MAGAZINE #6
IREEN WÜST KYLE STOLK SANNEKE DE NEELING LEONTIEN VAN MOORSEL CELESTE PLAK REMIE GROENEVELDT ESTHER VERGEER WILFRED GENEE
Kiran Badloe Muziek zorgt voor focus
2 | SPORTTOP MAGAZINE
Voorwoord Het is een enorme eer voor mij om het voorwoord van het Sporttop magazine te mogen schrijven. Niet alleen omdat ik erg veel respect heb voor Jochem - wat hij met Sporttop probeert over te dragen en achter te laten voor onze volgende generatie sporters is ongelooflijk. Zelf mocht ik ook een tijd als mentor onderdeel uitmaken van deze prachtige club. Maar het is voor mij ook een eer vanwege het feit dat jonge sporters, talenten en coaching mij zelf ook dagelijks bezighouden. Zo ben ik eind 2014 in opdracht van NOC*NSF het project Rookies2Rio gestart. Een project dat jonge paralympische sporters voorbereidt op hun eventuele debuut op de Paralympische Spelen in Rio 2016. Ik zeg bewust eventuele debuut, want het is natuurlijk nog lang niet zeker of deze sporters ook daadwerkelijk op de Spelen zullen verschijnen. Want de Spelen zijn toch echt andere koek dan de gemiddelde wedstrijd. Je krijgt te maken met extra druk, enorme mediaaandacht en een krachtenveld van belangen waar je normaal gesproken niet bij stil staat.
Dus hoe belangrijk is het om dan stevig in je schoenen te staan? Wie ben je eigenlijk? Wat is het verhaal dat je kwijt wilt en wat wil je uitstralen? Het klinkt simpel, maar dat is het lang niet voor alle sporters. Velen zijn daar niet bewust mee bezig. En als je dan ineens moet nadenken over bovenstaande vragen, lijkt het antwoord soms ver weg. Een helpende hand en een praktische tip van een ervaringsdeskundige zijn dan fijn. Rolstoeltennisser Rody de Bie, één van de Sporttoppers, maakt ook onderdeel uit van het project. Rody heeft de afgelopen jaren veel te dealen gehad met medische ongemakken, maar kan nu weer volle bak aan de gang en zijn trainingsprogramma opvoeren. Dit geeft hem enorm veel vertrouwen en rust. Dat zie je direct terug in de resultaten. Tegelijkertijd is het voor hem nu tijd om na te denken hoe hij de periode tot de Spelen exact gaat invullen. Heeft hij een optimaal team om zich heen gecreëerd richting Rio? Hoe zit het met zijn materiaal en zijn thuis-studie situatie? Heeft hij alles onder controle? Super leuk om daar samen met Rody, maar ook met de andere sporters, over te sparren.
‘Al deze verhalen hebben energie’
Bij dit project worden we ondersteund door EY. Zij hebben op veel gebieden ervaring met soortgelijke initiatieven en een enorme feeling met sport. Ze delen hun expertise en zorgen voor de ondersteuning waar wij die nodig hebben. Denk aan coaching, maar ook aan marketing (zie hun verhaal op pagina 34). Op deze wijze hoop ik dat wij onze Rookies optimaal voorbereiden en dat er straks veel aan de start in Rio staan. Ik zal in ieder geval vooraan zitten om ze aan te moedigen. In deze editie van Sporttop Magazine leest u meer over Rody maar ook over andere talenten, mentoren en kennisoverdracht. Over de te nemen drempels, dromen en doelen, teleurstellingen en de lange weg naar succes. Al deze mooie verhalen hebben een ding gemeen: energie! De sporters en mentoren stralen energie uit. De onuitputtelijke bron van energie om ergens helemaal voor te gaan. Dat vind ik mooi. En daarom hoop ik dat u net zo veel plezier heeft met het lezen van alle verhalen, als ik met het schrijven van dit voorwoord.
Sportieve groet en liefs, Esther Vergeer SPORTTOP MAGAZINE | 3
12 06
26
inhoud 06
Sanneke de Neeling treedt in de voetsporen van Ireen Wüst
38
Michelle Broekhuizen: ‘Ik begon aan mijzelf te twijfelen’
12
Remie Groeneveldt ‘Ik verloor van de pijn’
42
Aron Romeijn tipt: ‘Vergeet niet te genieten’
18
De familie van Celeste Plak
50
Kyle Stolk: ‘Als topsporter moet je altijd een doel voor ogen hebben’
58
Romy Pansters Alles voor het hoogst haalbare
70
Jorien ter Mors is een schaatsster in twee werelden
‘Ze moet ons niets kunnen verwijten’
26
Kiran Badloe
31
Renske Siersema ‘Ik heb structuur nodig’
‘Muziek zorgt voor focus’
4 | SPORTTOP MAGAZINE
38
Colofon Uitgevers Stichting Sporttop, Jochem Uytdehaage, Daniëlle Mouissie, Wietske de Ruiter
Drukker Sportservice Nederland www.sportservicedrukwerk.nl
70
42
Hoofdredactie Chris Meijer, Joachim van der Marck, Alex Devilee
Eindredactie Rutger Meier (chef), Jeremy Burtman, Gio Borsboom, Sten Cok, Tim Krijgsman, Nik Mandemakers, Wim Righart, Tom Sanders
Vormgeving Kees Leurink (chef), Jasper Jacobs, Wessel van Leeuwen, Romario Riethof, Maikel Suilen
Fotografen Erik de Weerd (chef), Raymond van der Veldt, Hanae Badaoui, Maaike Pluijgers, Maaike Schipper, Lisa Lin, Sarah Bons
Speciale dank aan
En verder...
Het doel voor 2015
Hogeschool Utrecht, Sportfotografie.nl, Soenar Chamid, Sander Chamid, Mathilde Dusol, Kees Boelhouwer, Paul van der Linden, Glenn Wassenbergh en Nina Jelenc
10
Topsport als handvat voor een beter bedrijfsleven?
48
Bart van Nunen
Begeleiding
22
Topsportbegeleiding:
63
Anthony van Assche
Verschijning
Kennis vs. Ervaring
73
Sharon van Rouwendaal
Deze uitgave verschijnt één keer per jaar. Dit blad wordt gemaakt door studenten van de minor Sportjournalistiek, Hogeschool Utrecht.
46
Marieke Keijser
64
Bureau Leeuwendaal
Gastcolumns
66
Esther Deden
25
Leontien van Moorsel
49
Wilfred Genee
74
Jochem Uytdehaage
Even voorstellen 41
Niels Broekhuizen
69
Simon van Dorp
Paul de Lange, Gert-Jan Peddemors
Copyright Sporttop Het overnemen van artikelen en berichten uit dit tijdschrift is slechts geoorloofd met bronvermelding en met schriftelijke toestemming van Stichting Sporttop. COVERFOTO: MAAIKE PLUIJGERS
Sanneke de Neeling (18) is een van de grote talenten van de Jong Oranje schaatsploeg. De Rotterdamse rijdt op haar achttiende op de 500 en de 1.000 meter snellere tijden dan Ireen Wüst (28) deed op die leeftijd. Tijd om de twee wat beter te leren kennen. DOOR: JASPER JACOBS FOTO’S: ERIK DE WEERD
Sanneke de Neeling
In de voetsporen van Ireen Wüst SANNEKE DE NEELING SCHAATSEN
E
en klein meisje in een oranje schaatspak met witte muts zit op de boarding van de ijsbaan. Boven haar hangt een groot LED display met de tekst ‘Gelieve niet op de boarding te zitten’. Ze is druk in overleg met haar trainer. Even later trekt het kleine meisje, Sanneke de Neeling, haar muts recht en sprint er vandoor om zich aan te sluiten bij de rest van de Jong Oranje schaatsgroep. Na een paar ronden komt ze met een glimlach naar de boarding om kennis te maken en te vertellen hoe haar training er verder uit ziet: “Ik ga zo 4x600 rijden en dan start ik daar. De starter heeft me al laten weten dat hij extra gaat letten op of ik goed stil sta. Dat kan ik nog niet zo goed.” Rond half elf is Sanneke klaar met de training in Thialf, het paleis van de koningin van het schaatsen Ireen Wüst. Bij binnenkomst staat een groot bord met alle baanrecords. De naam van Wüst is prominent aanwezig met haar drie baanrecords op de 1.000, 1.500 en 3.000 meter. De meervoudig medaillewinnares van Sotchi traint na Sanneke, samen met alle andere schaatsers die aan de wedstrijden om de World Cup deelnemen. Sanneke gaat na haar training naar huis, ze moet nog wat voor school doen. Als 18-jarig schaatstalent is school ook belangrijk voor haar. “Op sportief gebied wil ik me graag 6 | SPORTTOP MAGAZINE
enorm ontwikkelen, maar ik ben niet bezig om Ireen of een andere schaatsster in te halen. Natuurlijk kijk ik er naar uit om zo hard te kunnen schaatsen als Ireen, maar op dit moment moet ik trainen combineren met school.” Na de lunch ontmoeten Sanneke en Ireen elkaar in het Van der Valk hotel in Wolvega. In de Gouverneurs Lounge ‘verdwijnen’ ze even later in luxueuze stoelen om met elkaar in gesprek te gaan.
KEUZES MAKEN
Wüst is benoemd tot ‘beste vrouwelijke atlete van de Olympische Spelen in Sotchi van 2014’. “Ik denk dat ik nu wel op de piek van mijn carrière zit, het is moeilijk om dat niet te zeggen als je zo uit Rusland komt. Ik hoop nog vier jaar dit te kunnen presteren en dan het stokje over te dragen”, zegt Ireen met een vette knipoog naar Sanneke. De twee verschillen tien jaar, tot grote verbazing van Sanneke. Ze had een kleiner leeftijdsverschil verwacht. Sanneke is in april 18 geworden en zit momenteel in haar laatste jaar op het vwo in Heerenveen. De combinatie van topsport en school betekent dat ze weinig tijd overhoudt voor een sociaal leven. De geboren Rotterdamse is verhuisd naar Friesland voor het schaatsen. “Ik mis het enorm om met mijn oude vriendinnen lekker op de bank te hangen en een film te kijken. Ook zie ik mijn ouders maar een paar keer per maand. Maar ik heb het erg naar mijn zin in Heerenveen en ik krijg er veel voor terug. Voordat ik me had geplaatst voor de World Cup was ik nog nooit buiten Europa geweest. We zijn afgelopen maand naar Azië geweest, wat enorm tof was.” Opgroeien zonder de verleidingen van een tiener is iets wat Sanneke niet deert. “Iedereen volgt zijn eigen doel. De één wil graag op stap gaan, de ander zet dat opzij voor andere doelen zoals muziek maken of schaatsen. Iedereen is op zijn eigen manier aan het groeien naar een bepaald doel en ik doe het op deze manier. Stappen of veel tijd voor vrienden zit er niet bij.” Ireen stelde in haar tienerjaren ook prioriteiten: “Op maandag zaten we bij biologie en dan hoorde ik van vriendinnetjes wie met wie had gezoend en wie wat had gedaan dat weekend. Na een tijdje had ik het allemaal wel gehoord. Ik kan altijd
nog stappen, schaatsen op niveau is leeftijdgebonden. Tegenwoordig ga ik in de zomer nog af en toe stappen en dan wil gelijk iedereen mee. Dat zijn avonden die onvergetelijk zijn en daar kan ik het hele jaar op teren. Wat ik er voor terug krijg is me veel meer waard dan elk weekend de kroeg in.” Door haar successen op jonge leeftijd kwam Ireen nog een aspect tegen waar ze rekening mee moest houden, namelijk succes en faam. “Ik ben onder een vergrootglas opgegroeid. Mijn vriendinnen konden allemaal anoniem en onbevangen volwassen worden. Elke scheet die ik liet, kwam op tv of in de krant.” Dan richt ze zich tot Sanneke: “Je moet genieten van het onbevangene nu het nog kan. Dat is het nadeel als je goed bent in een sport die zo populair is in Nederland. Iedereen heeft een mening over je en als het even niet lekker gaat, weet iedereen hoe het beter moet. Dat is de keerzijde van de medaille en je moet een manier vinden om hier mee om te gaan.”
VOORBEELDEN
Een van de grote voorbeelden van Sanneke is Diane Valkenburg. Bij schaatsvereniging Lansingerland in Bleiswijk was Sanneke nog een pupil toen Valkenburg al succesvol was. “Destijds kwam ze altijd een praatje maken met rijders die voor het Gewest reden, waaronder ik. Qua persoonlijkheid heb ik veel met Diane
gemeen, zeker als je opgroeit in de buurt van zo iemand. Maar Ireen is een voorbeeld voor me als het om techniek gaat. Als ik mijn 3.000 meter wil verbeteren, heb ik aan Ireen een goed voorbeeld.” Sanneke keert zich tot Ireen en legt uit waarom: “Ik hoorde dat jij bij de 3.000 meter steeds een rondje erbij pakt. Je bouwde je ritten op tot je in elke ronde een goede tijd kon neerzetten. Bij mij strandt het schip steeds bij vijf rondjes, daarna krijg ik veel verval. Jij pakte telkens een nieuwe ronde erbij en dwong jezelf een goede tijd neer te zetten. Ik zou het graag zo willen doen als jij, steeds een rondje erbij nemen tot je een waanzinnige tijd kan neerzetten. Je bent ook erg sterk op de rechte stukken, ook iets waar ik mezelf graag wil verbeteren.” Ireen vindt dat als je wilt groeien in het schaatsen, je hierin je eigen weg moet vinden. “Je moet kijken waar je talenten liggen en je moet je zwakke punten verbeteren. Als je een bekende schaatser kan vinden die in dat plaatje past, is dat mooi, maar je moet het uiteindelijk helemaal zelf doen met je trainer. Je kunt nooit een kopie worden van iemand en dat is ook niet goed. Toen ik de drie kilometer bij de TVM schaatsploeg begon te rijden, moest ik ‘m net als Renate Groenewold en Barbara de Loor rijden. Ik moest met een 32-er openen en met een 32-er finishen. Ik mocht geen verval hebben. Ik ging vaak veel te hard van start. Maar toch werd die kleine opdonder die niet
SANNEKE (RECHTS) TEGEN IREEN: ‘IK ZOU HET GRAAG ZO WILLEN DOEN ALS JIJ, STEEDS EEN RONDJE ERBIJ NEMEN TOT JE EEN WAANZINNIGE TIJD KAN NEERZETTEN’
SPORTTOP MAGAZINE | 7
SANNEKE: ‘IEDEREEN IS OP ZIJN EIGEN MANIER AAN HET GROEIEN NAAR EEN BEPAALD DOE’
aan 32-ers deed olympisch kampioen, dus er zijn meerdere manieren om te komen waar je uiteindelijk heen wilt.”
JONG GELEERD…
Toen Ireen van Jong Oranje de overstap maakte naar TVM, zag ze zichzelf nog als een groentje. Tijdens het eerste trainingskamp werd duidelijk dat ze hier verandering in moest brengen als ze er plezier in wilde hebben. “Ik zat aan tafel met schaatsers die allemaal tien jaar ouder waren en allemaal olympisch- of wereldkampioen waren. Jochem Uytdehaage en Gerard van Velde waren olympisch kampioen, Renate Groenewold en Carl Verheijen wereldkampioen. Ik heb op een gegeven moment maar de stoute schoenen aangetrokken en klopte op de deur van Renate. Ik vroeg of we een bakkie konden gaan doen.” “Ik ben enorm dankbaar dat ze me zo fijn hebben opgevangen toen. Ze waren als een soort broers en zussen voor me. Als je eenmaal met ze traint, is het ook makkelijker omgaan met je grote voorbeelden. Ik had toen al veel respect voor hen, maar schaatsen blijft een individuele 8 | SPORTTOP MAGAZINE
sport. Je denkt wel aan jezelf. En aan de dag waarop je ze gaat verslaan.” Niet alleen op de ijsbaan heeft Ireen veel hulp gehad van TVM, ook erbuiten. “De eerste week lag ik bij Renate op de kamer. Ik heb haar toen de oren van het hoofd gevraagd. Hoe werkt dit, hoe gaat dat? Je kunt beter dingen vragen in plaats van het zelf te ontdekken. Het is misschien wel leuker, maar het kost zeeën van tijd die je op dat moment niet hebt. Als je bij iemand op de kamer slaapt die al twee keer naar de Olympische Spelen is geweest en je hebt de mogelijkheid om van die ervaring gebruik te maken, moet je dat zeker doen.” Als negentienjarige won Ireen haar eerste gouden olympische medaille in Turijn in 2006 op de 3.000 meter. Sanneke herinnert zich het moment nog goed, met gemengde gevoelens. “Ik was natuurlijk heel blij met een gouden plak voor Nederland, maar ik zag al helemaal voor me hoe ik de jongste schaatsster zou worden met een olympische plak. Toen werd dat doel voor mij wel erg lastig om te behalen.” Voor Ireen is de 1.500 meter de lekkerste afstand om te rijden. “De 1.500 heeft eigenlijk alles: snelheid en uithoudingsvermogen. Ik heb op de 3.000 meter de meeste prijzen gewon-
nen, maar het is niet mijn favoriete afstand om te rijden. Als je me om 3 uur ’s nachts wakker maakt om een 1.500 te rijden, dan pak ik gelijk mijn schaatsen.” Sanneke vindt de kilometer de fijnste afstand. “Voordat je bent begonnen, ben je eigenlijk alweer klaar. In die eerste volle ronde haal je zo veel snelheid. Als je die snelheid kunt vasthouden en doortrekken, is dat een heerlijk gevoel.” Sanneke schaatst op haar leeftijd de 500 en de 1.000 meter sneller dan Ireen toen ze net zo oud was. Het persoonlijke record van Sanneke op de kilometer staat op 1.16,48, wat tevens het baanrecord is voor de dames junioren A in Thialf. Ireen had in 2004 op achttienjarige leeftijd een beste tijd van 1.18,57.
EINDEXAMEN
Bij de drie kilometer is een duidelijk verschil te zien. Ireen was op achttienjarige leeftijd in 2004 al heel rap met 4.08,84 in Heerenveen. Sanneke reed in 2014 op dezelfde leeftijd een persoonlijk record in Inzell van 4.21,12. Maar Sanneke is nog nooit in Calgary geweest, een baan die bekend staat om zijn snelle tijden. Ze weet nog niet of ze de Junior Olympic Oval finales in Calgary wil gaan rijden. “Ik heb in mei mijn eindexamens en in maart zijn de wedstrijden in Canada. Ik wil me dan gaan concentreren op mijn examens. Ik ben meestal ook niet fit aan het einde van een seizoen. Het is ook nog wel erg vroeg om daar nu een uitspraak over te doen.” Ireen kijkt verbaasd op: “Je zit in je laatste jaar bij de junioren en dit is je laatste kans om wereldrecords bij de junioren te pakken. Je moet gewoon lekker in maart naar Calgary gaan, ook al ben je niet fit. En dan ga je lekker wereldrecords rijden. Daarna kom je thuis en doe je een examencursus om je klaar te stomen voor je examens. Zo heb ik dat ook gedaan, want daarna ben je te oud.” “Dan ben ik ook oud”, antwoordt Sanneke spottend.
Persoonlijke records in thialf Afstand
Sanneke de Neeling
Ireen Wüst
500 meter
39,64
37,17
1.000 meter
1.16,68
1.15,63 (BR)
1.500 meter
1.58,33
1.53,31 (BR)
3.000 meter
4.16,23
3.58,68 (BR)
Groeien voorbij je grenzen Volvo is de motor achter jong hockeytalent, gefocust op de groei van talenten naar toppers. Binnen de clubs én gericht op de positie van Oranje op het hoogste niveau. Daar ligt de uitdaging! Voor de teams, de KNHB én voor onze sponsoring. Groeien voorbij je grenzen, dat is de drive die we delen. MEER OVER VOLVO EN HOCKEY VINDT U OP WWW.VOLVODRIVINGDUTCHHOCKEY.NL
Volvo Cars Nederland B.V. is partner van de KNHB. Met, als hoofdsponsor van Jeugd en Talent, de focus op de nationale jeugd- en district selectieteams. Ook steunen we de Volvo ambassadeurs Naomi van As en Billy Bakker.
SPORTTOP MAGAZINE | 9
FOTO: BASTIAAN TAMMINGA
Topsport als handvat voor een beter bedrijfsleven? De topsport en het bedrijfsleven lijken twee op zichzelf staande fenomenen. Maar kan het bedrijfsleven leren van bepaalde aspecten uit de sport? Wat is dan precies de toegevoegde waarde voor het DOOR: STEN COK bedrijfsleven?
E
en topsporter is gewend om naar een resultaat toe te werken en daar alles voor opzij te zetten. Soms, zegt oudtopzwemmer Bastiaan Tamminga, kun je daar ook te ver in gaan, “maar als je daar in het bedrijfsleven zeventig procent van overhoudt, behoor je in die omgeving tot de top”. Bastiaan is Sporttopmentor van atleet Bart van Nunen en werkt bij Cuijpers Consultancy, dat advies geeft bij rampen- en crisisbeheersing. Hij denkt dat het bedrijfsleven veel meer zou kunnen doen met de ervaringen van topsporters. “Neem plannen en organiseren. Sporters moeten goed de training in hun dagelijkse 10 | SPORTTOP MAGAZINE
leven kunnen inpassen. Daarnaast krijgen ze mee hoe toernooien worden georganiseerd. Daar komt heel veel planning bij kijken.”
‘ALS JE ZELF DE OPLOSSING VINDT, DAN DOE JE ER VEEL MEER MEE’ En dan is er natuurlijk samenwerking, zegt de 33-jarige Bastiaan die 39 nationale zwemtitels op zijn naam heeft staan. “Ondanks dat je een individueel doel hebt als topsporter, heb je andere mensen nodig om dat doel te bereiken. Daarvoor is samenwerken pure noodzaak.”
Hier voegt Bastiaan nog aan toe dat een belangrijke competentie in het bedrijfsleven omgaan met druk is. “En ook daar weten topsporters alles van. Het gaat steeds om de vraag: presteer ik op het goede moment?” Het verbaast Bastiaan vaak hoe het Nederlandse bedrijfsleven sollicitatieprocedures uitvoert. “Men schetst een functieprofiel en daar moet je als sollicitant dan aan voldoen. Voldoe je daaraan? Prima, dan mag je komen werken. Andere kwaliteiten, bijvoorbeeld prestatiegerichtheid en plannen, en ervaringen uit de sport zijn mooi meegenomen, maar wegen niet mee of jij die baan krijgt en of je daar ook beter in wordt.
Dat is een groot gemis.’’ Zelf is Bastiaan een goed voorbeeld van hoe het volgens hem wel moet. Hij werkt bij een bedrijf dat onder andere overheden, zorginstellingen en organisatoren van sportevenementen adviseert. “Zij hebben gevraagd wat ik kan, wat ik leuk vind en waar ik een toegevoegde waarde kan leveren.” Vervolgens werd pas het functieprofiel gemaakt, waardoor Bastiaan beter in staat wordt gesteld te excelleren en van meer toegevoegde waarde kan zijn voor het bedrijf. “Als je op die manier naar talenten kijkt, benut je de kwaliteiten en de motivatie van een persoon”, meent Bastiaan. “Je kunt beter een hokje om iemand bouwen dan proberen hem in een hokje te duwen.” Bastiaan denkt dat het bedrijfsleven een voorbeeld kan nemen aan hoe in de sportwereld doorgaans wordt gecoacht. “Hoe laat je iemand zichzelf optimaal ontwikkelen? De kunst van het coachen is niet het antwoord geven, maar diegene laten nadenken om er zelf achter te komen wat hij moet doen. Als je zelf de oplossing vindt, doe je er veel meer mee. Ook hecht je er dan veel meer waarde aan.” Iemand die op een hele andere manier over samenwerking tussen sport en bedrijfsleven denkt is Ezra de Korte van Better Future. Hij vraagt zich keer op keer af op welke manier het bedrijfsleven, sport en maatschappelijke organisaties elkaar in een driehoek kunnen versterken.
pische zitvolleyballers. Dit koppelen we aan een maatschappelijk doel. We helpen mensen en jongeren met een beperking. De spelers van het team gaan onder andere naar scholen, en geven daar clinics om jongeren met een beperking te inspireren.”
‘BIJ ONS GAAT HET VERDER DAN PUUR EEN FINANCIËLE BIJDRAGE’ Er ligt ook een grote verantwoordelijkheid bij de sporters zelf, meent Ezra. “Die zouden beter kunnen nadenken waar zij voor een bedrijf van toegevoegde waarde kunnen zijn. Dit kan bijvoorbeeld bij het personeelsbeleid. Om een voorbeeld te geven: als sporter leef je heel gezond, zo kan je van toegevoegde waarde zijn bij de HR-afdeling van een bedrijf, om zo de vitaliteit van de werknemers te verbeteren.’’ Ezra onderschrijft het belang van het rolmodel in de topsport. Hij haalt daarbij de hockeydames aan. Die hebben een groot publiek en kunnen stuk voor stuk een goed rolmodel zijn voor jonge kinderen. Jonge kinderen kopiëren volgens hem het gedrag dat ze zien, daarom is het gedrag van de sporter als rolmodel zo be-
EZRA DE KORTE Ezra de Korte is Sports Consultant bij Better Future, een onderneming die vanuit een ideëele gedachte, de wereld beter maken, organisaties stuurt in veranderingsprocessen.
langrijk. Op en naast het veld. Samen met de topsporters noemt hij de high potentials uit het bedrijfsleven: “Het is nu aan de sporters om te laten zien wat zij kunnen betekenen voor bedrijven, als deze jonge managers (high potentials) in het bedrijfsleven dit al in een vroeg stadium snappen, dan zie ik gebeuren dat sporters in de toekomst frequenter worden ingezet in het bedrijfsleven. Daarom is het belangrijk dat de managers van morgen zich nu bewust worden van de waarde die sporters kunnen leveren in het bedrijf. Daar moeten we alleen nog heel hard aan werken.’’
ZITVOLLEYBALLER WILLEM SIEPEL IN ACTIE MET KINDEREN: ‘HOE OVERWIN JIJ JOUW BEPERKING?’
Better Future helpt bedrijven bij veranderingstrajecten om klaar te zijn voor een nieuwe toekomst. Hij gelooft in een samenwerking tussen het bedrijfsleven en de (top)sport op een heel ander niveau. Ezra denkt dat bedrijven en sporters veel meer voor elkaar kunnen betekenen dan een financiële injectie aan de ene kant en exposure aan de andere kant. “Het liefst zou ik de term sponsoring ook een andere betekenis willen geven. Bij ons gaat het verder dan puur een financiële bijdrage. Wij willen er ook wat extra’s voor terug.” Het gaat hier volgens Ezra juist om het uitdragen van de corebusiness (kernactiviteit) van een bedrijf. Bij Better Future is een voorbeeld van de kernactiviteiten: persoonlijke ontwikkeling, mentaliteit, de wereld beter maken en mensen weer geloof in zichzelf geven. Bij bedrijven worden de maatschappelijke doelstellingen steeds belangrijker. “Wij hebben gekozen om samen te werken met de Paralym-
FOTO: NEDERLANDS HEREN ZITVOLLEYBAL TEAM
‘HET LIEFST ZOU IK DE TERM SPONSORING EEN ANDERE BETEKENIS GEVEN’
SPORTTOP MAGAZINE | 11
‘Ik verloor Eén verkeerde draai en zijn sportieve leven veranderde dramatisch. Judotalent Remie Groeneveldt (21) staat al ruim een jaar vooral langs de tatami wegens een knieblessure. ‘Ik kan wel van alles willen, maar als mijn lichaam niet wil wordt het lastig.’ DOOR: ROMARIO RIETHOF
H
et is druk in sportinstituut De Korte in Hoogvliet. Bezoekers lopen van de fitnesszaal naar de sauna of ‘stoeien’ met verschillende gewichten. Sommige fanatiekelingen worden begeleid door een jonge en gespierde personal trainer, Remie Groeneveldt. Hij helpt de sporters om ze blessurevrij te houden en hun doel van de dag te behalen. Even later haalt Remie een gezonde groenteshake en gaat bij het raam zitten in de kantine. Goedkeurend kijkt hij naar de sportende mannen en vrouwen in de zaal verderop. Hij vertelt dat hij het zelf ook fijn vindt om te sporten, absoluut niet het type jongen is dat gaat stappen tot in de late uurtjes. Nooit gedaan ook. “Mijn vader zat op boksen en als kleine jongen van drie jaar stond ik al naast hem en deed mee. Nou ja, zoals een jongetje van drie jaar dat dan doet”, vertelt Remie met een glimlach. Rond die leeftijd begon hij ook al met judo. “Toen ik dertien jaar was besloot ik te stoppen met boksen en me voor honderd procent op judo te richten.” Niet zonder succes, zoals zijn prijzenkast
12 | SPORTTOP MAGAZINE
REMIE GROENEVELDT JUDO laat zien. Medailles in alle kleuren, gewonnen bij zowel nationale als internationale toernooien. Het is niet verwonderlijk dat hij er van droomde om topjudoka te worden, maar die droom werd wreed verstoord tijdens zijn laatste NK in 2013. In de strijd om de bronzen medaille verdraaide hij bij een grondgevecht zijn knie. Hij voelde meteen dat er iets mis was, het deed ook veel pijn. Maar zijn motivatie om te winnen was zo groot, dat hij op de tatami
‘ALS KLEINE JONGEN VAN DRIE JAAR STOND IK AL NAAST HEM EN DEED MEE’ bleef en de partij uiteindelijk won. Die dag was het begin van veel ellende en vooral heel veel pijn. Aanvankelijk ging hij nog wel door met trainen en partijen judoën, maar bij een wedstrijd in Japan verdraaide hij zijn knie opnieuw. “Toen ging het echt niet meer en moest ik wel stoppen. Ik verloor van de pijn.” Bezoeken aan een fysiotherapeut leverden weinig op, een chirurg concludeerde vervolgens dat onder meer de buitenband van zijn knie te ver was opgerekt en schreef rust voor. Toen er na drie maanden weinig verbetering was,
van de pijn’ bezocht Remie sportarts Heijboer. Tijdens een kijkoperatie ontdekte de arts dat er een scheur in de buitenband heeft gezeten. Om het beeldend te maken legde de arts het volgens Remie als volgt uit: “Je kan het vergelijken met een elastiek. Als je daaraan trekt en dan weer terug laat gaan, wordt het rafelig. Zo werkt dat ook met een knieband.’’ Zijn voornaamste conclusie: versleten kraakbeen. Eigen krachttraining en fysiotherapie waren de middelen tot herstel. Eind 2014 kon Remie eindelijk concluderen dat het de goede kant op gaat. “Ik kan nu weer veel doen, alleen op m’n hurken zitten is nog lastig. Ik ben begonnen met krachttraining. Als dat pijnloos
‘ALS MIJN LICHAAM NIET WIL MEEWERKEN DAN WORDT HET LASTIG’ blijft gaan, wil ik nog meer gaan doen.” Remie neemt nog een slok van zijn shake en vertelt dat hij zich de afgelopen anderhalf
jaar voornamelijk op zijn studie heeft gericht. “Daar stak ik de tijd in die ik normaal gesproken in judo had gestoken”, klinkt het nuchter. Hij is inmiddels afgestudeerd aan het CIOS als personal trainer. “En nu werk ik hier en dat vind ik erg leuk om te doen. Mensen begeleiden in het sporten en ze helpen hun doel te behalen. Dat is voor mij een uitdaging. Omdat ik hier werk kan ik hier ook zelf trainen en zo mijn spieren sterk houden.” Of hij ooit nog op het hoogste niveau kan judoën, durft Remie niet te zeggen. ‘Van binnen’ voelt hij het grote gemis van de topsport, maar hij realiseert zich dat veel afhangt van zijn lichamelijke gesteldheid. “Ik moet afwachten, ik kan zelf wel van alles willen, maar als mijn lichaam niet wil meewerken dan wordt het lastig.” Terwijl de zin Remies mond verlaat, kijkt hij vanuit de kantine naar de man die hem eerder aansprak. Hij is verderop achter glas met gewichten in de weer; zweetdruppels vallen van zijn gezicht. Remie staat op en loopt de kantine uit, de sportzaal in. Hij praat wat met
PETER SCHEP Remie is een voormalig Sporttoptalent. In samenspraak met Wietske de Ruiter van Sporttop besloot hij om er niet mee door te gaan. “Maar ik heb veel aan Sporttop gehad, ze gaven me advies, financiële steun en een mentor. Voor mij was dat Peter Schep. Ik vond het erg fijn om met hem te praten, ook over dingen als voeding, waarom gezond eten belangrijk is voor een topsporter. Omdat hij een oud-baanwielrenner is kijkt hij anders naar de judosport dan ik. Daar heb ik veel aan gehad.”
de man, geeft hem enkele tips. Na een goed uur komt de man naar buiten met een tevreden uitdrukking op zijn gezicht, zijn doel voor de dag is behaald. Remie kijkt hem na, een glimlach siert zijn gezicht.
FOTO VIA JUDOGALERY4ALL.NL
REMIE (ONDER) : ‘TOEN IK DERTIEN JAAR WAS BESLOOT IK TE STOPPEN MET BOKSEN EN ME VOOR HONDERD PROCENT OP JUDO TE RICHTEN.’
SPORTTOP MAGAZINE | 13
FOTO: SOENAR CHAMID
FOTO: NINA JELENC
Talent Maarten Hermans debuteert op de WK slalom 2013 in HIERPraag KOMTmet NOG een TEKST 43e plek. Hij kwam uiteindelijk 7.35 seconden tekort voor een plek in de halve finale. In 2014 behaalde Maarten wĂŠl de halve finale, maar hij moest genoegen nemen met de 23e plaats.
14 | SPORTTOP MAGAZINE
SPORTTOP MAGAZINE | 15
Winnares PUUR - SPORTTOP wedstrijd: ‘Hoe smaakt jouw lekkerste boterham?’ De lekkerste PUUR boterham van Sara Wennekes
Bereiding
Benodigdheden
Koop bij je ambachtelijke bakker een PUUR vloerbrood. Liefst ongesneden want dan kun je er lekkere dikke plakken van snijden. Besmeer twee plakken PUUR brood met een laagje pindakaas. Snij een rijpe banaan in plakjes en beleg hiermee de pindakaas. Bestrooi dit met een snufje kaneel en gemalen kokosnoot of kokossnippers. Als je zin hebt in een extra smaakje of extra zoet doe er dan ook nog een beetje honing over heen. Klaar en smullen maar!
PUUR brood Banaan Pindakaas Gemalen kokos of kokossnippers Gemalen kaneel Honing
100 g. PUUR boterham Sara bevat gemiddeld: Energie Vetten waarvan verzadigde vetzuren Koolhydraten waarvan suikers Vezels Eiwitten Zout
997 kJ/237 kcal 9,1 g 2,2 g 28,3 g 14,8 g 3,7 g 8,7 g 0,4 g
Sara: “Ik houd erg van pindakaas en een tijdje terug had ik de combinatie banaan/pindakaas voor het eerst gegeten. Voor of na het sporten eet ik dit nu meestal, het is rijk aan eiwitten, goede natuurlijke vetten en vezels. Het is vullend en geeft goede energie.” Sportieve groet,
Sara Wennekes
Exclusie f verkrijg baar bij uw amb achtelijk e bakker Met PUUR速 kijken wij uit naar een leuke en lange samenwerking die ook voor SPORTTOP en hun talenten succesvol wordt! Bij iedere aankoop van PUUR速 brood ondersteunt u jong sporttalent!
Kijk voor verkoop punten op: www.puur-brood.nl
Exclusie f verkrijg baar bij uw amb achtelijk e bakker
‘Ze moet ons niets IN GESPREK MET DE FAMILIE PLAK
DE FAMILIE PLAK BIJ EEN FOTO VAN CELESTE, V.L.N.R: KARIN, KENNETH EN FABIAN PLAK
Wat goed is komt snel. Dat geldt ook voor Celeste Plak (19). Haar volleybaltalent staat buiten kijf. Samen met de onvoorwaardelijke steun van haar ouders heeft dit inmiddels tot een transfer naar Italië geleid en een plek in het Nederlands team. DOOR: MAIKEL SUILEN
W
ie in Tuitjenhorn thuis komt bij de familie Plak valt één ding meteen op: het zijn absoluut niet de kleinsten. Celeste heeft duidelijk de genen van haar ouders meegekregen, gezien haar 1,90 meter. Vader Kenneth is een indrukwekkende verschijning met zijn brede borstkas en lengte van bijna twee meter. Wetende dat hij voormalig wereldkampioen kickboksen is, zou je bijna bang voor hem worden. Moeder Karin is ietsje kleiner, maar met een lengte van 1,85 meter is ze voor een vrouw nog steeds vrij lang. Als ook Fabian, de jongste telg van het gezin, de woonkamer binnenstapt is het plaatje bijna compleet. Fabian is slechts 17 lentes jong, maar nu al 1,98 meter. Alleen Celeste ontbreekt nog, zij zit in Italië, maar is met een grote foto aan de muur toch aanwezig.
OVERSTAP NAAR ITALIË
Afgelopen zomer maakte Celeste de overstap naar Foppapedretti Bergamo in Italië, het beloofde land op volleybalgebied. Met de verhuizing naar Bergamo kwam Celeste voor het eerst volledig op eigen benen te staan. Het was Karin die zorgde dat haar dochter goed terecht kwam. “Toen ze de stap naar Italië maakte, was ze nog achttien jaar. Als moeder ben je dan toch een beetje bezorgd. Daarom ben ik de eerste vijf dagen dat Celeste in Bergamo zat meegegaan. Ik wilde zeker weten dat ze goed terecht zou komen, niet in één of andere krottenwijk met een appartement waar de kakkerlakken over de vloer lopen.” 18 | SPORTTOP MAGAZINE
CELESTE PLAK VOLLEYBAL Het bleek een zorg die achteraf niet nodig was. De club had een mooi appartement geregeld en Karin kon na een aantal heerlijke dagen in Italië met een gerust hart terug naar Nederland. “Ik ben heel blij dat ik mee ben gegaan naar Italië. Celeste moest veel trainen en had een vol programma, waardoor we weinig vrije tijd hadden samen. Maar toch was het fijn om in Bergamo te zijn, zo wist ik zeker dat Celeste goed terecht zou komen.” De aanbieding van Foppapedretti Bergamo was niet de eerste aanbieding die Celeste kreeg. Regelmatig waren er clubs geïnteresseerd in haar. “Celeste vond het soms wel moeilijk om daar mee om te gaan. Op zulke momenten sprak ze veel met Jokelyn Tienstra, haar mentor bij Sporttop. Zij stelde haar dan gerust en zei dat ze zich niet gek moest laten maken en zeker geen overhaaste beslissing moest nemen. We hebben het er niet veel over gehad thuis, maar ik denk dat Celeste het op zulke momenten heel fijn vond om met Jokelyn te praten”, zegt Karin. Terwijl de vrouwelijke helft van het gezin Plak in Italië zat, ging het leven in Nederland voor de mannen gewoon door. Fabian zit intern op Papendal in Arnhem. Ook hij is een groot volleybaltalent en speelt bij het Talentteam Papendal Arnhem (TTPA). Doordeweeks zit hij op
FOTO: LISA LIN
SPORTTOP MAGAZINE | 19
FOTO: LISA LIN
kunnen verwijten’
FOTO: SOENAR CHAMID
Papendal en in de weekenden komt hij naar huis. Elke zaterdag wordt hij na de wedstrijd opgehaald door zijn ouders en rijden ze samen terug naar Tuitjenhorn. In de dagen dat moeder Karin in Italië zat, was het vader Kenneth die deze taak op zich nam. “Elke week moeten we Fabian ophalen, of dat nu in Maastricht of Leeuwarden is. Inmiddels hebben we heel Nederland wel gezien.” Dat reizen door heel Nederland begon al toen Celeste als 13-jarige werd geselecteerd voor Jeugd Oranje. Het betekende dat Karin haar dochter elke week voor trainingen naar Almere en Arnhem moest brengen. Dat waren vaak lange, slopende dagen. “Op de dinsdag trainde Celeste in Almere en op de donderdag in Arnhem. De trainingen begonnen om tien uur ’s ochtends. Dat betekende dat we vaak om half acht moesten vertrekken. Celeste was dan de hele dag bezig met trainen en school. Na de tweede en laatste training konden we weer beginnen aan de terugreis naar Tuitjenhorn. Als we dan eindelijk thuiskwamen, was Celeste vaak helemaal kapot en dook ze direct haar bed in.” Ook voor Karin waren het vaak lange en zware
dagen. Zij zocht - in de tijd dat Celeste bezig was met trainen of op school zat - ontspanning op de Hoge Veluwe. “Daar ging ik dan lekker een stukje wandelen of fietsen. Dat was heerlijk om de tijd te doden en een beetje te ontspannen.” Bij Jeugd Oranje ontstond een hecht groepje, zowel bij de talenten als bij de ouders van de meiden. Zo ondernamen ze tripjes naar Duitsland en Italië als hun kinderen daar een interland speelden. Karin en Kenneth kwamen er in de gesprekken met de andere ouders achter dat zij niet de enigen zijn die zoveel opofferingen doen voor een getalenteerde dochter. “Een kind hebben dat topsport bedrijft, vergt vaak veel van het hele gezin. We merkten wel dat alle ouders het besef hadden dat dit voor hun dochter het beste was. Daarom namen ze de consequenties, zoals het vele reizen, voor lief.”
INTERN OP PAPENDAL
Vanuit de leiding van Jeugd Oranje kwam steeds meer de roep richting de meiden om intern op Papendal in Arnhem te komen. Vrijwel alle speelsters waren heel enthousiast, maar de jongste van allemaal twijfelde over een verhui-
zing naar Arnhem. Karin: “Celeste was toen pas veertien jaar. Terwijl alle meiden hardop fantaseerden over het leven op kamers en de gezellige avonden die ze samen konden doorbrengen, had Celeste er een beetje een hard hoofd in. Ze zag het niet zo zitten om uit huis te gaan.” Uiteindelijk besloot Celeste om de stap naar Arnhem toch te zetten. Ze wist wat ze tegenmoet ging: leven in een strak tijdschema en weinig vrije tijd. Fabian, die nu op Papendal zit, kan erover meepraten. “We trainen elke dag twee keer en gaan daarnaast gewoon naar school in Nijmegen. De dagen zijn helemaal volgepland en echt tijd voor jezelf is er bijna niet. Af en toe is dat wel jammer en zwaar, maar het is wel het beste voor je ontwikkeling.” De planning was om vier jaar te blijven in Arnhem, maar na drie jaar had Celeste het wel een beetje gehad met het leven op Papendal. Natuurlijk deed ze wat ze het liefste doet, volleyballen, maar ze miste iets. “Celeste zei tegen mij dat ze het gezinsleven heel erg miste”, legt Karin uit. “In Arnhem had iedereen zijn eigen kamer en daar brachten ze veel tijd in door. De assistent-trainer van Alterno, de club waar Ce-
CELESTE PLAK IN ACTIE VOOR HET NEDERLANDS ELFTAL
FOTO: J. VAN DEN NOORT
MOEDER KARIN: ‘TOEN ZE DE STAP NAAR ITALIË MAAKTE, WAS ZE NOG ACHTTIEN JAAR. ALS MOEDER BEN JE DAN TOCH EEN BEETJE BEZORGD’
leste op dat moment speelde, bood haar aan om bij zijn gezin te komen wonen. Daar voelde Celeste zich direct thuis, ze kreeg er het gevoel van het gezinsleven weer terug. Voor mij was dat ook een hele geruststelling. Het is toch je kleine meid. Het vrat aan me dat Celeste zich niet op haar plek voelde.” Celeste is inmiddels weg van Papendal, alleen Fabian zit er nog. Het betekent dat Karin ook af en toe in Arnhem te vinden is. Dan loopt ze regelmatig Jokelyn tegen het lijf. “Als ik Jokelyn tegenkom, maken we altijd even een praatje. Dan hebben we het over Celeste, hoe het haar bevalt in Italië en hoe het sportief gaat. In de winterperiode is Celeste altijd een beetje bleek rond de neus en heeft ze wallen onder de ogen, dat komt door vermoeidheid. Over zulke dingen hebben we het dan bijvoorbeeld. Maar Jokelyn vraagt ook altijd hoe het thuis gaat, dat vind ik heel fijn, ze is oprecht geïnteresseerd.”
MISSEN
Nu ook Fabian uit huis is, voelt het huis soms wel leeg. Karin ziet haar kinderen nu niet zo veel meer en daar heeft ze het soms moeilijk mee. “Ik kreeg last van het zogenoemde ‘lege nest-syndroom’. Het huis voelde opeens heel leeg aan. De kinderen zorgden altijd voor leven en nu is het soms toch wel stil in huis. Ik mis ze af en toe nog wel, hoewel het door de jaren heen wel minder is geworden.” Waar Karin haar kinderen mist en vooral vanuit haar gevoel ernaar kijkt, lijkt Kenneth het minder erg te vinden. “Natuurlijk mis ik de kinderen ook wel eens, maar ik weet dat dit het beste voor hun ontwikkeling is. Als ze de top willen bereiken, dan moeten ze deze offers brengen. En wij ook. Misschien dat het door mijn eigen topsportverleden als kickbokser komt dat ik er iets zakelijker naar kijk.”
TROTS
Die offers om de top te halen lijken zich wel uit te betalen. Celeste is in een paar maanden tijd uitgegroeid tot een belangrijke speelster van Foppapedretti Bergamo. Ze werd al twee keer uitgeroepen tot ‘Most Valuable Player’. En Fabian heeft op 6 december zijn debuut gemaakt in de eredivisie bij TTPA. “We zijn natuurlijk ongelooflijk trots op onze kinderen. Maar ook als het talent er niet helemaal uitgekomen was, hadden wij dat niet erg gevonden. We doen er alles aan om te zorgen dat de kinderen ons achteraf niets kunnen verwijten, mochten ze de top niet halen.” In haar eigen appartement in Bergamo - zonder kakkerlakken - voelt Celeste zich helemaal thuis. Toch onderhoudt ze nog veel contact met het thuisfront. Karin: “We whatsappen en skypen veel met Celeste, op die manier is ze toch een beetje bij ons. Als we haar dan spreken, straalt ze helemaal. Dat stelt ons wel gerust, waardoor we haar minder missen.”
kiezen of delen
Mike Marissen zwemmen
Maxime Jonker zeilen
BROODJE KROKET OF GEZONDE SALADE Gezonde salade
Gezonde salade HARRY POTTER OF THE HOBBIT
The Hobbit
Harry Potter PITBULL OF MARCO BORSATO
Pitbull
Pitbull VAKANTIE NAAR ITALIË OF SPANJE
Frankrijk
Italië EPKE ZONDERLAND OF ARJEN ROBBEN
Epke Zonderland
Epke Zonderland JOE SPEEDBOOT OF HET DINER
Geen van beide
Het Diner MARK RUTTE OF GEERT WILDERS
Mark Rutte
Mark Rutte AMSTERDAM OF UTRECHT
Amsterdam
Utrecht VOETBAL OF TENNIS
Voetbal
Voetbal ZELF EUROPEES KAMPIOEN OF NL ELFTAL VOETBAL WERELDKAMPIOEN
Zelf
Zelf MAC OF WINDOWS
Allebei
Mac
Begeleiding van Een voormalig topsporter is niet per definitie een goede topsportbegeleider. Toch zijn alle mentoren bij Sporttop ex-topsporters, waardoor je misschien verwacht dat ervaring een DOOR: KEES LEURINK groot voordeel is. Is dat ook zo?
O
nbewust verwijst Jokelyn Tienstra, voormalig handbalster en namens Sporttop de mentor van volleybalster Celeste Plak, bij meer dan de helft van de vragen naar haar eigen ervaringen als topsporter. Veelzeggend misschien, maar niet geheel onlogisch. Met maar liefst 176 interlands als keepster van de Nederlandse handbalploeg en een clubcarrière die haar naar verschillende verenigingen in het buitenland bracht, lijkt Jokelyn op voorhand een uitstekende referentie voor de huidige generatie topsporters. “Op technisch en tactisch vlak laat ik alles over
aan Celeste en haar club. Daar bemoei ik me echt niet mee”, vertelt ze resoluut. “Maar op mentaal vlak kan ik wel wat toevoegen. Celeste is pas negentien jaar en speelt nu al in het buitenland (volleybalclub Foppapedretti Bergamo in Italië, red.). Uit eigen ervaring weet ik hoe moeilijk dat is; een nieuwe taal, een nieuwe trainer en een nieuwe omgeving. Je hebt tijd nodig om daaraan te wennen en ik kan daarbij helpen”, zegt de 44-jarige Jokelyn. “Ik heb haar ook geholpen met de keuze voor een nieuwe club. Daar spelen je eigen belevenissen als voormalig sporter natuurlijk ook een rol in.”
Jokelyn heeft uitgesproken opvattingen over hoe een topsporter moet leven. Dat is dan ook één van de redenen dat ze topsporters begeleidt, zowel als mentor bij Sporttop als voor de Handbalacademie op Sportcentrum Papendal. “De lifestyle van een topsporter is eigenlijk het tegenovergestelde van het leven dat bijvoorbeeld een student leidt. En dat topsportleven wordt ook lang niet altijd gewaardeerd door buitenstaanders. Het is voor mensen vaak lastig voor te stellen dat je zó graag een doel wilt bereiken en daar dan ook heel veel voor laat. En juist daar probeer ik veel te helpen; om
FOTO: MICHEL UTRECHT
BART HEUVINGH (NIET OP FOTO): ‘BIJ AZ ZETTEN WE DE ONTWIKKELING VAN HET TALENT CENTRAAL, NIET HET RESULTAAT.’
22 | SPORTTOP MAGAZINE
topsporters:
vs
KENNIS
JOKELYN (RECHTS): ‘HET TOPSPORTLEVEN WORDT LANG NIET ALTIJD GEWAARDEERD DOOR BUITENSTAANDERS.’
FOTO: HENK SEPPEN
enerzijds van het leven te genieten, maar anderzijds ook de motivatie hoog te houden om dat doel te bereiken.” Jokelyn komt over als een vriendelijke, overtuigde en vooral zelfbewuste begeleidster. Iedereen kan volgens haar topsportbegeleider worden, “er zijn genoeg studies en cursussen voor”. Maar zolang je zelf geen topsporter bent geweest, “kun je je een topsportleven moeilijk voorstellen”, klinkt het stellig. “Dat betekent overigens niet dat mensen die vroeger geen topsport hebben bedreven geen goede mentor kunnen zijn hoor”, vult ze zichzelf snel aan. “Maar op bepaalde gebieden, zoals motivatie en mentale problemen, lijkt mij ervaring erg belangrijk.”
OPEN VRAGEN
Toch kun je niet alleen teren op de ervaring uit je eigen topsportloopbaan, vindt Jokelyn. Daarom heeft ze ook de nodige theoretische kennis opgedaan, zowel via de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) als via cursussen van Bureau Leeuwendaal (zie pagina 64). “Bij Leeuwendaal leer je vooral het principe mentor zijn. Daar heb ik veel aan gehad. Als ik bijvoorbeeld met iemand praat, ben ik erg goed in het stellen van gesloten vragen. Maar open vragen stellen is een uitdaging. Dan zitten we als mentoren bij elkaar in een ruimte en krijgen als opdracht om aan een specifiek woord te denken. De ander moet dat woord dan binnen een minuut raden. Dat kun je via open en gesloten vragen doen, waardoor je je bewust wordt van je manier van vragen stellen. Dat pas ik dan weer toe als mentor, waardoor je veel betere gesprekken hebt met de talenten.” Dat een verleden als topsporter geen noodzaak is om de functie van topsportmentor te vervullen, bewijzen Bart Heuvingh, topsportbegeleider bij de betaald voetbalorganisatie AZ Alkmaar, en Marijn Beuker, hoofd Prestatie en Ontwikkeling van diezelfde Noord-Hollandse
ERVARING
voetbalclub. Al snel in het gesprek wordt er een aanzienlijk verschil met Jokelyn duidelijk: Bart en Marijn zijn in de jeugd van AZ verantwoordelijk voor de topsportbegeleiding van maar liefst 114 jeugdspelers, terwijl Jokelyn voor Sporttop de mentor van enkel Celeste Plak is. Toch is dat volgens Marijn niet zo’n probleem. “Iedereen mag Bart middenin de nacht wakker bellen, dat vindt hij totaal geen probleem. Al zit hij er natuurlijk niet zo dicht bovenop als een individuele begeleider.”
ONELINERS
Dat Bart en hij als topsportbegeleiders niet uit de topsport komen, vinden de twee “niet zo relevant”. Marijn: “Bart heeft kennis opgedaan via verschillende studies, maar hij maakt onderdeel uit van een groter geheel waar ook ex-topsporters aan verbonden zijn. Zo hebben we met bijvoorbeeld voormalig hockeyer Teun de Nooijer genoeg topsportervaring in de organisatie, ter aanvulling van de aanwezige kennis van onder andere Bart.”
Wat opvalt in het gesprek met Bart en Marijn is dat beide mannen graag oneliners gebruiken als bijvoorbeeld ‘een doel zonder plan is geen doel, dat is een wens’. Bart vertelt dat hij onder meer jeugdspelers van AZ probeert zich bewust te maken van de door hem geprezen Sport Mindset. “Als sporter zijn er twee manieren van denken: je hebt enerzijds de ‘statische mindset’ en anderzijds de ‘groei mindset’. Je kunt alleen topsporter worden als je die laatste manier van denken hebt. Je bent je dan altijd bewust van de mogelijkheid tot ontwikkeling en je wilt jezelf altijd verbeteren”, klinkt het deskundig. Het proces om talenten die groei mindset te leren, verloopt niet van de ene op de andere dag, legt Bart uit. “Je moet een cultuur creëren waardoor het in alles wat je doet, terugkomt. Zo zetten we de ontwikkeling van het talent altijd centraal en niet – wat vaak gebeurt - het resultaat. Ook geven we altijd ontwikkelingsgerichte feedback. Je kunt spelers vertellen dat ze iets fout doen, maar je kunt ze ook uitleggen hoe ze het beter kunnen doen. Daarmee geef ik het signaal af dat ik geloof in hun potentie. Alles om die groei mindset te realiseren”, aldus Bart.
VERSCHIL
Het grote verschil tussen de aanpak van Jokelyn en die van AZ is geen verrassing: Jokelyn werkt voornamelijk vanuit haar ervaringen om Celeste mentaal een betere volleybalster te maken. Bart en Marijn, als de twee spillen in een groter netwerk van individuele begeleiding, werken vanuit een structuur en een uitgebreid opgezet plan. De focus ligt echter op de praktische toepassing, ze zijn constant bezig om de spelers in de praktijk beter te maken. Het één hoeft dus niet meer succesvol te zijn dan het ander, maar dat een (aanstormende) topsporter gebaat is bij goede topsportbegeleiding, is duidelijk. SPORTTOP MAGAZINE | 23
SPECIALIST IN SALARIS- EN PERSONEELSDIENSTEN IN DE SPORT
Heeft uw vereniging trainers en coaches, maar neemt u ze liever niet zelf in dienst? Als bestuurslid wilt u zich bezig houden met zaken die uw vereniging succes opleveren. Het uit handen geven van uw fiscale, juridische en administratieve zaken helpt u daarbij.
Sportkader Nederland verzorgt een full-servicepakket met salaris- en personeelsdiensten voor sportverenigingen en sportorganisaties
T 023-205 50 40 (ma t/m vr 8.00-18.00 uur) E info@sportkadernederland.nl
24 | SPORTTOP MAGAZINE
www.sportkadernederland.nl
GASTCOLUMN LEONTIEN VAN MOORSEL Even komt hij los van de grond. Letterlijk en figuurlijk ontstijgt hij al het aardse onder hem. Het was een prachtig beeld; Robin van Persie, zwevend in de lucht, vlak nadat hij de bal met het hoofd richting het Spaanse doel heeft gestuurd. Net na die majestueuze beroering, wanneer de bal haar eindbestemming nog moet bereiken, opent hij zijn ogen. De blik die er dan op zijn gezicht verschijnt, vind ik één van de mooiste sportmomenten van 2014. Zodra hij ziet waar de bal naartoe gaat, spert hij zijn ogen maximaal open. Je hoort hem denken: ‘Hij gaat erin, verdomme!’ Je ziet de opwinding op zijn gezicht wanneer hij beseft wat het belang en de schoonheid van het doel-
punt zullen zijn. Het doelpunt dat op dat moment nog niet is gevallen, maar al wel is gemaakt. Het is de blik van een spits die weet dat hij gaat scoren. Maar het is bovenal de blik van een echte liefhebber. Helaas verdwijnt de schoonheid van de sport soms ver naar de achtergrond. Vorige maand bijvoorbeeld. Toen de Duitse televisiezender ARD een documentaire uitzond die op grote schaal systematisch dopinggebruik in Rusland blootlegde. Zo kreeg de sport wéér een zware klap te verduren. Net op een moment waarop wij Nederlanders op het punt stonden om een fantastisch sportjaar af te sluiten met het NOS|NOC*NSF Sportgala 2014. Voor mij was het een enorme domper op de feestvreugde. Volgens de documentaire van de ARD is het dopinggebruik van de Russische sporters mede mogelijk door corruptie bij het RUSADA, het Russische anti-doping agentschap. De sport heeft dringend behoefte aan één grote, onafhankelijke dopingautoriteit. Tot op heden worden sporters veelal gecontroleerd door landelijke anti-dopingbureaus. Vervolgens moet deze grote, onafhankelijke autoriteit ervoor zorgen dat de controles over alle sporten gelijk worden verdeeld. Gelijk in aantal en gelijk in waardigheid. Al jaren worden wielrenners op onchristelijke tijden als criminelen van hun bed gelicht om hun plasje in te leveren. Maar vraag een schaatser, voetballer of tennisser hoe vaak deze wordt gecontroleerd en je zult versteld staan van het verschil. Zeg het woord ‘doping’ en negenennegentig van de honderd mensen zeggen ‘wielrennen’. Met pijn in het hart heb ik de afgelopen jaren moeten toekijken hoe ‘mijn sport’ aan de dopingperikelen ten onder ging. Heroïek maakte plaats voor wantrouwen
en ongeloofwaardigheid. Liefhebbers haakten af. Na de bekentenis van Lance Armstrong volgden vele wielrenners zijn ‘voorbeeld’. Reputaties vielen als dominostenen, elk de grootte van een baksteen. Dankzij mijn connecties in het wielrennen, heb ik verschillende exgebruikers gesproken. Jonge sporters die ooit de verleiding voelen om door het gebruik van doping hun prestaties te verbeteren, zou ik willen adviseren om eens met één van deze mensen te gaan praten. Ik heb met eigen ogen kunnen zien wat dopinggebruik met een mens kan doen. Zie dit niet als een uiting van medelijden (want het zijn op z’n Rotterdams gezegd allemaal ‘klootzakke’), maar als een waarschuwing voor de generatie sporttalenten die de komende jaren de wereld van de topsport zullen gaan ontdekken. Het is pijnlijk om een ex-topsporter te zien die geen greintje trots heeft overgehouden aan zijn sportieve successen. Dan heeft hard en eerlijk trainen om tweede of derde te worden onvoorstelbaar meer waarde. Ten slotte richt ik het woord tot u, de sportliefhebber. Denk nog eens terug aan die kopbal van Robin van Persie. Of aan het historische Nederlandse 1-2-3’tje op de olympische 500 meter in Sotsji. De onvergetelijke blikken op de gezichten van Jan Smeekens en Michel Mulder, gedurende de tien seconden dat de race van winnaar wisselde. Denk aan de commentator die euforisch schreeuwt: ‘Hij staat!’, vlak na de gouden olympische oefening van Epke. Of aan het moment dat Dennis Bergkamp ons tijdens het WK ‘98 op magische wijze ten koste van Argentinië naar de halve finale schoot. Waar was u? En bij wie sprong u in de armen? Als u door alle randzaken de liefde voor de sport dreigt te verliezen, denk dan nog eens terug aan die momenten. Want laten we één ding nooit vergeten: Sport kan zó ontzettend mooi zijn.
WARE LIEFDE DOET SOMS PIJN
SPORTTOP MAGAZINE | 25
Vlak voor een wedstrijd zie je regelmatig sporters met een koptelefoon op hun hoofd. Voor veel atleten is muziek een hulpmiddel om zich optimaal voor te bereiden. Maar waarnaar luistert een topsporter zoal? We vroegen het windsurfer Kiran Badloe (20). DOOR: ERIK DE WEERD
Kiran Badloe:
‘MUZIEK ZORGT 26 | SPORTTOP MAGAZINE
SPORTTOP MAGAZINE | 27
FOTO: MAIKE PLUIJGERS
VOOR FOCUS’
H
et is een frisse novemberochtend in Lelystad. Een gure wind vindt zijn weg onder de glazen overkapping van de hoofdingang van het centraal station. Hier sta je niet voor je plezier. Vanuit de verte komt Kiran Badloe aangelopen. Zijn lange, atletische gestalte valt al vanaf een afstand op. Naarmate hij dichterbij komt, wordt ook zijn popidool-achtige uiterlijk steeds beter zichtbaar. Zijn goed geknipte donkerbruine haren, zijn gebronsde huid en zijn stoere blik, maken dat Kiran niet zou misstaan op een poster aan de muur van een meisjeskamer. Wie niet beter weet, zou denken dat hij in een boyband zit. Maar niets is minder waar. Kiran Badloe is drievoudig Nederlands kampioen bij het windsurfen, de sport die hij al vanaf jonge leeftijd met veel passie beoefent. Op zijn negende verjaardag kreeg hij van zijn ouders zijn eerste surfplank. Het gezin Badloe woonde destijds op Bonaire, waar windsurfen een populaire sport is. In de drie jaar dat het gezin op het Caribische eiland verbleef, raakte Kiran besmet met het ‘windsurfvirus’. Elf jaar later behoort hij tot de wereldtop bij het windsurfen in de RS:X-klasse, waar hij concurrentie heeft van landgenoot en regerend olympisch kampioen Dorian van Rijsselberghe. Op de WK in september 2014 behaalde Kiran een mooie achtste plaats, slechts één plek achter Dorian. De Olympische Spelen vormen het hoogste podium waarop een windsurfer kan acteren. Maar Kiran weet nu al dat hij zich voor Rio 2016 niet zal kwalificeren. “Door de aanwezigheid van Dorian is dat onmogelijk. Ieder land heeft slechts één startplek. Dorian heeft zich al geplaatst, dus heb ik nu geen kans meer op Rio.” Voor iemand die tot de mondiale top behoort, is het een bittere teleurstelling om niet aan de Spelen te mogen deelnemen. Maar Kiran kan
KIRAN BADLOE WINDSURFEN wel begrip opbrengen voor de regelgeving van het IOC. “Bij de start van een wedstrijd is het vaak dringen voor de ideale lijn. Doordat er maar één surfer per land mag starten, is het rustiger op het water. Degenen die minder goed kunnen varen ontbreken en kunnen de start van anderen dus ook niet verpesten.” Een windsurfkampioenschap wordt over meerdere dagen gehouden. Elke dag worden er één of twee races gevaren. De surfer die over alle wedstrijden het beste presteert, mag zich kampioen noemen. “Omdat er elke dag wedstrijden worden gevaren, is een strak ritme voor een windsurfer erg belangrijk”, aldus Kiran.
opstaan & ontbijt
CHEF’ SPECIAL – WASH AWAY Tijdens een toernooi vormt muziek een belangrijk aspect in het dagritme van de jonge windsurfer. Dit begint al bij het opstaan. ’s Ochtends klinken regelmatig de zuivere gitaarklanken en de rustige stem van Chef Special door de koptelefoon van Kiran. “Ontspanning is een belangrijk onderdeel van mijn voorbereiding. Met rustige muziek in de ochtend, voorkom ik een te vroege wedstrijdfocus. Tijdens het ontbijt zet ik de muziek uit, want dan blik ik meestal vast vooruit op de wedstrijd die later op de dag zal plaatsvinden.” Eenmaal op weg naar de haven, wordt de rustige muziek ingeruild voor muziek die wat meer uptempo is. Hiermee wil Kiran langzaam de stroom adrenaline in zijn lijf op gang brengen. “Een goede start is bij het windsurfen
HERSTEL BEVORDEREND De muziekkeuze van Kiran is voorgelegd aan Jutta Hulshof van MTCC (Mental Training & Coaching Centrum). Zij geeft aan dat de routine die er door middel van muziek wordt gecreëerd, goed is en dat het bevorderend kan werken bij zowel herstel als motivatie. “Rustige muziek van rond de 60 beats per minuut kan je herstel bevorderen en muziek die uptempo
28 | SPORTTOP MAGAZINE
KIRAN: ‘DOOR DE MUZIEK ZIT IK HELEMAAL IN MIJN FLOW’
is (120-140 beats per min.) kan een ‘energizer’ zijn en extra concentratie of adrenaline geven die belangrijk is in de voorbereiding van sporten met een hoog tempo. Muziek is een erg mooie routine om te gebruiken voor de wedstrijd. Met het kiezen van bekende nummers bouwt een sporter binnen de routine nog een routine in. Dit geeft nog meer houvast.”
cruciaal om de beste koers te kunnen varen, dus moet ik al voor het startsein klinkt op en top gefocust zijn. De adrenaline die daarvoor nodig is, moet daarom al vóór de start worden opgewekt. Muziek helpt daarbij.”
aanloop naar wedstrijd
FLUME - HOLDIN ON Na zijn voorbereiding is het tijd om het water op te gaan. De locaties waar de wedstrijden worden gehouden, zijn vaak schitterend. De publieke belangstelling wil helaas nog wel eens tegenvallen. Uitzondering was het WK afgelopen jaar in het Spaanse Santander. Dit toernooi gaf Kiran echt een kick. “De surfers kwamen vanuit een prachtige, speciaal voor het toernooi opgebouwde arena de haven binnen.
FOTO VIA FACEBOOK
Zo’n tienduizend toeschouwers waren die dag getuige van de binnenkomst van de atleten.” De ideale trainingslocatie voor Kiran is Nieuw Zeeland. “Het is echt een ideaal land om te trainen. Je kunt er goed mountainbiken en cardiofitnessen. Bovendien zijn de klimatologische omstandigheden in het land zeer verschillend, wat het mogelijk maakt om in afwisselende weersomstandigheden te trainen. Hierdoor kan ik me op alle denkbare wedstrijdomstandigheden goed voorbereiden.”
na de wedstrijd
MY BENEFIT - SPLENDID Na de wedstrijd komt zo snel mogelijk de rustige muziek weer op te staan. De focus tijdens de wedstrijden is extreem. Kiran vindt
het daarom belangrijk om na de wedstrijd zo snel mogelijk weer in de ‘chillmodus’ te komen. “Wedstrijden bij het windsurfen duren vaak zo’n zes dagen, dus onnodige energieverspilling na de wedstrijd kan je de dagen erna opbreken.” Elk rustmoment is daardoor van groot belang en Kiran probeert dan ook na de race zo snel mogelijk van de wedstrijdlocatie weg te komen. “Tijdens en vlak voor de wedstrijden is het zaak je zoveel mogelijk af te sluiten.” Helemaal afsluiten van de buitenwereld lukt Kiran niet, maar het lukt hem naar eigen zeggen vrij goed om de prikkels vanuit de omgeving te filteren. Na de wedstrijd wordt onder het eten de wedstrijd nog een keer goed doorgenomen met de begeleiding of de andere surfers. En daarna is het volgens Kiran tijd voor ontspanning: “Dan ga ik lekker op de bank
hangen. Vaak kijk ik dan naar het golfsurfen en wanneer ik me echt verveel, zoek ik naar flauwe filmpjes op het internet.” h
voor het slapen gaan
JACK JOHNSON EN JOHN MAYER Voor het slapen gaan is er nog tijd voor een kwartier tot een halfuur muziek. Ditmaal nóg rustiger dan de muziek die bij het opstaan wordt gedraaid. “Met de resterende wedstrijddagen nog in het vizier, is na een intensieve dag de nachtrust erg belangrijk.” Met de muziek van Jack Johnson of John Mayer valt Kiran heerlijk in slaap. Met het dichtvallen van zijn ogen, kan het dagelijks ritme weer van voren af aan beginnen. SPORTTOP MAGAZINE | 29
www.topsportlease.nl
TopSportLease particulier, zakelijk en sportief de beste autodeal
uniek autoleaseconcept
TopSportLease, specialist in autolease met exibele looptijden. Persoonlijk advies: passend bij uw situatie. Merk, model en opties naar keuze. Altijd de beste deal voor elke particuliere, zakelijke en sportende autoleaser. Door het NOS*NSF erkend als of cieel leverancier voor de georganiseerde sport.
30 | SPORTTOP MAGAZINE
FOTO: RAYMOND VAN DER VELDT
Renske Siersema: ‘Ik heb structuur nodig’
SPORTTOP MAGAZINE | 31
FOTO: KEES BOELHOUWER
RENSKE: ‘IK PROBEER MIJN MEDESPELERS TE HELPEN DOOR ZE TE COACHEN’
Bij alles wat Sporttoptalent Renske Siersema (22) doet, wil ze het maximale bereiken. ‘Als mensen tegen mij zeggen dat ik iets tien keer moet doen, dan doe ik het twintig keer.’ Een portret van de hockeyster aan de hand van vijf thema’s. DOOR: NIK MANDEMAKERS
D
e dameskleedkamer van hockeyclub Hurley oogt als een ontplofte studentenkamer. Overal liggen trainingsattributen en handschoentjes, aan de kapstokken boven de banken hangen kledingstukken en hockeysticks. Zelfgemaakte schilderijen met oppeppende teksten ‘sieren’ de muren. Kortom: één grote chaos.
STRUCTUUR
Het is een beeld dat totaal niet past bij Renske Siersema, speelster van het eerste van de Amsterdamse hoofdklasser en Sporttoptalent. “Ik heb structuur nodig, zonder structuur functioneer ik minder goed.” Voor zichzelf heeft ze een methode gevonden 32 | SPORTTOP MAGAZINE
RENSKE SIERSEMA HOCKEY om ‘gestructureerd’ door het leven te kunnen gaan. “Ik werk met lijstjes waar ik dan op schrijf wat ik moet doen. Wanneer iets onverhoopt anders loopt, schiet ik vaak in de stress. Dan zie ik in eerste instantie alleen maar problemen. Het duurt dan even voordat ik kan schakelen naar plan B.” Ook op het hockeyveld houdt Renske van structuur. “Ik probeer mijn medespelers te helpen door ze te coachen en tactische aan-
wijzingen te geven.” Dit wordt duidelijk als ze een wedstrijd speelt. Wanneer de spitsen volgens Renske wat te lang voorin blijven hangen, schreeuwt ze deze naar achteren met de kreet: “middenlijn!”
OPOFFERINGEN
Renske vertelt dat ze veel voor de topsport heeft moeten laten. “Een diploma-uitreiking heb ik nog nooit meegemaakt. Dat vind ik echt jammer. Hier heb ik, net als voor mijn sport, hard voor gewerkt. Het missen van feestjes, examenreizen en familie is ook vervelend, maar ja, ik weet eigenlijk niet beter. Een echt studentenleven heb ik nooit gehad. Spontane dingen doen als een weekendje weg of de vrijdagmid-
dagborrel op mijn werk zitten er evenmin in. Dan moet ik trainen. Af en toe mis ik die vrijheid wel. Maar uiteindelijk zou ik geen andere keuzes maken, het heeft zich nu eenmaal op deze manier ontwikkeld.” Deze nuchtere benadering heeft Renske niet altijd gekend. “Mensen begonnen op een gegeven moment voor mij te denken. Dan was het: Renske komt toch niet. Of: die moet toch hockeyen. Dan had ik zoiets van: hallo, waarom word ik hier niet bij betrokken?”
STUDIE
Naast het hockey heeft Renske een studie commerciële economie aan de Johan Cruyff University gevolgd. De op topsport gebaseerde hogeschool heeft haar geholpen om haar doelen te bereiken. “Wat ik als heel prettig heb ervaren, is dat je op de Johan Cruyff University de vrijheid hebt om te zeggen: ik kom vandaag niet, want ik moet trainen. Of: ik kom vandaag niet want ik ben moe van een training.” Toch was haar studietijd niet altijd even makkelijk. “Je moet zelf initiatief nemen om opdrachten in te plannen. Veel mensen struikelen daarover”, zegt Renske, die meent dat ze tijdens haar studie veel heeft gehad aan haar gestructureerdheid. “Dat heeft misschien wel bijgedragen aan het feit dat ik mijn studie binnen vier jaar heb afgerond.”
te handhaven, zorgt Renske ervoor dat ze haar rust pakt. De kans om opnieuw oververmoeid te raken, tracht ze zo te minimaliseren.
OLYMPISCHE SPELEN
Lange tijd heeft Renske de droom gehad om ooit te schitteren op de Olympische Spelen. Nu dringt het besef door dat dit waarschijnlijk niet gaat lukken. Ze vindt het niet makkelijk hierover te praten, het enthousiasme dat ze tijdens het interview heeft laten zien, is plots verdwenen. “Ik moet het nog accepteren, maar het is goed zo”, zegt ze met een diepe zucht. Zelf geeft Renske aan dat ze ‘de echte hard-
heid’ mist voor het allerhoogste niveau. “Je moet over lijken kunnen gaan en dat kan ik niet.” Haar prioriteiten heeft Renske inmiddels verlegd. “Nu is het voor mij belangrijk dat ik plezier heb in het hockey en in mijn werk. Ik heb ondertussen al hele mooie dingen bereikt.” Hiermee doelt ze op het WK onder 21 jaar, dat Nederland in 2013 won. Zij was aanvoerster van die ploeg. Haar vroegere droom hoopt Renske via een andere weg te bereiken. “Misschien dat ik ga solliciteren voor een pr-functie in het Holland Heineken House. Dan ben ik toch nog actief op de Olympische Spelen en is daarmee de cirkel rond.”
Renske werkt bij Emolife, een bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in het organiseren van evenementen. Daarmee wordt geld ingezameld voor goede doelen. Voor een groot deel heeft ze haar baan aan Sporttopmentor Nienke Kingma te danken. Zij was de persoon die Renske, nadat ze haar diploma had behaald, in contact bracht met Randstad uitzendbureau. “Na een aantal oriënterende gesprekken rolde Emolife als werkgever uit de bus.” Het bedrijf vormt een ideale werkomgeving voor de jonge hockeyster. “Ik wil graag mensen helpen, iets wat ik in mijn vorige stages heb gemist.” De combinatie werk en hockey brengt een praktisch probleem met zich mee. “Om deze combinatie te doen slagen is het noodzakelijk dat ik een goede planning aanhoud. Daar hoort elke week een avond voor mezelf bij. Dan kijk ik bijvoorbeeld op de bank naar een slechte televisieserie.” Wanneer ze deze avond niet handhaaft, kan het gebeuren dat ze in een oude fout vervalt. “Als mensen tegen mij zeggen dat ik iets tien keer moet doen, dan doe ik het namelijk twintig keer. Daardoor ben ik bijvoorbeeld oververmoeid geweest.” Juist door deze avond
‘IK HEB ONDERTUSSEN MOOIE DINGEN BEREIKT’
FOTO: RAYMOND VAN DER VELDT
WERK
SPORTTOP MAGAZINE | 33
ADVERTORIAL
EY ondersteunt paralympiërs De Rookies2Rio zijn een groep jonge Paralympische sporters die zich onder leiding van coach Esther Vergeer zo goed mogelijk aan het voorbereiden zijn op hun weg naar de Paralympische Spelen Rio 2016. EY, Partner in Sport van NOC*NSF, ondersteunt het project Rookies2Rio. Wij staan voor de paralympische sport en willen deze naar een hoger niveau brengen. EY helpt de individuele sporter bij het ontwikkelen van talent, het maximaal presteren en het waarmaken van ambities. Middels onze kennis en verbindende kracht laten wij de paralympische sporters excelleren. Naast alle sportieve aspecten die deze Road to Rio behelst zal deze groep sporters in aanraking worden gebracht met allerlei relevante aspecten van topsport zoals: omgaan met media, zoeken van sponsoren, omgaan met druk en tegen-
34 | SPORTTOP MAGAZINE
slagen, keuzes maken, tijdmanagement, enzovoort. De eerste fase is een sponsorplan opstellen. De Rookies waren onlangs te gast bij EY in Rotterdam en gingen met marketing- en communicactiedeskundigen aan de slag met het opstellen van hun eigen sponsorplan. Vervolgens moest iedere Rookie zijn sponsorplan kort presenteren. In de komende periode zetten de Rookies de laatste puntjes op de i voor het concretiseren van hun eigen sponsorplan. Rixt van der Horst (dressuur) en Rody de Bie (roelstoeltennis) zijn twee van de Rookies die met de deskundigen van EY in gesprek gingen. Voor hen waren de volgende aspecten belangrijk: hoe positioneer je jezelf, hoe laat je zien wie je bent, wat heb je te bieden, wat wil je als sporter zelf hebben en wat heb je als sporter nodig. Rody heeft, na een dag hoor en wederhoor bij EY, veel geleerd. “Ik heb geleerd om groot te kunnen denken, niet alles is mogelijk maar wel veel. Als je het maar durft te doen. Ik heb nu als doel gesteld om een zo goed mogelijk team om mezelf te creëren en ga proberen daarmee aan
de slag te gaan.” Rody heeft een bijzonder verhaal. Bij een auto-ongeluk raakte hij gehandicapt en verloor hij zijn broertje. “Ik weet dat sponsoren geïnteresseerd zijn in mijn verhaal op menselijk vlak maar ook op sportief vlak. Ik heb veel tegenslagen gehad en die heb ik allemaal weten te overwinnen.” Ook Rixt vond het een leerzame dag bij EY. “Leuk om al die ervaringen van andere mensen te horen. Wil je ook sponsoren aantrekken dan moet je zelf met een goed verhaal komen. Jezelf proberen te onderscheiden van andere mensen, door je eigen unieke verhaal te vertellen.’’ EY en NOC*NSF ondersteunen gezamenlijk de Rookies op weg naar de Paralympische Spelen in Rio 2016.
Talentenkalender 2015
MEI
FEBRUARI
26-30 mei 10 februari
Winter Universiade, Granada (Spanje)
WK Afstanden Junioren (schaatsen), Warschau (Polen)
JUNI
Sanneke De Neeling
20-26 juni
MAART 6-16 maart
Delta Lloyd Regatta, Medemblik Kiran Badloe, Niels Broekhuizen, Michelle Broekhuizen, Jolbert van Dijk en Maxime Jonker
Yvette Heijt 20-22 februari
AUGUSTUS
EK Windsurfen, Mondello (Sicilië, Italië)
JULI 9-12 juli
Yvette Heijt
Trofeo Princesa Sofia, Mallorca (Spanje)
13-19 juli
Michelle Broekhuizen
2-5 april
Eindhoven Swim Cup Kyle Stolk, Romy Pansters, Sharon van Rouwendaal en Mike Marissen
20 april
World Cup Zeilen, Hyères (Frankrijk)
WK Handboogschieten, Kopenhagen (Denemarken)
WK Triatlon -23, Chicago (Verenigde Staten) Jeffrey Reijnders
20 september
WK Kanovaren, Londen (Verenigd Koninkrijk) Maarten Hermans
OKTOBER 30 oktober6 november
WK Windsurfen, Al Mussanah (Oman) Kiran Badloe
NOVEMBER 1 november
Esther Deden
Michelle Broekhuizen
WK -21 Laser Radial/ Standard, Medemblik
SEPTEMBER
IPC WK Zwemmen, Glasgow (Schotland)
24 juliWK Zwemmen, Kazan 9 augustus (Rusland) Sharon van Rouwendaal en Mike Marissen 26 juli-2 augustus
15-22 augustus
EK Atletiek -23, Talinn (Estland)
Romy Pansters
APRIL
Marieke Keijser en Simon van Dorp
18 september
Bart van Nunen 28 maart4 april
Rio de Janeiro (Brazilië)
Maxime Jonker en Niels Broekhuizen
Kiran Badloe
WK Snowboard Junioren, Yabuli (China)
8-9 augustus WK Roeien Junioren,
Marathon van New York (Verenigde Staten) Renske Siersema
SPORTEVENEMENTEN IN EIGEN LAND 23-25 jan
EK Shorttrack, Dordrecht
19-20 jun
Volvo Ocean Race Stopover, Den Haag
9-15 feb
ABN AMRO World (Wheelchair) Tennis
26 jun-5 jul
WK Beachvolleybal
Tournament, Rotterdam
4-5 jul
Grand Départ Tour de France, Utrecht
12-15 feb
WK Afstanden (schaatsen), Heerenveen
20-25 jul
EK Softbal Dames
12 apr
Marathon Rotterdam
10-16 aug
Eneco Tour (wielrennen)
19 apr
Amstel Gold Race, Valkenburg
10-13 sept
KLM Open Golf, Zandvoort
24 mei
FBK-Games (atletiek), Hengelo
26 sept-4 okt
EK Volleybal Dames
26-30 mei
Delta Lloyd Regatta (zeilen), Medemblik
7 nov
EK Veldrijden, Huijbergen SPORTTOP MAGAZINE | 35
Wie is wie?
VOOR MEER INFORMATIE OVER DE TALENTEN EN HUN MENTOREN KIJK OP WWW.SPORTTOP.NL
Talent Naam: Anthony van Assche Geboortedatum: 15 maart 1989 Sport: Turnen Doel 2015: Wereldbekerfinales halen
Talent Naam: Kiran Badloe Geboortedatum: 13 september 1994 Sport: Windsurfen Doel 2015: WK Windsurfen Oman
Talent Naam: Sharon van Rouwendaal Geboortedatum: 9 september 1993 Sport: Zwemmen Doel 2015: WK zwemmen Kazan
Talent Naam: Kyle Stolk Geboortedatum: 28 juni 1996 Sport: Zwemmen Doel 2015: Kwalificatie WK in Kazan
Talent Naam: Sara Wennekes Geboortedatum: 2 mei 1997 Sport: Windsurfen Doel 2015: WK Windsurfen Oman
Mentor Naam: Jochem Uytdehaage Geboortedatum: 9 juli 1976 Sport: Schaatsen
Mentor Naam: Robert Bouten Geboortedatum: 8 november 1984 Sport: Kanovaren
Mentor Naam: Marcella Boerma Geboortedatum: 2 maart 1970 Sport: Snowboard
Talent Naam: Bart van Nunen Geboortedatum: 24 september 1995 Sport: Atletiek Doel 2015: EK Atletiek -23 in Talinn
Talent Naam: Jeske Kisters Geboortedatum: 16 april 1993 Sport: Zeilen Doel 2015: Wedstrijdritme opbouwen
Talent Naam: Jolbert van Dijk Geboortedatum: 3 juni 1993 Sport: Zeilen Doel 2015: Gewichtsklasse behouden
Mentor Naam: Bastiaan Tamminga Geboortedatum: 9 juni 1981 Sport: Zwemmen
Mentor Naam: Wietske de Ruiter Geboortedatum: 20 maart 1970 Sport: Hockey
Mentor Naam: Chris Brands Geboortedatum: 7 oktober 1969 Sport: Triatlon
Talent Naam: Celeste Plak Geboortedatum: 26 oktober 1995 Sport: Volleybal Doel 2015: Vaste kracht bij club Bergamo
Talent Naam: Celine Michielsen Geboortedatum: 22 mei 1994 Sport: Handbal Doel 2015: Herstellen van knieblessure
Talent Naam: Yvette Heijt Geboortedatum: 28 april 1995 Sport: Snowboard Doel 2015: Kwalificatie WK Junioren
Mentor Naam: Jokelyn Tienstra Geboortedatum: 10 oktober 1970 Sport: Handbal
Talent Naam: Romy Pansters Geboortedatum: 22 april 1996 Sport: Paralympisch Zwemmen Doel 2015: IPC WK zwemmen in Glasgow Mentor Naam: Karin Warners-Ruckstuhl Geboortedatum: 2 november 1980 Sport: Atletiek
36 | SPORTTOP MAGAZINE
Mentor Naam: Rianne Guichelaar Geboortedatum: 16 augustus 1983 Sport: Waterpolo
Talent Naam: Marieke Keijser Geboortedatum: 21 januari 1997 Sport: Roeien Doel 2015: Jeugd WK Roeien Rio
Mentor Naam: Floris-Jan Bovelander Geboortedatum: 19 januari 1966 Sport: Hockey
Talent Naam: Esther Deden Geboortedatum: 1 juli 1994 Sport: Handboogschieten Doel 2015: WK in Kopenhagen
Talent Naam: Niels Broekhuizen Geboortedatum: 8 september 1995 Sport: Zeilen Doel 2015: WK -21 Laser Standard
Mentor Naam: Bram Ronnes Geboortedatum: 17 november 1978 Sport: Beachvolleybal
Mentor Naam: Kirsten van der Kolk Geboortedatum: 18 december 1975 Sport: Roeien
Talent Naam: Sanneke de Neeling Geboortedatum: 19 april 1996 Sport: Schaatsen Doel 2015: WK junioren in Warschau
Talent Naam: Maxime Jonker Geboortedatum: 6 maart 1995 Sport: Zeilen Doel 2015: WK -21 Laser Standard
Talent Naam: Remie Groeneveldt Geboortedatum: 8 februari 1993 Sport: Judo Doel 2015: Kwalificatie NK
Mentor Naam: Lobke Berkhout Geboortedatum: 11 november 1980 Sport: Zeilen
Mentor Naam: Marko Koers Geboortedatum: 3 november 1972 Sport: Atletiek
Mentor Naam: Peter Schep Geboortedatum: 8 maart 1977 Sport: Baanwielrennen
Talent Naam: Simon van Dorp Geboortedatum: 10 april 1997 Sport: Roeien Doel 2015: Juniorenwereldrecord 6 km ergo
Talent Naam: Michelle Broekhuizen Geboortedatum: 14 september 1992 Sport: Zeilen Doel 2015: Plaatsing OS 2016 Rio
Talent Naam: Renske Siersema Geboortedatum: 14 april 1987 Sport: Hockey Doel 2015: Marathon NY uitlopen
Mentor Naam: Chiel Warners Geboortedatum: 2 april 1978 Sport: Atletiek
Mentor Naam: Nico Rienks Geboortedatum: 1 februari 1962 Sport: Roeien
Mentor Naam: Nienke Kingma Geboortedatum: 12 februari 1982 Sport: Roeien
Talent Naam: Rody de Bie Geboortedatum: 9 november 1994 Sport: Rolstoeltennis Doel 2015: Paralympische Spelen 2016 Rio
Talent Naam: Jeffrey Reijnders Geboortedatum: 18 februari 1995 Sport: Triatlon Doel 2015: WK -23 in Chicago
Talent Naam: Maarten Hermans Geboortedatum: 23 maart 1992 Sport: Kanovaren Doel 2015: In de mondiale top 15 blijven
Mentor Naam: Annita van Doorn Geboortedatum: 26 april 1983 Sport: Shorttrack
Mentor Naam: Edith van Dijk Geboortedatum: 6 april 1973 Sport: Zwemmen
Mentor Naam: Marcel Wouda Geboortedatum: 23 januari 1972 Sport: Zwemmen
Talent Naam: Andrea Kneppers Geboortedatum: 24 februari 1993 Sport: Zwemmen
Talent Naam: Mike Marissen Geboortedatum: 19 maart 1992 Sport: Zwemmen Doel 2015: Progressie boeken
Talent Naam: Aron Romeijn Geboortedatum: 9 augustus 1991 Sport: Schaatsen Doel 2015: NK Afstanden 2015
Mentor Naam: Rebekka Kadijk Geboortedatum: 16 juni 1979 Sport: Beachvolleybal Binnenkort nieuw talent
Mentor Naam: Eline Coene Geboortedatum: 11 april 1964 Sport: Badminton Binnenkort nieuw talent
Bestuur Sporttop Naam: Philippe Smit Ondernemer Functie: Voorzitter
Bestuur Sporttop Naam: Jochem Uytdehaage Sport: Schaatsen Functie: Secretaris
Bestuur Sporttop Naam: Wiebe Brink Bedrijf: EY Functie: Penningmeester
Bestuur Sporttop Naam: Vincent Kolijn Bedrijf: Liander Functie: Algemeen Lid
Organisatie Naam: DaniĂŤlle Mouissie Sport: Hockey Functie: Bureau Sporttop
Organisatie Naam: Wietske de Ruiter Sport: Hockey Functie: Bureau Sporttop
SPORTTOP MAGAZINE | 37
FOTO: MAAIKE SCHIPPER
‘Het rare mijzelf begon 38 | SPORTTOP MAGAZINE
De overgang van de jeugdcompetitie naar de senioren is een grote stap in de zeilsport. Michelle Broekhuizen (22) had vanwege de vele keuzes en veranderingen die daarbij komen kijken, moeite met het maken van die stap. Mede daardoor kwam ze in aanraking met een DOOR: RUTGER MEIER sportpsycholoog.
“I
k ben nu een weekje in Nederland. Omdat het weer in Nederland in de herfst en winter vaak niet ideaal is om buiten te trainen, gaan we vaak naar het buitenland. Daar doen we één zeiltraining en één krachttraining per dag. Als ik dan even in Nederland ben, komt er veel op me af. Aanvragen voor interviews, het zien van vriendinnen en familie en natuurlijk gaan de trainingen ook gewoon door.” Michelle heeft haar hele jeugd in een eenmansboot gezeild, pas sinds het najaar van 2012 vaart zij in een tweemansboot. Dit komt doordat Michelle te klein is om met harde tegenwind in haar eentje in een zeilboot te varen. Haar partner, sinds het voorjaar van 2013, in de boot is Marieke Jongens. “We zijn net een getrouwd stel, met zeilen ben je dag en nacht samen. Je bent twee weken lang in het buitenland en vaak slapen we in dezelfde kamer en doe je dezelfde trainingen. Gelukkig vind ik koken heel leuk dus doe ik dat vaak. Dan doet Marieke weer de afwas.” Na vele weken trainen stond het WK 2013 op de stoep. Helaas konden zij niet samen proberen de wereldtitel te veroveren. Marieke kreeg last van een hernia en was voor onbepaalde tijd uitgeschakeld. Stuurvrouw Michelle kwam met een vervangster van Marieke in de boot te zitten, dat liep niet zoals gehoopt. “We had-
MICHELLE BROEKHUIZEN
ZEILEN den ook nog maar één dag samen gevaren, dus winnen was geen reële opgave voor ons.” Na het toernooi sloeg de onzekerheid over de toekomst van zowel Michelle als Marieke toe. Het watersportverbond wist lange tijd niet, onder meer door de zware blessure van Marieke, of het door zou gaan met de twee meiden in de tweemansboot.
‘HET WAS NIET ALLEEN MEER VOOR DE GEZELLIGHEID’ “In die periode was ik ook weer van plan om te gaan studeren. Ik wilde mijn studie afronden en daarvoor onder andere een stageplek zoeken. Toen ik dat allemaal aan het regelen was, dacht ik bij mijzelf: dit allemaal vind ik eigenlijk ook wel leuk. Ik wist niet meer of ik zeilen nog wel leuk vond. Als je even niet zeilt, ga je dingen zien die je ook leuk vindt. Dan komt de vraag: wil ik dit nog wel? Uiteindelijk kwam ik bij een Sporttop-bijeenkomst, in het najaar van 2013, over mentale training en daar
ben ik in aanraking gekomen met iemand van MTCC, Mental Training & Coaching Centre, Mitchel Kevenaar.” Wat heeft hij voor jou betekend? “Mitchel heeft mij geholpen met het omgaan met onzekerheid. Na enkele sessies bleek het vooral onzekerheid te zijn in het dagelijkse leven. Ik twijfelde vaak bij bepaalde dingen waardoor ik heel erg ging piekeren. Veel mensen hebben daar last van maar ik had het in vrij extreme mate. Uiteindelijk kwam ik terecht bij sportpsycholoog Nanda Heersma.” Wat leerde zij jou? “Zij heeft mij heel erg geholpen met de onzekerheid in mij. Ook heb ik tips gekregen hoe ik er het beste mee om kan gaan. Natuurlijk heb ik er nog steeds wel een beetje last van, maar ik kan het tegenwoordig herkennen en ermee omgaan. Ik heb geleerd dat negatief denken nooit goed is, maar het is heel lastig om altijd positief te denken. Bijvoorbeeld als iemand tegen je zegt: denk niet aan een roze olifant, waar denk je dan juist aan? Precies.” Nog meer tips? “Je moet nooit denken dat je iets niet moet doen. Sommige gedachtes moest ik opschrijven zodat het op papier staat en niet in je hoofd
is dat ik aan te twijfelen’ SPORTTOP MAGAZINE | 39
blijft rondmalen. Het waren vijf sessies in vijf maanden tijd. En na elke sessie probeerde ik die tips een maand lang, tot de volgende sessie, toe te passen. Dat lukte vrij aardig.” Heeft Sporttop jou daarin geholpen? “Door Sporttop ben ik in contact gekomen met de sportpsycholoog. Maar het is vooral aan jezelf om er iets aan te laten doen. Je moet zelf naar iemand toe gaan. Ik vond het vooral raar dat ik aan mijzelf begon te twijfelen of ik zeilen nog wel leuk vond, terwijl ik het altijd leuk heb gevonden. Nu gaat het een stuk beter en ga ik op eigen benen ermee om.” Hoe is zo een ‘dip’ te voorkomen? “Je moet altijd proberen zoiets op tijd te herkennen. Als je merkt dat je iets niet leuk gaat vinden terwijl het altijd goed is gegaan bijvoorbeeld. Bij mij was het echt niet duidelijk, want ik ben een zeer introvert persoon. Het ging met mij die tijd niet goed, maar pas toen ik het zelf herkende en er hulp voor zocht via Sporttop kon er ook wat aan gedaan worden. Het zeilen vind ik nu weer superleuk!” Er zijn meer uitdagingen in je zeilcarrière voorbij gekomen, hoe was de overgang van de jeugd naar de senioren? “De overgang van jeugd naar de senioren is een hele grote stap. Want in de jeugd is het toch allemaal wat minder serieus en wordt alles minder hard afgestraft. Maar bij de senioren kan elk klein foutje fataal zijn. Ieder foutje betekent enkele plaatsen verlies op de ranglijst. Dat is echt het grote verschil. Zeilen bestaat alleen maar uit het maken van keuzes.”
FOTO: SOENAR CHAMID
MICHELLE (LINKS): ‘STUDEREN WAS VOOR MIJ AFLEIDING IN POSITIEVE ZIN’
40 | SPORTTOP MAGAZINE
Zoals? “Bijvoorbeeld het positioneren van jezelf bij de start, lig je goed in het water ten opzichte van de wind? Welke techniek moet ik bij deze wind toepassen? In de jeugd kun je als je niet zo hard gaat nog een ingreep doen waardoor je boten weer kunt inhalen. Nu moet alles goed zijn. Je moet hard gaan, je moet de juiste keuzes maken.” Je staat nu voor de keuze om je studie te vervolgen of om je volledig te richten op het zeilen, weet je al wat het wordt? “Zeilen staat op nummer één. Studeren was altijd een afleiding voor tijdens het zeilen, in positieve zin gezien. Af en toe na een training ben je zoveel met zeilen bezig dat het lekker is om ergens anders mee bezig te zijn.“ Is studeren in combinatie met topsport mogelijk? “Het is zeker mogelijk. Ik heb mijn bachelor Biomedische Wetenschappen afgerond. Daarbij heeft het ook geholpen dat de universiteit rekening hield met mij en ik mij aan een aangepast schema mocht houden. Het is ook wel eens misgegaan. Eén keer wilde een docent dat ik vier weken fulltime aanwezig zou zijn. Toen ik vroeg om het tentamen te maken voordat ik naar het buitenland zou vertrekken vertelde de docent dat het mij toch niet zou lukken.” Hoe is het met je tentamen afgelopen? “Dat heb ik geprobeerd te maken en ik heb het vak afgesloten met een 9!”
NICO RIENKS Nico Rienks is de Sporttop-mentor van Michelle. Zijn rol is haar op sportgebied te begeleiden. “Daarbij moet je denken aan hoe het zeilen in je leven past. Vooral bij jonge sporters is dat een enorme zoektocht. Hoe gaat topsport samen met je studie of school? Hoe kijken je ouders er tegenaan? Dat soort vragen. Bij Michelle was het ook de vraag of ze in haar eentje zou blijven zeilen, of dat ze in de tweemansboot zou gaan zeilen. We weten hoe goed ze kan zijn in een eenmansboot, in de tweemans hadden we nog geen idee. Zie mij maar als een soort van spiegel, ik stel af en toe een vraag om zo duidelijkheid te scheppen. Michelle moet zelf beslissingen nemen, ik kan haar alleen raad geven. Ook draag ik namen aan die haar kunnen helpen bij wedstrijdprestaties en levenskeuzes. Daar is begeleiding voor nodig.”
‘MET HARDE WIND GING IK ALTIJD NAAR BINNEN’
FOTO: ANDREA PISAPLA
EVEN VOORSTELLEN
NIELS: ‘SINDS DRIE JAAR IS ZEILEN VOOR MIJ NET ZO BELANGRIJK ALS SCHOOL’
Niels Broekhuizen Niels Broekhuizen (19) is sinds een jaar verbonden aan Sporttop. De Nederlands kampioen zeilen 2014 in de Laser Standaardklasse bij de senioren van 2014, heeft zichzelf ten doel gesteld om op de Spelen van 2020 met een medaille naar huis te gaan. Hij besloot na goede verhalen van zijn zus Michelle en andere zeilers zich te verbinden aan Sporttop. Het talent heeft er veel baat bij: “Vanwege mijn recente overstap naar de Laser Standaardklasse kreeg ik een zwaardere boot. Ik zag dat in het begin niet zo zitten. Ik was bang dat ik niet zwaar genoeg zou kunnen worden. Daardoor verloor ik een beetje mijn zelfvertrouwen. Mijn mentor Kirsten van der Kolk heeft mij daar heel goed bij geholpen. Zij gaat dieper in op mijn probleem. Door mij vragen te stellen over mijn afgenomen zelfvertrouwen ging ik er over nadenken en kwam ik tot de conclusie dat er geen reden was om me druk te maken.”
AANKOMEN
“Het is fijn om bij iemand dingen kwijt te kunnen die geen familie is of in je sport zit. Kirsten heeft daardoor een andere kijk op mij en kan me met andere dingen helpen. Zij heeft toch redelijk hetzelfde
meegemaakt en ze weet hoe je sommige problemen moet oplossen. Ze heeft mij bijvoorbeeld advies gegeven over hoe ik snel kan aankomen. Een ander voordeel van Sporttop is dat Powerbar een supplier van de stichting is. Dat zijn energieproducten. Ik eet veel Powerbarproducten om aan te komen en om sterker te worden.” “Via mijn ouders en mijn oudere zus Michelle kwam ik in aanraking met zeilen. Michelle is ook fanatiek zeilster en tevens aangesloten bij Sporttop. Mijn ouders hebben een watersportwinkel in Kampen. Mijn vader was vroeger ook een goede zeiler, maar in zijn tijd was zeilen niet zo groot en bovendien had mijn oma liever niet dat hij op zondag zeilde vanwege haar christelijke achtergrond. Op mijn zesde begon ik met zeilen in het bootje van mijn zus. Toen mijn zus wedstrijden ging zeilen dacht ik: dit wil ik ook. Sinds drie jaar is zeilen voor mij net zo belangrijk als school. Het afgelopen
jaar was het misschien wel belangrijker.” Sinds afgelopen zomer is Niels zelfs verhuisd om dichtbij het water te zijn. Hij woont met andere zeiltalenten in Scheveningen waar hij makkelijk met zijn boot de haven uit kan. Het Sporttoptalent is erg druk met zeilen. Hij zit veel in het buitenland voor trainingskampen en wedstrijden. Daarnaast volgt hij een opleiding sportmarketing aan de Randstad Topsport Academie.
BANG
Soms heeft hij tijd om langs te gaan bij zijn oude zeilvereniging. Daar kijken ze raar op dat hij zover gekomen is. “Ik was vroeger best wel bang voor zeilen met harde wind. Dan ging ik altijd naar binnen. Ik wilde alleen met mooi weer zeilen. Daar stond ik op de vereniging wel een beetje bekend om. Nu vragen sommige mensen zich af hoe ik ooit met harde wind heb leren zeilen.’’
SPORTTOP MAGAZINE | 41
FOTO: TEAM BESLIST.NL
‘Vergeet niet te genieten’ Bij het Beslist.nl Development Team lijkt hij steeds dichter naar de Nederland schaatstop toe te groeien. De lessen die Aron Romeijn (23) van zijn mentoren bij Sporttop heeft meegekregen, komen nu goed van pas. ‘Durf keuzes te maken, maar genieten is ook belangrijk.’ DOOR: MAIKEL SUILEN
H
et gure weer en de koude wind passen bij de locatie waar we zijn, schaatsstadion Thialf in Heerenveen. In het restaurant is het lekker druk. De recreanten zijn net klaar met hun rondjes en warmen zich aan een grote kop chocolademelk. Tussen de wat oudere mannen en vrouwen verschijnt een jong gezicht. Vriendelijk groet Aron Romeijn de medewerkers van het restaurant, om vervolgens met een glimlach plaats te nemen op een bank in de hoek van het restaurant. Rustig onderuitgezakt begint hij zijn verhaal. Vier jaar is hij als zijn moeder hem voor het 42 | SPORTTOP MAGAZINE
ARON ROMEIJN SCHAATSEN eerst de ijzers onderbindt, negentien jaar later is hij elfde op de 1.000 meter bij de NK afstanden. In die vijftien jaar heeft hij zich, mede door Sporttop, ontwikkeld van schaatstalent tot de volwassen profschaatser die hij nu is. De rol van Sporttop in zijn ontwikkeling begint zo’n zeven jaar geleden als Aron zich aanmeldt bij de stichting. “Ik had gehoord van de manier van werken binnen Sporttop en die sprak mij
direct aan, vooral de mentor-talentrelatie”, zegt Aron. “Na enkele gesprekken werd ik uiteindelijk definitief lid van Sporttop en kreeg ik een mentor toegewezen.”
EDITH BOSCH
Die mentor kennen we onder andere van haar wereldtitel judo in 2005 en haar overwinning in het RTL-programma Expeditie Robinson. Tijdens Expeditie Robinson leerde Nederland Edith Bosch kennen als eerlijk, direct en hard. Aron ervaarde de samenwerking met de judoka heel anders. “Zoals ze op televisie was, was ze
EMIEL MELLAARD
In 2010 gaat Edith Bosch naar de Olympische Spelen in Londen en stopt de samenwerking met Aron. Emiel Mellaard werd zijn nieuwe mentor. Aron kende de man, die nog altijd het Nederlands indoorrecord verspringen (1989) op zijn naam heeft staan, aanvankelijk niet, maar dat veranderde snel. “Met Emiel had ik wat vaker contact dan met Edith. Dit kwam doordat Emiel al gestopt was als sporter en Edith niet. Hij had daarom ook meer tijd om naar mijn wedstrijden te komen kijken. Het was een ontzettend aardige kerel, waar ik met plezier aan terugdenk.” Dat de verspringer al ruim twintig jaar gestopt is, had nog een voordeel. Hij had alle tijd gehad om terug te kijken op zijn carrière en zich te realiseren dat hij een belangrijk ding te weinig had gedaan: genieten. Daar wilde hij Aron voor behoeden. “Emiel gaf aan dat ik plezier moet hebben in wat ik doe. Toen ik daar over ging nadenken, kwam ik tot de conclusie dat ik soms te weinig genoot van het schaatsen. Ik was té gefocust. Als klein jochie ben ik begonnen met schaatsen omdat ik het leuk vond, dat plezier moet je houden. Sindsdien houd ik in mijn hoofd dat succes natuurlijk mooi en belangrijk is, maar de weg ernaartoe, die is soms net zo mooi.”
vloed van zijn twee mentoren lijkt hier samen te smelten. Het dolletje en plezier van Emiel en het serieuzere en duidelijke van Edith. “Ja, dat klopt misschien wel. Het is niet zo dat ik er echt bij nadenk, maar misschien dat het inderdaad onbewust op zo’n moment tot uiting komt”, zegt Aron. Inmiddels heeft Aron geen mentor meer en maakt hij ook minder gebruik van de faciliteiten van Sporttop. Af en toe heeft hij nog een gesprek met Daniëlle en Jochem, die hij dankbaar is. “Zij hebben mij destijds de kans gegeven om bij Sporttop te horen. De gesprekken met de mentoren en de mentale begeleiding van Sporttop hebben me denk ik wel geholpen in mijn ontwikkeling.”
DE TOEKOMST
Die ontwikkeling heeft hem dichter bij de top gebracht, en betaalt zich over een paar jaar hopelijk uit in mooie prijzen. “Ik merk dat ik steeds dichter tegen de top aanzit. Ik train af
en toe met de broertjes Mulder. Zeker Michel Mulder zie ik als een voorbeeld. Hij kwam op z’n 25ste echt door als topschaatser en heeft nu een wereldtitel sprint en een olympische titel op zijn erelijst staan, zo’n carrièreverloop zie ik ook wel zitten.” Alhoewel Aron pas 23 is, en nog een lange, en hopelijk, succesvolle sportloopbaan voor zich heeft, ziet hij een rol als mentor na zijn carrière wel zitten. “Dat zal over twintig jaar pas een serieuze optie zijn. Ik denk dat ik er geschikt voor ben. Ik merk dat ik eigenschappen heb die bij een trainer horen. Zo help ik graag andere sporters, zonder dat ik direct heel belerend overkom, dat hoor ik althans vaker.” Wat hij de talenten dan wil meegeven weet hij ook al. “De lessen van zowel Edith als Emiel zijn heel leerzaam geweest voor mij. Die lessen zal ik dan doorgeven aan de talenten: Heb een doel voor ogen, durf soms een beetje egoïstisch te zijn, maar bovenal, vergeet niet te genieten en plezier te hebben tijdens je carrière.”
FOTO: ERIK DE WEERD
niet tegen mij. Ik heb haar leren kennen als een ontzettend lieve vrouw. We hadden niet heel frequent contact, maar de momenten dat we met elkaar spraken, waren fijn en leerzaam.” Naast het prettige contact heeft Aron uiteraard ook belangrijke lessen van Edith geleerd. Het waren vooral de kleine dingen waar hij veel aan had. “Echte grote levenslessen heeft ze me niet bijgebracht, dat hoeft ook niet. Zij is een op en top sportvrouw en kent de kneepjes van het vak, de details. Hoe je moet leven als topsporter? Zo gaf Edith aan dat je als topsporter soms heel bewust voor jezelf moet kiezen. De sport mag niet lijden onder randzaken, daarin moet je soms harde keuzes durven te maken, die anderen niet altijd kunnen waarderen. Het klinkt egoïstisch, en dat is het soms ook, maar het is wel het beste voor je carrière en daar gaat het uiteindelijk om.”
DOLLETJE
“Hey Aron, hoe is ie?” Gerlof, een verstandelijk beperkte medewerker van het restaurant, komt aanlopen en is zichtbaar blij Aron te zien. “Goed, met jou ook? Lekker aan het poetsen”, vraagt Aron met een grote glimlach. Na een kort gesprekje en een dolletje, zegt Aron op iets serieuzere toon: “We zijn even bezig, als we klaar zijn kom ik even langs, oké?” De in-
ARON: ‘IK WAS TÉ GEFOCUST. ALS KLEIN JOCHIE BEN IK BEGONNEN MET SCHAATSEN OMDAT IK HET LEUK VOND, DAT PLEZIER MOET JE HOUDEN.’
SPORTTOP MAGAZINE | 43
TIJD VOOR ONTBIJT Het ontbijt geldt als de belangrijkste maaltijd van de dag. Alleen niet iedereen is er dol op. Voor zeiler Jolbert van Dijk (21) is het ontbijt namelijk ‘een noodzakelijk kwaad’. “Als ik wakker word, heb ik van nature niet veel honger. Vroeger was ik allang blij als ik een halve boterham naar binnen kreeg, nu probeer ik steeds iets meer te eten en ook steeds gevarieerder. Ik denk dat goed ontbijten essentieel is, ook al heb ik er zelf moeite mee. Ik krijg ’s ochtends gewoon niet zoveel weg, daarom zie ik ontbijten ook als een noodzakelijk kwaad. Ik eet meestal iets vloeibaars zoals kwark, want dat is makkelijker weg te krijgen. Het komt wel eens voor dat ik ‘s ochtends geen honger heb. Dan ga ik eerst allerlei sportspullen klaarleggen, zodat ik later kan eten. En als ik een zware training heb, probeer ik juist vroeger te ontbijten. Dan heeft het meer tijd om weg te zakken voordat ik ga trainen. Er moet een beetje tijd tussen zitten, anders komt het omhoog tijdens de training. Tijdens het eten probeer ik altijd iets anders te doen om een beetje afleiding te hebben. Bijvoorbeeld het bereiden van mijn volgende maaltijd. Ik kook dan pasta voor tussen de middag. Je zou het een bezigheidsthe-
rapie kunnen noemen. Gezond en gevarieerd eten is voor iedereen belangrijk en zeker voor een topsporter. Ik merk het als ik bepaalde voedingsstoffen niet binnen heb gekregen. Zeker in de winter, als de workload vrij hoog is, moet ik gewoon mijn vitamines binnen krijgen voor de weerstand. Mijn ontbijt verschilt wel een beetje per dag. Ik eet niet elke dag hetzelfde. Vandaag had ik bijvoorbeeld kwark, muesli, cranberry’s, blueberries en een soort van cranberrypoeder waar heel veel proteïne in zit. Tenslotte een heel klein beetje camu camu voor de vitamine C. Mijn ouders hebben een bedrijf in superfruits, daarom eet ik dat soort dingen makkelijker dan anderen. Ik doe graag stukjes fruit door het eten. Het maakt het wat zoeter en frisser en het geeft meer smaak aan het eten. Meestal bewaar ik het lekkerste deel van het ontbijt voor het laatst, want dan heb ik een fijne smaak in m’n mond als ik klaar ben met ontbijten.”
tbijt
on Jolberts
- kwark - muesli erry’s - cranb r r ie s - bluebe amu - camu c der errypoe b n a r c -
KRISTIN JONVIK (SPORTDIËTISTE) “Als sportdiëtiste bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen (Seneca) begeleid ik een aantal sporters, waaronder Sporttoptalent Jolbert. Het ontbijt dat Jolbert omschrijft is goed geschikt om te benutten voor een training. Een optimaal ontbijt bevat koolhydraten (die je als brandstof nodig hebt), ongeveer 20 gram eiwit (voor spieropbouw) en weinig vetten (om buikklachten te voorkomen). Het verschilt per persoon hoe vlak voor een training je kunt eten zonder er buikklachten van te krijgen.
44 | SPORTTOP MAGAZINE
In het algemeen dient een groter ontbijt 2 tot 3 uur voor de training te worden gegeten. Voorbeelden zijn: boterhammen met mager vlees, kaas of ei en een glas melk, of havermoutpap met fruit en een glas melk, of zoals Jolbert: kwark of yoghurt met muesli en fruit. Als er minder tijd tussen zit kan een kleinere maaltijd geschikter zijn, zoals een banaan en een krentenbol, een fruit en yoghurt smoothie of drinkontbijt.”
Leer net als een topsporter je energie te managen!
Vitale mensen en organisaties presteren beter. Lifeguard is een toonaangevend advies-, trainingsĂŠn coachingbureau dat mensen, teams en organisaties helpt om veerkrachtiger te worden. Hierdoor zijn ze beter in staat duurzaam prestaties te leveren.
83%
VAN DE DEELNEMERS IS NA AFLOOP VAN EEN LIFEGUARD PROGRAMMA MENTAAL, FYSIEK EN EMOTIONEEL FITTER.
www.lifeguard.nl WIELRENWEEKEND 11 & 12 april HARDLOOPWEEKEND 18 & 19 april 26 & 27 september HANDBOOGWEEKEND 25 & 26 april 10 & 11 oktober MTB-WEEKEND 7 & 8 november
DE OPTIMALE VOORBEREIDING OP HET NIEUWE SEIZOEN DE SPORTWEEKENDEN 2015 ZIJN BEKEND
SPORTTOP MAGAZINE | 45 SPORTTOP MAGAZINE | 1
FOTO: HANAE BADAOUI
Roeien en school ordenen leven van Marieke Keijser Roeitalent Marieke Keijser (18) kan dankzij haar LOOT-school topsport goed combineren met schoolwerk. ‘Als ik op zondag een wedstrijd heb hoef ik op maandag geen proefwerk te maken. Dat is fijn, anders moet ik me daar na de wedstrijd weer druk om maken.’ DOOR: JEREMY BURTMAN
I
n de gangen van het Thorbecke College in Rotterdam praten scholieren met elkaar, rennen ze achter elkaar aan in de kantine, nemen een hap van een broodje of whatsappen met vrienden of bekenden elders. Een jongen knipoogt naar een meisje, zij werpt hem een glimlach toe. Niets bijzonders allemaal. Pas bij het zien van het ‘Topsportlokaal’ begrijp je waarom deze school anders is dan een reguliere middelbare school. Aan de muren hangen shirts en foto’s met handtekeningen van topsporters als Robin van Persie, Stefan de Vrij en Inge de Bruijn. Zij zijn oud-leerlingen van het Thorbecke College. Ruim een jaar geleden ging ook Marieke Keij-
‘HET WAS NIET MEER ALLEEN VOOR DE GEZELLIGHEID’ ser naar deze zogenaamde LOOT-school (Landelijke Organisatie Onderwijs en Topsport) om vwo te kunnen combineren met het roeien. De getalenteerde roeister kwam van het Mon46 | SPORTTOP MAGAZINE
MARIEKE KEIJSER ROEIEN tessori Lyceum Rotterdam. Daar vielen sport en school goed te combineren, maar meestal zat haar schoolrooster haar trainingsrooster in de weg. Vaak zat ze bijvoorbeeld tot kwart over vier op school. “Nu kan ik aan het begin van het jaar mijn schema met mijn trainingstijden doorgeven. Vervolgens wordt alles aangepast. Daarnaast hoef ik vakken als maatschappijleer, CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming, red.) en gym niet meer te volgen. En als ik zondag een wedstrijd heb en maandag een proefwerk, ga ik tijdig naar de leraar toe en wordt mijn proefwerk verzet. Dat is fijn, anders moet ik me na de wedstrijd hier weer druk om maken.” Marieke roeit pas vier jaar, haar talent voor de sport werd al snel ontdekt. Het duurde niet lang tot ze prijzen won. “In de eerste wedstrijd (vier kilometer, red.) waar ik aan meedeed werd ik gelijk eerste. Ik deed later ook mee aan
het Nederlands kampioenschap en werd op de lange afstand gelijk derde.’’ Wat begon als een hobby, was voor ze er erg in had behoorlijk serieus geworden. “Ik werd uitgenodigd voor bondsselecties, dan realiseer je je dat het niet meer alleen voor de gezelligheid is.’’ Marieke vond het moeilijk om haar vorige school te verlaten. Ze had ruim 4,5 jaar op het Montessori Lyceum gezeten en daar ook een vriendengroep opgebouwd. Hoe leuk het daar ook was, de situatie werd in haar ogen onhoudbaar. “Op een gegeven moment moest ik een vervangende opdracht voor gym maken omdat ik door het roeien weigerde om mee te gymmen. Dat kon tenslotte domme blessures opleveren. “Ik moest toen 48 pagina’s schrijven over een onderwerp naar keuze, dat vond ik echt te ver gaan.’’ Op dat moment besloten Marieke en haar moeder naar een oplossing te zoeken en zodoende kwam ze na een oriënterend gesprek op het Thorbecke College terecht. Als talent heb je bijzonder onderwijs nodig om sport en school te kunnen combineren. In 2013 is Marieke aan dit traject begonnen. Ze volgt weliswaar minder vakken, maar haar
FOTO: KATIE STEENMAN
MARIEKE KEIJSER: ‘IK DEED MEE AAN HET NK EN WERD OP DE LANGE AFSTAND GELIJK DERDE’
MARIEKES AMBITIES Marieke hoopt in 2015 deel te nemen aan het jeugd-WK in Rio de Janeiro. In 2014 won ze bij het jeugd-WK in Hamburg brons in de skiff, iets wat sinds 1981 niet meer door een landgenoot was gepresteerd. Nu ze weet wat het is om op het podium te staan, snakt Marieke naar meer. “Ik wil nu een keer de allerbeste zijn, maar je weet natuurlijk nooit hoe goed de concurrentie is.’’ De Olympische Spelen van 2016 komen waarschijnlijk voor haar te vroeg, maar haar naam moeten we zeker onthouden voor de Spelen van 2020.
diploma is evenveel waard als dat van ieder ander die de middelbare school afrondt. “Ik heb bijvoorbeeld sinds ik hier op school zit geen M&O (Management & Organisatie, red.) meer. Daar heb ik vrijstelling voor gekregen. Als ik straks een studie ga kiezen kan dit niet de reden zijn waarom ik ergens niet word aangenomen.’’ Door het fanatiek beoefenen van haar sport weet ze dat studeren ook geen makkelijke opgave wordt. “Het zal pittig worden, studievertraging zit er dan ook dik in. Maar elke roeier heeft een studie gevolgd dus ik zou niet weten waarom ik dat niet zou kunnen doen’’, klinkt het zelfverzekerd. Hoewel het eindexamen pas volgend jaar is, denkt Marieke veel na over haar toekomst. Door het roeien maakt ze aanspraak op een sportbeurs, ze mag dan een jaar in het buitenland studeren en roeien. “Ik zou
graag naar Amerika willen. En vervolgens wil ik heel graag Diergeneeskunde gaan doen.” Ze realiseert zich dat dit een zware studie is, waarbij ze waarschijnlijk regelmatig de hele dag op de faculteit moet zijn. Ze weet niet of dat haalbaar is.
‘IK WIL NU EEN KEER DE ALLERBESTE ZIJN’ Het drukke leven van Marieke vergt veel discipline. Omdat haar trainingsschema’s aan het begin van het jaar vaststaan, is het voor haar makkelijk om schematisch te werken. “Ik merk dat het voor mij nu makkelijker is om schema’s te maken, ook voor school. Zo merk ik wat ik wel en niet kan halen.’’ Waar ze dat eerst niet had, begint Marieke haar leven nu als een soort schema te zien. “Trainen is een schema, school
is een schema en alles wat daar tussen zit, zoals met vriendinnen afspreken, zie ik nu ook als iets wat ik goed moet plannen. Ik vind het erg prettig, zo weet ik precies waar ik aan toe ben.’’ Marieke, die tussen de vijftien en twintig uur per week traint, is een van de vele talenten van Sporttop. Haar mentor is Marcella Boerma, voormalig snowboardster. “Toen ik van school wisselde had ik veel contact met haar”, vertelt Marieke. “Het was toen allemaal hectisch, ook met het WK erbij. Dan is het echt fijn om veel contact met iemand te kunnen hebben die er ook verstand van heeft, maar geen vriendin of coach is.’’ Marieke vindt het ook een fijne gedachte om te weten dat er mental-coaches zijn. “Ik heb dat nog niet nodig, maar het is toch fijn om zoiets achter de hand te hebben, je weet nooit hoe het loopt.’’
‘JE MOET WETEN WAT MAG VAN DE WET’ Rik van der Donk (foto) begeleidt topsporters in de bovenbouw van het Thorbecke College. Hij vindt het ontzettend leuk om te doen, maar zegt dat het veel tijd in beslag neemt. “Je moet weten wat mag van de wet, je moet erg creatief kunnen zijn met roosters en weten welke vakken lastig zijn of juist niet.’’ Rik is al sinds maart 1992 werkzaam op deze school en heeft ook leerlingen gezien die er doorheen zaten. “Er zijn sporten waarbij trainers het liefste zien dat
een talent niet meer naar school gaat. Ik vraag me af of dat goed is.’’ Er kan misschien een beeld ontstaan dat topsporters op school een voorkeursbehandeling krijgen. Dit beeld is volgens Rik absoluut niet waar. “Ik mag ze maximaal twintig procent vrijstelling geven, maar voor wat hoort wat. Als zij hard werken, doen wij dat ook voor hen. Doen ze dat niet, spannen wij ons ook even minder in.’’ School en topsport gaan absoluut samen, vindt Rik. “We hebben hier al zoveel mensen gehad die het zowel in de sport als op school hebben
gehaald. Inge de Bruijn en Stefan de Vrij zijn hier voorbeelden van.” Rik is van mening dat sporters die alles kunnen geven voor hun sport, dat ook voor school moeten kunnen. Dat is volgens hem de mentaliteit om te slagen. Een LOOT-school onderscheidt zich volgens Rik door de afwijkende aanpak. Als een sporter op een reguliere middelbare school een maand weg moet, is dat onmogelijk. “Wij mogen dat volgens de wet toestaan en we mogen bijvoorbeeld ook gespreid examen laten doen. Heerlijk, één jaar je diploma halen en het andere jaar wereldkampioen worden. Wat wil je nog meer?’’ SPORTTOP MAGAZINE | 47
Het doel voor 2015 Bart van Nunen
‘Ik wil graag hoge ogen gooien’
FOTO: ERIK VAN LEEUWEN
Ondanks zijn negentien jaar heeft langeafstandsloper Bart van Nunen (19) al heel wat gepresteerd. Terwijl het sportjaar 2015 nog maar net is begonnen, blikken we met Bart alvast vooruit naar volgend jaar en verder. ‘Rio zit wel in m’n achterhoofd, ja.’
BART: ‘ALS IK ÉCHT IETS WIL, KAN IK HEEL DIEP GAAN’
Bart van Nunen uit Hellevoetsluis had in het begin van zijn carrière niet zozeer een idee wat hij wilde gaan doen. Bij het behalen van zijn eerste grote prestatie in 2010 bij het Nederlands kampioenschap 10 kilometer onder 19 jaar deed hij gewoon ‘mee voor de leut’. Dat Bart toen op vijftienjarige leeftijd als derde eindigde, kwam toch wel een beetje als een verrassing. Inmiddels beseft Bart dat hij een getalenteerd sporter is en dat hij veel in zijn mars heeft. “Na die derde plek op het NK ging de knop om.” Na dat bewuste NK stond het leven van Bart ineens in het teken van trainen, presteren en zoveel mogelijk bereiken. Het halen van de Olympische Spelen is één van de doelen die de langeafstandsloper voor zichzelf heeft gesteld. Hij weet 48 | SPORTTOP MAGAZINE
dat dit niet eenvoudig is: “Als ik grote progressie boek op de 10 kilometer acht ik de kans om mee te doen zeker niet onmogelijk. Als ik écht iets wil, kan ik heel diep gaan.” Barts coach en mentor begeleiden hem dan ook zo goed mogelijk. “Als het even wat minder gaat, kan ik altijd alles kwijt bij mijn coach Addy Ruiter en mentor Bastiaan Tamminga. Bas is een enorme steun voor me, hij heeft me geleerd meer gefocust te zijn op het halen van mijn doelstellingen. Niet zozeer het winnen van wedstrijden, maar meer over het proces tijdens zo’n wedstrijd. Goed opletten op de ademhaling en het maken van de juiste bewegingen bijvoorbeeld.” Nooit opgeven, dat is de boodschap die zijn begeleiders hem meegegeven heb-
ben. Zijn ultieme doel is het halen van de Olympische Spelen. Maar als Rio 2016 onhaalbaar blijkt, moeten volgens Bart de Spelen van 2020 zijn podium worden. Daar wil hij dan wel gaan acteren als marathonloper, want Bart is zogezegd een echte langeafstandsloper. Daarom is hij dan nu ook al aan het trainen op het lopen van marathons en is hij zich ervan bewust hoe hij dit doel het beste kan bereiken. “Gewoon goed trainen, naar mijn lichaam luisteren en maar kijken waar het schip strandt.” Voor komend jaar focust Bart zich op het Europees kampioenschap onder 23 jaar in Estland. Zijn doel voor dit toernooi is duidelijk: “Ik wil er graag hoge ogen gooien. Ik vind het leuk als mensen opkijken van mijn prestaties!”
GASTCOLUMN WILFRED GENEE “Hé Genee, je gaat me toch niet mijn gezelligheid afpakken, hè!?” Het is half tien in de ochtend als ik de kantine van Geinburgia in Driemond binnenloop en een man op leeftijd me zo begroet. Hoewel net wakker en eigenlijk nog helemaal niet in de stemming, besluit ik toch het gesprek met hem aan te gaan. Het gesprek dat ik regelmatig voer als ik weer een voetbalkantine bezoek in het kader van de weddenschap tussen Johan Derksen en mij. Voor een ieder die niet heeft meegekregen wat deze weddenschap exact inhoudt - en dat zullen er ongetwijfeld velen zijn - een korte uitleg: nadat mijn vrouw Lili en ik samen met heel veel deskundigen een boek over voeding voor kinderen hadden uitgebracht en dit enkele, zeg gerust vele, malen ter sprake was gekomen in de uitzendingen van Voetbal International, prees Johan dit initiatief, maar concludeerde onmiddellijk dat verandering van eetgedrag in de voetbalkantine volstrekt onmogelijk was. Aangezien mijn natuurlijke reactie na twaalf jaar samenwerken met Neerlands meest beruchte afzeiker steevast is dat ik tegen zijn stelligheid inga, was er plots een weddenschap geboren. Voor het einde van 2014 bezwoer ik ten minste vijftig kantines te hebben gevonden die naast zoet en vet tenminste drie gezonde gerechten op de kaart hadden geplaatst. Voor alle duidelijkheid, niets weghalen, maar gezonde zaken toevoegen. Neem je namelijk mensen iets af, gaan ze sowieso steigeren. De voorwaarde was echter wel dat deze deelnemende clubs dit ten minste één seizoen op de kaart zouden handhaven. Je moet er natuurlijk wel wat voor doen wil je kans maken op een optreden van Voetbal International op locatie, Johan in de keuken, een wedstrijd tegen het RTL Sterrenteam en – let op – 15.000 euro om de keuken te verbouwen. Dat laatste bedrag is beschikbaar gesteld door Jamie Oliver en zijn magazine hier in Nederland. Bij toeval hoorde de
bekende Britse televisiekok van onze weddenschap en besloot mij onmiddellijk in Londen uit te nodigen voor wat handige tips en adviezen. En dus een hoofdprijs van 15.000 euro voor de meest bewuste kantine van het seizoen 20142015. Zowaar niet misselijk, want dat is ook een belangrijk argument om het te proberen: gezond eten kan echt lekker zijn. Vandaar dat we de campagne ‘wedden dat het lekker is?!’ hebben gedoopt. Het goede nieuws is dat er inmiddels ruim vijftig voetbalkantines over zijn gegaan op het Balletje Breed (pure gehaktbal zonder additieven), de Panna (glutenvrije pizza met halal gehakt) of de Hattrick (groene smoothie). Tegelijkertijd is er nog een enorm lange weg te gaan. Bij de ene voetbalkantine loopt het allemaal ook beter dan bij de andere. Het hangt vooral af van het enthousiasme van de vele vrijwilligers. Het is voor hen toch een extra belasting. Mijn bewondering voor hen is dan ook groot. Het gaat uiteindelijk om een hoger doel. De mogelijkheid om vooral kinderen een keuze te bieden op het gebied van voeding: willen ze vullen of voeden. Gezonde voeding is van enorm groot belang voor kinderen, zeker voor jong sporttalent. Menig veelbelovend sportcarrière is verloren gegaan aan een ongezond eetpatroon. Tot nu toe was die keu-
VULLEN OF VOEDEN
ze er in de meeste kantines niet. Het gaat allemaal nog wel even duren, maar het is mooi dat we daar met een luchtig programma als Voetbal International toch een klein steentje aan kunnen bijdragen. Daarom rij ik met alle liefde elk weekend langs enkele deelnemende clubs. Ook als ik me weer eens moet verdedigen. Toen ik de kantine van Geinburgia verliet, beloofde mijn criticaster van het eerste uur dat hij later die dag een Balletje Breed ging proberen. “Gezellig, met een biertje.”
SPORTTOP MAGAZINE | 49
FOTO: PAUL VAN DER LINDE
‘Als topsporter moet je altijd een doel voor ogen hebben’
50 | SPORTTOP MAGAZINE
De nieuwe Pieter van den Hoogenband wordt hij in de media genoemd, Kyle Stolk. Hij is pas achttien jaar en durft nu al zijn doelen uit te spreken: mee doen aan de Olympische Spelen van 2016 in Rio en die van 2020 in Tokio. Sinds kort heeft hij een Sporttopmentor, Robert Bouten. Hij gaat hem helpen om zijn doelen te verwezenlijken. DOOR: WESSEL VAN LEEUWEN
R
obert was olympisch finalist kanoslalom bij de Olympische Spelen van 2008 in Beijing. Sporttoptalent Kyle heeft ook al succes gehad op olympisch niveau. Hij won een zilveren medaille op de 200 meter vrije slag bij de Jeugd Olympische Spelen afgelopen zomer in Nanjing, China. Kyle is constant bezig met het stellen van doelen voor zichzelf. Zijn doel was vóór eind 2014 een ticket bemachtigen voor het wereldkampioenschap in het Russische Kazan in juli 2015. Begin december 2014 had hij de mogelijkheid om zich te kwalificeren tijdens de Swim Cup in Amsterdam, maar hij haalde de tijdslimiet voor een startplaats net niet. Zijn doel is daarom verplaatst naar april. Tijdens de Swim Cup in Eindhoven krijgt hij opnieuw de mogelijkheid om zich te kwalificeren voor het WK. “Op dit
KYLE STOLK ZWEMMEN moment gaat al mijn aandacht uit naar die kwalificatie, ik vind dat je als topsporter altijd een doel voor ogen moet hebben. Mijn hoogtepunt moet komen bij de Olympische Spelen van 2020. Daar wil ik voor medailles gaan. De Spelen van Tokio worden die van mij”, vertelt Kyle.
‘IEDERE TOPSPORTER KRIJGT TE MAKEN MET EEN TEGENSLAG, DAAR MOET JE MEE OM KUNNEN GAAN’ Hij hoopt met de begeleiding van Robert de motivatie om zijn doel te bereiken vast te houden. Maar dat is niet de belangrijkste reden van Kyle om de samenwerking aan te gaan. “Voor mij is het belangrijk dat ik leer van de ervaring die Robert heeft over het leven van een topsporter. Daarnaast ben ik geïnteresseerd in de verhalen achter zijn successen. Zo hoop ik te leren hoe het leven van een topsporter werkt.” Kyle heeft erg veel zin in de samenwerking. Hij vindt het belangrijk om te leren hoe je om moet gaan met een tegenslag. Zijn zwemmersloopbaan is tot op heden soepel gegaan, een echte tegenslag heeft hij nog niet gehad. “Iedere topsporter krijgt te maken met een tegenslag. Je moet daarmee om kunnen gaan, het kan je carrière maken of breken.” Aan mentor Robert heeft Kyle een goede ervaringsdeskundige. Robert had in 2012 zijn zinnen gezet op de Olympische Spelen van Londen. Bij de laatste kwalificatiemogelijkheid eindigde hij als zestiende, waar een plek bij de eerste vijftien ge-
noeg was om zich te kwalificeren voor Londen. Hiermee ging zijn tweede olympische avontuur niet door. Kyle is geboren in Zuid-Afrika, tevens het geboorteland van zijn moeder. Zijn vader komt uit Nederland. Hij wordt gezien als één van de grootste sporttalenten van Nederland. Dit komt doordat hij inmiddels tien records heeft verbroken van zwemlegende Pieter van den Hoogenband. In totaal staan er meer dan veertig records op naam van Kyle. Om zo succesvol te zijn is veel training vereist. En trainen doet Kyle! Tien keer per week ligt hij in het zwembad. 24 uur per week trainen is voor hem de normaalste zaak van de wereld. Ondertussen is hij bezig om zijn havo-diploma te halen. Veel vrije tijd houdt hij door deze combinatie niet over. “Ik heb twee vrije middagen in de week en de zondag ben ik ook altijd vrij. In mijn vrije tijd ga ik de stad in om naar de bios te gaan of te winkelen, echt stappen doe ik niet. Ook game ik veel thuis en kijk ik series, dat zorgt voor ontspanning. Op zaterdagochtend heb ik mijn laatste training van de week, maandag is dan de volgende. Ik heb dan dus anderhalve dag om uit te rusten. Dat is dan ook echt wel nodig, want al mijn energie stop ik in de trainingen. De zondag gebruik ik om te herstellen van de voorbije week en mijzelf voor te bereiden op de volgende.” Doordat hij in de media de stempel van ‘de nieuwe Pieter van den Hoogenband’ opgeplakt heeft gekregen, krijgt hij te maken met nog meer druk. Kyle ervaart dit niet als een last. “Ik vind het leuk dat er zo over mij wordt gepraat. Het is een soort motivatie voor mij. Verder houd ik mij er niet zo mee bezig. Maar dit brengt me wel weer bij de samenwerking met Robert. Hij heeft superveel ervaring als het op druk aankomt. Ik hoop en denk dan ook dat hij mij nog veel kan leren op dat vlak.” Maar eerst die kwalificatie voor Kazan. “Als dat lukt, gaat dat me een heel fijn gevoel geven. En dan kan ik mezelf ook gaan richten op een volgend doel”, besluit Kyle. SPORTTOP MAGAZINE | 51
FOTO: SANDER CHAMID
Talent Kyle Stolk wint tijdens de Open Nederlandse Kampioenschappen korte baan 2014 in Tilburg de 100 meter wisselslag. Hij pakte de titel met een nieuw Nederlands record -18 jaar in een tijd van 55.18. 52 | SPORTTOP MAGAZINE
SPORTTOP MAGAZINE | 53
Sporttop Jubileumontbijt Sporttop te bedanken, werden zij getrakteerd op een heerlijk ontbijt, dat mede mogelijk werd gemaakt door een nieuwe partner van Sporttop. Het werd een gezellige en feestelijke ochtend.
Sporttop bestond in 2014 tien jaar. Ter gelegenheid van deze mijlpaal werd op vrijdag 5 september in Utrecht een speciaal jubileumontbijt georganiseerd. Om de talenten, mentoren, partners en relaties van
FOTO’S: SANDER CHAMID
GDE
F BELE
REATIE VAN C . ENOT HET G ZICH PRIMA R E D M. ON REEN WELKO MAAKT IEDE TELIJK R N HAR ERNIJEN VE E D IG D K GENO RE LEK T ALLE S EN ANDE M HEE JU JOCHE S, KOFFIE, DJE BROO
SPORTTOP TALENTEN MAR IT BOUWMEESTER EN JOR IEN TER MORS ZIJN MED MIDDELS GEVESTIGDE TOPSPORTERS. JESKE KIST E DANKZIJ SPORTTOP INERS HOOPT DIT SAMEN DE RUITER OOK TE BER MET HAAR MENTOR WIE EIKEN. TSKE VAN LINKS NAAR RECHTS
: MARIT, JORIEN, WIETSK
E EN JESKE
ER WAT OUSIAST OV CHEM ENTH ST. VERTELT JO DE TOEKOM IJT OP TB T ON UI T OR NA HE T HIJ VO IKT EN BLIK RE BE T EF HE
GELOPEN 10
TTOP DE AF
HIJ MET SPOR
JAAR LEO V EERS AN AER LE T SLAP E CHEQ (COMM UE ELOZ E E NA VAN 5.0 RCIEEL D CHT EN.’ 00 EUR IRECTEU O. JO R CHE IREKS) M: ‘D O EZE VERHAN CHE QUE DIGT JO C SCH EELT HEM EE N MIJ E EN H OO
P
N DE OPDEEL VA OD. EEN RO B R U T HET PU DUCEER CIP, INTRO RTTOP. OMMER SPORTTO OEDE AAN SPO AERLE (C N A V ER NG LEO VAN RTN , ER TE RS PA W EN O E U O M M W E NIEU OOP KO RIEN TER ROLIEN SCHEEPB IREKS, D DE VERK E APEN, JO EN VAN KUNDIG BERT KN BRENGST INGSDES KKER RO A ED B O SV EK IR E EN .: G TS A A CH EH RE D KS NAAR S), JOCHEM UYT VAN LIN TEUR IREK EEL DIREC
MEN T ARO OR EN EX N RO MEIJ -BEACHV N. OLL
EYBA
DE ZILVEREN EN GOUDEN MEDA NATUURLIJK NI ILLES VAN MA RIT EN JORIEN ET ONTBREKE N. KUNNEN
MST!
ING EN TALENTEN VAN DE TOEKO
SPORTTOP: EEN SCHAT AAN ERVAR
LLER
BRAM
RON
NES
DEEL
T ZIJ
N ER
VAR
INGE
N ME
T SCH
AATS
TALE
NT
TIJD VOOR ONTBIJT tbijt
Yvettes on
rood - Speltb mmer - Komko t - K ip f il e
Voor Yvette Heijt (19) geen eiershakes of een speciaal sportontbijt. De snowboardster houdt het simpel bij speltbrood met kipfilet en komkommer. ‘Ik eet gewoon waar ik me goed bij voel.’ “Het ligt er natuurlijk aan of ik in Nederland of in het buitenland ben. Daar moet ik me vooral aanpassen aan wat ik in hotels krijg aangeboden. De wekker staat dan op 5 uur, half 6. Zo vroeg ontbijten vind ik niet lekker, dus ontbijt ik later nog een keer. Op wedstrijddagen krijg ik bijna niks weg. Ik heb dan heel veel moeite om te eten vanwege de spanning. Ik eet altijd wel iets omdat ik weet dat het goed voor me is. Vaak neem ik dan iets heel kleins, een half broodje of fruit met yoghurt. Dat krijg ik altijd wel weg en dan neem ik later nog wat. Bij ons duurt een run veertig, vijftig seconden, dus het is niet zo zwaar als een marathon, waarin je constant aan het rennen bent. Ik hoef wat minder rekening te houden met mijn voeding, want ik verbrand namelijk niet veel. In Nederland zijn de trainingen wat minder lang, dan train ik maar twee uur per dag. Ik werk ook en zit nog op school (Johan Cruyff University). Mijn ontbijt is lichter. Het is ook niet van belang heel veel te eten, want ik verbrand het dus niet. Ei-
genlijk ontbijt ik heel normaal: een bruine boterham met beleg. Ik eet gewoon waar ik me goed bij voel. Natuurlijk kijk ik wat zo gezond mogelijk is, daar let ik wel op. Niet teveel koolhydraten bijvoorbeeld. Maar het is niet dat ik een vast schema heb waar ik me aan houd. Ik heb ook geen vaste diëtiste, maar ik heb wel verschillende meningen van anderen gehoord. Het lastige daaraan is dat je daardoor ook verschillende inputs hebt. ‘Geen varkensvlees, maar kip en mager rundvlees. En veel groente eten.’ Dat soort kleine dingen, maar dat zit al grotendeels in mijn eigen levensstijl. Mijn moeder houdt er zelf ook rekening mee. Je probeert natuurlijk altijd zo gezond mogelijk te eten, dus dan kijk je wat het beste voor je is. Ik ken geen enkele snowboarder die echt speciale dingen eet, zoals eiershakes. Ze eten allemaal - net zoals ik - de standaard dingen, zoals weinig koolhydraten en veel groente. Ik houd het gewoon eenvoudig met speltbrood.”
KRISTIN JONVIK (SPORTDIËTISTE) “Als sportdiëtiste bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen (Seneca) begeleid ik een aantal sporters, waaronder Sporttoptalent Yvette. Als sporters zoals Yvette heel vroeg op moeten staan, kan een klein ontbijt, gevolgd door een tweede ontbijt later, een goede keuze zijn. Iets vloeibaars, zoals yoghurt met muesli en fruit, kan een goed alternatief zijn, omdat het makkelijk is om weg te krijgen. Ook bevat deze maaltijd een goede samenstelling van koolhydraten en eiwit. De hoeveelheden die je voor de inspanning nodig hebt, zijn afhankelijk van de intensiteit en duur. Maar om gefocust te blijven is goede hydratie (voldoende vocht) en energieniveau ook belangrijk bij minder intensieve inspanningen.
Om voor de wedstrijden scherp te zijn, dient Yvette een volwaardig ontbijt te nemen. Dit mag wel verspreid zijn over twee momenten, waar beide een portie koolhydraten en eiwit bevatten. Dit kan bijvoorbeeld eerst een smoothie met yoghurt of kwark, fruit en één of twee lepels muesli zijn. Als tweede ontbijt kan ze een paar boterhammen met mager, hartig beleg als ei, ham of kaas nemen. En fruit met een glas melk of havermoutpap op melkbasis. Yvette kan een optimale voeding bereiken door normale producten te gebruiken, zonder speciale sportvoeding zoals shakes, mits ze voor een goede planning en samenstelling van haar voeding zorgt.” SPORTTOP MAGAZINE | 57
FOTO: TJITSKE DE JONG
Alles voor het hoogst haalbare Wat de Domtoren voor Utrecht is, is de Onze-Lieve-Vrouwetoren voor Amersfoort. Het heeft dan ook een reden dat we juist daar hebben afgesproken met de fotografe. Het moet een mooi plaatje van Romy Pansters (18) opleveren, met op de achtergrond dé blikvanger van de stad waar ze drie jaar geleden naartoe verhuisde. DOOR: TOM SANDERS
T
oen Romy tien jaar oud was, zorgde een bloedprop in haar ruggenmerg ervoor dat ze een incomplete dwarslaesie opliep. Vanaf die dag zou haar lichaam vanaf onder de navel nooit meer goed kunnen functioneren. Zelf praat ze bij voorkeur niet al te lang over haar handicap: ‘‘Ik wil liever gezien worden als topsporter dan als ‘dat meisje met die dwarslaesie’.” Vanzelfsprekend wijst Romy de weg van de parkeerplaats naar de kerktoren. Hoewel ze even moet nadenken welke kant we precies op moeten, wekt ze de indruk exact te weten waar we moeten zijn. Uiteindelijk staan we op een plein met een 58 | SPORTTOP MAGAZINE
ROMY PANSTERS ZWEMMEN kerk. De ietwat kleine toren maakt echter niet bepaald een overweldigende indruk en er ontstaat twijfel over de juistheid van de locatie. Een telefoontje met de fotografe leert ons dat we op het verkeerde plein staan; blijkbaar waren we de Onze-Lieve-Vrouwetoren al gepasseerd. Drie jaar woont Romy nu al in Amersfoort, maar hét symbool van de stad heeft ze niet herkend. De gemiddelde Amersfoorter zou er schande van spreken. Romy zelf kan er
hartelijk om lachen. Die hartelijke lach is iets dat Romy typeert. Haar vrolijke humeur en haar openheid vallen bij de eerste kennismaking meteen op en maken dat het voelt alsof ze al jaren een goede vriendin van je zou kunnen zijn. Haar soms wat ongenuanceerde humor voorziet de korte wandeltocht van de parkeerplaats naar de kerktoren van een gezellig karakter. Bij aankomst blijkt de kerktoren niet goed verlicht en dus kan het hele idee de prullenbak in. Dan beginnen we maar gelijk met het interview, waarvoor we plaatsnemen bij de Italiaan op het plein. Verkleumd van de kou bestelt Romy een warme chocomel. Zónder slagroom,
‘ALS IK IETS DOE, GA IK ALTIJD VOOR HET HOOGST HAALBARE’ Een paar keer per week reisde Romy op 13 en 14-jarige leeftijd van Nuth (Limburg) naar Amersfoort om daar te trainen met de selectie. Het was tijdens die periode dat ze het besef begon te krijgen dat ze talent had voor het zwemmen. Op een dag vroeg ze aan de bondscoach wat het hoogste is dat zij als zwemster zou kunnen bereiken. “Goud op de Paralympische Spelen” was het antwoord. En dus moest alles wijken voor dat ultieme doel. “Want als ik iets doe,”, zegt Romy, “wil ik altijd voor het hoogst haalbare gaan. Of dat nou met school is of met sport.” Om haar doel te bereiken, verhuisde Romy al op haar vijftiende naar Amersfoort, zodat ze zich volledig kon richten op de trainingen met de nationale selectie. Een moeilijk besluit voor iemand van vijftien, zou je denken. Romy heeft echter naar eigen zeggen geen moment over haar beslissing getwijfeld. Natuurlijk zou ze haar gezin gaan missen, maar het streven naar paralympisch goud was zó sterk, dat de keuze al snel gemaakt was.
‘MET MIJN DAGELIJKS RITME ZOU IK NIET IN EEN HUIS VOL STUDENTEN KUNNEN WONEN’ De zoektocht naar woonruimte in Amersfoort leidde naar een gastgezin, waar Romy bijna twee jaar heeft gewoond. In die tijd moest ze ook nog gewoon naar school om haar VMBOdiploma te halen. “Ik ging naar een speciale LOOT-school voor topsporters in Hilversum”, vertelt Romy, “Dan lag ik ’s ochtends en eind van de middag in het zwembad. En tussendoor moest ik twee of drie uur naar school.”
FOTO: MATHILDE DUSOL
want “dat kan niet als topsporter’’. Zodra we zitten, neemt Romy meteen de rol van ‘de geinterviewde’ aan. Grappige opmerkingen maken plaats voor lange, complete antwoorden. Het gemak waarmee ze haar verhalen vertelt, doet vermoeden dat het niet de eerste keer is dat ze dergelijke vragen beantwoordt. Romy vertelt dat ze na het oplopen van haar dwarslaesie haar favoriete sporten, handbal en tennis, niet meer kon beoefenen. In overleg met haar fysiotherapeut, besloot ze dat zwemmen voor haar een goede sport zou zijn, dus schreef Romy zich in bij ZV Valkenburg. Door haar goede resultaten kreeg ze al snel een uitnodiging voor de nationale selectie van bondscoach Mark Faber.
De eerste dagen op haar nieuwe school voelden voor Romy alsof ze in een warm bad terechtkwam. “In Valkenburg werd ik gepest met mijn handicap. Soms lieten anderen me zelfs met opzet struikelen in de gang”, vertelt Romy openhartig over de periode op haar oude middelbare school. “Mijn eerste dagen in Hilversum waren een openbaring voor me. Daar werd ik gewoon behandeld als topsporter, net als ieder ander.” Na bijna twee jaar bij het gastgezin te hebben gewoond, vond Romy het tijd om op zichzelf te gaan wonen. Al een jaar woont ze nu op kamers, op enkele minuten fietsen van het zwembad. “De mensen met wie ik het huis deel, leiden gelukkig een normaal leven”, vertelt Romy. “Met mijn dagelijks ritme, zou ik niet in een huis vol studenten kunnen wonen. Als topsporter moet ik vroeg opstaan om te trainen en moet ik ook weer op tijd naar bed om voldoende rust te pakken. Dat gaat niet samen met het leven van een student.” Romy vertelt dat ze tegenwoordig ook bezig is met het oprichten van een eigen foundation: “Ik krijg gelukkig alle kansen om mijn sportieve droom te kunnen najagen. Met mijn foundation wil ik mensen helpen die dat geluk niet hebben.” Daarom startte Romy het project ‘Overwinnen’, waarmee ze via sponsoring geld wil inzamelen om de droom van anderen te laten uitkomen. Gedurende het hele interview wekt ze de indruk een sterke, jonge vrouw te zijn die precies weet wat ze wil. Alles zet Romy aan de kant om haar Paralympische droom te verwezenlijken. In Rio wil ze voor de medailles gaan, maar ook de woorden ‘goud’ en ‘Tokio’ worden regelmatig in één adem genoemd. Na het interview geef ik Romy een lift naar huis. Bij het starten van de auto springt de radio aan. Uit interesse vraag ik van welke muziek ze
ROMY: ‘IK KRIJG GELUKKIG ALLE KANSEN OM MIJN SPORTIEVE DROOM TE KUNNEN NAJAGEN’
houdt. “Thuis luister ik vooral Guus Meeuwis of Marco Borsato”, zegt Romy. Ik vertel dat mijn moeder vroeger bij Guus Meeuwis op school heeft gezeten. “Wauw!”, zegt ze opgewonden. “Kan ze niet een handtekening voor me regelen?” Eventjes klinkt Romy als ieder ander meisje van achttien.
MENTOR KARIN RUCKSTUHL Romy zegt veel te hebben gehad aan de hulp van haar mentor, Karin Ruckstuhl: “Ik vind het soms makkelijker om advies aan te nemen van iemand die zelf ervaring heeft als topsporter dan van een psycholoog of een fysiotherapeut, die de informatie alleen uit de boeken haalt.” Karin: “Romy beschikt over een sterke zelfanalyse en ze weet precies wat ze wil. Soms moet ik haar een klein beetje op weg helpen, maar ik hoef haar nooit te zeggen wat het beste voor haar is.” Beide partijen zeggen het contact als zeer prettig te ervaren. Karin: “Ik ben onlangs bevallen van een dochter en dan is Romy er als de kippen bij om op kraamvisite te komen. En toen Romy een nieuwe woning had, was ik één van de eersten die op visite kwam.”
SPORTTOP MAGAZINE | 59
60 | SPORTTOP MAGAZINE
SPORTTOP MAGAZINE | 61
FOTO: GLENN WASSENBERGH
Talent Sanneke de Neeling wint op 15-jarige leeftijd drie medailles op de Olympische Jeugdwinterspelen 2012 in Innsbruck. In 2014 debuteert de talentvolle schaatsster bij de senioren. Nu richt ze haar vizier op de Olympische Winterspelen 2018 in PyeongChang in Zuid-Korea.
Het doel voor 2015 Anthony van Assche
‘Ik kijk nog niet naar de podiumplekken’ Ook in 2015 richt Anthony van Assche (25) zich op de grote internationale toernooien. De elfvoudig Nederlands kampioen allround turnen heeft twee sportieve doelen voor zichzelf gesteld: één individueel en één voor het Nederlands team.
Anthony heeft de afgelopen tijd op zijn afsprong getraind van het onderdeel ringen, zijn specialisatie. Naar eigen zeggen gaat dit goed: “De afsprong is nu klaar. Ik heb er hard aan gewerkt met mijn trainer Jeroen Jacobs en we zijn het erover eens dat hij nu echt goed is. Ik sta nu vaak meteen stil.” Met de verbeterde afsprong hoopt Anthony de wereldbeker finales in 2015 te halen. “Ik kijk nog niet echt naar de podiumplekken, maar ik heb een goed trainingsjaar achter de rug, dus we gaan zien wat er mogelijk is.” De in Sas van Gent geboren turner, die in september 2014 na een zware knieblessure weer werd opgenomen in de nationale ploeg, richt zich nu met het
FOTO: THOMAS SCHREYER
ANTHONY: ‘IK KIJK NOG NIET ECHT NAAR DE PODIUMPLEKKEN, MAAR IK HEB EEN GOED TRAININGSJAAR ACHTER DE RUG, DUS WE GAAN ZIEN WAT ER MOGELIJK IS.’
Nederlands team op de EK in Montpellier in april en de WK in Glasgow in oktober. “Persoonlijk kijk ik natuurlijk uit naar de ringenfinale. Maar je moet bij een EK of WK ook voor het team turnen en niet alleen voor jezelf.” Anthony vertelt dat bondscoach Fenner
‘THUISKOMEN GEEFT ME ENERGIE’ een duidelijk doel heeft gesteld voor de wereldkampioenschappen: “Bij de landenwedstrijd een twaalfde plaats. Bij de vorige WK werden we achttiende, maar we hebben ons sindsdien enorm verbeterd. Idealiter gaan we voor de achtste
plek, wat een fantastische prestatie zou zijn op een WK.” De achtste plek geeft de ploeg direct toegang tot de Olympische Spelen in 2016. Daarnaast heeft Anthony nog een ander doel voor 2015: “Ik heb net een zoontje gekregen en samen met mijn vriendin wil ik ook lekker genieten van mijn gezinnetje. Ik ben naar Zwijndrecht verhuisd zodat ik dichtbij de trainingshal woon en ook tijd genoeg heb voor hen. Wanneer ik thuiskom, kan ik alles van me af laten glijden als ik een slechte training heb gehad. Mijn gezin geeft me de energie om me op te laden voor de volgende training.”
SPORTTOP MAGAZINE | 63
‘Ik heb geleerd mijn mond te houden’ Leeuwendaal en Sporttop. Het is al vier jaar een bijzonder vruchtbare samenwerking. Maar wat houdt deze samenwerking precies in? Mentoren Kirsten van der Kolk en Marcel Wouda geven samen met Leeuwendaal-trainer Reinier van der Monde uitleg over dit DOOR: WIM RIGHART fenomeen.
REINIER: ‘DE HELE TECHNISCHE STAF MOET IN DIENST STAAN VAN DE SPORTER’
64 | SPORTTOP MAGAZINE
Sporttop begonnen. Dat ging in het begin allemaal vrijblijvend. Die oud-topsporters deden maar wat en toen heeft hij gezegd: als ik dit door wil zetten, de sponsoring wil blijven volhouden, moet ik het professioneler maken en moet het serieuzer worden. Eén van de dingen waar je dan aan kunt werken, is het verhogen van de kwaliteit van de mentoren die de talenten coachen en begeleiden.”
VIERJARIG PROGRAMMA
Het was bij de start van de eerste bijeenkomst even wennen. “We wilden de mentoren bijvoorbeeld laten oefenen met gesprekken voeren en het spelen van rollenspellen”, vertelt Reinier, die samen met collega Marcel van der FOTO: SPORTTOP
N
a zijn carrière zag Sporttop-initiator Jochem Uytdehaage al snel in dat hij misschien verder was gekomen als hij een gediplomeerde mentor tot zijn beschikking had gehad. “Jochem had zelf als topsporter ervaren dat het heel lastig is om je staande te houden in deze wereld”, zegt Leeuwendaaltrainer Reinier van der Monde. “Er is niemand die hem echt kon helpen, behalve een oudsporter zelf. Trainers helpen je met de techniek, maar sporters kunnen je pas echt vertellen hoe het is om met druk om te gaan, om op een groot toernooi en het podium te staan. Jochem zegt dat hij erg veel baat zou hebben gehad bij iemand die hem een beetje de weg had gewezen in de sportwereld. Om die reden is hij met
Togt de trainingen verzorgt. “Dat is na verloop van tijd flink uitgebreid. We zijn aan de slag gegaan met de reacties van deelnemers en we hebben dingen eruit gehaald en dingen toegevoegd. We zijn nu bijvoorbeeld op verzoek van de mentoren bezig met het lezen van non-verbale signalen. Je probeert dan als mentor aan de lichaamshouding van het talent te zien hoe hij in z’n vel zit. Nu is het programma zo goed als af en hebben we het verspreid over vier jaar. Dus als er nu een nieuwe mentor instroomt, krijgt hij een vierjarig programma aangeboden met vier bijeenkomsten per jaar. Na twee jaar krijg je het eerste examen waarin je de basis krijgt getentamineerd en na vier jaar doe je het examen voor gevorderden.”
HET TALENT CENTRAAL
De trainers van Leeuwendaal willen de mentoren niet afschrikken door ze op te zadelen met veel verplichtingen. Reinier: “De mentoren zijn al druk zat, dus we willen ze niet te veel belasten. Daarom behandelen we in de bijeenkomsten stof en oefeningen waar ze thuis mee aan de slag kunnen gaan. Een deel van de bijeenkomsten is ook intervisie, waarbij de oud-sporters zelf een casus kunnen inbrengen. Maar ze moeten ook gewoon trainen en bijvoorbeeld weten wat het van je vraagt om een talent optimaal te laten functioneren. Ze moeten vooral leren om iemand anders centraal te durven stellen en dat vinden ze vaak lastig. Het is voor een oud-topsporter heel verleidelijk om te zeggen: joh, dat moet je gewoon zo doen.” In die lezing kunnen de mentoren Marcel Wouda en Kirsten van der Kolk zich vinden. Marcel: “We hebben bijvoorbeeld geleerd hoe
FOTO: SPORTTOP
DE MENTOREN (V.L.N.R.): KIRSTEN, MARCEL, MARCELLA, JOCHEM, WIETSKE
je goed kunt luisteren naar het talent dat je begeleidt. Wanneer of hoe stel je een vraag, hoe vraag je door, enzovoort. Je leert je ook bewust worden van het feit dat je vaak een oordeel klaar hebt en dat je niet te snel dingen in moet vullen voor het talent.” Kirsten sluit zich daarbij aan: “De kunst is om niet te snel in een adviesrol te schieten, want die neiging heb je heel snel als oud-topsporter. Je leert om te luisteren en vragen te stellen en je talent eigen dingen te laten inzien of zelf een conclusie te laten trekken. Ik moet dan leren om mijn mond te houden. Ik gebruik die gesprekstechnieken niet alleen bij het begeleiden van mijn talent, maar ook als roeicoach. Dus ik heb er echt veel aan. Ik probeer de oefenstof goed in mijn oren te knopen. De oefeningen met de rollenspelen vind ik het meest waardevol. Dat is erg confronterend en daar leer ik enorm veel van.”
AANDACHT GEVEN
Reinier: “De hele technische staf staat in dienst van de sporter, want als de sporter niet presteert, gaat de technische staf er vaak uit. Ze doen er dus alles aan om je gelukkig te maken. Vaak gaat het op de manier die de sporter wil. De sporter denkt dat hij de CEO van zijn eigen bedrijf is. Maar als de sporter dan ineens een talent moet gaan begeleiden, moet het talent natuurlijk centraal staan. Dan moet de mentor volgen en dat vindt hij heel lastig. Aandacht geven, vragen stellen, samenvatten en volgen in plaats van de leiding nemen. Wat de oudsporters bij ons leren, gebruiken ze niet alleen
in hun rol als mentor, maar ook tijdens hun dagelijkse werk.” Mentoren Marcel en Kirsten vervelen zich nooit tijdens de trainingen. Marcel: “Het is fijn dat de bijeenkomsten een ongedwongen setting hebben. Reinier en Marcel doceren op een leuke manier. Ze gebruiken veel humor, maar het is aan de andere kant ook confronterend, dus je moet jezelf ook wel blootgeven. Als ik een foutje maak tijdens een oefening, geven ze op een hele fijne manier aan hoe het wel moet. Ik ga altijd met plezier naar de bijeenkomsten. Ik heb een behoorlijk druk schema, maar ik zorg er wel voor dat ik er bij kan zijn, tenzij ik echt niet kan omdat ik bijvoorbeeld in het buitenland zit.” Dat geldt ook voor Kirsten: “Ik ben erg gemotiveerd, omdat ik het nut er goed van in zie. Ik vind het heel leuk en ben daarom ook heel trouw in het bezoeken van de bijeenkomsten. Iedereen wil ook erg graag. De trainers zorgen altijd voor een interessant programma. Als ik na de bijeenkomst huiswaarts ga, denk ik altijd: dit had ik niet willen missen. Daarnaast zie je ook oud-topsporters weer eens en is het leuk om met elkaar van gedachten te wisselen. Je bent dus ook een beetje aan het netwerken. Je mag tijdens de bijeenkomsten ook eigen dingen inbrengen waar je tegen aan loopt met je talent. Daarnaast kun je sparren met andere mentoren over problemen of dingen waar je mee zit. Allemaal heel waardevol.” Zouden de mentoren de opleiding van Leeuwendaal ook aan andere oud-sporters kunnen aanbevelen? Kirsten: “Ja. En niet alleen van-
wege mijn rol als mentor, maar ook vanwege mijn baan als coach bij de roeibond. Ik ben heel blij dat Sporttop dit aanbiedt en ik vind het heel fijn om op deze manier deze kennis en kunde tot me te nemen. Zo heeft Sporttop niet alleen een meerwaarde voor de talenten, maar ook voor de mentoren.”
MEERWAARDE
Marcel: “Ja, Leeuwendaal is heel goed. De handvatten die je krijgt aangereikt zouden wat mij betreft onderdeel moeten zijn van elke coachopleiding binnen een sportbond. En misschien ook wel van elke servicegerichte opleiding. Waarom zou bijvoorbeeld een opleiding diëtetiek deze cursussen niet aanbieden? Ik heb in mijn vak als zwemcoach best veel te maken met mensen die afkomstig zijn van die opleiding. Ze zijn heel goed geschoold, maar ik vind dat ze coachingsvaardigheden ontberen. En in de opleiding tot zwemcoach leer je ook nauwelijks deze vaardigheden, terwijl je wel wordt geacht hierover te beschikken. Bij de zwembond hebben we het daar nu ook over, want we vinden dat dit er gewoon bij hoort.” Reinier sluit af en benadrukt dat Sporttop, de mentoren en Leeuwendaal alle drie naar het hoogst haalbare streven. “Het mooiste is als het talent van de mentor later goud weet te halen op de Olympische Spelen. We hebben al Sporttoptalenten succesvol gezien op de Spelen, zoals Ranomi Kromowidjojo en Jorien ter Mors. Je mag je afvragen of zij ook zo succesvol waren geweest zonder goede begeleiding.” SPORTTOP MAGAZINE | 65
Een ritme van
focus en ontspanning Naast het belangrijke technische aspect van het handboogschieten is het vasthouden van de concentratie een essentieel en zwaar onderdeel van de sport. Handboogschutster Esther Deden (20) weet hoe moeilijk het is om mentaal bij de les te blijven op topniveau. ‘Na een wedstrijd ben ik echt gesloopt.’ TEKST EN FOTO’S: GIO BORSBOOM DOOR GIO BORSBOOM
66 | SPORTTOP MAGAZINE
“I
k bereid mijn schot voor, beweeg mijn boog omhoog. Wanneer ik het ideale punt denk te hebben bereikt, tel ik tot drie en laat los. Ik ben tijdens het schieten de hele tijd procesmatig aan het denken. Ik ben een snelle schutster, daarom moet ik de hele tijd geconcentreerd blijven op mijn schietbeweging, zodat ik niet afgeleid kan worden. Voorafgaand aan het schieten denk ik wel aan waar ik de aandacht op moet vestigen, maar verder denk ik aan niks anders dan het proces. Dan komt het schot en wacht ik op het geluid van de pijl die terecht komt in het blazoen, dat is het bord waar wij op schieten. Zodra je een schot loslaat, weet je als schutter eigenlijk meteen of het een goed schot is of niet.
CONCENTRATIE
“Handboogschieten bestaat eigenlijk uit twee onderdelen: het schiettechnische gedeelte en het mentale gedeelte. Een klein verschil in concentratie kan al een groot verschil geven op het blazoen. Fysiek ben je niet zo inspannend bezig, maar mentaal is het echt een uitputtende sport. Bij toernooien heb je twee soorten schietrondes: de open ronde en de finaleronde. Bij de open ronde ligt mijn valkuil. Je schiet dan twee keer 36 pijlen achter elkaar. Je kijkt dan niet naar een tegenstander, maar alleen naar jezelf. Bij deze vorm van schieten moet ik me langer concentreren en dat vind ik lastig. In de finaleronde is het wat makkelijker, want dan speel je head-to-head. Je schiet tegelijk met je tegenstander drie pijlen en je ziet gelijk je score. Dan ben ik op mijn best, want op die momenten kan ik alles uitschakelen en ben ik feller. De
ESTHER DEDEN HANDBOOGSCHIETEN concentratiemomenten zijn veel korter en makkelijker vast te houden. Een wedstrijd is voor mij een ritme van focus en ontspanning. Bij de open ronde heb je vaak ook ontspanning nodig tussen de schietsessies in. Je kunt niet twee keer 36 pijlen achter elkaar schieten in een wedstrijd, zonder mentale rust te pakken. Daarom weerleg ik mijn aandacht even naar anderen dingen, zodat ik daarna weer fris kan beginnen aan de volgende reeks. Sommige schutters gaan wat praten, anderen pakken een boek of doen helemaal niks. Dat werkt bij mij niet. Als ik bijvoorbeeld een boek meeneem, dan ben ik tussendoor meer bezig met het boek dan met de wedstrijd. Het is ook erg persoonlijk wat bij je past.
KRUISWOORDRAADSELS
“Op de rustmomenten moet ik ook bezig zijn. Eenvoudige spelletjes als Sudoku of kruiswoordraadsels zijn daarom ideaal voor mij. Juist omdat ik hele makkelijke doe, kan ik ze zo oppakken en weer wegleggen. Ik hoef er niet veel bij na te denken, maar ze houden mijn brein wel bezig. Zo houd ik de focus op de wedstrijd, maar ben ik toch met iets anders bezig. Veel schutters zitten tussendoor te wachten en te evalueren. Dat kan ik gewoon niet. Als ik veel of heel lang ga evalueren dan ben ik sneller afgeleid. Ik ben dan meer bezig met oordelen dan met evalueren. Je hebt namelijk twee va-
MTCC Veel topsporters ontvangen tegenwoordig mentale steun. Eén van de organisaties die sporters ondersteunt, is het Mental Training & Coaching Centrum (MTCC). De organisatie begeleidt het prestatiegedrag van sporters om ze beter te laten presteren. Van amateur tot olympisch of paralympisch niveau reikt MTCC sporters de helpende hand toe. Volgens sportpsycholoog Jutta Hulshof van MTCC komen sporters vaak met dezelfde punten naar hun toe. “Over het algemeen zijn heel veel processen bij verschillende sporten hetzelfde”, zegt Jutta. “Ik denk toch wel dat de vraag om de concentratie en het zelfvertrouwen te versterken het meeste voorkomt.” Omdat niet elke sporter hetzelfde in elkaar zit, heeft MTCC verschillende
aanpakken. “Vergelijk het een beetje met dat de ene sporter meer aan krachttraining doet en de andere meer aan conditie. Zo heb je dat ook bij prestatieverbetering. De één werkt wat meer aan zijn concentratie en de ander meer aan zijn energieniveau”, zegt Jutta. “Veel sporters hebben net zoals Esther dat omschrijft de neiging tot verhaaldenken en moeten zelf eerst inzien dat ze dat doen. Zodra ze dat herkennen, kunnen ze trainen om het te veranderen. Evalueren zonder oordeel, aanpassen wat er niet goed gaat en weer doorgaan. Te vergelijken met je techniek, als die niet goed is tijdens de wedstrijd of training, dan moet je dat eerst herkennen voordat je het aan kunt passen.”
rianten van evalueren. Evalueren over hoe het gaat, ‘actiedenken’, en over hoe het kan gaan, ook wel ‘verhaaldenken’ genoemd. Daar gaat eigenlijk onze hele mindsettraining van Jackie Reardon over. Bij mindsettraining gaat het vooral over aandacht vasthouden en de manier van denken bij een wedstrijd.
VERHAALDENKEN
“Ik ben echt een geboren verhaaldenker en dat is iets waardoor ik snel in de fout gaat, want dan ga ik sneller denken aan ‘wat als…’? En dat is iets dat je juist niet moet doen. Je moet in het actiedenken blijven. Het lukt niet altijd even goed, maar ik moet het actiedenken proberen zo lang mogelijk vast te houden. Dus waarnemen wat er gebeurd is, aanpassen wat er fout gaat en doorgaan. Steeds procesmatig bezig blijven, zodat ik niet afgeleid kan worden. Daarom houd ik mijn schiettempo hoog, zodat ik niet in het verhaaldenken schiet. Op zich is verhaaldenken geen probleem, zolang je het maar kunt herkennen, zodat je gelijk weer kan terugschakelen naar actiedenken. Het actiedenken heb ik vorig jaar tijdens een mindsettraining van oud-tennisster Jackie Reardon ontdekt. Zij heeft vanuit het tennis haar ervaringen vertaald naar een mindsettraining, omdat zij zelf altijd heel gefrustreerd op het veld stond en vaak chagrijnig en kwaad op zichzelf was. Dat hebben veel sporters in zich, omdat je kritisch op jezelf moet zijn om te kunnen verbeteren. Alleen is er een verschil tussen kritisch zijn over je prestaties en kritisch zijn over het proces. Dat verschil is levensgroot in het handboogschieten.”
YOU’RE
STRONGER
THAN YOU THINK POWERBAR® ISOACTIVE Ironman? Tour de France? Or just a Sunday training ride? Whenever you need the power to push through boundaries, PowerBar products come into play. In 1986 PowerBar developed the world’s first energy bar, we haven’t stopped pushing since and neither should you. So, when your legs start to scream shut them up with PowerBar. Want to find out more? Visit www.powerbar.nl
Start
je eigen
studio! Word Franchiseondernemer en Personal Trainer bij fit20.
• snel groeiende organisatie • •
79
www.fit20.nl
onze j i j d wor lega? l o c e w nieu
‘MET MIJN VRIENDIN AFSPREKEN SCHIET ER SOMS BIJ IN’
FOTO: ANJA VAN DEN HERIK
EVEN VOORSTELLEN
SIMON: ‘HET SCHOOLJAAR HAALDE IK NOG WEL NA EEN GIGANTISCHE EINDSPRINT’
Simon van Dorp Simon van Dorp is een talentvolle roeier van 17 jaar. Naast roeien is Simon ook nog druk met school. Plannen is niet zijn sterkste kant, hij hoopt dat zijn mentor en oudmeerkamper Chiel Warners hem daarbij kan helpen. Simon is pas sinds kort aangesloten bij Sporttop. In oktober 2014 werd hij opgenomen in het talentenbestand van de stichting. “Mijn juniorenbondscoach hoorde van Sporttop dat ze een roeier zochten. Hij dacht gelijk aan mij en liet ze weten dat ik in het profiel van een Sporttoptalent pas.” Simon mag zich in een illuster rijtje sporttalenten scharen. Kampioenen als Jorien ter Mors, Marit Bouwmeester en Ranomi Kromowidjojo zijn hem voorgegaan als Sporttoptalent. Om hun prestaties te evenaren heeft hij nog een lange weg te gaan, maar zijn resultaten zijn veelbelovend. Op de WK voor junioren in augustus 2014 behaalde hij met de acht, het koningsnummer van de roeisport,
een zilveren medaille. Zijn prestaties op het water zijn dus goed te noemen. Op school zijn deze wel eens minder. “In eerste instantie zat ik op het vwo. Ik dreigde te doubleren. Het jaar haalde ik nog wel na een gigantische eindsprint, maar dit zou me niet nog een keer lukken. Uiteindelijk is in overleg met mijn school en ouders besloten om terug te gaan naar de havo. Inmiddels zit ik op een LOOT-school. Daardoor verloopt de combinatie van sport en school wat makkelijker.”
PLANNEN Net als menig ander scholier heeft Simon moeite met plannen. “Op school wordt verwacht dat je je huiswerk plant, dat
vind ik lastig. Bij roeien moet je natuurlijk ook trainingen inplannen, maar dan stelt mijn coach de schema’s op.” Een vriendin verkleint het probleem rondom het plannen niet. Als topsporter ontbeert het hem vaak aan tijd om met zijn vriendin af te spreken. Zeker in de maanden voor het WK was twintig uur trainen per week heel normaal. “Toen schoot het er vaak bij in.” Na het WK werd de trainingsintensiteit minder, waardoor Simon haar weer wat vaker kan zien en daar geniet hij des te meer van. Maar het blijft lastig om alles – trainen, school, vriendin – te plannen. Simon hoopt dan ook dat zijn mentor Chiel Warners hem vooral hierin kan ondersteunen. SPORTTOP MAGAZINE | 69
70 | SPORTTOP MAGAZINE
FOTO: ERIK DE WEERD
2
Schaatsster in werelden
Voor Jorien ter Mors (25) was 2014 sportief gezien een succesvol jaar. Aan de hand van foto’s van het afgelopen jaar blikt ze terug en kijkt ze tevens vooruit naar het jaar dat gaat komen. ‘Ik ga er altijd keihard in!’ DOOR: TIM KRIJGSMAN
SHORTTRACK OF LANGEBAAN?
“Ik vind beide heel erg leuk. Shorttrack vind ik gewoon heel erg gaaf, omdat je daar een spelletje moet spelen met je tegenstanders. In dat spelletje is het een gevecht om wie er uiteindelijk als eerste over de streep gaat komen. Het mooie daarvan vind ik dat het een heel klein baantje is waarbij je super schuin kan hangen. Daar krijg ik echt een kick van! Het leuke van het langebaanschaatsen is dat het echt een machtssport is, waarbij je moet laten zien wat je in huis hebt, wat je maximale capaciteiten zijn. In het shorttrack is het zo dat je nog zo sterk kunt zijn, maar dat hoeft niet te betekenen dat je dan ook de race wint. Je moet uiteindelijk toch ook dat tactische spelletje spelen. En ik kan bij het langebaanschaatsen gewoon iedereen even laten zien hoe sterk ik eigenlijk ben. Die twee dingen bij elkaar vind ik gewoon heel erg mooi.”
JORIEN TER MORS SCHAATSEN FOCUS
Focus houden op haar doel is voor Jorien heel belangrijk. “Voor een rit bij shorttrack gaat er eigenlijk van alles door mijn hoofd. Dan beredeneer ik met wie ik in een rit zit, waar ik op moet letten, wat de tactiek is van iedereen. Dan ben je echt met van alles bezig. Voor een langebaanrit denk ik eigenlijk: goh, ik heb rust. Het enige wat ik dan hoef te doen is technisch te schaatsen en zo hard mogelijk te gaan. Een rit op de langebaan heeft daarom voor mij een veel meer ontspannen benadering.” Hoewel de spanning voor een rit dus per discipline verschillend is, ligt de focus tijdens een rit altijd wel vast. Ze krijgt ook altijd weinig
mee van haar omgeving. “Tijdens een rit ben ik bezig met m’n techniek. Dan ben ik echt gefocust op dat ik m’n heup erin moet houden, dat ik m’n schouders goed moet houden om zo optimaal mogelijk door zo’n bocht te gaan.” Terwijl je op het lange rechte stuk toch iets meer zou moeten meekrijgen. Er is een coach die met vingers of borden staat te gebaren… “Die staat er voor mij eigenlijk voor Jan Joker. Het is echt zo hoor, hahaha. Maar Jeroen (Otter, red.) weet dat ook. Die roept dan alleen iets van ‘KOM OP!’ Dan houdt het ook wel weer op.”
HOOGTEPUNT
Jorien bekroonde 2014 met twee gouden medailles bij de Spelen in Sotsji, op de langebaan. Eén op de 1.500 meter, de ander op de ploegenachtervolging. Over de mooiste medaille bestaat geen twijfel. “De 1.500!” Dat deze plak JORIEN: ‘SHORTTRACK VIND IK GEWOON HEEL ERG GAAF’
FOTO: TEAM CLAFIS
J
orien ter Mors was elf jaar toen ze begon met shorttrack en heeft de schaatssport sindsdien niet meer los kunnen laten. Ze won al snel wedstrijden en “iets wat je goed kan is altijd leuk om te doen natuurlijk. Ik heb in m’n jeugd eigenlijk alleen maar wedstrijden gewonnen. Maar ik heb er natuurlijk ook keihard voor moeten knokken om zo hard te kunnen schaatsen.” Jorien heeft het geluk - en haar concurrenten de pech - dat ze geniet van the best of both worlds. Een shorttrackster die ook langebaanafstanden schaatst zie je niet vaak, zeker niet zo’n succesvolle als Jorien. Toch bevalt het haar wel en is het voor haar zelfs ideaal.
SPORTTOP MAGAZINE | 71
FOTO: ERIK DE WEERD JORIEN: ‘JE LOOPT DAAR VOOR JE LAND’
24 uur na de voor haar teleurstellende vierde plek op de 1.500 meter bij het shorttrack kwam, maakte het voor Jorien extra speciaal. “Ik weet nog dat het een grote hel was die zaterdagavond, na die vierde plaats. En dat Jeroen naar me toe kwam en zei: ‘Nu moet je kappen en gewoon die knop omzetten, want morgen moet je weer racen!’ M’n wereld verging eigenlijk een beetje, maar ik wist dat ik nog vier afstanden te gaan had.” Een goede nachtrust en een iets opgewekter gevoel de volgende morgen waren de basis voor die felbegeerde medaille. “Het voelde allemaal goed. Ik dacht Fuck You! Ik zal even laten zien aan heel de wereld dat ik verdorie twee disciplines kan rijden! Ik zal eens laten zien hoe hard ik kan. Er kwam dus wel heel veel frustratie bij kijken bij die race ja.”
TROTS
Op twee disciplines actief zijn op de Olympische Spelen is al bijzonder. Voor Jorien zelf werden deze Spelen nog gedenkwaardiger omdat zij tijdens de openingsceremonie de Nederlandse vlag het Olympisch Stadion mocht binnendragen. Terwijl in Nederland velen daarover nog aan het speculeren waren, had Jorien 72 | SPORTTOP MAGAZINE
al vernomen dat zij het mocht doen. “Ik heb het aan niemand verteld. Aan m’n moeder niet, m’n zusje niet en mijn teamgenoten ook niet. Op die persconferentie op 6 februari mocht ik het dan eindelijk vertellen. Dat was zeker een heel mooi moment, maar ook heel fijn dat je het eindelijk van je af kan schudden.” De ceremonie zelf zal haar dan ook altijd bijblijven. “Je loopt daar voor de groep uit met die vlag. Je loopt daar voor je land, dat geeft wel een heel trots gevoel. Zeker in zo’n immens stadion. Dat is gewoon een hele eer. Het was trouwens een stok van niks. Ik dacht datie heel zwaar zou zijn, maar dat viel gelukkig mee.”
2015
Hoewel het seizoen 2014-2015 voor Jorien aan haar voorbij gaat vanwege haar blessure, ze is overtraind en moet daarom veel rust houden, stelt ze zichzelf wel een doel voor 2015. “Ik wil weer fit worden. Trainingen goed opbouwen en zorgen dat ik op het niveau kom waar ik eind maart stond. Ik beleef heel veel plezier aan m’n sport, maar thuis op de bank beleef ik er geen plezier aan.”
‘JORIS HEUT’ Jorien loopt al een aantal jaar mee in het schaatswereldje. Gaandeweg heeft ze dan ook haar eigen, unieke bijnamen gekregen. JORIS: “Ik ben niet het meisje-meisje”, oordeelt de olympisch kampioene over zichzelf. “Zeker niet als ik train.” Vandaar ook de naam ‘Joris’, de jongensversie van de naam Jorien. “Joris is al van heel lang geleden hoor”, lacht ze. “Dat wordt ook echt niet meer gebruikt, al zeven of acht jaar niet meer.” HEUT: “Ik zeur niet, ik zeik niet en ik houd er ook niet van als anderen dat doen. Vandaar ook de bijnaam ‘Heut’, van heut maar door, geen remmen. Je moet mij stoppen, ik stop zelf niet!” Als er iemand ‘Heut’ roept, draait Jorien zich dan ook meteen om. “In het begin vond ik het heel irritant, dat weet ik nog wel. Maar nu maakt het me niet uit. Het geeft ook aan wie ik ben en het is eigenlijk ook wel een soort van respect voor het feit dat ik er altijd keihard in ga.”
Het doel voor 2015 Sharon van Rouwendaal
‘Goud in Rio’
FOTO: SOENAR CHAMID
Sharon van Rouwendaal (21) was in 2014 zeer succesvol bij de EK langebaan en de WK kortebaan. De in Baarn geboren zwemster traint sinds september 2013 weer in Frankrijk, om nog beter te kunnen presteren. Alle ogen zijn nu gericht op de Olympische Spelen van 2016.
SHARON: ‘HET DOEL IS GOUD HALEN IN RIO 2016’
De voornaamste horde op weg naar de Zomerspelen in Rio zijn de wereldkampioenschappen langebaan die in juli van dit jaar in het Russische Kazan worden gehouden. Sharon zwemt dan in de eerste week in het open water de vijf en tien kilometer individueel en de vijf kilometer in teamverband. De tweede week start ze in het binnenbad op de 400 en 800 meter vrije slag. Een plek bij de eerste tien op een afstand betekent kwalificatie voor de Spelen. Sharon traint vanaf september 2013 weer in Frankrijk, waar ze tot 2008 heeft gewoond en getraind. De vier jaar daarvoor dook ze vrijwel dagelijks in Eindhoven het water in. Waarom ging ze terug naar Frankrijk? “Ik wil zo
hard mogelijk zwemmen; Nederland is een sprintersland, Frankrijk is meer voor de lange afstand.” In Narbonne moet Sharon meer kilometers maken dan ze in Nederland gewend was en dat komt haar prestaties ten goede. Het heeft haar geholpen de beste lange afstandszwemster van Nederland te worden. Ook internationaal timmert ze inmiddels aan de weg. Afgelopen jaar behaalde ze op de EK langebaan en de WK kortebaan veel succes. Ze won in totaal drie keer goud, drie keer zilver en een keer brons. Om ook in Rio op het podium te belanden moet er volgens haar nog veel gebeuren, maar ze denkt wel dat ze op de goede weg is. Ze voelt dat ze
steeds beter wordt. ‘’Het gaat de goede kant op. Je ziet je tijden, je ziet dat je de concurrentie verslaat… Op een gegeven moment word je dan de beste.” Vanzelf gaat dat natuurlijk niet, Sharon geeft aan dat ze elke keer het uiterste van zichzelf moet eisen. Ze relativeert ook: “Het is hard zwemmen straks in Kazan, eerst in het open water, daarna in het zwembad. Je moet er niet heen gaan met het idee ‘ik ga even vijf medailles halen’. Dat deed ik in Doha (WK kortebaan 2014) ook niet. En toen won ik drie medailles.” Vooralsnog is een plaats bij de eerste tien in Kazan het belangrijkste. Dan mag ze naar de Olympische Spelen. “Het doel is goud halen in Rio 2016.” SPORTTOP MAGAZINE | 73
NAWOORD Het jubileumjaar van Sporttop ligt inmiddels bijna achter ons. Het was een jaar waarin de talenten vele sportieve successen wisten te boeken en Sporttop een geslaagd jubileumontbijt organiseerde om iedereen die bij de stichting betrokken is nog eens extra te bedanken. Maar het was ook een jaar waarin wij extra op de financiën moesten letten. Want ook al hadden we iets te vieren, het is en blijft in de huidige tijd lastig om continuïteit voor een stichting als Sporttop te waarborgen. Als initiator werk ik hier uiteraard hard aan, samen met het bestuur, maar ook met Daniëlle en Wietske. Toch worden er komend jaar weer kleine stappen gezet. Zo gaan we erop inzetten om de zichtbaarheid van Sporttop te verbeteren. Cruciaal anno 2015, zeker als het om het bestaansrecht van een stichting gaat. Het moet voor het publiek beter zichtbaar en voelbaar zijn waar onze middelen aan worden besteed. Welke effecten ervaren de talenten door de mentoring? Wat brengt het hun? Welke verhalen kunnen wij vertellen om anderen te inspireren? Dáár ligt de kracht van Sporttop, nu en in de toekomst. Hoe ziet die toekomst van Sporttop er dan uit? Één ding is zeker; de kennis en kunde die binnen Sporttop aanwezig zijn, wil ik met zoveel mogelijk mensen delen. In eerste plaats met sporttalenten, maar mogelijk ook met talenten uit ‘andere takken van sport’, denk aan muziek, kunst of het bedrijfsleven. Mijn droom is dat op termijn elk talent dat met vragen zit, jong of oud, uit de sport of niet,
voor advies terecht kan bij Sporttop. Advies afkomstig uit de sportwereld, maar nuttig voor een ieder die zich wil ontwikkelen. Laat ik het de term ‘Sport Sourcing’ geven. Maar om de bekendheid van Sporttop te verbeteren, zijn uiteraard financiële middelen nodig. Daarom is de stichting ook zo blij met haar samenwerkingspartner IREKS. Een fijne, loyale partner die handelt onder het motto ‘als je iets doet, doe het dan goed’, net als een echte topsporter. En goed doen ze het! De samenwerking met IREKS en de Ambachtelijke bakkers rondom het PUUR brood, zorgt voor meer zichtbaarheid van Sporttop, meer aandacht voor sporttalenten en uiteraard financiële ondersteuning. Hierdoor kan stichting Sporttop blijven doen wat zij nu al meer dan tien jaar doet; het optimaal begeleiden van talenten. Op naar de volgende tien jaar! Sportieve groet,
Jochem Uytdehaage
Houd Sporttop in de gaten via de digitale wereld! Mocht jij na het lezen van bovenstaande Sporttop willen helpen, in welke vorm dan ook, laat het mij dan weten via bureau@sporttop.nl. Wil je ons een financieel duwtje geven? Kijk dan op de pagina rechts.
74 | SPORTTOP MAGAZINE
‘Kennis en kunde met zoveel mogelijk mensen delen’
Sporttop helpt, coacht, steunt en stimuleert al meer dan 10 jaar topsporttalent. DAT VERDIENT SUPPORT!
Ook jij kunt meehelpen om talenten een duwtje in de rug te geven door vriend of supporter van Sporttop te worden. Daarmee vergroot je hun mogelijkheden om óók voor goud te gaan!
SUPPORTER WORDEN?
Maak dan een bedrag vanaf €10 over op IBAN-rekening NL54RABO03349.65.691 t.n.v. Stichting Sporttop onder vermelding van je naam en e-mailadres.
VRIEND WORDEN?
Persoonlijk of met je bedrijf? Maak dan een bedrag van €250 of meer over op IBAN-rekening NL54RABO03349.65.691 t.n.v. Stichting Sporttop onder vermelding van je (bedrijfs)naam en e-mailadres.
DONEREN VIA SMS?
SMS Sporttop5 (5 euro), Sporttop10 (10 euro) of Sporttop25 (25 euro) naar 3669. Je ontvangt een SMS terug om je bankrekeningnummer achter te laten. Je bijdrage wordt automatisch geïncasseerd. Alvast hartelijk bedankt namens alle talenten en mentoren!
www.sporttop.nl SPORTTOP MAGAZINE | 75
Sponsor en fan van heel schaatsend Nederland.
Wat is er Nederlandser dan schaatsen? Het liefst buiten op echt ijs en met de vrieskou op je wangen. Het is de ultieme vrijheid. KPN is ook dit seizoen weer de trotse hoofdsponsor van de Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond (KNSB). En of het nu de topschaatsers van de langebaan zijn, de liefhebbers van natuurijs, de marathonhelden of de kleintjes van de KPN Junior Schaatsclub, we zijn fan van heel schaatsend Nederland. Dus haal die ijzers uit het vet, en gรกรกn.
kpn.com/schaatsfan | 76 | SPORTTOP MAGAZINE
#schaatsfan