DOORZETTER G-SPORT IN DE KIJKER
27 MEI 2016 - €4 - 1STE JAARGANG - NR 1
JONG GEWELD NAAR DE SPELEN
Laurens Devos en Tim Celen pieken naar Paralympische Spelen in Rio
Sven Deccaesstecker wil medaille
Blindentribune in opmars
Do Be ssie T r ro issc rli lst hb n uh a l balbasl un ll ke d t-
En route met Frank Van Linden
2
DOORZETTER
VOORWOORD
VINCENT VAN BORM
MAARTEN VAN DER BURGT
LANDER VERHOEVEN
G
R
O
Het voordeel is ook dat je zelf nieuwe sporten leert kennen. Zelf vond ik rolstoelbasketbal heel plezant, ondanks het geklungel in het begin. Ook de sport Tischball in Berlijn was een leuke ervaring, maar daar was ik al helemaal geen krak in!
Een ander leuk aspect aan het maken van een magazine over G-sport is dat de mensen ons graag laten proeven van hun sport. Zo mochten we regelmatig mee sporten met de atleten. Hierdoor konden we echt beleven hoe moeilijk het wel is om te sporten met een beperking. Zo moesten we er bij het Berlijnse Tischball redelijk lachwekkend uit zien, beiden in het duister tasten naar een bal.
-sport is een thema dat meer in de kijker moet gezet worden. Dat onthoud ik na het maken van ons magazine. De mensen die meegewerkt hebben aan de interviews, toonden ons met plezier een kijk in hun leefwereld. Een training bijwonen van een rolstoelrugbyteam, gegeven door een Paralympiër, was een leuke ervaring. Je voelt zelf dat deze personen met veel passie en trots hun sport willen uitleggen. Verder onthoud ik dat de personen die aan G-sport doen, zo weinig mogelijk willen behandeld worden als ‘andere’ personen. Een quote die me bijbleef was: ‘spreek niet over mensen met een beperking, maar over mensen met een extra uitdaging’. Mijn respect is na dit magazine enkel maar gestegen in positieve zin.
espect, dat is het eerst wat in mij opkomt! Ik was nooit eerder in contact gekomen met G-sport en ik ben heel blij dat ik de kans heb gehad, om dit te ontdekken. Wat me ook opvalt is dat elke G-sporter zo nuchter is. Met nuchter bedoel ik, dat ze heel goed weten wat ze kunnen, dat ze heel goed kunnen relativeren en dat ze allemaal met hun voetjes op de grond blijven. Wat ook weer veel respect bij mij afdwong.
penheid is het codewoord dat me bij blijft na al de interviews. Onze geïnterviewde mensen waren altijd heel bereid om hun verhaal te vertellen. Dit was tegen alle verwachtingen in. De passie die de mensen uitstralen is enorm hartverwarmend, zoveel levenslust dat vrijkomt tijdens het gesprek, wauw!
DOORZETTER
3
INHOUD RUBRIEK
22
33
EN ROUTE
DOSSIER BERLIJN
OP DE COVER
48
SVEN DECAESSTECKER 4
DOORZETTER
58
BLINDENTRIBUNE
INHOUD
INHOUD 6 Tim Celen
Mee op weg naar Rio
DOSSIER BERLIJN 34 Alba Berlin Rollis Op bezoek bij hun training
12 Inter
40 In beeld
16 Onderzoek
42 Tischball
Getuigenis over toegankelijkheid
Vergelijking aanvraag hulpmiddelen
Fotoreportage van rolstoelbasketbal
Portret van de nieuwste blindensport
20 Laurens Devos
Gesprek met jong talent over Rio
22 En route
Samen onderweg met Frank Van Linden
26 Remko Meeusen
In de voetsporen van een begeleider
30 Piet Den Boer
Over ‘Sporthelden met een beperking’
48 Sven Decaesstecker Gesprek met Belgisch zwemtalent
52 Anvasport
Een organisatie in de kijker
54 Peter Genyn
Getuigenis van een echte doorzetter
6
TIM CELEN
KORT 3 Voorwoord
58 Blindentribune
47 Medaillekansen
62 Aandachtstekort
66 Evenementen
Een fenomeen in opmars
Krijgen Paralympiërs genoeg aandacht?
Welke atleten maken kans op eremetaal
De belangrijkste G-sportwedstrijden
DOORZETTER
5
RUBRIEK TIM CELEN
“OOIT WIL IK PARALYMPISCH TALENT TIM CELEN OP WEG NAAR RIO De 18-jarige Tim Celen geldt als een groot talent in het G-wielrennen. In zijn eerste jaar bij de grote jongens werd de Hammenaar vijfde op het wereldkampioenschap, daarbovenop won hij ook het Belgisch kampioenschap. “Mijn prestatie op het WK schat ik toch net iets hoger in. Alle toppers waren aanwezig en hoewel ik echt piepedood zat, finishte ik als vijfde. Het moment dat ik mijn ouders zag, zal mij altijd bijblijven.”
6
DOORZETTER
TIM RUBRIEK CELEN
KAMPIOEN WORDEN!”
DOORZETTER
7
TIM CELEN RUBRIEK
“Ik fiets nu al zes jaar en ik hoop ooit van mijn hobby mijn beroep te kunnen maken.”
De dag voor zijn wedstijd in Dendermonde, wacht Tim ons op aan zijn ouderlijk huis. Hij lijkt op zijn gemak. “Nu ben ik nog rustig, maar meestal voor een wedstrijd heb ik veel stress. Ik eet niet veel ’s morgens en ik heb veel zenuwen. Dat vind ik het lastigste voor de wedstrijd, de stress. Gelukkig heb ik een coach die me rustig kan houden.” Waar hij ook in spanning op zit te wachten zijn de selecties voor de Paralympische Spelen in Rio. “Ook al ben ik nog jong en heb ik nog lang te gaan, toch zou ik er graag bij zijn. Ik denk dat we met zes zijn voor vier plaatsen.“ Die zes renners worden gekozen uit alle klassen van het paracyclis8
DOORZETTER
me. “Mijn concurrenten komen niet enkel uit mijn eigen klasse, de driewielers. Ook handbikes en tweewielers strijden mee om die
“Wanneer ik iets wil vastpakken, is mijn hand een beetje als een robot.” plekken. De 22ste mei staat met stip aangeduid in mijn agenda. Dat is de laatste wedstrijd voor de selectie en daar doen toppers uit alle hoeken van de wereld aan mee. Als ik daar goed ben, kan ik volgens mij een definitieve selectie afdwingen.“
Topfavoriet voor de Paralympische titel is Hans-Peter Durst. De 57-jarige Duitser draait al erg lang mee. “Ik hoop dat ik ook zo’n lange carrière kan uitbouwen, maar je weet nooit wat er kan gebeuren. Een ongeluk is rap gebeurd, dus ik wil alles doen wat ik nu al kan doen.“ HEMIPLEGIE Tim leeft al sinds zijn geboorte met hemiplegie. “Net voor mijn geboorte heb ik een hersenbloeding gehad, hierdoor heb ik een hersenbeschadiging opgelopen. Door die hersenbeschadiging functioneert mijn rechterbeen en -hand minder. Wanneer ik iets wil vastpakken, is mijn
TIM RUBRIEK CELEN
hand precies een beetje als een robot. Een fles water zou ik direct laten vallen. Ik heb veel minder kracht in mijn rechterbeen en –arm, dat kan je ook zien. Mijn linkerbeen is veel gespierder dan mijn rechter.”
en zijn er dagelijks mee bezig. Ik vind het dus raar dat wij zo weinig in de belangstelling komen. Begrijp mij niet verkeerd, zij verdienen ook die aandacht. Ik heb veel respect voor die mensen.”
In het dagelijkse leven heeft de jonge wielrenner hier niet veel last van. “Ik moet gewoon soms een beetje meer nadenken over hoe ik dingen ga aanpakken, maar over het algemeen valt dat goed mee. Als mensen dat ook weten van jou, dan gaan ze daar zeker ook rekening mee houden. Ik ben er mee geboren, dus ik ben er eigenlijk al vrij handig mee. Ik heb nooit anders geweten.”
KARAKTER
MEDIA-AANDACHT
Hoe dat het komt dat hij op 18-jarige leeftijd zo ver staat, is voor hem ook een vraagteken. “Het is voor mij ook vreemd dat het zo snel gaat. Ik heb niet veel moeten opofferen en kan niet direct zeggen waarom ik nu al zo ver sta. Wat ik wel heb is karakter! Als ik ergens achter ga staan en echt wil doen, dan zal ik er ook alles aan doen om mijn doel te bereiken.
“Ik ben een doorzetter, als ik eenmaal een doel heb, doe ik er alles aan om dit te bereiken.”
Tim is een groot talent in zijn discipline, onlangs werd hij verkozen tot ENGIE talent van het jaar 2015. “Dat zijn toch dingen die iets met me doen. Ik ben wel trots, door die prijs mag ik al zeker mee naar Rio als VIP. Dat is al leuk, maar toch zou ik liever als deelnemer gaan.” Door zijn overwinningen en die prijs komt Tim tegenwoordig vaker in de media. Maar veel Paralympiërs krijgen die aandacht niet. “Het is al beter dan vroeger, maar toch vind ik dat we meer aandacht zouden verdienen. Neem nu bijvoorbeeld de Special Olympics, dat zijn de Spelen voor mensen met een verstandelijke beperking. Zij krijgen wel veel aandacht, terwijl zij daar niet echt iets voor doen. Wij trainen net zo hard als gewone Olympiërs, wij letten op onze voeding
Dat heb ik met wielrennen, met school en ook in het dagelijks leven. Ik ben een doorzetter, maar ik denk dat veel Paralympiërs dat zijn.” Dat Tim nog zo jong is heeft zeker zijn nadelen. “Ik ben slechter in tijdrijden dan in gewoon koers. Dat komt volgens mij door het uithoudingsvermogen. Als je ouder wordt heb je een grotere basis en die basis mis ik nu nog. Verder mis ik ook nog wat kracht, vanaf dit jaar ben ik ook met krachttraining begonnen. Ik ben benieuwd of dat gaat helpen!“ Zelf had hij nooit verwacht dat hij al zo ver zou staan. “Het kwam allemaal wat ineens, mijn eerste rit was een tijdrit en reed ik zonder ambitie naar een veertiende plek. De wegrit daarna ging nog beter en werd ik zevende. Die zevende plek zorgde ervoor dat ik mijn beloftestatuut had. Na nog een race werd ik al geselecteerd voor het wereldkampioenschap. Direct in mijn eerste jaar als prof mocht ik naar het WK! Recreatief meegeteld fiets ik nu een vijf- à zestal jaren en ik had nooit gedacht dat ik nu al zo ver zou staan. “ SCHOOL
“Ik heb genoten van de stage in Lanzarote, maar ook afgezien.””
Tim is in februari 18 geworden en moet dus buiten zijn wielercarrière ook nog rekening houden met de schoolbanken. Tim zit nu in zijn vierde middelbaar. “Mijn schoolcarrière dat is een lang verhaal. Ik heb bijzonder onderwijs gevolgd en dat is al een jaartje langer. Dan ben ik in het middelbaar in Beroeps gestart, maar daar was ik veel te slim voor. Dus DOORZETTER
9
TIM CELEN RUBRIEK
heb ik het eerste jaar overgedaan in Technische en nu zit ik in mijn vierde jaar Handel.” De combinatie school en wielrennen gaat hem wel goed af. “Ik heb een topsportstatuut en dat helpt wel, maar ook mijn school valt goed mee! 22 mei heb ik wedstrijd in Oostende, als ik daar dan gewoon papieren afgeef van de bond dan is dat geen probleem. Sommige scholen doen daar lastig over, maar Pius X-college in Tessenderlo is daar echte een goede school voor.“ PARANTEE Op jonge leeftijd alles bekostigen is geen gemakkelijke zaak, daar helpen zijn ouders en organisatie Parantee wel mee. Parantee is een sportfederatie voor mensen met een handicap. De sportfederatie helpt Tim met professionele begeleiding en ondersteunen Tim ook financieel. “Parantee regelt wel heel wat voor mij. Parantee en het Belgian Paralympic Committee betaalt mijn trainer, mijn buitenlandse wedstrijden, stages en ook sportvoeding en dergelijke krijg ik van hen. Wat ik wel zelf moet bekostigen is mijn fietsgerief en mijn fiets zelf. De fiets die ik nu heb, kost zo’n €7000, dus dat is al direct een stevige rekening.“
Hiermee zou ik geld per maand kunnen verdienen. Om dit te bereiken moet ik top drie rijden op een WK of op de Paralympische Spelen. Het zou leuk zijn om met mijn hobby geld te verdienen.“ CONCURRENTIE Binnen de Belgische delegatie komt de wielrenner uit Ham met iedereen overeen, maar hechte vrienden heeft hij niet in het peloton. “Je praat wel met iedereen en je komt er wel mee overeen, maar echte vrienden heb je niet echt. Er is zeker wel interne concurrentie. Je hebt oook de handbikes en de tweewielers en ook die willen naar Rio. Hoewel je er niet tegen rijdt, wil je toch beter presteren dan hun in je eigen categorie.“ In het buitenland is de concurrentie nog wel harder. “Contacten leggen is in mijn geval al moeilijk, aangezien mijn Engels al niet zo goed is. Bovendien rij je daar echt tegen elkaar en wil je dus ook zo hoog mogelijk eindigen. Bij mijn eerste koers bijvoorbeeld pakte ik lang niet over omdat ik niet mocht van mijn trainer. Begon daar opeens een buitenlander wat op mij te roepen, maar ja ik wil ook gewoon zo goed mogelijk presteren.“
“Onze wedstrijd is meestal 34 kilometer lang. Maar dan is het ook van in het begin vollenbak rijden.”
Geld verdienen met zijn wedstrijden doet hij niet, maar dat zou hij wel willen. “Het liefst van al zou ik een BLOSO-contract krijgen. 10
DOORZETTER
TRAINING Om op zo’n niveau te presteren traint Tim wel veel. “In het seizoen train ik dagelijks. Meestal gewoon fietsen, maar ook soms krachttraining. Bij een rustige
training rij ik zo’n 50 kilometer met een gemiddelde snelheid van 25 kilometer per uur. In de winter ziet mijn trainingsschema er anders uit. Ik train dan vier keer per week en dat is dan een gevarieerd schema. Soms ga ik zwemmen, soms rij ik op de rollen, soms doe ik krachttraining en als het goed weer is kan ik buiten gaan rijden.“ Zijn trainingsschema’s worden opgesteld samen met zijn trainer Remko Meeusen. “Een trainer is voor mij wel heel belangrijk. Eerst en vooral omdat hij mij kalm kan houden en de nodige instructies kan geven tijdens een wedstrijd. Maar ook omdat hij ermee voor zorgt dat ik zoveel train. Wij gebruiken het programma TrainingPeaks. Hiermee worden je training uitgestippeld en kan je aanduiden of je echt geweest bent of niet. Zonder Remko en dat programma zou ik veel meer zeggen dat doe ik morgen wel, maar nu wil ik er altijd voor zorgen dat mijn vakje groen gekleurd staat.” WEDSTRIJDEN De afstanden van de wedstrijden bij het G-wielrennen zijn vaak niet zo lang. “Een gemiddelde wedstrijd is bij ons 34 kilometer. Maar dat is dan ook van in het begin vollenbak doorrijden. Ik denk dat wij gemiddeld 33 kilometer per uur rijden. Tactiek speelt ook een rol, maar het is toch vooral hoe lang je hard kan rijden wat het belangrijkste is. Ik heb ook niet echt een ploeg, maar ik bezie Parantee wel een beetje als mijn ploeg.” Over zijn sterkste punten is Tim kort. “Wat ik goed kan is volgen, ik kan meerdere keren door mijn
TIM RUBRIEK CELEN
grens gaan. Een ander sterk punt is spurten. Ik weet heel goed wanneer ik moet aanzetten en heb na een zware wedstrijd nog een goede spurt in de benen.” AMBITIES Tim is een heel ambitieus man, zo wil hij de beste worden in zijn discipline. “Mijn grootste doelen zijn toch wereldkampioen en Paralympisch kampioen worden. Dat is toch het hoogste wat je kan bereiken. Ik denk echt wel dat het haalbaar is. Op mijn eerste WK eindigde ik direct vijfde en ik was veruit de jongste. Dat was wel mijn strafste prestatie, ik reed toen tegen veertien andere wereldtoppers vanuit onder
andere, Japan, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland. Kortom uit alle uithoeken van de wereld.” Maar het voornaamste voor de G-wielrenner zijn de wedstrijden in Oostende en Rio. “Samen met Remko hebben we ervoor gezorgd dat ik de eerste keer echt piek op de wereldbekerwedstrijd in Oostende op 22 mei. Als ik dan geselecteerd word voor Rio, kunnen we daar heel mijn trainingsschema op aanpassen. Want Rio daar wil ik echt top zijn!” TEKST & FOTO’S MAARTEN VAN DER BURGT FOTO’S STAGE VAN DER HASSELT (BPC)
SELECTIE RIO 2016 De raad van bestuur van het Belgian Paralympic Committee beslist op 9 juni over de selectie van zowel zwemmen, tennis als wielrennen. “Op 1 juni moet ik mij nog eerst gaan verdedigen in Brussel. Daarna pas wordt er beslist over een eventuele selectie.” De selectie voor de wielrenners valt nog vrij vroeg ten opzichte van andere sporten. Het BPC beslist pas op 5 juli over boccia en pas op 4 augustus over atletiek en paardrijden. Enkel de tafeltennissers zijn al gekend.
“Ik ben nog jong, maar een ongeluk is natuurlijk rap gebeurd.”
DOORZETTER
11
INTER
Volgens Inter is er nog veel werk aan de winkel
“Op een paar uitzonderingen na is de toegankelijkheid bijzonder slecht”
Op de Heizel in Brussel kunnen de rolstoelsupporters wel van de match genieten met een goed uitzicht.
Steeds meer voetbalclubs wereldwijd gaan zich inzetten voor het verbeteren van de faciliteiten voor supporters met een handicap. Ook in de Belgische Jupiler Pro League zien we deze trend al enkele jaren opduiken. Zo ontstonden er bij de ploegen verschillende projecten om de andersvaliden beter te kunnen ontvangen in hun stadion. Blindentribunes, extra begeleiding, meer rolstoelplaatsen en aparte supportersfederaties zijn recente voorbeelden hiervan. Maar hoever staan onze eersteklassers anno 2016 met de toegankelijkheid? Zijn ze al op de goede weg of moeten ze nog een tandje bijsteken? Doorzetter zocht het samen met Inter voor u uit. 12
DOORZETTER
INTER
Dat er nood was aan advies en ondersteuning voor personen met een beperking tijdens sportevenementen, was al enkele jaren duidelijk. Daarom ontstond er een vijftien jaar geleden de organisatie Intro. Deze vloeide voort uit het KVG, de Kristelijke Vereniging Gehandicapten. Intro legde in het begin hun focus enkel op festivals, maar later kwamen hier ook cultuur- en sportevenementen bij. Intro is dan ook de voorloper van de huidige organisatie Inter. Dit agentschap helpt momenteel de voetbalclubs om zich beter in te zetten voor de toegankelijkheid. “Inter is sinds mei 2015 een nieuwe organisatie waarin enkele andere organisaties gebundeld worden. Inter is een fusie van de vroegere provinciale toegankelijkheidsbureaus Enter en Intro. Met deze fusie wilde de overheid komen tot een gestructureerde aanpak van alles wat toegankelijkheid betreft”, aldus Thomas Desmet, stafmedewerker bij Inter. GROOTSTE VERWEZENLIJKINGEN Ondertussen geldt Inter als een vaste waarde in de voetbalsector als adviesorgaan. Hun voornaamste taak bestaat dan ook uit het adviseren en informeren van de clubs over de toegankelijkheid van het voetbalstadion en van de werking binnen de club. Buiten het geven van advies, helpt Inter verder nog mee met het realiseren van projecten op het vlak van toegankelijkheid. “In de loop van de jaren hebben we al verschillende projecten gelanceerd in België en Nederland. Zo hebben we er onder andere voor gezorgd dat er blindentribunes zijn gekomen in de Jupiler Pro League.
Je kan gebruik maken van deze blindentribunes bij elke thuiswedstrijd van de Rode Duivels, AA Gent, KRC Genk, RSC Anderlecht en Club Brugge. Ook andere ploegen zoals STVV en Cercle Brugge hebben projectmatige blindentribunes “, zegt Desmet. Sinds kort breiden ze ook hun horizon uit naar Nederland, zo helpen ze met het opstarten van blindentribunes bij PSV, Roda en Vitesse. BELANG VAN SUPPORTERS Inter doet wel meer dan enkel blindentribunes opstarten en advies geven, zo helpt het ook met het ronselen van vrijwilli-
VERGELIJKING MET HET BUITENLAND Ook tegenover het buitenland staan we er niet goed op volgens Thomas Desmet: “In andere landen zoals Engeland en Frankrijk worden er sneller nieuwe stadions gebouwd. Met als gevolg dat de toegankelijkheid in die landen dan ook veel sterker is. De belangrijkste reden voor het verschil is de financiële slagkracht die veel groter is in Engeland.” “Met de plannen in Brugge en Brussel komen we hopelijk in een stroomversnelling. Want we moeten nog een grote inhaalbeweging maken.”
gers. Deze vrijwilligers bieden assistentie aan voor personen met een beperking bij de thuiswedstrijden van de Rode Duivels en AA Gent. Tenslotte hebben ze ook een brug gebouwd tussen de supporters met een beperking en de voetbalploegen. Dit hebben ze gedaan aan de hand van het project INSIDE. “INSIDE is het overleg van supporters en supportersclubs van personen met een beperking. Daarin zijn supporters van bijna elke club uit de eerste klasse afgevaardigd. Intro startte met deze werking toen bleek dat er heel wat nood was aan uitwisseling tussen supporters om op die manier de toegankelijkheid van elke club te versterken. Daarom worden ook regelmatig vertegenwoordigers van de clubs zelf uitgenodigd bij deze bijeenkomsten. Ze kwamen ongeveer een drietal keer per jaar samen en tussendoor probeerde we de clubs verder aan te zetten om werk te laten maken van toegankelijkheid.” Momenteel is het project INSIDE nog geen succes. Wegens besparingen in 2014 zijn de middelen vanuit de Koning Boudewijn Stichting voor het overleg weggevallen. Intro nam zich voor om dit voorlopig op te volgen en om te proberen structurele middelen te vinden bij overheden en de voetbalwereld, maar tot op heden is dit nog niet gelukt. WERK AAN DE WINKEL Het belang van projecten als INSIDE wordt nog maar eens duidelijk als je kijkt naar de staat van de toegankelijkheid in de Belgische stadions. Deze is in de meeste stadions slecht, enkel een aantal grotere ploegen zoals DOORZETTER
13
INTER
KRC Genk en Club Brugge hebben de voorbije jaren inspanningen gedaan. De reden voor het slecht scoren van de Belgische ploegen ligt bij de ouderdom van de stadions. “Aangezien we nog met veel oudere stadions zitten in onze competitie, is de toegankelijkheid niet goed. Sinds 2009 is er een strenge Vlaamse wetgeving betreffende toegankelijkheid. Deze ontfermt zich over het aantal plaatsen voor mensen met een beperking, de parking, de aangepaste sanitair en dergelijke. Maar sindsdien zijn er nog maar weinig nieuwe stadions gezet. De Ghelamco Arena van Gent is het enige nieuwe stadion, maar
de bouwvergunning dateert ook al van voor 2009. Dus voor de Vlaamse wetgeving, maar desondanks is de toegankelijkheid daar wel goed”, zegt Inter stafmedewerker Desmet.
“De Vlaamse overheid ziet niet streng genoeg toe op hun subsidiegebruik”
POSITIEVE BOUWWERF
Toch is er ook een positieve noot in de evolutie. Zo zijn er op dit moment wel heel wat verbouwingen aan de gang, onder andere bij KV Oostende, OH Leuven, Zulte Waregem en KV Mechelen. “We merken dat toegankelijkheid daar niet altijd een prioriteit is, maar we gaan er wel op vooruit. Een bestaand stadion verbouwen is ook minder evident dan een
nieuwbouw. Opmerkelijk is wel dat de Vlaamse overheid deze projecten subsidieert, maar dat ze niet streng toeziet op de naleving van de eigen Vlaamse wetgeving inzake toegankelijkheid. Wij hebben bijvoorbeeld enkel een adviserende rol en kunnen bijgevolg niets opleggen.” Ondanks de vele tegenslagen die Inter heeft gekend, geven ze niet op en blijven ze zoeken naar structurele middelen om INSIDE opnieuw op te starten. Verder hopen ze in de toekomst een aantal zaken omtrent toegankelijkheid aan te kunnen pakken zoals screenings van de stadions, meer advies naar de clubs toe en de vorming van de clubs. Tot op heden is dit nog niet gelukt. TEKST LANDER VERHOEVEN FOTO’S LANDER VERHOEVEN EN THOMAS DESMET (INTER)
Tijdens de verbouwingen bij het nieuwe stadion van KV Mechelen gaat er ook meer aandacht uitgaan naar de toegankelijkheid. 14
DOORZETTER
AANTAL ROLSTOELPLAATSEN PER STADION VOOR DE THUISBEZOEKERS
RUBRIEK
KRC GENK
80
24.956
CLUB BRUGGE
70
AA GENT
MOESKROEN - PERUWELZ
50
KV MECHELEN
50
10.830
SPORTING LOKEREN
42
12.000
20
11.020
46
24
WAASLAND-BEVEREN
11
8.190
29.388
KV OOSTENDE
14.600
30
OH LEUVEN
26.361
ZULTE WAREGEM
13.213
40
20.000 STANDARD LUIK
SINT-TRUIDEN
RSC ANDERLECHT
30
66
29.042
8.125
KVC WESTERLO
20
9.319
CHARLEROI
10
14.000
8.011
KV KORTRIJK
6
DOORZETTER
9.393
15
ONDERZOEK RUBRIEK
Het verschil tussen België en Nederland betreffende een aanvraag van hulpmiddelen voor mensen met een beperking
“In België zijn de papieren vaak slecht ingevuld” Hulpmiddelen zoals rolstoelen en protheses zijn een noodzaak voor veel personen met een beperking. Vooraleer je het hulpmiddel effectief in handen krijgt, gaat er eerst veel papierwerk aan vooraf. Als men over de landsgrens kijkt richting Nederland, is er toch een groot verschil wat betreft de aanvraag. Doorzetter zocht dit voor je uit.
Rolstoelen worden in België het meest aangevraagd. 16
DOORZETTER
ONDERZOEK RUBRIEK
Hulpmiddelen worden in België dagelijks aangevraagd. Rolstoelen en protheses zijn hierbij het voornaamste. Aan deze hulpmiddelen hangt vandaag de dag nog steeds een hoog prijskaartje. Doorzetter ging op bezoek bij VIGO, een internationale verstrekker van hulpmiddelen en vroeg hoe deze prijzen tot stand komen. “Prijzen van hulpmiddelen worden altijd bepaald door de fabrikant. Zij ontwikkelen producten en het doel is om deze te verkopen. Om het te kunnen verkopen, moet het op de limitatieve lijst staan van het RIZIV (Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering), dat wil zeggen dat er een terugbetaling voor het product mogelijk is. Op het RIZIV wordt er onderhandeld over prijzen tussen hen en de fabrikanten. Die prijzen worden dan vastgelegd. Als de fabrikant een product heeft, mag hij daar die specifieke prijs voor vragen. Stel dat een product 7000 euro kost, dan gaat de fabrikant niet minder vragen. Hij volgt altijd de prijs, vastgelegd samen met het RIZIV”, vertelt Peter Scheire. TERUGBETALING Vigo vindt niet dat de fabrikanten ‘profiteren’ om zulke bedragen te vragen. Als je in aanmerking komt voor een hulpmiddel, kan de terugbetaling volledig zijn. De overheid, het RIZIV en de ziekteverzekering nemen de grootste kosten op zich.” GEBRUIK Hulpmiddelen die maar kort in gebruik zijn, worden in België nauwelijks teruggenomen. Dit komt omdat het afhangt van
de termijn. “Het voorschrift dat je nodig hebt om een bepaald hulpmiddel aan te vragen zegt dat het gebruik definitief is of tijdelijk. De wetgeving zegt dat
sowieso een weigering krijgen van de mutualiteit. Een ander voorbeeld: stel dat je je been breekt en de arts schrijft een rolstoel voor - tijdelijk voor zes maanden - ga je er geen krijgen. Huren gaat wel bij een verhuurdienst waar je het dan zelf moet betalen. Een terugbetaling zal hier dus zeker niet van toepassing zijn.”
“De fabrikanten profiteren niet om zulke hoge bedragen te vragen” je enkel een hulpmiddel krijgt als het gebruik definitief is of het minimaal de periode van de hernieuwing betreft. In België is dat bij de meeste hulpmiddelen vanaf 18 jaar vastgelegd op vier jaar. Heb je een voorschrift waar dus ‘tijdelijk’ op staat dan zal je
ICF SCORES
In België heb je voor het aanvragen van een hulpmiddel heel wat voorschriften nodig. De wetgeving werkt onder andere met ICF (International Classification of Functioning) scores. Peter Scheire legt uit wat deze betekenen. “Op die lijst staat welke handelingen welke scores krijgen. Een arts hoort die te kennen omdat
Sven Decaesstecker, internationaal zwemmer kwam door een amputatie aan het onderbeen in contact met de aanvraag van protheses. “Deze keer is de prothese goedkoper omdat de maatname gebeurd is samen met de maatname van mijn nieuwe prothese , die betaald wordt door de mutualiteit. Op die manier kon de prijs dus gedrukt worden. Een fietsprothese is echter erg simpel, het is een koker waar je stomp in past. Er zit dus niet erg veel hi-tech materiaal in. Ze is lichter en zorgt voor een makkelijkere manier van fietsen. Dit doordat de kracht van je stomp rechtstreeks op de pedaal omgezet wordt. Een gewone prothese voor dagdagelijks gebruik zoals die ik heb en om de drie jaar vervangen moet worden, draait om en bij de 7000 euro. Deze wordt om de drie jaar volledig door de mutualiteit betaald. Een prothese om mee te lopen, de zogenaamde blade, kost stukken meer. De loopvoet alleen al kost 7000 euro, een gehele prothese kost om en bij de 10.000 euro. Een aanvraag moet er niet gebeuren, gewoon laten maken bij de prothesemaker. Er is geen recht op terugbetaling voor een sportprothese. Zelf vind ik dat dit mogelijk zou moeten zijn.”
DOORZETTER
17
ONDERZOEK RUBRIEK
hij die scores moet invullen op het voorschrift. Aan de hand van die scores wordt er bepaald of je al dan niet recht hebt op het hulpmiddel. Dat is de sterkte maar ook tegelijkertijd de zwakte van heel het systeem. De scores zijn 0, 1, 2, 3, 4 of 9. Van geen beperking tot een volledige, zo staat het in de wetgeving. Dan kan je je de vraag stellen wat voor jou of een arts een lichte of een matige beperking is. Ze kan er dus voor zorgen dat je een hulpmiddel niet kan krijgen. Daarom is alles zeer relatief. Daar heeft VIGO ook zelf heel wat moeilijkheden mee. Voor een rolstoel heb je een 2 nodig voor binnen, een 3 voor buitenshuis. Bij een elektrische rolstoel ligt dat nog anders. Daar heb je in beide gevallen een 4 nodig, wat wil zeggen dat je een volledige beperking moet hebben.”
om in sommige gevallen het dossier te herbekijken. Vaak stellen ze ook een huisbezoek voor om toch te laten zien dat die klant dat wel degelijk nodig heeft. Tot slot kan je zeggen dat de scores sterk gebruikt worden. Een ander groot probleem is dat de papieren vaak ook slecht ingevuld zijn en daar is de klant de dupe van.” NEDERLAND In Nederland werkt het systeem van de aanvragen helemaal anders. Daar gebeurt alles bijna via de gemeente. De Nederlan-
“Gemeenten hebben in Nederland juist teveel controle”
SYSTEEM Het systeem is volgens Scheire niet slecht, maar het wordt wel verkeerd gebruikt. “Vroeger was er één voorschrift waarop stond: de patiënt kan stappen of de patiënt kan niet stappen. De arts kende hierbij de persoon niet. VIGO stelde een rapport voor van welke hulpmiddelen er in aanmerking kwamen. Maar omdat de arts de patiënt niet kende, kwam de vraag al snel of die patiënt dat wel allemaal nodig had. Om de arts, die de papieren moest behandelen een beter beeld te geven, werden die scores ontwikkeld. Mutualiteiten gebruiken de scores nu meer als regel. Ze zien een 2 voor binnenshuis en een 3 voor buitenshuis. Ze focussen zich op die 2 en kiezen al dan niet voor een weigering. VIGO vraagt dan aan de arts 18
DOORZETTER
der Michele De Vries zit zelf ook in een rolstoel. Hij tracht het systeem als volgt uit te leggen. “De gemeenten in Nederland
zijn belangrijk om de zorgvraag op te lossen. Met andere woorden zij bepalen en betalen. Om het ondoorzichtiger te maken, elke gemeente heeft een grote vrijheid om het zoals wij het noemen ‘Wet Maatschappelijke Ondersteuning’ in te vullen. Veel gemeenten voeren een beleid van goedkoop en adequaat, wat wil zeggen dat ze slechts met één leverancier afspraken hebben en daardoor het pakket van hulpmiddelen zeer beperkt is.” KEUKENTAFELGESPREK Wanneer de zorgvrager een mobiliteitsprobleem heeft, wordt deze doorverwezen naar de huisarts van de gemeente. Daarnaast kan een huisarts, op zijn beurt, de zorgvrager doorsturen naar een ergotherapeut en/of leverancier. Daarna wordt het proces opgestart met het zogenaamde ‘keukentafelgesprek’. “Deze intake dient bij voorkeur in de thuissituatie van de zorgvrager plaats te vinden. Indien de zorgvraag of mogelijke oplossing nog niet duidelijk is, kan de gemeente bijvoorbeeld
Het systeem tussen België en Nederland kent een groot verschil.
ONDERZOEK RUBRIEK
via een ergotherapeut of leverancier ondersteuning vragen om een oplossing helder te krijgen. De gemeente kan een tweede opinie vragen bij een eigen leverancier of ergotherapeut. Als de vraag gedeeltelijk duidelijk is voor de gemeente en zorgvrager, dient de zorgvrager een plan van aanpak te schrijven, over hoe hij of zij de wereld ziet met het hulpmiddel maar ook hoe de persoon het hulpmiddel verstrekt wil krijgen.” BRUIKLEENOVEREENKOMST In Nederland worden veel hulpmiddelen verstrekt via een bruikleenovereenkomst. “De gemeente blijft verantwoordelijkheid dragen voor de oplossing van het mobiliteitsprobleem. Denk hierbij aan de verzekering, onderhoud of vervanging bij schade. De zorgvrager wordt hiermee ontlast maar verliest ook een deel van zijn eigen controle en eigen verantwoordelijkheid”, vertelt Michele De Vries. EIGEN BIJDRAGE Sinds 1 januari 2016 kunnen gemeenten een eigen bijdrage vragen. Veel gemeenten passen deze regel alsnog niet toe. “De Nederlandse staat heeft bepaald dat deze eigen bijdrage niet geldt voor rolstoelen. Men betaalt een eigen bijdrage tijdens het gebruik. Aan deze eigen bijdrage is een maximale grens gesteld. Deze grens is afhankelijk van het inkomen en dus voor iedereen verschillend. Indien het hulpmiddel versleten is, niet meer voldoet als oplossing of de zorgvrager is overleden, dan gaat het hulpmiddel retour naar de leverancier die het eventueel weer ter beschikking kan stellen.
PERSOONSGEBONDEN BUDGET Je kunt er als zorgvrager ook voor kiezen om een hulpmiddel in eigendom te verkrijgen middels een Persoonsgebonden Budget. “De hoogte van het budget is afhankelijk van het hulpmiddel. Een PGB is vooral van toepassing als je zelf de controle wil hebben. Vaak bestaat een PGB uit twee delen, een deel voor de aankoop en een deel voor het onderhoud en verzekering van het hulpmiddel. Het hulpmiddel wordt eigendom van de gebruiker. Het hoeft dus niet terug naar de leverancier. De eigenaar kan het hulpmiddel na gebruik verkopen aan derden.” CONCLUSIE Het systeem in Nederland werkt dus vooral via de gemeenten, In plaats van het RIZIV en het VAPH (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap). Over het systeem in Nederland wil Michele De Vries het volgende kwijt: “de gemeente drukt een grote stempel op de ‘eigen controle’. Gemeenten dienen elke vier jaar een Europese aanbesteding uit te schrijven voor de inkoop van hun hulpmiddelen. Hierdoor krijgen kleine ondernemers geen toegang tot de niet PGB-markt. Door de eigen controle van gemeenten krijgen gebruikers tussentijds te maken krijgen met wisselende leveranciers. Dit zorgt voor veel onrust bij de gebruikers. Ik ben dan ook van mening dat de verantwoordelijkheid van het hulpmiddel in eerste instantie meer bij de gebruiker dient te liggen. Positief effect is dat er meer marktconcurrentie komt waardoor de prijzen lager worden. Het voornaamste is dat zorgvragers echt hun eigen controle
kunnen voeren. Belangrijk is dat we met zijn allen gaan denken in mogelijkheden en niet in onmogelijkheden. Dus we moeten niet meer spreken van ‘Mensen met een beperking’ maar van ‘Mensen met een extra uitdaging’ een klein verschil, maar een geweldige manier van anders denken.” TEKST EN FOTO’S VINCENT VAN BORM
Woordenboek VIGO Met hun slogan ‘helping people move on’ zorgt VIGO ervoor dat mensen met een fysieke beperking de juiste hulpmiddelen ter beschikking krijgen. VIGO kent zijn bestaan in België en is nu gegroeid tot wereldwijde leider in orthopedische diensten. RIZIV Voluit Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering. Het is een openbare instelling van de sociale zekerheid. Het organiseert, beheert en controleert de “verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen”. Een samenwerking gebeurt met de ziekenfondsen, de vertegenwoordigers van de personen actief in de zorgverlening en de vertegenwoordigers van vakbonden en werkgevers. PAB Het persoonlijk assistentiebudget is in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat de mensen die assistentie nodig hebben een zorgelozer leven kunnen leiden. Door middel van het PAB kan je hulp krijgen bij allerlei praktische zaken zoals aankleden, eten, verplaatsingen of orthopedagogische begeleiding.
DOORZETTER
19
LAURENS DEVOS
15-JARIGE LAURENS DEVOS PRAAT OVER ZIJN EERSTE DEELNAME AAN DE PARALYMPISCHE SPELEN VAN 2016
“Voor minder dan een medaille ga ik niet” Na een verrassende eindoverwinning op het Europees kampioenschap van 2015 in het Deense Vejle. Heeft de jonge tafeltennisser een ticket bemachtigt voor de paralympische spelen in Rio. Dit kwam voor velen als een verassing en ook voor Laurens was dit onverhoopt. Reden genoeg dus om eens te pijlen naar zijn verwachtingen. Laurens proficiat met jouw Europese titel, had je dit verwacht? Neen, helemaal niet. Op het kampioenschap waren de nummer één en twee van de wereld ook aanwezig, dus ik had zeker niet gedacht dat ik hun ging verslaan. Ik speelde ook pas in 2014 mijn eerste mindervalidentornooi in Hongarije. Daar verbaasde ik iedereen inclusief mezelf, door goud te behalen. ERFELIJK TALENT Ondertussen gaat het allemaal snel, zo won je afgelopen week ook nog in Slovenië, kan je de snelle opmars verklaren? Neen eigenlijk niet, het is nog maar de laatste twee jaar dat ik zo op niveau presteer. Je zou wel kunnen zeggen dat het in 20
DOORZETTER
de familie zit. Zo ben ik ook begonnen met tafeltennis door mijn twee broers Robin en Guy. Als kleine kleuter van vijf jaar speelde we al samen in de woonkamer met een geïmproviseerd net van videobanden. Ondertussen speelt Robin op een hoog niveau en is hij een mijn grote voorbeeld. Zo blijft hij ondanks zijn succes toch nog met beide voetjes op de grond, dat siert hem. Is het mede door je grote broer dat je dan op de Topsportschool zit? Ik droomde er altijd van om samen met hem op dezelfde school te zitten, dus ook op de Topsportschool in Leuven. Ondertussen is dit ook gelukt en zit ik al vanaf mijn twaalfde op internaat daar. Jammer genoeg studeerde mijn broer net af, wanneer begon. Je bent nog jong en moet nog veel studeren, lukt deze combinatie? De combinatie lukt nog wel tot nu toe. Zo zit ik in mijn vierde jaar wetenschappen. Doordat dat ik studeer op een sportschool is er ook veel plaats voor mijn trainingen. Zo
LAURENS DEVOS
train ik 24 uur in de week samen met een persoonlijke begeleider. Als ik naar wedstrijden ga in het buitenland, moeten we zelf onze leerstof inhalen, dit zorgt ervoor dat het soms wel echt heel druk is.
ons en hierdoor gaat de samenwerking tussen ons heel vlot.
Is het een veeleisend leven? Het is heel druk en het vergt veel van je lichaam. Maar alle opofferingen zoals op mijn eten letten zijn het allemaal waard. Ik wil volledig voor mijn sport leven. Dit zou wel niet lukken zonder de steun van mijn ouders. Mijn mama brengt me ook overal naar toe, ik kan zeggen dat het door mijn mama is dat ik al zo ver sta op dit moment.
Ondanks deze werkpunten heb je toch al een ticket bemachtigt voor de Paralympische Spelen in Rio, kwam dit als een verrassing? Ja, in het begin van het seizoen had ik het niet verwacht, maar door mijn winst op het EK ben ik automatisch geplaatst. Ook ben ik nog maar twee jaar bezig met mindervalidenwedstrijden, dus het is zeker een verrassing.
Je speelt in klasse 9, wat houdt dit in? Klasse negen is de tweede hoogste klasse bij sporters met een handicap. We worden ingedeeld in verschillende klassen op basis van de zwaarte van onze handicap. Ik lijd aan een lichte vorm van hemiplegie, een hersenverlamming dat gekomen is door een zuurstoftekort bij de geboorte. Hierdoor heb ik een mindere ontwikkeling en veel minder kracht zowel in mijn rechterarm als rechterbeen.
Met welke ambities trek jij naar Rio in september? Aangezien ik ondertussen al is de nummers één, twee en vijf van de wereld heb verslagen, schat ik mijn kansen wel hoog in. Zelf ben ik nummer drie op de wereldranglijst dus voor minder dan een medaille ga ik niet. Het liefste kom ik thuis met een gouden medaille, maar zelfs een bronzen medaille zou mijn toernooi al doen slagen.
Heeft deze handicap veel invloed op je spel? In het begin was het moeilijk om rechts zijwaarts te bewegen, dit had natuurlijk een invloed op mijn spel. Maar door veel te blijven trainen wordt het allemaal beter en beter, nu merk ik er niet zoveel meer van. Het gaat zelfs zo goed met me dat ik mee kan spelen in valide competities. Volgend jaar mag ik zelfs aantreden in de Superdivisie. Dit is de hoogste afdeling in België.
Hoelang verblijf je dan in Rio? Als alles goed gaat, blijf ik drie weken in Rio. Als ik er vroeger uit lig ga ik onmiddellijk naar huis. Een leuke vakantie zit er niet in want het school is dan al terug bezig.
RIO DE JANEIRO
“Ooit wil ik de beste van de wereld worden”
Wat verwacht je van deze nieuwe, hogere divisie? Aangezien het mijn eerste jaar gaat zijn, verwacht ik er niet te veel van. Ik hoop gewoon rustig mijn matchen te kunnen spelen en zo naar de top te groeien. Ooit wil ik wel de beste van België worden. Maar daarvoor heb ik nog veel tijd. Welke werkpunten zou je nog moeten bijschaven om dit te worden? Ik moet vooral mijn korte en diepe voorhand bijschaven. Verder kan ik mijn rughand ook nog hard bijtrainen. Sinds kort heb ik wel een eigen coach, Carlo Angello, hij focust hard op mijn zwaktes en brengt me naar een hoger niveau. Het klikt tussen
Hoe doe je dit financieel? De Vlaamse Tafeltennisliga betaalt het verblijf en de nodige kosten die er gemaakt worden zoals vervoer, lijm en rubber. Het enige wat ik zelf moet betalen zijn mijn tafeltennispaletten, deze kunnen al wel oplopen tot 140 euro per stuk. Aangezien je ook meespeelt in de valide reeksen in België, heb je dan de ambitie om ooit mee te doen op een Olympische Spelen? Ja, die ambitie heb ik zeker, het is een droom. Het gaat wel ontzettend moeilijk worden om deze droom te realiseren. Wij wensen je alvast veel succes in Rio. TEKST & FOTO’S LANDER VERHOEVEN EN MAARTEN VAN DER BURGT
DOORZETTER
21
EN ROUTE RUBRIEK
En Route. Het succesvolle album van Tourist LeMC, maar ook een benaming die bij deze persoon past. Stilzitten is niets voor hem, daarom is hij steeds op zoek naar uitdagingen. Uitdagingen die zelfs valide personen al zouden doen fronsen. Maak kennis met Frank Van Linden.
Ik ontmoet Frank, juist terug met zijn handbike, op een zonnige woensdagnamiddag bij zijn ouderlijk huis in Sint-Amands. Frank woonde lange tijd in een chalet rechtover het huis, maar sinds april moest hij daar uit. Zo verhuisde hij terug naar zijn ouders. De transfer van de handbike naar zijn rolstoel verloopt vlot, geholpen door zijn mannelijke assistent waar hij door een PAB (Persoonlijke-assistentiebudget) sinds vorig jaar beroep op kan doen. We nemen plaats in de keuken waar we rustig kunnen babbelen over zijn verhaal en zijn avonturen. ZIEKTE
“Ik leef van uitdagingen in mijn leven” 22
DOORZETTER
Sinds 2005 zit Frank in een rolstoel door een aangeboren zenuwaandoening. “Ik heb Ataxie van Friedreich, een ziekte die progressief is en dus achteruit gaat. Het is erfelijk. Mijn ouders zijn allebei drager van de ziekte maar zij hebben het niet. Het komt erop neer dat mijn lichaam een bepaald eiwit niet meer aanmaakt. Momenteel is daar nog geen medicatie voor.” Voor hij in die rolstoel terechtkwam, zag zijn leven er anders uit. “Mijn leven was eigenlijk saai. Ik deed aan sportvissen en verder studeerde ik. Dieren kweken was iets wat
EN RUBRIEK ROUTE
Frank overschrijdt de 1000 km tijdens zijn tocht richting Compostela.
veel gedaan werd bij ons thuis, dus daar zorgde ik ook voor. In de Chiro zat ik vroeger ook. Zelf heb ik daar ook veel voor gedaan. Als dat eindigde, had ik schrik om in een zwart gat terecht te komen, daarom besloot ik toen om een vissershuisje te kopen.” Omgaan met een ziekte, doet elke persoon op zijn eigen manier. “Je kan er niet veel aan doen, het is nu zo en dan moet je er het beste van maken. Winters zijn voor mij de moeilijkste periode. Het is dan snel donker, koud en zo kan ik weinig doen buiten. Binnenzitten is voor mij niet weggelegd. Ook mijn spieren gaan niet goed mee in deze periode. Steun heb ik altijd gehad van mijn ouders. De PAB helpt me ook wel enorm. Woensdag komt er een assistent waar ik vanalles mee ga doen. Vrijdag is er iemand anders en zaterdag is mijn vriendin er.”
Ondanks dat Frank in een rolstoel zit, merk ik bij hem aan tafel dat hij een zeer gemotiveerd persoon is, die niet zo snel zal opgeven. “De motivatie groeit uit het feit dat ik me amuseer. Omdat mijn ziekte progressief is, besloot ik op mijn 18de om niet te gaan werken. Als ik dat zou doen, mis ik te veel dagen in mijn leven , terwijl mijn ziekte achteruit gaat. COMPOSTELA De route van Frank begon in 2006 waar hij begon met het deelnemen van handbikewedstrijden. “Die wedstrijden gingen vrij goed. In 2010 had ik juist het kampioenschap gemist omdat iemand mij van de baan had geduwd. Vanaf toen is het wat beginnen slabakken. Ik rij op dit moment nog altijd wedstrijden mee, maar de mensen die ik
eerst verloren reed, rijden mij nu verloren. Dat is niet leuk omdat je alles geeft en uiteindelijk ga je toch af. Toen besloot ik dat ik eens op vakantie wou gaan met de fiets. Zo zit er niemand achter mij, kan ik dat op mijn gemak doen en zie ik wel waar ik geraak.” In 2011 begonnen ideeën te verschijnen voor een eerste grote uitdaging: vanuit België met de handbike naar Compostela rijden “Ik was op vakantie en een persoon vroeg me om mijn fietsverhaal uit te leggen. Na mijn verhaal, besloot die man om zijn ontslag te geven op zijn werk en mee te gaan met mij. Die avond hebben we dat goed gevierd en de volgende dag beslisten we definitief om te gaan. We beslisten om volgend jaar in maart te gaan, maar in januari had ik nog niets gehoord DOORZETTER
23
EN ROUTE RUBRIEK
van die man. Toen begon ik wat ongerust te worden en ben ik beginnen rondbellen. Achteraf bleek dat die persoon mentale problemen had. Nieuwe personen zoeken was de boodschap, maar makkelijk was dat niet want niet iedereen kon drie maanden vakantie nemen. Op een feestje van de Chiro, kwamen er wel wat mensen naar me toe die wouden meegaan. Met 22 personen ging Frank naar Compostela. Afwisselend vergezelden ze hem bij de tocht. “In acht weken tijd stond ik in Compostela met mijn handbike. Ik ging normaal terug met het vliegtuig naar huis, maar ik mocht niet van mijn moeder. Zij zei me dat ik met mijn eigen ogen moest zien
De Schelde afvaren was de grootste uitdaging voor Frank.
wat ik afgereden had. De reis is gevolgd door heel veel volk. Daarmee had ik ook besloten om het jaar daarachter een nieuwe uitdaging te doen. DE SCHELDE In 2013 had Frank dus een nieuwe uitdaging. Hij besliste om de Schelde af te varen. “Ik had een jaar op voorhand een boot gekocht. Drie maanden had ik elke dag geoefend, maar daarbij had ik mijn benen stuk getraind. Ik 24
DOORZETTER
hoopte dat ze sterker werden, maar dat was dus niet echt het geval. Uiteindelijk is mijn tocht wel gelukt. Het jaar daar na reed ik La Marmotte. Dat ging veel vlotter. De Schelde was wel de mooiste uitdaging. Compostela en de Marmotte doen veel mensen, de Schelde afvaren daarentegen niet. Ik heb veel mooie dingen gezien onderweg. Tijdens de Gentse Feesten passeerde ik ook juist met mijn boot door Gent wat een leuke ervaring was. IK WIL EEN LIEF Een volgend hoofdstuk op zijn route was zijn deelname aan het programma ‘Ik wil een lief’. “VIER belde mij zelf om te vragen of ik
en de tweede was een zeer knappe. Ik had de tweede gekozen om op date te gaan. De avond voor de eerste date kwam ik om 18u aan café Zates van mijn Schelde-avontuur. Ik was daar tot 5u ‘s nachts en de volgende dag moest ik die vrouw dus ontmoeten met een serieuze kater. Ik had mijn hond bij en ze liet meteen uitschijnen dat ze geen dierenvriend was. Ik wist meteen dat dat niet ging lukken want er waren ook geen enkele raakvlakken. De tweede date was bij mijn vissershuisje, deze verliep redelijk maar uiteindelijk kwam het niet goed. De tv heeft dan laten uitschijnen dat ik geen blauwtje had gelopen. Nadat de afleveringen waren uitgezonden op televisie,
De boot waarmee hij de volledige Schelde afvoer.
wou meedoen aan een programma over relaties. Op dat moment was ik aan het trainen voor de Schelde maar ik had toch toegestemd. Toen de opnames begonnen hebben ze mij een hele dag gefilmd. Onder andere hoe ik aan het ivssen was en hoe ik met mijn handbike rondreed. De avond van het filmen, waren we gaan eten met de programmamakers en die zeiden: ‘hier is een memorystick en daar staan twee vrouwen op die met u op date willen gaan’. De eerste kende ik
had ik meteen twintig mails ontvangen van vrouwen, met negen had ik dan afgesproken. Daaruit zijn er drie overgebleven waar ik met alle drie een date mee heb gehad. Als resultaat heb ik nu Daniëlle. Ik had geen verwachtingen voor het programma, want ik wist niet dat het programma met vrouwen was. Ik wist ook de naam niet. Mocht ik dat geweten hebben, had ik waarschijnlijk niet meegedaan.” De liefde die in zijn leven kwam, heeft Frank wel veranderd. “Ik ben veel rustiger
EN RUBRIEK ROUTE
geworden dan vroeger. Ik kan nu genieten van een avondje thuiszitten terwijl dat vroeger niet het geval was. Het zorgt voor meer stabiliteit in mijn leven.” NIEUWE UITDAGING In de toekomst staat er momenteel een nieuwe uitdaging op de planning. “Mijn boot is net binnengeweest voor aanpassingen. Ze hebben ervoor gezorgd dat ik nu kan trappen met mijn armen. Zo hoop ik volgend jaar de Elfstedentocht te kunnen afvaren. Wat
mijn ziekte betreft, hoop ik snel op een medicijn. Ondertussen hoop ik dat mijn lichaam zo goed mogelijk blijft functioneren.Het gesprek sluiten we af door een bezoek te brengen aan zijn nieuw huis dat nog volop in aanbouw is. Hij hoopt er samen met zijn vriendin vanaf oktober in te trekken. Een volledig nieuw begin ligt dus op de route van Frank. TEKST VINCENT VAN BORM FOTO’S VINCENT VAN BORM & FRANK VAN LINDEN
Frank samen met Daniëlle, de liefde die hij tegenkwam in de nasleep van “Ik wil een lief”.
“Ik hoop dat mijn lichaam positief blijft functioneren in de toekomst” DOORZETTER
25
REMKO MEEUSEN RUBRIEK
Remko Meeusen mag op jonge leeftijd naar Rio
“Je moet risico’s durven nemen, waarbij je kan falen of glansrijk kan slagen.” Remko Meeusen (25) uit Tildonk droomt al van jongs af aan van de Olympische Spelen. In september wordt zijn droom werkelijkheid. Remko mag als coach hoogstwaarschijnlijk mee met wielrenners Tim Celen en Diederick Schelfhout naar de Paralympische Spelen in Rio. Sneller dan verwacht, maar hij heeft er dan ook al veel voor opgegeven. Remko, je bent een coach. Kan je even duiden wat je job juist inhoudt? Klopt, ik begeleid sporters. Voornamelijk duursporters en specifieker wielrenners. Ik houd me vooral bezig met het opstellen van trainingsschema’s en het coachen in het veld. Zo stippel ik een sportief trainingsprogramma uit voor mijn atleten zodat ze zich optimaal kunnen voorbereiden op hun wedstrijd of doel. Daarnaast ben ik ook verantwoordelijk voor het analyseren van hun geleverde inspanningen, dit om onder andere een specifiekere aanpak te kunnen garanderen. Door de nauwe samenwerking met mijn atleten is mijn rol als coach niet enkel gefocust op het 26
DOORZETTER
Remko Meeusen richtte op 25 jarige leeftijd zijn eigen bedrijf op.
REMKO MEEUSEN RUBRIEK
“Je moet rechtuit kunnen zijn tegenover je atleet.”
sportieve. Soms dient deze ook als klankbord voor bepaalde atleten. Waarbij open communicatie steeds cruciaal blijft. Wat bedoel je met open communicatie? Je relatie met je atleet moet eerlijk zijn. Hiermee bedoel ik dat zowel ik als mijn atleet rechtuit moeten kunnen praten met elkaar. Is dat soms moeilijk? Nee, ik heb heel professionele atleten op dat vlak. Nog niet echt problemen gehad.
is het voornaamste doel van Coach2Peak? Met Coach2Peak wil ik vooral mijn kennis en ervaringen delen met anderen. Dit door bijvoorbeeld presentaties en clinics te geven. Ook bied ik via Coach2Peak een online platform aan, waarbij sporters, voornamelijk wielrenners en triatleten, een fietstest kunnen afleggen bij hun thuis. Wat testen een stuk gemakkelijker en toegankelijker maakt voor de gewone sporter. Wat innovatief is, want deze formule bestaat tot op de dag van vandaag nog niet.
“Deze atleten hebben veel wilskracht en een enorm groot doorzettings vermogen”
Je richtte op 25-jarige leeftijd Coach2Peak op. Je kan al veel afleiden van de titel, maar wat
Wat heb je allemaal moeten doen om te geraken waar je nu bent? Ik heb een Master behaald in Kinesiology en Sport Science aan de KULeuven waar ik onder andere ervaring opgedaan heb in de labo’s van Topsport ABC ,het huidige Bakala Academy. Daarnaast was ik ervoor al verantwoordelijk voor de begeleiding van tal van triatleten, wielrenners en ultra-lopers. Je hebt al serieus wat bereikt. Wat zijn je doelen nog? Moeilijk om te zeggen, ik doe mijn job echt graag en wil dit zeker blijven doen. Het voornaamste is misschien dat ik mezelf blijf ontwikkelen als coach. Hoe anders is het om Paralympiërs te coachen? Opvallend genoeg zijn er niet echt zo heel veel verschillen met DOORZETTER
27
REMKO MEEUSEN RUBRIEK
de valide sporters. Uiteraard ga je met mensen met een beperking rekening moeten houden met zaken die ze al dan niet kunnen. Ook moet je rekening houden met de intensiteit en het volume. Maar wat vooral een groot verschil is met het valide sporten, is dat deze atleten een grote wilskracht hebben en zeker ook een enorm groot doorzettingsvermogen. Welke eigenschappen moet je hebben om een goede coach/ begeleider te zijn? Durf! Naast het feit dat je heel veel van je eigen tijd achter de boeken zit, andere concurrenten tot een gat in de nacht analyseert, zondagavond nog tien atleten hoort waarvan waarschijnlijk maar één atleet positief klonk en je de rest moet oppeppen – heb je vooral een gezonde portie durf nodig om zowel jouw atleten als jezelf tot het uiterste te pushen. En hierbij moet je soms een risico nemen waarbij je ofwel kan falen of wel glansrijk kan slagen. Een beetje flexibel kan je best ook zijn! Je moet je aanpassen aan je atleet. Zijn er verhalen die je absoluut gaan bijblijven? Zoveel. Elke atleet heeft zijn eigen verhaal. Maar het meest bijblijvend, is toch wel het gevoel dat ik telkens krijg als één van mijn atleten hun doel behaald. Zo blijft de finish van Jeroen Vandecasteele in de zwaarste triatlon* ter wereld toch wel mijn mooiste herinnering. Zo’n intens coach-moment heb ik maar zelden meegemaakt vanaf 2 uur s’ nachts tot 20 uur s’ avonds heb ik geen second van zijn zijde geweken. Boven was de omhelzing
28
DOORZETTER
zo intens dat ik er nu nog steeds kippenvel van krijg. Je hebt als coach al veel meegemaakt, zijn er dingen waar je naar uitkijkt? Ik kijk uit naar zoveel zaken. Het zijn teveel doelen om op te noemen. Maar op korte termijn kijk ik uit naar het WK piste waar Diederick Schelfhout kans maakt op
Kan een Paralympiër rondkomen met de centen die hij krijgt? Sommige Paralympiërs werken nog, binnen de Paralympische sport is het financieel plaatje zeer uiteenlopend. Het hangt onder andere sterk af van sponsors, het type van de sport en nog verschillende zaken. Wat vooral binnen de Paralympische sport heel opvallend is, dat de erkenning het belangrijkste is, niet het geld.
“Wat binnen de Paralympische sport heel opvallend is, is dat de erkenning het belangrijkste is, niet het geld.” de wereldtitel. Op lange termijn kijk ik echt uit naar Rio. Rio ga ik vlak na het WK verkennen. Ik heb al lang die Olympische/Paralympische droom en nu die eraan komt, wil ik er echt alles voor doen. Het is een beetje onverwacht om die droom nu al te bereiken, gezien mijn jonge leeftijd. Wat zijn zo de grootste voordelen en nadelen van jouw job? Het leukste aan mijn job is de betrokkenheid en dankbaarheid die je krijgt. Ik moet er hard voor werken en bijna non-stop mee bezig zijn, maar dat is het zeker waard. Wat ook leuk is, is dat ik verschillende landen bezoek. Zo zit ik volgend jaar 180 dagen in het buitenland! Leuk, maar dat wilt ook wel zeggen dat ik 180 van huis weg ben. Mijn vrije tijd probeer ik dan ook zoveel mogelijk met mijn vriendin en familie te besteden.
Tot slot, vind je dat Paralympiërs meer aandacht verdienen? Ja! Ik kan zien hoe hard ze ermee bezig zijn. Ze doen en laten evenveel als Olympiërs. De aandacht wordt wel stilaan beter, vooral tijdens de Spelen, maar er zou nog veel moeten gebeuren.
TEKST & FOTO’S MAARTEN VAN DER BURGT
Zwaarste triatlon ter wereld
De Norseman xtreme triathlon wordt beschouwd als een van de zwaarste triatlons ter wereld. De wedstrijd vindt plaats in Noorwegen. De afstand van de triatlon bedraagt 226 kilometer. Met 3,8 kilometer zwemmen,180 kilometer fietsen en 42,2 kilometer lopen heeft deze triatlon de afstanden van een echte Ironman. Wat opvalt bij deze triatlon is vooral het loopparcours. De laatste 18 kilometer beklim je de plaatselijke berg Gaustatoppen, een berg die 1.880 meter boven het zeeniveau ligt. Je moet die beklimmen met een rugzak vol voeding en extra kledij, moest je vermoeid raken of moest het weer verslechteren.
REMKO MEEUSEN RUBRIEK
“Ik kijk enorm uit naar RIo! Ik heb altijd de droom gehad om naar de Spelen te gaan.”
Wereldkampioenschap baanwielrennen
Het wereldkampioenschap baanwielrennen voor andersvaliden eindigde in mineur voor Diederick Schelfhout. Na een bronzen en zilveren medaille in respectievelijk 2014 en 2015, moest hij nu gedwongen stoppen. In de kwalificaties van de scratch kwam Diederick ten val. Het Belgian Paralympic Committee meldde in een persbericht het volgende: “Hij kon de reeks nog uitrijden en zich plaatsen voor de finale, maar onderzoek in het ziekenhuis wees uit dat hij zijn sleutelbeen had gebroken. Geen finale van de scratch dus, Diederick werd na de diagnose direct teruggevlogen naar België.”
DOORZETTER
29
SPORTHELDEN MET EEN BEPERKING RUBRIEK
Boek van Piet Den Boer komt al met tweede druk
“Het zijn stuk voor stuk fantastische verhalen”
Piet Den Boer stelt met trots, samen met mensen die meehielpen, het boek voor.
Het boek Sporthelden met een beperking kende een uitstekende start. Momenteel zijn er al meer dan 4000 exemplaren verkocht. In februari kwam er een tweede druk uit van het boek. Piet Den Boer is het brein achter dit mooi initiatief. Het boek werd vorig jaar uitgebracht door de organisatie van het G-sportfonds Antwerpen. Het idee kwam van Piet Den Boer, gewezen topvoetballer bij KV Mechelen. “Ik ben ambassadeur van het G-sportfonds en omdat ik veel met het thema betrokken ben, leek mij dat een leuk idee.” Bij de uitreiking van het boek was ook Marieke Vervoort aanwezig, het boegbeeld van België als het om rolstoelsport draait. “Marieke ken ik zeer goed, maar 30
DOORZETTER
langs de andere kant kom ik veel lieve en leuke mensen tegen met dingen die organiseer. In de hockeywereld bijvoorbeeld, waar ABN Amro sommige clubs sponsort, ontmoet ik veel nieuwe mensen. RESPECT Piet Den Boer maakte eind jaren 80 het mooie weer bij KV Mechelen waar hij verschillende bekers won. Voor de organisatie is het een hele eer dat Piet meewerkte aan het boek. “Ik heb respect voor die atleten die altijd de kracht en het doorzettingsvermogen hebben om het maximale uit hun toestand te halen. Het plezier wat deze mensen uitstralen is voor mij zeer belangrijk. Je krijgt ontzettend veel liefde terug. Daarnaast heb ik ook veel respect voor alle professionals die met dit onderwerp te maken hebben, alsook alle vrijwilligers. Ik denk dat er ieder weekend 10.000
SPORTHELDEN MET EEN BEPERKING RUBRIEK
vrijwilligers bezig zijn om die mensen te kunnen laten sporten.” G-sport is een thema waar voor velen nog te weinig aandacht aan geschonken wordt. Ook Piet Den Boer denkt daar zo over, al ziet hij wel lichtpunten. “Het is gelukkig de laatste jaren al veranderd. Het is beter geworden, maar ik vind dat alles wel nog beter gestructureerd kan worden, subsidies en zulke dingen. Ik weet dat België nu bezig is om een G-sportfonds Vlaanderen op te richten. Vanaf 1 januari 2017 zou dat er zijn, dus dat kan enkel maar een mooie impuls geven aan het thema.”
Piet Den Boer had niks dan respect voor de mensen.
SUCCESVERHAAL De interviews met de sporthelden werden door Piet zelf afgenomen. Iets waar hij op stond. “Het was een idee waar ik hard achterstond. Voor mij was het belangrijk om er zelf een stempel op te kunnen zetten. Het waren allemaal ontspannende gesprekken. Elk verhaal op zich is een verhaal, bijvoorbeeld een tafeltennisser die langzaam blind wordt. Elk verhaal is aangrijpend. Er zit plezier en humor in. Sommige mensen kende ik ook, maar toch verschiet je soms nog van wat die mensen allemaal hebben meegemaakt. Ik was achteraf zeer blij dat ik dat zelf gedaan heb. Zonder hulp van een paar mensen was dit boek er ook niet gekomen. De foto’s werden genomen door Henk Van Cauwenbergh, de redactie werd gedaan door Raf Willems. Ik ben ze daar ook enorm dankbaar voor.”
piet den Boer
Het project kwam tot stand in samenwerking met het G-sportfonds en met tal van private partners die mee hun schouders zetten onder G-sport. Het G-sportfonds doorbreekt alle taboes en biedt personen met een beperking kansen op een duurzame sporttoekomst. die mogelijkheid geef ook jij, als lezer, via dit boek aan hen. Alle opbrengsten gaan naar G-sport in de provincie Antwerpen. Ze komen ten goede van de meer dan zesduizend sporthelden met een beperking. Het boek is een product van Uitgeverij de Vliegende Keeper. Piet den Boer (1958) is private banker bij ABN Amro België, ambassadeur van de Special olympics en oprichter van de Football Kick-off en de Foundation mechelen. Hij geniet bij het brede publiek bekendheid als de man die België zijn laatste Europacup in het voetbal bezorgde. In 1988 maakte hij voor KV mechelen het winnende doelpunt in de finale van de Beker der Bekerwinnaars tegen Ajax Amsterdam. raf Willems (1960) is sportboekenschrijver. Samen met zijn broer Tom (1967) vormt hij Uitgeverij De Vliegende Keeper.
transfreight
789082
188691
SPORTHELDEN MET EEN BEPERKING
in het boek Sporthelden met een beperking gaat piet den Boer op zoek naar de persoonlijke drijfveer om aan sport te doen. Hij vertelt in de ik-vorm over zijn gesprekken. daarnaast interviewt hij ook een aantal bedrijfsleiders over hun inspiratie als sponsor. topfotograaf Henk van Cauwenbergh maakt een uniek portret van elke sportheld met een beperking. Sportschrijver raf Willems vergezelt piet den Boer als compagnon de route bij zijn bijna vijftig ontmoetingen in wat beiden een ‘gevoelsreis door de zomer van 2015’ noemen: ze ontdekken naast passie voor de sport zeer uiteenlopende emoties en karaktertrekken als weemoed, wilskracht en woede, maar ook vreugde, verdriet en zelfspot.
9
TEKST VINCENT VAN BORM FOTO’S PIET DEN BOER Piet den boer
‘Sporten met en zonder handicap: dat is even gewoon toch?’ dit beschrijft in één zin de essentie van het boek Sporthelden met een beperking. in deze gevoelige portrettenreeks ontmoet je de mens achter de sporter. Maar vooral: het boek laat je door zijn of haar handicap heen kijken. Want ook wie slechts één been heeft, blind of doof is, in een rolstoel zit of met een ontwikkelingsstoornis door het leven stapt, kan plezier beleven aan sport en spel.
Henk van Cauwenbergh (1958) is beroepsfotograaf met oog voor het persoonlijke detail en het menselijk lichaam. Hij is auteur van talrijke internationale kunstfotografieboeken.
Voor Piet was het resultaat van het boek een onverwacht succes. Hij was er ook een ervaring rijker door en leerde veel uit dit proces. “Soms moet je dingen relativeren. We zijn allemaal maar kleine mieren op deze wereld. We denken allemaal dat we belangrijk zijn, maar eigenlijk zijn we maar heel klein. Je kan weinig zelf sturen. We zitten momenteel aan 4000 verkochte exemplaren. Ik had echt niet gedacht dat het zou goed ging gaan. Het was een idee dat ik graag wou uitwerken. Ik heb dat met behulp van anderen kunnen doen en daar ben ik zeer blij om. De reacties zijn heel warm en goed en dat is alleen maar leuk om te horen.”
SPORTHELDEN MET EEN BEPERKING Bijzondere portretten van G-atleten
Foto’s: henk van cauwenbergh - redactie: raF willems uitgeveriJ de vliegende keePer
DOORZETTER
31
SPORTHELDEN MET EEN BEPERKING RUBRIEK
MARIJKE VAN ACKER: EEN VAN DE SPORTHELDEN
“Alle verhalen die gepubliceerd worden over G-sport, vind ik positief” Marijke was tot 2005 een actief recreatief sportster. Vanaf haar kleutertijd tot 2005 hield ze zich voornamelijk bezig met turnen en volleybal. Toen een tumor werd vastgesteld in haar enkel, moest het onderbeen geamputeerd worden. Ondanks deze grote tegenslag, gaf ze niet op. “Door sport ben ik blijven doorgaan. Het was ook de rode draad door mijn volledige revalidatie. Sinds de ingreep ben ik begonnen met zwemmen en rolstoelbasket. Momenteel doe ik aan atletiek.” Door dit uniek verhaal werd Marieke gevraagd om mee te werken aan het boek. Iets waar ze enorm enthousiast op reageerde. “Alle verhalen die gepubliceerd worden over G-sport, vind ik geweldig en positief. Als ik daarbij mijn steentje kan bijdragen, heel graag! Piet Den Boer is een erg aangenaam persoon om je verhaal tegen te zeggen. Tegelijkertijd is hij ook erg geïnteresseerd. Je zag dat hij dit met heel zijn hart tot een goed einde wou brengen. Verder ben ik blij dat ik met mijn verhaal naar buiten kon komen. Ik hoop zo dat er ergens iemand kracht kan
“Atletiek is een sport waar ik me volledig kan laten gaan.”
uithalen en beseft dat het leven niet stopt bij een handicap. Ik heb ook gemerkt dat er veel positieve verhalen zijn over G-sport. Ook mensen ‘zonder ervaring’ met G-sport dragen deze personen met een
32
DOORZETTER
beperking een warm hart toe, wat ik enkel maar kan toejuichen.”
“Sport was de rode draad doorheen mijn revalidatie.”
Een standpunt over G-sport neemt Marijke ook duidelijk in. “De aandacht voor de sport is al verbeterd, deels dankzij Marieke Vervoort. Dat is positief. Toch vind ik dat er nog meer aandacht mag gegeven worden aan G-sport. Ik heb het gevoel dat de info en dergelijke rond G-sport vooral terecht komt bij de mensen die aan G-sport doen of kunnen doen. Binnen de wereld van mensen met een beperking dus. Het zou meer naar buiten moeten komen buiten de G-wereld. Ik vind ook dat G-sport minder stiefmoederlijk behandeld moet worden en mag gelijkgesteld worden met de sport voor validen. Als laatste wil Marijke de overheid nog even terechtwijzen over het moeilijke financiële aspect waar G-sport mee te maken heeft. “De overheid zou absoluut meer mogen doen voor de G-sport, maar daar is geld voor nodig en zoals iedereen weet is er enkel plaats voor besparingen.” Info Het volledige verhaal van Marijke Van Acker kan je lezen in Sporthelden met een beperking. TEKST & FOTO’S VINCENT VAN BORM
DOSSIER
BERLIJN DOORZETTER
33
ALBA BERLIN ROLLIS RUBRIEK
DE ALBA BERLINER ROLLIS OVER HUN FAVORIETE SPORT
“ROLSTOEL BASKETBAL IS VEEL MEER DAN GEWOON BASKET!” Rolstoelbasketbal is voor veel mensen een onbekende sport. De meeste denken dan ook dat rolstoelbasketbal bijna hetzelfde is als gewone basketbal. Maar gaat deze stelling wel op? Volgens Steffen Nordman van de ALBA Berliner Rollis al niet: “Er komt veel meer bij kijken dan gewoon een balletje gooien! Tactiek en snelheid zijn heel belangrijk, maar je kan deze sport ook veel langer uitoefenen.”
34
DOORZETTER
ALBA BERLIN RUBRIEK ROLLIS
DOORZETTER
35
ALBA BERLIN ROLLIS RUBRIEK
De ALBA Berlin Rollis zijn al even een gevestigde waarde in de noordelijke Duitse tweede klasse van het rolstoelbasketbal. Dit jaar eindigde ze vijfde in de noord reeks. Een goed resultaat volgens hun coach Red Frister. “Het was een goed seizoen voor ons. Beter dan de voorbijgaande jaren. We wonnen de helft van onze wedstrijden, mede dankzij onze twee lange centers. Eén van hen is zelf bijna topschutter geworden. Voor volgend seizoen mik ik nog iets hoger. Enkel de eerste gaat over, dat moet ons doel niet zijn, maar ik zou wel graag meer winnen dan dit jaar.” PUNTENSYSTEEM Topschutter van het team is Jan-Bruno Rittner. Jan-Bruno is een valide man die in aanraking kwam met rolstoelbasketbal via een school waar zijn moeder les gaf. Maar is het wel eerlijk, om een volledig valide man mee te laten doen? Philip Schröder, 26 jarige speler, zegt van wel: “Onze sport is opgebouwd via een puntensysteem, hoe zwaarder je verlamming, hoe minder punten je krijgt. Jan-Bruno heeft 4.5 punten en je opgestelde team bestaande uit vijf spelers mag maximaal 14.5 punten bevatten.” Rolstoelbasketbal is ook een gemengde sport. “Het grote voordeel van een meisje in de ploeg is dat zij -1.5 punt waard is. Zo kan je twee valide spelers opstellen. Het mogen er ook maximaal twee zijn.” Maar wanneer heb je nu een handicap of ben je valide? De definitie van de rolstoelbasketbalbond schept duidelijkheid: “Een rolstoelbasketballer kan niet 36
DOORZETTER
Speler Philip Schröder in overleg met coach Red Frister.
springen, sprinten en pivoteren als een valide basketballer, er moet sprake zijn van een objectieve permanent meetbare fysieke beperking in het bewegings-
correct wisselt. Coach Red Frister legt uit: “In tegenstelling tot gewone basket, moet ik voor ik wissel mij bezig houden met het puntensysteem. Niet zo moeilijk, maar als ik een fout maak geef ik drie vrijworpen weg. Uiteraard moet ik dan ook direct terug wisselen.”
“Ik zou graag jongeren opleiden die op de Paralympische Spelen geraken.” apparaat die geverifieerd kan worden via medisch geaccepteerde methoden als röntgen, scanners en testen.” Iemand die niet aan deze definitie voldoet wordt als valide speler aangemerkt. Het puntensysteem brengt wel wat moeilijkheden met zich mee, zo moet je oppassen dat je
SCHOOLPROJECTEN
Buiten coach van verscheidene teams is Red Frister met veel meer bezig. Zo is hij oprichter van verschillende projecten met jongeren. “Momenteel zetten wij ons als team in voor verschillende projecten: RBB-school Cup is de bekendste, maar er zijn ook verscheidene workshops. Bij beiden proberen we interesse op te wekken bij jongeren, zowel
ALBA BERLIN RUBRIEK ROLLIS
validen als mindervaliden. Als er meer interesse is, dan groeit de sport en dat is toch een doel. Het liefst van al zou ik graag jongeren opleiden, die op de Paralympische Spelen geraken en misschien zelf een medaille winnen.”
len hebben elk een team van drie spelers en spelen drie tegen drie op één ring. Met deel te nemen, kan je allerlei dingen winnen. Zo is er een prijs voor de topscoorder en de beste speler. Ook mo-
“Zoveel mensen hier hebben een straf verhaal, maar medelijden vragen ze absoluut niet!”
Ook communicatieverantwoordelijke en speler Philip Schröder is onder de indruk van de projecten. “Onze coach is altijd heel druk bezig met zijn projecten. Hij wilt jongeren stimuleren om met rolstoelbasketbal te beginnen. Ook kinderen zonder beperking. De RBB-school Cup bijvoorbeeld is een leuk initiatief. Zeven scho-
gen ze vaak tijdens de rust van grote wedstrijden hun talenten tonen. Dit zijn dan wedstrijden van onze eerste basketbalploeg in de Mercedes-Benz Arena waar zo’n 14.000 man in kan!“
Ondanks zijn projecten, blijft Red in de eerste plaats toch coach “Ik ben nu 30 jaar coach en ik heb er nog geen moment spijt van. Ik coachte al basketbalteams en rolstoelbasketbalteams. Veel verschil in coaching is er voor mij niet. Wat wel opvallend is, is dat je veel langer rolstoelbasketbal op niveau kan spelen! Er zijn ploegen waar spelers bij zijn die ouder zijn dan vijftig. Wat ik ook knap vind, is het doorzettingsvermogen dat de meesten hier hebben. Er zijn er velen met een straf verhaal, maar in plaats van medelijden te vragen, beoefenen ze gewoon hun sport.“ VERSCHIL Voor coaching is het gewoon hetzelfde, maar spelen is toch
Topscoorder Jan-Bruno Rittner probeert spectaculair te scoren.”
DOORZETTER
37
RUBRIEK
een groot verschil zegt de 32-jarige Steffen Nordmann. “Een belangrijke factor in het rolstoelbasketbal is het scherm dat je kan zetten. Je kan iemand simpel tegenhouden door ervoor te rijden. In rolstoelbasketbal heb je echt een beetje van alles nodig, maar als je in een ding iets minder bent, dan is er niet direct een probleem. Voor mij is de combinatie van visie, balbehandeling en snelheid het belangrijkste. Lengte is ook wel belangrijk zoals in het gewone basket, zo kan je veel makkelijker een blok zetten op een kleine speler dan op een grote.“ Philip treedt hem hierin bij: “Scherm en tactiek zijn heel belangrijk, maar deze kan je heel snel leren. Ik speel nu twee en een half jaar en ik heb alles toch vrij goed onder de knie.” Het grootste verschil met basketbal is uiteraard de rolstoel. Zo is het volgens Philip een voordeel, maar ook een nadeel dat je rolstoel zo breed is. “Het is moeilijker om iemand met een rolstoel te passeren. Defensief is dit een groot voordeel, offensief is het moeilijker om ergens door te glippen. Ook een bal gooien is niet zo simpel. Heb je ooit al eens een bal al zittend gesmeten? Je kan niet met je knieën werken, dus van ver gooien is niet echt een optie. Dat is ook de reden waarom er bij ons zo weinig driepunters gemaakt worden. Wat wel meevalt, is het kort draaien. Deze rolstoelen zijn zo gemaakt dat korte manoeuvres mogelijk zijn. Mag ook wel, als je weet dat je per rolstoel al snel 3.000 euro betaalt.”
38
DOORZETTER
Jan Suckow scoort één van zijn 29 punten
LAATSTE SEIZOENSMATCH De laatste thuismatch van Alba Berlin Rollis eindigde op een 69-38 eindstand. De tegenstander Jena Caputs, de voorlaatste in de stand, was geen tegenpartij voor het team van Red Frister. “Ik was blij dat jullie deze match kwamen kijken. We speelden één van onze beste wedstrijden van het seizoen.” Bij de rust bedroeg het verschil al 13 punten. Deze werd in het derde en vierde kwartier uitgediept tot 31 punten. “Alle ballen die we gooiden gingen er bijna in”, vertelde Philip Schröder, “het was een leuke eindeseizoenswedstrijd. Perfect voor afscheid te nemen van Sven Meissner. Hij verlaat na talloze mooie jaren onze ploeg een gaat zich bezig uithouden met andere uitdagingen.”
TOEKOMST Hoewel Steffen en Philip allebei nog heel lang rolstoelbasketbal willen blijven doen, liggen hun ambities toch anders. Philip wilt graag blijven verder doen en betere resultaten boeken met de Alba Berlin rollis. Een droom om ooit op de Paralympische Spelen te staan heeft hij niet echt, Steffen daarentegen. “Ik ben lang een goede rolstoelschermer geweest. Ik ben meermaals Duits kampioen en ik mocht tornooien over de hele wereld gaan doen. Maar door financiële redenen, ben ik moeten stoppen op hoog niveau. Dit jaar heb ik het terug opgepakt en hoop ik ooit de Paralympische Spelen te bereiken. Rio is misschien wat vroeg, maar Pyongyang moet zeker lukken.” TEKST MAARTEN VAN DER BURGT FOTO’S LANDER VERHOEVEN
RUBRIEK
PHILIP SCHRÖDER:
STEFFEN NORDMANN:
RED FRISTER
Leeftijd: 26 jaar Handicap: Spierziekte, sinds geboorte. Job: Consultant Hoelang speel je rolstoelbasketbal: 2.5 jaar Hoe kom je erop?: Per ongeluk. Ik was aan het lopen en enkele leden spraken me aan om eens te komen proberen. Ik heb nooit graag basket gedaan, maar rolstoelbasketbal sprak me zeker aan! Wat vind je het leukst aan rolstoelbasketbal?: Het is een teamsport. Ook vind ik snelheid in een sport belangrijk. Minst leuk: Spelonderbrekingen. Andere sporten: Ik heb vroeger aan kajakken gedaan en ook aan voetbal. Ambitie: Top 5 volgend seizoen
Leeftijd: 32 jaar Handicap: Spierziekte, sinds geboorte. Job: Kantoorwerk Hoelang speel je rolstoelbasketbal: 16 jaar Hoe kom je erop?: Ik wou een sport doen en iemand heeft het mij aangeraden. Wat vind je het leukst aan rolstoelbasketbal?: De snelheid en de mix van vaardigheden die je allemaal moet hebben. Ik vind het ook leuk dat het een teamsport is! Minst leuk: Spelonderbrekingen. Andere sporten: Ik heb voetbal gespeeld vroeger, maar ik mocht alleen maar meetrainen en dat was niet voldoende voor mij. Nu doe ik ook aan schermen. Ambitie: Top 5 volgend seizoen, maar mijn voornaamste ambitie ligt in het schermen: Pyongyang 2020.
Aantal jaren coach: 30 jaar Grootste verschil tussen rolstoelbasketbal en basketbal: Doorzettingsvermogen Job: Coach en oprichter van verschillende projecten Hoe kom je erop? Altijd geïnteresseerd geweest in basket, dus coach worden leek me een logische volgende stap. Wat vind je het leukst aan rolstoelbasketbal?: Tactiek en de ploeg. Minst leuk: Ik doet dit graag, ik heb niet echt minpunten. Ambitie: Beter doen dan vorig jaar, dus zeker top 5 en alles wat beter is, is mooi meegenomen.
DOORZETTER
39
IN BEELD
Rolstoelbasketbal in beeld: Alba Berlin Rollis - Jena Caputs TEKST & FOTO’S LANDER VERHOEVEN
Voor de wedstrijd worden alle spelers gekeurd om te zien hoeveel punten ze waard zijn.
Jan Suckow scoort een vrije worp voor Alba Berlin Rollis na een fout van Jena Caputs.
De vijftig trouwe supporters roepen de Alba Rollis naar de overwinning.
40
DOORZETTER
IN BEELD
Rolstoelbasketbal wordt met vijf spelers gespeeld, de overige zitten met tegenzin op de bank.
Doordat de tegenstander aan het verliezen is, lopen de frustraties al eens hoog op.
De wedstrijd eindigt op 69:38 in het voordeel van de thuisploeg.
DOORZETTER
41
TISCHBALL
Op bezoek bij Duits Tischball kampioen Benjamin Neue
“Ik schat dat tischball ten vroegste op de spelen van 2024 opduikt” 42
DOORZETTER
TISCHBALL
Opzoek naar een gehandicaptensport in Duitsland kwamen we al snel uit bij de sport Tischball. Deze sport staat bij ons nog in zijn kinderschoenen maar is internationaal al lang bekend onder de naam ‘Showdown’. Om meer te weten te komen over deze blindensport spraken we af met toenmalig regerend Duits kampioen Benjamin Neue en zijn teamgenoot Antje Samoray. Helemaal verdoken in misschien wel de bruinste kroeg van Berlijn, zitten Antje Samoray en Benjamin Neue ons op te wachten. Hier mogen we hun training tischball aanschouwen. Eenmaal aangekomen nemen ze ons mee naar een achterkamertje van het café. Daar staat een nogal vreemde tafel ons op te wachten. De tafel ziet er uit als een grote pingpongtafel, maar in plaats van een net hangt er tien centimeter boven de tafel een glazen plaat in het midden. Verder is de tafel helemaal omringd door een houten rand van veertien centimeter hoog. Het speelveld is 3,66 meter lang en 1,22 meter breed. Aan beide brede kanten hangt er in het midden een netje waar de bal in moet komen. Zo kan je punten maken en scoren. “Tischball is dan ook een mengeling van air hockey en tafeltennis. Het doel is om de bal in het netje van de tegenstander te slagen met een cricketpalet, zonder de glazen plaat te raken. Daarom moet je de bal dus onder de plaat slagen zoals bij air hockey”, zegt showdownspeelster Antje.
IEDEREEN GELIJK VOOR DE WET Aangezien de sport voor mensen met een visuele handicap bedoeld is, zitten er in de bal nageltjes die geluid maken als hij rolt. Hierdoor kunnen de spelers horen vanwaar de bal komt en waar hij zich bevindt. Ondanks dat ze voornamelijk door blinden gespeeld wordt, mogen ook mensen zonder visuele handicap showdown spelen en meedoen aan competities tot op nationaal niveau. Benjamin is zo iemand, hij is niet slechtziend en ook niet blind. Omdat dit verschil niet eerlijk is, moeten alle spelers verplicht een zwarte geblindeerde bril opzetten. Door deze bril zie je echt niets meer. Antje is zeer tevreden over deze verplichting: “De bril is ook eerlijker voor de mensen met een visuele handicap onderling. Want niet elke blinden ziet even weinig, je hebt mensen die slechtziend zijn, maar ook mensen zoals mij, die vanaf hun geboorte volledig blind zijn. Ook kunnen er door deze bril meer mensen deelnemen aan de sport.”
slagen ballen met snelheden van 80 kilometer per uur, maar die snelheden halen wij niet. Bij ons gaat het eerder over de 60 à 70 kilometer per uur”, zegt Benjamin al lachend. “Door deze snelheden moeten we ons handen goed beschermen. Daarom dragen we een motorcrosshandschoen aan de hand die het cricketpalet vast heeft.” Ondanks de handschoen en de houten rand kan showdown toch nog pijn doen. “Soms vliegt de bal van de tafel, over de houten rand, recht op je lichaam. En geloof mij, een bal met zo een snelheid op je lichaam is geen lachertje”, aldus Antje.
“Geloof mij, een bal met zo een snelheid op je lichaam is geen lachertje”
MOTORCROSSHANDSCHOEN Wie dacht dat tischball een rustige sport was heeft het helemaal mis, de spelers zijn zo getraind dat hun gehoor beter is afgestemd op de bal. Zo horen ze de bal veel sneller aankomen en hierdoor ontstaan er lange rally’s tussen de spelers. Ook vliegen de ballen tegen een heuse snelheid over het veld. “De echte toppers
Het straffe aan deze ballen op je lijf is, dat deze nog wel als punt voor de tegenstander tellen. Als de bal uit het veld vliegt zou je hem moeten proberen te ontwijken, maar dat is nog al vrij delicaat als je niets kan zien. Natuurlijk is het de bedoeling dat de bal op de tafel blijft rollen. Zo kan je ook een punt verdienen als de andere een fout maakt door de bal tegen de glazen plaat te slaan. Ook is het een fout als je met je handen of pallet in het kleine vierkant voor je net de bal raakt, dit kan je best visueel voorstellen als een soort backlijn rond de goal. De laatste fout die je kan maken is een foute opslag. Bij de opslag moet je namelijk eerst nog de rand raken op je eigen speelhelft voor hij op de andere helft komt. Verder kan je ook zelf punten scoren door de bal in het net van de andere
DOORZETTER
43
TISCHBALL
Antje Samoray en Benjamin Neue zijn niet enkel teamgenoten, ook zijn ze partners in het echte leven.
te slan, dit is zelfs twee punten waard. KORT MAAR KRACHTIG Verder is er volgens Antje nog een gelijkenis met tafeltennis: “Ook hier moet je elf punten behalen om een set te winnen en moet je met twee punten verschil winnen. Dit is dus vrij simultaan aan het ping pong.” De meeste wedstrijden bestaan uit principe van best of three, hierbij moet je dus twee van de drie sets winnen om de eindwinnaar te zijn. In sommige gevallen zoals kwartfinales en finales kan het zijn dat je drie sets moet winnen. Zoals bij bijna elke sport is er ook hier een scheidsrechter aanwezig om alles in goede banen te leiden en de puntenverdeling bij te houden. 44
DOORZETTER
“Een extra belangrijke functie van de scheidsrechter is het fluitsignaal, aangezien niemand iets kan zien zijn we volledig afhankelijk van zijn fluitsignaal. Zo moet hij na elk punt opnieuw fluiten voor de opslag omdat wij niet kunnen zien of de andere al terug klaar staat of niet”, zegt Benjamin. De matchen zijn eerder kort en krachtig. De rally’s kunnen lang duren maar door de vele fouten die gemaakt worden en de dubbele telling bij een goal, duren de matchen meestal 25 minuten. Toch hebben ze beide al heel lange matchen meegemaakt, zo was de langste match
van drie sets bij Benjamin al snel 55 minuten. Antje doet er nog een schepje bovenop: “Ik heb al een match gespeeld van bijna 70 minuten, zo een lange matchen komen vaker voor bij vrouwen. Wij spelen veel defensiever, minder hard en trager. Het verdedigen ligt ons ook beter dan aanvallen.” Als wedstrijden zo lang duren is het zeer belastend voor hun rug omdat ze heel de tijd gebogen staan. De enige oplossing hier tegen is stretchen tijdens de kleine pauze van één luttele minuut tussen de sets door. Ook mag elke speler één time-out per set aanvragen, deze
“Vrouwen spelen veel defensiever, minder hard en trager”
TISCHBALL
duurt wel niet langer dan zestig seconden. TITELKOORTS In deze gezellige kamer trainen Benjamin en Antje samen met hun clubgenoten een tweetal keer per week. Normaal zit de kamer helemaal gevuld met nog vier tot zes teamgenoten. Tijdens de training merken we dat het er hevig aan toe gaat en beginnen we zelfs schrik te krijgen voor onze veiligheid. De reden voor de hoge intensiteit is dat ze het weekend er op beide gaan deelnemen aan het Duits Kampioenschap Tischball in Dortmund. Allebei gaan ze er met volle verwachtingen naar toe. Zo zou Benjamin graag zijn titel van vorig jaar willen verlengen, maar ook Antje wilt een gooi doen naar de eindoverwinning. Als we vragen of ze een kans maken om allebei te winnen schieten ze samen in de lach. “Bij tischball in Duitsland spelen mannen en vrouwen tegen elkaar. Dus er kan maar eentje van ons het goud grijpen”, zegt Antje al lachend. Later vernemen we toch minder goed nieuws van onze twee spelers. Beide hebben ze hun verwachtingen niet kunnen inlossen en hebben ze de titel niet mee naar Berlijn kunnen brengen. Antje deed het behoorlijk en eindigde op een verdienstelijke derde plaats. Benjamin daarentegen kende eerder een terugval en moest zich tevreden stellen met de negende plaats.
Ondanks hun goede prestaties op het nationale kampioenschap van 2015, leidt dit niet tot internationaal succes. Zo mocht Benjamin niet meedoen aan internationale toernooien ook al was hij Duits kampioen. “Op zo’n een toernooien mogen enkel spelers meedoen die blind of slechtziend zijn. Gewone mensen mogen niet deelnemen omdat ze de testen niet zouden doorstaan. Je moet namelijk een attest hebben van de staat van je ogen om te mogen deelnemen. Het jammere aan dit attest is, dat het redelijk subjectief is en van dokter tot dokter kan verschillen”, aldus Benjamin. Deze regel lijkt vreemd aangezien iedereen toch een verduisterende bril op moet zetten, maar hij is vooral bedoeld om de gewone mensen niet te bevoordelen. Zij zouden hun tegenstanders kunnen gaan scouten en zo trainen op de zwaktes van de andere. Op deze manier zouden ze een groot voordeel hebben en dat is niet eerlijk. Antje zou dit wel mogen maar ook voor haar is dit niet mogelijk: “Met deze sport valt er niet echt geld te verdienen. De reiskosten daarentegen zijn wel duur. Zo speelde het vorige WK zich af in Zuid-Korea, dit was financieel niet haalbaar om te bezoeken.”
“Met deze sport valt er niet echt geld te verdienen”
Eigen ervaring Natuurlijk mochten we de sport ook eens uitproberen. Toen we langs de zijlijn toekeken leek het wel een makkelijke sport te zijn, waarbij de goals vlot vielen langs beide kanten. Dit viel wel even grondig tegen. Door de bril zag je echt niets en was je volledig afhankelijk van je oren. Je hoorde de bal wel aankomen, maar toch moest je heel de tijd in het duister tasten, opzoek naar de bal. Dit zorgde ervoor dat wij er vrij stuntelig uitzagen, er totaal geen tempo in de match zat en wij meer owngoals dan iets anders scoorden. Ondanks dat we er geen aanleg voor hadden vond ik het wel een leuke ervaring. Ook is er nog hoop voor ons, na een goede drie maand trainen zouden we tischball al volledig onder de knie moeten hebben volgens Benjamin. “Je moet vooral focussen op de tactiek, de snelheid van het spel en de innerlijke rust. Het is vooral een mentale sport waarbij degene met de beste concentratie en het meeste geduld op het einde de winnaar is“, adviseert Benjamin ons.
INTERNATIONALE DOORBRAAK Een oplossing hiervoor zou zijn dat showdown een Paralympische sport wordt, dan zouden ze meer inkomsten en aandacht kunnen verdienen. Dit kan dan DOORZETTER
45
TISCHBALL
leiden tot meer sponsors. Maar momenteel gaat het nog wel even duren voordat tischball een Paralympische sport wordt. “Ik schat dat tischball ten vroegste op de spelen van 2024 zou kunnen opduiken”, zegt Benjamin deprimerend. “Hiervoor zouden we meer aandacht moeten krijgen in de verschillende continenten. Tischball is wel bekend in Europa en Canada, maar in de andere continenten vallen ze compleet uit te lucht als het over deze blindensport gaat. Verder moet de sport een jonger publiek aantrekken, dat is ook een grote reden waarom tischball zo onder de radar blijft.”
Ondanks de financiële problemen en het gebrek aan aandacht zien ze de toekomst toch nog rooskleurig in. “Dit jaar starten we voor het eerst een competitie in Berlijn en omstreken. Deze bestaat uit de verschillende clubs uit de buurt. Zo moeten we niet enkel toernooien spelen en kunnen we een klassement bijhouden. We zijn benieuwd of het idee aanslaat, maar wij kijken er al met vol enthousiasme naar uit. Hopelijk wordt het een succes”, zegt Antje hoopvol.
“We zijn benieuwd of de nieuwe formule aanslaat”
TEKST & FOTO’S LANDER VERHOEVEN
Showdown in België Showdown zit in België nog echt in de kinderschoentjes. Sinds 2011 is de eerste showdownclub in België ontstaan. Deze ontstond in Brecht en is vooral opgericht naar voorbeeld van onze noorderburen. In Nederland is de sport immers wel heel bekend. Ondertussen is er in navolging nog een club opgericht in België en telt het team uit Brecht al twaalf spelers. In 2014 vond er ook de eerste competitie plaats, bestaande uit 45 wedstrijden. Zo zien we dus dat er echt nog een grote groeimarge is voor deze blindensport in België.
Tijdens de training moeten we zo stil mogelijk zijn, zodat ze de bal goed horen rollen. Ook tijdens wedstrijden is het publiek muisstil.
46
DOORZETTER
RUBRIEK
TOP DRIE VOOR DE MEDAILLES
LAURENS DEVOS
PETER GENYN
MARIEKE VERVOORT
De petit Vos ging op 14 mei in Bratislava nog met twee gouden medailles aan de haal. Met de nummers één en twee aanwezig, was dit de perfecte voorbereiding op RIo. De tegenstanders van Laurens zijn oude bekenden voor hem. Op twee na, heeft hij al tegen iedereen gespeeld en kunnen winnen. Dus brons is zeker haalbaar en wie weet zelfs meer.
Na een zeer geslaagd WK in 2015, waar Peter twee gouden medailles won, heeft de Paralympiër zijn zinnen gezet op Rio. Of hij even goed gaat doen is nog een vraagteken, maar pieken zal hij zeker doen. Als wereldrecordhouder op de 200 meter en Europees recordhouder op de 400 meter, wordt hij gezien als één van de topfavorieten.
Het boegbeeld van de Belgische Paralympische delegatie schitterde net zoals Genyn op het WK in Doha. Wielemie haalde drie gouden medailles en deed dat met uitstekende tijden. Vorige Spelen was onze landgenote al goed voor goud op de 100 meter. Op de 400 meter is ze wereldrecordhoudster. Als Marieke een goede dag heeft, is ze niet te stoppen.
“Ik wil in bloedvorm zijn in Rio. Als ik het podium op de 100 meter en de 400 meter haal ben ik tevreden.’
Op radiozender MNM zei ze het volgende: “Ik mag meedoen aan de Paralympische Spelen in Rio! Ik ben geselecteerd voor de 100 en de 400 meter. Kippenvel is dat”.
“Als ik geconcentreerd blijf en geen domme foutjes maak, dan zit er altijd een medaille voor mij in.”
K A N S 75%
50%
O P 25%
E E N 75%
M E D A I L L E 30%
15%
80%
50%
30%
DOORZETTER
47
INTERVIEW RUBRIEK
SVEN DECAESSTECKER “Als kind droomde ik al van de Olympische Spelen. Na mijn amputatie werden dat de Paralympische Spelen.” 48
DOORZETTER
INTERVIEW RUBRIEK
DOORZETTER
49
SVEN DECAESSTECKER RUBRIEK
Sven Decaesstecker is 30 jaar, afkomstig uit Kortemark en woonachtig in Roeselare. Sven studeerde Politieke Wetenschappen op de universiteit in Gent en behaalde daar een Master. Sinds 1999 is hij internationaal zwemmer. Op het moment van het interview bevond hij zich in Madeira, waar het EK plaatsvond. Tussendoor maakte Sven tijd om te antwoorden op mijn vragen. Hoe was je leven voor je amputatie? Met wat hield je je bezig? Voor mijn amputatie was ik nog erg jong. Deze vond plaats in november 1995, wanneer ik 10 jaar was, ten gevolge van een tumor in mijn voet. Ik was toen echter ook al bezig met zwemmen. Op mijn achtste deed ik mijn eerste wedstrijden en toen haalde ik medailles op nationale kampioenschappen voor mijn leeftijdscategorie. Als kind had ik ook al de droom om deel te nemen aan de Olympische Spelen, na mijn amputatie zijn dat de Paralympische Spelen geworden. Wat is het verhaal van de amputatie? Wat waren je eerste gedachten? De amputatie is er gekomen na een diagnose van botkanker. Eerst kreeg ik een zestal maand chemotherapie toegediend, pas daarna kwam het nieuws dat een amputatie noodzakelijk zou zijn. Na de amputatie is de chemotherapie nog eens zes maand doorgegaan. Ik denk dat mijn idee rond de amputatie eerder ‘positief’ was, want dat betekende voor mij dat ik genezen zou zijn. Het ‘zieke’ 50
DOORZETTER
been kon weg, dus in mijn kinderlijke logica was dat iets goeds. Uiteindelijk heb ik zeer snel kunnen revalideren en kon ik met behulp van mijn prothese snel alweer wandelen, wat in mijn ogen de ‘mentale’ klap verlicht heeft. Het feit dat ik zo jong was hielp uiteraard ook mee met de snelle revalidatie. Kinderen passen zich sneller aan. Heb je ook moeilijke momenten gekend? Uiteraard heb ik moeilijke momenten gehad. Het is ondertussen al 20 jaar geleden, maar ik weet nog erg goed hoeveel pijn het deed om voor het eerst uit mijn bed te komen en recht te staan met het pas geamputeerde been. Ook wanneer de wonde genezen was en ik de maat mocht nemen voor
mijn eerste prothese, deed het enorm veel pijn doordat je voor het eerst tracht te steunen op je nieuwe been. Uiteindelijk heeft het zo’n zes maand geduurd vooraleer ik voorzichtig kon wandelen zonder krukken. Waarom heb je gekozen voor de zwemsport? Simpel, ik zwom voor mijn ziekte en amputatie. Het was een ideale sport om verder te doen. Het is weinig belastend voor je geamputeerd been, je hebt er geen specifieke of speciale dure hulpmiddelen voor nodig. Gedurende mijn jaar dat ik chemotherapie kreeg mocht ik niet zwemmen omwille van het gevaar op infecties. Na dat jaar was mijn drijfveer om te genezen: terug kunnen zwemmen.
“Op jaarbasis schat ik dat ik zo’n 7000 euro uitgeef aan mijn sport”
“De titel ‘Paralympiër van het jaar’ is een hele eer voor mij.”
SVEN DECAESSTECKER RUBRIEK
Op welke prestatie ben je het trotst? Mijn medailles op EK’s en WK’s. Vooral de paar gouden medailles die ik heb gezwommen, laten indruk na. Wanneer je op het hoogste podium staat en ze spelen het Belgisch volkslied, zorgt dat er voor dat die momenten in je geheugen gegrift staan. Ook het feit dat ik gedurende zeven jaar ononderbroken Europees recordhouder was op de 200 meter wisselslag, daar ben ik fier op. Wat zijn je ambities in Rio? In de eerste plaats moet de ambitie in mijn ogen zijn om een beste prestatie neerzetten. Ik zou dus erg blij zijn met een tijd sneller dan mijn persoonlijke record van 2.15.03 op de 200 meter wisselslag. De plaats die ik daarmee haal is uiteindelijk bijkomstig omdat ik uiteraard geen controle heb over wat de anderen doen. Maar uiteraard is een medaille hetgeen waarvoor je het uiteindelijk altijd wil doen. Hoe ziet je voorbereiding eruit? Druk. De voorbereiding bestaat in de eerste plaats uit erg veel trainen. Gemiddeld toch tien trainingen van twee uur per week. Daarnaast worden we vaak gefilmd onder water om techniek te verbeteren, De start, keerpunten, en aankomst worden dan grondig bekeken. Na het bekijken van de beelden is er sowieso nog altijd ruimte voor verbetering. Hoe is het op financieel vlak wat sport betreft? Is het duur? Het is best duur. Ik verdien natuurlijk een loon als topsporter bij Bloso. De federatie, Parantee en BPC (Belgian Paralympic Committee), staan in voor een aantal kosten van wedstrijden. Toch komen er nog andere
kosten bij kijken. Zo moeten we voor buitenlandse stages, wat drie keer per jaar is, telkens de helft bijpassen. Sommige wedstrijden zijn ook niet opgenomen in de begroting. Als dat het geval is dan moet je die volledig zelf betalen. Overnachtingen in het binnenland zijn zelf te betalen zoals meerdaagse wedstrijden in Antwerpen of Luik. Ook moet je rekening houden met een 1000 à 1500 euro aan materiaal per jaar. Dit houdt in: wedstrijdzwempakken, zwembroeken, technisch trainingsgerief zoals paddels, zwemvliezen, brilletjes en badmutsen. Op jaarbasis schat ik dat ik persoonlijk zo’n 7000 euro uitgeef aan mijn sport. Wat betekende de titel Paralympiër van het jaar in 2010? Dat is een erg belangrijke prijs voor Paralympische sporten in België. Het is een hele eer om deze te ontvangen. Het is een erkenning voor wat je doet. Ik was vereerd om als eerste laureaat ooit voor deze prijs in België uitgeroepen te worden. Zie je G-sport positief of negatief evolueren? Waarom? In het algemeen positief. Prijzen zoals Paralympiër van het jaar en uitzendingen op TV van wedstrijden zoals de Paralympics zorgen ervoor dat de mensen meer en meer weten waarover het gaat. Zeker internationaal heb je een steeds grotere professionalisering van de sporten. In België vrees ik dat we niet altijd even snel mee-evolueren. Veel hangt natuurlijk af van het financiële. Daarnaast merk ik soms dat jonge sporters niet altijd gemotiveerd zijn om er keihard voor te werken. Je komt er niet met drie
Sven die zich klaarmaakt voor een training.
keer trainen per week. Je moet er iedere dag mee bezig zijn. Trainen en prioriteiten stellen. Hoe zie jij je eigen toekomst? Ik probeer mij te focussen op de wedstrijden voor mij. Dat is dus nu momenteel het EK en de Paralympics. Wat daarna komt weet ik nog niet. Ik heb zin om nog verder te zwemmen, maar ik weet niet of mijn leeftijd dat zal toelaten. Graag blijf ik actief binnen de sport uiteraard, aangezien het zo’n groot deel van mijn leven is. Uiteindelijk laat ik alle opties open. TEKST VINCENT VAN BORM FOTO’S BELGIAN PARALYMPIC COMMITTEE DOORZETTER
51
IN DE KIJKER RUBRIEK
ANVASPORT CREËERT NIEUWE KANSEN
“Je hebt nog een goed been om mee te skiën, waarom zou dat niet lukken?” Anvasport, dat staat voor ANdersVAlidenSPORT, zorgt ervoor dat mensen met een beperking hun favoriete sport toch kunnen beoefenen. Met behulp van vrijwilligers en kennis op orthopedisch vlak kunnen ze hun leden de juiste materialen en een leuke sfeer aanbieden. Daaruit groeide een sterke vereniging. Steun voor een dergelijke organisatie kan nooit geen kwaad en daarom zette Doorzetter Anvasport in de kijker.
In België zijn er ongeveer 95.000 verenigingen terug te vinden. Veel verenigingen zetten zich in voor hetzelfde doel, maar op een of andere manier proberen ze zich te onderscheiden van de rest. Ook Anvasport is er daar één van. Anvasport bestaat volgend jaar exact 30 jaar. In 1987 werd het opgericht vanuit de loopschool van het Centrum Technische Orthopedie (CTO) te Gent. Anvasport wil de kans bieden aan 52
DOORZETTER
Snowbikes zijn de laatste jaren in populariteit toegenomen.
mensen met een beperking om de sport te beoefenen waartoe ze nog in staat zijn. Het idee dat niets onmogelijk is, staat vrij hoog in het vaandel van Anvasport. Momenteel beschikt ze over meer dan 600 leden die kunnen rekenen op fantastische vrijwilligers. De vrijwilligers zetten zich met plezier in om de leden hun zorgen even te kunnen laten vergeten.
De ontstaansgeschiedenis van Anvasport is een boeiend verhaal, vertelt Ronny De Gendt, die zorgt voor de algemene administratie van de vereniging. “Toen een meisje haar been moest geamputeerd worden, had het meisje de hoop op haar favoriete sport - het skiën - al enigszins opgegeven. De kinesist en oprichter van Anvasport, Patrick Van De Vaerd had de redenering: je hebt nog een goed been om mee te
IN DE RUBRIEK KIJKER
skiën, waarom zou dat niet lukken?” Vanuit het verhaal vloeit ook de doelstelling van deze vereniging. “Anvasport wil mensen met een lichamelijke beperking via sportbeoefening laten integreren in de maatschappij. Het geeft een meerwaarde aan onze leden dat ze terug kunnen sporten samen met familie, vrienden of in een gewone sportclub. Verder onderscheiden we ons van anderen door enkel met vrijwilligers te werken. Met personeel werken we niet.” Als je lid bent van Anvasport, bekijken ze samen met jou welke mogelijkheden er zijn op gebied van sport. Omdat het voor andersvaliden belangrijk is om regelmatig in beweging te blijven, is sport geen overbodige luxe. De vereniging wordt sterk ondersteund door dokters, orthopedische technici, kinesitherapeuten en verpleegkundigen. Ze zoeken voor de andersvalide de best mogelijke oplossing en het nodige materiaal om de geliefkoosde sport te kunnen beoefenen.
Anvasport telt nu al meer dan 600 leden, maar daar hoeft nog geen stop op te komen. “Er is veel mond-aan-mond reclame. Ook via revalidatiecentra komen mensen bij ons terecht. Onze leden houden we up-to-date via het internet en onze Facebookpagina.
onze eigen acties zoals een breugelavond kan dit al voor een deel gecompenseerd worden.” “Onze leden hoeven zelf niet of nauwelijks bezig te zijn met zaken die al dan niet in orde zouden komen. Er zijn verder een honderdtal vrijwilligers die deel uitmaken van een sfeerrijke groep. “We geven onze kennis ook door aan andere geïnteresseerden, vooral aangepast materiaal.”
“Het idee dat niets onmogelijk is, staat vrij hoog in het vaandel van Anvasport”
Voor veel verenigingen is het financiële plaatje moeilijk om te halen. Bij Anvasport maken ze er geen geheim van dat het op dat gebied ook niet altijd even makkelijk is. “Omdat het leven van een andersvalide op sommige vlakken duurder is dan ze zelf wensen, streven wij er ook naar om onze leden niet meer te laten betalen als een valide persoon. Hierdoor zijn we steeds op zoek naar financiële middelen. Via sponsoring, serviceclubs, projecten voor goede doelen en
“In de toekomst hopen we financieel gezond te blijven. Er zijn ook nog genoeg mensen die hun favoriete sport willen beoefenen. Wij hopen dat we nog veel mensen kunnen helpen in hun zoektocht naar een nog aangenamer leven,” besluit Ronny. TEKST & FOTO’S VINCENT VAN BORM
SKIKAMPEN POPULAIR De kampen die populair zijn in de winter zijn de skikampen, die mee georganiseerd worden door Ronny De Gendt. Hij zit zelf in een rolstoel, beoefent het zitskiën en weet als geen ander wat de leden die meegaan nodig hebben tijdens het kamp. “Ruim op voorhand vragen wij aan de deelnemers om zich in te schrijven. Dat is nodig want de kampen zitten vrij snel vol. Daarnaast is het belangrijk dat er voldoende materiaal aanwezig is. Anvasport gaat daarnaar op zoek. Op het einde bekijken we hoeveel vrijwilligers we nodig hebben.”
Ronny De Gendt zorgt al jaren voor een vlot verloop tijdens de skikampen. DOORZETTER
53
PETER GENYN RUBRIEK
NOOIT OPGEVEN Peter Genyn over zijn ongeval, het verplicht stoppen met rolstoelrugby en zijn droom in Rio
54
DOORZETTER
PETER RUBRIEK GENYN
Peter Genyn (39) reed in zijn jeugd paard en fietste recreatief. Hij had een mooie jeugd zoals velen, maar op 16-jarige leeftijd sloeg het noodlot toe. “We waren het huis aan het verbouwen en er was een vijver in de tuin. We gingen de vijver leegpompen en er een nieuwe plastic inleggen. Daarna zijn we die beginnen vullen met grondwater. Ze waren daar ‘s avonds mee begonnen en ‘s morgens heb ik gewoon een duik genomen zonder nadenken. De put was twee meter diep en er zat een halve meter water in. Het gevolg van die sprong: twee nekwervels gebroken. Je hebt snel door dat er iets mis is, maar je denkt eerst dat het vooral door de shock is. Vanaf dat je op spoed zit, begint dat allemaal door te dringen.”
revalidatie waren ze met rolstoelrugby bezig. Ik ben dan naar een training gegaan en heb meteen meegedaan. Mijn letsel is vrij hoog, mijn handen werken niet meer, ook mijn triceps niet goed, dus basket ging al niet. Met rugby kon ik wel de wereldtop halen. Ik ben fier dat ik dat ook gehaald heb. “ OMMEKEER
Na het ongeval moest Peter alles opnieuw leren. Een revalidatie die uiteindelijk zijn vruchten afwierp. “Ik heb eerst drie maanden in het ziekenhuis gelegen. Ik had vooral wat problemen met mijn darmen, die wilden niet goed opstarten. In revalidatie moet je dan opnieuw alles leren: aankleden, leren eten… Er zijn ook altijd momenten dat het niet zo goed gaat, maar dat viel redelijk goed mee. Ik denk dat ik door de sport de draad snel terug heb kunnen oppikken. Ik heb in die tijd ook veel steun gekregen van familie en vrienden, ook mijn vriendin hoort daar bij.”
Wereldtop, daar zat Peter tijdens zijn rolstoelrugbycarriére. Een nieuwe tegenslag veranderde zijn leven voor een tweede keer, maar van opgeven was nooit sprake. “Ik heb mijn been op 2 plaatsen gebroken. Toen zeiden ze dat rugby uitgesloten was. Ik was in 2013 ook uitgeroepen tot beste speler in mijn categorie. Ik heb tweemaal de Paralympics gehaald. Omdat ik een van de snelste van de wereld was, had iemand van de Belgische bond gezegd: probeer eens atletiek. Dat is hetzelfde, maar minder tactisch. Ik heb dat dan geprobeerd en dat beviel mij wel. Ik heb mij daar twee tot drie maanden op toegelegd en in mijn eerste internationale wedstrijd werd ik meteen derde. Dan heb ik mij daar nog meer op toegelegd, zwaar beginnen trainen en intussen ben ik wereldkampioen.”
ROLSTOELRUGBY
COACH
Peter is een persoon die niet graag stilzit. Hij zocht tijdens zijn revalidatie naar een sport die hij zag zitten. “Tijdens mijn
Naast atletiek geeft Peter ook training in het rolstoelrugby. Geen gemakkelijke keuze omdat hij het zelf niet meer mag doen.
NIEUWE START
“Het is vooral mentaal moeilijk. Je hebt die sport 20 jaar gedaan en uw ziel ligt daar en dat is wel moeilijk. Ik ga ook nooit naar het nationaal team kijken want dat doet teveel pijn. Soms doe ik nu wel de opwarming mee. Ik zou het zo graag voordoen, maar ik mag gewoon niet. Op zich kan ik dat nog allemaal, maar het risico om iets te breken is te groot. Een wedstrijd meedoen durf ik ook niet meer. Het mag ook niet van de dokter.” FINANCIËLE PLAATJE Bij een sport komt heel wat kijken. “Het is heel moeilijk om sponsoring te vinden, maar ik denk dat dat bij alle rolstoelsporten het geval is. Ik heb een paar sponsors. Er is een groot verschil met de valide personen. Uiteindelijk haal ik ook de wereldtop, ik kom ook in beeld, maar veel minder natuurlijk. Een voetballer die in derde provinciale speelt, verdient meer als ik. Wij zitten
“Door de sport heb ik snel de draad terug opgepikt”
Peter Genyn geeft van enkele richtlijnen.
ook met heel duur materiaal. Zo’n sportstoel vind je niet onder de 5000 euro , We moeten dat ook allemaal zelf bekostigen, wat het nog moeilijker maakt.”
DOORZETTER
55
PETER GENYN RUBRIEK
PRESTATIES Peter is vooral trots op zijn titel van wereldkampioen, zowel op de 100 als de 400 meter was hij in Doha de snelste van de wereld. “Ik heb ook het wereldrecord op de 200 meter en het Europees record op de 400 meter. Voor mij is die wereldtitel meer waard dan het wereldrecord. Ik ben altijd in conditie geweest, dus de aanpassing naar de atletiek was voor mij wel makkelijk. Mijn grootste probleem is 100% rechtdoor rijden, ook door de snelheid die wordt geproduceerd. RIO In september zijn het voor Peter hoogdagen. De Paralympische Spelen worden dan gehouden in Rio, Brazilië. Hij wil daar in zijn categorie schitteren. “Rio is een groot doel. Ik heb in januari en februari stage gedaan in Lan-
zarote. Daarnaast heb ik ook een week in Girona getraind in april. En dan nu in eigen land opbouwen tot september. Als ik het podium haal op de 100m en 400m ben ik tevreden. G-SPORT
niet over moeten klagen, want we weten dat die budgetten er niet zijn.” Verder wil Peter afsluiten met raad voor mensen in dezelfde situatie. “Ikzelf zou iedereen aanraden om te sporten. Laat u niet tegenhouden om aan sport te doen omdat je bijvoorbeeld geen stoel hebt. Veel clubs hebben rolstoelen waarin je aan je favoriete sport kan doen. Sporten heeft mijn leven veranderd in positieve zin. Er zijn ook veel verschillende sporten, dus veel mogelijkheden voor personen in dezelfde situatie.”
“Mijn grootste probleem is 100% rechtdoor rijden”
De toekomst ziet er voor Peter goed uit, ook omdat hij nooit stilzit en graag doet wat hij nu doet. Over G-sport heeft hij ook een eigen mening. “Het krijgt nog te weinig aandacht, maar het zit wel in stijgende lijn. Sinds Londen 2012 kende G-sport een boom. Qua ondersteuning kan ik niet klagen, maar de stage naar Lanzarote moest ik zelf bekostigen. Mocht dat door iemand anders betaald worden zou dat een voordeel zijn. We beseffen dat we daar
TEKST VINCENT VAN BORM FOTO’S VINCENT VAN BORM & PETER GENYN
Peter Genyn, in het midden, gaat voor een eerste plaats.
56
DOORZETTER
DOORZETTER
57
BLINDENTRIBUNE
Blindentribune in opmars in Jupiler Pro League Mensen met een visuele handicap kunnen nu ook een match volgen in enkele Belgische voetbalstadions vanop blindentribunes. Een goede stap in de toegankelijkheid voor supporters met een handicap. “Maar op verplaatsing moet je nog plaats nemen in de thuistribunes van de tegenstander”, zegt de blinde Club Brugge-supporter Dieter Dhanys. “En aangezien voetbal toch een fel beladen en emotionele sport is, kan dit nog wel eens verkeerd aflopen.” Al snel hadden ze bij de Belgische voetbalclubs door dat ze rekening moesten houden met hun andersvaliden supporters. Ze gingen investeren in rolstoelplaatsen, liften en extra begeleiding. Kortom alles werd gedaan om de toegankelijkheid te verbeteren. Ondanks alle projecten bleef er toch nog een groep supporters onbeholpen over, namelijk de supporters met een visuele handicap. Dit viel ook Club Bruggesupporter Dieter Dhanys op. Dieter is al vanaf zijn geboorte blind maar heeft desondanks toch de passie gevonden voor voetbal en in het speciaal voor Club Brugge. “De passie voor Club Brugge is zo een elf jaar geleden begonnen tijdens de match SV Waregem – Club Brugge. Mijn hele familie was voor SV Waregem, hierdoor was er niemand supporter voor Club Brugge en dat vond ik zielig, toen heb ik maar beslist om voor hun te supporteren tijdens de match. Dit ben ik uiteindelijk altijd blijven doen.” MUZIEK ALS HULPMIDDEL Omdat Dieter toch al enige tijd fan is van de West-Vlaamse topclub heeft hij ook nog de tijd meegemaakt voor het ontstaan van de blindentribune. Toen was er nog geen audiotranscriptie en was het zeker niet gemakkelijk om een wedstrijd te volgen. “Het was echt moeilijk om te kunnen volgen. Het enige wat je kon helpen met volgen was het lawaai dat uit het supporters vak kwam. Als ze begonnen te roepen konden er namelijk twee dingen gebeuren: of ze zijn niet tevreden met een beslissing van de 58
DOORZETTER
scheidsrechter of Club Brugge had de bal en ging aanvallen. Het muziekje bij de goals van de thuisploeg was ook een goed hulpmiddel om te weten wie er nu net gescoord had.” In het seizoen 2010-2011 kwam er dan eindelijk goed nieuws voor de supporters met een visuele beper-
BLINDENTRIBUNE
het veld afspeelt. Tijdens de thuiswedstrijden zijn er twee opgeleide commentatoren die heel uitgebreid en gedetailleerd verslag geven van de wedstrijd. De blindentribune werd voor het eerst gebruikt bij een testmatch. “Het initiatief is tot stand gekomen in navolging van het buitenland en op vraag van onze supporters”, zegt Peter Gheysen, de Community Coördinator bij Club Brugge. “De supporters wisten dat het concept al in het buitenland bestond en ze zouden daarom ook graag hun favoriete team op deze manier willen bekijken.” POSITIEVE ERVARING Voor Dieter is deze nieuwe methode de oplossing om vaker te komen supporteren. “Het is als het ware een verademing. Je moet je is voorstellen dat je voetbal op tv kijkt met je ogen dicht. Dan weet je wel iets, maar nog niet genoeg. Met deze gedetailleerde commentaren is het ook leuk om te weten wat er rondom jouw gebeurt. Hiermee onderscheidt de commentaar zich van een radio- of tv-verslag van de wedstrijd.”
Ondanks zijn visuele handicap geniet Dieter Dhanys nog vollop van de thuiswedstrijden van Club Brugge.
king. Samen met de hulp van de organisatie Intro, die zich inzet voor toegankelijkheid bij sportieve en culturele evenementen, kwam er bij Club Brugge een blindentribune tot stand. Daar kunnen mensen met een visuele beperking de match ten volle beleven. Zo krijgen ze via aangepaste hoofdtelefoons een gedetailleerde beschrijving van wat er zich op
Niet enkel voor Dieter was het initiatief succesvol, het initiatief werd ook positief onthaald door de andere supporters. Daarom besloten ze binnen Club Brugge om het seizoen erop een vaste blindentribune in te voeren. Ondertussen bestaat de extra begeleiding met hoofdtelefoons al vier à vijf seizoenen. Nu heeft blauw-zwart al materiaal voor twintig supporters met een visuele handicap. Van deze twintig plaatsen zijn er momenteel acht vaste abonnees die hier tweewekelijks gebruik van maken. Dieter is één van deze acht abonnees en is zeer tevreden over de formule: “Ik probeer elke thuiswedstrijd te zien als het voor me uitkomt. Vanuit mijn thuis in het centrum van Brugge neem ik een taxi tot aan het Jan Breydel Stadion. Vanaf een bepaald punt staat er dan een steward te wachten die mij mee begeleid naar mijn zitplaats. Het leuke is ook dat we tussen de goedziende mensen zitten en niet ergens apart.” Zo bevindt de blindentribune zich in de DOORZETTER
59
BLINDENTRIBUNE
vakken 111 en 112 in de West-tribune. Er zijn veertig plaatsen voorzien voor de blindentribune, twintig voor de supporters en nog eens twintig voor die hun begeleiders. Hier kunnen ze dan een hoofdtelefoon krijgen in ruil voor hun identiteitskaart. Het huren van de hoofdtelefoon is dus gratis voor de supporters. Ook op financieel vlak probeert de club zich solidair op te stellen tegenover hun supporters. Zo mogen alle supporters met een visuele handicap binnen voor tien euro in plaats van twintig euro. Sterker nog, ook hun begeleiders mogen mee binnen tegen de gereduceerde prijs. Ook krijgen ze een gereduceerd abonnement waar de invaliditeitskorting mee in begrepen is. Zo betaalt Dieter voor een heel jaar 195 euro, ook de play-offs zitten mee in de prijs. Dit is een vrij lage prijs aangezien de normale abonnementen in die vakken 310 euro kosten. MANKEMENTEN Sinds de start van de blindentribunes vijf jaar geleden, heeft de tribune al een hele evolutie afgelegd. De kwaliteit is verbeterd en er zijn ook meer clubs die het idee volgen en ook een blindentribune installeren. Zo kan je tegenwoordig ook bij de wedstrijden van Anderlecht, Racing Genk, AA Gent, Standard de Liège en bij gelegenheden ook wedstrijden van STVV en KV Oostende gebruik maken van de tribune. Dit zijn nog steeds niet alle eersteklassers. “Aangezien het nog steeds om een nicheproduct gaat en het maar betrekking heeft op een klein deel van de supporters, is het zeker niet interessant voor kleinere clubs”, argumenteert Peter Gheysen. “Het zou dan ook niet verplicht moeten worden door de Jupiler Pro League. Ze zouden wel een meer informerende rol kunnen spelen in het hele gebeuren en clubs helpen die een blindentribune willen opstarten.”
om een uitwedstrijd bij te wonen. Het is niet enkel moeilijk om er te geraken, ook zijn de blindentribunes nog niet echt gemaakt voor uitsupporters. “Nu kan je al wel bij Anderlecht, Racing Genk en AA Gent de matchen bewonderen, toch wordt dit niet gedaan door bezoekende supporters. Mocht je dat toch willen dan moet je namelijk plaats nemen in de thuistribunes van de tegenstander. En aangezien voetbal toch een fel beladen en emotionele sport is, kan dit nog wel eens verkeerd aflopen”, aldus blinde supporter Dieter. Voor het ogenblik heeft Dieter enkel nog maar positieve ervaringen gehad met de blindentribune. Zo was hij er ook bij tijdens de verloren bekerfinale van 20 april en heeft hij onze Rode Duivels aan het werk gezien tegen Andorra. Deze match is hem niet enkel bij gebleven door de monsterzege van onze nationale helden, maar ook door de blindentribune daar. “Elke blindentribune is anders omdat elke commentator zijn eigen stijl van verslaggeving heeft. Maar tijdens de wedstrijd van de Rode Duivels was er nog een speciaal aspect aan de hoofdtelefoon. Zo hoorde je niet enkel de commentator door de oortjes, maar ook de sfeergeluiden uit de tribune. Hierdoor kon ik nog meer genieten van de wedstrijd. Dit is ook de enige verbetering die ik Club Brugge zou willen aanraden, want het is een extra element dat de beleving zeker ten goede komt.” GEEN WINSTBEJAG Dat de club hier geen winst mee maakt is niet enkel te zien aan de gereduceerde tarieven maar ook aan de hoge kost die komt kijken bij het realiseren van een blindentribune. Zo mogen de kosten niet onderschat worden zegt Community Coördinator Peter Gheysen: “Het is zeker wel een grote investering. Zo moest er een speciale zendmast komen die toch al 5000 euro kost. Verder kosten de aangepaste hoofdtelefoons al 150 euro per stuk. Ook moeten we nog is drie extra vrijwilligers betalen die samen 75 euro verdienen. Daarbovenop komt dan ook nog eens het onderhoudscontract van het materiaal. Dus als je deze bedragen optelt kom je toch al aan een aardige som.”
“Het gaat niet om het geld, maar om een extra service te kunnen leveren aan onze fans”
De Belgische Voetbalbond ziet het nut van de tribune ook in en gebruikt de audiotranscriptie bij de Rode Duivels en de bekerfinale op de Heizel. Ondanks de opmars van de blindentribune in verschillende Belgische voetbalstadions blijft het nog steeds moeilijk voor mensen met een visuele beperking 60
DOORZETTER
BLINDENTRIBUNE
Ondanks alle onkosten staat Peter Gheysen heel hard achter het project: “Het gaat hier niet om het geld maar om een extra service te kunnen leveren aan onze fans. Zo kunnen we de supporters van Club Brugge aantonen dat ze ook gebruik kunnen maken van deze optie om een match te bekijken. Het belang van de supporters is even belangrijk als winstbejag, misschien zelfs nog belangrijker.”
“Komen supporteren brengt dus echt mensen bij elkaar en dat is toch ook waar voetbal om draait”
kennen, maar heb ik ook veel nieuwe vrienden gemaakt. Nu heb ik hierdoor een blinde vriend leren kennen die vaak meegaat kijken en een vrouwelijke fan die steeds klaarstaat om mij te helpen. Zo gaat zij onder andere drinken halen tijdens de rust. Komen supporteren brengt dus echt mensen bij elkaar en dat is toch ook waar het in voetbal omdraait” Tenslotte hoopt Dieter ook dat hij nog lang kan blijven genieten van de wedstrijden met begeleiding, want mocht de blindentribune ooit ophouden met bestaan, dan is de keuze voor hem snel gemaakt: “Zonder de audiovisuele begeleiding zou ik niet meer gaan kijken naar de matchen, dan is het jammer genoeg einde verhaal voor mij.” TESKT & FOTO’S LANDER VERHOEVEN
Dieter is dan ook zeer tevreden dat de club deze kans aanbiedt. “Door naar voetbalmatchen te kunnen blijven gaan, heb ik niet enkel lotgenoten leren
AANTAL BESCHIKBARE PLAATSEN IN DE BLINDENTRIBUNE
RSC ANDERLECHT
CLUB BRUGGE
AA GENT
KRC GENK
= 2 PERS. DOORZETTER
61
PARALYMPISCHE AANDACHT RUBRIEK
Rio 2016 gaat voor een record
KRIJGEN PARALYMPIËRS WEL GENOEG AANDACHT? Eind juli begint het grootste evenement ter wereld: de Olympische Spelen. Kort daarna in september volgt het minder gekende kleine broertje: de Paralympische Spelen. De Paralympische Spelen zijn tegenwoordig populairder dan ooit, maar het heeft lang geduurd tot dat de Paralympiërs wat aandacht kregen. Nu krijgen ze die aandacht, maar wat is dit waard vergeleken met de Olympische Spelen? Wij zochten het voor u uit. De eerste Paralympische Spelen werden georganiseerd in 1960 in Rome. Toen was er weinig interesse in de Paralympische Spelen, maar als we dan terug gaan kijken naar de Spelen van 2012 in Londen, kunnen we duidelijk zien dat de aandacht doorheen de jaren is gestegen. Hoe komt dit dan juist? LONDEN 2012 Londen was echt een hoogtepunt in de geschiedenis van de Paralympische Spelen. Zoveel media-aandacht was er nog nooit geweest voor de Paralympiërs. Volgens paralympic.org waren het de grootste media-spelen ooit. Een recordaantal van 2.7 miljoen tickets werd verkocht. 62
DOORZETTER
Londen 2012 was een hoogtepunt voor de Paralympische sport.
Meer dan 100 landen zonden de Spelen uit, wat een record is. In totaal keken 3.8 miljard mensen van over heel de wereld naar de Spelen. België deed ook zijn duit in het zakje. De openings- en sluitingsceremonie werden integraal uitgezonden op Sporza op 12. Wanneer er veel Belgen actief waren, zond Sporza live vanuit Londen uit op 12. Ook zond Sporza elke dag een samenvatting uit op Canvas. De Spelen van Londen waren ook de eerste die zo actief waren
op de sociale media. 1.3 miljoen tweets met de hashtag Paralympic werden de wereld ingestuurd. De London 2012 Paralympic app werd maar liefst 5.8 miljoen keer gedownload en 25 miljoen mensen bezochten de site www. londen2012.com tijdens de Spelen. Ook de sociale media van het Inter Paralympic Committee (IPC) werden een stuk populairder. Het aantal likes op Facebook werd met 350% vermenigvuldigd en het aantal volgers op Twitter vergrootte ook met 50%. Zo werden
PARALYMPISCHE AANDACHT RUBRIEK
de Paralympische Spelen het op één na grootste evenement ter wereld in 2012, op ruime afstand wel van zijn grote broer de Olympische Spelen. GESCHIEDENIS Maar sinds wanneer is de populariteit van de Paralympische Spelen gestegen? Het traject naar de aandacht van vandaag loopt heel gestaag. Het begint met een kleine boost in 1976. Vanaf dat jaar mochten ook sporters met een amputatie meedoen, ook voor mensen met een visuele beperking is er nu een plaats. In dat jaar werden ook de eerste Paralympische winterspelen georganiseerd, wat ook zorgde voor een lichte opflakkering. BARCELONA 1992
Or Side Show? van Otto Shantz en Keith Gilbert, was er meer aandacht omdat de mensen er meer begonnen achter te vragen. De verslaggeving in de Franse en Duitse kranten liet volgens het onderzoek wel te wensen over. De kranten gebruikten foto’s van de Paralympische Spelen louter als plaatsopvulling.
den werd er weer maar eens een record gebroken. Enige domper op de feestvreugde was dat geen enkele Amerikaanse zender bleef om live uit te zenden. Het was dus twee maanden wachten voor de Amerikanen om alle herhalingen te bekijken.
SYDNEY 2000
Het waren de Chinezen die de Paralympische wereld op zijn kop zetten. 3.8 miljard tv-kijkers over meer dan 80 landen en 1.88 miljoen tickets werden verkocht. Uniek aan de Spelen in Peking was dat er 1.62 miljoen tickets extra weggegeven werden aan scholen en verenigingen. Volgens IFM Sports Group verdrievoudigde de aandacht in de media. En die verdrievoudiging weerspiegelde zich natuurlijk ook in sponsorgeld. De sponsorrechten werden verkocht voor maar liefst 72.8 miljoen euro. Wat 26.9 miljoen euro meer was dan in 2000. De Verenigde Staten besliste wel om weer niet live uit te zenden, maar op 9 november werd door NBC wel een documentaire uitgezonden met hoogtepunten en portretten van atleten. Na deze uitzending zond Universal Sports nog een week lang heruitzendingen uit.
De trend zette zich voort in 2000 in Sydney. Volgens een studie van Australisch onderzoeker Simon Darcy en directeur van het centrum voor Olympische studies, Richard Cashman uit 2008 bleek dat de media aandacht met 120% was toegenomen.
“Sydney was als Disneyland voor atleten, er hing magie in de lucht!”
Wat weer voor extra aandacht zorgt, is dat de Olympische en Paralympische Spelen vanaf 1988 in dezelfde stad worden georganiseerd. Maar een grotere verandering kwam er volgens Ian Brittain, onderzoeker aan de universiteit van Coventry, pas tijdens de Spelen in Barcelona in 1992. Dit kwam doordat de kwaliteitsmedia zich meer en meer begon te interesseren in de Paralympics. Maar hoewel in meeste landen het beter en beter werd, bleef een groot deel toch achter. ATLANTA 1996
Tijdens de Spelen van 1996 in Atlanta werd er ook meer aandacht gespendeerd door de krantenwereld. Volgens het boek: The Paralympic Games: Empowerment
Volgens meervoudig Paralympisch kampioen Tanni Grey-Thompson waren de Spelen van Sydney het moment dat de Paralympiërs echt een deel werden van de Olympische familie. “De Spelen van Sydney waren fantastisch. De Aussies houden van hun sport en ze waren de eerste die ons behandelde als gewone sportmannen en vrouwen. We werden niet beschouwd als rolmodellen of voorbeelden. We waren gewoon deelnemers. Sommige wonnen gouden medailles, de meeste niet, maar dat is het leven, toch. Sydney was als Disneyland voor atleten, er hing magie in de lucht.” ATHENE 2004 De Spelen van 2004 in Athene waren ook een succes. Met 1.6 miljard kijkers doorheen 49 lan-
PEKING 2008
RIO 2016 Londen 2012 was dus veruit een hoogtepunt. Het echte speciale aan Londen was dat voor de eerste keer in de geschiedenis de Paralympische Spelen op hetzelfde niveau behandeld werden als de Olympische Spelen. Er was zoveel meer aandacht ten opzichte van Athene acht jaar eerder: 2.2 miljard kijkers meer, verspreid over dubbel zoveel landen en meer lucratievere deals. De smet op DOORZETTER
63
PARALYMPISCHE AANDACHT RUBRIEK
het blazoen was dat de Verenigde Staten weer besliste om niets live uit te zenden. Wat voor veel teleurstelling zorgde bij talloze Amerikaans atleten en voorzitter van het IPC Philip Craven. Craven zei zelf dat het altijd leidende Amerika, toch wat achterliep hier en dat ze beter mee zouden gaan met hun tijd. De volgende Paralympische Spelen zullen ook een groot evenement worden, Rio zal er alles aan doen om Londen te overstijgen. Volgens voorzitter Philip Craven zal er zelfs een unicum bereikt worden. “Ik ben er volledig van overtuigd dat de Paralympische Spelen van 2016 de grens van de vier miljard kijkers gaat breken. Dit zou de eerste keer zijn en een unieke prestatie in de groei van onze Paralympische beweging. “
Aantal mediabronnen die evenement verslagen 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0
2000
2004 Paralympische media
2008
2012
Olympische media
en kleiner wordt. In Londen was het verschil 200 miljoen kijkers, wat nog altijd wel 20 keer België is, maar vergeleken met de voorgaande edities zien we een duidelijke positieve groei van de Paralympische Spelen. Vooral de groei tussen Athene 2004 en Peking 2008 die opmerkelijk is met een toename van maar liefst twee miljard kijkers!
“Ik ben er volledig van overtuigd dat Rio 2016 het kijkrecord zal breken”
Wat nog wel steeds een groot verschil is, is het aantal mediabronnen die iets over de spelen
5.000.000.000
verslagen. Zo zien we dat er in Peking nog altijd een verschil is van ongeveer 19 000. Dat wil zeggen dat er dus 19 000 kranten, online sites, radiozenders en tv-zenders zijn die niets verslagen over de Paralympische Spelen.
4.000.000.000
TOPSPORT
3.000.000.000
Maar hoe komt het nu dat ze minder populair zijn. Vele mensen zien Paralympiërs niet als echte topsporters. Paralympiër Tim Celen is het hier niet eens mee. “Ik train dagelijks, net als veel andere Paralympiërs trouwens. Ik let op mijn eten en ik laat evenveel voor mijn sport als een gewone topsporter. Wij Para-
GEEN OLYMPISCHE SPELEN Maar ook al krijgen de Paralympische Spelen meer aandacht, vergeleken met de Olympische Spelen stelt dit nog altijd weinig voor. Als we de cijfers vergelijken kunnen we uit de grafiek zien dat qua tv-kijkers het verschil kleiner
Tv-kijkers over de hele wereld
2.000.000.000 1.000.000.000 0
2000
2004 Paralympisch TV
64
DOORZETTER
2008 Olympisch TV
2012
RUBRIEK
lympiërs doen er net zoveel voor als topsporters.“ ENKEL PARALYMPISCHE SPELEN Wat nog een probleem is, is dat er wel redelijk wat aandacht is tijdens de Paralympische Spelen, maar dat doorheen het jaar weinig aandacht is voor de paralympische sport. De Paralympische Spelen zijn de perfecte gelegenheid om aandacht te geven aan Paralympiërs, maar na deze Spelen kennen deze sporters weinig aandacht en vele moeten terug gaan werken om het financiële plaatje te dekken. Want geld is voor Paralympiërs ook niet vanzelfsprekend. In België kan je best hopen dat je een BLOSO topsportcontract hebt, maar dat is vaak nog niet genoeg vindt Sven Decaesstecker. “Ik verdien mijn kost met mijn topsportcontract en ik word gesteund door Parantee en het Belgian Paralympic Committee, maar ik moet zelf wel instaan voor de helft van de kosten van mijn buitenlandse stages. Ook de overnachtingen voor wedstrijden en mijn materialen zijn voor mijn eigen rekening. Ik geef toch wel een 7000 euro per jaar uit aan mijn sport.” WELKE KLASSE? Wat ook niet gemakkelijk is in de Paralympische sport zijn de verschillende klassen in één onderdeel. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillende klassen in het tafeltennis, zwemmen, wielrennen en atletiek. Deze klassen zijn ingedeeld volgens de zwaarte van een handicap. Dus in plaats van in elk onderdeel één wereldkampioen te hebben, heb je er vaak een pak meer. Zo moeten sportverslaggevers vaak eerst nog
eens uitleggen om welke klasse en onderdeel het juist gaat voor je over de favorieten en dergelijke kan praten. MEER AANDACHT ALSTUBLIEFT
Colofon Tekst en Redactie:
Vincent Van Borm Maarten van der Burgt Lander verhoeven
Het is duidelijk dat de Paralympische sport in de lift zit. Steeds meer Tv-uitzendingen en meer aandacht. Maar dit gebeurt meestal maar één keer in de vier jaar en dat is niet voldoende vindt Peter Genyn. “Hoewel het in stijgende lijn zit, krijgt G-sport in mijn ogen nog te weinig aandacht. Sinds Londen 2012 heeft G-sport wel een serieuze boost gekregen.”
Vormgeving:
Hoe de populariteit kan verbeterd worden is een heikel thema, maar het begint bij het promoten bij jongeren. Wanneer G-sport meer in de aandacht zou komen, gaan er meer en meer jongeren geïnteresseerd geraken. Meer jongeren betekent meer deelnemers en als je meer deelnemers hebt, heb je ook al een groter doelpubliek. Met een groter doelpubliek heb je ook een grotere afzetmarkt voor sponsors en met dat geld kunnen grotere evenementen georganiseerd worden. Via die grotere evenementen zou G-sport uit de schaduw kunnen treden van gewone sport en de Paralympische Spelen uit de schaduw van de Olympische Spelen. Het zal heel moeilijk worden en waarschijnlijk nooit lukken om ze te evenaren, maar meer aandacht verdienen ze zeker.
Grafische hulp:
Maarten van der Burgt Lander Verhoeven Vincent Van Borm
Cover:
Maarten van der Burgt
Eindredactie:
Lander Verhoeven Maarten van der Burgt Vincent Van Borm Annick De Pauw Renaat Bogaert
Redactionele hulp: Werner Goossens Luuk Sengers Erik Roosens
Met dank aan:
Jitse De Lauw Parantee Belgian Paralympic Committee
Drukkerij:
Procopia Leuven
Contact:
Twitter: @Vincent_VB23 @LanderVerhoeven @Mvdb_94
TEKST MAARTEN VAN DER BURGT FOTO PAULA FUNNELL
DOORZETTER
65
EVENEMENTEN
WORLD TEAM CUP TENNIS
OPEN SWISS NATIONALS ATLETIEK
Waar? Tokyo in Japan
Waar? Notwill in Zwitserland
Wanneer? Van 23-28 mei
Wanneer? Van 28-29 mei
Belgen in actie: Gert Vos bij de senioren en Jef Vandorpe bij de junioren
Belgen in actie: Peter Genyn (rolstoelracer), Joyce Lefevre (rolstoelracer), Marieke Vervoort (rolstoelracer)
EK ATLETIEK
WORLD OPEN BOCCIA
Waar? Grosetto in Italië
Waar? Povoa de Varzim in Portugal
Wanneer? Van 10-16 juni
Wanneer? Van 13-19 juni
Belgen in actie: Reeds 15 atleten geplaatst o.a. Marieke Vervoort, Livia De Clercq, Peter Genyn, Gino De Keersmaeker (discuswerpen en kogelstoten), Kevin De Loght (sprint) en Leen Lambert (sprint)
Belgen in actie: Pieter Cilissen, Julie Lamberechts en Kenneth Verwimp
EK POWERCHAIR HOCKEY
PARALYMPISCHE SPELEN
Waar? De Rijp in Nederland
Waar? Rio de Janeiro in Brazilië
Wanneer? Van 11-18 juli
Wanneer? Van 7-18 september
Belgen in actie: Het nationaal team bestaat uit tien spelers met o.a. Robin Schevernels, Mark Tansens, An Vanheusden, Tim Smeers en Maarten Claes
Belgen in actie: Laurens Devos (tafeltennis), Floriran Van Acker (tafeltennis), Pieter Cilissen, Julie Lamberechts en Kenneth Verwimp. Deze spelers zijn al geplaatst door hun overwinning op het EK van hun discipline. De andere Belgen moeten nog strijden voor een ticket.
TEKST LANDER VERHOEVEN 66
DOORZETTER