Muc magazine

Page 1

MUC

M e i

2 0 1 6

n°1

€ 4,95

Mind Under Construction

Magazine

“Ik wist niet wat me overkwam” Het leven na een psychose

Getuigenis

“Ik snij mezelf ”

Geluk in een kleine pil Hoe we massaal aan de pillen zitten

“Ik kreeg de diagnose antisociale persoonlijkheidsstoornis”

Hoe Maarten (23) omging met een foute diagnose

1


Als je jong bent, denk je dat er normale mensen bestaan, maar dat jij de pech hebt ze niet te kennen. Later kom je erachter dat dat onzin is, dat er geen normale mensen bestaan. Er bestaan alleen patiënten. Sommige patiënten weten zich staande te houden ten koste van andere patiënten en die noemen we daarom geen patiënten.d.

ARNON GRUNBERG

2


Horen, zien, zwijgen We hebben het gehoord, we hebben het gezien, maar zwijgen‌ Dat doen we niet! Het is tijd voor een dialoog. Praten over wat ons scheelt. En iedereen scheelt wel eens wat. De een nog erger dan de ander. Shit happens! Maar je hoeft niet alleen in de shit te zitten. Met Mind Under Construction, ofwel MUC maken we korte metten met het taboe dat rust op mentale problemen bij jongeren.

3


Index:

MIJN VERHAAL Maarten

6

Hulp gezocht?

6

Mind Mates

9

Hoofdzaken Burn-out Bore-Out

21

Wachtlijsten

26

Getuigenissen Elvan Olivia

21

Cynthia

13 15 17

Opinie Geluk in een kleine pil

20

Infographic Depressie man/vrouw

4

25

29


Colofon Dagboek

24

Confession

25

Column

30

Hoofdredactie Lars Dierckx, Sharmentha Read, Özlem Kucuk

Eindredactie Sharmentha Read

Vormgeving Lars Dierckx, Sharmentha Read, Özlem Kucuk

Fotografie Lars Dierckx, Sharmentha Read, Özlem Kucuk

Drukkerij JMW printing

Redactieadres Raghenoplein 21, 2800 Mechelen

Aan dit nummer werkten mee Open Mind (Celine Boelens), Mind Mates (Samira Akhtar, Kaatje Vandenvelde), Te Gek!? en een speciale bedanking aan Maarten, Hande, Olivia, Elvan, Yasmina, Nica en Cynthia voor hun moedige getuigenissen

17 5


“Vijf maanden heb ik moeten wachten op de juiste hulp” 6


MIJN VERHA AL

Eindelijk kreeg Maarten de juiste antwoorden “Het ergste wat mensen kunnen doen met een psychisch probleem is denken dat ze het zelf kunnen oplossen” Twee jaar geleden kreeg Maarten (23), student geneeskunde, de diagnose antisociale persoonlijkheidsstoornis. Een diagnose waar hij het totaal niet mee eens was. Maar waar had hij dan wel last van? Er volgde een opname en een lange zoektocht naar een psychiater die hem wilde behandelen. “In het begin van mijn derde jaar aan de universiteit begon ik last te krijgen van stemmingswisselingen. Daarbij kon ik van het een op het andere moment gewoon wegzakken. Ik had geen zin meer om iets te doen en kon me ook niet concentreren. Zowel studeren als gewoon een film bekijken, was al moeilijk om vol te houden. Ik heb lang geworsteld met die stemmingswisselingen, zonder er hulp voor te zoeken of te aanvaarden. Het werd zelfs zo erg, dat een jaar later, een depressie bij mij werd vastgesteld.” Die depressie zorgde er voor dat Maarten in 2014 werd opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis. De bedoeling van zijn opname was om tot rust te komen. “Rust was juist niet wat ik nodig had. Tijdens mijn opname

gebeurde er weinig en dat was zeer frustrerend. Het zorgde er juist voor dat ik begon te piekeren en me slecht voelde.” In het psychiatrisch ziekenhuis is lang gezocht naar een diagnose. Uiteindelijk werd de diagnose antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASPS) vastgesteld. Kenmerkend voor iemand met ASPS is agressief en onverantwoordelijk gedrag en gebrek aan empathie. “Ik heb het daar heel moeilijk mee gehad. Enerzijds omdat ik vond dat het niet klopte en anderzijds omdat het heel moeilijk was om een psychiater te vinden die mij daarvoor wilde behandelen. Geen enkele psychiater staat te springen om iemand te behandelen met ASPS. Er bestaat geen medicatie, er is geen vast behandelplan en er is weinig hoop genezing.” Maartens opname liep ten einde in april, maar pas eind augustus vond hij een psychiater aan de KU Leuven, die hem wilde behandelen. Het was die psychiater die de diagnose antisociale persoonlijkheidsstoornis compleet heeft genegeerd en opnieuw is gaan zoeken naar een oplossing.

“Ondanks dat ik vijf maanden heb moeten wachten op de juiste hulp, was ik erg gelukkig dat er eindelijk een psychiater was die mij op weg wilde helpen. Aan het begin van dit schooljaar ontdekte hij dat de diagnose antisociale persoonlijkheidsstoornis niet klopte en bleek het dat ik ADHD had. Dat is een diagnose waar ik wel mee kan leven.” Vaak wordt ADHD bij jongere kinderen vastgesteld. Bij maarten gebeurde dat op zijn 22ste. “Vroeger had ik nooit last van de symptomen die worden toegekend aan ADHD. Op de basisschool was ik wel het kind dat moeilijk stil kon zitten tijdens de les. Ik was druk en impulsief, maar dat had geen negatief effect op mijn schoolresultaten. Ook mijn omgeving ervoer het niet als een probleem. Dat is dus ook de reden waarom ik nooit ben getest op ADHD. Pas tijdens mijn studententijd kwamen bepaalde dingen boven water. De symptomen die ik tijdens de basisschool niet als storend ervaarde, begonnen mij te hinderen in mijn dagelijks leven. ”

7


MIJN VERHA AL

“Ik ga al die problemen in de psychiatrie oplossen.”

Toen Maarten in 2015 de bevestiging kreeg dat hij niet leed aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis, was dat een opluchting. Ondanks dat hij zich wel kon vinden in de nieuwe diagnose, ADHD, wilde hij toch zekerheid. “Ik ben heel lang behandeld geweest zonder een diagnose te hebben gekregen. Ik ben van mening dat dat ook niet per se nodig is. Zolang er maar wordt gezocht naar oplossingen voor de problemen die je dagelijks ervaart. Om er zeker van te zijn dat ik ADHD had, heb ik me laten testen. Uit die test bleek dat de diagnose van de psychiater klopte. Mijn behandeling is nu specifiek gericht op mijn stoornis en ik merk dat het heel goed werkt.” Ondanks de misdiagnose en de lange zoektocht naar de juiste hulp, heeft Maarten nu wel een duidelijk doel voor ogen. “Tijdens mijn opname vond ik dat er heel veel misliep in de psychiatrie. Veel patiënten waren ontevreden over het systeem, de wachtlijsten en de communicatie. Maar de psychiater die mij heeft behandeld, heeft mij ook de mooie kanten van het beroep laten zien. Na mijn succesvolle behandeling dacht ik, dit moet ik ook doen. Ik word psychiater en ik ga al die problemen in de psychiatrie oplossen.” Na zijn ervaring heeft Maarten ook advies voor jongeren die kampen met mentale problemen. “Het ergste wat mensen kunnen doen met een psychisch probleem is denken dat ze het zelf kunnen oplossen, of er zelf mee blijven rondlopen in de hoop dat het voorbij gaat. Het is echt wel essentieel om erover te praten en naar anderen mensen te stappen. In de eerste instantie kunnen dat vrienden en familie zijn. Als het dan echt niet lukt, of het wordt echt te zwaar, dan kan je altijd nog

8

de stap zetten naar professionele hulpverlening. Maar het is heel belangrijk om er niet te lang mee te wachten. Hoe langer het duurt, hoe moeilijker het wordt.”

Heb je nog vragen of zit je zelf met iets? Surf dan naar: www.sad.be/tegek

Tekst/Foto: Sharmentha Read


HULP GEZOCHT?

“ Zit je m et i et s o f voe l j e j e eve n sl e c h t , d a n zijn wij er vo o r j o u . W ij bie d e n e e n l u iste re nd oor.” Nieuw project Mind Mates van KU Leuven biedt hulp aan kwetsbare studenten Sinds kort bestaat er Mind Mates, een nieuw vangnet voor studenten van de KU Leuven. Dit project werkt als een buddysysteem, waarbij studenten elkaar een luisterend oor bieden. De KU Leuven heeft dit project opgericht om vooral hulp te bieden aan de kwetsbare studenten die door de netten van het hoger onderwijs vallen. Samira Akhtar, die het project nu leidt, kan hierover meespreken Kan iedereen een buddy worden? “Mind Mates is toegankelijk voor alle studenten. Ook studenten die in het verleden zelf problemen hadden en waarmee het nu goed gaat. Als zij dan na geruime tijd zichzelf willen engageren om buddy te worden, dan kan dat. De studenten die zich opgeven als vrijwilliger voor Mind Mates, zijn studenten die zich echt willen engageren voor anderen. Zij organiseren en bepalen zelf de activiteiten van ons project. Onze vrijwilligers zijn ook belangrijk voor het doorgeven van onze boodschap: zit je met iets of voel je je even slecht, dan zijn wij er voor jou. Wij bieden een luisterend oor.” Hoe is het idee voor Mind Mates precies ontstaan? “Mind Mates is ontstaan vanuit een aantal bevindingen en vaststellingen die wij hebben gedaan. Uit internationale studies blijkt dat jongeren tussen de 18-24 jaar, in een kwetsbare positie verkeren. Zij staan voor heel wat veranderingen. Er komen nieuwe dingen op hun pad, ze verlaten het vertrouwde nest en moeten eigenlijk in het onbekende hun weg zien te vinden. Het is dan, dat bepaalde psychische en sociale problemen zich kunnen ontwikkelen binnen deze groep. Dat laten onderzoekscijfers ons ook zien.”

We zien ook, dat wanneer er zich problemen voordoen, die groep niet actief op zoek gaat naar hulp. Vanuit die vaststelling zijn we op zoek gegaan naar wat wij kunnen doen. Ten eerste kunnen we preventief het algemeen welzijn van studenten verbeteren, ten tweede de risicofactoren voor problemen verminderen en als laatste de beschermende factoren juist verhogen bij hen. Een van die beschermende factoren is een sociaal netwerk uitbouwen en daar draait Mind Mates juist om; verbinding maken met anderen en zoeken naar sociale steun bij elkaar.”

9


HULP GEZOCHT?

“We moeten ons verder inzetten om nog meer studenten te bereiken met ons project”

Denk je dat Mind Mates misschien kan helpen in het doorbreken van het taboe rond mentale gezondheid onder jongeren? “Er heerst een groot taboe rondom het hebben van een mentaal probleem bij jongeren. Ik merk dit vooral op tijdens de eerste gesprekken met studenten die hier hulp komen zoeken. Zij geven aan dat er nog veel schuld en schaamte heerst om hun verhaal te delen. Zelfs bij studenten die niet noodzakelijk een psychisch probleem hebben. Het werken met dat taboe is moeilijk voor ons. Ik denk dat het vooral belangrijk is om studenten te helpen die met hun vragen naar ons komen en om initiatieven aan te bieden zoals Mind Mates om het taboe te doorbreken.”

Tekst/Foto: Lars Dierckx

Meer info? Surf dan naar: www.mindmates.be/nl

10


Zelfs in de moeilijker perioden in ons leven kunnen we ervoor kiezen om dankbaar te zijn en op die manier ontdekken dat je de prachtigste schatten kunt vinden in de vreselijkste situaties

HAILEY BARTHOLOMEW

11


HULP GEZOCHT?

Zelfverwonding komt vaker voor bij meiden 16,8 % van de jongeren uit het laatste graad van de secundaire onderwijs, heeft in 2014 één of meerdere keren zich opzettelijk beschadigd. Dat blijkt uit het onderzoek van de Universiteit Gent. Het onderzoek werd uitgevoerd door Prof. Benedicte Deforche en Dr. Anne Hublet. 4,2 % van de jongens heeft zich tenminste één keer opzettelijk verwondt, tegenover 9,8 % van de meisjes. Uit het onderzoek blijkt ook dat 13,7 % van de meiden zichzelf twee of meerdere keren hebben verwondt. Bij de jongens was dit 6,3%. “Meisjes gaan meestal hun problemen internaliseren, meer op zichzelf richten. Jongens brengen dat meer naar buiten en reageren het af op anderen’’, vertelt Nadine Callens in haar boek zelfverwonding bij jongeren. Callens is maatschappelijk assistent en verbonden aan het Vrij Centrum voor Leerlingbegeleiding. Tekst: Özlem Kucuk

Foto: CC Chris Stephenson

12


GETUIGENISSEN

GETUIGENIS

“Als ik me snij, lucht het op� Elvan verwondt zichzelf

Het doet pijn. Toch voelt het aangenaam. Terwijl ik naar mezelf in de spiegel kijk, snij ik in mijn arm en roep Ik verdien dit. Op dat moment voel ik de negatieve gevoelens mijn lichaam verlaten. De spanning, de woede, de stress en de onmacht. Elke keer wanneer ik boos of verdrietig ben, doe ik dit mezelf aan. Het is een manier om mijn emoties te kunnen uiten zonder dat iemand anders er bij betrokken is. Het geeft me een gevoel van zelfcontrole en dat lucht op. Ik voel me verlost van al mijn frustraties. Niemand is zich bewust van wat er in me omgaat. Ik voel me onzeker en ik vind mezelf niet mooi. Het voelt soms als een straf om op deze wereld te zijn. Mijn ouders zijn veeleisend en ze zijn nooit tevreden. Wat ik ook doe, het is nooit goed. Het kan altijd veel beter. Dat zorgt voor veel conflicten. Ik kan het ook niet vinden met mijn oudere broer, die mij vaak vernedert, uitscheldt en fysiek aanvalt. Ik voel me een mislukkeling. Iemand die niets kan, niets waard is, een persoon waar niemand om geeft.

Het duurt even voordat de wonden zijn genezen en daarom probeer ik de littekens te verbergen door truitjes met lange mouwen aan te trekken Niemand heeft mijn littekens ooit opgemerkt, althans niemand heeft me er op aangesproken. Ik heb er wel eens over nagedacht om me op andere plekken te snijden, zodat het makkelijker is om de littekens te verbergen. Mijn been bijvoorbeeld, maar ik durf het niet. Drie maanden geleden sneed ik mezelf voor het laatst. Ik wil mezelf ook niet meer pijn doen. Ik probeer er zo min mogelijk aan te denken. Ik wil geen hulp van een psycholoog, omdat ik denk dat het niet zal helpen. Ik schaam me. Laatst had ik wel een gesprek met een vriend. Ik heb alles aan hem opgebiecht. Na dat gesprek voelde ik de spanning afnemen. Ik ga vanaf nu, als ik de drang heb om mezelf te snijden, proberen om er over te praten met iemand die ik vertrouw. Ik ben me ervan bewust dat wat ik doe niet normaal is, maar op het moment dat ik het doe, denk ik niet logisch na.

13


GETUIGENISSEN

Tips die je kunt volgen als het even tegenzit‌ 1.Luisteren naar muziek

4.Schrijf op.

Speel je favoriete nummer en zing mee. Muziek kan rustgevend zijn.

Schrijf je zorgen op of maak een geluidsopname met je gsm of laptop. Vraag eens aan anderen wat ze goed of leuk aan je vinden. Maak er een lijstje van en bewaar het. Elke keer wanneer je je niet goed voelt, lees jezelf het lijstje voor.

2.Afreageren Zoek een plaats waar je je comfortabel voelt en alleen bent. Doe je mond open en SCHREEUW zo hard als je kan. Als je niet alleen thuis bent, ga naar je kamer en steek je hoofd in je kussen en schreeuw. Misschien raak je je stem kwijt, maar je zult je in elk geval al beter voelen. Als je bang bent de hele buurt te alarmeren met je geschreeuw, boks dan maar hard op je kussen. Dat lucht ook op.

5.Praat over je zorgen Dat kan een leerkracht zijn, je ouders, een van je vrienden of je huisdier. Huisdieren zijn goede luisteraars. Ze vallen je niet in de rede, stellen geen vervelende vragen en spreken je ook nooit tegen.

3.Sporten.

6.Organiseer

Spring op je fiets, ga zwemmen of maak een wandeling door het park. Wees actief. Het helpt je geest te verlichten en spanning te verminderen.

Organiseer je leven en je studie. Probeer uitstellen te vermijden, dat kan zorgen voor meer stress. Als je het moeilijk vindt om te organiseren, vraag dan hulp aan iemand die je kan helpen

Je kunt ook hier terecht: -Informeer op school naar een studentenbegeleider. -Ga zelf opzoek naar een psycholoog en vertel je verhaal. -JAC is een advies centrum voor jongeren. Je kan hier terecht voor allerlei vragen en zij kunnen je verder helpen. Je kan langs gaan maar je kan ook bellen, mailen of chatten. Kijk voor meer informatie op de site www.jac.be -Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) site: www.onderwijs.vlaanderen.be/ node/1795 -Centrum voor algemene welzijnswerk (CAW) site: www.caw.be/ of bel 078 150 300 -Via Stichting Zelfbeschadiging in Nederland kan je aan zelfhulpboeken komen. site: www.zelfbeschadiging.n Zou je liever anoniem willen spreken of chatten met iemand? Dat kan ook. Tele-onthaal is een telefoondienst voor mensen die hun hart willen opluchten of vragen willen stellen. Je kunt ze 24 uur per dag bereiken via het telefoonnummer 106. Gratis en anoniem. Chatten kan je via de site www. tele-onthaal.be

Tekst: Ă–zlem Kucuk

14


GETUIGENISSEN

GETUIGENIS

“Ik vond het erg dat mijn ouders moesten opdraaien voor de kosten” Faalangst maakte Olivia uiteindelijk depressief

Zes jaar geleden raakte Olivia (26) niet meer uit bed. Een depressie? Ze wist het zelf niet te benoemen. Van een jonge studente die op school in alles perfect probeerde te zijn was weinig meer zichtbaar. Toen haar ouders in de gaten hadden dat er iets mis was schakelden ze direct hulp in. Wat volgde was een jaar lang intensieve psychologische begeleiding “In 2007 begon ik aan de opleiding Taal en Letterkunde aan de universiteit van Antwerpen. Het was de studie van mijn dromen, maar helaas verliep het niet zoals gepland. Na het eerste jaar moest ik veel vakken meenemen naar het tweede jaar. Dat jaar liep ook niet goed af. Mij werd geadviseerd om te stoppen, omdat ik anders mijn studiekrediet zou kwijtspelen. Probeer anders Toegepaste Taalkunde op de hogeschool werd mij verteld. Dat wilde ik eigenlijk niet, maar met tegenzin ben ik in 2009 dan toch aan die studie begonnen. Ik heb dat bijna twee jaar volgehouden, totdat ik het niet meer kon. Ik had gewoon geen motivatie meer, maar ik durfde er niet over te praten met mijn ouders. Dus ik hield de schijn op door elke ochtend naar ‘school’ te vertrekken. Op den duur had ik daar zelfs geen energie meer voor. Afspreken met vrienden werd me ook te veel.”

“Ik voelde me als een plant”

“In het najaar van 2011 had ik het volledig opgegeven. Ik wilde niet meer ‘net alsof’ doen. Ik was moe en ik kon niet meer functioneren. Ik voelde me als een plant. Toen mijn ouders zagen dat ik niet meer uit bed kwam, moest ik alles wel opbiechten. Ze hadden dit niet zien aankomen en ze hebben direct hulp gezocht. Ik ben vrij direct met psychologische begeleiding gestart. Een jaar lang heb ik wekelijks intensieve begeleiding gehad. Na dat jaar werd het langzaam afgebouwd en ging ik om de twee of drie weken langs voor een gesprek.” Ik had gehoopt om verder te kunnen studeren aan de universiteit, maar op één of andere manier kon ik niet aan de verwachtingen voldoen. Zodra de examens naderde, begon ik me heel erg druk te maken. Zo druk dat ik er letterlijk ziek van werd. Ik at niet en ik kon niet slapen. Niemand had dat in de gaten en ik had ook niet door dat het niet normaal was om me zo te voelen. Later kwam ik er achter dat ik aan faalangst lijd. Wat ik heb opgemerkt is dat mensen snel geneigd zijn om te zeggen dat je gewoon moet verder gaan. Of opmerkingen maken als: ‘stel je niet zo aan’ of ‘maak je niet zo druk’. Maar mensen beseffen niet dat zulke opmerkingen juist averechts werken.

15


GETUIGENISSEN

“Zo druk dat ik er letterlijk ziek van werd”

Wat ik heb opgemerkt is dat mensen snel geneigd zijn om te zeggen dat je gewoon moet verder gaan. Of opmerkingen maken als: ‘stel je niet zo aan’ of ‘maak je niet zo druk’. Maar mensen beseffen niet dat zulke opmerkingen juist averechts werken. Ze begrijpen je gewoon niet. Ik raakte zelfs nog dieper in de put. Je krijgt het idee dat je zwak bent. Als je je al slecht voelt, dan kom je niet meer vooruit. Ik zag niks meer, geen toekomst. Ik wist gewoon niet wat ik moest doen. Toen een vriendin van mij vertelde dat ze een depressie had gehad, was ik verbaasd. Ik had het nooit verwacht, maar het was wel fijn dat er eindelijk iemand was die mijn situatie wel begreep. Tijdens mijn behandeling heb ik geen medicatie gehad. Mijn vriendin daarentegen wel. Ik denk dat ik erg geluk heb gehad met mijn hulpverlener. Ze heeft goed naar mij geluisterd en niet direct pillen voorgeschreven. Wat ook een rol heeft gespeeld is dat mijn begeleider haarzelf herkende in mijn verhaal. Die connectie tussen deskundige en patiënt is wel belangrijk. Toen het weer beter met mij ging heeft mijn begeleider het proces wel opgevolgd. Ze belde of stuurde een berichtje om te zien hoe het met mij ging. Die opvolging is fijn, maar ik weet niet of dit de standaardprocedure is. Ik had zelf het idee dat dit meer vanuit haarzelf kwam. Per sessie betaalden mijn ouders 50 euro. De hulp was noodzakelijk, toch voelde ik me schuldig tegenover mijn ouders. Niet alleen omdat ik had gefaald, maar ik vond het erg dat mijn ouders moesten opdraaien voor de kosten. Een jaar lang elke week 50 euro, dat is veel geld. Daarvan werd ook niks vergoed door de zorgverzekeraar.

Als je psychisch iets hebt, dan mag je dat niet onderschatten. Helaas doet de regering nog te weinig. Mensen worden niet gestimuleerd noch gemotiveerd. Verandering kun je niet in je eentje doorvoeren. De overheid heeft de tools om hier iets aan te doen. De Rode Neuzen Dag is al een goed initiatief, maar het is niet voldoende. In elke bevolkingslaag is er sprake van mentale problemen. Er moeten meer acties worden gehouden om geld in te zamelen en er moet meer media-aandacht naar deze problematiek. Er wordt te weinig over gesproken. Nu, met de rechtse regering gaat er meer geld naar terrorismebestrijding. Ik zeg niet dat er geen hulp is voor mensen zoals ik. Er is gratis hulp, maar het is gewoon vol. Je komt op een wachtlijst te staan en dat is jammer. Met mij gaat het nu veel beter. Na mijn mislukte studie Toegepaste Taalkunde heb ik vorig jaar succesvol mijn opleiding journalistiek afgerond. Nu studeer ik weer aan de universiteit. Ik weet niet of ik de rest van mijn leven zonder hulp kan, ik hoop van wel, maar ik heb nu wel geleerd om hulp te aanvaarden. Als het nu even tegenzit dan maak een afspraak met één van de studiebegeleiders op de universiteit. Ik ben altijd heel goed geweest in zelfsabotage. Als iemand met een positief argument komt, dan probeer ik dat argument negatief om te draaien. Ik maak het mezelf juist moeilijker. Ik ben niet zo goed in het vragen van hulp, dat ik het nu wel heb gedaan, is een grote stap.

Tekst: Sharmentha Read

16


GETUIGENISSEN

GETUIGENIS

“Ik wist niet wat me overkwam”

Cynthia herstelt al voor een tweede keer van een psychose Meer dan 1 op de 100 mensen kreeg in het verleden een psychose. Eén van hen is Cynthia (26). Zij kreeg twee jaar geleden overkwam het haar voor het eerst. Na een lang herstelproces, leek het de goede kant op te gaan. Tot dat ze, twee maanden geleden, opnieuw een psychose kreeg. “Twee maanden geleden bekroop mij een vreemd gevoel. Ik was me er vrij snel van bewust, dat er iets niet klopte. Ik sliep weinig en had ook last van hoofdpijn. Er lag precies een druk op mijn hoofd.” Voordat haar tweede psychose doorkwam, volgde Cynthia een cursus ervaringsdeskundigheid. Die gaf haar de mogelijkheid om haar problematiek beter te begrijpen. Het was tijdens de cursus dat ze zelf de alarmbel luidde. Ze sprak de cursusleider aan en vertelde hem wat er in haar omging. “Hij waarschuwde me. Ik moest echt gaan oppassen. Maar kort na dat gesprek was het kwaad al geschied. De psychose was vooral een gevolg van een groot slaaptekort. Mensen onderschatten vaak hoe belangrijk slaap is. Iedereen kan een psychose krijgen.” Twee jaar geleden kreeg de geboren en getogen Rotterdammer haar eerste psychose.

“Het was alsof de hele wereld op me afkwam” “Ik wist niet wat me overkwam” Cynthia beschrijft haar psychose zoals een kortsluiting in een computer. Plots viel het licht uit en kwam er een volledige crash. “Ik kreeg last van waanideeën. Ik dacht bijvoorbeeld dat mensen van plan waren om bij mij in te inbreken. Een keer verloor ik de geheugenkaart van mijn gsm en dacht ik dat al mijn persoonlijke gegevens daarna op het internet stonden.” Mensen die een psychose krijgen, verliezen hun grip op de realiteit. Ze ervaren emoties, gevoelens en waarnemingen die niet stroken met de werkelijkheid. Alle gevoelens komen harder binnen.

17


GETUIGENISSEN

Zo’n psychose kan dagen, weken of zelfs maanden duren. Nadat Cynthia haar eerste psychotische aanval kreeg, werd ze opgenomen in een psychiatrische kliniek. Daar verbleef ze drie maanden, waarna haar herstelproces begon. Het verblijf in de kliniek was ook confronterend voor haar, aangezien ze opeens moest samenleven met mensen die zware psychotische problemen hadden. “Sommige mensen die daar zitten, zijn daar al heel lang. Ik ondervond al snel dat er een hiërarchie heerste binnen de kliniek. Er was jaloezie onder de patiënten, omdat bepaalde mensen meer privileges kregen dan anderen. Zo mocht ik bijvoorbeeld bezoek ontvangen, terwijl anderen dat niet kregen. Ik had het moeilijk om er mensen te vertrouwen. Ik had het gevoel dat ik ook daar een buitenstaander was, omdat ik daarvoor nooit in aanraking was geweest met deze problematiek. Ik heb nu wel veel respect voor mensen die in de psychiatrische zorg werken. Dat werk is zeer moeilijk.” Na een herstelproces van negen maanden, leek Cynthia weer grip op het leven te hebben. Maar wanneer iemand een psychose heeft gehad, is de kans ook groot dat ze een terugval krijgen. Dat was ook het geval bij haar. De intensiteit vergeleken met haar eerste psychose was heel anders. Dit keer zag ze het ook echt aankomen. “Ik denk dat als ik die eerste psychose nooit had gekregen, dat ik nooit zo snel hulp was gaan zoeken voor mijn tweede aanval. Volgens de dokters had ik

18

de tweede keer last van een psychotische manische stoornis. Ik was zeer agressief en ik was boos op bepaalde dingen die waren gebeurd in mijn leven. Ik had mijn emoties niet meer onder controle.” Sinds haar twee psychoses voelt Cynthia dat haar omgeving anders met haar omgaat. “Je krijgt een stempel op je hoofd gedrukt. Mensen nemen verschillende rollen aan in hun leven, of je nu broer, vriend of moeder bent. Maar eens je dus een aandoening krijgt, verlies je die rol. Anderen zien je als zwak, terwijl ik juist denk dat je door zo een ervaring, er juist sterker uit komt.” Momenteel volgt Cynthia ook een hersteltraining. Daar heeft ze ondertussen al lotgenoten gevonden, die net als haar hun leven proberen te herpakken. “Nu zijn we bezig aan een module over alcohol- en drugsmisbruik. Je leert hoe je daarmee om kan gaan wanneer je ook medicatie inneemt. Je mag namelijk geen alcohol drinken als je ook medicijnen gebruikt. De training dient ook om ook om na te gaan of je zelf niet verslaafd bent en wat het gevolg is als je iets overmatig gebruikt. Zo zijn er weinig mensen die weten dat je van cannabis ook een psychose kan krijgen.” Cynthia moet nu ook meer gaan sporten en letten op haar voeding. Zo moet ze voldoende water drinken om de neveneffecten van haar medicatie tegen te gaan. Er zijn plannen voor de toekomst, maar deze moeten nog even op zich laten wachten


GETUIGENISSEN

“Alles gaat langzamer”

“Door de medicatie geraak ik snel moe. Je bent vaak te suf om veel te kunnen doen op een dag. Ik wil dingen kunnen doen zoals bijvoorbeeld vrijwilligerswerk maar dat gaat nog niet. Alles gaat langzamer. Toch vind ik het vervelend dat iedereen zijn leven doorgaat terwijl dat mijn leven momenteel nu stil blijft staan. Maar misschien binnen een paar maanden lukt het me wel om meer dingen te kunnen doen.” Buiten de medicatie en de hersteltraining, komt er nu om de week ook een hulpverlener bij haar langs om samen met haar een planning te maken voor de week. “Die thuiszorg werkt wel. Het is fijn dat er iemand is die regelmatig bij je lang komt waarmee je kan praten. Ze helpen je ook om toch elke dag iets te ondernemen. Ik leg mezelf nu kleine doelen op zoals bijvoorbeeld dat ik elke dag om 10 uur opsta. Het begint met zulke kleine stappen. En als ik dan een taak kan volbrengen, dan krijg ik daar ook voldoening uit. Voor mij is dat al een grote overwinning.” Tekst/Foto: Lars Dierckx

19


OPINIE

Geluk in een kleine pil Gisteren stond ik op met barstende hoofdpijn. Mijn reflex is dan om snel een pilletje in te nemen. Tot mijn verbazing was mijn aspirine op. Al een beetje neerslachtig, trok ik snel naar de plaatselijke apotheker voor mijn verse dosis aspirine. Eens bij mijn apotheker bleek er een lange wachtrij te staan vol met arme oude mensjes met rugklachten, spierpijn en zelfs een oude man die met enige fierheid aankondigde dat hij last had van zijn prostaat. Terwijl ik probeerde oogcontact te vermijden met hen, keek rond in de apotheek. Het viel me op hoe er de laatste tijd een pil voor elke mogelijke aandoening bestaat. Dan is mijn hoofdpijn nog maar een “kleine aandoening.’’ De farmacie is ook steeds meer een business geworden. Het is cool geworden om medicatie in te nemen. We praten ook gewoon veel meer over welke soort medicijnen we innemen. We kennen allemaal wel iemand die een medicijn dagelijks moet innemen. Ik vind dat dokters ook al te vaak de neiging hebben om te snel medicatie voor te schrijven. Aan de ene kant, snap ik dat wel omdat dokters het vaak enorm druk hebben en niet elke patiënt het nodige en uitgebreide onderzoek kunnen geven. Maar aan de andere kant heb je daar de persoon nog niet mee geholpen. De pijn gaat weg dankzij de medicatie maar daarmee heb je nog niet de oorzaak van die pijn aangepakt.

Niet zo lang geleden las ik nog in de krant dat meer dan 1 miljoen Belgen aan de antidepressiva zitten. Dat is enorm verontrustend. Ik vraag me af hoeveel van die Belgen daadwerkelijk ook depressief zijn? Het is nu eenmaal een feit dat we steeds meer ons soelaas zoeken in een pil. We grijpen steeds vaker naar medicatie of verdovende middelen als we ons minder voelen. Het beangstigde aan dit alles is dat we het allemaal maar normaal vinden We staan ook te weinig stil bij de gevolgen van medicatie: hoeveel hebben er geen neveneffecten? Momenteel zijn de drie grootste sterfteoorzaken: ziekte, hartfalen en medicijngebruik. Ik hoor vaak dat mensen preventief antibiotica gaan inpakken omdat ze op reis gaan. Maar het is bewezen dat je lichaam zich kan aanpassen aan bepaalde medicatie en er tolerantie tegen kan opbouwen. Toen ik gisteren weer terug kwam van mijn expeditie naar apotheek, twijfelde ik even of ik wel de aspirine zou innemen. Maar nog geen twee uur later nam ik de aspirine toch in en was mijn hoofdpijn weer verdwenen. Wij kunnen niet meer zonder medicatie leven aangezien de geneeskunde zo ontwikkeld is en we bijna niet anders kunnen dan die medicatie in te nemen omdat ze bestaat. Het zou dom zijn om als je hoofdpijn hebt en je hebt aspirine in huis om het dan niet in te nemen. Toch? Tekst/Foto: Lars Dierckx

20


21


HOOFDZ AKEN

Ook bored-out van burn-out? Vermoeidheid, stemmingswisselingen, hoofdpijn, we hebben er allemaal wel eens last van, maar bij sommigen gaat het niet meteen over. Steeds meer studenten krijgen te maken met een burn-out of zelfs een bore-out. Maar ze stellen hun vraag naar hulp uit. “Totdat de bom ontploft”, zegt therapeute Celine Boelens (28), die jongeren met een burn- of boreout behandelt. De laatste tijd zien we steeds meer gevallen van mensen met een burn-out. Het is inmiddels een bekend begrip geworden. Maar mensen kunnen niet alleen een burn-out krijgen, ze kunnen ook ten prooi vallen aan een bore-out.

meer gedreven zijn en hun passie verliezen. Sommigen worden zelfs schoolmoe. Echt concrete cijfers van het aantal studenten die aan een burn- of bore-out lijden zijn er niet. De voornaamste reden is dat er nog weinig onderzoek is gedaan bij jongeren. Er bestaat nog een misvatting dat deze problematiek enkel voorkomt bij werknemers die meestal ouder zijn dan 25 jaar.

Er was vroeger zeer weinig kennis over burn-out. Na lang ermee te hebben rondgelopen, namen Celines ouders contact op met een

“Ik had het gevoel dat ik op mijn honger bleef zitten”

Wat is dan juist het verschil? “De symptomen verschillen niet veel van elkaar, maar de aanleiding om ze te krijgen is anders”, zegt Boelens. Je krijgt het niet zomaar, het is een proces. Bij een burn-out doen mensen meer dan wat ze aankunnen. Ze raken uiteindelijk helemaal opgebrand.”

Twee Nederlandse journalisten, Annemieke Ruggenberg en Lotte Stegeman, schreven het boek “Stop met Stressen”, een handleiding voor jongeren die kampen met een burn-out. Voor hun boek deden ze onderzoek bij 2.000 Nederlandse jongeren. Daaruit bleek dat een derde van de jongeren elke dag stress heeft door hun studie. 26 procent heeft in het verleden al symptomen van een burn-out gehad en 46 procent bleef al eens thuis van school, omdat ze zich moe of opgebrand voelden.

Bore-out is een ander verhaal. Hierbij kunnen of mogen mensen hun eigen kwaliteiten niet gebruiken, wat leidt tot verveling. Zo komt het voor dat jongeren met een bore-out hun kwaliteiten onderdrukken om erbij te kunnen horen. Dat leidt ertoe dat zij zich niet ontplooien, niet

Een vangnet Er zijn behandelingen voor burnen bore-out. Open Mind, een gezondheidscentrum in Gent, waar Celine Boelens werkzaam is, biedt zulke behandelingen aan. Celine is een therapeute die vooral jongeren behandelt. Ook zij heeft in het verleden met een

22

burn-out gekampt. Ze kreeg haar eerste burn-out toen ze veertien jaar was. Op dat moment bestond er nog geen vangnet voor deze problematiek. “Het is pas toen ik 23 was, dat ik echt begreep wat het was en wat dat betekende voor mezelf.”

therapeut. “Ik had het gevoel dat ik daar op mijn honger bleef zitten.” Omdat dat vangnet vroeger niet beschikbaar was, probeert Celine dat via haar werk nu zelf te creëren. Maar familie en vrienden staan niet altijd open om hulp te bieden. “Ze zeggen dan dat hun kind gewoon anders is en dat ze daar niets aan kunnen veranderen.” Ouders hebben vaak het idee dat het hun schuld is, dat hun kind een probleem heeft. Als jongeren dan geen vangnet kunnen vinden in de directe omgeving, dan gaat Celine met hen op zoek naar een alternatief. Comfortzone Om de oorzaken van een burnout en bore-out te begrijpen, moet je kijken naar het brein en het lichaam. Ons brein ontvangt prikkels uit de omgeving. Dat kan


HOOFDZAKEN

licht, geluid en geur zijn, maar dat kunnen ook situaties zijn waarmee je geconfronteerd wordt. Bijvoorbeeld iemand die tegen je roept of iemand die je iets vraagt. Iedereen ervaart een prikkel anders. Als je in een situatie terecht komt die niet in je comfortzone ligt, kan het zijn dat je lichte stress of spanning voelt. Hierbij krijg je te maken met positieve stress. Deze stress zal opkomen maar eens je voorbij een lastige situatie bent, dan valt die weg. Wanneer de stress blijft aanslepen, dan spreken we van negatieve stress. De stress wordt dan chronisch voor de persoon. Mensen zullen bepaalde situaties proberen te ontlopen om zo die stress niet meer te voelen. Het probleem wordt erger wanneer ze niet meteen op zoek gaan naar hulp. Door verder te gaan, groeit het stressgehalte steeds verder. Er groeit als het ware een bom in je lichaam. En wanneer die bom dan eindelijk ontploft, ben je volledig uitgeput. De sleutel tot succes In onze maatschappij ligt de druk om te presteren zeer hoog. We stellen te hoge eisen aan onszelf en aan anderen. We hebben ook allemaal onze eigen basisbehoeften en-noden. Basisbehoeften zijn eten, drinken en slaap. In ons dagelijkse leven proberen we die drie dingen te alle tijde te volbrengen, maar dat lukt ook niet altijd. Ook noden zijn belangrijk. Zo hebben sommige mensen meer nood aan affectie dan anderen. Als die nood niet wordt beantwoordt, dan loopt het vaak mis.

“De mens is een kuddedier” Een therapeute zoals Celine, zal dan samen met de jongere kijken, hoe die nood dan toch ingevuld kan worden. Er worden ook tips meegegeven aan de omgeving, hoe ze het beste aan de noden van de jongere kunnen beantwoorden. Het helpt bijvoorbeeld ook niet om alleen complimenten te geven aan iemand die zich down voelt. Je moet ook concrete acties ondernemen om het probleem aan te pakken.

Het probleem ligt ook vooral in onze maatschappij. Vanaf de geboorte wordt ons een maatstaf opgelegd. We zoeken allemaal naar de sleutel tot succes: hoe kunnen we “de beste” worden? Maar niet iedereen kan de beste, de slimste of de snelste zijn. Bijvoorbeeld op universiteiten en hogescholen krijgen alle studenten hetzelfde lessenpakket en dezelfde examens. Maar de capaciteiten verschillen per student. De ene zal iets meer tijd nodig hebben om de materie te leren, terwijl de andere er meteen mee weg is. Als het dan niet direct lukt, wordt de verantwoordelijkheid bij de jongere gelegd. We hebben allemaal ons eigen ritme, maar onze omgeving past zich daar niet op aan. Voor sommigen wordt de druk dan te groot. Men gaat dan meer doen dan wat hij kan. Volgens Celine hebben we allemaal dezelfde drang: “De mens is een kuddedier. We gaan bijna naast onze schoenen lopen om bij de kudde te horen.” Tekst/Foto: Lars Dierckx

23


DAGBOEK

Uit het dagboek van Yasmina

I

k wordt elke ochtend wakker met het gevoel dat ik weer een berg op moet beklimmen. Het gevoel van spierpijn als ik in de ochtend opsta.. brak.. zo voel ik me. Ik heb al jaren niet goed geslapen, oververmoeidheid zeggen ze. Rust? Dat ken ik ook niet. Mijn nek en schouders voelen zo hard als steen. Zo beklemd, als hoe ik kijk naar het leven. Mijn leven is momenteel niet kneedbaar. Net als een gedroogd beeld dat niet afgewerkt is. Ik ben teleurgesteld niet enkel tegenover mezelf maar ook tegen de mensheid. Elke dag zoek ik naar veilige hechtingen, want de huidige voelen niet goed. Ik ben mezelf kwijt. Mijn lichaam en geest zijn niet meer in balans. Ik ben hypersensitief en ongelofelijk empathisch. De emoties die ik voel zijn zo hevig, ik kan het niet aan. Ik probeer empathie te tonen tegenover anderen, maar dan raak ik de draad kwijt. Ik kan niet meer het verschil zien tussen mijn gevoelens of de gevoelens van de ander. De mechanisme van mijn hersenen zijn verstoord door de trauma die ik heb opgelopen. Ik zit continue in fight or flight mode.

24

Onmacht, Onmacht, Onmacht, Onmacht. Geen controle meer over mijn lichaam. Geen controle over mijn gedachten. Ik heb moeite om in drukke omgevingen te zijn. ik heb het gevoel geen kant op te kunnen, Ik krijg paniekaanvallen. De meeste mensen denken dat je enkel P.T.S.S (post-traumatisch stressstoornis) kan krijgen als je een oorlog hebt meegemaakt of bijna doodervaring hebt meegemaakt. Maar zij hebben het mis. Ik droom naar een leven, een leven die ik zou willen hebben. De laatste tijd betrap ik me er steeds vaker op. Mijn gedachten verdwalen af. Maar ik val telkens in de realiteit. Nog even en dan ben ik klaar met mijn studie lifecoaching. Dat is het enige positieve dat op dit moment in mijn leven gebeurt. Klinkt tegenstrijdig, want ik ben zelf een persoon die begeleiding nodig heeft. Ik probeer gewoonweg te begrijpen wat er allemaal in me omgaat en hoe ik me kan helpen. Het zorgt voor rust in mijn hoofd. En sinds kort ben ik ook begonnen met boksen. Ik had niet verwacht dat ik erdoor beter zou kunnen voelen. Al mijn frustraties probeer ik eruit te slaan. Hoe harder ik sla, hoe beter ik me voel. Arme boksbal denk ik soms.


CONFESSION

Het genezen van je ziel kost meer tijd dan het genezen van je lichaam Daar sta je dan, 21 lentes jong, je hebt je hele leven voor je. De wereld staat voor je open. Het enige waar je je druk om zou moeten maken op deze leeftijd is je studie, je vrienden en of je haar goed zit Maar mijn wereld was gesloten.Ik sloot me af voor mezelf en liet ook niemand binnen. Wat was er toch met me aan de hand? Alles werd me gewoon te veel. Ik had ruzie met mijn ouders, amper contact met mijn vrienden en ik kwam mijn bed niet uit. Naar school ging ik ook amper. Het ging niet de goede kant op, maar toch probeerde ik mezelf te overtuigen dat het gewoon een slechte dag was. Krankzinnig eigenlijk, denk ik nu. Die slechte dag, die duurde 8 maanden. Ik loog mezelf voor en waarom? Omdat ik gewoonweg niet depressief kon zijn. Ik kon het niet accepteren. Ik sprak er met niemand over. Achteraf merkte ik dat die houding juist tot meer ellende heeft geleid. Ik had juist behoefte aan een gesprek. Alles opkroppen werkt niet. Het is beter om je emoties te uiten, dan ze weg te stoppen.

Nu, ruim 2 jaar later, voel ik me veel beter. Vroeger zag ik de erkenning van mijn depressie als een zwakte, vandaag als een sterkte. Ik heb geleerd om met mijn gevoelens om te gaan en dingen te accepteren zoals ze zijn. Als ik tegen een probleem aanloop probeer ik me te focussen op mijn eigen handelswijze en niet op wat een ander doet. Het lukt niet altijd, maar ik probeer het. Zoals alles in het leven is dit ook een proces. Omstandigheden maken de mens. Depressief zijn is natuurlijk niet fijn. Maar als je het erkent en ermee leert omgaan, dan hoeft het geen belasting te zijn. Ik weet dat het veel energie en tijd kost om je mindset te veranderen. Het genezen van je ziel kost immers meer tijd dan het genezen van je lichaam. Maar ik ben ervan overtuigd dat een mens alles kan leren zolang je er voor open staat. Als ik iets van het leven heb geleerd is dat het volgende; de langste relatie in het leven, is de relatie die je hebt met jezelf. En die band probeer ik goed te houden.

Tekst/Foto: Ă–zlem Kucuk

25


HOOFDZAKEN

Waarom het wachten op hulp binnen de geestelijke gezondheidszorg een heikel punt blijft De wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg staan altijd op de politieke agenda. Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) trok in januari 20 miljoen uit om specifiek de zorg voor kinderen en jongeren te verbeteren. Toch kwam begin mei het alarmerende bericht dat 7000 jongeren momenteel wachten op hulp?

26

Een van die jongeren die momenteel ook wacht is Nica Jacobs. De 20-jarige kampt al sinds haar vijftiende met mentale problemen. Het begon met depressies, die werden veroorzaakt door haar angststoornis.

angst is zo groot dat ik die band zelf al begin te beschadigen, door mezelf af te zonderen, omdat ik denk dat mensen betere dingen te doen hebben dan met mij te praten. Terwijl het zich eigenlijk allemaal in mijn hoofd afspeelt.”

Sociale angststoornis “Door mijn sociale angststoornis ondervind ik vooral problemen in relaties. Vanaf het moment dat er een band ontstaat, dat kan een vriendschap zijn, heb ik de angst dat ik die band zal kwijtraken. Ik vrees dat ik iets stoms ga zeggen en daar iemand mee zal kwetsen. Mijn

In het verleden is Nica opgenomen geweest in een psychiatrisch ziekenhuis. De artsen waren er toen van overtuigd dat de problematiek die ze ervaarde vooral te maken had met externe factoren. Maar nu is het duidelijk dat het probleem zich intern bevindt.

“Ik moet leren om met mezelf om te gaan. Om vrede te hebben met wie ik en ben en me te berusten in mijn angststoornis. Daar heb ik hulp bij nodig.” Vorig jaar in november gaf ze dan ook aan dat ze nood had aan meer hulp. Ze is toen ook geholpen door haar psychiater. “In plaats van een maand tussen twee gesprekken zijn we overgegaan naar twee weken, maar dat heeft eigenlijk niet veel uitgehaald, dus volgde er wekelijks een gesprek. We zijn ook gaan zoeken naar waar dat ik kan worden opgenomen. Vanaf januari tot april sta ik op de wachtlijst


HOOFDZAKEN

voor een intakegesprek, dat is lang. Maar ik denk dat er mensen zijn die zelfs nog langer op een wachtlijst staan.” Dat klopt ook, maar is dat alleen te wijten aan de situatie binnen de geestelijke gezondheidszorg? Leslie Hodge, VRT-journaliste en psychologe geeft aan dat verschillende factoren een rol spelen. “De gezondheidsenquête van 2013 geeft aan dat Belgen gemiddeld 10 jaar wachten tussen de eerste problemen die ze ervaren en de tijd wanneer ze effectief durven stappen naar iemand van de geestelijke gezondheidszorg. Dat is veel te lang. Het proleem heeft zich dan al geworsteld in je leven. Het is dan veel minder evident om het op te lossen en om ermee aan te slag te gaan. Waarom wachten mensen zo lang? “Ten eerste weten ze niet goed waar ze terecht kunnen, ten tweede de kostprijs is nog altijd niet evident. Ten derde er ligt er soort van schaamte en stigma. Mensen hebben zoiets van, als ik stap naar iemand voor geestelijke hulpverlening, dat voelt als aan als falen. Ik heb iets niet goed gedaan, terwijl dat allemaal niet zo hoeft te zijn. Dus dat zijn zaken die maken dat mensen nog zo lang wachten om effectief de stap te durven zetten naar de geestelijke gezondheidszorg.

Als ze de stap dan wel hebben gezet, dan lopen ze tegen het probleem van de wachtlijsten. “Het zou niet moeten dat mensen twee tot drie maanden moeten wachten vooraleer ze hulp kunnen krijgen.” Om ervoor te zorgen dat jongeren toch sneller worden geholpen, zijn er vanuit verschillende organisaties initiatieven opgezet. Zo kwam Nica terecht bij de organisatie Te Gek!? Elk jaar houden ze een schoolcampagne om psychische problemen bespreekbaar te maken. Organisaties als Te Gek!? proberen laagdrempelig te zijn. Omdat er juist nog zo een taboe rust op mentale problematiek bij jongeren, is die laagdrempeligheid en flexibiliteit van groot belang. Verborgen Kopzorgen Leslie Hodge schreef ook het boek Verborgen Kopzorgen. Daarin komen tien bekende Vlamingen aan het woord die spreken over hun mentale problemen. Hodge merkte op dat jongeren opkijken tegen bekende personen. Ze spiegelen zichzelf aan hen. In het boek tonen die bekende Vlamingen hun kwetsbare kant. Het is een boodschap aan jongeren dat het niet erg is, als het even wat minder gaat. “Er gaan veel stemmen op dat de druk op jongeren

27


HOOFDZAKEN

tegenwoordig erg hoog ligt. Het is echt een prestatiemaatschappij geworden, het is een zeer individualistische maatschappij. Vroeger hadden mensen een heel netwerk waar ze op konden terugvallen. Nu ben je op jezelf aangewezen. Door sociale media en je gsm ben je de hele dag door bereikbaar. Op elk moment van de dag kun je skypen en met mensen in contact komen. Maar langs de andere kant wordt er nog zo weinig echt gecommuniceerd.” “Er wordt niet gesproken over de dingen die je dwars zitten. Dus ik denk dat er heel wat factoren zijn, die maken dat er heel wat druk op jongeren ligt. Die druk zorgt voor stress, waardoor ze mentale problemen kunnen ervaren.” Nica heeft door haar angststoornis, haar studie Toegepaste Psychologie moeten beëindigen. “Ik heb altijd iets met psychologie willen studeren. Je leert heel veel over jezelf en je leert een naam te plakken op alles wat je voelt. Ik weet hoe moeilijk het is om te spreken over de dingen die je dwars zitten, maar daar wil ik mensen juist heel graag bij helpen. Helaas ben ik in het tweede jaar van de studie mezelf nogal hard tegengekomen. Omdat je met je medestudenten moet praten over je persoonlijke ervaringen, kwam het eigenlijk veel te dichtbij. Het werd voor mij steeds meer een opgave om naar de lessen te gaan. Dus ik besloot om te stoppen met de opleiding.” Ik hoop op dat ik binnen een aantal jaren terug kan gaan studeren en werken. Maar dat staat allemaal nog niet vast. Je kan geen tijd plakken op een behandeling. Het is nu vooral belangrijk dat ik snel opgenomen kan worden. Ik ga tijd voor mezelf moeten nemen om me weer klaar te stomen voor de toekomst, maar voor nu blijft het wachten.

Tekst/Foto: Sharmentha Read

28


INFOGR AFIEK

Vrouwen hebben meer last van psychische klachten Uit het onderzoek van het CBS blijkt dat vrouwen vaker kampen met psychische klachten dan mannen. In 2014 gaf in totaal 13% van de vrouwen toe dat ze worstelen met psychische problemen. Tegenover slechts 8% van de mannen.

20 15 10 5 0

12-16 16-20

20-30 30-40 40-50 50-55 55-65

65-75

75+

Leeftijd

Jongeren tussen 12-16 jaar hebben minder psychische klachten. Het verschil tussen beide sekse is het grootst in de leefttijdcategorie 16-20 jaar. 14,7% van de meiden tegenover 6,7% van de jongens. Vrouwen boven de 75 jaar hebben het meest psychische problemen.

Tekst/Illustratie: Ă–zlem Kucuk

29


COLUMN

Stoptrein We willen allemaal zo goed mogelijk presteren. Dat begint al vanaf de kleuterklas. Doe je goed je best dan krijg je een sticker. Je voelde je zo speciaal wanneer je als kind die sticker bemachtigde. Het lijkt zo onschuldig, maar de druk om het nog beter te doen begint dan al. Voor je het weet zit je op de middelbare school en uiteindelijk het hoger onderwijs. Je moet scoren. Een 10 op 20 is niet voldoende. Braaf je huiswerk maken is niet genoeg. Je moet meer. Meer, meer, meer! Buitenschoolse activiteiten, hoofdredacteur bij het regionaal blad en ga zo maar door.En Facebook maakt het je ook niet gemakkelijk. Zodra je op die aanmeldknop klikt kom je terecht in het paradijs. Een wereld waar iedereen gelukkig en succesvol is. Iedereen gaat als een sneltrein, ze gaan hard. Wat als die trein opeens crasht. Had je dan niet gehoopt om in de stoptrein te zitten?

Tekst/Foto: Sharmentha Read

30


Het is een vreemde paradox dat een samenleving, die nu open en ongegeneerd kan spreken over zaken die vroeger onbesprekelijk waren, nog steeds heel stil blijft wanneer het over psychische aandoeningen gaat.

GLENN CLOSE

31


32


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.