koers
NR 1 - 24 MEI 2015 - €4,95
W IELER M A G A Z I N E
DE ROOTS VAN
TIESJ BENOOT INTERVIEWS
Mathieu Van der Poel Floris De Tier Jelle Vanendert
REPORTAGES
Revival van het Duitse wielrennen Waalse wielerkoorts Een blik in de bevoorrading
koers
1
INTERVIEW
RECLAME
2
koers
INTRO
LA GRANDE PARTENZA
“Een Belg in het roze lijkt wederom een mission impossible”
Buongiorno Girini! Het is de vaste begroeting van onze geliefde wielercommentator Renaat Schotte tijdens de Ronde van Italië. Drie dagen lang liep Nederland storm voor de Ronde van Italië. De oranjegekte voor de maglia rosa was overweldigend, zelfs voor het Giro-peloton. Duizenden mensen genoten tijdens een zomers warm weekend van het wielerspektakel, terwijl de provincie Gelderland zich in volle glorie presenteerde aan de wereld. Alleen maar blije gezichten dus. En alsof dat allemaal nog niet genoeg was, begon de Giro voor onze noorderburen als één grote droom. Het ideale scenario vooraf: Tom Dumoulin knalt zich in de openingstijdrit naar het roze. Ironisch genoeg was het nog bijna een renner van de enige Nederlandse ploeg die nog in de World Tour zit die het Hollands feestje ging vergallen. De Sloveen Primož Roglič legde de negen kilmeter lange omloop slechts twee honderdste trager af dan Dumoulin. De jonge Sloveen tekende daarmee voor de verrassing van de dag en kroonde zich meteen ook tot de snelste renner met een onuitspreekbare naam, zes seconden voor de Costa Ricaan Andrey Amador Bikkazakova. Ik voorspel nog een harde drie weken voor Renaat als beide renners hun goede start kunnen doortrekken doorheen de rest van de Giro. Op dag twee was er dan local hero Maarten Tjallingii. Gelukkig ziet de schrijfwijze van zijn naam er experimenteler uit dan de manier waarop je het uitspreekt, maar zijn krachtsexploten blijven van uitzonderlijke makelij. De Fries hangt in juni zijn fiets aan de haak, maar wilde van deze Giro-start zijn ultieme afscheidstournee maken. Tjallingii zou zich tonen voor eigen volk en de pakte de blauwe
bergtrui. Al had hij er wel twee dagen voor nodig om die snoodaard van een Fraile duidelijk te maken dat hij het alfamannetje was. Een man die minder moeilijkheden had om af te rekenen met zijn ‘concurrenten’ is de Duitse spurtbom Marcel Kittel. Bij de eerste echte massaspurt won snelle Marcel met twee vingers in de neus. Daags nadien deed hij dat kunstje nog eens simpelweg over, zij het nu met haast een volledige vuist in z’n neus. Het gemak waarmee Kittel de sprints controleert, is ronduit impressionant. De Duitser verloor trouwens nog geen enkele rit in lijn die hij reed in de Ronde van Italië. Als Kittel zo doorgaat, staat de winnaar van deze Giro al vast lijkt me. Gelukkig voor ons Belgen is Kittel geen Merckx en dus kunnen ook wij nog steeds wegdromen van succes in de Giro. Vorig jaar kaapte ons land maar liefst drie ritzeges weg, met de dubbele dagwinst van Philippe Gilbert en de spectaculaire overwinning van Iljo Keisse in de slotrit. Maar met slechts zeven Belgen aan de start, zal een herhaling hiervan allesbehalve evident worden. En ook een nieuwe roze trui voor een Belg lijkt een mission impossible te zijn. Al mag Tim Wellens ons steeds verbazen. Of misschien kan de aimabele Jelle Vanendert zijn benen van de Tour de France van 2011 terugvinden en ons zo in verroering brengen. Kan een pot choco voor extra motivatie zorgen? Neem dat laatste maar met een knipoog. Maar in afwachting van het moment dat Renaat Schotte zijn keel schor schreeuwt voor nieuw Belgisch succes, blijft het toch wel voor wielerminnend België dweilen met de kraan open. Misschien toch maar even Apeldoorn bellen? DOOR GLEN VAN HERCK
koers
3
INTERVIEW INHOUD
8
TOM BOONEN
CYCLO
Rondewinnaar maakt komaf met vloek op regenboogtrui
WAALSE WIELERKOORTS
Wat heeft hij nog te bieden?
Reportage van aan de boorden van de Maas
6
16
24
34
PETER SAGAN
8 TIESJ BENOOT Gabriel en Kristien Benoot schetsen de weg naar de top van hun zoon.
4
24
koers
18 DUITSE WIELERSPORT
Over de revival van de koers in Duitsland
26
WIELERKOST Een blik op het dagmenu van elke wielrenner
38
48
KIWI’S IN VLAANDEREN
FLORIS DE TIER
Kennismaking met nieuw klimtalent van eigen bodem
Nieuw-Zeelanders: “Koersen in Vlaanderen is met niets te vergelijken”
Botecchia 8Avio Evo
44
54
64
38
JELLE VANENDERT Lotto-renner fietst door zijn wielercarrière
48
MATHIEU VAN DER POEL
Zijn nieuwe liefde en de race richting Olympische Spelen
FIETSTEST
58
OPERATIE SPEKTAKEL
Op zoek naar meer spektakel in de wielersport
66
DE LAATSTE METERS
COLOFON REDACTIE Pieter Borms Jeffrey Fierens Glen Van Herck
BEELD Pieter Borms Jeffrey Fierens Glen Van Herck Wouter Roosenboom Photopress Marc Van Hecke
ART DIRECTION Pieter Borms Jeffrey Fierens
VORMGEVING Pieter Borms Jeffrey Fierens Glen Van Herck
REDACTIEADRES Zandpoortvest 13, 2800 Mechelen
DRUKADRES Procopia, Ambachtenlaan 29, 3001 Heverlee
De artikels in dit magazine zijn geschreven in het kader van een onderwijsactiviteit voor de bacheloropleiding Journalistiek aan de hogeschool Thomas More te Mechelen.
koers
5
CYCLO 7 DRUKKE DAGEN
DE KOERSACTUALITEIT IN EEN NOTENDOP
ZONDAG 3/04
Geinig moment voor de start van de Ronde van Vlaanderen: tweevoudig winnaar Tom Boonen besefte dat alle beetjes de overwinning kunnen opleveren en hij loosde vooraf nog wat overtollige kilo’s in de wc-pot, getuigde daarvan zijn foto op Instagram van een rolletje wc-papier. Het zou uiteindelijk maar weinig uithalen, want het is niemand minder dan de wereldkampioen Peter Sagan kroonde zich tot winnaar van Vlaanderen Mooiste.
MAANDAG 4/04
Daags na z’n tweede plaats in de Ronde begon Fabian Cancellara al aan zijn reconversie, het leven na de koers als pintjestapper. Naar jaarlijkse traditie bezocht de Zwitser zijn supporterscafé in het Centrum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde en plezierde hij de fans met handtekeningen en een vat.
DINSDAG 5/04
43,566
Km/u was de gemiddelde snelheid van Matthew Hayman na zijn triomf in Parijs-Roubaix. De Australiër realiseerde daarmee de tweede snelste Helletocht sinds de parcourswijziging in 1968. In 2013 raasde Fabian Cancellara met een moyenne van 44,190 km/u als snelste ooit richting de velodroom..
DONDERDAG 7/04
Daags na de Scheldeprijs verplaatst de ganse internationale koerskaravaan zich naar Roubaix, het stukje Frankrijk dat ieder jaar voor een dag wordt geannexeerd door ons Vlamingen. De helse kasseistroken van Roubaix worden door alle teams nog eens verkend. Tiesj Benoot krijgt groen licht om zondag te starten, terwijl de renners van Trek-Segafredo hun benen onder tafel mogen schuiven voor versgebakken pannenkoeken van ploegkok Kim Rokjaer.
WOENSDAG 6/04
Drie dagen na de Ronde tjokt Sagan door het Vlaamse land. De start van de Scheldeprijs kan de kersvers winnaar van de Ronde van Vlaanderen schijnbaar maar matig boeien. Of was hij nog met z’n auto aan het spelen? De Duitse spurtbom Marcel Kittel trekt er zich maar weinig van aan en sprint naar zijn vierde zege in de Scheldeprijs. Een record, dat hem een diamant oplevert voor vrouwlief, die voor het eerst mee in de volgauto de koers volgde. Het zal van de moetens zijn geweest voor mooie Marcel.
Twee dagen na de Ronde scheurt Peter Sagan andermaal door het Vlaamse land. Ditmaal echter met een speelgoedauto, die hij kocht tijdens een trainingsritje doorheen Kortrijk. Om het gevaarte mee te nemen naar het hotel, ontdekt de Slowaakse wonderboy schijnbaar voor het eerst dit seizoen dat een ploegmaat zo nu en dan wel eens handig kan zijn. Zijn broer Juraj was de trouwe luitenant van dienst.
VRIJDAG 8/04
Twee dagen voor de start van de laatste kasseiklassieker van het jaar toert Fabian Cancellara rond op een nieuw paradepaartje, een cadeautje van fietssponsor Trek. Op de bovenbuis van Spartacus prijkt een impressionant lijstje van de recente uitslagen van de Zwitser in de Helleklassieker. Intussen vergelijken de journalisten entertainer Peter Sagan al met de Zweede stervoetballer Zlatan Ibrahimovic. “Zlatan? Wie is Zlatan?”, grapt de Slowaak.
ZATERDAG 9/04
Voor grote koersen kan je beter goed voorbereid zijn. De mannen van Lotto-Jumbo. nl willen in ieder geval niets aan het toeval overlaten. Zij trekken naar de helleklassieker met 11 ploegwagens, 31 staffleden, 24 fietsen, 60 wielsets, 240 drinkbussen en 64 cakejes. En dat voor slechts acht renners. DOOR GLEN VAN HERCK
6
koers
KO E R S L E S S E N
De afgelopen kasseiklassiekers hebben ons geleerd dat... DOOR GLEN VAN HERCK
Etixx - Quick-Step toch niet zo quick was als iedereen verwachtte…
De Oude Kwaremont niet langer het zwarte beest was van Peter Sagan
Australiërs tegenwoordig Nederlands vloeiend kunnen
Boonen er ondanks dat toch verdomd dichtbij zijn vijfde kasseisteen was in Roubaix
Belgen een toch wel puike 3 op 7 scoorde qua overwinningen in de kasseiklassiekers
De vroege vlucht tegenwoordig laat is
Roger De Vlaeminck thuis vermoedelijk op de quickstep zat te dansen toen Hayman Boonen te snel af was op de piste
‘Anticiperen’ kennelijk ook een Baskisch woord is. Imanol Erviti plukte er de vruchten van en eindigde zowel in de Ronde als in Roubaix in de top 10.
Winnen zalig is, koersen heilig, maar dat je kinderen daar toch blijven boven staan. Chapeau Tom en volgend jaar nog een plaatsje beter
AANTAL KLASSIEKE OVERWINNINGEN PER LAND*
BELGIË
8 DUITSLAND
SPANJE
3
2
3
2016 2015 2014
1
2
2
0
5
2013 2012
2
1
2016 2015 2014 2013 2012
1
2
1
1
1
2016 2015 2014 2013 2012
ITALIË
GROOTBRITANNIË
SLOWAKIJE
1
1
0
2
1
2016 2015 2014 2013 2012
0
3
1
0
1
2016 2015 2014 2013 2012
2
0
1
2
0
2016 2015 2014 2013 2012
* Volgende wedstrijden zitten in de berekening: Omloop Het Nieuwsblad, Kuurne-Brussel-Kuurne, Milaan-San Remo, Dwars door Vlaanderen, E3-Prijs, Gent-Wevelgem, Ronde van Vlaanderen, Scheldeprijs, Parijs-Roubaix, Brabantse Pijl, Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. DOOR JEFFREY FIERENS
koers
7
BENOOT
TIESJ BENOOT INTERVIEW
TIESJ
8
koers
“BEDEESD? HIJ IS EEN ECHTE LEIDER” Dat hij dezelfde initialen als wielerheld Tom Boonen had, wist Tiesj Benoot als kind al goed. Maar dat hij enkele jaren later dezelfde wielerhemel zou worden ingeprezen, blijft een droom die werkelijkheid werd. Een reconstructie van zijn weg naar de top, door de ogen van zijn ouders. Tekst: Jeffrey Fierens & Pieter Borms // Foto’s: Jeffrey Fierens & Photopress & Marc Van Hecke
D
e glinstering in hun ogen is veelzeggend. Telkens Gabriel en Katrien Benoot, ouders van rijzende ster Tiesj Benoot, over hun zoon vertellen, komen steevast mooie herinneringen aan vroeger weer naar boven. En of ze trots zijn. Op hun zoon die het op de vooravond van zijn 22ste verjaardag al meestrijdt met de grote kanonnen. Enkele uren eerder demonstreerde Tiesj dat nog, met een knappe achtste plaats in de lastige tweede rit van de Tirreno-Adriatico. Tussen ronkende namen als Peter Sagan, Greg Van Avermaet en Alejandro Valverde. Jawel, de groten van het peloton. Daar waar hij na een ronduit schitterend 2015 stilaan ook thuishoort. Gabriel: “Wielrennen heeft altijd al een prominente plaats gehad binnen ons gezin. Ik keek nagenoeg iedere wedstrijd op televisie. In de winter veldrijden en van het voorjaar tot het najaar de koers. En Tiesj keek dan als kleuter gewoon mee. Soms uren aan een stuk. Zo is hij gepassioneerd geraakt van de fiets. Katrien: “Hij kende de namen van alle renners uit het peloton uit het hoofd.” Gabriel: “De koers op televisie, daar bleven we zelfs voor thuis in het weekend. Ik herinner me nog dat we eens van een familiefeest zijn weggelopen om de aankomst van het WK wielrennen live
op televisie te kunnen kijken. De boze blikken die we dan kregen, namen we er graag bij.” Katrien: “Hij was zot van de koers en dus oefende hij ook vaak op de kasseien van onze oprit. Van voor naar achter, telkens opnieuw. Samen met zijn jongere broer croste hij in de tuin over hun zelfgebouwde parcoursen. De competitiviteit had hij toen al. In de kleuterklas mochten ze hun fietsjes meepakken naar school. Tijdens de speeltijd organiseerde Tiesj altijd wedstrijdjes met zijn vrienden.” Gabriel: “Tiesj was een kind met een eigen wil. Eigenlijk wilde hij toen al maar één ding worden: wielrenner. We gingen dan ook vaak een fietstocht maken. Op het gemak, maar natuurlijk kon het competitiebeest in Tiesj zich dan moeilijk bedwingen en wilde hij altijd een koerske. Hij was steevast Johan Museeuw, die toen in zijn topjaren verkeerde, en ik Axel Merckx. Ik heb hem veel laten winnen, maar toegegeven: hij kon toen al redelijk snel fietsen voor zijn leeftijd.” Katrien: “Vanaf zijn zesde gingen we ook geregeld op vakantie in Nederland. De fietsen gingen dan altijd mee. Van de vele fietstochten hield Tiesj telkens kleine schriftjes bij waarin hij de gele trui en de bolletjestrui tekende. Uiteraard zette hij zijn eigen naam ernaast (lacht).” koers
9
TIESJ BENOOT INTERVIEW
Gabriel: “Voor zijn eerste lentefeest had hij aan iedereen geld gevraagd. Daarmee heeft hij zijn eerste koersfietsje gekocht. Zo’n rood Giacomelli’tje, dat toen 10.000 Belgische frank kostte. Dat fietsje hebben we zelfs nog in de garage hangen.” Katrien: “Niet goedkoop dus, maar hij heeft daar toch vrij lang op gereden, niet?” Gabriel: “Inderdaad, tot in het zesde leerjaar (lacht). Dat fietsje was na die jaren uiteraard veel te klein geworden voor Tiesj. In 2005 werd het Belgisch kampioenschap veldrijden verreden in Wachtebeke. Tiesj wilde absoluut met zijn ondertussen veel te kleine koersfiets het parcours verkennen. Een oude man zag hem sukkelen op dat fietsje en heeft hem uit medelijden een fiets aangeboden die bij hem op zolder stond te verkommeren. Bleek dat
koersen. Daarvoor heeft hij nog enkele jaren gevoetbald. Een jaar heeft hij beide sporten gecombineerd, voordat hij definitief voor de koers koos. Voetbal bleek een goed alternatief, want we zagen het niet zitten dat hij op jonge leeftijd al zou koersen. Het plaatselijke KVE Drongen was zijn eerste ploeg, net als van Kevin De Bruyne trouwens (zie kaderstuk).” Katrien: “Tiesj was keeper. Mensen zeiden dat zijn spelinzicht opviel en dat geen enkele speler van zijn ploeg het spel zo goed aanvoelde als hij.” Gabriel: “AA Gent is eens naar hem komen kijken. Nadien mocht hij zelfs een paar trainingen bij de jeugdploeg afwerken. Daar bleef het ook bij. Ondanks zijn Buffalohart bleek dat niets voor hem. Zijn kop stond al lang op wielrennen.
een oude Peugeot te zijn, met de versnellingen zelfs nog aan de guidon. Maar dat was beter dan een te kleine fiets. Met die fiets heeft hij ook zijn eerste wedstrijd gereden. ’s Ochtends arriveerden we daar met dat oude wrak, terwijl de andere renners rondreden op zo’n dure merkfietsen. De versnellingen van Tiesj’ fiets werden voor de wedstrijd zelfs niet gecontroleerd. De controleurs vonden die tweewieler zodanig verouderd dat ze het de moeite niet waard vonden. Tiesj heeft nadien gespaard voor een nieuwe Orbea.”
Katrien: “Maar dat onthield hem niet om met volle gedrevenheid te blijven voetballen. Die passie waarmee hij alles doet, typeert Tiesj. Toen hij enkele jaren later geveld werd door klierkoorts begon hij plots fanatiek te schaken. Ik kwam vaak ’s avonds thuis van mijn werk dat hij rond de keukentafel al van ’s ochtends zat te schaken met een vriend. Of als zijn vrienden niet konden, speelde hij via het internet tegen mensen van over de hele wereld. Hij heeft tegen zichzelf moeten zeggen ermee te stoppen, want dat hij er anders verslaafd aan zou geraken. Met nagenoeg evenveel overgave verzamelde hij stenen of legde hij een postzegelverzameling aan, die later uiteraard uit de hand liep.”
VOETBALLEN EN SCHAKEN
Gabriel: “Ondanks zijn passie voor het wielrennen is Tiesj pas op zijn tiende beginnen 10
koers
“Een veelwinnaar zal Tiesj nooit worden” GABRIEL BENOOT
Gabriel: “Nog een ander kenmerk van Tiesj is zijn leiderschap. Op het voetbalveld was hij een echte leider.” Katrien: “Nu nog altijd hoor. Hij is dominant. Ook al lijkt hij op het eerste gezicht een vrij bedeesde jongen.” Gabriel: “Als puntje bij paaltje komt, zal hij altijd zeggen waar het op staat. Niet dat hij leider wil spelen over grote mannen binnen de Lotto-ploeg. Dat zou arrogant zijn. Niets voor Tiesj. Hij respecteert zijn ploegmaats. Hij beseft maar al te goed dat iemand als Jurgen Roelandts al dingen heeft gepresteerd die hij nog niet heeft verwezenlijkt.” Katrien: “Maar het respect dat hij toont voor zijn ploeggenoten krijgt hij ook terug. Zo heeft Roelandts hem vorig jaar uitgenodigd op zijn appartement in Portugal voor een korte stage.
Samen met ook nog Jens Debusschere kunnen ze het erg goed met elkaar vinden.”
PUZZELSTUKKEN
Katrien: “Ik heb altijd gedacht dat zijn wielerdroom in zijn puberjaren wel zou verdwijnen, eens hij naar de meisjes zou beginnen kijken. Ik zag hem nooit nog koersen na zijn twintigste. Fout dus (lacht). Achteraf bleek dat koersen nog goed voor zijn puberteit. Hij ging amper uit en bovendien waren roken en drinken uit den boze.” Gabriel: “Door zijn wielercarrière bleef hij altijd heel close met ons. Tot hij bij de beloften reed, zorgden wij voor zijn materiaal en drinken tijdens de wedstrijd. Ieder weekend waren
OPGEVOED MET HOMEOPATHIE Mama Katrien baat in het dagelijkse leven een bio-winkel uit. Ten huize Benoot zijn ze erg bezig met het milieu. Ook de opvoeding van Tiesj werd hierdoor beïnvloed. “Medicatie kwam er bij ons niet in. Tiesj en zijn broer Jaat zijn allebei opgevoed met homeopathie. Of dat dat een invloed heeft weet ik niet, maar het zal zeker niet slecht hebben gedaan. Gezonde voeding stond bij ons hoog aangeschreven. Vlees aten we ook amper. Nu nog eet Tiesj vrij weinig vlees.”
we onderweg naar een of andere wedstrijd, godbetert waar. Ook als ouder moet je van de koers houden om dat vol te houden.” Katrien: “Zeker als je zoon de eerste vijf jaar geen enkele keer kan winnen. Pas bij de nieuwelingen pakte Tiesj zijn eerste zege. Onbegrijpelijk als je hem nu tussen al die toppers ziet rijden.” Gabriel: “Voor de zege kwam hij vaak te kort, maar Tiesj eindigde vaak in de top tien. Op vlak van regelmaat was hij een krak, maar een veelwinnaar is hij nooit geweest en zal hij – vrees ik – ook nooit worden.” Katrien: “Tiesj had als kind een groot nadeel. Zijn fysieke ontwikkeling bleef lang uit. Terwijl leeftijdsgenoten al man waren geworden, was hij eigenlijk nog een kind. Een immens koers
11
TIESJ BENOOT
verschil op die leeftijd, maar hij legde zich er nooit bij neer. Iedere koers streed hij tegen die gasten. Tot hij niet meer kon. Daar heeft hij zijn fighting spirit ontwikkeld.” Gabriel: “Rond diezelfde periode heeft Tiesj ook meegedaan aan fysieke toelatingsproeven voor de topsportschool. Hij slaagde niet, tot zijn eigen grote ontgoocheling. Hij was te klein, grotere kerels haalden de limiet wel. Katrien: “Die volgende winter groeide hij plots twaalf centimeter. Het daaropvolgende wielerseizoen deed Tiesj veel vaker mee voor de prijzen. En kwam hij ook geregeld thuis met de zegebloemen.” Gabriel: “De renner Tiesj Benoot is pas ontstaan toen hij met Frederick Broché (zijn huidige trainer, nvdr) ging samenwerken. Frederick was trainer op de topsportschool op het moment dat Tiesj niet door zijn fysieke tests geraakte. Hij zag dat Tiesj wel iets in zich had en wilde hem persoonlijk verder begeleiden. In geen tijd werden ze twee handen op een buik. Voor Tiesj was Frederick meer dan een trainer. Hij was ook een mentor en een vriend.” Katrien: “Een betere trainer kon Tiesj zich niet inbeelden. Wat hierbij opvalt is dat Tiesj doorheen zijn leven telkens de juiste personen op de juiste moment is tegengekomen. Of dat de puzzelstukjes wel op de juiste plaats moesten vallen.”
DORPSGENOOT VAN KEVIN DE BRUYNE Drongen is niet enkel de thuisbasis van de familie Benoot, ook Rode Duivel Kevin De Bruyne heeft zijn wortels in de deelgemeente van Gent. Net als de huidige Lotto-Soudalrenner is De Bruyne zijn carrière begonnen op het veld van het lokale KVE Drongen, maar door het leeftijdsverschil van drie jaar speelden ze nooit in dezelfde ploeg. “Toen we Tiesj gingen inschrijven bij de club sprak iedereen over een ongelofelijk, talentvol voetballertje dat net was vertrokken naar AA Gent. Pas toen hij doorbrak, kwamen we erachter dat dat spelertje Kevin De Bruyne was.”
12
koers
Gabriel: “Ook met een vriend als Otto Vergaerde heeft Tiesj veel geluk gehad. Als laatstejaars aspiranten reden Tiesj en Otto samen bij Wielerploeg De Gentse Wielersport. Al snel werden dat dikke maten van elkaar. Ze woonden dan ook amper vijftien kilometer van elkaar (Vergaerde is afkomstig uit Melle, nvdr) Katrien: “Hoe vaak dat Otto hier vroeger is komen slapen of Tiesj bij hem thuis.” Gabriel: “Otto was top bij de jeugd, veel beter dan Tiesj. Hij werd Belgisch kampioen en meteen nadien kreeg hij een aanbieding om bij de nieuwelingenploeg van CT Menen te fietsen. Hij heeft gezegd dat hij wilde komen, op voorwaarde dat hij Tiesj mocht meepakken. Een ongelofelijke geste, want eigenlijk hadden ze Tiesj helemaal niet op het oog.” Katrien: “Geen wonder. Hij viel ook amper op in dat peloton. Niet vergeten dat Tiesj toen nog altijd geen overwinning had geboekt. Uitblinken met ereplaatsen deed hij dan weer wel.”
KOERSEN BOVEN STUDEREN
Gabriel: “Via Avia Cycling is Tiesj bij de beloftenploeg van Lotto-Soudal terechtgekomen. Onder de vleugels van ploegleider Kurt Van De Wouwer verteerde hij de overgang naar de U23 vrij goed en reed hij al snel mee voor de prijzen. Winnen bleef echter moeilijk, maar de koers liet hij wel vaak openbarsten. Ook zijn tweede beloftejaar was goed zodat hij in het najaar van 2014 mocht proeven van het profleven stagiair bij Lotto.” Katrien: “De Ronde van Denemarken was zijn eerste profwedstrijd. In de derde rit sprong hij mee met de vroege vlucht, die standhield tot aan de finish. Hij eindigde op de derde plek. Ook de dagen erna zakte hij nooit door het ijs en pakte hij de tiende plaats in de eindstand. We wisten niet dat hij dat toen al in z’n mars had. Ook de ploeg was danig onder de indruk.” Gabriel: “Een profcontract volgde, maar Tiesj twijfelde: belofte blijven of prof worden. Snel besefte hij wel dat hij als belofte minstens even goed moest doen, liefst nog beter. Bij de profs zou niemand iets verwachten.” Katrien: “Belangrijk voor Tiesj was ook dat hij kon blijven studeren. Hij was begonnen met studies Toegepaste Economie en hij wilde die in geen geval opgeven. Het bepaalde ook zijn keuze voor Lotto. Bij de rode brigade stonden ze volledig achter de combinatie stude-
INTERVIEW
ren-koersen, terwijl andere ploegen daar wel een probleem van maakten.” Gabriel: “Dat studeren is voor Tiesj ontzettend belangrijk. Op die momenten kan hij even in een andere wereld kruipen, weg van de koers. Met zijn neus in de boeken duiken, vindt hij ontspannend.” Katrien: “Maar koersen blijft prioritair.” Gabriel: “Zeker. Als er op de dag voor een examen een training van vier uur op het schema staat, zal hij die vier uur ook rijden. Een training uitstellen omdat het examen is, gaat er bij hem niet in. Het is al gebeurd dat hij ’s morgens ging trainen en daarna snel naar school vertrok voor een examen.” Katrien: “We zijn dan altijd bang dat hij dan valt en zijn examen niet kan doen..” Gabriel: “Tiesj kan ook overal heel rustig onder blijven. Stress kent hij amper. Noch voor een belangrijk examen, noch voor een klassieker. Hij heeft het altijd raar gevonden dat mensen gestresseerd zijn voor een examen.” Katrien: “Hij heeft enkel stress als hij ergens op tijd wil zijn en hij dreigt te laat te komen (lacht).”
“Mentaal heeft hij altijd enkele stappen voor gehad op zijn leeftijdsgenoten.”
KATRIEN BENOOT
RELATIVEREN
Gabriel: “Zijn studies maken de koers ook relatief voor hem. Hij beseft goed dat wielrennen niet alles is. Het houdt hem met beide voeten op de grond.” Katrien: “Als hij zegt dat hij zichzelf helemaal niet getalenteerd vindt, meent hij dat. Net zoals hij nu nog vaak met zijn ogen moet knipperen om te beseffen tussen welke toppers hij zit te rijden. Het is ook allemaal zo snel gegaan.” Gabriel: “Ook zijn eerste Ronde van Vlaanderen kwam veel sneller dan verwacht. Laat staan dat we dachten dat hij als neoprof meteen vijfde ging eindigen. Nu is het zelfs nog altijd amper te vatten voor ons.” Katrien: “Hoewel hij door de buitenwereld plots werd bejubeld, is Tiesj zelf niets veranderd. De dag erna is hij zelfs gewoon in de boeken gevlogen om te studeren.” Gabriel: “Allures van een vedette zal je bij hem niet zien. Daarvoor ziet hij de dingen in een te goede context. De media zien Tiesj nu als the next big thing, maar ze moeten ook niet overdrijven. Er zijn nog een pak sterke, jonge Belgen die aandacht verdienen.” koers
13
INTERVIEW TIESJ BENOOT
Katrien: “De media verwachten heel snel heel veel van jonge renners.” Gabriel: Tiesj beseft dat, maar hij is er ook tegen gewapend.” Katrien: “Fysiek was hij niet snel volwassen, maar mentaal heeft hij altijd enkele stappen voor gehad op zijn leeftijdsgenoten.” Gabriel: “Nu staat hij misschien wel voor de lastigste klus: bevestigen. Men zal het nu heel normaal vinden om Benoot in de kopgroep van een klassieker te zien rijden. In de eerste voorjaarswedstrijden heeft hij dat dit jaar toch al gedaan.” Katrien: “Hij schuift andere wedstrijden ook nog niet direct aan de kant. Die Ardense klassiekers blijven hem ook nog altijd iets zeggen.” Gabriel: “Daarom wil hij na het voorjaar weer enkele kilo’s vermageren. Zelf weet hij ook nog niet goed waar zijn toekomst ligt, maar waar zijn grenzen exact liggen, zal hij de komende jaren wel ontdekken.” Katrien: “Maar dat hij die ooit zal tegenkomen, beseft hij zeer goed.” Gabriel: “Eigenlijk is Tiesj heel all-round. Hij kan over kasseien, heuvels en ook in de spurt is hij snel. Het hooggebergte is te hoog gegrepen. En tijdrijden is ook een zwak punt. Wat best raar is trouwens. Hij heeft een grote motor, maar toch ligt hem de competitie van in het peloton hem beter dan individueel op pad te zijn. Hij heeft misschien wel die tegenstanders nodig om boven zichzelf uit te steken.” Katrien: “Maar om Tiesj tussen al die grote namen te zien koersen, blijft heel speciaal. En dan weten dat we eigenlijk helemaal anders voor ogen hadden met hem. Van naar de scouts gaan tot muziek studeren.. Het is helemaal anders gelopen.” Gabriel: “Ook met Jaat (Tiesj’ jongere broer, nvdr) is het niet zo gelopen. Hij studeert momenteel aan een gerenommeerde balletschool in Monaco.” Katrien: “Voila, ook met hem is ons plan niet gelukt (lacht). Maar ach, ze zijn allebei hun eigen weg gegaan. En ze doen het goed.”
14
koers
“AL BABY’S GENOEMD NAAR TIESJ” Tiesj Benoot heeft zijn sappige voornaam te danken aan Tish Hinojosa, een Amerikaanse folk-zangeres waar pa en ma Benoot graag naar luisterden. “Ook haar naam beviel ons. Maar omdat Tish ook tafel betekent, hebben we hem wat vervlaamst naar Tiesj.” Gabriel: “Als puber vond hij die naam maar niets. Waar zijn jullie met jullie gedachten geweest toen, zei hij weleens. Nu maakt hij daar geen probleem meer van.” Meer nog: veel jonge ouders haalden inspiratie bij zijn naam. “Via via horen we dat baby’s naar Tiesj zijn vernoemd. Vreemd, maar ook wel grappig.” Gabriel: “Zijn naam klinkt dan ook wel goed in meerdere talen. Enkel in Engeland of Portugal spreken ze zijn naam meer uit als ‘taaisj’..” (lacht)
RECLAME
koers
15
INTERVIEW PETER SAGAN
S
ski (ondanks een zege in de Amstel Gold Race) konden nadien nooit de torenhoge verwachtingen van de wereldkampioen inlossen. Het lijkt alsof de regenboogtrui als een stalen harnas de meest recente wereldkampioenen stevig in z’n greep hield.
tarten doen we met een vraag. Wie was na Peter Sagan de laatste wereldkampioen die triomfeerde in de Ronde van Vlaanderen? Het antwoord lijkt zo voordehand liggend dat in elke zichzelf respecterende quiz dit niet meer als een opwarmingsvraag zou mogen zijn. Toch zouden velen zich verslikken op het antwoord Tom Boonen, die in een sprint-à-deux Leif Hoste aftroefde. Het gezucht en de vele ‘ochja’s’ verklappen de beelden zo weer voor zich zien, maar het antwoord toch schuldig moesten blijven.
BEVRIJDEND
Tot de naam van ene Peter Sagan op het WK-palmares werd gebeiteld. Sinds zijn WK-triomf in het Amerikaanse Richmond heeft de Slowaak met zijn aanvallende koersstijl en de dubbele, klassieke zege in Gent-Wevelgem en Ronde van Vlaanderen het aura rond de regenboogtrui in een paar maanden tijd een nieuw, fris elan gegeven. Daar waar het felbegeerde kleinood als een stalen harnas de vorige world champions stevig in zijn greep hield, lijkt het bij Sagan net bevrijdend te werken. Remember de Sagan die telkens tweede werd en zet daar de huidige versie tegenover. Conclusie: de regenboogtrui heeft de Slowaak een groter winnaar gemaakt. Daarnaast heeft de wereldtitel weinig verandering gebracht in het koersleven van Sagan. Ook voor zijn titel werd hij als een wereldkampioen geviseerd, maar Sagan houdt van de spotlights. Meer nog: in een interview verklaarde grote broer en ploegmaat Juraj dat Peter tot meer in staat is als alle ogen op hem gericht zijn. Alle sterren lijken dus gunstig te staan voor de Slowaak om een memorabel regenboogjaar te realiseren. En dat kan zondag al, door na Rik van Looy in 1962 nog maar als tweede wereldkampioen in de geschiedenis de dubbel Vlaanderen-Roubaix te realiseren. Afspraak zondagnamiddag op de kasseien van de Hel van het Noorden.
WELKE VLOEK, MENEER?
Mogelijk komt het door de jaren die ondertussen al over Boonens tweede zege in Vlaanderens Mooiste zijn gegaan. Tien om precies te zijn. Een bewijs dat de status van wereldkampioen geen garantie biedt op een topprestatie in de Ronde van Vlaanderen. Verrast dat ons? Niet echt. Daarvoor kreeg de typische kasseivreter de laatste jaren simpelweg te weinig opportuniteiten om zich tot beste wielrenner ter wereld te kronen, met voornamelijk parcoursen in het voordeel van punchers of krachtige klimmers. Maar ook die konden in hun regenboogjaar weinig klaarspelen op hun favoriete terrein. Het is een vaststelling: veel wereldkampioenen konden moeilijk om met hun vernieuwde status en zo werd het jaar na de WK-titel meer een worsteling dan een champagnejaar voor de beste renner ter wereld. De man die voor dit jaar zijn regenboogtrui het meeste eer aandeed, was Mark Cavendish. De Brit boekte in de trui van wereldkampioen zestien overwinningen, waaronder drie ritzeges in Giro én Tour, maar die periode ligt ondertussen ook al vier jaar achter ons. De daaropvolgende wereldkampioenen Philippe Gilbert, Rui Costa en Michal Kwiatkow16
koers
In tegenstelling tot de voorbije jaren krijgt de zogenaamde vloek op de regenboogtrui dit jaar geen vat op wereldkampioen Peter Sagan. Zijn dubbele zege in Gent-Wevelgem en Ronde van Vlaanderen bewijzen dat het kleinood de Slowaak zelfs vleugels geeft.
Tekst & foto’s: Jeffrey Fierens
De regenboogtrui heeft van Sagan een groter winnaar gemaakt
INTERVIEW
koers
17
LIEFDE OP HET TWEEDE GEZICHT REVIVAL VAN HET DUITSE WIELRENNEN
18
koers
Na jaren van achterdocht en sportieve laagconjunctuur is het Duitse wielrennen helemaal terug. Met dank aan Marcel Kittel, Andre Greipel en John Degenkolb, die onze oosterburen weer in wielertermen hebben leren denken. Door: Jeffrey Fierens & Pieter Borms // Foto’s: Jeffrey Fierens & Wouter Roosenboom
W
e schrijven 26 juli 2015. André Greipel heeft net op de Champs-Elysees zijn vierde ritzege in de Tour de France geboekt. Zijn eerste op de beroemdste avenue van Frankrijk. Met een spurt zo onweerstaanbaar als een spurt kan zijn. Pure wilskracht, Duitse power op z’n best.
Niet alleen de Duitse spurter van Lotto-Soudal zette vorig jaar zijn nationale driekleur op de Tourlijst van ritwinnaars. Ook Tony Martin en Simon Geschke brachten met twee krachtige exploten de Duitse wielerfans in verroering. Een totaalscore van zes ritzeges op eenentwintig ritten. Geen enkele wielernatie die ook maar in de buurt kwam van zoveel übermacht. De Duitse krachttoeren in de grootste wielerwedstrijd ter wereld zijn al enkele jaren aan de gang. Grotendeels door de overmacht van Marcel Kittel, die
andere grote wielerster in Duitsland, scoorde het land van bondskanselier Merkel in 2014 en 2013 respectievelijk zeven en zes ritzeges. Voeg daar ook nog de klassieke overwinningen van John Degenkolb (in Milaan-San Remo en Parijs-Roubaix,) en de drie wereldtitels tijdrijden van de al vernoemde Tony Martin aan toe en de conclusie is duidelijk: Duitsland speelt weer mee op het allerhoogste wielerniveau. Straf voor een wielercultuur die enkele jaren terug nog werd uitgespuwd in eigen land en in een diepe crisis verkeerde.
SCHOKGOLF
Flashback naar 2006, toen de Duitse wielersport nog in haar hoogdagen verkeerde. Een succesgeneratie had de populariteit van de fiets bij onze oosterburen naar ongekende hoogtes gebracht. Vaandeldragers van de radsport waren Erik Zabel en Jan Ullrich, die op de grootste wielerpodia Das
Deutschlandlied (het Duitse volkslied, nvdr) lieten weerklinken. Zabel pakte vier keer de overwinningspalm in Milaan-San Remo en kroonde zich tussen 1996 en 2001 tot de onbetwiste meister van de spurt met liefst zes groene truien op rij in de Tour de France. Ullrich reed zich ondertussen naar een heldenstatus met zijn gouden medaille op de Olympische Spelen in Sydney en de Tourzege in 1997. De Grand Depart van de 93ste Tour de France in Straatsburg had in 2006 veel Duitse wielerfans de grens met Frankrijk doen oversteken. Ondanks de wielergekte kreeg het Duitse volk amper de kans om hun nationale koersvedettes in de grootste wielerwedstrijd ter wereld aan het werk te zien. Maar niet Erik Zabel, die al drie jaar zocht naar nieuw ritsucces in de Ronde van Frankrijk, kreeg de meeste aandacht. Alle ogen in de hoofdstad van de Elzas waren gericht op Jan Ullrich, die in het koers
19
DOSSIER INTERVIEW
post-Armstrongtijdperk als grote favoriet voor zijn tweede Tourzege van start zou gaan. De talrijk aanwezige Duitse wielersupporters hadden er goede hoop in, maar boven het hoofd van Der Jan begonnen zich steeds donkerdere wolken samen te pakken. Aanleiding was een inval van de Spaanse Guardia Civil in de Madrileense praktijk van sportarts Eufemiano Fuentes een maand eerder. De vondst was niet min: tweehonderd bloedzakjes, grotendeels van een groot aantal toprenners uit het professionele wielerpeloton. Het zogenoemde Operación Puerto deed de wielerwereld daveren op zijn grondvesten. De Spaanse Kelme-ploeg mocht niet deelnemen aan La Grande Boucle door vermeende aanwezigheid van te veel renners in de zaak, ook Astana zal uiteindelijk niet starten omdat meer dan de helft van de Tourploeg bij de Spaanse dopingdokter op consultatie gingen. Wanneer ook de naam van Ullrich opduikt op de klantenlijst van Fuentes is de jacht op de kopman van het toenmalige Team Telekom geopend. Daags voor de Tourstart ontploft de bom. Onder de alias Il Huijo Rudicio (de zoon van Rudy, nvdr) ontdekken de speurders Ullrichs bloed tussen de gevonden transfusies. De Duitser wordt uit de Tour gezet, net als mede-favorieten Ivan Basso en Fransisco Mancebo. De wielersport is een nieuw, grootschalig schandaal rijker, wielerminnend Duitsland beleeft die Tourstart in shock. De val van Ullrich is slechts het begin van een zwarte periode voor het Duitse wielrennen. Nog geen jaar later volgt al
een tweede mokerslag. Op een persconferentie bekent ook Erik Zabel verboden middelen genomen te hebben in de Tour van 1996. Hij benadrukte dat het om een eenmalige daad ging. Tot een nieuwe test van zijn bloedstalen uit de Tour van 1998 hem in 2013 deed bekennen gedurende een lange periode aan het spul te hebben gezeten. Ironisch genoeg ging Zabel door het leven met de bijnaam Mr Clean. “De populariteit van Zabel en Ullrich kende amper zijn limieten”, zegt Sebastian Kayser, wielerjournalist bij de Duitse krant Bild. “De wielersport in Duitsland is altijd al populair geweest,
MARCEL KITTEL
ANDRÉ GREIPEL
De koning van de massaspurt. Won in totaal al acht ritten in de Ronde van Frankrijk en kroonde zich de laatste jaren tot recordhouder in de Scheldeprijs met vier zeges. Tevens topfavoriet om wereldkampioen te worden in Qatar. 20
koers
WIE IS...? Sebastian Kayser (40) werkt sinds 1998 als wielerjournalist bij Bild Zeitung en versloeg al meerdere malen de Tour.
maar zij hebben de gekte rond de koers doen stijgen tot de hoogte van een hype. Toen bekend raakte dat zij doping hadden genomen, ging er een ware schokgolf door de Duitse wielerwereld. Uiteindelijk was dat het begin van de neergang.”
PERCEPTIE Andreas Schillinger (32) is bezig aan zijn tiende profjaar en maakte dus de moeilijke periode van dichtbij mee. Rijdt dit seizoen voor het Duitse Bora-Argon. Nico Denz (22) week uit naar Frankrijk waar hij zijn profdroom wist waar te maken bij AG2R-La Mondiale
De ‘Gorilla’ brak volledig door in 2008 met vier etappezeges in de Tour Down Under. Werd ook al twee keer kampioen van zijn land en is met negen ritwinsten de succesvolste Duitser in de Tour. Eveneens favoriet voor het WK.
Het grote dieptepunt werd in 2008 bereikt. De Duitser Stefan Schumacher leek met twee zeges in de lange individuele tijdritten van die Tour het sukkelende vaderlandse wielrennen weer een duw in de rug te geven, maar een positieve test op het gebruik van CERA, de nieuwste variant van epo, strooide nog extra zout in de open wonde. En of het allemaal nog niet genoeg was, werd door de positieve dopingplas van de Oostenrijker Bernhard Kohl, die verrassend derde eindigde in Parijs, de Duitse Gerolsteiner-ploeg die Ronde van Frankrijk tweede maal in diskrediet gebracht. Gevolg: het jaar daarop stapte het watermerk uit het wielerpeloton. “En ze waren jammer genoeg niet de enige”, vertelt Kayser. “Voor de Fuentes-affaire telde het profpeloton nog drie Duitse ploegen op het allerhoogste niveau. Een jaar nadien stopte T-Mobile zijn wielersponsoring. In 2010 trok ook Milram zijn geld uit de wielrennerij. Resultaat: van de drie grote Duitse wielerploegen bleef er geen enkele meer over en reed het profpeloton jarenlang rond zonder grote Duitse merkenploeg.” Ook organisatoren van wielerwedstrijden deelden in de malaise. Veel Duitse wielerwedstrijden verdwenen van
JOHN DEGENKOLB
Klassieke bonk uit Duitsland. Won vorig jaar met Milaan-San Remo en Parijs-Roubaix twee monumenten. Zag dit jaar zijn voorjaar in rook opgaan na een zwaar trainingsongeval waarbij hij ei zo na een vinger verloor.
“Veel jonge talenten stopten nog voor ze de kans kregen om prof te worden” SEBASTIAN KAYSER
de kalender, waaronder de befaamde Ronde van Duitsland. Kayser: “Wederom door een gebrek aan sponsors. Een bedrijf wilde geen geld investeren in een sport die voornamelijk draaide op spuiten en verboden pillen. De algemene perceptie rond de wielersport was het voornaamste probleem. Iedereen in Duitsland legde meteen de link met doping, terwijl die gedachte helemaal niet strookte met de werkelijkheid.” Volgens de Duitse wielerjournalist was de situatie zelfs zo verzuurd dat wielrenners, toeristen of profs, voor dopeur werden uitgemaakt tijdens hun trainingstocht. “Het wielrennen was ziek, zwaar ziek”, geeft hij toe. “Een harde periode voor profs, maar misschien nog meer voor jonge Duitse renners. Ze hadden geen wedstrijden op eigen bodem waar ze zich konden tonen en geen ploegen uit eigen land waar ze rustig tot rijping konden komen. Veel jonge talenten hebben er nog voor ze prof werden de brui aan gegeven. Grotendeels door de dopingverhalen en alle gevolgen die dat met zich meebracht. Ze zagen geen toekomst meer in de wielersport.”
TONY MARTIN Der Panzerwagen was jarenlang dé tijdritspecialist binnen het peloton. Bewijs daarvan zijn de drie opeenvolgende wereldtitels op zijn erelijst. (2011, 2012 & 2013). Schoolt zich vanaf dit voorjaar om tot een klassiek renner.
Maar lang niet elke jonge Duitse renner zag de situatie somber in. Het verhaal van de jonge Duitser Nico Denz is opmerkelijk. Enkele jaren geleden trok hij weg uit eigen land richting Frankrijk om daar zijn heil te zoeken. Bij Chambéry Formation Cyclisme, het opleidingsteam van het Franse WorldTour-team AG2R-La Mondiale, kon hij wél beloftenwedstrijden op hoog niveau rijden en uiteindelijk zijn profdroom waarmaken bij de moederploeg. “De keuze om naar Frankrijk trekken, was misschien niet de makkelijkste oplossing, maar wel de beste”, vertelt Denz. “In Duitsland was het gewoon een pak moeilijker om prof te worden door het klein
SIMON GESCHKE
De bekendste Duitse baard binnen het peloton acteerde lang in de schaduw van andere landgenoten, maar glorieerde vorig jaar in de 17de rit in de Tour. Vecht bovendien fel voor een beter imago van het wielrennen in eigen land.
aantal profteams en de weinige wedstrijden. Mij is het gelukt, maar veel vrienden die in Duitsland zijn gebleven, hebben het niet tot bij de grote jongens kunnen schoppen.”
ROLMODELLEN
Een extra probleem voor het Duitse wielrennen was het gebrek aan hoopgevende resultaten. Na de vele negatieve dopingverhalen kwam er geen vervolg op het succes dat Ullrich en co jarenlang genereerden. Tot in 2011 de kentering werd ingezet. Op het wereldkampioenschap tijdrijden in de Deense hoofdstad Kopenhagen pakte Tony Martin zijn eerste regenboogtrui en
GERALD CIOLEK
Was ooit hét supertalent van de Duitse wielersport, maar hij kon de hoge verwachtigen nooit inlossen. Won wel verrassend een helse Milaan-San Remo in 2013 voor Sagan en Cancellara. Rijdt tegenwoordig voor Team Stölting. koers
21
INTERVIEW DOSSIER
“Kittel kan een superster worden in Duitsland ” Hoewel de Duitse toprenners in ons land voor iedere wedstrijd ten prooi vallen aan handtekeningenen selfiejagers, kent hun bekendheid in het eigen Duitsland een minder hoge vlucht. “Logisch”, vindt Kayser. “Wielrennen is een kleine sport hier. Kleiner zelfs dan handbal of basketbal. Duitsers zijn meer geïnteresseerd in ploegsporten. Als ze dan toch interesse tonen in andere sporten, komt dat door supersterren. Tennis was zo lange tijd een grote sport bij ons door de overwinningen van Steffi Graf en Boris Becker. Maar dan zijn ze meer geïnteresseerd in de persoonlijkheid en niet in de sport.” Toch ziet de wielerjournalist één renner het tot Duits sterrendom schoppen. “Kittel kan een superster worden in Duitsland. In feite heeft hij alles. Hij ziet er goed uit, is open-minded, slim en vooral succesvol in wat hij doet.”
liet hij de nationale hymne in alle glorie over de zeemeerminstad weerklinken. Een verlossing voor het Duitse wielrennen. En vooral het startsein van de grote revival. In apocalyptische omstandigheden won eeuwige belofte Gerald Ciolek met Milaan-San Remo een monument in 2013, Marcel Kittel en Andre Greipel rijgen al enkele jaren het ene sprintsucces na het andere aan elkaar en vorig jaar ontpopte John ‘Beton’ Degenkolb zich tot klassiek beest met overwinningen in Milaan-San Remo en Parijs-Roubaix. Het Duitse wielrennen had zijn nieuwe helden gevonden. “Stuk voor stuk godsgeschenken voor onze sport”, vindt Kayser van de nieuwe generatie Duitse toprenners. “Jarenlang spraken we niet over kanshebbers op Tourritzeges of klassieke overwinningen. Omdat ze er simpelweg niet waren. En plots hebben we drie à vier toppers. Dat Degenkolb door een zwaar trainingsongeval dit voorjaar niet aan koersen toekwam, was een ramp voor hem. Maar niet voor het Duitse wielrennen, want er zijn nu andere landgenoten die ook grote wedstrijden kunnen winnen. Dat is weelde, die een geweldige impact heeft op de populariteit van het wielrennen in Duitsland. Na de dopingjaren hebben Kittel en co de Duitsers weer van de koers leren houden.” Belangrijk detail hierbij: de nieuwe generatie Duitse renners kanten zich fel tegen doping. Niet onbelangrijk voor het imago van een sport die om diezelfde reden verketterd werd. “Die expliciete ‘nein’ tegen doping is inderdaad een cruciaal signaal naar de buitenwereld toe”, erkent Kayser. “Daarmee maakten ze duidelijk dat de dopingverhalen tot de vorige generatie behoorden, waarmee zij niets te maken hebben. Ze zwoeren nog nooit verboden middelen genomen te hebben en het ook nooit te zullen doen. Ze wilden een nieuwe start, zonder doping. En hun aanpak werkt: de publieke perceptie is volledig gekeerd. Iedereen gelooft hen. Ze zijn ook enorm succesvol. Eigenlijk zijn de
coureurs allemaal rolmodellen geworden, voorbeelden voor de jeugd.”
MEDIA-AANDACHT
Door het succes van de Duitse renners en het herwonnen vertrouwen van het volk zette de Duitse televisie weer de stap richting de Tour de France. Zij het wel een voorzichtige. Getuige hiervan is de snelle opstapclausule in het tv-contract, die stelde dat bij een nieuw dopinggeval de productiewagens sito presto weer richting eigen heimat zouden terugkeren. Een teken dat de Duitse media nog steeds met enig wantrouwen naar de wielersport kijken. “Niettemin was die media-aandacht voor de Tour een serieuze stap in de goede richting”, vertelt Andreas Schillinger, Duits renner bij het Bora-Argon-team. “Bovendien tonen ze steeds meer interesse in onze sport. In de Ronde van Vlaanderen heeft een Duitse tv-ploeg ons zelfs gevolgd. Wielrennen komt meer en meer op televisie en dat is belangrijk.” Toch is er nog een hele weg af te leggen. Dat bewees een boze tweet van John Degenkolb tijdens Milaan-San Remo. De onfortuinlijke Duitser kon eerst al zijn titel in de Italiaanse topkoers niet verdedigen door zijn blessure en op de koop toe was de wedstrijd op geen enkele Duitse zender live te bekijken. “Typisch Duits”, verklaart Kayser. “Als er geen landgenoot kan winnen, besteden we er amper aandacht aan. En zeker niet als het om wielrennen gaat vooralsnog. Voetbal, dat is de grote sport hier, niet de koers. Helemaal an-
“De Tourstart in Düsseldorf is ideaal om wielrennen te promoten in Duitsland” ANDRÉ GRIEPEL
22
koers
INTERVIEW
ders is het in België. Onvoorstelbaar hoeveel mensen zelfs voor de kleinste wedstrijden voor hun tv-toestel kruipen. Of voor dat veldrijden. Jullie zijn er gek van, maar vertel hier op straat over wat het is en wat het bij jullie losweekt en de mensen verklaren je gek.”
NIEUWE KANSEN
Neen, de Duitse wielergekte zal nooit zijn Belgische tegenhanger overtreffen. Toch krijgt die de komende jaren genoeg mogelijkheden om het vuur weer aan de lont te steken. Te beginnen met de zomer van 2017, wanneer Düsseldorf gaststad speelt voor de Grand Départ van de Ronde van Frankrijk. En dat mag een zeldzaamheid genoemd worden. Voor de laatste passage van het grootste wielercircus ter wereld op Duitse wegen moeten we al twaalf jaar teruggaan in de tijd. Een Tourstart is maar liefst dertig jaar geleden, toen Duitsland nog in een oostelijk en westelijk deel verdeeld was en de startplaats officieel West-Berlijn heette. Tour-organisator ASO liet het land de voorbije jaren liever links liggen, gezien de turbulente jaren waarin de sport er
verkeerde. Maar nu de zwarte periode plaats heeft geruimd voor een plotse hausse en de Duitse markt zo uit commercieel oogpunt een pak interessanter is geworden, wagen de Fransen opnieuw de stap. “Een gouden kans”, vindt spurtbom André Greipel. “Jongeren komen zo van dichtbij in contact met de koers en bedrijven kunnen de waarde van de sport ontdekken. Bovendien zal de Tour in 2017 het grootste sportevenement in ons land zijn. Media-aandacht gegarandeerd. Ideaal om de wielersport verder te promoten in Duitsland.” De organisator van de Tour de France ziet zijn uitstapje naar Duitsland veel breder dan enkel de Tourstart. Volgens de plannen die nu op tafel liggen, keert binnen twee jaar de vermaarde Ronde van Duitsland, na negen jaar afwezigheid, terug op de wielerkalender. “Hopelijk toch”, plaatst Kayser een kanttekening. “ASO stort zich op de groeiende wielergekte hier en droomt van een nationale ronde met de nodige grandeur. Maar het is niet zo simpel als het klinkt. Ze hebben geld nodig. Het is nog maar de vraag of de Duitse bedrij-
ven al klaar zijn om de stap weer naar het wielrennen te zetten. De verwachte Tourgekte zou hen over de streep moeten trekken.” Alleszins zijn er veel signalen die duiden dat de sterren de komende jaren gunstig zullen staan voor het Duitse wielrennen. Zeker nu ook een vervolggeneratie klaar staat om door te breken. “Jong talent genoeg”, stelt Kayser. “Om er twee nieuwe goden uit te pikken: Max Walscheid en Silvio Herklotz. De eerste als opvolger van Kittel en Greipel en de tweede als de Duitse hoop in bange dagen voor het rondewerk. Maar uiteraard is er ook nog de huidige lichting toppers die de koers heeft doen klimmen op de populariteitsladder. “Vooral de komende Tour de France is veelbelovend. In de proloog kan Tony Martin de gele trui pakken, Degenkolb maakt na zijn horrorcrash van een ritzege zijn absolute doel en dan heb je ook nog de massaspurten, met het duel tussen sprintbonken Kittel en Greipel. Veel kans op Tourtriomfen, maar vooral met één grote winnaar: het Duitse wielrennen” koers
23
INTERVIEW TOM BOONEN
DE JACHT OP BOONEN De jacht op de handtekening van Tom Boonen is officieel ingezet. Het contract van de kopman bij Etixx – Quick-Step loopt af eind dit seizoen en daar willen veel ploegen gebruik van maken. Maar wat is de meerwaarde van een renner in de herfst van zijn carrière. DOOR Glen Van Herck // Foto: Jeffrey Fierens
A
l dertien seizoenen is Boonen één van de toppers in de stal van Patrick Lefevere. Maar aan die lange samenwerking zou nu wel eens een einde kunnen komen. De periode dat Boonen garant stond voor tien overwinningen per seizoen lijkt achter ons en voor een team als Etixx – QuickStep is winnen nu net het enige dat telt. Als Boonen aan boord wil blijven van Quick-Step, is de kans groot dat hij tevreden zal moeten zijn met een verminderd contract. Zeker gezien de speculaties over de mogelijke komst van wereldkampioen Peter Sagan, die met zijn drie à vier miljoen per jaar toch een stevige hap uit het teambudget wegneemt. Vraag is natuurlijk hoe belangrijk geld nog is voor een man als Boonen, die alles al verwezenlijkt heeft in zijn rijk gevulde carrière. Want een band van dertien jaar, die gooi je toch niet zomaar weg?
24
koers
Toch hebben sommige ploegen ondertussen al gepeild naar de toekomstplannen van de Balenaar. De meest concrete interesse lijkt van Lotto-Belisol te komen. De zet van de lotterijploeg lijkt een gok, want wat kan een Boonen in de herfst van zijn carrière nog betekenen?
BOONEN ALS MARKETINGSPRODUCT
Voor een eerste argument hoeven we niet ver te zoeken. Sla een wielermagazine open en er staat gegarandeerd een advertentie met Boonen als groot uithangbord. Dit voorjaar perstte de kopman van de Etixx-ploeg nog 33 cl sinaasappelsap gedurende een kilometer op de rollen in een reclamespot van nieuwe sponsor Lidl. Ook fietsconstructeur Specialized pakte in de aanloop naar Parijs-Roubaix dit jaar uit met een hele videoreportage over Boonens queeste naar die mythische vijfde kasseisteen, waarmee hij alleen recordhouder zou worden. Puur mar-
ketinggewijs zou de komst van Boonen een meesterzet zijn. Hoewel zijn succesjaren al even achter ons lijken te liggen, spreekt zijn persoonlijkheid nog steeds tot de verbeelding. Om nog maar te zwijgen over de publicitaire waarde dat een ploeg met hem in één klap binnenhaalt.
BOONEN ALS VOLKSTREKKER
Waar Boonen is, is er ook veel volk. Dat valt misschien nog het beste op bij de start- en de aankomstplaatsen aan de ploegbussen. Daar waar het bij kleinere teams als Southeast-Willier alleen de mecaniciens en verzorgers zijn die
INTERVIEW
rond de teambus staan, is het bij Etixx Quick-Step steevast over de koppen lopen. Een heel nieuw doelpubliek maakt kennis met de hoofdsponsor, gadgets kunnen worden uitgedeeld en de naam van het team wordt via selfies met de vedette Boonen honderden malen gedeeld via sociale media. En dat zonder dat de marketingdienst ook maar iets heeft moeten doen.
BOONEN ALS PUBLIEK FIGUUR
Komt daar ook nog bovenop dat Boonen een symbool is geworden in ons Belgenlandje. Wielerfan of niet, maar haast elke Belg zal Tom Boonen her-
kennen. Hij wordt uitgenodigd op tal van feestjes, recepties, voorstelling en talkshows, ook al hebben die soms ook niets met koers te maken. Maar de mening van Boonen wordt wel gehoord en een tv-uitzending met Boonen lokt nu eenmaal steevast meer kijkers. Bovendien is Tom Boonen ook een boegbeeld van de liefdadigheidscross Boonen & Friends, om op die manier vzw Bijs, dat kinderen met een verstandelijke of motorische beperking helpt, financieel te ondersteunen. Een renner met een eigen cyclocross, het doet een beetje denken aan die andere volksfiguur, zij het wel die van het veld, namelijk Sven Nys. Ook hij vervult zo’n beetje dezelf-
de rol voor het Amerikaanse fietsmerk Trek.
BOONEN ALS WINNAAR
Maar bovenal is Tom Boonen nog steeds een steengoed renner, die nog altijd kans maakt op de overwinning. Overal waar Boonen start, wordt er naar hem gekeken. Door de pers, door de fans langs de kant van de weg, maar bovenal ook nog steeds door de concurrentie, de rest van het peloton. De figuur Boonen boezemt nog steeds angst in. Zijn suprematie van in het verleden is een beetje verminderd, maar de strijd om zijn handtekening zal er niet minder om zijn. koers
25
ONDERZOEK INTERVIEW
Het onderschatte belang van eten tijdens de koers
“EEN HONGERKLOP IS HET ERGSTE WAT JE ALS RENNER KAN MEEMAKEN”
‘Eten en drinken, meer moeten ze niet doen.’ Wie regelmatig naar de koers kijkt heeft het José De Cauwer al vaak horen zeggen. En met reden. Voeding is voor een renner wat benzine is voor een auto. Zonder lukt het niet. Ook de bevoorrading speelt daarin een belangrijke rol. Door: Pieter Borms // Foto’s: Jeffrey Fierens & Glen Van Herck
E
ten en drinken, hoe belangrijk is dat eigenlijk tijdens de koers? “Ik zeg altijd tegen mijn renners dat ze voortdurend moeten bezig zijn met eten en drinken”, vertelt Peter De Smet (45), die sinds 1998 verzorger is bij Topsport Vlaanderen-Baloise. “Ze moeten er steeds voor zorgen dat hun moteur getankt is, want tijdens de finale heb je
26
koers
daar niet altijd tijd voor. En als die leeg is, dan is het gedaan.”
HONGERKLOP
Stijn Steels volgt zijn verzorger daar volledig in. “Als je niet eet in koers, ga je niet ver geraken. In de grote klassiekers wordt dat vaak vergeten door de stress die bij zulke wedstrijden komt kijken. En dan merk je gewoon dat je in
de finale enkele procenten tekort komt. Elk uur moeten we 60 tot 70 gram suiker binnen krijgen. Dat komt overeen met drie repen en één drinkbus. Ik probeer daar steeds op te letten dat ik drie dingen per uur eet. Die ene drinkbus per uur haal ik vrijwel nooit, ik ben iemand die te weinig drinkt”, vertelt de 26-jarige renner van Topsport Vlaanderen. Als een renner te weinig eet en
INTERVIEW
“Elk uur moet een renner 60 tot 70 gram suiker binnen krijgen” STIJN STEELS koers
27
ONDERZOEK INTERVIEW
Van Ghyseghem geeft een zakje aan Sander Armee.
“Ik kan zelfs zeggen dat het me misschien de Europese titel bij de beloften heeft opgeleverd.” De Bie werd in juli 2013 Europees kampioen bij de beloften op het lastige parcours in Olomouc in Tsjechië. “Toen ben ik heel extreem bezig geweest met voeding. De week voor de wedstrijd heb ik mezelf tot en met vrijdag eigenlijk een beetje uitgehongerd. Om dan beginnen te loaden voor die compensatie voor zondag. En ik had die dag ook echt superbenen. Het is natuurlijk wel een risico dat ik daar genomen heb, maar het is goed uitgedraaid. Want gezond is dat natuurlijk niet echt.”
KOOLHYDRAATRESERVES drinkt tijdens een wedstrijd kan hij weleens de spreekwoordelijke man met de hamer tegenkomen. “Zo’n hongerklop is iets dat iedereen wel eens meemaakt. Dat is zowat het ergste dat je kunt meemaken, je kan gewoon niets meer”, aldus Steels. Collega-renner Sean De Bie (24) van Lotto-Soudal sluit zich volledig aan bij Steels. “Het is inderdaad verschrikkelijk, je lichaam lijkt volledig leeg te zijn.” Toch kan een hongerklop ook positieve gevolgen hebben. “Bij de beloften kreeg ik voor het eerst te maken met een hongerklop tijdens een rittenkoers”, herinnert De Bie zich. “Ik stond gewoon geparkeerd. Mijn ploegleider zei me toen dat ik de volgende dag superbenen zou hebben als ik meteen na de wedstrijd veel zou eten. En inderdaad, ik had de dag nadien geen slechte dag.”
De bevoorrading in beeld 28
koers
Dat bevestigt ook Energy Lab op de website van cycling.be. Het wetenschappelijk sportcentrum schrijft vaak een uitgebalanceerd voedingsschema voor aan topsporters en weet dus tot in de puntjes wat een atleet aan voedingsstoffen in zijn lichaam moet hebben voor topprestaties te kunnen leveren. In zo’n voedingsschema op maat staat geen letter over uithongering, wel benadrukken ze het positieve effect van de hongerklop. Daarom laat Energy Lab veel atleten op een nuchtere maag een korte training afwerken. Wanneer je op een lege maag traint, kan je lichaam nog geen energie, zoals koolhydraten en suikers, uit je voedingstoffen gaan halen. Op die manier bereikt de energietank sneller zijn bodem en schakelt het lichaam over op de koolhydratenreserves in de spieren. Tijdens een rustige training kan dit geen kwaad, maar in een
wedstrijdsituatie vergroot hierbij de kans op blessures. Bedoeling van alle energie in je lichaam op te gebruiken? Nadien meer reserves kunnen aanleggen. Daarvoor is een naar rennersnormen volwaardig, in menselijke taal: overvloedig, ontbijt cruciaal. En vooral: met veel koolhydraten. Want die vormen voor een atleet de grootste bron van energie tijdens een langdurige inspanning. De combinatie van een training op een nuchtere maag en daarna een stevig ontbijt, werkt het meest doeltreffend. De reden? Na de volledige uitputting, hunkert je lichaam naar voedingsstoffen en zal het meer voedingsstoffen opslaan dan voordien.
Wat zit er in een bevoorradingszakje?
2 energy gels
2 energy bars
BEVOORRADING
Drie voedingsmiddelen per uur, in een koers van gemiddeld vier à vijf uur. Dat zijn heel wat repen, gelletjes en taartjes die een renner moet wegsteken. Marc Van Ghyseghem (56) is al lange tijd verzorger bij Lotto Soudal. “Het is voor de renners onmogelijk om voor de start voeding voor tijdens de hele wedstrijd mee te nemen. De bevoorrading biedt daar een oplossing. Die bevindt zich altijd ongeveer in het midden van de rit en geeft de renners de mogelijkheid om een bevoorradingszakje aan te nemen met daarin het nodige voedsel.” In het zakje van Lotto Soudal vinden de renners twee drinkbussen met dorstlesser, twee energiebars, twee gelletjes, twee taartjes en een klein blikje cola. “Dat colaatje wordt eigenlijk niet zo vaak meer gedronken. Enkel als het heel warm is, dan is dat eens goed voor de maag. Kunnen ze eens boeren”, lacht Van Ghyseghem.
2 taartjes
2 bidons
1 blikje cola
ENERGIEBOM
De energierepen en de gelletjes zijn de voornaamste vormen van voeding die genuttigd worden tijdens een wedstrijd. Zij bestaan vooral uit koolhydraten en suikers. Dat zijn, zoals eerder aangehaald, de belangrijkste voedingstoffen die een renner moet opnemen tijdens een wedstrijd omdat ze een enorme dosis energie bevatten. Ook zit er in de gelle-
koers
29
INTERVIEW ONDERZOEK
tjes en repen een kleine portie zout, dat het overvloedig zweten tegengaat. Bij Lotto-Soudal maken ze ook zelf een reep en dat heeft zijn voordelen. “Een rijstreep”, verduidelijkt Van Ghyseghem. “We maken die op basis van rijst, rijstmelk en honing. En belangrijk: zonder vetten, enkel koolhydraten en suikers. We hebben enkele renners in de ploeg die allergisch zijn aan gluten, voor hen zijn onze eigen rijstrepen ideaal. Maar het is praktisch onmogelijk om voor iedere renner een bevoorradingszakje te vullen met zijn voorkeuren. Onbegonnen werk om dat zo dan aan te geven tijdens de bevoorrading. Daarvoor gaat het te snel.” De taartjes in de zakjes zijn niet meer de klassieke rijstaartjes die ‘s ochtends bij de bakker werden gehaald. Bij Topsport Vlaanderen- Baloise hebben ze hun eigen taartjes, verzorger Peter De Smet heeft daar een hele winter aan gewerkt. “Vroeger gingen wij onze taartjes bij de bakker halen, nu maken we die zelf, voornamelijk op basis van suikers. Daarvoor heb ik een hele winter geëxperimenteerd met het basisrecept. Nadat onze diëtiste het recept had goedgekeurd, heb ik het gecombineerd met chocolade, rozijnen en ander fruit. Verandering van spijs doet eten, hé. (lacht) Die taartjes zijn wel enorm zwaar. Echte energiebommen, maar dat moet ook. De renners moeten ze in twee happen kunnen opeten en toch voldoende voedingstoffen binnenhebben.”
HECTISCH
“Probeer maar eens een zakje aan te nemen tegen 50 km/u” SEAN DE BIE
tijdens de bevoorrading een zakje wil aannemen. Dat zorgt er steeds voor dat er in de bevoorradingszone telkens enorme drukte heerst. Ook voor de verzorgers. “In het begin had ik bang toen in het peloton zag aanstormen”, bekent Van Ghyseghem. “Alles gebeurt in een fractie van een seconde. Op het moment dat zij het zakje aannemen moeten wij onmiddellijk lossen. Anders trek je de renner gewoon van zijn fiets. Zo een bevoorrading is iets waarin je groeit, het wordt al snel een gewoonte.” Hoewel de bevooradingszone de place to be is om de energietank opnieuw te vullen, houdt niet iedere renner van deze hectische passage. Zo neemt Sean De Bie zelden een zakje aan. “Enkel als het er rustig aan toegaat in het peloton neem ik er eentje”, vertelt de renner van Lotto-Soudal. “Tegenwoordig wordt er vaak stevig tempo gemaakt in de bevoorradingszone. Dat maakt het er niet makkelijker op. Probeer maar eens een zakje aan te nemen tegen 50 km/u.” Ook Stijn Steels houdt de handen liever aan het stuur. “Ik neem meestal geen zakje aan. Veel te hectisch.” “Naast goed met een fiets kunnen rijden, moet een renner eigenlijk maar drie dingen kunnen. Genoeg rusten, zichzelf goed soigneren en vooral goed kunnen eten.” Vertelt De Smet me nog. Dat voeding in het wielrennen belangrijk is staat vast, maar misschien is het zelfs het belangrijkste. Want zoals eerder gezegd: moteur leeg, is koers gedaan.
Vijfentwintig ploegen die met acht renners aan de start staan van een klassieker. Dat zijn 200 renners, waarvan ongeveer de helft
TEAM SKY, DE GROTE INNOVATOR BINNEN HET WIELERPELOTON Wanneer we terugkijken naar de Touroverwinningen van Sir Bradley Wiggins en Christopher Froome, wordt het al snel duidelijk dat de vernieuwende wetenschappelijke trainingsmethodes van Team Sky duidelijk hun vruchten afwerpen. De zwart-blauwe trein vloog telkens door het Franse landschap. Wie denkt dat ze enkel innoveren op het vlak van trainingsmethodes heeft het danig mis. Er circuleert binnen het wielerpeloton een rijstreep die door zeer veel ploegen wordt gebruikt. Ook dat is een nieuwigheidje van Team Sky. Bij Topsport Vlaanderen- Baloise gebruiken ze deze reep ook. “Het basisingrediënt voor die reep is gekookte rijst. Daar wordt suiker aan toegevoegd en vervolgens wordt het in kleine stukken gesneden. Om ze dan uiteindelijk met kokospoeder in te wrijven. We hebben dar recept natuurlijk niet gekregen van Sky, ze geven hun geheimen niet prijs. We hebben zo een taartje toevallig in ons bezit gekregen en zijn het dan beginnen namaken.”, aldus verzorger Peter De Smet.
30
koers
RECLAME
koers
31
LUIK INTERVIEW
“WAT DE RONDE VOOR JULLIE VLAMINGEN IS, IS LUIK VOOR ONS” Na de kasseien van Parijs-Roubaix zit het klassieke voorjaar er voor veel renners op. Maar de komende weken maakt een nieuw blik renners het mooie weer op de Waalse wegen. Koers-Wielermagazine trok richting Luik en peilde naar de wielerkoorts aan de boorden van de Maas. Door: Glen Van Herck // Foto’s: Glen Van Herck
32
koers
INTERVIEW
K
asseien kennen ze er nagenoeg niet meer. Ook de typisch Vlaamse betonbaan moet hier plaats ruimen voor die mooie donkerkleurige asfaltbanen waar renners zo van houden. De korte, nijdige hellingen van bij ons worden vervangen door hun langere collega’s over de taalgrens. De Koppen- en Paterbergen van bij ons, worden vervangen door de al even mythische La Redoutes en Saint-Nicolas’ van Wallonië. Ook het peloton ondergaat hier een volledige metamorfose. Daar waar in Vlaanderen nog de Vanmarckes, Cancellara’s en Sagans de dans leidden, worden ze hier vervangen door een resem Spanjaarden, Italianen en een verdwaalde Ier, die zich ook eens op de erelijst van Luik wist te wurmen. De verschillen tussen de Ronde en Luik zijn enorm, maar beide hebben ze wel iets gemeen: de winnaar ervan wordt met één klap een legende. koers
33
LUIK
LA SEMAINE SAINTE
De week van de Ronde Van Vlaanderen en Parijs-Roubaix wordt er bij ons met veel poespas gesproken over ‘De Heilige Week’. De krant Het Nieuwsblad pakt gedurende die week zelfs uit met een heuse ‘Rondekrant’. Het leven lijkt dan even stil te staan gedurende de zeven dagen van de Ronde van Vlaanderen tot Parijs-Roubaix. In Luik ligt dat wel even anders. “De heilige week? Nog nooit van gehoord”, zegt Remi Bélot. “Akkoord, Flandre et Roubaix zijn twee mooie koersen, met een speciale sfeer en een eigen karakter, maar voor ons Luikenaren is Luik-Bastenaken-Luik toch de belangrijkste wedstrijd van het jaar. Daar gaat niets boven. Als er dan toch sprake moet zijn van une semaine sainte, neem dan maar de week van de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. Dan is het allemaal hier te doen.” De woorden van Remi maken het verschil in koersbeleving tussen Vlaanderen en Wallonië duidelijk. Ook in de Waalse kranten en op tv merk je dat de belangstelling voor ‘Vlaanderens Mooiste’ beduidend minder is dan dat bij ons het geval is. “Als ik zap naar een Vlaamse zender, zie ik tijdens het voorjaar bijna altijd koers. De Ronde Van Vlaanderen wordt zelfs vanaf de start uitgezonden. Dat doen ze bij ons zelfs met Luik-Bastenaken-Luik niet. Als wielerliefhebber kijk ik dan ook vaak naar jullie Sporza, al begrijp ik niet al te veel van het commentaar. Gelukkig is dat ook niet nodig om te weten wie er wint.”
PUBLIEKE BELANGSTELLING
Het moge dus duidelijk zijn, voor de Luikenaren ligt het epicentrum van de Belgische wielersport gewoon in hun stad en niet in Oudenaarde, zoals vele Vlamingen wel eens durven beweren. Op de dag van hun wielerhoogmis komen ze dan ook massaal naar buiten om hun wielerhelden aan te moedigen. “Wanneer ik jullie Vlamingen soms bezig hoor, heb ik de indruk dat jullie soms denken dat het wielrennen enkel en alleen groot is bij jullie, maar ook bij ons leeft de koers. Bij de start in Luik is het hier in de stad echt wel een drukte van jewelste hoor. Ook langs de kant van de weg staat er heus wat volk te kijken. Dat valt misschien niet zo op, maar in Wallonië is alles ook wat uitgestrekter. In de kleine dorpjes rondom 34
koers
Luik moet je dan ook soms tien kilometer rijden om een bakker tegen te komen.” Hotspots op het parcours voor de supporters zijn dan vooral de vele hellingen die her en der op het parcours verspreid zijn van La Doyenne. Vooral La Redoute en Saint-Nicolas zijn de publiekstrekkers bij uitstek. La Redoute is natuurlijk de meest tot de verbeelding sprekende helling op het parcours van Luik-Bastenaken-Luik. Hier werden in het verleden vele mythische duels uitgevochten. Denk dan maar aan Franck Vandenbroucke tegen de Italiaan Michele Bartoli in 1999, zij aan zij op de steile flanken van de Redoute, elkaar geen duimbreed toegevend. Het was niet per sé een versnelling voor de overwinning, al won Vandenbroucke die editie wel, maar het was er wel één die kon tellen qua prestige. De laatste jaren is er meestal minder spektakel te zien op de Redoute, al blijft het er qua publieke belangstelling wel over de koppen lopen. “La Redoute ligt tegenwoordig net iets te ver van de meet om hier de koers echt open te gooien. Vaak wordt er dan ook gewoon tempo omhoog gereden. Maar de supporters blijven jaar na jaar wel massaal aanwezig, al heeft dat vooral te maken met het feit dat we
“Als er dan toch sprake moet zijn van une semaine sainte, neem dan maar de week van de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik.” REMI BELOT
op Philippe Gilbert-grond zitten. Als je dan die weg bekijkt, van onder tot boven beklad met ‘Phil’, al die tenten en joelende supporters. Het moet een droom zijn denk ik om daar naar boven te rijden.”
ITALIAANSE TIFOSI OP SAINT-NICOLAS
Saint-Nicolas, de naam klinkt Frans en de helling ligt inderdaad in België, maar tijdens de finale van Luik-Bastenaken-Luik waan je je toch steeds weer een beetje in Italië. “Dit is inderdaad onze berg”, aldus Alessandro de Amicis. Een geboren Belg, maar toch ook halfbloed Italiaan. “Hier roepen we luider voor Nibali dan voor Gilbert.”
De Saint-Nicolas en dan vooral de wijk waarin hij gelegen is, namelijk Tilleur, is nog zo’n restant van het Belgische mijnbouwverleden. In de jaren 50 maakten vele Italianen de oversteek om in ons land in de steenkoolmijnen te komen werken. België werd toen voor de eerste keer geconfronteerd met de problemen van zo’n migratiestroom en dan vooral met de strubbelingen omwille van de taalbarrière. Het zijn nu hun kinderen en kleinkinderen die vurig staan te supporteren voor hun Italiaanse bloedbroeders op de flanken van de Saint-Nicolas. De taal hebben ze intussen wel al geleerd, maar hun Italiaanse trekjes hebben ze nog steeds. “Mijn mooiste en tegelijkertijd ook pijnlijkste herinnering aan Luik-Bastenaken-Luik is dan ook de editie van 2012, toen Vincenzo Nibali solo de Saint-Nicolas opstormde. Gezien m’n jonge leeftijd heb ik jammer genoeg de jaren 90, waarin wij Italianen deze klassieker domineerden, niet echt bewust meegemaakt. Al leken we in 2012 ook de koers in handen te hebben. Ik schreeuwde mezelf schor toen Nibali hier passeerde. Hij is m’n favoriete coureur. Ik was er zeker van dat hij zou winnen. Hij draaide hier de klim op met 46 seconden voorsprong op Rodriguez en Iglinsky. Dat leek gewonnen spel, want vanaf de top van de Saint-Nicolas is het echt niet meer zo ver tot de finish in Ans. Niemand dacht dat die Kazak er nog naartoe ging rijden. ‘Iglin-qui?’, hoor ik mezelf nog denken. Maar Nibali viel stil op de Côte de Ans en die duivelse Kazach won de koers.” Maar ondanks zijn liefde voor de Saint-Nicolas, is Luik-Bastenaken-Luik niet zijn favoriete wedstrijd van het jaar. “Non, sicuramente non. Liegi is mooi, maar er gaat toch niets boven onze Giro d’Italia en Il Lombardia. Dat zijn nog eens koersen! Daar spat de grinta en potere pas van het scherm af.” Of wat we al eerder zeiden over die blijvende Italiaanse trekjes…
koers
35
INTERVIEW JELLE VANENDERT
"IK WIL
36
koers
INTERVIEW
MEE NAAR RIO" Jelle Vanendert, ofwel de man die in juli 2011 de Belgische wielerwereld op zijn kop zette met zijn Tourzege bovenop Plateau de Beille. Vandaag zijn we vijf jaar later en staat de teller nog steeds op één overwinning. Een reconstructie van de bewogen jaren van de renner die Philippe Gilbert aan zijn grootste successen hielp. Door: Pieter Borms & Glen Van Herck Foto’s: Glen Van Herck & Jeffrey Fierens
W
e spraken daags na Luik-Bastenaken-luik af met Jelle bij hem thuis. We werden omstreeks half drie 's middags met een brede glimlach ontvangen. Iets wat Jelle doorheen heel het gesprek typeert, altijd even vriendelijk en goedlachs. Niets dat doet vermoeden dat hij de dag voordien in helse omstandigheden 22e is geworden in Luik.
Jelle, laten we beginnen in 2011, het jaar waarin Gilbert zowat alles won en jouw definitieve doorbraak. Hoe kijk je zelf terug op die Ardennenklassiekers? "Dat was een schitterende periode. De ploeg deed het super, ik reed heel sterk en dan was er nog Philippe (Gilbert, nvdr). Hij won de vier heuvelklassiekers in amper twee weken tijd. Uniek. Hij was de eerste die dat ooit deed en waarschijnlijk zal het nog heel lang duren voor iemand dat overdoet. Om gewoon al deel uit te maken van die ploeg is schitterend. Maar om zoveel werk
voor Philippe op te knappen en hem steeds zo lang bij te staan in de finale maakte het natuurlijk extra mooi. Zelf rijd ik na al het werk dat ik toen al had opgeknapt ook nog telkens top twintig in die wedstrijden.”
den Broeck, nvdr) zo lang mogelijk bijstaan in de bergen. In de Dauphiné Libéré had ik al een heel goed gevoel bergop, vanaf dat het in de Tour een eerste keer bergop ging had ik meteen een super gevoel.”
Je had toen door een hardnekkige knieblessure ook net een enorm pechjaar achter de rug. Dat maakte het nog mooier. In 2010 reed ik geen enkele klassieker. Het deed enorm veel deugd om na dat jaar zo sterk terug te komen. Ik heb mezelf daar verrast. Ik wist dat ik de finale zou halen, maar dat ik daar ook nog zoveel werk kon opknappen was ook voor mezelf een verassing. Het was tegelijkertijd ook een bevestiging dat ik het nog steeds kon.”
Van de Broeck moest in rit negen opgeven na een val, wat dacht je toen? "Ik heb daar zeer snel de knop omgedraaid en tegen mezelf gezegd dat ik zolang mogelijk bij de toppers moest proberen blijven. Op die manier kon ik ontdekken hoever ik kon geraken in het hooggebergte.”
In juli trok je voor het eerst richting Ronde van Frankrijk. Wat was het doel daar? "Mijn eerste doel daar was om Philippe te helpen de eerste rit te winnen, wat ook lukte. Verder wou ik Jurgen (Van
Twee dagen later werd je tweede op Luz-Ardiden en ontdekt België een nieuwe klimmer. "Ja, binnen de ploeg liep alles super. We wonnen al twee etappezeges (met Gilbert en Greipel, nvdr) en hadden reeds alle truien gedragen. Dan ga je gewoon mee in de flow van de ploeg. Ik had met Philippe afgesproken om aan te vallen in de afdaling van de Tourmalet, wat ons ook lukte. We kwamen koers
37
INTERVIEW JELLE VANENDERT
bij de vluchters en begonnen met één minuut voorsprong aan de voet van de slotklim. Samuel Sanchez klopt me uiteindelijk in de spurt, maar we bleven wel alle favorieten voor."
probeer gewoon zelf, ik heb toch niets te verliezen'. Ik was daar ook niet om een rit te winnen maar om mezelf te ontdekken. En die aanval pakte duidelijk goed uit!" (Lacht)
Michel Wuyts vroeg meteen na de aankomst om bevestiging, die kwam er ook twee dagen later met je overwinning boven op Plateau de Beille. "Dat was een enorm mooi moment, mijn allereerste overwinning op het hoogste niveau en meteen een bergrit in de Tour. Ik deed daar ook iets dat hier in België al heel lang geleden was, een bergrit winnen in de Ronde van Frankrijk. Heel het land stond op zijn kop, dat bracht veel meer teweeg dan wanneer er bijvoorbeeld een Belg de Ronde Van Vlaanderen wint. Gewoon omdat het zo weinig gebeurt. Ik had die dag ook niet echt een plan. Er hadden al heel wat favorieten geprobeerd om weg te rijden en iedereen keek wat naar elkaar. Ik dacht toen bij mezelf 'ik
Je nam die dag ook de bolletjestrui, die je pas twee dagen voor Parijs moest afstaan aan Samuel Sanchez. Een teleurstelling? "Neen, helemaal niet. Mijn Tour was al lang geslaagd. Ik was daar ook helemaal niet voor die bollentrui. Het was natuurlijk heel mooi om zo lang in die trui te mogen rondrijden maar teleurgesteld was ik niet. Moest ik nu in diezelfde situatie terechtkomen zou de teleurstelling veel groter zijn."
38
koers
Wanneer ontdekte je jezelf als klimmer? Hier in de buurt gaat het geen meter omhoog. "Vanaf het moment dat ik ben beginnen koersen ben ik eigenlijk vrij snel in de Ardennen wedstrijden gaan betwisten.
Ik won daar veel makkelijker dan hier op de vlakke omlopen. Ik ben sindsdien dan ook vaker daar gaan trainen. Hoe ouder ik werd, hoe meer ik merkte dat bergop rijden mijn ding was. Zeker het middengebergte met cols van zes tot tien kilometer. Automatisch ben ik daar dan in verder gegaan omdat dat iets is dat je goed kan." Het was een superjaar voor de Lotto-ploeg, ook de sfeer leek geweldig binnen het team. Gilbert verstoorde je podiumceremonie in de Tour zelfs even om je toch maar te kunnen feliciteren. "2011 was met voorsprong het mooiste jaar uit mijn carrière. Meewerken aan zoveel overwinningen, bij sommige van hen een heel groot aandeel hebben en dan zelf ook nog een Tourrit winnen, mooier kan bijna niet. Onze ploeg van toen, dat was eigenlijk meer een familie dan een ploeg. Ook als wij elkaar vandaag de dag terugzien is het nog
altijd of dat jaar gisteren was en dat het vandaag allemaal opnieuw zou lukken. Onze groep voelde zo goed aan en alles ging zo vlot dat het volgens mij normaal was dat we zo een band hadden met elkaar." Gilbert vertrok op het einde van dat seizoen naar BMC, jij startte in 2012 als kopman aan de Ardennenklassiekers. Voelde je extra druk? "Er was natuurlijk meer druk, die dagen moest ik het doen. Mijn aankomst lag nu ook effectief aan de aankomst, en niet twee kilometer ervoor. Waar ik de andere jaren Philippe gewoon moest afzetten. Het was dus zeker anders koersen. Ik heb dat toen ook goed gedaan. Top tien in alle vier de koersen. Als de streep dat jaar in de Amstel Gold Race twintig meter vroeger lag, won ik die koers, nu ben ik tweede (Vanendert werd in de laatste meters voorbij gespurt door Gasparotto, nvdr). Dat ik in 2012 geen klassieker won, hing af van details. Dat tikkeltje geluk ontbrak." Naar de Tour vertrok je terug als knecht voor Van den Broeck, wrong dat niet na je prestaties van het jaar voordien? "Nee, het één stond het ander niet in de weg. Met het werk dat ik toen deed voor Jurgen was er zeker ook de kans om zelf een rit te winnen. Ik was in die Tour gewoon iets minder dan het jaar voordien. Daardoor is een dichte ereplaats er niet van gekomen. Ik was goed genoeg om mijn werk te doen voor Jurgen, maar dat was het dan ook. Als ik toen iets beter in conditie was en
de puzzelstukken net dat iets beter vielen had een ritzege er misschien opnieuw ingezeten. Één van de laatste bergritten ben ik toen nog in de aanval geweest, maar de favorieten twijfelden niet en lieten niet begaan. Het ene jaar is het andere niet, hé." (Lacht) Het jaar 2013 was er een om snel te vergeten, een blessure leek je te achtervolgen? "Ik heb aan het begin van mijn carrière al wel wat meegemaakt. Maar dit was iets vervelend. Ik leek maar niet in vorm te raken en de klassiekers waren niet zoals de voorbije jaren. Ze hebben
“Je bent altijd maar zo goed of zo slecht als je laatste koers”
me toen volledig onderzocht, maar daar kwam niets concreet uit voort. Ik ben dan medicatie beginnen nemen en heb veel gerust. En het leek ook beter te gaan. Maar eens terug in competitie kreeg ik terug dezelfde klachten." Hebben ze uiteindelijk de oorzaak van dat mindere presteren gevonden? "Uiteindelijk bleek ik een parasiet in me te hebben. Wanneer je rust voel je daar niets van, vandaar dat het tijdens mijn rustperiode beter leek te gaan. Maar
“IK BEN ZOT VAN CHOCO” Het is misschien wat verrassend voor een wielrenner en al zeker voor een klimmer, maar Vanendert is verzot op choco. “Ik eet graag choco ja. Ik vind dat heel lekker. We mogen dat wel niet meer eten van de ploeg eigenlijk, het zit niet meer in onze foodbox, al een tijdje niet meer zelfs. Ik snap eigenlijk ook niet goed, want volgens mij is er weinig mis met choco. Maar thuis eet ik er toch stiekem van.”
vanaf dat je een inspanning levert en er komt wat stress bij kijken steekt die parasiet terug de kop op. Gelukkig hebben we die na de Dauphiné Libéré gevonden. Maar dan ben je al snel een volledig jaar kwijt. Dat is mentaal niet zo gemakkelijk. Zeker omdat 2011 en 2012 jaren waren waarin alles goed liep." Een jaar later stond je er weer helemaal. Je werd opnieuw tweede in de Amstel. "2014 was qua uitslagen mijn beste jaar. Zo snel kan het dus verkeren in het wielrennen. Je bent altijd maar zo goed of zo slecht als je laatste koers. Het ene jaar is het andere niet." Welke aankomst verkies je? Boven op de Cauberg, of waar ze nu ligt? "Waar de aankomst ligt maakt voor mij niet zoveel uit. Of de aankomst nu boven ligt of twee kilometer verderop zal de uitslag niet heel erg veranderen. Als de aankomst boven ligt is voor mij het probleem: ik heb een hele snelle Cauberg in de benen, maar ik zal nooit de allersnelste zijn. Nu met de aankomst twee kilometer verderop kan het veel tactischer gespeeld worden. Als ze nu heel snel de Cauberg oprijden en iedereen zit à block, als ik dan nog eens kan versnellen denk ik dat het ook zeker mogelijk is om te winnen. In 2014 ben ik op die manier naar de tweede plaats gereden na Gilbert. De aankomst ligt me nu misschien minder goed, maar er zijn nu wel meer mogelijkheden om de koers te winnen." Mogen we stellen dat de Amstel Gold Race de klassieker is die jou het beste ligt? “Het klinkt misschien verrassend, maar eigenlijk heb ik tijdens het Ardennendrieluik vaak het minste gevoel tijdens de Amstel Gold Race. Luik ligt me naar mijn gevoel het best. Het is wat meer klimmen, terwijl de Amstel toch eerder de Ronde Van Vlaanderen is zonder kasseien. Je ziet er dan ook andere renners naar voren komen. In Luik koers
39
INTERVIEW JELLE VANENDERT
is het alleen moeilijker om resultaat te rijden naar mijn gevoel. De helling richting de aankomst in Ans is lastig, maar het is een helling die je met de grote versnelling omhoog knalt. Uiteindelijk draait het er dan nog vaak ook uit op een sprint, niet echt mijn ding. Dichter dan een tiende plek in Luik ben ik jammer genoeg nog niet geraakt, al heb ik zeker wel het gevoel dat ik ook daar podium kan rijden. Wie weet zelfs winnen.” Een andere klassieker die jou goed blijkt te liggen is de Classica San Sebastian. Je werd er in 2014 knap 6de en sloot zo een mooi seizoen in schoonheid af. “San Sebastian vind ik inderdaad een mooie koers. Ik maak er ieder seizoen in het najaar nog een doel van om daar goed te zijn. De wedstrijd ligt me dan ook goed. Het jaar dat Gilbert er won (2011, nvdr), eindigde ik zelf ook nog tiende. Dan weet je dat er meer in zit.” Na een mooi 2014 kwam er een tegenvallend 2015. Wat liep er allemaal mis? “Eigenlijk zag alles er bij aanvang van het seizoen best wel goed uit. Alles liep vlot. M’n voorbereiding was in orde, ben niks tegengekomen van ziekte of blessure. Maar dan kom je twee keer ten val in de Amstel en drie dagen later lig je dan weer tegen het asfalt in de Waalse Pijl, dan weet je dat je voorjaar erop zit. Voor mij zijn de Ardennenklassiekers de belangrijkste periode van het seizoen en dan is het zuur dat je je
“De Lottoploeg van 2011 was meer een familie dan een team. Het mooiste jaar uit mijn carrère” 40
koers
kansen niet hebt kunnen verdedigen in die koersen, omdat ik wel een heel goed gevoel had.” Je zat dan ook met een aflopend contract. Maak je je dan al zorgen over je toekomst? “Nee, eigenlijk niet. Je zit dan nog maar in april, dan ben je met dat soort zaken nog niet echt bezig. Al word je daar natuurlijk niet echt gelukkig van.” In september kreeg je dan een nieuw contract bij Lotto-Soudal, maar voor jouw broer Dennis was er geen plaats meer. Knaagde dat aan je? “Nee, niet echt. Zo gaat dat nu eenmaal in het wielrennen, en trouwens, bij andere jobs ook. Het is maar welke types ze nodig hebben en wat de ploegleiding en het management in jou ziet. Voor mezelf had ik natuurlijk liever gehad dat hij er nog bij was, maar de ploeg heeft dat nu zo beslist en daar moet ik mij bij neerleggen. Ik moet ook voor een stuk bezig zijn met m’n eigen carrière, hé. Vind ik dat jammer? Ja. Heb ik daar moeite mee? Nee. Dit jaar deed je terug overal vooraan mee. Je werd eerste Belg in de Waalse Pijl en ook in Luik-Bastenaken-Luik maakte je deel uit van de groep der fa-
vorieten. Dat moet deugd doen veronderstellen we? “Ja, eigenlijk wel. Ik voelde mij heel goed in alle drie de Ardennenkoersen. In Luik misschien ietsje minder, maar dat kwam vooral door het weer, al had vermoedelijk iedereen daar last van. (lacht) Het enige jammere aan dit voorjaar is dat er niet echt een resultaat is dat er bovenuit steekt. Ik doe dan wel altijd mee, maar ik had dan toch liever een podiumplaats of een overwinning behaald dan er gewoon altijd bij te zijn. Zeker met deze conditie. Maar ik zeg het, het doet inderdaad wel deugd dat ik er in de finales terug altijd bij was.” Wat vond je trouwens van die nieuwe helling vlak voor de aankomst in Ans? Plots waren er kasseien in Luik-Bastenaken-Luik! “Ik heb geen enkel probleem met dat extra lusje, dat mag van mij gerust blijven. Maar ik zou dan wel graag ook de Stockeu terug in het parcours zien, die er nu niet bij was omwille van wegenwerken. Als je nu de editie van dit jaar bekijkt, zijn we eigenlijk heel lang met een groot peloton gebleven. Moesten we nu volgend jaar dat lusje behouden, maar daarvoor dan wel het trio Côte de Wanne-Stockeu-Haute Levée meepakken, dan gaan er velen de Haute
Levée niet meer overleven denk ik. Die opvolging van die drie hellingen achter elkaar is zo lastig. In combinatie met die nieuwe kasseihelling denk ik dat we dan slechts met enkelingen in Ans zouden aankomen. Die kasseihelling is een meerwaarde voor de koers denk ik. En kasseien in Luik, achja, het is maar 600 meter. Daar moeten we nu ook geen ramp van maken.” De nieuwe helling toonde ook meteen zijn nut als nieuwe scherprechter in de finale. “Ja, dat klopt. Daar werd de groep der favorieten nog eens extra uitgedund. De beslissing viel er dan ook. Het is wel een helling waarop de beteren nog kunnen wegrijden en voorsprong kunnen nemen voor de laatste helling richting Ans. Tegenover vroeger met enkel de Saint-Nicolas voor de laatste rechte lijn in Ans kon je nog door een mindere renner worden bijgehaald en gevloerd worden in de spurt. Nu is het wel eerlijker eigenlijk.”
Tijdens de reportage ‘Jonge Benen’ op Één maakten we voor het eerst kennis met Luis, de trouwe viervoeter van Jelle Vanendert. In die uitzending lieten ze uitschijnen alsof Jelle zijn hond altijd en overal mee nam, maar dat blijkt niet zo te zijn. “Het was eigenlijk puur toeval dat Luis mee was op hotel, omdat m’n vriendin toch ook in de buurt bleef slapen. Op het moment dat de cameraploeg van Jonge Benen kwam filmen, was ik even naar de massage.
“LUÍS IS HEEL BELANGRIJK VOOR MIJ” Omdat de hond niet beneden in de lobby mocht, had ik hem maar op m’n kamer gelaten, net op het moment dat Tim aankwam met de ganse crew.Ze hebben dat dan zo gefilmd en in beeld gebracht alsof Luis er altijd bij zou zijn, maar dat is dus niet zo.”
Opmerkelijk is wel dat je er altijd staat in de Ardennenklassiekers. Is dat een kwestie van goed pieken of is het gewoon iets aangeboren? “Ja, je moet uiteraard pieken naar zo’n periode hé. Dat pieken is voor mij eigenlijk altijd goed gelukt. Dat had ik al van bij de jeugd. Enfin, bij de beloften begin je dat al zo wat meer te doen. Zo deed ik dat voor het Europees Kampioenschap en voor het wereldkampioenschap in mijn laatste jaar bij de beloften. En dat lukte toen ook altijd. Daarna ben ik dan prof geworden en ook daar heb ik zo altijd mijn doelen gesteld tijdens het seizoen. En in alle eerlijkheid, meestal als ik voor iets ga, dan ben ik ook goed die periode.” Wat zijn je verdere doelen dit seizoen? “Mijn eerstvolgende wedstrijd is de Ronde van Italië, waar ik op zich wel naar uitkijk. Verder is er ook nog het Belgisch Kampioenschap in Les Lacs de l’Eau d’Heure, dat op een parcours wordt verreden dat mij zeker ook goed koers
41
INTERVIEW JELLE VANENDERT
moet liggen. En dan is er in het najaar nog de Clasica San Sebastian, de twee World Tour-koersen in Canada en de Ronde Van Lombardije.” Heb je er al ritten aangestiptde voor de Giro? “Nee, ik heb in alle eerlijkheid zelfs nog niet eens naar het rittenschema gekeken. Te druk bezig met de voorjaarsklassieker. Ik wil nu vooral de Giro rustig aanvatten. Met de start in Nederland is het vooral zaak om valpartijen te vermijden, rustig in de ronde te komen en dag per dag te groeien, kijken wat er allemaal mogelijk is. Van de eerste dagen ga ik gebruik maken om het rittenschema eens te bekijken en enkele ritten aan te kruisen.” Ondertussen dateert je laatste Tourdeelname al van 2012. Wil je nog eens terug? Ja, ik zou op zich nog wel eens terug willen. Maar in de ploeg zitten we mo-
menteel met André Greipel, die vorig jaar vier ritten heeft gewonnen. Het is dan ook logisch dat hij voor een stuk voorrang krijgt om een ploeg rond hem te bouwen. En dan is het aan de ploegleiders om te kiezen wie ze er nog bij willen. En dan is Tony Gallopin keuze nummer één. Wat ook volledig te begrijpen is. Puur voor de publiciteit is een Franse kopman zeer interessant voor de ploeg. En daarbij heeft hij in het verleden ook al knappe resultaten geboekt in de Tour. Remember zijn ritwinst en een dagje in het geel in 2013. Dat zijn allemaal zaken die belangrijk zijn voor de ploeg. Ik wil zeker nog terug naar de Tour, maar het moet ook allemaal een beetje passen binnen de tactiek van de ploeg uiteraard." Wat denk je trouwens van de Olympische wegrit? Dat zou volgens kenners ook een parcours voor klimmers zijn. “Ik wil zeker mee naar Rio. Alleen is het moeilijk om daar een doel van te maken op voorhand, omdat je geselecteerd moet worden door de bondscoach. En ik maak nooit doelen van dingen waar ik niet zeker van ben dat ik kan meegaan. Wil ik meegaan? Absoluut, zonder twijfel. En dan ga ik er ook alles aan doen om daar goed te zijn. Een maand later lijkt het parcours van het Europees kampioenschap in Nice jouw ook als gegoten te zitten? Dat is ook een heel mooi parcours, maar weer hetzelfde liedje: je moet geselecteerd geraken. Gelukkig vallen die wedstrijden wel in dezelfde periode als San Sebastian en de Canadese koersen. Dus ben ik sowieso in die periode in goede conditie. Dan is het ook niet zo moeilijk om te zeggen: Dat is een dag dat ik er ook moet staan.” Je bent er nu 31. In vergelijking met Davide Rebellin is dat nog hartstikke jong. Wat wil je nog allemaal bereiken in je carrière? (Lacht) Haha, ja, dat klopt, maar zo lang is Rebellin ga ik niet doorgaan hoor. Maar goed, als ik mag kiezen zou
42
koers
“De ambitie om een bollentrui te winnen, valt niet te vergelijken met de drang naar een klassieke overwinning” ik nog graag een grote klassieker winnen en dan kan ik tevreden terugkijken op mijn carrière. En als ik mag kiezen is dat Luik, maar ik ga niet treurig zijn als het uiteindelijk de Amstel Gold Race wordt.” En een nieuwe bollentrui, denk je daar wel eens aan? “Als ik in de situatie zou komen om nog eens een gooi te doen naar de bollentrui, zou ik er zeker voor gaan. Maar die ambitie is in de verste verte niet te vergelijken met het winnen van een klassieker. Dat is hetgene dat ik nog als hoogst haalbare zie en dat is dan ook waar ik voor zal blijven gaan tot het einde van mijn carrière. Of er moet nog eens een jongen in de ploeg komen als Tim Wellens, die dan zo doorgroeit dat je er haast zeker van bent aan de start van een klassieker dat hij gaat winnen. Maar tot die dag, ga ik er zelf voor blijven gaan.” Heb je al eens gedacht aan ‘wat na de koers’? (denkt na) Aan gedacht wel, maar ik heb er totaal geen idee van. (lacht) Moelijk om daar nu al een antwoord op te geven. Als ik beslis om te stoppen met koersen, wil ik daar voor de volle honderd procent zeker over zijn. Maar ik kan me een leven buiten de koers moeilijk voorstellen. Ik ben wel naar school geweest, maar ben nadien meteen beginnen koersen. Ik heb nooit moeten solliciteren. Ik heb nooit van die kansen op mij zien afkomen als een jobaanbieding of dergelijke, dus ik heb totaal geen idee.”
RECLAME
koers
43
INTERVIEW
44
koers
INTERVIEW
FLORIS DE TIER
“Ik laat mijn kop niet zot maken”
De talentenvijver van Topsport Vlaanderen-Baloise lijkt onuitputtelijk. We zijn nog maar maart of de volgende vette vis komt al boven water piepen. Zijn naam: Floris De Tier. Door: Jeffrey Fierens // Foto’s Jeffrey Fierens koers
45
FLORIS DE TIER INTERVIEW
H
IDOOL
et Energy Lab in Gent, december 2015. De jonge garde van Topsport Vlaanderen-Baloise houdt er zijn jaarlijkse fysieke proeven in het befaamde testcentrum. De meeste renners laten een lichte verbetering ten opzichte van een jaar geleden noteren. Eén renner steekt er echter met kop en schouders bovenuit: Floris De Tier. Hoewel het 24-jarige klimmerstype op een weegschaal niet zwaarder uitkomt dan 59 kilogram, trapt hij in het testlab maar liefst 6,6 watt per kilogram. Ter illustratie: een gemiddelde, doorwinterde profrenner blijft vaak steken op zes watt. Een serieuze krachttoer dus van de tengere Oost-Vlaming. “Mijn testen waren inderdaad vrij indrukwekkend”, beseft De Tier. “De specialisten vertelden me dat zulke waarden tot de top binnen het profpeloton behoren. Zelfs tot de beteren op WorldTour-niveau. Ik kreeg meteen een geruststellend gevoel. Niet zozeer door die hoge waardes, maar vooral door het feit dat ik weer stappen vooruit had gezet.”
Hoewel hij nu stilaan zijn doorbraak forceert in het wielrennen, leek zijn toekomst lange tijd elders te liggen. Als zoon van drievoudig Belgisch kampioen veldopen Eric De Tier trok de jonge Floris De Tier op zevenjarige leeftijd zelf de loopschoenen aan en eindigde hij steevast bij de beste vijf van het land. Een De Tier-dynastie in het veld leek geboren, tot ene Sven Nys de jonge Floris De Tier de fiets leerde kennen. “Ik was zot van Nys”, aldus De Tier. “Dus wilde ik ook eens zo in de bossen gaan crossen. Meteen was ik verkocht. Op mijn vijftiende heb ik het veldlopen gelaten voor wat het is en ben ik begonnen met cyclocross. Ik deed het niet slecht, zodat ik drie jaar geleden een plek kreeg ik de kans om in het team van Sven Nys te rijden. Neen, ik heb niet lang moeten twijfelen.” Toch heeft Floris De Tier het nooit tot profcrosser kunnen schoppen. Ondertussen had Sven Nys al andere kwaliteiten in de jonge De Tier ontdekt. “Als we op ploegstage de bergen introkken, reed ik altijd bij de besten naar boven”, herinnert hij zich. “Op een gegeven moment kwam Sven naar mij en zei me klimmer te worden. Volgens hem had ik meer kans op slagen op de weg als in het veld. Achteraf bekeken heeft hij gelijk gehad. Daarvoor ben ik hem dankbaar.”
BEVESTIGING
Goede testen afleggen in een warme kamer met allerlei meetapparatuur aan je lijf geplugd is één zaak. Die bevestigen in een wedstrijd is dan weer andere koek. Toch leverde De Tier midden februari in de Ronde van Oman het bewijs van al de goede voortekenen. Negende in de openingsrit na een lastige finale, maar verbazen deed hij vooral in de koninginnenetappe. Ook hij zelf moest zich even in de ogen wrijven toen hij bovenop Green Mountain slechts een minuut na ritwinnaar en ex-Tour de France laureaat Vincenzo Nibali over de streep bolde. “Noem me daarom nog niet de nieuwe Belgische klimhoop voor de toekomst”, zegt De Tier. “Het klopt dat het pas mijn eerste aankomst op een berg van dat kaliber was bij de profs en dat ik waarschijnlijk nog progressiemarge heb. Maar ik wil dit eerst bevestigen voor mensen me zo’n status mogen geven.” Op het rennerslijf van de blonde klimmer staat een kop die je niet zomaar zot zal kunnen maken. “Met beide voeten op de grond blijven is het belangrijkste voor mij. We zijn ook nog maar februari, hé. Veel renners rijden slechts aan tachtig procent van hun kunnen. Misschien ben ik binnen een maand nog beter of blijkt dan dat ik nu al aan mijn top zit. Wie weet. Daarom blijf ik nuchter.” 46
koers
“Noem me nog niet de grote Belgische klimhoop” FLORIS DE TIER
59 KG
172
Floris De Tier
CM 2
Gavere
Profjaren
COMPLETER RENNER
De Tier reed een jaar bij de beloften, maar daarin waren zijn ereplaatsen nauwelijks bij te houden. Winnen zat er echter nog niet in, maar dat weerhield Topsport Vlaanderen-Baloise niet om het jonge talent zijn eerste profcontract te geven. “De ideale ploeg voor een renner zoals ik”, vindt De Tier. “Ik mag geregeld mijn eigen kans gaan, maar leer ook hoe ik moet knechten voor iemand anders. Belangrijk is dat we alles kunnen leren op een rustige manier, zonder veel druk. Bovendien hangt de groep goed aan elkaar. We maken echt plezier. En dat zorgt voor een positieve vibe.” Daarnaast kan hij in geen betere handen vallen dan die van ploegleider en talentkweker Walter Planckaert, beaamt De Tier. “Walter weet hoe hij ons moet aanpakken. Hij maakt vaak grapjes, maar telkens zegt hij daarin hoe de wereld in elkaar steekt. En als er kordaat moet opgetreden worden, zal hij dat zeker doen. Binnen het peloton wordt Planckaert geprezen om zijn visie en zijn toekomstgerichte manier van werken. “Op zijn advies rijd ik dit voorjaar enkele kasseiklassiekers. Klinkt vreemd voor een klimmerstype als ik, maar zo leer ik wringen en mijn plaats binnen het peloton te verdedigen. Ook in de Waalse klassiekers moet je een wringer zijn. Die ervaringen maken me een completer renner. Niet vergeten dat ik nu nog maar aan mijn derde volwaardig seizoen op de weg begin, hé. Men zegt dat een renner pas op z’n sterkst is rond zijn dertigste. Ik heb dus nog wel enkele jaren om me te ontwikkelen.”
Floris De Tier: “Ik moet nog leren wringen”
“EEN GROTE IN WORDING” Gevraagd tot waar de mogelijkheden van Floris De Tier reiken, steekt ploegleider Walter Planckaert zijn loftrompet af. “Een grote in wording. Welke motor er in dat tengere lichaam van hem verscholen zit, is moeilijk voor te stellen. Ik ben overtuigd dat hij binnen enkele jaren de beste klimmer van België zal zijn, mits hij gespaard blijft van tegenslag. Hij is een nieuwe briljant in onze ploeg. Maar wel eentje waar nog aan geslepen moet worden.” Onder zijn hoede wil Planckaert De Tier ook een completer renner maken. “Een klimmer moet ook op vlakke wegen zich vooraan kunnen houden. Daarom rijdt hij enkele kasseiklassiekers dit voorjaar. De aanloop naar de Stockeu in Luik-Bastenaken-Luik is een massaspurt tot aan de voet. Positie verdedigen is cruciaal, want het brengt niets op als je goed bergop kunt rijden, maar dat je als laatste aan de berg begint.” Ook over de mentaliteit van de jonge Oost-Vlaming is de ervaren ploegleider dik tevreden. “Floris is leergierig en toont een wil om het te maken. Daar houd ik van. Hij heeft talent en daar gaan we zuinig mee omspringen. Hopelijk is hij binnen twee of drie jaar weg naar een grote ploeg en doet hij dan mee voor de bergprijs in de Giro of de Vuelta. Dat heeft hij zeker in zich.” koers
47
INTERVIEW MATHIEU VAN DER POEL
“MISSCHIEN BLIJF IK
MOUNTAINBIKEN
NA RIO”
Mathieu Van der Poel heeft zijn Olympische droom nog niet laten vallen. Integendeel, na zijn knalprestaties in Cyprus is het geloof in een ticket voor Rio gestegen. “Ik heb gezien dat ik ook kansen heb in het mountainbiken.” Door Jeffrey Fierens // Foto’s: Jeffrey Fierens 48
koers
T
erwijl wielerminnend Vlaanderen in de roes van de Heilige Wielerweek leeft, stoomt Mathieu Van der Poel zich klaar voor zijn weken van de waarheid. In augustus wil hij mountainbiken op de Olympische Spelen in Rio. Een hele uitdaging, want voor een ticket moet hij optornen tegen de absolute wereldtop in een discipline waar hij tot voor kort weinig pap van gegeten had.
INTERVIEW
koers
49
MATHIEU VAN DER POEL INTERVIEW
Van der Poel heeft er veel voor over om deze zomer de Nederlandse kleuren te verdedigen in Brazilië. In een periode waar veel collega-veldrijders rust pakten, is de Nederlander blijven doortrainen. Hard labeur, maar terstond ook wat spielerei. Wanneer we hem opwachten aan zijn vast trainingsparcours in het Moretusbos in Putte-Kapellen, komt hij acrobatisch met een wheelie aangereden. “Op een mountainbike kan ik me echt amuseren”, zal hij later verklaren. “Zelfs meer dan op een crossfiets. Het leent zich tot extremere dingen. En MTB-parcoursen zijn uitdagender en technisch. Een echte speeltuin voor mij.”
MENTALE BOOST
Een maand geleden reed je je eerste MTB-wedstrijd ooit. Het werd een succes met een ritoverwinning en een vierde plaats in het eindklassement. Van der Poel: Ik schat die prestaties hoog in. In mijn eerste wedstrijd meteen meedoen voor de prijzen, was iets dat ik niet verwachtte. Ik verraste mezelf. Zeker omdat alle grote namen aanwezig waren, op uitzondering van Julien Absalon en Nino Schurter. Men zei dat ik nog op mijn veldritconditie teerde en dat de mountainbikers nog in volle opbouw zijn. Maar laat me eerlijk zijn: de topvorm was op het einde van de winter al verdwenen. En ook dat die toppers zonder conditie aan de start stonden geloof ik maar deels. Je trekt niet naar Cyprus als je niet in vorm bent.
“GEEN HYPOTHEEK OP EERSTE VELDRITTEN” Van der Poel piekt deze zomer vol richting de olympische mountainbikewedstrijd in Rio. Die wordt echter wel pas in het slotweekend betwist. Amper een maand later start het nieuwe veldritseizoen al met de WB-cross in Las Vegas. Dreigt het hele MTB-avontuur dan geen hypotheek te leggen op de eerste veldritten van de Nederlander? “Neen, daartussen heb ik nog genoeg tijd om te rusten en de conditie weer op te bouwen richting het veldritseizoen. Trouwens, met een slechtere basis dan vorig jaar zal ik wel niet kunnen starten zeker”, lacht hij. 50
koers
Die knalprestaties zullen ongetwijfeld voor een mentale boost gezorgd hebben? Zeker. Dit mountainbike-avontuur is een uitdaging. Om dan meteen goede prestaties neer te zetten is goed voor het hoofd. Ik heb gezien dat ik ook kansen heb in het mountainbiken. Op Twitter noemde je het alvast de mooiste twee uur op de fiets. Door de pracht van de natuur daar. Ik was onder de indruk van de plaatsen waar we gefietst hebben. Maar dat heb ik wel meer op de mountainbike. Meer dan in het veldrijden, dat zich voornamelijk in de Vlaamse velden afspeelt. Je doelt op het internationale karakter van de mountainbike-wereld? Absoluut! Neem nu mijn eerste wereldbeker-wedstrijd. Daarvoor moet ik naar Australië. Daar ga je met de cross nooit komen. Bovendien spreekt die internationale allure mij wel aan.” En het wereldje van de mountainbikers zelf? De sfeer is in ieder geval anders dan op de cross. Het gaat er vriendschappelijker en familialer aan toe. De toppers in het mountainbiken gaan als vrienden met elkaar om, terwijl in het veldrijden het concurrenten blijven. Je klinkt ontzettend positief. Heb je een nieuwe liefde ontdekt? Ik amuseer me enorm in het mountainbiken. Daarom denk ik ook dat de mountainbike na Rio niet definitief opgeborgen zal worden. Pas op, ik blijf full-time veldrijder, hé. Maar misschien stap ik na de volgende veldritwinter wel weer op deze fiets. Veel hangt af van hoe het de komende maanden zal verlopen.
SLECHTE STARTPOSITIE
Hoe groot is je geloof in de kwalificatie voor de Olympische Spelen? Na Cyprus is het vertrouwen gestegen. Maar het zal moeilijk worden. Dat besef ik maar al te goed. Het grootste probleem is mijn startpositie. Ik sta de eerste wedstrijden steeds achteraan op de startgrid. Een serieuze handicap op parcoursen die zich niet lenen tot snel opschuiven.
Dan komt dit MTB-avontuur op het juiste moment. Zeg dat wel. In de ochtend door de bossen rijden, is puur genieten. Ondanks het harde labeur, voelt dat niet aan als trainen. Eerder als ontspanning en plezier maken.
Op welke rij start je het liefst? Op de eerste natuurlijk (lacht). Maar dat zal jammer genoeg deze zomer niet lukken. De tweede of derde startrij is ook al super. Wat vaststaat is dat ik er sowieso tijd voor nodig zal hebben om daar te staan. De hoop is er alleszins.
Maar mountainbiken is wel serieus afzien? En of. Vooral de momenten dat je diep in het rood moet gaan, zijn lang. Dat maakt het een pak lastiger dan veldrijden, waar je veel herstelmomenten hebt. In een MTB-wedstrijd is het twee uur alles geven. Zelfs in afdalingen moet je met 200% van je gedachten erbij, en zit herstellen er ook niet in.
De kwalificatienormen halen is één ding. Een ander is een plaats bemachtigen in de Nederlandse selectie die slechts uit twee renners bestaat. En dan is Rudi Van Houts al zeker van zijn stek. Rest er dus enkel nog die laatste plaats. Aan mij om te bewijzen dat ik die verdien. Je klinkt enorm strijdvaardig. De honger is nog steeds aanwezig. Klopt. Mogelijk zit daar de knieblessure die een groot deel van mijn crosswinter om zeep hielp voor iets tussen. Nadien ben ik liever gaan fietsen. Zo lang buiten strijd zijn en niet kunnen fietsen was een lastige periode. Nu apprecieer ik meer om op een fiets te kunnen rijden.
Ik amuseer me enorm in het mountainbiken MATHIEU VAN DER POEL
EUROPEES KAMPIOENSCHAP
Ben je klaar voor de cruciale periode die nu aanbreekt? Over mijn vormpeil mag ik niet klagen, ik ben tevreden met waar ik nu sta. Eind april reis ik af naar Australië voor mijn eerste wereldbeker. Vanaf dan is het volle bak focus, want de komende twee maanden moet ik dat ticket voor Rio veroveren. Tussen de grote kanonnen, op het hoogste niveau. Maar ik wil me to-
koers
51
MATHIEU VAN DER POEL
“Naar de weg om te winnen, niet om te knechten” Twee weken geleden verkondigde vader Adrie Van der Poel dat hij zijn zoon binnen twee jaar het liefst de stap naar de weg ziet zetten. “Dat heeft hij inderdaad gezegd”, glimlacht zijn zoon. “Ooit is dat ook mijn plan, maar ik amuseer me nu gewoon nog te veel in het veldrijden en op de mountainbike. Pas wanneer ik het gevoel heb dat ik alles hebt bereikt wat ik wil, zal ik de overstap wagen.” Bovendien wil hij zich doen gelden in het wegpeloton. “Als ik kom, is dat om te winnen. Niet om een hele dag op kop van het peloton te sleuren.” nen. Ik ben wel benieuwd hoe ik zal presteren tegen de toppers in topconditie. Waar denk je het meeste kans te hebben om je te kwalificeren? Velen zeggen dat ik top tien kan rijden op het Europees kampioenschap in Husqvarna (Zweden, nvdr). Dat zou volstaan voor de kwalificatie. Ik ga er dus van uit dat ik daar de meeste kans heb. Mocht het lukken, zou je in de voetsporen treden van Sven Nys, de vorige veldrijder die het tot tweemaal toe tot de Olympische Spelen heeft geschopt. Inderdaad, het is niet evident om als veldrijder je te plaatsen voor het mountainbiken op de Olympische Spelen. Sven steunt me volledig in dit avontuur. Hij zei dat hij daar iets te laat mee begonnen was. Dat gevoel zal jij achteraf niet hebben. Inderdaad (lacht). Op mijn leeftijd naar de Spelen gaan zou bijzonder zijn en veel betekenen voor me. Ik zal ontgoocheld zijn mocht ik me niet kunnen plaatsen. Maar daar ga ik niet van uit. Als ik me fixeer op een bepaald doel, zal ik er alles aan doen om het te bereiken. En voor Rio is dat niet anders.
52
koers
INTERVIEW
RECLAME
koers
53
INTERVIEW
Kiwi 's in Vlaa nderen
"DE SFEER HIER VALT MET NIETS TE VERGELIJKEN"
54
koers
S
hane Archbold rijdt sinds 2015 voor het Duitse Bora-Argon 18. We kunnen hem misschien wel als een halve Belg beschouwen, hij woonde van 2008 tot 2013 in ons land. “Ik heb heel lang in België gewoond, ondertussen ben ik wel verhuisd maar ik breng nog steeds een groot deel van het jaar in België door. Ik hou ervan om in België te koersen, ondanks dat de wegen hier niet alles zijn en de wedstrijden enorm veel stress met zich meebrengen. Maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door het publiek lang de kant, zo een mensenmassa voor eendagswedstrijden dat zie je enkel in België. Het maakt niet uit of het regent of sneeuwt, er zullen altijd duizenden mensen langs de kant staan. En meestal staan daar ook een heel pak mooie vrouwen tussen, dat houdt me attent! (lacht)”
184 renners uit 32 verschillende landen stonden er dit jaar aan de start van de Ronde van Vlaanderen. Onder hen ook drie NieuwZeelanders. Meer dan 18.000 km van huis dokkeren Shane Archbold (27), Jack Bauer (31) en Jesse Sergent (27) dit voorjaar over onze Vlaamse kasseien. “De atmosfeer langs het parcours hier in Vlaanderen, die vind je nergens anders.” Door: Pieter Borms // Foto’s: Pieter Borms & Glen Van Herck
“De wedstrijden hier kan je kort samenvatten: veel stress, veel valpartijen, slechte wegen en vaak slecht weer” JACK BAUER
De in Takaka, een dorpje aan de Tasmaanse Baai in Nieuw-Zeeland, geboren Bauer groeide op in een cultuur waarin van wielrennen helemaal geen spraken was. Toen hij in 2009 aankwam in ons land wist hij niet eens wat de Ronde van Vlaanderen was. Pas als tiener leerde hij het wielrennen kennen. koers
55
KIWI’S IN VLAANDEREN INTERVIEW
“De eendagskoersen hier zijn echt geweldig, net zoals Parijs-Roubaix. Enorm zwaar maar tegelijkertijd ook enorm leuk. Maar deze wedstrijden
één keer per jaar is wel genoeg. (Lacht) Maar ik moet wel toegeven dat wanneer ze dan gepasseerd zijn, ik toch al snel opnieuw beginnen af te tellen naar de Omloop Het Nieuwblad. (De opener van het Vlaamse voorjaar, nvdr) De mensenzee waar je soms door moet is echt buitengewoon, ze schreeuwen je gewoon de heuvels op. Bij ons in Nieuw-Zeeland wordt het wielrennen ook steeds populairder, maar toestanden zoals hier denk ik niet dat we de eerst komende jaren moeten verwachten.” Dat de sport alsmaar groter wordt daar aan de andere kant van de wereld komt voornamelijk door het feit dat de belangrijkste wielerwedstrijden er tegenwoordig ook live op televisie te volgen zijn. De kans dat er dus nu nog steeds kiwi’s zijn die nog nooit van de Ronde van Vlaanderen hebben gehoord, is dus toch al een stuk kleiner.
JACK BAUER
JESSE SERGENT
SHANE ARCHBOLD
7 april 1985 Ploeg: Cannondale Prof sinds: 2010 Profoverwinningen: 8
8 juli 1988 Ploeg: AG2R La Mondiale Prof sinds: 2011 Profoverwinningen: 8
2 februari 1989 Ploeg: Bora-Argon 18 Prof sinds: 2012 Profoverwinningen: 4
De renner van Cannondale heeft een dubbel gevoel bij de races hier in België.
AFTELLEN NAAR KLASSIEKERS
"De wedstrijden hier kan je kort samenvatten: veel stress, veel valpartijen, slechte wegen en vaak slecht weer. Ik heb al vaak gedacht dat dit misschien wel de slechtste plek op aarde moet zijn om aan wielrennen te doen. De wegen hier zijn echt niet geschikt om op te koersen. Maar het voorjaar is nu eenmaal super belangrijk, neem daar die uitzinnige fans langs de weg bij en dan valt het al bij al nog goed mee. Neem nu vandaag (aan de start van de Scheldeprijs, nvdr), het is woensdagmiddag en hier staan super veel mensen om naar de start te kijken. Dit kom je enkel in België tegen. Bij ons in Nieuw-Zeeland is zoiets ondenkbaar."
56
koers
Jesse Sergent is de enige van de drie die al op Belgische bodem won. In 2011 won hij de Driedaagse van West-Vlaanderen. Hij kijkt dan ook elk jaar opnieuw uit naar het Vlaamse voorjaar.
“Koersen in Vlaanderen is enorm stressvol, maar de mooie vrouwen langs het parcours houden me attent” SHANE ARCHBOLD
IEDERE WEEK MEE MET DE KOERS
koers
W IE L E R M A G A Z I N E
NR 1 - 24 MEI 2015 - €5,5
DE ROOTS VAN
TIESJ BENOOT
NU
5 nummers voor slechts
€20,-
INTERVIEWS
Mathieu Van der Poel Floris De Tier Jelle Vanendert
Koers-/Wielermagazine geeft iedere week een klare kijk op de actualiteit in de wielerwereld. Via messcherpe analyses, diepgaande interviews en duidelijke reportages beleef je met dit magazine alles vanuit de buik van het peloton.
REPORTAGES
Revival van het Duitse wielrennen Waalse wielerkoorts Een blik in de bevoorrading
koers
1
KENNISMAKINGSBON
JA,
Ik wens kennis te maken met Koers-/Wielermagazine. ik ontvang 5 nummers voor maar €20,-
Ik vul de bon in en stuur deze zonder postzegel naar: Koers-/Wielermagazine, Abonnementenservice, Zandpoortvest 13, 2800 Mechelen* Naam:
Voornaam:
Straat: Postcode: Telefoon: E-mail: * Aanbod geldig tot 1 augutus 2016
Nr: Plaats: Geboortedatum:
Bus:
INTERVIEW ONDERZOEK
O P E R AT I E 58
koers
INTERVIEW
OP ZOEK NAAR EEN AANTREKKELIJKERE WIELERSPORT
S P E K TA K E L koers
59
ONDERZOEK INTERVIEW
De kasseiklassiekers stonden dit voorjaar bol van de spanning. Toch blijft de spektakelwaarde een heet hangijzer in het peloton. Nochtans bieden parcourswijzigingen en vooral nieuwe technologieën de oplossing. Stemmen uit het wielermilieu geven hun kijk op de zaken. Door Jeffrey Fierens // Foto’s: Jeffrey Fierens & Wouter Roosenboom
B
egin dit jaar kon geen enkele fanaticus van de koers eromheen. De discussie over de spektakelwaarde van de wielersport was er plots en zou geruime tijd de debatten overheersen. De argumenten waren niet van de poes, van ‘sport die is blijven hangen in de jaren vijftig’ tot ‘te saai om jeugdige harten voor zich te winnen’. Enkele maanden en Vlaamse klassiekers - die bol stonden van de suspense - later is de storm nagenoeg volledig gaan liggen. “Het peloton heeft met open vizier, zonder te veel nadenken, gekoerst en dan zie je een duidelijke groei in spektakelwaarde”, vertelt Michel Wuyts. “Maar om nu te zeggen: case closed.. Dat is dan weer een brug te ver. Het ligt ingewikkelder dan dat.” De ervaren wielercommentator heeft een punt. De onverwachte explosie aan spanning op de Vlaamse wegen verblindt. Straks, wanneer het peloton de rekenmachine zal hanteren in de saaie, slenteretappes tijdens de grote rondes, laait de discussie mogelijk weer op. “En zo lang zal het zelfs niet duren”, zegt Wuyts. “De heuvelklassiekers zullen al een serieuze terugval in attractiviteit kennen. Te beginnen met de Amstel Gold Race. Want laat ons eerlijk zijn: wat valt daar te zien voor de Cauberg? Een beetje gewriemel op de Keutenberg, meer niet. De laatste jaren was het telkens hetzelfde liedje: wat schermutselingen onderweg, maar uiteindelijk met zeventig man richting de voet en spurten tot boven. That’s it.” 60
koers
SLAAPVERWEKKEND PATROON
Nog heel wat werk aan de winkel dus. Het grootste geeuwpunt ligt vooral onderweg, vanaf het moment dat de vroege vlucht het ruime sop heeft gekozen tot dat de finale losbarst. Daartussen liggen vaak honderden kilometers waarop het peloton de publiciteitszoekers urenlang binnen schot houdt en een tiental kilometer voor de finish weer inrekent. Mag het verbazen dat veel vingernagels achteraf onafgebeten blijven hangen? Meestal ziet de kijker al van mijlenver aankomen dat een lange vlucht het niet tot de finish zal uitzingen. Als de commentatoren dan al niet wilde weddenschappen aan het afsluiten zijn aan welke kilometerpaal de vluchters weer bij de lurven worden gevat. Wielrennen is geëvolueerd naar een sport met een lang voorspel en met slechts een kort orgasme op het einde. Toch zoeken organisatoren al jaren naar allerlei toverformules om dat slaapverwekkende patroon te doorprikken. Van hertekende finales tot het uitdelen van hoge prijzen bij tussenspurten. De laatste nieuwigheid is de ‘Gouden Kilometer’, die vorig jaar door sportbedrijf Golazo gelanceerd werd in de Baloise Belgium Tour en de Eneco Tour, twee wedstrijden waar ze organisator van zijn. Het lucratieve systeem klinkt simpel: in volle finale liggen over een afstand van duizend meter drie tussensprints verspreid, waar de eerste drie passanten telkens bonificatiese-
conden kunnen verdienen. Bedoeling van de nieuwe spitsvondigheid: renners met klassementsambities uit hun kot lokken om zo het spektakel vroeger te laten losbarsten. “Een goede innovatie”, vindt Orica-GreenEdge-renner Jens Keukeleire. “Het zorgt voor extra animo tijdens de wedstrijd. Een surplus voor de kijker.” Na de eerste twee proefedities waren de evaluaties positief. In de Baloise Belgium Tour legde Greg Van Avermaet met de gesprokkelde seconden van de Gouden Kilometer de basis voor zijn latere eindwinst en ook in de Eneco Tour zette de lucratieve duizendmeter aan tot actie. Maar dat effect is slechts voor korte duur, vreest Michel Wuyts. “Het peloton weet nog niet goed hoe ze dat nieuwe varkentje moeten wassen. Gaan we voor de eerste sprint, de tweede of de derde? Of nemen we de hele kilometer voor onze rekening? Nu zorgt het voor spektakel, omdat het nieuw is. Maar dat effect zal afzwakken. Kijk maar naar wat er gebeurd is met de supersprints in de Tour. Die zijn nagenoeg waardeloos geworden.”
EXTRA HELLINGEN
De spektakelcrisis in de wielersport heeft ook bij parcoursbouwers de alarmbel doen rinkelen. Vooral de zwaardere parcoursen zijn de laatste jaren een algemene tendens geworden. Want een extra helling vormt toch een extra mogelijkheid om van het pak weg te springen? “Zo simpel is het niet”, weet Etixx-Quick Step-ploegleider Wilfried Peeters. “Wedstrijden worden enkel maar zwaarder, in de hoop een mooiere koers te krijgen. Maar dat werkt contraproductief. Vaak houdt een lastigere finale de wedstrijd nog langer op slot. Renners bepalen nog altijd de koers. En hoe lastiger de omloop, hoe langer ze zullen wachten. Met een saaier koersverloop als gevolg.” Ook in de commentaarcabines fronsen analisten steeds meer met de wenkbrauwen als ze sommige parcoursen onder ogen krijgen. “Meer en
MICHEL WUYTS OVER... OORTJES
“Louter voor het spektakel zeg ik: weg met die apparatuur. Maar zonder oortjes komt de veiligheid van de renners in het gedrang. Daarom blijven ze er beter in. Althans, in wedstrijden van punt a naar punt b. Voor kampioenschappen op een circuit zijn oortjes overbodig.”
AANTAL RENNERS
“Ik predik al jaren voor minder renners per ploeg. Dit jaar verdient de organisatie van de Scheldeprijs een dikke pluim. Ze verkleinde het peloton door minder ploegen te laten starten. Chapeau. De volgende stap is de ploegen aan de startlijn te verkleinen. In klassiekers maximaal zes renners, voor grote rondes zeven. Dat is drastisch, maar ik ben pro.”
meer zien we aankomsten op of vlak na een helling”, merkt Wuyts op. “Dat is blijkbaar het nec plus ultra geworden. Spektakel gegarandeerd, denken de organisatoren dan. Dat klopt voor wedstrijden van het tweede niveau met een minder gestoffeerd deelnemersveld, maar niet in World-Tour-wedstrijden waar ploegen op hun paasbest aan de start verschijnen. Als tegenreactie krijgen grote wedstrijden plots een extra helling in volle finale. Dit jaar pakt Luik-Bastenaken-Luik uit met een nieuwe korte kasseihelling, vlak na de Saint-Nicolas. Ik stel me dan de vraag: waar is dat goed voor? Die ingreep gaat eerder afschrikken dan aanzetten tot actie. Renners zullen nu mogelijk nog langer nadenken voor ze hun grote cartouche verschieten.” Niet alleen in voorjaarsklassiekers zorgt de moeilijkheidsgraad van het parcours voor een afschrikeffect. Ook in de grote rondes baren de vooraf mythisch aangekondigde bergritten
over verschillende bergreuzen al maar vaker een muis. Wuyts: “Maak daarom die etappes niet te lang. Een bergrit van honderdvijftig kilometer garandeert tegenwoordig meer activiteit dan langere etappes over zes cols.” Ook in de ogen van de renners bieden kortere ritten meer kans op een actief koersend peloton. “De eerste week van de Ronde van Italië van vorig jaar was ronduit fenomenaal, veruit de mooiste wedstrijd die ik ooit heb gezien. Veel spektakel
“De nieuwe kasseihelling in Luik-Bastenaken-Luik gaat eerder afschrikken dan aanzetten tot actie” MICHEL WUYTS
NIEUWE TREKPLEISTERS VOOR DE KOERS
“Wielerwedstrijden moeten naar grotere steden trekken. Daar zou men dan grote lussen in en rond de stad moeten maken met veel variatie in het parcours. Het Canadese tweeluik GP Montreal en Québec zijn goede voorbeelden. Wel mag het geen criterium worden, zoals de slotrit van de Tour. Aan zulke dingen heb ik een hekel.”
koers
61
INTERVIEW ONDERZOEK
Wielrennen blijft tv-sport in Vlaanderen Het afgelopen voorjaar kroop de Vlaming weer massaal voor de buis voor de koers. Dat blijkt uit de wekelijkse kijkcijfers van CIM (Centrum voor Informatie over Media), waarin wielerwedstrijden meermaals tussen de tien best bekeken programma’s stond. Een overzicht. RONDE VAN VLAANDEREN (993.842)
GENT-WEVELGEM (950.072)
PARIJS-ROUBAIX (923.765)
NIEUWE TECHNOLOGIEËN
LUIK-BAST.-LUIK (902.322)
KUURNE-BRUS-KUURNE (788.9880)
OM. HET NIEUWSBLAD (728.145)
AMSTEL GOLD RACE (603.483)
1.000.000 kijkers
en dat met grotendeels korte ritten. Daar zit dus wel wat in.” De grote rondes hebben echter nog een groter probleemkind waar ze niet omheen kunnen: de lange vlakke etappes. Vaak urenlange garantie voor een eentonig verloop en de voorspelbaarheid van een massaspurt op het einde. Geen verrassing dat zelfs koersliefhebbers de lange live-uitzendingen overslaan en achteraf genoegdoening voelen met een herhaling van de slotkilometers. Ook onder de renners heerst dezelfde reflex. Lotto-Soudalrenner Tim Wellens verwoordde het in Knack als volgt: “Mijn vader kan een koers van begin tot eind uitzitten en genieten tot en met. Ik niet. Geef mij een montage van de demarrages, plus livebeelden van de laatste twintig kilometer en ik 62
koers
heb alles gezien wat van tel is. Bij een vlakke rit is de laatste vijf kilometer al meer dan genoeg.” Dat zelfs die-hards niet langer in hun zetel ploffen voor de koers is een pijnlijke evolutie, maar hun keuze is niet onlogisch. De tv-kijker is de laatste jaren enorm veranderd, terwijl de wielersport nog altijd ter plaatse blijft trappelen. “Toch probeert de Tour de France het saaie patroon van de eerste week te doorbreken”, vindt Wuyts. “Parcoursbouwer Gouvenou zoekt de laatste jaren vooral naar meer variatie in het landschap. Niet elke dag een sprintersrit, maar ook eens een etappe over kasseien of met een helling op het einde. Enkel op die manier lok je klassementsrenners de eerste dagen uit hun kot en zorgen voor actie. Dat plan is de laatste jaren goed gelukt. Een stap in de goede richting.”
Maar door enkel op zoek te gaan naar meer variatie in parcoursen wordt slechts een deel van het probleem opgelost. Ook de manier waarop de koers in beeld wordt gebracht kan een nieuw likje verf gebruiken. "Veel renners vinden dat er niets mis is met de spektakelwaarde van het wielrennen”, vertelt Keukeleire. “Enkel hoe het in beeld wordt gebracht kan links of rechts wel wat aanpassing gebruiken.” De wielersport is niet afgestemd op de zappende consument. Dat was ook de slotsom van de wielergekke professoren Daam Van Reeth en Wim Lagae, na hun onderzoek naar de economische stand van zaken in de professionele wielersport, waarin ook de spanningsboog een belangrijke factor
speelt. “Qua entertainment biedt de wielersport niet wat de moderne consument eist”, vertelde Van Reeth voor het wielerseizoen in Knack. Zijn sparringpartner Lagae vulde aan: “Mits een paar verstandige ingrepen is een interessanter televisieproduct wel degelijk mogelijk. Een manier om dat op te krikken, is meer beleving in de verslaggeving. Waarom geen on-boardcamera’s op de helmen of de zadels, zoals bij motorraces? Een afdaling in de Tour volgen vanuit het perspectief van de renner, kan het spannender?” Velon promoot al sinds haar ontstaan in 2014 het gebruik van de on-boardcamera’s. De organisatie waarin elf WorldTour-teams vertegenwoordigd zijn, speelt een belangrijke rol in het debat rond de spektakelwaarde in wielerwedstrijden. Onder het motto ‘making cycling better’ zet het zich vooral in om de koers dichter bij de koersliefhebber te krijgen. Daarbij zijn nieuwe technologieën incontournable. Naast de Go-Pro-beelden ijveren ze ook voor realtime hartslaggegevens en wattagecijfers in beeld, maar hun vernieuwingsdrang wordt vaak gedwarsboomd door het conservatisme binnen de wielerwereld. Die behoudende relflex zou in ieder geval kunnen verklaren waarom on-bike-beelden enkel nog maar in korte clipjes online te bekijken zijn, en niet in de live-uitzending. Ook in andere kwesties, bijvoorbeeld die van het aantal renners per ploeg (zie kaderstuk), blijft een verandering uit. Maar voor sommigen heeft de wielersport meer nodig dan enkel on-boardbeelden en cijfermateriaal in beeld. Ploegleider Wilfried Peeters ziet de koers graag op de kar van de gepersonaliseerde televisie springen. “Kijkers
Kijkers moeten uit hun zetel kunnen bepalen vanuit welk standpunt ze de koers kunnen bekijken, zoals in de F1. WILFRIED PEETERS
“SAGAN IS EEN GODSGESCHENK” Sinds zijn wereldtitel in oktober vorig jaar heeft het wielerpeloton er een nieuwe attractie bij: Peter Sagan. Hoewel zijn naam nog niet is gevallen in dit debat, speelt hierin nochtans de Slowaakse .. een belangrijke rol. Op oudejaarsdag toonde hij nog samen met zijn vrouw Katarina zijn danskunsten in een ludieke compilatie van Grease. Het filmpje haalde tot nu toe meer dan een miljoen views. Veel koersliefhebbers, maar ook veel kijkers die nog nooit een koers hebben gekeken. “Sagan is een godsgeschenk voor de koers”, zegt Michel Wuyts. En of. Ook op de fiets steelt hij met zijn rock ’n roll-look vaak de show met acrobatische toeren, zelfs na een topklassieker als de Ronde van Vlaanderen kon er nog een wheelie vanaf. Sagan weet als geen ander te entertainen, terwijl het publiek ervan smult. Daarbij schuwt hij tijdens de wedstrijd de actie ook niet. “Hij wacht niet af, maar durft voor de aanval te kiezen. En wie blijft er dan zitten als die torpedo versnelt? Hij is een figuur in het peloton die de actie in zich draagt.” zouden van thuis uit moeten kunnen bepalen vanuit welk standpunt ze de koers bekijken. Als ze willen zien waar renner X zit op de top van de helling moet dat kunnen, zoals dat in de F1 ook mogelijk is. Met een simpele gps-file kan dat. Daar zit de toekomst van onze sport. Niet iedereen is fan van Sagan of Cancellara. De meesten willen weten waar hun favoriete renner zit.” Wielercommentator Wuyts bekijkt het allemaal met een dubbel oog. “Het
zijn gadgets waar we goed mee moeten opletten”, zegt hij. “De kans dat we daarmee in de weg van de koers zullen zitten is groot. Een voorbeeld: tijdens Parijs-Roubaix speelden we een interview af, nog zo’n gadget, op het moment van de val die uiteindelijk de koers in zijn definitieve plooi zou leggen. Wat vooraf als noodzakelijk kwaad voor meer attractiviteit werd beschouwd, vormde plots een groot nadeel. Voor alle duidelijkheid: ik ben wel voorstander van on-boardbeelden en cijfermateriaal in beeld, zeker in lange Touretappes. Maar ze mogen nooit de hoofdtoon worden.” Toch ligt de weg richting visuele topbeleving van een wielerwedstrijd nog bezaaid met tal van obstakels. In de eerste plaats moeten vooral voor de persoonlijke cijfergegevens in beeld verschillende partijen een akkoord vinden. Bovendien dikken de nieuwe technologieën het kostenplaatje van het wielrennen nog extra aan. Wuyts: “Over het eerste kan ik zeggen dat ik nog nooit, maar echt nog nooit, geweten heb dat alle partijen op dezelfde lijn
zaten. Daarnaast moet je ook opletten dat je geen koersvervalsende informatie meegeeft, want andere ploegleiders volgen de koers ook in hun auto, hé. En wat het tweede betreft: er komt inderdaad een extra regie enzovoort bij kijken. En dat kost geld. Hoe gaat een bedrijf met een strak bezuinigingsplan dat verantwoorden tegenover de overheid?” Nochtans ligt de toekomst van de wielersport bij het gebruik van nieuwe technologieën. Al was het maar om vooral de jeugd mee te krijgen in het koersverhaal. “Mensen kijken nu op een compleet andere manier naar de koers”, besluit Peeters. “Mijn dochter is negentien en kijkt pas vanaf de finale naar de wedstrijd. Daarvoor volgt ze alles vanop haar tablet, zoals zo velen dat tegenwoordig doen. De koers moet meegaan met zijn tijd en zich daaraan aanpassen. Want de wielerliefhebber zal zich niet aanpassen aan de koers.”
koers
63
INTERVIEW FIETSTEST
8AVO EVO
DE ERFENIS VAN OTTAVIO BOTTECCHIA Handwerk en comfort. Twee eigenschappen die de 8Avo Evo typeren en waarmee het Italiaanse fietsenmerk zich op de internationale markt wil profileren. Geen overbodige luxe, want na negentig jaar doet de naam van de peetvader nog altijd meer een belletje rinkelen dan de fiets zelf. Door: Glen Van Herck // Foto’s: Pieter Borms
64
koers
B
ottecchia. Het is niet het grootste fietsmerk van Italië, laat staan wereldwijd. In eigen land staat het fietsmerk in de schaduw van onder andere Colnago, Pinarello en Willier. Het Italiaanse Acqua & Sapone met als kopman Stefano Garzelli, Girowinnaar in 2000, reed in 2010 en 2011 twee jaar rond op fietsen van Bottecchia, maar nadien verdween het merk weer even snel uit het profpeloton als het geko-
men was. Nu zijn het teams als Aero Zero Pro Team, een Italiaans continentaal team, en Pro Cycling Team Conceria Zabri, een Italiaans vrouwenteam, die er het mooie weer op maken. Iets minder klinkende namen dus. Nochtans heeft Bottecchia een verschillend assortiment. De 8Avio Evo is een fiets voor de ruigere types, terwijl de Emme 3Gara 365, waarvan het frame slechts 365 (!) gram weegt, en de Tourmalet ideaal materiaal vormen voor de klimgeiten uit het peloton.
STILISTISCH
Voor de 90ste verjaardag van het bestaan van Bottecchia, pakten de constructeurs van het Italiaanse fietsenmerk uit met een specialleke. De oudgedienden werden in een stilistisch, nieuw jasje gestoken en kregen de handtekening van hun oprichter op de bovenbuis gegraveerd. Maar uiteraard staat de kwaliteit van de fiets nog steeds boven alles, al wil het oog uiteraard ook wat. En als er iets is dat Italianen hebben, dan is het wel oog voor detail. Getuige daarvan ook de inspirerende quotes op de bovenbuizen van de frames. Allemaal om de renner te motiveren om door te zetten tijdens het afzien. De 8Avio Evo is een fiets voor het klassieke Vlaamse binnen het gamma. De geometrie van het frame is gepast voor korte explosieve versnellingen en stuurt goed mee in de bochten, iets wat op onze Vlaamse slingerwegen goed van pas komt. Daarnaast is de achtertrein verstevigt waardoor het de schokken van de kasseien beter opvangt. Bovendien komt Door die ruig ogende achtertrein is de 8Avio Evo dan ook ietsje zwaarder uit dan zijn collega’s, maar dat extra comfort kan op de nukkige kasseistenen wel eens van pas komen.
ERGONOMIE
Het ergonomische PLT-stuur van Pro maakt een aparte kromming die afwijkt van de standaardsturen. Het extra rechte stukje in het stuur zorgt voor
SPECIFICATIES Frame: C09 8Avio Evo Carbon Matt Gewicht frame: 950 gram Voorvork: Monocoque carbon UD tapered Stuur: PLT Pro Stuurpen: PLT Zadel: San Marco Era Zadelpen: Pro (carbon) Groepset: Shimano Ultegra Wielen: Supra RA Elite Banden: Vredestein Fortezza Senso 25mm Maten: 43, 47, 50, 53, 56, 59
een betere greep wanneer je onder in de beugel ligt. Bovendien kan je in de spurt zo ook beter aan je stuur trekken om zo meer snelheid en kracht te genereren. Het zijn vaak dit soort details die het verschil maken tussen winst of verlies. Het PLT-stuur van Pro is vervaardigd uit aluminium. Hier zou de gewichtsfreak dan ook nog wat extra grammetjes kunnen inwinnen door te kiezen voor een stuur uit het lichtere carbon. Al boet je dan misschien wel wat in aan stevigheid. Ook verschillend ten opzichte van de Emme 3Gara, de Tourmalet en de Doppia Corsa is de positionering van de achterrem. Bij deze lichtere modellen staat deze onderaan het frame, achter de trapas, wat volgens testen in hun eigen Red Lab een kleine aerodynamicawinst oplevert. Het nadeel is echter dat er qua bandruimte minder bandruimte is. Waar het tegenwoordig een trend is om met bredere bandjes te rijden (28mm of zelfs meter), om meer grip te hebben op gladde wegen of kasseien, kan dit wel eens moeilijkheden opleveren bij de eerder vernoemde modellen met de rem onderaan. Ook kan er op die plek wel eens meer vuil blijven klitten tussen de remblokjes en het frame. Een extra nadeel dus ook voor de fervente fietser die zelf zijn fiets moet kuisen.
CONCLUSIE
Voor de Vlaamse kasseivreter is de 8Avio Evo van Bottecchia de ideale koersfiets. Door zijn extra stevigheid op de cruciale punten biedt hij het nodige comfort op de kasseistroken zonder al te veel snelheidsverlies. Bovendien kan een gebrek aan stuurmanskunst van de fietser gecompenseerd worden door de mogelijkheid om bredere bandjes te steken. De fervente klimmer kan dan weer beter opteren voor de lichtere frames in het gamma, waarbij vooral de Emma 3Gara 365 de kroon spant met z’n vederlichtheid. Al is de prijs van die fiets iets minder licht. koers
65
DE LAATSTE METERS
Iedere week geeft Jeffrey Fierens zijn klare kijk op het afgelopen koersweekend
DE GRIJNS VAN SAGAN Peter Sagan is nu ook flandrien. Na billenknijper, rockster en wereldkampioen heeft hij de eretitel die hij al jaren najaagt eindelijk beet. Maar in zijn raid richting felbegeerde, klassieke zege in de 100ste Ronde van Vlaanderen ontpopte de Slowaak zich ook tot kampioen van de grijns. Hij etaleerde zijn handelsmerk al ’s morgens vroeg op het startpodium. Duizenden wielergekke toeschouwers waren samengepakt voor het immen-
Mede door het heft zelf in handen te durven nemen bijvoorbeeld en als topfavoriet op meer dan dertig kilometer van de finish mee te sluipen met Kwiatkowski. Even keek Sagan achterom. De brede grijns verscheen opnieuw. Cancellara twijfelde en bleef zitten. Dit was hét moment. Enkel Sep Vanmarcke keerde nog terug. Het maakte niet uit. Want de regenboogman waande zich oppermachtig. Op de Oude Kwaremont gooide hij
Gelukkig lag de meet in Oudenaarde, anders denderde olijke Peter gewoon door in zijn overwinningsroes. se podium, waar de renners als gladiatoren werden voorgesteld. Achter zijn gekleurde zonnebril priemde Sagans pretoogjes. Gepaard met een kamerbrede grijns. Peter houdt wel van die aandacht. Showman in hart en nieren. Hij wist het toen al: dit wordt mijn dag. Toch beseft ook hij dat een monumentale zege niet op een presenteerblaadje komt. Alles moet meezitten, terwijl onheil achter iedere flauwe bocht schuilgaat. Twee valpartijen schakelden Benoot en Van Avermaet uit voor de zege. Vlaanderen vloekte, Peter grijnsde. Geluk dwing je ook af. 66
koers
Kwiatkowski overboord, de Paterberg betekende het doodvonnis van Vanmarcke, die onder zoveel krachtpatserij zelfs van kop tot teen in kramp schoot. Gelukkig lag de meet in Oudenaarde, anders denderde olijke Peter gewoon door in zijn overwinningsroes. Zijn eerste monument is binnen, maar Sagan wil meer. “Vlaanderen done, nu op naar de volgende”, verklaarde de Slowaak achteraf met zijn gekende grijns. Schrijf dus maar op: Peter De Grote is klaar om ook Roubaix en omstreken te veroveren.
RECLAME
koers
67
INTERVIEW ONDERZOEK
RECLAME
68
koers