Milk

Page 1

Issue # 00 May 2011 20,95

STREET CULTURE & YOUNG TALENT

La Fille d’O lingeriemodel Floor Wyns

Reportage Bijgeloof  Dossier Berlijn  Opkomend talent  Mark Goss




4

EDITO Mensen staan centraal in Milk magazine. En dan bedoelen we echte, pure mensen. Mensen met een hoekje af zoals La Fille d’O model Floor Wyns. Floor gaf toe dat ze graag nog eens een hele dag seks wil hebben met haar vriend Wim. Andere voorbeelden zijn de creatieve jongeren die we een spreekbuis willen geven. Zo is er Loesje Maieu van de band Blackie and the Oohoos. Als puber sloot zij haar zusje Martha op in de bezemkast. We hebben gemerkt dat de geïnterviewden in hun hart lieten kijken. Charlotte De Waegenaere, model voor onze modeshoot, wil sterven tijdens een orgasme. Een heel speciaal meisje is psychologie studente Sofja Primchits. Zij is de protagonist in de reportage over bijgeloof. Sofja gelooft dat eeneiige tweelingen met twee zijn omdat hun ziel te speciaal is om in één lichaam te passen. Veel mensen denken in hokjes, maar van dichtbij zie je de mooiheid in vreemde dingen. Felipe Molina Rubiales maakt foto’s van wc’s. Toiletten zijn alledaagse objecten maar door ze vast te leggen in een beeld, ontdek je hun bijzonderheid. Ook portretteren we mensen recht uit de straat. Dit toont mode die jullie effectief kunnen kopen. Geen mode waar je alleen van wegdroomt. Liefs, de Milk redactie.


5 contr ibutors

Charlotte De Waegenaere (20) werkt in de International Magazine Store op de Melkmarkt in hartje Antwerpen. Ze is dol op alle ijssmaakjes van de Gelato Factory. Als je een dag mocht ruilen, wie of wat zou je dan willen zijn? Mijn vriendje Cazzimir. Zo weet ik hoe het is om in zijn schoenen te staan als ik weer eens kut tegen hem doe. Winter of zomer? Zomer voor alle leuke dingen die je kan doen. Winter voor alle leuke kleren die je kan dragen.

Milo Spijkers (19) is fulltime model en doet opdrachten over heel de wereld. Zijn lievelingsliefdesliedje is Try sleeping with a broken heart van Alicia Keys.

Ylenia Maton (22) maakt illustraties en werkt in Lee Jeans in de Kammenstraat. Ook is ze make-upartieste. Ze eet het liefst van al coco’s curry.

Wat geeft je een ultiem lentegevoel? Wakker worden door fluitende vogels.

Als je een dag mocht ruilen, wie of wat zou je dan willen zijn? En waarom? Ik wil sowieso eens een man zijn. Misschien een bekende zanger. Bob Dylan in de jaren zestig. Ineens veel vliegen in één klap!

Grootste stijlicoon? Steven Meisel Favoriete ijssmaakje? Aardbei. Hoe zou je het liefst sterven? Al skydivend zonder parachute. Als je een dag mocht ruilen, wie zou je dan zijn? Justin Bieber. Omdat hij een echte man is. Wat betekent gezelligheid voor je? ‘s Avonds buiten eten in de zon.

Hoe zou je het liefst sterven? Tijdens een orgasme.

Wat wilde je vroeger worden? Piloot. (JW)

Geloof je in liefde op het eerste gezicht? Bij elke knappe gast die ik tegenkom, is het liefde op het eerste gezicht!

Milo Spijkers stond model voor de fotoshoot aan de waagnatie, samen met Charlotte De Waegenaere.

Wat geeft je een ultiem lentegevoel? De specifieke geur die je ruikt wanneer je buitenkomt. Je weet dat het warm gaat worden en dat het een mooie dag wordt. (JW) Charlotte De Waegenaere was model voor de fotoshoot aan de waagnatie, samen met Milo Spijkers.

Amy Van Loon (25) is illustratrice en werkt in winkelketen COS. Ze zou het liefst snel en onverwacht sterven. Wat is je lievelingseten? Een traditionele Engelse Roast Dinner met veel Yorkshire puddings en gravy saus! Je favoriete liefdesliedje? Joe le taxi van Vanessa Paradis. Eerste film/popster crush? Zack van Saved by the bell. Wat is je lievelingsprookje? De rode schoentjes van Hans Christian Andersen. Vanille of chocolade? Chocolade. Wat ligt er onder je bed? Stof, stof en meer stof! Wat wilde je vroeger worden? De eerst vrouwelijke paus. Als je een dag mocht ruilen, wie of wat zou je dan willen zijn? Karl Lagerfeld. Because he is fabulous. (JW) Amy Van Loon maakte enkele illustraties voor onze rubrieken, samen met Ylenia Maton.

Pintje of wijn? Ugh, geen van beide. Wat geeft je een ultiem lentegevoel? Alle ramen wagenwijd open en lentelucht komt binnen. Geloof je in liefde op het eerste gezicht? Ongetwijfeld! Favoriete ijssmaakje? Cookie Dough van Ben & Jerry’s. Vanille of chocolade? Vanille. Heb je ooit iemands hart gebroken? I don’ t break hearts, I break vases! (JW) Ylenia Maton verzorgde samen met Amy Van Loon de illustraties voor de rubrieken.


6 inhoud

12 Opkomende talenten

34

Stadsdossier

44

Playground Love

60

66

Reportage

Portret Floor Wyns

80 Spots

72

Creative Siblings



8 kortjes

Rol je mening! De Joodse mannen uit Berlijn Ariel Schlesinger en Aram Bartholl vonden de Looptaggr uit, een stencil dat ronddraait. In het straatbeeld verkondigen jongeren hun mening door graffiti te spuiten. Een nadeel is dat het veel tijd in beslag neemt. Het duo bedacht er met de Looptaggr een oplossing voor. De Looptaggr kan iedereen thuis zelf maken in zeven stappen, én met een persoonlijk zinnetje. Reacties tot nu toe zijn “super cool!”, “ik heb er eentje gemaakt met Merry Christmas. Raad eens wat ik doe voor Nieuwjaar?” en “jullie zijn briljant, gewoon geniaal”. (JW)

Bekende snor Een mooie moustache is niet voor iedereen weggelegd. Dus waarom zou je de tijd verspillen om er eentje te laten groeien? De website Moustache Is Good geeft jou de kans om te kijken welke bekende snor perfect bij jou past. Je hebt de keuze uit onder andere La Salvador, La Dandett en La Parisienne. Vergeet zeker je vrienden niet om hun mening te vragen door je foto te posten op Facebook of door hen te mailen. Sound on, fullscreen on, druk op de bel en kom binnen in het salon van Moustache Is Good. Met de slogan “Ouvre ta chemise. Soigne ton smile! Et tu vas pécho Gringo.” is meer dan duidelijk wat van je wordt verwacht. Neem een sexy foto en kies de juiste moustache! Zoals het een goede kapper betaamd, worden ook hier de souvenirtjes van de klanten bewaard. Zoek je vrienden in de galerij en stem voor de allermooiste snor. (ES) Website: www.moustacheisgood.com

© Graffitiprinter

Website: graffitiprinter.com/make

Shake it like a polaroid picture Een fotohokje en een snoepautomaat tegen een muur met posters. Dat krijg je als je naar La Photocabine surft. Met één klik op het gordijn zit je in het hokje. Lachen en op de rode knop drukken is het enige wat je dan nog te doen staat. Net als in een echte cabine flitst de camera. Even wachten tot je foto’s ontwikkeld zijn. Je krijgt de keuze tussen vier foto’s onder elkaar of in een blokje van vier. In kleur of zwart-wit. Als pasfoto voor je cv kan je deze foto’s best niet gebruiken, maar het is een leuke applicatie als je geen 5 euro wil betalen voor ludieke foto’s van jezelf. Nog een leuke applicatie voor je foto’s is Poladroid. Dit programma kan je van hun site downloaden. De vormgeving van deze toepassing is heel simpel: een polaroidcamera. Naar deze camera kan je foto’s slepen. Je kan wachten tot de foto klaar is of voor de ongeduldigaards onder ons kan je shaken like a polaroid picture. Ook leuk is dat je maar tien foto’s per keer kan ontwikkelen zoals met de echte inktpatronen van Polaroid. (FVB) ©  Milk magazine

Website: www.laphotocabine.com en www.poladroid.net


9 kortjes

©  Juri Zaech

Van lettertype naar fiets Helaas, de fiets op de foto is enkel een concept. Deze gepersonaliseerde fietsen zijn ontworpen door de Zwitserse Art Director Juri Zaech. Hij heeft een font ontwikkeld waarbij alle letters van het alfabet samen een fiets vormen. Momenteel is hij van Write a Bike een prototype aan het maken. Dan wordt het mogelijk om een fiets te bestellen met je eigen naam. Wie weet rijdt de redactie binnenkort rond op een fiets van Milk! (FVB)

©  Der Ikonoklast

©  Der Ikonoklast

Pure fotografie Het fotografencollectief Der Ikonoklast neemt geen foto’s in de populaire, dure discotheken. Ze zijn sinds 2009 gewapend met een fototoestel op feestjes van Noord, Make Up, Kamping K en Blast your ghetto. De vier Antwerpse mannen van Der Ikonoklast waren de stigma’s van de feestfotografie beu en wilden het nachtleven zoals het is tonen. Zonder geposeerde jongens of lippentuitende meisjes. “Je hoort er leuke muziek. Bovendien zitten de mooiste meisjes daar, samen met jonge mensen uit de mode- of kunstwereld”, zei Ringo Gomez-Jorge in Gazet van Antwerpen. Ondertussen zijn ze een fenomeen geworden, hadden ze een expositie Ego met de leukste foto’s en hebben ze meer dan duizend vriendjes op Facebook. (JW)

©  Humans since 1982

Watch your back Wie lichtjes paranoïde is, kan een haarspeld van de Zweedse design studio Humans since 1982 dragen. Dit haaraccessoire On Hair geeft de illusie van ogen op je rug te hebben. Er bestaan vijftig exemplaren. Elk stuk is handgemaakt en gesigneerd. (FVB)


10 kortjes

Happy tea friends Thee drinken was nog nooit zo leuk. Wie droomt er nu niet van een intiem theekransje met iconen als Jimmy Hendrix of Claudia Schiffer. Het Duitse designlabel Donkey Products maakt van deze droom een zo goed mogelijke werkelijkheid. De Tea Party serie is verkrijgbaar in verschillende sets: van Prêt-à-PorTea tot DemocraTea, alle bekende personen passeren de revue. Voor zij die liever losse thee drinken bedacht designstudio Ototo de Tea Sub. Weg met de oude thee-eitjes want de designers lieten zich inspireren door Yellow Submarine. De Tea Sub is voorlopig enkel verkrijgbaar in het geel. (ES) © Ototo

Kartonnen liefde Niet iedereen heeft het geld voor een dure, diamanten ring. Ook niet iedereen zegt het graag met rode rozen. Wil je iemand verrassen en niet afkomen met een typisch postkaartje, dan is Postable Jewellery een perfect alternatief. Het leuke is dat je de kartonnen ring zelf in elkaar moet steken. Wil je extra origineel zijn dan kan je je kaartje ook versieren, wat het juweel nog unieker maakt. (FVB) Website: http://www.nutrejeweller.com/

© Nutrejeweller

©  Emilio Ugarte

Wonen in een blikje 425 euro. Dat is de prijs die studenten in Amsterdam betalen voor een containerkot. Een containerkot is een rechthoekige container, omgebouwd tot een studentenwoning. Enkele jaren geleden startte Nederland met het project omdat er een groot tekort was aan koten. Ondertussen staan er meer dan tweeduizend kleurrijke containerkoten in Amsterdam. De containerkamers zijn goedkoop, snel geplaatst en opstapelbaar. Veel studenten verkiezen dit leuk alternatief boven een traditionele studentenwoning. Nadeel is dat de containers na vijftien jaar klaar zijn voor de storthoop. Ook de Universiteit van Gent kampt met een stevig plaatstekort. Het aantal studenten blijft groeien en dit willen ze oplossen door het Nederlands model te volgen. In dit academiejaar wil de universiteit 250 containerkoten plaatsen. Conclusie van de maand: containers zijn de woningen van de toekomst. (JW)

Kunst in het station In het oude Gare Saint-Saveur in Lille bevindt zich een museum, een cinema en een restaurant. Het gebouw, met haar industriële uitstraling, opende in maart 2009 ter gelegenheid van Lille 3000 Europese XXL. Op jou wachten moderne kunsttentoonstellingen, concerten, films en eten. Van 13 april tot 15 augustus maakt het station plaats voor Paranoïa, een expositie over Science Fiction. (ES) Website: www.mairie-lille.fr/fr/Culture/gare-saint-sauveur.


11 kortjes

Sweety pie Sweety darling, zo heet de taartenbusiness van ontwerper Harald Ligtvoet en manlief Wim Soete. Voor elke gelegenheid ontwerpen de mannen een kitscherige taart die de persoonlijkheid van de ontvanger weerspiegelt. Elk pareltje wordt tot in detail afgewerkt. Harald ontwerpt de taarten en Wim bakt ze volgens een eeuwenoud recept. “Ik maak altijd de klassieke biscuit met verse slagroom en een laagje confituur. Wie wil, krijgt wat extra punch,” aldus Wim in DM Magazine. Wat het versieren betreft, zijn de mannen een perfect team. Wie iemand wil verrassen, bestelt best bij Sweety Darling. (ES) Mail: thesweetydarling@hotmail.com

©  Sweety Darling

Werken met een frisse pint Het eerste co-working café is geopend in Vlaanderen. Bar d’Office is een bar in hartje Antwerpen waar je kan lunchen, werken en netwerken. Ondernemers kunnen elkaar leren kennen en informatie uitwisselen. De ruimte is zo ingericht dat het de interactie bevordert. Men vertrok vanuit het idee dat je beter werkt samen dan alleen rond vier witte muren. “Working with two is more fun” staat centraal. Alle werkbenodigdheden (printer, internet, vergaderzaal) zijn aanwezig. Bar d’Office is het initiatief van Designcenter De Winkelhaak, waar Bar d’Office zich bevindt. “Dit is een café waar je rustig kunt werken zonder dat je buitengekeken wordt omdat je er twee uur doorbrengt met alleen een glas water”, zegt Klara De Smedt, manager van De Winkelhaak, aan DM Magazine. De benedenverdieping vormt een rustige werkplek in bibliotheeksfeer en op het gelijkvloers kan uitgebreid genetwerkt worden. Je kan ook terecht in het café voor een gezellige babbel of voor een lekker broodje. Bar d’Office is geopend van maandag tot vrijdag van 11 tot 18uur en vind je in de Dambruggestraat 29/31, dichtbij het centraal station. (JW)

©  The Uniform Project

Eén jurk voor liefdadigheid De New Yorkse met Indische roots Sheena Matheiken beloofde met “The Uniform Project” een jaar lang eenzelfde Little Black Dress te dragen. Het project begon in 2009 onder het motto “1 Dress, 365 Days”. Ze creëerde 365 outfits door de LBD te combineren met laagjes, vintage en handgemaakte accessoires. Het project was bedoeld als statement voor ethische en duurzame mode. Sheena wilde bewijzen dat je geen honderden kledingstukken nodig hebt om origineel te zijn. De donaties, samen meer dan honderdduizend dollar, gingen naar The Akanksha Foundation, een non profitorganisatie die onderwijs wil verzekeren aan kansarme kinderen in India. Na het project werd Sheena Matheiken uitgeroepen tot Elle Magazine’s vrouw van het jaar. Dit jaar is het motto “1 Dress, 1 Month, 1 Cause”. Onder de reeks “Pilot Series” wordt er maandelijks geld ingezameld voor een goed doel. Elke maand is er een ander gezicht, een “Pilot”, die een goed doel kiest en zijn LBD heruitvindt door accessoires te gebruiken. Mensen die het project volgen, kunnen accessoires of geld doneren. In ruil hebben ze dertig dagen inspiratie aan outfits. (JW)



Opkomende talenten Milk ging op zoek naar zeven opkomende talenten uit verschillende disciplines. Van fotografie tot taxidermie. Van beginnend tot reeds doorgebroken. Šâ€‚ Amy Van Loon


14 opkomende ta lenten

Felipe Molina Rubiales fotografeert wc’s over heel de wereld

“Constant foto’s nemen is een dwangneurose”

©  Milk magazine

Felipe Molina Rubiales (25) is half Spanjaard, half Chileen. Hij studeerde grafisch ontwerp aan de Universidad Santo Tomas in Chili. Momenteel maakt hij foto’s van Antwerpse toiletten. Maar liefst zat hij op een warm, Thais eiland. tekst: Julie

Wijckmans  |  eindredactie: Fantina Van Berendoncks

Hoe ben je begonnen met wc’s te fotograferen? Ik begon naar feestjes te gaan in Chili, van bar tot bar foto’s nemen van alles.

Op twee filmrolletjes had ik in totaal drie toiletten. Na een tijd waren het er meer. Op het einde waren het heel veel en toen besloot ik alle toiletten te gaan

fotograferen. Als er een wc is, neem ik een foto. Als er geen is, neem ik er geen. Het was heel lukraak. Zonder voorbedachten rade. Ik was niet op zoek naar wc’s. Heb je voorwaarden om een wc te fotograferen? Een toilet moet verschillen van de rest. Het kan niet altijd een doffe, witte muur met een wc zijn. Dat is saai. Een toilet


15 moet iets extra hebben. En zo niet, zet ik er een glas op (lacht). Ik fotografeer geen mannentoiletten, omdat er een link is met het dadaïsme. Dit is meer uniseks, zodat meisjes kunnen zeggen ‘no way I’m going to sit there’.

“Als ik zelf een toilet kon ontwerpen, zou het een wit toilet zijn. Simpel, maar niet Frans simpel”

Vind je dit project kunst? Het is meer een verzameling. Maar wanneer je de foto’s ontwikkelt, zie je gelijkenissen. Bijvoorbeeld, ik heb twee foto’s. De ene is een jongen liggend op straat en de andere is een jongen op een festival in Chili. Ze liggen beiden in dezelfde positie. Het is vreemd, want ze zijn beide toevallig getrokken. Zo werd het een hobby. Foto’s nemen van dezelfde soort dingen, maar in een verschillende context.

draaide om jezelf bezighouden. Hier moest ik zeven dagen in de week werken in een restaurant in het centraal station en in Urban Outfitters. Ik was te moe om na het werk nog te ontwerpen en kunst te maken. De foto’s waren een gemakkelijke uitweg. Ik sloeg twee vliegen in een klap. Iets doen dat ik leuk vind, fotograferen, en feesten.

Wat betekent dit project voor je? Niets. Waarschijnlijk alle foto’s in de doos (een grote kartonnen doos vol fotoalbums van het Kruidvat). Misschien is het een dwangneurose, heel de tijd foto’s nemen. Ik zou de foto’s graag in een galerij zetten en ze er mooi doen uitzien. Maar toch, ze zien er erg waardeloos. Er zit zelfs pis op.

Heb je altijd een passie voor kunst gehad? In Chili had ik twee opties. Computer analytische onzin studeren of grafisch ontwerp. Grafisch ontwerp had geen wiskunde, dus koos ik het tweede. In het begin dacht ik altijd in termen als een hippe designer, een hip ding, een hip schilderij. Later zag ik de echte waarde van kunst. Voor mij is kunst een persoonlijke uitdrukking. Op die manier is Banksy mijn grote voorbeeld.

Ben je vertrouwd met Franse toiletten? Die met alleen een gat? Walgelijk! Ik kan me niet inbeelden daar iets te doen. Als ik zelf een toilet kon ontwerpen, zou het een wit toilet zijn. Met een ruggensteun zodat ik kan leunen. Simpel, maar niet Frans simpel. Dan heb je thuis een witte wc met een ruggensteun? Oh, daar heb ik geen foto van genomen. Misschien staat die te dicht bij me. Het lijkt niet op de wc die ik wil. En ik ga het ook niet herstellen! Mijn toilet staat buiten. In deze appartementen staat de toilet in de gang, de douche in de keuken en de lavabo naast het bed. Het is vrij vreemd, ik weet het. Wat speelt een grotere rol in je werk, waar je nu woont of waar je bent geboren? Toen ik grafisch ontwerp studeerde in Chili, hield ik mezelf bezig met street art, kleine merken en websites. Het

Geef een andere naam voor wc. Guater. Dat is Chileens slang voor toilet.

Wil je nog meer dromen verwezenlijken? Ik zou graag een boot bouwen. Een persoonlijke boot, zoals een mini-jacht. Niet te fancy. Juist voldoende ruimte om erin te slapen en te reizen. Ik heb een passie voor reizen. Goed dat ik niet snel hecht aan dingen. Ik heb veel rommel, maar als ik verhuis, start ik van nul. Noem drie dingen waar je van houdt en drie dingen die je haat. Jongens houden van materiële dingen, niet? Zoals schoenen Schoenen zijn meer iets voor meisjes... Dan hou ik van mijn familie, internet en uiteraard een computer. En ik haat drama’s, achterbakse dingen en vuiligheid. Wat is je grootste angst? Eenzaamheid.

Op je Facebook staan foto’s van fixed gears. Ben je er nog mee bezig? Ik neem mijn tijd om ze te maken. Ik heb twee complete en een lange zwarte waar ik nog mee bezig ben. Al bijna anderhalf jaar. Ik hou niet van de fancy fixed gears. Like the pimp your bike kind. Ik heb gewoon een frame en een fixed wiel. Toen ik hier aankwam, had ik een versleten fiets. Ik wist niet waar ik de aparte delen kon kopen. Dus las ik een paar handleidingen op internet en maakte mijn eigen wiel. Het is een zeer lichte fiets. Ik hou van fietsen. Vooral naar het Noordkasteel fiets ik graag. Als je kon verhuizen naar ergens anders en geld zou niet uitmaken, waar zou je heen gaan? Een land met warme temperaturen, Hawaï of die Thaise droomeilanden in de film The Beach. Maar eigenlijk hou ik van Antwerpen. Het is een leuke stad. Comfortabel en veilig, in vergelijking met Chili. Mijn plan was om te gaan wonen in Barcelona, maar toen kwam ik hier aan. Ik begon te werken in een smerig restaurant in Centraal Station. Later kreeg ik de kans om naar Canada te gaan. Een oom van me woont daar. Ik stond voor een dilemma. Hier blijven en de huur verder betalen of naar Canada vertrekken. Ik toste een muntje. Het was België, dus ik bleef. Vertel ons iets dat Google nog niet weet. Oh, daar ben ik vrij paranoïde in. Ik had een operatie als kind. Ik moest drie maanden in bed liggen. Ik kon niet naar school en las boeken over samenzweringstheorieën. Zoals hoe je bommen moet maken en hoe een computer te hacken. Dus ik gebruik altijd alter ego’s zonder mijn echte naam of details te geven. De website met mijn portfolio is niet mijn echte naam. Ook omdat Felipe Molina Rubiales niet catchy klinkt (lacht).


16 “Het is vreemd dat ze beide personen in dezelfde positie liggen, omdat ze beide toevallig zijn getrokken. Foto’s nemen van dezelfde soort dingen, maar in een verschillende context, werd een nieuwe hobby.”

Foto’s door Felipe Molina Rubiales Website: www.thetriade.com

“Deze blauwe wc is de ergste, maar ik hou ervan. Het staat in het vakantiehuisje van mijn familie, aan de Chileense kust. Het is een heel oud toilet, zoals in de jaren veertig.”

“De foto met de zwart wit wc is mijn favoriete uit de hoop, omdat er veel structuur in zit. Er is ook genoeg ruimte voor de toiletbenodigdheden zoals een wc-borstel. Het is sober, met het zwart en wit.”


17 opkomende ta lenten

Viktor Leestmans zet beesten op

“Mijn kolonie dermestid kevers zijn mijn werknemers”

©  Milk magazine

Viktor Leestmans (23) studeerde vrije beeldende vorming tot het vijfde middelbaar. Hij was het beu en is gestopt. Om zijn kinderdroom als entomoloog een beetje na te jagen, richt hij zich nu vooral op de “preservatie van natuur”. Het opensnijden van beesten op de keukentafel en de skeletten terug opzetten met spaties tussen. “Mijn moeder is daar niet zo blij mee”. Tekst: Elke Spelters  | Eindredactie: Julie Wijckmans


18 Het is zeker geen gewone hobby. Het is allemaal begonnen door mijn vader. Hij heeft een winkel in de Nationalestraat in Antwerpen met zo’n dingen, Steen & Been. Hij heeft zelf nooit dieren opgezet. Doordat hier tijdelijk zotte dingen passeerden, begon het me te fascineren. Zo ben ik ermee begonnen. Ik pakte er voor mezelf de tofste beesten uit. De gebruikte techniek is genoemd naar meneer Beauchêne. Hij vond het honderd jaar geleden uit. Na wat prutsen, heb ik het me zelf aangeleerd. Toch gaat de helft de vuilbak in. Doordat de techniek niet vaak wordt gebruikt, kan ik er mijn kost mee verdienen.

“Ik zou nooit mijn eigen hond kunnen opzetten” Heb je daar dan nachtmerries over? Nee, nachtmerries heb ik over school. Echt een slechte periode. Ik heb wel schrik om een bochel te krijgen door het lange stilzitten. Ik voel dat het niet goed gaat komen. Beschouw je wat je doet als taxidermie? Ik wil naturalist worden. Taxidermie is daar een onderdeel van. Wel een onderdeel dat ik het minst leuk vind. Dan heb je nog osteologie. Dat is skeletteren. En ook plastidermie. Zoals de replica’s van dodo’s, gemaakt door Pierre-Yves Renkin. Hij gebruikt het vel van zijn eigen kippen om een dodo te reconstrueren. De replica’s worden voor veel geld verkocht aan het natuurhistorisch museum van Parijs. Het zal vast niet gemakkelijk zijn om beesten te vinden. Voor insecten is er een hele handel van gedroogde soorten die uit Afrika en Azië komen. Vlinders worden tegenwoordig gekweekt in butterfly farms. Zo kan je meteen bellen en zeggen dat je morgen vijfhonderd vlinders van een bepaalde soort wil hebben. Die zijn allemaal al gekweekt en gedroogd. Dat is een beetje luguber.

Hoe begin je te werken? Ik heb een kolonie dermestid kevers. Dat zijn kleine kevertjes die het vlees van de beenderen eten. Mijn werknemers eigenlijk. Je kan het zo doen of via maceratie. Dat is het dier in water zetten en laten rotten. Heel vies en stinkend. Het is wel beter dan dermestid kevers. Doordat die botten in water zitten, gaat het vet er al een beetje af. Het probleem met skeletteren is dat het vet er vaak blijf opzitten. Zo krijg je gele, vieze, druipende skeletten. Je zet vooral kleinere dieren op. Op dit moment is dat enkel wegens plaatsgebrek. Ik moet alles op de keukentafel opensnijden en mijn moeder is daar niet zo blij mee. We hebben pas een oude harmonie gekocht waar ik mijn atelier en woonruimte ga maken. Daar ga ik plaats hebben voor grote beesten. Zolang ik geen band heb met die dieren, is het in orde. Ik zou mijn eigen hond nooit kunnen opzetten. Zelfs met mijn eigen kip kon ik dat niet. Je bent eigenlijk een slager. In plaats van het vlees, hou je de beenderen en skeletten bij. Verkoop je die beesten dan? Ja, ik maak kevers die naar Parijs gaan. Bij antiquairs wordt dat onder een stolp gezet en als interieur verkocht. Een vriend van mijn vader heeft een winkeltje in Brussel en hij had dat gezien. Hij wou er geld voor geven en kent mensen in Parijs. Zo wordt dat doorverkocht. Ik maak een aantal kevers per maand, waardoor ik mijn inkomsten heb om verder te experimenteren. Je hebt ook samengewerkt met Ann Demeulenmeester. Dat was voor juwelen. Ze wou zilveren vogelpoten om aan haar kettingen te hangen. Ze moest iemand hebben om pootjes te zoeken en die in de gewenste houding te zetten. Via de winkel van mijn vader is ze bij mij terechtgekomen. Wat zijn je dromen of wensen? Ik ben nog maar aan het leren. Zelfstudie wel. Ik wil zoveel mogelijk technieken beheersen. Je hebt bijvoorbeeld methodes om organen te injecteren zodat je de binnenkant afgiet. In de longenhal maak

©  Milk magazine

je een afgietsel van alle luchtblaasjes. Je spuit latex door de luchtpijp in de longen. Dat moet je laten verharden met aceton. Het vlees van de long laat je wegvreten door javel. Op die manier houd je een soort van bloemkool over (lacht). Denk je dat je werk als kunst beschouwd kan worden? Nee, ik heb het niet voor het kunstgegeven. Misschien ben ik liever een echte vakman dan een kunstenaar. Soms vermeng ik verschillende beesten tot kleine monstertjes. Dat hangt voor mij al te dicht tegen kunst. In de huid van welk dier zou jij zelf eens willen kruipen? Een miereneter. Vertel de laatste droom die je je kan herinneren. Ik kreeg een kast van iemand. Toen ik de schuif opendeed, zat er een kudde minischaapjes in. Een zalige droom. Wat is een belangrijke waarde voor je? Vrijheid. Nu met heel het GSM-tijdperk. Ik haat om constant bereikbaar te moeten zijn. Ik heb graag tijd voor mezelf. Dat niemand weet waar je zit. Dat moet een keer kunnen. Foto vis door Viktor Leestmans.


19 opkomende ta lenten

Portret van de vrouw achter kledinglijn Kid Vanilla

“Mijn kinderdroom was astronaute worden”

©  Milk magazine

Eva Balg (28) is afkomstig uit Keulen, Duitsland. Ze verhuisde naar België om aan de Modeacademie van Antwerpen te studeren. Het derde jaar moest ze eigenlijk bissen, maar ze besloot om haar eigen merk op te starten. Zo is Kid Vanilla in 2006 ontstaan. “Dit was een dikke vette fuck you naar de modeacademie.” Tekst: Fantina Van Berendoncks  | Eindredactie: Elke Spelters

Je eigen baas zijn, was het een droom die uitkwam? Dat was mijn plan al sinds ik naar de modeacademie ging. Voor iemand anders werken heeft me nooit aangesproken, ik wilde mijn eigen ding doen. Dat is nu ook het geval want ik doe bijna alles alleen, de promotie, de productie


20 en het ontwerpen. Gelukkig heb ik een boekhoudster! Wat betekent Kid Vanilla voor je? De vrijheid dat ik kan doen wat ik wil en daar dan ook nog eens mijn geld mee kan verdienen. In de beginperiode van Peter Pilotto heb ik nog voor hem gewerkt. Dat was leuk omdat hij een vriend van me is. Maar de hele dag in een bedrijf werken van nine to five, dat kan ik me echt niet voorstellen. Mijn grootste angst is dat het met Kid Vanilla ooit niet meer zou lukken. Hoe kom je op ideetjes? Door alles eigenlijk. Hiphop en graffiti zijn een grote inspiratie. Ook omdat ik vaak met mijn vrienden samenwerk, zij zitten in dat wereldje. Maar blingbling hiphop interesseert me niet, ik probeer het een beetje grappiger te maken. Mensen op straat en films inspireren me ook. De jaren ’80 en ’90 zijn trouwens heel belangrijk in mijn werk. Waaraan herken je Kid Vanilla? Ik werk veel met prints en kleuren. De kledij is sportief maar ook een beetje speels. De stukken voor vrouwen probeer ik een beetje feminine te maken. Iets tussen sportief en elegant.

“Ik zou graag onzichtbaar zijn, dat zou handig zijn om graffiti te spuiten” Wat betekent mode voor je? Ik ben er altijd mee bezig. Kleren zijn een obsessie van me. Mijn passie voor mode begon heel vroeg door mijn modebewuste moeder. Ze heeft een zeer specifieke look. Ros haar, een zwarte zonnebril en steevast lipstick. Als je één superkracht zou kunnen kiezen, welke zou je dan nemen? Onzichtbaar zijn en ergens naartoe gaan waar je normaal gezien niet naartoe mag. Dat zou ook handig zijn om graffiti te spuiten. Zijn al je wensen al uitgekomen? Nee, ik heb nog niet alles bereikt. Ik zou graag een eigen winkel hebben en Kid Vanilla nog veel groter maken. Het is nu nog te klein naar mijn zin. De kinderlijn wil ik ook zeker uitbreiden. Heb je neurotische trekjes? Ja. Alles moet altijd terug op dezelfde plek liggen. Ik ben heel ordelijk. Mijn vriend daarentegen is heel chaotisch. Gelukkig hebben we onze eigen ateliers.

“Blingbling hiphop interesseert me niet” Veel meisjes fantaseren over je beroep. Wou je altijd al ontwerpster worden? Nee, eerst wilde ik dierenarts of astronaut worden. Mode kwam later, na mijn puberteit. Je maakt maar één collectie per jaar. Dat ga ik waarschijnlijk veranderen. In het begin was het eigenlijk een praktisch idee. Ik wist dat ik als beginnend designer nooit twee collecties per jaar zou halen. Je kan beter één goede collectie maken dan heel snel twee kleine. Dan kan je ook niet zo creatief zijn. Ben je altijd al creatief bezig geweest? Ja, ik denk van wel. Mijn ouders zijn dokters, maar we hebben altijd getekend en geknutseld.

Ben je nog met andere projecten bezig naast Kid Vanilla? Alles heeft er min of meer mee te maken. Ik heb een samenwerking met Eastpak die in maart is uitgekomen. In augustus komt er ook een collectie uit die ik voor JBC heb getekend. Mijn vriend en ik plannen om in Antwerpen een winkel te openen. Wat we er precies van gaan maken is nog een geheim. Wat zijn belangrijke waarden voor je? Vrijheid en eerlijkheid. Wil je ooit terug in Duitsland gaan wonen? Nee. Belgen zijn flexibeler en opener. Duitsland daarentegen is erg strikt en ordelijk. Antwerpen vind ik trouwens super leuk. Het is een kleine stad, maar

toch internationaal. Ik heb hier mensen van heel veel verschillende landen leren kennen. Vooral de Schelde vind ik een leuke plek. Een deel van je opbrengst gaat naar een organisatie die orang-oetans beschermt. Nog niet! Voor de volgende collectie ga ik samenwerken met Apetown. Dat is een kunstenaar uit Antwerpen die veel apenillustraties in zijn werk gebruikt. Een deel van de opbrengst gaan we aan die organisatie voor orang-oetans geven. Naast mode ben ik altijd met dieren bezig. Dit is dus een mooie kans om ook eens iets aan iemand anders te geven. Op Facebook heet je Kiddy Vanilly. Hoe komt dat? Dat is heel simpel. Facebook accepteert Kid Vanilla niet. Dat vind ik best raar want Kiddy Vanilly klinkt nog vreemder dan Kid Vanilla. Ik heb verschillende versies uitgeprobeerd. Dit was de enige die werkte. Hoe kom je op de naam Kid Vanilla? Vrienden uit Luik hadden hun auto met graffiti bespoten en op de motorkap stond er Kid Vanilla. Dat vond ik super leuk. Luister je naar muziek wanneer je werkt? Ik luister altijd naar een hele cheesy, goedkope hiphopradio op iTunes. De muziek op mijn computer ken ik al helemaal vanbuiten. Op die radio komen er altijd nieuwe liedjes. Zijn er mode- of kunstgerelateerde dingen die je niet kunt missen? Mijn computer. Dat had ik vroeger nooit gezegd, maar nu wel. En al mijn kleren en iets om te tekenen. Maar geen naaimachine want ik haat naaien (lacht). Website: www.kidvanilla.com


21 opkomende ta lenten

Zangeres Sylvie Kreusch wil het ver schoppen met haar hemelse stem

“Lykke Li & Oh Land zijn mijn grote voorbeelden, samen met mijn mama”

©  Milk magazine

Sylvie Kreusch (19) zit in haar laatste halfjaar tweedekansonderwijs. Met de Kunstbende eindigde haar groepje Fell Floor Fiction tweede en nu plant ze een soloproject. “Indie pop met eighties invloeden. Geen pure pop zoals Rihanna.”. Tekst: Julie Wijckmans  | Eindredactie: Fantina Van Berendoncks


22 Vanwaar komt die passie voor muziek? Ik word er heel gelukkig van. Van kleins af is muziek de enige, grote interesse. Op mijn zevende trad ik voor het eerst solo op in de Singel. Ik kon er helemaal op mijn eentje van genieten. Ook schreef ik in vriendschapsboekjes bij de vraag ‘wat wil je later worden’ altijd zangeres. Elke dag ben ik bezig met muziek. Ik zit zelf random te zingen onder de douche. Bovendien ben ik geen studeertype. Daar gaat het altijd mis in. Daarom heb ik steeds creatieve richtingen gevolgd op school. Als je begint aan een nieuw liedje, bedenk je dan de tekst en de melodie? Wat ik vooral zelf doe, is teksten schrijven. Ideeën komen uit situaties die ik meemaak en het moment zelf, hoe ik me voel. Dat schrijf ik van me af. Ik heb woordkunstdrama gedaan en dat helpt. De leerkrachten verwachtten dat je vanuit je hart ging schrijven. Die richting was heel persoonlijk. Teksten schrijven vond ik het leukste onderdeel van de opleiding. Ik vond mezelf erin. Beschrijf je stem eens. Mijn stem is vrij zweverig. Ik vind het leuk om hemels te zingen, met veel echo’s. Mensen maken soms rare vergelijkingen. Zoals met die van Coco Rosie. Meestal zeggen ze een mix van verschillende zangeressen. Ik krijg vooral leuke reacties, waardoor ik er zelf meer vertrouwen in krijg. Je wilt graag indie pop maken. Waar haal je inspiratie uit? Bandjes en zangeressen die ik heel goed vind, inspireren me enorm. Dat zijn vooral bandjes uit de eighties, zoals The Smiths. Hedendaagse inspiratiebronnen zijn Lykke Li, Little Dragon en Oh Land. Dat zijn dan vooral vrouwelijke zangeressen waar ik naar opkijk. Ze vormen mijn grote voorbeelden. Samen met mijn mama (lacht). Vul verder in. Een dag zonder muziek is als... Mijn lievelingseten voor een maand niet mogen eten. Muziek betekent heel veel voor me.

Je werd met Fell Floor Fiction tweede op de Kunstbende. Hoe was dat? Met de finale riepen ze de winnaars af en wij eindigden als tweede. Ik was kei slecht gezind, ik wilde eerste zijn. Doordat ik op het podium stond, hoorde ik niet alles goed. Blijkbaar hadden we de wild card gewonnen. Er waren twee verschillende jury’s waardoor wij uiteindelijk zoveel meer hadden aan onze prijs. Bijvoorbeeld ons liedje opnemen bij een professionele producer. Fell Floor Fiction is een afgesloten hoofdstuk. Heb je nieuwe projecten in zicht? Het is gedaan omdat we alle drie een verschillende toekomst zagen. Nu wil ik vooral de pop en rock ingaan. Ik ga binnenkort iets maken met Pete Randy (artiestennaam van Peterke Blockmans). We deden ooit een akoestisch optreden samen en nu leer ik ook zelf muziek spelen. Zo kan ik de basis van mijn eigen liedjes beginnen maken. Met dit project kan ik mijn eigen ding doen en zoeken naar de stijl waar ik 100 procent voor wil gaan. Het leuke aan Pete Randy is dat we hetzelfde denken. Wij zijn allebei van horoscoop Stier. Op dat vlak lijken wij heel hard op elkaar.

“Mijn stem is superbelangrijk. Daarom zou ik eigenlijk moeten stoppen met roken” Vind je je podiumoutfits belangrijk om je uit te drukken? Het is belangrijk dat het publiek ook een leuk uitzicht heeft. Mode en muziek liggen dicht bij elkaar. Daarom is het interessant om met modeontwerpers samen te werken. In de toekomst wil ik sowieso samenwerken met jonge ontwerpers.

Heb je belangrijke waarden? Mijn stem. Ik wil er mijn hele leven mee voort. Daarom zou ik eigenlijk moeten stoppen met roken. Uit goede bron vernamen we het mysterie van de gouden micro. Vertel! Rond kerstmis kreeg ik een postpakket in mijn brievenbus met, heel droog, een gouden studiomicro. Zonder afzender. De volgende dag kreeg ik weer een pakketje. Deze keer met een cd-rom voor het te installeren. Ook zonder afzender, wat heel frustrerend is. Ik ben zelf naar de post gegaan, maar ze wisten van niets. Het zal een mysterie blijven. Wat is je lievelingscake? Iets met heel veel chocolade. Wat ik altijd lekker vind, is een mengeling van chocolade en aardbeiglazuur. Ik hou niet van fruittaarten. Dat is te gezond. Het eerste waaraan je denkt als je wakker wordt? Wat ga ik aandoen? Of neen, ik denk gewoon dat ik wil blijven liggen (lacht). Wat vind je van Antwerpen? Ik voel me hier thuis en ken overal de weg. Het is tof om vaak mensen tegen te komen. Toch heb ik het gevoel dat mijn dagen in de stad te voorspellend zijn. Er valt soms niets nieuws te beleven. Een ander nadeel is dat Antwerpen klein is. Er wordt vaak geroddeld. Je kan niets voor jezelf houden. Zeker met Facebook. Het is een roddelboekje waar alles in staat. Precies of we allemaal beroemdheden zijn (lacht). Wanneer was de laatste keer dat je echt niet kon stoppen met lachen? Shit, dat zijn moeilijke vragen! Het zal niet zo lang geleden geweest zijn, want ik lach graag. Ik weet het! Ik zat op het toilet en had een binnenpretje. Als je een vallende ster ziet, doe je dan een wens voor jezelf of voor de mensheid? Eerder voor de mensheid. Voor de mensheid als persoon kan ik niets doen. Maar voor mezelf wel.


23 opkomende ta lenten

Marie Walgraeve tekent op de tonen van haar favoriete muziek

“Als kind tekende ik de videocassettes van Disney over”

©  Milk magazine

Marie Walgraeve (25) studeerde grafische illustratie aan de Koninklijke Academie van Schone Kunsten in Gent. Ze maakt schattige illustraties onder de artiestennaam Marmushka. Naast haar passie voor tekenen, werkt ze in de H&M van Gent en trekt ze foto’s. “Niets professioneel. Gewoon een hobby. Ik heb een Holga, een Diana Mini, een fisheye.” Tekst: Julie Wijckmans  | Eindredactie: Fantina Van Berendoncks

Marmushka klinkt heel lief en Russisch. Het begin, mar, komt van mijn naam en mamushka is de Russische benaming voor mooi meisje en voor mamaatje. Ook is het een dans uit mijn favoriete film, The Addams Family. Wanneer Fester


24 thuiskomt, is Gomez superblij dat zijn broer terug is. Er volgt een groot feest waar ze de Mamushka dansen. Ik vind dat een vree leuke scène. Waarom heb je voor illustratie gekozen? Een buikgevoel. Mijn eerste jaar journalistiek was niet mijn ding. Ik verwachtte er meer van en vond het jammer dat ik geen creatieve richting had gekozen. Je maakt tekeningen rond verschillende thema’s zoals “What I wore today”, “What I wish I wore today” en “Childhood memories”. Dat zijn concepten die ik wil tekenen. Ik vertrek vaak vanuit een gevoel dat ik op dat moment heb. Dingen die ik zelf meemaak, inspireren me enorm. Mijn katten, muziek, een stuk tekst, foto’s uit een tijdschrift. Bij modefoto’s heb je bijvoorbeeld grote strikken in de haren of zotte dingetjes. Als ik het leuk vind, teken ik het erbij. In de illustraties probeer ik schattige elementen te steken. Samen met humor en subtiele details. Mijn vriend inspireert me ook. We doen soms vree stom. Om hem te pesten zeg ik er een tekening van te maken (lacht). Ik moet nooit nadenken over wat ik ga tekenen. Dat is iets dat in mij zit. Het is gewoon mijn passie. Het belangrijkste is dat ik er zelf plezier aan beleef.

“Mijn laptop en internet zijn heilig voor me. Zonder kan ik niet werken” Teken je op papier of met de computer? Vroeger deed ik alles meteen in pen. Als iets niet lukte, geraakte ik heel gefrustreerd. Daar kan ik echt niet tegen. Ik doorstreepte mijn illustratie, scheurde het, haalde het uit mijn schetsboek. Dat doe ik nog altijd (lacht). Nu teken ik alles eerst in potlood. Een slecht getekende arm kan ik zo gemakkelijk wegvegen. Nadien overtrek ik mijn tekening met pen. Ik scan de illustratie in en kuis de

lijntjes op in Photoshop. Dan kan ik mijn illustratie beginnen inkleuren. Is het moeilijk om je tekenstijl te vinden? Door veel te tekenen en veel te vloeken, lukt het (lacht). Mijn leraar was Carll Cneut, een bekende kinderboekenillustrator. Ik heb er vier jaar les van gekregen. De eerste twee jaren waren verschrikkelijk. We leerden tekenen en een eigen stijl ontwikkelen. Dat was heel moeilijk voor mij. Tot op een bepaald moment. Ik zat voor de televisie en begon ventjes te tekenen. De volgende dag toonde ik mijn illustraties. Hij gaf me de taak om in drie dagen een volledige schetsboek vol te tekenen. Sindsdien ben ik erin gekomen. Mijn stijl is beginnen evolueren tot wat het nu is. Het blijft veranderen. Mijn illustraties zijn meer volwassen geworden. De tekeningen van een jaar geleden, zijn veel naïever. Vroeger wist ik niet waar ik mee bezig was. In de meeste illustraties teken je meisjes. Zijn er nog andere kenmerken die een Marmushka tekening typeren? Veel kleurvlakken. Wat ik bij elke illustratie doe, is mijn kleurvlakken verschuiven. Mijn kleurvlak gaat zelden binnen de omlijning van mijn figuurtje zitten. Het geeft meer diepte aan mijn tekening. Anders is het heel vlak en saai. Wie is je grote voorbeeld? Ik koos illustratie door de Franse illustratrice Marguerite Sauvage. Ze is veel bezig met mode en maakt tekeningen geïnspireerd door designers. Ze tekent heel realistisch. Ik wist dat ik dat nooit ging kunnen. Marguerite heeft me gedreven om steeds een stap verder te zetten, om mezelf uit te dagen. Zijn er kunstgerelateerde dingen die je niet kan missen? Mijn laptop en internet zijn heilig voor me. Ik zit constant op Tumblr. Het is inspiratie die mijn illustraties erg beïnvloedt. Soms ben ik tien minuten in Photoshop bezig en switch ik naar internet. Een minuut misschien. Dan switch ik terug. Ik heb dat nodig, zonder kan ik niet werken. Mijn grootste angsten zijn niet

kunnen tekenen en geen muziek kunnen beluisteren. Dat zou alles wegnemen wat ik leuk vind. Tekenen en muziek gaan samen voor mij. Zelfs moest er maar eentje wegvallen, is het al een ramp. Verschrikkelijk!

©  Milk magazine

Ben je altijd al creatief bezig geweest? Het is een cliché antwoord, maar ik was dagelijks bezig met tekenen. Als klein kindje tekende ik de videocassettes van mijn Disney films over. Ik knipte prentjes uit de tv-gids van de Humo, plakte ze in een boek en tekende ze over. Noem drie dingen waarvan je houdt en drie dingen die je haat. Thee en koffie. Als ik bezig ben met mijn ding, hou ik ervan dat mijn vriend dat respecteert. Die verstandhouding vind ik super. Voor de rest pony’s. Ik ben verzot op alles wat te maken heeft met My Little Pony. Soms vind ik mezelf kinderachtig (lacht). Waar hou ik nog van? Mijn iPad! Dat is vree materialistisch, maar echt een zalig machine. Ik haat schijnheiligheid, geen internet hebben en de batterij van mijn iPod. Die is steeds leeg en ik heb altijd en overal muziek nodig. Schuilt er een neuroot in Marmushka? Ik moet altijd met dezelfde stift tekenen. Ik word zot als hij leeg is en ze hem niet in de winkel hebben. Stel je voor dat die ooit uit de handel wordt gehaald! Natuurlijk kan ik met een andere stylo tekenen. Maar psychologisch gaat dat niet.


25 Wat houd je wakker ’s nachts? Mijn kat. Hij maakt me elke morgen om 22 minuten na vijf wakker. Meestal komt hij op me zitten. Ofwel komt hij spinnen in mijn oor, of miauwen in mijn gezicht. Nadat hij me wakker maakt, moet ik hem eten geven. Mijn kater is dik en geobsedeerd door eten (lacht). Je tekent, fotografeert en zit uren op internet. Heb je nog andere bezigheden? Ik ga graag de stad. Daarom koop ik niet perse iets. Ik loop gewoon graag rond in de winkels. Ze beginnen me al te kennen, vrees ik (lacht). Soms schaam ik me, dat ik er weeral sta. Maar ze hebben er nog niets op gezegd, dus.

“Ik moet altijd met dezelfde stift tekenen. Ik word zot als hij leeg is” Hoe ziet je droomfeest eruit? Een groot feest met eenhoorns en pony’s. Liefst in het bos, in het donker met veel lichtjes en kaarsen. En tafels vol taart en koekjes! Vertel eens een geheim talent van je. Ik ben heel lenig en goed in yoga. Vroeger deed ik het heel vaak. Ik heb een Nintendo DS en er stond een programmaatje op voor yoga. Heel handig. Een vriendin van mij deed dat ook. Zo voelde ik me niet alleen en nerdy (lacht). Als je een superkracht kon kiezen, wat zou je dan nemen? Teleporteren. Dat is vree gemakkelijk. Ik zou naar overal gaan, maar eerst naar Zweden. Ik ben er nog nooit geweest. Het laatste jaar komen veel creatieve mensen van daar. Echt een Scandinavische opmars. Vrienden zeggen dat het een magnifiek land is met vriendelijke mensen. Er is een Monki winkel. Een beetje de hoofdreden waarom ik naar Zweden wil (lacht). Illustraties door Marie Walgraeve


26 opkomende ta lenten

Fotograaf Jens Mollenvanger gaat back to the basics

“Ik toon mensen op hun mooist”

©  Milk magazine

Jens Mollenvanger (24) studeerde eerst wetenschappen-wiskunde, maar heeft later toch voor fotografie gekozen. Dat bleek een goede keuze, want sinds oktober is hij freelance fotograaf voor onder andere het jongerenmagazine Maks!. In 2009 kwam zijn boek Antwerp Street Style uit. En zijn blog werd voor de tweede keer op rij genomineerd voor Site van het Jaar. “Eerst was ik tiende en daarna negende. Als die tendens zo aanhoudt, ben ik binnen acht jaar de eerste.” Tekst: Elke Spelters  | Eindredactie: Julie Wijckmans


27 Kan je wat meer vertellen over de totstandkoming van je boek? Vroeger kreeg ik de les fotogeschiedenis van Christoph Ruys, de voormalige conservator van het fotomuseum. Toen ik afgestudeerd was, heeft hij mij gecontacteerd. Hij was ondertussen opgestapt in het museum en gaan werken bij Ludion, een uitgeverij van kunstboeken. Hij kwam met het idee om street style portretten te bundelen. Het was de eerste keer dat ik ervan hoorde. Als je begint te zoeken, kom je snel bij The Sartorialist uit. Het was nog nooit eerder in Antwerpen gedaan dus ben ik in de zomer op straat getrokken. Het is vast niet gemakkelijk om mensen te vinden. Nee. Je moet naar onbekenden toestappen die er al wat apart uitzien. Als ze iets uitstraalden wat me aanstond, ging ik er naartoe. Dan moet je vragen of ze op de foto willen. Je moet de toestemming hebben. Dat vond ik wel lastig. Als je erop uittrekt en je krijgt vijftien nee’s, dan wil je de volgende dag liever thuis blijven. Je verkiest dus mensen uit je omgeving te fotograferen. Allebei. Ik fotografeer graag en heb mijn camera altijd bij. Op school was dat niet anders, tot groot ongenoegen van mijn medestudenten. Volgens mij is het net daarom dat ik er zo gepassioneerd door ben. Het is ook tof om vreemden te fotograferen omdat je hen niet kent. Het maakt me zelfs niet uit of het mooie of lelijke mensen zijn. Het is leuk om te zoeken hoe de persoon het beste op de foto staat. Hoe ga je te werk? Bij modeshoots komt heel veel voorbereiding kijken. Ik ben echt geen held in het rondbellen en locaties regelen. Dat probeer ik zo weinig mogelijk te doen. Voor portretten komt het sociale contact op de eerste plaats zodat de mensen zich op hun gemak voelen. Dat geldt vooral voor onbekenden. Wanneer je hen stilaan ziet loskomen, is het leuk om te weten dat jij dat veroorzaakte.

Het sociale contact drijft je wel. Ja, maar ook het feit dat je ervan kan leven. Kunstrichtingen hebben het idee dat je er voldoening uit moet halen. Mij interesseert dat helemaal niet. Als ik een opdracht voltooi waarvan mijn opdrachtgever blij wordt, ben ik een gelukkig mens. Ik kom graag buiten. Je ontmoet mensen, je doet een babbeltje. Bovendien kan je altijd mee-eten. Welke reacties heb je al gekregen op je werk? Dat is heel verschillend. Algemeen is dat wel goed. Er zijn natuurlijk ook projecten en beelden waarvan ze zeggen dat het niks is. Hieruit leer je. Ik zit op een Nederlands forum waar je veel feedback krijgt. Hollanders zijn recht voor de raap. Omschrijf je werk eens. Back to the basics. Terwijl iedereen meer en meer fotoshopt, wil ik alles vrij simpel houden. Het is een leuke uitdaging om in een situatie te komen waarvan je niet weet hoe die persoon eruit gaat zien. Verder verkies ik harde contrasten, weinig scherptediepte en mijn onderwerp centraal. Ik werk graag met kaders, een beeld in de achtergrond. De persoon in de foto is altijd gefocust. Tegenwoordig fotografeer ik veel in zwart-wit, maar dat kan verschillen van het beeld. Het is gewoon wat het beste past.

“Als mijn opdrachtgever blij is, ben ik een gelukkig mens” Wat is de leukste opdracht die je tot nu toe kreeg? Mijn opdrachten voor Maks! zijn heel plezant. Het is een heel tof team en jongeren interesseren mij. Ik ga altijd mee met de journalisten omdat het leuk is om erbij te zitten. Ik word ook wat franker en gooi er zelf een vraag tussen. Zeg je vaak nee op opdrachten? Alleen op projecten waarvan ik denk ze nog niet aan te kunnen. Voor een grote

campagne moet je bijvoorbeeld alles zelf regelen. Visagistes, ideeën. Je moet alles organiseren en een offerte maken. Het is heel moeilijk om een prijs te geven. Je kunt er volledig onder zitten, of veel boven. Waar vind je je ideeën? Uit films en series. Ik zit veel voor de televisie. Voor de rest bij allerhande fotografen. In het begin waren dat Belgen zoals Carl de Keyzer en Tim Dirven. Internationaal is dat Noah Kalina. Hij is wereldbekend maar geen Carl de Keyzer. Hij heeft een hele unieke, herkenbare stijl. Hij inspireert mij het meest. Op modevlak is dat Jean-François Lepage. Ik wil vooral mijn eigen techniek bijschaven en blijven evolueren. Hopelijk kan je na een tijd zien dat het mijn werk is. Anders heeft fotografie geen nut. Wat houd je nog bezig buiten fotografie? Plezier maken met vriendjes en vriendinnetjes. Op café gaan, mopjes maken, babbelen, goed eten. En zoals elke jongen: meisjes en liefde en alles wat daarbij hoort. Ben je neurotisch? Een gigantische neuroot. Alles moet tot in de puntjes uitgewerkt zijn of ik word helemaal zot. Het zit allemaal in mijn hoofd gepland. “Dan moet ik de trein nemen in dat station. Daar kan ik gaan pissen. Ik ga niet eten, want ik zou maar eens ziek moeten worden.” Elk detail wordt in mijn hoofd afgespeeld. Dat is altijd al zo geweest. Waar ben je heel goed in? Fietsen. Ik kan goed fietsen in ’t stad. Heel assertief. Series kijken in mijn zetel ook. Daar ben ik super goed in. Onklopbaar zelfs. Welk dier zou je willen zijn? Wat voor een belachelijke vraag is dat? Zet dat er maar in! Ik wil geen dier zijn, echt niet. Als ik er echt eentje moet kiezen, dan een aap. Die zijn het meest geëvolueerd. Heb ik mezelf nu net een aap genoemd? (lacht) Website: www.jensmollenvanger.be


28 opkomende ta lenten

Tekenaar Mark Goss zoekt glorie in Japan

“Ik ben alleen maar beroemd in het huis van mijn ouders”

©  Milk magazine

Mark Goss (25) is een illustrator. Hij studeerde graphic design aan de Ravensbourne College of Design and Communication in Londen. Op dit moment heeft hij een artist residency in HeadSpace Studio in Nara, Japan en een tentoonstelling is Osaka. “Het is mijn eerste solo tentoonstelling. Ik kijk er echt naar uit.” Tekst: Elke Spelters  | Eindredactie: Julie Wijckmans

Kan je even samenvatten wat je doet? Illustreren heeft me altijd geïnteresseerd dus ben ik zowat automatisch die weg ingeslagen. Maar toch, illustraties maken is nogal moeilijk en er is niet altijd zoveel werk. Je moet veel dingen voor jezelf doen. Ik probeer mezelf niet tot


29 iets te beperken en ik neem zowat elk interessant project aan wat mij tegemoet komt. Ik ben niet echt een street artist. Op straat voel ik me gewoon gemakkelijk omdat ik vroeger veel graffiti deed. Het is een natuurlijke vooruitgang naar kunst.

“Tijdens het opgroeien was ik altijd dingen uit elkaar aan het halen om ze daarna terug in elkaar te zetten”

Waar haal je je ideetjes, je inspiratie? Hoofdzakelijk door foto’s te nemen van mijn omgeving; architectuur, objecten,... Soms neem ik een foto omdat ik hem op dat moment interessant vind, maar dan gebruik ik hem maanden niet. Wanneer iets me dan aan die foto doet denken, dan denk ik: oké, dat zal met dat werken. Het zullen altijd elementen zijn van een heleboel dingen.

Is het altijd je passie geweest? Ja, tot een bepaald niveau. Ik wou altijd dokter worden maar ik besefte dat dat te hoog gegrepen was omdat mijn wetenschappen verschrikkelijk slecht zijn. Het was altijd mijn droom om iets te ontwerpen of dingen maken, maar niet noodzakelijk iets met kunst. Tijdens het opgroeien was ik altijd dingen uit elkaar aan het halen om ze daarna terug in elkaar te zetten.

Wanneer we naar je illustraties kijken, zien we dat je iets met handen, ogen en schedels hebt. Er zijn veel tekeningen die handen achterwege laten. Ze zijn nochtans heel belangrijk in het vakmanschap van een illustrator. Het zijn ook een van de moeilijkste dingen om te tekenen. Voor mij is het essentieel dat ik ze zeker kan tekenen. Symbolen betekenen veel voor me. De ogen zijn van groot belang. Ik gebruik ze vaak in de vorm van het alziende oog. De schedel is ook een erg krachtig symbool en heel leuk om te tekenen. Het past gewoon altijd.

“Op straat voel ik me op mijn gemak” Wat betekent kunst voor je? Het is een manier voor mij om van ideeën af te geraken. Ik heb de hele tijd ideeën en ik heb een hele lijst projecten . Het is de liefde om dingen te maken. Mijn projecten betekenen iets op het moment dat ik ze maak, maar eens ze afgewerkt zijn, ga ik verder naar het volgende ding. Normaal krijg ik drie maanden om een project af te werken, maar ik laat het altijd hangen tot het einde. De laatste week van een project is dus altijd het drukste omdat ik dan de hele nacht wakker blijf om te werken.

Op welke manier verschilt jouw werk van dat van andere kunstenaars? Die verschilt in mijn persoonlijke stijl. Er zijn sowieso ook gelijkenissen met andere artiesten omdat ik invloeden van andere mensen neem. Dus dat kom je wel in mijn werk tegen. Hopelijk is er toch een bijzondere stijl die lichtjes verschilt van die van de anderen. Mijn persoonlijke stijl is een nogal grafisch. De manier waarop ik teken, is de manier waarop ik me inbeeld dat dingen eruit zien. Heb je een groot voorbeeld of idool? Er zijn een hele hoop artiesten die me inspireren. Mike Giant is een grote. Zijn artwork heeft een grote invloed, zijn lijnwerk bijvoorbeeld. Er zijn zoveel artiesten om te noemen. Je ziet zoveel kunstenaars alle dagen op het internet die op de een of andere manier met jou verband heeft. Is dit iets wat je voor het leven zou willen doen? Ja. Ik zou misschien wel andere richtingen willen uitgaan. Maar ik zal altijd blijven tekenen en dingen blijven maken. Full-time of als hobby. Het is moeilijk om een commerciële illustrator te zijn en ook nog artwork te doen. Op korte termijn wil ik het full-time kunnen beoefenen. Dan kan ik me beter concentreren op de kunst. Op lange termijn zijn er nog

zoveel dingen die ik zou willen realiseren. Wat houd je ‘s nachts wakker? De stomme ideetjes. Elke nacht wanneer ik naar bed ga en ik lig er twintig minuutjes, komt er een idee in me op en dan denk ik “fuck, nu moet ik opstaan en het opschrijven op een stukje papier of in mijn telefoon of zoiets”. Dat houdt me ’s nachts dus wel wakker, maar voor de rest ben ik een vrij rustige slaper. Wat is je grootste angst? Ik wil redelijk succesvol zijn en kunnen doen wat ik echt wil doen. Mijn grootste angst is dat ik dat niet kan. Waarom ben je naar België verhuisd? Hier in België is het een beetje meer relaxed. Het is hier niet zo hectisch. Dat is fantastisch want ik ben zelf een beetje meer rustiger. Iedereen is hier zeer inclusive geweest en ze wouden allemaal samenwerken. De art scene in Antwerpen is redelijk klein. Het is gemakkelijk om met mensen samenwerken maar er zijn ook heel veel dingen te doen. Ben je bekend in Londen? Ik denk dat ik nergens echt beroemd ben behalve in het huis van mijn ouders. Op je website kunnen we een heleboel verschillende projecten vinden zoals walls, paper, skin, digital etc. Vind je het moeilijk om jezelf per project tot een discipline te beperken? Ja. Ik kan me amuseren met een hele dag op papier te werken, maar daarna wil ik iets anders doen. Ik geraak nogal snel verveeld en afgeleid. Voor mij is het één groot project. Het is allemaal hangt allemaal samen, maar toch allemaal verschillend.


30 Heb je neurotisch gedrag? Obsessief gedrag waarschijnlijk. kan niet stoppen met tekenen. Zelf wanneer ik andere dingen zou moeten doen. Het is een compulsive disorder. Ik moet altijd een pen in mijn handen hebben en ik heb altijd inkt op mijn vingers. Kan je drie dingen noemen die je haat? Er is niets wat ik echt haat, misschien vervelende mensen op TV. Ik geraak erg gefrustreerd van stomme mensen op TV. Maar het is waarschijnlijk mijn eigen schuld omdat ik crappy TV kijk.

Kan je drie dingen noemen die je niet kan missen? Mijn laptop met een harde schijf die werkt, pennen en mijn meisje. Als je de mogelijkheid had om in de tijd te reizen, welk advies zou je dan geven aan de artiesten van de toekomst? Je moet dingen voor jezelf laten gebeuren. Je kan niet verwachten dat mensen jou contacteren. Het gebeurt, maar zelden. De meeste tentoonstellingen die ik heb gedaan, heb ik zelf georganiseerd.

Werk van Mark Goss kan je bewonderen op de muren van de Fish & Chips in het Kopstraatje. Website: markgoss.com Mark Goss maakte een illustratie speciaal voor Milk magazine.



Secret Whispers Milk vroeg aan al de ge誰nterviewden om een geheimpje of een leuke anekdote op te schrijven. Aan jou om te raden wie wat heeft geschreven.




Stadsdossier Plan je binnenkort een citytrip? Ga dan zeker richting Berlijn! Milk trok voor een week naar Duitsland en vond er originele plekjes. Berlijn heeft de sfeer van Londen, New York en Parijs verpakt in één stad. Conclusie: Berlijn is een stad vol cultuur, hip volk, street art, leuke winkels en vooral: kraakpanden. ©  Ylenia Maton


street style berlin Street style in Berlijn is enorm. Op elke hoek van de straat vind je wel iemand met een bijzondere stijl. De hippe Berliners mixen vintage met H&M en basisstuks. Ze zien er anders uit doordat ze er een eigen twist aan geven. In de wijken Mitte, Kreuzberg en Friederichshein vonden we vooral jonge mensen die hun ding doen zonder klakkeloos trends te volgen. Ze zien er allemaal anders uit. Van Dr. Martens en wit haar tot rode lippen en een hoge taille pofbroek. De jongeren hebben een eigen, persoonlijk en uniek stijltje. In de wijk Prenzlauer Berg kwamen we jonge, hippe gezinnen tegen. Terwijl de kinderen speelden in het park, zaten de ouders rustig met een koffietje te genieten van het zonnetje. Een rode draad doorheen alle outfits is het klassieke gemengd met iets stoer en speels. Ook zit er veel nostalgie in de Berlijnse street style. Een zwarte, enkellange trenchcoat, een oude, lederen handtas, een jaren ’50 froufrou, een pornosnorretje, bretellen. Noem maar op! De Berliners weten hoe ze zich origineel moeten kleden. Tekst: Julie Wijckmans  | Eindredactie: Fantina Van Berendoncks


37 berlijn

©  Milk magazine

©  Milk magazine


street art berlin Berlijn is de stad van graffiti. Je moet niet naar een bepaalde wijk gaan. De stad staat vol met graffiti. Zelfs op restanten van de Berlijnse muur. Deze zijn meestal gebaseerd op het verleden en de oorlog. De meeste Berlijnse graffiti zijn bekende figuren, grappige tekeningen en leuke zinnetjes. Je vindt er vooral tags en grote schilderingen op de zijmuren van gebouwen. Een grote muurschildering is een seksend koppeltje met onder andere de adelaar als tattoo. Het meisje zegt “I love Berlin”. En natuurlijk houdt Milk ook van de Duitse hoofdstad. Naast de grote muurschilderingen en tags, zie je ook veel stickers. Berliners maken een tekening op papier en “behangen” het op muren. Zo vonden we een Mona Lisa en twee etende meisjes. Een laatste vorm van graffiti zijn sjablonen of stencils. Een bepaald figuur wordt uitgeknipt, ze houden het tegen een muur en gaan er met de spuitbus overheen. Resultaat is een rat of een schattig, zittend kindje. Naast de “illegale” graffiti is er een legale muur waar jongeren zich volledig kunnen uitleven. Deze ligt in de Eberwalder Strasse in Prenzlauer Berg. Daar bevindt zich ook het Mauerpark, een van de mooiste parken van Berlijn. Kortom, de straten van Berlijn vormen een groot museum! Tekst: Julie Wijckmans  | Eindredactie: Fantina Van Berendoncks


39 berlijn

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine


40 berlijn

Het einde van de kraakbeweging in Berlijn

Kapitalisme normaliseert dood en vernieling

©  Milk magazine

Het Berlijnse kraaktijdperk is dood. Stuk voor stuk worden bestaande kraakpanden door de Duitse regering opgekocht en gelegaliseerd. Deze panden verhuurt de overheid tegen hele lage prijzen. Tekst: Fantina Van Berendoncks  | Eindredactie: Elke Spelters Kraken zit in de Berlijnse cultuur. Na de val van de Muur stonden er heel wat kantoren, appartementen en fabriekshallen leeg. Dit was het startschot voor artiesten om hun intrek in die huizen te nemen. Vrijheid om te kraken is belangrijk voor de Berlijnse inwoners. Dit bewezen de rellen na de ontruiming van Liebig 14 begin dit jaar. Liebig 14 was één van

de laatste, grote kraakpanden in Berlijn. Ongeveer 2000 mensen gooiden flessen en vuurwerk naar de politie. Hierbij geraakten eenenzestig agenten gewond. Kraakpanden zijn sindsdien veranderd in legale, verhuurbare panden. Van het echte kraken blijft niet veel over. De panden die overblijven zijn veranderd in alternatieve woningprojecten, kunsthuizen en worden gebruikt als feestlocatie. Hoewel deze gebouwen er nog altijd heel rudimentair uitzien, zijn het nu vooral toeristische trekpleisters geworden. In Berlijn ging Milk op zoek naar twee voorbeelden van alternatief gebruik van leegstand. Tuntenhaus Tunten betekent travestieten. Het Tuntenhaus in de wijk Prenzlauer Berg is een

residentieel project van voornamelijk homo’s en queens. “Kapitalismus normiert tötet zerstört” staat op de gevel. In het Nederlands: kapitalisme normaliseert dood en vernieling. Een man met lang haar en een rode blouse met franjes zit voor het pand versierd met graffiti. Hij drinkt van een koffie van een waarschijnlijk westers, kapitalistisch merk. Wanneer we hem vragen om wat meer over het huis te vertellen, lost hij niets. “Het is gewoon een huis waar mensen wonen.” In de boekenwinkel ernaast zijn ze wat praatgrager. De vrouw die er werkt, vertelt ons dat er vaak feestjes en dergelijke worden gegeven. Wanneer we haar vragen of het een kraakpand is of is geweest, wordt ook zij stil. Kraken is duidelijk een gevoelig onderwerp bij Berlijnse inwoners. De Amerikaanse regisseur Juliet Bashore maakte in 1990


41 berlijn

een documentaire over Tuntenhaus. Eerst was het pand gevestigd in de Mainzer Straße. In november 1990 werd het huis ontruimd tijdens een gewelddadige botsing tussen bewoners en politie. Na de evacuatie zijn de meeste inwoners verhuisd naar de huidige locatie, Kastanienallee 86. In het gebouw is plaats om te wonen, maar er zijn ook andere projecten. Er is de niet-commerciële galerij Walden en een distributiecentrum voor levensmiddelen. The Raw Temple Met leegstaande gebouwen kan je heel wat doen. Dit bewijst The Raw Temple in de buurt Friedrichshain. In dit paradijs voor alternatieve en kunstzinnige mensen is alles mogelijk. Je kan er muurklimmen, uitgaan, winkelen op het marktje, skaten in het skatepark of gewoon relaxen. Het decor voor deze tempel is een voormalige ruïne van fabriekshallen en een gebombardeerde treinhal. Het kan aan het mooie weer liggen, maar de enorme drukte is opvallend. De hoofdreden is toch de bekendheid die Raw heeft. Vooral de discotheek Cassiopeia is heel gekend in Berlijn. Samen met het bekendste voormalige kraakpand, Tacheles, is het een must-see locatie voor wie meer wil zien dan de Berlijnse Muur en het Reichstag gebouw. Overal in de stad hangen er posters van feestjes in Cassiopeia. Raw is een nonprofit organisatie met ongeveer honderd medewerkers en vijfenzestig verschillende projecten. Ze zijn ook begaan met wat in de wereld gebeurd. Op het marktje kan je katoenen tassen met de Japanse vlag kopen. Zo steun je het land na de zware ramp. Ook al is dit een vrij toeristische plek, gezellig is het wel. We kunnen het wel appreciëren dat leegstaande gebouwen gebruikt worden om er daadwerkelijk iets mee te doen. Het echte kraken is misschien voorbij. Maar dit belet de Berliners niet om iets met leegstand te doen. Na jaren in een autoritair regime te leven, is de vrijheid om te doen wat ze willen echt een verademing.

Tuntenhaus ©  Milk magazine

Website: http://www.cassiopeia-berlin.de/ Klimmuur in The Raw Temple ©  Milk magazine


42 berlijn

A DAY IN

BERLIN Hoe kan je een stad beter leren kennen dan door een local mee op stap te nemen. Studente mediamanagement Flora Wachs (21) toont ons haar favoriete plekjes in Berlijn. Na haar middelbare studies in hometown Frankfurt vertrok Flora naar de grote stad. Daar woont ze nu één jaar. Tekst: Elke Spelters  | Eindredactie: Julie Wijckmans

09:30 Vooraleer we Flora ontmoeten, gaan we zelf even de stad in. De metro brengt ons naar de eerste stop van de dag: Bernauerstrasse. We nemen de weg rechtdoor om uiteindelijk in het Mauerpark uit te komen. Op zondag is het hier koppen lopen want dan is er een vlooienmarkt en een grote karaoke. Iedereen van de stad of daarbuiten waagt zich achter de micro. Groot en klein, jong en oud. Helaas is er op een niet zo zonnige dag weinig te zien dus zetten we onze tocht verder. 10:00 Vanuit het Mauerpark komen we rechtstreeks uit op de Oderbergerstrasse. Coffee time! De straat heeft tal van leuke barretjes. Ons oog valt als eerste op Bonanza Coffee Heroes. Bij de ingang hangt er een groot bord “Don’t die before trying”. Dus dat doen we dan maar. Binnen komt de geur van verse koffiebonen je meteen tegemoet. Terwijl je op je koffie wacht, kan je op de hoge krukjes plaatsnemen en een magazine lezen. Geen Duitse krant maar Interview of Grafik. De koffie is bijna te mooi om op te drinken. We stoppen nog snel even bij Kauf dich Glücklich voor de lekkerste wafels van de stad. In het deeg wordt

kaneel vermengd en dat zorgt voor een unieke smaak. Voor wie grote honger heeft, kan bij Café Krone terecht. Een zeer leuke bar met vriendelijk personeel. 10:15 In de Oderbergerstrasse 4 bevindt zich de platenwinkel Oye Records. Op een zonnige dag is dit de ideale plek om buiten te dansen. We slaan de Kastanienallee in en komen langs voormalig kraakpand Tuntenhaus en Bar 103

Flora Wachs ©  Milk magazine

waar je terecht kan voor een lekker ontbijt of een goed diner. 12:00 We ontmoeten Flora aan haar universiteit in Mehringdamm. Daar nemen we de metro richting Neuköln. “Vroeger was deze wijk vooral bezet door Turken”, vertelt Flora. “Mensen waren bang om hier te komen. Nu is het een zeer hippe wijk.” We stappen af in Hermannplatz. Samen met een vriendin draait Flora af en toe. Daarom neemt ze

Hard Wax ©  Milk magazine


43 berlijn

ons mee naar platenwinkel Hard Wax in de Paul-Lincke-Ufer. Het gebouw waar we terecht komen ziet er niet uit als een typische winkel. We moeten door de trappenhal (die vol graffiti staat) naar de bovenste verdieping. “De winkel zit een beetje verborgen, maar toch komen hier veel DJ’s.” 12:30 Van al dat wandelen begint onze buik te knorren dus neemt Flora ons mee om te lunchen. Ze vraagt of we al een döner hebben gegeten in Berlijn. Wij knikken van niet. “De döners zijn hier het beste. Je moet die absoluut proberen.” In Manoush in de Oranienstrasse helaas geen döners, maar wel Flora’s favoriet: falafel met shoarma. Dat smaakt zeker ook niet slecht!

deshiff. Club der Visionäre is vooral bekend om de feestjes die op zondagnamiddag en op warme namiddagen georganiseerd worden. Badeshiff is een drijvend openbaar zwembad dat in de Spree rivier geplaatst is. Naast het zwembad komen DJ’s draaien. 15:00 Dit keer nemen we de S-bahn en stappen we af in Ostbanhof. Flora neemt ons mee naar de allerlaatste bestemming vooraleer we afscheid nemen. In de Rüdersdorfer Strasse, op de grens van Kreuzberg en Friedrichshain, ligt Club Berghain. Om in dit pand binnen te geraken, dat vroeger als energiecentrale diende, kan je zo’n drie uur aanschuiven.

13:15 Nu onze magen weer gevuld zijn, kunnen we er weer tegenaan. Verderop in de Oranienstrasse bevindt zich Luzia. Een hip barretje dat volgens Flora ’s avonds stampvol zit. “Ze zijn hier niet erg vriendelijk, maar het is altijd wel erg leuk.” Via een trapladdertje kom je op een soort verdieping waar een bed staat. Wanneer je daar ’s nachts nood aan hebt, kan je je hier altijd neerleggen. 13:45 Op nummertje 24 vinden we Voo Store, 300 m² vol exclusieve mode en leuke hebbedingetjes. De prijzen liggen redelijk hoog maar voor een ongewoon stuk met goede kwaliteit telt Flora graag wat meer neer. Ook leuk om te weten is dat de winkel in de weekdagen tot 21u open is en op vrijdag en zaterdag tot 22u. In de winkel is er ook steeds een expositie van nieuwe artiesten. 14:30 Op tien minuutjes wandelen van de metrohalte Schlesisches Tor, in Am Flutgraben, bevindt zich Club der Visionäre en in de Eichenstrasse, Ba-

Made in Berlin ©  Milk magazine

Kauf dich Glücklich ©  Milk magazine

gaan wij verder naar Haus am See voor een fris drankje of koffie. Kies je eigen salonnetje vooraan in het pand of in het midden op de spiegeltrappen. Je kan hier ook terecht voor de kleine honger. Als we terug opgefrist zijn, stappen we verder richting Invalidenstrasse. Daar ligt Sopa Cobana. Een soepbar met allemaal speciale soepjes. 16:00 We eindigen onze reis in de Alte en de Neue Schönhauser Strasse. Voor een leuk souvenirtje kan je terecht bij O.K. Een winkeltje met allemaal leuke hebbedingetjes zoals Mexicaanse vechtmaskers en Mariakaarsen. Voor vintagekleding is er Made in Berlin. Loop zeker helemaal naar achter want daar is een grote schoenenafdeling. Deze plekjes zijn slechts enkele voorbeelden. Berlijn zit vol leuke plaatsen die je enkel kan ontdekken door onwillekeurig straatjes in te slaan. Neem zeker een dagje vrij om buiten de toeristische lijntjes te kleuren.

Voo Store ©  Milk magazine

Als je niet gekleed bent naar de normen van de buitenwipper (een bekende fotograaf vol tattoo’s), mag je er niet in. Kom dus niet met hoge hakken aan, want dan word je teruggestuurd. Het feest duurt van vrijdag tot maandag en er wordt voornamelijk techno en dubstep gedraaid. Op de bovenste verdieping is er een Panoramabar met uitzicht over heel Oost-Berlijn. 15:30 Het is tijd om afscheid te nemen van Flora. Ze zet ons af in het metrostation van Rosenthaler Platz. Van daaruit

©  Milk magazine


Playground Love Photo’s by

Fantina for Milk

Production & styling Elke

Een warme vrijdag, de Waagnatie in Antwerpen en twee suppa duppa modellen waren de ideale ingrediĂŤnten voor een shoot recht uit de straat.

& Julie for Milk

Models

Milo Spijkers & Charlotte De Waegenaere

Clothes

Milk & models


















Reportage Elke maand maakt Milk een reportage over een bekend onderwerp. We proberen de rariteiten ervan te ontdekken. Deze maand bespreken we bijgeloof op een andere manier. Šâ€‚ Amy Van Loon


62 r eportage

Bijgeloof zit niet alleen in zwarte katten Bijgeloof bestaat al eeuwen. Je hebt de standaardbijgelovigheden over hoefijzers, zwarte katten en ladders. Maar mensen maken ook eigen, bizarre regeltjes waar ze onvoorwaardelijk in geloven. Studente psychologie Sofja Primchits (20) is er zo eentje. Tijdens de examens knipt ze haar nagels nooit, uit angst de ingestudeerde kennis te verliezen. En hoe zit het trouwens met het geloof in het einde van moeder aarde in 2012? Tekst: Julie Wijckmans  | Eindredactie: Fantina Van Berendoncks


63 In Rue du Fauborg St-Honore in Parijs is huisnummer dertien overgeslagen en geen enkel vliegtuig heeft een rij dertien. Je haren kammen in het donker brengt ongeluk. En zingen voor het ontbijt zorgt dan weer voor geluk. Net als regen bij een begrafenis. Naast het clichébijgeloof, heb je speciale bijgelovigheden. Sofja heeft er een heleboel. “Wat ik een mooie gedachte vind, is dat eeneiige tweelingen met twee zijn omdat hun ziel veel te speciaal en uniek is om in één lichaam te passen. Daarom is de ziel in twee gesplitst.” Bijgeloof is eigenlijk zeer dubbelzinnig. Het hangt af van de persoon die het zegt. Geloof is namelijk voor de een het bijgeloof van de ander. Bovendien wordt de term bijgeloof soms gebruikt om het geloof van iemand belachelijk te maken. Damesondergoed Volgens een onderzoek van de Universiteit van Keulen heeft bijgeloof een positief effect op de handelingen van mensen. Ze krijgen meer zelfvertrouwen door hun bijgelovigheid en presteren daardoor beter. Dit werd bewezen door proefpersonen opdrachten te laten maken met en zonder geluksobjecten. Mensen zonder aanwezigheid van hun geluksobject konden enkele opdrachten niet oplossen. Een ander onderzoek bewijst het geloof in ongeluksgetallen. Drie Chinese economen kwamen tot de conclusie dat mensen bereid zijn een hoog bedrag te betalen voor een nummerplaat met het cijfer acht. Acht is het Chinese geluksgetal. Nummerplaten met het cijfer vier, het ongeluksgetal in China, zijn er spotgoedkoop.

“Vogelpoep op je hoofd krijgen, brengt geluk” Bijgeloof bestaat in alle maten en vormen. Examens, getallen, dieren, sport, liefde, dagen. Het zit psychologisch diep in de mens, al wordt het vaak onderschat. Bijna negentig procent van alle sporters is bijgelovig. Voorbeelden zijn

©  Sofja Primchits

Studente psychologie Sofja Primchits (20) tint haar lippen rood na elke breuk: “Rode lippenstift zorgt voor een sterke, feministische beschermengel die over me waakt” er in overvloed. Een Duitse schansspringer draagt damesondergoed onder zijn pak als geluksbrenger. Een Australische motorcoureur heeft bij elke koers een kilo suiker onder zijn kleren. Sindsdien valt hij niet meer. Een Italiaanse wielrenner staat voor alle wedstrijden een halfuur op zijn hoofd. Toen hij het een keer was vergeten, viel hij tijdens de race. 12 + 1 Op het vlak van liefde, zijn heel veel mensen bijgelovig. Al is het maar het geloof in eeuwige liefde of de prins op het witte paard. Een oud volksgezegde beweert dat wanneer een jongen en een meisje samen gapen, ze verliefd zijn op elkaar. Verder zou een dame die haar paraplu opraapt, een oude vrijster worden. In Mexico bestaat er liefdeszeep. Dit geven familieleden cadeau aan vrijgezellen nichten en neven. Sofja gelooft dat liefde vinden in de familie zit en wordt doorgegeven. “Een moeder die nooit haar ware heeft gevonden, geeft dat ongeluk over aan haar kinderen. En omgekeerd voor families met veel

liefdesgeluk.” Voor liefdesverdriet heeft Sofja een verwerkingsritueel. Ze draagt na elke breuk rode lippenstift. “Het geeft me moed en hoop. Ik krijg het gevoel dat er een sterke, feministische beschermengel over me waakt. Door haar geloof ik dat ik top ben en geen jongen nodig heb om gelukkig te zijn.” Het populairste bijgeloof is zonder fout het getal dertien. Beter bekend als het ongeluksgetal. Naast vliegtuigen, ontbreekt er eveneens in bepaalde hotels en ziekenhuizen een dertiende kamer of een dertiende verdieping. Dertien is een ongeluksgetal door het cijfer twaalf, het getal van de perfectie. 12 + 1 is meer dan volmaakt, dus brengt het ongeluk. Nog erger is dertien in combinatie met vrijdag. Vrijdag de dertiende is voor ons een ongeluksdag. Spanjaarden, Grieken en latino’s hebben ongeluk op dinsdag de dertiende. Voor Italianen is vrijdag de zeventiende een ongeluksdag. Dit bijgeloof beïnvloedt de economie. Zakelijke deals worden die dag namelijk uitgesteld.


64 Pannenkoeken Ongelukshandelingen die je best vermijdt, zijn struikelen en lieveheersbeestjes doden. Iemand ten huwelijk vragen in een kerk voorspelt een ongelukkig huwelijk. Tegelijkertijd de voor- en achterdeur openzetten, voorkom je best ook. Wil je het lot voor zijn en geluk aantrekken? Dan kan je munten in een fontein gooien, onder gestreken lakens slapen en vogelpoep op je hoofd krijgen. Idem dito voor pannenkoeken eten en over je rechterschouder de maan bewonderen. De mama van Sofja adviseerde haar dochter om in de spiegel te kijken wanneer ze vertrekt. Dat zou geluk brengen. Student interieurvormgeving Jeff De Ruyter (21) is overtuigd van de werking van karma. “Als je iets verkeerd doet, ben ik er zeker van dat je het terugkrijgt. Een dief zal bijvoorbeeld iets kwijtspelen.” Studenten zijn vooral onder de examenperiode bijgelovig. In de aula op dezelfde plaats willen zitten, elke morgen hetzelfde ontbijt nemen, een geluksbalpen gebruiken. Een rare gewoonte van Sofja is haar nagels niet knippen gedurende de examens. Vanaf de blok tot het einde van de toetsenweek blijft ze eraf. “Anders knip ik mijn verstand weg. Vreemd ritueel, maar het klopt!” Blogger Pieter Carette draagt tijdens de examens een sjaal die hij verder nooit draagt. “Mijn examensjaaltje is een grijs exemplaar met gestikt randje.” Hondenvlees Waarom zijn mensen nu bijgelovig? Nederlandse theoloogprofessor Erik Borgman vond er een antwoord op. De sociale component speelt een enorme rol. In een cultuur waar het merendeel in iets gelooft, is alleen dat al voldoende om er ook in te geloven. Mensen denken dat een zwarte kat ongeluk brengt omdat iedereen het gelooft. Er is geen reden voor nodig. Het wordt automatisch aangenomen. Net zoals wij in het westen koeienvlees eten, maar geen hondenvlees. We eten het niet omdat niemand het doet. Sofja is superbijgelovig en gelooft dat ze een engelbewaarder heeft. Het is een in-

nerlijke stem die uit het niets komt waardoor ze soms wel schrikt. “Als ik ernaar luister, maak ik de beste keuzes ooit. Zo zei mijn engelbewaarder ooit neem je fiets en volg de weg. Ik deed het en toen leerde ik mijn beste vriendin kennen in de Episode.” Een andere keer zei de stem loop weg, dit gaat later pijn doen. Sofja negeerde het en toen kwam ze een jongen tegen. Hij werd haar vriendje en had Sofja meteen in de greep. “Ik hield er een gebroken hart aan over en vier herexamens...”

Ramses Waïdi (23). Hij werkt bij Adidas Originals en plant die dag een date met zijn vriendin. “Als er dan toch een einde komt aan de wereld, sterven we tenminste samen.”

Vuurwerk Moest je een eurocent op straat vinden, raadt Sofja je aan het bij te houden. Elk centje op straat, in de aula of op café raapt ze op. Sofja schrijft er de datum in het klein op en steek het in een antiek doosje. Het brengt haar geluk en maakt haar dag goed. “Dit bijgeloof heeft een echte betekenis, het is geen dom verzinsel. Ik was ooit in Berlijn met mijn eerste vriendje. We stonden naar vuurwerk te kijken toen een meisje iets opraapte en het aan mij gaf. Het was een stuk van twee eurocent.” Sofja vond het een lief gebaar want ze had voor het eerst een vriendje. Bovendien gaf een wildvreemde haar twee cent. “Niet dat het van mij was of dat ik het nodig had. Het was een erg mooi symbool. Vanaf toen weet ik, dat wanneer ik geld vind, me een mooie dag tegemoet staat.” Een ander soort bijgeloof zijn de verhalen over het einde van de wereld. Volgens de mythologie van de Maya’s werd de wereld op 11 augustus 3114 voor Christus geschept. Het einde van de telling ligt op 21 december 2012, een keerpunt in de geschiedenis. Die dag komt ons zonnestelsel op één lijn te staan met Hunab K’u, het centrale punt van de Melkweg. Sommigen beweren dat er dan een apocalyptisch einde komt aan de wereld. Het 26000 jarig bestaan van de aarde zou eindigen in drie dagen leegte en donkerte, waarna de Maya-telling terug van het jaar nul begint. Of juist niet. Paniekerige mensen geven al hun spaargeld uit omdat ze er na 2012 toch niets meer aan hebben. Anderen maken citytrips en plannen leuke dingen. Zoals

Vrijdag de dertiende is voor ons een ongeluksdag. Spanjaarden, Grieken en latino’s hebben ongeluk op dinsdag de dertiende. Voor Italianen is vrijdag de zeventiende een ongeluksdag.



In bed met lingeriemodel Floor Wyns

“Je laten filmen terwijl je seks hebt, schept een band”

Floor Wyns (24) is model voor La Fille d’O. Samen met haar vriend Wim kreeg ze een rol in Murielle Scherre’s pornofilm J’fais Du Porno et J’aime ça. In Des Jours Plus Belles Que La Nuit van Blue Artichoke Films zijn Floor en Wim de enige hoofdrolspelers. “Jennifer van Blue Artichoke wil net als Murielle seks op een andere, eerlijkere manier laten zien. Alle stills uit de film zijn heel lief, op het randje van corny.” Tekst: Fantina Van Berendoncks  | Eindredactie: Elke Spelters


©  Amy Van Loon


68 portr et

We ontmoeten Floor op haar appartementje in Antwerpen-Noord waar ze samen met haar vriend Wim woont. Er hangt een gezellig, druk sfeertje. Een opgezet luipaard en twee kooien met zingende vogeltjes en een papegaai springen meteen in het oog. Op het toilet liggen Russische vrouwenboekjes. “Vorig jaar ben ik afgestudeerd als vertaler tolk Russisch – Engels. Ik heb wel iets met Rusland. Ik vind het een goede taal, een goed land, goede vrouwen ook. De mannen wat minder.” Floor vertelt heel levendig en vol humor haar levensverhalen. “Het beste wat ik ooit heb gezien was een keer aan zee. Zo’n hele dikke vrouw liep naar haar vriend die al in de zee zat. Ze had een superkleine bikini aan. Ze was maar aan het lachen en aan het roepen “ik kom eraan, ik kom eraan”. Tijdens het lopen, floepte haar borst uit haar bikini. Die propte ze er terug in en liep verder. Ze had geen enkele gene. Als ik zo’n dingen zie, word ik echt blij.” Preuts is Floor zelf ook niet. Ze vertelt zonder schroom over La Fille d’O, haar seksleven en experimenteren. Murielle Scherre maakt heel herkenbare lingerie. Draag je die ook in je vrije tijd? Van bh’s draag ik niets anders meer. Of geen bh. Het zit goed, ik draag het graag en vind het mooi. Dat klinkt misschien als een reclameslogan, maar na al wat ik er van heb teruggekregen, doe ik dat met plezier aan. Liefst doe ik kleren aan waarin je haar lingerie kan zien. Het is zonde om dat niet te doen. Sommige van de ontwerpen zijn breed en lang. Ze kunnen perfect dienen als topje. Voor ik Murielle kende, had ik het geld er niet voor. Als we iets in opdracht van La Fille d’O doen, worden we meestal vergoed in lingerie. Ondertussen heb ik een heel arsenaal opgebouwd. Hoe ben je bij La Fille d’O terecht gekomen? Lili, een vriendin van me, had me dat aangeraden. Toen ik Murielle nog niet kende, vond ik haar heel bedreigend overkomen. In die periode was ik blond terwijl de meisjes daar een zwarte fifties froe hadden. Ik durfde niet zomaar op haar afstappen. Uiteindelijk heb ik

Murielle voor de grap aangesproken. Ze was meteen erg enthousiast. Doordat ik model was, stond ik automatisch op de lijst voor de film. Het was op een moment in mijn leven dat ik openstond voor veel dingen, maar nog niet zo ver durfde gaan. Ik bewonder die vrouwen echt. Ze zijn super open en hebben geen gene. Ze doen hun eigen ding. Dat was het soort mensen dat ik toen nodig had. Ik ben er nog altijd heel dankbaar voor. Heb je een goede band met Murielle? Ja. Moest je het aan haar vragen, zou ze hetzelfde zeggen. Daar ben ik 200% zeker van. Ik leerde haar kennen op een cruciaal moment in mijn ontwikkeling. Je kan er mee lachen, maar het is zo. Mijn zelfbeeld en de manier waarop ik in de wereld stond, waren aan het veranderen. Zij heeft me er samen met de meisjes doorgeloodst. Trouwens iemand laten filmen terwijl je seks hebt, schept wel een band.

“Ik zou het graag nog eens een hele dag doen. Dat je dan even pauze kan nemen, een watertje kan drinken en er dan terug in kunt vliegen” Heb je er lang over moeten nadenken om aan de film mee te doen? Dat was op drie dagen beslist. Ik weet niet hoe lang de gemiddelde mens erover doet (lacht). Natuurlijk heb ik eerst aan Wim gevraagd of hij dat zag zitten. Zonder hem valt er natuurlijk niet veel te doen. We hebben samen alle pro’s en contra’s overwogen. Toen we eindelijk besloten da we wilden meedoen, hebben we het er met Murielle over gehad. Ze verzekerde ons dat we zelf konden

kiezen hoever we wilden gaan. We hebben alle beelden mogen nakijken. Voor haar was het een voorwaarde dat we ons niet zouden inhouden en gewoon waren zoals we zijn. Ik heb er nog altijd geen spijt van. Je ziet jezelf normaal niet wanneer je seks hebt. Hoe was dat? Kei raar. Geen idee of je dat al eens hebt gedaan, maar het is echt vreemd. Als je bezig bent ga je er helemaal in op. Dan weet ik niet hoe hij naar me kijkt of mijn haar vastpakt. Het is best wel confronterend om die beelden achteraf te zien. Zou je dat ook hebben kunnen doen met iemand dat je niet kent? Oh nee! Nee. Nee, nee, nee, echt niet. Er zijn ook geen close-ups van geslachtsdelen, ik vind het zelf eigenlijk geen echte porno. Ik kon alleen meedoen aan de film omdat het met Wim was. Waarom wel met hem en niet met je vorige lieven? Alle mannen waar ik voor Wim mee samen was, misten dat essentieel ding dat hij wel heeft. Ik haat van die gepolijste prefabvoorgepaktemaaltijdmannen met een carrière en een toekomstvisie. “Ik kan praten met mijn gezin, ik ben ook nog eens interessant, ik bezoek graag musea en ik steun het WWF”. Dat is echt verschrikkelijk. Wim is één van de meest eerlijke, correcte en goede jongens die ik ken. Hij heeft iets essentieel hoek eraf, iets raar dat niet in een hokje past. Hij geeft me ook het gevoel dat ik nog nooit door iemand zo graag gezien ben. Ik zie mezelf niet eens zo graag. Op dat vlak heeft hij wel een dikke streep voor. Hebben je ouders en familie de film ook gezien? Bij mijn weten niet. Mijn moeder zou nooit bewust naar die film kijken. Er zijn hopelijk maar weinig gezonde ouders die zoiets zouden doen. In de film doen jullie het in tankstations. We wilden een reeks maken. Het oorspronkelijke plan was om het in biechtstoelen te doen. Uiteindelijk hebben we besloten dat je dat gewoon niet kan


69

©  Milk magazine


70 maken, maar het zou wel heel grappig geweest zijn. Als we voor Murielle een optreden moeten doen, stoppen we altijd in een tankstation. Dat zijn altijd goede momenten. Tankstations zijn wel plezant, maar ik had nooit gedacht ze daarvoor te gebruiken. Heb je favoriete plekjes? Het gebeurt nog altijd het meeste in bed. Dat is ook het moment dat je bloot naast elkaar ligt. Dan kan je er maar beter van profiteren. Het beste wat we na de film nog hebben gedaan in het openbaar, was toen we terugkwamen van Pairi Daiza (het vroegere Paradisio). Op een trein in de achterste wagon. Film je jezelf ook gewoon thuis? Nee, dat hebben we sinds de film niet meer gedaan. Foto’s nemen we wel. Vlak na de seks zijn dat wel nog mooie foto’s. Als je naast elkaar ligt, beide met een rood en opgezwollen gezicht. Ik zou ze

nooit inkaderen, maar het is wel goed om jezelf zo eens te zien. Gaan jullie nog helemaal los in de slaapkamer? Minder, we hebben onze workload vooral in het begin gehad. Nu is het meer doordacht. Het is vaker gebaseerd op een fantasie dan op een bevlieging. Maar ik zou het graag nog eens een hele dag doen. Dat je even pauze kan nemen, een watertje kan drinken en er terug in kunt vliegen.

“Ik haat gepolijste voorgepakte maaltijdmannen”

Op welke andere vlakken experimenteer je nog? Vooral met uiterlijke dingen. Zoals mijn haar verven. Ik test graag wat het effect is als ik met een bepaalde look naar buiten ga. Heb je in het dagelijkse leven ook exhibitionistische trekjes? Het is niet dat ik potloodventergewijs mijn Burberryjas opentrek naar een hoop kinderen. Er wordt wel te voos omgegaan met lichamen. Ik zie zelf graag lijven en mensen die zich daar niet voor generen. Is er iets dat je echt zin geeft? Ongeremdheid zien of voelen. Ik kan er niet tegen als alles gepland is. “Oh het is tien voor vier, kom schat, nog even snel het bed induiken en dan naar Blokken kijken”. Wat ik altijd ga hebben, is me aangetrokken voelen tot skaters. Misschien is het een gen dat ik heb meege-

©  Milk magazine


71

©  Milk magazine

kregen. Johnny Knoxville bijvoorbeeld. Als je mij een andere man kan opnoemen die een kleine alligator in zijn tepel kan laten bijten terwijl hij verkleed is als een hotdog en er dan nog zo goed uitziet. Dan mag je me altijd bellen. Word je het niet beu om altijd over seks te praten? Nee, ik vind dat heel interessant. Ook leuk om van andere mensen te horen. Dat is de kernidee waarom Murielle die film gemaakt heeft. Dat er niet pipi-kaka over seks wordt gedaan. Je kan er alleen maar wijzer van worden. Wat is het meest extreme dat je ooit hebt gedaan? Weggekropen uit de les. Dat klinkt misschien niet zo extreem, maar ik ben redelijk correct. Ik heb mijn inschrijvingsgeld betaald en ik wil iets bijleren. Dat klinkt heel seutig. Maar het was zo saai. Het licht in de aula ging uit omdat er een film getoond werd. Toen ben ik met een vriendin weggekropen.

Je hebt veel tatoeages. Hebben ze een betekenis? Ik vind ze gewoon mooi of lekker, zoals die negerinnentet. Maar er is er niet echt één met een betekenis. Zoals “dit is het moment in mijn leven dat ik mijn maagdelijkheid verloor en een ring heb laten tatoeëren”. Zo’n tatoeages heb ik niet. Respect voor mensen die dat wel hebben. Aan je vel een speciale betekenis toekennen, dat is niet echt mijn ding. De tattoos zijn ook wel momentgebonden. Alleen die van Chanel is forever. Dat is het eerste merk waar ik helemaal weg van was. Als dat er niet zou staan, zou ik me echt bloot voelen. Beeld je even in dat je gedurende een dag onzichtbaar bent. Wat zou je doen? Kleren pikken. Tenminste als de kleren ook onzichtbaar worden. Niet te veel, maar toch wel één outfit. Of misschien toch een paar lagen over elkaar. Ik zou ook naar plaatsen gaan waar je normaal gezien niet naartoe mag. Of gaan glu-

ren bij mensen die ik niet kan uitstaan. Je hebt ook hele mooie huizen waar je enkel de gevel van ziet. Daar zou ik dan wel graag binnenstappen. Wat ook leuk zou zijn, is om helemaal boven op het MAS of de KBC-toren te gaan staan. Als ik dit allemaal zou doen, zou ik wel moeten plannen en een auto lenen. Maar als er niemand in die auto zit, ziet dat er een beetje raar uit. Misschien slepen ze die wel weg. Hou je ervan om je uitdagend te kleden in het dagelijkse leven of op feestjes? Ja. Ik zie dat zelf ook graag bij iemand anders. Natuurlijk zie ik het liefst mensen die zichzelf goed voelen zoals ze zijn. Toch zie ik graag wild en ongeremd. Fout geklede marina’s vind ik leuk om te zien. Die dragen een pluchen bolero met een satijnen strik. Leggings als broek en lelijke, afgetrapte Asics met rastaveters. Wat ze aanhebben vind ik niet mooi, maar dat ze dat durven vind ik super. Daar geniet ik echt van.



Creative siblings Niets is mooier als een broer/zusrelatie. Wij interviewden twee artistieke duo’s met de vraag of creativiteit genetisch bepaald is. En zorgt die eigenschap voor een betere band? Of net niet? ©  Ylenia Maton


74 cr e ati v e siblings

Verhalen uit het leven van Mathijs en Lotje Vleugels

“Een broer- en zusrelatie kan hechter” Het is een van de eerste warme dagen van 2011 wanneer Mathijs Vleugels (22) ons in zijn kot ontvangt. Het kot is eigenlijk een huis in Antwerpen dat hij met drie meisjes deelt. Zijn zus Lotje (20) staat ons binnen op te wachten. Ze leiden ons naar het zonnig terras waar het interview zal plaatsvinden. Mathijs zorgt voor kleurrijke gestreepte dekentjes. “Dit zijn eigenlijk onze lelijke plaids. Die gebruik ik voor op het terras of wanneer het niet zo belangrijk is. Anders had ik de mooiste wel gebruikt.” Ja, ja een echte vleier die Mathijs. Tekst: Fantina Van Berendoncks  | Eindredactie: Elke Spelters

Mathijs en Lotje zijn beide met beeld bezig. Mathijs studeert documentaire aan het Rits in Brussel en zit in een bandje, Bite Down. Lotje studeerde fotografie aan Karel De Grote Hogeschool in Antwerpen. Deze studie liet ze voor wat het was. Nu volgt ze een opleiding om stewardess te worden. “Maar fotografie is zeker niet verdwenen uit mijn leven”.

Lotje pikt in: “Onze mama was onthaalmoeder. Er waren dus altijd honderden kinderen bij ons thuis. We konden dus eigenlijk spelen met wie we wilden. Dat was meestal met leeftijdsgenootjes.” Voor Mathijs was dit minder leuk. “Eigenlijk werd ik uitgesloten,” jammert hij, “ik moest me amuseren met gras eten (lacht).”

1. Gras eten

2. Boeken

Zit creativiteit in de familie? Vast wel, maar bij Mathijs en Lotje is niet iedereen even begaafd op artistiek vlak. Hun vader kan goed tekenen, maar heeft dit talent altijd een beetje onderdrukt. De tweelingzus van Lotje, Eva, is ook best creatief want ze studeert interieurarchitectuur. Mathijs gelooft dat er iets bestaat als een creatief gen. Beide hebben ze dit gen in ieder geval gekregen. Dit bracht hen niet per se dichter bij elkaar tijdens hun kindertijd. “Vroeger waren Lotje en Eva een eenheid,” vertelt Mathijs, “daarom noemde ik hen altijd Evalotje. Maar we speelden wel samen.”

Beiden zijn ze met beeld bezig. Het ideale excuus voor een samenwerking. Lotje ziet dat wel zitten, maar ze denkt dat hun werkwijze heel erg van elkaar verschilt. Volgens Mathijs zou het project zich er toe moeten dienen. Tussen fotografie en film zijn er namelijk nog grote verschillen. Toch zou hij het wel leuk vinden om film met foto te combineren. “Een mooi voorbeeld van een symbiose tussen film en fotografie is La Jetée van Chris Marker,” vertelt hij, “het is een fictiefilm in zwart-wit die samengesteld is uit allerlei foto’s. Hij creëert een postapocalyptische wereld. De beelden be-

wegen niet en toch slagen ze erin je heel erg te raken. Dat komt door de muziek.” Lotje heeft nog niet zo veel van Mathijs’ werk gezien. Wat ze al heeft gezien, vond ze indrukwekkend. “Daarnet heb ik een stukje gezien van een documentaire waar hij aan bezig is. Het is vooral het onderwerp dat me ligt,” zegt Lotje.

“Stewardess worden was een meisjesdroom” Je merkt wel dat ze opkijkt naar haar grote broer. De manier waarop ze naar hem kijkt, maakt dat meteen duidelijk. Mathijs studeerde in het middelbaar fotografie. Lotje is hem nadien gevolgd en ging hetzelfde doen. Hij vraagt zich af of Lotje zich door hem geïnspireerd voelde. “Ik wou dat al langer doen”, verklaart Lotje. “Van mijn mama moest ik ASO nog een kans geven. Tevergeefs. Eindelijk kon ik fotografie gaan doen. Dat Mathijs dat al deed, was toch wel een belangrijke reden. Het trok me aan.”


75

©  Milk magazine

Mathijs: “Misschien was ze het ook een beetje beu om boeken te lezen.”

3. Wijsheidstanden Lotje en Mathijs zien elkaar niet zo vaak. Af en toe gaan ze samen naar optredens. Meestal is dat niet afgesproken. Heel leuk als je elkaar toevallig tegenkomt en je beide in dezelfde toestand bent, vindt Mathijs. Volgens hem kan een broer- en zusrelatie wel hechter. “Als het moet, komt Mathijs op voor mij,” vindt Lotje, “hij is beschermend en dat vind ik fijn.” Hij ziet haar als iemand voor wie hij moet zorgen. Als er iets fout zou gaan, zou dat hem natuurlijk raken. “Lotje is best impulsief,” meent Mathijs, “maar ze is ook heel stralend en enthousiast. Dat is mooi.” Maar ook Lotje heeft een mening over haar grote broer. “Hij is een beetje slordig en koppig. Dat is niet per se slecht. Hij is ookheel gemotiveerd. Als hij ergens voor wil gaan, doet hij dat met de volle honderd procent.” Wij vroegen ons af of hij het niet zag zitten om een documentaire over zijn zus te

maken. “Als je iets persoonlijk aankaart, is dat niet altijd makkelijk,” bekent Mathijs. “Je toont bepaalde dingen aan het publiek, die je onderwerp blootgeven. Dat is het moeilijkste aan het vak. Mensen stellen zich open voor je camera. Dat wil je allesbehalve misbruiken. Je moet altijd afwegen of je alles kan laten zien en of dat het leven van de personen niet te hard schaadt. Ik zou het heel moeilijk vinden om iets over Lotje te maken.” De band tussen Lotje en haar tweelingzus, Eva is wel heel hecht. Ze zijn beste vriendinnen. “Een maand geleden lieten we samen onze wijsheidstanden trekken,” vertelt ze. “We hadden speciaal aan de chirurg gevraagd of we dat tegelijk mochten doen. Nadien hebben we een hele dag samen in het ziekenhuis liggen creperen.”

4. Mantelpakjes Lotje had schoon genoeg van haar studie fotografie. Dit kwam door de degout die ze kreeg van school. “De laatste tijd was ik veel te snel tevreden over mijn

werk,” verduidelijkt ze, “ik was gewoon niet meer gemotiveerd. Het was altijd van te moeten. Daardoor verloor ik mijn plezier erin. In het middelbaar deed ik fotografie aan het SISA in Antwerpen. Daar had ik mijn eigen stijl ontwikkeld en aan de KDG was dat ineens het tegenovergestelde van wat de leerkrachten wilden zien. Altijd afgekraakt worden, heeft me enorm gedemotiveerd. Het was tijd voor iets anders. Ik had het gevoel dat ik het al te lang deed.” En iets anders werd het. Lotje ziet er helemaal niet uit als een doorsnee stewardess. Ze ziet er stoer uit en op haar bovenarmen staan tatoeages. Een lief stemmetje heeft ze wel. “Voor mij was het toch ergens een meisjesdroom,” verduidelijkt ze. “Alhoewel mijn papa het een beetje heeft gepusht. In het begin sprak het me niet echt aan. Tot ik begon na te denken wat ik zou kunnen doen na mijn studie fotografie. Na een gesprek met mijn papa schoot me dat weer te binnen. Hij vond trouwens dat de bouw ook iets voor mij was. Daar is geld mee te verdienen. Nu volg ik een privécursus om stewardess te worden. Deze duurt vier maanden


76 en het is maar één dag les in de week. Het kost heel veel geld, maar de enige manier om een stapje voor te hebben op mensen die geen voorkennis of ervaring hebben. Zij hebben het moeilijker bij het solliciteren.” Lotje wil wel creatief bezig blijven. Ze heeft haar camera nog steeds en zal deze ook gebruiken als ze zin heeft om foto’s te nemen. Dingen waar je meteen aan denkt bij een stewardess, zijn de safety routines en hun schattig uniform. “Het is wel leuk dat ik die safety routine bewegingen mag doen, maar na een tijd gaat dat niet meer speciaal zijn. Het uniformpje dragen vind ik wel leuk. Girly ben ik nooit echt geweest, maar het is wel leuk om eens in een mantelpakje naar de les te gaan. Netjes zijn, het is eens iets anders.”

5.

Eén plus één is drie Hoewel Mathijs nog op school zit, heeft hij al een heel parcours afgelegd. In het Rits in Brussel deed hij twee voorbereidende jaren. Hij koos eerst voor fictiefilm maar merkte al snel dat dat zijn ding niet was. Documentaire was zijn tweede stap en toen ging alles de goede kant uit. Hij evolueerde van een journalistiek getinte reportage over het nieuw justitiepaleis tot een documentaire in de metro die meer fictie is dan werkelijkheid. “Momenteel ben ik bezig met een documentaire over een man”, kondigt hij aan. “Hij fietst altijd door Antwerpen met een lange regenjas. Hij is rond de zeventig jaar. Hij spreekt je willekeurig aan en vraagt je hoeveel één plus één is. Dan antwoord je natuurlijk twee. Daarop informeert hij of je dan dood bent. Hij vertelt dat je ouders met twee zijn. Dat is één plus één en wanneer die een kind maken zijn ze met drie. Eén plus één is drie.” De man waarover Mathijs zo levendig kan vertellen, is een pseudowetenschapper en filosoof tegelijk. “Hij daagt academici uit en verkondigt dat de wetten van de fysica niet kloppen. De man wil weerleggen dat wij geschoold worden en dingen zomaar moeten aannemen zonder er echt over na te denken. Daar kan ik respect voor opbrengen.” Dat Mathijs gedreven is, vertelde Lotje

ons al en dat merk je. “De man met de regenjas is heel paranoïde en wil zijn adres of telefoonnummer aan niemand geven. Ik heb hem via via gevonden en ben er in geslaagd om de man mij te laten contacteren.” De documentaire die Mathijs in de metro maakte, is een ander verhaal. “Dat was een typische alternatieve documentaireopdracht. Die leerkracht is vrij kunstgericht, het mocht wel wat experimenteel zijn. Bij elk scenario dat ik toonde, was het niet goed. Na een tijd had ik er genoeg van en besloot ik niet meer met hem te praten. Daarom deed ik gewoon mijn eigen ding en dan vond hij het plots geweldig.” Mathijs gaat naar school, maakt documentaires en zit ook nog eens in een bandje, Bite Down, waar hij zanger is. Toch vind hij dat hij soms nog te veel vrije tijd heeft. “Mijn band is iets helemaal anders dan mijn schoolwerk. Het is iets wat ik zelf heel graag wou doen. Ik kan er veel dingen in kwijt: poëzie, grafisch ontwerp, mijn woede. Alles combineren is soms wel moeilijk voor me. Laatst was er het grootste documentairefestival ter wereld in Amsterdam, IDFA (International Documentary Filmfestival Amsterdam, n.v.d.r.). Het werd allemaal door school betaald. Maar natuurlijk kon ik niet kiezen en skipte ik twee van de drie dagen om toch te kunnen optreden. De twee voorbije dagen bleken fantastisch te zijn en daar was ik dan niet bij. Soms zou ik kordater moeten zijn in mijn beslissingen, maar ik zou nooit één van de twee willen opgeven.”

©  Milk magazine

“Mijn tweelingzus is mijn beste vriendin”

©  Milk magazine

“Wanneer mensen zich openstellen, wil je dat allesbehalve misbruiken”


77 cr e ati v e siblings

Loesje en Martha ©  Sven van Rossen

Loesje en Martha Maieu praten over hun leven als zangeressen

“Wij zijn tWEE handen op een buik” Loesje Maieu (29) ontvangt ons in de oude Apra Kliniek in Antwerpen. Via een veel te kleine lift worden we naar de tweede verdieping geleid. “De hele vloer is voor mij alleen,” vertelt Loesje. “Maar het is niet de bedoeling dat alle ruimtes gebruikt worden.” Een beetje overladen lopen we door de gang die vol met kunstwerken hangt. “Mijn vader is een kunstenaar. Al deze schilderijen zijn van hem toen hij achttien jaar was. Nu is zijn stijl helemaal anders.” In de woonkamer wacht Martha op ons, het negen jaar jongere zusje van Loesje. Samen hebben ze een band, Blackie & the Oohoos. Tekst: Elke Spelters  | Eindredactie: Julie Wijckmans


78 Dat ze het creatief talent niet van vreemden hebben, is wel duidelijk. Ook de mama heeft haar bijdrage geleverd. “Onze moeder is heel muzikaal,” vertelt Loesje. “Van haar kant hebben we dus de muziek meegekregen. Papa leerde ons de plastische kunst.” Toch geloven de zusjes niet dat er zoiets bestaat als een creatief gen. “Het hangt gewoon af van de opvoeding die je hebt gehad,” zegt Martha. “Als je ouders of de mensen rondom je creatief zijn, dan word je volgens mij zelf ook creatief.”

1. Levende pop Loesje heeft negen jaar lang op een zusje moeten wachten. Toen dat zusje er uiteindelijk was, kon Loesje moedertje spelen. “Martha was een klein schattig meisje met van die pijpenkrulletjes. Voor mij was ze een levende pop. Ik deed dan ook of zij mijn kind was en wou haar altijd schattige kleedjes aandoen. Martha zag dat absoluut niet zitten.” Omdat Martha jonger was, was zij altijd het slachtoffer. Ook aan Loesje’s pestgedrag ontkwam het kleine zusje niet.

“Ik heb het gevoel dat het hoe langer hoe meer experimenteel zal worden” “Toen Martha ongeveer vier jaar was, heb ik haar in de kast opgesloten. Ik was wiskunde aan het studeren en zij was met haar klein fietsje de hele tijd rond de tafel aan het draaien. Daarna sloop ze achter mij en begon ze te pitsen. Op een gegeven moment werd ik zo kwaad dat ik haar heb opgepakt en in de kast heb gestoken. Ze was echt nog een klein drolletje. Het was de bedoeling om haar daar een paar minuutjes op te sluiten, maar ik was dat helemaal vergeten. Na een uur besefte ik ineens dat Martha nog steeds in de kast zat. Wanneer ik de kast

opendeed viel ze eruit, vol tranen. Ze had zichzelf in slaap gehuild. ”

4. Tweestemmig

2. Misverstanden

Als we de zusjes vragen hoe ze hun eigen sound zouden omschrijven, wordt vooral de tweestemmigheid als grote troef aangehaald. “Onze stemmen blenden goed. Maar toch hebben ze allebei een ander karakter. Als we samen zingen, worden onze stemmen één en kan je ze niet meer uiteen halen.”, vertelt Martha. We kunnen het ook niet ontkennen. Twee stemmen die bijna constant samen zingen, geeft een heel andere sfeer dan iemand die de hele tijd alleen zingt. Een combinatie van fris en licht maar op een bepaalde manier feëeriek is een tweede element dat erg belangrijk is. “Als er bij ons iets donker is, dan komt er zeker ook iets lichts bij”, vertelt Loesje. “Het is belangrijk dat die twee elementen in evenwicht zijn. Muziek die te pathetisch is, begint mij vaak te ergeren. Terwijl dingen die donker zijn, maar langs een kant toch iets hoopvols of lichts hebben, mij veel meer aanspreken.” De teksten gaan vaak over relaties en de bijkomende problemen. “Niet op een pathetische manier”, verduidelijkt Loesje. “Ik ben mij heel bewust van het feit dat ik mensen niet wil meedelen of ik een moeilijke relatie heb.”

Toch kan je zien dat de band van de zusjes niet onder al deze streken geleden heeft. Martha en Loesje zijn nog steeds erg gehecht. “Zussen zijn we sowieso”, vertelt Loesje. “Maar ik beschouw Martha ook als een vriendin. Wanneer ik me slecht voel, is zij de eerste naar wie ik bel.” “Als het erop aankomt zijn we twee handen op een buik”, vervolgt Martha. “Maar we kunnen ook heel hard ruzie maken. Die zijn altijd kort, maar het zijn er wel veel. Meestal gaat dat over misverstanden. Gelukkig kunnen we snel vergeven.” En maar goed ook, want de zusjes zijn dagelijks samen met hun band bezig. “Wij voelen elkaar aan,” vertelt Loesje. “Als wij samen muziek spelen, volgen wij ons gevoel. Wij hebben nooit een technische, muzikale opleiding gehad en dat botst soms met de rest van de groep. Maar we inspireren elkaar. Dat is belangrijk.” “Toch hebben wij niet altijd dezelfde smaak”, gaat Martha verder. “Ik voel dat ik vaak moet denken in functie van de dingen die we maken. Het gebeurt dat ik een nummer anders wil arrangeren. Dat schept een groot contrast.”

3. Engagement De twee zwartharige meisjes zijn het gezicht van de groep. “Wij bepalen de stijl en kiezen wat er wordt gemaakt”, vertelt Martha. “Als je een tijd hecht samenwerkt met mensen, evolueert de muziek anders.” “Als wij op een punt zouden komen dat we elkaar muzikaal niet meer begrijpen of boeien, wil ik niet krampachtig blijven vasthouden”, vertelt Loesje. “Maar er moet nog heel veel uit ons komen.” Binnen Blackie & the Oohoos zorgt Loesje voor de teksten en engagement. “De andere leden van de groep zijn allemaal jonger. Er is echt een groot verschil. Ik kan niet van hen verwachten dat zij hetzelfde in elkaar zitten. Maar je moet proberen een manier te vinden om het beste uit elkaar te halen.”

5. Stress Met Blackie & the Oohoos alleen kom je niet rond. Daarom klust Loesje nog bij in haar vroegere stamcafé Witzli Poetzli. “Ik was daar al vaste klant. Ik vond het een goed idee om aan de andere kant van de toog te gaan staan. Zo kon ik er ook geld mee verdienen.” Daarnaast moeten er ook uren vrijgemaakt worden om te repeteren. “Als het op creativiteit aankomt, kan je niet zeggen dat je tijd hebt van dan tot dan. Soms kan je dagenlang werken aan iets en komt er niks. En als je dan weet dat je maar één dag in de week vrij hebt, zit je met de stress. Ik zou die vrijheid willen hebben om te kunnen doen wat ik wil. Omdat ik ook wel ergens vind dat ik dat verdien. Ik wil iets meer kunnen doen dan enkel overleven.”


79

6. Eén instrument

wie wat speelt omdat het instrumentaal is.”

Voor het Unheard Film Festival in Amsterdam werden Blackie & the Oohoos geselecteerd om een soundtrack te maken voor een reeds bestaande film. De zusjes kozen voor Repulsion, een film van Polanski. “We moesten een film kiezen waar eigenlijk zo goed als geen soundtrack op stond”, vertelt Loesje. “Omdat het heel moeilijk is om muziek van dialoog te scheiden. We hebben voor een film gekozen waar wij artistiek ook achter stonden. Repulsion is interessant qua beelden en we voelden ons er volledig door geïnspireerd.” Martha verklapt ons dat het compleet verschillend zal klinken dan de muziek die ze met Blac-

7. Jaloezie

“Ik heb altijd een dictafoontje mee op de fiets” kie & the Oohoos maken. “Mensen kennen onze muziek en zullen nu zien dat we ook iets anders kunnen.” Loesje ziet het als een mooie uitdaging om als groep te experimenteren en op een andere manier muziek te maken. “Het is een kwestie van je als groep te focussen en één te worden. Wij zijn één instrument als wij samen spelen. Je kunt niet meer horen

Loesje en Martha verschillen negen jaar. Wanneer we vragen of dat soms voor jaloezie zorgt, spreekt Loesje plots vanuit haar hart. “Ik heb daar wel schrik voor. Dat is iets wat ik nog nooit heb gezegd. Zelfs niet tegen Martha. Ik vind het soms wel moeilijk omdat ik negen jaar ouder ben. Ik zal op een punt komen dat ik de muziek misschien niet meer ga kunnen spelen. Martha kan nog zoveel leren en heeft daar ook de tijd voor. Toen we met de groep begonnen, was ik nog de grote zus. Nu wordt dat contrast hoe langer hoe kleiner. Soms zorgt dat voor druk. Maar jaloezie is dat niet echt.”

8. stoplicht Op elk moment van de dag kan er een liedje in je opkomen. Als je dat dan niet kan opnemen, ben je het gegarandeerd kwijt. Daar hebben de zusjes wat op gevonden. “Ik heb altijd een dictafoontje bij wanneer ik op de fiets zit”, vertelt Loesje. Martha heeft nog niet echt de tactiek van haar zus door. “Toen ik op de fiets zat, kwam er plots het perfect nummer in mijn hoofd. De perfecte lijnen. Op dat moment moet de gitaar spelen en dan de bas. Maar ik kon dat niet allemaal inzingen en dus was ik het kwijt.” “Ik-

heb al genante momenten gehad dat ik een ingeving had voor het stoplicht van de Meir”, vertelt Loesje verder. “Je moet dat nummer inzingen omdat je weet dat je het twee minuten later helemaal vergeten bent. De mensen kijken raar en dan schaam ik me wel een beetje.

9. sprong Net voor het vertrek vragen we de meisjes nog even hoe ze de toekomst zien. We zien dat Loesje het moeilijk heeft met de ongelijk verdeelde mediaaandacht. “Ik zou het fijn vinden als wij met onze groep ineens een grote sprong voorwaarts kunnen nemen. Dat wij meer media-aandacht krijgen en zo ook meer kansen.” Martha is het volledig met haar zus eens. “Het zou fijn zijn als wat je doet, geapprecieerd wordt. Zonder dat onze platen commercieel moeten worden. Want als je te veel commerciële aanbiedingen aanneemt, gaan de mensen je als een commercieel product zien.” Loesje is er van overtuigd dat dat zeker niet zal gebeuren. “Ik denk dat het bij ons het tegenovergestelde gaat zijn. Ik heb het gevoel dat het hoe langer hoe meer experimenteel zal worden.” Eind dit jaar plant Blackie & the Oohoos hun tweede plaat. Website: www.myspace.com/blackieandtheoohoos

Loesje over Martha

Martha over Loesje

“Martha heeft veel talenten maar heeft nog niet de juiste manier gevonden om die eruit te laten komen. Wat logisch is, als je nog maar twintig jaar bent. Dat heeft ook te maken met het feit dat Martha heel perfectionistisch is. Vooral op vlak van tekenen. Ze zegt te snel tegen zichzelf dat het niet goed genoeg is. Martha is heel trots. Koppig en trots. Wat er ook soms voor zorgt dat haar creativiteit niet echt honderd procent een plaats krijgt. Martha heeft heel veel empathie. Dat wil zeggen dat wanneer ik in de put zit, ze heel goed kan troosten. Luisteren. Snel vergeven. Maar ook heel licht ontvlambaar. Snel op haar teentjes getrapt. En een beetje verwend. (lacht)”

“Loesje is een beetje hetzelfde als mij. Ze is heel koppig. Heel trots. Nog meer dan ik. Loesje is ambitieus. Als ze iets wil maken, dan gebeurt dat. Dan moet ze dingen afzeggen om dat te kunnen realiseren. Ze zal er alles aan doen om het af te hebben. Loesje kan niet zo goed relativeren. Maar ze kan even goed als mij empathisch zijn en goed troosten. Ze is bazig. Maar altijd zeer enthousiast. Loesje heeft heel veel ideeën. Het is belangrijk dat je dat in je hebt. Ze stelt veel voor.”



Spots Antwerpen, Brussel en Gent hebben een heleboel te bieden. Natuurlijk heb je de typische plekjes zoals Manneke Pis, de Meir en de Vooruit. Maar deze steden zijn ook bekend voor hun artistieke wijken, tweedehandswinkeltjes en gezellige eetgelegenheden. Zo heb je in Brussel de Marollen en Saint Gery, in Antwerpen het Hendrik Consciensceplein en in Gent het Sluizeken. Milk selecteerde voor jou de leukste adresjes. Ready, set, go! Šâ€‚ Ylenia Maton


82 spots

ANTWERPEN

LoJoLa ©  Milk magazine

LoJoLa Op het Hendrik Conscienceplein ligt LoJoLa. Hier kan je naartoe als je in de mood bent voor iets minder gezonde lekkernijen. De eigenares bakt zelf taart, cake en koekjes. Als drankje kan je kiezen tussen koffie, thee of een verse smoothie. Probeer zeker eens de Banoffee Pie: slagroom, banaan en toffee op een bodem van speculaas. Het interieur van LoJoLa is ingericht in een omastijl met een moderne toets. Hendrik Conscienceplein 14 Open : woensdag - zondag 10u30 tot 18u

Comme Soupe Zin in een gezonde lunch? Comme Soupe biedt de oplossing. Sinds januari kan je hier terecht voor een vijftal verse soepen per dag. Als je geen tijd hebt om in het gezellige soephuisje je soep te drinken, kan je ook altijd afhalen. Prijzen variëren tussen 3,5 euro en 7 euro. Hendrik Conscienceplein 11 Open: dinsdag - zaterdag 11u - 18u30

Bar Choq Tegenwoordig ga je om bij te praten met je vrienden niet meer op café, je gaat koffie drinken! Zelfs als je niet zo’n fan bent van koffie kan je bij Bar Choq terecht voor tientallen varianten van ‘ne chocomel’. Eigenaar Jens Oris heeft alvast grootste plannen met zijn koffiebar. Bar Choq zit elke dag meer dan vol. Daarom besloot Jens om in augustus te verhuizen naar een groter pand op Minderbroedersrui 30.

Noordkasteel Hou je van fietsen? Ga dan zeker eens naar het Noordkasteel achter de Zeevaartschool van Antwerpen. Van hieruit heb je een leuk zicht over Antwerpen zonder dat je naar Linkeroever moet. In de zomer is het een gezellige plek om te picknicken. Zeker een tip voor een first date als je geen zin hebt om weer eens naar de cinema te gaan.

Minderbroedersrui 64 Open: maandag – vrijdag 10u – 18u, zaterdag 10u – 18u

Galgenweel Dit meer is gelegen op Linkeroever. Eigenlijk wordt het gebruikt om te zeilen. Het is niet daarvoor bedoeld, maar wie in de zomer zin heeft in een frisse duik, moet zeker eens tot daar gaan. Tenminste als je geen schrik hebt om vuil te worden.

Zwarteweg 353

Gelato Factory ©  Milk magazine

Gelato Factory Vergeet pizza, pasta en parmaham. Voor het echte Italië ga je naar de Gelato Factory op het Zuid. De eigenaar volgde een opleiding aan de Ijsuniversiteit in Bologna. Hier smaakt aardbei niet naar een suikerig goedje, maar echt naar aardbei. Buiten de gebruikelijke smaken vind je hier ook typisch Italiaans ijs. Een aanrader bij het roomijs is Bacio, een combinatie van hazelnoot en chocolade, met andere woorden Nutellaijs. Lust je liever sorbet probeer dan zeker eens Kibana, een mix van kiwi en banaan. Verschansingstraat 57 Open: donderdag - zondag 14u - 23u

Graffitishopartifex ©  Milk magazine

GraffitiShopArtifex In de GraffitiShop in de Kammenstraat kan je terecht voor spraycans. Maar je kan er veel meer vinden dan enkel dat. Je vindt er ook boeken, magazines en designer toys. Weet je niet hoe te beginnen aan street art, doe dan zeker eens mee aan een workshop. Kammenstraat 58 Open: dinsdag – vrijdag 11u – 13u en 13u30 – 18u, zaterdag 11u – 18u


83

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

Tekst: Fantina Van Berendoncks  | Eindredactie: Elke Spelters


84 spots

gent Epic Comic Store Voor de betere strips en graphic novels. Nederkouter 55 Open: maandag - zaterdag 11u - 18u

That’s Kebap ©  Milk magazine

©  Julie’s House

Simon Says ©  Milk magazine

Simon Says Het mooiste toilet van de stad bevindt zich op de hoek van het Sluizeken. Probeer zeker ook eens de croque van het huis, want bij de gedachte alleen al beginnen we spontaan te watertanden.

Julie’s House Voor de zoete honger kan je bij Julie’s House terecht. In de toonbank liggen tal van lekkere taarten te roepen om opgegeten te worden. Pavlova met ananas of speculaastaart met witte chocolade. Voor ieders smaak bakte Julie een taartje.

Drongenhof 40 Open: woensdag - zaterdag

Zsa Zsa Rouge Een kitsch winkel voor een atypisch cadeautje. Serpentstraat 22 Open: maandag - zaterdag 10u - 18u

Langemunt 9 Open: maandag - woensdag 11u -20u30, donderdag - zaterdag: 11u - 01u30

Kraanlei 13 Open: woensdag - zondag 9u - 18u30 Werrengarenstraat ©  Milk magazine

Sluizeken 8 Open: maandag - vrijdag 9u - 18u, zaterdag zondag 10u - 18u

White cat Drink een lekkere cocktail in een warm seventies interieur met een aquarium als bar.

That’s Kebap Geen typische kebabzaak, maar een strakke, mooi ingerichte. Je bent precies in alle steden tegelijk want de muur is beschilderd met onder andere de Eiffeltoren en de London Eye.

Kapsalon Kaprijke ©  Milk magazine

Kapsalon Kaprijke Dé kapper voor alle hippe mensen. Sint-Niklaasstraat 46 Open: maandag - vrijdag 12u - 20u, zaterdag 9u - 18u

Graffitistraatje In de Werrengarenstraat kom je ogen te kort. Dit kleurrijke steegje is volgespoten met graffiti. Als je geluk hebt, kan je de jongelui aan het werk zien. Hot Club de Gand Door een heel smal steegje kom je terecht bij jazzcafé Hot Club de Gand. Hier worden gratis jazzoptredens gegeven. Schuddevisstraatje - Groentenmarkt 15b Open: dagelijks vanaf 15u


85

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

Tekst: Elke Spelters  | Eindredactie: Julie Wijckmans


86 spots

Brussel Zebra Café Dit café bevindt zich op een hoek midden in de wijk Saint Gery. Het is een hip café waar vooral artiesten en creatieve studenten heen gaan. Binnen zit iedereen dicht opeen in een donkere ruimte. Buiten staan er altijd stoelen en tafels in alle kleuren. Vrijdag- en zaterdagavond zijn er gratis concerten, vernissages en dj sets. Bestel zeker een half en half, een Brussels drankje met cava en witte wijn. En vergeet op het einde geen lolly te nemen uit de doos tegen het raam!

Bozar Shop Bozar Shop is de kunstwinkel van het Paleis van Schone Kunsten. De winkel is 360 vierkante meter met duizenden kunstboeken, Cd’s, postkaarten, magazines en originele cadeautjes. Ze bieden zowel Brusselse kunstfilms als boeken over IJslandse street art aan. Bozar Shop heeft een leesruimte waar je koffie of verse fruitsap kan drinken. Hier kan je uren rondlopen! Ravensteinstraat 15 Open: maandag - zondag 10u - 19u

Sint-Goriksplein 33-35 Open elke dag 11u - 01u.

Kam Yuen Kam Yuen is een groot Chinees warenhuis waar je letterlijk alles kan vinden. Een Chinees frisdrankje, gelukskoekjes, noodles, dim sums, ingrediënten voor sushi, snoep. Tip: aan de kassa ligt er een Chinese krant die je gratis kan meenemen. Zwarte Lievevrouwstraat 2-4 Open: maandag - zaterdag 9u - 19u en zondag 10u30 - 17u

Frietjes op het Sint-Katelijneplein Elke Belg heeft een liefde voor frietjes. Maar is het niet leuker je frietjes op te eten aan een kermisuitziend kraampje vol lichtjes? Dan ben je bij Ets P. de Corte aan het juiste adres!

Cut me ©  Milk magazine

Cut me Cut me is vast en zeker geen gewone kapper. Terwijl Fred, de eigenaar, je haren knipt, kijk je televisie. Niet zomaar een programma, maar lekker ongegeneerd een zicht op de mensen in de straat. Fred runt de zaak alleen, dus best op voorhand bellen. Een tip is je favoriete cd meenemen. Hij zet die met plezier op. Leon Lapagestraat 61 Open elke dag 11u - 20u

Cantine de la Ville ©  Milk magazine

Cantine de la ville Cantine de la ville in de Hoogstraat ziet er allesbehalve uit als een kantine. Dit eetcafé is hip en kleurrijk met jaren zestig toetsen. Je kan er onder andere salades, cocktails en een dagsoep met brood bestellen. Moest je hier gaan lunchen, bewonder dan zeker de foto’s aan de muren. De Brusselse fotograaf Denis Erroyaux legde onverwachte beelden vast in de stad. Hoogstraat 72 Open: maandag - zaterdag 11u - 23u en zondag 11u - 17u

Het Vossenplein Dit plein is zeer bekend in Brussel omdat er elke dag een grote rommelmarkt plaatsvindt. Je vindt er jurkjes uit de jaren zestig, antieke meubels en vooral veel rommel voor weinig geld. Wie zoekt, die vindt en afbieden is de boodschap! In de zomermaanden is het Vossenplein zeker een aanrader. Open elke dag tot 14u


87

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

©  Milk magazine

Tekst: Julie Wijckmans  | Eindredactie: Fantina Van Berendoncks


88 str eetst yle

©  Milk magazine

©  Milk magazine

Antwerpen

©  Milk magazine

©  Milk magazine


89 str eetst yle

©  Milk magazine

©  Milk magazine

GENT

©  Milk magazine

©  Milk magazine


90

The End Jotie T’Hooft Laatste werk: Junkieverdriet (1976) ° 9 mei 1956 in Oudenaarde ┼ 6 oktober 1977 in Brugge

Kill, kill, kill, kill, kill, kill This is the end Beautiful friend This is the end My only friend, the end It hurts to set you free But you’ll never follow me The end of laughter and soft lies The end of nights we tried to die This is the end Op de tonen van The End van The Doors leidde de Vlaamse neoromantische dichter en schrijver Jotie T’Hooft zijn eigen dood in. Hij was slechts 21 jaar toen hij na een derde zelfmoordpoging stierf aan een overdosis cocaïne. Tijdens zijn leven had hij twee dichtbundels op zijn conto staan: Schreeuwlandschap (1975) en Junkieverdriet (1976). In het boek ‘Jotie T’Hooft: Verzameld werk’ staan gedichten van Jotie op 13-jarige leeftijd. De dood was al van in het begin belangrijk in zijn werk. In ‘Poorten des doods’ schrijft hij over zijn eerste herinnering aan de dood. Hij was slechts twee jaar toen zijn grootvader, die hij Peter Elektriek noemde, stierf. “De ontsteltenis van zijn dood heeft zich ook op mij doorgezet via mijn moeders verdriet”, schrijft Jotie. “Het mysterie van deze verre reis, en het mateloos verdriet dat alle grote mensen om me heen ten deel viel, leek wel uit spijt dat ze niet waren meegegaan: niets droeg er toe bij de dood verschrikkelijk te maken, enkel werd hij een geheimzinnige blinde vlek in mijn geheugen, een vergeten naam of gezicht waarop men eindeloos kauwt zonder iets dichter bij de herinnering te komen. De vorm van het doodshuisje, de rouwkleding, de zware deur waarachter de treurenden schroomvol verdwenen, en ik die niet binnen mocht. Het gaf me voor de rest van mijn leven een bril mee, een geladenheid die alle doodshuisjes, -kamer, vrieskelders nog steeds hebben.”, vervolgt hij. Het duurde niet lang of Jotie was drugsverslaafd, op zijn

veertiende al. Zijn verslaving was samen met het ontvluchten van de werkelijkheid en de liefde een belangrijk thema in zijn werk. Dat dit geen gewone levenswandel is voor een jongen van die leeftijd is duidelijk. Nochtans was hij als kind een voorbeeldige jongen met uitstekende rapporten. Tijdens zijn puberteit keerde het tij echter, zijn karakter en gedrag waren niet volgens ‘de norm’. Hij bracht zijn tijd door op verschillende scholen en opvoedingsinstellingen. Kort nadien ontmoette hij de liefde van zijn leven, Ingrid Weverbergh, met wie hij zeer snel trouwde. Zij was de dochter van Julien Weverbergh, een Vlaams schrijver en uitgever, die Jotie’s eerste dichtbundel Schreeuwlandschap uitbracht. In 1976 kwam zijn tweede dichtbundel Junkieverdriet uit. Hiervoor kreeg hij de respectabele Reina Prinsen Geerligsprijs. Dit zorgde voor zijn doorbraak in de literaire wereld. Helaas maakte zijn verslaving van hem een ander mens, hij mishandelde zijn vrouw waarop zij hem uiteindelijk verliet. Het was ook telkens onder invloed dat hij zich van het leven probeerde te beroven. Op 17-jarige leeftijd nam hij slaappillen en kerfde zichzelf met scheermesjes. De tweede keer nam hij een mix van whisky en valium. Derde keer, goede keer want na een overdosis cocaïne kon hij eindelijk zijn doodswens vervullen. Op de muur had hij voor zijn dood de woorden “vaarwel kleine meid! Veel geluk!” geschreven. Hij liet ook twaalf afscheidsgedichten achter, Weverbergh kreeg de toestemming om ze te publiceren. Eén van die afscheidsgedichten was een brief gericht aan de dood. Lieve dood, ik weet dat gij niet lief zijt maar als een werkman uw dagen slijt. Ik heb u geschreven om uw komst te vragen maar het lijkt enkel uw komst te vertragen. (Een brief – Jotie T’Hooft) Tekst: Fantina Van Berendoncks  | Eindredactie: Elke Spelters


91


-magazine.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.