Bergerblad nummer 3

Page 1


Voorwoord Je leest alweer de derde editie van het Bergerblad van dit schooljaar. Onze redacteurs hebben de afgelopen weken weer hard gewerkt om enkele leuke artikelen te schrijven voor onderbouwers én bovenbouwers. Dit is het resultaat. Omdat het bijna carnaval is, kleurt de schoolkrant rood, geel en groen. De redactie wenst alle leerlingen, docenten en overige medewerkers van Sint Ursula een fijne vakantie en eine sjoeëne vastelaovendj. Papieren exemplaren van het Bergerblad zijn te lezen en mee te nemen bij de conciërgeloge en in de mediatheek. Als je zelf leuke ideeën hebt voor een nieuwe rubriek, of als je zelf ook een bijdrage wil leveren op wat voor manier dan ook, dan ben je van harte welkom. Kom gerust eens langs tijdens één van onze redactievergaderingen (dinsdag in de middagpauze in E112) of stuur een mailtje naar meneer

Colofon ‘Bergerblad’ is een uitgave van Scholengemeenschap Sint Ursula Postbus 4728, 6085 ZG HORN

Redactie

Jerôme Crijns Sophie Grubben Julia Vosssen

Hoofdredactie: Kim Schreurs Eindredactie

Jos Stollman Bonnie Eggen

Lay-out:

Kim Schreurs

2

Stollman of mevrouw Eggen. Veel leesplezier. De redactie


Inhoud Interview met…

4

Deze keer bevat deze rubriek een bijzonder interview. Sophie en Dilayah spraken met muziekleraar meneer Pisters. Niet over zijn eigen leven, maar over een oud-leerlinge van hem die inmiddels van muziek haar werk gemaakt heeft: Stevie Ann!

Jeugdprinses en Jeugdprins

6

Bij ons op school lopen enkele leerlingen rond die dit jaar met carnaval de eer hebben jeugdprins of jeugdprinses te zijn. In deze rubriek maak je kennis met een prins en een prinses.

Moppen

8

Lig in een deuk om de leukste moppen.

Legendarische auto’s

9

Autofanaat Jerôme Crijns beschrijft in deze rubriek beurtelings een onbetwiste legende in de historie van de automobiel. Eerder kwamen al twee rijdende raketten aan de orde: de Jaguar XJ220 en Maserati MC12. Ditmaal is het de beurt aan een minder extreme, maar minstens zo ontzagwekkende Italiaan: de Alfa Romeo 8C Competizione.

Interview met…

10

Het is voor leerlingen vaak moeilijk om te geloven dat docenten een leven hebben buiten school. Toch hebben ook leraren hobby’s. Soms zijn deze wel heel bijzonder of heeft een docent iets bijzonders bereikt. Na een jaar op onze school lesgegeven te hebben, is Kim Peters Rit nu docente Nederlands in Heythuysen. In haar vrije tijd schrijft ze verhalen. Dit resulteerde in het najaar van 2012 in het POD-boek Snap het dan!.

Recensie Snap het dan!

13

Na het interview met Kim Peters Rit kan een recensie van haar boek Snap het dan! natuurlijk niet ontbreken in deze schoolkrant. Kim Schreurs las het boek en schreef een recensie.

Recensie Nooit meer slapen

14

Literatuurboeken zijn saai. Het lezen ervan wordt echter een stuk leuker als je een spannend of ontroerend boek hebt. In deze rubriek worden deze boeken besproken. Deze editie staat Nooit meer slapen van Willem Frederik Hermans centraal.

Column

15

Spieken: veel leerlingen doen het, alle docenten weten dat het gebeurt. Soms bedenken die laatsten zelfs betere methodes dan je zelf had kunnen verzinnen. Deze column gaat over de kunst van het afkijken.

3


Deze keer bevat deze rubriek een bijzonder interview. Sophie en Dilayah spraken met muziekleraar meneer Pisters. Niet over zijn eigen leven, maar over een oud-leerlinge van hem die inmiddels van muziek haar werk gemaakt heeft: Stevie Ann!

Hoe lang geeft u al les? Dat zou ik moeten tellen. Een jaar of zestien. Waarom bent u muziek gaan geven? Dat was al een wens toen ik van de middelbare school afging. Ik ben naar het conservatorium geweest. Daar kun je muziek leren. Speelt u een instrument? Ik heb in Maastricht trompet gestudeerd. Dat betekent dat ik trompetleraar kan zijn of in een orkest zou kunnen spelen. Wat voor een gevoel krijgt u van muziek? Muziek maken geeft me een gevoel om een taal te spreken. Want muziek is gewoon een taal. Ik ben muziekleraar juist omdat ik het zo belangrijk vind dat anderen ook die taal kunnen begrijpen. Dat doe je het beste op een school! Zou u als u terug kon iets anders doen? Nee, ik zou weer voor een carrière in de muziek gekozen hebben.

Hoe lang heeft u Stevie Ann als leerling gehad? Twee jaar. Het was de eerste keer dat ik een bovenbouw klas had. Havo 4 en 5 als ik het goed zeg. Vond u haar al goed toen u haar voor het eerst hoorde? Toen ik haar in de les had, was ze nog geen Stevie Ann. Ze heette gewoon Stephanie Struik. Haar artiestennaam Stevie Ann heeft ze later aangenomen. Vond u haar muziek al goed? Het nummer You versus me was een onderdeel van haar eindexamen. Je moet dan een compositie schrijven, maar zij was al zo ver dat ze dat nummer in kon leveren. Dat was uitzonderlijk.

4

Ze sprong er toen dus al uit? Ze was toen al in staat om heel veel alleen te doen. Had u ooit gedacht dat ze het zo ver zou schoppen? Dat weet je nooit. We hebben er wel over gesproken. Toen werd er om gelachen, maar twee jaar later was het werkelijkheid. Heeft u haar daarna ooit nog gesproken? Niet echt. We hebben elkaar ooit wat gevraagd via de mail en ik heb haar later nog een keer in Roermond zien optreden. Het zou leuk zijn om haar nog eens te spreken, maar het moet wel spontaan.


Er word gezegd dat ze Amerika aan het bestormen is. Denkt u dat dat gaat lukken? Dat weet je niet. Ik vind het belangrijk dat ze zichzelf blijft. Als mensen in Amerika haar dan leuk vinden, zal het haar zeker lukken om er platen te verkopen. Heeft u albums van haar gekocht? Ik heb geen albums van haar gekocht, maar wel een aantal liedjes. Bent u er trots op dat u een beroemdheid als leerling heeft gehad? Niet echt. Ik vind het fijn voor haar dat ze een carrière begonnen is. Ik ben blij dat ik haar misschien een beetje geholpen heb.

Heeft u later nog eens een ‘Stevie Ann’ in de klas gehad? Ja, drie jaar later heb ik les gegeven aan Kelly Kockelkoren en die is een band gestart. Kennen jullie Kelly Kockelkoren? Nee? Ga maar eens Googelen. Zij is ook goed. En ik heb nu ook leerlingen van wie ik denk dat ze later ook wel hun draai in de muziek zullen vinden. Wat zou u zeggen of vragen als u Stevie Ann nu nog even zou mogen spreken? Ik zou haar eerst feliciteren met haar beroep en zou haar vragen of ze gelukkig is. Door Sophie Grubben

Kijkt u wel eens op internet om te zien wat ze nu doet? Ik lees soms toevallig iets over haar. Het is tien jaar geleden. We gaan beiden onze eigen weg. Ik probeer bij al mijn leerlingen te kijken of ze talent hebben en als dat zo is, dan zeg ik dat tegen ze.

5


6


7


Jan:

'Mijn voorouders stammen nog van Karel de Grote af.'

Henk: 'Opschepper. Dadelijk wil je zeker ook nog beweren dat je voorouders in de ark van Noach meegevaren zijn.' Jan:

'Natuurlijk niet. Die hadden een eigen boot.'

Twee kannibalen moeten in het oerwoud Een vrouw komt thuis met 30

via een levensgevaarlijke lianenbrug een

gloeilampen.

rivier oversteken.

Zegt haar man: "Wat moet je daar nu

De mannelijke kannibaal vraagt galant:

mee?"

"Mag ik u een arm aanbieden?"

Antwoordt de vrouw: "De dokter

"Nee, dank u," zegt het

heeft mij een licht dieet

kannibalenvrouwtje. "Ik heb al

voorgeschreven!"

gegeten."

Rechter:

'Toen u van de tandarts de rekening kreeg, heeft u hem een

Verdachte:

vals biljet gestuurd?' 'Ja natuurlijk. Het gebit was toch ook vals?'

'Vader, ik ben bijna even knap als de meester.' 'Zo, zo.' 'Ja, want we weten allebei bijna even veel nĂ­ĂŠt.' 8 Door Julia Vosssen


Autofanaat Jerôme Crijns beschrijft in deze rubriek beurtelings een onbetwiste legende in de historie van de automobiel. Eerder kwamen al twee rijdende raketten aan de orde: de Jaguar XJ220 en Maserati MC12. Ditmaal is het de beurt aan een minder extreme, maar minstens zo ontzagwekkende Italiaan: de Alfa Romeo 8C Competizione.

Een courante autowijsheid luidt als volgt: je kunt jezelf pas met recht autoliefhebber noemen, wanneer je ooit in het bezit van een Alfa Romeo bent geweest. Dat is niet geheel onbegrijpelijk, gezien het imposante assortiment van Alfa Romeo door de jaren heen. Het van origine Milanese bedrijf heeft talloze auto’s geproduceerd die tegenwoordig langzaamaan in de vergetelheid raken, maar stuk voor stuk hun stempel hebben gedrukt op de historie van de automobiel. Nog altijd doen typebenamingen als ‘Montreal’ of ’33 Stradale’ het hart van Alfisten sneller kloppen. Maar ook recentere modellen als de duivelse 'Sprint Zagato' – niet zonder reden betiteld als ‘il monstro’ – hebben dankzij een oogstrelend uiterlijk furore gemaakt. Afijn, terug naar de 8C Competizione. De connaisseurs onder ons weten dat die naam boogt op eveneens legendarische productiemodellen. Zo verwijst 8C naar de 8-cilinder sportwagens van Alfa, die de autowereld in de jaren dertig van de vorige eeuw domineerden. Het toevoegsel Competizione, hoewel dat op zich weinig uitleg vereist, werd al eerder toegepast in een sublieme sportwagen die aan de Mille Miglia van 1950 deelnam: de Alfa 6C 2500 Competizione. Rest nog de vraag waarom specifiek deze Alfa, de 8C Competizione, het predicaat ‘legendarische auto’ verdient. ’s Werelds bekendste autopresentator en mogelijk Engelands meest humoristische man – jawel, Jeremy Clarkson – noemde dit “quite simply the best looking car ever made”. En dat is, voor iemand die wekelijks een begerenswaardige auto aan een rijtest onderwerpt, niet niks.

Maar geef hem eens ongelijk. Oké, misschien is de 8C niet bijzonder praktisch, en doet hij qua snelheid onder voor een moderne Ferrari. En oké, misschien is de prijs van 250.000 euro (inclusief belastingen, dat dan weer wel) wat aan de hoge kant. Maar toch: deze auto klopt gewoon. De klassieke, door een Ferrari Daytona geïnspireerde verhoudingen; de schitterende, venijnige neus; de subtiele uitlaatpijpen en oogverblindende velgen… Je begrijpt: ik sluit me moeiteloos bij Clarkson aan. Die autowijsheid zal nog wel even blijven bestaan.

9


Het is voor leerlingen vaak moeilijk om te geloven dat docenten een leven hebben buiten school. Toch hebben ook leraren hobby’s. Soms zijn deze wel heel bijzonder of heeft een docent iets bijzonders bereikt. In deze rubriek worden leraren van Sint Ursula Heythuysen en Horn geïnterviewd over hun hobby. We trappen af met oud-leerlinge Kim Peters Rit. Na een jaar op onze school lesgegeven te hebben, is ze nu docente Nederlands in Heythuysen. In haar vrije tijd schrijft Kim verhalen. Dit resulteerde in het najaar van 2012 in het POD-boek Snap het dan!.

Hoe lang schrijf je al? Ik schrijf al zo lang als ik me kan herinneren. Ik denk dat het begonnen is nadat ik in groep 4 een opstel moest schrijven. Dat vond ik toen ontzettend leuk. Daarna ben ik zelf een verhaal gaan schrijven en daar had ik veel plezier in. Dat plezier in schrijven is eigenlijk nooit meer verdwenen en nu heb ik dozen vol geschreven blaadjes bij elkaar gespaard. Veel later, toen we de beschikking hadden over een computer, heb ik ook veel getypt. Al die dozen vol met geschreven verhaaltjes van vroeger zijn denk ik niet voor niets geweest, maar bruikbaar is het ook niet. Snap het dan! is het eerste verhaal dat ook echt klaar is. Hoe is dit boek tot stand gekomen? Het boek Snap het dan! heeft heel wat tijd gekost. Ik heb mijn boek al honderden keren veranderd. Zo heb ik de volgorde van het verhaal veranderd en fragmenten weggelaten en toegevoegd. Tijdens het schrijven zijn er zelfs nog personages weggevallen en in het begin had ik een ander einde voor ogen dan dat het nu is geworden. Het idee voor Snap het dan! kreeg ik toen op 5 havo zat. Destijds heb ik in een schoolschrift wat aantekeningen gemaakt voor het verhaal. Toen ik in het schooljaar 2010/2011 op Sint Ursula in Horn werkte, besloot ik om aan het verhaal te gaan werken. Toen heb ik mij ook voorgenomen om dit verhaal ook echt af te maken. Vlak voor het begin van dit schooljaar had ik het boek af. Ik besloot het op te sturen naar Boekscout.

10


Waarom heb je het boek via POD bij Boekscout uitgegeven? Boekscout is een gemakkelijk bereikbare uitgever, waar de kans op het daadwerkelijk uitgeven van het boek groter is dan bij een reguliere uitgeverij. Het grote verschil is dat een reguliere uitgeverij (bijvoorbeeld Querido of Kluitman) veel boeken laat drukken en dat zij verlies maken wanneer niet al deze boeken worden verkocht. Boekscout laat de boeken printen op bestelling (printing on demand). Pas als iemand een boek wil hebben, wordt het boek geprint. Er worden zo dus geen onnodige boeken geprint of gedrukt, die ergens een in opslagplaats blijven liggen. Hoe reageerden docenten en leerlingen van je school op het uitkomen van je boek? Ik heb ontzettend leuke reacties gehad van leerlingen en docenten op Sint Ursula Heythuysen en Horn! Heel vaak kwamen leerlingen en collega's informeren hoe het met het boek was en of ik al iets had gehoord van de uitgeverij. Voordat het boek bij de uitgever terecht kwam, waren er slechts enkele collega's die op de hoogte waren van de vorderingen. Veel mensen wisten niet dat schrijven mijn favoriete vrijetijdsbesteding was. Toen het boek daadwerkelijk uitkwam, waren de reacties ook geweldig! In een recordtempo kwamen er collega's op mij af die graag een boek wilden bestellen. Ook in enkele klassen waren leerlingen nieuwsgierig. Daarom is er besloten om een paar exemplaren voor de scholen te bestellen. In sommige klassen zijn er al heel veel leerlingen die het boek hebben gelezen en dat vind ik geweldig! Het boek is tenslotte ook voor leerlingen geschreven. Je bent docent Nederlands. Geef je je klas wel eens schrijfopdrachten? Natuurlijk geef ik af en toe wel eens een schrijfopdracht. Dat kunnen we niet iedere week doen, maar het gebeurt regelmatig. Zo heeft mijn brugklas van vorig jaar een krantenbericht geschreven met opmerkelijk nieuws. De opdracht om zelf een verhaal te schrijven heb ik nog niet gegeven, omdat ik denk dat veel leerlingen dit best lastig zullen vinden. Ook denk ik dat niet iedereen dat leuk vindt. Ik moet altijd stiekem lachen wanneer ik een stukje tekst vraag van honderd woorden. Veel klassen reageren dan geschokt: “Honderd woorden?! U bent gek!� Later ziet iedereen in dat honderd woorden niet veel is. De school in het boek is gebaseerd op Ursula Horn. Waaraan kunnen de lezers onze school herkennen? Ik weet niet zeker of het voor de lezers herkenbaar is dat het verhaal zich afspeelt op Sint Ursula Horn. Toen ik het schreef, speelde het verhaal zich daar af in mijn hoofd. Het is heel gek, want dat gebeurde eigenlijk automatisch. Waarschijnlijk kun je het aan kleine details herkennen, bijvoorbeeld aan het feit dat de muzieklokalen op de tweede verdieping liggen. Ook zijn er pilaren in de aula en banken bij het raam. Leek je vroeger op je hoofdpersoon Julia of een ander personage uit het boek? Ik lijk totaal niet op Julia, omdat zij dingen doet die ik vroeger echt niet in mijn hoofd zou halen. Ook is Julia een muzikaal talent en dat ben ik helaas niet. Er zijn weliswaar enkele overeenkomsten tussen Julia en mij, maar ik verwacht dat meerdere lezers iets van zichzelf in Julia herkennen.

11


Heb je personages gebaseerd op leraren of leerlingen van Ursula (Heythuysen of Horn)? Nee, er zijn geen personages gebaseerd op bestaande personen. Ik heb vooral gebruikgemaakt van stereotype personages, bijvoorbeeld de strenge leraar (in het boek meneer Roelofs), de leraar die heel erg meeleeft (meneer Konings) en de leraar bij wie alles mag (meneer Jacobs). Er zijn dus geen leraren of leerlingen van Sint Ursula te herkennen in mijn boek. De kans was te groot dat ik onbedoeld iemand zou kwetsen als ik dat zou doen en dat wilde ik voorkomen. Heb je als scholier of docent ervaring met de onderwerpen uit je boek? Ik denk dat er wat betreft pesten, buitengesloten worden en jaloezie niet heel veel veranderd is ten opzichte van 10 jaar geleden, toen ik in Horn op school zat. Waar mensen bij elkaar zijn, zul je dit soort dingen altijd tegenkomen. Gelukkig heb ik echt pesten nooit hoeven meemaken; niet als leerling en niet als docent. Er wordt wel eens geplaagd onderling en ruzie gemaakt, maar van echt pesten is er in mijn schooltijd geen sprake geweest. Blijf je schrijven? Natuurlijk ga ik verder met schrijven. Ik denk niet dat ik kan stoppen. Ik heb nog een heleboel ideeën waar misschien iets mee gedaan kan worden. Schrijven lukt mij niet elke dag. Soms heb ik er geen tijd voor of geen zin in. Ik zou best nog wel een boek willen schrijven. Waarschijnlijk wordt het dan weer een boek voor jongeren. Waarom moeten we allemaal je boek lezen? Het boek Snap het dan! is een heel spannend boek, waarin Julia te maken krijgt met een vriendin die haar leven wil overnemen. Rosalie, Julia’s vriendin, verft haar haren blond, koopt dezelfde kleren als Julia, leert haar handschrift en sluipt stiekem rond bij Julia's huis. Julia probeert Rosalie uit te leggen dat ze dit niet prettig vindt, maar Rosalie lijkt het niet te begrijpen. Rosalie verandert in een gevaarlijk meisje dat er alles aan doet om Julia’s leven te verpesten. Ik denk dat delen van het verhaal voor velen heel herkenbaar zijn: het leven op school, het omgaan met klasgenoten en het maken van vrienden. Tot slot denk ik dat het verhaal gemakkelijk geschreven is. De zinnen zijn niet zo lang en er worden geen dingen uitgebreid beschreven. Je kunt het natuurlijk zelf gaan lezen om erachter te komen of het klopt en om te ontdekken hoe het verhaal afloopt.

Door Kim Schreurs

12


Titel: Auteur: Uitgeverij: Doelgroep:

Snap het dan! Kim Peters Rit Boekscout Jongeren

Snap het dan! Julia Wilder zit in het laatste jaar van de Havo. Op de eerste schooldag ontmoet ze Rosalie die bij haar in sommige clusters zit. De meisjes hebben veel gemeen en ze worden vriendinnen. Maar Rosalie wil niets liever dan Julia’s leven leiden. Haar jaloezie neemt extreme vormen aan. Boeken die in eigen beheer of via een Printing on Demand (POD) ‘uitgeverij’ uitgegeven zijn, hebben een slechte naam. Niet zonder reden, want veel boeken van bijvoorbeeld Boekscout en Free Musketeers staan vol fouten omdat ze niet gecorrigeerd zijn door een redacteur. Daarnaast maken de schrijvers veel beginnersfouten omdat ze gewoonweg eigenlijk (nog) geen verstand van schrijven hebben. Aangezien dit boek via POD (Boekscout) uitgegeven is, was ik bij voorbaat al een beetje sceptisch. Ik zou graag willen zeggen dat ik daar helemaal van teruggekomen ben, maar dan zou ik liegen. Het gaat op de eerste bladzijde namelijk al mis op enkele punten, vooral in de dialooginterpunctie. Details, dat geef ik toe. Details waar gewone lezers waarschijnlijk niet eens op zouden letten, maar als een redacteur naar de tekst gekeken zou hebben, zou dat niet gebeurd zijn. Dat is niet het enige wat me opviel aan de schrijfstijl. Er wordt aan het begin van het boek ook erg veel uitgelegd en ik stoorde me aan de dialogen. Ik vraag me af voor welke leeftijdsgroep dit boek geschreven is. Voor basisschoolleerlingen is het boek namelijk niet interessant en ook onderbouwers zullen zich moeilijk kunnen identificeren met een hoofdpersoon die in de vijfde klas zit. Het boek is echter ook niet echt geschikt voor bovenbouwleerlingen omdat zij al vaker dit soort boeken gelezen hebben en omdat de onderwerpen die in dit boek centraal staan niet meer zo spelen in hogere klassen waardoor de leerlingen zich er automatisch ook niet meer zo voor interesseren. Het boek is niet echt spannend of verrassend. Het tweede perspectief werkt verwarrend en helaas is aan het einde van het boek nog steeds niet duidelijk wat het nut hiervan was. Ook de personages zijn redelijk stereotiep en niet vernieuwend voor dit type boek. Toch ben ik niet alleen maar negatief over het boek. Ik weet zeker dat veel jongeren zich zullen identificeren met Julia en veel situaties zijn herkenbaar voor middelbare scholieren. Ondanks – of misschien juist dankzij – de zwakke spanningsboog is het boek erg toegankelijk voor onderbouwers en zij zullen het boek dan ook lekker weg vinden lezen. Als je door de beginnersfouten heen kijkt, is wel te zien dat de schrijfster potentie heeft, alleen komt dat er naar mijn mening nog niet helemaal uit. Een schrijfcursus, wat schrapwerk en een redacteur die de opbouw van het boek onder handen genomen had, zouden dit boek goed gedaan hebben. In deze vorm ben ik er echter niet enthousiast over. Heb je het boek gelezen en ben je het niet met me eens? Bedenk dan dat mijn mening slechts één mening is. Ik wil dan ook benadrukken dat iedereen die over dit boek gehoord/gelezen heeft en die het graag wil lezen dit vooral moet doen en een eigen mening moet vormen. Door Kim Schreurs

Snap het dan! staat net als de andere in deze rubriek besproken boeken sinds dit schooljaar onder NJ in de mediatheek. Het boek is geschikt voor leerlingen uit de eerste en tweede klas, en mag op de boekenlijst voor Nederlands. Het boek mag niet gelezen worden voor de literatuurlijst van de bovenbouw.

13


Literatuurboeken zijn saai, dat weet elke bovenbouwer. Natuurlijk is het verplicht lezen van acht of twaalf literatuurboeken niet bepaald de favoriete bezigheid van de gemiddelde zestienjarige. Toch hoeft het lezen van deze boeken niet zo saai te zijn als het vaak is; je moet gewoon de juiste boeken lezen, want er zijn wel degelijk leuke, spannende of ontroerende romans. In deze rubriek worden deze boeken besproken. Deze editie staat 'Nooit meer slapen' van Willem Frederik Hermans centraal. Niet iedereen zal de uitgebreide beschrijvingen van de natuur en van de tocht die hoofdpersoon Alfred Issendorf maakt kunnen waarderen, maar voor jongeren die houden van boeken met een rustig tempo, is dit een absolute aanrader.

Titel: Nooit meer slapen Auteur: Willem Frederik Hermans Uitgeverij: De Bezige Bij

Eindeloze eenzaamheid in Noorwegen; Nooit meer slapen “Nooit meer slapen is een prachtige roman over de worsteling met het leven. Diep in Noorwegen wordt hoofdpersoon Alfred geconfronteerd met zichzelf en zijn gebreken.” Alfred Issendorf is geoloog. Hij gaat op expeditie naar Noorwegen om zijn hypothese te bewijzen zodat hij zijn proefschrift kan voltooien. De reis wordt echter niet wat Alfred ervan verwacht had. Onder de barre omstandigheden in het expeditiegebied komt Alfred tot verrassende inzichten over zichzelf. Nooit meer slapen begint heel mooi met één van de bekendste beginzinnen uit de Nederlandse literatuur. Ook mensen die het boek niet gelezen hebben, zullen deze zin ongetwijfeld kennen: “De portier is invalide.” Er zijn weinig (begin)zinnen waaruit meer kracht spreekt dan uit deze simpele zin van vijf woorden. Het is een zin die alles zegt, en tegelijkertijd niets. Prachtig. Het is bijna onmogelijk om als lezer niet meteen gefascineerd te zijn. Helaas is het eerste hoofdstuk verder behoorlijk saai. Dat geldt eigenlijk voor het hele eerste deel waarin Alfred slechts op zoek gaat naar de luchtfoto’s en voorbereidingen treft voor zijn expeditie. Hoewel de personages zeker interessant zijn, kon de verhaallijn me niet boeien. Dat veranderde op het moment dat de expeditie daadwerkelijk begon. Het is te merken dat dit Hermans' vakgebied is. Niet alleen de eindeloze uitgestrektheid van het landschap wordt prachtig beschreven, ook de tegenslagen waarmee de groep te kampen krijgt, worden benadrukt. Het is onmogelijk niet mee te leven met Alfred die geen luchtfoto’s heeft, ’s nachts niet kan slapen en continu geteisterd wordt door muggen. Zijn eenzaamheid en de confrontatie met zijn ergste angst zorgen ervoor dat Alfred tot nieuwe inzichten over zichzelf komt. Door alles wat hij meemaakt, verandert Alfred van een achterdochtig en wantrouwig personage in een man die zijn eigen beperkingen kent en die zijn zwaktes onder ogen ziet. Die transformatie is mooi om te zien, en alleen al daarom is het boek de moeite waard. Nooit meer slapen is niet zo briljant of beklemmend als De donkere kamer van Damokles, maar de mooie beschrijvingen, de bijzondere personages en natuurlijk Hermans’ geweldige stijl maken ook dit verhaal tot een memorabel boek dat absoluut de moeite van het lezen waard is. Door Kim Schreurs

14


Kim Schreurs zit in 6VWO, is recensente voor uitgeverij The House of Books en is amateurschrijfster. Elke editie schrijft ze over wat haar opvalt aan middelbare scholen in het algemeen en aan onze school in het bijzonder. Deze keer schreef ze over spieken.

De kunst afkijken Met de vele proefwerkweken en de naderende examens in het vooruitzicht, is het weer een actueel onderwerp: spieken. Elke leraar weet dat het gebeurt, maar niet iedereen gaat er hetzelfde mee om. Vooral tijdens proefwerkweken zijn de verschillen tussen docenten duidelijk te merken. Zo mocht ik tijdens sommige proefwerken beslist geen etui op mijn tafel hebben en moest ik mijn tas dichtritsen, terwijl ik bij een ander proefwerk bij wijze van spreken zo ongeveer mijn boek erbij mocht houden. Eerlijk is eerlijk: het is best naïef van leraren om te denken dat leerlingen bij het schrijven van een Duitse brief geen blaadje met standaardzinnen in hun grammaticastencil verstoppen. En ondanks de diverse versies opgavenboekjes bij kijk-luistertoetsen heb ik genoeg verhalen gehoord van leerlingen die codes hadden voor de lengte van de zinnen en zo het (volgens hen) juiste antwoord doorgaven aan vrienden. Van het laatste lijkt het cito zelf inmiddels ook op de hoogte te zijn, want in de officiële examens van 2013 waren de antwoorden zo zorgvuldig mogelijk ongeveer even lang gemaakt. Nog leuker dan de naïeve leraar is het type docent dat alles verdacht vindt. Onwijs irritant als je gewoon een potlood uit je tas wil pakken, maar dit soort geeft je wel hoogstpersoonlijk de beste spiektips. Het zou me overigens niet verbazen als de oorzaak van het feit dat ze zo goed op de hoogte zijn van alle methodes niet zo onschuldig is. Toen ik tijdens een proefwerk ooit een docent van dit type als surveillant had, moest ik zelfs het klepje van mijn rekenmachine in mijn tas stoppen zodat ik eventuele formules die blijkbaar prima in de binnenkant passen niet zou kunnen lezen. Iets minder origineel, maar wel een klassieker bij het afkijken, is het gebruik van de proefwerkblokken waar al formules of begrippen op staan. Deze moeten bij bepaalde leraren dan ook in de tas gestopt worden. Soms mag je zelfs maar maximaal één leeg blaadje op je tafel hebben liggen. Zelf durf ik echt niet te spieken. Ik ben veel te bang om betrapt te worden als ik ook maar één keer op mijn arm geschreven wiskundeformules zou verbergen onder de lange mouwen van een trui. Ik denk dat ik door mijn onervarenheid binnen vijf minuten betrapt wordt. Gelukkig voor mijn docenten heb ik niet de spiekcapaciteiten die een voormalige klasgenoot van mij – die tijdens een proefwerk Frans, terwijl de docent haar recht aankeek, doodleuk haar boek uit haar tas haalde en opensloeg om de betekenis van een woordje op te zoeken – wel had. Er zit voor mij dus niets anders op dan gewoon hard te blokken voor mijn examens. En als ik écht zou willen spieken, dan keek ik de kunst wel af van de docenten.

15


15 maart Proefstudeerdag 13 april Open Dag

Ben je op zoek naar een maatschappelijk verantwoorde studie met prima kansen op de arbeidsmarkt? Aan de Faculteit der Managementwetenschappen volg je onderwijs op het gebied van management en bestuur van bedrijven, non-profit instellingen en overheden. In de faculteit zijn diverse wetenschapsgebieden bijeen gebracht: bedrijfskunde, bestuurskunde, economie en bedrijfseconomie, politicologie, geografie, planologie en milieu.

Manage your

25 april Proefstudeerdag 7 juni Last Minute Radboud

elden: Info en aanm nijmegen.nl

www.studerenin

future!

Faculteit der Managementwetenschappen Bedrijfskunde www.ru.nl/bedrijfskunde International Business Administration www.ru.nl/iba Bestuurskunde www.ru.nl/bestuurskunde Economie en Bedrijfseconomie www.ru.nl/economie International Economics & Business www.ru.nl/ieb Geografie, Planologie en Milieu www.ru.nl/gpm Politicologie www.ru.nl/politicologie Zoek je informatie voor je profielwerkstuk? Check dan: www.ru.nl/profielwerkstuk

@

studievoorlichting@dsz.ru.nl W www.ru.nl/fm facebook.com/rufdm twitter.com/rufdm


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.