AIM.ART

Page 1

Barefoot & The Shoes - Koorddansers fleuren Brussel op - Wijven - THE Black Market Collective - Kunst(enaar) In Huis - DE INVASIE - Home - Vormen - Caustic Love


Het coverbeeld ‘Nacht’ werd gecreëerd door illustrator Korneel Detailleur in opdracht van De Morgen.


EDITO

Een magazine maken over en voor jonge creatievelingen die intensief bezig zijn met kunst en cultuur? Piece of cake, dachten we. Maar de realiteit blijkt toch wat genuanceerder. Want wat houdt ‘cultuur’ in? En wat kan als kunst beschouwd worden? Één ding is zeker: les goûts et les couleurs, on ne discute pas. In AIM.ART trachten we met diepgaande en luchtige artikels een licht te werpen op wat kunst en cultuur vandaag de dag voor jongeren betekent. De focus ligt op de manier waarop zij hun talent ten volle ontwikkelen en zo hun creaties naar een hoger niveau tillen. Van een illustratieve duizendpoot tot stoere muzikanten en ferme ontwerpers: we mikten hoog, en schoten raak. Aim (for) art? Doel bereikt. Aimée, Cindy en Yasmien


28

6

34

66

4

52

Inhoud 42

22

18

60


6

1

Edito

4

Kort Nieuws

Galerij

66

Evenementen

Fotoreportage

68

Colofon

Designplatform

De Invasie 18

Folkrock-band

Barefoot & The Shoes 22

28

The Black Market Collective Koorddansers fleuren Brussel op

34

Kunstuitleen

Kunst(enaar) In Huis 49

52

Videoproductiehuis

Future Talents

Ontwerperscollectief

Vormen Creatieve opleidingen in de kijker

Flying Home Tom Ă la ferme Home Wijven

R e c e n s i e s 46 Albums

44 Film

Luca School of Arts

42 Theater

60

5

The Horrors Paolo Nutini Lykke Li

Luminous Caustic Love I Never Learn


Leuven Befolkt zet straatmuzikanten in de kijker KORT NIEUWS

Vernieuwd sociaal statuut voor kunstenaars Sinds 1 april 2014 zijn er nieuwe regels met betrekking tot werkloosheid bij kunstenaars. Het toepassings­ gebied van de verschillende regels werd uitgebreid en gelijk­geschakeld voor alle artiesten. Nu vallen zowel scheppende als uitvoerende kunstenaars onder het ver­ nieuwde kunstenaarsstatuut en kunnen ze terug­vallen op de voordeelregels voor werkloze kunstenaars. ‘Er treedt ook een omzetregel in werking waarbij het ontvangen brutoloon aan de hand van een berekening omgezet wordt naar een aantal onvergoedbare dagen. Vroeger was het nog mogelijk om - tegen de regels in - inkomsten van verschillende dagen samen in te brengen op één dag en zo een hogere uitkering te ver­ krijgen. Het vernieuwde statuut pakt dit misbruik aan’, aldus een sociaal bureau voor kunstenaars. (AB)

Zaterdag 26 april organiseerde Leuven Befolkt de eerste editie van de straatmuzikantenwedstrijd ‘So you think you can busk’. Het concept is simpel: deelnemers krijgen een uur de tijd om op straat zoveel mogelijk geld bij mekaar te spelen. ‘Ik wilde iets doen met straatmuzikanten. In Leuven mag je op straat spelen zonder vergunning, zolang je niet langer dan een uur op dezelfde locatie blijft staan’, legt organisatrice Marieke Van Ransbeeck uit. De wedstrijd vond plaats op drie locaties in het centrum van Leuven, waar artiesten het beste van zichzelf toonden tussen 12 en 18 uur. Op de Grote Markt, in de Diestsestraat en aan Museum M waren afwisselend optredens te zien van onder meer Raindog, Johan & Wilma, Chasing The Albatross en Barefoot & The Shoes. Nadien volgde een officiële prijsuitreiking en een verrassingsconcert in café ’t Ver­ volg in Leuven. Met net geen zeventig euro waren Johan & Wilma de welverdiende winnaars van de wedstrijd. Ze wonnen een betaald concert van Leuven Befolkt en een kleine versie van het bekende Leuvense standbeeld ‘Het Fonske’. Barefoot & The Shoes eindigden op de tweede plaats met 41 euro. In totaal zamelden de negen ingeschreven groepen 290 euro in. (CVA)

Gent krijgt eigen graffititour Sinds begin mei heeft Gent als eerste Belgische stad een eigen graffititour: de Concrete Canvas Tour. Het initiatief komt van Street Art Belgium. Te voet of per fiets worden liefhebbers gratis en voor niets langs de meest iconische graffiti- en street-artwerken in de Gentse binnenstad gegidst. Alle 54 wer­ ken werden legaal gerealiseerd en vooral het werk van Bue The Warrior is goed vertegenwoordigd. Het plannetje dat je de weg wijst en extra info geeft over de diverse artiesten, bekom je in vier talen bij kunstencentrum Vooruit, de Dienst Toerisme van de stad Gent en in shops Dope en Zimba. (AB) Werk van Bue The Warrior.


Wim Willaert is Master van 8ste editie Filmfestival van Oostende Voor de achtste editie van het Filmfestival van Oostende (FFO) is de acteur, regisseur en muzikant Wim Willaert gekozen tot het gezicht van het festival. Recent was hij nog te zien in de tv-serie Eigen Kweek in de rol van Frank Welvaert. Met de titel Master van het festival treedt Willaert in de voetsporen van bekend­heden als Johan Heldenbergh, Arno en Tom Barman. Als gastheer mag Wim Willaert zijn favoriete films kiezen en mag hij enkele Jonge Helden in de kijker zetten tijdens het filmfestival. Deze vier Jonge Helden zijn veelbelovend op au­ diovisueel vlak. Dit jaar is de eer weggelegd voor Maximiliaan Dierickx, de cameraman van o.a. kortfilm Tweesprong en Dave, een Radio Soulwax-project . Ook is er de Jonge Held Gilles Cou­ lier. Hij regisseerde de kortfilms IJsland, Paroles, Mont Blanc en de nieuwe tv-reeks Bevergem. Een tweede jonge regisseur is Maxim Stollenwerk. Hij deed de regie van de kortfilms Karkas en Lilith. Liesa Van der Aa, actrice, muzikante en zangeres, is misschien wel het bekendste gezicht van de vier. Ze is momen­ teel te zien in de VTM-serie Cordon. Het Filmfestival van Oostende vindt dit jaar plaats van 12 tot en met 20 september 2014 en heeft drie verschillende com­ petities. Nieuw sinds dit jaar is Taste of Europe waarbij zes Europese nationale producties de strijd aangaan. Een tweede competitie is LOOK! waarbij de focus ligt op het werk van de professionelen achter de schermen. Zes internationale films nemen hieraan deel. De kers op de taart van het FFO zijn nog steeds De Ensors, de uitreiking van de Vlaamse Filmprijzen. De Ensors worden uitgereikt tijdens het Gala van de Ensors, op 20 september. (YV)

Pop-up Art Shop positief onthaald Van 18 april tot en met 4 mei werd de site van 10/12 omgebouwd tot een popup shop waar jonge artiesten hun werken konden tentoonstellen. 10/12 ontstond 5 jaar geleden en is een kleine galerij in hartje Brussel. Ze omschrijven zichzelf als ‘een ruimte voor creatie, onderzoek en tentoonstelling’. Het is een nonprofit organisatie, in stand gehouden door een groep kunstenaars uit verschillende disciplines. Uitzonderlijk aan de galerij is dat ze een woon- en werkplek biedt aan de deelnemende kunstenaars. Bezoekers van de tentoonstelling konden aan uitzonderlijke prijzen een werkje op de kop tikken van beginnende kunstenaars en tegelijk ook kennis maken met deze jonge talenten. De Spring Art Shop bood onder meer fotografische afdrukken, tekeningen, en literaire creaties aan en was elke dag geopend van 14 tot 19 uur. De officiële opening van de pop-up shop op 17 april was een succes. ‘We zijn zeer tevreden over dit project. De samenwerking tussen de kunstenaars en de galerij verliep vlot, de kwaliteit van het voorgestelde werk lag hoog en de bezoekers waren door­ gaans zeer positief over de werken en het initiatief van een Pop-up Art Shop’, legt Eric Eggerickx, medeorganisator van 10/12 uit. (CVA)

Jonas Van Thielen eert Peter Sellers met PSP De Leuvense acteur Jonas Van Thielen (28) bracht met zijn solovoorstelling PSP (Peter Sellers Project) een eer­ betoon aan wijlen Brits acteur Peter Sellers, die wereldberoemd werd door de rol van Inspector Clouseau in The Pink Panther . De voorstellingen waren van eind maart tot midden mei te zien op een drietal locaties in Vlaanderen. Het was Van Thielens’ derde solovoorstelling na De Leeuw van Vlaanderen / een tribute en Live Achievement. In PSP speelde hij scènes na uit Peter Sellers’ filmoeuvre. Jonas Van Thielen deed dit op een ludieke manier door te verwijzen naar het menu van een DVD, waar je o.a. kan kiezen tussen de ‘scène selection’ en ‘subtitles’. Hoe­ wel Van Thielen zich vooral focuste op de Britse acteur deed hij dit ook met een knipoog naar zichzelf. De jonge acteur ging tijdens zijn voorstelling meerdere keren uit de kleren op het podium en liet hierbij weinig aan de verbeelding over. Van een potlootventerjas naar een wit - niet zo elegant - glitterkleedje, in de voorstelling PSP kreeg je het allemaal te zien. Momenteel werkt Van Thielen samen met Arnout Hauben en Mikhael Cops aan de documentairereeks ‘Ten Oorlog’ over WO I. We gaan dus ongetwijfeld nog heel wat horen van deze jolige acteur. (YV)


Yves Drieghe en Bert Pieters op het terras van Vlaams cultuurhuis De Brakke Grond voor De Invasie van Amsterdam.


Voor starters is de invasie een testplatform Over robots, strijders en kruisbestuivingen

De Invasie bekoort al enkele jaren menig liefhebber van jong creatief talent. Het platform tracht jonge Belgische en Nederlandse ontwerpers uit diverse disciplines in de kijker te zetten door evenementen te organiseren en stevig in te zetten op (online) communicatie. Wij trokken naar het event De Invasie van Amsterdam en zochten uit waar De Invasie nu precies voor staat.

TEKST Aimée bruyninckx foto’s aimée bruyninckx & De invasie

9


V.l.n.r.: beelden van De Invasie van Antwerpen, Kortrijk en Amsterdam.

A

an het woord: ‘robots’ Yves Drieghe en Bert Pieters, boegbeelden van de vrijwilligers­ organisatie. Samen met Heide Vanderieck, Pieter Michiels en Els Pollet richtten zij De Invasie op in de overtuiging dat zij jonge ontwerpers kunnen ondersteunen en hen een springplank bieden richting de grote plas van het ondernemerschap binnen de creatieve sector. ‘Je hoeft niet bezig te zijn met design om naar een van onze evenementen te komen. Je kan je ook gewoon laten overdonderen door al dat jong geweld.’

g­ igantisch veel veranderd in het landschap. Wij spraken reeds over creatieve ondernemers nog voor dat Vlaams minister-president Kris Peeters er van durfde dromen.’ Bert: ‘Tegelijkertijd met De Invasie zijn er veel gelijkaardige organisaties ontstaan. Zo bestaan Ventura ­Lambrate in Milaan en DMY in Berlijn dit jaar ook vijf jaar. We hadden net de grote economische crisis achter de rug en er was een overaanbod aan afgestudeerden die niet op de arbeidsmarkt terecht konden in de toegepaste kunsten. Dan is het een logische stap om een eigen zaak op te starten.’

Yves: ‘Voor het ontstaan van De Invasie moeten we teruggaan tot 2010. Toen waren er veel marktjes waar ‘crea-bea’s’ zelfgemaakte spullen verkochten, maar daar geen economisch model aan koppelden of er geen grote toekomst in zagen. Daar was heel veel aandacht voor en in de pers leek het wel alsof jonge ontwerpers altijd op zo’n manier bezig zijn. Terwijl die marktjes wel veel volk lokten, voelden veel vrienden van ons en andere ontwerpers die we kenden zich daar niet op hun gemak. Deelnemen aan zulke marktjes was niet het profiel dat zij wilden geven aan hun merk of zaak. Er zijn ook jonge ontwerpers die echt iets met hun product willen doen en daar een bedrijfje, een label van willen maken. Het zou negatief geweest zijn voor hen om tussen mensen te staan die daar niet op die manier mee bezig zijn. Dat is geen kritiek op mensen die het wel op die manier aanpakken, maar het is gewoon niet onze piste. Dat is het startschot geweest van De Invasie.’

Yves: ‘Met de groep mensen met wie wij gestart zijn, was niemand mee bezig en er was totaal geen interesse voor hen. Die groep modderde maar wat aan; ze startten en ze stopten terug, maar niemand die er aan dacht om die startende ontwerpers een duwtje in de rug te geven. Nu is het heel hip om over jonge ontwerpers en craftsmanship te praten, maar toen was daar heel weinig rond te doen.’

Bert: Wij spraken reeds over creatieve ondernemers nog voor Kris Peeters er van durfde dromen

Bert: ‘Toen we er aan begonnen, voelden we meteen aan dat het veel groter zou worden dan dat we oorspronkelijk in gedachten hadden. Ondertussen is er al 10


Er worden nu een paar gezichten op De Invasie geplakt en dat is nooit onze bedoeling geweest. Bij een ­mislukking, wordt er nu meteen naar die gezichten gekeken en dat is jammer. Voor ons is De Invasie niet wij vijf, maar het hele netwerk van mensen dat er aan vast hangt.’

Bert: ‘Iedereen wil er nu iets mee doen, maar iedereen wil er ook een graantje van meepikken. Ik weet niet hoe het verder zal evolueren. Als jonge ontwerper wil je binnen een platform als De Invasie groeien en je ding doen. Je wil niet te veel gestuurd worden door wat voor iedereen als ‘logisch’ aanzien wordt en ook wat tegengas geven. Binnen De Invasie kan dat.’

Yves: ‘Binnen onze organisatie testen we graag ­dingen uit. Zowel voor de ontwerper als voor ons moet De ­Invasie een soort van spielerei kunnen zijn. Je moet ­dingen kunnen proberen en zien wat het geeft. Er is plaats voor trial and error. Diegenen die bij ons komen met de i­ nsteek om er zoveel mogelijk uit te halen, z­ ullen nooit the winners zijn. De grote succesverhalen zitten net in die mensen die komen met het perspectief dat ze hier mensen zullen ontmoeten die met hetzelfde bezig zijn. En misschien komen ze hier dan ook te weten wat werkt en wat niet. Dat zijn de waardevolle projecten. Daar doen we het voor.’

Trial, error en spielerei

Yves: ‘In het begin waren we erg ideologisch. We hadden een duidelijke visie en een duidelijk doel voor ogen waar we niet van wilden afwijken. We hadden geen ­gezicht, onze organisatie werd gedragen door ‘De Robot’. We werkten liever achter de schermen en waren zogezegd niet aanwezig.’ Bert: ‘Omdat we ‘soldaten’ net iets te agressief en te voor de hand liggend vonden, hebben we ervoor gekozen om onszelf robots te noemen, terwijl dat in feite langs geen kanten klopt.’

Bert: ‘Het was een bewuste keuze om de deel­ nemers ‘strijders’ te noemen. Het gaat om mensen die ­s­trijdbaarheid in zich hebben om in een economisch moeilijk landschap iets waar te maken en een zaak te beginnen in de creatieve sector. Dat heeft enige nood aan scherpe profilering.’

Yves: ‘Op een bepaald moment wilde de pers wel echt weten wie er nu achter de organisatie zat. Wanneer ze het nu over ons hebben, zeggen ze gewoon ‘Robot Yves’ en ‘Robot Bert’, alsof dat de normaalste zaak van de wereld is. We gebruiken nog steeds een robot in onze communicatie en hebben nog nooit een evenement ­ georganiseerd met dezelfde huisstijl. Maar het robotje komt wel altijd terug.’

Geen design op een witte sokkel

Bert: ‘Bij nieuwe strijders gaat het ons om het ­vernieuwend karakter en de kwaliteit van het product en de wil om er ook echt iets van te maken. Alleen is het moeilijk om op een bepaalde manier objectief te blijven. Daarom hebben we van in het begin besloten om een jury onder de arm te nemen.’

Bert: ‘Achteraf gezien zouden we nu minder kwetsbaar zijn indien we ons niet bekend hadden gemaakt. Ook De Invasie moet dingen fout kunnen doen en kunnen ­mislukken. Het zou absurd zijn mocht dat niet ­kunnen. 11


Yves: ‘Over al die jaren heen hebben we nu al zoveel samenwerkingen zien ontstaan. Te weten dat dit mensen zijn die elkaar via De Invasie hebben leren kennen, is echt ongelofelijk.’

Yves: Zowel voor de ontwerper als voor ons moet De Invasie een soort van spielerei kunnen zijn

geen webshop meer hebben. Voor de evenementen zijn het er nog evenveel.’ Yves: ‘Dat is logisch. Ons verkoopkanaal is weg en ­sommigen hebben dan niet meer de idee dat er nog steeds veel voor hen in zit.’ Bert: ‘Er is heel veel veranderd nu de webshop er niet meer is en we minder evenementen organiseren, maar we zijn wel bewust met de webshop gestopt. Het was een Vlaamse koterij geworden; de website moest ­volledig ­opnieuw gebouwd worden en de werkdruk was ­gigantisch. De kost om de website te laten h ­ erbouwen bleek echter enorm te zijn. Indien ons crowdfundingproject in 2013 geslaagd zou zijn, had de webshop a­ llicht wel nog ­ bestaan. Maar voortdoen met het ­ systeem dat we ­hadden en met de werkdruk die er was, was niet h ­ aalbaar. De financiële overflow die we daar van ­hadden, is nu dus ook een pak minder. Hierdoor is de organisatie op financieel vlak nu iets berooider dan twee jaar ­geleden, maar de werkdruk is haalbaarder ­geworden zonder aan exposure te verliezen. ­Ondertussen is het ­niveau g­ estegen, en de jury wordt ook alsmaar ­k ritischer.’

Yves: ‘Momenteel is de jury echter nogal v­ rouwelijk en daar willen we aan werken omdat we merken dat typisch mannelijke vormgeving of producten het m ­ oeilijker heeft om door de selectie te geraken. ­Momenteel ­zetelen er veertien personen in de jury: de vijf ­oprichters en negen vaste externe juryleden. Meestal komt daar ­ ook nog een van de gastvrouwen of heren van het te ­organiseren evenement als gastjurylid bij.’ Bert: ‘Leden betalen honderd euro per jaar om ­gebruik te maken van ons netwerk, bestaande uit de ­website en de Facebookpagina en een stevige mailinglist. Na drie jaar verdubbelt het lidgeld. Zo worden de ­jonkies en de organisatie zelf extra ondersteund.’

Yves: ‘Van in het begin is onze insteek wel geweest om design niet op een witte sokkel te zetten en het voor i­edereen toegankelijk te houden. Daarom is het ­belangrijk dat onze evenementen gratis zijn voor het publiek. O ­ ntwerpers moeten ook gemakkelijk kunnen

‘Het aantal lopende aanvragen voor lidmaatschap is ­verminderd tegenover vroeger, dat komt omdat we nu

12


POCKETMEN ’Leuk als mannen er goed uitzien’

en vooral durven aankloppen bij ons. Wij kunnen wel ­voorstellen of De Invasie geen interessant platform voor hen kan zijn, maar ze moeten zelf de moeite doen om een dossier en een portfolio op te stellen en dat door te sturen. Het belangrijkste is dat ze eerst goed nadenken over zichzelf en hun product.’

De Nederlandse Juliette De Graaf is docente kunst­ geschiedenis, grafisch vormgeefster en sinds kort ook ontwerpster van POCKETMEN. Met dit n­ ieuwe ­accessoire wordt de cliché pochet voorgoed uit het straatbeeld gebannen. ‘Ik was op zoek naar een ­origineel cadeau voor mijn vriend en heb toen de ­eerste POCKETMEN voor hem ontworpen. Daar kreeg hij zoveel leuke reacties op, dat we besloten hebben om het in een grotere oplage te ­produceren. Ik vind het gewoon leuk als mannen er mooi ­uitzien.’ Aan de hand van twee simpele pins wordt het ­accessoire in no time opgespeld en hoeft de moderne man geen rekening meer te houden met een ­matching sierdoekje om zijn outfit compleet te maken.

‘We focussen ons ook van in het begin op verschillende disciplines. We wilden daar geen rem op zetten omdat we geloven in kruisbestuivingen. Het is niet alsof een meubelontwerper en iemand uit mode niet met elkaar zouden kunnen praten. Ze leren net heel veel van elkaar. We trachten dan ook steeds een evenwicht te zoeken tussen de diverse disciplines wanneer we een evenement organiseren, al halen we voor mode jammer genoeg nooit ons streefdoel. Voor de bezoekers is het ook leuk om vertrouwde gezichten op evenementen terug te zien, dus een mix van nieuwelingen en ‘anciens’ is belangrijk. Die combinatie is gewoon ook heel fijn, want ze geven elkaar een duwtje in de rug.’

‘De eerste versies van POCKETMEN waren hand­ gemaakt, maar nu worden ze hightech ­vervaardigd met de techniek van waterstraalsnijden. Achteraf worden ze wel gepolijst om ze minder hard te maken, maar ze blijven stoer en mannelijk.’ De POCKETMEN zijn ver­ krijgbaar in messing (een ­legering van koper en zink), aluminium en roestvrij staal. Every Cloud, The ­Oscar, Making Waves of Working Class? Elk ontwerp heeft een eigen naam en zo is er dus voor elke dandy wat wils.

Bert: ‘Ruw geschat zullen er tot nu toe tussen de ­t weehonderd en de tweehonderdvijftig strijders de revue gepasseerd zijn, met komen en gaan bij. Per jaar werken we met een groep van vijftig tot tachtig strijders die in dat jaar actief zijn.’ Yves: ‘Hoe meer onze strijders ons nieuws over zichzelf en hun product bezorgen, hoe meer wij hen kunnen ­promoten. Ze hebben zelf in de hand hoe intensief ze ­gebruik maken van ons online platform. Het is hun ­eigen keuze en verantwoordelijkheid.’ Yves: ‘Wanneer mensen niet geselecteerd worden, geven we feedback indien ze dat vragen. Die geven we e­ erlijk, net zoals het op de juryavonden is gezegd geweest. ­A nders heeft dat ook geen nut. Allicht hebben we op die manier wel al op enkele mensen hun tenen getrapt.’ Bert: ‘Bij het geven van feedback proberen we steeds b­ eleefd te zijn, maar ik weet niet of we altijd even tactvol zijn geweest.’ Yves: ‘In ieder geval is het beter dat ze het van ons h ­ oren, dan dat ze naar De Invasie komen en ze op het e­ venement zelf pijnlijk moeten ondervinden dat ­iedereen hen straal voorbij loopt.’

Netwerken en kruisbestuivingen

Bert: ‘Soms kunnen we ongelofelijk slecht gezind worden op ontwerpers omdat ze niet goed s­nappen hoe onze ­ organisatie werkt. Ze betalen bijvoorbeeld ­honderdtwintig euro om deel te nemen aan een ­evenement van twee ­dagen in het centrum van ­A msterdam, maar willen dan niet inzien dat het ­onmogelijk is dat daar een winstmodel achter schuilt. Tegelijkertijd zijn ­zeventig

Juliette De Graaf en partner Leon Joanknecht op De Invasie van Amsterdam. Hij heeft POCKETMEN-model ‘No Mountain’ opgespeld.

13


procent van onze strijders wel heel loyaal en trouw. Ze denken mee en geven ­constructief feedback als er iets niet goed is. Dat is positief en daar halen we veel uit. Qua return en netwerk is De Invasie erg interessant en zoveel waard voor iedereen die er aan meewerkt. All in all hebben wij er op die vijf jaar tijd ook een serieus ­netwerk uitgehaald voor onszelf. En volgens mij is daar ook niks mis mee.’ Yves: ‘Dat netwerk is heel breed: van pers tot o­ ntwerpers en leveranciers. Dat zijn de mensen die ons energie g­ even en die maken dat we er voor gaan.’ Bert: ‘Els heeft een evenementenbureau en had al ­ ervaring met het organiseren van grootschalige ­evenementen. Zij haalt hier ook ideeën uit over hoe ze toekomstige evenementen kan aanpakken. Heide is zelf ontwerper, dus breidde zij haar netwerk van contacten ook uit. Pieter baat het BudaLab in Kortrijk uit en legt via De Invasie connecties met mensen die voor hem een rol kunnen spelen.’

Bert: Nederland is een designland, maar de kwaliteit ligt echt niet zoveel hoger dan in België Yves: ‘Op vlak van organisatie en netwerken is dit een win-win voor alle partijen. Degene die de juiste insteek hebben, zijn ook degenen die voor het netwerk gaan. En dat netwerk is eindeloos. Over al die jaren heen ­hebben we nu al zoveel samenwerkingen zien ontstaan. Te w ­ eten dat dit mensen zijn die elkaar via De Invasie hebben leren kennen, is echt ongelofelijk.’ Yves: ‘Strook, een van onze ontwerpers heeft net een bril gemaakt voor Theo, een van de partners die ons reeds van in het begin ondersteunt. Binnenkort gaat die in productie en komt die op de markt. Strook had reeds vijf of zes samenwerkingen op z’n palmares staan, en nu heeft hij onlangs ook Atelier Bonk opgericht ­samen met ­INTERROR.be. Dat zijn samenwerkingen die wij heel graag zien gebeuren. Er vloeien echt veel ­k ruisbestuivingen uit de organisatie voort. Ontwerpers als La Femme Garniture, Moupila, MAT, ­Atelierdubbeloo en TITI + THE GERMAN KID hebben allemaal reeds samenwerkingen met andere ontwerpers binnen De

Onder de naam Heidewinne ontwerpt mede-­ oprichtster Heide Vanderieck juwelen en nam ze als strijder reeds deel aan diverse ­evenementen.

14


MAT ‘Als het product goed is, dan kan je alles doen’

­Invasie achter de rug. En dat zijn nog maar degene ­waarvan we het weten.’ Bert: ‘Het lijstje van mensen die elkaar leren kennen is eindeloos. Na vijf jaar zou het een leuke oefening zijn om op te lijsten wie er nu allemaal al de revue is ­gepasseerd. En ik denk dat er sowieso ook zaken tussen zitten waar we niet zo trots op zijn.’ Yves: ‘Er zijn al veel ontwerpers gestopt en dat is ook logisch. Dat is hoe het is. Net daarom is De Invasie goed, want hier mogen ze even testen of het marcheert of niet. Ze zitten nog even onder onze vleugels: er komt veel volk naar de evenementen maar evengoed zijn ze daar toch nog een beetje anoniem. Slaat mijn product aan en werk ik als persoon? Voor de echte starters is dit een testplatform.’ Bert: ‘Vijftig tot zestig procent neemt wel deel aan meerdere evenementen. Tegelijkertijd zien we dat v­ elen slechts één keer deelnemen en het dan opgeven, om ­welke reden dan ook. Een vaste job, te weinig tijd, of toch niet zo’n goed product. Ergens is het net goed dat ze niet allemaal terugkomen. Het zou raar zijn om ­telkens dezelfde mensen mee te nemen. Van de edities in ­Brugge en Kortrijk zijn de meeste strijders o­ vergebleven.’

Aalstenaar Matthias Phlips maakt zeefdrukken, prints, tekeningen en schilderijen. Droge humor is zijn handelsmerk en onder de naam MAT is hij ­bekend voor het betere illustratorwerk. W ­ ekelijks claimt zijn naakte Daniël een plekje in het weekend­ magazine van De Standaard. ‘Ik ben de tekenin­ gen beginnen maken toen ik grafische vorm­geving studeerde. Met het potlood in de vuist ben ik ­ ­beginnen tekenen als een soort van tegenreactie op het grafisch vormgeven, want op school moest alles altijd conceptueel en speciaal zijn. Het was nooit echt de bedoeling om daar iets meer mee te doen.’

Geen Vlaams verhaal. Of toch?

Bert: ‘Van in het begin hebben we ook Nederlandse ­deelnemers en nu merken we dat steeds meer ­Brusselse ontwerpers ook over de boeg komen. Er zijn w ­ einig ­starters in de toegepaste kunsten in Wallonië, of ze zwermen direct uit naar Frankrijk. Comptoirs des ­ ­Ressources Creatives uit Luik zet meer in op het netwerk, en niet op evenementen. Wat wij doen, dat bestaat niet in Wallonië.’

Momenteel werkt MAT als grafisch vormgever bij een Gents bureau en is hij halftijds ­zelfstandig ­illustrator in bijberoep. Via bevriend strijder ­Stefaan De ­Croock van Strook en Atelier BONK kwam hij bij De Invasie t­erecht en deed hij met de o ­ rganisatie ­ondertussen reeds vijf steden aan. ­‘Mensen die naar evenementen van De ­Invasie ­komen, ­willen ­leuke dingen zien en iets kunnen kopen. Bij mijn eerste deelname had ik g­rotere w ­ erken en s­childerijen mee, maar die kan je moeilijk aan een lagere prijs verkopen. Nu heb ik kleinere w ­ erken die ­betaalbaarder zijn. De prijzen hoeven niet te hoog te liggen. Ik vind het gewoon leuk om de ­mensen te zien lachen en ze iets mee zien nemen naar huis.’

Bert: ‘Er is ook nog steeds weinig profilering naar het buitenland toe, terwijl dat net interessant is voor ons land en zijn onderwijsinstellingen. Dat is het ­onder-de-kerktoren-principe van België. Maar duw en trek dat open en kijk eens verder, want in toegepaste kunsten als mode en design zal je het in Vlaanderen ­a lleen niet maken.’ Yves: ‘We waren het ook een beetje beu om enkel ­binnen België van stad naar stad te trekken, dus zijn we ondertussen ook reeds naar Riga, Amsterdam en twee maal naar Milaan geweest. Als je dan achteraf te horen krijgt dat één van de ontwerpers zo een verkooppunt in ­Brazilië of aankopers in Japan heeft verworven, dan weet je dat het werkt en dat zij er echt klaar voor zijn. De ontwerpers moeten er nog altijd zelf voor zorgen dat hun producten tot daar geraken en dat ze goede whole­ saleprijzen hebben. Wij bieden gewoon het kader aan en als we merken dat het doenbaar is om naar het buiten-

In september dit jaar brengt Phlips een boek uit bij uitgeverij Lannoo waarin zowel alle illustraties van Daniël als nieuw werk worden opgenomen. En of hij Daniël soms niet beu wordt? ‘Soms wel. Het is ­stresserend om elke week iets nieuws voor hem uit te vinden, vooral omdat hij niets zegt. Terwijl taal net iets is wat ik in mijn andere werken wel frequent gebruik.’ 15


Op alle invasies zijn diverse disciplines goed vertegenwoordigd.

land te trekken, dan vind ik dat we daar nog even op ­moeten inzetten. Iets in België organiseren is fijn, het is een thuismatch. Maar er is meer dan België alleen.’

is rocken. Of Lichting, waar de zes mode-opleidingen ­samen een catwalk o­rganiseren voor de twaalf b­ este ontwerpers a­fgestudeerd aan hun a­cademies. Dat ­ ­hebben wij hier niet. Het s­ amenhorigheidsgevoel tussen onderwijs­instellingen ontbreekt en dat is een probleem. De studenten ­ worden ook niet opgeleid om op een ­‘ kwalitatieve’ manier a­ anwezig te zijn op een eindejaars­ tentoonstelling. Op de eerste avond komen er vaak het meest aantal b­ ezoekers, maar dan gaan Belgische ­studenten liever zelf alles ­bekijken.’

Bert: ‘Ik voel niet de noodzaak om een p ­ aternalistische overheid te hebben die creatieve starters tien ­schouderklopjes geeft en na drie jaar zegt: trek je plan. Dat werkt niet. Er zijn Belgische overheids­instellingen die zich bezighouden met het stimuleren en onder­ steunen van jonge ontwerpers, maar die zijn helemaal niet zo bekend als je niet in die wereld zit. Wat de overheid nu doet, vind ik niet slim. Door uit te ­pakken met cutting-edge craftsmanship worden enkel de overheid en de regio’s gebrand. Steek het geld liever in e­ venementen en o­ rganisaties die er al zijn, zo creëer je een goed ­imago rond je land. Kijk naar wat Nederland gedaan heeft. Oké, de subsidies daar zijn dramatisch op dit vlak, maar zij zijn er wel in geslaagd om te zeggen: Nederland, that’s a design country, punt andere lijn. ­Nederland is een designland, maar de kwaliteit ligt echt niet zoveel hoger dan in België.’

Yves: ‘Het wordt niet aangeleerd om jezelf te p ­ romoten. In Nederland wel, en dat merk je. Zij staan daar met veel goesting en willen over hun werk vertellen. Ze ­willen dat je begrijpt waarover het gaat.’ Bert: ‘Wij en ook de pers krijgen bijna nooit ­uitnodigingen van scholen, terwijl het – cru gesteld – na vijf jaar misschien toch al eens interessant zou zijn om dat wel te doen. In Milaan wordt er al eens smalend gelachen wanneer een Nederlander een nieuw ontwerp voorstelt. Nederlanders blazen vaak hoog van de toren, maar er wordt wel steeds afgewacht of het effectief iets voorstelt. Dat missen wij Belgen een beetje, dat af en toe eens iets breder uitpakken met wat we doen.’

‘Voor zover ik het kan inschatten heeft Nederland heel hard ingezet op het onderwijs. Ik denk dat de ­Belgische scholen dan ook nog voor een heel aantal ­grote ­uitdagingen staan. In vergelijking tot ­Nederland zijn onze eindejaarstentoonstellingen - buiten de ­modeshows van La Cambre, KASK en de A ­ ntwerpse Modeacademie een lachertje. Op dit moment is het een a­mateurclubke. De Dutch Design Week in Eind­ hoven waar ook ieder jaar de eindtentoonstelling van de ­ Design Academie wordt ­ tentoongesteld, dát

Yves: ‘Momenteel is er nog geen nieuwe invasie gepland. In februari 2015 bestaan we vijf jaar. Ons feestjaar ­begint in september, maar we weten nog niet waar of in welke vorm we dat zullen vieren. Maar laten we één iets weggeven: we hebben wel vijf wilde plannen voor ons vijfjarig bestaan!’ 16


Bert Pieters Yve sD rieg he

ts robo

gemiddeld # deelnemende strijders per invasie

ollet Els P

DE INVASIE Amster dam

Riga Milaan

Brugg e Leuven Kortri jk Gent Antwe rpen Milaan

edities

disciplines

Februa ri 2010 septemb er 2010 Maart 2011 Maart 2012 Maart 2013 April 2 013 Novemb er 2013 April 2 014 Mei 201 4

RP

MOD

GR A

FI

IN T E RIE

IGN DES FIE

A GR

WE

HI T EC T U U R   F O O C R D  )A R U NT WERP  FOT O O SC H J U W E E LO N T E

Heide Vanderieck Piete r Mic hiels

x

10


18


A work of art is the unique result of a unique temperament.

Oscar Wilde 19


Folkrock-band Barefoot & The Shoes

Liever een klein Maar vol cafĂŠ dan een lege Grote Markt Marijn Geerts, drummer bij Barefoot & The Shoes

V.l.n.r.: Brent Buckler, Sander Cliquet, Marijn Geerts en Vincent Lembrechts. 20


Met hun eigenzinnige folk- en rocknummers fleurden ze al verschillende middelgrote festivals op. Marktrock in Leuven, Suikerrock in Tienen en Mano Mundo in Boom zijn er slechts enkelen van. In maart speelden ze het voorprogramma van Eva De Roovere in de Ancienne Belgique in Brussel. Brent Buckler, singer-songwriter van de groep en ook wel bekend als Barefoot, en The Shoes: broer van Brent en gitarist Sander Cliquet, drummer Marijn Geerts en bassist Vincent Lembregts vormen samen een folkrockband met melodieën die recht uit de hoogdagen van de folk tijdens de sixties lijken te komen.

Brent, jij bent de zanger en tekstschrijver van de groep. Waar haal je je inspiratie? Sander: Brent heeft heel veel fantasie. Bij de meeste mensen ebt de verbeelding weg wanneer ze ouder worden. Bij Brent niet. Brent: Ik heb inderdaad veel fantasie. Mijn nummers ontstaan ook meestal uit langere verhalen die ik schrijf. Op het eerste gezicht lijkt het soms alsof mijn teksten wat vreemd zijn, maar daarachter zit vaak wel een diepere betekenis. Zeker in de liedjes die ik schrijf voor het Nederlandstalige project waarmee ik momenteel bezig ben. Wanneer je in het Engels zingt, luistert er niemand naar de tekst. In het Nederlands ligt dat anders. Mensen begrijpen wat je zingt, waardoor ze automatisch meer naar de tekst luisteren en waardoor ik ook meer gemotiveerd ben om een mooie tekst te schrijven. Sander: Onze nummers ontstaan ook niet allemaal op dezelfde manier. Soms is het een echt groepswerk. Soms schrijft Brent de basis en vullen wij de rest in, maar het gebeurt ook dat ik met een riff kom en dat Brent er de tekst bij schrijft. (N.v.d.r. Een riff is een korte herken­ bare melodie die doorheen het nummer herhaald wordt.) Dat deden we bijvoorbeeld ook bij het nummer dat we schreven voor Los Flamencos. (N.v.d.r. Los Flamencos is een langspeelfilm van Daniel Lambo en Thomas Leyers.) Eerst schreef ik een riff, nadien gingen we op zoek naar elementen die het nummer een Mexicaans kantje konden geven en toch nog de eigenheid van Barefoot & The Shoes behielden. Brent: Het varieert inderdaad van nummer tot nummer. Het is zeker niet zo dat ik altijd eerst een tekst schrijf en dat daarop verder wordt gewerkt. Soms schrijf ik ook nummers die niet passen bij de sound van Barefoot & The Shoes. Dat was onder andere het geval met Speak for the Unspoken, een nummer dat ik opnam in samenwerking met Sunday’s Ghosttown en Roos Denayer. Sander: We werken ook geregeld met twee stemmen in onze nummers en die ontstaan ook niet altijd op dezelfde manier. Brents zanglijn ligt meestal vast en ik heb vaak ideeën voor een tweede stem op die zanglijn. Soms wordt die uitgedacht, maar vaak gebeurt dat spontaan.

Tekst en foto’s Cindy van Asselbergh

Brent treedt altijd op blote voeten op, niet toevallig heten jullie ook Barefoot & The Shoes, vanwaar die bandnaam? Brent: Net zoals bij indianen vond ik het een leuk idee om een artiestennaam te zoeken die gelinkt is aan de kenmerken die ik heb. Ik loop vaak blootsvoets rond, dus vandaar: Barefoot. Toen de band in 2009 ontstond heetten we Barefoot, gevolgd door de namen van de andere bandleden. Uiteindelijk werd het Barefoot & The Shoes. Als je ergens je schoenen uit doet, voel je je meteen thuis. Dat is ook het geval op een podium. Wanneer ik mijn schoenen uit doe, voel ik me meer op mijn gemak. Sander: Vroeger had hij thuis een kamp waar je alleen in mocht als je geen schoenen droeg. Ik mocht er nooit in omdat ik mijn schoenen niet wilde uitdoen. De blote voeten zijn niet jullie enige kenmerk, jullie maken ook vaak gebruik van speciale of zelf­ gemaakte instrumenten. Sander: Dat klopt, Marijn brengt soms een hele lading aan keukengerei mee naar optredens. Marijn: Als het leuk klinkt, dan gebruik ik het. Brent: We nemen ook altijd een zoutlamp mee naar optredens. Die zetten we op het podium om een gezellige sfeer te creëren met het oranjeroze licht dat ze uitstraalt. Sander: Brent zet soms ook zijn schoenen op zijn versterker. We willen een soort van huiselijke sfeer creëren voor ons publiek. 21


Marijn Geerts studeerde Drums in Rotterdam.

Sander: Marijn brengt soms een hele lading keukengerei mee naar optredens Marijn: Als het leuk klinkt, dan gebruik ik het Brent op blote voeten tijdens een straatoptreden in Leuven.

Brent: Wanneer je in het Engels zingt, luistert niemand naar de tekst. In het Nederlands ligt dat anders, waardoor ik meer gemotiveerd ben om een mooie tekst te schrijven

22


Brent: Naast eten, op het toilet zitten en slapen, ben ik altijd met muziek bezig Sander: Soms speel ik zelfs gitaar op het toilet, je weet maar nooit wanneer je een geweldig idee krijgt

Marijn: Achteraf kunnen we dan nog kiezen welke nummers we eventueel op een nieuw album plaatsen.

Brents stem wordt vaak beschreven als ‘de stem van een oude ziel’. Hoe denk je daar zelf over? Brent: Misschien ben ik in de verkeerde tijd geboren en hoor ik eigenlijk thuis in de 19e eeuw, of in de sixties… Vincent: Elke muzikant wou dat hij in de sixties of seventies geboren was. Sander: Dat is gewoon de gouden periode van de muziek. Wat niet wil zeggen dat er sindsdien geen goede muziek meer gemaakt is. Er komen altijd goede groepen bij, denk maar een Bon Iver, Mumford & Sons of Sohn.

Jullie speelden al in de AB en ook op verschillende festivals, hopen jullie ooit op Rock Werchter te staan? Sander: Als ze het ons vragen zeggen we zeker geen nee, maar het is niet zo dat het een doel op zich is. Vroeger was het cliché bij groepen vaak dat Rock Werchter de ultieme droom was, dat is bij ons niet het geval. Marijn: Ik speel liever voor een klein maar vol café, dan voor een lege Grote Markt. Brent: Het zou wel mooi zijn als Barefoot & The Shoes een fulltime job wordt. Sander: Momenteel is dat zeker nog niet het geval. We verdienen er een mooie zakcent aan en na een tijdje begin je de kosten aan materiaal wel terug te verdienen, maar het is niet zo dat we met een concert meteen onze gitaar kunnen afbetalen. Brent: We hebben ook nog niet echt een hit te pakken gehad. Dat is waar artiesten het meeste geld mee verdienen. Vincent: We studeren allemaal iets met muziek, dus ergens is het logisch dat het onze droom is om uiteindelijk in die branche terecht te komen. Brent: Je bent er ook continu mee bezig. Naast eten, op het toilet zitten en slapen, ben ik altijd met muziek bezig. Sander: Soms speel ik zelfs gitaar op het toilet, je weet maar nooit wanneer je een geweldig idee krijgt. (lacht)

Met Barefoot & The Shoes namen jullie al twee albums op. Jullie debuutplaat ‘Exit out of dreamland’ in 2011 en vorig jaar ‘The Lalaland Laggard’. Veel beginnende groepjes leggen al hun spaargeld bij elkaar om een demo of plaat op te nemen, en hebben dan nog niet voldoende geld. Hoe hebben jullie dit voor mekaar gekregen? Brent: We hebben eigenlijk alles thuis opgenomen en zelf gemixt. Via een publisher en het platenlabel waar we toen bij zaten, brachten we onze plaat op de markt. Momenteel zitten we niet meer bij een platenlabel. We willen even de tijd nemen om onze identiteit als groep te herontdekken en om te groeien als band. Binnen een jaar gaan we misschien weer op zoek naar een platenlabel, maar momenteel richten we ons op het schrijven van nieuwe nummers en proberen we zoveel mogelijk op te treden.

23


Ontdek de metropool met Alternative Berlin

De onderbuik van Berlijn De Brandenburger Tor, de Gendarmenmarkt en Potsdamer Platz. Wie ooit al Berlijn bezocht, kent ongetwijfeld deze toeristische trekpleisters. Alternative Berlin daarentegen wil toeristen via stadstours de nog onbekende hoekjes tonen door hen mee te nemen naar warenhuizen, ondergrondse bunkers en vreemde markten. Straatartiesten tonen de bezoekers hierbij hun graffitikunsten in The Black Market Collective, de galerij van Alternative Berlin.

TEKST Yasmien Vranken Foto’s Cindy Van Asselbergh & AimÊe Bruyninckx

24


Toeristen worden bij Alternative Berlin ingedompeld in de mysterieuze wereld van graffitikunst en incognito artiesten. 25


Adrian is ook mede-oprichter van The Black Market Collective.

Adrian Buendia is een manusje-van-alles bij zowel The Black Market Collective als Alternative Berlin.

D

e Australiër Adrian ‘Adie’ Sampson en zijn Duitse vrouw Vanessa richtten ongeveer acht jaar geleden samen het bedrijf Alternative Berlin op in de wijk Lichtenberg. Waar de typische stadstours niet komen, daar komen toeristen met Alternative Berlin net wel. Intussen zijn de stadstours uitgegroeid tot de meest succesvolle van ­Berlijn. Een dertigtal gidsen leiden er gedurende het hele jaar meer dan 13.500 toeristen rond.

de groepen verlaten warenhuizen, ondergrondse ­bunkers, vreemde markten en vele andere plaatsen die nog niet massaal door toeristen ontdekt en u ­ itgebuit zijn. Deelnemers krijgen ook de kans om mee naar clubs te gaan waar toeristen normaal gezien niet binnen ­mogen, maar waar ze dankzij Alternative Berlin toch een kijkje ­kunnen nemen.

The Black Market Collective

In de beginjaren gebruikte Alternative Berlin voor de workshops een ruimte die in slechte staat was, zonder elektriciteit, toiletten of stromend water. Enkele jaren geleden vond Adie het huidige pand in Lichtenberg en contacteerde hij Adrian Buendia: ‘Adie wist dat ik al langer een galerij wilde openen. Hij ontdekte deze ­ruimte in een oude melkfabriek en contacteerde me meteen. We schilderden de muren, hingen gordijnen op en drie maanden later waren we klaar voor onze eerste show From The Streets. Adie kwam met de naam The Black Market Collective op voor de galerij. Het klinkt goed en het past bij de buurt en de zaken waar we ons mee bezig houden.’

Underground workshops

Toeristen hebben bij Alternative Berlin de keuze uit verschillende tours om het culturele landschap van ­ ­Berlijn te ontdekken. Zo bestaat er de Street Art Workshop die een stadswandeling inhoudt, gevolgd door een workshop. Deze workshops vinden plaats in het gebouw van The Black Market Collective (BMC), een kunstgalerij die toebehoort aan Alternative Berlin. Achteraf mogen deelnemers zelf aan de slag met graffiti op een canvas en hun persoonlijk meesterwerkje mee naar huis nemen. Adrian Buendia, fotograaf, gids bij Alternative Berlin en mede­oprichter van BMC: ‘Onze tours d ­ raaien vooral rond de Berlijnse graffitikunst en het belang van ­graffiti vroeger en nu. Een tiental jaren geleden werd ­graffiti vooral gezien als een vorm van protest. Vandaag de dag is dat veel minder het geval. Beroemdheden zoals ­A ngelina Jolie en Brad Pitt bezitten werken van bijvoorbeeld Banksy. Dat zorgt er echter ook voor dat heel wat graffitikunstenaars dit geen positieve tendens vinden. Ze proberen zich hier tegen af te zetten en terug ­underground te gaan.’

Multifunctioneel

Het pand werd uiteindelijk een multifunctionele r­ uimte. Doorgaans staat de BMC-ruimte vol tafels voor de workshops van Alternative Berlin, maar tijdens de shows verdwijnen de tafels en maken ze plaats voor een e­ chte expositie. Ook mogen artiesten waarmee The Black Market Collective samenwerkt de ruimte g­ ebruiken als een soort van atelier waar ze kunnen werken aan hun kunstwerken. The Black Market Collective is een galerij-showroom. Dat wil zeggen dat er naast shows en workshops ook heel wat merchandise wordt verkocht. Een ­heleboel ­artiesten die samenwerken met BMC verkopen ­ bijvoorbeeld postkaartjes met hun werk op afgebeeld. Anderen ­ laten dan weer rugzakken of T-shirts b­edrukken. ­Souvenirjagers of toeristen die graag een aandenken

Touring by night

De Schemertour (Twilight Tour) vindt plaats op vrijdagen zaterdagavonden met maximum tien personen per groep. Alternative Berlin toont hen de meest afgelegen kanten van Berlijn, of zoals het bedrijf het zelf beschrijft: ‘the underbelly of Berlin’. In deze ­onderbuik ­bezoeken 26


doen om ons te vinden. Maar dat vind ik persoonlijk net leuk. We zijn aanwezig op het internet, we hebben een Facebookpagina en we willen niet mysterieus doen. Het is niet moeilijk om ons te vinden, maar het is ook niet vanzelfsprekend. We zijn trots dat we buiten de ring zitten in een gebied zitten dat niet veel bezocht wordt, tenzij je hier woont.’

hebben van hun Berlijntrip, zullen zeker en vast iets leuks vinden tussen het kleurrijke assortiment.

Goed verstopt

Het collectief is nog heel nieuw en probeert zichzelf op de kaart te zetten. Dit gebeurt onder andere via workshops. Deelnemers krijgen hierbij de kans om eens rond te kijken in de galerij. Toch is het vreemd dat zelfs ­omwonenden niet weten dat er een kunstenaars­ collectief in de buurt is. Het gebouw ligt achterin een steegje. ­Mensen die gewoon over straat lopen zullen niet m ­ eteen het ­collectief binnenwandelen, gewoonweg ­omdat ze het niet zien. Buendia: ‘Het is waar dat we hier in de buurt nog niet zo bekend zijn, maar dat maakt het des te l­euker. Wanneer mensen ontdekken dat hier een ­collectief is, zijn ze verbaasd. Maar het is toch geweldig om dingen te ontdekken die je niet verwacht?’

Aantrekkingskracht

Voor toeristen is een bezoek aan The Black Market Collective een andere beleving dan voor locals. Toeristen doen de moeite om tot in Lichtenberg te komen en krijgen een andere indruk van Berlijn dan degenen die binnen de ring blijven. Lichtenberg lijkt misschien het einde van de wereld, maar toch ben je er relatief snel met de tram. De wijken Mitte en Kreuzberg zijn misschien populairder, maar Lichtenberg ­geeft de kans om nieuwe dingen te ontdekken. ‘Dat nieuwe heeft net aantrekkingskracht op toeristen. Ze willen iets ­anders zien dan alle anderen’, zegt Adrian Buendia.

Lichtenberg

Oprichters Adie en Vanessa kozen er bewust voor om Alternative Berlin en The Black Market Collective in ­Lichtenberg, buiten het centrum te vestigen. ­Hoewel Berlijn voor kunstenaars nog relatief goedkoop is, ­begint hier ook verandering in te komen. De stadskern is intussen zo gekend en gecommercialiseerd dat mensen nieuwe dingen willen ontdekken. Meer en meer gaan ze net als Adie en Vanessa op zoek naar gebieden buiten de ring die nog niet hip zijn. Lichtenberg is als wijk nog niet zo gekend als Kreuzberg, en dat biedt potentieel. Adrian vertelt: ‘Bezoekers moeten een beetje moeite

Exposities

De bedoeling van het collectief is om op langere ­termijn maandelijks een show te organiseren. Voorlopig zijn er nog maar twee exposities geweest. De eerste show van The Black Market Collective was in november 2013 en heette From The Streets. Het collectief plukte de artiesten bijna letterlijk van de straat. Op deze manier kregen sommige kunstenaars voor het eerst in hun leven de kans om hun werk te tonen in een galerij.

Heel wat straatkunstenaars zetten zich af tegen de populariteit van graffiti en proberen terug te keren naar de underground

Wie deelneemt aan een workshop van Alternative Berlin mag een eigen graffitikunstwerk maken en mee naar huis nemen.

27


Dit jaar ging in maart de tweede show, AC/AB (All Cops Are Bastards) van start. Bij de tweede expositie was het doel om te werken met het ABC-principe, zodat er van elke letter van het alfabet een artiest was. ­Uiteindelijk werden het Awer, Crin, Awk, Alaniz en ­Beware. Ze ­werken onder een artiestennaam, want velen hebben ­immers geen behoefte aan bekendheid. Sommige kunst­ enaars nog steeds actief zijn in de illegale graffiti­wereld en met echte namen bestaat het risico dat hun werk van de exposities gelinkt kan worden aan hun g­ raffiti op straat, wat fikse boetes kan opleveren.

werk nog nooit vertoond in een galerij. Alaniz is afkomstig uit Argentinië en heeft alleen nog maar op straat gewerkt. ‘Indien je als straatartiest carrière wil maken, dan moet je wel je werk tentoonstellen in een g­ alerij. Kunst op straat kun je nu eenmaal niet ver­kopen, maar straatkunst in een galerij wel’, vertelt Adrian.

Een wereld op zich

Voor de meeste mensen is de wereld van straat­ kunstenaars moeilijk te begrijpen. Velen denken dat straatkunst ­enkel op straat hoort. Maar na een bezoek aan BMC leer je dat deze gedachte niet klopt. ­‘Wanneer je graffiti spuit op een verlaten gebouw dan werk je op enorme schaal. Zoiets werkt nu eenmaal niet in een ­galerij. A ­ laniz is de artiest bij uitstek die nog steeds heel veel bezig is in de straten. Zijn straatkunst is dan ook beter dan zijn werk in de galerij’, vertelt Adrian ­Buendia. ‘Maar o­efen­ ing baart kunst. Het zijn gewoon twee ­verschillende ­disciplines.’

You can love it, and I can hate it. I can love hate it, and you can hate it

Geld is niet alle

Straatkunst in een galerij?

Zowel in Berlijn als in de rest van de wereld zijn er heel wat artiesten die exposeren in galerijen, maar daarnaast ook heel wat illegaal werk maken op straat. Intussen is de grens tussen straatkunst en galerijkunst al wat v­ ervaagd. Een goed en bekend voorbeeld hiervan is de artiest Banksy. Hij deed al enorme shows in Los Angeles, maar werkt daarnaast ook op straat. Zijn shows en galerijwerk maakten hem groot, maar hij blijft een straatartiest die zich niet laat intomen. Het feit dat nog steeds niemand zijn echte identiteit kent is hier het bewijs van. Voor vele kunstenaars blijkt het doel van exposeren in een ­galerij niet enkel geld verdienen. Voor sommigen is het ook een manier om hun kunst te tonen en mensen ermee te l­ aten kennismaken. Adrian Buendia beaamt dat: ‘Ik ben foto­ graaf en zal nooit een prijs op mijn werk plakken. Ik geef mijn foto’s liever weg aan familie en vrienden, dan dat ik ze verkoop.’

Er is nog een verschil tussen graffitikunstenaars en ­andere vormen van straatkunst. Heel wat straatkunst­ enaars willen hun werk alleen op straat tonen en niet in een galerij. Graffitikunstenaars willen per definitie vaak niet gekend zijn. Ze werken onder een andere naam, ze dragen maskers wanneer ze gefotografeerd worden en willen dus net zoals de artiesten van de AC/AB show anoniem blijven. Toch zijn er heel wat straatkunstenaars zoals Banksy of Shepard Fairey wel bereid om hun werk te exposeren in galerijen. Het brengt geld op en door shows te organiseren kunnen ze hun werk financieel ­ondersteunen.

De artiesten

Heel wat artiesten waarop The Black Market Collective zich focust, zoals Alaniz uit de show AC/AB, hebben hun

Overal waar je kijkt in de BMC-ruimte zie je bewijzen van de vele workshops die Alternative Berlin er houdt.

Artiesten kunnen hun eigen merchandise verkopen bij The Black Market Collective.

28


Voor ieder wat wils in de galerij-showroom van BMC.

Populair is not done

door een steeds groter wordend publiek is graffiti niet meer cool. Mijn moeder weet zelfs wie Banksy is. We zijn op het punt gekomen dat alles een kopie is van iets. Op t­ermijn zal graffiti wel weer ondergronds gaan. Ik ben heel ­benieuwd naar dat moment en naar wat de toekomst nog zal brengen. Ik denk aan 3D-kunst, printkunst en antigraffiti’, zegt Buendia. ‘Maar het ­geweldige aan straatkunst en graffiti blijft toch dat iedereen er ­gewoon een eigen opinie over heeft. You can love it, and I can hate it. I can love it, and you can hate it.’

Hoe mooi we het ook verwoorden of verbloemen, er zullen altijd artiesten zijn die gewoon zoveel m ­ ogelijk geld ­ willen verdienen. Graffiti en straatkunst zijn ­tegenwoordig zo mainstream en populair dat heel ­wat artiesten daar munt uit willen slaan. En dit w ­ illen ze zo snel mogelijk doen, voordat de straatkunst weer kan terugkeren naar zijn roots, en daarmee ook naar zijn o­nbekendheid. ‘Naar mijn mening zit graffiti ­momenteel in een dipje. Nu straatartiesten gekend zijn

BERLIJN De Duitse stad is uniek omdat ze een interessante dynamiek heeft aan artiesten die er leven en ­werken. In ­steden als Parijs, Kopenhagen of Londen is het moeilijker om te overleven van kunst, maar dat kan in Berlijn wel. Verder is het een stad met enorm veel ruimte. Gebouwd voor zo’n 9 miljoen ­mensen, maar momenteel bevolkt door slechts 3,5 miljoen mensen. Binnen een tiental jaar is Berlijn ­misschien niet meer zo goedkoop als nu, maar dat neemt niet weg dat de stad altijd speciaal zal blijven. Wat mooi meegenomen op ­iedereen mag ­spuiten je betrapt wordt terwijl je is natuurlijk minder goed

is voor straatkunstenaars in Berlijn, zijn de legale graffitimuren waar­ en oefenen. Daarbuiten is graffiti illegaal en riskeer je fikse boetes. Als een paste-up zet of een sticker plakt, kost het je zo’n 15 euro, per stuk. Dat nieuws voor wie zonet heel de stad heeft voorzien van tags of stickers.

Maar niet alleen in Berlijn is graffiti populair. Wereldwijd vinden bedrijven stilaan de weg naar ­graffiti, een marketing strategie die ook wel guerilla marketing wordt genoemd. Bedrijven huren agentschap­ pen in om voor hun merk ­graffitireclame te maken of om de muren gewoon een leuke opfrisser te ­geven. Voorbeelden van bedrijven die al eens de hulp ­inriepen van zulke agentschappen zijn Mc­Donalds, Coca­-Cola en Adidas. Eind vorig jaar kreeg de Canadese rockband Arcade Fire nog kritiek op de graffiti-­campagne die ze bedachten voor de release van hun nieuwe album Reflector. De verf die gebruikt werd voor de campagne moest vanzelf afspoelen bij regenval, maar er bleek stevig schrobwerk vereist.

29


30


Koorddansers fleuren Brussel op Al acht jaar lang organiseert De Stad Brussel in samenwerking met het Maison de Cirque ‘Hopla!’. Tijdens dit circusfestival, dat elk jaar plaatsvindt op het einde van april, tonen Brusselse gezelschappen en artiesten vanuit de hele wereld hun kunsten aan de trapeze of al dansend op een koord. Timothé Loustalot-Gares (29) is afkomstig uit het zuiden van Frankrijk. Hij is professioneel circusartiest, maar naar Hopla! komt hij voor zijn plezier. Tekst en Foto’s Cindy Van Asselbergh

31


Timothé werkt als circusartiest voor drie verschillende gezelschappen in Toulouse. ‘Het circusleven is een mooi bestaan, je komt overal en bent constant bezig met wat je het liefste doet.’ Om rond te komen voert Timothé naast de optredens nog allerlei taken uit in het circus, van de belichting tot het opbouwen en afbreken van de decors. 

De meeste artiesten op Hopla! kennen mekaar niet. Toch hangt er een geweldige sfeer tussen de koorddansers. 

32


33


‘Natuurlijk ben je bang om in het water te vallen, maar die constante spanning maakt het net zo leuk.’ 

 Timothé begon pas vier jaar geleden met koorddansen. Daarvoor beoefende hij andere disciplines in het circus. ‘Koorddansen ziet er veel moeilijker uit dan het werkelijk is. Het moeilijkste is het van en op de koord stappen’, lacht Timothé.

34


‘Als professioneel circusartiest wordt je niet rijk, maar om gelukkig te zijn heb je niet veel nodig.’

35


Kunst(enaar) in huis

36


Wie van kunst houdt maar hiervoor niet tot op de bodem van zijn portemonnee wil duiken is, bij de vzw Kunst in Huis aan het juiste adres. Voor amper negen euro per maand kan je als abonnee een uniek werk ontlenen, net zoals een boek uit de bibliotheek Maar niet enkel kunstliefhebbers hebben baat bij deze uitleendienst. Korneel Detailleur (27) is illustrator en sinds een half jaar hangen zijn werken dankzij Kunst in Huis in heel wat Vlaamse woonkamers. TEKST & foto’s Yasmien Vranken

37


Peter: Zonder Kunst in Huis zou hier nooit een kunstwerk aan de muur hangen Korneel Detailleur en Peter Cristiaensen

N

aar aanleiding van de Dag van de Kunstuitleen in november vorig jaar vroeg Kunst in Huis vier jonge kunstenaars om hun werk te exposeren in diverse filialen. Tekenaar Korneel Detailleur was een van hen. ‘Kunst in Huis is steeds op zoek naar kunstenaars om de collectie dynamischer te maken zodat iedereen iets kan vinden wat hij of zij leuk vindt. Mensen hebben nu eenmaal een uiteenlopende smaak’, vertelt Korneel. De vijftiental kunstwerken die hij voor deze gelegenheid te leen gaf, waren diezelfde dag stuk voor stuk uitgeleend. Nieuwsgierig naar het huidige lot van zijn tekeningen bracht ik met Korneel Detailleur een bezoekje aan twee Kunst in Huis-klanten in wiens woonkamers zijn werken nog steeds hangen.

ter plaatse sprong Korneels tekening mij in het oog. Het mysterieuze aan zijn illustratie sprak mij meteen aan. Ik denk dat de figuren een soort van commentaar zijn op de maatschappij en hoe we communiceren.’ Als illustrator kan Korneel zich wel vinden in de uitleg van Peter. ‘Mijn werken zijn figuratief, wat ze heel toegan­kelijk maakt. Ze zijn niet zo abstract, en ik denk dat dit mensen aanspreekt. Dit in tegenstelling tot ­abstracte schilderwerken, waar mensen eerder voor het visuele aspect gaat, zoals het mooie kleurgebruik. Mijn illustraties geven wel een tikkeltje informatie, maar net niet teveel. Zo kunnen mensen als Peter er toch nog een boodschap of een verhaal bij bedenken.’

De ‘banale’ waarheid

Peter gelooft dus dat het werk kritiek levert op de maatschappij. De waarheid blijkt volgens Korneel toch een beetje banaler te zijn. ‘Deze illustratie maakte ik in opdracht van Knack Weekend en gaat eigenlijk over ­parfum. Ik probeerde duidelijk te maken dat iedereen op een eilandje leeft met enkel zichzelf, zijn eigen geur en eigen karakter’, vertelt hij. ‘Maar we zijn ook op zoek naar iemand die bij ons past. Mensen hebben bepaalde voorkeuren qua geuren en we leggen daarom snel een link naar het karakter van een persoon.’

Over de drempel heen

Peter Cristiaensen (47) uit Gent is freelance journalist en hoofdredacteur van het wandel- en fietstijdschrift Op Weg. Kunst in Huis vroeg hem om een magazine te maken over de Dag van de Kunstuitleen. Zo werd hij uiteindelijk zelf klant en kwam hij zes maanden g­ eleden thuis met een illustratie van Korneel Detailleur. Het concept van KIH om de drempel naar kunst te verlagen, vindt hij ideaal. ‘Zonder Kunst in Huis zou hier nooit een kunstwerk hangen. Ik denk niet dat ik de stap zou zetten om naar een gewone galerij te gaan.’

Nog even genieten

Kunst in Huis-klant Peter Cristiaensen leent de ­illustratie van Korneel al een half jaar. En het ziet er naar uit dat de tekening nog even blijft hangen. ‘Ik ben nog niet uitgekeken op Korneels werk. Er kan zeker nog een half jaartje bij. Na een jaar deze tekening in huis te hebben, wil ik de volgende keer wel eens iets anders. Dit werk koos ik alleen, maar misschien dat ik de volgende keer samen met mijn vrouw een kijkje ga nemen.’

Een ontdekkingstocht

Peter beschouwt zichzelf meer als een kunstliefhebber dan als een echte kenner. Het boeiende aan de kunstwereld vindt hij het stilaan ontdekken ervan. ‘Het was niet mijn bedoeling om een werk als dat van Korneel in mijn woonkamer omhoog te hangen. Ik had verwacht om met een groot schilderij thuis te komen, maar eens 38


Korneel Detailleur

Op het eerste gezicht

Naast een heleboel vrij werk maakt Korneel ook ­illustraties in opdracht. Van de ingeleverde werken bij Kunst in Huis is ongeveer de helft ervan opdrachtwerk en de andere helft vrij werk. Toch zijn de tekeningen perfect presenteerbaar als op zichzelf staande werken. ‘Mensen zien op het eerste gezicht niet wat in opdracht gemaakt is en wat niet. Soms maakt dat het moeilijker om een betekenis te vinden achter het werk. Ik maak ook veel tekeningen die absoluut niet leuk zijn om aan een muur te hangen omdat ze veel te concreet of i­ nhoudelijk niet boeiend zijn. Zo maakte ik ooit een werk voor Trends rond de grootmachten Rusland en Amerika. Dat is niet meteen iets wat je in een living wil hangen.’

Korneel is een 27-jarige illustrator. Hij g­roeide op in Oostende, maar woont momenteel in het ­Gentse waar hij ook zijn atelier heeft. Hij s­ tudeerde ­Animatiefilm en Illustratie aan het KASK in Gent. ­Intussen werkt Korneel al enkele jaren als ­freelance illustrator voor heel wat kranten en ­ tijdschriften zoals De Morgen, Knack Weekend, Trends, De ­Standaard en het nieuwe filmmagazine Vertigo. In 2013 illustreerde hij voor schrijver Bart Moeyaert de twee kinderboekjes Iemands lief en Jij en ik en alle andere kinderen. Vorig jaar vroeg Kunst in Huis hem om zijn werken tentoon te stellen in het Gent­ se ­filiaal. Sinds november behoren een vijftiental ­werken van Korneel tot de collectie van Kunst in Huis.

Kunstenaar of illustrator?

Alle stukken uit de collectie van Kunst in Huis zijn kunstwerken. Toch beschouwt Korneel zichzelf niet als een kunstenaar. ‘Ik noem mezelf niet graag een kunstenaar. Hoewel ik soms vrij werk maak, teken ik het meeste in opdracht van anderen en dat vind ik niet zo diepgaand. Voor mij is een kunstenaar iemand die lang bezig is met één werk, die daar veel in wil vatten en die daar een diep onderbouwd idee bij heeft’, legt Korneel uit. ‘Ik beschouw mezelf liever als een stielman die zijn job goed probeert uit te oefenen. Net zoals een meubelmaker altijd een meubelmaker blijft, hoe s­peciaal dat meubelstuk ook is.

Korneel is een illustratieve duizendpoot. ‘Mijn werk is heel gevarieerd. Ik vind het tof om de ene dag bijvoor­ beeld een poster te ontwerpen voor een t­ heatergroep en de andere dag een illustratie voor een krant te tekenen.’ Naast wekelijkse deadlines illustreert Korneel momenteel een boekje van het Kunsten­ festival van Watou dat zal plaatsvinden in het gelijk­ namige dorpje van 7 juli tot en met 31 augustus 2014. Daarnaast stelt hij geregeld zijn tekeningen tentoon. Zo was er in april nog de groepsexpo Terra Incognita in Heist-op-den-Berg waar hij samen met ­illustratoren Shanna Coppens en Charlotte Peys exposeerde.

Slaapkamerkunst

Kunst in Huis heeft een brede waaier aan klanten. Van de ongeveer 2.500 abonnees zijn de meesten ­veertigers en vijftigers, maar ook steeds meer studenten en ­dertigers kiezen voor een abonnement bij de organisatie. Samen met Korneel ga ik langs bij Jolinde en Daan, een jong koppel dat nog maar net verhuisde naar hun ­nieuwe

www.korneeldetailleur.com

Daan en Jolinde zijn fan van de dromerige sfeer van dit werk.

Jolinde: Ik vind niet dat je kunst moet bezitten om ervan te genieten

39


woonst in Zelzate. Zij studeert geneeskunde en hij is burgerlijk ingenieur. Net als Kunst in Huis-klant Peter Cristiaensen zijn ze al ongeveer zes ­maanden ­abonnee. ‘We lazen in de krant over de opendeurdag van Kunst in Huis en besloten een kijkje te gaan ­nemen in het Gentse filiaal. Enkele uren later kwamen we thuis met Korneels illustratie, die hier nu nog steeds hangt’, zegt Jolinde. Het werk dat Jolinde en Daan lenen ­illustreerde ­Korneel in opdracht van het Concertgebouw Brugge. De opdracht was om ­verschillende tekeningen te ­maken voor de ­familievoorstelling Keiju en de Wind, een voorstelling over een elf. Van de ­tekeningen werden posters gemaakt die werden ­uitgedeeld aan de ouders en hun kinderen. ‘Over dit werk was ik erg tevreden en dat zeg ik niet vaak’, lacht ­Korneel. Ook Daan en Jolinde zijn helemaal weg van Korneels werk. Daan legt uit waarom: ‘De ­tekening straalt een dromerige sfeer uit. Het doet mij wat d ­ enken aan het kinderboek De Kleine Prins dat ook deze ­k inderlijke en dromerige sfeer over zich heeft’, zegt Daan. Jolinde beaamt dat: ‘De tekening heeft iets ­gezelligs en geeft een sterk gevoel zonder te ­overweldigend te zijn. In onze vorige woning hing het aan de slaapkamer muur. We vonden het daar echt thuishoren. Hoewel sommige mensen het raar vonden om kunst in de slaapkamer te zien, reageerden

de m ­ eesten zeer positief. Maar omdat we onze nieuwe thuis nog moeten herinrichten, laten we de tekening voorlopig in de woonkamer hangen.’

Overweldigend aanbod

Zowel Jolinde en Daan als illustrator Korneel zijn het erover eens dat het kunstaanbod bij de vzw groot en ­gevarieerd is. Maar uren door galerijen wandelen is niets voor Jolinde. ‘Ik ben heel blij dat Kunst in Huis opendeurdagen en pop-up evenementen organiseert waar we rustig een keuze kunnen maken. Het kunstenaars­ wereldje heeft toch een bepaalde sfeer waar ik me niet in thuis voel. Bij Kunst in Huis merk ik dit veel minder.’

Kunst met andere ogen bekijken

Het koppel is niet meteen van plan om kunst te ­kopen zolang ze klant zijn bij Kunst in Huis. ‘Ik vind niet dat je kunst moet bezitten om ervan te genieten’, zegt ­Jolinde. ‘Kenners zijn we zeker en vast niet, maar ik merk wel dat Daan en ik nu met andere ogen naar kunst k­ ijken. Als we nu ergens een werk zien vinden we dat niet ­enkel mooi of lelijk, maar denken we in functie van onze ­woonkamer en of dat werk al dan niet bij ons zou ­passen.’

Korneel: In plaats van een kunstenaar beschouw ik mezelf liever als een stielman die zijn job goed probeert uit te oefenen

‘Perfume’ door Korneel Detailleur.

‘Keiju’ door Korneel Detailleur. 40


Kunst in huis Isabelle: Ten opzichte van andere galerijen zijn we heel laagdrempelig

Isabelle wijst klanten graag de weg in het Leuvense filiaal.

Als abonnee Wie kunst leent bij Kunst in Huis leent niet alleen een uniek kunstwerk, het is ook een goedkope m ­ anier om een pareltje aan je muur te hangen. De collectie van de vzw bestaat uit meer dan ­vijfduizend kunstwerken van meer dan vijfhonderd kunstenaars. Als nieuwe klant hoef je slecht eenmalig vijfentwintig euro te betalen en het abonnement kost slechts negen euro per maand. Werken inruilen kan je zo vaak als je zelf wil. Wie niet genoeg krijgt van een bepaald werk kan dit tot zelfs één jaar bij zich houden. Zit het jaar erop, maar je wil geen afscheid nemen? Wie een aardig spaarpotje heeft kan het kunstwerk ook kopen. Isabelle Bourez, filiaalhoudster van Kunst in Huis Leuven: ‘Ten opzichte van andere galerijen zijn we heel laag­drempelig. Je kan de werken hier net zoals in een museum bewonderen, je kan ze kopen zoals in een kunstgalerij, maar je kan ze ook gewoonweg lenen. Dat spreekt mensen aan, niet alleen kenners, maar ook kunstleken’, vertelt Isabelle. ‘Sommige nieuwe klanten zijn in het begin nog niet heel bewust met kunst bezig. Het leuke daaraan is dat je ze na een tijdje ziet evolueren in smaak.’

Als kunstenaar Je werken inleveren bij Kunst in Huis houdt wat kleine risico’s in. Je weet bijvoorbeeld niet waar ze ­ belanden. Maar dat kan ook positief zijn. Kunst in Huis is naast een kunstbibliotheek ook een mobiele tentoon­ ­ stellingsruimte. Een breed publiek maakt op deze manier kennis met je werk. De verkoopsprijs van je ­ ­ werken mag je zelf bepalen. Er zijn dus zeker meer voor- dan nadelen mee verbonden. Korneel Detailleur: ‘De vzw krijgt bij elk verkocht kunstwerk een procentje van zo’n ­ 30%. Maar dat is bij andere kunstgalerijen ook zo, of zelfs meer.’ De werken worden ook verzekerd door Kunst in Huis. In geval van schade is er -buiten wat hartzeer- dus niets te vrezen als kunstenaar. www.kunstinhuis.be

Kunst in Huis is steeds op zoek naar kunstenaars om de collectie dynamisch te houden. 41


42


Almost everything that is great, has been done by youth.

Benjamin Disraeli 43


Wijven

recensie

Tekst AimĂŠe Bruyninckx FOTO STINE SAMPERS

Wijven is een productie van Ontroerend Goed en werd geregisseerd door Alexander Devriendt. Het Gentse toneelgezelschap maakte reeds furore met stukken als Fight Night en Pubers Bestaan Niet. De cast bestaat uit zes actrices tussen de 19 en de 29, waarvan Anemone Valcke en Charlotte De Bruyne de bekendste zijn. De laatste speelt tevens de hoofdrol in de gloednieuwe film van Dominique Deruddere Flying Home.

44


In een pikdonkere zaal beginnen de vrouwen collectief al ­ murmelend, hijgend en broebelend hun stem ­ op te warmen. Ze drukken zich elk op hun eigen manier uit, de spanning stijgt. Wijven wordt o­ pgevoerd als een concert. De zes actrices staan in een h ­ alve cirkel in chique ­galajurken op het p ­ odium voor een ­pupiter waarop hun ‘zangpartij’ staat ­opgesteld. Aan­sluitend ­beginnen ze op het vaste getik van de m ­ etronoom te gillen, spreken, brullen en k­ rijsen. Het is verbazend en tegelijkertijd bewonderenswaardig hoeveel decibels deze zes kelen met overgave kunnen ­produceren en de volledige theaterzaal van de Vooruit vullen. Wanneer plots een pornofilm op de achtergrond wordt ­geprojecteerd, voel ik me toch niet honderd p ­ rocent op mijn gemak. De associatie tussen de kelende vrouwen en de porno­actrices kan dan ook snel gemaakt worden. Gelukkig heb ik drie ­ vriendinnen meegevraagd als ­ compagnie, en niet mijn ouders. Mijn oren p ­ rijzen zich trouwens gelukkig dat het conceptuele geschreeuw slechts een ­ tiental minuten duurt. Systematisch beginnen de vrouwen in canon en even later door elkaar de namen en bijhorende prijzen van schoonheidsproducten op te s­ ommen. Wat in het begin g­ rappig klinkt, doet langzaamaan het m ­ olentje in mijn hoofd draaien. Natuurlijk zijn we het waard, maar zijn wij dan echt zulke ­ oppervlakkige wezens die zich met niets anders dan beauty

bezighouden? De rolpatronen en clichés kunnen niet explicieter naar voor gebracht worden. Wanneer seksistische vrouwen­ moppen leutig en aan de ­ lopende band uit de mond van één van de actrices rollen, valt het op dat de overgrote meerderheid van lachende mensen bestaat uit de ­ mannelijke ­toeschouwers in de zaal. Hoe v­ unziger, hoe liever. Tegelijker­ tijd voel ik hoe mijn ­ vrouwelijke waardig­ heid steeds meer deuken krijgt. Opzet ­geslaagd denk ik dan, maar ­ aangenaam is het allerminst. Hoewel het waarschijnlijk de ‘hoofd­ insteek’ van de voorstelling is, vind ik het jammer dat vooral de negatieve en oppervlakkige kanten van het vrouw zijn belicht worden. Maar misschien is dat net het punt? Trachten via clichés, clichés te verwerpen en te ontkrachten? De zes dames sommen in hoog ­tempo voorbeelden van seksuele in­ timidatie op die ze nota bene zelf meemaakten. Dit maakt de voor­ stelling toch dat tikkeltje ‘echt’. ­Wanneer zulke – op het eerste g­ ezicht – kleine g­ ebeurtenissen op een hoop gesmeten worden, voel je je als vrouw plots wel een machteloos lustobject. Of zoals Anemone Valcke het in een reportage van cobra.be zo mooi zegt: ‘Ik besefte nu pas dat het heftig is om een vrouw te zijn.’ Ik kan haar na deze voorstelling geen ongelijk geven. De actrices zetten dit echter extra in de verf door heel expliciet de nadruk op verkrachting te l­eggen. 45

Wanneer Valcke zelf schijnbaar verkracht wordt – met alle bijhorende pijnlijke bewegingen en geluiden van dien – wordt de zaal verbazend maar terecht muisstil. Ik zal eerlijk zijn. Toen het licht op de bühne bij de aanvang van het stuk aansprong, welde er spontaan een gevoel van ontgoocheling in me op. Ik koos voor dit stuk omdat de titel, de omschrijving van het stuk én de ­promotiefoto me direct aanspraken. Zes vrouwen die het wijf uit­hangen op een podium, dat kan alleen maar plezierig worden, dacht ik. We ­k regen echter geen wijven in trainingspakken met palmboom­ staarten op hun hoofd te zien, maar zes chique madammen. Ik voelde me direct bij mijn spreek­ woordelijke pietje g­ epakt. Uiteraard was dit de bedoeling ­geweest en ze waren in hun opzet geslaagd, maar dit was niet waarom ik voor Wijven had gekozen. Deze voorstelling had meer in zijn mars kunnen hebben dan een hoop opeengestapelde en uitgemolken clichés. Bij afloop applaudisseerde de man naast me alsof z’n leven er van af hing. ‘Stop eens met klappen! Zo goed was dat toch helemaal niet!’ Zijn vrouw ging er duidelijk niet mee akkoord. De man gehoorzaamde, stopte met klappen en volgde zijn vrouw naar buiten als een geslagen puppy. ‘Ge kunt ons nie begrijpen als ge ne man zijt.’


Home Filmrecensies Tekst Yasmien Vranken FOTO Dimitri Sterkens

Dimitri Sterkens, eerstejaars­ student Audiovisuele Kunsten aan het Brusselse RITS, viel met zijn eerst kortfilm Home meteen internationaal in de prijzen. Op het Sundance Shorts kortfilmfestival in Londen won hij tussen de Belgische selecties zowel de Publieksprijs als de Juryprijs met zijn allereerste productie. Op 25 april was Home, een film over een dementerende oude man, op het grote scherm van het festival te zien. Op 3 mei werd de kortfilm op alle kanalen van Sundance Channel vertoond. Home is het bewijs dat er zeker en vast zoiets bestaat als puur t­alent. Volgens kenners mogen we D ­ imitri Sterkens zelfs ­bestempelen als een aanstormend filmtalent. Of de jong­eman carrière zal maken in de filmwereld hangt dus ­volkomen van hemzelf af, want één ding is zeker: het potentieel is er. Wie fan is van een feel­goodfilm is bij Dimitri Sterkens aan het

­verkeerde adres. Home is een kort­ film over dementie en dus alles­ behalve rozengeur en maneschijn. Het vertelt het verhaal van de dementerende Lucien wiens ­wanhopige kleinzoon hem uit het rusthuis probeert te ­houden, maar daar niet in slaagt. De film duurt net iets meer dan acht minuten, en al vanaf seconde één word ik als kijker geconfron­ teerd met de murmelende Lucien. Meteen is duidelijk dat er iets niet pluis is wanneer de oude man tracht een gedicht op te zeggen, maar daar niet in slaagt. De scene wekt meteen een gevoel van mede­ lijden bij me op. Wanneer plots de kleinzoon in beeld komt die ‘sorry opa’ mompelt weet ik dat Lucien zich in de kamer van een rusthuis bevindt. Wederom komt dat gevoel van medelijden boven en heb ik zin om Lucien even te zeggen dat alles goed komt. Minuten verstrijken en de situatie van de oude man wordt 46

er niet vrolijker op. Via flashbacks wordt duidelijk hoe Lucien in het rusthuis is belandt en hoe hij steeds minder vat heeft op zijn g­ eheugen. Luciens herinneringen lopen door elkaar en vervagen steeds meer. Tijdens een wandeling met zijn achterkleinzoon weet hij niet meer waar hij zich bevindt of hoe hij thuis moet geraken. Hij weet de namen van zijn familie­ leden niet meer. Hij weet niet meer wat een vogel is. Ik tracht me als kijker in te ­leven in ­Luciens ­wereld, maar dat blijkt moeilijk te zijn omdat Lucien zelf geen vat meer heeft op zijn ­gedachten. Home is een pakkende kortfilm, die dementie op een heel delicate manier in beeld brengt. Sentimen­ teel of niet, ik garandeer je dat je na het kijken van Home de telefoon wil oppakken om gewoonweg tegen je grootouders ‘ik zie jullie graag’ te zeggen.


Flying Home Flying Home, de nieuwste film van Dominique Deruddere is een ­romantisch drama dat sinds begin april in de Vlaamse cinemazalen loopt. De film met o.a. acteurs ­Jamie ­Dornan, Jan Decleir en ­Charlotte De Bruyne kon enkel veelbelovend zijn met zo’n sterke cast. Toch is Flying Home niet het grote succes dat velen ervan verwacht hadden. De film begint goed met Jamie ­Dornan die zijn rol als Amerikaans zakenman Colin overtuigend ­neerzet. Om ervoor dat zorgen dat een rijke sjeik investeert, maakt hij een deal: als Colin erin slaagt om de prijsduif van de Vlaamse duivenmelker Jos Pauwels

(Jan Decleir) te kopen, dan pas wil de sjeik toezeggen. Hierop reist Colin naar het West-Vlaamse dorp Bunderzele met het excuus dat hij op zoek is naar het graf van zijn overgroot­vader die stierf tijdens W.O. 1. ­Colin leert daar Isabelle (Charlotte De Bruyne) kennen, de kleindochter van duivenmelker Jos. Vanaf dan valt de film van het ene in het andere cliché. Tussen Colin en Isabelle gaat het van ­grote liefde naar een serieuze haar in de ­boter, om direct erna weer in elkaars ­armen te vallen. Het kan allemaal in Flying Home, en dan nog wel op tien minuten tijd. Toch valt op de acteerpres-

taties van de acteurs niets aan te merken. Stuk voor stuk ­zetten ze een sterke rol neer. Maar de grote verrassing van Flying Home is toch wel het jonge talent ­Charlotte De Bruyne die naast kleppers als Jan Decleir en Hollywoodster ­Jamie Dornan ­zeker haar vrouwtje staat in deze film. De Bruyne heeft zeer natuurlijke ­manier van ­acteren. Je zou haast vergeten dat ze ‘doet alsof’. Hopelijk zien we haar in de toekomst gauw terug op het scherm. ­Gebaseerd op de acteerprestaties is zeker en vast een goed ­romantisch drama. Enkel ­jammer van de sentimentele en voorspelbare plot.

Tom à la ferme Wonderkind, Hitchcock, talent. Dit is nog maar een selectie van ­woorden waarmee film­critici ­de Canadese regisseur Xavier ­Dolan (24) de hemel in prijzen. Zijn ­nieuwe langspeelfilm Tom à la ­ferme is een psychologische ­thriller ­waarin Dolan zelf de hoofdrol op zich neemt. De film gaat over Tom (Xavier Dolan), die op weg is naar het ouder­lijke huis van zijn over­leden minnaar Guillaume. Met zijn ­leren jasje, geblondeerde haren en strakke jeans valt de stadsmus uit de toon in het i­dyllische C ­ anadese platte land waar ­ Guillaume’s familie een boerderij heeft, ‘la ­ ferme’. Eens ter plaatse is Tom verbaast dat ­ niemand hem kent

of iets af weet van zijn relatie met ­Guillaume. De film zet zich traag, maar op een mysterieuze wijze verder tot aan de ontmoeting met Francis, de broer van Guillaume. Hij blijkt een gestoorde, homo­fobe, agres­ sieve, maar knappe man te zijn die Tom terroriseert tot bloedens toe. Francis’ wil is wet, en Tom doet met knikkende knieën wat hij zegt. Langs de ene kant wil Tom niets liever dan wegrennen van de boerderij en nooit meer terug­ ­ komen, maar langs de andere kant wil hij de familie van G ­ uillaume ­leren ­kennen. Vreemd genoeg is er tussen Francis en Tom een aantrek­ kings­­­kracht waardoor ze ­elkaar zowel liefhebben als haten. De

twee gaan van vuistgevechten naar het dansen van een tango. Tom à la ferme wekt een vreemde sfeer op die je als kijker kan smaken, of net niet. Op sommige momenten ge­ loof ik mee te zijn met het verhaal, totdat er weer iets gebeurt dat deze a­ ssumptie aan diggelen slaat. Doordat ik niet kan voorspellen wat er vervolgens zal gebeuren blijf ik op het puntje van mijn ­cinemazetel zitten. Xavier Dolan heeft zichzelf alvast overtroffen met het maken van deze thriller. Het spreekwoord ‘een beeld zegt meer dan duizend woorden’ is zeker van toepassing op Tom à la ferme. Want spanning creëren met beelden is iets waar Dolan duidelijk in uitblinkt.


Beluisterd

Muziekrecensies tekst Cindy Van Asselbergh

PAOLO NUTINI Caustic Love Elektronische beats, een op­ zwepende melodie en een zanglijn die je meteen doet mijmeren over zomerse avonden. Scream (Funk My Life Up) is het eerste nummer op het nieuwe album van Paolo Nutini en is meteen raak. De trend zet zich verder in het tweede nummer Let me down easy, hetzij op een iets rustigere en een meer melancholische toon. Nog steeds mijmeren we over de zomer, maar nu over de drukkend hete dagen waarop onweer achter de wolken schuilt. Nutini’s muziek is in dit derde album net zoals zijn roots, veelzijdig. In zijn eerdere albums These Streets en Sunny side up experimenteer­ de hij al met verschillende stijlen. Van ska tot indierock, deze Schots-Italiaanse zanger is van vele markten thuis. Welke stijl hij ook verkent, hij doet het op zijn manier, en meestal met succes. Dat succes blijft echter uit tijdens het derde nummer, een inter­ lude getiteld Bus Talk. Net nu je helemaal bent weggedroomd,

katapulteert dit nummer je in één klap terug naar de realiteit. Een stemmetje dat doet terugdenken aan Alvin and the Chipmunks in I’m so lonely leidt het lied in en gaat over in een beat die stopt wanneer hij een hoogtepunt zou moeten bereiken. Gelukkig maakt Nutini het goed in One Day. Na het eerste refrein hoor je hem op zijn best. Zijn warme stem in de lage tonen vormt een verfrissend contrast met de rauwe uithalen. Dat Nutini zich niet in een vakje laat duwen is duidelijk, en ook in Numpty bewijst hij dit opnieuw. Dagen later betrap je jezelf nog steeds op het neuriën van dit catchy deuntje. Voor Better Man beroept Nutini zich dan weer op een van de oudste en beste recepten uit het muzikale boek: een gitaar en een stem. Maar ook hier weet deze muzikale duizendpoot te verrassen door te doen wat hij het beste doet, losbreken. Een fantastische gitaarsolo en de 48

zweverige backing vocals maken dit nummer tot een van Paolo’s beste. Met Iron Sky overtreft Nutini zich nogmaals door Charlie Chaplin aan het woord te laten. Nutini integreerde een fragment uit de film The Great Dictator uit 1940. ‘The Barber’s Speech’ is wereld­ bekend en wordt niet zelden be­ schreven als de ‘beste speech ooit’. Het fragment, waarin de legendarische Chaplin, Hitler en het nazi-regime omschrijft als machine men, with machine minds and machine hearts, roept het volk op zich te verenigen en op te komen voor haar vrijheid. In de live versie van Iron Sky tij­ dens de Abbey Road Live Sessions wordt duidelijk hoe intens Nutini dit lied beleeft wanneer zingen net niet in schreeuwen overgaat om een boodschap duidelijk te maken. Net als bij het merendeel van de andere nummers op het album, een gedurfde aanpak, die onmogelijk beter kon uitdraaien.


THE HORRORS Luminous Toen Faris Badwan, Rhys Webb, Tom Furse, Joshua Hayward en Joe Spurgeon in 2007 hun eerste plaat Strange House uitbrachten, was er niet veel dat hen onder­ scheidde van de doorsnee garageband. Ondertussen zijn we zeven jaar en vier albums verder en weten The Horrors ons te verbazen met hun nieuwste album Luminous. De plaat komt traag op gang met het eerste nummer Chasing Shadows. Een zeven-minuten durend nummer met een intro die net geen drie minuten duurt. Na de lange aanloop is er dan ook geen houden meer aan wanneer het nummer eindelijk losbreekt. Chasing Shadows wordt opgevolgd door First Day of Spring. Een nummer met een melodie die zowel herkenbaar als vernieuwend in de oren klinkt en die daar

ook blijft hangen. Wanneer twee derde van het nummer voorbij is, verandert de sound tijdens een door drums ondersteunde gitaarsolo. Doordat deze doorloopt tot het einde van het nummer raakt de samenhang met het begin ver zoek. Zorgeloze vrolijkheid is de beste manier om So Now You Know, het derde nummer op de plaat, te beschrijven. Hoewel de tekst niet meteen bij die beschrijving past, is het de melodie die So Now You Know een sing-along karakter geeft. Met In and Out of Sight zet de Britse band opnieuw een parel­tje neer. Een trage baslijn en snelle elek­ trische beats vullen elkaar perfect aan. De zanglijn vormt de kers op de taart. Die kers is echter nergens meer te bespeuren in Jealous Sun, een doorsnee

nummer dat zijn hoogtepunt reeds voorbij schiet tijdens de intro. Gelukkig maken The Horrors het goed met hun volgende nummer Falling Star. Een ritmisch samenspel van een aanstekelijke gitaarlijn en de hoge tonen van een xylofoon, in combinatie met de aangename stem van Faris Badwan maken dit nummer tot een van de betere op het album. Met Change Your Mind kent de plaat een rustpunt, om nadien nog een laatste keer alles uit de kast te halen in Mine and Yours en Sleepwalk, de laatste nummers op de plaat. Een mooie afsluiter van een plaat die zeker het beluisteren waard is. En waar doe je dat beter dan live, op vrijdag 11 juli tijdens Les Ardentes in Luik.

LYKKE LI I Never Learn Na haar eerste album Youth Novels in 2008 en diens opvolger Wounded Rhymes in 2011, is Lykke Li met I Never Learn toe aan haar derde album. Een meer kwets­bare Lykke Li, zingend over het verscheurde gevoel dat we allemaal al hebben ervaren wanneer een relatie stukloopt. Als singer-songwriter zet je die gevoelens om in songteksten, en dat is precies wat Lykke Li deed. Met titels als Gunshot, Never gonna love again, en Sleeping Alone staat het thema van dit album buiten kijf. De songteksten zijn hard en duidelijk zonder veel ruimte voor interpretatie. Net als in Lykke Li’s vorige albums vormt ook hier haar stem het

belangrijkste element, ondersteund door verschillende instrumenten en backing vocals. Dit merk je meteen wanneer je I Never Learn, het eerste nummer, beluistert. Gitaarmuziek begeleidt de zingende Lykke en tussen de strofes door mogen enkele strijkers hun opwachting maken. Ook tijdens de nummers die daarop volgen dient de muziek als ondersteuning voor de tekst. Gunshot begint verrassend met een intro die doet denken aan een hartslag, waarna Lykke Li invalt, om na iets meer dan een halve minuut los te breken in het refrein en vervolgens weer terug te keren naar het favoriete recept van de zangeres: een duidelijke stem en 49

een vleugje muziek op de achtergrond. Maar zoals bij de meeste gerechten het geval is, smaakt ook deze combinatie van ingrediënten niet meer wanneer je ze te vaak serveert. In tegenstelling tot de vorige albums van Lykke Li waar ze nog experimenteerde met een dozijn aan invloeden en ritmes, lijkt ze hier consequent te kiezen voor een­ zelfde structuur en stijl die mist aan diepte en variatie. Hoewel deze nummers duidelijk bedoeld zijn om de luisteraar te raken tot in zijn ziel, slagen ze hier niet in doordat het evenwicht tussen de te uit­ gesproken teksten en de muziek niet in balans is.


ÁSGEIR

KLANGKARUSSELL

Here it comes

Netzwerk

Eind vorig jaar bracht hij zijn originele debuutalbum Dýrð í dauðaþögn uit in het Engels onder de titel In the Silence. Nu laat deze jonge IJslandse singer-songwriter opnieuw van zich horen met zijn nieuwste single Here it comes. Het nummer kent een droevigere toon dan deze op de debuutplaat van de creatieveling en werd uitgebracht voor de Record Store Day. Naast Here it comes bevat de single ook een cover van Nirvana’s Heart-Shaped Box.

Nadat we vorig jaar allemaal verliefd werden op de saxlijn in Sonnentanz, staat Klangkarussell aan de vooravond van deze zomer opnieuw klaar om ons massaal in te pakken met elektronische beats en zomerse klanken. Netzwerk (Falls like rain) is de nieuwe single van het DJ-duo Tobias Riesel en Adrian Held en is slechts een voorsmaakje van het gelijknamige album dat zal verschijnen op 25 juni.

BALTHAZAR

HUDSON TAYLOR

Leipzig

Weapons

Leipzig is het nieuwste nummer van de inter­ nationaal bekende Belgische band Balthazar. Na hun tweede album Rats dat verscheen in 2013, was de band afgelopen zomer op haast elk festival te zien. Tijdens de tournee die op hun tweede album volgde, schreef de groep dit nummer. Hoewel ze deze zomer vooral in Duitsland en Frankrijk te zien zijn, kunt je deze nieuwe zelf gaan beluisteren op Pukkel­pop in Hasselt.

Met Weapons brengen Harry en Alfie Hudson -Taylor een nieuw folk-popnummer uit. De twee broers uit Dublin wonen momenteel in Londen. Via sociale media als Facebook, Twitter en Youtube zoeken ze langzaam maar zeker hun weg naar de top. Ze vergelijken zichzelf graag met artiesten als Crosby, Stills & Nash en Simon & Garfunkel. Later dit jaar brengen ze hun debuutalbum uit, eentje om in het oog te houden!

BRNS

ANGUS POWELL

My Head Is Into You

Waylaid

My Head Is Into You is slechts een voorsmaakje op het debuutalbum Patine dat de Brusselse groep BRNS op 25 augustus dit jaar zal uitbrengen. Een voor­ smaakje dat je alvast zal doen watertanden naar meer.

Angus Powell maakte van prachtige gitaar melodieën zijn handelsmerk, en dat zien we opnieuw in zijn nieuwe album Waylaid. Hoewel het album net als zijn vorige plaat Monsters uit 2012 opnieuw slechts vier nummers telt, slaat Powell erin de luisteraar volledig te laten wegdromen met nummers als Shiver, Lines, Hole In My Heart en Autumn of my life.

50


Studenten kunnen creatief ei kwijt in jong productiehuis

Future Talents zocht voor tweede maal videotalent

Ruben Persoons, halftijds medewerker van Future Talents

Videoproductiehuis Future Talents werkt uitsluitend met jong geweld en wil studenten de kans bieden om praktische ervaring op te doen in professionele producties en hen zo een stevig portfolio laten opbouwen. Ondertussen leverden ze reeds werk af voor onder andere Fnac, Hello Bank! en Studio Brussel. Om de echte talenten te laten schitteren, organiseerden ze voor het tweede jaar op rij de Future Talents Award Show. Tekst & foto’s aimée bruyninckx

‘Gedurende je opleiding moet je niet heel braafjes het parcours a­flopen tot je afgestudeerd bent, en je dan pas op de markt smijten. Je kan ­tijdens je o­ pleiding al meewerken aan ­producties en je portfolio op­bouwen waardoor je als a­ fgestudeerde ­steviger in je schoenen staat’, zegt Ruben Persoons (26), masterstudent Foto­ ­ grafie en halftijds aan de slag bij Future Talents als rechterhand van zaakvoerder Bram Biesbrouck. ‘De student moet vooral goesting hebben

om iets te maken en beseffen dat wij ook feedback en kritiek geven. Zo doen ze werkervaring op en komen ze te weten wat er hen te wachten staat eens ze afgestudeerd zijn. Voor ons is het belangrijk dat dat de insteek is. Hetgeen wat ze ermee verdienen is bijkomstig, in die zin dat ze dan wel in de mogelijkheid zijn om nieuw materiaal aan te kopen.’ ‘Tot voor kort werkten de ­studenten ook aan applicaties, websites en 51

g­ rafisch werk voor flyers en ­dergelijke. Sinds januari dit jaar hebben we ­echter beslist om de focus op video te leggen. We geloven dat hierdoor de kwaliteit van onze producten zal toenemen’, vertelt Ruben. Kort maar kr achtig Future Talents beschouwt video in de brede zin van het woord. Ze maken voornamelijk aftermovies, ­ motion graphics en ‘testimonial­ achtige’ ­filmpjes waarin personen die ­


een bepaalde ambacht uitvoeren in beeld worden gebracht. ‘We p ­ roberen onze video’s steeds redelijk kort te houden. We zijn bezig met content die niet zolang hoeft mee te gaan. De levensduur is minder belangrijk. We maken geen topproducties, maar goeie p ­ roducties die kunnen dienen waarvoor ze bedoeld zijn.’ De juiste student voor de juiste opdr acht ‘Onze werkwijze is simpel: als studenten werkervaring willen op­ doen, kunnen ze bij ons ­ terecht en worden ze op basis van een studentencontract uitbetaald. Wan­ neer een student zich online ­inschrijft, steekt hij daar best een portfolio bij.

Dat is representatief voor wat hij kan, en ook welk werk hij wil doen.’ ‘Er zijn studenten die c­ommercieel heel sterk zijn, maar er zijn er ook die meer artistiek werk ­ leveren. ­A fhankelijk van de opdracht ­kunnen we de juiste student op het j­uiste project zetten. Onze s­ ­ tudenten werken vaak individueel, maar we ­ zetten ook in op kruisbestuiving. Zo kunnen we ­ bijvoorbeeld een goeie ­tekenaar ­samen zetten met iemand die goed is in motion graphics.’ ‘Concreet willen we volgend schooljaar in september langsgaan op elke ‘creatieve’ school, het verhaal doen van Future Talents en studenten

overtuigen dat ze gedurende hun ­volledig opleiding voor ons kunnen werken. Een paar maanden later ­keren we dan terug om onze awardshow aan te kondigen.’ Future Talents Award Show Met de Future Talents Award Show willen de mannen van Future Talents in samenwerking met het ­Gentse cultuur­centrum Circa voor het ­tweede jaar op rij vers talent bloot­ leggen. Ook in de awardshow ligt – in tegenstelling tot de vorige editie – de focus op video. Een thema werd niet opgelegd. ‘We zetten in op de jeugd die ­creatief omgaat met dit medium. D ­ aarom zijn de awards ook divers: de ­algemene creativiteit wordt ­beloond, niet één specifiek genre. We ­willen dat ­video’s van diverse ­ pluimage w ­orden in­ gezonden omdat we ­geloven dat er veel en uiteenlopend talent ver­scholen zit in de jeugd van tegenwoordig. Met de awardshow kunnen we naar buiten komen en ­tonen wat Future Talents doet. Voor de ­studenten is dat tegelijkertijd ook een e­ xtra ­stimulans om werk in te zenden en uiteraard kans te maken op een mooie prijs.’ Elke s­tudent kon tot midden april een e­igen c­reatie in­ zenden die hij of zij tijdens het schooljaar 2013 – 2014 heeft g­emaakt. Een groepswerk mocht ook, op voor­ waarde dat de persoon in kwestie daar wel het ­grootste aandeel in ­gehad heeft. De enige ­ vereisten ­ waren dat je ­student moet zijn en de inzending uit ­bewegend beeld bestaat. And the winner is … Uit meer dan zeventig inzendingen werden tien finalisten ­ geselecteerd die een podium kregen op de awardshow. Die ging door op 8 mei in de pop-upstore van Hello Bank! op de Antwerpse Meir. De jury werd ­bevolkt door vier professionals uit het werkveld die dit jaar maar liefst drie prijzen uitreikten.

Jens Burez, winnaar van de Creative Award.

52


V.l.n.r.: vriend aan huis Wouter Vanhoutte, oprichter Bram Biesbrouck en Ruben Persoons.

Diegene die met een video kwam aandraven die voor een heel breed ­ publiek toegankelijk is, schoot de ­ hoofdvogel af en won de Creative Award. Dit jaar was dat Jens Burez. Met zijn inzending Future of the Past wist de masterstudent film de jury te ­overtuigen en ging hij aan de haal met de hoofdprijs van ­duizend euro. ­‘Future of the Past is mijn afstudeer­ werk van mijn bachelor aan het KASK. Ik had een heleboel filmpjes gevonden op het internet uit de ­jaren zestig w ­ aarin gepoogd werd de toekomst van toen te voorspellen. Het ging om heel g­ edomesticeerde voor­ spellingen zoals de indeling van livings en ­ ­ keukens in de periode 2009 - 2019. Naast mijn filmstudies ben ik decorbouwer, dus besloot ik de decors tot in de kleinste details na te bouwen en de oude fi ­ lmpjes exact te laten na­spelen. Zo had ik 53

twee i­dentieke filmpjes die in twee verschillende tijdsperiodes ­ werden opgenomen en ontstond er een ­ tijdsclash in de ­montage. Een heel ­eenvoudig ­concept. Het prijzengeld zal ik integraal in de realisatie van mijn masterproef investeren.’ Met haar videoclip Soldier ­sleepte studente grafische en digitale ­media Janice Lievens de Youth ­Culture ­ Award in de wacht. De videoclip ­ Patterns van de muziekgroep The ­Antler King straalde de ­meeste innovatie uit. M ­ ­aker Domien Huyghe, tevens masterstudent film ­ en ­medeoprichter van video­collectief Early Birds, mocht daarom een plaatsje in de kast vrijmaken voor de Innovative Award. Ondertussen werd deze clip ook genomineerd voor de Berlin Music Video Awards in de categorie ‘Most Bizarre’.


Vormen Zeven vrienden, ĂŠĂŠn collectief

54


Begin februari zag vormen het levenslicht, een jong ontwerperscollectief met wortels in de Gentse klei. Ze zijn met zeven - vijf ontwerpersuitvoerders, één grafisch ontwerpster en één fotograaf - maar veel meer dan dat getal alleen. Het zijn zeven vrienden die respect tonen voor ontwerp en ambacht, droom en ritueel, authenticiteit en speelsheid in al hun realisaties. They take their

pleasure seriously.

Tekst Aimée Bruyninckx FOTO’S aimée bruyninckx & richard duyck

55


Au sérieux

De broers Leon (24) en Emile (26) Duyck begeleiden als assistenten-productie reeds drie jaar jonge ­kunstenaars die een postgraduaat aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten (HISK) volgen in Gent. Vorig jaar in ­oktober werden de broers voor de tweede maal uit­ genodigd door Onbetaalbaar, een vormgeverscollectief uit het Gentse, als makers voor de Veiling Der Dingen in het Gentse kunstencentrum Vooruit. Aaron De ­Keyzer (25) was reeds materiaalverantwoordelijke bij Onbetaalbaar en uiteindelijk werden de broers uitgenodigd om hem te versterken in het kernteam. Richard (25), de middelste van de Duycks, werd toen de vaste fotograaf. ‘Kort daarop kregen we persoon­lijke bestellingen waar Emile, Aaron en ik tezamen aan werkten’, vertelt Leon.

Emile: ‘Onze vader had vroeger een ontwerpbureau voor grafische vormgeving dat vormen heette. (vormen), waarbij het woord tussen ronde haakjes staat, was het oorspronkelijke logo. Wij maakten er |vormen| van. We refereren naar het oude, maar starten met iets nieuws. Vormen is een werkwoord en een zelfstandig naamwoord. Het is een geladen, sec, net en afgewogen woord dat duidelijk samenvat wat we doen en is daarom de ­perfecte naam voor ons collectief.’ Leon: ‘Wij delen ons atelier met Onbetaalbaar. Zij ­hadden dit atelier al een jaar, maar dat diende voor­ namelijk als opslagplaats. Voor Onbetaalbaar was het goed dat er naast hun veilingen ook een werking kwam. Hier kunnen we ons werk voor vormen en Onbetaalbaar combineren. Dat is ideaal.’

Emile: ‘In juni 2013 kwam Edouard Devriendt (21), onze neef, af met een schets voor een lamp. Deze was nog vrij vaag. Het was voornamelijk de lijn die hij ­getekend had, maar het idee van de kabel die aan de buitenkant van de lamp zat was er wel al bij. Edouard vroeg ons of we de lamp konden maken, en dat zagen we volledig zitten.’

Jochen: ‘Het ontstaansproces van de lamp is onze werkwijze voor alles. De manier waarop we werken is erg organisch. Terwijl Aaron, Leon en Emile meer ­voeling hebben met de materialen, kijken Edouard en ik als ­studenten architectuur meer door de ogen van ­ontwerpers. Zowel ontwerp als ambacht komen samen in één proces, onder één dak, in één huis. Ze vullen ­mekaar van in het begin aan. We zitten in een zalige mix, waarbij het boeiend is dat we wel onze eigenheid blijven ­behouden.’

Edouard: ‘Ik schetste het ontwerp tijdens een theorieles op school. Het was een simpele vorm waarvan ik dacht dat het iets tof kon worden. Emile en Leon wilden me direct helpen met de uitwerking van het ontwerp.’ Leon: ‘Een tijdje later vroegen we een goede vriend van mij, Jochen Schamelhout (24), erbij om voor een andere opdracht ontwerpen te maken en deze samen te bekijken. Daarnaast voorziet Richard ons nu van foto­materiaal en staat Amélie Bakker (21) in voor het ­grafisch ontwerp bij vormen.’

Edouard: ‘Wanneer een ontwerp wordt gemaakt, wordt iedereen er bij betrokken. Er is echt een wisselwerking en er wordt kort op de bal gespeeld. Op die manier gaan we graag te werk. Nieuwe projecten bespreken we ook met mensen buiten vormen. Voor we met een idee naar hier komen, wordt er op die manier al ­geselecteerd en geschift. Elke keer vormen met iets naar buiten komt, is het al door minstens vijf hoofden gepasseerd. Of misschien wel door vijftien, als je alle mensen erbij ­ ­rekent die we er bij betrekken.’

Aaron: ‘Ik was al goed bevriend met Edouard, dus werd ik ook betrokken bij het ontwikkelingsproces. Voor vormen ontstond waren we elk apart ambitieus bezig met ons eigen ding. Nu zijn we iets aan het opbouwen van onszelf. Dat is een heel ander gevoel dan voor anderen te werken. Dit is de eerste keer dat ik dingen maak voor mezelf en mijn vrienden.’

Emile: ‘Als vormen iets maakt, is het vormen die iets maakt en niet één van ons. Er is niemand die zegt: ‘Ik ben de ontwerper en niemand anders.’ Iedereen heeft een evenwaardige stem en elke opmerking wordt au s­ érieux genomen. Doordat we intens samenwerken w ­ orden er resultaten geboekt.’

Leon: ‘Ik studeer Kunstwetenschappen aan de Ugent, maar mistte het echt om ook met mijn handen bezig te zijn. Het is heel interessant om intellectueel te groeien, maar ik mistte het concrete.’

Jochen: ‘We steken hier bijna al onze vrije tijd is. Het lijkt wel vakantie met hier en daar wat verplichtingen.’

Jochen: ‘We hebben eerst een jaar op ons gemak ­gewerkt, gewoon omdat we het tof vonden. Maar sinds een maand hebben we echt de knop omgedraaid en gaan we er voor.’

Emile: ‘Daarom kunnen we ons ook zo goed vinden in het citaat van het beroemde Amerikaanse designerduo Charles en Ray Eames: take your pleasure seriously. Daar komt het eigenlijk op neer. We vonden ons werk altijd al zalig om te doen. Nu nemen we het gewoon een beetje meer au sérieux.’

Aaron: ‘Het mooiste is dat vormen is ontstaan door die lamp.’ 56


De vijf ontwerpers-uitvoerders, druk vergaderend over een nieuw ontwerp. V.l.n.r. Leon, Emile, Jochen, Edouard en Aaron.

n vor-men: overgankelijk werkwoord; vormde; heeft gevormd; (1461) van vorm of ontleend aan Frans Former (1461)

8

innerlijke, gee harten vormen smaak, ieman

9

Een jong colle en ritueel, aut (zn., mv.): ontw video, foto, gr en met liefde

woordvormen

Leon: De beschrijving van ons collectief bestaat uit de verklaring van het woord vormen dat we overnamen uit een woordenboek. Daarin hebben we letterlijk geschrapt wat niet voor ons van toepassing was

n vor-men: overgankelijk werkwoord; vormde; heeft gevormd; (1461) van vorm of ontleend aan Frans Former (1461)

1

de genoemde vorm vertonen, de vorm van de genoemde zaak doen zien: Die straten vormen een kruis.

2

uitmaken, zijn: Zij vormen een gesloten kaste. Dat vormt er het belangrijkste bestanddeel van. De grondslag voor iets vormen. Zij vormen de meerderheid

3

het genoemde als vorm doen ontstaan: een kring vormen, in een kring (gaan) zitten of staan

4

een zekere of de vereiste vorm geven, als zodanig doen ontstaan: een beeld uit klei vormen, brood, flessen, figuren vormen, de mens is gevormd naar Gods beeld (met een bijwoordelijke bepaling) een fraai gevormd gezicht

5

(techniek) gietvormen maken

6

(mbt. collectiva en onstoffelijke zaken) samenstellen, maken, formeren: een leger vormen. nieuwe woorden vormen door afleiding en samenstelling. plannen, ontwerpen vormen . zich een denkbeeld, een oordeel vormen. uit de beschikbare gegevens doen ontstaan

7

(wederkerend): zich samenstellen, synoniem: ontstaan; zo vormt zich het veen. de klei vormt zich uit bezinkingen. dwaalbegrippen, verkeerde meningen vormen zich gemakkelijk

8

innerlijke, geestelijke of zedelijke gestalte geven: de jeugd, jonge harten vormen. hij was gevormd in de school van het leven. de smaak, iemands karakter vormen. geleidelijk ontwikkelen

9

Een jong collectief met respect voor ontwerp en ambacht, droom en ritueel, authenticiteit en speelsheid in al zijn realisaties. (zn., mv.): ontwerpen, objecten, meubelen, oplossingen, opbouw, video, foto, grafisch ontwerp). Op maat van de gestelde vraag en met liefde voor de gebruikte grondstoffen.

woordvormen

1

de genoemde vorm vertonen, de vorm van de genoemde zaak doen zien: Die straten vormen een kruis.

2

uitmaken, zijn: Zij vormen een gesloten kaste. Dat vormt er het belangrijkste bestanddeel van. De grondslag voor iets vormen. Zij vormen de meerderheid

57

‘Take your pleasure seriously’ | Eames

‘Take your ple

10 www.vormen info@vormen. www.faceboo

leden

Aaron De Keyz — 1989 Produ Amélie Bakker — 1993 Studen Edouard Devri —1993 Studen Emile Duyck — 1987 Studen van ONBETAA Jochen Scham — 1990 Studen Leon Duyck — 1990 Stude Lid van ONBE Richard Duyck — 1988 Studen


Model M1.

The hedgehog and the fox

om ze te verkopen. Sinds een maand en een half, toen we te horen kregen dat we naar Milaan mochten, zijn we pas aan productie beginnen denken. De voor­lopige productie van een honderdtal prototypes kunnen we zelf verzorgen op ware ambachtelijke ‘vormen’-wijze. We hebben gesprekken met producenten en ook zij zouden handgemaakte producten afleveren. Dat ze daar ook ambachtelijk te werk zullen gaan, is op die manier niet contrasterend met ons manifest. Het is leuk om te horen dat ook economisch gerichte mensen er ook iets in zien.’

Leon: ‘Een sterkte van ons werkingsproces is dat ­nieuwe aspecten telkens afgetoetst en toegevoegd w ­orden. ­Omdat we alles in eigen handen hebben, wordt zo alles ­constant verbeterd. Van begin tot einde doen we alles zelf. De lampen zijn handgemaakte stukken, dus ze zijn ieder op zich uniek. De stalen staven die we gebruiken, zijn zes meter lang. Ongepland hebben we de namen van de lampen afgeleid van de lengte staal die nodig is om er zo één te maken. Het komt perfect uit om zes kleine of twee grote lampen te maken uit één grote staaf. Het verlies is dus miniem en dat vinden we ook belangrijk. Er is al genoeg exces in de wereld. Zo blijft het ­zuiver. De kleine lamp heet nu 1M en de grote 3M. Simpel, maar logisch.’

Edouard: ‘Het lijkt wel een droom. We hadden nooit gedacht dat het mogelijk was om meer te doen, om echt iets te bereiken. Je kunt iets maken en dat gewoon op een Facebookpagina of website zetten. Dat wordt dan gezien, maar verder gebeur+t er dan weinig mee. Nu is het plots heel concreet geworden, en dat doet deugd. Voor ons was het nodig om te weten dat ook anderen ons werk appreciëren.’

‘In het begin waren we wat te terughoudend om te ­zeggen dat we een collectief zijn. Door onze kandidaat­stelling en uiteindelijke selectie voor De Invasie van ­Milaan in april is het nu officieel.’ (N.v.d.r. De ­Invasie is een ­Belgisch platform dat opkomend talent uit v­ erschillende disciplines promoot in binnen- en buitenland. Jaarlijks trekken ze met een Belgische divisie naar de designbeurs in Milaan.)

‘Door onze selectie voor Milaan merken we dat er dagelijks meer mensen onze Facebookpagina liken. ­ Dat is leuk, maar we willen niet gewoon de zoveelste ­Facebookgroep zijn. We moeten er nu echt voor zorgen dat we zaken kunnen afleveren voor Milaan. Daarvoor is het een beetje kiezen tussen the hedgehog and the fox. ­Ofwel zetten we alles op één iets, ofwel nemen we ­meerdere zaken mee. We hebben voor optie twee ­gekozen.’

Jochen: ‘Met het concept van de lamp was het in het begin een beetje een avontuur, een beetje dromen. De ­financiering wordt momenteel volledig uit eigen ­kapitaal gehaald en oorspronkelijk hadden we niet echt het idee 58


Aaron: ‘Stel dat we daar veel aandacht krijgen, is het leuk om ook iets te kunnen aanbieden. Momenteel ­hebben we enkel de lamp die af is. Dat is onze eye­catcher. Maar we willen ook de projecten tonen waar we mee bezig zijn, in de hoop geen eendagsvlieg te worden. Richard gaat volgende maand op pad om ook de meubels die we in het verleden gemaakt hebben te fotograferen in hun context. Die zaken zijn ook deel van ons verhaal.’ Emile: ‘Het vergt tijd om ontwerpen en projecten op punt te zetten. Alles is in een stroomversnelling geraakt en nu zitten we met een strakke deadline. Onze ­andere producten zitten volop in prototype-ontwikkeling, maar Edouard heeft de bekistingen alvast groot genoeg getekend zodat we ze ook zeker kunnen meenemen.’ Jochen: ‘Onlangs hebben we vernomen dat we in mei ook naar De Invasie van Amsterdam mogen. Zo kunnen we ook iets dichter bij huis wat publiciteit maken.’

Gokken op twee paarden

Emile: ‘We kunnen moeilijk kiezen tussen hout of ­metaal. Het is allebei zalig om mee te werken en z­ eker om het te combineren. Minder kwaliteitsvolle p ­ roducten proberen we te mijden. Zo zijn we bijvoorbeeld ­minder fan van MDF. Aaron is er ook allergisch aan. We w ­ erken wel graag met multiplex omdat het een iets ecologischere en mooiere manier is om hout te ‘maken’. Het is stevig, zonder fouten en het is makkelijk te bewerken.’

Jochen: Op school zien Jochen en ik vooral dromen en eerder onrealistische zaken. Dat sterkt ons inbeeldingsvermogen, maar hier is het heel down to earth en proberen we met vrij beperkte machinale middelen gewoon ons ding te doen Jochen: ‘Wanneer we aanvragen voor maatwerk ­k rijgen, dan moeten we uiteraard wel compromissen sluiten. Soms botst dat met onze principes. Ontwerp en ­ambacht liggen bij zulke opdrachten soms ook iets meer uit elkaar. Maar we doen dit wel met volle overgave en plezier. Als we het maatwerk blijven doen en daar ons portfolio sterk mee maken, kunnen we hier verder mee geraken. Dan gokken we op twee paarden.’ Emile: ‘Een vrouw waarvoor we reeds een gangkast, tv-meubel en hangmeubel maakten, heeft ons nu ook gevraagd om haar keuken onder handen te nemen. Op termijn wil ze alles wat ze van IKEA in huis heeft, laten vervangen door vormen.’ Jochen: ‘We hopen bij alle zaken die we op maat m ­ aken dat niet enkel wij kunnen dromen, maar dat we ook aan de klant een klein droompje kunnen afleveren. We ­richten ons niet tot een niche- of deelpubliek. Het is onze bedoeling mensen te omgeven met aangename ­zaken, zowel in onze eigen producten als in ons maatwerk. Nu krijgen we veel aanvragen voor maatwerk binnen. Dat is goed en dat moet ook blijven komen, maar het blijft de bedoeling dat we ook veel eigen materiaal aanleveren.’ Leon: ‘Het ideaalbeeld zou zijn dat vormen nog het ­enige is waar we ons mee bezig kunnen houden. Dat dit iets wordt waar we van kunnen leven.’

De kostprijs van de 1M komt op 200 euro, de 3M op 300 euro. De tafel waarin de 1M is ingewerkt komt op 900 euro. Alle prijzen zijn exclusief btw. www.vormen.be www.facebook.com/vormen 1M tafel is een meter metaal op een tafel.


60


‘Earth’ without ‘art’ is just ‘eh’.

Unknown 61


Hannes Pinoy aan het werk tijdens een fotoshoot. 62


Kennis Is belangrijk, maar passie maakt de kunst ‘Zou je niet beter iets studeren waarmee je later je brood kan verdienen?’ Creatieve jongeren horen het maar al te vaak. Het zijn bezorgde ouders die hun kind liever niet in een kunstopleiding terecht zien komen. Toch schrijven zich jaarlijks gemiddeld 1800 studenten in voor een creatieve opleiding zoals film, fotografie of beeldende vormgeving. Hannes Pinoy en Vincent Pieraerd zijn twee van die studenten. TEKST CINDY VAN ASSELBERGH Foto’s Cindy Van Asselbergh & Chapter ONE

63


Sinds kort werkt Hannes als modelscout voor Starsystem.

Hannes hoopt van fotografie zijn beroep te maken.

N

adat hij afstudeerde in het kunst­ secundair wilde Hannes hoe dan ook fotografie studeren. ‘Tijdens de infodagen kreeg ik te horen dat er twee soorten scholen zijn. De technische, zoals Narafi, en de artistieke zoals Sint-Lukas.’ Beide scholen behoren tot LUCA School of Arts. Hannes verkoos al snel het technische boven het artistieke en schreef zich in aan campus Narafi. ‘Het belangrijkste is dat je weet waar je mee bezig bent. Heel wat fotografen kennen de basisbegrippen niet eens. Ik haat het als mensen wazige of technisch slechte foto’s maken en er dan een verhaal bij zeveren omdat ze eigenlijk geen idee hebben waar ze mee bezig zijn. Techniek is het belangrijkste, het artistieke is een pluspunt.’ Hannes is tevreden over de opleiding: ‘Wanneer je afstudeert aan Narafi ken je je camera vanbinnen en vanbuiten, maar op artistiek vlak zit je vast. Dat weet je echter al voor je aan de opleiding begint. Bovendien is het onmogelijk om zowel de technische kant als het artistieke aspect van fotografie in één opleiding te integreren.’ Lennert Deprettere, opleidingshoofd fotografie en docent aan Campus Narafi van de LUCA School of Arts spreekt dit tegen: ‘Beide opleidingen leggen de klemtoon op creativiteit. Narafi is geen technische opleiding, maar wij geven de studenten wel een bredere technische basis mee. Bij Narafi kan iedereen starten,

er zijn geen toelatingsproeven. Daardoor schrijven zich ook heel wat studenten in die eigenlijk niets kennen van fotografie.’ Volgens Deprettere is dat bij Sint-Lukas niet het geval. Daarom is het in Narafi belangrijk eerst een zekere basis mee te geven. ‘Naargelang de technische vaardigheden vorderen, krijgen de studenten moeilijkere opdrachten en groeit ook de creatieve vrijheid binnen de opdrachten.’ Deprettere legt uit dat Sint-Lukas omgekeerd werkt. Zij vertrekken van een concept of thema waarrond de studenten enkele weken werken. ‘Bij de uitwerking van dit thema kunnen ze technische ondersteuning vragen als ze dat wensen, maar deze wordt niet automatisch meegegeven.’ Volgens Deprettere zijn zowel techniek als creativiteit belangrijk in de fotografiesector. ‘Opdrachtgevers verwachten dat foto’s technisch correct zijn. Technische vaardigheden in combinatie met een eigen stijl, dat is waar het bij fotografie om draait.’ ‘Bij film ligt dat anders. In de film en televisiewereld is alles veel meer opgesplitst. Je hebt een regisseur, een cameraman, het zijn allemaal verschillende jobs. Daar draait het er om uit te blinken in één ding’, legt Deprettere uit.

PRUTSEN IN DE AUTOMATISCHE STAND

Vincents passie voor film ontstond heel onschuldig. ‘Familie en vrienden vertelden me dat ik goed kon 64


sector. Deprettere merkt wel op dat het belangrijk is actief op zoek te gaan naar werk. ‘Het is een sector waarin vaak wordt gewerkt met freelancers, dat biedt heel wat mogelijkheden, maar je moet er wel wat moeite voor doen.’

observeren. Toen ben ik met een camera enkele voorbij­ gangers gaan filmen op straat. Ik vond het leuk en kocht mijn eerste camera. Het bizarre is dat ik eigenlijk helemaal niet graag films keek. Ik hield gewoon van het gevoel om een camera in mijn handen te hebben’, lacht hij. Ook Hannes rolde gaandeweg in de fotografie. ‘Ik prutste graag met de camera van mijn ouders waarmee ik foto’s maakte in de automatische stand. Toen ik twee jaar geleden fotografie ging studeren, ben ik me echt op de techniek gaan toeleggen.’

EEN STREEPJE VOOR

Een jaar geleden richtte Vincent met enkele mede­ studenten het kunstcollectief Chapter One op. ‘We waren aan het dromen en aan het praten over wat we wilden bereiken. Van het een kwam het ander.’ Een jaar geleden waren ze met vier, nu zijn ze met zeventien. Ze organiseerden al verschillende kunstevenementen waaronder hun eerste evenement, Chapter One, genoemd naar het collectief zelf. Ze verkregen een zaal in de Braziliaanse ambassade, waar vijf filmmakers samen met een muzikant een filmpje maakten. In collectiefverband werken heeft volgens Vincent heel wat voordelen. ‘Allereerst sta je niet alleen achter je project. Tijdens de laatste meeting stonden we hier met elf mensen die stuk voor stuk stonden te popelen om te beginnen. Daarnaast heeft één persoon niet zoveel connecties als zeventien mensen samen. Bovendien staat Chapter One voor combinaties van verschillende kunsten. Met onze evenementen proberen we ver­schillende kunstvormen samen te brengen. Film en muziek, film en schilderen of film en dans. Om dat te kunnen realiseren heb je meerdere mensen nodig’.

MIDLIFECRISIS

Zowel Hannes als Vincent hadden het geluk dat hun ouders van bij het begin achter hen stonden. Vincents ouders zijn zelfstandige vastgoedmakelaars. Hoewel ze hem graag de zaak hadden zien overnemen, steunden ze hem meteen toen hij vertelde dat hij film wilde studeren. ‘Ik denk dat ik een job in de verkoop wel zou kunnen, maar dan ga ik met zekerheid een midlifecrisis tegemoet. Een nine to five job is niets voor mij.’ Toch staan niet alle ouders even positief tegenover creatieve opleidingen. ‘Op elke opendeurdag krijg je de vraag of er nog toekomst zit in dit soort opleidingen. Uit enquêtes blijkt dat die toekomst er behoorlijk goed uit ziet’, legt Deprettere uit. Elk jaar neemt LUCA School of Arts een enquête af bij oud-studenten. Daaruit blijkt dat negentig procent binnen het half jaar een job vinden, waarvan ongeveer 75 procent binnen de

Om te bewijzen dat je een goede fotograaf bent, heb je een portfolio nodig, geen diploma

Een aantal leden van Chapter One tijdens de voorbereidingen voor hun nieuwe evenement.

65


‘In de kunstwereld zullen er altijd mensen zijn die het maken zonder een diploma of een opleiding’, beweert Hannes. Volgens hem zijn zij vaak zelfs de besten. ‘Talent, kennis, skills… je hebt het allemaal nodig en je ontwikkelt die drie dingen voor een groot stuk door les te volgen en dingen te leren.’ Maar het diploma op zich, het papiertje waar op staat dat je het kan, is volgens Hannes minder belangrijk. ‘Om te bewijzen dat je een goede fotograaf bent, heb je een portfolio nodig, geen diploma.’ Ook Vincent is van mening dat een diploma niet het belangrijkste is in de kunstsector. ‘Als je film studeert, studeer je voor iets waarvoor je geen diploma nodig hebt. Er zijn heel veel goede regisseurs zonder diploma.’ Volgens Vincent is in de kunst passie belangrijker dan kennis. Bovendien is het belangrijk dat je naast je studies al actief bezig bent met het uitoefenen van je passie’, legt Vincent uit. ‘Hoe vroeger je als beginnend kunstenaar connecties begint te leggen en laat zien wat je wil doen, hoe beter. Je mag niet bang zijn omdat je nog aan het leren bent, want als kunstenaar ben je nooit volleerd. Het is een blijvend proces.’ Volgens Hannes is het minder belangrijk om tijdens je studies al met allerlei projecten bezig te zijn. ‘Het kan zijn dat ik jaren ervaring heb, en dat er dan een kereltje van dertien jaar komt en me keihard overtreft. Dat zie ik nu al. Ik oefen jaren om steeds iets beter te worden, en dan komt er iemand die veel jonger is en al ongelooflijk goede foto’s maakt.’

Voor hun volgende evenement maakten ze een promotie­filmpje in de hoop op die manier sponsors te werven. ‘We willen dans en film samenbrengen in een bewegende performance op een stelling’, legt Vincent uit. De voorbije evenementen realiseerde Chapter One steeds met geen of weinig geld. ‘Voor ons volgende evenement willen we graag een stelling huren. Dat kost geld, en dat hebben we niet.’ Voorlopig kregen ze echter nog geen reactie van geldschieters. ‘Sponsoring vinden zal nooit makkelijk zijn. Je vraagt om een van de grootste waarden in de huidige maatschappij: geld.’

Als je film studeert, studeer je voor iets waar je geen diploma voor nodig hebt Chapter One kreeg wel reactie van Iedereen beroemd, maar daar gingen ze tot nog toe niet op in. ‘We zijn er bang voor.’ Vincent vertelt dat een aantal leden van het collectief het een goed idee vinden, maar dat de meesten het afwijzen. Enerzijds is er misschien iemand die ons project interessant vindt en erop ingaat, maar anderzijds stellen we ons de vraag of een collectief wel thuishoort op een medium als één.’

Eerste stapjes in de modewereld

BACK-UP PLAN

Ook Hannes is naast zijn opleiding met allerlei projecten bezig. Twee jaar geleden kon je hem tijdens een avondje stappen nog vaak aan het werk zien op de Leuvense feestjes, maar dat doet hij nu niet meer. In zijn vrije tijd houdt hij zich nu vooral bezig met portret­ fotografie. Sinds kort is hij ook aangenomen als model­ scout voor Starsystem, een van de grootste casting­ bureaus ter wereld. Het bureau werd opgericht door John Casablancas, die ook Elite Models oprichtte. ‘Mijn job bestaat eruit potentieel mooie en grote jongens of meisjes aan te spreken en de eerste shoots met hen te doen.’ Hannes legt uit dat zijn loon afhangt van de hoeveel­heid werk die de door hem gescoutte modellen krijgen. ‘Als ik een model scout, dan is dat zogezegd mijn model. Wat hij of zij verdient met het lopen van catwalks en shoots, wordt verdeeld onder alle betrok­ kenen. Rijk word ik er niet van, maar het is plezant.’

Zowel Hannes als Vincent zijn ervan overtuigd dat ze hun droom in vervulling zullen zien gaan. Toen Vincent aan zijn studies begon, was hij zich er van bewust dat het merendeel van de kunstenaars vroeg of laat in financiële problemen komt. ‘Je weet vooraf dat je voor een on­zekere sector kiest, maar geld is niet het enige waarnaar je moet streven. Bovendien is de kunstsector niet de enige onzekere sector. Zelfstandige zijn houdt ook heel wat risico’s in en biedt ook niet altijd financiële zekerheid. Mij hebben ze altijd wijsgemaakt dat als je iets heel graag wil, en je je uiterste best doet, je er dan wel komt’ legt Vincent uit. Naast zijn werk voor Chapter One maakt Vincent ook promotiefilmpjes voor Unicef en WWF. ‘Met dat soort films valt altijd geld te verdienen. Hoewel ik niet hou van die commerciële manier van filmen, zal ik dat nog steeds liever doen dan in een winkel staan als verkoper en elke dag dezelfde sleur doorlopen. Zolang ik een camera in mijn handen heb, ben ik tevreden.’ Ook Hannes is ervan overtuigd dat hij van fotografie zijn beroep zal kunnen maken. ‘Ik hoop dat ik in de modesector kan blijven werken. Soms stellen mensen me voor om een eigen modellenbureau op te richten. De kans dat dat gebeurt is klein, maar je weet maar nooit.’

Talent, kennis en skills

Volgens Deprettere onderschatten veel studenten het belang van zulke projecten. ‘Als je afstudeert met een diploma fotografie onderscheid je je niet van de anderen. Je moet een streepje voor hebben zodat je er bovenuit steekt. Zulke projecten dikken je CV aan en verbeteren je sollicitatiemogelijkheden.’ 66


LUCA School of Arts in cijfers

In 2012 werd de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst omgevormd tot LUCA School of Arts. Ze bundelt vijf campussen in Brussel, Gent en Leuven en biedt zowel 足professionele als academische bachelors en masters aan op het domein van audiovisuele kunsten en technieken, beeldende kunsten en vormgeving, interieur足 vormgeving, bouwkunde, muziek en drama. In totaal goed voor meer dan 30 opleidingen. Hoewel de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst amper tien jaar geleden nog 6347 studenten telde, is dit aantal het voorbije decennium zichtbaar gedaald sinds 2009. In tijden van economische crisis kiezen studenten dus beduidend vaker voor opleidingen die werkzekerheid bieden. 67


Werk van masterstudente Bo Baccarne.

EVENEMENTEN

Veiling Masters Fotografie KASK

Naar jaarlijkse gewoonte organiseren de master­studenten Fotografie van KASK ook dit jaar weer een heuse veiling. Vierentwintig eerste en tweedejaars kozen elk een eigen werk uit dat tussen 18u en 19u30 ten­ toongesteld wordt alvorens de veiling van start gaat. Docent Hans Vos is veilingmeester van dienst. Zin om uw zuurverdiende centjes te investe­ ren in een werk van beloftevolle fotografen? Zak dan donderdag 24 april af naar het anatomisch auditorium Cirque van KASK in Gent. (AB)

De groote kunstexpo

Ter gelegenheid van de Week van de Amateurkunsten organiseerde cultuurcentrum Mechelen Het Groote Kunstdepot. Jonge creatievelingen konden drie werken insturen uit om het even welke kunstdiscipline. Hieruit werd een selectie gemaakt die vervolgens tentoongesteld werd tijdens het depot dat plaatsvond van vrijdag 25 tot en met zondag 27 april. Uit dit depot selecteerde Guillaume Bijl, zelf kunstenaar en ook curator van het evenement, de beste werken. Als winnaars selecteerde hij onder andere Kostas Alevisakis, Griet Leroy, Danielle Raspé, Ivan Vandervliet en Evelien Boden. Ook een kinder- en een publieksjury maakten een selectie, zij kozen respectievelijk als winnaar Patrick Teck en Shuktura Momtaz. De geselecteerde werken zijn te zien tijdens De Groote Expo, in de tentoonstellingszalen van het cultuurcentrum. De Groote Expo werd Openingsuren: do t.e.m. zo: 13-18u afgetrapt tijdens Het Groot Laweit op 3 mei. Schepen van cultuur Frank Adres: Minderbroedersgang 5, Mechelen Nobels heette alle aanwezigen hartelijk welkom, waarna Anemos, de http://www.cultuurcentrummechelen.be harmonie van het conservatorium haar opwachting maakte. Een kijkje nemen kan nog tot zondag 26 mei. (CVA) Enkele van de geselecteerde werken in het cultuurcentrum van Mechelen.

Open Mic Leuven toont nieuw talent

Sarah Devreese tijdens de Open Mic in het Leuvense Depot. Foto: Nele Delvaux

Tom Helsen, Selah Sue, Milow, Frank Vander Linden, het zijn slechts enkele artiesten die het podium van het Depot reeds onveilig maak­ ten tijdens de Open Mic Avonden die traditiegetrouw doorgaan op de eerste woensdag van elke maand. Wil ook jij je kans wagen? Dat kan. Het Depot wil jonge singer-songwriters een podium bieden. Ook Sarah Devreese, bekend van Humo’s Rock Rally, nam deel aan de Open Mic. Op 7 mei 2014 toonde zij haar kunnen. ‘Ik vind deze Open Mic een heel leuk initiatief. Hier hebben ze zowel aandacht voor mensen die al ervaring hebben als mensen die helemaal nog niet ver staan, maar eigenlijk even goed kunnen zingen. Het is typisch voor de muziekwereld dat je, eens je een naam hebt, aanbiedingen krijgt, maar die eerste stap is heel moeilijk. Hier krijgt iedereen, ongeacht leeftijd of bekendheid een kans’, legt Sarah uit. Geïnteresseerd? Neem contact op met Klaas Delrue: klaas@hetdepot.be Locatie: Het Depot, Martelarenplein 12, 3000 Leuven Prijs: Gratis (CVA)


Street Art Belgium palmt Roeselare in met Day One Festival

Street art-liefhebbers, hou je agenda in de aan­ slag. Duidt met stip de week van 11 tot 18 mei in je agenda aan, want dan strijkt het street art-festival Day One Festival: The Lovesick Edition neer in Roeselare. Na Antwerpen vorig jaar zorgt Street Art Belgium ervoor dat nu de Roeselaarse havenbuurt onder handen wordt genomen door diverse gerenom­ meerde straatkunstenaars. Een week lang zullen tien­ tallen befaamde internationale en nationale artiesten tonen wat ze in hun mars hebben en zich uitleven op kale muren en vale gebouwen. U kan ze live aan het werk zien en bovendien zijn alle bijhorende expo’s, rond­ leidingen, skate- en bmx-demo’s, workshops, lezingen en optredens as free as can be. Het volledige programma kan je raadplegen en downloaden op www.streetartbelgium.be of afhalen in pop-up café Dino aan de Kop van de Vaart. Deel achteraf je complimenten en bedenkingen met de hashtag #DayOneRSL. Geraak je deze week echter niet tot in Roeselare? Geen nood: de talloze kunst­ werken verfraaien het Roeselaarse straatbeeld voor minstens een jaar. (AB)

De Sprekende Ezels Singer-songwriter Koen Auwera test zijn songs uit op het Beboppubliek.

Art’Contest Je bent jong, kunstenaar en hebt veel ambitie? Wie zich in deze drie criteria herkent heeft misschien wel interesse om deel te nemen aan de kunstwed­ strijd Art’Contest. Tien jaar geleden richtte Valérie Boucher de wedstrijd op met als doel om jonge, in België wonende kunstenaars te promoten. Dit gebeurt onder andere via tentoonstellingen, de website van de organisatie en de sociale media. Art’Contest tracht artiesten te helpen bij het evolueren in hun kunst en zichzelf. Want ook zelfreflectie is heel belangrijk in de wereld van de heden­daagse kunst. Jonge kunstenaars krijgen de - toch wel unieke - kans om professionelen uit de kunst­sector te ontmoeten, zoals bijvoorbeeld kunst­ critici en kunstverzamelaars. Finalisten van Art’Contest kunnen rekenen op heel wat onder­ steuning. Vooral het begeleiden op lange termijn is voor jonge deel­nemende kunstenaars een zeer interessant aspect van de wedstrijd. Een leuk element is dat er geen deelnameprijs ver­ bonden is aan de wedstrijd. Enkel het vervoer van eigen werken moet je zelf betalen. De inschrijvingen voor Art’Contest zijn volop aan de gang en zijn mogelijk tot en met 24 juni 18u00. Een jury bestaande uit professionele kunstcritici als Carine Bienfait (bestuurder JAP Brussel) en Claude Lorent (kunst­ recensent La Libre Belgique) zal vervolgens tien deel­ nemers nomineren. De genomineerden worden op 1 augustus bekendgemaakt op de website van de organisatie. Mooi meegenomen is dat alle tien uit­ verkorenen in oktober hun kunst mogen tentoon­ stellen in Centrale For Contemporary Art. Op 8 ok­ tober zal de jury de prijzen bekend maken op de opening van deze tentoonstelling. Naast een solotentoonstelling in het Elsene Museum krijgt de winnaar een geldprijs van zesduizend euro. Nummer twee krijgt vierduizend euro en de derde prijs is de Sabam-prijs van drieduizend euro. Inschrijvingen: Wie? Belgische of in België wonende kunstenaars Tot wanneer? 24 juni 18u00 Hoe? www.artcontest.be (YV)

Op maandag 12 mei vond in het Leuvense café At the Bebop een avond plaats met De Sprekende Ezels. Het concept van De Sprekende Ezels is duidelijk. Je krijgt tien minuten de tijd om je ding te doen op het podi­ um. Zo simpel is het. De enige voorwaarde volgens Stijn Vranken, gastheer van de avond, is dat het geen vlekken achterlaat. ‘Over mooie vlekken kunnen we nog onderhandelen’, grapte Stijn tijdens de aankondiging. Maandag was het de beurt aan de bands Plato’s Lost Children (gitaarpop) en Your Favourite House-Garden-Kitchen Orchestra (folk). Op deze laatste ging het publiek helemaal uit de bol op de –moet ik toegeven- onverstaanbare folk­ nummers. Wie ook menig harten sneller deden slaan waren singer-songwriters Koen Auwera en Koebeest. Het enige streepje poëzie die avond At the Bebop kwam van Charlotte Van den Broeck, een veelbelovende jonge poëet die met haar gedichten het Leuvense café muisstil kreeg. De Sprekende Ezels is een experimenteel laagpodium, dus zeker geen wedstrijd. Alle soorten kunsten zijn welkom. Van poëzie tot folkmuziek, van stand up tot illustreren. Je kan de podiumavonden vinden in vier steden: Leuven, Antwerpen, Gent en Brussel. En dit op vier verschillende dagen van de maand, van oktober tot juni. Inschrijven is volledig gratis. Meer info kan je vinden op www.desprekendeezels.be (YV)


COLOFON

Redactie - eindredactie - vormgeving - foto Aimée Bruyninckx CINDY VAN ASSELBERGH YASMIEN VRANKEN Editoriaal  Yasmien vranken

Coverbeeld  Korneel detailleur

Met dank aan  Annick de pauw werner goossens eric roosens luuk sengers renaat bogaert jos verhoogen pieter van herrewegheN sandra busselot korneel detailleur

Drukker Pixies world - Gent

Contact Abruyninckx@hotmail.com  cva.1994@gmail.com Yasmienvranken@hotmail.com


It always seems impossible until it’s done.

Nelson Mandela


AIMART - nr 1 - 2014 - € 4,95


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.