Voorwoord De tweede schoolkrant van dit schooljaar is alweer uit. Net als de vorige editie staat ook deze krant vol artikels en interviews. Bij het bedenken van de inhoud hebben we rekening gehouden met de uiteenlopende leeftijden van de leerlingen van onze school. Zo staan er artikels in die toegankelijk zijn voor onderbouwleerlingen en zijn er ook rubrieken die juist voor bovenbouwers erg leuk zijn. We verwelkomen brugklasleerlingen Sophie Grubben en Dilayah van den Hurck in de redactie. Zij zullen de komende edities meedenken over interessante artikels voor de onderbouw en ze nemen tevens de taak op zich een aantal hiervan te schrijven.
Colofon ‘Bergerblad’ is een uitgave van Scholengemeenschap Sint Ursula Postbus 4728, 6085 ZG HORN
Redactie
Jerôme Crijns Sophie Grubben Dilayah van den Hurck Emily de Zwaan Hoofdredactie: Kim Schreurs Eindredactie Jos Stollman Bonnie Eggen Lay-out: Kim Schreurs
Het zal niemand ontgaan zijn dat we dit schooljaar met een nieuwe naam voor de schoolkrant begonnen zijn. De reden hiervoor is dat de oorspronkelijke naam door een andere, veel grotere redactie – die voor het verschijnen van de eerste editie al afgehaakt is – gekozen was. De huidige redactie stond niet achter deze naam. Ook willen we met deze nieuwe naam een nieuwe periode inluiden voor de schoolkrant. We gaan de komende edities proberen de schoolkrant toegankelijker te maken voor onderbouwleerlingen. Nu we niet meer gebonden zijn aan een vast opmaakprofiel is het ook mogelijk meer kleur aan te brengen in de pagina’s. Hierdoor hopen we de schoolkrant aantrekkelijker te maken. Bij al deze vernieuwingen hoort natuurlijk ook een nieuwe naam die past bij onze school. We horen graag wat jullie, de leerlingen, van al deze verbeteringen vinden. Dit is de laatste schoolkrant van 2012. De redactie wenst alle leraren, stagiaires, overige medewerkers van SG St. Ursula en natuurlijk de leerlingen daarom alvast prettige feestdagen en een geweldig 2013. Papieren exemplaren van het Bergerblad zijn te lezen en mee te nemen bij de conciërgelounge en in de mediatheek. Als je zelf leuke ideeën hebt voor een nieuwe rubriek, of als je zelf ook een bijdrage wil leveren op wat voor manier dan ook, dan ben je van harte welkom. Kom gerust eens langs tijdens één van onze redactievergaderingen (dinsdag in de middagpauze in e112) of stuur een mailtje naar meneer Stollman of mevrouw Eggen. Veel leesplezier. De redactie
2
Inhoud Interview met Laura de Vaan
4-5
Sommige oud-leerlingen van Ursula hebben wel iets heel bijzonders bereikt. We spraken Laura de Vaan die nadat ze in een rolstoel terecht kwam de moed niet opgaf. Nu is ze een succesvol handbiker en heeft ze maar liefst twee Paralympische medailles op zak. Maar wil ze over vier jaar ook naar Rio? Wij hebben de primeur!
De Appeleprom
6-7
De brugklassen mochten zich dit jaar wederom uitleven op de Appeleprom. Lees hier een verslag.
Column
8
De strengere eindexameneisen hebben veel gevolgen. Sommige daarvan worden nu pas zichtbaar. Kim Schreurs maakt het als eindexamenkandidaat allemaal van dichtbij mee. Lees in deze column waarom de strengere eisen onze school geld kosten.
Interview met mevr. Voermans
9
Er lopen ontzettend veel docenten rond op Ursula. Zelfs als bovenbouwer ken je ze lang niet allemaal. In deze rubriek staat daarom elke keer een andere docent centraal. Dit keer leren we mevrouw Voermans beter kennen.
Legendarische auto’s
10
Autofanaat Jerôme Crijns beschrijft in deze rubriek beurtelings een onbetwiste legende in de historie van de automobiel. Nadat eerder al de fameuze Maserati MC12 aan de orde kwam, is het nu de beurt aan zijn Britse voorganger: de Jaguar XJ220.
Moppen
11
Lig in een deuk om de leukste moppen.
Manuscripta
12
Kim Schreurs vierde de opening van het nieuwe boekenseizoen op Manuscripta: de grootste boekenbeurs van Nederland. Hier ontmoette ze bestsellerauteur Michelle Paver die vertelde over haar nieuwe boek Hylas en de roep van de dolfijn.
Hylas en de roep van de dolfijn
13
Veel leerlingen van onze school zijn opgegroeid met de boeken over Torak en Wolf. In september kwam het eerste boek uit de nieuwe serie van auteur Michelle Paver uit. Kim Schreurs las het boek en schreef een recensie.
De Donkere kamer van Damokles
14-15
Literatuurboeken zijn saai. Het lezen ervan wordt echter een stuk leuker als je een spannend of ontroerend boek hebt. In deze rubriek worden deze boeken besproken. Deze editie staat De donkere kamer van Damokles van Willem Frederik Hermans centraal.
3
Wereldkampioene tijdrijden, ambassadeur van de Special Olympics 2012, afgestudeerd neerlandica: handbiker Laura de Vaan heeft op zijn zachtst gezegd een gevuld leven. Na een misstap van de trap die ertoe leidde dat de oud-Ursulaleerlinge gehandicapt door het leven gaat, heeft ze zich heldhaftig een weg geknokt naar de top van het handbiken. Haar deelname aan de Paralympische Zomerspelen van 2008 symboliseerde de definitieve omslag naar de topsport. Ze is inmiddels twee Paralympische medailles en talloze andere winsten rijker – maar stoppen, daar denkt ze niet aan. Redacteurs Kim Schreurs en Jerôme Crijns interviewden haar over het leven als topsporter.
U heeft een imposante serie overwinningen achter uw naam staan: in 2009 al een eerste plaats in het Nederlandse algemeen klassement handbiken, zeventien ritzeges in 2011, twee Paralympische plakken dit jaar… Zit het sporten u in het bloed? Ik heb altijd al gesport. In eerste instantie was het niet mijn ambitie om ooit aan topsport te doen, maar ik zocht wel altijd een beetje uitdaging. Zonder competitie-element vond ik er niet veel aan. Waarom heeft u de overstap gemaakt van rolstoeltennis naar handbiken? Voordat ik in een rolstoel terechtkwam, zwom ik en deed ik aan atletiek. Toen ik een rolstoel kreeg, ging dat niet meer. Ik stapte over naar rolstoeltennis. Dit vond ik erg leuk, maar het was ook zwaar. Uiteindelijk moest ik daarmee stoppen omdat ik het lichamelijk niet aankon. Het was vooral vervelend dat ik vaak met mijn racket mijn been raakte. Per toeval kwam ik vervolgens bij het handbiken uit. Ik vond het meteen heel leuk, maar had nog geen topsportambitie. Ik nam me voor het eerste jaar sowieso alleen in Nederland wedstrijden te rijden. Daar heb ik me aan gehouden; al heb ik dan aan het Europees Kampioenschap meegedaan, ook dat was in Nederland. Is handbiken minder zwaar dan rolstoeltennis? Lichamelijk wel, in mijn geval. Althans, toen ik begon. Bij het handbiken zat ik in een andere houding dan bij het tennissen. Het maakte vooral verschil dat ik mijn benen in
4
een betere positie kon leggen. Inmiddels ben ik overgestapt naar een andere, belastendere positie. Er zit ook een verschil in de inspanning: tennis is een spel waarbij je in korte tijd veel uit jezelf moet halen. Ik heb eigenlijk niet de ‘explosiviteit’ die je daarvoor nodig hebt. Handbiken lijkt op wielrennen: hierbij is vooral de lange duur belangrijk.
Laura de Vaan met haar Paralympische bronzen medaille (375 gram) en haar zilveren plak (435 gram). De letters staan er ook in braille op.
U heeft uw schoolcarrière doorlopen op deze school. Beviel uw tijd hier? Ja, die is me heel goed bevallen. School was zelfs mijn houvast toen ik in een rolstoel belandde. Er was een vaste structuur, en juist dat had ik nodig in de tijd dat ik voortdurend naar het ziekenhuis moest. De eerste periode na mijn ongeluk was wel erg moeilijk. Ik zat op dat moment in de vijfde klas van het gymnasium. Toen ik mijn rapport kreeg, dacht ik alleen maar: hoe heb ik dit gedaan? Ik had maar één onvoldoende, en verder allemaal zevens en achten. Het was een tijd waarin ik vooral bezig was met overleven. Ik deed zo veel mogelijk dingen, en die probeerde ik zo goed mogelijk te doen.
Foto: Mathilde Dusol
Hoe reageerden uw klasgenoten op uw handicap? Hun reactie was tweezijdig. Enerzijds was er onbegrip. Na een gymles zetten ze vaak het raam open in het lokaal waar we les hadden. Begrijpelijk, maar voor mij was dat erg vervelend, want ik kon de tochtstroom op mijn been niet verdragen. Ook sommige docenten begrepen dat niet. Anderzijds was er juist ook veel begrip. Er was altijd wel iemand die mijn tas wilde dragen, en de lift op school stond vol omdat iedereen natuurlijk mee wilde. Wat dat betreft is er niets veranderd! Naast topsporter en ambassadeur is Laura de Vaan ook actief als promovenda bij Taalwetenschappen van de Letterenfaculteit in Nijmegen. Een aantal weken geleden heeft ze de werkzaamheden omtrent haar proefschrift weer opgepakt. Haar doel is om het in 2013 in te leveren. Alsof dat nog niet genoeg is, zet ze zich ook in voor een scholenproject dat leerlingen voorlicht over leven met een handicap. Ze wil dat onderwerp bespreekbaar maken, teneinde het bewustzijn onder leerlingen te vergroten. Is topsport te combineren met een studie en/of carrière? Eigenlijk niet, maar ik doe het wel. Afgelopen jaar is dat helaas niet gelukt omdat ik veel moest trainen voor de Paralympische Spelen. Nu de Spelen afgelopen zijn, heb ik meer tijd die ik aan mijn proefschrift kan besteden. Al is mijn rustperiode inmiddels voorbij en ben ik de sport langzaam weer op aan het pakken. En nu op naar Rio 2016? Tot voor kort wist ik nog niet of ik voor Rio wilde gaan. Ik wilde in ieder geval nog in 2013 en 2014 aan het WK deelnemen, en dan zou ik wel verder zien. Maar toen ik begon met trainen dacht ik: dit wil ik voorlopig nog doen. Ik wil het sporten na het afronden van mijn proefschrift in principe niet combineren met werken, want ik wil me
dan eerst nog even helemaal op mijn sport kunnen richten. Inmiddels wil ik dus ook naar Rio. Volgens mij is dit trouwens de eerste keer dat ik dat zo expliciet zeg. Wat vindt u van de Paralympische Spelen als alternatief voor de ‘reguliere’ Olympische Spelen? Ik vind het een mooi initiatief. Ook mensen die een handicap hebben, willen graag sport bedrijven op een zo hoog mogelijk niveau. Zeker de Nederlandse deelnemers zijn echte topsporters. Dat kan ook niet anders, want wij moeten aan vergelijkbare eisen voldoen als de valide sporters die willen deelnemen aan de Olympische Spelen. Het is wel jammer dat er in Nederland nog zo weinig aandacht is voor de Paralympische Spelen. Dat was in Engeland heel anders. Daar was het net als de Olympische Spelen non-stop op tv. Toch is er wel een positieve ontwikkeling bezig. Hoewel de Paralympische Spelen nooit zo veel in de belangstelling zullen staan als de Olympische Spelen, merk ik wel dat de aandacht ervoor groeit. Er was nog nooit zo veel sfeer bij het publiek als in Londen. Ik hoop dat die aandacht voortgezet wordt. Heeft u grote offers moeten brengen voor de sport? Door het vele trainen en reizen is het moeilijk om spontaan dingen te doen. Dat is wel lastig. Op het moment heb ik daar gelukkig iets meer ruimte voor. Daarnaast kan topsport eenzaam zijn, bijvoorbeeld als je te maken krijgt met tegenslagen. Dat is een keerzijde, en daar moet je mee om kunnen gaan. Topsport is niet alleen
maar leuk. Ik kan nu beter met tegenslagen omgaan en weet waar ik steun moet zoeken. Bij het WK in 2011 was ik fysiek niet zo sterk, maar won ik de tijdrit op mentale kracht. Onder de indruk van die laatste uitspraak bedanken we Laura voor het interview. We wensen haar alvast veel succes met de komende uitdagingen.
5
Al best vroeg stond ik klaar om naar Appeleprom te gaan. Onderweg verzamelden we met steeds meer en na een stukje fietsen kwamen we in Thorn aan. We zochten onze eigen klas op en toen was het nog wachten op onze mentor, mevrouw Eggen. Na een tijdje was ze er en toen iedereen geteld en opnieuw geteld was, konden we starten.
We hadden een voorsprong en sommigen (waaronder ik) begonnen er lol in te krijgen. Sneller dan gedacht was het weer voorbij en alweer werden we beloond door winst.
We gingen eerst
We gingen naar het
roeien. We waren,
ondanks de voor sommigen lange fietstocht, heel enthousiast en zodra de boot in het water lag begonnen de kinderen aan de kant te roepen en aan te moedigen. En dat werd beloond: we wonnen. Na een tijdje lanterfanten gingen we naar het tweede spel:
De Wandelende Aap.
We gingen zitten en keken toe hoe de rest bezig was. Na een tijdje kwamen ze langs en begonnen we ze te volgen.
Toen kwam werkelijk het natste spel:
Waterdragen. Iedereen die meedeed werd kletsnat. Helaas verloren we, maar opgeven deden we niet!
langlaufen en
touwtrekken. Het touwtrekken was absoluut geen succes, maar mijn groepje haalde bij het
langlaufen een (voor
ons) hele goede tijd. Het was inmiddels middag en nu stond ik bij de meeste spellen ingedeeld. Zo was het mijn beurt om
de Wandelende Aap
te doen. Ik stond achterin en dat is in het algemeen het zwaarst. Constant zorgen dat Bo, in dit geval, niet omviel. Na een tijdje kregen we de smaak te pakken. We liepen ver voor en dat hielden we zo. We wonnen. Omdat we bij de meeste spellen verloren, waren met elke overwinning zéér tevreden. Ik gok eigenlijk iedereen wel... We gingen terug naar het
waterdragen. Bijna
iedereen was nog bezig met zijn appel en zat in het nog net gedroogde gras te kauwen. Na een tijdje verloren het spel én de appel uit het oog en begonnen we te smullen van het lekkers dat een enkeling gelukt was mee te smokkelen.
6
Opeens was alles op en kregen we weer oog voor het spel. Niet dat het zo interessant was, het was eigenlijk al afgelopen. We gingen door naar het
roeien. We waren
vooral lacherig bezig in plaats van dat we serieus waren. We gingen de verkeerde kant op. Maar onze achterstand werd redelijk ingehaald door een gelukje. Helaas kwamen we net voor de finish vast te zitten en wie kwam er niet helpen? De anderen van onze klas! Na een paar minuten klungelen (Ja, ik hielp ook niet echt, dus een bedankje aan de jongen die geduldig genoeg was om mijn roeispaan een aantal keren vast te pakken) kwamen we aan wal. Wij waren op zijn op zachts gezegd niet vrolijk dat onze groep liever naar de wolken zat te staren dan ons te helpen aan land te komen...
Toen kwam
Vliegend Tapijt.
Eigenlijk was het niet echt een wedstrijd. Niemand lette echt op. Maar het ging redelijk. Iedereen was wel ergens mee bezig. Behalve het spel... Na een tijdje (vraag me niet hoe) hadden we een constructie van mensen die op elkaar lagen met tassen, sjaals, jassen en soms zelfs iets van iemand anders, die diende als kussens. Bij
volleybal waren we niet zo goed. Het
was korter dan gedacht, het ging verre van soepel... Nadat we een zakje chips hadden gekregen van onze mentor, gingen we één voor één weg. Dat was nog een klusje. Overal auto's, fietsen en mensen. Nadat hetzelfde groepje als in de ochtend was verzameld, fietsten we moe naar huis. We kijken terug op een dag waar winnen niet zo belangrijk was als de lol. Heel geslaagd dus! Door Sophie Grubben
7
Kim Schreurs zit in 6VWO, is recensente voor uitgeverij The House of Books en is amateurschrijfster. Elke editie schrijft ze over wat haar opvalt aan middelbare scholen in het algemeen en aan onze school in het bijzonder. Deze keer schreef ze een open brief aan voormalig minister van Onderwijs Marja van Bijsterveldt
Beste mevrouw Van Bijsterveldt, Het zal u niet ontgaan zijn dat de door u ingevoerde strengere exameneisen met gemengde gevoelens ontvangen zijn. Natuurlijk begrijp ik ook best dat er een einde moest komen aan de ‘zesjescultuur’ en dat er harde maatregelen nodig waren, maar als we nu naar de gevolgen voor scholen en leerlingen kijken moet zelfs u toegeven dat dit allemaal een beetje ver gaat, nietwaar? Ik zal nu even niet gaan doorzagen over de grote kans dat ik niet slaag voor mijn eindexamen nu uitgerekend mijn twee slechtste vakken – twee verplichte vakken! – dit jaar zwaarder zullen wegen. Zelfs al heb ik wiskunde C, het zal tot op het laatste moment spannend blijven of ik op 13 juni dat door iedereen zo gevreesde telefoontje zal krijgen omdat ik gezakt ben op de zogenaamde kernvakken. Wiskunde C is overigens precies het onderwerp waar ik het wél over wil hebben. Mijn school kampt namelijk met een groot probleem. Het zit zo: voordat er sprake was van strengere exameneisen koos je eigenlijk alleen voor wiskunde C als je geen zin had om moeite te doen voor het vak. Die ‘C’ stond niet erg fraai op je diploma, dus het was een tijd waarin de A-clusters nog vol zaten en wiskunde C hooguit vijf leerlingen had. Mijn school was dan ook al niet berekend op de hoeveelheid leerlingen die in de derde of vierde klas – met de strengere eisen in het achterhoofd – uit voorzorg voor een makkelijkere soort wiskunde koos. Dit was echter allemaal van tevoren bekend, zodat er ruim op tijd genoeg boeken waren. Met een cluster van ongeveer tien personen doorliepen we zonder veel problemen de vijfde klas. In dit jaar stond slechts één schoolexamen gepland dat ook nog een herkansbaar was, dus iedereen begon met een relatief goed cijfer aan het examenjaar. Bij wiskunde A lag dat echter anders. Enkele leerlingen stonden er erg slecht voor, en hen werd dringend geadviseerd over te stappen. Aan het begin van dit schooljaar hadden we er dus ineens twee leerlingen bij. Ook dit was al bekend bij de school voordat het jaar begon, dus boeken waren er al. Sterker nog: de school – die de bui al zag hangen – had een voorraadje aangelegd. En inderdaad, na enkele weken waren we wederom enkele overstappers rijker en was het boekenfonds een stapel boeken armer. Daar zit nou precies het probleem: die boeken zijn dus op. De leerlingen die graag naar wiskunde C wilden, waren echter nog niet op. Het duurt even om deze boeken te bestellen. Tot die tijd zullen deze leerlingen het dus moeten doen met stencils. Ze zullen dus ook de schoolexamens voor moeten bereiden met behulp van dikke stapels gekopieerde pagina’s. Die boeken zullen ongetwijfeld snel arriveren, dus dat probleem is relatief snel opgelost. Een probleem dat niet op te lossen is, is dat de strengere exameneisen scholen in Nederland geld kosten. Op mijn school hebben de huidige vijfdeklassers andere boeken dan wij en al deze speciaal door de school aangekochte boeken zullen na ons eindexamen dus nooit meer gebruikt worden. In ieder geval wil ik u van harte bedanken namens de kinderen in arme landen die deze boeken gedoneerd zullen krijgen (geloof je het zelf?). Ik roep bij dezen alle scholen in Nederland op de bonnetjes van de speciaal voor wiskunde C aangeschafte boeken goed te bewaren en ze af te leveren in Den Haag bij de afdeling Onderwijs. Dit is duidelijk een kwestie van ‘min plus min is min’. Wat mij betreft mag u dát eens uitrekenen. In de hoop dat u zelf goed wiskundeonderwijs heeft genoten, Kim Schreurs
8
Wat voor een vakken geeft u? Beeldend Vormen, Tekenen, CKV en Kunstgeschiedenis. Welk vak vind u het leukst om te geven? Er is geen vak bij dat eruit springt. Ik vind ze allemaal even leuk om te geven. De afwisseling is juist zo leuk. Welke klas heeft u als mentorklas? B1D is mijn mentorklas.
Vind u het spannend om voor de klas te staan? Jazeker, het soms best spannend, maar vooral ook héél leuk. Voelt u zich wel een beetje thuis op Ursula? Ja, ik voel me hier heel erg op mijn plek. Wat is het leukste om te doen in een les? Bij handvaardigheid vind ik de opdracht van het kleigebakje het leukst, bij tekenen het modeltekenen.
Geeft u veel huiswerk op? Dat moet je eigenlijk aan mijn leerlingen vragen, maar volgens mij niet. Hoe was uw eerste keer voor de klas? Heel leuk.
Zat u hier vroeger op school? Ja! Toen ik hier kwam werken waren er nog heel wat leraren van wie ik vroeger zelf les had gehad, zoals meneer van Ingen, en die nu dus mijn collega's zijn. Maar veel leraren van toen zijn ook al weer weg. Hoe wilt u omgaan met kinderen, wat verwacht u van ze? Ik verwacht dat ze een positieve instelling hebben, dat ze het beste uit zichzelf willen halen. De houding telt absoluut mee. Wat dacht u toen u hoorde dat de schoolkrant een interview met u wilde houden? Dat vond ik heel leuk. Ik heb vroeger ook bij de schoolkrant gezeten! Maar niet zo lang, maar een jaartje. Foto: één van de kunstwerken van mevrouw Voermans
Door Sophie Grubben
9
Autofanaat Jerôme Crijns beschrijft in deze rubriek beurtelings een onbetwiste legende in de historie van de automobiel. Nadat eerder al de fameuze Maserati MC12 aan de orde kwam, is het nu de beurt aan zijn Britse voorganger: de Jaguar XJ220.
De prijs van omgerekend 550.000 euro maakte deze Jaguar XJ220 niet bepaald een koopje toen hij werd onthuld op de Britse autoshow van 1992. Sterker nog, voor dat geld kon je destijds ook twee Porsches 959 aanschaffen, of een Ferrari F40 en een speedboot. Minder fanatieke autobezitters legden voor hetzelfde bedrag een klein villapark aan. Het kan dan ook niet verbazen dat er weinig animo voor deze hypercar was. Naast Elton John en de sultan van Brunei wist Jaguar met zijn onorthodoxe big boys’ toy amper 300 kopers te bekoren. Deze Jag, tot op heden de duurste ooit die het levenslicht zag, kwam net op tijd om de markt voor supersportauto’s te zien instorten. Jaguar had aanvankelijk aangekondigd de XJ220 in een oplage van 220 exemplaren te bouwen – vandaar ook de naam. Maar zoals wel vaker in de schimmige wereld der gelimiteerde producties, werden achter de schermen voorbereidingen getroffen om er in totaal 350 aan de man te brengen. Na twee jaar werd de productie echter al gestaakt: de teller was blijven steken op 281 stuks.
Dat neemt niet weg dat dit paradepaardje van Britse makelij met recht als legende de boeken in is gegaan. Om te beginnen met de prestaties: die zijn simpelweg verpulverend. De acceleratie van 0 tot 100 km/h geschiedt in minder dan vier tellen en op de Duitse Autobahn kunnen de gefortuneerde bezitters van een XJ220 de 350 km/h per uur aantikken – genoeg om menig Ferrari- of Lamborghini-bestuurder het onderspit te laten delven.
De XJ220 ontleent zijn predicaat van ‘legendarisch’ echter aan meer dan alleen zijn buitenaardse prestaties. Minstens zo belangrijk is de tijdloze elegantie en het vooruitstrevende ontwerp. Bovendien kan ‘ie, anders dan zijn exclusieve tijdgenoten, nog altijd meekomen met de grote jongens anno 2012 – wat heet: ze kansloos verslaan. En dat is niet vanzelfsprekend voor een auto met alleen achterwielaandrijving en een schamele V6-motor.
Ook al is de XJ220 dus een kort leven beschoren, Jaguar mag zichzelf met recht op de borst kloppen door dit meesterwerk af te leveren. Mocht je ooit in de gelegenheid zijn een exemplaar te bemachtigen, aarzel dan niet. Verkoop desnoods je huis.
10
'Vindt u ook niet dat mijn vrouw een prachtige stem heeft?' vroeg de echtgenoot van de zangeres trots terwijl zijn vrouw een aria ten gehore bracht. 'Wat zegt u?' vroeg de ander alsof hij doof was. 'Vindt u niet dat mijn vrouw een prachtige stem heeft?' brulde de echtgenoot nu luid in het oor van de man. Waarop deze antwoordde: 'Sorry hoor, ik versta geen woord van wat u zegt, die schreeuwlelijk van een zangeres maakt ook zo’n herrie met haar afgrijselijke geblèr.'
MOEDER: JANTJE: MOEDER: JANTJE:
Eet je spinazie op Jantje. Maar ik hou helemaal niet van spinazie. DAN DOE JE MAAR NET ALSOF JE ER WEL VAN HOUD. Nou goed dan, maar dan doe ik ook alsof ik het eet.
Vind je ook niet dat de baby sprekend op zijn vader lijkt? Jazeker, een kale kop, geen tand in zijn mond en een schreeuwlelijk van jewelste.
Door Dilayah van den Hurck 11
Iets meer dan een jaar nadat te horen had gekregen dat ik één van de boekenambassadeurs van The House of Books was geworden stond ik op uitnodiging van deze uitgeverij op Manuscripta. Manuscripta is de jaarlijkse opening van het boekenseizoen, en dit jaar vond dit evenement plaats op 1 en 2 september. Het volledige panel was uitgenodigd op zondag langs te komen voor een meet & greet met Michelle Paver, een bekende kinderboekenschrijfster die op Manuscripta haar nieuwe boek zou presenteren.
Lang hoefde ik niet over dit aanbod na te denken. Voor iedereen die graag leest en/of schrijft is Manuscripta dé plek om de opening van het nieuwe boekenseizoen te vieren. Een paar weken, twee vrijkaartjes en een PDFbestand van Hylas en de roep van de dolfijn later stond daarom het halve leespanel in Amsterdam. Na eerst zelf een paar uur over de beurs te hebben geslenterd – waarbij alle foldertjes en andere leuke hebbedingetjes in jas-, broek- en rugzakken verdwenen – werden we rond het middaguur bij de stand van The House of Books verwacht. We hadden eerst tijd om gezellig bij te kletsen en te discussiëren over Hylas. Daarna werden we samen met de jonge prijswinnaars van een wedstrijd verwacht in de bus van de kinderboekenjury waar het vooral heel erg warm was. De jongere kinderen bleken allemaal groot fan van Torak en Wolf, Michelles bestsellerserie. Ze konden dan ook niet wachten om het eerste deel van Michelles nieuwe serie in handen te hebben. Eerlijk gezegd voelde ik me even best schuldig toen ik me realiseerde dat ik één van de enigen in die bus was die dat boek al gelezen had, en dat terwijl ik niet eens fan ben én niet tot de doelgroep behoor. Dat gevoel verdween echter zodra Michelle de ruimte binnenstapte. De kinderen gingen uit hun dak en stelden enthousiast de ene vraag na de andere. Michelle beantwoordde deze op haar beurt heel geduldig en vertelde uitgebreid over alle leuke dingen die ze als research voor haar boeken gedaan had. Zo beklom ze voor het derde deel van Hylas (waar ze op het moment aan bezig is) een vulkaan, zwom ze met dolfijnen en sloot ze vriendschap met echte wolven voor de Torak-serie.
12
Later vertelde ze op het podium nog eens hetzelfde verhaal, en las ze voor uit haar nieuwe boek. Dat was nog een heel gedoe aangezien de jonge kinderen het Engelstalige verhaal natuurlijk niet konden volgen en het voor hen dus vertaald moest worden – en hoe kan dat beter dan door de Nederlandse versie voor te lezen. Maar dan moet je toch echt eerst de goede bladzijde zien te vinden. Alle aanwezigen kregen vervolgens een gesigneerd exemplaar van Hylas en de roep van de dolfijn uitgedeeld. Daarna vormde er zich een lange rij bij het tafeltje waar Michelle haar andere boeken signeerde en met haar fans op de foto ging. Zelf kocht ik nog het eerste deel van Torak voor mijn broertje, waarna Michelle niet te beroerd was om ook nog even met mij op de foto te gaan als bewijs. Niet dat dat geholpen heeft, want mijn broertje gelooft natuurlijk alsnog niet dat ik écht een bekende schrijfster ontmoet heb. Hoewel ik bij lange na niet (meer) tot de doelgroep van Michelle behoor en ik Hylas qua stijl een heel ander boek vind dan andere boeken die ik voor The House of Books gelezen heb (logisch, want het is een boek voor 10+ en dus geen Young Adult), heb ik een geweldige dag gehad. Michelle is een schat van een vrouw, en ook de medewerkers van de uitgeverij hebben zich weer de benen onder hun lijf uitgerend voor ons. Ze gunden ons zelfs alvast een blik op de cover van Pandemonium, het vervolg op Delirium amoris dat inmiddels in de winkel ligt. Al met al was het een ontzettend geslaagde dag.
Titel: Auteur: Uitgeverij: Doelgroep: Genre:
Hylas en de roep van de dolfijn Michelle Paver The House of Books 10+ Avonturenverhaal
Tijden van goden en gevechten; Hylas en de roep van de dolfijn “Hylas en de roep van de dolfijn is een leuk boek dat alle elementen bevat die Torak en Wolf tot een succes gemaakt hebben. Zowel jongens als meisjes zullen zich met plezier onderdompelen in de wereld van Hylas en Pirra.” Hylas, een arme geitenhoeder, is op de vlucht voor een groep krijgers. Hij is gewond, zijn hond is dood en zijn zusje Issi is verdwenen. Terwijl hij achtervolgd wordt door de Kraaien gaat hij op zoek naar Issi. Zal hij haar ooit vinden? Hylas en de roep van de dolfijn is het eerste deel van de serie Tijden van goden en gevechten, die speelt in de Bronstijd. Het is een tijd van tradities en magie, en de dieren die wij tegenwoordig gewoon vinden, waren nog bijzonder. De schrijfster heeft net als bij de Torak-serie gekozen voor een mannelijke hoofdpersoon die tijdens zijn missie wilde dieren ontmoet. In deze serie is er echter ook een vrouwelijk hoofdpersonage: Pirra, de dochter van de Hogepriesteres. Zij is weggelopen omdat ze niet uitgehuwelijkt wil worden. Natuurlijk komen de twee personages elkaar tegen. Het boek is voor young adults best voorspelbaar, maar de doelgroep zal daar geen problemen mee hebben en zal dat waarschijnlijk niet eens merken. Hylas en de roep van de dolfijn heeft een open einde. Toch worden er wel degelijk vragen beantwoord en heeft het boek wel een bevredigend laatste hoofdstuk. De schrijfstijl is toegankelijk en het boek leest makkelijk weg. Michelle Paver weet precies hoe ze haar publiek moet boeien en ze is een meester in het laten herleven van vroegere tijden. Haar schrijfstijl is zo betoverend dat je jezelf tijdens het lezen even in Hylas’ wereld waant waarin magie wél mogelijk is. Voor wat oudere jongeren is het boek minder interessant, maar dierenliefhebbers, avontuurlijk aangelegde kids en bovenal Torak en Wolf-fans zullen deze nieuwe serie met veel plezier lezen. Door Kim Schreurs
Hylas en de roep van de dolfijn staat net als de andere in deze rubriek besproken boeken sinds dit schooljaar onder NJ in de mediatheek. Het boek is vooral geschikt voor leerlingen uit de eerste en tweede klas, en mag op de boekenlijst voor Nederlands. Het boek mag niet gelezen worden voor de literatuurlijst van de bovenbouw.
13
Literatuurboeken zijn saai, dat weet elke bovenbouwer. Natuurlijk is het verplicht lezen van acht of twaalf literatuurboeken niet bepaald de favoriete bezigheid van de gemiddelde zestienjarige. Toch hoeft het lezen van deze boeken niet zo saai te zijn als het vaak is; je moet gewoon de juiste boeken lezen, want er zijn wel degelijk leuke, spannende of ontroerende romans. In deze rubriek worden deze boeken besproken. Deze editie staat De donkere kamer van Damokles van Willem Frederik Hermans centraal. Hoewel er een stuk of zes exemplaren van deze roman in de mediatheek staan, is het boek continu uitgeleend. Kim Schreurs zocht uit waarom.
Titel: Auteur: Uitgeverij: Genre:
De donkere kamer van Damokles Willem Frederik Hermans Uitgeverij G.A. van Oorschot Psychologische oorlogsroman
Mislukte foto’s en dubbelgangers; De donkere kamer van Damokles “De donkere kamer van Damokles is een geweldig boek dat gaat over het leven in de Tweede Wereldoorlog, het verzet en verraad. In deze beklemmende, existentialistische roman waarin maximaal gebruik gemaakt wordt van het personale perspectief is niets wat het lijkt.” Henri Osewoudt is een grote mislukkeling. Hij heeft een ongelukkig huwelijk met zijn lelijke vrouw Ria met wie hij een sigarenzaak runt. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, verandert er aanvankelijk weinig in zijn miserabele leven. Op een dag staat Dorbeck in Henri’s winkel. Dorbeck is een soldaat die ontzettend op Henri lijkt, alleen is hij de geslaagde versie. Langzaam maar zeker betrekt Dorbeck Henri bij het verzet. Eindelijk heeft hij een doel in zijn leven. Maar als de rook van de Tweede Wereldoorlog optrekt en Dorbeck spoorloos verdwenen blijkt, is het maar de vraag aan welke kant Henri echt gestaan heeft. De meeste literatuurboeken doen me niet zoveel, maar van De donkere kamer van Damokles heb ik genoten. Het mysterie van het al dan niet bestaan van Dorbeck is prachtig en niet op te lossen. Dit zorgt ervoor dat de lezer zich nog lang na het lezen van het boek afvraagt wat echt is en wat niet. Het perspectief is erg goed gekozen. Als lezer zit je op de huid van Henri. Je weet alleen wat hij weet – denkt te weten – waardoor alles een puzzel blijft. Een puzzel die juist daardoor onoplosbaar is, want we krijgen maar één kijk op de zaak te zien. Misschien is Henri wel een onbetrouwbare verteller. Dat weten we niet. Het boek fascineert daardoor des te meer.
14
Hermans heeft naast een steengoed verhaal ook een mooie stijl. Het leest makkelijk weg, waardoor je het boek uit hebt voor je het weet. Het boek krijgt een extra lading als je Hermans’ in de tekst verstopte verwijzingen en aanwijzingen door hebt. Zo is een deel van de puzzel compleet als je het bordje met ‘Hebt u niets vergeten?’ kunt koppelen aan de Leica die inderdaad daar vergeten wordt. Heel mooi. Het loopt naadloos in elkaar over. Fantastisch gedaan en een mooie manier om de schrijver in te laten breken in het verhaal. Het eerste deel van het verhaal verschilt duidelijk van het tweede deel. Het wordt snel verteld. De jaren flitsen voorbij. Toch is het nooit te snel; alleen dat wat van belang is, wordt verteld. De eerste bladzijdes zetten meteen de toon voor de rest van het verhaal. Ik vind het meestal flauw als een auteur zijn of haar boek met een verhaal of droom te begint, maar in dit geval is het niet slechts middel om de lezer nieuwsgierig te maken, maar maakt het verhaal aan het begin van het boek deel uit van een diepere laag. De man op het vlot staat in wezen symbool voor Henri. Hij schept ‘dat gehate water met zijn handen op, om te proberen de brand te blussen!’ en ook Henri probeert door kwaad te doen meer kwaad te voorkomen. Dat het allemaal niet verklaard wordt waardoor iedereen zijn eigen interpretatie van (fragmenten uit) het boek kan geven, is de kracht van het verhaal. Het houdt het mysterie in stand, en juist daardoor is De donkere kamer van Domokles een boek dat je bijblijft. Door Kim Schreurs
Nederland Leest De donkere kamer van Damokles is dit jaar het boek dat centraal staat bij de actie Nederland Leest. De roman is het bekendste werk van Willem Frederik Hermans, die samen met Harry Mulisch en Gerard Reve de Grote Drie vormde; de belangrijkste naoorlogse schrijvers. In het kader van de actie Nederland Leest is De donkere kamer van Damokles de hele maand november gratis mee te nemen bij de bibliotheek. Vraag aan de balie naar het boek.
Oproep Heb je zelf recentelijk nog een geweldig literatuurboek gelezen en wil je andere bovenbouwers dit boek aanraden? Mail ons de titel en schrijver van het boek met een korte motivatie waarom het boek in deze rubriek besproken zou moeten worden of dien zelf een recensie in.
15