Sporttop Magazine 2013

Page 1

MAGAZINE

Kromo’s keuken

De roti van Ranomi

Gouden Dorian

‘Kiran is een rocket’ Jochem met Sharon van Rouwendaal:

‘Elk talent verdient een mentor’


even een kaartje zo verstuurd Waar je ook bent, met de KaartWereld app van PostNL verstuur je eenvoudig een kaartje per post vanaf je smartphone. Gebruik een eigen foto of kies een kaart uit onze collectie en verras vrienden, collega’s of opa en oma. Download de gratis app of kijk op kaartwereld.nl

MERK009 - Jongetje strand_230x280_07.indd 1

17-12-12 10:11


Inspire a generation De slogan die de organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen voor Londen 2012 had bedacht, was wat mij betreft helemaal ráák. Niet alleen in Groot-Brittannië leefden de Spelen als nooit tevoren onder de jeugd, ook in Nederland raakten veel kinderen in de ban van de prestaties van Marianne, Ranomi, Epke, Dorian en al die andere helden van Oranje. Nu zou ik mijn eigen zoon niet gelijk stimuleren om - hoog in de lucht zwevend - een driedubbele salto met schroef te gaan doen en dan achterwaarts een rekstok proberen vast te pakken… Eerst maar eens beginnen met een baantje borstcrawl, zou ik zeggen. Dan zien we daarna wel verder of hij nog steeds de ‘nieuwe Epke’ wil worden, zoals hij sinds dinsdag 7 augustus 2012 met droge ogen beweert. Kinderen inspireren om te gaan sporten. Om in beweging te komen. Dat is wat Londen wilde doen met de Spelen van 2012 en dat is óók wat wij graag willen met het Europees Jeugd Olympisch Festival (EJOF) in Utrecht. Van 14 tot 19 juli worden de ‘kleine’ Olympische Spelen in ons eigen land gehouden en dat is voor onze eigen nieuwe generatie dé kans bij uitstek zich te laten inspireren om de olympische toppers van straks van dichtbij te bewonderen. Trouwens, niet alleen de jeugd, maar álle generaties zouden wat mij betreft naar het EJOF moeten gaan kijken. Per slot van rekening zijn het toch de Olympische Spelen in het klein en als je van (top) sport houdt, hoef je dus niet per se tot 2028 te wachten… Ik denk dat vele Nederlanders zich nog wel eens achter de oren krabben, dat ze in 2005 niet een keer in Emmen of Groningen zijn gaan kijken toen ene Lionel Messi daar met het Argentijnse jeugdteam zijn opwachting maakte op het WK onder 20 jaar. Mijn eerste schreden op het internationale topsportpad, zette ik op het vorige EJOF in eigen land. Toen het evenement in 1993 in Valkenswaard werd gehouden, won ik drie gouden medailles. Maar vooral was ik onder de indruk van de vele toeschouwers en de entourage van dit multi-sportevenement. Die sportbeleving

van bezoekers en vrijwilligers gaf mij als vijftienjarige toen net het laatste zetje wat ik nodig had om ‘vol’ door te gaan voor de Olympische Spelen. Ik hoop en verwacht dat deze EJOF-editie in Utrecht twintig jaar later voor veel jonge, talentvolle Nederlandse sporters eveneens een springplank voor de echte Spelen zal zijn. Daarnaast is het EJOF in Utrecht voor trainers en andere begeleiders van talenten en topsporters-in-de-dop dé gelegenheid bij uitstek om kennis en ervaring uit te wisselen. Kennisdeling is niet voor niets een van de pijlers van mijn eigen Topsport Community: we hoeven per slot van rekening niet allemaal het wiel opnieuw uit te vinden! Alleen daarom al draag ik de Stichting Sporttop een warm hart toe. Ervaren rotten die jonge talenten begeleiden op weg naar de top: de ultieme vorm van kennisoverdracht! Ik wens alle talenten van Sporttop een enorm succesvol 2013! Wellicht zien we elkaar op het EJOF in Utrecht en anders misschien wel in Rio de Janeiro 2016? Tot slot wens ik alle lezers van dit Sporttop Magazine een mooi sportjaar en veel leesplezier toe met deze uitgave!

ogenband o H n e d n va r e t Pie SPORTTOP MAGAZINE | 3


Inhoud 6 10 17 24 31 35 38

63

46 49 52 55 63 58

4 | SPORTTOP MAGAZINE

31

Sporttop richt vizier op toekomst Terugkijken op Londen De strijd tegen blessures Anderen over Sporttop Jeske Kisters: even geen zeilster meer

Op de cover

Paralympische sport nu echt op de kaart 22 Koken met Kromo 25 Van talent tot wereldtopper Lobke Berkhout: ‘De oplossing is vaak 58 Dubbelinterview Dorian van dichterbij dan je denkt’ Rijsselberghe en Kiran Badloe Snowboarden en school gaan samen Leeuwendaal: expert in mentorbegeleiding Ouders leren van elkaar Zonder goede voeding geen goud Mentoren begeleiden talenten naar de top

65 70 72

Gouden volleybalduo blikt terug op ‘96

77 80

Univé Gym Gala

Talenten en hun sociale contacten Aniek van Koot en de meerwaarde van mentale training

En verder... 16 De vrije tijd van Bart van Nunen 20 Training in beeld met Karl Kosztka 29 Het ultieme geluksmoment 42 Koppellijst Sporttop 60 Training in beeld met Jeffrey Reijnders 69 Hoe is het met... Steven Le Fevre 75 Kwestie van kiezen met Walter Kalf 76 Gastcolumn: Thijs Zonneveld 78 De vrije tijd van Kiran Badloe 82 Sportkalender 2013

Sneeuw en strand in Sochi

10

65


Colofon Uitgevers Stichting Sporttop Jochem Uytdehaage Daniëlle Mouissie Wietske de Ruiter Drukker Drukkerij Moderna NV www.moderna.be Hoofdredactie Laurens Ippel, Tim Toet, Marek Veurtjes Eindredactie Paul van Beem, Martijn Kingma Ruben Koenes, Fabio Leenen Sam Porskamp (chef), Tim Reedijk Joep van Run, Jonathan Verhagen Marije van Weelderen Vormgeving Kelsey Fieret (chef), Mark Piket Mike Slottje, Nick Spaargaren Martijn Versteeg, Bart Visser Jasper van Westen Beeldredactie Rick Helmink Social Media Bart van der Helm, Jill van Warmenhoven Begeleiding Paul de Lange, Gert-Jan Peddemors Verschijning Deze uitgave is gemaakt door studenten van de School voor Journalistiek, Hogeschool Utrecht. Beeldmateriaal en achtergrondinformatie van de productie van het magazine zijn te vinden op: www.sporttop.nl/ magazine

Making of “Mensen! Alle stukken moeten echt nog langs mij komen voordat ze helemaal zijn goedgekeurd! Zo’n dt fout kan echt niet!’’ De stem van chef eindredactie Sam Porskamp knalt door het lokaal. De hele redactie schrikt op. Bij een van de artikelen is blijkbaar toch nog een spelfout aangetroffen. Dat mag echt niet meer gebeuren! Van begin november tot de kerstvakantie zijn wij, studenten van de minor sportjournalistiek aan de Hogeschool Utrecht, voor stichting Sporttop bezig geweest een tijdschrift in elkaar te zetten. Dat is gelukt, het resultaat van weken zwoegen, reizen en discussiëren heb je nu in handen. Wij als redactie zijn hier hartstikke trots op en hopen dat je het kan waarderen. Het schrijven van de teksten, herschrijven, inkorten en redigeren kostte veel tijd, om nog maar te zwijgen over de opmaak. Iedere millimeter van het blad is tientallen keren opnieuw bekeken om alle fouten eruit te halen. Naar mijn mening is dit zeker gelukt. De dagen op de redactie waren lang en zeker de laatste twee weken zeer vermoeiend voor iedereen. Maar zelfs op de drukste dagen bleef de stemming goed en werd er, ondanks de af en toe flinke kritiek op artikelen of opgemaakte stukken, toch goed samengewerkt. Iedereen heeft zijn stinkende best gedaan om er iets moois van te maken en alles voor de deadline af te krijgen. Deze minor heeft ons veel geleerd, niet alleen over elkaar, maar zeker ook over onszelf en onze kwaliteiten. Opmaaktalent kwam naar boven, onverwachte juweeltjes van teksten werden geschreven en ook ikzelf heb enorm veel gehad aan mijn weken als hoofdredacteur. Wat een ervaring! Wij zijn Sporttop dankbaar voor deze kans. Namens de hoofdredactie kan ik dan ook zeggen dat wij iedereen willen bedanken voor de medewerking aan de totstandkoming van dit tijdschrift. Waaronder alle fotografen van de minor fotojournalistiek en de fotografen die belangeloos hun foto’s ter beschikking hebben gesteld. Daarnaast bedanken we ook alle sporters en niet te vergeten onze begeleiders op de redactie, Paul de Lange en Gert-Jan Peddemors. De redactie wenst iedereen die dit blad openslaat veel lees- en kijkplezier!

Laurens Ippel

Copyright Sporttop Het overnemen van artikelen en berichten uit dit tijdschrift is slechts geoorloofd met bronvermelding en met schriftelijke toestemming van Stichting Sporttop.

SPORTTOP MAGAZINE | 5


‘De dromen van vandaag zijn het materiaal van morgen’ De lucht rondom Sporttop kleurt sinds afgelopen zomer goud, zilver en brons. Met een tevreden gevoel kijkt Sporttopinitiator Jochem Uytdehaage terug op de Spelen in Londen. Inmiddels is de focus weer gericht op de toekomst; een mooi moment om te horen hoe deze eruit ziet. Tekst: Jill Warmenhoven & Martijn Versteeg Fotografie: Jill Warmenhoven 6 | SPORTTOP MAGAZINE


In 2004 startte Sporttop met het idee om talenten te laten begeleiden door mentoren, destijds nog op kleine schaal. Inmiddels zijn er meer dan 25 koppels en heeft Sporttop de ambitie om te groeien naar vijftig. In deze barre economische tijden zal het niet mee vallen om partners of sponsoren te vinden. Hier is Jochem zich wel degelijk van bewust. “Bedrijven zijn er minder happig op, daarom moet je juist nu heel erg de samenwerking zoeken. De beperkte middelen effectief inzetten.”

Samenwerking

Samenwerking is dus essentieel voor het bestaansrecht. Daarom zoekt Sporttop de connectie met de nationale sportbonden en sportkoepel NOC*NSF. Deze organisaties zijn geen concurrenten, maar Jochem ziet Sporttop juist als een aanvulling. Bij de oprichting wilde Sporttop een zelfstandige organisatie zijn, maar hier komt Jochem, na negen jaar ervaring, op terug. “In het begin wilden we autonoom zijn om ons te ontwikkelen. Nu vind ik zeker dat we moeten samenwerken omdat we allen hetzelfde doel hebben: talenten beter maken.” Naast samenwerking is investeren in duurzame, langdurige relaties van cruciaal belang voor de toekomst. “Het mooiste zou zijn als een talent zich later wil inzetten als mentor. Dan is de cirkel rond. Ze moeten zich verbonden voelen met de organisatie omdat ze er zelf baat bij hebben gehad. Het moet niet voelen als een verplichting. “Je hebt betrokken mensen nodig die er met hart en ziel voor gaan”, aldus de voormalig schaatser. “Door deze binding creëer je continuïteit. Want binnen een organisatie als Sporttop zijn niet alleen financiële middelen nodig, verbondenheid en beleving zijn eveneens van levensbelang.”

crowdfunding

Ook de talenten zelf kunnen bijdragen aan het bestaansrecht van Sporttop. Ze kunnen zich

inzetten door middel van crowdfunding, sponsorwerving op kleine schaal. Via sociale media kunnen de Sporttoppers vrienden en familie meenemen in hun ervaringen. Op deze manier ontstaat er een binding tussen sporter en volger. “Je moet je volgers meenemen in jouw route naar goud. Daardoor zijn volgers eerder bereid te investeren in jou als talent.” Door mee te denken wat er met het geld gebeurt, komt er meer inzicht en vertrouwen. Het idee is om vijftig procent in het talent zelf te investeren, het overige deel wordt verdeeld over andere talenten en een klein percentage komt ten goede aan de organisatie zelf. Door dit systeem profiteert niet alleen de sporter van zijn eigen inspanningen, maar ook de andere talenten en dat is sympathiek. De economische situatie in Nederland zorgt ervoor dat grote sponsorbedragen uitblijven. Crowdfunding is een creatieve oplossing voor dit probleem en zal in de toekomst steeds belangrijker worden. Een andere manier om geldschieters te betrekken bij Sporttop is door experience-pakketten (p. 30) aan te bieden. Door een kleine groep genodigden een dag mee te laten lopen met een talent, wordt voor hen duidelijk voelbaar wat topsport is en wat een mentor bijdraagt. Beleving wordt steeds belangrijker. Sporttop speelt hierop in.

‘Het ultieme zou zijn als in de toekomst elke A-sporter een talent toebedeeld krijgt, te beginnen met de high potentials’

ANBI-status

Daarnaast heeft Sporttop dit jaar de eer zich een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) te mogen noemen. Deze status wordt verkregen wanneer een organisatie zich inzet voor welzijn en cultuur. Sport valt hier in principe niet onder. Doordat Sporttop de sporters niet alleen op het gebied van sport begeleidt, maar juist ook met randzaken, staat dit in directe verbinding met het welzijn van de talenten. Sporttop helpt talent naar een olympisch niveau te brengen en daarnaast voor te bereiden op het leven na de topsport. Het

Bob de Jong: voorbeeld duurzaam presteren Als iemand weet hoe het is om lang aan de top te staan, is het schaatser Bob de Jong wel. Daarom is hij voor Sporttop een goed voorbeeld van duurzaam presteren. Al in 1998 won hij zijn eerste olympische plak en tegenwoordig behoort hij nog steeds tot de beste van de wereld. In zijn jonge jaren had De Jong ook wel een mentor kunnen gebruiken. “De afweging tussen sport en het sociale leven moest ik altijd zelf maken. Feestjes of trainingen? De keuze was soms best lastig, maar zolang je plezier in jouw sport hebt is het makkelijker om opofferingen te doen.” Bob de Jong heeft bewezen dat hij het ook alleen kan, maar een organisatie zoals Sporttop had hem een helpende hand kunnen bieden. SPORTTOP MAGAZINE | 7


Het doel is jong sporttalent optimaal te begeleiden en te coachen.

Sponsor van de toekomst. 8 | SPORTTOP MAGAZINE

1012161 Advertentie Sporttop Magazine.indd 1

16-12-10 15:58


12-10 15:58

duurzaam begeleiden van de sporter, het kijken naar het totale welzijn en het creëren van bewustzijn over hun positie binnen de maatschappij zijn de redenen waarom Sporttop de ANBI-status toch heeft gekregen. Het grote voordeel van deze ANBI-status is dat giften van de belasting aftrekbaar zijn. Er wordt veel bezuinigd op dit soort financiële voordelen, daarom is het in deze tijden van crisis bijzonder dat Sporttop hier een beroep op mag doen. Naast financiële voordelen geeft het ook de erkenning dat de organisatie een bijdrage levert aan de maatschappij.

toekomstdroom

Hoewel de afgelopen Spelen een groot succes waren voor Sporttop, schept dit geen verwachtingen voor de volgende editie van het evenement. “Het streven is om het maximale uit een talent te halen. Voor de een zijn dat de Spelen, voor de ander een wereldkampioenschap. Het belang van het talent staat voorop”, stelt Jochem. Het aantal medailles en deelnames is voor Jochem niet cruciaal. “Het zou natuurlijk fantastisch zijn, maar Sporttop verbindt daar geen eisen of consequenties aan.” De Winterspelen in 2014 gaan vanzelfsprekend minder succes opleveren. Voor Sporttop zijn namelijk aanzienlijk minder sporters actief in Sochi dan in Londen. “Het gaat er om dat de talenten optimaal presteren.” Wat de toekomst betreft durft Jochem verder te kijken dan de Zomerspelen van Rio de Janeiro in 2016. “Het ultieme zou zijn als in de toekomst

elke A-sporter een talent toebedeeld krijgt, maar starten met de high potentials is de eerste stap. Of de naam Sporttop daar nog aan verbonden is, is voor mij niet relevant. Het gaat erom dat het idee is geïntegreerd. Dat zou ideaal zijn.” Sporttop streeft naar een hoger doel. “Talentbegeleiding moet onderdeel worden van georganiseerd sporten in Nederland.” Om dit te realiseren is er nog veel werk aan de winkel. Door te investeren in samenwerking, crowdfunding en beleving hoopt Sporttop dit doel te kunnen bereiken.

Wist je dat... • Sporttop uniek is vanwege het cross-sportprincipe (mentor komt uit andere tak van sport dan het talent)? • Er afgelopen zomer tien olympische medailles behaald zijn in Londen door Sporttoptalenten en -mentoren? • De Sporttoptalenten al vier gouden en drie zilveren olympische medailles hebben? • De twee T’s in het Sporttoplogo twee mensjes zijn die staan voor talent en mentor? • Sporttop Founder AEGON de Sporttoproeitalenten ondersteunt? Logisch als hoofdsponsor van de KNRB. • Sporttop in 2014 al tien jaar bestaat? • Sporttop sterker staat met TVM achter zich? • De Sporttopmentoren al zeventien gouden, tien zilveren en acht bronzen olympische plakken hebben behaald? • Sporttop te volgen is op Twitter via @sporttop en @sporttopmagazin?

SPORTTOP MAGAZINE | 9


‘Op de Spelen moet echt de knop om’ De Nederlandse sporters wonnen afgelopen zomer op de Olympische Spelen in Londen twintig medailles. Enkele maanden na het toernooi zocht Sporttop drie deelneemsters op. Een terugblik op de Spelen met zeilster Marit Bouwmeester (24), zwemster Sharon van Rouwendaal (19) en judoka Edith Bosch (32). Tekst: Bart Visser, Tim Toet & Laurens Ippel Fotografie: Soenar Chamid

Marit Bouwmeester

Het is alles of niets voor zeilster Marit Bouwmeester als ze in de medal race voor de laatste keer om de boei draait. Het gat met de nummer één is minimaal en ze zet alles op alles om de gouden plak te bemachtigen. Vlak voor de finish realiseert ze zich dat zilver het hoogst haalbare is. Na de finish weet ze zich geen raad met haar emoties: “Ik wist niet goed of ik nou moest juichen van blijdschap of huilen van verdriet. Als sporter ga je namelijk altijd voor het hoogst haalbare en dat was in mijn geval goud.” Uiteindelijk zit Marit teleurgesteld en vol ongeloof in haar boot, terwijl de winnares van de gouden plak helemaal uit haar dak gaat. 10 | SPORTTOP MAGAZINE

“Natuurlijk is het zuur als je zo lang zeilt voor goud en dan ‘maar’ zilver pakt. Ik zie het als een gemiste kans en het voelt alsof ik heb gefaald. De teleurstelling is groot en op dat moment weegt dat niet op tegen de winst van een medaille. Ik kon na de race niet blij zijn met mijn medaille. Ik had goud verloren in plaats van zilver gewonnen.” Terugkijkend op de race heeft Marit ook nog een tactisch puntje in haar voorbereiding dat beter had gekund: “Gewicht en windsnelheid zijn super belangrijk voor het zeilen. Er stond eigenlijk alleen


‘Dus achteraf heb ik voor de verkeerde tactiek gekozen, ik had zwaarder moeten zijn voor de races’

maar harde wind tijdens het hele toernooi, en dat was niet in mijn voordeel. Dat is gunstig als je zwaarder bent dan de rest. Je gewicht werkt dan als een hefboom met je boot. Ik was lichter dan de rest en dus sneller met zachte wind. Achteraf gezien heb ik voor de verkeerde tactiek gekozen. Ik had zwaarder moeten zijn voor de races. Op de laatste baan was ik misschien ook iets te terughoudend. Op dat moment heb ik te veel nagedacht in plaats van me te focussen op de race. En wellicht stond ik daarom niet op het hoogste treetje bij de huldiging.” Achteraf zijn de Olympische Spelen voor Marit toch een geweldig toernooi geweest. “Het mooiste moment in Londen was de sluitingsceremonie. Omdat ik niet bij de openingsceremonie kon zijn. Als je binnen twee dagen na de ceremonie

moet sporten mag je namelijk niet naar de opening. Als ik mijn prestatie op de Spelen een cijfer moet geven dan kom ik uit op een acht. Een tien had er in gezeten, maar dan had ik een andere kleur medaille moeten hebben.”

Sharon van Rouwendaal

Opgelucht kijkt Sharon van Rouwendaal naar de overkant van het olympisch bad. De klok geeft aan dat de geboren Baarnse de halve finale insluipt op de 200 meter rugslag. De bronzen medaillewinnares van het wereldkampioenschap langebaan (2011) weet daarbij ook dat ze de finale nog lang niet heeft bereikt en hiervoor hard aan de bak moet. Enkele dagen voor de Olympische Spelen komt Sharon aan in Londen. Ze is diep onder de indruk van het olympisch dorp. “Het olympisch SPORTTOP MAGAZINE | 11


dorp is echt groot! Ik dacht altijd dat het veel kleiner was. De eerste dag heb ik alleen maar foto’s gemaakt.’’ In de volgende dagen went Sharon aan het dorp en richt zich op haar wedstrijden. Buiten het dorp maakt het olympisch zwembad diepe indruk. Hoe groot dat is vindt ze echt waanzinnig. Ondanks de mooie momenten in en rondom het dorp, verloopt het toernooi niet zoals ze hoopt. “Op de 100 meter rugslag zat ik een halve seconde boven mijn persoonlijk record. Ik besefte dat ik niet in vorm was. Toch had ik een beetje hoop dat die vorm in de loop van het toernooi wel zou komen. Mijn beste afstand moest namelijk nog komen en bovendien ben ik op die afstand de nummer drie van de wereld.” Maar ook de 200 meter loopt niet zoals gepland. Ondanks dat ze niet in vorm is, weet ze zich te plaatsen voor de halve finale. Als zestiende gaat ze op het nippertje door. “Tijdens de series zwom ik drie seconden boven mijn persoonlijk record. Je denkt gelijk ‘wat een slechte tijd’, maar je probeert de knop om te zetten en de focus vol op de volgende race te leggen. Van mezelf weet ik dat ik ’s middags scherper ben. Hoe dat komt weet ik niet precies. Misschien omdat ik dan al wat beter

12 | SPORTTOP MAGAZINE

ben warmgedraaid.’’ Tijdens de race merkt Sharon dat een goed resultaat lastig wordt. “Van nature ben ik een slowstarter en haal ik mijn tegenstanders op de laatste vijftig meter in. Wat normaal gesproken mijn kracht is, lukte niet. Toen dacht ik echt: ‘Shit! Waarom kan ik niet aanzetten en waarom gaat het niet, terwijl ik dat wel wil?’ Je denkt dan aan zoveel dingen tegelijk.” Haar doelstelling om door te stoten naar de finale wordt niet gehaald. Missie mislukt. Tijdens de evaluatie van de Olympische Spelen kwamen Sharon en haar trainer erachter dat het probleem niet mentaal was. “Achteraf bleek mijn heup geblokkeerd. De pijn straalde uit naar mijn rechterschouder. Om die schouder te ontlasten maakte ik mijn slag niet goed af en pakte ik minder water. Met als resultaat dat je minder snel vooruit gaat. Het is een opluchting dat ik weet waarom ik niet goed presteerde in Londen, maar ik was er liever voor de Spelen achter gekomen. Mijn rechterarm had ik dan sterker kunnen maken door de trainingen aan te passen. Ik baal er nog steeds van, want het evenement is eens in de vier jaar en dan wil je presteren.” Hoewel Sharon

‘Ik weet van mijzelf dat ik ’s middags beter zwem dan ’s ochtends’


teleurgesteld is over het verloop van de Spelen is ze nu hard op de weg terug. “Mentaal zit het nog steeds goed met mij en fysiek word ik ook steeds sterker.”

Edith Bosch

Op het moment dat Edith Bosch verliest van de Duitse Kerstin Thiele valt haar droom in duigen. Gedesillusioneerd stapt de Rotterdamse van de tatami. De weg naar de kleedkamer is lang. Ze loopt met voorovergebogen hoofd langs de mat en de pers. Edith zit er zichtbaar doorheen en de teleurstelling druipt van haar gezicht. Haar coaches Cor van der Geest en Marjolein van Unen proberen haar op te peppen, zodat zij nog vol de strijd voor brons kan aangaan. Het enige wat de judoka doet is voor zich uitstaren. Na een aantal minuten vraagt ze of Elisabeth Willeboordse de kleedkamer wil binnenkomen. Elisabeth is naast deelnemer aan het olympische judotoernooi ook een goede vriendin van Edith. Als zij binnenkomt wordt er eerst gehuild om het onverwachte verlies van haar Duitse tegenstander en het besef dat het grote doel, het behalen van een gouden medaille, er niet meer in zit. “Elisabeth is altijd heel lief voor mij en zegt de eerste minuten niets. Daarna moet de knop worden omgezet en de focus op het behalen van een bronzen medaille.” Achteraf is de reactie van Edith rationeel. “In het hele toernooi heb ik één foute beslissing genomen. Ik deed een verkeerde inzet op een verkeerd moment in de wedstrijd tegen Thiele. Na een minuut of twee strekte ik mijn rechterarm en kroop de Duitse eronder en wierp mij omver. Vanaf dat moment dacht ik alleen maar aan punten scoren en gebruikte ik niet de juiste techniek. Die klap kwam hard aan. Toen de zoemer ging wist ik meteen dat ik verloren had. De fout die ik misschien voor die wedstrijd heb gemaakt is dat ik dacht dat ik ging winnen. Ik voelde mij zo goed en vocht ook een goed toernooi.” Gelukkig voor Edith haalt ze de bronzen finale. Met nog twaalf seconden op de klok staat ze daarin achter tegen de Zuid-Koreaanse Hwang Ye-Sul . “In dat laatste gevecht had ik niet door hoeveel tijd er nog over was. Toen ik een yuko tegen kreeg dacht ik dat er nog twee minuten op de klok stonden. Toen ik de klok zag met nog twaalf seconden dacht ik alleen maar: aanvallen en een score maken.” Vlak voor het einde maakt Edith gelijk. Dan komt het aan op overtime. “Op dat moment wist ik dat ik ging winnen. Ik zag haar kreunen en steunen. En als ik zie dat mijn tegenstander het moeilijk heeft, ga ik harder en beter judoën. Dan ben je van mij.” De overtime levert geen winnaar op en dan beslist de jury door middel van het opsteken van vlaggetjes wie de winnaar wordt. “Op het moment dat die vlaggetjes kwamen wist ik dat ik had gewonnen. Toch is het spannend want het blijft een jurysport.” Al met al was het een geslaagd toernooi voor Edith: “Als ik een cijfer moet geven aan deze Spelen geef ik mezelf een acht. Simpel gezegd omdat ik geen goud heb behaald.”

Talent Naam: Marit Bouwmeester Leeftijd: 24 jaar Sport: zeilen Voorbeeld: Roger Federer Talent Naam: Sharon van Rouwendaal Leeftijd: 19 Sport: zwemmen Droomvakantie: Hawaii Mentor Naam: Edith Bosch Leeftijd: 32 Sport: judo Voorbeeld: niemand

SPORTTOP MAGAZINE | 13


Met deze worp, twee seconden voor het einde, dwingt Edith Bosch een verlenging af in de partij om de bronzen medaille tegen haar Zuid-Koreaanse tegenstander.

14 | SPORTTOP MAGAZINE


SPORTTOP MAGAZINE | 15

Fotografie: Soenar Chamid


‘In mijn vrije tijd speel ik graag gitaar’

Het leven van een topsporter staat grotendeels in het teken van trainen en wedstrijden. Toch is het belangrijk dat de sporter ook genoeg tijd heeft voor ontspanning. Wat doet de zeventienjarige langeafstandsloper Bart van Nunen in zijn vrije tijd? Tekst: Martijn Kingma Fotografie: privébeeld Heeft de Nederlands juniorenkampioen veel vrije tijd? “Ik heb eigenlijk weinig vrije tijd. Ik ben veel bezig met trainen en studeren, dus er is niet veel tijd om er veel dingen naast te doen. Ik zit nu in het vijfde jaar van het vwo, dus daar komt ook wel het nodige bij kijken. Trainen en studeren doe ik vooral doordeweeks. In het weekend loop ik meestal wedstrijden en heb ik regelmatig een trainingskamp met andere atleten. Daarnaast is rust ook essentieel als hardloper.” Vind je het lastig dat je zo weinig vrije tijd hebt? “Nee, ik ben dat al wel gewend. Als je een drukke week hebt zoals ik, is het belangrijk om zo strak mogelijk te plannen. Ik wil trainingsuren maken, wedstrijden lopen en ik vind het ook belangrijk om mijn school serieus te blijven nemen. Ik heb zelf voor het hardlopen gekozen en ik wist dat er steeds minder vrije tijd over zou blijven. Dat heb ik er graag voor over om door te breken als topsporter.” Hoe besteed je je geringe vrije tijd? “In de vrije tijd die ik heb zit ik meestal thuis met mijn iPad of pak ik mijn gitaar. Op de iPad speel ik voornamelijk games en hou ik de sociale media in de gaten. Ik heb een Twitter-account waarop ik af en toe wat post. Naast het hardlopen speel ik graag gitaar. Ik heb lessen gevolgd vanaf mijn negende, toen ik nog op de basisschool zat. Destijds had ik één keer per week les. Nadat het hardlopen serieuzer werd, ben ik steeds minder gitaar gaan spelen. Inmiddels volg ik ook geen lessen meer. Alleen als ik even tijd heb, vind ik het leuk om wat liedjes te spelen. Op dit moment ben ik ook nog bezig met mijn rijexamen, dus daar besteed ik ook nog een deel van mijn vrije tijd aan.” Heb je nog wel tijd om met vrienden af te spreken? “Ik zie mijn vrienden wel regelmatig. De meesten zitten op mijn school of op mijn atletiekvereniging in Papendrecht. Daar ben ik vrij vaak te vinden, dus dan kom ik ze daar wel tegen. Als ik thuis ben, heb ik minder tijd om met vrienden af te spreken. Dit komt doordat ik in het weekend vaak naar wedstrijden moet of voor school bijvoorbeeld een praktische opdracht moet maken.” 16 | SPORTTOP MAGAZINE

Zit er af en toe nog wel een avondje stappen voor jou in? “Eigenlijk niet. Als atleet is het belangrijk om je rust te pakken, daarom ga ik iedere avond op tijd naar bed. Dan is het sowieso al lastig om met vrienden te gaan stappen. De meeste van mijn vrienden uit Hellevoetsluis, waar ik woon, stappen ook niet al te vaak. Dus wat dat betreft mis ik ook niet heel veel.” Hoe begeleidt Sporttop jou bij het indelen van je vrije tijd? “Mijn mentor bij Sporttop (Bastiaan Tamminga, red.) benadrukt vaak dat mijn vrije tijd nauwkeurig ingedeeld moet worden. Planning is hierbij erg belangrijk. Ik moet bijvoorbeeld veel uren vrij maken om te rusten. Technisch en tactisch weet Bastiaan niet veel van hardlopen, omdat hij een oud zwemmer is, maar deze tips kan hij goed overbrengen omdat hij weet waar hij over praat als voormalig topsporter. Dat heeft mij enorm geholpen.”

Talent Naam: Bart van Nunen Leeftijd: 17 Sport: atletiek Voorbeeld: Galen Rupp, Amerikaans atleet


Lichaam van sporter zowel troef als

valkuil

Jessica Gal over blessurepreventie Blessures: de nachtmerrie van iedere sporter. Ook de talenten van Sporttop kampen met fysieke ongemakken. Maar hoe voorkom je dit? Sportarts Jessica Gal weet hier alles van. De voormalig judoka is sinds enkele jaren aangesloten bij Sporttop en geeft onder andere voorlichting aan de talenten.

Tekst: Ruben Koenes & Kelsey Fieret Fotografie: Willem de Zeeuw Wat heeft jou doen besluiten om je als sportarts aan te sluiten bij Sporttop? Helaas kon ik mij een paar jaar geleden wegens mijn drukke werkzaamheden als arts niet inzetten als mentor. Toen ik later met succes een van hun talenten heb behandeld, heeft Sporttop mij opnieuw benaderd. Dit keer ging het om een samenwerkingsverband met mij in de functie van sportarts. Dat leek me wel wat, het is een mooie groep talenten. Allemaal staan ze nog aan het begin van hun carrière. Deze sporters zijn jong en kunnen, zeker op het gebied van blessurepreventie, nog een hoop leren. Natuurlijk hoop ik ze op medisch vlak zo weinig mogelijk te zien, maar als sporters met een medisch probleem zitten, ben ik er om ze te helpen. Geeft jouw sportverleden een extra boost om deze jonge talenten te begeleiden? Ik denk het wel. Ik weet als geen ander wat er speelt bij deze groep

sporters en hoe het is om van fanatiek sporter over te gaan naar topsporter. Het is een route met veel valkuilen. Dat weet ik omdat ik die weg zelf ook heb bewandeld. Iedereen vindt een topsporter interessant. De weg er naar toe krijgt helaas minder aandacht. Gelukkig kan ik daar nu aan bijdragen. Heb jij als ex-topsporter een streepje voor op andere sportartsen? Ik ben zelf altijd erg intensief met sport bezig geweest en dus ook met mijn lichaam. Dat geeft mij zeker een voorsprong. Zelf heb ik ook te maken gehad met zware blessures tijdens mijn sportcarrière. Ik raakte negen weken voor de Olympische Spelen geblesseerd aan mijn kniebanden. Zo’n tegenvaller is mentaal best lastig voor een topsporter. Nu gebruik ik deze ervaringen in mijn werk. Sommige dingen staan niet in boeken, die moet je meemaken om ze te begrijpen. SPORTTOP MAGAZINE | 17


Wat zijn grote misverstanden met betrekking tot blessures? Het rekken tijdens de warming-up. Dit werkt namelijk niet blessure verminderend, in tegenstelling tot wat veel mensen denken. Het zorgt er juist voor dat je explosiviteit tijdens je sportprestaties minder wordt. Een goede warming-up is daarentegen wel erg belangrijk. Bij een cooling-down is het rekken wel weer zinvol om het verkorten van de spieren tegen te gaan. Veel mensen weten ook niet wat het verschil is tussen overtraining en overbelasting. Overtraining is dat je, ondanks dat je veel of zelfs meer traint, achteruit gaat in je sportprestaties. Als je jezelf teveel uitput, kom je in een fase terecht waarin je niet meer herstelt. Dit komt vaak door een combinatie van factoren als school, veel reistijd, trainingsuren en stress. Overbelasting heeft alleen betrekking op het lichaam. Welke blessures komen het meeste voor? Dat verschilt per sport. Toch zie je vaak dat het om blessures aan de knie, enkel, lies of hamstrings gaat. Vooral voetballers hebben veel last van deze blessures. Tennissers krijgen weer sneller te maken met schouder- of elleboogblessures. Welke sporten zijn het meest blessuregevoelig? Een eenduidig antwoord daarop is erg lastig omdat het afhankelijk is van hoe je het meet. Wat noem je een blessure en wat niet? Maar je ziet wel dat zaalsporten makkelijk blessures opleveren, vooral aan de knieĂŤn en enkels. Dit komt omdat je door de stroeve ondergrond vast staat bij een richtingsverandering. Niet alle sporten

18 | SPORTTOP MAGAZINE

leveren een acute blessure op. Denk bijvoorbeeld aan zwemmen of volleybal. Hier zie je vaker blessures door overbelasting. Hoe belangrijk is voeding om een kwetsuur te voorkomen? Goede voeding is een belangrijke voorwaarde voor een goede prestatie. Je hebt voldoende energie, eiwitten en koolhydraten nodig. Als dat niet in orde is, is er een verhoogde kans op een blessure. Ook in de herstelperiode van je spieren is goede voeding erg belangrijk en moet je zorgen dat je voldoende eiwitten eet. Welke rol speelt het mentale aspect bij blessures? Vooral bij de revalidatie is het mentale aspect heel belangrijk. Het is belangrijk om weer vertrouwen in je lichaam te krijgen. Een brace kan daar een goede functie in vervullen. Daardoor krijgen mensen weer vertrouwen in het gewricht. Door vervolgens het gebruik van de brace af te bouwen, zien patiĂŤnten weer in dat het ook zonder ondersteuning kan. Hoe bereid je een sporter voor op een zwaar revalidatietraject? Acceptatie is heel belangrijk. Een sporter moet inzien dat hij op dat moment beperkt is in zijn kunnen. Tegelijkertijd moet hij inzien wat hij allemaal nog wel kan en welke aspecten op peil gehouden kunnen worden. Daarbij moet hij zorgen dat de energie die normaal in de trainingen zit nu in het herstel wordt gestoken. Ook bieden we bij Sporttop mentale hulp aan. Een blessure is namelijk een nieuwe, vervelende situatie waar iemand mee om moet gaan. En een goede mentale toestand bevordert het herstel.


Vijf tips om blessures te voorkomen

1.

Concentreer je altijd goed. Wanneer je moe bent, kun je je minder goed concentreren. Ga dan zeker niet te intensief trainen. Ook bij drukte en stress ben je minder belastbaar. Veel mensen realiseren zich dat niet.

2.

Zorg dat de basisvoorwaarden goed zijn. De spieren die je belast moeten goed ontwikkeld zijn en niet overbelast raken. Doe regelmatig ondersteunende oefeningen tijdens de training, zoals stabiliteitsoefeningen.

3.

Gebruik goede bescherming. Denk hierbij aan bitjes en scheenbeschermers, maar vergeet ook vooral je schoenen niet. Een goed passende, voor de juiste ondergrond geschikte, sportschoen voorkomt een hoop blessures.

4. 5.

Luister goed naar je lichaam. Stop op tijd als je last hebt. Probeer niet je pijngrens te overschrijden. Zorg voor een goede trainingsopbouw. Begin rustig aan wanneer je ziek of geblesseerd bent geweest. Ga dus niet meteen voluit trainen.

Celine Michielsen

Een van de Sporttoptalenten die op dit moment geblesseerd is, is Celine Michielsen (18). De achttienjarige handbalster uit Etten-Leur liep begin vorig seizoen een schouderblessure op. Na een revalidatie van acht weken leek het lek boven. Helaas was het begin oktober weer mis. “Dat was wel een hele teleurstelling, helemaal omdat de doktoren niet precies wisten wat het was”, vertelt ze. Eerst werd er gedacht aan een ontsteking van de slijmbeurs en zouden massages het probleem moeten verhelpen. Dit bleek echter niet genoeg te helpen. De schouder van het handbaltalent heeft nog een ander gecompliceerd element: het gewricht is hypermobiel. Hierdoor kan Michielsen haar arm verder naar achteren bewegen dan haar tegenstanders. Handig voor de sport, maar een helse belasting voor het gewricht met het risico dat de omliggende pezen gaan rafelen. Door haar kwetsuur staat haar ontwikkeling in de sport op het moment stil. “Ik zit pas een jaar bij Sporttop en al die tijd ben ik geblesseerd geweest. Daardoor is de rol van Sporttop nogal beperkt op dit moment.” Hoewel Sporttop niet prominent aanwezig kan zijn in het herstelproces klaagt Celine niet. “Ik word goed geholpen. Vooral in periodes waarin ik tegenslagen te verwerken kreeg, was dat erg fijn.’’ Talent Naam: Celine Michielsen Leeftijd: 18 Sport: handbal Voorbeeld: Danique Schnelder, handbalster

Erika Vogelsang

Geïrriteerde kniepezen, ook wel jumpersknees genoemd, zorgen er voor dat Erika Vogelsang (17) nu al ruim vier maanden niet meer te zien is op de tennisbaan. Hoewel dit probleem zich twee jaar geleden al voordeed worden er nu pas spijkers met koppen geslagen: zes maanden rust. Een behandeling bij de fysiotherapeut zou de oplossing zijn. Althans, dat werd gedacht. “Na een paar weken behandelen moest ik al beginnen met krachttraining. Veel te vroeg dacht ik zelf, maar hij was tenslotte de deskundige. Samen met mijn coach heb ik vervolgens besloten ergens anders naartoe te gaan.” Inmiddels zit ze op het juiste pad wat haar revalidatie betreft. Het feit dat het nu al twee jaar duurt werkt niet demotiverend. “Voor mij is de gedachte dat ik binnenkort weer pijnvrij kan spelen al motivatie genoeg! Daar komt bij dat ik door alle krachttrainingen die ik gedaan heb er zeker van ben dat ik sterker terugkom. Hoe ik deze blessure had kunnen voorkomen is moeilijk te zeggen. We hebben nooit voorlichting of iets dergelijks gehad. Op zich had ik daar ook geen behoefte aan, maar achteraf gezien had het geen kwaad gekund”, besluit het talent van Sporttop.

Talent Naam: Erika Vogelsang Leeftijd: 17 Sport: tennis Voorbeeld: Maria Sharapova

SPORTTOP MAGAZINE | 19


Training in beeld

Naam: Karl Kosztka Leeftijd: 19 Sport: turnen

Meer over Karl op pagina 25 20 | SPORTTOP MAGAZINE


SPORTTOP MAGAZINE | 21

Fotografie: Jasper van Westen


Koken met Kromo Tekst: Kelsey Fieret en Marije van Weelderen Wie denkt dat topsporters zich altijd aan een streng dieet moeten houden heeft het mis. Volgens Ranomi Kromowidjojo is topsport en lekker eten prima te combineren. “Het is voor mij een uitdaging om gezond maar toch ook lekker te eten. Juiste voeding is voor een sporter erg belangrijk.” Ranomi heeft dit van huis uit meegekregen. Koken doet ze eigenlijk altijd zelf en meestal met verse ingrediënten. “Ik heb geen speciaal dieet in de zin dat ik bepaalde dingen moet eten of juist niet mag. Mijn voedingsschema is gewoon heel erg gezond en gevarieerd. Ik eet eigenlijk gewoon zoals ieder mens zou moeten eten, met niet te veel vet en niet te veel suiker. Natuurlijk snoep ik ook wel eens, dat is menselijk. Ik ben dol op pannenkoeken. Die kan ik elke dag wel eten!” Niet alleen Ranomi houdt van lekker koken, ook haar vader en broer koken graag. “Mijn vader kookt vaak Surinaams. Eens in de zoveel tijd maakt hij roti op de club. Dat is een avond waar mijn zwemgenootjes vaak naar uitkijken. Zijn roti is heerlijk. Doordat mijn vader vaak kookte, aten we thuis gelukkig niet elke avond aardappels, vlees en groenten.”

RECEPT ongeveer Surinaamse roti voor 4 á 5 personen Ingrediënten: of een bosje 500 gr sperziebonen diepvries) kousenband (vers of et 750 á 1000 gr kipfil 700 gr aardappelen 4 teentjes knoflook 2 á 3 uien 1 tl sambal e kerrie) 4 el massala (Indias olijfolie r snufje zout en pepe amse pannenkoek) ina ur (S 8 stuks roti’s

Kipfilets in stukken snijden en marineren in een kom met wat olie en massalakruiden. Knoflook en ui fijnsnijden. Schil de aardappelen en snijd deze in blokken. Kook ze even voor. Verwarm de olie in de pan. Laat vervolgens de ui en de knoflook aanbraden. Voeg de kip toe en bak deze lichtbruin. Doe de aardappelen in de pan bij de kip en voeg daar nog twee of drie koppen water aan toe. Laat het geheel stoven totdat de aardappelen goed gaar zijn. Boontjes/kousenband: De fijngesneden ui en knoflook kort bakken in olijfolie en de gesneden boontjes of kousenband (3cm) hierbij doen, even meebakken, een kop water toevoegen en laten sudderen totdat de boontjes gaar zijn. Roti-pannenkoeken: Maak de pannenkoeken warm in de magnetron. Leg de verwarmde roti op een bord. Het kipmengsel kun je erbij of erop scheppen. Je kunt de roti dubbelvouwen. Dit recept hoort met de handen gegeten te worden, maar mag ook met bestek. Stukjes roti afscheuren, daarmee een deel van het mengsel pakken en dan op die manier opeten. Je kunt de roti ook oprollen en dan eten. Ook een hardgekookt ei smaakt heerlijk bij dit gerecht.

Eet smakelijk! 22 | SPORTTOP MAGAZINE


De PowerRevolutie. Gemiddeld 8% betere prestaties* met

POWERBAR 速 POWER GEL Een grote stap voorwaarts in de sportvoeding: de innovatieve C2MAX koolhydratenmix van PowerBar速 bevat een speciale ver houding van glucose en fructose. Deze zorgt ervoor dat de spieren tot 55% meer koolhydraten opnemen. Wetenschappelijke studies hebben aangetoond: gemiddeld 8% betere sportprestaties. C2MAX is toegevoegd aan alle PowerBar速 Drinks, Bars en Gels.

Power to Push

Meer informatie + Dealerlocator: www.powerbar.nl

* Currell K, Jeukendrup A. Superior endurance performance with ingestion of multiple transportable carbohydrates. Med Sci Sports Exerc 2008; 40:275-81

SPORTTOP MAGAZINE | 23


TOP!

Jacco Verhaeren (KNZB): ‘Ik zie bij mijn eigen sporters dat Sporttop een goede en verfrissende aanvulling is. Een ervaren sporter als klankbord voor jong talent, en dan van buiten de eigen sport. Dat werkt!’

Ingrid van Gelder (NOC*NSF): ‘Het is waardevol wat Sporttop doet. Het biedt ons de optie toptalenten bij Sporttopcoaches onder te brengen.’ Marcel Wouda (Sporttopmentor): ‘De kruisbestuiving tussen verschillende sporten is een goed principe. Verschillende sporters lopen tegen hetzelfde aan, maar in een andere setting.’

Dagmar van Stiphout (KNGU): ‘Sporttop durft de nek uit te steken door de talenten te steunen en niet de winnaars.’

Kiran Badloe (Sporttoptalent): ‘Door de goede begeleiding van Sporttop op mentaal vlak, kan ik me helemaal richten op het behalen van mijn ultieme doel.’ Rutger van Nouhuijs (ABN AMRO): ‘Wij vinden het concept van Sporttop geweldig. Er zijn veel vergelijkingen te maken met het coachen van veelbelovende professionals en jonge topsporters in het bereiken van een ultiem doel.’

Ernst Boekhorst (ABN AMRO): ‘Sporttop heeft het management van de bank laten zien dat het begeleiden van talent van essentieel belang is.’ André Cats (NOC*NSF): ‘Als mensen een handicap oplopen, zijn ze fysiek vaak geschikt maar in hun hoofd absoluut geen topsporter. De verbeterpunten liggen dus op het mentale vlak en daarom zijn we heel blij met Sporttop.’ Joris Wouters (oud-werknemer Sporttop): ‘In Nederland wordt heel vaak gesproken over het begeleiden van jonge sporters, maar bij Sporttop gebeurt het! Dat mag best wat meer erkenning krijgen van verschillende instanties.’

Rob Sepers (Watersportverbond): ‘Ik zie bij mijn eigen sporters, die ondergebracht zijn bij Sporttop, dat het écht helpt. Er worden daar dingen gedaan die wij niet kunnen.’ Rik Burger (Sporttop Vriend): ‘Het concept van Sporttop is heel mooi. Het is zeker nodig om breder te blijven investeren in talentontwikkeling en aanvullend te zijn op het nieuwe beleid van NOC*NSF.’

24 | SPORTTOP MAGAZINE


De beste weg naar top

Olympus

Als sporttalent word je in Nederland zeker niet aan je lot overgelaten. Naast Sporttop houdt NOC*NSF zich druk bezig met talentontwikkeling. De bond is in 2006 een weg ingeslagen die moet leiden naar toekomstig olympisch succes. Een blik op die route en de bewandelaars ervan. Tekst: Jonathan Verhagen Fotografie: Paul van Beem & Jasper van Westen Als na de Olympische Spelen van 2004 in Athene de balans wordt opgemaakt, komt sportkoepel NOC*NSF tot de conclusie dat er niet voldaan is aan de verwachtingen. Een herhaling van de twaalf gouden medailles van Sydney was natuurlijk al lastig, zo niet onmogelijk. Maar het kwartet gouden plakken waar Nederland Athene mee verliet, was bar weinig. Voor NOC*NSF, dat toen al de ambitie uitsprak om structureel in de top tien van de medaillespiegel te eindigen, was de maat vol. Het moest anders, ook op het vlak van talentontwikkeling. Ingrid van Gelder is zeven jaar actief voor de Nationale Sport Federatie en houdt zich sinds 2009 als senior projectmanager bezig met talentontwikkeling. “We zijn na Athene met meerdere partijen aan tafel gaan zitten en dachten: Als we nu niets doen aan talentontwikkeling dan kunnen we een plek in de toptien voortaan wel vergeten. Voorheen hield NOC*NSF zich meer bezig met topsport en was talentontwikkeling vrij voor alle partijen in het veld.”

zwaarte van je trainingsprogramma word je door ons bestempeld als belofte, nationaal talent of internationaal talent. Bij een belofte denk je aan de nationale top vijf, bij een internationaal talent aan de mondiale top vijftien. Bij elke status horen ook weer voorzieningen. Een internationaal talent krijgt betere ondersteuning dan een belofte.”

DEFINITIE TALENT

Wat is een talent? Hoewel het een breed begrip is, gaan we in dit artikel uit van de definitie van NOC*NSF. Van Gelder: “Wij werken met talentprofielen. Op basis van je leeftijd, prestaties en de SPORTTOP MAGAZINE | 25


Voor de jonge sporter met extreem veel potentie, iemand die al goed mee kan doen op de Spelen, is er dan weer de High Potential-status. “Een talent met de HP-status krijgt een nog individuelere begeleiding”, aldus Van Gelder. Na ‘Athene’ praat NOC*NSF, in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, twee jaar lang met scholen, onderwijsinstellingen, gemeentes, sportbonden, wetenschappers en coaches. In 2006 wordt met financiële steun van datzelfde ministerie gestart met het Masterplan Talentontwikkeling. Het plan is nu nog steeds de leidraad van NOC*NSF en heeft twee speerpunten: het verbeteren van de infrastructuur voor talenten en het versterken van de opleidingsprogramma’s van de bij NOC*NSF aangesloten bonden. Van Gelder: “Die infrastructuur is voor talenten heel belangrijk. De sporter kent strakke tijdschema’s en wil zo min mogelijk tijd kwijt zijn aan reizen. Daarom hebben we zogehe-

ten CTO’s en NTC’s opgezet. We zijn vanaf 2009 vier CTO’s (Centra voor Topsport en Onderwijs) gestart in Amsterdam, Heerenveen, Eindhoven en Papendal. Dit zijn locaties waar sporters fulltime trainen, wonen en naar school kunnen gaan. Talenten uit verschillende sporten leven en trainen samen, waardoor er een soort kruisbestuiving ontstaat. Zo kan één coach meer talenten bereiken. Coaches kunnen ook onderling kennis uitwisselen. Volgens ons werkt dit prima. NTC’s (Nationale TopsportCentra) bieden hetzelfde, maar zijn gericht op slechts één sport. Zo hebben we voor het zeilen een NTC in Den Haag.”

DE SPORTER

Eén van de tientallen gebruikers van zo’n CTO is turner Karl Kosztka. De geboren Australiër is juniorenkampioen op de meerkamp en haalde brons op de rekstok op het Olympisch Jeugdfestival van 2011. Hij woont sinds kort in Den Bosch. “Ik deel nu een huis met twee trampolinespringers en een Belgische turner. Het is allemaal goed

‘Sporttop wil structurele bijdrage leveren aan talentontwikkeling’ Hoewel beide partijen zich inzetten voor de begeleiding van talent, zijn er nogal wat verschillen tussen Sporttop en NOC*NSF. Sporttop hoopt met haar werkwijze te kunnen inspireren en sluit toekomstige samenwerking niet uit.

JOCHEM UYTDEHAAGE

(INITIATOR SPORTTOP) “Sporttop doet meer aan talentbegeleiding. Dat is een onderdeel van talentontwikkeling. We zouden graag structureel een bijdrage willen leveren aan het begeleidingsgedeelte voor de bond. Het zou cool zijn als NOC*NSF ons meer als bondje zou beschouwen. Wij zijn ook wat voorzichter, wat conservatiever in onze benadering van talenten. Richten ons meer op de lange termijn. De mentoren zeggen ook tegen de sporters: ‘Realiseer je dat het niet erg is om nu derde te worden op een NK. Als je maar zorgt dat je over vijf jaar wél eerste bent.’ Door een kritische blik, de één-op-één aanpak en de feedback van de mentoren zien wij de valkuilen. NOC*NSF kijkt meer naar het grote geheel. De afstand is bij ons kleiner. Uiteindelijk is het onze ultieme droom dat elke A-sporter een talent begeleidt en zijn ervaring en kennis overdraagt. Elk talent verdient een mentor.”

DANIËLLE MOUISSIE

(MEDEWERKSTER SPORTTOP) “De definitie van talent is breed. NOC*NSF wil via bonden talenten erkennen, herkennen. Wij komen pas kijken bij de begeleiding, als de sporters in een cruciale fase van hun 26 | SPORTTOP MAGAZINE

ontwikkeling zitten. In die fase helpen wij sporters op andere vlakken. Sporttop wordt wel onder de aandacht gebracht bij NOC*NSF, al zijn we meer in contact met de bonden. Daar is onze bijdrage groter. We zouden NOC*NSF graag willen meegeven nog meer te letten op de mens achter de sporter en het totale welzijn. Dat is meer dan alleen presteren binnen de sport.’’

INGRID VAN GELDER

(PROJECTMANAGER TALENTONTWIKKELING NOC*NSF) “Een half jaar geleden heb ik nog met Sporttop gesproken. Het is waardevol wat ze doen, het inzetten van oud-sporters voor de coaching van talenten. In het verleden heeft NOC*NSF Sporttop zelfs gesubsidieerd. Binnen de CTO’s zijn er zogeheten topsportlifestylecoaches actief om talent te begeleiden. De werkwijze van Sporttop is hier een mooie aanvulling op. Het zou leuk zijn als degenen die nu in CTO’s zitten op termijn terugkeren om andere talenten op te leiden. Het is belangrijk voor de jonge sporters om die kennis meer te delen en elkaar te versterken. Ook is het wellicht een optie om HP-sporters bij Sporttop-coaches onder te brengen, iets wat bij Dafne Schippers bijvoorbeeld al gebeurde.”


geregeld. Ook qua reistijd. Vroeger, toen ik nog in Vught woonde, duurde het een half uur met vier overstappen om op de training te komen. Nu stap ik op de fiets en ben ik er zo. Ook was ik een half uur onderweg naar school, terwijl het nu een kwartiertje duurt”, zegt Karl. Karl zit op een LOOT-school (Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport), waar rekening wordt gehouden met zijn drukke trainingsschema. “Op een normale maandag train ik ’s ochtends van acht tot tien uur. Dan ga ik naar school tot half drie, en daarna heb ik weer tot half zes training. Er wordt hier overal aan gedacht. Of ik nou een turntrainer, voedingsdeskundige of mental coach wil, ze zijn allemaal dichtbij”, aldus de achttienjarige Karl. In het overkoepelende Masterplan Talentontwikkeling zijn de sportbonden cruciaal. Het tweede speerpunt van het Masterplan Talentontwikkeling is het verbeteren van de opleidingsprogramma’s van de sportbonden. Van Gelder legt uit: “In het verleden werd er te vaak naar de senioren gekeken en te weinig naar de talenten. We willen dat de sportbonden en gemeenten hun accommodaties meer beschikbaar stellen voor talenten. Bovendien moet de kwaliteit van de coaches omhoog. Het coachen van talenten is een vak apart. Het gaat om tieners die volop in ontwikkeling zijn en nog moeten leren met de druk van topsport om te gaan. Daarnaast zien we dat de goede talentcoaches te snel doorstromen naar de senioren.”

gebruikt NOC*NSF het zogeheten Long Term Athlete Development Programme als voorbeeld. Dat is een in Canada ontworpen schema dat in zes leeftijdsgroepen aangeeft in welke vorm een kind met sport bezig moet zijn. Van een leuke gymles op je zesde tot maximale fysieke training als je negentien bent. Van klauterende kleuter tot trainende topper dus. Bij de zwembond hanteren ze al sinds 2000 een soortgelijk schema. Wouda gebruikt het slechts als raamwerk en trekt verder zijn eigen plan. “De trainingsprogramma’s bepaal ik zelf. Met de bond heb ik alleen contact over de planning, de periodisering.” Hij geeft NOC*NSF nog een tip mee als het gaat om coaches. “De bond moet meer betaalde coaches inzetten op het begeleiden van talent. Hiermee versterk je de structuur en kun je de coaching meer aansturen”, aldus de bondscoach.

STERRENSYSTEEM

Een ander middel waarmee NOC*NSF de bonden heeft versterkt, is het beoordelen van opleidingen. “We gaven sterren aan de opleidingsprogramma’s van bonden. De bonden informeerden ons over zaken als trainers, hun samenwerking met gemeenten en trainingsfaciliteiten en werden gecontroleerd door een extern bureau. Anderhalf jaar geleden hebben de bonden een lijst moeten invullen over deze aspecten. Op basis van die bevindingen ontvingen de bonden één tot vijf sterren voor de kwaliteit en kende het ministerie

DE COACH

Van die doorstromende coaches is Marcel Wouda een voorbeeld. De Tilburger was na een succesvolle zwemcarrière tussen 2003 en 2006 jeugdbondscoach. In die functie had hij onder meer Ranomi Kromowidjojo onder zijn hoede. In november volgde Wouda Jacco Verhaeren op als bondscoach. “Een talent moet je coachen in het ontwikkelen van topsporteigenschappen. Dan gaat het om zelfdiscipline, kritisch zijn op jezelf en communicatieve vaardigheden, zoals het praten met de pers. Daar moet je mee om kunnen gaan. Je moet als talent niet alleen zeggen dat je aan je techniek werkt, maar het ook echt doén. Een coach speelt hierin een vitale rol. Een gearriveerde zwemmer heeft die topsporteigenschappen al, daarbij gaat het om de details. Een goede talentencoach kan talenten bovendien in hun eigen omgeving plaatsen en richt zich daardoor meer op het individu.’’ Bij het verbeteren van opleidingsprogramma’s SPORTTOP MAGAZINE | 27


van VWS ze subsidie toe”, legt Van Gelder uit.

DE BOND

De Nederlandse Volleybal Bond (NeVoBo) kreeg destijds de volle vijf sterren. Hilma Kwakkenbos, coördinator talentontwikkeling bij de volleybalbond, legt uit waarom: “We sturen de clubs een lijstje met eigenschappen waar ze bij een talent op moeten letten. Zij laten ons dan weten wie potentie heeft. Deze talenten krijgen hierna op drie manieren een opleiding tot topper. Eerst is er een regionale jeugdopleiding, een extra training naast die van hun club. Daarnaast hebben we op zeven locaties een Regionaal Trainings Centrum staan, een concept dat lijkt op de CTO’s, maar dan iets minder uitgebreid. Hierop volgen dan weer Talent Teams, die de spelers voorbereiden op het spelen in een nationaal (jeugd)elftal”, zegt Kwakkenbos.

komende vier jaar de kwaliteit van talentcoaches verbeteren en deze coaches gaan scholen. Bovendien gaan we verder met het identificeren van talent en het concept Talent Transfer: sporters aanbieden een sport te gaan doen die beter aansluit op hun fysieke kwaliteiten. Niets mag talenten meer in de weg staan om het podium te bereiken.” Je moet het als sporter nog altijd zelf doen, maar NOC*NSF en de aangesloten bonden en trainers helpen je een eind op weg naar de top van de Olympus.

DE TOEKOMST

Hoewel de basis er staat, is het nog even wachten op de eerste echte resultaten van de door NOC*NSF ontworpen CTO’s. Tot dusver trainen er al zeshonderd sporters, bijgestaan door 46 talentcoaches. Van Gelder: “In 2016 kunnen we pas echt zeggen of we geslaagd zijn. We zien wel snelle progressie. Al leiden er natuurlijk meerdere wegen naar Rome. Verder willen we in de

Talent Naam: Karl Kosztka Leeftijd: 18 Sport: turnen Voorbeeld: Kohei Uchimura, meervoudig meerkampwinnaar Olympische Spelen.

Mentor Naam: Marcel Wouda Leeftijd: 41 Sport: zwemmen Voorbeeld: Vladimir Salnikov, eerste man onder 15 min. op de 1500 m. vrije slag.

Een blik over de grens Als bolwerk voor de ontwikkeling van sporttalent in Nederland kijkt NOC*NSF nauwlettend naar de concurrentie uit andere landen. Een kort uitstapje naar Groot-Brittannië en Australië.

BRITTEN KIJKEN BUITEN DE SPORT

In het in 2008 opgerichte UK Talent Team worden 714 potentiële podiumklanten klaargestoomd voor olympisch en paralympisch succes. Coaches en managers krijgen een uitgebreid lesprogramma, waarin dertig experts van tien sectoren (zoals ballet, muziek en chirurgie) hun kennis op het gebied van talentontwikkeling delen. Elke vier jaar wordt de kwaliteit van het programma gecheckt dankzij lange discussies tussen meer dan honderd leden van 43 sportbonden. Bovendien zijn er onderzoeksprojecten die bijvoorbeeld achterhalen welke factoren kampioenen anders maken dan een sporter uit de subtop, en in hoeverre het beter is om als sporter van het platteland te komen of uit een grote stad. Sinds de oprichting is het Talent Team al goed voor 102 internationale medailles, waaronder olympisch goud en brons en paralympisch zilver. De laatste Olympische Spelen waren voor GrootBrittannië de meest succesvolle ooit, met een derde plaats in de medaillespiegel. 28 | SPORTTOP MAGAZINE

AUSTRALIAN ATTITUDE

Scholieren in Australië komen al op jonge leeftijd in aanraking met de sportgedachte. Het Aspire-programma leert kinderen de olympische waarden die volgens de sportbond ook in het echte leven gelden, zoals gedrag, sportiviteit, trots en verantwoordelijkheid. Op latere leeftijd deelt de nationale sportbond, de AIS (Australian Institute of Sports), beurzen uit aan nationale talenten, die zich zelf kunnen aanmelden. Beloftes uit 26 verschillende sporten krijgen al 25 jaar lang toegang tot de beste coaches, trainingsfaciliteiten en zelfs werkgelegenheid. Het Athlete Career and Education programma geeft de sporters ondersteuning in onderwijs, het vinden van een baan en professionele begeleiding. Halverwege januari werd in Sydney het Australian Olympic Youth Festival gehouden, een evenement waaraan 1700 sporters uit dertig landen deelnamen. Een kwart van de laatste Australische olympische selectie deed eerder mee aan een dergelijk festival.


Ongeloof in Na een week zeilen op het jeugd WK in Istanbul staat Michelle Broekhuizen (20) derde. De slotrace moet de beslissing brengen in de Laser Radial-klasse. Na de finish van een niet vlekkeloze manche kijkt ze om. ‘Een tweede plaats was zeker, dacht ik.’

Istanbul Het ultieme geluksmoment van Michelle Broekhuizen

Tekst: Jonathan Verhagen Fotografie: Soenar Chamid

Istanbul, 17 juli 2010

“Die ochtend ging zoals elke andere die week. Vroeg op en daarna even hardlopen met mijn coach Koen Verhart. Bij het ontbijt voelde ik geen extra spanning. Na de voorlaatste dag stond ik derde. Het gat met de nummer twee was klein, overbrugbaar. Een uur voor de race ging ik even het water op om te meten hoe de wind draaide en waar op het parcours de meeste wind stond. In mijn hoofd werd een strijdplan gesmeed. Ik wist dat ik aanvallend moest zeilen, dan zou ik daarna wel kijken waar ik stond. Maar die derde plek ging ik hoe dan ook vasthouden. Eenmaal aangekomen bij de start koos ik mijn startpositie aan de rechterkant van de lijn. De nummers één en twee van het klassement, te herkennen aan een stip op het zeil, startten links. Na een goed begin maakte ik een fout. Ik wilde voor een concurrente langs kruisen, maar dit mislukte. Ondanks dat de zeilboot kort rondjes draaide, zag ik dat ik mijn rivalen voorbleef. Dit was nog steeds zo na de eerste boei. Het ging niet eens zo heel goed, ik lag tiende. Maar steeds als ik achter me keek zag ik pas in de verte een zeil met een stip. Ik bleef mijn eigen race zeilen, probeerde zo hard mogelijk te gaan. Toen ik over de finish kwam, zag ik de andere stippen ver achter me varen. De tweede plek was wel zeker, dacht ik.

‘Weet je wel wat je gedaan hebt?!’, gilde Koen vanuit de coachboot. ‘Nee?’ ‘Je hebt gewonnen!’ Ik was negende geworden, maar had mijn tegenstanders in punten ingehaald. Wat ik toen voelde is moeilijk te beschrijven. Ik wist even niet wat ik moest doen. Koen trok me op de coachboot en hees de Nederlandse vlag. Eenmaal bij de kade sprongen mijn zeilmaatjes Jolbert van Dijk en Charlotte Stumpel het water in. Ik belde mijn ouders. ‘Ik ben eerste geworden!’ Vroeger ging ik vaak zeilen met mijn ouders. Ze hebben me altijd gesteund in mijn passie. Bovendien hebben ze een zeilwinkel in Kampen. Bij het afsluitende diner kreeg ik mijn medaille, begeleid door het volkslied. Kippenvel. Pas enkele weken later kwam het besef. Ik was doodmoe, maar had de prijs gewonnen waar ik het hele jaar naartoe had gewerkt. Als ik eraan terugdenk hoor ik mijn coach nog schreeuwen: ‘Je hebt gewonnen!’” Talent Naam; Michelle Broekhuizen Leeftijd: 20 Sport: zeilen Voorbeeld: Ben Ainslie, viervoudig olympisch zeilkampioen

SPORTTOP MAGAZINE | 29


Sporttop staat voor overdracht van kennis en ervaring door olympische toppers op jong talent. Graag laten we jou kennismaken met dit unieke concept. Ervaar tijdens een clinic hoe het is om over de horden van Dafne Schippers heen te springen. Of kijk of jij net zo het water in kan duiken als Sharon van Rouwendaal. En neem plaats op een bank in de turnhal en luister naar het verhaal van Anthony van Assche over hoe Sporttop hem beter heeft gemaakt. Graag bieden wij vanuit Sporttop Experience pakketten aan. Een kijkje in de Sporttopkeuken, waarbij je kan ervaren wat de Sporttopmentoren voor de talenten betekenen en hoe het is om sporttalent te zijn. Leuke en leerzame momenten om met collega’s of relaties te beleven. Ook is het mogelijk om te luisteren naar de verhalen van de mentoren over hun carrière: wat ging goed, wat ging fout? En wat kan je hier als bedrijf van leren? Een sympathieke manier om Sporttop te ondersteunen en je krijgt er ook nog een prachtige ervaring voor terug! Er zijn diverse Experiences die wij aanbieden. Op maat gemaakt - ingevuld naar de wensen van de deelnemers.

Mentoring

Het bezoeken van een training of wedstrijd van een Sporttopmentor of -talent. In de voor- en nabeschouwing wordt het effect van mentoring in de sport belicht. Deze verhalen kunnen naar de dagelijkse praktijk worden vertaald.

Kijkje in de keuken

Kookworkshop met kok > Thema: gezonde, snelle (sport-)voeding en het effect op de prestaties. Een middag/avond koken met elkaar, met als doel een gezonde en verantwoorde snelle maaltijd op tafel. Uitleg door een voedingskundige, samen met een professionele kok. Wat volgt is een “kookbattle”. Aan de teams kan een Sporttopmentor en/of talent worden toegevoegd. Welke groep wint?

Duurzaamheid

Lezing/bijdrage door Jochem Uytdehaage i.s.m. met een Sporttopper. Dit kan bijvoorbeeld een talent, mentor, arts of voedingskundige zijn. Met als hoofdthema: ‘Duurzaam presteren van de mens’. Wat kan iemand leren van een topsporter? Inzicht in het effect van een topsportlifestyle op het presteren in het dagelijkse leven.

Motivatie & inspiratie

Bijdrage door een Sporttopmentor samen met een Sporttoptalent over motivatie, drijfveren, hobbels op weg naar de top en hoe het is om een topsporter te zijn. Thema’s uiteraard in overleg.

Tussen de oren

Supporting

Het bijwonen van een wedstrijd van een Sporttoptalent of -mentor voorzien van deskundig commentaar door een Sporttopper. Indien mogelijk met hospitality.

Workshop basisvaardigheden mentale training > Wat is aandacht richten? Hoe leer ik focussen? Samen met een sporter van Sporttop en een sportpsycholoog ervaar je wat het effect is van mentale training. Dit werkt niet alleen in de sport, maar ook in het dagelijkse leven.

Voor ieder wat wils. Voor elke groep kan Sporttop een specifiek programma in elkaar zetten. De prijzen van de verschillende experiences variëren, al naar gelang de exacte invulling en de grote van de groep van €995,- tot €4.950,- excl. BTW en out of pocket kosten. Interesse? Neem dan contact op met Daniëlle Mouissie via 06-45146839 of danielle@sporttop.nl

30 | SPORTTOP MAGAZINE

Voelen & proeven

Voelen > Het bezoeken en beleven van een training (bijvoorbeeld roeien, schaatsen, zeilen, atletiek of zwemmen). Ideaal voor het ervaren van wat sport nu echt is en wat een sporter hier allemaal voor moet doen en ook laten. Gecombineerd met een uitleg over de training door een mentor en/of talent in de vorm van een beschouwing, interview of presentatie.

Voelen & proeven in actie

Voelen & proeven-pakket aangevuld met het zelf bewegen o.l.v. een Sporttopmentor en/of -talent.


Van goud tot

burn-out Zeilster Jeske Kisters (19) kwam er begin 2012 achter dat het leven als topsporter en een studie geneeskunde niet samen gaan. Ze kreeg na een gewonnen jeugd WK een burn-out. Hierdoor kwam ze voor de keuze te staan: topsport of studie. Tekst: Sam Porskamp Fotografie: Mats van Soolingen “Voor het jeugdwereldkampioenschap (JWK) in Nieuw-Zeeland ging ik samen met mijn zeilmaatje Afrodite Kyranakou op trainingskamp in Palma op Mallorca. Daar kwam al gauw naar voren dat Afrodite overtraind was. Niet veel later werd ik zelf ook op een dag zwetend wakker. Ik was aan het trillen en mijn hartslag was ook veel te hoog. Die was zo rond de 110. Toch wilden we per se samen meedoen aan het JWK in de 470-klasse, omdat we een goede kans maakten op een medaille. Tijdens het toernooi was het echt overleven. We waren allebei heel moe en hadden steeds een veel te hoge hartslag. Ik ben gewend om altijd honderd procent te geven, maar nu kon ik me nog maar voor zeventig procent inzetten. Het was een hele andere manier van zeilen. We konden het niet opbrengen om ons continu te focussen, dus moesten we echt onze momenten kiezen waarop we onze slag konden slaan. Daarna voeren we de race op routine uit. In de finale hebben we toen nog bijna de voorsprong weggegeven, maar gelukkig waren we op het laatst

weer bij de les. Zo gingen we toch nog met de gouden plak naar huis. Het was in die tijd vooral fysiek heel zwaar. Mentaal kon ik heel goed de knop omzetten. Je werkt drie jaar naar zo’n toernooi toe. Dan is het gewoon gaan en op de juiste momenten focussen. Als ik iets heel graag wil, dan lukt het ook. Van tevoren hebben we goed bedacht wat we er allemaal voor hebben gedaan en dat motiveert je dan om door te gaan. Afrodite en ik hebben in die tijd veel aan elkaar gehad, omdat we natuurlijk hetzelfde doormaakten. We lijken qua karakter ook veel op elkaar. We zijn allebei perfectionistisch en gedreven. We willen er altijd vol voor gaan, en dat kon nu dus niet. Dat was erg moeilijk. Dat ik hier niet alléén in stond heeft me wel geholpen.” De adrenaline van het JWK houdt Jeske op de been, maar na het toernooi gaat het alleen nog maar slechter. Ze is helemaal op en kan eigenlijk niets meer. Speciaal voor het JWK was ze vier kilo SPORTTOP MAGAZINE | 31


aangekomen om beter bestand te zijn tegen de harde wind in Nieuw-Zeeland. Na het JWK zijn die kilo’s er al weer af. Ze is emotioneel vlak en heeft geen enkele energie. Ze slaapt zestien uur per dag en komt er alleen uit als ze wat moet eten. Ze kan zich maximaal tien minuten per dag concentreren, wat studeren onmogelijk maakt. Zelfs een stukje fietsen zit er niet meer in. Jeske gaat daarom op zoek naar hulp. “Ik ben naar een sportarts gegaan en die vertelde mij dat ik zwaar overtraind was en dat ik het de komende tijd heel rustig aan moest doen. Het kon volgens hem drie weken, maar ook een jaar duren. Ik weet nog wel dat ik toen dacht: ‘Dat is fijn, na drie weken ben ik gewoon weer de oude’. Maar dat was achteraf dus absoluut niet zo. Ik ben nog steeds niet helemaal de oude. Het gaat wel een stuk beter. Ik weet nu dat het belangrijk is om een goede balans tussen training en rust te vinden. Dat zeg ik nu, maar ik denk als iemand dit drie jaar geleden tegen mij had gezegd dat ik daar niet naar had geluisterd. Topsporters hebben vaak de neiging als het even wat minder gaat, nog harder te trainen. Terwijl het soms juist 32 | SPORTTOP MAGAZINE

beter is om wat minder te trainen. Vooral dat meer rust nemen is voor mij echt een eye-opener geweest. Ik was heel erg gefocust op het behalen van bepaalde doelen, maar ik vergat hierbij rust te nemen. Ik dacht oprecht dat studeren rust was. En ook als ik drie uur had gefietst dan voelde dat als rust. ‘Gewoon even lekker fietsen’, dacht ik dan. Van de dokter moet ik nu ook verplicht twee uurtjes per dag rust nemen. In het begin had ik daar wel moeite mee. Dan ging ik bijvoorbeeld als ontspanning een boek lezen, maar dan had dit boek wel te maken met zeilen of geneeskunde. Dat was alsnog niet echt ontspannen. Nu gaat dat beter en doe ik wat vaker leuke dingen met vriendinnen. Dat moet ik echt leren, want een topsporter is dat niet gewend.” Jeske denkt niet dat haar burn-out voorkomen had kunnen worden. Als iemand haar had verboden om naar het JWK te gaan, dan had ze er niks van geleerd en zou ze op een later moment een terugslag hebben gekregen. Nu heeft ze er veel van geleerd en is het een les voor de rest van haar leven. Toch is Jeske van mening dat sommige

‘Topsporters hebben vaak de neiging als het wat minder gaat nòg harder te trainen’


dingen wel beter hadden gekund, vooral in haar begeleiding. “Op dit moment heerst er in de topsport een cultuur dat je als sporter niet snel aan durft te geven dat je fysiek wat minder bent. Zeker als er een toernooi aan komt ben je geneigd te verbloemen dat het niet goed met je gaat. Wat je dan creëert is dat je zowel fysieke als mentale ongemakken negeert en niet naar je lichaam luistert. De eerste stap om die cultuur te doorbreken is dat je als sporter leert meer je gevoelens uit te spreken. Dat er meer een cultuur komt dat je het gewoon zegt als je ergens pijn hebt. Dan train je maar een keer niet. Nu is het nog vaak: ‘Niet piepen, gewoon doen’. Een goed voorbeeld is Afrodite. Zij stapte uit het trainingskamp, omdat ze helemaal op was. Vervolgens kreeg zij van een van de trainers te horen dat ze haar best niet deed en geen echte topsporter was. Als je dat

Mentor Wietske de Ruiter over Jeske “Ik denk dat we als mentoren en trainers alerter moeten zijn op bepaalde signalen die talenten geven. Types zoals Jeske, die zo gedreven, zo perfectionistisch zijn, moeten we juist een beetje temperen. Dat is ook de taak van de coach om dat te herkennen. Het is natuurlijk heerlijk om zo iemand te trainen, want ze geven zich bij iedere training voor de volle honderd procent. Maar je zag het bij Jeske: op een gegeven moment is het zelfs voor die types te veel. Het is moeilijk om die signalen te herkennen. Het is in eerste instantie aan de sporter zelf om aan te geven dat het niet meer gaat, maar soms zien of voelen ze dat gewoon niet. De communicatie van Jeske naar mij toe was dat alles goed ging. Dat ze het allemaal wel aankon. De gemiddelde mentor of trainer denkt dan ‘we gaan goed, dit kan ze aan’. Ik heb mezelf natuurlijk ook wel verweten dat ik het niet eerder heb gezien. Had ik niet moeten ingrijpen? Ik heb in de gesprekken met Jeske laten zien dat er meerdere manieren zijn om topsport te beleven. Ik ben heel anders dan Jeske, veel minder fanaat. Jeske gaat uit onzekerheid vaak meer doen. Daardoor raakte ze overtraind. Ik denk dat iedere topsporter dagelijks verplicht een uur moet ontspannen om dit soort situaties te voorkomen. En met enige regelmaat een dagje niets doen en op vakantie. Ik probeer Jeske hierbij te helpen.”

soort dingen naar je hoofd geslingerd krijgt ben je minder snel geneigd te zeggen dat het even wat minder met je gaat. Ergens snap ik wel dat de trainers soms hard moeten zijn, omdat je natuurlijk verschillende types hebt in de topsport. Bepaalde sporters hebben soms inderdaad een schop onder hun kont nodig. Maar ik denk dat het belangrijk is voor trainers om de verschillende types te herkennen. Dat ze beter kunnen inschatten welke sporters ze moeten pushen en welke sporters ze juist moeten remmen. Daarin is nog een slag te halen.” Op dit moment is Jeske even niet bezig met zeilen. Ze heeft haar studie geneeskunde wel weer opgepakt en gaat zich voorlopig alleen hierop focussen. De keuze viel haar heel zwaar. Ze is wereldkampioen bij de jeugd en een logische stap die hierop volgt is om fulltime voor de Spelen te gaan trainen. “Ik zou het liefst op beide vlakken optimaal willen presteren. Maar juist doordat ik prijzen wilde winnen met zeilen en daarnaast ook goede cijfers wilde halen voor geneeskunde, kon ik geen van mijn passies meer beoefenen. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Op een gegeven moment heb ik toen gezegd: of het een of het ander. Op dit moment heb ik gekozen voor mijn studie. Die keuze was wel erg lastig voor mij, aangezien het Watersportverbond is gestart met het project 2016. Volgens het boekje heb je vier jaar nodig om je voor te bereiden op de Olympische Spelen. Je bent dan fulltime aan het trainen voor de Spelen en krijgt ondersteuning vanuit de bond. Veel trainers belden me ook op om te vragen wat ik in godsnaam aan het doen was. Zij begrepen niet dat ik voor mijn studie koos. Ik kon echter niet anders. Ik heb zowel mentaal als fysiek te veel voor mijn kiezen gehad. Als ik nu een olympische campagne ga doen dan kan ik me niet maximaal inzetten, en dat past niet bij me. Ik ga nu aan mezelf werken en daarna kijken we wel verder. Als ik me over een jaar weer helemaal de oude voel, dan kan ik alsnog besluiten om me volledig in te zetten voor zeilen. Dat is niet volgens het boekje, maar niets is onmogelijk. Ik sluit een deelname aan de kwalificatie voor de Spelen zeker niet uit.”

‘Veel trainers begrepen niet dat ik koos voor mijn studie’

Talent Naam: Jeske Kisters Leeftijd: 19 Sport: zeilen Voorbeeld: Wietske de Ruiter Mentor Naam: Wietske de Ruiter Leeftijd: 42 Sport: hockey Voorbeeld: Marco van Basten

SPORTTOP MAGAZINE | 33


- Advertorial -

Een ster in

sponsoring

Het belang van communicatie voor de sportwereld wordt onderschat volgens Michaël van Rijn, de oprichter van Rivaal Sports Communication. Van goede marketing en sponsorcommunicatie kunnen sporters en bedrijven veel profijt hebben. Het geheim? Twee verhalen samensmelten tot één. Tekst: Jill Warmenhoven Elke sporter beschikt over een unieke identiteit. Hetzelfde geldt voor een bedrijf. Beide vertellen een eigen verhaal. De sportwereld en bedrijven zijn zich hier niet van bewust, vindt Michaël. “Het doel is het creëren van één verhaal.” Een geforceerde samenwerking zal niet het gewenste resultaat opleveren. Het merk van de sporter en het merk van het bedrijf moeten elkaar versterken. Hierin ondersteunt Rivaal Sports Communication. Rivaal zorgt ervoor dat de juiste sporter gekoppeld wordt aan het juiste bedrijf. Rivaal verzorgt de marketing van de sporter om hem of haar tot icoon te maken. Tevens wordt de sponsorcommunicatie van het bedrijf vormgegeven om het sporticoon energie te laten geven aan deze vorm van communicatie. Als er een natuurlijke connectie ontstaat tussen beide partijen, halen ze het beste in elkaar naar boven en profiteren ze maximaal. Voor het publiek ontstaat er een aansprekend merkverhaal waar zij fan van kunnen worden. Om deze wisselwerking tot stand te brengen zal er in Nederland een mentaliteitsverandering nodig zijn. Sport wordt vooral gezien als een hobby, terwijl een sporter zich neer moet zetten als een merk. “Als je als topsporter succesvol wilt zijn, moet je jezelf zien

Tips & tricks voor jonge sporters 1. Sponsoring is geen donatie. Geef er altijd iets voor terug. 2. Wees actief in de gemeenschap/maatschappij. 3. Zet sociale media strategisch in, niet zomaar. 4. Ga netwerken, iedereen kan wat voor je betekenen. 5. Je sport niet alleen voor jezelf, ook je omgeving geniet. als een minibedrijf.” Sport is tegenwoordig een onderdeel van de popcultuur. Hier moet je gebruik van maken. Sporters zijn uitgegroeid tot echte iconen. “Je mag populair zijn, laat de schroom vallen en wees niet bang om je kop boven het maaiveld uit te steken.” Topsport is een vorm van zakendoen en communicatie waarbij de sporter als een popster het gezicht is. Het is dus belangrijk om jezelf als sporter in de markt te zetten. Voordat dit kan, moet een sporter uitzoeken wie hij of zij is als mens. Ook hierin biedt Rivaal een helpende hand. Kijk naar de unieke kwaliteiten, de identiteit en het karakter. Pas als dat helder is, kan een sporter zichzelf gaan communiceren als merk. Drie aspecten zijn daarvoor essentieel volgens Michaël. “Maak persoonlijk contact met je publiek, zet je actief in voor de gemeenschap en zet sociale media alleen strategisch in.” Een jong sporttalent krijgt ontzettend veel kansen, die vaak onopgemerkt voorbij gaan. Ze komen veel in aanraking met invloedrijke personen. Er wordt niet gerealiseerd dat deze personen in een later stadium veel kunnen betekenen. “Ontwikkel tijdens je carrière al kansen die je na je carrière kunt benutten.” Door de juiste contacten te leggen, zet een sporter zichzelf al in de markt. Het is goed om op jonge leeftijd al verder te kijken dan de sport zelf. Rivaal steunt zowel sporters als bedrijven bij het ontwikkelen van dit soort unieke kansen en mogelijkheden op gebied van marketing- en sponsorcommunicatie. Sports tells the stories - Rivaal writes the book. www.rivaal.com

34 | SPORTTOP MAGAZINE

SPORTTOP MAGAZINE | 34


‘Paralympische talenten hebben nu écht recht van spreken’ Het grote succes van de Paralympische Spelen in Londen roept meteen vragen op: hoe komt het dat Nederland zo goed presteerde en waar komen al die talenten vandaan? We vragen het André Cats, prestatiemanager Paralympische Sporten bij NOC*NSF. Tekst: Ruben Koenes & Mark Piket Fotografie: Mats van Soolingen SPORTTOP MAGAZINE | 35


Wat maakt paralympische sport zo bijzonder? “Ik weet eigenlijk niet of het zo bijzonder is. Paralympische sport is in mijn ogen gewoon topsport. Wat het bijzonder maakt, is dat je met mensen dingen doet waarvan je eerder dacht dat het niet kon. In de kern vind ik het eigenlijk net zo bijzonder als normale topsport.” U was voorheen olympisch zwemcoach en nu prestatiemanager voor paralympische sporten. Hoe bent u daar terecht gekomen? “Heel simpel: gewoon solliciteren. Er was een vacature vrij voor prestatiemanager. Ik heb een brede ervaring opgebouwd in topsport en talentontwikkeling. Ik heb al 25 jaar ervaring als club- en bondscoach achter de rug en dat neem ik nu mee in hoe ik de bonden probeer te adviseren en ondersteunen.” Kijkt u nu anders tegen de paralympische sport aan dan de jaren hiervoor? “Nee, want ik heb de paralympische sport altijd goed gevolgd. In 1996 had ik de paralympische zwemmer Alwin de Groot in mijn team met olympische zwemmers. De manier waarop we toen met hem trainden was niet anders dan hoe we met de olympische zwemmers trainden. Als je succesvol wilt zijn in je sport, dan vraagt dat motivatie, veel trainen, volledige inzetbaarheid en een professionele instelling. Dus daar zit geen verschil.” Als u kijkt naar onze prestaties op de Paralympische Spelen, dan presteert Nederland zeer goed. Hoe kan dat? “We hebben een lange geschiedenis en hadden al een redelijk goede structuur voor gehandicaptensport. De laatste acht jaar hebben we vooral veel voordeel gehaald uit het feit dat alle gehandicapte sportonderdelen zijn geïntegreerd binnen de valide sportbonden. Paralympisch zwemmen is bijvoorbeeld ondergebracht bij de zwembond. Ik denk ook dat we als klein land een aantal ontwikkelingen snel hebben doorlopen door veranderingen snel te implementeren. Onze schaalgrootte kan dus een voordeel zijn.” Wat doet Nederland er aan om dit niveau zo hoog te krijgen en te houden? “Het begint natuurlijk altijd met goede sporters. Je kan veertig uur per week gaan trainen, maar zonder een goede sporter werkt het niet. We hebben ook een enorme sprong gemaakt door op een

andere manier naar de scouting van sporters te kijken. We hebben geleerd dat we naar andere plekken moeten kijken, zoals revalidatiecentra, ziekenhuizen en scholen voor speciaal onderwijs. Dus de plekken waar je mensen kunt vinden die een toekomst hebben in paralympische sport. Je moet een structuur bouwen waarin mensen de weg weten te vinden in plaats van dat ze verdwalen. Die structuur is minder stevig dan in valide sport.” En wat doen jullie er aan om te zorgen dat die mensen niet verdwalen binnen die structuur? “Bonden enthousiasmeren en benadrukken dat ze heel helder blijven communiceren waar de mogelijkheden liggen voor een volgende stap in de carrière van de sporter.” En wat is uw rol hierin? “De afgelopen vier jaar heb ik het huidige beleid verder uitgevoerd. Dat houdt voornamelijk in dat er fulltime professionele trainingsprogramma’s worden gestart en dat de beste sporters hieraan deelnemen. Dan komen de resultaten vanzelf.” Hoe vissen jullie de talenten er tussenuit? “Dat is best lastig. Over het algemeen is de beste beoordelaar voor

Aniek van Koot: ‘Door Sporttop ben ik veel zelfstandiger geworden’ Nadat haar rechterbeen geamputeerd moest worden kwam Aniek van Koot (22) in aanraking met rolstoeltennis. Ze sloeg weleens een balletje in de sportschool van haar ouders, maar vanaf haar zestiende is ze deze sport op professioneel niveau gaan beoefenen. Welke verschillen merkt zij ten opzichte van de valide topsporters? “De toppers in het valide tennis verdienen vele malen meer dan een topper op paralympisch niveau. Wij kennen bijvoorbeeld helemaal geen startgelden voor een toernooi. Ook worden wij - paralympische sporters - nog weleens raar aangekeken.”

36 | SPORTTOP MAGAZINE

Ondanks deze verschillen wordt Aniek goed ondersteund door NOC*NSF en Sporttop. Zo heeft ze een A-status waardoor ze goed kan rondkomen en krijgt ze veel (mentale) ondersteuning van haar Sporttopmentor Marko Koers. Maar wat kan er volgens haar nog verbeterd worden? “Ik zou het fijn vinden als mijn coach overal mee naar toe kan, net zoals dat bij een groot toernooi voor een valide tennisser kan. Door Sporttop ben ik wel veel zelfstandiger geworden en kan ik goed mijn eigen keuzes maken. Maar een extra ticket naar bijvoorbeeld de Australian Open is op dit moment onbetaalbaar.”


Romy Pansters: ‘Ik zocht een sport waarbij ik niet in een rolstoel hoefde te zitten’ Ze was pas veertien toen ze debuteerde op het wereldkampioenschap zwemmen voor minder valide atleten. Inmiddels is ze zestien lentes jong en heeft Romy Pansters al een Paralympische Spelen achter de rug. Een mooie sportieve carrière ligt dus in het verschiet. Hoe kom je als invalide atlete in aanraking met topsport? En waar zitten de knelpunten? “Bij mij is het destijds heel erg snel gegaan. Tijdens de therapie die ik volgde voor mijn handicap (dwarslaesie, red.) heb ik veel in het water gedaan. Daarna zocht ik een sport waarbij ik niet in een rolstoel hoefde te zitten. Zo kwam ik bij zwemmen uit. Meteen bij het eerste Nederlands kampioenschap werd ik gescout door bondscoach Mark Faber. Niet lang daarna zwom ik als jongste deelneemster op het WK.” Vanzelfsprekend gaat het niet bij alle talenten zo snel.

talent de bondscoach. We organiseren vaak trainingen en talentdagen waar de bondscoach kandidaten ‘in actie’ kan beoordelen. Dat is bij de ene sport veel makkelijker dan bij de andere, maar we kijken voornamelijk naar de fysieke kenmerken en de internationale classificatieregels.” Hoe worden de talenten begeleid? “Dat is afhankelijk van de sport. Meestal blijf je in nauw contact met de bond of de bondscoach. Afhankelijk van de sport kijk je of de sporter thuis kan blijven trainen of dat iemand op Papendal moet komen meetrainen. Als ze maar in een situatie terechtkomen waarin ze zich ontwikkelen. Dat is het belangrijkste.” Liggen daar nog verbeterpunten? “Die liggen vooral op het mentale vlak. Extra aandacht voor de attitude van de sporter is dus belangrijk. Daarom zijn we heel erg blij met Sporttop. Zij begeleiden een talent vooral op het mentale vlak.” Wat hebben wij op het gebied van talentontwikkeling dat andere landen niet hebben? “Bij ons in Nederland willen paralympische talenten nogal eens onzichtbaar zijn. We hebben niet zoals in China een database waarin

‘Ik denk dat Nederland over tien jaar nog steeds binnen de toptien van het paralympische landenklassement staat’

Daarom moet er ook genoeg gescout worden. “Eens per twee jaar zijn er talentendagen waar de bondscoach ook bij is. Maar dat zou wel vaker kunnen gebeuren vind ik. Op die manier ontdek je toch meer talent en zorg je voor een goede aanwas. Het gaat goed, maar het kan altijd beter.“ Over de mogelijkheden en de ontwikkelingen van de zwemtalenten is Pansters wel te spreken. ”Zeker als je ziet wat er de afgelopen vier jaar veranderd is voor ons. Zo vallen wij nu ook onder de KNZB (Koninklijke Nederlandse Zwem Bond), dat is al een hele verbetering. Daarom is ons NK nu tegelijkertijd met het NK van valide zwemmers. Het werkt toch motiverend als er meer publiek zit en je in de wandelgangen iemand als Ranomi Kromowidjojo tegenkomt. Ook als je kijkt naar het aantal zwemmers van de talentenploeg dat is doorgestroomd naar de nationale ploeg is dat alleen maar positief.”

aangevinkt staat welke handicap iemand heeft. Hier volgen kinderen met een handicap gewoon het reguliere onderwijs en zijn soms onbekend met sport. Ze zijn ook gewend om in een valide omgeving te functioneren. Wil je dan wel in een gehandicapte omgeving sporten? Dat is ook een keuze. Dus voor ons is het voornamelijk een uitdaging om met die mensen in aanraking te komen.” En hoe pakken jullie dat dan op? “Met talentdagen, scoutingsdagen en door te proberen zoveel mogelijk mensen te bereiken. Je ziet ook dat kinderen gewoon doorstromen via een normale sportvereniging en zich daar verder ontwikkelen. Dus het is onmogelijk om één model te schetsen, want die trajecten zijn heel individueel. Je moet geen enkele benadering uitsluiten. Ik noem het georganiseerd sprokkelen.” Is de paralympische sport na het succes van Londen klaar voor de volgende stap? “Londen was een enorm succes. Zeker als we kijken naar de bezoekersaantallen en de toegenomen media-aandacht. In die zin is er dus al een stap gezet.” Hoe verklaart u die toegenomen media-aandacht? “Ik denk dat de paralympische sporters nu écht recht van spreken hebben. Vroeger trainden ze een paar keer per week. Tegenwoordig krijg je een echt topsportverhaal te horen.” Waar denkt u dat de paralympische sport staat over tien jaar? “Ik denk dat Nederland over tien jaar nog steeds binnen de toptien van het paralympische landenklassement staat. Dat komt omdat we een efficiënte topsportstructuur hebben ingericht die staat voor het opleiden van volgende generaties paralympische sporters. We zijn al in de toptien geëindigd, maar als je nu achterover gaat leunen dan gaan we keihard op onze bek. Stilstand is achteruitgang zullen we maar zeggen.” En welke bijdrage hoopt u nog te kunnen leveren aan deze ontwikkeling? “Mijn ambitie is dat we de komende vier jaar doorgaan op deze ingeslagen weg, dus op professionele wijze fulltime trainen met de beste sporters en coaches. En binnen die weg zit nog zoveel ontwikkelingsruimte dat we niet per se nieuwe dingen hoeven te bedenken, maar dat we doen wat we moeten doen.”

SPORTTOP MAGAZINE | 37


‘Je moet je passie zien over te brengen bij een bedrijf’ Oud-zeilster Lobke Berkhout (32) werd in haar carrière vijf keer wereldkampioen in de 470-klasse en won op de Spelen zilver (2008) en brons (2012). Daarnaast heeft ze een fantastisch sponsornetwerk opgebouwd. Hoe heeft ze dat gedaan? Tekst & fotografie: Mark Piket

‘Op m’n 14e realiseerde ik me dat ik een talentje was’

“Ik ben opgegroeid in een echte watersportfamilie. Mijn ouders, hun vrienden en de kinderen van die vrienden gingen vaak met z’n allen zeilen. We gingen ook altijd met een grote boot op vakantie. Op die manier ben ik in aanraking gekomen met de zeilsport. Toen ik veertien jaar was werd ik Europees kampioen. Dan realiseer je je wel dat je een talentje bent. Je wordt daar dan ook in gestimuleerd door de zeilbond en de kernploeg waarin je zit. Stiekem dacht ik aan de Olympische Spelen. Pas rond mijn twintigste moest ik een keuze maken of ik voor een olympisch traject zou gaan of dat ik verder ging met studeren. Coaches zeiden tegen me: ‘Je staat nu op de lijstjes dus als je nu voor een andere weg kiest, dan verdwijn je op een gegeven moment van die lijstjes. En zie er dan maar weer eens op te komen.’ Dat is voor mij een eye-opener geweest.” Lobke koos er vanaf dat moment voor om alles in het teken te stellen van de top bereiken. Ze zette haar studie aan de Academie voor Lichamelijk Opvoeding (ALO) op een tweede plaats en wilde zoveel mogelijk trainen en wedstrijden varen. Ze leefde toen van haar studiefinanciering en werkte er hier en daar nog wat bij. Desondanks was haar studiefinanciering lang niet genoeg om de campagne te financieren.

38 | SPORTTOP MAGAZINE

“Ik zeilde toen met Marcelien de Koning en we wilden natuurlijk veel naar het buitenland om te trainen. Toen we in het Olympic Talent Team terechtkwamen kregen we wel een kleine vergoeding en begeleiding vanuit het Watersportverbond. Daarnaast hebben we de bond meteen gevraagd of we een renteloze lening mochten afsluiten om een boot aan te schaffen. Dat kon gelukkig. Vanaf dat moment zijn we creatief te werk gegaan en hebben we al vrij snel een sponsorplan in elkaar gezet. Hierin namen we verschillende pakketten op waarmee we bij bedrijven in de omgeving langsgingen. Het ene pakket noemden we bijvoorbeeld het platinumpakket en een ander heette het goldenpakket. Elk pakket had andere voorwaarden en bedrijven hadden dan meerdere opties waaruit ze konden kiezen. Het goedkoopste pakket luidde ‘de vrienden van Marcelien en Lobke’. Voor slechts 750 gulden per jaar kon je je als bedrijf voor vier jaar aan ons binden. Daarmee hebben we behoorlijk wat bedrijven binnengehaald. Het heeft wel even geduurd tot we de grotere pakketten verkochten. Dat was erg lastig. Je krijgt dan twintig keer een nee, maar er komt uiteindelijk een keer een ja en daar moet je op wachten. Door hier en daar ingangen te blijven zoeken is het ons in 2002 gelukt om een hoofdsponsor te vinden die ons twintigduizend euro per jaar ging


Het stappenplan van Lobke Berkhout Stap 1 “Verzamel zoveel mogelijk informatie over jezelf. Dus artikelen, prestaties, interesses. Noem maar op. En bundel deze samen in een map.”

Stap 2 “Bedenk een aantal sponsorpakketten met tegenprestaties die je bij bedrijven kunt voorleggen.”

Stap 3 “Kijk binnen je eigen netwerk welke relaties je kunt aanspreken. Je vindt altijd wel mensen die iets kunnen betekenen.”

Stap 4 “Stap er op af. Laat ook vooral je gezicht zien en deel je passie met die mensen.”

betalen. De oplossing ligt vaak dichterbij dan je denkt.” De bedrijven die Lobke en Marcelien benaderden hadden altijd een link met hen of met de zeilsport. Al vrij snel leerden ze Gerard van Galen kennen, een sportfanaat uit de omgeving met een groot netwerk. De zeilsters gebruikten Gerards netwerk om nog meer sponsoren aan zich te binden. Hij fungeerde in die periode, geheel vrijblijvend, als hun manager. “We vonden het zelf belangrijk dat er een connectie was tussen ons en het bedrijf. Het was voor mij persoonlijk dan ook van belang om in contact te blijven en dat er een bepaalde wisselwerking in zat. Je kunt wel overal je manager op af sturen maar dan ga je zelf geen band krijgen met het bedrijf. Dus wij zorgden er altijd voor dat tenminste een van ons tweeën meeging. Je hoeft jezelf niet te verkopen maar je bent uiteindelijk wel het gezicht van de campagne. Jij bent degene met een passie voor de sport, dus die passie moet je zien over te brengen op een bedrijf. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Daarnaast moet je natuurlijk ook meedenken met je sponsor. Het hoeft niet altijd van hun kant te komen maar kijk ook zelf wat er voor hen in zit. Zo organiseerden wij eens per jaar een sponsordag. Op deze dag gingen we bijvoorbeeld zeilen en de sponsors kregen een bokscursus van

Esther Schouten. Ook de kleine dingen zorgen ervoor dat de sponsor zich betrokken voelt. Stuur bijvoorbeeld een leuke attentie met kerst en laat ook regelmatig wat van je horen, ook als het wat minder gaat. Tegenwoordig kan dat heel gemakkelijk met een bericht via Twitter of Facebook. De persoonlijke aanpak en de kleine dingen zijn uiteindelijk de sleutel tot het succes geweest. Vooral de laatste jaren zijn we steeds persoonlijker geworden. Zo sturen we nieuwsbrieven, verjaardagskaarten, filmpjes en taarten. Dat zit misschien in onze aard. Als mensen je geld geven, moet je ze toch op een of andere manier tegemoet komen. De afgelopen vier jaar hebben mijn stuurvrouw Lisa Westerhof en ik onze sponsoren meegenomen in ons sprookje richting de Olympische Spelen. Uiteindelijk zijn ze met een hele grote groep mee naar Londen geweest om ons aan te moedigen op weg naar onze bronzen medaille. Dat netwerk vond het altijd super leuk om samen dingen te ondernemen. Ik denk dat het per sporter erg verschilt hoe je met je netwerk omgaat. De een kan en wil zich alleen maar focussen op zijn sport en de ander doet er graag iets naast. Ik denk dat je dat wel goed van jezelf moet weten. Uiteindelijk moet er bij iedere sporter het besef zijn dat het niet allemaal vanzelf komt.”

‘Als mensen je geld geven, moet je ze ook tegemoet komen’

Mentor Naam: Lobke Berkhout Leeftijd: 32 Sport: zeilen Voorbeeld: Johann Olav Koss

SPORTTOP MAGAZINE | 39


Ranomi Kromowidjojo omhelst Marleen Veldhuis na haar gouden olympische race op de 50 meter in Londen.

40 | SPORTTOP MAGAZINE


SPORTTOP MAGAZINE | 41

Fotografie: Soenar Chamid


De koppels v Celine Michielsen Arno Havenga Walter Kalf Chiel Warners Jolbert van Dijk Chris Brands Jeffrey Reijnders Edith van Dijk

Klaar voor nieuw talent: Rianne Guichelaar Robert Bouten Bram Ronnes Edith Bosch

Romy Pansters Karin Ruckstuhl

Erika Vogelsang Floris Jan Bovelander Bart van Nunen Bastiaan Tamminga Karl Kosztka Wietske de Ruiter

Dafne Schippers Lobke Berkhout Aron Romeijn Emiel Mellaard Celeste Plak Jokelyn Tienstra


van Sporttop Sharon van Rouwendaal Jochem Uytdehaage Eva Lim Marcel Wouda

Klaar voor nieuw talent: Johan Kenkhuis Bibian Mentel Esther Vergeer Kirsten van der Kolk

Andrea Kneppers Marcella Boerma Aniek van Koot Marko Koers Michelle Broekhuizen Nico Rienks Remie Groeneveldt Peter Schep Yvette Heijt Rebekka Kadijk Kiran Badloe Ron Zwerver Jeske Kisters Wietske de Ruiter Anthony van Assche Jochem Uytdehaage

Meer over onze koppels op sporttop.nl/promo Wil jij onze koppels steunen? Word dan supporter van Sporttop via sporttop.nl/supporter

SPORTTOP MAGAZINE | 43


Blijdschap bij Esther Vergeer. Haar vierde gouden olympische medaille op rij in het vrouwenenkelspel is een feit.

44 | SPORTTOP MAGAZINE


SPORTTOP MAGAZINE | 45

Fotografie: Mathilde Dusol


‘Ik heb hier geen begin niet, en nu Snowboardster Yvette Heijt (17) zit op een middelbare school van de Landelijke Organisatie Onderwijs en Topsport (LOOT). Zo kan ze haar sport optimaal beoefenen. Het verhaal van een meisje dat haar dorpse school verliet om haar grote droom te kunnen verwezenlijken. Tekst: Tim Reedijk Fotografie: Pepijn van Schijndel Het is een vroege donderdagmorgen aan de Noachstraat in Leiden. Tussen de talloze flats en huizen bevindt zich het Leonardo College, een kleine school die naast regulier onderwijs ook een afdeling heeft voor topsporters. Op het schoolplein praten Leidse jongens en meisjes met elkaar. Een meisje op krukken trekt de aandacht. Yvette Heijt uit Noordwijk, momenteel herstellende van een enkelbreuk, verliet haar gezellige middelbare school om haar havo-opleiding hier af te ronden. Dit doet ze op eigen houtje, bijna op antisociale wijze. ‘‘Die zeven uurtjes per week doe ik wel gewoon in m’n eentje.’’ Yvette is een talentvol snowboardster, aangesloten bij Sporttop. Ze is één van de zes topsporters die dit jaar haar havo-opleiding wil afronden aan het Leonardo College. Het begon allemaal op haar veertiende. Toen kwam de sportcarrière van Yvette in een stroomversnelling, wat ook van invloed was op haar schoolleven. Op haar vijftiende werd ze toegelaten in een nationale jeugdselectie. De bond bepaalde dat de jonge blondine naar een LOOT-school moest, zodat ze haar sport kon combineren met haar opleiding. “En dus deed ik dat maar. Ik vond het niet leuk, maar stond er wel voor open.’’ Op haar oude school in Noordwijkerhout had Yvette veel vriendinnen. Het opgeven van haar sociale leven vond ze dan ook erg lastig. In Leiden heeft ze geen vriendinnen. “Aan het begin niet en nu nog steeds niet. Vroeger had ik een sociaal leven op school. We bleven na de lessen altijd even hangen, gezellig kletsen. Dat was leuk. Daar haalde ik voldoening uit, ook omdat 46 | SPORTTOP MAGAZINE

ik verder bijna nooit uit ga. Misschien dat het voor mensen in Leiden anders is: dit is een stadsschool, ik zat op een dorpse school. In het begin ging ik hier nog wel met mensen om, maar dat waren niet echt vrienden. Nu ik nog maar zeven uur per week les heb, doe ik alles gewoon in m’n uppie.’’ Dat ze momenteel zo weinig op school zit, heeft een reden. “Ik doe gespreid examen. Vorig jaar zou ik mijn examen in één jaar doen, maar halverwege april zag de school dat dat me niet zou gaan lukken. Ik had een paar nipte onvoldoendes, maar dacht zelf dat het wel goed zou komen. Mijn ouders vonden uiteindelijk ook dat ik het examen moest spreiden, omdat je anders alles opnieuw moet doen. Na je examen kun je namelijk niet meer de keuze maken om alleen een gedeelte over te doen.’’

‘Op mijn oude school noemden ze me een luie vwo-leerling’

De enige lessen die ze momenteel volgt zijn Nederlands en Engels. “Normaal had ik in deze periode in het buitenland gezeten en kon ik dat mooi combineren met de beperkte schoolstof. Dan zou ik met de toetsweek naar Nederland komen. Daarom is het dubbel shit, want ik heb m’n enkel gebroken. Nu doe ik niet zoveel. Liever had ik nu dus wat meer vakken gevolgd, en vorig jaar wat minder.’’ ‘‘Ik ben overigens niet zo druk met leren, ben niet zo gedisciplineerd. Ik doe wat ik moet doen, leer mijn stof en haal een voldoende. Ik ben er niet de hele dag mee bezig: minimaal werk voor minimale voldoendes. Op mijn oude school noemden ze me een luie vwo-leerling.’’

Talent Naam: Yvette Heijt Leeftijd: 17 Sport: alpine snowboarden Voorbeeld: Nicolien Sauerbreij


vriendinnen; in het nog steeds niet’ Wat is een LOOT-school? Anita Blangé, docent bewegingsonderwijs en coördinator topsporttalentleerlingen op het Leonardo College in Leiden, vertelt over LOOT-scholen en Yvette Heijt. “De Landelijke Organisatie Onderwijs en Topsport (LOOT) wil leerlingen die van de bond een bepaalde talentstatus hebben gekregen zowel een succesvolle topsportcarrière als een succesvolle schoolcarrière bieden. Er zijn 29 LOOT-scholen in Nederland, en wij zijn er sinds vier jaar één van. Wij hebben ongeveer 850 leerlingen, waarvan er circa zestig topsporter zijn.” “We waren voor onze status als LOOTschool al een sportieve school met een sportief publiek. Door onze status maken we het voor sporters als Yvette mogelijk om de sport te combineren met school. Zij is in de wintermaanden veel weg en dat valt op een In Nederland wonen en tegelijkertijd op hoog niveau willen snowboarden blijft een lastige combinatie. De banen van Snow World kent ze inmiddels wel en de échte wedstrijden vinden ook niet in ons vlakke land plaats. Daarom is Yvette veel in het buitenland te vinden. “Voor zomersporters is het makkelijker, omdat zij sporten in de zomervakantie. Ik ben ’s winters weg. Dan leer ik zelfstandig en maak ik gebruik van studiewijzers.’’

normale school niet te combineren. Yvette krijgt de mogelijkheid om haar examen over twee jaar uit te smeren. Natuurlijk wilde ze haar examen graag in één jaar halen, maar we zagen in dat dat een kansloze actie was’’, aldus Blangé. Yvette valt haar gevat in de rede: ‘’Maar ik heb het aardig lang volgehouden!’’ “Het risico op zakken, en daardoor álles over moeten doen, werd te groot,’’ vervolgt Blangé. ‘’Daarom sloot ze vorig jaar vier vakken af en doet ze nu het andere pakketje vakken, bestaande uit Nederlands en Engels. Als je ziet hoeveel Yvette weg geweest is… Dat kan gewoon niet. Normale scholen mogen in extreme situaties twee weken verlof toekennen, meer niet. Voor ambitieuze sporters is het gewoon onwijs belangrijk om aangepast onderwijs te volgen op een LOOT-school.’’

‘Studeren lijkt me echt leuk, je kunt eindelijk je eigen kant kiezen’

eindelijk je eigen kant kiezen. Aan de andere kant, Nicolien (Sauerbreij, red.) heeft ook alleen een vwo-diploma.’’ Zij verwezenlijkte haar snowboarddroom, wat Yvette ook hoopt te doen op de Winterspelen in 2018.

‘‘Door het gespreide examen had ik veel weg gekund dit jaar, maar dat zit er nu dus even niet in vanwege mijn enkelblessure.’’ Dat Yvette weg had gekund, komt mede door het feit dat je bij een school als deze geen problemen hebt met de leerplichtambtenaar. “Dat is een groot voordeel.’’ Of de jonge snowboardster na haar havo-diploma gaat studeren, is nog niet zeker. De Randstad Topsport Academie in Rotterdam en ook het mbo zijn opties. “Ik weet niet of een studie aan de Topsportacademie te combineren valt. Studeren is duur, en sporten ook. Mijn moeder begon laatst over een tweejarige mbo-opleiding, zodat ik altijd wat achter de hand heb. Ik vind het lastig, want studeren lijkt me echt leuk. Je kunt SPORTTOP MAGAZINE | 47


THE NEW GEL-EXCEL33

MADE TO MOVE NATURALLY GEL-EXCEL33 MET FLUIDAXIS™ Je voet is de ultieme running tool en daarom hebben we een revolutionaire technologie ontwikkeld die met je voet samenwerkt. De FluidAxis technologie volgt direct de natuurlijke beweging van je voet, waardoor je kunt hardlopen zoals de natuur het bedoeld heeft.

MEER INFORMATIE OVER DE GEL-EXCEL33 ASICS.EU/33 48 | SPORTTOP MAGAZINE


Marcel van der Togt, trainer van Leeuwendaal.

Niet elke topsporter is een goede mentor Je bent jarenlang actief geweest als topsporter, hebt de Olympische Spelen behaald en besluit om mentor te worden bij Sporttop. Hoe kan je jouw talent dan het best begeleiden? Leeuwendaal helpt de mentoren bij het vinden van het antwoord op deze vraag. Tekst: Mike Slottje Fotografie: Mike Slottje & Sporttop SPORTTOP MAGAZINE | 49


Een leuk zaaltje is beschikbaar gesteld door hotel De Witte Bergen in Eemnes. Twee mentoren beginnen een rollenspel op deze trainingsavond van Sporttop. “Ging je wedstrijd goed dit weekend”, vraagt de mentor. “Ja ging wel, ik ben alleen wel tegen een paaltje aangelopen”, antwoordt ‘het talent’. Zo’n vijf mentoren van Sporttop kijken toe, nemen een slokje van hun koffie en luisteren naar het gesprek dat niet echt lekker vlot verloopt. De mentor is nieuwsgierig, wil veel weten en vraagt flink door. Maar het talent is niet zo spraakzaam. Trainer Marcel van der Togt grijpt in en legt het gesprek stil. “Jongens, stop even. Wie kan mij vertellen wat er hier goed gaat en wat anders kan”, vraagt hij. De toekijkende mentoren merken op dat er goed wordt doorgevraagd, maar dat de vragen niet open maar juist gesloten worden gesteld. Van der Togt beaamt dit en geeft aan dat de mentor in het rollenspel vanaf nu open vragen moet stellen. Het gesprek wordt hervat. Dit is een typische situatieschets van de trainingen die coaches van Leeuwendaal aan de Sporttopmentoren geven. De mentoren zetten de eerder gekregen theorie om in een praktijkoefening, waar vervolgens de nodige feedback op wordt gegeven. Dat iedereen zo aandachtig luistert tekent de competitieve instelling en de honderd procent inzet van de deelnemers. “Het is een dankbare groep mensen. Iedereen wil beter worden en elkaar beter maken. Iets wat het erg leuk maakt, maar daarnaast ook voor beide partijen erg leerzaam”, zegt Van der Togt.

Het traject

Van der Togt traint al bijna twee jaar de mentoren van Sporttop. Samen met collega Reinier van Edith van Dijk Behalve Sporttopmentor is Edith ook eigenares van een kinderdagverblijf. De stof die zij toegereikt krijgt tijdens de trainingen van Leeuwendaal komen ook hier goed van pas. Zo probeert ze verschillende methodes toe te passen wanneer zij haar personeel aanstuurt. De handvatten van Leeuwendaal zijn voor haar een goed hulpmiddel in deze gesprekken. In de gesprekken met haar triatlontalent Jeffrey Reijnders probeert ze hem vooral te begeleiden. “Het is voor mij een valkuil om alles voor te zeggen, dat moet ik juist niet doen. Ik moet hem helpen het antwoord te laten vinden door zelf te ervaren. Dat is nog wel iets dat ik lastig vind.”

50 | SPORTTOP MAGAZINE

De mentoren tijdens een trainingssessie.

der Monde geeft hij zes trainingen aan een groep die bezig is met de ‘basis coachingsvaardigheden training’ en vervolgens geeft het duo er nog vier bij de ‘verdiepingscursus’. Tijdens de basiscursus krijgen de mentoren zowel praktijkoefeningen als theorie. Dit laatste aspect komt steeds minder terug in de verdiepingscursus. Bij de vier trainingen in de verdiepingscursus gaan de mentoren alleen aan de slag met praktijkoefeningen. In beide cursussen leren ze hun gesprekstechnieken verbeteren en daarmee iemand beter te coachen. Het is belangrijk dat de mentoren in hun mentorgesprek toepassen wat zij hebben geleerd. Daarom zijn er gedurende de verdiepingscursus twee trainingen waarbij het talent ook daadwerkelijk aanwezig is. Een trainer van Leeuwendaal en een andere mentor luisteren dan mee tijdens het gesprek. Na deze sessie tussen mentor en talent wordt er geëvalueerd en krijgt de mentor feedback. Ook het talent wordt betrokken in deze evaluatie. Hierdoor kan het talent aangeven hoe hij of zij het gesprek vond gaan. Deze trainingen zijn voor de mentoren een ideaal leermoment omdat zij kunnen zien hoe collega’s zo’n gesprek aanpakken. Daarnaast leren de mentoren fouten te herkennen en de gekregen stof toe te passen tijdens het gesprek met hun talent.

de invulling

Wat leren de mentoren nu in de twee cursussen? Van der Togt: “De mentoren leren om hun talent te begeleiden in plaats van te gidsen. Zij moeten als het ware hun talent begeleiden naar de oplossing. De mentoren weten vaak het antwoord al. Als zij dan als gids functioneren begeleiden ze

‘Aan het begin doen ze maar wat ze denken dat goed is’


hun talent naar het antwoord. Zo leert het talent om zelf te ervaren, iets wat wel belangrijk is. Een talent moet leren zelf tot oplossingen te komen, zodat hij of zij op eigen benen kan staan. Daarom leren de mentoren bij ons om hun talent zelf te laten ervaren en zo tot een oplossing te komen.” Van der Togt maakt het duidelijk aan de hand van een voorbeeld. “Een talent komt naar de mentor met een vraag over sponsoring. Dan kan de mentor direct met een oplossing komen vanuit zijn eigen ervaring. Met gerichte vragen stellen kan hij het talent ook vragen wat voor ideeën hij zelf al heeft, wat hem of haar een goed idee lijkt. Dan kan de mentor daarop ingaan en het talent zelf laten ontdekken waar mogelijkheden liggen. Zo begeleid je het talent naar een oplossing in plaats van hem of haar een oplossing te geven.” De focus ligt voor de mentor dan ook op het begeleiden van het talent. Niet inhoudelijk op de sport, maar juist op alles wat erbij komt. Wanneer kan ik als talent naar verjaardagen toe? Hoe combineer ik topsport met school? Hoe laad ik me op voor een wedstrijd? Dat zijn aspecten waarbij de coaches hun talent moeten begeleiden naar de juiste keuze. Hiervoor krijgen zij handvatten aangereikt tijdens de cursus.

Zeven deugden

Deze handvatten bestaan uit vier beïnvloedingsstijlen en de ‘zeven deugden van communicatie’. Met de beïnvloedingsstijlen leren de mentoren op welke manier zij een persoon kunnen benadeKirsten van der Kolk Als freelance journalist en stagebegeleidster op de Johan Cruijff University heeft Kirsten al een druk bestaan. Toch heeft zij ervoor gekozen om ook mentor van Sporttop te worden. “De opzet van Sporttop om een voormalig sporter een talent uit een andere tak van sport te laten begeleiden, vind ik erg leuk. Daarom heb ik ervoor gekozen om dit toch te doen. Ik vind het zo zonde om alle ervaring die ik heb opgedaan anders niet te kunnen delen.” Momenteel gebruikt ze haar ervaring en de lessen van Leeuwendaal vooral in haar rol als stagebegeleidster. “Het luisteren, samenvatten en doorvragen was een zwak punt van mij. Nu raad ik het de studenten, die ik begeleid, ook aan om dat te doen bij sollicitatiegesprekken. Het is een ideale manier om te checken of je goed begrepen hebt wat de ander gezegd heeft”, aldus Kirsten.

Robert Bouten Één van de nieuwe mentoren van Sporttop die de training van Leeuwendaal volgt is Robert Bouten. Nadat hij alles opzij had gezet om zijn olympische droom in de kanoslalom realiteit te laten worden, heeft hij nu weer meer tijd voor andere dingen. Zo is hij teruggekeerd in de schoolbanken en gaat hij aan de slag als mentor. De student Management of Technology had tijdens zijn carrière al interesse in persoonlijke ontwikkeling en kon mede daardoor snel aanhaken bij zijn eerste twee trainingen. “Ik heb zelf nog geen talent toegewezen gekregen, maar wat ik over de verschillende communicatiestijlen geleerd heb tijdens de trainingen probeer ik al wel te oefenen. Als we werken in projectgroepen probeer ik hier al veel over na te denken. Verder is het nu afwachten totdat ik met een talent aan de slag kan gaan.”

ren. Omdat bij de één de ene manier beter werkt dan de andere, oefenen zij veel in de praktijk. “Je moet je de technieken eigen maken door er veel mee te oefenen. Zo kan je het er langzaamaan inslijpen en kan je de verschillende benaderingen uiteindelijk steeds beter in de praktijk toepassen”, zegt Van der Togt. Dit geldt ook voor de zeven deugden. Eigenlijk zijn dit zeven tips om de juiste informatie naar boven te krijgen in een gesprek. Deze zeven tips zijn stiltes laten vallen, oprechte interesse tonen, niet invullen voor de ander, goed samenvatten en doorvragen, open vragen stellen, feedback geven en niet te snel oordelen. Een goede mentor beschikt volgens Van der Togt over drie kerneigenschappen. Je moet een proces kunnen begeleiden, goede vragen kunnen stellen en een goede analyse kunnen maken. De stof in de cursus helpt de mentoren om deze eigenschappen te ontwikkelen.

‘Een mentor moet zijn talent begeleiden naar de oplossing’

Sporttop bedankt

Mentor Naam: Edith van Dijk Leeftijd: 39 Sport: openwaterzwemmen Droomvakantie: zon, zee, strand en cultuur

SPORTTOP MAGAZINE | 51


‘Achter elk

talent

staat een ondersteunende ouder’ Romy ondersteund door coach Mark Faber op de Paralympische Spelen.

Begeleid ik als ouder mijn topsportkind wel goed? Veel ouders vragen zich af of zij hun sportende zoon of dochter goed ondersteunen. Sporttop organiseert elk jaar een ouderworkshop om hen te helpen hun talentvolle kind te begeleiden. Tekst: Marije van Weelderen Fotografie: privébeeld “Wat een waardevolle workshop”, is de eerste reactie van de ouders van paralympisch zwemster Romy Pansters. Vader en moeder Pansters hebben deelgenomen aan de ouderworkshop die is georganiseerd door Sporttop. “Zonder deze workshop hadden wij onze ervaringen nooit met andere topsportouders kunnen delen. Ook weten we nu beter hoe we onze dochter moeten ondersteunen in haar sportcarrière.” De workshop wordt jaarlijks gegeven door een van de meest ervaren sportpsychologen in Nederland, Hardy Menkehorst van het Mental Training & Coaching Centre (MTCC). Het leven van talenten en hun ouders staat bol van de veranderingen, alles komt opeens in het teken te staan van sport. In de workshop leren ouders hiermee om te gaan. Het leven van Romy en haar ouders, Leon en Anita Pansters, ver52 | SPORTTOP MAGAZINE

anderde zes jaar geleden van de ene op de andere dag ingrijpend. Romy kreeg last van haar rug. De rugpijn werd veroorzaakt door een bloedprop in haar ruggenmerg en een spoedoperatie was nodig. De artsen constateerden een acute dwarslaesie. Twee jaar lang moest ze revalideren. Tijdens die revalidatie kwam ze via haar fysiotherapeut in contact met de zwemsport. Een voor de hand liggende overstap van het door haar beoefende tennis naar rolstoeltennis zag ze niet zitten. Ze wilde een sport beoefenen zonder rolstoel. Naast een dosis doorzettingsvermogen, bleek ze ook te beschikken over veel zwemtalent. Dat bleef niet onopgemerkt. In 2010 werd Romy door haar coach Mark Faber voor het WK in Eindhoven geselecteerd. Via Mark kwam ze vervolgens in aanraking met


Sporttop. Volgens Leon Pansters zag de coach de meerwaarde van Sporttop voor Romy. “Toen ze eenmaal bij Sporttop zat, kregen wij als ouders de uitnodiging om mee te doen aan een ouderworkshop. De twee uur reizen naar Eemnes was voor ons geen opgave. Wij hebben dit zonder tegenzin drie avonden gedaan.” Tijdens de workshop werd vooral aandacht besteed aan de belangrijkste vragen en problemen bij de begeleiding van het kind. Dit kan voor elke ouder verschillend zijn. De ouders van Romy, allebei werkzaam in het onderwijs, vonden de workshop erg interessant. “Als ouder krijg je een perfect beeld van hoe kinderen zich ontwikkelen en wat belangrijk is in die ontwikkeling”, vertelt Anita Pansters. “Haar ontwikkeling is ook zo hard gegaan de afgelopen jaren.” Romy woont sinds de zomer van 2011 bij een gastgezin in Amersfoort en ook dat was voor haar ouders een enorme stap. De verhuizing werd gezien als de kans om het optimale uit haar trainingen te kunnen halen. Afgelopen zomer heeft Romy deelgenomen aan de Paralympische Spelen in Londen. Ze werd achtste in de finale van de 400 meter vrije slag. Ouders zijn over het algemeen trots op hun kind als er een goede prestatie wordt geleverd. Het gevaar is dat zij soms onbewust teveel druk leggen op het kind. Anita: “Je kunt als ouder wel zeggen dat je geen druk op de sportprestaties van je kind legt, maar de vraag is natuurlijk of het kind dat anders ervaart. Door middel van de vragenlijst die moest worden ingevuld tijdens de workshop, ontstond er bewustwording over onze manier van begeleiden. Het was voor ons een bevestiging dat onze begeleiding van Romy goed is. Je praat daar als ouders namelijk helemaal niet over met je kind. Wij hebben nooit aan Romy gevraagd: ‘Kind, leggen wij teveel druk op jou?’” De ouders zijn niet alleen erg tevreden over de inhoud van de workshop, ook vonden zij het prettig om met ouders van andere talenten te spreken. “Ergens sta je alleen want in je sociale omgeving is er niemand die ook een kind heeft dat topsport beoefent”, vertelt Anita. “Onze vrienden en kennissen leven erg mee met de prestaties van Romy. Toch is het lastig voor hen om zich te verplaatsen in onze rol. Je kunt dat ook niet van ze verwachten. Tijdens de workshop herken je je dan ook in de andere Sporttopouders. Dat is erg waardevol.”

Talent Naam: Romy Pansters Leeftijd: 16 Sport: paralympisch zwemmen Droomvakantie: Thailand

Vader Leon, moeder Anita, broer Gil en vriendin Pascalle in Londen.

Wat moet ik doen als ouder? • • • • • • • • • • • •

Zorg voor liefde en steun, ongeacht de uitkomst van de wedstrijd Wees kalm en vol zelfvertrouwen tijdens de wedstrijden Wees realistisch in je verwachtingen Benadruk het plezier in het spelletje Zorg voor een stabiele woonomgeving Houd je kind verantwoordelijk voor de voorbereidingen Houd je kind verantwoordelijk voor slecht gedrag tijdens de wedstrijd Stimuleer je kind om te gaan trainen wanneer het lui is Moedig je kind aan om mogelijkheden en uitdagingen op te zoeken Houd er een actieve leefstijl op na met gezonde eetgewoonten Moedig je kind aan en erken het ook wanneer hij/zij iets goed doet Zorg voor financiële en logistieke ondersteuning

SPORTTOP MAGAZINE | 53


54 | SPORTTOP MAGAZINE


Zonder brandstof geen

topsportprestaties

Behalve zestien miljoen bondscoaches tijdens een WK voetbal, telt Nederland even zoveel voedingsexperts. Iedereen is zijn eigen autoriteit als het om voeding en gezondheid gaat. Toch is het voor sporters verstandig om te luisteren naar de wetenschap; de juiste voeding is namelijk van groot belang bij het bedrijven van topsport. Tekst: Rick Helmink Fotografie: Soenar Chamid & Rick Helmink SPORTTOP MAGAZINE | 55


Elke bewering over voeding heeft tegenwoordig het effect van een baksteen in een vijver vol kikkers. Vrijwel meteen stijgt er een oorverdovend gekwaak op als het om voeding of gezondheid gaat. Iedereen kent wel een tante bij wie een dieet fantastisch heeft gewerkt en een collega die zweert bij speltboterhammen in plaats van volkorenbrood. Dat herkent ook Floris Wardenaar, sportdiëtist en voedingsdeskundige aan de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN). “Je kunt wetenschappelijk uitleggen waarom iets niet goed is, maar als er vervolgens iemand opstaat die zegt: ‘Bij mij werkt het wel’, ben je uitgepraat.” Volgens Wardenaar, die als voedingsexpert is verbonden aan Sporttop, is het verstandigste advies om de voedingsrichtlijnen van de Gezondheidsraad te volgen. “Dat geldt voor iedereen, sporters en niet-sporters.” De voedingspiramide van de Gezondheidsraad (zie afbeelding) is opgebouwd uit verschillende lagen. Vocht (water), graan-, zetmeelen rijstproducten, groenten, fruit, zuivelproducten, vlees, vis en eieren, smeer- en bereidingsvet volgen elkaar op naar de smaller wordende (en daarmee in hoeveelheid afnemende) top. “Als je je houdt aan deze piramide en de genoemde hoeveelheden, krijg je genoeg voedingsstoffen om de dag door te komen.” Daarbij moet wel de kanttekening worden geplaatst dat deze voedingsrichtlijn uitgaat van een gemiddelde lichamelijke inspanning per dag van dertig minuten voor volwassenen en zestig minuten voor kinderen. Vrijwel alle topsporters overschrijden deze dertig minuten met gemak.

Brandstof

“Dan kan de voedingsrichtlijn niet voldoende zijn”, vervolgt Wardenaar. “Je kunt voeding vergelijken met brandstof in een auto. Als je de tank volgooit, zou je bij wijze van spreken vijfhonderd kilometer kunnen rijden. Die vijfhonderd kilometer is de gemiddelde lichaamsbeweging, waarvoor het voedingsadvies van de Gezondheidsraad voldoende zou moeten zijn. Topsporters bewegen veel meer dan gemiddeld en hebben – om in de autometafoor te blijven – dus ook meer benzine nodig dan één volle tank om zo meer dan die vijfhonderd kilometer af te kunnen leggen.” Daarbij maakt het volgens Wardenaar een groot verschil welke sport wordt beoefend. “Je kunt sporten grofweg opdelen in drie soorten: duursport, krachtsport en spelsport. Elke vorm van sport heeft zijn eigen elementen in een dieet.” Zo is het dieet voor duursporters meer geconcentreerd op koolhy-

draten, hebben krachtsporters baat bij meer eiwitten dan gebruikelijk en is het voor beoefenaars van spelsporten verstandig om een goede balans tussen deze twee brandstoffen te vinden. “Het dieet voor spelsporters staat het dichtst bij het ‘normale’ dieet, zoals aanbevolen door de Gezondheidsraad. Het gaat om dezelfde verhoudingen, maar wellicht in grotere hoeveelheid omdat er meer wordt verbrand.”

Voedingssuppletie

Omdat de voedingsleer een dynamische wetenschap is, kunnen de inzichten evolueren. Van koolhydraten en vocht is al langer bewezen dat zij prestatiebevorderend werken. Om goed te kunnen blijven presteren moeten deze reserves optimaal worden aangevuld. Timing en hoeveelheid spelen hierbij een cruciale rol. In tegenstelling tot wat velen denken zijn voedingssupplementen doorgaans geen noodzaak. Sportdranken zijn handige hulpmiddelen, maar de basis blijft een gevarieerde en evenwichtig samengestelde voeding. Deze moet op maat van de sporter zijn en rekening houden met het specifieke trainings- en wedstrijdschema. “Om maar weer even terug te gaan naar de auto kan het zo zijn dat de tank onderweg, dus tijdens een training of een wedstrijd, leeg raakt. Dan komen supplementen als sportdranken van pas. Dat kun je zien als onderweg tanken.”

Advies

Bij een optimaal dieet komt flink wat kijken. De energie-, vocht- en koolhydraatbehoeften kunnen sterk variëren van sporter tot sporter. Hierin spelen onder meer het lichaamsgewicht van de sporter, het trainingsprogramma en allerhande omgevingsfactoren (bijvoorbeeld warm of koud weer) een rol. Wat, wanneer en hoeveel ze eten is daarbij van grote invloed. “Het is belangrijk dat sporters hierover goed worden geïnformeerd om te vermijden dat ze de richtlijnen verkeerd toepassen of hun heil zoeken bij niet bewezen en mogelijk zelfs gevaarlijke remedies”, legt Wardenaar uit. Een valkuil is luisteren naar één van de zestien miljoen zelfbenoemde voedingsexperts, die ongetwijfeld goede bedoelingen hebben maar niet altijd beschikken over de juiste informatie. “Je ziet snel door de bomen het bos niet meer”, zegt Wardenaar. Het verstandigst is volgens hem ‘echte’ experts te raadplegen. “Gelukkig is er steeds meer aandacht voor de wetenschappelijke inzichten over sportvoeding, zo is onze hogeschool bijvoorbeeld geraadpleegd door Sporttop.”

Floris Wardenaar is voedingsdeskundige en docent aan de HAN (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) bij de opleiding Sport & Exercise Nutrition. Inmiddels is de HAN-afdeling Sport en Bewegen een toonaangevend expertisecentrum in Nederland. Van het nationaal vrouwenhockeyteam tot aan het eerste elftal van NEC, van de zwemtop tot de baanwielrenners, veel topsporters hebben via de HAN een voedingsdeskundige gevonden. Tevens is er een samenwerking met onder andere NOC*NSF en is er een eigen onderwijsgebouw op nationaal sportcentrum Papendal als onderdeel van het olympisch trainingscentrum. Enkele van de HAN-sportvoedingsdeskundigen nemen zitting in het expertiseteam ‘Voeding’ van NOC*NSF.

56 | SPORTTOP MAGAZINE


Het voedingsdagboek van Sporttoptalenten Andrea Kneppers & Eva Lim Voor dit magazine hielden zwemster Andrea Kneppers (19) en kunstschaatsster Eva Lim (20) een dag bij wat ze aten. Ze vertellen kort over het belang van voeding in hun leven als sporter. Voedingsexpert Floris Wardenaar geeft commentaar op het schema van de twee en tips waar nodig.

Het voedingsdagboek van Andrea Kneppers:

Het voedingsdagboek van Eva Lim:

Ontbijt: 10 gram muesli zonder suiker, een schaaltje vruchtenyoghurt (mager) Lunch: drie boterhammen met halvarine, vruchtenhagel en kipfilet, een knäckebröd met jam, twee mandarijnen Avondeten: 70 gram rauwkost met dressing, 4 eetlepels macaroni Tussendoortjes: een ontbijtkoek, twee appels, een mandarijn, een schaaltje kwark, 10 gram muesli zonder suiker Vocht: een glas water, een bidon limonade, een glas vruchtensap, twee koppen thee, vijf glazen ijsthee

Ontbijt: twee boterhammen, twee eieren Lunch: tien stukjes sushi Avondeten: een stokbrood, drie plakjes zalm, drie plakjes brie Tussendoortjes: twee Merci-chocolaatjes, een appel Vocht: een glas vruchtensap, zes koppen thee

Toelichting: “De dag dat ik het voedingsdagboek heb ingevuld was een zware dag met een landtraining en twee zwemtrainingen. Voeding is belangrijk voor mij om goed te kunnen herstellen van een training. Daarbij weet ik dat het belangrijk is wat en vooral ook wanneer je wat eet.” Commentaar Floris Wardenaar: “Mijn eerste indruk is positief. Andrea benut de verschillende eetmomenten gedurende de dag. Hierdoor zorgt ze elke keer voor een anabole prikkel. Anabool betekent opbouwend. Door verschillende kleine eetmomenten te plannen die maximaal twee tot drie uur uit elkaar liggen stimuleert Andrea de afgifte van hormonen, die de opbouw van het lichaam stimuleren. Indirect wordt hierdoor de afgifte van stresshormonen zoals cortisol geremd. Andrea drinkt limonade tijdens de training. We weten dat sporters meer drinken van een drankje met een smaakje. Of Andrea altijd limonade moet gebruiken tijdens de training hangt van de intensiteit en duur van de inspanning af. In de tijd dat ik zelf zwemmers begeleidde richting de Spelen van 2012 heb ik altijd afspraken gemaakt met sporters over wanneer ze wat gebruikten tijdens en rondom hun training.”

Talent Naam: Andrea Kneppers Leeftijd: 19 Sport: zwemmen Droomvakantie: Australië

Toelichting: “Ik heb mijn voedingsdagboek ingevuld op een zondag. Het is de enige dag in de week dat ik minder na hoef te denken over wat ik eet. Eén keer in de week mag dat wel eens, vind ik. Mijn avondeten is een beetje ‘scheef’, om het zo maar te zeggen. We hebben een avondje stokbrood gegeten met van alles erbij om te kiezen. Gewoonlijk let ik dus beter op mijn voeding. Als kunstschaatsster is het wenselijk om er slank en elegant uit te zien op het ijs dus je kunt niet alles onbeperkt eten, vooral geen koekjes, frietjes en chocola. Natuurlijk snoep ik af en toe heus wel wat. Ik heb een ontzettende chocoladeverslaving en kan me niet voorstellen dat ik het nooit meer zou eten!” Commentaar Floris Wardenaar: “Wat mij direct opvalt is het beperkte aantal eetmomenten, mijn advies is normaal gesproken om tussen de zes en negen eetmomenten in te plannen. Iets anders dat opvalt is de lage vochtinname en de beperkte inname van fruit en het niet innemen van groente. Het koolhydraatgehalte in de voeding is ook laag. Door meer groente en fruit te eten in combinatie met meer koolhydraten krijgt het immuunsysteem van Eva een boost. De inname van tweehonderd gram groente en twee stuks fruit in combinatie met meer koolhydraten uit brood, aardappelen of rijst zou de voeding naar mijn idee verbeteren en daarnaast wil ik Eva adviseren om meer en vaker te drinken.”

Talent Naam: Eva Lim Leeftijd: 20 Sport: kunstschaatsster Droomvakantie: duiken op Bali

SPORTTOP MAGAZINE | 57


&

Dorian

concurrenten Olympisch kampioen Dorian van Rijsselberghe (24) en windsurftalent Kiran Badloe (18) zijn blij dat hun sport olympisch blijft. Het zou zo maar kunnen dat ze tegen elkaar gaan strijden om één ticket voor de Spelen in Rio de Janeiro in 2016. Tekst en fotografie: Sam Porskamp & Tim Toet Het had weinig gescheeld of Dorian en Kiran waren elkaar in de toekomst tegengekomen in een andere tak van de zeilsport. Het door beiden geliefde windsurfen werd vlak voor de Spelen van Londen van het olympische programma gehaald. De internationale zeilbond (ISAF) besloot de discipline in 2016 te vervangen door kitesurfen. Dat moet een behoorlijke klap zijn geweest. Kiran: Dat was inderdaad heel erg balen. Het begon allemaal net lekker te lopen en ik was ook al bezig met de Olympische Spelen in Rio. Ik had het jaar voor de bekendmaking keihard getraind en flink geïnvesteerd in het windsurfen. Dorian: Niet alleen dat ene jaar, Kiran’s hele jeugd stond in het teken van windsurfen. Mijn eerste gedachte toen ik het nieuws 58 | SPORTTOP MAGAZINE

hoorde ging ook gelijk uit naar al die jonge gasten die een toekomst probeerden op te bouwen in het windsurfen. Ik ging op dat moment al naar de Olympische Spelen in Londen, dus mij konden ze dat niet meer afnemen. Voor mij was het daarom minder dramatisch. K: Ik was nog op weg ernaartoe en had het hoogste doel nog niet bereikt. Ik denk dat als we meer hadden bereikt, het nieuws minder hard aan was gekomen.

En vervolgens wordt de beslissing een paar maanden later weer teruggedraaid. K: Dat zorgde voor een dubbel gevoel. Ik had namelijk al heel wat tijd gestopt in het kitesurfen, ik begon het net leuk te vinden. Desondanks was ik erg blij dat windsurfen een olympische sport blijft. D: Ik denk dat alle windsurfers dat gevoel hebben. Als je kijkt naar de rijke geschiedenis van onze sport dan mag kitesurfen dat niet vervangen. Windsurfen hoort op de Olympische Spelen. Het leren kitesurfen was voor mij wel erg leerzaam. Door alle uitdagingen werd ik enorm met mezelf geconfronteerd. Wat bedoel je daarmee? D: De eerste dagen van mijn trainingskamp in Canada was het nog allemaal leuk en het maakte niet uit dat ik veel crashte. Na een dag of drie had ik het nog steeds niet door en toen kreeg ik er behoorlijk de pik in. Ik dacht: ‘Nou is het klaar, nu wil ik gewoon lekker rondjes varen’. Ik werd daardoor echt wakker geschud. Het ging allemaal niet meer automatisch en daardoor moest ik me optimaal concentreren. Dat was erg vermoeiend en na twee uur kiten was ik ook echt helemaal kapot. K: Dat herken ik zeker. Windsurfen is als een tweede natuur voor mij, en met kitesurfen ging het in het begin allesbehalve vanzelf. Ik werd chagrijnig en boos op mezelf.


&

Kiran

van de toekomst Op zondag 5 augustus 2012 wint Dorian, voor de kust van het Engelse Weymouth, olympisch goud in de RS:X-klasse. Vooral het ogenschijnlijke gemak waarmee hij dat doet baart veel opzien en Dorian is in een klap een held in Nederland. Op het moment van de overwinning viert Kiran vakantie in het Franse Biarritz. Kiran, heb je de zegereeks van Dorian op de voet gevolgd? K: Niet helemaal, in Biarritz werd niet alles uitgezonden. Ik heb eerlijk gezegd de laatste race niet gezien, maar er wel over gelezen. D: Ik kan me dat wel voorstellen. Toen mijn vorige trainingspartner Kasper Bouwman naar de Spelen ging heb ik ook niet alles meegekregen. Op de één of andere manier schoof ik het een beetje van me af. K: Het was ook vakantie voor mij en ik wilde juist ontspannen. Even geen windsurfen. De standen heb ik wel steeds gevolgd, maar ik heb me er niet helemaal in verdiept. Is Dorian een voorbeeld voor je? K: Ik heb niet echt voorbeelden, omdat ik in de sport voornamelijk naar mezelf kijk. Natuurlijk heb ik wel veel bewondering voor hoe Dorian de afgelopen jaren heeft gevaren. Vooral de overtuiging waarmee hij vaart is bewonderenswaardig. Hij is zó dominant. Het oogt allemaal erg relaxed en dat is ook goed, dat heb je nodig. En Dorian, hoe kijk jij naar Kiran? D: Hij gaat echt supersnel. Het is een rocket. Het is moeilijk te zeggen of hij sneller is, maar bij een race in Cadiz (Spanje) zat hij soms naast me of zelfs voor me. Ik denk dat de kleine foutjes die hij nu nog maakt eruit gaan met ervaring. Hij heeft nu een hele goede basis en die moet hij in de loop der tijd verfijnen. Hij moet vooral proberen zijn fingerspitzengefühl te ontwikkelen.

Zijn jullie concurrenten van elkaar? K: Op dit moment nog niet. Het leeftijdsverschil is heel groot en Dorian heeft een stuk meer ervaring. Het ligt er heel erg aan hoe ik me komend jaar ga ontwikkelen. D: Bij mij duurde het ook een tijdje voordat ik voorin mee ging varen en dat ook vast kon houden. Kiran heeft net de overstap gemaakt naar de grote mannen en het heeft dus tijd nodig voordat hij serieus voorin meevaart. Ik denk dat hij de aansluiting snel zal vinden, maar dat laatste stapje naar de top is erg lastig. Ik weet echter zeker dat Kiran binnen twee jaar voorin zal meevaren. K: Dat zijn mooie woorden. Droom je wel eens van olympisch goud, Kiran? K: Ja, als klein kind al. Eigenlijk denk ik sinds ik met windsurfen bezig ben al aan die ene gouden medaille. Natuurlijk staat er op dit moment een hele grote sportman voor me, maar ik ben nu keihard in training om mezelf te ontwikkelen. Volgend jaar kunnen we kijken of deelname aan de Olympische Spelen van 2016 een realistisch doel is. Jij hebt die droom al verwezenlijkt Dorian, heb je nu nog wel dromen? D: Ik droom alleen nog maar over pornomodellen, haha! Nee, ik wil mijn olympische titel natuurlijk prolongeren. Zo’n titel is geweldig en ik wil altijd het beste in mezelf naar boven halen. Het is niet moeilijk om me daarvoor te motiveren. Talent Naam: Kiran Badloe Leeftijd: 18 Sport: windsurfen Droomvakantie: Hawaii

SPORTTOP MAGAZINE | 59


Training in beeld

Naam: Jeffrey Reijnders Leeftijd: 18 Sport: triatlon 60 | SPORTTOP MAGAZINE


Foto’s: Jasper van Westen

(Foto’s: Jasper van Westen)

Meer over Jeffrey op www.jeffreyreijnders.nl SPORTTOP MAGAZINE | 61


- Advertorial -

Nederland in olympische vorm

Health & Performance

Hard werken is topsport. Dat is de reden waarom Lifeguard heel Nederland in olympische vorm wil brengen. De sporters, coaches, partners en het bedrijfsleven. Door de mensen fysiek, mentaal en emotioneel in optimale conditie te brengen, zijn de bedrijven in staat deze prestaties te leveren. Lifeguard ondersteunt hierbij. Bij Lifeguard ligt de nadruk op preventie. Voorkomen is beter dan genezen. In de top van het bedrijfsleven begint deze boodschap langzaam door te dringen. Zo wordt in samenwerking met Ernst & Young en Zilveren Kruis Achmea het CxO programma georganiseerd. Dit jaar wordt de vijfde run gehouden. Aan dit intensieve programma van een half jaar doen deelnemers uit de top van het bedrijfsleven en publieke sector mee. Tijdens het jaarlijkse CxO Inspirational Diner komen alle (oud)deelnemers bij elkaar en is er ruimte om na te denken over de vitaliteit in het bedrijfsleven. Lifeguard biedt ondersteuning door topmensen ervaringen te laten uitwisselen. Lifeguard heeft het doel om medewerkers beter te laten presteren dankzij energiemanagement. Onze huidige maatschappij nodigt uit tot ongezond gedrag. Groter, sneller, meer, altijd bereikbaar. Dit vraagt veel van de fysieke gesteldheid. Door werkdruk en stijgende verwachtingen daalt het energieniveau van de medewerkers. Dit mag niet onderschat worden. Door vitaliteitsprogramma’s te intro-

duceren binnen een bedrijf, stijgt het energieniveau bij de medewerkers aanzienlijk. Hierdoor worden de best mogelijke prestaties geleverd in het bedrijfsleven. Om die redenen heeft Lifeguard verschillende programma’s om dit te bewerkstelligen. Werken aan de vitaliteit van de medewerkers

‘Vitale mensen presteren beter’ is een strategische investering die waarde toevoegt aan de groei, winst en duurzaamheid van een bedrijf. Ieder bedrijf is anders en daarmee ook hun plan van aanpak. Lifeguard heeft dan ook een uitgebreid aanbod, voor elk bedrijf een passende methode. Het werkplezier en de productiviteit verhogen binnen een bedrijf begint bij het aanpakken van de bedrijfscultuur. Vitaliteitsmanagement moet echt worden opgenomen in het beleid, dan gaat het echt leven binnen de organisatie. Lifeguard geeft ondersteuning bij het implementeren. Het moet aansluiten op de bedrijfsmissie en gericht zijn op duurzaam resultaat. Samen met de klant ontwikkelen ze een programma op maat. Dit programma kan een totaalpakket van assessments, trainingen, workshops en persoonlijke begeleiding zijn. Het gaat dus verder dan een eenmalige ontmoeting en is vaak gericht op het bereiken van een echte gedragsverandering binnen het bedrijf. De behaalde resultaten zijn meetbaar, zodat het positieve effect daadwerkelijk zichtbaar is. Er wordt niet alleen gekeken naar fysieke fitheid, maar ook naar het mentale aspect.

‘Je bent zo sterk als je zwakste batterij’ Dit digitale tijdperk vraagt om een nieuwe aanpak. Daarom biedt Lifeguard een online platform. Via dat platform is het mogelijk om te communiceren met professionals, vragenlijsten in te vullen en tips voor een vitale leefstijl te vinden. Op deze manier blijven de medewerkers betrokken bij het proces.

Vitaliteitsmanagement zorgt ervoor dat de zakenwereld klaar is voor de uitdaging die te wachten staat. Lifeguard gaat voorop in de strijd. Meer weten? www.lifeguard.nl 62 | SPORTTOP MAGAZINE


‘Ik zie het als mijn taak om hem heel te houden’ Het bereiken van de top doe je als sporter vaak niet zonder problemen. Je kan het talent wel hebben, maar ook mentaal moet je uit het goede hout gesneden zijn. Sporttop probeert hierin met behulp van één-op-één begeleiding een helpende hand te bieden. Tekst: Paul van Beem Fotografie: Cees Verduin Turner Anthony van Assche (23) is inmiddels al vijf jaar aangesloten als talent bij Sporttop. Hij valt onder de hoede van Jochem Uytdehaage. Volgens Anthony speelt het hebben van een persoonlijke mentor een belangrijke rol in zijn ontwikkeling als topsporter. “De kracht van een mentor als Jochem is dat hij op een andere manier naar mij kijkt dan mijn turncoach. Het idee van rusten bijvoorbeeld is heel belangrijk. Een week rust kan heel goed werken, al heb je als sporter soms het gevoel dat je dan juist harder moet trainen. Ik heb mezelf vaak over de kop gejaagd.” Op dat soort momenten komt de ervaring van Jochem Anthony goed uit. “Jochem gooit dan de rem erop bij mij; dan zegt hij dat ik rustig moet blijven. Hij weet zelf ook hoe het is om overtraind te zijn. Ik durfde dat zelf niet altijd tegen mijn trainer te zeggen. Maar je moet voor jezelf kiezen, aan jaknikkers heb je niets. Niet altijd doen wat anderen leuk vinden.” SPORTTOP MAGAZINE | 63


‘Je moet voor jezelf kiezen, aan jaknikkers heb je niets’

‘Als mentor stel je jezelf in dienst van het talent’

“Anthony is in mijn ogen de beste meerkamper van Nederland”, zegt Jochem. “Ik zie het als mijn taak om hem heel te houden en te zorgen dat hij straks op de Spelen in Rio optimaal kan presteren. Anthony is een jongen die naar me toe komt als hij ergens mee zit, die wisselwerking is heel belangrijk. Niet dat we elkaar nu wekelijks zien, maar ik ben er als er wat aan de hand is of als hij vragen heeft.” In het begin had de jonge turner wel enige moeite om naar Jochem toe te stappen als hij ergens mee zat. “Jochem is best recht door zee. Hij geeft heel duidelijk aan hoe hij erover denkt. Waar het om draait is niet of je de beste bent, het gaat erom dat je het beste uit jezelf probeert te halen. Dat idee is heel belangrijk, dat heb ik ook moeten leren. Je moet jezelf ook recht in de ogen durven kijken en je plafond kennen.” Bij Sporttop wordt gebruik gemaakt van het cross-sport concept. Dit betekent dat het talent een mentor toegewezen krijgt die zelf actief is geweest in een andere sport. Ex-triatleet Chris Brands werkt sinds begin 2011 samen met zeiltalent Jolbert van Dijk.“Voor mij is het concept van Sporttop de meest ideale werkwijze. Topsporters zijn vaak eigenwijs; op het moment dat je ze in hun eigen tak van sport neerzet worden ze te veel herinnerd aan hun eigen technische beperkingen. Dit zit zowel de coach van het jonge talent als jezelf in de weg. Het gaat om de sporter en als mentor leer je jezelf uit te schakelen en in dienst te stellen van het talent”, aldus Chris. Ook Jolbert is te spreken over zijn samenwerking met iemand die niet uit de zeilwereld komt. “Het is wel fijn dat je een mentor hebt uit een andere tak van sport. Hierdoor ontstaat er een frisse blik, een out of the box manier van denken.”

64 | SPORTTOP MAGAZINE

Daarnaast is het voor hem belangrijk dat hij naast zijn gewone trainer iemand heeft waarop hij kan terugvallen. “Chris weet het altijd als ik met een probleem zit. Het is fijn om met hem bepaalde zaken te evalueren, die met mijn zeiltrainer minder makkelijk te bespreken zijn.” Oud-handbalster Jokelyn Tienstra werd gevraagd om bij Sporttop te komen omdat ze de ervaring heeft om dagelijks met talenten te trainen. “Sporttop heeft gekeken naar mijn sport en mijn kwaliteiten. Ik heb zelf gevraagd om een sporter te krijgen die op Papendal traint omdat ik daar zelf werk. Dat is handig voor het contact.” Uiteindelijk is de keuze van Sporttop voor Jokelyn gevallen op volleybalster Celeste Plak. “Omdat we allebei op Papendal zitten zien Jokelyn en ik elkaar regelmatig. Gesprekken waarvoor we meer tijd uittrekken houden we meestal een keer per maand”, aldus Celeste. Wat regelt Jokelyn als mentor zoal voor Celeste? “Het is voornamelijk een informatieve en adviserende rol. Jokelyn heeft zelf heel veel ervaring als extopsportster, en van die ervaringen en tips kan ik veel opsteken met het oog op de toekomst. Daarnaast worden er bij Sporttop regelmatig workshops gegeven over belangrijke zaken als blessurepreventie en anti-doping voorlichting.” Jokelyn stelt dat ze in haar tijd als topsporter ook graag ondersteund had willen worden door een organisatie als Sporttop. “Zeker weten. Celeste maakt zelf haar keuzes in haar sportcarrière, maar het is toch fantastisch dat je iemand aan je zijde hebt die alles al heeft beleefd en die je met raad en daad bij kan staan. Ik begeleid haar in haar topsportcarrière als mens. Zowel op sportgebied als in je persoonlijke ontwikkeling is Sporttop hierin heel nuttig.”

Mentor Naam: Jochem Uytdehaage Leeftijd: 36 Sport: schaatsen Voorbeeld: André Kuipers

Talent Naam: Anthony van Assche Leeftijd: 23 Sport: turnen Voorbeeld: turner Alexei Nemov

Mentor Naam: Chris Brands Leeftijd: 43 Sport: triatlon Droomvakantie: fietsvakantie

Talent Naam: Jolbert van Dijk Leeftijd: 19 Sport: zeilen Voorbeeld: Ben Ainslie

Mentor Naam: Jokelyn Tienstra Leeftijd: 42 Sport: handbal Voorbeeld: handbalster Anja Andersen

Talent Naam: Celeste Plak Leeftijd: 17 Sport: volleybal Voorbeeld: Nelson Mandela


‘De olympische finale hebben we per actie beleefd’ Volleyballers Ron Zwerver (45) en Bas van de Goor (41) weten precies hoe het is om een olympische finale te spelen. Tijdens de Spelen van 1996 in Atlanta wonnen ze goud. Samen met Sporttop blikken de sterren van toen terug op deze legendarische wedstrijd. Tekst: Sam Porskamp Fotografie: Ronald Hoogendoorn SPORTTOP MAGAZINE | 65


‘Tien seconden na de laatste bal verkeerde ik in pure extase’

Denken jullie nog vaak terug aan de finale tegen Italië? Bas van de Goor: Er zijn momenten dat ik aan de wedstrijd terugdenk. Allereerst hangt de gouden plak in onze woonkamer. Als ik er naar kijk dan komen de mooie herinneringen weer boven. Verder gaat er bij mij iets kriebelen als ik andere sporters een olympische medaille zie winnen. Dan krijg ik weer een beetje het gevoel terug van toen. Ron Zwerver: De enige keer dat ik terugdenk aan de finale is als andere mensen erover beginnen. Ze vertellen dan bijvoorbeeld waar ze op het moment van de wedstrijd waren en dat het zo’n geweldige periode was voor het Nederlandse volleybal. Kun je uitleggen hoe belangrijk die overwinning was? R: Volleybal is echt een grote sport, het wordt over de hele wereld in alle landen beoefend. Als je volleybal bijvoorbeeld vergelijkt met hockey is volleybal echt een stuk groter. Wij stonden op dat moment op het hoogste podium en dat gaat de hele wereld over. De Spelen waren bijna afgelopen en voor veel mensen was deze wedstrijd een mooie afsluiting. Er zaten die zondagavond zeven miljoen Nederlanders voor de buis. En dan nog winnen ook,

dat is ongekend! B: Ik denk wel eens: ‘wat als we nou niet hadden gewonnen’. Dan waren we op de grote toernooien in ’92, ’93, ’94, ‘95 én ’96 tweede geworden. Dan waren we de losers van de Nederlandse sport geweest. De eeuwige tweede. R: De Joop Zoetemelk van het volleybal. B: En nu win je de finale op twee punten en ben je de held. R: Maar de weg naar die gouden plak toe is het belangrijkste. Wat bedoel je daarmee, Ron? R: Wat ik veel zie bij sporttalenten is dat de persoon die ze zijn te veel afhangt van hun sportprestaties. Als ze even niet presteren worden ze timide en onzeker. Het is daarom erg belangrijk hoe je je sociaal-maatschappelijk ontwikkelt. De ontwikkeling die je doormaakt op weg naar het podium is belangrijker dan de plak zelf. Natuurlijk is de medaille een bekroning op je harde werken, maar de prestatie heb je al daarvoor geleverd. B: Daar ben ik het niet helemaal mee eens. De weg naar de gouden medaille is inderdaad belangrijk, maar als je altijd tweede wordt, ga je jezelf toch afvragen in hoeverre je je ontwikkeld hebt. Je kunt wel zeggen: ‘Wat maken die twee punten waarmee we de finale wonnen nou uit’, maar de buitenwereld denkt daar anders over. Het verschil tussen winst en verlies is klein, maar tegelijkertijd ook zo groot. R: De buitenwacht wil je inderdaad vaak een stempel geven. B: Diezelfde buitenwereld heeft mij ook gevormd. Van al die positieve waardering ben ik gegroeid. Waar ik het wel met Ron eens ben is dat je het niet alleen voor die gouden medaille moet doen. Je moet de weg ernaartoe ook leuk vinden. Na die lange weg bereikten jullie uiteindelijk de finale. Hoe bereid je je voor op een olympische eindstrijd? R: Je moet de wedstrijd benaderen als iedere andere wedstrijd. Voor mij was het belangrijk dat zich altijd hetzelfde riedeltje afspeelde: trainen, eten, rusten, slapen en dat dag in dag uit, tot aan de finale. Die saaiheid hoort bij de discipline die ik nodig had om te kunnen presteren. Je lichaam is ook gewend aan die regelmaat, dus bij een groot evenement probeer je dat vast te houden. Bij de Olympische Spelen in Londen heeft de Nederlandse ploeg de bedden van trainingscentrum Papendal meegenomen. Dat is natuurlijk extreem, maar je probeert de trainingsomgeving zoveel mogelijk na te bootsen. B: Wat wel anders is dan andere toernooien is dat

66 | SPORTTOP MAGAZINE


je op de Olympische Spelen te maken krijgt met veel andere sporters. En toen wij de finale nog moesten spelen waren bijna alle sporters al klaar. R: Dus iedereen feest, vreet en neukt met elkaar, om het maar even grof te zeggen. Als je daarin meegaat verlies je de essentie: het winnen van de gouden medaille op de Olympische Spelen. Om die focus tijdens het toernooi niet te verliezen is moeilijk. Ze zeggen wel eens dat de Olympische Spelen een wereldkampioenschap is van 28 verschillende sporten. In feite is dat ook zo, maar op een WK ben je het middelpunt en hier ben je een klein onderdeeltje. B: De hockeyers waren de dag voor onze finale olympisch kampioen geworden en buiten hoorden we ze feestvieren. Mijn gedachtes dwaalden dan vanzelf af: ‘Wat als ons dat ook zou lukken?’ Dat soort gedachtes zijn niet goed. Als je olympisch goud wilt winnen kan dat maar op een manier: je moet steeds bedenken wat je de komende vijf seconde gaat doen. En hoe vertaalt die voorbereiding zich naar de wedstrijd? R: Ik ben de wedstrijd ingegaan zonder verwachtingen. Ik heb niet teruggekeken naar onze verloren finales, of juist vooruitgekeken naar hoe het zou zijn als we de finale zouden winnen. Ik concentreerde me op de bal op dat moment. Ik heb de finale per actie beleefd. Het is erg moeilijk om die focus vast te houden, maar wat mij erg geholpen heeft is dat ik me richtte op mijn taken in het veld. Ik bedacht me iedere keer: ‘wat is nu belangrijk?’ B: Ik was zo gefocust op iedere actie, dat ik soms niet eens wist hoeveel het stond. En ik was niet de enige. Bij matchpoint tegen wisten vier van de zes spelers in het veld niet hoeveel het stond. Dat wil niet zeggen dat we niet met de wedstrijd bezig waren. Sterker nog: de stand kan ook een afleiding zijn. Ik hoef de stand niet te weten om te scoren. Jullie hebben de finale dus echt per punt beleefd. Welk punt is jullie het beste bijgebleven? B: Dat is het matchpoint tegen. De hele wedstrijd sloeg ik de ballen ongeveer hetzelfde. En zeker bij belangrijke punten is het gebruikelijk om terug te vallen op je meest zekere aanvalsbal. De Italianen speelden daar op in. Spelverdeler Peter Blangé gaf de bal voor en ik zag in mijn ooghoek het Italiaanse blok verschijnen. Ze verwachtten dus mijn gebruikelijke bal, maar in een fractie van een seconde bedacht ik me en sloeg de bal in een andere richting. Dat vond ik echt een stoere bal. Vooral ook het moment waarop het gebeurde!

R: Het punt dat mij het beste is bijgebleven is het laatste punt. Bas moest serveren, maar die was zo zenuwachtig dat hij de bal maar half raakte. De bal werd niet goed verwerkt door de Italianen en we kregen de kans om een aanval op te zetten. De bal kwam uiteindelijk bij mij terecht en op het moment dat de bal in de lucht zweefde, ging er van alles door me heen. In een split second dacht ik aan hoe ik de bal zou slaan, dat ik olympisch kampioen kon worden en dat het dan echt klaar zou zijn voor mij. Ik sloeg de bal diagonaal, die werd slecht verwerkt en uiteindelijk sloegen ze de bal tegen de antenne. Wij waren olympisch kampioen. Hoe voelt het om olympisch kampioen te zijn? R: Ik weet nog wel dat ik erg in mezelf gekeerd was. Voor mij was het echt mijn laatste kunstje voor het Nederlands team, dus er viel een enorme last van me af. Ik had niet alleen aan mezelf, maar ook aan de buitenwacht bewezen wat ik altijd al wilde bewijzen. Die hele bewijsdrang viel weg. Op dat moment wist ik ook niet hoe groots het wel niet was. Ik bedoel: we zijn nu ruim zestien jaar verder en we praten er nog steeds over. B: De tien seconden na de laatste bal verkeerde ik in pure extase. Als je niet weet wat extase betekent, moet je een keer olympisch kampioen worden. Wat we niet wisten is dat het zo’n grote impact zou hebben. We dachten dat we naast de hockeyers kwamen te staan doordat we net als zij goud hadden gewonnen, maar de perceptie in Nederland was heel anders. We gingen eroverheen qua prestatie. Dat hadden we nooit verwacht. Wat is de belangrijkste les die jullie getrokken hebben uit de olympische episode? B: Maak onderscheid tussen ruis en de belangrijke zaken. Stel jezelf de vraag: ‘Wat draagt bij aan een goede prestatie en wat niet?’ Dat geldt zowel voor de finale als de gehele voorbereiding. Met ruis bedoel ik bijvoorbeeld het feestgedruis om je heen, maar ook de gedachte aan wat je gaat doen als je wint of verliest. R: Ik heb geleerd dat het erg belangrijk is om dicht bij jezelf te blijven. Doe niet gewichtiger dan je eigenlijk bent. En probeer ook kritische mensen om je heen te verzamelen. Aan jaknikkers heb je niks. Mijn vriendin en mijn ouders zorgden ervoor dat ik niet te veel ging zweven. Vaak smeet ik bijvoorbeeld mijn tas met vieze kleren neer, maar dan werd ik hier door mijn vriendin gelijk op aangesproken: ‘Dat doe je maar op de club, maar hier gelden andere regels’, zei ze dan. Dat is ook een tip voor alle ouders van talenten: prijs je kind niet te veel de hemel in.

‘Bij matchpoint tegen wisten vier van de zes niet hoeveel het stond’

Mentor Naam: Ron Zwerver Leeftijd: 45 Sport: volleybal Voorbeeld: Nick Vujicic, evangelist & spreker Mentor Naam: Bas van de Goor Leeftijd: 41 Sport: volleybal Voorbeeld: Michael Jordan

SPORTTOP MAGAZINE | 67


Voordelig bricken, makkelijk parkeren. Ga snel naar www.yellowbrick.nl

68 | SPORTTOP MAGAZINE

Adv_Yellowbrick_Sporttop_230x280.indd 1

Voordelig bricken, makkelijk parkeren 08-01-13 15:52


‘Je kan Sporttop als jonge sporter niet weigeren’ Steven Le Fevre was jarenlang een talent bij Sporttop. Na het mislopen van de Olympische Spelen in Londen besloot de 25-jarige sporter de zeilsport vaarwel te zeggen. Tekst: Ruben Koenes Fotografie: Mats van Soolingen Op dit moment ben ik… …een van de salesmannen bij Yellowbrick, een dienstverlener op het gebied van mobiel parkeren. Bij ons bedrijf kan dat via je mobieltje: met een app, bellen of via internet de parkeertijd starten en stoppen. Ik vind het ook leuk om te werken met een jong en dynamisch team in een opkomende markt. Vooral de ambitie en groeipotentie van het bedrijf spreken me erg aan. Op een gegeven moment werd ik benaderd door Sporttop… …en was ik meteen enthousiast over het hele verhaal. Ze vertelden me over de plannen die ze hadden met betrekking tot talentontwikkeling en de goede begeleiding die ze me konden bieden. Ik vond het prachtig! Dus zoals je begrijpt zei ik volmondig ‘ja’. Dat is gewoon iets wat je als jonge sporter niet kan weigeren. Het beste advies dat ik ooit gekregen heb van mijn mentor is… ...dat ik even moest wachten met meteen mijn mening op tafel gooien. Op dat moment had ik samen met mijn mentor Wietske de Ruiter een bespreking over welke kant ik op zou gaan met mijn carrière. Ze raadde me aan om me geduldig op te stellen. Daardoor ben ik wat rustiger geworden en gedraag ik me volwassener in moeilijke situaties. Mijn hoogtepunt was… ...wereldkampioen worden in het laatste jaar bij de jeugd in de 470-klasse, in 2008. Ook heb ik zilver gehaald bij de pre-Olympics. Achteraf gezien was de hele ervaring van het reizen en het bedrijven van topsport bagage die ik altijd zal blijven gebruiken. Mijn dieptepunt was... …de teleurstelling van het niet bereiken van de Spelen in Londen. Samen met Steven Krol wilde ik daar een goed resultaat halen. Het

was een grote teleurstelling, maar een dieptepunt wil ik het ook niet noemen. De weg er naar toe was al een unieke ervaring. Je komt op bijzondere plekken en vaart onder weersomstandigheden die het maximale van je eisen, dat geeft een kick. Nu ik niet meer zeil is mijn ultieme doel… ...topsport in het dagelijks leven toepassen. Ik vind sport nog steeds geweldig. Ik loop graag een halve marathon. Het mentale aspect van topsport is handig voor je maatschappelijke carrière en om het maximale uit jezelf te halen. Dat probeer ik ook bij Yellowbrick. Ik wil het maximale uit de zakelijke markt halen. Je begint onderaan de ladder, maar vanuit de topsport heb ik bepaalde kwaliteiten die ik hoop te kunnen gebruiken binnen het bedrijf. Ik wil later graag herinnerd worden… ...als een enthousiaste en sportieve vent voor wie de zin ‘dat kan niet’ niet bestaat. Toen ik nog zeilde moesten er wel eens zaken op het laatste moment worden geregeld. Een keer leek ik niet meer op tijd op locatie aan te kunnen komen, omdat we geen vlucht meer konden krijgen. Een van de begeleiders zei toen: ‘Kan niet? Dat is onzin!’ Uiteindelijk is het alsnog gelukt! Als ik thuis ben, doe ik graag… ...aan sporten, vooral hardlopen en mountainbiken. Ook heb ik een passie voor elektronische muziek: house en techno. Ik draai zelf een beetje en heb af en toe ook nog in een aantal clubs gedraaid. Helaas is dat nu moeilijk te combineren met werk. Ooit wil ik nog… ...een marathon binnen drie uur lopen. Op dit moment staat mijn beste tijd op 1.24 op de halve marathon, dus er moet nog een hoop gebeuren. SPORTTOP MAGAZINE | 69


‘Ik spreek maar één keer per maand met vrienden af’ Als jonge atleet ligt het voor de hand dat sport op nummer één staat. Toch willen de meeste talenten ook wel eens wat doen met vrienden. Schaatser Aron Romeijn en zwemmer Mike Marissen herkennen dit, maar hebben geen moeite om zich op de sport te focussen. Tekst: Fabio Leenen & Nick Spaargaren Fotografie: Martin de Jong & Kees-Jan van Overbeeke “Ik spreek eigenlijk maar één keer per maand met mijn vrienden af ”, zegt Mike (20). “Ik heb wekelijks veertien trainingsmomenten, goed voor zo’n 23 uur trainen. Dat doe ik bij het Regionaal Trainings Centrum (RTC) in Drachten. Mijn vrienden vinden het jammer dat ik er niet zo vaak bij ben, maar ze hebben er wel begrip voor.” De 21-jarige Aron beaamt dat. “Als je er dan een keer wel bij bent, is het extra gezellig. Ze begrijpen mijn situatie en gunnen me mijn sportcarrière. Enkele vrienden wonen in Amsterdam. Het uitgaansleven daar trekt me wel, maar het sportieve doel is veel belangrijker.” Het seizoen van Aron lijkt minder lang, aangezien schaatsers alleen tussen september en maart veel races rijden. “Ik ben alleen in de eerste twee weken van april echt vrij. Daarna moet ik alweer in mijn ritme komen, want vanaf mei begint de trainingscyclus weer”, legt de sprinter van Schaatsteam Utrecht uit. “Mijn seizoen loopt eigenlijk van september tot augustus”, zegt Mike. “Maar daar zit bijvoorbeeld ook een trainingskamp bij naar Tenerife. Dat zijn mooie reisjes.”

Doorzettingsvermogen

“Ik ben vorig jaar met mijn team naar Lanzarote geweest. Dat is natuurlijk keihard trainen, maar als je vrij bent, kun je wel lekker even aan het zwembad liggen en genieten van het weer. We trainen al veel vanaf de middelbare school. Daarom hebben we niet het gevoel dat we iets missen”, spreekt Aron namens beiden. “Je komt tenslotte niet op ons niveau met enkel een goede techniek en je talent. Het mentale gedeelte is 70 | SPORTTOP MAGAZINE

ook van belang. Daar hoort een stuk doorzettingsvermogen bij. Dat betekent dat we vaak wat leuke dingen moeten laten.” De twee talenten zijn bovendien bezig met het halen van een ‘papiertje’. “Ik zit in het tweede jaar van mbo vormgeving”, vertelt Mike. Aron heeft zijn diploma bijna binnen. “Ik heb in Rotterdam via de Randstad Topsport Academie de studie sportmarketing en management gevolgd. Ik ben zo goed als afgestudeerd, ik hoef nog maar een paar puntjes binnen te halen. Die commerciële kant van mijn studie heb ik goed kunnen gebruiken, want ik heb een eigen bedrijfje dat sponsors probeert te werven.” Door alle bezigheden zijn het niet alleen hun vrienden die ze weinig zien. Ook familieleden mogen blij zijn als ze twee bezoekjes per maand krijgen. “Mijn twee broers waren het huis al uit. Dus toen ik naar Heerenveen verhuisde, vonden mijn ouders dat geloof ik niet zo erg”, lacht Mike.

‘Als je er een keer wel bij bent, is het extra gezellig’


“Ik ben hierheen gekomen met mijn broertje”, springt Aron in. “Mijn andere broertje woont nog wel thuis. Ik geniet wel van de zelfstandigheid en vind het lekker om een weekendje in Heerenveen te blijven.”

Geduld

Hoewel de talenten nog aan het begin van hun loopbaan staan, willen ze het maximale uit zichzelf halen. “Bij zwemmen is dat een proces en zijn we heel erg met tijden bezig. Dat is soms belangrijker dan waar je eindigt in de wedstrijd”, meent Mike. “Als jonge sprinter moet je echt geduld hebben om bij de top te komen”, weet de uit Ottoland afkomstige Aron. “De meeste sprinters winnen pas wat als ze achter in de twintig zijn. Soms vind ik het moeilijk om tegen mezelf te zeggen dat ik nog wel even heb. Dan denk ik: ‘Ik ben dan pas 21, maar ik wil wel een keertje

echt wat presteren’. Af en toe is het lastig om dat geduld te bewaren.” Voor Aron zijn de kortere afstanden hoofdzaak. De 500 en 1000 meter zijn zijn favoriete afstanden. Mike focust zich op de 200 meter wissel- en de 100 meter vlinderslag. Daarin hopen ze zich in de toekomst te onderscheiden. “Het hoogst haalbare zijn voor ons toch echt de Olympische Spelen. Als je hoort dat 3,6 miljoen Nederlanders de zwemfinales van Ranomi Kromowidjojo op televisie volgden… Dat zijn gewoon voetbalaantallen”, stelt de zwemmer uit Nunspeet enthousiast. “Mijn doel is om zo hard mogelijk te gaan”, vult Aron aan. “Daarom ben ik ook naar Heerenveen verhuisd. De volgende stap is nu om naar een commercieel team te gaan. Maar goud pakken op de Olympische Spelen is toch wel de ultieme droom.”

Talent Naam: Aron Romeijn Leeftijd: 21 Sport: schaatsen Voorbeeld: Jan Bos Mentor Naam: Mike Marissen Leeftijd: 20 Sport: zwemmen Voorbeeld: Pieter van den Hoogenband

- Advertorial -

Mentale training essentieel voor sporttalenten Om het maximale uit hun mogelijkheden te halen is het voor sporttalenten essentieel om naast het trainen van technische, tactische en fysieke vaardigheden ook te werken aan hun mentale vaardigheden. Inmiddels werkt Sporttop alweer ruim 4,5 jaar samen met het Mental Training & Coaching Centre om de sporttalenten toegang te geven tot professionele begeleiding op mentaal gebied. Ondanks goed trainen kunnen er momenten zijn in de ontwikkeling van een topsporter dat de prestaties minder zijn dan verwacht. Dit komt regelmatig voor. Situaties met hoge druk, even twijfelen aan jezelf, verminderde zin in training, moeilijk kunnen focussen als het moet, zijn allemaal aspecten waarbij mentale training uitkomst kan bieden. Mentale training brengt stabiliteit in prestaties en helpt om prestaties te verbeteren. Veel topsporters gebruiken mentale training om het uiterste uit zichzelf te halen want ook als het goed gaat, kan het nog beter.

Bij het MTCC begint een traject met het analyseren van de mentale vaardigheden van de sporter bijvoorbeeld door een Persoonlijk Sportpsychologisch Profiel (PSP) te maken. Op basis van deze analyse wordt een persoonlijk plan gemaakt om de mentale vaardigheden te trainen. Dat plan is helemaal afgesteld op jouw persoonlijke situatie. Na het leren van de vaardigheden ga je die in praktijk brengen. Eerst in de training, dan is de wedstrijd. Jouw prestaties zullen daarvan profiteren. Vervolgens wordt er een plan gemaakt om deze vaardigheden zo goed mogelijk in te zetten in trainingen, in de wedstrijdvoorbereiding en tijdens de wedstrijden zelf om maximaal te presteren. Kijk voor meer informatie op de website of neem contact op voor een kennismakingsafspraak.

Website : www.mentaltcc.nl | E-mail: admin@mentaltcc.nl | Telefoon: 050-4029490


Mentale training? ‘Daar zag ik het nut totaal niet van in’

Mede dankzij mentale training veranderde Aniek van Koot (22) van een meisje met een hobby in een vrouw die topsport beoefent. Vorig jaar zomer won de rolstoeltennisster twee zilveren medailles op de Paralympische Spelen in Londen. ‘Ik heb geleerd ‘sociaal egoïstisch’ te zijn.’ Tekst: Martijn Kingma & Marek Veurtjes Fotografie: privébeeld 72 | SPORTTOP MAGAZINE


Ontspannen en met een grote glimlach zit Aniek van Koot in de kantine van haar trainingslocatie in het Gelderse Renkum. Ze is moe maar voldaan na haar successen van het afgelopen jaar. Behalve op de Spelen stond de Achterhoekse ook op het podium bij de US Open en het prestigieuze toernooi van Wimbledon. Aniek komt op haar twaalfde in contact met rolstoeltennis, nadat haar rechterbeen moet worden geamputeerd. De mankementen waarmee ze geboren is kunnen na tien operaties niet verholpen worden en een amputatie is onvermijdelijk. “Ooit dacht ik dat ik op een dag wakker zou worden met gewoon twee benen die werken, maar dat is er helaas nooit van gekomen.”

Moeilijke periode

De puberteit ervaart Aniek als een moeilijke periode. Veel mensen kijken haar raar aan als ze in haar rolstoel voorbij komt. “Ja, dat was erg lastig. Ik durfde er gewoon niets van te zeggen. Ik kropte mijn gevoelens op en was erg onzeker.” De ouders van Aniek bezitten een sportschool, waar ze regelmatig buiten een balletje tegen de muur slaat. Daar ontstaat haar liefde voor tennis. Niet veel later komt ze in aanraking met rolstoeltennis. Al snel blijkt dat ze veel talent heeft. Sporttop komt dan ook vrij snel in beeld. Vooral op mentaal gebied blijkt Aniek nog sprongen te kunnen maken. In het begin staat ze hier echter niet voor open. “De mentale training van het Mental Training & Coaching Centre (MTCC), daar zag ik het nut totaal niet van in. Echt niet”, lacht ze. MTCC biedt Sporttoptalenten mentale begeleiding aan. Sportpsycholoog Mitchell Kevenaar herkent veel in de uitspraak van Aniek. “Er zijn veel sporters die denken: ‘Ach, dat heb ik toch helemaal niet nodig, wat een onzin’, maar mentale training kan juist leiden tot veel betere prestaties.”

Ommekeer

Aniek meldt zich met enige tegenzin aan bij MTCC maar wordt al snel positief verrast. Mentaal verandert ze sterk door de begeleiding. Ze leert zichzelf af te sluiten en ‘sociaal egoïstisch’ te worden, zoals ze dat zelf noemt. “Ik bleef voorheen vaak hangen op de baan na mijn trainingen omdat ik bang was dat andere mensen dingen over mij zouden zeggen die ik niet leuk vond.” De ommekeer kwam afgelopen jaar in Australië. “Daar heb ik voorafgaand aan mijn halve finale bij de Australian Open lekker alleen in het zonnetje op een terras gezeten en puur van het moment genoten. Ik kon me toen helemaal afsluiten en me niets meer van de buitenwereld aantrek-

ken. Echt prachtig!” Plezier in de sport wordt een belangrijk motto in de denkwijze van Aniek. “Als het verliezen van een olympische finale het ergste is dat kan gebeuren in je leven, laat het me dan maar overkomen, hoor.” Kevenaar: “Lol blijven houden in je sport is het allerbelangrijkste. Het nastreven van je doelen is ook belangrijker dan het behalen ervan. In de gesprekstherapie die we gebruiken geven we dit ook aan.” Het gaat bij de gesprekken vooral om het focussen op je doel en negatieve gedachten los te laten, vertelt de psycholoog. “Je ziet bijvoorbeeld in tenniswedstrijden vaak dat spelers extra druk voelen wanneer ze een matchpoint hebben. Dan denken ze vooral aan de gevolgen als ze de volgende bal missen. De essentie is om puur op je doel te focussen en je taken uit te voeren, net als bij ieder ander punt.” Kevenaar merkt bij veel sporters dat ze door de mentale begeleiding sterker en volwassener worden. “We proberen de sporters te begeleiden op een manier die bij ze past. We hebben eerst een kennismakingsgesprek met de sporter om meer over zijn karakter te weten te komen. Wanneer dit gesprek goed wordt afgesloten, kunnen we verder in het begeleidingsproces en een route uitstippelen hoe we de sporter gaan begeleiden. Er zijn atleten die bij ons terecht komen en in het begin wat huiverig zijn, zoals Aniek. Uiteindelijk heeft het merendeel er echt veel aan gehad. Dat geeft ons een erg goed gevoel.”

‘Het nastreven van je doelen is belangrijker dan het behalen ervan’

Discriminatie

Dat Aniek veel aan deze begeleiding heeft gehad is in de loop der jaren wel duidelijk geworden. Ze vindt het inmiddels niet meer moeilijk om over haar handicap te praten en onvriendelijke opmerkingen legt ze makkelijk naast zich neer. “Ik krijg af en toe nog wel het nodige te verwerken, hoor. De meeste mensen in dit land vinden gehandicapten zielig of eng. Vaak zijn ze aardig tegen je als je met ze praat, maar achter je rug om zeggen ze de gemeenste dingen. Laatst ging ik boodschappen doen en schold een oud vrouwtje me uit voor ‘kut gehandicapte’ terwijl ik alleen maar kwam aanrijden in mijn rolstoel. Ik was stomverbaasd en natuurlijk is het niet leuk, maar nu doet het me een stuk minder dan voorheen. Vroeger had ik van zo’n opmerking nachten wakker gelegen. Dat komt door mijn mentale ontwikkeling niet meer voor.”

Lees de blog van Aniek ‘Op eigen “benen” verder’ op de Sporttop site: www.sporttop.nl/bloganiek

Talent Naam: Aniek van Koot Leeftijd: 22 Sport: rolstoeltennis Voorbeeld: Jochem Uytdehaage

SPORTTOP MAGAZINE | 73


MOBILITEIT NAAR SPORTSUCCES Je bent geconcentreerd en gedisciplineerd bezig. Dag in dag uit. Je zoekt vrijheid om te gaan en staan waar je wilt. Zodat je elk moment van de dag in de auto kan stappen. ’s Ochtends voor dag en dauw of midden in de nacht. Van en naar je vaste trainingsstek of een nieuwe wedstrijdlocatie. Vaak alleen en soms samen met je sportmaatjes. En niet te vergeten je sportattributen. Natuurlijk laat je jouw ouders, trainer of coach af en toe graag chauffeuren, zodat jij je mentaal voorbereidt op de belangrijkste wedstrijd van het seizoen. Of simpelweg omdat je nog geen rijbewijs hebt. En dat allemaal voor dat ene meest succesvolle en onvergetelijke moment in je leven: die gouden plak! Topbasketballer Jori (21 jaar): “Ik neem regelmatig mijn basketbalmaatjes mee op sleeptouw naar trainingen en wedstrijden. Daarom zoek ik een grotere, voordelige auto die vooral niet teveel brandstof slurpt. Daarnaast wil ik absoluut niet aan een wurgcontract vastzitten voor een lange tijd.” Welke auto past bij jou? Wat vind jij belangrijk aan mobiliteit? Jouw wensenlijst vertaalt TopSportLease in een passend aanbod voor de juiste auto. Of het nu gaat om praktisch groot of handzaam klein, vlammend rood of hagelwit, diesel of benzine, ruimte voor sponsoring of duur van het contract. En natuurlijk wil je ‘m snel tot je beschikking hebben, moet ie spiksplinternieuw zijn en vooral niet teveel kosten. Alle ingrediënten die het verschil maken om een zorgeloos mobiliteitsgevoel te hebben. In ‘t kort • op maat gemaakte, kortlopende leaseovereenkomst • geen bijtelling, scherpe tarieven • keuze uit persoonlijk- of club/bondscontract • officieel NOC*NSF-leverancier voor de georganiseerde sport in Nederland • ook voor ouders, verzorgers, trainer en begeleiders van de topsporter

74 | SPORTTOP MAGAZINE

De magie van Citroën, Opel en Fiat Vanzelfsprekend wil je een smaakvolle auto die bij je past. Die je als een jas aantrekt en een afspiegeling is van jou als sporter. Zoals de betrouwbare Opel. Voor de constante, solide sporter die kwaliteit en perfectie nastreeft. Of de comfortabele Citroën. Passend bij de creatieve, innovatieve sporter die het avontuur opzoekt. En wat dacht je van de coole Fiat. Bedoeld voor de stijlvolle, temperamentvolle sporter die van een snufje design houdt. Het is maar net wat je zoekt. Jij zit achter het stuur. De keuze is dan ook geheel aan jou. Voormalig topschaatser Jochem Uytdehaage: “Ik herinner me dat ik als veelbelovend sporttalent – zoals ze dat noemden - volledig gefocust was op het eindresultaat: Olympisch goud binnenhalen. Waarbij het reizen voor mij een grote tijd en energie verslinder was. Met mijn eerste auto kon ik een grote stap maken als professional in mijn sport en mijn ouders ontlasten. En dat was ook erg fijn. TopSportLease is voor mij typisch voorbeeld van een organisatie die meedenkt met de sporter en/of coach om hem maximaal te laten presteren. Het is dat ik nu niet meer professioneel schaats, maar anders wist ik wel waar ik aan zou kloppen voor vervoer....” Over TopSportLease TopSportLease maakt onderdeel uit van het succesvolle Duitse moederbedrijf ASS Athletic Sports Sponsoring. Tezamen nemen zij de mobiliteitsdiensten voor hun rekening van ruim 9500 topsporters en begeleiders. Door hun persoonlijk aanpak, snelle levertijd en speciaal op maat gemaakte kortlopende leasecontracten zijn ze in staat elke topsporter adequaat te voorzien van bewegingsvrijheid. Als topsporter wil je tenslotte maar één ding: alle ruimte hebben om topsport te bedrijven! Meer informatie Kijk op www.topsportlease.nl. Of heb je nog vragen? Bel naar commercieel directeur Patrick van Beek via (026) 389 389 3 of stuur een e-mail naar info@topsportlease.nl.


Kwestie van kiezen met Walter Kalf

Walter Kalf (19) speelde vroeger veel op de tennisbaan of op het voetbalveld. Nu is hij, net als zijn broer Vincent, één van de beste kanovaarders van ons land. Hij vertelt over zijn keuzes op zowel sportief als persoonlijk vlak.

Tekst: Bart van der Helm Fotografie: privébeeld Vincent of jij? Dat is totaal niet te vergelijken. Vincent is drie jaar ouder, en heeft daarmee dus een trainingsvoorsprong. Ten tweede is hij een sprinter en ben ik beter op de duizend meter. Tijdens de Nederlandse kampioenschappen sprint won Vincent van mij. Ik had de zege gepakt als we de duizend meter gevaren zouden hebben.

Realist of dromer? Je droomt over een hoop dingen, maar je moet realistisch blijven om het te halen. Mijn ultieme droom is het halen van de Spelen, en het liefst ook winnen. Of dat realistisch is valt nog af te wachten. Een kanovaarder is op zijn top als hij rond de 27 jaar is. Er valt dus nog lang te trainen om mijn doelen te bereiken.

Sport of vrienden? Ik probeer daarin een balans te vinden, al is dat niet altijd even gemakkelijk. Ik train veertien keer per week. Eén op de vier weken is voor mij iets rustiger, dus dan heb ik wel tijd om een keer wat leuks te gaan doen. Als we dan ‘s avonds naar de kroeg gaan drinken zij lekker een biertje, maar hou ik het meestal bij een colaatje.

Natuurtalent of harde werker? Het is altijd een combinatie van. Mijn talent is dat ik redelijk groot ben, dat komt je kracht ten goede. Toch is het zeker bij lange afstand kanoërs een kwestie van trainen. Explosiviteit is een talent dat van pas komt bij korte afstanden, maar bij de lange afstand gaat het om een combinatie van techniek, uithoudingsvermogen en kracht. Dat moet je trainen.

K1 of K2? Het heeft allebei z’n voor- en nadelen. Aan de ene kant is het heel mooi dat je bij de K1 (eenpersoonskano, red.) op eigen kracht zo snel kan gaan. Bovendien hoef je dan met niemand rekening te houden en kan je ook niemand anders de schuld geven als het slecht gaat. Mits je goed met elkaar kan varen, gaat de K2 nog sneller. Dat geeft natuurlijk ook een kick. Olympische Spelen of wereldkampioenschappen? Tot nu toe heb ik alleen een junioren WK meegemaakt. Op de Spelen ben ik nog nooit geweest. Het is makkelijker om je voor een WK te plaatsen dan voor de Olympische Spelen. Ook is het deelnemersveld veel groter bij WK’s en de concurrentie dus groter. Wereldkampioenschappen zijn groter, de Spelen hebben iets magisch.

Nicole Bulk of Chiel Warners? Nicole is mijn vaste trainer/coach waarmee ik elke dag train en spreek. Mijn mentor bij Sporttop, Chiel Warners, spreek ik ook regelmatig en is op een heel andere manier belangrijk. Technische zaken bespreek ik met Nicole, omdat Chiel uit een andere sport afkomstig is.

Talent Naam: Walter Kalf Leeftijd: 19 Sport: kanovaren Voorbeeld: Sven Nys

SPORTTOP MAGAZINE | 75


Column thijs zonneveld

Spring Elke woensdag hetzelfde liedje. Ergens op de Ringdijk van de Haarlemmermeer word ik ingehaald door hetzelfde jochie. Hij heeft jeugdpuistjes en hij fietst te hard voor me. Ik hang iedere week in zijn wiel en vraag me af hoe oud hij is. Achttien? Negentien? Vorige week reed ik lek toen ik zat af te zien in zijn wiel. Dat kwam me niet slecht uit, kon ik eindelijk uithijgen. Maar het joch wachtte op me. We raakten aan de praat. Hij had een probleem, zei hij. Hij wilde twee dingen tegelijk, maar het was het een of het ander. Of hij zou notaris worden, net als zijn papa en zijn opa, of hij ging serieus proberen om wielrenner te worden. Als hij zijn hart volgde, was het simpel. Dan zou hij zijn fiets pakken en er hooguit een beetje naast studeren als hij de tijd had. Zijn hoofd zei iets anders. Notaris worden, dat betekende geld, en traditie, en status, en zekerheid. Ook fijn. Maar toch.

‘Hij sprong gewoon, en zag daarna wel hoe hij landde’ Ik heb geen keuze voor hem gemaakt. Dat moet hij zelf doen. Ik heb alleen maar het volgende verhaaltje verteld:

sporter zijn is een privilege, zelfs al haal je het niet tot de top. Al was het maar voor die paar momenten van perfectie die je nastreeft in je sport. De Australische zwemmer Ian Thorpe omschreef zijn verlangen naar een leven als topsporter eens als volgt: ‘Waarom hou ik van zwemmen? Ik kan het op een technische manier uitleggen. Ik kan het ook uitleggen zoals ik het aan een kind zou doen: ik hou van zwemmen omdat er geen beter gevoel bestaat dan het gevoel dat je vliegt.’ Sporten is vliegen. Of je nu zwemt, turnt, fietst, rent, schaatst, tennist of onderwaterhockeyt: je zult het gevoel van totale controle over lichaam en geest niet vaak dichter benaderen dan als topsporter. Als sporter heb je een unieke kans om te leren hoe je moet vliegen, hoe je in een trance kan raken, hoe je een paar momenten – soms maar enkele secondes – het gevoel hebt dat je alles kunt. Iedereen maakt zijn eigen keuzes. Maar stiekem hoopte ik dat het jochie zou kiezen voor zijn droom, voor zijn talent, voor zijn eigen ambities. Notaris kun je je hele leven nog zijn. Misschien moet ik het toch maar tegen hem zeggen, de volgende keer dat ik hem tegen kom: Doe als Epke. Spring.

De naam van het jochie was Epke. Een achternaam heeft hij niet eens meer nodig, zeker niet sinds hij olympisch kampioen aan de rekstok werd met een oefening die zo gevaarlijk was dat-ie negen van de tien keer eindigt bij de gipspoli van het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Epke is hét voorbeeld van een sporttalent dat gekozen heeft om in het diepe te springen. Hij heeft het aangedurfd om duizenden uren te steken in zijn sport, in zijn passie. Al was de kans op succes op papier nul komma nul nul nul nul nul nul nul één. Hij heeft ingezien dat het een gigantisch voorrecht is om je droom te mogen nastreven; zijn geneeskundestudie komt op de tweede plek. Top76 | SPORTTOP MAGAZINE

Fotografie: Alexander Schippers

Er was eens een klein ventje. Hij had drie oudere broers, stuk voor stuk acrobaten. Ze deden kunstjes in de gymzaal van hun pa, hingen aan de dakgoot, slingerden in de boom in de achtertuin als Tarzan of Adriaan van Bassie. Ze durfden alles. Nou ja, bijna alles. Zo eens in de zoveel weken was er een kunstje dat geen van de drie broers durfde. Met een driedubbele flikflak van het schuurdak springen bijvoorbeeld. Als dat gebeurde, dan riepen ze hun jongste broertje. Die twijfelde nooit. Hij kende geen angst. Hij sprong gewoon, en zag daarna wel hoe hij landde.


TURN ME ON!

Fotografie: Cees Verduin

Sporttop was opnieuw als gast van de KNGU aanwezig op het UnivĂŠ Gym Gala. Samen met onze relaties, mentoren en talenten genoten we van de internationale turntop. De ster van de avond was natuurlijk onze eigen Epke!

SPORTTOP MAGAZINE | 77


‘Feestjes zeg ik vaak af’ Het leven van een topsporter staat grotendeels in het teken van trainen en wedstrijden. Toch is het belangrijk dat de sporter ook genoeg tijd heeft voor ontspanning. Wat doet de achttienjarige windsurfer Kiran Badloe in zijn vrije tijd? Tekst en fotografie: Joep van Run Heeft een drievoudig Nederlands jeugdkampioen windsurfen veel vrije tijd? Weinig. Ik volg sinds dit jaar een studie Sport en Bewegen aan de Hogeschool Inholland en daar ben ik veel tijd aan kwijt. Vier dagen per week heb ik les en bovendien reis ik ook anderhalf uur van mijn woonplaats Lelystad naar Haarlem. Doordeweeks heb ik dus alleen ‘s avonds en op vrijdag tijd voor andere dingen. Vind je het lastig dat je zo weinig vrije tijd hebt? Nee, helemaal niet zelfs. Mijn leven is gericht op windsurfen en daar moet alles voor wijken. Als ik geen school heb vind ik het heerlijk om hard te trainen. Het grootste gedeelte van mijn vrije tijd besteed ik aan windsurfen, ook buiten de geplande trainingen om. Alleen als de wind slecht staat, waardoor ik niet kan trainen, doe ik andere dingen. Heb je dan wel tijd voor vrienden? Mijn vriendengroep is ondanks dat ik weinig tijd voor ze heb heel hecht. We kennen elkaar van de middelbare school en mijn vrienden hebben gelukkig begrip voor mijn situatie. Ik weet dat ze me steunen. Tot onze groep behoort ook Peter Leeuwenburg. Hij speelt in de A1 van Ajax, dus ze zijn er ook aan gewend dat wij een ander leven hebben dan zij. Windsurfen komt bij mij op één, daarna pas mijn vrienden. Ga je wel eens een avondje stappen? Ieder weekend hebben mijn vrienden wel een feest, maar vaak moet ik afzeggen in verband met mijn trainingen of wedstrijden.

Doordat ik niet zo vaak mee kan gaan zijn de keren dat ik er wél bij ben voor mij iets om naar uit te kijken. Ik drink dan wel alcohol, maar echt gek maak ik het niet. Ik ben een sporter en dan is het ongepast en slecht voor mijn lichaam om veel alcohol te drinken. Hoe ziet een vrije dag buiten je studie en sport er voor jou uit? Dat hangt van de situatie af. Ik vind het belangrijk om mijn rust te pakken. Daarom slaap ik graag uit. Ook speel ik veel FIFA13 op de PlayStation3. Als ik op vakantie ga is het meestal naar Frankrijk. Lekker ontspannen en uitrusten, maar ik zorg er dan wel voor dat mijn conditie goed blijft door hard te lopen. Verder vind ik het ook prima om thuis lekker televisie te kijken en volg ik de social media. Via Facebook blijf ik in contact met mijn vrienden. Ook heb ik een Twitter-account en een eigen website. Via die weg probeer ik mijn volgers op de hoogte te houden van mijn ontwikkeling. Soms krijg ik positieve berichten van andere windsurfers. Dat is een bevestiging dat ik op de goede weg ben en dat is altijd leuk om te horen. Hoe begeleidt Sporttop je bij het besteden van je vrije tijd? Ik had eerst Richard Krajicek als mentor en sinds een jaar is dat Ron Zwerver. Beiden hebben heel specifieke kwaliteiten. Als ik een probleem heb dat ik niet met mijn trainers kan bespreken, dan zoek ik contact met Ron. Dat is fijn, want op die manier krijg ik goede begeleiding op sociaal vlak en het besteden van mijn vrije tijd. Daardoor kan ik me nog beter focussen op mijn doel: deelname aan de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro en daar een medaille pakken.

78 | SPORTTOP MAGAZINE


SPORTTOP MAGAZINE | 79

Fotografie: Soenar Chamid

De kersverse Nederlands kampioene allround schaatsen Jorien ter Mors op weg naar de overwinning tijdens de 3000 meter. De shorttrackster verraste met haar overwinning op de langebaan.


Next stop Tekst: Joep van Run & Marek Veurtjes Fotografie: Soenar Chamid

Feitjes over de Spelen • Olympische Winterspelen 7 t/m 23 februari 2014 • Paralympische Winterspelen 7 t/m 16 maart 2014 • Slogan: Hot. Cool. Yours. • Nieuwe onderdelen: skispringen (v), ploegenwedstrijden kunstrijden (m/v), ploegenwedstrijden rodelen (m/v), ski halfpipe (m/v), gemixte estafette biatlon, snowboardcross (Paralympisch) • Sporten in de bergen: cross-country, biatlon, skiën, snowboarden, rodelen, skeleton, bobsleeën. • Sporten aan de kust: schaatsen, shorttrack, kunstrijden, ijshockey, curling.

Adler Arena (schaatsen) Jorien ter Mors, shorttrackster/langebaanschaatsster “Op de Winterspelen van 2010 in Vancouver was ik mentaal niet sterk genoeg om goed te presteren. Het was mijn eerste deelname aan de Olympische Winterspelen en dat zorgde voor veel druk. Ik was van te veel dingen onder de indruk. In Sochi gaat me dat niet weer gebeuren. Ik laat me niet meer gek maken door de impact van een olympisch dorp. Ik ga voor een medaille, op welke afstand maakt me niet uit. Als je kijkt naar mijn prestaties is dat doel ook zeker realistisch. Voor mij wordt de stad Sochi wel een beetje een verrassing, want ik ben slechts één keer in Rusland geweest en dat was in Moskou. Ik heb gehoord dat het in Sochi warmer is en dat vind ik wel aangenaam. Dat ik weinig van de stad weet is geen probleem. Voor de Spelen beginnen ga ik er nog een keer heen om te rijden en me voor te bereiden. Ik kijk er erg naar uit.” 80 | SPORTTOP MAGAZINE

The Bolshoy Ice Dome

S


Bibian Mentel, paralympisch snowboardster

Rosa Khutor-gebied

“Na mijn beenamputatie in 2002 won ik goud op het NK bij valide snowboarders. Veel mensen vroegen zich af of ik naar de Paralympische Spelen zou gaan. Eén probleem: snowboarden stond niet op het programma. Er werd geen rekening mee gehouden dat zo’n extreme sport mogelijk zou zijn voor mensen met een beperking. Ik heb acht jaar lang geprobeerd om dit op de kalender te krijgen. In Sochi is het eindelijk zover. Dan gaan we snowboarden op de snowboardcross, een wedstrijd met hindernissen waarin we op tijd tegen elkaar strijden. Voor mij zou het de kroon kunnen worden op mijn carrière. Toch is die gouden plak geen doel op zich. Belangrijker is dat snowboarden wordt geaccepteerd als een paralympische sport. Daarom moet het op het grootste evenement ter wereld plaatsvinden. In Sochi ben ik nog niet geweest, dat staat volgend jaar op de planning. Dan heb ik daar namelijk een wedstrijd. Het schijnt dat er palmbomen in de winter staan, dat is natuurlijk heel bijzonder. Eindelijk snowboarden op de paralympics, ik heb er zin in!”

Iceberg Stadium (shorttrack) The Fisht: Olympic Stadium

Shayba Arena

• Bijnaam: ‘De Russische Rivièra’ • Ligging aan de Zwarte Zee • Afstand Amsterdam-Sochi: ±3500 km • Inwonersaantal: 330.121 (volksstelling 2012) • Subtropisch klimaat • Gemiddelde wintertemperatuur 11°C (dag)/ 4°C (nacht) • Skigebied voor 42.000 toeristen • 27.000 nieuwe hotelkamers • 567 kilometer nieuwe spoorlijnen en wegen SPORTTOP MAGAZINE | 81

Sochi december 2012

Feitjes over Sochi


Sportkalender 2013 Januari

05-06 05-06 11-13 14-27

17-27 18-20 21-27 21-03 feb 26-27

Shorttrack, KPN NK, Amsterdam Schaatsen, NK sprint, Groningen Schaatsen, EK Allround, Heerenveen Tennis, Australian Open, Melbourne

AUS

Snowboarden, WK, Stoneham CAN Shorttrack, EK, Malmö ZWE Kunstrijden, EK, Zagreb KRO Bobsleeën, WK, St. Moritz ZWI Schaatsen, WK sprint, Salt Lake City VS

Maart

01-03 08-10 08-10 10-17 21-24 31

Atletiek, EK indoor, Göteborg ZWE Schaatsen, Wereldbeker, Heerenveen Shorttrack, WK, Debrecen HON Kunstrijden, WK, London CAN Schaatsen, WK afstanden, Sochi RUS Wielrennen, Ronde van Vlaanderen BEL

Alpineskiën, WK, Schladming OOS Tennis, ABN AMRO World (wheelchair)

05-17 11-17

Tennis Tournement, Rotterdam Schaatsen, WK allround, Hamar NOO Baanwielrennen, WK, Minsk WRU

16-17 20-24

April

7 14 14 17-21 21 21-24

Juni

Wielrennen, Parijs-Roubaix FRA Atletiek, Rotterdam Marathon Wielrennen, Amstel Gold Race Turnen, EK, Moskou RUS Wielrennen, Luik-Bastenaken-Luik BEL Judo, EK, Budapest HON

Mei

04-26 13-20 21-25 26-09 jun 31-02 jun

Februari

Wielrennen, Giro d’Italia Tafeltennis, WK, Parijs FRA Zeilen, Delta Lloyd Regatta, Medemblik Tennis, Roland Garros, Parijs FRA Roeien, EK, Sevilla SPA

82 | SPORTTOP MAGAZINE

14-16 15 24-07 jul 27-29 29-21 jul

Triatlon, EK, Alanya TUR Atletiek, FBK-Games, Hengelo Tennis, Wimbledon, Londen ENG Motorsport, TT, Assen Wielrennen, Tour de France


Sportkalender 2013 Juli

Augustus

Europees Jeugd Olympisch Festival, Utrecht 19-04 aug Zwemmen, WK langebaan, 14-19

10-18 12-18 17-25 19-25

Barcelona SPA

21-03 aug Waterpolo, WK, Barcelona SPA 24-28 BMX, WK, Auckland CAN 21-25 29-04 aug Beach Volleybal, EK, Klagenfurt OOS 24-15 sep 25-01 sep 26-01 sep 26-08 sep 27-01 sep

September

06-14 12-15

Volleybal, EK V, DUI/ZWI Golf, KLM Open - European Tour,

20-29 22-29 29-06 okt 30-06 okt

Volleybal, EK M, DEN/POL Wielrennen, WK, Florence ITA Handboogschieten, WK, Antalya TUR

Zandvoort

Turnen, WK, Antwerpen BEL

November

03 04-13

Atletiek, WK, Moskou RUS Wielrennen, Eneco Tour Hockey, EK, Antwerpen BEL Paardensport, EK dressuur &

springen, Herning DEN

Kanovaren Sprint, WK, Duisburg DUI Wielrennen, Vuelta a Espa単a Roeien, WK, Chungju ZKO Mountainbike, WK, Pietermaritzburg ZAF

Tennis, US Open, New York VS Judo, WK, Rio de Janeiro BRA

Oktober

04-13 20

Tafeltennis, EK, Schwechat OOS Atletiek, Amsterdam Marathon

December

Atletiek, New York Marathon, VS Trampolinespringen, WK, Sofia

06-22 08-10

BUL

Handbal, WK V, SER Zwemmen, EK kortebaan, Herning DEN

advertentie

Infostrada is wereldleider op het gebied van sportdata. Op basis van deze data verzorgt Infostrada onder andere volgsystemen voor topsporters en toptalenten. Vergelijk talenten met elkaar, of met hun internationale concurrenten. Of zet de resultaten van de talenten van nu tegenover de huidige toppers toen zij nog door moesten doorbreken. Meten is weten! Meer info via: info@infostradasports.com en www.infostradasports.com SPORTTOP MAGAZINE | 83


foto: Neeke Smit

WAT STERK IS bouwt een ploeg. Schaatsen is een typisch Nederlandse sport. Internationaal behoren onze schaatsers tot de allerbesten. Dat gaat niet vanzelf. Dat is hard werken. Volop trainen. Het hele jaar door. KPN is hoofdsponsor van de KNSB en het schaatsen in Nederland. Van de breedte tot de top. KPN ondersteunt daarbinnen ook de mannen en vrouwen van de ploegenachtervolging. Schaatsers uit verschillende merkenteams vormen samen een ploeg. Teamwork maakt het verschil. Voor Team Nederland faciliteren wij de KNSB in coaching en middelen. Dit past bij KPN. En het werkt! Beide teams hebben in  WK Goud gewonnen in een kolkend Thialf. Dat belooft veel op weg naar het ultieme doel: twee gouden medailles in . Met de volle support van KPN. Actief bijdragen aan de schaatssport, zodat we Team Nederland sterker maken.

84 | SPORTTOP MAGAZINE

KPN - Advertentie Schaatsen 230x280mm.indd 1

21-11-12 16:25


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.