Voorwoord Dit is alweer de vijfde editie van het Bergerblad van dit schooljaar. Onze redacteuren hebben de afgelopen weken weer hard gewerkt om enkele leuke artikelen te schrijven voor onderbouwers én bovenbouwers. Dit is het resultaat. Papieren exemplaren van het Bergerblad zijn te lezen en mee te nemen bij de conciërgeloge en in de mediatheek. Als je zelf leuke ideeën hebt voor een nieuwe rubriek, of als je zelf ook een bijdrage wil leveren op wat voor manier dan ook, dan ben je van harte welkom. Kom gerust eens langs tijdens één van onze redactievergaderingen (dinsdag in de middagpauze in E112) of stuur een mailtje naar meneer Stollman. Veel leesplezier.
Colofon ‘Bergerblad’ is een uitgave van Scholengemeenschap Sint Ursula Postbus 4728, 6085 ZG HORN
Redactie
Jerôme Crijns Sophie Grubben Julia Vossen Yannic Hamers
Gastredactie
Kim van den Beuken
Hoofdredactie:
Kim Schreurs
Eindredactie
Jos Stollman Bonnie Eggen
Lay-out:
Kim Schreurs
2
De redactie
Inhoud Interview met…
4
Meneer Bergmans is de coördinator van de bovenbouw van het VWO en was jarenlang geschiedenisdocent op onze school. Zoals iedereen weet, stopt hij na dit schooljaar. Hij heeft namelijk Parkinson en deze ziekte bemoeilijkt zijn functioneren, zeker in een baan als deze. Meneer Van Pruissen volgt hem op.
Moppen
6
Lig in een deuk om de leukste moppen.
Legendarische auto’s
7
Autofanaat Jerôme Crijns beschrijft in deze rubriek beurtelings een onbetwiste legende in de historie van de automobiel. Eerder kwam al een drietal Europese bolides aan de orde. Deze keer de Ferrari F40.
Laatste schooldag
8
Feestende scholieren, knallende muziek, een uitgelaten sfeer: het was niet moeilijk in te zien dat dit een speciale dag betrof. En ‘speciaal’ mag deze 19 april zeker worden genoemd – voor de eindexamenkandidaten was dit officieel de Laatste Schooldag van het jaar.
Kenialoop
10
18 april was de Kenialoop. Alle klassen renden drie kilometer en haalden hiermee geld op voor het goede doel.
Recensie Stad van Beenderen
12
De serie De kronieken van de onderwereld wordt gezien als de opvolger van Twilight. Gaan deze boeken gelezen worden door hordes tienermeisjes? Kim Schreurs las het eerste deel.
Recensie De Engelenmaker
13
Literatuurboeken zijn saai. Het lezen ervan wordt echter een stuk leuker als je een spannend of ontroerend boek hebt. In deze rubriek worden deze boeken besproken. Deze editie staat De Engelenmaker van Stefan Brijs centraal.
Column
14
En toen was het voorbij. “Je bent geslaagd,” zijn de drie woorden die een einde maken aan zes jaar Ursula. En dat voelt… anders dan ik had verwacht.
Impressie Spring Break Party
15
De Spring Break Party was een groot succes. Bekijk hier enkele foto’s.
3
Meneer Bergmans is de coördinator van de bovenbouw van het VWO en was jarenlang geschiedenisdocent op onze school. Zoals iedereen weet, stopt hij na dit schooljaar. Hij heeft namelijk Parkinson en deze ziekte bemoeilijkt zijn functioneren, zeker in een baan als deze. Meneer van Pruissen volgt hem op. Kim Schreurs, Sophie Grubben en Kim van den Beuken spraken hen beiden. Meneer Bergmans: “Ik was drieëntwintig toen ik begon met lesgeven. Na een jaar of vijf besefte ik dat correctiewerk van twaalf klassen tijdens een proefwerkweek niet voor mij weggelegd was. Proefwerken nakijken vond ik een vreselijke, slaapverwekkende bezigheid. Daarnaast was ik ambitieus en wilde ik graag zo snel mogelijk een andere functie. Ik ben dertig jaar coördinator. Ik begon met de tweede en derde klassen van het VWO. Later kwamen H3 en andere lagen erbij. En nu ben ik dus coördinator van de bovenbouw van het VWO. De afgelopen jaren gaf ik ook geschiedenis aan alle 3VWO-klassen. Ik koos voor deze klassen omdat ik de leerlingen alvast wilde leren kennen voordat ik coördinator van ze werd.”
Meneer van Pruissen: “Ik moet toegeven dat ik ook niet van correctiewerk hou. Dat was ook één van de redenen waarom ik gesolliciteerd heb toen ik hoorde dat meneer Bergmans stopte. Daarnaast vind ik het leuk om dingen te organiseren. Dat doe ik al jaren voor onze school. Ik organiseer bijvoorbeeld de internationale uitwisselingen. Ik verwacht dat het coördinatorschap een afwisselende baan is vol onverwachte uitdagingen. Als coördinator bepaal je mede het gezicht van de school en dat spreekt me aan.”
Meneer Bergmans: “Als coördinator had ik minder correctiewerk, maar daar kwam ander werk voor in de plaats. Toen ik net begon, was mijn baan trouwens veel afwisselender. De onderhoud van het gebouw hoorde bij mijn taken, net als het maken van de roosters, samen met een collega. Handmatig, welteverstaan. De eerste keer met de computer ging moeizaam. De computer en het programma waren zeer traag, waardoor het lang duurde voor de roosters klaar waren en ik bijna geen vakantiedagen meer over had. Toen onverwacht een docent uitviel vlak voordat de school weer begon, kon ik weer aan de slag omdat er een nieuw rooster gemaakt moest worden. Daar zal meneer Van Pruissen geen last meer van hebben; tegenwoordig worden de roosters op de computer gemaakt door de roostermaker.”
4
Meneer van Pruissen: “Ik ben ontzettend blij met mijn nieuwe functie. Als coördinator ga ik ervoor proberen te zorgen dat de studeerbaarheid goed is. Ik hoef dan wel geen roosters te maken zoals meneer Bergmans vroeger gedaan heeft, maar ik moet er wel voor zorgen dat het schooljaar zo georganiseerd is dat de kans op succes van de leerlingen waar ik coördinator van word, zo groot mogelijk is. Dat vind ik erg belangrijk.”
Meneer Bergmans: “Ieder jaar weer zijn de leukste momenten als leerlingen, soms na veel moeite of problemen, toch hun doelen op school bereiken. Ik vind het fijn als ik daarbij heb kunnen helpen. Ik kijk met heel veel genoegen terug op mijn tijd op Ursula. De leerlingen waren erg prettig en ik heb veel fijne collega’s gehad. Hoe ik mijn tijd volgend jaar in ga vullen? Dat vraagt mijn vrouw zich ook af. Ik ook. Ik wist natuurlijk al langer dat ik na dit schooljaar zou stoppen, maar nu dringt het pas echt door. Het is allemaal nog een beetje onwerkelijk. Als historicus hoef ik me gelukkig niet te vervelen.”
Meneer van Pruissen: “Meneer Bergmans is niet betrokken geweest bij de keuze voor de nieuwe coördinator. Het is een sollicitatieprocedure waarbij ik uiteindelijk gekozen ben. Je wordt niet zomaar coördinator. Het hielp dat ik me veel ingezet heb voor de school en al jarenlang mentor ben. Overigens krijg ik volgend jaar een dubbele baan, want ik blijf nog een jaartje mentor van mijn V5-klas. Omdat je in de bovenbouw je mentorklas meeneemt en deze leerlingen dus volgend jaar in hun examenjaar zitten, was dat het leukst en fijnst voor de leerlingen. Mijn vaklessen natuurkunde ga ik inzetten in de bovenbouw.”
Meneer Bergmans: “Ik was inderdaad niet betrokken bij de selectieprocedure, maar ik sta helemaal achter de keuze voor meneer van Pruissen als mijn opvolger. Ik ben benieuwd hoe hij het coördinatorschap aan gaat pakken en wat de leerlingen van hem zullen vinden. Wat de leerlingen van mij vinden? Ik hoor vaak dat ik heel relaxt overkom. Daar heb ik nooit bewust moeite voor gedaan; ik probeer gewoon mezelf te zijn. Dat wil ik ook als tip meegeven aan meneer van Pruissen: blijf vooral jezelf en aanvaard de functie met veel ambitie.”
5
"Meester," vraagt Jantje, " mag ik naar de wc?" "Nee," zegt de meester. "Oké," zegt Jantje Dan vraagt de meester: "Waar ligt de grootste plas ter wereld?" Jantje steekt zijn vinger op. "Onder mijn tafel."
"Moeder," vraagt Jantje," waarom krijg jij grijze haren?"
De meester kijkt het huiswerk van Bram na en zegt: "Dit lijkt het handschrift van je zusje wel."
"Nou," zegt moeder,"elke keer als jij stout bent, krijg ik er één bij." "Ooh, nou snap ik ook waarom oma er zo veel heeft!"
Julia Vossen
6
"Dat kan meester,”antwoordt Bram. “Ik heb namelijk met haar pen geschreven."
Autofanaat JerĂ´me Crijns beschrijft in deze rubriek beurtelings een onbetwiste legende in de historie van de automobiel. Eerder kwam al een drietal Europese bolides aan de orde. Deze keer de Ferrari F40. Op het moment van schrijven zit ik achter een krakkemikkig computertje in Bologna, een van de oudste steden van Europa en slechts kilometers verwijderd van Ferrari's kweekvijver in Maranello. Al in het vliegtuig op weg naar de terre dei motori - de regio die behalve Ferrari ook Lamborghini en Maserati herbergt - wist ik dat een Ferrari de afsluiter van deze vijf episodes zou zijn. Alwat me nog restte te doen was kiezen wĂŠlke Ferrari dan de hoofdrol zou spelen. Want behalve de F40 bestaat de roemruchte historie van Italiaanse raspaarden ook uit de 250 GTO, F50, Enzo, 512, en talloze andere vaststaande of potentiĂŤle legendes. En toch viel mijn oog op deze F40, inmiddels een kostbare semiklassieker in autoland. Het klassiek ogende chassis wordt bewoond door een relatief lichte motor, maar zorgt in combinatie met het lage gewicht voor vuurwerk. De feiten spreken dan ook voor zich: 478 pk en een topsnelheid van 317 km/h. Dat maakte deze bolide, die de bekroning vormde op Ferrari's 40-jarige bestaan in 1987, een geduchte concurrent voor zijn land- en streekgenoten, Lamborghini en Maserati. Maar laten we eerlijk zijn: geen van beide maakte echt een kans tegen deze onverschrokken bruut, die bovendien in 4 seconden naar de 100 km/h spoot. Het was dan ook gedurende vier jaar de allersnelste auto ter wereld, totdat de eveneens legendarische Bugatti EB110 hem naar de kroon stak. Zoals het fanatieke Italianen betaamt, herpakten ze zich echter al gauw; amper tien jaar later werd de wereld getrakteerd op een waar huzarenstukje, de F50. Ook de laatste jaren heeft het merk meermaals de toon gezet, en de lat van hypercars hoger gelegd. Toch kunnen weinige van de latere Ferrari's tippen aan de F40 - om nog maar te zwijgen over de toenmalige (pogingen tot) concurrentie. Deze droomauto was het product van Italiaans vakmanschap, strakke maar sierlijke vormen, en een rabiate inborst. De F40 is, met andere woorden, het logische sluitstuk van de rubriek Legendarische auto's. Waarvan akte.
7
Feestende scholieren, knallende muziek, een uitgelaten sfeer: het was niet moeilijk in te zien dat dit een speciale dag betrof. En ‘speciaal’ mag deze 19 april zeker worden genoemd – voor de eindexamenkandidaten was dit officieel de Laatste Schooldag van het jaar. Een korte maand later zouden ze zich opnieuw naar school begeven, maar dan om een veel minder heuglijke reden. Een handvol ijverige leerlingen stortte zich dan ook de volgende dag al vol overgave op de studie. Maar niets van dat alles op de LSD zelf: terwijl sommigen de T-shirts van vrienden met enthousiasmerende teksten bekladden – om te bewaren voor later – swingden anderen als ware festivalgangers op de muziek. Weer anderen gaven de dag op sportieve wijze invulling: door deel te nemen aan het LSD-voetbaltoernooi. Feit is dat deze laatste schooldag een schooldag was om nooit te vergeten. Te midden van alle vrolijkheid en opluchting was dan ook een zekere weemoed te bespeuren: voor velen was dit het laatste moment dat ze elkaar op school, in de hoedanigheid van onbekommerde klasgenoten, zouden treffen. Na de eindexamens en de bijbehorende reeks feesten scheiden ieders wegen zich definitief. En die docenten – tja, die waren toch eigenlijk de rotste niet. Ook hun werd daarom een plekje op de shirts gegund. Toch mocht dat de stemming niet drukken. Na een gemoedelijke ochtend in de feesttent op school diende zich dan ook algauw het volgende feestelijke evenement aan: het gala! Waar veel jongens zich aan het begin van de avond begonnen af te vragen of ze eigenlijk nog wel een geschikt kostuum in huis hadden, kon de voorbereiding voor de meisjes niet vroeg genoeg beginnen: kappersafspraken werden in hoog tempo afgewerkt, het make-upproces
8
versneld in gang gezet, de jurken telkens weer gepast en bijgewerkt – om nog maar te zwijgen over de talloze foto’s die er moesten worden gemaakt.
En het resultaat mocht er zijn. In een bonte stoet van de meest uiteenlopende voertuigen, variërend van zware sportwagens tot creatieve lastminuteoplossingen, werd het veelkoppige publiek getrakteerd op een heel scala aan schitterende verschijningen. Troepen jongens daalden neer uit hoogpotige legervoertuigen, elegante meisjes lieten zich de limousinerit welgevallen. Aan eenieder de eer om de Baexheimerhof, traditioneel uitgedost als feestzaal voor deze gelegenheden, via de rode loper te betreden. Eenmaal binnen werd de spreekwoordelijke champagne ontkurkt; de leerlingen, van VMBO-T tot VWO, feestten alsof het hun laatste avond was. Nog één feestavond, voordat de periode van studie en zorgen aanbrak. Eén feestavond, die optimaal zou worden benut. Eén feestavond – en zo geschiedde. Jerôme Crijns
9
Impressie 1 Dit jaar was de Kenialoop op donderdag 18 april. Het begon allemaal om 12.50 uur. Voor we gingen rennen, speelden de examenleerlingen een wedstrijdje voetbal tegen de leraren. Als je geen zin had om daarnaar te kijken, kon je spelletjes doen zoals ‘Hit the teacher’. Je kon ook hamburgers eten of binnen een ijsje halen. Al het opgehaalde geld ging naar het goede doel in Afrika.
Als eerste moesten de vijfdeklassers rennen, gevolgd door de leerlingen uit de vierde. Daarna waren de tweede en derde klassen aan de beurt. De brugklas was als laatste.
Voordat we gingen rennen, kreeg elke leerling een eigen rugnummer en chip. Het parcours begon bij de fietsenstalling bij de E-vleugel. Daarna renden we het schoolplein op en gingen we de hoek om. Vervolgens renden we een rondje door het bos. Als je over de finish kwam, hoorde je een piep. Dat was je chip die aangaf dat je tijd opgenomen was. Na het rennen kreeg je nog wat te drinken en een certificaat als bewijs dat je had gelopen. Elk leerjaar had zes winnaars: drie jongens en drie meisjes. B1K was de snelste klas. Elke ronde renden er ook drie leraren mee. Bij de brugklas waren dat mevrouw Eggen, mevrouw Janssen en mevrouw De Vogel. Ook daar waren prijzen: mevrouw Janssen werd eerste, mevrouw Eggen tweede en mevrouw De Vogel derde. Na de prijsuitreiking was er ook nog een tombola waar je prijzen kon winnen. Tot slot zong Joep van The Voice Kids een liedje. Ik vond het een heel leuke ervaring.
Julia Vossen
10
Impressie 2 Omdat ik een brugklasser ben, wist ik niet precies wat ik moest doen op de dag van de Kenialoop. Moest je in je sportkleren komen? Hoe laat moest je waar zijn? ‘s Ochtends zag iedereen er werkelijk… sportief uit, laten we het daar op houden. De eerste vier uur les waren allemaal leuk en aardig, maar ik wilde natuurlijk vooral weten wat er zou gaan gebeuren. Iedereen uit mijn klas keek uit naar de frietkraam (de teleurstelling was dan ook groot toen die spoorloos was) en veel leerlingen wilden ‘Hit the teacher’ spelen (helaas geen echte leraren), vooral om een keer goed wraak te nemen voor de overvloed aan huiswerk. Ook kon je cake en hamburgers kopen en binnen stond een ijskraam. Heel veel meer was er niet en als je net als ik lang moet wachten, gaat dat een beetje vervelen. Al snel waren de ouderejaars bezig met rennen. Ik hoorde iemand af en toe namen omroepen van mensen die ik niet kende. Toch nog veel te snel was de brugklas aan de beurt. We waren allemaal een beetje giechelig en wilden weten wat er gebeuren zou. Na een korte onderbreking begonnen we met rennen. Het eerste stuk was redelijk te doen, maar mijn slechte conditie hielp niet echt en al gauw lag ik achter. Na veel gemopper, moeheid en nog meer dingen die ik jullie verder zal besparen, waren mijn twee rondjes voorbij. Ik kreeg een glaasje drinken en al snel lag de beker leeg in de prullenbak. De meeste leerlingen hadden hun rugnummer al weggegooid toen we hoorden dat er een kortingsbon voor sokken op zat. Persoonlijk heb ik niet veel met sokken, maar het was fijn geweest als ze dat eerder gezegd hadden. Daarna was er een soort loterij waar je allerlei dingen – zoals kortingbonnen voor lingerie en zelfs lenzen – kon winnen. Na de tombola was de prijsuitreiking. Joep van The Voice Kids zong nog een liedje en daarna ging iedereen naar huis. Moe maar voldaan, want er zat een mooie dag op. Ook voor mij.
Sophie Grubben
11
Titel: Auteur: Uitgeverij: Doelgroep:
Stad van Beenderen Cassandra Clare The House of Books Young Adults
Normalo's en Schaduwjagers; Stad van Beenderen "Stad van Beenderen is een voorspelbaar fantasyboek. Het is origineel, noch spannend. Misschien amuseren fans van Twilight zich met dit boek, dat wel iets weg heeft van die serie." Stad van Beenderen, geschreven door Cassandra Clare, vertelt het verhaal van Clary. Haar leven wordt op zijn kop gezet als ze de interesse van de Schaduwjagers wekt en haar moeder niet veel later wordt ontvoerd. Clary gaat met de hulp van de Schaduwjagers op zoek naar haar moeder. Hierbij doet ze een aantal verrassende ontdekkingen over haar moeder en zichzelf. Ik ben niet enthousiast over het boek. Ik vond het verhaal niet sterk en de uitwerking nog zwakker. De keuze voor standaard fantasywezens kan ik niet begrijpen. Het maakt het boek “een van de vele” en juist niet origineel. Op het moment zijn weerwolven en vampiers “in”, dus ik snap de keuze ervoor wel, maar ik kan het niet origineel vinden. De wereld van de schaduwjagers is dat wel. Die is ook goed uitgewerkt. Wat ook totaal niet origineel is, zijn de gejatte elementen uit andere boeken. In combinatie met het doorzichtige, omslachtige verhaal zorgt dit ervoor dat ik me ga ergeren. Hierdoor viel het taalgebruik, dat niet altijd even goed is, me extra op. Ik werd niet meteen het boek ingetrokken. Dat is jammer, want daardoor kon de rest van het verhaal me eigenlijk ook niet echt boeien. Dat komt ook deels door de personages. Ik vind ze oppervlakkig en ze komen niet allemaal even goed uit de verf. Ik vond het wel leuk dat bij Hodge en Dorothea niet meteen duidelijk was wie ze nu precies waren en aan welke kant ze stonden. Deze personages maakten het verhaal net iets spannender. Het verhaal is redelijk voorspelbaar en soms totaal niet logisch. Veel aanwijzingen zijn te duidelijk, terwijl andere dingen totaal onverwacht komen. Een aantal verrassingen zijn wel leuk, maar ze zijn niet sterk genoeg om het boek te dragen. Kortom: het verhaal is niet origineel en te voorspelbaar. Met een vernieuwende inbreng en de eigen fantasie van de auteur had dit best een goed boek kunnen worden, mits er iets gevonden was op de voorspelbaarheid. Kim Schreurs Stad van Beenderen staat net als de andere in deze rubriek besproken boeken onder NJ in de mediatheek. Het boek is vooral geschikt voor leerlingen uit de onderbouw, en mag op de boekenlijst voor Nederlands. Het boek mag niet gelezen worden voor de literatuurlijst van de bovenbouw.
12
Literatuurboeken zijn saai, dat weet elke bovenbouwer. Natuurlijk is het verplicht lezen van acht of twaalf literatuurboeken niet bepaald de favoriete bezigheid van de gemiddelde zestienjarige. Toch hoeft het lezen van deze boeken niet zo saai te zijn als het vaak is; je moet gewoon de juiste boeken lezen, want er zijn wel degelijk leuke, spannende of ontroerende romans. In deze rubriek worden deze boeken besproken. Deze editie staat De Engelenmaker van Stefan Brijs centraal. Het is een toegankelijk literatuurboek, omdat het onderwerp veel jongeren aan zal spreken. Titel: De Engelenmaker Auteur: Stefan Brijs Uitgeverij: Atlas
Een dokter die voor God speelt; De Engelenmaker “De Engelenmaker is een meeslepend boek over de gevolgen van genetische manipulatie.� Na jaren van afwezigheid keert dokter Victor Hoppe terug naar zijn geboorteplaats Wolfheim. Hij heeft drie kleine kinderen bij zich. Al gauw gaan er in het dorp verschillende roddels over de kinderen. De dorpelingen kunnen echter niet vermoeden wie de kinderen in werkelijkheid zijn en welke geheimen Victor met zich meedraagt. De Engelenmaker gaat over Victor Hoppe. Als kind wordt hij weggestopt in een klooster vanwege zijn hazenlip. Hier krijgt hij een hekel aan God, omdat God niet alleen leven geeft, maar ook leven neemt. Victor blijkt slim te zijn en hij besluit dat hij dokter wil worden. Hij specialiseert zich in genetica. In tegenstelling tot God wil hij alleen leven geven. Victor gaat echter veel te ver. De personages zijn levensecht. Victor is een verschrikkelijke man, maar omdat je als lezer veel te weten komt over zijn verleden, ga je begrijpen waarom hij de dingen doet die hij doet. Stefan Brijs geeft de lezers inzicht in zijn personages en zorgt ervoor dat je sympathie voor hen krijgt. Het boek is slim opgebouwd. Brijs onthult steeds meer geheimen van zijn personages. Tegelijkertijd wordt de situatie waarin Victor terechtkomt steeds uitzichtlozer. Het verhaal stevent onvermijdelijk af op een afschuwelijk einde. Maar het einde is niet alleen maar verschrikkelijk; het is ook mooi en het maakt het verhaal rond. Het onderwerp van De Engelenmaker is misschien niet heel erg origineel, maar de manier waarop Brijs het uitgewerkt heeft, is dat zeker wel. Het verhaal is vanaf het begin spannend en het laat je niet los. Stefan Brijs heeft een aangename schrijfstijl die prettig wegleest. Hierdoor leest het verhaal vlot. De Engelenmaker is een mooi, rond verhaal. Het onderwerp van het boek is niet typisch literair en omdat het dichter bij de belevingswereld van scholieren (die immers biologie krijgen op school en met levensbeschouwing over de ethische kant van genetica leren) staat, zal het veel jongeren aanspreken. Een aanrader!
13
Kim Schreurs is recensente voor uitgeverij The House of Books en is amateurschrijfster. Ze is geslaagd voor het VWO en gaat volgend jaar Nederlands studeren. In haar laatste column neemt ze na zes jaar afscheid van Ursula.
Afscheid En toen was het voorbij. “Je bent geslaagd,” zijn de drie woorden die een einde maken aan zes jaar Ursula. Als eerste voel ik blijdschap. Gelukkig hoef ik niet nog een jaar naar de middelbare school. Het was een fijne tijd, maar ik ben toe aan een nieuwe uitdaging. Tegelijkertijd valt er een enorme last van mijn schouders. Ik voel me letterlijk vierentwintig schoolboeken lichter nu ik weet dat de afgelopen zes jaar vol hard werken (waarvan drie jaar bestonden uit het uit mijn hoofd leren van de eerder genoemde vierentwintig boeken) niet voor niets geweest zijn. Want hard gewerkt, dat heb ik altijd. En ik heb ook altijd geloofd dat ik in 2013 mijn VWO-diploma zou halen, al geloofden de mensen die moesten beslissen of ik van H3 mocht doorstromen naar V4 niet in me en heeft het me twee jaar gekost ze ervan te overtuigen dat ik het VWO aankon. Gelukkig stonden mijn docenten wel achter me en in deze laatste column wil ik hen daar dan ook nogmaals voor bedanken. Mede dankzij hen loop ik volgende week na zes jaar voor de laatste keer de school uit – mét mijn VWOdiploma. Maar zover is het nog niet. Terwijl op school iedereen middenin een proefwerkweek zit, zit ik thuis en besef ik wat ik stiekem allemaal ga missen aan Ursula. Als scholier leef je natuurlijk vooral naar de pauzes en tussenuren toe, en ik zal volgend jaar zeker nog vaak terugdenken aan hoe gezellig het op deze momenten was met mijn vrienden en klasgenoten. Daarnaast waren mijn docenten ook helemaal zo erg nog niet. Maar voor ik bijna terug ga verlangen naar een tijd die pas net voorbij is, denk ik ook aan de dingen die ik niet ga missen: de gymlessen (slechtste conditie ooit), dagen met vier tussenuren achter elkaar (saaaaaai) en het maken van huiswerk voor vakken waar ik later niets mee ga doen (moet ik dat nog uitleggen?). Voor mij is mijn middelbare schooltijd bijna een tijd die alleen nog in mijn herinnering bestaat. Nadat ik me jaren erop heb verheugd om eindelijk de studie te gaan doen die ik leuk vind, had ik nooit gedacht dat ik ook een heel klein beetje verdrietig zou zijn dat ik straks niet meer op Ursula zit. Blijdschap over het behalen van mijn diploma en enthousiasme over de studie die ik ga volgen, overheersen echter. De vlag kan uit; ik ben geslaagd!
14
15 Foto’s: Yannic Hamers