Kappen

Page 1

Bio in Berlijn

Verantwoord festivallen op Mano Mundo

Ezelinnenmelkerij in Vlaams-Brabant


interview

Verantwoord Kappen Kies voor hout én papier met het FSC label. Het FSC label geeft u de garantie: dit product is afkomstig uit een verantwoord beheerd bos.

K ppen

2 WWF  ondersteunt FSC

Op zoek naar FSC leveranciers? www.ikzoekfsc.be Algemene informatie over het FSC label? www.fsc.be


Niet te filmen! Eindredactrices Caro Soons en Denise Mol Š Herman Soons

Groen = Doen Het is eindelijk zomer! Tijd om even op adem te komen en lekker te ontspannen. Laat je stressvolle job voor wat het is en reanimeer je sociale leven. Met vrienden of het hele gezin de stoute schoenen aantrekken en van de gezonde buitenlucht gaan genieten. Toegegeven, festivals en boerderijen bezoeken is ontelbaar veel leuker in de zon dan in de drup. Is het toch rotweer? Goed nieuws! Nestel je met Kappen knus in de zetel en ontdek de eerste stappen naar verantwoord leven voor de hele familie.

Colofon Eindredactie: Denise Mol en Caro Soons Illustraties tussenbladen: Caro Soons Cover foto’s: Caro Soons

Een dipje vanwege de crisis? Kappen ging op onderzoek uit. Ecologisch leven blijkt niet enkel goed voor het milieu, maar ook voor je knip. Dus waar wacht je op? In dit magazine komen optimistische levensverhalen en diepgravende dossiers aan bod. Voor elk wat wils. Of je nu volbloed ecologist bent of een bio-groentje, we hopen dat je ervan geniet!

Denise Mol en Caro Soons

De nieuwste tips en uitjes vind je op onze site: http://journo.be/wordpress2


inhoudstafel

7 10 14 26 PORTRETTEN “In onze kleren zit steeds een ziel en een verhaal” /7 “Doe wat je wilt, want je leeft slechts een keer” /10 “Vanaf het moment dat ik kon lopen, zaaide ik bloemen.” /14 Europa voor de kar van de zadenindustrie gespannen

/17

Voedselfraude bestrijden met nieuwe etikettering

/21

DOSSIERS Bio in Berlijn /26 Berlijners swingen warm voor Earth Hour 2013 /35 4  

K ppen


inhoudstafel

37 40 52 56 LIFESTYLE Duurzamer wonen en besparen begint met ‘ecologica’ /37 Verantwoord festivallen op Mano Mundo /41 Consument grijpt terug naar houvast streekproducten /54 Bijna 2800 Vlaamse gezinnen kiezen met Voedelteams voor korte keten inkoop /57 Supergranny’s trukendoos /58

K ppen

  5


PORTRETTEN

6  

K ppen


“In onze kleren zit steeds een ziel en een verhaal”


interview

Ecologische keuzes maken gaat vaak over voedsel. Eten om de wereld wat mooier te maken, het heeft zijn charmes. Maar ecologische kledij ligt moeilijker: blijkbaar zien we lange rokken, sandalen en andere trends die eerder op de wei van Woodstock thuishoren nog altijd als enige optie als we ons milieuvriendelijk willen kleden. Daar wil Tonny Van Bavel met zijn winkel Supergoods in Mechelen verandering in brengen: “Je hoeft niet nagekeken te worden om je keuze.” Tekst en foto’s: Caro Soons Het concept van de winkel “Ecologische mode wordt vaak versleten als ‘geitenwollen sokken en lang haar’, maar dat klopt niet. De basisopzet van onze winkel is te tonen dat deze mode wel hip, cool en graaf is. Het is niet omdat je voor ecologie kiest dat je erbij moet lopen als een hippie. Ecologie is voor iedereen bereikbaar en je hoeft niet nagestaard te worden omdat je ecologische keuzes maakt.”

Hoe is het idee om een ecologische winkel te starten ontstaan? “Mijn vriendin en ik wilden al lang een winkel openen. In het begin was het ons nog niet duidelijk wat dat nu precies ging worden. We dachten iets kleins te doen, of op de markt te gaan staan. We waren het er al wel snel over eens dat het iets ecologisch moest worden. Mijn vriendin is namelijk Finse en ze is actief voor de Finse groenen. Ik was zelf ook al bezig met ecologie. Toen kwamen we samen op het idee iets met eco-design te doen. Eerst dachten we aan een winkel in ons huis. We wonen in het centrum van Mechelen, dus als we een paar aanpassingen deden, zou dat wel lukken. Dat zou ook de kosten drukken. Maar toen vonden we dit pand. Het is hier zeer licht en er is ook een tuin. We hebben toen twee nachten slecht geslapen en zijn dan toch maar onze handtekening gaan zetten. Zes weken na die handtekening hebben we onze winkel geopend, dat was vorige zomer.”

Hebben jullie het moeilijk om klanten te vinden? We zitten hier niet op de Bruul, maar op een zijstraat. De OnzeLieve-Vrouwestraat is wel aan het opkomen met allerlei minder alledaagse winkels. Klanten aantrekken is nog altijd een uitdaging. Maar er was van in het begin zeker wel interesse. Maar goed, wij werken heel veel met sociale media en we proberen zo te adverteren. Dat is in deze tijd levensbelangrijk.

H&M en andere confectiemerken brengen nu ook een ecologische lijn op de markt. Wat is het verschil tussen jullie en hen? De faire productie is voor ons ook heel belangrijk. Wij willen een transparante productieketen. Dat wil zeggen dat je bijvoorbeeld in het geval van onze kostuums via de website van het ‘modehuis’ kan zien welke kleermaker eraan heeft gewerkt. Van al onze kledij is het makkelijk om na te gaan waar ze gemaakt is en in sommige gevallen zelfs door wie. Dat is wel een groot verschil met bijvoorbeeld H&M. Bij hen is de ecologische lijn


interview

“In India pleegt een gemiddelde katoenboer na 8 maanden zelfmoord” enkel van bio-katoen. Het is een heel grote stap vooruit, maar als je weet dat er voor één T-shirt 4.000 liter water nodig is, besef je wel dat er nog werk aan de winkel is. Nu blijken andere materialen heel interessant voor de ecologische mode. Bamboe is er een van. Redelijk wat van onze kledij wordt daarvan gemaakt, het is bovendien zeer zacht. Er zijn ook allerlei varianten van viscose, die uit houtpulp zijn gemaakt. Je hebt er van berkenhout, eucalyptus, en nog veel meer. Het is op zich bijna een kunststof, maar de chemicaliën die gebruikt worden, blijven binnen de fabriek. Bio-katoen is al vele malen beter dan gewoon katoen, maar we moeten toch blijven zoeken naar alternatieven. Want ook de menselijke tol is zwaar. De gemiddelde Indische katoenboer, dus geen bio-boer, pleegt na acht maanden zelfmoord. Eerst wordt hij ziek van de chemicaliën, waardoor hij zijn gezin niet meer kan onderhouden. Dan sukkelt hij in een depressie. Vaak pleegt hij dan nog eens zelfmoord met de chemicaliën waardoor hij ziek werd. Dat is een heel gruwelijk verhaal dat ik niet vaak aan mijn klanten vertel. Dus bio-katoen is al een stap in de goede richting, maar het is slechts één aspect van onze winkel. We bieden ook stukken aan die echt gerecycleerd zijn. Dat is eigenlijk nog het interes-

santste. Daar hangt bijvoorbeeld een jas die gemaakt is van een tentzeil van het Oost-Duitse leger (zie foto). Die onderbroekjes zijn ook gerecycleerd én zeer comfortabel, maar dat geheel ter zijde (lacht). Gerecycleerde kledij is zeker iets dat we moeten steunen. Het is ook altijd uniek. Bij ons zit er ook steeds een ziel in, een verhaal. Recyclage is uiteraard geen optie voor H&M. Zij moeten voor duizenden winkels produceren. En recyclage is zeer kleinschalig en meestal uitsluitend Europees proces. Het maakt producten unieker, maar niet goedkoper. Mensen denken dat recyclage goedkoper is, maar dat is niet het geval. Zeker niet als je ervoor kiest in Europa te blijven. We hebben veel gerecycleerde accessoires, zoals de tassen van brandweerslangen. Dat is pas echt recyclage. Bij de kleren is dat een minderheid, daar werken we vooral met bio-katoen en aanverwanten. Waar we ook belang aan hechten en zeker verder mee gaan werken, is onze nagellak. Daar zijn een aantal gifstoffen niet in gebruikt. Er zit bijvoorbeeld wel aardappelzetmeel en mais in. Daardoor zitten er maar 15% chemicaliën in, terwijl dat dat gewoonlijk 100% is. Ecologie staat voor veel mensen gelijk aan een dure keuze, maar daar wil ik het niet over hebben. Wij zijn niet goedkoper dan H&M, dat kan ook niet voor kleinere winkels. We doen wel heel erg ons best om de prijzen te drukken. Zo proberen we om het studentenpubliek aan te trekken. Hier kan je geen T-shirt kopen voor 10 euro en dat ligt moeilijk.


“Doe wat je wilt, want je leeft slechts één keer”


interview

Bart en Inge Geeraerts baten ezelboerderij uit Tekst en foto’s: Denise Mol

Op een zeker moment in je leven bereik je het punt – nee, niet in de midlife crisis – dat je je baan en je manier van leven onder de loep neemt. Dan steekt die existentialistische vraag de kop op: is dit nou alles wat je uit het leven wilt halen?

K

linkt bekend? Begin een nieuw hoofstuk in je leven! Je hoeft geen radicale omslag te maken en niets moet stante pede, maar stap voor stap werken aan je persoonlijk geluk moet haalbaar zijn. Durvers Bart en Inge SelsGeeraerts uit Scherpenheuvel-Zichem evalueerden een jaar geleden hun leven, zagen een kans om het over een andere boeg te gooien en namen de sprong in het diepe. Nu zijn ze de trotse eigenaars van ezelboerderij De Hoef, gelegen aan het rustgevende natuurgebied De Demerbroeken in Vlaams-Brabant. Kappen treft het koppel in een uitgestrekte weide, tussen de knuffelbare ezels, begroet door enthousiast gebalk. Hier bieden Inge en Bart zorgtherapie met de ezels aan en organiseren ze verjaardagsfeestjes voor kinderen. Hun ezelinnenmelk wordt verwerkt tot verzorgingsproducten en vanaf deze zomer starten ze met hoevetoerisme. Vandaag vertellen ze in Kappen over hun beleving.

Waarom deze wending in jullie leven? Bart: “Het idee speelde al langer. Wij woonden hier vroeger dichtbij, ook vlak tegen het natuurgebied. Wanneer we hier langs wandelden, zagen we deze boerderij er altijd zo vervallen bij staan. Toen besloten we samen: als dit ooit te koop komt te staan, dan gaan we ervoor! En toen stond het op een dag te koop. Ik had hiervoor een bedrijf in hernieuwbare energie en het was net het moment om mijn leven te veranderen. We kwamen het hier eens bezichtigen, hebben overlegd -”

Inge: “en toen hebben we het direct gekocht.” Bart: “Ik ben nogal impulsief, dus aan mij lag het niet. Ik moest Inge nog overtuigen, maar dat was niet zo moeilijk.” Inge: “Het is een beslissing die we samen genomen hebben. Ik weet nog dat we allebei voor ogen hadden om ons leven anders te gaan leiden en niet meer geleefd te worden, wat de laatste jaren toch wel het geval was. Ook wilden we bewuster kiezen voor onze kinderen: om wat dichter bij de natuur te staan en meer tijd als gezin te kunnen doorbrengen.” Bart: “Hiervoor had ik een heel drukke job. Ik was vanaf vijf à zes uur 's morgens weg tot zeven à tien uur 's avonds. Onze zoon is nu tien jaar oud, maar ik heb hem pas echt leren kennen toen hij acht jaar was. Ik heb niet echt meegemaakt dat hij opgroeide. Dat heb ik nu met onze twee kleinere kinderen wel, vooral de kleinste: ik ben thuis vanaf dat zij geboren is. Dat maakt een heel verschil en alles lijkt ook langer te duren. Ze is nu twee jaar oud en die tijd verloopt traag, terwijl mijn zoon opeens groot was. Het probleem is ook dat ik met hem een andere band heb als met mijn jongste dochter. Met hem heb ik dat niet kunnen opbouwen, omdat ik er nooit was: als hij opstond was ik al weg en ik kwam pas thuis als hij alweer sliep.”

Hoezo een ezelboerderij? Bart: “We konden even goed koeien of schapen nemen, maar als je zelf ooit ezels gehouden hebt, dan begrijp je waarom we voor

K ppen

  11


interview ezels kiezen. Dat is moeilijk uit te leggen. De aantrekking is iets van vroeger. Ik heb nog een foto dat ik als klein manneke op een ezel zat. Het dier intrigeert mij. Het zijn zalige beesten. Je kunt ze met geen enkel ander dier vergelijken.” Inge: “Het mooie aan ezels is hun rustige aard. Vaak wordt ook gezegd dat een ezel je een spiegel voorhoudt: een ezel kan je laten zien hoe het met je gaat. Dat maakt het ook heel fijn om met ze te werken. En ze zijn ook heel intelligent.” Bart: “Een school had ons onlangs gecontacteerd om een ezel te huren als transport voor de Sint. Ik was onvoorbereid aan die opdracht begonnen. Ik spande de ezel in, maar ik kwam in tijdsnood en alles moest vooruit gaan. De ezel voelde aan dat de zaken niet gingen zoals normaal, omdat ik aan het stressen was. Toen dacht die ezel: 'Zo niet.' Ik ben tot hier achter in het bos geraakt. Toen heb ik naar de Sint moeten bellen dat hij een taxi moest nemen.” “Dat zijn zo'n typische zaken waarin de ezel voelt dat er iets niet goed zit. Het is de hengst, die mij door en door kent. Wanneer ik iets ander gedrag vertoon dan normaal, dan denkt hij dat er iets scheelt en blokkeert hij. Dan kun je duwen, trekken of je boos maken, dat helpt allemaal niet: die ezel blijft gewoon staan. Pas toen ik rechtsomreeks maakte, belde om te zeggen dat het feest niet door ging en tot rust kwam, ging de ezel zonder probleem met mij mee terug.”

Hoe zijn alle verschillende projecten ontstaan? Inge: “Van in het begin hadden we een totaalidee van het eindplaatje: een project met verschillende pijlers, om het rendabel te maken. Toen was ons idee: alles wat haalbaar is om te realiseren met een ezel – met respect voor het dier – willen we doen. En ik geloof dat we dat ook gaan halen. De zorgboerderij is iets dat ik vooral altijd al heb willen doen. Ik vind dat een prachtig concept en het is al gebleken dat dat superleuk is. Dat is ook zeker niet het onderdeel waar we rijk van zullen worden, want de zorgsector is peanuts qua opbrengst.” Bart: “Daar is het meeste vraag naar en we gaan er het meeste werk aan hebben, maar...” Inge: “de opbrengst is schamel. Toch is het iets wat ik heel graag doe en zeker ook wil blijven doen. De ezelinnenmelkerij 12  

K ppen

stond van in het begin vast. Nu groeit dat idee toch nog gaandeweg, omdat we ook voor het biolabel gaan: we schenken aandacht aan dierenwelzijn en milieuzorg. Je komt in het proces toch ook andere pistes tegen: andere mensen en nieuwe ideeën. Maar het globale concept lag van in het begin op tafel.” Bart: “Als je er eenmaal mee bezig bent, is dat ecologische aspect ook best verslavend. Wanneer je ermee begonnen bent, wil je altijd een stapje verder gaan.” “Neem nu onze verwarming: eerst dachten we een warmtepomp te plaatsen, wat al redelijk energiezuinig is. Nu gaan we voor een biomassa installatie, wat nog beter is en een ecologische oplossing biedt voor ons mestoverschot, want zo halen we onze verwarming en ons warm water eruit door de mest te verbranden.”

Hoe waren de reacties van de kinderen op dit nieuwe leven? Inge: “Ik geloof dat onze kinderen fel meeleven in wat wij doen. Ons Kaat zeker, want zij is pas twee en weet niet beter. Alle drie onze kinderen zijn enthousiast. Voor mij zijn ze ook een goede barometer om te zien of alles goed verloopt. We doen dit tenslotte ook voor een stuk voor hen en ik wil dat het voor hun ook fijn blijft.” “Ik denk dat ze flink hebben moeten wennen, omdat ik vroeger veel thuis was. Bart was er nooit, maar ik was er altijd en nu is dat meer gelijk verdeeld. Er is voor hen veel veranderd, maar we doen nu alles samen, als gezin, wat ons doel was.” Bart: “Het was zeker een aanpassing: van een mooi huis met een zwembad, naar dit renovatieproject. De kinderen kunnen zich nog niet voorstellen hoe het eruit zal zien als het klaar is. Je kunt ze een bouwplan laten zien, maar toch kunnen ze het zich niet echt voorstellen.” Inge: “Soms zijn ze wat ongerust en dan krijgen we de vraag: 'We gaan toch wel een mooi huis hebben met een badkamer en ieder een eigen slaapkamer?' Zo is het voor de kinderen vrij spannend. Maar ze gaan er goed in mee, ze zijn ook weg van onze dieren en zo. Ze beginnen nu de vrijheid te ontdekken. In het begin beseften ze niet hoe weids


interview het hier is en bleven ze dichtbij huis. Nu trekken ze er echt op uit en komen ze terug met een verhaal over hoe ze in de gracht zijn gevallen. Ik vind het fijn dat ze hier echt kinderen kunnen zijn. Dat was de bedoeling en we hopen dat we hier iets kunnen opbouwen waar ze later misschien ook nog iets aan hebben. Dat is toch het ultieme streven. Je kunt ze niet naar een bepaalde toekomst duwen, maar we zouden het toch fijn vinden als zij later voortzetten wat wij hier opgebouwd hebben.”

Hebben jullie tegenwind gekregen over deze beslissing? Bart: “Ik heb dat bewust afgeremd. Daar wil ik mee zeggen: wij hebben tegen niemand gezegd dat we het huis gingen bezichtigen. Pas toen het contract ondertekend was hebben we dat meegedeeld.” Inge: “Nee, het was nog niet getekend. De afspraak lag vast, ik geloof dat het drie dagen voor ondertekening was, en toen zijn we naar mijn ouders gegaan en hebben we het nieuws verteld. We hebben dus bewust met ons tweeën de beslissing genomen. Want ik wist dat mijn ouders heel ongerust uit de hoek zouden komen, wat onze beslissing beïnvloed zou hebben. Die boot hebben we bewust afgehouden. Achteraf zijn we pas bij familie om morele steun gaan vragen.” Bart: “Daarna volgden onze vrienden, die allemaal direct enthousiast waren. Iedereen was jaloers dat wij die beslissing durfden te nemen. En ook: we hadden een huis dat af was en nu moeten we helemaal opnieuw beginnen, dat vonden ze wel dapper van ons. Echt tegenwind hebben we niet gekregen.” Inge: “Al helemaal rechtstreeks niet. Er zullen ongetwijfeld mensen zijn die denken: 'Jullie zijn zot!' Recht in ons gezicht hebben ze het ons nog niet gezegd. Het is aan ons om het tegendeel te bewijzen.” Inge verkoopt haar ezelinnenmelkproducten zowel via webwinkel als op markten. Aan de slag tijdens een zondagsmarkt op een Limburgsse hoeveg Kan iedereen jullie zelfvoorzienende levensstijl adopteren? Inge: “Je komt natuurlijk terecht in een totaal andere omgeving met heel ander werk.” Bart: “Als je het wilt, lukt het. Ik kan me inbeelden dat er mensen zijn die dit niet zouden willen, die de luxe en het comfort die ze nu hebben, willen behouden. Dat is voor ons minder belangrijk.”

job te gaan, ga dan alstublieft ander werk zoeken. Daar hoef je geen boerderij voor te beginnen, hé.” Inge: “Heb geen schrik om je leven te leven. In ons geval was het belangrijk dat je samen de knoop doorhakt: beide partners moeten het eens zijn om ervoor te gaan. Als enkel Bart dit leven gewild zou hebben, dan zou dit project niet werken. Daarom moet je er allebei 200 procent voor willen gaan. Dan zijn wij ervan overtuigd dat het je lukt.”

Inge: “We denken dat iedereen het kan. Het hoeft ook niet zo'n drastische verandering als dit te zijn. Je kunt ook kleinschaliger te werk gaan: als je elke dag tegen je zin opstaat om naar je

K ppen

  13


interview

“Vanaf het moment dat ik kon lopen, zaaide ik bloemen. Daarna ben ik uit gaan breiden tot het zaaien en planten van groenten”

K ppen

14   Marleen onderhoudt haar serre


interview

Voor Marleen & Hannes is moestuinieren een gezinshobby Tekst en foto’s: Denise Mol

Een gesprek over levenswijze en time management met hobby tuinierster Marleen Delvaux, die al jaren in eigen moestuin de vruchten van haar noeste arbeid oogst. Inmiddels heeft ook haar vriend Hannes Vanden Heule groene vingers gekregen.

Hoe zijn jullie begonnen met moestuinieren? Marleen: “Ik ben gestart via mijn grootouders. Mijn oma zaaide altijd bloemen. Vanaf het moment dat ik kon lopen, deed ik dat met haar mee. Van daaruit ben ik geëvolueerd tot het planten van groenten, wat mijn ouders ook altijd deden. Het opeten van de oogst is de traktatie!” (lacht) “Mijn zaden voor de groenten komen meestal uit de winkel, met enkele uitzonderingen zoals paprika. Daarvoor haal ik de zaadjes, die ik droog en zaai, uit een biologische vrucht. Bloemen zijn vaak

ook een kwestie van één keer kopen en dan zaad van nemen.” Hannes: “Door mijn omgang met Marleen zit ik sinds een jaar meer in de tuin, om haar en haar familie te helpen. We maken de serre klaar, we verplanten. Ik probeer met alles te helpen. Plots ontdekte ik dat het eigenlijk wel tof was om te doen. Vroeger heb ik er nooit de kans toe gehad, omdat mijn familie daar niet mee bezig was. Nu doe ik het graag. Ik denk dat ik het ook zal blijven doen.” Marleen: “Hij gaat nu elke ochtend controleren of er al plantjes uitkomen.” (lacht) “Ik trouwens ook. Dat is het spannende als je iets zaait: om te zien dat het groeit en uitkomt.”

Smaakt het voedsel anders wanneer je alles zelf gedaan hebt? Hannes: “Je proeft wel een verschil. Zeker met een bos wortelen die we een keer kochten. We hadden net zelf wortelen geteeld en twee dagen later in Brussel er een paar uit de winkel gehaald. Het was net alsof je chemische troep at. Dat is nu het voordeel van eigen biologische teelt.”

Jullie hebben een druk leven: Master studies, een vaste relatie en bovendien sportief aangelegd. Hoe valt dit alles te combineren met een volle serre? Marleen: “Je maakt er tijd voor. Op zeldzame vrije momenten werk je aan je tuin.” Hannes: “Of je besteedt minder tijd aan je studies.” (lacht) Marleen: “Je studies kunnen er al eens bij inschieten als je liever in de tuin of serre zit, ja.” (lacht) “Bovendien helpen mijn vader en zus ook mee. Onze vakanties plannen we in op een ‘dood moment’ in de tuin. Bijvoorbeeld nadat de pruimen zijn geoogst in juni/juli. Dan zijn er twee weken waarin je op vakantie kunt gaan. Hannes zorgt ervoor dat de scheuten voldoende vocht krijgen

Eind juli/augustus is meestal ook een kalmere periode. Bovendien hebben we een irrigatiesysteem voor de serre, dus dat is een kwestie van de kraan open en dicht draaien: vijf minuutjes werk. De buren, vrienden of familie kunnen dat voor je doen als je weg bent.”

Is het de bedoeling om compleet zelfvoorzienend te worden? Marleen: “Absoluut! Qua groenten hoeven we zeker in de zomermaanden niets te kopen, want dan hebben we onze sla, aubergines en paprika. Dankzij onze kippen hebben we ook altijd onze eigen eieren. Vlees eet ik persoonlijk minder, maar dat vormt onze voornaamste aankoop. Een koe voor verse melk zou nog wel mooi zijn.” Hannes: “En voor het vlees.” Marleen: (lacht) “Voor jou wel, maar ik kan geen dieren doden. Mijn vader zou konijnen willen houden, maar hij mag ze dan niet slachten. Als je ze tenslotte zelf houdt, van jongs af aan, dan is het minder evident om ze te doden. Vroeger hebben we vleeskippen gekweekt, maar dat is een ander soort ras dan de kippen die we nu hebben voor de eieren.”

Marleen, jij bent derde generatie hobby-tuinier in je familie. Zou je het willen doorgeven aan een vierde generatie? Marleen: “Zeker! Groenten zijn veel lekkerder uit eigen tuin. Als je bijvoorbeeld in Brussel wortelen of aardappelen koopt in de winkel, dan proef je het verschil met eigen kweek enorm. Als je het graag doet, is de tijd die je in je moestuin investeert rendabel voor de kwaliteit die je eruit haalt. Het werkt ook ontspannend om je hoofd eens leeg te maken. Bovendien is het niet echt duur. Stel dat je voor dertig euro aan zaad kunt kopen, dan kun je daar – in een kleine moestuin – twee jaar mee toekomen. Als je dan nog meststof van een paard of koe kunt gaan

K ppen

  15


interview halen bij een boer uit de buurt, tel er nog eens tien euro bij of soms krijg je het gratis. Je kunt ook zelf je compost maken, om daarop te besparen. De situatie ligt anders indien je chemische of biologische bestrijdingsmiddelen wilt gebruiken, die zijn duurder. Zelf gebruiken wij dat niet. Enkel de aardappels en tomaten besproeien we één keer met zwavel, omdat je in ons klimaat anders geen aardappelen overhoudt. Door de aardappelziekte, een schimmelziekte, die ook op de tomaten gaat zitten.”

Wat zou je ervan denken als hier vlakbij een Genetisch Gemanipuleerd Organisme-veld (GGO) wordt opgezet? Marleen: “Ik ben er op zich niet tegen. Alleen zouden ze een manier moeten uitvinden, waardoor er niet teveel kruisbestuiving plaatsvindt. Omdat je anders de natuurlijke selectie van de plant ondermijnt. Planten passen zichzelf aan tegen ziektes. Wanneer je die buffer uit de planten haalt via GGO methodes kunnen de planten zich niet meer weren tegen ziektes. Als dat gebeurd, dan zijn er binnenkort geen aardappelen meer. Wat ik goed vind aan genetische manipulatie, is dat men dan minder bestrijdingsmiddelen moet sproeien. Dus dat probleem wordt wel aangepakt. Minder sproeien en toch meer opbrengst bijvoorbeeld in landen met minder drinkbaar water.”

Zadenruil op biobeurs Dé aangekondigde happening op de biologische beurs Valeriaan Brussel 2013 is de zadenruilbeurs. Dit kleinschalige evenement werd georganiseerd door de Brusselse afdeling van Velt – Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren. Gudrun De Maeyer, bestuurslid Velt Brussel staat Kappen te woord. Belang van een zadenruilbeurs “Er zijn hier vandaag veel mensen die zelf verschillende voedingsgewassen in stand willen houden die moeilijk te vinden zijn. Deze zaden zijn zeer duur, dus hier schuilt ook het idee achter dat je best niets verloren laat gaan. Veel zaden verliezen bovendien hun kiemkracht na een jaar; kiemkracht daalt heel snel. Dus is het geen slecht idee om, als je met een overschot zit, onderling te ruilen voor nieuw zaad. Deze beurs is daardoor ook goed om de biodiversiteit in stand te houden.”

Tot slot: heb je een voorkeur voor biolabel of fairtrade producten?

“Omat het de eerste keer is, hebben we nog niet zoveel regels opgesteld voor het ruilen. Deze zaden hier zouden allemaal biologische zaden moeten zijn, maar dat kunnen we niet controleren. Dit is wel ons streven. We willen namelijk hybride zaad vermijden, omdat het gevaar dan bestaat dat je je zaden kruist met andere, niet gewilde zaden en zo de oude rassen vernietigd.”

Marleen: “Liefst heb ik beiden, maar als ik moet kiezen, dan het biolabel. Met dat label weet je dat het product niet besproeid is en je dus minder pesticiden binnenkrijgt. Er wordt wel gezegd dat dat allemaal niet zoveel kwaad kan, maar op sla, appel of peer proef je het verschil, als je normaal altijd bio fruit of groenten eet. Mensen die altijd besproeide producten hebben gegeten, proeven dat niet, maar ik wel.”

“Er zijn veel liefhebbers aanwezig, die veel van tuinieren afweten. Enerzijds komen er mensen hiernaartoe die gewoon alle zaden eens willen uitproberen in eigen tuin. Anderzijds komen er nog mensen, je kunt ze vergelijken met postzegelverzamelaars, die naar hele specifieke, unieke zaden op zoek zijn. Beiden komen hier wel aan hun trekken. We hebben zoveel zaden gekregen dat we ze zelfs gewoon uitdelen.”

16  

K ppen

Gudrun De Maeyer, bestuurslid Velt Brussel

Protest tegen zaden magnaat Monsanto “Deze bijeenkomst is zeker ook een protest tegen de praktijken van bedrijven zoals Monsanto. Onze zaden kunnen hergebruikt worden, maar die van Monsanto kunnen slechts één jaar gebruikt worden en de zaden van die ene oogst zijn onbruikbaar.” Gevolg: verlies aan biodiversiteit “Dat is het probleem. Als mensen niet meer hun eigen zaden – die wel meer dan een jaar meegaan – niet meer kunnen gebruiken, blijven op den duur enkel de éénjaars zaden van de industrie over.” “Stel dat tussen deze zaden hier Monsanto zaad zit en kruist met één van onze bio rassen, dan is er de kans dat dat bio ras volgend jaar mixt met Monsanto zaad, hybride wordt, en dus veel minder kiemen zal aanmaken. Daarom willen we dat soort zaad vermijden.”


interview

Europa voor de kar van de zadenindustrie gespannen

“Een goede regelgeving kan geen kwaad, maar in de praktijk is dit niet volledig te controleren.” Tekst en foto’s: Denise Mol

De Europese Commissie werkt aan een nieuwe regulatie voor 2014, waardoor zelfgekweekt zaaigoed zonder EU keurmerk niet meer verhandeld of verkocht mag worden. Ook het onderling ruilen van niet-goedgekeurde zaden (voor niet-wetenschappelijke doeleinden) wordt bij wet strafbaar.

Bepaalde medewerkers aan dit nieuwe beleid zijn in april reeds in opspraak gekomen wegens aantijgingen van belangeninmenging. Zo briefte Corporate Europe Observatory de directoraat-generaal Gezondheid en Consumentenbescherming van de EC over een nationaal deskundige gedetacheerd vanuit Frankrijk, Isabelle Clement-Nissou. Deze vrouw zou meewerken aan de opstelling van de nieuwe regulatie niet als vertegenwoordiging van het Franse ministerie van landbouw, maar vanuit een particuliere en commerciële organisatie die de sector zaaizaad vertegenwoordigd.

Reeds ter plaatse vroeg Kappen de mening over deze betwiste nieuwe regelgeving van Marleen Delvaux. Zij verklaart de cyclische strategie van de zadenindustrie via een voorbeeld uit Zuid-Amerika. “Eerst biedt de industrie – dit zijn bedrijven zoals Monsanto – de boeren in Latijns-Amerika het door hun geproduceerde zaad aan, als: ‘geeft tien keer meer opbrengst,’ of ‘is beter resistent tegen de – vul maar in – ziekte.’ Natuurlijk dat veel boeren dit zaad dan kopen en gebruiken.” “De eerste jaren gaat dit proces prima: veel meer winst voor de boeren en minder ziektes op hun gewassen, waardoor ze minder moeten uitgeven aan bestrijding ... . Maar deze boeren die normaal gezien hun zaaigoed zelf kweekten, moeten nu hun zaad en/of planten kopen.” In Brazilië zien we dergelijk plan in actie. Daar eist Monsanto royalty’s op elke generatie gewas geproduceerd uit hun genetisch gemanipuleerde zaden, niet enkel op de eerste aankoop. Omdat het gemanipuleerde zaad is gepatenteerd, rekent Monsanto niet alleen de eerste royalty’s op de verkoop van het geproduceerde gewas aan, maar ook een permanente twee procent royalty op elke volgende oogst, zelfs als de boer zaad van een latere generatie gebruikt.

“Zodra de boeren het eigen opgebouwde zaai-afname systeem laten schieten, is het moeilijk om nog terug te keren. Dit komt doordat het zaad dat ze nu kopen, meestal hybride rassen zijn. Dat wil zeggen dat je wanneer je het gekochte zaad zaait, er bloemen aan laat komen en zelf zaad van neemt, dit zaad niet meer kan gebruiken. Je moet elk jaar nieuw zaad kopen. Dus de boeren zijn volledig afhankelijk geworden van deze zadenhandel.” “De volgende stap is dat de industrie de prijzen van het zaadgoed verhoogt, waardoor de winstmarge van de boeren daalt. In sommige landen proberen deze grote bedrijven, zoals Monsanto, dan de overheid te misleiden en deze wet er door te krijgen. Boeren die geen zaad kopen en onafhankelijk willen blijven, worden hierdoor dus illegaal ... Het resultaat is dat hun oogst vernietigd wordt door de overheid.” “Daarnaast is er ook nog de ecologische buffer zelf die wegvalt. Neem als voorbeeld een veld vol in het wild groeiende vergeet-me-nietjes. Het weer wordt in de zomer vochtiger en warmer. De ziekteplaag meeldauw – dit is een schimmelziekte – strijkt dan neer op het veld vergeet-me-nietjes. Bijna heel het veld wordt door deze ziekte aangetast. Haast alle vergeet-me-nietjes sterven af, behalve enkele uitzonderingen die het overleven. Deze uitzonderingen hebben de

K ppen

  17


interview

portret

Marleen checkt de plantjes in haar moestuin.Door de kou loopt het normale zaaischema chterstand op.

ziekte overleeft omdat ze beter bestand of immuun zijn. De vergeet-me-nietjes die niet gestorven zijn, zullen bloemen dragen en zaad ontwikkelen. Dit zaad valt op de bodem en hieruit komen er het jaar daarop nieuwe vergeet-me-nietjes. Daarvan zal er een groot deel bestand zijn tegen de meeldauw. Zij zijn bij een volgende aanval beschermd en zullen niet sterven. De natuur zoekt zelf een oplossing. Het wegnemen van deze natuurlijke buffer is gevaarlijk.” “Om de theorie wat verder uit te leggen. Neem het voorbeeld van de aardappelen. Elke zomer krijgen de aardappelen last van de phytoftora ziekte, weeral een schimmelziekte die optreedt bij zwoel weer. Als je aardappel-plantgoed koopt en de knollen plant, dan zijn deze aardappels beter resistent tegen deze ziekte. Hier bedoel ik mee: ze zullen niet sterven, je moet minder spuiten en je hebt nog een relatief goede aardappelopbrengst. Maar als je een buurman hebt, die van de aardappeloogst van het vorig jaar enkele aardappelen opzij heeft gehouden en deze heeft geplant, dan zullen jouw ‘plantgoed aardappelen’ ook sneller ziek worden. De ziekte heeft namelijk bij je buurman zwakkere planten 18  

K ppen

gevonden als slachtoffer. De ziekte kan daar volop woekeren en van daaruit ook een aanval doen op jouw planten. Een ander scenario is dat je beiden plantgoed koopt die resistenter is tegen de ziekte. De ziekte zal langer wegblijven, omdat er geen broedplek is. In dit geval zou het dus goed zijn als iedereen zijn aardappelplantgoed koopt. De ziekte verdwijnt er niet van, maar kan wel worden beperkt.” “Een ander relevant punt: particulieren die exotische of nieuwe planten of zaden zelf gaan kweken en voor dure prijzen verkopen. Ik was onlangs op een plantenmarkt in Bokrijk. Daar stonden een tiental kraampjes van ‘particulieren’ die allerlei groentenplantjes verkochten: gele en zwarte tomaten, gele courgetten, ... Deze particulieren kunnen zaad gaan kopen in de winkel, het zaaien in hun serre en deze plantjes verkopen in hun kraampje. Maar ze kunnen ook een gele tomaat gaan kopen in de winkel, die opensnijden, de zaadjes uitnemen en deze zaaien. Toch is de kans dat deze plantjes goede vruchten voortbrengen veel kleiner dan bij gekocht zaad.” “De mensen die de planten kopen aan het kraampje in Bokrijk hebben geen

enkele zekerheid dat ze, zoals beweerd wordt, van ‘getest’ zaad zijn opgekweekt. Klanten betalen er echter veel geld voor, vanuit de gedachte dat het goede plantjes zijn.” “Dus mijn conclusie is: een goede regelgeving kan geen kwaad om de woekerwinsten van deze ‘particulieren’ te controleren. Maar in de praktijk is dit niet volledig te controleren. Ik kan als hobby-tuinier zaad nemen van mijn perkplantjes afrikaantjes en uitzaaien, niemand die dit kan controleren. Ik kan het ook doorgeven aan mijn buur, zolang beide partijen op de hoogte zijn dat het om niet-getest plantgoed gaat... Als laatste: pas op met te veel macht geven aan multinationals die, ofwel onvoldoende verantwoording moeten afleggen, ofwel de regels zo ingewikkeld maken dat controleurs er niets meer van snappen, zodat ze niet meer te controleren zijn.”


interview

DOSSIERS K ppen

  19


Een voedingsetiket van water is nog leesbaar. Maar wat met meer ingewikkelde producten? Š Caro Soons


achtergrondartikel

Voedselfraude bestrijden met nieuwe etikettering tekst, foto’s, illustraties en QR-code: Denise Mol

-

Kaderstukken: Caro Soons

Een voedselschandaal komt nooit alleen zo lijkt het. Foute labeling van verwerkt vlees – paardenvlees belandt in runderproduct, varkensvlees is als substituut voor eland aangetroffen – met aflatoxine besmette maïs en melk, biologische eieren die hun label niet waard zijn, rundertuberculose. Weinig voedsel lijkt nog veilig. In een klimaat waarin de consument alerter wordt en graag “weet wat hij eet”, stijgt de druk op de voedingsindustrie voor meer transparantie. Paradoxaal leidt deze vraag om meer duidelijkheid naar steeds ingewikkelder labels met zeer veel weinigzeggende informatie. De industrie is ingedekt: de informatie die de consument vraagt, staat op het label, in bijna alle Europese talen zelfs. Wat wil de consument nog meer?

H

et verschaffen van een begrijpelijk etiket is slechts één kant van de medaille. De consument moet tenslotte ook iets met die informatie kunnen en willen doen. Bewustmakingscampagnes over veranderingen in de etikettering op levensmiddelen zijn daarbij hard nodig, zo blijkt uit recent onderzoek van de consumentenbond Test-Aankoop. De Europese Commissie kwam tot de vaststelling dat de meerderheid van de consumenten grote belangstelling toont voor openbaarmaking van bepaalde informatie. De nieuwste aanpassing op beleidsvlak is de Verordening (EU) Nr. 1169/2011 die op 13 december 2014 verplicht wordt voor verpakte voedingsmiddelen. Dit decreet combineert bestaande (soms tegenstrijdige) regels voor de etikettering van levensmiddelen en de voedingswaardeinformatie in één regeling. Pas na twee jaar extra overgangsperiode, 2016, geldt de regel voor ieder voedingsmiddel. Kort samengevat, zorgt deze nieuwe regulering ervoor dat er een complete waslijst aan informatie op het label moet staan. Enkele van deze elementen zijn allergenen, herkomst en voedingswaarde. Een betere visuele presentatie is de enige manier om de hoofddoelstelling van de nieuwe regel te garanderen: dat voedseletiketten duidelijk en begrijpelijk

“Dat is het leuke aan een crisis: er zitten ook positieve kanten aan.” zijn om consumenten te helpen die beter doordachte voedsel- en voedingskeuzes willen maken. Voor deze zekerheid mag u wel iets dieper in de buidel tasten. Aangezien voedselproducenten in de toekomst meer zullen moeten uitgeven aan de etikettering, zullen ze dat verhalen op de consument. De mondjesmatige invoering van het oorsprongslabel heeft overigens alles te maken met het compromis dat afgesloten is tussen de Europese Commissie en de voedingsindustrie. Bart Staes, afgevaardigd Europees Parlementslid van de Europese Groene Fractie, verklaart de schikking nader: “De vleesindustrie had een meerderheid van het parlement en de ministers ervan overtuigd dat de invoering van deze verplichting op zo’n korte termijn voor alle vleessoorten te duur is. Het zou logistiek moeilijk zijn, en een vlotte productiecyclus belemmeren.” Toch zou volgens Staes een oorsprongslabel een crisis zoals paardenvlees-gate een fors stuk kunnen indammen.

Wie is Bart Staes? • • • • • •

Hij is geboren in 1958 Van opleiding is regent Nederlands-Engels-economie Hij begon zijn politieke carrière bij de Volksunie Hij was één van de oprichters van Spirit In 2002 stapte hij over naar het toenmalige Agalev (nu Groen) Sinds 1999 is hij onafgebroken Europarlementariër voor aanvankelijk Volksunie, Spirit en momenteel voor Groen In het Europees Parlement concentreert hij zich op landbouw, voedsel, de besteding van de Europese middelen en ontwikkelingssamenwerking.

K ppen

  21


achtergrondartikel “Het gevolg van dat schandaal is dat een crisis soms ook een goede zaak is. In die zin dat de crisis rond het paardenvleesschandaal ervoor zorgt dat mijn collega’s en de ministers van volksgezondheid, of de verantwoordelijken voor de voedselveiligheid nu zeggen: ‘Hadden we maar voor de andere vleessoorten ook een oorsprongslabel!’” “Dat had het probleem niet meteen opgelost, maar het zou het opsporen van de fraudeurs vergemakkelijken. Stel: je hebt een oorsprongslabel voor paardenvlees. Dat vlees verlaat met die labeling Roemenië. Het komt in Nederland aan met dezelfde labeling. Vervolgens wordt het verstuurd naar Frankrijk en komt daar aan als rundvlees. Dan weet je dat het label tussen die twee laatste punten verwisseld werd en waar de fraude precies gepleegd is.” “Nu moesten de controleurs in het Verenigd Koninkrijk het hele traject nagaan om te weten waar de fraude gebeurd was. Bovendien heerst er nu nog steeds twijfel en verdeeldheid: sommigen zeggen dat de verwisseling in Nederland gebeurd is, an-

deren dat het in Zuid-Frankrijk was. In die zin kan een oorsprongslabel nuttig zijn, ook voor fraudebestrijding.” De voedselschandalen zijn een leercurve voor de Ideale etiket volgens Staes. Template © FoodDrinkEurope EU-zone. Europa moet daadkrachtig aan de slag met aanbevelingen uit de inopent de ogen voor wat er fout loopt, zodat spectierapporten van het Voedsel en Veje daar lessen uit kunt trekken en de zaken terinair Bureau (VVO). Staes: “Ik heb uit kunt verbeteren.” de paardenvlees crisis geleerd dat het VVO erg zijn best doet voor de handhaving van de Het ideale voedseletiket volgens Staes communautaire wetgeving, via een 300-tal vereenvoudigt informatie over de voeinspecties per jaar. Hun rapporten worden dingssamenstelling. Een op het verkeersopenbaar gemaakt, maar daar wordt te weilicht geïnspireerde kleurencodering zou nig mee gedaan. Misschien hadden we de duidelijk maken of het gehalte vet, zout recente fraudezaken kunnen voorkomen, als en andere ingrediënten de Dagelijkse de verschillende inspectiediensten wat beter Voedingsrichtlijn overschrijdt of niet. gecoördineerd en wat alerter waren geweest.” “Ik denk dat heel veel consumenten die “Dat is het leuke aan een crisis: er zitten bijvoorbeeld 5 gram op 100 gram suiker of niet alleen negatieve kanten aan. Een crisis vet lezen, dat niet kunnen duiden. Je hebt

Bart Staes schetst de historie van het politieke proces van de Europese voedseletikettering:

De Europese Commissie publiceert witboek maatregelen die EU tot betere regelgeving op voedselgebied moet leiden. Enkele van de aanbevelingen:

1. Vereenvoudig en consolideer de versnipperde, soms tegenstrijdige wetten bijvoorbeeld inzake voedselhygiëne

22  

K ppen

Overleg over verplicht oorsprongslabel voor vlees

2. De controle op voedsel binnen de interne EU markt moet beter georganiseerd worden

3. Invoer wetgeving over de samenstelling van voorverpakt voedsel om de consument beter te informeren wat hij eet


achtergrondartikel bare oplossing zijn. Helaas heeft de industrie dit voorstel tegengehouden. De informatie die men zo verstrekt zou te eenduidig zijn voor de consument, waardoor de consuHet etiket waar de voedselindustrie mee akkoord ging. Template © Food- ment te gemakkelijk ‘slechte’ producten DrinkEurope zou weigeren, denk de basisinformatie, maar je weet niet of een ik. Dat lijkt me de echte reden van het product daarmee goed of slecht voor je is. bezwaar en daarmee is bewezen dat de inHet zou beter zijn als je op het etiket werkt dustrie zich achter technische informatie met een soort verkeerslichtensysteem. Dat verschuilt. Nu geven producenten de inforje bijvoorbeeld voor product X zegt: zout is matie wel, maar de consumenten begrijpen ‘rood’ (omdat er teveel zout in zit), suikers niet wat ze lezen of weten niet hoe ze het ‘oranje’ en koolhydraten ‘groen’. Dat is moeten duiden.” eenvoudig voor de consument én voor de industrie. Nu klagen de producenten soms dat Wat vindt de voedingsindustrie, de proze teveel informatie in zeer veel talen op de ducent eigenlijk van de invoering deze zeer beperkte ruimte van het etiket moeten ‘nieuwe regeltjes’? proppen.” Samengevat stemmen Coca-Cola, Unile“Met de kleuren van een verkeerslicht ver, Danone en negen andere topdogs van werken, zou een vrij universeel verstaande voedingsindustrie in om de etikette-

ring van de Dagelijkse Voedingsrichtlijn in de hele EU te standaardiseren. Etiketten zullen tegen eind 2014 voorop de verpakking de calorie informatie per 100g/ml vermelden, en dezelfde informatie ook per portie, zo klinkt de belofte in het persbericht gepubliceerd op 14 november 2012. Dit klinkt allemaal heel gemoedelijk, maar volgens NGO Corporate Europe Observatory heeft de Europese voedsel- en drankenindustrie (CIAA) voor een biljoen euro aan lobby campagnes gespendeerd om de invoering van het verkeerslichtensysteem te vermijden. Bovendien heeft de voedselindustrie twee studies laten uitvoeren door de Europese Raad van de Informatie Eten (EUFIC), een denktank die wordt gefinancierd door de voedingsmiddelenindustrie. De studies keken naar de consumentenperceptie van etiketten maar enkel voor de GDA aanpak. Er werd geen vergelijking gemaakt met de perceptie van het verkeerslichtensysteem om te testen welke regeling het winkelend publiek voorziet van de beste, snel te bevatten informatie

13/12/2014 – Verordening (EU) Nr. 1169/2011 geldig voor verpakte voedingsmiddelen

13/12/2016 – Verordening (EU) Nr. 1169/2011 geldig voor alle voedingsmiddelen

Verordening verplichte vermelding herkomst voor vers rundvlees

13-12-2012: De Europese Commissie rondt kosten-batenanalyse af over de impact invoering verplicht oorsprongslabel voor verwerkt vlees en voor andere diersoorten

K ppen

  23


achtergrondartikel over gezonde voeding. Een succesvolle investering, zo lijkt het. Het resultaat van dit compromis is de geïllustreerde stand van zaken. Zeker overzichtelijker dan minuscule tabellen, maar in een oogopslag toch een stuk minder duidelijk dan het bovengenoemde verkeerslichtensysteem dat volgens de industrie een vertekenende oversimplificatie van de feiten zou zijn. Ook de kleine, lokale producenten krijgen de nieuwe etiketteringsregels in de maag gesplitst. De twee tot vier jaar overgangsperiode sinds 2011 is plots een stuk sneller om. Beeld je eens in: je zal net voor het hele jaar voorraad labels besteld hebben wanneer de kogel eindelijk door de kerk is. Stickers met benodigde extra informatie op ieder product plakken is dan een tijdrovend proces. Joke Gilles, projectcoördinatrice van de vzw Streekproducten Vlaams-Brabant, meldt dat er een aantal knelpunten haar ter ore zijn gekomen via aangesloten producenten. “Er zijn al een aantal producenten die de wijziging van de etikettering moeilijk vinden. Sommige kleine streekproducenten maken namelijk kans om onder de uitzondering op de algemene regel voor deze etikettenwijziging te vallen.” Verordening (EU) Nr. 1169/2011, Artikel 15 stelt inderdaad dat: ‘De Unievoorschriften moeten alleen van toepassing zijn op ondernemingen waarvan de opzet een zekere mate van continuïteit van de activiteiten impliceert. Activiteiten zoals het occasioneel behandelen en leveren van levensmiddelen, het serveren van maaltijden en het verkopen van levensmiddelen door privépersonen, bijvoorbeeld tijdens liefdadigheidsactiviteiten, of op buurtfeesten en vergaderingen, zouden niet onder deze verordening mogen vallen.’

24  

K ppen

Conclusie: Wij concluderen dat er tegen 2016 een iets helderder label op uw voedingswaren zal prijken, waar u als consument mee aan betaalt. In elk geval kunt u dan – in theorie – achterhalen waar uw kotelet, kabeljauw of bloemkool exact vandaan komt. Voor een duidelijk verkeerslichtensysteem op het etiket heeft de voedingsindustrie het licht voorlopig nog op rood staan.

Het Mysterie van de E-nummers Etiketten zijn vaak een oefening in leesvaardigheid. In het begin lukt het nog wel met water, suiker en andere bekende ingrediënten. Daarna loopt het al wat mis met woorden als natriumsaccharinaat en antioxidant ascorbinezuur. Maar dan komt pas het echte probleem: een E met een nummer achter kom je niet alleen tegen op de snelweg, maar het zijn ook additieven in je eten. Zulke dingen lijken hoogst verdacht, maar soms zijn ze onschuldig. Zo is E948 gewoon zuurstof. Spijtig genoeg zijn er voor de gemiddelde mens te veel additieven in omloop om het hele lijstje van buiten te blokken. En met een afgedrukte lijst naar de supermarkt lopen, lijkt ook geen handige oplossing. Daarom springt de digitale markt mee op de kar. Zowel in de app-store voor Apple als in Google Play voor Android vind je apps om snel te controleren wat er exact in je eten zit. Je kunt het e-nummer intypen waarna je de gezochte stof op je scherm krijgt in een rood, oranje of groen kleurtje. Zo weet je direct hoe (on)schadelijk dit ingrediënt is. Je kunt er ook meer uitleg over krijgen, zodat je weet waarom het die bepaalde kleur kreeg.

Tip van Bart Staes: de E-nummer app


achtergrondartikel Europees of Belgisch biologisch? Een heel verschil!

keten. Concreet betekent dit dat zij, wanneer ze grondstoffen uit bepaalde landen halen, zoals de Derde Wereld, ze deze fairtrade moeten aankopen.

Etiketten zijn ingewikkeld, maar als er een biolabel op staat, wordt al heel wat duidelijker. Toch is hiermee de kous nog niet af. Zo bestaat er zowel een Europees als een Belgisch keurmerk. En daar zit nog heel wat verschil tussen.

Naast de Biogarantie heb je ook nog de Ecogarantie. Dit label wordt gebruikt voor huishoudmiddelen en schoonheidsproducten. De criteria zijn ongeveer hetzelfde als voor de Biogarantie, maar met enkele specifieke verschillen. Volgens de site van Ecogarantie betekent dit concreet dat:

Het Europees label Gewone boeren die bioproducten willen produceren, moeten eerst twee jaar lang een om scha kel i n gsper iode doorlopen. Tijdens deze periode worden ze gecontroleerd door een inspectieorgaan van de EU. Als die het licht op groen zet, mogen de boeren hun producten mét biolabel aan de man brengen. Maar wat betekent dat EU-logo nu concreet? Volgens de EU zelf betekent het logo dat: • • • •

tenminste 95% van de productingrediënten die van de landbouw afkomstig zijn biologisch geproduceerd zijn; het product voldoet aan de regels van de officiële inspectie; het product in een gesloten verpakking rechtstreeks van de producent of verwerker komt; het product de naam van de producent, verwerker of verkoper bevat en de naam of code van de inspectie.

• • • • • • •

zo veel mogelijk biologische plantaardige ingrediënten aangewend worden, dierenproeven op eindproducten verboden zijn, ingrediënten van petrochemische oorsprong niet toegelaten zijn, gebruik van schadelijke mineralen beperkt wordt, bestraling van producten verboden is, geen genetisch gemanipuleerde ingrediënten gebruikt worden, biologische afbreekbaarheid gemaximaliseerd wordt.

Bronnen: www.ecogarantie.be/criteria en http://ec.europa.eu/agriculture/organic/consumer-confidence/logolabelling_nl)

Het Belgisch label In België heet het biokeurmerk Biogarantie. De voorwaarden verbonden aan dit keurmerk zijn meer afgebakend dan de Europese tegenhanger. Zo staat ‘het stempeltje’ niet alleen voor biologische, maar ook voor ecologische, sociale en economische criteria. Voor het ecologische aspect wordt van de producenten verwacht dat het transport, de koeling en de verpakking ervan zo milieuvriendelijk mogelijk behandeld wordt. Dit logo gaat verder dan het eten alleen: ook een eerlijke productieketen is belangrijk. Zo moeten de producenten ervoor zorgen dat de winst eerlijk verdeeld wordt over ieder deel van deze

Biologische producten in de supermarkt

K ppen

  25


Berlijn

Bio in Berlijn

Het typisch Berlijnse Ampelmännchen © Caro Soons

26  

K ppen


Berlijn

(H)EERLIJK UIT ETEN Verantwoord eten in Berlijn kan op ontelbaar veel plaatsen. Kappen koos net die restaurants in het district Kreuzberg eruit die de idee van bewuste voedingskeuzes net even anders aanpakken. Sauvages menu bestaat puur uit gezonde voeding gebaseerd op de prehistorie. In Little Otik leren twee Amerikanen de Berlijners wat zij verstaan onder biologisch koken. Hun menukaart is afhankelijk van wat de lokale boeren aanleveren en ze laten zich inspireren door de seizoenen. Interviews en foto’s Caro Soons

Recensies: Denise Mol

K ppen

  27


Berlijn

Waan je jager-verzamelaar bij ‘Sauvage’

eist dat je voor dat laatste meteen excuses aan je tafelgenoot aanbiedt en mentaal inventariseert hoeveel pepermuntjes je op zak heb. Waarschijnlijk zijn het er niet genoeg, dus dan maar de knoflook delen onder het motto: gedeeld leed – of althans aroma – verzacht het lijden. Tot daar de eerste indruk.

Culinaire recensie Sauvage is met trots het eerste paleolithische restaurant in Europa. Volgens eigenaar Boris Leite-Poço kies je bij Sauvage voor de natuurlijke voedingsstoffen uit de prehistorie in een modern jasje.

Lamsgerecht © Denise Mol

Sauvage zet in op sfeer: de uitsluitend met kaarslicht verlichte zaal en sobere terracotta decoraties creëren een intieme setting. Ook de bescheiden omvang van de eetzaal speelt een rol in deze sensatie, want het vriendelijke personeel baant zich een weg door de dicht op elkaar gepakte tafeltjes. Het gehele décor maakt van dit uitje een echte belevenis. Toegegeven, nóg minder licht en je hebt het idee aan te schuiven in de unsichtBar: de plaatselijke “dineren in het pikkedonker” ervaring. De muziek is van een ontspannen, instrumentale variant. Helaas staat de CD-speler op repeat want een bepaald nummer wordt meerdere keren per uur gedraaid. De redactie van Kappen koos een kleine selectie uit het menu om de smaakervaring met u te delen. Het voorgerecht bestaat uit een verzameling van niet alledaagse pesto en chutney, geserveerd met zelfgemaakt brood en crackers, plus een licht slaatje waar een bol geroosterd knoflook bovenop prijkt die duidelijk niet voor de sier is. Sociaal decorum

Het volgende wat er in je opkomt is een wens naar meer voedsel. ‘Zet dat hoofdgerecht maar vast klaar!’ Want, mooi gepresenteerd of niet, dit aperitief lijkt niet genoeg om de honger van een vogeltje te stillen. Deze veronderstelling blijkt niet te kloppen: het donkere meergranenbrood, in combinatie met de crackers, vult behoorlijk. Zeg maar dag met je handje tegen dat dessert waar je al op zat te azen. In ieder geval zijn alle smaken intens en lekker, maar of het nu echt de hoger dan gemiddelde prijs waard is? Het hoofdgerecht is de topper van de avond. De presentatie doet je niet bepaald aan “jager-verzamelaar” denken, in die zin dat deze gang modern, zelfs alledaags, gepresenteerd wordt. De cuisson is wat het gerecht speciaal maakt. Het lamsvlees is onvoorstelbaar mals, van de eerste tot de laatste hap. Afhankelijk van hoe vaak je uit eten gaat, is deze ‘smelt in de mond’ ervaring een ongewone verrassing. De spinazie en aardappels zijn smaakvol. Wel is de textuur van de aardappels wat ongewoon: lichtjes glazig. Een domper op een goede maaltijd, maar de rest gaat schoon op. Let wel op: zelfs al kies je voor non-alcoholische drank, de dranken in Sauvage zijn prijzig. Een verse muntthee, op de meeste terrasjes of bij bepaalde winkelketens verkrijgbaar voor twee euro zoveel, kost in Sauvage een pittige 4 euro. Toegegeven, de portie is groter dan gemiddeld: een 25cl glas vol stomende thee. Toch gaat ook een bescheiden glaasje vlierbloesem limonade de dorstige klant voor dezelfde prijs niet gauw in de koude kleren zitten.

RATING Sfeer: Smaak: Prijs:

28  

K ppen


Berlijn

Interview met Boris Leite-Poço van ‘Sauvage’

Paleo-wat? En waarom? “We noemen het paleolithische keuken, niet alleen omdat we ingrediënten gebruiken die voor of tijdens het Paleolithicum al bestonden. Het gaat erom te onderzoeken hoe we als mens ons het langst gevoed hebben. Logischerwijze is dat de gezondste wijze van voeding, anders zouden we ons nooit miljoenen jaren lang ontwikkeld hebben. Als je kijkt naar de geschiedenis zie je dat de zogenaamde welvaartsziektes, zoals kanker, diabetes, botontkalking, alleen maar teruggevonden worden bij mensen die in de laatste 10.000 jaar hebben geleefd. Menselijke resten van voor de periode dat de mens begon met landbouw, en granen en melkproducten nog geen hoofdbestanddelen vormen van de voeding, hebben deze aandoeningen niet. We grijpen terug naar die oude voedingswijzen om dan met moderne middelen een gelijkaardig dieet samen te stellen. We laten er alles uit wat vanuit dat perspectief een ongezonde werking heeft op je lichaam.”

“Voedselveiligheid vindt veel vlees ongezond, wij vinden dit net essentieel”

Oud eten is geen rauw eten “Er zijn verschillende tendensen in de paleo-beweging. Zo heb je mensen die beweren dat levende enzymen op planten terecht komen vanuit de bodem. Wanneer je die kookt zijn ze dood en hebben ze geen werking meer in je lichaam. Ik geloof daar een deel van en gebruik bijvoorbeeld rauwe groenten in mijn dieet. Maar ik zie totaal geen nut in het eten van rauw vlees of het samenstellen van een dieet dat alleen bestaat uit rauwe voeding.

Boris in zijn restaurant ©Caro Soons

Helemaal in het begin, in de tijd van de hominide, de aapachtige, was het vuur nog niet in gebruik en aten we bijgevolg alles rauw. Maar vanaf de ontdekking van het vuur zijn we veel snel-

K ppen

  29


interview

Een greep uit de ingrediënten van ‘Sauvage’ © Caro Soons

ler geëvolueerd, omdat we meer met minder energie bereikten. Gekookt vlees kan je ook langer bewaren dan rauw vlees. Het bewaren plus sneller meer energie opnemen betekende een grote stap in de evolutie. Daarom zie ik niet meteen in waarom we weer alles rauw zouden gaan eten, maar er zijn zeker wel invloeden van terug te vinden bij ons.”

“In die zin is het ook moeilijk om je verhaal verkocht te krijgen. Daarom zijn wij eerder een ‘grassroot movement’, mensen zijn van onder af verenigd. Het is niet één of andere dieetgoeroe of officiële instantie die dit van boven af aanbiedt.”

De kracht van gezond eten Mensen, en geen goeroes, maken de ‘paleodienst’ uit “Dit is net het sterkste punt in het paleo-dieet. Ik vind ‘dieet’ eigenlijk al een slecht woord, want het gaat meer over een levenswijze, een opvatting. Het is net zo sterk omwille van het netwerk dat mensen opbouwen. Via sociale media staan we wereldwijd in contact met elkaar en kunnen we informatie uitwisselen die heel sterk indruist tegen de huidige opvatting van voeding. Als je paleo naast de regelgeving van bijvoorbeeld de FDA of het Ministerie van Voedselveiligheid zet, dan staan die opvattingen haaks op elkaar. Zij zeggen: gesatureerd, verzadigd vet is niet goed, paleo-mensen zeggen net dat dat heel gezond is. Veel vlees zou ongezond zijn, wij zeggen: vlees is essentieel.”

30  

K ppen

“Ik was zelf iemand die heel hard met gezondheidsproblemen kampte. Van kinds af had ik heel zware astma. Ik dacht dat het genetisch was; mijn moeder had het, net zoals mijn grootouders. Ook had ik heel erg last van huidproblemen, vooral eczeem. En dat was van zolang ik het mij kon herinneren, zonder dat het ooit verbeterde. Daardoor ben ik me zeer sterk gaan interesseren in voeding en sport, omdat ik in optimale gezondheid wou verkeren. Ik ben lang vegetariër geweest. Maar in die periode ging het eigenlijk alleen maar slechter. Heel toevallig kwam ik op het paleo-dieet. Dat is nu vier jaar geleden. Op één maand tijd was mijn astma verdwenen, was mijn huid weer in orde en nog een hele resem andere voordelen die onbeschrijfbaar zijn en bijna ongeloofwaardig klinken. Maar dat hoor je wel bij iedereen die het probeert. Ik ken bijvoorbeeld iemand, die ondertus-


Berlijn

sen een vriendin is geworden. Ze was eerst klant maar kwam steeds terug. Ze had te horen gekregen dat ze MS had. Twee weken geleden is ze op controle gegaan en hebben ze vastgesteld dat de evolutie van haar ziekte gestopt is.” “De kracht van voeding is werkelijk onwaarschijnlijk. Zo heb ik het zelf ook ondervonden en sindsdien wil ik helemaal niet meer anders eten. Maar het is ook nog heel jong. Dat maakt het zeer moeilijk om de effecten ervan op langere termijn te zien. Het zou kunnen dat ik op mijn 35ste plots aan een hartaanval sterf. Ik ben zeer bewust bezig met mijn gezondheid, ik doe regelmatig check-ups. Alles is enorm verbeterd en blijft ook stabiel, dus het zou me verbazen moest ik plots doodvallen door het eten. Maar we zien wel (lacht).”

Haalbaar luxe-menu “Gezien de huidige samenstelling van onze voeding is het een heel duur dieet. Ik ga dan ook nooit zeggen dat dit een oplossing is voor de hele wereld. Ik zie het dieet ook als luxe. Je daarmee kunnen bezighouden en het financieel ondersteunen is niet voor iedereen weggelegd. Wij komen net rond, maar dat is een hele rekenoefening. De winst /kostverhouding in een standaard restaurant is 70/30 %. Bij ons is dat veel lager: 50 tot 60% is bij ons de kost van het eten, de rest houden we over voor onszelf. We proberen dat naar onder te drukken, zonder compromissen op de smaak of de kwaliteit te maken. Dat doen we door ons af te vragen: wat kunnen we zelf doen, waar kunnen we grotere aantallen goedkoper aankopen, zonder dat het te lang op de plank blijft liggen…”

“Ik zie het dieet als een luxe.

“Het is wel haalbaar, in de zin dat iedereen het kan doen, los van de financiële kant. Als de vraag is of iedereen Het is niet voor iedereen weggelegd gewoon kan worden aan een dieet zonder graan- of melkproducten, dan zeg ik absoluut ja. Eigenlijk zijn het die omdat het zo veel tijd en geld vraagt” producten die ons standaarddieet heel saai maken. Het zijn heel doordeweekse, bijna saaie smaken. Net als je andere ingrediënten moet zoeken om soortgelijke producten te maken, wordt het leuk. Brood smaakt niet naar veel en je eet het omdat je er iets op kan leggen. Wij maken meel van Eerste in de wereld groenten, eieren, notenpasta’s, waardoor de smaak veel intenser wordt.” “Toen wij opengingen, twee jaar geleden, was het concept paleo nog totaal onbekend in Europa. Dat is in de afgelopen twee jaar zich enorm snel gaan ontwikkelen. Er zijn nog maar weinig klanten die niet weten waar het hier over gaat. In het begin was ‘Little Otik’ aangewezen op de boer dat veel meer, sommigen konden het woord zelfs niet uitspreIs het paleo dieet het antwoord op MS? ken. (lacht) Ik denk dat wij daar ook een katalyserende factor in waren. Ik weet dat, toen wij openden, we de enige zaak ter Volgens professor Luc Bouwens kan het Paleo-dieet inderwereld waren die met dit concept werkten. Je had nog wel een daad een positief effect hebben op bepaalde ziektes. ‘We restaurant in Londen dat een paleo-gerecht op de kaart had, zijn in historisch opzicht nog maar net overgestapt op een maar niemand werkte puur en uitsluitend met dit concept.” dieet van granen en melk. Het kan inderdaad dat ons verteringstelsel hier nog niet op is ingesteld.’ “Het wint wel aan bekendheid, aangezien er nu ook in Nederland een paleo-bakkerij geopend is, in Amsterdam. Na ons is er MS-liga Vlaanderen laat ons weten dat er nog geen weook een soort snackbar is Kopenhagen geopend, onder leiding tenschappelijke bewijzen zijn voor dergelijke positieve van de kok Thomas Rode Andersen. Dit zijn voorlopig de enige effecten. commerciële zaken in Europa.”

K ppen

  31


Berlijn

‘Little Otik’ aangewezen op de boer

RATING

Culinaire recensie

Sfeer: Smaak: Prijs:

Little Otik werkt gedreven met de “seizoensgebonden, lokale inkoop van de bioboer” methode. Dit is volgens de van Amerikaanse origine eigenaar Jeffrey Sfire een absolute must. Na eerst een jaar lang bekendheid te hebben verworven in Berlijn via een ‘Instant Restaurant’ aanpak onder de naam Palisaden Supper Club, opende Little Otik haar deuren. Door de aanhoudende vrieskou, laten de meeste lente groenten nog even op zich wachten in Little Otik. Onze menukeuze valt op surf en turf. Een voorgerecht van spareribs, hoofdgerecht baars en vervolgens een dessert dat Jeffrey en chef-kok Kevin’s herkomst eer aandoet: rode vruchten crumble. Opnieuw kom je binnen in een kleine zaal, maar er is genoeg ademruimte tussen de tafels dat dit geen storend element vormt. Zodat het je zeker niet ontgaat dat de eigenaars uitgesproken US-of-A’ers zijn, zit de muziekselectie vol gouden oude nummers, zoals Dolly Parton. De spareribs worden gepresenteerd met uien-rozijnen chutney, wat het geheel zoet-zure pit geeft. Toch staat duidelijk de ‘pure vleessmaak’ in de kijker. Het vlees is smaakvol en mals. Ongetwijfeld heiligschennis dat je eigenlijk een sausje voor de kick mist. De vis heeft een knapperig korstje, zonder te droog te zijn. Ze wordt geserveerd met een allegaartje van oesterzwam, gember, chili en munt. Saai is dit smakenpalet alleszins niet. De nog warme crumble wordt sober geserveerd met vanille room, wat niet wegneemt dat ze in een mum van tijd schoon op is. Een complimentje aan de kok en je krijgt smeuïge cake met frisse bloedsinaasappel er gratuit bovenop. Ach, als we er de lokale boeren mee steunen…

32  

K ppen


Berlijn

Interview met Jeffrey Sfire van ‘Little Otik’

Menu “Wij baseren ons menu op wat enkele boeren uit de buurt ons aanbieden: hun seizoenswaren. Specifiek werken we samen met een lokale bioboer en met een biologische groothandelaar, die ook aan kleine organische winkels levert. Onze associatie met boeren rond Berlijn helpt ons om elke dag ons menu een beetje te veranderen, maar de grote variaties op de menukaart vinden om de paar weken plaats. Onze spijskaart is dus zeer seizoens-

“Zowel geïmporteerde tomaten als de serre variant smaken niet eens goed, dus waarom zou je ze

gebonden. We eten wat er uit de grond komt in deze omgeving, zoals het eigenlijk hoort. We zijn ervan overtuigd dat we op deze manier het meest verse en lekkere eten kunnen voorschotelen.” “Smaak en kwaliteit zijn voor ons het belangrijkste aspect. Meestal betekent dit dat we voor biologisch producten kiezen, maar we zijn niet extreem streng op het biologische aspect, eerder op hoe inspirerend, lekker of spannend het voedsel is. Zowel die geïmporteerde tomaten als de serre variant smaken niet eens goed, dus waarom zou je ze kopen?”

Boeren “De kok Kevin Avery, mijn vriend, krijgt veel inspiratie van de boeren en hoe hard zij werken. Zijn overtuiging om datgene te eten wat we van het land krijgen wordt hierdoor versterkt.”

kopen?”

“Tuurlijk zijn hier ook nadelen aan verbonden. Soms krijg je zo weinig voedsel aangeleverd dat het na één avond al op is. Maar dat onvoorspelbare maakt het net leuk en houdt ons

Jeffrey onthaalt de gasten.

Het visgerecht.

K ppen

  33


Berlijn

geïnspireerd. Tegen dat het bijvoorbeeld augustus wordt, is Kevin dolenthousiast dat hij terug met goede lekkere tomaten kan werken.” “Als mensen er gewoon eens goed over nadachten, over degelijke, seizoensgebonden producten, dan zou het een heel nieuwe eetcultuur voor hen openen. Nu vraagt Kevin zich ook af waar we rabarber kunnen vinden, want met die sneeuw die maar

blijft komen, vind je die nergens. Ik denk dat dat problematisch gaat worden voor de boeren, want alles kwam in bloei vorige maand, maar door de kou is alles weer afgestorven.”

Heimwee naar Amerika “In Amerika moet je je eten halen bij speciale boerderijen, als je nu een restaurant wilt openen dat de voedselcultuur eer aan doet. Je kunt geen menukaart hebben waar niet opstaat waar de ingrediënten exact vandaan komen, bijvoorbeeld van welke boederij en hoe op hoeveel kilometer afstand die boerderij ligt ten opzichte van het restaurant. Ik denk niet dat veel mensen dit beseffen over de huidige Amerikaanse eetcultuur. Maar het staat al zo veel verder dan wat er gebeurt in Europa. Veel mensen dachten dat wij dit concept uitgevonden hadden. Maar voor één op twee restaurants in Amerika is dit de nieuwe werkwijze. Je wordt niet serieus genomen als je niet met een boerderij samenwerkt en daar speciale kaas, vlees en eieren vandaan haalt.” “Ik denk dat deze trend in New York en San Francisco, of zelfs in heel Californië, al in de jaren ‘70, ‘80 de kop opstak. Maar de laatste tien jaar is het ook gewoon heel hip en cool geworden om te weten waar je eten vandaan komt.” “Als Amerikaanse kok heeft Kevin een heel ander uitgangspunt dan de meeste Europese chefs. In Amerika wordt een mix van de Italiaanse, Franse, Duitse keuken als gewoon eten beschouwd. Hier bepaalt je afkomst meer wat je kookt. Als Italiaan kook je dus puur Italiaans. Toen mensen ons vroegen welke keuken wij waren, wisten we niet goed wat te zeggen: internationaal, Amerikaans…?” “We kwamen naar Berlijn, omdat het goedkoop was, bovendien heb ik hier veel vrienden, ik was er al vaak geweest en toen bleven we maar blijven plakken. Er zijn hier zoveel mogelijkheden. We vonden deze plek en we konden onze zaak opendoen voor redelijk weinig geld.”

Kevin in de weer in de Little Otik

34  

K ppen

“We willen absoluut terug naar Amerika. We wonen hier zeer ver van mijn familie. Ik denk dat het in Amerika makkelijker is. Het is altijd makkelijker in je eigen land (lacht).”


Berlijn

Berlijners swingen warm voor Earth Hour 2013 Tekst en foto’s: Denise Mol

Ashley Hicklin speelt zijn nieuwe lied ‘City Lights’ voor Earth Hour IJzig koud was het op zaterdagavond 23 maart toen op de Parizer Platz, Berlijn, het licht van de imposante Brandenburg Tor een uur lang gedoofd werd. De barre temperatuur van -10 graden Celsius weerhield nieuwsgierigen er niet van de vijfde editie van Earth Hour Berlijn bij te wonen. Met deze jaarlijkse sensibiliseringscampagne wil het Wereld Natuur Fonds zowel politieke leiders als burgers wereldwijd warm maken voor duurzaam energiegebruik.

WWF vrijwilligers en mascottes laten zich niet ontmoedigen door de vrieskou

Vrijwilligers drijven dynamo aan voor het optreden van Ashley

Knusse kaarsjes en lantaarns in de vorm van een wereldbol verlichtten in feestsfeer het Parizer plein. De WNF panda mascottes zetten de toon en dansten mee op de muziek van Ashley Hicklin. De 27-jarige Britse zanger en songwriter componeerde speciaal voor de gelegenheid het lied “City Lights”, waarmee hij hoogstpersoonlijk kwam optreden. Energie voor de speakers werd opgewekt via dynamo aandrijving door WNF vrijwilligers. Meedeinen en zingen met de sfeermuziek van Ashley Hicklin hield de moraal van een honderdtal toegestroomde geïnteresseerden hoog. De opkomst van dit jaar was een succes volgens Immo Fischer, woordvoerder WNF Duitsland ter plaatse. “Bovendien hebben veel mensen zich online ingeschreven om thuis of met vrienden in

andere steden hun eigen Earth Hour actie te ondernemen.” Met het thema ‘Ja zur Energiewende’ wil de Duitse branche van WNF zowel inwoners van Berlijn en Brandenburg, als de politieke tegenstanders confronteren met het idee dat de groene energievoorziening in Duitsland nog veel beter kan. “Het officiële streefdoel”, zo meldt Fischer, “is om in heel Duitsland bijna uitsluitend hernieuwbare energie aan te leveren tegen 2050.” Klaus Wowereit, burgemeester van Berlijn voor de Sozialdemokratische Partei Deutschlands, verklaarde dezelfde dag het Earth Hour initiatief en de energieomschakeling ambitie te steunen. Anders dan in België, deed Duitsland niet mee aan de dit jaar gehypte social media uitdagingen die menig politicus wereldwijd in de ban van Earth Hour hielden. In Antwerpen bijvoorbeeld beloofde Bart De Wever (N-VA) een dag lang isolatie en warmtepompen te plaatsen in ‘t stad, als duizend Antwerpenaren zich wilden engageren in klimaatacties. Tot nu toe lijkt het er echter op dat De Wever zijn handen niet aan klimaatvriendelijke acties hoeft vuil te maken. Het wordt afwachten wat het uiteindelijke beleidsresultaat in Berlijn op zal leveren voor het klimaat.

K ppen

  35


interview

LIFESTYLE


interview

Duurzamer wonen én besparen begint met ‘ecologica’

K ppen

  37


lifestyle Wist je dat ecologisch leven gunstig is voor de portemonnee? In het EcoHuis in Antwerpen, een advies- en educatief centrum, kun je terecht voor tips en tricks die goed zijn voor zowel het milieu als je spaarboekje. Vier thema’s vormen de pijlers waarop de informatie en sensibilisering van het EcoHuis zijn gebouwd: energie, water, materialen en biodiversiteit. Tekst en foto’s: Denise Mol

procent van de energie via het dak verloren gaat. Wij hebben hier een thermografische kaart in onze tentoonstelling. Dat is een toepassing waarbij mensen kunnen inzoomen op hun eigen dak om te zien hoe goed of slecht hun dak geïsoleerd is. Wanneer de mensen eenmaal een concreet beeld hebben van hun situatie, kunnen ze bij de gemeente premies krijgen voor die dakisolatie, isolerend glas, of verwarmingsketels. We zijn er de laatste jaren goed in geslaagd om verandering te brengen in de slechte dakisolatie hier in Antwerpen. Na deze bespreking kan het gezin zelf kijken welke aannemer ze hiervoor in de arm willen nemen. Dat advies gaat dus puur om het gebouw.”

Op de plaatsen, klaar, start! In deze tijden van de touwtjes aan elkaar knopen, zijn onverwachte besparingen een meevaller. Een bezoekje aan het EcoHuis, gekoppeld aan een gesprek met de projectverantwoordelijke Luc Redig toont welke stappen je kunt ondernemen om je woning en leven duurzamer in te richten en er geld mee uit te sparen.

“Eens ze hier wonen, kunnen ze tips komen vragen om in deze stad op een zo ecologisch mogelijke manier te wonen. Het makkelijkste is om dan onze tentoonstelling ‘Meer doen met minder’ te bezoeken. Daarin volgen we namelijk drie gezinnen, waarvan één mogelijk overeenkomt met hun leefomgeving en leefsituatie. Daar kunnen ze dus tips uit halen.”

Tip 1: openbaar vervoer “De eerste grote tip is dat het wonen in de stad op zich al een ecologisch statement is. De stad biedt namelijk ongelofelijk veel ecologische voordelen, in die zin dat je bijvoorbeeld geen auto meer nodig hebt: je kunt gebruik maken van het openbaar vervoer, je zit overal vlakbij (denk aan scholen, winkels, alle mogelijke vormen van culturele activiteiten.) Bovendien is de openbare ruimte in Vlaanderen zeer beperkt, dus door in de stad te komen wonen, spaar je die beperkte ruimte uit.”

Stappenplan naar ecologisch leven De aanloop “Laten we bij het begin beginnen: de woning. Stel dat mensen hier in Antwerpen komen wonen en gaan bouwen of verbouwen. Dan kunnen ze hier in het EcoHuis terecht voor gratis advies over hun (ver)bouwplannen bij onze EcoHuisdokter. Dat is een architect die samen met hen de plannen bekijkt en verbouw- of isoleertips geeft. In een niet-geïsoleerd huis – en zo zijn er nogal wat in Antwerpen – mag je er in het slechtste geval op rekenen dat zo’n dertig 38  

K ppen

Tip 2: energieverbruik en -aankoop “De volgende stap voor een gezin is in hun leven te kijken hoe ze op een duurzame manier kunnen omspringen met energie. Daar kun je ontzettend veel kanten mee op om je verbruik binnenshuis drastisch te verminderen. Dat is een van onze hoofdbezigheden. Zo is er verlichting. De normale gloeilamp van vroeger is eigenlijk verboden. De evolutie van gloeilamp naar spaarlamp naar LED-verlichting laat je al flink besparen.


lifestyle Zo ook met het gebruik van je verschillende toestellen. Bij aankoop van een nieuwe koelkast, wasautomaat of -droger kan je makkelijk de energielabels vergelijken om hun energie-efficiëntie (A++ tot E niveau) in te schatten. Waar wij mensen op willen wijzen, is zich niet enkel te laten leiden door de aankoopprijs, maar ook door het energieverbruik. Dit omdat de meerkost van een apparaat met een hoger label vaak zich op zeer korte termijn terugbetaald. Hetzelfde geldt ook voor andere elektronische apparaten in huis, door bijvoorbeeld de computer af te zetten of door het licht te doven als je een kamer verlaat. Dat zijn de meest voor de hand liggende tips. Je kan veel meer dingen doen door minder materiaal, minder water, minder energie te verspillen.” “Waar we ook extra aandacht aan besteden, is de energieleverancier. Tot voor kort was er een monopolie op de energielevering, waardoor we eigenlijk allemaal veel te veel betaalden. Nu zijn er veel verschillende spelers op de markt, waarbij je een keuze kan maken voor groene of hernieuwbare energie. Daar blijk je met wat zoekwerk zeer veel op te kunnen besparen per jaar. Zo komen mensen soms hierheen met hun energierekening waarbij wij een herberekening hebben gemaakt om bepaalde acties te ondernemen of over te schakelen van leverancier dan kun je per jaar honderden euros besparen. Dit is ook vanuit het oogpunt van: wat goed is voor het milieu is vaak ook goed voor je portemonnee. Die twee gaan hand in hand.”

Tip 3: ‘groene’ leningen “Wij stimuleren de samenaankoop van energie. Wat minder courant is en wat wij ook verstrekken, zijn groene leningen. Het laatste struikelblok om ecologischer te gaan leven is vaak, vooral bij mensen met een redelijk klein inkomen: ‘hoe gaan we dat betalen? Voor ons zijn andere zaken op dit moment prioritair.’ Voor die mensen met een laag inkomen (dit systeem wordt berekend op basis van inkomen) kunnen wij gratis leningen verstrekken om de ecologische maatregelen uit te laten voeren. Dat is toch een belangrijke stap.”

Tip 4: waterbesparing “Verder geven we ook advies rond water. De waterrekening stijgt omdat water steeds schaarser en dus duurder wordt. Opnieuw geven wij tips, over waterbesparing, die goed zijn voor milieu en portemonnee. Gebruik van een spaardouchekop bijvoorbeeld. We wijzen ook op de verborgen stromen van water. Zo weten veel mensen dat er zeer veel water wordt verbruikt als je te lang onder de douche staat. Wat veel mensen niet weten is dat bij de productie van bijvoorbeeld staal, papier en glas ook

veel water bij betrokken is. En dat er, ondanks ons natte klimaat, een tekort is aan water.”

Tip 5: recycleerbaar materiaal “Tenslotte geven wij mensen ook informatie over dagelijkse zaken, zoals kleding, blik, hout, metalen – allerlei spullen die al dan niet op de afvalhoop terecht komen. Wij steunen de opvatting dat bij veel materialen de levenscirkel niet rond is, wanneer ze weggegooid worden. Zo kun je uit aardolie een aantal zaken vervaardigen. Neem nu plastic. Voor een aantal mensen stopt het proces daar. Zij zeggen dan dat ze hun plastic recycleren. Maar wat gebeurd er daarna? In het beste geval wordt uit die flessen nog fleece kleding gemaakt, maar daar stopt het vaak al. Je kan namelijk nooit daaruit terug nieuwe aardolie maken. Net zoals je geen nieuw aluminium kan maken uit blikjes. Waar wij de mensen over laten nadenken, is dat je met natuurkatoen, vlas en hennep als basisstof voor kleding wel deze cirkel helemaal kan rond maken. Daar bedoel ik mee dat je de hennep in welke vorm dan ook kan composteren, zodat het terug als voeding dient voor nieuwe hennep. Ook het productieproces zelf speelt hierin een rol. We kennen allemaal de gevolgen van de productie van aardolie op het milieu, gaande van het transport tot milieuverontreiniging. Terwijl de teelt van hennep of vlas op een zeer ecologische manier kan verlopen.”

Tip 6: de stad is ook van plant en dier “Een ander thema waar we ook mee werken is biodiversiteit en alles wat te maken heeft met ‘groen in de stad’. Een deel van de tentoonstelling gaat over het belang van geveltuinen. We hebben beneden ook de tuin van het EcoHuis, waar we veel aandacht besteden aan ecologisch tuinieren, kringlooptuinieren en ‘vierkante meter landbouw’. Dit zijn zaken die in alle steden nogal opgang maken. De laatste jaren is hier speciale aandacht voor de aanwezigheid van bijen in de stad bijgekomen. Daarom hebben we hier ook bijenkorven staan. Dit thema trekken we open naar het belang van fauna en flora in de stad en het feit dat zowel groen als dieren en planten thuishoren in de stad.” Voor aanvullende informatie kan een dagtrip naar het EcoHuis verhelderend werken.

K ppen

  39


interview

De medewerkers van het EcoHuis bouwen op tien jaar ervaring. Maar waar kwam het idee voor het EcoHuis nou exact vandaan? “In de jaren ‘90 hebben wij hier in Antwerpen een grote tentoonstelling georganiseerd: ‘Ecologica’ om informatie te verstrekken en onze burgers te sensibiliseren, met ook een toeristische functie.” “Wij hadden een ruimte gevuld met 123 tips over huis-tuin-en-keukenecologie. Er waren in die tijd namelijk verschillende zaken, die nu voor mensen vanzelfsprekend zijn, nog helemaal niet evident. Wanneer de mensen bijvoorbeeld binnenkwamen, was het eerste wat ze zagen een gigantische berg papier. Dat waren puur de reclamefolders die je verzamelt als je niet een ‘geen reclame’ sticker op je brievenbus plakt. Nu is dat normaal, maar toen nog niet. We hebben daar ook de eerste apparaten gedemonstreerd die een energielabel hadden of we toonden het belang van isolatie.” “De tentoonstelling werd een groot succes, we kregen zeer veel bezoekers op een week tijd. Daarop volgde de logische vraag of we met onze tentoonstelling niet konden rondreizen. Helaas ging dat niet. Vervolgens zijn we op zoek gegaan naar een huis om de tentoonstelling permanent op te zetten. Een of zelfs twee huizen bleken echter te klein voor dit doel. Uiteindelijk zijn we op dit pand gestoten, wat destijds een ruïne was. Dus zijn we het gaan verbouwen met allemaal ecologische technieken. De fundering was degelijk, dus we hoefden wat er nog overeind stond niet eerst met de grond gelijk te maken. Alles wat je hier vandaag ziet – leem, hout, glas, verf, energie – is allemaal op ecologische wijze gerealiseerd. Daar hebben wij uiteraard vele mensen voor geraadpleegd: bij elke stap die we zetten doen we een beroep op deskundigen. Ook dat was in het begin minder evident: milieudeskundige werd je vroeger uit jezelf, want de opleiding bestond nog niet. Ondertussen bestaan we tien jaar, in april 2003 hebben wij onze deuren geopend. In deze tijd is wat wij hier doen en de deelaspecten die wij aanbieden vrij goed ingeburgerd in Antwerpen. Er zijn hier ook veel experts aangenomen rond leningen, mensen die met specifieke doelgroepen werken, of die een opleiding van de energiesector hebben. Ieder expert op hun terrein.”

40  

K ppen


Verantwoord festivallen op Mano Mundo Meestal blinken festivals niet uit in ecologie, fairtrade of verantwoorde keuzes in het algemeen. Maar dat is buiten Mano Mundo in Boom gerekend. Dit gratis festival geeft niet alleen aandacht aan de muziek, maar ook aan mondiale problematiek en duurzaamheid. Zo stond Mano Mundo dit jaar in het teken van de strijd tegen honger, met de slogan ‘Stop de honger’. Een festival op maat gemaakt voor Kappen dus. Niet alleen door haar ideologische insteek, maar ook omdat kinderen er meer dan welkom zijn. Het is toch weer eens iets anders dan naar een pretpark gaan. Reporter Caro trok op pad en kwam terug met foto’s en annekdotes van artiesten en toevallige voorbijgangers, om de sfeer op papier tot leven te brengen. Tekst en foto’s: Caro Soons



“Awel, hier is de honger in ieder geval al gestopt... Dat is niet schoon om zeggen zeker?�



“Je moet je maar omdraaien en je waant je in een ander land, een andere wereld!�


“Ik zie mijn kinderen liever hier zich amuseren en vuil worden dan dat ze op Rock Werchter een ‘tentsletje’ worden genoemd.”



“Spijtig dat het morgen al gedaan is. Ik had hier makkelijk vijf dagen kunnen blijven.�




“Eigenlijk vind ik dit slechte weer fantastisch. Zo weet ik dat jullie echt voor de muziek zijn gekomen!” -Bart Peeters


column

De festivalzomer begint en het regent. Nee, het giet. België mag blij zijn als het niet vriest in mei. Zelfs wij, moedige bewoners van de zelfverklaarde pispot van Europa, kunnen niet meer zo goed volgen. Laat dit de setting zijn waarin ik naar mijn eerste festival ooit ga. Je hoort het goed, ik ben geen festivalganger. Misschien krijg je nu spontaan een beeld in je hoofd van een sociaal gehandicapte, lijkbleke persoon, wachtend in haar kamer tot die afschuwelijk populaire zomer over is, terwijl ze luistert naar zwartgallige klassieke muziek. Laat me dit al rechtzetten: zo erg is het niet. Ik hou van muziek. Vraag maar aan mijn collega -redacteur, we zijn al veel uren doorgekomen met het zingen van zowel moderne hits als Broadway-klassiekers. Maar festivals zijn me altijd voorbij gegaan. Gewoon, omdat ik er geen tijd of geld voor had. Maar die tijd is voorbij. Zaterdag en zondag ben ik te vinden op de wei in Boom. Wei? Regen? Dat betekent modder. Probleem van de dag: ik heb geen laarzen. Verdorie. Vijf schoenwinkels later stap ik buiten met mijn nieuw paar: 42, breed genoeg aan de kuiten en met aardbeitjes op. Ik ben klaar voor de modderstrijd. Zaterdag breekt aan, de eerste dag van het festival. Het weer lijkt oké. Dit verandert zodra ik een voet buiten de deur zet. Ik ben nog maar net onderweg of het begint te gieten. Is dit een teken dat ik niet gemaakt ben voor dit soort evenementen? Willen de weergoden me tegenhouden? Na enkele minuten mindert de stortvlaag, en ik besluit dat het tijd is om me in het avontuur te werpen. Aangekomen in De Schorre, verbaas ik me over de omvang van het gebeuren. Nadat ik wat heb rondgedwaald en mijn weg heb leren kennen, zet ik koers naar de Deltaweide, waar de verkoopstandjes zijn. Als vrouw wordt ik al eens in de koopjes val gelokt. Je kunt de standjes ruwweg in drie categorieën indelen. Ten eerste zijn er de juweliers, die je lokken met hun glinsterende oorbellen en kettingen. Daarnaast staan de ‘mannen/jongens-T-shirt’-verkopers. Je kent ze wel, T-shirts met het logo van Superman of met Darth Vader erop. En dan heb je de ‘Rebels-with-a-cause’-verkopers. Zij verkopen boeken over on52  

K ppen

recht of originele kunst gemaakt door bijvoorbeeld de Papoea’s uit Nieuw-Guinea. De echte thema mensen dus. Wat me opvalt, is hoeveel gezinnen hier rondlopen. Ze vertellen me dat ze dit festival geweldig vinden, omdat het hun kinderen van jongs af toont dat ze het zeer goed hebben tegenover de jeugd elders. Hoewel sommige kinderen manden vlechten eigenlijk meer als een spel zien. Ach ja, het is een begin. De dag vliegt om en dan is het al zondag. De dag waarop Zap Mama en Bart Peeters komen optreden. Ik toon mijn perskaartje nerveus aan de ‘bewaakster’ van de backstage. Je weet tenslotte nooit of ze newbie fotografen alsnog weigeren. Wonder boven wonder gebeurt dit niet. Ik mag naar het aparte persvak voor het podium. Je weet wel, die plaats waar de die hard fans een moord voor zouden plegen om er te mogen staan. De andere journalisten zijn uiterst vriendelijk tegen me. Het schrikbeeld van omvergelopen te worden door beroepsgieren verdwijnt en ik voel me op mijn gemak. Tot iedereen zijn camera pakt en ik besef waarom iedereen zo vriendelijk is. Mijn camera, die ik altijd al behoorlijk groot vond, lijkt op niet meer dan een wegwerptoestel. De andere lenzen zijn dubbel zo lang als ik geluk heb, drie keer met wat pech. Maar ach, dat maakt niet zoveel uit. Zelfs zonder ‘om-ter-grootste’ lens kan ik de neusharen van de artiesten tellen. Veel dichter dan dit kom je niet. Na de warmte van Zap Mama en het crowdsurfen van Bart Peeters is het spektakel plots voorbij. Samen met de mensenstroom verlaat ik het domein. Nog wat nakletsen onderweg met enkele onbekenden en ik besef: ‘Deze festivalmaagd is bekeerd. Volgend jaar sta ik hier waarschijnlijk weer.’ Als ik tijd heb, tenminste.


DE 100 % ELEKTRISCHE NISSAN LEAF. DE AUTO VAN MORGEN, VANDAAG AL VANAF € 31.990(1) € 299/maand en gegarandeerde inruilwaarde na 3 jaar.

(2)

Thuis oplaadbaar (oplaadkit t.w.v. € 815 aangeboden).(3) € 2/100km – de laagste gebruikskost van heel de markt !(4)

Herlaad hem met uw telefoon met behulp van de CARWINGS applicatie

Test de Nissan LEAF bij je Nissan concessiehouder. Info en contacten op www.nissan.be.

AppStore is een handelsmerk van Apple Inc. Het opladen vanop afstand met de Nissan CARWINGS applicatie is beschikbaar op compatibele mobiele telefoons die over een internetverbinding beschikken. * Afstandsbediening van de airco, verwarming en het opladen van de wagen via computer of smartphone. Programmeren van routes via het internet.

(1) Offerte alle kortingen in vermindering gebracht, enkel geldig tussen 01/04/2013 en 30/04/2013 op voertuigen leverbaar uit stock. (2) Gegarandeerde inruilwaarde bij einde financiering. Aanbod van lening op afbetaling met laatste verhoogde maandaflossing voorbehouden aan particulieren en professionelen, geldig van 01/05/2013 tot 31/05/2013 op Leaf. Vaste debetrentevoet 4,40% en jaarlijks kostenpercentage 4,49% voor een maximale duur van 48 maanden, zonder voorschot (met een minimale voorschot van 15% voor de professionelen). Voorbeeld LEAF : contante prijs (alle premies inbegrepen) : € 31.990 BTWi, voorschot van € 9.866, 35 maandelijkse afbetalingen van € 299, laatste maandaflossing van € 14.055. Totaal te betalen bedrag : € 34.386. Kredietgever : Nissan Finance Belgium n.v., Ravensteinstraat 60 / 26, 1000 Brussel. Adverteerder : Nissan Belux, Bist 12, 2630 Aartselaar. (3) Bedrag BTWi. Installatie niet inbegrepen. (4) Gebaseerd op een verbruik van 17.3 kWh en een gemiddelde kost van 0,11 euro/kWh. Geen CO2-uitstoot tijdens het gebruik.

LEAF

0 G/KM

Milieuinformatie : K.B. 19/03/2004 : www.nissan.be


interview

Consument grijpt terug naar houvast streekproducten Tekst en foto: DM

Lokale productie is veel breder dan groenten en fruit bij de regionale boer kopen. Er zijn ook talloze producten, uitgesproken ‘eigen’ aan een bepaalde Vlaamse streek, die tevens lokaal geproduceerd worden: de zogenoemde streekproducten. Vzw Streekproducten Vlaams-Brabant neemt de taak op zich om de belangen van dergelijke streekproducenten te behartigen. In totaal zijn 140 lokale producenten uit de hele provincie - zowel uit het Hageland als Leuven, Dijleland, Brabantse Kouters, Pajottenland - bij deze vzw aangesloten. Promotie van de streekproducten van deze producenten staat centraal bij de vzw. Dit verkort de voedselketen tussen lokale producent, uitbater en consument.

Joke Gilles, projectcoördinator van Streekproducten VlaamsBrabant duidt trends in de sector en schetst de recente evolutie van streekproducten. Groei in vraag streekproducten “Consumenten hechten vandaag steeds meer belang aan producten van hier. Dat merken we, omdat daar heel veel vraag naar is. Wij proberen hierop in te spelen via onze boodschap: streekproducten zijn van hier en dus lokaal bekend, ze leggen slechts een beperkt aantal kilometers af in transport én ze ondersteunen de lokale economie. Ook belangrijk aan onze streekproducten is het verhaal van de producent die achter de producten zit. Dit alles, plus de smaak van de producten is een grote troef.” “De groeiende vraag naar streekproducten heeft ook te maken met alle problematiek die opduikt rond voedsel, de voedselschandalen enerzijds en de economische crisis anderzijds. Hierdoor gaan mensen op zoek naar vertrouwde, gekende producten waar ze een goed gevoel bij hebben om al die negatieve zaken te compenseren. Ik denk dat de tijdsgeest van de huidige samenleving ervoor zorgt dat mensen naar streekproducten teruggrijpen. Daar draagt ook de smaakvervlakking van vele producten in de supermarkt aan bij. Heel wat producten van de grote merken smaken hetzelfde, of ietwat artificieel of chemisch. Daardoor gaan mensen op zoek naar andere smaken. Er 54  

K ppen

komen nog andere factoren bij kijken, zoals de culinaire invalshoek. Alle kookprogramma’s en -boeken, waarin streekproducten goed passen, kunnen de vraag ook stimuleren. Dan is er nog de hoge ‘aaibaarheidsfactor’, de toegankelijkheid van streekproducten: het is leuk als je kunt zeggen waar je voedsel lokaal precies vandaan komt en de producent persoonlijk leert kennen.” Problematiek “Onze producenten kampen met twee grote problemen: moeilijkheden met distributie en de marketing van hun producten.” “Op vlak van distributie spelen wij een ondersteunende rol. Het is een moeilijke problematiek: niet alleen producenten zijn bij ons aangesloten, maar ook een 75-tal speciaalzaken, dit zijn streekhoekjes en -winkels, plus horecazaken, logies en Straffe Streek gemeenten. Deze gemeenten engageren zich voor het Straffe Streek label, wat inhoud dat gemeenten actief hun streekproducten promoten.” “Dat zijn een heleboel afzetpunten, waar de producten allemaal moeten geraken. Vandaar dat wij de distributie willen professionaliseren. Hoe geraak je aan je producten? Bepaalde producten leveren de producenten zelf aan, anderen worden opgehaald. Zo is er iemand die een beperkt assortiment producten uit het


interview Pajottenland gaat ophalen bij de producent, deponeert en ook levert, zodat de klant ook bij hem kan bestellen. Deze regeling is niet zo evident. Daarom hebben wij een onderzoek gedaan om de distributieproblematiek in kaart te brengen en oplossingen te vinden. Om een lang verhaal kort te maken: op basis van dit onderzoek hebben wij ervoor gekozen om actief de logistiek en distributie te ondersteunen, maar het niet zelf te doen. Hiervoor hebben wij een partner gezocht: Java. Zij zijn niet enkel producent van koffie, maar ze zijn ook heel actief in de foodservice: ze leveren producten aan collectiviteiten als grootkeukens, denk aan rusthuizen, ziekenhuizen, OCMW’s, gevangenissen, grote hotelketens, overheidsinstanties. Zij gaan voor ons de producten ophalen bij de producenten, deponeren en leveren aan de streekhoekjes.” “In het project GROEI.kans hebben wij verschillende workshops voor de leden georganiseerd en één thema daarvan ging over distributie. Aansluitend hebben wij ook een PDPO IIproject ingediend om de distributie efficiënter te maken. Dit project loopt van begin 2012 tot midden 2014.” Samenwerking supermarkten “Onze samenwerking met Delhaize is ook onderdeel van dit project. Uit onderzoek weten wij namelijk dat de oorzaak van het niet of weinig kopen van streekproducten vaak te maken heeft met bereikbaarheid en beschikbaarheid van de streekproducten en -winkels.” “Oudere mensen of mensen met meer tijd of budget gaan eerder actief op zoek naar kleine streekhoekjes en zullen eerder extra moeite doen om deze producten op een andere locatie te gaan halen. Jongere mensen of mensen met kinderen hebben de tijd niet om hun boodschappen in tien verschillende winkels te halen. Zij doen hun aankopen liefst op één enkele plek. We weten dat hier nood aan en vraag naar is. Daarom heeft Delhaize ons benaderd.” “Dit was echter een moeilijke vraag vanwege de verschillende factoren die in dit proces een rol spelen. Ten eerste is het niet vanzelfsprekend om streekproducten van onze verschillende producenten naar de supermarkt te transporteren. Bovendien

Foto © Straffe Streek

zijn sommige producenten er wel in geïnteresseerd hun producten in de supermarkt te laten verkopen, maar anderen niet. Ook vinden enkele van onze bestuursleden dat streekproducten niet thuishoren in de supermarkt. Zij vinden dat de verkoop van deze producten kleinschalig, lokaal en exclusief moet blijven en niet in de supermarkt rekken verdrongen worden tussen alle gewone producten.” “Anderzijds is er wel vraag naar vanuit de consument. Uiteindelijk hebben we deze samenwerking met Delhaize groen licht gegeven. Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste stuurde Delhaize een persbericht de wereld in dat ze sowieso streekproducten gingen lanceren in heel België, ongeacht wat wij – vzw Vlaams-Brabant – zouden doen. Delhaize had hiervoor een strategie ontwikkeld om het lokale ondernemerschap mee te ondersteunen en promoten. Ten tweede zijn we een bevoorrechte samenwerking aangegaan, zodat bijvoorbeeld ons logo op de producten mee opgenomen wordt door hen. Wat heel belangrijk is, is dat wij als tussenpersoon fungeren tussen Delhaize en onze producenten. Het hele, complexe administratieve proces dat normaal bij de producent belandt, wordt nu geregeld door Java, dus die last valt voor die producenten weg die hieraan willen deelnemen. Wij proberen de belangen van de producent te verdedigen: zo is het niet de bedoeling dat samenwerking met Delhaize onze streekhoekjes kapot zou concurreren. Hier is aan gedacht doordat Delhaize geen geschenkpakketten aanbiedt, wat juist het beste verkoopt in onze streekhoekjes. Wel hopen we dat door deze samenwerking onze streekproducten op het dagelijkse boodschappenlijstje van de consument geplaatst worden.” Eigen label Een jaar geleden is hun eigen label “Erkend Vlaams-Brabants Streekproduct”gelanceerd. Dit hyper lokale label is inmiddels aangevraagd voor achtennegentig producten, soms voor meerdere producten per producent. Maar het is nog te pril om al een impactanalyse van dit label voor de consument te doen. “Het lange termijn doel is dat streekproducten ook in de winkels duidelijk herkenbaar worden voor de consument. Net zoals de huisstijl van Straffe Streek sinds een paar jaar aan bekendheid wint, hopen wij dat dit ook het geval zal zijn voor de erkende

K ppen

  55


interview producten. Daar draait het om: herkenning voor de consument en erkenning voor de producent. We maken wel een onderscheid in welke producten binnen een ruim aanbod aan categorieën - zoals o.a. gebak, alcoholische dranken, vleeswaren, fruit en groenten, koffie of thee – in aanmerking kunnen komen voor het label. De gemeente Bierbeek bijvoorbeeld laat een bier brouwen op basis van hun lokale recept in een proefbrouwerij buiten Vlaams-Brabant. Dat is een bier, de Bierbeekse, dat voornamelijk binnen die gemeente gekend is, omdat ze het serveren tijdens lokale evenementen. Dat straalt hun identiteit uit. Helaas is het geen eigen plaatselijke productie, waardoor de Bierbeekse niet in aanmerking komt voor ons Vlaams-Brabantse label, maar we beschouwen het wel als een lokaal product. De band van het product met Vlaams-Brabant is een belangrijk criterium om ons label aan te kunnen vragen. Op het regionale niveau hebben wij ons eigen label, wat toegankelijker is dan het VLAM label of het Europese label. Wij willen via onze werking zowel de kleine producenten ondersteunen, zelfs hobbyisten, als de grote producten, zoals ons lid Primus Haacht dat een groot biermerk is.”

Bijna 2800 Vlaamse gezin inkoop Tekst en infografiek: Denise Mol

Verschillende gezinnen uit dezelfde buurt vormen samen een ‘voedselteam’. Samen kopen zij seizoensgebonden biologische producten aan om deze wekelijks in een plaatselijk depot op te halen. Hilde Delbecque, algemeen coördinatrice van Voedselteams, illustreert de ledencijfers

De toekomst “De toekomstige evolutie van streekproducten is heel moeilijk te voorspellen. Momenteel is er een hype in de vraag naar streekproducten. Naast Delhaize hebben bijvoorbeeld ook Carrefour, Aldi en Lidl ons – rechtstreeks of onrechtstreeks – benaderd voor een aanbod van deze producten. Het is nog afwachten hoe die toenaderingen zich kunnen ontwikkelen. We willen ook niet dat ieder product in elke winkel te koop is, dan boet je in aan exclusiviteit en charme. Anderzijds is Java onze distributie en etikettering (EAN-code) aan het voorbereiden op verdere professionele groei. Verder willen wij onze promotie van streekproducten verder ontwikkelen en voortzetten.”

Welke evolutie ziet u de huidige cijfers van 140 teams en 100 producenten ten opzichte van het aantal dat zich aansloot in de eerste jaren van Voedselteams vzw? “De eerste Voedselteams werden opgestart in 1996 vanuit het netwerk Voedselteams. Eerst enkel in Vlaams Brabant, vandaar ook het grote aantal teams daar. Vanaf 1998 werden er ook stilaan in de andere provincies teams opgestart, daarvoor werd samengewerkt met onder andere Elcker-Ik Antwerpen, Brugge en Gent, en Vredeseilanden. In 2001 werd de vzw opgericht.” “De groei van Voedselteams ging gestaag verder met enkele flinke opstoten ten tijde van de dioxinecrisis. We bleven daarna wel een hele tijd hangen op een 100 tal voedselteams maar de laatste jaren gaat het heel snel, in 2011 werden er 13 teams opgestart, in 2012 waren dat 21 teams. En de interesse blijft heel groot.”

Waar wijt u het huidige zevenvoudige verschil in actieve teams tussen West-Vlaanderen en VlaamsBrabant aan? “In West Vlaanderen werd in de beginjaren enkel rondom Brugge onze werking uitgebouwd. We hadden tot voor kort ook maar één halftijds personeelslid in dienst, die zowel WestVlaanderen als Oost-Vlaanderen moest opvolgen. De laatste jaren wordt er meer promotie gemaakt en zijn er ook enkel teams bijgekomen.”

56  

K ppen


interview

nnen kiezen met Voedelteams voor korte keten Huidig aantal voedselteams in Vlaanderen - Per provincie 1

= 10 voedselteams 1 voedselteam = 15 à 25 deelnemende gezinnen

27 7

31 53

“De interesse is in West-Vlaanderen veel beperkter. Nochtans zijn er daar veel producenten van hoeveproducten. Mogelijk hebben ze daar meer de gewoonte om zelf naar de boerderij te gaan. Bovendien zijn er meer West-Vlamingen die nog zelf een groentetuin hebben en dus een stuk zelfvoorzienender zijn dan in de verstedelijkte gebieden zoals Gent, Antwerpen, Leuven.” Hoe schat u - in het kader van de huidige samenleving - de toekomstige groei van teams en/of producenten in voor de komende vijf jaar? “De interesse in gezonde producten en lokale voeding neemt nog steeds toe, ik schat dan ook in dat dat nog een hele tijd blijft duren.”

22

Voedselteams expertise opgebouwd omtrent stedelijke voedselstrategie. Nog regelmatig krijgen we vragen van producenten die willen starten met een korte ketenverkoop.” “Er zijn wel een aantal struikelblokken. Helaas zijn er te weinig biologische zuivelverwerkers. En het is absoluut niet makkelijk voor jonge boeren om te starten, want de grondprijzen liggen bijzonder hoog.” “Op dit moment zitten we, door beperkte middelen en personeel, met twintig nieuwe teams per jaar aan onze grenzen. Daarnaast vraagt de logistiek ook meer en meer onze aandacht. We proberen samen met de producenten tot goede logistieke oplossingen te komen om al deze producten ter plekke te krijgen, maar dat is een heel complexe materie.”

“Heel wat steden en gemeenten krijgen ook almaar meer aandacht voor de stedelijke voedselvoorziening. Wij hebben met

K ppen

  57


Supergranny’s trukendoos

Tegenwoordig word je overspoeld door alle mogelijke pilletjes, potjes en pleisters van witte en felgekleurde producten. Je zou er voor minder horendol van worden. ‘De tijd van tegenwoordig’, zullen veel oma’s denken. Daarom stellen wij nu vier remedies voor, puur natuur en zonder voorschrift. Zoals oma’s het graag hebben. Tekst en illustratie: Caro Soons


Hooikoorts

Loopneus

Na maanden van kou, sneeuw, regen en andere weersverschijnselen waardoor je je miserabel voelt, kijkt een mens al eens uit naar de lente. Het is dan ook een fantastische periode: de eerste zonnestralen, bijgevolg de eerste terrasjes, pasgeboren dieren en planten in bloei. Maar dat laatste kan voor sommige onder ons deze tijd grondig verpesten. Inderdaad, ik spreek over de niet zo beste vriend van pollen, berkenstuifmeel en andere rondvliegende boomdelen: hooikoorts.

Niet alleen de arme slachtoffers van hooikoorts hebben er last van, zowat de hele bevolking wordt er al eens de dupe van: een verstopte neus. Je krijgt geen adem, je klinkt als Philippe Geubels en ook je sociale leven lijdt er onder wanneer je steeds meer met je slijmpjes bezig bent dan met je vrienden. Hoe sneller je hier van af bent, hoe liever.

What would granny do? What would granny do? Maar er is licht aan het einde van de snottertunnel. In de vorm van honing meer bepaald. Dat betekent dat je stuifmeel met stuifmeel bestrijdt. Het stuifmeel dat je inneemt via (verse) honing, bouwt een soort van weerstand op tegen het stuifmeel dat in de lucht hangt. De enzymen en nectar die bijen gebruiken bij hun brouwactiviteiten zorgen ervoor dat je bij dit stuifmeel geen allergische reacties krijgt.

Opgezwollen gewrichten na kwetsuur De sportieve lezeressen onder ons hebben het misschien al meegemaakt: een dwaze beweging, een oneffenheid op je pad of gewoon slecht neerkomen en plots zwelt je gewricht op tot zo’n 10 keer zijn gewone grootte. Dit kan het gevolg zijn van bijvoorbeeld gescheurde ligamenten in je knie of enkel. Dat betekent vele bezoekjes aan de kinesist, maar die kan vaak niet goed werken als er nog zoveel vocht in het gewricht zit. Dus moet alles zo snel mogelijk terug naar zijn gewone omvang. Meestal volstaat ijs leggen en een beetje geduld, maar soms is dat niet voldoende.

What would granny do? Natuurlijk zijn er duizend-en-één zalfjes, pillen en pleisters om van dit ongemak af te geraken. Maar er is ook een natuurlijke en véél goedkopere manier die helpt: rauwe aardappelschijfjes. Voor het slapengaan het gewricht bedekken met de stukjes, zorgen dat ze heel de nacht op hun plaats blijven en ’s morgens kan je al verschil zien. Heeft de aardappel onvermoede magische krachten in zich? Nee hoor, maar wel kalium. En dat is vocht afdrijvend. Hallo, normaal gewricht!

Ooit al eens aan zee geweest met een verkoudheid? Dan weet je dat je op zo’n moment nooit genoeg zakdoeken bij kunt hebben. Maar omdat je nu eenmaal niet bij elke verkoudheid naar zee kan gaan en de zee ook niet naar jou komt, moet je het anders aanpakken. Zoals een miniatuurzee op je neus loslaten. Doe wat zout en lauw water in een lege neusspray of pipet en breng het goedje in. Plots zal je weer kunnen genieten van een volledig functionerend reukorgaan.

Slapeloosheid Als kind wil je er niet van weten, als volwassene krijg je er geen genoeg van: slaap. De wetenschap is er nog altijd niet achter waarom we slapen, feit is dat je niet zonder kan. Laat daar soms een probleem met zijn. Meer en meer mensen lijden aan slapeloosheid. Bijzonder frustrerend, waardoor de kans dat je rustig in slaap valt weer verkleint.

What would granny do? Nu onderzoekers aan de universiteit van Oxford hebben bewezen dat schaapjes tellen niet helpt, moet je weer op zoek naar een andere oplossing. Vooral bekend uit het zuiden van Frankrijk komt er een plantje je te hulp gesneld: lavendel. Het helpt niet als je dit kruid opeet, wel als je het gebruikt in vorm van aromatherapie. Kaarsen branden of druppeltjes op je kussen, het brengt je allemaal meer tot rust. Wetenschappelijk bewijs is hiervan niet. Maar dit is dan ook niet ‘Wetenschappelijke trukendoos’. En oma weet zo’n dingen toch het best.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.