bouwbedrijf maandblad van en voor de aannemer | juli - augustus 2016
Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Afgiftekantoor Gent X – €6
DOSSIER bouwkmo’s
>17
De toekomst, de uitdagingen en de oplossingen > 03
Loonkostenverlaging Nu is het moment!
> 14
Vennootschapsbelasting Hervorming? Ja, maar …
> 31
BRICS Aannemers leren van elkaar
2013 2014 2015 2016
Onze verzekering Arbeidsongevallen wint de DECAVI Verzekeringstrofee* voor het vierde jaar op rij! Onze verzekering Arbeidsongevallen maakt het u gemakkelijk. Wij verzekeren u: • preventieadvies; • schadebeheer met ISO 9001-certificaat; • de mogelijkheid om via Mijn FEDERALE Verzekering online uw ongevalaangiftes te doen en uw dossier verder op te volgen; • een gespecialiseerde begeleiding van zwaargewonden. Bovendien deelt Federale Verzekering al meer dan 100 jaar haar winst met haar klanten**. Stap over naar Federale Verzekering! Wij regelen alles voor u. Contacteer uw persoonlijke adviseur via:
www.federale.be of De verzekeraar die zijn winst met u deelt
* Meer info op www.decavi.be ** De restorno’s en winstdeelnames evolueren met de tijd in functie van de resultaten van de onderneming en de economische conjunctuur. Ze zijn niet gewaarborgd in de toekomst en variëren voor elk product. De regels inzake de toekenning van de winstdeelnames of restorno’s zijn vastgesteld in de statuten van FEDERALE Verzekering, Gemeenschappelijke Kas voor Verzekering tegen Arbeidsongevallen. De statuten kunnen worden geraadpleegd op www.federale.be.
EDITO BOUWBELANGEN
Het relanceplan: de regering staat voor de keuze
H
et is nu of nooit voor de schoktherapie die noodzakelijk is voor het concurrentievermogen van de Belgische bouw. Deze boodschap richtte de Confederatie tot de pers en de politieke wereld op 15 juni, tijdens de presentatie van haar jaarverslag.
DOSSIER
De detacheringen naar onze bouwplaatsen nemen van jaar tot jaar toe in een steeds sneller tempo. Onze enquêtes en analyses tonen aan dat tegenwoordig één op de vier arbeiders in de bouw een gedetacheerde arbeidskracht is. In verhouding tot de totale tewerkstelling treft het fenomeen België harder dan ieder ander Europees land. Duitsland en Frankrijk volgen op een afstand. En de bouw is goed voor 70 % van de detacheringen … De impact op de Belgische bouwbedrijven is enorm. 85 % van de aannemers verliezen opdrachten aan buitenlandse firma’s. In de voorbij vier jaar gingen meer dan 20 000 banen verloren in onze bouwbedrijven. Op een mirakel moeten we niet rekenen. Als de loonkosten niet onmiddellijk verlaagd worden, dan zullen de Belgische aannemers het hoofd moeten buigen voor de deloyale concurrentie van firma’s uit landen met lage kosten. Daaraan zal het plan tegen sociale dumping niets kunnen veranderen. Het bevat onontbeerlijke maatregelen tegen fraude, maar deze hebben geen invloed op de legale deloyale concurrentie.
De regering draagt de politieke verantwoordelijkheid
Nog niet. Veel aarzelingen en vragen die eerst beantwoord moeten worden, en aan het einde een belofte om de loonkosten te verminderen vóór 2019 … indien mogelijk. Maar de sector staat niet te bedelen om een verlaging. Hij vraagt deze met aandrang, als stimulans voor het concurrentievermogen. De sector weet en heeft bewezen dat het de enige mogelijkheid is.
SECTOR & BEROEPEN
Vicepremier Kris Peeters sprak het publiek toe tijdens de presentatie van het jaarverslag. Hij herhaalde verschillende keren dat hij begreep hoe extreem urgent de actie is die de bouw verwacht van de regering in dit bijzonder belangrijke dossier. Maar mogen we nu gerust zijn en is de regering bereid om de loonkosten vanaf nu met € 6 te verminderen?
De regering heeft het recht om niet te luisteren naar onze boodschap. Misschien liggen haar prioriteiten elders. Maar ze draagt de politieke verantwoordelijkheid en moet dus ook de gevolgen dragen: de volledige ontreddering van de Belgische bouwmarkt en het bijkomende verlies van 25 000 bouwbanen tegen het einde van de legislatuur.
PROJECTEN & BEDRIJVEN
Is het dat wat men wil?
Colette Golinvaux Voorzitter Confederatie Bouw bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
3
IN DIT NUMMER
bouwbedrijf maandblad van en voor de aannemer | juli - augustus 2016
Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Afgiftekantoor Gent X – €6
>17
DOSSIER bouwkmo’s
De toekomst, de uitdagingen en de oplossingen > 03
Loonkostenverlaging Nu is het moment!
> 14
Vennootschapsbelasting Hervorming? Ja, maar …
> 31
BRICS Aannemers leren van elkaar
BOUWBELANGEN
Contacten Bouwbedrijf is het maandblad van de vzw Confederatie Bouw, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Afgiftekantoor: Gent X Redactie: fax 02 545 59 02 Marc De Wilde – tel. 02 545 56 27 marc.dewilde@confederatiebouw.be Franstalige uitgave: Construction Druk: Drukkerij Geers Volgens concept van: Roularta Realisatie: EQUINOX Graphic Design Copyright coverfoto: © Shutterstock Reacties - vragen: communicatie@confederatiebouw.be Met de medewerking van: • de studiediensten van de Confederatie Bouw Secretariaat: Sonia Massart, tel.02 545 56 34 - fax 02 545 59 09 sonia.massart@confederatiebouw.be • Vlaamse Confederatie Bouw Secretariaat: Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 - fax 02 545 59 07 johan.walewijns@confederatiebouw.be • Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad Secretariaat: Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 - fax 02 545 59 06 morgane.cendoya@confederatiebouw.be • Confédération Construction Wallonne Secretariaat: Catherine Houtart tel. 02 545 56 68 - fax 02 545 59 05 catherine.houtart@confederatiebouw.be Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 - fax 02 545 59 00 claude.bernaerts@confederatiebouw.be
14 Vennootschapsbelasting De Confederatie onderzocht hoeveel vennootschapsbelasting bouwbedrijven betalen. Er is immers een discussie bezig over een hervorming. Maar men mag een eventuele verlaging niet compenseren op de kap van de bouw.
INLEIDING 03 Edito Colette Golinvaux: “De ontreddering van
Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@confederatiebouw.be of kde@confederatiebouw.be. Prijs jaarabonnement Leden van de Confederatie Bouw: begrepen in het lidgeld Niet-leden: € 137,80 (BTW en portkosten inbegrepen) Buitenland: € 300 (BTW en portkosten inbegrepen)
de bouwmarkt, is het dat wat men wil?”
11 Regionaal standpunt Marc Dillen over de nood aan een doordacht plan tegen wateroverlast.
PRIKBORD 06 Voorstelling jaarverslag Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers De vzw Confederatie Bouw wil met deze publicatie gepaste, betrouwbare, volledige en exacte informatie brengen. Ze kan echter niet aansprakelijk worden gesteld indien ze hierin tekortschiet. Alle elementen van deze publicatie zijn beschermd door het auteursrecht van de vzw Confederatie Bouw. Overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is slechts toegelaten mits voorafgaande toestemming en uitdrukkelijke vermelding van de bron.
Vanaf nu wordt Bouwbedrijf gedrukt op papier geproduceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. De duurzaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.
4
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
Kris Peeters was eregast – maar liet de bouw met twijfels achter.
08 Fotoverslag Wie meetelt, was erbij.
BOUWBELANGEN 12 Conjunctuur
Broze groei in 2016.
31
PROJECTEN & BEDRIJVEN
46
BRICS
Afrikamuseum
Het jaarverslag 2015-2016 kijkt naar de bouw door de bril van de kleine bouwbedrijven. Het brengt scherp aan het licht waar verbetering nodig is, en waar aannemers steun nodig hebben om hun potentieel te kunnen ontplooien.
Er komt een nieuwe editie van dit unieke project waarin aannemers leren van aannemers hoe ze betere bedrijfsleiders kunnen worden. Geïnteresseerd? Schrijf u dan snel in. BRICS gaat in september van start.
Er is een topproject aan de gang in Tervuren: de restauratie en uitbreiding van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. De aannemers moesten alles uit de kast halen, maar het resultaat is dan ook indrukwekkend.
14 Vennootschapsbelasting
28 Kwaliteit
PROJECTEN & BEDRIJVEN 44 Ledenvoordelen
Studie door de Confederatie.
Essentieel voor de gezondheid.
Profiteer ervan!
DOSSIER 17 Inleiding De essentie van het jaarverslag.
18 Robert de Mûelenaere Waarom de kmo als focus?
SECTOR & BEROEPEN 31 BRICS Succesvol project verdergezet.
32 Doelgroepen RSZ-kortingen vastgelegd.
46 Afrikamuseum Publiekstrekker op Open Wervendag.
49 Bouwmarkt Nieuw filiaal CPE – Claerhout: zo besteld,
SECTOR & BEROEPEN
Jaarverslag 2015-2016
DOSSIER
17
SECTOR & BEROEPEN
BOUWBELANGEN
DOSSIER
zo geleverd – Trekker-oplegger met
20 Trends Het bouwklimaat geanalyseerd.
22 Unfaire concurrentie Loonkostenverlaging als enige oplossing.
Het staat onder druk.
26 Groei stimuleren Kredietverlening moet beter.
afstandsbediening
Ook voor afgedankte zonnepanelen.
34 Erfgoedrestauratie Discussie over erkenning.
36 Sociale dumping tegengaan Tool voor lokale besturen.
MARKANT 50 Cijfer van de maand Het rapport van Euroconstruct.
PROJECTEN & BEDRIJVEN
24 Ons sociaal model
33 Aanvaardingsplicht
50 Oldtimers in actie Succesvolle Finibrations Classic.
40 WTCB De nieuwe voorzitter van het Technisch Comité BIM & ICT – Nieuwe
27 Minder papier
renovatietechniek: industrialisatie?
Administratieve vereenvoudiging. bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
5
PRIKBORD Presentatie Jaarverslag 2015-2016
“De bouw beleeft moeilijke tijden” Op 15 juni stelde de Confederatie haar jaarverslag 2015-2016 voor aan een publiek van driehonderd aannemers, journalisten en leidinggevende figuren uit de politieke en de bedrijfswereld. Eregast was Kris Peeters, federaal vicepremier en minister van Werk, Economie en Consumenten. Zijn toespraak liet de genodigden met gemengde gevoelens achter.
H
et onderwerp van de jaarverslag zijn de bouwkmo’s, de uitdagingen waarvoor ze staan en de oplossingen die ze nodig hebben. Wie naar onze sector kijkt door de bril van de kleinere bedrijven, ziet immers scherp welke pijnpunten er zijn en waar verbetering nodig is. Een overzicht van het jaarverslag vindt u in het dossier in dit nummer. NOODKREET Tijdens het evenement voerde Colette Golinvaux (voorzitter Confederatie Bouw) het woord. Ze ging recht op het doel af. Uit de talrijke onderwerpen die in het jaarverslag aan bod komen, selecteerde ze het urgentste, het meest bedreigende: de unfaire concurrentie door buitenlandse firma’s die buitenlandse arbeidskrachten naar onze bouwplaatsen detacheren.
“Niets doen zal de overheidsfinanciën heel wat meer kosten dan handelen” Colette Golinvaux
COMPETITIVITEIT IN GEVAAR Het probleem is dat Belgische bouwbedrijven nauwelijks nog kunnen concurreren met de buitenlandse firma’s die met gedetacheerden werken. Dat is zéker het geval als deze firma’s aan sociale dumping doen. Maar zelfs perfect legaal gedetacheerde arbeidskrachten zijn 20 % of meer goedkoper als ze komen uit landen met lage sociale bijdragen. Dat creëert een unfair concurrentienadeel.
Colette Golinvaux: “Dit geldt in het bijzonder voor overheidsopdrachten, met hun cultuur van de laagste prijs. Vergeef me mijn directheid, maar daardoor is een vorm van medeplichtigheid ontstaan tussen de opdrachtgevers en de deloyale concurrentie.”
6
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
© foto’s Dann
Colette Golinvaux: “De bouw beleeft extreem moeilijke tijden. Onze bedrijven weten niet wat de dag van morgen zal brengen. Een groot aantal van hen blijft koppig kiezen voor Belgische arbeidskrachten, werknemers die ze vaak zelf opgeleid hebben, werknemers die de klanten en het temperament van de onderneming kennen. Maar ze stellen zich de vraag of ze met deze arbeidskrachten de bouwmarkt van de toekomst nog zullen aankunnen.” COLETTE GOLINVAUX – “Bouwbedrijven vragen zich af of ze met hun Belgische arbeidskrachten de bouwmarkt van de toekomst nog zullen aankunnen.”
UITERST DRINGEND De voorzitter riep Kris Peeters en de hele regering op om snel te handelen. De bouwsector vraagt een loonlastenverlaging van € 6 per uur in bouwbedrijven. Intussen is ongeveer € 600 miljoen beloofd voor een specifieke lastenverlaging in de bouw. Maar op dit moment ziet het er naar uit dat het geld niet vóór 2019 op de tafel komt. Dat is te laat.
Colette Golinvaux: “Als er niet snel een duidelijk antwoord komt, zal het niet langer mogelijk zijn om het hoofd te bieden aan de
BOUWBELANGEN DOSSIER
KRIS PEETERS – “Het probleem is om een adequate oplossing te vinden voor de bouwsector.”
legale concurrentie door buitenlandse lonen op ons grondgebied. Niets doen zal de overheidsfinanciën heel wat meer kosten dan handelen.”
Kris Peeters: “We zijn er nog niet uit. Maatregelen specifiek voor de bouw moeten ook door Europa geaccepteerd worden. Bovendien kijken de andere sectoren mee. Een oplossing mag het economische gebeuren in ons land niet door elkaar halen. Maar ik begrijp dat het niet lang meer mag duren. Mijn deur staat open. Ik heb liever vandaag een oplossing dan morgen of in 2019. Het probleem is om een adequate oplossing te vinden voor de bouwsector.” De vicepremier kondigde aan dat ons land de kwestie van de sociale dumping op de tafel zou leggen in de Epsco (de Europese Raad Werkgelegenheid) in juni.
Voor de aanwezigen was evenwel duidelijk dat de bouw daarvan niet veel mag verwachten. Kris Peeters gaf toe dat landen als Polen, Roemenië en Bulgarije tevreden zijn met de detachering zoals ze nu geregeld is. MEER VERWACHT De Confederatie had op meer gehoopt. De regering lijkt niet hele-
Kris Peeters opmerkte, zal niets doen het land meer kosten dan handelen. Als de werkgelegenheid blijft dalen en de Belgische bedrijven kapot geconcurreerd worden, zullen ook de staatsinkomsten dalen. In het hoofdartikel op blz. 3 van dit nummer vindt u het oordeel van de Confederatie. VERZEKERING Voorzitter Colette Golinvaux had in haar toespraak nog een ander onderwerp uit de bouwactualiteit aangesneden: de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor aannemers. Kris Peeters antwoordde dat een arrest van het Grondwettelijk Hof het verschil tussen aannemers en architecten op dat gebied ongrondwettelijk verklaarde. De verzekering voor aannemers komt er dus. Nog vóór het zomerreces zal de ministerraad een voorstel bespreken. Maar Peeters verzekerde de zaal dat daarin een groot aantal voorstellen van de Confederatie verwerkt zijn. Hij beloofde dat het resultaat aanvaardbaar en haalbaar zal zijn voor de bouwbedrijven. TOUR & TAXIS De presentatie van het jaarverslag vond plaats in Hôtel de la Poste, op de site van Tour & Taxis in Brussel. Een gepaste omgeving: de hele site ondergaat een grondige renovatie en transformatie, en een flink deel van de werken werd toevertrouwd aan leden van de Confederatie.
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
7
PROJECTEN & BEDRIJVEN
Kris Peeters: “Het is een heel gevoelig debat. Maar we bestuderen wat we alleen kunnen doen, met respect voor de EU-regels vanzelfsprekend. En België wil alles doen om de Europese regelgeving op het vrije verkeer van diensten aan te passen.”
“Ik begrijp dat het niet lang meer mag duren, maar we zijn er nog niet uit”
SECTOR & BEROEPEN
BOODSCHAP BEGREPEN, MAAR … In zijn reactie bevestigde Kris Peeters dat de regering de bouwsector maar al te goed gehoord heeft. Ze neemt overigens maatregelen, zoals de taxshift. Hij feliciteerde de Confederatie voor de bewonderenswaardige manier waarop ze de werkgevers en werknemers in de bouw tot een consensus gebracht heeft over de € 6 per uur. Hij benadrukte dat de regering € 604 miljoen wil uittrekken, en begreep dat de bouw niet op dat geld wil wachten tot 2019. Maar …
maal te beseffen hoe urgent een loonlastenverlaging in de bouw is. De window of opportunity voor deze maatregel staat nog open, maar zal niet eeuwig open blijven. En zoals de voorzitter
PRIKBORD Jaarverslag 2015-2016
De foto’s!
© foto’s Dann
Pieter Timmermans (gedelegeerd bestuurder VBO), Fa Quix (directeur-generaal Fedustria), Robert de Mûelenaere (gedelegeerd bestuurder Confederatie), Colette Golinvaux (voorzitter Confederatie) en Olivier Willocx (BECI).
Jef Lembrechts (voorzitter Vlaamse Confederatie Bouw), Johan Willemen (past voorzitter Confederatie), Kris Peeters (federaal vicepremier), Colette Golinvaux (voorzitter Confederatie) en Robert de Mûelenaere (gedelegeerd bestuurder Confederatie).
8
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
BOUWBELANGEN
Christophe Maes (voorzitter FABA), Eric Onraedt (met bril, voorzitter Confederatie Bouw Provincie Antwerpen) en helemaal rechts Jos Bijnens (Reynders).
Lionel Eeckhout (voorzitter Pensio B), Gabriël Delporte (secretaris-generaal Confederatie) en Natacha Jérouville (voorzitter fvb-ffc Constructiv)
René Van Cauwenberghe (voorzitter navb-cnac Constructiv), Bob Van Poppel (Van Poppel), Bruno Vandenwijngaert (directeur-generaal fvb-ffc Constructiv) en Peter Börner (ACLVB).
Virginie Monteyne-Jadoul (Schoups Advocatenkantoor), Jean-Marie Kyndt (Van Laere), Bob Van Poppel (Van Poppel) en Michel Vangeel (Vangeel Wegenbouw).
SECTOR & BEROEPEN
Robert de Mûelenaere (gedelegeerd bestuurder Confederatie), Benoît Marcin (Franki), Colette Golinvaux (voorzitter Confederatie) en Jean-Louis Henry (COBELBA).
Naast onze voorzitter en onze gedelegeerd bestuurder ziet u Pieter Timmermans (gedelegeerd bestuurder VBO), Dirk Cordeel (Cordeel Groep), minister van Staat Herman De Croo en Jean-Jacques Nonet (voorzitter Waalse Confederatie Bouw).
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
9
PROJECTEN & BEDRIJVEN
Gabriël Marijsse (CFE) en Theo Ceulemans (secretaris Paritair Comité 124).
De zaal in de ban de van de toespraak door Colette Golinvaux (voorzitter Confederatie).
DE TOEKOMST BELOOF JE NIET, DIE BOUW JE. NZE TEKEN O P PETITIE O l.be nisvitaa e r e t s e v in
INVESTEREN IS VITAAL Onze levenskwaliteit daalt jaar na jaar. Wegen, bruggen en tunnels zijn in een erbarmelijke staat. Wonen wordt onbetaalbaar. Er is een nijpend tekort aan crèches en rusthuizen. Zo kan het echt niet langer. De Confederatie Bouw vraagt dat er dringend méér wordt geïnvesteerd. Alle overheden moeten zó investeren dat iedereen er beter van wordt. U kunt ons helpen: teken nu onze petitie op investeren is vitaal.be
Een initiatief voor het welzijn van iedereen
10
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
REGIONAAL STANDPUNT
Tot nu toe lag de klemtoon bij de investeringen in het kader van het Vlaams waterbeleid vooral op de waterzuivering en op de uitvoering van de Europese waterzuiveringsrichtlijnen. Gelukkig gaat de laatste jaren steeds meer aandacht naar het voorkomen van wateroverlast. De invoering van de watertoets, de verplichting van regenwateropvang bij nieuwbouw en de actualisering van het Sigmaplan met een grotere nadruk op overstromingsbekkens zijn daarvan voorbeelden. Maar dat is onvoldoende gebleken.
DOSSIER
De laatste weken stonden straten geregeld blank omwille van kortstondige hevige buien. Klimatologen verwachten dat die in de toekomst steeds frequenter zullen plaatsvinden. Het huidige niveau van investeringen zal niet volstaan om wateroverlast duurzaam te vermijden. Weliswaar bestaan er waterbeheersplannen per rivier maar een omvattend en precies becijferd investerings- en financieringsplan op de lange termijn ontbreekt. Dat zal rekening moeten houden met de toenemende wateroverlast omwille van de bevolkingsgroei enerzijds en het toenemend aantal piekbelastingen door de klimaatverandering anderzijds.
BOUWBELANGEN
Investerings- en financieringsplan tegen wateroverlast
We hebben voor de toekomst een structurele oplossing nodig. Daarvoor is een meerjarenplan nodig op basis van een volledige behoefteanalyse. Op basis van zo’n analyse kunnen we ook een prioriteitenlijst opmaken met focus op die plaatsen waar overstromingen het vaakst voorkomen en de grootste impact hebben.
De bestrijding van de wateroverlast gebeurt momenteel op verschillende niveaus: gemeenten, provincies en Vlaamse overheidsinstellingen. Zo zou Vlaamse beleid voor waterwegen optimaal moeten afgestemd zijn op het lokale beleid voor onbevaarbare waterwegen.
SECTOR & BEROEPEN
We hebben een structurele oplossing nodig, met meerjarenplan en behoefteanalyse
De klemtoon mag daarbij niet alleen liggen op nieuwbouw. De overheid moet ook maatregelen treffen die bestaande gebouwen beschermen tegen wateroverlast. Bovendien zal het plan niet alleen mogen focussen op nieuwe voorzieningen. Geleidelijk aan zal ook de bestaande infrastructuur moeten worden aangepast. Zo zijn de meeste bestaande parkeerplaatsen nu niet of onvoldoende waterdoorlatend.
Maar de huidige aanpak is versnipperd, zoals destijds op het vlak van waterzuivering. Tot de Vlaamse regering in 1990 de uitbouw en het beheer van de waterzuiveringsinfrastructuur heeft toevertrouwd aan één actor, de nv Aquafin. Deze aanpak heeft geloond. Wij pleiten er dan ook voor om de uitvoering van de nodige investeringen tegen wateroverlast bij één actor te leggen. Die moet de stabiliteit en continuïteit van het plan bewaken en garanderen dat het uitgetekende investeringstraject daadwerkelijk afgelegd wordt, inclusief de noodzakelijke onderhouds- en ruimingswerken.
PROJECTEN & BEDRIJVEN
Marc Dillen Directeur-generaal Vlaamse Confederatie Bouw bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
11
Vooruitzichten 2016
Groei in de bouw, maar zonder veerkracht Op dit moment mag de bouw groei verwachten in 2016, ondanks de moeilijke context. Hij zal ongeveer 1 % bedragen. Maar een meer gedetailleerde analyse levert een gemengd beeld op. De vraag mist veerkracht.
D
e context is inderdaad moeilijk, want de Belgische economie in haar geheel straalt weinig dynamiek uit. In 2015 groeide ze met 1,4 % en in 2016 zal ze slechts met 1,2 tot 1,3 % vooruitgaan. Dat laatste verwachten het Federaal Planbureau en de Nationale Bank op dit moment.
Vorig jaar groeide de bouw met 2,1 %, meer dus dan de economie in haar geheel. Maar men mag er niet van uitgaan dat hij die prestatie in 2016 zal herhalen. Het jaar 2015 was in sommige opzichten een uitzondering. Het profiteerde bijvoorbeeld van een klimaatbonus: het weer hinderde de activiteit ongewoon weinig. We moeten ook vaststellen dat er meer pessimisten dan optimisten zijn bij de aannemers, ook in de eerste helft van dit jaar. Er is voor de bouwsector in zijn geheel bovendien een stagnatie merkbaar in de orderboekjes. Dit alles signaleert dat de 2,1 % groei van vorig jaar niet op duurzame pijlers stond.
wel laag, maar dat doen ze al een hele tijd. Op zich zal de lage rente de vraag dus geen nieuwe dynamiek geven. Dit alles leidt tot de conclusie dat de woningbouw dit jaar met ongeveer 7,5 % zal achteruitgaan. Maar hierbij moeten we opmerken dat de woningbouw van talrijke parameters afhangt. Hun evolutie en invloed zijn soms moeilijk te voorspellen. Denk aan de EPB-eisen die sinds dit jaar weer strenger geworden zijn in Vlaanderen, de wooncheque (cheque habitat) die de woonbonus in Wallonië vervangt, en het vooruitzicht dat in het Brussels Gewest de woonbonus vanaf 1 januari 2017 gaat veranderen.
Conjunctuur samengevat 2105 2,1 % productiviteitsgroei in de bouwsector
NIEUWE WONINGEN In het begin van 2014 werden opvallend veel bouwvergunningen verleend. Heel wat Vlaamse aspirant-bouwer hadden immers laat in 2013 nog een vergunning aangevraagd, om te ontsnappen aan de strengere EPB-eisen die vanaf 2014 van kracht werden.
2 % minder werknemers
Rond de zomer van 2014 was die piek weggeëbd en sindsdien is het peil van de verleende vergunningen veel stabieler gebleven. In 2015 was er dus géén scherpe piek zoals in het begin van 2014. Onder meer daardoor lag het totale aantal vergunningen in 2015 ongeveer 15 % lager dan een jaar eerder. Dat heeft normaal gezien zijn weerslag op de activiteit.
2,5 % groei van de burgerlijke bouwkunde
Bovendien is de context voor groei niet aanwezig. Het beschikbare inkomen van de gezinnen zal normaal gezien slechts lichtjes toenemen en de werkloosheid zal – in het beste geval – slechts weinig dalen. De rentes op hypothecaire leningen staan
12
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
VERWACHTINGEN 2016 1 % productiviteitsgroei in de bouwsector in zijn geheel
6 % groei van de nieuwe niet-woongebouwen
1,5 – 2 % toename van de renovatieactiviteit 7,5 % daling in de productie van nieuwbouwwoningen NIET-WONINGBOUW AAN DE BETERHAND Aan het einde van 2013 kreeg de vraag in de niet-woongebouwen een klap. Er volgden twee moeilijke jaren voor dit segment. Maar nu kunnen een aantal factoren een herstel op gang brengen.
In 2015 lag het totale vergunde volume bijvoorbeeld 6,5 % hoger dan in het jaar daarvoor. Daarnaast is er het Vlaamse scholenbouwprogramma Scholen van Morgen. De werken daarvoor zouden in 2016 nog een versnelling hoger moeten schakelen. En ten slotte bestaat er potentieel voor groei. Verondersteld wordt immers dat de bedrijfsinvesteringen met ongeveer 2,5 % zullen toenemen. En bovendien zien we dat de vraag terugkeert naar een peil dat men mag verwachten gezien het totale volume van deze investeringen. Conclusie: in 2016 is de niet-woningbouw aan de beterhand. Hij mag een groei van 6 % verwachten. Maar opnieuw is er een caveat. Het vergunde volume maakte in de afgelopen drie jaar grote sprongen. Die grilligheid beïnvloedt de betrouwbaarheid van prognoses, zowel over de grootte van het herstel als over de mate waarin de groei na 2016 zal doorzetten. BURGERLIJKE BOUWKUNDE In dit segment is het moeilijk om structurele trends te ontwaren. Veel factoren geven aan dat de burgerlijke bouwkunde gegroeid is in 2015. Daarbij onder meer de evolutie van de orderboekjes en de omzet in dit segment. Maar tegelijk blijkt uit de recentste gegevens van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) dat de overheidsinvesteringen in teruggevallen zijn.
Een tegenspraak is dit niet noodzakelijk. Het suggereert dat de overheid een relatief groter aandeel van haar investeringen aan burgerlijke bouwkunde spendeerde. Maar het roept wel de vraag op hoe dit aandeel verder gaat evolueren. Voor een prognose gaan we uit van een stabilisering. Daarnaast veronderstellen we dat de investeringen door lokale besturen stilaan zullen beginnen te stijgen in het vooruitzicht van de komende gemeenteraadsverkiezingen. En ten slotte hebben we oog voor het Waalse Infrastructuurplan
BOUWBELANGEN
en het Brusselse Tunnelplan. De conclusie is dan een groei van 2,5 % in 2016. Dé grote onbekende in deze prognose zijn de lokale investeringen. Lokale besturen moeten binnen een streng begrotingskader werken. Dit zal volgens sommige waarnemers de traditionele stijging vóór de verkiezingen verhinderen of dempen.
BOUWVERGUNNINGEN – In 2015 geen piek zoals het jaar daarvoor, maar een eerder stabiele evolutie.
DOSSIER
GROEI VAN DE RENOVATIES De renovaties van gebouwen hebben de sterkste vooruitzichten in 2016. De verwachte vooruitgang van 1,5 tot 2 % kan weinig spectaculair lijken, maar deze groei staat wel op de stevigste en duurzaamste fundamenten. Los van de schommelingen in de algemene economische context zijn er twee stimulerende factoren. De eerste is dat er voortdurend woon- en niet-woongebouwen bijkomen. Maar ook de verbetering van de energieprestaties genereert werk voor de renovatiesector. TOTAALBEELD: BROZE GROEI Neem we al deze prognoses samen, dan mogen we verwachten dat de bouw dit jaar met 1 % zal groeien. Dat ligt in de lijn van de economie in haar geheel. Maar de groei van de bouw in 2016 is grotendeels gebaseerd op een verzameling van factoren zonder duidelijke onderliggende dynamiek. De groei is broos.
WERKGELEGENHEID IN GEVAAR Het verband tussen activiteit en werkgelegenheid is zwaar verstoord in de Belgische bouwbedrijven. Dat is zeer verontrustend voor onze aannemers.
Als deze trend blijft bestaan, zal ook bij een groei van 1 % de werkgelegenheid in 2016 verder blijven dalen. We zien nu al dat ze daalde in het eerste kwartaal van dit jaar. De onderbroken neerwaartse spiraal, die startte aan het einde van 2011, blijft ongenadig doordraaien. Sinds dat jaar gingen
BURGERLIJKE BOUWKUNDE – In mei stonde de orderboekjes vrij vol. Maar zij vormen slechts één factor die de evolutie van de activiteit beïnvloedt.
De grote onbekende: zullen de lokale besturen hun investeringen gaan optrekken? in de bouw 20 300 arbeidersbanen verloren (werknemers van paritair comité 124). Wie doet al het werk dan? Arbeidskrachten die door buitenlandse firma’s naar onze bouwplaatsen gedetacheerd worden. De substitutie van de ene vorm van arbeid door de andere is sinds 2011 structureel
geworden. Wil de regering de werkgelegenheid in onze sector redden, dan zijn dus ingrijpende maatregelen nodig. De Confederatie vraagt zeer dringend een loonlastenverlaging van € 6 in de bouw. In het dossier vindt u meer informatie over de buitenlandse concurrentie. n
INFO jean-pierre.liebaert@confederatiebouw.be
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
13
PROJECTEN & BEDRIJVEN
We gaan in het dossier in dit nummer dieper in op dit fenomeen, maar citeren hier toch enkele opvallende cijfers. In 2015 groeide de sector met iets meer dan 2 %. Tegelijk ging in dat jaar de werkgelegenheid met 2 % achteruit. Activiteit wordt niet meer omgezet in Belgische werkgelegenheid. Het fenomeen treft alle bedrijven, zowel de grotere als de kleinere.
SECTOR & BEROEPEN
Dat wordt bijvoorbeeld ook gesuggereerd door de faillissementen in de sector. Ze daalden in de loop van 2015, ondanks de verscherpte buitenlandse concurrentie. Maar de gegevens van de eerste maanden van 2016 wijzen eerder op een nieuwe toename.
Studie van de Confederatie
Vennootschapsbelasting: geen hervorming ten koste van de bouw Zal de vennootschapsbelasting hervormd en verlaagd worden? Het debat is aan de orde, en daarom maakte de Confederatie een studie van de belastingdruk op bouwbedrijven. Er kwamen enkele onverwachte resultaten uit de bus. Maar twee dingen zijn zeker: de effectieve druk mag niet stijgen, en een verlaging van het nominale tarief mag niet gecompenseerd worden op de kap van de bouw.
H
et debat over de vennootschapsbelasting wordt opgestookt door enkele geruchtmakende gebeurtenissen. België gunde een aantal multinationals een genereuze regeling op overwinst, ook excess profit ruling genoemd. Maar de Europese Commissie beschouwt deze als een vorm van verboden staatssteun. Het risico bestaat nu dat de regering maatregelen neemt zonder grondig na te denken over de ongewenste neveneffecten op Belgische bouwbedrijven, die op een volstrekt redelijke wijze gebruik maken van de mogelijkheden van de vennootschapsbelasting. Vóór iedere hervorming is het absoluut nodig dat men de noden van bouwbedrijven in kaart brengt. De Confederatie heeft nauwgezet onderzocht hoe ze de vennoot-
Hoe hervormen? - Bouwbedrijven betalen gemiddeld 27 % vennootschapsbelasting. - Een verlaging creëert ademruimte. - Maar geen compensaties met hogere belastingen op vastgoed. - Een gunstiger systeem voor kleinere bedrijven blijft nodig. - Raak zo weinig mogelijk aan de notionele-interestaftrek. ring met vreemd en met eigen vermogen. Als een bedrijf leent, is de betaalde rente aftrekbaar van de belastbare basis. Maar dividenduitkeringen voor financiering met eigen vermogen zijn dat niet. De notionele-interestaftrek werkt met een fictieve rente berekend op basis van het eigen vermogen (de netto activa).
Opvallend: ook kmo’s gebruiken zeer vaak de notionele-interestaftrek schapsbelasting toepassen. Deze studie is een aanzet tot de grondige discussie die essentieel is voor een evenwichtige hervorming. DE HUIDIGE VENNOOTSCHAPSBELASTING Het normale tarief van de vennootschapsbelasting in België bedraagt nu 33,99 %. Maar het gaat hier om een nichefiscaliteit. Kenmerkend daarvoor is een hoog nominaal tarief, dat gedeeltelijk gecompenseerd wordt door een grote reeks aftrekposten: investeringsaftrek, definitief belaste inkomsten, aftrek voor bijkomend personeel, notionele-intrestaftrek …
Enkele daarvan doen de effectieve fiscale druk sterk dalen. De notionele-interestaftrek is een voorbeeld. Deze vermindert de fiscale discriminatie tussen financie-
14
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
ZELDEN 33,99 % In de praktijk betalen vennootschappen dus zelden 33,99 %. Voor kleine en middelgrote vennootschappen bestaat er trouwens een verlaagd tarief, dat komt met vrij strikte voorwaarden (zie tabel). Alleen vennootschappen met een maximale belastbare basis van € 322 500 komen in aanmerking. De bezoldiging uitgekeerd aan de bedrijfsleider moet minstens
Belastbare basis in euro Tot 25 000
€ 36 000 bedragen. Er mag slechts een klein percentage aan dividenden worden uitgekeerd, en de vennootschap mag slechts een beperkt aantal aandelen houden in andere vennootschappen. EFFECTIEVE TARIEVEN Hoe hoog is de effectieve belastingdruk op vennootschappen in de bouwsector dus? De studie van de Confederatie bracht dit aan het licht. Dit zijn de belangrijkste resultaten:
- de gemiddelde belastingdruk situeert zich rond de 27 %. Zowel bij grote als bij kleine bouwbedrijven bevindt de belastingdruk zich gemiddeld op ongeveer hetzelfde niveau; - meer dan 90 % van de bouwondernemingen maken gebruik van de notionele-interestaftrek, en dit ongeacht de grootte. Dit is een opvallend resultaat. De andere aftrekken worden nauwelijks gebruikt, met uitzondering van de investeringsaftrek, waarop in beperkte mate
Vennootschapsbelasting 24,25 %
25 001 tot 90 000
31 %
90 001 tot 322 500
34,50 %
Meer dan 322 500
33,99 %
TABEL 1 – Kmo’s kunnen profiteren van een verlaagde vennootschapsbelasting met opklimmende tarieven.
BOUWBELANGEN
een beroep wordt gedaan. De specifieke aftrek voor onderzoek en ontwikkeling is bij geen van de bedrijven in de studie terug te vinden. De aftrek voor het definitief belaste inkomsten komt uitsluitend voor bij een laag aantal grote ondernemingen; - de afschaffing van de notionele-interestaftrek zou de belastingdruk bij bouwbedrijven met ongeveer 7 % doen stijgen. Het verschil tussen het nominale tarief van 33,99 % en de effectieve belastingdruk van 27 % is bijna uitsluitend te wijten is aan deze aftrek.
NAAR EEN NIEUWE VENNOOTSCHAPSBELASTING? Op Europese en zelfs op wereldschaal bekeken heeft België hoge nominale en effectieve tarieven. Het gemiddelde nominale tarief in Europa is 23 % en het gemiddelde effectieve tarief 17 %. Er is een algemene trend richting verlaagde tarieven die naar elkaar toegroeien, met als mogelijke uitzonderingen Duitsland en Frankrijk.
steeds ongeveer 10 % van de totale fiscale ontvangsten en 3 % van het bbp blijven leveren. Ook voor België is dit zo. Het tarief werd in de loop der jaren verlaagd van 40 naar 33,99 % maar dat heeft in verhouding niet geleid tot minder inkomsten. De reden is wellicht dat de verlaging van het nominale tarief gepaard ging met compensaties. GEEN COMPENSATIES OP DE KAP VAN DE BOUW! Waar zal de overheid het geld zoeken voor een hervormde vennootschapsbelasting? Dat kan binnen de belasting zelf, door bestaande aftrekken af te schaffen of te verminderen. Het kan ook erbuiten, door andere belastingen te verhogen. Maar wat men ook doet, voor de Confederatie bestaan er grenzen die men niet mag overschrijden.
Niet opvallend: België heeft hoge nominale en effectieve tarieven …
WAT KOST HET DE STAAT? De budgettaire impact van een verlaging van het tarief is moeilijk in te schatten. Uit internationale cijfers van de OESO blijkt dat de nominale tarieven sinds 1965 gedaald zijn, maar tegelijk blijkt dat de inkomsten uit de vennootschapsbelasting
Een specifiek stelsel voor kleine ondernemingen blijft een noodzaak. Men kan het huidige behouden, maar er bestaan andere mogelijkheden. Men zou bijvoorbeeld voor alle ondernemingen – ook de grote – de eerste schijf van € 50 000 aan 24 % kunnen belasten, en alles daarbo-
De eventuele compensaties mogen vastgoed niet zwaarder belasten. Het algemene (hoogste) btw-tarief mag niet opgetrokken worden, en men mag niet raken aan de verlaagde tarieven in de woningbouwsector. Bovendien mogen ook investeringen in vastgoed niet bijkomend belast worden. We denken dan bijvoorbeeld aan particulieren die investeren in een woning om te verhuren of als tweede verblijf. Als men aftrekposten afschaft of inperkt, dan is het voor de Confederatie een absolute voorwaarde dat men zo weinig mogelijk raakt aan de notionele-intrestaftrek. Onze studie toonde aan dat dit de belangrijkste aftrekpost is, ook voor bouwkmo’s. Een vermindering of afschaffing zal de belastingdruk verhogen. Het feit dat bijna alle bouwbedrijven gebruik maken van de notionele-interestaftrek toont overigens aan dat veel van onze ondernemingen gefinancierd worden met eigen middelen. Dit moet beloond worden. Men mag niet terugkeren naar de vroegere situatie, toen uitsluitend de financiering met vreemde middelen de mogelijkheid van een aftrekbare intrest creëerde. n
INFO U vindt de studie in het jaarverslag 2015-2016. Nog vragen? Stel ze aan marleen.porre@confederatiebouw.be.
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
15
PROJECTEN & BEDRIJVEN
het normaal tarief naar pakweg 20 %. Dit is budgettair niet onmiddellijk haalbaar. Maar een fasering met een geleidelijke daling, in eerste instantie bijvoorbeeld tot 29 %, zou een compromis zijn.
ven aan 29 %. Zulke benadering zou het verlaagde, opklimmende tarief overbodig maken en zou ook voordelig zijn voor kleine ondernemingen met een beperkte winst.
SECTOR & BEROEPEN
Om concurrentieel te zijn met andere lidstaten van de Europese Unie zou het Belgische tarief verlaagd moeten worden tot ongeveer 20 %. Het Verenigd Koninkrijk verlaagde zijn tarief bijvoorbeeld naar 20 %. Maar ook de bouwbedrijven zouden meer ademruimte krijgen van een verlaging van
VERLAAGD TARIEF – Het bestaat nu voor kleine en middelgrote vennootschappen. Voor de Confederatie is ook na hervorming een specifiek stelsel voor kleine ondernemingen een must.
DOSSIER
De resultaten van de Confederatie sluiten aan op de vaststellingen die het VBO publiceerde in 2012. Deze slaan op alle sectoren en niet alleen op de bouw. Voor operationele vennootschappen (dus geen holdings) was de mediaan van de aanslagvoet 26,2 % in 2010. Met andere woorden: de helft betaalde een hoger percentage, de andere helft minder. De bedrijfsgrootte maakt weinig verschil.
PUBLIREPORTAGE
De verzekering Multirisk Handel-KMO De uitoefening van een commerciële activiteit kan gehinderd en zelfs in gevaar gebracht worden door uiteenlopende schadegevallen, zoals een brand in uw magazijn, een storm, waterschade, glasbreuk, een elektriciteitsstoring, een botsing met een voertuig,… Om u te beschermen en u een efficiënte bijstand te garanderen bij een schadegeval heeft Federale Verzekering een polis ontwikkeld die speciaal afgestemd is op kleine en middelgrote ondernemingen: de brandverzekering Multirisk Handel-KMO.
Een uitgebreide bescherming Uw basiswaarborgen
Uw facultatieve waarborgen
De verzekering Multirisk Handel-KMO van Federale Verzekering biedt een zeer complete waarborg en beschermt u tegen: • uiteraard brand; • waterschade: schade aan uw gebouw of inboedel veroorzaakt door gebroken leidingen of hydraulische toestellen of door het binnendringen van water langs het dak; • natuurfenomenen zoals storm, hagel en druk van sneeuw of ijs: de schade aan zonnetenten, zonweringen, uithangborden en publicitaire totems (met een maximum van € 2500 voor het geheel) alsook de schade aan afsluitingen (indien verankerd in beton) is inbegrepen; • glasbreuk: inclusief schade aan zonnecollectoren en fotovoltaïsche zonnepanelen; • ontploffing, bliksem; • de inwerking van elektriciteit (door overspanning of onrechtstreekse blikseminslag; • natuurrampen (overstroming en aardbeving); • schade aan de woning ten gevolge van diefstal of poging tot diefstal; • …
U kan uw bescherming nog verder optimaliseren door uw basisbescherming uit te breiden met één of meerdere facultatieve waarborgen: • burgerlijke aansprakelijkheid: schade toegebracht aan derden door het gebouw of de inhoud ervan; • diefstal; • derving van beroepsinkomen: de vernieling van uw gebouw kan uw commerciële activiteit volledig onderbreken. Dit kan leiden tot een totale inkomstenderving voor een zelfstandige die niet zo vooruitziend is geweest!
16
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
ming biedt, dat is al heel wat. Maar een deel van uw premie teruggestort krijgen op uw rekening, dat is nog veel beter! Als onderlinge verzekeraar zijn er geen aandeelhouders die vergoed moeten worden en kunnen wij onze winst delen met onze verzekerden. Met u dus. * De algemene voorwaarden kunnen worden geconsulteerd op www.federale.be onder de rubriek Algemene voorwaarden. Deze bepalen de limieten, uitbreidingen, uitsluitingen en/of voorwaarden die van toepassing zijn op het product. ** De restorno’s en winstdeelnames evolueren met de tijd in functie van de resultaten van de onderneming en de economische conjunctuur. Ze zijn niet gewaarborgd in de toekomst en variëren voor elk product. De regels inzake de toekenning van de winstdeelnames of restorno’s zijn vastgesteld in de statuten van elkeen van de ondernemingen
Bijstand 24u op 24 inbegrepen in de premie, slechts één nummer: 02 773 61 56 Voor een schadegeval gedekt door uw verzekering Multirisk Handel-KMO kunt u steeds rekenen op Federale Verzekering. F-Bijstand staat 7 dagen op 7, 24 uur op 24 voor u klaar.
Federale Verzekering deelt haar winst met haar klanten** Een gunstig tarief voor een polis Multirisk Handel-KMO die u een optimale bescher-
van de groep Federale Verzekering. De statuten kunnen worden geraadpleegd op www.federale.be.
Redactie: Federale Verzekering
www.federale.be
Dossier bouwkmo’s
De toekomst, de uitdagingen en de oplossingen
Het dossier in dit nummer is gewijd aan het jaarverslag 2015-2016 Robert de Mûelenaere “Bouwkmo’s hebben specifieke aandacht nodig.” 18
van de Confederatie, en dat is op zijn beurt gewijd aan de bouwkmo’s. Waarom? Dat legt onze gedelegeerd bestuurder Robert de Mûelenaere uit in een interview. Wie naar de sector kijkt met de ogen van
Uitdagingen Structurele trends 20 Scheefgetrokken concurrentie 22 Sociaal model onder druk 24 Ondersteuning De groei stimuleren 26 Administratieve lasten 27 Kwaliteit 28
de bedrijfsleider van een klein bouwbedrijf, ziet zeer scherp wat goed is en wat de ontplooiing van bouwbedrijven hindert. Er zijn drie grote uitdagingen: de sociale dumping en de deloyale concurrentie door buitenlandse firma’s, de hoge loonkosten en het sociaal statuut van de bouwarbeider. Maar daarnaast is er nog veel wat voor verbetering vatbaar is. De Confederatie blijft onvermoeibaar ijveren voor oplossingen op alle beleidsniveaus. Daarnaast stelt ze tools ter beschikking van de leden, en speelt ze een leidende rol in de instituten en instellingen die bouwbedrijven ondersteunen.
Robert de Mûelenaere over het jaarverslag 2015-2016
“Een sterke beroepsorganisatie is nu meer dan ooit nodig” Het jaarverslag 2015-2016 heeft als titel De toekomst van de bouwkmo – uitdagingen en oplossingen. Waarom dit onderwerp? Bouwbedrijf ging het vragen aan Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie. Robert de Mûelenaere: “De bouw is niet alleen een belangrijke economische sector met een zeer groot aantal kmo’s. Hij is ook een buitengewoon complexe en diverse sector die constant in beweging is. De Confederatie wil dat alle bouwbedrijven de kansen die zo ontstaan in succes en groei kunnen omzetten. Het is evident dat bouwkmo’s vanwege hun kleinere omvang daarbij specifieke aandacht nodig hebben. Maar naast de kansen zijn er ook gevaren. In dit jaarverslag schetsen we een totaalbeeld en reiken dan oplossingen aan.” “Ik benadruk overigens dat de uitdagingen die we analyseren bij nader inzien uitdagingen voor alle bouwbedrijven zijn, ook de grotere. Maar bouwkmo’s zijn zeer gevoelige detectoren van iedere evolutie en ieder probleem in onze sector. Als je de focus op hen legt, kun je een scherpe diagnose stellen.” Wat kenmerkt de situatie van de bouwkmo’s? Robert de Mûelenaere: “Laten we eerlijk zijn: de prestaties van onze kleinere bedrijven zijn indrukwekkend. Hun gedrevenheid is enorm. Ze zijn vaak wendbaar en kunnen snel inspelen op innovaties en veranderende marktomstandigheden. De bedrijfsleider staat dicht bij zijn mensen en zijn klanten, en daardoor zijn
Maar dat zijn natuurlijk niet de enige uitdagingen. Er zijn grote veranderingen op komst op de markt en die vragen aanpassingsvermogen van de bouwbedrijven. En daarnaast zijn er de administratieve lasten, de financiering van de activiteit en de groei, de ontslagregeling …” Dat is de diagnose. Wat is de kuur? Robert de Mûelenaere: “Als we vaststellen dat kmo’s op een bepaald domein hulp en bijstand nodig hebben, dan nemen we initiatieven om hen beter te ondersteunen en te begeleiden. Dat doen we al decennia lang. Een zeer volledig overzicht staat in het rapport, maar een recent voorbeeld is de strijd tegen sociale dumping. De Confederatie was de drijvende kracht achter de Rondetafel Bouw, waaraan de werkgeversorganisaties en de vakbonden van de bouw, de regering en de administraties deelnamen. Het resultaat was een omvattend actieplan tegen de sociale dumping die gepaard gaat met de detachering van buitenlanders naar onze bouwplaatsen. We vragen nu dat de maatregelen in dat plan snel en volledig uitgevoerd worden. Een Belgisch bouwbedrijf kan onmogelijk concurreren met uitgebuite buitenlanders die hier voor een schandelijk loon in soms schandelijke omstandigheden komen werken.” Wat moet er veranderen aan de loonkosten?
Als je de focus op de kleinere bouwbedrijven legt, kun je een scherpe diagnose stellen bouwkmo’s knooppunten van creatief en probleemoplossend denken. Maar ze moeten die sterke troeven ook kunnen uitspelen. De regelgeving legt hun flexibiliteit op dit moment te veel aan banden. De dominante positie van sommige grote producenten begint hun bewegingsvrijheid meer en meer te beperken. Daardoor kunnen ze hun rol als vertrouwenspersoon en raadgever van hun klanten minder goed spelen, en hun bevoorradingsbronnen minder vrij kiezen.” Welke zijn de belangrijkste gevaren? Robert de Mûelenaere: “Globaal bekeken zijn er dat drie. Er is de sociale dumping en de volstrekt deloyale concurrentie door buitenlandse firma’s die hier komen werken met gedetacheerde arbeidskrachten. Dan zijn er de hoge loonkosten. De derde uitdaging is de toekomst van het sociaal statuut van de bouwarbeider, en ruimer bekeken van ons sociaal model. Daarmee bedoel ik het geheel van sociale relaties tussen werkgevers en werknemers.
18
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
Robert de Mûelenaere: “We vragen van de regering dat specifiek voor de bouw de sociale lasten voor arbeiders snel met € 6 per uur verlaagd worden. Die schoktherapie is absoluut nodig om de gezondheid van de concurrentie te herstellen. Zelfs buitenlandse firma’s die niet aan dumping doen maar hier legaal werken, kunnen voor hun gedetacheerde arbeidskrachten veel lagere loonkosten aanrekenen. Onder meer daardoor zijn sinds 2012 niet minder dan 19 000 banen verloren gegaan in onze sector. De regering beseft dat er iets moet gebeuren. Ze wil € 600 miljoen uittrekken voor de specifieke loonlastenverlaging in de bouw. Maar ze wil daarmee wachten tot 2019, en we weten dat het dan te weinig en te laat zal zijn. De regering moet zich nu engageren.” “De Confederatie beseft heel goed dat een loonkostenverlaging moeilijk ligt in deze tijden van besparing. Daarom hebben we de regering berekeningen overhandigd die aantonen hoe ze gefinancierd kan worden.” Welke problemen plagen ons sociaal model? Robert de Mûelenaere: “Ze situeren zich op twee niveaus. Het eerste is dat van het sociaal statuut van de bouwarbeiders. Op dit moment kunnen alle bouwbedrijven van klein tot groot hun arbeiders een gelijkaardige sociale bescherming aanbieden. Maar onder meer de teruglopende werkgelegenheid dreigt het
BOUWBELANGEN © foto Dann
DOSSIER
OVERHANDIGING – Kris Peeters (federaal vicepremier) krijgt het jaarverslag van Colette Golinvaux (voorzitter Confederatie Bouw) en Robert de Mûelenaere (gedelegeerd bestuurder).
systeem financieel te ondermijnen. Als we niet oppassen wordt bijvoorbeeld het Fonds voor Bestaanszekerheid zelf in zijn bestaan bedreigd.”
Onze loonkosten hebben een schoktherapie nodig om de concurrentie gezond te maken
Wat kan een bouwonderneming hieraan doen? Robert de Mûelenaere: “De voorbije BouwForums van de Confederatie toonden overtuigend aan dat onze aannemers creatieve antwoorden formuleren op de uitdagingen. Maar het is ook een
“En dat is nog maar het begin. De Confederatie Bouw, de gewestconfederaties, de lokale confederaties en de beroepsfederaties werken ook samen met onze sectorale partners zoals het preventie-instituut van de bouw navb Constructiv, met het Fonds voor Vakopleiding fvb Constructiv, de sectorale onderzoekscentra WTCB en OCW … Via talrijke projecten reiken zij aannemers instrumenten en informatie aan waarmee deze hun bedrijfsvoering kunnen optimaliseren, of het nu gaat om veiligheid, werkbaar werk, opleidingen, bouwtechnieken of innovaties. Bouwkmo’s mogen gerust zijn. Ze staan er niet alleen voor!” ■
INFO www.confederatiebouw.be
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
19
PROJECTEN & BEDRIJVEN
had een evenwichtig voorstel geformuleerd, maar de achterban van een deel van de werknemersvertegenwoordiging ging niet akkoord. Het resultaat dreigt nu ongunstig te worden voor bouwbedrijven en zeker voor bouwkmo’s – zonder daardoor onverdeeld gunstig te zijn voor de werknemers! Het sociaal overleg moet absoluut weer op de sporen gezet worden, en we nodigen de vakbonden uit om daaraan constructief mee te werken.”
“We vertegenwoordigen onze leden op alle beleidsniveaus. We participeren in een groot aantal overlegorganen. We sturen mee de initiatieven van de regering om de administratieve lasten te verminderen en ontwikkelen hiervoor zelf tools voor onze aannemers. Daarnaast hebben we een goed uitgebouwd netwerk van communicatiekanalen en organiseren we evenementen zoals het BouwForum en imagocampagnes, waarvan onze Open Wervendag het beste voorbeeld is. We voeren campagnes zoals Investeren is vitaal die het brede publiek bewust maken van het belang van investeringen in bouwprojecten.”
SECTOR & BEROEPEN
“Het tweede niveau is het sociaal overleg tussen werkgevers en werknemers. Dat slaagt er steeds moeilijker in om de belangrijke problemen zelf op te lossen. De gevolgen zien we aan de harmonisering van de ontslagregeling en de carenzdag voor arbeiders en bedienden. Omdat het Grondwettelijk Hof een deadline opgelegd had, is deze erdoor gedrukt door de regering. Het sociaal overleg
feit dat deze op bepaalde vlakken te groot zijn en dat individuele, geïsoleerde bouwbedrijven dan zwak staan. Een sterke beroepsorganisatie is dus meer dan ooit nodig om hun belangen te verdedigen.”
Kenmerken en structurele trends
De positie van de bouwkmo De bouwkmo’s hebben een prominente plaats in onze sector. Maar hun kleinere bedrijfsgrootte maakt hen ook gevoeliger voor wijzigende trends en marktomstandigheden. Vanuit economisch standpunt bekeken heeft de bouw vier opvallende kenmerken. Hij is versplinterd. De activiteit is verdeeld over een zeer groot aantal bedrijven. In de andere nijverheidstakken is er meer concentratie. We zijn een kmo-sector met veel microbedrijven. Bouwbedrijven met veel mensen in dienst zijn relatief zeldzaam, en hoe groter het personeelsbestand hoe zeldzamer ze worden (zie ook de kadertekst). We zijn een zeer grote werkgever, met ongeveer een derde van de totale industriële werkgelegenheid. En ten slotte zijn we bij uitstek een arbeiderssector. Het aandeel bedienden stijgt, maar vormt slechts een vijfde (21 %) van het personeelsbestand in de bouw. In de andere nijverheidstakken is dat bijna dubbel zoveel. Deze kenmerken bepalen mee hoe bouwbedrijven kunnen reageren op langetermijntrends. De huidige situatie in de sector en de evolutie op de korte termijn zijn vanzelfsprekend belangrijk. Maar voor de toekomst zijn de structurele trends bepalender. Dat geldt niet alleen voor de bouwmarkt in het algemeen maar ook voor de plaats die deze aan kmo’s zal bieden. Verderop bespreken we de belangrijkste trends, maar we beginnen met een voorbeeld: de professionalisering van de opdrachtgever. Er is een verschuiving aan de gang van gezinnen die één of twee keer een woning laten bouwen naar opdrachtgevers die appartementen of groepen woningen laten optrekken en dat frequent doen. Maar wie in één keer tien huizen laat bouwen, kiest doorgaans eerder een grotere aannemer dan een zelfstandige. De omvang van een opdrachtgever heeft een invloed op de keuze van het bouwbedrijf.
Identiteitskaart van een zwaargewicht - Afgerond 100 000 bouwbedrijven in 2015. - Vooral kleinere bedrijven: slechts 2 % heeft 50 of meer personeelsleden. - Afgerond 74 000 bedrijven zijn zelfstandigen of hebben geen personeel in dienst. - Alles samen ongeveer 265 000 arbeidsplaatsen. - Vorig jaar een omzet van meer dan € 61 miljard. - Op zich genereert de sector bijna 6 % van het bruto binnenlands product. - De héle bouwkolom is goed voor 14 % van het bbp.
wellicht in hoge mate het initiatief van gezinnen blijven. Het potentieel van de woningbouw voor bouwkmo’s hangt dus niet alleen af van de globale evolutie. Ook de veranderende verhouding tussen nieuwbouw en renovatie speelt mee.
POTENTIËLE VRAAG GENOEG De behoeften aan bouwwerken zijn enorm. Drie oorzaken steken er bovenuit. De eerste is de toename van de bevolking. In het begin van dit jaar waren er 11,260 miljoen Belgen. Volgens de jongste Daartegenover staat dat de vraag naar renovaties en vooral naar verwachtingen van het Federaal Planbureau zullen we in 2030 met energierenovaties zeer waarschijnlijk zal toenemen. Deze zullen bijna 12 miljoen zijn. Bovendien worden gezinnen kleiner, wat de behoefte aan woningen nog eens Evolutie van het aantal bouwbedrijven doet stijgen. Als we alle relevante 120.000 factoren combineren dan blijkt dat er tegen 2030 ongeveer 470 000 bijkomende woningen nodig zijn. 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0
2007
2008
2009
2010
2011
Aantal bedrijven zonder personeel Bron: FOD Economie (ADSEI), RSZ en eigen berekeningen
AANTAL – Tot 2014 kwamen er bouwbedrijven bij.
20
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
2012
2013
Werkgevers
2014
2015
De tweede oorzaak heeft te maken met het energieverbruik. Europa wil de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met 80 of meer procent verminderen vergeleken met 1990. Dat kan niet zonder de uitstoot van woningen zeer fors terug te dringen. En dat kan dan weer niet zonder energierenovaties aan een groot aantal bestaande woningen. Hoeveel? Naargelang het scenario gaan de resultaten van 2,9 tot bijna 5 miljoen renovaties. Het scenario met het lagere resultaat gaat er van uit dat we een kleine
15%
77%
77%
15%
tigheid benaderen. Bouwbedrijven kunnen hun bijdrage leveren door hun productiekosten onder controle te houden met alle respect voor de regelgeving. De meeste winst kunnen aannemers halen uit productiviteitsverhogende technologische innovatie.
WEINIG MANOEUVREERRUIMTE Er worden steeds nieuwe eisen opgelegd aan bouwbedrijven. Het effect is dat hun manoeuvreerruimte ingeperkt wordt. Opdracht1% gevers gaan steeds verder met hun 1% 7% 7% kwaliteitseisen als ze een aannemer selecteren. Ook de leveranciers van Landbouw Bouw Andere industrieën Landbouw Diensten Diensten Bouw Andere industrieën materialen vragen steeds vaker certificeringen en de zekerheid dat Bron: INR *2015 Bron: INR *2015 K2 hun producten correct geplaatst K2 WERKGELEGENHEID – De bouwsector is een zeer grote werkgever in de privénijverheid. worden. Deze eisen vallen lang niet altijd te rechtvaardigen. Soms zijn 2 miljoen woningen beter meteen afbreken en vervangen door ze vooral een gevolg van de dominante positie die een producent zuinige nieuwbouw. inneemt ten opzichte van een kmo. Maar zelfs als er goede argumenten bestaan voor zulke eisen, is het voor een bouwkmo niet altijd eenvoudig om eraan tegemoet te komen. Merk overigens op dat de ambities van Europa ook een energy shift richting hernieuwbare energieproductie vragen. Daarvoor Een kmo wil het geprivilegieerde contact met de klanten in stand zullen veel bijkomende hernieuwbare energie-installaties nodig houden, en de aannemer wil controle over zijn bevoorradingszijn. En bovendien zal de infrastructuur voor energietransport bronnen. De Confederatie staat hem bij bij het bereiken van dat doel. grondig aangepast moeten worden. 22%
BOUWBELANGEN
Sectorale verdeling van de werkgelegenheid Sectorale verdeling van de werkgelegenheid in de privé-sector* in de privé-sector*
22%
Het minste wat de overheid moet doen is iedere maatregel die de bouwkosten zou kunnen verhogen, met de grootste omzich-
De nieuwbouw van woningen zal zijn eigen evolutie doormaken. De trend is dat de woninggrootte daalt en dat er meer appartementen opgetrokken worden. Dat hangt zeer waarschijnlijk samen met het feit dat de bouwgrond duurder wordt, dat er meer eenpersoonsgezinnen zijn, dat compacte woningen doorgaans betere energieprestaties hebben enzovoort. ■
INFO jean-pierre.liebaert@confederatiebouw.be
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
21
PROJECTEN & BEDRIJVEN
STEEDS VEELEISENDER De grote vraag en de beperkte middelen zullen leiden tot een verscherpte concurrentie, en dat zal zijn invloed hebben op de prijzen die bouwbedrijven kunnen aanrekenen. Maar de toekomst zal ook steeds veeleisender worden op andere niveaus: de kwaliteit die bouwbedrijven leveren, de flexibiliteit waarmee ze inspelen op de veranderende vraag, de creativiteit waarmee ze oplossingen aanbieden, de kwaliteit van hun arbeidskrachten en hun beheer …
Interessant in dit opzicht is het principe van de Energy Services Company. Een ESCO pre-financiert energiebesparende ingrepen en laat deze uitvoeren. Met de winst gemaakt door de lagere energiefactuur wordt de ESCO dan terugbetaald. Dat creëert kansen voor bouwbedrijven. Ze zouden hun markt kunnen vergroten door reclame te maken voor het ESCO-principe, bijvoorbeeld in het kader van een partnership met een ESCO.
SECTOR & BEROEPEN
FINANCIERING IN DE PROBLEMEN Aan behoeften geen gebrek, maar wordt deze ook in vraag omgezet? Dat hangt af van de financieringscapaciteit van de overheid en de gezinnen. Het gaat hier om een grote uitdaging voor onze sector. In de overheidsinvesteringen is een ware revolutie nodig. Eenvoudig is dat niet, want besparen is de boodschap. Maar er bestaan oplossingen. Ze werden uitgebreid besproken in het studierapport 2014-2015 van de Confederatie. De beroepsorganisatie werkt hard aan de aanvaarding en de toepassing. Ook voor de gezinnen moet een beleid ontwikkeld worden dat hun solvabiliteit op dit gebied veiligstelt en het verwerven van een woning steunt.
VERANDERENDE VRAAG Zoals we al opmerkten, zal de behoefte aan werken gepaard gaan met een heroriëntatie van de markt richting renovaties. Dit segment van de bouwactiviteit zal sterk groeien in de toekomst, tenminste als de overheid de middelen creëert om de uitstoot van broeikasgassen door gebouwen inderdaad te verminderen. Daarvoor zullen bijkomende steunmaatregelen nodig zijn, onder meer om vernieuwbouw – afbraak gevolgd door heropbouw – meer kansen te geven. Ook niet-woongebouwen moeten minder energie gaan verbruiken. De Isolatieraad schatte in 2012 dat daarvoor ruwweg 300 miljoen vierkante meter daken geïsoleerd moeten worden.
DOSSIER
Onze infrastructuur en onze publieke gebouwen vormen de derde bron van bouwbehoeften. Onze overheden investeren al een kwart‑ eeuw te weinig – zeker in vergelijking met onze buurlanden. Het Waals Gewest rekende uit dat er € 5 miljard nodig is de wegen waarvoor het verantwoordelijk is, in goede staat te herstellen. Een extrapolatie suggereert dat voor de infrastructuur in het hele land ruwweg € 40 miljard nodig is. Dat is met overheidsgebouwen en waterwegen, maar zonder de spoorwegen en de luchthavens.
Detachering en sociale dumping
Scheefgetrokken concurrentie op de bouwmarkt Belgische bouwbedrijven ondervinden de gevolgen van een verschroeiende concurrentie door buitenlandse firma’s. Deze komen hier op bouwplaatsen werken met goedkopere gedetacheerde arbeidskrachten. Bovendien gaat deze fenomeen gepaard met sociale dumping. Om de concurrentie weer gezond te maken is een schoktherapie nodig: een loonkostenverlaging voor bouwarbeiders met € 6 per uur. Even ter herinnering: de oorzaak van de buitenlandse concurrentie is het zgn. “vrije verkeer van diensten” in de EU. Buitenlandse firma’s die arbeidskrachten naar een andere lidstaat detacheren, moeten een harde kern van arbeidsvoorwaarden respecteren, die onder meer slaat op de lokale minimumlonen, de arbeidstijden, de veiligheid en het welzijn. Maar – en dit is fundamenteel – zolang de detachering niet langer duurt dan twee jaar, worden de socialezekerheidsbijdragen in het thuisland betaalt. Gevolg: gedetacheerde arbeidskrachten uit landen met lage bijdragen zijn goedkoper. Naargelang de lidstaat liggen de loonkosten 20 % en meer lager. En aangezien de loonkosten van de Belgisch bouwbedrijf gemiddeld goed zijn voor 40 tot 50 % van de prijs van bouwwerken, ontstaat een groot concurrentienadeel, zelfs als de buitenlandse firma’s volstrekt legaal opereren. OMVANG VAN HET FENOMEEN 3,6 % van de totale werkgelegenheid in dit land wordt intussen ingevuld door gedetacheerde arbeidskrachten. Daarmee is ons land Europees koploper. In de bouwsector zijn de detacheringen vandaag de dag goed voor 41 000 voltijds equivalente arbeidsplaatsen (in de veronderstelling dat een detachering gemiddeld 23 werkdagen duurt). In de 2011 waren het nog 16 000 VTE. In 2015 waren er al bijna 400 000 LIMOSA-aangiften voor werken in de bouw.
Alleen een verlaging van de loonkosten kan soelaas bieden Andere vaststelling: het aantal arbeiders in de Belgische bouwbedrijven is aanzienlijk teruggelopen in de voorbije vier jaar. De bouw verloor niet minder dan 19 000 loontrekkenden sinds het begin van 2012, dat is 9 % van de arbeiderswerkgelegenheid. Maar opmerkelijk genoeg nam de activiteit in dit interval toe met 4,3 %. Dit kan niet verklaard worden door een productiviteitsstijging in bouwbedrijven. De ene vorm van werkgelegenheid is overduidelijk vervangen door de andere - en het ziet er naar uit dat dit fenomeen structureel is geworden. Uit enquêtes van de Confederatie bij haar leden blijkt dat meer dan 80 % in de afgelopen jaren opdrachten verloor aan buitenlandse concurrenten. Eén op de vijf respondenten moest overgaan tot ontslagen. Vooral de concurrentie uit niet-buurlanden wordt aangevoeld als intens. Het geschatte omzetverlies maakte in 2015
22
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
GEDRAGSCODE VAN DE CONFEDERATIE De Confederatie is van oordeel dat de opdrachtgevers partners moeten worden in de strijd tegen dumping en fraude. Ze spoort bouwheren en vooral overheidsopdrachtgevers dus aan om vrijwillig op te treden tegen sociale dumping. Dat kan op verschillende manieren: door gedragscodes of charters met goede praktijken te hanteren, door in bestekken clausules tegen dumping op te nemen en door een strikte controle op de offertes en de uitvoeringsvoorwaarden van een opdracht. In haar strijd tegen sociale dumping en detacheringsfraude stelde de Confederatie Bouw zelf een charter op. U vindt het op www.confederatiebouw.be.
een forse sprong naar 10 tot 15 %. Over het algemeen verwachten de bouwbedrijven dat de concurrentie uit niet-buurlanden nog significant zal toenemen. TEGEN SOCIALE DUMPING Er is in feite sprake van twee fenomenen: enerzijds de legale detachering, en anderzijds de sociale dumping van buitenlandse arbeidskrachten. Beide hebben een andere aanpak nodig.
Sociale dumping heeft vele vormen. Het kan bijvoorbeeld gaan om schijn-onderaanneming door buitenlandse firma’s die in feiten geen bouwbedrijven zijn. Maar ook illegale terbeschikkingstelling komt veel voor. En daarnaast zijn er de buitenlanders die misbruik van het maken van het statuut van zelfstandige. Dit laatste is een relatief simpele manier om toegang te krijgen tot de Belgische bouwmarkt en komt dus relatief veel voor. De Confederatie was de drijvende kracht achter de Rondetafel Bouw die haar werkzaamheden vorig jaar afrondde, en waaraan de bouwsector, de werknemers, de regering en de administraties deelnamen. De Rondetafel stelde een Plan voor Eerlijke Concurrentie op met een groot aantal maatregelen tegen sociale dumping. We hebben hierover al uitgebreid bericht in Bouwbedrijf. De Confederatie vraagt nu dat het Plan snel en volledig wordt uitgevoerd. EN DE LEGALE BUITENLANDSE CONCURRENTIE? De concurrentie met buitenlandse firma’s die hier legaal werken kan slechts op twee manieren gezond gemaakt worden: ofwel betalen ze hier de sociale lasten van Belgische bedrijven, ofwel
BOUWBELANGEN DOSSIER
VRIJ VERKEER VAN DIENSTEN – Mooi principe maar slecht uitgewerkt.
gaan de loonkosten van Belgische bedrijven naar beneden. De eerste oplossing veronderstelt een fundamentele aanpassing van het Europees recht. Daarvoor bestaat niet genoeg steun in de lidstaten van de EU. Een aantal landen zal argumenteren dat deze oplossing het vrije verkeer van diensten belemmert. Bovendien is een detachering tijdelijk, en dat creëert juridische problemen. Door de tijdelijkheid geeft de tewerkstelling geen volledig recht op de sociale bescherming in het land van de dienstverlening.
- Een snelle en volledige uitvoering van het plan tegen sociale dumping. - Een snelle loonkostenverlaging in bouwbedrijven van € 6 per uur.
De Confederatie is voorstander van een ruim Europees debat over het vrije verkeer van diensten. Maar intussen is duidelijk welke limieten men mag verwachten als de EU optreedt. In april 2016 keurde de Europese Commissie het zgn. mobiliteitspakket goed onder impuls van eurocommissaris van Sociale Zaken Marianne Thyssen. Het bevat maatregelen tegen sociale dumping, maar het stelt op geen enkel moment de principes in vraag waarop de Europese richtlijnen en verordeningen gebaseerd zijn. En precies deze principes vormen een deel van het probleem.
Volgens de Confederatie is een verlaging met € 6 per gepresteerd uur het minimum. Zeer waarschijnlijk zal dit genoeg zijn om het
Deze principiële toenadering van de regering is positief. Heel wat minder positief is de lauwheid van haar concrete engagement ten gunste van een lastenverlaging in onze sector. De € 600 miljoen die ze daaraan wil besteden, wordt pas vrijgemaakt na 2019, wat veel te laat is. Bovendien is nog geen enkel overleg ten gronde opgestart door de kabinetten van de betrokken ministers. Door zo te handelen, geeft de regering de indruk dat ze noch het probleem noch zijn ernst helemaal begrepen heeft. In een advies van maart 2016 wees de Nationale Arbeidsraad haar nochtans op de ernst van het probleem en op de dramatische gevolgen die deloyale concurrentie en dumping hebben voor de werkgelegenheid en de bouwkmo’s. Het advies spoort de regering aan om zo snel mogelijk op te treden - in ieder geval vóór 2018 – en de loonkosten in Belgische bouwbedrijven te verlagen. De Confederatie blijft het probleem dus aankaarten bij de regering. ■
INFO www.confederatiebouw.be
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
23
PROJECTEN & BEDRIJVEN
€ 6 PER UUR Conclusie: alleen een verlaging van de loonkosten kan soelaas bieden. Het is onmogelijk om de socialezekerheidsbijdragen te laten zakken tot op het niveau van de landen met de laagste loonkosten. Maar tegelijk moet een loonkostenverlaging voldoende ver gaan, anders is ze geen hefboom voor de competitiviteit van onze bouwondernemingen.
WAT ANTWOORDT DE REGERING? De regering heeft in oktober 2015 laten weten dat ze de vraag van de sector goed verstaan heeft en dat ze inspanningen zal doen om er een positief gevolg aan te geven. Ze heeft aangekondigd dat ze € 600 miljoen opzij wil zetten voor een specifieke lastenverlaging in de bouw. Ze wil ook nauw gaan overleggen met de sociale partners van de sector over de manier waarop de verlaging in werking moet treden.
SECTOR & BEROEPEN
Wat moet er gebeuren?
hefboomeffect een kans te geven, al zullen er ook maatregelen nodig zijn op het vlak van de productiviteit, de kwaliteit, de opleiding van de werknemers enzovoort. De gevraagde loonlastenverlaging zal de overheid geld kosten en moet dus gefinancierd worden. De Confederatie heeft op dat punt evenwichtige voorstellen gedaan aan de regering.
Moeizaam sociaal overleg
Sterke en zwakke punten van een sociaal model De betaalbaarheid van het sociaal statuut van bouwvakarbeiders komt in het gedrang. En bovendien heeft het sociaal overleg tussen werkgevers en werknemers het soms moeilijk om het eens te raken over fundamentele vraagstukken. Kortom: het sociaal model van de bouwsector staat onder druk en bouwkmo’s ondervinden daarvan de nadelige gevolgen.
BELANGRIJKE VRAAG – Een bouwvakker heeft allesbehalve een slecht sociaal statuut. Maar hoe kunnen we tegelijk zijn sociale bescherming én de betaalbaarheid van het systeem garanderen?
Het sociaal statuut van de bouwvakarbeider en de sociale voordelen die het biedt, kunnen de vergelijking met andere sectoren doorstaan. Dat is belangrijk wil de bouw goede arbeidskrachten aantrekken. Bovendien is dat sociaal statuut in hoge mate gelijkaardig voor alle bouwbedrijven. Het veroorzaakt geen concurrentie tussen grote en kleine ondernemingen, en daardoor krijgen bouwkmo’s meer kansen om excellente mensen in dienst te houden.
ding van bouwvakkers op zich.
SOLIDARITEIT Typisch voor de sociale bescherming van bouwvakarbeiders is dat veruit de meeste aspecten gesolidariseerd zijn. Iedere onderneming draagt bij aan het systeem naargelang haar draagkracht, en iedereen kan er in gelijke mate een beroep op doen. Deze aanpak heeft voordelen voor werknemers, maar ook voor aannemers, want fbz Constructiv (het Fonds voor Bestaanszekerheid) draagt sommige patronale kosten. De betaling van het gewaarborgd loon bij ziekte is gesolidariseerd, net als sommige aspecten van de werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT, het vroegere brugpensioen). Fbz Constructiv betaalt bij SWT niet alleen de aanvullende vergoeding voor de arbeiders maar ook de patronale bijdrage op deze vergoeding. Ten slotte neemt de sector een deel van de kosten van de oplei-
PIJNPUNTEN Het sociaal statuut van de bouwvakarbeider en de solidarisering zijn nuttige instrumenten. Maar de kosten mogen niet ontsporen. Daarom werden de ondernemingen in zekere mate geresponsabiliseerd, bijvoorbeeld als het gaat om het gewaarborgd loon bij economische werkloosheid. Maar de kosten van onder meer het brugpensioen zijn in de voorbije jaren hoog opgelopen. Om het brugpensioen minder aantrekkelijk te maken voor werkgevers verhoogde de regering de patronale bijdrage. Maar in de bouw neemt het Fonds deze voor zijn rekening. Het ontradend effect is dus klein, terwijl de maatregel wel bijkomende kosten verzaakt voor het Fonds.
24
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
Er bestaan ook indirecte voordelen voor werkgevers. De sector bekwam dat geen patronale bijdragen verschuldigd zijn op de weerverlet- en getrouwheidszegels. Toen de arbeidsduurvermindering in de jaren 1980 ingevoerd werd, bedong de sector een vrijstelling van patronale bijdragen op de vergoedingen voor de rustdagen.
- Een goed maar ook betaalbaar sociaal statuut voor de bouwvakarbeider - Dat het sociaal overleg tussen werkgevers en werknemers weer op de sporen wordt gezet. - Een sociaal overleg dat efficiënt, constructief en pragmatisch is.
De sociale partners van de bouwsector wacht een moeilijke opdracht: tegelijk zowel de sociale bescherming van de bouwvakarbeider als de betaalbaarheid van het systeem bestendigen.
Vooraf werd het ergste gevreesd voor de bouw, maar dankzij aanhoudend lobbywerk van de Confederatie bevatte het federale voorstel een uitzondering voor het grootste deel van de bouwarbeiders. Daardoor was het nieuwe eenheidsstatuut voor de sector beter verteerbaar dan verwacht. Maar nu blijkt dat de harmonisering slecht geconstrueerd was. De gevolgen dreigen zeer groot te worden voor de aannemers, en dan vooral voor de bouwkmo’s. De uitzondering valt weg en ze zullen vanaf 2018 geconfronteerd worden met zeer lange opzegtermijnen voor hun arbeiders.
De concurrentie van buitenlandse ondernemingen weegt loodzwaar op de bouw en dan vooral op de bouwkmo’s. Zij hebben grote behoefte aan méér flexibiliteit, maar al te lange opzegtermijnen drijven de kosten van een ontslag fors op. De enkele kleine maatregelen om die kostenverhoging te compenseren, zijn druppels op een hete plaat.
De Confederatie streeft een aantal doelstellingen na op dit gebied. Het overleg in de onderneming moet efficiënt en oplossingsgericht zijn. De dialoog gaat nu vaak gepaard met grote administratieve lasten. Deze moeten ingedijkt worden. Daarnaast voelen de aannemers ook de behoefte aan een meer pragmatische benadering. Er bestaan verschillende stelsels die de arbeidstijd flexibeler organiseren. Soms is hun toepassing beperkt in de tijd en moet de werkgever iedere keer weer alle etappes met de werknemers doorlopen, hoewel hij alleen een verlenging wenst. Een ander voorbeeld zijn de “uren KB 213”, de flexibele overuren waarvan er minstens 130 een fiscaal gunstige behandeling krijgen. In bouwbedrijven zonder syndicale delegatie moeten lokale vrijgestelden van de vakbonden hun goedkeuring geven als de werkgever deze uren KB 213 op zaterdag wil laten werken of tot 180 uur per jaar wil gaan. Het zou verstandiger zijn om aannemers op dit punt meer soepelheid te gunnen. De problematiek van de rustdagen zou ook geëvalueerd moeten worden. Het paritair comité zou beter de rustdagen in de sluitingsperiode aan het einde van het jaar vastleggen, en de keuze voor de rest overlaten aan de werkgever. ONTSLAGBESCHERMING Ten slotte mag men de vraag stellen of de ontslagbescherming van afgevaardigden en kandidaat-afgevaardigden van werknemers nog redelijk is. De vergoedingen bij een ontslag kunnen oplopen tot twee en zelfs acht jaar loon. Het is begrijpelijk dat de wetgever een zekere ontslagbescherming heeft gecreëerd. Maar de huidige regeling brengt het voortbestaan van een kmo en dus ook van de werkgelegenheid in gevaar wanneer de bedrijfsleiding zich verplicht ziet om het arbeidscontract met een délégué te verbreken, ook al hebben de redenen niets te maken hebben met wrijvingen tijdens de sociale dialoog. ■
INFO www.confederatiebouw.be
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
25
PROJECTEN & BEDRIJVEN
FUNDAMENTELE FOUT De hervorming van het ontslagrecht van 2013 was een gemiste kans om te komen tot een evenwichtige modernisering. Er zijn enkele goede elementen, zoals de ontslagbegeleiding (outplacement) en de verplichting om een ontslag te motiveren. Maar dat men de opzegtermijnen van bedienden min of meer veralgemeende tot alle werknemers, was een gemakkelijkheidsoplossing en een zware fout, zowel in de nationale economische als in een ruimere Europese context.
CONSTRUCTIEVE WERKNEMERSVERTEGENWOORDIGING Ook op ondernemingsniveau overleggen werkgevers en werknemers. Al naargelang de bedrijfsgrootte moeten in een bouwbedrijf een ondernemingsraad, een comité voor preventie en bescherming op het werk en/of een syndicale delegatie opgericht worden.
SECTOR & BEROEPEN
De hervorming van het ontslagrecht was een fout, zowel in de nationale als in de Europese context
In 2013 werd ook de proefperiode afgeschaft. Dat maakt het onaantrekkelijk om iemand meteen aan te werven met een contract van onbeperkte duur, ook al was dat de gewoonte in de bouw. Aannemers schakelen over op middelen als uitzendarbeid, tijdelijke contracten of contracten voor één welbepaalde opdracht. De helft van de uitzendkrachten in bouwbedrijven is intussen jonger dan 30. Dat suggereert dat uitzendarbeid nu een verplichte etappe is geworden vóór een eventueel contract van onbeperkte duur. Een tweede sterke indicatie is de evolutie van de werkgelegenheid in loondienst in de bouw. Vroeger weerspiegelde die de conjunctuur, maar dat is al lang niet meer het geval. De uitzendarbeid volgt de evolutie daarentegen wél.
DOSSIER
MOEIZAAM SOCIAAL OVERLEG Een tweede probleem voor het sociaal model is dat de sociale partners het steeds moeilijker vinden om tot een evenwichtig akkoord te komen. De gevolgen daarvan worden geïllustreerd door de gedeeltelijke harmonisering van het arbeiders- en bediendestatuut. Tijdens het interprofessioneel overleg slaagden de sociale partners er niet in om het eens te worden over een evenwichtig voorstel dat op de tafel lag. Daarom drukte de federale regering aan het einde van 2013 een harmonisering door van de opzegtermijnen en de carenzdag. Het Grondwettelijk Hof had geoordeeld dat de verschillen tussen arbeiders en bedienden op dat gebied ongrondwettelijk waren.
OOK NADELEN VOOR WERKNEMERS De harmonisering van de statuten is niet gunstig voor de aannemers. Maar daardoor is ze niet noodzakelijk gunstig voor de werknemers.
BOUWBELANGEN
Waarnaar streeft de Confederatie?
Tools en beroepsactie
De groei en ontwikkeling van kmo’s bevorderen Bouwkmo’s moeten de kansen die zich voordoen in groei kunnen omzetten. Maar er liggen obstakels op de weg: de financiering, de soms moeilijke toegang tot overheidsopdrachten, de administratieve overlast, achterstallige betalingen … De Confederatie voert op al deze punten een permanente Minder Hinder-actie ten voordele van haar leden, en ze stelt tools ter beschikking die de bedrijfsvoering vereenvoudigen. Kmo-financiering 2014, een studie in opdracht van de FOD Economie, benadrukt dat de financiering van kmo’s een prioriteit moet zijn voor de politieke wereld. Ze is niet alleen van kapitaal belang voor de ondernemingen zelf maar ook voor de economische groei in het algemeen. Recente statistieken lijken te suggereren dat de kredietverlening nauwelijks nog een probleem is voor bouwbedrijven. De Confederatie betwijfelt dat. Zeker de kleinere bouwbedrijven bevinden zich nog altijd in een zwakkere positie. Ze kunnen daar zelf iets aan kunnen doen, door aandacht te besteden aan de kwaliteit en de presentatie van hun kredietdossier. Een externe specialist inschakelen kan daarbij zeer nuttig zijn. Een goede communicatie met de bankier is ook belangrijk. Maar op zich volstaat dat niet, en daarom formuleert de Confederatie aanbevelingen voor de overheid en de financiële sector (een selectie vind u in de kadertekst). CASHFLOWBEHEER De Confederatie creëerde voor de leden een groot aantal tools en documenten om tot een gezond cashflowbeheer te komen. Dat is namelijk essentieel voor aannemers die hun financieringsbehoeften onder controle willen houden, en dan vooral de behoefte
AANBEVELINGEN VOOR BETERE KREDIETVOORWAARDEN - Nieuwe financieringsmogelijkheden ontwikkelen, gericht op kleine ondernemingen. - Beter advies bij het opstellen van een kredietaanvraag. - Meer informatie voor ondernemingen, zeker over hun rating. - De beschikbare overheidssteun bekend maken en het gebruik stimuleren. - Toezicht op de tarieven voor kaskrediet en publicatie van deze tarieven. - Een verlaging van het minimumbedrag van een straight loan. - Waarborgen lichter maken naarmate de terugbetaling vordert. SPECIFIEK VOOR DE BOUW - Faire waardebepaling van materiaal dat als waarborg dient. - Kredietinstellingen moeten rekening houden met de concrete situatie van individuele bouwbedrijven. - Overheidsmaatregelen waardoor aannemers hun facturen kunnen verdisconteren onder de best mogelijke voorwaarden.
26
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
aan kaskrediet. Een onderneming die zelf altijd meteen betaalt maar veel late betalers heeft, zal grotere financieringsbehoeften hebben. Open dus de jacht op slechte betalers en aarzel niet om voorschotten te vragen. KOSTPRIJSBEREKENING EN LONEN IN REGIE Een aannemer verleent zelden twee keer dezelfde dienst en vooraf een correcte verkoopsprijs bepalen is dus niet eenvoudig. De Confederatie stelde op vraag van de FOD Economie een syllabus op voor wie wil deelnemen aan het examen voor de vestigingswet. Daarin is een volledig hoofdstuk gewijd aan deze cruciale kwestie. Ook in de gids die de Confederatie opstelde voor kandidaat-aannemers staat deze informatie over kostprijsberekening. De leden kunnen deze documenten consulteren op de www.confederatiebouw.be.
De Confederatie mag van de wet geen tariefindicaties of referentietarieven publiceren. Hoe bepaal je dan lonen in regie? Ook daarvoor vindt u een handige tool op www.confederatiebouw.be. CORRECTE PRIJSHERZIENINGEN Maar ondanks de tools van de Confederatie heeft ook de overheid nog werk voor de boeg, onder meer wat betreft de prijsherzieningen. Geïnteresseerde leden vinden hierover een grote hoeveelheid documentatie op www.confederatiebouw.be.
Bij overheidsopdrachten worden prijsherzieningsformules zo goed als systematisch toegepast. Maar in dat geval definieert de opdrachtgever de formule. Al te vaak is ze niet afgestemd op de specifieke werken in kwestie. Dat is geen probleem als de prijzen van verschillende aspecten van de opdracht synchroon evolueren. Maar dat is tegenwoordig niet het geval. Daardoor leidt een algemene herzieningsformule tegenwoordig soms tot een negatieve prijsherziening die lang niet altijd de evolutie van de productiekosten voor bouwbedrijven weergeeft. Daarom heeft de Confederatie aanbevelingen voor de opdrachtgevers opgesteld (zie www.confederatiebouw.be). Als bedrijven een aanpassing van de formule vragen omdat deze de economische realiteit niet weergeeft, dan sporen we de opdrachtgevers aan om niet negatief te reageren maar iedere vraag te onderzoeken. ■
INFO U vindt het jaarverslag op www.confederatiebouw.be
BOUWBELANGEN
Administratieve vereenvoudiging
Beterschap, maar nog niet genoeg In 2014 is de kostprijs van de administratieve lasten voor ondernemingen met ongeveer € 226 miljoen gedaald, aldus de Dienst Administratieve Vereenvoudiging. Maar volgens het Federaal Planbureau bleef er toch nog meer dan € 5 miljard over. We zijn er nog lang niet … Al zijn er, onder meer dankzij de Confederatie, toch al grote stappen gezet.
DE ADMINISTRATIEVE LASTEN MOETEN VERDER DALEN - De Confederatie stuurt mee de administratieve vereenvoudiging en verdedigt de belangen haar leden, onder meer in het sturingscomité van de DAV. - Goede initiatieven uit het verleden: de Kruispuntbank van Ondernemingen, Formalis en de andere ondernemingsloketten … - De e-factuur is een kans voor aannemers. - Only-once moet snel veralgemeend worden in de praktijk.
ONDERNEMINGSLOKETTEN Gelijktijdig met de oprichting van de Kruispuntbank van Ondernemingen werden in 2003 de ondernemingsloketten in het leven geroepen. De onderliggende gedachte was dat ze geleidelijk zouden uitgroeien tot een one-stop shopping point, een plaats waar een ondernemer of een starter zoveel mogelijk administra-
tieve formaliteiten kan vervullen voor verschillende instanties. Heel wat dienstverlening door een ondernemingsloket kan tegenwoordig per e-mail verlopen. De aannemer hoeft zich dus niet noodzakelijk te verplaatsen. Ook de Confederatie richtte samen met de lokale confederaties een ondernemingsloket op: Formalis. E-FACTUUR Papieren en elektronische facturen worden intussen op gelijke voet behandeld, wat de juridische bezwaren tegen de e-factuur wegneemt. Een aannemer kan e-facturen maken, opsturen, ontvangen en bewaren. Dat kan ook met doordeweekse kantoorsoftware. Men kan perfect een e-factuur naar een consument sturen: ze zijn niet voorbehouden aan transacties tussen ondernemingen..
Verplicht is de elektronische factuur niet, maar naar alle verwachtingen zal ze de overhand halen. Volgens de Dienst Administratieve Vereenvoudiging werd in 2014 al bijna de helft van de facturen naar ondernemingen elektronisch verstuurd. E-mail was de meest gebruikte methode. Uit een enquête van de Confederatie bleek dat de leden globaal genomen niet gekant zijn tegen de e-factuur. Hun interesse is zelfs groot, maar ze nemen een afwachtende houding aan. Minder dan de helft voelt zich aangesproken door de meer geavanceerde oplossingen voor e-facturen. Er is meer interesse voor de automatische koppeling aan de betalingen en de betalingsgegevens, maar deze interesse wordt nauwelijks omgezet in concrete acties. ■ Info: Meer informatie over de e-factuur staat onder meer op www.efactuur.belgium.be
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
27
PROJECTEN & BEDRIJVEN
KRUISPUNTBANK Vóór 2003 had iedere administratie haar eigen databank met basisgegevens van ondernemingen. Nu worden deze bijgehouden in een centrale databank, de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Dit maakt overheidsdiensten efficiënter en vereenvoudigt het leven van ondernemingen. In de toekomst zullen de administraties de KBO hanteren als zgn. authentieke bron. De Only Oncewet verplicht hen daartoe.
STAPELS PAPIER – De Only Once-wet zou ze wat kleiner moeten maken, maar de toepassing is nog verre van perfect.
SECTOR & BEROEPEN
EÉN KEER, NIET MEER U kent het: u overhandigt een administratie gegevens over uw onderneming, en vervolgens vraagt een andere administratie u dezelfde gegevens. De overheid wil hiermee afrekenen met de Only Once-wet van 5 mei 2014. Only Once komt er op neer dat een onderneming informatie slechts één keer moet overmaken. Daarnaast stimuleert deze wet het gebruik van elektronische formulieren, door hen dezelfde waarde toe te kennen als papieren formulieren. In de praktijk is de toepassing van deze wet helaas nog verre van perfect.
DOSSIER
De administratieve rompslomp maakt het vooral de kleine en middelgrote ondernemingen vaak moeilijk om zich te concentreren op hun kerntaak als ondernemer. Maatregelen van de voorgaande regeringen hebben in de periode 2008-2014 de administratieve lasten verbonden met federale wetgeving al verminderd met bijna € 1,25 miljard. Ongeveer 65 % daarvan was ten voordele van de ondernemingen. Het jongste regeerakkoord formuleert de doelstelling om binnen de legislatuur de lasten nog eens met 30 % te verminderen.
Kwaliteit
Onmisbaar voor de competitiviteit van kmo’s Al in verschillende studieverslagen heeft de Confederatie benadrukt hoe belangrijk kwaliteit is voor bouwbedrijven. Het gaat dan niet alleen om de kwaliteit van het werk of de geleverde dienst maar evenzeer om de kwaliteit van het bedrijfsbeheer in al zijn aspecten: personeelsbeleid, financieel beleid, commercieel beleid, klantvriendelijkheid … Kwaliteit is een essentiële manier om zich te onderscheiden van de concurrentie, om financieel gezond te blijven en te groeien. De bouwsector stimuleert de kwaliteit op verschillende manieren. Hij verdedigt een doeltreffende vestigingswet die de consument beschermt. Onder impuls van de Confederatie is het kwaliteitslabel Construction Quality gecreëerd. De sectorale onderzoekscentra zoals het WTCB en het OCW stellen technische informatie ter beschikking, bestuderen de beste uitvoeringsmethoden, onderzoeken innovaties, geven advies bij bouwproblemen, starten zelf onderzoeksprojecten op … Fvb Constructiv (het Fonds voor Vakopleiding) ondersteunt samen met de lokale en de gewestconfederaties de opleidingsinspanningen van bouwbedrijven.
mingen niet bemoeilijkte. De Confederatie heeft de vestigingswet verdedigd. Deze bekleedt een belangrijke plaats in onze sector. Ze draagt bij tot de kwaliteit van de dienstverlening en geeft een beter inzicht in de risico’s die met een gereglementeerde activiteit gepaard gaan. In 2007 werd een nieuwe, vereenvoudigde en gemoderniseerde vestigingswet van kracht. Ze is in grote mate de
OPLEIDING IN STIJGENDE LIJN Daarbij worden uitstekende resultaten geboekt. Uit gegevens van fvb Constructiv blijkt dat het aantal opleidingsuren voor bouwbedrijven in minder dan tien jaar tijd verdubbeld is. Ook het aantal bereikte bouwondernemingen is in die periode meer dan verdubbeld. In de zes academische jaren 2008-2009 tot 2014-2015 volgden 100 000 bouwvakarbeiders opleiding.
En de kleine bedrijven met één tot vijf werknemers? Ook bij hen stijgt het aantal bedrijven dat opleidingen organiseert. Maar ze zitten nog onder het gemiddelde. Slechts 11 % van hen organiseert opleidingen, minder dan de andere bedrijfsgrootten. Op dit gebied moet de sector nog inspanningen leveren, want precies de kleinste bedrijven worden geconfronteerd met een groot personeelsverloop. Elk jaar gaat een derde van de arbeiders weg uit de bouwondernemingen met één tot vijf werknemers. Tegelijk zijn ze goed voor 40 % van alle bouwvakkers die in de bouwsector intreden. Ze staan dus voor een drievoudige uitdaging. Ze moeten de kennis in het bedrijf up-to-date houden. Ze moeten het kennisverlies opvangen als iemand het bedrijf verlaat. En ten slotte moeten ze de aanzienlijke instroom van nieuwe mensen op het gewenste niveau brengen. Dat is moeilijk zonder geschikte opleidingen. DE VESTIGINGSWET ALS KWALITEITSTOOL Een bouwkmo die streeft naar kwaliteit, heeft niet alleen vakkennis nodig, maar ook kennis van het bedrijfsbeheer. Zowel de overheid als de bouwsector hebben dit al vroeg ingezien. Ze voerden een vestigingsregeling in. Deze reglementeert een aantal activiteiten, en eist dat zelfstandigen en kmo’s aan een aantal kennisvoorwaarden voldoen voor ze een gereglementeerde activiteit mogen uitvoeren.
De politieke wereld had of heeft hierbij gemengde gevoelens. Politici vroegen zich af of de reglementering de creatie van onderne-
28
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
CONSTRUCTION QUALITY – Het kwaliteitslabel van de bouw. Zulke labels stimuleren de kwaliteit in bouwbedrijven en vormen een manier om zich van de concurrentie te onderscheiden.
verdienste van de positieve samenwerking van de Confederatie Bouw en haar federaties met het kabinet van Sabine Laruelle, de toenmalige minister van Middenstand en Kmo. Volgens een enquête van de Waalse Confederatie Bouw (CCW) schenkt de nieuwe reglementering voldoening. Toch zijn er twee aandachtspunten. De reglementering is nu geregionaliseerd, maar aannemers willen uniformiteit over de gewestgrenzen heen. Een ander zwak punt is dat niet systematisch wordt gecontroleerd of buitenlandse ondernemingen aan de voorwaarden voldoen. KWALITEITSLABELS Kwaliteitslabels vullen de vestigingswet aan. Maar dan moeten ze aan voorwaarden voldoen. Ze moeten een meerwaarde vormen, de kosten moeten onder controle blijven en de criteria moet evenwichtig zijn en rekening houden met de aannemers. Belangenvermenging en een louter commerciële aanpak zijn uit den boze.
Ook betrouwbaarheid is een essentieel kenmerk. De controle moet dus gebeuren door een betrouwbare, onafhankelijke en deskundige organisatie. Een voorbeeld is de Belgian Construction Certification Association (BCCA). Zij is gegroeid uit een partnership tussen Seco, het controlebureau dat ingeschakeld wordt om de kwaliteit van bouwwerken te bewaken, en het WTCB.
BOUWBELANGEN
OPLEIDING - Gezien het grote personeelsverloop in kleine bedrijven, is het niet eenvoudig om de kennis in de onderneming op peil te houden. Opleiding is essentieel.
TECHNISCHE EN TECHNOLOGISCHE ONDERSTEUNING De stormachtige technologische vooruitgang raakt alle bouwberoepen. Het BouwForum 2016 toonde aan dat het geen zin heeft om op dit punt de beroepen van morgen te contrasteren met de traditionele ambachten. Ze voelen allemaal de invloed van innovatie en technologische vooruitgang, zowel de meer gestandaardiseerde als de ambachtelijke bouwvakken.
Ook de Confederatie Bouw en haar beroepsfederaties spelen een rol in de technologische vooruitgang in de bouw. Ze ondersteunen projecten op dit gebied en verstrekken informatie. Maar van groot belang is ook haar participatie aan de werking van de sectorale onderzoekscentra zoals het WTCB en het OCW.
- Technische Comités. In de Technische Comité van de onderzoekscentra zetelen naast vertegenwoordigers van een of meer bouwberoepen ook andere experts uit de sector. De voorzitter is steeds een aannemer. Ze geven het onderzoekswerk richting en waken
Vierde industriële revolutie op komst
- Technisch advies. Iedere aannemer werkt in toenemende mate met de nieuwste materialen en de modernste technieken. Maar ook de regelgeving verandert voortdurend en de eisen van de klanten, bijvoorbeeld wat comfort betreft, liggen steeds hoger. Parallel hiermee groeit constant de behoefte aan adequate technische bijstand. In dit opzicht is de snelle verspreiding van aangepaste en correcte informatie van levensbelang. Daarom hebben de sectorale centra afdelingen voor technisch advies. Het zijn de plaatsen waar onderzoek wordt omgezet in persoonlijke dienstverlening in de verschillende deelsectoren van de bouw. - Betrouwbare informatie. Een aannemer moet kunnen terugvallen op zo volledig mogelijke informatie die met diepgaande kennis van zaken gevalideerd is door onafhankelijke en betrouwbare bronnen. Ook op dit gebied spelen de sectorale centra een sleutelrol, met Technische voorlichtingen, handige infofiches, complete dossiers, de respectieve websites … Vaak werken ze voor de informatieverspreiding samen met partners zoals de Confederatie Bouw, de lokale en de gewestconfederaties. - De normenantennes van het WTCB. Het WTCB heeft met de steun van de FOD Economie een aantal Normenantennes opgezet, om de hele bouwsector en dan vooral de kmo’s informatie te geven over de verschillende product-, reken- en testnormen die bestaan of voorbereid worden op het nationale en het Europese niveau. - Innovatiesteun. De onderzoekscentra staan bovendien open voor vragen van individuele bouwbedrijven en geven steun bij het zoeken naar innovatieve oplossingen. ■ Info: www.wtcb.be – www.ocw.be – www.constructionquality.be
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
29
PROJECTEN & BEDRIJVEN
Experts verwachten dat we in de komende vijf jaar een doorbraak zullen zien van drie technologieën: het Internet of Things, Building Information Modeling (BIM) en robotica en industrialisering. Deze zullen op de bouwsector het effect van een vierde industriële revolutie hebben. Het idee achter het Internet of Things is dat met computerkracht uitgeruste voorwerpen entiteiten op het internet worden. Ze kunnen daar informatie vinden en met elkaar en met mensen communiceren. Dat heeft bijvoorbeeld het potentieel om de prestaties van gebouwen op te drijven en hen nog energiezuiniger te maken.
erover dat deze centra problemen onderzoeken waarmee vaklui in de bouw in de praktijk geconfronteerd worden. Daarnaast definiëren ze hun behoeften aan informatie, publicaties, documenten met een normatief karakter enzovoort.
SECTOR & BEROEPEN
ZEER UITGEBREIDE DIENSTVERLENING Het belang van het WTCB en het OCW voor bouwkmo's hier volledig beschrijven is onmogelijk: hun waaier van activiteiten is te groot. We stippen hier dus enkele aspecten aan.
De sectorale onderzoekscentra zoals het WTCB en het OCW ondersteunen de bouwbedrijven
DOSSIER
Onder impuls van de Confederatie is intussen Construction Quality opgericht, een label dat aan al deze voorwaarden voldoet.
Formalis
uw springplank naar zorgeloos ondernemen
U start of heeft een bouwbedrijf? Vertrouw dan op Formalis: > bij de afhandeling van al uw administratieve formaliteiten. > voor de inschrijving en wijzigingen in de Kruispuntbank van Ondernemingen. > voor onze expertise en kennis van de bouw.
formalis.be 30
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
ondernemingsloket
BOUWBELANGEN
Editie 2016
BRICS, de sleutel tot uw succes Wilt u groeien als ondernemer? Neem dan deel aan BRICS! Dit jaar gaat de Confederatie Bouw opnieuw van start met een editie van dit succesvolle peterschapsproject.
Wat is BRICS ?
BRICS STARTERS Deze groepen mikken op bedrijven die nog geen vijf jaar actief zijn en die nog niet eerder deelgenomen hebben aan een BRICSleertraject. Hun leertraject bestaat uit tien maandelijkse sessies. De startersgroep is de opstap in dit peterschapsproject, een grondige kennismaking met de waaier van mogelijkheden om door te groeien met de onderneming.
Eén of meer peters of meters begeleiden de BRICS-groepen. Zij zijn stimulerende specialisten en kaderleden uit bouwbedrijven. De BRICS-sessies behandelen praktijkgerichte thema’s en managementtechnieken. Voorbeelden zijn strategisch en financieel management, marketing en verkoop, personeelsbeleid, juridische regelgeving en verzekeringen. De thema’s worden toegelicht door gezaghebbende experts. Maar BRICS blijft nooit steken in algemeenheden. Er is altijd ruimte voor discussies over individuele uitdagingen en specifiek vragen.
DOSSIER
D
e deelnemers aan de voorbije editie van BRICS waren unaniem enthousiast. BRICS bouwt nu verder op dat enthousiasme. Er een BRICS-groep voor iedere aannemer, op welk niveau van ondernemerschap hij zich ook situeert.
Niemand weet beter hoe je een bouwbedrijf kunt leiden dan een aannemer. Dat is het startpunt van BRICS. In dit project leren de deelnemers van experts, maar wisselen ze daarnaast voortdurend ervaringen uit. Daardoor leren ze ook van elkaar en gaan ze samen vooruit op het vlak van ondernemerschap.
Een BRICS-groep bestaat uit twaalf tot achttien collega-aannemers en wordt georganiseerd door een coördinator. Het is de ideale plaats om uw netwerk te versterken en uit te breiden. INFO
Hebt u algemene vragen over BRICS? Stuur een e-mail naar het BRICS secretariaat BRICS@vcb.be of bel naar Kelly Oerlemans op het nummer 02 545 57 34.
thema is minder uitgebreid en met zes sessies is het programma kort maar krachtig.
BRICS INTERNATIONAAL Deze groep is nieuw, en werd opgericht voor ondernemingen die kansen willen zoeken over de grenzen. BRICS internationaal gaat onder meer in op de hindernissen die ze hierbij kunnen tegenkomen. Dit
Omdat BRICS gesubsidieerd wordt voor het Agentschap Innoveren & Ondernemen moet dit project ook openstaan voor nietleden van de Confederatie. Maar de leden genieten gunsttarieven met forse kortingen. n
SECTOR & BEROEPEN
BRICS DOORGROEI Uit de reacties van vorige deelnemers blijkt dat ze hun opgebouwde netwerken willen bestendigen en nieuwe contacten, ervaringen en kennis willen aanboren. BRICS doorgroei is er dus voor bedrijven die al deelgenomen hebben aan dit peterschapsproject. De uitgenodigde specialisten met veldkennis staan garant voor diepgaande en praktijkgerichte expertise op maat. Eén thema kan gespreid worden over meer dan één sessie. In totaal worden er tien maandelijkse sessies georganiseerd.
SCHRIJF U SNEL IN! BRICS gaat van start met een sessie in september 2016. Op dat moment maken de peters en de deelnemers kennis met elkaar. BRICS starters en BRICS doorgroei gaan vervolgens maandelijks verder tot juni 2017. BRICS internationaal vindt bij benadering om de twee maanden plaats. Een gezamenlijke slotsessie in 2017 is het orgelpunt van BRICS. SLOTSESSIE – Het enthousiasme was groot op de bijeenkomst die de voorbije reeks BRICS-sessies afsloot.
PROJECTEN & BEDRIJVEN
INFO Op www.brics-vlaanderen.be/brics-contact-en-inschrijvingen vindt u de contactpersoon voor uw regio. De Vlaamse Confederatie Bouw en lokale Confederaties Bouw slaan de handen in elkaar voor dit peterschapsproject. Het krijgt de steun van VLAIO, het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen, het aanspreekpunt van de Vlaamse overheid voor alle ondernemers in Vlaanderen. VLAIO stimuleert en ondersteunt innovatie en ondernemerschap.
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
31
Eenvoudiger, heldere focus
Bedragen RSZ-korting voor doelgroepen vastgelegd De Vlaamse regering heeft de bedragen vastgelegd voor het nieuwe doelgroepenbeleid. In vergelijking met het oude beleid is het eenvoudiger geworden. Het mikt op jongeren, 55-plussers en arbeidsgehandicapten. Voor hen zijn er tijdelijke kortingen op de RSZ-bijdragen, die de kansen op tewerkstelling moeten verhogen.
D
e recentste staatshervorming hevelde het beleid gericht op doelgroepen over naar de gewesten. Het ging voornamelijk om maatregelen die de sociale bijdragen verminderden voor bepaalde groepen werknemers. In de loop der tijd waren er steeds meer maatregelen bijgekomen. In het Vlaamse Regeerakkoord werd daarom afgesproken om dit kluwen te ontwarren en af te stemmen op de Vlaamse arbeidsmarkt. Het nieuwe doelgroepenbeleid sluit aan op het Banenpact dat de Vlaamse sociale partners sloten. DRIE DOELGROEPEN De Vlaamse regering koos drie doelgroepen. Het beleid wil jongeren zo snel mogelijk aan een baan helpen. Hoe langer ze moeten wachten, hoe groter hun afstand tot de arbeidsmarkt wordt en hoe moeilijker om werk te vinden. De tweede doelgroep zijn de 55-plussers. Om onze sociale bescherming betaalbaar te houden, moet iedereen langer aan het werk blijven. En ten slotte is er een premie voor arbeidsgehandicapten.
ze niet. In het eerste jaar is de loongrens € 2 500 per maand, in het tweede € 2 700 per maand. 55-PLUSSERS Er is een RSZ-korting voor de aanwerving van een 55-plusser. Deze wordt twee jaar toegekend en bedraagt € 1 150 per kwartaal voor werknemers van 55 tot 59 jaar. Vanaf 60 jaar wordt dat € 1 500.
Maar er is ook een RSZ-korting voor 55-plussers die gewoon in dienst blijven (retentie). Hierop bestaat geen limiet in de tijd. Ze bedraagt € 600 per kwartaal voor werknemers van 55 tot 59 jaar, en € 1 150 per kwartaal vanaf 60 jaar. De loongrens bij aanwerving en retentie bedraagt in beide gevallen € 4 466,66 per maand.
JONGEREN – RSZ-korting voor laag- en middengeschoolde jongeren onder de 25 jaar.
Dank zij de VCB acceptabele loongrenzen
Er moest nog een tweede keuze gemaakt worden: langdurige maar lage kortingen, of hogere kortingen die minder lang verstrekt worden. In dat debat was de VCB voorstander van substantiële en stimulerende kortingen.
VCB VERDEDIGT BOUWSECTOR Alleen werknemers onder een bepaalde loongrens vallen binnen het doelgroepenbeleid. Over die loongrens is lang gediscussieerd door de regering en de sociale partners. Het zag er naar uit dat deze eerder laag zou liggen, waardoor de doelgroepenkorting de bouwsector nauwelijks ten goede zou komen. De Vlaamse Confederatie Bouw heeft er altijd voor gepleit om die grens op te trekken, en dat is uiteindelijk ook gebeurd. Oorspronkelijk lag ze op € 2 300 per maand, nu bedraagt ze minstens € 2 500 (zie ook verderop).
JONGEREN Het nieuwe doelgroepenbeleid heeft een RSZ-korting voor laag- en middengeschoolde jongeren onder de 25 jaar. Voor laaggeschoolden bedraagt ze € 1 150 per kwartaal, voor middengeschoolden € 1 000 per kwartaal. De korting wordt twee jaar toegekend en in die periode verandert
32
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP Voor personen met een arbeidshandicap behoudt de regering de huidige Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP), met de huidige voorwaarden. Nieuw is dat mensen in de sociale economie nu ook bij deze doelgroep horen. Mensen die doorstromen vanuit de sociale economie naar een baan in het normale economisch circuit zullen op de VOP kunnen rekenen. Voortaan is de premie er ook voor zelfstandigen in bijberoep.
De VOP is een premie van de VDAB, die na de aanwerving vijf jaar lang toegekend wordt aan de werkgever. Hij compenseert de impact die de arbeidsbeperking heeft op het functioneren van de werknemer. De premie kan onder meer gebruikt worden om het takenpakket aan te passen, om de rechtstreeks verantwoordelijken te ondersteunen, om het uurrooster aan te passen … n
INFO Vragen? Stel ze aan uw lokale confederatie. De adressen staan op www.confederatiebouw.be.
BOUWBELANGEN
Collectieve regeling
Aanvaardingsplicht voor afgedankte zonnepanelen In Vlaanderen geldt voortaan een aanvaardingsplicht voor afgedankte zonnepanelen, naar analogie met de regeling die bestaat voor elektrische en elektronische toestellen. Daarvoor is een collectief systeem opgezet. De vzw PV CYCLE BELGIUM organiseert de inzameling en staat in voor de verwerking. De aanvaardingsplicht is ingegaan op 17 juni 2016.
COLLECTIEVE OPLOSSING De wetgeving gaat verder dan een loutere aanvaardingsplicht. Naast de gratis terugname zijn bijvoorbeeld ook de registratie en de rapportering van het aantal op de markt gebrachte zonnepanelen verplicht. Bovendien moeten de afgedankte zonnepanelen verwerkt worden.
CONTROLE Vanaf 1 september zal OVAM beginnen te inspecteren of de aanvaardingsplicht wordt nageleefd door producenten en invoerders. Wie zich heeft aangesloten bij het collectieve systeem hoeft zich geen zorgen te maken. Maar wie zich op deze wijze in regel wil stellen, moet wel contractueel deelnemer worden van PV CYCLE BELGIUM. Inschrijven kan op https://extranet.pvcycle.org/.
HOE WERKT HET? De eindverkoper neemt het afgedankte zonnepaneel gratis over van zijn klant. Hij kan vanzelfsprekend wel kosten aanrekenen voor de demontage. Daarna brengt hij het naar één van inzamelpunten in het netwerk dat PV CYCLE BELGIUM beheert. In de meeste gevallen gaat het om installateurs, bedrijven die afval inzamelen en groothandelaars van hernieuwbare-energieproducten. Deze aanvaarden afgedankte zonnepanelen op hun beurt gratis, als tegelijk aan twee voorwaarden voldaan is:
- de afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen bevatten alle essentiële onderdelen; - ze bevatten geen afvalstoffen die vreemd zijn aan het zonnepaneel. Als niét aan deze twee voorwaarden tegelijk voldaan is, kan een inzamelpunt kosten aanrekenen in verhouding tot het gebrek. PV CYCLE BELGIUM zal zulke panelen accep-
teren van een inzamelpunt als deze gebreken slechts sporadisch voorkomen. Komen ze systematisch voor, dan zal PV CYCLE BELGIUM aan het inzamelpunt kosten aanrekenen. De ingezamelde panelen worden milieuverantwoord verwerkt en gerecycleerd tot nieuwe grondstoffen. PV CYCLE BELGIUM organiseert zelf ook het ophalen van zonnepanelen op plaatsen waar fotovoltaïsche installaties worden ontmanteld, op voorwaarde dat het gaat om méér dan 80 panelen. Doorgaans – maar niet altijd – zijn dit installaties met een vermogen boven de 10 KW. MILIEUBIJDRAGE OP FACTUUR Het systeem wordt gefinancierd met een milieubijdrage. Op dit moment bedraagt deze € 4 per zonnepaneel (exclusief btw). Ze moet vanaf 1 juli 2016 geheven worden en zichtbaar op de factuur staan. n
INFO www.fedelec.be. Zie ook www.pvcycle.org.
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
33
PROJECTEN & BEDRIJVEN
De PV-sector heeft een collectieve regeling uitgewerkt. Daarvoor werd de vzw PV CYCLE BELGIUM opgericht. Deze organiseert de inzameling en de verwerking en voert de bijbehorende verplichtingen uit. PV CYCLE BELGIUM zal voor heel België werken. Het hele systeem werd vastgelegd in de Milieubeleidsovereenkomst Zonnepanelen. Deze werd in januari 2016 ondertekend door de beroepsfederaties PV-Vlaanderen, ELOYA, FEE, FEDELEC en NELECTRA.
- U rekent de milieubijdrage van € 4 door aan de eindklant. - U neemt een afgedankt paneel gewoon terug en brengt het naar een inzamelpunt. Verder hebt u geen verplichtingen. U bracht de zonnepanelen niet als eerste op de markt. - U kunt als u dat wilt inzamelpunt worden voor afgedankte zonnepanelen.
SECTOR & BEROEPEN
WIE IS VERANTWOORDELIJK? De verantwoordelijke voor de terugname is diegene die voor de eerste maal het zonnepaneel in België op de markt brengt. Dat kan een groothandel of een kleinhandel zijn, maar ook een elektricien, een installateur of een andere aannemer. Hoe maak je dit uit? Een handig hulpmiddel is dit: ga na wie als eerste een factuur met Belgische btw heeft overgemaakt aan de klant. Het maakt niet uit of deze klant een privépersoon of een firma is.
Ik koop mijn PV-panelen bij een Belgische groothandel
DOSSIER
A
fgedankte elektrische en elektronische apparaten moeten al langer teruggenomen worden. Nu geldt dit ook voor fotovoltaïsche zonnepanelen. Dit is het gevolg van de Europese richtlijn 2012/19/EU. In feite hadden de Gewesten die al in februari 2014 moeten omzetten in lokale wetgeving maar dat is dus niet gelukt. Vlaanderen heeft intussen een regeling. Op Wallonië en Brussel is het nog wachten, maar normaal gezien is het wetgevend kader rond na de zomer. De Confederatie staat in contact met de betrokken overheden en pleit voor de grootste mogelijke eenvormigheid over de gewestgrenzen heen.
Restauratiedossiers
Niet afstappen van de erkenningseis voor aannemers! De Vlaamse regering wou afstappen van de eis dat de aannemers erkend zijn voor restauratiewerken. Maar de Vlaamse Confederatie Bouw heeft zich hiertegen verzet. Deze plannen zullen de kwaliteit niet ten goede komen, ze zullen de prijzen niet doen zakken en ze helpen de strijd tegen sociale dumping niet. Bovendien heeft de VCB gewezen op de federale regelgeving. Die verplicht opdrachtgevers ertoe voor werken die een bepaald bedrag overschrijden, van erkende aannemers gebruik te maken.
D
e erkenningen waarvan sprake in dit artikel zijn de ondercategorieën D23 (“restauratie door ambachtslieden”) en D24 (“restauratie van monumenten”). De Vlaamse regering liet duidelijk verstaan dat zij voor 614 dossiers op de wachtlijst, met premie-aanvragen ter waarde van € 384 miljoen, komaf wou maken met de verplichting om te werken met erkende aannemers in deze categorieën. Zullen deze de impact voelen van het Vlaamse voornemen? En welke impact?
In tegenstelling tot wat overheden denken, is het volgens de VCB weinig waarschijnlijk dat de prijzen plots scherp zullen dalen. In de restauratiesector bestaat een stevige concurrentie, met 502 ondernemingen erkend in ondercategorie D23 en 897 in ondercategorie D24. Daarnaast krimpt de markt. Het gevolg is dat de prijzen al verschillende jaren aan het dalen zijn – ook met verplichte erkenning. Ze liggen tegenwoordig ruwweg 20 % onder de ramingen van de ontwerpers. Bovendien zijn de prijzen van de materialen recent gedaald. Dit leidt tot negatieve prijsherzieningen. En omdat de materialenindex I ongeveer een kwart van de kosten in restauratiedossiers vertegenwoordigt, zal ook dit de restauratiekosten doen afnemen. WAAR HAALT DE VCB DEZE INFORMATIE? Het voornemen van de Vlaamse regering staat in de memorie van toelichting bij het ontwerp van decreet voor de wijziging van het onroerend-erfgoeddecreet van 12 juli 2013. Het staat in het begin van deze tekst en wordt nog eens herhaald in de artikelsgewijze bespreking. JURIDISCH BEZWAAR Er bestaat ook een juridisch bezwaar tegen de schrapping van de verplichting om een beroep te doen op erkende aannemers. Als
34
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
KAPEL – Er bestaat geen goede reden om de erkenningseis voor aannemers van restauraties te laten vallen.
overheidsopdrachten een bepaald bedrag overschrijden, dan is het wettelijk niet toegestaan om geen erkenning te vragen. Dat volgt uit de wet die de erkenning van aannemers van werken regelt. Vaak is de opdrachtgever van een restauratie geen overheid maar een privépersoon of –instantie. Maar restauratiewerken worden voor 40 % of meer gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. En dan is de erkenningsregeling óók van toepassing. Om precies zijn: ze is van toepassing op opdrachten voor aanneming van werken die voor 25 % of meer gesubsidieerd worden “door een publiekrechtelijke personen waarop de wet betreffende de overheidsopdrachten van toepassing is”.
De erkenningswet is van openbare orde. Opdrachtgevers die voor 25 % of meer gesubsidieerd worden door de Vlaamse overheid kunnen er dus niet van afwijken. Volgens de VCB is het onwettelijk om geen erkenning D23 en D24 te vragen bij opdrachten die boven de € 50 000 gaan en die vanwege de subsidies onder de erkenningsregeling vallen. KABINET REAGEERT De VCB heeft op basis van deze argumentatie uitleg gevraagd aan het kabinet van minister-president Bourgeois. Dat liet daarop weten dat de erkenningseis enkel vervalt op het niveau van de Vlaamse reglementering. De verplichtingen van de (federale) erkenningsregeling blijven dus
SOCIALE DUMPING Ook los van de juridische aspecten is het Vlaamse voornemen vreemd. De verplichte erkenning van aannemers en onderaannemers wordt algemeen beschouwd als een belangrijk instrument tegen sociale dumping door buitenlandse ondernemingen. De Vlaamse overheid sluit zich daar in andere omstandigheden bij aan (zie ook blz. 36 in dit Bouwbedrijf). Waarom daar in restauratiedossiers van afwijken? De verplichte erkenning houdt knowhow zoveel mogelijk in eigen land.
Erkenningseis laten vallen is in een aantal gevallen gewoon onwettelijk
KWALITEITSGARANTIES Nog een argument om de verplichte erkenning in de ondercategorieën D23 en D24 te behouden heeft te maken met de garanties op de uitvoeringskwaliteit die deze erkenning biedt. Hoe wil de Vlaamse regering de kwaliteit van restauratiedossiers dan wel garanderen? Daarvoor verwijst zij naar de kwaliteitsbepalingen in art. 11.5.2
opdracht vermeld worden “dat de ontwerper of uitvoerder minstens in eigen beheer zal uitvoeren”. In het erfgoeddecreet staat nog dat de Vlaamse overheid een kwaliteitslabel kan toekennen aan onroerend-erfgoedondernemers. Maar de nadere regels daarvoor zijn nog niet vastgelegd. Dat is allemaal nog zeer vaag.
BIJKOMENDE EISEN De VCB kan ermee leven dat de aanbestedende overheid bijkomende kwaliteitseisen zou stellen. Ze heeft aan het kabinet van minister-president Bourgeois laten weten dat ze mee wil nadenken over concrete richtlijnen. Maar deze kunnen alleen
aanvullend zijn op de verplichte erkenning. Een andere mogelijkheid is om bovenop de erkenning rekening te houden met attesten van goede uitvoering. Zo zou men aannemers kunnen weren die in het verleden restauratiewerken niet naar tevredenheid van de opdrachtgever hebben uitgevoerd. De nv Aquafin heeft op dit vlak al enige ervaring opgebouwd. n
DOSSIER
van het erfgoedbesluit. De ontwerpers en uitvoerders zouden volgens dat artikel “de relevante studie- en beroepskwalificaties” moeten hebben, net als “de algemene deskundigheid met betrekking tot de specifieke projectopdracht”. Daarnaast moet bij hun aanstelling het gedeelte van de
BOUWBELANGEN
gelden. De VCB heeft aan de minister-president gevraagd om de opdrachtgevers en dan vooral de lokale besturen hierop te wijzen. Het zal namelijk allesbehalve duidelijk zijn voor wie alleen kijkt naar de memorie van toelichting bij het ontwerp van decreet voor de wijziging van het onroerend-erfgoeddecreet van 12 juli 2013.
INFO joeri.vanmeenen@confederatiebouw.be
SECTOR SECTOR&&BEROEPEN BEROEPEN
om goeie stielmannen te vinden heb je goeie stielmannen nodig. Een goeie stielman vinden is een stiel apart. Bij Randstad Construct kan je rekenen op de constante instroom van kandidaten in zeer uiteenlopende specialiteiten: ruwbouw, afwerking, sanitair, cv, schrijnwerkerij, wegenbouw, baggerwerken enzovoort. De gespecialiseerde consultants van onze Randstad Construct-kantoren staan garant voor
Meer over onze Randstad Construct-kantoren vind je op randstad.be/construct en www.randstadprofessionals.be
Randstad Belgium nv, VG. 458/BUOSAP, 00256-406-20121120, 00256-405-20121120 - Randstad Construct nv, VG. 819/BC, 00257-406-20121120, 00257-405-20121120 - Randstad Professionals nv, VG. 1122/B, 00249-405-20121119, BE 465 925 246/04.28.01 - Galilei nv, VG.875/BO, 00255-405-20121120 - Randstad Sociaal Secretariaat vzw, ESS600-Erkend Sociaal Secretariaat van Werkgevers Nr 600,Wettig erkend door M.B. 4-7-46 ( B.S. 2-8-46)
RAN31342 Ann Construction 140x210mm NLFR 3.indd 1
04/03/13 17:23
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
35
PROJECTEN & BEDRIJVEN
een professionele screening en selectie. Al onze uitzendkrachten krijgen ook een grondige veiligheidsopleiding. Wij garanderen tenslotte dat de stielman die je zoekt snel inzetbaar is, en dus onmiddellijk rendeert.
Tegen sociale dumping en deloyale concurrentie
Vlaamse lokale besturen kunnen erkenning onderaannemers eisen Bij overheidsopdrachten kunnen lokale en provinciale besturen eisen dat onderaannemers erkend zijn voor de werken die ze uitvoeren. Hoe ze dat kunnen doen staat in een nota van het Vlaams Samenwerkingsforum Overheidsopdrachten. Hij kwam er onder meer op vraag van de VCB.
J
uridisch gezien mag een aanbestedende overheid eisen stellen aan de onderaannemers die de opdrachtnemer inschakelt. De eisen kunnen zich op verschillende vlakken situeren: de financiële en economische draagkracht, de technische beroepsbekwaamheid en de erkenning. Het Vlaams Gewest doet dit al. Zo strijdt ze mee tegen de sociale dumping en de deloyale concurrentie die gepaard gaan met detacheringen van buitenlandse arbeidskrachten door buitenlandse firma’s. De provinciale en lokale besturen maken nog geen systematisch gebruik van deze mogelijkheden. Niet omdat ze niet willen, maar vooral omdat deze nog niet genoeg bekend waren. Op vraag van de Vlaamse Confederatie Bouw en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) stelde het Vlaams Samenwerkingsforum Overheidsopdrachten (VSO) dus een nota op voor de lokale besturen. Het VSO houdt zich bezig met overheidsopdrachten. Het doet onder meer voorstellen om regelgeving ter zake op te maken of aan te passen. Idem voor andere regelgeving die verband houdt met overheidsopdrachten, zoals die op de erkenning van aannemers. Het Samenwerkingsforum verzamelt de Vlaamse overheid, de lokale en provinciale besturen, een aantal sectoren en de academische wereld. Ook de VCB maakt deel uit van het VSO. MODELBEPALINGEN Het idee achter de nota is dat onderaannemers de nodige erkenningen moeten hebben “in verhouding tot het deel van de opdracht dat zij zullen uitvoeren”. De nota werkt dit uit in twee modelbepalingen. Alle twee eisen ze dat de opdrachtnemer bewijst dat de onderaannemer op het moment van de werken voldoet aan de voorwaarden van de nodige erkenning. De bepalingen leggen ook uit wat kan dienen als bewijs: - de passende erkenning;
36
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
- voor buitenlandse inschrijvers: de inschrijving op de officiële lijst van de erkende aannemers in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen, voor zover die erkenning gelijkwaardig is overeenkomstig de voorwaarden gesteld in artikel 4, § 1. van de Erkenningswet van 20 maart 1991; - bewijzen dat de onderaannemers voldoen aan de voorwaarden gesteld door of krachtens de erkenningswet. In de bepalingen staat dat de aanbestedende overheid in de laatste twee gevallen de bewijzen overmaakt aan de erkenningscommissie. Als die een positief advies geeft, levert de bevoegde minister een getuigschrift van erkenning af. Maar let op: de onderaannemer mag pas aan zijn deel van de werken beginnen als hij de vereiste erkenning verkregen heeft. Dit kan de uitvoering van de werken vertragen. Het kan leiden tot een schorsing van de opdracht tot de onderaannemer effectief wordt erkend. Opdrachtnemers die onderaannemers inschakelen controleren dus best vooraf of deze bedrijven voldoende erkend zijn. TWEE SITUATIES Er zijn twee situaties mogelijk, vandaar de
twee bepalingen. In de eerste situatie eist de aanbestedende overheid dat de inschrijver in zijn offerte al vermeldt welke werken hij in onderaanneming wil laten uitvoeren, en welke onderaannemers hij voorstelt. De bepaling verplicht de opdrachtnemer dan om deze onderaannemers in te zetten. Een andere onderaannemer kan alleen met toestemming van de aanbestedende overheid. De tweede bepaling kan worden gebruikt als de onderaannemers nog niet aangeduid werden in de offerte. In dat geval moet de opdrachtnemer aan de leidend ambtenaar schriftelijk de naam van de eventuele onderaannemers meedelen. Dat moet minstens 15 kalenderdagen voor het begin van de betrokken werken gebeuren (in geval van hoogdringendheid kan deze termijn ingekort worden). NIET BINDEND, WEL INSTRUCTIEF De nota is niet bindend. Maar de modelbepalingen kunnen dienen als concrete instructies voor een aanbestedende overheid. Ze werden goedgekeurd door de Vlaamse overheid, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, de Vereniging van de Vlaamse Provincies en de betrokken beroepsfederaties in het Samenwerkingsforum.
Detacheringen lokaal bekeken In 2015 werden er voor bijna 39 000 unieke personen LIMOSA-aangiften gedaan om te werken op bouwplaatsen in Antwerpen. Daarmee staat deze provincie met lengten voorsprong aan de leiding. Oost-Vlaanderen volgt op grote afstand met iets meer dan 22 000 aangiften. Dan komen de drie andere Vlaamse provincies, die allemaal rond de 15 000 aangiften telden. Parallel hieraan zien we in elke provincie aanzienlijk banenverlies in de bouw. Antwerpen is het hardst getroffen. Daar verdwenen tussen april 2012 en april 2016 niet minder dan 3 325 banen voor bouwarbeiders. Dan komen Oost-Vlaanderen (2 226), West-Vlaanderen (2 163), Limburg (1 439) en Vlaams-Brabant (984). De lokale cijfers bevestigen de nationale trend: steeds minder bouwbanen voor arbeiders, steeds meer buitenlandse arbeidskrachten.
BOUWBELANGEN DOSSIER
TWEE SITUATIES – Ofwel worden de onderaannemers nog niet aangeduid in de offerte, ofwel zegt de aannemer al bij de offerte door wie hij welke werken in onderaanneming wil laten uitvoeren.
Ook Wallonië neemt maatregelen Ook het Waals Gewest neemt maatregelen tegen sociale dumping. Een Waalse Antidumpinggids en een toolbox tegen sociale dumping zagen recent het levenslicht. Opvallend: de Waalse aanpak probeert meer aspecten van het probleem aan te pakken dan de Vlaamse.
GEREEDSCHAPSKIST Daarnaast werd op 1 juni een toolbox tegen sociale dumping voorgesteld. Deze is een initiatief van het Comité voor Strategische Ontwikkeling van Charleroi en Zuid-Henegouwen in samenwerking met de Confederatie Bouw, de vakbonden, Agoria, de middenstandsorganisatie UCM, de inter-
MOEIZAAM De Waalse overheid lijkt de strijd tegen
De toolbox gaat niet alleen het misbruik van gedetacheerde arbeidskrachten tegen. Ze wil ook het arbeidsrecht in het algemeen doen respecteren. Daarnaast wil ze kmo’s en micro-ondernemingen meer kansen geven op overheidsopdrachten en de werkgelegenheid ondersteunen. In hele gereedschapskist zitten verschillende werktuigen: - modellen van een aantal documenten en bepalingen, niet alleen voor bestekken maar ook voor brieven, processenverbaal enzovoort. - basisgegevens zoals lonen en contactgegevens; - een praktische gids van 57 bladzijden.
sociale dumping op meer fronten aan te gaan dan de Vlaamse. Maar zonder struikelblokken verloopt het niet. De intercommunale Igretec hanteert een eigen versie van de toolbox, die weliswaar ook ingaat tegen sociale dumping maar die verschilt van de officiële Waalse versie. De Confederatie betreurt dat. Eén unieke gereedschapskist met dezelfde instrumenten zou beter zijn. LABEL? De CCW suggereert dat men nog een stap verder zou kunnen gaan. Men zou een label kunnen opzetten voor bedrijven die beloven dat ze alle verplichtingen zullen nakomen. Een idee voor de bouwsector? Ten slotte wijst de Confederatie er op dat bouwplaatsen beter gecontroleerd zouden moeten worden, en dat men ook zou moeten optreden tegen abnormaal lage offertes. n
INFO joeri.vanmeenen@confederatiebouw.be. Voor de Waalse aanpak: www.ccw.be
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
37
PROJECTEN & BEDRIJVEN
communale Igretec, de steden en gemeenten en ten slotte een aantal bedrijven.
SECTOR SECTOR&&BEROEPEN BEROEPEN
D
e Waalse Anti- dumpinggids (Guide wallon anti-dumping) bevat bepalingen voor bestekken van overheidsopdrachten. Deze werd opgesteld met de steun van de Waalse Confederatie Bouw (CCW). Het komt er op neer dat van de hoofdaannemer en zijn onderaannemers geëist wordt dat ze een verklaring ondertekenen. Daarin beloven ze plechtig dat ze een verzameling verplichtingen zullen respecteren op het vlak van de onderaanneming, het taalgebruik, de huisvesting, de lonen, de arbeidsomstandigheden enzovoort. Doen ze dat niet dan kan een sanctie volgen of kunnen ze uitgesloten worden van deelname aan de opdracht. De gids vraagt aan de aanbestedende overheid om een aantal zaken te verifiëren.
PUBLIREPORTAGE
Baanbrekende oplossing voor sterkere dekvloeren We hadden een gesprek met Erik Kerkhofs, de verdeler van PCT-chemie in België en Nederland. “Het is echt ongelooflijk wat Retanol met een dekvloer doet,” aldus Erik Kerkhofs, die in eerste instantie uitermate verbaasd was toen hij de meetresultaten zag.
Specialist cementgebonden systemen Retanol, cruciaal onderdeel energieneutrale woningen Erik Kerkhofs: “Als technologieleider is PCT dé specialist op vlak van cementgebonden systemen in termen van dekvloeren, industriële dekvloeren, beton en cementaire mengsels. De ontwikkeling van baanbrekende en unieke bouwchemische producten voor cementgebonden toepassingen en additieven voor verbetering van de eigenschappen van stortbeton en dekvloermortels zijn dan ook de kerncompetenties van PCT.”
“De dekvloer kan tot 30 mm dun gelegd worden” Voordelen Retanol “De voordelen zijn ongekend waardoor ik dit graag eerst met mijn eigen ogen wilde zien,” vertelt Erik Kerkhofs. “Dankzij de uitzonderlijke vastheid en sterkte van een dekvloer met Retanol is deze zeer geschikt voor extreem dunne toepassingen, wapening is zelfs niet nodig. De resultaten zijn buitengewoon maar helemaal waar.” Daarenboven is deze ook toepasbaar op warmteof geluidsisolatie en in combinatie met vloerverwarming. Een dekvloer met Retanol wordt sneller hard en de afwerking hecht zich beter. De snelheid van het uitharden van uw dekvloer is nog amper gerelateerd aan de temperatuur of de luchtvochtigheid met zeer geringe kans op krimp en scheuren. Bovendien is de dekvloer gegarandeerd belastbaar na 2 dagen en overlegbaar na 3 dagen, zelfs met parket.”
In 2021 moeten alle nieuwbouwwoningen bijna-energieneutraal zijn. Dat vraagt om heel wat inspanningen op vlak van technieken en isolatie. Binnenvloeren zullen bijvoorbeeld veel dikker worden omwille van het grotere isolatiepakket. Een sterke dekvloer is daarom eens te meer onontbeerlijk. Het WTCB onderzocht in samenwerking met de Universiteit Gent en de Hogeschool Gent onder andere hoe dekvloeren en isolatiematerialen zich gedragen bij grotere diktes. Dikkere binnenvloeren zijn een rechtstreeks gevolg van de EPB-regelgeving. Die voorziet steeds strengere energieprestaties. Tegen 2021 moeten alle nieuwbouwwoningen bijna-energieneutraal zijn. Dat komt neer op een E-peil van E30 en een K-peil van K40. Voor de gebouwschil kiest men bijgevolg noodgedwongen voor steeds dikkere isolatiepakketten. Dezelfde evolutie geldt voor binnenvloeren. Marco Polo toren Hamburg, één van de wereldwijde referenties van PCT-chemie.
“Belastbaar na 2 dagen en overlegbaar na 3 dagen, zelfs met parket” 38
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
Kwaliteit dekvloer cruciaal De onderzoekers keken ook naar de opbouw en vervormingen van de dekvloer. Die zorgt voor een spreiding van de lasten, waardoor de isolatielaag beter beschermd is tegen zware belastingen. In die zin is de dekvloer een cruciaal element van de binnenvloer.
Retanol, de oplossing met garantie “PCT-chemie biedt een excellent productgamma aan dat op deze vraag een antwoord op maat biedt,” legt Erik Kerkhofs uit. Retanol -voor binnen- en buitengebruik- verbetert de dekvloer in alle opzichten. En de garantie is er eentje zonder “ja maar”. Retanol dekvloeren van PCT overtuigen door hun uitmuntende kwaliteit, duurzaamheid en op dag stipt behalen van hun verdere bedekbaarheid.
• In België en Nederland vertegenwoordigd door het team van Konkrea. • Marktleider in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Italië. • Actief in 40 landen.
Reeds binnen de standaardgarantie is bij PCT reeds de garantie voorzien op het stipt behalen van de vooropgestelde termijn van verdere bedekbaarheid, en tevens het behalen van de vooropgestelde druksterkte (sterkteklasse).
“Er is geen wapening nodig en toch is de dekvloer sterker” Architecten, bouwbedrijven en chappers kunnen steeds bij ons terecht voor informatie en ondersteuning. Bel snel voor een vrijblijvende kennismaking op 089/50 13 50. Tevens begeleiden we de chapper persoonlijk bij het leggen van de dekvloer.
Contactgegevens België en Nederland • 089/50 13 50 • info@pct-chemie.be • Voor meer productinfo: www.pct-chemie.be
• 130 medewerkers. • Hoofdzetel in het Duitse Hemmingen, in de buurt van Stuttgart.
UITMUNTEND IN DEKVLOEREN MET GARANTIE
WEDDEN DAT ... uw dekvloer dankzij Retanol geen wapening nodig heeft en toch sterker is!
WEDDEN DAT ... uw dekvloer dankzij Retanol belastbaar is na 2 dagen!
WEDDEN DAT ... uw dekvloer dankzij Retanol tot 30 mm dun gelegd kan worden!
NEEM DE PROEF OP DE SOM bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
39
WTCB
Ontmoeting met Thomas Vandenbergh, voorzitter van het nieuwe Technische Comité BIM & ICT Langzaam maar zeker maakt de bouwsector zich klaar om een ware revolutie te ondergaan in zijn manier van werken. Dit is een digitale revolutie met de ‘i’ van informatie, die terug te vinden is in BIM (Building Information Modeling) en in ICT (Information & Communication Technology). Diegenen die erin meestappen, krijgen er tijdswinst en een efficiëntere werkmethode voor in de plaats. Het WTCB neemt hier het voortouw met de oprichting van het nieuwe Technische Comité BIM & ICT, een horizontaal comité aangezien alle beroepen betrokken zijn. Aan het hoofd van dit nieuwe TC, Thomas Vandenbergh, die we konden strikken voor een interview. Wat zijn uw doelstellingen als voorzitter van het gloednieuwe Technische Comité BIM & ICT ? T.V. De uitdaging bestaat erin om de verschillende bouwpartners beter te laten samenwerken. De fragmentatie tussen de bouwpartners in België – zoals in Duitsland, maar minder in Frankrijk of Groot-Brittannië – mag men echter niet zien als een eigenheid van de sector. Wat wel karakteristiek is aan de bouwsector is dat er bij elk nieuw project een nieuwe organisatie opgesteld moet worden, met nieuwe partners die voor één of twee jaar samen moeten werken. Dit vraagt van iedereen in het team een grote flexibiliteit. De technologie geeft ons de mogelijkheid om zeer veel informatie te produceren. De opdracht is om in die overdaad de informatie te filteren die we echt nodig hebben. Het doel van BIM is dan ook niet om informatie te produceren, zoals 3D-modeling, maar om ze juist te beheren: wie moet welke informatie wanneer krijgen? Welke informatie gaan we uitsturen en welke niet? Heeft u een concreet voorbeeld ? T.V. De kwaliteit van de informatie wordt bepaald door de projectfase: ontwerp, bouw, onderhoud … bij elke fase waakt BIM erover dat er relevante informatie gedeeld wordt. Zo is het bijvoorbeeld in de eerste ontwerpfasen belangrijk om de hoogte en het materiaal te kennen van een vals plafond en niet zozeer de schikking. De aannemers speciale technieken moeten de hoogte waarover ze beschikken kennen om de buizen te kunnen plaatsen. Vroeger kregen we alle informatie in één pakket of druppels-
40
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
Thomas Vandenbergh, doctor in de ingenieurswetenschappen en BIM-manager bij Besix.
gewijs, maar nooit de juiste informatie op het juiste moment. Met BIM zal men kunnen zeggen: Ik heb die drie gegevens nodig dan en daarna die vier en vervolgens …. Dat is inderdaad het droomscenario, maar kent u zelf veel bedrijven die nu al zo werken?
TV. Vandaag werkt een minderheid van de bedrijven op deze manier, maar die enkelen staan concurrentieel wel al veel sterker. De markt zelf zal ons in die richting duwen. Deze manier van werken zal niet langer een luxe zijn, maar een verplichting. Ons bedrijf is verantwoordelijk voor het ontwerp en de bouw van een voetbalstadion in Qatar voor de Wereld-
WTCB
Zijn de klanten, zowel publiek als privé, bij ons vragende partij voor BIM?
Hoe zal het nieuwe TC de resultaten van zijn werk kenbaar maken? T.V. Alle informatie zal toegankelijk zijn via een nieuwe portaalwebsite opgericht door het WTCB, die in recht-
Zo kan een drone perfect geïntegreerd worden in een nieuwe manier van bouwen. Er loopt momenteel een onderzoek aan UCL en ECAM naar het digitaal sturen van drones voor de uitvoering van metselwerk. Ze zouden blokken (tot 35 kilo) naar boven kunnen brengen in een ontwerp waarbij tot op de millimeter geplaatst moeten worden met voor de drone een tolerantie van 5 cm bij het loslaten! Naast deze meer futuristische toepassing, kan een drone ook al veel sneller ingezet worden voor alles wat de inspuiting van gevels en daken aanbelangt in zake ontmossing, vochtbestendigheid … Een andere tendens is de vraag naar geïntegreerde domoticasystemen: de zon die de ventilatie en de sluiting van de gordijnen regelt, controle op afstand, telebeveiliging … Objecten beginnen m.a.w. met elkaar te communiceren en hierbij moeten ze uiteraard de juiste informatie gebruiken. Volgens het BIM-
T.V. Ja, zo is er op contractniveau al een rem. Ik heb het dan over de artificiële grenzen die opgelegd worden tussen de partijen door de clausules die opgenomen worden in ontwerp-, bouw- en onderhoudscontracten. Er zijn ook nog steeds de beslissingsnemers die weigeren om naar een digitaal model te kijken en alles op papier verkiezen. En de digitale achterstand van enkele aannemers, maar voor andere redenen: de investering bij de start. En dan zijn er ook nog de negatievelingen die zeggen dat het doodsteek zal zijn voor de sector. Een natuurlijke en dynamische evolutie creëert juist werk! Het zijn enkel andere jobs. Mijn bedrijf heeft bijvoorbeeld de nieuwe job van BIM-manager gecreëerd op grote projecten in het buitenland. Is er in deze context nog toekomst voor de kleine aannemer? T.V. Ja zeker! Niemand moet zijn core business aanpassen. De schrijnwerker, loodgieter of aannemer van specifieke metalen structuren, … moet niets aan zijn beroep veranderen door de nieuwe technologieën. Er bestaat voor hem immers een BIM op maat die hem zal bijstaan in zijn dagelijks werk. BIM is echt aanpasbaar voor iedereen. Zo kan de kleine aannemer een probleem dat hij vastlegt bij zijn dagelijks werk invoeren in een digitale maquette om zo misschien een oplossing te vinden aan de hand van ICT-toepassingen. Deze groep van vakmannen maakt bovendien unieke stukken, die bv. geprint en gemodelleerd kunnen worden in 3D (handig voor prototypes). Maar ze moeten uiteraard eerst op de hoogte zijn dat het bestaat. Het WTCB en zijn nieuwe TC staan voor hun klaar om hun te informeren en bij te staan. n
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
41
PROJECTEN & BEDRIJVEN
T.V. In bepaalde gevallen zal dit het geval zijn, ja. Bij de renovatie van stadstunnels kan de boete voor het overschrijden van de termijnen zeer hoog zijn. Bij zo’n renovatie is er een voorbereiding van zes maanden voor werken die vijftien weken in beslag nemen. Het gebruik van BIM bij een renovatie is van onschatbare waarde. Het gaat immers om bestaande gebouwen die nog in gebruik zijn, waardoor alles sneller moet gaan en, liefst, zonder fouten. Bij nieuwe gebouwen telt dit uiteraard ook denk maar aan het geld dat verloren gaat aan huur als de afgesproken termijnen niet gehaald worden.
T.V. Ja. Deze nieuwe technologieën zijn het gevolg van grote macro-economische tendensen. De groeiende verstedelijking zorgt ervoor dat twee derde of meer van de wereldbevolking in een stedelijke omgeving zal wonen. Wat een logistiek probleem inhoudt voor de aannemers. Bovendien is “superfast building” een andere nieuwe tendens: het moet snel vooruit gaan op de bouwplaats. In deze context passen prefabricatie, automatisering en robots. En om de robots te kunnen sturen, is er informatie nodig, die beheerd moet worden via … BIM uiteraard!
Er is echter nog werk aan de winkel …
SECTOR SECTOR&&BEROEPEN BEROEPEN
Zijn we op weg naar een planning die meer tijd in beslag zal nemen dan de uitvoering?
Het nieuwe TC concentreert zich niet enkel op BIM, maar ook op ICT en gaat eigenlijk nog verder met nieuwe technologieën zoals drones, 3D-printing, Internet of things?
protocol kan de lamp die aanspringt, bijvoorbeeld aan de gordijnen doorgeven dat ze zich moeten sluiten. Het protocol houdt eveneens rekening met het uitvoeringsniveau, de verwachte levensduur of het energieverbruik. De bouw, een levende sector, is gedoemd om zich aan te passen als het niet wilt dat andere sectoren zijn taken overnemen. Onze kosten, in vergelijking met de kosten in andere landen, gaan onhoudbaar worden indien we geen toegevoegde waarde aanbieden die deze kosten rechtvaardigen. Deze toegevoegde waarde is terug te vinden in nieuwe processen die performanter zijn met ook een winst op het gebied van veiligheid.
DOSSIER
T.V. In België staan de ontwerpers en bouwondernemers, op dit vlak, al iets verder dan hun klanten, maar dat is niet erg. In andere landen is het net omgekeerd. De oprichting van het Technische Comité BIM & ICT door het WTCB zal een manier zijn om zowel de aannemers als hun klanten te sensibiliseren. Wat men niet mag ontkennen, is dat er een reëel probleem van efficiëntie en informatie is in onze manier van bouwen. Het meermaals opvragen van dezelfde informatie is een bron van fouten en onregelmatigheden. Als men spreekt over digitale integratie denkt men automatisch aan hulpmiddelen, terwijl het niet de hulpmiddelen zijn die het probleem veroorzaken. Het is het proces van beheer van informatie dat herzien en geïntegreerd moet worden. De hulpmiddelen zijn al langer beschikbaar, nu moeten we ze nog correct inzetten…
streekse verbinding zal staan met www. wtcb.be. Er zullen immers ook WTCBpublicaties uitgebracht worden voor de Belgische aannemers die geïnteresseerd zijn in BIM, meer bepaald voor de kleine en middelgrote ondernemingen die nu nog wat aarzelend zijn. Er zullen binnenkort hoogstwaarschijnlijk ook officiële normen voor BIM vastgelegd worden, wat overigens al het geval is in Groot-Brittannië. Deze WTCB-publicaties zullen voornamelijk, met een zeer praktische insteek, werkmethodieken voorstellen, zonder exacte eindresultaten op te leggen. Volledig in de gedachte van “open BIM”.
BOUWBELANGEN
beker. Op die werf is BIM geen keuze, maar een verplichting die ons opgelegd is geweest. Op het einde moet er immers een digitale “as build” maquette afgeleverd worden. Deze zal de basis vormen voor het beheer van het gebouw. De BIMcultuur, hoewel een Europees product, is in andere landen veel sneller aangenomen geweest dan bij ons met pioniers zoals de Verenigde Arabische Emiraten en Singapore.
WTCB
Nieuwe renovatietechniek: industrialisatie ? De renovatie van gebouwen heeft de laatste jaren veel veranderingen ondergaan, waaronder de industriële prefabricage. Hierdoor kunnen gebouwen gerenoveerd worden met behulp van elementen die voortkomen uit performante en geautomatiseerde productielijnen. Geprefabriceerde gebouwschilelementen kunnen in het atelier geassembleerd worden, zoals bij nieuwbouw, en vervolgens aan de draagstructuur van het bestaande gebouw bevestigd worden. Een techniek die sinds enkele jaren aan een opmars bezig is, is het ‘omhullen’ van het bestaande gebouw met een nieuwe schil die op de bestaande muren aangebracht wordt. Een techniek met niet te onderschatten voordelen: 1 De bewoners kunnen in de woning blijven tijdens de werken 2 De uitvoeringsfase kan sneller gebeuren 3 De hinder tijdens de werken is beperkt 4 De kwaliteitscontrole is beter. Naast hun dubbelehuidfunctie, kunnen bepaalde types geprefabriceerde gevelmodules ook gebruikt worden voor de verruiming van het bewoonde volume, bijvoorbeeld door de toevoeging van een verdieping of een horizontale uitbreiding (zie afbeelding). Speciale technieken kunnen ook geïntegreerd worden in de modules: leidingen en kabels, fotovoltaïsche zonnepanelen, vaste of beweegbare zonnepanelen,… En komen we geleidelijk aan tot een meer globale aanpak van renovatie met geïndustrialiseerde en multifunctionele gevelsystemen. U heeft immers misschien al gehoord van AIM-ES (Architectural Industrialized Multifunctional Envelope Systems). VÓÓR DE START Een dergelijke industriële renovatie vraagt een doorgedreven vooronderzoek van het bestaande gebouw. Hiervoor omringt de architect zich best met bekwame experten en studiebureaus. Een dergelijke doorgedreven prefabricage vraagt een precieze planning van alle betrokken teams. Ze moeten goed op elkaar ingespeeld zijn en perfect samenwerken zodat iedereen weet wie waar verantwoordelijk is. NIET ELKE MODULE IS GELIJK De AIM-ES-modules zijn erg divers. De verschillen liggen in: 1 Het gebruikte materiaal voor de module 2 De afmeting en oriëntatie van de standaardmodule
42
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
Renovatieprincipe waarbij er gebruikgemaakt wordt van geprefabriceerde gevelelementen die op de bestaande muren aangebracht worden.
3 De samenstelling en het prefabricageniveau 4 De aansluitingswijze met de bestaande muur 5 Het technische niveau. De vijfde parameter betreft de mate van integratie van speciale technieken aan het oppervlak (zonnepanelen) of in de module (ventilatiekokers). In deze context zijn vooral grotere modules met een houtstructuur interessant, aangezien het bouwprincipe ervan slechts weinig verschilt van het principe dat gebruikt wordt bij nieuwbouw. De maximale afmetingen voor prefabricage blijven beperkt tot 13 meter lang en 3,8 meter breed, aangezien alles nog veilig naar de bouwplaats moet getransporteerd worden. De voornaamste technische uitdaging bestaat erin om de aansluiting tussen de bestaande muur en de nieuwe schil correct te ontwerpen. Dit wordt de aanpassingslaag genoemd.
en al technische informatie aan over de AIM-ES-systemen met een houtstructuur, deze worden ook de TES-systemen genoemd (Timber-based Element System). Als we kijken naar de werven in Europa die al met dit systeem gewerkt hebben, kunnen we twee systeemtypes onderscheiden. Het eerste type, het gesloten TES-systeem, wordt gekenmerkt door een structuur die aan beide zijden afgesloten is door middel van platen (zie afbeelding). De isolatie wordt bijna altijd in het atelier geplaatst. Hierbij is het noodzakelijk om in een latere fase een aanpassingslaag aan te brengen. Hiertoe kan er op de bestaande muren ter hoogte van de vloerplaten een houten onderstructuur bevestigd worden. Dit latwerk zal dienstdoen als verankeringszone voor de modules. De ruimte tussen de latten wordt ofwel vóór de installatie van de modules opgevuld met een samendrukbare isolatie, dan wel na de installatie volgeblazen.
HOUTSTRUCTUUR Verschillende onderzoeksprojecten bied-
Bij het open TES-systeem wordt enkel de structuur van de module – zonder isolatie –
WTCB
BOUWBELANGEN
gieprestaties en het comfort van de bewoners mag niet uit het oog verloren worden, rekening houdend met de Belgische regelgeving. Het WTCB legt zich momenteel toe op de beschrijving van de ontwerp- en uitvoeringsregels voor deze systemen. De AIM-ES-methode is zeker een interessante methode voor een doorgedreven renovatie van het bestaande gebouwenpark. Prefabricage gekoppeld aan de integratie van speciale technieken is een aantrekkelijke methode dankzij de uitvoeringskwaliteit en –snelheid. Jammer genoeg is ze nog niet geschikt voor elk type project. n De twee voornaamste systemen bestaande uit een houtstructuur.
EEN GOEDE VOORBEREIDING IS CRUCIAAL De methode is nieuw en vraagt een grondig vooronderzoek van bepaalde punten uit het ontwerp. Om bijvoorbeeld de aansluiting tussen de nieuwe gebouwschilonderdelen en de bestaande constructie uit te voeren, is een geometrische studie van het gebouw van cruciaal belang en lijkt men niet om de recente meettechnieken, zoals 3D-scanners en 3D-fotogrammetrietechnieken, heen te kunnen. Ook de brandveiligheid, de ener-
Bovenstaande artikel is gebaseerd op een artikel dat gepubliceerd is geweest in de thematische WTCBContact van 2016 ‘De energetische renovatie van gebouwen’ (p. 1011). Enkel de originele tekst van S. Dubois dr. ir. en M. de Bouw, prof. dr. ir.-arch., projectleiders, laboratorium Renovatie, WTCB, mag als referentie vermeld worden. Meer informatie op www.wtcb.be.
DOSSIER
op de bestaande gevel aangebracht en wordt louter de voorzijde van het paneel voorzien van platen. De in een latere fase in situ aangebrachte isolatie (door inspuiting of inblazing) vult de onregelmatigheden tussen de gevelmodule en de bestaande muren op. Hoewel dit tweede systeemtype de uitvoering en de bevestiging van de modules vergemakkelijkt, beperkt het het prefabricageniveau, waardoor er meer bewerkingen op de werf ingepland zullen moeten worden.
SECTOR SECTOR&&BEROEPEN BEROEPEN
Summer Summer University university BIM, een nieuwe digitale manier van ontwerpen, bouwen en beheren!
12 september 2016
PROJECTEN & BEDRIJVEN
Inschrijving en meer informatie www.bouwacademie.net
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
43
LEDENKORTING Promo van de maand juli/augustus
Dagboek der Werken Het Dagboek der Werken (opgemaakt conform aan de eisen van de overheid), wordt bijgehouden op elke bouwplaats door de afgevaardigde van de aanbestedende overheid. Dagelijks worden alle aanduidingen in verband met de uitvoering van de werken vermeld. Het dagboek der werken geeft een stand van zaken van de werken weer en een samenvatting van de genomen beslissingen en aangegane overeenkomsten, evenals de bevelen van het bestuur en van de ontwerper. Het dagboek der werken wordt permanent bewaard op de bouwplaats tot aan de voorlopige oplevering van de opdracht. Het bestuur, de aannemer en de ontwerper ontvangen meestal wekelijks een afschrift van de aantekeningen die in de afgelopen week werden opgemaakt. Het dagboek der werken is in de eerste plaats bedoeld voor de overheidsopdrachten maar kan ook nuttig zijn voor private werken.
LEDENKORTING Speciale verkoopprijs enkel voor de maand juli en augustus Ledenprijs voor deze publicatie: â‚Ź 10, exclusief BTW Niet-ledenprijs voor deze publicatie: â‚Ź 20, exclusief BTW
Deze uitgave kan besteld worden via de website www.confederatiebouw.be, e-shop, Publicaties, Sociaal-Juridisch, Type-contracten en nuttige documenten. Er kan ook gemaild worden naar bestellingen@confederatiebouw.be
44
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
LEDENKORTING Promo van de maand juli/augustus
Een verrassende wereldprimeur in Walibi! Waarvan gaat je hartslag sneller slaan ? In enkele seconden tot 100km per uur, een vrije val van 45m of een duik in het water met een enorme splash ? Met de nieuwe spectaculaire splashcoaster PULSAR beleef je het allemaal. Krijg je er niet genoeg van? Ook Vampire, Dalton Terror en Psyké Underground staan klaar voor de echte durvers. Walibi is natuurlijk ook dolle pret voor de kleinsten, een op hol geslagen trein van Calamity Mine, het wateravontuur op de Radja River en de duizelingwekkende Weerwolf. Waar wacht je nog op om naar Walibi te komen?
Bellewaerde : beleef plezier op dezelfde manier! Bellewaerde is een dag met de hele familie vol plezier, avontuur en spectaculaire ontdekkingen. De zalige familieattracties doen iedereen daveren van plezier. Jullie leren er honderden dieren van dichtbij kennen. Er is nu ook een sensationele roofvogeldemonstratie én een superspannende duikshow die uniek is in Europa. En dat maken jullie allemaal mee in een overweldigende natuur ! Klaar voor een dag die jullie nóóit meer vergeten ? Welkom in Bellewaerde!
Aqualibi, sensationeler dan ooit! Aqualibi is nu nóg sensationeler dankzij de nieuwe glijbaan Flash. Snelheid en adrenaline gegarandeerd, en dit alles bij een aangename 29 graden. Na zo’n spectaculaire duikvlucht tegen hoge snelheid kan je tot rust komen in onze relaxerende bubbelbaden of je uitleven met de kids in onze Mini Beach zone. Heb je nog niet genoeg van al dat glijden? Laat je je dan meeslepen door de wildwaterrivier Rapido! Klaar voor een bruisend avontuur met vrienden of familie? Tarieven
KASSA Tarief Hoogseizoen 2016
CONFED Tarief Online 2016
WALIBI
37,50 €
27,50 €
AQUALIBI
20,00 €
14,00 €
BELLEWAERDE
32,00 €
25,50 €
LEDENKORTING Na betaling via mastercard, visa of bancontact kunnen de tickets thuis of op het werk afgeprint worden. Koop uw voordeeltickets via http://www.tickets-for-parks.be Kies 1 van de 3 parken en vul uw promocode in (CONFED). Promo geldig tot en met 31/08/2016. bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
45
Sterwerf op Open Wervendag
Het Petit Palais van Tervuren begint weer te stralen
UITSTALRAMEN – Door hun sokkel komen leidingen uit de kelder naar boven.
Werken die 2,5 jaar zullen duren, tot maart 2017; een totale kostprijs van € 66,5 miljoen; op maat ontwikkelde technieken; een prauw van 3,5 ton; een tunnel van 96 meter … Alleen superlatieven doen recht aan de renovatie en uitbreiding van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. Bouwbedrijf ging op bezoek en werd rondgeleid door Virginie Wirix, projectleider bij ons lid Denys.
D
eze bouwplaats ontving 1 500 bezoekers tijdens de Open Wervendag in mei, en het is niet moeilijk om te begrijpen waarom. Tegenover het standbeeld van de Afrikaanse olifant aan de Leuvensesteenweg in Tervuren is een zeer indrukwekkend bouwproject aan de gang. Sinds oktober 2014 zijn er gemiddeld honderd arbeiders aan de slag om het Afrikamuseum te renoveren en uit te breiden met nieuwe volumes. Het museum heeft verschillende namen gehad. Ze illustreren onze dubbelzin-
46
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
nige houding tegenover onze ex-kolonie. Het originele gebouw werd opgetrokken voor de wereldtentoonstelling van 1897 naar een ontwerp van Charles Girault, de Franse architect die ook het Petit Palais in Parijs tekende. Het werd Koloniënpaleis gedoopt – een cynicus zou nu zeggen: een paleis gewijd aan de uitbuiting van Congo Vrijstaat. In 1910, kort nadat de Belgische staat de kolonie overnam van Leopold II, kreeg het een wat minder triomfantelijke naam: Belgisch Congomuseum. En sinds de onafhankelijkheid van Congo heet het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika.
Het is één van de elf wetenschappelijke federale instellingen die het land nog telt en herbergt uitzonderlijke schatten. Sinds 1978 is het gebouw beschermd. Maar in het begin van deze eeuw was het er slecht aan toe. Sinds Expo 58 was er nauwelijks iets veranderd aan de getoonde collecties, en wat het gebouw zelf betreft … Virginie Wirix: “Alleen aan de grote koepel hebben we niet moeten werken. Die was vijftien jaar geleden nog in orde gebracht. De volledige vernieuwing van het museum kost € 66,5 miljoen, waarvan € 51 miljoen (inclusief btw) naar de werken gaat.”
De renovatie van het bestaande museum moet klaar zijn aan het einde van dit jaar. De officiële heropening staat gepland in oktober van volgend jaar. Ongeveer midden daartussen moet het nieuwe onthaalpaviljoen met zijn moderne architectuur klaar zijn.
PRAUW – Het pronkstuk van de collectie. Leopold III heeft er nog in gevaren.
beschadigen. Daarnaast wilde de architect wit beton op de vloer van de honderd meter lange zaal waar tijdelijke tentoonstellingen plaats zullen vinden. Virginie Wirix: “Maar dan zonder voegen! We hebben een laag hyperelastisch gepolierde beton moeten gieten. En dan was er het zwarte beton voor de stijve kern van het onthaalpaviljoen. Daarvoor hebben we heel wat testen moeten doen. Uiteindelijk hebben we roet in de betonsamenstelling gebruikt. Op dit moment is dat beton nog beschermd door een PU-coating. Zodra we die kunnen verwijderen, kan de definitieve beschermende fixatielaag aangebracht worden.”
HERSTELLEN EN BEHOUDEN De gevel van het oorspronkelijke museum werd schoongemaakt en met inzetstukken en minerale mortels hersteld. De bescherming van dit magnifieke erfgoed plaatste de aannemers voor meer dan één probleem. Dat zie je onder meer in de majestueuze zalen voor de permanente collectie, die samen een oppervlakte van 6 000 vierkante meter hebben.
DOSSIER
ZWART EN WIT Dat onthaalpaviljoen telt drie bovengrondse en twee ondergrondse diepingen, en is verbonden met het historische gebouw door een ondergrondse tentoonstellingsgalerij van 96 meter. Het café-restaurant op de eerste verdieping heeft een prachtig uitzicht op het park. Het ontwerpen van een nieuwe constructie bij het originele museum was een uitdaging, maar de realisatie ervan was dat evenzeer. Bij het aanleggen van de galerij was uiterste nauwgezetheid nodig. Er moest een doorgang door de funderingen van het museumgebouw gemaakt worden, en daarbij moest vermeden worden dat zettingen de bovenliggende zaalelementen zouden
BOUWBELANGEN
AL TIEN JAAR IN DE MAAK Een dergelijk groot project vraagt tijd. In juli 2006 gaf de ministerraad groen licht voor de renovatie en de uitbreiding. Bouwheer is de Regie der Gebouwen. In september 2007 werden het ontwerp en het masterplan toegekend aan een multidisciplinaire THV met daarin Stéphane Beel Architecten, Origin Architecture and Engineering, Niek Kortekaas, Michel Devisgne en Arup NL. Denys haalde in juni 2013 dan de werken binnen. In februari 2014 was het museum leeggehaald en konden de werken beginnen.
Virginie Wirix: “ Alle technieken moeten vernieuwd worden maar aan het historisch kader mag niets veranderen, en dat maakt de opdracht zeer complex. Er mochten bijvoorbeeld geen verwarmingstoestellen geplaatst worden. Of neem de gerestau-
SECTOR SECTOR&&BEROEPEN BEROEPEN PROJECTEN & BEDRIJVEN
VIRGINIE WIRIX – Pas na een reeks testen was de architect tevreden over het uitzicht van dit zwarte beton.
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
47
MUURSCHILDERING – Deels blootgelegd en gerestaureerd, daarna als basis gebruikt voor de nieuwe versie.
reerde historische uitstalkasten. De zwarte sokkels waarop ze nu staan, zijn van fundamenteel belang. De bekabeling voor verlichting, wifipunten, camera’s enzovoort komt via die sokkels uit de kelders naar boven.” De klimaatregeling gebeurt vanuit de centraal geplaatste sokkels en de bestaande vloerroosters. Achter de oorspronkelijke ramen en deuren van de tentoonstellingszalen zitten nu achterzetramen met dubbele beglazing. Het inbouwen van technieken in de hele site is op zich goed voor ongeveer € 16 miljoen (inclusief btw) van de totale kostprijs. VERSIERING De vier bekende kaarten van Congo op het gelijkvloers waren door de tand des tijds aangetast. Ze waren vuil, en op een bepaalde plaats aangetast en losgekomen door de vochtigheid. Maar deze kon lokaal van de muur gelicht worden voor een opknapbeurt door experts. Toen de verf
MARMEREN VLOER – Eerst voorzichtig losmaken, om dan weer nauwkeurig samen te stellen.
laag per laag van de muren gehaald werd in de noordelijke parketzalen kwam een muurschildering tevoorschijn die als een fries door de zalen loopt. Het vrijgelegde resultaat werd op enkele plaatsen gereinigd en gerestaureerd, om het originele ontwerp te reconstrueren. Virginie Wirix: “De schildering is dan opnieuw aangebracht. Dat is gebeurd met een speciale techniek. Het lijkt wat op die kleeftatoeages voor kinderen, die op stickervellen staan. De versiering wordt aangebracht op een kunststof drager, en dan van de drager op de muur. Naderhand is het resultaat met de hand geretoucheerd, net als de geschilderde bladlijst helemaal bovenaan de muren. BOOT Het pronkstuk van de collectie in Tervuren is de prauw. Hij is 22,5 meter lang, 3,5 ton zwaar en staat in de nieuwe ondergrondse tentoonstellingsgalerij. Hem daar krijgen was een delicate operatie die dagen in
WIT BETON – Op een van de vloeren in de nieuwbouw ligt een hyperelastische laag beton zonder voegen van 100 meter.
beslag nam. Om te beginnen moest hij van het Legermuseum in het Jubelpark, waar hij tijdelijk opgeslagen was, naar Tervuren getransporteerd worden. Daar werd het vaartuig met een kraan over het dak tot op de binnenplaats getild, en vervolgens naar binnen getrokken in de kelders van het museumgebouw. Dat gebeurde door de opening waar nu de vliesgevel rondom de verdiepte binnenplaats staat. En zo verder de trap af naar de nieuwe ondergrondse verbinding. Maar de opening naar de galerij is nu na de verdere werken heel wat kleiner geworden. De prauw weer uit het museum halen is onmogelijk zonder breeken kapwerk. Hij hoort nu voor eeuwig bij het museum, net zoals hij voor eeuwig bij onze koloniale geschiedenis hoort. Tijdens zijn bezoek aan Congo heeft in 1957 heeft Leopold III er nog in gevaren … n
INFO Koepel – Relatief recent gerestaureerd was hij nog in vrij goede staat. Alleen de balustrade had nog werk nodig. Er zijn ook nieuwe zinkplaten aangebracht.
48
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
www.denys.com
Claerhout : zo besteld, zo geleverd Elke bouwheer heeft dezelfde bekommernis: een stipte oplevering van zijn bouwproject. Een vlotte opeenvolging van de (onder)aannemers is dan ook essentieel. Dankzij zijn uitgebreide stock aan kwalitatieve dakrandprofielen, profileert Claerhout Aluminium zich als de ideale partner voor de professionele dakwerker bij elk type nieuwbouw- en renovatieproject. De aluminium profielen zijn uit voorraad leverbaar, waardoor heel kort geschakeld kan worden in elke fase van het bouwproces. Claerhout Aluminium speelt bovendien ook in op de groeiende renovatietrend, met de
ontwikkeling van een speciaal assortiment renovatieprofielen. Deze aluminium profielen tot 300 mm hoogte zijn ideaal voor hoge opstanden en voor het na-isoleren van platte daken. Door continu in te spelen op de reële noden in de bouw, in combinatie met een vlotte levering, bevestigt Claerhout Aluminium zijn klantgerichte aanpak. n Meer informatie? www.claerhoutaluminium.be
DOSSIER
CPE opent nieuw filiaal in Sint-Niklaas In aanwezigheid van 110 klanten en leveranciers opende CPE op 1 juni haar nieuwe filiaal in Sint-Niklaas. CPE, groothandel in dak- en gevelmaterialen, heeft filialen in Genk, Overpelt, Schoten, Melle, Herstal en nu ook in Sint-Niklaas. Dit zesde filiaal past in de filosofie van CPE om te blijven groeien en daardoor dicht bij de klant aanwezig te zijn op diverse locaties in België. CPE heeft een team gemotiveerde medewerkers en zet volop in op service.
SECTOR SECTOR&&BEROEPEN BEROEPEN
CPE is opgericht in 1988. De firma is Authorized Distributor van Firestone Building Products. Als distributeur en partner geeft CPE deskundig advies bij de keuze van dakbedekking en accessoires aan architecten, dakdekkers, vastgoedbeheerders en bouwpromotoren. CPE organiseert theoretische en praktische opleidingen en biedt technische ondersteuning aan op het dak. CPE biedt een uitgebreid gamma dakproducten aan van o.a. AG. Plastics, BossCover, Eternit, Firestone, Isotec, Joriside, Koramic, Moeding, Recticel, Roval, Soprema, Trespa, Velux, VM Zinc, ... n Meer weten? www.cpe.be
Trekker-oplegger mét afstandsbediening De bouwsector evolueert en transformeert continu. De nood aan innovatie neemt dan ook toe. Stalenrijplaten.be (een zusterbedrijf van ons lid Stevens-April) ging dus op zoek naar nieuwe technologie waarmee je nog veiliger en sneller kunt
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
49
PROJECTEN & BEDRIJVEN
werken, terwijl de service en de kwaliteit gehandhaafd blijven. Na jaren onderzoek huldigde het bedrijf onlangs zijn eerste trekker-oplegger in die op afstandsbediening werkt. Dat ging gepaard met een uitgebreide demonstratie op het bedrijventerrein in Temse. Terwijl de kraan de rijplaten laadt en lost, kan men met de afstandsbediening de vrachtwagen verrijden. Dat verhoogt de efficiëntie. Philippe Van Robaeys (zaakvoerder Stalenrijplaten.be): “Zo kan de chauffeur vanop zijn kraan de trekker-oplegger verplaatsen zonder steeds de tijdrovende risicovolle en intensieve bewegingen te moeten maken tussen trekker en kraan. Dit is een primeur voor België.” Veeleisende klanten zoals Tomorrowland, Dour en Couleur Café kunnen nu nog sneller bediend worden. Eregast op de inhuldiging was minister Muyters van Werk, Economie, Innovatie en Sport. n Meer weten? www.stalenrijplaten.be
www.onlinebouwmarkt.be
BOUWBELANGEN
Bouwmarkt
MARKANT
€ 41,281 miljard
Dat was de totale waarde van de Belgische bouwproductie in 2015. Voor 2016 wordt een stijging van 1 % verwacht. De woningbouw leverde 47 % van het resultaat. Binnen de woningbouw waren de renovaties goed voor € 11,253 miljard (58 %) en de nieuwbouw voor € 8,126 miljard (42 %). De niet-woongebouwen leverden 36 % van de totale productie, samen € 14,880 miljard. In dit geval woog de nieuwbouw (59 %) zwaarder dan de renovaties (41 %). De burgerlijke bouwkunde stond in voor de resterende 17 % van de Belgische bouwproductie. Deze cijfers komen van de 81te Euroconstruct Conferentie. In het Summary en Country Report van deze conferentie staan ook de bouwvooruitzichten voor 2016-2018 voor België en de andere 18 Euroconstruct landen. U kunt het Report bij de Confederatie bestellen, met een flink ledenvoordeel.
Succesvolle eerste West-Vlaamse Finibrations Classic Oldtimerrun Op zondag 29 mei tekenden maar liefst 48 classic cars present voor de eerste editie van de Finibrations Classic Oldtimerrun. Omstreeks 11.30 u. verzamelden alle wagens aan de Confederatie Bouw te Kortrijk. We konden voor de eerste editie al meteen rekenen op een mooi en zeer divers deelnemersveld met wagens van verschillende jaartallen en nationaliteiten. De drie oudste wagens dateerden van 1954. Vanaf 12.30 u. vertrokken de eerste wagens voor een rondrit van ongeveer 120 km in een prachtige streek met mooie vergezichten, beboste heuvelruggen, kronkelende beekjes, landelijke wegen en pittoreske dorpskernen. Drukke wegen en centra van de gemeenten werden gemeden. De eerste stop was voorzien in Merkem (Diksmuide). Daarna ging het richting Veurne waar de meeste wagens nog een extra stop inlaste in één van de pittoreske dorpjes Bachten de Kupe.
bederven. Tijdens de afsluitende BBQ met 130 deelnemers was iedereen het er over eens dat deze geslaagde eerste editie voor herhaling vatbaar is. Alle leden van de Confederatie konden deelnemen aan de Finibrations Classic, maar het evenement was een initiatief van de cluster afwerking binnen de Confederatie Bouw West-Vlaanderen. Het werd mee mogelijk gemaakt door Arag - Federale Verzekering - Matexpo - Vancia Car Lease en hoofdsponsor AGO Construct. n
Het bleef droog tot laat in de namiddag. Alleen de laatste kilometers probeerde de regen – zonder succes! – de pret te
MG Roadster – Een legendarische wagen uit de tweede helft van de jaren vijftig. De kenners zullen meteen zien dat de opvallende gekromde voorbumper ontbreekt op dit exemplaar.
2 CV – In 1990 liep de laatste van de band, en intussen dus een oldtimer. Een briljant en eigenzinnig ontwerp.
Auto Union 1000 Sp – De cockpit van deze cabriolet die in 1961 op de markt kwam. De tweetaktmotor van 1000 cc was goed voor 140 km/u.
Kleine Thunderbird – Dat was is Duitsland de bijnaam van de Auto Union. Hij was een betaalbare versie van de legendarische Amerikaanse sportwagen.
50
bouwbedrijf - juli - augustus 2016
www.confederatiebouw.be
Meer tractie? In een handomdraai. De bouwvoertuigen van MAN met HydroDrive®. MAN kann. Efficiency brengt u verder – ook als de weg ophoudt. De hydrostatische voorwielaandrijving MAN HydroDrive® zorgt voor de nodige extra tractie, precies wanneer u het nodig heeft. U hoeft alleen maar een schakelaar om te draaien en u beschikt over optimale aandrijving, zowel in z’n voor- als achteruit. Ideaal voor alle omstandigheden waarin extra tractie vereist is. Zo blijft u altijd mobiel en bespaart u brandstof en wel 400 kg aan gewicht in vergelijking tot voertuigen met conventionele vierwielaandrijving. Ga voor meer informatie naar www.man.be.
MAN kann.