DECEMBER 2011 - NR. 5 Paul Rand Alain Verster Music for life Kate Gibb I Blame Coco
Inhoud
Tumblr van de week: Polamour 44-45
Paul Rand 10-15
Kate Gibb 40-43
Lystomania 50-55
2
interview: Alain Verster 28-35
Share the love 26-27
I Blame Coco 4-7
Bruno Vekemans 36-39
3
I Blame Coco
In vaders voetsporen
6
Ze lijkt op een man, ze klinkt als een man en ze heeft duidelijk iets te zeggen: I Blame Coco is het recept bij uitstek voor een verfrissend geluid binnen de popmuziek.
Eliot “Coco” Paulina Sumner (30 juli 1990) is een Britse muzikante en de zangeres van de Britse band I Blame Coco. De band bestaat verder nog uit Jonny Mott - Keyboard, Alexis Nunez - Drums, Jonas Jalhay - Gitaar en Rory Andrew - Bass. Met Sting als vader is het niet moeilijk om met een muzikaal talent geboren te worden. But daddy can only do so much. Goede muziek maken, hangt van veel meer af. Omringd worden door de juiste mensen, bijvoorbeeld. Coco – bijnaam van Eliot Sumner – werkte al samen met grote namen als Miike Snow, Pete Doherty en Robyn, die op debuutplaat The Constant te horen is in Caesar.
start Ze schreef haar eerste song wanneer ze op school in de problemen geraakte, toen ze sigaretten rookte. Coco was amper 17 toen ze een contract voor zes albums tekende bij Island Records, bekend van PJ Harvey, U2 en Amy Winehouse. Lang duurde deze carrière echter niet. Ze brak haar schedelbasis bij een val in een restaurant. Ze heeft vandaag de dag nog altijd last met haar reukvermogen.
The constant Haar eerste cd, getiteld “The Constant”, werd in oktober 2010 uitgebracht. Het is een samenraapsel van genres geworden, waardoor we getuige zijn van de onzekere zoektocht naar een eigen sound maar ook van haar veelzijdigheid als muzikant. Met Turn Your Back On Love waagt ze zich zowaar aan een eighties glamrockgeluid. De hese, androgyne stem van de 20-jarige leent zich wel beter voor rock- en reggaenummers dan de experimentele elektrodeuntjes die haar unieke geluid overvleugelen. Met nummers als Selfmachine, In Spirit Golden en Caesar bewijst Mademoiselle Coco dat hippe popmuziek gebaseerd kan zijn op goede lyrics, met instrumenten die niet enkel uit een computer komen. Ondanks haar eager but very young mind gaat
de meerderheid van de nummers niet over de grote liefde-, lust- en levensperikelen, maar vormt een voorbode van een beloftevolle no-nonsenseartiest. optredens I blame Coco stond al twee keer in de AB in Brussel en ook trad ze al op op het Main Square Festival dat plaatsvond in Arras. Verscheidene zomerfestivals in heel Europa, onder andere Glastonbury, Latitude Festival, Benicassim en Lowlands, mag ze ook op haar lijstje schrijven.
7
8
9
Paul Rand “Don’t try to be original, just try to be good”
12
13
P R s m a 1 t 2 s
14
u n e s s e m 2 j t e
a a t u m d
l
d d e t c
e l i j k u m e r d a m e m b e r
22 0 1 1
a n u a r i 2 0 1 2 d e l i j k . n l
Paul Rand (geboren Peretz Rosenbaum, (15 augustus 1914-26 november 1996) was een Amerikaanse grafisch ontwerper, het best bekend om zijn logo’s, inclusief de logo’s voor IBM, UPS, Enron, Westinghouse, ABC, en Steve Jobs ‘NeXT. Hij was een van de grondleggers van de Zwitserse stijl van het grafisch ontwerpen. Rand werd opgeleid aan het Pratt Institute (19291932), Parsons The New School for Design (19321933), en de Art Students League (1933-1934). Van 1956 tot 1969, en opnieuw in 1974, gaf Rand les in design aan de Yale University in New Haven, Connecticut. Rand werd ingewijd in de New York Art Directors Club Hall of Fame in 1972. Rand stierf aan kanker in 1996. Hij ligt begraven in Beth El Cemetery.
“Simplicity is not the goal. It is the by-product of a good idea and modest expectations.” Lijnen en vormen spelen een grote rol in Paul Rand’s ontwerpen. Simpel. Doordacht. Duidelijk. Kortom eenvoud. Paul Rand zag af van traditionele verhalende illustraties en een symmetrische layout. In plaats daarvan gebruikte hij dynamisch gecombineerde typografie en beeldspraak wat zijn vaak humoristische werk krachtig en expressief maakt. Hij behoorde tot de Amerikaanse grafische ontwerpers die sterk door de Europese typografische traditie werden beïnvloed. Zo was zijn grafische werk sterk beïnvloed door de ideeën in ‘The new vision’ van László Moholy-Nagy.
“Without content, there’s no form. And without form, there’s no content. A work of art is realised when form and content are indistinguishable.When form predominates, meaning is blunted. But when content predominates, intrest lags.” De boodschap en het design mooi met elkaar zijn verweven. Dat is ook wat volgens Rand een werk tot een kunstwerk maakt: wanneer de vorm en de inhoud niet te onderscheiden zijn. En dat is de eeuwige beproeving bij webdesign. Een website moet mooi ogen én de inhoud moet op een gebruiksvriendelijke manier toegankelijk zijn. Er moet dus telkens een evenwicht gevonden worden tussen design en content.
15
18
19
22
23
24
25
Share the love wanten voor music for life
25
Je bent 5 jaar en je woont in een sloppenwijk in Nepal. Spelen met je vriendjes gaat niet want je bent ziek en hebt diarree. Er is geen medicatie om je te helpen, het enige water in de buurt is vervuild en er is geen voedsel om weer op krachten te kunnen komen. Een toilet heb je niet, dus doe je je behoefte in de plaatselijke rivier. De diarree wordt erger en jij verzwakt steeds meer… Jammer genoeg leven er wereldwijd veel kinderen in deze situatie. In ontwikkelingslanden krijgen jonge kinderen gemiddeld 3 keer per jaar diarree. Slechts 39% van de kinderen met diarree in ontwikkelingslanden wordt behandeld. Hierdoor doodt diarree meer kinderen jonger dan 5 jaar dan malaria, aids
en mazelen samen. Bij 88% van de kinderen die aan diarree sterven zijn onveilig water, slechte sanitaire voorzieningen en slechte hygiëne de boosdoeners. Music for life 2011 zal de laatste Music for life zijn. Wat in 2006 op het Martelarenplein in Leuven begon als een “geëngageerd avontuur” is uitgegroeid tot een enorm succes dat elk jaar in de kerstperiode een grote golf van solidariteit teweegbrengt. Elk jaar groeide de opbrengst en stonden er meer en meer mensen voor het Glazen Huis.
belangrijke wijziging. Music for life 2011 zal langs de drie locaties gaan waar het Glazen Huis al gestaan heeft: Leuven, Gent en Antwerpen. Plantijn en Music for Life slaan de wanten opnieuw in elkaar. Als exclusieve partner binden we met Studio Brussel en het Rode Kruis de strijd aan tegen diarree. Met de opbrengst van een heuse rode wanten verkoop wil de hogeschool haar steentje bijdragen. Daarnaast heeft Plantijn nog wilde plannen.
Die reeks wil Studio Brussel graag in schoonheid eindigen met een allerlaatste Music for life. Music for life zal er dit jaar zijn van 17 tot en met 23 december en dat volgens het bekende concept, maar met één
26
interview: Alain Verster illustrator met een aparte stijl
Het is donderdagavond, en redelijk rustig in café Excelsior. Geduldig wacht ik op Alain, illustrator en dorpsgenoot (we zijn beide afkomstig uit Brasschaat). Dit jaar kwam zijn eerste boek, “De duif die niet kon duiken” uit, waarover je meer kan lezen op de vorige pagina’s. Stipt op tijd komt hij binnen en begint hij enthousiast mijn vragen te beantwoorden.
voetbalden we altijd, en dat vond ik eigenlijk leuker dan de tekenschool zelf. Ik ging meer naar daar om te voetballen. Op zich vond ik het tekenen wel leuk, maar ik heb er niet superveel van geleerd.
Was je als kind al geïnteresseerd in tekenen? Ik heb als kind altijd al getekend, van het eerste leerjaar tot het zesde middelbaar heb ik tekenschool gevolgd. Ik heb ook op een kunstschool gezeten. Ik vond het altijd heel leuk om te doen, mijn tekeningen waren ook heel gedetailleerd.
Wat heb je gestudeerd? Eerst KSO onderwijs op St-Lucas en dan heb ik mijn master in illustratie gehaald in het KASK in Gent.
Heb je veel geleerd van de tekenschool? Op het gebied van waarnemingstekenen wel. Tijdens de pauze
Was je tekenschool op het GIB (secundaire school in Brasschaat, nvdr)? Ja, daar heb ik getekend tot en met het zesde.
Wanneer wist je dat je dit wilde studeren? Na KSO wist ik niet goed wat ik wilde doen, omdat het toen niet populair was om iets te doen i.v.m. tekenen. Normaal gezien kon je daar ook geen geld mee verdienen. Ik twijfelde nog tussen illustratie en animatie, maar heb uiteindelijk
toch voor illustratie gekozen. Dat was het meest leuke om met beelden iets te vertellen, omdat je veel in de beelden kunt steken. Waarom heb je voor het KASK gekozen? Ik heb eerst in Antwerpen verder gestudeerd, mar ik was er nog niet klaar voor, nog te onvolwassen om verder te studeren. Daarna ben ik naar het KASK gegaan, omdat ik Gent een leuke stad vond. Het Kask was toen nog in opbouw, het was het eerste jaar dat er illustratie werd gegeven. Voor mij was het dus een leuke gelegenheid om daar te studeren. De school zag er ook heel tof uit, een beetje Harry Potter-achtig, echt superknap. Ik neem aan dat je voor deze richting ook een toelatingsproef moest doen. Wat had je gedaan indien je hier niet voor geslaagd was? Dan had ik waarschijnlijk
voor kleuterleider gestudeerd. Ik vind het heel plezant om met kinderen te knutselen en ermee bezig te zijn, dus dat zou de richting zijn waar ik naartoe zou neigen. Het is helemaal anders, maar ook wel iets creatief. Ik moet vooral iets creatiefs kunnen doen, een bureaujob zou niets voor mij zijn, daar zou ik me niet goed bij voelen. Waar haal je je inspiratie vandaan? Zijn er illustratoren en ontwerpers waaruit wiens werk je inspiratie haalt? In Vlaanderen zijn er heel veel illustratoren. Ik ben fan van Kaatje Vermeire, omdat ze heel mooi werk maakt. Ze is een van de eerste, of toch van mijn generatie, die met realistische beelden werkt en daar mooie kinderboeken mee maakt. Dat is niet evident, omdat kinderen meestal vrolijke kleuren, uitgesproken gezichten, grote ogen, wat cartooneskachtige dingen
“indien ik niet geslaagd was voor mijn toelatingsproef, was ik gegaan voor kleuterleider”
31
in hun boek willen. Zij maakt zowel emotionele als realistische beelden en kan zowel volwassenen als kinderen meenemen met haar verhalen en dat is voor mij wel een heel grote inspiratiebron. Voor de rest ben ik nog geïnspireerd door mensen als Tom Schamp, Bert Dombrecht, een klasgenoot van mij die ook prachtige dingen maakt. En dan nog Carl Kneut, één van de grootste illustratoren binnen Vlaanderen. Op kunstgebied ben ik fan van Egon Schiele, omdat hij heel mooie, krachtige lijnen zet en rauwe, emotioneel geladen tekeningen heeft. En Gustav Klimt, voor de kleuren. Dat zijn zowat de inspiratiebronnen. Maar voor mijn illustraties gebruik ik dingen uit het dagdagelijkse leven. Dingen die ik zie, een oude dame de over straat loopt, vogeltjes die in een boom zitten. Die dingen neem ik over en verwerk
32
ik in mijn illustraties. Neem je er dan ook foto’s van? Soms neem ik er wel foto’s van, maar het meeste vind ik op google. Dan zoek ik een gelijkenis op. Als ik bijvoorbeeld een roodborstje heb gezien ga ik dat opzoeken en probeer ik dat te verwerken in mijn illustraties. Teken je dan ook over? Ik druk het eerst af op een soort ongestreken, ruw papier van een schetsboek. Dan plak ik een soort van schilderstape op die prent. De plakband zuigt dan de inkt op van de gekopieerde foto. Dan krijg je een soort van reproductie van je foto. Ik zal het even laten zien. (toont werkwijze; neemt tape van afbeelding) Dan verwerk ik het door er rond te schilderen, dan scan ik het in en bewerk ik het in photoshop, alles word dus digitaal bewerkt. Zo ga ik te werk. Dat is wel
leuk, want als je mensen die je op straat ziet of je vrienden in je boek wilt verwerken kan je er gewoon een foto van nemen. Het is zot veel werk en heel intensief, maar wel leuk omdat je alles kunt vinden op het internet. Wilde je altijd al boeken illustreren? Dat was wel mijn bedoeling. Ik zat in het tweede jaar en Carl Kneut was mijn leraar en hij heeft mij toen voorgesteld aan de schrijver, Edvard. In het eerste jaar was illustratie nog niet zo gericht, maar in het tweede jaar begon het meer over boeken te gaan. Het is heel leuk om een verhaal in een boekvorm te gieten. Je kunt zelf informatie toevoegen, je hoofdpersonage kiezen; hoe gaat die eruit zien, welk jasje heeft hij aan, heeft hij een huisdier... Het is heel leuk om zo een hele wereld op te bouwen
rond een verhaal. Wat zijn je plannen nog voor de toekomst? Ik ben nu met een nieuw verhaal bezig van de schrijfster Inge Berk. Dat boek moet normaal gezien uitkomen in juli, dus ik ben nu heel hard aan het werken om dat allemaal af te krijgen. Daarna komen er nog twee boeken met Edvard van de Vendel en nog een met Siska Goeminne. Ik heb dus ongelofelijk veel dingen aan mijn hoofd hangen want ik werk ook deeltijds in een kinderwinkel in Antwerpen, kidslab. Ik heb weinig tijd om echt goed te illustreren, want ik moet geld verdienen om te leven. Tegelijkertijd wil ik ook nog boeken maken, maar het is lastig om dat te combineren. Nu ben ik een evenwicht aan het zoeken hoe ik dat moet doen. Je hebt nu verschillende projecten lopen. Doe je dit allemaal tegelijkertijd, of werk je
eerst iets af? De uitgever geeft altijd de tekst aan de illustrator, en dat moet eerst worden afgewerkt. Je mag natuurlijk wel met andere schrijvers praten over dingen die je wel ziet zitten. Maar eigenlijk is het van project tot project. Je kan er natuurlijk nog wel iets kleins tussenvoegen. Ik heb altijd één doel nodig, en als dat gedaan is moet dat stoppen.
Door tape op en af foto’s te plakken krijg je een soort van reproductie, waar ik over schilder en bewerk in photoshop”
Hoe ziet een werkdag eruit voor jou? Ik illustreer twee dagen in de week, maandag en dinsdag. Ik sta redelijk vroeg op om te werken op mijn iMac. Het eerste wat ik doe is alle foto’s afdrukken die ik nodig heb om te illustreren. Dan begin ik te tekenen en te spelen, en worden de tekeningen ingescant. Ik kan zo doorwerken tot drie-vier uur ‘s nachts. Het leuke is dat terwijl ik photoshop op mijn grote computer, ik tegelijk films of series zie op een ander scherm. Op zich is dat wel plezant, dat ik dit met elkaar kan combineren. Ik werk heel de dag hard door. Dit moet wel, omdat de deadline altijd heel scherp is en je wilt het altijd wel halen omdat het voor je nieuw boek is. Dit zijn mijn twee vaste illustreer dagen, maar het kan ook wel zijn dat ik s’avonds na mijn werk er nog wat aan verder werk. Gebruik je nog andere technieken dan de tape bij je illustraties? Nee, de tape is eigenlijk het enige wat ik gebruik, en ik schilder alles in met acrylverf.
Mijn personages worden ingeschilderd met een soort schildersrol, en de contouren werk ik af met een pennetje. Alles wordt digitaal bewerkt met de computer. Het is wel de bedoeling dat je niet ziet dat het gephotoshopt is. Het moet oud en authentiek lijken, alsof alles met de hand gemaakt is. Hoe ben je op deze techniek gekomen? Dat was heel toevallig. Ik werkte al langer met tape om dingen groffer te maken. Doordat ik ermee werkte is het eens op een foto blijven kleven en toen heb ik gezien dat het een soort druk was. Dan ben ik het beginnen gebruiken en is het almaar meer geëvolueerd tot wat het nu is. Telkens als wij een opdracht krijgen voor school moeten we er een werkboek voor aanleggen. Doe jij ook veel aan onderzoek? Voor “De duif die niet kon duiken” heb ik wel wat duiven getekend, maar veel aan onderzoek doe ik niet. Ik lees mijn verhaal altijd eerst, dan maak ik een storyboard op ware grote van het boek. Als mij storyboard af is begin ik te illustreren. Ik kijk daarvoor niet naar een bepaalde stijl of andere kunstenaars, maar doe gewoon mijn ding en zie waar ik uitkom. Had je voldoende aan je opleiding zodat je genoeg voorbereidt was om aan de slag te gaan? Ik vond van wel. Marita Vermeulen van “De Eenhoorn” (uitgeverij, nvdr) gaf bij ons les, net
33
zoals Carl Kneut en Els de Zwarte. Dat zijn drie mensen die actief zijn in de illustratiewereld. Het is heel belangrijk dat je een netwerk opbouwt in die wereld, omdat die zo klein is. Als die mensen kennen, kunnen die u weer voorstellen aan andere mensen enzovoort. Dat was bij ons wel heel belangrijk. Ik heb wel beseft dat niet iedereen een boek kon maken tijdens of na zijn schoolcarrière. Uiteindelijk hebben er drie van de tien van mijn klas een boek gemaakt, wat op zich wel veel is. Het is een heel harde wereld, maar binnen het KASK is er een goeie structuur van netwerken. Ik ben Carl Kneut heel dankbaar, omdat hij mij heeft voorgesteld aan Edvard. Zonder hem had ik waarschijnlijk geen boek gemaakt of had het veel moeilijker geweest. Ik denk dat dat het belangrijkste is bij een school dat er een netwerk is van mensen die professioneel
en actief zijn in die wereld en die je kunnen verder helpen. Als dat gebeurd is het veel gemakkelijker om in die wereld te stappen. Dan val je niet in een groot zwart gat na je schoolcarrière waarin je niets kunt doen. Je moet er wel mee rekening houden dat het geen volwaardig beroep is. Je moet het opbouwen, dus met de jaren gaat het waarschijnlijk wel volwaardig worden, maar nu is dat maar een klein stukje van een beroep. Welke stappen moet je ondernemen om het boek te laten publiceren? Marita Vermeulen is daarin erg belangrijk geweest voor mij. Binnen haar les gaf ze uitleg hoe dat dat allemaal in zijn werk ging: het publiceren van een boek, een verhaal opstarten,... Het is een zegen dat zo’n mensen aan ons lesgaven. Toen de prenten voor mijn boek klaar
waren heb ik die naar haar doorgestuurd, en voor de rest zorgt de uitgeverij. Het boek is dan af voor mij. Dan kan ik er niets meer aan veranderen en kan ik aan mijn volgende boek beginnen. Zij hebben een vormgever gezocht en ook de verdere publicatie wordt door de Eenhoorn zelf geregeld, zoals de reclame. Soms heb je nog wel inspraak in de vormgeving of de papierkeuze. Ik had alles afgegeven in oktober en ik kreeg mijn boek afgewerkt in april in mijn brievenbus. Dat is wel schrikken, maar wel heel tof. Soms kan dat heel hard tegenvallen, omdat de vormgeving niet zo heel mooi is, maar voor mij was dat heel leuk. Het is ook belangrijk dat je er geen zorgen meer over moet maken. Ik heb je boek zien liggen op de boekenbeurs. Ben je er zelf ook geweest? Ja, de boekenbeurs was heel leuk, maar je moet
het ook met een korreltje zout nemen. Het is nog maar je eerste boek dat er ligt. Ik heb er ook gesigneerd en maar twaalf boeken getekend. Je zit in zo’n massa van boeken dat je boek klein is tussen al die boeken. Maar het is wel heel tof dat je eerste boek daar bij deel van uit maakt. Het is een aparte ervaring omdat je wordt blootgesteld. Mensen kijken in je boek, leggen je boek terug weg, gebruiken het als tafel om andere boeken te lezen... Dat is wel even wennen. Ik ben heel blij dat het boek veel goede reacties heeft gekregen. Voor hetzelfde geldt vinden ze het niet mooi of te saai en dan wordt het afgebroken en heb je er niets aan. Ik heb inderdaad veel goede reacties gelezen op het internet. Dat was heel gek; je boek ligt in de winkel en je krijgt heel veel commentaar. Het is vreemd om te lezen dat het allemaal over jezelf gaat. Voor mij was dat heel flatterend, maar het kan ook heel pijnlijk en confronterend zijn denk ik. Daar moet ik me wel voor wapenen. Want uiteindelijk kan je er niets meer aan doen, het boek ligt in de winkel. Maar bij mij was alles gelukkig goed verlopen, dus ik was content! Bedankt voor dit gesprek Alain en nog veel succes!
34
Bruno Vekemans
“Kijk naar het beeld, niet naar de boodschap en de kunsttheorie errond�
38
“Van hedendaagse kunstenaars word ik koud noch warm. Sinds Lucian Freud en Francis Bacon heb ik niets bijzonders meer ontdekt. Natuurlijk kom ik al eens in het MuHKA, maar als ik buiten ben, ben ik het meeste zo vergeten. Met een bezoek aan het Museum voor Schone Kunsten ben ik weken nadien nog bezig.”
Bruno Vekemans maakt deel uit van een lange traditie van Vlaamse schilders, een traditie die nooit is verbroken, zelfs niet wanneer schilderkunst dood werd verklaard. Hij behoort tot de generatie die het moeilijk had om geaccepteerd te worden als schilder. De Amerikaanse kunstcriticus, Irving Sandler, schreef over deze periode: “Schilderen in het pluralistische tijdperk heeft het voordeel dat de kunstenaars vrijer kunnen schilderen dan ooit, met als uitgangspunt dat elke stijl een min of meer eerlijke waardering krijgt. Het nadeel is eigenlijk dat kunstenaars, zelfs de meest individuele en deskundige onder hen, het steeds moeilijker vinden om de aandacht van de kunstwereld te trekken en te worden erkend door haar.
Vekemans’s oeuvre toont, vanaf het moment dat hij begon begon te tekenen in de jaren 1970 tot vandaag, coherente vooruitgang, een bijna logische evolutie waarin enkel 1 grote afdwaling merkbaar was. Deze uitweiding kwam rond 1989, toen hij besloot om schilderen als schilderen te laten en geen excuses te maken voor extra-picturale verhalen, kritiek of analyses. Hij bleef deze keuze radicaal verdedigen voor de volgende 20 jaar. Maar zelfs deze uitweiding kon niet voorkomen dat er continuïteit aanwezig zou zijn in zijn werk. Hij blijft gebruik maken van de collage-techniek, niet alleen technisch, als een voorlopig ontwerp voor zijn schilderijen, maar onbewust - filosofisch, net als de bemonstering van de visuele cultuur van zijn tijd.
Hij is een picturale klusjesman, in dezelfde zin respectvol bedoeld door Claude Levi-Strauss in La Pensee Sauvage, een man die werkt met zijn handen en bestaande objecten bij elkaar brengt om iets nieuws te maken. Vekemans is geen filosoof, geen hoogopgeleide virtuoos schilder, en geen deel van de artistieke beau monde, maar eerder een werknemer die is gefascineerd door de beelden van zijn tijd, die hij obsessief herhaalt en hervat in een sober, harmonieus palet. En hij durft weer te doen wat zo lang verboden was in de kunst van de 20e eeuw: plezier bij het schilderen.
39
Kate Gibb coverartieste
BIO Kate Gibb studeerde Textielprint aan de Middlesex University in Texas. Zodra ze afstudeerde, besliste ze om zich te focussen op de ontwikkeling van het zeefdruk proces op papier in plaats van op stof. Haar studio werd geleidelijk aan uitgebreid tijdens het afronden van haar MA in St Martins, wanneer ze haar eerste muziek... ontving voor de band Mono. Ze zegt dat haar persoonlijke stijl erg is verandert, eerst werkte ze veel commerciÍler. COVER ART Muziek heeft zich gepresenteerd als een belangrijke afzetmarkt voor haar zeefdruk illustraties, meest kenbaar bij haar langdurige vriendschap met the Chemical Brothers. Het afgelopen decennium heeft ze werk gemaakt voor Kate Nash, Sonny J, The Magic Numbers & Simian om er maar een paar te noemen. Haar achtergrond in textiel, en haar liefde voor gedrukte bladen gecombineerd met een acuut gevoel voor kleur, heeft Kate geliedt om te werken met modemerken zoals Dries van Noten, Levi’s en momenteel Stussy. Redactioneel heeft ze samengewerkt met Wired, Creative Review en The Observer. ZEEFDRUK Momenteel is ze een van de beste huidige zeefdrukartiesten.
Polamour
Passie voor polaroid
Polamour Sinds december 2009 neemt Haley één polaroidfoto per dag. Ze is opgegroeid in de jaren ’80, wat betekende dat ze altijd ten minste één Polaroid camera in huis hadden. Ze was er zoals iedereen het hart van in dat Polaroid ermee ging stoppen, en daarom bestelde ze zoveel als ze zich kon veroorloven en ging ze er zuinig mee om. Haley heeft al veel belangstelling gekregen en zo’n grote feedback gekregen in de korte tijd dat Polamour bestaat, waaronder tientallen mensen die al contact met haar hebben opgenomen om te laten weten dat Polamour hen heeft geïnspireerd om hun eigen Polaroid blog te starten.
46
“Polamour is een project niet alleen bedoeld om zichzelf te helpen en te pushen om elke dag een foto te nemen, maar ook om de vreugde en charme van polaroid te verspreiden.� - Haley, oprichtster Polamour
47
Lystomania
must-have voor elke muziek-liefhebber
“de illustraties van Emma Thyssen maken van dit unieke werkstuk helemaal een wonder”
Niets meer, maar zeker ook niets minder, dan een verzameling lijstjes die een reeks belangrijke en onbelangrijke facts uit vele decennia pop- en rockgeschiedenis verzamelen. Dat gaat van de evidente lijstjes (“de beste albums ooit” of “onehit-wonders”) tot de meest bizarre. Zoals daar zijn: veel te lange songtitels, verwijzingen naar wereld-literatuur, in songteksten, altijd fout meegezongen hits, de luidste bands ter wereld en verboden gitaarrifs. Welke Belgische bands zijn te horen in grootse Hollywoodproducties? Naar welke muziek luisteren onze politici? Wat zijn de belangrijkste plagiaatgevallen? Welke muzikanten vochten ooit een spannende oorlog uit op Twitter? En wat zijn de slechtste/grappigste hiphop- teksten ooit?
52
Over de rider van Marilyn Manson doen de wildste geruchten de ronde, maar in werkelijkheid valt het allemaal heel goed mee. De bloeddorstige satanist vraagt 4 snoepzakjes ‘Harribo Gold Gummi beertjes’ (150 gram), 1 fruitschotel met hoofdzakelijk aardbeien en watermeloen, verse dipsaus op basis van ajuinen en popcorn voor in de microgolfoven. Frank Sinatra eiste een neus-, keel- oor- specialist die zich 24/24 paraat hield met een koffer aangepaste medicatie. ‘The Voice’ vroeg in zijn kleedkamer enkele flessen gin, vodka, Jack Daniels, Chivas Regal, kwaliteitswijnen en (light) frisdrank. De concerten van Gorgoroth, de beste Noorse black metalband zijn legendarisch, maar organisatoren hebben maar beter een goede supermarkt in de buurt. De band vraagt extra zacht roze toiletpapier,
50 schapenkoppen én 200 meter prikkeldraad. RnB- prinses Rihanna vraagt in haar kleedkamer een lading kussens en een vloerkleed met luipaard- of cheetaprint. Verder wil ze ook nog vier kleine vazen met witte tulpen en een boeketje rozen. Als er geen tulpen te vinden zijn, wil ze witte lelies of witte freesia’s als tweede keuze. Studio-brussel-presentator Stijn Van de Voorde was de chef-oplijster van dienst, maar hij vroeg assistentie van o.a. The Van Jets, Flip Kowlier, The Subs, Admiral Freebee, K’s Choice, Milow, Absytnh Minded, Novastar, Hooverphonic, Gabriel Rios en andere coryfeeën van de Belgische pop en rock.
53
54
55
Matthew Carter
mijlpaal in de wereld van de lettertypes Matthew Carter (1939) is een van de belangrijkste personen van Carter en Cone Type, Inc, die hij met Cherie Cone heeft opgericht in 1991. Hij trainde als een punchcutter in Enschede en Zonen lettergieterij (Nederland), werd een ontwerper bij Mergenthaler Linotype (1965-1981), en was medeoprichter van Bitstream, Inc (1981-1991), ‘s werelds eerste onafhankelijke digitale lettertype gieterij. Sinds 1976 is hij een senior criticus aan de Yale University School of Art. Matthew Carter is een meester in het ontwerpen van letters, wiens ambachtelijke lettervormen ongeëvenaarde elegantie en precisie uitstralen. Gedurende zijn carrière, die de migratie van de tekst van de afgedrukte pagina naar het scherm beslaat, heeft hij voor typografische oplossingen gezorgd voor het snel veranderende landschap van tekst-gebaseerde communicatie. Hij heeft met de hand metalen lettervormen gesneden op een wijze die meer dan vier eeuwen geleden werd uitgevonden, gecreëerd voor machineen fotozetwerk, en produceerde een groot aantal van ‘s werelds meest gebruikte digitale lettertypen. Tot op heden heeft Carter meer dan 60 lettertypefamilies ontworpen en meer dan 250 individuele lettertypes, met als gevolg een duizelingwekkende verscheidenheid aan stijlen, waaronder oplevingen van klassieke types evenals excentrieke, expressieve en experimentele vormen. Zijn lettertypes worden gebruikt in zowel gespecialiseerde als alledaagse instellingen, van kunstmusea tot kranten en websites. Ze worden gelezen waar het Latijnse alfabet wordt gebruikt en ook op grote schaal worden ze ingezet, zoals te talen gebaseerd op het Griekse en Cyrillische alfabet. Zijn recente werk is gericht op het ontwikkelen van zeer leesbare lettertypes voor cumputerschermen, inclusief de kleine schermen van een lage-resolutie. Terwijl hij de grondige kennis van de geschiedenis van zijn kunstvorm uitoefent op elk nieuw project, blijft Carter reageren op de stroom van nieuwe ontwikkelingen in communicatietechnologie met een zeer moderne sensibiliteit. Zijn meest bekende letterypes zijn Big Caslon, Carter Sans, Elephant, Georgia, Miller, Tahoma en Verdana.
56
M a te t w MM teattewt aM M w a teatte tM M w w te t aM a te t Ma te tw wa te t w M a te t hw M h a te t w hw h
r
r rr
t
t
a aa aaa aaaaaa
tt
t t
ee e
t tt tt
r
eee
aa a
tt tt ttt tt ttt tt tt tt tt tt
r rr rr rrrr rr rr
rr r r rr r r rr
aa aaa a aaaaa aa aaa aa aaaaaaaaaaaaaaa a aaaaaaaaaaaa aa aa aaa aaa a aaaaaaa aaaaaaaaa aaa aa aaaaa a a aa aa aa a aa a a a a a aa a a aa aaa a aa a a aa a a a a a a aaa aaaaa a aa a a a aa aa a a a a a a a a a a a aa
ttt t t t
tt tt t
tt t tttt t t tt t t ttt tt
t t tt t t
e
t
t t tt
t t t
tt
ee
ee ee e ee
t t t tt tt t t
tt
a a a a aa a a a a a aa aa aa a aaaa aaa a aa ta aaaaaaaa aa
a
t tt t tt t
e ee eee ee ee e ee e e ee ee e e ee ee e e ee e e e e ee e ee ee e e e e
t t tt t t t tt
aaaa aa a aa
t t t t
atwe e a hC aa t e r rre t rrr r r r r M r re e rrrrrr C
CCC a r rr ae rrr r
tt
r
CC
a
r rrrr rrr rrrr r rrrr rr
ee ee
CC r rrrr rrrrrrrrrrr
ttttttttt tt t t tt tt t ttt
a
aa aaa a tttt tt aaaaaaaaaaaaaaa a aaaaa a t ttt aa aaaa a aa aaaa ttt
Elephant
e ee e ee eeee e e eee e ee r e C eeeretee eeee et eee e t tttt
ee ee e ee
p
e e e
h
r rr rr
t t t t t tt
a
a aa aa a a aa
h
h
h
h
h
h
reee et teee C aaaaaa rrteeee ee t t aaaa aa
aa aa aa a aaa a a aa apa paa aa ppp ppaaa p p aaa a pp aa aaa a aa
a aaaa aa
t ttt
e eeeeee ee
tr e eeeee e
Cra
ewew re rrr h r errrrrr r a CaC re r a rttt er hte twe
h h
h
h
tettwwe CaC Mha
ttt t tt tttttt t taa t ttt tttt tt taa tt tttt ttt taa aaa a tt t ttttttttaaaaaaa aaa t ttt t ttaa aa aa aaa t t ttttt aaaaa aaaaaaaa ttttaa aaaaa t t taa aa aaaaaa aa aa aa aaa ttttttaaa aaa aa aa aaaaaaa ttttaaataaaaaa aaaaaaaaaa aaa a aaaaaaaaaa a aa t tt ttaaaaa taaa a aaaa attaaaaaaa aaaaaaaaa at at a ttt taaataattaaaa t aaaaaaaaa aa t tata t ataa a t t eeeeetttt t eee ttttttttt eeeeee ee t te e e ee ee ett eettt eeeeeeeeeeeee ettteeeeee e t e e e eee ee tteeeeeeeeeett t e t e e ee t ee ee eee teeeeeee tt e ee t ee ee ee e e
h
h
h
a
aet w
p p p p p M pp pp pM p p pp pp p pp p pppp p p p p
whwe tawhe t Ma t t tta t t t ttt t
h h h
h
h
h
th a h
ar a e ea at e ee ht eee Mwee ee
h
M M
M aht a te t te a Maa te t M a a aw w te t Mw ate wwtM t a w M e t t aet M M wa te M t w teattM M te tM M a w e at te t Ma te t a te a e w t w tte rr a aw awate t M w r a aaa a a aawaaw ate t waM w r r ra t
57
f lie fddeee e i l f d lie ef li
e
lliie edfe f l i e l f i dee e f d d l e i e f liieefddee l fde lief de liefd e lfidee liiee df e f l liefde de in de d ee f e i lliefd e lliieeffd ee d d ed f e d i f l f e ei i l l
kunst
kunst
& in de
volstaat het instinct
- anatole france
lief de f de e i l ieffde llie
l ll i l iieef li ieefdfdde f e d ee f d e l e d ee liieefeffde lili de e f e d d fde ief l lie
li l ef liiefdede e f lief de liefddee l i e f d e llief fdee
ede
e
Mono