A VA G e R
7,99 EUR
Driemaandelijks magazine voor en door urban explorers
Fotograaf Reginald Van de Velde is internationaal doorgebroken Opzichter van Salve Mater aan het woord Ghosthunter Paul ziet spoken André verloor zijn vrouw door urbex Portfolio: topfotograaf Robert Polidori in Versailles Château Noisy gaat onder de sloophamer Geocaching uitgetest
Edito Urban exploration: een recreatieve activiteit waarbij mensen op ontdekking gaan op plaatsen die niet bereikbaar of afgesloten zijn voor het publiek, zoals verlaten gebouwen, rioleringen, tunnels en daken. Deze definitie geeft de essentie weer van urban exploration, een hobby die de laatste jaren meer en meer in de lift zit. Jij doet het, wij doen het, steeds meer mensen doen het. Toch hoeven we je niet te vertellen dat urbex veel meer is dan een paar duffe letters op papier. Op een koude zondagochtend de auto inspringen, vol ongeduld de coördinaten – waar je de avond voordien zo lang naar gezocht hebt – indrukken op de gps, niet wetend wat de rest van de dag brengen zal. Soms heb je geluk en kun je zonder al te veel moeite een pand binnenglippen. Op andere dagen heb je pech en rijd je honderd kilometer om voor een volledig afgesloten gebouw te eindigen. Jammer, maar ook dat hoort erbij. Urbexers vormen een hechte community die hun foto’s en ervaringen maar al te graag met elkaar delen. Toch hadden we het gevoel dat er nog iets ontbrak: Ravage is het eerste papieren communicatieplatform voor urban explorers in België. Omdat we weten hoeveel belang urbexers hechten aan het geheim houden van locaties, zullen wij geen exacte adressen prijsgeven. Het wereldwijde web biedt mogelijkheden genoeg om daar zelf achter te komen. En vergeet niet: take nothing but pictures, leave nothing but footsteps. Natuurlijk zijn we zelf ook op stap gegaan. Voor onze eerste keer lieten we ons begeleiden door niemand minder dan Reginald Van de Velde. Hij is internationaal doorgebroken en bracht net zijn eerste urbexboek op de markt. De hobby gaat uiteraard veel verder dan het fotograferen van de vergane glorie. Je kan bijvoorbeeld geesten gaan spotten, zoals Paul. Of je kan van het ene obstakel naar het andere springen, zoals Sander en Gertjan doen met hun eigen parkourclub. Klinkt gevaarlijk? Waarschijnlijk. Zo kan ook André getuigen, die zijn vrouw verloor tijdens het urbexen. Zijn boodschap: sloop leegstaande gebouwen toch meteen. Begrijpelijk, maar de roep van een verlaten woning is o zo sterk. Niet waar?
Tine Decosemaker & Jill Van der Auwera
8
6 NIEUWS 8 IN THE PICTURE Urbexfotograaf Reginald Van de Velde is internationaal doorgebroken
14 TIPS & TRICKS Wat zit er in de rugzak van een urbexer?
16 DOSSIER: SALVE MATER Hoeveel wil jij betalen voor een unieke locatie?
16
24 HISTORISCHE FOTO Church of Decay
26 PARKOUR
Verlaten gebouwen als decor van een spectaculaire hobby
30 ALLES OP EEN RIJTJE
De vijf verschillende soorten urban exploration uitgelicht
36 PORTFOLIO ROBERT POLIDORI De topfotograaf legde de wonderlijke interieurs van het Franse kasteel van Versailles vast op beeld
44 LEEGSTAND IN VLAANDEREN Verlaten gebouwen: de cijfers
46 DOSSIER: CHATEAU NOISY Hoe lang zal dit prachtige sprookjeskasteel nog rechtstaan?
RAVAGE | 4
54 UITGETEST
Geocaching: wie zoekt, die vindt
58 PAKKEND
De vrouw van André bezocht een verlaten steekbakkerij en keerde nooit meer terug
64 BETRAPT Urbexers onthullen hun meest spannende verhalen
66 HISTORISCHE FOTO Fort de la Chartreuse
68 SPOKENJAGEN Verlaten panden vormen het ideale decor voor ghosthunter Paul
74 STORY BEHIND Waarom Amerikaanse troepen zich tijdens WOII in Hotel Le Grand Veneur vestigden
82 JEROEN OVER URBEXTV
Video’s, locaties én doodsbedreigingen
45 COLUMN TINE 79 LEZERSFOTO'S 83 COLUMN JILL 84 WEDSTRIJD 85 AGENDA 85 COLOFON 86 VOORUITBLIK
5 | RAVAGE
NIEUWS
Horta’s Villa Féron blijft bewaard
© Vlaamse Gemeenschap
Villa Féron, het landhuis in art-nouveaustijl ontworpen door Victor Horta, gaat niet onder de sloophamer. Dat besliste de afgevaardigde van de provincie Vlaams-Brabant op 28 april. De gemeente Sint-Genesius-Rode, waar het pand in 1905 neergeplant werd, had in januari nog een sloopvergunning ingediend. Motivatie? Door de vele verbouwingen was de originele structuur van het huis zodanig aangetast dat het gebouw geen bescherming als erfgoed zou krijgen. Dat was echter buiten Het Agentschap Onroerend Erfgoed gerekend: zij tekenden beroep aan en kregen gelijk. ‘Ondanks de aanpassingen zijn er nog voldoende karakteristieke elementen aan de buitenzijde van het gebouw aanwezig. Bovendien is een deel van de originele indeling nog bewaard, alsook sommige delen van de interieurafwerking’, klinkt het daar. (jvda)
Dertig jaar na sluiting woont er nog steeds een aap in Dierenpark Wassenaar
CC BY-SA 2.0
In het Nederlandse Dierenpark Wassenaar, dat al sinds 1985 gesloten is, woont nog een slingeraapje. Dat ontdekten de makers van het YouTube-kanaal Stuk TV toen ze beelden gingen maken van het verlaten park. Stiching Aap is niet opgezet met de situatie: ‘Apen zijn sociale dieren, dus sociale huisvesting is belangrijk’, meldt Shanti Haas, woordvoerster van de organisatie. Toen Dierenpark Wassenaar in 1985 zijn deuren sloot, waren de apen nog met z’n tweeën, maar een van de twee is intussen overleden aan ouderdom. Het tweede beestje zit sindsdien alleen. ‘In 1985 is besloten om de twee zeldzame withoofdspinapen op deze locatie verder oud te laten worden’, verklaarde de familie Louwman, eigenaar van het park. ‘Ze woonden er al decennialang.’ De video is ondertussen van het internet gehaald en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft na een grondige inspectie vastgesteld dat het aapje goed verzorgd wordt en mag blijven waar het is. (td)
Nieuwe bestemming voor zegeldrukkerij
©Stad Mechelen
RAVAGE | 6
Meer dan twintig jaar geleden sloot de zegeldrukkerij aan de Vaartdijk in Mechelen zijn deuren. Weldra krijgt het pand eindelijk een nieuwe bestemming. Het 9.000 vierkante meter grote gebouw, dat uit de negentiende eeuw dateert, werd tot 1993 door bpost (vroeger: De Post) gebruikt voor het drukken van postzegels. Projectontwikkelaar I-Projects uit Mechelen beschikt al geruime tijd over een vergunning om het gebouw om te vormen tot kantoren, maar door een juridisch geschil liepen de bouwplannen behoorlijk wat vertraging op. Ondertussen hebben ze een oplossing gevonden en kan I-Projects starten met de renovatie van de site. De firma praat momenteel al met verschillende kandidaat-huurders. (jvda)
NIEUWS
Villa Castel gaat niet tegen de grond De Lierse Villa Boël, beter bekend als Villa Castel, zal dan toch niet verbouwd worden. Het schepencollege weigert namelijk een bouwvergunning uit te schrijven voor het historische gebouw van de hand van de Lierse architect Eduard Casteels. Daarmee volgen ze het oordeel van het Agenschap Onroerend Erfgoed, dat eerder al een negatief advies voor de verbouwingen gaf. New Invest uit Lier wilde de villa uit 1907 grotendeels slopen en omvormen tot vijf woonunits. Enkel het torentje en de uitbouwen in de zij- en achtergevel zouden behouden blijven. In de tuin van het pand stond een nieuwbouwproject met twaalf appartementen en een ondergrondse garage gepland. De firma zal die plannen dus voorgoed moeten opbergen. Eerder al tekenden heel wat omwonenden protest aan tegen de verbouwing van de villa. (jvda)
© Erfgoedcel Kempens Karakter
Een maand voor afbraak: Solvaygebouwen omgetoverd tot kunstwerk De Brusselse streetartkunstenaar Denis Meyers (38) heeft de muren van het oude Solvay-gebouw in Brussel omgetoverd tot een kunstwerk. Hij beschilderde een oppervlakte van 20.000 vierkante meter, verspreid over acht verdiepingen, voor de tentoonstelling Remember Souvenir. Een tijdelijke tentoonstelling, want amper een maand na opening, op 15 mei, werd het gebouw met de grond gelijk gemaakt. Het kostte hem maar liefst acht maanden om alles af te werken en hij gebruikte in totaal 1.500 spuitbussen zwarte verf. ‘Ik heb hier mijn hele leven opgetekend,’ vertelt de kunstenaar die vroeger een roadie was. Hij regelde jarenlang de praktische dingen op en langs het podium, iets dat ook terugkomt in zijn werken. Gedurende die 20 jaar legde hij alles vast in schetsboeken, 150 in totaal. ‘Nu heb ik alles overgetekend op de muren. Van muzikanten op het podium, tot mijn familie, vrienden en de geboorte van mijn kinderen. Alles, alles, alles staat erin.’ (td)
Het cijfer
300.000
Minder dan 300.000 fototoestellen zijn in 2015 over de toonbanken gegaan. De sector doet het daarmee bijzonder slecht. In 2013 verkochten ze nog meer dan 500.000 toestellen, maar de verbeterde kwaliteit van smartphonecamera’s doet de verkoop ineenzakken. Dat blijkt uit cijfers van het onderzoeksbureau GFK België, die VTM NIEUWS heeft opgevraagd. (td)
CC BY-NC-ND 2.0
Trots van België
Brouwerij Eylenbosch De leegstaande brouwerij Eylenbosch in Schepdaal heeft een plekje veroverd op de populaire Facebookpagina Haunted Attraction Online. De pagina, die meer dan een miljoen volgers heeft, publiceert foto’s van verlaten gebouwen die behekst zouden zijn. De brouwerij heeft zijn plekje waarschijnlijk gekregen omdat in 2012 een 46-jarige Nederlander door het plafond is gezakt tijdens een spelletje airsoft. (td)
7 | RAVAGE
IN THE PICTURE REGINALD VAN DE VELDE
‘Alles van mijn papa is
RAVAGE | 8
kapot’
REGINALD VAN DE VELDE IN THE PICTURE
© td
Reginald Van de Velde (40) is internationaal doorgebroken als urbexfotograaf
D
e natte droom van elke urban explorer: ontdekt worden in het buitenland. Voor Reginald Van de Velde is dat realiteit geworden: hij is vader, heeft een vol tijdse job en zijn foto’s worden wereld wijd tentoongesteld. Bovendien heeft hij net zijn eerste boek uitgebracht. ‘Ik heb een chronisch tijds tekort, maar het is allemaal zo geweldig’, zegt Reginald. 9 | RAVAGE
IN THE PICTURE REGINALD VAN DE VELDE
Reginald: ‘Mijn favoriete locatie is de gevangenis van Lille, Frankrijk. Het koste zoveel moeite om binnen te geraken, dat we een fles champagne ontkurkten toen het ons lukte’.
© R. Van de Velde
Wat begon met een onschuldige fascinatie voor oude gebouwen, is ondertussen uitgegroeid tot een passie. Op zijn veertiende kreeg hij zijn eerste camera en begon hij verlaten panden in zijn eigen dorp te fotograferen. Pas na 2000, wanneer digitale spiegelreflexcamera’s betaalbaar werden, ging hij er intensief op uittrekken. ‘Ik begon me steeds verder te verplaatsen in België. Daarna waren al onze buurlanden aan de beurt tot ik uiteindelijk in heel Europa terechtkwam. Ondertussen ben ik ook al in Azië en Amerika gaan urbexen.’
Het mekka van Europa De verschillen tussen al die landen zijn gigantisch. In Frankrijk zijn bijvoorbeeld veel geRAVAGE | 10
‘Vroeg of laat word je altijd wel internationaal opgemerkt’ bouwen gevandaliseerd door graffiti. In Nederland worden leegstaande panden direct afgebroken of krijgen ze binnen een aantal weken een nieuwe bestemming. Duitsland heeft een schat aan industriegebieden. En ons klein Belgenlandje dan? ‘België is het mekka van urban exploration. Er is gelukkig vrij weinig vandalisme en het is hier allemaal supergoed bewaard gebleven.’
Helemaal het tegenovergestelde daarvan is Amerika. In Noord-Amerika heb je de Tres passing-wet, wat eigenlijk inhoudt dat het absoluut verboden is om privaat terrein te betreden. Als ze je toch betrappen, moet je onmiddellijk een boete betalen. In Zuid-Amerika heb je dan weer een cultuur waar veel wordt gestolen. Niemand die je tegenhoudt om een mooi raamkozijn uit een leegstaand huis te halen. ‘Ik heb compassie met de mensen die daar aan urban exploration willen doen.’
Levenslijn Het zoeken naar locaties, het rondreizen, het daadwerkelijk fotograferen en dan nog de bewerking van al dat materiaal: urban exploration is, zoals jullie onwaarschijnlijk weten, niet
REGINALD VAN DE VELDE IN THE PICTURE
zomaar een foto nemen. Een locatie zoeken alleen al is soms een hele uitdaging. ‘Een expositie toont al dat werk niet, maar mijn boek wel. Ik leg er mijn ziel bloot en laat zien waarom ik juist naar die gebouwen trek.’
vinden op zijn website Suspicious Minds. ‘Ik wou een combinatie met het woord minds en kwam zo bij het Elvisnummer uit. Eigenlijk is het nog wel toepasselijk, want wij zijn degenen die ons verdacht gedragen in de gebouwen. Wij zijn suspicious.’
‘Ik heb heel lang nagedacht hoe ik mijn foto’s wou kaderen. Dat gaat niet op een-twee-drie.’ Het resultaat is een levenslijn die start bij het kind-zijn en eindigt in de huizen van mensen, waar al de herinneringen van een vervlogen leven liggen. ‘Ik ben echt zo trots op mijn boek.’
Ladders
Trending
Voor Reginald moet een urbextocht aan verschillende eisen voldoen vooraleer hij tevreden is met een ontdekking. In de eerste plaats verkiest hij panden die nog niet bekend zijn bij het grote publiek, simpelweg omdat je dan niet weet wat je te wachten staat. De grootheid van het gebouw en de moeite die het kost om binnen te komen spelen ook een belangrijke rol. Het moet tenslotte een uitdaging blijven.
‘Je kan nergens meer gaan zonder iemand tegen te komen’
‘Met mijn boek werk ik natuurlijk wel weer die stijgende populariteit in de hand.’ Fotografen die zijn opgegroeid in een wereld waar niemand ooit van urbex had gehoord, klagen steen en been. Locaties zijn zo drukbezocht dat je altijd wel iemand tegenkomt. Vroeger keek je verbaasd als er plots iemand voor je opdook met een camera en statief, vandaag ben je blij als je voor de drukte een gebouw kan bezoeken. ‘Je kan echt nergens meer naartoe zonder iemand tegen te komen. Almaar meer mensen zien online foto’s verschijnen en raken daardoor geïnspireerd.’ Voor de geïnteresseerden onder ons: naast Flickr en Facebook kan je de foto’s van Reginald ook terug-
‘Mijn favoriete locatie is dan ook de gevangenis van Lille, in Frankrijk. Ik heb nog nooit zoveel moeite moeten doen om ergens binnen te geraken. En zonder ladders was het ons nooit gelukt. Eenmaal binnen hebben we een fles champagne ontkurkt. Je bezoekt niet elk jaar zo’n epische locatie.’ De gevangenis is een gigantisch complex waar plaats was voor meer dan 1.500 mannen én vrouwen. Sinds 2011 staat het gebouw echter te verkommeren, hoewel de politie er geregeld nog schietoefeningen
© td
11 | RAVAGE
IN THE PICTURE REGINALD VAN DE VELDE
houdt mét echte wapens. ‘We zijn met een bang hartje naar binnen gegaan, maar het gebouw is impressionant. Het was het echt waard.’
Viersterrenhotel Maar wat moet je toch met al dat fotomateriaal? ‘Ik probeer geregeld deel te nemen aan wedstrijden. Daar kruipt natuurlijk tijd in, wat ik niet al te veel heb, maar het is het waard. Het winnen van een hoofdprijs is uiteindelijk ook de start geweest van mijn carrière. Vroeg of laat word je altijd wel internationaal opgemerkt.’ Ook tentoonstellingen kunnen een stap in de goede richting zijn. Zo heeft de eigenaar van het viersterrenhotel The Yard in Milaan een foto van hem opgemerkt in een buitenlandse expositie. Vandaag hangt die foto op een gigantisch canvasdoek van 5 meter op 3 meter in de lobby van dat hotel. ‘Als je initiatief neemt, kunnen daar heel mooie dingen uitkomen.’ Hoewel we allemaal genieten van die vervallen locaties, is het bij momenten toch zonde om al die
‘Als je initiatief neemt, kunnen daar heel mooie dingen uitkomen’ pracht verloren te zien gaan. Gebouwen die al eeuwen in een familie zijn, worden plots achtergelaten en verwaarloosd. ‘Ik snap niet dat al die rijkdommen zo kunnen verkommeren. Hoe kunnen ze het in hemelsnaam zo ver laten komen?’
Kapot Ondertussen heeft Reginald ook zijn vriendin meegetrokken in zijn passie. Beiden gaan nu samen op stap om de vergane glorie van gebouwen te fotograferen. En ook zijn dochter, Lila-Louise (4), weet maar al te goed wat haar papa doet. ‘Zij wil later ook foto’s maken, maar dan van mooie dingen. Want alles wat papa fotografeert, is in haar ogen kapot.’ (td)
© td
RAVAGE | 12
Greep
uit zijn
Linksboven het verlaten pretpark Nara Dreamland in Japan, rechtsboven het kasteel van Heers en beneden de controlekamer van een elektriciteitscentrale. © R. Van de Velde
13 | RAVAGE
TIPS & TRICKS UITRUSTING
Tips & tricks Goed begonnen is half gewonnen. Wie een dagje gaat urbexen, is maar beter goed voorbereid. Daarom zetten we enkele zaken op een rijtje die absoluut niet mogen ontbreken in de uitrusting van een urbexfotograaf. (jvda)
Foto’s: © jvda
RAVAGE | 14
UITRUSTING TIPS & TRICKS
1
Een extra geheugenkaart is geen overbodige luxe bij het fotograferen van verlaten gebouwen. Als je betrapt wordt, kan de politie of eigenaar van het domein je vragen om al je foto’s te wissen. Wanneer je echter de kans ziet om snel je SD-kaart te wisselen, is dat dé manier om je beelden veilig te stellen.
Ook een degelijke zaklamp is onmisbaar. In de meeste vervallen panden kan het immers erg donker zijn en je wilt natuurlijk niet in een diepe put of berg glas belanden. De gevolgen daarvan kunnen dramatisch zijn, zoals uit het interview met André Verheyen (pagina 58) blijkt Bovendien kan een zaklamp ook erg handig zijn om je opnames bij te lichten. Twee vliegen in één klap, dus.
3
Stevige schoenen en onopvallende kledij zijn een must wanneer je gaat urbexen. Een donkere trui valt minder op, waardoor de kans kleiner is dat je gespot wordt door wantrouwige buren of passanten. De met stenen, glasscherven en nagels bezaaide vloeren vragen uiteraard om degelijk en waterdicht schoeisel.
Wie erop uit trekt om één of meerdere locaties te bezoeken, is al gauw enkele uren onderweg. Sommige panden zijn vrij afgelegen en moeilijk bereikbaar, waardoor er niet altijd een snackbar of winkel in de buurt is. Daarom is het aan te raden voldoende proviand te voorzien om de dag door te komen.
5
4 6
Zorg ervoor dat er altijd een EHBO-koffer met ontsmettingsmiddel en verband in de auto ligt. Oude, vervallen gebouwen zijn niet de meest veilige plaatsen en een wondje is snel opgelopen. Voorzie eventueel hygiënische doekjes om je handen proper te maken.
Het statief is de beste vriend van een urban explorer. Zonder statief is het haast onmogelijk om een goede foto te nemen. Op veel locaties is het zo donker dat je met lange sluitertijden moet werken, wat uit de losse hand niet zal lukken. Je kunt uiteraard ook je flits gebruiken, maar dan is het resultaat vaak minder mooi.
7
2
Last but not least: geen foto’s zonder degelijke camera. Dat kan eventueel aangevuld worden met extra lenzen en een opzetflitser, afhankelijk van de accessoires die je hebt. Vooral een groothoeklens kan erg handig zijn om grote ruimtes vast te leggen. Voorzie ook een rugzak om al je materiaal in op te bergen: een fototas is misschien handiger in gebruik, maar zo ziet iedereen meteen wat je van plan bent. Be prepared!
15 | RAVAGE
‘Voor een dagje urbexen in het psychiatrisch ziekenhuis reken ik 50 euro aan’ Pascal Baetens heeft zichzelf uitgeroepen tot opzichter van Salve Mater
RAVAGE | 16 © Steven Dijkshoorn
SALVE MATER DOSSIER
© jvda Pascal Baetens is naaktfotograaf en gebruikt een deel van het domein als woning en atelier: ‘Salve Mater is een ideale plek om volwassen te worden’.
S ‘Voor wat, hoort wat: ik huur het pand en heb kosten om alles te onderhouden’
alve Mater, ooit een prestigieus paviljoenen complex in een landelijke weiland-vallei, ligt er anno 2016 verlaten bij. Of toch een deel ervan. Deze voor malige psychiatrische inrichting voor vrouwen, die aan honderden patiënten een onderkomen gaf, werd eind jaren negentig gelei delijk aan verlaten. In september 2007 lieten de laatste bewoners het domein achter zich. Sindsdien is de instelling een geliefde plaats bij avonturiers en urban explorers. Salve Mater is misschien wel de makkelijkst te vinden locatie voor urban exploring in Vlaanderen. Hoewel de gebouwen niet langer dienstdoen als psychiatrisch ziekenhuis, wordt de plaats wel nog aangegeven in het dorp. Gewoon de bordjes volgen en je bent er meteen. Ook op het internet hoef je niet lang te zoeken naar de locatie, want het domein staat op de lijst van
onroerend erfgoed. Fotograaf Pascal Baetens (52), gespecialiseerd in artistiek naakt, woont en werkt op het domein. ‘Salve Mater is een ideale plek om volwassen te worden. De dingen die ik hier al meegemaakt heb, ongelofelijk.’
Ongewenste gasten Op het omvangrijke domein zijn er verschillende leegstaande gebouwen te vinden die een uniek decor bieden voor fascinerende foto’s. Het volledige complex bestaat uit een hoofdgebouw met zeven paviljoenen in neo traditionele stijl. Elk gebouw werd genoemd naar een heilige, bijvoorbeeld Sint-Benedictus of Sint-Paulus. Verder is er nog een tuinpaviljoen met daaronder een ijskelder en een villa die eerst gebruikt werd als verblijf voor de dokters en later als universitair labo. Enkele van de leegstaande paviljoenen zijn vrij 17 | RAVAGE
DOSSIER SALVE MATER
gemakkelijk te betreden. Op bepaalde plaatsen is het wel opletten geblazen, want de vloer is hier en daar enorm aangetast. Vooral de kapel in neogotische stijl, de oude keuken en het lijkenhuisje met dissectietafel spreken tot de verbeelding van menig fotograaf. Die delen zijn helaas volledig vergrendeld: zonder sleutel ben je eraan voor de moeite. Wie echter bereid is om 50 euro neer te tellen, hoeft zich geen zorgen te maken. Fotograaf Pascal Baetens, die een deel van het gebouw huurt en gebruikt als atelier, heeft dat systeem met entreegeld bedacht. ‘Ik huur het gebouw, ik leef hier en gebruik het als atelier. Ik heb kosten om te leven en om alles te onderhouden. Voor iets hoort iets.’
tie bijgekregen: ik doe hier de sociale controle. Als het gebouw leegstaat, zouden er binnen de kortste keren ongewenste gasten binnen zitten. Dat is natuurlijk allesbehalve aangenaam voor de bewoners van de aangrenzende nieuwbouw.’
Creepy Wat Salve Mater zo uniek maakt, is het feit dat er ongelofelijk veel spullen zijn achtergebleven bij het verlaten van het gebouw. Van ziekenhuismateriaal en patiëntendossiers tot kledij, schoenen, bedden en rolstoelen: je treft het er allemaal aan. Een ideaal decor dus voor originele en een tikkeltje lugubere foto’s. Vooral de geschiedenis van het gebouw trekt heel wat nieuwsgierigen aan.
‘Wat de locatie zo uniek maakt, is het feit dat er ongelofelijk veel spullen zijn achtergebleven’
Pascal woont sinds 2003 op het terrein van Salve Mater. ‘Officieel gezien huur ik enkel een deel van het totale complex, maar ik mag het volledige gebouw gebruiken als fotografiestudio. Ik ben beroepsfotograaf, gespecialiseerd in artistiek naakt. In de loop der jaren heb ik er een onofficiële func-
© jvda
RAVAGE | 18
Een psychiatrisch ziekenhuis, daar moeten wel vreemde dingen gebeurd zijn. Niet waar? Pascal: ‘Het psychiatrisch centrum is er gekomen in de jaren 20. In die tijd was er simpelweg nog geen medicatie voor geestelijke stoornissen. Hier zijn inderdaad gekke dingen gebeurd.’ Omdat artsen voor de jaren 50 vaak niet goed wisten hoe ze met aandoe-
© jvda
SALVE MATER DOSSIER
Opvangplaats voor geesteszieke vrouwen ‘Salve Mater is al honderd jaar in het bezit van de KU Leuven’, vertelt Marc Leroy, hoofd van de Divisie Ruimte en Vastgoed. ‘Na het overlijden van burggraaf Karel de Spoelberch kwam het domein in 1913 in handen van de universiteit, die het vanaf 1923 ter beschikking stelde aan de Gentse Zusters van Liefde.’ Zij maakten van Salve Mater een opvangplaats voor geesteszieke vrouwen. Architect Joseph Hachez werd ingeschakeld om de plannen uit tekenen. Het was de overste van de Zusters van Liefde, monseigneur Eugeen Van Rechem, die na een rondreis in Duitsland terugkwam als een voorstander van systeem met de paviljoenen. ‘Op 29 juni 1927 werden de eerste twee gebouwen en het administratief gebouw Sancta Maria ingewijd in aanwezigheid van koningin Elisabeth
ningen als depressiviteit, persoonlijkheidsstoornissen en verslavingen moesten omgaan, kozen ze soms voor de hardhandige aanpak. ‘Om aanvallen te onderdrukken
en tal van politieke, kerkelijke en universitaire hoogwaardigheidsbekleders’, aldus Marc. ‘Aan de achterzijde van het park werd in 1928 een boerderij gebouwd die instond voor de voedselvoorziening en bezigheidstherapie voor de patiënten. In 1934 werd een verpleegstersschool geopend die de kliniek van verzorgend personeel voorzag’. Het Universitair Psychiatrisch Centrum Salve Mater ging in 1974 deel uitmaken van de UZ Leuven. Vanaf 1996 werden de afdelingen verspreid over andere ziekenhuizen, waardoor de gebouwen één voor één verlaten werden. De laatste patiënten verlieten het Sint-Pauluspaviljoen in 2007. Na samenspraak met de gemeente Bierbeek werd beslist om samen met projectontwikkelaar ViRiX een ontwikkelingsvisie voor het domein uit te werken.
werden patiënten vastgebonden of urenlang alleen opgesloten in een isoleercel.’ De restanten daarvan heeft Pascal teruggevonden toen hij dertien jaar geleden in
het gebouw trok. ‘Beneden heb ik een dwangbuis gevonden en een rolstoel met kuipzeteltjes om de benen, armen en het hoofd vast te maken. Bovendien stond er in één
© jvda
19 | RAVAGE
DOSSIER SALVE MATER
van de gebouwen ook een zetel waarvan ik vermoed dat hij ooit gebruikt werd om elektroshocks toe te dienen.’ Vanaf de jaren 50 maakte de wetenschap grote sprongen vooruit in het onderzoek naar psychiatrische pathologieën. ‘De KU Leuven is medicatie beginnen te ontwikkelen die hier getest werd’, aldus Pascal. ‘Vanaf toen zijn de omstandigheden voor patiënten enorm verbeterd en werd Salve Mater zelfs een voorbeeld voor andere instellingen.’
Place to be Salve Mater is in de loop der jaren uitgegroeid tot een bekende locatie in urbexland. Hoe dat komt? Pascal: ‘De site is groot, gemakkelijk bereikbaar en er zijn een paar spectaculaire ruimtes. Bovendien duikt de plek regelmatig op bij fotografie- en urbexwebsites. Er zijn hier een paar heel leuke foto’s genomen door collega’s en dat trekt aan’.
Pascal krijgt enorm veel bezoekers over de vloer. ‘Vorig weekend heb ik zo’n vijftal groepen zien rondhangen. Veel mensen denken dat het hier leegstaat en proberen dan binnen te geraken met allerlei middelen. Ramen kapotmaken, deuren inbeuken: ik probeer dat toch een beetje te kanaliseren. Ondertussen weten de meesten wel dat ze een bezoek best op voorhand kunnen aanvragen.’ Daarnaast krijg ik ook geregeld verzoeken van modelfotografen en filmmakers.
Fotofestival ‘Wat mij persoonlijk het meeste bijblijft, zijn de foto festivals die we hier op het domein georganiseerd hebben’, vertelt Pascal. ‘Alle gebouwen, alle 120 kamers vol met foto’s. Kun je je dat voorstellen?’ Wie zo’n evenement in elkaar steekt, heeft uiteraard tijd nodig om de nodige voorbereidingen te treffen, om sponsors te zoeken, etc. En die garantie heeft Pascal niet. Hij heeft een huurcontract met een opzegter-
© jvda Pascal: ‘De site is groot, gemakkelijk bereikbaar en er zijn een paar spectaculaire ruimtes. Bovendien duikt de plek regelmatig op bij allerlei fotografie- en urbexwebsites. Er zijn hier een paar heel leuke foto’s genomen en dat trekt aan’.
RAVAGE | 20
SALVE MATER DOSSIER
mijn van drie maanden, maar de eigenaars kunnen hem op elk moment buitenzetten. ‘Ik vroeg steeds of ze me met zekerheid konden zeggen of ik nog een jaar of anderhalf jaar kon blijven, maar dat konden ze niet’, aldus Pascal. ‘Daarom heb ik na 2006 geen grote evenementen meer georganiseerd op het terrein. Bovendien is de staat van het gebouw enorm achteruitgegaan, waardoor het praktisch niet meer haalbaar is.’ In maart 2012 kreeg Pascal te horen dat hij het gebouw definitief moest verlaten. De plannen voor de nieuwbouw waren uitgebreid en de volgende stap was de renovatie van zijn leefruimte. ‘Ik kreeg een aangetekende brief waarin stond dat ze mijn contract wensten te beëindigen.’ Maar zo ver is het, gelukkig voor Pascal, niet gekomen. ‘Ik zat in die periode veel in het buitenland en heb gezegd dat het echt niet haalbaar was om te verhuizen. Toen hebben ze me tijd gegeven tot eind augustus. En kijk, ik zit hier nog steeds! (lacht) Het contract is altijd stilzwijgend verlengd omdat de werken aan dit gebouw nog altijd niet begonnen zijn.’
Wederdienst Pascal heeft zichzelf min of meer uitgeroepen tot conciërge van het domein. Als je de gebouwen wil bezoeken of foto’s wil nemen, moet je eerst langs hem passeren. Wie contact met hem opneemt, krijgt meteen de voorwaarden voor een bezoek voorgeschoteld. En die zijn niet van de minste. ‘Voor een dagje urbex in de gebouwen van Salve Mater betaal je 50 euro per persoon of je verleent me een wederdienst, bijvoorbeeld door mee te helpen bij het onderhoud van de gebouwen of door spullen mee te brengen die ik kan gebruiken’, vertelt hij.
‘Als ik mensen met fotozakken en statieven zie, dan weet ik al hoe laat het is’
© jvda Pascal: ‘Enkele jaren geleden zag ik een paar urbexers rondlopen met dozen in hun handen. Dozen met speelgoed van mijn dochters! Je kunt het zo gek niet bedenken’.
Aangezien de grote trekpleister, paviljoen Sint-Paulus, intussen verdwenen is, komen de meeste urbexers bij het aangrenzende gebouw van Pascal terecht. ‘Als ik mensen met fotozakken en statieven zie rondlopen, dan weet ik al hoe laat het is’, aldus Pascal. ‘Ik zal hen vriendelijk benaderen en hen uitleggen hoe we hier werken. Ik vertel dan waar ze terecht kunnen en wat daar tegenover staat.’ Die wederdiensten, dat gaat van fotogenieke objecten – muziekinstrumenten, meubels en kostuums – tot items voor privégebruik, zoals cd’s, dvd’s, oude munten en stripverhalen. Pascal heeft lijstjes aangelegd met met alles wat hij kan gebruiken. De
21 | RAVAGE
DOSSIER SALVE MATER
© a33 architecten Het gerenoveerde paviljoen Sint-Bendedictus. Dimitri Haenen, projectontwikkelaar: ‘De architecturale en historische rijkdom van de site vormen een zeer bijzondere woonomgeving die we te allen tijde willen behouden’.
vraag blijft natuurlijk of dat zomaar kan én of de eigenaar ervan op de hoogte is.
Omzeilen Marc Leroy, hoofd van de divisie Ruimte en Vastgoed van de KU Leuven: ‘De universiteit is momenteel enkel nog eigenaar van het paviljoen Sint-Lucas. De bedoeling is om daar een kinderdagverblijf te realiseren. Ik benadruk bovendien dat de heer Baetens geen enkele functie uitoefent voor de KU Leuven. Dat doet hij volledig op eigen initiatief’. Hoewel Pascal er ongetwijfeld voor zorgt dat Salve Mater gespaard blijft van vandalen, is het niet ondenkbaar dat veel urbexers zijn aanwezigheid jammer vinden. Echte urban explorers kicken net op het ontdekken en fotograferen van unieke gebouwen in al hun authenticiteit, zonder dat iemand hen entreegeld vraagt of voorwaarden stelt. En daar wringt het schoentje. Maar de echte creatievelingen weten dat probleem uiteraard te omzeilen. Avonturiers en fotografen die op zoek gaan naar de span-
RAVAGE | 22
ning die hoort bij het verkennen van verlaten panden, geraken sommige delen van Salve Mater ook binnen zonder de toestemming van Pascal.
Straffe stoten Take nothing but pictures, leave nothing but footsteps: hét motto van urbexers. Helaas lijken sommigen die slagzin al eens te vergeten. Pascal kan erover meespreken: ‘Ik heb hier al straffe dingen zien gebeuren. Van ruiten ingooien tot effectief inbreken: vandalen zijn voor niets verlegen. Jonge gasten die voor de lol een gekkenhuis willen binnengaan om wat joints te roken.’ De voor- en achterkant van het gebouw zijn volledig van elkaar gescheiden. Van de kelder tot de zolder: alles heb ik op slot gedaan. Met branddeuren afgesloten zelfs. En nog zitten ze binnen. Dan vinden ze ergens en brandblusser en beuken ze er de deuren mee in. Dat is absoluut niet de bedoeling van urbex.’ ‘Enkele jaren geleden zag ik urbexers rondlopen met dozen in hun handen’, aldus Pascal. ‘Dozen met
SALVE MATER DOSSIER
speelgoed van mijn dochters! Je kunt het zo gek niet bedenken. Eén keer zijn ze zwaar over de schreef gegaan. Ik kwam thuis en mijn keukenmessen lagen verspreid over het gebouw, de muren bezaaid met satanische leuzen. Er waren persoonlijke spullen gestolen en de kamers van mijn kinderen waren volledig overhoop gehaald. Je maakt hier stoten mee, hoor. Maar ik heb er veel uit geleerd. Om volwassen te worden is dit ongetwijfeld een goede plaats.’
Nieuwe bestemming Wie nog plannen heeft om een urbexbezoekje te brengen aan Salve Mater, kan best niet te lang meer wachten. De KU Leuven is in samenwerking met ViRiX, de projectontwikkelingsgroep van de familie Haenen uit Kontich, de verschillende paviljoenen één voor één aan het renoveren. Het domein zal omgevormd worden tot een woonpark met appartementen en kantoorgebouwen. ‘De architecturale en historische rijkdom van de site vormen een zeer
bijzondere woonomgeving die we te allen tijde willen behouden’, aldus Dimitri Haenen van ViRiX. ‘Momenteel zijn we het volledige domein aan het herontwikkelen. We zijn nu bezig met de renovatie van het zesde paviljoen. Daarna moeten we er nog vijf doen, waar we toch nog zeven à tien jaar zoet mee zullen zijn.’ ViRiX is een kleine tien jaar geleden met het project begonnen. Dimitri: ‘Vooral het uitwerken van het uitvoeringsplan nam heel wat tijd in beslag. Salve Mater is een beschermd dorps- en landschapsgezicht, waardoor we moesten samenzitten met de gemeente en buurtbewoners. Ook het verkrijgen van vergunningen verliep niet altijd van een leien dakje’. Dimitri benadrukt dat het historische karakter van Salve Mater niet verloren zal gaan: ‘Het uitzicht moet in ere hersteld worden. De bestaande gevels, daken en ramen worden bewaard om de authentieke uitstraling van de gebouwen te behouden.’ (jvda)
Entreegeld: een vloek of zegen? Pascal Baetens is zeer duidelijk in zijn aanpak: wie het psychiatrisch ziekenhuis wil bezoeken en geen vergoeding betaalt, komt er niet in. En Salve Mater is heus niet de enige locatie waar er entreegeld wordt gevraagd. Een nobel initiatief om de gebouwen te behoeden voor de vernielzucht van sommige bezoekers of pure geldklopperij? Ravage zet de voor- en nadelen voor urbexers op een rijtje.
Vloek
Zegen
• Sommige opzichters rekenen behoorlijk wat geld aan. Niemand betaalt graag 50 euro voor iets wat normaal gezien niets kost.
• Een opzichter, zoals Pascal, die het gebouw door en door kent, kan je alle leuke plekjes om te fotograferen laten zien.
• Een opzichter zal je zonder pardon binnenlaten. Spijtig, want het zoeken naar een ingang is een van de leuke dingen aan urbex.
• Vandalen zullen minder snel toeslaan als er een verantwoordelijke aanwezig is op het domein.
• Je moet op voorhand een afspraak maken met de beheerder van het gebouw en rekening houden met zijn wensen.
• Je kan rustig foto’s nemen zonder dat je voortdurend op je hoede moet zijn voor bewakers of politie.
23 | RAVAGE
HISTORISCHE FOTO CHURCH OF DECAY
Church of Decay, een bekende locatie in urbexland. Al meer dan vijfentwintig jaar lang staat deze prachtige kerk te verkommeren. Een aardbeving op 8 november 1983 zorgde ervoor dat het gebouw enorm onstabiel werd. Enkele jaren later, in 1990, werd het bouwwerk definitief verlaten en verzegeld. Onderstaande foto’s van het koor en noordelijke dwarsschip dateren uit 1943. (jvda)
© KIK-IRPA Brussel
VROEGER © KIK-IRPA Brussel
RAVAGE | 24
NU
CHURCH OF DECAY HISTORISCHE FOTO
© jvda
© jvda
De negentiende-eeuwse kerk stond sinds 1972 geklasseerd en werd in 2013 van de erfgoedlijst gehaald met het oog op de afbraak van het gebouw. De toren in romaanse stijl, die nog wel geklasseerd is, stamt uit de tweede helft van de vijftiende eeuw en zal bij de afbraakwerken gespaard blijven. Het niet-middeleeuwse deel wordt hoogstwaarschijnlijk dit jaar nog gesloopt. (jvda) © jvda
25 | RAVAGE
‘Er zijn geen limieten, enkel obstakels. En elk obstakel kan overwonnen worden.’ Wijze woorden uit de mond van David Belle, de grondlegger van de urban loopdiscipline parkour. Daar waar jongeren vroeger kozen voor skateboarden en BMX’en, komt er nu een nieuw tijdverdrijf om het hoekje loeren.
n te ra st
n va
de on m er nd De
da
e rd
jv
a na
©
en ij k nw ite bu
’s:
e ij s
to
r Pa
Fo
de
r ou rk Pa n Va
© jvda
RUBRIEK TITEL ARTIKEL
Sander en Gertjan beoefenen parkour en freerunning. ‘De bedoeling van de sport is om je lichaam te leren kennen, aan te voelen wat je limieten zijn en daarop verder te bouwen’, aldus Sander (links).
H
et internet barst van de parkour- en freerunningfilms, wereldwijd worden er steeds meer clubs opgericht. Sander De Ridder (25) en Gertjan Van Haver (25) uit Dendermonde kennen de disci pline als geen ander: ze zijn ermee opgegroeid en hebben de sport met eigen ogen zien evolueren. ‘In het begin wisten we totaal niet wat we deden, maar we hadden het gevoel dat we iets nieuws konden brengen.’ Voor mensen die de sport niet (goed) kennen: wat is parkour precies? Sander: ‘Het principe van parkour is om jezelf zo snel en zo vlot mogelijk van punt A naar punt B te verplaatsen. Over muurtjes wippen, tegen, onder en over obstakels springen. Freerunning daarentegen is het showgehalte dat bij de sport komt kijken: salto’s, flips, handstand en allerlei andere zotte dingen. (lacht) Wij doen zowel parkour als freerunning.’ Gertjan: ‘Eigenlijk zijn we meer parkour-gericht begonnen. Geleidelijk aan hebben we daar ook
RAVAGE | 28
freerunning bijgenomen omdat de disciplines sterk met elkaar verbonden zijn. Dat is eigenlijk de logische volgende stap. Parkour is de basis en freerunning is meer top-level.’
ken de filmpjes en zo raakte het fenomeen verspreid over de hele wereld. Laatst heb ik zelfs horen zeggen dat er meer parkourvideo’s zijn dan skate- en BMX-filmpjes samen.’
Parkour is een vrij recent fenomeen. Wanneer en hoe is de sport ontstaan? Gertjan: De grondlegger van de discipline is David Belle, een Franse atleet en vechtsporter. Hij liet zich inspireren door zijn vader die in het leger zat en zijn soldaten op een bepaalde manier trainde. Zij moesten zich op een hele natuurlijke manier zo snel mogelijk kunnen voortbewegen in de jungle. David heeft die technieken verder doorgetrokken naar de banlieues, de verstedelijkte buitenwijken van Parijs.’
Gertjan: ‘Ik denk dat het een van de snelst groeiende sporten is van de afgelopen jaren. David Belle is er zo’n vijftien jaar geleden mee begonnen en het aantal beoefenaars blijft nog elke dag stijgen.’
Sander: ‘De ontwikkeling van de sport hing samen met de opkomst van YouTube. In 2004 vertolkte Belle de hoofdrol in Banlieue 13, een film waarin redelijk wat parkourscènes te zien zijn. Sindsdien is het aantal parkour- en freerunningfilmpjes op het internet geëxplodeerd. Meer en meer mensen beke-
Hoe zijn jullie met de sport in aanraking gekomen? Gertjan: ‘Op het internet zag ik de filmpjes van David Belle. Er is één scène uit Banlieue 13 die me altijd is bijgebleven. De manier waarop hij wegvlucht uit een flatgebouw, gewoonweg indrukwekkend. Enorm overthe-top, maar hij doet het wel. Ik was vijftien en wilde dat ook kunnen. In het begin wisten wij totaal niet wat we deden. (lacht) We deden stunts die we nu absoluut afraden aan onze leden. Gelukkig hebben we nooit iets ernstig voorgehad. We hadden gewoon het gevoel dat we iets nieuws konden brengen en we daarmee moesten verdergaan.’
PARKOUR
Sander: ‘Ik ben er later bijgekomen. Dat is ongeveer vijf à zes jaar geleden.’ Jullie hebben de club Parkour Dendermonde zelf opgericht. Gemakkelijk zal dat niet geweest zijn? Gertjan: ‘We zijn heel kleinschalig begonnen en dat is langzaamaan groter en groter geworden. Vroeger konden we niet anders dan buiten trainen, maar tegenwoordig hebben we een deel van de sporthal ter beschikking. In het begin kregen we enorm veel tegenwind. Andere sportclubs, turnverenigingen bijvoorbeeld, zagen ons niet graag komen. Hun materiaal werd op een andere manier gebruikt en bovendien zagen ze dat de sport meer en meer succes kreeg.’ Sander: ‘Wij oefenen nu drie keer per week, telkens met twee trainers. Volgend jaar willen we dat terugschroeven naar twee keer per week, op woensdag en vrijdag. Onze club telt nu zo’n dertig à veertig leden. Het is soms inderdaad niet gemakkelijk: alle trainers studeren of moeten gaan werken en dan is het moeilijk om tijd vrij te maken. We hebben onlangs ook een demoteam opgericht waarmee we ook één keer per week willen trainen. Dat zijn leden die al op een hoger niveau zitten. Ook wij moeten aan onze stunts blijven werken, hé.’ Op jullie website zijn maar weinig foto’s van vrouwen te zien. Is parkour vooral een mannensport? Gertjan: ‘Dat klopt, ja. Ik heb dat altijd wel jammer gevonden. Soms waren er periodes dat er een paar meisjes kwamen trai-
nen en dan bleven ze weer weg. Eigenlijk is er slechts één meisje dat vaak komt trainen. Volgens mij hebben vrouwen wel interesse in de sport, maar ik denk dat ze afgeschrikt worden door het feit dat er zoveel jongens zijn.’ Sander: ‘Ergens is dat wel begrijpelijk. Je komt meteen in een mannengroep terecht en als je dan de enige vrouw bent is dat natuurlijk minder leuk. Als de verhoudingen vanaf het begin fiftyfifty waren geweest, zou dat denk ik anders zijn. Dat is niet enkel bij ons zo: er zijn veel clubs met enkel mannen. Als er dan vrouwen meedoen, krijgen ze meteen veel aandacht.’ Sommige stunts zien er enorm spectaculair uit. Is het een gevaarlijke sport? Sander: ‘Iedereen zegt dat het een heel gevaarlijke sport is, maar eigenlijk valt dat goed mee. Voor ons is dat jammer omdat het ouders vaak afschrikt om hun kinderen in te schrijven. De bedoeling van de sport is om je lichaam te leren kennen, aan te voelen wat je limieten zijn en daarop verder te bouwen. Als je in het wilde weg zotte dingen begint te doen, zal dat uiteindelijk fout aflopen. Ik heb een tijdje geleden een ligament gescheurd, maar dat gebeurt bij andere sporten ook.’ Gertjan: ‘Ik denk dat je zelfs minder kans hebt op ernstige ongevallen dan bij team- en competitiesporten zoals voetbal. Dan ben je verplicht om tot het uiterste te gaan.’ Welke locaties zijn geschikt? Komen jullie soms ook in verlaten gebouwen?
Sander: ‘Toen we pas begonnen kwamen we weleens in verlaten gebouwen. Nu probeer ik dat te vermijden binnen de club. Het is illegaal, hé. (lacht) Wat ik wel doe, is buiten trainen. Onze meest geliefde en gemakkelijkste plaats is het sas in Dendermonde. Daar is een brug en er zijn wat obstakels waar we ons kunnen uitleven. Hoe meer hindernissen, hoe beter.’ Gertjan: ‘Eigenlijk komen we meer in steden.’ Sander: ‘Inderdaad. Een tijdje geleden was er een festival in Brussel met dans en straatanimatie. We hadden ons volledig geschminkt en deden een route door de stad. Toen moesten we met de organisatoren volledig rondgaan langs het parcours en dat hebben zij allemaal moeten aanvragen. Dingen zomaar vrijuit doen, dat gaat bijna niet.’ Hoezo? Gertjan: ‘Vroeger, toen ik nog veel buiten trainde, zagen ze me niet graag komen. Sommige mensen belden zelfs de politie. Maar ergens is dat wel normaal. De mensen kenden de sport niet. Je bent zestien jaar en klimt op een gebouw terwijl het donker is.’ Sander: ‘Veel mensen denken trouwens als ze een filmpje zien: Wow, die hebben dat allemaal in een keer gedaan. Eigenlijk gaat daar veel werk aan vooraf. Wij verkennen elk obstakel, kijken of het veilig en niet glad is. Dan beginnen we te oefenen wat we erop kunnen doen. Pas daarna wordt het uiteindelijke filmpje gemaakt. Moest het allemaal van de eerste keer gaan, dat zou gemakkelijk zijn!’ (lacht) (jvda) 29 | RAVAGE
SOORTEN URBEX
Urban exploration of het betreden van locaties die afgesloten zijn voor het publiek. Iedereen linkt het meteen aan verlaten gebouwen, maar net zoals elke dokter zijn specialisatie heeft, zijn ook hier verschillende onderverdelingen te maken.
RAVAGE | 30
SOORTEN URBEX
Old but gold Het blijven nog altijd de klassiekers: kerken, kastelen, woningen, ziekenhuizen, scholen, kantoorgebouwen en fabriekspanden. België is fantastisch: honderden lege panden staan al jarenlang te verkommeren, wachtend op hun afbraak of een nieuwe bestemming. De zoektocht naar een gebouw is misschien niet altijd simpel, maar de beloning is des te groter als je een unieke ontdekking doet. Hoewel de panden verlaten zijn, kan je er nog steeds de aanwezigheid van de vorige bewoners voelen. ‘Het geheimzinnige van een locatie trekt me elke keer weer in het gebouw’, vertelt Kenneth Provost (31), urbexfotograaf sinds 2013. ‘Neem nu scholen: duizenden kinderen hebben daar op de schoolbanken gezeten en het gebouw zat vol leven. Nu is het precies het tegenovergestelde: leeg en verlaten.’ Maar hoe zit het met het binnendringen van gebouwen die nog gedeeltelijk bewoond zijn of actief gebruikt worden? Infiltratie, zoals deze subgroep ook wel wordt genoemd, kan variëren van het bekijken van een schoonmaakhok tot de kelders van een ziekenhuis dat nog in gebruik is. ‘Ik zal dat bijna altijd doen met toestemming van de eigenaar’, verklaart Kenneth. ‘Urban exploration draait natuurlijk rond verlaten woningen, maar als het schone locaties zijn, waarom niet?’ Hetzelfde geldt voor opzichters op het terrein. Zoals in Dossier: Salve Mater (pagina 15) wordt vermeld, kan je sommige panden bezoeken onder het goedkeurend oog van een conciërge. Een prijskaartje of tegenprestatie hangt er echter vaak aan vast. ‘Het gebouw is misschien niet 100 % verlaten, maar een opzichter kan nooit kwaad’, vertelt Kenneth. ‘Ze zorgen ervoor dat vandalen geen kans krijgen.’ (td)
© td
© td
© td
31 | RAVAGE
SOORTEN URBEX
Koning van het universum op 100 meter hoogte Terwijl de ene al hoogtevrees krijgt als hij te diep in zijn soepbord kijkt, zoekt de andere de ware schoonheid van de wereld op 100 meter hoogte. Urban exploration op daken, kerken, zendmasten en kranen: ja, het bestaat. “Ik hou van het gevoel om op daken te staan, wetende dat je een van de weini-
gen bent die de kans krijgt om van dat spectaculaire uitzicht te genieten,’ zegt Robecop Dominguez (24), die al twee jaar intensief daken beklimt. ‘Je voelt je de koning van het universum.’ De Spanjaard, wonende in Londen, ontdekte zijn passie als kind al. ‘Ik bracht redelijk wat tijd door op het dak van mijn huis en dat van mijn grootmoeder. Later ben ik dan beginnen parkouren waardoor ik steeds vaker op hogere plaatsen kwam.’ Of hij nooit schrik heeft op die ijzingwekkende hoogtes? ‘Helemaal niet. Ik ben volledig relaxed en comfortabel. Daarom doe ik het ook: als ik op een dak sta verdwijnen al mijn problemen als sneeuw voor de zon’, vertelt Robecop. ‘Met moeilijke beslissingen of problemen ga ik bewust op zoek naar een dak om mijn hoofd leeg te maken.’
© Robecop Dominguez
De foto’s zijn soms zo eng, dat valt niet te ontkennen. Hoewel elk urbexavontuur zijn eigen risico’s met zich meebrengt, verzekert Robecop dat het voor hem niet zo gevaarlijk is: ‘Ik weet wat ik doe en ik ben erin getraind. Het is zeker een risico, maar als je zo denkt is de straat oversteken al gevaarlijk.’ (lacht) (td)
© Robecop Dominguez
© Robecop Dominguez
RAVAGE | 32
SOORTEN URBEX
© leemcgrathphotography.co.uk
© leemcgrathphotography.co.uk
Een vergeten wereld onder onze voeten Arbeiders, gebogen onder hun zware werk en helemaal onder het roet. Dat is het eerste wat in ons opkomt als we een mijn zien. Lee Mc Grath (41) ziet enkel rust. ‘Het is mijn passie om de onbekende en verlaten wereld onder de grond in beeld te brengen. Er is een bepaalde rust onder de grond die je nergens anders vindt’, meldt de urbexer.
© leemcgrathphotography.co.uk
© leemcgrathphotography.co.uk
Mijnschachten, grotten, riolen en tunnels. Er zijn meer gaten onder onze voeten dan we in eerste instantie denken. ‘Trein- of metrotunnels, mijnen en bunkers behoren tot mijn favoriete locaties. Ooit waren ze zo druk, nu zijn ze exact het omgekeerde. Door het nemen van foto’s leg ik de geschiedenis vast, anders zijn ze voor eeuwig verloren.’ Ook deze avonturen zijn niet zonder gevaar. Terwijl in een gebouw de muren en vloer onstabiel zijn, heb je onder de grond kans op instortingen en gassen. ‘Met enkele vrienden zat ik ooit eens in een riolering toen het plots superhard begon te regenen. We mogen van geluk spreken dat we in een hoger stukje stonden, anders hadden we in de problemen gezeten’, vertelt Lee. ‘Het is heel fijn om te doen, maar veiligheid komt altijd op de eerste plaats.’ (td) 33 | RAVAGE
SOORTEN URBEX
© Victor M. Lansink’s
Teloorgang van spoorwegen Railtracken, railtracking of gewoon lekker op zijn Vlaams : spoorlopen. Het gaat hierbij niet om vervelende mensen die voor vertragingen zorgen omdat ze per se de rails moeten oversteken, maar om urbexfotografen die hun hart en ziel hebben verloren aan spoorwegen en -gebouwen. Een ontdekkingstocht door een straf staaltje geschiedenis, begeleidt door twee lijnen die je in de natuur trekken. ‘Het beeld van een overwoekerde spoorweg is zo treurig en melancholiek’, vertelt Victor M. Lansink’s (45). De fotograaf, historisch onderzoeker en sporoloog bracht al enkele boeken op de markt, beheert de website Railtrash.net en is sinds 1986-1987 helemaal in de ban van het treinverkeer. ‘Het roept ontzettend veel herinneringen op aan een roemrijk verleden. Het is gewoon leuk om de sporen te volgen en op zoek te gaan naar de details, zoals mijngebouwtjes of kilometerpaaltjes.’ Ook actieve spoorwegen kunnen verleidelijk zijn, maar dat is behoorlijk riskant. ‘Ik zal daar nooit overheen lopen. Bovendien hangen er ook fikse boeRAVAGE | 34
tes aan vast’, aldus Victor. ‘Ik hou me liever bezig met spoorwegen die niet meer in gebruik zijn. Veel interessanter.’ Even gevaarlijk zijn spoortunnels. Hoewel Nederland er geen heeft, trekt de sporoloog af en toe naar het buitenland om ook die eens te bekijken. Tunnels zijn echt riskant: het is er pikdonker, er kunnen brokstukken omlaag vallen en soms zijn er putten in de grond. ‘Dat maakt het avontuuraspect wel extra groot. Ik heb al eens gebalanceerd op een dunne plank over een watertje of in een tunnel gelopen waar er stenen omlaag vielen. Als je een beetje oppast, belanden ze heus niet op je hoofd’, lacht Victor. (td)
SOORTEN URBEX
Romantische domeinen ‘Daar waar bruggen en tunnels wilde avonturiers aanspreken, gaan romantici onder ons op zoek naar verdwenen spoorlijnen, verlaten gebouwen en domeinen’ , vertellen de leden achter Team Xerbutri, een Nederlandse urbexgroep. Als ik vraag naar hun naam, krijg ik te horen dat ze een groep zijn. ‘Namen, daar doen we niet aan mee.’ Het betreden van verlaten domeinen zoals militaire oefenterreinen, vliegvelden, vakantiedorpen of kerkhoven: het komt sterk in de buurt van het fotograferen van een gebouw, maar is toch nét wat anders. ‘Een domein binnendringen is vaak eenvoudiger dan een gebouw. We zullen nooit iets kapotmaken om binnen te geraken en laten zowel panden als domeinen onaangeroerd achter.’ Eenmaal op het terrein is het ook anders dan in een pand: ‘Een domein is vaak een omheind stuk bos. Het voordeel hieraan is dat je een groot overzicht krijgt van het hele gebied, maar dat heeft dan weer als nadeel dat je je moeilijk onzichtbaar kan maken.
© Team Xerbutri
Natuurlijk kan er in een woning ook plots iemand achter een hoek uitkomen.’ (lacht) Nog een gouden tip: doe stevige schoenen aan. Gezien de grootte van sommige terreinen, is een pittige wandeling geen uitzondering. ‘In 2006 hebben we een militair domein in België gevonden. Ik had er niet zo’n goed gevoel bij, maar we zijn toch een kijkje gaan nemen. Eerst werden we weggestuurd door een soort opzichter en later hadden we een Rottweiler achter ons aanrennen. En dat voor een locatie waar eigenlijk niet zoveel te zien was.’ (td)
© Team Xerbutri
35 | RAVAGE
PORTFOLIO ROBERT POLIDORI
ROBERT
POLIDORI
Havana, Tsjernobyl, New Orleans, Versailles. Allemaal plaatsen die geen geheimen meer hebben voor de Canadees-Amerikaanse topfotograaf Robert Polidori (65). Als één van de eersten ter wereld keek hij verder dan de ruïne en bracht hij de schoonheid van abandoned places in beeld. Zo documenteerde hij dertig jaar lang de wonderlijke interieurs van het kasteel van Versailles in Frankrijk. Voor, tijdens en na de verbouwingswerken legde hij de prachtige zalen vast op foto. Daarbij stak hij ook zijn fascinatie voor de schilderkunst niet onder stoelen of banken. (jvda, td)
RAVAGE | 36
ROBERT POLIDORI PORTFOLIO
37 | RAVAGE
PORTFOLIO ROBERT POLIDORI
In Versailles mocht ik getuige zijn van museumrestauratie, maar ik besefte dat het in feite een herziening van de geschiedenis is. - R. Polidori
RAVAGE | 38
ROBERT POLIDORI PORTFOLIO
39 | RAVAGE
‘Kamers zijn een spiegel van degenen die erin leven. De decoratie en sfeer ervan onthullen kenmerken van de ziel en het karakter van zijn bewoners’ - R. Polidori
ROBERT POLIDORI PORTFOLIO
43 | RAVAGE
Leegstand in
Limburg
Vlaanderen
Vlaams-Brabant Oost-Vlaanderen
Antwerpen
West-Vlaanderen
Sinds januari 2010 kunnen gemeenten zelf maatregelen nemen om leegstaande panden en woningen opnieuw in gebruik te nemen. Dat resulteerde in een leegstandsregister, waarbij alle leegstaande gebouwen en woningen in een gemeente worden opgenomen. Een woning komt op de lijst te staan als het gedurende 12 opeenvolgende maanden geen woon- of andere functie heeft. Voor een gebouw geldt de regel dat 50 % van het vloeroppervlak van het pand in gebruik moet zijn. Die moet bovendien overeenkomen met de functie van het gebouw.
Top 5 Commerciële panden Landbouw, jacht en aanverwante diensten Kleinhandel, exclusief auto's en motorrijwielen, reparatie van consumentenartikelen Hotels en restaurants
Overige diensten Verkoop en reparatie van auto's en motorrijwielen; kleinhandel in motorbrandstof
RAVAGE | 44
COLUMN
Tine Decosemaker – Mijn allereerste keer – Het klonk zo stoer in het begin: ik ga urbexen. Of het niet gevaarlijk is? Een beetje, maar daardoor laat ik mij toch niet afschrikken zeker? Alles voor mijn eindwerk. Tot Jill en ik daadwerkelijk voor een verlaten gebouw stonden. Toen piepten we wel even anders. Pas op, we hadden ons goed voorbereid: handschoenen, zaklamp, en zeker drie lagen kledij over elkaar. We hadden namelijk de perfecte dag uitgekozen: het vroor dat het kraakte. Maar soit, daar stond ik dus in de sneeuw met mijn geweldig warme legerbotten van mijn vader. Je kent ze wel, van die kolossale schoenen die tegen alles bestand zijn. Tel daar een veel te groot regenjasje bij en je krijgt meteen een beeld van hoe idioot ik eruitzag. Onze selfies zijn (gelukkig?) mislukt. Onze locatie? Bowling Mill. Nadat we door de omheining naar de achterkant van het gebouw waren geglipt – met het nodige gegiechel – staan we voor een garagepoort die verassend genoeg open is. Wanneer ik een stap vooruitzet, horen we beiden wel heel vreemde geluiden uit die garage komen. De stap vooruit werd opgevolgd door twee stappen achteruit. Dan maar roepen of er iemand binnen is. Ik doe veel domme dingen, maar dit staat zeker in mijn lijstje: net alsof een psychopaat gaat antwoorden. Geen reactie (natuurlijk niet), dus schuifelen we stapje voor stapje verder. We verkennen het gebouw en ik kon meteen zien dat België hier alweer een schat is verloren. Een bowlingzaal in een oude molen, die zelfs nooit is opengegaan? Komaan, dit had fantastisch kunnen zijn. Ik zag het helemaal voor mij: de plaatselijke jeugd – gekleed zoals in Grease – die op een vrijdagavond een paar kegeltjes omverwerpt. Veel beter dan die moderne disco-bowlingzalen die tegenwoordig als paddenstoelen uit de grond schieten. Maar hoe jammer ik het ook vind dat er zoveel staat te verkommeren, is het stiekem ook geweldig. Het is spijtig voor de gebouwen en ik zal er zeker om blijven vloeken, maar ondertussen neem ik evenzeer graag een kijkje, ondanks de risico’s die eraan hangen. Sorry mama en papa, maar jullie dochter heeft alweer iets nieuws ontdekt.
45 | RAVAGE
‘Urbexers zijn verantwoordelijk voor de nakende sloop’ Kan Alain Maes de afbraak van Château Noisy tegenhouden?
RAVAGE | 46 © td
CHATEAU NOISY DOSSIER
G
ebouwd in 1866, verlaten in 1991 en momenteel een van Europa’s bekendste spookkastelen. Ter wijl Alain Maes, oprichter van vzw Aresno, nog steeds hoopt om châ teau Noisy te redden, heeft de eige naar, Graaf Hadelin de Liedekerke Beaufort, de sloopvergunning in handen. De vraag die echter op ied ers lip ligt: waarom heeft hij het in hemelsnaam zover laten komen? Een puinhoop. Dat is het eerste wat in me opkomt als ik château Noisy binnenloop. Het kasteel staat bekend onder die naam, maar ook onder de namen château Miranda of Home de Noisy, verwijzend naar het vakantieverblijf voor kinderen van de NMBS. Ik zie meteen hoe prachtig dit kasteel ooit geweest moet zijn. Praat met andere urbexers en ze zullen je allemaal
hun eigen Noisy-verhaal vertellen, want ze zijn er allemaal geweest. Iets wat me trouwens ook opvalt tijdens mijn eigen bezoek: in totaal lopen we drie groepen tegen het lijf. Bij elke stem springen we op, uit vrees voor de bewaker, maar na een
blik op de personen zien we meteen dat ze hetzelfde doen als ons: genieten van de pracht en praal van het pand. Het is ook niet zo moeilijk om de weg te vinden. Hoewel de meeste locaties angstvallig geheim worden gehouden, heeft deze urbexplaats zelfs zijn eigen Wikipediapagina mét de juiste coördinaten. Even Googelen en je bent vertrokken.
Architecturale parel Diep verscholen in de Ardense bossen, tussen de bomen en brandnetels – die ik trouwens van heel dichtbij heb gezien – ligt het kasteel van graaf Hadelin de Liedekerke Beaufort (61). Met zijn zeldzame nieuw-neo gotische stijl is het een parel voor de architectuur van België. Of dat was het toch: een brand - en later ook een storm - heeft het grootste deel van het dak
47 | RAVAGE © td
DOSSIER CHATEAU NOISY
De aantrekkingskracht van Château Noisy is enorm. Zowel binnen- als buitenlanders zakken geregeld af om het pand te bewonderen.
© td
vernield. Vandalisme, slecht weer en een invasieve vegetatie deden de rest. Het volledige interieur is ondertussen omgetoverd tot een spookachtige ruïne. Exact de reden waarom Maxime Prevot (cdH), minister van Erfgoed in de Waalse regering, in september 2014 de beslissing nam om het pand van de erfgoedlijst te halen. ‘Om het kasteel te restaureren moeten we het opnieuw opbouwen en reconstrueren. Het zou zijn architecturale authenticiteit verliezen’, verklaarde de minister op de parlementaire vraag van Stéphane Hazée, fractieleider van Ecolo in het Waals parlement. ‘En daarmee zou ook het architecturaal belang verloren gaan.’ Een tweede reden waarom het gebouw van de erfgoedlijst werd verwijderd, is het torenhoge bedrag dat nodig is om château Noisy te redden. Alain Maes schat die som tussen 15 en 25 miljoen euro terwijl minister Prevot eerder spreekt over een bedrag van 25 miljoen euro. Graaf Hadelin de Liedekerke Beaufort zei in 2014, in een zeer zeldzaam interview aan het lokaal televisiestation MAtélé, dat het laatste bedrag werd geschat eind jaren ’90. Met andere woorden: het leven is er niet goedkoper op geworden waardoor de kosten waarschijnlijk nog veel hoger zullen liggen. Ter vergelijking: de jaarlijkse begroting van erfgoed in Wallonië bedraagt 25 miljoen euro. ‘Slechts enkelingen op de lijst van uitzonderlijk of werelderfgoed krijgen een contract van eenmiljoen euro per jaar, en dat voor maar enkele jaren’, meldt minister Maxime Prevot. RAVAGE | 48
© td
In februari 2015 werd het kasteel definitief van de lijst verwijderd en een maand later diende de graaf een sloopvergunning in. Voor de tweede keer, want in januari 2014 ondernam hij al een poging om het gebouw met de grond gelijk te maken. Een protestgolf ging door het dorpje Celles, in de gemeente Houyet, en niet veel later werd vzw Aresno opgestart, onder leiding van Alain Maes. ‘We wilden een officiële gesprekspartner om het kasteel te redden’, vertelt hij. ‘De strijd die werd gevoerd kon niemand in zijn eentje aan. Een grote groep van gemotiveerde personen kon dat wel.’ Een betoging en petitie, beide georganiseerd door de vzw, volgden als tegenreactie. Hoewel de de-
CHATEAU NOISY DOSSIER
De ravage is enorm: ramen en deuren liggen op de grond, de vloer is soms verdwenen en het dak is grotendeels ingestort.
© td
vzw Aresno voortdurend op zoek naar geïnteresseerden en heeft ondertussen een nieuw dossier geopend om het kasteel alsnog te redden. ‘Investeerders hebben wel interesse, maar niet voor het totale bedrag dat nu op tafel ligt. Anderzijds helpt het ook niet echt dat de eigenaar eigenlijk niet wilt verkopen, waardoor het moeilijk is om te onderhandelen.’
© td
monstratie slechts tachtig mensen op de been kreeg, had de petitie een groter succes: op amper twee weken tijd hadden bijna 8.000 personen hun handtekening eronder geplaatst. ‘Dat bewijst dat er echt wel een grote interesse is om het kasteel te redden,’ verklaart Alain. ‘Het was verbazingwekkend: nog nooit zijn er zoveel handtekeningen verzameld voor een dossier van dit genre. We hebben zelfs een Duitse, Engelse en Spaanse versie verspreid.’
Prins Charles Hoe graag ik het kasteel ook wil kopen, mijn portemonnee is in ieder geval niet dik genoeg. Net zoals die van de meeste investeerders. Alain blijft met
De gesprekken voor een overname zijn echter op een hand te tellen. De eerste vond plaats tussen 1992 en 2000, met een Nederlandse groep die er een hotel- en conferentiecentrum wou vestigen. Ze haakte uiteindelijk af nadat experts het bedrag van 25 miljoen euro op tafel hadden gelegd. Ook minister Di Antonio (cdH), de voorganger van Maxime Prevot, heeft een kleine Britse delegatie een rondleiding mogen geven op het terrein. Franstalige kranten lieten weten dat het om een naast familielid van prins Charles zou gaan. ‘Daarna heeft geen enkele andere investeerder nog contact gezocht met het kabinet van de vorige minister, of met de administratie van erfgoed’, meldt huidig minister van Erfgoed, Maxime Prevot.
Constante toestroom De klok tikt ondertussen gevaarlijk verder: de sloopvergunning werd op 23 juli 2015 aan graaf Hadelin de Liedekerke Beaufort gegeven en is slechts twee jaar geldig. Alain kwam dat nieuws pas in januari 2016 te weten, via een journaliste. De kans dat hij op de hoogte wordt gebracht als de sloophamers tegen het kasteel zullen beuken, is dus nihil. 49 | RAVAGE
DOSSIER CHATEAU NOISY
Hij wil niet slopen. Misschien moeilijk te geloven, maar dat beweerde hij zelf in dat ene zeldzame interview aan MAtélé. Het wordt behoorlijk moeilijk om de beweegredenen van de graaf te begrijpen, als hij niemand te woord wil staan. Voor wie trouwens denkt dat ik lui ben geweest: ik heb hem meermaals opgebeld, maar verder dan zijn secretaresse ben ik niet gekomen. Hij weigert elk interview en doet er alles aan om artikels tegen te houden. Op deze manier hoopt hij om de toestroom aan urbexers tegen te gaan. Het is daarom ook dat hij de sloopvergunning heeft aangevraagd: wegens de constante toestroom van urbexers en andere geïnteresseerden. In 2014 meldde de graaf dat er steeds vaker onaangekondigde bezoekers kwamen: ‘Het werd té gevaarlijk. Ik wil niet dat er ongelukken gebeuren op een stuk grond dat van mij is. Bovendien is de boswachter al eens aangevallen en in elkaar geslagen. Als al die risicovolle bezoeken niet zouden plaatsvinden, dan hadden we het gebouw een mooie ruïne laten worden.’ Diezelfde verklaring gaf hij ook aan Alain, toen de man het genoegen kreeg om graaf Hadelin de Liedekerke Beaufort persoonlijk te ontmoeten. Ook hij kwam meestal niet verder dan het secretariaat van S.A. Miranda, het bedrijf van de graaf, aangezien
‘Zonder al die bezoekers hadden we het gebouw een mooie ruïne laten worden’ hij nogal veel in het buitenland vertoeft. ‘Ik zag een man voor me met een zeer open geest. Iemand die geen dodelijk ongeval op zijn grond wil accepteren’, vertelt Alain. ‘Door het onophoudelijk komen en gaan van gewetenloze mensen zonder respect voor privé-eigendom brengen ze hun eigen leven in gevaar. Het is de urbexgemeenschap die verantwoordelijk is voor de nakende sloop.’
Prikkeldraad De urbexgemeenschap is verantwoordelijk: je kan het ermee eens zijn of niet, de aantrekkingskracht van château Noisy is nu eenmaal overweldigend. Ook de aanwezige boswachter schrikt menig bezoekers niet af. Sinds 2014 staat er bovendien een hek om een deel van het domein, een camera aan de hoofdingang en waarschuwingsborden met de afbeelding van een geweer erop. Voldoende bescherming zou een leek denken, maar het blijft bijzonder gemakkelijk om het domein binnen te wandelen.
Bewoners van Noisy: van soldaten tot kinderen Château Noisy of Miranda wordt in 1866 gebouwd onder leiding van de Engelse architect Edward Milner. Hij gebruikt daarvoor een nieuw-neogotische stijl. Het geheel had normaal nog groter moeten zijn met een orangerie of wintertuin, een andere toren en een vestingwal voor de verdediging. Edward Milner overlijdt echter en de Franse architect Pelcher neemt de coördinatie van hem over, waarna de plannen lichtjes wijzigden. Pas in 1907 is het gebouw volledig af. Tussen 1939 en 1945 komt château Noisy in handen van de Duitse bezetter. Na de Tweede Wereldoorlog krijgt de NMBS de linkervleugel
RAVAGE | 50
tot haar beschikking, waarna ze er een vakantieverblijf voor kinderen en jongeren maakt. De graaf blijft ondertussen in de rechtervleugel wonen. In 1958 vertrekt hij en breidt de NMBS haar kamers verder uit over het hele kasteel. Château Miranda wordt omgedoopt tot Home van Noisy. In 1977 verlaat het spoorwegbedrijf het gebouw en wordt het een algemeen verblijf voor schoolgroepen en jeugdbewegingen. Sinds 1991 is al het leven er verdwenen en neemt de natuur het kasteel langzamerhand over. In 1995 vernielt een brand een deel van het dak en in 2005 stort de rest in na een zware storm. Sindsdien staat het gebouw op instorten.
CHATEAU NOISY DOSSIER
Slechts een deel van het domein is afgezet met hekken en op de plaats waar ik de berg opklauterde lag de omheining al tegen de grond. Vandalisme? Waarschijnlijk. Maar als je echt mensen wilt tegenhouden, is het misschien eenvoudiger om een hek van drie meter rond het kasteel te zetten. Met prikkeldraad. Een hekje van een meter, midden in een bos, gaat niemand tegenhouden. Dan de camera bij de hoofdingang: elke slimmerik zal waarschijnlijk tussen de bomen lopen in plaats van op het pad. Dus tot zover dat idee. Ook het gebouw binnenkomen is niet moeilijk: alles wat open kan staan, staat ook open: van de deuren tot de ramen, binnenkomen is kinderspel. Een povere beveiliging terwijl de graaf toch echt iedereen wil buitenhouden. Het wordt helemaal lachwekkend als je de film Anubis en de Wraak van Arghus gaat bekijken. Hij wil koste wat het kost château Noisy uit de media houden, maar in 2009 gaf hij de toestemming om het kasteel als achtergrond te gebruiken voor de opnames van die film. De acteurs en het aanwezige personeel bleven (verstandig?) uit het gebouw, omdat ze het te gevaarlijk vonden, maar urbexers laten zich daardoor niet afschrikken. Waarom zouden ze ook? Brengt niet elke locatie zijn eigen risico’s met zich mee? (td)
Het wapenschild van de familie Liedekerke-Beaufort
Van landhuis tot kasteel De gronden rondom het kasteel behoren al sinds de 11de eeuw toe aan de familie Liedekerke-Beaufort, toen nog bekend onder de naam Beaufort de Celles. Vanaf de 15de eeuw woonden ze in het Kasteel van Vêves, op slechts enkele honderden meters van waar nu château Noisy ligt. De toenmalige graaf besloot in een landhuis te gaan wonen en liet het kasteel van Vêves langzaamaan wegkwijnen. Omdat zijn kleinzoon later een restauratie daarvan niet ziet zitten, laat hij het landhuis ombouwen tot een kasteel dat beter bij de tijdsgeest van de 19de eeuw past. Château Miranda is geboren.
Het kasteel in betere tijden. Met zijn zeldzame nieuw-neogotische stijl was het een parel voor de Belgische architectuur.
51 | RAVAGE
RUBRIEK TITEL ARTIKEL
‘De platte kaas was er heerlijk’
Anne, Yvan en Jan koesteren hun vakanties in Home van Noisy
V
anaf de Tweede Werel doorlog tot in 1977 bood de NMBS vakan ties aan voor kin deren in het kasteel. Home van Noisy had plaats voor ongeveer 200 kinderen, elk tussen 5 en 13 jaar oud. Ook over die tijd periode is vrij weinig geweten: een telefoontje naar de archieven van de NMBS levert helaas niets op. De verantwoordelijke kan me vertellen dat ik niet de eerste ben die op zoek is naar informatie, maar dat ze helaas geen gegevens heeft van de kinderen of het personeel. Via een forum kom ik in contact met Anne, Jan en Yvan, drie oude vakantiegangers van Home van Noisy. Ze blikken terug op hun tijd in château Noisy en kijken met trieste blikken naar de ruïne die ooit hun kasteel was. RAVAGE | 52
Yvan De Groeve (65) ‘Op mijn twaalfde ben ik er voor de eerste keer geweest. Ik heb er vier keer een trimester doorgebracht, maar eens ik dertien jaar werd, mocht ik helaas niet meer gaan, omdat het kinderverblijf enkel tot en met 12 jaar was. Ik had het niet gemakkelijk bij mij thuis: mijn vader had een drankprobleem en sloeg ons regelmatig. Bovendien werd mijn moeder ook ernstig ziek waardoor ze verschillende operaties moest ondergaan. In het Home van Noisy vond ik de rust en regelmaat die ik thuis niet had. Samen met mijn zus Agnella heb ik er de mooiste tijd van mijn jeugd doorgebracht. Het is ook daar dat ik voor de eerste keer mijn tanden heb gepoetst en mijn gebit heb laten verzorgen. (lacht) Dat de graaf een afbraakvergunning in handen heeft gekregen is te erg voor woorden. Rijke mensen mogen precies alles. Het is wraakroepend hoe het kasteel er vandaag bij ligt. Hij heeft die toestand gewoon zo ver laten komen omdat hij waarschijnlijk wat anders met het domein wilt doen. De tijd zal het uitwijzen.’
CHATEAU NOISY DOSSIER
RECHTS: de eetzaal in Home van Noisy ONDER: De moeder en grootmoeder van Anne, samen met drie zusjes van haar: Erna, Clara en Paulette.
Jan De Bondt (50) ‘Ik ben er driemaal geweest, telkens voor drie weken in de maand juli. Ik was toen 10, 11 en 12 jaar oud. Het kasteel en de omgeving waren fantastisch mooi. Aangezien er kinderen uit beiden taalstreken van ons land aanwezig waren, leerde je er ook Frans. Wij moesten hun liedjes gewoon meezingen en dat was best leuk. Ook al verstonden we de helft niet! (lacht)
Anne Quackelbeen (55) ‘Ik denk dat ik er ongeveer drie keer geweest ben telkens voor drie maanden. De Walen kregen rode kousen en wij Vlamingen blauwe. Bij een oud vrouwtje, Josephine, moesten we in de kelder onze schoenen en laarzen passen. Die zaten in bakjes gesorteerd, telkens met onze propere kousen erbij. In de winter droegen we geruite rokken en in de zomer roze en blauwe jurkjes. De plattekaas was trouwens ook heerlijk! (lacht) In de ochtend kregen we altijd les, waar de leerkrachten trouwens behoorlijk streng waren. Als we babbelden of verstrooid waren, kregen we een tik op onze vingers met een regel. In de namiddag maakten we dan lange wandelingen door het bos. Vooral in de winter was het er echt prachtig als de bomen bedekt waren met sneeuw. Het is verschrikkelijk hoe het kasteel er vandaag bijligt.’
Het vakantieverblijf had de nodige strengheid, en zo ook tijdens onze dagelijkse wasbeurt. Iedereen moest voor zijn douche gaan staan en wachten op het startsein om zich af te spoelen. Bij het volgende sein mochten we ons inzepen, waarna ze kwamen controleren of we dat goed hadden gedaan. Nadien volgde er opnieuw een sein voor het afspoelen en het afdrogen. Na het douchen was het bedtijd: er werd verwacht dat we stil waren. Wie dat niet was, moest met zijn blote knietjes op het parket gaan zitten met de handen omhoog. Geloof me, je zou voor minder zwijgen. (lacht) Als je het kasteel met eigen ogen hebt gezien en gekend is het onbegrijpelijk dat het nu zo een krot is geworden. Het is oprecht schandalig. Dit had nog jaren kunnen dienen als vakantieverblijf voor kansarme kinderen. Ik heb zelf nooit deelgenomen aan de petitie en misschien wordt het daarom nu wel afgebroken: slechts een kleine minderheid heeft zich verzet tegen de afbraak. Typisch België zeker?’ 53 | RAVAGE
Zoals stoere mannen vroeger op schattenjacht gingen met een kaart, kan je vandaag de dag de piraat in jezelf naar boven halen door te geocachen. Geen rood kruis en vage stippellijnen op een oud vel papier, maar een simpel bolletje op je gps of smartphone.
BelgiÍ in cijfers In ons land liggen er meer dan 50.000 unieke geocaches verstopt
54.547
Top 5 provincies met de meeste caches
A n t w e r p e n
4257
L i m b u r g
O o s t V l
L u i k
W e s t V l
3590
3573
3477
3342
In 2015 waren er
In 2015 werden er
In 2015 werden er
34.229
33.121
10.169
geocachers actief
unieke caches gevonden
nieuwe caches verstopt
Cijfers: Project Geocaching
Geocaching: wie zoekt, die vindt
Te land, ter zee, maar (nog) niet in de lucht
Soorten geocaches: van een coördinaat tot een raadsel
De hobby wordt over de hele wereld uitgeoefend en de locaties kunnen variëren van een bos of onder water tot het plaatselijk park of gewoon je eigen straat. Misschien loop je wel iedere dag langs een geocache zonder het zelf te beseffen. (td)
• Een traditional cache is de basis: je volgt simpelweg de coördinaten op je gps of app en je zoekt de geocache.
Hoe ziet zoiets eruit? Elke geocache heeft een andere vorm, grootte en kleur. Ze kunnen wisselen van een filmkokertje tot een nepsteen met een geheim vak erin. Gelukkig staat op elke cachepagina het formaat van het pakketje weergegeven. Je gaat dus nog altijd moeten zoeken, maar je krijgt op z’n minst al een idee of het iets van 5 cm hoog is of van 50 cm. (td)
Inhoud blijft verrassen Een geocache is een verrassing: het bevat altijd een logboek, maar in sommige grotere containers kunnen ook andere voorwerpen liggen. De regels zijn simpel: als je iets uit de cache neemt, laat dan iets van gelijke waarde achter. Schrijf ook altijd je naam in het logboek en deel je ervaring op de website. Mocht je de cache niet vinden, geef je dat ook in op de website. Indien de maker meer van die meldingen krijgt, is hij verplicht om te gaan kijken. (td)
• Mysterie- of puzzelcaches, ook wel de verzamelbak genoemd. Deze soort bevat een raadsel dat je moet oplossen om de eindcoördinaten te bepalen. • Een multi-cache bestaat uit twee of meerdere locaties. De meeste bevatten een hint waar de volgende cache te vinden is. Enkel op de laatste locatie ligt dan een container. • EarthCaches bevatten een educatieve uitleg en details over de locatie, zoals de lengte- en breedtegraad. Zoals de naam al doet vermoeden, leer je door deze cache iets over een uniek geologisch kenmerk of aspect van de aarde. • Bij een letterbox hybride-cache, of letterboxing, worden coördinaten achterwege gelaten en moeten de spelers aanwijzingen gebruiken om de container te vinden. • Tijdens eens eventcache kun je mede-geocachers ontmoeten. Geen containers op je eindbestemming, wel een feestje. (td)
President Clinton stond aan de wieg van Geocaching Op 2 mei 2000, rond middernacht, gaf president Bill Clinton de toestemming om het global positioning system (gps) nauwkeuriger te laten zijn. Voordien werd dat bewust tegengehouden uit schrik voor militaire aanvallen, want hoe nauwkeuriger de data, hoe preciezer een raket kan landen. Het resultaat was verbluffend: de coördinaten werden tot tien keer nauwkeuriger. Gps-liefhebbers hadden de dag van hun leven. Een van hen is computerconsultant Dave Ulmer. Op 3 mei, slechts enkele uren na de presidentiële beslissing, besluit Dave het systeem te onderwerpen aan een test. Hij verstopt een emmer in de bossen in Beavercreek, vlakbij Portland, en plaatst de coördinaten in een internet gps-groep onder de naam Great American GPS Stash Hunt. Zijn idee? Verberg een container en laat iemand ernaar zoeken, enkel en alleen met de juiste coördinaten. De eerste die de schat vindt, is Mike Teague. Het is deze man die later alle coördinaten wereldwijd begint te documenteren. Hij noemt het in eerste instantie de GPS Stash Hunt mailing list en later geocaching. (td)
UITGETEST GEOCACHING
© td
Uitgetest
© td
‘Is dat niet iets met schatten en coördinaten?’ Laten we zeggen dat we allebei weinig wisten over geocaching, een spel dat de laatste jaren blijkbaar uitgegroeid is tot een regelrechte hype. Van de bakker om de hoek tot het twaalfjarige dochtertje van de buurman: iedereen lijkt plots verslingerd aan dit vreemde tijdverdrijf. Waarom vreemd? Jezelf suf zoeken naar een kokertje met daarin een – laten we het zeggen zoals het is – prul is nu niet bepaald de meest plezante manier om je zondagnamiddag door te brengen. Of hebben wij het mis? We nemen de proef op de som. ©td
© td
© jvda
© jvda
RAVAGE | 56
© td
Moeilijk kan het niet zijn: een account aanmaken op de website en de rest wijst zichzelf wel uit. En daar begint de miserie al. Je kan zoeken op stad, straat, locatie en GC-code. We kiezen voor Mechelen: 1.309 resultaten. Waar moeten we beginnen? Geen idee. We kiezen uiteindelijk voor Uilmolen#1, een cache in de buurt van het Vrijbroekpark. Mooi meegenomen, want in de buurt staat er een hotel leeg waar we een urbexstop willen houden. Ondertussen zijn we een half uur verder en hebben we nog steeds geen benul hoe we de coördinaten op onze smartphone krijgen. Dan maar een hulplijn inroepen. ‘Ah, daar moet je een app voor gebruiken?’ Dat maakt het meteen een stuk gemakkelijker. Gewoon de locatie ingeven, cache aanklikken en de gps op je smartphone wijst je de weg. Omdat we niet zo heel veel tijd hebben, besluiten we de fiets te nemen. Achteraf bekeken is het gemakkelijker om te voet te gaan, want je moet het schermpje van je gsm
GEOCACHING UITGETEST
© td
constant in de gaten houden. De gps stuurt ons meteen naar de je juiste locatie, maar is niet tot op de meter nauwkeurig. We bevinden ons in een bosrijke inham langs de kant van een drukke baan. Nu kan het zoeken beginnen. Niet gemakkelijk, met al die struiken en bomen. Vijftien minuten later … nog altijd niks. En dat terwijl de app duidelijk aangeeft dat het een gemakkelijke cache is die binnen de tien minuten gevonden kan worden. In feite hebben we geen flauw idee waar we moeten zoeken. Oké, dan maar het bosje in. En plots ziet Tine het! Verscholen in een holte van een boomstam zit een klein grijs kokertje, niet veel groter dan een ouderwets filmrolletje. We springen een gat in de lucht. Letterlijk. Yes, onze eerste geocache is binnen! Onze dag kan niet meer stuk. We schrijven onze naam in het logboek, klikken gevonden aan op de app en stoppen het kleine doosje terug waar we het aantroffen. Op naar de tweede cache dan maar, recht in het hartje van Mechelen. Vol goede moed beginnen we te zoeken in de buurt van het Straatje-zonder-einde. De vreemde blikken van toevallige passanten nemen we er maar al te graag bij. Helaas is ons geluk van korte duur. Zo’n veertig minuten later hebben nog altijd geen cache in onze handen. We raken gefrustreerd en vinden het niet meer leuk. Heeft één of andere grapjas het doosje weggenomen? Of zijn we gewoon stekeblind? De app geeft namelijk aan dat de cache drie dagen geleden nog gevonden werd. We springen weer onze fiets op en houden het voor bekeken. Plots zijn we toch niet meer zo zeker of geocaching wel voor ons is weggelegd. Gelukkig telt Mechelen genoeg cafés om ons verdriet te verdrinken. En misschien, heel misschien proberen we het binnen een paar jaartjes nog eens. (jvda, td)
© jvda
© td
© jvda
© jvda
©©jvda jvda
57 | RAVAGE
De vrouw van André verloor haar leven in de verlaten steenbakkerij van Tielrode
‘We gingen nu samen genieten van ons leven’
ANDRE VERHEYEN PAKKEND
© André Verheyen
B
ehulpzaam, optimistisch en creatief. Dat is hoe André Verheyen zijn vrouw Lauret ta (61) beschrijft. Met tranen in zijn ogen keert hij terug naar donderdag 1 april 2010, de dag dat ze naar de oude steenbakkerij van Tielrode (Oost-Vlaanderen) vertrok en nooit meer thu iskwam. ‘Daar sta je dan. Langs je vrouw die nog leeft, maar erbij ligt alsof ze niet meer leeft.’ Lauretta fotografeerde graag: van vlinders in de tuin tot lachende mensen die naar een optocht stonden te kijken. ‘Ze had een goed oog voor die dingen,’ vertelt haar man trots, terwijl hij een aantal werken van haar laat zien. ‘Met een paar foto’s heeft ze ook een prijs gewonnen, maar echt aan urbex deed ze niet. Het was misschien de derde of vierde keer dat ze naar de steenbakkerij ging.’
Eeuwigheid Wanneer het eerste zonnetje van het jaar doorbreekt, besluiten de vriendinnen Lauretta en Marleen H. samen naar de steenbakkerij te gaan. André, die ondertussen een lunchafspraak in Sint-Niklaas had, keert nietsvermoedend terug naar huis. Er was ook niets om ongerust over te zijn: ze had een
post-it blaadje achtergelaten om haar afwezigheid te verklaren en het was niet de eerste keer dat ze het pand ging fotograferen. ‘In de late namiddag belde de man van Marleen. Er was iets gebeurd, maar hij wist zelf nog niet hoe of wat.’ Als André met zijn auto het terrein oprijdt, haalt de realiteit hem plots in: de hulpdiensten zijn nog steeds heen en weer aan het rijden, terwijl verschillende brandweermannen met materiaal het gebouw instormen. ‘Een kennis kwam naar me toe gelopen en zorgde dat ik niet verder kon. Hij bleef maar herhalen dat ik hier moest blijven: Nee André, jij moet hier blijven. Blijf hier bij mij staan.’ Het duurt een eeuwigheid voordat er plots beweging in de zaak komt: Marleen komt als eerste naar buiten en stort zich meteen in de armen van André. ‘Ik heb haar niet meer kunnen redden’, is het enige dat ze fluistert. Achter haar verschijnt een brancard met Lauretta erop. ‘Ze hadden haar kunnen reanimeren, maar ze had een ernstige hoofdwonde en was onderkoeld. Hoe sneller ze in het ziekenhuis behandeld kon worden, hoe meer kans ze maakte.’ 59 | RAVAGE
PAKKEND ANDRE VERHEYEN
© André Verheyen
Ondertussen zijn ook de vier kinderen van André en Lauretta op de hoogte gebracht. Een voor een laten ze alles vallen en proberen ze zo snel mogelijk af te zakken naar het ziekenhuis. Niemand kon precies zeggen welke schade hun moeder aan het ongeval ging overhouden. En of ze het wel ging overleRAVAGE | 60
ven, want ze was nog steeds in levensgevaar. ‘Daar sta je dan langs je vrouw, de moeder van je kinderen, die erbij ligt alsof ze niet meer leeft, maar wel nog leeft. Je voelt je op dat moment zo machteloos.’ Omstreeks drie uur ’s nachts, bijna 12 uur na het ongeval,
verliest Lauretta de strijd. ‘We zijn naar huis teruggekeerd en hebben Marleen opgebeld om samen met ons te rouwen.’
Ster in de hemel Een spijtig ongeval dat niemand had zien aankomen. Zoals in elk gezin werd er ten huize Verheyen weleens gebabbeld over de
ANDRE VERHEYEN PAKKEND
André: ‘Lauretta was zo trots op haar kroost en twee kleinkinderen, Stan en Fena’.
© André Verheyen
dood. André was dan ook precies op de hoogte van Lauretta’s laatste wensen. De grafsteen moest er een van metaal zijn en net zoals haar doodskist moest hij die zelf vervaardigen. Haar wederhelft mocht haar eeuwige rustplaats maken. De zelfgemaakte doodskist is er uiteindelijk niet gekomen, maar André
heeft wel de kracht gevonden om de gehele inscriptie op haar grafzerk te branden. ‘Ik heb enkel haar voornaam erop geschreven, want zo kende iedereen haar. Niemand kende haar achternaam en dat moet ook helemaal niet met zo’n speciale voornaam’, vertelt André duidelijk aangedaan.
Naast haar voornaam prijkt een klein roosje op het graf, dat verwijst naar haar achternaam. Lauretta Roosen was een bloem tijdens haar leven en nu een ster in de hemel. ‘Voor haar zestigste verjaardag, amper een jaar voor haar overlijden, kreeg ze een tatoeage cadeau van vrienden Ze heeft toen klein roosje 61 | RAVAGE
PAKKEND ANDRE VERHEYEN
André: ‘Het is misschien erg voor de fotografie, maar breek dat toch meteen af’.
op haar schouder laten zetten’, vertelt André. Het is die roos die ik uiteindelijk op haar grafsteen heb gebrand.’
Tuinfeest Haar zestigste verjaardag. Het was een gigantisch feest, waarbij de hele tuin werd verlicht met kleine, kleurrijke lichtjes. ‘Mijn kinderen en ik vonden het veel te treurig om haar sterfdag te herdenken, dus hebben we besloten om telkens rond haar verjaardag op 20 mei een groot feest te geven. Ze was
© Frederik Poschet
een prachtvrouw en dat is iets wat we nooit mogen vergeten.’ Een foto van Lauretta en enkele persoonlijke spulletjes staan centraal op een tafeltje. Ze kan er zelf niet meer bij zijn, maar vergeten wordt ze nooit. André heeft ook nog niets aan zijn huis veranderd, alles staat nog precies zoals vroeger. ‘Ik was net op pensioen en we hadden een reis geboekt naar Istanbul’, vertelt André. ‘Het was nu onze tijd en we gingen er samen van genieten.’ (td)
Doodse stilte in het pikdonker Lauretta en Marleen zakken op 1 april 2010 af naar de steenbakkerij en lopen via een bouwvallig kantoortje binnen. In een grote hangar, die in het midden pikdonker is, valt ze in een put. Nadat de hulpdiensten worden verwittigd, komen brandweerman Mario Maes en fotograaf Stijn Hermans, die beiden in de buurt waren, als eerste aan. ‘We hadden geen idee waar die vrouwen ergens waren’, verklaarde de fotograaf later in een interview. ‘Die steenbakkerij is immens groot en we wisten niet waar te beginnen met zoeken.’ Tijdens hun zoektocht naar de vrouwen sukkelt Mario vervolgens zelf in de put. Terwijl Mario en Marleen via een ladder naar boven klimmen, wordt Lauretta gedurende drie kwartier gereanimeerd in de put. Uiteindelijk kunnen de hulpdiensten haar met een driepikkel
RAVAGE | 62
en katrol omhoog halen. Een dag later op vrijdag 2 april, omstreeks drie uur ‘s nachts, bezwijkt ze aan haar verwondingen. De steenbakkerij wordt kort na het ongeval afgebroken. Enkel de grote bakstenen schouw blijft staan. ‘Het is erg voor de fotografie, maar als dat er staat om afgebroken te worden, waarom doen ze dat dan niet meteen?’, reageert André. Zes jaar na de feiten ligt het grondgebied er nog steeds verlaten bij. ‘Er is een ruimtelijk uitvoeringsplan gemaakt’, vertelt Inge Temmerman, diensthoofd Ruimtelijke ordening en huisvesting van de gemeente Temse. ‘De industriële zone is vervangen door een woningzone, maar het terrein zal nog wel enkele jaren leegstaan. De omgeving moet eerst worden aangepast, dan pas het leegstaande domein.’
COLUMN
Jill Van der Auwera – Out of the box – Urbex. Urban exploration. Tot zes maanden geleden riep die term enkel wat vage beelden op in mijn hoofd. Is dat niet iets met vervallen gebouwen? Ondertussen kan ik zeggen dat ik een halve expert geworden ben op het gebied van urbex. Enfin, dat geloof ik toch graag. Als er één ding is dat ik de afgelopen acht maanden geleerd heb, dan is het dit: maak connecties! Het urbexwereldje is enorm levendig en tegelijk enorm besloten. Plaatsen worden – althans door sommige fanatiekelingen – angstvallig geheim gehouden en nieuwelingen worden steevast met een argwanende blik bekeken. Dat van die connecties maken is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Het internet barst van de websites, forums, Facebookpagina’s, en -groepen die op de een of andere manier iets met urban exploration te maken hebben. TeamUrbex, UrbexCrew, Forbidden Places, Eenzaam en Verlaten Plekken, Urbex Trips, … You name it, they’ve got it. Zoals ik al zei, is het nu eenmaal niet simpel om het vertrouwen te winnen van sommige die hards in het vak. Maar wie niet waagt, niet wint. Tine en ik lanceerden oproepen in verschillende groepen en fora, maar veel reactie kregen we niet. Sommige onvermurwbare zieltjes lijken nieuwe locaties wel met hun leven te beschermen. Terwijl wij enkel maar vroegen om één keer mee op stap te gaan. Eén reactie – van een niet nader genoemd persoon in een niet nader genoemde Facebookgroep – sloeg me letterlijk met verstomming: ‘Wellicht dat het tijd wordt om de journalistieke opleidingen duidelijk te maken dat urbex voor hun een subject non-grata is.’ Wat had ik die vent graag op zijn plaats gezet, maar ik heb wijselijk mijn mond gehouden. Aan zulke zwakzinnige reacties heeft toch niemand een boodschap? Bon, genoeg gezeverd. Mijn eeuwige dank gaat uit naar de enkelingen die wel bereid waren om ons mee op pad te nemen. Zonder hen hadden Tine en ik nooit de kans gehad om fantastische locaties in Kortrijk, Charleroi en Luik te bezoeken. Jullie zijn stuk voor stuk geweldige mensen met een grenzeloze passie voor urbex. Anders dan de meeste urbexers, die enkel van achter hun computerscherm hun verkrampte mening spuien, durven jullie wel out of the box denken. Chapeau.
63 | RAVAGE
BETRAPT GETUIGENISSEN
Lezers doen hun spannendste
(Net niet) betrapt
D
e meeste urbexers kunnen er wellicht over meespreken. Na uren en uren zoeken heb je die ene fantastische locatie gevonden waar je al zo lang naar op zoek bent. Gepakt en gezakt trek je erop uit voor een onvergetelijk dagje urbexen, maar eenmaal aangekomen blijkt dat de eigenaars van het domein het niet zo begrepen hebben op ongewenste gasten. Van bewakers tot politieagenten en oude knarren met een pistool: deze urbexers ondervonden aan den lijve hoe moeilijk het kan zijn om die ene plek binnen te geraken. (jvda)
Seriemoordenaar
Valselijk beschuldigd
Nicky (32): ‘Op een zomeravond ging ik na het werk met een collega nog even urbexen in een huisje in Luik. Plots stonden er een man en vrouw binnen, precies de familie Flodder. De man zag er een beetje uit als een seriemoordenaar. Ze vertelden dat ze kwamen kijken of er nog iets van waarde in het huis lag. Ondertussen kreeg die man mijn camera in het oog en bleef hij er maar naar staren! Mijn collega fluisterde: we moeten ons uit de voeten maken, seffens liggen we dood in de kelder en hebben ze de auto mee. Dus wij door het raam gesprongen, snel naar onze wagen gerend en met piepende banden vertrokken!’
Maarten (31): ‘Samen met mijn vaste urbexpartner en een andere vriend trok ik naar Heavy Metal, een oude staalfabriek. Om binnen te geraken hadden we gebruik gemaakt van een gat dat in de omheining zat. Toen we terugkeerden naar de afsluiting werden we begroet door een Franstalige bewaker. Omdat wij de taal niet spreken, verliep de communicatie vrij moeizaam. Het kwam erop neer dat op bewakingsbeelden te zien was dat iemand had hek had doorgeknipt.Even later kwamen er nog eens vier politiewagens aangesneld. Nadat we uitgelegd hadden dat we helemaal geen kwade bedoelingen hadden, vertrokken twee auto’s weer. De agenten waarschuwden ons dat als ze ons op de beelden zouden herkennen, ze de Nederlandse politie zouden verwittigen. Toen namen ze mij en m’n urbexpartner mee naar de ene combi, terwijl onze vriend in de andere auto werd gestopt. Wij werden een eindje verder bij een kruispunt afgezet, met de boodschap dat onze vriend ons zou komen ophalen en dat ze ons daar nooit meer wilden zien. Een halfuurtje later was hij daar inderdaad. Uiteindelijk hebben nooit iets vernomen van de Nederlandse politie.’
Wilde achtervolging Mathias (17): ‘Een tijd geleden was ik met mijn vader bij Traction Sud, een oude truckgarage ergens in de bossen van de provincie Luxemburg. Urbexers moeten aan de eigenaar van het domein dertig euro betalen. Mijn vader stond met de oude man te praten – ze hadden blijkbaar een gemeenschappelijke kennis – toen die laatste plots een andere fotograaf op zijn terrein opmerkte. Hij nam zijn jachtgeweer, liet zijn hond los en belde zijn zonen op die meteen met de 4x4 kwamen aangescheurd. Na een korte achtervolging konden zij de ongewenste bezoeker klemrijden. Met zijn geweer op de fotograaf gericht, eiste de eigenaar onmiddellijk dertig euro. Eenmaal het geld betaald was, mocht de urbexer rustig zijn gang gaan. Ik denk dat de fotograaf behoorlijk geschrokken was, want hij heeft geen enkele foto meer genomen en maakte zich snel uit de voeten.’
RAVAGE | 64
Boze bewaker Richard (52): ‘Enkele jaren geleden bezocht ik voor de tweede keer Château Noisy. Ik geraakte zonder problemen binnen en kon heel wat mooie foto’s maken. Tot ik op een gegeven moment naar buiten liep, recht in de armen van de bewaker. Hij bedreigde me met z’n geweer en dwong me alle foto’s te verwijderen. Zonde!’
GETUIGENISSEN BETRAPT
verhalen uit de doeken
tijdens het urbexen Très dangereux
Picknick
Victor (18): ‘Het was een mooie zaterdagochtend. Samen met mijn urbexpartner ging ik naar een huisje in Wallonië. Op een bepaald moment merkte mijn vriend dat er iemand rond het huis liep. We vluchtten snel het achterste kamertje in. Toen we niets meer hoorden, gingen we door met fotograferen. Plots zagen we dat de voordeur open stond. We wisten dat er iemand binnen was, maar zagen niemand. Opeens kwam er een pistool om het hoekje! We zetten ons schrap: de adrenaline stroomde door ons lichaam. Het wapen behoorde toe aan een oude man die, zo bleek, de eigenaar van het domein was. In mijn beste Frans probeerde ik uit te leggen dat we alleen maar foto’s kwamen nemen. Tot vier maal toe herhaalde hij dat het ‘très dangereux’ was, waarbij hij op zijn wapen tikte. Nadat hij begreep dat het ons echt alleen om de foto’s te doen was, verdween het ding gelukkig in zijn broekzak. Ik heb hem foto’s van andere locaties laten zien, waardoor we uiteindelijk nog een uurtje mochten blijven.’
Chris (32): ‘Vorig jaar ging ik samen met een vriendin urbexen in een koeltoren. We konden gewoon het terrein oprijden, waarna we de toren betraden om wat foto’s te nemen. Bij het buitengaan kwam er een politiewagen naar ons toe gereden. Terwijl ik rustig naar de combi stapte – weglopen had geen zin – keerde de chauffeur plots om en reed in snel tempo weg. Even later besloten we om eerst nog iets te eten en dan een kijkje te nemen in de verlaten elektriciteitscentrale aan de overkant van de koeltoren. We zaten rustig te picknicken, wanneer er uit het niets vier politiewagens verschenen en ons klemreden. Een van de agenten vroeg: Wat doen jullie hier, zoeken jullie iets?, waarop ik doodleuk antwoordde: Nee hoor, niets aan de hand. We houden hier gewoon onze picknick. Die man was zo verwonderd door mijn simpel antwoord dat hij de ruit van zijn wagen weer omhoog deed en zijn collega’s aanmaande om weer weg te rijden. Een grappig voorval dat ik me nog heel goed herinner.’
Urban exploration in het strafwetboek? De wetgeving rond het binnendringen van leegstaande panden is niet altijd even duidelijk en verschilt van land tot land. Inspecteur Rik De Langhe van de politiezone Leuven zet enkele belangrijke aandachtspunten op een rijtje: ‘Het betreden van verlaten gebouwen is op zich niet strafbaar in België. Ter vergelijking: in Amerika heb je de Trespassing-Act waarbij het strikt verboden is om andermans eigendom te betreden. Omdat de term urban exploration niet in het Belgische strafwetboek staat, kan je enkel juridisch vervolgd worden als je een strafbaar feit in het gebouw pleegt, zoals inbraak of diefstal.
Moreel gezien is het uiteraard niet correct om ergens binnen te gaan zonder toestemming van de eigenaar, ook al staat de deur wagenwijd open. Als een fiets niet op slot is, mag je er dan ook mee fietsen? Afhankelijk van wat je doet, kan de eigenaar van het pand wel juridische stappen tegen je ondernemen. De politie kan in sommige gevallen materiaal zoals camera’s of geheugenkaarten in beslag nemen, maar enkel als er een strafbaar feit gepleegd is. Als je betrapt wordt bij het urban exploren zal je er in de meeste gevallen met een waarschuwing vanaf komen.’
65 | RAVAGE
HISTORISCHE FOTO FORT DE LA CHARTREUSE
VROEGER
RAVAGE | 66
FORT DE LA CHARTREUSE HISTORISCHE FOTO
Fort de la Chartreuse, gelegen op de Mont Cornillonheuvel in Luik, wordt in 1817 opgericht om de stad te verdedigingen tegen de Fransen. Opdrachtgever? De Nederlandse Koning Willem I. Hij koos deze plek bewust uit voor het goede uitzicht over de stad en de vallei van de Maas. Dertien jaar later, tijdens de Belgische revolutie in 1830, neemt ons land het bestuur van het domein over.
NU
Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog worden de gebouwen bezet door de Duitsers. Ze maken er een gevangenis in, waar ze tijdens de Eerste Wereldoorlog 49 mensen executeren. Als België in 1944 bevrijd wordt, gaat het complex zijn laatste succesverhaal in: Fort de la Chartreuse wordt een ziekenhuis voor soldaten die gewond waren geraakt in Noord-Frankrijk en België. De gebouwen doen nog even dienst als kazerne, tot in 1982 de laatste militairen definitief vertrekken. Sindsdien is het fort echter helemaal verlaten en takelt het steeds verder af. (td)
© td
67 | RAVAGE
Gosht
Is er meer tussen hemel en aarde?
htu n er s
RAVAGE | 68
GHOSTHUNTERS INTERVIEW
Paul: ‘Ik ben begonnen met ghosthunting toen ik 15 jaar oud was. Mijn vrienden spaarden allemaal voor een brommer, ik voor een fototoestel’.
© jvda
V
erlaten gebouwen vormen niet enkel een mysterieus decor voor nieuwsgier ige urbexers: het internet krioelt ook van mensen die oude panden afschuimen op zoek naar paranormale aanwezigheden. Geesten, spoken, entiteiten of zielen: als je sommige websites gelooft, kan je ze in elk hoekje vinden. Maar klopt dat wel? Paul Van Den Hoek (46) uit Leiden, be heerder van één van de grootste Nederlandstalige Facebookgroep en over spokenjagen, speurt al meer dan dertig jaar lang naar geesten. ‘Het is me opgevallen dat er enorm veel zielen uit de oorlogs tijd zijn blijven hangen.’
het internet, duiken op in tv-programma’s en doen hun zegje in radio-uitzendingen. Een uit de hand gelopen hobby waar flink wat geld mee te rapen valt? Of is er meer?
Dood is dood? Eén ding is zeker: voor Nederlander Paul Van Den Hoek is spokenjagen veel meer dan een hobby. Ghosthunting zit hem in het bloed. ‘Ik ben ermee begonnen toen ik vijftien jaar oud was. Mijn vrienden spaarden allemaal voor een brommer, ik voor een fototoestel. Terwijl zij op stap gingen, stond ik op een begraafplaats foto’s te nemen.’
‘Sommige mensen hebben het gevoel dat ze niet alleen in huis zijn’
Open de eerste de beste zoekmachine en tik spokenjagers in. Meer dan 17.000 hits. Ja hoor, in België en Nederland zijn er behoorlijk wat zelfverklaarde spokenjagers actief. We hoeven je niet te vertellen dat daar waarschijnlijk een hele hoop kwakzalvers tussen zitten. Oplichters die graag een graantje meepikken van het succes van anderen. Maar vergis je niet, ghosthunters zijn vandaag de dag wel degelijk populairder dan ooit. Ze veroveren
Paul kreeg de fascinatie voor geesten met de paplepel ingegoten. ‘Toen ik jong was, leerde ik hekserij van mijn ouders. Zij praatten over goden en het feit dat je daar contact mee kon leggen. Maar in mijn ogen waren die goden dood. En dood is dood, dacht ik toen. Maar mijn moeder zei: die geesten zorgen ervoor dat jij krachten krijgt. Die zin bleef maar door mijn hoofd spoken en ik raak69 | RAVAGE
INTERVIEW GHOSTHUNTERS
te er steeds meer in geïnteresseerd. Op een gegeven moment dacht ik: er is meer tussen hemel en aarde.’ Paul verdiepte zich steeds meer in de wereld van paranormale verschijnselen. ‘Alles wat ik ken, heb ik van m’n ouders geleerd. Stap voor stap, puur op de oude manier. Niet zoals mensen het nu leren, via het internet bijvoorbeeld. Dat slaat nergens op. Echte opleidingen tot spokenjager bestaan trouwens niet.’ Wél kunnen mensen leren om zich open te stellen voor zulke verschijnselen. ‘Dat kan onder andere via een reikicursus’, aldus Paul. ‘Maar dat heb ik zelf nooit gevolgd, hoor! (lacht) Ik denk dat ik van nature gevoelig ben voor die dingen. Natuurlijk weet ik ook dat sommige men-
sen helemaal niet geloven in die paranormale wereld. Dan zeggen ze dat ik zot ben, maar dat trek ik me allemaal niet aan.’
‘Ik heb alles van m’n ouders geleerd, puur op de oude manier’ Partner in crime Tot enkele maanden geleden ging Paul altijd alleen op pad, maar sinds kort heeft hij zijn partner in crime gevonden. ‘Ons
team bestaat nu uit twee spokenjagers. Richard Verhagen (52) is erbij gekomen en daar ben ik erg blij om. Hij doet dit ook al van jongs af aan. Mijn Facebookgroep Geesten of Spookfo to’s telt meer dan 7.000 leden. Richard zat ook in het beheer en het viel me op dat hij heel goed is in de dingen die hij daar deed. Dus ik had zoiets van: die wil ik in mijn team hebben.’ (lacht) En zo geschiedde. Paul en Richard bezoeken zowel locaties op aanvraag als op eigen initiatief. Anders dan bij urbex hoeven de panden niet noodzakelijk leeg te staan. Paul: ‘Wij bezoeken alle soorten gebouwen, van oud en vervallen tot gloednieuw. Als de mensen vermoeden dat er iets niet pluis is, gaan we met plezier kijken wat we eraan kunnen doen.
De meest spooky urbexlocaties volgens Paul Sancta Maria: ‘In dit oude klooster hebben wij verschillende orbs vastgelegd op camera. Bij het lijkenhuisje voelden we duidelijk de energie van een man.’ Chez Bobonne: ‘Chez Bobonne is een oud huisje dat al vele jaren verlaten is. EPV’s (stemmen) zijn goed te horen en er zijn verschillende krachtvelden aanwezig. Toen we beneden waren, hoorden we de entiteiten zelfs boven lopen.’ Sick Hospital: ‘Een ziekenhuis in België dat nog niet zo lang leegstaat. De gaussmeter sloeg uit, vooral in het mortuarium, en we hadden voortdurend een opgesloten gevoel.’ Hasard Cheratte: ‘Een steenkoolmijn in België, helaas volledig afgesloten. Toch waren er nog enkele orbs die om het hoekje kwamen kijken.’ Ziekenhuis Meerenberg: ‘Schimmen die langs je heen gaan door de gangen, kinderen die gillen en het geluid van dingen die kapotgegooid worden. Need I say more?’
RAVAGE | 70
GHOSTHUNTERS INTERVIEW
Een greep uit de foto’s van Paul: ‘Op de onderste beelden zie je duidelijk krachtvelden. Linksboven een voorbijvliegende orb (lichtbol) en rechtsboven een witte verschijning op een begraafplaats in Tilburg’. © Paul Van Den Hoek
‘Wij bezoeken alle soorten gebouwen, van oud en vervallen tot gloednieuw ’
Sommige bewoners hebben bijvoorbeeld het gevoel dat ze niet alleen in huis zijn. Ze voelen zich bekeken of ze zijn zwak, doodmoe of misselijk. Bovendien hoor ik ook weleens verhalen dat de televisie plots aanspringt of de radio vanzelf uitgaat. Na wat opzoekwerk komen die mensen bij mij en m’n collega terecht.’
Blauw licht Je kan natuurlijk niet zomaar een verlaten gebouw binnenstappen zonder de nodige voorbereidingen te treffen. Paul: ‘Meestal gaan we eerst overdag een kijkje nemen om te zien waar we wel of niet kunnen lopen. In oude huizen moet je uiteraard voorzichtig 71 | RAVAGE
INTERVIEW GHOSTHUNTERS
zijn. ’s Avonds keren we dan terug. Eigenlijk moet ik dit niet vertellen, want veel spokenjagers weten het niet: het beste moment om zielen vast te leggen op foto, is wanneer de zon ondergaat. Dan krijg je een speciaal soort blauw licht. Dat is weer een stukje uit de hekserij dat ik geleerd heb van m’n ouders.’
niet eens dat ze overleden zijn. Als ik een oud gebouw binnenga, is het zeven van de tien keer een ziel uit de oorlog. Wanneer ik achteraf de opnames beluister, hoor ik soms duidelijk de stemmen van de zielen. Dat noemen wij EVP’s, Electronic Voice Phe nomena.’
Oorlogstijd
Spookklooster
Paul en Richard gaan niet enkel op zoek naar zielen of entiteiten, vaak worden ze ook ingezet om woningen te reinigen. ‘Negen van de tien keer moet het huis in kwestie ontdaan worden van ongewenste bewoner(s)’, aldus Paul. ‘Eerst gebruik ik wierook om de energie van de entiteit te ontnemen. Op die manier zal de geest zich zo min mogelijk verzetten. Tot slot brand ik witte salie om de ziel volledig weg te nemen.’ Of Paul er veel geld mee verdient? Dat varieert. ‘Ik kijk de mensen aan. Als ze geld hebben, laat ik ze betalen. Aan mensen die niets hebben, ga ik ook niets vragen. Bakkie koffie en service van de zaak.’
Op de vraag of Paul het spokenjagen als een vorm van urbex beschouwt, moet hij niet lang nadenken. ‘Neen, absoluut niet. De enige overeenkomst is dat we nooit locaties uitwisselen. Voor urbexers draait alles om het gebouw zelf, wij gaan daar niet voor. Sommige urbexfotografen richten trouwens ook schade aan in de huizen en dat doen wij niet. Laatst was ik nog in château Noisy, als je ziet hoe dat kasteel erbij ligt dan ga je janken. Vreselijk.’
Paul hamert erop dat niet alle geesten slechte bedoelingen hebben, integendeel. ‘Meestal willen ze gewoon opvallen omdat ze nog iets te melden hebben.’ Wat ze dan precies te zeggen hebben, is ook voor Paul niet volledig duidelijk. ‘Wél is het me opgevallen dat er heel veel entiteiten uit de oorlogstijd zijn blijven hangen. Waarschijnlijk weten ze
Toch heeft Paul in het verleden al heel wat bekende urbexlocaties bezocht. Eén gebeurtenis herinnert hij zich nog goed. ‘Ik was ’s nachts op pad in een oud spookklooster. Om binnen te geraken, moest je je door een ijzeren deur wringen die een heel klein stukje open stond. Het was onmogelijk om die deur open te krijgen. Op een gegeven moment was ik in een kamertje en werd de deur achter me dichtgesmeten. Daar zat ik dan. Uiteindelijk heb ik op de geest ingepraat en kon ik de deur weer opendoen. Zoiets vergeet je niet snel.’ (jvda)
© Paul Van Den Hoek Verschillende witte verschijningen op het zogenaamde heksenpaadje in het Nederlandse Hoogvliet. Paul: ‘De meeste geesten hebben geen slechte bedoelingen, integendeel. Ze willen gewoon opvallen omdat ze nog iets te melden hebben’.
RAVAGE | 72
GHOSTHUNTERS INTERVIEW
Benodigdheden Spokenjagen is niet alleen een spannende, maar ook een dure hobby. Professionals zoals Paul hebben heel wat specifieke apparatuur ter beschikking. Een overzicht van de belangrijkste benodigdheden vind je hier:
Deze koffer met basisuitrusting neemt Paul altijd mee op pad. De kist bevat onder andere zaklampen, extra batterijen, geluidsrecorders, een fototoestal, videocamera en geheugenkaarten.
Een K2-meter bevat een aantal lampjes die opspringen als er een entiteit in de buurt is. De geest kan de lampjes laten oplichten om met mensen te communiceren.
Een lasergrid wordt op een bepaald punt gericht en vertoont verschillende patronen (bv. stipjes). Wanneer het patroon doorbroken wordt, heb je waarschijnlijk met een geest of entiteit te maken.
Deze infrarood thermometer is ideaal om plotse warmteveranderingen waar te nemen. Entiteiten kunnen ervoor zorgen dat iets kouder of warmer wordt.
Om te communiceren met enititeiten, gebruik je een spiritbox. Het apparaatje gebruikt radiofrequentiescans en genereert ruis die zielen in staat stelt om te antwoorden.
73 | RAVAGE
Le Grand The story behind
O
oit was het een vermaard en poepchique hotel-restaurant, bekend tot in de wijde omtrek. Nu rest er enkel nog een ver waarloosde hoop roze stenen. Verscholen tussen de naaldbomen in de bossen van de Brabantse Kempen ligt het legendarische art-deco gebouw Le Grand Veneur. Wat velen echter niet weten, is dat achter dat hoopje stenen een rijke geschiedenis schuilgaat. Van heinde en verre kwamen de rijksten der Belgen in de late jaren 30 en vroege jaren 40 van de vorige eeuw naar het luxueuze Le Grand Veneur, De Gro te Jachtmeester. Het prachtige hotel-restaurant had een uitstekende reputatie en stond tot ver buiten de dorpsgrenzen bekend. Met het aanbreken van de Tweede Wereldoorlog kreeg het gebouw, omwille van zijn strategische ligging, echter een heel andere
functie toegewezen waardoor het zijn plaats verwierf in de geschiedenisboeken. Eind jaren 70 werd het domein verkocht aan het ministerie van Onderwijs, die er aanvankelijk een internaat en later, met de komst van de scholengroepen, een administratieve hoofdzetel van maakte. Het historische gebouw werd in 2011 verlaten en staat sindsdien te verkommeren, maar spreekt nog steeds tot de verbeelding van menig inwoner van de streek.
Pracht en praal Wie Le Grand Veneur zegt, zegt luxe. In 1936 gaf Julien Peere-Vanneuville, burgemeester van Keerbergen, de opdracht tot de bouw van het befaamde complex. Het pand, gelegen op een drie hectare groot domein vlakbij het toenmalige sportvlieg-
LE GRAND VENEUR STORY BEHIND
veld, werd volledig opgetrokken in art-decostijl, een populaire stroming in de jaren 20 en 30 die voortvloeide uit de art nouveau en gekenmerkt wordt door geometrische motieven en felle kleuren. Dat is meteen ook de verklaring voor de felroze kleur van het gebouw. Als hotel en restaurant mikte Le Grand Veneur vooral op een select publiek. Het was een plek waar men kon ontsnappen aan de sleur van het dagelijkse leven door zich eens goed te laten verwennen. Zowel voor als na de Tweede Wereldoorlog tekenden heel wat bekende gezichten en hoog-
waardigheidsbekleders present. Op 21 maart 1945 signeerde de
‘Zowel voor als na WOII tekenden heel wat bekende gezichten present’ huidige Britse Queen Elisabeth II, toen nog prinses Elisabeth,
het gastenboek. Later verbleven ook de Zweedse toptennisser Björn Borg en het Belgische nationale voetbalelftal in het hotel. Le Grand Veneur werd doorheen de jaren een echt begrip in de streek en stond zelfs tot ver buiten de grenzen van de gemeente bekend. In augustus 2013 kwam bij afbraakwerken in de Mechelse Geerdegemvaart nog een zestig jaar oude muurschildering aan het licht die verwees naar Le Grand Veneur. Hoewel de vzw De Muren Spreken de afbeelding nog probeerde te redden, werd de muur enkele dagen la-
Heemmuseum Botermolen Het prachtige hotel-restaurant Le Grand Veneur had een uitstekende reputatie en stond©tot ver buiten deDe dorpsgrenzen bekend. Met het aanbreken van de Tweede Wereldoorlog kreeg het gebouw echter een heel andere functie toegewezen.
75 | RAVAGE
STORY BEHIND LE GRAND VENEUR
ter toch gesloopt. Geïnteresseerden kunnen wel nog een bezoekje brengen aan het heemmuseum De Botermolen in Keerbergen, waar exact dezelfde schildering op hout te bewonderen is.
Antwerp X De populariteit van Le Grand Veneur was wellicht mede te danken aan het nabijgelegen sportvliegveld met drie start- en landingsbanen, waar piloten vanaf 1932 hun hobby kwamen uitoefenen. Met de bezetting van België aan het begin van de Tweede Wereldoorlog trok het vliegveld echter ook de aandacht van het Duitse leger.
men de Amerikaanse troepen het gebied in 1944 over. Brigadegeneraal Clare Hibbs Armstrong, een van de topmannen van het Amerikaanse leger, installeerde zich op 10 november in Le Grand Veneur en leidde er de operatie Antwerp X. Het hotel zou deel uitmaken van een geheime missie en werd prompt opgewaardeerd tot coördinatiecentrum voor de bescherming van Antwerpen tegen de Duitse V1-wapens.
De Amerikaanse generaal Armstrong installeerde zich in november 1944 in Le Grand Veneur
In 1940 streek een eenheid van ongeveer 250 Duitse militairen met verkenningsvliegtuigen neer op en rond het gebied van het hotel en vliegplein. De gewone soldaten hielden zich op in barakken, maar de piloten, die toen veel aanzien genoten, verbleven in Le Grand Veneur. Wanneer Duitsland naar het einde van de oorlog toe echter steeds meer terrein verloor, na-
Op 12 oktober 1944 gaf Hitler het bevel om Antwerpen enkel nog aan te vallen met vliegende bommen, de zogenaamde Vergeltungswaffen, om de haven te treffen én om terreur te zaaien in de pas bevrijde stad. Daarop werd door het Amerikaanse leger in allerijl een verdedigingsoperatie op touw gezet om de havenzone te beschermen tegen die V1-wapens. Hotel Le Grand Veneur bleek met zijn aangrenzende vliegveld bijzonder goed gelegen voor de operatie: gevestigd in een bos buiten
Vergeldingswapens Operatie Antwerp X speelde een belangrijke rol in de bescherming van Antwerpen en zijn haven. Het Duitse leger deed er immers alles aan om dat belangrijke aanknopingspunt - de goed uitgeruste haven was onmisbaar voor de bevoorrading van de geallieerde troepen - lam te leggen. In een laatste poging om de stad te verwoesten gaf Hitler de opdracht om Antwerpen te bestoken met zogenaamde Vergeltungswaffen of V-bommen. De Duitsers hadden stiekem gewerkt aan de ontwikkeling van een aantal wonderwapens. De V1 was een onbemand vliegtuigje, voorzien van een explosieve lading, dat met een katapultinstallatie werd afgeschoten. Ten oosten en zuidoosten van Antwerpen werden vanaf september 1944 in
RAVAGE | 76
een snel tempo lanceersites opgericht. Op vrijdag 13 oktober trof een eerste, vernietigende V-bom de stad. Op de hoek van de Schildersstraat en de Karel Rogierstraat vielen 32 doden en 46 gewonden. ‘Something beasty fell in Antwerp yesterday’ schreef een Engelse correspondent de volgende dag in zijn dagboek. En dat was nog maar het begin van de terreur. In totaal waren er meer dan 4.500 doden en 7.000 gewonden ten gevolge van de V-bommen op Antwerpen. Bijna 50.000 woningen werden vernield. Gelukkig waren de geallieerden vrij snel op de hoogte van de vergeldingsplannen van de Duitsers, waardoor verschillende V1 vernietigd konden worden vooraleer ze hun doel bereikten.
LE GRAND VENEUR STORY BEHIND
© Heemmuseum De Botermolen Op 21 maart 1945 signeerde de huidige Britse Queen Elisabeth II, toen nog prinses Elisabeth, het gastenboek. Later verbleven ook onder anderen de Zweedse toptennisser Björn Borg en het Belgische nationale voetbalelftal in het hotel.
de impactzone van de Antwerpse haven, maar toch relatief dicht bij Antwerpen en Brussel. Hoe ging operatie Antwerp X juist in z’n werk? De laagvliegende V-bommen werden op ongeveer 80 kilometer van Antwerpen waargenomen door radars en soldaten met verrekijkers. Dat werd doorgegeven aan het commandocentrum Le Grand Veneur, waar de inkomende V1 op een groot plottingbord werd aangebracht. Vervolgens werd de baan van het wapen berekend en uitgezet op kaarten. Ten slotte werden bevelen doorgegeven naar luchtafweergeschutten opgesteld in drie gordels rondom Antwerpen, die de vliegende bommen uiteindelijk moesten neerhalen.
Vergane glorie Na het einde van de oorlog hernam het hotel-restaurant zijn normale activiteiten, tot het in 1978 de boeken sloot. Enkele jaren voordien deed Le Grand Veneur zelfs nog even dienst als rendez-voushotel.
Het gebouw werd verkocht aan het ministerie van Onderwijs die het renoveerde en omvormde tot meisjesinternaat voor het naburige atheneum. In 2002, met de komst van de scholengroepen, werd het gebouw enkel nog gebruikt als administratieve hoofdzetel van scholengroep 5 van het gemeenschapsonderwijs. In 2011 verhuisde de scholengemeenschap echter naar een andere gemeente, waardoor het gebouw voorgoed verlaten werd. Sindsdien verloederde het historische pand zienderogen en werd het meermaals aangetast door vandalen die er grote schade aanrichtten. Sinds december vorig jaar is het domein echter in handen van een projectontwikkelaar uit Putte, MVprojecten. De firma is van plan om Le Grand Veneur om te vormen tot residentiële appartementen en loften. Ondertussen dringt de gemeente sterk aan om de cultuurhistorische waarde van het gebouw, dat zijn plaats in de geschiedenisboeken meer dan verdient, te bewaren. (jvda) 77 | RAVAGE
STORY BEHIND LE GRAND VENEUR
‘Het allermooiste hotelrestaurant op het platteland van België’, valt er te lezen op een oude reclameposter.
Sinds 2011 verloederde het historische pand zienderogen en werd het meermaals aangetast door vandalen.
© jvda
15-jarige legt verbouwingen stil MVprojecten, de projectontwikkelaar uit Putte die onlangs gestart is met de verbouwingen van de Grand Veneur, is op de vingers getikt door een 15-jarige jongeman uit Keerbergen. Maarten Gabriëls fietst elke dag op weg naar school voorbij het gebouw en heeft het pand in zijn hart gesloten. ‘Voor een schoolproject maakte ik vorig jaar een werkje over de Grand Veneur’, meldt Maarten. ‘Toen het enkele maanden geleden werd verkocht, leek het gered van verval. Maar niets is minder waar.’ Nadat Maarten merkte dat de ramen dichtgemetseld en de plafonds uitgebroken waren, stuurde hij een bezorgde mail naar de burgemeester en schepenen. ‘Op de manier waarop men te werk
RAVAGE | 78
ging, konden de historische kenmerken van het gebouw nooit bewaard blijven. En dat was wel degelijk zo beloofd’, vertelt Maarten. Uiteindelijk ontdekte de burgemeester dat de bouwaanvraag nog in behandeling is en dat de firma eigenlijk nog niet mocht beginnen met de renovatie. Het zal zeker nog zo’n twee maanden duren vooraleer het dossier rond is en de werken kunnen verdergaan. De projectontwikkelaar geeft toe dat hij een fout gemaakt heeft en benadrukt dat de oorspronkelijke ramen en gevels vervangen zullen worden door replica’s. De Grand Veneur stond jarenlang leeg en werd eind 2015 voor 900.000 euro verkocht aan MVprojecten.
LEZERSFOTO’S
De favoriete foto van... Ravage onderwerpt zijn lezers telkens weer aan een moeilijke taak. Uit hun rijke collectie urbexfoto’s kiezen zij hun all time favorite. (td, jvda)
LINKSBOVEN - Brian Biesemans (21) ‘Deze locatie, Château JM genaamd, is met voorsprong één van de mooiste panden die ik ooit heb bezocht. Aangezien alles hier goed in de gaten wordt gehouden, zorgde het voor de nodige adrenaline en spanning tijdens het fotograferen.’ LINKS - Nico Suykens (42) ‘Deze foto, genomen in leerlooierij Schotte, heb ik geselecteerd omwille van het feit dat de trappen een mooi 3D-gevoel geven en dat het licht er van bovenaf zalig binnenviel. Tevens was dit een locatie die al zeer lang op mijn verlanglijst stond omwille van zijn grootte en de variatie aan gebouwen.’ 79 | RAVAGE
LEZERSFOTO’S
ONDER - Chris Salaj (32) ‘Deze foto heb ik gecropped uit een landscape met heel veel rommel op de achtergrond. Het trok de aandacht weg van de rij wagens. Door de eerste Volvo middendoor te snijden kreeg ik plots een veel sterker beeld. Het licht bovenaan versterkte dat alleen maar. Een nieuwe foto was geboren!’
RAVAGE | 80
LEZERSFOTO’S
LINKS - Bart Verbraeken (23) ‘Wij hebben enkele jaren geleden de oude gebouwen van Stella Artois bezocht in Leuven, deze zijn ondertussen helaas afgebroken. Heel erg vaak tref je vernielingen aan tijdens urbex maar in een uitzonderlijk geval als hier kom je iets kunstzinnigs tegen.’
BOVEN - Ronny Boom (55) ‘Deze foto is genomen in een oude schoenenfabriek in december 2009. Zoals je kan zien dateert de krant van juni 1982, wanneer de Rode Duivels nog tegen Argentinië konden winnen. Daarom is het mijn favoriete foto!’
RECHTS - Rob Vancraenendonck (19) ‘Schloss Glück: een zeer oude (meer dan 200 jaar!) en fantastische locatie. Hele mooie decay en prachtig plafond. We waren bij de eersten die er ooit waren, ik had voor ons nog maar weet van één iemand die er was geweest.’ 81 | RAVAGE
URBEX VIA YOUTUBE JEROEN ROSSEELS
'De tijd van de reflexcamera is voor mij definitief gedaan' Urbexer Jeroen over video’s, locaties én doodsbedreigingen
U
rbexer Jeroen Rosseels (31) uit Mechelen doet het graag anders. Onder het motto ‘urbex is voor iedereen’, geeft hij locaties en tips aan iedereen die geïnteresseerd is. Geen geheimzinnigheid voor deze man. Bovendien laat hij zijn reflexcamera thuis en gaat hij met een videocamera op stap. Tijd om een babbeltje te maken met de maker van UrbexTv. Hoe bent u in aanraking gekomen met urban exploration? ‘Ik was al zeker twaalf jaar bezig met fotografie. Dat begon met de bloempjes en bijtjes, dan personen op trouwfeesten en plots kreeg ik het idee om mijn modellen mee te nemen naar een verlaten locatie. Ik ben dat een jaar of twee blijven doen, maar het was toch niet helemaal naar mijn goesting. Uiteindelijk heb ik de modellen dan thuisgelaten.’ (lacht) En toen heeft u ook uw reflexcamera achterwege gelaten? ‘Klopt. Ik dacht bij mijzelf: wat als ik daar nu eens een video over maak? Op die manier kan ik mensen laten kennismaken met deze hobby. Afgelopen november heb ik dan een videocamera gekocht en ben ik gewoon beginnen te filmen. Ik ben vroeger nog dj geweest bij vrijeradio.be en ik vond het fantastisch om urbex te combineren met mijn radio- en muziekverleden.’ Heeft een video voordelen? ‘Zeker. Ik kan veel meer vastleggen op korte tijd. Uiteindelijk kan ik een heel huis tonen op minder dan tien minuten. Bovendien zie je ook de reële beelden: ik gebruik geen filters of effecten. Een foto wordt tegenwoordig nogal snel omgetoverd tot een schilderij.’
RAVAGE | 82
En nadelen? ‘Mijn videocamera heeft natuurlijk niet dezelfde instellingen als een reflexcamera: ik kan geen diafragma instellen en inzoomen gaat ook niet meer. Soms denk ik weleens: Verdorie, dat had ik nu eens graag in detail willen fotograferen. Mijn reflexcamera is trouwens ook verkocht, dus ik kan niet meer terug. (lacht) Maar eigenlijk hoeft dat voor mij ook niet meer. De tijd van de reflexcamera is voor mij definitief gedaan.’ In uw video’s kunnen kijkers ook locaties terugvinden. Dat gaat helemaal in tegen de regels van de urbexgemeenschap. ‘Iedereen heeft het recht om die locaties te bezoeken. Iemand die vandalisme wil plegen, gaat heus niet op internet zoeken naar mooie panden. Dat is echt een uitvlucht van de elite-urbexgroep. Veel van hen zeggen tegen mij dat ik mensen naar de locaties stuur, maar als je een hotel zoekt, staat die informatie toch ook gewoon op het internet? Ze hebben ooit tegen mij gezegd dat ik de code kraak. Mijn visie is gewoon dat iedereen welkom is en dat wordt echt wel geapprecieerd door veel mensen. Die geheimzinnigheid is nergens voor nodig. Dat maakt urban exploration heus niet kapot. Sinds een dj alles digitaal kan doen, en dus niet meer met platen moet werken, is de job veel toegankelijker geworden. Hetzelfde geldt voor urbex. De hobby gaat niet kapot, maar wordt gewoon populairder.’ Hoever gaan die negatieve reacties dan? ‘Extreem ver. Na de persaandacht over mijn video van het ziekenhuis in Waterschei, waar nog alle documenten en archieven lagen, heb ik zelfs doods-
JEROEN ROSSEELS URBEX VIA YOUTUBE
bedreigingen gekregen. Ik trek me daar niets van aan. Of dat probeer ik toch.’ (lacht) Wat maken uw filmpjes beter dan andere YouTubevideo’s? ‘De presentatie, de portie humor en de juiste muziek. Dat maakt echt het verschil. Sinds kort maak ik ook een video van een uur, in plaats van dagelijks een kort filmpje van vijf tot tien minuten. Het is wel een uitdaging om te zorgen dat mensen van het begin tot het einde blijven kijken.’ Waarom heeft u gekozen om de kortere filmpjes aan de kant te schuiven? ‘Een korte video ging slechts over één locatie. Dat is leuk voor een fotograaf, maar ik wil vanaf nu de focus leggen op mensen die de hobby niet zo goed kennen. Bovendien bezocht ik meerdere locaties op één urbex-
dag, waardoor elke dag van de week één filmpje online kwam. Mensen konden niet meer volgen. Met mijn nieuwe concept ga ik ook geen locaties meer vrijgeven. Ik geef nog tips, maar de coördinaten zullen mensen op mijn nieuwe app moeten zoeken. Het leven is al moeilijk genoeg en dat gezeur over die locaties werd ik toch een beetje beu.’
van worden? Zeker niet, maar ik steek er veel energie in, dus het is wel leuk om iets terug te krijgen. Een fotograaf verkoopt zijn foto’s ook. Mijn droom zou zijn dat een productiehuis mij zou contacteren om samen een programma te maken. Ik zeg niet dat dat haalbaar is, maar dromen mag natuurlijk. Het moet niet altijd Luk Alloo zijn, hé.’ (lacht) (td)
Heeft u veel kijkers? ‘Een enkele video wordt tussen de 700 en 1000 keer bekeken. Dat is absoluut niet slecht.’ Als afsluiter: wat wil u nog graag bereiken met UrbexTv? ‘Meer kijkcijfers halen. Het geeft echt wel een extra boost als je weet dat mensen genieten van je video’s. Die worden sinds kort ook beloond met commissies van YouTube. Ga ik daar rijk
© td 83 | RAVAGE
Wedstrijd Weet jij waar deze foto genomen is? Stuur dan een mailtje met de juiste naam van de urbexlocatie naar wedstrijd@ravage.be en maak kans op een jaarabonnement van Ravage. Wij nemen persoonlijk contact op met de winnaar. Succes!
©td
RAVAGE | 84
AGENDA 12 06
Fotografiecircuit Jef Peeters: De Schoonheid van Verval Evergem, 12-29 juni Meer info? 0476/78 19 53
18 06
Strobist, urbex en modellen shooting day Dendermonde, 11-19 uur Meer info? belgiumdigital.com
26 06
Workshop Lightroom/ Photoshop voor beginners Rotterdam, 14-17 uur Meer info? 0031/39 43 72
26 06
Workshop Lightroom/ Photoshop voor gevorderden Rotterdam, 10-13 uur Meer info? 0031/39 43 72
03 07
Fototentoonstelling Kenneth Provost Oostende, 11 uur Meer info? 059/43 88 06
17 09
EVP URBQ - urbex bbq Geheime locatie, 18 uur Meer info? facebook.com/ events/ 288963281438255
Dit magazine werd gemaakt in het kader van de opleiding Journalistiek aan de Thomas More hogeschool te Mechelen
REDACTIE EN VORMGEVING Jill Van der Auwera Tine Decosemaker
EINDREDACTIE Jill Van der Auwera Tine Decosemaker
MET DANK AAN Brian Biesemans Rob Vancraenendonck Erik Roosens Lut Goovaerts Lene Kemps Katleen Miller Alexander Van Coillie Tara Beutels Anne van der Veen Amber Paulus Jeroen Willems Drukkerij Procopia Vragen of opmerkingen bij een artikel? Stuur gerust een mailtje naar info@ravage.be of neem contact met ons op via de Facebookpagina Ravage.
VOORUITBLIK
vooruit BLIK
© Henk Van Rensbergen
PORTFOLIO
Fotograaf Henk Van Rensbergen
© CC BY-NC 2.0
DOSSIER: SPOOKSTEDEN Van Doel in België tot Kolmanskop in Amerika: al het leven is er verdwenen
© Thomas Hadermann
UITGETEST
Cave camping: spannend of ongelofelijk saai?
© dedmaxopka.livejournal.com
IN THE PICTURE
Op gesprek met het rooftopping-duo Vitaly Raskalov en Vadim Makhorov
EN VERDER...
Tips & Tricks: Photoshop en Lightroom voor dummies Door Europa: de buitenlandse hotspots die je zeker niet mag missen CC BY-SA 3.0
DOSSIER: OP SAFARI DOOR CHARLEROI
Europa’s lelijkste stad betovert RAVAGE | 86 je met haar (afwezige) charmes
Legendarische verdwenen plekken: Mis jij ‘Horror Lab’ en ‘Little Miracles’ ook? Wedstrijden freerunning: een must of overbodig?