Schoolgids SG St Ursula Horn 2015

Page 1

N

R HO

ing

en

ern

d Mo

16 0 -2

s

ho c S

id g l o

15 0 2

o

er nd

wi

ne js i

ge

li vei

o

ev mg


Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6

2

7 8 9 10 11

WELKOMSTWOORD ORGANISATIE LEERLINGBEGELEIDING EN FUNCTIONARISSEN INFORMATIEVOORZIENING SCHOOLREGELS KLACHTENREGELING & MELDPUNT VERTROUWENSINSPECTEUR FINANCIテ記E ZAKEN ONDERWIJS NORMEN SLAGINGSPERCENTAGES STICHTING ONDERWIJS MIDDEN-LIMBURG INSPECTIE

VMBO-theoretisch HAVO VWO - Gymnasium/Atheneum Postadres: Postbus 4728 6085 ZG HORN Schooladres: Bergerweg 21 6085 AS HORN Telefoon: 0475-582121 Telefax: 0475-582591 Internet: www.ursula.nl E-mail: administratie@ursula.nl 97e schooljaar 2015-2016

bladzijde 3 9 15 26 32 38 43 49 59 70 73 73


1 | Inleiding

1. WELKOMSTWOORD Beste ouders, verzorgers en leerlingen, Een nieuw schooljaar; een nieuwe uitdaging! Dat geldt zeker ook in het onderwijs, waar elk jaar in feite weer een nieuwe start is voor ons allen om in een prettige en veilige leeromgeving goed onderwijs te bieden en te volgen. Naast het verder ontwikkelen van kennis en vaardigheden, kan elke leerling er steeds beter achter komen over welke talenten en interesses hij of zij beschikt. Met dat alles kan er dan een prima basis gelegd worden voor de toekomst in het vervolgonderwijs en voor het maatschappelijk functioneren. Dat kunnen wij alleen bereiken door een grote betrokkenheid en samenwerking van leerlingen, ouders/verzorgers en medewerkers. Scholengemeenschap Sint Ursula is een streekschool in de Gemeente Leudal met ongeveer 2.300 leerlingen en 230 personeelsleden. Dankzij de twee locaties en een organisatie per afdeling, slagen wij er in om het geheel kleinschalig te organiseren en onze leerlingen te laten ervaren dat ze gekend zijn en gekend worden. Dit gevoel van ‘erbij horen’ en aandacht krijgen, is een voorwaarde voor het doen slagen van onze missie. Scholengemeenschap Sint Ursula heeft daarom, naast de lessen, ook nadrukkelijk aandacht voor onderwijsactiviteiten buiten de school (projecten, (dag)reizen, ed.) en veel aandacht voor cultuur en sport. Via deze schoolgids willen wij alle betrokkenen informeren over de wijze waarop wij dit allemaal willen bereiken en hoe we dat vervolgens organiseren. Behalve via deze gids, worden leerlingen en ouders gedurende het schooljaar over actuele zaken op de hoogte gehouden o.a. middels de website van de school: www.ursula.nl. Onderwijs is samen bouwen aan een toekomst van jonge mensen. Wij hopen daarom dat al onze leerlingen een prettig en leerzaam jaar zullen hebben op onze school en dat wij hen een nieuwe succesvolle stap kunnen laten zetten. Mevr. drs. P.M.L. de Bruijn MBA, voorzitter centrale directie

3


4

2. IDENTITEIT Scholengemeenschap Sint Ursula komt voort uit een katholieke traditie en wil nadrukkelijk een school blijven die denkt en handelt vanuit deze identiteit. Wij willen leerlingen inspireren door een voorbeeld te zijn in zowel het hanteren van normen en waarden als in het nieuwsgierig zijn naar zowel kennis als ‘de ander’. De individualisering van onze huidige maatschappij houdt automatisch in dat wij ons ook vanuit dat perspectief moeten blijven richten op onze leerlingen, rekening houdend met hun individuele behoeften en verschillende achtergronden. Hierdoor geïnspireerd willen wij een scholengemeenschap vormen die in de organisatie en uitvoering van haar onderwijs kenbaar maakt, dat inspiratie de basis is voor persoonlijk leren: leerlingen inspireren in hun leren en in hun groei naar volwassenheid. Leerlingen (leren) inspireren kan iedere medewerker slechts realiseren vanuit zijn eigen inspiratie en gedrevenheid : door daadwerkelijk betrokken te zijn, zich verantwoordelijk te (kunnen) voelen en oog te hebben voor de totale ontwikkeling van de leerling als mens. Wij zetten ons in om ‘te binden’, door o.a. met een open houding duidelijk te maken dat er recht gedaan wordt aan individuele behoeften binnen het totaal van een gemeenschap. Dat betekent in de praktijk dat iedereen zich welkom moet voelen en dat er vanuit een respectvolle houding aandacht en zorg voor elkaar is. 3. MISSIE Scholengemeenschap Sint Ursula wil staan voor onderwijs van kwalitatief hoog niveau, waar aandacht is voor een brede vorming van haar leerlingen in een sfeer van respect en vertrouwen. Daarbij willen wij uitgaan van de mogelijkheden van de (individuele) leerling. Met de begeleiding door deskundig personeel willen wij een persoonlijke ontwikkeling realiseren die leerlingen voorbereidt op een volwaardig functioneren in het vervolgonderwijs en de maatschappij. Scholengemeenschap Sint Ursula wil garant staan voor modern onderwijs in een veilige omgeving en

dat willen wij bereiken door oog te houden voor de persoonlijke ontwikkeling van elke leerling. Wij streven een optimale afstemming na tussen vaardigheden, talenten, competenties en resultaten van leerlingen, waarbij wij ruimte geven aan maatschappelijke en sociale activiteiten en creativiteit stimuleren. 4. HET ONDERWIJS Persoonlijk leren betekent binnen scholengemeenschap Sint Ursula modern onderwijs in een veilige omgeving. Hiermee wil de school tot uitdrukking brengen: • dat zij elke leerling ziet als een individu (hetgeen zij wil doen door te stimuleren, te motiveren en door het optimaliseren van de individuele mogelijkheden) • dat zij bereid is uit elke leerling te halen wat erin zit (uitgangspunt daarbij is dat de school een hoog kwaliteitsniveau koestert en in stand houdt en maatwerk wil bieden) • dat zij dit wil doen met aandacht voor zowel de leerling als voor zijn sociale omgeving. Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) Het vwo biedt een brede algemene ontwikkeling en stelt leerlingen in staat Wetenschappelijk Onderwijs (Universiteit) of Hoger Beroepsonderwijs (HBO) te gaan volgen. Het vwo duurt zes jaar. Het vwo kent twee afdelingen: atheneum en gymnasium. In de onderbouw volgt de Gymnasiumleerling dezelfde vakken als de Atheneumleerling en daarnaast nog Latijn en Grieks; in de bovenbouw wordt naast het atheneumpakket op Gymnasium minstens één klassieke taal gevolgd en neemt het vak Klassieke Culturele Vorming de plaats in van het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming dat op het Atheneum wordt gevolgd. Vanaf het vierde leerjaar volgt de leerling onderwijs in een van de vier profielen: Cultuur en Maatschappij, Economie en Maatschappij, Natuur en Gezondheid of Natuur en Techniek.


Het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) Het havo, dat vijf jaar duurt, biedt een brede algemene ontwikkeling. Het havodiploma geeft toegang tot het Hoger Beroepsonderwijs (HBO). Leerlingen kunnen met dit diploma ook doorstromen naar de vijfde klas van het vwo. Vanaf het vierde leerjaar volgt de leerling onderwijs in een van de vier profielen: Cultuur en Maatschappij, Economie en Maatschappij, Natuur en Gezondheid of Natuur en Techniek. Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) Het vmbo duurt vier jaar. In verschillende leerwegen, van meer praktisch tot theoretisch van aard, krijgen leerlingen onderwijs. De beroepsgerichte leerwegen worden gevolgd in een afdeling naar keuze. Scholen gemeenschap Sint Ursula heeft vier afdelingen: Techniek (elektrotechniek, metaaltechniek, installatietechniek), Bouw (breed), Economie, Zorg en Welzijn. Elke afdeling correspondeert weer met een opleiding in het ROC (Regionaal Opleidingscentrum). De (gemengd) theoretische leerweg is nog niet gericht op een bepaald beroep en is bestemd voor leerlingen die niet veel moeite hebben met studeren en daarmee nog willen doorgaan. Het diploma geeft toegang tot de vak- en middenkaderopleidingen in het ROC, niveau 4 maar ook doorstroming naar het vierde leerjaar van het havo is mogelijk. Het niveau van de theoretische leerweg is vergelijkbaar met het hoogste niveau van het vroegere mavo. Het vmbo-t wordt aangeboden op de locatie Horn.

5. PASSEND ONDERWIJS Sinds 1 augustus 2014 is de wet passend onderwijs van kracht. Doel van de wet is dat alle leerlingen, dus ook leerlingen die extra ondersteuning in de klas nodig hebben, een passende onderwijsplaats krijgen. De essentie van het onderwijs blijft hetzelfde: iedere leerling uitdagen het beste uit zichzelf te halen. In het schoolondersteuningsprofiel van Scholengemeenschap Sint Ursula wordt aangegeven welke mogelijkheden onze school heeft voor de ondersteuning van leerlingen met uiteenlopende onderwijsbehoeften. Het ondersteuningsprofiel treft u aan op de website (www.ursula.nl).





2 | Organisatie SCHOOLLEIDING VOORZITTER CENTRALE DIRECTIE Mevr. drs. P.M.L. de Bruijn MBA

p.debruijn@ursula.nl

LOCATIEDIRECTEUR Dhr. drs. P. Janssen p.janssen@ursula.nl SECTORDIRECTEUREN Dhr. P. Schreurs p.schreurs@ursula.nl sectordirecteur onderbouw Dhr. drs. H. Laumen h.laumen@ursula.nl sectordirecteur bovenbouw TEAMLEIDERS: Dhr. N. Reintjens n.reintjens@ursula.nl teamleider brugklassen Dhr. M. van de Mortel teamleider 2 + 3 + 4 VMBO-T

m.vandemortel@ursula.nl

Dhr. G. Limpens, MEM g.limpens@ursula.nl teamleider 2 + 3 HAVO, Atheneum en Gymnasium Mevr. N. Koolen - Didden n.koolen@ursula.nl teamleider 4 + 5 HAVO Dhr. drs. T. van Pruissen t.vanpruissen@ursula.nl teamleider 4 + 5 + 6 Atheneum en Gymnasium Dhr. E. van den Hout e.vandenhout@ursula.nl teamleider

9


OUDERRAAD De Scholengemeenschap Sint Ursula in Horn heeft een oudervereniging. Het bestuur hiervan vormt de Ouderraad. Deze raad fungeert als contactorgaan tussen de ouders en de school. De leden ervan worden door en uit de ouders van de leerlingen gekozen, volgens een systeem dat de verschillende kernen, waaruit de leerlingen komen, zoveel mogelijk evenredig vertegenwoordigd zijn. De Ouderraad adviseert en werkt mee aan de organisatie van een aantal activiteiten. Bovendien vertegenwoordigt de Ouderraad de ouders bij officiĂŤle gelegenheden. Om contact met de school te behouden belegt de Ouderraad regelmatig vergaderingen, waarbij leden van de schoolleiding aanwezig zijn. De activiteiten van de Ouderraad worden gefinancierd uit de vrijwillege ouderbijdrage. Voor nadere inlichtingen kunnen de ouders zich in verbinding stellen met de leden van de ouderraad. De ouderraad 2015-2016

10

H. Claessen

henrietteclaessen@hotmail.com

A. van Eck

angelinevaneck@hotmail.com

P. Geraets

p.j.m.geraets@hetnet.nl

A. Hendrikx

annemariehendrikx@gmail.com

M. van den Heuvel

markvandenheuvel@gmail.com

M. Julicher

m.a.c.julicher-peters@home.nl

E. Klompen

e.klompen@home.nl

M. van der Laan

marjo.vanderlaan@vodafonethuis.nl

J. Nathalia

james.nathalia@gmail.com

M. Ouborg

margreetouborg@lijbrandt.nl

S. Retera

saskiaretera@hotmail.com

R. Schuurbiers

rinyschuurbiers@gmail.com

F. Severens

f.severens@stichtinglvo.nl

M. Steenkamer

michel.steenkamer@kpnmail.nl

C. Terstegge

jef.cyrille@ezorg.nl

R. Verhoosel

r.verhoosel@home.nl

E. Vijfvinkel

emvijfwinkel@kpnplanet.nl

F. Wetzels

frank.wetzels@rhdhv.com


LEERLINGENRAAD Van de totale schoolbevolking vormen de leerlingen de grootste groep. Het ligt daarom voor de hand dat ook zij hun mening kunnen laten horen. De leerlingenraad stelt zich ten doel de belangen van de leerlingen te behartigen. Naast het luisteren naar klachten en wensen brengt de leerlingenraad ook zelf ideeĂŤn naar voren. In goed overleg met de schoolleiding probeert de leerlingenraad deze ideeĂŤn te verwezenlijken en eventuele knelpunten op te lossen. Contactpersoon namens het personeel is de heer F. Mennen. Namens de leerlingenraad zit een vertegenwoordiger in de medezeggenschapsraad.

Samenstelling leerlingenraad:

Maxime Koopman Jetske Kehrens Elise Sijbers Floor Wijckmans, voorzitter en lid MR

11


DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD De Wet medezeggenschap op scholen (WMS) maakt versterking van medezeggenschap mogelijk in het voortgezet onderwijs. Goed onderwijs betekent onderwijs waar leerlingen, ouders, personeel, bestuur en management achter staan. Ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid. Om dat vorm te geven is medezeggenschap een belangrijk instrument. Door mee te denken en mee te beslissen over wat er op de eigen school en binnen het bestuur gebeurt, draagt men bij aan een goed onderwijsklimaat. De Medezeggenschapsraad bestaat voor de helft uit leden die uit en door de geleding personeel worden gekozen en voor de helft uit leden die uit en door de geleding ouders/leerlingen worden gekozen. De raad bespreekt met de schoolleiding beleidsaspecten van de school. In het reglement medezeggenschap is vastgelegd welke onderwerpen voor advies danwel instemming aan de raad worden voorgelegd. Het secretariaat van de MR is bereikbaar via w.kiggen@ursula.nl Namens de ouders:

12

Dhr. M. van den Heuvel

Nunhemseweg 56 6081 GJ Haelen

Mevr. drs. W.C.G. Moors

Margarethastraat 73 6014 AD Ittervoort

Dhr. P. Takken

Beekstraat 9 6096 AE Grathem

Namens de leerlingen: N. Henckens

Ringweg 47 6097 EC Heel

F. Wijckmans

Broekbeemden 26 6097 DE Heel

vacature Namens het personeel: Mevr. M. Bogman-Bos

Willem Dreesstraat 49 6049 HP Herten

Dhr. drs. J. van Hensberg

Pastoor Van Crugtenlaan 5 6093 EV Heythuysen

Dhr. W. Kiggen, secretaris

Konenhofstraat 1 6005 SB Weert

Dhr. P. Knippenberg

Notaris Ruttenlaan 9 6093 CP Heythuysen

Dhr. T. Linssen

Graaf 6 6101 KE Echt

Mevr. J. Pijls

Abdis Elisabethstraat 17 6041 VX Roermond

Dhr. J. Roumen, voorzitter

Akkerwinde 53 6075 GG Herkenbosch

Dhr. N. Roumen

Reewoude 33.b 6075 NK Herkenbosch



14


3 | Leerlingbegeleiding en functionarissen ALGEMEEN Het goed begeleiden van leerlingen is zeer belangrijk. Een leerling moet zich op school thuis voelen, zich veilig voelen, begeleid worden in het maken van keuzes, studievaardigheden aanleren, individuele zorg ervaren. Samengevat: leren leren, leren leven en leren kiezen. Er wordt een brugklaskamp georganiseerd en klassenactiviteiten; er worden afspraken gemaakt met elkaar over algemene en specifieke schoolregels. Er wordt aandacht besteed aan samenwerken, plannen van huiswerk, studieresultaten worden besproken en er wordt contact onderhouden met ouders/verzorgers. Problemen proberen we te voorkomen, maar soms zijn ze er toch. Veel zijn er snel op te lossen door de vakdocent, de mentor of teamleider. Soms zijn er specialisten binnen de school nodig: leerlingbegeleider, schooldecaan, remedial teacher, faalangstreductietrainer, examenvreestrainer, dyslexiecoach, orthopedagoog of interne zorgcoĂśrdinator. Indien nodig kunnen we een beroep doen op externe hulp.

DE MENTOR De belangrijkste schoolfunctionaris voor ouders en leerlingen is de mentor. Hij is de vertrouwenspersoon bij uitstek, die de speciale zorg voor een bepaalde klas op zich neemt. Hij zorgt voor de noodzakelijke contacten tussen ouders en school, wijst tijdig op problemen, probeert de leerlingen een juiste studiehouding bij te brengen en blijft op de hoogte van de studieresultaten. Ook begeleidt de mentor de leerlingen bij de studie- en beroepskeuze. Een goed contact tussen ouders en school vinden wij erg belangrijk. Ter bevordering hiervan is niet alleen aan elke klas een mentor toegewezen, maar zijn er ook regelmatig ouderavonden waarop een gesprek met mentor en/of vakdocenten mogelijk is. Bovendien ontvangen de ouders 3 x per jaar een rapport. Verder kunnen alle ouders te allen tijde contact opnemen met mentor, teamleider of vakdocenten. Via een email worden de ouders op de hoogte gesteeld van de data van de ouderavonden. Ook op de website treft u een jaarkalender aan. Succesvol presteren op school hangt mede af van een aantal voorwaarden waar de schoolorganisatie weinig of geen invloed op heeft. In dit kader is een goede planning van het huiswerk erg belangrijk. Het is van belang dat leerlingen regelmatig studeren en ook dat zij op tijd op school komen en zo weinig mogelijk lessen missen. In deze zaken ligt een grote verantwoordelijkheid bij de ouders en de leerlingen zĂŠlf: zonder hun medewerking staat de school machteloos!

15


Mentoren onderbouw 2015-2016

16

B1a

Mevr. K. De Jong

k.dejong@ursula.nl

B1b

Mevr. L. Op den Camp

l.opdencamp@ursula.nl

B1c

Mevr. C. Schols

c.schols@ursula.nl

B1d

Mevr. M. Bemelmans

m.bemelmans@ursula.nl

B1e

Mevr. E. Janssen

e.janssen@ursula.nl

B1f

mevr. L. Verstappen

l.verstappen@ursula.nl

B1g

Mevr. S. Henderickx

s.henderickx@ursula.nl

B1h

Mevr. M. Voermans

m.voermans@ursula.nl

B1i

Mevr. V. Egges

v.egges@ursula.nl

B1j

Mevr. M. Crasborn

m.crasborn@ursula.nl

B1k

Dhr. M. Simons

m.simons@ursula.nl

T2a

Dhr. R. Ramaekers

r.ramaekers@ursula.nl

T2b

Dhr. ing. W. Joris

w.joris@ursula.nl

T2c

Dhr. W. Kiggen

w.kiggen@ursula.nl

T2d

Dhr. R. Kessels

r.kessels@ursula.nl

H2a

Mevr. L. Jacobs

l.jacobs@ursula.nl

H2b

mevr. J. Stultiens

j.stultiens@ursula.nl

H2c

Dhr. M. Reijans

m.reijans@ursula.nl

H2d

Dhr. F. Pipping

f.pipping@ursula.nl

A2a

Mevr. M. Smit

m.smit@ursula.nl

C2a

Mevr. I. Van Loo

i.vanloo@ursula.nl

G2a

Mevr. D. Nijs

d.nijs@ursula.nl

T3a

Mevr. M. Gerrits

m.gerrits@ursula.nl

T3b

Dhr. L. van Mulken

l.vanmulken@ursula.nl

T3c

Mevr. ing. V. Verstappen-v.d.Wal

v.verstappen@ursula.nl

T3d

Mevr. P. van Zijtveld

p.vanzijtveld@ursula.nl

H3a

Dhr. J. Blokland

j.blokland@ursula.nl

H3b

Mevr. J. Pijls, MSEN

j.pijls@ursula.nl

H3c

Dhr. T. Hoeijmakers

t.hoeijmakers@ursula.nl

A3a

Mevr. J. Derks

j.derks@ursula.nl

A3b

Dhr. T. Beek

t.beek@ursula.nl

G3a

Mevr. C. Smeets MEd

c.smeets@ursula.nl

G3b

Mevr. C. Quicken MEd

c.quicken@ursula.nl


Mentoren bovenbouw 2015-2016

T4a

Dhr. J. Vestjens

j.vestjens@ursula.nl

T4b

Dhr. T. Pansters

t.pansters@ursula.nl

T4c

Mevr. P. Koolen

p.koolen@ursula.nl

T4d

Mevr. B. Bastings

b.bastings@ursula.nl

T4e

Mevr. V. Hendriks

v.hendriks@ursula.nl

H4a

Dhr. P. Beurskens

p.beurskens@ursula.nl

H4b

Dhr. drs. J. van Hensberg

j.vanhensberg@ursula.nl

H4c

Mevr. D. Larik

d.larik@ursula.nl

H4d

Dhr. R. Bisschops

r.bisschops@ursula.nl

H4e

Dhr. M. Verschuren MEd

m.verschuren@ursula.nl

H4f

Dhr. W. Colier

w.colier@ursula.nl

V4a

Dhr. drs. P. Boonen

p.boonen@ursula.nl

V4b

Dhr. R. van Helden

r.vanhelden@ursula.nl

V4c

Dhr. drs. H. Maasen

h.maasen@ursula.nl

H5a

Mevr. S. van Dijk MEd

s.vandijk@ursula.nl

H5b

Mevr. drs. H. Huskens

h.huskens@ursula.nl

H5c

Dhr. L. Weerts

l.weerts@ursula.nl

H5d

Dhr. H. van der Heijde

h.vanderheijde@ursula.nl

H5e

Mevr. drs. R. Colbers

r.colbers@ursula.nl

V5a

Dhr. dr. L. Custers

l.custers@ursula.nl

V5b

Dhr. J. Jansen MEd

j.jansen@ursula.nl

V5c

Mevr. M. Maas

m.maas@ursula.nl

V6a

Mevr. R. Brulet MSEN

r.brulet@ursula.nl

V6b

Mevr. drs. L. Bors

l.bors@ursula.nl

V6c

Dhr. R. van Helden

r.vanhelden@ursula.nl

V6d

Dhr. J. Heuts

j.heuts@ursula.nl

17


DE VAKDOCENT

De vakdocenten zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de lessen en de begeleiding in hun vak. Ze leren de leerlingen studievaardigheden die met hun vak te maken hebben. Ze hebben daarbij tevens aandacht voor oriëntatie op studie en beroep in de les. Vakdocenten observeren leerlingen en signaleren wanneer het gedrag of de resultaten van de leerling aanleiding geven tot vragen. Een schouderklopje of persoonlijke aandacht van de vakdocent kunnen een positieve bijdrage leveren aan een veilig schoolklimaat voor de leerling.

DE TEAMLEIDER

18

Elke afdeling heeft een teamleider. Deze begeleidt zijn mentoren, aan wie de begeleiding van de leerlingen zoveel mogelijk gedelegeerd is. Hij is voorzitter van de rapportvergaderingen van zijn afdeling en behandelt o.a. disciplinaire zaken. Hij draagt zorg voor de indeling van de leerlingen in de vakbegeleidingslessen en coördineert ook speciale programma’s voor leerlingen zoals het afnemen van de schoolvragenlijst (SAQI), sociale vaardigheidstrainingen, faalangstprogramma’s, examenvreestrainingen en dergelijke.

SCHOOLDECAAN De taken van de schooldecaan liggen in grote lijnen op vijf gebieden: • Het opzetten van Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding (LOB). • Het coachen van mentoren in het kader van Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding. • Het voeren van loopbaangesprekken met individuele en groepen leerlingen. • Het onderhouden van externe contacten. • Het verzorgen van decaanlessen. De schooldecaan zorgt voor het opzetten, aanschaffen of ontwikkelen van programma’s in het kader van LOB. Hij coacht de mentoren in het begeleiden van het loopbaanoriëntatieproces. Leerlingen moeten leren kiezen. Mentoren begeleiden de leerlingen in het ontwikkelingsproces van loopbaanoriëntatie. Zij kennen de leerlingen als geen ander. Ze leren hun vaardigheden in het maken van keuzes, bieden hulp zodat de leerlingen de gevolgen overzien van hun keuzes


en begeleiden om keuzes te durven maken. Daarbij zijn drie aspecten van belang: zelfconceptverheldering, horizonverruiming en invloed van de omgeving. De schooldecaan heeft ook een sturende taak naar de vakdocenten in het opzetten en uitvoeren van loopbaanoriëntatie. De vakdocent verwijst in de les in relevante situaties naar de mogelijkheden van vervolgstudies en/of naar de praktijk van verschillende beroepen. Waar de begeleiding van de vakdocent/mentor niet voldoende blijkt, komt de schooldecaan in beeld. Hij gaat in die gevallen met de individuele leerling aan de slag. De schooldecaan zorgt ervoor dat zijn documentatie up-to-date is en dat hij de leerlingen kan helpen die specifieke informatie nodig hebben over vervolgstudie of beroep. De schooldecaan legt en onderhoudt contacten met vervolgopleidingen en met andere instanties die zich bezighouden met loopbaanontwikkeling. De schooldecaan geeft decaanlessen in bijna alle leerjaren. De schooldecanen zijn: de heer J. Heuts mevrouw J. Pijls, MSEN de heer J. Vestjens

j.heuts@ursula.nl j.pijls@ursula.nl j.vestjens@ursula.nl

DE LEERLINGBEGELEIDER

De leerlingbegeleider is een docent die (naast zijn/ haar lesgevende taak) een opleiding gevolgd heeft in het begeleiden van leerlingen met sociaal-emotionele problemen. Door deze problemen die te maken kunnen hebben met ouders, leeftijdgenoten, docenten of de leerling zelf kunnen de prestaties en/of het gedrag thuis of op school beïnvloed worden. Soms begeleidt hij mentoren en vakdocenten zodat deze in staat zijn de leerling een beter inzicht in zijn/haar situatie te geven.

De leerlingbegeleider is geen therapeut. Wanneer de problematiek om langdurige begeleiding of therapie vraagt, verwijst de leerlingbegeleider de leerling door naar andere vormen van hulpverlening. Tevens geeft de leerlingbegeleider een cursus “Omgaan met verlies”, een cursus “Sociale vaardigheden” (SOVA) en een cursus “Jij en scheiding” (JES). In klas 3 neemt leerlingbegeleider een vragenlijst (stemmingsmeter) af. Het is een onderdeel van het project “Zorg voor de leerling”. Het project heeft als doelstelling het voorkomen van ernstige psychische problematiek bij jongeren in de adolescente levensfase. De leerlingbegeleiders zijn: de heer R. van Helden r.vanhelden@ursula.nl mevrouw D. Nijs d.nijs@ursula.nl

19


DE REMEDIAL TEACHER Een remedial teacher geeft hulp aan leerlingen met leer- en studieproblemen. Veel leerlingen met leermoeilijkheden blijken in de basisvaardigheden hiaten te vertonen waardoor ze beneden hun intelligentieniveau presteren. Ook bij deze leermoeilijkheden wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de dagelijkse schoolpraktijk; er wordt geprobeerd de met name bij de talen en de zaakvakken geconstateerde (kleinere) hiaten in kaart te brengen en ze vervolgens met aan de leerstof gerelateerde oefeningen weg te werken. Wat betreft de leerlingen met studiemoeilijkheden moet gedacht worden aan zaken als: studiehouding, studie-aanpak en studieplanning.

20

De remedial teachers talen zijn: de heer H. Suntjens h.suntjens@ursula.nl mevrouw M. Maas-Killaars m.maas@ursula.nl De remedial teacher rekenvaardigheden is: de heer J. Blokland j.blokland@ursula.nl

DE FAALANGSTREDUCTIETRAINER EN EXAMENVREESTRAINER Een faalangstreductietrainer en/of examenvreestrainer biedt hulp aan die leerlingen die minder presteren of zelfs blokkeren in hun schoolprestaties ondanks een goede voorbereiding op de leerstof. Leerlingen die aantoonbaar last hebben van faalangst of examenvrees, kunnen op school een trainingsprogramma volgen waarin hen de nodige vaardigheden en tips worden aangereikt om beter te kunnen omgaan met hun angst om te presteren bij b.v. proefwerken en examens. Door middel van vragenlijsten die in de brugklas, de derde klas en de examen足klas worden afgenomen probeert men op school faalangst/examenvrees te signaleren. Echter ook de leerling zelf, de ouders, de mentor of de teamleider kan vragen om faalangstreductie足 training of examenvreestraining.


De faalangstreductietrainers/examenvreestrainers zijn: mevrouw M. Crasborn-Vandevenne m.crasborn@ursula.nl de heer F. Mennen f.mennen@ursula.nl mevrouw A. Kelleners-Pil a.kelleners@ursula.nl mevrouw drs. M. Bouwens, MA m.bouwens@ursula.nl

DE DYSLEXIECOACH De dyslexiecoach is gedurende de hele schoolloopbaan de belangenbehartiger van de dyslectische leerlingen en de contactpersoon voor de ouders. Zij fungeert als vertrouwenspersoon bij problemen en zal de leerling en ouders ondersteunen op het gebied van compensatie en dispensatie. Hij/zij zal de leerling begeleiden in het zelfstandig omgaan met zijn dyslexie en hem stimuleren zelf oplossingen te vinden.

De coach geeft geen directe begeleiding met betrekking tot vakken of vakonderdelen. Samen met de leerling en zijn docenten zal er actief gezocht worden naar manieren waarop lees- en spellingproblemen zo min mogelijk een belemmering vormen voor de algemene ontwikkeling. De coach zal regelmatig contact hebben met de dyslectische leerlingen en houdt op vaste momenten spreekuur. Ook is benadering via email altijd mogelijk. De dyslexiecoach is: mevrouw R. Brulet-Adams, MSEN r.brulet@ursula.nl

DE ORTHOPEDAGOOG Ten behoeve van onderzoek en diagnose op het gebied van studie- en onderwijsproblemen en bij sociaal-emotionele vraagstukken heeft de school een orthopedagoog in dienst. De orthopedagoog is lid van het zorgteam dat, waar nodig, extra ondersteuning organiseert. De orthopedagoog is: mevrouw drs. P. Kluskens-Hornix p.kluskens@ursula.nl

21


DE COÖRDINATOR PO-VO

DE INTERNE ZORGCOÖRDINATOR

In het kader van een goede afstemming van de zorg tussen primair en voortgezet onderwijs heeft de school een coördinator PO-VO in dienst.

De interne zorgcoördinator is mede verantwoordelijk voor de organisatie, uitvoering, evaluatie en ontwikkeling van de leerlingenzorg binnen de school. Zij ondersteunt de diverse functionarissen in het uitvoeren van de zorgactiviteiten en schept voorwaarden voor een optimale uitvoering van de leerlingbegeleiding. De interne zorgcoördinator is mede verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling met betrekking tot de interne en externe zorgstructuur.

De coördinator PO-VO adviseert de schoolleiding inzake het beleid op de korte en lange termijn en bewaakt de uitvoering van dit beleid. Hij bewaakt het leerlingenvolgsysteem en de kwaliteit van de leerlingen­besprekingen. Tevens adviseert hij de teamleiders, de mentoren, de interne zorgcoördinator bij de inzet van zorg en de omgang met zorgleerlingen.

22

Tenslotte draagt de coördinator PO-VO er zorg voor dat de schoolleiding een beeld krijgt van (de omvang van) de problemen waarmee zorgleerlingen te kampen hebben en rapporteert hij in hoeverre de zorgstructuur van de school adequaat is voor de gesignaleerde problemen. Hiermee signaleert hij tijdig of er grote problemen dreigen bij het bereiken van het examenniveau.

De coördinator PO-VO is: De heer drs. H. Duisters h.duisters@ursula.nl

De interne zorgcoördinator is: mevrouw drs. P. Kluskens-Hornix p.kluskens@ursula.nl


23


4 | Informatievoorziening

24

Het doorgeven van informatie aan leerlingen, personeel, ouders/verzorgers gebeurt op diverse manieren: • beeldschermen op school: voor de dagelijkse informatie • schoolgids • Magister voor de leerlingen (rooster, berichten) • Magister • vakantiebrief die iedereen ontvangt voor het begin van het schooljaar • mentorkaart • SSU-Informatiebulletin voor ouders en leerlingen (www.ursula.nl) • website www.ursula.nl voor actuele informatie zoals lesrooster, roosterwijzigingen en informatie over schoolse en buitenschoolse zaken • ouderavonden: deze kunnen de vorm hebben van een informatieavond, discussiebijeenkomst en “tafeltjes”-avonden. De data van de verschillende soorten ouderavonden staan vermeld in de jaarkalender. • rapporten: alle leerlingen krijgen drie keer een rapport. De tijdstippen staan vermeld in de jaarkalender. Toegevoegd bij de rapporten verschijnt soms informatie over lopende zaken. • Inzage cijfers en absentieregistratie: de school biedt ouders de service de behaalde cijfers en de registratie van aan- en afwezigheid van hun kind(eren) in te zien via een inlogcode die geldt voor de duur van de hele schoolloopbaan. • Twitteraccount: @UrsulaHorn • Twitteraccount iPadklassen: @iPadklasSSU • https://www.facebook.com/pages/SG-Sint-Ursula-Horn


LESTIJDEN 1e lesuur 2e lesuur 3e lesuur 4e lesuur 5e lesuur 6e lesuur 7e lesuur 8e lesuur 9e lesuur

08.30 - 09.15 uur 09.15 - 10.00 uur 10.00 - 10.45 uur 10.45 - 11.05 uur pauze 11.05 - 11.50 uur 11.50 - 12.35 uur 12.35 - 13.05 uur pauze 13.05 - 13.50 uur 13.50 - 14.35 uur 14.35 - 14.50 uur pauze 14.50 - 15.35 uur 15.35 - 16.20 uur

25 VAKANTIE SCHOOLJAAR 2015-2016 Eerste schooldag Herfstvakantie Kerstvakantie Carnavalsvakantie Paasvakantie Meivakantie 2e Pinksterdag Vrije dag Zomervakantie

: ma 31 aug 2015 : ma 26 t/m vr 30 okt 2015 : ma 21 dec 2015 t/m vr 1 jan 2016 : ma 8 t/m vr 12 febr 2016 : vr 25 t/m ma 28 mrt 2016 : ma 25 apr t/m vr 6 mei 2016 : ma 16 mei 2016 : 29 maart 2016 : ma 25 juli t/m vr 2 sept 2016

BIJZONDERE SCHOOLACTIVITEITEN Zie jaaragenda op de website www.ursula.nl, locatie Horn.


STRENGE AANPAK ”LUXE VERZUIM” Opdat er bij de planning van de vakanties rekening mee gehouden kan worden, zal het vakantierooster voor het schooljaar 2016-2017 vanaf begin november 2015 ter inzage staan op de website van de school.

26

Een verzoek om af te wijken van de vastgestelde data van de schoolvakanties wordt in het algemeen niet ingewilligd. Over het algemeen is extra verlof alleen mogelijk als het beroep van de ouders niet toelaat dat men in de reguliere perioden op vakantie gaat. Andere omstandigheden hebben ondermeer met familiaire zaken rond geboorte, huwelijk en sterfgevallen te maken. De school is verplicht vermoedelijk ongeoorloofd verzuim, het zogeheten ”luxe verzuim”, te melden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente. Tegen de ouders die hun kind(eren) zonder toestemming uit school houden, zal procesverbaal worden opgemaakt. Wilt u meer informatie over de spelregels, of denkt u dat de leerplichtambtenaar u bij een specifiek probleem kan helpen, neem dan contact op met de leerplichtambtenaar in uw gemeente.

CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN (CJG) In de huidige samenleving worden leerlingen en ouders geconfronteerd met vele vragen en twijfels met betrekking tot onderwerpen als schoolkeuze, voeding, huiswerk, zakgeld en gezondheid. Het CJG is een voorziening voor ouders en jeugdigen die hulp kan bieden bij het opvoeden en opgroeien. Het CJG is gratis en werkt anoniem. Voor de jeugd is er een website, die door jongeren wordt bijgehouden. Deze bevat veel betrouwbare informatie over onderwerpen die met opgroeien te maken hebben; www.justyoung.nl. Ouders en jeugdigen kunnen bellen, e-mailen, de website bezoeken en binnenlopen op inloopuren.

Voor de inwoners van de gemeente Leudal en Maasgouw is het CJG Midden-Limburg te bereiken. Telefoon: 088-43 88 300, site: http://www.cjgml.nl/

BURGERSCHAPSVORMING Burgerschapsvorming is geen apart vak, maar kan gezien worden als een algemene taak voor de school. Bij burgerschapsvorming zijn vooral houdingen en vaardigheden van belang. Kennis is daarbij niet onbelangrijk, maar wordt doorgaans al voldoende bijgebracht in het reguliere (vak)curriculum. Het accent ligt op het gebruiken van de school als oefenplaats: het oefenen van democratische principes in klassen- en schoolverband, het bijdragen door leerlingen aan de kwaliteit van de school door ze verantwoordelijkheden en ruimte voor initiatieven te geven. Kortom, leren door te doen.


MEDIATHEEK

Aan het lenen van boeken uit de mediatheek zijn geen kosten verbonden, mits de boeken weer tijdig worden ingeleverd. Het lenen van boeken en het gebruik maken van de computer kan alleen plaats vinden op vertoon van het eigen schoolpasje. Gebruik van het kopieer­apparaat kan tegen betaling in de mediatheek. Hoewel de mediatheek van onze school ruim gesorteerd is en van maandag tot en met vrijdag geopend is (mede dankzij de enthousiaste medewerking van ouders), adviseren wij leerlingen een abonnement op de Openbare Bibliotheek te nemen.Tijdens pauzes vindt alleen uitleen/inname van boeken plaats en kunnen kopieën gemaakt worden. Voor gebruik van de mediatheek zijn bepaalde spelregels geldig: elke leerling ontvangt deze aan het begin van het schooljaar via de mentor. Openingstijden van de mediatheek: dagelijks van 08.30 - 12.45 uur en van 13.05 – 17.00 uur De beheerder van de mediatheek is: De heer G. Ebbekink g.ebbekink@ursula.nl

STILTEKAMER

De school beschikt sinds het najaar van 2002 over een heel bijzondere ruimte. In deze stiltekamer staat de stilte centraal en zij is bedoeld voor alle mogelijke vormen, religieus en niet-religieus, van bezinning, persoonlijk of in groepsverband. De ruimte, het betreft lokaal A106, wordt ingezet bij activiteiten als sociale-vaardighedencursus, faalangst-reductie-training en examenvrees-training, maar ook voor cursussen mindfulness en meditatie voor leerlingen en docenten. Buiten deze geplande activiteiten is de ruimte altijd open en beschikbaar voor ieder die zich even in de stilte wil terugtrekken. Je stapt er uit de school, er is ruimte voor wat je beweegt: verdriet, vreugde of gewoon even niets. De ruimte is sober ingericht met krukken, meditatiebankjes en kussens. Er is een kleine leesplank ingericht met enkele boeken die het meditatieve en bezinnende terrein bestrijken. Verder vind er je elke maand een inspirerende tekst. Voor wie zelf iets wil schrijven of tekenen is er een klapper (‘Stiltekamer, gedachten en gedichten’) en schrijfmateriaal. Iedereen wordt van harte uitgenodigd er eens binnen te wandelen en de stilte te ontmoeten......

GREENROOM: iCreative

De GreenRoom (E108) is een foto- video lokaal waar gewerkt kan worden met het GreenScreen, ook wel ChromaKey genoemd. Het wordt in de filmindustrie gebruikt om personages te plaatsen op een plek die alleen bestaat als achtergrond (foto of film). Het idee is dat leerlingen en docenten die een foto of film willen maken met een speciale achtergrond dat nu kunnen doen in deze ruimte. Veel iPadscholen werken hier al mee en het is ook ideaal voor de module ICT Grafisch waarbij de leerlingen leren werken met Photoshop.

27


LEERLINGENKLUISJES Ter bescherming van privé-eigendom hebben alle leerlingen de beschikking over een leerlingenkluisje. De meeste kluisjes bevinden zich in de garderobe. Het gebruik van een kluisje is opgenomen in het servicepakket. Ouders en leerlingen worden hierover uitvoerig geïnformeerd middels de schoolbenodigdhedenlijst. De leden van de schoolleiding en het hoofd van de conciërges hebben het recht de inhoud van de kluisjes in het bijzijn van de betreffende leerling of in het bijzijn van een ander personeelslid te controleren. De school is niet verantwoordelijk voor diefstal uit de kluisjes.

SPORTIEVE EN CULTURELE VORMING

28

Sport, kunst en cultuur zijn wezenlijk voor een harmonieuze ontwikkeling van de mens. De leerlingen wordt dan ook de gelegenheid geboden om aan tal van activiteiten deel te nemen op recreatief, sportief en cultureel gebied. Informatie hierover wordt verstrekt in het periodiek verschijnend SSU-Informatiebulletin en op de website. Een greep uit de vele culturele activiteiten: zevendaagse Romereis, de meerdaagse en eendaagse stedenreizen, internationale uitwisselingen met scholen in Frankrijk en Spanje, de maatschappelijke stage, ééndaagse vak- en klassenexcursies, de CKV-presentatieavonden van 5 HAVO en 5 VWO, abdijweekend, muziekavonden, avond van de filosofie en schoolfeesten. Op sportief gebied komen de volgende onderdelen jaarlijks terug: zaalvoetbalcompetitie en -toernooien, skiën in Oostenrijk. Jaarlijks is er een sportdag voor alle klassen en daarnaast wordt door vertegenwoordigende schoolteams deelgenomen aan verschillende toernooien, zoals: een triatlon en marathonwedstrijd en de zogenaamde Athenespelen

in Groningen. Tijdens de lessen LO dienen de leerlingen van alle klassen de voorgeschreven schoolsportkleding (schoolshirt en korte broek) te dragen. Voor brildragers wordt een sportbril geadviseerd. Indien een leerling(e) door een blessure e.d. niet kan deelnemen aan de les LO dient hij/zij daar toch aanwezig te zijn.


GENEESKUNDIG ONDERZOEK Alle leerlingen van het derde leerjaar krijgen een uitnodiging van de GGD-jeugdarts voor een uitgebreid gezondheidsonderzoek. Aan de hand van dit onderzoek kunnen rugafwijkingen in een vroeg stadium worden opgespoord. Leerlingen en ouders kunnen voor uitgebreide informatie, (inhoudelijke) vragen en het maken en/of verzetten van een afspraak op verschillende manieren contact opnemen. Adresgegevens, GGD Limburg-Noord, onderdeel van de Veiligheidsregio Postadres: Postbus 1150 5900 BD Venlo Bezoekadres: Drie Decembersingel 50 5921 AC Venlo-Blerick Telefoon: 088-1191111 Voor ouders en/of kinderen/jongeren in de leeftijd van 4-18 jaar Op maandag t/m donderdag van 08.30 - 17.00 uur en op vrijdag van 08.30 - 14.00 uur.

29


5 | Schoolregels SCHOOLREGELS In een school gelden net zoals thuis en in de maat-

schappij regels. Doel van die regels is een ordelijke gang van zaken en een goede sfeer op school te bevorderen. Er wordt toegezien op naleving van deze regels, maar het belangrijkste is, dat elk lid van de scholengemeenschap deze gemeenschap een warm hart toedraagt. Iedereen is dan ook gebonden aan de regels van de school.

30

Deze schoolregels zijn vastgelegd in: • Algemene spelregels • Gedragsregels • Regels mediatheekgebruik • Regels gebruik practicumlokalen • Leerlingenstatuut • Privacyreglement Verder heeft de school met de politie en justitie de afspraak gemaakt dat wetsovertredingen, die in of rond de school plaatsvinden, zullen worden gemeld of aangegeven. In geval van aangifte zullen de ouders hiervan altijd vooraf door de school in kennis worden gesteld. Ook voor leerlingen die 18 jaar of ouder zijn en volgens de wet de volwassen status bereikt hebben, blijven de schoolregels onverkort gelden. De schoolleiding blijft uitgaan van de overlegsituatie met de ouders/verzorgers, tenzij een leerling schriftelijk kenbaar gemaakt heeft zich niet meer onder de jurisdictie van de ouders/verzorgers te (willen) plaatsen. In dat geval zal dan nadere informatie verstrekt worden.

ALGEMENE SPELREGELS 1. Gedrag Alle leden van de scholengemeenschap hebben de opdracht mee te werken aan het handhaven van een ordelijke gang van zaken en een goede sfeer op school. Correct gedrag, vooral een welwillende en hoffelijke houding tegenover alle leden van de scholengemeenschap, is hiervoor natuurlijk een eerste vereiste. Uitgangspunt daarbij is respect voor elkaar ongeacht sekse, ras, geloof of geaardheid. Ook buiten de school wordt van iedereen verwacht zich te gedragen als ambassadeur van de school. 2. Begin der lessen Aan het begin van de lesdag en aan het einde van de pauzes gaat er tweemaal een zoemer. Bij de eerste zoemer begeven de leerlingen zich vanuit de aula naar de leslokalen; bij de tweede zoemer zijn de leerlingen en docenten in hun lokaal en beginnen de lessen. 3. Te laat komen Leerlingen die te laat komen, melden zich bij hun vakdocent die hen ‘te laat’ meldt. Wanneer leerlingen zonder geldige reden te laat komen, zal een passende maatregel volgen. 4. Lessen en lesuitval Alle lessen dienen gegeven te worden op de tijd die daarvoor in het lesrooster staat aangegeven. Voor vragen over het rooster meldt men zich op de roosterkamer (D105). Als een docent aan het begin van een les of studieles niet aanwezig is, gaat de klasvertegenwoordiger naar de roosterkamer; de klas blijft in het lokaal. Bij afwezigheid van een docent kan er een lesomzetting plaats vinden. Voor deze roosterwijzigingen zorgt de roostermaker. De


roosterwijzigingen staan dagelijks vermeld op beeldschermen en op Internet (www.ursula.nl). Als voor leerlingen van de brugklas, tweede klas of derde klas een les uitvalt, melden de leerlingen zich in de E-aula waar ze onder toezicht gaan studeren. Alle overige leerlingen, van wie een les uitvalt, kunnen studeren in de aula, de leerlingenwerkruimten, de mediatheek of de stilteruimte. 5. Huiswerk niet geleerd Heeft een leerling om een geldige reden het huiswerk (gedeeltelijk) niet kunnen leren of maken, dan brengt hij/zij een briefje mee van de ouders; van de teamleider ontvangt de leerling vervolgens een briefje dat voor de aanvang van de lessen aan alle betrokken docenten wordt getoond. 6. Aanwezigheid op school / verlaten schoolterrein Van de leerlingen wordt verwacht dat ze tussenuren en pauzes op school doorbrengen, maar niet in de gangen, in lokalen, in garderobe of op het terrein vóór of naast het schoolgebouw. Om veiligheidsredenen en om overlast in de buurt te voorkomen is het niet toegestaan tijdens tussenuren

en pauzes het schoolterrein te verlaten. In de polisvoorwaarden van de ongevallenverzekering is opgenomen dat er alleen dekking is voor leerlingen die rechtstreeks van school naar huis en terug gaan of, met toestemming van de school, tussentijds een bezoek moeten brengen aan een arts, therapeut en dergelijke. Leerlingen die om andere redenen het schoolterrein tussentijds verlaten, zijn dus niet verzekerd. 7a. Afwezigheid/verlof Wil een leerling vrij hebben, dan moet hij/zij dat op tijd schriftelijk aanvragen bij de teamleider. Wij willen de ouders echter met nadruk vragen afspraken met geneeskundigen te maken buiten de lesuren en zich met hun vakantieplannen te richten naar de schoolvakanties, die in deze schoolgids staan vermeld. De school is verplicht vermoedelijk ongeoorloofd verzuim, het zogeheten “luxe verzuim”, te melden bij de leerplichtambtenaar. 7b. Afwezigheid/ziekte Wanneer een leerling ziek is, moet dit direct bij de school gemeld worden. Het telefoonnummer van de locatie Horn is 0475-582121. Indien een leerling langere tijd niet naar school kan komen, wordt samen met de ouder(s)/verzorgers(s) bekeken hoe het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kan worden voortgezet. Hierbij wordt eventueel gebruik gemaakt van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen.

31


Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling te zorgen voor goed onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de zieke leerling in contact blijft met de klasgenoten en de mentor. De leerling moet weten en ervaren dat hij erbij hoort. Met oog voor de realiteit streeft de school naar het maximaal haalbare. Het continueren van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is onder andere belangrijk om leerachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en sociale contacten zo goed mogelijk in stand te houden. Wanneer u meer wilt weten over onderwijs aan zieke leerlingen, dan kunt u informatie vragen aan de interne zorg­coördinator van de school. De procedures met betrekking tot zieke leerlingen zijn opgenomen in een protocol dat op school aanwezig is en ter inzage ligt voor ouders en belangstellenden.

32

8. Spijbelen Een leerling is verplicht alle voor hem/haar bestemde lessen te volgen. Spijbelen is strafbaar. Bij herhaling wordt de leerplichtambtenaar van de gemeente op de hoogte gesteld. In geval van spijbelen worden maat­regelen genomen, waartoe kunnen behoren: schorsing of verwijdering van school. Heeft een leerling een proefwerk/toets gemist zonder een geldige reden, dan neemt de teamleider een passende maatregel. 9. Verwijdering uit de les Procedure verwijdering uit een vakles Een docent kan een leerling alleen verwijderen uit een vakles indien hij ontoelaatbaar gedrag vertoont. Een leerling mag niet verwijderd worden als hij geen huiswerk heeft gemaakt, geen boeken bij zich heeft of andere spullen is vergeten. Hiervoor zijn andere gepaste straffen die door de vakdocent gegeven worden. Indien een leerling regelmatig en bij herhaling zijn huiswerk of spullen niet in orde heeft,

kan verwijdering volgen. Bij een verwijdering wordt de volgende procedure gevolgd: • De leerling gaat naar de conciërgeloge in de E-aula om een verwijderingsformulier te halen. De leerling blijft het resterende deel van het lesuur in de e-aula en werkt aan het vak. De leerling levert zijn telefoon in bij de conciërgeloge. Deze krijgt de leerling aan het einde van het lesuur terug. • Na het einde van de les meldt de leerling zich bij de betreffende docent. Er vindt een gesprek plaats tussen leerling en vakdocent (of er wordt een afspraak gemaakt om zo’n gesprek op korte termijn te voeren). Leerling en docent bespreken de verwijdering en maken afspraken om herhaling te voorkomen. • De vakdocent vult de vragen op het verwijderingsformulier in en plaatst zijn handtekening. • De vakdocent geeft een vakgerelateerde straf. • De vakdocent neemt (bij voorkeur telefonisch) contact op met de ouder(s)/verzorger(s) om de verwijdering te bespreken. • De leerling laat het verwijderingsformulier thuis ondertekenen en levert het zo spoedig mogelijk in bij de mentor. • De mentor bespreekt de verwijdering met de leerling. • De mentor stopt het formulier in het postvak van de teamleider. Indien het contact tussen leerling en vakdocent dermate verstoord is dat een gesprek niet kan plaatsvinden, zal de teamleider erbij betrokken worden. De vakdocent neemt contact op met de ouder(s)/verzorger(s). Bij de derde verwijdering stuurt de teamleider een brief naar de ouders (via de administratie). Vanaf de vierde verwijdering legt de teamleider aanvullende


strafmaatregelen op (bijvoorbeeld: vierkant rooster / 08.00 uur melden / actief corvee / schorsing). 10. Schorsing Als een leerling zich in of buiten de klas zodanig ongedisciplineerd gedraagt dat een correcte gang van zaken op school ernstig geschaad wordt, kan de locatiedirecteur/teamleider of diens plaatsvervanger met opgave van redenen voor een periode van ten hoogste één week schorsing toepassen. Het besluit tot schorsing dient schriftelijk aan betrokkene en indien deze minderjarig is ook de ouders, voogden of verzorgers van betrokkene te worden meegedeeld. In de regel zal de betrokken leerling(e) tijdens de periode van schorsing op school moeten komen voor het vervullen van taken: de toegang tot de lessen is hem/haar echter ontzegd. Bij schorsing voor een periode langer dan één dag wordt de inspectie schriftelijk en met opgave van redenen van dit feit in kennis gesteld. Als het gedrag na schorsing niet verbetert, kan iemand van school verwijderd worden. 11. Verwijdering Er kan slechts besloten worden tot definitieve verwijdering van een leerling nadat deze, en indien deze minderjarig is, ook de ouders, voogden of verzorgers van de leerling, in de gelegenheid is (c.q. zijn) gesteld hierover te worden gehoord. Op grond van onvoldoende vordering kan een leerling niet in de loop van een schooljaar worden verwijderd. Definitieve verwijdering van een (partieel) leerplichtige leerling geschiedt slechts na overleg met de inspectie. Hangende dit overleg kan de betreffende leerling worden geschorst. De inspectie wordt schriftelijk en met opgave van redenen van een definitieve verwijdering in kennis gesteld. Een besluit tot definitieve verwijdering wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene, en indien deze minderjarig is, ook aan

de ouders, voogden of verzorgers van de betrokkene medegedeeld. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid te verzoeken om herziening van het besluit. Binnen 6 weken na dagtekening van de mededeling betreffende definitieve verwijdering kan door de leerling en, wanneer deze minderjarig is ook door de ouders, voogden of verzorgers van betrokkene, schriftelijk worden verzocht om herziening van het besluit. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 4 weken na ontvangst van het verzoek, neemt het Bevoegd Gezag na overleg met de inspectie en desgewenst andere deskundigen een beslissing op het verzoek om herziening. Daarbij geldt de eis dat eerst de leerling en wanneer deze minderjarig is, ook de ouders, voogden of verzorgers van betrokkene, in de gelegenheid is c.q. zijn gesteld te worden gehoord en kennis heeft c.q. hebben kunnen nemen van de op het besluit betrekking hebbende adviezen of rapporten. Gedurende de behandeling van het verzoek om herziening van een besluit tot definitieve verwijdering kan het Bevoegd Gezag de betrokken leerling de toegang tot de school ontzeggen. 12. Aula’s en garderobes De aula is bedoeld als verblijfplaats voor of na school, tijdens de pauzes en vrije uren. Bij binnenkomst in de school hangen de leerlingen hun jassen op in de garderobe op de hun aangewezen plaats. De garderobe mag niet als verblijfplaats gebruikt worden. 13. Eigendommen Voor het bewaren van geld, waardevolle spullen, kledingstukken enz. heeft iedere leerling een kluisje ter beschikking. Aangeraden wordt nooit geld en andere waardevolle zaken onbeheerd achter te laten, maar deze op te bergen in het kluisje. De school is niet aansprakelijk voor eventueel verlies/beschadiging. Schooltassen dienen tijdens de

33


pauzes meegenomen te worden naar de aula. Alle eigendommen van leerlingen dienen met volledige naam gemerkt te zijn. 14. Schade Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen spullen en voor de spullen die hij in bruikleen heeft. Leerlingen, die beschadigingen of vervuilingen aanrichten aan het gebouw, meubilair, (computer)apparatuur, andere schooleigendommen of andermans eigendommen, zullen daarvoor aansprakelijk gesteld worden.

34

15. Fiets- en bromfietsstalling Alle leerlingen zetten hun fiets volgens de klassenaanduiding in de rekken van de fietsenstallingen en niet op de paden ernaast. Deze stallingen zijn te bereiken via de toegangswegen links en rechts van het schoolgebouw. De stalling bij de hoofdingang is niet bestemd voor fietsen van leerlingen. Voor bromfietsen is een speciale overkapping ingericht. Bromfietsers dienen de motor van hun bromfiets afgezet te hebben als zij het schoolterrein opgaan of erop vertoeven: na het verlaten van het schoolterrein kan de motor weer gestart worden. De (brom-)fietsenstalling is alleen toegankelijk voor het stallen en afhalen van de (brom-)fietsen. De (brom-)fietsen dienen afgesloten te zijn met een deugdelijk slot. 16. Roken, drugs en alcohol Er wordt in het schoolgebouw, op het schoolterrein en bij binnen- en buitenschoolse activiteiten niet gerookt. Het in bezit hebben, verhandelen en gebruiken van alcohol en drugs in het schoolgebouw, op het schoolterrein en bij binnen- en buitenschoolse activiteiten is niet toegestaan. Zich niet houden aan de regel wordt in principe bestraft met schorsing. Indien er sprake is van verhandelen van alcohol en/of

drugs wordt in principe tot verwijdering overgegaan. 17. Veiligheid Gedragingen en/of voorwerpen die de veiligheid van anderen in gevaar kunnen brengen, worden niet getolereerd. Het gebruik van of dreigen met geweld is verboden, evenals het in bezit hebben of afsteken van vuurwerk en het in bezit hebben van slag-, steek- of vuurwapens. Zich niet houden aan deze regel wordt in principe bestraft met verwijdering. 18. Toegankelijkheid van de school buiten lesuren De school is voor leerlingen toegankelijk tussen 08.00-17.00 uur. Op andere tijden mag men alleen onder leiding van een medewerker in het gebouw aanwezig zijn. 19. Schoonhouden van gebouw en schoolterrein Het gebruiken van etenswaren, snoep en drank in klassen, mediatheek, stilteruimte en leerlingenwerkruimten is verboden. Afval dient in de daarvoor bestemde bakken gedeponeerd te worden. 20. Kleine diensten Van de leerlingen kunnen kleine werkzaamheden gevraagd worden in verband met een ordelijke gang van zaken op school, zoals corveeĂŤn, het opruimen, uitruimen of inruimen van een aula, enz. 21. Schoolpas Alle leerlingen krijgen een schoolpas. Deze dient in de mediatheek voor het lenen van boeken en het gebruik maken van de computers. Eveneens dient de schoolpas als identificatiebewijs voor door de school georganiseerde activiteiten zoals feestavonden, culturele voorstellingen, excursies enz. 22. Telefoons en geluidsapparatuur Mobiele telefoons mogen zonder toestemming van de


docent(e) in de leslokalen, de mediatheek, de stilteruimte en leerlingenwerkruimten niet ingeschakeld en niet zichtbaar zijn. Dit geldt ook voor draagbare geluidsapparatuur. In geen enkel geval mogen mobiele telefoons en/of andere apparaten gebruikt worden om foto’s en/of geluidsopnamen te maken van leerlingen en medewerkers. 23. Adreswijzigingen Adreswijzigingen dienen zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de school­administratie te worden doorgegeven. 24. Schooladministratie Alle papieren, die voor de administratie bestemd zijn en papieren die door de school ingevuld en/of ondertekend moeten worden, kan men tijdens de pauzes afgeven op de schooladministratie. Daar kunnen ze de volgende dag weer opgehaald worden. 25. Afmelden Indien een leerling gedurende het schooljaar de school verlaat, dienen de ouders/verzorgers hiervan schriftelijk mededeling te doen aan de schoolleiding voordat deze leerling de school verlaat. 26. Fuiven De school organiseert geen fuiven. Worden er toch fuiven van klassen of groepen van klassen gehouden, dan vallen deze -ook al zouden docenten van hun belangstelling blijk geven- niet onder verantwoordelijkheid van de school. 27. Slot In alle gevallen, waarin deze spelregels niet voorzien, volgt nader overleg met de schoolleiding. Wijzigingen in deze regels blijven voorbehouden, maar worden tijdig bekend gemaakt.

GEDRAGSREGELS Naast de Algemene spelregels gelden voor iedereen die als medewerker of leerling betrokken is bij onze school gedragsregels. Deze worden aan het begin van het schooljaar aan de brugklassleerlingen uitgedeeld en toegelicht door de mentor.

REGELS MEDIATHEEKGEBRUIK

De regels mediatheekgebruik worden aan het begin van het schooljaar aan de brugklasleerlingen uitgedeeld en toegelicht door de mentor

REGELS GEBRUIK PRACTICUMLOKALEN De regels gebruik practicumlokalen ontvangt elke leerling van de vakdocent die les geeft in een practicumlokaal.

LEERLINGENSTATUUT Op onze school is een leerlingenstatuut van kracht. Hierin staan de rechten en plichten die we met elkaar hebben afgesproken om voor eenieder een goede gang van zaken op school te waarborgen. Het leerlingenstatuut kan via de website geraadpleegd worden.

PRIVACYREGLEMENT VERWERKING LEERLINGENGEGEVENS (SOML) Ten aanzien van de gegevens die worden opgenomen in de leerlingen­administratie en de daarbij in acht te nemen privacy schrijft de wet voor dat een privacyreglement van kracht is. Het Bemiddelings-Advies-Team (=BAT: zie klachtenregeling) heeft tot taak toe te zien op de juiste uitvoering van de in het reglement opgenomen bepalingen ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het privacyreglement kunt u inzien binnen Magister ELO. Op school ligt het reglement ter inzage in de docentenkamer en op de administratie.

35


6 | Klachtenregeling & meldpunt vertrouwensinspecteur KLACHTENREGELING

Onze school kent een klachtenregeling. De tekst van deze regeling is op aanvraag verkrijgbaar bij de schooladministratie. De klachtenregeling is tevens te vinden op de internetsite van de Stichting Onderwijs Midden-Limburg (www.soml.nl ->links). Voor behandeling van problemen en klachten op schoolniveau is een Bemiddelings-Advies-Team (BAT) ingesteld. In dit team hebben zitting: een contactpersoon, de vertrouwens足persoon van de schoollocatie alsmede de voorzitter centrale directie. Wie een klacht heeft kan deze melden bij een van de vier volgende personen:

36

De contactpersonen: de heer H. Laumen h.laumen@ursula.nl mevrouw drs. M. Smeets-Jeurissen m.smeets@ursula.nl De vertrouwenspersoon: mevrouw drs. P. Kluskens-Hornix, MSEN p.kluskens@ursula.nl De voorzitter centrale directie: mevrouw drs. P. de Bruijn p.debruijn@ursula.nl Een klacht kan zowel mondeling als schriftelijk worden ingediend.

Indien een klacht niet op schoolniveau kan of mag worden afgehandeld zal de klacht worden doorgeleid naar een externe klachtencommissie. Alle klachten kunnen ook rechtstreeks worden voorgelegd aan de externe onafhankelijke klachtencommissie: Externe Onafhankelijke Klachtencommissie T.a.v. ambtelijk secretariaat, mevrouw E. Kurstjens Postbus 270 5900 AG VENLO U kunt de tekst van het Reglement Externe Onafhankelijke Klachtencommissie vinden op de website van de Stichting Onderwijs Midden-Limburg: www.soml.nl Klachten betreffende het eindexamen moeten worden ingediend bij de voorzitter centrale directie, mevrouw P. de Bruijn. Vertrouwenspersoon voor leerlingen De scholengemeenschap Sint Ursula beschikt over een vertrouwenspersoon voor leerlingen op wie een beroep gedaan kan worden onder andere in geval van pesten, agressie en geweld, discriminatie, racisme, seksuele intimidatie en homoseksuele intimidatie. De vertrouwenspersoon: mevrouw drs. P. Kluskens-Hornix, MSEN p.kluskens@ursula.nl


MELDPUNT VERTROUWENSINSPECTEURS Binnen de inspectie van het onderwijs is een aantal inspecteurs aangewezen als vertrouwensinspecteurs. Deze vertrouwensinspecteurs hebben een adviserende en ondersteunende taak bij klachten rond seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek geweld en psychisch geweld, zoals grove pesterijen alsmede signalen inzake discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme e.d. Ieder bevoegd gezag van een school of onderwijsinstelling is wettelijk verplicht bij een vermoeden van seksueel misbruik contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Deze verplichting geldt voor klachten over leraren, directies en anderen die aan de school contractueel verbonden zijn. Ook als niet meteen duidelijk is of sprake is van strafbare feiten dient de vertrouwensinspecteur ingeschakeld te worden voor overleg. De vertrouwensinspecteur heeft geheimhoudingsplicht bij klachten over seksueel misbruik. Hij of zij zal in alle gevallen in overleg met de klager komen tot afspraken over de verdere afhandeling van de klacht en de stappen die worden genomen. Scholen en ook leerlingen kunnen eveneens contact opnemen met de vertrouwensinspecteur als zich situaties van ernstig fysiek en/of geestelijk geweld hebben voorgedaan. Anders dan bij seksueel misbruik zijn scholen in dit geval niet verplicht zich tot de vertrouwensinspecteur te wenden. Meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 -1113111, op werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur (lokaal tarief). Vanuit het buitenland kunt u bellen naar: +31(0)306706001.

37


INTEGRITEIT

Wet Bescherming Persoonsgegevens

Op grond van de code Goed Onderwijsbestuur van de VO-raad heeft SOML de integriteitscode vastgesteld.

De eisen die de Wet Bescherming Persoonsgegevens stelt gelden ook voor de school. Informatie die wordt bewaard voor de onderwijskundige- en algemene begeleiding van de leerling is niet toegankelijk voor derden en wordt binnen de gestelde termijnen vernietigd.

U kunt de tekst van de integriteitscode vinden op de website van Stichting Onderwijs Midden-Limburg: www.soml.nl. Medewerkers, ouders en leerlingen hebben de mogelijkheid een (vermoeden van een) misstand te melden bij het bestuur van de Stichting Onderwijs Midden-Limburg. Het bestuur zal de melding (laten) onderzoeken en zo nodig passende maatregelen treffen om een geconstateerde misstand op te heffen en voorzieningen te treffen om herhaling te voorkomen. Een vermoeden van een misstand kunt u ook vertrouwelijk melden bij de vertrouwenspersoon integriteit:

38

GGD Limburg-Noord, onderdeel van de Veiligheidsregio Postadres: Postbus 1150 5900 BD Venlo Bezoekadres: Drie Decembersingel 50 5921 AC Venlo-Blerick Telefoon: 088-1191111 Voor ouders en/of kinderen/jongeren in de leeftijd van 4-18 jaar. Op maandag t/m donderdag van 08.30 - 17.00 uur en op vrijdag van 08.30 - 14.00 uur.

Gebruik Public Clouddiensten Scholengemeenschap Sint Ursula maakt gebruik van een stichtingsbreed glasvezelnetwerk. Iedereen die het netwerk van Stichting Onderwijs Midden-Limburg (SOML) gebruikt, wordt geacht kennis genomen te hebben van de Gedragscode ICT. Verder dient men zich te realiseren dat er gebruik gemaakt wordt van de publieke clouddiensten van Google (o.a. Gmail, Google Drive, Google Calendar). Bij het gebruik van deze diensten gelden uitdrukkelijk niet de voorwaarden van SOML, maar die van Google.


Toestemming gebruik nieuwe media Wij willen ons ervan verzekeren dat het plaatsen van foto’s in schoolgids, infobulletin of schoolblog niet zonder toestemming van ouders/verzorgers/voogd/ leerling plaatsvindt. Indien u het problematisch vindt dat foto’s, werkstukken en presentaties van uw kind in de schoolgids, informatiebulletin of op de website van de school geplaatst worden, verzoeken wij u vriendelijk dit bij aanvang van het schooljaar aan ons kenbaar te maken. Informatieplicht aan gescheiden ouders Ook de niet met het gezag belaste ouder heeft volgens het Burgerlijk Wetboek recht op informatievoorziening over het kind. Concreet betekent dit dat beide ouders een inlogcode voor Magister ontvangen en daarnaast via email alle correspondentie waaronder o.a. de uitnodiging voor de ouderavonden. In het protocol informatievoorziening gescheiden ouders beschrijft SG Sint Ursula hoe de informatievoorziening in het geval van gescheiden ouders hoort te verlopen. Algemeen standpunt van de school met betrekking tot de informatievoorziening aan gescheiden ouders is dat beide ouders zoveel mogelijk naar de informatie- en/of ouderavonden dienen te komen. Indien dit niet mogelijk of wenselijk is, verwacht de school dat de ouder die met het gezag over het kind is belast (verzorger), de andere ouder informeert. Is dat niet mogelijk dan kan er via email contact worden opgenomen met de betreffende teamleider. Het volledige protocol Informatievoorziening gescheiden ouders treft u aan op de website www.ursula.nl. (ouders).

39


40


7 | Financiële zaken BANKREKENINGNUMMER Het IBANnummer van Scholengemeenschap Sint Ursula Horn is NL85RABO123499216 van de Rabobank te Roermond, ten name van Scholengemeenschap Sint Ursula, locatie Horn.

DE SCHOOLBIJDRAGE Door betaling van de schoolbijdrage wordt de leerling in staat gesteld gebruik te maken van een servicepakket dat bestaat uit tal van voorzieningen die weliswaar geen deel uitmaken van het reguliere onderwijsaanbod, maar daaraan wel faciliteiten verlenen. Voor het schooljaar 2015-2016 is de schoolbijdrage in overleg met de MR vastgesteld op € 125,= per leerling. De schoolbijdrage bestaat uit een vrijwillige ouder­bijdrage, de huur van een locker, betaling van klassikale excursies inclusief entrees tijdens activiteitendagen in september en april, gedeeltelijke subsidiëring van educatieve excursies en schoolreizen, gebruikmaking van de Elektronische Leer Omgeving (ELO), aanschaf eerste proefwerkblok, verstrekking leerlingenpasje en projectmaterialen. Door de betaling van de schoolbijdrage worden voorts allerlei activiteiten mogelijk gemaakt, zoals een goed functionerende ouderraad, het informatiebulletin, digitale inzage cijfers leerlingen, sportdagen, schoolfeesten, organisatie projectdagen, verzekeringen, gebruikmaking van de mediatheek. Bovendien worden uit deze gelden per leerjaar een aantal specifieke activiteiten gesubsidieerd.

WIJZE VAN BETALING VAN DE VRIJWILLIGE OUDERBIJDRAGE Voor het innen van bijdragen voor bijvoorbeeld excursies en andere schoolkosten, gebruikt SG. Sint Ursula het programma WIS Collect. Hoe werkt WIS Collect? U ontvangt van SG Sint Ursula, van het e-mailadres no-reply@ursula.nl, een e-mail met daarin een link. Door op deze link te klikken, komt u terecht op de website van WIS Collect , de online bestelen betaalomgeving van SG Sint Ursula. In deze omgeving kunt u zich o.a. aanmelden voor een excursie of activiteit, bestellen zelfaanschaf en betaling van de vrijwillige ouderbijdrage. U kunt zelf kiezen op welke manier u wenst te betalen: een directe online betaling via iDEAL of een overboeking.

DE BEGROTING

Voor belangstellenden ligt de begroting van Scholengemeenschap Sint Ursula ter inzage op de schooladministratie. Bovendien kan de begroting ingezien worden op de website van de school met behulp van de toegekende inlogcode onder het tabblad ouders.

41


De verzekerde bedragen zijn:

SPONSORING De Stichting Onderwijs Midden-Limburg onderschrijft het convenant sponsoring zoals dat voor het primair en voortgezet onderwijs in 1997 is geaccordeerd. Bij sponsoring op de scholen van de stichting zal dienovereenkomstig worden gehandeld, met inachtneming van hetgeen daarover in de wet medezeggenschap is bepaald.

SCHADEREGELING EN VERZEKERING

42

1. Aansprakelijkheidsverzekering.Stichting Onderwijs Midden-Limburg heeft een aansprakelijkheidsverzekering met een maximale verzekerde som van € 2.500.000,00 per aanspraak met een eigen risico van € 250,00 per aanspraak voor schade aan zaken. Het risico van schade veroorzaakt door de stagiaires tijdens hun tewerkstelling aan zaken die toebehoren aan, respectievelijk onder beheer zijn van bedrijven waar de stagiaires werkzaam zijn, is tot een maximum bedrag van € 11.345,00 per aanspraak meeverzekerd met een eigen risico € 113,00 per aanspraak. Er wordt van uit gegaan dat de leerlingen c.q. ouders voor hun eigen aansprakelijkheid zelf een verzekering afsluiten. 2. Ongevallenverzekering. Deze verzekering is van kracht voor ongevallen, die de leerlingen overkomen gedurende de tijd, dat ze onder toezicht staan van leerkrachten en/of hulpkrachten (ook tijdens de excursies, stages, e.d.), evenals gedurende het rechtstreeks gaan van huis naar school, respectievelijk van huis of school naar een andere door de schoolleiding of leerkracht/hulpkracht aangegeven plaats en terug. Er is derhalve dekking voor de leerlingen, die onderweg zijn om ‘s middags thuis te gaan eten, mits zij zich rechtstreeks van school naar huis en vice versa begeven. Geen dekking is er voor de leerlingen die tijdens de schooltijden op eigen gelegenheid het terrein verlaten.

908,-

bij overlijden

€ 31.765,-

maximaal bij blijvende invaliditeit

908,-

voor kosten van geneeskundige behandeling (secundaire dekking

136,-

voor tandheelkundige behandeling per element (secundaire dekking na een ziektekostenverzekering).

Volledigheidshalve zij vermeld, dat schade aan goederen, zoals aan brillen en fietsen niet onder de verzekering vallen. 3. Reisverzekering. Voor reizen of activiteiten kan naast de ongevallenverzekering een reisverzekering zijn afgesloten. Per reis wordt vooraf bepaald of een reisverzekering noodzakelijk is. De dekking van de reisverzekering is: • extra kosten (verzekerd tegen kostprijs):

a

Kosten van opsporing, redding, repatriëring.

b

In geval van overlijden de kosten van vervoer van het stoffelijk overschot naar de woonplaats in Nederland.

c

Extra reiskosten en extra kosten voor (verlengd) verblijf wegens ziekte, ongevalsletsel, werkstaking, natuurrampen of klimatologische omstandigheden.


d

Extra reiskosten voor de terugroeping wegens familieomstandigheden en ernstige zaakschade in Nederland.

e

Telecommunicatiekosten ad € 50,00 i.v.m. gebeurtenissen als omschreven in de subs a t/m d.

• Reisbagage € 500,00 (beschadiging, diefstal, verlies of vermissing). € 100,00 eigen risico voor bagage per persoon per reis. € 2.500,00 medische apparatuur (eigendom of bruikleen). Aandachtspunten: • Uitdrukkelijk zij vermeld, dat bij diefstal, verlies of beschadiging geen vergoeding geen vergoeding wordt uitgekeerd indien niet de normale voorzichtigheid in acht is genomen. • Geld, cheques en creditcards zijn niet meeverzekerd. • Apparatuur is niet verzekerd indien onbeheerd in een voertuig achtergelaten. • Bij een beroep op de reisverzekering dient in alle gevallen een bewijs van aangifte bij de politie verstrekt te worden. In geval van schade: De schooladministratie dient zo spoedig mogelijk van een schadegeval in kennis te worden gesteld! De betrokkene ontvangt dan een schadeformulier, dat hij na invulling weer bij de administratie inlevert. Daarbij dient tevens een verklaring van de eigen zorgverzekeraar omtrent het eigen risico te worden bijgevoegd. De schooladministratie zendt vervolgens het ingevulde schadeformulier en verklaring omtrent het eigen risico, met alle op het geval betrekking hebbende originele nota’s naar Zicht risico- en verzekeringsadviseurs t.a.v. schade-afdeling in Weert. Zij zorgen voor verdere afhandeling van de schadevergoeding. Voor vragen kunt u contact opnemen met

mevr. J. Abelen Telefoon: 0475-213052 e-mail: j.abelen@soml.nl Postadres en e-mailadres van de schade-afdeling: Zicht risico- en verzekeringsadviseurs T.a.v. schade-afdeling Postbus 10431 6000 GK WEERT e-mail: zorg.zuid@zichtadviseurs.nl

43


TEGEMOETKOMING SCHOLIEREN

Het kwartaal volgend op de 18e verjaardag van de leerling vervalt automatisch de kinderbijslag. Scholieren in het voortgezet onderwijs hebben vanaf dat moment recht op tegemoetkoming scholieren. De tegemoetkoming bestaat uit een basistoelage en, eventueel, een aanvullende toelage. De hoogte van de basistoelage is afhankelijk van de woonsituatie van de leerling. De hoogte van de aanvullende toelage is afhankelijk van het inkomen van de verzorgende ouder en zijn of haar partner. Is het verzamelinkomen in 2012 niet hoger dan € 35.764, - dan heeft de leerling recht op de volledige aanvullende toelage. Bij een hoger inkomen neemt de aanvullende toelage met elke meer verdiende euro af en kan betekenen dat er geen recht is op een aanvullende toelage. De tegemoetkoming moet bij voorkeur 3 maanden voordat er recht op bestaat worden aangevraagd.

Bedragen 2015: Basistoelage

44

-inwonend

€ 111,53

-uitwonend

€ 247,59

Aanvullende toelage -onderbouw

76,70

-bovenbouw

83,99 (HAVO 4 en 5, VWO 4, 5 en 6).

Eindexamenkandidaten hebben recht op de tegemoetkoming tot en met de maand waarin de examencommissie de uitslag van het examen bekend heeft gemaakt. Leerlingen die een vervolgopleiding MBO, HBO of universiteit gaan volgen, kunnen een overbrugging aanvragen voor de maanden tussen de oude en de nieuwe opleiding. Deze periode mag niet langer zijn dan 4 maanden. De overbrugging kan aangevraagd worden met het formulier wijzigen scholier. Daarnaast moet de leerling studiefinanciering aanvragen voor de vervolgopleiding. Informatie is verkrijgbaar op het decanaat of bij één van de servicekantoren van de Dienst Uitvoering Onderwijs en op www.duo.nl


TEGEMOETKOMING OUDERS Voor de schoolkosten van kinderen tot 18 jaar kunt u als ouder in bepaalde situaties een tegemoetkoming ouders aanvragen. Een tegemoetkoming wordt verstrekt voor kinderen die een MBO BOL opleiding volgen. Ook voor leerlingen in het VAVO en particulier onderwijs kan een tegemoetkoming ouders worden aangevraagd. Deze tegemoetkoming kan niet voor leerlingen in het regulier voortgezet onderwijs worden aangevraagd (zoals onze school). Hiervoor is het kindgebonden budget ingevoerd. Het kindgebonden budget is, net als de tegemoetkoming ouders, een inkomensafhankelijke bijdrage in de kosten voor kinderen in de leeftijdsgroep van 12-17 jaar en wordt verstrekt door de Belastingdienst. Voor meer informatie zie www.toeslagen.nl Vanaf schooljaar 2015/2016 wordt de Tegemoetkoming ouders afgeschaft. Daarvoor in de plaats kunnen ouders terecht bij kindtoeslagen van de Belastingdienst.

STUDIEFINANCIERING Leerlingen op het MBO hebben vanaf het eerste kwartaal na hun 18e verjaardag recht op studiefinanciering en een studentenreisproduct. Studenten op het HBO en universiteit hebben ook recht op studiefinanciering en een studentenreisproduct wanneer ze nog geen 18 jaar zijn. De studiefinanciering moet men drie maanden voor het recht op studiefinanciering bestaat aanvragen. Voor meer informatie over de hoogte en de vorm van de studiefinanciering kan men terecht bij het decanaat van onze school en bij de Dienst Uitvoering Onderwijs.

45


INLICHTINGEN Voor alle vragen over Tegemoetkoming Scholieren, Tegemoetkoming ouders en Studiefinanciering kunt u terecht bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Als u vragen heeft over uw persoonlijke situatie, zorg dan dat u uw burgerservicenummer bij de hand heeft. Telefoon: 050-5997755 op werkdagen van 09.00 tot 17.00 uur. Internet: www.duo.nl Dichtstbijzijnde servicekantoren: Servicekantoor Sittard: Servicekantoor Eindhoven: Walramstraat 11 De Witte Dame 6131 BK Sittard Clausplein 6 Voor openingstijden kijk op www.duo.nl 5611 XP Eindhoven Het kantoor in Sittard sluit per 1 januari 2016. Bij het servicekantoor in Eindhoven kunt u alleen op afspraak terecht. Een afspraak maakt u via www.duo.nl

46

ZIEKENFONDS EN KINDERBIJSLAGWET De studieverklaringen van het Ziekenfonds of de Kinderbijslagwet (voor zover deze door u nog worden ontvangen), die ter ondertekening aan de administratie van de school worden aangeboden, behoren door de ouders zelf zo volledig mogelijk ingevuld te worden (het betreft hier verklaringen die betrekking hebben op studerende kinderen, ouder dan 16 jaar).


8 | Onderwijs DE BRUGKLAS De leerlingen komen van veel verschillende basisscholen en worden op grond van adviezen en testuitslagen geplaatst in een van de volgende brugklassen: • • • • • • •

brugklas VWO+ brugklas VWO brugklas VWO-kans brugklas HAVO brugklas HAVO-kans brugklas VMBO theoretisch synthese brugklas

Gedurende de eenjarige brugperiode krijgt de leerling de gelegenheid te ervaren en te laten zien of de voorlopige indeling juist is. De leerlingen in de diverse brugklassen volgen les in de volgende vakken: Nederlands, Frans, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, biologie, muziek, tekenen/beeldende vorming, techniek, verzorging, levensbeschouwing, lichamelijke opvoeding, rekenen en indien nodig, extra ondersteuning bij taal- en rekenvaardigheden. Incidenteel wordt tijdens het schooljaar de mogelijkheid geboden van brugklastype te veranderen. Aan het einde van het brugklasjaar wordt de leerling gericht bevorderd. Dat wil zeggen dat de school bepaalt welk schooltype de leerling gaat volgen: Gymnasium, Atheneum, HAVO, VMBO theoretisch of VMBO elders. Leerlingen en ouders kunnen van deze beslissing afwijken door een voorzichtiger keuze te maken. Leerlingen die bij aanmelding nog niet voldoen aan de LVS-criteria krijgen een jaar de tijd om, met extra begeleiding, de hiaten weg te werken om zo toch naar het gekozen niveau door te stromen. Er is een HAVO- en een VWO-kansklas. Doubleren in de brugklas is in principe niet mogelijk, behalve in geval van langdurige ziekte of andere buitengewone omstandigheden.

De eerste maanden van het schooljaar (tot aan het eerste rapport) worden de extra lessen gebruikt om de leerlingen vertrouwd te maken met een aantal aspecten van school en studie en ook om hun een goede (huis)werkwijze bij te brengen. Tevens wordt gedurende een aantal lessen aandacht besteed aan verkeerseducatie en voorlichting over de gevolgen van het gebruik van alcohol en tabak. Ná het eerste rapport krijgen de leerlingen HAVO en VWO tijdens de twee extra lessen óf hulples in een vak waarin ze zwak zijn (Nederlands, tekstverklaren, Frans, Engels of wiskunde), óf verrijkingsles, bijvoorbeeld multimedia, expressie, lichamelijke opvoeding, of Klassieke talen. De leerlingen van de VMBO-T-brugklassen krijgen dan één extra les per week gerichte studieles in een van de vakken Nederlands, tekstverklaren, Frans, Engels of wiskunde; de andere les wordt door de eigen mentor gebruikt om aan de studievaardigheden te werken. In de VWO+brugklas worden, na het eerste rapport, in plaats van de studielessen verrijkingsmodules aangeboden. De syntheseklas: met een steuntje in de rug naar VMBO-T, HAVO of VWO. De syntheseklas beoogt leerlingen uit het speciaal basisonderwijs, succesvol te laten instromen in het reguliere VMBO-T, HAVO of VWO. Het concept is simpel: leerlingen die het aankunnen, begeleiden van speciaal naar regulier onderwijs. In een kleine klas, de syntheseklas, volgen leerlingen onder begeleiding van een groepsleerkracht, zoveel mogelijk regulier onderwijs. De leerlingen werken met HAVO/VWO-methodes en krijgen voor sommige vakken vanaf de start les van de docenten van SG. Sint Ursula. Wanneer de ontwikkeling van de leerling het toestaat, neemt deze steeds meer deel aan reguliere activiteiten. We streven naar een volledige integratie na 2 schooljaren in het reguliere onderwijs.

47


Brugklaskamp Ieder jaar in mei of juni wordt aan de ouders van de nieuwe brugklasleerlingen de vraag voorgelegd, of het brugjaar ook voor hun kinderen mag beginnen met een introductiekamp of kennismakingskamp. Tijdens het kennismakingskamp zijn de brugklassers al per klas ingedeeld, zoals zij in de regel het hele verdere schooljaar bij elkaar zullen blijven. In zo’n klas zitten kinderen uit 6 of meer verschillende kernen en van evenveel of meer verschillende basisscholen. Elke klas wordt tijdens het kamp begeleid door de mentor, een of twee andere docenten en een of twee ouders: bovendien nemen nog docenten en anderen aan het kamp deel als lid van keuken- of programmacommissie.

48

Doelstellingen van het brugklaskamp zijn o.a.: • een goede klassensfeer en eenheid tot stand brengen: de leerlingen hebben de kans om (sneller dan dat in de dagelijkse schoolsfeer zou kunnen) kennis te maken met hun nieuwe medeleerlingen en met enkele van hun nieuwe leraren, vooral de mentor. De leerlingen zijn tijdens het kamp als klas op elkaar aangewezen; ze kunnen in sport en spel, op speur- en wandeltochten, in voorbereiding van bonte avond en slotviering vele van elkaars (eigen)aardigheden leren kennen en waarderen en zullen ter wille van elkaar dingen moeten doen of laten; • de mentor snel met de nieuwe klas vertrouwd maken: tijdens deze intensief beleefde kampdagen kan hij zijn leerlingen in een andere dan de schoolse situatie observeren; hij zal al vroeg een veelzijdiger beeld van zijn leerlingen kunnen krijgen dan in zuiver schoolse situaties; hij zal aanpassingsmoeilijkheden tijdig kunnen signaleren en proberen op te vangen; • de leerlingen vertrouwd maken met enkele schoolzaken en regels.

VMBO-T Het Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs (theoretische leerweg) duurt na de brugklas nog 3 jaar. Aan het einde van het tweede leerjaar geeft de school de leerlingen een advies over het door hen verder te volgen onderwijs. Tevens komt de leerling voor een keuze te staan. Bij de overgang naar de 3e klas moeten 2 vakken gekozen worden uit de volgende: Frans, beeldende vorming, aardrijkskunde en geschiedenis. Van de laatste twee genoemde vakken is er tenminste één verplicht. In het derde leerjaar wordt veel aandacht besteed aan de sectorkeuze. In de loop van dit jaar wordt door de leerling een definitieve sectorkeuze gedaan. Dit gebeurt in overleg met de ouders, de mentor, de decaan en de docenten, waarbij rekening moet worden gehouden met de aanleg van de leerling(e) en de eisen die de vervolgopleidingen stellen. De leerlingen kiezen een van de volgende sectoren: • Techniek • Zorg en welzijn • Economie • Landbouw De leerlingen op het VMBO-T volgen in leerjaar 4 een aantal verplichte vakken (gemeenschappelijk deel), een aantal vakken dat verplicht is binnen de gekozen sector (sectordeel) en een aantal keuzevakken (vrije deel). Naast de verplichte zeven vakken kan een leerling onder bepaalde voorwaarden een achtste vak kiezen of een beroepsgerichte module. In het derde leerjaar wordt begonnen met het examenprogramma. Het eindexamen VMBO-T bestaat uit twee gedeelten: een schoolexamen tijdens het derde en vierde schooljaar en een landelijk centraal examen aan het einde van het vierde jaar. Bij de start van het derde en vierde leerjaar is voor de leerlingen een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) beschikbaar. Het PTA en het bijbehorende


examenreglement staan op www.ursula.nl en liggen ter inzage bij de administratie, de mediatheek en de secretaris eindexamen. Tijdens de VMBO-T opleiding worden waar mogelijk per leerjaar extra lessen ingezet. Deze hebben tot doel een betere studieaanpak te ontwikkelen, studieachterstand weg te werken of te voorkomen. Overigens kan een leerling(e) niet voor de derde keer onderwijs volgen in eenzelfde leerjaar van het VMBO. Voor de leerlingen die met goed gevolg het VMBO-T doorlopen hebben bestaat de mogelijkheid door te stromen naar de 4e klas HAVO. Doorstroom van VMBO-T4 naar HAVO 4 is mogelijk indien is voldaan aan de volgende 4 criteria: 1. het VMBO-T diploma is behaald. 2. het gemiddelde cijfer van de eindexamenlijst 6,8 of hoger is 3. het advies van de meerderheid van de vakdocenten positief is (voor leerlingen van SG Sint Ursula) of het advies van de toeleverende school positief is (voor leerlingen van elders). 4. de leerling een zodanig vakkenpakket heeft dat een overstapnaar een profiel op HAVO 4 mogelijk is. In principe zijn leerlingen met een VMBO-T-diploma toelaatbaar tot het Middelbaar Beroeps Onderwijs. In de praktijk echter is deze toelating afhankelijk van de sector-, vakkenkeuze en de resultaten die men daarin behaald heeft. De mentor en de schooldecaan zullen hieraan in de lessen Loopbaan Oriëntatie Begeleiding (LOB) uitvoerig aandacht besteden.

HAVO Het Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs (HAVO) duurt na de brugklas nog 4 jaar. Aan het einde van het tweede leerjaar geeft de school de leerlingen een advies over het door hen verder te volgen onderwijs. Tijdens het derde leerjaar wordt veel aandacht besteed aan de keuze van de profielen. In de loop van dit jaar wordt door de leerling een definitief profiel samengesteld. Dit gebeurt in overleg met de ouders, de mentor, de decaan en de docenten, waarbij rekening gehouden moet worden met de capaciteiten van de leerling(e) en de eisen die de vervolgopleidingen stellen. De leerlingen kiezen een van de volgende profielen. • Cultuur en Maatschappij • Economie en Maatschappij • Natuur en Gezondheid • Natuur en Techniek Een profiel is een combinatie van vakken. In de Tweede Fase (leerjaar 4 en 5) volgen alle leerlingen: • een aantal verplichte vakken (gemeenschappelijk deel), • een aantal vakken binnen het gekozen profiel (profieldeel) en • minimaal één vak naar eigen keuze (vrije deel) In het vierde leerjaar wordt begonnen met het examenprogramma. De leerlingen van 5 HAVO zetten de studie voort in het profiel dat zij gekozen hebben op 4 HAVO. Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen in de loop van leerjaar 4 en 5 en een landelijk examen aan het einde van leerjaar 5. Aan het begin van het vierde leerjaar ontvangen alle leerlingen een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Het PTA voor alle leerlingen van de bovenbouw en het bijbehorende examenreglement staat op www.ursula.nl en ligt ter inzage bij de administratie, de mediatheek en de secretaris eindexamen. Overigens kan een leerling(e) niet voor

49


de derde keer onderwijs volgen in een zelfde leerjaar van het HAVO. In beginsel zijn leerlingen met een HAVO-diploma toelaatbaar tot het HBO (Hogere Beroepsopleiding). Bij een groot aantal opleidingen zijn eisen gesteld aan het profiel. Ook zijn er opleidingen waar aanvullende eisen gelden. Bij een kunstopleiding of een opleiding lichamelijke opvoeding moet men over speciale vaardigheden of eigenschappen beschikken. De mentor en de schooldecaan besteden in de lessen loopbaanoriëntatie uitvoerig aandacht aan de mogelijkheden van vervolgonderwijs.

50

VWO Atheneum en Gymnasium vormen samen het VWO. Het Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (VWO) neemt na het brugjaar nog vijf studie­jaren in beslag. Het VWO bereidt leerlingen voor op een studie aan een Universiteit of Hogeschool. Na de brugklas volgt de leerling(e) het Gymnasium (met Latijn en Grieks) of het Atheneum. Aan het einde van het tweede leerjaar geeft de school de leerlingen een advies over het door hen verder te volgen onderwijs. Tijdens het derde leerjaar wordt veel aandacht besteed aan de keuze van de profielen. In de loop van dit jaar wordt door de leerling een definitief profiel samengesteld. Dit gebeurt in overleg met de ouders, de decaan en de docenten, waarbij rekening gehouden moet worden met de capaciteiten van de leerling(e) en de eisen die de vervolgopleidingen stellen. De leerlingen kiezen een van de volgende profielen. • Cultuur en Maatschappij • Economie en Maatschappij • Natuur en Gezondheid • Natuur en Techniek In de Tweede Fase (leerjaar 4 t/m 6) volgen alle leerlingen: • een aantal verplichte vakken (gemeenschappelijk deel), • een aantal vakken binnen het gekozen profiel (profieldeel) en • minimaal één vak naar eigen keuze (vrije deel) De leerlingen in 5 en 6 VWO houden hetzelfde profiel als in 4 VWO. Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen dat in de loop van de leer­jaren 4, 5 en 6 wordt afgenomen en een landelijk examen aan het einde van leerjaar 6. Aan het begin van het vierde leerjaar ontvangen alle leerlingen een programma van toetsing en afsluiting (PTA). Het PTA voor alle leerlingen van de


bovenbouw en het bijbehorende examenreglement staan ook op www.ursula.nl en liggen ter inzage bij de administratie, de mediatheek en de secretaris van het eindexamen. Overigens kan een leerling(e) niet voor de derde keer onderwijs volgen in een zelfde leerjaar van het VWO. In beginsel zijn leerlingen met een VWO-diploma toelaatbaar tot het HBO (Hogere Beroepsopleiding) en het WO (Wetenschappelijk Onderwijs). De mentor en de schooldecaan besteden in de lessen loopbaanoriĂŤntatie uitvoerig aandacht aan de mogelijkheden van vervolgonderwijs.

51


SCHEMA SCHOOLSTRUCTUUR

WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS & HOGER BEROEPSONDERWIJS

6 5

4800 Studielasturen 1. Gemeenschappelijk deel (incl. 1 klassieke taal) 2. Profieldeel 3. Vrije deel

4800 Studielasturen 1. Gemeenschappelijk deel 2. Profieldeel 3. Vrije deel

4

52

HOGER BEROEPSONDERWIJS

3200 Studielasturen 1. Gemeenschappelijk deel 2. Profieldeel 3. Vrije deel

MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS

1. Gemeenschappelijk deel 2. Sectordeel 3. Vrije deel

3 2

GYMNASIUM

ATHENEUM

HAVO

VMBO-T

1

VWO+ BRUGKLASSEN

VWO BRUGKLASSEN

HAVO BRUGKLASSEN

VMBO-THEORETISCHE BRUGKLASSEN

Basisschool

Incidenteel is tussentijds overstappen van het ene schooltype naar het andere mogelijk als alle betrokkenen akkoord gaan.



LESSENTABEL VMBO - T LESSENTABEL 2015-2016 HORN SCHOOLSOORT

54

VMBO-Theoretisch

KLAS

1

2

3

4

NEDERLANDS

4

3

3

4

FRANS

3

2

k3**

k4

DUITS

-

3

3

k4

ENGELS

3

3

3

4

GESCHIEDENIS

2

2

k2**

k4

AARDRIJKSKUNDE

2

2

k2**

k4

MAATSCHAPPIJLEER

-

-

2

-

WISKUNDE

4

3

4

k5

NATUUR-/SCHEIKUNDE I

-

2

3

k5

NATUUR-/SCHEIKUNDE II

-

-

-

k5

BIOLOGIE

2

1

3

k4

ECONOMIE

-

2

3

k4

MUZIEK

1

2

1

-

BEELDENDE VORMING

2

2

k3**

k4

CKV

-

-

1

-

TECHNIEK

2

2

-

-

VERZORGING

1

-

-

-

LEVENSBESCHOUWING

1

1

-

-

LICHAMELIJKE OPVOEDING

3

3

3

2

REKENLES

1

-

-

-

TOETSBANDUREN

1

1

-

-

MENTORLES

1

1

1

1

STUDIELES / VAKBEGELEIDING

2

1

1

-

1*

1*

-

EXTRA ONDERSTEUNING TAAL- EN REKENVAARDIGHEID

NB: 1. studieles vakbegeleiding brugklas: verplicht voor alle leerlingen * Indien een leerling geselecteerd wordt voor extra ondersteuning voor taal- en/of rekenvaardigheid, is deelname hieraan verplicht. ** De leerlingen T3 kiezen 2 van de vier keuzevakken, waarbij minimaal een vak uit Aardrijkskunde of Geschiedenis & Staatsinrichting.


LESSENTABEL HAVO-Atheneum-Gymnasium LESSENTABEL SCHOOLJAAR 2015-2016 HORN SCHOOLSOORT

HAVO

Atheneum

Gymnasium

Klas

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

5

6

Nederlands

4

4

3

4

4

4

3

3

3

3

3

4

2

2

3

3

3

Latijn (inclusief KCV!)

3

3

4

5

4

Grieks (inclusief KCV!

3

3

4

5

4

Frans

3

Duits

3

3

3

4

3

3

3

4

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

2

2

3

3

3

3

3

3

3

3

Engels

3

3

3

3

3

3

3

3

2

3

3

3

2

2

2

3

3

Geschiedenis

2

2

2

3

3

2

2

2

3

3

3

2

2

2

3

3

3

Aardrijkskunde

2

2

2

3

3

2

2

2

2

3

3

2

2

2

2

3

3

Wiskunde

4

4

3

4

4

3

4

3

3 4

2

3

Maatschappijleer

2

2

Wiskunde C

4

2

2

3

Wiskunde A

3

3

4

3

3

4

3

3

Wiskunde B

3

4

4

4

4

4

4

4

Wiskunde D Natuurkunde

2

Scheikunde Biologie

2

4

2

2

3

4

2

3

3

2

3

4

3

3

2

3

4

3

3

2

3

3

1

2

3

3

2

Informatica

4

4

3

3

3

3

3

3

2

3

2

4

3

2

2

4

2

3

3

2

1

3

3

3

1

2

2

2

3

3

2

2

2

2

Algemene Natuurwetenschappen

2

4

4

3

3

3

3

3

3

2

3

2

4

3

2

4

2

1

Economie Management & Organisatie Muziek

1

Tekenen

2

Handvaardigheid

1

2 2** 2

Verzorging

1

Levensbeschouwing

1

1

1

2 2

1

2

1

3

Rekenles

1

3

2

2

2

3

2

Toetsbanduren

1

1

1

1

2

1

1

2

1*

1*

1*

1

1

1

1

1

2

3

3

3

3

3

2

3

3

1

1 1

1

2

2

2

1

2

3

3

2

2

2

1

Studieles/Vakbegeleiding

1

3

1

1

2

2

1

1

1*

1*

1*

1

1

1

2 2

3

3

2

2

2

1 1

1

1 2

Maatwerkuur

1

Extra ondersteuning taal- en rekenvaardigheid 1

NB: Studieles / Vakbegeleiding brugklas: verplicht voor alle leerlingen

1

3

1

1

1 1

2

2

Filosofie Lichamelijke Opvoeding

1 3

2

Culturele & Kunstzinnige Vorming Techniek

Mentorles

2

1*

1*

1*

1

1

1

* Indien een leerling geselecteerd wordt voor extra ondersteuning voor taal- en/of rekenvaardigheid, is deelname hieraan verplicht. ** Cohort 2014-2016: 1 uur H4; 1 uur H5 Cohort 2015-2017: 2 uur H4

1

1* 1

1

1

1* 1

1

1

55



9 | Normen OVERGANGSNORMEN BRUGKLASSEN • • • • • •

Het normgetal is de som der cijfers van alle vakken. De algemene norm wordt per rapport bepaald op grond van de voortschrijdende gemiddeldes, afgerond op hele cijfers. In de normentabellen staan de normgetallen die minstens behaald moeten worden om toegelaten te worden tot de volgende klas. Een leerling mag bij de overgang geen cijfer lager dan een 3 (drie) op het rapport hebben. Indien om een geldige reden voor een vak dat wel voorkomt op de lessentabel géén rapportcijfer wordt gegeven, wordt de norm met 6 punten verlaagd. In bijzondere gevallen kan de rapportvergadering een leerling van wie de norm maximaal 2 punten naar beneden afwijkt alsnog bevorderen. Bij meer dan 4 onvoldoendes of een norm van 85 of lager bepaalt de rapportvergadering de bevordering.

BRUGKLAS VMBO-theoretisch aantal onvoldoendes 0 1 2 3 Toelaten 2 VMBO theoretisch

84

86

88

90

Toelaten 2 VMBO-beroepsgericht: alle andere gevallen

57

BRUGKLAS HAVO aantal onvoldoendes 0 1 2 3 Toelaten 2 HAVO*

91

93

95

-

Toelaten 2 VMBO-theoretisch: alle overige gevallen BRUGKLAS VWO aantal onvoldoendes 0 1 2 3 Toelaten 2 Atheneum*

91

93

95

Toelaten 2 Gymnasium**

98

100

102

-

Toelaten 2 HAVO: alle overige gevallen VWO+ BRUGKLAS aantal onvoldoendes 0 1 2 3 Toelating 2 Atheneum*

91

93

95

-

Toelaten 2 Gymnasium**

98

100

102

-

Toelaten 2 HAVO: alle overige gevallen *- niet meer dan één onvoldoende ( ten minste een 5 ) voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde **- een voldoende cijfer voor de vakken Nederlands, Engels, Frans en Wiskunde - een gemiddeld cijfer van 7 of hoger voor de vakken Nederlands, Engels en Frans


OVERGANGSNORMEN TWEEDE KLASSEN • • • • •

Het normgetal is de som der cijfers van alle vakken. De algemene norm wordt per rapport bepaald op grond van de voortschrijdende gemiddeldes, afgerond op hele cijfers. In de normentabellen staan de normgetallen die minstens behaald moeten worden om toegelaten te worden tot de volgende klas. Een leerling mag bij de overgang geen cijfer lager dan een 3 (drie) op het rapport hebben. Indien om een geldige reden voor een vak dat wel voorkomt op de lessentabel géén rapportcijfer wordt gegeven, wordt de norm met 6 punten verlaagd. In bijzondere gevallen kan de rapportvergadering een leerling van wie de norm maximaal 2 punten naar beneden afwijkt alsnog bevorderen.

ALGEMENE NORM TWEEDE KLASSEN Aantal onvoldoendes

0

1

2

3

2 VMBO-T: toelaten 3 VMBO-T

90

90

92

94

2 HAVO: toelaten 3 HAVO

84

84

86

88

2 Atheneum: toelaten 3 Atheneum

90

92

94

96

2 Gymnasium: toelaten 3 Gymnasium

102

104

106

108

58 Als een leerling niet bevorderd kan worden en niet wil doubleren, bepaalt de rapportvergadering naar welk leerjaar en welke schoolsoort deze leerling moet doorstromen.

OVERGANGSNORMEN DERDE KLASSEN • • • • • • • •

In de algemene norm is het normgetal de som der cijfers van alle vakken. De algemene norm wordt per rapport bepaald op grond van de voortschrijdende gemiddeldes, afgerond op hele cijfers. In de normentabellen staan de normgetallen die minstens behaald moeten worden om toegelaten te worden tot de volgende klas. Een leerling mag bij de overgang geen cijfer lager dan een 3 (drie) op het rapport hebben. Indien om een geldige reden voor een vak dat wel voorkomt op de lessentabel géén rapportcijfer wordt gegeven, wordt de norm met 6 punten verlaagd. Bij de keuze van Nask2 (VMBO-T) wordt bij de normering het cijfer van nask1 geteld. In een keuzeklas moet een leerling zowel aan de algemene norm als aan de sector-/profielnorm voldoen. Bij de sectornorm (VMBO-T) worden uitsluitend de vakken gerekend die meetellen bij de bepaling van de uitslag van het eindexamen. In bijzondere gevallen kan de rapportvergadering een leerling van wie de norm maximaal 2 punten naar beneden afwijkt alsnog bevorderen.


ALGEMENE NORM DERDE KLASSEN Aantal onvoldoendes

0

1

2

3

3 VMBO-T: toelaten 4 VMBO-T

78

78

79

80

3 HAVO: toelaten 4 HAVO

84

86

88

90

3 Atheneum: toelaten 4 Atheneum

84

86

88

90

3 Gymnasium: toelaten 4 Gymnasium

90

92

94

96

Als een leerling niet bevorderd kan worden en niet wil doubleren, bepaalt de rapportvergadering naar welk leerjaar en welke schoolsoort deze leerling moet doorstromen. Bovendien moet voor de in leerjaar 3 VMBO-T afgesloten Kunstvakken-1 (gemiddelde van muziek en CKV) de kwalificatie minimaal voldoende en voor maatschappijleer het cijfer 5 of hoger zijn.

SECTORNORM 3 VMBO-T Aantal vakken inclusief maatschappijleer:

7

7

7

7

7

Sectornorm::

40 of minder

41

42

43

44 of meer

Geen onvoldoende

-

-

T

T

T

1 vijf

-

T

T

T

T

2 vijven of 1 vier

A

T

T

T

T

Alle andere gevallen

A

A

A

A

A

A= afwijzen T= toelaten Extra vak 3 VMBO-T:

De keuze van een extra vak is mogelijk wanneer de sectornorm, inclusief het extra vak op het rapport van het einde van het schooljaar 54 of meer is. In het pakket met een extra vak mag slechts ĂŠĂŠn onvoldoende voorkomen, niet lager dan vijf.

59


PROFIELNORM 3 HAVO, 3 ATHENEUM EN 3 GYMNASIUM 1. Bij de profielnormen worden de vakken meegeteld waarin de leerling aan het eind van de Tweede Fase een Centraal Examen moet afleggen en wiskunde D (indien aangeboden) en Informatica, die alleen door middel van een Schoolexamen getoetst worden. 2. Voor de vakken die in leerjaar 3 niet voorkomen, wordt bij keuze het cijfer 6 geteld*. 3. Bij de keuze voor wiskunde C (VWO) wordt het cijfer voor dit vak bij de bepaling van de profielnorm met één verhoogd. 4. Bij de keuze voor wiskunde D (indien aangeboden) wordt het cijfer voor het vak bij de bepaling van de profielnorm met één verlaagd. 5. Het gekozen profiel moet, met inachtneming van bovenstaande, aan twee normen voldoen: a. Het gemiddelde cijfer voor de vakken onder 1. genoemd is minimaal 6,0. b. Bij deze vakken mogen maximaal twee vijven, dan wel één vier zijn. Daarvan mag slechts één vijf in het kenmerkende profieldeel voorkomen. 6. Bij de keuze van meer dan één vak in het vrije deel is goedkeuring van de docentenvergadering nodig. * Biologie, M&O en informatica op HAVO. Biologie, M&O en filosofie op VWO, muziek op gymnasium

OVERGANGSNORMEN 4 HAVO, 4 VWO, 5 VWO.

60

1. In het gehele profiel mogen maximaal twee onvoldoendes voorkomen, waarvan ten hoogste één vier en geen cijfer lager dan vier. 2. Het gemiddelde van alle cijfers moet 6,0 of hoger zijn, behalve als er slechts één vijf op het rapport staat en géén cijfer lager dan vijf. 3. Het combinatiecijfer maakt deel uit van deze regeling, niet de afzonderlijke vakken van het combinatiecijfer. 4. De vakken die onderdeel zijn van het combinatiecijfer dienen minimaal met een vier afgesloten te zijn. Aan de verplichtingen met betrekking tot de voorbereiding van het profielwerkstuk dient voldaan te zijn. Opmerking: Alle vakken geven een cijfer als beoordeling, ook vakken die bij het eindexamen met “voldoende” of “goed” beoordeeld moeten worden.In bijzondere gevallen kan de rapportvergadering bij een tekort van één afgerond punt, waardoor de leerling niet voldoet aan de norm ten aanzien van het gemiddelde van alle cijfers of de norm ten aanzien van het aantal of de aard van de onvoldoendes, een leerling alsnog bevorderen.

REGELS VOOR SLAGEN SCHOOLJAAR 2015-2016 4 VMBO-T • voor alle vakken het eindcijfer 6 of hoger is behaald; • voor het vak Nederlandse taal een 5 of meer heeft behaald; • voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger. • voor ten hoogste een van zijn examenvakken (niet zijnde de Nederlandse taal) het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, waarvan tenminste één 7 of hoger.


• • • •

voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald, en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, waarvan tenminste een 7 of hoger. voor de vakken lichamelijke opvoeding, kunstvakken 1 en het sectorwerkstuk “voldoende” of “goed” heeft behaald; een kandidaat moet gemiddeld een voldoende halen voor het centraal schriftelijk examen. Een kandidaat is gezakt als het gemiddelde cijfer voor het CE lager is dan een 5,5. de kandidaat moet hebben deelgenomen aan de rekenvaardigheidstoets. Het resultaat wordt vermeld op de cijferlijst. In schooljaar 2015-2016 moet de kandidaat aan een door de overheid bepaald minimumniveau voldoen.

5 HAVO • voor alle vakken het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald; • voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger. • voor maximaal twee van zijn examenvakken - niet zijnde Nederlands, Engels en wiskunde A of B onvoldoende heeft behaald, waarvan maximaal één 4 en geen cijfer lager dan 4, mits het gemiddelde 6,0 of hoger is. • voor de vakken LO en CKV minimaal de kwalificatie “voldoende” heeft behaald. • voor geen van de onderdelen van het combinatiecijfer* een cijfer lager dan 4 heeft behaald. • een kandidaat moet gemiddeld een voldoende halen voor het centraal schriftelijk examen. Een kandidaat is gezakt als het gemiddelde cijfer voor het CE lager is dan een 5,5. • een kandidaat mag ten hoogste één vijf als eindcijfer voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde A of B behalen. Voor leerlingen zonder wiskunde geldt dat ten hoogste één vijf voor Nederlands of Engels behaald mag worden. Een leerling is gezakt als a) er meer dan één vijf voor deze vakken wordt behaald; b) er een vier of lager voor één van deze vakken wordt behaald. • de kandidaat moet hebben deelgenomen aan de rekenvaardigheidstoets. Het resultaat wordt vermeld op de cijferlijst. In schooljaar 2015-2016 moet de kandidaat aan een door de overheid bepaald minimumniveau voldoen. * Bij de uitslagbepaling wordt het gemiddelde van de eindcijfers van de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, het combinatiecijfer: maatschappijleer, levensbeschouwing en het profielwerkstuk. 6 VWO • voor alle vakken het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald; • voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger. • voor maximaal twee van zijn examenvakken - niet zijnde Nederlands, Engels en Wiskunde A, B of C onvoldoende heeft behaald, waarvan maximaal één 4 en geen cijfer lager dan 4, mits het gemiddelde 6,0 of hoger is.

61


• • •

voor de vakken Lichamelijke Opvoeding en CKV minimaal de kwalificatie “voldoende” heeft behaald. voor geen van de onderdelen van het combinatiecijfer* een cijfer lager dan 4 heeft behaald. een kandidaat moet gemiddeld een voldoende halen voor het centraal schriftelijk examen. Een kandidaat is gezakt als het gemiddelde cijfer voor het CE lager is dan een 5,5. • een kandidaat mag ten hoogste één vijf als eindcijfer voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde A, B of C behalen. Voor leerlingen zonder wiskunde geldt dat ten hoogste één vijf voor Nederlands of Engels behaald mag worden. Een leerling is gezakt als a) er meer dan één vijf voor deze vakken wordt behaald; b) er een vier of lager voor één van deze vakken wordt behaald. • de kandidaat moet hebben deelgenomen aan de rekenvaardigheidstoets. Het reseultaat wordt vermeld op de cijferlijst. In schooljaar 2015-2016 moet de kandidaat aan een door de overheid bepaald minimumniveau voldoen. * Bij de uitslagbepaling wordt het gemiddelde van de eindcijfers van de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, het combinatiecijfer: maatschappijleer, ANW, levensbeschouwing en het profielwerkstuk.

DOORSTROMING

62

Beleid ten aanzien van doubleren van leerlingen. Getracht wordt doubleren zoveel mogelijk te voorkomen. Hoewel elke leerling(e) uitdrukkelijk het recht heeft te doubleren, is het vaak raadzaam de studie voort te zetten in het navolgende leerjaar van de naast lagere schoolsoort, zulks met instemming van een meerderheid van de rapportvergadering. Aan het einde van het tweede leerjaar geeft de school de leerlingen een advies over het door hen verder te volgen onderwijs. Opstroom VMBO-T/HAVO/atheneum binnen de eigen school (uitgezonderd 5 HAVO naar 5 atheneum en 4 VMBO-T naar 4 HAVO) Deze doorstroming kan plaatsvinden: • tot uiterlijk meteen na de kerstvakantie • bij de overgang. Het gemiddelde van de rapportpunten dient een 8 of hoger te zijn; geen der vakken van de rapportlijst mag onvoldoende zijn. De kandidaat-doorstromer en/of diens ouders richten een verzoek tot de mentor; deze bespreekt dit verzoek met de vakdocenten van zijn klas en neemt daarna contact op met de teamleider. Om geen valse verwachtingen te wekken stelt de mentor zich neutraal op ten opzichte van het verzoek; het is ook mogelijk dat de mentor of een vakdocent(e) een potentiële doorstromer signaleert; de mentor polst dan de docenten van de betreffende leerling en neemt daarna contact op met de teamleider. De teamleider brengt het verzoek, voorzien van een advies, ter bespreking in het eerstvolgende overleg van de sectordirecteuren met de teamleider. Dit advies zal, al of niet geamendeerd, worden voorgelegd aan de gezamenlijke vakdocenten. Deze nemen een beslissing, rekening houdende met: • aanleg • werkhouding • motivatie (studie en prestatie). Een beslissing op het verzoek wordt zo spoedig mogelijk door de mentor ter kennis van de ouders gebracht. Indien op het verzoek gunstig is beschikt, dienen de ouders een schriftelijke akkoordverklaring te overleggen, die aan de teamleider ter hand wordt gesteld; ouders die niet akkoord wensen te gaan met de negatieve


beslissing van de docentenvergadering, kunnen in beroep gaan bij de schoolleiding. Indien nieuwe argumenten worden ingebracht, is een herziening van visie en beslissing uiteraard mogelijk. Bij de doorstroming HAVO/Atheneum of ook VMBO-T/HAVO wordt, indien nodig, bijles geadviseerd.

NORMEN OPSTROOM, AFSTROOM EN KEUZE EXTRA VAK

Afstroom van HAVO naar VMBO: 2 HAVO naar VMBO-T : Als een leerling niet bevorderd kan worden en niet wil doubleren, bepaalt de rapportvergadering naar welk leerjaar en welke schoolsoort deze leerling moet doorstromen. Afstroom van VWO naar HAVO: 2 VWO naar HAVO : Als een leerling niet bevorderd kan worden en niet wil doubleren, bepaalt de rapportvergadering naar welk leerjaar en welke schoolsoort deze leerling moet doorstromen. Opstroom naar een hogere leerlaag gedurende het schooljaar Indien er een schriftelijk verzoek voor opstroom van de ouders komt, dan wordt dit besproken tijdens een klassenbespreking/rapportvergadering. De overstap is mogelijk indien de leerling een rapport heeft met een voortschrijdend gemiddelde (afgerond op hele cijfers) van 8,0. De docentenvergadering geeft daarnaast een advies. Onder gelijke voorwaarde is de overstap ook mogelijk aan het einde van het schooljaar. Extra vak 3 HAVO/VWO De keuze van een extra vak op HAVO en VWO is mogelijk wanneer het gemiddelde van de afgeronde hele cijfers, inclusief het extra vak, bij het overgangs­rapport een 7,0 is. Hierbij wordt gerekend met de vakken uit het profiel waarin de leerling in de derde klas les heeft gehad. In het profiel mag slechts één onvoldoende voorkomen, niet lager dan een 5. Bij het tweede rapport wordt door de docentenvergadering een advies gegeven. Indien een leerling een tweede extra vak in het vrije deel wil opnemen, dan dient de docentenvergadering* daarvoor toestemming te verlenen. Tweede vak is te volgen, maar wordt in principe niet ingeroosterd. De leerling maakt vervolgens afspraken met de teamleider. Doubleurs mogen alleen een extra vak kiezen indien zij toestemming van de docentenvergadering* krijgen. Leerlingen die doorstromen van T4 naar H4 of van H5 naar V5 mogen in principe geen extra vak kiezen. *Helft +1

63


Doorstroming 5 HAVO naar 5 atheneum Eigen leerlingen: de leerlingen, die na het slagen op 5 HAVO naar 5 Atheneum willen doorstromen, geven dit uiterlijk medio november te kennen aan de mentor en de teamleider; Incidenteel kunnen leerlingen zich na december nog aanmelden; • de leerling volgt in principe hetzelfde profiel als op 5 HAVO • In januari geeft de teamleider door welke leerlingen de wens te kennen hebben gegeven hebben om door te stromen; • deze leerlingen worden vanaf dit moment door de vakdocenten geob­serveerd (studiehouding en resultaten);

64

Regeling doorstroom HAVO 5 naar VWO 5 Doorstroom van HAVO 5 naar VWO 5 is mogelijk indien is voldaan aan de volgende 4 criteria: 1. Het HAVO diploma is behaald. 2. Het gemiddelde van de eindexamenlijst 6,5 of hoger is. 3. Het advies van de meerderheid van de vakdocenten is positief (voor leerlingen van Scholengemeenschap Sint Ursula) of het advies van de toeleverende school is positief (voor leerlingen van elders). Alleen vakken die een leerling volgt op 5 vwo en die met een cijfer afgesloten worden op het eindexamen tellen mee in deze advisering. 4. De leerling heeft een zodanig vakkenpakket dat een overstap naar een profiel op vwo 5 mogelijk is. In de regel betekent dit dat een leerlingen op het vwo hetzelfde profiel volgt als op het havo. Indien een leerling een extra vak moet opnemen om naar het vwo te kunnen gaan, worden met de teamleider bovenbouw vwo na het eindexamen afspraken gemaakt om de stof van 4 vwo voor dat vak in te halen. Eventuele opdrachten en huiswerk die hieruit voortvloeien moeten tot tevredenheid van de teamleider bovenbouw vwo gemaakt zijn. Als een leerling hier niet aan voldoet, kan de toelating tot 5 vwo vervallen. De ouders worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Doorstroming 4 VMBO-T naar 4 HAVO a. de leerlingen die van 4 VMBO-T naar 4 HAVO willen doorstromen, geven dit medio november te kennen aan de mentor en de afdelingscoördinator in het schooljaar voor de doorstroming; Incidenteel kunnen leerlingen zich na december nog aanmelden. b. in overleg met de teamleider en een decaan wordt eerst bekeken of het vakkenpakket van de leerling past bij het profiel dat de leerling wil kiezen voor 4 HAVO. Dit is ter beoordeling van de decaan in overleg met de teamleider. Indien het vakkenpakket op 4 VMBO-T niet past bij het profiel dat de leerling wil kiezen moet een ander profiel gekozen worden. Indien het profiel wel past bij het vakkenpakket op 4 VMBO-T wordt de procedure onder c t/m f gevolgd om aansluiting mogelijk te maken wordt aan de leerling een bijspijkerprogramma opgelegd dat na het Centraal Examen plaatsvindt. c. voor de eerste en/of tweede rapportvergadering geeft de afdelingscoördinator door welke leerlingen de wens te kennen gegeven hebben om door te stromen alsmede het gekozen profiel; d. deze leerlingen worden vanaf dit moment nauwgezet door de vakdocenten geobserveerd (studiehouding en resultaten) en volgen voor de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde B, natuurkunde en Scheikunde een verplicht inhaalprogramma.


e. Doorstroom van VMBO-T4 naar HAVO 4 is mogelijk indien is voldaan aan de volgende 4 criteria: 1. Het VMBO-T diploma is behaald. 2. Het gemiddelde cijfer van de eindexamenlijst 6.8 of hoger is 3. Het advies van de meerderheid van de vakdocenten is positief (voor leerlingen van Scholengemeenschap Sint Ursula) of het advies van de toeleverende school is positief (voor leerlingen van elders). Alleen vakken die een leerling volgt op 4 havo en die met een cijfer afgesloten worden op het eindexamen tellen mee in deze advisering. 4. De leerling een zodanig vakkenpakket heeft dat een overstap naar een profiel op HAVO 4 mogelijk is. 5. Verplichte, gemotiveerde (ter beoordeling aan de teamleider H4/5) deelname aan de bijspijkerdagen. f. leerlingen die voldoen aan de drie voorwaarden: voldoende norm, overwegend positieve adviezen van de vakdocenten en een passend gekozen profiel, zullen zo snel mogelijk na het 2e rapport de toezegging ontvangen, dat zij tot 4 HAVO zullen worden toegelaten, mits zij inderdaad slagen. Bij leerlingen bij wie dit niet het geval is, wordt de beslissing uitgesteld tot na het SE. De laatste mogelijkheid om door te stromen is bij de bepaling van de CE-cijfers. Doorstroming Gymnasium naar HAVO en Atheneum naar HAVO Deze doorstroming vindt plaats: Uiterlijk bij de start van het nieuwe kalenderjaar bij de overgang Bij deze doorstroming zijn ook van toepassing de punten die vermeld zijn onder 4.2 vanaf c tot en met e. Doorstroming Gymnasium naar Atheneum in de Tweede Fase. Deze doorstroming kan het gehele jaar plaatsvinden, mits de leerling beschikt over een extra vak in het vrije deel. Doorstroming 3 HAVO naar 4 VMBO-T Deze doorstroming vindt plaats bij de overgang. Leerlingen die doorstromen van 3 HAVO naar 4 VMBO-T moeten voor een aantal vakken leerstof inhalen en/of opdrachten afsluiten. Het document ‘Inhaalprogramma 3 HAVO - 4 VMBO-T’ wordt ieder jaar aangepast door de teamleider VMBO en is in het bezit van de teamleider VMBO, de teamleider 3 HAVO, de decanen én de Sectordirecteur onderbouw. Hierin staat aangegeven wat leerlingen moeten inhalen cq. afsluiten voor welk vak. Het document zal vóór de zomervakantie door het decanaat aan de betreffende leerlingen worden uitgereikt en besproken.

65



67


10 | Slagingspercentages De onderstaande slagingspercentages geven aan hoeveel leerlingen het onderwijs aan een bepaalde afdeling met het behalen van een diploma hebben afgesloten. De landelijke slagingspercentages voor 2015 waren bij de publicatie van deze schoolgids nog niet bekend.

LANDELIJK Locatie Heythuysen

68

SG SINT URSULA

09

10

11

12

13

09

10

11

12

13

14

15

%

%

%

%

%

%

%

%

%

%

%

%

VMBO-T

94

94

92,6

90,3

91,4

100

92,6

100

70

100

100

100

VMBO-G

94

94

92,6

90,3

91,4

100

100

93,2

87,5

91,4

95,2

100

VMBO-K

94

94

94,4

93,4

93,1

97,4

97,1

100

97,6

100

100

100

VMBO-B

96

96

95,4

96,0

96,8

100

97,5

96,1

100

100

100

100

Locatie Horn

09

10

11

12

13

09

10

11

12

13

14

15

%

%

%

%

%

%

%

%

%

%

%

%

VMBO-T

94

94

92,6

90,6

91,4

100

98,5

98,3

99,2

94,2

98,9

96

HAVO

87

86

85,5

86,7

88,0

93,4

88,6

93,1

91,2

86,7

93,2

78

VWO

91

89

88,8

87,3

91,9

94,3

91,6

96,2

92,8

93,3

91,0

89


69


70


11 | Stichting Onderwijs Midden - Limburg De Stichting Onderwijs Midden-Limburg (SOML) is in formele zin het bevoegd gezag. Het College van Bestuur vertegenwoordigt de Stichting. SOML kent tevens een Raad van Toezicht. Stichting Onderwijs Midden-Limburg Bezoekadres : Heinsbergerweg 180 6045 CK Roermond Postadres : Postbus 975 6040 AZ Roermond College van Bestuur: de heer drs. M.J.H.M. Kikken, voorzitter de heer P.M.E.G.M. Slegers RA, lid Raad van Toezicht: De heer drs. J.W.F.M. Knapen, voorzitter Mevrouw M.E. Wouterlood-van Pijlen, secretaris De heer drs. J.M. Dijkman, lid De heer drs. N.C.J. Hoenen, lid De heer mr. F.L.J. van Vloten, lid Meer informatie vindt u op de website: www.soml.nl U kunt ook mailen naar: soml@soml.nl SOML is telefonisch bereikbaar via: 0475 – 322324.

INSPECTIE Inspectie van het onderwijs Inspectieteam regio: Zuid Correspondentieadres: Postbus 88, 5000 AB Tilburg Bezoekadres: Spoorlaan 420, 5038 CG Tilburg Telefoonnummer: 088-6696060 Fax: 088-6696050 Contactinspecteur: dhr. drs. P. Dovermann Contactmedewerker: mevrouw M. Wijler Email: M.Wijler@owinsp.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis), www.rijksoverheid.nl (postbus51). Klachtmelding over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief).

71


Sint Ursula Postadres: Postbus 4728 6085 ZG Horn Schooladres: Bergerweg 21 6085 AS Horn Tel.: (0475) 58 21 21

Design by Tom Gootzen Š 2015

Internet: www.ursula.nl E-mail: administratie@ursula.nl Twitter: @UrsulaHorn


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.