Noah

Page 1

JUNI 2014    JAARGANG 1    NR 0 € 3,95

MENS EN DIER

WILDE DIEREN IN BERLIJN   interview rosie koch   op stap met natuurfilmer adrian bothe

REPORTAGE

revalidatiecentrum elkoo   sea life

HULPHONDEN

van pup tot assistentiehond   kim bols: ‘mijn hond hielp mij buiten te komen’ 1


Rubriek

Na een hevige sneeuwbui in de winter van 2012 kwamen veel merels naar de vetbollen in de tuin van de twaalfjarige Jef Pattyn uit Oisterwijk. Daar begon hij foto’s te nemen van de vogels die naar het eten vlogen. ‘Er was te weinig licht, waardoor ik ging experimenteren met een korte sluitertijd. Zo kreeg ik deze foto van een vrouwtjesmerel waarvan enkel het oog scherp is.’ Met deze foto was Jef een van de winnaars bij de BBC Wildlife Photographer of the Year. Lees meer over Jef en zijn foto’s op pagina 34

2

Noah    Juni 2014


Foto ©Jef Pattyn

Rubriek

Juni 2014   Noah

3


Rubriek

Editoriaal Welkom bij het eerste nummer van Noah. Dit is een magazine over mens en dier, ontstaan uit de geesten van drie studenten journalistiek. Graag willen wij jullie laten kennismaken met de ernstige, ontroerende en grappige verhalen die voortkomen uit de uiteenlopende relaties tussen mensen en dieren. Want zoals het ene hart vertederd raakt door een pluizige puppy, smelt het andere hart voor een harige vogelspin, zie pagina 9. Noah trok door het hele land (met dank aan de verbazingwekkende stiptheid van de NMBS en De Lijn). Maar ook het buitenland kon niet ontsnappen aan ons enthousiasme. We verkenden Berlijn en keken onze ogen uit. Als je je afvraagt welke ongewone wilde dieren daar te vinden zijn, blader dan gerust verder naar pagina 45. Hoe ga je met dieren om? Het ene dier is het andere niet. En de ene mens is de andere niet. Niet iedereen behandelt dieren even goed. Gelukkig zijn er anderen die opkomen voor deze dieren in nood zoals op pagina 39. Maar het omgekeerde kan ook natuurlijk. Lees maar het verhaal over de hulphonden op pagina 22. Graag zouden wij, bij deze, ook onze oprechte dank willen betuigen aan onze ouders, die het afgelopen semester als taxichauffeurs hebben gefigureerd. Ook niet te vergeten, zijn alle familieleden en vrienden die het afgelopen semester, willen of niet, betrokken waren bij de realisatie van dit magazine. Hun verdraagzaamheid voor ons herhaaldelijke gezaag en hun relativering van eventuele kortstondige maar dramatische depressies waren werkelijk bewonderenswaardig. We zullen het, dat beloven we, nooit vergeten. Rest ons niets anders dan jullie uitermate veel genot te wensen bij het lezen van deze Noah. Gelieve ons misschien niet te wijzen op eventuele typefouten die jullie nog tegenkomen. De kans bestaat dat we het niet overleven... Maar alle gekheid op een stokje, we hebben dit echt wel graag gedaan en zijn ook bijzonder trots op het resultaat. Veel leesplezier!

Evy Yasmine Maria

4 © Renske Van de Velde

Noah    Juni 2014


Inhoud

Hulphonden Van pup tot assistentiehond

22

Getuigenis Kim Bols

27

‘Mijn hond hielp mij buiten te komen’

9

14

20

31

34

39

45

49

56

Kort nieuws

6

Inge Pauwels

31

‘Ik heb maar vier keer het advies gegeven een hond te laten inslapen’

Dimitri Leveugle

9

‘Ik heb dertien vogelspinnen maar ga lopen van een huisspin’

Kimy Hulsmans

12

34

14

Wolfgang Lauenburger 20

Veronique De Corte

Davy Sergeant

60

‘Veel bekijks wanneer je met een kameel over straat loopt’

39

‘Met een paardenasiel kan je geen geld verdienen’

Revalidatiecentrum Elkoo

‘Een show geven, is puur plezier maken’

The Old Horse lodge

56

‘Mijn hond heeft altijd gelijk, daar steek ik mijn hand voor in het vuur’

‘Stortregen is ideaal voor natuurfotografie’

‘Dieren verzorgen is kak kuisen’

Dierenkliniek Causus

Jef Pattyn

Bart Craenhals

Sea Life

62

Achter de schermen

42

Spelen met Noah

65

Achter de schermen

66

‘Ik doe wat de baasjes doen’

Berlijn Rosie Koch interview Op zoek naar wilde dieren Berlijnse zoo

45 49 52

5


Kort nieuws

Sea Life Center verwelkomt zeven babypinguïns Het Sea Life Center in Blankenberge heeft het grootste aantal babypinguïns uit de geschiedenis van hun tien jaar oude kweekprogramma. Zeven kuikens van Humboldt-pinguïns kropen uit hun ei en, wat nog veel ongebruikelijker is, ze overleefden alle zeven de eerste cruciale dagen na hun geboorte en zijn goed op weg om, net als hun ouders, jong en oud te entertainen in het dierenpark. In totaal zijn er momenteel zeventien Humboldt-pinguïns in het Sea Life Center in Blankenberge. Vijf koppeltjes en zeven kleintjes, die allemaal deel uitmaken van een kweekprogramma. Dat kweekprogramma was nog nooit zo succesvol. Vorig jaar zijn er slechts vier kuikens geboren. Bij babypinguïns zijn de eerste dagen nadat ze uit het ei komen cruciaal omdat de navel dan nog moet toegroeien. En dat hebben deze zeven alvast goed gedaan.

co-ouderschap Bij pinguïns is er geen sprake van discriminatie als het op ouderschap aankomt. Het mannetje en het vrouwtje wisselen elkaar af bij het uitbroeden van het ei. Na de geboorte verzorgen ze hun jong ook samen. Dus hun eigen verteerde eten in de mond van hun kleintje uitbraken, doen ze dan ook om de beurt. Wanneer de kuikens volgroeid zijn, worden ze overgebracht naar andere dierentuinen om incest te vermijden. Maar voor dat zo ver is, kan je de schattige pluizenbollen nog gaan bewonderen in Blankenberge. Tekst Maria Walgraeve  Foto Yasmine Couffez

6

Gehandicapte zeeschildpad heeft nieuwe gewichten

De gehandicapte groene zeeschildpad Cracker van het Sea Life Center in Blankenberge heeft nieuwe gewichten gekregen op zijn schild. Die heeft hij nodig om te kunnen zwemmen. Cracker verblijft al sinds oktober in het Sea Life Center. Oorspronkelijk komt hij uit Florida. Daar werd hij aangevaren door een boot waardoor zijn schild misvormd werd en zijn achterste flippers verlamd raakten. Met die verlamde flippers kan hij geen kracht zetten en bijgevolg niet duiken. Dus werden er loden gewichten achteraan op zijn schild geplaatst in Sea Life Waymond, Engeland.

Uitdroging Omdat de gewichten los begonnen te komen, zijn er twee specialisten uit Engeland overgekomen om ze te vervangen. Cracker werd uit het water gehaald en in een kist op een spons gelegd tegen de uitdroging. Daarom werd hij ingewreven met vaseline en kreeg hij regelmatig oogdruppels. Ademen is geen probleem want dat doet Cracker gewoon met zijn longen. Wanneer de gewichten droog zijn, kan hij weer naar hartenlust rondzwemmen in zijn aquarium. Tekst Maria Walgraeve  Foto Yasmine Couffez

Noah    Juni 2014


Kort nieuws

37 verwaarloosde paarden aangetroffen in Hoogstraten In Hoogstraten zijn in maart 37 verwaarloosde paarden en pony’s aangetroffen in een loods. Twee dieren hebben het niet overleefd. De anderen werden ondergebracht in opvangcentra in Laarne en Heusden Zolder. Van de 37 dieren kwamen er 25 terecht in The Old Horses Lodge in Laarne, een opvangcentrum voor paarden, pony’s en ezels van Marina Tondeleir. ‘De paarden zaten allemaal samen in een loods die onderverdeeld was in kleinere delen’, vertelt Marina Tondeleir. ‘Ze stonden allemaal naast elkaar en konden zich nauwelijks bewegen. Het werd daar nooit uitgekuist, stel je dat voor! Die dieren stonden een meter in de stront met weinig eten.’

Nederland De eigenares van de paarden uit Hoogstraten is niet aan haar proefstuk toe. Ook in Nederland werden haar dieren al eens in beslag genomen. Ze kreeg er een verbod om nog paarden te houden en kwam dan maar naar België om haar praktijken verder te zetten.

Te laat Voor twee paarden kwam de hulp te laat. Een van de twee had een inwendige bloeding en zo veel bloedarmoede dat hij niet meer te redden viel. Het andere paard had hele grote wonden door schurft. ‘Die schurft was niet verzorgd en die wonden waren heel erg ontstoken. We hebben dat dier moeten laten inslapen. Het was te pijnlijk en onmogelijk nog te verzorgen.’

Hond op het werk bevordert collegialiteit Onderzoekers van de Central Michigan University hebben ontdekt dat een hond op de werkvloer zorgt dat de samenwerking tussen collega’s beter verloopt. Wanneer er een hond in de buurt is, is er 30 procent minder kans dat mensen elkaar verklikken. Honden zijn vaak een grote hulp voor de sociale vaardigheden van mensen. Zo worden ze regelmatig ingezet als therapiedieren in rusthuizen. Maar ook op de werkvloer komen honden van pas. Dat blijkt uit een onderzoek van Christopher Honts en zijn collega’s van de Central Michigan University.

Brainstormen De onderzoekers lieten twaalf groepen van telkens vier mensen een advertentie maken voor een bestaand product. Bij sommige groepen bevond zich tijdens het brainstormen een hond in de kamer, bij andere niet. Na de oefening beantwoordden de deelnemers een vragenlijst over de samenwerking. De groepen die tijdens de test een hond in de kamer hadden, rangschikten hun collega’s hoger op vlak van vertrouwen, teambuilding en vriendschap.

Dilemma van de gevangene

Met de overige paarden gaat het al heel wat beter nu. ‘Twee hebben al een nieuwe thuis gekregen. De anderen zijn nog aan het revalideren en op krachten aan het komen. Maar dat komt wel goed. We kunnen weldra een adoptiegezin voor hen gaan zoeken.’

Voor de andere oefening werden de leden van de groepjes in de cel gezet. Zo konden ze niet communiceren. De ‘rechter’ riep elke verdachte apart binnen en liet ze kiezen: Iedereen zwijgt en er volgt een lichte straf, iemand bekent en hij of zij wordt vrijgesproken en de rest krijgt een zware straf of de vier verdachten bekennen en iedereen krijgt een milde straf. De groepen die een hond in de buurt hadden, hadden 30 procent minder de neiging hun medespelers te verklikken.

Tekst en foto Maria Walgraeve

Tekst Maria Walgraeve  Foto CC-BY Kerolic

Komt goed

Juni 2014   Noah

7


40 % Zoogdieren

14% Vissen

% van deze soorten zijn bedreigd 25% Amfibiën

49% Ongewervelden

15% Vissen 21% Vogels

19% Zoogdieren

27% Vogels

40% Reptielen

28% Zoogdieren

47% Ongewervelden

49% Vissen

57% Reptielen

27% Amfibiën

Biodiversiteit van de fauna in BelgiëE Twee derde zoogdiersoorten bedreigd in Vlaanderen

Uitgestorven Bedreigd Zeldzaam Niet bedreigd

Twee op drie zoogdieren zijn bedreigd in Vlaanderen. Dat blijkt uit de nieuwe Rode Lijst die het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) heeft bekendgemaakt. Voor 64 procent van de zoogdiersoorten in Vlaanderen is het niet zeker of ze nog lang in Vlaanderen zullen overleven. Rode Lijsten zijn lijsten waarin een groep planten of dieren wordt onderzocht om te kijken hoe groot de kans is dat een soort binnen die groep zal uitsterven. De vorige lijst van de zoogdieren dateert van 1994. Het is dus nogal moeilijk om de nieuwe lijst daarmee te vergelijken omdat de onderzoeksmethodes veranderd zijn. Maar de Rode Lijsten van aangrenzende regio’s zijn recenter. Uit de Rode Lijst van Wallonië (2011) blijkt dat 26 procent van de zoogdiersoorten bedreigd zijn. En volgens de Rode Lijst uit Nederland (2007) heeft 41 procent van de zoogdiersoorten moeite om te overleven. Vlaanderen doet het dus heel wat slechter. De dieren die er het slechtst voor staan, zijn bijvoorbeeld de boommarters, otters, hazelmuizen, vale vleermuizen en wilde katten. Volgens Natuurpunt is dat vooral omdat het soorten zijn die hogere eisen stellen aan hun leefomgeving zoals verbonden bosgebieden, zuiver water vol vis en nog heel wat meer. Zij stellen ook dat het net die soorten zijn, die het moeilijk hebben omdat de natuur in ons land achteruit gaat. Tekst Maria Walgraeve

Reptielen

vogels

Amfibieëen

Vissen

Zoogdieren

Ongewervelden


Rubriek

Dimitri Leveugle is de eigenaar van exotische dieren

Ik heb dertien vogelspinnen maar van een huisspin ga ik lopen Tekst en foto’s: Yasmine Couffez

De woonkamer van de 27-jarige Dimitri Leveugle en zijn moeder uit Ledegem staat vol terrariums met exotische dieren. Dimitri is de trotse eigenaar van een Blauwtongskink (hagedis met een blauwe tong), een Panterkameleon, twee landschildpadden, een Boa Constrictor en tropische vissen. Op zijn slaapkamer heeft Dimitri nog dertien vogelspinnen en een kolonie sissende kakkerlakken. Maar hij heeft ook normale huisdieren: een hond en twee katten. ‘Zonder dieren of natuur zou ik zot worden.’

Juni 2014   Noah

9


Dimitri Leveugle Waar komt je interesse in exotische dieren vandaan?

‘Exoten fascineren mij al heel lang. Hen zien opgroeien en zien vervellen, hen eten geven en hun manier van jagen zijn heel boeiend. Vogelspinnen bijvoorbeeld voelen via trildraadjes hun prooi aan en vangen ze sneller dan het licht. Toen ik twaalf jaar was, hadden we thuis langstaarthagedissen. Daarna kwamen er een groene grasslang en een korenslang in huis. Het is iets waar ik de rest van mijn leven mee bezig zal zijn.’

komen, maar van bij een kweker. Ik wil niet dat ze uit de natuur worden gehaald om in een kooitje te zitten. Als ze daar geboren zijn, horen ze daar te blijven. Maar dieren die niet in het wild geboren zijn, weten niet beter. Daarom probeer ik ze een zo goed mogelijke verzorging te geven. Een paar van mijn exoten komen uit de reptielenwinkel, waar ze duur zijn. Soms rond de tweehonderd euro. Daarom koop ik de meeste via kwekers die vooral in Nederland en Duitsland zitten. Er zijn ook speciale

''Een stukje regenwoud in mijn woonkamer brengt mij in contact met de natuur'' Heb je helemaal geen schrik?

‘Tot mijn zestiende had ik een grote fobie voor spinnen. Op een nacht had ik een droom waarin ik schorpioenen had. Dat was zo leuk en boeiend dat ik er meteen naar zocht op Google. Maar natuurlijk kom je dan foto’s van spinnen tegen. Voor mij was dat zo verschrikkelijk dat ik er nachtmerries van kreeg. Wat later leerde ik een vrouw kennen uit Nederland die vogelspinnen kweekte. Van haar kreeg ik twee baby spinnen waarna ik de microbe te pakken kreeg. Een jaar later had ik er al tweehonderd! Omdat het kweken nogal tijdrovend is, ben ik daar uiteindelijk mee gestopt. Zo moet je ongeveer tweehonderd potjes klaarzetten om de baby’s in te huisvesten. Ze zijn immers kannibalistisch onder elkaar. Nu heb ik er nog maar dertien waarvan er slechts twee volwassen zijn. Nog steeds ben ik niet happig op huisspinnen wat volgens iedereen onlogisch is als je spindinosaurussen in huis hebt. De huisspin blijft iets dat ik ’s avonds liever niet tegenkom in mijn badkamer, maar ze doden zou ik nooit doen.’

reptielenbeurzen waar zeldzame exoten aan interessante prijzen worden aangeboden. Via internet gaat ook, maar dat is niet altijd legaal. Dat raad ik dus af. Als je via internet koopt, heb je geen overdrachtsverklaring, een papier dat je bij exotische en giftige dieren moet hebben.’

Je hebt een wurgslang, is dit niet gevaarlijk?

Mijn boa is van kleins af aan menselijk contact gewend. Ik probeer ze niet te veel te hanteren, want het blijft een gevaarlijk dier. Ze wurgt haar prooien en kan een mens wurgen. Ik loop dit risico niet aangezien ik 1 meter 85 ben en honderd kilo weeg en zij maar 2 meter 20 is. Iemand van 1 meter 60 en vijftig kilo met een slang van 2 meter 50 zou ik niet vertrouwen. Wanneer ik haar terrarium schoonmaak, steek ik mijn katten in een bench want ze kunnen wel opgegeten worden. Deze slang is het meest gebruikt in theaters en shows want ze staat gekend als een makkelijk hanteerbare slang.’

Wat eten deze dieren?

‘De boa eet ratten, vogels en konijnen. Deze haal ik dood en bevroren in de winkel. Het enige probleem is dat je niet weet of deze dieren een gezonde voeding hebben gekregen en de juiste vitamines. Om daar zeker van te zijn moet je zelf ratten kweken. In het begin gaf ik de boa levende knaagdieren maar daar had ik het moeilijk mee. Dat was gewoon de doos openen in het terrarium van de slang en onmiddellijk weggaan zodat ik het niet moest horen of zien. Het probleem

Hoe ben je aan al die exoten geraakt?

‘Al mijn dieren zijn nakweek. Dit wil zeggen dat ze niet uit de natuur 10

Amki verkent graag het hoofd van Dimitri.

Noah    Juni 2014


Dimitri Leveugle met levende dieren is dat ze de slang kunnen verwonden. Zo heb ik mijn boa al twee keer moeten verzorgen nadat ze in haar lip gebeten was en hevig bloedde. Mijn spinnen eten alles wat kleiner is dan zijzelf zoals krekels en kakkerlakken. Die haal ik in de winkel aan drie euro per doos en er zitten ongeveer dertig krekels in. Vroeger had ik met mijn tweehonderd vogelspinnen vier tot vijf dozen nodig per week. Omdat dit kostelijk werd, begon ik kakkerlakken te kweken. Daar ben ik nu mee gestopt want ze kweken te snel en te veel volgens de hoeveelheid dieren die ik nu heb. De spinnen krijgen een keer om de tien dagen een krekel of een worm. De kameleon is een kieskeurige eter. Wanneer het eten niet genoeg beweegt, wil hij het niet. Het jachtinstinct moet gestimuleerd worden. Ook het water moet bewegen, anders wil hij niet drinken. De Blauwtongskink is precies een varken. Ze eet alles, zelfs kattenvoer.’

Is er al eens een dier ontsnapt?

‘Er is wel eens een vogelspin ontsnapt nadat ik was vergeten het ruitje te sluiten. Na een uur stond deze beneden en hoorde ik mijn moeder roepen: “Wat is dit hier?”. Ze dacht dat ik haar aan het plagen was met een plastic spin, wat dus niet zo was. Ik heb ze met een doos gevangen en terug naar boven gebracht, want deze spinsoort heeft een pittig karakter en kun je niet makkelijk hanteren. Zo kunnen ze brandharen lossen wanneer ze zich bedreigd voelen. Dat voelt dan aan als brandnetels wanneer je ze op je huid krijgt, het kan astma-aanvallen en blindheid veroorzaken. Nu let ik altijd extra goed op dat ik de deurtjes zeker terug dicht doe.’

Kun je een emotionele band opbouwen met een exotisch dier?

‘Het zijn geen dieren die zich hechten, dus je krijgt er niet echt liefde van. Ik geef ze wel namen zoals Bea de boa, Mombi de blauwtongskink en Amki de kameleon. Maar ze komen niet als ik hen roep, de meeste exoten hebben geen oren. Het zijn dus eerder tentoonstellingsdieren dan knuffeldieren. Mijn kameleon herkent mij wel

Juni 2014   Noah

Blauwtongskink Mombi eet alles, zelfs kattensnoepjes.

''Ik wil niet dat exoten uit de natuur gehaald worden om in een kooi te zitten'' als zijn baasje. Wanneer ik voor zijn terrarium sta, komt hij meteen naar mij. Het is mooi om een stukje regenwoud te hebben in de woonkamer. Dat brengt mij in contact met de natuur.’

Heb je tips voor iemand die overweegt een exotisch dier te nemen?

‘Het is belangrijk dat je je goed informeert over de dieren en zorgt dat je de tijd en het budget hebt want het is niet te vergelijken met een goudvis. De dieren die ik heb, kosten tussen de honderd en driehonderd euro. Als het allemaal goedkoop en snel moet gaan, begin er dan niet aan. Veel mensen doen aan impulsaankopen en dat vind ik erg jammer voor de dieren. Deze dieren worden dan aan hun lot overgelaten en vaak gedumpt. Deze mensen moeten een verbod krijgen om nog huisdieren te nemen. Dat is hetzelfde als een puppy kopen en hem dan naar het asiel brengen omdat hij te veel blaft of te groot is geworden.’

Wist je dat... ... een kameleon niet verkleurt zoals wordt beweerd? Enkel wanneer ze krols of geïrriteerd zijn en om warmte en koude aan te trekken. Wanneer ze slapen worden ze heel bleek, soms bijna wit.

... sommige spinnen en slangen tot een jaar zonder eten kunnen? ... ze in sommige landen spinnenwebben gebruiken om kledij en visnetten te maken? ... tarantula een verkeerde benaming is voor een vogelspin? Een echte Tarantula is een kleine wolfspin, die bijna overal ter wereld voorkomt. ... de benaming ‘vogelspin’ uitgevonden werd toen een prinses een grote spin een kolibrie zag eten?

11


Kimy Hulsmans

De 22-jarige Kimy Hulsmans is al twee jaar dierenverzorgster bij de Zoo van Antwerpen

Dieren verzorgen is voor het grootste deel van de tijd kak opkuisen  Tekst Maria Walgraeve  Foto Yasmine Couffez

Kimy Hulsmans (22) vertelt achter de schermen van de Zoo van Antwerpen waarom ze haar job als dierenverzorgster zo graag doet. Normaal staat ze bij haar favoriete dieren, de apen. Maar momenteel vervangt ze een collega bij de nijlpaarden. Al maakt het voor Kimy niet veel verschil: ‘Ik hecht mij aan alle dieren die onder mijn hoede komen.’

Hoe kwam je bij deze job terecht?

‘Van kinds af aan heb ik een grote passie voor apen, vooral voor gorilla’s. Die spreken mij vooral aan omdat ze zoveel op mensen lijken. Het is geweldig hoe apen denken en hoe slim ze zijn. Dat is toch prachtig! Ik wist al heel vroeg dat ik met dieren wilde werken. In het middelbaar volgde ik 12

dierenverzorging op de tuinbouwschool in Sint-Truiden en nadien deed ik een specialisatiejaar dierentuin-houderij. Daar leren ze je niet alleen hoe een gewone dierentuin werkt maar ook hoe dat gaat in een manege of bijvoorbeeld een varkensboerderij. Dan heb ik aan de Katholieke Hogeschool in Roeselare

dierenartsassistent gestudeerd maar dat was uiteindelijk niets voor mij. Ik kan er niet tegen om dieren te zien lijden. Daarom wou ik in een dierentuin werken en ik kreeg hier bij de Zoo de kans om bij de kleine apen te staan. Ik vervang nu wel even iemand bij de nijlpaarden maar nadien ga ik terug naar mijn aapjes.’

Noah    Juni 2014


Kimy Hulsmans

‘Mijn dag begint om half negen. Dan snijden we het eten in de voederkeuken en brengen het naar het gebouw van de nijlpaarden. Vervolgens controleren we alles: we kijken of de dieren nog leven, of ze niet ziek zijn en of er niets kapot is aan hun verblijf. Daarna geven we medicijnen aan de dieren die dat nodig hebben. Onze nijlpaardvrouwtjes krijgen bijvoorbeeld de pil. Die is gigantisch, ongeveer de grootte van een pen. Nadien krijgen de nijlpaarden hun ontbijt, dat bestaat uit runderkorrels, brood,

Loopt het al eens mis? Bij de ochtendlijke controle bijvoorbeeld?

‘Bij de nijlpaarden loopt er niet snel iets mis. Want die zijn heel streng beveiligd. Maar eigenlijk hebben we vooral veel problemen door mensen. Zo zijn er bezoekers die gaten in de draad knippen om een betere foto te kunnen nemen. Dat geloof je toch niet! En wat wij allemaal wel niet in de verblijven terugvinden. In de bassins liggen er altijd veel muntjes. Maar ook koekjes en afval. Een tijdje geleden vond ik bij de apen een hasjpijp, die moet door een junkie over de

‘'Ik verkies dieren boven mensen, echt waar!'’ kool en appels. Als dat allemaal achter de rug is, verdeelt het team zich. Voor tien uur moeten alle dieren naar buiten. Tenminste als het weer het toelaat. Als mensen voor een ticket betalen, moeten ze zo veel mogelijk dieren kunnen zien. Wanneer de dieren buiten zijn, kuisen wij de stallen. Dieren verzorgen is voor het grootste deel van de tijd kak opkuisen. Om drie uur in de namiddag krijgen ze hun hoofdmaaltijd. Die bestaat uit een variatie van groenten en fruit zoals groene kool, witloof, bieten, andijvie, appels en bananen. Dat is op een vast tijdstip zodat de bezoekers kunnen komen kijken. Als dierenverzorger is het ook onze taak te zorgen voor verrijking van de dieren. Dat wil zeggen dat de dieren moeite moeten doen om aan hun eten te geraken. Wanneer ze een verzorger zien, denken dieren niet: “Aah kijk daar is mijn dierenverzorger. Die ga ik knuffelen!”. Nee ze denken: “Ik wil eten!” De liefde van dieren gaat door de maag en ze moeten een beetje uitgedaagd worden om hun voedsel te vinden, zoals in de natuur. Zo krijgen de apen een puzzel. Ze moeten puzzelstukken verschuiven en wanneer ze het juist doen, valt er bijvoorbeeld een pinda uit. Dat is zo leuk aan apen, hoe intelligent ze zijn. En dat ze zo’n puzzel kunnen oplossen zoals mensen dat kunnen.’

Juni 2014   Noah

omheining zijn gegooid. Wat als dat een spuit was geweest? We hebben hier ooit een pinguïn opengesneden nadat hij gestorven was en die zat vol met plastieken rietjes en lepeltjes. Mensen kunnen zo stom zijn. Soms haat ik mensen. Ik verkies dieren boven mensen, echt waar!’

Wat zijn de leukste momenten in jouw job?

‘Een dag waarop niets misloopt, is altijd leuk. Maar dat is heel zelden. Je kan bijna nooit de planning volgen die je in je hoofd had opgesteld. Het

© Kimy Hulsmans

Hoe ziet de werkdag van een dierenverzorger eruit?

De anticonceptiepil voor nijlpaarden is ongeveer zo groot als een pen.

leukste zijn de geboortes natuurlijk. Baby’tjes in de zoo zijn altijd leuk. We mogen de dieren dan ook zelf een naam geven. En elk dier, maakt niet uit hoe klein, krijgt hier een naam van ons.’

Wat zijn de minder leuke momenten?

‘We dragen een zware verantwoordelijkheid. Het is onze taak om ervoor te zorgen dat een dier eten en drinken krijgt, een dak boven zijn hoofd heeft en genoeg verrijking. Het is echt belangrijk dat de dieren zich niet vervelen en uitgedaagd worden om moeite te doen voor hun eten zoals in de natuur. En wanneer een dier ziek wordt, gewond raakt of sterft, is het altijd moeilijk. Sommige collega’s willen zich liever niet aan dieren hechten maar ik vind dat onzin. Ik hecht mij aan alle dieren die onder mijn hoede komen en ik heb wel voorkeuren maar uiteindelijk zie ik elk dier even graag.’

Wist je dat...

... het nijlpaard het meest gevaarlijke zoogdier van Afrika is? Dat komt omdat hij onvoorspelbaar is en heel agressief. Nijlpaarden vallen vaak aan om hun jongen of territorium te verdedigen. En dan zijn zelfs krokodillen niet veilig. ... een nijlpaard niet kan zwemmen? De enorme viervoeter moet zorgen dat hij in het water altijd op de bodem kan staan. Wanneer je dus op de vlucht bent voor een nijlpaard begeef je je best in het diepere water, tenzij er daar krokodillen zitten natuurlijk... ... niet alle apen graag bananen eten? Bananen komen uit het Zuid Oosten van Azië. Dus apen uit Afrika of Zuid-Amerika hebben geen bananen in hun natuurlijke dieet. ...bij de ringstaartmaki’s, de aapjes die je ook wel kent uit de film Madagascar, de vrouwtjes de baas zijn?

13


Rubriek

14

Noah    Juni 2014


Revalidatiecentrum Elkoo

Een hond zien vooruit gaan, geeft een fantastisch gevoel Melanie geeft hydrotherapie aan honden

Dierenkliniek Causus in Oudenburg biedt de mogelijkheid om honden na een operatie te laten revalideren in hun eigen revalidatiecentrum Elkoo. De dieren kunnen er terecht voor fysiotherapie, aquatraining en therapeutisch zwemmen. Deze therapie wordt gegeven door Melanie Vandevelde. Zij geeft een rondleiding en laat ons kennis maken met een aantal patiënten. Tekst en foto’s  Yasmine Couffez

Juni 2014   Noah

15


Revalidatiecentrum Elkoo

Voor de honden het water in gaan, krijgen ze een douche om de spieren op te warmen.

Een stille, rustige hond, die een beetje lijkt op Lassie, komt de dierenkliniek binnen. Het valt meteen op dat hij mankt en stijf loopt. Gizmo is een Sheltie die wekelijks komt revalideren bij Melanie van verschillende aandoeningen: een herseninfarct, nekhernia, kruisbanden gescheurd, leverkanker en hij heeft artrose in al zijn gewrichten. ‘We dachten dat Gizmo maar zeven jaar ging worden, maar hij wordt zestien dit jaar’, vertelt baasje Mireille. De hond leeft wel bijna volledig op medicatie. Hij krijgt pijnstillers, ontstekingsremmers en iets voor de doorbloeding in zijn hersenen. Gizmo is niet alleen gekomen. Een kleine actieve hond vergezelt hem naar het revalidatiecentrum. Aangezien hij nog maar net kort geschoren is, is het moeilijk te zien dat het een Yorkshire Terrier is. De elfjarige Rocky had twee jaar geleden te kampen met een gescheurde kruisband, een van de meest voorkomende aandoeningen. En hoewel hij volledig gerevalideerd is, komt hij nog steeds 16

wekelijks langs. ‘Rocky zwemt hier gewoon heel erg graag. Daarom nemen we hem altijd mee wanneer we met Gizmo langskomen.’ Wanneer Rocky binnenkomt, moeten zijn baasjes Mireille en Katie hem dan ook tegenhouden zodat hij niet meteen het zwembad in springt.

Douchen en zwemvest Voor Gizmo en Rocky het water in gaan, krijgen ze gedurende vijf minuten een douche met warm water waar de honden van genieten. Intussen geeft Melanie hen een massage door te wrijven en te kneden. ‘Dit dient om de spieren op te warmen en intussen relaxeren de honden’, legt Melanie uit. Daarna krijgen ze allebei een rode zwemvest aan die speciaal is ontworpen voor honden. Aan de bovenkant zit een handvat zodat Melanie de honden beter kan vasthouden in het water als het nodig is. ‘Het zwemvestje maakt het voor de honden lichter om te zwemmen. Zo moeten ze minder kracht gebruiken om boven water

te blijven.’ Rocky springt meteen het water in, op zoek naar zijn geel balletje. Wel een grappig gezicht, een klein hondje dat snel zwemt. Wanneer hij zijn balletje gevonden heeft, brengt hij het terug naar zijn baasje die het gelijk weer het water in gooit. Door zijn enthousiasme bij het happen naar de bal, krijgt Rocky water in zijn luchtwegen waarna hij stikkende geluiden maakt. Maar ervan leren doet hij blijkbaar niet want het gaat zo heel de zwemsessie door. Terwijl Melanie het zwembad in kruipt, pakt baasje Katie Gizmo op en geeft hem aan Melanie. Op die manier moet hij niet via de loopplank die schuin het water in loopt speciaal voor honden. Gizmo is duidelijk niet zo happig op het zwemmen als Rocky. Maar de revalidatie is voor hem erg belangrijk want zo blijft hij in beweging. Onder water zie je hem kleine bewegingen maken met zijn pootjes terwijl Melanie hem helpt. ‘Ik help Gizmo om zijn bewegingen gro-

Noah    Juni 2014


Revalidatiecentrum Elkoo

Dierenarts Matthias controleert de pootjes van Maya op schimmelinfectie.

ter te maken. Het zwemmen maakt zijn spieren en gewrichten terug los.’

doen. Logisch na al dat water dat hij binnen kreeg.

Rustpauze

Lasertherapie bij hernia

Tussen het zwemmen door moeten de honden even uitrusten op de loopplank. Intussen masseert Melanie de spieren van de honden en controleert ze de hartslag. ‘Dat heb ik ook gedaan voor ze het water in gingen, op die manier kan ik vergelijken en weet ik of de oefening niet te intensief is.’ Na het zwemmen kunnen de honden opnieuw genieten van een ontspannende douche. Gizmo is eerst aan de beurt, maar Rocky komt gewoon meegenieten door erbij te gaan staan. Daarna worden de viervoeters drooggewreven en geföhnd. Hier blaft Gizmo voor het eerst waarbij Melanie opgelucht adem haalt. ‘Ik maakte mij al zorgen want als Gizmo niet blaft, gaat het niet goed met hem.’ Voor de honden vertrekken, krijgen ze van Melanie nog een snoepje omdat ze goed meegewerkt hebben. Daarna spurt Rocky naar buiten om zijn behoefte te

Tien minuten later komt Maya de Maltezer binnen met haar baasje Katrijn. Maya is vijf jaar en werd in februari geopereerd aan een hernia. Zij krijgt zwemtherapie, maar bij herniapatiënten wordt ook lasertherapie toegepast. De laser is speciaal ontworpen voor dieren en op basis van gewicht en aandoening bepaalt de machine hoe sterk de straling moet zijn. ‘De infraroodbehandeling stimuleert de cellen en zorgt voor een betere celdeling. Er is minder littekenweefselvorming en de wond gaat sneller helen.’ Maya jankt en piept tijdens de behandeling maar deze is pijnloos voor de hond. Het enige wat ze voelt, is een klein beetje warmte. Tijdens de behandeling zet iedereen een speciale bril op want de straling is gevaarlijk voor de ogen van een mens. Terwijl Melanie bezig is met de laser, stelt baasje Katrijn haar hond gerust door

Juni 2014   Noah

haar te strelen en te praten. Even later komt Matthias langs, de eerste mannelijke dierenarts die we hier te zien krijgen. In Causus werken zo te zien voornamelijk vrouwen. Hij controleert de pootjes van Maya op schimmelinfectie. Als hij zijn goedkeuring heeft gegeven, kan Maya gedoucht worden om in het zwembad te gaan. De normale temperatuur van het water is 27 graden. Bij een hernia is het water 29 graden want warmte is belangrijk voor het zenuwherstel. ‘Na de operatie zijn veel honden tijdelijk verlamd waardoor de kans groot is dat ze spieren verliezen. Als de spieren niet sterk worden, raken de gewrichten overbelast.’ Ook Maya krijgt een zwemvest in het begin en zwemt vluchtig wat rondjes in het water. Telkens ze de loopbrug nadert, gaat ze sneller zwemmen om er uit te kunnen. Maar wanneer Melanie haar terug draait voor nog een rondje, zwemt ze weer trager. Melanie geeft wat meer weerstand met haar handen zodat Maya wat meer moeite 17


Revalidatiecentrum Elkoo

Maya krijgt lasertherapie voor haar hernia. Ze voelt geen pijn, enkel wat warmte. moet doen met haar achterpoten. Tijdens de rustpauze op de loopplank probeert Maya om Melanie wat te paaien door haar likjes te geven. Tevergeefs, want Maya moet terug het water in voor de rest van de sessie. Dit keer mag de zwemvest uit want Maya is nog een jonge hond. Daardoor moet ze meer moeite doen bij het zwemmen. ‘Dat maakt het voor mij moeilijker. Want nu kan ik haar moeilijker tegenhouden en ervoor zorgen dat ze er langer over doet.

Terwijl Melanie Gizmo helpt zijn bewegingen groter te maken, zwemt Rocky lustig om zijn balletje.

minder gewicht de hond moet dragen bij het wandelen. Zo moet Nero 75% van zijn eigen gewicht niet dragen.’ Terwijl Nero stapt, geeft zijn baasje snoepjes om hem gerust te stellen en hem te motiveren om te wandelen. Melanie houdt via het raam aan de zijkant de bewegingen van Nero in het oog. Tijdens een korte pauze doet Nero een nieuwe poging het water

op te drinken en poseert hij even met zijn tandje bloot voor de camera. Na de pauze zet Melanie de stapper opnieuw aan, maar nu iets sneller.

Afstervende heupkop Ook puppy’s komen revalideren en Dior er een van. Ze is een zwarte Bouvier van zes maanden oud. ‘Haar heupkop was aan het afsterven en bij

Onderwaterstapper De achtjarige boxer Nero komt het kantoor van Melanie binnengestormd met baasje Giselle achter hem aan gelopen. Ook Nero loopt heel stijf. De grote hond had enkele jaren geleden een kruisbandscheur en sindsdien heeft hij problemen met zijn achterpoten. Onlangs had hij een epilepsieaanval en daarvoor moet hij nu medicatie nemen. ‘Een van de bijwerkingen is dat het de spieren onstabiel maakt. Enkele jaren na de operatie is het normaal dat de hond last krijgt van artrose op de poot.’ Om de stijfheid tegen te gaan, krijgt Nero therapie in de onderwaterstapper. Dat is een grote metalen bak met daarin een loopband. De stapper wordt gevuld met water zodat de hond onder water kan lopen op de band. De constructie is gesloten aan de zijkanten en dat zorgt ervoor dat de honden een opgesloten gevoel krijgen. Wanneer er water in stroomt, maakt het heel veel lawaai en galmt het door de kamer. Nero onderneemt een poging om het water op te drinken, maar helaas, het is te veel. Het water komt tot net boven Nero’s knieën. ‘Hoe hoger het water, hoe 18

Voor ze het zwembad in gaan, krijgen de honden een speciale zwemvest.


In de onderwaterstapper komt het water tot net boven Nero’s knieën. Hierdoor moet hij minder gewicht dragen. een operatie werd deze afgezet. Dat wordt vaker gedaan bij puppy’s met een heupgewricht dat onvoldoende ontwikkeld is.’ Dior is een heel rustige puppy en heeft niet veel zin om iets te doen. Logisch, als kinderen hadden wij ook niet veel zin om hard te werken. In de onderwaterstapper staat ze liever stil, wat niet ideaal is op een lopende band. Melanie gaat

Tijdens de rustpauze, is het belangrijk dat de honden even op de loopplank gaan staan.

achter Dior in de stapper staan en helpt haar bewegen. Baasje Mieke geeft extra stimulatie door koekjes te geven aan de pup. Na de stapper mag Dior het zwembad in en ook zij zwemt alleen omdat het moet. Melanie vergroot haar bewegingen, en geeft meer weerstand. Bij elke pauze op de loopplank legt Dior haar kopje op de rand en

kijkt ze haar baasje aan met van die grote smekende puppyogen om te stoppen. Maar helaas, ze moet zwemmen. Aan beide kanten wordt ze gestimuleerd om verder te doen. Aan het ene uiteinde is de loopplank die aangeeft dat ze uit het zwembad kan. En aan de andere kant staat baasje Mieke haar op te wachten met telkens iets lekkers. Hierdoor gaat Dior kleinere rondjes zwemmen. Aangezien Dior een puppy is, mag ook bij haar na een tijdje het zwemvestje uit. Melanie geeft Dior wel nog steeds ondersteuning met haar handen. Je voelt en ziet bij hen een vertrouwensband. Iets wat bij de therapie heel belangrijk is.

Wekelijkse revalidatie

Na de therapie worden de honden gedroogd en geföhnd.

Voor de honden naar huis gaan, krijgen ze nog een snoepje aan het onthaal.

Zo krijgt Melanie wekelijks twintig patiënten over de vloer. De meeste honden komen wekelijks langs voor de revalidatie. ‘De therapie mag niet dagelijks gegeven worden want dat is te intensief. Het mag maximum drie keer per week.’ Veel werden door de kliniek zelf doorverwezen. Ze raden de therapie aan, maar verplichten niemand. ‘Baasjes kunnen ook met hun hond naar het meer gaan, maar dan moet het buiten warm genoeg zijn. Iedereen die komt, krijgt een gratis testbeurt om te zien hoe het werkt en of de hond graag zwemt. Voor een sessie van een uur betaal je twintig euro. Er wordt ook gebruik gemaakt van een beurtenkaart. Voor tien sessies betaal je 180 euro. Na de therapie wordt niet verwacht dat de hond nog actieve dingen gaat doen. ‘Ze hebben hard gewerkt, dan mogen ze wel even ontspannen.’  19


Rubriek

Een show geven is voor ons puur plezier maken Wolfgang Lauenburger tourt door Europa met zijn hondencircus De Duitse Wolfgang Lauenburger ontdekte zijn passie voor dieren toen hij zes jaar was. Sinds 2007 reist hij de wereld rond met zijn circus dat bestaat uit acht honden. In 2009 kreeg hij naambekendheid op het internationale circusfestival in Monte Carlo waar hij vier prijzen in de wacht sleepte. ‘Ik haal mijn inspiratie uit het observeren van mijn honden.’ Tekst en foto’s Yasmine Couffez ‘Ik ben geboren in het circus en heb dus altijd met dieren gewerkt en geleefd’, begint de intussen 41-jarige Wolfgang. Zijn familie traint al zes generaties lang dieren en ook zijn zeven broers en drie zussen zijn dagelijks met dieren bezig. ‘Ik heb olifanten, paarden en exotische dieren getraind maar mijn interesse lag altijd meer bij honden en daar heb ik mij in gespecialiseerd.’ Nu reist Wolfgang met zijn meute honden rond in Europa om shows te geven. Wolfgang heeft tien honden: Maja, Nala, Hexe, Emily, Sally, Leila, Sabrina, Jennifer, Spekkie en Jimmy. Daarvan gebruikt hij er acht in zijn 20

show. ‘De andere twee zijn nog te jong en kunnen niet alle basistrucjes. Maar ik neem ze wel mee naar elke show zodat de jonge honden kunnen leren van de oude. Hoe ze moeten zitten bijvoorbeeld.’ Alle honden zijn bij Wolfgang geboren. ‘Ik ga op zoek naar de hond die rondkijkt en geïnteresseerd is in de wereld. Met die kan ik werken en dingen aanleren want die hond is attent.’

Een spel De Duitser leert zijn honden de kunstjes aan op basis van een spelletje. ‘Als ze iets doen wat ook maar een klein beetje in de buurt komt van wat ik wil, geef ik ze een snoepje. Wanneer

ik spring en zij springen mee, dan beloon ik ze.’ Aan de hand daarvan beoordeelt Wolfgang de talenten van de honden en beslist hij wat hij wel en niet kan gebruiken in zijn show. ‘Ik train ze niet te lang. Een paar minuten trainen en dan een paar minuten spelen. Dat herhaal ik tot ze een trucje kunnen en zo beleven ze plezier aan het trainen. Maar het is niet omdat de hond de truc kan, dat hij het op de show zal willen doen.’

Trucjes Basistrucjes als rollen over de grond en springen door een hoepel of meedoen in de polonaise, kunnen al zijn

Noah    Juni 2014


Wolfgang Lauenburger honden. ‘Dat duurt een paar maanden om aan te leren. Degene die niet door een ring willen, laat ik over een stok heen springen. Maar als een hond echt schrik heeft, ga ik het niet forceren om het aan te leren. Er zijn andere honden die het wel kunnen.’ Voor moeilijkere trucs duurt het twee jaar vooraleer de hond het kan. ‘Nu leer ik een hond een voorwaartse salto maken. Dat is nog nooit gedaan in Europa en dat is heel moeilijk want de hond moet zich op een bepaalde ma-

‘‘Ik leer de honden een truc aan de hand van een spel’’ nier leren buigen. Een van mijn honden kan wel een achterwaartse salto. Een ander trucje waar ik mee bezig ben, is om een hond op één poot op mijn duim te laten balanceren.’ Wanneer Wolfgang tijdens de show een trucje doet met maar één hond, wachten de zeven andere op een kruk. ‘Dat is heel zwaar om aan te leren. Als ik een naam roep, moet die hond komen en de rest moet blijven zitten. Het probleem is dat ik op dat moment speel met die ene hond, maar de andere honden willen ook spelen. Want een show is voor de honden alleen maar spelen.’

De hondenpolonaise is één van de trucs die alle honden kunnen.

De honden die niet door een ring durven, leren door iets anders heen springen.

Observeren Wolfgang geeft nu al enkele jaren dezelfde show maar de honden leren intussen nieuwe trucjes bij die hij in de show verwerkt. ‘Met de show die ik nu geef, kan ik in principe nog tien jaar verder doen. Maar ik spendeer veel tijd met mijn honden en observeer intussen wat ze doen. Tijdens het spelen doen ze vaak iets waarvan ik denk dat ik het kan gebruiken in de show en dan werk ik daar op verder. Daar haal ik ook mijn inspiratie vandaan. Na tien jaar ben ik ook uitgegroeid tot een professional. Maar het geeft nog steeds een heel fijn gevoel als het publiek achteraf komt zeggen dat het goed was. Het is mijn beroep en voor die appreciatie doe ik het.’  Een hond lang op de achterpoten laten lopen, duurt twee jaar om aan te leren.

Juni 2014   Noah

21


Hond als hulp VAN PUP TOT A SSISTENTIEH O ND

22 © Yasmine Couffez

Noah    Juni 2014


Al eeuwenlang zijn mens en hond elkaars beste vrienden. Voor de meesten is het een lieve troetel, maar voor sommigen is het een onmisbare hulp in het dagelijkse leven. Ze zijn een aanvulling voor wat hun baasjes missen. ‘De hond is voor hen een extra paar benen, handen, ogen of oren’, vertelt Gerrit Martens, voorzitter van Canisha opleidingscentrum voor assistentiehonden. Tekst Yasmine Couffez  Evy Capenberghs  Maria Walgraeve Assistentiehonden kunnen heel veel. Ongeacht de obstakels brengen ze een blinde of slechtziende veilig van punt A naar punt B. Een dove of slecht horende maken ze bewust van geluiden. Ze slaan alarm bij iemand met een epileptische aanval en beschermen de patiënt tegen zichzelf door hem in de juiste houding te leggen. Wanneer een diabetespatiënt nood heeft aan suiker, halen ze een flesje cola uit de koelkast. Kortom een assistentiehond helpt zijn baasje zo zelfstandig mogelijk te kunnen leven zonder steeds beroep te moeten doen op anderen. Het Belgisch Centrum voor Geleidehonden (BCG) leidt alleen blindengeleidehonden op. Canisha neemt alle andere mogelijke hulphonden voor haar rekening.

Puppyselectie Maar voor ze tot al die dingen in staat zijn, hebben de honden al een lange weg afgelegd. Het selecteren van de meest geschikte puppy loopt ongeveer gelijk bij de verschillende opleidingscentra. Zowel bij het Belgisch Centrum voor Geleidehonden als bij Canisha worden de puppy’s al van in het nest bij de kweker getest. Annelies Striesmans, instructrice bij BCG, vertelt: ‘De hond die onmiddellijk naar ons toe komt lopen, nemen we niet want die is nergens bang van. Ook de hond die niet naar ons toe komt, nemen we niet. Want die is overal bang van.’ Gerrit Martens van Canisha is het hier mee eens: ‘We hebben een zelfzekere hond nodig met een bepaalde blijheidsfactor. Er moet een beetje pit in zitten maar hij mag ook geen te sterke eigen wil hebben.’ De rassen die het meest gebruikt worden als assistentiehond zijn labradors en golden retrievers. Deze worden soms ook gekruist met een poedel, dan krijg je de zogenaamde labradoodle of golden doodle. Zij zijn

Juni 2014   Noah

23


Van pup tot assistentiehond ideaal voor mensen met een allergie want poedels verliezen geen haar.

Pleeggezin Wanneer de puppy’s acht weken oud zijn, worden ze geplaatst in een pleeggezin. De hoofdtaak van het gezin is om de hond sociaal te maken en hem aan zoveel mogelijk te laten wennen. Het gezin van Nancy Fransen is al acht jaar pleeggezin en leidt momenteel een zevende blindengeleidehond genaamd Kooper op: ‘De hond moet overal mee naartoe waar jij naartoe gaat. Het is heel belangrijk dat hij gewend is aan bus en trein want veel blinden zijn aangewezen op het openbaar vervoer.’ Het is ook belangrijk dat de indrukken die de hond in zijn eerste maanden opdoet positief zijn. Wat hij in de

Maar bij Canisha moeten ze ook de wasmachine leren openen, deuren openen en sluiten of dingen oprapen voor hun baasje.

Welk pleeggezin? Zowel bij BCG als bij Canisha is het plaatsen van de juiste hond bij de juiste persoon belangrijk. Een eerste matching gebeurt bij het pleeggezin. Er wordt rekening gehouden met de levensstijl van het gezin. ‘Ik heb twee kinderen en een drukke job als marktkramer’, vertelt Nancy. ‘Daardoor krijg ik altijd drukke honden die zich moeten aanpassen aan mijn hectische leven. Een vriendin heeft een rustig gezin en zij krijgt dan ook rustige honden.’

Begeleiding pleeggezin Om de pleeggezinnen goed te helpen, houden ze bij BCG elke maand een pleeggezinnendag. Daarbij spreken ze bijvoorbeeld af op een parking waar ze de bus nemen naar de markt. Hierbij observeren ze hoe de hond reageert op de omgeving. Verder wordt

nemen valt steeds zwaar, ook voor de ervaren Nancy: ‘Het is elke keer weer moeilijk. Dat is ook normaal want je bent er een jaar mee bezig. Ik hoop nog iedere keer dat er een hond wordt afgekeurd of bij mij op pensioen komt. Maar spijtig genoeg heb ik het altijd te goed gedaan.’ Toch blijven de pleeggezinnen contact houden met de honden. Dat is belangrijk voor de motivatie van het gezin. Door contact te houden, kan het pleeggezin zien waarvoor ze al die tijd gewerkt hebben. ‘Als ik dat contact niet meer zou hebben, zou ik niet weten waarom ik het nog zou doen’, legt Nancy uit.

Medische test Helaas brengt niet elke hond die aan de opleiding begint het uiteindelijk ook tot assistentiehond. Wanneer de honden uit het pleeggezin komen, krijgen ze een volledig medisch onderzoek. Daar worden de heupen en ellebogen gecontroleerd en ondergaan ze een oogtest. Als de hond niet slaagt voor de medische controle, wordt hij

‘‘Het is elke keer weer moeilijk om een hond na een jaar te moeten afgeven’’ - Nancy Fransen (pleeggezin)

© Evy Capenberghs eerste periode aan indrukken ervaart, blijft hij zijn hele leven meedragen. Het pleeggezin moet vermijden dat de hond gebeten wordt zodat hij geen trauma’s oploopt die hem later parten zouden kunnen spelen. Basiscommando’s als zit, lig en blijf worden bij het pleeggezin aangeleerd. 24

gekeken hoe de hond evolueert. Annelies: ‘Als we zien dat er bij een gezin een bepaald probleem zit, kunnen we op tijd ingrijpen. Dan kunnen we het gezin thuis verder begeleiden.’ Bij Canisha komen de gastgezinnen om de twee weken samen voor onder andere een groepstraining. Dan sturen de begeleiders de eventuele problemen bij.

Afscheid De honden blijven ongeveer een jaar bij het pleeggezin en dan komt het moeilijkste moment. Het afscheid

afgekeurd. Dat is voor het welzijn van de hond. Bij Canisha proberen ze om een nieuwe functie aan de hond te geven. Gerrit: ‘De afgekeurde honden proberen we in te zetten als therapiehond of als sociale hond in een rusthuis.’ Daarna volgt een gedragstest. De hond wordt meegenomen naar een openbare plaats en daar wordt gekeken hoe hij reageert op andere mensen en honden. Hij mag niet agressief of angstig overkomen. Als men ziet dat er geen vooruitgang mogelijk is, wordt de hond afgekeurd.

Noah    Juni 2014


Van pup tot assistentiehond

© Yasmine Couffez

Specifie ke opleiding De trainers van BCG gaan twee keer per dag met de honden de straat op. Ze leren aan om obstakels zoals palen en geparkeerde auto’s te omzeilen. Hij moet stoppen voor stoepranden en trappen. Verder leert de hond om deuren, zebrapaden en stoplichten te zoeken. Al deze dingen worden stap voor stap aangeleerd. ‘Er komt veel tijd en geduld bij kijken’, zegt Annelies. ‘Elk klein stapje die de hond maakt, wordt beloond en dat blijven we herhalen.’ Terwijl elke blindengeleidehond bij BCG dezelfde opleiding krijgt, ligt dat bij de hulphonden van Canisha anders. Daar hangt de opleiding af van de noden van het baasje. Nadat de hond bij het pleeggezin de basisopleiding heeft gekregen, gaat hij naar een trainer van Canisha thuis voor de eindafwerking. Daar worden de extra commando’s aangeleerd die zijn nieuwe baasje later nodig zal hebben. ‘Als iemand regelmatig een lift nodig heeft, dan leren we de hond aan om een lift op te roepen’, zegt Gerrit. ‘Als

Juni 2014   Noah

de persoon geen lift heeft, leren we het ook niet aan.’

Matching Alles komt samen bij het matchen van de hond aan zijn nieuwe baas. Die is vooraf zowel medisch als psychologisch geëvalueerd. BCG en Canisha gaan na of de karakters van de persoon en de hond overeenkomen. Als dat het geval is, worden de twee met elkaar in aanraking gebracht. Tijdens de eerste kennismaking moet het meteen klikken. Een hond met veel energie hoort bij een persoon met veel karakter die dat aankan. BCG maakt gebruik van een test met de Dogsim. Dat is een simulator van een hond op vier wielen. Deze helpt beslissen of een blinde of slechtziende kan omgaan met een hond. Ook het looptempo van de persoon wordt gemeten. Daarnaast moeten ze een vaste route afleggen met de simulator. ‘We gaan de vervelende hond spelen die een verkeerde straat in slaat. Op die manier kijken we of de persoon het door heeft en hoe hij of zij hier

‘‘Het welzijn van de persoon en van de hond is voor ons even belangrijk’’ - Gerrit Martens (Canisha)

25


Van pup tot assistentiehond

‘‘Elke kleine stap die de hond zelf maakt, gaan we belonen’’ - Annelies Striesmans (BCG)

© Yasmine Couffez op reageert. Als het niet lukt met de simulator is de mogelijkheid om met een hond te lopen zo goed als onbestaande.’

Hond en baas Wanneer baasje en hond elkaar gevonden hebben, begint de gezamenlijke stage. BCG kiest ervoor de baasjes naar hun centrum te laten komen. Gedurende drie weken kan de blinde het nieuwe leven met zijn hond inoefenen. De personen die voor het eerst een geleidehond hebben, kunnen tot zes weken blijven in het centrum. Het baasje blijft van maandag tot vrijdag en mag in het weekend naar huis.

‘Het eerste weekend blijft de hond in het centrum. De weekenden daarna mag hij mee naar zijn nieuwe thuis’, vertelt Annelies. Bij Canisha bestaat zo’n stage niet. Zij laten hond en baasje langzaam naar elkaar toegroeien. ‘De hond mag een namiddag naar zijn nieuwe baasje. Als dat goed gaat, mag hij er een weekend naar toe. Wanneer dat lukt, mag de hond er definitief blijven’, vertelt Gerrit. Na nog een gezamenlijke opleiding van drie tot zes maanden volgt er een examen. Daarin worden zowel de theoretische kennis van het baasje over de verzorging van de hond, als de praktijkervaringen

tussen de twee getest. ‘Hiermee controleren we hoe het duo reageert in stresssituaties.’

Een nieuw begin Nu de hond zijn officiële jasje van assistentiehond verdiend heeft, kan het duo beginnen aan zijn nieuwe leven. Toch blijven de organisaties hen ondersteunen. Twee maal per jaar komen ze bij het baasje thuis op controle. ‘We willen er zeker van zijn dat de hond nog steeds goed behandeld wordt. Het welzijn van de persoon is belangrijk voor ons maar het welzijn van de hond is dat even veel’, zegt Gerrit.

Wist je dat...

... de hond eigendom blijft van de vereniging? Dit is voor het geval er iets fout zou gaan tussen de twee. Wanneer de vereniging merkt dat de hond slecht behandeld wordt, kan ze meteen ingrijpen. Dan is er geen lang proces nodig om de hond weg te halen.

Foto’s: © Yasmine Couffez

Honden rapen niet graag metalen voorwerpen op omwille van de smaak. Daarom wordt er met sleutels geoefend. De assistentiehonden moeten op commando leren liggen.

26

... sommige commando’s worden aangeleerd in het Engels en het Frans? Een hond kent geen woorden, maar herkent enkel klanken en deze moeten duidelijk genoeg zijn. Bij ‘lig’ gaat de klank de hoogte in. Daarom is het beter om het Engelse ‘down’ te gebruiken omdat de klank naar beneden gaat. En om te vermijden dat de hond bevelen van mensen op straat gaat uitvoeren, wordt gebruik gemaakt van commando’s die buiten de ‘normale’ woordenschat vallen. ... een assistentiehond beter is dan een technisch hulpmiddel? Voor doven en slechthorenden kan een deurbel vervangen worden door een flitslamp. Deze hangt meestal enkel in de woonkamer of keuken, maar niet in de slaapof badkamer. De hond daarentegen kan zijn baasje overal in huis gaan zoeken en aangeven dat er iemand voor de deur staat. ... de kostprijs om een blindengeleidehond op te leiden bij BCG ongeveer 25.000 euro bedraagt? Hierin zit onder andere de aankoop van de puppy, de voeding die de hond in het pleeggezin krijgt, de opleiding en de dierenartskosten. Ongeveer de helft wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. De rest is afkomstig van vrijwillige bijdragen. De blinde of slechtziende hoeft Noah    Juni 2014 zelf niets te betalen.


Rubriek

Kim Bols verwerkte haar handicap dankzij haar blindengeleidehond

Mijn hond hielp mij buiten te komen Kim Bols (35) verloor langzaam haar zicht vanaf haar veertiende. Op haar eenentwintigste was ze volledig blind en ze sloot zich meer en meer op. Tot blindengeleidehond Olly in haar leven kwam. Kim bloeide open en leidde opnieuw een actief leven. Nu Olly met pensioen is, begeleidt Xspencer haar overal. Tekst Maria Walgraeve  Foto’s Yasmine Couffez

Juni 2014   Noah

27


Getuigenis Kim Bols Hoe lang ben je al blind?

‘Ik ben blind geboren. Mijn ogen waren onderontwikkeld maar zijn langzaam vooruitgegaan tot mijn twaalfde. Op dat moment was ik heel slechtziend. Tussen mijn 12 en 14 jaar is mijn zicht stabiel gebleven maar nadien is het door allerlei oogaandoeningen opnieuw achteruit gegaan. Op mijn 21ste was ik al mijn zicht terug kwijt. Ik had dan net een bachelordiploma behaald en was bezig aan mijn master. Voor veel mensen is dat de leeftijd waarop je omschakelt naar volwassen worden. Bij mij viel dat samen met volledig blind worden. Ik moest braille leren lezen, met een stok leren lopen, met computerspraak leren werken en nog heel wat meer. Met die master ben ik uiteindelijk gestopt. Het was allemaal wat te veel.’

Blind worden, wat doet dat met iemand?

‘Voor mij was het heel moeilijk om daar mee om te gaan. Ik ging naar een psycholoog en werd goed geholpen in revalidatiecentrum Low Vision in Leuven. Toch kon ik het blind worden niet goed accepteren. Je moet het eerst voor jezelf een plaats geven voor je kan beginnen nadenken over hoe het verder moet. Dat heeft echt wel jaren geduurd. Het was pas toen iemand vroeg of een blindengeleidehond niets voor mij was dat die klik is gekomen. Met een hond zou ik meer buitenkomen. Ik zou toch iets kunnen maken van mijn leven in plaats van hier te zitten grienen.’

Je hond hielp je dus om buiten te komen? ‘Absoluut ja!’

Wanneer kreeg jij een blindengeleidehond?

‘Eerst heb ik een aanvraag ingediend bij het Belgisch Centrum voor Geleidehonden (BCG). Er kwam iemand van het centrum bij mij thuis die mij evalueerde en een profiel samenstelde. Ze wilden weten wat voor iemand ik ben, wat ik wilde doen met mijn blindengeleidehond, hoe actief ik ben, hoe snel ik stap. Vervolgens zochten zij een match voor mij. Bij het BCG, waar mijn honden vandaan komen, leiden ze de honden eerst 28

Tijdens de opleiding wordt aan de baasjes ook geleerd hoe ze met de hond kunnen spelen. Voor een blinde persoon is dat niet vanzelfsprekend.

“Niet elke blinde is zo ondernemend als ik.” op. Nadien beslissen zij bij wie hij terechtkomt. Op die manier zorgen ze dat het hele plaatje klopt. De hond moet qua karakter natuurlijk bij het baasje passen. Uiteindelijk vonden ze voor mij de ideale hond: Olly. Zij is nu met pensioen maar woont nog steeds bij mij en mijn nieuwe blindengeleidehond Xspencer. Na die matching moesten we samen in opleiding. We moesten drie weken naar Tongeren en bleven daar ook slapen. Daar leer je hoe je met je hond moet werken, hoe je ermee moet spelen, hem moet borstelen en eten geven, hoe je de poep moet opruimen, kortom alles wat nodig is voor een hond. Voor blinde mensen is dat een grotere uitdaging natuurlijk. In het weekend mochten we naar huis en kwam er iemand van de hondenschool om de trajecten te bekijken die ik regelmatig met mijn hond wou doen zoals de weg naar de bakker, de dokter, de school. Dat oefenen ze met jou en je hond in tot je je

veilig voelt. Nadien komen ze nog wel 1 à 2 keer per jaar kijken of het goed gaat. Wanneer er een probleem is, zijn ze er ook altijd direct.’

Kreeg je die volledige opleiding dan ook nog eens bij je tweede hond?

‘Nee, bij Xspencer duurde de opleiding maar een week en was het enkel opfrissing van het geleidewerk en de medische zaken. Dat is wel een heel ruim pakket. Die honden moeten dan ook veel doen natuurlijk.’

Was het moment waarop er geen begeleider meer aanwezig was angstaanjagend?

‘Ja eigenlijk wel. Maar ik heb daar geen problemen mee gehad. Het samenwerken met Olly was echt fantastisch. Alleen wandelde ik plots zo veel dat ik een voetstressfractuur kreeg. Daardoor moest Olly vijf weken terug naar een pleeggezin. Toen ik haar na die periode terugkreeg, was de stap wel wat lastiger. Met Xspencer is het nooit moeilijk geweest. Ik was al gewend aan het vele wandelen en het was onmiddellijk koek en ei.’

Moet je hond weten waar jij naartoe wil?

‘Nee, ik moet de route kennen en Xspencer moet er dan voor zorgen dat ik nergens tegen loop. Vaste trajecten kent hij wel natuurlijk. Maar als ik

Noah    Juni 2014


Getuigenis Kim Bols hem laat doen, brengt hij mij naar het park omdat hij daar zelf heen wil. Daarom is het belangrijk dat je de leiding houdt. Wanneer we ergens vlakbij zijn, een bushalte bijvoorbeeld, kan ik hem wel laten zoeken.’

Vertrouw je je hond voor de volle 100 procent?

‘Ja, toch wel. Ik kan mij niet herinneren dat een van de twee mij ooit ergens tegen liet botsen. In het begin kunnen ze wel wat slordigheden vertonen. Zoals de stoeprand niet aangeven, te snel willen zijn of een zijstraat niet indraaien. Het blijven honden natuurlijk. Maar echt iets gevaarlijk, dat niet.’

Hoe geeft Xspencer zo een stoeprand aan?

‘Hij staat eerst stil en zet zijn voorpoten op de rand. Dan wacht hij tot wanneer ik mijn voeten daarop heb gezet en zeg ik good boy left, good boy right of go on. Bij een stoplicht is het wat ingewikkelder. Een hond ziet geen kleuren zoals wij dus wanneer ik crossing zeg, brengt hij mij naar het zebrapad en dan moet ik luisteren naar het verkeer. Wanneer ik denk dat het veilig is, beveel ik hem over te steken. Als ik dan fout ben, moet hij mij wel blokkeren. Xspencer kan dus niet denken “bwa, dat ziet er wel veilig uit, we steken over”. Zo werkt het niet. Het bevel moet van mij komen.’

En bij een trap?

‘Dan geef ik het bevel find steps by the rail. Als de trap naar beneden gaat, blokkeert Xspencer mij eerst. Daarna springt hij met zijn voorpoten op de rechterkant van de leuning en wacht hij tot ik die heb vastgenomen. Pas wanneer ik mijn voet op de eerste trede heb gezet, gaat hij langzaam verder. Hij is extra voorzichtig want ook beneden springt hij nog eens tegen de leuning om het einde van de trap aan te geven. Ja, dat is onze Xspencer!’

hij aan mijn voeten te wachten tot de les gedaan is. Dat is toch prachtig!’

Olly is nu op pensioen. Wanneer en waarom heb je beslist dat zij niet langer moest werken?

‘Wanneer je een hond graag ziet, geef je natuurlijk moeilijk toe dat het tijd is om op pensioen te gaan. Dan wil je daar eeuwig mee blijven werken. Maar eeuwig bestaat niet in een hondenleven. Toen Olly een jaar of vijf, zes was, zijn we eens naar een lagere

“Als ik Xspencer laat doen, brengt hij mij gewoon naar het park.” Maken mensen er soms problemen van wanneer je met de hond ergens binnen moet?

‘Problemen heb ik nog niet echt gehad. Ik ben overal al binnen gemogen. Soms krijg ik wel eens een opmerking maar wanneer ik dan uitleg dat het een geleidehond is en ik mijn pasje laat zien, wordt daar nooit een punt van gemaakt. Wat dat betreft heb ik wel al geluk gehad. Ik neem Xspencer ook mee naar de hogeschool. In de klas doe ik zijn tuig dan af en dan ligt

school gegaan om mijn verhaal te vertellen. Enkele kinderen hebben toen met stiften op haar neus geslagen. Sindsdien heeft ze schrik van kinderen. In het begin was dat niet zo erg en was ze enkel bang van grote groepen kinderen. Maar dat werd langzaam erger en erger. Wanneer er een kindje in de winkel iets riep, werd ze doodsbang. Op een bepaald punt heeft ze mij zelfs een keer naar het midden van de straat getrokken omdat er een kind buiten kwam. Ik heb haar toen echt van de straat moeten duwen want ze was verstijfd van de schrik. En dat was gevaarlijk. Op dat moment kan je eigenlijk niet meer met je hond werken want dan is je vertrouwen weg. Ik wou dat toen nog altijd niet inzien tot het BCG belde om te vertellen dat ze een hond hadden die echt iets voor mij was. Zij hadden ook al wel gemerkt dat Olly trager werd en drukke situaties niet zo goed aankon. Het BCG geeft altijd voorrang aan mensen die al een blindengeleidehond hebben omdat zij niet meer zonder kunnen.’

En dat was Xspencer dan?

Kim Bols wacht samen met haar twee honden en onze reporter op de bus.

Juni 2014   Noah

‘Ja, die paste echt perfect bij mij. Hij is heel erg actief en je kan er uren mee door het bos wandelen. Niet elke blinde of slechtziende is zo ondernemend als ik en Xspencer heeft heel veel energie. Ik heb toen onmiddellijk 29


Getuigenis Kim Bols ja gezegd. Dat was een goed moment voor Olly om met pensioen te gaan. We hebben een heel goede laatste week gehad en ik heb nooit het gevoel gehad dat we te lang hadden gewerkt. En ze was ook nog niet te oud om zo’n gekke hond als Xspencer erbij te krijgen. Die twee komen nu heel goed overeen.’

acht meter. Zij mag snuffelen aan alles wat ze tegenkomt. Zij mag nu echt hond zijn en dat vond zij direct ok. Zij mag ook geaaid worden. Bij Xspencer mag dat niet want aaien is een vorm van beloning en dat zou hem afleiden van zijn werk. Andere mensen mogen nooit een blindengeleidehond aaien als hij aan het werken is. Dat is het beste en duidelijkste voor de hond.

“Ik vertrouw mijn hond voor 100 procent” Had Olly onmiddellijk door dat ze niet meer moest werken?

‘Ja dat was voor haar geen enkel probleem. Zelf vond ik dat wel heel eng. Olly is in haar werktijd nooit alleen geweest en nu opeens wel. Maar zij had daar geen last van. Xspencer moet werken wanneer we buitengaan. Maar Olly mag aan een leiband van

Daarom staat ook op de jasjes van hulphonden dat je hen niet mag aanraken. Dat is om te vermijden dat ze afgeleid zouden raken van hun werk en zo hun baasjes in gevaar brengen. Soms doet Olly nog wel eens mee met Xspencer om mij te helpen maar dat is enkel als ze weet dat er snoep in het spel is.’

Hoe hou je de honden uit mekaar?

‘Door de manier waarop ze bewegen. Xspencer is veel sneller en energieker. Hij heeft ook korter haar dan Olly en is groter. Je merkt dat direct. Toen ik Xspencer ging krijgen, dacht ik dat het opnieuw een teef zou zijn. Ik ben zelf ook niet zo fors gebouwd. En dan krijg ik zo een Xspencer zeg! Hij kan wel echt heel goed werken. In zijn vrije tijd is hij druk en een wildebras maar wanneer hij zijn tuig aan heeft, is hij heel gevoelig en luistert hij perfect. Hij heeft ook geen snoepjes nodig om gemotiveerd te zijn. Xspencer heeft the will to work, Olly the will to eat.’

Kan je Olly en Xspencer meenemen op vakantie?

‘Aan vakantie heb ik geen nood. Ik wil mijn honden gelukkig zien. Ik heb de lotto gewonnen met die twee en die prachtige bossen hier in de buurt. Ik heb zielsverlangend uitgekeken naar de vrijheid die zij mij hebben kunnen geven en meer heb ik niet nodig.’

Kim: ‘Xspencer heeft the will to work, Olly the will to eat’

30

Noah    Juni 2014


Inge Pauwels heeft een gedragscentrum voor honden

Ik heb nog maar vier keer het advies gegeven een hond te laten inslapen  Inge Pauwels (36) is al elf jaar de trotse eigenares van Toscanzahoeve, een gedragscentrum voor dieren in Booischot. Ze probeert de relatie tussen honden en hun baasjes te verbeteren en geeft opleidingen voor wie graag zelf gedragstherapeut of hondentrainer wil worden. Tekst Maria Walgraeve  Foto Yasmine Couffez

©Inge Pauwels

Tosca

“Wanneer ik een Amerikaanse stafford zie, smelt mijn hart!”

Juni 2014   Noah

Werken met dieren heeft Inge Pauwels van geen vreemden. Ze groeide op tussen de planten en dieren op de boerderij van haar ouders. Daar liepen steeds ook enkele honden rond. De belangrijkste hond voor Inge was Tosca. Als tiener had ze een ongeval waardoor ze lang moest revalideren en niet naar school kon. ‘Ik zat hele dagen thuis. Toen ik die pup kreeg, moest ik er veel tijd in steken en er mee naar buiten gaan. Ik heb mij met mijn krukken in allerlei bochten moeten wringen waardoor mijn revalidatie veel sneller ging.’

Aan het einde van de jaren negentig werd er een lijst bekend gemaakt van gevaarlijke hondenrassen in België en daar was heel wat commotie rond. Tosca was een Amerikaanse Stafford en dat ras stond op die lijst. De buurman van Inge vond het niet kunnen dat zo’n hond in zijn straat woonde. Hij lokte Tosca met zijn eigen hond en stak haar dood met een mes. ‘Onze Tosca was nog geen twee jaar toen dat gebeurde. En die man moest van het gerecht enkel de ziekenhuiskosten betalen. Een hond is een ding in de Belgische

31


Inge Pauwels rechtspraktijk.’ Tosca werd vermoord op 23 februari 2000 en op 23 februari 2003 richtte Inge de naar haar hond genoemde Toscanzahoeve op. Ook nu nog geeft Inge de voorkeur aan Amerikaanse staffords. Haar vorige hond Raico was er ook een. Hij stierf vorig jaar maar prijkt nog steeds op het logo van het centrum. Haar

ik een Stafford zie.‘

Communicatie Voor ze op het idee kwam om een gedragstherapeute te worden, studeerde Inge bedrijfscommunicatie waarna ze ook enkele jaren werkte in die sector: ‘Ik gaf sales- en communicatietrainingen maar op zelfstandige basis. Ik heb

"Wanneer je veel gebeten wordt, kan je beter een andere job gaan zoeken" nieuwe hond Beijo is eveneens een Stafford en komt uit het asiel. ‘Veel mensen zien Staffords als agressieve honden maar ik ben er helemaal verliefd op. Ze zijn zo zachtaardig naar mensen toe. Sommige baasjes komen van heel ver met hun Stafford hier heen, omdat ze weten dat ik met die dieren om kan. Dat maakt mijn dag altijd goed. Mijn hart smelt wanneer

Als zelfstandige kon Inge haar eigen uren kiezen en was het makkelijk om er voor bijscholingen een weekje tussenuit te knijpen. En wanneer ze genoeg kennis had vergaard, richtte ze Toscanzahoeve op. ‘Iedereen verklaarde mij gek. Daar zomaar inspringen en een goed betaalde job achterlaten zonder te weten wat er ging komen, was wel risicovol. Maar ik heb er nog nooit spijt van gehad. Ik verdien nu minder dan toen, maar ik heb veel meer voldoening. En het is nu niet dat ik elke dag droog brood moet eten hoor!’

Altijd anders

Bij Toscanzahoeve komen vooral honden terecht met gedragsproblemen. Die variëren heel erg. Zo is er hond-hond agressie, onzindelijkheid, hypergedrag, agressie naar volwassenooit voor iemand gewerkt en ik vond nen en kinderen, ongehoorzaamheid, het zo eng om ‘s morgens vroeg op te en noem zo maar op. Daarnaast komoeten staan. ’ Maar salesmanagement men er ook mensen die graag aan de is een harde wereld. Na een tijdje raak- relatie met hun hond willen werken. te Inge uitgeblust en werd het tijd om De methodes om die problemen aan op zoek te gaan naar een nieuwe uitda- te pakken, zijn al even verschillend. ging. ‘Ze zeggen altijd dat je terug moet ‘Ik geloof niet in een standaardmethonaar wat je leuk vond in je kindertijd de of een standaardoplossing. Ik haal als je het niet meer weet. En zo kwam zelf mijn informatie van zo veel verik bij planten en dieren uit. ’ schillende plekken. Ik heb al overal in

Inges hond Beijo komt uit een asiel, hij poseert al eens graag bij een hondenstandbeeld.

32

Noah    Juni 2014


Inge Pauwels de wereld gezeten voor opleidingen. Het komt er op aan om op het juiste moment de juiste dingen te combineren en op je instinct af te gaan. We behandelen iedereen hier à la carte.’ En dat is ook leuk om te doen, vindt Inge: ‘Ik wil liever niets weten voor ik hond en baasje te zien krijg. Wanneer

"Broodfok, dat is echte maffia!" ik hen dan ontmoet, kijk ik naar hun interactie en analyseer ik hen zo. Het is een beetje zoals het profilen dat de politie doet met daders. Dat doe ik fantastisch graag.’

Gevaar Een veel voorkomende gedragsstoornis is agressie. En dat kan natuurlijk gevaarlijk zijn. ‘Gelukkig kan ik dat goed inschatten. Ik heb daar een zesde zintuig voor. De ene is daar beter in dan de andere. Dat merk ik bij mijn cursisten ook wel. Wanneer je veel gebeten wordt, kan je beter een andere job gaan zoeken.’ Inge probeert zo weinig mogelijk risico’s te nemen. Ze is dan ook nog maar een keer gebeten. Er was een hond die baknijd had. Dat wil zeggen dat hij heel gefixeerd was op eten. Terwijl Inge aan de cursisten uitlegde hoe ze die baknijd konden aanpakken, had ze een hondensnoepje in haar hand. ‘Dat was echt mijn eigen fout. Ik stond daar maar met dat snoepje te zwaaien en opeens hing die hond aan mijn hand. Ik heb hem toen bevolen om los te laten, wat hij gelukkig onmiddellijk deed. Daarna heb ik mij geëxcuseerd en ben ik naar buiten gesukkeld en daar flauwgevallen. Ik kan niet tegen bloed en ik wou dat niet aan iedereen laten zien.’

Motivatie De oplossing voor een gedragsprobleem wordt meestal vrij snel gevonden. ‘Wanneer je aan mensen uitlegt

Juni 2014   Noah

wat ze verkeerd doen, hebben ze vrij snel een aha-moment en dan moeten ze zelf daar verder aan werken. We bellen ze wel nog regelmatig op voor extra tips en om te weten hoe het gaat. Ik heb geen toverstaf dus mensen moeten gemotiveerd zijn om te blijven werken.’ Soms is een sessie genoeg om dat aha-moment te krijgen. Maar dat hangt van persoon tot persoon en van hond tot hond af. ‘Wanneer iemand meer dan drie keer moet terugkomen met zijn hond vind ik van mezelf dat ik slecht bezig ben.’

Asielen Wanneer honden gedragsproblemen hebben waar baasjes niet mee om kunnen, komen ze vaak in het asiel terecht. Toscanzahoeve werkt dan ook samen met verschillende asielen om ze advies te geven over zo’n honden. Zo geven ze adviezen voor het gedrag van de honden maar ze helpen ook om in te schatten bij wat voor een baasje de honden het best zouden passen. Soms moet Inge ook een ne-

Vaak groeien ze niet op in een huiselijke omgeving maar in een kooi. ‘Honden die een resultaat zijn van broodfok komen heel vaak bij mij terecht’, getuigt Inge. ‘Die problematiek blijft een probleem. Dat is echte maffia. Wanneer je er iets aan probeert te doen, bedreigen ze gewoon je gezin.’ Om toch zo veel mogelijk er tegen in te gaan, probeert Inge zo veel mogelijk te sensibiliseren. Ze is ook meter van de Anti Broodfok Actie die, zoals de naam het zegt, strijdt tegen fokken om den brode. Toscanzahoeve heeft dus veel klanten door die broodfokindustrie. Sommige mensen staan dan ook vrij sceptisch tegenover het engagement van Inge. Maar zij verdient liever wat minder dan te leven van honden die zo getraumatiseerd zijn. ‘Dat is echt zielig hoor! Die honden zijn meestal zodanig verknoeid dat het nog heel moeilijk is om ze nog helemaal goed te krijgen. Dus nee, liever geen broodfok!’

"Ik heb geen toverstaf, mensen moeten gemotiveerd zijn om te blijven werken" gatief advies geven en dat valt haar heel zwaar: ‘Dat is echt heel moeilijk om zo’n beslissing te nemen. Maar wanneer een hond echt agressief is, is hem laten inslapen de enige optie. Gelukkig gebeurt dat echt niet veel. In heel mijn carrière heb ik nog maar vier keer zo’n advies moeten geven.’

Broodfok Een groot probleem binnen de hondenwereld is de broodfok. Dat is een vorm van fokken van huisdieren, vooral honden en katten, louter en alleen om daar geld aan te verdienen. De noden van de dieren zelf komen bij broodfokkers op de laatste plaats.

Trucjes van de foor De problemen die veroorzaakt worden door broodfok zijn vaak heel triestig. Maar gelukkig kan Toscanzahoeve veel mensen en dieren helpen. Inge heeft al enkele mooie verhalen meegemaakt. ‘Onlangs nog was hier een meisje dat problemen had met haar gezondheid. Zij wou haar hond graag gaan gebruiken als hulphond maar omwille van haar fysieke toestand en de hond zijn onstuimigheid leek haar dat onmogelijk. Ik leerde haar enkele trucjes van de foor om de hond in bedwang te houden. Haar hele toekomst lag weer open. Voor zulke momenten doen we het!’

33


Rubriek

34

Noah    Juni 2014


Stortregen is ideaal voor natuurfotografie

Jef Pattyn (12) fotografeert in zijn vrije tijd wilde dieren

In het Nederlandse Oisterwijk woont de 12-jarige natuurfotograaf Jef Pattyn. Hij begon met fotograferen toen hij negen jaar was en heeft na drie jaar al enkele grote prijzen gewonnen bij National Geographic Junior en WNF foto award. Vorig jaar won hij met de foto van een merel 80 pond bij BBC Wildlife Photographer of the Year. Tekst Yasmine Couffez  Foto’s Jef Pattyn

Juni 2014   Noah

35


Parel in het groen genoemd en dat is er aan te zien. De tuin van Jef grenst aan een riviertje met aan de overkant een bos. ‘Samen met mijn vader heb ik er vogelhuisjes opgehangen om vogels naar hier te lokken. Soms zien we een speciale vogel zoals een buizerd of een havik.’ Met de zachte winter waren er heel weinig vogels te vinden rond de tuin van Jef. Er is genoeg eten in het bos, en dan blijven de vogels daar. ‘Voor natuurfotografie moet je hopen op koud weer, regen en sneeuw. Vooral stortregen is een ideale weersomstandigheid.’ De meeste foto’s neemt Jef vanuit zijn vaders bureau waar hij een raam openschuift en een camouflagegordijn naar beneden rolt. ‘Voor natuurfotografie heb je veel geduld nodig. In het bureau zit ik twee tot drie uur op een stoel foto’s te nemen tot ik het goed heb. Papa gaat soms vier uur lang in een drijfhut zitten om eenden te fotograferen, dat heb ik er niet voor over. Het is een van de meest frustrerende soorten van fotografie maar mooi als het gelukt is.’ © Yasmine Couffez

Paddentrek

Jef mag het fotomateriaal van zijn vader gebruiken. Het avontuur begon voor Jef drie jaar geleden in Zuid-Afrika toen hij op reis was met zijn familie. ‘Mijn vader is natuurfotograaf en hij maakt mooie foto’s van wilde dieren’, vertelt Jef. ‘Ik wou ook zo’n foto’s maken en dat

gaan ze samen op pad om foto’s te nemen. Zo trekken ze naar Zandvoort voor vossen en naar Zeeland voor strandlopers en meeuwen. Ook wanneer ze ver op reis gaan, mogen de camera’s niet ontbreken. ‘In de zomer-

''Zo verbaasd dat ik een winnende foto had'' vond mijn vader goed. Ik mocht zelfs zijn materiaal gebruiken. Daar nam ik mijn eerste foto’s van de vogels en de leeuwen op safari.’ Na die ervaring bleef Jef bezig met het fotograferen van vogels, amfibieën en reptielen. Van zijn vader David Pattyn krijgt hij veel tips en vaak 36

vakantie gaan we naar Kenia. Daar hoop ik vooral katten tegen te komen. Mij maakt het op zich niet uit welk dier het is, want alle dieren zijn leuk om te fotograferen.’

Veel geduld Voor zijn hobby woont Jef op de ideale plaats. Oisterwijk wordt ook wel

Regelmatig gaat Jef alleen fotograferen zoals de paddentrek in een poeltje vlakbij zijn huis. Met zijn lieslaarzen en de compactcamera van zijn broertje is het mogelijk om foto’s te nemen onder water. ‘Doordat er weinig licht is onder water, is het niet makkelijk om scherpe foto’s te nemen. En overal rond mij liggen eitjes van de padden wat het moeilijker maakt om zelf te bewegen.’

Wildlife Photography Elk jaar is er de wedstrijd Wildlife Photographer of the Year, georganiseerd door de BBC. Dit is de grootste wedstrijd voor natuurfotografie ter wereld. Ieder jaar doet Jef mee met de fotowedstrijd en vorig jaar viel hij in de prijzen. ‘Ik had een highly commended foto in de leeftijdscategorie elf tot veertienjarigen. Ik was verbaasd dat mijn foto bij de winnaars zat, maar ik was heel blij. Het is niet makkelijk om foto’s bij die wedstrijd te krijgen want zowel de foto als het dier moet uniek zijn. En aangezien alle dieren al veel gefotografeerd zijn, is dat moeilijk.’

Noah    Juni 2014


De foto waarmee Jef won, was gemaakt in de tuin tijdens de winter. Hij had samen met zijn vader een vetbol opgehangen voor de vogels met daaronder een tak. ‘De merels konden niet aan de vetbol blijven hangen, dus vielen ze altijd terug naar beneden op die tak’, legt Jef uit. ‘Dan wachtte ik tot ze op het punt kwamen waarop ik foto’s kon nemen.’ Hoe vaak Jef ook probeerde, hij kreeg maar niet het resultaat dat hij in gedachten had. ‘Ik wou eerst alles scherp op de foto, maar er was te weinig licht. De volgende dag ben ik gaan experimenteren met een langere sluitertijd en maakte ik net zoveel foto’s tot enkel het oog scherp was, en de rest bewegingsonscherpte had. Dat was precies wat ik wou.’

''Overal liggen eitjes van padden, wat fotograferen moeilijk maakt''

Juni 2014   Noah

© Jef Pattyn

Niet enkel Jef had een winnende foto, ook zijn jongere broer Louis won in de categorie tien jaar en jonger. ‘Louis stond gewoon te springen toen hij het nieuws hoorde.’ De 11-jarige jongen nam zijn foto in het vogelpark in India vroeg in de ochtend. ‘Op dat moment zitten de pauwen nog in de bomen en kun je machtige foto’s nemen.’ Doordat zowel Jef als Louis een winnende foto hadden, konden beide ouders mee naar de prijsuitreiking in Londen wat voor de familie een speciaal moment was. ‘In de inkomhal van het Natural History Museum was er een diner voorzien voor alle winnaars en werden de foto’s op groot scherm getoond. De Brontosaurus die daar staat, was helemaal in het blauw verlicht.’ De winnende foto van Jef bracht 80 pond op en die van Louis 600 pond.


Natuurfotograaf Jef Pattyn

Jef nam deze foto van een vos in de Amsterdamse waterleidingduinen in de buurt van Zandvoort.

In de meivakantie van vorig jaar trok Jef met vader David naar Noorwegen. ‘Het was een droom om papegaaiduikers te fotograferen en daar was dat mogelijk.’ Ze sliepen er in een vuurtoren en namen daar foto’s van zeevogels. ‘We zijn ook een nacht blijven slapen in een drijfhut om eenden te zien. Toen we verder reisden, kwamen we rendieren tegen en op het eiland Hinnoya de Papegaaiduikers. Daar zijn we drie nachten gebleven.’ Jef nam er veel foto’s waar hij tevreden mee is en ook vader is trots op de beelden van zijn zoon. ‘De meeste foto’s zijn genomen met een landschapslens dus ik zat niet ver van de dieren vandaan. De meeste papegaaiduikers op dat eiland zijn bang. Er waren enkele vogels die zich nestelden naast een pad waar veel volk komt en zijn gewend aan mensen. Het duurde maar een halfuur tot ik dicht genoeg was om de foto’s te nemen.’ Met deze beelden doet Jef dit jaar opnieuw mee aan de wedstrijd, maar hij heeft geen hoge verwachtingen. 38

‘Papegaaiduikers zijn al veel gefotografeerd dus speciaal is het niet meer. Maar ik probeer dieren altijd op een nieuwe manier te fotograferen.’

Gewoon als hobby Hoewel Jef als natuurfotograaf goed bezig is, zijn beroep wil hij er niet van

maken. ‘Te veel fotografen doen dit en dat maakt het minder speciaal. Ik hou dit liever als hobby zodat ik het niet beu kan raken. Maar later wil ik wel graag iets met dieren gaan doen. Want mijn favoriete vak op school is biologie en ik ben ook bezig dieren te schilderen.’  © Yasmine Couffez

Papegaaiduikers

© Jef Pattyn

Een familie vol fotografen. Vader David en zijn twee zonen Jef en Louis.

Noah    Juni 2014


Marina Tondeleir runt een opvangcentrum voor verwaarloosde paarden, pony’s en ezels

Met een paardenasiel kan je geen geld verdienen

In 2013 werden in België 163 paarden in beslag genomen wegens verwaarlozing. Het jaar ervoor waren dat er nog maar 51. De paardenopvangcentra zitten overvol. Zoals je eerder al in Noah kon lezen, werd er in maart nog een groep van 37 verwaarloosde paarden aangetroffen in een loods in Hoogstraten. Een deel van deze dieren kwam terecht bij Marina Tondeleir, eigenares van The Old Horses Lodge, een opvangcentrum voor verwaarloosde paarden, pony’s en ezels. Tekst Evy Capenberghs en Maria Walgraeve   Foto’s Maria Walgraeve

Juni 2014   Noah

39


The Old Horses Lodge The Old Horses Lodge werd opgericht in 1977 door verpleegster Albertine Heyse-Souillié, als rusthuis voor oude paarden. Toen Marina Tondeleir in 2004 het asiel overnam, kreeg ze van de overheid de vraag om ook verwaarloosde, in beslag genomen paarden op te vangen. ‘We hebben dat toen meteen gedaan’, vertelt Marina. ‘Het eerste jaar kregen we drie paarden binnen. Het tweede jaar waren dat er elf en dit jaar zitten we al aan veertig dieren.’ Het probleem van paardenverwaarlozing wordt steeds erger. ‘Het is dweilen met de kraan open. Er worden telkens nieuwe dieren in beslag genomen. We moeten hier tien paarden gaan halen en dan weer vijftien ergens anders. Het houdt niet op’.

Oorzaken De oorzaken van paardenverwaarlozing zijn zeer divers. ‘Je kan niet zeggen dat het door de economische crisis komt. Het is veel ingewikkelder dan dat’, vertelt Marina. ‘De aankoop van een paard is relatief goedkoop, maar veel mensen vergeten dat ook de verzorging van een paard handenvol geld kost. We hebben het ooit laten uitrekenen. Één paard kost gemiddeld elf euro per dag. Daar zitten zowel de voeding als de kosten van de dierenarts, hoefsmid en huur van een weide in. Dat is makkelijk 300

euro per maand.’ Maar soms liggen niet enkel financiële problemen aan de basis. ‘Dit jaar hebben we veel paarden weggehaald bij mensen die betrokken waren bij drugszaken. Zo worden er regelmatig wietplantages opgerold. De politie verzegelt het huis maar in de weide staan er nog enkele paarden. Ze zijn misschien niet slecht verzorgd

daar dan ook niet aan. Als je 37 paarden hebt, kan je dat niet allemaal van je privégeld betalen.’ De situatie in Hoogstraten is geen alleenstaand geval. Zo ving The Old Horses Lodge al verschillende keren dieren uit zogenaamde opvangcentra op. ‘We hebben ooit een asiel leeggehaald in Westrem. Wanneer er niet genoeg plaats was, beloofden ze aan

“Een paard geeft op en ondergaat alles” maar worden wel achtergelaten. Dat zijn de dieren die wij dan moeten ophalen.’ Daarnaast zijn er veel mensen die met goede bedoelingen zelf een paardenasiel oprichten, maar ook zij houden vaak geen rekening met de hoge kosten. Dat was ook het geval in Hoogstraten waar 37 paarden werden gevonden. ‘Die vrouw was eerder al voor gelijkaardige feiten veroordeeld in Nederland, maar ze was in België gewoon opnieuw begonnen’ legt Marina uit. ‘Ze verzamelde paarden en pony’s die hulp nodig hadden, maar ze had zelf geen geld of mogelijkheden om er voor te zorgen. Dus begin

de eigenaars de dieren naar een grote weide in de Ardennen te brengen. In werkelijkheid gingen ze naar het slachthuis.’ Over een ding is Marina duidelijk: met een paardenasiel valt geen geld te verdienen. ‘Er zijn asielen die geld vragen aan de oorspronkelijke eigenaars om hun paarden op te vangen. Ze vragen 500 euro om het paard te verzorgen en daarna vragen ze aan het nieuwe adoptiegezin nog eens 1000 euro om het te plaatsen. Maar hoe lang kan je een paard verzorgen met 1500 euro? Als het geld op is, worden er soms zelfs paarden geruild voor hooi.’

Meter en peter Maar ook The Old Horses Lodge heeft het niet altijd makkelijk om het hoofd boven water te houden. Sinds het ontstaan in 1977, kregen ze wel verschillende schenkingen. ‘Wij leven louter van giften en liefdadigheid. Daarnaast krijgen we een kleine som van het fonds voor paarden in nood.’ Mensen kunnen ook meter of peter worden van één van de oude paarden in het centrum. ‘We hebben een duizendtal leden die regelmatig geld storten voor hun paard. Zij mogen hun paard elke dag komen bezoeken en helpen verzorgen. Elke eerste zondag van de maand houden we een opendeurdag. Dan kan iedereen een rondleiding krijgen, een pannenkoek komen eten of naar de kleine rommelmarkt gaan.’

Noah    Juni 2014

40 Calimero is de mascotte van The Old Horses Lodge. Elk paard kan het met hem vinden.


The Old Horses Lodge Artikel 60 Momenteel verblijven er 81 paarden in The Old Horses Lodge. Dat betekent veel werk. Hiervoor kan het opvangcentrum op heel wat hulpkrachten rekenen. Naast de twee vaste verzorgers zijn er verschillende vrijwilligers en doet men aan sociale tewerkstelling via het OCMW. Verder werken er ook personen die een werkstraf moeten uitvoeren. Mensen met een beperking kunnen er dan weer via begeleid werken aan de slag. ’Het is een echte winwin situatie. Enerzijds krijgen onze paarden extra aandacht en anderzijds kunnen die mensen er ook iets uit halen. Via onze paarden kunnen zij weer beter worden.’

Stap voor stap Met al die hulp kunnen de paarden, pony’s en ezels in The Old Horses Lodge goed verzorgd en opgevolgd worden. Wanneer de in beslag genomen dieren in het opvangcentrum aankomen, gaan ze eerst een week op stal. ‘ De dieren worden ontwormd en indien nodig wordt er een bloedonderzoek afgenomen. Daarna kijken we of ze makkelijk in de hand te houden zijn. Na die week komen ze stilaan naar buiten en kunnen ze verder revalideren. De dieren staan hier in kuddes op de weide, ook ‘s nachts. Ze leven hier zo veel mogelijk als in de natuur. Op die manier hebben ze weinig of geen last van stress.’ De dieren die in het opvangcentrum aankomen, hebben vaak al heel wat meegemaakt. Toch vertonen ze zelden of nooit agressie, hoe verwaarloosd ze ook zijn. ‘Een paard geeft op en ondergaat alles. Als het verzorgd wordt, gaat het zich erg aan je hechten en krijg je er enorm veel liefde van terug.’

Een nieuwe thuis Wanneer de dieren weer helemaal gezond zijn, kan er gezocht worden naar een nieuwe thuis. Al blijkt dat niet altijd even eenvoudig te zijn. ‘Het kiezen van een adoptiegezin gebeurt altijd op het gevoel. Natuurlijk zijn er de standaardvragen die we overlopen. Is de weide groot genoeg? Hoe is de afsluiting? Prikkeldraad mag bijvoorbeeld niet. We willen ook weten wat de mensen met het dier willen doen.

Juni 2014   Noah

Het is niet de bedoeling dat het grasmachientjes worden.’ Maar ook al lijkt alles in orde, als het gevoel niet goed zit, gaat de adoptie niet door. ‘Onlangs waren hier bijvoorbeeld nog mensen met een prachtige weide. Ze zochten gezelschap voor hun paard. Alles leek in orde

“Een paard kost gemiddeld elf euro per dag” te zijn, tot de man mij vertelde dat ze het paard binnen een jaar of tien, wanneer hun eigen paard gestorven was, zouden terugbrengen naar het opvangcentrum. Ik vroeg hem of hij dat niet erg zou vinden en of hij niet te erg gehecht zou zijn aan het paard. Hij antwoordde mij dat hij dat vooraf wist en dat hij zich niet aan het dier zou hechten. Dan weet ik dat ik dat niet mag doen. Als je geen gevoelsband met het dier wil creëren, moet je er niet aan beginnen. Daarom wil ik dat de mensen altijd eerst naar het centrum komen en hier eens tussen de paarden lopen. Ik wil zeker weten dat het klikt tussen hen en het paard. Pas wanneer ik er een goed gevoel bij heb, mag het paard vertrekken.’

Moeilijke beslissing Helaas kan The Old Horses Lodge niet alle dieren redden. Het gebeurt regelmatig dat men een dier moet laten inslapen. ‘Dat is altijd een heel moeilijke beslissing’, vertelt Marina. ‘Belissen over leven en dood, dat is niet de bedoeling dat wij dat moeten doen. Maar soms heb je geen keuze. Als je weet dat dat dier anders geen paardenleven heeft, moet je wel.’ Bovendien gebeurt het regelmatig dat de verwaarloosde paarden pas erg laat gevonden worden. ‘Meestal slaat

men pas alarm als er al een paard dood ligt of bijna aan het sterven is. Dan bellen de mensen de politie en moeten wij de rest van de paarden gaan ophalen. Dat is wel frustrerend. Tegenwoordig wordt er vaak al iets vroeger alarm geslagen, maar soms ben je nog te laat. De ene keer kan je de dieren er dan nog door halen , de andere keer niet.’

Oplossing Volgens Marina bestaat er maar één oplossing om de paardenverwaarlozing tegen te gaan en dat is stoppen met kweken. ‘Er zijn veel mensen die maar blijven kweken, met of zonder papieren. Dat is gewoon te gek. Er is ook geen plaats voor al die paarden. Als je in Frankrijk rondrijdt, zie je grote weides met twee paarden op. Als die boer eens vergeet om zijn paarden eten te geven, is er gras genoeg op de weide. Maar hier in België staan de dieren allemaal in het zand. Ze hebben gewoon geen plaats.’

GOEDE AFLOOP Gelukkig is het bij The Old Horses Lodge niet allemaal kommer en kwel. Van de paarden uit Hoogstraten zijn er al twee geplaatst bij een adoptiegezin en de rest is nog aan het revalideren. En er zijn ook heel wat andere verhalen met een positieve afloop. ‘Vorig jaar hebben we ergens op een weide een veulen gevonden dat bijna niet meer op zijn benen kon staan. Het dier had doorligwonden en was erg mager en helemaal uitgedroogd. We hebben het veulen op een zeiltje in de vrachtwagen getrokken en het meteen naar de dierenkliniek van Merelbeke gebracht. Daar heeft het veulen maanden gestaan. Maar het is helemaal goed gekomen en het veulen is spectaculair mooi uitgegroeid. Doordat het al die tijd in de dierenkliniek is geweest en bijna doodgeknuffeld door de studenten, en dus door mensen is grootgebracht, is het nu ook heel tam. We hebben het veulen kunnen plaatsen bij een adoptiegezin en hij is blijkbaar nog steeds heel goed in de hand. Hij heeft zijn achterstand dus goed ingehaald. Dat zijn dan de momenten waarvoor we het doen. Als het zo kan eindigen, is het fantastisch mooi.’  41


Véronique De Corte

Véronique is professioneel dierenoppas

Ik doe wat de baasjes doen Wanneer mensen op vakantie zijn, gaat Véronique De Korte (25) bij de achtergebleven huisdieren langs om hen te verzorgen en de aandacht te geven die ze verdienen. Dit doet ze met veel toewijding en liefde voor de dieren. “Voor veel mensen is hun huisdier zoals een kind. Het is bijna hun bestaansreden. Ik vind het dan ook niet meer dan normaal dat ik die dieren goed verzorg wanneer de baasjes op reis zijn.”

Tekst Evy Capenberghs   Foto’s Yasmine Couffez

Hoe ben je op het idee gekomen om dierenoppas te worden?

Ik ben in 2010 afgestudeerd in de opleiding dierenzorg aan de hogeschool Gent, campus Melle. Toen ik aan die opleiding begon, werd mij beloofd dat ik met dat diploma later meteen werk zou vinden en overal aan de slag zou kunnen. Maar na drie jaar studeren, bleek dat toch niet zo vanzelfsprekend te zijn. Na twee jaar vruchteloos naar werk te zoeken, ben ik uiteindelijk part-time bij een dierenarts kunnen beginnen. Toen ik eindelijk een vast hoofdberoep had, kon ik starten met een bijberoep. Het idee om dierenoppas te worden, is pas stilaan gekomen. Ik wilde eigenlijk eerst beginnen met een kattenpension, maar na wat opzoekwerk bleek dat België al vol is van katten- en hondenpensions. Uiteindelijk kwam ik op het idee om het dan maar te doen zoals in Amerika en Australië: bij mensen thuis op hun huisdieren passen wanneer zij met vakantie zijn.

Hoe gaat het praktisch in zijn werk?

Wanneer mensen mij opbellen en vragen om op hun hond te passen, vraag ik altijd eerst van waar ze komen en voor welke datums ze willen dat ik langskom. Daarna vraag ik over welke dieren het gaat. Is het een hond of een kat? Hoeveel dieren zijn het? Hoe 42

vaak per dag moet ik langskomen? Zulke praktische zaken. Vervolgens stel ik een offerte op en als de mensen daarmee akkoord zijn, ga ik bij hen thuis langs om kennis te maken. Ik leer de dieren kennen en de baasjes geven mij de sleutel en zeggen mij waar het eten staat. Als ze altijd dezelfde wandeling doen met hun hond leggen ze mij dat ook uit, en dan volg

“Ik heb ook al voor een slang gezorgd” ik dat. Ik probeer altijd zoveel mogelijk verder te zetten wat de baasjes zelf al doen. Zo worden de dieren niet te veel uit hun routine getrokken.

Voor welke dieren moet je het meeste zorgen?

Meestal zorg ik voor honden en katten. Maar ik krijg ook wel konijnen, hamsters, cavia’s of schildpadden. Ik heb ook ooit al eens een slang en een baardagaam gehad. Knaagdieren en reptielen vang ik hier thuis op. Dan vraag ik aan de mensen om de kooi

of het terrarium naar hier te brengen. Honden en katten daarentegen doe ik liever niet bij mij thuis. Het principe is dat ik pet-sitting aan huis doe net met de bedoeling om de dieren in hun vertrouwde omgeving te laten. Dan ga ik ze niet in mijn eigen huis halen. Ik weet trouwens ook niet of dat wel goed zou komen met mijn eigen huisdieren. Ik heb zelf een hond en twee katten en het is heel moeilijk om een kat voor twee weken bij andere katten te zetten. Bovendien zijn we hier aan het verbouwen. Er ligt hier heel veel materiaal en afval van de verbouwingen. Mijn eigen huisdieren kennen dat maar met de dieren van iemand anders is dat toch een heel ander verhaal. Bovendien betalen die mensen er ook voor. Dan vind ik wel dat ik hen iets kwalitatiefs mag aanbieden en hun dieren niet moet ontvangen op een bouwwerf.

Hoe veel vraag jij voor jouw diensten als hondenoppas? Ik vraag 15 euro om een uur met een hond te gaan wandelen of om twee keer per dag een dier te komen verzorgen. In vergelijking met een honden- of kattenpension is dat niet zo duur. Mijn prijzen zijn namelijk voor twee huisdieren. In een pension betaal je al snel 10 tot 15 euro per dag en per dier. Bovendien blijft het dier bij mij in zijn vertrouwde omgeving.

Noah    Juni 2014


Rubriek

Voor veel mensen is dat ook al heel wat waard. Maar ik doe het niet voor het geld. Ik doe het uit liefde voor de dieren. Als je het voor het geld zou doen, kun je beter een ander job zoeken.

het de vorige keer goed heb gedaan en dat ze dankbaar zijn. Anderzijds is het ook geruststellend voor het baasje wanneer ze zien dat ik een goede band heb met hun huisdier. Als zij op reis zijn, zien ze niet welke interactie ik heb met hun dier. Dus voor hen is

"Bij mij blijven de dieren in hun vertrouwde omgeving" Wat geeft het meeste voldoening aan je werk?

Ik ben altijd blij als de klanten en vooral de dieren tevreden zijn. Bij sommige mensen kom ik al voor de vierde of vijfde keer en die dieren kennen mij ondertussen. Als ik enkele dagen ervoor langskom om de sleutel op te halen, komen ze vaak al meteen kwispelend naar mij. Dat is leuk voor mij want dan weet ik dat ik

Juni 2014   Noah

het altijd afwachten, hoe het voor het dier zal meevallen. Als ze dan zien dat hun dier tevreden is, geeft hen dat ook wel vertrouwen in mij.

Ken je alle dieren bij naam?

Ja ik ken hen allemaal. De dieren zijn ook degene die ik elke dag zie. Het is zelfs zo dat ik de dieren vaak beter ken dan het baasje. Het gebeurt vaak dat mensen mij bellen en zeggen “U

spreekt hier met meneer of mevrouw X” en dat ik dan vraag “Wat is de naam van uw dier, want met uw naam alleen weet ik het niet.” Als ze dan de naam van hun dier zeggen, weet ik meteen weer waarover het gaat.

Heb je het al eens meegemaakt dat er iets mis gaat als je bij mensen thuis op hun huisdier moet passen?

Ik heb ooit voor een heel oude Golden Retriever met epilepsie gezorgd. Op een dag was ik ermee gaan wandelen, toen er plots een andere hond aan kwam gelopen. Die andere hond viel zo uit tegen die Golden Retriever dat het arme dier een epilepsieaanval kreeg. Dat was voor mij wel even schrikken. Gelukkig ging het snel weer over maar ik was wel kwaad op die man met de andere hond. Hij had mij zien aankomen met die oude hond dus dan had hij zijn hond wel

43


Véronique De Corte beter in bedwang kunnen houden. Een andere keer was ik aan het wandelen met een hond toen er plots een Beauceron kwam aangelopen, een grote sterke hond die lijkt op een rottweiler. Ik riep nog naar dat baasje “Roep uw hond terug”, maar die vrouw riep terug “Maar hij luistert niet meer. Ga weg, want hij valt andere honden aan”. Die Beauceron heeft toen de hond gebeten waarmee ik aan het wandelen was. Ik heb dat hondje uiteindelijk kunnen loskrijgen uit de muil van die grote hond, maar zijn oortje was een beetje losgescheurd. Uiteindelijk was het niet zo erg en

met enkele hechtingen was het opgelost. Maar dat hondje had natuurlijk wel de schrik van zijn leven gehad. Het baasje heeft mij gelukkig niets kwalijk genomen. Maar ik was wel kwaad op die mevrouw van wie de hond had gebeten. Als je weet dat je hond, andere honden aanvalt, laat je hem toch niet loslopen? En als hij los loopt, moet je er toch tenminste zeker van zijn dat hij luistert.

Heb je ooit al klanten moeten weigeren?

Het gebeurt af en toe wel eens dat ik mensen moet weigeren omdat ze te

ver wonen of omdat het niet meer in mijn agenda past. De zomer is voor mij de drukste periode en dan gebeurt het dat ik van 9 uur ‘s morgens tot 22 uur ‘s avonds bezig ben. Dan is het mogelijk dat ik mensen moet weigeren omdat ik gewoon geen tijd meer heb. Ik maak er ook een punt van om met elk dier minstens een half uur bezig te zijn. Het is niet zo dat ik er naartoe ga, die dieren eten geef en snel weer weg ben. Ik vind het mijn plicht om die dieren de aandacht te geven die ze verdienen. Ik ga ermee wandelen en ben echt met die dieren bezig. De klanten betalen er ook voor

"Ik ben minstens een half uur met elk dier bezig" dus dan is het normaal dat je je best doet om hun lieveling zo goed mogelijk te verzorgen. Dat zou ik zelf voor mijn eigen huisdieren ook willen.

Wat doe je met je eigen huisdieren als je op reis gaat? Ik moet toegeven dat ik zelf zelden of nooit op reis ga, en zeker niet in het hoogseizoen. Dat is voor mij namelijk net de drukste periode om te werken. Dit jaar zijn we wel een weekje naar Frankrijk geweest. Mijn mama is dan gekomen om voor de katten te zorgen en onze hond hebben we meegenomen. Ik heb vroeger heel lang een hond gewild maar ik mocht niet van thuis. Toen ik ben gaan samenwonen met mijn vriend, heb ik er meteen één in huis gehaald. Ik heb nu waar ik vroeger zo lang naar verlangd heb en dat reizen is voor mij veel minder belangrijk geworden. Ik heb veel meer plezier en voldoening van een heel jaar met mijn hond dan ieder jaar een weekje in de zon.

44

Véronique met haar hond Kelso die uit het asiel komt.

Noah    Juni 2014


Berlijn: Rosie Koch

De Duitse Rosie Koch maakte een documentaire over de dieren in Berlijn

Wilkommen im wilden Berlin!  Berlijn is één van de groenste steden van Europa. De stad wordt omgeven door bossen en water en ook in het centrum vind je talloze parken en vijvers. De groene metropool vormt dan ook de ideale biotoop voor heel wat dieren. Eekhoorns, eenden en zelfs wasberen wagen er zich tot dicht bij de mensen. Rosie Koch maakte er de natuurdocumentaire Wildes Berlin over. We spreken Rosie in haar gezellige appartement in de wijk Friedenau in het zuiden van Berlijn.

Tekst Evy Capenberghs   Foto Yasmine Couffez

Juni 2014   Noah

45


Berlijn: Rosie Koch De Duitse biologe en filmmaakster Rosie Koch woont in een appartement op de vierde etage van een oud herenhuis. De flat staat vol met souvenirs van haar reizen naar alle uithoeken van de wereld. In 2013 maakte Rosie samen met haar partner, cameraman Roland Gockel, een documentaire iets dichter bij huis. Wildes Berlin is een uitzonderlijke natuurfilm over wilde dieren in Berlijn. Meer dan 2500 parken en talloze rivieren en vijvers maken van de Duitse hoofdstad een oase van rust en dus een ideale uitvalsbasis voor wilde dieren. Eekhoorns, vossen en wasberen voelen zich er thuis. Rosie en Roland hebben dan ook niet lang getwijfeld om er een documentaire over te maken. ‘Het was al een oud idee om dieren in een grote stad te filmen’, aldus Rosie. ‘De laatste tijd zie je steeds meer dieren de stad in komen. De steden worden steeds groter en als de dieren willen overleven, zijn ze wel verplicht om dichter bij de mensen te komen. Gelukkig kunnen dieren zoals vogels en bijen, maar ook vossen en wasberen uitstekend met mensen omgaan. Ze voelen zich niet bedreigd en zijn in staat om zich ook in de stad voldoende te verstoppen.’

Overlast Jammer genoeg zorgen sommige dieren ook voor overlast in de stad. Zo kreeg Berlijn enkele jaren geleden te maken met een everzwijnenplaag. De dieren kwamen vanuit de bossen rond Berlijn tot in de stad om daar eten te zoeken. Op een bepaald moment waren er zo veel dat de overheid besloot er iets aan te doen. Er werd een programma opgezet waarbij er op de everzwijnen geschoten mocht worden om op die manier het bestand terug in evenwicht te krijgen. Maar er zijn ook heel wat diervriendelijkere manieren om overlast van bepaalde dieren in de stad tegen te gaan. ‘De laatste jaren ziet men in Berlijn een terugkeer van de bevers’, vertelt Rosie. ‘Het probleem is dat zij heel wat bomen omknagen om hun burchten te kunnen bouwen. Een mogelijke oplossing is om in de grote landschapstuinen rond de verschillende Berlijnse kastelen, het snoeiafval gewoon te laten liggen in plaats 46

van op te ruimen. Als je de kleine twijgjes laat liggen voor de bevers, moeten zij geen bomen meer omknagen.’ Helaas is het niet zo eenvoudig om de landschaparchitecten hiervan te overtuigen. ‘Zo’n berg snoeiafval oogt natuurlijk niet zo mooi. Er zijn wel degelijk manieren waarop mens en dier vreedzaam met elkaar kunnen samenleven, maar je moet er wel een paar opofferingen voor doen. Sommige mensen zijn bereid om dat te doen en anderen niet.’

Kantooruren Rosie en Roland maakten al verschillende documentaires in de vrije natuur. Zo maakten ze een film over een dolfijnenfluisteraarster aan de Ierse westkust, woestijnolifanten in Namibië en pinguïns op Antarctica. Volgens Rosie is er een groot verschil tussen filmen in de stad of in de vrije natuur. ‘Als je de olifanten in Namibië wil gaan filmen, heb je wel enkele vergunningen nodig, maar eens je die hebt, is het in orde en kan je beginnen. De olifanten staan er bijna letterlijk voor je neus. Filmen in de stad daarentegen is veel moeilijker. In een stad als Berlijn behoort elke vierkante centimeter toe aan iemand anders. En voor elke vierkante centimeter moet je een andere vergunning hebben om er te mogen filmen. Dat heeft ons dan ook behoorlijk wat geld gekost.’ Bovendien moet je als documentairemaker ook nog aan de mensen uitleggen dat dieren zich niet bepaald aan de kantooruren houden. ‘De kans is groot dat je ook vroeger en later dan van negen tot vijf moet gaan filmen.’

Experts Verder is het in een stad ook veel moeilijker om de dieren te vinden. Veel dieren houden zich schuil op openbare plaatsen of bij mensen in de achtertuin. In de documentaire is te zien hoe een moedereend elk jaar opnieuw het balkon van een appartement op de zesde verdieping uitkiest om haar eieren uit te broeden. ‘Maar daar kan je natuurlijk niet zo maar gaan filmen’, zegt Rosie. Om bij de dieren te geraken moesten Rosie en Roland contact leggen met experts van plaatselijke natuurorga-

Noah    Juni 2014 © Roland Gockel


Berlijn: Rosie Koch nisaties. ‘Zij weten waar de dieren zitten. Het grote probleem met de experts is enkel dat ze vaak heel wantrouwig zijn tegenover filmploegen. Ze worden de hele tijd gevraagd om vanalles te doen, vaak gratis. Bovendien worden ze vaak met weinig respect behandeld. Ze worden verkeerd begrepen of hun woorden worden verdraaid. We hebben dan ook heel veel tijd moeten investeren om met die mensen overeen te komen en zo stilaan hun vertrouwen te winnen.’ Dat was ook het geval bij de eendjes op het balkon op de zesde verdieping van een appartementsgebouw. In de documentaire is te zien hoe een expert van het dierenopvangcentrum de kleine eendjes komt ophalen om hen naar een vijver in het park te brengen. Die man is ook te zien in de film. ‘In het begin was hij heel wantrouwig maar na vele en lange gesprekken hebben we hem toch kunnen over-

Rosie Koch Rosie Koch studeerde Biologie aan de universiteit van Thübingen. Tijdens haar studie trok ze naar Kenia om er de naakte molrat te gaan bestuderen. Over die zelfde naakte molrat maakte Rosie haar doctoraat aan de Washington University in het Amerikaanse St. Louis. In 2007 maakte ze de documentaire ‘Mythos Tier’ die toont hoe dieren zoals schapen, wolven en zelfs beren kunnen samenleven met mensen.

tuigen ons in contact te brengen met het gezin waar de eendjes elk jaar komen’, vertelt Rosie. ‘Het is dankzij de inbreng van de expert dat de familie voldoende vertouwen had om ons twee dagen op hun balkon te laten filmen.’

Geduld en stressbestendig Om een natuurdocumentaire te maken moet je heel wat geduld hebben. ‘Maar je moet er vooral zorgen dat je op het juiste moment op de juiste plaats bent’, legt Rosie uit. ‘Het gebeurt vaak dat je urenlang zit te wachten tot er iets gebeurt en dat er dan plots vanalles tegelijk is. En dan is de batterij van de camera leeg. Op zulke momenten moet je erg snel en efficiënt kunnen reageren. Je moet dus vooral erg stressbestendig zijn.’ Wat ook vaak gebeurt, is dat je als documentairemaker alles ziet gebeuren maar dat je het om één of andere reden niet goed in beeld krijgt. Rosie en Roland maakten het mee toen ze een vos zagen jagen bij het Reichstaggebouw (het parlementsgebouw van Berlijn). ‘We waren heel vroeg opgestaan en wisten dat ze zou komen’, vertelt Rosie. ‘Toen ze er uiteindelijk aankwam, zagen we haar jagen op een konijn. We hebben alles zien gebeuren en zelfs kunnen filmen. Helaas stond er een verkeersbord in de weg waardoor het beeld niet bruikbaar was voor de film. Zulke dingen zijn echt wel frustrerend. Je ziet het potentieel maar je hebt het nog niet kunnen vastleggen. Op zo’n momenten moet je tegen jezelf zeggen “Ok, we gaan morgen terug”.

Mister Jones Toch maakten Rosie en Roland ook heel wat mooie momenten mee bij het maken van de documentaire. ‘Wij waren grote fans van de das die je in de film kan zien’, vertelt Rosie. ‘Dassen zijn normaal heel schuwe dieren. Ze leven in het bos en je krijgt ze zelden of nooit te zien. Maar deze keer zat er een op de binnenplaats van een

"Dieren houden zich niet aan de kantooruren" appartementsgebouw. In het begin waren we niet zeker of het over een wilde das ging of dat hij misschien door mensen was opgevoed en daarna vrijgelaten. De das leek totaal geen angst te hebben voor mensen. Hij liep zelfs de trappen op. Nadat we hem een week lang hadden kunnen observeren, waren we er uiteindelijk van overtuigd dat het om een wilde das ging. Hij gedroeg zich heel normaal en ging op zoek naar voedsel zoals ook een wilde das zou doen. Hij was waarschijnlijk op een of andere manier binnengeraakt in dat appartementsgebouw en hij geraakte er gewoon niet meer uit. Het feit dat hij ook in de trappenhal rondliep, kwam omdat hij op zoek was naar een ma© Roland Gockel

De film ‘Delfinflüsterin’ uit 2011 vertelt het verhaal van een vrouw aan de Ierse westkust die samen zwemt met de dolfijnen daar. Verder trok Rosie al naar Namibië om er de woestijnolifanten te filmen en naar Antarctica voor een film over de pinguïns. Roland en Roland maken al jaren samen natuurdocumentaires.

Juni 2014   Noah

47


Berlijn: Rosie Koch zoals verwacht, overspoeld door cameraploegen, maar gelukkig was de das dan al weg.

Intense momenten

Deze eend koos een balkon uit om haar eieren uit te broeden. © Roland Gockel

nier om daar weg te geraken. Hij ging langs elke deur om te zien of hij langs daar weg kon’. Rosie en Roland gaven het dier zelfs een naam. ‘Ik was meteen weg van hem en we hebben hem Mister Jones genoemd’, vertelt Rosie. ‘Het Duitse woord voor das is Dachs. De tegenhanger van de Dax Index op de financiële beurs is de Dow Jones, vandaar de naam Mister Jones voor de das. Na een week hebben de documentairemakers de das zelf vrijgelaten. ‘In het begin van de week was er al een fotograaf van een populaire tabloidkrant langs geweest om het dier te fotograferen. We wisten dat als die man de foto zou publiceren het appartementsgebouw overspoeld zou worden door allerlei nieuwsploegen en fotografen. Dat zou het einde betekenen voor de das. We hebben de fotograaf overtuigd ons vooraf te vertellen wanneer hij de foto zou publiceren. Toen hij na die week zei dat hij de foto zou doorsturen naar de krant, hebben we besloten het dier vrij te laten. Toen de foto de dag erna in de krant stond, werd het gebouw, © Roland Gockel

Dat documentairemakers in principe niet al te veel mogen tussenkomen in het leven van de dieren, blijkt niet altijd even eenvoudig te zijn. ‘Toen we de kleine eendjes van dat balkon van het appartementsgebouw naar beneden haalden en gingen vrijlaten in het park, was dat een heel bijzonder moment. Na een lange en intense dag konden we de dieren vrijlaten en iedereen was gelukkig. Toen de expert en het gastgezin van het balkon naar huis gingen om de goede afloop te vieren, besloten Roland en ik om nog even langer te blijven filmen. Wat toen gebeurde was vrij schokkend.’ ‘Doordat de mannetjeseenden al zo lang geen vrouwtjes meer gezien hadden, omdat die allemaal aan het broeden waren, werden ze compleet gek toen ze die moedereend met haar kleintjes zagen aankomen. De grote groep mannetjes vloog dan ook meteen op het vrouwtje af. Ze randden haar letterlijk aan terwijl de kleine eendjes erop stonden te kijken.’ Toen ik dat zag was ik echt geschokt’, gaat Rosie verder. ‘Ik ben toen uit pure woede stenen beginnen gooien

naar die eenden. Maar plots zei Roland dat er mensen aankwamen. Zij zouden waarschijnlijk de politie bellen als ze zagen dat er iemand stenen aan het gooien was naar eenden. We moesten toen gewoon echt weggaan, maar het was echt een vreselijk moment. Toen we even later in de wagen zaten om bij het gastgezin nog een

"Je moet op het juiste moment op de juiste plaats zijn" glas champagne te gaan drinken op de ‘goede afloop’, besloten we om een lachend gezicht op te zetten en vooral niets te zeggen. Maar toen die mensen ons amper een maand later terugbelden met de boodschap dat de eend er opnieuw was, waren we natuurlijk niet verbaasd’, lacht Rosie nog  .

Vossen vinden hapje in Berlijnse zoo De Duitse krant ‘Der Tagesspiegel’ berichtte op 17 februari van dit jaar dat de zoo van Berlijn steeds meer last heeft van vossen die de dierentuindieren opeten. Blijkbaar lusten de vossen wel graag een stukje brilpinguïn en ook de relatief grote parmakangoeroe gaan ze niet uit de weg. Rosie Koch bevestigt het verhaal. ‘De vossen zijn goed omdat ze de muizen verjagen maar langs de andere kant vinden ze in de dierentuin ook heel wat ander lekkers. Dat probleem heb je de hele tijd.’

Rosie staat op de uitkijk voor dieren in het Berlijnse nachtleven.

48

De Berlijnse dierentuin is niet van plan om actief op de vossen te gaan jagen. Volgens de woordvoerder van de zoo lost dat namelijk niets op. ‘Als je een vos afschiet, komen er meteen nieuwe in de plaats. De Zoo is wel van plan om extra aandachtig te zijn en eventuele gaten in de omheining beter af te schermen.

Noah    Juni 2014


Rubriek

Licht, camera, everzwijn, actie! Op zoek naar wilde dieren in Berlijn Als je in het bezit bent van veel geduld, goeie ogen in het donker en een uitstekend gehoor, heb je veel kans om in Berlijn een vos of zelfs een everzwijn te zien. De 17-jarige natuurfilmer Adrian Bothe neemt me ’s avonds mee op zijn zoektocht naar wilde dieren in Berlijn. Hij begon twee jaar geleden met het filmen van wilde dieren. In 2013 won hij met zijn eerste film de CAMäleon Youth Price, een prijs voor Duitse natuurfilms bij de jeugd. ‘Ik vind het fijn om dicht bij wilde dieren te zijn die geen schrik van mij hebben.’ Tekst Yasmine Couffez

Juni 2014   Noah

49 © Adrian Bothe


Adrian neemt me mee naar een park in Tegel in het noorden van Berlijn waar de Tegeler Fließ doorheen stroomt. Daar gaat hij regelmatig om wasberen en vossen te filmen. Op een avond zag hij een everzwijn lopen waarover hij nu zijn nieuwe film maakt. Onderweg lopen we langs een kerkhof. ‘Begraafplaatsen zijn de ideale woonplaatsen voor wilde dieren als ratten, wasberen en bevers. Het is er rustig en niemand kan ze storen’, vertelt Adrian. Wanneer we bij het park aankomen, gaat Adrian op zoek naar een specifieke plaats waar hij de dag ervoor was. ‘Ik had op een open plek in de modder een appel geplaatst. De appel is weg, dus de everzwijnen zijn hier geweest om die op te eten.’ Adrian wijst een pad aan bij het water waar de everzwijnen mogelijk langs lopen en waar we ons het best met de camera kunnen opstellen. Adrian heeft twee lampen bij. De ene lamp stelt hij op een statief dicht bij de camera. ‘De gewone zaklamp gebruik ik om snel even te schijnen op het dier wanneer ik denk iets te zien. Als je vanuit het pikdonker direct met een gewone zaklamp schijnt, kun je de dieren afschrikken met het licht. De lamp op het statief dient dus om wat licht te laten zodat de dieren er aan wennen en niet schrikken van plots fel licht.’

Getrainde oren en ogen Wanneer de camera klaar staat kan het wachten beginnen. Intussen begint het te schemeren buiten. ‘In het donker moet je vooral afgaan op wat je hoort dus moet je proberen zo stil mogelijk te zijn, zodat je kan horen waar de dieren zitten. Als je er op getraind bent, kun je ook al veel zien in het donker.’ En zo blijkt, want nog geen vijf minuten later ziet Adrian een vos aan de andere kant van de beek. Iets wat voor niet-getrainde ogen eerder lijkt op een enorme steen of een boomstronk. Aangezien de vos toch redelijk ver van ons vandaan zit, proberen we dichterbij te komen. Het dier moet onze voetstappen gehoord hebben, want wanneer we op een dertigtal meter van de plaats waar hij stond aankomen is de vos al verdwenen. 50

© Yasmine Couffez

Op zoek naar wilde dieren in Berlijn

Adrian komt in dit park regelmatig everzwijnen en andere wilde dieren filmen. ‘Het was waarschijnlijk een jonge vos, die zijn heel nieuwsgierig. De reden dat hij zo stil stond, was waarschijnlijk omdat hij een eend probeerde te vangen.’

Everzwijn en muskusrat Twintig minuten later ziet Adrian een everzwijn op dezelfde plek waar eerst de vos stond. Wanneer hij met de zaklamp op het dier schijnt, zien we het heen en weer lopen langs het water tot het uit zicht verdwijnt. ‘Sommige everzwijnen verplaatsen zich ook door het water, dan zie je enkel een oor boven het water uitkomen.’ Wanneer Adrian met zijn zaklamp over het water schijnt op zoek naar een everzwijn, zien we een muskusrat

''Wanneer je een everzwijn ziet, moet je heel hard gaan gillen'' door de beek zwemmen op weg naar zijn hol. In dit park wonen twee groepen everzwijnen. Zes kleintjes aan de ene kant van het water en twee volwassenen aan de andere kant. ‘Ze slapen altijd op verschillende punten. De ouders

hebben vanaf daar een goed uitkijkpunt op hun kleintjes en kunnen in geval van bedreiging direct helpen. Ze zijn niet levensgevaarlijk zoals wordt beweerd, ze zijn alleen nieuwsgierig. Mocht er ooit een everzwijn op je afkomen, moet je gewoon hard gaan gillen. Dan lopen ze vanzelf weg.’ Even later horen we aan de kant, waar we in het begin van de avond stonden, een hond blaffen. ‘Dat is een goed teken, de hond reageert waarschijnlijk op het everzwijn of de vos.’ Na nog tien minuten te wachten, beslissen we terug te keren naar de oude plek in de hoop daar het everzwijn terug te zien.

Onderbroken spiegelbeeld Na een halfuurtje op de eerste plaats te wachten komt er plots een man op ons afgelopen. Hij woont in het huis dat grenst aan het park en was nieuwsgierig naar wat het licht was dat aan en uit ging. De man vertelt dat hij die morgen op zijn terras zat en plots een vos in zijn tuin zag lopen. De week ervoor zag hij een vos spelen met de kat van de buren. Wanneer de buurman huiswaarts keert, merkt Adrian op dat het spiegelbeeld in het water onderbroken werd door waarschijnlijk een vos. ‘Als ik zeker wil weten dat het een vos is, moet ik met de zaklantaarn op de vos schijnen. Dan kijkt hij in het licht en reflecteren de ogen.’ En inderdaad,

Noah    Juni 2014


Rubriek

Deze Europese bever woont aan de oever van de rivier. Deze soort is zelden gezien dicht bij een stad. wanneer Adrian met de zaklamp schijnt, reflecteert het oog en zien we een vos staan.

Europese bever Na lange tijd op dezelfde plek te zijn en niks meer gezien of gehoord te hebben, beslist Adrian om een andere plek te gaan zoeken. Na een kleine vijf minuutjes door het park te hebben gewandeld, komen we aan een brug over de beek heen. Hier stellen we opnieuw de camera op. Adrian schijnt met de zaklamp langs een pad dat onder de brug heen loopt. ‘Daar heb ik gisterenavond een everzwijn zien lopen, dus veel kans dat deze hier vandaag weer loopt.’ Terwijl we wachten zien we aan de hand van lantaarns in het park veel beweging in het water en horen we vooral veel kikkers en krekels. Wanneer we een plons horen, schijnt Adrian met zijn zaklamp en zien we een bever. ‘Het is een Europese bever. Ik had geen idee dat deze soort hier leefde. Hij is heel zeldzaam want ze komen niet voor zo dicht bij een stad.’

Juni 2014   Noah

Het komende uur zijn we dan ook gefascineerd aan het wachten tot het dier terug het water in duikt zodat Adrian het kan filmen. ‘Nu ik deze bever heb gezien, weet ik dat er vijf beverfamilies in dit park wonen.’ Op dezelfde plek waar de bever voor het eerst het water in dook, loopt even later een waterspitsmuis rond. Er is veel beweging in het water door kikkers en de wind wat het moeilijk maakt af te leiden waar de bever zou kunnen zijn. ‘Af en toe komen er vissen boven water springen, dat doen ze uit angst voor gevaar onder water. Er is dus veel kans dat de bever zit waar de vissen springen.’ En ja hoor, bij het volgen van de vissen, zien we af en toe het kopje van de bever boven water uitkomen.

Een laatste everzwijn en vos Wanneer Adrian aan het einde van de avond zijn materiaal begint op te bergen, is er plots een luid geknor en gegrom hoorbaar. Op een dertigtal meter bij ons vandaan loopt een everzwijn tussen de bomen door naar

© Adrian Bothe

het pad waar Adrian het eerder over had. We stellen ons klaar aan de andere kant van de brug zodat wanneer het dier onder de brug doorwandelt, we het op een open plek van dichtbij kunnen filmen en fotograferen. Maar helaas, wanneer het dier op tien meter van de plek is, klinkt er plots een heel luid geluid waardoor het everzwijn schrikt en terug loopt naar waar hij vandaan kwam. Op de terugweg naar Adrians huis dicht bij het park steekt er vijf meter verderop een vos de straat over. We halen de camera terug boven en proberen de vos te volgen, wat goed lukt. Aan een garagecomplex gaat de vos zitten en kijkt ons aan. Hij lijkt geen schrik te hebben en blijft zitten tot we op 5 meter bij hem vandaan staan. Daarna zet de vos het op een lopen verder het garagecomplex in. ‘Dit is een afgesloten complex dat dood loopt, dus ver kan hij hier niet komen’, juicht Adrian. Maar te vroeg gejuicht want de vos is toch kunnen ontsnappen door onder een heg heen te kruipen. 51


Zoo van Berlijn

Zo veel b e e stj e s in Berlijn De Zoo van Berlijn is één van de oudste dierentuinen van Europa. Bovendien is het een van de soortenrijkste dierentuinen ter wereld. Noah bracht een bezoek aan Zoo Berlin en was aangenaam verrast door de nabijheid van de dieren en de prachtige omgeving. Een oase van rust in het centrum van de Duitse hoofdstad. Tekst Evy Capenberghs  Foto’s Yasmine Couffez

Met een oppervlakte van ongeveer 25 hectare is de Zoo van Berlijn een van de grootste dierentuinen in Europa. Bovendien zijn er verschillende gebouwen zoals het roofdierenhuis, een speciaal nachtdierenverblijf een apart aquarium en dit giraffengebouw.

52

Noah    Juni 2014


Zoo van Berlijn

Flamingo’s eten veel garnalen. Hierdoor krijgen ze hun roze kleur.

Orang-oetangs zijn erg intelligente dieren, die erg verwant zijn aan mensen. Verzorgers en dieren hebben duidelijk een goede band.

Juni 2014   Noah

53


Zoo van Berlijn

De okapi is familie van de giraf. De strepen op hun achterzijde zijn voor ieder dier uniek, een beetje zoals een vingerafdruk bij mensen.

In het apenhuis zijn maar liefst 24 verschillende apensoorten te bewonderen. Er zijn zowel orang-oetangs, gorilla’s als bavianen.

54

De pinguïns genieten van het zonnetje in de Zoo.

De beer is het symbool van Berlijn.

Noah    Juni 2014


Zoo van Berlijn

De Zoo van Berlijn heeft ook Canadese wolven. Vorig jaar werden er vijf welpjes geboren.

Berlijn is een van de groenste steden van Europa. Naast de tropische dieren vind je in de dierentuin ook gewonere bewoners.

Juni 2014   Noah

55



Bart Craenhals leidt politiehonden op

Mijn hond heeft altijd gelijk, daar steek ik mijn hand voor in het vuur  Een stoere agent en zijn politiehond. Bart Craenhals (47) en zijn Duitse herder Renzo vormen al bijna acht jaar een onafscheidelijk team bij de federale politie. Bart geeft opleidingen aan politiehonden in het Dienstencentrum Honden van de federale politie. Maar wanneer hij niet bezig is met het opleiden van politiehonden, trekken Renzo en hij eropuit in de strijd tegen drugs. Tekst Evy Capenberghs  Foto’s Yasmine Couffez

Juni 2014   Noah

57


Agent Bart Craenhals Tenslotte testen we de bezitsdrang en kijken we of hij de stok graag bijhoudt. Veel honden laten de stok halfweg ergens liggen en kijken er niet meer naar om. Als de hond de stok wel bijhoudt en je bijna moet vechten om hem terug te krijgen, dan heeft de hond bezitsdrang en is hij geschikt om voor de politie te werken.

Wat gebeurt er daarna?

Bart met zijn trouwe partner Renzo.

Wat doet Renzo precies?

Een passieve of stille drugshond zoals Renzo wordt enkel ingezet bij het controleren van mensen op luchthavens of festivals. Wanneer hij drugs ruikt, gaat hij erbij zitten of liggen. Dat is discreter en sociaal acceptabeler dan een actieve drugshond die onmiddellijk begint te blaffen.

Welke hond kan aan de opleiding beginnen? Herders kunnen dit werk het best aan. Maar veel hangt af van het dier zelf. Wij worden vaak opgebeld door mensen die een hond kwijt willen. Dan gaan we de hond meteen testen. Dit duurt een half uurtje. We halen het dier uit zijn vertrouwde omge-

Daarna nemen de hond een maand op proef. We testen hem verder en gaan ermee naar de dierenarts. Er wordt bloed afgenomen en er worden foto’s genomen van zijn heupen, ellebogen en voeten. Wanneer na die maand alles nog steeds op wieltjes loopt, kopen we de hond. Maar er zijn niet veel honden die voor de eerste test en de proefmaand slagen. Als we bijvoorbeeld honderd honden controleren, is er uiteindelijk maar vijf tot zes procent geschikt om aan de opleiding te beginnen.

Hoe verloopt de opleiding?

Eerst zorgen we ervoor dat de hond ons begrijpt. Anderhalve maand lang trainen we hem elke dag op gehoorzaamheid en leren we hem woordjes en bevelen aan: af, zit, blijf, luid, stil. We leren hem wat apporteren en zoeken is. Hiervoor gebruiken we cacetishout. Dat is het hout van de Amerikaanse Esdoorn. Het is een heel zachte houtsoort met een erg sterke geur. Pas als de hond ons volledig begrijpt kunnen we beginnen met de

"Een hond werkt tot hij geen goesting meer heeft" ving, weg van zijn baasje. Op die manier kunnen we meteen zien of hij sociaal is en niet agressief tegenover nieuwe mensen. Daarna laten we de hond apporteren. We gooien een stok weg die hij moet gaan halen. Dit doen we wel honderd keer na elkaar. Een hond die dit blijft doen, heeft een natuurlijke drang om te apporteren.

58

rest van de opleiding. Dan gaan we de hond leren apporteren. We gooien een stok weg die de hond dan moet gaan halen. Daarna gooien we de stok iets moeilijker weg, zodat de hond moet zoeken Dat bouwen we verder op totdat de hond de stok helemaal zelf kan gaan zoeken. In het begin doen we dat met die cacetishouten stok maar op een bepaald moment gaan we over op

Met dit cacetishout worden de honden getraind.

drugs. We gebruiken daarbij aluminium buisjes die we bij de drugs stoppen zodat ze de geur van de drugs opnemen. En dan doen we precies hetzelfde. We steken de neus van de hond in de pot met drugs en we laten hem snuffelen. Daarna gooien we het buisje met de geur weg, en de hond moet dit dan gaan zoeken. Tenslotte leren we de hond aan wat hij moet doen als hij de drugs gevonden heeft. We verstoppen het ijzeren buisje met de drugs in een kamer en we vragen de hond om dit te zoeken. De hond gaat rondlopen en als hij goed zoekt, komt hij bij de geurbron die we hem aangeleerd hebben. Als hij de drugs gevonden heeft, kan hij er niet meteen bij. De hond begint te krabben en dan geven we hem een bevel van wat hij moet doen: blaffen voor een actieve drugshond of zitten voor een passieve drugshond. Als de hond dit allemaal goed doet, krijgt hij het buisje als beloning. Op die manier gaat de hond uiteindelijk verbanden leggen. Je moet gewoon in zijn hoofd krijgen dat dat de volgorde is. En op die manier leren we hem stapsgewijs een zevental soorten drugs aan.

Kan de hond ook eens mis zijn?

Het kan gebeuren dat de hond blaft terwijl er niets is. Het is zo dat een hond na verloop van tijd beter word. Als je regelmatig een joint rookt, moet je geen drugs meer bij hebben om de geur op jou te hebben. Waar rook is, is vuur en mijn hond heeft altijd gelijk.

Noah    Juni 2014


Agent Bart Craenhals Daar steek ik mij hand voor in het vuur. Dus als hij bij iemand gaat zitten zonder dat die persoon drugs bij heeft, gaan we altijd na waar die geur vandaan komt. Meestal blijkt dan dat iemand toch een joint gerookt heeft of dat iemand uit de omgeving gebruikt.

Wanneer gaat een politiehond met pensioen?

Een hond werkt tot hij geen goesting meer heeft. Mijn vorige hond was een Tervuurse herder en heeft gewerkt tot zijn elf jaar. Maar even goed kan het zijn dat de hond er na zeven jaar al genoeg van heeft. En als hij het niet graag meer doet, moet je ermee kunnen stoppen.

Kan de hond dan bij zijn baas blijven?

Wij hebben als begeleider van de hond de eerste keuze. Wanneer het moment aangebroken is dat de hond op pensioen gaat, vragen ze aan ons wat we ermee willen doen. Mijn eerste hond heb ik zelf gehouden. Maar als agent ben je veel van huis weg. We werken vaak ‘s nachts en in het weekend. Als je dan je oude hond houdt en aan een nieuwe begint, heb je er plots twee. Wanneer je dan veertien uur per dag op weg bent met je nieuwe hond, zit er thuis nog één die evenveel vriendschap en verzorging nodig heeft. Dan is het beter om de hond naar een nieuwe baas te brengen. Na al dat werk heeft ook hij wel een mooi pensioen verdiend.

Is het niet moeilijk om afscheid te nemen van de hond waar je zo lang mee hebt samengewerkt?

Veel mensen vragen mij: “Allé, nu heb je acht jaar met die hond gewerkt en nu ga je hem wegdoen?”, maar voor een hond maakt dat eigenlijk weinig uit. Je zegt misschien “Maar die hond kent jou en jullie hebben toch een band”. Als die hond verzorgd wordt en die zit goed ergens, dan duurt dat maar veertien dagen en die is jou vergeten. Dat is nog erger dan een ex-lief.

Mag de hond mee op reis?

Je mag de hond mee op reis nemen. Ik ga nu niet zeggen dat je hem op het vliegtuig mag zetten en meenemen naar Amerika. Maar er zijn agenten

Juni 2014   Noah

die hun diensthond meenemen naar de Ardennen of Frankrijk. Ikzelf vindt dat niet zo’n goed idee. Een politiehond is en blijft een werkhond. Als je op vakantie gaat en je houdt je systeem van thuis aan: dus de hond

logisch dat hij liever leukere dingen gaat doen. Wat dat betreft is een hond zoals een klein kind. Maar het blijft een klein kind. Je moet er consequent mee omgaan. Wat vandaag mag, mag morgen ook en mag altijd. Maar je

"Een hond is als een kind: je moet er consequent mee zijn" blijft in de kennel, je geeft hem eten, je gaat er eens mee wandelen en hij gaat terug in de kennel, dan is er geen probleem. Maar tijdens een vakantie ben je altijd wel wat losser. Je gaat met de hond zwemmen en je doet allemaal leuke dingen en hij moet niet zoeken. Een hond is dat heel snel gewend. Dat kan voor problemen zorgen wanneer hij terug moet werken want het is

mag geen uitzonderingen maken. Je moet streng zijn maar rechtvaardig. Maar een hond blijft natuurlijk wel een hond en hij mag er niet alleen zijn om te werken. Zo ga ik soms als het mooi weer is wel eens zwemmen met Renzo. Dat is dan wel beperkt, tien minuutjes ons amuseren en dan opnieuw de kennel in. Want de dag erna moet hij natuurlijk wel terug kunnen werken.

Politiehonden in cijfers Bij de politie werkt men met:   Een twintigtal actieve drugshonden   6 passieve drugshonden   18 speurhonden menselijke lucht (zoeken naar mensen)   150 patrouillehonden   2 aanvalshonden (worden ingezet bij bv. gijzelingen)   4 lijkenhonden   4 brandhaardetectiehonden De opleiding van een politiehond duurt 10 maanden en kost tussen de € 50.000 en € 75.000. Hierin zitten ook de lonen van de hondenopleiders In België kost een politiehond ongeveer € 2.500. In Nederland is dat € 4000 en in de Verenigde Staten van Amerika € 6.000. Landen als Dubai en Qatar geven met gemak € 10.000 tot € 15.000 voor een goede hond.

59


Rubriek

Nevelaars houden van tweebultige huisdieren

Veel bekijks als je met een kameel over straat loopt De 21-jarige Davy Sergeant uit Nevele studeerde vorig jaar af en kon meteen beginnen werken in de dierenspeciaalzaak van zijn familie. Naast legkippen, konijnen en geiten verkopen ze ook exotischere dieren: lama’s, kangoeroes en alpaca’s. En wie wil, kan er ook een kameel huren. Tekst en foto’s Yasmine Couffez

Hoe kwamen jullie op het idee om kamelen te houden?

‘Het is een uit de hand gelopen hobby van mijn vader. Hij kocht twintig jaar geleden zijn eerste kameel uit een dierenpark omdat hij dat mooie beesten vond. Later heeft hij ermee gekweekt en hadden we op die manier alsmaar meer kamelen. Het kweken zijn we uiteindelijk gestopt want er kruipt 60

veel tijd in. De draagtijd alleen al is meer dan een jaar. Nu is het gewoon plezant om ze te hebben en kunnen we gewoon geen afscheid meer nemen van de dieren. We hebben acht kamelen waarvan er vijf op ons domein zitten. De andere drie zitten in een dierenpark. Het is ook iets unieks want naast dierentuinen zijn wij de enigen die ze hebben.’

Waarom huurt iemand een kameel?

‘We verhuren onze kamelen vooral op evenementen als opendeurdagen en voor kinderritjes. Omdat we de enigen zijn, is er redelijk wat vraag naar en komen ze automatisch uit bij ons. Veel kans dat wanneer je een kameel op een evenement ziet, deze van bij ons afkomstig is. Maar het volk staat

Noah    Juni 2014


Rubriek

er ook niet voor te springen, daarom blijft het een hobby. Wanneer we een namiddag vrij zijn, gaan we er zelf op rijden of gaan we ermee wandelen. Maar wanneer je dan met een kameel over straat loopt, heb je natuurlijk veel bekijk van mensen.’

Zijn de dieren gevaarlijk?

‘Nee, onze kamelen zijn getraind om met mensen om te gaan. Ze komen heel graag naar buiten en zijn enorm aangetrokken tot mensen. Ze zijn dan ook heel aanhankelijk en rustig. Wanneer ze op een evenement zijn, lopen ze vanzelf naar het volk om aandacht te krijgen. Maar het zijn dieren waar je mee moet bezig zijn om ze zover te krijgen. Je moet er mee wandelen, eens tegen praten, aaien en af en toe ook eens belonen. Want ze doen niets voor niets uiteindelijk, net als een hond.’

Hoe verzorg je een kameel?

‘Een kameel is net als een paard. Je kan er alles mee doen: er op rijden en je kan ze op die manier heel makkelijk van weide veranderen. Ze eten ook hetzelfde, dus hooi en in de zomer vooral gras. Ze kunnen heel goed tegen de koude want het zijn geen woestijndieren. Wanneer het te warm is, gaan ze zelfs de schaduw opzoeken. Hun stal heeft dan ook geen speciale verwarming nodig. En als het regent lopen ze het liefst van al buiten rond. Enkel in de winter houden we ze binnen want dan is de grond buiten te zacht. Aangezien kamelen veel wegen, kunnen ze op die manier veel putten lopen in de weide.’

Waarom zijn er zo weinig kamelen in België?

‘De wet om kamelen te houden is streng en je hebt er een vergunning voor nodig. Omdat wij voor 1997 een hele groep kamelen hadden, mochten we dat aantal blijven behouden en hebben we daarvoor een vergunning. Het zijn ook dieren waar je veel ruimte voor moet hebben. Een grote stal en een grote weide zijn dus nodig. Onze kamelen hebben een domein van tien hectare. Zo kunnen ze zich ontplooien en uitleven.’

Juni 2014   Noah

De kamelen zijn getraind om met mensen om te gaan.

Wist je dat... ... een kameel tot vijftig jaar kan worden? ... er geen water maar vet in de bulten van een kameel zit? ... een kameel weken lang zonder water kan? Ze kunnen heel goed tegen uitdroging. Het vet in hun bulten dient als reserve bij voedselgebrek. ... een dorstige kameel in tien minuten honderd liter water kan drinken? Ze drinken met een snelheid van zestig liter per minuut. ... urine van een kameel gedronken wordt voor zijn geneeskrachtige werking?

61


Sea Life

Sea Life Achter de schermen Sea Life Center is een keten van aquaria. Er zijn zo’n vijftig vestigingen over de hele wereld. En ook in Blankenberge zijn veel waterdieren te bewonderen. Daar is ook een Zeehonden Rescue Team. Noah nam een kijkje achter de schermen. Tekst Maria Walgraeve  Foto’s Yasmine Couffez

62

Wanneer schildpadden te groot worden voor hun aquarium, zetten veel mensen ze uit in de vrije natuur. Daar vormen ze een bedreiging voor de inheemse diersoorten. Sea Life vangt ze op. En wie een grote vijver heeft kan ze adopteren.

Er zijn zeventien Humboldt-pinguïns in het Sea Life Center. Vijf koppeltjes en zeven kuikens. De koppeltjes hebben een bandje om hun vleugel in dezelfde kleur. Ze blijven samen voor de rest van hun leven.

Padje werd in januari gevonden op de kust. Hij blijft in quarantaine tot hij genezen is van een zware infectie.

Wanneer de zeehonden uit de quarantaine mogen, gaan ze naar de pup-pool. Daar wordt het eten gewoon ingegooid zodat ze moeite moeten doen om aan hun eten te Padje werd in januari gevonden op de ku raken. Zo wordt hun instinct aangescherpt. Hij blijft in quarantaine tot hij genezen is Wanneer hun streefgewicht bereikt is, van een zware infectie. Noah    Juni 2014 kunnen ze worden vrijgelaten.


Sea Life

Tijdens de zeehondenshow kunnen bezoekers veel bijleren over de dieren. De zeehonden en zeeleeuwen laten ook hun meest spectaculaire kunstjes zien.

ust. s

Juni 2014   Noah

Zeehonden en zeeleeuwen eten haring, makreel en soms inktvis. Die vis komt uit de diepvries waardoor veel vitamines verloren gaan. Daarom worden er voedingssupplementen in de kieuwen gestopt.

63


Rubriek

64

Noah    Juni 2014


Spelen met noah

Colofon hoofd- en eindRedactie Evy Capenberghs Yasmine Couffez Maria Walgraeve Graffii sche vormgeving Evy Capenberghs Yasmine Couffez Maria Walgraeve Cover- en backcoverfoto

© Yasmine Couffez Onze Eeuwige dankbaarheid voor hulp en advies aan

Luc Couffez Luuk Sengers Annick De Pauw Pieter Van Herreweghen Jos Verhoogen Renaat Bogaert Werner Goossens Erik Roosens documentaire wolf politiehond nijlpaard Okapi baviaan zeeschildpad

hondenoppas olifant dierenverzorger zeeleeuw berlijn everzwijn kameel

flamingo hoorhond natuurfotografie giraffe quarantaine blindengeleidehond

Drukkerij Sambaer Grote Hulststraat 63 8700 Tielt

De avonturen van Noah episode 1: Laserlicht Door Elmarye Aaij Deze keer heb ik je! Geen ontsnappen meer mogelijk... AANVALLEN!

Juni 2014   Noah

Bijna, bijna, bijna!

WAT WEER WEG!?

65


Achter de schermen

achter de schermen

66

Aapjes voederen in de zoo, een wurgslang rond de nek en vele kilometers met de auto en het openbaar vervoer. De redactieleden van Noah hebben een lange weg afgelegd om het magazine tot een geheel te brengen. Volg hier het avontuur zoals zij het ervaren hebben.

Noah    Juni 2014


Juni 2014   Noah

67


MET SPECIALE DANK AAN: Kimy Hulsmans  Bart Craenhals  Melanie Vandevelde (Dierenkliniek Causus) Véronique De Corte  Wolfgang Lauenburger  Jef Pattyn  David Pattyn Dimitri Leveugle  Davy Sergeant  Gerrit Martens (Canisha) Annelies Striesmans (BCG)  Kim Bols  Nancy Fransen  Adrian Bothe  Rosie Koch Roland Gockel  Inge Pauwels (Toscanzahoeve)  Tiffany Defonseca (Sea Life Blankenberge) Marina Tondeleir (The Old Horses Lodge)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.