€ 6,50 - JUNI 2016
LIME Voor groentjes met pit!
Van geiten en sokken ‘Ecologie? Dat is voor geitenwollensokken.’ Lieve lezer, wij denken van niet. Voor LIME waren wij ecologie-leken, maar het bleek verbazend gemakkelijk te zijn om iets groener te leven. En laat dat nu hetgene zijn dat we met dit magazine willen bewijzen: neen, iets groener leven wil niet zeggen dat je moet inboeten aan levenskwaliteit. Integendeel. Hoe we dat weten? We vroegen het aan powerwoman Anika, die ons tijdens onze ecologische citytrip een groene slaapplek bood. En ook Safia Minney, oprichtster van People Tree, vroegen we de ecologische kleren van het lijf. Dat het niet altijd gemakkelijk is om een wereldverbeteraar te zijn, bewees Willem van Cotthem. Hij maakte de schrijnende kant van ecologisch ondernemen mee. Allemaal zijn ze het echter over één ding eens: ecologisch leven staat gelijk aan realistisch zijn en keuzes durven maken die niet altijd even evident lijken. Want lieve lezer, het is helemaal oké om af en toe eens de auto te nemen. En het is ook helemaal prima om een lekker warme douche te nemen. Als we nu gewoon allemaal samen al wat meer voor lokale producten kiezen , de auto niet elke dag nemen en de lichtknoppen overal uitschakelen, dan maken we van de wereld al een iets mooiere plek. Enjoy!
Astrid & Rebecca Colofon Cover Rebecca Dewinter, Astrid Kempenaars Hoofdredactie Rebecca Dewinter, Astrid Kempenaars Met dank aan Leen Creve, Sandra Busselot en Frank Hellemans Drukkerij Procopia
44
40
32
32
20
Inhoud
20 Madame Zsasza
Over het leven als moeder, blogger en tuinier
24 Mechelen is van’t straat
24
Binnengluren bij ondernemers in de eerste Fairtrade winkelstraat van ons land
32 Eco trippin’
Hoe je ecologisch kan citytrippen in het bruisende Amsterdam
40 Boodschap in een fles
Professor Willem Van Cotthem over zijn strijd tegen de hongersdood
44 Safia Minney - People Tree
‘Af en toe heb ik toch serieus gevloekt’
50 Uncovered
Foodboxen onder de loep genomen
ECOLoGISChe mode Oi oi, sailor! De zeemanslook is helemaal terug. Deze zomer loop ook jij gestreepter gekleeddan een zebra!
Matt & Nat, € 130,00 www.mattandnat.coml
Geitenwollenshirts, € 24,95, www.geitenwollenwinkel.nl
ECOALF, € 59,00, www.ecoalf.com
People Tree, € 54,95, www.peopletree.com
Pretty pastel Een proclamatie, trouw of ander formeel evenement in het verschiet? Kies voor deze frisse pastelkleuren!
Melissa Shoes, € 132,95, www.melissashoes.com
H&M, € 79,99, www.hm.com
LangerChen, € 229,95, www.langerchen.com
Simone Roze, € 145,00, www.simoneroze.com Lime • 7
When life gives you pineapples
Verschillende designers brachten de ananasvezel (rechtsonder) al tot leven in hun creaties.
Een tas van ananas? Het kan! Piñatex komt eind 2016 op de markt met een lijn ‘lederen’ accessoires, zoals handtassen, portefeuilles en schoenen maar ook autozetels. Hoe ze die maken? De bladeren van ananas worden zodanig bewerkt dat enkel vezels overblijven. Daarmee kan allerlei soorten textiel gemaakt worden, waaronder een lookalike van leder. Elk item van de Piñatex-collectie is milieu- en diervriendelijk, maar ook ethisch verantwoord. Het telen van de ananassen en het bewerken van de bladeren ligt namelijk in de handen van een lokale bevolking van de Filippijnen, waar het idee voor de nieuwe textielsoort oorspronkelijk ontstond. Daar worden de bladeren van ananas namelijk al langer gebruikt voor het weven van kleding.
Tekst: RD Foto’s: © Pinatex
Lime • 9
ROMMEL MAAR RAAK Elke week bedenkt de redactie van LIME nieuwe manieren om te ontspullen. Deze week aan de beurt: de rommelmarkt. Enkele weken geleden bedacht ik me dat het ondertussen alweer vier jaar geleden is dat mijn kleerkast de laatste keer uitgemest was. Toen ik onlangs een broek uit de kast wilde halen, viel er opeens een hele stapel T-shirts mee op de grond. Daar lagen ze, alsof ze me wilden confronteren met mijn koopverslaving: een paar shirts waarvan ik oprecht dacht ze nog nooit gezien te hebben én waarvan er twee nog een etiket hadden. Best confronterend voor een zondagmiddag dus. Uit een ongelooflijke overtuiging om mensen aan mooie kleding te helpen, en heel misschien omdat er centjes mee te verdienen waren, kwamen ik en redactrice Astrid op het idee om op de rommelmarkt te gaan staan. Alle kledingstukken die een jaar niet gedragen waren, verbande ik naar een grote sporttas en nam ik mee. Ja, ook die kaki jas waarvan ik jaren geleden dacht dat hij mij écht stond. Twee schamele kledingrekken en een geleend oud tafelkleed moesten ons helpen ontspullen. Een ramp, dachten we. Maar onze stand bleek één van de populairdere te zijn. Van de ruim zestig kledingstukken en accessoires die we ingepakt hadden, bleven er na afloop ongeveer een tiental over. Onze winst? 120 euro op vijf uur. Niet slecht, toch? Hoewel het pijn deed om afscheid te nemen van de bruine jas die ik ooit van een ex-lief kreeg en het paar berenpantoffels die mijn altijd-koude-poten jarenlang beschermden tegen koude vloeren, besefte ik dat dit dé oplossing is voor iedereen die te veel spullen heeft en er groen van af wil raken. Het enige dat we namelijk niet ecologisch deden, was met de auto van en naar de markt rijden. Win-win situatie? Check! Tekst: RD
Lime • 11
Paradise city festival
Wablief? Een ecologisch muziekfestival? Ja hoor Dimitri Verschueren en Gilles De Decker organiseren er eentje. Al voor de tweede keer op rij organiseren de twee mannen hun ecologische Paradise City Festival in Perk. Op 25, 26 en 27 juni wordt het kasteeldomein Ribaucourt in Perk opnieuw het decor van een festival met groene energie, kraantjeswater en zelfs een composthoop. Vorig jaar kon Paradise City zo’n 5500 bezoekers verleiden. Deze editie kan het nog ambitieuzer worden, want Dimitri en Gilles komen met een primeur: campinggangers kunnen vanaf dit jaar namelijk hun roes uitslapen in een kartonnen tent. Geen zorgen, dit model is helemaal getest en goedgekeurd. De LIME-redactie ging alvast eens polsen hoe de plannen van Paradise City 2016 er uitzien.
Alle grote namen op Paradise City Festival zijn intussen bekendgemaakt, jullie claimen een ijzersterke line-up te hebben. Wie zijn jullie pronkstukken op de affiche? Inderdaad, dit jaar hebben we veel van onze persoonlijke favorieten kunnen strikken. Ons grote pronkstuk is Henrik Schwarz samen met Frank Wiedermann. Samen gaan ze als Schwarzmann twee uur live jammen, zoiets is toch uitzonderlijk. Uiteraard zijn er verder nog grote headliners zoals Agoria, Stephan Bodzin, Michael Mayer, Sasha, Mano Le Tough en DJ Tennis. We wilden ook echte ‘feest-DJ’s’ boeken. Onze favoriet in deze categorie is Tuff City Kids, dat zijn Gerd Janson en Lauer samen. Beide heren staan bekend om hun remixen en zijn daarnaast ook gewoon sterke DJ’s.
Lime • 13
Dimitri (links) en Gilles (rechts) proeven de creaties van BV-kokkin Sofie Dumont die de catering van het festival verzorgt.
Daarnaast hebben we drie nieuwkomers van de Resident Advisor DJ Top 100 van 2015 op onze affiche staan: Hunee, The Black Madonna en Black Coffee, één van dé ambassadeurs van de Zuid-Afrikaanse house-scène.
geleden ontstaan. Gilles en ik waren na een festival telkens zo ontgoocheld dat alles bezaaid lag met plastic en andere vuiligheid. We zijn toen samen op zoek gegaan naar een plan om een festival op te richten, dat naast het feestgedruis ook groen was.
Wij hebben in onze line-up vooral gekeken naar kwaliteitsvolle artiesten die live kunnen performen en niet te commercieel zijn. Want we willen geen tweede Werchter worden.
Het vroeg heel wat tijd en vooral geld. Maar we zijn er uiteindelijk toch gekomen.
Waar wil je met Paradise City dan wel heen? ‘Eerst en vooral willen we fijnproevers van muziek aantrekken. We willen een festival met een positieve vibe zijn, dat ook een ecologisch steentje bijdraagt.
Vertel ons meer, Dimitri. Ben je een ecoloog van top tot teen of is je idee ergens anders beginnen broeien? Ons idee is eigenlijk al een hele poos
Eén van jullie principes is afval vermijden? Is het mogelijk om op een festival waar duizenden mensen zijn, geen zee aan plastic bekertjes te hebben? ‘Jazeker. Vorig jaar hadden we na de opkuis maar een halve, kleine container met vuil. Als je weet dat op een groot festival met zo’n 16 000 mensen wel 20 ton afval achterblijft, dan is een halve container een lachertje. Hoe we dit doen? Eerst en vooral werken we met herbruikbare bekers die je via een kleine
waarborg kan verkrijgen. Mensen kunnen hun bekers bovendien overal op het terrein gratis vullen met kraantjeswater. Verder werken we enkel met al bestaande decors die verhuurd- en nadien teruggebracht worden. Ook de signalisatie wordt elk jaar opnieuw gebruikt. Bijna alles wat je op het festival kan vinden, wordt gerecycleerd.
Jullie staan er echt op dat Paradise City draait op groene energie. Wat kunnen we hieronder verstaan? ‘We werken eerst en vooral met zonnepanelen die gelinkt zijn aan batterijen. Hierdoor wordt alle opgenomen energie gestockeerd. Met een opgeladen batterij kunnen we de volledige opbouw doen. Een tweede punt is dat wij tijdens het festival werken met generatoren op biodiesel. Met dit systeem kunnen we ons verbruik ten volle optimaliseren.’
Hoe zit het dan met jullie camping? Is die ook ecologisch verantwoord?
gaan nadenken. Ik hoop dat er in de nabije toekomst meer festivals zijn die het ook daadwerkelijk waarmaken.’
De groene energie en herbruikbare bekers kosten wat meer dan bij een doorsnee festival.
Dan rest er nog één vraag. Is het financiële kostenplaatje haalbaar? Want je zou denken dat het ecologische aspect de prijs in de hoogte jaagt?
Maar ook al moeten we hier en daar dieper in de buidel tasten, het is onze visie en daar blijven we gewoon keihard voor gaan en in geloven. (lacht)’ Geïnteresseerd? Neem een kijkje op: www. paradisecity.be
Denk je dat ecologische festivals in de lift zitten?
‘Een festival organiseren is financieel zwaar. We merken dat veel mensen klagen over ticketprijzen. Onze prijzen variëren tussen de 50 en de 110 euro. Maar als je een festival wil met een toffe line-up en drie stages inclusief uitgebreid concept, dan voel je dat in de portemonnee.
‘Ik denk in elk geval dat mensen en ook festivals al meer over ecologie
Bovendien is een ecologisch festival jammer genoeg inderdaad duurder.
‘Ja, de camping draait volledig op zonne-energie. Maar dit jaar komen we ook met een primeur. Want onze camping is voorzien van kartonnen tenten. Het overnachten in zo’n tent is mee inbegrepen in de prijs voor een kampeerticket. En geen zorgen, onze tenten zijn waterdicht en stevig. (lacht) Na het festival worden onze tentjes opnieuw gerecycleerd tot schoendozen of wc-rolletjes’
Tekst: AK Foto’s: © Paradise City
Lime • 15
Hoe olifanten papier maken ‘Ik doe jou niets, jij doet mij niets’
Een notitieboekje uit stront, het klinkt vreemd. Toch besloten Frank Cockerill en Mady Seynhave enkele jaren geleden om, in samenwerking met een lokale gemeenschap in Sri Lanka, Elecosy op te richten. Een papierbedrijf dat papierwaren maakt van olifantenuitwerpselen. ‘We proberen natuurlijke grondstoffen om te vormen tot eerlijke en mooie producten. Zo willen we ons steentje bijdragen aan een duurzame toekomst voor iedereen.’ Olifantenuitwerpselen zijn een uitstekende grondstof om papier van te maken. Olifanten zijn namelijk enorm grote eters (zoals in: ongeveer 180 kilogram per dag!). Daarom moeten ze ook zestien keer per dag hun behoefte doen. ‘Een olifant laat dus een heel pakketje na’, lacht Mady. ‘Daarmee kunnen we heel wat doen. Als rasechte vegetariërs laten onze grijze vrienden heel wat waardevolle vezels na die ideaal zijn om papier van te maken’. Papier uit olifantenstront is een pak beter voor het milieu. Een olifant moet namelijk, in tegenstelling tot een boom, niet sterven om voor papier te zorgen. ‘Mensen vragen me vaak of het papier dan niet stinkt naar stront. Dat doet het niet’, lacht Mady. ‘Het heeft gewoon een iets andere structuur die doet denken aan gerecycleerd papier en is dus zeker een goed alternatief voor een standaard notitieboekje.’ Het proces van poep naar papier gebeurt in vijf stappen. ‘Natuurlijk komt er wat meer werk bij kijken dan bij gewoon papier’, aldus Mady. ‘Eerst worden de uitwerpselen opgehaald bij onze olifanten. Dat is al een hele klus. Daarna worden ze gedroogd, gekookt en gedesinfecteerd.
Met Elecosy wil Mady de relatie tussen mens en olifant in Sri Lanka verbeteren. ‘Olifanten worden nog te vaak gezien als een grote bedreiging, wat onterecht is. Het zijn heel zachtaardige dieren. Of ze worden afgemaakt voor hun slagtanden. De jacht op olifanten in Sri Lanka is nog steeds een heel groot probleem.
Door de mensen daar aan het werk te helpen met hulp van de beestjes, ontstaat er een soort relatie tussen de twee. Ze maken een soort stilzwijgende afspraak met elkaar: Jij doet mij niks, ik doe jou niks.’ Naast notitieboekjes verkoopt Elecosy onder andere nog briefpapier, enveloppen en veel meer. Geïnteresseerd? Neem dan zeker een kijkje op de webshop van Elecosy: wwww.elecosy.com Tekst: RD Foto: RD
Waar haalden ze de mosterd? Papierbedrijf Maximus werd in 1997 uit de grond gestampt door Thusitha Ranasinghe. De originele missie van het bedrijf was papierverspilling tegengaan door te recycleren. Al gauw werd echter duidelijk dat ook andere producten, zoals olifantenuitwerpselen, gerecycleerd kunnen worden om papier te maken. Zo ontstond de eerste ‘Elephant Dung’ papierreeks. Al gauw werd Maximus bekend en kende vooral het olifantenpapier een hoop succes. Het bedrijf werkt op een zeer maatschappelijk verantwoorde manier en won daarmee al verschillende prijzen zoals bijvoorbeeld de BBC/Shell/Newsweek World Challenge in 2006. Daarnaast wonnen ze de Energy Globe Foundation’s National Energy Globe Award in 2012. Geïnteresseerden kunnen een kijkje nemen op: www. ecomaximus.com
Lime • 17
EDELPLAST Billie Van Nieuwenhuyzen over haar eigen ecologische juwelenbedrijfje.
Billie Van Nieuwenhuyzen is 23 jaar en richtte haar eigen bedrijfje EDELPLAST op. Daar verwerkt ze afgedankte elektrische kabels in juwelen.
Lime • 19
Billie maakt onder andere halskettingen, armbanden en oorbellen
Billie volgde edelsmeedkunst aan de PXL- MAD Faculty in Hasselt. ‘Ik zocht eigenlijk naar een onderwerp om mijn eindwerk over te maken’ vertelt Billie. En zo kwam ik op het idee om afgedankte kabels op te waarderen tot edele sieraden. Vandaar komt de naam EDELPLAST, ik maak oude kabels edel. Kabels worden meteen weggegooid in plaats van ze te recycleren. En als ze dan deels gerecycleerd worden, dan is het proces enorm vervuilend. Met mijn juwelen krijgen ze op een verantwoorde manier toch nog een tweede leven.’
wat het gemaakt is’. Het resultaat zijn juwelen met verschillende prints, kleuren en vormen. Ze maakt zowel halskettingen als armbanden en oorbellen.
Billie haalt de kabels bij het stort, een containerpark of Creazi, een magazijn in Hasselt dat gebruikte grondstoffen aanbiedt. ‘Er zijn tonnen kabels te vinden. Ze zijn dan ook niet weg te denken uit ons dagelijks leven. In onze huidige samenleving verslinden we elektrische toestellen aan een hoog tempo.’
De juwelen zijn te koop in deze verkooppunten: Lasso- Leuven Multipe- Hasselt Remade by - www.remadeby.com De collectie en info kan je vinden op de website van Edelplast: www.billievn.be.
Vervolgens bewerkt ze de kabels zo dat je ze haast niet herkent. ‘Ik vind het belangrijk dat de kabels zodanig bewerkt worden dat ze onherkenbaar worden. Zo bereik ik een mysterieus beeld waarbij het moeilijk te achterhalen is van
Tekst: AK Foto’s: © Edelplast
Wat de toekomst brengt voor deze jonge juwelenontwerpster staat nog niet vast. Ze wil eerst zien hoe alles verloopt. Al grapt ze wel dat een nieuw, moderner atelier zeer welkom zou zijn in plaats van haar krappe plaats in haar tuin in Gent. Maar krap atelier of niet, deze dame heeft talent en wij zijn fan!
Stap 3 (smelten)
Stap 4 (van reepje tot juweel))
Van kabel tot juweel Kabels strippen Als eerste stap worden de kabels gestript, zodat enkel de binnenste draad overblijft. Verweven Daarna wordt de buitenste laagjes, die eraf gestript zijn, met elkaar verweven. Dit doet Billie in verticale en horizontale richting, op een zelfgemaakt weefbord. Om kleur toe te voegen weeft ze de binnenste kabels van stap één ertussen. Smelten Vervolgens smelt ze de geweven kabels in een transfermachine, tot een lapje. Daarna wordt het lapje in kleine reepjes versneden. Van reepje tot juweel Deze reepjes legt Billie naast elkaar zodat ze een ander patroon vormen. Hierna smelt ze alle reepjes samen tot één juweel.
Lime • 21
Madame
ZsaZsa
De magie achter de grootste huis-, tuin- en keukengoeroe van Vlaanderen en omstreken
Ze heeft een succesvolle blog , verkocht talloze boeken en verzamelde een pak trouwe volgers de afgelopen jaren. Toch is doe-het-zelf-goeroe Kim Leysen (36), beter bekend als Madame Zsazsa, tien jaar na het ontstaan van haar succesverhaal nog even bescheiden. ‘Dat mensen echt luisteren naar wat ik te zeggen heb, verbaast
me soms nog steeds.’ Dag Kim! Je bent auteur en blogger, maar hoe word je zelf graag omschreven? ‘Ik denk dat ik in de eerste plaats moeder ben van mijn drie kindjes (lacht). Daarnaast mag je me ook gerust tuinier noemen. Hier in mijn eigen stekje in de Kempen, is dat namelijk vooral wat ik doe, rommelen in mijn moestuin. Naast al die dingen ben ik blogger en auteur.’
We zullen onmiddellijk met de deur in huis vallen. Van waar komt de naam “Madame Zsazsa”? ‘Sorry dat ik je moet teleurstellen, maar ik vrees dat daar geen spectaculair verhaal achter zit (lacht). Toen mijn oudste zoon geboren werd, bijna tien jaar geleden, maakte ik zelf draagdoeken. Die noemde ik zsazsa’s.
Hoe ik daar op gekomen ben, weet ik écht niet meer. Ik besloot te beginnen met bloggen toen mijn eerste zoontje geboren was. De eerste naam die toen in mij opkwam was Madame Zsazsa, omdat het gewoon zo leuk klinkt. En ook omdat Kim Leysen niet bepaald de meest flitsende naam ooit is (lacht).’
Patronen en tuinen Bloggen was in 2006 nog niet zo populair. Waarom koos je voor dat digitale medium, en schreef je niet meteen een boek? ‘Tijdens mijn eerste zwangerschapwerkte ik niet. ‘s Avonds zat ik vaak tot heel laat te surfen op het internet. Op de één of andere manier kwam ik terecht op enkele Amerikaanse huis-, tuin- en keukenblogs die ik zelf heel
leuk vond om te lezen. En ik had daarnaast net een opleiding patroonmaker afgerond, dus besloot ik zelf babykleding te maken. Ook door daar van alles voor op te zoeken, kwam ik enkele blogs tegen. Bleek dat zo’n doe-hetzelf-blog echt kon aanslaan. Ik dacht: foert, waarom ook niet? Dit wil ik doen! Bovendien was het bloggen toen niet noodzakelijk minder populair, het was gewoon anders dan nu.’
Hoe bedoel je? ‘Toen ik vroeger blogde, vertelde ik echt letterlijk wat ik allemaal gedaan had tijdens mijn dag. Een blogpost bestond meer uit woorden, en minder uit beelden. Wat ik in het begin deed, dat vind ik nu echt mottig. Dat was totaal niet interessant.. Hoe kan het dat mensen dat zelfs lazen? Dat snap ik helemaal niet (lacht). Ik vind het Lime • 23
‘Ik ben in de eerste plaats moeder, en daarnaast tuinier.’
‘Ik wil dat mensen iets hebben aan mijn schrijfsels’ positief dat ik nu meer met beeld kan werken. Dat maakt het veel interessanter om te lezen, maar ook voor mij om te schrijven.’
Had je verwacht dat Madame Zsazsa zo een succes zou worden? ‘Neen, absoluut niet. Ik ben er destijds mee begonnen omdat ik wat extra tijd had en niet uit een soort carrièredrang. Als jonge moeder kom je niet veel buiten. Je bent als het ware een beetje gebonden aan bepaalde tijdstippen. De blogwereld was voor mij eerder een fijne community met mensen die allemaal hetzelfde deden en waarmee ik me kon vergelijken.
Boodschap verkondigen Vroeger had ik het vooral over naaien, toen kwam de moestuin en het koken, en uiteindelijk ben ik eens uitgenodigd door VELT (de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren) als gastspreker op een evenement rond ecologie in het Vlaams Parlement. Ik had absoluut geen idee waarom ik voor zoiets uitgenodigd werd. Toen ben ik begonnen met het verkondigen van de “ecologische boodschap”. Met het idee dat mensen dan toch iets hebben aan mijn aanwezigheid en aan mijn schrijfsels.’
Even over je carrière als auteur: Je schreef ondertussen drie boeken: Allemaal Rokjes (2012), Groeten uit Transitië (2013) en De Moestuin van Mme Zsazsa (2014). Welk van die drie draagt jouw voorkeur weg? ‘Ik denk toch Groeten uit Transitië, al heb ik daar het minste aan meegewerkt (lacht). Dat is gewoon een ongelofelijk leuk boek met nuttige tips en tricks die iedereen gemakkelijk kan toepassen. We wouden als auteurs absoluut niet straffend overkomen, eerder begeleidend. Het geeft veel voldoening als je je lezers een beetje op weg kan helpen en als je een boodschap kan verkondigen die de wereld beetje bij beetje wat beter maakt.’
Mogen we binnenkort nog een boek verwachten? ‘Op dit moment werk ik aan een moestuinboek, omdat dat mogelijk is met de jongste baby die ik nu in huis heb. Als je een baby hebt, kan je niet echt helder nadenken (lacht). Daarna zou ik graag nog een naaiboek schrijven. Maar dat is nu nog even toekomstmuziek.’
Bruine zeep Je pleit op je blog en in je boeken vaak voor duurzaam te werk gaan en een ecologische levensstijl hanteren. Was je daar voor je carrière als Madame Zsazsa ook al mee bezig? ‘Ja, maar ik dacht er nooit echt bij na. Dat ecologische was voor mij altijd vanzelfsprekend, aangezien ik opgegroeid ben in een vrij groene omgeving. Als je dan eens echt stilstaat bij wat je allemaal kan doen om beter te leven, verbaas je je erover dat mensen die kleine veranderingen in het dagelijkse leven niet meer toepassen. Ik was daarstraks bijvoorbeeld mijn tanden aan het poetsen, en ik was vergeten dat ik mijn tandpasta had meegegeven aan mijn oudste zoon, die nu op kamp is. Dus besloot ik te snuffelen in een doe-het-zelf-boek dat ik onlangs gekocht heb. Daarin las ik dat je even goed bicarbonaat kan gebruiken voor propere tanden. Eigenlijk is het frappant hoeveel je met heel weinig middelen kan doen. We rijden vaak naar de winkel voor én tandpasta, én ruitenwasmiddel, én andere kuisproducten of
verzorgingsproducten terwijl we alles gerust zouden kunnen kuisen, maken en onderhouden met bicarbonaat, bruine zeep en soda. Het is leuk dat ik via Madame Zsazsa iedereen zo dingen kan laten oppikken.
Zijn er nog andere gebruiken die je hanteert in je dagelijkse leven om meer ecologisch te werk te gaan? ‘Ja, maar dat is een optelsom van allemaal simpele dingen. Wij nemen bijvoorbeeld nooit het vliegtuig om op vakantie te gaan. En we eten geen vlees. Dat is dan uit een ecologisch standpunt, maar ook omdat ik denk: waarom zou er een dier moeten sterven omdat ik vlees wil eten? Plantaardig eten is net even lekker en vaak zelfs gezonder. En we kweken bijvoorbeeld voornamelijk onze eigen groentjes.’
Er wordt vaak gezegd dat ecologisch leven meer een zaak is van evenwicht zoeken dan van extremen willen opzoeken. Klopt dat, denk je? ‘Dat klopt absoluut! De eis tot consequentie is de dood van elk goed initiatief, daar zweer ik bij. Je kan op alles vitten. Maar je moet in de eerste plaats naar jezelf durven te kijken. Wil je vlees eten? Mij goed. Maar probeer dan biovlees te kopen. En ga geen drie keer per jaar op reis met het vliegtuig.’ ‘Iedereen is uiteindelijk toch verstandig genoeg om te beseffen dat een pak worsten voor een euro niet echt duurzaam geproduceerd of gezond kan zijn? Toch blijven we dat bewust negeren.
Ik vergelijk dat met beweren dat kinderarbeid goed is, zo lang de kindjes in goede omstandigheden kunnen werken. Maar de oplossing is veel simpeler: als de ouders genoeg betaald kregen, dan moeten die kinderen toch niet werken? De oplossing voor dergelijke problemen is vaak voor de hand liggend, maar het is een kwestie van er wat extra moeite voor te willen doen. Dat is naar mijn mening waar voor velen het schoentje nog wringt.’
Heb je tenslotte nog tips voor ons, consumenten, om het klimaat een handje toe te steken? ‘We moeten het grootser durven aan te pakken: als we allemaal al een klein beetje moeite doen, zou ons milieu er al een pak beter uitzien. Iedereen moet zich eens bedenken: ‘Is dit de wereld waarin we onze kinderen willen zien opgroeien?’ ‘Ik denk bovendien ook na over een soort burgerlijke ongehoorzaamheid. Het is hoog tijd om de politici wakker te schudden zodat zij stoppen met afwachten tot het probleem echt tastbaar is en stoppen met denken: ‘We zien wel als het zover is’. Hoe we dat moeten aanpakken? Dat weet ik niet. Je belastingbrief opzettelijk niet invullen zal niet veel helpen. Of je dat nu doet of niet, daar ligt een minister niet van wakker.’ Wie benieuwd is naar de blog van Kim Leysen, kan surfen naar www.madamezsazsa.blogspot.com Tekst: RD Foto’s: RD
Lime • 25
Mechelen is van ’t straat Binnengluren bij de ondernemers in de eerste fairtrade winkelstraat van ons land.
Jasper, Tonny en Ann geven hun beste tips prijs en we gaan op bezoek in de meest groene boekenwinkel van Mechelen.
Lime • 27
Fair Business ? Mechelen heeft sinds maart 2016 de eerste Fairtrade winkelstraat van ons land. Dat komt omdat er in de Onze-Lieve-Vrouwestraat meer dan tien handelszaken met eerlijke producten werken. De stad is van plan om haar eerlijke handel nog verder uit te breiden en in de toekomst nog meer zaken aan te trekken die in Fairtrade handelen. We gingen een kijkje nemen bij drie van de tien handelszaken in deze ‘groene straat’. Tekst: AK Foto’s: AK
Fairtrade of Fair Trade
Terminologie
Voor velen is het verschil tussen Fairtrade en Fair Trade niet duidelijk,maar er is wel degelijk een verschil. Fairtrade International is zowel een keursmerk als een wereldwijde beweging om boeren en arbeiders in ontwikkelingslanden te helpen. De producten ervan worden in België en Nederland uitgedeeld door de Max Havelaar organisatie. Als een product een Max Havelaar-label krijgt, wil dat zeggen dat de producten op een eerlijke manier verhandeld zijn. Het zijn deze producten die in Mechelen verkocht worden.
Ambassadeurs: Stad Mechelen werkt sinds kort samen met vier Fair Trade Ambassadeurs: Tonny Van Bavel van Supergoods, straatartiest Peter Gusta, Karel Meyer van café Sava, en stadsomroepster Myriam Sips. Zij krijgen samen de taak om Mechelaars te engageren om voor eerlijke handel te kiezen.
Daarnaast heb je het overkoepelende World Fair Trade Organization (Fair Trade). Deze organisatie strijdt tegen armoede, klimaatverandering en globale economische crisissen. Op deze manier wil ze kansen creëren voor kleine producenten. World Fair Trade is dus de grootste organisatie,die samenwerkt met Fairtrade om duurzame handel te drijven.
FairTradeStraat: Als bewoners van minstens 30 huizen per straat deelnemen. Of als er minimum 10 handelszaken eerlijke producten verkopen. Wie doet mee? Er zijn maar liefst 167 Belgische gemeenten die deelnemen aan ‘mijn Fairtrade-gemeente’.Maar het was Mechelen die er als eerste in slaagde om twee van de vijf sterren te behalen. Onder andere met het benoemen van ambassadeurs en een FairTradeStraat.
Tonny Van Bavel Fairtrade- ambassadeur van Mechelen en samen met zijn vrouw Anne eigenaars van de ecodesign-winkel Supergoods.
Samen met nog drie andere ambassadeurs ontfermt Tonny zich over eerlijke handel in Mechelen. ‘De vraag of ik ambassadeur wilde zijn kwam er vorig jaar al. Toen ik wist wat het inhield, twijfelde ik niet en zei meteen ja’, vertelt hij. ‘De keuze voor de Onze-Lieve-Vrouwestraat was voor de stad vrij logisch. Hier zijn al minstens tien zaken die minimum één fairtrademerk in de rekken hebben.’ ‘Ik merk dat eerlijke handel echt in de lift zit. Steeds meer handelaars kiezen voor eerlijke producten. Ook de consument begint bewuster te kopen en zich sneller af te vragen in welke omstandigheden producten gemaakt zijn. Dit was enkele jaren geleden nog niet de norm.
Bovendien is Fairtrade het stadium van de jute zakken en de gebatikte spullen al lang ontgroeid en staat het met twee benen in het nu’, besluit Van Bavel.
Tip van Tonny
‘Mijn vrouw en ik merkten dat modieuze, eerlijk
gemaakte kledij niet gemakkelijk te vinden is. Het was vooral een onlinegebeuren. Wij trekken onze klanten aan door het combineren van de meest modieuze en vooral betaalbare ecomodemerken met een breed assortiment aan accessoires en design.’ Supergoods Onze-Lieve-Vrouwestraat 116, 2800 Mechelen Lime • 29
Jasper Benn Levensgenieter in hart en nieren en eigenaar van pop-up bar Minimaal Op nummertje 82 in de Onze-Lieve-Vrouwestraat kan je Jasper Benn in zijn hipsterbar Minimaal vinden. Jasper is een jonge “spring-in-het-veld” met een opvallende bos krullen op zijn hoofd. Volgens hem had Mechelen dringend een alternatief café nodig. ‘Ik ben eigenlijk begonnen met het idee om een soort van keten van cafés op te richten waar je met vrijwilligers werkt in plaats van personeel,. De winsten zouden dan gaan naar VZW’s. Toen ik hoorde dat er een pand vrij kwam in Mechelen heb ik dit idee op kleine schaal waargemaakt. Vandaar de naam Mininaal. Ik maakte er een pop-up bar van die ecologisch is én dankzij evenementen een platform biedt voor jonge mensen.’ ‘Ik ben zelf graag met energie en ecologie bezig. Daarom wou ik mijn concept duurzaam uitwerken. Ik ben er meteen ingevlogen en ben zelf mijn interieur in elkaar beginnen timmeren. De meningen zijn soms nog verdeeld over Jas-
pers’ concept. ‘Ik maak zelf limonade en er waren mensen die nogal sceptisch waren. Ik zag hen vaak kijken van: ‘Hé, limonade uit een bokaal?’ Maar uiteindelijk zien de klanten na een poosje wel in dat mijn zelfgemaakte limonade even lekker is, ook al presenteer ik hem in een bokaal (lacht). Voor mij is het hele gebeuren echt geslaagd. Helaas sluit mijn pop-up op 12 juni, maar ik ben nog niet uitgeblust. Ik wil hierna graag opnieuw een café openen’, besluit Jasper.
Tip van Jasper ‘Mijn drankjes zijn biologisch en ecologisch, maar ik heb evengoed Mechelse bieren. Ik wil niemand iets opleggen en vooral blijven doen wat ik leuk vind.’ Minimaal Onze-Lieve-Vrouwestraat 82 2800 Mechelen
Ann Van Sevenant Kan je dagelijks met haar neus tussen de boeken vinden in boekenwinkel de zondvloed die ze samen met haar man Johan uitbaat Acht jaar geleden kwam er in de Onze-Lieve-Vrouwestraat boekenwinkel De Zondvloed bij. Het was geen gewone boekenshop, maar een die volledig ecologisch draait. De oprichters ervan zijn Ann Van Sevenant en Johan Vandenbroucke. ‘Mijn achtergrond als moraalfilosofe zorgt ervoor dat ik op een heel andere manier in de wereld sta.’, zegt Ann. Toen Johan en ik een boekhandel oprichtten wilden we een die voldeed aan onze ecologische principes. Acht jaar geleden was het nog niet zo evident en hip als nu om een ecologische boekenhandel te openen.’ De Zondvloed staat niet alleen gekend om haar enorme collectie boeken, maar ook voor haar originele verpakkingen.Rond Kerst plundert Ann de Kringloopwinkel en maakt ze de mooiste
verpakkingen met oude partituren en wol. Hierdoor vult de winkel zich tijdens de feestdagen met boekenliefhebbers die hun pakje speciaal daarvoor komen kopen. Maar dat is niet alles. Ben je voor de zoveelste keer weer een zak vergeten? Geen nood! Want hier krijg je zakjes gemaakt van maïs mee, die rechtstreeks de composthoop op kunnen.’
Tip van Ann ‘We zijn realistisch. Het vraagt iets meer aandacht, maar je krijgt dat ook terug. Het geheim zit hem in een stevige portie goesting om met tweedehands aan de slag te gaan en het besef dat alles wat we verbruiken zijn kost heeft’, besluit Ann. De Zondvloed Onze-Lieve-Vrouwestraat 70 2800 Mechelen Lime • 31
Baby makes a green jeans talk Hoe ontwerper Luc De Maeght de denimwereld op zijn kop zette
‘De zwijgplicht die rond denim heerst, mag eindelijk doorbroken worden’. Voor Luc De Maeght, hoofdontwerper bij broekenlabel Atelier Noterman is het duidelijk: weg met de traditionele, toxische jeans. Hij bedacht een alternatief... Jeansbroeken maken is een vervuilend proces. Enorm vervuilend. Voor het maken van één jeansbroek is al gauw tussen de 3000 en de 6000 liter water nodig. Bovendien worden voor bepaalde effecten, zoals het bleken van de jeans, een pak chemicaliën gebruikt. ‘Jeans zit vol met toxische stoffen, zoals polyvinylalcohol (PVA), die werkt als een soort lijm en moet vermijden dat het garen van de jeans afbreekt tijdens het weven van de stoffen. Maar net omdat PVA zo giftig is, moet de broek grondig gespoeld worden met heet water. Dat kost veel energie ‘, aldus De Maeght. ‘Een broek moet je op je lijf dragen. Het kan toch niet gezond zijn dat daar zoveel toxische stoffen en chemicaliën aan te pas komen? Ik wilde een broek maken die, bij wijze van spreken, rechtstreeks uit de natuur komt.’ Enter: de groene Detox Denim-collectie van Atelier Noterman, een collectie sustainable denimbroeken waarvoor gemiddeld 80% minder energie, water en chemicaliën gebruikt worden dan bij een standaard jeansbroek. En ze worden ethisch verantwoord geproduceerd. ‘Onze broeken worden gemaakt in Portugal, en dus niet in Bangladesh, waar er kinderarbeid is en waar de lonen ongelooflijk laag zijn.’ De Maeght kreeg het idee om een groene jeans te ontwerpen nadat hij een poos geleden een beurs rond vervuilende mode bezocht en met eigen ogen zag hoe vervuilend de productie van onze geliefde spijkerbroek is. ‘Je wilt toch niet aan je kinderen moeten vertellen dat je de wereld mee vervuilt met je werk?’, zegt De Maeght. ‘Het was hoog tijd voor een revolutie in spijkerbroekenland.‘ ‘Een hoop merken brengen hier en daar wel eens een duurzame collectie uit, maar dat vind ik vrij hypocriet. Zo lang niet heel de productie zo duurzaam mogelijk is en de
kleding nog steeds gemaakt wordt in Bangladesh, is er niets duurzaam aan je bedrijf.’ ‘Eigenlijk ligt de verantwoordelijkheid wat dat betreft deels bij de consument’, meent hij. ‘Ja, groene producten zijn een pak duurder. Maar als we met z’n allen nu bewust groener gaan kopen, zal dat op termijn goedkoper worden omdat het een nieuwe way of life is. Designers zullen die trend ook opmerken, en duurzamer produceren. Een meer ecologische modewereld ligt binnen handbereik, als de consument strenger wordt en beseft dat het zo niet kan doorgaan.’ Hoe wordt zo’n Detox Jeans dan geproduceerd? ‘Dat is vrij simpel’, zegt De Maeght. ‘Voor de broeken van Atelier Noterman wordt enkel jeans gebruikt die geleverd wordt Italdenim, een stoffenmerk dat de giftige polyvinyl in zijn stoffen verving door chitosan, een stof die geweven wordt uit de resten van schaaldieren’. Die chitosan is biologisch afbreekbaar, in tegenstelling tot polyvinyl, dat na het weven duizenden microscopisch kleine stukjes plastic in de natuur doet belanden. ‘Bovendien is voor het werken met chitosan veel minder water nodig dan voor het spoelen van polyvinyl. Én maakt chitosan de katoen van de broeken onmiddellijk klaar voor de kleuring. Daarom komen er dus veel minder chemicaliën aan te pas, en zelfs iets minder verf om een broek te maken.’ Het enige nadeel van de jeans? Ze moeten op een compleet andere manier behandeld worden tijdens het productieproces, wat veel geld kost. ‘Vergelijk de jeans met een druif waarvan je wijn maakt. Het ene jaar smaakt de wijn net een tikkeltje anders dan het volgende jaar. Dat is gewoon zo als je met natuurlijke grondstoffen werkt’, aldus De Maeght.
Revolutie De Detox Jeans is echter nog niet 100% duurzaam. De katoen die gebruikt wordt, is bijvoorbeeld geen biologisch katoen omdat de prijs van een broek anders te hoog zou liggen. En dat terwijl de productie van katoen vaak enorm vervuilend en absoluut niet ethisch verantwoord is. ‘Maar’,
‘Zoveel toxische stoffen in één jeans, dat kan toch niet gezond zijn?’ Lime • 33
‘‘Er is nog werk aan de winkel, maar de Detox Jeans is een stap in de goede richting’
zegt De Maeght ‘Er mag gesproken worden van een revolutie. We zijn het eerste broekenlabel dat zo duurzaam te werk gaat. Ja, er is nog werk aan de winkel. Ook voor Atelier Noterman. Maar de Detox Jeans is al een stap verder in de goede richting van milieuvriendelijke jeans, dan andere merken. Bovendien verloopt onze hele productie ethisch verantwoord. Het is dus niet zo dat we een ecologische grondstof laten verwerken in Bangladesh. Er worden eerlijke lonen betaald.’ Toch vindt De Maeght niet dat zijn werk hier stopt. ‘De collectie SS17 zal echt een knaller van een collectie worden. Nu gebruiken we 80% minder chemicaliën, de bedoeling is om tegen 2017 geen chemicaliën meer te gebruiken. De indigoverf die we nu gebruiken is weliswaar 80% minder toxisch, maar ze is nog steeds toxisch. Dus hebben we een manier gevonden om de indigo te vervangen door een natuurlijke, vloeibare verf, die geen toxische stoffen bevat. Veel kan ik er voor de rest niet over zeggen, behalve dat het nóg beter wordt.’ Duurzaam te werk gaan is niet simpel, maar de voordelen
wegen op tegen de nadelen. Dat beaamt ook De Maeght. ‘Het is het allemaal waard’, meent De Maeght. ‘Onlangs kregen we een mailtje van een klant. Hij kon geen jeans dragen omdat hij allergisch is voor de toxische stoffen die in jeans te vinden zijn. Zo allergisch dat hij er uitslag van kreeg. Toen kocht hij een van onze spijkerbroeken en had hij geen allergische reacties meer. Dat bewijst toch dat we goed bezig zijn? Ik krijg nog altijd kippenvel als ik aan het moment denk dat ik zijn boodschap voor ogen kreeg: de kick die je dan krijgt, dat is nergens mee te vergelijken. Dààrvoor doe ik het!’ Tekst: RD Foto’s: © Luc De Maeght
Wat maakt uw jeans vervuilend?
KATOEN De katoenteelt is zeer vervuilend: gebruik van veel pesticiden en vaak veel waterverbruik. Koop dus best een broek uit biokatoen.
bewerken Intensieve kleuringen, bewerkingen, effecten en wassingen zorgen voor veel chemicaliën is het afvalwater dat achterblijft na de productie. Een jeans zonder veel effecten, is dus beter.
wassEN We wassen onze jeans te vaak, dat zorgt voor een enorm energieverbruik. Je jeans één keer om de tien draagbeurten wassen, is voldoende.
Lime • 35
Amsterdam Groen op citytrip gaan zonder je blauw te betalen? Het kan!
Hoe groen is jouw favoriete
stad? De Lime-redactie test elke maand een toeristische
trekpleister op zijn greenability. Deze maand mochten we
vertoeven in het prachtige,
multiculturele Amsterdam. Tekst: AK en RD Foto’s: AK en RD
Lime • 37
Must stay
Ecomama ‘Er staat altijd een grote stapel gezelschapsspelletjes klaar’
Het interieur bestaat voor het merendeel uit tweedehandsstukken.
Anika Jacobs is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Ze is 30 jaar en heeft al twee hotels op haar naam staan. Zo richtte ze in hartje Amsterdam Cocomama op, enkele jaren later volgde zusje Ecomama. ‘Ik heb altijd al het goede van een hotel willen combineren met de ervaring van een herberg. Daarom heb ik van Ecomama een soort ecologisch boetiekhostel gemaakt’, zegt ze. ‘Met het ecologische aspect ben ik opgegroeid. Ik ben een plattelandsmeid uit Limburg. Ons gezin zat bijvoorbeeld op peerby. com, een website waar je spullen van elkaar kan lenen. Recycleren was een must en ons vlees haalden we bij de slager in plaats van in de supermarkt.’
hoe ze dit doet. Zo is het hotel versierd met stickers die je eraan herinneren dat je het licht moet uitdoen. Op de zeepflesjes staan leuke teksten over de inhoud ervan. En ons milieuvriendelijk deken was stijlvol ingepakt in een jutezak. ‘Weet je, wij hebben nog steeds die hippe, leuke vibe. En nee, we leggen de mensen helemaal niets op. Wij houden het gewoon wat groener en combineren ons hotelletje met leuke dingen. Zo organiseren we leuke sociale activiteiten zoals filmavonden, en er staat altijd een grote stapel gezelschapsspelletjes klaar.’
Rock Chick
En waarom in Amsterdam? ‘Omdat het zo’n heerlijke melting pot is van mensen. Ecomama wil het lokale van Amsterdam behouden, maar zich ook inzetten voor het goede doel. Bij elke reservatie wordt er een bedrag aan een onderwijsproject in Guatemala gestort. Peperkoeken harten daar, dat is wel duidelijk.
In haar vorige carrière was Anika een rock chick die als tourmanager met grote muziekbands de wereld rond reisde. Daardoor heeft ze heel wat hostels én hotels afgeschuimd. ‘Ik verbleef heel vaak in vier-of vijfsterrenhotels. Dat is op zich wel leuk, maar ik miste iets. In een hotel ga je niet zomaar beneden in de lobby zitten van ‘goh waar kom jij vandaan?’ In een hostel kom je de mensen echt tegen. Er zit altijd wel een meneer met dreadlocks luidkeels Wonderwall te zingen of je speelt gezelschapspelletjes met iedereen die je pad kruist. Maar in een hostel moet je dan weer inboeten in comfort met vieze kriebeldekens, of een te klein handdoekje waarmee je van de douche door de gang moet sprinten’, lacht ze.
Subtiel Met Ecomama heeft Anika haar ecologische levensstijl gecommercialiseerd. Ze wil op haar eigenzinnige manier laten zien dat bewuste keuzes niet altijd geitenwollensok-achtig hoeven te zijn. Wij zagen bij ons bezoekje alvast
Melting pot
Anika sloot alvast af met een mooie levensles: ‘ik wil mensen het huiselijke gevoel geven dat ik zelf graag zou ervaren op hotel. Ik wil hen veiligheid, gezelschap en warmte bieden. Jammer genoeg kan ik niet iedereen blij maken, dat heb ik ondertussen al ondervonden. Maar ik kan er wel in participeren.’ Kamers vanaf 29 euro per nacht, minimum twee nachten blijven. Ecomama Valkenburgerstraat 124, 1011 NA Amsterdam, Nederland
Lime • 39
must see
Wollig winkelen
DĂŠ hotpsot voor onze ecologische citytrip blijkt de Utrechtsestraat te zijn. Op een boogscheut van ons hostel vinden we de Geitenwollenwinkel. Een schattig kledingzaakje dat anderhalf jaar geleden opgericht werd door de Nederlandse zusjes Bakker. Hun missie? Uitsluitend groene, eerlijke, vegan kledij en accessoires verkopen. In de winkel vind je heel wat internationale merken zoals het Britse People Tree, het Nieuw-Zeelandse Kowtow (dat ze trouwens als enige in heel Nederland verkopen) en het Australische Mad Rabbit Kicking Tiger. Maar ook de Geitenwollenshirts, een collectie die de zusjes Bakker zelf uit de grond stampten. De merken die ze verkopen dragen het Fair Wear certificaat. Dat wil zeggen dat er eerlijke lonen betaald worden voor de productie, dat er eerlijke werktijden gehanteerd worden en dat er geen kinderarbeid en geen gedwongen arbeid aan te pas komt om een product te maken. De kledij die je er vindt is niet goedkoop (hallo, 85 euro voor een little black dress!), maar dat is een kleine prijs voor een schoon geweten, vinden de zusjes Bakker. Van hele basic bloesjes tot een plooirokje met floesjkes aan, reken er maar op dat de Geitenwollenwinkel het in huis heeft. Bovendien is de winkel alleen al een bezoekje waard voor het prachtige, eveneens ecologische meubilair waarmee de zusjes hem inrichtten. Ecologisch ĂŠn in stijl shoppen? Dubbelcheck! De Geitenwollenwinkel, Utrechtsestraat 37 1017 VH Amsterdam www.geitenwollenwinkel.nl
(milieu)vriendelijk gezichtje
Nood aan een beetje verwennerij voor je gezicht? Zak af naar de flagship store van Ariane Inden, hét merk bij uitstek voor goede, duurzaam geproduceerde en ecologische make-upartikelen. Het merk heeft zo zijn eigen redenen om enkel met plantaardige producten te werken. Niet alleen omdat het een pak meer ecologisch is, het is ook gewoon beter voor je huid, zo klinkt het. Aan talloze tinten lippenstift, verschillende geurtjes, crèmekes en fancy gezichtsmaskers geen gebrek. Bovendien kan je er ook leuke make-up tasjes kopen waar je alles mooi (én duurzaam) in kan opbergen. Tijdens het citytrippen is een beetje gelaatsverzorging altijd welkom. Het is dan ook heerlijk vertoeven in één van de relax zetels in de daarvoor voorziene aparte ruimtes terwijl een specialiste je een wondervelleke bezorgt. De prijzen van de producten vallen heel goed mee en variëren gemiddeld tussen de vijftien en de honderd euro. Een absolute aanrader voor zij die vanaf nu hun winged eyeliner een tikje groener willen maken. Ariane Inden Utrechtsestraat 127 1017 VM Amsterdam www.arianeinden.com
Lime • 41
Basics
treehugger Wie geen wandeling gemaakt heeft door het Vondelpark, is niet in Amsterdam geweest. Genieten is het, van de fauna en flora pal in het centrum van de stad. Ideaal gelegen in het centrum en dus makkelijk bereikbaar om er even je hoofd leeg te maken. Vondelpark 1017 Amsterdam www/amsterdam.nl
Bagels & chill Van al dat citytrippen krijgt een mens honger. En al weten we dat Bagels & Beans een keten is (die trouwens écht naar België moet komen), het eten is er heerlijk. In Amsterdam vind je een vijftal Bagels & Beans-cafés waar je op je gemak kan genieten van een heerlijk ontbijt of lunch met superfoods, een hartige bagel of gewoon met heel wat zoetigheid. Want calorieën tellen niet tijdens een citytrip, toch? Zoals het échte ecologische citytrippers beaamt kookten we ‘s avonds met onze eigen ingrediënten. Die kwamen overigens van ecologische winkelketen Ekoplaza, een aanrader wat ons betreft. Bagels & Beans op verschillende plekken in Amsterdam
Lime • 43
Boodschap in een fles Willem Van Cotthem is gepensioneerd hoogleraar Botanische Wetenschappen aan de Universiteit van Gent. Hij vertoeft al 82 jaar op deze aardbol, maar is allesbehalve op rust. Hij vond een waterhoudende gel uit, tuinierde in containers en kwam met het idee om een moestuin verticaal te verbouwen met plastic flessen. Ontdek hier het levenswerk van een man met een passie voor natuur en mens. Het begon allemaal in de jaren ’70. Willem zat voor zijn televisie naar schrijnende beelden te kijken van mensen en jonge kinderen die stierven aan de hongersdood. Dit kwam door een enorme droogte in Afrika, Azië en Zuid- Amerika. Hierdoor waren plaatselijke bevolkingen niet meer in staat om met het weinige water dat nog viel, voldoende voedsel te kweken. De professor werd diep geraakt door deze beelden en kon ze maar niet vergeten. Hij begon meteen halsoverkop na te denken hoe hij iets voor deze mensen kon doen. ‘Ik ben de volgende dag samen met mijn collega’s aan de universiteit meteen beginnen overleg-
gen hoe we dat beetje water dat nog viel konden vasthouden in de grond.’, vertelt Willem. ‘En zo opende zich de weg naar mijn eerste uitvinding, de TerraCottem-gel.’
TerraCottem Op een avond kwam het eerste idee, herinnert Willem zich. Dankzij het verversen van een baby. ‘Mijn oudste zoon kwam op visite met mijn kleinzoon. Ik moest het kleintje zijn pamper verversen, en terwijl ik bezig was vroeg ik me af waar dat plasje naartoe gaat. Wat bleek, in een pamper zitten witte korrels die urine opvangen en zo in een vochthoudende gel veranderen. Als ik die korrels nu eens in de grond steek, dacht ik?’ ‘Als het dan regent, nemen ze regenwater op en houden het vast.’, verklaart Willem. ‘Ik ben proeven beginnen doen, maar pas tien jaar later was het eindproduct af. Ik was stiekem wel vereerd, want het kreeg de naam TerraCottem, en droeg dus een stukje van mijn familienaam. Het resultaat is een gel van korrels, poeders en meststof. Als je deze in de grond steekt en het regent of men giet water op de veldjes, dan
wordt het water opgezogen door de gel. Hierdoor kan voedsel bij droogte blijven groeien door het water uit die gel op te nemen.’ De professor was zo trots. Hij kon eindelijk met iets aan de slag gaan om uithongerende bevolkingen te helpen. Hij pakte zijn zak en trok met zijn nieuwe idee de wereld rond. Hij startte in de droge Sahel landen zoals Senegal, Guinee, Burkina Faso en Niger. Daarna trok hij naar de Gobi woestijn in China, om vervolgens zijn weg verder te zetten in Zuid-Amerika. ‘De proeven met mijn product waren geslaagd. Dankzij mijn gel konden deze mensen hun planten weer groeien in het droge klimaat. Mijn taak zat erop. Het was tijd om weer huiswaarts te keren. Maar voor we terugreisden moesten de lokale regeringen en hulporganisaties bereid zijn om de TerraCottem-gel onder de bevolking te verdelen. En toen kwam er een enorme klap…’, zucht Van Cothem.
machteloos Hij ging aankloppen bij tal van internationale hulporganisaties, maar nieLime • 45
mand wou helpen. ‘Daar stonden we dan, machteloos. We spraken alle organisaties en regeringen aan. Het was tenslotte hun eigen bevolking die aan het sterven was. Maar het antwoord was neen, en de verklaring daarvoor is heel eenvoudig. Als alle bevolkingen hun eigen voedsel kweken, dan zitten de hulporganisaties zonder werk. Een grote directeur wees ons koudweg de deur met de uitspraak: ‘ je denkt toch niet dat we de poten van onze eigen stoel gaan afzagen?’ Het vervolg van Willems’ verhaal tart elke verbeelding. Zijn product werd een gat in de markt. Maar niet op de manier dat het zou horen. ‘Weet je waar ze mijn TerraCottem nu gebruiken? Niet bij de hongerige mensen, maar bij voetbalclubs en golfclubs die hun terrein willen onderhouden. Of voor de beplantingen in grote steden. Dan moeten ze de planten niet telkens met een tank water gaan geven. Verschrikkelijk is dat’, zucht hij. Helaas waren de tegenslagen die zijn strijd tegen honger teisterden nog niet voorbij. Enkele jaren later kreeg zijn vrouw een hersentrombose waardoor ze deels blind en verlamd raakte.‘Toen mijn vrouw die trombose kreeg wou ik bij haar zijn. Daardoor kon ik niet meer op reis en over heel de wereld gaan helpen in de landbouw.’
flessentoren
‘Ik krijg foto’s waarop mensen planten in potten, pannen en zelfs oude schoenen planten’
Maar deze plantenliefhebber liet zich niet stoppen en zette zijn zoektocht naar een oplossing verder. Op een dag zat hij met zijn vrouw in het zonnetje, piekerend hoe hij op een andere manier de honger de wereld uit kon helpen. Ik droomde over mijn reizen en herinnerde me van die steile rotswanden waarop bomen groeien. Ik bedacht me dat als een boom zelfs in zo’n rotsspleet kan groeien, ze toch geen groot oppervlak vruchtbare bodem nodig heeft? Ik tuurde ondertussen voor me uit naar de lege fles spa die bij me stond. En zo is mijn idee van het
verticaal tuinieren ontstaan. Als een plant in een rotsspleet kan groeien, dan kan in die fles toch ook perfect een plant groeien. Ik ben meteen aan de slag gegaan en sneed de kop van de fles, maakte twee gaatjes boven de bodem en plantte er onmiddellijk een slaplant in. En geloof het of niet, maar die is gaan groeien. Dat was mooi, je had dat moeten zien. Ik was zo gelukkig. Daar stond zomaar eventjes een slaplantje in mijn Spa-fles te groeien.’ Binnen de kortste keren stond het terras ten huize Van Cotthem vol met flessen. Daar werd de madre familia natuurlijk niet blij van, dus ging de professor op zoek naar een nieuw plekje. Enkele weken later was de eerste verticale moestuin een feit. Want in het lege hondenhok pronkte een allereerste flessentoren met plantjes. Willem legt ons uit hoe we hier aan beginnen: ‘Als je van een eerste fles de hals afsnijdt, en van de tweede de bodem, dan kan je de hals van de tweede fles in de bodem van de eerste schuiven. Vervolgens snijd je een soort klepje uit, waar het plantje uit kan groeien. En zo kan je heel gemakkelijk plantjes in de hoogte verbouwen.’
Zo kreeg zijn verhaal toch nog een vervolg. Want als hij planten in de hoogte kon bouwen, dan hadden de mensen in Afrika geen onbetaalbare oppervlakten veld meer nodig om te kweken.
Van Cotthem zocht alle plastieken spullen bij elkaar die hij maar kon vinden. Hij vulde ze met grond en liet er kruiden en planten in groeien. En zo werd de nieuwe term container gardening geboren.
Container gardening
‘Ik heb foto’s van mijn idee de wereld ingestuurd, en ditmaal met een enorm succes. Ik krijg van mensen van overal foto’s waarop ze planten in potten, pannen en zelfs oude schoenen planten. Ik ben een oude professor, en mijn uitvindingen komen zelfs op hippe media als Pinterest en Facebook terecht. Dat is heerlijk om te zien’, lacht hij. ‘Zelfs op appartementen in Tokyo doen ze aan container gardening.’
‘Jammer genoeg wilden de NGO’s weer niet meewerken. Daarom moest ik zo goed ik kon zelf alles op poten zetten. Dat lukte ook, maar niet grootschalig.’ Dus zocht hij naar een bijkomende oplossing.En er kwam er eentje. Het nieuwe hersenspinsel kwam voort uit een ervaring die hij als wereldontdekker had opgedaan. ‘Tijdens mijn reizen naar Afrika merkte ik op dat de straten er zwaar vervuild bijlagen. Dit ging zelfs zo ver dat als we met de auto door een droog gebied reden, ik dacht dat de bomen in bloei stonden. Maar in werkelijkheid hingen ze gewoon vol plastic zakjes. Wat niemand weet, is dat je afval kan gebruiken om planten in te kweken. Je kan perfect een plastic potje, kapotte emmer, of plastic zakje vullen met grond en er planten in kweken.’
Deze man zijn verhaal liep daar ten einde. Nog steeds zoekt Willem naar nieuwe oplossingen, die grootschalig worden toegepast. Maar vooral naar NGO’s die zich mee willen engageren. De stappen naar minder honger zijn zo kortbij. ‘Ik bruis nog van de ideeën hoe ik de mensen kan verder helpen. Maar ik kan het niet in mijn eentje. Ik kan enkel maar iedereen oproepen om al je potjes, flessen, emmers of zelfs paletten niet weg te gooien. Doe er iets mee!’, sluit professor Van Cotthem af. Tekst: AK Foto’s: AK
Lime • 47
Safia Minney Over People Tree, vegetariër zijn en ballen aan je lijf hebben
‘Ik ben blij met de kansen die ik gekregen heb, maar af en toe heb ik toch serieus gevloekt’ 25 jaar geleden was ze dé pionier van de duurzame mode. Nu runt ze het welgekende kledingmerk People Tree. Hoewel ze het enorm druk heeft, maakte ze even een gaatje vrij in haar agenda voor onze LIME-redactie. Dag Safia! Je bent ondertussen 25 jaar bezig met People Tree. Hoe kijk je op die jaren terug? ‘Vooral heel dankbaar, denk ik. 25 jaar geleden was Fair Trade en duurzaam kleding maken nog niet echt aan de orde. Ik ben dan ook blij dat ik daar aan mocht meewerken. Al heb ik af en toe wel eens serieus gevloekt (lacht).’
Duurzaamheid is voor jou een must. Waarom? ‘Het zit zo: in de wereld van vandaag kan je eigenlijk niet meer anders. Ten eerste vind ik een faire manier van werken belangrijk. Een boer die voor People Tree produceert, zal daarvoor eerlijk verloond worden. Mensen zijn mensen, en niemand is minder waard dan een ander.’ ‘Ten tweede is het gewoon not done volgens mij om niet duurzaam te produceren. Je leeft in deze wereld, ze geeft je alles wat je nodig hebt, waarom zou je ze dan niet met liefde en respect behandelen? Ik snap niet dat er nog grote bedrijven zijn die niet duurzaam willen werken omdat het zogezegd een ‘grote kost’ zou zijn. Ik beschouw duurzaamheid niet als een kost, maar als een investering. ‘
Wat doe je, buiten je werk bij People Tree om zelf meer ecologisch te zijn als mens?
‘Ik ben bijvoorbeeld vegetariër. Dit omdat ik niet mee wil financieren voor een industrie die eigenlijk het milieu stilletjes aan kapot maakt. Daarnaast probeer ik, in zoverre dat mogelijk is met mijn drukke schema, ook thuis die ecologische levensstijl door te trekken. Zo draag ik zelf bijvoorbeeld enkel biologisch katoen. Al is zo’n kleding voor mij natuurlijk niet moeilijk bereikbaar (lacht).’ ‘Bovendien steun ik ook nieuwe generaties van ondernemers en creatievelingen. Als er morgen iemand bij mij voor de deur staat en die zegt: ‘Miss Safia, ik heb een geweldig idee’, dan zal ik er ook mijn tijd voor nemen om naar die persoon te luisteren.’ ‘Sommige ondernemers zien nieuwe creatievelingen en nieuwe generaties als een bedreiging. Maar ik vind dat we hen moeten vieren. Alleen maar met z’n allen kunnen we deze wereld terug een beetje beter maken.’
We hoorden al vaker vallen dat duurzaamheid, en een groen leven een kwestie is van balanceren tussen twee uitersten. Geloof jij daar ook in? ‘Absoluut! Je kan niet verwachten dat iemand op één, twee , drie zegt: ziezo, en nu ben ik groen! Dat neemt tijd in beslag. Bovendien is het ook niet gemakkelijk om ervoor uit te komen dat je groen bent. Mensen denken onmiddellijk dat je een hippie bent. Af en toe moet je echt ballen aan je lijf hebben, en laten zien dat groen zijn niet noodzakelijk wil zeggen dat je over je heen laat lopen.’ Tekst: RD Foto’s: © People Tree
Lime • 49
België Boert niet goed ‘Ja, we willen duurzamer werken. Maar met welk geld?’
‘Met een beschuldigende vinger wijzen naar de Boerenbond is gemakkelijk’
De Belgische landbouwindustrie staat er slecht voor. Heel slecht. Boeren zagen de laatste vijf jaar hun omzet gemiddeld met een kwart dalen. Dit zorgt ervoor dat innovatie op vlak van duurzaamheid quasi onmogelijk is. En ook daarvoor worden boeren gestraft. Een boer is op zichzelf vrij gevoelig. Schommelingen in de economie, een verandering van eetgewoonten binnen een bevolking, een ziekte die uitbreekt of een crisis: het heeft allemaal effect op de winstmarge. Maar nog nooit was de kwetsbaarheid van boeren zo groot als nu. Waar de landbouwsector twintig jaar geleden nog vrij goed geweerd was tegen tegenslagen, is ze nu op sterven na dood. Een kleinere of zelfs geen winstmarge hebben wil voor een boer zeggen dat hij niet kan investeren, zonder investeringen kan er niet geïnnoveerd worden. Hierdoor veroudert het bedrijf en wordt het minder interessant voor commerciële spelers. Gebeurt dat bij duizend boeren, dan valt de sector in elkaar. Daarnaast staat niet innoveren gelijk aan minder duurzaamheid. De Belgische landbouwindustrie is enorm vervuilend. De Vlaamse kant is bijvoorbeeld al rechtstreeks goed voor 8,2% van de Vlaamse broeikasgasuitstoot. Maar de toekomst? Daar kan nog niet over nagedacht worden. ‘Het is niet zo dat boeren zich niets aantrekken van de milieuvervuiling. Ze willen heus wel milieuvriendelijker, diervriendelijker of in het algemeen duurzamer te werk gaan. Maar hoe moeten ze dat doen?
Ze drijven nu al met hun hoofd nog net boven water. Ruimte voor investeringen op dat vlak is er niet’, aldus Anne-Marie Vangeenberghe, woordvoerder voor de Boerenbond.
Op sterven na dood ‘Winkelketens, distributeurs, verwerkers... Alle facetten van de keten zitten met problemen. Maar bij geen enkel onderdeel van die keten is het zo erg als bij de boer zelf’, aldus Vangeenberghe. Waarom dat zo is? ‘Boeren zijn de zwakkere schakel van de keten. Ik las bijvoorbeeld onlangs dat Colruyt nog maar een winstmarge had van drie procent. Maar dat is iets waar veel boeren van dromen. Ze maken namelijk nagenoeg geen winst meer, enkel verlies.’
De grote schuldige Daar komt nog eens bij dat de Boerenbond vaak met de vinger wordt gewezen. Ze zouden niet mee evolueren en niet met de toekomst bezig zijn. ‘Dat is helemaal niet terecht’, meent Vangeenberghe. ‘Wij zijn een belangenorganisatie en stellen dus alles in het werk om boeren zoveel mogelijk te helpen. Maar wie ziet dat nog? Omdat de Boerenbond op zichzelf een commerciële speler is, wordt gedacht dat we enkel aan onszelf denken. Niets is minder waar. Wij pleiten onder andere voor een duurzamere landbouwsector, maar hoe moeten we dat aanpakken zonder geld?’ Daarnaast kreeg ook de Vlaamse Regering kritiek te verduren. Haar beleid is op z’n zachtst gezegd contradictorisch. Waar ze langs de ene kant een duurzamer en evenwichtiger eetpatroon adviseert (en daarvoor ook prijzige campagnes inricht), investeert ze langs de andere kant in Lime • 51
de meest verlieslatende en vervuilende sectoren van de landbouwketen. Dat zijn de vlees- en zuivelproductie in Vlaanderen. Het VLAM ((het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing) trekt nochtans, onder toezicht van Vlaams minister voor Landbouw Joke Schauvliege, zo’n 12 miljoen euro uit per jaar voor het promoten van de vleesindustrie. Dit terwijl in Vlaanderen vijf maal meer vlees geproduceerd wordt dan we zelf kunnen opeten en tien maal meer vlees geproduceerd wordt dan de Hoge Gezondheidsraad adviseert. Én terwijl de Belg gemiddeld een kwart minder vlees eet dan tien jaar geleden. Voor de groenten- en fruitindustrie ligt het bedrag dat VLAM investeert een pak lager: namelijk op 2,5 miljoen euro. Een pak minder dus. Nochtans is deze industrie een pak minder verlieslatend en vervuilend. Hetzelfde geldt voor de bio-industrie, waarvan de omzet de laatste jaren fors steeg. Deze krijgt zo’n 0,6 miljoen euro.
Niet zo simpel Het lijkt dus een logische stap om meer te investeren in groenten en fruit. Dat is duurzamer en minder verlieslatend. ‘Zo simpel is dat echter niet’, meent Vangeenberghe. ‘Ten eerste moet je al over grond beschikken die kan dienen voor groententeelt. Veel grond is daar niet geschikt voor. Daarnaast kan je niet alles ombouwen in één, twee, drie. Daar is geen geld voor. Bovendien is de groenten- en fruitsector ook verlieslatend. Weliswaar minder verlieslatend dan de vleessector, maar toch. We kunnen hier en daar wel wat gronden ombouwen, dat zou het probleem voor een deel kunnen oplossen, maar helemaal opgelost zal het niet zijn.’ Wat de grote oplossing dan is? Dat weet ook de Boerenbond niet. ‘Daar durven we geen uitspraken over te doen, net omdat landbouw zo een moeilijke sector is’, zegt Vangeenberghe. ‘Ik kan hier nu wel beweren dat de Boerenbond de grote oplossing in handen heeft, maar zo is het niet. Alleen door nog meer in dialoog te gaan met de boeren en nog meer te investeren in landbouw, kan het probleem op termijn misschien verholpen worden. Maar dat zal nog jaren duren.’ Tekst: RD Foto’s: RD, © Stocksnap
‘En toch boer ik goed’ ‘Ik heb ook al tegenslagen gekend’ zegt Wim Versteden, oprichter en zaakvoerder van distributiebedrijf Veeakker. ‘Maar die zijn minder groot dan die van andere boeren. Waarom? Omdat ik het anders aangepakt heb door bewust niet samen te werken met de Boerenbond.’ Wat er zo anders is aan Veeakker? ‘We zijn, in tegenstelling tot de Boerenbond, niet bang om iets nieuws uit te proberen. Zo hebben onze dieren bijvoorbeeld geen eenzijdige bestemmingen. We doen alles met één dier. Een koe die dient als melkvee, kan je achteraf ook slachten. En de mest die hij achterlaat kan ook een nieuwe bestemming krijgen. Zo bouw je een soort keten, waarin de dieren voor veel meer dienen dan enkel om te slachten. Dat is een pak duurzamer. En je haalt meer uit één dier.’ ‘Mijn ouders waren boeren en hebben altijd samengewerkt met de Boerenbond’, zegt Wim. ‘Omdat ik bij hen de miserie gezien heb die de Boerenbond aangericht heeft, wou ik het anders aanpakken. Dat was geen gemakkelijke beslissing. De bond heeft als het ware bijna alles te zeggen. Elke minister van Landbouw is de laatste vijftig jaar geleverd door de Boerenbond, ze hebben aandelen bij KBC en ze hebben Aveve. Probeer dan maar eens om het als boer anders aan te pakken.’ ‘Toch boer ik beter dan drie vierde van de vleesboeren in België. Hoe dat komt? Omdat ik niet vastgeroest ben in oude tradities. En omdat ik bewust klein wil blijven, en niet steeds meer en meer wil. De Belgische vleesindustrie, en de Belgische landbouwindustrie in het algemeen, kan niet concurreren met industrieën van landen zoals Frankrijk of Duitsland. We zijn nu eenmaal te klein. Maar dat wil de Boerenbond niet geweten hebben.’
Lime • 53
Undercover Elke maand test de de Lime-redactie een nieuw product. Deze maand stellen we de populaire foodboxen op de proef.
Hello Fresh
Smartmat
Doozo
Uitganspunt Leverancier van verse en evenwichtige maaltijden. De maaltijden zijn samengesteld zodat ze verschillende voedingswaarden bevatten.
Uitgangspunt Leverancier van maaltijden met vooral biologische producten zonder additieven. In de gewone box is 25 % biologisch, de veggiebox 50%.
Uitganspunt Leverancier van maaltijden die grotendeels uit groenten bestaan. Het doel is om elke maaltijd 200- 400 gram groenten te laten bevatten.
Troef Samenwerking met Britse chef-kok Jamie Oliver, elke week wordt er een recept van Jamie bij de box geleverd.
Troef Ecologie staat centraal + de boxen zijn samengesteld door voedingsexperts
Troef Samenwerking met groentekok Frank Fol. En speciale boxen voor diabetici, glutenvrije versies of voor lactose intolerantie.
Types De originalbox (met vlees), een veggiebox (enkel groenten) en een Familybox ( extra kindvriendelijk) Prijs Tussen de 36- 133 euro (afhankelijk van aantal maaltijden) Ecologisch Ze werken enkel met seizoens-en streekgebonden producten.
Types 3- 5 dagen menu (met vlees), single bag ( 1 persoon), veggie menu, quick & easy ( kortere tijdsduur en kindvriendelijk), friends dinner ( 4 gangen voor 6 personen) Prijs Tussen de 42- 109 euro (afhankelijk van aantal maaltijden) Ecologisch Weinig vlees en vis voor ecologische voetafdruk, enkel levering op maandag.
Types speciale boxen (zie hierboven), standaardboxen (2-5 personen) Prijs Tussen de 72- 105 euro (afhankelijk van aantal maaltijden) Ecologisch Ze werken enkel met seizoensgebonden producten en leveren enkel op maandag.
Lime • 55
Getest DOOZO Omdat het te duur zou zijn om van de drie boxen een versie te bestellen, trokken we een lotje. Het was de Doozo box die naar voren kwam. We bestelden een box met 3 maaltijden voor 4 personen, deze kostte ons 84 euro. Onze familie mocht dienen als proefkonijn. Lees hier het verdict van onze komeneten avond met Doozo.
bereiding De bereidingstijd zou per gerecht tussen een half uur en drie kwartier moeten zijn. Dit klopt ongeveer. Moest je de sauzen nog zelf maken dan niet, maar ze zitten klaargemaakt bij het pakket. We bereiden drie gerechten: zwaardvis met venkel, radijs, couscous en legumaise, varkenskotelet met pickles, bloemkool, pijpajuin en aardappelen en pasta met gewokte lentegroenen en curry We stoten op een eerste probleem. De ‘kraakverse’ groenten vertonen hier en daar wat schimmelplekken. Het valt ons ook op dat de ingredienten niet ecologisch verpakt zijn. Meer dan de helft is verpakt in plastic.
resultaat Ons eerste gerechtje dat we serveren is de zwaardvis met couscous, radijsjes, venkel en legumaise. Het oogt mooi en bevat veel kleur. Het recept is gemakkelijk klaar te maken. Het tweede gerecht is de kotelet met pickles, bloemkool, pijpajuin. en aardappelen. Dit gerecht oogt een pak minder mooi en de picklessaus komt uit een potje. Hij heeft een vieze kleur en ziet er niet echt smakelijk uit op je bord. De varkenskoteletten zijn wel van uitstekende kwaliteit. Als laatste serveren we de pasta met gewokte groenten en curry. Het geheel ziet er kleurig en fris uit. De curry is perfect van dikte en kleur.
Het verdict De gerechten vallen in de smaak en wij hebben helaas een grote afwas voor de boeg. Maar we kunnen wel besluiten dat foodboxen op zich een fijn initiatief zijn. Zeker voor de werkende mens die niet veel tijd heeft om naar de winkel te rijden. De variatie in de maaltijden is echt een pluspunt. Maar toch zitten er hier en daar nog wat foutjes in het systeem. Zo was de box niet zo ecologisch als er op de site wordt vetelt. Onze vuilniszak zat behoorlijk vol plastic na het koken.
De communicatie met Doozo verliep ook niet erg vlot. De box was woensdagavond besteld, maar moet ten laatste dinsdagavond besteld worden om de volgende maandag geleverd te kunnen worden. Dit staat niet duidelijk op de website waardoor hij bij ons pas een week en half later kwam. Maar als deze kleine schoonheidsfoutjes weggewerkt worden kunnen de foodboxen zeker nog aan populariteit winnen. Tekst: AK Foto’s: AK & RD
Lime • 57
Over de grens Ecologie op verplaatsing: Belgische zelfstandigen in het buitenland versus in het binnenland. Tekst: AK
Het komt voor de bakker: Broodbroeders
Johan Nulens en Steven Van der Stichelen zijn twee vrienden die hun eigen bakkersatelier ‘Broodbroeders’ uitbaten in de Stationsstraat in Mechelen. Deze bakkerij biedt bij haar brood een ecologische service aan. ‘In Brussel wordt er een vijfde van het gebakken brood weggegooid. Als je dat vanuit een ecologisch standpunt bekijkt is dat een ramp want daar zijn grondstoffen, energie en arbeid voor nodig. Bij Broodbroeders werken we daarom met abonnementen zodat het brood dat we bakken zeker op voorhand verkocht is.’ Een abonnement werkt als volgt: Je geeft aan op welke dagen je brood wil en hoeveel stuks. Vervolgens geef je aan in welk afhaalpunt je je brood wil ophalen. Dit zijn wekelijks vaste dagen met per dag een vast afhaaladres. De twee punten waar je bestellingen kan afhalen zijn de Broodbroedersdoos aan de Antwerpsesteenweg en de winkel in de Stationsstraat in Mechelen.
uit Sint-Joris-Weert, die op zijn beurt werkt met lokale boeren. Andere producten, bijvoorbeeld de koekjes, halen we bij Biofresh. Want we proberen ook biologisch te zijn. De klanten kunnen elke dag kiezen tussen drie tot vier verschillende broden. Er zijn de klassiekers zoals onder andere roggebrood, speltbrood of haverbrood. Maar af en toe mag het ook wat specialer en staan er bijvoorbeeld kaneel-chocoladebollen op het menu.’ Hoe wij de toekomst zien? ‘Geen idee eigenlijk’. We zijn nog maar sinds januari bezig, dus de toekomst zal zich nog moeten uitwijzen. We willen graag rendabel blijven maar zelf ook niet altijd in de bakkerij staan. Op ecologisch gebied willen we zoveel mogelijk blijven werken met abonnementen zodat er zo weinig mogelijk wordt weggegooid.’, besluit Johan. Broodbroeders Stationsstraat 11 2800 Mechelen www.broodbroeders.be
Verder zetten deze bakkerskameraden enkel streekproducten op het menu. ‘Wij werken samen met een molenaar Lime • 59
Marokkaanse furie:
Karfa & Kamun ‘Bed & Bistro ‘ Jardin Gourmet’
Dit stekje is voortgekomen uit een romantisch verhaal. Erlend Kesters was op surftrip in Marokko. Hij werd stapelverliefd op een Marokkaanse en enkele maanden later vormden ze meneer en mevrouw Kesters. Deze verliefde zieltjes besloten om in het Zuiderse Agadir in Marokko te blijven en richtten samen een Bed & Bistro op. ‘Met een achtergrond als kok en een passie voor het surfen lag de keuze om een herberg te openen voor de hand. Na een jaar of drie zaten we op het einde van onze mogelijkheden in ons gehuurde pand en beslisten we om onze eigen stek te bouwen’, vertelt Erlend. ‘Toen ik nog in België woonde maakte ik een carriérreswitch van kok naar tuinaanleg. Natuur ligt me al van jongs af aan nauw aan het hart, en dreef me richting ecologisch en duurzaam werken. Voor mij is Ecologie leven zonder een belasting te vormen voor het natuurlijk evenwicht. Begrijp me niet verkeerd, ik ben geen hippie of boomknuffelaar en ik dans niet naakt rond een heksenvuur, tenzij ik te veel gedronken heb misschien (lacht).’ Zo gezegd zo gedaan. Erlend begon in Marokko meteen een energiezuinig systeem uit te bouwen, gecombineerd met de recuperatie van afval en afvalwater. ‘Ons rioleringssysteem is gescheiden en komt via een septische tank naar een plantenfilter. Hier wordt dat afvalwater gezuiverd, waarna het gebruikt wordt in de tuin. Onze tuin is ontworpen als een soort voedselbos, met enkel planten die ons van eten
voorzien. We kiezen enkel de groenten- en fruitrassen die natuurlijk resistent zijn tegen ziektes. Het zaad van de planten die het beste presteren wordt gebruikt voor het volgende jaar.’ Daarnaast is Erlend creatief met zijn bestrijding tegen insecten. Hij zet namelijk kippen in zijn tuin, die maar al te graag de insecten opeten. Zijn tuin moet een paradijselijk oord zijn, want sinds dit jaar zijn er enkele onverwachte collega’s bijgekomen die de kippen komen helpen. ‘We hebben een heel deel bewoners bijgekregen die het blijkbaar wel erg naar hun zin hebben. Want in onze tuin vetoeven voortaan ook schildpadden, egels, gekko’s, kameleons en hopen vogels. Maar ze helpen mee de tuin te onderhouden, dus ik klaag niet’, lacht hij. Het heerlijkste aan mijn eigen B&B is dat ik elke dag bezig bent met iets wat ik oprecht graag doe. Daarbij komt nog eens het sociaal contact met mensen die op vakantie zijn en dus het merendeel goedgezind zijn, dat is gewoon zalig. De toekomst zie ik echt rooskleurig in. Alles gaat goed en ik zou graag over enkele jaren volledige zelfvoorzienend zijn. Het zal nog wat tijd en centen kosten natuurlijk, maar ik zie het nog volledig zitten’, besluit Erlend. Foo: © Karfa en Kamun Bed & Bistro Karfa & Kamun Hay ait Souall Tamraght Agadir
Op de boerenbuiten:: Kurkumfarm
In Vall de Limó in Kreta vind je deze prachtige boerderi Kurkumfarm. Hier worden het land en de tuinen ecologisch en zonder chemische producten bewerkt. Eigenaars Katrien en Rekha willen met hun plekje een plaats creëren waar mensen zich via allerlei activiteiten even kunnen afzonderen in de natuur. ‘Je kan hier naartoe komen voor verschillende activiteiten’, zeg Katrien. ‘Je kan komen meehelpen op het land zoals groenten en kruiden kweken, amandel- en olijfbomen onderhouden en oogsten, maar je kan ook mee helpen bouwen aan de infrastructuur zoals bijvoorbeeld onze nieuwe hutjes. Want binnenkort bieden we de mogelijkheid om te
komen kamperen of logeren in één van de hutjes. We gaan ook verschillende soorten retraites aanbieden.zoals yoga, ayurveda, voeding en meditatie. Rekha maakt natuurlijke zeepjes, cremes en olies die op de boerderij te koop zijn. Daarnaast kunnen gasten genieten van massages en yogalessen die Rekha begeleidt. Katrien maakt drums en begeleidt de retraites in de wildernis. ‘We organiseren ook af en toe een festivalletje in de zomer.’ Kurkumfarm Eco Vida Vall de limò Cretas
Bellen blazen: Bubble Post
Bubble Post is een transportbedrijf in Gent dat zo duurzaam mogelijk leveringen rondbrengt. Hun missie is om het groen terug te brengen in steden. Bestellingen worden zoveel mogelijk met de fiets vervoert, voor grotere pakketten wordt een elektrische autobus gebruikt. Maar dat is niet alles. Voor grote bedrijven die een lading goederen gekoeld willen laten leveren heeft is er ook een service. Daarvoor is de CNG sprinter beschikbaar. Dit is een wagen met koelcel, die op aardgas rijdt. Yan Ketelers is communicatieverantwoordelijke bij Bubble Post en vertelt waar het idee vandaan komt: ‘ons idee komt puur uit bevindingen van wat er gebeurde in Gent. Onze
stad reed vol met vervuilende vrachtwagens en busjes om leveringen rond te brengen. We hebben heel de situatie uitgespit en kwamen tot de conclusie dat het merendeel van de pakketten kon gebundeld worden aan de rand van de stad en met de fiets kon rondgebracht worden. In de toekomst willen we graag uitbreiden naar meerdere steden, om zo overal een zero-vervuiling transportdienst te bereiken. Foto’: © Bubble Post Bubble Post Bijenstraat 26 9051 Gent Lime • 61
Het leven door een groene(re) bril Je wilt een echt groentje worden, maar weet niet hoe? Geen nood, Lime verzamelde voor jou enkele tips van lezeressen die zelf elke dag hun best doen om wat meer ecologisch te leven. Groener zonder al te veel moeite? Check!
Linsey (37)
Lieze (24)
‘Thuis eten we zoveel mogelijk lokale, seizoensgebonden en biologische producten en we eten zo weinig mogelijk vlees. Ik ga bovendien werken met de fiets, ons huis heeft zonnepanelen, we gebruiken regenwater waar dat mogelijk is en toen de kinderen klein waren kregen ze altijd wasbare luiers.’
Lien (22)
‘Ik eet voornamelijk veganistisch. Deels omdat er dan geen dieren moeten lijden voor mijn eten en deels omdat het een pak beter is voor het milieu. Daarnaast maak ik zelf shampoo zonder chemische troep, zo bespaar ik ook heel wat plastiekverpakking die slecht is voor het milieu. Als ik ga winkelen, doe ik dat liefst zo verpakkingsvrij mogelijk. Ik ga bijvoorbeeld vaak naar een verpakkingsvrije winkel met bokaaltjes die ik spaar van tomatensaus, kikkererwten... Tenslotte maak ik heel veel zelf: mijn koekjes om mee te nemen, granola, alle sauzen...’
‘Ik heb er bewust voor gekozen om geen auto te hebben. Boodschappen doe ik bijvoorbeeld met de fiets. Als ik echt niet kan fietsen, gebruik ik het openbaar vervoer. Daarnaast ben ik flexitariër, wat wil zeggen dat ik wel vlees eet, maar niet zoveel. Dit omdat de impact van vlees toch wel enorm scheelt op je voetafdruk.’
‘Voor de rest probeer ik veel tweedehands te kopen en te verkopen op verschillende groepen op Facebook. Eten gooi ik ook bijna nooit weg. Ik durf wel eens iets te eten dat zogezegd vervallen is, maar dat eigenlijk nog perfect eetbaar is.’
Elke (42)
Sonia (31)
‘Gadgets en prullen die ik niet nodig heb, koop ik niet. Als ik iets koop, is het kwaliteitsvol, zodat het lang meegaat Vlees komt altijd van bij de beenhouwer, omdat je dan zonder verpakking kan werken. Wasverzachter gebruik ik niet en wassen en het toilet doorspoelen gebeurt met regenwater Daarnaast ga ik bijna nooit met het vliegtuig op reis, en koop ik nooit iets via een webshop. Tenslotte zorgde ik voor een degelijke isolatie in mijn huis en gebruik ik bijgevolg bijna geen energie.’
‘Heel ecologisch leven mijn man en ik niet echt. We proberen wel bewust veel minder plastiek te gebruik. We hebben een vuilzak in onze vuilbak, maar in plaats van deze weg te smijten wanneer hij vol is, giet ik alles over in de grote vuilbak. Pas als de vuilzak echt niet meer gebruikt kan worden, gooi ik hem weg en pak ik een nieuwe.’
Tekst: RD Foto © stocksnap
Lime • 63
Lime • 65
LIME MAGAZINE