn coach stond te juichen en toen wist ik genoeg. Mijn droom kwam uit. Maar er kwamen geen tranen hoor”, lacht Michelle.
Naast haar successen en memorabele momenten, heeft Michelle ook last gehad van stressfactoren. Een mental coach heeft haar geholpen: “Die kwam bij me thuis om te praten over dingen waar ik tegenaan liep. In het begin vond ik het lastig. want je merkt niet direct resultaat. Sommige eigenschappen zitten van nature in je. Het is moeilijk om niet te vervallen in oude fouten, maar in de loop van de tijd ging ik iedere situatie met een positieve blik bekijken. Ik ben erg gemotiveerd om beter te worden. Vroeg volwassen worden hoort bij de sport. Ik was altijd de jongste in het team, maar straks ben ik de oudste van het stel. Dat brengt een nieuwe uitdaging, maar tegelijkertijd ook de nodige druk met zich mee.”
Foto Soenar Chamid
53
Het doel is jong sporttalent optimaal te begeleiden en te coachen.
Sponsor van de toekomst. 1012161 Advertentie Sporttop Magazine.indd 1
16-12-10 15:58
Hoe is het met...
Kirsten Wielaard?
De Amsterdamse Kirsten Wielaard (22) is al ruim tien jaar verslaafd aan roeien en heeft er alles voor over om de beste te worden. Toch is dat voor nu nog niet genoeg, want haar droom om in 2012 naar de Olympische Spelen in Londen te gaan is in duigen gevallen. Door Nicoline Lans Hoe is het nu met je? “Nou, dat ligt er een beetje aan hoe je het bekijkt. Ik val namelijk net buiten de groep die naar de Olympische Spelen gaat, heel vervelend. Maar verder gaat het eigenlijk best goed met me. Ik ben heel hard aan het studeren. Ik doe de opleiding Bewegingswetenschappen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en ben nu mijn bachelor aan het afronden.”
Waarom geen Olympische Spelen voor jou?
“Vorig seizoen heb ik mijn eigen traject gekozen. In januari 2011 vonden de Olympische kwalificaties voor de Vrouwen Acht plaats, maar er was een kleine kans dat ik daarbij zou komen. De selectie van vorig seizoen is namelijk zo sterk dat je daar moeilijk tussen komt. Om die reden ben ik het WK onder 23 gaan roeien. Ik had nog wel het plan om weer terug te komen in de selectie van de Olympische Spelen, maar er kwamen geen toernooien meer waarbij ik me kon bewijzen. Als ik vorig seizoen goed genoeg was geweest had ik sowieso al bij de selectie gezeten, maar dat is niet het geval.”
Speelt Sporttop op dit moment nog een rol in je sportcarrière?
“De laatste maanden niet. Maar in de zomer, toen duidelijk werd dat ik buiten de Olympische groep viel, was er een bijeenkomst van Sporttop waar ik veel aan heb gehad. Ik zat een beetje in een dip op dat moment. Het was fijn om daar met verschillende mentoren te praten. Zij weten veel van topsport en zijn bekend met de moeilijke momenten. De motivatie kwam weer terug. Oud-zeiler Serge Kats, tot de
Foto Archief Kirsten Wielaard
zomer van 2010 mijn mentor, heb ik al even niet meer gesproken. Hij kwam af en toe bij wedstrijden kijken. Als ik met een blessure worstelde dan vond ik bij hem steun. Hij weet als geen ander dat je als topsporter soms meer wil dan je aankan. Ik ben benieuwd hoe het met hem gaat, binnenkort ga ik weer eens contact met hem opnemen.”
Wat is nu je richtpunt?
“Ik ben hard aan het trainen en ik wil dit jaar vooral mezelf goed leren kennen. Dat ik niet naar de Olympische Spelen ga is een tegenslag, maar ik wil er sterker uitkomen. Mijn volgende doel is het Studenten WK onder 23, dat in Rusland gehouden wordt. Ik blijf me vastbijten in het roeien en wil laten zien dat ik niet snel stuk te krijgen ben. Ik probeer mijn lichaam beter te leren kennen, want ik heb snel blessures en dat moet maar eens afgelopen zijn. De passie voor het roeien zakt soms weg. Als ik een goede training heb gedraaid, komt het weer een beetje terug. Ik heb gewoon een opsteker nodig. Ik vind roeien nog steeds heel leuk en ik vind het heerlijk om te ontdekken wat mijn lichaam allemaal aankan.” 55
Topsporters en de do’s en don’ts Een goede manier om emoties te tonen, je lekker af te reageren en om snel met mensen te communiceren: Social Media. Je kunt er bijna niet meer omheen. Voor veel mensen zijn Twitter en Facebook een hobby, maar voor topsporters betekent het meer dan dat. Door middel van social media kan merkwaarde gecreëerd worden en kan interactie met de volgers plaatsvinden.
Tip
‘‘Luister naar andere twitteraars. Door enkel berichten te verzenden ontstaat er geen contact met fans. Door af en toe hun berichten te lezen en daar op in te gaan ontstaat er een positieve sfeer. Fans waarderen het enorm als er contact is met de sporter.’’
Door Daan Sanders
S
pecialist op het gebied van Social Media is Joris Coppes. Hij begeleidt verschillende sporters bij het gebruik van Social Media. ‘’Topsporters moeten zich realiseren dat hun woorden een grote impact kunnen hebben”, vertelt Coppes. “Je moet nadenken voordat je iets op het internet zet.’’ De Social Mediaspecialist noemt Social Media ‘een krachtige tool en een gestructureerde hobby’. Een sporter die hard traint voor de Olympische Spelen moet daar vooral de focus op leggen en met name over dit onderwerp schrijven. Tijdens bijvoorbeeld een privévakantie kan de sporter meer persoonlijke ervaringen posten. Dit wordt ook wel een verhaallijn genoemd. De sporter kiest een bepaald onderwerp waarover hij zich uitspreekt op Twitter of Facebook. Volgens Coppes is het belangrijk om aan de buitenwereld te laten zien wie je bent. ‘’Een topsporter moet weten wat hem of haar authentiek maakt. Als je dat naar voren laat komen on56
derscheid je je van anderen en creëer je merkwaarde.” De merkwaarde van een sporter zegt iets over de inkomsten die een sporter met zijn bekendheid - zijn imago - kan verdienen. “Denk aan inkomsten uit sponsoring en lezingen. Maar sommige berichten kun je beter voor jezelf houden, zoals overdreven reclame maken of een negatief gekleurde mening uiten’’, aldus Coppes.
Tip ‘‘Zoek een juiste verhaallijn: ieder persoon heeft iets wat hem of haar authentiek maakt. Ga daarnaar op zoek en stuur daar berichten over. Wees ook positief over de leuke en interessante dingen die buiten de sport te doen zijn.’’
Tip
‘‘Realiseer je dat je topsporter bent. Weet dat mensen je volgen omdat ze geïnteresseerd zijn in jouw leven. Laat weten hoe je met je sport bezig bent en wat je er voor doet.’’ Foto Archief Joris Coppes
n Twitter s
Tip
Een aantal positieve en negatieve voorbeelden van topsporters op Twitter
Zwemster Ranomi Kromowidjojo weet hoe ze gebruik moet maken van Social Media. In deze tweet laat ze zien hoe haar dag als topsporter eruitziet. Ze is duidelijk bezig met de sport en laat zien hoe de zaken ervoor staan. Ze is op weg naar de Olympische Spelen, dus dan is het slim dat ze uitsluitend over de sport twittert, en dat doet ze ook.
‘‘Geef positief nieuws. De fans willen graag lezen hoe het gaat met hun favoriete sporter. Laat bij goed nieuws weten hoe het gaat en wat je verwachtingen zijn voor de toekomst.’’
Hockeyster Naomi van As maakt via onderstaande tweet nogal opzichtig reclame voor haar sponsor adidas. Volgens Coppes is het in principe geen probleem om reclame te maken via Social Media, zolang het maar op de goede manier gaat. ‘’De fans moeten ook iets aan die reclame hebben. Je kunt beter een product als prijs aan je fans weggeven, dan alleen een foto laten zien van het product. Zo sta je in contact met je supporters, geef je hen wat leuks en vindt er promotie van het merk plaats’’
Tip Ajax-talent Jody Lukoki geeft met deze tweet aan hoe hij over sommige mensen denkt. Naar aanleiding van deze tweet kunnen veel problemen ontstaan. Mensen zijn benieuwd om wie dit gaat en waarom hij dat vindt. Er wordt gezocht naar antwoorden in relatie tot het voetbal, terwijl dat misschien helemaal niet zijn bedoeling was. Het is beter dit soort zaken niet te twitteren en voor jezelf te houden. Hij moet zich realiseren dat zijn uitspraken impact kunnen hebben op een grote groep mensen.
‘‘Blijf jezelf: Binnen social media moet je mensen laten zien we je bent. Je moet uitkijken wat je plaatst, maar blijf dicht bij jezelf. Mensen zijn geïnteresseerd in jou, en niet in een commerciële pagina.’’
Tip
‘‘Zorg dat je gevonden wordt. Maak een duidelijk account aan en verander dat niet. Mensen moeten een topsporter makkelijk kunnen vinden en volgen.’’
Voor schaatser Mark Tuitert geldt hetzelfde als voor Ranomi. Ook hij is op dit moment hard bezig met trainen en zijn focus ligt volledig op het schaatsen. In deze tweet brengt hij duidelijk naar voren hoe het met hem gaat en wat zijn verwachtingen voor de aankomende periode zijn. Hij is zelfkritisch door te laten weten dat het nog beter kan en moet. Daarnaast geeft hij aan dat hij ook de aankomende weken gefocust is op trainen. 57
Blessures en preventie
‘Het lichaam van een sporter moet goed verzorgd worden’ Voor sporters is het belangrijk dat blessures snel en goed behandeld worden. Vaak gaat er kostbare tijd verloren door vervelende blessures. Oud-judoka Jessica Gal werkt als sportarts om blessures bij topsporters te voorkomen en te verhelpen. Door Sander Verrips
D
at het sportmedisch adviescentrum in Amsterdam een goede naam heeft, blijkt als Ajax-middenvelder Christian Eriksen binnen komt wandelen. Er komen regelmatig topsporters naar de praktijk in het hart van de hoofdstad. Volgens Jessica Gal komt dat vooral door de goede samenwerking tussen de verschillende medische disciplines: ‘’In principe ben ik gewoon een sportarts en werk ik zoals vele anderen dat doen. Het is niet zo dat ik een heel andere aanpak heb dan andere sportartsen. Maar ik probeer een klacht niet van één kant te benaderen. Alles wat mogelijk een rol kan spelen, probeer ik mee te nemen en dan maak ik een uitgebreide diagnose.’’
Foto Sander Verrips
In 2000 stopte Jessica Gal met haar imposante judocarrière. Nu heeft ze een eigen sportmedisch adviescentrum in het centrum van Amsterdam. 58
In 2000 maakte Gal een einde aan haar imposante judocarrière waarin ze vier keer deelnam aan de Olympische Spelen. Daarna maakte ze haar opleiding tot sportarts af, waaraan ze tijdens haar judocarrière al begonnen was. Als laatste stage ging ze als
Tip
Sporters gaan te vaak door met blessures. Rust houden haalt niet het onderliggende probleem weg. Zorg er altijd voor dat je iemand laat kijken naar je blessures en laat een analyse maken van hoe het probleem is ontstaan.
sportarts mee met de hockeydames naar de Olympische Spelen in Athene. Maar in het behandelen van sporters in een praktijk zag ze toch meer een uitdaging. ‘’Het was leuk om tijdens mijn opleiding het vak te leren bij de hockeydames. Ik werkte dan vaak met acute gevallen waarvoor je snel een oplossing bedenkt. Uit het uitgebreid behandelen van een blessure in je eigen praktijk haal ik toch meer voldoening.’’
Bij de behandeling binnen een bepaalde medische discipline is het erg belangrijk om te weten hoe de blessure is ontstaan. Dat geldt zeker voor het adviescentrum van Gal. ‘’Bij sporters moet je niet alleen kijken waar de pijn zit maar ook waarom die daar is. Het probleem schuilt vaak in iets anders. Blessures, en dan vooral in de top, worden vaak veroorzaakt door een verstoring in de belasting en de belastbaarheid. Je moet verder kijken dan de blessure zelf en die van zoveel mogelijk kanten belichten. Het is daarbij belangrijk dat je verschillende specialisten naar de blessure laat kijken. En dat is het voordeel van ons centrum. Wij werken hier heel intensief samen.’’ ‘’Wat heel vaak voorkomt is dat sporters lang doorgaan als ze ergens last van hebben. Als de pijn dan toch aanblijft, houden ze een tijdje rust. Vaak wordt de pijn minder en dan beginnen ze weer. Maar de pijn keert in veel gevallen weer terug. Rust haalt het onderliggende probleem niet weg. De blessure kan namelijk veroorzaakt worden door te korte spieren, een dis-
balans tussen spiergroepen of door een bepaalde stand van de gewrichten. Meestal wordt er niet goed geluisterd naar het lichaam. ’’
In het voorkomen van zulke blessures spelen de trainers een belangrijke rol. Sporters hebben na een blessure vaak verzwakte spieren of pezen en kunnen dan niet op het normale niveau trainen. ‘’Het ligt niet aan het niveau van de trainers, maar zij hebben meestal geen medisch inzicht. Trainers zijn vaak heel bepalend voor een sporter. Ze zouden veel meer moeten communiceren met een begeleidend behandelaar, zoals een fysiotherapeut. Een trainer is een belangrijke schakel voor de sporter, maar het communiceren gebeurt nog te weinig.’’ Het is dus erg belangrijk dat de sporter naar zijn of haar lichaam luistert. Het lichaam is het gereedschap van de sporter en daar moet goed voor gezorgd worden. Blessures komen ook vaker voor als er stressfactoren in het lichaam zijn. “Denk hierbijaan zorgen over thuis, relatieproblemen of een zware studiebelastig. Wanneer dit soort zaken aan de orde zijn gaat dit ten koste van de concentratie en aandacht. Maar ook herstelprocessen in het lichaam duren langer en de totale belastbaarheid wordt minder.’’
Jessica Gal en Sporttop Jessica Gal werkt in haar praktijk ook wel eens met sporters van Sporttop. ‘’Ik vind het leuk om vanuit mijn expertise als sportarts wat te kunnen betekenen voor de talenten.’’ Eén van die talenten is atlete Carola van Wagtendonk. In oktober dit jaar kreeg de verspringspecialist te kampen met een knieblessure. ‘’Tijdens het rennen kreeg ik veel last en dit werd alleen maar erger. Toen ik bij een sportarts kwam, vertelde die dat ik drie weken rust moest houden. Na tweeënhalve week merkte ik nog geen verbetering. Uiteindelijk ben ik bij Jessica uitgekomen. Zij ging meteen een uitgebreid onderzoek doen naar mijn lichaam. Hieruit bleek dat mijn bekken instabiel was. Jessica stuurde me door naar een orthomanueel therapeut en die heeft me behandeld. Mijn knieklachten zijn nu bijna verdwenen.’’ Carola stelt haar ambities na haar blessure niet bij. ‘’Dit jaar wil ik weer terug zijn op het niveau dat ik ooit had. Afgelopen jaar heb ik veel pech gehad met blessures, maar ik wil zeker nog naar de Olympische Spelen van 2016. Dat blijft het ultieme doel. Maar eerst wil ik over anderhalf jaar deelnemen aan het EK onder 23.’’
Tip Trainers zijn vaak erg bepalend voor sporters. Ze zouden veel meer moeten communiceren met een begeleidend behandelaar zoals een fysiotherapeut. De trainer is een belangrijke schakel voor de sporter.
Foto Sebastiaan Durand
Carola van Wagtendonk op het NK Atletiek van 2011. 59
Vijf topcoaches met een missie: het beste in het Nederlandse bedrijfsleven naar boven halen Ernst & Young start nieuw initiatief in aanloop naar de Olympische Spelen 2012 Aan de vooravond van de Olympische Spelen 2012 in Londen gaat Ernst & Young door met haar missie om het beste uit het Nederlandse bedrijfsleven naar boven te halen. Tijdens de nieuwe campagne, kan de top van het Nederlandse bedrijfsleven een topcoach voor een dag winnen. Op deze Coaches of Industry-dag inspireert Ernst & Young, samen met een bekende coach als Maurits Hendriks, Co Adriaanse, Leontien van Moorsel, Joop Alberda of Max Caldas, een dag lang het management van organisaties om hen fysiek, maar ook mentaal en emotioneel in topvorm te brengen. Al jaren wordt de metafoor van sport gebruikt in het bedrijfsleven. En dat is niet voor niets, want vooral als het gaat over mentaliteitskwesties als motivatie, doorzettingsvermogen en fitheid kan het bedrijfsleven natuurlijk veel van de sport leren. Zodoende identificeerde Ernst & Young zich reeds in 1999 met topsport, toen zij Partner in Sport van het NOC*NSF werd. Ernst & Young gelooft in coaching, topprestaties, vitaliteit en de correlatie hiertussen, en steunt met dit sponsorship mede de Nederlandse sportparticipatie en welzijnsaambitie. Naast maatschappelijke redenen gelooft Ernst & Young hierin vanwege de mentaliteit van topsport, die naadloos aansluit bij haar positionering: potentieel omzetten in resultaat. Iets wat in topsport goed zichtbaar is. Sinds 2008 voert Ernst & Young Olympische campagnes rondom de Nederlandse coaches. Het zijn immers de coaches die weten hoe je potentieel omzet in het beste resultaat. En van zilver goud maakt. Daarom verdienen ze volgens Ernst & Young ook een medaille. Met de ‘De coach verdient ook een medaille’campagne heeft Ernst & Young geïnitieerd dat de Olympische coaches vanaf 2008 ook daadwerkelijk verkozen worden tot bronzen, zilveren of gouden Olympische Coach. Een uniek en inmiddels officieel onderdeel van de huldigingen van topprestaties bij de Olympische Spelen. Die eerste mijlpaal – medailles voor coaches – is bereikt en met de ‘Coaches of Industry’ draagt Ernst & Young nu bij aan de fitheid en prestaties van het Nederlandse bedrijfsleven.
De Coaches of Industry Maurits Hendriks - The Mastermind. Voormalig hockeycoach en nu Technisch Directeur NOC*NSF en Chef de Mission van het Nederlands Olympisch Team voor de Olympische Spelen in Londen. Co Adriaanse - The Craftsman. Oudprofessioneel voetballer, en internationaal succesvol voetbalcoach.
De Coaches of Industry-dag: winst behalen met de coaches
Leontien van Moorsel - The Spark. Richt zich als wielercoach voornamelijk op vrouwelijke talenten.
Deze dag bestaat uit een intensief programma voor het management van organisaties. Waarbij één van de topcoaches, samen met adviseurs van Ernst & Young, tijdens verscheidene sessies het management inspireert.
Joop Alberda - The Visionary. Heeft naam gemaakt als volleybalcoach en Nederlands topsportmanager.
Een topcoach vertelt over zijn ervaringen in de topsport. Zo zal de ‘Coach of Industry’ inzicht geven in hoe hij prestaties van topatleten weet te verbeteren. En vanzelfsprekend trekt hij daarmee de vergelijking met het bedrijfsleven.
Max Caldas - The Motivator. Momenteel hoofdcoach van het Nederlandse dameshockeyteam.
Ernst & Young verschaft daarnaast inzichten aan het bedrijf middels een ‘Exceptional Enterprise’sessie, waar het bedrijf zijn prestaties kan meten met benchmarks van Europese topondernemingen. Er wordt een presentatie gegeven over het Top Performer Programma, onder andere ontwikkeld door Koen Gonnissen - auteur ‘De Bedrijfsatleet’, dat gaat over het managen van de batterij van professionals. Op zowel fysiek, mentaal als emotioneel gebied.
MAURITS HENDRIKS, TECHNISCH DIRECTEUR NOC*NSF “De Olympische Coach-campagne van Ernst & Young heeft veel betekend voor de waardering van topcoaches. Een goed initiatief, dat perfect past bij hun belangrijkste kernwaarden, namelijk het beste uit potentieel halen.”
Onze Olympische ambitie Ernst & Young, Partner in Sport sinds 1999, verbindt zich aan het Olympisch Plan 2028. Nederland heeft de ambitie uitgesproken om de Spelen naar ons land te krijgen. Daarvoor zal het op Olympisch niveau moeten komen. Waar beter te beginnen dan bij Ernst & Young zelf? Ernst & Young is voorloper op het gebied van de investering in de vitaliteit van haar medewerkers. In mei 2010 werd Fit4theJob geïntroduceerd. Een programma dat in samenwerking met de Erasmus Universiteit in Rotterdam en het bedrijf Lifeguard – partner in Health and Performance management – ontwikkeld werd. Ruim 5000 medewerkers in Nederland en België krijgen door participatie in dit programma de kans om fysiek, mentaal en emotioneel een betere balans te vinden om zo het maximale potentieel te benutten en meer bedrijfsresultaat te behalen.
60
23 x 28 cm_EY_Coaches_of_Industry_Advertorial.idml 1
22-12-11 16:22
Eva Lim en Bram Peters vechten tegen zware blessures Een niet sporende knieschijf, haarscheurtjes in een tussenwervel of andere ernstige blessures zijn niet de dingen waar de Sporttoptalenten op zitten te wachten. Toch krijgen ook zij jammer genoeg te maken met de nodige kwetsuren. Door Sander Verrips
K
unstschaatsster Eva Lim is afgelopen seizoen behandeld aan een zware rugblessure. Op een training kwam het talent zwaar in botsing met een andere schaatsster en de gevolgen waren groot: “In eerste instantie had ik alleen een tand door mijn lip en wat blauwe plekken. Na een week kreeg ik ook pijn in mijn rug en dat werd steeds erger. Uit de MRI-scan bleek dat ik wat haarscheurtjes had in een tussenwervel. Het was gelukkig net geen hernia.”
Om te herstellen van de blessure moest Eva lang revalideren. Na een maand stil liggen werd ze intensief behandeld in een praktijk in Antwerpen. Drie dagen per week ging ze daarheen en het duurde een jaar om weer fit te worden. Inmiddels is ze weer bijna helemaal wedstrijdklaar. “De blessure heeft wel zijn sporen nagelaten. Mijn rug laat bijvoorbeeld niet toe dat ik mijn schaats met m’n hand bo-
ven mijn hoofd houd. Af en toe moet ik nog wat gas terug nemen als ik te veel train. Ik kan wel zeggen dat ik mijn lichaam beter ken na die blessure. Ik weet eerder wanneer ik rust moet houden of moet stoppen.” Na haar blessure heeft Eva haar ambities moeten bijstellen en is ook haar kijk op de sport veranderd. “Ik heb nu meer plezier in het schaatsen dan voor de blessure. Verder bekijk ik het nu wedstrijd voor wedstrijd en stel ik een doel. Dan kijk ik daarna wel of ik het doel gehaald heb.” Tijdens de revalidatie heeft Eva regelmatig contact gehouden met haar Sporttopmentor Marcel Wouda en ook met Wietske de Ruiter. “Ze waren meelevend en mentaal gaven ze me af en toe een opsteker. Maar ik was zelf degene die er voor zorgde dat ik weer helemaal voor mijn sport ging.”
Een andere pechvogel vorig seizoen was atleet Bram Peters. De sprinter heeft afgelopen jaar twee keer een kwetsuur gehad aan zijn onderlichaam. Begin vorig jaar een bovenbeenblessure en daarna kreeg hij Foto Chamid Soenar
Eva Lim voor haar blessure op het open NK van Eindhoven in 2010.
knieklachten. “Eerst had ik een lastige blessure aan mijn linkerbovenbeenspier. Dit kwam omdat deze spier ondertraind was geraakt na een spierscheuring het jaar ervoor. Door deze disbalans kreeg ik ook nog eens last van mijn hamstrings. Uiteindelijk ben ik hiervan hersteld door mijn linkerbovenbeenspier weer bij te trainen.”
Maar hier bleef het blessureleed van Bram niet bij, want ook de linkerknie werkte niet mee. “Ik had erg veel last van mijn knie. Na lang onderzoek bleek dat mijn knieschijf niet helemaal goed spoorde. Die knieschijf moet ik nu met wat tape aan de buitenkant van de knie naar binnen trekken.”
Net als Eva heeft Bram zijn ambities iets moeten bijstellen. “Ik was eerst vooral erg sterk op de 200 meter, maar tijdens de start had ik dan veel last van mijn blessures. Samen met mijn trainer heb ik toen besloten om meer voor de 400 meter te gaan. Daar kun je iets rustiger starten en ik heb ik ook minder last.” 61
Sporttop is niet alleen voor de allerbesten
Sporttop kan niet alle sporttalenten in Nederland helpen, daarom is er een aantal criteria waar talenten aan moeten voldoen. Indien een talent aan deze criteria voldoet dan komt het belangrijkste onderdeel van de selectieprocedure: het Sporttop-selectiegesprek. Door Gijs Huurneman
D
e criteria zijn objectief en gemakkelijk te toetsen. Zo moet de sport Olympisch of Paralympisch zijn en door meer dan 10.000 personen worden beoefend. De sporter moet tussen de 14 en 18 jaar zijn en in zijn of haar leeftijdscategorie tot de top drie van Nederland behoren. Daarnaast wordt het talent altijd bij de sportbond getoetst, omdat Sporttop op één lijn met de bonden wil zitten. Daniëlle Mouissie: “Wij willen geen talenten begeleiden, waar de bond niet achter staat. Het zal tenslotte niet de eerste keer zijn dat een ouder zijn eigen kind fantastisch vindt. Vandaar de nauwe samenwerking met de bonden.” Geeft de bond ook akkoord, dan volgt het persoonlijk gesprek met Sporttop om nader kennis met elkaar te maken en het belang of de noodzaak van de ondersteuning aan te tonen. Het intakegesprek heeft iets weg van een eerste sollicitatiegesprek. Een tikkeltje zenuwachtig stapt het veertienjarig sporttalent het kantoor van Sporttop binnen. Een klam handje als begroeting volgt. “Wat willen ze eigenlijk van me weten?”, vraagt het talent zich af. Daniëlle beaamt dat vooral de hele jonge talenten doorgaans niet weten wat Sporttop precies inhoudt is en wat de voordelen zijn. “Aan ons dus de taak om het talent op zijn gemak te stellen en uit te zoeken waar we het talent mee kunnen helpen. We proberen samen duidelijk te krijgen waar de behoeften van het talent liggen”. Talenten nemen vaak hun ouders mee naar een intakegesprek. “Dat levert soms grappige situaties op. Dan zijn het vooral de ouders die vertellen hoe ‘goed’ hun kind wel niet is. Maar daar prikken wij natuurlijk snel doorheen. We proberen het gesprek dan zo te sturen dat het talent zijn eigen verhaal kan vertellen. En dan mag de ouder uiteraard aanvullen waar nodig. Maar je hebt er ook talenten tussen 62
Foto Sybert Blijdenstein
Daniëlle Mouissie: “Wij zoeken intrinsieke motivatie.”
zitten die met hun rugzakje op helemaal vanuit Drachten alleen met de trein naar ons toe komen. Die vastberadenheid spreekt ons enorm aan. Het gaat tenslotte om de intrinsieke motivatie, een talent met ambitie, iemand die het hoogst haalbare wil bereiken”.
Een van de toelatingseisen bij Sporttop is dat het talent het commitment aangaat en dus ook bereid is wat terug te doen voor de stichting. Het opbouwen van een goede relatie met de mentor staat voorop. Verder is het verplicht een maandelijkse rapportage in te vullen, regelmatig een blog te schrijven en ons op de hoogte te houden van de ontwikkelingen. Daarnaast moeten de talenten, als het sportprogramma dit toelaat, aanwezig zijn bij Sporttop-bijeenkomsten. “Alleen
als het talent ons en de mentor op de hoogte houdt, kunnen wij de sporter goed helpen. We moeten echt weten wat er speelt in hun leven.”
Sporttop streeft naar een goede balans binnen de stichting. Daniëlle: “Wij willen een fifty-fifty-verdeling tussen jongens en meisjes en we ambiëren een grote diversiteit aan sporten. “We zijn nu bijna acht jaar bezig en sinds twee jaar hebben wij ook teamsporters bij Sporttop, zoals waterpoloster Kiki Geserick, volleybalster Celeste Plak en handbalster Celine Michielsen. Een vraag die vaak gesteld wordt is hoe Sporttop aan haar talenten komt. Daniëlle: “Dat gaat via verschillende kanalen. De sporters, of de ouders, melden zich aan via de website. Bonden dragen talenten voor of mentoren attenderen ons op talenten. Bovendien worden er vanuit ons netwerk ook toppers voorgedragen en tenslotte gaan we zelf actief op zoek naar talent. Dit levert jaarlijks zo’n 80 aanmeldingen op. De vraag is groter dan ons aanbod; een selectieprocedure is dus echt noodzakelijk.”
Kortom: niet iedere aanmelding wordt gehonoreerd. Wanneer je niet voor selectie in aanmerking komt, probeert Sporttop je wel de goede richting op te sturen. Het talent wordt bijvoorbeeld in contact gebracht met het Olympisch Netwerk in zijn regio. “Sommige sporters hebben slechts een duwtje in de goede richting nodig. En soms geven wij het advies om over een jaar weer bij ons terug te komen en ons in de tussentijd op de hoogte te houden van de resultaten. Nieuwe ronde, nieuwe kansen!” We zoeken niet alleen de allerbesten. Soms kiezen wij bewust niet voor de huidige nummer één, omdat de nummers twee of drie duidelijk meer begeleiding nodig hebben. Veel jonge topsporters hebben al goede faciliteiten om zich heen. Bij Sporttop draait het om de talenten die heel graag willen en vooral op mentaal vlak veel kunnen leren van een mentor. Het gevoel dat er altijd een onafhankelijke persoon is waar ze bij terecht kunnen. Iemand die ze begrijpt en uit eigen ervaring kan vertellen. “Dát is de essentie van Sporttop: kennis en ervaring delen en overdragen.”
Bestuur en Comité van Aanbeveling Het bestuur van Sporttop wordt gevormd door: Arjan Bos (voorzitter), Wiebe Brink (penningmeester) en Jochem Uytdehaage (secretaris). Het Comité van Aanbeveling van Sporttop is samengesteld uit Erica Terpstra (oud-voorzitter NOC*NSF), Frank van den Wall Bake (sportmarketing deskundige), Humberto Tan (media) en Johan van der Werf (oud-voorzitter directie Aegon Nederland). Het Comité van Aanbeveling stelt haar kennis en expertise vanuit hun specifieke achtergrond in de vorm van advies ter beschikking aan Sporttop.
Column
Kogelstoter met chihuahua
“K
un je van kogelstoten rijk worden? Want dan ga ik dat wel doen”, hoorde ik mijn werkzoekende broertje onlangs verzuchten. Dat zette me aan het denken, want ik had nog nooit een kogelstoter met een Chanel-tas en Swarovski-oorbellen gezien. Voetballers in Lamborghini’s, tennissers in het bezit van drie huizen in de VS, een Caribisch eiland en een Europese hoofdstad. Hun vrouwen paraderend over de Champs Elysées met een chihuahua aan een glitterriempje. Een clichébeeld dat keer op keer wordt bevestigd door henzelf. Zulke vooroordelen bestaan niet over Olympische sporters. Nu zal er uiteraard gevoetbald en getennist worden door de groten der aarde in Londen, maar ik heb het over authentieke Olympische sporten. Zwemmen, atletiek, roeien, turnen. Zie je Dafne Schippers over vijf jaar al een glamourbruiloft vieren? Of scheurt Anthony van Assche in een sportwagen voorbij? Waarschijnlijk niet. Een verschil tussen deze sportbeoefenaars en de ‘commerciële’ sporters is dus vastgesteld. Vraag een kleine jongen naar zijn droombaan en hij zegt ‘voetballer’. En waarom dan wel? “Omdat ik dan rijk word.” Ze dromen allemaal van een supertransfer van 94 miljoen euro. Gelukkig zijn er nog de ‘Pieter van de Hoogenbandjes’ die niet kunnen voetballen en hun hart verpanden aan zwemmen. Dat is volgens mij het verschil. Het ‘houden van’. Het passioneel beoefenen van een sport. Er met hart en ziel voor gaan. Als jongeling kies je voor een sport. Soms omdat die vereniging het dichtst bij je huis is en soms omdat je een spectaculaire wedstrijd op tv hebt gezien. Eén ding is zeker, je doet het altijd voor je plezier. Dat is de essentie van een spel. Wat men ook beweert, sport blijft een spel. Het standpunt van de heroprichter van de Olympische Spelen, De Coubertin, geldt nog steeds: meedoen is belangrijker dan winnen. Het doel van veel jonge Sporttoptalenten is het bereiken van de Olympische Spelen. Zodra dat realiteit wordt, willen ze natuurlijk winnen en daar is niks mis mee. Maar ze zijn wel op dat punt gekomen met de juiste attitude. Ik ben ervan overtuigd dat ze daarom geen behoefte hebben aan een villa op Hawaï, maar genoegen nemen met een tweeonder-één-kap in Purmerend. Ze perfectioneren liever die ene oefening, zodat ze met een lach huiswaarts kunnen keren. Geen dollarteken in hun ogen te bekennen. Rijk worden van kogelstoten zit er voor mijn broertje niet in. Hij is zo mager dat een Oekraïense kogelstootster hem zo omver zou blazen. Zo’n strakke slip zou hem ook niet staan. Misschien als hij iets vindt waar zijn hart ligt, dat hij zich alsnog heel rijk voelt.”
Rosa Suikers
63
Van wildebras tot gedreven judoka juf die de goedlachse Jenny op het idee bracht om op judo te gaan.
Door Anne van Eijk “Ik stond op het podium in Malta en hoorde het Wilhelmus uit de speakers knallen. Tranen vulden mijn ogen. Ik was Europees kampioen! Dit was zonder twijfel het mooiste moment in mijn judocarrière tot nu toe. Mijn familie had het EK thuis via internet gevolgd. Iedereen huilde na mijn overwinning in de finale.” De Enschedese Jenny Snippe (15) komt uit een echte judofamilie. Haar vader en broertje judoën allebei en vroeger heeft ook haar moeder de sport beoefend. Toch was het de gym-
“Ik was een jaar of vijf en een echte wildebras. Met tikkertje duwde ik altijd net iets te hard zodat de ander op de grond viel. Judo bleek voor mij een goede manier om mijn energie kwijt te kunnen, mijn gymjuf had dus gelijk.” Judo is geen populaire sport onder jonge meisjes. Toch vonden mijn klasgenoten het vrij logisch dat ik ging judoën. Dat kwam denk ik doordat ik veel met jongens omging.
Doorzettingsvermogen is mijn sterkste punt. Ik geef nooit op. Als het seizoen in januari weer begint, train ik elke dag. Ik ben veel op pad, mijn trainingen zijn in Heerenveen en Nieuwegein. Daarnaast train ik twee keer in de week bij mijn eigen vereniging, Stichting Judosport Oost, in Enschede.
Tijdens die trainingen judo ik met alleen maar jongens. Het geeft een enorme kick om grotere jongens op de grond te smijten. Mijn grootste valkuil is dat ik voor een wedstrijd denk dat ik niet kan winnen. Zo moest ik bijvoorbeeld een keer tegen een Japanse judoën. Het enige wat ik de hele dag kon denken was: help, ik moet tegen een Japanse judoën. Het gevolg was dat ik die wedstrijd verloor. Op mentaal gebied wil ik stappen maken. Ik denk dat mijn mentor bij Sporttop, Rianne Guichelaar, me kan helpen om positief te blijven denken. Toen ik door de Judobond werd voorgedragen bij Sporttop twijfelde ik geen moment. Het is wel fijn om iemand te hebben waar ik mijn ervaringen mee kan delen. Iemand die weet van het reilen en zeilen in de topsportwereld.”
Rianne Guichelaar “Jenny en ik zijn allebei nieuw bij Sporttop. We hebben elkaar al over kort ontmoet en kennis gemaakt. Ze kwam over als een spontane en leuke meid. Ik hoop mijn ervaring als topsportster op haar over te kunnen dragen.” Foto Yvette Heijt Foto Frits Bom
64
Advertorial
Werken aan sportieve ambities Je bent jong en een tweede carrière na de sport lijkt nog mijlen ver weg. Toch is het belangrijk om je hier alvast op voor te bereiden. De nu 25-jarige Jasper de Jong kwam hier al vroeg in zijn judocarrière achter. “Ik realiseerde me dat ik talent had, maar al snel was het voor mij heel logisch dat ik iets naast mijn sport moest doen om me ook op ander vlak te ontwikkelen.” Jasper koos voor een studie aan de Randstad Topsport Academie waarmee hij beide zaken goed kon combineren. Daardoor is hij nu goed op weg naar de kwalificatie voor de Olympische Spelen in Londen.
Rust en zelfvertrouwen
Niet alleen het doorzettingsvermogen en de positieve instelling van Jasper dragen bij aan dit succes, maar ook de ondersteuning die hij van Randstad als partner van NOC*NSF krijgt. Jasper heeft aan de Randstad Topsport Academie de flexibele hbo-opleiding Commerciële Economie gevolgd. Daarnaast kreeg hij coaching bij het plannen van zijn studie, het vinden van een stageplek en nu bij het vinden van een topsportvriendelijke werkplek. Hij krijgt alle ruimte om zijn topsport op nummer één te zetten. Dat Jasper zich ontwikkelt op maatschappelijk vlak, geeft hem rust en zelfvertrouwen: “Die combinatie maakt dat je goed in je vel zit en daar haal ik vertrouwen uit voor mijn sportieve ambities.”
Goud op de Werkvloer
Het programma Goud op de Werkvloer is een samenwerking tussen Randstad,
NOC*NSF en Sport & Zaken. Het biedt topsporters de mogelijkheid om werkervaring op te doen na(ast) hun topsportcarrière. Jasper wordt momenteel door Birgit Lempers, een adviseur van Randstad, begeleid naar een topsportvriendelijke werkplek, waarbij er rekening gehouden wordt met zijn topsportschema. “Als je maximaal zestien uur per week beschikbaar bent, heb je beperkte mogelijkheden om te werken.” Samen met Birgit zoekt Jasper naar de beste combinatie afgestemd op zijn wensen. “De werkgever moet zich ervan bewust zijn dat hij een topsporter in huis haalt en flexibiliteit moet kunnen bieden. Hier voor krijgen ze iemand met gouden vaardigheden en kwaliteiten terug. Want die heeft een topsporter tenslotte nodig om de top te bereiken”, aldus Birgit.
Combineer je ambities
Voor jou als status sporter biedt Randstad de mogelijkheid om je sportieve ambities te combineren met je maatschappelijke ontwikkeling en je tweede carrière. De loopbaanadviseurs bij Randstad stellen je sportcarrière voorop en begeleiden je op individuele basis.
Sporttop en Randstad Sporttop vindt het belangrijk dat getalenteerde sporters goed nadenken over hun loopbaan. Randstad steunt Sporttop in deze gedachte. Loopbaanadviseur Birgit Lempers van Randstad benadrukt het belang van de samenwerking. “Uit onderzoek blijkt dat het goed is om zo vroeg mogelijk bewust te zijn van je maatschappelijke ontwikkeling. De jonge talenten van Sporttop kunnen we hierin begeleiden en blijven volgen.” Meer weten over wat Randstad voor jou kan betekenen? Kijk op www.randstad.nl/carrierecoaching
65
Hartsvriendinnen op weg naar de top Inge Hendrikx (16) en Elise Sterk (17) zijn de beste vriendinnen van Sporttoptalent en tennisster Erika Vogelsang. Misschien dat het drietal het wel zo goed kan vinden omdat ze allemaal op het hoogste niveau hun sport beoefenen. Inge is net als Erika terug te vinden in de top honderd van Nederlandse tennissters. Terwijl Elise met haar club HBS Craeyenhout hoge ogen gooit in de hockeycompetitie. Een portret van Erika door de ogen van twee hartsvriendinnen. Door Maruschka van Soest
Floris Jan Bovelander nieuwe mentor Erika Erika heeft bij Sporttop net een nieuwe mentor gevonden in ex-hockeyinternational Floris Jan Bovelander. Eerst was dat Renate Groenewold, maar de oud-schaatsster was te druk met het begeleiden van Team Groenewold. Erika: “Ik heb Floris Jan nu één keer ontmoet tijdens het Univé Gym Gala. Ik heb toen met hem besproken dat het belangrijk is dat ik op mentaal gebied nu echt stappen ga maken. Anders is het te laat. Ik hoop dat hij me daar samen met mijn sportpsycholoog bij kan helpen. Het besef dat ik goed kan tennissen is er, maar tijdens een wedstrijd ga ik twijfelen aan mijn eigen kunnen. Ik weet dat er iets moet veranderen, in mijn eentje lukt me dat niet. Winnen is belangrijk voor mij. Ik haat verliezen. Nu loop ik te vaak tegen onnodige nederlagen aan.”
66
Inge over Erika
Elise over Erika
Erika in drie woorden: betrouwbaar, grappig en zorgzaam
“W
Erika in drie woorden: betrokken, eigenzinnig, vechtersmentaliteit
e leerden elkaar zeven jaar geleden kennen tijdens een jeugdtoernooi. Toen we allebei door de tennisbond geselecteerd werden en in Rotterdam gingen trainen, heb ik haar echt goed leren kennen. Erika en ik zijn allebei makkelijke praters, misschien dat we het daarom zo goed met elkaar kunnen vinden. Afspreken buiten tennis om is lastig, omdat we zo ver uit elkaar wonen. Zundert ligt niet echt om de hoek bij Den Haag. Af en toe logeren we een weekendje bij elkaar en ik zie haar natuurlijk bij de toernooien. En ja, soms pakt de loting zo uit dat we tegen elkaar moeten spelen. Dat is niet leuk, maar het gaat dan wel hard tegen hard. We willen allebei winnen. Vroeger verloor ik altijd van haar, maar de laatste twee keer heb ik gewonnen. We zijn aan elkaar gewaagd. Het niveauverschil is miniem, dus de volgende keer wint zij misschien weer. Als we tegen elkaar spelen weet ik van tevoren dat ik honderd procent gefocust moet zijn, anders verlies ik sowieso. Erika slaat ontzettend hard. De service is haar wapen, daarmee kan ze een tegenstander echt onder druk zetten. Als ze haar dag heeft kan ze van iedereen winnen, Foto Archief Erika Vogelsang maar soms gelooft ze daar De vriendschap spat er van af: Inge en Erika (R). zelf niet in. Mijn vriendinnetje moet meer vertrouwen krijgen, dan kan ze nog meer uit zichzelf halen. Nu doet ze zichzelf vaak te kort. Waar ik haar voor het laatst over gesproken heb? Dat was over die ene leuke jongen, maar ik mag hier verder niks over zeggen, dan doet ze me iets….”
“E
en goede vriendin en een rots in de branding. Erika staat altijd voor me klaar en ze luistert ook echt als ik iets vertel. We ontmoetten elkaar voor het eerst in de tweede klas van de middelbare school, dus we kennen elkaar nu bijna vier jaar. We hadden direct een klik en denken hetzelfde over veel dingen. Daarnaast zijn we allebei erg sportief. Ik heb dan misschien weinig met tennis, maar hockeyen op hoog niveau komt eigenlijk op hetzelfde neer. We hebben hetzelfde doel voor ogen en willen onze sport zo goed mogelijk beoefenen. We begrijpen heel goed waar de ander mee bezig is. Tennis kan haar ver brengen. Ze wil heel graag beter worden en doet er alles aan om hogerop te komen. Als Erika een wedstrijd verloren heeft of geblesseerd is geraakt, is ze niet te genieten. We zien elkaar dagelijks en dat leidt wel eens tot irritaties. Erika heeft heel erg haar eigen willetje, daar kan ze af en toe in doorslaan. Ze houdt dan weinig rekening met haar omgeving. Als zij bijvoorbeeld naar huis wil, dan moet ik meteen mee. Ze vraagt dan niet wat ik wil. Maar de leuke momenten overheersen. Een paar weken geleden gingen we uit eten en daarna stappen. Het was voor Erika de eerste keer dat ze uitging. Dat was heel leuk om mee te maken en als kers op de taart zoende ze ook nog eens met een superleuke jongen. Hij is nog een stukje langer dan zij. Dat komt niet vaak voor. Aan die avond hebben we leuke herinneringen over gehouden. Misschien was dit trouwens wel een geheim en had ik dit helemaal niet mogen vertellen. Maar ik weet zeker dat dit niet haar enige geheim is….”
Erika over Elise
Erika over Inge
“Inge is een allemansvriend. Ze kan met iedereen goed opschieten. Een beetje gek, net als ik, maar wel op een leuke manier. Samen kunnen we heel druk zijn, maar Inge kan ook heel goed alleen zijn. Dan is ze heel rustig. Als ik haar in een woord zou moeten omschrijven dan is ‘lief’ denk ik het meest op haar van toepassing. Ze is heel betrokken en zal me nooit laten zitten. Ik kan hoe dan ook van haar op aan. Op de tennisbaan zijn we tegenpolen. Zij moet werken aan haar service, terwijl dat mijn wapen is. Ook is ze fysiek minder sterk. Toch heb ik laatst twee keer van haar verloren. Ze speelt intelligent en kan iemand makkelijk uit haar spel halen. Omdat ik zo aanvallend speel is het tactisch slim om op ‘vastheid’ tegen mij te spelen. Dat betekent zo veel mogelijk ballen terugbrengen. Op die manier word ik gedwongen het spel te maken. En dan ga ik fouten maken.”
Foto Archief Erika Vogelsang
Erika (L) en Elise zijn behalve topsporters, beste vriendinnen.
“Mijn schoolmaatje. Ik ken haar sinds de tweede klas van het Segbroek college in Den Haag. We zitten altijd naast elkaar. Ik mis van elk vak een les, dus soms zit ze alleen. Maar als ik er wel ben, zijn we onafscheidelijk. Ze begrijpt de tennissport niet echt. Zo snapt ze bijvoorbeeld het schema niet. Soms vraagt ze hoeveelste ik geworden ben. Dit is lastig uit te leggen als je bijvoorbeeld in de twee ronde verliest. Dan zit je vaak tussen plek zestien en 32 in. Wat dat betreft begrijp ik hockey misschien beter. Elise wint bijna altijd met haar team. Dus ik doe in het weekend extra mijn best, zodat ik op maandag ook kan vertellen dat ik gewonnen heb.”
67
ZELDEN EEN FRiETJE, SpORADiSCH EEN BiERTJE EN STEEvAST vROEg NAAR BED. iS DAT LEuk? NiET ALTiJD. Maar als topsporter houd je niet van half werk. het is erop of eronder, de dood of de gladiolen. DAAROM CONCENTREER JE JE vOLLEDig Op JE DOEL: DE WEg NAAR DE TOp. ALLE HEiSA EROMHEEN, BiJvOORBEELD MET gELD EN vERZEkERiNgEN, kAN JE gESTOLEN WORDEN. gEEN pROBLEEM; DAARvOOR HEB JE DE RABO TOpSpORTDESk. Laten we eerlijk zijn: topsporters zijn op z’n zachtst gezegd een beetje apart. Als anderen de deur uit gaan om te gaan stappen, kruipen zij onder de wol. En als anderen zich nog een keer omdraaien, zijn zij al weer aan het trainen. Topsporters ontzeggen zichzelf allerlei leuke dingen om de top te kunnen halen. Sommige mensen spreken van oogkleppen. Wij van de Rabobank spreken liever van focus. Focus op de lange termijn. En daar hebben wij iets mee. Bijzonder Heb je als sporter de A-status of de B-status of ben je door NOC*NSF aangemerkt als high potential? Dan ben je bepaald geen doorsnee Nederlander. Neem nou je inkomen. Breek je door, dan ga je – afhankelijk van je tak van sport – wellicht veel geld verdienen. Maar ben je langdurig geblesseerd, dan ziet je inkomensplaatje er ineens heel anders uit. Zeker als je geen teamsport beoefent. Je inkomen kan enorm schommelen. Meld je je bij een bank voor een hypotheek, dan ben je ook bepaald geen standaardgeval. Banken kijken immers (onder meer) naar wat je tot dan toe hebt verdiend. Maar je bent niet in loondienst; je kunt dus geen werkgeversverklaring overleggen. Een ondernemer ben je evenmin. Je kunt dus niet de vereiste drie jaarrekeningen op tafel leggen. Hoe nou verder? Stel, je bent in het buitenland op vakantie maar besluit daar ook te gaan trainen. Hoe moet je dan verzekerd zijn? Zakelijk of privé? Of: je raakt je bankpas kwijt. Moet je dan – net zoals andere rekeninghouders – met een legitimatiebewijs naar de bank (in Nederland) om een nieuw pasje aan te vragen? En stel nou dat je de top hebt gehaald en vermogen hebt opgebouwd, hoe zet je dat dan veilig weg, zodat je er tot in lengte van jaren plezier van hebt? oplossingen Het antwoord op deze en allerlei andere vragen is: de Rabo Topsportdesk. Daar heb je één contactpersoon: Hugoline van Hoorn of Bas van den Hurk. Allebei gek van sport; Hugoline verdiende zelfs tien jaar lang de kost met squashen. Hugoline en Bas bedienen talloze topsporters met advies en maatwerk. Bas: “Wij kennen heel veel topsporters, actief in allerlei takken van sport. We kennen hun situatie van haver tot gort, we weten wat hun bezighoudt en we bieden oplossingen. Zo hebben we voor aankomende topsporters de Topsportrekening. Als zij meer verdienen dan is toegestaan bij het stipendium dat ze ontvangen, kan het surplus aan sportinkomsten worden afgestort op deze rekening. Die is geblokkeerd; daarom is dat toegestaan.” Hugoline: “Een ander voorbeeld is onze speciale zorgverzekering. Die biedt onbeperkte fysiotherapie. Bovendien zijn de premies voor de basisverzekering en voor de aanvullende verzekering lager. Daarnaast hebben we een reisverzekering met zowel een zakelijke dekking als een privé dekking. We kijken met de topsporter terug en vooruit, denken mee en dekken risico’s af. Of het nou gaat om hypotheken, verzekeren, sparen, beleggen, pensioen of vermogensbeheer. Dat is de Topsportdesk van de Rabobank. Een bank met ideeën.”
raBoBank topsportdesk
Telefoon: (040) 293 65 95 E-mail: topsportdesk@eindhoven-veldhoven.rabobank.nl internet: www.topsportdesk.nl
Dromen van een plek tussen de Afrikanen tienjarige haalde hij een sensationele bronzen medaille op de tien kilometer op de weg in de leeftijdsklasse tot en met negentien jaar. Zijn nog prille carrière kent dan ook vooral hoogtepunten.
Door Ryan Baij Bart van Nunen zit er relaxt bij aan de keukentafel. Met een grote glimlach vertelt hij over zijn kennismaking met hardlopen en Sporttop, zijn ambities en zijn concurrentie. Reden tot lachen heeft Bart namelijk genoeg. Als vijf-
Foto Archief Bart van Nunen
“Ik ben op mijn negende begonnen met atletiek. Ik deed al een tijdje niet aan sport en mijn vader vond dat ik iets moest gaan doen. Uiteindelijk heb ik gekozen voor atletiek. Ik had gelijk veel motivatie om beter te worden, omdat ik vroeger altijd de langzaamste uit de klas was. Nu blijkt dat ik toch aanleg heb om echt snel te zijn.
Ik zit op dit moment in de vierde klas van het vwo. Ik vind school erg belangrijk, want als ik een blessure oploop, waardoor ik nooit meer kan sporten, heb ik iets achter de hand. Als over een paar jaar blijkt dat ik bij de top van de hardloopsport hoor, kan ik er altijd nog vol voor gaan. Op de grote toernooien zijn het nu de Kenianen en Ethiopiërs die de beste tijden lopen, maar ik zou het echt mooi vinden om als blanke jongen tussen al die Afrikanen op een Olympisch podium te staan. Dat is het ultieme doel.”
Ik hoorde voor het eerst van Sporttop toen ik het magazine meekreeg van mijn trainer, Addie Ruiter. Maar we dachten dat mijn tijden in wedstrijden niet goed genoeg waren om bij Sporttop te komen. Totdat ik vorig jaar de limiet liep om in de nationale selectie te komen. De Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie heeft mij uiteindelijk met Sporttop in contact gebracht. Ik vind het belangrijk dat Sporttop mij op mentaal vlak helpt. Mijn mentor, Bastiaan Tamminga, is een ex-topzwemmer. Hij heeft alles al een keer meegemaakt en kan mij dus in elk proces helpen. Verder vind ik het leuk dat ik ervaringen kan uitwisselen. Niet alleen met mijn trainer, maar ook met andere Sporttoppers. Door zowel met mijn mentor als met andere sporters ervaringen uit te wisselen, denk ik dat ik sneller tegenslagen kan verwerken. Zij zijn ook allemaal topsporters en hebben te maken met hoogte- en dieptepunten.
Bastiaan Tamminga: “Zelf heb ik veel pieken en dalen in mijn loopbaan gekend. Het is belangrijk van de tegenslagen te herstellen en daar kan ik Bart mee helpen. De kennis die je als topsporter opdoet, is uniek en kan ik als mentor op het talent overbrengen. Elke individuele sporter bereidt zich mentaal hetzelfde voor. Ik weet wat hij doormaakt. Daarnaast kan ik hem leren over topsport te praten.” 69
‘Diabetes hoeft geen b Sporttopmentor Bas van de Goor (40) heeft een bijzondere medaille in zijn prijzenkast. In 1996 won hij Olympisch goud in Atlanta. Blessureleed kenmerkte, naast de vele successen, zijn carrière. In 2003 werd diabetes mellitus type 1 bij hem geconstateerd. De ex-volleyballer vertelt over zijn loopbaan, diabetes en de foundation die hij heeft opgericht.
Door Erik Jan Homan
“H
et Olympisch goud van 1996 is het absolute hoogtepunt uit mijn sportcarrière. We hadden eindelijk Italië verslagen op een groot toernooi. Bij de Spelen van 1992 in Barcelona, het WK in 1994 en het EK in 1995 was dat niet gelukt. Als we tijdens de Spelen van Atlanta weer tweede waren geworden achter Italië, was dat voor het vijfde jaar op rij geweest. Dan hadden we een heel ander stempel gekregen.
Aan mijn periode in Italië heb ik goede herinneringen. Ik heb een geweldige tijd meegemaakt. Het was gewoon fantastisch om daar acht jaar lang te mogen trainen, spelen en leven. Na deze periode in het buitenland keerde ik in 2002 terug in Nederland. Hier ben ik gaan spelen voor mijn oude club Dynamo uit Apeldoorn. Maar tijdens dat seizoen sloeg het noodlot toe. Ik voelde me niet zo lekker, was erg vermoeid en moest veel vaker plassen dan ik gewend was. Tien dagen na de eerste symptomen wist ik dat ik diabetes type 1 had. In die tijd heb ik niet gevolleybald, 70
Foto fotohoogendoorn.nl
Midden jaren negentig speelde Bas bij het Italiaanse Modena.
n belemmering te zijn’ dat kon ik allemaal niet volhouden. Vanaf dat moment ben ik bezig geweest om terug te komen. Het duurde uiteindelijk vier weken voor ik mijn eerste wedstrijd weer speelde.
Op het moment van de diagnose had ik geen idee wat de ziekte precies inhield. Ik dacht dat het alleen bij ouderen voorkwam. Het kwam niet in me op dat jongeren het ook konden krijgen. Misschien kwam die onwetendheid doordat ik niemand in mijn omgeving kende met suikerziekte. Ik vroeg me direct af wat het betekende voor mijn carrière. Als sporter ben je toch afhankelijk van je lichaam, dat functioneerde nu niet meer optimaal. Mijn geld verdiende ik met mijn lichaam. Ik was 32 en op dat moment wist ik dat mijn carrière niet zo heel lang meer ging duren. Het voornemen om zelf te bepalen wanneer ik stop, heb ik altijd gehad. Mijn lichaam hoeft dat niet voor mij te doen. Vrij snel na de diagnose heb ik een
persbericht rondgestuurd. Studio Sport pakte dat op. Zij kwamen met informatie waaruit bleek dat er ook andere sporters zijn die suikerziekte hebben. Één daarvan is de Britse roeier Sir Steve Redgrave. Na de vierde keer Olympisch goud kreeg hij te horen dat hij diabetes type 1 had. Zijn doel was toen om nog één keer de beste te zijn op de Spelen. In 2000 lukte dat, hij veroverde de gouden plak voor de vijfde maal. Die overwinning maakte hem een legende en dat inspireerde mij. Ik wist toen meteen dat er ondanks mijn ziekte nog veel mogelijk was. Alles eigenlijk. Als je Olympisch goud kan winnen op dit zware onderdeel, dan moet je toch ook tegen een balletje kunnen slaan, dacht ik.
Met de combinatie ‘topsport en diabetes’ hadden de mensen die mij behandelden weinig ervaring. Zij zijn samen op zoek gegaan naar iemand die daar wel verstand van had. Zo kwam ik terecht bij sportarts
Sporttopmentoren & foundations Naast Bas van de Goor zijn er meer Sporttopmentoren met een eigen foundation. Enkele hiervan hebben wij op een rijtje gezet. Richard Krajicek, oud-mentor
De Richard Krajicek Foundation wil sportieve activiteiten stimuleren voor jongeren in wijken waar de mogelijkheden beperkt zijn. Dit moet plaatsvinden in een sociaal veilige situatie. De drempels in die wijken bestaan naast de fysieke afstand tot een sportaccommodatie, ook uit culturele- en financiële problemen. Richard zorgt met zijn foundation voor ‘playgrounds’ in de wijken. www.krajicek.nl Bibian Mentel, mentor van Dafne Schippers
faciliteren van mensen met een fysieke beperking. Het doel is deze mensen aan het sporten te krijgen. Vooral op het gebied van boardsports, zoals skateboarden, wakeboarden en Bibian’s eigen sport: snowboarden. www.bibianmentel.com/mentelity.aspx Esther Vergeer, al jaren mentor; in verband met de Paralympische Spelen dit jaar geen talent. Jongeren en kinderen met een handicap worden op een sympathieke en praktische manier enthousiast gemaakt voor de gehandicaptensport. De Esther Vergeer Foundation stelt integratie en zelfredzaamheid van het kind bij de sportvereniging hierbij centraal. www.esthervergeerfoundation.nl Foto fotohoogendoorn.nl
De Mentelity Foundation van Bibian zorgt voor het motiveren, activeren en
In 2008 organiseerde de Bas van de Goor Foundation de Kilimanjaro Challenge. 71
Leo Heere. Hij heeft zelf ook type 1. In die tijd had hij al negentig marathons gelopen. Zijn kennis heeft hij zowel uit de praktijk, als uit de theorie. Hij heeft mij verteld dat de diagnose geen verschil hoefde te maken. Dat klopte ook. Ik heb aan duur, kracht, snelheid en explosiviteit niets ingeleverd.
In 2005 besloot ik om mijn carrière te beëindigen. De laatste jaren speelde ik vaker niet dan wel. Eerst heb ik negen maanden aan de kant gezeten met een hersentrombose. Daarna nog eens vijf maanden met een kuitspierblessure. Toen volgde in 2003 diabetes, waardoor ik een maand niet heb kunnen volleyballen. Op een gegeven moment had ik zoiets van: volgens mij geeft mijn lichaam een signaal af, het is mooi geweest. Petra Seegers, mijn huidige collega bij de Bas van de Goor Foundation, ontmoette ik tijdens een studiereis van tien dagen. We hadden het continu over sport en diabetes. We vonden dat we daarmee iets moesten gaan doen. Het initiatief voor een foundation hebben we toen uitgezet. De doelstelling was een soort platform creëren waar wij konden laten zien dat sport en diabetes samen gaan. De missie van de ‘Bas van de Goor Foundation’ is de kwaliteit van leven voor mensen met diabetes te verhogen door middel van sport.
De bedoeling van de foundation is niet om mensen met diabetes gerust te stellen. Maar zij kunnen wel zien dat wij er op een positieve manier mee omgaan. Dat geeft ze toch een beetje rust en vertrouwen. Het is een handvat om op een andere manier naar hun eigen ziekte te kijken. De knop omzetten kunnen wij niet, dat moet iedereen zelf doen. Voor kinderen organiseren we bij grote sporttoernooien specifieke clinics. Zo hebben we bij ‘Indoor Brabant’ een aantal paardensportclinics gegeven. In Eindhoven bij de ‘Swim Cup’ staat ons evenement in het teken van de zwemsport. Op deze manier brengen wij veel verschillende
sporten onder de aandacht. Tijdens deze clinics vertellen we over de combinatie sport en diabetes en is het mogelijk de sport zelf te beoefenen. Wij hebben met een aantal vertegenwoordigers van de foundation deelgenomen aan de marathon van New York. De groep bestond uit zowel mensen met diabetes type 1 als type 2.
De ‘Kilimanjaro Challenge’ in 2008 was ons mooiste evenement. Acht mensen met diabetes type 1 gingen samen naar het hoogste punt van Afrika. Het hele project was geweldig. We hebben een film en een boek gemaakt over dit avontuur, waar we een hechte club vrienden aan over hebben gehouden.” Zie ook www.bvdgf.org
Foto Fotohoogendoorn.nl
Bas van de Goor tijdens de marathon van Beijng in 2007.
‘Het is leuk om mentor te zijn van iemand uit een andere tak van sport’ Wat vind je van Sporttop?
Waarom ben je Sporttopmentor geworden?
“Een geweldig initiatief van Jochem, vooral dat je mentor bent van iemand uit een andere sport. Zo gebeurt het niet dat je je gaat mengen in sporttechnische zaken. Ik ben nu ongeveer drie jaar mentor van Mike Marissen, een talentvolle zwemmer. Van zwemmen weet ik vrij weinig, maar dat hoeft ook niet als Sporttopmentor.” Hoe gaat het contact met Mike?
“Het is goed om advies te krijgen van mensen die geen belang in je hebben. In de sport zijn er gewoon een paar wetten die sommigen al hebben doorlopen. Het is goed om van hen te horen wat je nou wel moet leren en wat niet. Ik heb verstand van carrièreplanning, maar niet van zwemmen.”
“Mike moet getriggerd worden. Daarom heb ik zijn tijden vergeleken met de wereldrecords bij de vrouwen. Het is leuk als Mike kan zeggen: ‘Op deze afstand ben ik sneller dan alle vrouwen op de wereld.’ Dat heeft hij een paar keer bereikt, dus dat gaat prima. Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat hij binnenkort de snelste wordt van alle mannen.”
“Een individuele sporter moet zelf zorgen dat hij alles goed regelt. Ik had het geluk dat bij een teamsport veel voor je wordt gedaan. Bij Mike is dat geen logica. Hij moet zelf inplannen wanneer hij meer kan trainen. Net als de beslissing te maken om materialen of voedingssupplementen aan te schaffen.”
72
Mike doet aan een individuele sport, terwijl je zelf een teamsport beoefende.
The Health & Performance
Advertorial
joy of movement
Lifeguard gelooft dat medewerkers met de juiste coaching fitter, productiever en veerkrachtiger worden. Vakbekwaamheid alleen is namelijk niet meer voldoende om te presteren, in een omgeving die steeds meer van mensen vraagt. Met de topsportwereld als inspiratiebron draagt Lifeguard bij aan de Olympische droom van ons land. U toch ook? Het bedrijfsleven heeft baat bij gezonde, gelukkige en betrokken medewerkers. Het is één van de doelstellingen in het Olympisch Plan voor 2028. De bijbehorende ‘Welzijnsambitie’ spreekt uit dat Nederland in 2016 een gezonde bevolking met fitte werknemers, vitale ouderen, en minder mensen met overgewicht heeft. De werkvloer is een van de meest krachtige omgevingen om gezondheid en vitaliteit te beïnvloeden. Immers, bedrijven hebben baat bij fitte werknemers op fysiek, mentaal, emotioneel en spiritueel vlak. Werknemers die met energie en passie aan de slag gaan zijn van vitaal belang en dragen bij aan de Olympische cultuur van Nederland. Lifeguard slaat een brug tussen de topsportwereld en het bedrijfsleven. Veel (oud)-topsporters ondersteunen Lifeguard bij het coachen van bedrijven. Sporttop-oprichter Jochem Uytdehaage is één van onze bedrijfsatleet-trainers’. De begeleiding door topsporters zorgt bij deelnemers voor een ex-
tra stimulans. Het doel van het programma is de fitheid en energie per deelnemer te verbeteren. Meer dan tachtig procent van onze deelnemers weet na afloop zijn energie beter te managen wat zorgt voor een betere werk-privé balans en duurzame topprestaties op de werkvloer. Lifeguard wil Nederland via het bedrijfsleven gezonder maken. Wij werken inmiddels samen met tal van gerenommeerde bedrijven. Deze succesvolle samenwerking heeft er aan bijgedragen dat het stokje steeds verder wordt doorgegeven door de bestuurders van deze bedrijven. Zo komt Nederland steeds dichter bij haar doel; een land met een gezonde bevolking en fitte werknemers. Geeft ook uw bedrijf straks het stokje door om Nederland verder te helpen aan haar Olympische droom? Website: www.lifeguard.nl; 030 2400638 Email: mikkelhofstee@lifeguard.nl 73
Triatleet zonder racefiets
Door Anne van Eijk Fanatisme zit de pas 16-jarige Jeffrey Reijnders in het bloed. De Aalsmeerder stond voor zijn definitieve door-
braak als zwemmer, maar moest ’s zomers noodgedwongen op zoek naar andere sportieve uitdagingen. In de zomermaanden ligt het jeugdzwemseizoen immers nagenoeg stil. Het was in die periode dat Jeffrey in contact kwam met de triatlon.
“Mijn vader deed aan triatlon. Dat inspireerde mij om ook te gaan oefenen met fietsen en hardlopen. Ik mocht de oude racefiets van mijn buurman gebruiken om te trainen. De eerste triatlonwedstrijd waar ik aan meedeed, won ik meteen. Dat was het Nederlands kampioenschap. Na mijn tweede NK triatlon werd ik gescout voor het TriTalent Team. Dat is een team speciaal voor wedstrijdzwemmers en hardlopers die aan triatlon willen gaan doen. Ze voorzien de talenten van materialen en sportkleding. Zo kreeg ik onder andere de beschikking over een racefiets, hardloopschoenen en een zwemoutfit.
Foto Christian Kemp
74
Inmiddels zit ik al bijna twee jaar bij dit team. Volgend jaar moet ik naar een ander team, omdat ik de maximumleeftijd heb bereikt. Dit heeft tot gevolg dat ik ook mijn racefiets weer moet inleveren en er zelf eentje moet gaan aanschaffen. Mede daarom zit ik bij Sporttop. Ik hoop dat mijn mentor Edith van Dijk mij met een aantal tips kan helpen met het maken van een sponsorplan en het opbouwen van een netwerk. Daarnaast heb ik ondersteuning nodig bij het plannen van mijn schoolwerk. Daar had ik vorig jaar veel moeite mee, waardoor ik havo 4 nog een keer moet doen.
Mijn sociale leven is anders dan dat van mijn klasgenoten. Door de trainingen en wedstrijden mis ik bijvoorbeeld de feestjes van mijn klas. Dan hoor ik de volgende dag de leuke verhalen, maar kan ik er niet over mee praten. Laat naar bed gaan is er voor mij simpelweg niet bij. Elke ochtend om half zes, als iedereen nog ligt te slapen, lig ik alweer in het zwembad baantjes te trekken. Mijn klasgenoten zijn wel trots op me. Ze vinden het heel leuk dat ik zo goed presteer. Maar het kan altijd beter natuurlijk. Vooral het fietsen. Daar ga ik me dit jaar vooral op focussen. En in 2013 wil ik aan de Olympische jeugdspelen in Utrecht mee doen.”
Edith van Dijk: “Jeffrey weet heel goed wat hij kan en wat hij nog moet leren. Dat vind ik erg knap voor een 16-jarige jongen. Hij was heel blij met mij als mentor, omdat hij in de triatlon ook moet zwemmen in open water. Daar heb ik veel ervaring mee. Dus ik kan hem naast het helpen met plannen, ook nog wat tips over het zwemmen geven.”
8×
Jorien ter Mors
Jorien ter Mors (22) is shorttrackster en fase IV-talent bij Sporttop. Wij spraken Jorien in Thialf en pikten haar leukste uitspraken eruit. Door Carina Houwerzijl “Ik geniet van de vier weken rust die ik in een jaar heb. Dan doe ik ook echt helemaal niets!”
“Elke rit moet je zien als een finale en zo moet je hem ook rijden. Zeker op wereldniveau, anders ga je nooit hoog eindigen.” “Ik denk dat Sporttop een bijdrage heeft geleverd aan waar ik nu sta. Vooral de faciliteiten en de mentor die Bureau Sporttop aanbiedt hebben mij enorm geholpen.”
“Mijn hele leven draait om shorttrack. Het is niet alleen het schaatsen zelf dat me bezig houdt, ook op mentaal gebied en qua voeding komt er veel bij kijken. Als je denkt ‘vandaag heb ik er geen zin in’ of ‘patatje hier, patatje daar’, dan ga je daar natuurlijk niet beter van schaatsen.” “Een drankje doen met vriendinnen vind ik leuk. Nee, geen alcohol! Gewoon een sapje, water of een kopje koffie.”
“Supertrots ben ik op ons resultaat met het aflossingsteam van het afgelopen jaar. Europees kampioen en dan ook nog eens tweede worden op het WK.” “Afspreken met vrienden is moeilijk. Ik ben veel over de grens en als ik niet in het buitenland zit ben ik in Heerenveen om te trainen. Mijn vrienden in Enschede zie ik misschien één keer in het jaar, als ik geluk heb.” “Individueel heb ik een goed seizoen gehad. Als ik zo door blijf groeien komen er denk ik wel medailles aan.” Foto Carina Houwerzijl
75
Acrobatiek als bindmiddel Voorafgaand aan het kleurrijke en spectaculaire vijftiende Univé Gym Gala in december 2011 ontmoetten de talenten en mentoren elkaar in Almere. Op een gezellige manier kennismaken en ervaringen uitwisselen, daar draait het bij Sporttop om. Door Erik Jan Homan
Z
eiler Jolbert van Dijk (18) is als een van de eersten aanwezig bij de bijeenkomst van Sporttop. Als hij zijn mentor Chris Brands ziet, pakt Jolbert direct zijn telefoon en laat een foto aan Chris zien. “Dit wordt hopelijk mijn nieuwe boot, een 49er. Daar heb ik nog wel sponsoren voor nodig.” Chris kijkt vol bewondering naar het beeldscherm van de telefoon. “Die ziet er wel heel erg snel uit, wat gaaf!”
Als iedereen aanwezig is, nodigt Jochem Uytdehaage de mentoren, talenten en de chaufferende vaders uit voor een voorstelronde. Nieuwe talenten Bart van Nunen (atletiek) en Jeffrey Reijnders (triathlon), beiden zestien jaar, vertellen over hun prille carrière en hun plannen richting de Spelen van 2020. Edith van Dijk, de meervoudig wereldkampioene openwaterzwemmen, is ook nieuw bij Sporttop. Zij is Jeffrey’s mentor. Eveneens een nieuw gezicht tussen de mentoren is oudhockeyer Floris Jan Bovelander. Naast hem zit zijn Sporttoptalent Erika Vogelsang, een 16-jarige tennisster. Floris Jan is bij Sporttop gekomen, omdat hij vindt dat sporttalenten voldoende ondersteund moeten worden. Ook aanwezig is schaatser Aron Romeijn, die al vier jaar door Sporttop wordt begeleid. Vorig jaar was judoka Edith Bosch de mentor van Aron. Omdat zij druk is met de voorbereidingen op de Olympische Spelen van Londen, is voormalig verspringer Emiel Mellaard nu zijn begeleider.
Jolbert en Chris
Jolbert vertelt dat hij in september is overgestapt van de eenpersoons Laser Radial naar de tweepersoons 49er, 76
Foto Maikel van Dijk
Yuri van Gelder in actie tijdens het Gym Gala. hierna is het de beurt aan Chris. De naar een uitdaging zoekende triatleet is, na het zien van naar een documentaire, gefascineerd geraakt door een 6.800 kilometerslange fietstocht. De Coast to Coast Tour, deze gaat van oost naar west door de Verenigde Staten. Het belang van Sporttop zit in ogenschijnlijk kleine dingen, volgens Jolbert: “Afgelopen zomer was ik niet tevreden over het WK, dat gevoel heb ik met Chris gedeeld. Samen zijn we
tot de conclusie gekomen dat een evaluatie veel voor mij duidelijk kon maken.” Zijn mentor denkt daar anders over: “Het initiatief kwam echt van jezelf, Jolbert. Ik vroeg aan jou, waar jij baat bij zou hebben. Jij kwam met het idee voor een evaluatie.”
Gym Gala
Snel na de uitgelopen bijeenkomst van Sporttop gaat de hele groep naar het Topsportcentrum Almere voor het Univé Gym Gala. Dit grootse evenement bestaat uit acrobatiek, ritmische gymnastiek en turnen. De Canadese ‘Catwall Acrobats’ verbazen met hun spectaculaire trampoline-act. Twee trampolines zijn door middel van een muur gescheiden van elkaar. De zes behendige Canadezen gaan op, over en zelfs door de muur. Met grote ogen aanschouwen de Sporttoptalenten de perfecte uitvoering. Als jongleerballetjes gaan de acrobaten kriskras door elkaar heen. Nog meer wonderbaarlijke acrobatiek laat het Russische echtpaar Bobrov zien. Zij beelden een liefdesverhaal uit, hangend aan een touw in de lucht. Dit is een indrukwekkend staaltje lichaamsbeheersing met adembenemende trucs. “Zij moeten heel veel vertrouwen in elkaar hebben, anders
kan dit behoorlijk misgaan”, volgens Chris die vol bewondering toekijkt. De aanwezige kinderen vinden dit niet zo eng, in tegenstelling tot de horroract. Groen geschminkte acrobaten geven een komische uitvoering rond een aantal turntoestellen. Na de act gaan de griezels het publiek in, tot grote schrik van de allerkleinsten. De Nederlandse topturners Yuri van Gelder en Jeffrey Wammes krijgen een luidruchtig onthaal van het publiek. Wereldtoppers als meervoudig Olympisch kampioene Catalina Ponor en de Amerikaan Danell Leyva moeten het met minder applaus doen. Zij krijgen alle aandacht en lof van de overenthousiaste turncommentator Hans van Zetten.
Na het Gym Gala neemt iedereen afscheid van elkaar. Jochem wenst alle Sporttoptalenten veel sportief succes toe. Jolbert en Chris lopen samen naar buiten. “Je belt maar een keer, Jolbert.” “Dat zal ik zeker doen, tot ziens”, groet Jolbert. “Dat is het mooie aan Chris. Ik kan hem altijd bellen, zelfs op een doordeweekse middag.” Foto Maikel van Dijk
Meervoudig Olympisch kampioene Catalina Ponor uit Roemenië tijdens het Gym gala.
Foto Maikel van Dijk
V.l.n.r: Edith van Dijk, Jeffrey Reijnders, Bart van Nunen, Jolbert van Dijk, Chris Brands, Wietske de Ruiter en Daniëlle Mouissie.
77
Sportkalender 2012 Januari
15-28 TENNIS, Australian Open Wheelchair, Melbourne AUS 16-29 TENNIS, Australian Open, Melbourne AUS 16-29 WATERPOLO, EK, Eindhoven NED 17-29 HANDBAL, EK mannen, SER 23-29 KUNSTRIJDEN, EK, Sheffield ENG 27-29 SHORTTRACK, EK, Mladá Boleslav TSJ 28-29 SCHAATSEN, WK sprint, Calgary CAN 28-29 VELDRIJDEN, WK, Koksijde BEL 28-5 (feb) HOCKEY, Champions Trophy vrouwen, Rosario ARG
Februari
SCHAATSEN, NK allround, Heerenveen NED SHORTTRACK, WB, Dordrecht NED TENNIS, ABN AMRO World (Wheelchair) Tennis Tournament, Rotterdam NED BADMINTON, EK teams, Amsterdam NED BOBSLEEËN, WK, Lake Placid VS SCHAATSEN, WK allround, Moskou RUS
4-5 10-12 13-19 14-19 17-26 18-19
Maart
BIATLON, WK, Ruhpolding DUI SCHAATSEN, WB, Heerenveen NED ATLETIEK, WK indoor, Istanbul TUR SHORTTRACK, WK, Shanghai CHN WIELRENNEN, Milaan - San Remo, ITA SCHAATSEN, WK afstanden, Heerenveen NED KUNSTRIJDEN, WK, Nice FRA
1-11 2-4 9-11 9-11 17 22-25 26-1 (april)
April 1 8 15 15 22 26-28
Mei
WIELRENNEN, Ronde van Vlaanderen, BEL WIELRENNEN, Parijs - Roubaix, FRA ATLETIEK, Rotterdam Marathon, NED WIELRENNEN, Amstel Gold Race, NED WIELRENNEN, Luik-Bastenaken-Luik, BEL JUDO, EK, Tsjeljabinsk RUS
5-27 WIELRENNEN, Giro d’Italia, ITA 6-9 GOLF, KLM Open, Hilversum NED 14-27 ZWEMMEN, EK, Antwerpen BEL 21-27 TURNEN, EK, Montpellier FRA 23-27 ZEILEN, Delta Lloyd Regatta, Medemblik NED 27 ATLETIEK, FBK-Games, Hengelo NED 27-10 (juni) TENNIS, Roland Garros, Parijs FRA
78
Juni
6-8 8-1 (juli) 25-8 (juli) 27-1 (juli) 28-30 30-22 (juli)
Juli 6-8
27-12 (aug)
TENNIS, Wheelchair, Roland Garros, Parijs FRA VOETBAL, EK, OEK/POL TENNIS, Wimbledon, Londen ENG ATLETIEK, EK, Helsinki FIN MOTORSPORT, TT Assen, NED WIELRENNEN, Tour de France, FRA
TENNIS, Wheelchair, Wimbledon, Londen ENG OLYMPISCHE SPELEN, Londen ENG
Augustus 6-12 18-9 (sep) 27-9 (sep)
WIELRENNEN, Eneco Tour, NED WIELRENNEN, Vuelta a España, SPA TENNIS, US Open, New York VS
September 7-16 16-23 25-30
HONKBAL, EK Mannen, Nederland WIELRENNEN, WK, Valkenburg NED GOLF, Ryder Cup, Medinah, VS
Oktober 16-21 21
TAFELTENNIS, EK, Herning DEN ATLETIEK, Amsterdam Marathon, NED
November 4 22-25
ATLETIEK, New York Marathon, VS ZWEMMEN, EK kortebaan, Chartres FRA
December 1-9
4-16 12-16
HOCKEY, Champions Trophy mannen, Melbourne AUS HANDBAL, EK vrouwen, NED ZWEMMEN, WK kortebaan, Istanbul TUR
Foto Soenar Chamid
Foto Archief Watersportverbond
Foto Soenar Chamid
Foto Soenar Chamid
Advertentie
Infostrada Sports Group zoekt studenten met uithoudingsvermogen! Houd jij van sport en ben je op zoek naar een leuke bijbaan? Infostrada Sports Group zoekt sportgekke studenten die live statistieken van over de hele wereld willen verwerken.
Wat verwachten we van je? - een hoge mate van nauwkeurigheid - veel beschikbaarheid in weekenden - woonachtig in de omgeving Nieuwegein/Utrecht. Infostrada Sports houdt talloze voetbalwedstrijden en andere sportevenementen live bij. Van atletiek tot de Tour de France, van de Premier League tot de 4e klasse Noord. Goals, kaarten en resultaten worden direct de wereld ingestuurd via onder andere internet, SMS, Teletekst en Twitter. Heb je belangstelling? Mail dan naar info@infostradasports.com! 79
80